5 In de JD-Xi worden door analoge circuits gegenereerde geluiden van een echte analoge
synthesizer versmolten met Roland's gewaardeerde SuperNATURAL-apparaat voor
synthesizergeluiden van professionele kwaliteit.
5 Gebruik krachtige en unieke geluiden om uzelf vrij te uiten.
Patternsequencer
5 Met de ingebouwde patternsequencer kunt u intuïtief frasen en drumpatronen opnemen
die u te binnen schieten. Als opnamemodus kunt u kiezen voor TR-REC, realtime opnemen of
opnemen in stappen. Het zal u dus geen moeite kosten om looptracks te creëren, ook al is een
klavier bespelen niet uw sterkste punt.
Tal van vocale functies
5 Behalve vocoder- en AutoPitch-functies die gebruikmaken van uw stem om karakteristieke
geluiden te creëren, is er een Auto Note-functie die u het klavier laat “bespelen” met behulp
van de toon van uw stem. De JD-Xi is overladen met functies die zelfs met alleen uw stem
prettig zijn om te gebruiken.
Synchroniseren met uw computer of andere apparatuur
5 De JD-Xi biedt USB-audio-/MIDI-functionaliteit waarmee u uw performance en stem op uw
computer-DAW kunt opnemen. Er zijn ook MIDI-connectoren waarmee u andere hardware
kunt aansluiten voor een gesynchroniseerde performance. Met behulp van USB en MIDI kunt
u samen met een verscheidenheid van andere apparatuur gebruikmaken van de JD-Xi.
Lees dit eerst. In deze gebruikershandleiding staat wat u moet weten om de JD-Xi te kunnen gebruiken.
PDF-handleiding (download via het internet)
5 Parameter Guide (Engels)
Hierin worden alle parameters van de JD-Xi verklaard.
5 MIDI Implementation (Engels)
Dit is gedetailleerde informatie over MIDI-berichten.
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de
Gebruikershandleiding (p. 18)), voordat u het apparaat gaat gebruiken. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om
er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. Deze handleiding moet als handige
referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Sluit de bijgeleverde microfoon aan op deze aansluiting. Als een extern
apparaat is aangesloten op de INPUT-aansluiting op het achterpaneel,
krijgt de INPUT-aansluiting voorrang.
* Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon, stel de SYSTEM-
parameter Mic Sel dan in op “Other” (p. 15).
[Auto Note]-knop
Hiermee schakelt u de Auto Note-functie in en uit (p. 7).
2
Display
Geeft uiteenlopende informatie weer voor de bediening.
* De uitleg in deze handleiding omvat illustraties waarin de standaardweergave
van het display wordt afgebeeld. Het is echter mogelijk dat uw apparaat een
nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. met nieuwe geluiden),
zodat de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in de
handleiding.
3
Bediening
Cursor [K] [J]-knoppen
Verplaats de cursor naar links/rechts.
Program (Pattern) Value [-] [+]-knoppen
Selecteer een programma.
Om van geheugenbank te veranderen, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt
en gebruikt u de Value [-] [+]-knoppen.
Gebruik deze knoppen om waarden te bewerken in de verschillende
bewerkingsschermen.
[Menu/Write]-knop
Hiermee opent u het menuscherm.
Om bewerkte gegevens op te slaan, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en
drukt u op de [Menu/Write]-knop.
[Exit]-knop
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Op sommige schermen annuleert u hiermee de bewerking die op dat
ogenblik wordt uitgevoerd.
[Enter]-knop
Druk op deze knop om een waarde te bevestigen of een bewerking uit te
voeren.
[Shift]-knop
Gebruik deze knop in combinatie met andere knoppen of regelaars om
bewerkingsschermen te openen voor elke functie.
12131415
16
pagina 7pagina 5
4
Part Select (Part Mute)
Hier kunt u de partij selecteren die door het klavier wordt gespeeld.
5
Digital Synth
Hier kunt u klanken selecteren voor de Digital Synth-partij of de Drums-partij.
6
Analog Synth
Hier kunt u een klank selecteren voor de Analog Synth-partij.
7
Master Volume
[Master Volume]-regelaar
Hiermee past u het volume aan dat wordt uitgestuurd via de OUTPUTaansluitingen en de PHONES-aansluiting.
8
TEMPO
Temporegelaar
Speciceert het tempo van het arpeggio of de patternsequencer.
[Tap]-knop
Druk minstens drie keer op de knop in kwartnootintervallen van het
gewenste tempo.
9
OCTAVE
[Down] [Up]-knoppen
Hiermee verhoogt of verlaagt u het klavier in stappen van één octaaf.
10
ARPEGGIO
U kunt een arpeggio spelen door gewoon een akkoord ingedrukt te
houden op het klavier.
11
PATTERN SEQUENCER
U kunt uw klavierspel of regelaarbewegingen opnemen en steeds weer
herhalen.
12
FILTER
Hier kunt u lterinstellingen uitvoeren.
13
AMP/ENV
Hier kunt u het volume en de tijdsafhankelijke verandering van het
volume speciceren.
pagina 5
pagina 5
pagina 6
pagina 6
pagina 10
pagina 8
pagina 8
2
Gebruikershandleiding
14
LFO
Door gebruik te maken van de LFO om verschillende aspecten van het
geluidssignaal te moduleren, kunt u eecten toepassen zoals vibrato of
tremolo.
15
EFFECTS
Hier kunt u eectinstellingen uitvoeren.
Achterpaneel
Computer
Snoerhaak
1819
202122 23
Voor aansluiting van MIDI-apparaat.
pagina 9
pagina 9
16
Favorite/Pattern Sequencer
Hier kunt u favoriete geluiden beheren en de
patternsequencer bedienen.
17
Toonverbuiging/Modulatie
U kunt dit gebruiken om de toon te wijzigen of vibrato toe te passen.
Sluit uw gitaar of digitale
audiospeler hier aan.
* Als een ex tern apparaat is aangesloten
op de INPUT-aansluiting, is de MICaansluiting op het bovenpaneel niet
beschikbaar.
Versterkte luidsprekers
pagina 5
pagina 10
pagina 6
24 25 26 27
Stopcontact
Netstroomadapter
* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de apparatuur te voorkomen.
18
DC IN-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op deze aansluiting.
* Als u onvoorziene stroomonderbrekingen (als de stekker per ongeluk uit het
stopcontact wordt getrokken) of overmatige belasting op de DC IN-aansluiting
wilt voorkomen, moet u het netsnoer verankeren met de snoerhaak, zoals u
kunt zien in de afbeelding.
19
[POWER]-schakelaar
Hiermee schakelt u het apparaat in of uit (p. 4).
20
USB COMPUTER-poort
Door gebruik te maken van een in de handel verkrijgbare USB
2.0-kabel om deze poort op uw computer aan te sluiten, kunt u de JD-Xi
synchroniseren met het DAW van uw computer via USB MIDI, of het geluid
van de JD-Xi opnemen op uw DAW via USB-audio (p. 15).
21
MIDI-poort (IN/OUT)
Deze connectoren kunnen worden aangesloten op andere MIDI-apparaten
om MIDI-berichten te ontvangen en te verzenden (p. 15).
22
LINE/GUITAR-keuzeschakelaar
Verandert de ingangsimpedantie van de INPUT (MONO)-aansluiting. Kies
LINE of GUITAR naargelang wat aangewezen is voor het apparaat dat is
aangesloten.
23
INPUT (MONO)-aansluiting
Sluit uw gitaar of digitale audiospeler hier aan.
* Als er aansluitingskabels met weerstanden worden gebruikt, kan het
volumeniveau van op de INPUT (MONO)-aansluiting aangesloten apparatuur
laag zijn. Als dit het geval is, gebruikt u aansluitingskabels die geen
weerstanden bevatten.
24
OUTPUT (L/MONO, R/CLICK OUT)-aansluitingen
Sluit deze aansluitingen aan op uw luidsprekers.
Gebruik de L/MONO-aansluiting als de output monauraal is.
Als u dat wilt, kunt u de kliktoon van de metronoom apart uitsturen (p. 15).
25
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
26
Aardingsaansluiting
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde installatie kunt u bij
het aanraken van het apparaat, een aangesloten microfoon of de metalen
onderdelen van overige voorwerpen, zoals gitaren, een licht onprettig
gevoel of ruwheid ervaren. Dit wordt veroorzaakt door een zeer kleine
elektrische lading, die volkomen onschadelijk is. Als u zich hierover echter
zorgen maakt, kunt u ervoor kiezen om de aardingsklem (zie afbeelding)
met een externe aarding te verbinden. Als het apparaat is geaard, kan
er, afhankelijk van de details van uw installatie, een licht bromgeluid
optreden. Als u niet precies weet hoe u het apparaat moet aansluiten,
raden we u aan om contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland-leverancier, zoals vermeld op de
pagina “Informatie”.
Ongeschikte plaatsen voor aansluiting
5 Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken)5 Gasleidingen (kunnen brand of explosies veroorzaken)5 Geaarde telefoonkabel of bliksemaeider (kunnen in geval van
bliksem gevaarlijk zijn)
27
Veiligheidsgleuf (N)
http://www.kensington.com/
3
Inleiding
De JD-Xi leren kennen
Controllergedeelte
Het controllergedeelte is wat u gebruikt om
te performen.
Zo worden de acties van een performer,
zoals “het klavier bespelen”, naar het
klankgeneratorgedeelte verzonden, waardoor
geluid wordt voortgebracht.
Het controllergedeelte van de JD-Xi bestaat
uit het klavier, de toonverbuigings- en
modulatiewieltjes, en de paneelknoppen en
-regelaars.
Geluidsgeneratorgedeelte
Het geluidsgeneratorgedeelte creëert het
geluid.
Als antwoord op de performancegegevens
die vanuit het controllergedeelte worden
verzonden, genereert dit gedeelte elektrisch
de golfvorm die de basis vormt van het
geluid, en wijzigt het de helderheid en
de geluidssterkte om een ongelofelijke
verscheidenheid van geluiden voort te
brengen.
Op het geluidsgeneratorgedeelte van de
JD-Xi kunt u de paneelregelaars en -knoppen
gebruiken om verschillende aspecten van het
geluid, zoals de golfvorm, de toonhoogte, de
helderheid en de geluidssterkte, onmiddellijk
te veranderen.
Programma
Een programma bestaat uit vier partijen: Digital Synth 1, Digital Synth 2, Drums en Analog Synth.
Een door u bewerkt programma kan worden opgeslagen als een gebruikersprogramma
(64 programma's in elke geheugenbank E–H).
Klank
U kunt één klank selecteren voor elke partij.
* Voor een analoge-synthesizerklank bestaan de oscillator-, suboscillator- en ltergedeelten uit analoge circuits.
Eectgedeelte
De JD-Xi bevat vier eecteenheden. Eectinstellingen worden opgeslagen binnen elk programma (p. 9).
Arpeggio
Deze functie speelt automatisch een arpeggio overeenkomstig de toetsen die u ingedrukt houdt. Arpeggio-instellingen worden opgeslagen binnen elk programma (p. 6).
Patternsequencer
Met deze functie kunt u performen terwijl patronen van een aantal maten worden teruggespeeld. U kunt ook uw eigen originele patronen creëren en opslaan in een
programma (p. 10).
Systeem
Deze zone slaat systeemparameterinstellingen op die bepalen hoe de JD-Xi werkt (p. 13).
Vooraf ingesteld
programma
Gebruikersprogramma E–H01–64
Patternsequencer
A–D01–64
Eects
Het apparaat in- of uitschakelen
* Zorg ervoor onderstaande procedure te volgen om alle apparaten
in te schakelen zodra alles correct is aangesloten (p. 3). Wanneer u
apparatuur in de verkeerde volgorde inschakelt, bestaat het risico
op apparaatstoringen of -defecten.
* Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
1. Voordat u de JD-Xi inschakelt, moet u de volgende twee vragen
beantwoorden:
5 Zijn uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon correct aangesloten?5 Staat de aangesloten apparatuur uit?
2. Draai de [Master Volume]-regelaar op het bovenpaneel volledig
naar links.
3. Zet de [POWER]-schakelaar aan die zich op het achterpaneel van
de JD-Xi bevindt.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld, duurt het even (enkele seconden)
voordat het normaal werkt.
4. Zet de aangesloten apparatuur aan en verhoog het volume tot
een geschikt niveau.
4
Het apparaat uitschakelen
1. Voordat u het apparaat uitschakelt, moet u de volgende twee
vragen beantwoorden:
5 Hebt u het volume van de aangesloten apparatuur op het
minimumniveau gezet?
5 Hebt u zelf gecreëerde geluiden of patronen opgeslagen?
2. Schakel alle aangesloten audioapparaten uit.
3. Zet de [POWER]-schakelaar van de JD-Xi uit.
Een geluid kiezen (programma)
Gebruikershandleiding
Bovenscherm
Programmanummer Maat–maatslag
Geheugenbank
programma
A64 1-1 120
* Terwijl u de [Shift]-knop
ingedrukt houdt, wordt op de
bovenste regel de naam van
het programma weergegeven.
Tempo
256:Synth Lead01
Klanknummer: Klanknaam
* Geluiden waarvoor geen klanknummer wordt
weergegeven, zijn geluiden die werden bewerkt voor
een individueel programma. Als u wilt terugkeren naar
het oorspronkelijke geluid nadat u van geluid bent
veranderd of het geluid hebt bewerkt, houdt u de
[Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de [Enter]-knop.
Een programma kiezen
1. Gebruik de Program (Pattern) Value
[-] [+]-knoppen om een programma te
selecteren.
Om van geheugenbank te veranderen,
houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en
gebruikt u de Value [-][+]-knoppen
(vooraf ingestelde geheugenbanken A–D,
gebruikersgeheugenbanken E–H).
Een partij om te spelen kiezen
Part Select-knoppen
[Digital Synth 1]-knop
[Digital Synth 2]-knop
[Drums]-knop
[Analog Synth]-knop
1. Druk op de Part Select-knop
van de partij die u wilt spelen.
MEMO
U kunt verschillende partijen niet tegelijkertijd selecteren en spelen. U kunt er
echter voor zorgen dat verschillende partijen tegelijkertijd hoorbaar zijn door die
partijen in een patroon op te nemen.
Een klank kiezen
Digital Synth 1/2-partij
Categoriewiel (categorie-indicator)
U kunt als volgt de categorie selecteren die het
basisgeluidstype speciceert.
De categorie waarvan de indicator brandt, is
geselecteerd.
Tone [-] [+]-knoppen
Selecteer een klank.
1. Gebruik de Part Select-knoppen om Digital Synth 1/2 te
selecteren.
2. Draai aan het categoriewiel (categorie-indicator) om de categorie
te selecteren die het basisgeluidstype speciceert.
* Vocoder/AutoPitch kan voor slechts één partij worden gebruikt.
Bovendien wordt de Analog Synth-partij niet-beschikbaar als u
Vocoder/AutoPitch selecteert.
3. Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren.
Drums-partij
Tone [-] [+]-knoppen
Selecteer een klank (drumkit).
1. Gebruik de Part Select-knoppen om Drums te
selecteren.
2. Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren
(drumkit).
De Drums-partij laat u met elke toets een ander instrument bespelen. De naam
van het instrument is boven elke toets gedrukt; bijvoorbeeld “BD1”.
Analog Synth-partij
[Oscillator]-knop
(golfvormindicator)
Hiermee selecteert u de golfvorm die de basis
vormt van het geluid van de Analog Synth-partij.
De golfvorm waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
T
(zaagtandgolf ), S (driehoeksgolf ), U (blokgolf )
[Sub OSC]-knop
Hiermee wordt de oscillator van een extra geluidslaag voorzien. U kunt kiezen uit
1 octaaf lager (brandt) of 2 octaven lager (knippert).
De suboscillator is alleen voor blokgolven.
Pulsbreedteregelaar
Hiermee speciceert u de pulsbreedte.
Als de oscillator is ingesteld op U (blokgolf ), speciceert deze regelaar de
breedte van het bovenste gedeelte van de pulsgolf (d.w.z. de pulsbreedte) als een
percentage van een volledige cyclus.
Door de waarde te verlagen, wordt de pulsbreedte smaller tot de pulsbreedte op
een blokgolf gelijkt (pulsbreedte = 50 %).
Door de waarde te verhogen, wordt de pulsbreedte breder, waardoor een meer
karakteristiek geluid wordt voortgebracht.
Tone [-] [+]-knoppen
Selecteer een klank.
1. Gebruik de Part Select-knop om een Analog Synth te kiezen.
2. Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren.
MEMO
U kunt de [Oscillator]-knop gebruiken om de golfvorm te veranderen die de basis
vormt van het geluid.
Gebruik deze knop om uw favoriete geluiden (programma's) te registreren en op
te roepen.
[01]–[16]-knoppen
Gebruik deze knoppen om Favorite 01–16 te selecteren.
Een Favorite selecteren
1. Druk op de [Favorite]-knop om deze te doen branden.
De nummerknoppen worden de Favorite-selectieknoppen.
2. Druk op een van de [01]–[16]-knoppen om een favoriet geluid te
selecteren.
Als u op een knop drukt waarin niets is geregistreerd, geeft het scherm “Not
Registered!” aan.
Een Favorite registreren
1. Selecteer een programma dat u wilt registreren als een favoriet.
2. Houd de [Favorite]-knop ingedrukt en druk op de [01]–[16]-knop
waarin u het geselecteerde programma wilt registreren.
Het programma dat op dat ogenblik is geselecteerd, wordt in die knop
geregistreerd.
OPMERKING
Als u een programma hebt bewerkt, moet u dat programma eerst opslaan voordat
u het als een favoriet registreert (p. 9).
Een Favorite wissen
1. Terwijl de [Favorite]-knop is ingeschakeld, houdt u de [Erase]-
knop ingedrukt en drukt u op de [01]–[16]-knop waarvan u de
registratie wilt wissen.
Van Favorite-geheugenbank veranderen
&
“Van Favorite-geheugenbank veranderen” (p. 6)
5
Performen
Een arpeggio spelen
Druk op de ARPEGGIO [ON]-knop om deze te doen branden;
de arpeggiofunctie wordt ingeschakeld.
Een “arpeggio” is een per formancetechniek waarbij de noten
van een akkoord op verschillende ogenblikken worden
gespeeld.
ARPEGGIO [ON]-knop
Hiermee schakelt u de arpeggiofunctie in en uit.
ARPEGGIO [Key Hold]-knop
Hiermee schakelt u de vasthoudfunctie in en uit.
1. Druk op de ARPEGGIO [ON]-knop om deze te doen branden.
2. Houd enkele noten ingedrukt.
Er wordt een arpeggio gespeeld.
Een arpeggiostijl selecteren
1. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de ARPEGGIO [ON]-
knop.
2. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om een arpeggiostijl te
selecteren.
3. Gebruik de Cursor [
veranderen, en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de waarde te
veranderen.
K
] [J]-knoppen om van parameter te
4. Wanneer de instelling is uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Het tempo wijzigen
1. Draai aan de temporegelaar.
Bij wijze van alternatief kunt u het tempo instellen door minstens drie keer in
kwartnootintervallen van het gewenste tempo op de [Tap]-knop te drukken.
MEMO
5 Het tempo wordt opgeslagen voor elk individueel programma.
&
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
5 De tempo-instelling wordt gedeeld met het patroon.
De vasthoudinstelling gebruiken
1. Druk op de ARPEGGIO [Key Hold]-knop.
De vasthoudfunctie wordt ingeschakeld. Als u een ander akkoord speelt terwijl de
vasthoudfunctie is ingeschakeld, verandert het arpeggio ook.
MEMO
Wanneer het arpeggio is uitgeschakeld, wordt Key Hold ingeschakeld door op de
ARPEGGIO [Key Hold]-knop te drukken. Daardoor kunt u de noten aanhouden
alsof u het demperpedaal aan het indrukken bent.
Het arpeggio bewerken
1. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de ARPEGGIO [ON]-
knop.
<ARPEGGIO> 001
Basic 1 (a)
MEMO
Dit scherm verschijnt ook als u op de [Menu/Write]-knop drukt en “Arpeggio Edit”
selecteert.
2. Gebruik de Cursor [
naar het item dat u wilt bewerken.
K
] [J]-knoppen om de cursor te verplaatsen
3. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de gewenste waarde in te
stellen.
&
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
4. Wanneer de instelling is uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Opslaan
Het geluid dat u creëert, zal veranderen als u een regelaar van positie verandert of
een ander programma selecteert, en zal verloren gaan als u de JD-Xi uitschakelt.
Wanneer u een geluid hebt gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een
programma.
&
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Toonverbuiging of vibrato toepassen
[Pitch]-wieltje
Hiermee verandert u de toonhoogte.
Door het wieltje naar u toe te bewegen, wordt
de toonhoogte verlaagd. Door het van u weg te
bewegen, wordt de toonhoogte verhoogd.
Wanneer u het wieltje loslaat, keert het terug naar
het midden.
[Mod]-wieltje
Hiermee past u vibrato toe.
Wanneer het wieltje volledig naar u toe is bewogen, wordt er geen eect
toegepast. Door het wieltje van u weg te bewegen, wordt het eect groter.
Het wieltje verandert niet van positie wanneer u het loslaat.
Het klavierbereik in octaafeenheden veranderen
OCTAVE [Down] [Up]-knoppen
Deze knoppen veranderen het klavier in stappen van één octaaf
(maximaal ±3 octaven).
Als de octaaf is veranderd, branden de OCTAVE [Down][Up]knoppen.
Door tegelijkertijd op de OCTAVE [Down][Up]-knoppen te drukken, wordt de
waarde op 0 gesteld.
* De OCTAVE [Down][Up]-knoppen hebben geen invloed op de
Drums-partij.
MEMO
De octaanstelling kan afzonderlijk voor elke partij worden uitgevoerd, en wordt
opgeslagen in het programma.
&
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Sneltoets naar het Portamento-instelscherm
1. Druk lang op de [Menu/Write]-knop.
Het PORTAMENTO-scherm verschijnt.
KnopUitleg
[Tap]-knopSchakelt portamento in/uit.
[Tempo]-regelaarPast de portamentotijd aan.
2. Druk op de [Exit]-knop om dit scherm te verlaten.
Van Favorite-geheugenbank veranderen
Favorieten worden georganiseerd in 16 geheugenbanken.
U kunt 16 van uw favoriete geluiden (programma's) in elke geheugenbank registreren.
1. Druk op de [Favorite]-knop om naar de Favorite-modus te gaan.
2. Druk lang op de [Shift]-knop; een van de [01]–[16]-knoppen
knippert.
De knipperende knop geeft de huidige geheugenbank aan.
3. Om van geheugenbank te veranderen, drukt u op een knop die
niet knippert.
Als bijvoorbeeld de [01]-knop knippert, gaat u van Bank 01 naar Bank 02 door op
de [02]-knop te drukken.
MEMO
Een favoriet onthoudt de partij die was geselecteerd toen u de favoriet registreerde.
Wanneer u van favoriet verandert, wordt het programma opgeroepen terwijl de
onthouden partij is geselecteerd.
Als u bijvoorbeeld onmiddellijk de Analog-partij wilt oproepen, moet u ervoor zorgen
dat de Analog-partij is geselecteerd wanneer u de favoriet registreert; wanneer u die
favoriet later oproept, gebeurt dat terwijl de Analog-partij is geselecteerd.
6
De microfoon gebruiken
3: GND
1: GND2: HOT
3: GND
Gebruikershandleiding
* Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon,
stel de SYSTEM-parameter Mic Sel dan in op “Other”.
Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon, pas
dan de parameter INPUT Level aan.
* Dit instrument is uitgerust
met een INPUT-aansluiting
van het XLR-type.
Bedradingsschema's
voor deze aansluiting
worden weergegeven
in de afbeelding.
Controleer eerst de
bedradingsschema's van andere apparatuur die u wilt aansluiten voordat u
de aansluitingen maakt.
* Er kan akoestische feedback optreden afhankelijk van de locatie van de
microfoons ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan worden voorkomen door:
5 De richting van de microfoon te wijzigen;5 De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen;5 Het volume te verlagen.
1: GND2: HOT
1. Sluit de bijgeleverde microfoon aan op de MIC-aansluiting.
Nadat u de microfoon hebt aangesloten, moet u de richting en de hoek ervan
aanpassen.
In de plaats van de bijgeleverde microfoon kunt u ook gebruikmaken van een
in de handel verkrijgbare dynamische microfoon of van een apparaat dat wordt
aangesloten op de INPUT-aansluiting.
U kunt de microfoon niet gebruiken als een apparaat is
aangesloten op de INPUT-aansluiting.
Als er zowel op de MIC-aansluiting als op de INPUT-aansluiting apparaten zijn
aangesloten, is de JD-Xi zodanig ontworpen dat voorrang wordt gegeven aan
de INPUT-aansluiting, wat betekent dat de MIC-aansluiting niet beschikbaar is.
Als u de microfoon wilt gebruiken, moet u elk apparaat van de INPUTaansluiting loskoppelen.
Instelling
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
3. Gebruik de Cursor [
selecteren, en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de waarde van
die parameter te bewerken.
Menu
[Shift] + Cursor [K] [J]
INPUT
4. Wanneer de instellingen zijn uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
De instellingen worden automatisch opgeslagen.
Vocoder/Auto Pitch
De “Vocoder” voegt eecten toe aan een menselijke stem. Als u uw stem door de
vocoder laat gaan, kunt u er een toonloze, robotachtige klank aan geven.
Regel de toonhoogte door het klavier te bespelen.
AutoPitch-geluiden ontstoren een onregelmatige toonhoogte, waardoor een
geluid met een gecorrigeerde toonhoogte wordt voortgebracht. Door een
traptredebeperking toe te passen op de toonhoogteverandering, wordt een
mechanisch eect gecreëerd.
K
] [J]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren, en
K
] [J]-knoppen om een parameter te
Parameter
Cursor [K] [J]
Level
(invoerniveau)
Mic Sel
(Mic select)
NS SW
NS Threshold
NS Release
Waarde
Value [-] [+]
-20–+40 dB (invoerniveau voor MIC en INPUT)
Attached (bij gebruik van de bijgeleverde
microfoon), Other (bij gebruik van een in de
handel verkrijgbare dynamische microfoon)
OFF, ON (schakelt de ruisonderdrukker in en uit)
(schakelt het geluid uit tijdens stille periodes)
0–127 (volume waarop de ruisonderdrukking
begint)
0–127 (tijd van wanneer de ruisonderdrukking
begint tot het volume 0 bereikt)
1. Gebruik het categoriewiel om “Vocoder/AutoPitch” te selecteren.
2. Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren.
3. Vocaliseer in de microfoon terwijl u het klavier bespeelt.
Als u een AutoPitch-klank hebt geselecteerd, hoeft u het klavier niet te bespelen.
Instelling
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
Edit” te selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
3. Gebruik de Cursor [
en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de waarde van die
parameter te bewerken.
&
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
K
] [J]-knoppen om “Vocoder Edit” of “AutoPitch
K
] [J]-knoppen om een parameter te selecteren,
4. Wanneer de instellingen zijn uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Vocoder- en AutoPitch-instellingen worden afzonderlijk opgeslagen voor elk
programma.
&
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Houd bij het gebruik van Vocoder en AutoPitch rekening
met het volgende:
5 Vocoder en AutoPitch kunnen alleen worden gebruikt voor een
Digital Synth-partij.
5 Als Vocoder of AutoPitch zijn geselecteerd, brengt de Analog Synth-
partij geen geluid voort.
5 Het eect werkt mogelijk niet correct als u een ander geluid dan
een menselijke stem invoert, of als u het systeem in een lawaaierige
omgeving gebruikt.
Auto Note
Auto Note is een functie die de toonhoogte van uw stem detecteert, en die
toonhoogte speelt. Door uw stem in te voeren, kunt u noten spelen alsof u het
klavier bespeelt.
1. Druk op de [Auto Note]-knop om deze te doen branden.
2. Voer uw stem in via de microfoon; er weerklinkt geluid, ook al
bent u het klavier niet aan het bespelen.
MEMO
Als u Auto Note gebruikt om een patroon op te nemen, is de Pitch Bend Range
vastgesteld op 24. Als u Auto Note uitschakelt en het patroon terugspeelt, kan de
toonhoogteverandering anders zijn dan tijdens de opname. Als u wilt dat een met
Auto Note opgenomen patroon op dezelfde manier wordt teruggespeeld als toen
het werd opgenomen, verandert u de Pitch Bend Range in 24.
& Raadpleeg de "Parameter Guide" (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
Een extern apparaat in de plaats van een microfoon gebruiken
U kunt een gitaar of een audiospeler aansluiten op de INPUT (MONO)-aansluiting
op het achterpaneel en die op dezelfde manier als met een microfoon gebruiken
met de vocoder- of Auto Note-functie.
1. Sluit uw apparaat aan op de INPUT-aansluiting op het
achterpaneel.
Als er een apparaat is aangesloten op de INPUT (MONO)-aansluiting op het
achterpaneel, is de microfooningang aan de bovenzijde uitgeschakeld.
2. Stel de LINE/GUITAR-keuzeschakelaar op toepasselijke wijze in
voor het apparaat dat u hebt aangesloten.
Selecteer de GUITAR-stand als u een gitaar hebt aangesloten, en selecteer de
LINE-stand als u een klavier of een audiospeler hebt aangesloten.
3. Pas het invoerniveau aan, zoals wordt beschreven in stappen 2–5
van “Een microfoon gebruiken”.
OPMERKING
5 De Vocoder-, AutoPitch- en Auto Note-functies zijn geoptimaliseerd
voor vocale invoer. Een onverwacht geluid kan het gevolg zijn als u
audio invoert via een gitaar of een audiospeler.
5 Het eect werkt mogelijk niet correct als u een ander geluid dan
een menselijke stem invoert, of als u het systeem in een lawaaierige
omgeving gebruikt.
De Parameter Guide (PDF) verkrijgen
1. Voer de volgende URL in op uw computer.
http://www.roland.com/manuals/
2. Kies de “JD-Xi” als de productnaam.
7
Het geluid bewerken
Audiostroom in een programma
Een programma bestaat uit vier partijen. Het geluid van elke partij wordt naar het eectgedeelte verzonden.
Hoewel de instellingen van het eectgedeelte worden gedeeld door het volledige programma, kunnen eecten voor elke partij afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Analog Synth
OSCFILTERAMP
Drums
WAVETVFTVA
Digital Synth 2
OSCFILTERAMP
Digital Synth 1
OSC
Selecteer een geluid
FILTER
Pas de helderheid
van het geluid aan
LFO
LFO
LFO
LFO
AMP
Pas de geluidssterkte
aan
EFFECTS
Eect 1
Distortion
Fuzz
Compressor
Bit Crusher
* U kunt de combinatie van “eect aan/uit”-instellingen voor elke partij kiezen
(p. 9).
Eect 2
Flanger
Phaser
Ring Mod
Slicer
Delay
Delay
Reverb
Reverb
De helderheid en dikte aanpassen (FILTER)
Het FILTER-gedeelte bevat parameters die het karakter en
de karakteristieke kenmerken van het geluid bepalen.
[Cuto]-regelaar (afsnijindicator)
Met deze regelaar speciceert u de afsnijfrequentie van
de lter.
De lter waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
[Type]-knop
Met deze knop verandert u van ltertype (voor Analog
Synth is alleen LPF beschikbaar).
[Resonance]-regelaar
Resonantie benadrukt het geluid in de zone van de afsnijfrequentie van de lter.
Digital Synth-/Drums-partij
U kunt Digital LPF (laagdoorlaatlter), HPF (hoogdoorlaatlter), BPF
(banddoorlaatlter) of PKG (pieklter) gebruiken.
Analog LPF is niet beschikbaar.
U kunt de helling van de lter veranderen.
&
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
LPFHPFBPFPKG
Resonantie
Frequentie
Analog Synth-partij
Alleen Analog LPF is beschikbaar.
Analog LPF
Resonantie
Afsnijzone
Afsnijzone
De geluidssterkte en de envelope aanpassen (AMP/ENV)
Het AMP-gedeelte bevat parameters die het volume regelen.
De “envelope” is de vorm van de volumeveranderingen vanaf
het ogenblik waarop een instrument begint te klinken tot het
geluid is weggestorven. Op een klavierinstrument speciceert de
envelope de manier waarop het volume verandert, te beginnen
op het ogenblik waarop u een toets indrukt, en hoe het geluid
wegsterft nadat u de toets hebt losgelaten.
[Level]-regelaar
Hiermee stelt u het volume in.
[Envelope]-regelaar
Door de regelaar naar links te draaien, wordt een korter geluid met een sterkere
attack voortgebracht; door de regelaar naar rechts te draaien, wordt de attack
zachter en de release langer.
Envelope
Volume
ADR
A: attacktijd Tijd vanaf het ogenblik waarop u de toets indrukt tot het geluid het
D: decaytijd Tijd waarin het niveau van het maximumniveau afneemt tot het
S: sustaintijd Volume waarop het geluid zal worden aangehouden terwijl u de
R: releasetijd Tijd waarin het geluid wegsterft nadat u de toets hebt losgelaten
Met de [Envelope]-regelaar past u de A/D/S/R-parameters in één bewerking
eectief aan.
Voor de Drums-partij kunt u dit voor elk instrument (elke noot) afzonderlijk
bewerken.
Als u A/D/S/R apart wilt bewerken, voert u “Tone Edit” in en voert u de instellingen
uit ([Menu/Write]-knop 0 kies “Tone Edit”).
&
maximumniveau bereikt
sustainniveau
toets ingedrukt houdt
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
Geluid eindigt
S
Tijd
Noot uitNoot aan
Frequentie
* Aangezien de Analog LPF gebruikmaakt van een analoog circuit,
kan het geluid worden beïnvloed door de temperatuur en de
toestand van de stroomtoevoer.
8
De Parameter Guide (PDF) verkrijgen
1. Voer de volgende URL in op uw computer.
http://www.roland.com/manuals/
2. Kies de “JD-Xi” als de productnaam.
Het geluid moduleren (LFO)
Gebruikershandleiding
LFO staat voor laagfrequente oscillator. Dat is een
oscillator met een zeer lage frequentie. Deze oscillator
kan verschillende golfvormen uitvoeren, met inbegrip
van de sinusgolf, de driehoeksgolf, de blokgolf en de
zaagtandgolf.
Door gebruik te maken van de LFO om verschillende
aspecten van het geluidssignaal te moduleren, kunt u
eecten toepassen zoals vibrato of tremolo.
Golfvormkeuzeregelaar
Hiermee selecteert u de golfvorm van de LFO.
De golfvorm waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
S
(driehoeksgolf ), R (sinusgolf ), T (zaagtandgolf ), U (blokgolf ), W
(Sample & Hold), RND (willekeurige golf )
[Rate]-regelaar
Hiermee bepaalt u de snelheid van de LFO.
[Depth]-regelaar
Hiermee speciceert u de diepte van de LFO.
Kracht en ruimtelijkheid toevoegen (EFFECTS)
Met “Eects” kunt u het geluid op
verschillende manieren wijzigen
of verbeteren, bijvoorbeeld door
galm toe te voegen of het geluid
te vertragen.
[Eects ON/OFF]-knop
U kunt de eecten speciceren die door elke partij worden gebruikt. De
combinatie verandert telkens als u op de [Eects ON/OFF]-knop drukt. De
indicatoren bovenaan links van elke regelaar gaan branden om de beschikbare
eecten aan te geven.
Het geluid passeert door “Eect 1” 0 “Eect 2” 0 “Delay” 0 “Reverb”, in die
volgorde, en alleen de ingeschakelde eecten zullen worden toegepast.
Eect 1
Distortion
Fuzz
Compressor
Bit Crusher
&
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters van elk eect en een verbindingsdiagram.
[Eect 1/2]-regelaar
Met deze regelaar past u de diepte van het eect aan.
Eect 1/2 [Type]-knop
Met deze knop selecteert u het eecttype.
Eect 1Distortion, Fuzz, Compressor, Bit Crusher
Eect 2Flanger, Phaser, Ring Mod, Slicer
[Delay]-regelaar
Met deze regelaar past u de delaydiepte aan.
[Reverb]-regelaar
Met deze regelaar past u de reverbdiepte aan.
Eectinstellingen worden afzonderlijk opgeslagen voor elk programma.
&
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Eect 2
Flanger
Phaser
Ring Mod
Slicer
Delay
Delay
Reverb
Reverb
[Destination]-regelaar
Hiermee speciceert u wat de LFO zal beïnvloeden.
De bestemming waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
BestemmingUitleg
Pitch
Filter
Amp
OPMERKING
Het LFO-eect wordt niet toegepast op de Drums-partij.
Door LFO toe te passen op de toonhoogte, wordt vibrato
voortgebracht.
Door LFO toe te passen op het lter, wordt een wah-eect
voortgebracht.
Door LFO toe te passen op de versterker, wordt tremolo
voortgebracht.
Programma- en eectinstellingen bewerken
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
of “Eects Edit” te selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Het bewerkingsscherm voor elk item verschijnt.
3. Gebruik de Cursor [
die u wilt bewerken, en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de
waarde van die parameter te bewerken.
&
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
K
] [J]-knoppen om “Program Edit”, “Tone Edit”
K
] [J]-knoppen om de parameter te selecteren
4. Wanneer de bewerking is uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Een geluid opslaan (programma) (WRITE)
Een geluid dat u creëert, zal veranderen als u de regelaars verplaatst of als u een
andere klank of programma selecteert. Het zal bovendien verloren gaan als u de
JD-Xi uitschakelt.
Wanneer u een geluid hebt gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een
programma.
1. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de [Menu/Write]-knop.
Het naaminvoerscherm verschijnt.
Name: [Ent]
Init Program
2. Gebruik de Cursor [
en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om tekens te selecteren.
3. Wanneer u de naam hebt gespeciceerd, drukt u op de [Enter]-knop.
4. Gebruik de Program (Pattern) Value [-] [+]-knoppen om het
opslagdoel te selecteren.
* Als u een nummer speciceert waarin al gegevens zijn opgeslagen,
wordt de naam van het programma op de onderste regel
weergegeven. Door gegevens in dat nummer op te slaan, zal het
programma worden overschreven en zullen de vorige gegevens
worden gewist.
5. Druk op de [Enter]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
6. Druk op de [Enter]-knop.
Er verschijnt een scherm waarop Complete ! wordt weergegeven, en de gegevens
zijn opgeslagen.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [Exit]-knop.
* Schakel het apparaat NOOIT uit terwijl u instellingen aan het
opslaan bent.
K
] [J]-knoppen om de cursor te verplaatsen,
9
Patronen spelen en opnemen
Basisbediening van de patternsequencer
Met de patternsequencer kunt u
klavierperformances en bewerkingen met regelaars
opnemen en steeds weer herhalen.
Wanneer u opneemt, wordt de via Part Select
geselecteerde partij opgenomen.
[Real Time Rec]-knop
Creëer een patroon door uw klavierperformance realtime op te nemen.
[Step Rec]-knop
Creëer een patroon door uw klavierperformance stapsgewijs op te nemen.
[Erase]-knop
Wis een opgenomen patroon of een deel van een patroon.
[s]-knop
Speel of stop het patroon.
Het aantal maten wijzigen
U kunt een patroon maken van maximaal vier maten lang.
Hier leest u hoe u dit kunt wijzigen.
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
K
] [J]-knoppen om “Pattern Length” te
3. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om het aantal maten te selecteren,
en druk op de [Enter]-knop.
Het scherm vraagt: “With copying ?”
With Copying ?
[Exit]:N [Ent]:Y
KnopUitleg
[Enter]-knop
[Exit]-knopLege maten worden toegevoegd.
* Zelfs als u het aantal maten in het patroon verandert, zal het
terugkeren naar het originele aantal als u een ander programma
selecteert voordat u het gewijzigde programma opslaat.
Als het aantal maten wordt vergroot, worden maten vanuit
het originele patroon gekopieerd.
4. Druk op de [Enter]- of [Exit]-knop om het aantal maten te veranderen.
Het aantal maten veranderen dat wordt weergegeven door de
[01]–[16]-knoppen tijdens het terugspelen of opnemen
1. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op een van de
[01]–[04]-knoppen (als de schaalinstelling tweeëndertigste noten is,
drukt u op een van de [01]–[08]-knoppen).
De cijfers op de knoppen geven het maatnummer weer (halve maten als de
schaalinstelling tweeëndertigste noten is).
Als de instelling vier maten van zestiende noten is, drukt u op de [Shift]-knop om de
[01]–[04]-knoppen te laten oplichten. De huidige maat knippert.
Als de instelling vier maten van tweeëndertigste noten is, drukt u op de [Shift]-knop
om de [01]–[08]-knoppen te laten oplichten, waardoor u met halve maten kunt
werken.
De toonladder veranderen
U kunt als volgt de ritmische nootwaarde van elke stap veranderen.
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
K
] [J]-knoppen om “Scale Setting” te selecteren,
3. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om triolen van 8e noten ( ),
16e noten (
) of 32e noten ( ) te selecteren.
4. Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
Een volledig patroon wissen
1. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de [Erase]-knop.
Het Pattern Erase-scherm verschijnt.
<Pattern Erase>
Digital1
2. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om het gedeelte (Digital 1,
Digital 2, Drum, Analog, SysEx, All) dat u wilt wissen, te selecteren en
druk vervolgens op de [Enter]-knop.
* Als u “All” selecteert, worden de patronen van alle partijen gewist.
* SysEX-berichten (System Exclusive) zijn MIDI-berichten die worden
opgenomen als de TX Edit Data-instelling op ON staat.
Alle noten wissen bij een specieke stap
Als er noten zijn opgenomen in de [01]–[16]-knoppen, verhindert de
uitschakeling van een knop met een noot (de knop doven) dat de noot
klinkt. Dit dempt de noot alleen en wist de noot niet; als u de knop
opnieuw inschakelt (de knop doen branden), hervat de noot.
1. Wilt u de noten van een stap volledig wissen, stop dan het patroon,
houd de [Erase]-knop ingedrukt en druk op de knop van de stap die
u wilt wissen.
Een patroon kopiëren
U kunt als volgt een patroon uit een ander programma kopiëren.
1. Houd de [Menu/Write]-knop ingedrukt en druk op de [10]-knop.
Het Pattern Copy-scherm verschijnt.
<Pattern Copy>
Program A01
2. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om het nummer te selecteren
van het programma vanwaaruit moet worden gekopieerd, en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
3. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de partij vanwaaruit moet
worden gekopieerd en de partij waarnaar moet worden gekopieerd
te selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
* De patroongegevens en -klanken worden gekopieerd. Programma's
en eectinstellingen worden niet gekopieerd.
4. Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om te selecteren wat u wilt
kopiëren, en druk op de [Enter]-knop.
<Pattern Copy>
Pattern+Sound
Waarde
Value [-] [+]
Pattern+SoundHet patroon en het geluid worden gekopieerd.
Sound OnlyAlleen het geluid wordt gekopieerd.
Pattern OnlyAlleen het patroon wordt gekopieerd.
MEMO
De JD-Xi kan geluidsinstellingen niet opslaan als individuele klanken.
Wilt u een klank van een ander programma gebruiken, gebruik dan de instelling
Pattern Copy Sound Only om de klant te kopiëren. (Eectinstellingen kunnen niet
worden gekopieerd.)
Uitleg
Een specieke partij dempen (Part Mute)
Dit is handig wanneer u een specieke partij wilt dempen terwijl een patroon
wordt gespeeld.
1. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de Part Select-knop.
De geselecteerde partij wordt gedempt. U kunt desgewenst verschillende
partijen selecteren.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke toestand, houdt u nogmaals de
[Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de Part Select-knop.
10
TR-REC
[01]–[16]-knop
Gebruikershandleiding
Wat is TR-REC?
U kunt als volgt speciceren of een instrument wel of niet bij elke stap zal klinken.
1. Druk op een Part Select-knop om de partij te selecteren die u wilt
opnemen.
Als het Drums-gedeelte is geselecteerd, drukt u op een noot op het klavier om het
instrument op te geven dat u wilt opnemen.
Als u het Drums-gedeelte selecteert, maakt u afzonderlijke opnamen voor elk
instrument dat aan elke noot van het klavier is toegewezen (geluiden zoals kick, snare
enzovoort).
2. Druk op de [01]–[16]-knoppen om deze te doen branden voor elke
stap waarbij u wilt dat het instrument klinkt.
Om een noot te wissen, drukt u op de overeenkomstige [01]–[16] knop om deze te
doen uitgaan.
3. Druk op de [
U kunt de “aan/uit”-toestand van de [01]–[16]-knoppen zelfs tijdens het terugspelen
veranderen.
Wanneer u een patroon hebt gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een
programma.
&
Digital Synth-partij / Analog Synth-partij
U kunt TR-REC gebruiken voor een Digital Synth-partij of de Analog Synth-partij, op
dezelfde manier als voor een Drums-partij.
s
]-knop om het patroon te spelen.
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
1. Bespeel de toets die u wilt opnemen met behulp van TR-REC.
2. Gebruik de [01]–[16]-knoppen om elke stap waarbij u wilt dat een
noot klinkt, te doen branden.
3. Druk op de [
5 U kunt akkoorden invoeren door op de [01]–[16]-knoppen te drukken,
terwijl u een akkoord ingedrukt houdt op het klavier.
5 De nootduur (Gate Time) is vastgesteld op 80 %. De klavierdynamiek
(Velocity) verandert naargelang van de kracht waarmee u de toets aanslaat.
5 Als u TR-REC wilt gebruiken om opnieuw noten in te voeren tijdens een
stap waarbij u al eerder een noot invoerde, of die noten bevat van een
vooraf ingesteld patroon, moet u eerst de bestaande noten wissen.
Terwijl het terugspelen van patronen is gestopt, houdt u de [Erase]knop ingedrukt en drukt u op de knop van het stapnummer dat u wilt
wissen. Wanneer u gebruikmaakt van opnemen in stappen of realtime
opnemen, worden de originele noten automatisch gewist en vervangen
(overschreven) door de pas ingevoerde noten.
s
]-knop om het patroon terug te spelen.
TR-REC is een methode om de [01]–[16]-knoppen te gebruiken om te
speciceren op welk ogenblik elk instrument zal klinken.
Telkens als de frase wordt gespeeld of gestopt, is TR-REC beschikbaar.
U kunt het gebruiken terwijl u naar een ritme luistert dat u zelf hebt
gecreëerd.
Om bijvoorbeeld het drumpatroon te creëren dat wordt weergegeven
in guur 1, moet u de instellingen uitvoeren die worden weergegeven
in guur 2.
Figuur 1
Figuur 2
Stapnummer
Gesloten hi-hat
Kleine trom
Grote trom
Voor de Drums-partij doet het bespelen van een instrument op het
klavier de [01]–[16]-knoppen branden of uitgaan, om aan te geven bij
welke stappen het instrument zal klinken.
Als u op een van de [01]–[16]-knoppen drukt, switcht die knop tussen
aan een uit, waardoor wordt bepaald of het instrument bij die stap wel
of niet zal klinken.
01090513031107150210061404120816
Knop brandt
Knop brandt niet
Realtime opnemen
U kunt als volgt een patroon creëren door uw klavierperformance realtime op te
nemen. Uw performance wordt opgenomen door deze als een extra laag op het
geselecteerde patroon aan te brengen.
1. Druk op een Part Select-knop om de partij te selecteren die u wilt
opnemen.
2. Druk op de [Real Time Rec]-knop.
3. Druk op de [
Tijdens het afspelen kunt u ook op de [Real Time Rec]-knop drukken om de opname
te starten.
4. Bespeel het klavier.
Als de Drums-partij is geselecteerd, zullen de boven elke toets gedrukte geluiden
(instrumenten) klinken. U kunt ook akkoorden opnemen.
Verplaatsingen van de regelaars en de wieltjes worden ook opgenomen.
5. Druk op de [Real Time Rec]-knop om de opname te stoppen.
Metronoominstellingen
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Selecteer “SYSTEM” en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
3. Selecteer de Click-parameter (p. 13) en gebruik de Value
[-] [+]-knoppen om de instelling te wijzigen.
4. Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
De bewerkte parameters worden opgeslagen wanneer u het scherm voor
systeeminstellingen verlaat.
s
]-knop om de opname te starten.
Een deel van een frase of een drumpatroon wissen
Tijdens het afspelen/opnemen kunt u de [Erase]-knop ingedrukt houden om het
geselecteerde gedeelte (in het geval van het Drums-gedeelte het instrument van de
toets die u als laatste hebt ingedrukt) te wissen voor de duur dat u de knop ingedrukt
houdt.
Tips voor realtime opnemen
Als u realtime opneemt terwijl het patroon wordt gespeeld, wordt realtime opnemen
automatisch tenietgedaan wanneer u het einde van het patroon bereikt (d.w.z. het
ogenblik waarop het patroon opnieuw van in het begin wordt teruggespeeld).
Wilt u doorgaan met realtime opnemen terwijl de loop wordt gespeeld, schakel dan
de SYSTEM-parameter “Loop Rec” in.
Houd bij de opname van eectregelaarbewegingen
rekening met het volgende:
U kunt realtime opnemen gebruiken om bewegingen van de Eect 1-, Eect 2-,
Delay- en Reverb-regelaars op te nemen.
Maar aangezien eectregelaarbewegingen voor het volledige programma worden
opgeslagen, worden de eectregelaarbewegingen niet gewist, zelfs niet als u het
volledige patroon wist.
* Aangezien door u opgenomen eectregelaarbewegingen niet
kunnen worden gewist, zult u opnieuw moeten opnemen.
11
Opnemen in stappen
U kunt als volgt een patroon creëren door uw klavierperformance stapsgewijs op te
nemen. De nieuw opgenomen noten worden toegevoegd aan het geselecteerde
patroon.
[01]–[16]-knop
De knop van de partij die wordt opgenomen, knippert.
1. Gebruik de Part Select-knoppen om de partij te selecteren die u wilt
opnemen.
2. Druk op de [Step Rec]-knop.
De [01]-knop knippert.
Het volgende scherm wordt weergegeven tot u stopt met opnemen.
Step Rec
Velocity:Real
U kunt de Cursor [K] [J]-knoppen gebruiken om een parameter te selecteren, en de
Value [-] [+]-knoppen gebruiken om de waarde van die parameter te bewerken.
Parameter
Cursor [K] [J]
Velocity (klavierdynamiek)
Gate Time (duur van de noot) 5–100 %
Waarde
Value [-] [+]
Real (de werkelijk gespeelde dynamiek),
1–127 (vaste dynamiek)
3. Speel één noot op het klavier.
Die noot wordt opgenomen bij stap 1. De positie gaat automatisch naar stap 2, en de
[02]-knop knippert.
U kunt een akkoord opnemen door verschillende noten te selecteren.
4. Herhaal stap 3 om elke stap op te nemen.
MEMO
5 Druk op de [Erase]-knop om de gegevens bij een stap te wissen (of een
rust in te voeren).
5 Om een boogje in te voeren, drukt u op de ARPEGGIO [Key Hold]-knop.5 Om de stap te veranderen die u aan het opnemen bent, drukt u op een
van de [01]–[16]-knoppen.
5 Als u de maten wilt wijzigen, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en drukt u
op een van de [01]–[04]-knoppen (als de schaalinstelling tweeëndertigste
noten is, drukt u op een van de [01]–[08]-knoppen).
&
Als u het aantal maten wilt wijzigen, raadpleegt u “Het aantal maten
wijzigen” (p. 10).
5. Druk op de [Step Rec]-knop om de opname te stoppen.
Andere opnamemethodes dan TR-REC, opnemen in stappen en realtime opnemen
U kunt ook opnemen met behulp van de volgende methodes.
1. Houd de stapknop ([01]–[16]-knoppen) ingedrukt waarvoor u een
noot wilt invoeren.
2. Bespeel het klavier terwijl u de stapknop ingedrukt houdt.
3. Laat de stapknop los.
4. Druk op de [
5 Met deze opnamemethode worden de aanvankelijk bestaande noten niet
gewist; de door u ingevoerde noten worden aan de opname toegevoegd.
5 De nootduur (Gate Time) is vastgesteld op 80 %. De klavierdynamiek
(Velocity) verandert naargelang van de kracht waarmee u de toets
aanslaat.
s
]-knop om het patroon terug te spelen.
12
Een patroon opslaan
Een patroon dat u creëert, zal verdwijnen als u een ander programma
selecteert of als u de JD-Xi uitschakelt. Wanneer u een patroon hebt
gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een programma.
&
“Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Algemene instellingen voor de JD-Xi
Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)
Gebruikershandleiding
U kunt als volgt algemene instellingen uitvoeren voor de JD-Xi zelf.
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
vervolgens op de [Enter]-knop.
K
] [J]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren, en druk
GENERAL
LCD Contrast 10
Menu
[Shi ft] + Cursor [K] [J]
GENERAL
KEY TOUCH
SOUND
CLICK
INPUT
MIDI
Parameter
Cursor [K] [J]
LCD Contrast1–10Past het contrast van het display aan.
IlluminationON, OFFSpeciceert of de knoppen branden wanneer deze op een bewerking wachten.
Tempo Lock
Loop Rec
Velo Curv
(snelheidscurve)
Curve Oset
(snelheidscurvecompensatie)
Velocity
Master Tune415,3–466,2 [Hz]
Output Gain-12–+12 [dB]
Mode
Level0–10Past het klikvolume aan.
Sound
Accent SWOFF, ONVoegt een accent toe aan het klikgeluid.
Level-20–+40 dBPast het invoerniveau van de MIC- en INPUT (MONO)-aansluitingen aan.
3. Houd de [Shift]-knop ingedrukt en gebruik de Cursor [
K
] [J]-knoppen
om de menuoptie te selecteren die u wilt bewerken.
4. Gebruik de Cursor [
K
] [J]-knoppen om de parameter te selecteren die
u wilt bewerken, en gebruik vervolgens de Value [-] [+]-knoppen om de
instelling van die parameter te bewerken.
5. Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
De parameters die u bewerkt, worden opgeslagen wanneer u het scherm voor
systeeminstellingen verlaat.
Waarde
Value [-] [+]
OFF
ON
OFF
ON
LIGHT
MEDIUMHiermee wordt het klavier op de normale gevoeligheid ingesteld.
HEAVY
-10–+9
REALFeitelijke klaviersnelheid zal worden verzonden.
1–127Een vaste snelheidswaarde zal worden verzonden, ongeacht de manier waarop u speelt.
OFFEr klinkt geen klik.
PLAY-ONLYDe klik klinkt wanneer een song wordt gespeeld.
REC-ONLYDe klik klinkt wanneer een song wordt opgenomen.
PLAY&RECDe klik k linkt wanneer een song wordt gespeeld of opgenomen.
ALW AYSDe klik klinkt altijd.
TYPE1Conventioneel metronoomgeluid (eerste maatslag is een bel)
TYPE2Klikgeluid
TYPE3Geluidssignaal
TYPE4Koebelgeluid
AttachedIndien de bijgeleverde microfoon wordt gebruikt
OtherIndien een in de handel verkrijgbare microfoon wordt gebruikt (alleen dynamische microfoons)
OFF, ON
0–127Past het volume aan waarop de ruisonderdrukking toegepast begint te worden.
0–127Past de tijd aan van wanneer de ruisonderdrukking begint tot het volume 0 bereikt
MASTER
SLAVE
GENERIC, VENDOR
Uitleg
Als u tijdens het terugspelen van programma verandert, verandert het tempo in het tempo van het pas
geselecteerde programma.
Als u tijdens het terugspelen van programma verandert, wordt het tempo van het vorige programma
behouden.
Wanneer u realtime opneemt, eindigt de opname wanneer de laatste stap van het patroon wordt
bereikt.
De opname gaat door tot u realtime opnemen stopt (door nogmaals op de [Real Time Rec]-knop te
drukken).
Stelt de gevoeligheid van het klavier in.
Hiermee wordt het klavier op een lichte gevoeligheid ingesteld. U kunt fortissimo () spelen met een
lichtere aanraking dan de MEDIUM-instelling. Het klavier voelt dus lichter aan. Deze instelling maakt het
kinderen gemakkelijker, die minder sterke handen hebben.
Hiermee wordt het klavier op een zware gevoeligheid ingesteld. U moet het klavier krachtiger bespelen
dan bij de MEDIUM-instelling om fortissimo ( ) te spelen. Het klavier voelt dus zwaarder aan. Dankzij
deze instelling kunt u meer expressie toevoegen wanneer u dynamisch speelt.
Past de snelheidscurve van het klavier aan.
Lagere waarden zorgen ervoor dat het klavier lichter aanvoelt.
Hogere waarden zorgen ervoor dat het klavier zwaarder aanvoelt.
Past de snelheidswaarde aan die zal worden verzonden wanneer u het klavier bespeelt.
Past de algemene tuning van de JD-Xi aan.
Het display geeft de frequentie weer van de A4-noot (middelste A).
Past de uitgangsversterking aan via de uitgang van de JD-Xi.
Wanneer er bijvoorbeeld relatief weinig stemmen klinken, kunt u door het doen toenemen van de
uitgangsversterking het meest geschikte uitvoerniveau verkrijgen voor opnames en andere doeleinden.
Speciceert hoe de klik zal klinken.
Selecteert het klikgeluid.
Selecteert de microfoon die is aangesloten op de MIC-aansluiting.
Schakelt de ruisonderdrukker in en uit.
De ruisonderdrukker is een functie die de ruis onderdrukt tijdens periodes van stilte.
Bepaalt of de interne geluidsgenerator is losgekoppeld (OFF) van het controllergedeelte (klavier,
toonverbuigings-/modulatiewieltje, knoppen, regelaars, enz.); of niet is losgekoppeld (ON).
Normaal gezien laat u dit op “ON” staan. Kies de “OFF”-instelling als u wilt dat de bewerkingen op de JD-Xi
alleen de DAW-software op uw computer regelen.
Speciceert het kanaal dat wordt gebruikt om MIDI-berichten voor het programma te verzenden en te
ontvangen.
Speciceert of veranderingen die u aanbrengt aan de instellingen van een programma, zullen worden
verzonden als systeemexclusieve berichten (ON), of niet zullen worden verzonden (OFF).
Als dit op “ON” staat, zullen inkomende MIDI-berichten van de MIDI IN-connector worden doorgestuurd
zonder verandering via de MIDI OUT-connector.
Speciceert het synchronisatiebericht dat de JD-Xi zal gebruiken voor de bewerking.
De JD-Xi zal de master zijn. Kies voor deze instelling wanneer u alleen de JD-Xi gebruikt, of wanneer u
een ander apparaat met de JD-Xi synchroniseert.
De JD-Xi zal de slave zijn. Kies deze instelling als u wilt dat de JD-Xi synchroniseert met MIDI Clockberichten die worden ontvangen van een ander MIDI-apparaat.
Stelt het USB-stuurprogramma in (p. 15).
* Deze instelling zal eect hebben wanneer u het apparaat uitschakelt en vervolgens opnieuw
inschakelt.
Wanneer de Sync Mode is ingesteld op “SLAVE”, speciceert deze instelling of de JD-Xi synchroniseert
met synchronisatieberichten van de MIDI IN-connector (MIDI) of met synchronisatieberichten van de
USB-poort (USB).
13
De menuschermen openen
Gegevens back-uppen en herstellen
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
u wilt bewerken, en druk op de [Enter]-knop.
Het overeenkomstige bewerkingsscherm verschijnt.
3. Gebruik de Cursor [
die u wilt bewerken, en gebruik de Value [-][+]-knoppen om de
waarde van die parameter te bewerken.
K
] [J]-knoppen om het item te selecteren dat
K
] [J]-knoppen om de parameter te selecteren
4. Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
Bewerkbare items
SYSTEM (p. 13)
Voer instellingen uit die de
werkconguratie van de volledige JD-Xi
beïnvloeden.
Program Edit
Open het Program Edit-scherm.
Tone Edit
Open het Tone Edit-scherm.
Eects Edit
Open het Eects Edit-scherm.
Vocoder Edit
Open het Vocoder Edit-scherm.
AutoPitch Edit
Open het AutoPitch Edit-scherm.
&
Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
Arpeggio Edit
Open het Arpeggio Edit-scherm.
Pattern Length
Open het scherm waar u de lengte
van het patroon speciceert.
Scale Setting
Open in de patternsequencer het
scherm waar u de nootwaarde van
elke stap speciceert.
UTILITY (p. 14)
Voer verschillende handige functies
uit.
VERSION INFO
Geef de versie van het
JD-Xi-systeemprogramma weer.
Terugkeren naar de fabrieksinstellingen
(FACTORY RESET)
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
3. Gebruik de Cursor [
selecteren, en druk op de [Enter]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Factory Reset ?
[Ent]:Y [Exit]:N
K
] [J]-knoppen om “UTILITY” te selecteren, en
K
] [J]-knoppen om “Factory Reset” te
U kunt een back-up maken van de gegevens van de JD-Xi op uw computer, en die
gegevens vanaf uw computer indien nodig herstellen naar de JD-Xi.
* Sluit de JD-Xi aan op uw computer via USB, voordat u een back-up
maakt of gegevens herstelt.
Gegevens back-uppen (Backup)
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
K
] [J]-knoppen om “UTILITY” te selecteren, en
UTILITY
Backup
3. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
K
] [J]-knoppen om “Backup” te selecteren, en
4. Er gaat een map open op uw computerscherm, waarin het bestand
wordt weergegeven waarvan een back-up zal worden gemaakt.
Verander het bestand dat wordt weergegeven niet van naam.
5. Kopieer het weergegeven bestand naar uw computer.
MEMO
Wanneer u een USB-kabel gebruikt om de JD-Xi op uw computer aan
te sluiten en Backup uit te voeren, verschijnt de map “JD-Xi” op uw
computerscherm. Kopieer die map volledig naar uw computer.
Om de gegevens te herstellen, kopieert u de map “JD-Xi” volledig.
Een back-up of herstel van gegevens gebeurt niet correct als u alleen de
map “BACKUP” in de map “JD-Xi” kopieert, of als u maar enkele bestanden
kopieert.
6. Maak de verbinding met de JD-Xi op uw computer ongedaan
(maak het apparaat los).
De
JD-Xi
keert terug naar het normale scherm.
MEMO
Wanneer u gegevens back-upt of herstelt, kunnen er gevallen zijn waarin de backup of het herstel niet wordt uitgevoerd, zelfs niet als u de
uw computer. Is dat het geval, koppel de
vervolgens op de [Exit]-knop van de
Gebruikt u een Mac, koppel de
u in laatste instantie op de [Exit]-knop van de
Gegevens herstellen (Restore)
JD-Xi
JD-Xi
.
JD-Xi
dan eerst los en zorg er vervolgens voor dat
JD-Xi
JD-Xi
dan los van uw computer en druk
drukt.
loskoppelt van
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
3. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
K
] [J]-knoppen om “UTILITY” te selecteren, en
K
] [J]-knoppen om “Restore” te selecteren, en
4. Er gaat een map open op uw computerscherm.
5. Kopieer het bestand waarvan u op uw computer een back-up hebt
gemaakt, naar de weergegeven map.
6. Maak de verbinding met de JD-Xi op uw computer ongedaan
(maak het apparaat los).
Het herstellen begint wanneer de verbinding ongedaan is gemaakt.
Wanneer het herstellen is voltooid, geeft het display “Completed. Turn o power”
aan.
Completed.
Turn off power
Als u wilt annuleren, drukt u op de [Exit]-knop.
4. Druk op de [Enter]-knop voor de uitvoering.
5. Schakel de JD-Xi uit en vervolgens opnieuw in.
Items die worden geïnitialiseerd door Factory Reset
5 Alle gebruikersprogramma's (met inbegrip van arpeggio's, patronen en
eecten)
5 Systeeminstellingen
14
7. Schakel de JD-Xi uit en vervolgens opnieuw in.
Let op in de back-upmodus
Wanneer u in de back-upmodus komt, wordt de USB MIDI- en USBaudiofunctionaliteit tijdelijk gestopt. Zolang kunt u de JD-Xi niet gebruiken
als een invoer-/uitvoerapparaat voor uw computer.
Wanneer u de back-upmodus verlaat, zal de USB MIDI- en USB-audiomodus
hervatten en opnieuw beschikbaar worden.
Wees u ervan bewust dat u, afhankelijk van uw software, de invoer-/
uitvoerapparaatinstellingen mogelijk opnieuw moet uitvoeren.
Algemene instellingen voor de JD-Xi
Gebruikershandleiding
Instellingen voor een in de handel verkrijgbare microfoon
Andere instellingen zijn vereist naargelang van of u gebruikmaakt van de
bijgeleverde microfoon bij de JD-Xi of van een in de handel verkrijgbare
microfoon (alleen dynamische microfoons worden ondersteund).
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
druk vervolgens op de [Enter]-knop.
3. Selecteer “Mic Sel” en gebruik vervolgens de Value [-] [+]-knoppen
om “Other” te selecteren.
INPUT
Mic Sel: Other
Menu
[Shi ft] + Cursor [K] [J]
INPUT
OPMERKING
Als dit is ingesteld op “Attached”, wordt 5 V vermogen toegevoerd via
de MIC-aansluiting.
Als u gebruikmaakt van een in de handel verkrijgbare microfoon met
de “Attached”-instelling, kan de microfoon beschadigd raken. Zorg
ervoor dat u de “Other”-instelling kiest.
4. Wanneer de instellingen zijn uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
K
] [J]-knop om “SYSTEM” te selecteren, en
Parameter
Cursor [K] [J]
Mic Sel
(microfoonselectie)
Waarde
Value [-] [+]
Attached (Indien de bijgeleverde
microfoon wordt gebruikt)
Other (indien een in de handel
verkrijgbare microfoon wordt gebruikt)
Alleen via de rechterzijde de klik uitvoeren
U kunt als volgt alleen het klikgeluid, zoals de metronoom, uitvoeren.
1. Houd de [Menu/Write]-knop ingedrukt en druk op de [16]-knop.
Het klikgeluid wordt uitgevoerd via de rechterzijde van OUTPUT en de
hoofdtelefoon.
De linkerzijde voert het instrumentale geluid uit (het geluid van het linker- en
rechterkanaal gemixt).
Om terug te keren naar de vorige instelling, houdt u de [Menu/Write]-knop
opnieuw ingedrukt en drukt u op de [16]-knop.
* Deze instelling is tijdelijk; ze kan niet worden opgeslagen.
De kliktoon en het volume veranderen
Bewerk de “Sound”- of “Level”-parameters in het “CLICK”-menu in de
systeeminstellingen.
&
Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer
informatie over de systeeminstellingen.
MEMO
Als u hebt gespeciceerd dat de klik alleen via de rechterzijde wordt
uitgevoerd, wordt het klikgeluid van de OUTPUT R-aansluiting
gemengd met de uitvoer als u alleen op de OUTPUT L/MONOaansluiting een kabel aansluit. In dat geval kunt u ook op de OUTPUT
R-zijde een kabel of een blinde stekker aansluiten, zodat het klikgeluid
niet via OUTPUT L wordt uitgevoerd.
Synchroniseren en opnemen met andere apparaten
De JD-Xi kan MIDI-klokberichten (F8) verzenden en ontvangen om het tempo
te synchroniseren. Het apparaat kan ook MIDI-startberichten (FA) en MIDIstopberichten (FC) verzenden en ontvangen om te starten of te stoppen.
De MIDI-verzend-/ontvangstkanalen zijn kanaal 1 voor de Digital Synth 1-partij,
kanaal 2 voor de Digital Synth 2-partij, kanaal 10 voor de Drums-partij en kanaal 3
voor de Analog Synth-partij.
Door aan een regelaar te draaien, zal het overeenkomstige
controleveranderingsbericht worden verzonden.
Raadpleeg “MIDI Implementation” (PDF) voor meer informatie.
Synchroniseren met andere apparaten
Door in de handel verkrijgbare MIDI-kabels aan te sluiten op de JD-Xi, kunt u het
apparaat synchroniseren met andere apparaten.
Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer informatie
over MIDI-gerelateerde instellingen.
Synchroniseren en opnemen op een DAW via USB
Als de JD-Xi is aangesloten op uw computer via een in de handel verkrijgbare USB
2.0-kabel, kunt u het apparaat synchroniseren met een DAW op uw computer via
USB MIDI, en het geluid van de JD-Xi opnemen op uw DAW via USB-audio.
Surf naar de website van Roland voor meer informatie over werkingseisen en
ondersteunde besturingssystemen.
&
http://www.roland.com/support/
Het USB-stuurprogramma speciceren
U kunt als volgt het USB-stuurprogramma speciceren dat zal worden gebruikt
wanneer de JD-Xi is aangesloten op uw computer via de USB COMPUTER-poort.
MEMO
Als u die instelling wilt veranderen, moet u de USB-kabel eerst loskoppelen.
Download het stuurprogramma
Om de JD-Xi te gebruiken met de “VENDOR”-instelling, moet u het
stuurprogramma downloaden via de volgende URL en op uw computer
installeren.
Raadpleeg de volgende URL voor meer informatie over de installatie.
&
http://www.roland.com/support/
OPMERKING
Sluit de JD-Xi pas aan op uw computer wanneer de installatie van het
stuurprogramma is voltooid.
Hebt u de JD-Xi al aangesloten, dan moet u het apparaat loskoppelen en
opnieuw aansluiten wanneer de installatie van het stuurprogramma is
voltooid.
1. Druk op de [Menu/Write]-knop.
2. Gebruik de Cursor [
druk op de [Enter]-knop.
Het instelscherm verschijnt.
K
] [J]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren, en
3. Selecteer “USB Drv” en gebruik de Value [-][+]-knoppen om de
instelling te veranderen.
Menu
[Shi ft] + Cursor [K] [J]
MIDIUSB Drv
Parameter
Cursor [K] [J]
Waarde
Value [-] [+]
VENDOR (Kies dit als u een USB-stuurprogramma
wilt gebruiken dat werd gedownload van de
website van Roland.)
GENERIC (Kies dit als u het algemene USBstuurprogramma wilt gebruiken dat deel uitmaakt
van het besturingssysteem van uw computer.)
4. Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
De bewerkte parameter wordt opgeslagen wanneer u het scherm voor
systeeminstellingen verlaat.
5. Schakel de JD-Xi uit en vervolgens opnieuw in.
Nadat u de “USB Drv”-instelling hebt veranderd en opgeslagen, moet u het
apparaat uitschakelen en vervolgens opnieuw inschakelen om het systeem
correct te laten functioneren.
15
Lijst van sneltoetsen
“[A] + [B]” geeft de bewerking “de [A]-knop ingedrukt houden en op de [B]-k nop drukken” aan.
SneltoetsUitleg
Value [-] + [+]Om de waarde snel te veranderen, houdt u een van de knoppen ingedrukt en drukt u op de andere knop.
[Shift]Geeft de naam van het programma weer op de bovenste regel van het display.
[Shift] + Value [-] [+]Verandert de programmageheugenbank
[Shift] + [Menu]Laat het scherm WRITE verschijnen.
[Shift] + Part Select-knop
[Shift] + [Enter]Verandert van geluid binnen een programma, of keert na bewerking terug naar het originele geluid.
[Shift] + ARPEGGIO [ON]Laat het scherm Arpeggio Edit verschijnen.
[Shift] + [01]–[04]-knop
([01]–[08]-knoppen wanneer de
toonladderinstelling Thirty-second Note is)
Wanneer Favorite-modus actief is
[Shift] + [01]–[16]-knop
[Shift] + [Erase]Laat het scherm Pattern Erase verschijnen.
[Shift] + CURSOR [K]
[Shift] + CURSOR [J]
Lang drukken [Menu/Write]Laat het Portamento-instelscherm verschijnen.
[Menu/Write] + [10]-knopLaat het scherm Pattern Copy verschijnen.
[Menu/Write] + [16]-knopVoert het klikgeluid uit via de rechterzijde van de hoofdtelefoo-n en de OUTPUT.
Wanneer u een naam invoert
[Shift] + [K]-knop
Wanneer u een naam invoert
[Shift] + [J]-knop
Dempt de geselecteerde partij. U kunt ook verschillende partijen selecteren.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke toestand, houdt u nogmaals de [Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de Part Select-knop.
Verandert de maten van het patroon dat wordt weergegeven door de [01]–[16]-knoppen tijdens het terugspelen of opnemen
Terwijl u [Shift] ingedrukt houdt, geven knoppen [01]–[04] de maat aan (halve maten als de toonladderinstelling Thirty-second Note is).
Als de instelling vier maten van zestiende noten is, gaan de [01]–[04]-knoppen branden door op de [Shift]-knop te drukken, en knippert de
huidige maat. Als de instelling vier maten van tweeëndertigste noten is, gaan de [01]–[08]-knoppen branden door op de [Shift]-knop te drukken,
waardoor u met stappen van halve maten kunt werken.
Verandert de Favorite-geheugenbank.
Switcht tussen hoofdmenuopties in instelschermen zoals schermen voor systeeminstellingen of bewerkingsschermen.
Wist het teken op de plaats van de cursor.
Voegt een spatie toe op de plaats van de cursor.
16
Troubleshooting
Gebruikershandleiding
Als de JD-Xi niet functioneert zoals u verwacht, moet u eerst de volgende punten controleren. Is het probleem daarmee niet opgelost, neem dan contact op met uw dealer of een Rolandservicestation in de buurt.
Problemen met betrekking tot het geluid
ProbleemOorzaak/actie
Er is geen geluid
Specieke toonhoogtebereiken klinken niet De Drums-partij klinkt niet in het hoge register, waar geen instrumenten (geluiden) zijn toegekend.
Het volumeniveau van het instrument
dat is aangesloten op de INPUT (MONO)aansluiting, is te laag.
Wanneer ik het klavier bespeel, stoppen de
noten niet
Het geluid wordt afgesneden als ik van geluid
(programma) verander
Hoewel dezelfde klank is geselecteerd, klinkt
deze anders wanneer ik ernaar luister in het
programma
Ik kan geen arpeggio's spelen.
Het patroon kan niet worden gespeeld
Het geluid van de Analog Synth verandert
Als u geen geluid hoort wanneer u het klavier bespeelt, moet u nagaan of de Local Switch is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat de Local Switch-instelling is ingeschakeld.
Is de LINE/GUITAR-keuzeschakelaar op het achterpaneel juist ingesteld?
Gebruikt u misschien een aansluitingskabel met een weerstand?
Gebruik een aansluitingskabel zonder weerstand.
Staat de [Key Hold]-knop misschien aan?
Als Key Hold is ingeschakeld, worden de noten die u op het klavier speelt aangehouden.
Druk op de [Key Hold]-knop om deze uit te schakelen.
Met de JD-Xi kunt u een verscheidenheid van eecten toepassen, maar wanneer u van geluid (programma) verandert, zal het aan het geluid
(programma) toegekende type eect veranderen.
Op dat ogenblik wordt het geluid gedempt om het onverwachte geluid te voorkomen dat anders zou worden voortgebracht ten gevolge van de
discrepantie tussen het geluid dat op dat ogenblik wordt gehoord, en het type eect.
Binnen een programma kan het gespeciceerde geluid (klank) verder worden gewijzigd door de parameters van elke partij, zoals de panning- en
octaanstellingen, de lterafsnijding en de eecten. Om die reden kan het geluid anders zijn dan wanneer u die klank oproept en speelt.
Staat de systeeminstelling “Sync Mode” (p. 13) misschien op “SLAVE”?
Als “Sync Mode” op “SLAVE” staat, moet de JD-Xi MIDI-klokberichten ontvangen van een extern apparaat.
U moet “Sync Mode” op “MASTER” laten staan, tenzij u de JD-Xi met een extern apparaat synchroniseert.
In de Analog Synth-partij bestaan de oscillator-, suboscillator- en ltergedeelten uit analoge circuits. Het geluid kan dus worden beïnvloed door
de temperatuur of de toestand van de stroomtoevoer.
Problemen met betrekking tot de microfoon
ProbleemOorzaak/actie
Er is geen geluid wanneer ik een microfoon
aansluit
De microfoon vangt ruis op
Geen geluid of ontoereikend volume uit de
microfoon
Is er misschien een apparaat aangesloten op de INPUT-aansluiting op het achterpaneel?
Koppel het apparaat los van de INPUT-aansluiting op het achterpaneel.
U kunt de ruis verminderen met behulp van de ruisonderdrukker.
Pas in het “INPUT”-menu van de systeeminstellingen de parameters “NS SW”, “NS Threshold” en “NS Release” aan.
&
Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer informatie over de systeeminstellingen.
Gebruikt u misschien een condensatormicrofoon?
De JD-Xi ondersteunt geen condensatormicrofoons.
Is de “Mic Sel”-parameter in het INPUT-menu van de SYSTEM-instelling juist ingesteld?
&
Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer informatie over de systeeminstellingen.
Problemen met betrekking tot eecten
ProbleemOorzaak/actie
Controleer de volgende punten terwijl u de Parameter Guide (PDF) raadpleegt.
5 Staat de eectschakelaar misschien uit? Controleer de “aan/uit”-instelling van elk eect.
Eecten niet toegepast
5 Zijn de verschillende eectinstellingen juist?5 Is de Output Assign van elke partij ingesteld op “Eect 1”, “Eect 2”, “Delay” of “Reverb”?5 Eecten worden niet toegepast als het verzendniveau voor elk eect is ingesteld op 0. Controleer de instellingen.5 Zelfs als het verzendniveau voor elk eect hoger is dan 0, worden eecten niet toegepast als het uitvoerniveau, het vertragingsniveau of het
galmniveau van het eect zijn ingesteld op 0. Controleer elke instelling.
Problemen met betrekking tot MIDI-apparaten of externe apparaten
ProbleemOorzaak/actie
Exclusieve berichten worden niet ontvangen
De JD-Xi brengt geen geluid voort wanneer
een externe sequencer of een extern
MIDI-klavier is aangesloten op de MIDI INconnector
Stemt het apparaat-ID-nummer van het verzendapparaat overeen met het apparaat-ID-nummer van de JD-Xi?
Het apparaat-ID-nummer is vastgesteld op “17”.
Zorg ervoor dat het MIDI-verzendkanaal van uw externe MIDI-apparaat overeenstemt met het MIDI-ontvangstkanaal van de JD-Xi. De kanalen
die worden gebruikt door de JD-Xi om MIDI-berichten te verzenden en te ontvangen, liggen vast en kunnen niet worden veranderd.
PartijMIDI- ontvangstkanaalMIDI-verzendkanaal
Digital Synth 111
Digital Synth 222
Drums1010
Analog Synth33
Het is gebruikelijk dat drumkitperformancegegevens worden verzonden en ontvangen op MIDI-kanaal 10.
Specicaties Roland JD-Xi: synthesizerklavier
Klavier37 toetsen (met snelheid)
StroomtoevoerNetstroomadapter
Stroomverbruik 1000 mA
Afmetingen575 (b) x 245 (d) x 85 (h) mm
Gewicht2,2 kg
AccessoiresGebruikershandleiding, netstroomadapter, microfoon
* De specicaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zijn, in het belang van
productverbetering, onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande
kennisgeving.
17
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Als u het apparaat volledig wilt uitschakelen, trekt
u de stekker uit het stopcontact
Zelfs wanneer het apparaat is
uitgeschakeld, betekent dit niet dat dit
apparaat volledig van de stroomtoevoer
is losgekoppeld. Als u de stroomtoevoer
volledig wilt afsluiten, zet u de aan-uitknop op het
apparaat uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Steek de stekker van het netsnoer daarom in een
stopcontact dat gemakkelijk bereikbaar is.
Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter
en het correcte voltage
Gebruik alleen de netstroomadapter die
bij het apparaat wordt geleverd. Ga na of
het lijnvoltage van het elektriciteitsnet
overeenkomt met het ingangsvoltage dat
op de netstroomadapter wordt weergegeven. Andere
netstroomadapters gebruiken mogelijk een andere
polariteit of zijn ontworpen voor een ander voltage.
Het gebruik van dergelijke adapters kan resulteren in
schade, defecten of elektrische schokken.
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Plaatsing
• Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dat
kan leiden tot defecten, zoals toetsen die geen
signaal meer geven.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur
van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst,
kunnen de rubberen voetstukken mogelijk het
oppervlak verkleuren of ontsieren.
U kunt een stuk vilt of stof onder de rubberen
voetstukken plaatsen om dit te voorkomen. Zorg er
in dat geval voor dat het apparaat niet verschuift of
per ongeluk in beweging komt.
Onderhoud
• Reinig het apparaat regelmatig met een zachte,
droge doek of een lichtjes bevochtigde doek.
Gebruik een doek die met een zachte, nietschurende zeepoplossing is bevochtigd om
hardnekkig vuil te verwijderen. Veeg hierna het
apparaat grondig schoon met een zachte, droge
doek.
Reparatie en gegevens
• Voordat het apparaat voor reparaties wordt
verzonden, maakt u een back-up van de gegevens
die op het apparaat zijn opgeslagen of noteert
u de nodige gegevens op papier als u dat wilt.
Tijdens de reparatie doen wij uiteraard ons uiterste
best om de gegevens die op uw apparaat zijn
opgeslagen, te behouden, maar er kunnen gevallen
zijn waarbij de opgeslagen inhoud niet kan
worden hersteld, bijvoorbeeld wanneer het fysieke
geheugen beschadigd is geraakt. Roland kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor het herstel van
opgeslagen inhoud die verloren is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
• De gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat,
kunnen verloren gaan door storingen, onjuist
gebruik enzovoort. Om dergelijk onherstelbaar
gegevensverlies te voorkomen, moet u regelmatig
back-ups maken van de gegevens die u op het
apparaat hebt opgeslagen.
• Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
het herstel van opgeslagen inhoud die verloren is
gegaan.
• Voer nooit druk uit op het display en sla er nooit
tegen.
Intellectueel eigendomsrecht
• Het opnemen van audio of video, kopiëren,
wijzigen, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren
of uitzenden van materiaal onder auteursrecht
(muziek, video's, uitzendingen, liveoptredens
enzovoort) dat geheel of gedeeltelijk eigendom is
van een derde, is wettelijk niet toegestaan zonder
de toestemming van de auteursrechteigenaar.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de
auteursrechten van een derde kunnen schenden.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
schendingen van auteursrechten van derden door
uw gebruik van dit apparaat.
• De auteursrechten op de inhoud van dit product
(golfvormgegevens van het geluid, stijlgegevens,
begeleidende patronen, frasegegevens, audioloops
en beeldgegevens) zijn voorbehouden door Roland
Corporation.
LET OP
Ga voorzichtig om met de aardingsklem
Als u de schroef van de aardingsklem
verwijdert, moet u deze onmiddellijk
vervangen. Laat deze nergens liggen zodat
er geen risico bestaat dat deze per ongeluk
wordt ingeslikt door kleine kinderen. Wanneer u de
schroef opnieuw bevestigt, moet u ervoor zorgen dat
deze stevig vastzit en niet kan loskomen.
• Kopers van dit product hebben de toestemming
de betreende inhoud (behalve songgegevens
zoals demosongs) te gebruiken voor het aanmaken,
uitvoeren, opnemen en verdelen van originele
muziekuitvoeringen.
• Kopers van dit product hebben GEEN toestemming
om de betreende inhoud in de oorspronkelijke
of een gewijzigde vorm aan het apparaat te
onttrekken met als doel het verspreiden van een
opgenomen medium met de betreende inhoud of
het ter beschikking stellen van deze inhoud via een
computernetwerk.
• MMP (Moore Microprocessor Portfolio)
verwijst naar een patentportfolio betreende
microprocessorarchitectuur, ontworpen door
Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft
van de TPL Group de licentie verkregen tot gebruik
van deze technologie.
• Roland, SuperNATURAL en Slicer zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van de Roland
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
• De bedrijfsnamen en productnamen in dit
document zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
For EU Countries
产品中有害物质的名称及含量
有害物质
×
×
×
×
本表格依据SJ/T 11364的规定编制。
表示该有害物质在该部件所有均质材料中的含量均在GB/T 26572 规定的限量要求以下。
О:
×:
表示该有害物质至少在该部件的某一均质材料中的含量超出GB/T 26572的限量要求。
(企业可在此处,根据实际情况对上表中打“×”的技术原因进行进一步说明。)
For the USA
DECLARATION OF CONFORMITY
Compliance Information Statement
Model Name :
Type of Equipment :
Responsible Party :
Address :
Telephone :
JD-Xi
SYNTHESIZER KEYBOARD
Roland Corporation U.S.
5100 S. Eastern Avenue Los Angeles, CA 90040-2938
(323) 890-3700
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules.
These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause
harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular
installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning
the equipment o and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
– Reorient or relocate the receiving antenna.
– Increase the separation between the equipment and receiver.
– Connect the equipment into an outlet on a circuit dierent from that to which the receiver is connected.
– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause harmful interference, and
(2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B limit.
Any unauthorized changes or modications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s
authority to operate the equipment.
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
Manufacturer:
2036-1 Nakagawa, Hosoe-cho, Kita-ku, Hamamatsu, Shizuoka 431-1304, JAPAN
ENA 23 Zone 1 nr. 1620 Klaus-Michael Kuehnelaan 13, 2440 Geel, BELGIUMImporter:
For Canada
For Korea
Roland Service Centers and Distributors
Roland Service Centers and Distributors
When you need repair service, access this URL and nd your nearest Roland Service Center or authorized Roland distributor in
your country.
http://roland.cm/service
*5 1 0 0 0 4 2 2 7 1 -0 6 *
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.