INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
002d
• Maak het apparaat of de adapter niet open, en voer
geen interne modificaties uit. (De enige uitzondering
hierop is wanneer in deze handleiding specifieke
instructies staan die opgevolgd dienen te worden
om door de gebruiker te installeren opties aan te
brengen, zie p.18).
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen
in het apparaat te vervangen (behalve wanneer
daartoe specifieke instructies in de handleiding
staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’
pagina kunt vinden.
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
002d
• Wanneer het apparaat met een door Roland aanbevolen rack of standaard wordt gebruikt, moet het
rack of de standaard zorgvuldig geplaatst worden,
zodat het waterpas staat, en stabiel blijft. Als u geen
rack of standaard gebruikt, moet u zorgen dat de
gekozen locatie een waterpas oppervlak heeft dat
het apparaat voldoende ondersteunt, en het
apparaat niet kan wiebelen.
• Gebruik alleen de bij het apparaat geleverde
adapter. Controleer of het lijn voltage met het
ingangsvoltage, dat op de behuizing van de
adapter wordt aangegeven, overeenkomt. Andere
adapters kunnen van een andere Polariteit gebruikmaken of
zijn op een ander voltage ontworpen, zodat gebruik
daarvan tot beschadigingen, storingen of elektrische schok
kan leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, waardoor afgebroken
elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden.
Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand
en schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus
produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter
elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau.
Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een
piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten en een oorarts consulteren.
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur,
te vinden op de "Informatie" pagina, indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat op te volgen.
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat
het niet vallen!)
VOORZICHTIG
101b
• Deze JUNO-STAGE is alleen te gebruiken met een
Roland standaard KS-12. Wanneer andere
standaards worden gebruikt, kan het apparaat
instabiel staan, en kunnen mogelijke verwondingen
optreden.
• De adapter dient regelmatig uit het stopcontact te
worden gehaald, en schoongemaakt worden met
een droge doek om stof en andere ophopingen
tussen de pinnen uit te vegen. Wanneer het
apparaat gedure3nde langere tijd niet gebruikt wordt, moet
de adapter ook uit het stopcontact worden gehaald. Een
ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan
resulteren in een verminderde isolatie, hetgeen tot brand
kan leiden..
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren
en kabels te voorkomen. Bovendien moeten alle
snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen
geplaatst worden.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle
aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit
de stroom classificatie (watts/ampères) van het
verlengsnoer overschrijden. Door overmatige
ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en
uiteindelijk smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina..
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conventionele
CD speler af. Het geluidsniveau dat geproduceerd
wordt, kan permanent gehoorsverlies veroorzaken.
Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of
andere systeemcomponenten.
• Bewaar schroeven die u verwijdert, en de bijgeleverde zeshoekige moersleutel op een veilige plaats,
buiten het bereik van kinderen, zodat deze de
schroeven niet per ongeluk kunnen inslikken.
• Zet de fantoomvoeding altijd uit, wanneer andere
apparaten dan condensator microfoons, die
fantoomvoeding vereisen, worden aangesloten. U
riskeert beschadigingen als u per ongeluk fantoomvoeding op dynamische microfoons, geluid afspeelapparaten of andere apparaten, die deze voeding
niet nodig hebben toepast. Controleer de specificaties van de microfoon die u wilt gaan gebruiken,
in de bij de microfoon behorende handleiding.
(De fantoomvoeding van dit instrument: 48V DC, 10 mA
Max)
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan,
waarop ook elektrische toestellen die door een omvormer
worden geregeld (zoals een koelkast, wasmachine,
magnetron oven of air conditioner) of die een motor
bevatten, zijn aangesloten. Afhankelijk van de manier
waarop het elektrische apparaat wordt gebruikt, kan de
ruis van de stroomvoorziening maken dat dit instrument
storingen gaat vertonen of een hoorbare ruis gaat produceren. Wanneer het niet mogelijk is een apart stopcontact
te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en
het stopcontact.
• De adapter zal na veel uren gebruik hitte genereren. Dit is
normaal, en geen reden tot ongerustheid.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal
storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van
versterkers (of andere apparatuur die grote stroom transformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem
op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet
het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie storen.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort
ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de
buurt van dit apparaat bediend worden. Dit soort ruis kan
optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het
converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u
de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat
plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme
temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het
apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt
van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het
apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of
storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe
locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat geen objecten op het toetsenbord liggen. Hierdoor
kunnen storingen ontstaan, zoals toetsen die geen geluid
meer voortbrengen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waarop het apparaat is geplaatst, kunnen de
rubberen voetjes het oppervlak verkleuren of ontsieren.
U kunt een stuk vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen
om dit te voorkomen. Wanneer u dit doet, zorg dan dat het
apparaat niet kan glijden of bewegen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt
u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een
doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek
goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of
misvorming te voorkomen.
Reparaties en data
• Wees er op bedacht, dat alle data in het geheugen van dit
apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat ter
reparatie wordt aangeboden. Het is aan te bevelen altijd
een reservekopie van belangrijke data in een USB
geheugen te maken. Indien mogelijk kunt u de gegevens
ook op papier schrijven. Tijdens reparaties wordt altijd
geprobeerd om dataverlies te voorkomen. In bepaalde
gevallen (bijvoorbeeld als het aan het geheugen gerelateerde circuit zelf niet werkt) kan de data tot onze spijt niet
meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor
dataverlies.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen
door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van
verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u
aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke
data, die u in het geheugen van het apparaat heeft
opgeslagen, in een USB geheugen op te slaan.
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat
of in USB geheugen is opgeslagen, kan helaas niet meer
hersteld worden wanneer deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en
aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en druk er niet hard op.
• Tijdens normale werking kan een geringe hoeveelheid ruis
vanaf het beeldscherm hoorbaar zijn.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade
aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het
in de originele doos (inclusief schokabsorberend
materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal
moeten gebruiken.
561
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressie pedaal (EV-5,
apart verkrijgbaar). Wanneer andere Pedalen worden
aangesloten, riskeert u storingen en/of beschadigingen
aan het apparaat.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik
voor dit apparaat geen kabels met weerstanden. Door
gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreme
laag of zelfs onhoorbaar worden. Voor informatie over
kabel specificaties raadpleegt u de fabrikant van de kabel.
• Het onbevoegd dupliceren, reproduceren, verhuren en
uitlenen is verboden.
• Het bruikbare bereik van de D Beam controller zal
verkleinen, wanneer deze in direct zonlicht wordt gebruikt.
Houd hier rekening mee als u het apparaat buiten gebruikt.
• De gevoeligheid van de D Beam controller verandert,
afhankelijk van de hoeveelheid licht in de omgeving van
het apparaat. Wanneer dit niet naar verwachting functioneert, past u de gevoeligheid aan, volgens de helderheid
van de locatie.
USB geheugen gebruiken
• Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal in het
compartiment, totdat het stevig op zijn plaats zit.
• Raak de aansluitklemmen van het USB geheugen nooit aan.
Zorg ook dat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van precisie componenten vervaardigd. Behandel de kaarten voorzichtig, en
let vooral op het volgende:
• Om te voorkomen dat de kaart wordt beschadigd, moet
mogelijke statische elektriciteit van uw eigen lichaam
ontladen worden, voordat u de kaart aanraakt.
• Laat metaal niet in contact komen met het contactgedeelte van de kaarten.
• Buig de kaarten niet, laat ze niet vallen en stel ze niet
aan schokken of vibraties bloot.
• Bewaar kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten
voertuigen of soortgelijke locaties (opslag temperatuur: 25 tot 85 graden C).
• Laat kaarten niet nat worden.
• Haal de kaarten niet uit elkaar, en wijzig deze niet.
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen,
publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan
(muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke
uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde
partij ligt, is bij de wet verboden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden waarbij het
auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden.
Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor
overtredingen van het auteursrecht van een derde partij,
die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
• De afbeeldingen in dit document worden gebruikt in
overeenstemming met de richtlijnen van de Microsoft
Corporation.
• Windows
Windows ® besturingssysteem’.
• Apple en Macinstosh zijn geregistreerde handelsmerken
van Apple Inc.
• Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc.
• IBM en IBM PC zijn geregistreerde handelsmerken van
International Business Machines Corporation.
• Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation.
• MMX is een handelsmerk van Intel Corporation.
• Iomega is een geregistreerd handelsmerk van Iomega
Corporation.
• Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
• VST is een handelsmerk van Steinberg Media Technologies
AG.
* MPEG Layer-3 geluidscompressie technologie onder licentie
van Fraunhofer IIS Corporation en THOMSON Multimedia
Corporation.
®
staat officieel bekend als: ‘Microsoft ®
Behandeling van CD-ROM’s
• Vermijdt het aanraken of krassen van de glanzende
onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile disks kunnen niet goed gelezen worden.
Zorg, dat uw disks schoon blijven, met een in de winkel
verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
6
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN............................. 3
Hier kan een (apart verkrijgbaar) USB geheugen worden aangesloten.
* Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal in – totdat het stevig
op zijn plaats zit.
* Sluit het USB geheugen aan, nadat de stroom van de JUNO-STAGE is
aangezet, Ontkoppel het USB geheugen nooit, terwijl de JUNOSTAGE is ingeschakeld.
2
VOLUME knop
Hier wordt het algehele volume, dat via de OUTPUT jacks en PHONES
jack op het achterpaneel wordt uitgestuurd, bijgesteld (p.22).
3
D BEAM Controller
Zet de D Beam Controller aan of uit. U kunt een verscheidenheid aan
effecten op het geluid toepassen, door uw hand boven de D Beam
Controller te bewegen (p.56).
[SOLO SYNTH]
De D Beam functioneert als een mono synthesizer (p.57).
[ACTIVE EXPRESS]
De D Beam bestuurt actieve expressie (p.57).
[ASSIGNABLE]
U kunt een verscheidenheid aan parameters of functies aan de D Beam
toewijzen om de geluiden in Real Time te besturen (p.57).
4
MIC IN
[REVERB]
Zet de Reverb die op het geluid van de MIC INPUT jack wordt toegepast
aan of uit.
MIC VOLUME knop
Past het volume van de invoer van de MIC INPUT jack aan (p.87).
5
MODE
[PATCH]
Selecteert de Patch mode (p.45).
[PERFORM]
Selecteert de Performance mode (p.49).
[PART SELECT]
Toont de Patch die voor elk Part is geselecteerd (p.50).
[MENU]
Toont een menu, waar systeeminstellingen gemaakt kunnen worden en
gebruiksfuncties gebruikt kunnen worden.
[MIDI CONTROLLER]
Selecteert de MIDI Controller mode, waar een externe MIDI
geluidsgenerator bestuurd kan worden (p.89).
[PREVIEW]
Houd deze knop ingedrukt om het op dat moment geselecteerde geluid te
beluisteren (p.47).
46
3
[PIANO MODE]
Selecteert de Piano mode. Dit is de meest geschikte instelling voor het
spelen van piano (p.25, p.116).
[SPLIT]
Splitst het toetsenbord in linker en rechter zones, zodat aparte geluiden
(Patches) in elke zone gespeeld kunnen worden (p.51).
[DUAL]
Plaatst het toetsenbord in ‘Dual’, waarbij twee geluiden (Patches)
gelijktijdig als een layer (stapeling) gespeeld kunnen worden (p.51).
[ARPEGGIO]
Zet de arpeggiator aan/uit.
Als u op de knop drukt om deze aan te zetten, verschijnt een
instellingsscherm (p.60).
[CHORD MEMORY]
Zet de Chord Memory functie aan/uit.
Als u op de knop drukt om deze aan te zetten, verschijnt een
instellingsscherm (p.64).
[V-LINK]
Zet V-LINK aan/uit.
Het instellingsscherm verschijnt als u V-LINK inschakelt (p.66).
[TRANSPOSE]
Door [TRANSPOSE] ingedrukt te houden en op [-] [+] te drukken, kan de
toonhoogte van het toetsenbord met stappen van halve tonen verhoogd of
verlaagd worden (p.52).
OCTAVE [DOWN/-] [UP/+]
Transponeert de toonhoogte van het toetsenbord in eenheden van octaven
(p.52).
[EDIT]
Hiermee kunnen gedetailleerde instellingen voor Patches, ritme sets, en
effecten worden gemaakt (p.79, p.94, p.120).
[WRITE]
Slaat de gewijzigde instellingen in het interne geheugen op (p.73, p.97,
p.123, p.133, p.145).
[FAVORITE UP/ASSIGNABLE]
Schakelt de favoriet naar het volgende nummer (p.48).
Indien gewenst, kunt u een andere functie aan deze knop toewijzen
(p.148).
FAVORITE [ON/OFF]
Zet de Favorite functie aan/uit (p.47).
FAVORITE [BANK]
Als deze knop aan is, kunt u [RHYTHM/0]-[BASS/9] gebruiken om
favoriete banken te selecteren (p.47).
[NUMERIC]
Als deze knop aan is, kunt u [RHYTHM/0]-[BASS/9] gebruiken om
numerieke waardes in te voeren (p.44).
5
6
KEYBOARD
7
8
7
14
Paneelbeschrijvingen
12
1011
9
8
Beeldscherm
Dit toont informatie over de handeling die u uitvoert.
PATCH/PERFORM NUMBER weergave
Hier wordt het nummer van de op dat moment geselecteerde Patch of
Performance getoond.
[RHYTHM/0]-[BASS/09] (Categorie groep knoppen)
In de Patch mode gebruikt u deze knoppen om de Patch categorie te
selecteren (p.46).
Functie knoppen ([KBD/ORG/2]-]VOCAL/PAD/7])
De zes knoppen onder het beeldscherm voeren verscheidene functies uit,
wanneer u bewerkt of andere taken uitvoert.
De functies van deze knoppen zijn afhankelijk van het scherm, dat u
geselecteerd heeft (p.43).
9
[DEC] [INC]
Gebruik deze om waardes te wijzigen. De waarde zal sneller veranderen
als u één knop ingedrukt houdt en op de andere drukt.
Als u één van deze knoppen indrukt, terwijl [SHIFT] ingedrukt wordt
gehouden, zal de waarde in grotere stappen veranderen (p.43).
[] [] [] [] (Cursor knoppen)
Deze knoppen verplaatsen de cursor positie omhoog/omlaag/ naar
rechts/naar links (p.43).
VALUE draaiknop
Gebruik deze om waardes te wijzigen. De waarde zal sneller veranderen
als u aan de VALUE knop draait, terwijl [SHIFT] ingedrukt wordt gehouden
(p.43).
[SHIFT]
Deze knop wordt in combinatie met andere knoppen gebruikt om
verschillende functies uit te voeren.
[EXIT]
Laat u naar de vorige scherm terugkeren of sluit het op dat moment
geopende venster.
In sommige schermen annuleert deze knop de functie die op dat moment
wordt uitgevoerd.
[ENTER/LIST]
Gebruik deze knop om een waarde te bevestigen of een handeling uit te
voeren.
Deze knop wordt ook gebruikt voor weergave van een lijst Patches of
Performances (p.46, p.49).
10
SONG PLAYER
EXT INPUT jack
Hier kan een draagbare geluidsspeler of soortgelijk apparaat worden
aangesloten (p.73).
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het
volumeniveau van apparatuur die op de ingangen (EXT INPUT) is
aangesloten, te laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels
die geen weerstanden bevatten.
[C. CANCEL/MINUS ONE]
Zet de Center Cancel of Minus-One functie aan/uit (p.73).
[SONG LIST]
Toont de songlijst als een USB geheugen is aangesloten.
LEVEL [] []
Gebruik deze knoppen om het volume van het ritme patroon of de song
aan te passen (p.69, p.74).
RHYTHM PATTERN]
Zet het ritme patroon aan/uit (p.74).
[] [] [] []
Als [RHYTHM PATTERN] uit is, kunt u deze knoppen gebruiken om een
song te selecteren of de afspeellocatie binnen een song te verplaatsen.
Als [RHYTHM PATTERN] aan is, veranderen deze knoppen de
ritmepatronen (p.74).
[STOP]
Stopt het afspelen (p.69, p.74).
[PLAY]
Start het afspelen (p.69, p.74).
[TAP TEMPO]
Hiermee wordt het tempo gespecificeerd (p.60, p.70, p.74).
11
SOUND MODIFY
[LOCK]
Als u deze knop aanzet, zullen de volgende knoppen worden
uitgeschakeld (p.59).
ENVELOPE [ATTACK] [RELEASE] knoppen
Deze knoppen wijzigen het geluid in Real Time of bewerken
parameterwaardes (p.58).
[CUTOFF] [RESONANCE] knoppen
Deze knoppen wijzigen het geluid in Real Time of bewerken
parameterwaardes (p.58).
MASTER EQ [LOW] [HIGH] knoppen
Met deze knoppen wordt de algehele klankkwaliteit aangepast.
De [LOW] knop past de lage frequentiereeks aan, en de [HIGH] knop past
de hoge frequentiereeks aan (p.59).
[REVERB] knop
Past de hoeveelheid Reverb die op het algehele geluid wordt toegepast
aan (p.59).
12
[S1] [S2] (Toewijsbare schakelaars)
Aan deze knoppen kunnen verscheidene parameters of
functies worden toegewezen (p.55).
Pitch Bend/Modulatie hendel
Hiermee kan pitch bend worden bestuurd of Vibrato
worden toegepast (p.54).
15
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
fig.Rear.eps
1234568910 11
1
LCD CONTRAST] knop
Met deze knop wordt het contrast van het beeldscherm bijgesteld (p.22).
2
MIDI aansluitingen (OUT, IN)
Deze aansluitingen kunnen met andere MIDI apparaten worden verbonden
om MIDI berichten te ontvangen en verzenden (p.88).
3
PEDAL
PATCH SELECT jack
Hier kan een pedaalschakelaar (bijvoorbeeld één uit de DP serie, apart
verkrijgbaar) worden aangesloten, welke gebruikt kan worden om van
Patch of Performance te veranderen (p.21).
CONTROL jack
U kunt een expressiepedaal aansluiten (EV-5, apart verkrijgbaar), en dit
gebruiken voor besturing van een brede reeks parameters of functies, die
toegewezen kunnen worden.
* Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, apart
verkrijgbaar). Als een ander expressiepedaal wordt aangesloten,
kunnen storingen ontstaan en kan het apparaat beschadigen.
HOLD jack
Hier kan een pedaalschakelaar worden aangesloten (bijvoorbeeld één uit
de DP serie, apart verkrijgbaar), welke als Hold pedaal gebruikt kan
worden (p.21).
Omdat deze jack ingesteld kan worden op het gebruik van half-pedaal,
kan hier een demperpedaal worden aangesloten (DP-10, apart
verkrijgbaar), dat gebruikt kan worden voor het besturen van subtiele
pedaalnuances, wanneer u piano geluiden speelt.
4
4
MIC INPUT jack
Hier kan een microfoon worden aangesloten (p.87).
XLR jack en jack type worden ondersteund.
* Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde [XLR/TRS) jacks.
Schakelschema’s voor deze jacks worden hieronder getoond. Maak
pas aansluitingen, nadat u de schakelschema’s van andere
apparatuur die u wilt aansluiten heeft gecontroleerd.
fig.balanced-jack.eps
COLD
TIP
HOT
RING
SLEEVE
COLD
GND
GND
3
HOT
21
7
12
5
OUTPUT jacks (R, L /MONO)
Deze sturen het geluidssignaal in stereo naar de versterker of het
mengpaneel. Als u mono uitvoert, sluit u alleen de L/MONO jack aan
(p.20).
6
PHONES jack
Hier kan een koptelefoon (apart verkrijgbaar) worden aangesloten (p.20).
7
SONG/CLICK OUT jack
Hier kan een koptelefoon (apart verkrijgbaar) worden aangesloten. Anders
kan dit ook een stereo geluidssignaal naar de versterker of het
mengpaneel sturen.
Als u een SMF song afspeelt, zal een klik op het tempo van de song
worden uitgestuurd (p.78).
8
USB MIDI aansluiting
Gebruik deze aansluiting om de JUNO-STAGE via een USB kabel op een
computer aan te sluiten (p.92).
9
Cord Hook
Hier kan het snoer van de adapter worden vastgezet (p.19).
10
DC IN jack
Sluit hier de adapter aan (p.19).
U moet alleen de bijgeleverde adapter gebruiken.
11
[POWER] schakelaar
Hiermee wordt de stroom aan en uitgezet (p.22).
12
Aardklem
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u
een ongemakkelijke sensatie ervaren of bemerken dat het oppervlak ruw
aanvoelt als u dit apparaat, hierop aangesloten microfoons of de metalen
gedeeltes van andere objecten, zoals gitaren, aanraakt. Dit komt door een
oneindig kleine elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Als u zich
hier echter zorgen over maakt, verbindt u de aardklem met externe aarde.
Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom te horen zijn, afhankelijk
van de bijzonderheden van uw installatie. Als u onzeker bent over de
verbindingsmethode, raadpleegt u het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum.
Dynamisch
Condensator
16
Phone plug (gebalanceerd,
ongebalanceerd), XLR
* Bij ‘MIC INPUT SETTING’ zet u
‘Phantom Power’ uit (p.154).
XLR (48V fantoomvoeding aanwezig)
* Bij ‘MIC INPUT SETTING’ zet u
‘Phantom Power’ aan (p.154).
Nominaal ingangsniveau: 50 dBu (MIC
VOLUME knop
op MAX).
Locaties, die niet geschikt zijn voor aansluiting:
• Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden).
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonkabel aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval
van bliksem).
MEMO
17
Voorbereidingen
Een Wave uitbreidingskaart
installeren
In de JUNO-STAGE kunnen twee optionele Wave uitbreidingskaarten
(SRX serie, apart verkrijgbaar) geïnstalleerd worden.
Wave uitbreidingskaarten bevatten Wave data, Patches en ritme sets,
en door deze kaarten in de JUNO-STAGE te installeren, kunt u het
geluidspalet aanzienlijk uitbreiden.
Waarschuwingen bij het installeren van
een Wave uitbreidingskaart
901
• Om schade aan interne componenten te voorkomen, die veroorzaakt kan worden door statische elektriciteit, neemt u het volgende
in acht, wanneer u de kaart gaat gebruiken.
• Voordat u de kaart aanraakt, pakt u eerst een metalen object
vast (bijvoorbeeld een waterleiding), zodat mogelijke statische
elektriciteit op uw lichaam ontladen wordt.
• Houd de kaart alleen bij de hoeken vast. Raak de elektronische
componenten of aansluitingen niet aan.
• Gebruik een kruiskop-schroevendraaier die geschikt is voor de
maat van de schroef (een nummer 2 schroevendraaier). Indien een
ongeschikte schroevendraaier wordt gebruikt, kan de kop van de
schroef doldraaien.
• Om de schroeven te verwijderen, draait u de schroevendraaier
tegen de wijzers van de klok in. Om een schroef vast te zetten,
draait u de schroevendraaier met de wijzers van de klok mee.
fig.Screw.e
Een uitbreidingskaart installeren
Installeer de uitbreidingskaart nadat het deksel op het onderpaneel is
verwijderd.
1. Voordat de uitbreidingskaart wordt geïnstalleerd, zet u de stroom
van de JUNO-STAGE en alle aangesloten apparaten uit, en
koppelt u alle kabels, inclusief de adapter, van de JUNO-STAGE
los.
2. Van de JUNO-STAGE verwijdert u alleen de schroef die in
onderstaand diagram wordt getoond, en haal het deksel los.
fig.Exp1.e
JUNO-STAGE: onderkant
Schroef die verwijderd wordt
928
Als het apparaat wordt omgekeerd, neemt u een stapeltje kranten
of tijdschriften, en plaats deze onder de vier hoeken aan beide
kanten om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen. Ook
dient het apparaat zo geplaatst te worden, dat de knoppen en
regelaars niet kunnen beschadigen.
vastdraaienlosdraaien
• Wanneer een uitbreidingskaart wordt geïnstalleerd, verwijdert u
alleen de gespecificeerde schroef.
• Zorg, dat de schroef die u verwijdert niet in de JUNO-STAGE
terecht komt.
• Plaats het deksel aan de onderkant altijd terug. Nadat de installatie van de uitbreidingskaart is voltooid, zet u het deksel terug.
• Pas op dat u uw hand niet bezeert aan de rand van het deksel of
de hoek van de opening, als het deksel wordt verwijderd.
• Raak de printplaat of aansluitingen niet aan.
• Gebruik geen overmatige kracht bij het installeren van een uitbreidingskaart. Als deze de eerste keer niet goed past, verwijdert u de
kaart, en probeert u het nog een keer.
• Nadat de installatie van de uitbreidingskaart is voltooid, controleert u uw werk een tweede maal.
Als u het apparaat omkeert, behandelt u het voorzichtig. Let op
dat het niet valt of om kan vallen.
fig.Exp2
3. Zoals in de volgende illustratie wordt getoond, steekt u de
aansluiting van de uitbreidingskaart in de aansluiting van het
relevante compartiment, en steekt u de kaarthouder tegelijkertijd
door het gat van de uitbreidingskaart.
fig.Exp3.e
Kaarthouder
Plaats dit zoals
wordt getoond,
voordat de kaart
wordt geïnstalleerd.
Aansluiting
18
4. Gebruik het installatie gereedschap dat bij de uitbreidingskaart
wordt geleverd om de houders in de LOCK richting te draaien,
zodat de kaart op zijn plaats wordt vastgezet.
fig.Exp4.e
Voorbereidingen
Aansluitingen
Installatie gereedschap
5. Gebruik de schroef, die u bij stap 2 heeft verwijderd om het
deksel weer op zijn plaats vast te zetten.
VASTZETTEN
De geïnstalleerde uitbreidingskaart
controleren
Nadat de uitbreidingskaart is geïnstalleerd, controleert u of de
geïnstalleerde kaart correct wordt herkend.
1. Zet de stroom aan, volgens de beschrijving op p.22.
2. Druk op [MENU].
Het Top Menu venster wordt geopend.
3. Druk op [] [] om ‘1. System’ te selecteren, en druk op
[ENTER].
4. Druk op [7 (INFORMATION)].
Het SYSTEM INFORMATION scherm verschijnt.
fig.SRXInfo
De adapter aansluiten
1. Zorg, dat de [POWER] schakelaar op OFF staat.
2. Verbind het bijgeleverde netsnoer met de adapter.
3. Sluit de adapter op de DC IN jack van de JUNO-STAGE aan, en
steek het netsnoer in een stopcontact.
fig.AC-setsuzoku.eps
DC IN
Stopcontact
Netsnoer
• Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie)
naar boven wijst, en de kant waarop de tekstinformatie staat,
naar beneden wijst.
• De indicator licht op als de adapter in een stopcontact wordt
gestoken.
• Om een onopzettelijke stroomonderbreking (in het geval de
stekker er per ongeluk wordt uitgetrokken) en om overbelasting
van de DC IN jack te voorkomen, zet u het netsnoer met gebruik
van de snoerhaak vast, zoals in de illustratie wordt getoond.
fig.CordHook-e.eps
Indicator
Adapter
(bijgeleverd)
5. Druk op [2 (SRX)].
Controleer of de naam van de geïnstalleerde uitbreidingskaart
wordt weergegeven.
Als de naam van de kaart niet verschijnt, is het mogelijk dat de
kaart niet juist wordt herkend. Zet de stroom uit, volgens de
beschrijving van ‘de stroom uitzetten’ (p.22), en installeer de
uitbreidingskaart opnieuw op de juiste wijze.
6. Om het SYSTEM INFORMATION scherm te verlaten, drukt u op
[EXIT] of [7 (EXIT)].
Snoerhaak
Het snoer van de
bijgeleverde adapter
Naar de adapter
19
Voorbereidingen
De externe apparatuur aansluiten
Omdat de JUNO-STAGE geen versterker of luidsprekers bevat, moet geluidsapparatuur, zoals een toetsenbordversterker,
monitor luidsprekersysteem of stereo installatie worden aangesloten of een koptelefoon worden gebruikt om het geluid te
kunnen horen.
Om het geluid van de JUNO-STAGE volledig tot zijn recht te laten komen, raden wij u aan een stereo versterker/luidspreker
systeem te gebruiken. Als u een mono systeem gebruikt, maakt u aansluitingen op de OUTPUT L/MONO jack van de JUNOSTAGE.
* Geluidskabels zijn niet bij de JUNO-STAGE inbegrepen. Deze dient u zelf aan te schaffen.
921
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume laag en de
stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
fig.Connect.e
Naar het
stopcontact
924
Mengpaneel, enz.
Eindversterker
Adapter
Stereo koptelefoon
Monitor luidsprekers
(versterkt)
20
Pedalen aansluiten
Hold pedaal
Sluit een pedaalschakelaar (DP serie, apart verkrijgbaar) op de HOLD
jack op het achterpaneel aan.
Terwijl u het pedaal ingedrukt houdt, zullen de noten hoorbaar
blijven, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord neemt.
fig.HoldPdl.eps
Voorbereidingen
Stereo kabel
RoodWit
DP serie
Control pedaal
Sluit een expressiepedaal of pedaalschakelaar (EV-5 of DP serie,
apart verkrijgbaar) op de CONTROL jack op het achterpaneel aan.
U kunt het pedaal gebruiken om het volume of klankkarakter af te
wisselen of om andere functies te besturen.
fig.CtrlPdl.eps
Roland
Voor details over pedaalinstellingen kijkt u bij ‘Control Pedal Assign’
(p.147).
U moet het gespecificeerde expressiepedaal of de pedaalschakelaar
gebruiken (EV-5 of DP serie, apart verkrijgbaar). Als een pedaal van
een andere fabrikant wordt aangesloten, kunnen storingen in de
JUNO-STAGE ontstaan.
Voor details, zie ‘Patch Select’ (p.147).
Een draagbaar geluidsapparaat
aansluiten
U kunt een MP3 speler of ander geluidsapparaat op de EXT INPUT
jack op het voorpaneel aansluiten, en naar het afspeelgeluid daarvan
luisteren.
De bijgeleverde kabel en Pad gebruiken
U kunt de bijgeleverde kabel en pad gebruiken als een draagbaar
geluidsapparaat op de JUNO-STAGE wordt aangesloten.
Lees ‘Opmerkingen bij gebruik van het Music Player Pad’ (behorende
bij het Pad).
Music Player kabel
(accessoire)
Draagbare
geluidsspeler
EXT INPUT
jack
Music Player Pad
(accessoire)
Patch Select pedaal
Sluit een pedaalschakelaar (apart verkrijgbaar) op de PATCH SELECT
jack op het achterpaneel aan.
U kunt het pedaal gebruiken om van Patch te veranderen.
Door een stereo kabel te gebruiken (apart verkrijgbaar), kunt u twee
pedalen op de PATCH SELECT jack aansluiten.
21
Voorbereidingen
De stroom aan/uitzetten
941
Nadat de aansluitingen zijn voltooid (p.19), zet u de stroom van
de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan.
Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert
u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten.
1. Voordat u de stroom van de JUNO-STAGE aanzet, neemt u deze
twee vragen in overweging:
• Zijn alle apparaten correct aangesloten?
• Zijn de volumeregelingen van de JUNO-STAGE en alle
aangesloten geluidsapparaten op de laagste instellingen gezet?
2. Zet de [POWER] schakelaar op het achterpaneel van de JUNOSTAGE aan.
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
duurt het korte tijd (enkele seconden) na het opstarten, voordat
het apparaat normaal functioneert.
Voor de juiste werking van de pitch bend hendel, mag u de
hendel niet aanraken wanneer u de JUNO-STAGE aanzet.
Het volumeniveau bijstellen
fig.volume.epsj
1. Gebruik de [VOLUME] knop om het volume bij te stellen.
Als de knop naar links wordt gedraaid, zal het volume afnemen, en
als deze naar rechts wordt gedraaid, zal het volume toenemen.
Stel het volume van het aangesloten apparaat ook op een
passend niveau in.
Het contrast van het beeldscherm
aanpassen ([LCD CONTRAST] knop)
De tekens in het scherm kunnen lastig te zien zijn, nadat de JUNOSTAGE wordt aangezet of na langdurig gebruik. Als dit gebeurt,
draait u aan de [LCD CONTRAST] knop op het achterpaneel om het
beeldscherm direct afleesbaar te maken.
De bijgeleverde USB Memory
beveiliging gebruiken
Niet aanraken!
3. Zet alle aangesloten geluidsapparaten aan.
4. Terwijl u het toetsenbord bespeelt, en naar het geluid luistert,
verhoogt u het volume van de JUNO-STAGE en het volume van de
aangesloten apparatuur geleidelijk, totdat het gewenste volume is
bereikt.
fig.Volume
De stroom uitzetten
1. Voordat u de stroom uitzet, neemt u deze twee vragen in
overweging:
• Zijn de volumeregelaars van de JUNO-STAGE en alle
geluidsapparaten op hun laagste instellingen gezet?
• Zijn de JUNO-STAGE geluiden of andere door u gecreëerde
data, opgeslagen?
2. Zet de stroom van alle aangesloten geluidsapparaten uit.
3. Zet de [POWER] schakelaar van de JUNO-STAGE uit.
U kunt de bijgeleverde USB Memory beveiliging gebruiken om diefstal
van het USB geheugen, dat op de JUNO-STAGE is aangesloten, te
voorkomen.
fig.CoverLock.eps
Waarschuwing
• U moet de bijgeleverde schroeven gebruiken.
• U moet de bijgeleverde inbussleutel gebruiken om de schroeven
vast te zetten of te verwijderen. Als gereedschap wordt gebruikt
dat niet op de schroefkoppen past, zullen deze beschadigen.
• Draai de schroeven niet te vast. Hierdoor kan de kop van de
schroef beschadigen, zodat de sleutel nutteloos ronddraait.
• Om de schroeven vast te zetten, draait u de inbussleutel met de
wijzers van de klok mee. Om de schroeven los te draaien, draait
u de inbussleutel tegen de wijzers van de klok in.
fig.Screw.e
vastdraaienlosdraaien
• Houd de verwijderde schroeven buiten het bereik van kleine
kinderen om te voorkomen dat deze de schroeven per ongeluk
inslikken.
22
Snelle start
23
SNELLE START
Hier ziet u, hoe de demo songs beluisterd kunnen worden.
1 Zet de JUNO-STAGE aan, volgens de beschrijving van ‘De stroom aan/uitzetten’ (p.22).
2 Druk op [PLAY].
De demo songs beluisteren
fig.panel-demo.eps
fig.disp-demo.eps
Het DEMO PLAY scherm verschijnt.
De demo song wordt afgespeeld.
3 Om het afspelen te stoppen, drukt u op [STOP].
U kunt een demo song ook selecteren met
gebruik van de cursor knoppen om de cursor
te verplaatsen.
4 Druk op [EXIT] om het DEMO MENU scherm te verlaten.
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal, voor andere doeleinden dan
strikt privé, is een overtreding van de hierop toepasbare wetten.
Data van de muziek die wordt gespeeld wordt niet via de MIDI OUT aansluiting uitgevoerd.
Als USB geheugen is aangesloten, kunt u op [MENU] drukken om naar het DEMO PLAY scherm
te gaan en de demo songs af te spelen. Voor details, zie ‘De demo songs afspelen’ (p.156).
24
Het toetsenbord bespelen
Spelen in de Piano Mode ([PIANO MODE])
Hier ziet u, hoe u op de JUNO-STAGE piano kunt spelen.
Als u op [PIANO MODE] drukt, wordt de JUNO-STAGE ingesteld op ‘Piano mode’, welke de ideale instellingen
voor piano uitvoeringen bevat. U kunt een akoestische piano of elektrische piano als geluid kiezen, en verdere
gedetailleerde instellingen voor deze geluiden maken.
fig.panel-piano.eps
Als u op [PIANO MODE] drukt om naar de Piano mode te gaan, zullen de instellingen van de
bewerktePatch of Performance verloren gaan. Om de bewerkingen te behouden, moeten deze
eerst worden opgeslagen.
■ SNELLE START
1 Druk op [PIANO MODE].
Het PIANO MODE scherm verschijnt, en u bevindt zich in de Piano mode.
fig.disp-acpiano.eps
2 Druk op [2 (AC.PIANO)] of [3 (EL.PIANO)].
Als u op [2 (AC.PIANO)] drukte, zal het toetsenbord
een pianogeluid spelen.
fig.disp-elpiano.eps
Als u op [3 (EL.PIANO)] drukte, zal het toetsenbord een
elektronisch pianogeluid spelen.
Patch categoriePatch naam
3 Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar de Patch naam te verplaatsen.
Op de JUNO-STAGE worden de geluiden die u speelt een ‘Patch’ genoemd.
4 Gebruik de VALUE draaiknop of [DEC] [INC] om een Patch te selecteren.
In de Piano mode kunt u pianogeluiden selecteren.
U kunt de cursorknoppen gebruiken om de cursor naar de Patch categorie te verplaatsen, en de
VALUE knop of [DEC] [INC] gebruiken om tussen ‘PNO’ (akoestische piano) en ‘EP’ (elektrische piano) af te
wisselen.
5 Om de Piano mode te verlaten, drukt u op [7 (EXIT)] of [EXIT].
U kunt de Piano mode ook verlaten door [PIANO MODE] in te drukken, zodat dit uitdooft.
25
SNELLE START
Het toetsenbord bespelen
■ Een Patch uit een lijst selecteren
Hier ziet u, hoe u toegang krijgt tot een lijst met Patches, die in de piano mode geselecteerd kunnen worden.
fig.disp-pianolist.eps
1 In het PIANO MODE scherm, drukt u op [6 (LIST)].
2 Druk op [2 (AC.PIANO)] of [3 (EL.PIANO)].
3 Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om een Patch te selecteren, en druk dan op [6 (SELECT)].
U keert naar het PIANO MODE scherm terug.
Als u op [PREVIEW] drukt, kunt u het geluid van de Patch beluisteren, gespeeld door een passende frase die voor elke categorie Patches beschikbaar is.
Door op [7 (WRITE)] te drukken, kunt u de op dat moment geselecteerde Patch registreren als de
Patch, die het eerst geselecteerd wordt, als u naar de piano mode gaat, nadat de stroom is aangezet.
■ Het pianogeluid aanpassen
In het PIANO MODE scherm kan het geluid gevarieerd worden, door aan te geven hoe ver de klep geopend is,
en de hoeveelheid resonantie aan te passen.
1 In het PIANO MODE scherm, drukt u op [2
(AC.PIANO)].
2 Gebruik de cursor knoppen om de cursor te ver-
plaatsen naar de waarde, die u wilt aanpassen.
3 Gebruik de VALUE knop of [DEC][INC] om de waarde aan te passen.
ParameterUitlegReeks
FULL OPEN,
OPEN HIGH,
OPEN MID,
OPEN LOW,
CLOSED,
FULL CLOSED
0–127
Lid State
Resonance
Past de klankveranderingen aan, die het resultaat zijn
van het openzetten van de klep op verschillende hoogtes.
Als op een akoestische piano het demperpedaal wordt
ingedrukt, resoneren niet gespeelde snaren met de snaren van noten die u speelt, hetgeen een rijke en ruimtelijke resonantie aan het geluid toevoegt. Met deze
instelling kan de hoeveelheid resonantie worden bijgesteld.
26
U kunt meer gedetailleerde aanpassingen maken voor de op dat moment geselecteerde Patch.
Kijk bij ‘Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking voor Patches’ (p.94).
U kunt [WRITE] indrukken, en de Lid State (status van de klep) en Resonance (resonantie) instellingen in de op dat moment geselecteerde Patch opslaan. Voor details over opslaan, kijkt u bij
‘Een door u gecreëerde Patch opslaan [WRITE]’ (p.97).
Het toetsenbord bespelen
■ Het effect dat op het elektrische pianogeluid wordt toegepast
■ SNELLE START
selecteren
U kunt kiezen uit effecten die vaak op elektrische piano worden toegepast. De parameters, die bewerkt kunnen
worden, zijn afhankelijk van het effect dat u selecteert.
1 In het PIANO MODE scherm, drukt u op [3
(EL.PIANO)].
Effect Name
2 Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar de effect naam te verplaatsen (onder ‘EFFECT’).
3 Gebruik de VALUE knop of [DEC][INC] om het effect te veranderen.
EffectnaamUitleg
THRUEr wordt geen effect toegepast.
TremoloHet volume wordt cyclisch gemoduleerd, hetgeen een fluctuerend geluid produceert.
ChorusDriedimensionale ruimtelijkheid en diepte worden aan het geluid toegevoegd.
PhaserEen wervelend karakter wordt aan het geluid toegevoegd.
EQ
Speaker
Hiermee kan de klankkwaliteit van de hoge, midden, en lage frequentiereeksen worden aangepast.
Dit simuleert verscheidene luidspreker types en plaatsingen van een microfoon, die
het geluid van de luidspreker vastlegt.
Voor details over de effect parameters, zie de ‘Effectenlijst’ (p.163).
U kunt gedetailleerdere aanpassingen in de op dat moment geselecteerde Patch aanbrengen.
Voor details, zie ‘Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking voor Patches’ (p.94).
U kunt [WRITE] indrukken, en de effectinstellingen in de huidig geselecteerde Patch opslaan.
Voor details over opslaan kijkt u bij ‘Een door u gecreëerde Patch opslaan [WRITE]’ (p.97).
■ Spelen met het Hold pedaal
Als een pedaalschakelaar (DP serie, apart verkrijgbaar) op de PEDAL HOLD jack is aangesloten, zal het geluid
blijven klinken (Hold) als het pedaal wordt ingedrukt, zelfs als u uw handen van het toetsenbord heeft genomen.
Voor details over aansluitingen, zie ‘Hold Pedaal’ (p.210).
27
SNELLE START
Op de JUNO-STAGE worden de gespeelde geluiden ‘Patches’ genoemd.
De JUNO-STAGE bevat een grote verscheidenheid aan Patches, zoals ‘piano’, ‘gitaar’ of ‘brass’ Patches. Deze
worden ‘Preset Patches’ genoemd. U kunt ook uw eigen Patches creëren en opslaan (‘User Patches’).
In deze sectie wordt uitgelegd, hoe u met de ingebouwde Preset Patches kunt spelen.
Elke Preset Patch is aan een categorie groep toegewezen, zoals ‘piano’ of ‘gitaar’, en deze groepen corresponderen met de categorie groep knoppen [RHYTHM]-[BASS]. Binnen elke categorie groep zijn de Patches verder
onderverdeeld in aanvullende categorieën.
Hier ziet u, hoe de categorie groep knoppen gebruikt worden om een Patch te selecteren.
Geluiden selecteren
Geluiden selecteren (Patches)
Verschillende geluiden spelen (Category Group knoppen)
fig.panel-Patch.eps
fig.disp-Patchplay.eps
1 Druk op [PATCH].
Het PATCH PLAY scherm verschijnt.
Patch groep
Patch nummer
Patch type
2 Druk op één van de [RHYTHM]-
[BASS] knoppen om een categorie groep te selecteren.
Door [PIANO], [KBD/ORG] of [VOCAL/PAD] twee keer achter elkaar in te drukken, kunt u
andere categorieën binnen dezelfde categorie groep selecteren.
3 Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om een Patch te selecteren.
Speel op het toetsenbord , en de geselecteerde Patch is te horen.
Patch categorie
28
Geluiden selecteren
■ Een Patch van een uitbreidingskaart selecteren
Met de JUNO-STAGE kunt u maximaal twee aparte uitbreidingskaarten installeren, en daarvan Patches selecteren.
Voor details over de installatie van een uitbreidingskaart, zie ‘Een uitbreidingskaart installeren’
(p.18).
1 Druk op [PATCH].
Het PATCH PLAY scherm verschijnt.
Patch groepPatch nummer/naam
2 Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar de
Patch groep te verplaatsen.
3 Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om ‘XP-A’ of ‘XP-B’ te selecteren.
Zorg, dat het Patch type ‘Patch’ is. Als dit op ‘Rhythm’ is ingesteld, verplaatst u de cursor naar
‘Rhythm’, en draait u aan de VALUE knop of druk op [DEC] om ‘Patch’ te selecteren.
4 Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar het Patch nummer te verplaatsen.
5 Met de VALUE knop of [DEC] [INC] selecteert u een Patch.
■ SNELLE START
Geluiden uit de lijst selecteren
1 Druk op [PATCH].
Het PATCH PLAY scherm verschijnt.
2 Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar het Patch nummer te verplaatsen.
fig.disp-Patchlist.eps
3 Druk op [ENTER/LIST].
Het PATCH LIST scherm verschijnt.
Categorie groepCategorie
4 Gebruik [] []om de categorie te selecteren.
U kunt ook op één van de categorieknoppen ([RHYTHM]-[BASS]) drukken om de categorie of
groep te selecteren.
5 Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om een Patch te selecteren, en druk op [ENTER].
De Patch wordt geselecteerd,en u keert naar het PATCH PLAY scherm terug.
Als u op [EXIT] drukt zonder [ENTER] in te drukken, zal het PATCH LIST scherm gesloten worden, zonder dat
de op dat moment geselecteerde Patch is veranderd.
29
SNELLE START
Geluiden selecteren
Veelgebruikte geluiden registreren en selecteren
(FAVORITE)
Geluiden, die u vaak gebruikt kunnen in ‘Favorite’ geregistreerd worden, zodat deze wanneer gewenst direct
geselecteerd kunnen worden.
De favoriete geluiden kunnen onder de tien knoppen [0]-[9] worden opgeslagen.
■ Een Patch registreren
1 Druk op [PATCH].
Het PATCH PLAY scherm verschijnt.
2 Selecteer de Patch die u wilt registreren.
3 Houd FAVORITE [ON/OFF] ingedrukt, en druk op de knop ([0]-[9]) waarin u het favoriete geluid
wilt registreren.
De Patch wordt opgeslagen in het favoriete nummer dat u gespecificeerd heeft.
■ Een door u geregistreerde Patch oproepen
1 Druk op FAVORITE [ON/OFF], zodat dit verlicht is.
2 Gebruik [0]-[9] om een favoriet te selecteren.
Voor details over de Favorite functie kijkt u bij ‘Favoriete Patches of Performances registreren en
oproepen (FAVORITE)’ (p.47).
De geluiden beluisteren ([PREVIEW])
Als in het PATCH PLAY scherm [PREVIEW] wordt ingedrukt, zal een frase die aan elk type (categorie) Patch is toegewezen worden gespeeld. Op die manier kunt u de geselecteerde Patch beluisteren, terwijl deze met een passende frase wordt gespeeld.
U kunt ook op [PREVIEW] in het PATCH LIST scherm drukken om de Patch waarop de cursor zich bevindt te beluisteren.
Als u de manier waarop de frase wordt gespeeld als ]PREVIEW] wordt ingedrukt wilt veranderen, kijkt u bij ‘Preview’ (p.146).
30
Loading...
+ 224 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.