Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMC 2004/108/EC.
Voor EU-Landen
Dit product dient apart bij een lokaal afvalstation
te worden ingeleverd.
Het mag niet samen met het huisvuil worden
afgevoerd.
Wat u allemaal met
de
F-110
kunt doen
De piano bespelen
Verschillende geluiden spelen (p.21)
De F-110 bevat meer dan drie honderd geluiden voor veel speelplezier.
De aanslag van het toetsenbord aanpassen (p.21)
U kunt de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan uw speelsterkte aanpassen.
De stemming van het toetsenbord veranderen (p.22)
U kunt de ‘Transpose’ functie gebruiken om de toonhoogte van het toetsenbord te
transponeren. Ook kunt u de stemming veranderen om Barok muziek en andere
klassieke muziek met historisch correcte stemmingen te spelen (p.48).
Duetten spelen (p.46)
U kunt het toetsenbord in linker en rechter regio’s verdelen, en deze bespelen alsof
het twee piano’s zijn.
De metronoom gebruiken (p.27)
Tijdens het spelen kunt u de metronoom laten klinken.
Het geluid verrijken
Het geluid dieper maken (p.42)
U kunt de natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid, karakteristiek voor een
concertvleugel, produceren.
Het geluid levendiger maken (p.44)
U kunt het geluid helderder en levendiger maken.
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (p.22)
U kunt weerkaatsing (Reverb) toevoegen om het gevoel van het spelen in een
concertzaal te simuleren.
Songs afspelen
De interne Songs afspelen (p.29)
De F-110 bevat 65 piano Songs.
De titels van de interne Songs vindt u in de ‘Interne Song lijst’ (p.73).
Gedeeltes apart afspelen (p.30)
U kunt ervoor kiezen om de rechterhand, linkerhand of het begeleidingsgedeelte af te
spelen, terwijl u een ander gedeelte oefent.
Opnemen
Uw uitvoeringen opnemen (p.33)
Het is gemakkelijk om dat wat u speelt op te nemen. Dit soort opnames geven u de mogelijkheid
om uw eigen uitvoeringen te evalueren. U kunt ook elke hand apart opnemen.
Uw uitvoeringen opslaan (p.38)
Door u opgenomen Songs kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Handige
De paneelknoppen uitschakelen (p.57)
U kunt Panel Lock inschakelen, zodat de knoppen niet meer functioneren. Dit is een handige
manier om onbedoelde veranderingen in instellingen, terwijl u speelt te voorkomen.
functie
Introductie
Dank u, en gefeliciteerd met uw keuze voor de F-110. Om u ervan te verzekeren dat u
maximaal van de F-110 zult genieten, en volledig gebruikmaakt van zijn functionaliteit,
leest u deze gebruikershandleiding zorgvuldig door.
Over de handleiding
Eerst moet u de ‘Voordat u gaat spelen’ sectie van de gebruikershandleiding (dit
document) lezen. Hierin wordt uitgelegd hoe de adapter wordt aangesloten en de stroom
wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles uitgelegd, van de basis operaties waarbij de
afspeelfuncties van de F-110 worden gebruikt, tot meer gevorderde verrichtingen, zoals
de F-110 gebruiken om een Song op te nemen.
Drukafspraken in deze handleiding
Introductie
Om de verrichtingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende
drukafspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano]
knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen, zijn waarschuwingen die u zeker moet
lezen.
• De nummers van pagina’s waarop aanvullende, gerelateerde informatie wordt verstrekt,
worden als volgt weergegeven: (p. * *).
• De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in
het scherm zwordt weergegeven. Wees er echter van bewust, dat uw apparaat een
nieuwere, verbeterde versie van het systeem kan hebben, dus wat u daadwerkelijk in het
scherm ziet, kan mogelijk niet altijd overeenkomen met hetgeen in de handleiding wordt
getoond.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN’(p.9) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’(p.12). In deze secties vindt u
belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de
gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe
apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND EUROPE gereproduceerd worden.
5
Introductie
Hoofdkenmerken
Pianogeluiden met een rijke resonantie en breed expressief bereik
Dit instrument wordt gekenmerkt door een piano geluidsgenerator die stereo sampling
toepast, zodat deze in staat is het geluid van een kwaliteits concertvleugel op getrouwe
wijze te herscheppen met zelfs de kleinste details, waaronder het geluid van de hamers
die tegen de snaren slaan. Een maximale polyfonie van 128 noten geeft u voldoende
capaciteit, zelfs voor uitvoeringen waarbij het pedaal veelvuldig wordt gebruikt.
Meer dan driehonderd verschillende geluiden, niet alleen piano maar ook een brede
reeks andere instrumenten, zijn ingebouwd. U kunt ook drum sets op het toetsenbord
spelen.
Het speelgevoel van een concertvleugel
Het PHA alpha II toetsenbord geeft u een zwaardere aanslag in het lage register, die
lichter wordt in het hoge register, het authentieke gevoel van een piano wordt hiermee
nagebootst.
De pedaalpositie wordt feilloos gedetecteerd, zodat u het effect kunt variëren door de
diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt te veranderen. U kunt gebruikmaken van de
manier waarop subtiele verschilden in pedaalgebruik het geluid beïnvloeden.
Compact ontwerp
Doordat de kastdiepte slechts 34 cm is, kunt u de F-110 overal in de kamer plaatsen, en
de keuze in kast variaties (satijn zwart en wit) past bij alle stijlen.
Met het opvouwbare deksel kan het toetsenbord veilig in gesloten positie worden
afgedekt, en fungeert ook als muzieksteun wanneer het omhoog staat.
De veelzijdige functionaliteit die u van een digitale piano verwacht
De galm van een concertzaal nabootsen
Naast een reverb effect van hoge kwaliteit hebben deze instrumenten ook een 3D Sound
Control functie, welke de ruimtelijke diepte van een grote concertvleugel nabootst, en
een Dynamic Sound Control functie, welke de consistentie en sterkte van het geluid
verbetert. Zelfs als u via een koptelefoon luistert, kunt u deze effecten gebruiken om van
geluiden met een superieure presence te genieten.
Handige functies om u te helpen bij het oefenen, en ingebouwde piano Songs
met begeleiding
Een metronoom functie, en drie-track recorder, en interne Preset Songs met
orkestbegeleiding maken deze elektronische piano een uitmuntende keuze voor
pianolessen.
6
Data spelen en opslaan
De data die u met gebruik van de recorder opneemt, kan in het interne geheugen van
de F-110 worden opgeslagen.
Een MIDI sequencer op de F-110 aansluiten..................................... 60
Geluiden van een MIDI geluidsmodule produceren door
de F-110 te bespelen.....................................................................60
Aansluiten op een computer.........................................61
8
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HETAPPARAATOPEENVEILIGEMANIERGEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
WAARSCHUWING
Niet demonteren of wijzigen
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Niet op een instabiele locatie plaatsen
Dit apparaat en de adapter mogen nooit geopend
(of gewijzigd) worden.
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen. Indien een
reparatie of vervanging van onderdelen nodig is,
neemt u contact op met uw handelaar of een Roland
Service Centrum.
• Locaties met extreem hoge temperaturen
(bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten
voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop
warmte genererende apparatuur)
• In vochtig ruimtes (bijvoorbeeld een badkamer,
in de buurt van een wastafel of op een natte vloer) of
plaatsen die aan stoom of rook onderhevig zijn of aan
zout blootstaan of
• locaties waar regen kan vallen of
• locaties die extreem stoffig of zanderig zijn of
• locaties die aan een hoge mate van vibratie en
schokken onderhevig zijn
Sluit de adapter op een stopcontact met een correct
voltage aan
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat
wordt geleverd. Ook moet het lijn voltage bij de
installatie overeenkomen met het ingangsvoltage
dat op de behuizing van de adapter wordt
vermeld. Andere adapters kunnen een andere
polariteit hebben of voor een ander voltage zijn
ontworpen, en gebruik daarvan kan tot beschadigingen, storingen of elektrische schokken leiden.
Buig het netsnoer niet, en plaats er geen zware
objecten bovenop
Niet laten vallen of aan sterke schokken blootstellen
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan
het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of
slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot
brand of elektrische schokken kunnen leiden.
Sluit niet teveel apparaten op één stopcontact aan
Sluit geen overmatig aantal elektrische apparaten
op één stopcontact aan. Wanneer een
meervoudige contactdoos wordt gebruikt, kan er
door het overschrijden van de voorgeschreven
capaciteit (wattage/ampères) van de contactdoos
hitte gegenereerd worden, waardoor de kabel kan
smelten.
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een koptelefoon, versterker en/of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren die permanent
gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last
heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de
oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en
een oorarts raadplegen.
Voordat het apparaat in het buitenland wordt
gebruikt
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw handelaar,
een Roland Service centrum in de buurt of een
erkend Roland distributeur, die op de ‘Informatie’
pagina te vinden zijn.
Zorg, dat er geen vreemde objecten (brandbaar
materiaal, munten, snoeren) in het apparaat
terechtkomen.
Deze kunnen kortsluiting of andere storingen
veroorzaken.
Zet de stroom uit, wanneer afwijkingen of
storingen optreden
Wanneer één van de volgende situaties zich
voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het
netsnoer uit het stopcontact en brengt u het
apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of
een onderhoudscentrum, indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is
beschadigd
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten of vloeistof in het apparaat
terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (bijvoorbeeld door
regen, enz.)
• Een afwijking of storing in het apparaat optreedt
De stekker vastpakken bij het aansluiten of loskoppelen van het netsnoer
Als u het netsnoer in het apparaat zelf of in een
stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u het altijd
bij de stekker vast, en nooit aan het snoer zelf.
Regelmatig het stof van de stekker van het
netsnoer verwijderen
Van tijd tot tijd moet het netsnoer uit het
stopcontact worden gehaald, en het stof er met een
droge doek worden afgeveegd. U moet het
netsnoer ook uit het stopcontact verwijderen als het
apparaat gedurende een langere periode niet
wordt gebruikt. Stof of vuil dat zich tussen de
stekker en het stopcontact ophoopt, kan kortsluiting
veroorzaken, mogelijk resulterend in brand.
Wanneer het apparaat verplaatst moet worden,
neemt u de volgende aanwijzingen in acht.
Vervolgens moet het apparaat door minimaal twee
personen worden opgetild en gedragen, terwijl het
voortdurend waterpas wordt gehouden. Wees
voorzichtig dat uw handen niet bekneld raken of
dat u het apparaat niet op uw voeten laat vallen.
• Controleer of de schroeven waarmee het
apparaat aan de standaard is vastgezet niet
losser zijn geworden. Indien dit het geval is, zet
u deze direct vast.
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het
deksel, zodat uw vingers niet beklemd raken
(p.17). Wanneer kleine kinderen het apparaat
gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
Het luidspreker rooster en de luidspreker mogen
nooit verwijderd worden. De luidspreker kan niet
door de gebruiker worden vervangen. Schokgevaarlijke voltages en stroom bevinden zich binnen de
behuizing.
Naast ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.9), neemt u de volgende waarschuwingen ook in acht.
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door
een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer
bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine,
magnetronoven of airconditioner) of dat een elektrische motor
bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt
gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken
dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis
produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart
stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening
ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adapter begint warmte te generen nadat deze gedurende
lange tijd in gebruik is. Dit is normaal, en geen reden voor
ongerustheid.
• Voordat u aansluitingen maakt, moet de stroom van alle
apparaten worden uitgeschakeld om storingen en/of
beschadigingen aan luidsprekers te voorkomen.
Locatie
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst
veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van
dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze
communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt
van de F-110 worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij
het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de
conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u
deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat
gebruiken of uit te zetten.
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of
andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat)
wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Als dit gebeurt,
plaatst u het verder weg van de storingsbron of verandert u de
richting van dit apparaat.
• Als dit apparaat in de buurt van een televisie of radio wordt
gebruikt, kan kleurvervorming in het televisiescherm te zien
zijn of er kan ruis in het radiogeluid optreden. Als dit gebeurt,
plaats u dit apparaat verder weg.
• Zorg, dat een mobiele telefoon is uitgeschakeld of houdt deze
ingeschakeld op voldoende afstand van dit apparaat. Als een
mobiele telefoon dichtbij dit apparaat is, kan ruis hoorbaar
zijn wanneer u gebeld wordt of belt of tijdens de conversatie.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet
in de buurt van apparaten die warmte afgeven, en laat het
niet in een afgesloten voertuig achter. Laat ook geen
verlichting, die normaalgesproken dicht op het apparaat
wordt gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots
gedurende langere tijd op één plaats op het apparaat
schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen
of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende
temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er
waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden
gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat
gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom
moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige
uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurende
langere tijd op het apparaat achter. Hierdoor kan vervorming
of verkleuring ontstaan.
• Laat geen objecten bovenop het toetsenbord achter. Dit kan
storingen veroorzaken, zoals geluid dat niet langer hoorbaar
is.
• Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit
soort materiaal van het instrument verwijderd moet worden,
kan de afwerking beschadigen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen zijn rubber
voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen.
U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen
om te voorkomen dat dit gebeurt. Als u dit doet, moet u
opletten dat het apparaat niet per ongeluk verschuift of
verplaatst wordt.
Verzorging
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met
een zachte, droge doek schoon of gebruik een vochtige, licht
uitgewrongen doek om vuil te verwijderen. Houten gedeeltes
moeten in de richting van de nerf, met gelijkmatige druk
worden schoongeveegd. Als u te hard op één plek wrijft, kan
de afwerking beschadigen.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen
om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te
voorkomen.
Onderhoud
•
Als u dit apparaat voor onderhoud aanbiedt, kan de inhoud
van het geheugen verloren gaan. Wij doen onze uiterste best
om de inhoud van het geheugen tijdens het onderhoud te
behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij de
opgeslagen inhoud niet hersteld kan worden, omdat er een
storing in het geheugen heeft plaatsgevonden. Wees ervan
bewust dat wij niet aansprakelijk zijn voor het herstellen van
geheugeninhoud die verloren is gegaan of voor daaruit
voortvloeiende consequenties.
12
Overige waarschuwingen
• Wij zijn niet verantwoordelijk voor het herstel van verloren
geraakte inhoud van het interne geheugen, noch voor de
gevolgen van dit soort verlies.
• Behandel de (druk) knoppen of ingang/uitgang Jacks niet
met overmatige kracht, aangezien dit storingen kan
veroorzaken.
• Als kabels worden aangesloten of ontkoppeld, houdt u de
stekker vast (niet de kabel zelf) om kortsluiting of
draadbreuk te voorkomen.
• Geniet van uw muziek, maar stoor mensen in uw omgeving
niet, en let ‘s avonds in het bijzonder op het volume. Met
gebruik van een koptelefoon, kunt u van de muziek
genieten zonder u zorgen over anderen te maken.
• Als dit apparaat getransporteerd of verscheept wordt, dient
het in een passende hoeveelheid schokabsorberend
materiaal te worden verpakt. Zonder passende verpakking
kunnen krassen, beschadigingen of storingen ontstaan.
• Wanneer het opvouwbare deksel als muzieksteun wordt
gebruikt, behandelt u het voorzichtig. Let ook op dat uw
vingers niet beklemd raken bij het openen en sluiten van
het opvouwbare deksel. Zie p.17 voor details.
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
• Sommige aansluit kabels bevatten weerstanden. Gebruik
dit soort kabels niet voor dit apparaat. Deze kunnen het
volume extreem laag of onhoorbaar maken. Gebruik
aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
• Steek uw vinger nooit in de bas reflex poort (gat) van de
luidsprekerkast. U kunt zich aan de rand van het hout
bezeren.
• Steek nooit vreemde objecten (brandbaar materiaal,
munten, snoeren, enz.) in de bas reflex poort (gat) van de
luidsprekerkast. Hierdoor kunnen beschadigingen of
storingen optreden.
• Voordat het deksel van het toetsenbord wordt geopend of
gesloten, moet u altijd controleren of er geen huisdieren of
andere kleine dieren zijn die zich bovenop het instrument
bevinden. (Deze moeten uit de buurt van het toetsenbord en
het deksel worden gehouden). Anders kunnen kleine
huisdieren, door het structurele ontwerp van dit instrument,
in het instrument vast komen te zitten. Wanneer een
dergelijke situatie zich voordoet, moet u direct de stroom
uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen.
Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument
werd aangeschaft of het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum.
• In het belang van productverbetering kunnen de
specificaties en/of de inhoud van dit product zonder
voorafgaande mededeling veranderen.
Belangrijke opmerkingen
* GS () is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XG lite () is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar
een patent portfolio dat zich bezighoudt met
microprocessor architectuur, welke door Technology
Properties Limited (TPL) is ontwikkeld.
Roland heeft een licentie voor deze technologie van
de TPL Groep.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
13
Benamingen en functies
Benamingen en functies
Voorpaneel
A
CEDFGHIJKLM
B
A[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.18).
B[Volume] knop
Past het algehele volume van de F-110 aan (p.18).
Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee het
koptelefoon volume aangepast (p.19).
C[Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijk aan dat wat u hoort als in
een concertzaal wordt gespeeld.
D[Transpose] knop
Transponeert het toetsenbord en/of de Song (p.22).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]
knop te drukken, kunt u de aanslaggevoeligheid van het
toetsenbord bijstellen (p.21).
E[Split] knop
Verdeelt het toetsenbord in rechterhand en linkerhand
gebieden, zodat u in elk gebied een ander geluid kunt
spelen (p.25).
FTONE knoppen
Hier kunt u het geluid (geluidsgroep) selecteren, dat u
hoort wanneer u het toetsenbord bespeelt (p.21).
G[] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne Preset Song of een
Song die u heeft opgenomen af te spelen/te stoppen
(p.29).
Deze knop wordt ook gebruikt om te beginnen met het
opnemen van uw uitvoering (p.33).
H[] (Rec) knop
Hiermee kan uw eigen uitvoering in de F-110 worden
opgenomen (p.33).
I[–] knop
U kunt de vorige Song selecteren, door deze knop in te
drukken, terwijl het Song selectie scherm wordt weergegeven (p.29).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een Song wordt
afgespeeld, zal de Song worden teruggespoeld (p.29).
Gebruik deze knop om variaties op het geluid dat u op
het toetsenbord speelt te selecteren (p.21). Deze knop
wordt tevens gebruikt voor het bewerken van diverse
waardes. Als de [-] en [+] knoppen gelijktijdig worden
ingedrukt, worden de fabrieksinstellingen van de geselecteerde parameters opnieuw ingesteld.
J[+] knop
U kunt de volgende Song selecteren, door deze knop in te
drukken, terwijl het Song selectie scherm wordt weergegeven (p.29). Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl een
Song wordt afgespeeld, zal de Song vooruit gespoeld
worden (p.29).
Gebruik deze knop om variaties op het geluid dat u op
het toetsenbord speelt te selecteren (p.21). Deze knop
wordt tevens gebruikt voor het bewerken van diverse
waardes. Als de [-] en [+] knoppen gelijktijdig worden
ingedrukt, worden de fabrieksinstellingen van de geselecteerde parameters opnieuw ingesteld.
KBeeldscherm
Hierin wordt het geluidsnummer, Song nummer, tempo,
maatsoort, de namen van de functies die u selecteert, en
de waarde van verscheidene instellingen getoond.
L[Song] knop
Hiermee kan de Song die afgespeeld wordt geselecteerd
worden (p.29). U kunt deze knop ook indrukken om de
instelling van het huidige tempo of de maatsoort te controleren.
M[Metronome] knop
Zet de metronoom aan/uit (p.27). Hiermee kan ook een
aftelgeluid voordat de Song begint worden gespeeld,
zodat u de timing van uw spel met de Song overeen kunt
laten komen (p.28).
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock functie kunt u alle knoppen uitschakelen. Hiermee kunnen onbedoelde veranderingen in de
instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen. Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.57).
14
Achterpaneel
NOP
Benamingen en functies
QR
T
S
NMIDI In/Out aansluitingen
Deze kunnen op externe MIDI apparaten worden aangesloten, voor het overbrengen van uitvoeringsdata (p.60).
OIngang Jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of ander elektronisch
muziekinstrument worden aangesloten om het aangesloten apparaat via de luidsprekers van de F-110 te beluisteren (p.59).
PUitgang Jacks (L/Mono, R)
Hier kan een geluidsapparaat of externe actieve luidsprekers worden aangesloten, voor het reproduceren van het
F-110 geluid (p.58).
Onderpaneel (linksvoor)
UKoptelefoon Jacks
Hier kunt u koptelefoons aansluiten. Op de F-110 kunnen
twee koptelefoons tegelijk worden gebruikt (p.19).
VKoptelefoon haak
Wanneer u de koptelefoon(s) niet gebruikt, kunt u deze
op de koptelefoon haak hangen.
QDC In Jack (DC ingang)
Sluit hier de bijgeleverde adapter aan (p.16).
RSnoer haak
Gebruik deze om het snoer van de bijgeleverde adapter
in op te bergen (p.16).
SAarde klem
Voor extra veiligheid kunt u deze schroef met een aarding
staaf of een geaarde kabel verbinden.
TPedaal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de hiervoor bedoelde standaard op deze aansluiting aan (p.16).
U
V
15
Voordat u gaat spelen
Voordat u gaat spelen
Voorbereidingen
3. Zoals in het diagram wordt getoond, wikkelt u
het adapter snoer rond de snoerhaak om dit
vast te zetten.
Het pedaalsnoer aansluiten
Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting op het
achterpaneel van de F-110 aan.
NOTE
Steek de pedaalkabel helemaal in de Pedal aansluiting.
De adapter aansluiten
921
NOTE
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd
helemaal laag, en zet u de stroom van alle apparaten uit,
voordat aansluitingen worden gemaakt.
1. Verbind de bijgeleverde adapter en het snoer.
De indicator licht op als u de adapter in een stopcontact
steekt.
Adapter
Indicator
Plaats de adapter zodanig dat de kant met de indicator
(zie illustratie) naar boven wijst, en de kant met de tekst
informatie naar beneden wijst.
NOTE
Afhankelijk van uw regio kan het bijgeleverde netsnoer
verschillen van dat wat hierboven wordt getoond.
Netsnoer
Naar een stopcontact
2. Steek de adapter in de DC In Jack op het
achterpaneel.
Achterpaneel
Snoerhaak
Aarde klem
4. Steek het netsnoer in een stopcontact.
Indien nodig zet u het adaptersnoer met de
snoerklemmen vast (bijlage: De F-110 monteren).
NOTE
Gebruik alleen de adapter die bij dit product wordt
geleverd. Zorg ook dat het lijn voltage bij de installatie
overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de behuizing
van de adapter wordt aangegeven.
Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of
op een ander voltage zijn ontworpen, dus gebruik hiervan
kan tot beschadigingen, storingen of elektrische schokken
leiden.
NOTE
Om een stroomonderbreking (mocht de stekker er per
ongeluk worden uitgetrokken) en overmatige belasting
van de adapter Jack te voorkomen, zet u het netsnoer vast
met gebruik van de snoerhaak, zoals in de illustratie
wordt getoond.
Zelfs als het snoer is vastgezet, kan dit beschadigen of
breken wanneer er overmatige druk op het snoer wordt
uitgeoefend. Let op dat er niet per ongeluk aan het snoer
wordt getrokken, en pas er geen overmatige kracht op
toe.
NOTE
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde
opstelling, kunt u een onaangename sensatie ervaren of
bemerken dat het oppervlak korrelig aanvoelt als u dit
apparaat of de metalen gedeeltes van andere
aangesloten objecten aanraakt. Dit is te wijten aan een
minimale elektrische lading, welke absoluut onschuldig is.
Echter, als u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u
de aarde klem (zie figuur) met een externe aarde.
Wanneer het apparaat geaard is, kan een lichte zoem
hoorbaar zijn. Als u onzeker bent over de manier van
aansluiten, raadpleegt u een Roland Service Centrum in
de buurt of een erkend Roland distributeur, die op de
‘Informatie’ pagina is te vinden.
Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting
• Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonlijn aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn
in geval van bliksem).
16
Voordat u gaat spelen
X
X
X
X
X
De klep openen en sluiten
NOTE
De klep dient altijd met twee handen geopend en gesloten
te worden.
Hoewel de klep van de F-110 zo ontworpen is dat deze
langzaam en voorzichtig sluit, wordt het deksel
onmiddellijk gesloten als dit slechts op een kier is
geopend, en sluit als het naar beneden wordt gedrukt.
Pas op dat uw vingers niet beklemd raken tussen de klep
en de toetsen.
Het deksel openen
1. Pak het deksel vast, en duw dit met twee
handen in de richting van de achterkant van
de F-110.
Het deksel sluiten
1. Pak het deksel met beide handen vast, en laat
het voorzichtig zakken.
fig.lidclose2
NOTE
Wanneer kinderen dit apparaat gebruiken, dient een
volwassene toezicht te houden.
NOTE
Wanneer de piano verplaatst moet worden, moet het
deksel gesloten zijn om ongelukken te voorkomen.
Bovendien mag u het apparaat niet bij het deksel
vastpakken wanneer het vervoert of geplaatst wordt.
NOTE
Let op dat uw vingers tijdens het openen en sluiten van het
deksel niet klem komen te zitten.
2. Duw het deksel naar achteren, totdat deze
helemaal omhoog staat (zie illustratie).
fig.lidopen2
X
NOTE
Steek uw vingers nooit tussen de twee vouwgedeeltes
tijdens het openen of sluiten van het deksel. Wanneer het
deksel wordt gesloten, mag u het nooit vasthouden in het
gebied waar de twee gedeeltes samenvouwen om te
voorkomen dat uw vingers beklemd raken.
Duw nooit tegen het deksel, terwijl het open is, aangezien
de F-110 naar achteren kan vallen indien deze niet tegen
een muur is geplaatst.
X
17
Voordat u gaat spelen
fig.lidcaution
De stroom aan en uitzetten
NOTE
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links om
2. Druk op de [Power] schakelaar.
NOTE
Nu u alles op juiste wijze heeft aangesloten, kunt u de
stroom als volgt aanzetten. Als deze stappen niet in de
juiste volgorde worden uitgevoerd, riskeert u storingen
of beschadigingen aan luidsprekers.
het volume te minimaliseren.
Ingedrukt
AAN
De stroom wordt ingeschakeld, en de [Piano] en
[Reverb] knoppen lichten op.
Na korte tijd kunt u geluiden produceren door het
toetsenbord te bespelen.
Als gevolg van een circuit beveiliging, duurt het
nadat de stroom is aangezet korte tijd voordat dit
apparaat gereed is voor normale werking.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Niet ingedrukt
UIT
Het scherm wordt zwart, en de stroom is uitgeschakeld.
Het volume van het geluid
aanpassen
Hier ziet u hoe het volume van dat wat u op het toetsenbord
speelt of het afspeel volume van een interne Song wordt
aangepast.
Als een koptelefoon is aangesloten, gebruikt u de [VOLUME]
knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1. Draai aan de [VOLUME] knop om het algehele
volume bij te stellen.
Pas het volume aan, terwijl u op het toetsenbord speelt.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het
volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid,
neemt het volume af.
Min
Max
3. Gebruik de [Volume] knop om het volume aan
te passen.
De stroom uitzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links om
het volume te minimaliseren.
18
Voordat u gaat spelen
Over de pedalen
De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze
hoofdzakelijk gebruiken wanneer u piano speelt.
fig.Pedals-e.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken
(Sustain).
Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten
langer doorklinken, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord
neemt.
De lengte van de Sustain verandert subtiel, afhankelijk van de
diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
Als het demper pedaal op een akoestische piano wordt
ingedrukt, zullen andere snaren dan die van de noten die u
speelt ook vibreren, hetgeen een rijke resonantie produceert.
De F-110 simuleert deze sympathische vibratie (demper
resonantie).
U kunt het geluid van de sympathische vibratie
veranderen. Zie p.50.
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de noten doorklinken van de toetsen die
al ingedrukt waren toen het pedaal werd ingedrukt.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
Als u speelt met een ingedrukt soft pedaal, wordt een geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als het normaalgesproken is,
wanneer met dezelfde sterkte wordt gespeeld. Dit is dezelfde
functie als het linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel gevarieerd worden,
afhankelijk van de diepte waarmee het pedaal wordt
ingedrukt.
De functies van het sostenuto pedaal en het soft
pedaal kunnen veranderd worden. Zie ‘De manier
waarop de pedalen werken veranderen (Middelste/
linker pedaal functie)’ (p.47).
NOTE
Als u de pedaalkabel uit de F-110 haalt, terwijl de
stroom aan is, zal het pedaaleffect toegepast blijven
worden. U moet de pedaalkabel aansluiten of
ontkoppelen, terwijl de F-110 is uitgeschakeld.
Luisteren via koptelefoon
U kunt een koptelefoon gebruiken om van de F-110 te
genieten zonder anderen te storen, bijvoorbeeld ‘s nachts.
Aangezien de F-110 twee koptelefoon Jacks heeft, kunnen
twee personen tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kan deze op één van
de twee koptelefoon Jacks worden aangesloten.
Koptelefoon
fig.Headphones-e.eps
1. Steek de koptelefoon plug in de PHONES Jack,
aan de linkerkant op het onderpaneel van de
F-110.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen
geluid via de luidsprekers uitgevoerd.
2. Gebruik de [VOLUME] knop van de F-110
(p.18) om het koptelefoon volume aan te
passen.
Opletten bij gebruik van een
koptelefoon
• Om beschadigingen aan de interne geleiders te
voorkomen, vermijdt u een ruwe behandeling. Als een
koptelefoon wordt gebruikt, houdt u deze zo veel mogelijk
bij de stekker of de koptelefoon zelf vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een
apparaat al verhoogd is wanneer de koptelefoon wordt
aangesloten. Minimaliseer het volume voordat u een
koptelefoon aansluit.
• Overmatige invoer zal niet alleen uw gehoor
19
Voordat u gaat spelen
beschadigen, maar is ook een zware belasting voor de
koptelefoon. Geniet van muziek op een passend
volumeniveau.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo 1/4'' plug.
De koptelefoon haak gebruiken
Wanneer de koptelefoon niet wordt gebruikt, kunt u deze op
de koptelefoon haak van de F-110 hangen.
De koptelefoon haak monteren
1. Druk en draai de bij de F-110 geleverde
koptelefoon haak in het gat links onder op de
F-110 (zie figuur hieronder).
2. Draai aan de koptelefoon vleugelmoer om de
koptelefoon haak vast te zetten.
NOTE
20
Koptelefoon haak
Hang niets anders dan een koptelefoon aan de
koptelefoon haak op, anders kan het instrument of
de haak beschadigen.
Spelen
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock functie kunt u alle knoppen
uitschakelen. Hiermee kunnen onbedoelde veranderingen
in de instellingen tijdens een uitvoering worden
voorkomen. Voor details kijkt u bij ‘De knoppen
uitschakelen (Panel Lock)’ (p.57).
Spelen met een
verscheidenheid aan geluiden
De F-110 biedt meer dan 300 verschillende interne geluiden,
zodat u kunt spelen met klanken die voor vele types muziek
geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ (klanken)
genoemd. De Tones zijn in 4 verschillende groepen verdeeld,
en elke groep is aan een andere Tone knop toegewezen.
De Tone ‘Grand Piano 1’ is geselecteerd als het instrument
wordt aangezet.
1.Druk op de Tone knop om een geluidsgroep te
selecteren.
U zult de Tone die aan Tone nummer 1 is toegewezen
horen, binnen de geselecteerde Tone groep. Speel een
paar noten op het toetsenbord. In het scherm wordt het
nummer van de op dat moment geselecteerde Tone
weergegeven.
Spelen
De aanslaggevoeligheid van
het toetsenbord aanpassen
(Key Touch)
U kunt de aanslaggevoeligheid of de repons van de toetsen,
aanpassen.
De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord kan aangepast
worden op de speelsterkte van de persoon die op dat moment
speelt.
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om een geluid uit de
Tone groep te selecteren.
De Tone die u heeft geselecteerd is hoorbaar als u op
het toetsenbord speelt.
De volgende keer dat u deze Tone knop selecteert, zal
het hier geselecteerde geluid te horen zijn.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, verandert de
indicatie in het scherm als volgt.
Over de Tone, zie de ‘Tone lijst’ (p.66).
NOTE
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid
produceren.
1.Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de
[Split] knop.
In het scherm wordt nu de huidige Key Touch instelling
getoond.
2.Blijf de [Transpose] en [Split] knoppen ingedrukt
houden, en druk op de [-] of [+] knop om de
aanslaggevoeligheid te selecteren.
BerichtOmschrijving
Het geluid wordt op een vaststaand
volume gespeeld, ongeacht de sterkte
Fixed
Super Light
Light
waarmee de toetsen worden bespeeld.
Deze instelling produceert de lichtste
aanslag.
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken met een
minder sterke aanslag dan ‘medium’, dus
het toetsenbord voelt lichter aan. Deze
instelling maakt spelen gemakkelijker,
zelfs voor kinderen.
21
Spelen
NOTE
NOTE
BerichtOmschrijving
Hiermee wordt de standaard aanslag
ingesteld. U kunt met de meest natuurlijke
Medium
Heavy
Super Heavy
Laat de [Transpose] en [Shift] knoppen los.
3.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te slaan
(p.56).
aanslag spelen. Dit lijkt het meest op de
aanslag van een akoestische piano.
U moet de toetsen harder aanslaan dan
‘medium’ om fortissimo (ff) te spelen, dus
het toetsenbord voelt zwaarder aan.
Dynamisch spel geeft dat wat u speelt nog
meer gevoel.
Deze instelling produceert de zwaarste
aanslag.
Weerkaatsing aan de geluiden
toevoegen (Reverb effect)
U kunt een Reverb effect toepassen op de noten die u op het
toetsenbord speelt. Met het Reverb effect kan een aangename
weerkaatsing worden verkregen, zodat het klinkt alsof u in
een concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-]
of [+] knop.
De diepte van het Reverb effect verschijnt in het scherm.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te
slaan (p.56).
U kunt geen aparte Reverb effect diepte
instellingen voor elke individuele Tone maken.
Het effect wordt met dezelfde diepte op alle
Tones toegepast.
De Reverb diepte van de Song die wordt
afgespeeld wordt hiermee niet veranderd.
De toonsoort van het toetsenbord
veranderen (Transpose)
Met de ‘Transpose’ functie kunt u een Song in een andere
toonsoort spelen. Als u een zanger begeleidt, kunt u de
Transpose functie gebruiken om de toonhoogte naar een
toonsoort te verschuiven die comfortabel is voor de zanger,
terwijl u in dezelfde bekende toonsoort blijft spelen
(vingerzettingen).
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonhoogte van uw
spel te transponeren, zonder dat de speellocatie op het
toetsenbord verandert. Als de Song bijvoorbeeld in een
moeilijke toonsoort met veel kruizen ( ) of mollen ( ) staat,
kunt u deze naar een toonsoort transponeren die voor u
gemakkelijker te spelen is.
1.Druk op de [Reverb] knop, zodat deze verlicht is.
(Als u deze knop niet heeft ingedrukt sinds de F-110
werd aangezet, is de indicator al verlicht, dus hoeft de
knop niet ingedrukt te worden).
Speel enkele noten op het toetsenbord. Het Reverb effect
wordt op het totale geluid toegepast.
Het Reverb effect uitschakelen
1.
Druk op de [Reverb] knop, zodat de verlichting
uitdooft.
NOTE
Reverb wordt niet toegepast als Twin Piano is
ingeschakeld met Twin Piano Modus ‘2’
geselecteerd.
De diepte van het Reverb effect
veranderen
U kunt tien diepte niveaus voor het Reverb effect selecteren.
22
Op de F-110 kan de toonhoogte van alleen het toetsenbord,
de toonhoogte van het toetsenbord en de Song samen of de
toonhoogte van alleen de Song getransponeerd worden
(Playback Transpose: p.32)
(Transpose Modus: p.45).
Vanuit de fabriek is de F-110 zo ingesteld dat de toonhoogte
van het toetsenbord en Song samen worden getransponeerd.
1.Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de
toets die met de grondtoon van de gewenste
toonsoort correspondeert. (In dit geval zal de noot
niet te horen zijn).
De Transpose instelling waarde blijft in het scherm
zichtbaar, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt wordt
gehouden.
U kunt deze instelling ook aanpassen door de
[Transpose] knop ingedrukt te houden en de [-]
[+] knoppen te gebruiken.
De beschikbare reeks is –6~0~5 (stappen van een halve
toon).
Als dit op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de
[Transpose] knop oplichten. Als de transpositiewaarde
niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose] knop gebruiken om de
Transpose functie aan/uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop loslaat, keert u naar het
vorige scherm terug.
Door de [Transpose] knop ingedrukt te houden
en beide [-] en [+] knoppen tegelijk in te
drukken, keert de instelling naar zijn
oorspronkelijke waarde (0) terug.
NOTE
NOTE
NOTE
Als u de Transpose Modus functie (p.45) op
‘SnG’ (Song Playback) instelt, zal de Transpose
functie niet worden toegepast.
Het geselecteerde transpositie interval wordt niet
gebruikt als u enkele noten op het toetsenbord
speelt, terwijl de [Transpose] knop ingedrukt
wordt gehouden (als u dit doet, zal het
transpositie interval veranderd worden). Om te
controleren of u het correcte transpositie interval
heeft geselecteerd, moet u de [Transpose] knop
loslaten.
De transpositiewaarde keert naar ‘0’ terug als
de stroom wordt uitgezet of een andere Song
wordt geselecteerd.
Spelen
Voorbeeld: een Song in de toonsoort E
Majeur spelen, na transpositie naar C
Majeur
Houd de [Transpose] knop ingedrukt en druk op de E toets
(aangezien E de grondtoon is).
Tellend vanaf C als referentiepunt, gaat u vier toetsen
omhoog, inclusief de zwarte toetsen om E te bereiken, en dus
verschijnt ‘4’ in het scherm.
Als u speeltC E GZal te horen zijnE G# B
23
Spelen
Spelen met twee gestapelde
Tones (Dual Play)
U kunt met één toets twee verschillende geluiden tegelijk
spelen. Deze uitvoeringsmethode wordt ‘Dual Play’ genoemd.
Bij wijze van voorbeeld gaan we piano en strings geluiden
stapelen.
1.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en druk op de
[Strings] knop.
De indicators van beide knoppen lichten op.
Speel enkele noten op het toetsenbord. Zowel de piano
als de strings geluiden worden gespeeld.
Als twee Tone knoppen tegelijk op deze manier worden
ingedrukt, wordt Dual Play geactiveerd.
Van de twee geselecteerde Tones wordt die voor de
linker Tone knop ‘Tone 1’ genoemd, en die voor de
rechter knop wordt ‘Tone 2 ‘ genoemd.
NOTE
NOTE
U kunt Dual Play niet selecteren als Split
Performance of Twin Piano is ingeschakeld.
Kijk op p.45 om te zien hoe de balans tussen de
twee geselecteerde geluiden ingesteld kan
worden.
De Tone variaties veranderen
Tone 1 veranderen
1.
Druk op de [-] of [+] knop.
Tone 2 veranderen
1.
Houd de Tone knop van Tone 2 (de meest rechtse
van de verlichte Tone knoppen) ingedrukt, en druk
op de [-] of [+] knop.
Dual Play uitschakelen
1.
Druk op één van de Tone knoppen.
Nu hoort u alleen het geluid van de knop die u indrukte.
U kunt de toonhoogte van Tone 2 met één
octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte
in stappen van een octaaf veranderen (Octave
Shift)’ (p.45).
Als u het demper pedaal indrukt, terwijl Dual
Performance wordt gebruikt, zal het effect op
zowel Tone 1 als Tone 2 worden toegepast.
Deze instelling kan echter veranderd worden,
zodat het demper pedaal effect op slechts één
van de Tones wordt toegepast. Zie ‘De manier
waarop het demper pedaal wordt toegepast
veranderen (Damper Pedal Part)’ (p. 47).
NOTE
Afhankelijk van de combinatie van de twee
Tones, kan het effect mogelijk niet op Tone 2
worden toegepast.
24
Spelen
Spelen met verschillende Tones in de linker en rechterkanten van
het toetsenbord (Split)
Spelen, terwijl het toetsenbord op een bepaalde toets in een linkerkant en een rechterkant is verdeeld, wordt ‘Split Play’
genoemd, en het punt waarop het toetsenbord wordt verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd. In Split Play kunt u in de
linker en rechterkant een verschillend geluid laten klinken.
Met de fabrieksinstellingen is het splitspunt op ‘F 3’ ingesteld. De splitspunt toets behoort tot de linkerkant.
In Split Play wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld het ‘rechterhand geluid’ genoemd, en het geluid
dat aan de linkerkant wordt gespeeld, wordt het ‘Linkerhand geluid’ genoemd.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (Fabrieksinstelling: F#3)
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0C2C3C4C5C8B7
Linkerhand geluidRechterhand geluid
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe de Tone van de [Piano]
knop als onderdeel van een Split uitvoering wordt gespeeld.
1.Druk op de [Piano] knop.
Nu is het piano geluid geselecteerd.
2.Druk op de [Split] knop, zodat de indicator oplicht.
Het toetsenbord wordt in een linker en een rechterkant
verdeeld.
De F 3 toets vormt de scheiding tussen de linker en
rechterkanten van het toetsenbord.
De rechterhand sectie van het toetsenbord speelt een
pianogeluid, en de linkerhand sectie speelt een ‘A.
Bass+Cymbal’ geluid.
Split Play uitschakelen
1.
Druk op de [Split] knop, zodat de verlichting
uitdooft.
Het geluid van de rechterhand wordt het geluid voor het
gehele toetsenbord.
Als u van Dual Play (p.24) naar Split Play
overschakelt, wordt de Tone 1 die in Dual Play
wordt gebruikt, als het rechterhand geluid voor
Split Play geselecteerd.
Veranderen van Tone groepen en Tone
variaties
Het rechterhand geluid veranderen
1.
Druk op de Tone knop om een Tone groep te
selecteren.
2.Druk op de [-] of [+] knop om een Variatie Tone te
selecteren.
Het linkerhand geluid veranderen
1.
Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de Tone
knop om een Tone groep te selecteren.
2.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de [-] of
[+] knop om een variatie Tone te selecteren.
U kunt de toonhoogte van het linkerhand geluid
één octaaf per keer veranderen. Zie ‘De
toonhoogte in stappen van een octaaf
veranderen (Octave Shift)’ (p.45).
25
Spelen
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen
U kunt het splitspunt veranderen (de toets waarop het
toetsenbord wordt verdeeld).
Het splitspunt kan op elke waarde van B1 tot B6 worden
ingesteld.
Vanuit de fabriek is dit op ‘F 3’ ingesteld.
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een
toets die als het splitspunt wordt ingesteld.
De toets die u indrukte wordt het splitspunt, en verschijnt
in het scherm.
Splitspunt (Fabrieksinstelling F#3)
C1B1B6A0C2C3C4C5C6C7C8
Reeks waarbinnen het splitspunt gespecificeerd kan worden (B1-B6)
De toets die als splitspunt wordt gebruikt, behoort tot de
linkerhand sectie van het toetsenbord.
De vorige weegave zal opnieuw verschijnen als de toets
wordt losgelaten.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te
slaan (p.56).
26
Spelen met de metronoom
NOTE
Spelen
U kunt spelen, terwijl de metronoom te horen is.
De F-110 biedt een veelzijdige metronoom functie. U kunt het
volume of de maatsoort van de metronoom aanpassen.
Als een Song speelt, zal de metronoom klinken volgens het
tempo en maatsoort van die Song.
1.Druk op de [Metronome] knop, zodat deze is
verlicht.
De metronoom is hoorbaar en de huidig geselecteerde
tempo waarde wordt kort weergegeven.
De [Metronome] knop knippert rood en groen, in de
maat van de op dat moment geselecteerde maatsoort.
De indicator is rood verlicht op de sterke tellen, en groen
op de zwakke tellen.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, zal de
indicatie in het scherm in het volgende
veranderen.
2.Druk op de [-] of [+] knop om het tempo aan te
passen.
Correspondentie tussen maatsoort en tempo weergave
Beat
Tempo Value
2/2
=5–250
x/4
=10–500
3/8
=20–999
6/8, 9/8, 12/8
= 7–333
De maatsoort veranderen
1.Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
maatsoort waarde wordt weergegeven.
De maatsoort waarde is een numerieke indicatie met
een punt (‘.’) in het midden.
2.Druk op de [-] of [+] knop om de maatsoort te
selecteren.
WeergaveMaatsoortWeergaveMaatsoort
De metronoom functie stoppen
1.
Druk op de [Metronome] knop.
Het tempo veranderen
1.Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
tempo waarde wordt weergegeven.
De tempo waarde is een numerieke indicatie zonder ‘P’,
‘U’ of een ‘.’ (punt) in het midden.
2/26/4
Alleen zwakke
tellen klinken
2/43/8
3/46/8
4/49/8
5/412/8
Wanneer u uw uitvoering opneemt, zal deze in
de maatsoort die geselecteerd is worden
opgenomen.
Als u een Song afspeelt, wordt de maatsoort van
de metronoom op de maatsoort van die Song
ingesteld.
De maatsoort van de metronoom kan niet
veranderd worden, terwijl een Song wordt
afgespeeld.
7/4
De [Song] knop licht op.
27
Spelen
Het metronoom volume veranderen
Het volume van de metronoom kan aangepast worden.
Hiervoor zijn 11 volumeniveaus beschikbaar.
1.Terwijl u de [Metronome] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de [-] of [+] knop.
In het scherm wordt het metronoom volume
weergegeven.
Als het metronoom volume op ‘0’ is ingesteld,
zal het metronoomgeluid niet gespeeld worden.
Een aftelling laten klinken om
de timing accuraat te houden
Een ‘Count-In’ is een aftelling die te horen is voordat de Song
begint te spelen.
Als u met een Song meespeelt, kun t u een aftelling laten
klinken om uw spel gemakkelijker met de Song te
synchroniseren.
1.Druk op de [] knop, terwijl de metronoom
klinkt.
Een aftelling van twee maten is te horen voordat de
Song begint te spelen.
Een ‘Count-Down’ is een aftelling die te horen is
aan het eind van de introductie van de Song
(voordat u op het toetsenbord begint te spelen,
zie p.51).
28
Songs afspelen
Wanneer het volgende in het scherm verschijnt
Als u een Song heeft opgenomen maar deze nog niet heeft
opgeslagen, zal ‘dEL’ verschijnen, knipperend, als u een
Song selecteert.
U kunt geen andere Song afspelen als het geheugen nog
steeds een niet opgeslagen Song bevat.
Als u de uitvoering wilt verwijderen en de Song wilt
afspelen, drukt u op de [] knop. Als u uw uitvoering niet
wilt verwijderen, drukt u op de [] knop. Om de
opgenomen uitvoering op te slaan, kijkt u bij ‘Songs
opslaan’ (p.38).
Song in het
interne geheugen
Een nieuwe song
die u opneemt
Interne
Preset song
Songs beluisteren
Hier ziet u hoe de interne Songs, Songs uit het interne
geheugen, beluisterd kunnen worden.
De F-110 biedt 65 piano Songs als interne Preset Songs.
Een Song selecteren
1.
Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat
het ‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan
door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Songs afspelen
2.Druk op de [-] of [+] knop om een Song te
selecteren.
Een Song spelen
3.
Druk op de [] knop.
De geselecteerde Song wordt tot het eind gespeeld,
waarna het afspelen stopt.
Om het afspelen voor het eind te stoppen, drukt u
nogmaals op de [] knop.
De volgende keer dat u op de [] knop drukt, zal
het afspelen verdergaan vanaf het punt waarop u bent
gestopt.
Vooruitspoelen en terugspoelen
• Druk op de [+] knop om naar het begin van de volgende
Song te gaan.
• Druk op de [-] knop om naar het begin van de huidig
geselecteerde Song te gaan. Als u zich al aan het begin
van de Song bevindt, zult u naar het begin van de
vorige Song gaan.
• Als u de [+] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song
speelt, zal de Song vooruitspoelen. Als u op deze knop
drukt, zal het maatnummer gedurende enkele seconden
worden weergegeven.
• Als u de [-] knop ingedrukt houdt, terwijl een Song
speelt, zal de Song terugspoelen.
Over het Song Select scherm
Elke keer dat u de [+] of [-] knop indrukt, verandert het Song
Select scherm als volgt.
NOTE
Indicaties zoals ‘U. * *’ zullen niet verschijnen als er
geen Songs in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Zie ‘Interne Song lijst’ (p.73) voor de namen van de
interne Songs.
Als u een tijdje geen operatie uitvoert, zal de
indicatie in het scherm als volgt veranderen.
29
Songs afspelen
NOTE
Alle Songs opeenvolgend
afspelen (All Song Play)
Hier ziet u hoe alle interne Songs herhaaldelijk opeenvolgend
afgespeeld worden.
1.Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat
het ‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan
door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song en het
geheugengebied (‘P’ of ‘U’) waar u wilt dat het
afspelen begint te selecteren.
3.Terwijl u de [Song] knop ingedrukt houdt, drukt u
op de [] knop.
In het scherm wordt ‘ALL’ weergegeven, en de Songs
worden opeenvolgend gespeeld, beginnend bij de
geselecteerde Song.
Wanneer de laatste Song is gespeeld, keert het afspelen
naar de eerste Song terug, en gaat dan verder.
Elk gedeelte apart beluisteren
Als interne Songs worden afgespeeld, kunnen de
uitvoeringsgedeeltes die gespeeld zullen worden geselecteerd
worden.
U kunt elke hand ook apart oefenen, terwijl u met de Song
meespeelt.
De uitvoeringsdata is aan de Track knoppen toegewezen,
zoals hieronder wordt getoond.
Begeleidings-
gedeelte
Linkerhand gedeelte
De uitvoering van de linkerhand wordt aan de [String]
knop toegewezen, de uitvoering van de rechterhand wordt
aan de [Others] knop toegewezen, en overige
uitvoeringen worden aan de [E. Piano] knop toegewezen.
‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziekdata wordt
bewaard.
Rechterhand
gedeelte
De Songs in het geselecteerde geheugengebied
worden opeenvolgend afgespeeld.
4.Om het afspelen te stoppen, drukt u op de
[] knop zodat de indicator uitdooft.
Nadat u de [] knop heeft ingedrukt om
het afspelen te stoppen, en u de [] knop
nogmaals indrukt, zal de Song worden
afgespeeld vanaf de locatie waarop u bent
gestopt, maar de volgende Song wordt niet
afgespeeld. Als u opnieuw alle Songs wilt
afspelen, houdt u de [Song] knop ingedrukt en
drukt u op de [] knop.
Zie ‘Interne Song lijst’ (p.73) voor de namen van
de interne Songs.
1.Selecteer de Song die u wilt spelen (p.29).
2.Druk op de [] knop om de Song af te
spelen.
3.Houdt de [] knop ingedrukt, en selecteer
het gedeelte dat u niet wilt afspelen.
Druk op de [E. Piano], [Strings] of [Others] knop.
De knop die u indrukt gaat uit, en het toegewezen
gedeelte (zie hierboven) is niet langer hoorbaar.
Als u het rechterhand gedeelte wilt oefenen,
houdt u de [] knop ingedrukt en drukt u
op [Others] om deze uit te zetten. Als u de Song
afspeelt, wordt het rechterhand gedeelte niet
gespeeld.
U kunt het gedeelte dat gedempt wordt
selecteren als u de [E. Piano] knop indrukt en
zijn verlichting uitzet. Zie p.52.
Als u het begeleidingsgedeelte dempt voordat
het afspelen wordt geïnitieerd, kunt u het intro
overslaan.
Mute (demping) instellingen worden opgeheven
als u naar een andere Song overschakelt.
30
Songs afspelen
NOTE
Het volume van het
afspeelgeluid van de Song
veranderen
Hier ziet u hoe het volume waarop de Song wordt afgespeeld
veranderd kan worden.
Als u met een Song meespeelt om te oefenen, kunt u hiermee
de volumebalans tussen uw uitvoering op het toetsenbord en
het afspeelgeluid van de Song bijstellen.
1.Terwijl u de [] knop ingedrukt houdt, drukt
u op de [-] [+] knoppen.
Het afspeelvolume van de Song wordt weergegeven,
terwijl u de [] knop ingedrukt houdt.
Het afspeelvolume kan op elke waarde tussen 0 en 127
worden ingesteld.
NOTE
Als u de stroom uitzet, keert het afspeelvolume
van de Song naar ‘127’ terug.
Het tempo van een Song
veranderen
U kunt het tempo waarop de Song wordt afgespeeld
veranderen.
Als u één van de interne Songs oefent, kan het meespelen met
een moeilijke Song gemakkelijker worden als het tempo wordt
verlaagd.
1.Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
tempo waarde wordt weergegeven.
De tempo waarde is een numerieke indicatie zonder ‘P’,
‘U’ of ‘.’ (punt). De [Song] knop licht op.
2.Gebruik de [-] [+] knoppen om het tempo te
veranderen.
Afspelen op een vaststaand tempo
(Tempo Mute)
Sommige interne Preset Songs hebben een tempo dat tijdens
de Song verandert.
Hier ziet u hoe deze Songs op een vaststaand, niet
veranderend tempo afgespeeld kunnen worden.
1.Druk meerdere malen op de [Song] knop, totdat de
tempo waarde wordt weergegeven.
De tempo waarde is een numerieke indicatie zonder ‘P’,
‘U’ of ‘.’ (punt). De [Song] knop licht op.
2.Blijf de [Song] knop ingedrukt houden, en gebruik
de [-] [+] knoppen om de instelling te veranderen.
KnopWeergaveUitleg
De in de Song opgenomen
[+]Dot
[–]No dot
tempowisselingen worden
genegeerd, en de Song wordt op een
vaststand tempo afgespeeld.
De Song wordt volgens de
tempowisselingen die in de Song zijn
opgenomen afgespeeld.
Verlicht als Tempo
Mute is ingeschakeld
Als u van Song verandert, keert de Tempo Mute
functie naar de ‘off’ instelling terug.
31
Songs afspelen
De toonsoort van een
afgespeelde Song veranderen
(Playback Transpose)
Met de ‘Playback Transpose’ functie kunt u de toonsoort van
de Song die wordt afgespeeld veranderen.
1.Speel de Song die u wilt horen af of speel met die
Song mee (p.29).
2.Terwijl u de [Transpose] knop ingedrukt houdt,
gebruikt u de [-] [+] knoppen om de toonhoogte
aan te passen.
De toonhoogte van de Song verandert in stappen van
halve tonen.
De Playback Transpose instelling wordt getoond, terwijl
de [Transpose] knop ingedrukt wordt gehouden.
De reeks is –6~0~5 (stappen van halve tonen). Als dit
op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de
[Transpose] knop oplichten.
U kunt het transpositie interval ook selecteren door de
[Transpose] knop in te drukken en vast te houden, terwijl
u de gewenste toets op het toetsenbord van de F-110
indrukt.
Als de transpositiewaarde iets anders is dan ‘0’, kunt u
de [Transpose] knop gebruiken om de Playback
Transpose functie aan en uit te zetten.
Als u de [Transpose] knop ingedrukt houdt en
beide [-] en [+] knoppen tegelijk indrukt, zal
deze instelling naar zijn oorspronkelijke waarde
(0) terugkeren.
NOTE
De Playback Transpose functie wordt niet
toegepast als de Transpose Modus (p.45) op
‘Kbd’ (Keyboard) is ingesteld.
De transpositie instelling zal naar ‘0’ terugkeren
als u een andere Song selecteert.
32
Opnemen
U kunt uw uitvoeringen gemakkelijk opnemen.
Een uitvoering die u heeft opgenomen kunt u afspelen om te
controleren wat, en hoe goed u heeft gespeeld, en u kunt
melodieën op het toetsenbord meespelen met de eerder
opgenomen begeleiding.
Opnemen
Uw uitvoering op het
toetsenbord opnemen
De volgende types opnames kunnen uitgevoerd worden.
• Alleen uw eigen uitvoering op het toetsenbord opnemen→ p.33
• Een track knop selecteren en opnemen → p.34
• Opnieuw opnemen→ p.34
• Samen met een interne Song opnemen→ p.36
Memo
Bij een tweede of latere opname, wordt de eerder
opgenomen Song gewist wanneer het nieuwe materiaal
wordt opgenomen. Als u een nieuwe uitvoering gaat
opnemen, is het wellicht een goed idee om de eerder
opgenomen Song eerst te wissen (p.37).
1ste opnamegang
2e opnamegang
De eerste uitvoering blijft behouden
Hier ziet u hoe uw eigen toetsenbord uitvoering opgenomen
kan worden, zonder gebruik van een interne Song.
Instellingen voor uitvoering
1.
Druk meerdere keren op de [Song] knop, totdat het
‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door
een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Wanneer er zoiets als ‘P.01’, ‘U.01’ (of een andere
waarde achter de ‘P’ of ‘U’) in het scherm wordt
getoond, drukt u op de [-] knop totdat de volgende
indicatie verschijnt.
Als het volgende in het scherm verschijnt
Als u een Song heeft opgenomen maar deze nog niet heeft
opgeslagen, zal ‘dEL’ verschijnen en knipperen als u een
andere Song selecteert.
U kunt geen andere Song opnemen of afspelen als er een
niet opgeslagen Song in het geheugen aanwezig is.
Als het ok is om de Song te verwijderen, drukt u op de
[] knop.
Als u de Song niet wilt verwijderen, drukt u op de []
knop en slaat u de Song in het interne geheugen op.
Als alternatief kunt u ‘USr’ laten verschijnen
door de [Song] knop ingedrukt te houden en op
de [] knop te drukken.
2.Selecteer de Tone die gespeeld moet worden
(p.21).
3.Indien nodig, laat de metronoom klinken.
Druk op de [Metronome] knop (p.27).
Terwijl u naar de metronoom luistert, past u het tempo
en de maatsoort van de Song naar wens aan (p.27).
Instellingen voor de opname
4.
Druk op de [] knop.
De [] knop licht op, de [] knop begint te knipperen,
en de F-110 wordt in de Standby voor opname modus
geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op de
[] knop.
33
Opnemen
Hoe de track knoppen met de opgenomen
uitvoering corresponderen
De opgenomen uitvoeringen worden als volgt aan de
track knoppen toegewezen.
• Twin Piano (p. 46), Split modus (p. 25)
• Normale uitvoering (één geluid wordt over het
gehele toetsenbord gespeeld), Dual Performance
(p.24)
Als u opneemt, terwijl slechts één opname track is
gespecificeerd
De uitvoering wordt op de gespecificeerde track
opgenomen.
Als u opneemt, terwijl meerdere opnametracks zijn
gespecificeerd
De opname vindt plaats in deze volgorde van
prioriteit:
[Others] knop → [Strings] knop → [E. Piano] knop.
Knop
Opgenomen uitvoeringen
Twin PianoSplit performance
[Strings]Rechter gebiedRechterhand Tone
[Others]Linker gebiedLinkerhand Tone
De opname starten
5.
Druk op de [] knop of speel op het
toetsenbord.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
De opname begint als u op het toetsenbord begint te
spelen (zonder de [] knop in te drukken). In dit
geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Wanneer de opname begint, zijn de [] knop en de
[] knop verlicht.
Tijdens de aftelling (Count-In), wordt de aftelling
in het scherm weergegeven als ‘-2’ en dan ‘-1’.
De opname stoppen
6.Druk op de [] knop.
De opname stopt. U kunt ook op de [] knop drukken
om de opname te stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
7.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit
verschijnt.
Uw uitvoering apart voor elke
hand opnemen
De F-110 recorder heeft drie tracks. U kunt de uitvoering van
elke hand apart in verschillende track knoppen opnemen
(bijvoorbeeld de linkerhand uitvoering in de [Strings] knop en
de rechterhand uitvoering in de [Others] knop) of u kunt een
specifieke track van een eerder opgenomen uitvoering
opnieuw opnemen.
Daarnaast selecteert u de begeleidingstrack met gebruik van
de [E. Piano] knop.
8.Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen Song terug.
9.Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Als u op de [] nop drukt, terwijl de
begint.
10. Druk nogmaals op de [] knop om het
afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
metronoom klinkt, wordt een er aftelling van
twee maten gespeeld voordat het afspelen
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u
de stroom uitzet. Als u de door u opgenomen
uitvoering wilt behouden, moet deze in het
interne geheugen worden opgeslagen. Zie
p.38.
Als u de door u opgenomen uitvoering niet heeft
opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen.
U moet de uitvoering wissen (p.37) of opslaan
(p.38) voordat een andere Song afgespeeld kan
worden.
34
Opnemen
NOTE
NOTE
Instellingen voor opnemen
1.Druk meerdere keren op de [Song] knop, totdat het
‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door
een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Wanneer er zoiets als ‘P.01’, ‘U.01’ (of een andere
waarde achter de ‘P’ of ‘U’) in het scherm wordt
getoond, drukt u op de [-] knop totdat de volgende
indicatie verschijnt.
Als alternatief kunt u ‘USr’ laten verschijnen door de
[Song] knop ingedrukt te houden en op de [] knop te
drukken.
2.Druk op de [] knop.
De [] knop licht op, de [] knop knippert, en de
F-110 wordt in de Standby voor opname modus
geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op
de [] knop.
3.Houd de [] knop ingedrukt en druk op de knop
van de tracks die u niet wilt opnemen, zodat hun
verlichting uitdooft.
Terwijl u de [] knop ingedrukt houdt, knipperen de
[E. Piano], [Strings], en [Others] knoppen als de
corresponderende tracks nog steeds leeg zijn. De
corresponderende knoppen van tracks die reeds data
bevatten zijn constant verlicht.
U kunt slechts één track knop tegelijk opnemen.
Opnemen
Een aanvullend gedeelte opnemen
6.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit
verschijnt.
7.Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen uitvoering
terug.
8.Druk op de [] knop.
9.Houd de [] knop ingedrukt, en druk op de knop
van de track die u wilt opnemen, zodat deze begint
te knipperen.
Als u een eerder opgenomen track selecteert,
zal die track worden overschreven door de
nieuw opgenomen uitvoering, en de eerder
opgenomen uitvoering zal verloren gaan.
De [] knop is verlicht, de [] knop knippert, en
de F-110 wordt in de Standby voor opname modus
geplaatst.
Indien u besluit niet op te nemen, drukt u nogmaals op
de [] knop.
10. Druk op de [] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
De opname begint als u op het toetsenbord begint te
spelen (zonder de [] knop in te drukken). In dit
geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Wanneer de opname begint, zijn de [] knop en de
[] knop verlicht.
Tijdens de aftelling (Count-In), wordt de aftelling
in het scherm weergegeven als ‘-2’ en dan ‘-1’.
Als u aanvullende gedeeltes opneemt zonder de
eerder opgenomen Song te wissen, zullen het
Song tempo en de maatsoort hetzelfde blijven
als op het moment dat de eerste Song werd opgenomen.
4.
Druk op de [] knop.
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
De opname begint als u op het toetsenbord begint te
spelen (zonder de [] knop in te drukken). In dit
geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Wanneer de opname begint, zijn de [] knop en
de [] knop verlicht.
Tijdens de aftelling (Count-In), wordt de aftelling
in het scherm weergegeven als ‘-2’ en dan ‘-1’.
5.Om de opname te stoppen, drukt u op de []
knop.
U kunt ook op de [] knop drukken om de opname te
stoppen.
11. Om de opname te stoppen, drukt u op de []
knop.
U kunt ook op de [] knop drukken om de opname te
stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
12.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit
verschijnt.
13. Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen Song terug.
14. Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
35
Opnemen
15.
Als u nogmaals op de [] knop drukt, zal het
afspelen stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u
de stroom uitzet. Als u de door u opgenomen
uitvoering wilt behouden, moet deze in het
interne geheugen worden opgeslagen. Zie
‘Songs opslaan’ (p.38).
Als u de door u opgenomen uitvoering niet heeft
opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen.
U moet de uitvoering wissen (p.37) of opslaan
(p.38) voordat een andere Song afgespeeld kan
worden.
Uw spel samen met een Song
Instellingen voor opnemen
4.
Druk op de [] knop.
5.Houd de [] knop ingedrukt en druk op de knop
van de track die u wilt opnemen, zodat deze
knippert.
Op deze manier kunt u opnemen, terwijl u de
geselecteerde Song beluistert.
De [] knop is verlicht, de [] knop knippert en
de F-110 zal in de Standby voor opname modus
worden geplaatst.
Indien u besluit niet op ten nemen, drukt u nogmaals op
de [] knop.
opnemen
Hier wordt uitgelegd hoe u met een Song uit het interne
geheugen kunt meespelen en uw uitvoering kunt opnemen.
U kunt bijvoorbeeld naar het linkerhand gedeelte luisteren,
terwijl u het rechterhand gedeelte opneemt.
De uitvoering die u op het toetsenbord speelt wordt
opgenomen in plaats van het geluid van het gedeelte dat u
met gebruik van de track knoppen selecteert.
Het geluid van de track knop die u selecteert, zal
tijdens de opname niet hoorbaar zijn.
Instellingen voor uitvoering
1.
Selecteer een Song.
Voor details over het selecteren van een Song, kijkt u bij
‘Songs afspelen’ (p.29).
Hoe uitvoeringsgedeeltes met track knoppen
corresponderen
Andere uitvoeringsdata dan het rechterhand
gedeelte en het linkerhand gedeelte.
Beginnen met opnemen
6.
Druk op de [] knop.
Na een aftelling van twee maten zal de opname
beginnen.
Zelfs als u niet op de [] knop drukt, zal de
opname beginnen als u het toetsenbord bespeelt. In dit
geval wordt er geen aftelling gespeeld.
Als de opname begint, zijn de [] knop en de
[] knop verlicht.
Tijdens de aftelling wordt het maatnummer als ‘2’ en dan ‘-1’ in het scherm weergegeven.
2.Selecteer de Tone die gespeeld moet worden
(p.21).
3.Specificeer het opname tempo (p.31).
NOTE
De uitvoering wordt opgenomen op het tempo
van de Song die u tijdens de opname heeft
geselecteerd. Als u uw uitvoering samen met
een Song opneemt, wordt deze opgenomen in
de maatsoort van die Song.
36
De opname stoppen
7.
Druk op de [] knop.
De opname zal stoppen. U kunt ook op de [] knop
drukken om de opname te stoppen.
Opnemen
Verlicht als er een opgenomen Song is
die nog niet is opgeslagen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
8.
Als het ‘USr’ bericht niet wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op de [Song] knop totdat dit
verschijnt.
9.Druk op de [-] knop.
U keert naar het begin van de opgenomen Song terug.
10. Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
11. Druk nogmaals op de [] knop om het
afspelen te stoppen.
NOTE
NOTE
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u
de stroom uitzet. Als u de door u opgenomen
uitvoering wilt behouden, moet deze in het
interne geheugen worden opgeslagen. Zie
‘Songs opslaan’ (p.38).
Als u de door u opgenomen uitvoering niet heeft
opgeslagen, kunt u geen andere Song afspelen.
U moet de uitvoering wissen (p.37) of opslaan
(p.38) voordat een andere Song afgespeeld kan
worden.
Opgenomen uitvoeringen
wissen
U kunt opgenomen uitvoeringen wissen.
1.Druk meerdere malen op de [Song] knop totdat het
‘USr’ bericht (of een nummer voorafgegaan door
een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
Als er iets anders dan ‘P.01’ of ‘U.01’ (of een andere
waarde na de ‘P’ of ‘U’) in het scherm wordt
weergegeven, drukt u op de [+] of [-] knop totdat de
volgende indicatie verschijnt.
Als alternatief kunt u ‘USr’ laten verschijnen door de
[Song] knop ingedrukt te houden en op de [] knop te
drukken.
2.Druk op de [+] knop.
‘dEL’ begint in het scherm te knipperen.
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op
de [] knop.
3.Druk op de [] knop.
De opgenomen uitvoering wordt verwijderd.
Een door u opgenomen uitvoering zal
verwijderd worden als u de stroom uitzet.
37
Uw uitvoering opslaan
Uw uitvoering opslaan
Songs opslaan
Een Song die u heeft opgenomen kan in het interne geheugen
worden opgeslagen. De Songs die u opneemt, zullen verloren
gaan als u simpelweg de F-110 uitzet voordat deze zijn
opgeslagen. Om een Song te behouden, moet deze
opgeslagen worden.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ aangegeven, en u bevindt zich
in de Functie modus.
2.Houd de [Song] knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘Sav’ in het scherm te laten
verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal het volgende
bericht verschijnen, en de [] knop zal
knipperen.
De Song opslaan
4.
Druk op de [] knop.
In het scherm wordt ‘Sur’ weergegeven, en de
[] knop en [] knop knipperen.
Indien u besluit om de Song niet op te slaan, drukt u op
de [] knop.
5.Druk op de [] knop.
De Song wordt opgeslagen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘SAv’ in het scherm
knippert.
6.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Het nummer dat in het scherm verschijnt, verwijst altijd
naar het eerste lege User geheugen, en kan verschillen
van het nummer dat in de illustratie wordt getoond.
3.Gebruik de [-] [+] knoppen om het nummer van de
opslagbestemming te selecteren.
Als de stip rechts onder in het scherm is verlicht, is er al
een Song in dat nummer opgeslagen.
Selecteer een nummer waarin geen Song is opgeslagen.
Als u een ongewenste Song wilt wissen en deze door de
nieuw opgeslagen Song vervangen, selecteert u het
nummer van de ongewenste Song.
Verlicht als een song is opgeslagen
38
Een Song wissen
NOTE
NOTE
NOTE
Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Song uit het interne
geheugen verwijderd kan worden.
Als u alle Songs uit het interne geheugen wilt
verwijderen, kijkt u bij ‘Alle Songs verwijderen’
(p.39).
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [Song] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten
verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal het volgende
bericht verschijnen en de [] knop zal knipperen.
Uw uitvoering opslaan
5.Druk op de [] knop.
De geselecteerde Song wordt verwijderd.
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘dEL’ in het
scherm knippert.
Als de Song die u zojuist heeft verwijderd de
enige Song in het interne geheugen van de F110 was, wordt het ‘non’ bericht kortstondig in
het scherm weergegeven.
6.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Alle Songs wissen
Hier wordt uitgelegd hoe alle Songs die in het interne
geheugen zijn opgeslagen geheel verwijderd kunnen worden.
NOTE
Met de hier beschreven procedure worden alle
Songs die in het geheugen zijn opgeslagen
verwijderd. De gewist data kan niet hersteld worden,
daarom raden wij u aan om de inhoud van het
geheugen te controleren voordat u verder gaat.
Het nummer dat in het scherm verschijnt verwijst altijd
naar het eerste lege User geheugen en kan verschillen
van het nummer dat u in de illustratie ziet.
3.Gebruik de [-] [+] knoppen om de Song die u wilt
verwijderen te selecteren.
De Song verwijderen
4.
Druk op de [] knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de
[] knop en [] knop knipperen.
Indien u besluit de Song niet te verwijderen, drukt u op
de [] knop.
1.Houd de [Reverb] knop in gedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [Song] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten
verschijnen.
Als het interne geheugen leeg is, kunnen de
volgende stappen niet uitgevoerd worden.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal een lijst met alle
Songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen
verschijnen, en de [] knop knippert.
3.Druk meerdere malen op de [-] knop, totdat ‘ALL’ in
het scherm wordt getoond.
4.Druk op de [] knop.
39
Uw uitvoering opslaan
In het scherm wordt ‘Sur’ weergegeven, en de
[]knop en [] knop knipperen.
Indien u besluit alle Songs niet te verwijderen, drukt u op
de []knop.
5.Druk op de [] knop.
De volledige inhoud van het interne geheugen wordt
gewist, en het ‘non’ bericht wordt in het scherm
weergegeven.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘dEL’ in het
scherm knippert.
6.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
40
Verscheidene instellingen
In de Functie modus kunt u verscheidene instellingen voor
uitvoeren en opnemen maken.
Basisbediening in de Functie
Verscheidene instellingen
KnopFunctiePag.
[Split]
(&[–][+])
Dual Balancep. 45
modus
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
De [Reverb] en [Transpose] knoppen zijn verlicht.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op één van de knipperende knoppen om de
instelling die u wilt veranderen te selecteren.
In het scherm wordt de naam van de instelling getoond,
terwijl u de knop ingedrukt houdt. De waarde van de
instelling zal verschijnen als u de knop loslaat.
[Piano]
(&[–][+])
Octave Shiftp. 45
Twin Piano Modusp. 46
Master Tuningp. 48
Temperamentp. 48
Tonicp. 49
Stretched Tuningp. 49
Damper Resonancep. 50
String Resonancep. 50
3.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
4.Als u een andere instelling wilt veranderen,
selecteert u de instelling die u wilt veranderen,
door één van de knoppen die knipperden voordat
stap 2 werd uitgevoerd in te drukken.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De indicators van de knoppen keren naar hun vorige
status terug.
NOTE
De instellingen die u verandert keren naar hun
oorspronkelijke status terug als u de stroom uitzet.
Als u de veranderingen wilt behouden, ook nadat de
stroom is uitgezet, voert u de Memory Backup
procedure (p.56) uit om de instellingen op te slaan.
[E. Piano]
(&[–][+])
Key Off Resonancep. 50
3D Sound Controlp. 42
3D Modusp. 43
Dynamics Typep. 44
EQ Lowp. 43
EQ Mediump. 43
EQ Highp. 43
Master Gainp. 43
41
Verscheidene instellingen
NOTE
NOTE
KnopFunctiePag.
[Strings]
(&[–][+])
Damper Pedal Partp. 47
Center Pedal Functionp. 47
Aan geluid gerelateerde
instellingen
Ruimtelijke diepte aan het geluid
[Others]
(&[–][+])
Left Pedal Functionp. 47
Memory Backupp. 56
Local Controlp. 53
MIDI Transmit Channelp. 54
Composer MIDI Outp. 54
V-LINK Channelp. 55
Recommended tonep. 52
Factory Resetp. 56
toevoegen (3D Sound Control)
De F-110 voorziet in een ‘3D Sound Control’ functie. Deze
functie voegt de natuurlijke resonantie en ruimtelijkheid,
kenmerkend voor een concertvleugel, toe.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus. De [Split], [Piano], [E. Piano],
[Strings], [Others], [Song] en [Metronome] knoppen
knipperen.
2.Houd de [E.Piano] knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘3D’ in het scherm te laten
verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, verschijnt een
scherm waarin de gewenste instelling geselecteerd kan
worden.
[Song]
(&[-][+])
[Metronome]
(&[-][+])
[Reverb] +
[Metronome]
42
Save a Songp. 38
Deleting Songsp. 39,
p. 39
Transpose Modusp. 45
Accomp Track settingp. 52
Countdownp. 51
Countdown Partp. 51
Panel Lockp. 57
3.Gebruik de [-] [+] knoppen om de ruimtelijke diepte
van het geluid aan te passen.
De ruimtelijke diepte kan over vier niveaus worden
bijgesteld.
Als de waarde wordt verhoogd, zal de ruimtelijke diepte
van het geluid toenemen.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te
slaan (p.56).
De manier waarop de 3D Sound Control functie
wordt toegepast, kan veranderd worden (p.43).
3D Sound Control is niet van invloed op het
geluid van de Input Jack of van de externe
apparaten die op de MIDI Out aansluiting zijn
aangesloten.
Als u Twin Piano inschakelt (door ‘1’ of ‘2’ te
selecteren, zie p.46), zal 3D Sound Control
worden uitgeschakeld.
4.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Verscheidene instellingen
3D Sound Control uitschakelen
1.Herhaal stappen 1-3 hierboven, maar selecteer
deze keer ‘OFF’.
2.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De manier waarop Grand Space wordt
toegepast veranderen (3D Modus)
Dit specificeert de manier waarop 3D Sound Control (p.42)
toegepast zal worden.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om ‘3dM’
te selecteren.
De frequentie respons van de F-110
veranderen (Equalizer)
Indien nodig, kunt u het niveau van de lage, medium en hoge
frequenties binnen een reeks van –12 tot +12 dB verhogen of
verlagen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om één van
de volgende opties te selecteren:
Niveau van de lage frequenties (bas).
–12 ~ 12
Niveau van de middenfrequenties.
–12 ~ 12
Niveau van de hoge frequenties (treble).
–12 ~ 12
3.Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Wanneer een koptelefoon is aangesloten,
wordt het effect geoptimaliseerd voor een
Auto
Speaker
Headphones
koptelefoon, en als er geen koptelefoon is
aangesloten, wordt het optimale effect voor
luidsprekers toegepast.
De optimale diepte voor luidsprekers wordt
gebruikt, ongeacht of een koptelefoon al dan
niet is aangesloten.
Grand Space wordt ook op de geluidsuitvoer
van de Output aansluitingen toegepast,
hetgeen dit gemakkelijk maakt als u via de
luidsprekers, die op de Output aansluiting zijn
aangesloten, wilt spelen.
De optimale diepte voor een koptelefoon
wordt gebruikt, ongeacht of een koptelefoon
al dan niet is aangesloten
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
3.Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
U kunt een waarde tussen ‘-12’ en ‘12’ dB selecteren.
Negatieve waardes verlagen het niveau van de
betreffende frequentieband, terwijl positieve waardes
deze omhoogduwen.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Het volume aanpassen (Master Gain)
Met deze parameter kunt u een aanmerkelijk gereduceerd of
toegenomen niveau, als resultaat van de EQ instellingen die u
gebruikt, compenseren. Het is waarschijnlijk niet nodig om
deze waarde te veranderen als u de ‘EqL’, ‘EqM’ en ‘EqH
instellingen niet verandert.
Bovendien, als u de F-110 via een aangesloten extern systeem
speelt, kunnen er gevallen zijn waarbij het volume van het
externe systeem te laag is, zelfs als het volume van de F-110
op maximaal is ingesteld. In dit soort gevallen kunt u de
Master Gain als volgt aanpassen.
Het aanpassen van de Master gain is ook van invloed op het
volume van de interne luidsprekers en koptelefoon.
NOTE
Het geluid kan vervormen als het volume overmatig
wordt verhoogd.
43
Verscheidene instellingen
NOTE
NOTE
1.
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om ‘MAS’
te selecteren.
3.Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Hiermee wordt het niveau van de F-110
aangepast. Negatieve waardes reduceren
–10~0~10
het volume, terwijl positieve waardes het
volume verhogen.
Stel deze parameter altijd zo in, dat
vervorming wordt voorkomen.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Het geluid levendiger maken
(Dynamics Sound Control)
U kunt het geluid levendiger maken, met een superieure
helderheid en geprononceerdheid.
fig.Panel-Dynamics-e.eps
Als u uw vinger van de knop neemt, wordt het type
dynamische geluidsregeling in het scherm getoond.
3.Gebruik de [-] [+] knoppen om de gewenste
geluidsregeling instelling te selecteren.
InstellingUitleg
OFFDynamic Sound Control is uitgeschakeld.
1 (Sharp)
2 (Clear)
3 (Power) Creëert een geluid met een versterkte bas.
Creëert een geluid met een versterkte bas
en Treble.
Produceert een geluid met akkoorden in de
lage registers die helder en geprononceerd
zijn.
4.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
U keert naar het normale scherm terug.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te
slaan (p.56).
Bij sommige geluiden kan dit vervorming
veroorzaken.
Dynamics Sound Control is niet van invloed op
geluid van de Input Jack of het geluid van de
externe apparaten die op de MIDI Out
aansluiting zijn aangesloten.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [E. Piano] knop ingedrukt, en gebruik de
[+] of [-] knoppen om ‘dYn’ in het scherm te laten
verschijnen.
44
Toetsenbord instellingen
De volumebalans voor Dual Play
Verscheidene instellingen
3.Laat de [Song] knop los om de huidige instelling te
zien.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
veranderen (Dual Balance)
U kunt de volumebalans van Tones 1 en 2 veranderen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Split] knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [+] of [-] knop om ‘dbL’ te selecteren.
3.Laat de [Split] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
De huidige volumebalans wordt getoond.
Volume van
Tone 1
4.Met de [-] [+] knoppen verandert u de instelling.
De volumebalans zal veranderen.
Als u naar de oorspronkelijke volumebalans wilt
terugkeren, drukt u de [-] en [+] knoppen tegelijk in.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te
slaan (p.56).
Volume van
Tone 2
InstellingUitleg
Toetsenbord
Afspelen Song
Toetsenbord en afspelen Song
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De toonhoogte in stappen van een
octaaf veranderen (Octave Shift)
U kunt de toonhoogte van Tone 2 in Dual Play (p.24) en de
linkerhand Tone in Split Play (p.25) met één octaaf per keer
veranderen.
Het in eenheden van een octaaf veranderen van de
toonhoogte op deze manier wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte van de linkerhand Tone
verhogen tot dezelfde toonhoogte van de rechterhand Tone in
Split Play.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Specificeren waarop de Transpose
functie van invloed is (Transpose
modus)
Deze instelling specificeert de instelling die door de
transpositie wordt beïnvloed.
U kunt de transpositie gebruiken om de toonhoogte van zowel
de Song als het toetsenbord te veranderen, de toonhoogte van
alleen de Song of alleen de toonhoogte van het toetsenbord.
→ Transpose (p.22), Playback Transpose (p.32)
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Song] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘trS’ te selecteren.
2.Druk op de [Split] knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [+] of [-] knop om ‘Oct’ te selecteren.
3.Laat de [Split] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Indicati3
–-2~0~2
De omvang van de beschikbare toonhoogte verandering
reikt van twee octaven hoger tot twee octaven lager.
Elke keer dat de [-] knop wordt ingedrukt, wordt de
toonhoogte één octaaf verlaagd, en elke druk op de [+]
knop verhoogt de toonhoogte met één octaaf.
Om naar de oorspronkelijke toonhoogte terug te keren,
drukt u de [-] en [+] knoppen tegelijk in.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
45
Verscheidene instellingen
NOTE
NOTE
Het toetsenbord verdelen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano)
U kunt het toetsenbord in linker en rechter gebieden verdelen,
zodat twee personen dezelfde reeks toonhoogtes kunnen
spelen.
Dit betekent dat u het toetsenbord kunt gebruiken alsof u op
twee aparte piano’s speelt.
Op deze manier kan bijvoorbeeld één persoon met de
uitvoering van de andere persoon meespelen om deze te
controleren.
Zie de illustratie onderaan deze pagina.
Als u Twin Piano inschakelt (door ‘1’ of ‘2’ te selecteren), zal
het instrument zich in de volgende staat bevinden.
• Het toetsenbord is in rechter en linker gebieden
verdeeld, waarbij de ‘middelste C’ zich in het midden
van elk gebied bevindt.
• De linker en rechter gebieden hebben hetzelfde geluid
(Grand Piano 1).
• Het rechter pedaal is het demper pedaal voor het rechter
gebied, en het linker pedaal is het demper pedaal voor
het linker gebied.
• Als de Split functie of Dual functie was ingeschakeld
toen u Twin Piano inschakelde, zullen de Split functie en
Dual functie worden uitgeschakeld.
• 3D Sound Control en het effect zijn uitgeschakeld.
U kunt ook besluiten om het linker gebied alleen
aan de linker luidspreker, en de rechterhelft
alleen aan de rechter luidspreker toe te wijzen
(p.46).
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Piano] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘tPn’ te selecteren.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
U kunt één van de volgende manieren waarop het
geluid zal klinken kiezen.
InstellingUitleg
OFFTwin Piano modus is uitgeschakeld.
Het toetsenbord wordt in twee identieke
secties verdeeld. Zoals gewoonlijk is het
1
2
geluid hoorbaar via rechts als u op het
toetsenbord naar rechts speelt, en via links
als u naar links speelt.
Het toetsenbord wordt in twee identieke
secties verdeeld. Noten die in het rechter
gebied worden gespeeld zijn via de
rechter luidspreker te horen, en noten die
in het linker gebeid worden gespeeld zijn
via de linker luidspreker te horen.
Als u deze parameter op ‘2’ instelt, wordt
Reverb niet meer toegepast.
Bij sommige geluiden zal het geluid niet gesplitst
worden, zelfs als de Twin Piano modus op ‘2’ is
ingesteld.
Deze instelling wordt niet onthouden als u de F110 uitzet. De volgende keer dat de F-110
wordt aangezet, zal deze parameter naar de
‘OFF’ instelling terugkeren.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Als u ‘1’ of ‘2’ heeft geselecteerd, toont het scherm nu
het volgende om aan te geven dat Twin Piano modus
actief is:
C4C5C6C7C8C3C2C1
C4C5C6C3C4C5C3C6
46
Verscheidene instellingen
Pedal instellingen
De manier waarop het pedaal wordt
toegepast veranderen (Damper Pedal
Part)
Als u het demper pedaal tijdens Dual Performance of Split
Performance indrukt, wordt het demper pedaal effect
gewoonlijk op beide geluiden toegepast, maar u kunt ook
selecteren op welk geluid het effect toegepast zal worden.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Strings] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘dPr’ te selecteren.
3.Laat de [Strings] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Alle ingeschakeld
Alleen op Tone 1 toegepast (in Dual
modus/rechterhand Tone (in Split modus)
Alleen op Tone 2 toegepast (in Dual
modus/linkerhand Tone in Split modus)
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De manier waarop de pedalen werken
veranderen (Center/Left Pedal functie)
Als u de stroom aanzet, functioneert het linker pedaal als het
soft pedaal, en het middelste pedaal als het sostenuto pedaal
(p.19).
U kunt de functie van het pedaal in een verscheidenheid aan
andere operaties veranderen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [Strings] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om het pedaal waarvan u de functie
wilt veranderen te selecteren.
: Middelste pedaal
: Linker pedaal
3.Laat de [Strings] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Stelt de functie op sostenuto pedaal in.
(Alleen instelbaar voor het middelste pedaal)
Sostenuto
Stelt de functie op soft pedaal in.
(Alleen instelbaar voor het linker pedaal)
Soft
Effecten kunnen aan en uitgezet worden door
het pedaal in te drukken.
Effects Switch
Play/Stop
Layer
Octave
Als het effect type Rotary is, kunt u de snelheid
van ronddraaien besturen.
Het meest geschikte type effect wordt voor elk
geluid geselecteerd.
Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[] knop.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt Tone 2,
gebruikt voor Dual Performance, gestapeld.
De Layer functie kan alleen tijdens Dual Play
worden toegepast.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een
geluid op een octaaf hoger toegevoegd.
* De Octave functie kan niet worden toegepast,
terwijl Twin Piano, Dual Play of Split Play in
gebruik is.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
47
Verscheidene instellingen
Instellingen voor stemming
De toonhoogte met die van andere
instrumenten overeen laten komen
(Master Tuning)
Wanneer u samen met andere instrumenten speelt, en in
andere gevallen, kunt u de standaard toonhoogte met die van
een ander instrument overeen laten komen.
De standaard toonhoogte verwijst in het algemeen naar de
toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als u de middelste
A toets indrukt. Voor een zuiverder ensemble geluid, wanneer
u samen met één of meerdere instrumenten speelt, moet u
zorgen dat de standaard toonhoogte van elk instrument met
die van de andere instrumenten overeenkomt. Het op een
standaard toonhoogte afstemmen van alle instrumenten wordt
‘Master Tuning’ genoemd.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
De stemming aanpassen (Temperament)
U kunt klassieke muziek, zoals Barok stukken, met gebruik van
hun oorspronkelijke stemming spelen.
De meeste moderne Songs worden gecomponeerd en
gespeeld in de veronderstelling dat de gelijkzwevende
temperatuur (de meest gebruikte stemming heden ten dage)
gebruikt zal worden, maar toen klassieke muziek werd
gecomponeerd, was er een grote variëteit aan andere
stemmingsystemen in gebruik. Wanneer een compositie met
zijn oorspronkelijke stemming wordt gespeeld, kunt u genieten
van de klanken van de akkoorden die de componist
oorspronkelijk bedoelde.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘tnP’ te selecteren.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
2.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘tun’ te selecteren.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
De laatste drie cijfers worden in het scherm
weergegeven. ‘440.0 Hz’ wordt in bovenstaand figuur
getoond.
Instellingen
15.3 Hz–40.0 Hz–66.2 Hz
(415.3 Hz–440.0 Hz–466.2 Hz)
Vanuit de fabriek is dit op ‘40.0 (440.0 Hz’) ingesteld.
NOTE
Druk de [-] en [+] knoppen tegelijk in om naar
de fabrieksinstelling (440.0 Hz) terug te keren.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Temperatuur
(stemming)
U kunt kiezen uit de acht stemmingen die hieronder
worden beschreven.
InstellingStemmingKenmerken
Equal (gelijk-
1
2Just (Majeur)
3Just (Mineur)
4Arabisch
Tonica
(grondtoon)
zwevende
stemming)
In deze stemming is elk octaaf in
twaalf gelijke stappen verdeeld.
Elk interval produceert ongeveer
dezelfde lichte dissonantie.
Deze stemming elimineert
tweeslachtigheden in de kwinten
en tertsen. Dit is niet geschikt voor
het spelen van melodieën en kan
niet getransponeerd worden,
maar kan prachtige klanken
voortbrengen.
De Just stemmingen verschillen
van mineur en majeur
toonsoorten. Hetzelfde effect kan
zowel met de mineur schaal als
met de majeur schaal worden
bereikt.
Deze stemming is geschikt voor
Arabische muziek.
48
InstellingStemmingKenmerken
NOTE
Dit is een verbetering van de
Meantone en Just stemmingen die
5Kirnberger
6Meantone
7Pythagorische
8Werckmeister
5.
Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
een hoge mate van modulatie
vrijheid biedt. Uitvoeringen in
alle toonsoorten zijn mogelijk (III).
Deze schaal sluit enkele
compromissen in Just intonatie,
waardoor transpositie naar
andere toonsoorten mogelijk is.
Deze stemming, ontworpen door
de filosoof Pythagoras, elimineert
dissonanties in kwarten en
kwinten. Dissonantie wordt
geproduceerd door terts-interval
akkoorden, maar melodieën zijn
welluidend.
Deze stemming combineert de
Meantone en Pythagorische
stemmingen. Uitvoeringen zijn in
alle toonsoorten mogelijk (eerste
techniek, III).
Functie modus te verlaten.
De grondtoon specificeren
Als u in een andere stemming dan de gelijkzwevende speelt,
moet de grondtoon gespecificeerd worden, voor het stemmen
van de Song die gespeeld gaat worden (dus: de noot die bij
een majeur toonsoort met C correspondeert of met A bij een
mineur toonsoort).
Als u de gelijkzwevende stemming selecteert, is het selecteren
van een grondtoon niet nodig.
Verscheidene instellingen
Weergave
ToonsoortCCCCdD
Als u in een ensemble samen met andere
instrumenten speelt, moet u zich ervan bewust
zijn dat, afhankelijk van de toonsoort, er enige
verschuiving van de toonhoogte kan zijn.
Stem de F-110 op de grondtoon van de andere
instrumenten af.
EEFFFFG
E_
E
A
A_
G
A
A
b_
b
B
B
10. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Stretched Tuning
Piano’s zijn normaalgesproken zo gestemd dat de lager reeks
lager, en de hoge reeks hoger is dan de gelijkzwevende
toonhoogtes. Deze stemmingsmethode is uniek voor de piano,
en staat bekend als ‘Stretched Tuning’.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘Str’ te selecteren.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
6.Selecteer de Functie modus (indien nodig).
Als u zich al in de Functie modus bevindt, gaat u verder
met stap (7).
7.Druk op de [Piano] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘tnE’ te selecteren.
8.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
9.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen..
Temperatuur
(stemming)
Tonica
(grondtoon)
InstellingUitleg
Deze stemmingscurve breidt de bas en
treble eindes enigszins uit. Dit is geschikt
voor uitvoeringen als piano solo’s.
Dit is de standaard stemmingscurve. Dit is
geschikt bij gebruik van Dual Performance
(p.24) of wanneer u ensemble speelt met
andere instrumenten.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
49
Verscheidene instellingen
Instellingen voor piano
2.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘rSt’ te selecteren.
geluiden
Sympathische resonantie produceren
als het demper pedaal wordt
ingedrukt (Damper Resonance)
U kunt het volume van de demper pedaal resonantie
veranderen.
Het indrukken van het demper pedaal op een akoestische
piano veroorzaakt dat de noten die u speelt resoneren met
andere snaren, waardoor rijke weerkaatsingen worden
toegevoegd, en het geluid voller wordt. Het demper pedaal
op de F-110 bootst deze resonantie (Damper Resonance) na,
wanneer dit wordt ingedrukt.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘rES’ te selecteren.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Het resonantie niveau neemt af als de
waarde wordt verlaagd, en neemt toe
OFF, 1~10
als de waarde wordt verhoogd.
De String Resonance functie is niet actief
als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Geluiden spelen als de toetsen worden
losgelaten (Key Off Resonance)
U kunt het ‘Key Off’ geluid spelen (het subtiele geluid dat
geproduceerd wordt wanneer de toetsen worden losgelaten),
dat verkregen wordt wanneer u op een akoestische piano
speelt.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Het resonantie volume neemt af
wanneer het volume wordt verlaagd,
terwijl het verhogen van de waarde
OFF, 1~10
het volume van de demper resonantie
verhoogt. De Damper Resonance
functie is niet actief als de waarde op
‘OFF’ is ingesteld.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De resonantie van de snaren
reproduceren wanneer de toetsen
worden bespeeld (String Resonance)
Als u de toetsen op een akoestische piano bespeelt, resoneren
de snaren die al gespeeld zijn ook. De functie die dit effect
reproduceert wordt ‘String Resonance’ genoemd.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in
de Functie modus.
2.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om ‘rOF’ te selecteren.
3.Laat de [Piano] knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Het volume van het Key Off geluid
neemt af als de waarde wordt verlaagd,
terwijl het verhogen van de waarde het
OFF, 1~10
volume van het Key Off geluid doet
toenemen. De Key Off Resonance
functie is niet actief als de waarde op
‘OFF’ is ingesteld.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in
de Functie modus.
50
Verscheidene instellingen
NOTE
Instelling voor de aftelling
Een aftelling laten klinken voordat de
melodie begint (Countdown)
Een ‘Countdown’ is een aftelling die klinkt aan het eind van
de introductie van de Song (voordat u op het toetsenbord gat
spelen). Als u met een Song gaat meespelen, kan het laten
klinken van een aftelling helpen om de timing van uw spel met
de Song overeen te laten komen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in
de Functie modus.
2.Houd de [Metronome] knop ingedrukt, en gebruik
de [-] [+] knoppen om ‘Ctd’ te selecteren.
3.Laat de [Metronome] knop los om de huidige
instelling te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Een aftelling wordt gespeeld
Het gedeelte waarop de Countdown
zal beginnen selecteren (Countdown
Part)
Specificeert het gedeelte dat het begin van de uitvoering
bepaalt, wanneer een aftelling wordt toegevoegd.
De aftelling zal klinken voordat het geselecteerde gedeelte
begint te spelen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Metronome] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [-] [+] knoppen om ‘Cd.P’
te selecteren.
3.Laat de [Metronome] knop los om de huidige
instelling te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Rechterhand en linkerhand gedeeltes
van een Song
Linkerhand gedeelte van een Song
Een aftelling wordt niet gespeeld
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Rechterhand gedeelte van een Song
1~16Part 1-16
Als u een andere Song selecteert, zal deze
instelling naar ‘r – L’ terugkeren.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
51
Verscheidene instellingen
Instellingen voor het afspelen
van een Song
Het gedeelte (Part) selecteren dat met
de [E. Piano] knop gedempt is
(Accomp Track)
Hier ziet u hoe u naar het Part gaat dat gedempt zal worden
als u op de [E. Piano] track knop drukt, en zijn verlichting
uitzet.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Song] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [-] [+] knoppen om ‘A.tr’ te
selecteren.
3.Laat de [Song] knop los om de huidige instelling te
U kunt de MIDI IN poort van de F-110 op de MIDI OUT poort
met de computer’s interface verbinden, en apart verkrijgbare
CD-ROM’s gecreëerd voor de VIMA (VIMA TUNES) afspelen.
Dit vereist de ‘VIMA TUNES PLAYER’ software (voor
Windows® XP), die gratis op de Roland website te verkrijgen
is:
Songs op VIMA CD-ROM’s (VIMA TUNES) zijn geprogrammeerd met ‘aanbevolen geluiden’, geschikt voor elke Song.
Als u een Song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES)
selecteert, worden aanbevolen geluiden aan de [E. Piano],
[Strings], en [Others] Tone knoppen toegewezen, en deze drie
knoppen zullen knipperen.
Als u op een knipperende Tone knop drukt, wordt het
aanbevolen geluid geselecteerd, zodat u de geselecteerde
Song uit kunt voeren met gebruik van een Tone (klank) die bij
de Song past, als deze wordt afgespeeld.
U kunt de F-110 zo instellen dat de aanbevolen geluiden
automatisch worden toegewezen of niet worden toegewezen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
InstellingUitleg
Zowel de begeleiding als het ritme
worden gedempt.
Allen de begeleiding wordt gedempt.
(Het ritme wordt niet gedempt).
Alleen het ritme wordt gedempt.
(De begeleiding wordt niet gedempt).
NOTE
De verandering die u in deze instelling
aanbrengt wordt niet toegepast totdat u een
Song selecteert.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
MIDI instellingen
Hier kunnen verscheidene aan MIDI gerelateerde instellingen
voor de F-110 worden gemaakt.
Voor meer over MIDI kijkt u bij ‘Aansluiten op MIDI
apparaten’ (p.60).
2.Houd de Track [Others] knop ingedrukt, en gebruik
de [-] [+] knoppen om ‘rtn’ in het scherm te laten
verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal de waarde van
die instelling in het scherm worden weergegeven.
3.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Als u een Song van een VIMA CD-ROM
(VIMA TUNES) selecteert, worden
aanbevolen geluiden automatisch aan
de [E. Piano], [Strings], en [Others] Tone
knoppen van de F-110 toegewezen.
De aanbevolen geluiden worden niet
gebruikt, en alleen de interne geluiden
van de F-110 kunnen geselecteerd
worden.
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.
4.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
52
Dubbele noten voorkomen tijdens het
werken met een sequencer (Local Control)
Als u een MIDI sequencer heeft aangesloten, stelt u deze
parameter op Local Off in.
Omdat de Thru functie van de sequencer normaalgesproken is
ingeschakeld, worden noten die op het toetsenbord worden
gespeeld of door de recorder worden afgespeeld via de twee
routes (1) en (2) naar de geluidsgenerator gestuurd, zoals in
de illustratie wordt getoond. Dit zorgt ervoor dat noten twee
keer klinken of op onnatuurlijke wijze worden afgebroken.
Om dit te voorkomen, wordt de instelling genaamd ‘Local Off’
gebruikt om de route in (1) los te koppelen.
fig.LocalCntr.j
Local On
(1)
Sequencer
Geluidsgenerator
Elke gespeelde noot is twee keer te horen
MIDI
MIDI
OUT
Local On: Het toetsenbord en de recorder zijn met de
interne geluidsgenerator verbonden.
fig.LocalOn.j
Geluid wordt geproduceerd
MIDI
OUT
IN
Geheugen
MIDI
IN
Soft Thru On
(2)
Verscheidene instellingen
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘L.Ct’ te selecteren.
3.Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
De Local Control is op On ingesteld.
Het toetsenbord en de recorder zijn met
de interne geluidsgenerator verbonden.
De Local Control is op Off ingesteld.
Het toetsenbord en de recorder zijn niet
met de interne geluidsgenerator
verbonden. Het bespelen van het
toetsenbord of het afspelen van een
Song zal geen geluid produceren.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Geluidsgenerator
Local On
Local Off: Het toetsenbord en de recorder zijn niet met de
interne geluidsgenerator verbonden. Er wordt geen geluid
geproduceerd wanneer het toetsenbord wordt bespeeld.
Deze instelling specificeert het MIDI kanaal waarop de F-110
zal verzenden.
MIDI gebruikt zestien ‘MIDI kanalen’, genummerd 1 tot 16.
Door MIDI apparaten aan te sluiten en de geschikte MIDI
kanalen voor elk apparaat te specificeren, kunt u geluiden op
die apparaten spelen of selecteren.
De F-110 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘Ch’ te selecteren.
3.Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
Instellingen (kanaal)
OFF, 1–16
Als u dit op ‘OFF’ instelt, zal de F-110 geen
MIDI data verzenden.
Voor details over het aansluiten van MIDI
apparaten kijkt u bij ‘Aansluiten op MIDI
apparaten’ (p.60).
Opgenomen data naar een MIDI
apparaat sturen (Composer MIDI Out)
Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u met de F110 opgenomen uitvoeringsdata naar een aangesloten MIDI
apparaat of computer sturen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘Out’ te selecteren.
3.Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4.Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
InstellingUitleg
Uitvoeringsdata wordt verzonden.
Uitvoeringsdata wordt niet verzonden.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
54
Overige instellingen
NOTE
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK)
Als de F-110 op een V-LINK compatibel beeldapparaat wordt
aangesloten, kunnen de beelden met de F-110 worden
bestuurd.
NOTE
V-LINK
V-LINK () is een functie waarmee muziek en
beelden samen gespeeld kunnen worden. Door MIDI te
gebruiken om twee of meer V-LINK compatibele apparaten te
verbinden, kunt u op eenvoudige wijze een brede reeks
visuele effecten uitvoeren, die met de expressieve elementen
van de muziekuitvoering zijn verbonden.
Om storingen en/of beschadigingen aan
luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, stelt
u het volume altijd op minimaal in, en zet u de
stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen
worden gemaakt.
Verscheidene instellingen
U kunt de beelden besturen met gebruik van de twaalf
toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord.
C1 D1 E1 F1 G1A0
B0
A0 – G1#
Terwijl V-LINK is ingeschakeld, wordt er geen
geluid geproduceerd als één van de twaalf
toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord
wordt ingedrukt.
7.Om V-LINK uit te schakelen houdt u de [Song] knop
ingedrukt, en drukt u op de [Metronome] knop om
‘. .’ te selecteren.
Hoe de V-LINK wordt gebruikt
1.
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Metronome] knop.
In het scherm wordt ‘_._._’ aangegeven als de V-LINK functie is
ingeschakeld of ‘. .’ als deze niet is ingeschakeld. Herhaal
deze stap, indien nodig om ‘_._._’ te selecteren.
2.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt zich in
de Functie modus.
3.Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘vLn’ te selecteren.
4.Laat de [Others] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
5.Gebruik de [-] [+] knoppen om het gewenste MIDI
kanaal in te stellen.
Instellingen (V-LINK kanaal)
1~16
6.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
De knop indicator keert naar zijn vorige status terug.
Als V-LINK aan is, zijn de balken onderin het scherm
verlicht.
55
Verscheidene instellingen
De instellingen onthouden (Memory
Backup)
Normaalgesproken keren de instellingen van de verscheidene
variaties naar hun standaard waardes terug wanneer de
stroom wordt uitgezet. U kunt echter aangeven dat de
verscheidene instellingen onthouden moeten worden, zelfs
nadat de stroom is uitgezet.
Deze functie wordt ‘Memory Backup’ genoemd.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2.Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘buP’ te selecteren.
‘buP’ wordt in het scherm getoond, en de []
knop knippert.
De instellingen opnieuw op de
fabrieksstatus instellen (Factory Reset)
De instellingen die u in de Functie modus heeft veranderd,
kunnen opnieuw op de fabrieksinstellingen worden ingesteld.
Deze operatie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Voer deze operatie uit als u de instellingen, die met gebruik
van Memory Backup zijn opgeslagen, naar hun
oorspronkelijke staat wilt terugbrengen.
NOTE
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
2.Druk op de [Others] knop en houd deze ingedrukt,
Wanneer u ‘Factory Reset’ uitvoert, worden alle
instellingen die tot dan toe zijn opgeslagen gewist,
en opnieuw op de fabriekswaarde ingesteld.
Met het uitvoeren van deze operatie worden de
Songs in het interne geheugen niet gewist. Als u alle
Songs uit het interne geheugen van de F-110 wilt
wissen, kijkt u bij’ Alle Songs verwijderen’ (p.39).
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘Fct’ te selecteren.
‘Fct’ wordt in het scherm getoond, en de [] knop
knippert.
3.Druk op de [] knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de
[] knop en [] knop knipperen.
Indien u besluit de instellingen niet op te slaan, drukt u
op de [] knop.
4.Om de instelling op te slaan, drukt u op de []
knop.
Het ‘buP’ bericht knippert in het scherm.
NOTE
Als de Memory Backup is voltooid, wordt ‘Fnc’ in het scherm
weergegeven.
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘buP’ in het
scherm knippert.
Voor details over de instellingen die met de
Memory Backup operatie worden opgeslagen
kijkt u op p.74.
3.Druk op de [] knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de
[] knop en [] knop knipperen.
Indien u besluit de Factory Reset niet uit te voeren, drukt
u op de [] knop.
4.Om de Factory Reset uit te voeren, drukt u op de
[] knop.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl ‘Fct’ in het scherm
knippert.
Nadat de Factory Reset is voltooid, zal de volgende
weergave verschijnen.
5.Draai de [Volume] knop helemaal naar links om
het volume te minimaliseren.
5.Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
56
6.Zet de stroom uit, en dan weer aan.
De knoppen uitschakelen
(Panel Lock)
Als u de Panel Lock functie activeert, worden alle knoppen
buiten gebruik gesteld. U kunt dit gebruiken om te voorkomen
dat een kind de instellingen per ongeluk verandert door
onbewust op knoppen te drukken.
1.Druk de [Reverb] knop en de [Metronome] knop
gelijktijdig in.
Panel Lock wordt geactiveerd. Alle knoppen zijn buiten
gebruik gesteld.
Het volgende scherm verschijnt wanneer Panel Lock is
ingeschakeld.
Als de knoppen tijdens afspelen of opnemen van een
Song worden ingedrukt, zal het afspelen of opnemen
stoppen.
Verscheidene instellingen
De Panel Lock functie opheffen
Druk nogmaals gelijktijdig op de [Reverb] knop en de
[Metronome] knop.
Panel Lock wordt opgeheven als u de stroom uitzet.
57
Andere apparaten aansluiten
Andere apparaten aansluiten
Geluidsapparatuur aansluiten
U kunt geluidsapparaten aansluiten om het geluid van de
F-110 via de luidsprekers van een geluidssysteem te spelen of
om uw uitvoering op een bandrecorder of ander opname
apparaat op te nemen.
Gebruik jack geluidskabels (apart verkrijgbaar) om
aansluitingen te maken.
Externe luidsprekers op de F-110 aansluiten
• Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden
gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op
de Input Jacks is aangesloten te laag zijn. Als dit
gebeurt, gebruikt u aansluitkabels die geen
weerstanden bevatten.
• Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers
of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume
altijd helemaal laag, en de stroom van alle apparaten
uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
Output Jacks
1.Draai het volume op de F-110 en het apparaat dat
u gaat aansluiten helemaal laag.
2.Zet de stroom van de F-110 en aangesloten
luidsprekers uit.
3.Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4.Zet de F-110 aan.
5.Schakel de aangesloten luidsprekers in.
6.Pas het volumeniveau op de F-110 en de
aangesloten luidsprekers aan.
Als u op het toetsenbord van de F-110 speelt, wordt het
geluid via de aangesloten luidsprekers gespeeld.
Actieve luidsprekers,
geluidssysteem, enz.
Input (Line In)
De stroom uitzetten
1.
Draai het volume op de F-110 en de luidsprekers
helemaal laag.
2.Zet de aangesloten luidsprekers uit.
3.Zet de F-110 uit.
58
Geluiden van een geluidsapparaat via de F-110 spelen
Input jacks
Draagbare muziekspeler, enz.
Andere apparaten aansluiten
1.
Draai het volume op de F-110 en het
geluidsapparaat dat u gaat aansluiten helemaal
laag.
2.Zet de F-110 en het aan te sluiten apparaat uit.
3.Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4.Zet het aangesloten geluidsapparaat aan.
5.Zet de F-110 aan.
6.Past het volumeniveau op de F-110 en het
aangesloten geluidsapparaat aan.
De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat
worden door de F-110 gespeeld.
Pas het volume aan met de volumeregelaars van
het geluidsapparaat.
Output (Line Out)
De stroom uitzetten
1.Draai het volume op de F-110 en het aangesloten
geluidsapparaat helemaal laag.
2.Zet de F-110 uit.
3.Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
59
Andere apparaten aansluiten
MIDI apparaten aansluiten
Door een extern MIDI apparaat aan te sluiten en uitvoeringsdata uit te wisselen, kunt u het ene apparaat vanaf het andere
besturen.
U kunt bijvoorbeeld geluid van het andere instrument uitsturen
of van geluid veranderen op het andere instrument.
Wat is MIDI?
MIDI, een afkorting voor ‘Musical Instrument Digital
Interface’, werd ontwikkeld als een universele standaard
voor de uitwisseling van uitvoeringsdata tussen
elektronische instrumenten en computers.
De F-110 is uitgerust met MIDI aansluitingen voor het
uitwisselen van uitvoeringsdata met externe apparaten.
Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de F-110
op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog
grotere veelzijdigheid.
Een MIDI sequencer op de F-110
Geluiden van een MIDI geluidsmodule
produceren door de F-110 te bespelen
MIDI Out
aansluiting
MIDI kabel
MIDI
IN
MIDI geluidsmodule
aansluiten
MIDI Out
aansluiting
MIDI kabel
MIDI sequencer
De Roland MT serie aansluiten
MIDI Out
aansluiting
De aansluiting maken
1.
Draai het volume op de F-110 en het MIDI
apparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2.Zet de F-110 en het aan te sluiten MIDI apparaat
uit.
3.Gebruik MIDI kabels (apart verkrijgbaar) om de
MIDI aansluitingen met elkaar te verbinden.
4.Zet de stroom van de F-110 en het aangesloten
apparaat aan.
5.Pas het volumeniveau op de F-110 en het
aangesloten apparaat aan.
6.Ook dient het MIDI zendkanaal ingesteld te
worden (p.54).
Wanneer de F-110 op een MIDI sequencer is
aangesloten, zet u deze op ‘Local Off’. Zie
‘Dubbele noten voorkomen tijdens het werken
met een sequencer (Local Control)’ (p.53).
60
MIDI kabel
MIDI
IN
Roland MT serie
Aansluiten op een computer
U kunt een USB MIDI interface kabel (apart verkrijgbaar)
gebruiken om de F-110 op een computer aan te sluiten.
Als de F-110 op een computer waarop sequencer software is
geïnstalleerd is aangesloten, kan een Song die op de F-110 is
opgenomen, op de computer worden opgeslagen.
Voorbeelden van aansluitingen
* Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en
zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden
gemaakt.
* Om verbindingen met een computer te maken, moet ‘MIDI driver’
software op de computer worden geïnstalleerd. Voor details raadpleegt
u de gebruikershandleiding van de MIDI interface.
Gebruik een MIDI interface kabel om de USB aansluiting
van de computer met de MIDI aansluitingen van de F110 te verbinden.
Andere apparaten aansluiten
MIDI Out/In
aansluitingen
USB MIDI interface
USB aansluiting
van de computer
Computer
61
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Als u denkt dat er een probleem is, leest u dit eerst.
SymptoomOorzaak/handelingPagina
Stroom gaat niet aanIs de adapter op juiste wijze aangesloten?p. 16
Pedaal werkt niet of ‘blijft
hangen’
‘Gebrom’ is hoorbaar vanaf
externe apparaten
Apparaten die op de Input Jacks
zijn aangesloten hebben
onvoldoende volume
Geen geluid
Geen geluid
Is het pedaal op juiste wijze aangesloten?
Steek de kabel stevig in de pedaal aansluiting.
Als u de pedaal kabel uit de F-110 haalt, terwijl de stroom aan is, kan het
pedaal effect in de ‘On’ status blijven hangen.
U moet de F-110 uitzetten voordat de pedaal kabel wordt aangesloten of
ontkoppeld.
Als u de functie van het soft pedaal of sostenuto pedaal heeft veranderd,
zullen deze pedalen niet als het soft pedaal of sostenuto pedaal functioneren.
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten?
Als u externe apparaten aansluit, steek deze dan allemaal in hetzelfde
stopcontact.
Gebruikt u een aansluitkabel met een weerstand?
Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
Kan het volume van de F-110 of het volume van de aangesloten apparatuur
laag gedraaid zijn?
Is een koptelefoon aangesloten?
Is er een plug in de koptelefoon Jack aanwezig?
De luidsprekers produceren geen geluid als een koptelefoon of een plug in de
koptelefoon Jack is gestoken.
p. 16
—
p. 47
—
—
p. 18
p. 19
Geen geluid wanneer een Song
wordt afgespeeld
Geen geluid van de toetsen aan
de linkerkant van het toetsenbord
Geen geluid (als een MIDI
apparaat is aangesloten)
Niet alle noten die u speelt zijn te
horen
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld?
Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als
een Song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld?
Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als
een Song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Kan het Song volume op ‘0’ zijn ingesteld?p. 31
Is V-LINK ingeschakeld?
Als V-LINK is ingeschakeld, worden de onderste twaalf toetsen van het
toetsenbord gebruikt voor besturing van het beeld, en zullen geen geluid
produceren.
Zijn alle apparaten aangezet?—
Zijn de MIDI kabels correct aangesloten?p. 60
Komen de MIDI kanalen van de F-110 en het aangesloten apparaat overeen?p. 54
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 noten. Als u met een Song
meespeelt en zwaar gebruik van het demper pedaal maakt, kan het aantal
noten dat de F-110 probeert te produceren de maximale polyfonie
overschrijden, hetgeen betekent dat sommige noten kunnen uitvallen.
p. 53
p. 53
p. 55
—
62
SymptoomOorzaak/handelingPagina
Noten klinken niet juist
Toonhoogte van het toetsenbord
of Song is onjuist
Probleemoplossing
Heeft u Transpose instellingen gemaakt?p. 22
Is de Master Tune instelling juist?p. 48
Is de instelling voor Temperament correct?p. 48
Geluiden zijn twee keer te horen
(verdubbeld) wanneer het
toetsenbord wordt bespeeld
Het verkeerde instrument wordt
geselecteerd als u op de
[E. Piano], [Strings] of [Others]
knop drukt
Het effect wordt niet toegepast
Weerkaatsing blijft aanwezig,
zelfs als het Reverb effect wordt
opgeheven
Bevindt de F-110 zich in Dual Performance?p. 24
Als de F-110 op een externe sequencer is aangesloten, zet u de Local Control
op ‘Off’. Ook kan de sequencer zo worden ingesteld dat zijn Soft Thru functie
op ‘Off’ staat.
De Tone knoppen [E. Piano], [Strings], en [Others] werken ook als knoppen
die ‘Aanbevolen geluiden’ selecteren.
Als in de fabrieksinstelling de F-110 op een Windows® XP computer waarop
de ‘VIMA TUNES PLAYER’ in werking is wordt aangesloten, en een Song die
voor de VIMA (VIMA TUNES) is geproduceerd wordt geselecteerd, zullen
geluiden passend bij die Song automatisch aan de [E.Piano], [Strings], en
[Others] Tone knoppen worden toegewezen, zodat u ‘aanbevolen’ geluiden
kunt selecteren door deze knoppen in te drukken.
U kunt ook instellingen maken zodat ‘aanbevolen’ geluiden niet automatisch
worden toegewezen.
Als u Dual Performance of Split Performance gebruikt, en verschillende
effecten voor de twee geselecteerde Tones zijn gespecificeerd, zal het effect
niet op Tone 2 worden toegepast (wanneer Dual Performance wordt gebruikt)
of op de linkerhand Tone (wanneer Split Performance wordt gebruikt).
Het piano geluid van de F-110 simuleert de diepte en resonantie van een
akoestische piano op getrouwe wijze, en dit kan de indruk van weerkaatsing
geven, zelfs als het Reverb effect is uitgeschakeld.
* Verlaging van de Key Off Resonance kan de zaken ook verbeteren.
p. 53
p. 52
—
—
Het geluid van de hogere noten
verandert plotseling vanaf een
bepaalde toets
Een hoog klinkend geluid is
hoorbaar
Op een akoestische piano blijven de noten binnen ongeveer anderhalf octaaf
aan de bovenkant van het toetsenbord doorklinken, ongeacht de status van
het demper pedaal. Deze noten hebben ook een enigszins ander klank
karakter. De F-110 simuleert deze eigenschap van akoestische piano’s op
getrouwe wijze. Op de F-110 zal de reeks die niet door het demper pedaal
wordt beïnvloed veranderen volgens de transpositie instelling.
Als u dit door de koptelefoon hoort:
Piano geluiden met een helder en knisperig karakter bevatten substantiële
hoge frequentie componenten, die kunnen klinken alsof een metaalachtig
geluid is toegevoegd. Dit komt doordat het karakter van een echte piano op
natuurgetrouwe wijze wordt gereproduceerd, en duidt niet op een storing. Dit
geluid is sterker aanwezig als het Reverb effect zwaar wordt toegepast, dus u
zou dit kunnen minimaliseren door de hoeveelheid Reverb te verlagen.
Als u dit niet door de koptelefoon hoort:
Het is niet waarschijnlijk dat er een andere reden is (zoals resonanties binnen
het apparaat).
Neem contact op met een handelaar of een Roland Service Centrum.
—
—
63
Probleemoplossing
SymptoomOorzaak/handelingPagina
Als u dit niet in de koptelefoon hoort:
Door het spelen op hoge volumes kunnen de luidsprekers of objecten in de
buurt van de F-110 resoneren. Fluorescerende lampen of glazen deuren
kunnen ook meetrillen. Dit komt in het algemeen vaker voor bij lage noten en
hoge volumes. U kunt de volgende maatregelen treffen om resonanties te
minimaliseren.
• Plaats de luidsprekers 10-15 cm van muren of andere oppervlakken.
Lage noten klinken verkeerd of
zijn brommerig
• Houd het volume op een laag niveau.
• Plaats verder weg van objecten die resoneren.
Als u dit in de koptelefoon hoort:
Waarschijnlijk heeft dit een andere oorzaak. Neem contact op met een
handelaar of een Roland Service Centrum.
Als u het volume op de maximale instelling zet, kan het geluid vervormen,
afhankelijk van de manier waarop u speelt.
Als dit gebeurt, zet u het volume lager.
Song wordt niet correct gespeeld
Wordt ‘dEL’ in het scherm weergegeven?
Song speelt niet
Alleen het geluid van een
bepaald instrument in de Song
wordt niet gespeeld
U kunt geen interne Song afspelen als het interne geheugen opgenomen
uitvoeringsdata bevat. Wis de uitvoeringsdata die u heeft opgenomen,
voordat u de Song afspeelt.
Kan een track gedempt zijn? Gedempte (Mute) tracks worden niet afgespeeld.
Houd de [] knop ingedrukt en druk op de [E. Piano], [Strings], en/of
[Others] knoppen (de indicator moet oplichten).
—
p. 18
p. 29
p. 30
Kan niet opnemen/afspelen
Kan niet opnemen
De opgenomen uitvoering is
verdwenen
Is één van de track knoppen voor opname geselecteerd?p. 34
p. 36
De opgenomen uitvoeringen zullen verdwijnen als u de F-110 uitzet of een
Song selecteert.
De uitvoering die verloren is gegaan kan niet hersteld worden. Voordat u de
stroom uitzet, moet u de opgenomen uitvoering in het interne geheugen
opslaan.
p. 38
64
Storingsmeldingen
IndicatieBetekenis
Storingsmeldingen
E.11
E.30De interne geheugen capaciteit van de F-110 is vol.
E.40
E.41Een MIDI kabel is ontkoppeld. Sluit deze correct en stevig aan.
E.43Een storing in MIDI overdracht is opgetreden. Controleer de MIDI kabel en het aangesloten MIDI apparaat.
E.51
– – –De Panel Lock functie is ingeschakeld (p.57).
P – PDe Twin Piano functie is ingeschakeld (p.46).
d E L
Er is niet voldoende vrij geheugen in de opslagbestemming. Verwijder onnodige bestanden en probeer het
opnieuw.
De F-110 kan de overmatige MIDI data die vanaf het externe MIDI apparaat is verzonden niet verwerken.
Reduceer de hoeveelheid MIDI data die naar de F-110 wordt gestuurd.
Er kan een probleem met het systeem zijn. Herhaal de procedure vanaf het begin. Als dit niet is opgelost nadat
u het meerdere keren heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland Service Centrum.
Als u een uitvoering opneemt, en dan een Song selecteert voordat de uitvoering wordt opgeslagen, zal ‘dEL’
knipperend in het scherm verschijnen (p.39).
65
Tone lijst
Tone lijst
Piano
# NaamMSB LSBPC
1 Grand Piano10681
2 Piano + Str.25641
3 Harpsichord 0667
4 Grand Piano216671
5 Piano+Choir 26641
6 Honky-tonk 0644
E.Piano
#MSB LSBPC
116675
2 FM E.Piano 0706
3 Vibraphone 0012
4 Celesta 009
5 ’60s E.Piano24655
6 Clav. 0678
7 Morning Lite06899
Strings
# NaamMSB LSBPC
Strings
1 Rich Strings07150
2 OrchestraStr06449
3 Harp 06847
4 Violin 0041
5 Flute 06474
6 PizzicatoStr0046
7 DecayStrings*16550
Voice
8 Aerial Choir86453
9 Jazz Scat 06555
10 Soft Pad 06490
11 Female Aahs 86653
12 Male Aahs 86853
13 Thum Voice 06654
14 Decay Choir*16453
15 Dcy ChoirPad*16690
Overige
# NaamMSB LSBPC
Organ
1 ChurchOrgan106620
2 ChurchOrgan286920
3 Combo Jz.Org07019
4 Ballad Organ06919
5 Nason flt 8'166620
6 Mellow Bars 326817
7 Light Organ 326917
8 Lower Organ 06617
Guitar
9 Nylon-str.Gt0025
10 Steel-str.Gt0026
11 AcousticBass07133
12 A.Bass+Cymbl06633
13 FingeredBass0034
GM2
14 STANDARD Set12001
* Tones waarbij een ‘*’ wordt
aangegeven, zijn geschikt voor het
spelen met een gestapeld piano
geluid.
15 ROOM Set 12009
16 POWER Set 120017
17 ELEC.Set 120025
18 ANALOG Set 120026
19 JAZZ Set 120033
20 BRUSH Set 120041
21 ORCH.Set 120 049
22 SFX Set 120057
* 14~22 zijn drum sets. Zie p.70-72
voor details over de geluiden in de
drum sets.
# NaamMSB LSBPC
23 Piano 1 12101
24 Piano 1w 12111
25 Piano 1d 12121
26 Piano 2 12102
27 Piano 2w 12112
66
Tone lijst
# NaamMSB LSBPC
28 Piano 3 12103
29 Piano 3w 12113
30 Honky-tonk 12104
31 Honky-tonk w12114
32 E.Piano 1 12105
33 Detuned EP 112115
34 Vintage EP 12125
35 '60s E.Piano12135
36 E.Piano 2 12106
37 Detuned EP 212116
38 St.FM EP 12126
39 EP Legend 12136
40 EP Phase 12146
41 Harpsichord 121 07
42 Coupled Hps.12117
# NaamMSB LSBPC
64 Chorus Organ121 118
65 Perc.Organ 2121218
66 Rock Organ 121019
67 Church Org.1121 020
68 Church Org.2121 120
69 Church Org.3121 220
70 Reed Organ 121021
71 Puff Organ 121121
72 Accordion 1 121022
73 Accordion 2 121122
74 Harmonica 121023
75 Bandoneon 121024
76 Nylon-str.Gt121025
77 Ukulele 121125
78 Nylon Gt o 121225
# NaamMSB LSBPC
100 AcousticBass121 033
101 FingeredBass121034
102 Finger Slap 121134
103 Picked Bass 121035
104 FretlessBass121036
105 Slap Bass 1 121037
106 Slap Bass 2 121038
107 Synth Bass 1121039
108 WarmSyn.Bass121139
109 Synth Bass 3121239
110 Clav.Bass 121339
111 Hammer 121439
112 Synth Bass 2121040
113 Synth Bass 4121140
114 RubberSyn.Bs121240
43 Harpsi.w 12127
44 Harpsi.o 12137
45 Clav. 12108
46 Pulse Clav. 12118
47 Celesta 12109
48 Glockenspiel121010
49 Music Box 121011
50 Vibraphone 121012
51 Vibraphone w121112
52 Marimba 121013
53 Marimba w 121113
54 Xylophone 121014
55 TubularBells121015
56 Church Bell 121 115
57 Carillon 121215
58 Santur 121016
79 Nylon Gt 2 121325
80 Steel-str.Gt121026
81 12-str.Gt 121126
82 Mandolin 121226
83 Steel+Body 121326
84 Jazz Guitar 121027
85 Hawaiian Gt 121127
86 Clean Guitar121028
87 Chorus Gt 1 121 128
88 Mid Tone Gt 121228
89 Muted Guitar121029
90 Funk Guitar1121129
91 Funk Guitar2121229
92 Chorus Gt 2 121 329
93 Overdrive Gt121030
94 Guitar Pinch121130
115 Attack Pulse121 340
116 Violin 121041
117 Slow Violin 121141
118 Viola 121042
119 Cello 121043
120 Contrabass 121044
121 Tremolo Str.121045
122 PizzicatoStr121046
123 Harp 121047
124 Yang Qin 121147
125 Timpani 121048
126 Strings 121049
127 Orchestra 121149
128 '60s Strings121249
129 Slow Strings121050
130 Syn.Strings1121051
59 Organ 1 121017
60 TremoloOrgan121117
61 '60s Organ 121217
62 Organ 2 121317
63 Perc.Organ 1121018
95 DistortionGt121031
96 Gt Feedback1121131
97 Dist.Rtm Gt 121231
98 Gt Harmonics121032
99 Gt Feedback2121132
131 Syn.Strings3121151
132 Syn.Strings2121052
133 Choir 1 121053
134 Choir 2 121153
135 Voice 121054
67
Tone lijst
# NaamMSB LSBPC
136 Humming 121154
137 Synth Voice 121055
138 Analog Voice121155
139 OrchestraHit121056
140 Bass Hit 121156
141 6th Hit 121256
142 Euro Hit 121356
143 Trumpet 121057
144 Dark Trumpet121157
145 Trombone 1 121058
146 Trombone 2 121158
147 Bright Tb 121258
148 Tuba 121059
149 MuteTrumpet1121060
150 MuteTrumpet2121160
# NaamMSB LSBPC
172 Recorder 121075
173 Pan Flute 121076
174 Bottle Blow 121077
175 Shakuhachi 121078
176 Whistle 121079
177 Ocarina 121080
178 Square Lead1121081
179 Square Lead2121181
180 Sine Lead 121281
181 Saw Lead 1 121082
182 Saw Lead 2 121182
183 Doctor Solo 121282
184 Natural Lead121382
185 SequencedSaw121482
186 Syn.Calliope121 083
# NaamMSB LSBPC
208 Atmosphere 1210100
209 Brightness 1210101
210 Goblins 1210102
211 Echo Drops 1210103
212 Echo Bell 1211103
213 Echo Pan 1212103
214 Star Theme 1210104
215 Sitar 1 1210105
216 Sitar 2 1211105
217 Banjo 1210106
218 Shamisen 1210107
219 Koto 1210108
220 Taisho Koto 1211108
221 Kalimba 1210109
222 Bagpipe 1210110
151 French Horn1121061
152 French Horn2121161
153 Brass 1 121 062
154 Brass 2 121 162
155 Synth Brass1121 063
156 Synth Brass3121 163
157 AnalogBrass1121263
158 Jump Brass 121363
159 Synth Brass2121 064
160 Synth Brass4121 164
161 AnalogBrass2121264
162 Soprano Sax 121065
163 Alto Sax 121066
164 Tenor Sax 121067
165 Baritone Sax121068
166 Oboe 121069
187 Chiffer Lead121084
188 Charang 121085
189 Wire Lead 121185
190 Solo Vox 121086
191 5th Saw Lead121087
192 Bass+Lead 121088
193 Delayed Lead121188
194 Fantasia 121089
195 Warm Pad 121090
196 Sine Pad 121190
197 Polysynth 121091
198 Space Voice 121092
199 Itopia 121192
200 Bowed Glass 121093
201 Metallic Pad121094
202 Halo Pad 121095
223 Fiddle 1210111
224 Shanai 1210112
225 Tinkle Bell 1210113
226 Agogo 1210114
227 Steel Drums 1210115
228 Woodblock 1210116
229 Castanets 1211116
230 Taiko 1210117
231 Concert BD 121 1117
232 Melodic Tom11210118
233 Melodic Tom21211118
234 Synth Drum 121 0119
235 TR-808 Tom 1211119
236 Elec.Perc. 1212119
237 Reverse Cym.1210120
238 Gt FretNoise1210121
167 English Horn121070
168 Bassoon 121071
169 Clarinet 121072
170 Piccolo 121073
171 Flute 121074
68
203 Sweep Pad 121096
204 Ice Rain 121 097
205 Soundtrack 121098
206 Crystal 121099
207 Synth Mallet121199
239 Gt Cut Noise1211121
240 BsStringSlap1212121
241 Breath Noise1210122
242 Fl.Key Click1211122
243 Seashore 1210123
Tone lijst
# NaamMSB LSBPC
244 Rain 1211123
245 Thunder 1212123
246 Wind 1213123
247 Stream 1214123
248 Bubble 1215123
249 Bird 1 1210124
250 Dog 1211124
251 Horse Gallop1212124
252 Bird 2 1213124
253 Telephone 1 1210125
254 Telephone 2 1211125
255 DoorCreaking1212125
256 Door 1213125
257 Scratch 1214125
* Als u in de Tone groep ‘Others’ de [-]
of [+] knop ingedrukt houdt om
opeenvolgend van Tone te
veranderen, zullen de Tones stoppen
met veranderen op nummer 014 en
nummer 023.
Om het volgende geluid te
selecteren, laat u de [-] of [+] knop
los, en druk deze dan weer in.
258 Wind Chimes 1215125
259 Helicopter 1210126
260 Car Engine 1211126
261 Car Stop 1212126
262 Car Pass 1213126
263 Car Crash 1214126
264 Siren 1215126
265 Train 1216126
266 Jetplane 1217126
267 Starship 1218126
268 Burst Noise 1219126
269 Applause 1210127
270 Laughing 121 1127
271 Screaming 1212127
272 Punch 121 3127
273 Heart Beat 1214127
274 Footsteps 1215127
275 Gun Shot 1210128
276 Machine Gun 1211128
277 Laser Gun 1212128
278 Explosion 1213128
69
Tone lijst
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
C2
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
C3
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
C4
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
C5
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
C6
85
86
87
88
Standard SetRoom SetElectronic SetPower Set
High-Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Kick Drum 2
Kick Drum 1
Side Stick
Snare Drum
Hand Clap
Electric Snare 3
Low Tom 2
Closed Hi-Hat 1[EXC1]
Low Tom 1
Pedal Hi-Hat 1[EXC1]
Mid Tom 2
Open Hi-Hat 1[EXC1]
Mid Tom 1
High Tom 2
Crash Cymbal 1
High Tom 1
Ride Cymbal 1
Chinese Cymbal 1
Ride Bell 1
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 2
Vibraslap
Ride Cymbal 2
High Bongo 1
Low Bongo 1
Mute High Conga 1
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Room Kick 2
Room Kick 1
Side Stick
Room Snare
Hand Clap
Electric Snare 4
Room Low Tom 2
Closed Hi-Hat 2 [EXC1]
Room Low Tom 1
Pedal Hi-Hat 2 [EXC1]
Room Mid Tom 2
Open Hi-Hat 2 [EXC1]
Room Mid Tom 1
Room High Tom 2
Crash Cymbal 3
Room High Tom 1
Ride Cymbal 3
Chinese Cymbal 2
Ride Bell 2
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 4
Vibraslap
Ride Cymbal4
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute High Conga 2
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Room Kick 1
Power Kick
Side Stick
Power Snare
Hand Clap
Electric Snare 5
Power Low Tom 2
Closed Hi-Hat 2 [EXC1]
Power Low Tom 1
Pedal Hi-Hat 2 [EXC1]
Power Mid Tom 2
Open Hi-Hat 2 [EXC1]
Power Mid Tom 1
Power High Tom 2
Crash Cymbal 3
Power High Tom 1
Ride Cymbal 3
Chinese Cymbal 2
Ride Bell 2
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 4
Vibraslap
Ride Cymbal4
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute High Conga 2
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Power Kick
Electric Kick
Side Stick
Electric Snare 1
Hand Clap
Electric Snare 2
Electric Low Tom 2
Closed Hi-Hat 2 [EXC1]
Electric Low Tom 1
Pedal Hi-Hat 2 [EXC1]
Electric Mid Tom 2
Open Hi-Hat 2 [EXC1]
Electric Mid Tom 1
Electric High Tom 2
Crash Cymbal 3
Electric High Tom 1
Ride Cymbal 3
Reverse Cymbal
Ride Bell 2
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 4
Vibraslap
Ride Cymbal4
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute High Conga 2
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
* __: Geen geluid
* [EXC]: klinkt niet samen met andere percussie instrumenten van hetzelfde nummer.
70
C2
C3
C4
C5
C6
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
Analog SetJazz SetOrchestra SetBrush Set
High-Q
27
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
30
Sticks
32
Square Click
Metronome Click
34
Metronome Bell
TR-808 Kick 2
TR-808 Kick 1
TR-808 Rim shot
37
TR-808 Snare
Hand Clap
39
Electric Snare 6
TR-808 Low Tom 2
TR-808 Closed Hi-Hat 1 [EXC1]
42
TR-808 Low Tom 1
44
TR-808 Closed Hi-Hat 2 [EXC1]
TR-808 Mid Tom 2
46
TR-808 Open Hi-Hat [EXC1]
TR-808 Mid Tom 1
TR-808 High Tom 2
TR-808 Crash Cymbal
49
TR-808 High Tom 1
Ride Cymbal 3
51
Chinese Cymbal 2
Ride Bell 2
Tambourine
54
Splash Cymbal
56
TR-808 Cowbell
Crash Cymbal 4
58
Vibraslap
Ride Cymbal4
High Bongo 2
Low Bongo 2
61
TR-808 High Conga
TR-808 Mid Conga
63
TR-808 Low Conga
High Timbale
Low Timbale
66
High Agogo
68
Low Agogo
Cabasa
70
TR-808 Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
73
Long Guiro [EXC3]
Claves
75
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
78
Open Cuica [EXC4]
80
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
82
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
85
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
87
-----
High-Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Room Kick 2
Jazz Kick
Side Stick
Jazz Snare
Hand Clap
Electric Snare 7
Jazz Low Tom
Closed Hi-Hat 2 [EXC1]
Low Tom 1
Pedal Hi-Hat 2 [EXC1]
Mid Tom 2
Open Hi-Hat 2 [EXC1]
Jazz Mid Tom
Jazz High Tom 2
Crash Cymbal 3
Jazz High Tom 1
Ride Cymbal 3
Chinese Cymbal 2
Ride Bell 2
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 4
Vibraslap
Ride Cymbal4
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute High Conga 2
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
High-Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Room Kick 2
Jazz Kick
Side Stick
Brush Tap
Brush Slap1
Brush Swirl
Brush Low Tom 2
Brush Closed Hi-Hat [EXC1]
Brush Low Tom 1
Brush Pedal Hi-Hat [EXC1]
Brush Mid Tom 2
Brush Open Hi-Hat [EXC1]
Brush Mid Tom 1
Brush High Tom 2
Jazz Crash Cymbal
Brush High Tom 1
Jazz Ride Cymbal 1
Chinese Cymbal 2
Jazz Ride Cymbal 2
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 4
Vibraslap
Ride Cymbal4
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute High Conga 2
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
Tone lijst
Closed Hi-Hat 2 [EXC1]
Pedal Hi-Hat 2 [EXC1]
Open Hi-Hat 2 [EXC1]
Ride Cymbal 3
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Concert Bass Drum 2
Concert Bass Drum 1
Side Stick
Concert Snare Drum
Castanets
Concert Snare Drum
Timpani F
Timpani F#
Timpani G
Timpani G#
Timpani A
Timpani A#
Timpani B
Timpani C
Timpani C#
Timpani D
Timpani D#
Timpani E
Timpani F
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Concert Cymbal 2
Vibraslap
Concert Cymbal 1
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute High Conga 2
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Woodblock
Low Woodblock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chimes
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
Applause
* __: Geen geluid
* [EXC]: klinkt niet samen met andere percussie instrumenten van hetzelfde nummer.
De General MIDI is een serie aanbevelingen die tot doel heeft een manier te bieden om de beperkingen van merkgebonden
ontwerpen te ontstijgen, en de MIDI mogelijkheden van geluidsgenererende apparaten te standaardiseren. Geluidsgenererende
apparaten en muziekbestanden die aan de General MIDI standaard voldoen, dragen het General MIDI logo. Muziekbestanden
met het General MIDI logo kunnen op elk General MIDI geluidsgenererend apparaat worden afgespeeld, waarbij op ieder
apparaat vrijwel dezelfde muzikale uitvoering wordt geproduceerd.
General MIDI 2
De stijgend compatibele General MIDI 2 aanbevelingen gaan verder waar de originele General MIDI ophield, en bieden verbeterde expressieve mogelijkheden en een nog grotere compatibiliteit. Zaken die niet door de originele General MIDI aanbevelingen werden ondervangen, zoals de manier waarop geluiden worden bewerkt, en hoe effecten behandeld dienen te worden,
zijn nu nauwkeurig gedefinieerd.
Bovendien zijn de beschikbare geluiden uitgebreid. General MIDI 2 geluidsgeneratoren kunnen muziekbestanden die het
General MIDI of General MIDI 2 logo dragen op betrouwbare wijze afspelen.
In sommige gevallen wordt de conventionele vorm van General MIDI, welke de nieuwe verbeteringen niet bevat, ‘General MIDI
1’ genoemd, ter onderscheiding van General MIDI 2.
GS Format
Het GS formaat is de serie specificaties van Roland voor standaardisering van de uitvoering van geluidsgenererende apparaten. Naast ondersteuning voor alles dat door General MIDI is gedefinieerd, biedt het uitermate compatibele GS formaat een
groter aantal geluiden, de geluiden kunnen bewerkt worden en vele details voor een brede reeks extra mogelijkheden, waaronder effecten als Reverb en Chorus. Ontworpen met de toekomst in gedachten, kan het GS formaat nieuwe geluiden direct
onderbrengen en nieuwe hardware mogelijkheden ondersteunen wanneer deze gereed zijn. Omdat dit opwaarts compatibel is
met General MIDI, kan het GS formaat van Roland GM scores op betrouwbare wijze afspelen, evenals het uitvoeren van GS
muziekbestanden (muziekbestanden die met het GS formaat in gedachten zijn gecreëerd).
XG lite
XG is een geluidsgenerator formaat van YAMAHA Corporation, dat de manieren waarop stemmen worden uitgebreid of
bewerkt, en de structuur en het type van effecten definieert, ter aanvulling op de General MIDI 1 specificatie. XG Lite is een vereenvoudigde versie van het XG geluidsgeneratie formaat. U kunt XG muziekbestanden met gebruik van een XGLite geluidsgenerator afspelen. U moet echter onthouden dat sommige muziekbestanden anders worden afgespeeld in vergelijking met de originele bestanden, door het gereduceerde aantal regelingsparameters en effecten.
75
MDI Implementatiekaart
MDI Implementatiekaart
MIDI Implementatiekaart
Date : March 2009
Version : 1.00
76
Hoofdspecificaties
F-110: Digital Piano
<Toetsenbord>
Toetsenbord88 toetsen (PHA alpha III)
AanslaggevoeligheidOff, L1, L2, M, H1, H2
Keyboard modesWhole, Dual (instelbare volumebalans), Split (instelbaar splitspunt), Twin Piano
<Geluidsgenerator> 88 toetsen stereo multi-sampled piano geluid, in overeenstemming met GM2/GS/XG Lite
Max. polyfonie128 stemmen
Tones306 Tones (inclusief 8 drum sets, SFX set)
Stemming8 types, instelbare tonica
Stretched TuningAan/uit
Master Tuning415.3-466.2 Hz (aan te passen in stappen van 0.1 Hz)
Hoofdspecificaties
Transpositie
Effecten
Equalizer3-bands digitale equalizer
<Recorder>
Tracks3 tracks
Songs
Noot opslagOngeveer 30.000 noten
Regeling
TempoKwartnoot = 10 tot 500
Resolutie120 tikken per kwartnoot
Metronoom
Transpositie: -6~+5 (in halve tonen)
Playback Transpose: -6~+5 (in halve tonen)
Reverb (Off/1-10), String Resonance (alleen voor piano Tones, Off/1-10), Demper resonantie
(alleen voor piano Tones, Off/1-10), Key Off Resonance (alleen voor piano Tones, Off/1-10)
Recorder sectie: 1 Song
Intern geheugen: max. 99 Songs
Song Select, Play/Stop, Rec, Previous/Rewind, Next/Fast-Forward, Track Mute, Tempo, Tempo
Mute, All Song Play, Count-In, Count-Down, Song Volume