ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd,
’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het
product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1.Lees deze instructies.
2.Bewaar deze instructies.
3.Neem alle waarschuwingen serieus.
4.Volg alle instructies.
5.Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9.De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug
dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug
heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een
aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin.
De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aangebracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past,
raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verouderde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat
komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant
gespecificeerde of bij het apparaat
geleverde kar, standaard, statief, console
of tafel. Voorzichtigheid is geboden
tijdens het verplaatsen van de kar/
apparaat combinatie, zodat deze niet kan
omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat
gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert
of is gevallen.
201b
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’,
‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.8) en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p. 11). In deze
secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u
de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe
apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
Introductie
Gefeliciteerd met uw keuze voor de LX-10. Om verzekerd te zijn van een optimaal speelplezier en
volledig gebruik te maken van alle functies die de LX-10 te bieden heeft, leest u deze handleiding
nauwkeurig door.
Over de handleiding
Eerst leest u de ‘Voordat u gaat spelen’ (p.18) sectie van de gebruikershandleiding (dit document).
Hier wordt uitgelegd hoe het netsnoer wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles uitgelegd, van basisbediening, waarbij de afspeelfuncties
van de LX-10 worden gebruikt, tot meer gevorderde operaties zoals het opnemen van een Song met
gebruik van de LX-10.
Drukafspraken in deze handleiding
Om de operaties zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende afspraken in deze
handleiding gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano] knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen zijn waarschuwingsopmerkingen, die u zeker
dient te lezen.
• Pagina’s waar u aanvullende, gerelateerde informatie kunt vinden worden zo aangegeven: (p. **).
• In dit document worden screenshots voor verklarende uitleg gebruikt. Wees ervan bewust dat de
instellingen in deze verklarende screenshots mogelijk niet overeenkomen met de feitelijke
fabrieksinstellingen (Tone namen, enz.).
NOTE
Eigenschappen van de LX-10
Pianogeluiden met rijke resonantie en een breed expressief bereik
De LX-10 gebruikt een 88 toetsen stereo multi-sampling piano geluidsgenerator die zelfs het geluid
van de hamers die tegen de snaren slaan op realistische wijze reproduceert, zodat een getrouwe
simulatie van de geluiden van een hoogwaardige concertvleugel binnen uw bereik liggen. Met een
maximale polyfonie van 128 noten heeft dit instrument ruimschootse capaciteiten, zelfs voor
uitvoeringen waarbij het pedaal veelvuldig wordt gebruikt.
Het bevat niet alleen pianogeluiden, maar in totaal meer dan 300 verschillende geluiden binnen een
brede reeks muzikale stijlen. Een drumset kan eveneens op het toetsenbord worden gespeeld.
Toetsenbord met een ‘ivoor gevoel’ voor een realistische gewaarwording van het
spelen op een concertvleugel
Het onovertroffen gevoel van ivoor en ebbenhout die beide voor de hoogste kwaliteit piano
toetsenborden worden gebruikt, is voor de fabricage van het ‘ivoor gevoel’ toetsenbord met behulp
van moderne technieken nagebootst. De witte toetsen bestaan uit een tweevoudige structuur
bestaande uit een basis materiaal en een oppervlak, hetgeen een natuurlijk voorkomen biedt, samen
met de ideale combinatie van sterkte en respons.
De progressieve hamer actie II (PHA II) geeft u een natuurlijke aanslag waarbij de lage reeksen een
juiste weging hebben en de hoge reeksen een licht speelgevoel bieden. Bovendien is het
echappement mechanisme, dat een onderscheidend ‘klik’ gevoel geeft als een noot zacht wordt
gespeeld, op natuurgetrouwe wijze nagebootst, waardoor de LX-10 een hoge speelbaarheid heeft.
4
Om de hygiëne ook na lang gebruik te garanderen, is tevens een langdurig werkzame antibacteriële
bewerking toegepast.
Compact ontwerp met een groot raffinement
Met een traditioneel ontwerp, gekenmerkt door een beheerst kleurenschema en spiegelgladde
afwerking, is de LX-10 slechts 45 cm diep en straalt raffinement en kwaliteit uit.
Een omringend geluidsveld
Het geluidsreproductie systeem wordt gekarakteriseerd door zes luidsprekers en levert het rijke
geluid van een piano over de gehele reeks van laag tot hoog.
U zult een omringend geluidsveld ervaren dat niet alleen via de luidsprekers bij uw voeten uitstraalt,
maar tevens via de bovenkant van het apparaat.
U kunt de klep openen of sluiten om het klankkarakter te veranderen, op dezelfde manier als de klep
van een concertvleugel bijgesteld kan worden.
Veelzijdige functionaliteit die u van een digitale piano verwacht
Introductie
Piano Designer
De LX-10 rivaliseert met het geluid en de expressieve kracht van een concertvleugel, met zorgvuldige
simulatie van de veranderingen in geluid die geproduceerd worden door het openen of sluiten van
de klep, de subtiele geluiden van het loslaten van een toets, de sympathische resonantie tussen
snaren en het geluid van het demperpedaal dat wordt ingedrukt om de demper van de snaren weg
te schuiven.
Deze aspecten van het geluid kunnen geheel aan uw eigen smaak worden aangepast.
Weerkaatsing van een concertzaal
Naast weerkaatsing effecten van hoge kwaliteit voorziet de LX-10 in een 3D Sound Control functie,
welke de ruimtelijke diepte van een volledige concertvleugel reproduceert, en een Dynamics Sound
Control functie waarmee de coherentie en de kracht van het geluid worden verbeterd.
U heeft tevens een speciaal Presence effect tot uw beschikking wanneer u met een koptelefoon
speelt.
Veelzijdige functies, die behulpzaam zijn bij het oefenen, en ingebouwde piano
Songs met begeleiding
De metronoom functie, een ‘3 sporen recorder’, interne preset Songs met orkestrale begeleiding en
een bijbehorende partituur verzameling (welke zestig Songs bevat) maken de LX-10 tot een
uitmuntende keus voor pianolessen.
Data uitvoeren en opslaan
Data die met gebruik van de recorder wordt gespeeld kan op een apart verkrijgbare floppy disk drive
of een USB geheugen worden opgeslagen.
Naast een floppy disk drive of USB geheugen kan een in de winkel verkrijgbare USB-type CD drive
worden aangesloten, en SMF muziekbestanden, muziek Cd’s of geluidsdata worden afgespeeld.
SMF muziekbestanden uit USB geheugen, van een floppy disk of CD-ROM kunnen ook in het interne
geheugen worden opgeslagen.
Interne Song lijst.............................. 108
Parameters die in Memory
Backup worden opgeslagen ...........109
Muziekbestanden die de
LX-10 kan gebruiken ....................... 110
MIDI Implementatiekaart................ 111
Belangrijkste specificaties ..............112
Index .................................................114
7
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002a
Open dit apparaat niet en voer geen interne wijzigingen uit.
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen
in het apparaat te vervangen (behalve wanneer
specifieke instructies in de handleiding u opdracht
geven dit te doen). Laat al het onderhoud over aan
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkend Roland distributeur, die op de
‘Informatie pagina’ te vinden zijn.
Niet gebruiken of opbergen op de volgende
locaties
004
Locaties die:
• aan temperatuur extremen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, dichtbij verwarmingsapparatuur of bovenop warmte genererende apparatuur)
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, bij een
wastafel of op een natte vloer of op locaties die
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Niet op een instabiele locatie plaatsen
007
Zorg, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat
het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het
nooit op standaards die kunnen wiebelen of op
hellende oppervlakken.
Sluit het netsnoer op een stopcontact met een
juist voltage aan
008a
Het netsnoer dient alleen op een stopcontact met
het juiste voltage worden aangesloten, zoals op het
apparaat of op de achterzijde van het apparaat wordt
aangegeven.
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en
plaats er geen zware objecten op
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er
geen zware objecten op. Hierdoor kan het netsnoer
beschadigen en kortsluiting of onjuiste verbindingen
ontstaan, welke mogelijk tot brand en elektrische
schok kunnen leiden.
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een koptelefoon, versterkers en/of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren, die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van
enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u
het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
Zorg, dat er geen vreemde objecten in het
apparaat terechtkomen
011
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
Zet de stroom uit als een onregelmatigheid of
storing optreedt
012a
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar of een service centrum , indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten in of vloeistof op het apparaat terecht
zijn gekomen
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (nat of op
andere wijze nat is geworden) of
• Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of
een verandering in uitvoering toont.
Kinderen mogen dit apparaat alleen onder
toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden totdat het kind in
staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat, op te volgen.
Gebruik geen stopcontact dat voor meerdere
stekkers wordt gebruikt
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder
voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de
totale stroom die door alle op dat stopcontact aangesloten apparaten wordt gebruikt mag nooit het
vermogensbereik (watts/ampères) overschrijden.
Door overmatige lading kan de isolatie van het snoer
heet worden en op den duur smelten.
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde service centrum of een erkend
Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
Gebruik geen CD-ROM in een CD speler of DVD
speler
023
Als u probeert een CD-ROM op een conventionele CD
speler of DVD speler af te spelen, kunnen uw oren of
de luidsprekers door het resulterende hoge volume
beschadigd raken.
Plaats geen waterhoudende objecten op het
apparaat
026
Plaats geen waterhouders (zoals bloemenvazen) op
het apparaat. Ook mogen insecticiden, parfums,
alcohol, nagellak of spuitbussen niet in de buurt van
het apparaat worden geplaatst. Als er vloeistof op het
apparaat wordt gemorst, veegt u dit snel met een
droge, zachte doek op.
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het
stopcontact te halen en het schoon te maken met
een droge doek om stof te verwijderen. Ook moet u
de stekker uit het stopcontact halen wanneer het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden. Ophoping van stof tussen het netsnoer en
het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken, en
mogelijk tot brand leiden.
Zorg, dat aangesloten kabels op een veilige manier
worden geplaatst. Zorg er in het bijzonder voor dat
de kabels zich buiten het bereik van kinderen
bevinden.
Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit
apparaat
108d
Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u
de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in
acht. Tenminste twee personen zijn nodig om het
apparaat op veilige wijze op te tillen en te
verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te
worden, en altijd waterpas worden gehouden. Zorg,
dat u het stevig vast heeft, om verwondingen en
beschadigingen aan het instrument te voorkomen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat
aan de standaard is bevestigd zijn niet zijn losgekomen. Elke keer dat u merkt dat deze losser zijn
geworden, draait u ze stevig vast.
Tijdens het openen/sluiten van het deksel moet u
oppassen dat uw vingers niet beklemd raken (p.19).
Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken,
moet een volwassene toezicht houden.
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door
een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer
bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine,
magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat.
Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt
gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken
dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis
produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart
stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening
ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten
moet de stroom van alle apparaten worden uitgezet. Hiermee
worden storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten voorkomen.
• Hoewel het LCD en de LED’s worden uitgeschakeld als de
Power schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het
apparaat volledig van de stroombron is afgesloten. Als u de
stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de POWER
schakelaar uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Dit
is de reden dat het stopcontact dat u voor het netsnoer
gebruikt dichtbij en gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Plaatsing
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of
andere apparatuur die grote stroom transformators bevat)
wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem
te verzachten verandert u de richting van dit apparaat of
plaatst u het meer afstand van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in de ontvangst van radio en televisie
veroorzaken.
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze
communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt
van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden
bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de
conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u
deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat
gebruiken of uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet
in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan
temperatuur extremen. Laat ook geen lampen, die
normaalgesproken dicht op het apparaat worden gebruikt
(zoals een piano lamp) gebruikt worden of sterke spots,
gedurende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument
schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen
of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende
temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er
waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden
gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat
gebruiken, kunnen storingen ontstaan. Daarom moet u het
apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten
staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende
lange periodes op het apparaat staan of liggen. Dit soort
objecten kunnen verkleuring van de afwerking veroorzaken of
deze op andere wijze nadelig beïnvloeden.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord liggen. Dit kan
de oorzaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid
produceren.
• Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit apparaat. Als dit
soort materiaal van het instrument verwijderd moeten
worden, kan de lak beschadigen.
• Dit apparaat is ontworpen op stabiliteit. Als u het echter op
afstand van de muur plaatst, installeert u het hang en
sluitwerk dat omvallen voorkomt, om de maximale veiligheid
te bewerkstelligen.
Details over het installeren van het betreffende hang en
sluitwerk vindt u in de uitleg van de montage.
Onderhoud
• Omdat de piano een gepolijste afwerking heeft die net zo
delicaat is als die van handgemaakte houten meubels, moet
deze van tijd tot tijd nauwkeurig onderhouden worden. Hier
volgen enige belangrijke suggesties met betrekking tot de
juiste verzorging van het apparaat.
• Voor het afstoffen gebruikt u een zachte, schone en/of
piano stoffer. Veeg het stof voorzichtig weg. Zelfs de
kleinste korrels zand of kiezels kunnen krassen op het
oppervlak achterlaten als u te hard veegt. Gebruik geen
schoonmaakmiddelen, aangezien deze het oppervlak van
de kast kunnen verslechteren, en barsten kunnen
produceren.
• Om andere gedeeltes schoon te maken gebruikt u een droge,
zachte doek of één die licht vochtig is. Probeer het gehele
oppervlak gelijkmatig schoon te vegen, waarbij de doek met
de nerf van het hout wordt meebewogen. Door te hard op
één plaats te vegen kan de lak beschadigen.
• Gebruik nooit oplosmiddelen als benzeen, verdunners of
alcohol, aangezien deze verkleuring en/of vervorming kunnen
veroorzaken.
• De pedalen van dit apparaat zijn van koper gemaakt.
Koper wordt op den duur donkerder, als resultaat van het
natuurlijke oxidatie proces. Als het koper dof is geworden,
poets u het met een in de winkel verkrijgbare metaalpoets.
Reparaties en data
• Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het
apparaat verloren kan gaan wanneer dit ter reparatie wordt
aangeboden. Belangrijke data moet altijd in een USB
geheugen worden opgeslagen of op papier worden
genoteerd (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt al het
mogelijke gedaan om verlies van data te voorkomen. Echter,
in bepaalde gevallen (wanneer aan het geheugen
gerelateerde bedrading niet meer werkt), spijt het ons dat de
data niet meer hersteld kan worden, en Roland is niet
verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
11
Belangrijke opmerkingen
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen
onherstelbaar verloren kan gaan als resultaat van een storing
of onjuist gebruik van het apparaat. Om uzelf tegen het risico
van verlies van belangrijke data te beschermen, adviseren wij
u om regelmatig een reservekopie van belangrijke data die in
het geheugen van het apparaat is opgeslagen in een USB
geheugen op te slaan.
• Helaas kan het gebeuren dat de inhoud van data die in een
intern geheugen of een USB geheugen is opgeslagen niet
meer hersteld kan worden nadat deze verloren is gegaan.
Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dit soort data
verlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars, andere regelaars en de
jacks en aansluitingen voorzichtig. Ruwe behandeling kan tot
storingen leiden.
• Sla of druk nooit hard nooit op het apparaat.
• Een geringe hoeveelheid ruis van het beeldscherm kan tijdens
normale bediening hoorbaar zijn.
• Bij het aansluiten / ontkoppelen van alle kabels houdt u de
stekker vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier
voorkomt u kortsluiting of beschadigingen aan de interne
elementen van de kabel.
• Tijdens normale werking geeft het apparaat een geringe
hoeveelheid warmte af.
• Om te voorkomen dat u uw buren stoort, gebruikt u het
apparaat op een passend volumeniveau. U kunt ervoor kiezen
om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen
over andere mensen hoeft te maken (‘s nachts in het
bijzonder).
• Wanneer het apparaat getransporteerd moet worden, verpakt
u het in schokabsorberend materiaal. Als u het apparaat
zonder dit materiaal vervoerd, kunnen er krassen of
beschadigingen optreden, welke tot storingen kunnen leiden.
• Behandel de muziekstandaard niet met overmatige kracht
wanneer deze in gebruik is.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik geen
kabels die weerstanden bevatten voor aansluiting op dit
apparaat. Door gebruik van dit soort kabels kan het
geluidsniveau extreem laag of onhoorbaar zijn. Voor
informatie over de kabel specificaties raadpleegt u de
fabrikant van de kabel.
• Voordat de klep van het toetsenbord wordt geopend of
gesloten dient u altijd te controleren of er geen huisdieren of
andere kleine dieren bovenop het instrument zitten (deze
moeten in het bijzonder van het toetsenbord en de klep
worden weggehouden). Anders kunnen kleine huisdieren of
andere dieren door het structurele ontwerp van dit
instrument in het apparaat beklemd raken. Indien een
dergelijke situatie zich voordoet, moet u direct de stroom
uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen.
Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument werd
aangeschaft of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
• De horizontale balken, die het apparaat met de onderkant van
de voorpoten verbindt, zijn vrij sterk. Echter, om
veiligheidsredenen laat u kleine kinderen hier niet op zitten.
Behandeling van floppy disks
(Met gebruik van de optionele floppy disk drive)
• Floppy disks bevatten een plastic disk met een dunne laag
magnetisch opslagmedium. Microscopische precisie is vereist
om opslag van grote hoeveelheden data op een dergelijk
klein oppervlak mogelijk te maken. Om de zuiverheid van de
disks te behouden, neemt u het volgende in acht wanneer
floppy disks worden gebruikt:
• Raak het magnetisch medium binnen de disk niet aan.
• Floppy disks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen
worden gebruikt of opgeborgen.
• Stel floppy disks niet bloot aan temperatuur extremen
(bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig).
Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C.
• Stel floppy disks niet bloot aan sterk magnetische velden,
zoals die door luidsprekers gegenereerd worden.
• Floppy disks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk
tegen het per ongeluk wissen kan beschermen. Het is aan te
bevelen de tab in de PROTECT positie te houden, en deze
alleen naar de WRITE positie te verplaatsen als u nieuwe data
op de disk wilt opslaan.
fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
Write
(kan nieuwe data op
disk schrijven)
Schrijfbeveiliging
• Het identificatie etiket moet stevig op de disk aangebracht
worden. Als het etiket loskomt, terwijl de disk zich in de drive
bevindt, kan de disk mogelijk moeilijk uit de drive verwijderd
worden.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats, zodat ze niet kunnen
beschadigen, en om ze tegen stof, vuil en andere haarden te
beschermen. Als een vieze of stoffige disk wordt gebruikt, kan
de disk beschadigen en de disk drive storingen vertonen.
Protect
(voorkomt schrijven op disk)
Behandeling van USB geheugen
(Met gebruik van een optioneel USB geheugen)
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, steekt u het stevig
helemaal in.
• Raak de contactpinnen van de USB geheugen aansluiting niet
aan en laat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van hoge precisie
elektronische componenten vervaardigd, dus neem het
volgende in acht wanneer u dit gaat gebruiken.
• Om schade door statische elektrische ladingen te
voorkomen, ontlaadt u de statische elektriciteit die
mogelijk in uw lichaam aanwezig is voordat u met het USB
12
geheugen gaat werken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of metalen objecten
aan.
• Buig het USB geheugen niet, laat het niet vallen en stel het
niet aan zware schokken bloot.
• Laat het USB geheugen niet achter in direct zonlicht of op
locaties als een afgesloten auto. (Opslag temperatuur: 0-50
graden C).
• Laat het USB geheugen niet nat worden.
• Het USB geheugen mag niet uit elkaar gehaald of
gewijzigd worden.
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, positioneert u het
horizontaal met de externe geheugen aansluiting en steekt u
het zonder overmatige kracht in. De externe geheugen
aansluiting kan beschadigen als u het USB geheugen met
overmatige kracht insteekt.
• Steek niets anders dan het USB geheugen (bijv. draad,
munten, andere types apparaten) in de externe geheugen
aansluiting. Hierdoor zal de externe geheugen aansluiting
beschadigen.
• Behandel het aangesloten USB geheugen niet met
overmatige kracht.
• Als het USB geheugen gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden, sluit u het USB geheugen deksel.
Belangrijke opmerkingen
* GS () is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XGLite () is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van
hun respectievelijke eigenaars.
Behandeling van Cd’s (Cd-rom’s)
(Met gebruik van een optionele CD drive)
• Bij het behandelen van de disks neemt u het volgende in acht.
• Raak het gecodeerde oppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disks niet op stoffige plaatsen.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten
voertuig achter.
• Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de
disk niet aan. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen
mogelijk niet goed gelezen worden. Houd de disks met een in
de winkel verkrijgbaar CD reinigingsmiddel schoon.
• Bewaar de disk in de case.
• Laat de disk niet gedurende langere tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen etiket op de disk.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op
radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek
mee.
• Gebruik geen wasbenzine, reinigingsspray voor
langspeelplaten of oplosmiddelen.
• Buig de disk niet. Op verbogen disks kan data mogelijk niet
juist worden gelezen of opgeslagen, en dit kan op den duur
tot storingen leiden.
13
Benamingen en functies
8
9
101112
13
123456789101112
Voorpaneel
13
1
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.20).
2
[Volume] knop
Past het algehele volume van de LX-10 aan (p.21).
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee
het koptelefoon volume aangepast (p.23).
3
[Brilliance] knop
Past de helderheid van de klank aan (p.21).
4
[V-LINK] knop
Schakelt V-LINK aan/uit (p. 86).
5
[Effects] knop
Hiermee kan een variëteit aan effecten op het geluid
worden toegepast (p.36).
U kunt ook een aantal verschillende functies instellen
als deze knop en de [3D] knoppen ingedrukt worden
gehouden (p.79).
[Transpose] knop
Transponeert het toetsenbord en/of Song (p.38).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]
knop te drukken, kan de volumebalans tussen de
twee geluiden tijdens Dual Play (p.44) worden
aangepast.
[Split] knop
Verdeelt het toetsenbord in rechterhand en
linkerhand gebieden, zodat in elk gebied een ander
geluid gespeeld kan worden (p.45).
[Twin Piano] knop
Verdeelt het toetsenbord in twee aparte secties,
zodat twee personen binnen dezelfde registers
kunnen spelen (p.40).
Tone knoppen
Hier kunt u het geluid selecteren, dat te horen is als u
op het toetsenbord speelt (p.28).
6
[3D] knop
Voegt een gevoel van diepte aan het geluid toe
(p.33).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de
[Reverb] knop te drukken om de instelling te
veranderen, kunt u het geluid expressiever maken
(p.34).
7
[Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijk aan die te horen is als
u in een concertzaal speelt (p.35).
14
[Metronome/Count In] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.48).
Hiermee kan tevens een aftelling voordat de Song
begint worden ingesteld, zodat de timing van uw
spel met de Song overeenkomt (p.49).
[Piano Designer] knop
Hier kan het karakter van het pianogeluid aan uw
smaak worden aangepast, door parameters te
wijzigen, zoals de sympathische resonanties van de
piano snaren (p.29).
19
202122
23
24
14
15
16
2117181920222324
14
Beeldscherm
Dit toont de geluidsnaam, het Song nummer, tempo,
de maatsoort en de waarde van verscheidene
instellingen.
15
[Tempo/Beat] (▲) knop
Hier kunt u het tempo en de maatsoort van de
metronoom aanpassen (p.48).
16
[Song] (▼) knop
Hiermee kan de af te spelen Song geselecteerd
worden (p.50).
17
[] (–) knop
U kunt de vorige Song selecteren door deze knop in
te drukken, terwijl het Song select scherm wordt
getoond (p.50).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song
wordt afgespeeld, wordt de Song teruggespoeld
(p.51). Gebruik deze knop om verscheidene variaties
van het geluid dat u op het toetsenbord speelt te
selecteren (p.28).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van
verscheidene waardes gebruikt.
18
[] (+) knop
U kunt de volgende Song selecteren door deze knop
in te drukken, terwijl het Song select scherm wordt
getoond (p.50).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song
wordt afgespeeld, wordt de Song vooruit gespoeld
(p.51). Gebruik deze knop om verscheidene variaties
van het geluid dat u op het toetsenbord speelt te
selecteren (p.28).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van
verscheidene waardes gebruikt.
[] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne preset Song of
een Song die u heeft opgenomen af te spelen/te
stoppen (p.50).
Deze knop wordt ook gebruikt om met het opnemen
van uw uitvoering te beginnen (p.60).
[] (Rec) knop
Hiermee kan uw eigen uitvoering in de LX-10 worden
opgenomen (p.60).
Track knoppen
U kunt deze knoppen gebruiken om uw uitvoering
apart voor elke hand af te spelen of op te nemen
(p.54, p.63). De rechterhand uitvoering van interne
preset Songs is aan de [Right] knop toegewezen, de
linkerhand uitvoering aan de [Left] knop en de
resterende gedeeltes van de uitvoering zijn aan de
[Accomp] knop toegewezen.
[Key Touch] knop
Hiermee kan de aanslaggevoeligheid van het
toetsenbord worden aangepast (p.32).
U kunt de demo Songs beluisteren door deze knop
ingedrukt te houden en op de [File] knop te drukken
(p.25).
[File] knop
Hiermee kan een opgenomen Song in het interne
geheugen of USB geheugen worden opgeslagen
(p.73).
Songs kunnen tevens tussen intern geheugen en
USB geheugen worden gekopieerd (p.77).
[Display Contrast] draaiknop
Hiermee wordt de helderheid van het scherm
aangepast (p.21).
15
Onderpaneel (Achter)
27
28
31
32
fig.Rearpanel.eps
25262728
25
Invoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch
muziekinstrument worden aangesloten, en dat
apparaat kan via de luidsprekers van de LX-10
worden beluisterd (p.93).
26
Uitvoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of externe actieve
luidsprekers worden aangesloten om het geluid van
de LX-10 te beluisteren (p.92).
Pedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de speciale standaard op
deze aansluiting aan (p.18).
Ac In (AC ingang)
Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan (p.18).
Onderpaneel (onderkant links voor)
fig.JackPanel.eps
2932
29
Phones jacks
Hier kan een koptelefoon worden aangesloten. Op
de LX-10 kunnen twee koptelefoons gelijktijdig
worden gebruikt (p.23).
30
MIDI Out/In aansluitingen
Deze kunnen met externe MIDI apparaten worden
verbonden voor overdracht van uitvoeringsdata
(p.94).
30
31
USB aansluiting
Deze kan met een computer worden verbonden voor
overdracht van uitvoeringsdata (p.95).
Invoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch
muziekinstrument worden aangesloten, en dat
apparaat kan via de luidsprekers van de LX-10
worden beluisterd (p.93).
16
Onderpaneel (achterkant)
fig.ExtMemoryPort.eps
33
33
Externe geheugen aansluiting
Hier kan een USB geheugen, een floppy disk drive of
een CD drive worden aangesloten, en opgeslagen
Songs worden afgespeeld (p.50). U kunt het USB
geheugen ook gebruiken om een op de LX-10
opgenomen Song op te slaan (p.73).
Door de basis rond te draaien kan het USB geheugen
of de USB kabel netjes worden opgeborgen.
* CD drives die hun stroom aan de USB aansluiting
onttrekken, kunnen niet gebruikt worden.
17
Voordat u gaat spelen
Voorbereidingen
Voordat kabels op het onderpaneel worden
aangesloten (de achterkant van de LX-10
onderkant), moet de bovenste achterplaat worden
verwijderd.
Om de bovenste achterplaat te verwijderen,
verwijdert u de drie schroeven op de locaties, die in
de illustratie worden getoond.
Bovenste achterplaat
De luidsprekerkabel aansluiten
Steek de luidsprekerkabel die uit de standaard
komt in de SPEAKER aansluiting op de achterkant
van het LX-10 onderpaneel.
Let op de vorm van de aansluiting van de
luidsprekerkabel en steek deze in tot u een klik
hoort en de aansluiting stevig op zijn plaats is
geklikt.
fig.SpeakerCable.eps
Het netsnoer aansluiten
1.Zorg, dat de [Power] schakelaar aan de
linkerkant van het voorpaneel uit is (in
opwaartse positie).
fig.PowerOff-e.eps
Niet
ingedrukt
OFF
2.Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
3.Steek het bijgeleverde netsnoer in de AC In
(AC ingang) aan de achterkant van het
onderpaneel.
4.Steek het andere eind van het netsnoer in
een stopcontact.
fig.PowerCord.eps
Het pedaalsnoer aansluiten
Steek het pedaalsnoer dat uit de standaard komt in
de Pedal aansluiting aan de achterkant van het
LX-10 onderpaneel.
fig.PedalCord.eps
18
NOTE
3
4
U dient het bij de LX-10 behorende netsnoer te
gebruiken.
Voordat u gaat spelen
De klep openen/sluiten
NOTE
1.
Om de klep te openen gebruikt u beide handen om
deze lichtjes op te tillen.
De klep van de LX-10 is zo ontworpen dat deze zacht
sluit, zelfs als u uw handen wegneemt. De klep zal
echter abrupt sluiten als de klep slechts een klein stukje
werd geopend. Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
Om de klep te openen, tilt u deze met twee
handen omhoog.
Het bovenste deksel openen/sluiten
NOTE
NOTE
NOTE
Het bovenste deksel openen
Het bovenste deksel moet door en volwassene
geopend en gesloten worden.
Duw het bovenste deksel niet naar achteren. Hierdoor
zal het beschadigen.
Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
1.Til het bovenste deksel op.
2.Breng de toplat die zich op de rechter hoek
bevindt omhoog.
3.Verlaag het bovenste deksel voorzichtig.
2.Om
de klep
te sluiten, brengt u
beide handen naar beneden.
NOTE
Indien de piano verplaatst moet worden, moet de klep
gesloten zijn om ongelukken te voorkomen.
deze
met
Het bovenste deksel sluiten
1.Til het bovenste deksel op.
2.Vouw de toplat in.
3.Verlaag het bovenste deksel voorzichtig.
19
Voordat u gaat spelen
De muziekstandaard gebruiken
U kunt muziekboeken of bladmuziek op de bovenrand van het
geopende deksel plaatsen.
De stroom aan/uitzetten
941
NOTE
De stroom aanzetten
1.Draai de [Volume] knop helemaal naar links
fig.VolumeMin-e.eps
Wanneer alles op juiste wijze is aangesloten, kunt u de
stroom aanzetten met gebruik van de volgende
procedure. Als deze stappen niet in de juiste volgorde
worden uitgevoerd, kunnen storingen of
beschadigingen aan luidsprekers optreden.
om het volume te minimaliseren.
Tips voor het plaatsen van muziek
• Steek de bladmuziek in de groeve op de bovenste rand van
het deksel.
• Vouw bladmuziek, zodat deze open blijft.
Als dit niet werkt kunt u paperclips gebruiken om de
bladmuziek vast te zetten.
• Als de bladmuziek dun is, bevestigt u het op een klembord
voordat u het op de muziekstandaard plaatst.
2.Druk op de [Power] schakelaar.
fig.PowerOn.eps
Ingedrukt
ON
De stroom wordt aangezet. De [Piano] knop is verlicht.
Na korte tijd kunt u geluiden produceren door het
toetsenbord te bespelen.
NOTE
Vanwege een ingebouwde circuit beveiliging duurt het
enkele seconden na opstarten, voordat het apparaat
gereed is voor normale werking.
3.Gebruik de [Volume] knop om het volume
aan te passen (p.21).
20
Voordat u gaat spelen
De stroom uitzetten
1.Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin-e.eps
2.Druk op de [Power] schakelaar.
Het scherm wordt leeg en de stroom wordt uitgezet.
fig.PowerOff-e.eps
Niet
ingedrukt
OFF
945
NOTE
Als u de stroom geheel wilt uitschakelen, zet u eerst de
[Power] schakelaar uit en haalt u vervolgens het
netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’
(p.11).
fig.VolBri-e.eps
MinMax
Mellow
Bright
De helderheid van het
beeldscherm aanpassen
U kunt de helderheid van het LX-10 beeldscherm bijstellen.
fig.Contrast-e.eps
1.Om de helderheid bij te stellen, draait u aan
de [Display/Contrast] knop rechts op het
voorpaneel.
Waarschuwingen met betrekking tot het LCD
scherm
Het volume en de helderheid
van het geluid aanpassen
Hier ziet u hoe het volume van uw spel op het toetsenbord of het
afspeelvolume van een interne Song of USB geheugen Song
aangepast kan worden.
Als een koptelefoon is aangesloten, gebruikt u de [Volume] knop
om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1.Draai aan de [Volume] knop om het algehele
volume aan te passen.
Pas het volume aan, terwijl u op het toetsenbord speelt en
geluid produceert.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume
toe, en naar links gedraaid neemt het volume af.
2.Draai aan de [Brilliance] knop om de
helderheid van het geluid aan te passen.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, wordt het geluid
helderder, en als deze naar links wordt gedraaid, wordt het
geluid milder.
• Er kunnen verticale lijnen in het scherm te zien zijn, maar dit
is te wijten aan de eigenschappen van een liquid crystal
beeldscherm, en duidt niet op een storing.
Dit kan geminimaliseerd worden met gebruik van de
[Display/Contrast] knop om de helderheid van het scherm
aan te passen.
• De temperatuur kan op de helderheid van invloed zijn.
21
Voordat u gaat spelen
Over de pedalen
De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze
hoofdzakelijk gebruiken als u piano speelt.
fig.Pedals-e.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken.
Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer
doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord haalt.
De lengte van het doorklinken verandert abrupt, afhankelijk van
hoe diep het pedaal wordt ingedrukt.
Als het demper pedaal van een akoestische piano wordt
ingedrukt, is een lichte ruis hoorbaar als de demper van de
snaren wordt geschoven, en een rijke, ruimtelijke resonantie
wordt toegevoegd door de snaren die met de snaren van de
noten die u feitelijk speelt meetrillen. Op de LX-10 wordt het
geluid dat gecreëerd wordt als het demper pedaal de snaren
loslaat, en de sympathische vibratie (demper resonantie),
nagebootst.
Het geluid van de demper die de snaar loslaat en het
geluid van sympathische resonantie kan gewijzigd
worden. Kijk bij de Piano Designer functie (p.29)
instellingen ‘Damper Noise’ en ‘Damper Resonance’.
Demper pedaal
Over de regulateur
Als u de indruk heeft dat het pedaal instabiel is (bijvoorbeeld als
de LX-10 naar een andere locatie is verplaatst), kan de regulateur
aan de onderkant van de pedalen als volgt worden bijgesteld.
• Draai aan de regulateur om deze te verlagen totdat deze
stevig in contact met de vloer staat. Het pedaal kan
beschadigen als er ruimte is tussen de regulateur en de
vloer. In het bijzonder als de LX-10 op tapijt is geplaatst,
moet de regulateur worden aangedraaid totdat deze stevig
op de vloer drukt.
Regulateur
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
De noten die u indrukt als dit pedaal is ingedrukt zullen
doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
Als u speelt met een ingedrukt soft pedaal wordt geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als dat wat anders met gelijke
sterkte gespeeld wordt. Dit is dezelfde functie als die van het
linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel worden gevarieerd met de
diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
De functie van het Sostenuto pedaal kan veranderd
worden. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken
veranderen (Center/Left Pedal Func)’ (p.85).
NOTE
Als u de pedaalkabel van de LX-10ontkoppelt, terwijl
de stroom aan is, zal het pedaal effect toegepast
blijven. U moet de pedaalkabel loskoppelen als de
stroom van de LX-10 is uitgezet.
22
Voordat u gaat spelen
Via een koptelefoon luisteren
U kunt een koptelefoon gebruiken om van de LX-10 te genieten
zonder dat personen in uw omgeving daar last van hebben,
bijvoorbeeld laat op de avond. Aangezien de LX-10 twee
koptelefoon jacks heeft, kunnen twee mensen tegelijkertijd een
koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kan deze op één van de
twee koptelefoon jacks worden aangesloten.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon
De koptelefoon haak gebruiken
Wanneer de koptelefoon niet wordt gebruikt, kan deze op de
koptelefoon haak van de LX-10 worden gehangen.
De koptelefoon haak bevestigen
1.Druk en draai de bij de LX-10 behorende
koptelefoon haak in het gat linksonder op de
LX-10 (zie bovenstaand figuur).
2.Draai de vleugelmoer van de koptelefoon
haak aan, om de haak stevig vast te zetten.
Vleugelmoer
1.Steek de koptelefoon in de Phones jack links
op de voorzijde van het LX-10 onderpaneel.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen
geluid via de luidsprekers van de LX-10 uitgevoerd.
2.Gebruik de LX-10 [Volume] knop (p.21) om
het volume van de koptelefoon bij te stellen.
Waarschuwingen bij gebruik van een
koptelefoon
• Om schade aan de interne geleiders van het snoer te
voorkomen, vermijdt u ruwe behandeling. Als de
koptelefoon wordt gebruikt, houdt u deze alleen bij de
stekker of de koptelefoon zelf vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een
apparaat al hoog is ingesteld wanneer u deze aansluit.
Minimaliseer het volume, voordat u de koptelefoon aansluit.
• Door overmatige invoer kan niet alleen uw gehoor
beschadigen, maar kan ook spanning op de koptelefoon
zetten. Luister op een geschikt volume naar muziek.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo 1/4” phone plug.
NOTE
fig.PhonesMark.eps
Koptelefoon haak
Hang niets anders dan de koptelefoon op de
koptelefoon haak. Hierdoor kan het instrument of de
haak beschadigen.
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt een
koptelefoon symbool links onder in het scherm
getoond.
23
Voordat u gaat spelen
Extern geheugen gebruiken
Een Song die op de LX-10 is opgenomen kan opgeslagen worden
door deze naar een apart verkrijgbaar USB geheugen (p.77) te
kopiëren. Songs kunnen ook naar een disk gekopieerd worden,
met gebruik van een apart verkrijgbare floppy disk drive.
SMF muziekbestanden of geluidsdata die in USB geheugen of op
floppy disk zijn opgeslagen, kunnen ook worden afgespeeld
(p.50).
NOTE
Het USB geheugen aansluiten
1.Verbind het USB geheugen met de externe
fig.ConnectUSBMem.eps
Gebruik USB geheugen en een floppy disk drive van
Roland. Een juiste werking kan niet gegarandeerd
worden als een ander USB apparaat wordt gebruikt.
geheugen aansluiting.
Een CD gebruiken
U kunt audio Cd’s en Cd-rom’s met opgeslagen SMF
muziekbestanden afspelen.
* Tevens kunnen Songs op VIMA Cd-rom’s (VIMA TUNES),
verkocht door Roland, worden afgespeeld.
Waarschuwingen bij gebruik van de CD
• Cd’s die zowel muziektracks als data bevatten zullen niet
correct worden afgespeeld.
• De LX-20 kan alleen commerciële Cd’s die aan de officiële
standaard voldoen afspelen – degenen die het ‘COMPACT
disc DIGITAL AUDIO’ logo dragen.
• De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van audio disks die van
auteursrecht beveiliging technologie zijn voorzien of andere
niet standaard Cd’s, kan niet gegarandeerd worden.
• Voor meer gedetailleerde informatie over audio disks met
auteursrecht beveiliging technologie en andere niet
standaard Cd’s raadpleegt u de verkoper van de disks.
• U kunt geen Songs op CD opslaan, en Songs die op CD zijn
opgenomen kunnen niet verwijderd worden. Bovendien
kunnen Cd’s niet geformatteerd worden.
931
Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal naar binnen,
totdat het stevig op zijn plaats zit.
Als u een nieuw USB geheugen of een nieuwe floppy
disk gebruikt, moeten deze op de LX-10 geinitialiseerd
(geformatteerd) worden. Voor details, zie ‘Het
geheugen initialiseren’ (p.70).
De floppy disk drive installeren
Bevestig de floppy disk drive, zoals in het figuur wordt getoond,
met gebruik van de montage gaten op het onderpaneel van de
LX-10.
* Voor details over het bevestigen raadpleegt u de
gebruikershandleiding van de floppy disk drive.
24
Een CD drive aansluiten
* De LX-10 ondersteunt geen CD drives die door de USB bus
van stroom worden voorzien. Als u een dergelijke CD drive
gebruikt, moet u de stroomvoorziening van de CD drive
gebruiken, zodat de drive op eigen kracht werkt.
1.Zet de stroom van de LX-10 en de aan te
sluiten CD drive uit.
2.Sluit de bij de CD drive behorende USB kabel
op de externe geheugen aansluiting van de
LX 10 aan.
3.Zet de stroom van de LX-10 aan.
4.Zet de stroom van de aangesloten CD drive
aan.
NOTE
Voor informatie over de manier waarop de volgende
CD drive operaties worden uitgevoerd, raadpleegt u de
gebruikershandleiding van de drive.
• De stroom aan en uitzetten
• Een CD insteken en uitwerpen
Een lijst met CD drives die getest zijn en compatibel
zijn bevonden, is op de Roland website beschikbaar.
http://www.rolandce.com/
Demo Songs beluisteren
De Tone demosongs beluisteren
Probeer nu de demo Songs te beluisteren.
De LX-10 wordt geleverd met zeven demo Songs.
Aan elk van de zes Tone knoppen en de [Twin Piano] knop is één demo Song toegewezen.
981a
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan
NOTE
strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
NOTE
Van de muziek die gespeeld wordt zal geen MIDI data uitgestuurd worden.
fig.Panel-Demo-e.eps
1.Houd de [Key Touch] knop ingedrukt en druk op de [File] knop.
De indicators van de Tone, [Twin Piano] en [Piano Designer] knoppen knipperen.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Demo.eps
Knop met geluidsdemoDemo inhoud
[Piano]Pianogeluid demo Song
[E. Piano]E.Piano geluid demo Song
[Organ]Orgelgeluid demo Song
[Strings]Strijkersgeluid demo Song
[Voice]Demo Song, waarbij Voice geluiden worden gebruikt
[Others]Demo Song, waarbij gitaar geluiden worden gebruikt
[Twin Piano]Demo Song, waarbij de Twin Piano functie (p.40) wordt
gebruikt
25
Demo Songs beluisteren
Wanneer het volgende in het scherm verschijnt
Als er een opgenomen uitvoering is die nog niet is opgeslagen, zal het volgende scherm
verschijnen als u een Song probeert te selecteren.
fig.d-SongDelete.eps
Een demo Song kan niet afgespeeld worden als het geheugen een niet opgeslagen Song
bevat.
Als u de uitvoering wilt verwijderen en de demo Song wilt afspelen, drukt u op de []
knop.
Als u de uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [] knop. Als u de opgenomen
uitvoering op wilt slaan, kijkt u bij ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
2.Druk op één van de zes Tone knoppen of de [Twin Piano] knop.
De Songs worden successief afgespeeld, beginnend met de demo Song die u heeft
geselecteerd.
De knop van de Song die op dat moment wordt afgespeeld knippert aan en uit.
Wanneer de laatste Song is afgespeeld, keert u automatisch naar de eerste Song terug, en
wordt deze opnieuw afgespeeld.
In het scherm wordt de naam van de op dat moment spelende demo Song getoond.
fig.d-DemoSongName.eps
3.Om te stoppen met afspelen drukt u op de knipperende knop.
4.Druk op de [Key Touch] knop of de [File] knop om de demo mode te
verlaten.
De indicators keren naar hun vorige status terug.
26
Als een knop niet knippert, wil dit zeggen dat deze geen demo Song heeft.
Piano Designer demo Songs beluisteren
Hier ziet u hoe u de verschillen in verscheidene geluiden, gecreëerd door de Piano Designer
functie (p.29) kunt beluisteren.
1.Houd de [Key Touch] knop ingedrukt en druk op de [File] knop.
De indicators van de Tone, [Twin Piano] en [Piano Designer] knoppen knipperen.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Demo.eps
U kunt de demo Songs niet afspelen als uw opgenomen uitvoering niet is opgeslagen. Druk op de
[] knop om de uitvoering te wissen (p.26) of druk op de [] knop en sla de opgenomen
NOTE
uitvoering op (p.73).
Demo Songs beluisteren
2.Druk op de [Piano Designer] knop.
Meerdere Tone knoppen aan de linkerkant en de [Piano Designer] knop knipperen.
Het Piano Designer demo scherm verschijnt.
fig.d-DemoPnoDsgn1.eps
3.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om de demo die u wilt horen te selecteren.
4.Druk op de knipperende Tone knop.
De demo, corresponderend met de knop die u indrukte, zal gespeeld worden.
fig.d-DemoPnoDsgn2.eps
Door stappen 3 en 4 te herhalen kunt u andere demo Songs beluisteren.
5.Druk op de [Key Touch] knop of de [File] knop om de Demo mode te
verlaten.
De indicators keren naar hun vorige status terug.
27
Uitvoeren
Uitvoeren met een variëteit aan geluiden
De LX-10 kenmerkt zich door meer dan 300 verschillende interne geluiden, zodat u met
plezier kunt spelen met geluiden die voor vele verschillende types muziek geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ genoemd. De Tones zijn in zes verschillende
groepen verdeeld, waarvan aan elk een andere Tone knop is toegewezen.
De Tone ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd, wanneer het instrument wordt aangezet.
fig.Panel-Tones-e.eps
1.Druk op een Tone knop om een geluidsgroep te selecteren.
U zult het geluid dat aan Tone nummer 1 binnen de geselecteerde Tone groep is toegewezen horen.
Probeer op het toetsenbord te spelen.
In het scherm wordt de naam en het nummer van het op dat moment geselecteerde geluid
weergegeven.
fig.d-Piano001.eps
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om een geluid uit de geluidsgroep te
selecteren.
Het geluid dat u selecteert is te horen als u het toetsenbord bespeelt.
De volgende keer dat u deze Tone knop selecteert, zult u het hier geselecteerde geluid horen.
fig.d-Piano003.eps
28
Voor meer over de geluidsnaam kijkt u in de ‘Geluidenlijst’ (p.101).
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
NOTE
Uitvoeren
Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano Designer)
De LX-10 biedt een ‘Piano Designer’ functie, waarmee het pianogeluid gebruikersspecifiek
aangepast kan worden, door aspecten als het geluid van de sympathisch vibrerende pianosnaren aan te passen.
Een favoriet geluid dat u gecreëerd heeft kan ook worden opgeslagen (p.89).
1.Druk op de [Piano Designer] knop.
De [Piano Designer] knop is verlicht en het Piano Designer scherm verschijnt.
Het geluid ‘Grand Piano 1’ is geselecteerd.
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling die u wilt aanpassen te
selecteren, en druk op de [] knop om naar het instellingsscherm te
gaan.
Er zijn vier Piano Designer schermen.
fig.d-PianoDesigner.eps
3.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om het onderdeel dat u wilt bijstellen te
selecteren.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling aan te passen.
De instelling van het deksel kan ook met gebruik van de [▲] [▼] knoppen worden aangepast.
5.Druk op de [Piano Designer] knop om naar het vorige scherm terug te
keren.
6.Herhaal stappen 3-6 om het pianogeluid naar uw smaak aan te passen.
7.Druk op de [Piano Designer] knop om naar het geluid selectie scherm
terug te keren.
29
Uitvoeren
WeergaveParameterWaardeOmschrijving
Hiermee wordt aangepast hoe ver de klep van de vleugel geopend is.
LidOpen/Close Lid0–6
Fixed, Super
Light, Light,
Key Touch
Medium,
Heavy, Super
Heavy
Het geluid wordt milder als de klep van de piano in het scherm wordt gesloten.
Het geluid wordt helderder als de klep van de piano in het scherm wordt geopend.
Past de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan.
Als u ‘Fixed’ selecteert, zullen noten op een eenvormig volume klinken, ongeacht hoe hard u het
toetsenbord bespeelt.
Keyboard
Tuning
Resonance
Key Touch
Offset
Hammer
Response
-10–0–9
Off, 1–10
Hammer Noise-2–0–+2
Master Tuning
415.3–440.0–
466.2 Hz
Equal, Just
(Major), Just
(Minor), Arabic,
Temperament
Kirnberger,
Meantone,
Pythagorean,
Werkmeister
TonicC–B
Off, Preset,
User
Stretch Tuning
(User: -50–0–
+50)
Damper
Resonance
Off, 1–10
Damper NoiseOff, 1–10
Duplex ScaleOff, 1–10
String
Resonance
Key Off
Resonance
Off, 1–10
Off, 1–10
Hiermee kunnen meer gedetailleerde instellingen met betrekking tot de aanslaggevoeligheid
van het toetsenbord worden gemaakt, volgens de sterkte van uw vingers.
Hogere instellingen produceren een zwaarder speelgevoel.
Hiermee wordt de tijd vanaf het moment dat een toets wordt gespeeld, totdat het pianogeluid
hoorbaar wordt aangepast.
Hogere instellingen produceren een langzamere respons. Als dit op OFF is ingesteld, is het geluid
hoorbaar op het moment dat de toets wordt aangeslagen, ongeacht de sterkte waarmee deze
wordt gespeeld.
Hiermee wordt het geluid van de hamer van een akoestische piano die tegen de snaar slaat
aangepast. Hogere instellingen produceren een luider geluid van de hamer die tegen de snaar
slaat.
Hiermee wordt de standaard toonhoogte van de LX-10 (de toonhoogte van de middelste A noot)
aangepast.
U kunt klassieke stijlen zoals Barok spelen, met gebruik van historische temperaturen (stem
methodes).
De meeste modern Songs zijn gecomponeerd voor en worden gespeeld in de gelijkzwevende
stemming, de meest gebruikte stemming heden ten dage. Op een bepaald moment bestond er
echter een brede variëteit aan andere stemming systemen.
Door te spelen in de stemming die in gebruik was toen een compositie werd gecreëerd, kunt u
de sonoriteit van akkoorden die oorspronkelijk voor die Song waren bedoeld ervaren.
Voor details, zie ‘Temperaturen’ (p.31).
Wanneer in een andere stemming dan de gelijkzwevende wordt gespeeld, moet de grondtoon
gespecificeerd worden, om de Song die gespeeld wordt te kunnen stemmen (dat wil zeggen: de
noot die bij een majeur toonsoort met C of voor een mineur toonsoort met A correspondeert).
Indien u de gelijkzwevende stemming kiest, hoeft de grondtoon niet geselecteerd te worden.
Hiermee kan de hoeveelheid ‘Stretched Tuning’ worden gespecificeerd, een
stemmingsmethode specifiek voor piano’s, waarbij de hoge reeks lichtelijk hoger en de lage
reeks lichtelijk lager wordt gestemd.
Als u ‘Preset’ selecteert wordt een standaard stemmingscurve, gecreëerd voor de LX-10,
gebruikt.
Als u ‘User’ selecteert kunt u de Stretched Tuning zelf bewerken. Speel de toets waarvan u de
toonhoogte wilt aanpassen, en gebruik dan de [-] [+] knoppen om zijn toonhoogte aan te
passen. (Als u de ‘Preset’ instelling aanpast, verandert de selectie in ‘User’).
Hiermee wordt de demper resonantie van het akoestische pianogeluid (de sympathische
vibratie die door andere snaren dan die daadwerkelijk worden gespeeld wordt geproduceerd als
het demper pedaal wordt ingedrukt) aangepast.
Hogere instellingen maken de sympathische vibratie luider.
Hiermee wordt de demper ruis van het akoestische pianogeluid aangepast (het geluid van de
demper die de snaren loslaat als u het demper pedaal indrukt).
Hiermee worden de sympathische vibraties van de Duplex Schaal (p.31) van een akoestische
piano aangepast.
Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
Hiermee wordt de snaar resonantie van een akoestisch pianogeluid aangepast (de sympathische
vibraties van snaren van eerder gespeelde noten die optreedt als een andere noot wordt
gespeeld).
Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
Hiermee worden sympathische vibraties, zoals die van het key-off geluid van een akoestische
piano aangepast (het subtiele geluid dat optreedt als de toetsen worden losgelaten).
Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
30
Temperaturen
StemmingKwaliteiten
Uitvoeren
Gelijkzwevend
Just (Majeur)
Just (Mineur)
ArabischDeze stemming is geschikt voor Arabische muziek.
Kirnberger
Meantone
Pythagorisch
Werkmeister
In deze stemming is elk octaaf in twaalf gelijke stappen verdeeld. Elk interval
produceert ongeveer dezelfde lichte hoeveelheid dissonantie.
Deze stemming elimineert tegenstrijdigheden in de kwinten en tertsen. Deze is
niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet getransponeerd worden,
maar kan een prachtige sonoriteit laten klinken.
De Just stemming verschilt van majeur en mineur toonsoorten. Hetzelfde effect
kan zowel met de mineur als de majeur ladders worden verkregen.
Dit is een verbetering van de Meantone en Just stemmingen die voorziet in een
hoge mate van modulatie vrijheid. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk
(III).
Deze stemming is een compromis van Just intonatie, waarbij transpositie naar
andere toonsoorten mogelijk is.
Deze stemming, uitgedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert dissonantie
in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt door terts intervallen geproduceerd,
maar melodieën zijn welluidend.
Deze stemming is een combinatie van de Meantone en Pythagorische
stemmingen.
Uitvoeringen zijn in elke toonsoort mogelijk (eerste techniek, III).
Wat is de Duplex schaal?
De Duplex schaal is een systeem van sympathisch vibrerende snaren dat soms bij vleugels
voorkomt.
Deze sympathisch vibrerende snaren worden niet rechtstreeks met hamers aangeslagen,
maar klinken doordat ze met de vibratie van andere snaren meetrillen. Door met de
boventonen mee te trillen maken deze snaren het geluid rijker en meer briljant klinkend.
Deze sympathische snaren worden alleen aan het hoge register toegevoegd, boven
ongeveer C4. Aangezien deze geen demper hebben (een mechanisme dat klinken van deze
snaren stopt), zullen ze blijven klinken zelfs nadat u een noot heeft gespeeld en deze dan
loslaat om het geluid van de snaar die daadwerkelijk werd ingedrukt te stoppen.
Duplex schaling wordt vaak op dure concertvleugels aangetroffen, maar sommige
fabrikanten gebruiken het niet. Het wordt zelden op staande piano’s gebruikt.
De Piano Designer instellingen opslaan
Het pianogeluid dat u met gebruik van Piano Designer creëert keert naar zijn oorspronkelijke status terug als u de stroom uitzet. Als u het door u gecreëerde geluid wilt behouden,
zodat het bewaard blijft nadat de stroom wordt uitgezet, voert u de Memory Backup
operatie uit (p.89) om de instellingen op te slaan.
31
Uitvoeren
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (Key Touch)
U kunt de aanslaggevoeligheid of reactie van de toetsen veranderen. De aanslaggevoeligheid kan zo aangepast worden dat deze geschikt is voor de persoon die speelt.
fig.Panel-KeyTouch-e.eps
1.Druk op de [Key Touch] knop, zodat deze knippert.
fig.d-KeyTouch.eps
2.Druk op de [-] [+] knoppen om de aanslaggevoeligheid te selecteren.
IndicatieKnop kleurOmschrijving
FixedOrange
Super LightGreenDeze instelling produceert de hoogste aanslaggevoeligheid.
LightGreen
MediumDark
HeavyRed
Super HeavyRedDeze instelling produceert de zwaarste aanslag.
Het geluid wordt op een vaststaand volume gespeeld, ongeacht de sterkte
waarmee de toetsen worden gespeeld.
U kunt fortissimo (ff) bereiken als u minder sterk dan normaal speelt, zodat het
toetsenbord dus lichter aanvoelt. Deze instelling maakt het spelen
gemakkelijker, zelfs voor kinderen.
Hiermee wordt de standaard aanslaggevoeligheid ingesteld. U kunt met de
meest natuurlijke aanslag spelen. Dit ligt het dichtst bij die van een akoestische
piano.
U moet het toetsenbord sterker aanslaan dan normaal om fortissimo (ff) te
spelen, dus de aanslag van het toetsenbord voelt zwaarder aan. Dynamisch
spel geeft hetgeen u speelt nog meer gevoel.
3.Druk op de [Key Touch] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
U kunt het volume waarop het geluid speelt als de aanslaggevoeligheid op ‘Fixed’ is ingesteld
specificeren. Zie ‘De Velocity veranderen als Key Touch op ‘Fixed’ is ingesteld’ (p.84).
32
De aanslaggevoeligheid kan ook in het Piano Designer scherm worden gespecificeerd. Daar kunnen
tevens meer gedetailleerde instellingen voor de aanslaggevoeligheid worden gemaakt (p.30).
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
Uitvoeren
Ruimtelijke diepte aan het geluid toevoegen (3D Sound Control)
De LX-10 voorziet in een ‘3D Sound Control’ functie, welke het gevoel van ruimtelijke diepte
creëert, dat ervaren wordt wanneer een concertvleugel wordt bespeeld. Deze functie voegt de
natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid toe die karakteristiek zijn voor een akoestische piano.
fig.Panel-3D-e.eps
1.Druk op de [3D] knop, zodat deze verlicht is.
De 3D Sound Control functie wordt aangezet, en het geluid heeft meer ruimtelijke diepte.
2.Terwijl de [3D] knop ingedrukt wordt gehouden, gebruikt u de [-] [+]
knoppen om de ruimtelijke diepte van het geluid aan te passen.
De ruimtelijke diepte kan over vier niveaus worden aangepast.
Door de waarde te verhogen neemt de ruimtelijke diepte van het geluid toe.
fig.d-3DType.eps
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
U kunt de manier waarop de 3D Sound Control functie wordt toegepast veranderen (p.88).
NOTE
NOTE
NOTE
3D Sound Control kan niet op geluidsdata of een muziek CD worden toegepast.
3D Sound Control is niet van invloed op het geluid van de invoer jack of het geluid van externe
apparaten die op de MIDI Out zijn aangesloten.
Als het Piano Designer scherm wordt weergegeven, wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
NOTE
NOTE
Als u Twin Piano aanzet, wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
Als u de Playback Transpose functie (p.58) of de Center Cancel functie (p.59) gebruikt als een Song
van een muziek CD of een geluidsbestand is geselecteerd, wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
3D Sound Control uitschakelen
1.Druk op de [3D] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
33
Uitvoeren
Het geluid levendiger maken (Dynamics Sound Control)
U kunt het geluid levendiger maken door het een voortreffelijke helderheid en geprononceerdheid te geven.
fig.Panel-Dynamics-e.eps
1.Houd de [3D] knop ingedrukt en druk op de [Reverb] knop.
Een scherm verschijnt, waarin het type Dynamics Sound Control geselecteerd kan worden.
fig.d-Dynamics.eps
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om de gewenste geluidsregeling instelling te
selecteren.
fig.d-Dynamics2.eps
IndicatieOmschrijving
OffDynamische geluidsregeling is uitgeschakeld.
SharpCreëert een geluid met omhooggeduwde bas en treble.
ClearProduceert een geluid met akkoorden in de lage registers die helder en geprononceerd zijn.
PowerCreëert een geluid met omhooggeduwde bas.
3.Druk op de [3D] knop of de [Reverb] knop.
U keert naar het normale scherm terug.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
34
NOTE
NOTE
Bij sommige geluiden kan vervorming hoorbaar zijn. In dat geval verlaagt u de Master Gain (p.88).
Dynamic Sound Control is niet van invloed op het geluid van de invoer jack of het geluid van externe
apparaten die op de MIDI Out zijn aangesloten.
Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen (Reverb effect)
U kunt een Reverb effect toepassen op de noten die op het toetsenbord worden gespeeld.
Met het Reverb effect verkrijgt u een plezierige weerkaatsing, zodat het klinkt alsof u in een
concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
fig.Panel-Reverb-e.eps
1.Druk op de [Reverb] knop, zodat deze verlicht is.
Speel op het toetsenbord.
Het Reverb effect wordt op de gehele klank toegepast.
Uitvoeren
NOTE
Reverb kan niet op geluidsdata of een muziek CD worden toegepast.
Het Reverb effect uitzetten
1.Druk op de [Reverb] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
NOTE
De diepte van het Reverb effect veranderen
Reverb wordt niet toegepast als Twin Piano is aangezet, terwijl de Twin Piano Mode ‘2’ is
geselecteerd.
U kunt kiezen uit tien diepte niveaus voor het Reverb effect.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-] [+] knoppen.
De diepte van het Reverb effect verschijnt in het scherm.
fig.d-ReverbDepth.eps
NOTE
NOTE
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
U kunt geen aparte Reverb effect diepte instellingen voor elk individueel geluid maken. Het effect
wordt met dezelfde diepte op alle geluiden toegepast.
Dit verandert de Reverb diepte van de Song die wordt afgespeeld niet.
35
Uitvoeren
Een verscheidenheid aan effecten op het geluid toepassen (Effects)
Naast Reverb kunt u een verscheidenheid aan effecten op de geluiden van de LX-10
toepassen.
Naar deze wordt verwezen als ‘effecten’. In de fabrieksinstelling wordt een geschikt effect
voor elk geluid geselecteerd.
NOTE
Op sommige geluiden kunnen geen effecten worden toegepast.
fig.Panel-Effects-e.eps
1.Druk op de [Effects] knop, zodat deze verlicht is.
Speel op het toetsenbord.
Het effect wordt op het huidig geselecteerde geluid toegepast.
Sommige geluiden hebben in beginsel geen toegepast effect. Als dit soort geluiden worden
geselecteerd, zal de [Effects] knop automatisch oplichten.
NOTE
Effecten kunnen niet op geluidsdata of een muziek Cd worden toegepast.
De effecten uitschakelen
1.Druk op de [Effects] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
De effectinstellingen bewerken
Hier ziet u hoe de instellingen van het effect worden bewerkt.
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op de [-] [+] knoppen.
In het scherm worden de effect parameters en hun waardes getoond.
fig.d-EffectDepth.eps
Het meest geschikte type effect wordt voor elk geluid toegewezen.
NOTE
Afhankelijk van instellingen als 3D Sound Control kan het effect in sommige gevallen niet worden
toegepast.
36
Een draaiend geluid aan orgelgeluiden toevoegen (Rotary Effect)
Het Rotary effect wordt op sommige orgelgeluiden die met de [Organ] knop geselecteerd
kunnen worden toegepast.
Wanneer één van deze geluiden wordt geselecteerd, kunt u de [Effects] knop gebruiken om
de snelheid van het Rotary effect te veranderen.
Wat is het Rotary effect?
Het Rotary effect voegt een ‘roterend’ effect toe, gelijkend op het geluid van een orgel,
waarbij een roterende luidspreker wordt gebruikt. Bij de meeste roterende luidsprekers
roteren de hoge frequentie luidspreker en lage frequentie luidspreker op verschillende
snelheden. De LX-10 kan dit complexe modulatie type simuleren.
1.Druk op de [Effects] knop om de snelheid van het Rotary effect tussen
Uitvoeren
snel en langzaam af te wisselen.
Als de [Effects] knop wordt ingedrukt schakelt het Rotary effect tussen langzame en snelle rotatie.
Als de [Effects] knop snel knippert, wordt het Rotary effect toegepast met de snelle roterende
snelheid. Als de [Effects] knop langzaam knippert, wordt het Rotary effect toegepast met de langzame
roterende snelheid.
37
Uitvoeren
De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Key Transpose)
Met de ‘Key Transpose’ functie kunt u een Song in een andere toonsoort spelen. Als u een
zanger begeleidt, kunt u de Key Transpose functie gebruiken om de toonhoogte naar een
toonsoort te verschuiven die comfortabel is voor de zanger, terwijl u in dezelfde bekende
toonsoort blijft spelen (vingerzetting).
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonhoogte van uw spel te transponeren zonder
dat de vingerzetting veranderd hoeft te worden. Bijvoorbeeld, als de Song in een moeilijke
toonsoort staat met talloze kruizen ( ) of mollen ( ), kunt u naar een gemakkelijker te
spelen toonsoort transponeren.
fig.Panel-Transpose-e.eps
Op de LX-10 kunt u de toonhoogte van alleen het toetsenbord of de toonhoogte van het toetsenbord
en Song samen of alleen de Song transponeren (Transpose Mode, p.84).
Vanuit de fabriek is de LX-10 zo ingesteld dat de toonhoogte van het toetsenbord en de Song samen
getransponeerd zullen worden. ‘De toonsoort van de af te spelen Song veranderen (Playback
Transpose)’ (p.58).
1.Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de toets die met de
grondtoon van de gewenste toonsoort correspondeert. (In dit geval zal
de noot niet klinken).
De waarde van de Key Transpose instelling wordt in het scherm weergegeven, terwijl de [Transpose]
knop ingedrukt wordt gehouden.
fig.d-Transpose0.eps
Met de [Transpose] knop ingedrukt gehouden kan de waarde veranderd worden, zelfs door de [-] [+]
knoppen in te drukken.
De beschikbare reeks is –6-0-+5 (stappen van halve tonen).
Als dit op een andere waarde dan nul wordt ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten.
Als de transpositiewaarde niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Transpose functie
aan/uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop loslaat, keert u naar het vorige scherm terug.
38
NOTE
Door de [Transpose] knop ingedrukt te houden en de beide [-] en [+] knoppen gelijktijdig in te
drukken, keert de instelling naar zijn oorspronkelijke waarde (0) terug.
Als u Transpose Mode (p.84) op ‘Song’ instelt, zal de Key Transpose functie niet worden toegepast.
Voorbeeld: een Song in de toonsoort E spelen na transpositie naar C Majeur
Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de E toets (aangezien E de grondtoon is).
Tellend vanaf C als referentiepunt, gaat u vier toetsen, inclusief de zwarte toetsen, omhoog
om E te bereiken, en dus verschijnt ‘+4’ in het scherm.
fig.d-Transpose4.eps
fig.Transpose.eps
Als u speeltC E GKlinkt E G#B
Als u van Song verandert of de stroom uitzet, keert de Transpose instelling naar ‘0’ terug.
Uitvoeren
39
Uitvoeren
Het toetsenbord onderverdelen om met twee personen te spelen
(Twin Piano)
U kunt het toetsenbord in linker en rechter gebieden verdelen, zodat twee personen
dezelfde reeks toonhoogtes kunnen spelen.
Dit betekent dat u het toetsenbord kunt gebruiken alsof het twee aparte piano’s zijn.
Dit biedt bijvoorbeeld een gemakkelijke manier om één persoon de uitvoering van de
andere persoon te laten volgen om deze te controleren.
fig.TwinPiano.eps_80
C4C5C6C7C8C3C2C1
fig.Panel-TwinPiano-e.eps
C4C5C6C3C4C5C3C6
40
1.Druk op de [Twin Piano] knop, zodat zijn indicator verlicht is.
fig.d-TwinPiano.eps
Als u Twin Piano aanzet, zal het instrument zich in de volgende staat bevinden.
• Het toetsenbord is in linker en rechter gebieden verdeeld, waarbij de ‘middelste C’ zich in het
midden van elk gebied bevindt.
• De linker en rechter gebieden hebben hetzelfde geluid (Grand Piano 1).
• Het rechter pedaal is het demper pedaal voor het rechter gebied, en het linker pedaal is het
demper pedaal voor het linker gebied.
• Als de Split functie of de Dual functie was ingeschakeld toen Twin Piano werd aangezet, worden
de Split en Dual functies uitgeschakeld.
• 3D Sound Control en het effect zijn uit.
Uitvoeren
Twin Piano uitzetten
1.Druk op de [Twin Piano] knop, zodat zijn verlichting wordt uitgezet.
De manier waarop het geluid te horen is veranderen (Twin Piano Mode)
1.Houd de [Twin Piano] knop ingedrukt en druk op de [-] [+] knoppen.
U kunt één van de volgende manieren waarop het geluid te horen zal zijn kiezen.
fig.d-TwinPianoMode.eps
IndicatieOmschrijving
1
2
Zoals gewoonlijk is het geluid hoorbaar van rechts als u in de richting van de rechterkant van
het toetsenbord speelt, en van links als u naar links speelt.
Noten die in het rechter gebied worden gespeeld zijn via de rechter luidspreker hoorbaar, en
noten die in het linker gebied worden gespeeld zijn via de linker luidspreker hoorbaar.
NOTE
NOTE
Als u Twin Piano mode op ‘2’ instelt, zal Reverb niet langer worden toegepast als u de Twin Piano
mode aanzet.
Bij sommige geluiden zal het geluid niet gesplitst worden, zelfs niet als de Twin Piano mode op ‘2’ is
ingesteld.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
41
Uitvoeren
Spelen met twee gestapelde geluiden (Dual Play)
U kunt twee verschillende geluiden via één toets spelen. Deze speelmethode wordt ‘Dual
Play’ genoemd.
Bij wijze van voorbeeld stapelen we een piano en strijkers geluid.
fig.Panel-Tones-e.eps
1.Houd de [Piano] knop ingedrukt en druk op de [Strings] knop.
De indicators van beide knoppen zijn verlicht.
Speel iets op het toetsenbord. Zowel het piano als het strijkers geluid wordt gespeeld.
Als twee Tone knoppen tegelijkertijd op deze manier worden ingedrukt, wordt Dual Play geactiveerd.
Van de twee geselecteerde geluiden wordt dat van de linker Tone knop ‘Tone 1’ genoemd en het
geluid van de rechter knop wordt ‘Tone 2’ genoemd.
fig.d-Dual.eps
Hier is het pianogeluid Tone 1 en het strijkers geluid Tone 2.
NOTE
Als Split Play of Twin Piano is aangezet kan Dual Play niet geselecteerd worden.
Dual Play uitschakelen
1.Druk op één van de Tone knoppen.
Nu is alleen het geluid van de knop die u indrukte te horen.
Tone 1
Tone 2
42
NOTE
U kunt de toonhoogte van de Tone 2 een octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte van het
geluid in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)’ (p.84).
De volumebalans van de twee geluiden kan afgewisseld worden. Zie ‘De volumebalans voor Dual
Play veranderen’ (p.44).
Als u op de pedalen drukt, terwijl Dual Play in gebruik is, zal het effect op zowel Tone 1 als Tone 2
worden toegepast.
U kunt deze instelling echter veranderen, zodat de pedalen alleen op één van de geluiden van
invloed zijn. Zie ‘de manier waarop de pedaal effecten worden toegepast veranderen (Damper/
Center/Left Pedal Part)’ (p.85).
Afhankelijk van de combinatie van de twee geluiden kan het effect mogelijk niet op Toner 2 worden
toegepast.
De Tone variaties veranderen
Tone 1 veranderen
1.Druk op de [-] [+] knoppen.
fig.d-Dual.eps
Tone 2 veranderen
Uitvoeren
1.Houd de Tone knop van Tone 2 ingedrukt (de meest rechtse van de
verlichte Tone knoppen), en druk op de [-] [+] knoppen.
fig.d-Dual.eps
43
Uitvoeren
De volumebalans voor Dual Play veranderen
U kunt de volumebalans van Tones 1 en 2 veranderen.
fig.Panel-Balance-e.eps
1.Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de [Split] knop.
De huidige volumebalans wordt getoond.
fig.d-DualBalance.eps
2.Druk op de [-] [+] knoppen om de volumebalans te veranderen.
De volumebalans zal veranderen.
Als u naar de oorspronkelijke volumebalans wilt terugkeren, drukt u de [-] [+] knoppen
gelijktijdig in.
fig.d-DualBalance2.eps
3.Druk op de [Transpose] of [Split] knop om naar het geluidsselectie
scherm terug te keren.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
44
Stapelen met verschillende geluiden in de linker en
rechterhand kanten van het toetsenbord (Split Play)
Spelen als het toetsenbord op een bepaalde toets in een linker en rechterkant is verdeeld
wordt ‘Split Play’ genoemd, en het punt waarop het toetsenbord is verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd.
Met Split Play kunt u voor de linker en rechter kanten een ander geluid laten klinken.
Als het instrument wordt aangezet is het splitspunt op ‘F 3’ ingesteld. De splitspunt toets
behoort tot de linkerkant.
Terwijl u zich in Split Play bevindt wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld
een ‘rechterhand geluid’ genoemd, en het geluid dat aan de linkerkant wordt gespeeld
wordt het ‘linkerhand geluid’ genoemd.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (standaard instelling bij opstarten: F#3)
Uitvoeren
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0C2C3C4C5C8B7
Linkerhand geluidRechterhand geluid
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe het geluid van de [Piano] knop als onderdeel van een
Split uitvoering gespeeld wordt.
fig.Panel-Split-e.eps
1.Druk op de [Piano] knop.
Nu is het piano geluid geselecteerd.
2.Druk op de [Split] knop, zodat de indicator oplicht.
Het toetsenbord wordt in linker en rechter kanten verdeeld.
De F 3 toets vormt de scheiding tussen de linker en rechterkanten van het toetsenbord.
fig.d-Split.eps
De rechterhand sectie van het toetsenbord speelt het piano geluid, en de linkerhand sectie speelt ‘A.
Bass+Cymbal’ geluid.
45
Uitvoeren
Split Play uitschakelen
1.Druk op de [Split] knop, zodat de verlichting uitdooft.
Het geluid van de rechterhand wordt nu het geluid voor het volledige toetsenbord.
Als u van Dual Play (p.42) naar Split Play overschakelt, wordt Tone 1 die bij Dual Play wordt gebruikt
als het rechterhand geluid voor Split Play geselecteerd.
Geluidsgroepen en geluidsvariaties veranderen
Het geluid voor de rechterhand veranderen
1.Druk op de Tone knop om een geluidsgroep te kiezen.
2.Druk op de [-] [+] knoppen om een variatie geluid te selecteren.
fig.d-Split.eps
Het geluid voor de linkerhand veranderen
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de Tone knop om een
geluidsgroep te kiezen.
2.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de [-0] [+] knoppen om een
variatie geluid te selecteren.
fig.d-Split.eps
U kunt de toonhoogte van het linkerhand geluid een octaaf per keer veranderen. Zie ‘De
toonhoogte van het geluid in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)’ (p.84).
46
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen
U kunt het splitspunt (de toets waarop het toetsenbord wordt verdeeld) veranderen.
Het splitspunt kan op elke waarde tussen B1 en B6 worden ingesteld.
Vanuit de fabriek is dit op ‘F 3’ ingesteld.
fig.SplitPoint-3-e.eps_78
Splitspunt (standaard waarde bij opstarten: F#3)
C1B1B6A0C2C3C4C5C6C7C8
Reeks waarbinnen het splitspunt gespecificeerd kan worden (B1-B6)
fig.Panel-Split-e.eps
Uitvoeren
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een toets die als splitspunt
wordt ingesteld.
De toets die u indrukt wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm.
fig.d-SplitPoint.eps
De toets die u indrukt wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm.
De toets die als splitspunt wordt gebruikt behoort tot de linkerhand sectie van het toetsenbord.
Het vorige scherm zal opnieuw verschijnen als u de [Split] knop loslaat.
De naam van het linkerhand geluid wordt getoond, terwijl u de [Split] knop ingedrukt houdt.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
47
Uitvoeren
Spelen met de metronoom
U kunt spelen, terwijl de metronoom te horen is. De LX-10 biedt een veelzijdige metronoom
functie. U kunt het volume of de maatsoort van de metronoom aanpassen, en de manier
waarop tellen worden gemarkeerd veranderen. Als een Song speelt, zal de metronoom
klinken op het tempo en de maatsoort van de betreffende Song.
NOTE
De metronoom zal niet klinken als geluidsdata of een muziek CD wordt afgespeeld.
fig.Panel-Metronome-e.eps
1.Druk op de [Metronome] knop, zodat deze verlicht is.
Het metronoom scherm verschijnt, en de metronoom is hoorbaar.
De [Metronome] knop knippert rood en groen, in de maat die op dat moment geselecteerd is.
De indicator is rood verlicht op de downbeats, en groen op zwakke tellen.
fig.d-Metronome.eps
U kunt het geluid van de metronoom veranderen (p.83).
De metronoom functie stoppen
1.Druk op de [Metronome] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
Het tempo veranderen
1.
Druk meerdere malen op de [Tempo/Beat] knop, zodat deze rood verlicht is.
Het tempo wordt weergegeven.
Als geluidsdata of een muziek CD is geselecteerd, wordt het ‘audio tempo’ (p.57) weergegeven. In dit
geval drukt u nogmaals op de [Tempo/Beat] knop om het tempo weer te geven.
fig.d-MetronomeTempo.eps
2.Druk op de [-] [+] knoppen om het tempo aan te passen.
Het tempo wordt uitgedrukt in de waarde van een kwartnoot ingesteld, met mogelijke waardes
variërend van 10 tot 500.
48
De maatsoort veranderen
1.Druk meerdere keren op de [Tempo/Beat] knop, zodat deze groen is
verlicht.
De maatsoort wordt weergegeven.
fig.d-MetronomeBeat.eps
2.Druk op de [-] [+] knoppen om de maatsoort te selecteren.
Met de ‘0/4’ instelling zullen alleen zwakke tellen klinken.
Als u uw uitvoering opneemt, wordt deze in de geselecteerde maatsoort opgenomen.
U kunt de manier waarop de metronoom de tellen onderscheidt veranderen.
Voor details, zie ‘De manier waarop de maatsoort door de metronoom wordt gemarkeerd
veranderen (Metronome Pattern)’ (p.83).
Uitvoeren
Als u een Song afspeelt, wordt de maatsoort van de metronoom op de maatsoort van die Song
ingesteld.
NOTE
De maat van de metronoom kan niet veranderd worden, terwijl een Song wordt afgespeeld.
Het volume veranderen
Het volume van de metronoom kan aangepast worden. Hiervoor zijn 11 volumeniveaus
beschikbaar.
1.
Terwijl u de [Metronome] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] of [+] knop.
In het scherm wordt de metronoom waarde aangegeven.
fig.d-MetronomeVol.eps
Als het metronoom volume op ‘0’ wordt ingesteld, zal de metronoom niet spelen.
Een aftelling laten klinken om uw timing accuraat te houden
Een ‘count-in’ is een aftelling die klinkt voordat de Song begint te spelen.
Als u met een Song meespeelt, kunt u een aftelling laten klinken om het synchroniseren van
uw eigen spel met de Song gemakkelijker te maken.
1.Druk op de [] knop, terwijl de metronoom klinkt.
Een aftelling van twee maten klinkt voordat de Song wordt gespeeld.
Een ‘count-down’ is een aftelling die aan het eind van de introductie van een Song te horen is
(voordat u op het toetsenbord begint te spelen) (p.84).
49
Songs afspelen
Songs beluisteren
Met de LX-10 kunnen ingebouwde piano Songs (74 Songs) alsmede de volgende formaten
worden geselecteerd en gespeeld worden.
• SMF muziekbestanden (indien USB geheugen, CD drive of floppy disk drive is aangesloten).
• Geluidsdata (WAV) (indien USB geheugen of CD drive is aangesloten)
• VIMA TUNES (CD-ROM voor VIMA), muziek Cd’s (indien CD drive is aangesloten)
Voor details over de types geluidsdata die door de LX-10 gespeeld kunnen worden raadpleegt u p. 99.
fig.Panel-SongPlay-e.eps
Een Song selecteren
1.Druk op de [Song] knop, zodat deze verlicht is.
Het volgende verschijnt in het scherm.
Songs kunnen alleen uit het interne geheugen worden geselecteerd als de Song die u wilt horen al in het interne geheugen is
opgeslagen. Voor details kijkt u bij ‘ Een Song kopiëren’ (p.77).
2.Druk op de [-] [+] knoppen om de Song te selecteren.
Als een interne preset Song geselecteerd is, wordt ‘Preset’ in het scherm aangegeven.
Songs in het interne geheugen worden met ‘Internal’ aangegeven, Songs in USB geheugen als
‘External’, Songs op floppy disk als ‘Disk’, Songs op CD-ROM als ‘CD’ en Songs op een muziek CD als
‘Music CD’. Als een WAV Song geselecteerd is zal de indicatie ‘Audio’ onder de Song naam verschijnen.
Om een Song die zich in een map bevindt te selecteren, selecteert u de map en drukt u op de []
knop. Om de map te verlaten selecteert u ‘Up’ en drukt u op de [] knop.
NOTE
De Song afspelen
Als een map 500 of meer bestanden en/of mappen bevat, worden sommige bestanden en mappen
mogelijk niet weergegeven.
50
3.Druk op de [] knop.
De geselecteerde Song wordt afgespeeld. De geselecteerde Song wordt tot het eind gespeeld,
waarna het afspelen stopt.
Om het afspelen te stoppen drukt u nogmaals op de [] knop.
De volgende keer dat u op de [] knop drukt, gaat het afspelen verder vanaf het punt waarop u
bent gestopt.
Als u Song data die teksten bevat afspeelt, worden de teksten in het scherm getoond. U kunt
specificeren of de teksten al dan niet worden getoond (p.88).
Vooruitspoelen en terugspoelen
• Druk op de [] knop om naar het begin van de volgende Song te gaan.
• Druk op de [] knop om naar het begin van de huidig geselecteerde Song te gaan. Als u al bij
het begin van de Song bent, zult u naar het begin van de vorige Song gaan.
• Als u de [] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song speelt, zal de Song vooruitspoelen.
• Als u de [] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song speelt, zal de Song terugspoelen.
Over het Song selectie scherm
In het Song selectie scherm wordt de volgende informatie getoond.
Nieuw op te nemen song
Songs afspelen
Song
in USB geheugen
Song
in intern geheugen
Interne preset song
Song nummer
Song tempo
Song naam
Maat
nummer
Maatsoort
Door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [-] [+] knopen te drukken kunt u de
eerste Song in elke groep snel selecteren, dat wil zeggen: ‘de eerste Song van het
externe geheugen’, de eerste Song van het interne geheugen’ of ‘de eerste interne
preset Song’.
NOTE
U kunt ‘External Memory’ niet selecteren als er geen Songs in het USB geheugen zijn of
als er geen USB geheugen is aangesloten.
Details over de naam van de interne Song vindt u in de ‘Interne Song lijst’ (p.108).
51
Songs afspelen
Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play)
Alle Songs in het interne geheugen kunnen herhaaldelijk aaneengeschakeld worden
afgespeeld.
fig.Panel-Function-e.eps
Voorbereidingen voor aaneengeschakeld afspelen
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op de [3D] knop.
Een scherm als het volgende zal verschijnen en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-FuncMenu.eps
2.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Play Mode’ te selecteren.
fig.d-FuncSongPlay.eps
52
3.Druk op de [] knop om naar het instellingsscherm te gaan.
fig.d-SinglePlay.eps
4.Druk op de [-] [+] knoppen om ‘All Song’ te selecteren.
fig.d-AllSongPlay.eps
5.Druk twee maal op de [Piano Designer] knop.
U keert naar het Tone selectie scherm terug.
De eerste Song specificeren
6.Druk op de [Song] knop, zodat deze verlicht is.
7.Druk op de [-] [+] knoppen om de Song te selecteren.
Songs afspelen
8.Druk op de [] knop.
De Songs worden aaneengeschakeld afgespeeld, beginnend met de geselecteerde Song.
Wanneer de laatste Song is afgespeeld, keert het afspelen naar de eerste Song terug en gaat verder.
Als u in All Song mode speelt, wordt dit aangegeven met een symbool dat rechts boven in het scherm
wordt getoond.
fig.AllSong-e.eps
De Songs in het interne geheugen worden aaneengeschakeld gespeeld als een intern geheugen is
geselecteerd, en de Songs in USB geheugen worden aaneengeschakeld gespeeld als een USB
geheugen is geselecteerd.
Het afspelen stoppen
9.Druk op de [] knop, zodat zijn verlichting wordt uitgezet.
De volgende keer dat u de [] knop indrukt zal het afspelen verdergaan vanaf het punt waarop
u bent gestopt.
All Song Play
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.89).
Door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [] knop te drukken kunt u alle Songs
afspelen, ongeacht de Song Play mode.
53
Songs afspelen
Rechterhand
gedeelte
Begeleidings-
gedeelte
Linkerhand gedeelte
Elk gedeelte apart beluisteren
Wanneer interne Songs of externe geheugen Songs worden afgespeeld, kunt u de
uitvoeringsgedeeltes die gespeeld zullen worden selecteren.
Ook kunt u elke hand apart oefenen, terwijl u met de Song meespeelt.
fig.Panel-TrackMute-e.eps
fig.TrackButtons-e.eps
NOTE
Individuele gedeeltes van geluidsdata of een Song van een muziek CD kunnen niet worden
gespeeld (of gedempt).
De uitvoeringsdata is aan de Track knop toegewezen, zoals hieronder wordt getoond.
De linkerhand uitvoering is aan de Track (Left) knop
toegewezen, de rechterhand uitvoering is aan de Track
(Right) knop toegewezen en overige uitvoeringen zijn aan
de Track (Accomp) knop toegewezen. ‘Tracks’ zijn
gebieden waarin muziekbestanden worden bewaard, en
knoppen [Left], [Right] en [Accomp] worden de ‘Track
knoppen’ genoemd.
Sommige Songs bevatten geen begeleiding. Als u één van deze Songs selecteert zal
de [Accomp] knop niet oplichten.
54
1.Selecteer de Song die u wilt spelen (p.50).
2.Druk op de [] knop om de Song af te spelen.
3.Selecteer het gedeelte dat u niet wilt spelen.
Druk op de Track (Left) knop, Track (Right) knop of Track (Accomp) knop.
De knop die u indrukte wordt uitgezet, en het corresponderende gedeelte is niet langer hoorbaar. Het
op deze manier tijdelijk stil maken van een specifiek gedeelte wordt ‘muting’ (demping) genoemd.
Als u bijvoorbeeld het rechterhand gedeelte wilt oefenen, drukt u op de Track (Right) knop, zodat
zijn verlichting wordt uitgezet. Als u de Song afspeelt, zal het rechterhand gedeelte niet gespeeld
worden.
U kunt het gedeelte dat gedempt (mute) wordt selecteren als u op de Track (Accomp) knop drukt en
zijn verlichting uitzet. Raadpleeg p.82.
Als u het begeleidingsgedeelte dempt voordat het afspelen is geinitialiseerd, kunt u het intro
overslaan.
4.Als u de knop die bij stap 3 werd geselecteerd nogmaals indrukt, zodat
de knop verlicht is, zal het geluid van dat gedeelte weer hoorbaar zijn.
NOTE
Mute instellingen worden gewist als u van Song verandert.
Het volume van een gedempt gedeelte bepalen
Hier ziet u hoe het volume dat een bepaald gedeelte zal hebben nadat u een Track knop
heeft ingedrukt om het afspelen te dempen, terwijl een Song wordt afgespeeld aangepast
kan worden.
Met de LX-10 kunt u een specifiek gedeelte op een gereduceerd volume afspelen, zodat het
gedeelte als een ‘richtlijn’ voor uw eigen spel gebruikt kan worden.
1.Houd een Track knop ingedrukt en gebruik de [-] [+] knoppen om het
volume te specificeren dat de Track zal hebben als zijn geluid gedempt is.
Het volumeniveau wanneer de Track gedempt is wordt getoond, terwijl u de Track knop ingedrukt houdt.
Het Track mute volume kan op elke waarde van 0 tot 80 worden ingesteld.
fig.d-MuteVol-R.eps
Songs afspelen
Als de stroom wordt uitgezet wordt het Track mute volume opnieuw op ‘0’ ingesteld.
Het afspeelvolume van de Song veranderen
Hier ziet u hoe het volume waarop de Song wordt afgespeeld veranderd kan worden.
Als u oefent door met een Song mee te spelen, kunt u hiermee de volumebalans tussen
hetgeen u op het toetsenbord speelt en het afspeelgeluid van de Song aanpassen.
1.Terwijl u de [] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] [+] knoppen.
Het afspeelvolume van de Song wordt weergegeven, terwijl u de [] knop ingedrukt houdt.
Het afspeelvolume kan op elk waarde van 0 tot 127 worden ingesteld.
fig.d-SongVolume.eps
NOTE
Als u de stroom uitzet keert het afspeelvolume van de Song naar ‘127’ terug.
Het volume van geluidsdata en muziek Cd’s aanpassen
Als u een geluidsbestand of een Song van een muziek CD selecteert, zal dit op een apart
gespecificeerde volume instelling worden afgespeeld.
1.Terwijl u de [] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] [+] knoppen.
NOTE
Als u de stroom uitzet zal het afspeelvolume naar de ‘64’ instelling terugkeren.
55
Songs afspelen
Het tempo van een Song veranderen
U kunt het tempo waarop de Song wordt gespeeld veranderen.
Als u één van de interne Songs oefent, kan het verlagen van het tempo het meespelen met
een moeilijke Song gemakkelijker maken.
1.Druk meerdere malen op de [Tempo/Beat] knop, zodat deze rood
verlicht is.
Het tempo wordt in het scherm aangegeven. Als u geluidsdata of een Song van een muziek VD heeft
geselecteerd, wordt ‘Audio Tempo’ in het scherm getoond (p.57).
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om het tempo te veranderen.
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute)
Sommige interne preset Songs hebben een tempo dat tijdens de Song verandert.
Hier ziet u hoe deze Songs op een vast, onveranderlijk tempo afgespeeld kunnen worden.
1.Terwijl u de [Tempo/Beat] knop ingedrukt houdt gebruikt u de [-] [+]
knoppen om de instelling te veranderen.
fig.d-TempoMuteOff.eps
InstellingOmschrijving
OnDe tempowisselingen die in de Song zijn opgeslagen worden genegeerd, en de Song wordt op
een vaststaand tempo afgespeeld.
OffDe Song wordt afgespeeld volgens de tempowisselingen die in de Song zijn opgenomen.
Als u Tempo Mute aanzet, wordt de tempo indicatie in het scherm geaccentueerd.
fig.TempoMute1-j.eps
56
GeaccentueerdGeaccentueerd
Als u van Songs verandert keert de Tempo Mute functie naar de ‘Off’ instelling terug.
Het Tempo Mute scherm zal niet verschijnen als u geluidsdata of een Song van een muziek CD heeft
geselecteerd.
Songs afspelen
Het tempo van geluidsdata of een muziek CD veranderen (Audio Tempo)
U kunt het afspeel tempo van geluidsdata of van een Song op een muziek CD veranderen.
1.Druk een aantal malen op de [Tempo/Beat] knop totdat ‘Audio Tempo’
verschijnt.
Druk de knop herhaaldelijk in om door de beschikbare keuzes voor het scherm te lopen, zoals: tempo
(knop rood verlicht) → audio tempo (knop rood verlicht) → maatsoort (knop groen verlicht) en dan
terug naar tempo (knop rood verlicht).
fig.d-TempoMuteOff.eps
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om het geluidstempo aan te passen.
Gerelateerd aan het oorspronkelijke tempo als 100% kan het tempo binnen een reeks van 75%
(langzaam) tot 125 % (snel) worden aangepast.
Het Audio Tempo scherm zal niet verschijnen als u iets anders dan geluidsdata of een muziek CD
heeft geselecteerd.
57
Songs afspelen
De toonsoort van het Song afspeelgeluid veranderen (Playback
Transpose)
Met de ‘Playback Transpose’ functie kunt u de toonsoort van de Song die wordt afgespeeld
veranderen.
fig.Panel-Transpose-e.eps
1.Speel de Song die u wilt horen of waarmee u wilt meespelen af (p.50).
2.Terwijl u de [Transpose] knop ingedrukt houdt, gebruikt u de [-] [+]
knoppen om de toonhoogte aan te passen.
De toonhoogte van de Song verandert in stappen van halve tonen.
De Playback Transpose instelling wordt getoond, terwijl u de [Transpose] knop ingedrukt houdt.
Het bereik is –6-0-+5 (stappen van halve tonen).
Als dit op een andere waarde 0 is ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten.
Als de transpositiewaarde iets anders dan ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Playback
Transpose functie aan of uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop ingedrukt houdt en de [-] en [+] knoppen gelijktijdig indrukt, keert deze
instelling naar zijn oorspronkelijke waarde (0) terug.
NOTE
NOTE
De playback Transpose functie wordt niet toegepast als de Transpose Mode (p.84) op ‘Keyboard’ is
ingesteld.
Als u een Song van een muziek CD of geluidsdata heeft geselecteerd, kan het gebruik van Playback
Transpose het klankkarakter beïnvloeden en wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
De transpositie instelling keert naar ‘0’ terug als een andere Song wordt geselecteerd.
58
Songs afspelen
De middengeluiden van het afspeelgeluid minimaliseren
(Center Cancel)
Wanneer een in de winkel verkrijgbare muziek CD of geluidsdata wordt afgespeeld, kunnen
de geluiden die zich in het midden bevinden (zoals vocalen) worden geminimaliseerd.
fig.Panel-CenterCancel-e.eps
1.Speel geluidsdata of een muziek CD af (p.50).
2.Druk op de [Right] Track knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
De melodie of het vocale geluid wordt geminimaliseerd.
NOTE
Bij sommige Songs worden geluiden in het midden mogelijk niet volledig geëlimineerd.
De Center Cancel functie opheffen
1.Druk op de [Right] Track knop, zodat deze is verlicht.
NOTE
NOTE
Bij sommige Songs kan het gebruik van de Center Cancel functie het klankkarakter beïnvloeden.
Als u Center Cancel gebruikt, terwijl 3D Sound Control (p.33) is ingeschakeld, zal 3D Sound Control
worden uitgeschakeld.
De Center Cancel functie wordt geannuleerd als een andere Song wordt geselecteerd.
59
Opnemen
U kunt uw uitvoeringen op eenvoudige wijze opnemen.
Door uw uitvoering af te spelen kunt u naar uw spel luisteren of het toetsenbord gebruiken
om de melodie mee te spelen met de Song die u heeft opgenomen.
De volgende opname types kunnen uitgevoerd worden.
Alleen uw eigen
toetsenbord uitvoering
opnemen
→ ‘Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen’ (p.61).
fig.OverRec.eps
Een Track knop selecteren
en opnemen
Opnieuw opnemen→ ‘Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen’ (p.63)
Samen met een interne
Song opnemen
NOTE
Opname operaties voor geluidsdata of een Song van een muziek CD kunnen niet worden
→ ‘Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen’ (p.63)
→ ‘Uw spel samen met een Song opnemen’ (p.66)
uitgevoerd.
Memo
Bij tweede of latere opnames wordt de eerder opgenomen Song gewist als nieuw materiaal
wordt opgenomen. Als een nieuwe uitvoering wordt opgenomen, is het een goed idee om
de eerder opgenomen uitvoering eerst te wissen (p.69).
1ste gang
2e gang
De eerste uitvoering blijft behouden
60
Als het volgende scherm verschijnt
Een scherm als dat wat hieronder wordt getoond zal verschijnen als u probeert een andere
Song te selecteren, terwijl er een opgenomen Song is die niet is opgeslagen.
fig.d-SongDelete.eps
U kunt een andere Song niet afspelen als er een niet opgeslagen (User) Song aanwezig is.
Als het OK is om de Song te verwijderen, drukt u op de [] knop.
Indien u de Song niet wilt verwijderen, drukt u op de [] knop en slaat u de Song in het
interne geheugen of in USB geheugen op (p.73).
Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen
Hier ziet u hoe alleen uw uitvoering op het toetsenbord opgenomen kan worden, zonder
gebruik van een interne Song.
fig.Panel-RecNew-e.eps
Uitvoeringsinstellingen
Opnemen
1.Druk op de [Song] knop, zodat deze is verlicht.
2.Druk een aantal malen op de [-] knop totdat ‘New Song’ in het scherm
verschijnt.
fig.d-NewSong.eps
Als alternatief kunt u ‘New Song’ laten verschijnen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op
de [] knop te drukken.
3.Selecteer de Tone (het geluid) dat gespeeld wordt (p.28).
4.Indien nodig laat u de metronoom klinken.
Druk op de [Metronome] knop (p.48).
Terwijl u naar de metronoom luistert past u het Song tempo (p.48) en de maatsoort (p.49) naar wens
aan.
Instellingen voor opname
5.Druk op de [] knop.
De [] knop licht op, de [] knop begint te knipperen en de LX-10 wordt in de Stand-by voor
opname stand geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen drukt u nogmaals op de [] knop.
61
Opnemen
De opname starten
6.Druk op de [] knop of speel op het toetsenbord.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
De opname start als u op het toetsenbord speelt (zonder de [] knop in te drukken). In dit geval
is er geen aftelling te horen.
Wanneer de opname begint zijn de [] knop en [] knop verlicht.
Tijdens de aftelling wordt de aftelling maat rechts onder in het scherm als ‘-2’ dan ‘-1’ aangegeven.
De opname stoppen
7.Druk op de [] knop.
De opname zal stoppen.
De opgenomen uitvoeringen beluisteren
8.In het Song selectie scherm drukt u op de [] knop.
U keert terug naar het begin van de uitvoering die u heeft opgenomen.
9.Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Als u op de [] knop drukt, terwijl de metronoom klinkt, zal een aftelling van twee maten
(‘count-in’) worden gespeeld voordat het afspelen begint.
10.Druk nogmaals op de [] knop om het afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering
wilt behouden moet deze in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen. Zie ‘De
Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
Als u de opgenomen opname niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen.
De uitvoering moet gewist (p.69) of opgeslagen (p.73) worden voordat een andere Song afgespeeld
kan worden.
62
Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen
De recorder van de LX-10 heeft drie Track knoppen.
U kunt de uitvoering van elke hand apart in verschillende Track knoppen opnemen
(bijvoorbeeld de uitvoering van de linkerhand in de [Left] knop en de uitvoering van de
rechterhand in de [Right] knop opnemen) of u kunt alleen een specifieke Track of een eerder
opgenomen uitvoering opnieuw opnemen.
Hoe de Track knoppen met de opgenomen uitvoering corresponderen
De opgenomen uitvoeringen worden als volgt aan de Track knoppen toegewezen.
● Twin Piano (p.40), Split uitvoering (p.45)
Opnemen
fig.Panel-RecTrack-e.eps
Track knop
Opgenomen uitvoering
Twin PianoSplit play
[Right] knopRechter gebiedRechterhand geluid
[Left] knopLinker gebiedLinkerhand geluid
● Normale uitvoering (over het gehele toetsenbord wordt één enkel geluid
gespeeld), Dual Play
• Als u met slechts één gespecificeerde opnametrack opneemt
De uitvoering wordt op de gespecificeerde Track opgenomen.
• Als u met meerdere gespecificeerde opnametracks opneemt
Opname vindt plaats in deze volgorde van prioriteit: [Right] knop → [Left] knop →
[Accomp] knop
Instellingen voor opname
1.Druk op de [Song] knop, zodat deze verlicht is.
2.Druk een aantal malen op de [-] knop, totdat ‘New Song’ in het scherm
verschijnt.
63
Opnemen
Opnemen
3.Druk op de [] knop.
De [] knop licht op, de [] knop indicator knippert en de LX-10 wordt in de Stand-by voor
opname mode geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [] knop.
De knop van de op te nemen Track knippert.
4.Druk op de knop van elke Track die u niet wilt opnemen, zodat de
verlichting daarvan wordt uitgezet.
U kunt slechts één Track knop per keer opnemen.
5.Druk op de [] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
De opname start als u op het toetsenbord speelt (zonder de [] in te drukken). In dit geval is er
geen aftelling te horen.
Als de opname begint zijn de [] knop en [] knop verlicht.
Tijdens de countdown wordt de aftelling als ‘-2’ dan ‘-1’ rechts onder in het scherm getoond.
6.Om te stoppen met opnemen drukt u op de [] knop.
Een aanvullend gedeelte opnemen
7.In het Song selectie scherm drukt u op de [] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
8.Druk op de [] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec.eps
Als u de eerder opgenomen uitvoering wilt wissen en een uitvoering opnieuw wilt opnemen, drukt u
op de [] knop.
64
9.Als u een andere Track wilt opnemen drukt u op de [] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec2.eps
Opnemen
10.Druk op de knop van de Track die u wilt opnemen, zodat deze knippert.
NOTE
Als u een eerder opgenomen Track selecteert, zal deze Track overschreven worden met de nieuw
opgenomen uitvoering, De eerder opgenomen uitvoering zal verloren gaan.
De [] knop licht op, de [] knop indicator knippert en de LX-10 wordt in de Stand-by voor
opname mode geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [] knop.
11.Druk op de [] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
De opname start als u op het toetsenbord speelt (zonder de [] in te drukken). In dit geval is er
geen aftelling te horen.
Als de opname begint zijn de [] knop en [] knop verlicht.
Tijdens de aftelling wordt de aftelmaat rechts onder in het scherm getoond als ‘-2’ dan ‘-1’.
NOTE
Als u aanvullende gedeeltes opneemt zonder de eerder opgenomen Song te wissen, blijven het
tempo van de Song en de maatsoort hetzelfde als toen de Song voor het eerst werd opgenomen.
12.Om met opnemen te stoppen, drukt u op de [] knop.
De opgenomen uitvoering beluisteren
13.In het Song selectie scherm drukt u op de [] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
14.Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
15.Als u de [] nog een keer indrukt, zal het afspelen stoppen.
Als u één van de Track knoppen ingedrukt houdt, terwijl u op de [] knop drukt, wordt de
uitvoering van alleen de betreffende Track gewist. Als u de uitvoering van alle Tracks wist, zal ‘New
Song’ in het scherm worden weergegeven.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de uitvoering die u heeft
opgenomen wilt behouden moet deze in het interne geheugen of USB geheugen worden
opgeslagen. Zie ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
Als u de opgenomen opname niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen.
De uitvoering moet gewist (p.69) of opgeslagen (p.73) worden voordat een andere Song afgespeeld
kan worden.
65
Opnemen
Uw uitvoering opnemen als u met een Song meespeelt
Hier ziet u hoe u met een Song uit het interne of externe geheugen kunt meespelen, en uw
uitvoering kunt opnemen.
U kunt bijvoorbeeld naar het linkerhand gedeelte luisteren, terwijl u het rechterhand
gedeelte opneemt.
De uitvoering die u op het toetsenbord speelt wordt opgenomen in plaats van het gedeelte
dat u met gebruik van de Track knoppen selecteert.
Het geluid van de Track knop die u heeft geselecteerd is tijdens de opname niet hoorbaar.
fig.Panel-RecSong-e.eps
Uitvoeringsinstellingen
1.Selecteer een Song
Voor details over het selecteren van een Song kijkt u bij ‘’Songs beluisteren’ (p.50).
Als u samen met een Song uit een extern geheugen wilt opnemen, sluit u een USB geheugen of floppy
disk drive aan voordat u verdergaat (p.55).
Door het afspeelvolume van de Song aan te passen, kunt u ook de volumebalans tussen de Song en
het geluid dat u op het toetsenbord speelt veranderen.
2.Selecteer de Tone (geluid) dat gespeeld gaat worden (p.28).
3.Specificeer het opname tempo.
NOTE
De uitvoering zal op het tempo van de Song die u tijdens de opname selecteerde worden
opgenomen. Als u uw spel samen met een Song opneemt, zal dit in de maatsoort van die Song
worden opgenomen.
66
Instellingen voor opnemen
4.Druk op de [] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec.eps
5.Druk nog een keer op de [] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec2.eps
Opnemen
6.Druk op de Track knop van het gedeelte dat u wilt opnemen, zodat de
knop knippert.
Nu kunt u opnemen, terwijl u naar de geselecteerde Song luistert.
De [] knop is verlicht, de [] knop knippert en de LX-10 wordt in de Stand-by voor opname
mode geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [] knop.
Hoe uitvoeringsgedeeltes met de Track knoppen corresponderen
Track knopUitvoeringsgedeelte
Track [Right] knopRechterhand gedeelte
Track [Left] knopLinkerhand gedeelte
Track [Accomp] knop
Beginnen met opnemen
7.Druk op de [] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
Zelfs als u niet op de [] knop drukt, zal de opname beginnen als u op het toetsenbord speelt. In
dit geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Als de opname begint zijn de [] knop en de [] knop verlicht.
Andere uitvoeringsdata dan rechterhand gedeelte en linkerhand
gedeelte.
Tijdens de aftelling wordt de aftelmaat rechts onder in het scherm getoond, als ‘-2’ dan ‘-1’.
67
Opnemen
Stoppen met opnemen
8.Druk op de [] knop.
De opname zal stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
9.In het Song selectiescherm drukt u op de [] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
10.Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gespeeld.
11.Druk nog een keer op de [] knop om het afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de uitvoering die u heeft
opgenomen wilt behouden moet deze in het interne geheugen of USB geheugen worden
opgeslagen. Zie ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
Als u de opgenomen opname niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen.
De uitvoering moet gewist (p.69) of opgeslagen (p.73) worden voordat een andere Song afgespeeld
kan worden.
68
Opgenomen uitvoeringen wissen
U kunt opgenomen uitvoeringen wissen.
fig.Panel-RecNew-e.eps
1.Druk op de [Song] knop.
Het scherm voor de opgenomen uitvoeringen verschijnt.
fig.d-NewSong2.eps
Opnemen
2.Druk op de [+] knop.
Een bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.d-SongDelete.eps
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op de [] knop.
3.Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist.
U kunt de opgenomen uitvoering ook wissen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de
[] knop te drukken.
Als u één van de Track knoppen ingedrukt houdt, terwijl u op de [] knop drukt, wordt de
uitvoering van alleen de betreffende Track gewist. Als u de uitvoering van alle Tracks wist, zal ‘New
Song’ in het scherm worden weergegeven.
Een door u opgenomen uitvoering wordt automatisch verwijderd als u de stroom uitzet.
69
Uw uitvoering opslaan
Het geheugen initialiseren
Hier wordt uitgelegd hoe u alle Songs die zijn opgeslagen in het interne geheugen, USB
geheugen (apart verkrijgbaar) of op floppy disk (apart verkrijgbaar) volledig kunt wissen.
NOTE
NOTE
fig.panel-deleteSong-e.eps
Op het moment dat een initialisatie wordt uitgevoerd, zullen alle Songs die in het geheugen zijn
opgeslagen gewist worden. De gewiste data kan niet hersteld worden, daarom raden wij u aan de
inhoud van het geheugen te controleren voordat u verder gaat.
Als u een nieuw USB geheugen (apart verkrijgbaar) of een nieuwe floppy disk (apart verkrijgbaar)
voor de eerste keer gebruikt, moet het USB geheugen of de floppy disk geinitialiseerd
(geformatteerd) worden voordat u het in gebruik neemt. Op de LX-10 kan een niet geinitialiseerd
USB geheugen of floppy disk niet gebruikt worden.
Voor details over de behandeling van USB geheugen kijkt u bij ‘Extern geheugen gebruiken’ (p.24).
1.Als u extern geheugen gaat initialiseren, sluit u het USB geheugen op de
externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Als u een floppy disk gaat initialiseren, sluit u de floppy disk drive op de
externe geheugen aansluiting aan, en steekt u de disk in de drive.
2.Druk op de [File] knop.
Het File Menu scherm verschijnt.
3.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Format Media’ te selecteren.
fig.d-FileMenuFormat.eps
70
Uw uitvoering opslaan
4.Druk op de [] knop.
Het Initialize Media scherm verschijnt.
fig.d-Format.eps
5.Gebruik de [-] [+] knoppen om te selecteren of u het interne geheugen,
externe geheugen (USB geheugen) of Disk (floppy disk) gaat
initialiseren.
6.Druk op de [] knop.
Een bevestigingsbericht verschijnt.
fig.d-Format2.eps
Als u de op [] knop drukt, keert u zonder te initialiseren naar het vorige scherm terug.
7.Druk op de [] knop.
Het initialiseren begint.
De volledige inhoud van het geheugen zal gewist worden.
NOTE
NOTE
NOTE
NOTE
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt weergegeven.
Wanneer ‘Error’ in het scherm wordt getoond, kijkt u bij ‘Storingsmeldingen’ (p.100).
Tijdens het initialiseren van het interne geheugen van de LX-10 worden geen andere instellingen
dan de inhoud van het interne geheugen geinitialiseerd. Als u andere instellingen dan de inhoud
van het interne geheugen opnieuw naar de fabrieksinstellingen wilt laten terugkeren, voert u de
Factory Reset operatie uit (p.90).
Schakel het USB geheugen nooit uit voordat de initialisatie is voltooid.
Terwijl een floppy disk wordt geinitialiseerd mag de floppy disk nooit uit de floppy disk drive
verwijderd worden en mag de kabel van de disk drive niet worden losgekoppeld.
71
Uw uitvoering opslaan
Opslaan en kopiëren
Een Song die u heeft opgenomen kan in het interne geheugen of USB geheugen worden
opgeslagen.
Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen kunnen naar extern geheugen, zoals USB
geheugen, worden gekopieerd.
fig.SongSaveCopy.eps
1
2
3
4
LX-10
Opgenomen song
OpslaanOpslaan
Kopiëren
Kopiëren
External Memory
LX-10
intern geheugen
USB geheugen, floppy disk
(apart verkrijgbaar)
Een opgenomen Song in het interne geheugen opslaan
• Een Song die u heeft opgenomen kan in de LX-10 worden opgeslagen, zodat deze niet zal
verdwijnen als u de stroom uitzet.
Een Song die u heeft opgenomen (maar niet opgeslagen) zal verdwijnen als u de stroom uitzet.
Echter, Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen zullen niet verdwijnen als u de stroom
uitzet. De volgende keer dat u de stroom aanzet kunnen deze Songs gespeeld worden en uw
uitvoeringen beluisterd worden.
Een opgenomen Song in USB geheugen opslaan
• Een door u opgenomen Song kan als reservekopie in het USB geheugen worden opgeslagen.
• Het is een goed idee om belangrijke data in USB geheugen op te slaan.
72
NOTE
Songs die vaak beluisterd worden in het interne geheugen opslaan
• Interne Songs, die u bijvoorbeeld aan het oefenen bent, kunnen in het interne geheugen worden
opgeslagen.
Geluidsdata of Songs van een muziek CD kunnen niet naar het interne geheugen worden
gekopieerd.
De Songs die u opneemt opslaan
Een door u opgenomen Song kan in het interne geheugen of USB geheugen (apart
verkrijgbaar) worden opgeslagen.
De Songs die u opneemt gaan verloren als u eenvoudigweg de stroom van de LX-10 uitzet
voordat deze zijn opgeslagen. Aangezien in het interne geheugen opgeslagen Songs niet
verloren gaan als de stroom wordt uitgezet, is het gemakkelijk om een Song in het interne
geheugen op te slaan als u deze wilt behouden.
fig.Panel-SaveSong-e.eps
Uw uitvoering opslaan
1.Als u de Song in USB geheugen wilt opslaan, sluit u het USB geheugen op
de externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Als u een Song op floppy disk wilt opslaan, sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen
aansluiting aan en steekt u een disk in de drive.
2.Druk op de [File] knop.
fig.d-FileMenu.eps
Het File Menu scherm verschijnt.
3.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Save Song’ te selecteren.
De Song naam bewerken
4.Druk op de [] knop.
fig.d-FileName.eps
Een scherm waarin de naam van de Song bewerkt kan worden verschijnt.
5.Gebruik de [-] [+] knoppen om het letterteken dat u wilt veranderen te
selecteren.
6.Gebruik de Tone knoppen om het type letterteken te selecteren.
73
Uw uitvoering opslaan
Knop[Piano][E. Piano][Organ][Strings][Voice]
LettertekenLettersCijfersSymbolenSpatie
7.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om het letterteken te veranderen.
8.Als de naam bewerkt is, drukt u op de [] knop.
Een scherm waarin u de opslagbestemming kunt kiezen verschijnt.
De opslagbestemming voor de Song selecteren
fig.d-FileSave2.eps
9.Gebruik de [-] [+] knoppen om te specificeren of u de Song in het interne
invoegen
Teken
verwijderen
geheugen (binnen de LX-10), extern geheugen (USB geheugen) of op
floppy disk wilt opslaan.
10.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om het nummer van de opslagbestemming
te accentueren.
fig.d-FileSave3.eps
11.Gebruik de [-] [+] knoppen om het nummer van de opslagbestemming te
selecteren.
De Song naam wordt rechts van het nummer getoond.
De weergave van ‘Empty’ als de Song naam betekent dat er onder dat nummer nog geen
Song is opgeslagen. Selecteer een nummer waarin nog geen Song is opgeslagen.
Als u een ongewenste Song wilt wissen en deze door de nieuw opgeslagen Song wilt
vervangen, selecteert u het nummer van de ongewenste Song.
De Song opslaan
12.Druk op de [] knop.
De Song wordt opgeslagen.
74
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt getoond.
Als u bij stap 11 een nummer selecteert waarin al een Song is opgeslagen, zal het volgende
bevestigingsbericht verschijnen als u bij stap 12 op de [] knop drukt.
fig.d-FileSave4.eps
Indien u besluit de Song niet op te slaan, drukt u op de [] knop.
Als u de eerder opgeslagen Song wilt wissen en deze door de nieuw opgeslagen Song wilt vervangen,
drukt u op de [] knop.
Een Song verwijderen
Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Song uit het interne geheugen, USB geheugen of van
floppy disk verwijderd kan worden.
Als u alle Songs uit het interne geheugen, USB geheugen of van floppy disk wilt
verwijderen, kijkt u bij ‘Het geheugen initialiseren’ (p.70).
fig.Panel-deleteSong-e.eps
Uw uitvoering opslaan
1.Als u een Song uit het USB geheugen verwijdert, sluit u het USB
geheugen op de externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Als u een Song van floppy disk verwijdert, sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen
aansluiting aan en steekt u de floppy disk in de drive.
2.Druk op de [File] knop.
Het File Menu scherm verschijnt.
3.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Delete Song’ te selecteren.
fig.d-FileMenuDel.eps
4.Druk op de [] knop.
Het Delete Song scherm verschijnt.
75
Uw uitvoering opslaan
fig.d-FileDelete.eps
De te verwijderen Song selecteren
5.Gebruik de [-] [+] knoppen om te selecteren of u een Song uit het interne
geheugen (het geheugen van de LX-10), extern geheugen (USB
geheugen) of van floppy disk gaat verwijderen.
6.Druk op de [▼] knop.
fig.d-FileDelete2.eps
7.Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song die u wilt verwijderen te
selecteren.
De Song verwijderen
8.Druk op de [] knop.
Een bevestigingsbericht verschijnt.
fig.d-FileDelete3.eps
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op de [] knop.
9.Druk op de [] knop.
De geselecteerde Song zal verwijderd worden.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt weergegeven.
76
Een Song kopiëren
Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen kunnen naar USB geheugen of floppy
disk worden gekopieerd.
Songs die in een USB geheugen apparaat of op floppy disk zijn opgeslagen, kunnen naar het
interne geheugen worden gekopieerd.
fig.Panel-SaveSong-e.eps
Uw uitvoering opslaan
Voorbereiding op het kopiëren
1.Sluit het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Anders sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen aansluiting
aan en steekt u de floppy disk in de drive.
2.Druk op de [File] knop.
Het File Menu scherm verschijnt.
3.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Copy Song’ te selecteren.
fig.d-FileMenuCopy.eps
4.Druk op de [] knop.
Het Song kopieerbron selectie scherm verschijnt.
fig.d-FileCopy.eps
77
Uw uitvoering opslaan
De te kopiëren Song selecteren
5.Gebruik de [-] [+] knoppen om het kopieerbron geheugen te selecteren.
6.Druk op de [▼] knop.
fig.d-FileCopy2.eps
7.Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song die u wilt kopiëren te selecteren.
Als u ‘Copy All’ selecteert, zullen alle Songs in het geheugen van de kopieerbron gekopieerd worden.
8.Druk op de [] knop.
Het Song kopieerbestemming selectie scherm verschijnt.
fig.d-FileCopy3.eps
9.Gebruik de [-] [+] knoppen om het nummer van de kopieerbestemming
te selecteren.
De Song naam wordt rechts van het nummer getoond.
De weergave van ‘Empty’ als de Song naam betekent dat er onder dat nummer nog geen Song is
opgeslagen. Selecteer een nummer waarin nog geen Song is opgeslagen.
Als u een ongewenste Song wilt wissen en deze door de nieuw gekopieerde Song wilt vervangen,
selecteert u het nummer van de ongewenste Song.
De Song kopiëren
10.Druk op de [] knop.
De geselecteerde Song zal gekopieerd worden.
NOTE
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt weergegeven.
Songs op geluidsdata kunnen niet gekopieerd worden.
78
Verscheidene instellingen
In de ‘Functie mode’ kunt u verscheidene instellingen voor het spelen en opnemen maken.
Basisbediening in de Functie mode
fig.Panel-Function-e.eps
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
Een scherm als het volgende verschijnt, en u bevindt zich
in de Functie mode.
fig.FuncMenu-d.eps
De [Effects] knop, [3D] knop en [] knop knipperen,
en de [▲] knop, [▼] knop en [Piano Designer] knoppen zijn
verlicht.
2.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om de instelling
die u wilt veranderen te selecteren.
3.Druk op de [] knop om naar het
instellingsscherm te gaan.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
De instellingen die u verandert keren naar hun
oorspronkelijke status terug als u de stroom
NOTE
uitzet. Als u wilt dat de veranderingen van kracht
blijven, ook nadat de stroom is uitgezet, voert u
de Memory Backup procedure uit (p.89) om de
instellingen op te slaan.
Instellingen die u kunt veranderen
FunctiePagina
Master Tuningp. 80
Equalizerp. 81
Part Mutep. 82
Accomp Trackp. 82
Play Modep. 82
CD/Audio Typep. 83
CD/Audio Syncp. 83
Metronome Soundp. 83
Metronome Patternp. 83
5.Druk op de [Piano Designer] knop om naar
het vorige scherm terug te keren.
Als u andere instellingen wilt maken, gaat u naar stap 2
terug en selecteert u de instelling die u wilt veranderen.
6.Druk op de [Piano Designer] knop om de
Functie mode te verlaten.
De indicators op de knoppen keren naar hun oorspronkelijke status terug.
Countdownp. 84
Countdown Soundp. 84
Countdown Partp. 84
Transpose Modep. 84
Octave Shiftp. 84
Fix Velocityp. 84
Damper Pedal Partp. 85
Center Pedal Partp. 85
79
Verscheidene instellingen
FunctiePagina
Center Pedal Funcp. 85
Stemming instellingen
Left Pedal Partp. 85
Left Pedal Funcp. 85
Local Controlp. 85
MIDI Transmit Ch.p. 86
Composer MIDI Outp. 86
USB Driverp. 87
Ext. Memory Modep. 87
Master Gainp. 88
3D Modep. 88
Track Assignp. 88
Lyricsp. 88
Recommended Tonep. 89
Languagep. 89
Memory Backupp. 89
Factory Resetp. 90
De toonhoogte afstemmen op die van
andere instrumenten (Master Tuning)
Als u samen met andere instrumenten speelt, en andere
soortgelijke situaties kunt u de standaard toonhoogte met die
van een ander instrument overeen laten komen.
De standaard toonhoogte refereert in het algemeen aan de
toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als u de middelste A
aanslaat. Voor een meer eenduidig ensemble geluid tijdens het
spelen met één of meer andere instrumenten, moet u zorgen dat
de standaard toonhoogte van elk instrument is afgestemd op die
van de andere instrumenten. Het op een standaard toonhoogte
afstemmen van alle instrumenten wordt ‘Master Tuning’
genoemd.
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode over.
2.Gebruik de [▲] knop om ‘Master Tuning’ te
selecteren.
fig.d-FuncMenu.eps
3.Druk op de [] knop om naar het
instellingsscherm te gaan.
fig.d-Tuning.eps
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de standaard
toonhoogte int e stellen.
Instellingen
415.3 Hz–440.0 Hz–466.2 Hz
Vanuit de fabriek is dit op ‘440.0 Hz’ ingesteld.
5.Druk twee keer op de [Piano Designer] knop
om de Functie mode te verlaten.
80
Equalizer instellingen
De equalizer instellingen veranderen
(Equalizer)
U kunt de equalizer gebruiken om het klankkarakter van het
geluid te wijzigen door alleen de lage frequentie of hoge
frequentiereeks van het geluid omhoog te duwen of te
reduceren.
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
2.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Equalizer’ te
selecteren.
3.Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-EQ-Off.eps
Verscheidene instellingen
7.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling
van het geselecteerde onderdeel te
veranderen.
OnderdeelWaardeOmschrijving
EQ Number 1–4
High Gain-12–+12 dB
High Freq
High Mid
Gain
High Mid
Freq
High Mid Q
1.25 k–16.0 k
(Hz)
-12–+12 dB
16–16.0 k (Hz)
0.5, 1.0, 2.0,
4.0, 8.0
Selecteert een set van te voren
ingesteld equalizer instellingen.
Past het niveau van de hoge frequentiereeks aan.
Frequentiepunt in de hoge frequentiereeks. Normaalgesproken verandert dit het niveau op
en boven deze frequentie.
Past het niveau van de midden
tot hoge frequentiereeks aan.
Frequentiepunt in de midden tot
hoge frequentiereeks. Dit verandert het niveau van de gespecificeerde bandbreedte die op deze
frequentie gecentreerd is.
Verandert de bandbreedte van
de midden tot hoge frequentiereeks. De bandbreedte die door
de regeling wordt beïnvloed
wordt smaller als de waarde toeneemt.
4.Druk op de [+] knop om ‘On’ te selecteren.
fig.d-EQ-On.eps
5.Druk op de [] knop.
Het equalizer instellingsscherm verschijnt.
fig.d-EQ-Number.eps
6.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om een
onderdeel te selecteren.
fig.d-EQ-Param.eps
Low Mid
Gain
Low Mid
Freq
Low Mid Q
Low Gain-12–+12 dB
Low Freq100–1.0 k (Hz)
NOTE
-12–+12 dB
16–16.0 k (Hz)
0.5, 1.0, 2.0,
4.0, 8.0
Het geluid kan vervormen als de gain waarde
wordt verhoogd. In dat geval verlaagt u de
Master Gain (p.88).
Past het niveau van de lage frequentiereeks tot de middenreeks aan.
Frequentiepunt in de lage frequentiereeks tot middenreeks.
Dit verandert het niveau van de
gespecificeerde bandbreedte
die op deze frequentie is gecentreerd.
Verandert de bandbreedte van
de lage frequentiereeks tot middenreeks. De bandbreedte die
door de regeling wordt beïnvloed wordt smaller als de
waarde toeneemt.
Past het niveau van de lage frequentiereeks aan.
Frequentiepunt in de lage frequentiereeks. Normaalgesproken verandert dit het niveau op
en onder deze frequentie.
81
Verscheidene instellingen
Kanaal 1
Kanaal 2
:
Kanaal 10
Strijkers
Bas
:
Drums
:
Kanaal 16
:
Gitaar
Instellingen voor het afspelen
Bepalen welke onderdelen te horen
zijn (Part Mute)
Voor elk onderdeel van de Song data kunt u specificeren of dit al
dan niet hoorbaar zal zijn.
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode over.
2.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Part Mute’
te selecteren.
3.Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-PartMute.eps
De meeste commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden
bestaan uit zestien kanalen (gedeeltes).
Elk kanaal bevat een aparte uitvoering, bijvoorbeeld kanaal 1
kan strijkers bevatten en kanaal 2 bas, met de drums op
kanaal 10. De Song data bestaat uit deze 16 kanalen met
uitvoeringen, die tegelijkertijd worden afgespeeld.
fig.MelodyChannel.eps
De [Accomp] knop gebruiken om het
gedeelte dat gedempt wordt te
veranderen (Accomp Track)
4.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om een gedeelte
te selecteren.
5.Gebruik de [-] [+] knoppen om de afspeel
status voor elk gedeelte te selecteren.
Als u op de [+ knop drukt zal een ‘M’ links van het geselecteerde gedeelte verschijnen, en dat gedeelte wordt
gedempt (mute, niet hoorbaar). Als u de [+] knop nogmaals
indrukt, wordt de demping opgeheven.
fig.d-PartMute2.eps
Als u op de [-] knop drukt, verschijnt een ‘M’ links van de
andere gedeeltes dan het geselecteerde gedeelte, en
alleen het geselecteerde gedeelte zal hoorbaar zijn (solo).
Druk nogmaals op de [-] knop om deze instelling op te
heffen.
fig.d-PartMute3.eps
Hier ziet u hoe u het gedeelte dat gedempt wordt kunt
veranderen als u de [Accomp] knop indrukt en zijn verlichting
uitzet.
InstellingOmschrijving
Accomp &
Rhythm
Accomp
Rhythm
NOTE
De verandering die u in deze instelling maakt wordt
niet toegepast totdat u een Song selecteert.
Zowel de begeleiding als het ritme worden
gedempt.
Alleen de begeleiding wordt gedempt.
(Het ritme wordt niet gedempt).
Alleen het ritme wordt gedempt.
(De begeleiding wordt niet gedempt).
De Song afspeelmethode veranderen
(Play Mode)
U kunt kiezen op welke manier Songs op de LX-10 worden
afgespeeld: één Song tegelijk of alle Songs aaneengeschakeld.
InstellingOmschrijving
Songs worden één voor één afgespeeld.
One Song
Als de geselecteerde Song tot het eind is
gespeeld, stopt het afspelen.
82
All Song
Alle interne preset Songs, alle Songs in het
interne geheugen of alle Songs in het USB
geheugen worden onafgebroken aaneengeschakeld afgespeeld.
Verscheidene instellingen
De CD instellingen
veranderen
Instellen welk type CD afgespeeld
wordt (CD/Audio Type)
De LX-10 kan het gebruikte CD type mogelijk niet correct
herkennen. In dit soort gevallen kunt u het CD type handmatig
specificeren.
WaardeOmschrijving
Auto
Type A
Type B
Stereo
Het CD type wordt automatisch gedetecteerd.
Algemene Cd’s voor Player Piano bevatten
geluids- en MIDI data, en het data formaat
kan per CD verschillen. Als het data formaat
van de CD niet met de instellingen van de
LX-10 overeenkomt, zal een ‘bliep’ klinken.
Bepaalde algemene Piano Player Cd’s kunnen op de LX-10 niet gespeeld worden.
Commerciële Audio CD.
(Andere Cd’s dan die op gebruik met de
Player Piano ontworpen zijn).
Metronoom instelling
Het geluid van de metronoom
veranderen (Metronome Sound)
Het geluid dat door de metronoom wordt gespeeld kan
veranderd worden. De metronoom zal te horen zijn als u naar het
instellingsscherm gaat.
De manier waarop de metronoom de
maat aangeeft veranderen
(Metronome Pattern)
U kunt de metronoom instellen op het spelen van nog kleinere
intervallen.
De metronoom zal te horen zijn als u naar het instellingsscherm
gaat.
NOTE
Sommige commerciële Player Piano Cd’s kunnen niet
op de LX-10 worden gespeeld.
De timing van de piano en de
begeleiding synchroniseren (CD/
Audio Sync)
Omdat bepaalde Cd’s gemaakt zijn voor gebruik met de Player
functie, kan de timing van de piano en begeleidingsgeluiden
mogelijk niet gesynchroniseerd zijn.
U kunt echter de piano en begeleiding synchroniseren.
WaardeOmschrijving
0–100
Het pianogeluid wordt sterker vertraagd
naarmate de waarde toeneemt.
InstellingOmschrijving
NormalNormaal geluid
Gepuncteerde halve noot
Halve noot
Gepuncteerde kwartnoot
Kwartnoot
Gepuncteerde achtste noot
Achtste noot
Zestiende noot
Double
Triplet
Shuffle
NOTE
De metronoom zal niet klinken als u geluidsdata of een
Song van een muziek CD speelt.
Noot die aan de back beat van de eerste
maat wordt toegevoegd
Toegevoegde noten laten de eerste maat als
triool horen
Noten toegevoegd om een shuffle te
creëren
83
Verscheidene instellingen
Een aftelling laten klinken voordat de
melodie begint (Countdown)
Een ‘Countdown’ is als een aftelling klinkt aan het eind van de
introductie van de Song (voordat u op het toetsenbord begint te
spelen). Als u met de Song meespeelt, kan het laten klinken van
een aftelling handig zijn om uw timing beter met de Song
overeen te laten komen.
InstellingOmschrijving
OnEen aftelling wordt gespeeld.
OffEr wordt geen aftelling gespeeld.
Het geluid van de Countdown
selecteren (Countdown Sound)
U kunt het geluid selecteren dat voor de aftelling wordt gebruikt.
Geluid
Stem (Engels), stem (Japans)
U kunt de Key Transpose gebruiken om de toonhoogte van zowel
de Song als het toetsenbord, de toonhoogte van alleen de Song
of die van alleen het toetsenbord te veranderen.
→ Key Transpose (p.38), Playback Transpose (p.58)
InstellingOmschrijving
KeyboardOmschrijving
SongToetsenbord noten
Keyboard & SongAfspeelgeluid van de Song
De toonhoogte van het geluid in
stappen van octaven veranderen
(Octave Shift)
U kunt de toonhoogte van de Tone 2 in Dual Play (p.42) en Lower
Tone in Split Play (p.45) met één octaaf tegelijk veranderen.
Het op deze manier veranderen van de toonhoogte in eenheden
van octaven wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte van de Lower Tone in
dezelfde toonhoogte als die van de Upper Tone in Split Play
veranderen.
Het onderdeel dat de aftelling zal
beginnen selecteren (Countdown
Part)
Specificeert het onderdeel dat het begin van de uitvoering
bepaalt wanneer een aftelling (Countdown) wordt toegevoegd.
Het aftelgeluid zal klinken voordat het geselecteerde onderdeel
begint te spelen.
InstellingOmschrijving
Right & Left
Track
Left TrackLinkerhand gedeelte van een Song
Right TrackRechterhand gedeelte van een Song
Part 1–16Part 1–16
NOTE
Als u een andere Song selecteert, keert deze instelling
naar ‘Right & Left Track’ terug.
Rechter en linkerhand gedeeltes van een
Song
Toetsenbord instellingen
Specificeren waar de Key Transpose
Instelling
-2–0–+2
De reeks voor beschikbare toonhoogte verandering reikt van
twee octaven hoger tot twee octaven lager.
De toonhoogte wordt één octaaf verlaagd, elke keer dat de [-]
knop wordt ingedrukt, terwijl elke druk op de [+] knop de
toonhoogte met één octaaf verhoogt.
Om naar de oorspronkelijke toonhoogte terug te keren drukt u
de [-] en [+] knoppen tegelijk in.
De Velocity veranderen als Key Touch
op ‘Fixed’ is ingesteld (Fix Velocity)
Hiermee wordt de Velocity die het geluid zal hebben als de
Keyboard Touch (p.32) op ‘Fixed’ is ingesteld.
Als u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord op ‘Fixed’
instelt, klinken alle noten op een vaststaand volume, ongeacht
hoe sterk u de toetsen op het toetsenbord aanslaat. De hieronder
beschreven instelling specificeert de luidheid in dit geval.
Instelling
1–127
effect op heeft (Transpose Mode)
Deze instelling specificeert waarop de Key Transpose van invloed
is.
84
Pedaal instellingen
(1)
MIDI
MIDI
MIDI
MIDI
(2)
IN
IN
OUT
OUT
Sequencer
Geheugen
Geluidsgenerator
Elke gespeelde noot klinkt twee keer
Soft Thru On
Local On
Local On
Geluid wordt uitgezonden
Geluidsgenerator
De manier waarop de pedaal effecten
worden toegepast veranderen (Damper/
Center/Left Pedal Part)
Verscheidene instellingen
FunctieOmschrijving
Als het pedaal wordt ingedrukt wordt een
geluid op één octaaf hoger toegevoegd.
Octave
* De Octave functie kan niet toegepast worden
als Twin Piano (p.40), Dual Play (p.42) of Split
Play (p.45) wordt gebruikt.
Als u het pedaal tijdens Dual Play of Split Play indrukt, wordt het
pedaal effect normaalgesproken op beide geluiden toegepast,
maar u kunt ook het geluid selecteren waarop u wilt dat het
effect wordt toegepast. Deze instelling kan voor elk pedaal
veranderd worden.
InstellingOmschrijving
Right & LeftAlle beschikbaar
Right
Left
Alleen op Tone 1 toegepast (in Dual mode/
rechterhand geluid in Split mode)
Alleen op Tone 2 toegepast (in Dual mode /
rechterhand geluid in Split mode)
De manier waarop de pedalen werken
veranderen (Center/Left Pedal Func)
Als u de stroom aanzet functioneert het linker pedaal als het soft
pedaal en het middelste pedaal als het sostenuto pedaal (p.22). U
kunt de functie van het pedaal in een verscheidenheid aan andere
operaties veranderen.
FunctieOmschrijving
MIDI instellingen
Hier kunnen verscheidene aan MIDI gerelateerde instellingen
voor de LX-10 worden gemaakt.
Meer over MIDI vindt u bij ‘MIDI apparaten aansluiten’ (p.94).
Verdubbelde noten voorkomen wanneer
een sequencer is aangesloten (Local Control)
Als u een MIDI sequencer heeft aangesloten, stelt u deze
parameter op Local Off in.
Aangezien de Thru functie van de sequencer gewoonlijk is
ingeschakeld, worden noten die op het toetsenbord worden
gespeeld of door de recorder worden afgespeeld via de twee
routes (1) en (2) die in de illustratie worden getoond naar de
geluidsgenerator gestuurd, waardoor noten twee keer klinken of
op onnatuurlijke wijze worden afgekapt. Om dit te voorkomen
wordt de instelling genaamd ‘Local Off’ gebruikt om route van (1)
los te koppelen.
fig.LocalCntr.e
DamperStelt de functie op demper pedaal in.
SoftStelt de functie op soft pedaal in.
SostenutoStelt de functie op sostenuto pedaal in.
ExpressionHet volume kan bestuurd worden.
Play/Stop
Effect Sw
Bend Up
Bend Down
Modulation
Layer
Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[] knop.
Effecten kunnen aan en uitgezet worden
door het pedaal, in plaats van de [Effects]
knop in te drukken. Als het effect type
Rotary is, kan het snel/langzaam ronddraaien worden bestuurd.
Toonhoogte stijgt door het pedaal in te
drukken.
Toonhoogte daalt door het pedaal in te
drukken.
Vibrato wordt toegevoegd door het pedaal
in te drukken.
Als het pedaal wordt ingedrukt wordt Tone
2 opgestapeld, gebruikt voor Dual Play. *
De Layer functie kan alleen toegepast worden als Dual Play wordt gebruikt (p.42).
Local On: het toetsenbord en de recorder zijn met de interne
geluidsgenerator verbonden.
fig.LocalOn.e
Local Off: het toetsenbord en de recorder zijn niet met de
interne geluidsgenerator verbonden. Wanneer het
toetsenbord wordt bespeeld zal er geen geluid
geproduceerd worden.
85
Verscheidene instellingen
fig.LocalOff.e
InstellingOmschrijving
On
Off
Geen geluid geproduceerd
Geluidsgenerator
Local Off
De instelling is Local On.
Het toetsenbord en de recorder zijn met de
interne geluidsgenerator verbonden.
De instelling is Local Off.
Het toetsenbord en de recorder zijn niet met
de interne geluidsgenerator verbonden.
Als het toetsenbord wordt bespeeld of een
Song wordt afgespeeld zal er geen geluid
worden geproduceerd.
MIDI zendkanaal instellingen (MIDI
Transmit Ch.)
Overige instellingen
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK)
Als de LX-10 op een V-LINK compatibel beeldapparaat wordt
aangesloten kunnen de afbeeldingen met de LX-10 worden
bestuurd.
NOTE
helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit voordat
u aansluitingen maakt.
Wat is de V-LINK?
V-LINK () is een functie waarmee muziek en
afbeeldingen samen afgespeeld kunnen worden. Met gebruik
van MIDI om twee of meer V-LINK compatibele apparaten te
verbinden, kunt u op eenvoudige wijze genieten van een brede
reeks visuele effecten die met de expressieve elementen van een
muziekuitvoering zijn verbonden.
Hoe de V-LINK wordt gebruikt
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen zet u het volume altijd
Deze instelling specificeert het MIDI kanaal waarop de LX-10
verzendt.
MIDI gebruikt zestien ‘MIDI kanalen’, genummerd 1 tot 16.
Door MIDI apparaten aan te sluiten en het geschikte MIDI kanaal
voor elk apparaat te specificeren, kunt u geluiden spelen of
selecteren op deze apparaten.
De LX-10 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
Instellingen (kanaal)
Off, 1–16
Als u dit op ‘Off’ instelt, zal de LX-10 geen MIDI data
verzenden.
Voor details over het aansluiten van MIDI apparaten
kijkt u bij ‘MIDI apparaten aansluiten’ (p.94).
Opgenomen uitvoeringsdata naar
een MIDI apparaat sturen (Composer
MIDI Out)
Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u
uitvoeringsdata die met de LX-10 is opgenomen naar een
aangesloten MIDI apparaat of een computer sturen.
InstellingOmschrijving
OnUitvoeringsdata wordt verzonden.
OffUitvoeringsdata wordt niet verzonden.
1.Druk op de [V-LINK] knop om de V-LINK
functie aan of uit te zetten.
InstellingOmschrijving
OnDe V-LINK functie is ingeschakeld.
OffDe V-LINK functie is uitgeschakeld.
Als de V-LINK functie is ingeschakeld, verschijnt het V-LINK
icoon in het scherm.
fig.VLinkIcon.eps
U kunt de beelden besturen met gebruik van de laagste
twaalf toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord.
C1 D1 E1 F1 G1A0
B0
A0 – G1#
NOTE
Terwijl V-LINK is ingeschakeld wordt er geen geluid
geproduceerd als u één van de twaalf laagste toetsen
aan de linkerkant van het toetsenbord indrukt.
86
Verscheidene instellingen
Het V-LINK overdracht kanaal
specificeren
Hier ziet u hoe het kanaal waarop berichten voor besturing van
video verzonden zullen worden wordt gespecificeerd.
1.Terwijl u de [V-LINK] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de [-] [+] knoppen.
Het scherm waarin het V-LINK transmissie kanaal ingesteld
kan worden verschijnt.
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om het
transmissie kanaal te specificeren.
Instelling
1–16
Vanuit de fabriek is dit op ‘16’ ingesteld.
De USB driver instellingen
veranderen (USB driver)
Normaalgesproken hoeft u geen driver te installeren om de
LX-10 met een computer te verbinden. Wanneer zich echter een
probleem voordoet of als de uitvoering ondermaats is, kan
gebruik van de Roland originele driver het probleem mogelijk
oplossen.
Specificeer de USB driver die u wilt gebruiken, en installeer dan
de driver.
InstellingOmschrijving
Kies dit als u de standaard USB driver die bij
Generic
Original
Als u deze instelling verandert, start u het apparaat opnieuw op.
Voor details over het downloaden en installeren van de
Roland originele driver raadpleegt u de Roland
website.
Roland website:
http://www.rolandce.com/
Voor details over het aansluiten van een computer via
de USB aansluiting kijkt u bij ‘Een computer aansluiten’
(p.95).
Deze instelling wordt onthouden, ook nadat de stroom
is uitgezet.
de computer hoort wilt gebruiken.
Normaalgesproken gebruikt u deze mode.
Kies dit als u een USB driver wilt gebruiken
die van de Roland website gedownload kan
worden.
De externe geheugen instelling
veranderen (Ext. Memory Mode)
In sommige gevallen, als een USB geheugen op de externe
geheugen aansluiting is aangesloten, kan het laden van data
langer duren of kan data mogelijk niet geladen worden. Als dit
gebeurt kunt u het probleem proberen op te lossen door de
instelling van het externe geheugen te veranderen.
Instelling
Mode 1, Mode2
Als u deze instelling verandert, start u het apparaat opnieuw op.
Deze instelling wordt onthouden, ook nadat de stroom
is uitgezet.
87
Verscheidene instellingen
Het volume aanpassen (Master Gain)
Als u de LX-10 via een aangesloten extern systeem speelt,
kunnen er gevallen zijn waarbij het volume van het externe
systeem te laag is, zelfs als de [Volume] knop van de LX-10 op
maximaal is ingesteld. In dit soort gevallen kunt u de Master Gain
instelling als volgt aanpassen.
Het aanpassen van de Master Gain is ook van invloed op het
volume van de interne luidsprekers en de koptelefoon.
NOTE
-12–0–12 dB
Het geluid kan vervormen als het volume overmatig
wordt verhoogd.
Instelling
De manier waarop Grand Space wordt
toegepast veranderen (3D Mode)
Dit specificeert hoe 3D Sound Control (p.33) zal worden
toegepast.
InstellingOmschrijving
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt
het diepte effect geoptimaliseerd voor de
Auto
Speaker
Headphones
koptelefoon, en als er geen koptelefoon is
aangesloten wordt de optimale diepte voor
luidsprekers toegepast.
De optimale diepte voor luidsprekers wordt
gebruikt of er nu wel of niet een koptelefoon
wordt gebruikt.
3D Sound Control wordt toegepast op de
geluidsuitvoer via de Output aansluitingen,
hetgeen het gemakkelijke maakt om via
luidsprekers die op de Output aansluitingen
zijn aangesloten te spelen.
De optimale diepte voor een koptelefoon
wordt gebruikt of er nu wel of geen koptelefoon is aangesloten.
De Parts die tijdens SMF afspelen aan
de Track knoppen zijn toegewezen
veranderen (Track Assign)
Wanneer SMF muziekbestanden voor Roland Piano Digital
instrumenten worden afgespeeld (p.110) is het linkerhand
gedeelte normaalgesproken aan de Track [Left] knop
toegewezen, en het rechterhand gedeelte aan de Track [Right]
knop. Echter, toewijzingen voor linkerhand en rechterhand
gedeeltes kunnen in bepaalde SMF muziekbestanden verschillen.
Als deze op ‘Auto’ zijn ingesteld, en u als resultaat de Track
knoppen niet kunt gebruiken voor besturing van de linker en
rechterhand gedeeltes (p.54), verandert u de instelling in ‘2/1
Part’ of ‘3/4 Part’.
NOTE
Auto
2/1 Part
3/4 Part
NOTE
Deze instelling kan voor andere SMF formaat Songs
dan de interne preset Songs worden gebruikt. Dit is
niet van invloed op interne preset Songs.
InstellingOmschrijving
Het gedeelte dat aan elke Track wordt toegewezen wordt automatisch bepaald,
afhankelijk van het songbestand.
Wijst Part 1 aan de [Right] knop toe, Part 2
aan de [Left] knop en de resterende gedeeltes aan de [Accomp] knop toe.
Wijst Part 4 aan de [Right] knop toe, Part 3
aan de [Left] knop en de resterende gedeeltes aan de [Accomp] knop toe.
Nadat deze instelling is veranderd, probeert u de Song
nogmaals te selecteren.
De weergave van tekst aan/uitzetten
(Lyrics)
Hiermee kunt u specificeren of tekst in het scherm weergegeven
zal worden als u songdata die tekst bevat afspeelt.
U kunt een in de winkel verkrijgbare USB CD drive op de LX-10
aansluiten, en apart verkrijgbare Cd-rom’s, gecreëerd voor de
VIMA (VIMA TUNES), afspelen.
Songs op VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) worden geprogrammeerd
met voor elke Song geschilte ‘aanbevolen geluiden’.
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert,
worden aanbevolen geluiden aan de [Strings], [Voice] en [Others]
knoppen van de LX-10 toegewezen, en deze drie Tone knoppen
knipperen.
Als u een knipperende Tone knop indrukt, wordt het aanbevolen
geluid geselecteerd, zodat u de geselecteerde Song kunt spelen
met gebruik van een bijpassen geluid tijdens het afspelen.
U kunt de LX-10 zo instellen dat de aanbevolen geluiden
automatisch worden toegewezen of niet worden toegewezen.
InstellingOmschrijving
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA
On
Off
TUNES) selecteert, worden aanbevolen
geluiden aan de [Strings], [Voice] en [Others]
Tone knoppen van de LX-10 toegewezen.
De aanbevolen geluiden worden niet
gebruikt, en alleen de interne geluiden van
de LX-10 kunnen geselecteerd worden.
De instellingen onthouden
(Memory Backup)
Normaalgesproken keren de instellingen van de verscheidene
variaties naar hun standaard waardes terug als de stroom wordt
uitgezet. U kunt echter specificeren dat de verscheidene
instellingen onthouden worden, zelfs nadat de stroom is
uitgezet.
Deze functie wordt ‘Memory Backup’ genoemd.
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode.
2.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Memory
Backup’ te selecteren.
fig.d-FuncMenu-Backup.eps
3.Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Backup.eps
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.
De taal die in het scherm wordt
weergegeven veranderen (Language)
De taal die in het scherm wordt weergegeven kan veranderd
worden.
Instellingen
Engels, Japans
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u
op de [Piano Designer] knop.
4.Als u zeker weet dat u Memory Backup wilt
uitvoeren, drukt u op
Een bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.d-Backup2.eps
[].
5.Druk op de [] knop.
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u
op de [] knop.
Nadat de Memory Backup operatie is voltooid, zal het
Functie mode menu opnieuw verschijnen.
NOTE
Voor details over onderdelen die onthouden worden
raadpleegt u ‘Parameters die in Memory Backup
worden opgeslagen’ (p.109).
89
Verscheidene instellingen
De instellingen in de fabrieksstatus
terugzetten (Factory Reset)
De instellingen die u in de Functie mode heeft veranderd,
kunnen op de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Deze
operatie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Voer deze operatie uit als u de instellingen die met gebruik van
Memory Backup zijn opgeslagen naar hun oorspronkelijke status
wilt laten terugkeren.
NOTE
Als ‘Factory Reset’ wordt uitgevoerd, worden alle
instellingen die u tot dat moment heeft opgeslagen
opgeschoond, en op de fabrieksinstelling teruggezet.
Als deze operatie wordt uitgevoerd worden geen
Songs uit het interne geheugen of USB geheugen
gewist.
Om alle Songs uit het interne geheugen van de LX-10
en het USB geheugen wilt wissen, kijkt u bij ‘Het
geheugen initialiseren’ (p.70).
4.Als u zeker weet dat u Factory Reset wilt
uitvoeren, drukt u op
Een bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.d-Reset2.eps
[].
5.Druk op de [] knop.
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u
op de [] knop.
Nadat de Factory Reset is voltooid, verschijnt het volgende
in het scherm.
fig.d-Reset3.eps
1.Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode.
2.Gebruik de [▲] [▼] knoppen om ‘Factory
Reset’ te selecteren.
fig.d-FuncMenu-Reset.eps
3.Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Reset.eps
6.Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
7.Zet de stroom uit, en dan weer aan.
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u
op de [Piano Designer] knop.
90
De knoppen uitschakelen (Panel
Lock)
Als u de Panel Lock functie activeert, worden alle knoppen
vergrendeld en buiten functie gesteld. U kunt dit gebruiken om
te voorkomen dat een kind de instellingen per ongeluk verandert
door onbedoeld de knoppen in te drukken.
1.Druk de [V-LINK] en de [File] knoppen
tegelijk in.
Panel Lock wordt geactiveerd.
Het symbool van een sleutel verschijnt rechts boven in het
scherm, en alle knoppen zijn uitgeschakeld.
Verscheidene instellingen
De Panel Lock functie opheffen
Druk de [V-LINK] en [File] knoppen nogmaals
tegelijk in.
Panel Lock wordt opgeheven als de stroom wordt
uitgezet.
91
Andere apparaten aansluiten
Geluidsapparatuur aansluiten
U kunt geluidsapparaten aansluiten om het geluid van de LX-10
via de luidsprekers van het geluidssysteem af te spelen of om uw
uitvoering op een cassetterecorder of ander opname apparaat
op te nemen.
Gebruik phone plug geluidskabels (apart verkrijgbaar) om
aansluitingen te maken.
NOTE
Voordat geluidskabels op het onderpaneel (de
achterste rand van de LX-10 onderkant) worden
aangesloten, dient de bovenplaat verwijderd te
worden (p.18).
Luidsprekers op de LX-10 aansluiten en geluiden uitsturen
926a
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden
gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de
ingangsjacks is aangesloten te laag zijn. Als dit het geval
is, gebruikt u kabels die geen weerstanden bevatten.
* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen zet u het volume altijd helemaal
laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit voordat u
aansluitingen maakt.
Uitgangsjacks
1.Zet het volume van de LX-10 en het apparaat
dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2.Zet de stroom van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers uit.
3.Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar)
om de aansluiting te maken.
4.Zet de LX-10 aan.
5.Zet de aangesloten luidsprekers aan.
Versterkte luidsprekers,
geluidssysteem, enz.
Ingang (Line In)
De stroom uitzetten
1.Zet het volume van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers helemaal laag.
2.Zet de aangesloten luidsprekers uit.
3.Zet de LX-10 uit.
6.Pas het volumeniveau van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers aan.
Als u op het LX-10 toetsenbord speelt, wordt het geluid nu
via de aangesloten luidsprekers gespeeld.
92
Geluiden van een geluidsapparaat via de LX-10 spelen
Ingangsjacks
Andere apparaten aansluiten
Geluidssysteem, enz.
Uitgang (Line Out)
1.Zet het volume van de LX-10 en het apparaat
dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2.Zet de stroom van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers uit.
3.Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar)
om de aansluiting te maken.
4.Zet het aangesloten geluidsapparaat aan.
5.Zet de LX-10 aan.
6.Pas het volumeniveau van de LX-10 en het
aangesloten geluidsapparaat aan.
De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat worden
nu door de LX-10 gespeeld.
Pas het volume aan met gebruik van de regelaars van
het geluidsapparaat.
RCA pin-type ingangsjacks bevinden
zich links onder aan de voorkant van
de LX-10.
Deze bieden een gemakkelijke
manier om draagbare
geluidsapparaten aan te sluiten.
De stroom uitzetten
1.Zet het volume van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers helemaal laag.
2.Zet de LX-10 uit.
3.Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
93
Andere apparaten aansluiten
MIDI apparaten aansluiten
Door een extern MIDI apparaat aan te sluiten en uitvoeringsdata
uit te wisselen, kan het ene apparaat vanaf het andere worden
bestuurd. U kunt bijvoorbeeld geluid van het ene apparaat
uitsturen of van geluiden veranderen op het andere apparaat.
Wat is MIDI?
MIDI, een afkorting van ‘Musical Instrument Digital Interface’
werd ontwikkeld als een universele standaard voor de
uitwisseling van uitvoeringsdata tussen elektronische
muziekinstrumenten en computers.
De LX-10 is uitgerust met MIDI aansluitingen voor het
uitwisselen van uitvoeringsdata met externe apparaten.
Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de LX-10
op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog grotere
veelzijdigheid.
Een computer op de LX-10
Geluiden van een MIDI geluidsmodule
produceren door de LX-10 te bespelen
MIDI Out
aansluiting
aansluiten
MIDI kabel
MIDI
THRUOUT
IN
MIDI geluidsmodule
De aansluiting maken
1.Zet het volume van de LX-10 en het MIDI
MIDI Out/In
aansluiting
apparaat dat u gaat aansluiten helemaal
laag.
2.Zet de LX-10 en het MIDI apparaat dat u gaat
aansluiten uit.
3.Gebruik een MIDI kabel (apart verkrijgbaar)
MIDI kabel
om de MIDI aansluitingen met elkaar te
verbinden.
4.Zet de LX-10 en het aangesloten apparaat
MIDI
OUT
IN
aan.
NOTE
94
MIDI sequencer
Als de LX-10 op een MIDI sequencer is aangesloten,
stelt u deze op ‘Local Off’ in. Zie ‘Verdubbelde noten
voorkomen wanneer een sequencer is aangesloten
(Local Control)’.
5.Pas het volumeniveau op de LX-10 en het
aangesloten apparaat aan.
6.U dient zonodig ook het MIDI zendkanaal in
te stellen.
Voor details over het MIDI zendkanaal kijkt u bij ‘MIDI
zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Ch.)’ (p.86).
Een computer aansluiten
Andere apparaten aansluiten
Het volgende wordt mogelijk als een USB kabel (apart
verkrijgbaar) tussen de USB (MIDI) aansluiting op het
onderpaneel van de LX-10 (voorpaneel links) en de USB
aansluiting van de computer is aangesloten.
• U kunt de LX-10 gebruiken om geluiden van SMF
muziekbestanden, afgespeeld met MIDI software te spelen.
• Door MIDI data met sequencer software uit te wisselen, kunt
u op de LX-10 opgenomen Songs op de computer opslaan,
en genieten van een verscheidenheid aan muzikale
regelingen en bewerkingsmogelijkheden.
Sluit de LX-10 op een computer aan, zoals hieronder wordt
getoond.
Als de verbinding met de computer is
mislukt…
Normaalgesproken hoeft u geen driver te installeren om de
LX-10 met een computer te verbinden. Wanneer zich echter een
probleem voordoet of als de uitvoering ondermaats is, kan
gebruik van de Roland originele driver het probleem mogelijk
oplossen.
Voor details over het downloaden en installeren van de Roland
originele driver kijkt u op de Roland website.
Roland website: http://www.rolandce.com/
Specificeer de USB driver die u wilt gebruiken en installeer dan de
driver. Voor details, zie ‘De USB driver instellingen veranderen
(USB Driver)’ (p.87).
Waarschuwing
• Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen zet u het volume altijd
helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit,
voordat u aansluitingen maakt.
USB aansluiting
Computer
USB kabel
USB
aansluiting
• Raadpleeg de Roland website voor systeemvereisten.
Roland website: http://www.rolandce.com/
• Alleen MIDI data kan met gebruik van USB worden
overgedragen.
• USB kabels zijn niet bijgeleverd. Ga naar een Roland
handelaar als u deze wilt aanschaffen.
• Zet de stroom van de LX-10 aan voordat u MIDI
toepassingen op de computer opstart. Zet de LX-10 niet
aan of uit, terwijl een MIDI toepassing in werking is.
95
Probleemoplossing
Als u een probleem vermoedt, leest u dit eerst.
SymptoomOorzaak/actiePagina
Stroom gaat niet aanIs het netsnoer correct aangesloten?p. 18
Aangezien de LX-10 een liquid crystal scherm gebruikt, kan het gebeuren dat
Er verschijnt niets in het scherm
tekst of afbeeldingen niet in het scherm verschijnen als de temperatuur onder nul
graden Celsius ligt.
—
Pedaal werkt niet of ‘blijft
hangen’
Kan niet lezen uit/opslaan in USB
geheugen
Een ‘brom’ van een extern
apparaat is hoorbaar
Apparaat aangesloten op de
ingangsjacks heeft onvoldoende
volume
Geen geluid
Is het pedaal correct aangesloten?
Steel de kabel stevig in de pedaal aansluiting.
Als u de pedaal kabel uit de LX-10 haalt, terwijl de stroom aan is, kan het pedaal
effect in de ‘On’ status blijven ‘hangen’.
U moet de LX-10 uitzetten voordat de pedaal kabel wordt ingestoken of
losgekoppeld.
Als u de functie van het soft pedaal of sostenuto pedaal heeft veranderd, zullen
deze pedalen niet als het soft pedaal of sostenuto pedaal functioneren.
Gebruikt u een (optioneel) Roland USB geheugen?
Betrouwbare werking kan niet gegarandeerd worden als u geen producten van
Roland gebruikt.
Als het lezen van of opslaan in USB geheugen niet slaagt, verandert u de External
Memory instelling.
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten?
Als u externe apparaten aansluit, zorg dan dat deze in hetzelfde stopcontact
worden gestoken.
Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat?
Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand.
p. 18
—
p. 85
—
p. 87
—
—
Geen geluidsdata
Geen geluid als een Song wordt
afgespeeld
Geen geluid van de laagste
toetsen aan de linkerkant van
het toetsenbord
Is de luidsprekerkabel correct aangesloten?p. 18
Kan het volume van de LX-10 of het volume van aangesloten apparatuur laag
gedraaid zijn?
Is een koptelefoon aangesloten?
Is er een plug in de koptelefoon jack gestoken?
De luidsprekers produceren geen geluid als een koptelefoon of plug in de
koptelefoon jack is gestoken.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld?
Als Local Control op ‘Off’ staat, wordt er geen geluid geproduceerd wanneer het
toetsenbord wordt bespeeld.
Zet Local Control op ‘On’.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld?
Als Local Control op ‘Off’ staat, wordt er geen geluid geproduceerd als een Song
wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Kan het volume op ‘0’ zijn ingesteld?p. 55
Is V-LINK ingeschakeld?
Als V-LINK is ingeschakeld, worden de laagste twaalf noten van het toetsenbord
gebruikt voor besturing van het beeld, en zullen geen geluid produceren.
p. 21
p. 23
p. 85
p. 85
p. 86
96
SymptoomOorzaak/actiePagina
Geen geluid (als een MIDI
apparaat is aangesloten)
Niet alle noten die u speelt zijn te
horen
Noten klinken niet juist
Geluid is niet hard genoeg.
Alleen de hoge geluiden zijn
hoorbaar
Probleemoplossing
Zijn alle apparaten aangezet?—
Zijn de MIDI kabels op juiste wijze aangesloten?p. 94
Komen de MIDI kanalen van de LX-10 en het aangesloten apparaat overeen?p. 86
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 noten. Als u met een Song meespeelt
en zwaar gebruikmaakt van het demper pedaal, kan het aantal noten dat de LX10 probeert te produceren de maximale polyfonie overschrijden, wat betekent
dat enkele noten zullen uitvallen.
Is de luidspreker kabel correct aangesloten?p. 18
Heeft u Key Transpose instellingen gemaakt?p. 38
—
Toonhoogte van het
toetsenbord of Song is onjuist
Geluiden zijn twee keer te horen
(verdubbeld) wanneer het
toetsenbord wordt bespeeld.
Het verkeerde instrument wordt
geselecteerd als u de [Strings],
[Voice] of [Others] knop indrukt
Het effect wordt niet toegepast
Weerkaatsing blijft aanwezig,
zelfs nadat het Reverb effect is
uitgeschakeld
Is de Master Tuning instelling juist?p. 80
Is de instelling van het Temperament correct?p. 31
Zijn de instellingen van Stretch Tuning correct?p. 30
Staat de LX-10 in Dual uitvoering?p. 42
Als de LX-10 met een externe sequencer is verbonden, zet u Local Control op ‘Off’.
Anders dient de sequencer zo worden ingesteld dat zijn Soft Thru instelling op Off
staat.
INSTRUMENT knoppen [Strings] [Voice] [Others] werken ook als knoppen die de
‘Aanbevolen geluiden’ selecteren.
Als in de fabrieksinstellingen een in de winkel verkrijgbare CD-ROM drive op de
externe geheugen aansluiting wordt aangesloten en een Song van een CD-ROM
geproduceerd voor de VIMA (VIMA TUNES) wordt geselecteerd, zullen geluiden
die bij die Song passen automatisch aan de [Strings], [Voice] en [Others] Tone
knoppen worden toegewezen, zodat u ‘aanbevolen’ geluiden kunt selecteren
door één van deze knoppen in te drukken.
U kunt ook instellingen maken, zodat ‘aanbevolen’ geluiden niet automatisch
worden toegewezen.
Als u Dual of Split uitvoering gebruikt, en verschillende effecten voor de twee
geselecteerde geluiden zijn gespecificeerd, zal het effect niet op Tone 2 (in Dual
uitvoering) of op het linkerhand geluid (in Split uitvoering) worden toegepast.
Het piano geluid van de LX-10 simuleert de diepte en resonantie van een
akoestische wijze op getrouwe wijze, en dit kan de indruk van weerkaatsing
geven, zelfs als het Reverb effect is uitgeschakeld.
p. 85
p. 89
—
—
Het geluid van de hogere noten
verandert plotseling vanaf een
bepaalde toets
Op een akoestische piano blijven ongeveer anderhalf octaaf aan noten aan de
rechterkant van het toetsenbord doorklinken, ongeacht het demper pedaal.
Deze noten hebben tevens een enigszins ander klankkarakter. De LX-10 simuleert
deze eigenschappen van een akoestische piano op natuurgetrouwe wijze. Op de
LX-10 verandert de reeks waarop het demper pedaal niet van invloed is volgens
de Key Transpose instelling.
—
97
Probleemoplossing
SymptoomOorzaak/actiePagina
Een hoog klinkend geluid is
hoorbaar
Lage noten klinken verkeerd of
zijn brommerig
Is de luidsprekerkabel correct aangesloten?p. 18
Als dit door de koptelefoon is te horen:
Pianogeluiden die een helder en knapperig geluid hebben bevatten substantiële
hoge frequentie componenten, die kunnen klinken alsof een hoog metaalachtig
rinkelend geluid is toegevoegd. Dit komt doordat het karakter van een echte
piano getrouw wordt gereproduceerd, en duidt niet op een storing. Dit rinkelen
is indringender wanneer het Reverb effect zwaar wordt toegepast, dus u kunt dit
minimaliseren door de Reverb te verminderen.
Als dit niet door de koptelefoon te horen is:
Het kan zijn dat er een andere reden is (zoals resonanties binnen het apparaat).
Neem contact op met een handelaar of een Roland service centrum in de buurt.
Als u dit niet door de koptelefoon hoort:
Door op hoge volumes te spelen kunnen de luidsprekers of objecten in de buurt
van de LX-10 resoneren. Fluorescerende lampen of glazen deuren kunnen ook
meetrillen. Dit komt vaker voor bij lage noten en hoge volumes. U kunt de
volgende maatregelen nemen om resonanties te minimaliseren.
• Plaats de luidsprekers op een afstand van 10-15 cm van muren of andere
oppervlakken.
• Speel op een laag volume.
• Plaats het apparaat op meer afstand van resonerende objecten.
Als dit door de koptelefoon is te horen:
Het is mogelijk dat dit een andere oorzaak heeft. Neem contact op met een
handelaar of een Roland service centrum in de buurt.
—
—
Als u het volume op maximaal instelt, kan het geluid vervormen, afhankelijk van
de manier waarop u speelt.
Als dit gebeurt, verlaagt u het volume.
Anders kan de Master Gain verlaagd worden.
p. 21
p. 88
Song wordt niet correct gespeeld
Wordt ‘OK to delete the Song?’ in het scherm getoond?
Song wordt niet gespeeld
Alleen het geluid van een
bepaald instrument in een Song
wordt niet gespeeld
Er is geluid van een gedempte
Track hoorbaar
Song volume is te laagKan het Song volume zijn verlaagd?p. 55
U kunt geen interne Song afspelen als het interne geheugen opgenomen
uitvoeringsdata bevat. Wis de uitvoeringsdata die u heeft opgenomen voordat u
de Song afspeelt.
Kan een Track gedempt zijn (mute)?
Als de indicator van de knop niet verlicht is, is de muziek op die Track niet
hoorbaar. Druk op de Track knop, zodat de indicator verlicht is.
Kan de Part Mute instelling actief zijn?
Gedeeltes die op mute zijn ingesteld, zijn niet hoorbaar.
Kan het Track mute volume op iets anders dan ‘0’ zijn ingesteld?
Als u dit op ‘0’ instelt, is het geluid van een op mute ingestelde Track volledig
onhoorbaar.
p. 26
p. 69
p. 54
p. 82
p. 55
Song tempo wordt instabiel
98
Als een Song uit USB geheugen wordt gespeeld, kan het tempo instabiel worden
als er een overmatige hoeveelheid uitvoeringsdata is.
—
Probleemoplossing
SymptoomOorzaak/actiePagina
Is de geluidsdata van een type dat de LX-10 kan spelen?
Een in USB geheugen
opgeslagen Song kan niet
afgespeeld worden
Song naam in USB geheugen
wordt niet getoond
Zie ‘geluidsdata die op de LX-10 gespeeld kan worden’.
Is de bestandsnaam extensie ‘MID’?
Bestanden met andere bestandsnaam extensies kunnen niet als Song data
worden behandeld.
De Song naam wordt niet getoond als de Song informatie in het bestand leeg is
of alleen uit spaties bestaat.
Is de bestandsnaam extensie ‘MID’?
Bestanden met andere bestandsnaam extensies kunnen niet als Song data
worden behandeld.
Kan niet opnemen/afspelen
Kan niet opnemenIs één van de Track knoppen voor opname geselecteerd?
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom van de LX-10 uitzet of
De opgenomen uitvoering is
verdwenen
naar een andere Song overschakelt.
De verloren uitvoering kan niet meer hersteld worden. Voordat u de stroom
uitzet, slaat u de opgenomen uitvoering in het interne geheugen op.
p. 99
—
—
—
p. 63
p. 67
p. 73
Geluidsdata die door de LX-10 gespeeld kan worden
● WAV
Sample frequentie44.1kHz
Bit diepte16 bit
Bestandsnaam extensie.wav
99
Storingsmeldingen
IndicatieBetekenis
Error: 1Het muziekbestand kan alleen gelezen worden. Het kan niet worden opgeslagen.
Een storing is tijdens het opslaan opgetreden.
Error: 2
Error: 10Er is geen extern medium geplaatst. Plaats het externe medium en probeer het opnieuw.
De beveiligingstab van het externe medium kan zich in de ‘Protect’ positie bevinden (beveiligd tegen
opslaan) of het externe medium is nog niet geinitialiseerd.
Error: 11
Error: 14
Error: 15Het bestand is onleesbaar. Het data formaat is niet compatibel met de LX-10.
Error: 16
Error: 18
Error: 30Het interne geheugen van de LX-10 is vol.
Error: 40
Error: 41Een MIDI kabel is ontkoppeld. Sluit deze correct en stevig aan.
Error: 43Een MIDI transmissie storing is opgetreden. Controleer de MIDI kabel en het aangesloten MIDI apparaat.
Error: 51
Er is niet voldoende vrij geheugen op de opslagbestemming. Gebruik een ander extern medium of
verwijder onnodige bestanden en probeer het opnieuw.
Tijdens het opslaan heeft zich een storing voorgedaan. Het externe medium kan onbruikbaar zijn
geworden. Steek een ander extern medium in en probeer het opnieuw. Anders kunt u het externe
medium initialiseren.
Data werd niet op tijd opgeroepen voor het afspelen van de Song. Na enkele seconden wachten kan de
Song mogelijk worden afgespeeld door nogmaals op de [] knop te drukken.
Dit geluidsformaat wordt niet ondersteund.
Gebruik geluidsdata van een type dat ondersteund wordt.
Voor details over geluidsformaten kijkt u bij ‘Geluidsdata die op de LX-10 gespeeld kan worden’ (p.99).
De LX-10 kan de overmatige hoeveelheid MIDI data, verzonden van het externe MIDI apparaat, niet
verwerken. Reduceer de hoeveelheid MIDI data die naar de LX-120 wordt gestuurd.
Er kan een probleem met het systeem zijn. Herhaal de procedure vanaf het begin. Als dit niet is opgelost
nadat u het enige malen heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland service centrum.
Error: 65
De externe geheugen poort heeft een overmatige stroomstoot te verduren gehad. Controleer of er geen
probleem is met het externe medium, zet de stroom uit, en dan weer aan.
* Extern medium: USB geheugen, floppy disk, CD-ROM, enz.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.