Roland HP201 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers, stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
inclusief de volgende:
11. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
INSTRUCTIES’, ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.4) en ‘Belangrijke
opmerkingen’ (p. 7). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken
van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed
beeld te krijgen van alles dat dit te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt
refereren.
Copyright © 2007 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Used for instructions intended to alert the
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
user to the risk of death or severe injury
de gebruiker attent gemaakt wordt op
should the unit be used improperly.
het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Used for instructions intended to alert the user to the risk of injury or material
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
damage should the unit be used
de gebruiker attent gemaakt wordt op
improperly.
het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
* Material damage refers to damage or
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Niet demonteren of wijzigen
002a
Dit apparaat mag niet door u gedemonteerd of gewijzigd worden.
......................................................................................
Niet repareren en geen onderdelen vervangen
003
Probeer dit apparaat nooit te repareren of onderdelen te vervangen. Wanneer een reparatie of vervanging van onderdelen nodig blijkt, neemt u contact op met uw handelaar of een Roland service centrum.
......................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de volgende locaties
004
• Locaties waar een extreem hoge temperatuur heerst (zoals in direct zonlicht, in de buurt van verwarmingsapparatuur of op een apparaat dat warmte genereert).
• In de buurt van vocht (zoals in een badkamer, in de buurt van een wasbak of op een natte vloer) of op locaties waar een hoge vochtigheidsgraad heerst.
• Locaties die aan regen blootstaan
• Locaties die overmatig stoffig zijn
• Locaties met hevige trillingen
......................................................................................
Niet op een onstabiele locatie plaatsen
007
Plaats dit apparaat niet op een onstabiele standaard of een schuin oppervlak. U moet zorgen dat het op een locatie die stabiel en waterpas is wordt geplaatst.
......................................................................................
VOORZICHTIG opmerkingen
other adverse effects caused with respect to the home and all its furnishings, as well to domestic animals
of andere ongunstige effecten, die ten
or pets.
aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Over de symbolen
The symbol alerts the user to important instructions or
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
warnings.The specific meaning of the symbol is
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
determined by the design contained within the triangle.
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
In the case of the symbol at left, it is used for general
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
cautions, warnings, or alerts to danger.
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
The symbol alerts the user to items that must never
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
be carried out (are forbidden). The specific thing that must not be done is indicated by the design contained
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
within the circle. In the case of the symbol at left, it
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
means that the unit must never be disassembled.
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
The symbol alerts the user to things that must be
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
carried out. The specific thing that must be done is
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
indicated by the design contained within the circle. In
uit elkaar gehaald mag worden.
the case of the symbol at left, it means that the power- cord plug must be unplugged from the outlet.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het netsnoer op een stopcontact met het juiste voltage aansluiten
008a
U moet het netsnoer op een stopcontact met het correcte voltage aansluiten, zoals op het apparaat wordt aangegeven.
......................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
U dient alleen het netsnoer dat bij het apparaat wordt geleverd gebruiken. Gebruik geen netsnoer van een ander apparaat.
......................................................................................
Het netsnoer niet buigen en er geen zware objecten op plaatsen
009
Buig het netsnoer niet overmatig, en plaats geen zware objecten op het netsnoer. Hierdoor kan het netsnoer beschadigen, en kan kortsluiting of verkeerde aansluitingen ontstaan, welke mogelijk in brand of elektrische schok als gevolg kunnen hebben.
......................................................................................
Gebruik het stopcontact niet voor meerdere apparaten
015
Sluit geen overmatige hoeveelheid elektrische apparaten op hetzelfde stopcontact aan. In het bijzonder als u een meervoudige stekkerdoos gebruikt, kan deze veroorzaken dat hitte gegenereerd wordt wanneer het belastingsvermogen (watts/amps) overschreden wordt, waardoor de kabel mogelijk kan smelten.
......................................................................................
4
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterker en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
......................................................................................
Geen vreemde objecten in het apparaat terecht laten komen
011
Zorg, dat er geen vreemde objecten (brandbaar materiaal, munten, snoeren) in het apparaat terechtkomen. Deze kunnen kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
......................................................................................
Zet de stroom uit wanneer afwijkingen of storingen optreden
012a
Wanneer één van de volgende situaties zich voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, indien:
• Het netsnoer is beschadigd
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (bijvoorbeeld door regen, enz.)
• Een afwijking of storing in het apparaat optreedt
......................................................................................
Laat kinderen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen moet gelet worden op knoeien. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
......................................................................................
Niet laten vallen of aan sterke schokken laten blootstaan
014
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokken.
......................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gebruiken, neemt u contact op met uw handelaar of een service centrum.
......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Plaats geen houders met water op het apparaat
026
Plaats geen houders met water (zoals een bloemenvaas) of drankjes op het apparaat. Ook mogen er geen bussen insecticide, flessen parfum, alcoholische vloeistoffen, nagellak of spuitbussen op het apparaat worden geplaatst. Vloeistoffen die in het apparaat terechtkomen, kunnen storingen en kortsluiting of een foutieve werking veroorzaken.
......................................................................................
Plaatsen in een goed geventileerde ruimte
101a
Dit apparaat dient op een goed geventileerde locatie gebruikt te worden.
......................................................................................
De stekker vastpakken bij het aansluiten of loskop­pelen van het netsnoer
102b
Als u het netsnoer in het apparaat zelf of in een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u het altijd bij de stekker vast, en nooit aan het snoer zelf.
......................................................................................
Regelmatig het stof van de stekker van het netsnoer verwijderen
103a
Van tijd tot tijd moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald, en het stof er met een droge doek worden afgeveegd. U moet het netsnoer ook uit het stopcontact verwijderen als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt. Stof of vuil dat zich tussen de stekker en het stopcontact ophoopt, kan kortsluiting veroorzaken, mogelijk resulterend in brand.
......................................................................................
De kabels leiden voor de veiligheid
104
Zorg, dat de aangesloten kabels op een veilige manier geleid worden. Plaats de kabels buiten het bereik van kinderen.
......................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
106
Ga niet op het apparaat staan, en plaats er geen zware objecten bovenop.
......................................................................................
Het netsnoer nooit met natte handen aansluiten of loskoppelen
107b
Sluit het netsnoer niet op het stopcontact aan en ontkoppel het niet terwijl u de stekker met natte handen vasthoudt.
......................................................................................
5
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Voorzichtig bij het verplaatsen van dit apparaat
108d
Wanneer het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de volgende aanwijzingen in acht. Vervolgens moet het apparaat door minimaal twee personen worden opgetild en gedragen, terwijl het voortdurend waterpas wordt gehouden. Wees voorzichtig dat uw handen niet bekneld raken of dat u het apparaat niet op uw voeten laat vallen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard is vastgezet niet losser zijn geworden. Indien dit het geval is, zet u deze direct vast.
• Ontkoppel het netsnoer.
• Ontkoppel externe apparaten.
• Verhoog de regelaar van de standaard (p.14).
• Sluit het deksel.
• Verwijder de muziekstandaard.
......................................................................................
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt
109a
Voordat u het apparaat reinigt, zet u de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.12).
......................................................................................
Wanneer er onweer dreigt, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
110a
Als er onweer dreigt, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
......................................................................................
Voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel
116
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel, zodat uw vingers niet beklemd raken (p.12). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
......................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
118c
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kinderen.
• Bijgeleverde onderdelen
Schroeven om de standaard te monteren Vleugelmoer voor koptelefoon haak
• Verwijderde onderdelen
Schroeven voor montage van de muziekstandaard
......................................................................................
6
Belangrijke opmerkingen
291b
Naast de onderdelen die onder ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ en ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN" op pagina’s 3 en 4-6 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorza­ken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden storin­gen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
• Hoewel de LED’s worden uitgeschakeld wanneer de POWER schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombron losgekoppeld is. Om de stroom helemaal uit te schakelen, zet u eerst de POWER schakelaar uit, en haalt u vervolgens het netsnoer uit het stopcontact. Daarom dient het gekozen stopcontact binnen handbereik te zijn.
Plaatsing
• Wanneer het apparaat in de buurt van versterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis ontstaan. Om dit probleem te verhelpen, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst ver­oorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden, wanneer draadloze commu­nicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conver­satie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Laat ook geen verlichting, die normaalgesproken met de lichtbron dicht op het appa­raat wordt gebruikt (zoals een pianolamp) of sterke schijn­werpers gedurende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument schijnen. Door overmatige hitte kan het appa­raat vervormen of verkleuren.
355b
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende langere tijd op het apparaat liggen. Door dit soort objecten kan de lak verkleuren of beschadigen.
• Plaats geen objecten boven op het toetsenbord.Hierdoor kunnen storingen worden veroorzaakt, zoals toetsen die geen geluid produceren.
• Plak geen plakplaatjes, etiketten of dergelijke op dit instrument.Wanneer dit soort materiaal van het instrument moet worden verwijderd, kan de afwerking beschadigen.
Onderhoud
• Om het apparaat schoon te maken, gebruikt u een zachte, schone doek of een licht vochtige. Probeer het gehele oppervlak met dezelfde sterkte schoon te vegen, waarbij u de doek verplaatst met de nerf van het hout mee. Als u te hard op één plek wrijft, kan de lak beschadigen.
• Indien er waterdruppels op dit apparaat terechtkomen, veegt u deze er onmiddellijk met een zachte, droge doek af.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
• De pedalen van dit instrument zijn van koper gemaakt. Koper wordt op den duur donkerder, dit heeft met het nat­uurlijke oxidatieproces te maken. Wanneer het koper dof wordt, poetst u het met een in de winkel verkrijgbare koper­poets.
Reparaties en data
• Wees er op bedacht, dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Maak altijd een reservekopie van belangrijke data op een MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer). Indien mogelijk kunt u de gegevens ook op papier schrijven. Tijdens reparaties wordt altijd geprobeerd om dataverlies te voorkomen. In bepaalde gevallen (bijvoor­beeld als het aan het geheugen gerelateerde circuit zelf niet werkt) kan de data tot onze spijt niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort verlies van data.
7
Belangrijke opmerkingen
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) op te slaan.
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat, en in extern geheugen is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoeveelheid warmte afgeven.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het in schokabsorberend materiaal). Als het apparaat zonder dit materiaal getransporteerd wordt kunnen er krassen of beschadigingen op komen, wat tot storingen kan leiden.
• De muziekstandaard mag niet overmatig belast worden wanneer deze in gebruik is.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
• Voordat u het deksel van de piano opent of sluit, moet u erop letten dat er zich geen huisdieren of andere kleine dieren boven op het instrument bevinden (deze dienen altijd bij het toetsenbord en het deksel weggehouden te worden). Door het structurele ontwerp van dit instrument kunnen zij er in opgesloten worden. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, moet u de stroom onmiddellijk uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact halen. Neem contact op met de winkel waar u het apparaat heeft
gekocht of met het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
203
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
Add
* XG lite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
8
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN ................................................ 4
Belangrijke opmerkingen ............................ 7
Belangrijkste eigenschappen ..................... 10
Paneelbeschrijvingen................................. 11
Bedieningspaneel ....................................................11
Onderpaneel/Achterpaneel......................................11
Voordat u begint met spelen...................... 12
Het pedaalsnoer aansluiten.......................................12
Het netsnoer aansluiten ............................................12
Het deksel openen/sluiten ........................................12
De muziekstandaard opzetten...................................12
Koptelefoons aansluiten............................................13
De koptelefoon haak gebruiken............................13
De stroom aan en uitzetten .......................................13
Het geluidsvolume bijstellen ......................................14
Over de pedalen.....................................................14
Over de regelaar.....................................................14
Uw uitvoering opnemen............................. 30
Opnemen............................................................... 30
De opgenomen uitvoering afspelen............................ 31
Opgenomen uitvoeringen wissen............................... 31
Verschillende instellingen veranderen......... 32
Afstemmen op de toonhoogtes van andere instrumenten
(Master Tuning)....................................................... 32
De standaard toonhoogte verlagen/verhogen........ 32
De standaard toonhoogte op 440.0 HZ instellen.... 32
De standaard toonhoogte op 442.0 Hz instellen.... 32
De stemming veranderen.......................................... 33
De grondtoon instellen ........................................33
De resonantie van het demper pedaal veranderen
(Damper Resonance)................................................ 34
De stemmingscurve instellen (Stretch Tuning) ............... 34
Alles uitschakelen behalve piano spelen (Panel Lock) ... 35
De V-LINK functie gebruiken .....................................35
De instellingen onthouden, zelfs als de stroom is
uitgeschakeld (Memory Backup)................................ 36
De oorspronkelijke standaard instellingen herstellen
(Factory Reset) ........................................................36
De interne Songs beluisteren ..................... 15
Spelen ...................................................... 16
Spelen met een verscheidenheid aan geluiden ............16
Twee geluiden gelijktijdig spelen (Dual Play)...............17
De volumebalans tijdens Dual Play bijstellen (Dual
Balance)............................................................18
De helderheid van het geluid veranderen (Brilliance)....19
Het geluid levendiger maken (Dynamics) ....................19
Geluiden spelen, wanneer de toetsen zijn losgelaten
(Key Off Resonance) ................................................20
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (Reverb)........21
De diepte van het reverb effect veranderen............21
De aanslaggevoeligheid bijstellen (Key Touch) ............22
De toonsoort van het toetsenbord transponeren
(Transpose).............................................................23
Het toetsenbord in twee secties verdelen voor
uitvoeringen met vier handen (Twin Piano)..................24
De manier waarop het geluid klinkt veranderen
(Twin Piano Mode) .............................................25
De metronoom gebruiken .........................................26
De metronoom laten klinken.................................26
De maat van de metronoom veranderen................26
Het volume van de metronoom veranderen............27
Het tempo van de metronoom veranderen .............27
Externe apparaten aansluiten ....................37
Aansluiten op geluidsapparatuur............................... 37
MIDI apparaten aansluiten .......................................38
Wat is MIDI? ..................................................... 38
MIDI zendkanaal instellingen............................... 38
Local Control aan en uitzetten..............................39
Opgenomen uitvoeringsdata naar een
MIDI apparaat zenden (Composer Out) ................39
Op een computer aansluiten..................................... 40
De USB driver instellingen veranderen ..................40
Appendix..................................................41
Probleemoplossing...................................................41
Geluidenlijst ...........................................................42
Interne Songlijst....................................................... 43
Eenvoudige bedieningslijst .......................................44
MIDI Implementatiekaart........................................... 46
Belangrijkste specificaties......................................... 47
Index ........................................................48
9
Belangrijkste eigenschappen
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Digital Piano HP201.
Om u ervan te verzekeren, dat u optimaal gebruik kunt maken van de functies van de HP201 en van alle
mogelijkheden kunt profiteren, leest u deze gebruikershandleiding zorgvuldig door.
Pianogeluiden met een rijke resonantie en een breed expressief bereik
• Het instrument beschikt over een pianogeluid generator, die gebruikmaakt van stereo sampling, en daardoor
in staat is om het geluid van een concertvleugel op realistische wijze tot in de kleinste details te reproduceren,
inclusief het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan. Met een maximale polyfonie van 128 noten heeft
het instrument een ruime potentie, zelfs voor uitvoeringen waarbij veel van de pedalen gebruik wordt gemaakt.
Het speelgevoel van een vleugel
• Het Progressive Hammer Action II (PHA II) toetsenbord maakt dat de aanslag in het lage gedeelte zwaarder
aanvoelt en lichter wordt in het hoge register, waarmee het authentieke gevoel van een piano wordt
nagebootst.
• De pedaal positie wordt op vloeiende wijze gedetecteerd, waardoor u variatie in het effect kunt aanbrengen
door het pedaal dieper of minder diep in te drukken. U kunt uw voordeel doen met de manier, waarop subtiele
verschillen in pedaalgebruik op het geluid van invloed zijn.
Een passende compacte behuizing
• De nieuw ontworpen behuizing geeft een gevoel van elegant vakmanschap. Het instrument kan vrijwel overal
worden geplaatst, en neemt niet overmatig veel ruimte in beslag.
• Behalve een glijdend deksel dat in het instrument valt, is er een koptelefoon haak om uw koptelefoon op een
handige manier op te bergen wanneer u deze niet gebruikt.
Functies om u bij het oefenen te helpen
• Er is een metronoom, een recorder functie, en een meegeleverde Song, waardoor u het soort pianolessen, die
alleen op een digitale piano mogelijk zijn, kunt ervaren.
USB (MIDI) aansluiting
• Er is een USB (MIDI) aansluiting voor verbinding met uw computer, zodat u de HP201 kunt spelen met data
van uw computer of om uw computer te gebruiken voor veelzijdige muziekproductie en bewerkingen.
De geluidsgenerator van de HP201 ondersteunt het GM2 systeem, GS formaat en XG Lite, waardoor u kunt
genieten van indrukwekkende ensemble uitvoeringen, als u uw computer of sequencer gebruikt om in de winkel
verkrijgbare muziek in deze formaten af te spelen.
10
Paneelbeschrijvingen
Bedieningspaneel
Onderpaneel
1 Pedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer op deze aansluiting aan (p.12).
Bedieningspaneel
3 4
5 6 7 8
Achterpaneel
1
Pedaal aansluiting
2
Stroom ingang
2 Stroom ingang
Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan (p.12).
4 [VOLUME] knop
Stelt het algehele volumeniveau in (p.14).
5 [TONE] knop
Wordt gebruikt om het geluid dat door het toetsenbord wordt gespeeld te kiezen (p.16).
6 [SONG] knop
Speelt de interne Songs (p.15) of de Song die u heeft opgenomen (p.31). Als u de [SONG] knop en de [METRONOME] knop gelijktijdig indrukt, gaat u naar de stand-by voor opname mode (p.30).
7 [METRONOME] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.26).
3 [POWER] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.13).
Onderpaneel/Achterpaneel
11
10
9
9 Phones Jacks
You can connect headphones to these jacks (p. 13).
12 13
8 [REVERB/KEY TOUCH] knop
Voegt weerkaatsing aan het geluid toe (p.21). Wijzigt het speelgevoel van het toetsenbord (p.22).
10 MIDI Out/In aansluitingen
Sluit externe MIDI apparaten aan voor uitwisseling van uitvoeringsdata (p.38).
11 USB (MIDI) aansluiting
U kunt deze met uw computer verbinden, om uitvoeringsdata over te brengen (p.40).
12 Ingangsjacks
Deze jacks kunnen op een ander geluidsgenererend apparaat of geluidsapparaat worden aangesloten, zodat het geluid van dat apparaat via de luidsprekers van de HP201 wordt uitgestuurd (p.37).
13 Uitgangsjacks
Hiermee kan het pianogeluid naar geluidsversterkende apparatuur worden gestuurd, om een krachtiger geluid te verkrijgen. Deze kunnen ook op een bandrecorder of ander opname apparaat worden aangesloten, om een uitvoering op te nemen (p.37).
11
Voordat u begint met spelen
Het pedaalsnoer aansluiten
1. Sluit het pedaalsnoer aan op de Pedal aansluiting
op het onderpaneel van de HP201.
fig.00-01
Het netsnoer aansluiten
1. Steek het bijgeleverde netsnoer in de stroom ingang
op het onderpaneel van de HP201.
2. Steek de stekker in een stopcontact.
NOTE
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
fig.00-02
De muziekstandaard opzetten
1. Steek de bijgeleverde schroeven om de muziekstan-
daard vast te zetten in de schroefgaten boven op de HP201, en draai de schroeven licht aan.
fig.00-03
2. Plaats de muziekstandaard tussen de schroeven en
de behuizing van de HP201.
Het deksel openen/sluiten
Om het deksel te openen, gebruikt u beide handen om het lichtjes op te lichten, en schuif het van u af.
Om het deksel te sluiten, trekt u het voorzichtig naar u toe, en als het helemaal uit is getrokken, trekt u het zachtjes naar beneden.
fig.00-05
NOTE
Bij het openen en sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet bekneld raken. Als kleine kinderen de HP201 gebruiken, dient een volwassenen toezicht te houden.
NOTE
Wanneer de piano verplaatst moet worden, zorgt u, om ongelukken te voorkomen, dat het deksel gesloten is.
12
3. Terwijl u de muziekstandaard met één hand
ondersteunt, zet u deze op zijn plaats vast door de schroeven vast te draaien.
Bij het monteren van de muziekstandaard ondersteunt u deze stevig met één hand om te zorgen dat u hem niet laat vallen. Pas op, dat uw vingers niet bekneld raken.
4. Om de muziekstandaard te verwijderen,
ondersteunt u deze met één hand, terwijl u de schroeven losdraait.
Nadat de muziekstandaard is verwijderd, moet u niet vergeten om de schroeven weer vast te draaien.
NOTE
Pas geen overmatige kracht op de geïnstalleerde muziekstandaard toe.
NOTE
Gebruik alleen de bijgeleverde schroeven voor het monteren van de muziekstandaard.
NOTE
Voordat u de HP201 verplaatst, moet de muziek­standaard, om ongelukken te voorkomen, verwijderd worden.
Voordat u begint met spelen
Koptelefoons aansluiten
De HP201 heeft twee jacks om koptelefoons op aan te sluiten. Dit betekent dat twee mensen gelijktijdig via koptelefoons
kunnen luisteren, hetgeen zeer bruikbaar is voor lessen en voor het spelen van pianostukken voor vier handen. Bovendien kunt u op deze manier spelen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken of u anderen stoort, zelfs ‘s nachts.
1. Steek de koptelefoon in de Phones jack, links aan de
onderkant van de piano.
Door het aansluiten van een koptelefoon wordt het geluid van de interne luidsprekers automatisch uitgezet. Het volume van de koptelefoon wordt met de [VOLUME] knop van de HP201 (p.14) ingesteld.
fig.00-04.e
Koptelefoon
jack x 2
NOTE
Gebruik een stereo koptelefoon.
De stroom aan en uitzetten
NOTE
Wanneer alle aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan.
Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten.
1. Om de stroom aan te zetten, draait u de [VOLUME]
knop helemaal naar beneden, en drukt u op de [POWER] schakelaar.
De stroom wordt aangezet, en de indicator van de [TONE] knop licht op.
Na enkele seconden kunt u op het toetsenbord spelen om geluid te produceren.
Gebruik de [VOLUME] knop om het volume bij te stellen.
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom duurt het na het aanzetten van het apparaat enkele seconden, voordat het normaal in werking treedt.
fig.00-06.e
Enkele opmerkingen bij gebruik van een koptelefoon
• Om te voorkomen dat het snoer beschadigt, houdt u de koptelefoon alleen bij de schelpen of de plug vast.
• Als de koptelefoon wordt aangesloten, terwijl het volume van aangesloten apparatuur hoog is ingesteld, kan de koptelefoon beschadigen. Verlaag het volume op de HP201, voordat u een koptelefoon aansluit.
• Door luisteren op overmatig hoge volumeniveaus zal niet alleen de koptelefoon beschadigen, maar kan ook gehoorsverlies veroorzaakt worden. Gebruik de koptelefoon op een normaal volumeniveau.
De koptelefoon haak gebruiken
Wanneer u de koptelefoon niet gebruikt, kunt u deze op de koptelefoon haak hangen, linksonder op de HP201.
De koptelefoon haak vastmaken
Druk en draai de bij de HP201 behorende koptelefoon haak in het gat aan de onderkant van de HP201 (zie het figuur hieronder). Draai aan de vleugelmoer van de koptelefoon haak om deze vast te zetten.
De stroom uitzetten
1. Om de stroom uit te zetten, draait u de [VOLUME]
knop helemaal naar links, en drukt u op de [POWER] schakelaar.
De indicators van alle knoppen doven uit, en de stroom wordt uitgeschakeld.
NOTE
Als u de stroom volledig wilt uitschakelen, zet u eerst de [POWER] schakelaar uit, en dan haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (p.7).
Vleugelmoer
Koptelefoon haak
Gat
13
Voordat u begint met spelen
Het geluidsvolume bijstellen
1. Draai aan de [VOLUME] knop om het algehele
volume bij te stellen.
fig.00-07.e
Het volume neemt af
Het volume neemt toe
Over de pedalen
De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdzakelijk gebruiken als u piano speelt.
Soft Pedal
Sostenuto Pedal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, blijven noten doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord haalt.
Het indrukken van een demper pedaal op een akoestische piano zorgt, dat de snaren van andere noten dan die u speelt vibreren samen met dat wat u speelt, waardoor een rijke resonantie wordt geproduceerd. De HP201 simuleert deze natuurlijke vibratie (demper resonantie).
Damper Pedal
het pedaal en de vloer ontstaat, kan het pedaal beschadigen. In het bijzonder als de HP201 op tapijt werd geplaatst, moet u dit bijstellen zodat de pedalen stevig op de vloer staan.
Regelaar
Als de regelaar niet gemakkelijk draait, laat u één persoon de linker of rechterkant van de standaard optillen, zodat de andere persoon de regelaar gemakkelijker kan draaien en de aanpassing kan maken.
NOTE
Nadat de regelaar is bijgesteld, drukt u op de pedalen. Als de voorplaat beweegt, draait u de regelaar verder, zodat deze stevig contact met de vloer maakt.
NOTE
Nadat de piano is verplaatst, moet de regelaar altijd worden bijgesteld.
NOTE
U kunt de hoeveelheid resonantie, die met het demper pedaal wordt toegepast, veranderen. Zie ‘De resonantie van het demper pedaal veranderen (Damper Resonance)’ (p.34).
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
De noten die u speelt terwijl dit pedaal is ingedrukt, zullen doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
Over de regelaar
Als u voelt dat het pedaal instabiel is (bijvoorbeeld als u de HP201 naar een andere locatie heeft verplaatst), stelt u de regelaar die zich aan de onderkant van de pedalen bevindt als volgt bij.
• Draai aan de regelaar om deze te verlagen, zodat deze stevig met de vloer in contact staat. Als er ruimte tussen
14
De interne songs beluisteren
De HP201 heeft 65 piano Songs. De Songs worden achter elkaar afgespeeld.
fig.panel1-2
Voor meer details, zie ‘Interne Song lijst’ (p.43).
1 4 6 9 11 13 16 21 23 2518
2
3 5 7 8 10 12 14 15
C1 C2 C3 C6
De song die u opneemt
. . . . . .
57 59 61 64
58 60 62 63 6517 19 20 22 24 26
1. Terwijl u de [SONG] knop ingedrukt houdt, drukt u op de toets, die
correspondeert met de Song, die u wilt beluisteren.
De ingebouwde Songs worden achtereenvolgend toegewezen, beginnend met de B 0 toets.
* De Song die u opneemt (p.30) wordt aan de meest linker toets (A0) van het
toetsenbord toegewezen.
De Song begint te spelen als u de toets indrukt. Als de geselecteerde Song is afgespeeld, zal de volgende Song worden afgespeeld.
Als de laatste Song is gespeeld, begint het afspelen opnieuw vanaf de eerste Song. Als u echter een Song heeft opgenomen, zal die Song worden afgespeeld voordat de
eerste ingebouwde Song begint te spelen.
U kunt een Song ook afspelen door eenvoudigweg op de [SONG] knop te drukken. In dit geval wordt de Song, die u het laatst heeft geselecteerd, door een toets in te drukken, het eerst afgespeeld.
Het afspelen stoppen
2. Druk op de [SONG] knop, zodat de indicator op de knop uitdooft.
Het afspelen stopt. De volgende keer dat u op de [SONG] knop drukt, zal de Song die u het laatst heeft
geselecteerd door een toets in te drukken worden afgespeeld.
• U kunt het tempo van de Song veranderen, terwijl de Song speelt. De procedure is hetzelfde als die van ‘Het tempo van de metronoom veranderen’ (p.27).
• U kunt het metronoomgeluid (p.26) laten klinken, terwijl de Song wordt afgespeeld.
Als u een Song heeft opgenomen, zal de indicator van de [TONE] knop knipperen, terwijl u de [SONG] knop ingedrukt houdt.
Als u geen Song heeft opgenomen, wordt de eerste ingebouwde Song afgespeeld als u op de [SONG] knop drukt en dan op de A0 toets.
15
Spelen
Spelen met een verscheidenheid aan geluiden
De HP201 bevat 20 verschillende interne geluiden. U kunt een geluid ook selecteren door de [TONE] knop in te drukken en een toets,
waaraan een geluid is toegewezen. Het ‘Grand Piano 1’ geluid wordt geselecteerd als het instrument wordt aangezet.
fig.panel2-1
1
A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2
2
Voor meer details, zie ‘Geluidenlijst’ (p.42).
1. Druk op de [TONE] knop.
De indicator van de knop knippert.
2. Druk op een toets, waaraan een geluid is toegewezen.
De indicator van de [TONE] knop verandert van knipperend in verlicht.
Toetsen waaraan geluiden worden toegewezen: A0-E2 toetsen
Het door u geselecteerde geluid is hoorbaar als u op het toetsenbord speelt.
Geluid
Grand Piano1 A0
Grand Piano2 B0
Honky-tonk C1
Harpsichord D1
Pop E.Piano E1
FM E.Piano F1
Vibraphone G1
ChurchOrgan1 A1
ChurchOrgan2 B1
Nason flute 8' C2
Combo Jazz Organ D2
Ballad Organ E2
Ingedrukte toets
B0 Rich Strings
C1 Orchestra Strings
E1 Aerial Choir
F1 Soft Pad
A1 Morning Lite
B1 Harp
C2 Piano + Strings
E2 Piano + Choir
Geluid
U kunt ook van geluid veranderen door de [TONE] knop ingedrukt te houden en een toets in te drukken, waaraan een geluid is toegewezen.
NOTE
Als u op het toetsenbord speelt, terwijl u een geluid selecteert, zal er geen geluid te horen zijn.
16
Loading...
+ 36 hidden pages