4). Deze hoofdstukken bieden belangrijke informatie aangaande het juiste gebruik
van dit instrument. Om er zeker van te zijn, dat u op de hoogte bent van elke eigenschap die uw nieuwe instrument te bieden heeft, is het noodzakelijk om de gehele
gebruiksaanwijzing goed door te lezen. De gebruiksaanwijzing dient bewaard en bij
de hand gehouden te worden, zodat hij als gemakkelijke referentie kan dienen.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in welke vorm dan ook worden
gekopieerd, zonder schriftelijke toestemming van de ROLAND CORPORATION.
WAARSCHUWING
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed
door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.
• Probeer het apparaat niet te repareren of delen in
het apparaat te vervangen (behalve als deze
gebruiksaanwijzing daar aanwijzingen voor
geeft). Ga voor al uw reparaties naar de winkel,
waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde
Roland distributeur. U kunt deze vinden op de
‘Informatie’ pagina.
• Zet het apparaat altijd recht neer. Zorg ervoor dat
het stevig blijft staan. Plaats het apparaat nooit op
een standaard die kan wiebelen of op een hellend
oppervlak.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
• Gebruik altijd de bijgeleverde adapter voor dit
apparaat. Let erop dat de netspanning
overeenkomt met de ingangsspanning die op de
adapter staat aangegeven. Andere adapters
kunnen gebruik maken van een andere polariteit
of kunnen voor een ander voltage zijn ontworpen,
zodat door het gebruik een beschadiging, defect of
elektrische schok kan worden veroorzaakt.
• Het stroomsnoer dient niet buitensporig te
worden gedraaid of gebogen. Plaats geen zware
voorwerpen op het snoer. Als u dit wel doet, kan
het snoer beschadigd raken, waardoor onderdelen
kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Een
beschadigd snoer kan brand of schokken veroorzaken!
• Dit apparaat kan, alleen of in combinatie met een
versterker, koptelefoon of speakers, een geluidsniveau bereiken dat een permanente gehoorbeschadiging kan veroorzaken. Gebruik geen hoog
of onaangenaam volume als u het apparaat voor
langere tijd bedient. Indien u enig gehoorverlies of
gepiep in de oren ervaart, dient u onmiddelijk te
stoppen met het gebruik van dit apparaat, en een
oorarts te raadplegen.
• Zet onmiddellijk de stroom uit, haal de adapter uit
het stopcontact, en neem contact op met de winkel
waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur (te vinden op de
• In huishoudens met kleine kinderen dient altijd
een volwassene toezicht te houden, totdat het kind
in staat is om de regels die essentieel zijn voor een
veilig gebruik van het apparaat te volgen.
• Sluit het stroomsnoer van het apparaat niet aan op
een stopcontact waar meerdere apparaten op zijn
aangesloten. Wees extra voorzichtig met het
gebruik van verlengsnoeren – de totale stroom die
gebruikt wordt door alle apparaten, die op
hetzelfde verlengsnoer of blok zijn aangesloten,
mag nooit het stroomvoorschrift (Watt/Ampère)
op het verlengsnoer overschrijden. Door een
overmatige belasting kan het snoer oververhit
raken, en uiteindelijk doorbranden.
• Voordat u het apparaat in het buitenland gebruikt,
dient u om raad te vragen bij de winkel waar u het
apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een oficiële Roland distributeur
(die u kunt vinden op de ‘Informatie’ pagina).
Leest u alstublieft het volgende goed door, als toevoeging op de instructies in ‘HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN’ op
pagina’s 2-3, en houd deze aanwijzingen goed in de gaten:
Stroomtoevoer
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomnet met een
ander apparaat dat storing kan veroorzaken (zoals een
elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
• De adapter brengt hitte voort na langdurig aaneengesloten gebruik. Dit is normaal, en geen reden voor ongerustheid.
• Voordat u dit apparaat op enig ander apparaat aansluit,
dient u de stroom op elk apparaat uit te zetten. Op deze
manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/
of dat er schade wordt toegebracht aan de luidsprekers of
aan andere onderdelen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers
(of enige andere apparatuur die grote transformatoren
bevatten) kan een brom veroorzaken. Om dit probleem te
verminderen, kunt u het apparaat verdraaien of u kunt
het apparaat verder weg van de storingsbron plaatsen.
• Het kan zijn, dat dit apparaat in de ontvangst van radio en
televisie storing veroorzaakt. Gebruik het apparaat
daarom niet in de buurt van deze ontvangers.
• Bij gebruik van draadloze communicatie apparatuur
(zoals mobiele telefoons) in de buurt van het apparaat,
kan er storing ontstaan. Dergelijke storing kan ontstaan
tijdens het het ontvangen van een gesprek, tijdens het
opbellen of tijdens een gesprek. Heeft u last van dit
probleem, plaats de draadloze apparatuur dan verder van
het apparaat of schakel de apparatuur uit.
• Om een defect te voorkomen dient u het apparaat niet te
gebruiken in een vochtige omgeving, zoals een omgeving
die is blootgesteld aan regen of ander vocht.
Onderhoud
• Gebruik een droge, zachte doek om het instrument te
reinigen. U kunt eventueel een licht vochtige doek gebruiken. Om hardnekkiger stof te verwijderen kunt u een
doek gebruiken, die verzadigd is met een mild, niet
aggressief schoonmaakmiddel. Zorg er wel voor, dat u
daarna het apparaat afneemt met een zachte, droge doek.
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel, alcohol of
wat voor oplosmiddel dan ook, om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.
aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot een
dergelijk verlies van data.
• Bij de bediening van de knoppen, schuiven en andere
bedieningsknoppen op het apparaat dient u met redelijke
voorzichtigheid te werk te gaan, zo ook bij het gebruik
van de jacks en aansluitingen. Een ruwe behandeling kan
tot een defect leiden.
• Sla of duw nooit te hard op het scherm.
• Bij het aansluiten/ ontkoppelen van kabels dient u altijd
de plug zelf beet te pakken–trek nooit aan de kabel. Op
deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadiging van
het binnenste van de kabel.
• Probeer het geluidsvolume van het apparaat op een acceptabel niveau te houden, om de buren niet tot last te zijn.
Het kan zijn dat u de voorkeur geeft aan het gebruik van
een koptelefoon: op die manier hoeft u zich geen zorgen te
maken dat u anderen last bezorgd (vooral ‘s avonds laat).
• Als u het apparaat wilt vervoeren, dan kunt u dit het beste
doen in de doos (inclusief vulsel) waarin het verpakt was,
indien mogelijk. Anders zult u vergelijkbaar verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV-5; los
verkrijgbaar). Aansluiting van een ander expressiepedaal
kan een defect veroorzaken of het apparaat beschadigen.
• Gebruik een Roland kabel voor het maken van een aansluiting. Als u hiervoor een ander merk kabel gebruikt,
dient u de volgende voorzorgsmaatregel in acht te nemen:
• Sommige kabels bevatten een weerstand. Gebruik geen
kabels met een weerstand voor het aansluiten van dit
apparaat. Bij het gebruik van een kabel met een weerstand kan de klank extreem zacht of zelfs onhoorbaar
worden. Voor informatie over de specificaties van een
kabel, neem contact op met de fabrikant van de desbetreffende kabel.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
551
• Weest u er zich van bewust, dat de inhoud van het
geheugen onherroepelijk verloren kan gaan, als gevolg
van een defect of een verkeerde bediening van het
apparaat. Om uzelf te beschermen tegen het mogelijk
kwijtraken van belangrijke data, raden we u aan om van
belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat
heeft opgeslagen, periodiek een kopie te maken op een
ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer).
• Als de data, die u op een ander MIDI apparaat (bijv. een
sequencer) heeft opgeslagen verloren gaat, kunt u deze
waarschijnlijk niet meer herstellen. Roland Corporation
4
Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Digital Piano F-100.
Neem om nog vele jaren van een betrouwbare prestatie van uw nieuwe keyboard te kunnen genieten
de tijd om deze handleiding in zijn geheel door te lezen.
Belangrijkste functies
❏
Verfijnde houtstructuur, compact
ontwerp
Het simpele ontwerp met de lichte houtstructuren afwerking
staat zowel in de huiskamer als in de kinderkamer. En met
een compacte hoogte van ongeveer 300 millimeter past hij
perfect bij ander meubilair.
Authentieke piano prestaties
Concertvleugelklanken van hoge kwaliteit, tezamen met het
aanslaggevoelige toetsenbord, dat een realistischere piano
aanslag maakt met een zwaarder gevoel in het lage gedeelte
en een lichter gevoel in de hogere noten, zorgen ervoor dat u
kunt genieten van authentieke piano prestaties. De twee
pedalen zijn stevig aan de piano bevestigd, wat ervoor zorgt
dat ze stabiel liggen wanneer ze worden gebruikt.
Twee speakers van hoge kwaliteit
De zijdelingse speakerbox biedt twee onafhankelijke
luidsprekers rechts en links, die een onverwacht superieur
volume en geluidskwaliteit geven.
Wanneer de omstandigheden dat vereisen, kunnen de
speakers kunnen ook naar achteren gericht worden.
Een verscheidenheid aan oefenfuncties
helpen u uw muzikaliteit te ontwikkelen
Behalve een metronoom biedt de F-100 functionaliteit die
slechts voor een elektrische piano mogelijk is, wat het een
ideaal instrument maakt voor pianolessen: een ritme functie
die een natuurlijk gevoel voor ritme stimuleert en een
dubbel-sporige recorder waarmee u uw eigen spel kunt
opnemen en beluisteren.
Klanken geschikt voor een grote
verscheidenheid aan muzikale genres
De F-100 biedt twintig verschillende onboard klanken,
inclusief piano, die voor bijna elke denkbare muziekstijl
gebruikt kunnen worden.
Inclusief galm effect (Reverb) van hoge
kwaliteit
Het Reverb galm effect (Reverb) kan de sfeer van een
concertzaal scheppen.
Zestig interne piano melodieën
Het instrument wordt geleverd met een selectie klassieke
piano melodieën, die voor les of voor uw luisterplezier
gespeeld kunnen worden.
Keyboard aanslag kan worden
ingesteld om aan te sluiten op de
vingersterkte
U kunt de aanslag van het keyboard zo aanpassen, dat het
beter aansluit op de vingersterkte van degene die het
keyboard bespeelt.
Controleer of alles aanwezig is
Controleer of u alle onderdelen heeft die normaal gesproken bij de F-100 geleverd worden. Als er
onderdelen missen, neemt u dan contact op met de leverancier bij wie u dit toestel heeft aangeschaft.
F-100 (Voor het installeren van de F-100, zie p. 6)
❏ Zijpaneel rechts
❏ Zijpaneel links
❏ Speakerbox
❏ Pedaalbord
❏ Schroef x 10
❏ Dopje x 10 (en extra reservedopjes)
❏ Kabelkrammen
❏
Klephouder
❏
Stroomadapter (DC 9V), stroomkabel
❏
Klep
❏
Muziekstandaard
❏
Gebruikers handleiding (dit document)
❏Tempo Instelling Strook
5
Inleiding
De F-100 monteren
Zorg ervoor dat er nog iemand in de buurt is om met de montage en installatie te helpen.
Til de piano om hem te verplaatsen voorzichtig op – houdt hem continu waterpas. Wees erg voorzichtig
terwijl u de piano monteert en beweegt, om er zeker van te zijn dat u hem niet op uw handen of voeten
neerzet. Voer deze procedure altijd uit met de F-100 horizontaal liggend, met het achterpaneel naar
beneden wijzend.
■
■
Controleer de onderdelen
Controleer voordat u begint met de montage van de F-100
alle geleverde onderdelen.
U zult ook een kruiskop schroevendraaier nodig hebben.
fig.st1
1
F-100
2
Speakerbox
3
Zijpaneel links en rechts
Achterkant
Voorkant
Achterkant
Voorkant
4
Pedaalbord
Speakekabel
(Links)
Overslag
(Rechts)
Montageprocedure
• Monteer om te beginnen het hele toestel op een tijdelijke
wijze, zonder echt de schroeven vast te draaien.
• Ga, nadat u de algehele plaatsing van de delen heeft
gecontroleerd (en waar nodig enige delen voorzichtig
verschoven), het toestel af en draai alle schroeven goed
vast.
• Wees voorzichtig bij de montage van de F-100, zodat u
de zijpanelen niet beschadigt.
Leg terwijl u de schroeven vastzet het hele toestel zijde-
lings neer met de achterkant van de F-100 onder.
Draai de schroeven op een van de zijpanelen vast
1.
om dat zijpaneel de F-100 en de speakerbox (vier
locaties) stevig vast te maken.
Zorg ervoor dat de speakerkabel aan de achterkant van
de speaker uitsteekt naar de rechterkant (de kant waar
de [Power] knop van de F-100 zit).
fig.st02-2
Speakerbox
F-100
Zijpaneel
(rechts)
Schroeven
Zijde
met
afgeronde
hoeken
naar
buiten
5
Schroef x 10
6
Afdekkapje x 10
(plus reserves)
De speakerbox kan ook zo geïnstalleerd worden dat hij naar
achteren is gericht in plaats van naar voren. De speakerbox
vanuit de achterkant van het instrument te laten wijzen,
maakt het mogelijk de speakers naar luisteraars te richten
wanneer de achterkant van het instrument naar het publiek
is gekeerd.
fig.stsp
Normale richtingWanneer naar achteren gericht
voorkantachterkant
speakerbox
voorkantachterkant
speakerbox
6
Plaats het uitsteeksel van het pedaalbord in het
2.
gat in het zijpaneel, en gebruik en schroef om het
pedaalbord vast te maken (een locatie)
fig.st02-2
Pedaalbord
Plaats het gat in het andere zijpaneel om het uit-
3.
Schroef
steeksel van het pedaalbord, en gebruik een
schroef om het pedaalbord vast te maken (een
locatie)
fig.st02-2
Zijde met
afgeronde
hoeken
naar
buiten
Schroef
Zijpaneel
(Links)
Inleiding
4.
Draai de schroeven in het zijpaneel goed aan om
dat zijpaneel, de F-100 en de speakerbox stevig
vast te maken (vier locaties).
fig.st03-2
Schroeven
Zet het instrument weer rechtop.
5.
Als u het instrument weer rechtop tilt, pak het dan vast
bij het midden van de speakerbox samen met de F-100,
en til het instrument voorzichtig omhoog.
fig.st03-2
Als het frame ongelijk is
7.
Sluit de speakerkabel die aan de achterkant van
de speakerbox uitsteekt aan op de speakeraansluiting van de F-100.
Druk de speakerkabel volledig in de aansluiting, zodat
hij stevig vastzit.
fig.st04
F-100 achterzijde
Klemgedeelte
Breng de kabel zo in dat het
klemgedeelte in het frame steekt
en stevig vastgeklemd wordt.
8.
Sluit de pedaalkabels aan op de Pedalen [Dam-
Speakeraansluiting
Speakerkabel
per] en [Soft] aansluitingen.
Steek de bruine stekker in de Damper aansluiting en de
zwarte stekker in de Soft aansluiting.
9.
Bevestig kabelkrammen om waar nodig de
pedaalkabel vast te zetten, zoals afgebeeld in het
diagram.
fig.st04
Kabelklemmen
Als na het optillen van de F-100 blijkt dat hij scheef staat,
probeer dan de schroeven losser te draaien en ze weer
aan te draaien. Begin bij het opnieuw vastdraaien met de
bovenste schroeven en werk naar beneden toe. Als u dit
doet, draai dan de schroeven eerst een beetje losser
voordat u ze weer stevig aandraait.
Om de pedalen te stabiliseren
Draai de schroeven die het pedaalbord vasthouden
tijdelijk los.
Stap op het pedaal en draai de schroeven weer stevig aan
nadat u heeft bevestigd dat het pedaal de vloer goed
raakt.
Plaats de dopjes over de koppen van de schroeven
6.
(vijf aan iedere zijde)
fig.st03
Afdekkapjes
Pedaalsnoer
Als u het instrument verplaatst
Koppel de stroomkabel, snoeren, muziekstandaard en de
klep van de F-100 los.
Til de piano op terwijl u hem waterpas houdt, en verplaats
hem voorzichtig, zodat u hem niet op uw voeten laat vallen
of uw handen vast komen te zitten.
Controleer de stabiliteit van het pedaal, en doe waar nodig
aanpassingen.
Bij het demonteren
Demonteer het toestel door de montagestappen 1-8 in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Als u de richting van de speakerbox
verandert
Vergeet niet om het toestel volledig te demonteren, de
richting van de speakerbox te wijzigen, voordat u het toestel
weer in elkaar zet.
7
Inleiding
Paneelomschrijvingen
Volume
MaxMin
Reverb
PianoVariationPlay
123456789
Volume
Harpsi-
Reverb
chord
PianoVariation
MaxMin
1. [Volume] knop
Past het volume aan (p. 12).
2. [Reverb] toets
Wordt gebruikt om galm aan het geluid toe te voegen
(p. 17).
3. klank toetsen
De volgende vijf toetsen worden collectief de klank toetsen
genoemd. Deze worden gebruikt om de klank waarmee op
het keyboard gespeeld wordt te selecteren (p.15).
[Piano] toets
[E.Piano] toets
[Harpsichord] toets
[Organ] toets
[Strings] toets
4. [Variation] toets
Deze wordt gebruikt in combinatie met de klank toetsen
om de instrumentgeluiden te kiezen waarmee op het
keyboard gespeeld wordt.
5. [[(Metronome/Rhythm)] toets
Activeert de ingebouwde metronoom of het ritme (p. 17,
p. 20).
Recorder
DemoStringsOrganE.Piano
Play
Rec
Track
2
1
Key Touch
Dual Balance
Harpsi-
chord
Recorder
Rec
Tra c k
2
1
Power
Dual Balance
SongStringsOrganE.Piano
Key Touch
10
Power
6. [Song] toets
Deze speelt de interne piano melodieën.
Recorder
7. [Play]/[1] toets
Start de weergave van opgenomen Performance.
Als u op de [Track] toets drukt, fungeert de [Play] toets
als de Track [1] toets (p. 14).
Deze toets en de daarop volgende [2] toets worden
collectief de ‘Track toetsen’ genoemd.
8. [Rec]/[2] toets
Neemt uw spel op (p. 21).
Als u de [Track] toets indrukt, fungeert de [Rec] toets als
de Track [2] toets (p. 14).
9. [Track] toets
Houd deze toets ingedrukt als u de weergave of opname
voor de [1] en [2] toetsen aan/ uit wilt zetten (p. 14, p.
24).
10.[Power] knop
Deze schakelaar zet het toestel aan/ uit (p. 11).
De ‘Tempo Instelling Strook’ bevestigen
Indien gewenst kunt u de bijgesloten Tempo Instelling Strook aan het instrument bevestigen.
Gebruik de Tempo Instelling Strook wanneer u het tempo van de metronoom instelt.
Plaats en bevestig de Tempo Instelling Strook zoals in de figuur aangegeven.
Voor meer details, zie ‘Het tempo wijzigen’ (p. 18).
1.Houd de [(Metronoom/Ritme)] toets ingedrukt, en druk
op de toets waaraan de maat is toegekend.
■ Het volume aanpassen
U kunt het volume van de metronoom en het ritme (p. 20) aanpassen aan elk
van de vijf mogelijke niveaus.
Als het instrument aangezet wordt staat het op 3 ingesteld.
fig.02-08
Het metronoomvolume
12345
ReverbStringsOrganE.Piano
Harpsi-
chordPiano
verhogen
Variation
Song
Dual Balance
Key Touch
Houd ingedrukt
Druk
1.Houdt de [(Metronoom/Ritme)] toets ingedrukt en druk
op een van de klank toetsen.
De indicator van de klank toets gaat knipperen om het huidige volume aan
te geven, als deze ingedrukt wordt terwijl u de [(Metronoom/Ritme)]
ingedrukt houdt.
19
Het keyboard bespelen
Ritme spelen
De F-100 bevat 16 verschillende ritmes. Door het ritme te spelen in plaats
van de metronoom te gebruiken, kunt u genieten van uw Performance alsof
u in een jamsessie speelde.
Om het ritme te wijzigen, geeft u het ritme aan door de (F1-G3) toets aan te
slaan waar het ritme aan is toegekend.
fig.02-07
Variation
Dual Balance
Volume
MaxMin
HarpsichordPiano
VariationPlay
StringsOrganE.Piano
Dual Balance
Reverb
Recorder
Song
Rec
Track
2
1
Key Touch
Song
Key Touch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1.Houdt de [(Metronoom/Ritme)] toets ingedrukt, en sla
de toets aan die overeenkomt met het ritme.
Het is niet mogelijk de
metronoom met een ritme
te combineren.
Ritme is niet hoorbaar als u
een compositie afspeelt.
Als u de [(Metro-
nome/Rhythm)] knop
indrukt, hoort u wel de
metronoom.
No.ToetsRitmeBeatNo.ToetsRitmeBeat
1F116 maat4/49G2Wals 23/4
2G18 maat4/410A2Jazz wals3/4
3A1Rock4/411B2Mars2/4
4B14/4 shuffle4/412C3Tango4/4
5C24/4 triool4/413D3Bossa Nova4/4
6D2Swing 14/414E3Mambo4/4
7E2Swing 24/4 15F3Samba2/4
8F2Wals 13/416G3House4/4
2.Om het ritme te stoppen, drukt u op de [(Metronoom/
Ritme)] toets, zodat de indicator dooft.
Op dezelfde wijze als bij de metronoom kunt u het tempo (p. 18) en het
volume (p.19) van het ritme aanpassen.
20
Uw Performance opnemen
U kunt uw spel gemakkelijk opnemen.
Een opgenomen Performance kan worden afgespeeld om zo uw eigen spel
te beluisteren of om extra gedeeltes toe te voegen.
Opmerkingen over opnemen
• Er kan maar een lied opgenomen worden. Als u begint met een opname
terwijl er een eerder opgenomen Performance is, wordt de eerdere
Performance gewist.
• Opgenomen uitvoeringen worden gewist zodra het toestel wordt
uitgezet. Als u uw Performance wilt bewaren, kunt u hem of op een
externe geluidsinstallatie opnemen (p. 29) of een externe MIDI installatie
gebruiken om de data van de Performance op een diskette te bewaren.
Een Performance opnemen
Neem alleen de keyboard Performance op.
fig.panel4-1
ReverbStringsOrganE.Piano
Harpsi-
chordPiano
VariationPlay
Song
Recorder
Rec
Tra c k
2
Dual Balance
Key Touch
1
13, 54, 62
1.Selecteer de klank waarmee u wilt spelen.
2.Zet indien nodig de metronoom aan.
Gebruik de metronoom, terwijl u het tempo en de maat van het lied instelt
(p. 18).
3.Druk op de [Rec] toets.
De indicator van de [Rec] toets licht op, de indicator van de [Play] toets gaat
knipperen, en u bent in de opname-standby modus.
Om de opname te annuleren, drukt u nogmaals op de [Rec] toets.
4.Opname start wanneer u op de [Play] toets drukt of het
keyboard bespeelt.
De F-100 telt twee maten af en begint dan met de opname.
NOTE
Als u een nieuw
opgenomen Performance
mengt zonder het
opgenomen lied te wissen,
worden het tempo, de maat
en het gekozen ritme
opgeslagen met de
instellingen van de eerdere
opname. Wis daarom eerst
het vorige lied, voordat u
een nieuwe Performance
opneemt (p. 25).
Let erop dat de opname ook begint, als u iets willekeurigs op het keyboard
speelt, zelfs als u de [Play] toets niet indrukt. Er wordt geen aftelgeluid
weergegeven, als u op deze manier begint.
5.
Om de opname te stoppen, drukt u op de [Play] of [Rec] toets.
De indicators van de [Play] en [Rec] toets doven.
De opgenomen Performance afspelen
6.Druk op de [Play] toets
Druk nogmaals op [Play] en het afspelen stopt.
21
Uw Performance opnemen
Opnemen tegelijk met het ritme
U kunt een Performance, die de ritmefunctie gebruikt, opnemen.
fig.panel4-2
ReverbStringsOrganE.Piano
Harpsi-
chordPiano
VariationPlay
Dual Balance
Key Touch
Song
1
13, 54, 62
1.Kies de klank, waarmee u wilt spelen (p. 15).
2.Kies het ritme (p. 20).
Stel het tempo zo in dat u prettig kunt spelen.
3.Druk op de [Rec] toets.
De indicator van de [Rec] toets zal oplichten, de indicator van de [Play]
button gaat knipperen en u bent in de opname-standby modus.
Om de opname te annuleren, drukt u nogmaals op de [Rec] toets.
Recorder
Rec
2
Tra c k
NOTE
Als u een nieuw
opgenomen Performance
mengt zonder het
opgenomen lied te wissen,
worden het tempo, de maat
en het ritme van het lied
opgeslagen met de
instellingen, die het eerst
opgenomen waren. Wis
alstublieft eerst het eerder
opgenomen lied, voordat u
een nieuwe Performance
opneemt (p. 25).
4.De opname start, zodra u de [Play] toets indrukt of het
keyboard aanslaat.
De opname begint, nadat u twee maten aftelling heeft gehoord.
Let erop de opname ook begint, zodra u iets op het keyboard speelt, zelfs als
u de [Play] toets niet indrukt. Als u op deze manier begint, wordt er geen
aftelling weergegeven.
Begin met het opnemen van uw Performance tegelijk met het ritme.
5.Om de opname te stoppen, drukt u op de [Play] of [Rec]
toets.
De indicators van de [Play] en [Rec] toets doven.
De opgenomen Performance afspelen.
6.Druk op de [Play] toets.
Druk nogmaals op de [Play] toets en de weergave stopt.
Als u het ritme tijdens het afspelen van de opgenomen Performance niet
kunt horen
NOTE
Een opgenomen
Performance, waarbij u het
ritme heeft gebruikt, kan
niet worden afgespeeld met
de metronoom.
22
Is de [(Metronoom/Ritme)] toets aan (de indicator knippert)?
Als u de Performance wilt afspelen met het ritme, zet dan de
[(Metronoom/Ritme)] toets aan.
Opnemen tegelijk met een lied
U kunt een Performance opnemen die u tegelijk met een interne melodie
speelt. De recorder van de F-100 heeft twee opnamesporen, wat u de
mogelijkheid biedt om de rechter- en linkerhand apart op te nemen. Gebruik
de [1] of [2] toets, terwijl u de [Track] toets ingedrukt houdt om het
opnamespoor aan te geven.
Uw Performance opnemen
Voor meer over de
melodieënlijst zie ‘Interne
melodieënlijst’ (p. 34).
1.Houdt de [Song] toets ingedrukt, en druk voor opname op de
toets die met de melodie overeenkomt.
De melodie wordt afgespeeld.
2.Druk nogmaals op de [Song] toets om de weergave van de
melodie te stoppen.
3.Druk op de [Rec] toets, terwijl u de [Song] toets ingedrukt
houdt.
De indicators van de [Song] en [Rec] toets lichten op en de [Play] toets begint
te knipperen.
Stel indien nodig de metronoom in en pas het tempo aan (p. 17).
Om de opname te annuleren, drukt u op de [Rec] toets.
4.Druk, terwijl u de [Track] toets ingedrukt houdt, op de [1] of
[2] toets om het opnamespoor te selecteren.
Als u de linkerhand Performance wilt opnemen drukt u op de [1] toets, om
die van de rechterhand op te nemen, drukt u op de [2] toets.
5.De opname start, zodra u de [Play] toets indrukt of het
keyboard aanslaat.
De opname begint, nadat u twee maten aftelling heeft gehoord.
Let erop de opname ook begint, zodra u iets op het keyboard speelt, zelfs als
u de [Play] toets niet indrukt. Als u op deze manier begint, wordt er geen
aftelling weergegeven.
NOTE
Het is niet mogelijk het
ritme te gebruiken (p. 20)
terwijl er een interne
melodie wordt gespeeld.
Speel om een Performance
gedeelte van een interne
melodie te selecteren het
lied af en maak dan uw
keuze.
Status van de indicators
van de [1] [2] toetsen,
wanneer de [Track] toets
wordt ingedrukt.
Donker
Verlicht
Knipperend
Geen opname
er wordt geen
data opgenomen
Geen opname
er wordt geen
data opgenomen
Opname
Begin met het opnemen van uw spel, samen met het ritme.
6.Om de opname te stoppen, drukt u op de [Play] of [Rec]
toets.
De indicators van de [Play] en [Rec] toetsen doven.
De opgenomen Performance afspelen.
7.Druk op de [Play] toets.
Druk nogmaals op de [Play] toets en de weergave stopt.
Als u een lied opneemt, dat
op een zwakke tel begint
(een opmaat, d.w.z. een
andere tel dan de eerste),
begint de opname, nadat u
de telling voor de eerste
maat heeft gehoord.
23
Uw Performance opnemen
Voor iedere hand afzonderlijk het spoor
selecteren en opnemen
Als u de opname opnieuw wilt doen, kunt u ook alleen een specifiek spoor opnieuw
opnemen.
fig.panel4-4
1
Recorder
Rec
2
Tra c k
ReverbStringsOrganE.Piano
Harpsi-
chordPiano
VariationPlay
Dual Balance
Song
Key Touch
2, 54, 631
1.Stel indien nodig de metronoom of het ritme in (p. 17)
2.Druk op de [Rec] toets.
De indicator van de [Rec] toets licht op.
NOTE
Als u een nieuw
opgenomen spel mengt,
zonder het opgenomen lied
te wissen, worden het
tempo, de maat en het
ritme van het lied
opgeslagen met de
instellingen, die het eerst
opgenomen waren.
Als u de [Track] toets indrukt, gaat de track toets indicator van het spoor, dat
u eerder opgenomen heeft, knipperen.
3.Houd de [Track] toets ingedrukt en druk op de [1] of [2] toets
om het gewenste spoor, dat u wilt opnemen, te selecteren.
4.De opname start, zodra u de [Play] toets indrukt of het
keyboard aanslaat.
De opname begint, nadat u twee maten aftelling heeft gehoord.
Let erop de opname ook begint, zodra u iets op het keyboard speelt, zelfs als
u de [Play] toets niet indrukt. Als u op deze manier begint, wordt er geen
aftelling weergegeven.
5.Om de opname te stoppen, drukt u op de [Play] of [Rec]
toets.
De indicators van de [Play] en [Rec] toets worden donker.
Uw opname is op het gewenste spoor vastgelegd.
Als u opnieuw op het andere spoor wilt opnemen, start dan bij stap 2. U
kunt terwijl u opneemt, luisteren naar de eerder opgenomen Performance.
Status van de indicators
van de [1] [2] toetsen,
wanneer de [Track] toets
wordt ingedrukt.
Donker
Verlicht
Knipperend
Geen opname
er wordt geen
data opgenomen
Geen opname
er wordt geen
data opgenomen
Opname
De opgenomen Performance afspelen
6.Druk op de [Play] toets.
U hoort wat u opgenomen hebt.
Druk nogmaals op de [Play] toets en de weergave stopt.
24
Uw Performance opnemen
Opgenomen Performances wissen
U kunt een opgenomen Performance wissen.
fig.panel4-4
1
Recorder
Rec
2
Tra c k
ReverbStringsOrganE.Piano
Harpsi-
chordPiano
VariationPlay
Dual Balance
Song
Key Touch
■ Een aangegeven spoor van een Performance
wissen
U kunt een opgenomen spoor selecteren en wissen.
1.Druk, terwijl u de [Track] toets ingedrukt houdt, op de [1] of
[2] toets; houd ze even ingedrukt.
Nadat u de toetsen enkele seconden heeft ingedrukt, gaan de [Song] en de
[1] en [2] toetsen even knipperen, en wordt de Performance van het
geselecteerde spoor gewist.
■ Een lied wissen
U kunt een lied, dat u heeft opgenomen, wissen.
1.Druk, terwijl u de [Track] toets ingedrukt houdt, op [Song]
toets; houd ze even ingedrukt.
Nadat u de toetsen enkele seconden heeft ingedrukt, gaan de [Song] en de
[1] en [2] toetsen even knipperen en wordt de Performance van het
geselecteerde spoor gewist.
25
Enkele handige functies
De aanslag van het
keyboard veranderen
U kunt de aanslaggevoeligheid of de respons van de toetsen
veranderen. Als de F-100 aangezet wordt is hij standaard op
‘Medium’ ingesteld.
fig.03-01
ReverbStringsOrganE.Pi ano
Harpsi-
chordPiano
Variation
Dual Balance
Houd ingedruktDruk
1. Houd de [(Metronoom/Ritme)] toets
ingedrukt en druk op de [Song] toets.
De [(Metronoom/Ritme)] toets, [Song] toets en
de klank toets van de huidig geselecteerde waarde gaan
aan en uit.
2. Druk op een willekeurige klank toets.
De indicator van de betreffende toets knippert.
Klank-
toets
PianoVastTonen worden weer-
E.PianoLichtFortissimo (ff) kan bereikt
Harpsichord
OrganZwaarFortissimo (ff) kan alleen
* De [Strings] toets kan in deze functie niet worden gebruikt.
Aanslag-
gevoeligheid
MediumDit is de meest neutrale
Omschrijvingen
gegeven op een constant
volume niveau, ongeacht
hoe licht of krachtig u het
keyboard betast.
worden met zwakkere
aanraking dan normaal,
zodat het keyboard lichter
aanvoelt. Deze instelling
zorgt ervoor dat het gemakkelijk is om te spelen,
zelfs voor kinderen.
aanslag voor het keyboard. Deze lijkt het
meeste op de aanslag van
een akoestische piano.
met krachtig spel bereikt
worden, zodat het keyboard zwaarder aanvoelt.
Dynamische aanraking
voegt nog meer gevoel toe
aan uw spel.
Song
Key Touch
Toetsen blokkeren
(paneel blokkering)
De paneel blokkering inschakelen zorgt ervoor dat alleen
pianospel mogelijk is en alle overige toetsen geblokkeerd
zijn. Aangezien de instellingen niet worden gewijzigd is dit
gemakkelijk voor piano Performances.
Alle knoppen werken niet meer als u het voorpaneel afsluit.
Alleen pianospel is nu mogelijk.
fig.03-02
Piano
Houd ingedrukt
Power
Zet het toestel AAN
1. Voordat u het toestel aanzet, zet u het volume
helemaal omlaag door aan de [Volume] knop te
draaien.
2. Terwijl u de [Piano] toets ingedrukt houdt, drukt
u op de [Power] knop om het toestel aan te zetten.
3. Pas het volume aan.
Als u het keyboard nu aanraakt, wordt er een
vleugelgeluid weergegeven. Het is niet mogelijk om naar
een andere klank te schakelen.
Om de paneel blokkering functie te annuleren, draait u
het volume naar het minimum en zet u de stroom
nogmaals aan.
Transponeren zonder uw
vingerzetting te wijzigen
(Toonsoort Transponering)
U kunt de toonsoort van een Performance transponeren
zonder dat u de positie van uw vingers op het keyboard
hoeft te wijzigen.
Deze functie heet ‘Toonsoort Transponering’.
Wanneer u bijvoorbeeld de begeleiding van een lied
verzorgt, zorgt de Toonsoort Transponering functie ervoor
dat u goed op het vocale bereik van de zanger kunt
aansluiten, omdat u de klanken gemakkelijk kunt transpo-
neren zonder de bladmuziek aan te passen.
Deze instellingen blijven van kracht tot u het apparaat uitzet.
3. Druk op de [(Metronoom/Ritme)] of de
[Song] toets.
De indicator van de toets gaat terug naar zijn vorige
instelling.
26
Enkele handige functies
fig.03-03
Variation
Volume
Reverb
MaxMin
Dual Balance
Harpsi-
Variatio nPlay
StringsOrganE.Piano
chord
Piano
Dual Balance
Song
Key Touch
Recorder
Song
Rec
Track
2
1
Key Touch
C2~B2
1. Terwijl u de [Variation] en [Song] toetsen
ingedrukt houdt, drukt u op de tonica
(grondtoon) van de toonsoort, waar naartoe u wilt
transponeren.
Gebruik de C2-B2 tonen om de tonica te selecteren.
2. Om naar de normale toonhoogte terug te keren,
drukt u op de C2 toets terwijl u de [Variation] en
[Song] toetsen ingedrukt houdt.
<VO.>
Zorg, voor een zuiverder ensemble geluid wanneer u met
een of meerdere andere instrumenten speelt, ervoor dat de
referentie toonhoogte van elk instrument goed is afgestemd
op die van de andere instrumenten.
Dit stemmen van alle instrumenten op een referentie
toonhoogte heet ‘Basis stemming’. U kunt de referentie
toonhoogte instellen op elke willekeurige waarde tussen
415,3 en 466,2 Hz.
Als het toestel aangezet wordt, staat de referentie toonhoogte
op ‘440,0 Hz’.
fig.7-06
Variation
Song
Variatio nPlay
Key Touch
Dual Balance
Dual Balance
Recorder
Rec
Track
2
1
Song
Key Touch
C4~D#4
Als u bijvoorbeeld een E toonhoogte wilt horen, terwijl u de
C toets speelt, houdt u de [Variation] en [Song] toetsen
ingedrukt en drukt u op d E2 toets.
fig.03-04
C2B2
Variation
Dual Balance
Twee toetsen ingedrukt houden
Song
Key Touch
E2
Druk
NOTE
De transpositie instelling is alleen van invloed op klanken,
die op het F-100 keyboard uitgevoerd worden. Deze
instelling heeft geen effect op tonen van externe MIDI
bestanden die op de F-100 worden afgespeeld.
De toonhoogte van het
geluid aanpassen (Basis
stemming)
■ De referentie toonhoogte
verlagen/verhogen
1. Druk op de C4 toets, terwijl u de [Variation] en
[Song] toetsen ingedrukt houdt om de referentie
toonhoogte te verlagen, en op de D4 toets om hem
te verhogen.
fig.7-07.e
Verlaag
de toonhoogte
Variation
Dual Balance
Song
Key Touch
Twee toetsen ingedrukt houden
Elke keer dat u de ‘C4’ toets aanslaat, daalt de
toonhoogte met 0,1 Hz. Als u de toets ingedrukt houdt,
zal de toonhoogte onafgebroken dalen.
Elke keer dat u de ‘D4’ toets aanslaat, stijgt de
toonhoogte met 0,1 Hz. Als u de toets ingedrukt houdt,
zal de toonhoogte onafgebroken stijgen.
Verhoog
de toonhoogte
C4
D4
Druk
Op gelegenheden, wanneer u bijvoorbeeld een ensemble
speelt met andere instrumenten kunt u de referentie
toonhoogte van de F-100 aanpassen op de toonhoogte van
een ander instrument. De referentie toonhoogte verwijst over
het algemeen naar de hoogte van de toon, die gespeeld
wordt als u de middelste A toets aanslaat.
■ De referentie toonhoogte op
440,0 Hz instellen
1. Sla de ‘C 4’ toets aan op het keyboard, terwijl u
de [Variation] en [Song] toetsen ingedrukt houdt.
27
Enkele handige functies
fig.7-08.e
Variation
Dual Balance
Twee toetsen ingedrukt houden
Key Touch
Song
C#4
Druk
De referentie toonhoogte wordt op 440,0 Hz ingesteld.
Dit is de meest gebruikelijke instelling. De A4 (middelste
A) toets zal op 440,0 Hz worden weergegeven.
■ De referentie toonhoogte op
442,0 Hz instellen
1. Sla de ‘D 4’ toets aan op het keyboard, terwijl u
de [Variation] en [Song] toetsen ingedrukt houdt.
fig.7-09.e
Variation
Dual Balance
Houd beide knoppen ingedrukt
Song
Key Touch
De referentie toonhoogte wordt op 442,0 Hz ingesteld.
Deze instelling wordt vaak gebruikt voor concertpiano’s.
De A4 (middelste A) toets zal op 442,0 Hz worden
weergegeven.
D#4
Druk
2. Druk op een willekeurige klank toets
De indicator van de ingedrukte toets gaat knipperen.
Klank-
Omschrijving
toets
PianoVan de twee geselecteerde klanken, wordt de
klank die aan de linker klank toets is toegekend
luider weergegeven.
E. PianoVan de twee geselecteerde klanken, wordt de
klank die aan de linker klank toets is toegekend
iets luider weergegeven.
Harpsichord
De twee geselecteerde klanken worden op dezelfde geluidssterkte gespeeld.
OrganVan de twee geselecteerde klanken, wordt de
klank die aan de linker klank toets is toegekend
iets zachter weergegeven.
StringsVan de twee geselecteerde klanken, wordt de
klank die aan de linker klank toets is toegekend
zachter weergegeven.
3. Druk op de [(Metronoom/Ritme)] of de
[Variation] toets.
De indicator van de toets gaat terug naar zijn eerdere
toestand.
U kunt ook naar de eerdere toestand terugkeren door op
de [Song] toets te drukken.
De intensiteit van de galm
De volumebalans wijzigen
tijdens gelaagd spel
U kunt de volumebalans tussen de in gelaagd spel gelaagde
klanken wijzigen.
Als het keyboard aangezet wordt, is de volumebalans zo
ingesteld dat van de twee gekozen klanken degene die aan de
linker klank toets is toegekend luider wordt weergegeven.
Deze instelling is blijvend tot het keyboard uitgezet wordt.
fig.5-04.e
De klank die aan de
linker klank toets is
toegekend klinkt harder
ReverbStringsOrganE.Pi ano
Harpsi-
chordPiano
Druk
1. Druk op de [(Metronoom/Ritme)] toets
terwijl u de [Variation] toets ingedrukt houdt.
De [Variation] toets, de [(Metronoom/Ritme)]
toets en de klank toets behorend bij de huidig
geselecteerde waarde gaan aan en uit.
De klank die aan de
linker klank toets is
toegekend klinkt zachter
Variation
Dual Balance
Houd ingedrukt
Song
Key Touch
Druk
(Reverb) wijzigen
De intensiteit van het galm effect (Reverb) (p. 17) kan worden
aangepast.
Er kan uit vijf niveaus van intensiteit gekozen worden.
Wanneer de stroom aangezet wordt is het niveau ingesteld
op 3.
fig.7-15.e
Sterkere galm
12 3 4 5
ReverbStringsOrganE.Piano
Houd ingedrukt
Harpsi-
chordPiano
Druk
1. Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op een
willekeurige klank toets.
■ De intensiteit van het galm
effect (Reverb) controleren.
1. Druk de [Reverb] toets in en houd deze vast.
Om de gekozen intensiteit aan te geven gaan de
indicators van de klanktoetsen knipperen.
(Reverb)
Variation
Dual Balance
Song
Key Touch
28
Op audioapparatuur aansluiten
Lees dit hoofdstuk als u de F-100 op geluidsapparatuur wilt
aansluiten.
Door de F-100 op een geluidsinstallatie aan te sluiten, kunt u
door de speakers van het apparaat naar het geluid van de
F-100 luisteren of uw spel op een cassette of ander opname-
materiaal opnemen.
Over de aansluitingen
fig.8-01
)
RL (Mono
OutIn
MIDI
Input
Uitgangen
Gebruik geluidskabels (los verkrijgbaar) om de F-100 op een
geluidsinstallatie aan te sluiten, zodat u door de speakers
van het apparaat naar het geluid van de F-100 kunt luisteren
of uw spel op een cassette of ander opnamemateriaal kunt
opnemen.
Ingangen
U kunt geluidskabels (los verkrijgbaar) gebruiken om een
ander geluidsapparaat aan te sluiten op de F-100, en het
geluid daarvan door de speakers van de F-100 te beluisteren.
RL (Mono
Output
)
NOTE
Zet als de aansluitingen eenmaal voltooid zijn de diverse
apparaten aan in de aangegeven volgorde. Als u de apparaten
in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u storingen en/of
schade aan de speakers en andere onderdelen.
■ Naar het geluid van de F-100 luisteren
door de speakers van een andere
geluidsinstallatie of uw spel op een
cassette of ander opnamemateriaal
opnemen
fig.8-02
Ingang R/L
(Line In, Aux In)
F-100
OutIn
MIDI
RL (Mono
Input
)
RL (Mono
Output
)
1. Zet de F-100 aan.
2. Zet de aangesloten apparatuur aan.
3. Pas het volume aan.
Aansluiten
NOTE
Draai het volume altijd omlaag en zet het apparaat uit
voordat u welke aansluiting dan ook maakt, om storing en/
of schade aan de speakers of andere onderdelen te
voorkomen.
1. Draai het volume op alle apparatuur volledig
omlaag
2. Zet de F-100 en alle aan te sluiten apparaten uit.
3. Gebruik de geluidskabels om het andere apparaat
op de F-100 aan te sluiten.
NOTE
Als het apparaat dat u wilt aansluiten mono is, sluit u het aan
op de L (Mono) aansluiting. Gebruik in dit geval de R
aansluiting van de F-100 niet.
Opnameprocedure
1. Start de opname op de aangesloten
geluidsinstallatie.
2. Begin op de F-100 te spelen.
3. Stop de opname als u klaar bent met spelen.
■
Het geluid van een geluidsapparaat
beluisteren door de speakers van de F-100
fig.8-03
Uitgang R/L
(Line Out)
F-100
)
RL (Mono
OutIn
MIDI
Input
1. Zet de aangesloten apparatuur aan.
2. Zet de F-100 aan.
3. Pas het volume aan.
RL (Mono
Output
)
Als het volume van één van de aangesloten apparaten te
hoog staat, riskeert u niet alleen schade aan uw gehoor maar
kunt u ook de speakers van het toestel beschadigen. Het is
het beste om het geluid binnen redelijke geluidssterkten te
houden.
29
Op MIDI apparatuur aansluiten
Lees dit hoofdstuk als u de F-100 op een extern MIDI
apparaat wilt aansluiten.
Wanneer de F-100 op een MIDI sequencer, zoals van de MT
serie, is aangesloten, kunt u uw spel op de MIDI sequencer
opnemen. De rijke variatie aan klanken die in de MT
ingebouwd zijn kunnen op het F-100 keyboard gespeeld
worden.
Over MIDI
MIDI, afkorting voor ‘Musical Instrument Digital
Interface’, werd ontwikkeld als standaard voor de
uitwisseling van geluidsbestanden tussen elektrische
instrumenten en computers.
De F-100 is uitgerust met MIDI aansluitingen die
dergelijke uitwisseling van geluidsmateriaal met externe
apparatuur en instrumenten mogelijk maakt. Door het
keyboard door middel van deze aansluitingen aan
andere apparaten te koppelen heeft u een nog grotere
variatie aan manieren tot uw beschikking waarop u uw
keyboard kunt gebruiken.
Over de MIDI aansluitingen
fig.8-01.e
Aansluiten
NOTE
Draai het volume altijd omlaag en zet het apparaat uit
voordat u welke aansluiting dan ook maakt om storing en/of
schade aan de speakers of andere onderdelen te voorkomen.
1. Draai het volume op alle apparatuur volledig
omlaag
2. Zet de F-100 en elk aan te sluiten toestel uit.
3. Gebruik de gewenste MIDI kabel om de MIDI
aansluiting van het externe MIDI apparaat aan te
sluiten op de MIDI aansluiting van de F-100.
Bekijk de aansluitvoorbeelden.
4. Zet alle apparatuur aan.
5. Pas het volume aan.
6. Indien nodig moet u ook de hierop volgende
instellingen doen.
Zie p. 31 tot en met p. 32 voor details over maken van
MIDI-gerelateerde instellingen.
Aansluitvoorbeelden:
Op een sequencer aansluiten (de Roland MT serie)
fig.8-02.e
Sequencer
OutIn
MIDI aansluitingen op het achterpaneel
MIDI
MIDI In aansluiting
Gebruik een MIDI kabel (los verkrijgbaar) om van hieruit de
MIDI kabel op de Out aansluiting van het externe MIDI
toestel aan te sluiten.
MIDI berichten die van de aangesloten externe apparatuur
gestuurd worden zullen hier ontvangen worden. Als gevolg
daarvan zal de F-100 geluid geven, klanken veranderen of
andere functies uitvoeren.
MIDI Out aansluiting
Gebruik een MIDI kabel (los verkrijgbaar) om van hieruit de
MIDI kabel op de In aansluiting van het externe MIDI toestel
aan te sluiten.
Geluidsbestanden van het spel op het keyboard en overige
gegevens, zoals dat wat voortgebracht wordt als een pedaal
wordt ingedrukt, wordt van hieruit naar externe MIDI
apparatuur gestuurd.
Out
In
MIDI
F-100
)
RL (Mono
OutIn
MIDI
* De MT-90 serie heeft geen MIDI Out aansluiting
Input
Aansluitvoorbeelden: op een MIDI geluidsmodule aansluiten
fig.8-03.e
Sound Module
MIDI
OUTTHRUIN
RL (Mono
Output
)
F-100
OutIn
MIDI
RL (Mono
Input
)
RL (Mono
Output
)
30
Op MIDI apparatuur aansluiten
Waarschuwingen met
betrekking tot het aansluiten
van een extern MIDI apparaat
Hier leggen we de ‘Local On/Off’ en ‘Omni On/Off’ instel-
lingen waarvan u op de hoogte moet zijn, als u de F-100 op
een extern MIDI apparaat aansluit.
■ Het F-100 keyboard en de
interne geluidsgenerator (Local
On/Off) uitschakelen
Zet de F-100 op Local Off, wanneer hij op een MIDI
sequencer of iets dergelijks wordt aangesloten.
Zoals in de diagram aangegeven bereiken de op het
keyboard geproduceerde gegevens de geluidsgenerator via
twee routes, (1) en (2), waardoor iedere toon dubbel gespeeld
wordt. Om dit te voorkomen, kiest u de Local Off instelling
om route (1) te onderbreken.
fig.8-04.e
(1)
Local On
Sequencer
MIDI
Geluidsgenerator
MIDI
IN
MIDI
OUT
OUT
MIDI
IN
Geheugen
■ De Local On/Off inschakelen
Als u het apparaat aanzet, is Local On ingesteld.
1. Terwijl u de [Variation] en [Song] toetsen
ingedrukt houdt, slaat u de ‘C8’ toets aan om de
On instelling te kiezen, of slaat u de ‘B8’ toets aan
om de instelling Off te kiezen.
fig.8-07.e
Variation
Dual Balance
Als de F-100 op een toestel uit de Roland MT serie (behalve de
MT-90 serie) is aangesloten, is het niet nodig om de Local Off
instelling in te schakelen. Wanneer de stroom aangezet wordt,
stuurt de MT serie een Local Off bericht door. Als u de stroom
aanzet in de volgorde van eerst de F-100, en dan de MT serie,
wordt de F-100 automatisch op Local Off ingesteld.
Song
Key Touch
Power
Local Off
Local On
Elke gespeelde noot
klinkt twee keer
Hier staat de Local On ingesteld
fig.8-05.e
Geluid wordt uitgezonden
Geluidsgenerator
Local On
Hier staat de Local Off ingesteld
fig.8-06.e
Geen geluid voortgebracht
Geluidsgenerator
Local Off
(2)
Thru function aan
■ Op alle MIDI kanalen
ontvangen (Omni On/Off)
Indien de Omni On is ingesteld, wordt de weergave van de
F-100 gebaseerd op de ontvangen MIDI berichten, ongeacht
het kanaal waarop de berichten aankomen.
Indien de Omni Off is ingesteld, herkent de F-100 alleen de
berichten die op het geselecteerde MIDI kanaal aankomen,
zoals uitgelegd onder ‘Het MIDI kanaal instellen’.
■ De Omni On/Off inschakelen
Als u het apparaat aanzet, is Omni On automatisch ingesteld.
1. Terwijl u de [Variation] en [Song] toetsen
ingedrukt houdt, slaat u de ‘A7’ toets aan om de
On instelling te kiezen, of slaat u de ‘G7’ toets aan
om de instelling Off te kiezen.
fig.8-08.e
Variation
Dual Balance
Song
Key Touch
Power
NOTE
Wees ervan bewust dat er geen geluid wordt weergegeven
als u het instrument op Local Off instelt, terwijl er geen
extern MIDI apparaat is aangesloten.
Omni Off
Omni On
31
Op MIDI apparatuur aansluiten
■ Het MIDI kanaal instellen
MIDI biedt zestien MIDI kanalen, genummerd 1-16.
De aangesloten apparaten moeten zo zijn ingesteld, dat ze
dezelfde MIDI kanalen gebruiken, anders wordt er geen
geluid geproduceerd.
In een opstelling, waarin u op de F-100 wilt spelen, en ook
een ander van MIDI voorzien instrument of geluidsmodule
dezelfde tonen wilt laten spelen, moet u eerst het ontvangst-
kanaal van uw externe toestel instellen op hetzelfde kanaal
als waarop u de F-100 voor verzenden heeft ingesteld.
Bij het aanzetten, is de F-100 op Omni On ingesteld (p.31).
Dit betekent dat er wanneer u een MIDI keyboard of MIDI
sequencer gebruikt om de F-100 klanken te spelen, op alle
kanalen berichten worden ontvangen, ongeacht de MIDI
instellingen. Als u alleen wilt ontvangen op een kanaal dat
specifiek gebruikt wordt door een aangesloten MIDI instal-
latie, zet u de F-100 op Omni Off, en stelt u vervolgens het
MIDI kanaal in.
Als de F-100 wordt aangezet, is Kanaal ‘1’ geselecteerd.
■ Een door u opgenomen
Performance verzenden
Als u een Performance, die op de F-100 is opgenomen, naar
een externe MIDI installatie of een computer wilt versturen,
zet u deze instelling op ‘Aan’. Als de instelling op ‘Uit’ staat
worden de gegevens niet verzonden.
Als de F-100 aangezet wordt, is ‘Uit’ geselecteerd.
1. Terwijl u de [Variation] en [Song] toetsen
ingedrukt houdt slaat u de ‘D7’ toets aan om de
instelling Aan te kiezen, of de ‘C7’ toets om de
instelling Uit te kiezen.
fig.8-08.e
Variation
Dual Balance
Song
Key Touch
Power
1. Sla de betreffende toets (C5-D#6) aan op het
toetsenbord, terwijl u de [Variation] en [Song]
toetsen ingedrukt houdt.
De MIDI transmissie- en ontvangstkanalen schakelen
naar het nummer, dat overeenkomt met de toon die u
heeft aangeslagen.
fig.8-09.e
Variation
1
Dual Balance
2
4
5
3
Midi kanaal
Song
Key Touch
11
9
7
14
16
13
10
12
15
8
6
Uit
Aan
Volg de volgende procedure als u de Performance wilt
bewaren. In dit geval heeft uw externe sequencer de MIDI
Thru functie op UIT (OFF) ingesteld. Zie voor details de
eigenaarshandleiding van uw MIDI sequencer.
1. Sluit een MIDI sequencer aan zoals bijvoorbeeld
uit de MT serie (p. 30).
2. Neem de Performance op op de F-100 (p. 21).
Power
3. Zet deze instelling op ‘Aan’.
4. Start de opname op het aangesloten MIDI toestel.
5. Start de weergave van het op de F-100 opgenomen
lied.
6. Stop de opname met het aangesloten MIDI
toestel, zodra de weergave is afgelopen.
7. Gebruik een aangesloten MIDI sequencer om de
gegevens op een diskette of andere media te
bewaren.
32
Problemen oplossen
Als u met dit apparaat problemen tegenkomt, lees dan s.v.p.
de onderstaande paragraaf, voordat u veronderstelt dat er
een storing is.
ProbleemOorzaak/Oplossing
De piano gaat niet
aan
Er wordt geen geluid
weergegeven
Er klinkt slechts een
klank in gelaagd spel
Interne melodieën
spelen niet
Toetsen functioneren niet
Keyboardgeluid verandert niet
Er worden twee geluiden weergegeven
wanneer het keyboard wordt bespeelt
De klank is veranderd in het gelaagde
spel
De toonhoogte van
het keyboard klinkt
niet juist
Lied kan niet afgespeeld worden/Alleen het geluid van
een bepaald
gedeelte van een
lied wordt niet afgespeeld
Ritme wordt niet
weergegeven
De metronoom wordt
niet weergegeven
Het tempo van het
opgenomen lied of
de metronoom staat
uit
Is de stroomadapter juist aangesloten (p. 10)
Is de [Volume] knop naar het minimum gedraaid
(p. 12)
Is de koptelefoon aangesloten? (p. 12)
Is de Local On/Off op ‘Off’ ingesteld? (p. 31)
Is de speakerkabel juist aangesloten? (p. 6)
Afhankelijk van de instelling voor de volumebalans, en de betreffende klankselectie die u maakt,
kunnen sommige klanken wanneer ze gelaagd worden moeilijk hoorbaar zijn. Probeer de volumebalans aan te passen (p. 28)
Is Paneel blokkering ingeschakeld? (p. 26)
Staat het keyboard in de Gelaagd Spel modus?
(p. 16)
Als u gelaagd spel gebruikt met een klank toets
waarvoor nummer 3 of 4 is geselecteerd, wordt
voor die toets Klank nummer 1 geselecteerd (p. 15).
Is de Basis stemming instelling juist? (p. 27)
Is de instelling voor Toonsoort Transponering juist?
(p. 27)
Zijn de indicators voor de [1] of [2] toetsen uit, als u
op de [Track] toets drukt? (p. 14)
Als de indicator uit is, kunt u de muziek op dat
spoor niet horen.
Houd de [Track] toets ingedrukt, en druk op de [1]
of [2] toets zodat de indicator oplicht.
U kunt het ritme niet laten klinken terwijl er een interne melodie speelt of opgenomen wordt.
Een Performance die met de metronoom werd opgenomen, kan niet met ritme worden afgespeeld.
Is de Paneel Blokkering ingeschakeld? (p. 26)
Een Performance, die met ritme werd opgenomen,
kan niet met de metronoom worden afgespeeld.
Als Ritme is geselecteerd, klinkt de metronoom
niet, zelfs als u de toets indrukt. Kies s.v.p. de maat
van de metronoom opnieuw (p. 19).
Als u een interne melodie selecteert waarvan het
tempo tijdens het lied verandert, en hem vervolgens
opneemt, zal het tempo op dezelfde wijze veranderen voor de Performances. Het tempo van de metronoom verandert ook op deze manier.
Als u extra materiaal opneemt zonder het eerder
opgenomen lied te wissen, wordt het lied op het
eerder opgenomen tempo opgenomen. Wis s.v.p.
het eerder opgenomen lied, voordat u opnieuw
opneemt (p. 25).
ProbleemOorzaak/Oplossing
De opgenomen Performance is verdwenen
Het geluid is vervormd
In het hogere bereik
verandert het geluid
abrupt vanaf een
bepaalde toets
Bastonen klinken
verkeerd/er treedt
zoemen of vibratie
op
De pedalen werken
niet, of werken afwisselend
Alle opgenomen Performances worden gewist,
zodra de F-100 uitgezet wordt. Een Performance
kan niet meer heringesteld worden als hij eenmaal
gewist is.
Het volume te hoog zetten kan het geluid vervormen. Pas het volume aan met de [Volume] knop
(p. 12).
Op een akoestische piano klinken de tonen van de
bovenste anderhalve octaaf net zolang tot ze op natuurlijk wijze wegvagen, ongeacht het demper pedaal. Er is ook een verschil in het timbre. Roland
piano’s simuleren zulke kenmerken van de akoestische piano natuurgetrouw. Op de F-100 is het bereik dat niet door het demper pedaal wordt
beïnvloed, afhankelijk van de Toonsoort Transponering instelling.
Als u het probleem niet in de koptelefoon kunt
horen:
Als u op hoge geluidssterkten speelt kan dat in
de piano resonans veroorzaken of in objecten in
de buurt van het instrument. Soms gaan andere
objecten in de kamer, zoals fluorescerende lampen of glazen deuren, vibreren. Dit verschijnsel
wordt sterker als de lagere frequenties op hoog
volume worden gespeeld. Let om zulke ongewenste resonantie te minimaliseren op het volgende:
- Plaats het instrument zo dat het 10-15 cm van
de muur afstaat.
- Verminder het volume
- Vergroot de afstand van het object dat resoneert
- Plaats de klep van het keyboard verder weg
van de piano
Als u de problemen in de koptelefoon kunt horen:
Het probleem kan een andere oorzaak hebben.
Neem s.v.p. contact op met uw leverancier.
Zijn de pedalen juist aangesloten? (p. 10)
Als de F-100 op een extern apparaat is
aangesloten
Is de stroom op alle apparatuur ingeschakeld?
Zijn de koppelingen tussen de F-100 en de MIDI se-
Er wordt geen geluid
weergegeven
Als de F-100 wordt
bespeeld worden
vreemde geluiden
(of twee geluiden)
weergegeven
Het volumeniveau
van het aangesloten
instrument is te laag
quencer of de andere externe toestellen juist?
(p. 29, p. 30)
Is de instelling van het MIDI kanaal juist? (p. 32)
Is de Omni On/Off instelling juist? (p. 31)
Als de ‘Thru’ functie van de sequencer aanstaat, kan
het zijn dat dezelfde tonen twee keer worden weergegeven. Zet de F-100 op Local off (p. 31).
Is het mogelijk dat u een aansluitkabel gebruikt, die
een weerstand bevat?
Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand
heeft.
33
Interne Melodieënlijst
→ ‘Naar de interne melodieën luisteren’ (p. 13)
Variation
Song
• Houd de [Song] toets ingedrukt,
en sla de toets aan de overeenkomt
met het lied dat u wilt horen.
Als u een reparatiedienst nodig heeft, belt u uw dichtstbijzijnde Roland service centrum, of erkend Roland distributeur in
uw land, zoals hieronder getoond.
Zabeel Road, Al Sherooq Bldg.,
No. 14, Grand Floor, Dubai, U.A.E.
TEL: (04) 3360715
NORTH AMERICA
CANADA
Roland Canada Music Ltd.
(Head Office)
5480 Parkwood Way Richmond
B. C., V6V 2M4 CANADA
TEL: (0604) 270 6626
Roland Canada Music Ltd.
(Toronto Office)
Unit 2, 109 Woodbine Downs
Blvd, Etobicoke, ON
M9W 6Y1 CANADA
TEL: (0416) 213 9707
U. S. A.
Roland Corporation U.S.
5100 S. Eastern Avenue
Los Angeles, CA 90040-2938,
U. S. A.
TEL: (323) 890 3700
Voor EU Landen
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese Standaard 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil numrique de la classe B respecte toutes les exigences du Rglement sur le matriel brouilleur du Canada.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.