Roland LX-10 User Manual [nl]

CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
201b
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’,
‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.8) en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p. 11). In deze
secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u
de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe
apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
202
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.

Introductie

Gefeliciteerd met uw keuze voor de LX-10. Om verzekerd te zijn van een optimaal speelplezier en volledig gebruik te maken van alle functies die de LX-10 te bieden heeft, leest u deze handleiding nauwkeurig door.

Over de handleiding

Eerst leest u de ‘Voordat u gaat spelen’ (p.18) sectie van de gebruikershandleiding (dit document). Hier wordt uitgelegd hoe het netsnoer wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles uitgelegd, van basisbediening, waarbij de afspeelfuncties van de LX-10 worden gebruikt, tot meer gevorderde operaties zoals het opnemen van een Song met gebruik van de LX-10.

Drukafspraken in deze handleiding

Om de operaties zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende afspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano] knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen zijn waarschuwingsopmerkingen, die u zeker dient te lezen.
• Pagina’s waar u aanvullende, gerelateerde informatie kunt vinden worden zo aangegeven: (p. **).
• In dit document worden screenshots voor verklarende uitleg gebruikt. Wees ervan bewust dat de instellingen in deze verklarende screenshots mogelijk niet overeenkomen met de feitelijke fabrieksinstellingen (Tone namen, enz.).
NOTE

Eigenschappen van de LX-10

Pianogeluiden met rijke resonantie en een breed expressief bereik
De LX-10 gebruikt een 88 toetsen stereo multi-sampling piano geluidsgenerator die zelfs het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan op realistische wijze reproduceert, zodat een getrouwe simulatie van de geluiden van een hoogwaardige concertvleugel binnen uw bereik liggen. Met een maximale polyfonie van 128 noten heeft dit instrument ruimschootse capaciteiten, zelfs voor uitvoeringen waarbij het pedaal veelvuldig wordt gebruikt.
Het bevat niet alleen pianogeluiden, maar in totaal meer dan 300 verschillende geluiden binnen een brede reeks muzikale stijlen. Een drumset kan eveneens op het toetsenbord worden gespeeld.
Toetsenbord met een ‘ivoor gevoel’ voor een realistische gewaarwording van het spelen op een concertvleugel
Het onovertroffen gevoel van ivoor en ebbenhout die beide voor de hoogste kwaliteit piano toetsenborden worden gebruikt, is voor de fabricage van het ‘ivoor gevoel’ toetsenbord met behulp van moderne technieken nagebootst. De witte toetsen bestaan uit een tweevoudige structuur bestaande uit een basis materiaal en een oppervlak, hetgeen een natuurlijk voorkomen biedt, samen met de ideale combinatie van sterkte en respons.
De progressieve hamer actie II (PHA II) geeft u een natuurlijke aanslag waarbij de lage reeksen een juiste weging hebben en de hoge reeksen een licht speelgevoel bieden. Bovendien is het echappement mechanisme, dat een onderscheidend ‘klik’ gevoel geeft als een noot zacht wordt gespeeld, op natuurgetrouwe wijze nagebootst, waardoor de LX-10 een hoge speelbaarheid heeft.
4
Om de hygiëne ook na lang gebruik te garanderen, is tevens een langdurig werkzame antibacteriële bewerking toegepast.
Compact ontwerp met een groot raffinement
Met een traditioneel ontwerp, gekenmerkt door een beheerst kleurenschema en spiegelgladde afwerking, is de LX-10 slechts 45 cm diep en straalt raffinement en kwaliteit uit.
Een omringend geluidsveld
Het geluidsreproductie systeem wordt gekarakteriseerd door zes luidsprekers en levert het rijke geluid van een piano over de gehele reeks van laag tot hoog.
U zult een omringend geluidsveld ervaren dat niet alleen via de luidsprekers bij uw voeten uitstraalt, maar tevens via de bovenkant van het apparaat.
U kunt de klep openen of sluiten om het klankkarakter te veranderen, op dezelfde manier als de klep van een concertvleugel bijgesteld kan worden.
Veelzijdige functionaliteit die u van een digitale piano verwacht
Introductie
Piano Designer
De LX-10 rivaliseert met het geluid en de expressieve kracht van een concertvleugel, met zorgvuldige simulatie van de veranderingen in geluid die geproduceerd worden door het openen of sluiten van de klep, de subtiele geluiden van het loslaten van een toets, de sympathische resonantie tussen snaren en het geluid van het demperpedaal dat wordt ingedrukt om de demper van de snaren weg te schuiven.
Deze aspecten van het geluid kunnen geheel aan uw eigen smaak worden aangepast.
Weerkaatsing van een concertzaal
Naast weerkaatsing effecten van hoge kwaliteit voorziet de LX-10 in een 3D Sound Control functie, welke de ruimtelijke diepte van een volledige concertvleugel reproduceert, en een Dynamics Sound Control functie waarmee de coherentie en de kracht van het geluid worden verbeterd.
U heeft tevens een speciaal Presence effect tot uw beschikking wanneer u met een koptelefoon speelt.
Veelzijdige functies, die behulpzaam zijn bij het oefenen, en ingebouwde piano Songs met begeleiding
De metronoom functie, een ‘3 sporen recorder’, interne preset Songs met orkestrale begeleiding en een bijbehorende partituur verzameling (welke zestig Songs bevat) maken de LX-10 tot een uitmuntende keus voor pianolessen.
Data uitvoeren en opslaan
Data die met gebruik van de recorder wordt gespeeld kan op een apart verkrijgbare floppy disk drive of een USB geheugen worden opgeslagen.
Naast een floppy disk drive of USB geheugen kan een in de winkel verkrijgbare USB-type CD drive worden aangesloten, en SMF muziekbestanden, muziek Cd’s of geluidsdata worden afgespeeld.
SMF muziekbestanden uit USB geheugen, van een floppy disk of CD-ROM kunnen ook in het interne geheugen worden opgeslagen.
5

inhoud

Introductie ........................................... 4
Over de handleiding....................................................................4
Drukafspraken in deze handleiding ..................................4
Eigenschappen van de LX-10...................................................4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN............................ 8
Belangrijke opmerkingen................. 11
Voorpaneel....................................................................................14
Onderpaneel (Achter)................................................................16
Onderpaneel (onderkant links voor)....................................16
Onderpaneel (achterkant) .......................................................17
Voordat u gaat spelen....................... 18
Voorbereidingen.........................................................................18
De luidsprekerkabel aansluiten.........................................18
Het pedaalsnoer aansluiten................................................18
Het netsnoer aansluiten.......................................................18
De klep openen/sluiten........................................................19
Het bovenste deksel openen/sluiten..............................19
De muziekstandaard gebruiken........................................20
De stroom aan/uitzetten..........................................................20
Het volume en de helderheid van het geluid
aanpassen......................................................................................21
De helderheid van het beeldscherm aanpassen.............21
Over de pedalen..........................................................................22
Via een koptelefoon luisteren ................................................23
De koptelefoon haak gebruiken .......................................23
Extern geheugen gebruiken...................................................24
Het USB geheugen aansluiten...........................................24
De floppy disk drive installeren.........................................24
Een CD gebruiken.......................................................................24
Een CD drive aansluiten.......................................................24
Demo Songs beluisteren................... 25
De Tone demosongs beluisteren..........................................25
Piano Designer demo Songs beluisteren ......................27
Een verscheidenheid aan effecten op het geluid
toepassen (Effects)..................................................................... 36
De effectinstellingen bewerken .......................................36
Een draaiend geluid aan orgelgeluiden toevoegen
(Rotary Effect).......................................................................... 37
De toonsoort van het toetsenbord veranderen (
Key Transpose)............................................................................ 38
Het toetsenbord onderverdelen om met twee
personen te spelen (Twin Piano).......................................... 40
De manier waarop het geluid te horen is veranderen
(Twin Piano Mode)................................................................. 41
Spelen met twee gestapelde geluiden (Dual Play)........ 42
De Tone variaties veranderen ...........................................43
De volumebalans voor Dual Play veranderen............. 44
Stapelen met verschillende geluiden in de linker en rechterhand kanten van het toetsenbord (Split Play) ..45
Geluidsgroepen en geluidsvariaties veranderen ....... 46
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen........ 47
Spelen met de metronoom.................................................... 48
Het tempo veranderen ........................................................48
De maatsoort veranderen................................................... 49
Het volume veranderen....................................................... 49
Een aftelling laten klinken om uw timing
accuraat te houden ...................................................................49
Songs afspelen................................... 50
Songs beluisteren ......................................................................50
Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play)....... 52
Elk gedeelte apart beluisteren...............................................54
Het volume van een gedempt gedeelte bepalen......55
Het afspeelvolume van de Song veranderen...................55
Het volume van geluidsdata en muziek Cd’s
aanpassen.................................................................................55
Het tempo van een Song veranderen ................................56
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute)... 56 Het tempo van geluidsdata of een muziek CD
veranderen (Audio Tempo)................................................57
De toonsoort van het Song afspeelgeluid veranderen
(Playback Transpose) ................................................................58
De middengeluiden van het afspeelgeluid
minimaliseren (Center Cancel).............................................. 59
Uitvoeren ........................................... 28
Uitvoeren met een variëteit aan geluiden.........................28
Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano
Designer)........................................................................................29
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (
Key Touch).....................................................................................32
Ruimtelijke diepte aan het geluid toevoegen
(3D Sound Control) ....................................................................33
Het geluid levendiger maken
(Dynamics Sound Control) ......................................................34
Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen
(Reverb effect)..............................................................................35
De diepte van het Reverb effect veranderen ...............35
6
Opnemen............................................ 60
Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen................. 61
Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen............... 63
Uw uitvoering opnemen als u met een Song
meespeelt .....................................................................................66
Opgenomen uitvoeringen wissen....................................... 69
Uw uitvoering opslaan ......................70
Het geheugen initialiseren .....................................................70
Opslaan en kopiëren.................................................................72
De Songs die u opneemt opslaan........................................ 73
Een Song verwijderen...............................................................75
Een Song kopiëren..................................................................... 77
inhoud
Verscheidene instellingen ................ 79
Basisbediening in de Functie mode.....................................79
Stemming instellingen..............................................................80
De toonhoogte afstemmen op die van andere
instrumenten (Master Tuning)...........................................80
Equalizer instellingen................................................................81
De equalizer instellingen veranderen (Equalizer).......81
Instellingen voor het afspelen ...............................................82
Bepalen welke onderdelen te horen zijn
(Part Mute) ................................................................................82
De [Accomp] knop gebruiken om het gedeelte dat
gedempt wordt te veranderen (Accomp Track) .........82
De Song afspeelmethode veranderen (Play Mode)...82
De CD instellingen veranderen..............................................83
Instellen welk type CD afgespeeld wordt
(CD/Audio Type) .....................................................................83
De timing van de piano en de begeleiding
synchroniseren (CD/Audio Sync)......................................83
Metronoom instelling ...............................................................83
Het geluid van de metronoom veranderen
(Metronome Sound)..............................................................83
De manier waarop de metronoom de maat
aangeeft veranderen (Metronome Pattern)................83
Een aftelling laten klinken voordat de melodie
begint (Countdown)..............................................................84
Het geluid van de Countdown selecteren
(Countdown Sound)..............................................................84
Het onderdeel dat de aftelling zal beginnen
selecteren (Countdown Part).............................................84
Toetsenbord instellingen.........................................................84
Specificeren waar de Key Transpose effect op
heeft (Transpose Mode).......................................................84
De toonhoogte van het geluid in stappen van
octaven veranderen (Octave Shift) ..................................84
De Velocity veranderen als Key Touch op ‘Fixed’ is
ingesteld (Fix Velocity) .........................................................84
Pedaal instellingen.....................................................................85
De manier waarop de pedaal effecten worden toegepast veranderen (Damper/Center/
Left Pedal Part) ........................................................................85
De manier waarop de pedalen werken veranderen
(Center/Left Pedal Func)......................................................85
MIDI instellingen.........................................................................85
Verdubbelde noten voorkomen wanneer een
sequencer is aangesloten (Local Control) .....................85
MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Ch.) .....86
Opgenomen uitvoeringsdata naar een MIDI
apparaat sturen (Composer MIDI Out) ...........................86
Overige instellingen...................................................................86
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK).............................86
Het V-LINK overdracht kanaal specificeren...................87
De USB driver instellingen veranderen (USB driver)..87 De externe geheugen instelling veranderen (Ext.
Memory Mode)........................................................................87
Het volume aanpassen (Master Gain) .............................88
De manier waarop Grand Space wordt toegepast
veranderen (3D Mode) .........................................................88
De Parts die tijdens SMF afspelen aan de Track knoppen zijn toegewezen veranderen
(Track Assign) ..........................................................................88
De weergave van tekst aan/uitzetten (Lyrics) .............88
VIMA TUNES aanbevolen geluiden veranderen
(Recommended Tone) .........................................................89
De taal die in het scherm wordt weergegeven
veranderen (Language) .......................................................89
De instellingen onthouden (Memory Backup)............ 89
De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten
(Factory Reset)......................................................................... 90
De knoppen uitschakelen (Panel Lock).......................... 91
Andere apparaten aansluiten........... 92
Geluidsapparatuur aansluiten...............................................92
Luidsprekers op de LX-10 aansluiten en geluiden
uitsturen.................................................................................... 92
Geluiden van een geluidsapparaat via de
LX-10 spelen ............................................................................93
MIDI apparaten aansluiten .....................................................94
Een computer op de LX-10 aansluiten...........................94
Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren
door de LX-10 te bespelen .................................................94
Een computer aansluiten ........................................................ 95
Probleemoplossing............................ 96
Storingsmeldingen..........................100
Geluidenlijst ..................................... 101
Interne Song lijst.............................. 108
Parameters die in Memory
Backup worden opgeslagen ...........109
Muziekbestanden die de
LX-10 kan gebruiken ....................... 110
MIDI Implementatiekaart................ 111
Belangrijkste specificaties ..............112
Index .................................................114
7

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002a
Open dit apparaat niet en voer geen interne wijzi­gingen uit.
.................................................................................................................................
Niet repareren of onderdelen vervangen
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer specifieke instructies in de handleiding u opdracht geven dit te doen). Laat al het onderhoud over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie pagina’ te vinden zijn.
.................................................................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de volgende locaties
004
Locaties die:
• aan temperatuur extremen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, dichtbij verwar­mingsapparatuur of bovenop warmte genere­rende apparatuur)
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, bij een wastafel of op een natte vloer of op locaties die
• aan stoom of rook worden blootgesteld of
• aan zout worden blootgesteld of
• vochtig zijn of
• aan regen onderhevig zijn of
• Stoffig of zanderig zijn of
• aan zware trillingen onderhevig zijn
.................................................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Niet op een instabiele locatie plaatsen
007
Zorg, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
.................................................................................................................................
Sluit het netsnoer op een stopcontact met een juist voltage aan
008a
Het netsnoer dient alleen op een stopcontact met het juiste voltage worden aangesloten, zoals op het apparaat of op de achterzijde van het apparaat wordt aangegeven.
.................................................................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
.................................................................................................................................
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten op
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten op. Hierdoor kan het netsnoer beschadigen en kortsluiting of onjuiste verbindingen ontstaan, welke mogelijk tot brand en elektrische schok kunnen leiden.
.................................................................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterkers en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die permanent gehoor­verlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
.................................................................................................................................
8
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Zorg, dat er geen vreemde objecten in het apparaat terechtkomen
011
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
.................................................................................................................................
Zet de stroom uit als een onregelmatigheid of storing optreedt
012a
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een service centrum , indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten in of vloeistof op het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (nat of op andere wijze nat is geworden) of
• Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een verandering in uitvoering toont.
.................................................................................................................................
Kinderen mogen dit apparaat alleen onder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
.................................................................................................................................
Niet laten vallen of aan schokken blootstellen
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen.)
.................................................................................................................................
Gebruik geen stopcontact dat voor meerdere stekkers wordt gebruikt
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale stroom die door alle op dat stopcontact aange­sloten apparaten wordt gebruikt mag nooit het vermogensbereik (watts/ampères) overschrijden. Door overmatige lading kan de isolatie van het snoer heet worden en op den duur smelten.
.................................................................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde service centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Gebruik geen CD-ROM in een CD speler of DVD speler
023
Als u probeert een CD-ROM op een conventionele CD speler of DVD speler af te spelen, kunnen uw oren of de luidsprekers door het resulterende hoge volume beschadigd raken.
.................................................................................................................................
Plaats geen waterhoudende objecten op het apparaat
026
Plaats geen waterhouders (zoals bloemenvazen) op het apparaat. Ook mogen insecticiden, parfums, alcohol, nagellak of spuitbussen niet in de buurt van het apparaat worden geplaatst. Als er vloeistof op het apparaat wordt gemorst, veegt u dit snel met een droge, zachte doek op.
.................................................................................................................................
Plaats op een goed geventileerde locatie
101a
Dit apparaat dient zo geplaatst te worden dat de locatie of positie de ventilatie niet belemmert.
.................................................................................................................................
Houd de stekker vast als het netsnoer wordt aangesloten of ontkoppeld
102b
Als het netsnoer in een stopcontact of het apparaat zelf wordt gestoken of eruit wordt gehaald, moet u de stekker vasthouden, niet het snoer.
.................................................................................................................................
De stekker van het netsnoer regelmatig afstoffen
103a
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en het schoon te maken met een droge doek om stof te verwijderen. Ook moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen het netsnoer en het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken, en mogelijk tot brand leiden.
.................................................................................................................................
Houd de kabels op hun plaats voor veiligheid
104
Zorg, dat aangesloten kabels op een veilige manier worden geplaatst. Zorg er in het bijzonder voor dat de kabels zich buiten het bereik van kinderen bevinden.
.................................................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
106
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
.................................................................................................................................
Behandel het netsnoer niet met natte handen
107b
Raak het netsnoer nooit met natte handen aan, als u het in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
.................................................................................................................................
9
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit apparaat
108d
Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Tenminste twee personen zijn nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te worden, en altijd waterpas worden gehouden. Zorg, dat u het stevig vast heeft, om verwondingen en beschadigingen aan het instrument te voorkomen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard is bevestigd zijn niet zijn losge­komen. Elke keer dat u merkt dat deze losser zijn geworden, draait u ze stevig vast.
• Haal het netsnoer uit het stopcontact.
• Ontkoppel alle externe apparaten.
• Verhoog de regulateur van de standaard (p.22).
Sluit het deksel en de bovenplaat.
.................................................................................................................................
VOORZICHTIG
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact (p.18).
.................................................................................................................................
Als er een kans op onweer is, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
110a
Als er een kans op onweer is, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
.................................................................................................................................
Opletten bij het openen/sluiten van het deksel
116
Tijdens het openen/sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet beklemd raken (p.19). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
.................................................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
118c
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kleine kinderen.
• Bijgeleverde onderdelen
• Schroeven voor het monteren van de standaard
• Vleugelmoer voor de koptelefoon haak
• Verwijderde onderdelen
• Volume knop
• Brilliance knop
.................................................................................................................................
10

Belangrijke opmerkingen

Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten moet de stroom van alle apparaten worden uitgezet. Hiermee worden storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
• Hoewel het LCD en de LED’s worden uitgeschakeld als de Power schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombron is afgesloten. Als u de stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de POWER schakelaar uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Dit is de reden dat het stopcontact dat u voor het netsnoer gebruikt dichtbij en gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Plaatsing
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur die grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het meer afstand van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in de ontvangst van radio en televisie veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Laat ook geen lampen, die normaalgesproken dicht op het apparaat worden gebruikt (zoals een piano lamp) gebruikt worden of sterke spots, gedurende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende lange periodes op het apparaat staan of liggen. Dit soort objecten kunnen verkleuring van de afwerking veroorzaken of deze op andere wijze nadelig beïnvloeden.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord liggen. Dit kan de oorzaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid produceren.
• Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit apparaat. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moeten worden, kan de lak beschadigen.
• Dit apparaat is ontworpen op stabiliteit. Als u het echter op afstand van de muur plaatst, installeert u het hang en sluitwerk dat omvallen voorkomt, om de maximale veiligheid te bewerkstelligen. Details over het installeren van het betreffende hang en sluitwerk vindt u in de uitleg van de montage.
Onderhoud
• Omdat de piano een gepolijste afwerking heeft die net zo delicaat is als die van handgemaakte houten meubels, moet deze van tijd tot tijd nauwkeurig onderhouden worden. Hier volgen enige belangrijke suggesties met betrekking tot de juiste verzorging van het apparaat.
• Voor het afstoffen gebruikt u een zachte, schone en/of
piano stoffer. Veeg het stof voorzichtig weg. Zelfs de kleinste korrels zand of kiezels kunnen krassen op het oppervlak achterlaten als u te hard veegt. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, aangezien deze het oppervlak van de kast kunnen verslechteren, en barsten kunnen produceren.
• Om andere gedeeltes schoon te maken gebruikt u een droge, zachte doek of één die licht vochtig is. Probeer het gehele oppervlak gelijkmatig schoon te vegen, waarbij de doek met de nerf van het hout wordt meebewogen. Door te hard op één plaats te vegen kan de lak beschadigen.
• Gebruik nooit oplosmiddelen als benzeen, verdunners of alcohol, aangezien deze verkleuring en/of vervorming kunnen veroorzaken.
• De pedalen van dit apparaat zijn van koper gemaakt. Koper wordt op den duur donkerder, als resultaat van het natuurlijke oxidatie proces. Als het koper dof is geworden, poets u het met een in de winkel verkrijgbare metaalpoets.
Reparaties en data
• Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kan gaan wanneer dit ter reparatie wordt aangeboden. Belangrijke data moet altijd in een USB geheugen worden opgeslagen of op papier worden genoteerd (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt al het mogelijke gedaan om verlies van data te voorkomen. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer aan het geheugen gerelateerde bedrading niet meer werkt), spijt het ons dat de data niet meer hersteld kan worden, en Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
11
Belangrijke opmerkingen
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als resultaat van een storing of onjuist gebruik van het apparaat. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, adviseren wij u om regelmatig een reservekopie van belangrijke data die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen in een USB geheugen op te slaan.
• Helaas kan het gebeuren dat de inhoud van data die in een intern geheugen of een USB geheugen is opgeslagen niet meer hersteld kan worden nadat deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dit soort data verlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars, andere regelaars en de jacks en aansluitingen voorzichtig. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla of druk nooit hard nooit op het apparaat.
• Een geringe hoeveelheid ruis van het beeldscherm kan tijdens normale bediening hoorbaar zijn.
• Bij het aansluiten / ontkoppelen van alle kabels houdt u de stekker vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadigingen aan de interne elementen van de kabel.
• Tijdens normale werking geeft het apparaat een geringe hoeveelheid warmte af.
• Om te voorkomen dat u uw buren stoort, gebruikt u het apparaat op een passend volumeniveau. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen over andere mensen hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder).
• Wanneer het apparaat getransporteerd moet worden, verpakt u het in schokabsorberend materiaal. Als u het apparaat zonder dit materiaal vervoerd, kunnen er krassen of beschadigingen optreden, welke tot storingen kunnen leiden.
• Behandel de muziekstandaard niet met overmatige kracht wanneer deze in gebruik is.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels die weerstanden bevatten voor aansluiting op dit apparaat. Door gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of onhoorbaar zijn. Voor informatie over de kabel specificaties raadpleegt u de fabrikant van de kabel.
• Voordat de klep van het toetsenbord wordt geopend of gesloten dient u altijd te controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren bovenop het instrument zitten (deze moeten in het bijzonder van het toetsenbord en de klep worden weggehouden). Anders kunnen kleine huisdieren of andere dieren door het structurele ontwerp van dit instrument in het apparaat beklemd raken. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, moet u direct de stroom uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen. Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument werd aangeschaft of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
• De horizontale balken, die het apparaat met de onderkant van de voorpoten verbindt, zijn vrij sterk. Echter, om veiligheidsredenen laat u kleine kinderen hier niet op zitten.
Behandeling van floppy disks
(Met gebruik van de optionele floppy disk drive)
• Floppy disks bevatten een plastic disk met een dunne laag magnetisch opslagmedium. Microscopische precisie is vereist om opslag van grote hoeveelheden data op een dergelijk klein oppervlak mogelijk te maken. Om de zuiverheid van de disks te behouden, neemt u het volgende in acht wanneer floppy disks worden gebruikt:
• Raak het magnetisch medium binnen de disk niet aan.
• Floppy disks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen
worden gebruikt of opgeborgen.
• Stel floppy disks niet bloot aan temperatuur extremen
(bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig). Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C.
• Stel floppy disks niet bloot aan sterk magnetische velden,
zoals die door luidsprekers gegenereerd worden.
• Floppy disks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk tegen het per ongeluk wissen kan beschermen. Het is aan te bevelen de tab in de PROTECT positie te houden, en deze alleen naar de WRITE positie te verplaatsen als u nieuwe data op de disk wilt opslaan.
fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
Write
(kan nieuwe data op disk schrijven)
Schrijfbeveiliging
• Het identificatie etiket moet stevig op de disk aangebracht worden. Als het etiket loskomt, terwijl de disk zich in de drive bevindt, kan de disk mogelijk moeilijk uit de drive verwijderd worden.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats, zodat ze niet kunnen beschadigen, en om ze tegen stof, vuil en andere haarden te beschermen. Als een vieze of stoffige disk wordt gebruikt, kan de disk beschadigen en de disk drive storingen vertonen.
Protect
(voorkomt schrijven op disk)
Behandeling van USB geheugen
(Met gebruik van een optioneel USB geheugen)
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, steekt u het stevig helemaal in.
• Raak de contactpinnen van de USB geheugen aansluiting niet aan en laat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van hoge precisie elektronische componenten vervaardigd, dus neem het volgende in acht wanneer u dit gaat gebruiken.
• Om schade door statische elektrische ladingen te
voorkomen, ontlaadt u de statische elektriciteit die mogelijk in uw lichaam aanwezig is voordat u met het USB
12
geheugen gaat werken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of metalen objecten aan.
• Buig het USB geheugen niet, laat het niet vallen en stel het niet aan zware schokken bloot.
• Laat het USB geheugen niet achter in direct zonlicht of op locaties als een afgesloten auto. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Laat het USB geheugen niet nat worden.
• Het USB geheugen mag niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, positioneert u het horizontaal met de externe geheugen aansluiting en steekt u het zonder overmatige kracht in. De externe geheugen aansluiting kan beschadigen als u het USB geheugen met overmatige kracht insteekt.
• Steek niets anders dan het USB geheugen (bijv. draad, munten, andere types apparaten) in de externe geheugen aansluiting. Hierdoor zal de externe geheugen aansluiting beschadigen.
• Behandel het aangesloten USB geheugen niet met overmatige kracht.
• Als het USB geheugen gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, sluit u het USB geheugen deksel.
Belangrijke opmerkingen
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XGLite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
Behandeling van Cd’s (Cd-rom’s)
(Met gebruik van een optionele CD drive)
• Bij het behandelen van de disks neemt u het volgende in acht.
• Raak het gecodeerde oppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disks niet op stoffige plaatsen.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten
voertuig achter.
• Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk niet aan. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd de disks met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsmiddel schoon.
• Bewaar de disk in de case.
• Laat de disk niet gedurende langere tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen etiket op de disk.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek mee.
• Gebruik geen wasbenzine, reinigingsspray voor langspeelplaten of oplosmiddelen.
• Buig de disk niet. Op verbogen disks kan data mogelijk niet juist worden gelezen of opgeslagen, en dit kan op den duur tot storingen leiden.
13
Benamingen en functies
8
9
101112
13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Voorpaneel

13
1
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.20).
2
[Volume] knop
Past het algehele volume van de LX-10 aan (p.21). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee
het koptelefoon volume aangepast (p.23).
3
[Brilliance] knop
Past de helderheid van de klank aan (p.21).
4
[V-LINK] knop
Schakelt V-LINK aan/uit (p. 86).
5
[Effects] knop
Hiermee kan een variëteit aan effecten op het geluid worden toegepast (p.36).
U kunt ook een aantal verschillende functies instellen als deze knop en de [3D] knoppen ingedrukt worden gehouden (p.79).
[Transpose] knop
Transponeert het toetsenbord en/of Song (p.38). Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]
knop te drukken, kan de volumebalans tussen de twee geluiden tijdens Dual Play (p.44) worden aangepast.
[Split] knop
Verdeelt het toetsenbord in rechterhand en linkerhand gebieden, zodat in elk gebied een ander geluid gespeeld kan worden (p.45).
[Twin Piano] knop
Verdeelt het toetsenbord in twee aparte secties, zodat twee personen binnen dezelfde registers kunnen spelen (p.40).
Tone knoppen
Hier kunt u het geluid selecteren, dat te horen is als u op het toetsenbord speelt (p.28).
6
[3D] knop
Voegt een gevoel van diepte aan het geluid toe (p.33).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Reverb] knop te drukken om de instelling te veranderen, kunt u het geluid expressiever maken (p.34).
7
[Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijk aan die te horen is als u in een concertzaal speelt (p.35).
14
[Metronome/Count In] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.48). Hiermee kan tevens een aftelling voordat de Song
begint worden ingesteld, zodat de timing van uw spel met de Song overeenkomt (p.49).
[Piano Designer] knop
Hier kan het karakter van het pianogeluid aan uw smaak worden aangepast, door parameters te wijzigen, zoals de sympathische resonanties van de piano snaren (p.29).
19
202122
23
24
14
15
16
2117 18 19 20 22 23 24
14
Beeldscherm
Dit toont de geluidsnaam, het Song nummer, tempo, de maatsoort en de waarde van verscheidene instellingen.
15
[Tempo/Beat] (▲) knop
Hier kunt u het tempo en de maatsoort van de metronoom aanpassen (p.48).
16
[Song] (▼) knop
Hiermee kan de af te spelen Song geselecteerd worden (p.50).
17
[ ] (–) knop
U kunt de vorige Song selecteren door deze knop in te drukken, terwijl het Song select scherm wordt getoond (p.50).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, wordt de Song teruggespoeld (p.51). Gebruik deze knop om verscheidene variaties van het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.28).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
18
[ ] (+) knop
U kunt de volgende Song selecteren door deze knop in te drukken, terwijl het Song select scherm wordt getoond (p.50).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, wordt de Song vooruit gespoeld (p.51). Gebruik deze knop om verscheidene variaties van het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.28).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
[ ] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne preset Song of een Song die u heeft opgenomen af te spelen/te stoppen (p.50).
Deze knop wordt ook gebruikt om met het opnemen van uw uitvoering te beginnen (p.60).
[ ] (Rec) knop
Hiermee kan uw eigen uitvoering in de LX-10 worden opgenomen (p.60).
Track knoppen
U kunt deze knoppen gebruiken om uw uitvoering apart voor elke hand af te spelen of op te nemen (p.54, p.63). De rechterhand uitvoering van interne preset Songs is aan de [Right] knop toegewezen, de linkerhand uitvoering aan de [Left] knop en de resterende gedeeltes van de uitvoering zijn aan de [Accomp] knop toegewezen.
[Key Touch] knop
Hiermee kan de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord worden aangepast (p.32).
U kunt de demo Songs beluisteren door deze knop ingedrukt te houden en op de [File] knop te drukken (p.25).
[File] knop
Hiermee kan een opgenomen Song in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen (p.73).
Songs kunnen tevens tussen intern geheugen en USB geheugen worden gekopieerd (p.77).
[Display Contrast] draaiknop
Hiermee wordt de helderheid van het scherm aangepast (p.21).
15

Onderpaneel (Achter)

27
28
31
32
fig.Rearpanel.eps
25 26 27 28
25
Invoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch muziekinstrument worden aangesloten, en dat apparaat kan via de luidsprekers van de LX-10 worden beluisterd (p.93).
26
Uitvoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of externe actieve luidsprekers worden aangesloten om het geluid van de LX-10 te beluisteren (p.92).
Pedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de speciale standaard op deze aansluiting aan (p.18).
Ac In (AC ingang)
Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan (p.18).

Onderpaneel (onderkant links voor)

fig.JackPanel.eps
29 32
29
Phones jacks
Hier kan een koptelefoon worden aangesloten. Op de LX-10 kunnen twee koptelefoons gelijktijdig worden gebruikt (p.23).
30
MIDI Out/In aansluitingen
Deze kunnen met externe MIDI apparaten worden verbonden voor overdracht van uitvoeringsdata (p.94).
30
31
USB aansluiting
Deze kan met een computer worden verbonden voor overdracht van uitvoeringsdata (p.95).
Invoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch muziekinstrument worden aangesloten, en dat apparaat kan via de luidsprekers van de LX-10 worden beluisterd (p.93).
16

Onderpaneel (achterkant)

fig.ExtMemoryPort.eps
33
33
Externe geheugen aansluiting
Hier kan een USB geheugen, een floppy disk drive of een CD drive worden aangesloten, en opgeslagen Songs worden afgespeeld (p.50). U kunt het USB geheugen ook gebruiken om een op de LX-10 opgenomen Song op te slaan (p.73).
Door de basis rond te draaien kan het USB geheugen of de USB kabel netjes worden opgeborgen.
* CD drives die hun stroom aan de USB aansluiting
onttrekken, kunnen niet gebruikt worden.
17

Voordat u gaat spelen

Voorbereidingen

Voordat kabels op het onderpaneel worden aangesloten (de achterkant van de LX-10 onderkant), moet de bovenste achterplaat worden verwijderd.
Om de bovenste achterplaat te verwijderen, verwijdert u de drie schroeven op de locaties, die in de illustratie worden getoond.
Bovenste achterplaat

De luidsprekerkabel aansluiten

Steek de luidsprekerkabel die uit de standaard komt in de SPEAKER aansluiting op de achterkant van het LX-10 onderpaneel.
Let op de vorm van de aansluiting van de luidsprekerkabel en steek deze in tot u een klik hoort en de aansluiting stevig op zijn plaats is geklikt.
fig.SpeakerCable.eps

Het netsnoer aansluiten

1. Zorg, dat de [Power] schakelaar aan de
linkerkant van het voorpaneel uit is (in opwaartse positie).
fig.PowerOff-e.eps
Niet
ingedrukt
OFF
2. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
3. Steek het bijgeleverde netsnoer in de AC In
(AC ingang) aan de achterkant van het onderpaneel.
4. Steek het andere eind van het netsnoer in
een stopcontact.
fig.PowerCord.eps

Het pedaalsnoer aansluiten

Steek het pedaalsnoer dat uit de standaard komt in de Pedal aansluiting aan de achterkant van het LX-10 onderpaneel.
fig.PedalCord.eps
18
NOTE
3
4
U dient het bij de LX-10 behorende netsnoer te gebruiken.
Voordat u gaat spelen

De klep openen/sluiten

NOTE
1.
Om de klep te openen gebruikt u beide handen om deze lichtjes op te tillen. De klep van de LX-10 is zo ontworpen dat deze zacht sluit, zelfs als u uw handen wegneemt. De klep zal echter abrupt sluiten als de klep slechts een klein stukje werd geopend. Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
Om de klep te openen, tilt u deze met twee
handen omhoog.

Het bovenste deksel openen/sluiten

NOTE
NOTE
NOTE
Het bovenste deksel openen
Het bovenste deksel moet door en volwassene geopend en gesloten worden.
Duw het bovenste deksel niet naar achteren. Hierdoor zal het beschadigen.
Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
1. Til het bovenste deksel op.
2. Breng de toplat die zich op de rechter hoek
bevindt omhoog.
3. Verlaag het bovenste deksel voorzichtig.
2. Om
de klep
te sluiten, brengt u
beide handen naar beneden.
NOTE
Indien de piano verplaatst moet worden, moet de klep gesloten zijn om ongelukken te voorkomen.
deze
met
Het bovenste deksel sluiten
1. Til het bovenste deksel op.
2. Vouw de toplat in.
3. Verlaag het bovenste deksel voorzichtig.
19
Voordat u gaat spelen

De muziekstandaard gebruiken

U kunt muziekboeken of bladmuziek op de bovenrand van het geopende deksel plaatsen.

De stroom aan/uitzetten

941
NOTE
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
fig.VolumeMin-e.eps
Wanneer alles op juiste wijze is aangesloten, kunt u de stroom aanzetten met gebruik van de volgende procedure. Als deze stappen niet in de juiste volgorde worden uitgevoerd, kunnen storingen of beschadigingen aan luidsprekers optreden.
om het volume te minimaliseren.
Tips voor het plaatsen van muziek
• Steek de bladmuziek in de groeve op de bovenste rand van het deksel.
• Vouw bladmuziek, zodat deze open blijft. Als dit niet werkt kunt u paperclips gebruiken om de bladmuziek vast te zetten.
• Als de bladmuziek dun is, bevestigt u het op een klembord voordat u het op de muziekstandaard plaatst.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
fig.PowerOn.eps
Ingedrukt
ON
De stroom wordt aangezet. De [Piano] knop is verlicht.
Na korte tijd kunt u geluiden produceren door het toetsenbord te bespelen.
NOTE
Vanwege een ingebouwde circuit beveiliging duurt het enkele seconden na opstarten, voordat het apparaat gereed is voor normale werking.
3. Gebruik de [Volume] knop om het volume
aan te passen (p.21).
20
Voordat u gaat spelen
De stroom uitzetten
1. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin-e.eps
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Het scherm wordt leeg en de stroom wordt uitgezet.
fig.PowerOff-e.eps
Niet
ingedrukt
OFF
945
NOTE
Als u de stroom geheel wilt uitschakelen, zet u eerst de [Power] schakelaar uit en haalt u vervolgens het netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (p.11).
fig.VolBri-e.eps
Min Max
Mellow
Bright

De helderheid van het beeldscherm aanpassen

U kunt de helderheid van het LX-10 beeldscherm bijstellen.
fig.Contrast-e.eps
1. Om de helderheid bij te stellen, draait u aan
de [Display/Contrast] knop rechts op het voorpaneel.
Waarschuwingen met betrekking tot het LCD scherm

Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen

Hier ziet u hoe het volume van uw spel op het toetsenbord of het afspeelvolume van een interne Song of USB geheugen Song aangepast kan worden.
Als een koptelefoon is aangesloten, gebruikt u de [Volume] knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1. Draai aan de [Volume] knop om het algehele
volume aan te passen.
Pas het volume aan, terwijl u op het toetsenbord speelt en geluid produceert.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume toe, en naar links gedraaid neemt het volume af.
2. Draai aan de [Brilliance] knop om de
helderheid van het geluid aan te passen.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, wordt het geluid helderder, en als deze naar links wordt gedraaid, wordt het geluid milder.
• Er kunnen verticale lijnen in het scherm te zien zijn, maar dit is te wijten aan de eigenschappen van een liquid crystal beeldscherm, en duidt niet op een storing. Dit kan geminimaliseerd worden met gebruik van de [Display/Contrast] knop om de helderheid van het scherm aan te passen.
• De temperatuur kan op de helderheid van invloed zijn.
21
Voordat u gaat spelen

Over de pedalen

De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdzakelijk gebruiken als u piano speelt.
fig.Pedals-e.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken. Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer
doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord haalt. De lengte van het doorklinken verandert abrupt, afhankelijk van
hoe diep het pedaal wordt ingedrukt. Als het demper pedaal van een akoestische piano wordt
ingedrukt, is een lichte ruis hoorbaar als de demper van de snaren wordt geschoven, en een rijke, ruimtelijke resonantie wordt toegevoegd door de snaren die met de snaren van de noten die u feitelijk speelt meetrillen. Op de LX-10 wordt het geluid dat gecreëerd wordt als het demper pedaal de snaren loslaat, en de sympathische vibratie (demper resonantie), nagebootst.
Het geluid van de demper die de snaar loslaat en het geluid van sympathische resonantie kan gewijzigd worden. Kijk bij de Piano Designer functie (p.29) instellingen ‘Damper Noise’ en ‘Damper Resonance’.
Demper pedaal
Over de regulateur
Als u de indruk heeft dat het pedaal instabiel is (bijvoorbeeld als de LX-10 naar een andere locatie is verplaatst), kan de regulateur aan de onderkant van de pedalen als volgt worden bijgesteld.
• Draai aan de regulateur om deze te verlagen totdat deze stevig in contact met de vloer staat. Het pedaal kan beschadigen als er ruimte is tussen de regulateur en de vloer. In het bijzonder als de LX-10 op tapijt is geplaatst, moet de regulateur worden aangedraaid totdat deze stevig op de vloer drukt.
Regulateur
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
De noten die u indrukt als dit pedaal is ingedrukt zullen doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt met een ingedrukt soft pedaal wordt geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als dat wat anders met gelijke sterkte gespeeld wordt. Dit is dezelfde functie als die van het linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel worden gevarieerd met de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
De functie van het Sostenuto pedaal kan veranderd worden. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Func)’ (p.85).
NOTE
Als u de pedaalkabel van de LX-10ontkoppelt, terwijl de stroom aan is, zal het pedaal effect toegepast blijven. U moet de pedaalkabel loskoppelen als de stroom van de LX-10 is uitgezet.
22
Voordat u gaat spelen

Via een koptelefoon luisteren

U kunt een koptelefoon gebruiken om van de LX-10 te genieten zonder dat personen in uw omgeving daar last van hebben, bijvoorbeeld laat op de avond. Aangezien de LX-10 twee koptelefoon jacks heeft, kunnen twee mensen tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kan deze op één van de twee koptelefoon jacks worden aangesloten.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon

De koptelefoon haak gebruiken

Wanneer de koptelefoon niet wordt gebruikt, kan deze op de koptelefoon haak van de LX-10 worden gehangen.
De koptelefoon haak bevestigen
1. Druk en draai de bij de LX-10 behorende
koptelefoon haak in het gat linksonder op de LX-10 (zie bovenstaand figuur).
2. Draai de vleugelmoer van de koptelefoon
haak aan, om de haak stevig vast te zetten.
Vleugelmoer
1. Steek de koptelefoon in de Phones jack links
op de voorzijde van het LX-10 onderpaneel.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid via de luidsprekers van de LX-10 uitgevoerd.
2. Gebruik de LX-10 [Volume] knop (p.21) om
het volume van de koptelefoon bij te stellen.
Waarschuwingen bij gebruik van een koptelefoon
• Om schade aan de interne geleiders van het snoer te voorkomen, vermijdt u ruwe behandeling. Als de koptelefoon wordt gebruikt, houdt u deze alleen bij de stekker of de koptelefoon zelf vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al hoog is ingesteld wanneer u deze aansluit. Minimaliseer het volume, voordat u de koptelefoon aansluit.
• Door overmatige invoer kan niet alleen uw gehoor beschadigen, maar kan ook spanning op de koptelefoon zetten. Luister op een geschikt volume naar muziek.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo 1/4” phone plug.
NOTE
fig.PhonesMark.eps
Koptelefoon haak
Hang niets anders dan de koptelefoon op de koptelefoon haak. Hierdoor kan het instrument of de haak beschadigen.
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt een koptelefoon symbool links onder in het scherm getoond.
23
Voordat u gaat spelen

Extern geheugen gebruiken

Een Song die op de LX-10 is opgenomen kan opgeslagen worden door deze naar een apart verkrijgbaar USB geheugen (p.77) te kopiëren. Songs kunnen ook naar een disk gekopieerd worden, met gebruik van een apart verkrijgbare floppy disk drive.
SMF muziekbestanden of geluidsdata die in USB geheugen of op floppy disk zijn opgeslagen, kunnen ook worden afgespeeld (p.50).
NOTE

Het USB geheugen aansluiten

1. Verbind het USB geheugen met de externe
fig.ConnectUSBMem.eps
Gebruik USB geheugen en een floppy disk drive van Roland. Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden als een ander USB apparaat wordt gebruikt.
geheugen aansluiting.

Een CD gebruiken

U kunt audio Cd’s en Cd-rom’s met opgeslagen SMF muziekbestanden afspelen.
* Tevens kunnen Songs op VIMA Cd-rom’s (VIMA TUNES),
verkocht door Roland, worden afgespeeld.
Waarschuwingen bij gebruik van de CD
• Cd’s die zowel muziektracks als data bevatten zullen niet correct worden afgespeeld.
• De LX-20 kan alleen commerciële Cd’s die aan de officiële standaard voldoen afspelen – degenen die het ‘COMPACT disc DIGITAL AUDIO’ logo dragen.
• De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van audio disks die van auteursrecht beveiliging technologie zijn voorzien of andere niet standaard Cd’s, kan niet gegarandeerd worden.
• Voor meer gedetailleerde informatie over audio disks met auteursrecht beveiliging technologie en andere niet standaard Cd’s raadpleegt u de verkoper van de disks.
• U kunt geen Songs op CD opslaan, en Songs die op CD zijn opgenomen kunnen niet verwijderd worden. Bovendien kunnen Cd’s niet geformatteerd worden.
931
Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal naar binnen, totdat het stevig op zijn plaats zit.
Als u een nieuw USB geheugen of een nieuwe floppy disk gebruikt, moeten deze op de LX-10 geinitialiseerd (geformatteerd) worden. Voor details, zie ‘Het geheugen initialiseren’ (p.70).

De floppy disk drive installeren

Bevestig de floppy disk drive, zoals in het figuur wordt getoond, met gebruik van de montage gaten op het onderpaneel van de LX-10.
* Voor details over het bevestigen raadpleegt u de
gebruikershandleiding van de floppy disk drive.
24

Een CD drive aansluiten

* De LX-10 ondersteunt geen CD drives die door de USB bus
van stroom worden voorzien. Als u een dergelijke CD drive gebruikt, moet u de stroomvoorziening van de CD drive gebruiken, zodat de drive op eigen kracht werkt.
1. Zet de stroom van de LX-10 en de aan te
sluiten CD drive uit.
2. Sluit de bij de CD drive behorende USB kabel
op de externe geheugen aansluiting van de LX 10 aan.
3. Zet de stroom van de LX-10 aan.
4. Zet de stroom van de aangesloten CD drive
aan.
NOTE
Voor informatie over de manier waarop de volgende CD drive operaties worden uitgevoerd, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de drive.
• De stroom aan en uitzetten
• Een CD insteken en uitwerpen
Een lijst met CD drives die getest zijn en compatibel zijn bevonden, is op de Roland website beschikbaar.
http://www.rolandce.com/

Demo Songs beluisteren

De Tone demosongs beluisteren

Probeer nu de demo Songs te beluisteren. De LX-10 wordt geleverd met zeven demo Songs. Aan elk van de zes Tone knoppen en de [Twin Piano] knop is één demo Song toegewezen.
981a
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan
NOTE
strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
NOTE
Van de muziek die gespeeld wordt zal geen MIDI data uitgestuurd worden.
fig.Panel-Demo-e.eps
1. Houd de [Key Touch] knop ingedrukt en druk op de [File] knop.
De indicators van de Tone, [Twin Piano] en [Piano Designer] knoppen knipperen. Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Demo.eps
Knop met geluidsdemo Demo inhoud
[Piano] Pianogeluid demo Song
[E. Piano] E.Piano geluid demo Song
[Organ] Orgelgeluid demo Song
[Strings] Strijkersgeluid demo Song
[Voice] Demo Song, waarbij Voice geluiden worden gebruikt
[Others] Demo Song, waarbij gitaar geluiden worden gebruikt
[Twin Piano] Demo Song, waarbij de Twin Piano functie (p.40) wordt
gebruikt
25
Demo Songs beluisteren
Wanneer het volgende in het scherm verschijnt
Als er een opgenomen uitvoering is die nog niet is opgeslagen, zal het volgende scherm verschijnen als u een Song probeert te selecteren.
fig.d-SongDelete.eps
Een demo Song kan niet afgespeeld worden als het geheugen een niet opgeslagen Song bevat.
Als u de uitvoering wilt verwijderen en de demo Song wilt afspelen, drukt u op de [ ] knop.
Als u de uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ] knop. Als u de opgenomen uitvoering op wilt slaan, kijkt u bij ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
2. Druk op één van de zes Tone knoppen of de [Twin Piano] knop.
De Songs worden successief afgespeeld, beginnend met de demo Song die u heeft geselecteerd.
De knop van de Song die op dat moment wordt afgespeeld knippert aan en uit.
Wanneer de laatste Song is afgespeeld, keert u automatisch naar de eerste Song terug, en wordt deze opnieuw afgespeeld.
In het scherm wordt de naam van de op dat moment spelende demo Song getoond.
fig.d-DemoSongName.eps
3. Om te stoppen met afspelen drukt u op de knipperende knop.
4. Druk op de [Key Touch] knop of de [File] knop om de demo mode te
verlaten.
De indicators keren naar hun vorige status terug.
26
Als een knop niet knippert, wil dit zeggen dat deze geen demo Song heeft.

Piano Designer demo Songs beluisteren

Hier ziet u hoe u de verschillen in verscheidene geluiden, gecreëerd door de Piano Designer functie (p.29) kunt beluisteren.
1. Houd de [Key Touch] knop ingedrukt en druk op de [File] knop.
De indicators van de Tone, [Twin Piano] en [Piano Designer] knoppen knipperen. Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Demo.eps
U kunt de demo Songs niet afspelen als uw opgenomen uitvoering niet is opgeslagen. Druk op de [ ] knop om de uitvoering te wissen (p.26) of druk op de [ ] knop en sla de opgenomen
NOTE
uitvoering op (p.73).
Demo Songs beluisteren
2. Druk op de [Piano Designer] knop.
Meerdere Tone knoppen aan de linkerkant en de [Piano Designer] knop knipperen. Het Piano Designer demo scherm verschijnt.
fig.d-DemoPnoDsgn1.eps
3. Gebruik de [] [] knoppen om de demo die u wilt horen te selecteren.
4. Druk op de knipperende Tone knop.
De demo, corresponderend met de knop die u indrukte, zal gespeeld worden.
fig.d-DemoPnoDsgn2.eps
Door stappen 3 en 4 te herhalen kunt u andere demo Songs beluisteren.
5. Druk op de [Key Touch] knop of de [File] knop om de Demo mode te
verlaten.
De indicators keren naar hun vorige status terug.
27

Uitvoeren

Uitvoeren met een variëteit aan geluiden

De LX-10 kenmerkt zich door meer dan 300 verschillende interne geluiden, zodat u met plezier kunt spelen met geluiden die voor vele verschillende types muziek geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ genoemd. De Tones zijn in zes verschillende groepen verdeeld, waarvan aan elk een andere Tone knop is toegewezen.
De Tone ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd, wanneer het instrument wordt aangezet.
fig.Panel-Tones-e.eps
1. Druk op een Tone knop om een geluidsgroep te selecteren.
U zult het geluid dat aan Tone nummer 1 binnen de geselecteerde Tone groep is toegewezen horen. Probeer op het toetsenbord te spelen.
In het scherm wordt de naam en het nummer van het op dat moment geselecteerde geluid weergegeven.
fig.d-Piano001.eps
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om een geluid uit de geluidsgroep te
selecteren.
Het geluid dat u selecteert is te horen als u het toetsenbord bespeelt. De volgende keer dat u deze Tone knop selecteert, zult u het hier geselecteerde geluid horen.
fig.d-Piano003.eps
28
Voor meer over de geluidsnaam kijkt u in de ‘Geluidenlijst’ (p.101).
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
NOTE
Uitvoeren

Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano Designer)

De LX-10 biedt een ‘Piano Designer’ functie, waarmee het pianogeluid gebruikersspecifiek aangepast kan worden, door aspecten als het geluid van de sympathisch vibrerende pianos­naren aan te passen.
Een favoriet geluid dat u gecreëerd heeft kan ook worden opgeslagen (p.89).
1. Druk op de [Piano Designer] knop.
De [Piano Designer] knop is verlicht en het Piano Designer scherm verschijnt. Het geluid ‘Grand Piano 1’ is geselecteerd.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling die u wilt aanpassen te
selecteren, en druk op de [ ] knop om naar het instellingsscherm te gaan.
Er zijn vier Piano Designer schermen.
fig.d-PianoDesigner.eps
3. Gebruik de [] [] knoppen om het onderdeel dat u wilt bijstellen te
selecteren.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling aan te passen.
De instelling van het deksel kan ook met gebruik van de [] [] knoppen worden aangepast.
5. Druk op de [Piano Designer] knop om naar het vorige scherm terug te
keren.
6. Herhaal stappen 3-6 om het pianogeluid naar uw smaak aan te passen.
7. Druk op de [Piano Designer] knop om naar het geluid selectie scherm
terug te keren.
29
Uitvoeren
Weergave Parameter Waarde Omschrijving
Hiermee wordt aangepast hoe ver de klep van de vleugel geopend is.
Lid Open/Close Lid 0–6
Fixed, Super Light, Light,
Key Touch
Medium, Heavy, Super Heavy
Het geluid wordt milder als de klep van de piano in het scherm wordt gesloten. Het geluid wordt helderder als de klep van de piano in het scherm wordt geopend.
Past de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan. Als u ‘Fixed’ selecteert, zullen noten op een eenvormig volume klinken, ongeacht hoe hard u het toetsenbord bespeelt.
Keyboard
Tuning
Reso­nance
Key Touch Offset
Hammer Response
-10–0–9
Off, 1–10
Hammer Noise -2–0–+2
Master Tuning
415.3–440.0–
466.2 Hz
Equal, Just (Major), Just (Minor), Arabic,
Temperament
Kirnberger, Meantone, Pythagorean, Werkmeister
Tonic C–B
Off, Preset, User
Stretch Tuning
(User: -50–0– +50)
Damper Resonance
Off, 1–10
Damper Noise Off, 1–10
Duplex Scale Off, 1–10
String Resonance
Key Off Resonance
Off, 1–10
Off, 1–10
Hiermee kunnen meer gedetailleerde instellingen met betrekking tot de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord worden gemaakt, volgens de sterkte van uw vingers. Hogere instellingen produceren een zwaarder speelgevoel.
Hiermee wordt de tijd vanaf het moment dat een toets wordt gespeeld, totdat het pianogeluid hoorbaar wordt aangepast. Hogere instellingen produceren een langzamere respons. Als dit op OFF is ingesteld, is het geluid hoorbaar op het moment dat de toets wordt aangeslagen, ongeacht de sterkte waarmee deze wordt gespeeld.
Hiermee wordt het geluid van de hamer van een akoestische piano die tegen de snaar slaat aangepast. Hogere instellingen produceren een luider geluid van de hamer die tegen de snaar slaat.
Hiermee wordt de standaard toonhoogte van de LX-10 (de toonhoogte van de middelste A noot) aangepast.
U kunt klassieke stijlen zoals Barok spelen, met gebruik van historische temperaturen (stem methodes). De meeste modern Songs zijn gecomponeerd voor en worden gespeeld in de gelijkzwevende stemming, de meest gebruikte stemming heden ten dage. Op een bepaald moment bestond er echter een brede variëteit aan andere stemming systemen. Door te spelen in de stemming die in gebruik was toen een compositie werd gecreëerd, kunt u de sonoriteit van akkoorden die oorspronkelijk voor die Song waren bedoeld ervaren. Voor details, zie ‘Temperaturen’ (p.31).
Wanneer in een andere stemming dan de gelijkzwevende wordt gespeeld, moet de grondtoon gespecificeerd worden, om de Song die gespeeld wordt te kunnen stemmen (dat wil zeggen: de noot die bij een majeur toonsoort met C of voor een mineur toonsoort met A correspondeert). Indien u de gelijkzwevende stemming kiest, hoeft de grondtoon niet geselecteerd te worden.
Hiermee kan de hoeveelheid ‘Stretched Tuning’ worden gespecificeerd, een stemmingsmethode specifiek voor piano’s, waarbij de hoge reeks lichtelijk hoger en de lage reeks lichtelijk lager wordt gestemd. Als u ‘Preset’ selecteert wordt een standaard stemmingscurve, gecreëerd voor de LX-10, gebruikt. Als u ‘User’ selecteert kunt u de Stretched Tuning zelf bewerken. Speel de toets waarvan u de toonhoogte wilt aanpassen, en gebruik dan de [-] [+] knoppen om zijn toonhoogte aan te passen. (Als u de ‘Preset’ instelling aanpast, verandert de selectie in ‘User’).
Hiermee wordt de demper resonantie van het akoestische pianogeluid (de sympathische vibratie die door andere snaren dan die daadwerkelijk worden gespeeld wordt geproduceerd als het demper pedaal wordt ingedrukt) aangepast. Hogere instellingen maken de sympathische vibratie luider.
Hiermee wordt de demper ruis van het akoestische pianogeluid aangepast (het geluid van de demper die de snaren loslaat als u het demper pedaal indrukt).
Hiermee worden de sympathische vibraties van de Duplex Schaal (p.31) van een akoestische piano aangepast. Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
Hiermee wordt de snaar resonantie van een akoestisch pianogeluid aangepast (de sympathische vibraties van snaren van eerder gespeelde noten die optreedt als een andere noot wordt gespeeld). Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
Hiermee worden sympathische vibraties, zoals die van het key-off geluid van een akoestische piano aangepast (het subtiele geluid dat optreedt als de toetsen worden losgelaten). Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
30
Loading...
+ 88 hidden pages