Roland F-110 User Manual [nl]

Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMC 2004/108/EC.
Voor EU-Landen
Dit product dient apart bij een lokaal afvalstation te worden ingeleverd. Het mag niet samen met het huisvuil worden afgevoerd.
Wat u allemaal met
de
kunt doen
De piano bespelen
Verschillende geluiden spelen (p.21)
De F-110 bevat meer dan drie honderd geluiden voor veel speelplezier.
De aanslag van het toetsenbord aanpassen (p.21)
U kunt de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan uw speelsterkte aanpassen.
De stemming van het toetsenbord veranderen (p.22)
U kunt de ‘Transpose’ functie gebruiken om de toonhoogte van het toetsenbord te transponeren. Ook kunt u de stemming veranderen om Barok muziek en andere klassieke muziek met historisch correcte stemmingen te spelen (p.48).
Duetten spelen (p.46)
U kunt het toetsenbord in linker en rechter regio’s verdelen, en deze bespelen alsof het twee piano’s zijn.
De metronoom gebruiken (p.27)
Tijdens het spelen kunt u de metronoom laten klinken.
Het geluid verrijken
Het geluid dieper maken (p.42)
U kunt de natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid, karakteristiek voor een concertvleugel, produceren.
Het geluid levendiger maken (p.44)
U kunt het geluid helderder en levendiger maken.
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (p.22)
U kunt weerkaatsing (Reverb) toevoegen om het gevoel van het spelen in een concertzaal te simuleren.
Songs afspelen
De interne Songs afspelen (p.29)
De F-110 bevat 65 piano Songs. De titels van de interne Songs vindt u in de ‘Interne Song lijst’ (p.73).
Gedeeltes apart afspelen (p.30)
U kunt ervoor kiezen om de rechterhand, linkerhand of het begeleidingsgedeelte af te spelen, terwijl u een ander gedeelte oefent.
Opnemen
Uw uitvoeringen opnemen (p.33)
Het is gemakkelijk om dat wat u speelt op te nemen. Dit soort opnames geven u de mogelijkheid om uw eigen uitvoeringen te evalueren. U kunt ook elke hand apart opnemen.
Uw uitvoeringen opslaan (p.38)
Door u opgenomen Songs kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Handige
De paneelknoppen uitschakelen (p.57)
U kunt Panel Lock inschakelen, zodat de knoppen niet meer functioneren. Dit is een handige manier om onbedoelde veranderingen in instellingen, terwijl u speelt te voorkomen.
functie

Introductie

Dank u, en gefeliciteerd met uw keuze voor de F-110. Om u ervan te verzekeren dat u maximaal van de F-110 zult genieten, en volledig gebruikmaakt van zijn functionaliteit, leest u deze gebruikershandleiding zorgvuldig door.

Over de handleiding

Eerst moet u de ‘Voordat u gaat spelen’ sectie van de gebruikershandleiding (dit document) lezen. Hierin wordt uitgelegd hoe de adapter wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles uitgelegd, van de basis operaties waarbij de afspeelfuncties van de F-110 worden gebruikt, tot meer gevorderde verrichtingen, zoals de F-110 gebruiken om een Song op te nemen.

Drukafspraken in deze handleiding

Introductie
Om de verrichtingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende drukafspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano] knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen, zijn waarschuwingen die u zeker moet lezen.
• De nummers van pagina’s waarop aanvullende, gerelateerde informatie wordt verstrekt, worden als volgt weergegeven: (p. * *).
• De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in het scherm zwordt weergegeven. Wees er echter van bewust, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem kan hebben, dus wat u daadwerkelijk in het scherm ziet, kan mogelijk niet altijd overeenkomen met hetgeen in de handleiding wordt getoond.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN’(p.9) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’(p.12). In deze secties vindt u
belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de
gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe
apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
NOTE
Copyright © 2009 ROLAND EUROPE S.p.a
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND EUROPE gereproduceerd worden.
5
Introductie

Hoofdkenmerken

Pianogeluiden met een rijke resonantie en breed expressief bereik
Dit instrument wordt gekenmerkt door een piano geluidsgenerator die stereo sampling toepast, zodat deze in staat is het geluid van een kwaliteits concertvleugel op getrouwe wijze te herscheppen met zelfs de kleinste details, waaronder het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan. Een maximale polyfonie van 128 noten geeft u voldoende capaciteit, zelfs voor uitvoeringen waarbij het pedaal veelvuldig wordt gebruikt.
Meer dan driehonderd verschillende geluiden, niet alleen piano maar ook een brede reeks andere instrumenten, zijn ingebouwd. U kunt ook drum sets op het toetsenbord spelen.
Het speelgevoel van een concertvleugel
Het PHA alpha II toetsenbord geeft u een zwaardere aanslag in het lage register, die lichter wordt in het hoge register, het authentieke gevoel van een piano wordt hiermee nagebootst.
De pedaalpositie wordt feilloos gedetecteerd, zodat u het effect kunt variëren door de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt te veranderen. U kunt gebruikmaken van de manier waarop subtiele verschilden in pedaalgebruik het geluid beïnvloeden.
Compact ontwerp
Doordat de kastdiepte slechts 34 cm is, kunt u de F-110 overal in de kamer plaatsen, en de keuze in kast variaties (satijn zwart en wit) past bij alle stijlen.
Met het opvouwbare deksel kan het toetsenbord veilig in gesloten positie worden afgedekt, en fungeert ook als muzieksteun wanneer het omhoog staat.
De veelzijdige functionaliteit die u van een digitale piano verwacht
De galm van een concertzaal nabootsen
Naast een reverb effect van hoge kwaliteit hebben deze instrumenten ook een 3D Sound Control functie, welke de ruimtelijke diepte van een grote concertvleugel nabootst, en een Dynamic Sound Control functie, welke de consistentie en sterkte van het geluid verbetert. Zelfs als u via een koptelefoon luistert, kunt u deze effecten gebruiken om van geluiden met een superieure presence te genieten.
Handige functies om u te helpen bij het oefenen, en ingebouwde piano Songs met begeleiding
Een metronoom functie, en drie-track recorder, en interne Preset Songs met orkestbegeleiding maken deze elektronische piano een uitmuntende keuze voor pianolessen.
6
Data spelen en opslaan
De data die u met gebruik van de recorder opneemt, kan in het interne geheugen van de F-110 worden opgeslagen.
Inhoud
Inhoud
Introductie .................................................. 5
Over de handleiding.....................................................5
Drukafspraken in deze handleiding ...................................................5
Hoofdkenmerken ..........................................................6
HET APPARAAT OP EEN
VEILIGE MANIER GEBRUIKEN....................... 9
Belangrijke opmerkingen .......................... 12
Benamingen en functies............................. 14
Voorpaneel................................................................14
Achterpaneel .............................................................15
Onderpaneel (linksvoor) ..............................................15
Voordat u gaat spelen............................... 16
Voorbereidingen ........................................................16
Het pedaalsnoer aansluiten ............................................................16
De adapter aansluiten ...................................................................16
De klep openen en sluiten ..............................................................17
De stroom aan en uitzetten ..........................................18
Het volume van het geluid aanpassen ...........................18
Over de pedalen ........................................................19
Luisteren via koptelefoon..............................................19
De koptelefoon haak gebruiken ......................................................20
Spelen ...................................................... 21
Spelen met een verscheidenheid aan geluiden ...............21
De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord
aanpassen (Key Touch)................................................21
Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen
(Reverb effect) ............................................................22
De diepte van het Reverb effect veranderen......................................22
De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Transpose)22
Spelen met twee gestapelde Tones (Dual Play) ...............24
De Tone variaties veranderen .........................................................24
Spelen met verschillende Tones in de linker en
rechterkanten van het toetsenbord (Split)........................25
Veranderen van Tone groepen en Tone variaties...............................25
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen ..................................26
Spelen met de metronoom ...........................................27
Het tempo veranderen ...................................................................27
De maatsoort veranderen............................................................... 27
Het metronoom volume veranderen .................................................28
Een aftelling laten klinken om de timing accuraat
te houden ..................................................................28
Songs afspelen .......................................... 29
Songs beluisteren .......................................................29
Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play) .........30
Elk gedeelte apart beluisteren ......................................30
Het volume van het afspeelgeluid van de Song
veranderen................................................................31
Het tempo van een Song veranderen ............................ 31
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute) ............................. 31
De toonsoort van een afgespeelde Song veranderen
(Playback Transpose) .................................................. 32
Opnemen.................................................. 33
Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen ................... 33
Uw uitvoering apart voor elke hand opnemen................ 34
Uw spel samen met een Song opnemen ........................36
Opgenomen uitvoeringen wissen.................................. 37
Uw uitvoering opslaan............................... 38
Songs opslaan ........................................................... 38
Een Song wissen ........................................................ 39
Alle Songs wissen....................................................... 39
Verscheidene instellingen........................... 41
Basisbediening in de Functie modus.............................. 41
Aan geluid gerelateerde instellingen............................. 42
Ruimtelijke diepte aan het geluid toevoegen (3D Sound Control) ........ 42
De manier waarop Grand Space wordt toegepast veranderen
(3D Modus) ................................................................................. 43
De frequentie respons van de F-110 veranderen (Equalizer)............... 43
Het volume aanpassen (Master Gain).............................................. 43
Het geluid levendiger maken (Dynamics Sound Control) .................... 44
Toetsenbord instellingen .............................................. 45
De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance).............. 45
Specificeren waarop de Transpose functie van invloed is
(Transpose modus)........................................................................ 45
De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)... 45 Het toetsenbord verdelen voor een uitvoering met twee personen
(Twin Piano)................................................................................. 46
Pedal instellingen .......................................................47
De manier waarop het pedaal wordt toegepast veranderen
(Damper Pedal Part)...................................................................... 47
De manier waarop de pedalen werken veranderen
(Center/Left Pedal functie).............................................................. 47
7
Inhoud
Instellingen voor stemming ...........................................48
De toonhoogte met die van andere instrumenten overeen
laten komen (Master Tuning)........................................................... 48
De stemming aanpassen (Temperament) ..........................................48
Stretched Tuning ...........................................................................49
Instellingen voor piano geluiden ...................................50
Sympathische resonantie produceren als het demper pedaal wordt
ingedrukt (Damper Resonance) .......................................................50
De resonantie van de snaren reproduceren wanneer de toetsen
worden bespeeld (String Resonance) ............................................... 50
Geluiden spelen als de toetsen worden losgelaten
(Key Off Resonance)......................................................................50
Instelling voor de aftelling............................................51
Een aftelling laten klinken voordat de melodie begint (Countdown) .....51
Het gedeelte waarop de Countdown zal beginnen selecteren
(Countdown Part) .......................................................................... 51
Instellingen voor het afspelen van een Song...................52
Het gedeelte (Part) selecteren dat met de [E. Piano] knop gedempt is
(Accomp Track).............................................................................52
MIDI instellingen.........................................................52
VIMA TUNES aanbevolen geluiden veranderen
(Recommended Tone) ....................................................................52
Dubbele noten voorkomen tijdens het werken met een sequencer (Local
Control) .......................................................................................53
MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel).......................54
Opgenomen data naar een MIDI apparaat sturen
(Composer MIDI Out) ....................................................................54
Overige instellingen....................................................55
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK)...............................................55
De instellingen onthouden (Memory Backup) ....................................56
De instellingen opnieuw op de fabrieksstatus instellen
(Factory Reset) .............................................................................. 56
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) ...........................57
Probleemoplossing ....................................62
Storingsmeldingen.....................................65
Tone lijst.................................................... 66
Interne Song lijst........................................ 73
Parameters die met Memory Backup
worden opgeslagen opgeslagen................. 74
MDI Implementatiekaart............................. 76
Hoofdspecificaties...................................... 77
Index ........................................................ 79
Andere apparaten aansluiten .................... 58
Geluidsapparatuur aansluiten.......................................58
Externe luidsprekers op de F-110 aansluiten.....................................58
Geluiden van een geluidsapparaat via de F-110 spelen ....................59
MIDI apparaten aansluiten...........................................60
Een MIDI sequencer op de F-110 aansluiten..................................... 60
Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren door
de F-110 te bespelen.....................................................................60
Aansluiten op een computer.........................................61
8

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
WAARSCHUWING
Niet demonteren of wijzigen
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Niet op een instabiele locatie plaatsen
Dit apparaat en de adapter mogen nooit geopend (of gewijzigd) worden.
......................................................................................
Onderdelen niet repareren of vervangen
Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen. Indien een reparatie of vervanging van onderdelen nodig is, neemt u contact op met uw handelaar of een Roland Service Centrum.
......................................................................................
Niet installeren op de volgende locaties
• Locaties met extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop warmte genererende apparatuur)
• In vochtig ruimtes (bijvoorbeeld een badkamer, in de buurt van een wastafel of op een natte vloer) of plaatsen die aan stoom of rook onderhevig zijn of aan zout blootstaan of
• locaties waar regen kan vallen of
• locaties die extreem stoffig of zanderig zijn of
• locaties die aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig zijn
......................................................................................
Plaats dit apparaat niet op een instabiele standaard of een hellend oppervlak. U dient het op een stabiele en vlakke locatie plaatsen.
......................................................................................
Sluit de adapter op een stopcontact met een correct voltage aan
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat wordt geleverd. Ook moet het lijn voltage bij de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of voor een ander voltage zijn ontworpen, en gebruik daarvan kan tot beschadi­gingen, storingen of elektrische schokken leiden.
......................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
Gebruik alleen het bij het apparaat behorende netsnoer. Het bijbehorende netsnoer mag niet voor een ander apparaat worden gebruikt.
......................................................................................
9
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Buig het netsnoer niet, en plaats er geen zware objecten bovenop
Niet laten vallen of aan sterke schokken bloot­stellen
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
......................................................................................
Sluit niet teveel apparaten op één stopcontact aan
Sluit geen overmatig aantal elektrische apparaten op één stopcontact aan. Wanneer een meervoudige contactdoos wordt gebruikt, kan er door het overschrijden van de voorgeschreven capaciteit (wattage/ampères) van de contactdoos hitte gegenereerd worden, waardoor de kabel kan smelten.
......................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterker en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
......................................................................................
Geen vreemde objecten in het apparaat terecht laten komen
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokken.
......................................................................................
Voordat het apparaat in het buitenland wordt gebruikt
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw handelaar, een Roland Service centrum in de buurt of een erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie’ pagina te vinden zijn.
......................................................................................
Zorg, dat er geen vreemde objecten (brandbaar materiaal, munten, snoeren) in het apparaat terechtkomen. Deze kunnen kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
......................................................................................
Zet de stroom uit, wanneer afwijkingen of storingen optreden
Wanneer één van de volgende situaties zich voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (bijvoorbeeld door regen, enz.)
• Een afwijking of storing in het apparaat optreedt
......................................................................................
Laat kinderen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken
In huishoudens met kleine kinderen moet gelet worden op knoeien. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
......................................................................................
10
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Plaatsen in een goed geventileerde ruimte
Dit apparaat en de adapter dienen op een goed geventileerde locatie gebruikt te worden.
..........................................................................................................
De stekker vastpakken bij het aansluiten of loskop­pelen van het netsnoer
Als u het netsnoer in het apparaat zelf of in een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u het altijd bij de stekker vast, en nooit aan het snoer zelf.
..........................................................................................................
Regelmatig het stof van de stekker van het netsnoer verwijderen
Van tijd tot tijd moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald, en het stof er met een droge doek worden afgeveegd. U moet het netsnoer ook uit het stopcontact verwijderen als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt. Stof of vuil dat zich tussen de stekker en het stopcontact ophoopt, kan kortsluiting veroorzaken, mogelijk resulterend in brand.
..........................................................................................................
De kabels leiden voor de veiligheid
Zorg, dat de aangesloten kabels op een veilige manier geleid worden. Plaats de kabels buiten het bereik van kinderen.
..........................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
Ga niet op het apparaat staan, en plaats er geen zware objecten bovenop.
..........................................................................................................
De adapter nooit met natte handen aansluiten of loskoppelen
Sluit de adapter niet op het stopcontact aan en ontkoppel deze niet met natte handen.
..........................................................................................................
Voorzichtig bij het verplaatsen van dit apparaat
Wanneer het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de volgende aanwijzingen in acht. Vervolgens moet het apparaat door minimaal twee personen worden opgetild en gedragen, terwijl het voortdurend waterpas wordt gehouden. Wees voorzichtig dat uw handen niet bekneld raken of dat u het apparaat niet op uw voeten laat vallen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard is vastgezet niet losser zijn geworden. Indien dit het geval is, zet u deze direct vast.
• Ontkoppel het netsnoer.
• Ontkoppel externe apparaten.
• Sluit het deksel.
......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Haal de adapter uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt
Voordat u het apparaat reinigt, zet u de stroom uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.16).
..........................................................................................................
Wanneer er onweer dreigt, haalt u de adapter uit het stopcontact
Als er onweer dreigt, zet u direct de stroom uit en haalt u de adapter uit het stopcontact.
..........................................................................................................
Voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel, zodat uw vingers niet beklemd raken (p.17). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..........................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kinderen.
• Bijgeleverde onderdelen
• Schroeven om de standaard te monteren
• Schroeven om de standaard vast te zetten
• Snoerklem
• Vleugelmoer voor koptelefoon haak
• Verwijderde onderdelen
• Volumeknop
..........................................................................................................
Kijk uit voor brandwonden
Het gebied rond de DC In Jack en de kabelhaak op het achterpaneel zullen warm worden. Pas op dat u zich niet brandt.
..........................................................................................................
Over het rooster van de luidspreker
Het luidspreker rooster en de luidspreker mogen nooit verwijderd worden. De luidspreker kan niet door de gebruiker worden vervangen. Schok­gevaarlijke voltages en stroom bevinden zich binnen de behuizing.
..........................................................................................................
11

Belangrijke opmerkingen

Naast ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.9), neemt u de volgende waarschuwingen ook in acht.
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een elektrische motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adapter begint warmte te generen nadat deze gedurende lange tijd in gebruik is. Dit is normaal, en geen reden voor ongerustheid.
• Voordat u aansluitingen maakt, moet de stroom van alle apparaten worden uitgeschakeld om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers te voorkomen.
Locatie
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van de F-110 worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Als dit gebeurt, plaatst u het verder weg van de storingsbron of verandert u de richting van dit apparaat.
• Als dit apparaat in de buurt van een televisie of radio wordt gebruikt, kan kleurvervorming in het televisiescherm te zien zijn of er kan ruis in het radiogeluid optreden. Als dit gebeurt, plaats u dit apparaat verder weg.
• Zorg, dat een mobiele telefoon is uitgeschakeld of houdt deze ingeschakeld op voldoende afstand van dit apparaat. Als een mobiele telefoon dichtbij dit apparaat is, kan ruis hoorbaar zijn wanneer u gebeld wordt of belt of tijdens de conversatie.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, en laat het niet in een afgesloten voertuig achter. Laat ook geen verlichting, die normaalgesproken dicht op het apparaat wordt gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots gedurende langere tijd op één plaats op het apparaat schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurende langere tijd op het apparaat achter. Hierdoor kan vervorming of verkleuring ontstaan.
• Laat geen objecten bovenop het toetsenbord achter. Dit kan storingen veroorzaken, zoals geluid dat niet langer hoorbaar is.
• Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moet worden, kan de afwerking beschadigen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen zijn rubber voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen om te voorkomen dat dit gebeurt. Als u dit doet, moet u opletten dat het apparaat niet per ongeluk verschuift of verplaatst wordt.
Verzorging
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge doek schoon of gebruik een vochtige, licht uitgewrongen doek om vuil te verwijderen. Houten gedeeltes moeten in de richting van de nerf, met gelijkmatige druk worden schoongeveegd. Als u te hard op één plek wrijft, kan de afwerking beschadigen.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Onderhoud
Als u dit apparaat voor onderhoud aanbiedt, kan de inhoud van het geheugen verloren gaan. Wij doen onze uiterste best om de inhoud van het geheugen tijdens het onderhoud te behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij de opgeslagen inhoud niet hersteld kan worden, omdat er een storing in het geheugen heeft plaatsgevonden. Wees ervan bewust dat wij niet aansprakelijk zijn voor het herstellen van geheugeninhoud die verloren is gegaan of voor daaruit voortvloeiende consequenties.
12
Overige waarschuwingen
• Wij zijn niet verantwoordelijk voor het herstel van verloren geraakte inhoud van het interne geheugen, noch voor de gevolgen van dit soort verlies.
• Behandel de (druk) knoppen of ingang/uitgang Jacks niet met overmatige kracht, aangezien dit storingen kan veroorzaken.
• Als kabels worden aangesloten of ontkoppeld, houdt u de stekker vast (niet de kabel zelf) om kortsluiting of draadbreuk te voorkomen.
• Geniet van uw muziek, maar stoor mensen in uw omgeving niet, en let ‘s avonds in het bijzonder op het volume. Met gebruik van een koptelefoon, kunt u van de muziek genieten zonder u zorgen over anderen te maken.
• Als dit apparaat getransporteerd of verscheept wordt, dient het in een passende hoeveelheid schokabsorberend materiaal te worden verpakt. Zonder passende verpakking kunnen krassen, beschadigingen of storingen ontstaan.
• Wanneer het opvouwbare deksel als muzieksteun wordt gebruikt, behandelt u het voorzichtig. Let ook op dat uw vingers niet beklemd raken bij het openen en sluiten van het opvouwbare deksel. Zie p.17 voor details.
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
• Sommige aansluit kabels bevatten weerstanden. Gebruik dit soort kabels niet voor dit apparaat. Deze kunnen het volume extreem laag of onhoorbaar maken. Gebruik aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
• Steek uw vinger nooit in de bas reflex poort (gat) van de luidsprekerkast. U kunt zich aan de rand van het hout bezeren.
• Steek nooit vreemde objecten (brandbaar materiaal, munten, snoeren, enz.) in de bas reflex poort (gat) van de luidsprekerkast. Hierdoor kunnen beschadigingen of storingen optreden.
• Voordat het deksel van het toetsenbord wordt geopend of gesloten, moet u altijd controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren zijn die zich bovenop het instrument bevinden. (Deze moeten uit de buurt van het toetsenbord en het deksel worden gehouden). Anders kunnen kleine huisdieren, door het structurele ontwerp van dit instrument, in het instrument vast komen te zitten. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet, moet u direct de stroom uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen. Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument werd aangeschaft of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
• In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of de inhoud van dit product zonder voorafgaande mededeling veranderen.
Belangrijke opmerkingen
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XG lite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar
een patent portfolio dat zich bezighoudt met microprocessor architectuur, welke door Technology Properties Limited (TPL) is ontwikkeld. Roland heeft een licentie voor deze technologie van de TPL Groep.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
13

Benamingen en functies

Benamingen en functies

Voorpaneel

A
CEDFGHIJKLM
B
A [Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.18).
B [Volume] knop
Past het algehele volume van de F-110 aan (p.18). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee het koptelefoon volume aangepast (p.19).
C [Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijk aan dat wat u hoort als in een concertzaal wordt gespeeld.
D [Transpose] knop
Transponeert het toetsenbord en/of de Song (p.22). Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split] knop te drukken, kunt u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord bijstellen (p.21).
E [Split] knop
Verdeelt het toetsenbord in rechterhand en linkerhand gebieden, zodat u in elk gebied een ander geluid kunt spelen (p.25).
F TONE knoppen
Hier kunt u het geluid (geluidsgroep) selecteren, dat u hoort wanneer u het toetsenbord bespeelt (p.21).
G [ ] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne Preset Song of een Song die u heeft opgenomen af te spelen/te stoppen (p.29). Deze knop wordt ook gebruikt om te beginnen met het opnemen van uw uitvoering (p.33).
H [ ] (Rec) knop
Hiermee kan uw eigen uitvoering in de F-110 worden opgenomen (p.33).
I [–] knop
U kunt de vorige Song selecteren, door deze knop in te drukken, terwijl het Song selectie scherm wordt weergege­ven (p.29). Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, zal de Song worden teruggespoeld (p.29). Gebruik deze knop om variaties op het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt tevens gebruikt voor het bewerken van diverse waardes. Als de [-] en [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, worden de fabrieksinstellingen van de geselec­teerde parameters opnieuw ingesteld.
J [+] knop
U kunt de volgende Song selecteren, door deze knop in te drukken, terwijl het Song selectie scherm wordt weergege­ven (p.29). Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, zal de Song vooruit gespoeld worden (p.29). Gebruik deze knop om variaties op het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt tevens gebruikt voor het bewerken van diverse waardes. Als de [-] en [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, worden de fabrieksinstellingen van de geselec­teerde parameters opnieuw ingesteld.
K Beeldscherm
Hierin wordt het geluidsnummer, Song nummer, tempo, maatsoort, de namen van de functies die u selecteert, en de waarde van verscheidene instellingen getoond.
L [Song] knop
Hiermee kan de Song die afgespeeld wordt geselecteerd worden (p.29). U kunt deze knop ook indrukken om de instelling van het huidige tempo of de maatsoort te contro­leren.
M [Metronome] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.27). Hiermee kan ook een aftelgeluid voordat de Song begint worden gespeeld, zodat u de timing van uw spel met de Song overeen kunt laten komen (p.28).
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock functie kunt u alle knoppen uitschakelen. Hiermee kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen. Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.57).
14

Achterpaneel

NOP
Benamingen en functies
QR
T
S
N MIDI In/Out aansluitingen
Deze kunnen op externe MIDI apparaten worden aange­sloten, voor het overbrengen van uitvoeringsdata (p.60).
O Ingang Jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch muziekinstrument worden aangesloten om het aangeslo­ten apparaat via de luidsprekers van de F-110 te beluiste­ren (p.59).
P Uitgang Jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of externe actieve luidspre­kers worden aangesloten, voor het reproduceren van het F-110 geluid (p.58).

Onderpaneel (linksvoor)

U Koptelefoon Jacks
Hier kunt u koptelefoons aansluiten. Op de F-110 kunnen twee koptelefoons tegelijk worden gebruikt (p.19).
V Koptelefoon haak
Wanneer u de koptelefoon(s) niet gebruikt, kunt u deze op de koptelefoon haak hangen.
Q DC In Jack (DC ingang)
Sluit hier de bijgeleverde adapter aan (p.16).
R Snoer haak
Gebruik deze om het snoer van de bijgeleverde adapter in op te bergen (p.16).
S Aarde klem
Voor extra veiligheid kunt u deze schroef met een aarding staaf of een geaarde kabel verbinden.
T Pedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de hiervoor bedoelde stan­daard op deze aansluiting aan (p.16).
U
V
15

Voordat u gaat spelen

Voordat u gaat spelen

Voorbereidingen

3. Zoals in het diagram wordt getoond, wikkelt u
het adapter snoer rond de snoerhaak om dit vast te zetten.

Het pedaalsnoer aansluiten

Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting op het achterpaneel van de F-110 aan.
NOTE
Steek de pedaalkabel helemaal in de Pedal aansluiting.

De adapter aansluiten

921
NOTE
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
1. Verbind de bijgeleverde adapter en het snoer.
De indicator licht op als u de adapter in een stopcontact steekt.
Adapter
Indicator
Plaats de adapter zodanig dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst, en de kant met de tekst informatie naar beneden wijst.
NOTE
Afhankelijk van uw regio kan het bijgeleverde netsnoer verschillen van dat wat hierboven wordt getoond.
Netsnoer
Naar een stopcontact
2. Steek de adapter in de DC In Jack op het
achterpaneel.
Achterpaneel
Snoerhaak
Aarde klem
4. Steek het netsnoer in een stopcontact.
Indien nodig zet u het adaptersnoer met de snoerklemmen vast (bijlage: De F-110 monteren).
NOTE
Gebruik alleen de adapter die bij dit product wordt geleverd. Zorg ook dat het lijn voltage bij de installatie overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage zijn ontworpen, dus gebruik hiervan kan tot beschadigingen, storingen of elektrische schokken leiden.
NOTE
Om een stroomonderbreking (mocht de stekker er per ongeluk worden uitgetrokken) en overmatige belasting van de adapter Jack te voorkomen, zet u het netsnoer vast met gebruik van de snoerhaak, zoals in de illustratie wordt getoond. Zelfs als het snoer is vastgezet, kan dit beschadigen of breken wanneer er overmatige druk op het snoer wordt uitgeoefend. Let op dat er niet per ongeluk aan het snoer wordt getrokken, en pas er geen overmatige kracht op toe.
NOTE
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een onaangename sensatie ervaren of bemerken dat het oppervlak korrelig aanvoelt als u dit apparaat of de metalen gedeeltes van andere aangesloten objecten aanraakt. Dit is te wijten aan een minimale elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Echter, als u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u de aarde klem (zie figuur) met een externe aarde. Wanneer het apparaat geaard is, kan een lichte zoem hoorbaar zijn. Als u onzeker bent over de manier van aansluiten, raadpleegt u een Roland Service Centrum in de buurt of een erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie’ pagina is te vinden.
Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting
• Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonlijn aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem).
16
Voordat u gaat spelen
X
X
X
X
X

De klep openen en sluiten

NOTE
De klep dient altijd met twee handen geopend en gesloten te worden. Hoewel de klep van de F-110 zo ontworpen is dat deze langzaam en voorzichtig sluit, wordt het deksel onmiddellijk gesloten als dit slechts op een kier is geopend, en sluit als het naar beneden wordt gedrukt. Pas op dat uw vingers niet beklemd raken tussen de klep en de toetsen.
Het deksel openen
1. Pak het deksel vast, en duw dit met twee
handen in de richting van de achterkant van de F-110.
Het deksel sluiten
1. Pak het deksel met beide handen vast, en laat
het voorzichtig zakken.
fig.lidclose2
NOTE
Wanneer kinderen dit apparaat gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
NOTE
Wanneer de piano verplaatst moet worden, moet het deksel gesloten zijn om ongelukken te voorkomen. Bovendien mag u het apparaat niet bij het deksel vastpakken wanneer het vervoert of geplaatst wordt.
NOTE
Let op dat uw vingers tijdens het openen en sluiten van het deksel niet klem komen te zitten.
2. Duw het deksel naar achteren, totdat deze
helemaal omhoog staat (zie illustratie).
fig.lidopen2
X
NOTE
Steek uw vingers nooit tussen de twee vouwgedeeltes tijdens het openen of sluiten van het deksel. Wanneer het deksel wordt gesloten, mag u het nooit vasthouden in het gebied waar de twee gedeeltes samenvouwen om te voorkomen dat uw vingers beklemd raken. Duw nooit tegen het deksel, terwijl het open is, aangezien de F-110 naar achteren kan vallen indien deze niet tegen een muur is geplaatst.
X
17
Voordat u gaat spelen
fig.lidcaution

De stroom aan en uitzetten

NOTE
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links om
2. Druk op de [Power] schakelaar.
NOTE
Nu u alles op juiste wijze heeft aangesloten, kunt u de stroom als volgt aanzetten. Als deze stappen niet in de juiste volgorde worden uitgevoerd, riskeert u storingen of beschadigingen aan luidsprekers.
het volume te minimaliseren.
Ingedrukt
AAN
De stroom wordt ingeschakeld, en de [Piano] en [Reverb] knoppen lichten op.
Na korte tijd kunt u geluiden produceren door het toetsenbord te bespelen.
Als gevolg van een circuit beveiliging, duurt het nadat de stroom is aangezet korte tijd voordat dit apparaat gereed is voor normale werking.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Niet ingedrukt
UIT
Het scherm wordt zwart, en de stroom is uitgeschakeld.

Het volume van het geluid aanpassen

Hier ziet u hoe het volume van dat wat u op het toetsenbord speelt of het afspeel volume van een interne Song wordt aangepast.
Als een koptelefoon is aangesloten, gebruikt u de [VOLUME] knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1. Draai aan de [VOLUME] knop om het algehele
volume bij te stellen.
Pas het volume aan, terwijl u op het toetsenbord speelt. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het
volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid, neemt het volume af.
Min
Max
3. Gebruik de [Volume] knop om het volume aan
te passen.
De stroom uitzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links om
het volume te minimaliseren.
18
Voordat u gaat spelen

Over de pedalen

De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdzakelijk gebruiken wanneer u piano speelt.
fig.Pedals-e.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken (Sustain).
Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord neemt.
De lengte van de Sustain verandert subtiel, afhankelijk van de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
Als het demper pedaal op een akoestische piano wordt ingedrukt, zullen andere snaren dan die van de noten die u speelt ook vibreren, hetgeen een rijke resonantie produceert. De F-110 simuleert deze sympathische vibratie (demper resonantie).
U kunt het geluid van de sympathische vibratie veranderen. Zie p.50.
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de noten doorklinken van de toetsen die al ingedrukt waren toen het pedaal werd ingedrukt.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt met een ingedrukt soft pedaal, wordt een geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als het normaalgesproken is, wanneer met dezelfde sterkte wordt gespeeld. Dit is dezelfde functie als het linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel gevarieerd worden, afhankelijk van de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
De functies van het sostenuto pedaal en het soft pedaal kunnen veranderd worden. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Middelste/ linker pedaal functie)’ (p.47).
NOTE
Als u de pedaalkabel uit de F-110 haalt, terwijl de stroom aan is, zal het pedaaleffect toegepast blijven worden. U moet de pedaalkabel aansluiten of ontkoppelen, terwijl de F-110 is uitgeschakeld.

Luisteren via koptelefoon

U kunt een koptelefoon gebruiken om van de F-110 te genieten zonder anderen te storen, bijvoorbeeld ‘s nachts. Aangezien de F-110 twee koptelefoon Jacks heeft, kunnen twee personen tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kan deze op één van de twee koptelefoon Jacks worden aangesloten.
Koptelefoon
fig.Headphones-e.eps
1. Steek de koptelefoon plug in de PHONES Jack,
aan de linkerkant op het onderpaneel van de F-110.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid via de luidsprekers uitgevoerd.
2. Gebruik de [VOLUME] knop van de F-110
(p.18) om het koptelefoon volume aan te passen.
Opletten bij gebruik van een koptelefoon
• Om beschadigingen aan de interne geleiders te voorkomen, vermijdt u een ruwe behandeling. Als een koptelefoon wordt gebruikt, houdt u deze zo veel mogelijk bij de stekker of de koptelefoon zelf vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al verhoogd is wanneer de koptelefoon wordt aangesloten. Minimaliseer het volume voordat u een koptelefoon aansluit.
• Overmatige invoer zal niet alleen uw gehoor
19
Voordat u gaat spelen
beschadigen, maar is ook een zware belasting voor de koptelefoon. Geniet van muziek op een passend volumeniveau.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo 1/4'' plug.

De koptelefoon haak gebruiken

Wanneer de koptelefoon niet wordt gebruikt, kunt u deze op de koptelefoon haak van de F-110 hangen.
De koptelefoon haak monteren
1. Druk en draai de bij de F-110 geleverde
koptelefoon haak in het gat links onder op de F-110 (zie figuur hieronder).
2. Draai aan de koptelefoon vleugelmoer om de
koptelefoon haak vast te zetten.
NOTE
20
Koptelefoon haak
Hang niets anders dan een koptelefoon aan de koptelefoon haak op, anders kan het instrument of de haak beschadigen.

Spelen

De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock functie kunt u alle knoppen uitschakelen. Hiermee kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen. Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.57).

Spelen met een verscheidenheid aan geluiden

De F-110 biedt meer dan 300 verschillende interne geluiden, zodat u kunt spelen met klanken die voor vele types muziek geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ (klanken) genoemd. De Tones zijn in 4 verschillende groepen verdeeld, en elke groep is aan een andere Tone knop toegewezen.
De Tone ‘Grand Piano 1’ is geselecteerd als het instrument wordt aangezet.
1. Druk op de Tone knop om een geluidsgroep te
selecteren.
U zult de Tone die aan Tone nummer 1 is toegewezen horen, binnen de geselecteerde Tone groep. Speel een paar noten op het toetsenbord. In het scherm wordt het nummer van de op dat moment geselecteerde Tone weergegeven.
Spelen

De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (Key Touch)

U kunt de aanslaggevoeligheid of de repons van de toetsen, aanpassen.
De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord kan aangepast worden op de speelsterkte van de persoon die op dat moment speelt.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om een geluid uit de
Tone groep te selecteren.
De Tone die u heeft geselecteerd is hoorbaar als u op het toetsenbord speelt.
De volgende keer dat u deze Tone knop selecteert, zal het hier geselecteerde geluid te horen zijn.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, verandert de indicatie in het scherm als volgt.
Over de Tone, zie de ‘Tone lijst’ (p.66).
NOTE
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
1. Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de
[Split] knop.
In het scherm wordt nu de huidige Key Touch instelling getoond.
2. Blijf de [Transpose] en [Split] knoppen ingedrukt
houden, en druk op de [-] of [+] knop om de aanslaggevoeligheid te selecteren.
Bericht Omschrijving
Het geluid wordt op een vaststaand volume gespeeld, ongeacht de sterkte
Fixed
Super Light
Light
waarmee de toetsen worden bespeeld. Deze instelling produceert de lichtste
aanslag.
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken met een minder sterke aanslag dan ‘medium’, dus het toetsenbord voelt lichter aan. Deze instelling maakt spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen.
21
Spelen
NOTE
NOTE
Bericht Omschrijving
Hiermee wordt de standaard aanslag ingesteld. U kunt met de meest natuurlijke
Medium
Heavy
Super Heavy
Laat de [Transpose] en [Shift] knoppen los.
3.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
aanslag spelen. Dit lijkt het meest op de aanslag van een akoestische piano.
U moet de toetsen harder aanslaan dan ‘medium’ om fortissimo (ff) te spelen, dus het toetsenbord voelt zwaarder aan. Dynamisch spel geeft dat wat u speelt nog meer gevoel.
Deze instelling produceert de zwaarste aanslag.

Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen (Reverb effect)

U kunt een Reverb effect toepassen op de noten die u op het toetsenbord speelt. Met het Reverb effect kan een aangename weerkaatsing worden verkregen, zodat het klinkt alsof u in een concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-]
of [+] knop.
De diepte van het Reverb effect verschijnt in het scherm.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
U kunt geen aparte Reverb effect diepte instellingen voor elke individuele Tone maken.
Het effect wordt met dezelfde diepte op alle Tones toegepast.
De Reverb diepte van de Song die wordt afgespeeld wordt hiermee niet veranderd.

De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Transpose)

Met de ‘Transpose’ functie kunt u een Song in een andere toonsoort spelen. Als u een zanger begeleidt, kunt u de Transpose functie gebruiken om de toonhoogte naar een toonsoort te verschuiven die comfortabel is voor de zanger, terwijl u in dezelfde bekende toonsoort blijft spelen (vingerzettingen).
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonhoogte van uw spel te transponeren, zonder dat de speellocatie op het toetsenbord verandert. Als de Song bijvoorbeeld in een
moeilijke toonsoort met veel kruizen ( ) of mollen ( ) staat, kunt u deze naar een toonsoort transponeren die voor u gemakkelijker te spelen is.
1. Druk op de [Reverb] knop, zodat deze verlicht is.
(Als u deze knop niet heeft ingedrukt sinds de F-110 werd aangezet, is de indicator al verlicht, dus hoeft de knop niet ingedrukt te worden).
Speel enkele noten op het toetsenbord. Het Reverb effect wordt op het totale geluid toegepast.
Het Reverb effect uitschakelen
1.
Druk op de [Reverb] knop, zodat de verlichting uitdooft.
NOTE
Reverb wordt niet toegepast als Twin Piano is ingeschakeld met Twin Piano Modus ‘2’ geselecteerd.

De diepte van het Reverb effect veranderen

U kunt tien diepte niveaus voor het Reverb effect selecteren.
22
Op de F-110 kan de toonhoogte van alleen het toetsenbord, de toonhoogte van het toetsenbord en de Song samen of de toonhoogte van alleen de Song getransponeerd worden (Playback Transpose: p.32)
(Transpose Modus: p.45). Vanuit de fabriek is de F-110 zo ingesteld dat de toonhoogte
van het toetsenbord en Song samen worden getransponeerd.
1. Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de
toets die met de grondtoon van de gewenste toonsoort correspondeert. (In dit geval zal de noot niet te horen zijn).
De Transpose instelling waarde blijft in het scherm zichtbaar, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt wordt gehouden.
U kunt deze instelling ook aanpassen door de [Transpose] knop ingedrukt te houden en de [-]
[+] knoppen te gebruiken. De beschikbare reeks is –6~0~5 (stappen van een halve toon).
Als dit op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten. Als de transpositiewaarde niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Transpose functie aan/uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop loslaat, keert u naar het vorige scherm terug.
Door de [Transpose] knop ingedrukt te houden
en beide [-] en [+] knoppen tegelijk in te
drukken, keert de instelling naar zijn
oorspronkelijke waarde (0) terug.
NOTE
NOTE
NOTE
Als u de Transpose Modus functie (p.45) op
‘SnG’ (Song Playback) instelt, zal de Transpose
functie niet worden toegepast.
Het geselecteerde transpositie interval wordt niet
gebruikt als u enkele noten op het toetsenbord
speelt, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt
wordt gehouden (als u dit doet, zal het
transpositie interval veranderd worden). Om te
controleren of u het correcte transpositie interval
heeft geselecteerd, moet u de [Transpose] knop
loslaten.
De transpositiewaarde keert naar ‘0’ terug als
de stroom wordt uitgezet of een andere Song
wordt geselecteerd.
Spelen
Voorbeeld: een Song in de toonsoort E Majeur spelen, na transpositie naar C Majeur
Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de E toets (aangezien E de grondtoon is).
Tellend vanaf C als referentiepunt, gaat u vier toetsen omhoog, inclusief de zwarte toetsen om E te bereiken, en dus verschijnt ‘4’ in het scherm.
Als u speeltC E G Zal te horen zijnE G# B
23
Spelen

Spelen met twee gestapelde Tones (Dual Play)

U kunt met één toets twee verschillende geluiden tegelijk spelen. Deze uitvoeringsmethode wordt ‘Dual Play’ genoemd.
Bij wijze van voorbeeld gaan we piano en strings geluiden stapelen.
1. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en druk op de
[Strings] knop.
De indicators van beide knoppen lichten op. Speel enkele noten op het toetsenbord. Zowel de piano
als de strings geluiden worden gespeeld. Als twee Tone knoppen tegelijk op deze manier worden
ingedrukt, wordt Dual Play geactiveerd. Van de twee geselecteerde Tones wordt die voor de
linker Tone knop ‘Tone 1’ genoemd, en die voor de rechter knop wordt ‘Tone 2 ‘ genoemd.
NOTE
NOTE
U kunt Dual Play niet selecteren als Split
Performance of Twin Piano is ingeschakeld.
Kijk op p.45 om te zien hoe de balans tussen de
twee geselecteerde geluiden ingesteld kan
worden.

De Tone variaties veranderen

Tone 1 veranderen
1.
Druk op de [-] of [+] knop.
Tone 2 veranderen
1.
Houd de Tone knop van Tone 2 (de meest rechtse van de verlichte Tone knoppen) ingedrukt, en druk op de [-] of [+] knop.
Dual Play uitschakelen
1.
Druk op één van de Tone knoppen.
Nu hoort u alleen het geluid van de knop die u indrukte.
U kunt de toonhoogte van Tone 2 met één
octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte
in stappen van een octaaf veranderen (Octave
Shift)’ (p.45).
Als u het demper pedaal indrukt, terwijl Dual
Performance wordt gebruikt, zal het effect op
zowel Tone 1 als Tone 2 worden toegepast.
Deze instelling kan echter veranderd worden,
zodat het demper pedaal effect op slechts één
van de Tones wordt toegepast. Zie ‘De manier
waarop het demper pedaal wordt toegepast
veranderen (Damper Pedal Part)’ (p. 47).
NOTE
Afhankelijk van de combinatie van de twee
Tones, kan het effect mogelijk niet op Tone 2
worden toegepast.
24
Spelen

Spelen met verschillende Tones in de linker en rechterkanten van het toetsenbord (Split)

Spelen, terwijl het toetsenbord op een bepaalde toets in een linkerkant en een rechterkant is verdeeld, wordt ‘Split Play’ genoemd, en het punt waarop het toetsenbord wordt verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd. In Split Play kunt u in de linker en rechterkant een verschillend geluid laten klinken.
Met de fabrieksinstellingen is het splitspunt op ‘F 3’ ingesteld. De splitspunt toets behoort tot de linkerkant. In Split Play wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld het ‘rechterhand geluid’ genoemd, en het geluid
dat aan de linkerkant wordt gespeeld, wordt het ‘Linkerhand geluid’ genoemd.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (Fabrieksinstelling: F#3)
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0 C2 C3 C4 C5 C8B7
Linkerhand geluid Rechterhand geluid
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe de Tone van de [Piano] knop als onderdeel van een Split uitvoering wordt gespeeld.
1. Druk op de [Piano] knop.
Nu is het piano geluid geselecteerd.
2. Druk op de [Split] knop, zodat de indicator oplicht.
Het toetsenbord wordt in een linker en een rechterkant verdeeld.
De F 3 toets vormt de scheiding tussen de linker en rechterkanten van het toetsenbord. De rechterhand sectie van het toetsenbord speelt een pianogeluid, en de linkerhand sectie speelt een ‘A. Bass+Cymbal’ geluid.
Split Play uitschakelen
1.
Druk op de [Split] knop, zodat de verlichting uitdooft.
Het geluid van de rechterhand wordt het geluid voor het gehele toetsenbord.
Als u van Dual Play (p.24) naar Split Play
overschakelt, wordt de Tone 1 die in Dual Play
wordt gebruikt, als het rechterhand geluid voor
Split Play geselecteerd.

Veranderen van Tone groepen en Tone variaties

Het rechterhand geluid veranderen
1.
Druk op de Tone knop om een Tone groep te selecteren.
2. Druk op de [-] of [+] knop om een Variatie Tone te
selecteren.
Het linkerhand geluid veranderen
1.
Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de Tone knop om een Tone groep te selecteren.
2. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de [-] of
[+] knop om een variatie Tone te selecteren.
U kunt de toonhoogte van het linkerhand geluid één octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)’ (p.45).
25
Spelen

Het splitspunt van het toetsenbord veranderen

U kunt het splitspunt veranderen (de toets waarop het toetsenbord wordt verdeeld).
Het splitspunt kan op elke waarde van B1 tot B6 worden ingesteld.
Vanuit de fabriek is dit op ‘F 3’ ingesteld.
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een
toets die als het splitspunt wordt ingesteld.
De toets die u indrukte wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm.
Splitspunt (Fabrieksinstelling F#3)
C1 B1 B6A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Reeks waarbinnen het splitspunt gespecificeerd kan worden (B1-B6)
De toets die als splitspunt wordt gebruikt, behoort tot de linkerhand sectie van het toetsenbord.
De vorige weegave zal opnieuw verschijnen als de toets wordt losgelaten.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
26

Spelen met de metronoom

NOTE
Spelen
U kunt spelen, terwijl de metronoom te horen is. De F-110 biedt een veelzijdige metronoom functie. U kunt het
volume of de maatsoort van de metronoom aanpassen. Als een Song speelt, zal de metronoom klinken volgens het
tempo en maatsoort van die Song.
1. Druk op de [Metronome] knop, zodat deze is
verlicht.
De metronoom is hoorbaar en de huidig geselecteerde tempo waarde wordt kort weergegeven.
De [Metronome] knop knippert rood en groen, in de maat van de op dat moment geselecteerde maatsoort.
De indicator is rood verlicht op de sterke tellen, en groen op de zwakke tellen.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, zal de
indicatie in het scherm in het volgende
veranderen.
2. Druk op de [-] of [+] knop om het tempo aan te
passen.
Correspondentie tussen maatsoort en tempo weergave
Beat Tempo Value
2/2
=5–250
x/4 
=10–500
3/8 
=20–999
6/8, 9/8, 12/8
= 7–333

De maatsoort veranderen

1. Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
maatsoort waarde wordt weergegeven.
De maatsoort waarde is een numerieke indicatie met een punt (‘.’) in het midden.
2. Druk op de [-] of [+] knop om de maatsoort te
selecteren.
Weergave Maatsoort Weergave Maatsoort
De metronoom functie stoppen
1.
Druk op de [Metronome] knop.

Het tempo veranderen

1. Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
tempo waarde wordt weergegeven.
De tempo waarde is een numerieke indicatie zonder ‘P’, ‘U’ of een ‘.’ (punt) in het midden.
2/2 6/4
Alleen zwakke tellen klinken
2/4 3/8
3/4 6/8
4/4 9/8
5/4 12/8
Wanneer u uw uitvoering opneemt, zal deze in de maatsoort die geselecteerd is worden opgenomen.
Als u een Song afspeelt, wordt de maatsoort van de metronoom op de maatsoort van die Song ingesteld.
De maatsoort van de metronoom kan niet veranderd worden, terwijl een Song wordt afgespeeld.
7/4
De [Song] knop licht op.
27
Spelen

Het metronoom volume veranderen

Het volume van de metronoom kan aangepast worden. Hiervoor zijn 11 volumeniveaus beschikbaar.
1. Terwijl u de [Metronome] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de [-] of [+] knop.
In het scherm wordt het metronoom volume weergegeven.
Als het metronoom volume op ‘0’ is ingesteld,
zal het metronoomgeluid niet gespeeld worden.

Een aftelling laten klinken om de timing accuraat te houden

Een ‘Count-In’ is een aftelling die te horen is voordat de Song begint te spelen.
Als u met een Song meespeelt, kun t u een aftelling laten klinken om uw spel gemakkelijker met de Song te synchroniseren.
1. Druk op de [ ] knop, terwijl de metronoom
klinkt.
Een aftelling van twee maten is te horen voordat de Song begint te spelen.
Een ‘Count-Down’ is een aftelling die te horen is
aan het eind van de introductie van de Song
(voordat u op het toetsenbord begint te spelen,
zie p.51).
28

Songs afspelen

Wanneer het volgende in het scherm verschijnt
Als u een Song heeft opgenomen maar deze nog niet heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ verschijnen, knipperend, als u een Song selecteert.
U kunt geen andere Song afspelen als het geheugen nog steeds een niet opgeslagen Song bevat.
Als u de uitvoering wilt verwijderen en de Song wilt afspelen, drukt u op de [ ] knop. Als u uw uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ] knop. Om de opgenomen uitvoering op te slaan, kijkt u bij ‘Songs
opslaan’ (p.38).
Song in het interne geheugen
Een nieuwe song die u opneemt
Interne Preset song

Songs beluisteren

Hier ziet u hoe de interne Songs, Songs uit het interne geheugen, beluisterd kunnen worden.
De F-110 biedt 65 piano Songs als interne Preset Songs.
Een Song selecteren
1.
Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat het ‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Songs afspelen
2. Druk op de [-] of [+] knop om een Song te
selecteren.
Een Song spelen
3.
Druk op de [ ] knop.
De geselecteerde Song wordt tot het eind gespeeld, waarna het afspelen stopt.
Om het afspelen voor het eind te stoppen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
De volgende keer dat u op de [ ] knop drukt, zal het afspelen verdergaan vanaf het punt waarop u bent gestopt.
Vooruitspoelen en terugspoelen
• Druk op de [+] knop om naar het begin van de volgende Song te gaan.
• Druk op de [-] knop om naar het begin van de huidig geselecteerde Song te gaan. Als u zich al aan het begin van de Song bevindt, zult u naar het begin van de vorige Song gaan.
• Als u de [+] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song speelt, zal de Song vooruitspoelen. Als u op deze knop drukt, zal het maatnummer gedurende enkele seconden worden weergegeven.
• Als u de [-] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song speelt, zal de Song terugspoelen.
Over het Song Select scherm
Elke keer dat u de [+] of [-] knop indrukt, verandert het Song Select scherm als volgt.
NOTE
Indicaties zoals ‘U. * *’ zullen niet verschijnen als er geen Songs in het interne geheugen zijn opgeslagen.
Zie ‘Interne Song lijst’ (p.73) voor de namen van de interne Songs.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, zal de indicatie in het scherm als volgt veranderen.
29
Songs afspelen
NOTE

Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play)

Hier ziet u hoe alle interne Songs herhaaldelijk opeenvolgend afgespeeld worden.
1. Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat
het ‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song en het
geheugengebied (‘P’ of ‘U’) waar u wilt dat het afspelen begint te selecteren.
3. Terwijl u de [Song] knop ingedrukt houdt, drukt u
op de [ ] knop.
In het scherm wordt ‘ALL’ weergegeven, en de Songs worden opeenvolgend gespeeld, beginnend bij de geselecteerde Song.
Wanneer de laatste Song is gespeeld, keert het afspelen naar de eerste Song terug, en gaat dan verder.

Elk gedeelte apart beluisteren

Als interne Songs worden afgespeeld, kunnen de uitvoeringsgedeeltes die gespeeld zullen worden geselecteerd worden.
U kunt elke hand ook apart oefenen, terwijl u met de Song meespeelt.
De uitvoeringsdata is aan de Track knoppen toegewezen, zoals hieronder wordt getoond.
Begeleidings-
gedeelte Linkerhand gedeelte
De uitvoering van de linkerhand wordt aan de [String] knop toegewezen, de uitvoering van de rechterhand wordt aan de [Others] knop toegewezen, en overige uitvoeringen worden aan de [E. Piano] knop toegewezen. ‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziekdata wordt bewaard.
Rechterhand gedeelte
De Songs in het geselecteerde geheugengebied worden opeenvolgend afgespeeld.
4. Om het afspelen te stoppen, drukt u op de
[ ] knop zodat de indicator uitdooft.
Nadat u de [ ] knop heeft ingedrukt om het afspelen te stoppen, en u de [ ] knop
nogmaals indrukt, zal de Song worden afgespeeld vanaf de locatie waarop u bent gestopt, maar de volgende Song wordt niet afgespeeld. Als u opnieuw alle Songs wilt afspelen, houdt u de [Song] knop ingedrukt en
drukt u op de [ ] knop. Zie ‘Interne Song lijst’ (p.73) voor de namen van
de interne Songs.
1. Selecteer de Song die u wilt spelen (p.29).
2. Druk op de [ ] knop om de Song af te
spelen.
3. Houdt de [ ] knop ingedrukt, en selecteer
het gedeelte dat u niet wilt afspelen.
Druk op de [E. Piano], [Strings] of [Others] knop. De knop die u indrukt gaat uit, en het toegewezen
gedeelte (zie hierboven) is niet langer hoorbaar.
Als u het rechterhand gedeelte wilt oefenen, houdt u de [ ] knop ingedrukt en drukt u
op [Others] om deze uit te zetten. Als u de Song afspeelt, wordt het rechterhand gedeelte niet gespeeld.
U kunt het gedeelte dat gedempt wordt selecteren als u de [E. Piano] knop indrukt en zijn verlichting uitzet. Zie p.52.
Als u het begeleidingsgedeelte dempt voordat het afspelen wordt geïnitieerd, kunt u het intro overslaan.
Mute (demping) instellingen worden opgeheven als u naar een andere Song overschakelt.
30
Songs afspelen
NOTE

Het volume van het afspeelgeluid van de Song veranderen

Hier ziet u hoe het volume waarop de Song wordt afgespeeld veranderd kan worden.
Als u met een Song meespeelt om te oefenen, kunt u hiermee de volumebalans tussen uw uitvoering op het toetsenbord en het afspeelgeluid van de Song bijstellen.
1. Terwijl u de [ ] knop ingedrukt houdt, drukt
u op de [-] [+] knoppen.
Het afspeelvolume van de Song wordt weergegeven, terwijl u de [ ] knop ingedrukt houdt. Het afspeelvolume kan op elke waarde tussen 0 en 127
worden ingesteld.
NOTE
Als u de stroom uitzet, keert het afspeelvolume van de Song naar ‘127’ terug.

Het tempo van een Song veranderen

U kunt het tempo waarop de Song wordt afgespeeld veranderen.
Als u één van de interne Songs oefent, kan het meespelen met een moeilijke Song gemakkelijker worden als het tempo wordt verlaagd.
1. Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
tempo waarde wordt weergegeven.
De tempo waarde is een numerieke indicatie zonder ‘P’, ‘U’ of ‘.’ (punt). De [Song] knop licht op.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om het tempo te
veranderen.

Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute)

Sommige interne Preset Songs hebben een tempo dat tijdens de Song verandert.
Hier ziet u hoe deze Songs op een vaststaand, niet veranderend tempo afgespeeld kunnen worden.
1. Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
tempo waarde wordt weergegeven.
De tempo waarde is een numerieke indicatie zonder ‘P’, ‘U’ of ‘.’ (punt). De [Song] knop licht op.
2. Blijf de [Song] knop ingedrukt houden, en gebruik
de [-] [+] knoppen om de instelling te veranderen.
Knop Weergave Uitleg
De in de Song opgenomen
[+] Dot
[–] No dot
tempowisselingen worden genegeerd, en de Song wordt op een vaststand tempo afgespeeld.
De Song wordt volgens de tempowisselingen die in de Song zijn opgenomen afgespeeld.
Verlicht als Tempo Mute is ingeschakeld
Als u van Song verandert, keert de Tempo Mute functie naar de ‘off’ instelling terug.
31
Songs afspelen

De toonsoort van een afgespeelde Song veranderen (Playback Transpose)

Met de ‘Playback Transpose’ functie kunt u de toonsoort van de Song die wordt afgespeeld veranderen.
1. Speel de Song die u wilt horen af of speel met die
Song mee (p.29).
2. Terwijl u de [Transpose] knop ingedrukt houdt,
gebruikt u de [-] [+] knoppen om de toonhoogte aan te passen.
De toonhoogte van de Song verandert in stappen van halve tonen.
De Playback Transpose instelling wordt getoond, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt wordt gehouden.
De reeks is –6~0~5 (stappen van halve tonen). Als dit op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten.
U kunt het transpositie interval ook selecteren door de [Transpose] knop in te drukken en vast te houden, terwijl u de gewenste toets op het toetsenbord van de F-110 indrukt.
Als de transpositiewaarde iets anders is dan ‘0’, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Playback Transpose functie aan en uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop ingedrukt houdt en beide [-] en [+] knoppen tegelijk indrukt, zal deze instelling naar zijn oorspronkelijke waarde (0) terugkeren.
NOTE
De Playback Transpose functie wordt niet toegepast als de Transpose Modus (p.45) op ‘Kbd’ (Keyboard) is ingesteld.
De transpositie instelling zal naar ‘0’ terugkeren als u een andere Song selecteert.
32

Opnemen

U kunt uw uitvoeringen gemakkelijk opnemen. Een uitvoering die u heeft opgenomen kunt u afspelen om te
controleren wat, en hoe goed u heeft gespeeld, en u kunt melodieën op het toetsenbord meespelen met de eerder opgenomen begeleiding.
Opnemen

Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen

De volgende types opnames kunnen uitgevoerd worden.
Alleen uw eigen uitvoering op het toetsenbord opnemen p.33
Een track knop selecteren en opnemen p.34
Opnieuw opnemen p.34
Samen met een interne Song opnemen p.36
Memo
Bij een tweede of latere opname, wordt de eerder opgenomen Song gewist wanneer het nieuwe materiaal wordt opgenomen. Als u een nieuwe uitvoering gaat opnemen, is het wellicht een goed idee om de eerder opgenomen Song eerst te wissen (p.37).
1ste opnamegang
2e opnamegang
De eerste uitvoering blijft behouden
Hier ziet u hoe uw eigen toetsenbord uitvoering opgenomen kan worden, zonder gebruik van een interne Song.
Instellingen voor uitvoering
1.
Druk meerdere keren op de [Song] knop, totdat het ‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Wanneer er zoiets als ‘P.01’, ‘U.01’ (of een andere waarde achter de ‘P’ of ‘U’) in het scherm wordt getoond, drukt u op de [-] knop totdat de volgende indicatie verschijnt.
Als het volgende in het scherm verschijnt
Als u een Song heeft opgenomen maar deze nog niet heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ verschijnen en knipperen als u een andere Song selecteert.
U kunt geen andere Song opnemen of afspelen als er een niet opgeslagen Song in het geheugen aanwezig is.
Als het ok is om de Song te verwijderen, drukt u op de [ ] knop. Als u de Song niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ] knop en slaat u de Song in het interne geheugen op.
Als alternatief kunt u ‘USr’ laten verschijnen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op
de [ ] knop te drukken.
2. Selecteer de Tone die gespeeld moet worden
(p.21).
3. Indien nodig, laat de metronoom klinken.
Druk op de [Metronome] knop (p.27). Terwijl u naar de metronoom luistert, past u het tempo
en de maatsoort van de Song naar wens aan (p.27).
Instellingen voor de opname
4.
Druk op de [ ] knop.
De [ ] knop licht op, de [ ] knop begint te knipperen, en de F-110 wordt in de Standby voor opname modus geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
33
Opnemen
Hoe de track knoppen met de opgenomen uitvoering corresponderen
De opgenomen uitvoeringen worden als volgt aan de track knoppen toegewezen.
• Twin Piano (p. 46), Split modus (p. 25)
• Normale uitvoering (één geluid wordt over het gehele toetsenbord gespeeld), Dual Performance (p.24)
Als u opneemt, terwijl slechts één opname track is gespecificeerd
De uitvoering wordt op de gespecificeerde track opgenomen.
Als u opneemt, terwijl meerdere opnametracks zijn gespecificeerd
De opname vindt plaats in deze volgorde van prioriteit:
[Others] knop [Strings] knop [E. Piano] knop.
Knop
Opgenomen uitvoeringen
Twin Piano Split performance
[Strings] Rechter gebied Rechterhand Tone [Others] Linker gebied Linkerhand Tone
De opname starten
5.
Druk op de [ ] knop of speel op het toetsenbord.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname begint als u op het toetsenbord begint te spelen (zonder de [ ] knop in te drukken). In dit geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Wanneer de opname begint, zijn de [ ] knop en de [ ] knop verlicht.
Tijdens de aftelling (Count-In), wordt de aftelling in het scherm weergegeven als ‘-2’ en dan ‘-1’.
De opname stoppen
6. Druk op de [ ] knop.
De opname stopt. U kunt ook op de [ ] knop drukken om de opname te stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
7.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit verschijnt.

Uw uitvoering apart voor elke hand opnemen

De F-110 recorder heeft drie tracks. U kunt de uitvoering van elke hand apart in verschillende track knoppen opnemen (bijvoorbeeld de linkerhand uitvoering in de [Strings] knop en de rechterhand uitvoering in de [Others] knop) of u kunt een specifieke track van een eerder opgenomen uitvoering opnieuw opnemen.
Daarnaast selecteert u de begeleidingstrack met gebruik van de [E. Piano] knop.
8. Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen Song terug.
9. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Als u op de [ ] nop drukt, terwijl de
begint.
10. Druk nogmaals op de [ ] knop om het
afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
metronoom klinkt, wordt een er aftelling van twee maten gespeeld voordat het afspelen
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de door u opgenomen uitvoering wilt behouden, moet deze in het interne geheugen worden opgeslagen. Zie p.38.
Als u de door u opgenomen uitvoering niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen. U moet de uitvoering wissen (p.37) of opslaan (p.38) voordat een andere Song afgespeeld kan worden.
34
Opnemen
NOTE
NOTE
Instellingen voor opnemen
1. Druk meerdere keren op de [Song] knop, totdat het
‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Wanneer er zoiets als ‘P.01’, ‘U.01’ (of een andere waarde achter de ‘P’ of ‘U’) in het scherm wordt getoond, drukt u op de [-] knop totdat de volgende indicatie verschijnt.
Als alternatief kunt u ‘USr’ laten verschijnen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [ ] knop te
drukken.
2. Druk op de [ ] knop.
De [ ] knop licht op, de [ ] knop knippert, en de F-110 wordt in de Standby voor opname modus geplaatst. Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
3. Houd de [ ] knop ingedrukt en druk op de knop
van de tracks die u niet wilt opnemen, zodat hun verlichting uitdooft.
Terwijl u de [ ] knop ingedrukt houdt, knipperen de [E. Piano], [Strings], en [Others] knoppen als de corresponderende tracks nog steeds leeg zijn. De corresponderende knoppen van tracks die reeds data bevatten zijn constant verlicht.
U kunt slechts één track knop tegelijk opnemen.
Opnemen
Een aanvullend gedeelte opnemen
6.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit verschijnt.
7. Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering terug.
8. Druk op de [ ] knop.
9. Houd de [ ] knop ingedrukt, en druk op de knop
van de track die u wilt opnemen, zodat deze begint te knipperen.
Als u een eerder opgenomen track selecteert, zal die track worden overschreven door de nieuw opgenomen uitvoering, en de eerder
opgenomen uitvoering zal verloren gaan.
De [ ] knop is verlicht, de [ ] knop knippert, en de F-110 wordt in de Standby voor opname modus geplaatst. Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
10. Druk op de [ ] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname begint als u op het toetsenbord begint te spelen (zonder de [ ] knop in te drukken). In dit geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Wanneer de opname begint, zijn de [ ] knop en de [ ] knop verlicht.
Tijdens de aftelling (Count-In), wordt de aftelling in het scherm weergegeven als ‘-2’ en dan ‘-1’.
Als u aanvullende gedeeltes opneemt zonder de eerder opgenomen Song te wissen, zullen het Song tempo en de maatsoort hetzelfde blijven
als op het moment dat de eerste Song werd opgenomen.
4.
Druk op de [ ] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname begint als u op het toetsenbord begint te spelen (zonder de [ ] knop in te drukken). In dit geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Wanneer de opname begint, zijn de [ ] knop en de [ ] knop verlicht.
Tijdens de aftelling (Count-In), wordt de aftelling in het scherm weergegeven als ‘-2’ en dan ‘-1’.
5. Om de opname te stoppen, drukt u op de [ ]
knop.
U kunt ook op de [ ] knop drukken om de opname te stoppen.
11. Om de opname te stoppen, drukt u op de [ ]
knop.
U kunt ook op de [ ] knop drukken om de opname te stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
12.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit verschijnt.
13. Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen Song terug.
14. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
35
Opnemen
15.
Als u nogmaals op de [ ] knop drukt, zal het afspelen stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de door u opgenomen uitvoering wilt behouden, moet deze in het interne geheugen worden opgeslagen. Zie ‘Songs opslaan’ (p.38).
Als u de door u opgenomen uitvoering niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen. U moet de uitvoering wissen (p.37) of opslaan (p.38) voordat een andere Song afgespeeld kan worden.
Uw spel samen met een Song
Instellingen voor opnemen
4.
Druk op de [ ] knop.
5. Houd de [ ] knop ingedrukt en druk op de knop
van de track die u wilt opnemen, zodat deze knippert.
Op deze manier kunt u opnemen, terwijl u de geselecteerde Song beluistert.
De [ ] knop is verlicht, de [ ] knop knippert en de F-110 zal in de Standby voor opname modus worden geplaatst. Indien u besluit niet op ten nemen, drukt u nogmaals op de [ ] knop.
opnemen
Hier wordt uitgelegd hoe u met een Song uit het interne geheugen kunt meespelen en uw uitvoering kunt opnemen.
U kunt bijvoorbeeld naar het linkerhand gedeelte luisteren, terwijl u het rechterhand gedeelte opneemt.
De uitvoering die u op het toetsenbord speelt wordt opgenomen in plaats van het geluid van het gedeelte dat u met gebruik van de track knoppen selecteert.
Het geluid van de track knop die u selecteert, zal tijdens de opname niet hoorbaar zijn.
Instellingen voor uitvoering
1.
Selecteer een Song.
Voor details over het selecteren van een Song, kijkt u bij ‘Songs afspelen’ (p.29).
Hoe uitvoeringsgedeeltes met track knoppen corresponderen
Knop Uitvoeringsgedeelte
[E. Piano]
[Strings] Linkerhand gedeelte [Others] Rechterhand gedeelte
Andere uitvoeringsdata dan het rechterhand gedeelte en het linkerhand gedeelte.
Beginnen met opnemen
6.
Druk op de [ ] knop.
Na een aftelling van twee maten zal de opname beginnen.
Zelfs als u niet op de [ ] knop drukt, zal de opname beginnen als u het toetsenbord bespeelt. In dit geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Als de opname begint, zijn de [ ] knop en de [ ] knop verlicht.
Tijdens de aftelling wordt het maatnummer als ‘­2’ en dan ‘-1’ in het scherm weergegeven.
2. Selecteer de Tone die gespeeld moet worden
(p.21).
3. Specificeer het opname tempo (p.31).
NOTE
De uitvoering wordt opgenomen op het tempo van de Song die u tijdens de opname heeft geselecteerd. Als u uw uitvoering samen met een Song opneemt, wordt deze opgenomen in de maatsoort van die Song.
36
De opname stoppen
7.
Druk op de [ ] knop.
De opname zal stoppen. U kunt ook op de [ ] knop drukken om de opname te stoppen.
Opnemen
Verlicht als er een opgenomen Song is die nog niet is opgeslagen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
8.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit verschijnt.
9. Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen Song terug.
10. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
11. Druk nogmaals op de [ ] knop om het
afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de door u opgenomen uitvoering wilt behouden, moet deze in het interne geheugen worden opgeslagen. Zie ‘Songs opslaan’ (p.38).
Als u de door u opgenomen uitvoering niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen. U moet de uitvoering wissen (p.37) of opslaan (p.38) voordat een andere Song afgespeeld kan worden.

Opgenomen uitvoeringen wissen

U kunt opgenomen uitvoeringen wissen.
1. Druk meerdere malen op de [Song] knop totdat het
‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Als er iets anders dan ‘P.01’ of ‘U.01’ (of een andere waarde na de ‘P’ of ‘U’) in het scherm wordt weergegeven, drukt u op de [+] of [-] knop totdat de volgende indicatie verschijnt.
Als alternatief kunt u ‘USr’ laten verschijnen door de [Song] knop ingedrukt te houden en op de [ ] knop te
drukken.
2. Druk op de [+] knop.
‘dEL’ begint in het scherm te knipperen.
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op de [ ] knop.
3. Druk op de [ ] knop.
De opgenomen uitvoering wordt verwijderd.
Een door u opgenomen uitvoering zal verwijderd worden als u de stroom uitzet.
37

Uw uitvoering opslaan

Uw uitvoering opslaan

Songs opslaan

Een Song die u heeft opgenomen kan in het interne geheugen worden opgeslagen. De Songs die u opneemt, zullen verloren gaan als u simpelweg de F-110 uitzet voordat deze zijn opgeslagen. Om een Song te behouden, moet deze opgeslagen worden.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ aangegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Song] knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘Sav’ in het scherm te laten verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal het volgende bericht verschijnen, en de [ ] knop zal
knipperen.
De Song opslaan
4.
Druk op de [ ] knop.
In het scherm wordt ‘Sur’ weergegeven, en de [ ] knop en [ ] knop knipperen.
Indien u besluit om de Song niet op te slaan, drukt u op de [ ] knop.
5. Druk op de [ ] knop.
De Song wordt opgeslagen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘SAv’ in het scherm knippert.
6. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Het nummer dat in het scherm verschijnt, verwijst altijd naar het eerste lege User geheugen, en kan verschillen van het nummer dat in de illustratie wordt getoond.
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om het nummer van de
opslagbestemming te selecteren.
Als de stip rechts onder in het scherm is verlicht, is er al een Song in dat nummer opgeslagen.
Selecteer een nummer waarin geen Song is opgeslagen. Als u een ongewenste Song wilt wissen en deze door de nieuw opgeslagen Song vervangen, selecteert u het nummer van de ongewenste Song.
Verlicht als een song is opgeslagen
38

Een Song wissen

NOTE
NOTE
NOTE
Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Song uit het interne geheugen verwijderd kan worden.
Als u alle Songs uit het interne geheugen wilt verwijderen, kijkt u bij ‘Alle Songs verwijderen’ (p.39).
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Song] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal het volgende bericht verschijnen en de [ ] knop zal knipperen.
Uw uitvoering opslaan
5. Druk op de [ ] knop.
De geselecteerde Song wordt verwijderd.
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘dEL’ in het scherm knippert.
Als de Song die u zojuist heeft verwijderd de enige Song in het interne geheugen van de F­110 was, wordt het ‘non’ bericht kortstondig in het scherm weergegeven.
6. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

Alle Songs wissen

Hier wordt uitgelegd hoe alle Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen geheel verwijderd kunnen worden.
NOTE
Met de hier beschreven procedure worden alle Songs die in het geheugen zijn opgeslagen verwijderd. De gewist data kan niet hersteld worden, daarom raden wij u aan om de inhoud van het geheugen te controleren voordat u verder gaat.
Het nummer dat in het scherm verschijnt verwijst altijd naar het eerste lege User geheugen en kan verschillen van het nummer dat u in de illustratie ziet.
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song die u wilt
verwijderen te selecteren.
De Song verwijderen
4.
Druk op de [ ] knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ ] knop en [ ] knop knipperen.
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op de [ ] knop.
1. Houd de [Reverb] knop in gedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Song] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten verschijnen.
Als het interne geheugen leeg is, kunnen de volgende stappen niet uitgevoerd worden.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal een lijst met alle Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen
verschijnen, en de [ ] knop knippert.
3. Druk meerdere malen op de [-] knop, totdat ‘ALL’ in
het scherm wordt getoond.
4. Druk op de [ ] knop.
39
Uw uitvoering opslaan
In het scherm wordt ‘Sur’ weergegeven, en de [ ]knop en [ ] knop knipperen.
Indien u besluit alle Songs niet te verwijderen, drukt u op de [ ]knop.
5. Druk op de [ ] knop.
De volledige inhoud van het interne geheugen wordt gewist, en het ‘non’ bericht wordt in het scherm weergegeven.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘dEL’ in het scherm knippert.
6. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
40

Verscheidene instellingen

In de Functie modus kunt u verscheidene instellingen voor uitvoeren en opnemen maken.
Basisbediening in de Functie
Verscheidene instellingen
Knop Functie Pag.
[Split]
(&[–][+])
Dual Balance p. 45
modus
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
De [Reverb] en [Transpose] knoppen zijn verlicht. ‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2. Druk op één van de knipperende knoppen om de
instelling die u wilt veranderen te selecteren.
In het scherm wordt de naam van de instelling getoond, terwijl u de knop ingedrukt houdt. De waarde van de instelling zal verschijnen als u de knop loslaat.
[Piano]
(&[–][+])
Octave Shift p. 45
Twin Piano Modus p. 46
Master Tuning p. 48
Temperament p. 48
Tonic p. 49
Stretched Tuning p. 49
Damper Resonance p. 50
String Resonance p. 50
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
4. Als u een andere instelling wilt veranderen,
selecteert u de instelling die u wilt veranderen, door één van de knoppen die knipperden voordat stap 2 werd uitgevoerd in te drukken.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De indicators van de knoppen keren naar hun vorige status terug.
NOTE
De instellingen die u verandert keren naar hun oorspronkelijke status terug als u de stroom uitzet. Als u de veranderingen wilt behouden, ook nadat de stroom is uitgezet, voert u de Memory Backup procedure (p.56) uit om de instellingen op te slaan.
[E. Piano]
(&[–][+])
Key Off Resonance p. 50
3D Sound Control p. 42
3D Modus p. 43
Dynamics Type p. 44
EQ Low p. 43
EQ Medium p. 43
EQ High p. 43
Master Gain p. 43
41
Verscheidene instellingen
NOTE NOTE
Knop Functie Pag.
[Strings]
(&[–][+])
Damper Pedal Part p. 47
Center Pedal Function p. 47

Aan geluid gerelateerde instellingen

Ruimtelijke diepte aan het geluid
[Others]
(&[–][+])
Left Pedal Function p. 47
Memory Backup p. 56
Local Control p. 53
MIDI Transmit Channel p. 54
Composer MIDI Out p. 54
V-LINK Channel p. 55
Recommended tone p. 52
Factory Reset p. 56
toevoegen (3D Sound Control)
De F-110 voorziet in een ‘3D Sound Control’ functie. Deze functie voegt de natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid, kenmerkend voor een concertvleugel, toe.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus. De [Split], [Piano], [E. Piano], [Strings], [Others], [Song] en [Metronome] knoppen knipperen.
2. Houd de [E.Piano] knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘3D’ in het scherm te laten verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, verschijnt een scherm waarin de gewenste instelling geselecteerd kan worden.
[Song]
(&[-][+])
[Metronome]
(&[-][+])
[Reverb] +
[Metronome]
42
Save a Song p. 38
Deleting Songs p. 39,
p. 39
Transpose Modus p. 45
Accomp Track setting p. 52
Countdown p. 51
Countdown Part p. 51
Panel Lock p. 57
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om de ruimtelijke diepte
van het geluid aan te passen.
De ruimtelijke diepte kan over vier niveaus worden bijgesteld.
Als de waarde wordt verhoogd, zal de ruimtelijke diepte van het geluid toenemen.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
De manier waarop de 3D Sound Control functie wordt toegepast, kan veranderd worden (p.43).
3D Sound Control is niet van invloed op het geluid van de Input Jack of van de externe apparaten die op de MIDI Out aansluiting zijn aangesloten.
Als u Twin Piano inschakelt (door ‘1’ of ‘2’ te selecteren, zie p.46), zal 3D Sound Control worden uitgeschakeld.
4. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Verscheidene instellingen
3D Sound Control uitschakelen
1. Herhaal stappen 1-3 hierboven, maar selecteer
deze keer ‘OFF’.
2. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

De manier waarop Grand Space wordt toegepast veranderen (3D Modus)

Dit specificeert de manier waarop 3D Sound Control (p.42) toegepast zal worden.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om ‘3dM’ te selecteren.

De frequentie respons van de F-110 veranderen (Equalizer)

Indien nodig, kunt u het niveau van de lage, medium en hoge frequenties binnen een reeks van –12 tot +12 dB verhogen of verlagen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om één van de volgende opties te selecteren:
Niveau van de lage frequenties (bas). –12 ~ 12
Niveau van de middenfrequenties. –12 ~ 12
Niveau van de hoge frequenties (treble). –12 ~ 12
3. Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt het effect geoptimaliseerd voor een
Auto
Speaker
Headphones
koptelefoon, en als er geen koptelefoon is aangesloten, wordt het optimale effect voor luidsprekers toegepast.
De optimale diepte voor luidsprekers wordt gebruikt, ongeacht of een koptelefoon al dan niet is aangesloten. Grand Space wordt ook op de geluidsuitvoer van de Output aansluitingen toegepast, hetgeen dit gemakkelijk maakt als u via de luidsprekers, die op de Output aansluiting zijn aangesloten, wilt spelen.
De optimale diepte voor een koptelefoon wordt gebruikt, ongeacht of een koptelefoon al dan niet is aangesloten
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
3. Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
U kunt een waarde tussen ‘-12’ en ‘12’ dB selecteren. Negatieve waardes verlagen het niveau van de
betreffende frequentieband, terwijl positieve waardes deze omhoogduwen.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

Het volume aanpassen (Master Gain)

Met deze parameter kunt u een aanmerkelijk gereduceerd of toegenomen niveau, als resultaat van de EQ instellingen die u gebruikt, compenseren. Het is waarschijnlijk niet nodig om deze waarde te veranderen als u de ‘EqL’, ‘EqM’ en ‘EqH instellingen niet verandert.
Bovendien, als u de F-110 via een aangesloten extern systeem speelt, kunnen er gevallen zijn waarbij het volume van het externe systeem te laag is, zelfs als het volume van de F-110 op maximaal is ingesteld. In dit soort gevallen kunt u de Master Gain als volgt aanpassen.
Het aanpassen van de Master gain is ook van invloed op het volume van de interne luidsprekers en koptelefoon.
NOTE
Het geluid kan vervormen als het volume overmatig wordt verhoogd.
43
Verscheidene instellingen
NOTE
NOTE
1.
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om ‘MAS’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Hiermee wordt het niveau van de F-110 aangepast. Negatieve waardes reduceren
–10~0~10
het volume, terwijl positieve waardes het volume verhogen. Stel deze parameter altijd zo in, dat vervorming wordt voorkomen.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

Het geluid levendiger maken (Dynamics Sound Control)

U kunt het geluid levendiger maken, met een superieure helderheid en geprononceerdheid.
fig.Panel-Dynamics-e.eps
Als u uw vinger van de knop neemt, wordt het type dynamische geluidsregeling in het scherm getoond.
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om de gewenste
geluidsregeling instelling te selecteren.
Instelling Uitleg
OFF Dynamic Sound Control is uitgeschakeld.
1 (Sharp)
2 (Clear)
3 (Power) Creëert een geluid met een versterkte bas.
Creëert een geluid met een versterkte bas en Treble.
Produceert een geluid met akkoorden in de lage registers die helder en geprononceerd zijn.
4. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
U keert naar het normale scherm terug.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
Bij sommige geluiden kan dit vervorming veroorzaken.
Dynamics Sound Control is niet van invloed op geluid van de Input Jack of het geluid van de externe apparaten die op de MIDI Out aansluiting zijn aangesloten.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [E. Piano] knop ingedrukt, en gebruik de
[+] of [-] knoppen om ‘dYn’ in het scherm te laten verschijnen.
44

Toetsenbord instellingen

De volumebalans voor Dual Play
Verscheidene instellingen
3. Laat de [Song] knop los om de huidige instelling te
zien.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
veranderen (Dual Balance)
U kunt de volumebalans van Tones 1 en 2 veranderen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Split] knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [+] of [-] knop om ‘dbL’ te selecteren.
3. Laat de [Split] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
De huidige volumebalans wordt getoond.
Volume van
Tone 1
4. Met de [-] [+] knoppen verandert u de instelling.
De volumebalans zal veranderen. Als u naar de oorspronkelijke volumebalans wilt
terugkeren, drukt u de [-] en [+] knoppen tegelijk in.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
Volume van
Tone 2
Instelling Uitleg
Toetsenbord
Afspelen Song
Toetsenbord en afspelen Song
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)

U kunt de toonhoogte van Tone 2 in Dual Play (p.24) en de linkerhand Tone in Split Play (p.25) met één octaaf per keer veranderen.
Het in eenheden van een octaaf veranderen van de toonhoogte op deze manier wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte van de linkerhand Tone verhogen tot dezelfde toonhoogte van de rechterhand Tone in Split Play.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

Specificeren waarop de Transpose functie van invloed is (Transpose modus)

Deze instelling specificeert de instelling die door de transpositie wordt beïnvloed.
U kunt de transpositie gebruiken om de toonhoogte van zowel de Song als het toetsenbord te veranderen, de toonhoogte van alleen de Song of alleen de toonhoogte van het toetsenbord.
Transpose (p.22), Playback Transpose (p.32)
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Song] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘trS’ te selecteren.
2. Druk op de [Split] knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [+] of [-] knop om ‘Oct’ te selecteren.
3. Laat de [Split] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Indicati3
–-2~0~2
De omvang van de beschikbare toonhoogte verandering reikt van twee octaven hoger tot twee octaven lager.
Elke keer dat de [-] knop wordt ingedrukt, wordt de toonhoogte één octaaf verlaagd, en elke druk op de [+] knop verhoogt de toonhoogte met één octaaf.
Om naar de oorspronkelijke toonhoogte terug te keren, drukt u de [-] en [+] knoppen tegelijk in.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
45
Verscheidene instellingen
NOTE
NOTE

Het toetsenbord verdelen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano)

U kunt het toetsenbord in linker en rechter gebieden verdelen, zodat twee personen dezelfde reeks toonhoogtes kunnen spelen.
Dit betekent dat u het toetsenbord kunt gebruiken alsof u op twee aparte piano’s speelt.
Op deze manier kan bijvoorbeeld één persoon met de uitvoering van de andere persoon meespelen om deze te controleren.
Zie de illustratie onderaan deze pagina. Als u Twin Piano inschakelt (door ‘1’ of ‘2’ te selecteren), zal
het instrument zich in de volgende staat bevinden.
• Het toetsenbord is in rechter en linker gebieden verdeeld, waarbij de ‘middelste C’ zich in het midden van elk gebied bevindt.
• De linker en rechter gebieden hebben hetzelfde geluid (Grand Piano 1).
• Het rechter pedaal is het demper pedaal voor het rechter gebied, en het linker pedaal is het demper pedaal voor het linker gebied.
• Als de Split functie of Dual functie was ingeschakeld toen u Twin Piano inschakelde, zullen de Split functie en Dual functie worden uitgeschakeld.
• 3D Sound Control en het effect zijn uitgeschakeld.
U kunt ook besluiten om het linker gebied alleen aan de linker luidspreker, en de rechterhelft alleen aan de rechter luidspreker toe te wijzen (p.46).
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Piano] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘tPn’ te selecteren.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
U kunt één van de volgende manieren waarop het geluid zal klinken kiezen.
Instelling Uitleg
OFF Twin Piano modus is uitgeschakeld.
Het toetsenbord wordt in twee identieke secties verdeeld. Zoals gewoonlijk is het
1
2
geluid hoorbaar via rechts als u op het toetsenbord naar rechts speelt, en via links als u naar links speelt.
Het toetsenbord wordt in twee identieke secties verdeeld. Noten die in het rechter gebied worden gespeeld zijn via de rechter luidspreker te horen, en noten die in het linker gebeid worden gespeeld zijn via de linker luidspreker te horen.
Als u deze parameter op ‘2’ instelt, wordt Reverb niet meer toegepast.
Bij sommige geluiden zal het geluid niet gesplitst worden, zelfs als de Twin Piano modus op ‘2’ is ingesteld.
Deze instelling wordt niet onthouden als u de F­110 uitzet. De volgende keer dat de F-110 wordt aangezet, zal deze parameter naar de ‘OFF’ instelling terugkeren.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Als u ‘1’ of ‘2’ heeft geselecteerd, toont het scherm nu het volgende om aan te geven dat Twin Piano modus actief is:
C4 C5 C6 C7 C8C3C2C1
C4 C5 C6C3C4 C5C3 C6
46
Verscheidene instellingen

Pedal instellingen

De manier waarop het pedaal wordt toegepast veranderen (Damper Pedal Part)

Als u het demper pedaal tijdens Dual Performance of Split Performance indrukt, wordt het demper pedaal effect gewoonlijk op beide geluiden toegepast, maar u kunt ook selecteren op welk geluid het effect toegepast zal worden.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Strings] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘dPr’ te selecteren.
3. Laat de [Strings] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Alle ingeschakeld
Alleen op Tone 1 toegepast (in Dual modus/rechterhand Tone (in Split modus)
Alleen op Tone 2 toegepast (in Dual modus/linkerhand Tone in Split modus)
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal functie)

Als u de stroom aanzet, functioneert het linker pedaal als het soft pedaal, en het middelste pedaal als het sostenuto pedaal (p.19).
U kunt de functie van het pedaal in een verscheidenheid aan andere operaties veranderen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Strings] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om het pedaal waarvan u de functie wilt veranderen te selecteren.
: Middelste pedaal
: Linker pedaal
3. Laat de [Strings] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Stelt de functie op sostenuto pedaal in. (Alleen instelbaar voor het middelste pedaal)
Sostenuto
Stelt de functie op soft pedaal in. (Alleen instelbaar voor het linker pedaal)
Soft
Effecten kunnen aan en uitgezet worden door het pedaal in te drukken.
Effects Switch
Play/Stop
Layer
Octave
Als het effect type Rotary is, kunt u de snelheid van ronddraaien besturen. Het meest geschikte type effect wordt voor elk geluid geselecteerd.
Het pedaal heeft dezelfde functie als de [ ] knop.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt Tone 2, gebruikt voor Dual Performance, gestapeld. De Layer functie kan alleen tijdens Dual Play worden toegepast.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een geluid op een octaaf hoger toegevoegd.
* De Octave functie kan niet worden toegepast,
terwijl Twin Piano, Dual Play of Split Play in gebruik is.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
47
Verscheidene instellingen

Instellingen voor stemming

De toonhoogte met die van andere instrumenten overeen laten komen (Master Tuning)

Wanneer u samen met andere instrumenten speelt, en in andere gevallen, kunt u de standaard toonhoogte met die van een ander instrument overeen laten komen.
De standaard toonhoogte verwijst in het algemeen naar de toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als u de middelste A toets indrukt. Voor een zuiverder ensemble geluid, wanneer u samen met één of meerdere instrumenten speelt, moet u zorgen dat de standaard toonhoogte van elk instrument met die van de andere instrumenten overeenkomt. Het op een standaard toonhoogte afstemmen van alle instrumenten wordt ‘Master Tuning’ genoemd.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.

De stemming aanpassen (Temperament)

U kunt klassieke muziek, zoals Barok stukken, met gebruik van hun oorspronkelijke stemming spelen.
De meeste moderne Songs worden gecomponeerd en gespeeld in de veronderstelling dat de gelijkzwevende temperatuur (de meest gebruikte stemming heden ten dage) gebruikt zal worden, maar toen klassieke muziek werd gecomponeerd, was er een grote variëteit aan andere stemmingsystemen in gebruik. Wanneer een compositie met zijn oorspronkelijke stemming wordt gespeeld, kunt u genieten van de klanken van de akkoorden die de componist oorspronkelijk bedoelde.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘tnP’ te selecteren.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
2. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘tun’ te selecteren.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
De laatste drie cijfers worden in het scherm weergegeven. ‘440.0 Hz’ wordt in bovenstaand figuur getoond.
Instellingen
15.3 Hz–40.0 Hz–66.2 Hz
(415.3 Hz–440.0 Hz–466.2 Hz)
Vanuit de fabriek is dit op ‘40.0 (440.0 Hz’) ingesteld.
NOTE
Druk de [-] en [+] knoppen tegelijk in om naar de fabrieksinstelling (440.0 Hz) terug te keren.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Temperatuur
(stemming)
U kunt kiezen uit de acht stemmingen die hieronder worden beschreven.
Instelling Stemming Kenmerken
Equal (gelijk-
1
2 Just (Majeur)
3 Just (Mineur)
4 Arabisch
Tonica
(grondtoon)
zwevende stemming)
In deze stemming is elk octaaf in twaalf gelijke stappen verdeeld. Elk interval produceert ongeveer dezelfde lichte dissonantie.
Deze stemming elimineert tweeslachtigheden in de kwinten en tertsen. Dit is niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet getransponeerd worden, maar kan prachtige klanken voortbrengen.
De Just stemmingen verschillen van mineur en majeur toonsoorten. Hetzelfde effect kan zowel met de mineur schaal als met de majeur schaal worden bereikt.
Deze stemming is geschikt voor Arabische muziek.
48
Instelling Stemming Kenmerken
NOTE
Dit is een verbetering van de Meantone en Just stemmingen die
5 Kirnberger
6 Meantone
7 Pythagorische
8 Werckmeister
5.
Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
een hoge mate van modulatie vrijheid biedt. Uitvoeringen in alle toonsoorten zijn mogelijk (III).
Deze schaal sluit enkele compromissen in Just intonatie, waardoor transpositie naar andere toonsoorten mogelijk is.
Deze stemming, ontworpen door de filosoof Pythagoras, elimineert dissonanties in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt geproduceerd door terts-interval akkoorden, maar melodieën zijn welluidend.
Deze stemming combineert de Meantone en Pythagorische stemmingen. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk (eerste techniek, III).
Functie modus te verlaten.
De grondtoon specificeren
Als u in een andere stemming dan de gelijkzwevende speelt, moet de grondtoon gespecificeerd worden, voor het stemmen van de Song die gespeeld gaat worden (dus: de noot die bij een majeur toonsoort met C correspondeert of met A bij een mineur toonsoort).
Als u de gelijkzwevende stemming selecteert, is het selecteren van een grondtoon niet nodig.
Verscheidene instellingen
Weergave
ToonsoortCCCCdD
Als u in een ensemble samen met andere instrumenten speelt, moet u zich ervan bewust zijn dat, afhankelijk van de toonsoort, er enige verschuiving van de toonhoogte kan zijn.
Stem de F-110 op de grondtoon van de andere instrumenten af.
EEFFFFG
E_
E
A
A_
G
A
A
b_
b
B
B
10. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

Stretched Tuning

Piano’s zijn normaalgesproken zo gestemd dat de lager reeks lager, en de hoge reeks hoger is dan de gelijkzwevende toonhoogtes. Deze stemmingsmethode is uniek voor de piano, en staat bekend als ‘Stretched Tuning’.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘Str’ te selecteren.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
6. Selecteer de Functie modus (indien nodig).
Als u zich al in de Functie modus bevindt, gaat u verder met stap (7).
7. Druk op de [Piano] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘tnE’ te selecteren.
8. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
9. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen..
Temperatuur
(stemming)
Tonica
(grondtoon)
Instelling Uitleg
Deze stemmingscurve breidt de bas en treble eindes enigszins uit. Dit is geschikt voor uitvoeringen als piano solo’s.
Dit is de standaard stemmingscurve. Dit is geschikt bij gebruik van Dual Performance (p.24) of wanneer u ensemble speelt met andere instrumenten.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
49
Verscheidene instellingen
Instellingen voor piano
2. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘rSt’ te selecteren.
geluiden

Sympathische resonantie produceren als het demper pedaal wordt ingedrukt (Damper Resonance)

U kunt het volume van de demper pedaal resonantie veranderen.
Het indrukken van het demper pedaal op een akoestische piano veroorzaakt dat de noten die u speelt resoneren met andere snaren, waardoor rijke weerkaatsingen worden toegevoegd, en het geluid voller wordt. Het demper pedaal op de F-110 bootst deze resonantie (Damper Resonance) na, wanneer dit wordt ingedrukt.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘rES’ te selecteren.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Het resonantie niveau neemt af als de waarde wordt verlaagd, en neemt toe
OFF, 1~10
als de waarde wordt verhoogd. De String Resonance functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

Geluiden spelen als de toetsen worden losgelaten (Key Off Resonance)

U kunt het ‘Key Off’ geluid spelen (het subtiele geluid dat geproduceerd wordt wanneer de toetsen worden losgelaten), dat verkregen wordt wanneer u op een akoestische piano speelt.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Het resonantie volume neemt af wanneer het volume wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de waarde
OFF, 1~10
het volume van de demper resonantie verhoogt. De Damper Resonance functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

De resonantie van de snaren reproduceren wanneer de toetsen worden bespeeld (String Resonance)

Als u de toetsen op een akoestische piano bespeelt, resoneren de snaren die al gespeeld zijn ook. De functie die dit effect reproduceert wordt ‘String Resonance’ genoemd.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘rOF’ te selecteren.
3. Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Het volume van het Key Off geluid neemt af als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de waarde het
OFF, 1~10
volume van het Key Off geluid doet toenemen. De Key Off Resonance functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
50
Verscheidene instellingen
NOTE

Instelling voor de aftelling

Een aftelling laten klinken voordat de melodie begint (Countdown)

Een ‘Countdown’ is een aftelling die klinkt aan het eind van de introductie van de Song (voordat u op het toetsenbord gat spelen). Als u met een Song gaat meespelen, kan het laten klinken van een aftelling helpen om de timing van uw spel met de Song overeen te laten komen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Houd de [Metronome] knop ingedrukt, en gebruik
de [-] [+] knoppen om ‘Ctd’ te selecteren.
3. Laat de [Metronome] knop los om de huidige
instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Een aftelling wordt gespeeld

Het gedeelte waarop de Countdown zal beginnen selecteren (Countdown Part)

Specificeert het gedeelte dat het begin van de uitvoering bepaalt, wanneer een aftelling wordt toegevoegd.
De aftelling zal klinken voordat het geselecteerde gedeelte begint te spelen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Metronome] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [-] [+] knoppen om ‘Cd.P’ te selecteren.
3. Laat de [Metronome] knop los om de huidige
instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Rechterhand en linkerhand gedeeltes van een Song
Linkerhand gedeelte van een Song
Een aftelling wordt niet gespeeld
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Rechterhand gedeelte van een Song
1~16 Part 1-16
Als u een andere Song selecteert, zal deze instelling naar ‘r – L’ terugkeren.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
51
Verscheidene instellingen

Instellingen voor het afspelen van een Song

Het gedeelte (Part) selecteren dat met de [E. Piano] knop gedempt is (Accomp Track)

Hier ziet u hoe u naar het Part gaat dat gedempt zal worden als u op de [E. Piano] track knop drukt, en zijn verlichting uitzet.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Song] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [-] [+] knoppen om ‘A.tr’ te selecteren.
3. Laat de [Song] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.

VIMA TUNES aanbevolen geluiden veranderen (Recommended Tone)

U kunt de MIDI IN poort van de F-110 op de MIDI OUT poort met de computer’s interface verbinden, en apart verkrijgbare CD-ROM’s gecreëerd voor de VIMA (VIMA TUNES) afspelen. Dit vereist de ‘VIMA TUNES PLAYER’ software (voor Windows® XP), die gratis op de Roland website te verkrijgen is:
http://www.roland.com/products/en/VIMA_TUNES_CD­ROM_Library (‘Downloads’ sectie).
Songs op VIMA CD-ROM’s (VIMA TUNES) zijn geprogram­meerd met ‘aanbevolen geluiden’, geschikt voor elke Song.
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, worden aanbevolen geluiden aan de [E. Piano], [Strings], en [Others] Tone knoppen toegewezen, en deze drie knoppen zullen knipperen.
Als u op een knipperende Tone knop drukt, wordt het aanbevolen geluid geselecteerd, zodat u de geselecteerde Song uit kunt voeren met gebruik van een Tone (klank) die bij de Song past, als deze wordt afgespeeld.
U kunt de F-110 zo instellen dat de aanbevolen geluiden automatisch worden toegewezen of niet worden toegewezen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
Instelling Uitleg
Zowel de begeleiding als het ritme worden gedempt.
Allen de begeleiding wordt gedempt. (Het ritme wordt niet gedempt).
Alleen het ritme wordt gedempt. (De begeleiding wordt niet gedempt).
NOTE
De verandering die u in deze instelling aanbrengt wordt niet toegepast totdat u een Song selecteert.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.

MIDI instellingen

Hier kunnen verscheidene aan MIDI gerelateerde instellingen voor de F-110 worden gemaakt.
Voor meer over MIDI kijkt u bij ‘Aansluiten op MIDI apparaten’ (p.60).
2. Houd de Track [Others] knop ingedrukt, en gebruik
de [-] [+] knoppen om ‘rtn’ in het scherm te laten verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal de waarde van die instelling in het scherm worden weergegeven.
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, worden aanbevolen geluiden automatisch aan de [E. Piano], [Strings], en [Others] Tone knoppen van de F-110 toegewezen.
De aanbevolen geluiden worden niet gebruikt, en alleen de interne geluiden van de F-110 kunnen geselecteerd worden.
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.
4. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
52

Dubbele noten voorkomen tijdens het werken met een sequencer (Local Control)

Als u een MIDI sequencer heeft aangesloten, stelt u deze parameter op Local Off in.
Omdat de Thru functie van de sequencer normaalgesproken is ingeschakeld, worden noten die op het toetsenbord worden gespeeld of door de recorder worden afgespeeld via de twee routes (1) en (2) naar de geluidsgenerator gestuurd, zoals in de illustratie wordt getoond. Dit zorgt ervoor dat noten twee keer klinken of op onnatuurlijke wijze worden afgebroken. Om dit te voorkomen, wordt de instelling genaamd ‘Local Off’ gebruikt om de route in (1) los te koppelen.
fig.LocalCntr.j
Local On
(1)
Sequencer
Geluids­generator
Elke gespeelde noot is twee keer te horen
MIDI
MIDI OUT
Local On: Het toetsenbord en de recorder zijn met de interne geluidsgenerator verbonden.
fig.LocalOn.j
Geluid wordt geproduceerd
MIDI OUT
IN
Geheugen
MIDI
IN
Soft Thru On
(2)
Verscheidene instellingen
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘L.Ct’ te selecteren.
3. Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
De Local Control is op On ingesteld. Het toetsenbord en de recorder zijn met de interne geluidsgenerator verbonden.
De Local Control is op Off ingesteld. Het toetsenbord en de recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Het bespelen van het toetsenbord of het afspelen van een Song zal geen geluid produceren.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Geluidsgenerator
Local On
Local Off: Het toetsenbord en de recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Er wordt geen geluid geproduceerd wanneer het toetsenbord wordt bespeeld.
fig.LocalOff.j
Geen geluid geproduceerd
Geluidsgenerator
Local Off
53
Verscheidene instellingen
MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel)
Deze instelling specificeert het MIDI kanaal waarop de F-110 zal verzenden.
MIDI gebruikt zestien ‘MIDI kanalen’, genummerd 1 tot 16. Door MIDI apparaten aan te sluiten en de geschikte MIDI kanalen voor elk apparaat te specificeren, kunt u geluiden op die apparaten spelen of selecteren.
De F-110 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘Ch’ te selecteren.
3. Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instellingen (kanaal)
OFF, 1–16
Als u dit op ‘OFF’ instelt, zal de F-110 geen MIDI data verzenden.
Voor details over het aansluiten van MIDI apparaten kijkt u bij ‘Aansluiten op MIDI apparaten’ (p.60).

Opgenomen data naar een MIDI apparaat sturen (Composer MIDI Out)

Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u met de F­110 opgenomen uitvoeringsdata naar een aangesloten MIDI apparaat of computer sturen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘Out’ te selecteren.
3. Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Uitvoeringsdata wordt verzonden.
Uitvoeringsdata wordt niet verzonden.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
54

Overige instellingen

NOTE

De V-LINK functie gebruiken (V-LINK)

Als de F-110 op een V-LINK compatibel beeldapparaat wordt aangesloten, kunnen de beelden met de F-110 worden bestuurd.
NOTE
V-LINK
V-LINK ( ) is een functie waarmee muziek en beelden samen gespeeld kunnen worden. Door MIDI te gebruiken om twee of meer V-LINK compatibele apparaten te verbinden, kunt u op eenvoudige wijze een brede reeks visuele effecten uitvoeren, die met de expressieve elementen van de muziekuitvoering zijn verbonden.
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, stelt u het volume altijd op minimaal in, en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
Verscheidene instellingen
U kunt de beelden besturen met gebruik van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord.
C1 D1 E1 F1 G1A0
B0
A0 – G1#
Terwijl V-LINK is ingeschakeld, wordt er geen geluid geproduceerd als één van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord wordt ingedrukt.
7. Om V-LINK uit te schakelen houdt u de [Song] knop
ingedrukt, en drukt u op de [Metronome] knop om ‘. .’ te selecteren.
Hoe de V-LINK wordt gebruikt
1.
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Metronome] knop.
In het scherm wordt ‘_._._’ aangegeven als de V-LINK functie is ingeschakeld of ‘. .’ als deze niet is ingeschakeld. Herhaal deze stap, indien nodig om ‘_._._’ te selecteren.
2. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
3. Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘vLn’ te selecteren.
4. Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
5. Gebruik de [-] [+] knoppen om het gewenste MIDI
kanaal in te stellen.
Instellingen (V-LINK kanaal)
1~16
6. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De knop indicator keert naar zijn vorige status terug. Als V-LINK aan is, zijn de balken onderin het scherm
verlicht.
55
Verscheidene instellingen

De instellingen onthouden (Memory Backup)

Normaalgesproken keren de instellingen van de verscheidene variaties naar hun standaard waardes terug wanneer de stroom wordt uitgezet. U kunt echter aangeven dat de verscheidene instellingen onthouden moeten worden, zelfs nadat de stroom is uitgezet.
Deze functie wordt ‘Memory Backup’ genoemd.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘buP’ te selecteren.
‘buP’ wordt in het scherm getoond, en de [ ] knop knippert.

De instellingen opnieuw op de fabrieksstatus instellen (Factory Reset)

De instellingen die u in de Functie modus heeft veranderd, kunnen opnieuw op de fabrieksinstellingen worden ingesteld. Deze operatie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Voer deze operatie uit als u de instellingen, die met gebruik van Memory Backup zijn opgeslagen, naar hun oorspronkelijke staat wilt terugbrengen.
NOTE
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
2. Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
Wanneer u ‘Factory Reset’ uitvoert, worden alle instellingen die tot dan toe zijn opgeslagen gewist, en opnieuw op de fabriekswaarde ingesteld.
Met het uitvoeren van deze operatie worden de Songs in het interne geheugen niet gewist. Als u alle Songs uit het interne geheugen van de F-110 wilt wissen, kijkt u bij’ Alle Songs verwijderen’ (p.39).
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in de Functie modus.
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘Fct’ te selecteren.
‘Fct’ wordt in het scherm getoond, en de [ ] knop knippert.
3. Druk op de [ ] knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ ] knop en [ ] knop knipperen.
Indien u besluit de instellingen niet op te slaan, drukt u op de [ ] knop.
4. Om de instelling op te slaan, drukt u op de [ ]
knop.
Het ‘buP’ bericht knippert in het scherm.
NOTE
Als de Memory Backup is voltooid, wordt ‘Fnc’ in het scherm weergegeven.
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘buP’ in het scherm knippert.
Voor details over de instellingen die met de Memory Backup operatie worden opgeslagen kijkt u op p.74.
3. Druk op de [ ] knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ ] knop en [ ] knop knipperen.
Indien u besluit de Factory Reset niet uit te voeren, drukt u op de [ ] knop.
4. Om de Factory Reset uit te voeren, drukt u op de
[ ] knop.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Fct’ in het scherm knippert.
Nadat de Factory Reset is voltooid, zal de volgende weergave verschijnen.
5. Draai de [Volume] knop helemaal naar links om
het volume te minimaliseren.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
56
6. Zet de stroom uit, en dan weer aan.

De knoppen uitschakelen (Panel Lock)

Als u de Panel Lock functie activeert, worden alle knoppen buiten gebruik gesteld. U kunt dit gebruiken om te voorkomen dat een kind de instellingen per ongeluk verandert door onbewust op knoppen te drukken.
1. Druk de [Reverb] knop en de [Metronome] knop
gelijktijdig in.
Panel Lock wordt geactiveerd. Alle knoppen zijn buiten gebruik gesteld.
Het volgende scherm verschijnt wanneer Panel Lock is ingeschakeld.
Als de knoppen tijdens afspelen of opnemen van een Song worden ingedrukt, zal het afspelen of opnemen stoppen.
Verscheidene instellingen
De Panel Lock functie opheffen
Druk nogmaals gelijktijdig op de [Reverb] knop en de [Metronome] knop.
Panel Lock wordt opgeheven als u de stroom uitzet.
57

Andere apparaten aansluiten

Andere apparaten aansluiten

Geluidsapparatuur aansluiten

U kunt geluidsapparaten aansluiten om het geluid van de F-110 via de luidsprekers van een geluidssysteem te spelen of om uw uitvoering op een bandrecorder of ander opname apparaat op te nemen.
Gebruik jack geluidskabels (apart verkrijgbaar) om aansluitingen te maken.

Externe luidsprekers op de F-110 aansluiten

• Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de Input Jacks is aangesloten te laag zijn. Als dit gebeurt, gebruikt u aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
• Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag, en de stroom van alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
Output Jacks
1. Draai het volume op de F-110 en het apparaat dat
u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de stroom van de F-110 en aangesloten
luidsprekers uit.
3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4. Zet de F-110 aan.
5. Schakel de aangesloten luidsprekers in.
6. Pas het volumeniveau op de F-110 en de
aangesloten luidsprekers aan.
Als u op het toetsenbord van de F-110 speelt, wordt het geluid via de aangesloten luidsprekers gespeeld.
Actieve luidsprekers, geluidssysteem, enz.
Input (Line In)
De stroom uitzetten
1.
Draai het volume op de F-110 en de luidsprekers helemaal laag.
2. Zet de aangesloten luidsprekers uit.
3. Zet de F-110 uit.
58

Geluiden van een geluidsapparaat via de F-110 spelen

Input jacks
Draagbare muziekspeler, enz.
Andere apparaten aansluiten
1.
Draai het volume op de F-110 en het geluidsapparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de F-110 en het aan te sluiten apparaat uit.
3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4. Zet het aangesloten geluidsapparaat aan.
5. Zet de F-110 aan.
6. Past het volumeniveau op de F-110 en het
aangesloten geluidsapparaat aan.
De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat worden door de F-110 gespeeld.
Pas het volume aan met de volumeregelaars van het geluidsapparaat.
Output (Line Out)
De stroom uitzetten
1. Draai het volume op de F-110 en het aangesloten
geluidsapparaat helemaal laag.
2. Zet de F-110 uit.
3. Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
59
Andere apparaten aansluiten

MIDI apparaten aansluiten

Door een extern MIDI apparaat aan te sluiten en uitvoerings­data uit te wisselen, kunt u het ene apparaat vanaf het andere besturen.
U kunt bijvoorbeeld geluid van het andere instrument uitsturen of van geluid veranderen op het andere instrument.
Wat is MIDI?
MIDI, een afkorting voor ‘Musical Instrument Digital Interface’, werd ontwikkeld als een universele standaard voor de uitwisseling van uitvoeringsdata tussen elektronische instrumenten en computers.
De F-110 is uitgerust met MIDI aansluitingen voor het uitwisselen van uitvoeringsdata met externe apparaten. Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de F-110 op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog grotere veelzijdigheid.
Een MIDI sequencer op de F-110

Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren door de F-110 te bespelen

MIDI Out
aansluiting
MIDI kabel
MIDI
IN
MIDI geluidsmodule
aansluiten
MIDI Out
aansluiting
MIDI kabel
MIDI sequencer
De Roland MT serie aansluiten
MIDI Out
aansluiting
De aansluiting maken
1.
Draai het volume op de F-110 en het MIDI apparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de F-110 en het aan te sluiten MIDI apparaat
uit.
3. Gebruik MIDI kabels (apart verkrijgbaar) om de
MIDI aansluitingen met elkaar te verbinden.
4. Zet de stroom van de F-110 en het aangesloten
apparaat aan.
5. Pas het volumeniveau op de F-110 en het
aangesloten apparaat aan.
6. Ook dient het MIDI zendkanaal ingesteld te
worden (p.54).
Wanneer de F-110 op een MIDI sequencer is aangesloten, zet u deze op ‘Local Off’. Zie ‘Dubbele noten voorkomen tijdens het werken met een sequencer (Local Control)’ (p.53).
60
MIDI kabel
MIDI
IN
Roland MT serie

Aansluiten op een computer

U kunt een USB MIDI interface kabel (apart verkrijgbaar) gebruiken om de F-110 op een computer aan te sluiten.
Als de F-110 op een computer waarop sequencer software is geïnstalleerd is aangesloten, kan een Song die op de F-110 is opgenomen, op de computer worden opgeslagen.
Voorbeelden van aansluitingen
* Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
* Om verbindingen met een computer te maken, moet ‘MIDI driver’
software op de computer worden geïnstalleerd. Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de MIDI interface.
Gebruik een MIDI interface kabel om de USB aansluiting van de computer met de MIDI aansluitingen van de F­110 te verbinden.
Andere apparaten aansluiten
MIDI Out/In
aansluitingen
USB MIDI interface
USB aansluiting van de computer
Computer
61

Probleemoplossing

Probleemoplossing
Als u denkt dat er een probleem is, leest u dit eerst.
Symptoom Oorzaak/handeling Pagina
Stroom gaat niet aan Is de adapter op juiste wijze aangesloten? p. 16
Pedaal werkt niet of ‘blijft hangen’
‘Gebrom’ is hoorbaar vanaf externe apparaten
Apparaten die op de Input Jacks zijn aangesloten hebben onvoldoende volume
Geen geluid
Geen geluid
Is het pedaal op juiste wijze aangesloten? Steek de kabel stevig in de pedaal aansluiting.
Als u de pedaal kabel uit de F-110 haalt, terwijl de stroom aan is, kan het pedaal effect in de ‘On’ status blijven hangen. U moet de F-110 uitzetten voordat de pedaal kabel wordt aangesloten of ontkoppeld.
Als u de functie van het soft pedaal of sostenuto pedaal heeft veranderd, zullen deze pedalen niet als het soft pedaal of sostenuto pedaal functioneren.
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten? Als u externe apparaten aansluit, steek deze dan allemaal in hetzelfde stopcontact.
Gebruikt u een aansluitkabel met een weerstand? Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
Kan het volume van de F-110 of het volume van de aangesloten apparatuur laag gedraaid zijn?
Is een koptelefoon aangesloten? Is er een plug in de koptelefoon Jack aanwezig? De luidsprekers produceren geen geluid als een koptelefoon of een plug in de koptelefoon Jack is gestoken.
p. 16
p. 47
p. 18
p. 19
Geen geluid wanneer een Song wordt afgespeeld
Geen geluid van de toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord
Geen geluid (als een MIDI apparaat is aangesloten)
Niet alle noten die u speelt zijn te horen
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als een Song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als een Song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Kan het Song volume op ‘0’ zijn ingesteld? p. 31
Is V-LINK ingeschakeld? Als V-LINK is ingeschakeld, worden de onderste twaalf toetsen van het toetsenbord gebruikt voor besturing van het beeld, en zullen geen geluid produceren.
Zijn alle apparaten aangezet?
Zijn de MIDI kabels correct aangesloten? p. 60
Komen de MIDI kanalen van de F-110 en het aangesloten apparaat overeen? p. 54
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 noten. Als u met een Song meespeelt en zwaar gebruik van het demper pedaal maakt, kan het aantal noten dat de F-110 probeert te produceren de maximale polyfonie overschrijden, hetgeen betekent dat sommige noten kunnen uitvallen.
p. 53
p. 53
p. 55
62
Symptoom Oorzaak/handeling Pagina
Noten klinken niet juist
Toonhoogte van het toetsenbord of Song is onjuist
Probleemoplossing
Heeft u Transpose instellingen gemaakt? p. 22
Is de Master Tune instelling juist? p. 48
Is de instelling voor Temperament correct? p. 48
Geluiden zijn twee keer te horen (verdubbeld) wanneer het toetsenbord wordt bespeeld
Het verkeerde instrument wordt geselecteerd als u op de [E. Piano], [Strings] of [Others] knop drukt
Het effect wordt niet toegepast
Weerkaatsing blijft aanwezig, zelfs als het Reverb effect wordt opgeheven
Bevindt de F-110 zich in Dual Performance? p. 24
Als de F-110 op een externe sequencer is aangesloten, zet u de Local Control op ‘Off’. Ook kan de sequencer zo worden ingesteld dat zijn Soft Thru functie op ‘Off’ staat.
De Tone knoppen [E. Piano], [Strings], en [Others] werken ook als knoppen die ‘Aanbevolen geluiden’ selecteren. Als in de fabrieksinstelling de F-110 op een Windows® XP computer waarop de ‘VIMA TUNES PLAYER’ in werking is wordt aangesloten, en een Song die voor de VIMA (VIMA TUNES) is geproduceerd wordt geselecteerd, zullen geluiden passend bij die Song automatisch aan de [E.Piano], [Strings], en [Others] Tone knoppen worden toegewezen, zodat u ‘aanbevolen’ geluiden kunt selecteren door deze knoppen in te drukken. U kunt ook instellingen maken zodat ‘aanbevolen’ geluiden niet automatisch worden toegewezen.
Als u Dual Performance of Split Performance gebruikt, en verschillende effecten voor de twee geselecteerde Tones zijn gespecificeerd, zal het effect niet op Tone 2 worden toegepast (wanneer Dual Performance wordt gebruikt) of op de linkerhand Tone (wanneer Split Performance wordt gebruikt).
Het piano geluid van de F-110 simuleert de diepte en resonantie van een akoestische piano op getrouwe wijze, en dit kan de indruk van weerkaatsing geven, zelfs als het Reverb effect is uitgeschakeld. * Verlaging van de Key Off Resonance kan de zaken ook verbeteren.
p. 53
p. 52
Het geluid van de hogere noten verandert plotseling vanaf een bepaalde toets
Een hoog klinkend geluid is hoorbaar
Op een akoestische piano blijven de noten binnen ongeveer anderhalf octaaf aan de bovenkant van het toetsenbord doorklinken, ongeacht de status van het demper pedaal. Deze noten hebben ook een enigszins ander klank karakter. De F-110 simuleert deze eigenschap van akoestische piano’s op getrouwe wijze. Op de F-110 zal de reeks die niet door het demper pedaal wordt beïnvloed veranderen volgens de transpositie instelling.
Als u dit door de koptelefoon hoort: Piano geluiden met een helder en knisperig karakter bevatten substantiële hoge frequentie componenten, die kunnen klinken alsof een metaalachtig geluid is toegevoegd. Dit komt doordat het karakter van een echte piano op natuurgetrouwe wijze wordt gereproduceerd, en duidt niet op een storing. Dit geluid is sterker aanwezig als het Reverb effect zwaar wordt toegepast, dus u zou dit kunnen minimaliseren door de hoeveelheid Reverb te verlagen.
Als u dit niet door de koptelefoon hoort: Het is niet waarschijnlijk dat er een andere reden is (zoals resonanties binnen het apparaat). Neem contact op met een handelaar of een Roland Service Centrum.
63
Probleemoplossing
Symptoom Oorzaak/handeling Pagina
Als u dit niet in de koptelefoon hoort: Door het spelen op hoge volumes kunnen de luidsprekers of objecten in de buurt van de F-110 resoneren. Fluorescerende lampen of glazen deuren kunnen ook meetrillen. Dit komt in het algemeen vaker voor bij lage noten en hoge volumes. U kunt de volgende maatregelen treffen om resonanties te minimaliseren.
• Plaats de luidsprekers 10-15 cm van muren of andere oppervlakken.
Lage noten klinken verkeerd of zijn brommerig
• Houd het volume op een laag niveau.
• Plaats verder weg van objecten die resoneren.
Als u dit in de koptelefoon hoort: Waarschijnlijk heeft dit een andere oorzaak. Neem contact op met een handelaar of een Roland Service Centrum.
Als u het volume op de maximale instelling zet, kan het geluid vervormen, afhankelijk van de manier waarop u speelt. Als dit gebeurt, zet u het volume lager.
Song wordt niet correct gespeeld
Wordt ‘dEL’ in het scherm weergegeven?
Song speelt niet
Alleen het geluid van een bepaald instrument in de Song wordt niet gespeeld
U kunt geen interne Song afspelen als het interne geheugen opgenomen uitvoeringsdata bevat. Wis de uitvoeringsdata die u heeft opgenomen, voordat u de Song afspeelt.
Kan een track gedempt zijn? Gedempte (Mute) tracks worden niet afgespeeld. Houd de [ ] knop ingedrukt en druk op de [E. Piano], [Strings], en/of
[Others] knoppen (de indicator moet oplichten).
p. 18
p. 29
p. 30
Kan niet opnemen/afspelen
Kan niet opnemen
De opgenomen uitvoering is verdwenen
Is één van de track knoppen voor opname geselecteerd? p. 34
p. 36
De opgenomen uitvoeringen zullen verdwijnen als u de F-110 uitzet of een Song selecteert. De uitvoering die verloren is gegaan kan niet hersteld worden. Voordat u de stroom uitzet, moet u de opgenomen uitvoering in het interne geheugen opslaan.
p. 38
64

Storingsmeldingen

Indicatie Betekenis
Storingsmeldingen
E.11
E.30 De interne geheugen capaciteit van de F-110 is vol.
E.40
E.41 Een MIDI kabel is ontkoppeld. Sluit deze correct en stevig aan.
E.43 Een storing in MIDI overdracht is opgetreden. Controleer de MIDI kabel en het aangesloten MIDI apparaat.
E.51
– – – De Panel Lock functie is ingeschakeld (p.57).
P – P De Twin Piano functie is ingeschakeld (p.46).
d E L
Er is niet voldoende vrij geheugen in de opslagbestemming. Verwijder onnodige bestanden en probeer het opnieuw.
De F-110 kan de overmatige MIDI data die vanaf het externe MIDI apparaat is verzonden niet verwerken. Reduceer de hoeveelheid MIDI data die naar de F-110 wordt gestuurd.
Er kan een probleem met het systeem zijn. Herhaal de procedure vanaf het begin. Als dit niet is opgelost nadat u het meerdere keren heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland Service Centrum.
Als u een uitvoering opneemt, en dan een Song selecteert voordat de uitvoering wordt opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend in het scherm verschijnen (p.39).
65

Tone lijst

Tone lijst
Piano
# Naam MSB LSB PC
1 Grand Piano1 0 68 1
2 Piano + Str. 25 64 1
3 Harpsichord 0 66 7
4 Grand Piano2 16 67 1
5 Piano+Choir 26 64 1
6 Honky-tonk 0 64 4
E.Piano
# MSB LSB PC
1 16 67 5
2 FM E.Piano 0 70 6
3 Vibraphone 0 0 12
4 Celesta 0 0 9
5 ’60s E.Piano 24 65 5
6 Clav. 0 67 8
7 Morning Lite 0 68 99
Strings
# Naam MSB LSB PC
Strings
1 Rich Strings 0 71 50
2 OrchestraStr 0 64 49
3 Harp 0 68 47
4 Violin 0 0 41
5 Flute 0 64 74
6 PizzicatoStr 0 0 46
7 DecayStrings* 1 65 50
Voice
8 Aerial Choir 8 64 53
9 Jazz Scat 0 65 55
10 Soft Pad 0 64 90
11 Female Aahs 8 66 53
12 Male Aahs 8 68 53
13 Thum Voice 0 66 54
14 Decay Choir* 1 64 53
15 Dcy ChoirPad* 1 66 90
Overige
# Naam MSB LSB PC
Organ
1 ChurchOrgan1 0 66 20
2 ChurchOrgan2 8 69 20
3 Combo Jz.Org 0 70 19
4 Ballad Organ 0 69 19
5 Nason flt 8' 16 66 20
6 Mellow Bars 32 68 17
7 Light Organ 32 69 17
8 Lower Organ 0 66 17
Guitar
9 Nylon-str.Gt 0 0 25
10 Steel-str.Gt 0 0 26
11 AcousticBass 0 71 33
12 A.Bass+Cymbl 0 66 33
13 FingeredBass 0 0 34
GM2
14 STANDARD Set 120 0 1
* Tones waarbij een ‘*’ wordt
aangegeven, zijn geschikt voor het spelen met een gestapeld piano geluid.
15 ROOM Set 120 0 9
16 POWER Set 120 0 17
17 ELEC.Set 120 0 25
18 ANALOG Set 120 0 26
19 JAZZ Set 120 0 33
20 BRUSH Set 120 0 41
21 ORCH.Set 120 0 49
22 SFX Set 120 0 57
* 14~22 zijn drum sets. Zie p.70-72
voor details over de geluiden in de drum sets.
# Naam MSB LSB PC
23 Piano 1 121 0 1
24 Piano 1w 121 1 1
25 Piano 1d 121 2 1
26 Piano 2 121 0 2
27 Piano 2w 121 1 2
66
Tone lijst
# Naam MSB LSB PC
28 Piano 3 121 0 3
29 Piano 3w 121 1 3
30 Honky-tonk 121 0 4
31 Honky-tonk w 121 1 4
32 E.Piano 1 121 0 5
33 Detuned EP 1 121 1 5
34 Vintage EP 121 2 5
35 '60s E.Piano 121 3 5
36 E.Piano 2 121 0 6
37 Detuned EP 2 121 1 6
38 St.FM EP 121 2 6
39 EP Legend 121 3 6
40 EP Phase 121 4 6
41 Harpsichord 121 0 7
42 Coupled Hps. 121 1 7
# Naam MSB LSB PC
64 Chorus Organ 121 1 18
65 Perc.Organ 2 121 2 18
66 Rock Organ 121 0 19
67 Church Org.1 121 0 20
68 Church Org.2 121 1 20
69 Church Org.3 121 2 20
70 Reed Organ 121 0 21
71 Puff Organ 121 1 21
72 Accordion 1 121 0 22
73 Accordion 2 121 1 22
74 Harmonica 121 0 23
75 Bandoneon 121 0 24
76 Nylon-str.Gt 121 0 25
77 Ukulele 121 1 25
78 Nylon Gt o 121 2 25
# Naam MSB LSB PC
100 AcousticBass 121 0 33
101 FingeredBass 121 0 34
102 Finger Slap 121 1 34
103 Picked Bass 121 0 35
104 FretlessBass 121 0 36
105 Slap Bass 1 121 0 37
106 Slap Bass 2 121 0 38
107 Synth Bass 1 121 0 39
108 WarmSyn.Bass 121 1 39
109 Synth Bass 3 121 2 39
110 Clav.Bass 121 3 39
111 Hammer 121 4 39
112 Synth Bass 2 121 0 40
113 Synth Bass 4 121 1 40
114 RubberSyn.Bs 121 2 40
43 Harpsi.w 121 2 7
44 Harpsi.o 121 3 7
45 Clav. 121 0 8
46 Pulse Clav. 121 1 8
47 Celesta 121 0 9
48 Glockenspiel 121 0 10
49 Music Box 121 0 11
50 Vibraphone 121 0 12
51 Vibraphone w 121 1 12
52 Marimba 121 0 13
53 Marimba w 121 1 13
54 Xylophone 121 0 14
55 TubularBells 121 0 15
56 Church Bell 121 1 15
57 Carillon 121 2 15
58 Santur 121 0 16
79 Nylon Gt 2 121 3 25
80 Steel-str.Gt 121 0 26
81 12-str.Gt 121 1 26
82 Mandolin 121 2 26
83 Steel+Body 121 3 26
84 Jazz Guitar 121 0 27
85 Hawaiian Gt 121 1 27
86 Clean Guitar 121 0 28
87 Chorus Gt 1 121 1 28
88 Mid Tone Gt 121 2 28
89 Muted Guitar 121 0 29
90 Funk Guitar1 121 1 29
91 Funk Guitar2 121 2 29
92 Chorus Gt 2 121 3 29
93 Overdrive Gt 121 0 30
94 Guitar Pinch 121 1 30
115 Attack Pulse 121 3 40
116 Violin 121 0 41
117 Slow Violin 121 1 41
118 Viola 121 0 42
119 Cello 121 0 43
120 Contrabass 121 0 44
121 Tremolo Str. 121 0 45
122 PizzicatoStr 121 0 46
123 Harp 121 0 47
124 Yang Qin 121 1 47
125 Timpani 121 0 48
126 Strings 121 0 49
127 Orchestra 121 1 49
128 '60s Strings 121 2 49
129 Slow Strings 121 0 50
130 Syn.Strings1 121 0 51
59 Organ 1 121 0 17
60 TremoloOrgan 121 1 17
61 '60s Organ 121 2 17
62 Organ 2 121 3 17
63 Perc.Organ 1 121 0 18
95 DistortionGt 121 0 31
96 Gt Feedback1 121 1 31
97 Dist.Rtm Gt 121 2 31
98 Gt Harmonics 121 0 32
99 Gt Feedback2 121 1 32
131 Syn.Strings3 121 1 51
132 Syn.Strings2 121 0 52
133 Choir 1 121 0 53
134 Choir 2 121 1 53
135 Voice 121 0 54
67
Tone lijst
# Naam MSB LSB PC
136 Humming 121 1 54
137 Synth Voice 121 0 55
138 Analog Voice 121 1 55
139 OrchestraHit 121 0 56
140 Bass Hit 121 1 56
141 6th Hit 121 2 56
142 Euro Hit 121 3 56
143 Trumpet 121 0 57
144 Dark Trumpet 121 1 57
145 Trombone 1 121 0 58
146 Trombone 2 121 1 58
147 Bright Tb 121 2 58
148 Tuba 121 0 59
149 MuteTrumpet1 121 0 60
150 MuteTrumpet2 121 1 60
# Naam MSB LSB PC
172 Recorder 121 0 75
173 Pan Flute 121 0 76
174 Bottle Blow 121 0 77
175 Shakuhachi 121 0 78
176 Whistle 121 0 79
177 Ocarina 121 0 80
178 Square Lead1 121 0 81
179 Square Lead2 121 1 81
180 Sine Lead 121 2 81
181 Saw Lead 1 121 0 82
182 Saw Lead 2 121 1 82
183 Doctor Solo 121 2 82
184 Natural Lead 121 3 82
185 SequencedSaw 121 4 82
186 Syn.Calliope 121 0 83
# Naam MSB LSB PC
208 Atmosphere 121 0 100
209 Brightness 121 0 101
210 Goblins 121 0 102
211 Echo Drops 121 0 103
212 Echo Bell 121 1 103
213 Echo Pan 121 2 103
214 Star Theme 121 0 104
215 Sitar 1 121 0 105
216 Sitar 2 121 1 105
217 Banjo 121 0 106
218 Shamisen 121 0 107
219 Koto 121 0 108
220 Taisho Koto 121 1 108
221 Kalimba 121 0 109
222 Bagpipe 121 0 110
151 French Horn1 121 0 61
152 French Horn2 121 1 61
153 Brass 1 121 0 62
154 Brass 2 121 1 62
155 Synth Brass1 121 0 63
156 Synth Brass3 121 1 63
157 AnalogBrass1 121 2 63
158 Jump Brass 121 3 63
159 Synth Brass2 121 0 64
160 Synth Brass4 121 1 64
161 AnalogBrass2 121 2 64
162 Soprano Sax 121 0 65
163 Alto Sax 121 0 66
164 Tenor Sax 121 0 67
165 Baritone Sax 121 0 68
166 Oboe 121 0 69
187 Chiffer Lead 121 0 84
188 Charang 121 0 85
189 Wire Lead 121 1 85
190 Solo Vox 121 0 86
191 5th Saw Lead 121 0 87
192 Bass+Lead 121 0 88
193 Delayed Lead 121 1 88
194 Fantasia 121 0 89
195 Warm Pad 121 0 90
196 Sine Pad 121 1 90
197 Polysynth 121 0 91
198 Space Voice 121 0 92
199 Itopia 121 1 92
200 Bowed Glass 121 0 93
201 Metallic Pad 121 0 94
202 Halo Pad 121 0 95
223 Fiddle 121 0 111
224 Shanai 121 0 112
225 Tinkle Bell 121 0 113
226 Agogo 121 0 114
227 Steel Drums 121 0 115
228 Woodblock 121 0 116
229 Castanets 121 1 116
230 Taiko 121 0 117
231 Concert BD 121 1 117
232 Melodic Tom1 121 0 118
233 Melodic Tom2 121 1 118
234 Synth Drum 121 0 119
235 TR-808 Tom 121 1 119
236 Elec.Perc. 121 2 119
237 Reverse Cym. 121 0 120
238 Gt FretNoise 121 0 121
167 English Horn 121 0 70
168 Bassoon 121 0 71
169 Clarinet 121 0 72
170 Piccolo 121 0 73
171 Flute 121 0 74
68
203 Sweep Pad 121 0 96
204 Ice Rain 121 0 97
205 Soundtrack 121 0 98
206 Crystal 121 0 99
207 Synth Mallet 121 1 99
239 Gt Cut Noise 121 1 121
240 BsStringSlap 121 2 121
241 Breath Noise 121 0 122
242 Fl.Key Click 121 1 122
243 Seashore 121 0 123
Tone lijst
# Naam MSB LSB PC
244 Rain 121 1 123
245 Thunder 121 2 123
246 Wind 121 3 123
247 Stream 121 4 123
248 Bubble 121 5 123
249 Bird 1 121 0 124
250 Dog 121 1 124
251 Horse Gallop 121 2 124
252 Bird 2 121 3 124
253 Telephone 1 121 0 125
254 Telephone 2 121 1 125
255 DoorCreaking 121 2 125
256 Door 121 3 125
257 Scratch 121 4 125
* Als u in de Tone groep ‘Others’ de [-]
of [+] knop ingedrukt houdt om opeenvolgend van Tone te veranderen, zullen de Tones stoppen met veranderen op nummer 014 en nummer 023. Om het volgende geluid te selecteren, laat u de [-] of [+] knop los, en druk deze dan weer in.
258 Wind Chimes 121 5 125
259 Helicopter 121 0 126
260 Car Engine 121 1 126
261 Car Stop 121 2 126
262 Car Pass 121 3 126
263 Car Crash 121 4 126
264 Siren 121 5 126
265 Train 121 6 126
266 Jetplane 121 7 126
267 Starship 121 8 126
268 Burst Noise 121 9 126
269 Applause 121 0 127
270 Laughing 121 1 127
271 Screaming 121 2 127
272 Punch 121 3 127
273 Heart Beat 121 4 127
274 Footsteps 121 5 127
275 Gun Shot 121 0 128
276 Machine Gun 121 1 128
277 Laser Gun 121 2 128
278 Explosion 121 3 128
69
Tone lijst
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
C2
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
C3
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
C4
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
C5
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
C6
85
86
87
88
Standard Set Room Set Electronic SetPower Set
High-Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Kick Drum 2 Kick Drum 1 Side Stick Snare Drum Hand Clap Electric Snare 3 Low Tom 2 Closed Hi-Hat 1 [EXC1] Low Tom 1 Pedal Hi-Hat 1 [EXC1] Mid Tom 2 Open Hi-Hat 1 [EXC1] Mid Tom 1 High Tom 2 Crash Cymbal 1 High Tom 1 Ride Cymbal 1 Chinese Cymbal 1 Ride Bell 1 Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 2 Vibraslap Ride Cymbal 2 High Bongo 1 Low Bongo 1 Mute High Conga 1 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Room Kick 2 Room Kick 1 Side Stick Room Snare Hand Clap Electric Snare 4 Room Low Tom 2 Closed Hi-Hat 2 [EXC1] Room Low Tom 1 Pedal Hi-Hat 2 [EXC1] Room Mid Tom 2 Open Hi-Hat 2 [EXC1] Room Mid Tom 1 Room High Tom 2 Crash Cymbal 3 Room High Tom 1 Ride Cymbal 3 Chinese Cymbal 2 Ride Bell 2 Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 4 Vibraslap Ride Cymbal4 High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute High Conga 2 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Room Kick 1 Power Kick Side Stick Power Snare Hand Clap Electric Snare 5 Power Low Tom 2 Closed Hi-Hat 2 [EXC1] Power Low Tom 1 Pedal Hi-Hat 2 [EXC1] Power Mid Tom 2 Open Hi-Hat 2 [EXC1] Power Mid Tom 1 Power High Tom 2 Crash Cymbal 3 Power High Tom 1 Ride Cymbal 3 Chinese Cymbal 2 Ride Bell 2 Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 4 Vibraslap Ride Cymbal4 High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute High Conga 2 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Power Kick Electric Kick Side Stick Electric Snare 1 Hand Clap Electric Snare 2 Electric Low Tom 2 Closed Hi-Hat 2 [EXC1] Electric Low Tom 1 Pedal Hi-Hat 2 [EXC1] Electric Mid Tom 2 Open Hi-Hat 2 [EXC1] Electric Mid Tom 1 Electric High Tom 2 Crash Cymbal 3 Electric High Tom 1 Ride Cymbal 3 Reverse Cymbal Ride Bell 2 Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 4 Vibraslap Ride Cymbal4 High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute High Conga 2 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
* __: Geen geluid
* [EXC]: klinkt niet samen met andere percussie instrumenten van hetzelfde nummer.
70
C2
C3
C4
C5
C6
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
Analog Set Jazz Set Orchestra SetBrush Set
High-Q
27
Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7]
30
Sticks
32
Square Click Metronome Click
34
Metronome Bell TR-808 Kick 2 TR-808 Kick 1 TR-808 Rim shot
37
TR-808 Snare Hand Clap
39
Electric Snare 6 TR-808 Low Tom 2 TR-808 Closed Hi-Hat 1 [EXC1]
42
TR-808 Low Tom 1
44
TR-808 Closed Hi-Hat 2 [EXC1] TR-808 Mid Tom 2
46
TR-808 Open Hi-Hat [EXC1] TR-808 Mid Tom 1 TR-808 High Tom 2 TR-808 Crash Cymbal
49
TR-808 High Tom 1 Ride Cymbal 3
51
Chinese Cymbal 2 Ride Bell 2 Tambourine
54
Splash Cymbal
56
TR-808 Cowbell Crash Cymbal 4
58
Vibraslap Ride Cymbal4 High Bongo 2 Low Bongo 2
61
TR-808 High Conga TR-808 Mid Conga
63
TR-808 Low Conga High Timbale Low Timbale
66
High Agogo
68
Low Agogo Cabasa
70
TR-808 Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3]
73
Long Guiro [EXC3] Claves
75
High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4]
78
Open Cuica [EXC4]
80
Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5]
82
Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets
85
Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
87
-----
High-Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Room Kick 2 Jazz Kick Side Stick Jazz Snare Hand Clap Electric Snare 7 Jazz Low Tom Closed Hi-Hat 2 [EXC1] Low Tom 1 Pedal Hi-Hat 2 [EXC1] Mid Tom 2 Open Hi-Hat 2 [EXC1] Jazz Mid Tom Jazz High Tom 2 Crash Cymbal 3 Jazz High Tom 1 Ride Cymbal 3 Chinese Cymbal 2 Ride Bell 2 Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 4 Vibraslap Ride Cymbal4 High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute High Conga 2 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Room Kick 2 Jazz Kick Side Stick Brush Tap Brush Slap1 Brush Swirl Brush Low Tom 2 Brush Closed Hi-Hat [EXC1] Brush Low Tom 1 Brush Pedal Hi-Hat [EXC1] Brush Mid Tom 2 Brush Open Hi-Hat [EXC1] Brush Mid Tom 1 Brush High Tom 2 Jazz Crash Cymbal Brush High Tom 1 Jazz Ride Cymbal 1 Chinese Cymbal 2 Jazz Ride Cymbal 2 Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 4 Vibraslap Ride Cymbal4 High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute High Conga 2 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
Tone lijst
Closed Hi-Hat 2 [EXC1] Pedal Hi-Hat 2 [EXC1] Open Hi-Hat 2 [EXC1] Ride Cymbal 3 Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Concert Bass Drum 2 Concert Bass Drum 1 Side Stick Concert Snare Drum Castanets Concert Snare Drum Timpani F Timpani F# Timpani G Timpani G# Timpani A Timpani A# Timpani B Timpani C Timpani C# Timpani D Timpani D# Timpani E Timpani F Tambourine Splash Cymbal Cowbell Concert Cymbal 2 Vibraslap Concert Cymbal 1 High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute High Conga 2 Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short High Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Woodblock Low Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6] Applause
* __: Geen geluid
* [EXC]: klinkt niet samen met andere percussie instrumenten van hetzelfde nummer.
71
Tone lijst
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
C2
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
C3
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
C4
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
C5
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
C6
85
86
87
88
SFX Set
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­High Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Guitar Fret Noise Guitar Cutting Noise Up Guitar Cutting Noise Down String Slap of Double Bass Fl.Key Click Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps 1 Footsteps 2 Applause Door Creaking Door Scratch Wind Chimes Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jet Plane Helicopter Starship Gun Shot Machine Gun Laser Gun Explosion Dog Horse-Gallop Birds Rain Thunder Wind Seashore Stream Bubble
-----
-----
-----
-----
* __: Geen geluid
* [EXC]: klinkt niet samen met andere percussie instrumenten van hetzelfde nummer.
72

Interne Song lijst

Interne Song lijst
1 La Fille aux Cheveux de Lin
2 La Campanella
3 Trio Grande
4 Scherzo No.2
5 Sonate No.15
6 Liebesträume 3
7 Étude, op.10-3
8 Je te veux
9 Valse, op.64-1
10 Golliwog’s Cakewalk
11 Fantaisie-Impromptu
12 Arabesque 1
13 An der schönen, blauen Donau
14 Auf Flügeln des Gesanges
15 Mazurka No.5
16 Gymnopédie 1
36 Jägerlied
37 Menuet Antique
38 Für Elise
39 Türkischer Marsch (Mozart)
40 Ständchen
41 Humoreske
42 Blumenlied
43 Alpenglöckchen
44 Menuett G dur (Beethoven)
45 Venezianisches Gondellied
46 Alpenabendröte
47 Farewell to the Piano
48 Brautchor
49 Battle of Waterloo
50 Wiener Marsch
51 Le Coucou
17 Étude, op.25-1
18 Clair de Lune
19 Étude, op.10-5
20 Dr. Gradus ad Parnassum
21 Grande Valse Brillante
22 La prière d’une Vierge
23 Course en Troïka
24 To The Spring
25 Valse, op.64-2
26 Radetzky Marsch
27 Träumerei
28 Moments Musicaux 3
29 Prélude, op.28-15
30 Harmonious Blacksmith
31 Ungarische Tänze 5
32 Türkischer Marsch (Beethoven)
33 Nocturne No.2
34 Frühlingslied
35 Präludium
52 Menuett G dur (Bach)
53 Spinnerlied
54 Gavotte
55 Heidenröslein
56 Zigeuner Tanz
57 La Cinquantaine
58 Csikos Post
59 Dolly’s Dreaming Awakening
60 La Violette
61 Fröhlicher Landmann
62 Sonatine op.36-1 (Clementi)
63 Sonatine op.20-1 (Kuhlau)
64 Sonatine No.5 (Beethoven)
65 Fly Flee
* Alle rechten voorbehouden. Onbe-
voegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de hierop van toepassing zijnde wetgeving.
* Geen data van de muziek die wordt
gespeeld wordt via de MIDI OUT uitgestuurd.
73

Parameters die met Memory Backup worden opgeslagen opgeslagen

Parameters die met Memory Backup worden opgeslagen
Key Touch p. 21 3D Sound Control (On/Off, Depth) p. 42 Dynamics Sound Control (Off, Type) p. 44 Reverb (On/Off, Depth) p. 22 Dual Balance p. 45 Split Point p. 26 3D Modus p. 43 Transpose Modus p. 45 Damper Pedal Part p. 47 Tuning p. 48 Temperament (Temperament, Tonic) p. 48 Stretch Tuning p. 49 Damper Resonance p. 50 String Resonance p. 50 Key Off Resonance p. 50 EQ Low, EQ Medium, EQ High p. 43
74
General MIDI
De General MIDI is een serie aanbevelingen die tot doel heeft een manier te bieden om de beperkingen van merkgebonden ontwerpen te ontstijgen, en de MIDI mogelijkheden van geluidsgenererende apparaten te standaardiseren. Geluidsgenererende apparaten en muziekbestanden die aan de General MIDI standaard voldoen, dragen het General MIDI logo. Muziekbestanden met het General MIDI logo kunnen op elk General MIDI geluidsgenererend apparaat worden afgespeeld, waarbij op ieder apparaat vrijwel dezelfde muzikale uitvoering wordt geproduceerd.
General MIDI 2
De stijgend compatibele General MIDI 2 aanbevelingen gaan verder waar de originele General MIDI ophield, en bieden ver­beterde expressieve mogelijkheden en een nog grotere compatibiliteit. Zaken die niet door de originele General MIDI aanbeve­lingen werden ondervangen, zoals de manier waarop geluiden worden bewerkt, en hoe effecten behandeld dienen te worden, zijn nu nauwkeurig gedefinieerd.
Bovendien zijn de beschikbare geluiden uitgebreid. General MIDI 2 geluidsgeneratoren kunnen muziekbestanden die het General MIDI of General MIDI 2 logo dragen op betrouwbare wijze afspelen.
In sommige gevallen wordt de conventionele vorm van General MIDI, welke de nieuwe verbeteringen niet bevat, ‘General MIDI 1’ genoemd, ter onderscheiding van General MIDI 2.
GS Format
Het GS formaat is de serie specificaties van Roland voor standaardisering van de uitvoering van geluidsgenererende appara­ten. Naast ondersteuning voor alles dat door General MIDI is gedefinieerd, biedt het uitermate compatibele GS formaat een groter aantal geluiden, de geluiden kunnen bewerkt worden en vele details voor een brede reeks extra mogelijkheden, waaron­der effecten als Reverb en Chorus. Ontworpen met de toekomst in gedachten, kan het GS formaat nieuwe geluiden direct onderbrengen en nieuwe hardware mogelijkheden ondersteunen wanneer deze gereed zijn. Omdat dit opwaarts compatibel is met General MIDI, kan het GS formaat van Roland GM scores op betrouwbare wijze afspelen, evenals het uitvoeren van GS muziekbestanden (muziekbestanden die met het GS formaat in gedachten zijn gecreëerd).
XG lite
XG is een geluidsgenerator formaat van YAMAHA Corporation, dat de manieren waarop stemmen worden uitgebreid of bewerkt, en de structuur en het type van effecten definieert, ter aanvulling op de General MIDI 1 specificatie. XG Lite is een ver­eenvoudigde versie van het XG geluidsgeneratie formaat. U kunt XG muziekbestanden met gebruik van een XGLite geluidsge­nerator afspelen. U moet echter onthouden dat sommige muziekbestanden anders worden afgespeeld in vergelijking met de ori­ginele bestanden, door het gereduceerde aantal regelingsparameters en effecten.
75

MDI Implementatiekaart

MDI Implementatiekaart
MIDI Implementatiekaart
Date : March 2009
Version : 1.00
76

Hoofdspecificaties

F-110: Digital Piano
<Toetsenbord>
Toetsenbord 88 toetsen (PHA alpha III)
Aanslaggevoeligheid Off, L1, L2, M, H1, H2
Keyboard modes Whole, Dual (instelbare volumebalans), Split (instelbaar splitspunt), Twin Piano
<Geluidsgenerator> 88 toetsen stereo multi-sampled piano geluid, in overeenstemming met GM2/GS/XG Lite
Max. polyfonie 128 stemmen
Tones 306 Tones (inclusief 8 drum sets, SFX set)
Stemming 8 types, instelbare tonica
Stretched Tuning Aan/uit
Master Tuning 415.3-466.2 Hz (aan te passen in stappen van 0.1 Hz)
Hoofdspecificaties
Transpositie
Effecten
Equalizer 3-bands digitale equalizer
<Recorder>
Tracks 3 tracks
Songs
Noot opslag Ongeveer 30.000 noten
Regeling
Tempo Kwartnoot = 10 tot 500
Resolutie 120 tikken per kwartnoot
Metronoom
Transpositie: -6~+5 (in halve tonen) Playback Transpose: -6~+5 (in halve tonen)
Reverb (Off/1-10), String Resonance (alleen voor piano Tones, Off/1-10), Demper resonantie (alleen voor piano Tones, Off/1-10), Key Off Resonance (alleen voor piano Tones, Off/1-10)
Recorder sectie: 1 Song Intern geheugen: max. 99 Songs
Song Select, Play/Stop, Rec, Previous/Rewind, Next/Fast-Forward, Track Mute, Tempo, Tempo Mute, All Song Play, Count-In, Count-Down, Song Volume
Maatsoort: 2/2, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 9/8, 12/8
Volume: 0-19
<Intern geheugen>
Songs Max. 99 Songs
Songs opslaan Standaard MIDI bestanden (formaat 0)
<Overigen>
Interne Songs 65 Songs
Nominaal uitgangsvermogen 12W x 2
Luidsprekers 8 cm x 12 cm x 2
77
Hoofdspecificaties
Beeldscherm 7 segmenten, LED
Regeling Volume
Pedalen
Overige functies Panel Lock, V-LINK
Connectors
Stroomvoorziening DC 12V
Stroomverbruik 48 W
Afwerking behuizing Satijn zwart of satijn wit
Afmetingen
Gewicht 35 kg
Demper (half-pedaal herkenning), Soft (half=pedaal herkenning, functie toewijsbaar), Sostenuto (functie toewijsbaar)
DC ingang, pedaal aansluiting, Input Jacks (L/Mono, R), Output Jacks (L/Mono, R), MIDI aansluitingen (IN, OUT), Phones Jack (stereo) x 2
1361 (B) x 302 (D) x 778 (H) mm (met gesloten deksel)
1361 (B) x 342 (D) x 778 (H) mm (met gesloten deksel, stabilisatoren* gemonteerd)
1361 (B) x 305 (D) x 910 (H) mm (met open deksel)
1361 (B) x 342 (D) x 910 (H) mm (met deksel open, stabilisatoren* gemonteerd)
Accessoires
* De stabilisatoren zijn de uitstekende gedeeltes aan de achterkant van de twee zijpanelen, waarmee een optimale stabiliteit wordt
gewaarborgd.
NOTE
In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen.
Gebruikershandleiding, adapter, netsnoer (voor aansluiten van adapter), koptelefoon haak, ‘Roland 60 Classical Piano Masterpieces’ (boek)
78

Index

Index
Cijfers
3D modus ...........................................................43
3D Sound Control ................................................42
A
Aanbevolen geluid ...............................................52
Aansluiten
Geluidsapparatuur ...........................................58
Computer........................................................61
MIDI apparaten ...............................................60
Luidsprekers ....................................................58
Aan/uit schakelaar ........................................14, 18
Adapter ..............................................................16
AC ingang ..........................................................15
Accomp Track .....................................................52
All Song Play.......................................................30
AUDIO OUTPUT L/R Jack......................................15
B
Beeldscherm........................................................14
BuP ....................................................................56
C
Center/Left pedaal functie.....................................47
Composer MIDI Out .............................................54
Computer............................................................61
Countdown .........................................................51
Countdown Part ...................................................51
Count-In ..............................................................28
D
Damper/Center/Left Pedal Part..............................47
dEl .....................................................................39
Demper pedaal........................................19, 47, 50
Demper resonantie ...................................19, 41, 50
Dual Play ............................................................24
Dynamics Sound Control.......................................44
F
Factory Reset .......................................................56
Functie modus......................................................41
G
General MIDI ......................................................75
General MIDI 2 ...................................................75
Grondtoon (Tonica) ..............................................49
GS formaat .........................................................75
I
Instellingen.......................................................... 41
Toetsenbord .................................................... 45
Metronoom ..................................................... 51
MIDI............................................................... 52
Pedaal............................................................ 47
Onthouden .....................................................56
Song afspelen ................................................. 52
Stemmen......................................................... 48
K
Key Off Resonance ........................................ 41, 50
Key Touch........................................................... 21
Koptelefoon haak ................................................20
Koptelefoon ........................................................19
L
Lijst
Storingsmeldingen ...........................................65
Parameters...................................................... 74
Probleemoplossing........................................... 62
Linker pedaal ...................................................... 19
Local Control....................................................... 53
M
Master Gain ....................................................... 43
Master Tuning ..................................................... 48
Memory Backup ............................................ 56, 74
Metronoom ......................................................... 27
Middelste pedaal................................................. 19
MIDI....................................................... 52, 54, 60
MIDI IN/OUT aansluiting .....................................15
MIDI Transmit Ch................................................. 54
MIDI zendkanaal................................................. 54
O
Octave Shift........................................................ 45
Onderpaneel ...................................................... 15
Opgeslagen Songs verwijderen............................. 39
Opnemen ........................................................... 33
P
Panel Lock ..........................................................57
Parameters.......................................................... 74
Pedaal................................................................ 19
PEDAL aansluiting................................................ 15
Pedaal Jack......................................................... 16
Pedaal kabel....................................................... 16
79
Index
PHONES Jack................................................15, 19
Playback Transpose..............................................32
Power On ...........................................................18
Probleemoplossing ...............................................62
R
Resonantie ..........................................................50
Rechter knop .......................................................30
Rechter pedaal ....................................................19
S
Song, opslaan .....................................................38
Song, selecteren ..................................................29
SnG ...................................................................23
Snoer .................................................................15
Snoer haak .........................................................15
Soft pedaal .........................................................19
Sostenuto pedaal .................................................19
Specificaties ........................................................77
Split....................................................................25
Splitspunt ............................................................26
Standaard toonhoogte..........................................48
Stemmen..................................................41, 48-49
Storingsmeldingen................................................65
Stretched Tuning ............................................41, 49
String resonantie............................................41, 50
Systeem instellingen..............................................41
Voorpaneel......................................................... 14
X
XG lite................................................................ 75
T
Temperament (stemming).................................41, 48
Tempo ................................................................31
Tempo Mute ........................................................31
Toetsenbord gevoeligheid .....................................21
Toetsenbord instellingen........................................45
Tone knop...........................................................21
Tonica ................................................................49
Transponeren...........................................22, 32, 45
Transpose modus .................................................45
Twin Piano ..........................................................46
V
VIMA TUNES.......................................................52
V-LINK ................................................................55
Volume
Koptelefoon......................................................19
Master Gain....................................................43
Algeheel .........................................................18
Song ..............................................................31
Volume knop ............................................ 14, 18-19
80
Voor EU-Landen
MEMO
82
Loading...