Roland LX-10 User Manual [nl]

CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
201b
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’,
‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.8) en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p. 11). In deze
secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u
de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe
apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
202
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.

Introductie

Gefeliciteerd met uw keuze voor de LX-10. Om verzekerd te zijn van een optimaal speelplezier en volledig gebruik te maken van alle functies die de LX-10 te bieden heeft, leest u deze handleiding nauwkeurig door.

Over de handleiding

Eerst leest u de ‘Voordat u gaat spelen’ (p.18) sectie van de gebruikershandleiding (dit document). Hier wordt uitgelegd hoe het netsnoer wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles uitgelegd, van basisbediening, waarbij de afspeelfuncties van de LX-10 worden gebruikt, tot meer gevorderde operaties zoals het opnemen van een Song met gebruik van de LX-10.

Drukafspraken in deze handleiding

Om de operaties zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende afspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano] knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen zijn waarschuwingsopmerkingen, die u zeker dient te lezen.
• Pagina’s waar u aanvullende, gerelateerde informatie kunt vinden worden zo aangegeven: (p. **).
• In dit document worden screenshots voor verklarende uitleg gebruikt. Wees ervan bewust dat de instellingen in deze verklarende screenshots mogelijk niet overeenkomen met de feitelijke fabrieksinstellingen (Tone namen, enz.).
NOTE

Eigenschappen van de LX-10

Pianogeluiden met rijke resonantie en een breed expressief bereik
De LX-10 gebruikt een 88 toetsen stereo multi-sampling piano geluidsgenerator die zelfs het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan op realistische wijze reproduceert, zodat een getrouwe simulatie van de geluiden van een hoogwaardige concertvleugel binnen uw bereik liggen. Met een maximale polyfonie van 128 noten heeft dit instrument ruimschootse capaciteiten, zelfs voor uitvoeringen waarbij het pedaal veelvuldig wordt gebruikt.
Het bevat niet alleen pianogeluiden, maar in totaal meer dan 300 verschillende geluiden binnen een brede reeks muzikale stijlen. Een drumset kan eveneens op het toetsenbord worden gespeeld.
Toetsenbord met een ‘ivoor gevoel’ voor een realistische gewaarwording van het spelen op een concertvleugel
Het onovertroffen gevoel van ivoor en ebbenhout die beide voor de hoogste kwaliteit piano toetsenborden worden gebruikt, is voor de fabricage van het ‘ivoor gevoel’ toetsenbord met behulp van moderne technieken nagebootst. De witte toetsen bestaan uit een tweevoudige structuur bestaande uit een basis materiaal en een oppervlak, hetgeen een natuurlijk voorkomen biedt, samen met de ideale combinatie van sterkte en respons.
De progressieve hamer actie II (PHA II) geeft u een natuurlijke aanslag waarbij de lage reeksen een juiste weging hebben en de hoge reeksen een licht speelgevoel bieden. Bovendien is het echappement mechanisme, dat een onderscheidend ‘klik’ gevoel geeft als een noot zacht wordt gespeeld, op natuurgetrouwe wijze nagebootst, waardoor de LX-10 een hoge speelbaarheid heeft.
4
Om de hygiëne ook na lang gebruik te garanderen, is tevens een langdurig werkzame antibacteriële bewerking toegepast.
Compact ontwerp met een groot raffinement
Met een traditioneel ontwerp, gekenmerkt door een beheerst kleurenschema en spiegelgladde afwerking, is de LX-10 slechts 45 cm diep en straalt raffinement en kwaliteit uit.
Een omringend geluidsveld
Het geluidsreproductie systeem wordt gekarakteriseerd door zes luidsprekers en levert het rijke geluid van een piano over de gehele reeks van laag tot hoog.
U zult een omringend geluidsveld ervaren dat niet alleen via de luidsprekers bij uw voeten uitstraalt, maar tevens via de bovenkant van het apparaat.
U kunt de klep openen of sluiten om het klankkarakter te veranderen, op dezelfde manier als de klep van een concertvleugel bijgesteld kan worden.
Veelzijdige functionaliteit die u van een digitale piano verwacht
Introductie
Piano Designer
De LX-10 rivaliseert met het geluid en de expressieve kracht van een concertvleugel, met zorgvuldige simulatie van de veranderingen in geluid die geproduceerd worden door het openen of sluiten van de klep, de subtiele geluiden van het loslaten van een toets, de sympathische resonantie tussen snaren en het geluid van het demperpedaal dat wordt ingedrukt om de demper van de snaren weg te schuiven.
Deze aspecten van het geluid kunnen geheel aan uw eigen smaak worden aangepast.
Weerkaatsing van een concertzaal
Naast weerkaatsing effecten van hoge kwaliteit voorziet de LX-10 in een 3D Sound Control functie, welke de ruimtelijke diepte van een volledige concertvleugel reproduceert, en een Dynamics Sound Control functie waarmee de coherentie en de kracht van het geluid worden verbeterd.
U heeft tevens een speciaal Presence effect tot uw beschikking wanneer u met een koptelefoon speelt.
Veelzijdige functies, die behulpzaam zijn bij het oefenen, en ingebouwde piano Songs met begeleiding
De metronoom functie, een ‘3 sporen recorder’, interne preset Songs met orkestrale begeleiding en een bijbehorende partituur verzameling (welke zestig Songs bevat) maken de LX-10 tot een uitmuntende keus voor pianolessen.
Data uitvoeren en opslaan
Data die met gebruik van de recorder wordt gespeeld kan op een apart verkrijgbare floppy disk drive of een USB geheugen worden opgeslagen.
Naast een floppy disk drive of USB geheugen kan een in de winkel verkrijgbare USB-type CD drive worden aangesloten, en SMF muziekbestanden, muziek Cd’s of geluidsdata worden afgespeeld.
SMF muziekbestanden uit USB geheugen, van een floppy disk of CD-ROM kunnen ook in het interne geheugen worden opgeslagen.
5

inhoud

Introductie ........................................... 4
Over de handleiding....................................................................4
Drukafspraken in deze handleiding ..................................4
Eigenschappen van de LX-10...................................................4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN............................ 8
Belangrijke opmerkingen................. 11
Voorpaneel....................................................................................14
Onderpaneel (Achter)................................................................16
Onderpaneel (onderkant links voor)....................................16
Onderpaneel (achterkant) .......................................................17
Voordat u gaat spelen....................... 18
Voorbereidingen.........................................................................18
De luidsprekerkabel aansluiten.........................................18
Het pedaalsnoer aansluiten................................................18
Het netsnoer aansluiten.......................................................18
De klep openen/sluiten........................................................19
Het bovenste deksel openen/sluiten..............................19
De muziekstandaard gebruiken........................................20
De stroom aan/uitzetten..........................................................20
Het volume en de helderheid van het geluid
aanpassen......................................................................................21
De helderheid van het beeldscherm aanpassen.............21
Over de pedalen..........................................................................22
Via een koptelefoon luisteren ................................................23
De koptelefoon haak gebruiken .......................................23
Extern geheugen gebruiken...................................................24
Het USB geheugen aansluiten...........................................24
De floppy disk drive installeren.........................................24
Een CD gebruiken.......................................................................24
Een CD drive aansluiten.......................................................24
Demo Songs beluisteren................... 25
De Tone demosongs beluisteren..........................................25
Piano Designer demo Songs beluisteren ......................27
Een verscheidenheid aan effecten op het geluid
toepassen (Effects)..................................................................... 36
De effectinstellingen bewerken .......................................36
Een draaiend geluid aan orgelgeluiden toevoegen
(Rotary Effect).......................................................................... 37
De toonsoort van het toetsenbord veranderen (
Key Transpose)............................................................................ 38
Het toetsenbord onderverdelen om met twee
personen te spelen (Twin Piano).......................................... 40
De manier waarop het geluid te horen is veranderen
(Twin Piano Mode)................................................................. 41
Spelen met twee gestapelde geluiden (Dual Play)........ 42
De Tone variaties veranderen ...........................................43
De volumebalans voor Dual Play veranderen............. 44
Stapelen met verschillende geluiden in de linker en rechterhand kanten van het toetsenbord (Split Play) ..45
Geluidsgroepen en geluidsvariaties veranderen ....... 46
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen........ 47
Spelen met de metronoom.................................................... 48
Het tempo veranderen ........................................................48
De maatsoort veranderen................................................... 49
Het volume veranderen....................................................... 49
Een aftelling laten klinken om uw timing
accuraat te houden ...................................................................49
Songs afspelen................................... 50
Songs beluisteren ......................................................................50
Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play)....... 52
Elk gedeelte apart beluisteren...............................................54
Het volume van een gedempt gedeelte bepalen......55
Het afspeelvolume van de Song veranderen...................55
Het volume van geluidsdata en muziek Cd’s
aanpassen.................................................................................55
Het tempo van een Song veranderen ................................56
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute)... 56 Het tempo van geluidsdata of een muziek CD
veranderen (Audio Tempo)................................................57
De toonsoort van het Song afspeelgeluid veranderen
(Playback Transpose) ................................................................58
De middengeluiden van het afspeelgeluid
minimaliseren (Center Cancel).............................................. 59
Uitvoeren ........................................... 28
Uitvoeren met een variëteit aan geluiden.........................28
Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano
Designer)........................................................................................29
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (
Key Touch).....................................................................................32
Ruimtelijke diepte aan het geluid toevoegen
(3D Sound Control) ....................................................................33
Het geluid levendiger maken
(Dynamics Sound Control) ......................................................34
Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen
(Reverb effect)..............................................................................35
De diepte van het Reverb effect veranderen ...............35
6
Opnemen............................................ 60
Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen................. 61
Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen............... 63
Uw uitvoering opnemen als u met een Song
meespeelt .....................................................................................66
Opgenomen uitvoeringen wissen....................................... 69
Uw uitvoering opslaan ......................70
Het geheugen initialiseren .....................................................70
Opslaan en kopiëren.................................................................72
De Songs die u opneemt opslaan........................................ 73
Een Song verwijderen...............................................................75
Een Song kopiëren..................................................................... 77
inhoud
Verscheidene instellingen ................ 79
Basisbediening in de Functie mode.....................................79
Stemming instellingen..............................................................80
De toonhoogte afstemmen op die van andere
instrumenten (Master Tuning)...........................................80
Equalizer instellingen................................................................81
De equalizer instellingen veranderen (Equalizer).......81
Instellingen voor het afspelen ...............................................82
Bepalen welke onderdelen te horen zijn
(Part Mute) ................................................................................82
De [Accomp] knop gebruiken om het gedeelte dat
gedempt wordt te veranderen (Accomp Track) .........82
De Song afspeelmethode veranderen (Play Mode)...82
De CD instellingen veranderen..............................................83
Instellen welk type CD afgespeeld wordt
(CD/Audio Type) .....................................................................83
De timing van de piano en de begeleiding
synchroniseren (CD/Audio Sync)......................................83
Metronoom instelling ...............................................................83
Het geluid van de metronoom veranderen
(Metronome Sound)..............................................................83
De manier waarop de metronoom de maat
aangeeft veranderen (Metronome Pattern)................83
Een aftelling laten klinken voordat de melodie
begint (Countdown)..............................................................84
Het geluid van de Countdown selecteren
(Countdown Sound)..............................................................84
Het onderdeel dat de aftelling zal beginnen
selecteren (Countdown Part).............................................84
Toetsenbord instellingen.........................................................84
Specificeren waar de Key Transpose effect op
heeft (Transpose Mode).......................................................84
De toonhoogte van het geluid in stappen van
octaven veranderen (Octave Shift) ..................................84
De Velocity veranderen als Key Touch op ‘Fixed’ is
ingesteld (Fix Velocity) .........................................................84
Pedaal instellingen.....................................................................85
De manier waarop de pedaal effecten worden toegepast veranderen (Damper/Center/
Left Pedal Part) ........................................................................85
De manier waarop de pedalen werken veranderen
(Center/Left Pedal Func)......................................................85
MIDI instellingen.........................................................................85
Verdubbelde noten voorkomen wanneer een
sequencer is aangesloten (Local Control) .....................85
MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Ch.) .....86
Opgenomen uitvoeringsdata naar een MIDI
apparaat sturen (Composer MIDI Out) ...........................86
Overige instellingen...................................................................86
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK).............................86
Het V-LINK overdracht kanaal specificeren...................87
De USB driver instellingen veranderen (USB driver)..87 De externe geheugen instelling veranderen (Ext.
Memory Mode)........................................................................87
Het volume aanpassen (Master Gain) .............................88
De manier waarop Grand Space wordt toegepast
veranderen (3D Mode) .........................................................88
De Parts die tijdens SMF afspelen aan de Track knoppen zijn toegewezen veranderen
(Track Assign) ..........................................................................88
De weergave van tekst aan/uitzetten (Lyrics) .............88
VIMA TUNES aanbevolen geluiden veranderen
(Recommended Tone) .........................................................89
De taal die in het scherm wordt weergegeven
veranderen (Language) .......................................................89
De instellingen onthouden (Memory Backup)............ 89
De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten
(Factory Reset)......................................................................... 90
De knoppen uitschakelen (Panel Lock).......................... 91
Andere apparaten aansluiten........... 92
Geluidsapparatuur aansluiten...............................................92
Luidsprekers op de LX-10 aansluiten en geluiden
uitsturen.................................................................................... 92
Geluiden van een geluidsapparaat via de
LX-10 spelen ............................................................................93
MIDI apparaten aansluiten .....................................................94
Een computer op de LX-10 aansluiten...........................94
Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren
door de LX-10 te bespelen .................................................94
Een computer aansluiten ........................................................ 95
Probleemoplossing............................ 96
Storingsmeldingen..........................100
Geluidenlijst ..................................... 101
Interne Song lijst.............................. 108
Parameters die in Memory
Backup worden opgeslagen ...........109
Muziekbestanden die de
LX-10 kan gebruiken ....................... 110
MIDI Implementatiekaart................ 111
Belangrijkste specificaties ..............112
Index .................................................114
7

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002a
Open dit apparaat niet en voer geen interne wijzi­gingen uit.
.................................................................................................................................
Niet repareren of onderdelen vervangen
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer specifieke instructies in de handleiding u opdracht geven dit te doen). Laat al het onderhoud over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie pagina’ te vinden zijn.
.................................................................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de volgende locaties
004
Locaties die:
• aan temperatuur extremen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, dichtbij verwar­mingsapparatuur of bovenop warmte genere­rende apparatuur)
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, bij een wastafel of op een natte vloer of op locaties die
• aan stoom of rook worden blootgesteld of
• aan zout worden blootgesteld of
• vochtig zijn of
• aan regen onderhevig zijn of
• Stoffig of zanderig zijn of
• aan zware trillingen onderhevig zijn
.................................................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Niet op een instabiele locatie plaatsen
007
Zorg, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
.................................................................................................................................
Sluit het netsnoer op een stopcontact met een juist voltage aan
008a
Het netsnoer dient alleen op een stopcontact met het juiste voltage worden aangesloten, zoals op het apparaat of op de achterzijde van het apparaat wordt aangegeven.
.................................................................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
.................................................................................................................................
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten op
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten op. Hierdoor kan het netsnoer beschadigen en kortsluiting of onjuiste verbindingen ontstaan, welke mogelijk tot brand en elektrische schok kunnen leiden.
.................................................................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterkers en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die permanent gehoor­verlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
.................................................................................................................................
8
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Zorg, dat er geen vreemde objecten in het apparaat terechtkomen
011
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
.................................................................................................................................
Zet de stroom uit als een onregelmatigheid of storing optreedt
012a
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een service centrum , indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten in of vloeistof op het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (nat of op andere wijze nat is geworden) of
• Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een verandering in uitvoering toont.
.................................................................................................................................
Kinderen mogen dit apparaat alleen onder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
.................................................................................................................................
Niet laten vallen of aan schokken blootstellen
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen.)
.................................................................................................................................
Gebruik geen stopcontact dat voor meerdere stekkers wordt gebruikt
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale stroom die door alle op dat stopcontact aange­sloten apparaten wordt gebruikt mag nooit het vermogensbereik (watts/ampères) overschrijden. Door overmatige lading kan de isolatie van het snoer heet worden en op den duur smelten.
.................................................................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde service centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Gebruik geen CD-ROM in een CD speler of DVD speler
023
Als u probeert een CD-ROM op een conventionele CD speler of DVD speler af te spelen, kunnen uw oren of de luidsprekers door het resulterende hoge volume beschadigd raken.
.................................................................................................................................
Plaats geen waterhoudende objecten op het apparaat
026
Plaats geen waterhouders (zoals bloemenvazen) op het apparaat. Ook mogen insecticiden, parfums, alcohol, nagellak of spuitbussen niet in de buurt van het apparaat worden geplaatst. Als er vloeistof op het apparaat wordt gemorst, veegt u dit snel met een droge, zachte doek op.
.................................................................................................................................
Plaats op een goed geventileerde locatie
101a
Dit apparaat dient zo geplaatst te worden dat de locatie of positie de ventilatie niet belemmert.
.................................................................................................................................
Houd de stekker vast als het netsnoer wordt aangesloten of ontkoppeld
102b
Als het netsnoer in een stopcontact of het apparaat zelf wordt gestoken of eruit wordt gehaald, moet u de stekker vasthouden, niet het snoer.
.................................................................................................................................
De stekker van het netsnoer regelmatig afstoffen
103a
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en het schoon te maken met een droge doek om stof te verwijderen. Ook moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen het netsnoer en het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken, en mogelijk tot brand leiden.
.................................................................................................................................
Houd de kabels op hun plaats voor veiligheid
104
Zorg, dat aangesloten kabels op een veilige manier worden geplaatst. Zorg er in het bijzonder voor dat de kabels zich buiten het bereik van kinderen bevinden.
.................................................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
106
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
.................................................................................................................................
Behandel het netsnoer niet met natte handen
107b
Raak het netsnoer nooit met natte handen aan, als u het in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
.................................................................................................................................
9
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit apparaat
108d
Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Tenminste twee personen zijn nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te worden, en altijd waterpas worden gehouden. Zorg, dat u het stevig vast heeft, om verwondingen en beschadigingen aan het instrument te voorkomen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard is bevestigd zijn niet zijn losge­komen. Elke keer dat u merkt dat deze losser zijn geworden, draait u ze stevig vast.
• Haal het netsnoer uit het stopcontact.
• Ontkoppel alle externe apparaten.
• Verhoog de regulateur van de standaard (p.22).
Sluit het deksel en de bovenplaat.
.................................................................................................................................
VOORZICHTIG
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact (p.18).
.................................................................................................................................
Als er een kans op onweer is, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
110a
Als er een kans op onweer is, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
.................................................................................................................................
Opletten bij het openen/sluiten van het deksel
116
Tijdens het openen/sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet beklemd raken (p.19). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
.................................................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
118c
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kleine kinderen.
• Bijgeleverde onderdelen
• Schroeven voor het monteren van de standaard
• Vleugelmoer voor de koptelefoon haak
• Verwijderde onderdelen
• Volume knop
• Brilliance knop
.................................................................................................................................
10

Belangrijke opmerkingen

Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten moet de stroom van alle apparaten worden uitgezet. Hiermee worden storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
• Hoewel het LCD en de LED’s worden uitgeschakeld als de Power schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombron is afgesloten. Als u de stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de POWER schakelaar uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Dit is de reden dat het stopcontact dat u voor het netsnoer gebruikt dichtbij en gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Plaatsing
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur die grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het meer afstand van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in de ontvangst van radio en televisie veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Laat ook geen lampen, die normaalgesproken dicht op het apparaat worden gebruikt (zoals een piano lamp) gebruikt worden of sterke spots, gedurende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende lange periodes op het apparaat staan of liggen. Dit soort objecten kunnen verkleuring van de afwerking veroorzaken of deze op andere wijze nadelig beïnvloeden.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord liggen. Dit kan de oorzaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid produceren.
• Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit apparaat. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moeten worden, kan de lak beschadigen.
• Dit apparaat is ontworpen op stabiliteit. Als u het echter op afstand van de muur plaatst, installeert u het hang en sluitwerk dat omvallen voorkomt, om de maximale veiligheid te bewerkstelligen. Details over het installeren van het betreffende hang en sluitwerk vindt u in de uitleg van de montage.
Onderhoud
• Omdat de piano een gepolijste afwerking heeft die net zo delicaat is als die van handgemaakte houten meubels, moet deze van tijd tot tijd nauwkeurig onderhouden worden. Hier volgen enige belangrijke suggesties met betrekking tot de juiste verzorging van het apparaat.
• Voor het afstoffen gebruikt u een zachte, schone en/of
piano stoffer. Veeg het stof voorzichtig weg. Zelfs de kleinste korrels zand of kiezels kunnen krassen op het oppervlak achterlaten als u te hard veegt. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, aangezien deze het oppervlak van de kast kunnen verslechteren, en barsten kunnen produceren.
• Om andere gedeeltes schoon te maken gebruikt u een droge, zachte doek of één die licht vochtig is. Probeer het gehele oppervlak gelijkmatig schoon te vegen, waarbij de doek met de nerf van het hout wordt meebewogen. Door te hard op één plaats te vegen kan de lak beschadigen.
• Gebruik nooit oplosmiddelen als benzeen, verdunners of alcohol, aangezien deze verkleuring en/of vervorming kunnen veroorzaken.
• De pedalen van dit apparaat zijn van koper gemaakt. Koper wordt op den duur donkerder, als resultaat van het natuurlijke oxidatie proces. Als het koper dof is geworden, poets u het met een in de winkel verkrijgbare metaalpoets.
Reparaties en data
• Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kan gaan wanneer dit ter reparatie wordt aangeboden. Belangrijke data moet altijd in een USB geheugen worden opgeslagen of op papier worden genoteerd (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt al het mogelijke gedaan om verlies van data te voorkomen. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer aan het geheugen gerelateerde bedrading niet meer werkt), spijt het ons dat de data niet meer hersteld kan worden, en Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
11
Belangrijke opmerkingen
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als resultaat van een storing of onjuist gebruik van het apparaat. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, adviseren wij u om regelmatig een reservekopie van belangrijke data die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen in een USB geheugen op te slaan.
• Helaas kan het gebeuren dat de inhoud van data die in een intern geheugen of een USB geheugen is opgeslagen niet meer hersteld kan worden nadat deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dit soort data verlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars, andere regelaars en de jacks en aansluitingen voorzichtig. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla of druk nooit hard nooit op het apparaat.
• Een geringe hoeveelheid ruis van het beeldscherm kan tijdens normale bediening hoorbaar zijn.
• Bij het aansluiten / ontkoppelen van alle kabels houdt u de stekker vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadigingen aan de interne elementen van de kabel.
• Tijdens normale werking geeft het apparaat een geringe hoeveelheid warmte af.
• Om te voorkomen dat u uw buren stoort, gebruikt u het apparaat op een passend volumeniveau. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen over andere mensen hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder).
• Wanneer het apparaat getransporteerd moet worden, verpakt u het in schokabsorberend materiaal. Als u het apparaat zonder dit materiaal vervoerd, kunnen er krassen of beschadigingen optreden, welke tot storingen kunnen leiden.
• Behandel de muziekstandaard niet met overmatige kracht wanneer deze in gebruik is.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels die weerstanden bevatten voor aansluiting op dit apparaat. Door gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of onhoorbaar zijn. Voor informatie over de kabel specificaties raadpleegt u de fabrikant van de kabel.
• Voordat de klep van het toetsenbord wordt geopend of gesloten dient u altijd te controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren bovenop het instrument zitten (deze moeten in het bijzonder van het toetsenbord en de klep worden weggehouden). Anders kunnen kleine huisdieren of andere dieren door het structurele ontwerp van dit instrument in het apparaat beklemd raken. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, moet u direct de stroom uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen. Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument werd aangeschaft of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
• De horizontale balken, die het apparaat met de onderkant van de voorpoten verbindt, zijn vrij sterk. Echter, om veiligheidsredenen laat u kleine kinderen hier niet op zitten.
Behandeling van floppy disks
(Met gebruik van de optionele floppy disk drive)
• Floppy disks bevatten een plastic disk met een dunne laag magnetisch opslagmedium. Microscopische precisie is vereist om opslag van grote hoeveelheden data op een dergelijk klein oppervlak mogelijk te maken. Om de zuiverheid van de disks te behouden, neemt u het volgende in acht wanneer floppy disks worden gebruikt:
• Raak het magnetisch medium binnen de disk niet aan.
• Floppy disks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen
worden gebruikt of opgeborgen.
• Stel floppy disks niet bloot aan temperatuur extremen
(bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig). Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C.
• Stel floppy disks niet bloot aan sterk magnetische velden,
zoals die door luidsprekers gegenereerd worden.
• Floppy disks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk tegen het per ongeluk wissen kan beschermen. Het is aan te bevelen de tab in de PROTECT positie te houden, en deze alleen naar de WRITE positie te verplaatsen als u nieuwe data op de disk wilt opslaan.
fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
Write
(kan nieuwe data op disk schrijven)
Schrijfbeveiliging
• Het identificatie etiket moet stevig op de disk aangebracht worden. Als het etiket loskomt, terwijl de disk zich in de drive bevindt, kan de disk mogelijk moeilijk uit de drive verwijderd worden.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats, zodat ze niet kunnen beschadigen, en om ze tegen stof, vuil en andere haarden te beschermen. Als een vieze of stoffige disk wordt gebruikt, kan de disk beschadigen en de disk drive storingen vertonen.
Protect
(voorkomt schrijven op disk)
Behandeling van USB geheugen
(Met gebruik van een optioneel USB geheugen)
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, steekt u het stevig helemaal in.
• Raak de contactpinnen van de USB geheugen aansluiting niet aan en laat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van hoge precisie elektronische componenten vervaardigd, dus neem het volgende in acht wanneer u dit gaat gebruiken.
• Om schade door statische elektrische ladingen te
voorkomen, ontlaadt u de statische elektriciteit die mogelijk in uw lichaam aanwezig is voordat u met het USB
12
geheugen gaat werken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of metalen objecten aan.
• Buig het USB geheugen niet, laat het niet vallen en stel het niet aan zware schokken bloot.
• Laat het USB geheugen niet achter in direct zonlicht of op locaties als een afgesloten auto. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Laat het USB geheugen niet nat worden.
• Het USB geheugen mag niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, positioneert u het horizontaal met de externe geheugen aansluiting en steekt u het zonder overmatige kracht in. De externe geheugen aansluiting kan beschadigen als u het USB geheugen met overmatige kracht insteekt.
• Steek niets anders dan het USB geheugen (bijv. draad, munten, andere types apparaten) in de externe geheugen aansluiting. Hierdoor zal de externe geheugen aansluiting beschadigen.
• Behandel het aangesloten USB geheugen niet met overmatige kracht.
• Als het USB geheugen gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, sluit u het USB geheugen deksel.
Belangrijke opmerkingen
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XGLite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
Behandeling van Cd’s (Cd-rom’s)
(Met gebruik van een optionele CD drive)
• Bij het behandelen van de disks neemt u het volgende in acht.
• Raak het gecodeerde oppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disks niet op stoffige plaatsen.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten
voertuig achter.
• Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk niet aan. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd de disks met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsmiddel schoon.
• Bewaar de disk in de case.
• Laat de disk niet gedurende langere tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen etiket op de disk.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek mee.
• Gebruik geen wasbenzine, reinigingsspray voor langspeelplaten of oplosmiddelen.
• Buig de disk niet. Op verbogen disks kan data mogelijk niet juist worden gelezen of opgeslagen, en dit kan op den duur tot storingen leiden.
13
Benamingen en functies
8
9
101112
13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Voorpaneel

13
1
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.20).
2
[Volume] knop
Past het algehele volume van de LX-10 aan (p.21). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee
het koptelefoon volume aangepast (p.23).
3
[Brilliance] knop
Past de helderheid van de klank aan (p.21).
4
[V-LINK] knop
Schakelt V-LINK aan/uit (p. 86).
5
[Effects] knop
Hiermee kan een variëteit aan effecten op het geluid worden toegepast (p.36).
U kunt ook een aantal verschillende functies instellen als deze knop en de [3D] knoppen ingedrukt worden gehouden (p.79).
[Transpose] knop
Transponeert het toetsenbord en/of Song (p.38). Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]
knop te drukken, kan de volumebalans tussen de twee geluiden tijdens Dual Play (p.44) worden aangepast.
[Split] knop
Verdeelt het toetsenbord in rechterhand en linkerhand gebieden, zodat in elk gebied een ander geluid gespeeld kan worden (p.45).
[Twin Piano] knop
Verdeelt het toetsenbord in twee aparte secties, zodat twee personen binnen dezelfde registers kunnen spelen (p.40).
Tone knoppen
Hier kunt u het geluid selecteren, dat te horen is als u op het toetsenbord speelt (p.28).
6
[3D] knop
Voegt een gevoel van diepte aan het geluid toe (p.33).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Reverb] knop te drukken om de instelling te veranderen, kunt u het geluid expressiever maken (p.34).
7
[Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijk aan die te horen is als u in een concertzaal speelt (p.35).
14
[Metronome/Count In] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.48). Hiermee kan tevens een aftelling voordat de Song
begint worden ingesteld, zodat de timing van uw spel met de Song overeenkomt (p.49).
[Piano Designer] knop
Hier kan het karakter van het pianogeluid aan uw smaak worden aangepast, door parameters te wijzigen, zoals de sympathische resonanties van de piano snaren (p.29).
19
202122
23
24
14
15
16
2117 18 19 20 22 23 24
14
Beeldscherm
Dit toont de geluidsnaam, het Song nummer, tempo, de maatsoort en de waarde van verscheidene instellingen.
15
[Tempo/Beat] (▲) knop
Hier kunt u het tempo en de maatsoort van de metronoom aanpassen (p.48).
16
[Song] (▼) knop
Hiermee kan de af te spelen Song geselecteerd worden (p.50).
17
[ ] (–) knop
U kunt de vorige Song selecteren door deze knop in te drukken, terwijl het Song select scherm wordt getoond (p.50).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, wordt de Song teruggespoeld (p.51). Gebruik deze knop om verscheidene variaties van het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.28).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
18
[ ] (+) knop
U kunt de volgende Song selecteren door deze knop in te drukken, terwijl het Song select scherm wordt getoond (p.50).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, wordt de Song vooruit gespoeld (p.51). Gebruik deze knop om verscheidene variaties van het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.28).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
[ ] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne preset Song of een Song die u heeft opgenomen af te spelen/te stoppen (p.50).
Deze knop wordt ook gebruikt om met het opnemen van uw uitvoering te beginnen (p.60).
[ ] (Rec) knop
Hiermee kan uw eigen uitvoering in de LX-10 worden opgenomen (p.60).
Track knoppen
U kunt deze knoppen gebruiken om uw uitvoering apart voor elke hand af te spelen of op te nemen (p.54, p.63). De rechterhand uitvoering van interne preset Songs is aan de [Right] knop toegewezen, de linkerhand uitvoering aan de [Left] knop en de resterende gedeeltes van de uitvoering zijn aan de [Accomp] knop toegewezen.
[Key Touch] knop
Hiermee kan de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord worden aangepast (p.32).
U kunt de demo Songs beluisteren door deze knop ingedrukt te houden en op de [File] knop te drukken (p.25).
[File] knop
Hiermee kan een opgenomen Song in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen (p.73).
Songs kunnen tevens tussen intern geheugen en USB geheugen worden gekopieerd (p.77).
[Display Contrast] draaiknop
Hiermee wordt de helderheid van het scherm aangepast (p.21).
15

Onderpaneel (Achter)

27
28
31
32
fig.Rearpanel.eps
25 26 27 28
25
Invoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch muziekinstrument worden aangesloten, en dat apparaat kan via de luidsprekers van de LX-10 worden beluisterd (p.93).
26
Uitvoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of externe actieve luidsprekers worden aangesloten om het geluid van de LX-10 te beluisteren (p.92).
Pedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de speciale standaard op deze aansluiting aan (p.18).
Ac In (AC ingang)
Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan (p.18).

Onderpaneel (onderkant links voor)

fig.JackPanel.eps
29 32
29
Phones jacks
Hier kan een koptelefoon worden aangesloten. Op de LX-10 kunnen twee koptelefoons gelijktijdig worden gebruikt (p.23).
30
MIDI Out/In aansluitingen
Deze kunnen met externe MIDI apparaten worden verbonden voor overdracht van uitvoeringsdata (p.94).
30
31
USB aansluiting
Deze kan met een computer worden verbonden voor overdracht van uitvoeringsdata (p.95).
Invoer jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch muziekinstrument worden aangesloten, en dat apparaat kan via de luidsprekers van de LX-10 worden beluisterd (p.93).
16

Onderpaneel (achterkant)

fig.ExtMemoryPort.eps
33
33
Externe geheugen aansluiting
Hier kan een USB geheugen, een floppy disk drive of een CD drive worden aangesloten, en opgeslagen Songs worden afgespeeld (p.50). U kunt het USB geheugen ook gebruiken om een op de LX-10 opgenomen Song op te slaan (p.73).
Door de basis rond te draaien kan het USB geheugen of de USB kabel netjes worden opgeborgen.
* CD drives die hun stroom aan de USB aansluiting
onttrekken, kunnen niet gebruikt worden.
17

Voordat u gaat spelen

Voorbereidingen

Voordat kabels op het onderpaneel worden aangesloten (de achterkant van de LX-10 onderkant), moet de bovenste achterplaat worden verwijderd.
Om de bovenste achterplaat te verwijderen, verwijdert u de drie schroeven op de locaties, die in de illustratie worden getoond.
Bovenste achterplaat

De luidsprekerkabel aansluiten

Steek de luidsprekerkabel die uit de standaard komt in de SPEAKER aansluiting op de achterkant van het LX-10 onderpaneel.
Let op de vorm van de aansluiting van de luidsprekerkabel en steek deze in tot u een klik hoort en de aansluiting stevig op zijn plaats is geklikt.
fig.SpeakerCable.eps

Het netsnoer aansluiten

1. Zorg, dat de [Power] schakelaar aan de
linkerkant van het voorpaneel uit is (in opwaartse positie).
fig.PowerOff-e.eps
Niet
ingedrukt
OFF
2. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
3. Steek het bijgeleverde netsnoer in de AC In
(AC ingang) aan de achterkant van het onderpaneel.
4. Steek het andere eind van het netsnoer in
een stopcontact.
fig.PowerCord.eps

Het pedaalsnoer aansluiten

Steek het pedaalsnoer dat uit de standaard komt in de Pedal aansluiting aan de achterkant van het LX-10 onderpaneel.
fig.PedalCord.eps
18
NOTE
3
4
U dient het bij de LX-10 behorende netsnoer te gebruiken.
Voordat u gaat spelen

De klep openen/sluiten

NOTE
1.
Om de klep te openen gebruikt u beide handen om deze lichtjes op te tillen. De klep van de LX-10 is zo ontworpen dat deze zacht sluit, zelfs als u uw handen wegneemt. De klep zal echter abrupt sluiten als de klep slechts een klein stukje werd geopend. Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
Om de klep te openen, tilt u deze met twee
handen omhoog.

Het bovenste deksel openen/sluiten

NOTE
NOTE
NOTE
Het bovenste deksel openen
Het bovenste deksel moet door en volwassene geopend en gesloten worden.
Duw het bovenste deksel niet naar achteren. Hierdoor zal het beschadigen.
Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
1. Til het bovenste deksel op.
2. Breng de toplat die zich op de rechter hoek
bevindt omhoog.
3. Verlaag het bovenste deksel voorzichtig.
2. Om
de klep
te sluiten, brengt u
beide handen naar beneden.
NOTE
Indien de piano verplaatst moet worden, moet de klep gesloten zijn om ongelukken te voorkomen.
deze
met
Het bovenste deksel sluiten
1. Til het bovenste deksel op.
2. Vouw de toplat in.
3. Verlaag het bovenste deksel voorzichtig.
19
Voordat u gaat spelen

De muziekstandaard gebruiken

U kunt muziekboeken of bladmuziek op de bovenrand van het geopende deksel plaatsen.

De stroom aan/uitzetten

941
NOTE
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
fig.VolumeMin-e.eps
Wanneer alles op juiste wijze is aangesloten, kunt u de stroom aanzetten met gebruik van de volgende procedure. Als deze stappen niet in de juiste volgorde worden uitgevoerd, kunnen storingen of beschadigingen aan luidsprekers optreden.
om het volume te minimaliseren.
Tips voor het plaatsen van muziek
• Steek de bladmuziek in de groeve op de bovenste rand van het deksel.
• Vouw bladmuziek, zodat deze open blijft. Als dit niet werkt kunt u paperclips gebruiken om de bladmuziek vast te zetten.
• Als de bladmuziek dun is, bevestigt u het op een klembord voordat u het op de muziekstandaard plaatst.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
fig.PowerOn.eps
Ingedrukt
ON
De stroom wordt aangezet. De [Piano] knop is verlicht.
Na korte tijd kunt u geluiden produceren door het toetsenbord te bespelen.
NOTE
Vanwege een ingebouwde circuit beveiliging duurt het enkele seconden na opstarten, voordat het apparaat gereed is voor normale werking.
3. Gebruik de [Volume] knop om het volume
aan te passen (p.21).
20
Voordat u gaat spelen
De stroom uitzetten
1. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin-e.eps
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Het scherm wordt leeg en de stroom wordt uitgezet.
fig.PowerOff-e.eps
Niet
ingedrukt
OFF
945
NOTE
Als u de stroom geheel wilt uitschakelen, zet u eerst de [Power] schakelaar uit en haalt u vervolgens het netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (p.11).
fig.VolBri-e.eps
Min Max
Mellow
Bright

De helderheid van het beeldscherm aanpassen

U kunt de helderheid van het LX-10 beeldscherm bijstellen.
fig.Contrast-e.eps
1. Om de helderheid bij te stellen, draait u aan
de [Display/Contrast] knop rechts op het voorpaneel.
Waarschuwingen met betrekking tot het LCD scherm

Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen

Hier ziet u hoe het volume van uw spel op het toetsenbord of het afspeelvolume van een interne Song of USB geheugen Song aangepast kan worden.
Als een koptelefoon is aangesloten, gebruikt u de [Volume] knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1. Draai aan de [Volume] knop om het algehele
volume aan te passen.
Pas het volume aan, terwijl u op het toetsenbord speelt en geluid produceert.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume toe, en naar links gedraaid neemt het volume af.
2. Draai aan de [Brilliance] knop om de
helderheid van het geluid aan te passen.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, wordt het geluid helderder, en als deze naar links wordt gedraaid, wordt het geluid milder.
• Er kunnen verticale lijnen in het scherm te zien zijn, maar dit is te wijten aan de eigenschappen van een liquid crystal beeldscherm, en duidt niet op een storing. Dit kan geminimaliseerd worden met gebruik van de [Display/Contrast] knop om de helderheid van het scherm aan te passen.
• De temperatuur kan op de helderheid van invloed zijn.
21
Voordat u gaat spelen

Over de pedalen

De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdzakelijk gebruiken als u piano speelt.
fig.Pedals-e.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken. Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer
doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord haalt. De lengte van het doorklinken verandert abrupt, afhankelijk van
hoe diep het pedaal wordt ingedrukt. Als het demper pedaal van een akoestische piano wordt
ingedrukt, is een lichte ruis hoorbaar als de demper van de snaren wordt geschoven, en een rijke, ruimtelijke resonantie wordt toegevoegd door de snaren die met de snaren van de noten die u feitelijk speelt meetrillen. Op de LX-10 wordt het geluid dat gecreëerd wordt als het demper pedaal de snaren loslaat, en de sympathische vibratie (demper resonantie), nagebootst.
Het geluid van de demper die de snaar loslaat en het geluid van sympathische resonantie kan gewijzigd worden. Kijk bij de Piano Designer functie (p.29) instellingen ‘Damper Noise’ en ‘Damper Resonance’.
Demper pedaal
Over de regulateur
Als u de indruk heeft dat het pedaal instabiel is (bijvoorbeeld als de LX-10 naar een andere locatie is verplaatst), kan de regulateur aan de onderkant van de pedalen als volgt worden bijgesteld.
• Draai aan de regulateur om deze te verlagen totdat deze stevig in contact met de vloer staat. Het pedaal kan beschadigen als er ruimte is tussen de regulateur en de vloer. In het bijzonder als de LX-10 op tapijt is geplaatst, moet de regulateur worden aangedraaid totdat deze stevig op de vloer drukt.
Regulateur
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
De noten die u indrukt als dit pedaal is ingedrukt zullen doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt met een ingedrukt soft pedaal wordt geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als dat wat anders met gelijke sterkte gespeeld wordt. Dit is dezelfde functie als die van het linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel worden gevarieerd met de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
De functie van het Sostenuto pedaal kan veranderd worden. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Func)’ (p.85).
NOTE
Als u de pedaalkabel van de LX-10ontkoppelt, terwijl de stroom aan is, zal het pedaal effect toegepast blijven. U moet de pedaalkabel loskoppelen als de stroom van de LX-10 is uitgezet.
22
Voordat u gaat spelen

Via een koptelefoon luisteren

U kunt een koptelefoon gebruiken om van de LX-10 te genieten zonder dat personen in uw omgeving daar last van hebben, bijvoorbeeld laat op de avond. Aangezien de LX-10 twee koptelefoon jacks heeft, kunnen twee mensen tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kan deze op één van de twee koptelefoon jacks worden aangesloten.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon

De koptelefoon haak gebruiken

Wanneer de koptelefoon niet wordt gebruikt, kan deze op de koptelefoon haak van de LX-10 worden gehangen.
De koptelefoon haak bevestigen
1. Druk en draai de bij de LX-10 behorende
koptelefoon haak in het gat linksonder op de LX-10 (zie bovenstaand figuur).
2. Draai de vleugelmoer van de koptelefoon
haak aan, om de haak stevig vast te zetten.
Vleugelmoer
1. Steek de koptelefoon in de Phones jack links
op de voorzijde van het LX-10 onderpaneel.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid via de luidsprekers van de LX-10 uitgevoerd.
2. Gebruik de LX-10 [Volume] knop (p.21) om
het volume van de koptelefoon bij te stellen.
Waarschuwingen bij gebruik van een koptelefoon
• Om schade aan de interne geleiders van het snoer te voorkomen, vermijdt u ruwe behandeling. Als de koptelefoon wordt gebruikt, houdt u deze alleen bij de stekker of de koptelefoon zelf vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al hoog is ingesteld wanneer u deze aansluit. Minimaliseer het volume, voordat u de koptelefoon aansluit.
• Door overmatige invoer kan niet alleen uw gehoor beschadigen, maar kan ook spanning op de koptelefoon zetten. Luister op een geschikt volume naar muziek.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo 1/4” phone plug.
NOTE
fig.PhonesMark.eps
Koptelefoon haak
Hang niets anders dan de koptelefoon op de koptelefoon haak. Hierdoor kan het instrument of de haak beschadigen.
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt een koptelefoon symbool links onder in het scherm getoond.
23
Voordat u gaat spelen

Extern geheugen gebruiken

Een Song die op de LX-10 is opgenomen kan opgeslagen worden door deze naar een apart verkrijgbaar USB geheugen (p.77) te kopiëren. Songs kunnen ook naar een disk gekopieerd worden, met gebruik van een apart verkrijgbare floppy disk drive.
SMF muziekbestanden of geluidsdata die in USB geheugen of op floppy disk zijn opgeslagen, kunnen ook worden afgespeeld (p.50).
NOTE

Het USB geheugen aansluiten

1. Verbind het USB geheugen met de externe
fig.ConnectUSBMem.eps
Gebruik USB geheugen en een floppy disk drive van Roland. Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden als een ander USB apparaat wordt gebruikt.
geheugen aansluiting.

Een CD gebruiken

U kunt audio Cd’s en Cd-rom’s met opgeslagen SMF muziekbestanden afspelen.
* Tevens kunnen Songs op VIMA Cd-rom’s (VIMA TUNES),
verkocht door Roland, worden afgespeeld.
Waarschuwingen bij gebruik van de CD
• Cd’s die zowel muziektracks als data bevatten zullen niet correct worden afgespeeld.
• De LX-20 kan alleen commerciële Cd’s die aan de officiële standaard voldoen afspelen – degenen die het ‘COMPACT disc DIGITAL AUDIO’ logo dragen.
• De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van audio disks die van auteursrecht beveiliging technologie zijn voorzien of andere niet standaard Cd’s, kan niet gegarandeerd worden.
• Voor meer gedetailleerde informatie over audio disks met auteursrecht beveiliging technologie en andere niet standaard Cd’s raadpleegt u de verkoper van de disks.
• U kunt geen Songs op CD opslaan, en Songs die op CD zijn opgenomen kunnen niet verwijderd worden. Bovendien kunnen Cd’s niet geformatteerd worden.
931
Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal naar binnen, totdat het stevig op zijn plaats zit.
Als u een nieuw USB geheugen of een nieuwe floppy disk gebruikt, moeten deze op de LX-10 geinitialiseerd (geformatteerd) worden. Voor details, zie ‘Het geheugen initialiseren’ (p.70).

De floppy disk drive installeren

Bevestig de floppy disk drive, zoals in het figuur wordt getoond, met gebruik van de montage gaten op het onderpaneel van de LX-10.
* Voor details over het bevestigen raadpleegt u de
gebruikershandleiding van de floppy disk drive.
24

Een CD drive aansluiten

* De LX-10 ondersteunt geen CD drives die door de USB bus
van stroom worden voorzien. Als u een dergelijke CD drive gebruikt, moet u de stroomvoorziening van de CD drive gebruiken, zodat de drive op eigen kracht werkt.
1. Zet de stroom van de LX-10 en de aan te
sluiten CD drive uit.
2. Sluit de bij de CD drive behorende USB kabel
op de externe geheugen aansluiting van de LX 10 aan.
3. Zet de stroom van de LX-10 aan.
4. Zet de stroom van de aangesloten CD drive
aan.
NOTE
Voor informatie over de manier waarop de volgende CD drive operaties worden uitgevoerd, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de drive.
• De stroom aan en uitzetten
• Een CD insteken en uitwerpen
Een lijst met CD drives die getest zijn en compatibel zijn bevonden, is op de Roland website beschikbaar.
http://www.rolandce.com/

Demo Songs beluisteren

De Tone demosongs beluisteren

Probeer nu de demo Songs te beluisteren. De LX-10 wordt geleverd met zeven demo Songs. Aan elk van de zes Tone knoppen en de [Twin Piano] knop is één demo Song toegewezen.
981a
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan
NOTE
strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
NOTE
Van de muziek die gespeeld wordt zal geen MIDI data uitgestuurd worden.
fig.Panel-Demo-e.eps
1. Houd de [Key Touch] knop ingedrukt en druk op de [File] knop.
De indicators van de Tone, [Twin Piano] en [Piano Designer] knoppen knipperen. Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Demo.eps
Knop met geluidsdemo Demo inhoud
[Piano] Pianogeluid demo Song
[E. Piano] E.Piano geluid demo Song
[Organ] Orgelgeluid demo Song
[Strings] Strijkersgeluid demo Song
[Voice] Demo Song, waarbij Voice geluiden worden gebruikt
[Others] Demo Song, waarbij gitaar geluiden worden gebruikt
[Twin Piano] Demo Song, waarbij de Twin Piano functie (p.40) wordt
gebruikt
25
Demo Songs beluisteren
Wanneer het volgende in het scherm verschijnt
Als er een opgenomen uitvoering is die nog niet is opgeslagen, zal het volgende scherm verschijnen als u een Song probeert te selecteren.
fig.d-SongDelete.eps
Een demo Song kan niet afgespeeld worden als het geheugen een niet opgeslagen Song bevat.
Als u de uitvoering wilt verwijderen en de demo Song wilt afspelen, drukt u op de [ ] knop.
Als u de uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ] knop. Als u de opgenomen uitvoering op wilt slaan, kijkt u bij ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
2. Druk op één van de zes Tone knoppen of de [Twin Piano] knop.
De Songs worden successief afgespeeld, beginnend met de demo Song die u heeft geselecteerd.
De knop van de Song die op dat moment wordt afgespeeld knippert aan en uit.
Wanneer de laatste Song is afgespeeld, keert u automatisch naar de eerste Song terug, en wordt deze opnieuw afgespeeld.
In het scherm wordt de naam van de op dat moment spelende demo Song getoond.
fig.d-DemoSongName.eps
3. Om te stoppen met afspelen drukt u op de knipperende knop.
4. Druk op de [Key Touch] knop of de [File] knop om de demo mode te
verlaten.
De indicators keren naar hun vorige status terug.
26
Als een knop niet knippert, wil dit zeggen dat deze geen demo Song heeft.

Piano Designer demo Songs beluisteren

Hier ziet u hoe u de verschillen in verscheidene geluiden, gecreëerd door de Piano Designer functie (p.29) kunt beluisteren.
1. Houd de [Key Touch] knop ingedrukt en druk op de [File] knop.
De indicators van de Tone, [Twin Piano] en [Piano Designer] knoppen knipperen. Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Demo.eps
U kunt de demo Songs niet afspelen als uw opgenomen uitvoering niet is opgeslagen. Druk op de [ ] knop om de uitvoering te wissen (p.26) of druk op de [ ] knop en sla de opgenomen
NOTE
uitvoering op (p.73).
Demo Songs beluisteren
2. Druk op de [Piano Designer] knop.
Meerdere Tone knoppen aan de linkerkant en de [Piano Designer] knop knipperen. Het Piano Designer demo scherm verschijnt.
fig.d-DemoPnoDsgn1.eps
3. Gebruik de [] [] knoppen om de demo die u wilt horen te selecteren.
4. Druk op de knipperende Tone knop.
De demo, corresponderend met de knop die u indrukte, zal gespeeld worden.
fig.d-DemoPnoDsgn2.eps
Door stappen 3 en 4 te herhalen kunt u andere demo Songs beluisteren.
5. Druk op de [Key Touch] knop of de [File] knop om de Demo mode te
verlaten.
De indicators keren naar hun vorige status terug.
27

Uitvoeren

Uitvoeren met een variëteit aan geluiden

De LX-10 kenmerkt zich door meer dan 300 verschillende interne geluiden, zodat u met plezier kunt spelen met geluiden die voor vele verschillende types muziek geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ genoemd. De Tones zijn in zes verschillende groepen verdeeld, waarvan aan elk een andere Tone knop is toegewezen.
De Tone ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd, wanneer het instrument wordt aangezet.
fig.Panel-Tones-e.eps
1. Druk op een Tone knop om een geluidsgroep te selecteren.
U zult het geluid dat aan Tone nummer 1 binnen de geselecteerde Tone groep is toegewezen horen. Probeer op het toetsenbord te spelen.
In het scherm wordt de naam en het nummer van het op dat moment geselecteerde geluid weergegeven.
fig.d-Piano001.eps
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om een geluid uit de geluidsgroep te
selecteren.
Het geluid dat u selecteert is te horen als u het toetsenbord bespeelt. De volgende keer dat u deze Tone knop selecteert, zult u het hier geselecteerde geluid horen.
fig.d-Piano003.eps
28
Voor meer over de geluidsnaam kijkt u in de ‘Geluidenlijst’ (p.101).
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
NOTE
Uitvoeren

Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano Designer)

De LX-10 biedt een ‘Piano Designer’ functie, waarmee het pianogeluid gebruikersspecifiek aangepast kan worden, door aspecten als het geluid van de sympathisch vibrerende pianos­naren aan te passen.
Een favoriet geluid dat u gecreëerd heeft kan ook worden opgeslagen (p.89).
1. Druk op de [Piano Designer] knop.
De [Piano Designer] knop is verlicht en het Piano Designer scherm verschijnt. Het geluid ‘Grand Piano 1’ is geselecteerd.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling die u wilt aanpassen te
selecteren, en druk op de [ ] knop om naar het instellingsscherm te gaan.
Er zijn vier Piano Designer schermen.
fig.d-PianoDesigner.eps
3. Gebruik de [] [] knoppen om het onderdeel dat u wilt bijstellen te
selecteren.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling aan te passen.
De instelling van het deksel kan ook met gebruik van de [] [] knoppen worden aangepast.
5. Druk op de [Piano Designer] knop om naar het vorige scherm terug te
keren.
6. Herhaal stappen 3-6 om het pianogeluid naar uw smaak aan te passen.
7. Druk op de [Piano Designer] knop om naar het geluid selectie scherm
terug te keren.
29
Uitvoeren
Weergave Parameter Waarde Omschrijving
Hiermee wordt aangepast hoe ver de klep van de vleugel geopend is.
Lid Open/Close Lid 0–6
Fixed, Super Light, Light,
Key Touch
Medium, Heavy, Super Heavy
Het geluid wordt milder als de klep van de piano in het scherm wordt gesloten. Het geluid wordt helderder als de klep van de piano in het scherm wordt geopend.
Past de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan. Als u ‘Fixed’ selecteert, zullen noten op een eenvormig volume klinken, ongeacht hoe hard u het toetsenbord bespeelt.
Keyboard
Tuning
Reso­nance
Key Touch Offset
Hammer Response
-10–0–9
Off, 1–10
Hammer Noise -2–0–+2
Master Tuning
415.3–440.0–
466.2 Hz
Equal, Just (Major), Just (Minor), Arabic,
Temperament
Kirnberger, Meantone, Pythagorean, Werkmeister
Tonic C–B
Off, Preset, User
Stretch Tuning
(User: -50–0– +50)
Damper Resonance
Off, 1–10
Damper Noise Off, 1–10
Duplex Scale Off, 1–10
String Resonance
Key Off Resonance
Off, 1–10
Off, 1–10
Hiermee kunnen meer gedetailleerde instellingen met betrekking tot de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord worden gemaakt, volgens de sterkte van uw vingers. Hogere instellingen produceren een zwaarder speelgevoel.
Hiermee wordt de tijd vanaf het moment dat een toets wordt gespeeld, totdat het pianogeluid hoorbaar wordt aangepast. Hogere instellingen produceren een langzamere respons. Als dit op OFF is ingesteld, is het geluid hoorbaar op het moment dat de toets wordt aangeslagen, ongeacht de sterkte waarmee deze wordt gespeeld.
Hiermee wordt het geluid van de hamer van een akoestische piano die tegen de snaar slaat aangepast. Hogere instellingen produceren een luider geluid van de hamer die tegen de snaar slaat.
Hiermee wordt de standaard toonhoogte van de LX-10 (de toonhoogte van de middelste A noot) aangepast.
U kunt klassieke stijlen zoals Barok spelen, met gebruik van historische temperaturen (stem methodes). De meeste modern Songs zijn gecomponeerd voor en worden gespeeld in de gelijkzwevende stemming, de meest gebruikte stemming heden ten dage. Op een bepaald moment bestond er echter een brede variëteit aan andere stemming systemen. Door te spelen in de stemming die in gebruik was toen een compositie werd gecreëerd, kunt u de sonoriteit van akkoorden die oorspronkelijk voor die Song waren bedoeld ervaren. Voor details, zie ‘Temperaturen’ (p.31).
Wanneer in een andere stemming dan de gelijkzwevende wordt gespeeld, moet de grondtoon gespecificeerd worden, om de Song die gespeeld wordt te kunnen stemmen (dat wil zeggen: de noot die bij een majeur toonsoort met C of voor een mineur toonsoort met A correspondeert). Indien u de gelijkzwevende stemming kiest, hoeft de grondtoon niet geselecteerd te worden.
Hiermee kan de hoeveelheid ‘Stretched Tuning’ worden gespecificeerd, een stemmingsmethode specifiek voor piano’s, waarbij de hoge reeks lichtelijk hoger en de lage reeks lichtelijk lager wordt gestemd. Als u ‘Preset’ selecteert wordt een standaard stemmingscurve, gecreëerd voor de LX-10, gebruikt. Als u ‘User’ selecteert kunt u de Stretched Tuning zelf bewerken. Speel de toets waarvan u de toonhoogte wilt aanpassen, en gebruik dan de [-] [+] knoppen om zijn toonhoogte aan te passen. (Als u de ‘Preset’ instelling aanpast, verandert de selectie in ‘User’).
Hiermee wordt de demper resonantie van het akoestische pianogeluid (de sympathische vibratie die door andere snaren dan die daadwerkelijk worden gespeeld wordt geproduceerd als het demper pedaal wordt ingedrukt) aangepast. Hogere instellingen maken de sympathische vibratie luider.
Hiermee wordt de demper ruis van het akoestische pianogeluid aangepast (het geluid van de demper die de snaren loslaat als u het demper pedaal indrukt).
Hiermee worden de sympathische vibraties van de Duplex Schaal (p.31) van een akoestische piano aangepast. Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
Hiermee wordt de snaar resonantie van een akoestisch pianogeluid aangepast (de sympathische vibraties van snaren van eerder gespeelde noten die optreedt als een andere noot wordt gespeeld). Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
Hiermee worden sympathische vibraties, zoals die van het key-off geluid van een akoestische piano aangepast (het subtiele geluid dat optreedt als de toetsen worden losgelaten). Hogere instellingen maken de sympathische resonantie luider.
30
Temperaturen
Stemming Kwaliteiten
Uitvoeren
Gelijkzwevend
Just (Majeur)
Just (Mineur)
Arabisch Deze stemming is geschikt voor Arabische muziek.
Kirnberger
Meantone
Pythagorisch
Werkmeister
In deze stemming is elk octaaf in twaalf gelijke stappen verdeeld. Elk interval produceert ongeveer dezelfde lichte hoeveelheid dissonantie.
Deze stemming elimineert tegenstrijdigheden in de kwinten en tertsen. Deze is niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet getransponeerd worden, maar kan een prachtige sonoriteit laten klinken.
De Just stemming verschilt van majeur en mineur toonsoorten. Hetzelfde effect kan zowel met de mineur als de majeur ladders worden verkregen.
Dit is een verbetering van de Meantone en Just stemmingen die voorziet in een hoge mate van modulatie vrijheid. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk (III).
Deze stemming is een compromis van Just intonatie, waarbij transpositie naar andere toonsoorten mogelijk is.
Deze stemming, uitgedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert dissonantie in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt door terts intervallen geproduceerd, maar melodieën zijn welluidend.
Deze stemming is een combinatie van de Meantone en Pythagorische stemmingen. Uitvoeringen zijn in elke toonsoort mogelijk (eerste techniek, III).
Wat is de Duplex schaal?
De Duplex schaal is een systeem van sympathisch vibrerende snaren dat soms bij vleugels voorkomt.
Deze sympathisch vibrerende snaren worden niet rechtstreeks met hamers aangeslagen, maar klinken doordat ze met de vibratie van andere snaren meetrillen. Door met de boventonen mee te trillen maken deze snaren het geluid rijker en meer briljant klinkend. Deze sympathische snaren worden alleen aan het hoge register toegevoegd, boven ongeveer C4. Aangezien deze geen demper hebben (een mechanisme dat klinken van deze snaren stopt), zullen ze blijven klinken zelfs nadat u een noot heeft gespeeld en deze dan loslaat om het geluid van de snaar die daadwerkelijk werd ingedrukt te stoppen.
Duplex schaling wordt vaak op dure concertvleugels aangetroffen, maar sommige fabrikanten gebruiken het niet. Het wordt zelden op staande piano’s gebruikt.
De Piano Designer instellingen opslaan
Het pianogeluid dat u met gebruik van Piano Designer creëert keert naar zijn oorspronke­lijke status terug als u de stroom uitzet. Als u het door u gecreëerde geluid wilt behouden, zodat het bewaard blijft nadat de stroom wordt uitgezet, voert u de Memory Backup operatie uit (p.89) om de instellingen op te slaan.
31
Uitvoeren

De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (Key Touch)

U kunt de aanslaggevoeligheid of reactie van de toetsen veranderen. De aanslaggevoe­ligheid kan zo aangepast worden dat deze geschikt is voor de persoon die speelt.
fig.Panel-KeyTouch-e.eps
1. Druk op de [Key Touch] knop, zodat deze knippert.
fig.d-KeyTouch.eps
2. Druk op de [-] [+] knoppen om de aanslaggevoeligheid te selecteren.
Indicatie Knop kleur Omschrijving
Fixed Orange
Super Light Green Deze instelling produceert de hoogste aanslaggevoeligheid.
Light Green
Medium Dark
Heavy Red
Super Heavy Red Deze instelling produceert de zwaarste aanslag.
Het geluid wordt op een vaststaand volume gespeeld, ongeacht de sterkte waarmee de toetsen worden gespeeld.
U kunt fortissimo (ff) bereiken als u minder sterk dan normaal speelt, zodat het toetsenbord dus lichter aanvoelt. Deze instelling maakt het spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen.
Hiermee wordt de standaard aanslaggevoeligheid ingesteld. U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit ligt het dichtst bij die van een akoestische piano.
U moet het toetsenbord sterker aanslaan dan normaal om fortissimo (ff) te spelen, dus de aanslag van het toetsenbord voelt zwaarder aan. Dynamisch spel geeft hetgeen u speelt nog meer gevoel.
3. Druk op de [Key Touch] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
U kunt het volume waarop het geluid speelt als de aanslaggevoeligheid op ‘Fixed’ is ingesteld specificeren. Zie ‘De Velocity veranderen als Key Touch op ‘Fixed’ is ingesteld’ (p.84).
32
De aanslaggevoeligheid kan ook in het Piano Designer scherm worden gespecificeerd. Daar kunnen tevens meer gedetailleerde instellingen voor de aanslaggevoeligheid worden gemaakt (p.30).
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
Uitvoeren

Ruimtelijke diepte aan het geluid toevoegen (3D Sound Control)

De LX-10 voorziet in een ‘3D Sound Control’ functie, welke het gevoel van ruimtelijke diepte creëert, dat ervaren wordt wanneer een concertvleugel wordt bespeeld. Deze functie voegt de natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid toe die karakteristiek zijn voor een akoestische piano.
fig.Panel-3D-e.eps
1. Druk op de [3D] knop, zodat deze verlicht is.
De 3D Sound Control functie wordt aangezet, en het geluid heeft meer ruimtelijke diepte.
2. Terwijl de [3D] knop ingedrukt wordt gehouden, gebruikt u de [-] [+]
knoppen om de ruimtelijke diepte van het geluid aan te passen.
De ruimtelijke diepte kan over vier niveaus worden aangepast. Door de waarde te verhogen neemt de ruimtelijke diepte van het geluid toe.
fig.d-3DType.eps
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
U kunt de manier waarop de 3D Sound Control functie wordt toegepast veranderen (p.88).
NOTE
NOTE
NOTE
3D Sound Control kan niet op geluidsdata of een muziek CD worden toegepast.
3D Sound Control is niet van invloed op het geluid van de invoer jack of het geluid van externe apparaten die op de MIDI Out zijn aangesloten.
Als het Piano Designer scherm wordt weergegeven, wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
NOTE
NOTE
Als u Twin Piano aanzet, wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
Als u de Playback Transpose functie (p.58) of de Center Cancel functie (p.59) gebruikt als een Song van een muziek CD of een geluidsbestand is geselecteerd, wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
3D Sound Control uitschakelen
1. Druk op de [3D] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
33
Uitvoeren

Het geluid levendiger maken (Dynamics Sound Control)

U kunt het geluid levendiger maken door het een voortreffelijke helderheid en gepronon­ceerdheid te geven.
fig.Panel-Dynamics-e.eps
1. Houd de [3D] knop ingedrukt en druk op de [Reverb] knop.
Een scherm verschijnt, waarin het type Dynamics Sound Control geselecteerd kan worden.
fig.d-Dynamics.eps
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om de gewenste geluidsregeling instelling te
selecteren.
fig.d-Dynamics2.eps
Indicatie Omschrijving
Off Dynamische geluidsregeling is uitgeschakeld.
Sharp Creëert een geluid met omhooggeduwde bas en treble.
Clear Produceert een geluid met akkoorden in de lage registers die helder en geprononceerd zijn.
Power Creëert een geluid met omhooggeduwde bas.
3. Druk op de [3D] knop of de [Reverb] knop.
U keert naar het normale scherm terug.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
34
NOTE
NOTE
Bij sommige geluiden kan vervorming hoorbaar zijn. In dat geval verlaagt u de Master Gain (p.88).
Dynamic Sound Control is niet van invloed op het geluid van de invoer jack of het geluid van externe apparaten die op de MIDI Out zijn aangesloten.

Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen (Reverb effect)

U kunt een Reverb effect toepassen op de noten die op het toetsenbord worden gespeeld. Met het Reverb effect verkrijgt u een plezierige weerkaatsing, zodat het klinkt alsof u in een concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
fig.Panel-Reverb-e.eps
1. Druk op de [Reverb] knop, zodat deze verlicht is.
Speel op het toetsenbord. Het Reverb effect wordt op de gehele klank toegepast.
Uitvoeren
NOTE
Reverb kan niet op geluidsdata of een muziek CD worden toegepast.
Het Reverb effect uitzetten
1. Druk op de [Reverb] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
NOTE

De diepte van het Reverb effect veranderen

Reverb wordt niet toegepast als Twin Piano is aangezet, terwijl de Twin Piano Mode ‘2’ is geselecteerd.
U kunt kiezen uit tien diepte niveaus voor het Reverb effect.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-] [+] knoppen.
De diepte van het Reverb effect verschijnt in het scherm.
fig.d-ReverbDepth.eps
NOTE
NOTE
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
U kunt geen aparte Reverb effect diepte instellingen voor elk individueel geluid maken. Het effect wordt met dezelfde diepte op alle geluiden toegepast.
Dit verandert de Reverb diepte van de Song die wordt afgespeeld niet.
35
Uitvoeren

Een verscheidenheid aan effecten op het geluid toepassen (Effects)

Naast Reverb kunt u een verscheidenheid aan effecten op de geluiden van de LX-10 toepassen.
Naar deze wordt verwezen als ‘effecten’. In de fabrieksinstelling wordt een geschikt effect voor elk geluid geselecteerd.
NOTE
Op sommige geluiden kunnen geen effecten worden toegepast.
fig.Panel-Effects-e.eps
1. Druk op de [Effects] knop, zodat deze verlicht is.
Speel op het toetsenbord. Het effect wordt op het huidig geselecteerde geluid toegepast.
Sommige geluiden hebben in beginsel geen toegepast effect. Als dit soort geluiden worden geselecteerd, zal de [Effects] knop automatisch oplichten.
NOTE
Effecten kunnen niet op geluidsdata of een muziek Cd worden toegepast.
De effecten uitschakelen
1. Druk op de [Effects] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.

De effectinstellingen bewerken

Hier ziet u hoe de instellingen van het effect worden bewerkt.
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op de [-] [+] knoppen.
In het scherm worden de effect parameters en hun waardes getoond.
fig.d-EffectDepth.eps
Het meest geschikte type effect wordt voor elk geluid toegewezen.
NOTE
Afhankelijk van instellingen als 3D Sound Control kan het effect in sommige gevallen niet worden toegepast.
36

Een draaiend geluid aan orgelgeluiden toevoegen (Rotary Effect)

Het Rotary effect wordt op sommige orgelgeluiden die met de [Organ] knop geselecteerd kunnen worden toegepast.
Wanneer één van deze geluiden wordt geselecteerd, kunt u de [Effects] knop gebruiken om de snelheid van het Rotary effect te veranderen.
Wat is het Rotary effect?
Het Rotary effect voegt een ‘roterend’ effect toe, gelijkend op het geluid van een orgel, waarbij een roterende luidspreker wordt gebruikt. Bij de meeste roterende luidsprekers roteren de hoge frequentie luidspreker en lage frequentie luidspreker op verschillende snelheden. De LX-10 kan dit complexe modulatie type simuleren.
1. Druk op de [Effects] knop om de snelheid van het Rotary effect tussen
Uitvoeren
snel en langzaam af te wisselen.
Als de [Effects] knop wordt ingedrukt schakelt het Rotary effect tussen langzame en snelle rotatie. Als de [Effects] knop snel knippert, wordt het Rotary effect toegepast met de snelle roterende
snelheid. Als de [Effects] knop langzaam knippert, wordt het Rotary effect toegepast met de langzame roterende snelheid.
37
Uitvoeren

De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Key Transpose)

Met de ‘Key Transpose’ functie kunt u een Song in een andere toonsoort spelen. Als u een zanger begeleidt, kunt u de Key Transpose functie gebruiken om de toonhoogte naar een toonsoort te verschuiven die comfortabel is voor de zanger, terwijl u in dezelfde bekende toonsoort blijft spelen (vingerzetting).
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonhoogte van uw spel te transponeren zonder dat de vingerzetting veranderd hoeft te worden. Bijvoorbeeld, als de Song in een moeilijke toonsoort staat met talloze kruizen ( ) of mollen ( ), kunt u naar een gemakkelijker te spelen toonsoort transponeren.
fig.Panel-Transpose-e.eps
Op de LX-10 kunt u de toonhoogte van alleen het toetsenbord of de toonhoogte van het toetsenbord en Song samen of alleen de Song transponeren (Transpose Mode, p.84).
Vanuit de fabriek is de LX-10 zo ingesteld dat de toonhoogte van het toetsenbord en de Song samen getransponeerd zullen worden. ‘De toonsoort van de af te spelen Song veranderen (Playback Transpose)’ (p.58).
1. Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de toets die met de
grondtoon van de gewenste toonsoort correspondeert. (In dit geval zal de noot niet klinken).
De waarde van de Key Transpose instelling wordt in het scherm weergegeven, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt wordt gehouden.
fig.d-Transpose0.eps
Met de [Transpose] knop ingedrukt gehouden kan de waarde veranderd worden, zelfs door de [-] [+] knoppen in te drukken.
De beschikbare reeks is –6-0-+5 (stappen van halve tonen).
Als dit op een andere waarde dan nul wordt ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten.
Als de transpositiewaarde niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Transpose functie aan/uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop loslaat, keert u naar het vorige scherm terug.
38
NOTE
Door de [Transpose] knop ingedrukt te houden en de beide [-] en [+] knoppen gelijktijdig in te drukken, keert de instelling naar zijn oorspronkelijke waarde (0) terug.
Als u Transpose Mode (p.84) op ‘Song’ instelt, zal de Key Transpose functie niet worden toegepast.
Voorbeeld: een Song in de toonsoort E spelen na transpositie naar C Majeur
Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de E toets (aangezien E de grondtoon is). Tellend vanaf C als referentiepunt, gaat u vier toetsen, inclusief de zwarte toetsen, omhoog
om E te bereiken, en dus verschijnt ‘+4’ in het scherm.
fig.d-Transpose4.eps
fig.Transpose.eps
Als u speeltC E G Klinkt E G#B
Als u van Song verandert of de stroom uitzet, keert de Transpose instelling naar ‘0’ terug.
Uitvoeren
39
Uitvoeren

Het toetsenbord onderverdelen om met twee personen te spelen (Twin Piano)

U kunt het toetsenbord in linker en rechter gebieden verdelen, zodat twee personen dezelfde reeks toonhoogtes kunnen spelen.
Dit betekent dat u het toetsenbord kunt gebruiken alsof het twee aparte piano’s zijn. Dit biedt bijvoorbeeld een gemakkelijke manier om één persoon de uitvoering van de
andere persoon te laten volgen om deze te controleren.
fig.TwinPiano.eps_80
C4 C5 C6 C7 C8C3C2C1
fig.Panel-TwinPiano-e.eps
C4 C5 C6C3C4 C5C3 C6
40
1. Druk op de [Twin Piano] knop, zodat zijn indicator verlicht is.
fig.d-TwinPiano.eps
Als u Twin Piano aanzet, zal het instrument zich in de volgende staat bevinden.
• Het toetsenbord is in linker en rechter gebieden verdeeld, waarbij de ‘middelste C’ zich in het midden van elk gebied bevindt.
• De linker en rechter gebieden hebben hetzelfde geluid (Grand Piano 1).
• Het rechter pedaal is het demper pedaal voor het rechter gebied, en het linker pedaal is het demper pedaal voor het linker gebied.
• Als de Split functie of de Dual functie was ingeschakeld toen Twin Piano werd aangezet, worden de Split en Dual functies uitgeschakeld.
• 3D Sound Control en het effect zijn uit.
Uitvoeren
Twin Piano uitzetten
1. Druk op de [Twin Piano] knop, zodat zijn verlichting wordt uitgezet.

De manier waarop het geluid te horen is veranderen (Twin Piano Mode)

1. Houd de [Twin Piano] knop ingedrukt en druk op de [-] [+] knoppen.
U kunt één van de volgende manieren waarop het geluid te horen zal zijn kiezen.
fig.d-TwinPianoMode.eps
Indicatie Omschrijving
1
2
Zoals gewoonlijk is het geluid hoorbaar van rechts als u in de richting van de rechterkant van het toetsenbord speelt, en van links als u naar links speelt.
Noten die in het rechter gebied worden gespeeld zijn via de rechter luidspreker hoorbaar, en noten die in het linker gebied worden gespeeld zijn via de linker luidspreker hoorbaar.
NOTE
NOTE
Als u Twin Piano mode op ‘2’ instelt, zal Reverb niet langer worden toegepast als u de Twin Piano mode aanzet.
Bij sommige geluiden zal het geluid niet gesplitst worden, zelfs niet als de Twin Piano mode op ‘2’ is ingesteld.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
41
Uitvoeren

Spelen met twee gestapelde geluiden (Dual Play)

U kunt twee verschillende geluiden via één toets spelen. Deze speelmethode wordt ‘Dual Play’ genoemd.
Bij wijze van voorbeeld stapelen we een piano en strijkers geluid.
fig.Panel-Tones-e.eps
1. Houd de [Piano] knop ingedrukt en druk op de [Strings] knop.
De indicators van beide knoppen zijn verlicht. Speel iets op het toetsenbord. Zowel het piano als het strijkers geluid wordt gespeeld. Als twee Tone knoppen tegelijkertijd op deze manier worden ingedrukt, wordt Dual Play geactiveerd. Van de twee geselecteerde geluiden wordt dat van de linker Tone knop ‘Tone 1’ genoemd en het
geluid van de rechter knop wordt ‘Tone 2’ genoemd.
fig.d-Dual.eps
Hier is het pianogeluid Tone 1 en het strijkers geluid Tone 2.
NOTE
Als Split Play of Twin Piano is aangezet kan Dual Play niet geselecteerd worden.
Dual Play uitschakelen
1. Druk op één van de Tone knoppen.
Nu is alleen het geluid van de knop die u indrukte te horen.
Tone 1
Tone 2
42
NOTE
U kunt de toonhoogte van de Tone 2 een octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte van het geluid in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)’ (p.84).
De volumebalans van de twee geluiden kan afgewisseld worden. Zie ‘De volumebalans voor Dual Play veranderen’ (p.44).
Als u op de pedalen drukt, terwijl Dual Play in gebruik is, zal het effect op zowel Tone 1 als Tone 2 worden toegepast. U kunt deze instelling echter veranderen, zodat de pedalen alleen op één van de geluiden van invloed zijn. Zie ‘de manier waarop de pedaal effecten worden toegepast veranderen (Damper/ Center/Left Pedal Part)’ (p.85).
Afhankelijk van de combinatie van de twee geluiden kan het effect mogelijk niet op Toner 2 worden toegepast.

De Tone variaties veranderen

Tone 1 veranderen
1. Druk op de [-] [+] knoppen.
fig.d-Dual.eps
Tone 2 veranderen
Uitvoeren
1. Houd de Tone knop van Tone 2 ingedrukt (de meest rechtse van de
verlichte Tone knoppen), en druk op de [-] [+] knoppen.
fig.d-Dual.eps
43
Uitvoeren

De volumebalans voor Dual Play veranderen

U kunt de volumebalans van Tones 1 en 2 veranderen.
fig.Panel-Balance-e.eps
1. Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de [Split] knop.
De huidige volumebalans wordt getoond.
fig.d-DualBalance.eps
2. Druk op de [-] [+] knoppen om de volumebalans te veranderen.
De volumebalans zal veranderen. Als u naar de oorspronkelijke volumebalans wilt terugkeren, drukt u de [-] [+] knoppen
gelijktijdig in.
fig.d-DualBalance2.eps
3. Druk op de [Transpose] of [Split] knop om naar het geluidsselectie
scherm terug te keren.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
44
Stapelen met verschillende geluiden in de linker en rechterhand kanten van het toetsenbord (Split Play)
Spelen als het toetsenbord op een bepaalde toets in een linker en rechterkant is verdeeld wordt ‘Split Play’ genoemd, en het punt waarop het toetsenbord is verdeeld wordt het ‘split­spunt’ genoemd.
Met Split Play kunt u voor de linker en rechter kanten een ander geluid laten klinken. Als het instrument wordt aangezet is het splitspunt op ‘F 3’ ingesteld. De splitspunt toets
behoort tot de linkerkant. Terwijl u zich in Split Play bevindt wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld
een ‘rechterhand geluid’ genoemd, en het geluid dat aan de linkerkant wordt gespeeld wordt het ‘linkerhand geluid’ genoemd.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (standaard instelling bij opstarten: F#3)
Uitvoeren
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0 C2 C3 C4 C5 C8B7
Linkerhand geluid Rechterhand geluid
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe het geluid van de [Piano] knop als onderdeel van een Split uitvoering gespeeld wordt.
fig.Panel-Split-e.eps
1. Druk op de [Piano] knop.
Nu is het piano geluid geselecteerd.
2. Druk op de [Split] knop, zodat de indicator oplicht.
Het toetsenbord wordt in linker en rechter kanten verdeeld. De F 3 toets vormt de scheiding tussen de linker en rechterkanten van het toetsenbord.
fig.d-Split.eps
De rechterhand sectie van het toetsenbord speelt het piano geluid, en de linkerhand sectie speelt ‘A. Bass+Cymbal’ geluid.
45
Uitvoeren
Split Play uitschakelen
1. Druk op de [Split] knop, zodat de verlichting uitdooft.
Het geluid van de rechterhand wordt nu het geluid voor het volledige toetsenbord.
Als u van Dual Play (p.42) naar Split Play overschakelt, wordt Tone 1 die bij Dual Play wordt gebruikt als het rechterhand geluid voor Split Play geselecteerd.

Geluidsgroepen en geluidsvariaties veranderen

Het geluid voor de rechterhand veranderen
1. Druk op de Tone knop om een geluidsgroep te kiezen.
2. Druk op de [-] [+] knoppen om een variatie geluid te selecteren.
fig.d-Split.eps
Het geluid voor de linkerhand veranderen
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de Tone knop om een
geluidsgroep te kiezen.
2. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de [-0] [+] knoppen om een
variatie geluid te selecteren.
fig.d-Split.eps
U kunt de toonhoogte van het linkerhand geluid een octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte van het geluid in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)’ (p.84).
46

Het splitspunt van het toetsenbord veranderen

U kunt het splitspunt (de toets waarop het toetsenbord wordt verdeeld) veranderen. Het splitspunt kan op elke waarde tussen B1 en B6 worden ingesteld. Vanuit de fabriek is dit op ‘F 3’ ingesteld.
fig.SplitPoint-3-e.eps_78
Splitspunt (standaard waarde bij opstarten: F#3)
C1 B1 B6A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Reeks waarbinnen het splitspunt gespecificeerd kan worden (B1-B6)
fig.Panel-Split-e.eps
Uitvoeren
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een toets die als splitspunt
wordt ingesteld.
De toets die u indrukt wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm.
fig.d-SplitPoint.eps
De toets die u indrukt wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm. De toets die als splitspunt wordt gebruikt behoort tot de linkerhand sectie van het toetsenbord. Het vorige scherm zal opnieuw verschijnen als u de [Split] knop loslaat. De naam van het linkerhand geluid wordt getoond, terwijl u de [Split] knop ingedrukt houdt.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
47
Uitvoeren

Spelen met de metronoom

U kunt spelen, terwijl de metronoom te horen is. De LX-10 biedt een veelzijdige metronoom functie. U kunt het volume of de maatsoort van de metronoom aanpassen, en de manier waarop tellen worden gemarkeerd veranderen. Als een Song speelt, zal de metronoom klinken op het tempo en de maatsoort van de betreffende Song.
NOTE
De metronoom zal niet klinken als geluidsdata of een muziek CD wordt afgespeeld.
fig.Panel-Metronome-e.eps
1. Druk op de [Metronome] knop, zodat deze verlicht is.
Het metronoom scherm verschijnt, en de metronoom is hoorbaar. De [Metronome] knop knippert rood en groen, in de maat die op dat moment geselecteerd is. De indicator is rood verlicht op de downbeats, en groen op zwakke tellen.
fig.d-Metronome.eps
U kunt het geluid van de metronoom veranderen (p.83).
De metronoom functie stoppen
1. Druk op de [Metronome] knop, zodat zijn verlichting uitdooft.

Het tempo veranderen

1.
Druk meerdere malen op de [Tempo/Beat] knop, zodat deze rood verlicht is.
Het tempo wordt weergegeven. Als geluidsdata of een muziek CD is geselecteerd, wordt het ‘audio tempo’ (p.57) weergegeven. In dit
geval drukt u nogmaals op de [Tempo/Beat] knop om het tempo weer te geven.
fig.d-MetronomeTempo.eps
2. Druk op de [-] [+] knoppen om het tempo aan te passen.
Het tempo wordt uitgedrukt in de waarde van een kwartnoot ingesteld, met mogelijke waardes variërend van 10 tot 500.
48

De maatsoort veranderen

1. Druk meerdere keren op de [Tempo/Beat] knop, zodat deze groen is
verlicht.
De maatsoort wordt weergegeven.
fig.d-MetronomeBeat.eps
2. Druk op de [-] [+] knoppen om de maatsoort te selecteren.
Met de ‘0/4’ instelling zullen alleen zwakke tellen klinken.
Als u uw uitvoering opneemt, wordt deze in de geselecteerde maatsoort opgenomen.
U kunt de manier waarop de metronoom de tellen onderscheidt veranderen. Voor details, zie ‘De manier waarop de maatsoort door de metronoom wordt gemarkeerd veranderen (Metronome Pattern)’ (p.83).
Uitvoeren
Als u een Song afspeelt, wordt de maatsoort van de metronoom op de maatsoort van die Song ingesteld.
NOTE
De maat van de metronoom kan niet veranderd worden, terwijl een Song wordt afgespeeld.

Het volume veranderen

Het volume van de metronoom kan aangepast worden. Hiervoor zijn 11 volumeniveaus beschikbaar.
1.
Terwijl u de [Metronome] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] of [+] knop.
In het scherm wordt de metronoom waarde aangegeven.
fig.d-MetronomeVol.eps
Als het metronoom volume op ‘0’ wordt ingesteld, zal de metronoom niet spelen.

Een aftelling laten klinken om uw timing accuraat te houden

Een ‘count-in’ is een aftelling die klinkt voordat de Song begint te spelen. Als u met een Song meespeelt, kunt u een aftelling laten klinken om het synchroniseren van
uw eigen spel met de Song gemakkelijker te maken.
1. Druk op de [ ] knop, terwijl de metronoom klinkt.
Een aftelling van twee maten klinkt voordat de Song wordt gespeeld.
Een ‘count-down’ is een aftelling die aan het eind van de introductie van een Song te horen is (voordat u op het toetsenbord begint te spelen) (p.84).
49

Songs afspelen

Songs beluisteren

Met de LX-10 kunnen ingebouwde piano Songs (74 Songs) alsmede de volgende formaten worden geselecteerd en gespeeld worden.
• SMF muziekbestanden (indien USB geheugen, CD drive of floppy disk drive is aangesloten).
• Geluidsdata (WAV) (indien USB geheugen of CD drive is aangesloten)
• VIMA TUNES (CD-ROM voor VIMA), muziek Cd’s (indien CD drive is aangesloten)
Voor details over de types geluidsdata die door de LX-10 gespeeld kunnen worden raadpleegt u p. 99.
fig.Panel-SongPlay-e.eps
Een Song selecteren
1. Druk op de [Song] knop, zodat deze verlicht is.
Het volgende verschijnt in het scherm.
Songs kunnen alleen uit het interne geheugen worden geselec­teerd als de Song die u wilt horen al in het interne geheugen is opgeslagen. Voor details kijkt u bij ‘ Een Song kopiëren’ (p.77).
2. Druk op de [-] [+] knoppen om de Song te selecteren.
Als een interne preset Song geselecteerd is, wordt ‘Preset’ in het scherm aangegeven. Songs in het interne geheugen worden met ‘Internal’ aangegeven, Songs in USB geheugen als
‘External’, Songs op floppy disk als ‘Disk’, Songs op CD-ROM als ‘CD’ en Songs op een muziek CD als ‘Music CD’. Als een WAV Song geselecteerd is zal de indicatie ‘Audio’ onder de Song naam verschijnen.
Om een Song die zich in een map bevindt te selecteren, selecteert u de map en drukt u op de [ ] knop. Om de map te verlaten selecteert u ‘Up’ en drukt u op de [ ] knop.
NOTE
De Song afspelen
Als een map 500 of meer bestanden en/of mappen bevat, worden sommige bestanden en mappen mogelijk niet weergegeven.
50
3. Druk op de [ ] knop.
De geselecteerde Song wordt afgespeeld. De geselecteerde Song wordt tot het eind gespeeld, waarna het afspelen stopt.
Om het afspelen te stoppen drukt u nogmaals op de [ ] knop. De volgende keer dat u op de [ ] knop drukt, gaat het afspelen verder vanaf het punt waarop u
bent gestopt.
Als u Song data die teksten bevat afspeelt, worden de teksten in het scherm getoond. U kunt specificeren of de teksten al dan niet worden getoond (p.88).
Vooruitspoelen en terugspoelen
• Druk op de [ ] knop om naar het begin van de volgende Song te gaan.
• Druk op de [ ] knop om naar het begin van de huidig geselecteerde Song te gaan. Als u al bij het begin van de Song bent, zult u naar het begin van de vorige Song gaan.
• Als u de [ ] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song speelt, zal de Song vooruitspoelen.
• Als u de [ ] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song speelt, zal de Song terugspoelen.
Over het Song selectie scherm
In het Song selectie scherm wordt de volgende informatie getoond.
Nieuw op te nemen song
Songs afspelen
Song
in USB geheugen
Song
in intern geheugen
Interne preset song
Song nummer
Song tempo
Song naam
Maat nummer
Maatsoort
Door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [-] [+] knopen te drukken kunt u de eerste Song in elke groep snel selecteren, dat wil zeggen: ‘de eerste Song van het externe geheugen’, de eerste Song van het interne geheugen’ of ‘de eerste interne preset Song’.
NOTE
U kunt ‘External Memory’ niet selecteren als er geen Songs in het USB geheugen zijn of als er geen USB geheugen is aangesloten.
Details over de naam van de interne Song vindt u in de ‘Interne Song lijst’ (p.108).
51
Songs afspelen

Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play)

Alle Songs in het interne geheugen kunnen herhaaldelijk aaneengeschakeld worden afgespeeld.
fig.Panel-Function-e.eps
Voorbereidingen voor aaneengeschakeld afspelen
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op de [3D] knop.
Een scherm als het volgende zal verschijnen en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-FuncMenu.eps
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Play Mode’ te selecteren.
fig.d-FuncSongPlay.eps
52
3. Druk op de [ ] knop om naar het instellingsscherm te gaan.
fig.d-SinglePlay.eps
4. Druk op de [-] [+] knoppen om ‘All Song’ te selecteren.
fig.d-AllSongPlay.eps
5. Druk twee maal op de [Piano Designer] knop.
U keert naar het Tone selectie scherm terug.
De eerste Song specificeren
6. Druk op de [Song] knop, zodat deze verlicht is.
7. Druk op de [-] [+] knoppen om de Song te selecteren.
Songs afspelen
8. Druk op de [ ] knop.
De Songs worden aaneengeschakeld afgespeeld, beginnend met de geselecteerde Song. Wanneer de laatste Song is afgespeeld, keert het afspelen naar de eerste Song terug en gaat verder. Als u in All Song mode speelt, wordt dit aangegeven met een symbool dat rechts boven in het scherm
wordt getoond.
fig.AllSong-e.eps
De Songs in het interne geheugen worden aaneengeschakeld gespeeld als een intern geheugen is geselecteerd, en de Songs in USB geheugen worden aaneengeschakeld gespeeld als een USB geheugen is geselecteerd.
Het afspelen stoppen
9. Druk op de [ ] knop, zodat zijn verlichting wordt uitgezet.
De volgende keer dat u de [ ] knop indrukt zal het afspelen verdergaan vanaf het punt waarop u bent gestopt.
All Song Play
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.89).
Door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [ ] knop te drukken kunt u alle Songs afspelen, ongeacht de Song Play mode.
53
Songs afspelen
Rechterhand
gedeelte
Begeleidings-
gedeelte
Linkerhand gedeelte

Elk gedeelte apart beluisteren

Wanneer interne Songs of externe geheugen Songs worden afgespeeld, kunt u de uitvoeringsgedeeltes die gespeeld zullen worden selecteren.
Ook kunt u elke hand apart oefenen, terwijl u met de Song meespeelt.
fig.Panel-TrackMute-e.eps
fig.TrackButtons-e.eps
NOTE
Individuele gedeeltes van geluidsdata of een Song van een muziek CD kunnen niet worden gespeeld (of gedempt).
De uitvoeringsdata is aan de Track knop toegewezen, zoals hieronder wordt getoond.
De linkerhand uitvoering is aan de Track (Left) knop toegewezen, de rechterhand uitvoering is aan de Track (Right) knop toegewezen en overige uitvoeringen zijn aan de Track (Accomp) knop toegewezen. ‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziekbestanden worden bewaard, en knoppen [Left], [Right] en [Accomp] worden de ‘Track knoppen’ genoemd.
Sommige Songs bevatten geen begeleiding. Als u één van deze Songs selecteert zal de [Accomp] knop niet oplichten.
54
1. Selecteer de Song die u wilt spelen (p.50).
2. Druk op de [ ] knop om de Song af te spelen.
3. Selecteer het gedeelte dat u niet wilt spelen.
Druk op de Track (Left) knop, Track (Right) knop of Track (Accomp) knop. De knop die u indrukte wordt uitgezet, en het corresponderende gedeelte is niet langer hoorbaar. Het
op deze manier tijdelijk stil maken van een specifiek gedeelte wordt ‘muting’ (demping) genoemd. Als u bijvoorbeeld het rechterhand gedeelte wilt oefenen, drukt u op de Track (Right) knop, zodat
zijn verlichting wordt uitgezet. Als u de Song afspeelt, zal het rechterhand gedeelte niet gespeeld worden.
U kunt het gedeelte dat gedempt (mute) wordt selecteren als u op de Track (Accomp) knop drukt en zijn verlichting uitzet. Raadpleeg p.82.
Als u het begeleidingsgedeelte dempt voordat het afspelen is geinitialiseerd, kunt u het intro overslaan.
4. Als u de knop die bij stap 3 werd geselecteerd nogmaals indrukt, zodat
de knop verlicht is, zal het geluid van dat gedeelte weer hoorbaar zijn.
NOTE
Mute instellingen worden gewist als u van Song verandert.

Het volume van een gedempt gedeelte bepalen

Hier ziet u hoe het volume dat een bepaald gedeelte zal hebben nadat u een Track knop heeft ingedrukt om het afspelen te dempen, terwijl een Song wordt afgespeeld aangepast kan worden.
Met de LX-10 kunt u een specifiek gedeelte op een gereduceerd volume afspelen, zodat het gedeelte als een ‘richtlijn’ voor uw eigen spel gebruikt kan worden.
1. Houd een Track knop ingedrukt en gebruik de [-] [+] knoppen om het
volume te specificeren dat de Track zal hebben als zijn geluid gedempt is.
Het volumeniveau wanneer de Track gedempt is wordt getoond, terwijl u de Track knop ingedrukt houdt.
Het Track mute volume kan op elke waarde van 0 tot 80 worden ingesteld.
fig.d-MuteVol-R.eps
Songs afspelen
Als de stroom wordt uitgezet wordt het Track mute volume opnieuw op ‘0’ ingesteld.

Het afspeelvolume van de Song veranderen

Hier ziet u hoe het volume waarop de Song wordt afgespeeld veranderd kan worden. Als u oefent door met een Song mee te spelen, kunt u hiermee de volumebalans tussen
hetgeen u op het toetsenbord speelt en het afspeelgeluid van de Song aanpassen.
1. Terwijl u de [ ] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] [+] knoppen.
Het afspeelvolume van de Song wordt weergegeven, terwijl u de [ ] knop ingedrukt houdt. Het afspeelvolume kan op elk waarde van 0 tot 127 worden ingesteld.
fig.d-SongVolume.eps
NOTE
Als u de stroom uitzet keert het afspeelvolume van de Song naar ‘127’ terug.

Het volume van geluidsdata en muziek Cd’s aanpassen

Als u een geluidsbestand of een Song van een muziek CD selecteert, zal dit op een apart gespecificeerde volume instelling worden afgespeeld.
1. Terwijl u de [ ] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] [+] knoppen.
NOTE
Als u de stroom uitzet zal het afspeelvolume naar de ‘64’ instelling terugkeren.
55
Songs afspelen

Het tempo van een Song veranderen

U kunt het tempo waarop de Song wordt gespeeld veranderen. Als u één van de interne Songs oefent, kan het verlagen van het tempo het meespelen met
een moeilijke Song gemakkelijker maken.
1. Druk meerdere malen op de [Tempo/Beat] knop, zodat deze rood
verlicht is.
Het tempo wordt in het scherm aangegeven. Als u geluidsdata of een Song van een muziek VD heeft geselecteerd, wordt ‘Audio Tempo’ in het scherm getoond (p.57).
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om het tempo te veranderen.

Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute)

Sommige interne preset Songs hebben een tempo dat tijdens de Song verandert. Hier ziet u hoe deze Songs op een vast, onveranderlijk tempo afgespeeld kunnen worden.
1. Terwijl u de [Tempo/Beat] knop ingedrukt houdt gebruikt u de [-] [+]
knoppen om de instelling te veranderen.
fig.d-TempoMuteOff.eps
Instelling Omschrijving
On De tempowisselingen die in de Song zijn opgeslagen worden genegeerd, en de Song wordt op
een vaststaand tempo afgespeeld.
Off De Song wordt afgespeeld volgens de tempowisselingen die in de Song zijn opgenomen.
Als u Tempo Mute aanzet, wordt de tempo indicatie in het scherm geaccentueerd.
fig.TempoMute1-j.eps
56
Geaccentueerd Geaccentueerd
Als u van Songs verandert keert de Tempo Mute functie naar de ‘Off’ instelling terug.
Het Tempo Mute scherm zal niet verschijnen als u geluidsdata of een Song van een muziek CD heeft geselecteerd.
Songs afspelen

Het tempo van geluidsdata of een muziek CD veranderen (Audio Tempo)

U kunt het afspeel tempo van geluidsdata of van een Song op een muziek CD veranderen.
1. Druk een aantal malen op de [Tempo/Beat] knop totdat ‘Audio Tempo’
verschijnt.
Druk de knop herhaaldelijk in om door de beschikbare keuzes voor het scherm te lopen, zoals: tempo (knop rood verlicht) audio tempo (knop rood verlicht) maatsoort (knop groen verlicht) en dan terug naar tempo (knop rood verlicht).
fig.d-TempoMuteOff.eps
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om het geluidstempo aan te passen.
Gerelateerd aan het oorspronkelijke tempo als 100% kan het tempo binnen een reeks van 75% (langzaam) tot 125 % (snel) worden aangepast.
Het Audio Tempo scherm zal niet verschijnen als u iets anders dan geluidsdata of een muziek CD heeft geselecteerd.
57
Songs afspelen

De toonsoort van het Song afspeelgeluid veranderen (Playback Transpose)

Met de ‘Playback Transpose’ functie kunt u de toonsoort van de Song die wordt afgespeeld veranderen.
fig.Panel-Transpose-e.eps
1. Speel de Song die u wilt horen of waarmee u wilt meespelen af (p.50).
2. Terwijl u de [Transpose] knop ingedrukt houdt, gebruikt u de [-] [+]
knoppen om de toonhoogte aan te passen.
De toonhoogte van de Song verandert in stappen van halve tonen. De Playback Transpose instelling wordt getoond, terwijl u de [Transpose] knop ingedrukt houdt.
Het bereik is –6-0-+5 (stappen van halve tonen). Als dit op een andere waarde 0 is ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten. Als de transpositiewaarde iets anders dan ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Playback
Transpose functie aan of uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop ingedrukt houdt en de [-] en [+] knoppen gelijktijdig indrukt, keert deze instelling naar zijn oorspronkelijke waarde (0) terug.
NOTE
NOTE
De playback Transpose functie wordt niet toegepast als de Transpose Mode (p.84) op ‘Keyboard’ is ingesteld.
Als u een Song van een muziek CD of geluidsdata heeft geselecteerd, kan het gebruik van Playback Transpose het klankkarakter beïnvloeden en wordt 3D Sound Control uitgeschakeld.
De transpositie instelling keert naar ‘0’ terug als een andere Song wordt geselecteerd.
58
Songs afspelen

De middengeluiden van het afspeelgeluid minimaliseren (Center Cancel)

Wanneer een in de winkel verkrijgbare muziek CD of geluidsdata wordt afgespeeld, kunnen de geluiden die zich in het midden bevinden (zoals vocalen) worden geminimaliseerd.
fig.Panel-CenterCancel-e.eps
1. Speel geluidsdata of een muziek CD af (p.50).
2. Druk op de [Right] Track knop, zodat zijn verlichting uitdooft.
De melodie of het vocale geluid wordt geminimaliseerd.
NOTE
Bij sommige Songs worden geluiden in het midden mogelijk niet volledig geëlimineerd.
De Center Cancel functie opheffen
1. Druk op de [Right] Track knop, zodat deze is verlicht.
NOTE
NOTE
Bij sommige Songs kan het gebruik van de Center Cancel functie het klankkarakter beïnvloeden.
Als u Center Cancel gebruikt, terwijl 3D Sound Control (p.33) is ingeschakeld, zal 3D Sound Control worden uitgeschakeld.
De Center Cancel functie wordt geannuleerd als een andere Song wordt geselecteerd.
59

Opnemen

U kunt uw uitvoeringen op eenvoudige wijze opnemen. Door uw uitvoering af te spelen kunt u naar uw spel luisteren of het toetsenbord gebruiken
om de melodie mee te spelen met de Song die u heeft opgenomen.
De volgende opname types kunnen uitgevoerd worden.
Alleen uw eigen toetsenbord uitvoering opnemen
‘Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen’ (p.61).
fig.OverRec.eps
Een Track knop selecteren en opnemen
Opnieuw opnemen ‘Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen’ (p.63)
Samen met een interne Song opnemen
NOTE
Opname operaties voor geluidsdata of een Song van een muziek CD kunnen niet worden
‘Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen’ (p.63)
‘Uw spel samen met een Song opnemen’ (p.66)
uitgevoerd.
Memo
Bij tweede of latere opnames wordt de eerder opgenomen Song gewist als nieuw materiaal wordt opgenomen. Als een nieuwe uitvoering wordt opgenomen, is het een goed idee om de eerder opgenomen uitvoering eerst te wissen (p.69).
1ste gang
2e gang
De eerste uitvoering blijft behouden
60
Als het volgende scherm verschijnt
Een scherm als dat wat hieronder wordt getoond zal verschijnen als u probeert een andere Song te selecteren, terwijl er een opgenomen Song is die niet is opgeslagen.
fig.d-SongDelete.eps
U kunt een andere Song niet afspelen als er een niet opgeslagen (User) Song aanwezig is.
Als het OK is om de Song te verwijderen, drukt u op de [ ] knop.
Indien u de Song niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ] knop en slaat u de Song in het interne geheugen of in USB geheugen op (p.73).

Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen

Hier ziet u hoe alleen uw uitvoering op het toetsenbord opgenomen kan worden, zonder gebruik van een interne Song.
fig.Panel-RecNew-e.eps
Uitvoeringsinstellingen
Opnemen
1. Druk op de [Song] knop, zodat deze is verlicht.
2. Druk een aantal malen op de [-] knop totdat ‘New Song’ in het scherm
verschijnt.
fig.d-NewSong.eps
Als alternatief kunt u ‘New Song’ laten verschijnen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [ ] knop te drukken.
3. Selecteer de Tone (het geluid) dat gespeeld wordt (p.28).
4. Indien nodig laat u de metronoom klinken.
Druk op de [Metronome] knop (p.48). Terwijl u naar de metronoom luistert past u het Song tempo (p.48) en de maatsoort (p.49) naar wens
aan.
Instellingen voor opname
5. Druk op de [ ] knop.
De [ ] knop licht op, de [ ] knop begint te knipperen en de LX-10 wordt in de Stand-by voor opname stand geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen drukt u nogmaals op de [ ] knop.
61
Opnemen
De opname starten
6. Druk op de [ ] knop of speel op het toetsenbord.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname start als u op het toetsenbord speelt (zonder de [ ] knop in te drukken). In dit geval
is er geen aftelling te horen. Wanneer de opname begint zijn de [ ] knop en [ ] knop verlicht.
Tijdens de aftelling wordt de aftelling maat rechts onder in het scherm als ‘-2’ dan ‘-1’ aangegeven.
De opname stoppen
7. Druk op de [ ] knop.
De opname zal stoppen.
De opgenomen uitvoeringen beluisteren
8. In het Song selectie scherm drukt u op de [ ] knop.
U keert terug naar het begin van de uitvoering die u heeft opgenomen.
9. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Als u op de [ ] knop drukt, terwijl de metronoom klinkt, zal een aftelling van twee maten (‘count-in’) worden gespeeld voordat het afspelen begint.
10. Druk nogmaals op de [ ] knop om het afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden moet deze in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen. Zie ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
Als u de opgenomen opname niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen. De uitvoering moet gewist (p.69) of opgeslagen (p.73) worden voordat een andere Song afgespeeld kan worden.
62

Uw uitvoering voor elke hand apart opnemen

De recorder van de LX-10 heeft drie Track knoppen. U kunt de uitvoering van elke hand apart in verschillende Track knoppen opnemen
(bijvoorbeeld de uitvoering van de linkerhand in de [Left] knop en de uitvoering van de rechterhand in de [Right] knop opnemen) of u kunt alleen een specifieke Track of een eerder opgenomen uitvoering opnieuw opnemen.
Hoe de Track knoppen met de opgenomen uitvoering corresponderen
De opgenomen uitvoeringen worden als volgt aan de Track knoppen toegewezen.
Twin Piano (p.40), Split uitvoering (p.45)
Opnemen
fig.Panel-RecTrack-e.eps
Track knop
Opgenomen uitvoering
Twin Piano Split play
[Right] knop Rechter gebied Rechterhand geluid
[Left] knop Linker gebied Linkerhand geluid
Normale uitvoering (over het gehele toetsenbord wordt één enkel geluid gespeeld), Dual Play
• Als u met slechts één gespecificeerde opnametrack opneemt
De uitvoering wordt op de gespecificeerde Track opgenomen.
• Als u met meerdere gespecificeerde opnametracks opneemt
Opname vindt plaats in deze volgorde van prioriteit: [Right] knop [Left] knop [Accomp] knop
Instellingen voor opname
1. Druk op de [Song] knop, zodat deze verlicht is.
2. Druk een aantal malen op de [-] knop, totdat ‘New Song’ in het scherm
verschijnt.
63
Opnemen
Opnemen
3. Druk op de [ ] knop.
De [ ] knop licht op, de [ ] knop indicator knippert en de LX-10 wordt in de Stand-by voor opname mode geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop. De knop van de op te nemen Track knippert.
4. Druk op de knop van elke Track die u niet wilt opnemen, zodat de
verlichting daarvan wordt uitgezet.
U kunt slechts één Track knop per keer opnemen.
5. Druk op de [ ] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname start als u op het toetsenbord speelt (zonder de [ ] in te drukken). In dit geval is er
geen aftelling te horen. Als de opname begint zijn de [ ] knop en [ ] knop verlicht.
Tijdens de countdown wordt de aftelling als ‘-2’ dan ‘-1’ rechts onder in het scherm getoond.
6. Om te stoppen met opnemen drukt u op de [ ] knop.
Een aanvullend gedeelte opnemen
7. In het Song selectie scherm drukt u op de [ ] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
8. Druk op de [ ] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec.eps
Als u de eerder opgenomen uitvoering wilt wissen en een uitvoering opnieuw wilt opnemen, drukt u op de [ ] knop.
64
9. Als u een andere Track wilt opnemen drukt u op de [ ] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec2.eps
Opnemen
10. Druk op de knop van de Track die u wilt opnemen, zodat deze knippert.
NOTE
Als u een eerder opgenomen Track selecteert, zal deze Track overschreven worden met de nieuw opgenomen uitvoering, De eerder opgenomen uitvoering zal verloren gaan.
De [ ] knop licht op, de [ ] knop indicator knippert en de LX-10 wordt in de Stand-by voor opname mode geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
11. Druk op de [ ] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname start als u op het toetsenbord speelt (zonder de [ ] in te drukken). In dit geval is er
geen aftelling te horen. Als de opname begint zijn de [ ] knop en [ ] knop verlicht.
Tijdens de aftelling wordt de aftelmaat rechts onder in het scherm getoond als ‘-2’ dan ‘-1’.
NOTE
Als u aanvullende gedeeltes opneemt zonder de eerder opgenomen Song te wissen, blijven het tempo van de Song en de maatsoort hetzelfde als toen de Song voor het eerst werd opgenomen.
12. Om met opnemen te stoppen, drukt u op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering beluisteren
13. In het Song selectie scherm drukt u op de [ ] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
14. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
15. Als u de [ ] nog een keer indrukt, zal het afspelen stoppen.
Als u één van de Track knoppen ingedrukt houdt, terwijl u op de [ ] knop drukt, wordt de uitvoering van alleen de betreffende Track gewist. Als u de uitvoering van alle Tracks wist, zal ‘New Song’ in het scherm worden weergegeven.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de uitvoering die u heeft opgenomen wilt behouden moet deze in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen. Zie ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
Als u de opgenomen opname niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen. De uitvoering moet gewist (p.69) of opgeslagen (p.73) worden voordat een andere Song afgespeeld kan worden.
65
Opnemen

Uw uitvoering opnemen als u met een Song meespeelt

Hier ziet u hoe u met een Song uit het interne of externe geheugen kunt meespelen, en uw uitvoering kunt opnemen.
U kunt bijvoorbeeld naar het linkerhand gedeelte luisteren, terwijl u het rechterhand gedeelte opneemt.
De uitvoering die u op het toetsenbord speelt wordt opgenomen in plaats van het gedeelte dat u met gebruik van de Track knoppen selecteert.
Het geluid van de Track knop die u heeft geselecteerd is tijdens de opname niet hoorbaar.
fig.Panel-RecSong-e.eps
Uitvoeringsinstellingen
1. Selecteer een Song
Voor details over het selecteren van een Song kijkt u bij ‘’Songs beluisteren’ (p.50). Als u samen met een Song uit een extern geheugen wilt opnemen, sluit u een USB geheugen of floppy
disk drive aan voordat u verdergaat (p.55).
Door het afspeelvolume van de Song aan te passen, kunt u ook de volumebalans tussen de Song en het geluid dat u op het toetsenbord speelt veranderen.
2. Selecteer de Tone (geluid) dat gespeeld gaat worden (p.28).
3. Specificeer het opname tempo.
NOTE
De uitvoering zal op het tempo van de Song die u tijdens de opname selecteerde worden opgenomen. Als u uw spel samen met een Song opneemt, zal dit in de maatsoort van die Song worden opgenomen.
66
Instellingen voor opnemen
4. Druk op de [ ] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec.eps
5. Druk nog een keer op de [ ] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-OverRec2.eps
Opnemen
6. Druk op de Track knop van het gedeelte dat u wilt opnemen, zodat de
knop knippert.
Nu kunt u opnemen, terwijl u naar de geselecteerde Song luistert. De [ ] knop is verlicht, de [ ] knop knippert en de LX-10 wordt in de Stand-by voor opname
mode geplaatst. Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
Hoe uitvoeringsgedeeltes met de Track knoppen corresponderen
Track knop Uitvoeringsgedeelte
Track [Right] knop Rechterhand gedeelte
Track [Left] knop Linkerhand gedeelte
Track [Accomp] knop
Beginnen met opnemen
7. Druk op de [ ] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. Zelfs als u niet op de [ ] knop drukt, zal de opname beginnen als u op het toetsenbord speelt. In
dit geval wordt er geen aftelling gespeeld. Als de opname begint zijn de [ ] knop en de [ ] knop verlicht.
Andere uitvoeringsdata dan rechterhand gedeelte en linkerhand gedeelte.
Tijdens de aftelling wordt de aftelmaat rechts onder in het scherm getoond, als ‘-2’ dan ‘-1’.
67
Opnemen
Stoppen met opnemen
8. Druk op de [ ] knop.
De opname zal stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
9. In het Song selectiescherm drukt u op de [ ] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
10. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gespeeld.
11. Druk nog een keer op de [ ] knop om het afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de uitvoering die u heeft opgenomen wilt behouden moet deze in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen. Zie ‘De Songs die u opneemt opslaan’ (p.73).
Als u de opgenomen opname niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen. De uitvoering moet gewist (p.69) of opgeslagen (p.73) worden voordat een andere Song afgespeeld kan worden.
68

Opgenomen uitvoeringen wissen

U kunt opgenomen uitvoeringen wissen.
fig.Panel-RecNew-e.eps
1. Druk op de [Song] knop.
Het scherm voor de opgenomen uitvoeringen verschijnt.
fig.d-NewSong2.eps
Opnemen
2. Druk op de [+] knop.
Een bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.d-SongDelete.eps
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op de [] knop.
3. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist.
U kunt de opgenomen uitvoering ook wissen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [ ] knop te drukken.
Als u één van de Track knoppen ingedrukt houdt, terwijl u op de [ ] knop drukt, wordt de uitvoering van alleen de betreffende Track gewist. Als u de uitvoering van alle Tracks wist, zal ‘New Song’ in het scherm worden weergegeven.
Een door u opgenomen uitvoering wordt automatisch verwijderd als u de stroom uitzet.
69

Uw uitvoering opslaan

Het geheugen initialiseren

Hier wordt uitgelegd hoe u alle Songs die zijn opgeslagen in het interne geheugen, USB geheugen (apart verkrijgbaar) of op floppy disk (apart verkrijgbaar) volledig kunt wissen.
NOTE
NOTE
fig.panel-deleteSong-e.eps
Op het moment dat een initialisatie wordt uitgevoerd, zullen alle Songs die in het geheugen zijn opgeslagen gewist worden. De gewiste data kan niet hersteld worden, daarom raden wij u aan de inhoud van het geheugen te controleren voordat u verder gaat.
Als u een nieuw USB geheugen (apart verkrijgbaar) of een nieuwe floppy disk (apart verkrijgbaar) voor de eerste keer gebruikt, moet het USB geheugen of de floppy disk geinitialiseerd (geformatteerd) worden voordat u het in gebruik neemt. Op de LX-10 kan een niet geinitialiseerd USB geheugen of floppy disk niet gebruikt worden.
Voor details over de behandeling van USB geheugen kijkt u bij ‘Extern geheugen gebruiken’ (p.24).
1. Als u extern geheugen gaat initialiseren, sluit u het USB geheugen op de
externe geheugen aansluiting aan (p.24). Als u een floppy disk gaat initialiseren, sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen aansluiting aan, en steekt u de disk in de drive.
2. Druk op de [File] knop.
Het File Menu scherm verschijnt.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Format Media’ te selecteren.
fig.d-FileMenuFormat.eps
70
Uw uitvoering opslaan
4. Druk op de [ ] knop.
Het Initialize Media scherm verschijnt.
fig.d-Format.eps
5. Gebruik de [-] [+] knoppen om te selecteren of u het interne geheugen,
externe geheugen (USB geheugen) of Disk (floppy disk) gaat initialiseren.
6. Druk op de [ ] knop.
Een bevestigingsbericht verschijnt.
fig.d-Format2.eps
Als u de op [ ] knop drukt, keert u zonder te initialiseren naar het vorige scherm terug.
7. Druk op de [ ] knop.
Het initialiseren begint. De volledige inhoud van het geheugen zal gewist worden.
NOTE
NOTE
NOTE
NOTE
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt weergegeven.
Wanneer ‘Error’ in het scherm wordt getoond, kijkt u bij ‘Storingsmeldingen’ (p.100).
Tijdens het initialiseren van het interne geheugen van de LX-10 worden geen andere instellingen dan de inhoud van het interne geheugen geinitialiseerd. Als u andere instellingen dan de inhoud van het interne geheugen opnieuw naar de fabrieksinstellingen wilt laten terugkeren, voert u de Factory Reset operatie uit (p.90).
Schakel het USB geheugen nooit uit voordat de initialisatie is voltooid.
Terwijl een floppy disk wordt geinitialiseerd mag de floppy disk nooit uit de floppy disk drive verwijderd worden en mag de kabel van de disk drive niet worden losgekoppeld.
71
Uw uitvoering opslaan

Opslaan en kopiëren

Een Song die u heeft opgenomen kan in het interne geheugen of USB geheugen worden opgeslagen.
Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen kunnen naar extern geheugen, zoals USB geheugen, worden gekopieerd.
fig.SongSaveCopy.eps
1
2
3
4
LX-10
Opgenomen song
OpslaanOpslaan
Kopiëren
Kopiëren
External Memory
LX-10
intern geheugen
USB geheugen, floppy disk
(apart verkrijgbaar)
Een opgenomen Song in het interne geheugen opslaan
• Een Song die u heeft opgenomen kan in de LX-10 worden opgeslagen, zodat deze niet zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Een Song die u heeft opgenomen (maar niet opgeslagen) zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Echter, Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen zullen niet verdwijnen als u de stroom uitzet. De volgende keer dat u de stroom aanzet kunnen deze Songs gespeeld worden en uw uitvoeringen beluisterd worden.
Een opgenomen Song in USB geheugen opslaan
• Een door u opgenomen Song kan als reservekopie in het USB geheugen worden opgeslagen.
• Het is een goed idee om belangrijke data in USB geheugen op te slaan.
72
NOTE
Songs die vaak beluisterd worden in het interne geheugen opslaan
• Interne Songs, die u bijvoorbeeld aan het oefenen bent, kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Geluidsdata of Songs van een muziek CD kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd.

De Songs die u opneemt opslaan

Een door u opgenomen Song kan in het interne geheugen of USB geheugen (apart verkrijgbaar) worden opgeslagen.
De Songs die u opneemt gaan verloren als u eenvoudigweg de stroom van de LX-10 uitzet voordat deze zijn opgeslagen. Aangezien in het interne geheugen opgeslagen Songs niet verloren gaan als de stroom wordt uitgezet, is het gemakkelijk om een Song in het interne geheugen op te slaan als u deze wilt behouden.
fig.Panel-SaveSong-e.eps
Uw uitvoering opslaan
1. Als u de Song in USB geheugen wilt opslaan, sluit u het USB geheugen op
de externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Als u een Song op floppy disk wilt opslaan, sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen aansluiting aan en steekt u een disk in de drive.
2. Druk op de [File] knop.
fig.d-FileMenu.eps
Het File Menu scherm verschijnt.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Save Song’ te selecteren.
De Song naam bewerken
4. Druk op de [ ] knop.
fig.d-FileName.eps
Een scherm waarin de naam van de Song bewerkt kan worden verschijnt.
5. Gebruik de [-] [+] knoppen om het letterteken dat u wilt veranderen te
selecteren.
6. Gebruik de Tone knoppen om het type letterteken te selecteren.
73
Uw uitvoering opslaan
Knop [Piano] [E. Piano] [Organ] [Strings] [Voice]
Letterteken Letters Cijfers Symbolen Spatie
7. Gebruik de [] [] knoppen om het letterteken te veranderen.
8. Als de naam bewerkt is, drukt u op de [ ] knop.
Een scherm waarin u de opslagbestemming kunt kiezen verschijnt.
De opslagbestemming voor de Song selecteren
fig.d-FileSave2.eps
9. Gebruik de [-] [+] knoppen om te specificeren of u de Song in het interne
invoegen
Teken verwijderen
geheugen (binnen de LX-10), extern geheugen (USB geheugen) of op floppy disk wilt opslaan.
10. Gebruik de [] [] knoppen om het nummer van de opslagbestemming
te accentueren.
fig.d-FileSave3.eps
11. Gebruik de [-] [+] knoppen om het nummer van de opslagbestemming te
selecteren.
De Song naam wordt rechts van het nummer getoond. De weergave van ‘Empty’ als de Song naam betekent dat er onder dat nummer nog geen
Song is opgeslagen. Selecteer een nummer waarin nog geen Song is opgeslagen. Als u een ongewenste Song wilt wissen en deze door de nieuw opgeslagen Song wilt
vervangen, selecteert u het nummer van de ongewenste Song.
De Song opslaan
12. Druk op de [ ] knop.
De Song wordt opgeslagen.
74
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt getoond. Als u bij stap 11 een nummer selecteert waarin al een Song is opgeslagen, zal het volgende bevestigingsbericht verschijnen als u bij stap 12 op de [ ] knop drukt.
fig.d-FileSave4.eps
Indien u besluit de Song niet op te slaan, drukt u op de [ ] knop. Als u de eerder opgeslagen Song wilt wissen en deze door de nieuw opgeslagen Song wilt vervangen,
drukt u op de [ ] knop.

Een Song verwijderen

Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Song uit het interne geheugen, USB geheugen of van floppy disk verwijderd kan worden.
Als u alle Songs uit het interne geheugen, USB geheugen of van floppy disk wilt verwijderen, kijkt u bij ‘Het geheugen initialiseren’ (p.70).
fig.Panel-deleteSong-e.eps
Uw uitvoering opslaan
1. Als u een Song uit het USB geheugen verwijdert, sluit u het USB
geheugen op de externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Als u een Song van floppy disk verwijdert, sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen aansluiting aan en steekt u de floppy disk in de drive.
2. Druk op de [File] knop.
Het File Menu scherm verschijnt.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Delete Song’ te selecteren.
fig.d-FileMenuDel.eps
4. Druk op de [ ] knop.
Het Delete Song scherm verschijnt.
75
Uw uitvoering opslaan
fig.d-FileDelete.eps
De te verwijderen Song selecteren
5. Gebruik de [-] [+] knoppen om te selecteren of u een Song uit het interne
geheugen (het geheugen van de LX-10), extern geheugen (USB geheugen) of van floppy disk gaat verwijderen.
6. Druk op de [] knop.
fig.d-FileDelete2.eps
7. Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song die u wilt verwijderen te
selecteren.
De Song verwijderen
8. Druk op de [ ] knop.
Een bevestigingsbericht verschijnt.
fig.d-FileDelete3.eps
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op de [ ] knop.
9. Druk op de [ ] knop.
De geselecteerde Song zal verwijderd worden.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt weergegeven.
76

Een Song kopiëren

Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen kunnen naar USB geheugen of floppy disk worden gekopieerd.
Songs die in een USB geheugen apparaat of op floppy disk zijn opgeslagen, kunnen naar het interne geheugen worden gekopieerd.
fig.Panel-SaveSong-e.eps
Uw uitvoering opslaan
Voorbereiding op het kopiëren
1. Sluit het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan (p.24).
Anders sluit u de floppy disk drive op de externe geheugen aansluiting aan en steekt u de floppy disk in de drive.
2. Druk op de [File] knop.
Het File Menu scherm verschijnt.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Copy Song’ te selecteren.
fig.d-FileMenuCopy.eps
4. Druk op de [ ] knop.
Het Song kopieerbron selectie scherm verschijnt.
fig.d-FileCopy.eps
77
Uw uitvoering opslaan
De te kopiëren Song selecteren
5. Gebruik de [-] [+] knoppen om het kopieerbron geheugen te selecteren.
6. Druk op de [] knop.
fig.d-FileCopy2.eps
7. Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song die u wilt kopiëren te selecteren.
Als u ‘Copy All’ selecteert, zullen alle Songs in het geheugen van de kopieerbron gekopieerd worden.
8. Druk op de [ ] knop.
Het Song kopieerbestemming selectie scherm verschijnt.
fig.d-FileCopy3.eps
9. Gebruik de [-] [+] knoppen om het nummer van de kopieerbestemming
te selecteren.
De Song naam wordt rechts van het nummer getoond. De weergave van ‘Empty’ als de Song naam betekent dat er onder dat nummer nog geen Song is
opgeslagen. Selecteer een nummer waarin nog geen Song is opgeslagen. Als u een ongewenste Song wilt wissen en deze door de nieuw gekopieerde Song wilt vervangen,
selecteert u het nummer van de ongewenste Song.
De Song kopiëren
10. Druk op de [ ] knop.
De geselecteerde Song zal gekopieerd worden.
NOTE
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Executing…’ in het scherm wordt weergegeven.
Songs op geluidsdata kunnen niet gekopieerd worden.
78

Verscheidene instellingen

In de ‘Functie mode’ kunt u verscheidene instellingen voor het spelen en opnemen maken.

Basisbediening in de Functie mode

fig.Panel-Function-e.eps
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
Een scherm als het volgende verschijnt, en u bevindt zich in de Functie mode.
fig.FuncMenu-d.eps
De [Effects] knop, [3D] knop en [ ] knop knipperen, en de [] knop, [] knop en [Piano Designer] knoppen zijn verlicht.
2. Gebruik de [] [] knoppen om de instelling
die u wilt veranderen te selecteren.
3. Druk op de [] knop om naar het
instellingsscherm te gaan.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
De instellingen die u verandert keren naar hun oorspronkelijke status terug als u de stroom
NOTE
uitzet. Als u wilt dat de veranderingen van kracht blijven, ook nadat de stroom is uitgezet, voert u de Memory Backup procedure uit (p.89) om de instellingen op te slaan.
Instellingen die u kunt veranderen
Functie Pagina
Master Tuning p. 80
Equalizer p. 81
Part Mute p. 82
Accomp Track p. 82
Play Mode p. 82
CD/Audio Type p. 83
CD/Audio Sync p. 83
Metronome Sound p. 83
Metronome Pattern p. 83
5. Druk op de [Piano Designer] knop om naar
het vorige scherm terug te keren.
Als u andere instellingen wilt maken, gaat u naar stap 2 terug en selecteert u de instelling die u wilt veranderen.
6. Druk op de [Piano Designer] knop om de
Functie mode te verlaten.
De indicators op de knoppen keren naar hun oorspronke­lijke status terug.
Countdown p. 84
Countdown Sound p. 84
Countdown Part p. 84
Transpose Mode p. 84
Octave Shift p. 84
Fix Velocity p. 84
Damper Pedal Part p. 85
Center Pedal Part p. 85
79
Verscheidene instellingen
Functie Pagina
Center Pedal Func p. 85

Stemming instellingen

Left Pedal Part p. 85
Left Pedal Func p. 85
Local Control p. 85
MIDI Transmit Ch. p. 86
Composer MIDI Out p. 86
USB Driver p. 87
Ext. Memory Mode p. 87
Master Gain p. 88
3D Mode p. 88
Track Assign p. 88
Lyrics p. 88
Recommended Tone p. 89
Language p. 89
Memory Backup p. 89
Factory Reset p. 90

De toonhoogte afstemmen op die van andere instrumenten (Master Tuning)

Als u samen met andere instrumenten speelt, en andere soortgelijke situaties kunt u de standaard toonhoogte met die van een ander instrument overeen laten komen.
De standaard toonhoogte refereert in het algemeen aan de toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als u de middelste A aanslaat. Voor een meer eenduidig ensemble geluid tijdens het spelen met één of meer andere instrumenten, moet u zorgen dat de standaard toonhoogte van elk instrument is afgestemd op die van de andere instrumenten. Het op een standaard toonhoogte afstemmen van alle instrumenten wordt ‘Master Tuning’ genoemd.
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode over.
2. Gebruik de [] knop om ‘Master Tuning’ te
selecteren.
fig.d-FuncMenu.eps
3. Druk op de [] knop om naar het
instellingsscherm te gaan.
fig.d-Tuning.eps
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de standaard
toonhoogte int e stellen.
Instellingen
415.3 Hz–440.0 Hz–466.2 Hz
Vanuit de fabriek is dit op ‘440.0 Hz’ ingesteld.
5. Druk twee keer op de [Piano Designer] knop
om de Functie mode te verlaten.
80

Equalizer instellingen

De equalizer instellingen veranderen (Equalizer)

U kunt de equalizer gebruiken om het klankkarakter van het geluid te wijzigen door alleen de lage frequentie of hoge frequentiereeks van het geluid omhoog te duwen of te reduceren.
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Equalizer’ te
selecteren.
3. Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-EQ-Off.eps
Verscheidene instellingen
7. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling
van het geselecteerde onderdeel te veranderen.
Onderdeel Waarde Omschrijving
EQ Number 1–4
High Gain -12–+12 dB
High Freq
High Mid
Gain
High Mid
Freq
High Mid Q
1.25 k–16.0 k (Hz)
-12–+12 dB
16–16.0 k (Hz)
0.5, 1.0, 2.0,
4.0, 8.0
Selecteert een set van te voren ingesteld equalizer instellingen.
Past het niveau van de hoge fre­quentiereeks aan.
Frequentiepunt in de hoge fre­quentiereeks. Normaalgespro­ken verandert dit het niveau op en boven deze frequentie.
Past het niveau van de midden tot hoge frequentiereeks aan.
Frequentiepunt in de midden tot hoge frequentiereeks. Dit veran­dert het niveau van de gespecifi­ceerde bandbreedte die op deze frequentie gecentreerd is.
Verandert de bandbreedte van de midden tot hoge frequentie­reeks. De bandbreedte die door de regeling wordt beïnvloed wordt smaller als de waarde toe­neemt.
4. Druk op de [+] knop om ‘On’ te selecteren.
fig.d-EQ-On.eps
5. Druk op de [] knop.
Het equalizer instellingsscherm verschijnt.
fig.d-EQ-Number.eps
6. Gebruik de [] [] knoppen om een
onderdeel te selecteren.
fig.d-EQ-Param.eps
Low Mid
Gain
Low Mid
Freq
Low Mid Q
Low Gain -12–+12 dB
Low Freq 100–1.0 k (Hz)
NOTE
-12–+12 dB
16–16.0 k (Hz)
0.5, 1.0, 2.0,
4.0, 8.0
Het geluid kan vervormen als de gain waarde wordt verhoogd. In dat geval verlaagt u de Master Gain (p.88).
Past het niveau van de lage fre­quentiereeks tot de midden­reeks aan.
Frequentiepunt in de lage fre­quentiereeks tot middenreeks. Dit verandert het niveau van de gespecificeerde bandbreedte die op deze frequentie is gecen­treerd.
Verandert de bandbreedte van de lage frequentiereeks tot mid­denreeks. De bandbreedte die door de regeling wordt beïn­vloed wordt smaller als de waarde toeneemt.
Past het niveau van de lage fre­quentiereeks aan.
Frequentiepunt in de lage fre­quentiereeks. Normaalgespro­ken verandert dit het niveau op en onder deze frequentie.
81
Verscheidene instellingen
Kanaal 1
Kanaal 2
:
Kanaal 10
Strijkers
Bas
:
Drums
:
Kanaal 16
:
Gitaar

Instellingen voor het afspelen

Bepalen welke onderdelen te horen zijn (Part Mute)

Voor elk onderdeel van de Song data kunt u specificeren of dit al dan niet hoorbaar zal zijn.
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode over.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Part Mute’
te selecteren.
3. Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-PartMute.eps
De meeste commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden bestaan uit zestien kanalen (gedeeltes).
Elk kanaal bevat een aparte uitvoering, bijvoorbeeld kanaal 1 kan strijkers bevatten en kanaal 2 bas, met de drums op kanaal 10. De Song data bestaat uit deze 16 kanalen met uitvoeringen, die tegelijkertijd worden afgespeeld.
fig.MelodyChannel.eps

De [Accomp] knop gebruiken om het gedeelte dat gedempt wordt te veranderen (Accomp Track)

4. Gebruik de [] [] knoppen om een gedeelte
te selecteren.
5. Gebruik de [-] [+] knoppen om de afspeel
status voor elk gedeelte te selecteren.
Als u op de [+ knop drukt zal een ‘M’ links van het geselec­teerde gedeelte verschijnen, en dat gedeelte wordt gedempt (mute, niet hoorbaar). Als u de [+] knop nogmaals indrukt, wordt de demping opgeheven.
fig.d-PartMute2.eps
Als u op de [-] knop drukt, verschijnt een ‘M’ links van de andere gedeeltes dan het geselecteerde gedeelte, en alleen het geselecteerde gedeelte zal hoorbaar zijn (solo). Druk nogmaals op de [-] knop om deze instelling op te heffen.
fig.d-PartMute3.eps
Hier ziet u hoe u het gedeelte dat gedempt wordt kunt veranderen als u de [Accomp] knop indrukt en zijn verlichting uitzet.
Instelling Omschrijving
Accomp &
Rhythm
Accomp
Rhythm
NOTE
De verandering die u in deze instelling maakt wordt niet toegepast totdat u een Song selecteert.
Zowel de begeleiding als het ritme worden gedempt.
Alleen de begeleiding wordt gedempt. (Het ritme wordt niet gedempt).
Alleen het ritme wordt gedempt. (De begeleiding wordt niet gedempt).

De Song afspeelmethode veranderen (Play Mode)

U kunt kiezen op welke manier Songs op de LX-10 worden afgespeeld: één Song tegelijk of alle Songs aaneengeschakeld.
Instelling Omschrijving
Songs worden één voor één afgespeeld.
One Song
Als de geselecteerde Song tot het eind is gespeeld, stopt het afspelen.
82
All Song
Alle interne preset Songs, alle Songs in het interne geheugen of alle Songs in het USB geheugen worden onafgebroken aaneen­geschakeld afgespeeld.
Verscheidene instellingen

De CD instellingen veranderen

Instellen welk type CD afgespeeld wordt (CD/Audio Type)

De LX-10 kan het gebruikte CD type mogelijk niet correct herkennen. In dit soort gevallen kunt u het CD type handmatig specificeren.
Waarde Omschrijving
Auto
Type A
Type B
Stereo
Het CD type wordt automatisch gedetec­teerd.
Algemene Cd’s voor Player Piano bevatten geluids- en MIDI data, en het data formaat kan per CD verschillen. Als het data formaat van de CD niet met de instellingen van de LX-10 overeenkomt, zal een ‘bliep’ klinken. Bepaalde algemene Piano Player Cd’s kun­nen op de LX-10 niet gespeeld worden.
Commerciële Audio CD. (Andere Cd’s dan die op gebruik met de Player Piano ontworpen zijn).

Metronoom instelling

Het geluid van de metronoom veranderen (Metronome Sound)

Het geluid dat door de metronoom wordt gespeeld kan veranderd worden. De metronoom zal te horen zijn als u naar het instellingsscherm gaat.
Geluid
Click, Electronic, Voice (Japanese), Voice (English), Animal,
Wood Block, Triangle & Castanets, Handclap

De manier waarop de metronoom de maat aangeeft veranderen (Metronome Pattern)

U kunt de metronoom instellen op het spelen van nog kleinere intervallen. De metronoom zal te horen zijn als u naar het instellingsscherm
gaat.
NOTE
Sommige commerciële Player Piano Cd’s kunnen niet op de LX-10 worden gespeeld.

De timing van de piano en de begeleiding synchroniseren (CD/ Audio Sync)

Omdat bepaalde Cd’s gemaakt zijn voor gebruik met de Player functie, kan de timing van de piano en begeleidingsgeluiden mogelijk niet gesynchroniseerd zijn.
U kunt echter de piano en begeleiding synchroniseren.
Waarde Omschrijving
0–100
Het pianogeluid wordt sterker vertraagd naarmate de waarde toeneemt.
Instelling Omschrijving
Normal Normaal geluid
Gepuncteerde halve noot
Halve noot
Gepuncteerde kwartnoot
Kwartnoot
Gepuncteerde achtste noot
Achtste noot
Zestiende noot
Double
Triplet
Shuffle
NOTE
De metronoom zal niet klinken als u geluidsdata of een Song van een muziek CD speelt.
Noot die aan de back beat van de eerste maat wordt toegevoegd
Toegevoegde noten laten de eerste maat als triool horen
Noten toegevoegd om een shuffle te creëren
83
Verscheidene instellingen

Een aftelling laten klinken voordat de melodie begint (Countdown)

Een ‘Countdown’ is als een aftelling klinkt aan het eind van de introductie van de Song (voordat u op het toetsenbord begint te spelen). Als u met de Song meespeelt, kan het laten klinken van een aftelling handig zijn om uw timing beter met de Song overeen te laten komen.
Instelling Omschrijving
On Een aftelling wordt gespeeld.
Off Er wordt geen aftelling gespeeld.

Het geluid van de Countdown selecteren (Countdown Sound)

U kunt het geluid selecteren dat voor de aftelling wordt gebruikt.
Geluid
Stem (Engels), stem (Japans)
U kunt de Key Transpose gebruiken om de toonhoogte van zowel de Song als het toetsenbord, de toonhoogte van alleen de Song of die van alleen het toetsenbord te veranderen.
Key Transpose (p.38), Playback Transpose (p.58)
Instelling Omschrijving
Keyboard Omschrijving
Song Toetsenbord noten
Keyboard & Song Afspeelgeluid van de Song

De toonhoogte van het geluid in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)

U kunt de toonhoogte van de Tone 2 in Dual Play (p.42) en Lower Tone in Split Play (p.45) met één octaaf tegelijk veranderen.
Het op deze manier veranderen van de toonhoogte in eenheden van octaven wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte van de Lower Tone in dezelfde toonhoogte als die van de Upper Tone in Split Play veranderen.

Het onderdeel dat de aftelling zal beginnen selecteren (Countdown Part)

Specificeert het onderdeel dat het begin van de uitvoering bepaalt wanneer een aftelling (Countdown) wordt toegevoegd.
Het aftelgeluid zal klinken voordat het geselecteerde onderdeel begint te spelen.
Instelling Omschrijving
Right & Left
Track
Left Track Linkerhand gedeelte van een Song
Right Track Rechterhand gedeelte van een Song
Part 1–16 Part 1–16
NOTE
Als u een andere Song selecteert, keert deze instelling naar ‘Right & Left Track’ terug.
Rechter en linkerhand gedeeltes van een Song

Toetsenbord instellingen

Specificeren waar de Key Transpose
Instelling
-2–0–+2
De reeks voor beschikbare toonhoogte verandering reikt van twee octaven hoger tot twee octaven lager.
De toonhoogte wordt één octaaf verlaagd, elke keer dat de [-] knop wordt ingedrukt, terwijl elke druk op de [+] knop de toonhoogte met één octaaf verhoogt.
Om naar de oorspronkelijke toonhoogte terug te keren drukt u de [-] en [+] knoppen tegelijk in.

De Velocity veranderen als Key Touch op ‘Fixed’ is ingesteld (Fix Velocity)

Hiermee wordt de Velocity die het geluid zal hebben als de Keyboard Touch (p.32) op ‘Fixed’ is ingesteld.
Als u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord op ‘Fixed’ instelt, klinken alle noten op een vaststaand volume, ongeacht hoe sterk u de toetsen op het toetsenbord aanslaat. De hieronder beschreven instelling specificeert de luidheid in dit geval.
Instelling
1–127
effect op heeft (Transpose Mode)
Deze instelling specificeert waarop de Key Transpose van invloed is.
84

Pedaal instellingen

(1)
MIDI
MIDI
MIDI
MIDI
(2)
IN
IN
OUT
OUT
Sequencer
Geheugen
Geluids­generator
Elke gespeelde noot klinkt twee keer
Soft Thru On
Local On
Local On
Geluid wordt uitgezonden
Geluidsgenerator

De manier waarop de pedaal effecten worden toegepast veranderen (Damper/ Center/Left Pedal Part)

Verscheidene instellingen
Functie Omschrijving
Als het pedaal wordt ingedrukt wordt een geluid op één octaaf hoger toegevoegd.
Octave
* De Octave functie kan niet toegepast worden
als Twin Piano (p.40), Dual Play (p.42) of Split Play (p.45) wordt gebruikt.
Als u het pedaal tijdens Dual Play of Split Play indrukt, wordt het pedaal effect normaalgesproken op beide geluiden toegepast, maar u kunt ook het geluid selecteren waarop u wilt dat het effect wordt toegepast. Deze instelling kan voor elk pedaal veranderd worden.
Instelling Omschrijving
Right & Left Alle beschikbaar
Right
Left
Alleen op Tone 1 toegepast (in Dual mode/ rechterhand geluid in Split mode)
Alleen op Tone 2 toegepast (in Dual mode / rechterhand geluid in Split mode)

De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Func)

Als u de stroom aanzet functioneert het linker pedaal als het soft pedaal en het middelste pedaal als het sostenuto pedaal (p.22). U kunt de functie van het pedaal in een verscheidenheid aan andere operaties veranderen.
Functie Omschrijving

MIDI instellingen

Hier kunnen verscheidene aan MIDI gerelateerde instellingen voor de LX-10 worden gemaakt.
Meer over MIDI vindt u bij ‘MIDI apparaten aansluiten’ (p.94).

Verdubbelde noten voorkomen wanneer een sequencer is aangesloten (Local Control)

Als u een MIDI sequencer heeft aangesloten, stelt u deze parameter op Local Off in.
Aangezien de Thru functie van de sequencer gewoonlijk is ingeschakeld, worden noten die op het toetsenbord worden gespeeld of door de recorder worden afgespeeld via de twee routes (1) en (2) die in de illustratie worden getoond naar de geluidsgenerator gestuurd, waardoor noten twee keer klinken of op onnatuurlijke wijze worden afgekapt. Om dit te voorkomen wordt de instelling genaamd ‘Local Off’ gebruikt om route van (1) los te koppelen.
fig.LocalCntr.e
Damper Stelt de functie op demper pedaal in.
Soft Stelt de functie op soft pedaal in.
Sostenuto Stelt de functie op sostenuto pedaal in.
Expression Het volume kan bestuurd worden.
Play/Stop
Effect Sw
Bend Up
Bend Down
Modulation
Layer
Het pedaal heeft dezelfde functie als de [ ] knop.
Effecten kunnen aan en uitgezet worden door het pedaal, in plaats van de [Effects] knop in te drukken. Als het effect type Rotary is, kan het snel/langzaam rond­draaien worden bestuurd.
Toonhoogte stijgt door het pedaal in te drukken.
Toonhoogte daalt door het pedaal in te drukken.
Vibrato wordt toegevoegd door het pedaal in te drukken.
Als het pedaal wordt ingedrukt wordt Tone 2 opgestapeld, gebruikt voor Dual Play. * De Layer functie kan alleen toegepast wor­den als Dual Play wordt gebruikt (p.42).
Local On: het toetsenbord en de recorder zijn met de interne
geluidsgenerator verbonden.
fig.LocalOn.e
Local Off: het toetsenbord en de recorder zijn niet met de
interne geluidsgenerator verbonden. Wanneer het toetsenbord wordt bespeeld zal er geen geluid geproduceerd worden.
85
Verscheidene instellingen
fig.LocalOff.e
Instelling Omschrijving
On
Off
Geen geluid geproduceerd
Geluidsgenerator
Local Off
De instelling is Local On. Het toetsenbord en de recorder zijn met de interne geluidsgenerator verbonden.
De instelling is Local Off. Het toetsenbord en de recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Als het toetsenbord wordt bespeeld of een Song wordt afgespeeld zal er geen geluid worden geproduceerd.

MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Ch.)

Overige instellingen

De V-LINK functie gebruiken (V-LINK)

Als de LX-10 op een V-LINK compatibel beeldapparaat wordt aangesloten kunnen de afbeeldingen met de LX-10 worden bestuurd.
NOTE
helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt.
Wat is de V-LINK?
V-LINK ( ) is een functie waarmee muziek en afbeeldingen samen afgespeeld kunnen worden. Met gebruik van MIDI om twee of meer V-LINK compatibele apparaten te verbinden, kunt u op eenvoudige wijze genieten van een brede reeks visuele effecten die met de expressieve elementen van een muziekuitvoering zijn verbonden.
Hoe de V-LINK wordt gebruikt
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen zet u het volume altijd
Deze instelling specificeert het MIDI kanaal waarop de LX-10 verzendt.
MIDI gebruikt zestien ‘MIDI kanalen’, genummerd 1 tot 16. Door MIDI apparaten aan te sluiten en het geschikte MIDI kanaal
voor elk apparaat te specificeren, kunt u geluiden spelen of selecteren op deze apparaten.
De LX-10 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
Instellingen (kanaal)
Off, 1–16
Als u dit op ‘Off’ instelt, zal de LX-10 geen MIDI data verzenden.
Voor details over het aansluiten van MIDI apparaten kijkt u bij ‘MIDI apparaten aansluiten’ (p.94).

Opgenomen uitvoeringsdata naar een MIDI apparaat sturen (Composer MIDI Out)

Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u uitvoeringsdata die met de LX-10 is opgenomen naar een aangesloten MIDI apparaat of een computer sturen.
Instelling Omschrijving
On Uitvoeringsdata wordt verzonden.
Off Uitvoeringsdata wordt niet verzonden.
1. Druk op de [V-LINK] knop om de V-LINK
functie aan of uit te zetten.
Instelling Omschrijving
On De V-LINK functie is ingeschakeld.
Off De V-LINK functie is uitgeschakeld.
Als de V-LINK functie is ingeschakeld, verschijnt het V-LINK icoon in het scherm.
fig.VLinkIcon.eps
U kunt de beelden besturen met gebruik van de laagste twaalf toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord.
C1 D1 E1 F1 G1A0
B0
A0 – G1#
NOTE
Terwijl V-LINK is ingeschakeld wordt er geen geluid geproduceerd als u één van de twaalf laagste toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord indrukt.
86
Verscheidene instellingen

Het V-LINK overdracht kanaal specificeren

Hier ziet u hoe het kanaal waarop berichten voor besturing van video verzonden zullen worden wordt gespecificeerd.
1. Terwijl u de [V-LINK] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de [-] [+] knoppen.
Het scherm waarin het V-LINK transmissie kanaal ingesteld kan worden verschijnt.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om het
transmissie kanaal te specificeren.
Instelling
1–16
Vanuit de fabriek is dit op ‘16’ ingesteld.

De USB driver instellingen veranderen (USB driver)

Normaalgesproken hoeft u geen driver te installeren om de LX-10 met een computer te verbinden. Wanneer zich echter een probleem voordoet of als de uitvoering ondermaats is, kan gebruik van de Roland originele driver het probleem mogelijk oplossen.
Specificeer de USB driver die u wilt gebruiken, en installeer dan de driver.
Instelling Omschrijving
Kies dit als u de standaard USB driver die bij
Generic
Original
Als u deze instelling verandert, start u het apparaat opnieuw op.
Voor details over het downloaden en installeren van de Roland originele driver raadpleegt u de Roland website.
Roland website: http://www.rolandce.com/
Voor details over het aansluiten van een computer via de USB aansluiting kijkt u bij ‘Een computer aansluiten’ (p.95).
Deze instelling wordt onthouden, ook nadat de stroom is uitgezet.
de computer hoort wilt gebruiken. Normaalgesproken gebruikt u deze mode.
Kies dit als u een USB driver wilt gebruiken die van de Roland website gedownload kan worden.

De externe geheugen instelling veranderen (Ext. Memory Mode)

In sommige gevallen, als een USB geheugen op de externe geheugen aansluiting is aangesloten, kan het laden van data langer duren of kan data mogelijk niet geladen worden. Als dit gebeurt kunt u het probleem proberen op te lossen door de instelling van het externe geheugen te veranderen.
Instelling
Mode 1, Mode2
Als u deze instelling verandert, start u het apparaat opnieuw op.
Deze instelling wordt onthouden, ook nadat de stroom is uitgezet.
87
Verscheidene instellingen

Het volume aanpassen (Master Gain)

Als u de LX-10 via een aangesloten extern systeem speelt, kunnen er gevallen zijn waarbij het volume van het externe systeem te laag is, zelfs als de [Volume] knop van de LX-10 op maximaal is ingesteld. In dit soort gevallen kunt u de Master Gain instelling als volgt aanpassen.
Het aanpassen van de Master Gain is ook van invloed op het volume van de interne luidsprekers en de koptelefoon.
NOTE
-12–0–12 dB
Het geluid kan vervormen als het volume overmatig wordt verhoogd.
Instelling

De manier waarop Grand Space wordt toegepast veranderen (3D Mode)

Dit specificeert hoe 3D Sound Control (p.33) zal worden toegepast.
Instelling Omschrijving
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt het diepte effect geoptimaliseerd voor de
Auto
Speaker
Headphones
koptelefoon, en als er geen koptelefoon is aangesloten wordt de optimale diepte voor luidsprekers toegepast.
De optimale diepte voor luidsprekers wordt gebruikt of er nu wel of niet een koptelefoon wordt gebruikt. 3D Sound Control wordt toegepast op de geluidsuitvoer via de Output aansluitingen, hetgeen het gemakkelijke maakt om via luidsprekers die op de Output aansluitingen zijn aangesloten te spelen.
De optimale diepte voor een koptelefoon wordt gebruikt of er nu wel of geen koptele­foon is aangesloten.

De Parts die tijdens SMF afspelen aan de Track knoppen zijn toegewezen veranderen (Track Assign)

Wanneer SMF muziekbestanden voor Roland Piano Digital instrumenten worden afgespeeld (p.110) is het linkerhand gedeelte normaalgesproken aan de Track [Left] knop toegewezen, en het rechterhand gedeelte aan de Track [Right] knop. Echter, toewijzingen voor linkerhand en rechterhand gedeeltes kunnen in bepaalde SMF muziekbestanden verschillen.
Als deze op ‘Auto’ zijn ingesteld, en u als resultaat de Track knoppen niet kunt gebruiken voor besturing van de linker en rechterhand gedeeltes (p.54), verandert u de instelling in ‘2/1 Part’ of ‘3/4 Part’.
NOTE
Auto
2/1 Part
3/4 Part
NOTE
Deze instelling kan voor andere SMF formaat Songs dan de interne preset Songs worden gebruikt. Dit is niet van invloed op interne preset Songs.
Instelling Omschrijving
Het gedeelte dat aan elke Track wordt toe­gewezen wordt automatisch bepaald, afhankelijk van het songbestand.
Wijst Part 1 aan de [Right] knop toe, Part 2 aan de [Left] knop en de resterende gedeel­tes aan de [Accomp] knop toe.
Wijst Part 4 aan de [Right] knop toe, Part 3 aan de [Left] knop en de resterende gedeel­tes aan de [Accomp] knop toe.
Nadat deze instelling is veranderd, probeert u de Song nogmaals te selecteren.

De weergave van tekst aan/uitzetten (Lyrics)

Hiermee kunt u specificeren of tekst in het scherm weergegeven zal worden als u songdata die tekst bevat afspeelt.
88
Instelling Omschrijving
On Tekst wordt weergegeven.
Off Tekst wordt niet weergegeven.
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.
Verscheidene instellingen

VIMA TUNES aanbevolen geluiden veranderen (Recommended Tone)

U kunt een in de winkel verkrijgbare USB CD drive op de LX-10 aansluiten, en apart verkrijgbare Cd-rom’s, gecreëerd voor de VIMA (VIMA TUNES), afspelen.
Songs op VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) worden geprogrammeerd met voor elke Song geschilte ‘aanbevolen geluiden’.
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, worden aanbevolen geluiden aan de [Strings], [Voice] en [Others] knoppen van de LX-10 toegewezen, en deze drie Tone knoppen knipperen.
Als u een knipperende Tone knop indrukt, wordt het aanbevolen geluid geselecteerd, zodat u de geselecteerde Song kunt spelen met gebruik van een bijpassen geluid tijdens het afspelen.
U kunt de LX-10 zo instellen dat de aanbevolen geluiden automatisch worden toegewezen of niet worden toegewezen.
Instelling Omschrijving
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA
On
Off
TUNES) selecteert, worden aanbevolen geluiden aan de [Strings], [Voice] en [Others] Tone knoppen van de LX-10 toegewezen.
De aanbevolen geluiden worden niet gebruikt, en alleen de interne geluiden van de LX-10 kunnen geselecteerd worden.

De instellingen onthouden (Memory Backup)

Normaalgesproken keren de instellingen van de verscheidene variaties naar hun standaard waardes terug als de stroom wordt uitgezet. U kunt echter specificeren dat de verscheidene instellingen onthouden worden, zelfs nadat de stroom is uitgezet.
Deze functie wordt ‘Memory Backup’ genoemd.
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Memory
Backup’ te selecteren.
fig.d-FuncMenu-Backup.eps
3. Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Backup.eps
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.

De taal die in het scherm wordt weergegeven veranderen (Language)

De taal die in het scherm wordt weergegeven kan veranderd worden.
Instellingen
Engels, Japans
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u op de [Piano Designer] knop.
4. Als u zeker weet dat u Memory Backup wilt
uitvoeren, drukt u op
Een bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.d-Backup2.eps
[].
5. Druk op de [] knop.
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u op de [ ] knop.
Nadat de Memory Backup operatie is voltooid, zal het Functie mode menu opnieuw verschijnen.
NOTE
Voor details over onderdelen die onthouden worden raadpleegt u ‘Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen’ (p.109).
89
Verscheidene instellingen

De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten (Factory Reset)

De instellingen die u in de Functie mode heeft veranderd, kunnen op de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Deze operatie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Voer deze operatie uit als u de instellingen die met gebruik van Memory Backup zijn opgeslagen naar hun oorspronkelijke status wilt laten terugkeren.
NOTE
Als ‘Factory Reset’ wordt uitgevoerd, worden alle instellingen die u tot dat moment heeft opgeslagen opgeschoond, en op de fabrieksinstelling teruggezet.
Als deze operatie wordt uitgevoerd worden geen Songs uit het interne geheugen of USB geheugen gewist.
Om alle Songs uit het interne geheugen van de LX-10 en het USB geheugen wilt wissen, kijkt u bij ‘Het geheugen initialiseren’ (p.70).
4. Als u zeker weet dat u Factory Reset wilt
uitvoeren, drukt u op
Een bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.d-Reset2.eps
[].
5. Druk op de [] knop.
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u op de [ ] knop.
Nadat de Factory Reset is voltooid, verschijnt het volgende in het scherm.
fig.d-Reset3.eps
1. Houd de [Effects] knop ingedrukt en druk op
de [3D] knop.
De LX-10 schakelt naar de Functie mode.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Factory
Reset’ te selecteren.
fig.d-FuncMenu-Reset.eps
3. Druk op de [] knop.
Het volgende verschijnt in het scherm.
fig.d-Reset.eps
6. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume te minimaliseren.
7. Zet de stroom uit, en dan weer aan.
Indien u besluit te annuleren zonder uit te voeren, drukt u op de [Piano Designer] knop.
90

De knoppen uitschakelen (Panel Lock)

Als u de Panel Lock functie activeert, worden alle knoppen vergrendeld en buiten functie gesteld. U kunt dit gebruiken om te voorkomen dat een kind de instellingen per ongeluk verandert door onbedoeld de knoppen in te drukken.
1. Druk de [V-LINK] en de [File] knoppen
tegelijk in.
Panel Lock wordt geactiveerd.
Het symbool van een sleutel verschijnt rechts boven in het scherm, en alle knoppen zijn uitgeschakeld.
Verscheidene instellingen
De Panel Lock functie opheffen
Druk de [V-LINK] en [File] knoppen nogmaals tegelijk in.
Panel Lock wordt opgeheven als de stroom wordt uitgezet.
91

Andere apparaten aansluiten

Geluidsapparatuur aansluiten

U kunt geluidsapparaten aansluiten om het geluid van de LX-10 via de luidsprekers van het geluidssysteem af te spelen of om uw uitvoering op een cassetterecorder of ander opname apparaat op te nemen.
Gebruik phone plug geluidskabels (apart verkrijgbaar) om aansluitingen te maken.
NOTE
Voordat geluidskabels op het onderpaneel (de achterste rand van de LX-10 onderkant) worden aangesloten, dient de bovenplaat verwijderd te worden (p.18).

Luidsprekers op de LX-10 aansluiten en geluiden uitsturen

926a
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden
gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de ingangsjacks is aangesloten te laag zijn. Als dit het geval is, gebruikt u kabels die geen weerstanden bevatten.
* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen zet u het volume altijd helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt.
Uitgangsjacks
1. Zet het volume van de LX-10 en het apparaat
dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de stroom van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers uit.
3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar)
om de aansluiting te maken.
4. Zet de LX-10 aan.
5. Zet de aangesloten luidsprekers aan.
Versterkte luidsprekers, geluidssysteem, enz.
Ingang (Line In)
De stroom uitzetten
1. Zet het volume van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers helemaal laag.
2. Zet de aangesloten luidsprekers uit.
3. Zet de LX-10 uit.
6. Pas het volumeniveau van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers aan.
Als u op het LX-10 toetsenbord speelt, wordt het geluid nu via de aangesloten luidsprekers gespeeld.
92

Geluiden van een geluidsapparaat via de LX-10 spelen

Ingangsjacks
Andere apparaten aansluiten
Geluidssysteem, enz.
Uitgang (Line Out)
1. Zet het volume van de LX-10 en het apparaat
dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de stroom van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers uit.
3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar)
om de aansluiting te maken.
4. Zet het aangesloten geluidsapparaat aan.
5. Zet de LX-10 aan.
6. Pas het volumeniveau van de LX-10 en het
aangesloten geluidsapparaat aan.
De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat worden nu door de LX-10 gespeeld.
Pas het volume aan met gebruik van de regelaars van het geluidsapparaat.
RCA pin-type ingangsjacks bevinden zich links onder aan de voorkant van de LX-10. Deze bieden een gemakkelijke manier om draagbare geluidsapparaten aan te sluiten.
De stroom uitzetten
1. Zet het volume van de LX-10 en de
aangesloten luidsprekers helemaal laag.
2. Zet de LX-10 uit.
3. Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
93
Andere apparaten aansluiten

MIDI apparaten aansluiten

Door een extern MIDI apparaat aan te sluiten en uitvoeringsdata uit te wisselen, kan het ene apparaat vanaf het andere worden bestuurd. U kunt bijvoorbeeld geluid van het ene apparaat uitsturen of van geluiden veranderen op het andere apparaat.
Wat is MIDI?
MIDI, een afkorting van ‘Musical Instrument Digital Interface’ werd ontwikkeld als een universele standaard voor de uitwisseling van uitvoeringsdata tussen elektronische muziekinstrumenten en computers.
De LX-10 is uitgerust met MIDI aansluitingen voor het uitwisselen van uitvoeringsdata met externe apparaten. Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de LX-10 op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog grotere veelzijdigheid.
Een computer op de LX-10

Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren door de LX-10 te bespelen

MIDI Out
aansluiting
aansluiten
MIDI kabel
MIDI
THRU OUT
IN
MIDI geluidsmodule
De aansluiting maken
1. Zet het volume van de LX-10 en het MIDI
MIDI Out/In
aansluiting
apparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de LX-10 en het MIDI apparaat dat u gaat
aansluiten uit.
3. Gebruik een MIDI kabel (apart verkrijgbaar)
MIDI kabel
om de MIDI aansluitingen met elkaar te verbinden.
4. Zet de LX-10 en het aangesloten apparaat
MIDI
OUT
IN
aan.
NOTE
94
MIDI sequencer
Als de LX-10 op een MIDI sequencer is aangesloten, stelt u deze op ‘Local Off’ in. Zie ‘Verdubbelde noten voorkomen wanneer een sequencer is aangesloten (Local Control)’.
5. Pas het volumeniveau op de LX-10 en het
aangesloten apparaat aan.
6. U dient zonodig ook het MIDI zendkanaal in
te stellen.
Voor details over het MIDI zendkanaal kijkt u bij ‘MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Ch.)’ (p.86).

Een computer aansluiten

Andere apparaten aansluiten
Het volgende wordt mogelijk als een USB kabel (apart verkrijgbaar) tussen de USB (MIDI) aansluiting op het onderpaneel van de LX-10 (voorpaneel links) en de USB aansluiting van de computer is aangesloten.
• U kunt de LX-10 gebruiken om geluiden van SMF muziekbestanden, afgespeeld met MIDI software te spelen.
• Door MIDI data met sequencer software uit te wisselen, kunt u op de LX-10 opgenomen Songs op de computer opslaan, en genieten van een verscheidenheid aan muzikale regelingen en bewerkingsmogelijkheden.
Sluit de LX-10 op een computer aan, zoals hieronder wordt getoond.
Als de verbinding met de computer is mislukt…
Normaalgesproken hoeft u geen driver te installeren om de LX-10 met een computer te verbinden. Wanneer zich echter een probleem voordoet of als de uitvoering ondermaats is, kan gebruik van de Roland originele driver het probleem mogelijk oplossen.
Voor details over het downloaden en installeren van de Roland originele driver kijkt u op de Roland website.
Roland website: http://www.rolandce.com/
Specificeer de USB driver die u wilt gebruiken en installeer dan de driver. Voor details, zie ‘De USB driver instellingen veranderen (USB Driver)’ (p.87).
Waarschuwing
• Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen zet u het volume altijd helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen maakt.
USB aansluiting
Computer
USB kabel
USB
aansluiting
• Raadpleeg de Roland website voor systeemvereisten. Roland website: http://www.rolandce.com/
• Alleen MIDI data kan met gebruik van USB worden overgedragen.
• USB kabels zijn niet bijgeleverd. Ga naar een Roland handelaar als u deze wilt aanschaffen.
• Zet de stroom van de LX-10 aan voordat u MIDI toepassingen op de computer opstart. Zet de LX-10 niet aan of uit, terwijl een MIDI toepassing in werking is.
95

Probleemoplossing

Als u een probleem vermoedt, leest u dit eerst.
Symptoom Oorzaak/actie Pagina
Stroom gaat niet aan Is het netsnoer correct aangesloten? p. 18
Aangezien de LX-10 een liquid crystal scherm gebruikt, kan het gebeuren dat
Er verschijnt niets in het scherm
tekst of afbeeldingen niet in het scherm verschijnen als de temperatuur onder nul graden Celsius ligt.
Pedaal werkt niet of ‘blijft
hangen’
Kan niet lezen uit/opslaan in USB
geheugen
Een ‘brom’ van een extern
apparaat is hoorbaar
Apparaat aangesloten op de
ingangsjacks heeft onvoldoende
volume
Geen geluid
Is het pedaal correct aangesloten? Steel de kabel stevig in de pedaal aansluiting.
Als u de pedaal kabel uit de LX-10 haalt, terwijl de stroom aan is, kan het pedaal effect in de ‘On’ status blijven ‘hangen’. U moet de LX-10 uitzetten voordat de pedaal kabel wordt ingestoken of losgekoppeld.
Als u de functie van het soft pedaal of sostenuto pedaal heeft veranderd, zullen deze pedalen niet als het soft pedaal of sostenuto pedaal functioneren.
Gebruikt u een (optioneel) Roland USB geheugen? Betrouwbare werking kan niet gegarandeerd worden als u geen producten van Roland gebruikt.
Als het lezen van of opslaan in USB geheugen niet slaagt, verandert u de External Memory instelling.
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten? Als u externe apparaten aansluit, zorg dan dat deze in hetzelfde stopcontact worden gestoken.
Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat? Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand.
p. 18
p. 85
p. 87
Geen geluidsdata
Geen geluid als een Song wordt
afgespeeld
Geen geluid van de laagste
toetsen aan de linkerkant van
het toetsenbord
Is de luidsprekerkabel correct aangesloten? p. 18
Kan het volume van de LX-10 of het volume van aangesloten apparatuur laag gedraaid zijn?
Is een koptelefoon aangesloten? Is er een plug in de koptelefoon jack gestoken? De luidsprekers produceren geen geluid als een koptelefoon of plug in de koptelefoon jack is gestoken.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ staat, wordt er geen geluid geproduceerd wanneer het toetsenbord wordt bespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ staat, wordt er geen geluid geproduceerd als een Song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Kan het volume op ‘0’ zijn ingesteld? p. 55
Is V-LINK ingeschakeld? Als V-LINK is ingeschakeld, worden de laagste twaalf noten van het toetsenbord gebruikt voor besturing van het beeld, en zullen geen geluid produceren.
p. 21
p. 23
p. 85
p. 85
p. 86
96
Symptoom Oorzaak/actie Pagina
Geen geluid (als een MIDI
apparaat is aangesloten)
Niet alle noten die u speelt zijn te
horen
Noten klinken niet juist
Geluid is niet hard genoeg.
Alleen de hoge geluiden zijn
hoorbaar
Probleemoplossing
Zijn alle apparaten aangezet?
Zijn de MIDI kabels op juiste wijze aangesloten? p. 94
Komen de MIDI kanalen van de LX-10 en het aangesloten apparaat overeen? p. 86
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 noten. Als u met een Song meespeelt en zwaar gebruikmaakt van het demper pedaal, kan het aantal noten dat de LX­10 probeert te produceren de maximale polyfonie overschrijden, wat betekent dat enkele noten zullen uitvallen.
Is de luidspreker kabel correct aangesloten? p. 18
Heeft u Key Transpose instellingen gemaakt? p. 38
Toonhoogte van het
toetsenbord of Song is onjuist
Geluiden zijn twee keer te horen
(verdubbeld) wanneer het
toetsenbord wordt bespeeld.
Het verkeerde instrument wordt
geselecteerd als u de [Strings],
[Voice] of [Others] knop indrukt
Het effect wordt niet toegepast
Weerkaatsing blijft aanwezig,
zelfs nadat het Reverb effect is
uitgeschakeld
Is de Master Tuning instelling juist? p. 80
Is de instelling van het Temperament correct? p. 31
Zijn de instellingen van Stretch Tuning correct? p. 30
Staat de LX-10 in Dual uitvoering? p. 42
Als de LX-10 met een externe sequencer is verbonden, zet u Local Control op ‘Off’. Anders dient de sequencer zo worden ingesteld dat zijn Soft Thru instelling op Off staat.
INSTRUMENT knoppen [Strings] [Voice] [Others] werken ook als knoppen die de ‘Aanbevolen geluiden’ selecteren. Als in de fabrieksinstellingen een in de winkel verkrijgbare CD-ROM drive op de externe geheugen aansluiting wordt aangesloten en een Song van een CD-ROM geproduceerd voor de VIMA (VIMA TUNES) wordt geselecteerd, zullen geluiden die bij die Song passen automatisch aan de [Strings], [Voice] en [Others] Tone knoppen worden toegewezen, zodat u ‘aanbevolen’ geluiden kunt selecteren door één van deze knoppen in te drukken. U kunt ook instellingen maken, zodat ‘aanbevolen’ geluiden niet automatisch worden toegewezen.
Als u Dual of Split uitvoering gebruikt, en verschillende effecten voor de twee geselecteerde geluiden zijn gespecificeerd, zal het effect niet op Tone 2 (in Dual uitvoering) of op het linkerhand geluid (in Split uitvoering) worden toegepast.
Het piano geluid van de LX-10 simuleert de diepte en resonantie van een akoestische wijze op getrouwe wijze, en dit kan de indruk van weerkaatsing geven, zelfs als het Reverb effect is uitgeschakeld.
p. 85
p. 89
Het geluid van de hogere noten
verandert plotseling vanaf een
bepaalde toets
Op een akoestische piano blijven ongeveer anderhalf octaaf aan noten aan de rechterkant van het toetsenbord doorklinken, ongeacht het demper pedaal. Deze noten hebben tevens een enigszins ander klankkarakter. De LX-10 simuleert deze eigenschappen van een akoestische piano op natuurgetrouwe wijze. Op de LX-10 verandert de reeks waarop het demper pedaal niet van invloed is volgens de Key Transpose instelling.
97
Probleemoplossing
Symptoom Oorzaak/actie Pagina
Een hoog klinkend geluid is
hoorbaar
Lage noten klinken verkeerd of
zijn brommerig
Is de luidsprekerkabel correct aangesloten? p. 18
Als dit door de koptelefoon is te horen: Pianogeluiden die een helder en knapperig geluid hebben bevatten substantiële hoge frequentie componenten, die kunnen klinken alsof een hoog metaalachtig rinkelend geluid is toegevoegd. Dit komt doordat het karakter van een echte piano getrouw wordt gereproduceerd, en duidt niet op een storing. Dit rinkelen is indringender wanneer het Reverb effect zwaar wordt toegepast, dus u kunt dit minimaliseren door de Reverb te verminderen.
Als dit niet door de koptelefoon te horen is: Het kan zijn dat er een andere reden is (zoals resonanties binnen het apparaat). Neem contact op met een handelaar of een Roland service centrum in de buurt.
Als u dit niet door de koptelefoon hoort: Door op hoge volumes te spelen kunnen de luidsprekers of objecten in de buurt van de LX-10 resoneren. Fluorescerende lampen of glazen deuren kunnen ook meetrillen. Dit komt vaker voor bij lage noten en hoge volumes. U kunt de volgende maatregelen nemen om resonanties te minimaliseren.
• Plaats de luidsprekers op een afstand van 10-15 cm van muren of andere oppervlakken.
• Speel op een laag volume.
• Plaats het apparaat op meer afstand van resonerende objecten.
Als dit door de koptelefoon is te horen: Het is mogelijk dat dit een andere oorzaak heeft. Neem contact op met een handelaar of een Roland service centrum in de buurt.
Als u het volume op maximaal instelt, kan het geluid vervormen, afhankelijk van de manier waarop u speelt. Als dit gebeurt, verlaagt u het volume. Anders kan de Master Gain verlaagd worden.
p. 21
p. 88
Song wordt niet correct gespeeld
Wordt ‘OK to delete the Song?’ in het scherm getoond?
Song wordt niet gespeeld
Alleen het geluid van een
bepaald instrument in een Song
wordt niet gespeeld
Er is geluid van een gedempte
Track hoorbaar
Song volume is te laag Kan het Song volume zijn verlaagd? p. 55
U kunt geen interne Song afspelen als het interne geheugen opgenomen uitvoeringsdata bevat. Wis de uitvoeringsdata die u heeft opgenomen voordat u de Song afspeelt.
Kan een Track gedempt zijn (mute)? Als de indicator van de knop niet verlicht is, is de muziek op die Track niet hoorbaar. Druk op de Track knop, zodat de indicator verlicht is.
Kan de Part Mute instelling actief zijn? Gedeeltes die op mute zijn ingesteld, zijn niet hoorbaar.
Kan het Track mute volume op iets anders dan ‘0’ zijn ingesteld? Als u dit op ‘0’ instelt, is het geluid van een op mute ingestelde Track volledig onhoorbaar.
p. 26
p. 69
p. 54
p. 82
p. 55
Song tempo wordt instabiel
98
Als een Song uit USB geheugen wordt gespeeld, kan het tempo instabiel worden als er een overmatige hoeveelheid uitvoeringsdata is.
Probleemoplossing
Symptoom Oorzaak/actie Pagina
Is de geluidsdata van een type dat de LX-10 kan spelen?
Een in USB geheugen
opgeslagen Song kan niet
afgespeeld worden
Song naam in USB geheugen
wordt niet getoond
Zie ‘geluidsdata die op de LX-10 gespeeld kan worden’.
Is de bestandsnaam extensie ‘MID’? Bestanden met andere bestandsnaam extensies kunnen niet als Song data worden behandeld.
De Song naam wordt niet getoond als de Song informatie in het bestand leeg is of alleen uit spaties bestaat.
Is de bestandsnaam extensie ‘MID’? Bestanden met andere bestandsnaam extensies kunnen niet als Song data worden behandeld.
Kan niet opnemen/afspelen
Kan niet opnemen Is één van de Track knoppen voor opname geselecteerd?
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom van de LX-10 uitzet of
De opgenomen uitvoering is
verdwenen
naar een andere Song overschakelt. De verloren uitvoering kan niet meer hersteld worden. Voordat u de stroom uitzet, slaat u de opgenomen uitvoering in het interne geheugen op.
p. 99
p. 63 p. 67
p. 73
Geluidsdata die door de LX-10 gespeeld kan worden
WAV
Sample frequentie 44.1kHz
Bit diepte 16 bit
Bestandsnaam extensie .wav
99

Storingsmeldingen

Indicatie Betekenis
Error: 1 Het muziekbestand kan alleen gelezen worden. Het kan niet worden opgeslagen.
Een storing is tijdens het opslaan opgetreden.
Error: 2
Error: 10 Er is geen extern medium geplaatst. Plaats het externe medium en probeer het opnieuw.
De beveiligingstab van het externe medium kan zich in de ‘Protect’ positie bevinden (beveiligd tegen opslaan) of het externe medium is nog niet geinitialiseerd.
Error: 11
Error: 14
Error: 15 Het bestand is onleesbaar. Het data formaat is niet compatibel met de LX-10.
Error: 16
Error: 18
Error: 30 Het interne geheugen van de LX-10 is vol.
Error: 40
Error: 41 Een MIDI kabel is ontkoppeld. Sluit deze correct en stevig aan.
Error: 43 Een MIDI transmissie storing is opgetreden. Controleer de MIDI kabel en het aangesloten MIDI apparaat.
Error: 51
Er is niet voldoende vrij geheugen op de opslagbestemming. Gebruik een ander extern medium of verwijder onnodige bestanden en probeer het opnieuw.
Tijdens het opslaan heeft zich een storing voorgedaan. Het externe medium kan onbruikbaar zijn geworden. Steek een ander extern medium in en probeer het opnieuw. Anders kunt u het externe medium initialiseren.
Data werd niet op tijd opgeroepen voor het afspelen van de Song. Na enkele seconden wachten kan de Song mogelijk worden afgespeeld door nogmaals op de [ ] knop te drukken.
Dit geluidsformaat wordt niet ondersteund. Gebruik geluidsdata van een type dat ondersteund wordt. Voor details over geluidsformaten kijkt u bij ‘Geluidsdata die op de LX-10 gespeeld kan worden’ (p.99).
De LX-10 kan de overmatige hoeveelheid MIDI data, verzonden van het externe MIDI apparaat, niet verwerken. Reduceer de hoeveelheid MIDI data die naar de LX-120 wordt gestuurd.
Er kan een probleem met het systeem zijn. Herhaal de procedure vanaf het begin. Als dit niet is opgelost nadat u het enige malen heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland service centrum.
Error: 65
De externe geheugen poort heeft een overmatige stroomstoot te verduren gehad. Controleer of er geen probleem is met het externe medium, zet de stroom uit, en dan weer aan.
* Extern medium: USB geheugen, floppy disk, CD-ROM, enz.
100
Loading...