Roland F-110 User Manual [nl]

Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMC 2004/108/EC.
Voor EU-Landen
Dit product dient apart bij een lokaal afvalstation te worden ingeleverd. Het mag niet samen met het huisvuil worden afgevoerd.
Wat u allemaal met
de
kunt doen
De piano bespelen
Verschillende geluiden spelen (p.21)
De F-110 bevat meer dan drie honderd geluiden voor veel speelplezier.
De aanslag van het toetsenbord aanpassen (p.21)
U kunt de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan uw speelsterkte aanpassen.
De stemming van het toetsenbord veranderen (p.22)
U kunt de ‘Transpose’ functie gebruiken om de toonhoogte van het toetsenbord te transponeren. Ook kunt u de stemming veranderen om Barok muziek en andere klassieke muziek met historisch correcte stemmingen te spelen (p.48).
Duetten spelen (p.46)
U kunt het toetsenbord in linker en rechter regio’s verdelen, en deze bespelen alsof het twee piano’s zijn.
De metronoom gebruiken (p.27)
Tijdens het spelen kunt u de metronoom laten klinken.
Het geluid verrijken
Het geluid dieper maken (p.42)
U kunt de natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid, karakteristiek voor een concertvleugel, produceren.
Het geluid levendiger maken (p.44)
U kunt het geluid helderder en levendiger maken.
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (p.22)
U kunt weerkaatsing (Reverb) toevoegen om het gevoel van het spelen in een concertzaal te simuleren.
Songs afspelen
De interne Songs afspelen (p.29)
De F-110 bevat 65 piano Songs. De titels van de interne Songs vindt u in de ‘Interne Song lijst’ (p.73).
Gedeeltes apart afspelen (p.30)
U kunt ervoor kiezen om de rechterhand, linkerhand of het begeleidingsgedeelte af te spelen, terwijl u een ander gedeelte oefent.
Opnemen
Uw uitvoeringen opnemen (p.33)
Het is gemakkelijk om dat wat u speelt op te nemen. Dit soort opnames geven u de mogelijkheid om uw eigen uitvoeringen te evalueren. U kunt ook elke hand apart opnemen.
Uw uitvoeringen opslaan (p.38)
Door u opgenomen Songs kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Handige
De paneelknoppen uitschakelen (p.57)
U kunt Panel Lock inschakelen, zodat de knoppen niet meer functioneren. Dit is een handige manier om onbedoelde veranderingen in instellingen, terwijl u speelt te voorkomen.
functie

Introductie

Dank u, en gefeliciteerd met uw keuze voor de F-110. Om u ervan te verzekeren dat u maximaal van de F-110 zult genieten, en volledig gebruikmaakt van zijn functionaliteit, leest u deze gebruikershandleiding zorgvuldig door.

Over de handleiding

Eerst moet u de ‘Voordat u gaat spelen’ sectie van de gebruikershandleiding (dit document) lezen. Hierin wordt uitgelegd hoe de adapter wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles uitgelegd, van de basis operaties waarbij de afspeelfuncties van de F-110 worden gebruikt, tot meer gevorderde verrichtingen, zoals de F-110 gebruiken om een Song op te nemen.

Drukafspraken in deze handleiding

Introductie
Om de verrichtingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende drukafspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano] knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen, zijn waarschuwingen die u zeker moet lezen.
• De nummers van pagina’s waarop aanvullende, gerelateerde informatie wordt verstrekt, worden als volgt weergegeven: (p. * *).
• De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in het scherm zwordt weergegeven. Wees er echter van bewust, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem kan hebben, dus wat u daadwerkelijk in het scherm ziet, kan mogelijk niet altijd overeenkomen met hetgeen in de handleiding wordt getoond.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN’(p.9) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’(p.12). In deze secties vindt u
belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de
gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe
apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
NOTE
Copyright © 2009 ROLAND EUROPE S.p.a
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND EUROPE gereproduceerd worden.
5
Introductie

Hoofdkenmerken

Pianogeluiden met een rijke resonantie en breed expressief bereik
Dit instrument wordt gekenmerkt door een piano geluidsgenerator die stereo sampling toepast, zodat deze in staat is het geluid van een kwaliteits concertvleugel op getrouwe wijze te herscheppen met zelfs de kleinste details, waaronder het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan. Een maximale polyfonie van 128 noten geeft u voldoende capaciteit, zelfs voor uitvoeringen waarbij het pedaal veelvuldig wordt gebruikt.
Meer dan driehonderd verschillende geluiden, niet alleen piano maar ook een brede reeks andere instrumenten, zijn ingebouwd. U kunt ook drum sets op het toetsenbord spelen.
Het speelgevoel van een concertvleugel
Het PHA alpha II toetsenbord geeft u een zwaardere aanslag in het lage register, die lichter wordt in het hoge register, het authentieke gevoel van een piano wordt hiermee nagebootst.
De pedaalpositie wordt feilloos gedetecteerd, zodat u het effect kunt variëren door de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt te veranderen. U kunt gebruikmaken van de manier waarop subtiele verschilden in pedaalgebruik het geluid beïnvloeden.
Compact ontwerp
Doordat de kastdiepte slechts 34 cm is, kunt u de F-110 overal in de kamer plaatsen, en de keuze in kast variaties (satijn zwart en wit) past bij alle stijlen.
Met het opvouwbare deksel kan het toetsenbord veilig in gesloten positie worden afgedekt, en fungeert ook als muzieksteun wanneer het omhoog staat.
De veelzijdige functionaliteit die u van een digitale piano verwacht
De galm van een concertzaal nabootsen
Naast een reverb effect van hoge kwaliteit hebben deze instrumenten ook een 3D Sound Control functie, welke de ruimtelijke diepte van een grote concertvleugel nabootst, en een Dynamic Sound Control functie, welke de consistentie en sterkte van het geluid verbetert. Zelfs als u via een koptelefoon luistert, kunt u deze effecten gebruiken om van geluiden met een superieure presence te genieten.
Handige functies om u te helpen bij het oefenen, en ingebouwde piano Songs met begeleiding
Een metronoom functie, en drie-track recorder, en interne Preset Songs met orkestbegeleiding maken deze elektronische piano een uitmuntende keuze voor pianolessen.
6
Data spelen en opslaan
De data die u met gebruik van de recorder opneemt, kan in het interne geheugen van de F-110 worden opgeslagen.
Inhoud
Inhoud
Introductie .................................................. 5
Over de handleiding.....................................................5
Drukafspraken in deze handleiding ...................................................5
Hoofdkenmerken ..........................................................6
HET APPARAAT OP EEN
VEILIGE MANIER GEBRUIKEN....................... 9
Belangrijke opmerkingen .......................... 12
Benamingen en functies............................. 14
Voorpaneel................................................................14
Achterpaneel .............................................................15
Onderpaneel (linksvoor) ..............................................15
Voordat u gaat spelen............................... 16
Voorbereidingen ........................................................16
Het pedaalsnoer aansluiten ............................................................16
De adapter aansluiten ...................................................................16
De klep openen en sluiten ..............................................................17
De stroom aan en uitzetten ..........................................18
Het volume van het geluid aanpassen ...........................18
Over de pedalen ........................................................19
Luisteren via koptelefoon..............................................19
De koptelefoon haak gebruiken ......................................................20
Spelen ...................................................... 21
Spelen met een verscheidenheid aan geluiden ...............21 De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord
aanpassen (Key Touch)................................................21 Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen
(Reverb effect) ............................................................22
De diepte van het Reverb effect veranderen......................................22
De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Transpose)22
Spelen met twee gestapelde Tones (Dual Play) ...............24
De Tone variaties veranderen .........................................................24
Spelen met verschillende Tones in de linker en
rechterkanten van het toetsenbord (Split)........................25
Veranderen van Tone groepen en Tone variaties...............................25
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen ..................................26
Spelen met de metronoom ...........................................27
Het tempo veranderen ...................................................................27
De maatsoort veranderen............................................................... 27
Het metronoom volume veranderen .................................................28
Een aftelling laten klinken om de timing accuraat
te houden ..................................................................28
Songs afspelen .......................................... 29
Songs beluisteren .......................................................29
Alle Songs opeenvolgend afspelen (All Song Play) .........30
Elk gedeelte apart beluisteren ......................................30 Het volume van het afspeelgeluid van de Song
veranderen................................................................31
Het tempo van een Song veranderen ............................ 31
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute) ............................. 31
De toonsoort van een afgespeelde Song veranderen
(Playback Transpose) .................................................. 32
Opnemen.................................................. 33
Uw uitvoering op het toetsenbord opnemen ................... 33
Uw uitvoering apart voor elke hand opnemen................ 34
Uw spel samen met een Song opnemen ........................36
Opgenomen uitvoeringen wissen.................................. 37
Uw uitvoering opslaan............................... 38
Songs opslaan ........................................................... 38
Een Song wissen ........................................................ 39
Alle Songs wissen....................................................... 39
Verscheidene instellingen........................... 41
Basisbediening in de Functie modus.............................. 41
Aan geluid gerelateerde instellingen............................. 42
Ruimtelijke diepte aan het geluid toevoegen (3D Sound Control) ........ 42 De manier waarop Grand Space wordt toegepast veranderen
(3D Modus) ................................................................................. 43
De frequentie respons van de F-110 veranderen (Equalizer)............... 43
Het volume aanpassen (Master Gain).............................................. 43
Het geluid levendiger maken (Dynamics Sound Control) .................... 44
Toetsenbord instellingen .............................................. 45
De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance).............. 45 Specificeren waarop de Transpose functie van invloed is
(Transpose modus)........................................................................ 45 De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)... 45 Het toetsenbord verdelen voor een uitvoering met twee personen
(Twin Piano)................................................................................. 46
Pedal instellingen .......................................................47
De manier waarop het pedaal wordt toegepast veranderen
(Damper Pedal Part)...................................................................... 47 De manier waarop de pedalen werken veranderen
(Center/Left Pedal functie).............................................................. 47
7
Inhoud
Instellingen voor stemming ...........................................48
De toonhoogte met die van andere instrumenten overeen
laten komen (Master Tuning)........................................................... 48
De stemming aanpassen (Temperament) ..........................................48
Stretched Tuning ...........................................................................49
Instellingen voor piano geluiden ...................................50
Sympathische resonantie produceren als het demper pedaal wordt
ingedrukt (Damper Resonance) .......................................................50 De resonantie van de snaren reproduceren wanneer de toetsen
worden bespeeld (String Resonance) ............................................... 50 Geluiden spelen als de toetsen worden losgelaten
(Key Off Resonance)......................................................................50
Instelling voor de aftelling............................................51
Een aftelling laten klinken voordat de melodie begint (Countdown) .....51 Het gedeelte waarop de Countdown zal beginnen selecteren
(Countdown Part) .......................................................................... 51
Instellingen voor het afspelen van een Song...................52
Het gedeelte (Part) selecteren dat met de [E. Piano] knop gedempt is
(Accomp Track).............................................................................52
MIDI instellingen.........................................................52
VIMA TUNES aanbevolen geluiden veranderen
(Recommended Tone) ....................................................................52 Dubbele noten voorkomen tijdens het werken met een sequencer (Local
Control) .......................................................................................53
MIDI zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel).......................54 Opgenomen data naar een MIDI apparaat sturen
(Composer MIDI Out) ....................................................................54
Overige instellingen....................................................55
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK)...............................................55
De instellingen onthouden (Memory Backup) ....................................56 De instellingen opnieuw op de fabrieksstatus instellen
(Factory Reset) .............................................................................. 56
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) ...........................57
Probleemoplossing ....................................62
Storingsmeldingen.....................................65
Tone lijst.................................................... 66
Interne Song lijst........................................ 73
Parameters die met Memory Backup
worden opgeslagen opgeslagen................. 74
MDI Implementatiekaart............................. 76
Hoofdspecificaties...................................... 77
Index ........................................................ 79
Andere apparaten aansluiten .................... 58
Geluidsapparatuur aansluiten.......................................58
Externe luidsprekers op de F-110 aansluiten.....................................58
Geluiden van een geluidsapparaat via de F-110 spelen ....................59
MIDI apparaten aansluiten...........................................60
Een MIDI sequencer op de F-110 aansluiten..................................... 60 Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren door
de F-110 te bespelen.....................................................................60
Aansluiten op een computer.........................................61
8

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
WAARSCHUWING
Niet demonteren of wijzigen
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Niet op een instabiele locatie plaatsen
Dit apparaat en de adapter mogen nooit geopend (of gewijzigd) worden.
......................................................................................
Onderdelen niet repareren of vervangen
Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen. Indien een reparatie of vervanging van onderdelen nodig is, neemt u contact op met uw handelaar of een Roland Service Centrum.
......................................................................................
Niet installeren op de volgende locaties
• Locaties met extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop warmte genererende apparatuur)
• In vochtig ruimtes (bijvoorbeeld een badkamer, in de buurt van een wastafel of op een natte vloer) of plaatsen die aan stoom of rook onderhevig zijn of aan zout blootstaan of
• locaties waar regen kan vallen of
• locaties die extreem stoffig of zanderig zijn of
• locaties die aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig zijn
......................................................................................
Plaats dit apparaat niet op een instabiele standaard of een hellend oppervlak. U dient het op een stabiele en vlakke locatie plaatsen.
......................................................................................
Sluit de adapter op een stopcontact met een correct voltage aan
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat wordt geleverd. Ook moet het lijn voltage bij de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of voor een ander voltage zijn ontworpen, en gebruik daarvan kan tot beschadi­gingen, storingen of elektrische schokken leiden.
......................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
Gebruik alleen het bij het apparaat behorende netsnoer. Het bijbehorende netsnoer mag niet voor een ander apparaat worden gebruikt.
......................................................................................
9
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Buig het netsnoer niet, en plaats er geen zware objecten bovenop
Niet laten vallen of aan sterke schokken bloot­stellen
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
......................................................................................
Sluit niet teveel apparaten op één stopcontact aan
Sluit geen overmatig aantal elektrische apparaten op één stopcontact aan. Wanneer een meervoudige contactdoos wordt gebruikt, kan er door het overschrijden van de voorgeschreven capaciteit (wattage/ampères) van de contactdoos hitte gegenereerd worden, waardoor de kabel kan smelten.
......................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterker en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
......................................................................................
Geen vreemde objecten in het apparaat terecht laten komen
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokken.
......................................................................................
Voordat het apparaat in het buitenland wordt gebruikt
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw handelaar, een Roland Service centrum in de buurt of een erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie’ pagina te vinden zijn.
......................................................................................
Zorg, dat er geen vreemde objecten (brandbaar materiaal, munten, snoeren) in het apparaat terechtkomen. Deze kunnen kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
......................................................................................
Zet de stroom uit, wanneer afwijkingen of storingen optreden
Wanneer één van de volgende situaties zich voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (bijvoorbeeld door regen, enz.)
• Een afwijking of storing in het apparaat optreedt
......................................................................................
Laat kinderen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken
In huishoudens met kleine kinderen moet gelet worden op knoeien. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
......................................................................................
10
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Plaatsen in een goed geventileerde ruimte
Dit apparaat en de adapter dienen op een goed geventileerde locatie gebruikt te worden.
..........................................................................................................
De stekker vastpakken bij het aansluiten of loskop­pelen van het netsnoer
Als u het netsnoer in het apparaat zelf of in een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u het altijd bij de stekker vast, en nooit aan het snoer zelf.
..........................................................................................................
Regelmatig het stof van de stekker van het netsnoer verwijderen
Van tijd tot tijd moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald, en het stof er met een droge doek worden afgeveegd. U moet het netsnoer ook uit het stopcontact verwijderen als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt. Stof of vuil dat zich tussen de stekker en het stopcontact ophoopt, kan kortsluiting veroorzaken, mogelijk resulterend in brand.
..........................................................................................................
De kabels leiden voor de veiligheid
Zorg, dat de aangesloten kabels op een veilige manier geleid worden. Plaats de kabels buiten het bereik van kinderen.
..........................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op
Ga niet op het apparaat staan, en plaats er geen zware objecten bovenop.
..........................................................................................................
De adapter nooit met natte handen aansluiten of loskoppelen
Sluit de adapter niet op het stopcontact aan en ontkoppel deze niet met natte handen.
..........................................................................................................
Voorzichtig bij het verplaatsen van dit apparaat
Wanneer het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de volgende aanwijzingen in acht. Vervolgens moet het apparaat door minimaal twee personen worden opgetild en gedragen, terwijl het voortdurend waterpas wordt gehouden. Wees voorzichtig dat uw handen niet bekneld raken of dat u het apparaat niet op uw voeten laat vallen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard is vastgezet niet losser zijn geworden. Indien dit het geval is, zet u deze direct vast.
• Ontkoppel het netsnoer.
• Ontkoppel externe apparaten.
• Sluit het deksel.
......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Haal de adapter uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt
Voordat u het apparaat reinigt, zet u de stroom uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.16).
..........................................................................................................
Wanneer er onweer dreigt, haalt u de adapter uit het stopcontact
Als er onweer dreigt, zet u direct de stroom uit en haalt u de adapter uit het stopcontact.
..........................................................................................................
Voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel, zodat uw vingers niet beklemd raken (p.17). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..........................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kinderen.
• Bijgeleverde onderdelen
• Schroeven om de standaard te monteren
• Schroeven om de standaard vast te zetten
• Snoerklem
• Vleugelmoer voor koptelefoon haak
• Verwijderde onderdelen
• Volumeknop
..........................................................................................................
Kijk uit voor brandwonden
Het gebied rond de DC In Jack en de kabelhaak op het achterpaneel zullen warm worden. Pas op dat u zich niet brandt.
..........................................................................................................
Over het rooster van de luidspreker
Het luidspreker rooster en de luidspreker mogen nooit verwijderd worden. De luidspreker kan niet door de gebruiker worden vervangen. Schok­gevaarlijke voltages en stroom bevinden zich binnen de behuizing.
..........................................................................................................
11

Belangrijke opmerkingen

Naast ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.9), neemt u de volgende waarschuwingen ook in acht.
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een elektrische motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adapter begint warmte te generen nadat deze gedurende lange tijd in gebruik is. Dit is normaal, en geen reden voor ongerustheid.
• Voordat u aansluitingen maakt, moet de stroom van alle apparaten worden uitgeschakeld om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers te voorkomen.
Locatie
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van de F-110 worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Als dit gebeurt, plaatst u het verder weg van de storingsbron of verandert u de richting van dit apparaat.
• Als dit apparaat in de buurt van een televisie of radio wordt gebruikt, kan kleurvervorming in het televisiescherm te zien zijn of er kan ruis in het radiogeluid optreden. Als dit gebeurt, plaats u dit apparaat verder weg.
• Zorg, dat een mobiele telefoon is uitgeschakeld of houdt deze ingeschakeld op voldoende afstand van dit apparaat. Als een mobiele telefoon dichtbij dit apparaat is, kan ruis hoorbaar zijn wanneer u gebeld wordt of belt of tijdens de conversatie.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, en laat het niet in een afgesloten voertuig achter. Laat ook geen verlichting, die normaalgesproken dicht op het apparaat wordt gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots gedurende langere tijd op één plaats op het apparaat schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurende langere tijd op het apparaat achter. Hierdoor kan vervorming of verkleuring ontstaan.
• Laat geen objecten bovenop het toetsenbord achter. Dit kan storingen veroorzaken, zoals geluid dat niet langer hoorbaar is.
• Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moet worden, kan de afwerking beschadigen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen zijn rubber voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen om te voorkomen dat dit gebeurt. Als u dit doet, moet u opletten dat het apparaat niet per ongeluk verschuift of verplaatst wordt.
Verzorging
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge doek schoon of gebruik een vochtige, licht uitgewrongen doek om vuil te verwijderen. Houten gedeeltes moeten in de richting van de nerf, met gelijkmatige druk worden schoongeveegd. Als u te hard op één plek wrijft, kan de afwerking beschadigen.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Onderhoud
Als u dit apparaat voor onderhoud aanbiedt, kan de inhoud van het geheugen verloren gaan. Wij doen onze uiterste best om de inhoud van het geheugen tijdens het onderhoud te behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij de opgeslagen inhoud niet hersteld kan worden, omdat er een storing in het geheugen heeft plaatsgevonden. Wees ervan bewust dat wij niet aansprakelijk zijn voor het herstellen van geheugeninhoud die verloren is gegaan of voor daaruit voortvloeiende consequenties.
12
Overige waarschuwingen
• Wij zijn niet verantwoordelijk voor het herstel van verloren geraakte inhoud van het interne geheugen, noch voor de gevolgen van dit soort verlies.
• Behandel de (druk) knoppen of ingang/uitgang Jacks niet met overmatige kracht, aangezien dit storingen kan veroorzaken.
• Als kabels worden aangesloten of ontkoppeld, houdt u de stekker vast (niet de kabel zelf) om kortsluiting of draadbreuk te voorkomen.
• Geniet van uw muziek, maar stoor mensen in uw omgeving niet, en let ‘s avonds in het bijzonder op het volume. Met gebruik van een koptelefoon, kunt u van de muziek genieten zonder u zorgen over anderen te maken.
• Als dit apparaat getransporteerd of verscheept wordt, dient het in een passende hoeveelheid schokabsorberend materiaal te worden verpakt. Zonder passende verpakking kunnen krassen, beschadigingen of storingen ontstaan.
• Wanneer het opvouwbare deksel als muzieksteun wordt gebruikt, behandelt u het voorzichtig. Let ook op dat uw vingers niet beklemd raken bij het openen en sluiten van het opvouwbare deksel. Zie p.17 voor details.
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
• Sommige aansluit kabels bevatten weerstanden. Gebruik dit soort kabels niet voor dit apparaat. Deze kunnen het volume extreem laag of onhoorbaar maken. Gebruik aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
• Steek uw vinger nooit in de bas reflex poort (gat) van de luidsprekerkast. U kunt zich aan de rand van het hout bezeren.
• Steek nooit vreemde objecten (brandbaar materiaal, munten, snoeren, enz.) in de bas reflex poort (gat) van de luidsprekerkast. Hierdoor kunnen beschadigingen of storingen optreden.
• Voordat het deksel van het toetsenbord wordt geopend of gesloten, moet u altijd controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren zijn die zich bovenop het instrument bevinden. (Deze moeten uit de buurt van het toetsenbord en het deksel worden gehouden). Anders kunnen kleine huisdieren, door het structurele ontwerp van dit instrument, in het instrument vast komen te zitten. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet, moet u direct de stroom uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen. Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument werd aangeschaft of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
• In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of de inhoud van dit product zonder voorafgaande mededeling veranderen.
Belangrijke opmerkingen
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XG lite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar
een patent portfolio dat zich bezighoudt met microprocessor architectuur, welke door Technology Properties Limited (TPL) is ontwikkeld. Roland heeft een licentie voor deze technologie van de TPL Groep.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
13

Benamingen en functies

Benamingen en functies

Voorpaneel

A
CEDFGHIJKLM
B
A [Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.18).
B [Volume] knop
Past het algehele volume van de F-110 aan (p.18). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee het koptelefoon volume aangepast (p.19).
C [Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijk aan dat wat u hoort als in een concertzaal wordt gespeeld.
D [Transpose] knop
Transponeert het toetsenbord en/of de Song (p.22). Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split] knop te drukken, kunt u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord bijstellen (p.21).
E [Split] knop
Verdeelt het toetsenbord in rechterhand en linkerhand gebieden, zodat u in elk gebied een ander geluid kunt spelen (p.25).
F TONE knoppen
Hier kunt u het geluid (geluidsgroep) selecteren, dat u hoort wanneer u het toetsenbord bespeelt (p.21).
G [ ] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne Preset Song of een Song die u heeft opgenomen af te spelen/te stoppen (p.29). Deze knop wordt ook gebruikt om te beginnen met het opnemen van uw uitvoering (p.33).
H [ ] (Rec) knop
Hiermee kan uw eigen uitvoering in de F-110 worden opgenomen (p.33).
I [–] knop
U kunt de vorige Song selecteren, door deze knop in te drukken, terwijl het Song selectie scherm wordt weergege­ven (p.29). Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, zal de Song worden teruggespoeld (p.29). Gebruik deze knop om variaties op het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt tevens gebruikt voor het bewerken van diverse waardes. Als de [-] en [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, worden de fabrieksinstellingen van de geselec­teerde parameters opnieuw ingesteld.
J [+] knop
U kunt de volgende Song selecteren, door deze knop in te drukken, terwijl het Song selectie scherm wordt weergege­ven (p.29). Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt afgespeeld, zal de Song vooruit gespoeld worden (p.29). Gebruik deze knop om variaties op het geluid dat u op het toetsenbord speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt tevens gebruikt voor het bewerken van diverse waardes. Als de [-] en [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, worden de fabrieksinstellingen van de geselec­teerde parameters opnieuw ingesteld.
K Beeldscherm
Hierin wordt het geluidsnummer, Song nummer, tempo, maatsoort, de namen van de functies die u selecteert, en de waarde van verscheidene instellingen getoond.
L [Song] knop
Hiermee kan de Song die afgespeeld wordt geselecteerd worden (p.29). U kunt deze knop ook indrukken om de instelling van het huidige tempo of de maatsoort te contro­leren.
M [Metronome] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.27). Hiermee kan ook een aftelgeluid voordat de Song begint worden gespeeld, zodat u de timing van uw spel met de Song overeen kunt laten komen (p.28).
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock functie kunt u alle knoppen uitschakelen. Hiermee kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen. Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.57).
14

Achterpaneel

NOP
Benamingen en functies
QR
T
S
N MIDI In/Out aansluitingen
Deze kunnen op externe MIDI apparaten worden aange­sloten, voor het overbrengen van uitvoeringsdata (p.60).
O Ingang Jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch muziekinstrument worden aangesloten om het aangeslo­ten apparaat via de luidsprekers van de F-110 te beluiste­ren (p.59).
P Uitgang Jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of externe actieve luidspre­kers worden aangesloten, voor het reproduceren van het F-110 geluid (p.58).

Onderpaneel (linksvoor)

U Koptelefoon Jacks
Hier kunt u koptelefoons aansluiten. Op de F-110 kunnen twee koptelefoons tegelijk worden gebruikt (p.19).
V Koptelefoon haak
Wanneer u de koptelefoon(s) niet gebruikt, kunt u deze op de koptelefoon haak hangen.
Q DC In Jack (DC ingang)
Sluit hier de bijgeleverde adapter aan (p.16).
R Snoer haak
Gebruik deze om het snoer van de bijgeleverde adapter in op te bergen (p.16).
S Aarde klem
Voor extra veiligheid kunt u deze schroef met een aarding staaf of een geaarde kabel verbinden.
T Pedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de hiervoor bedoelde stan­daard op deze aansluiting aan (p.16).
U
V
15

Voordat u gaat spelen

Voordat u gaat spelen

Voorbereidingen

3. Zoals in het diagram wordt getoond, wikkelt u
het adapter snoer rond de snoerhaak om dit vast te zetten.

Het pedaalsnoer aansluiten

Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting op het achterpaneel van de F-110 aan.
NOTE
Steek de pedaalkabel helemaal in de Pedal aansluiting.

De adapter aansluiten

921
NOTE
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
1. Verbind de bijgeleverde adapter en het snoer.
De indicator licht op als u de adapter in een stopcontact steekt.
Adapter
Indicator
Plaats de adapter zodanig dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst, en de kant met de tekst informatie naar beneden wijst.
NOTE
Afhankelijk van uw regio kan het bijgeleverde netsnoer verschillen van dat wat hierboven wordt getoond.
Netsnoer
Naar een stopcontact
2. Steek de adapter in de DC In Jack op het
achterpaneel.
Achterpaneel
Snoerhaak
Aarde klem
4. Steek het netsnoer in een stopcontact.
Indien nodig zet u het adaptersnoer met de snoerklemmen vast (bijlage: De F-110 monteren).
NOTE
Gebruik alleen de adapter die bij dit product wordt geleverd. Zorg ook dat het lijn voltage bij de installatie overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage zijn ontworpen, dus gebruik hiervan kan tot beschadigingen, storingen of elektrische schokken leiden.
NOTE
Om een stroomonderbreking (mocht de stekker er per ongeluk worden uitgetrokken) en overmatige belasting van de adapter Jack te voorkomen, zet u het netsnoer vast met gebruik van de snoerhaak, zoals in de illustratie wordt getoond. Zelfs als het snoer is vastgezet, kan dit beschadigen of breken wanneer er overmatige druk op het snoer wordt uitgeoefend. Let op dat er niet per ongeluk aan het snoer wordt getrokken, en pas er geen overmatige kracht op toe.
NOTE
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een onaangename sensatie ervaren of bemerken dat het oppervlak korrelig aanvoelt als u dit apparaat of de metalen gedeeltes van andere aangesloten objecten aanraakt. Dit is te wijten aan een minimale elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Echter, als u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u de aarde klem (zie figuur) met een externe aarde. Wanneer het apparaat geaard is, kan een lichte zoem hoorbaar zijn. Als u onzeker bent over de manier van aansluiten, raadpleegt u een Roland Service Centrum in de buurt of een erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie’ pagina is te vinden.
Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting
• Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonlijn aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem).
16
Voordat u gaat spelen
X
X
X
X
X

De klep openen en sluiten

NOTE
De klep dient altijd met twee handen geopend en gesloten te worden. Hoewel de klep van de F-110 zo ontworpen is dat deze langzaam en voorzichtig sluit, wordt het deksel onmiddellijk gesloten als dit slechts op een kier is geopend, en sluit als het naar beneden wordt gedrukt. Pas op dat uw vingers niet beklemd raken tussen de klep en de toetsen.
Het deksel openen
1. Pak het deksel vast, en duw dit met twee
handen in de richting van de achterkant van de F-110.
Het deksel sluiten
1. Pak het deksel met beide handen vast, en laat
het voorzichtig zakken.
fig.lidclose2
NOTE
Wanneer kinderen dit apparaat gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
NOTE
Wanneer de piano verplaatst moet worden, moet het deksel gesloten zijn om ongelukken te voorkomen. Bovendien mag u het apparaat niet bij het deksel vastpakken wanneer het vervoert of geplaatst wordt.
NOTE
Let op dat uw vingers tijdens het openen en sluiten van het deksel niet klem komen te zitten.
2. Duw het deksel naar achteren, totdat deze
helemaal omhoog staat (zie illustratie).
fig.lidopen2
X
NOTE
Steek uw vingers nooit tussen de twee vouwgedeeltes tijdens het openen of sluiten van het deksel. Wanneer het deksel wordt gesloten, mag u het nooit vasthouden in het gebied waar de twee gedeeltes samenvouwen om te voorkomen dat uw vingers beklemd raken. Duw nooit tegen het deksel, terwijl het open is, aangezien de F-110 naar achteren kan vallen indien deze niet tegen een muur is geplaatst.
X
17
Voordat u gaat spelen
fig.lidcaution

De stroom aan en uitzetten

NOTE
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links om
2. Druk op de [Power] schakelaar.
NOTE
Nu u alles op juiste wijze heeft aangesloten, kunt u de stroom als volgt aanzetten. Als deze stappen niet in de juiste volgorde worden uitgevoerd, riskeert u storingen of beschadigingen aan luidsprekers.
het volume te minimaliseren.
Ingedrukt
AAN
De stroom wordt ingeschakeld, en de [Piano] en [Reverb] knoppen lichten op.
Na korte tijd kunt u geluiden produceren door het toetsenbord te bespelen.
Als gevolg van een circuit beveiliging, duurt het nadat de stroom is aangezet korte tijd voordat dit apparaat gereed is voor normale werking.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Niet ingedrukt
UIT
Het scherm wordt zwart, en de stroom is uitgeschakeld.

Het volume van het geluid aanpassen

Hier ziet u hoe het volume van dat wat u op het toetsenbord speelt of het afspeel volume van een interne Song wordt aangepast.
Als een koptelefoon is aangesloten, gebruikt u de [VOLUME] knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1. Draai aan de [VOLUME] knop om het algehele
volume bij te stellen.
Pas het volume aan, terwijl u op het toetsenbord speelt. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het
volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid, neemt het volume af.
Min
Max
3. Gebruik de [Volume] knop om het volume aan
te passen.
De stroom uitzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links om
het volume te minimaliseren.
18
Voordat u gaat spelen

Over de pedalen

De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdzakelijk gebruiken wanneer u piano speelt.
fig.Pedals-e.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken (Sustain).
Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord neemt.
De lengte van de Sustain verandert subtiel, afhankelijk van de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
Als het demper pedaal op een akoestische piano wordt ingedrukt, zullen andere snaren dan die van de noten die u speelt ook vibreren, hetgeen een rijke resonantie produceert. De F-110 simuleert deze sympathische vibratie (demper resonantie).
U kunt het geluid van de sympathische vibratie veranderen. Zie p.50.
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de noten doorklinken van de toetsen die al ingedrukt waren toen het pedaal werd ingedrukt.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt met een ingedrukt soft pedaal, wordt een geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als het normaalgesproken is, wanneer met dezelfde sterkte wordt gespeeld. Dit is dezelfde functie als het linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel gevarieerd worden, afhankelijk van de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
De functies van het sostenuto pedaal en het soft pedaal kunnen veranderd worden. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Middelste/ linker pedaal functie)’ (p.47).
NOTE
Als u de pedaalkabel uit de F-110 haalt, terwijl de stroom aan is, zal het pedaaleffect toegepast blijven worden. U moet de pedaalkabel aansluiten of ontkoppelen, terwijl de F-110 is uitgeschakeld.

Luisteren via koptelefoon

U kunt een koptelefoon gebruiken om van de F-110 te genieten zonder anderen te storen, bijvoorbeeld ‘s nachts. Aangezien de F-110 twee koptelefoon Jacks heeft, kunnen twee personen tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kan deze op één van de twee koptelefoon Jacks worden aangesloten.
Koptelefoon
fig.Headphones-e.eps
1. Steek de koptelefoon plug in de PHONES Jack,
aan de linkerkant op het onderpaneel van de F-110.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid via de luidsprekers uitgevoerd.
2. Gebruik de [VOLUME] knop van de F-110
(p.18) om het koptelefoon volume aan te passen.
Opletten bij gebruik van een koptelefoon
• Om beschadigingen aan de interne geleiders te voorkomen, vermijdt u een ruwe behandeling. Als een koptelefoon wordt gebruikt, houdt u deze zo veel mogelijk bij de stekker of de koptelefoon zelf vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al verhoogd is wanneer de koptelefoon wordt aangesloten. Minimaliseer het volume voordat u een koptelefoon aansluit.
• Overmatige invoer zal niet alleen uw gehoor
19
Voordat u gaat spelen
beschadigen, maar is ook een zware belasting voor de koptelefoon. Geniet van muziek op een passend volumeniveau.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo 1/4'' plug.

De koptelefoon haak gebruiken

Wanneer de koptelefoon niet wordt gebruikt, kunt u deze op de koptelefoon haak van de F-110 hangen.
De koptelefoon haak monteren
1. Druk en draai de bij de F-110 geleverde
koptelefoon haak in het gat links onder op de F-110 (zie figuur hieronder).
2. Draai aan de koptelefoon vleugelmoer om de
koptelefoon haak vast te zetten.
NOTE
20
Koptelefoon haak
Hang niets anders dan een koptelefoon aan de koptelefoon haak op, anders kan het instrument of de haak beschadigen.

Spelen

De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock functie kunt u alle knoppen uitschakelen. Hiermee kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen. Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.57).

Spelen met een verscheidenheid aan geluiden

De F-110 biedt meer dan 300 verschillende interne geluiden, zodat u kunt spelen met klanken die voor vele types muziek geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ (klanken) genoemd. De Tones zijn in 4 verschillende groepen verdeeld, en elke groep is aan een andere Tone knop toegewezen.
De Tone ‘Grand Piano 1’ is geselecteerd als het instrument wordt aangezet.
1. Druk op de Tone knop om een geluidsgroep te
selecteren.
U zult de Tone die aan Tone nummer 1 is toegewezen horen, binnen de geselecteerde Tone groep. Speel een paar noten op het toetsenbord. In het scherm wordt het nummer van de op dat moment geselecteerde Tone weergegeven.
Spelen

De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (Key Touch)

U kunt de aanslaggevoeligheid of de repons van de toetsen, aanpassen.
De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord kan aangepast worden op de speelsterkte van de persoon die op dat moment speelt.
2. Gebruik de [-] [+] knoppen om een geluid uit de
Tone groep te selecteren.
De Tone die u heeft geselecteerd is hoorbaar als u op het toetsenbord speelt.
De volgende keer dat u deze Tone knop selecteert, zal het hier geselecteerde geluid te horen zijn.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, verandert de indicatie in het scherm als volgt.
Over de Tone, zie de ‘Tone lijst’ (p.66).
NOTE
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
1. Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de
[Split] knop.
In het scherm wordt nu de huidige Key Touch instelling getoond.
2. Blijf de [Transpose] en [Split] knoppen ingedrukt
houden, en druk op de [-] of [+] knop om de aanslaggevoeligheid te selecteren.
Bericht Omschrijving
Het geluid wordt op een vaststaand volume gespeeld, ongeacht de sterkte
Fixed
Super Light
Light
waarmee de toetsen worden bespeeld. Deze instelling produceert de lichtste
aanslag.
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken met een minder sterke aanslag dan ‘medium’, dus het toetsenbord voelt lichter aan. Deze instelling maakt spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen.
21
Spelen
NOTE
NOTE
Bericht Omschrijving
Hiermee wordt de standaard aanslag ingesteld. U kunt met de meest natuurlijke
Medium
Heavy
Super Heavy
Laat de [Transpose] en [Shift] knoppen los.
3.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
aanslag spelen. Dit lijkt het meest op de aanslag van een akoestische piano.
U moet de toetsen harder aanslaan dan ‘medium’ om fortissimo (ff) te spelen, dus het toetsenbord voelt zwaarder aan. Dynamisch spel geeft dat wat u speelt nog meer gevoel.
Deze instelling produceert de zwaarste aanslag.

Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen (Reverb effect)

U kunt een Reverb effect toepassen op de noten die u op het toetsenbord speelt. Met het Reverb effect kan een aangename weerkaatsing worden verkregen, zodat het klinkt alsof u in een concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-]
of [+] knop.
De diepte van het Reverb effect verschijnt in het scherm.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.56).
U kunt geen aparte Reverb effect diepte instellingen voor elke individuele Tone maken.
Het effect wordt met dezelfde diepte op alle Tones toegepast.
De Reverb diepte van de Song die wordt afgespeeld wordt hiermee niet veranderd.

De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Transpose)

Met de ‘Transpose’ functie kunt u een Song in een andere toonsoort spelen. Als u een zanger begeleidt, kunt u de Transpose functie gebruiken om de toonhoogte naar een toonsoort te verschuiven die comfortabel is voor de zanger, terwijl u in dezelfde bekende toonsoort blijft spelen (vingerzettingen).
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonhoogte van uw spel te transponeren, zonder dat de speellocatie op het toetsenbord verandert. Als de Song bijvoorbeeld in een
moeilijke toonsoort met veel kruizen ( ) of mollen ( ) staat, kunt u deze naar een toonsoort transponeren die voor u gemakkelijker te spelen is.
1. Druk op de [Reverb] knop, zodat deze verlicht is.
(Als u deze knop niet heeft ingedrukt sinds de F-110 werd aangezet, is de indicator al verlicht, dus hoeft de knop niet ingedrukt te worden).
Speel enkele noten op het toetsenbord. Het Reverb effect wordt op het totale geluid toegepast.
Het Reverb effect uitschakelen
1.
Druk op de [Reverb] knop, zodat de verlichting uitdooft.
NOTE
Reverb wordt niet toegepast als Twin Piano is ingeschakeld met Twin Piano Modus ‘2’ geselecteerd.

De diepte van het Reverb effect veranderen

U kunt tien diepte niveaus voor het Reverb effect selecteren.
22
Op de F-110 kan de toonhoogte van alleen het toetsenbord, de toonhoogte van het toetsenbord en de Song samen of de toonhoogte van alleen de Song getransponeerd worden (Playback Transpose: p.32)
(Transpose Modus: p.45). Vanuit de fabriek is de F-110 zo ingesteld dat de toonhoogte
van het toetsenbord en Song samen worden getransponeerd.
1. Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de
toets die met de grondtoon van de gewenste toonsoort correspondeert. (In dit geval zal de noot niet te horen zijn).
De Transpose instelling waarde blijft in het scherm zichtbaar, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt wordt gehouden.
U kunt deze instelling ook aanpassen door de [Transpose] knop ingedrukt te houden en de [-]
[+] knoppen te gebruiken. De beschikbare reeks is –6~0~5 (stappen van een halve toon).
Als dit op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de [Transpose] knop oplichten. Als de transpositiewaarde niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de Transpose functie aan/uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop loslaat, keert u naar het vorige scherm terug.
Door de [Transpose] knop ingedrukt te houden
en beide [-] en [+] knoppen tegelijk in te
drukken, keert de instelling naar zijn
oorspronkelijke waarde (0) terug.
NOTE
NOTE
NOTE
Als u de Transpose Modus functie (p.45) op
‘SnG’ (Song Playback) instelt, zal de Transpose
functie niet worden toegepast.
Het geselecteerde transpositie interval wordt niet
gebruikt als u enkele noten op het toetsenbord
speelt, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt
wordt gehouden (als u dit doet, zal het
transpositie interval veranderd worden). Om te
controleren of u het correcte transpositie interval
heeft geselecteerd, moet u de [Transpose] knop
loslaten.
De transpositiewaarde keert naar ‘0’ terug als
de stroom wordt uitgezet of een andere Song
wordt geselecteerd.
Spelen
Voorbeeld: een Song in de toonsoort E Majeur spelen, na transpositie naar C Majeur
Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de E toets (aangezien E de grondtoon is).
Tellend vanaf C als referentiepunt, gaat u vier toetsen omhoog, inclusief de zwarte toetsen om E te bereiken, en dus verschijnt ‘4’ in het scherm.
Als u speeltC E G Zal te horen zijnE G# B
23
Spelen

Spelen met twee gestapelde Tones (Dual Play)

U kunt met één toets twee verschillende geluiden tegelijk spelen. Deze uitvoeringsmethode wordt ‘Dual Play’ genoemd.
Bij wijze van voorbeeld gaan we piano en strings geluiden stapelen.
1. Houd de [Piano] knop ingedrukt, en druk op de
[Strings] knop.
De indicators van beide knoppen lichten op. Speel enkele noten op het toetsenbord. Zowel de piano
als de strings geluiden worden gespeeld. Als twee Tone knoppen tegelijk op deze manier worden
ingedrukt, wordt Dual Play geactiveerd. Van de twee geselecteerde Tones wordt die voor de
linker Tone knop ‘Tone 1’ genoemd, en die voor de rechter knop wordt ‘Tone 2 ‘ genoemd.
NOTE
NOTE
U kunt Dual Play niet selecteren als Split
Performance of Twin Piano is ingeschakeld.
Kijk op p.45 om te zien hoe de balans tussen de
twee geselecteerde geluiden ingesteld kan
worden.

De Tone variaties veranderen

Tone 1 veranderen
1.
Druk op de [-] of [+] knop.
Tone 2 veranderen
1.
Houd de Tone knop van Tone 2 (de meest rechtse van de verlichte Tone knoppen) ingedrukt, en druk op de [-] of [+] knop.
Dual Play uitschakelen
1.
Druk op één van de Tone knoppen.
Nu hoort u alleen het geluid van de knop die u indrukte.
U kunt de toonhoogte van Tone 2 met één
octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte
in stappen van een octaaf veranderen (Octave
Shift)’ (p.45).
Als u het demper pedaal indrukt, terwijl Dual
Performance wordt gebruikt, zal het effect op
zowel Tone 1 als Tone 2 worden toegepast.
Deze instelling kan echter veranderd worden,
zodat het demper pedaal effect op slechts één
van de Tones wordt toegepast. Zie ‘De manier
waarop het demper pedaal wordt toegepast
veranderen (Damper Pedal Part)’ (p. 47).
NOTE
Afhankelijk van de combinatie van de twee
Tones, kan het effect mogelijk niet op Tone 2
worden toegepast.
24
Spelen

Spelen met verschillende Tones in de linker en rechterkanten van het toetsenbord (Split)

Spelen, terwijl het toetsenbord op een bepaalde toets in een linkerkant en een rechterkant is verdeeld, wordt ‘Split Play’ genoemd, en het punt waarop het toetsenbord wordt verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd. In Split Play kunt u in de linker en rechterkant een verschillend geluid laten klinken.
Met de fabrieksinstellingen is het splitspunt op ‘F 3’ ingesteld. De splitspunt toets behoort tot de linkerkant. In Split Play wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld het ‘rechterhand geluid’ genoemd, en het geluid
dat aan de linkerkant wordt gespeeld, wordt het ‘Linkerhand geluid’ genoemd.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (Fabrieksinstelling: F#3)
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0 C2 C3 C4 C5 C8B7
Linkerhand geluid Rechterhand geluid
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe de Tone van de [Piano] knop als onderdeel van een Split uitvoering wordt gespeeld.
1. Druk op de [Piano] knop.
Nu is het piano geluid geselecteerd.
2. Druk op de [Split] knop, zodat de indicator oplicht.
Het toetsenbord wordt in een linker en een rechterkant verdeeld.
De F 3 toets vormt de scheiding tussen de linker en rechterkanten van het toetsenbord. De rechterhand sectie van het toetsenbord speelt een pianogeluid, en de linkerhand sectie speelt een ‘A. Bass+Cymbal’ geluid.
Split Play uitschakelen
1.
Druk op de [Split] knop, zodat de verlichting uitdooft.
Het geluid van de rechterhand wordt het geluid voor het gehele toetsenbord.
Als u van Dual Play (p.24) naar Split Play
overschakelt, wordt de Tone 1 die in Dual Play
wordt gebruikt, als het rechterhand geluid voor
Split Play geselecteerd.

Veranderen van Tone groepen en Tone variaties

Het rechterhand geluid veranderen
1.
Druk op de Tone knop om een Tone groep te selecteren.
2. Druk op de [-] of [+] knop om een Variatie Tone te
selecteren.
Het linkerhand geluid veranderen
1.
Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de Tone knop om een Tone groep te selecteren.
2. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de [-] of
[+] knop om een variatie Tone te selecteren.
U kunt de toonhoogte van het linkerhand geluid één octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)’ (p.45).
25
Loading...
+ 57 hidden pages