Bedankt dat u voor het Roland E-68 Intelligent Keyboard hebt gekozen. De naam Roland staat al sinds
de introductie van de Intelligent Synthesizer Keyboards synoniem voor de best klinkende en meest
“muzikale” keyboards op de markt.
De professionele klankkwaliteit en de uitstekende
begeleidingen van de E-68 leveren eens te meer het
bewijs dat u niet het meteen het duurste Roland
instrument nodig hebt om veel plezier te beleven en
uw favoriete muziek te spelen. Daar staan drie uitgesproken “familietrekjes” van Roland Intelligent
Keyboard-familie garant voor: rijke, dynamische
klanken, inspirerende begeleidingen en een waaier
aan nuttige functies die de concurrentie het nakijken
geeft.
Opmerking: Om verwarring te voorkomen gebruiken we
vanaf nu het woord “knop” voor alle bedieningstoetsen op
het frontpaneel, terwijl we het woord “toets” voorbehouden
voor de klaviertoetsen.
Opmerking: Om een en ander zo duidelijk mogelijk voor te
stellen beelden we steeds enkel de display-informatie af die
in een bepaalde situatie relevant is (dus niet alle informatie
die u op dat moment in het display kunt zien). Dat brengt u
onmiddellijk bij het juiste display-item en bespaart onnodig
puzzelwerk.
KBD VELO
UP2 LAYER
UP2 MEL INT
CHORD INT
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
CHORD
WHOLE M.DRUMS
LOAD
SAVE
DELETE
DISK COPY
FORMAT
1.2 Voornaamste kenmerken
64 Music Styles
Aan boord van de E-68 bevinden zich maar liefst 64
Music Styles (automatische begeleidingen), waar-
mee u ieder denkbaar muziekgenre aankunt. Iedere
Style bestaat uit vier begeleidingspatronen (Basic,
Advanced, Original en Variation), twee Intro’s,
twee Endings en nog enkele andere patronen, zodat
het totale aantal begeleidingen veel hoger ligt dan
64.
Bovendien krijgt u via TN-SC2 Style Cards toegang
tot nog veel meer Styles (uw Roland verdeler weet
hier meer over).
64 Performance geheugens
Performance geheugens stellen u in staat om de
weergave van Styles en Songs snel naar uw hand te
zetten. U kunt er ook de instellingen van de knoppen
op het frontpaneel in opslaan. Hebt u meer dan 64
geheugens nodig, dan kunt u de geheugeninhoud op
diskette bewaren, zodat u deze later opnieuw kunt
laden en intussen de interne geheugens voor iets
anders kunt gebruiken.
Hoge “intelligentie”
In de Chord Intelligent mode hoeft u enkel grondnoten te spelen om majeur akkoorden te horen (de
Arranger doet namelijk de rest van het werk). Zelfs
voor de meest complexe akkoorden volstaat het dat
u de grondnoot met maximaal twee of drie toetsen
aanvult.
Vier “One Touch” geheugens per Style
Een One Touch geheugen bevat klank- en effectkeuzes voor een bepaalde Style. Met vier van die
geheugens per Style beschikt de E-68 over voldoende variatie om u te ontslaan van de plicht om meteen
zelf te programmeren, want misschien vindt u dat
maar een vervelend karwei, dat een domper zet op
uw inspiratie.
241 uitstekende klanken
De E-68 bevat 241 klanken. De meeste daarvan zijn
afkomstig uit de professionele Roland synthesizers
en samplers. Hun aantal verzekert bovendien dat u
voor ieder Style wel uit een paar geschikte klanken
kunt kiezen.
2 digitale effecten
Het al niet misse klankaanbod van de E-68 wordt
volledig op smaak gebracht door de digitale Chorus
en Reverb effecten.
Vier handige Keyboard Modes
U kunt het klavier van de E-68 op vier manieren
gebruiken: één klank over heel het klavier spelen
(Whole Upper), rechts de melodie spelen en links de
Arranger aansturen (Arranger Split), rechts de
melodie spelen en links een bas- of akkoordbegeleiding (Lower Split) of drummen over het volledige
klavier (Whole M.Drums).
2
☛
1
2
Recorder
De E-68 is veelzijdig genoeg om professionele
opnames te maken. Zoals bij de meeste Roland
instrumenten kunt u alles wat de Arranger doet
opnemen en achteraf weergeven als een Standard
MIDI File – op de E-68 of op een andere SMF-compatibele sequencer. Als u die laatste koppelt aan een
GM/GS klankbron hoort u ook meteen de juiste
klanken.
1.3 Uitpakken
Bij uw E-68 worden de volgende onderdelen geleverd. Controleer of deze allemaal in de verpakking
aanwezig zijn. Is dat niet het geval, neem dan contact op met uw Roland verdeler.
•Deze handleiding.
•Een metalen muziekstandaard.
•Een AC adapter
Inleiding , Uitpakken
1.4 Nuttige opties
DP-2, DP-6 of FS-5U voetschakelaar
Op de SUSTAIN FOOTSWITCH ingang op het
achterpaneel kunt u een (los verkrijgbare) DP-2,
DP-6 of Boss FS-5U voetschakelaar aansluiten en
als Hold pedaal gebruiken.
TN-SC2 Music Style Cards
Met de Music Style kaarten (zie uw dealer) kunt u
uw E-68 van nog meer Styles voorzien.
3
E-68
Handleiding
Inhoud
1. Inleiding, 2
1.1 Welkom bij de E-68, 2
1.2 Voornaamste kenmerken, 2
1.3 Uitpakken, 3
1.4 Nuttige opties, 3
2. Voorzorgsmaatregelen, 6
3. Aan de slag, 7
3.1 Installeren, 7
3.2 Demosongs, 7
4. Voorzieningen op de panelen, 8
4.1 Frontpaneel, 8
4.2 Achterpaneel, 11
5. Bediening, 12
5.1 Informatie in het display, 12
5.2 Function/Exit, 13
6. Realtime Parts, 14
6.1 Wat zijn Parts?, 14
Realtime gedeelte, 14
Arranger gedeelte, 14
6.2 Realtime Parts selecteren, 14
Upper2 stapelen, 15
Lower, M.Bass en M.Drums Parts spelen, 15
Keyboard Mode, 15
Splitpunten, 16
6.3 Manual Drums Part kiezen, 16
6.4 Tones kiezen voor de Realtime
Parts, 16
Tones kiezen, 17
Variaties kiezen, 17
Tones kiezen voor de overige Parts, 18
Drum Set kiezen voor de M.Drums Part, 18
6.5 Speelhulpen, 18
Pitch Bend en Modulatie, 18
Transpose en Octave Up/Down, 19
Aanslaggevoeligheid van het klavier, 20
Sustainpedaal (Hold), 20
Master Tune (415.3~466.2), 20
Music Style starten, 24
Music Style stoppen, 24
Andere Style divisie kiezen, 25
Drumbegeleiding tijdens het spelenveranderen, 26
Andere nuttige Style weergavefuncties, 26
7.3 Music Styles kiezen, 27
Externe (Card) Styles gebruiken, 27
8. Instellingen opslaan en laden – Performance geheugens, 29
8.1 Instellingen opslaan in een Performance geheugen, 29
Write Protect, 29
Een Performance geheugen schrijven, 29
8.2 Performance geheugen kiezen, 30
Selectief laden van Performance instellingen (Style
Hold), 31
8.3 Instellingen van het frontpaneel kiezen
(CANCEL), 31
9. Recorder (GM/GS mode), 33
9.1 Song opnemen, 33
Vóór de opname, 33
Attentie opname..., 33
9.2 Song weergeven, 34
9.3 Song bewaren op diskette, 34
Diskette formateren, 34
Song wegschrijven, 35
9.4 Nuttige weergavefuncties voor de
Recorder, 36
Tekstfunctie (Lyrics), 36
Voorspoelen, terugspoelen, en Reset, 36
Markers en weergavelussen, 36
9.5 Standard MIDI Files weergeven, 37
Song laden, 37
Song weergeven, 38
9.6 Spelen met een Standard MIDI File begeleiding (Minus One), 38
Het tempo van de Song veranderen, 38
Song Parts uitschakelen (Mute), 38
Over GM/GS, 39
Disk functies kiezen (algemene werkwijze), 54
Load Sng (Load Song), 54
Load Prf (Load Performance Memory Set), 55
Save Sng (Save Song) en Save Prf (Save Perfor-
mance Set), 55
Del Song (Delete Song) en Del Prf (Delete Perfor-
mance Memory Set), 56
DiskCopy (inhoud van een volledige diskette
kopiëren), 57
Format, 58
12.2 E-68 initialiseren (Factory), 58
Inhoud ,
13. Specificaties, 59
14. Intelligente akkoorden, 60
15. Tones en Drum Sets, 62
16. MIDI implementatie, 63
17. Index, 65
5
E-68
2
Handleiding
Voorzorgsmaatregelen
Voeding
• Schakel de E-68 en de overige instrumenten altijd
u ze op elkaar aansluit.
• Sluit het netsnoer van de E-68 nooit aan op een stopcontact
waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v.
dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn
aangesloten.
• Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op
het voltage.
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat
er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van
de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en
nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
• Als u de E-68 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u
best de aansluiting op het lichtnet.
• Het zou kunnen gebeuren dat de E-68 niet naar behoren
werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u
hem weer inschakelt.
uit
voordat
Plaatsing
• Om problemen te vermijden, dient u de E-68 te beschermen
tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
• Plaats de E-68 niet te dicht in de buurt van een neonlicht,
een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
• Stel de E-68 niet bloot aan overmatige trillingen terwijl de
disk drive werkt.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig
vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de E-68 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want
deze kunnen de behuizing beschadigen.
• Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of
vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige terechtkomen.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de E-68 in het buitenland gebruikt.
• Als de E-68 niet naar behoren werkt, schakel hem dan onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Roland hersteldienst.
Behandeling van diskettes
• Gebruik de drive nooit op vochtige plaatsen omdat een hoge
vochtigheidsgraad de werking van de drive in de war kan
brengen. Soms leidt dit zelf tot een beschadiging van de diskette.
• Wacht, wanneer u de E-68 van een koude plaats (bv. een auto) naar een warme brengt, ongeveer één uur voordat u de
drive gebruikt.
• Verwijder de diskette nooit uit de drive wanneer de indicator
van de drive oplicht.
• Haal de diskette uit de drive voordat de E-68 in- of uitschakelt.
• Diskettes zijn heel gevoelig voor vet en stof. Raak daarom
nooit het magnetisch oppervlak aan en open nooit zelf het
metalen klepje.
• Diskettes kunnen na verloop van tijd onleesbaar worden. Sla
uw belangrijke data daarom altijd op twee verschillende
floppies op en bewaar één van de twee op een veilige plaats.
• Stel uw floppies nooit bloot aan temperaturen beneden de
10° en boven de 50°C.
• Kleef altijd de bijgeleverde sticker op de daarvoor voorziene
plaats en noteer er de inhoud van de floppy op om uw data
zo snel mogelijk terug te kunnen vinden.
Geheugenbatterij
• Dit apparaat is uitgerust met een batterij die ervoor zorgt dat
de opgeslagen data ook na uitschakelen niet gewist worden.
De levensduur van deze batterij bedraagt ongeveer 5 jaar.
Het zou iets langer kunnen zijn, maar het verdient aanbeveling de batterij om de 5 jaar te laten vervangen.
• Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat dit
werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat de
data in het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat is
met name het geval als het geheugen of een daarmee samenhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Behandel de E-68 zachtjes.
6
3
Aan de slag
2
1
3
Aan de slag , Installeren
5
4
6
3.1 Installeren
Dit gaat erg eenvoudig: het volstaat dat
u de E-68 uit de verpakking haalt en de
bijgeleverde adapter met een stopkontakt verbindt. Houd
rekening met uw
buren, vrienden en
familie en gebruik een hoofdtelefoon als u ‘s avonds
laat of ‘s morgens vroeg wilt spelen. Verbind de
hoofdtelefoon (8~150 Ω ) met de PHONES aansluiting op het achterpaneel. Hierdoor schakelt u de
luidsprekers van de E-68 uit.
3.2 Demosongs
De E-68 bevat 8 Tone demosongs en 8 Style
demo’s. We raden u aan deze nu te beluisteren. Dat
geeft u onmiddellijk een idee van de klankrijkdom
en de veelzijdigheid van uw nieuwe aanwinst. Om
de demosongs te beluisteren doet u het volgende:
•U kunt alle Tone en Style demosongs beluisteren
(Demo All). Is dat wat u wenst, ga dan naar stap (5).
•U kunt ook één Tone demosong beluisteren. Druk
hiervoor op de [TONE] knop.
•U kunt ook één Style demosong beluisteren. Druk
hiervoor op de [STYLE] knop.
Kiest u de tweede of derde mogelijkheid, dan
kunt u (zodra u in de Tone of Style mode bent
beland) met de cijferknoppen in het TONE/STYLE
gedeelte het gewenste stuk kiezen.
Druk op [START/STOP] om de weergave te starten.
De demosong die u hebt geselecteerd wordt weergegeven. De weergave stopt automatisch aan het einde
van de song. Ga terug naar stap (4) als u nog een
andere demosong in dezelfde mode (Tone of Style)
wilt beluisteren, of ga terug naar stap (3) als u een
andere mode wilt kiezen.
Druk nogmaals op [START/STOP] om de weergave te stoppen.
Wacht daar echter mee tot aan het einde van het volgende hoofdstuk.
Opmerking: Deze demosongs zijn enkel voor uw persoon-
lijk gebruik. U mag ze niet ongeoorloofd kopiëren, publiek
verspreiden of uitzenden.
Druk op de [POWER] knop op het achterpaneel
om de E-68 in te schakelen.
Druk op de [DEMO] knop (de indicator licht op).
Opmerking: U kunt de demo mode niet activeren door op
de [DEMO] knop te drukken terwijl de Recorder of Arranger
aan het opnemen/weergeven is. U moet eerst de weergave/
opname stoppen en daarna op de [DEMO] knop drukken.
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de E-68. Dat
geldt zowel voor de STEREO OUTPUT R, L/MONO uitgangen als voor de PHONES uitgang.
2 RECORDER gedeelte
Met de knoppen in dit gedeelte bedient u de ingebouwde
Recorder (zie “Recorder (GM/GS mode)” op blz. 33).
3 CONTROLS gedeelte
De knoppen in dit gedeelte hebben geen indicators. Hun
status kunt u echter aflezen in de rechter benedenhoek van
het display: staat er geen symbool, dan is de functie uitgeschakeld. (met “Memory” wordt de Chord Memory functie
bedoeld). Dit zijn de functies die u met de CONTROLS
knoppen bedient:
CHORD MEMORY & INTELLIGENCE
Het gaat hier om functies van de Arranger. Druk op
[CHORD MEMORY] als u wilt dat de Arranger (de automatische begeleiding) met het laatste akkoord dat u hebt
gespeeld blijft doorgaan nadat u de toets(en) hebt losgelaten (bijvoorbeeld om een andere Style te kiezen, enz.).
Druk op [CHORD INTELLIGENT] om de Chord Intelli-gent functie in te schakelen. Deze functie houdt in dat u niet
alle noten hoeft te spelen waaruit een akkoord is opgebouwd.
KEYBOARD VELOCITY & UPP2 LAYER/INTELL
Dit zijn Realtime Part functies. Met de [KEYBOARD
VELOCITY] knop schakelt u de aanslaggevoeligheid van
het klavier in en uit. Als u op de [UP2] knop drukt kunt u de
melodie spelen met twee “op elkaar gestapelde” klanken
(we noemen dit Layering). Door nogmaals op deze knop te
drukken wijst u de Upper2 Part toe aan de Arranger. In dat
geval voegt de E-68 een tweede stem toe aan de melodie die
u speelt (Melody Intelligence).
EFFECT REVERB/CHORUS knoppen
Met deze knoppen schakelt u de overeenkomstige effecten
in en uit. Door ze tegelijk in te drukken kiest of verlaat u de
GM/GS mode.
4 FUNCTION/EXIT knop
Druk op deze knop om één van de vijf modes te kiezen
(Tone, Style, Song, Parameter of MIDI). Deze knop dient
ook om de Disk mode te verlaten nadat u iets hebt opgeslagen/geladen/geformateerd. U keert in die gevallen terug
naar de mode waarin u zich bevondt voordat u op [DISK]
hebt gedrukt.
123
8
5 BALANCE SELECT knop
Met deze knop kiest u voor welke Part u met de BALANCE
knoppen (zie hieronder) het volume wilt aanpassen.
6 LCD CONTRAST regelaar
Hiermee kunt u het contrast van het display aanpassen als
dat moeilijk leesbaar is.
7 Display
Dit nieuwe display is één van de pronkstukjes van de
E-68. Onze Roland ingenieurs hebben erg hun best
gedaan om een display te ontwikkelen dat duidelijk en
aangenaam om naar te kijken is.
8 BALANCE knoppen
Met de BALANCE knoppen stelt u het volume van de
individuele Parts in. Er zijn echter meer Parts dan BALANCE knoppen, dus moet u soms met de BALANCE
SELECT knoppen kiezen van welke Parts u het volume
wilt veranderen.
9 TRANSP/DATA knoppen
Hiermee kunt u het klavier transponeren als u iets in een
andere toonaard wilt spelen (zie blz. 19). Daarnaast dienen deze knoppen om parameters te selecteren.
0 OCTAVE/VALUE knoppen
Met de OCTAVE/VALUE knoppen kunt u de Realtime
Parts (behalve de M.Drums part) transponeren in stappen
van een octaaf. Daarnaast dienen deze knoppen om de
waarde te kiezen voor de parameter die u met de
TRANSP/DATA knoppen hebt gekozen.
A KBD MODE knop
Met deze knop kiest u tussen de vier Keyboard Modes van
de E-68. In de afbeelding hierboven ziet u de namen van
deze modes (op dit moment is Arranger Split geselecteerd).
B DISK knop
Hiermee kiest u functies die verband houden met de disk
drive. Ook deze functies worden in het display afgebeeld
(zie hiernaast).
C ENTER knop
Druk op deze knop om bevestigend te antwoorden op een
vraag in het display (bijvoorbeeld: “Sure?”).
D TONE/STYLE knoppen
Met deze knoppen kiest u Tones (klanken) en
Variations (variaties van die klanken) voor de
Realtime Parts, alsook Music Styles (automatische
begeleidingen). Houd er rekening mee dat de
[GROUP A/b] knop enkel een functie heeft bij het
kiezen van Tones. De reden is eenvoudig: er zijn
twee groepen met Tones, terwijl er slechts één
groep met Music Styles is.
E STYLE knop
Druk op deze knop als u met de TONE/STYLE cijferknoppen een Music Style wilt kiezen.
Voorzieningen op de panelen, Frontpaneel
7
8
9
0
A
B
C
D
EF GH
9
E-68
Handleiding
F DRUM PATTERN
Met deze knop kunt u voor iedere Music Style kiezen uit
vier mogelijke drum Patterns (patronen), die variëren in
complexiteit. Kies een Pattern dat past bij de song die u wilt
weergeven.
G CARD knop
Deze knop verschaft u toegang tot de Music Styles op de
TN-SC2 kaart (los verkrijgbaar) die u in de STYLE CARD
sleuf hebt gestoken.
H DEMO knop
Druk op deze knop als u de Tone en Style demo’s
van de E-68 wilt beluisteren.
I Knoppen voor de besturing van de Arranger
Met deze knoppen kiest u Music Style patronen
(Intro, Ending, Fill-In’s, enz.). Zie Music Style functies op blz. 24 Aangezien u deze patronen ook
tijdens de weergave kunt kiezen hebben we deze
knoppen een handig plaatsje boven het klavier
gegeven.
J TEMPO knoppen
Met deze knoppen past u het weergavetempo voor de
Arranger of de Recorder aan.
K PERFORMANCE MEMORY (/One Touch)
gedeelte
Met deze knoppen kunt u Performance geheugens
(misschien zegt de naam User Programs u meer)
kiezen.
Met de cijferknoppen kiest u het geheugennummer ([1]~[4]), terwijl u met de BANK [+][-] knoppen de groep (A of b) en de bank (1~8) kiest. Zie
Instellingen opslaan en laden – Performance
geheugens op blz. 29
Performance geheugens bevatten alle instellingen
die u op het frontpaneel (Keyboard Mode, Arranger instellingen, Style keuze, tempo, enz.) en in de
Parameter mode kunt maken.
Met de [ONE TOUCH] knop in combinatie met
één van de PERFORMANCE MEMORY cijferknoppen kiest u automatische registraties (optimale klanken voor de Upper1 en 2 Parts, alsook
effectinstellingen) voor iedere Music Style.
L Bender/Modulation hendel
Met deze hendel kunt u tijdens het spelen de toonhoogte van de noten van een Realtime Part verbuigen of ze van vibrato voorzien. Zie Pitch Bend en Modulatie op blz. 18
L
Pitch Bend –Pitch Bend +
Modulation
BENDER
I
J
K
10
4.2 Achterpaneel
Voorzieningen op de panelen, Achterpaneel
1 Disk drive
Via de disk drive bewaart of laadt u Songs en Performance
geheugens. U kunt hiervoor 2DD of 2HD diskettes gebruiken.
2 MIDI OUT en IN connectors
Via deze connectors kunt u uw E-68 met andere MIDI-instrumenten verbinden. Zie MIDI op blz. 47
3 COMPUTER schakelaar en connector
Via deze connector kunt u de E-68 rechtstreeks met een computer
(Apple Macintosh of IBM-PC compatible) verbinden. Dat levert
dezelfde communicatiemogelijkheden op als de MIDI-connectors, maar spaart een MIDI-interface (voor uw computer) uit. De
schakelaar dient om de juiste interface in functie van het computer-type te kiezen (PC-1/2=RS-232C, Mac=RS-422).
4 SUSTAIN FOOTSWITCH connector
Op deze ingang kunt u een (los verkrijgbare) DP-2 of DP-6 voetschakelaar aansluiten om de noten die u op het klavier speelt te
laten doorklinken nadat u de toetsen hebt losgelaten.
5 STEREO OUTPUT R, L/MONO aansluitingen
Verbind deze uitgangen met de ingangen van uw stereo-versterker of mixer. Wilt u de E-68 in mono versterken, verbind dan
enkel de L/MONO uitgang. Als u deze uitgangen verbindt wordt
de interne versterking van de E-68 niet uitgeschakeld.
6 POWER schakelaar
Hiermee schakelt u de E-68 in en uit.
7 DC IN 12V
Op deze ingang moet u de bijgeleverde adapter aansluiten.
Gebruik enkel de bijgeleverde Roland ACJ adapter. Door een
andere adapter te gebruiken riskeert u uw E-68 te beschadigen.
8 PHONES uitgang
Op deze uitgang kunt u een stereo-hoofdtelefoon aansluiten. Die
levert hetzelfde signaal als de stereo-lijnuitgangen. Zodra u een
hoofdtelefoon aansluit wordt de interne versterking van de E-68
uitgeschakeld.
9 STYLE CARD sleuf
In deze sleuf kunt u los verkrijgbare TN-SC2 Music Style Cards
steken om het aantal begeleidingen uit te breiden. Iedere TN-SC2
kaart bevat acht nieuwe Music Styles. Uw Roland dealer weet er
meer over.
1
23
MAC
PC-2 PC-1
45678
11
E-68
Handleiding
Bediening
5
Bij het ontwerpen van de E-68 hebben we rekening gehouden met u, de muzikant. Dat heeft ondermeer geresulteerd in het nieuw grafisch display. Dit biedt veel informatie op een duidelijk geordende manier en stelt u in staat
om in een oogopslag alle instellingen van het frontpaneel te overzien.
Bij oudere Roland instrumenten moest u vaak het display en de indicators op de knoppen bekijken om te weten
welke functie er precies geselecteerd was. Het nieuwe display bundelt al deze informatie op één plaats. Bovendien
worden de meeste instellingen aangeduid door middel van intuïtieve iconen en symbolen. Op die manier grijpt u
zelden naast de gewenste functie en kunt u zich beter op uw muziek concentreren.
5.1 Informatie in het display
Het display van de E-68 is onderverdeeld in verschillende secties. De meeste daarvan duiden aan of
u bepaalde knoppen al dan niet hebt ingedrukt, terwijl andere de waarde aangeven die u voor een
bepaalde functie hebt ingesteld.
Opmerking: Iconen die niet in het display verschijnen betekenen meestal dat de betreffende functies zijn uitgeschakeld
of in de huidige context niet relevant zijn.
We gaan al die iconen in het display hier niet één
voor één onder de loep nemen. U komt ze nog wel
tegen als we de overeenkomstige functies bespreken.
1324
UPPER 1
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
UPPER 2
M.BASS
LOWER
M.DRUMS
PERFORMANCE
ONE TOUCH
A¡£
MIDI
ALL
3
TONE VARIATION
EnglHorn
™
TEMPO
TRANSPOSE
OCTAVE
¡™º
56 7 89
MEASURE
±¡
™£
º
REPEAT
REVERB
CHORUS
MEMORY
1 Performance/One Touch geheugen
Hier wordt het nummer van het geselecteerde Performance of One Touch geheugen afgebeeld. Van
dit soort geheugens kan er nooit meer dan één tegelijk actief zijn.
2 Tone/Part/Style nummer
Afhankelijk van de mode waarin u zich bevindt
(Standaard E-68 mode of GM/GS mode) wordt in
dit veld het nummer van de Tone, Style of Part afgebeeld. De Tone waarvan het nummer en de naam
worden afgebeeld is op dat moment toegewezen aan
de huidig geselecteerde Realtime Part (waarvan de
naam in de linker bovenhoek wordt afgebeeld). In
de Parameter mode (zie blz. 43) wordt in dit veld de
waarde van de huidig geselecteerde parameter afgebeeld (zie (4)).
In dit veld wordt het nummer afgebeeld van de Tone
Variation of het Drum Pattern die/dat u hebt geselecteerd. In de Parameter mode beeldt dit veld de
tientallen achter de komma af. Dat is onder andere
het geval voor de Master Tune parameter.
4 Naam van Tone/Style/Part/parameter
In dit veld wordt de naam afgebeeld van de Tone,
Style, Recorder Part of parameter die u hebt geselecteerd.
5 Tempo veld
In dit veld wordt het tempo afgebeeld voor de weergave van de Style of Recorder. De punten naast de
tempowaarde knipperen in de maat van het geselecteerde tempo. Als u de weergave van een Style,
Recorder of demosong stopt knippert enkel het eerste punt.
6 Transpose veld
In dit veld wordt het gekozen transpositie-interval
afgebeeld. U kunt enkel Realtime parts (uitgezonderd de Manual Drums part) transponeren.
7 Octave veld
In dit veld wordt de octaafligging afgebeeld die u
hebt gekozen voor de Realtime part waarvan de
naam in de linker bovenhoek wordt afgebeeld
(Upper1, Upper2, Lower of M.Bass; de M.Drums
part kunt u niet verschuiven).
8 Measure veld
In dit veld wordt het nummer van de maat afgebeeld
die de Recorder op dat moment weergeeft. Dat lukt
enkel in de GM/GS mode – dus wanneer u de
Recorder gebruikt.
9 Chord Symbol venster
In dit venster wordt de naam afgebeeld van het laatste akkoord dat u links van het splitpunt (in ARRNG
SPLIT of LOWER SPLIT mode) hebt gespeeld.
Met de afgebeelde informatie kan bijvoorbeeld de
gitarist in uw groep zijn voordeel doen.
12
Tip: Dit display kan ook nuttige diensten bewijzen als u tij-
dens het improviseren plots een reeks akkoorden vindt
waarvan u een song wilt maken.
Opmerking: Houd er rekening mee dat de afbeeldingen niet
altijd alle waarden bevatten.
5.2 Function/Exit
Door één of meerdere keren op de [FUNCTION/
EXIT] knop te drukken kunt u soms verschillende
modes kiezen (Tone, Style, Song, Parameter en
MIDI).
Bediening, Function/Exit
13
E-68
6
Handleiding
Realtime Parts
6.1 Wat zijn Parts?
De E-68 is een multitimbraal instrument. Dit houdt
in dat het verschillende klanken (timbres) tegelijk
kan weergeven. Het instrument bestaat in feite uit
twee delen:
Realtime gedeelte
Hiermee bedoelen we de Parts die u zelf kunt spelen. Een Part kunt u zien als een combinatie van een
partij en een klank, die voor een bepaald doel (bijvoorbeeld melodie, solo, enz.) zijn bestemd. Op de
E-68 gaat het om de volgende Parts:
Upper 1 (+2)
u de akkoorden in de linkerhand met een andere
klank als de Upper Part(s) wilt spelen.
Manual Bass: Zoals de naam reeds aangeeft is deze
Part bedoeld om baslijnen te spelen. Kies deze Part
als u het baswerk niet aan de Arranger wilt overlaten.
Manual Drums: Deze Part wijkt af van de overige
Realtime Parts in die zin dat u voor deze Part enkel
Drum Sets kunt selecteren. Deze Part moet u kiezen
als u zin hebt om op het klavier te “drummen”.
Voor elk van de hier besproken Parts kan uw E-68
een andere klank (Tone) laten horen. Voor de
M.Drums Part kunnen dat enkel Drum Sets zijn, terwijl het voor de overige Parts (Upper1, Upper2,
Lower, M.Bass) alles behalve Drum Sets kunnen
zijn.
Arranger gedeelte
In dit gedeelte zijn de Parts ondergebracht die de
E-68 zelf speelt (zie blz. 21).
Lower/
Manual Bass/
Lower + Manual Bass
Manual Drums
Upper 1/
Upper 1 + Upper 2
Upper1: Er is in feite weinig verschil tussen Upper1
en Upper2. Upper1 dient in principe om een melodie of solo te spelen.
Upper2: De klank van deze Part kunt u toevoegen
aan Upper1, zodat u melodieën/solo’s met gestapelde klanken kunt spelen. Daarnaast kunt u deze Part
ook door de Arranger laten sturen. Die verzint dan
een tweede stem bij de melodie die u speelt (we
spreken dan van Melody Intelligence).
Lower: Deze Part dient om in de linkerhand
akkoorden te spelen. Een typische toepassing is om
hiermee een strijkerstapijt te leggen onder de melodie die u met de rechterhand speelt. Het spreekt vanzelf dat u de Lower Part enkel hoeft te activeren als
6.2 Realtime Parts selecteren
UPPER 1
STYLE
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
TONE
SONG
MIDI
DRUMS
ALL
ACCONMAN
3
ON
BASS
ACCONMAN
ON
A ¡ ¡
TEMPO
¡™§
1
ON
ACCOMP
TONE VARIATION
2
ON
TRANSPOSE
LWR
ON3ON
Piano 1
OCTAVE
º
º
UPPER
2
1
REVERB
CHORUS
MEMORY
ON
ON
Als u de E-68 inschakelt, wordt automatisch de
Upper1 Part gekozen en toegewezen aan het volledige klavier. Verder wordt voor deze Part automatisch de Tone “A11 Piano 1” geselecteerd.
Het UPPER1 veld verschijnt in de linker bovenhoek
van het display, terwijl rechts in het display “WHOLE UPPER” wordt voorafgegaan door een pijltje.
U kunt de Upper1 Part eventueel uitschakelen door
tegelijk op de twee Balance UPPER ▲ ▼ knoppen
te drukken. U hoort dan geen geluid meer voor die
Part.
KBD VELO
UP2 LAYER
UP2 MEL INT
CHORD INT
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
CHORD
WHOLE M.DRUMS
LOAD
SAVE
DELETE
DISK COPY
FORMAT
14
Realtime Parts, Realtime Parts selecteren
Upper2 stapelen
Laten we de Upper2 Part nu selecteren:
1 Druk op Keyboard [UP2 LAYER] om de Upper2
Part te activeren.
Naast UP2 LAYER in het display verschijnt nu de
Layer icoon (Layer betekent stapel).
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
UPPER 1
A ¡ ¡
DRUMS
ACCONMAN
ON
BASS
ACCONMAN
ON
TEMPO
¡™§
MIDI
ALL
3
TRANSPOSE
ACCOMP
2
LWR
1
ON
ON3ON
ON
Piano 1
OCTAVE
º
º
UPPER
2
1
REVERB
CHORUS
MEMORY
ON
ON
KBD VELO
UP2 LAYER
UP2 MEL INT
CHORD INT
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
CHORD
WHOLE M.DRUMS
LOAD
SAVE
DELETE
DISK COPY
FORMAT
Lower, M.Bass en M.Drums Parts
spelen
Met de [KBD MODE] kiest u welke Realtime Parts
u wilt spelen. Zo kunt u in de Lower Split mode de
Lower en/of M.Bass Parts spelen.
2 Arrang Split
ArrangerUpper 1/
Upper 1 + Upper 2
In de ARRANG SPLIT mode wordt het klavier in
twee delen verdeeld. Het punt waar het ene deel in
het andere overgaat noemen we het splitpunt. Met
de toetsen rechts van het splitpunt kunt u de Upper1
(en Upper2) Part bespelen, terwijl u met de linkerhand de Arranger kunt aansturen (zie “Spelen met
begeleiding - Arranger” op blz. 21).
3 Lower Split
Lower/
Manual Bass/
Lower + Manual Bass
Upper 1/
Upper 1 + Upper 2
Deze mode moet u kiezen als u rechts de melodie
wilt spelen en daar in de linkerhand akkoorden of
baslijnen met een andere klank aan wilt toevoegen.
Als u in deze mode op [START/STOP] drukt hoort
u enkel de drum- en percussiepartijen (ACC
DRUMS) van de Arranger. Deze laatste fungeert in
dit geval dus als drummachine.
In deze mode kunt u ook gebruik maken van de
SYNCHRO [START] (zie blz. 24), DRUM PATTERN [1]~[4] (zie blz. 26), UP2 Intelligent (zie
blz. 27) en Chord Memory (zie blz. 23) functie.
Opmerking: De Manual Bass part is monofoon en geeft
normaal de grondnoot weer van het akkoord dat u speelt.
Drukt u echter op de [BASS INVERSION] knop, dan geeft
deze Part de laagste noot weer die u aanslaat (wat niet noodzakelijk de grondnoot van het akkoord is).
4 Whole M.Drums
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
WHOLE M.DRUMS
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
WHOLE M.DRUMS
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
WHOLE M.DRUMS
Keyboard Mode
1 Whole Upper
Upper 1 (+2)
Druk op de [KDB MODE] knop tot het pijltje naast
WHOLE UPPER staat. U kunt nu de Upper1 en
Upper2 Parts over het volledige klavier spelen.
Als u in deze mode op [START/STOP] drukt hoort
u enkel de drum- en percussiepartijen (ACC
DRUMS) van de Arranger. Deze laatste fungeert in
dit geval dus als drummachine.
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
WHOLE M.DRUMS
Manual Drums
In de WHOLE M.DRUMS mode zit onder iedere
klaviertoets van de E-68 een andere drum- of percussieklank. Dat maakt dit de aangewezen keuze
om mee te drummen met een song uit de Recorder.
15
E-68
Snare Roll
Finger Snap
High Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Standard 1 Kick 2
Standard 1 Kick 1
Side Stick
Standard 1 Snare 1
Hand Clap
Standard 1 Snare 2
Low Tom2 *
Closed Hi-hat1 [EXC1]
Low Tom1 *
Pedal Hi-hat [EXC1]
Mid Tom2 *
Open Hi-hat1 [EXC1]
Mid Tom1 *
High Tom2 *
Crash Cymbal1
High Tom1 *
Ride Cymbal1
Chinese Cymbal
Ride Bell
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
27
2829313335
303234
39
4041434547
424446
36
38
37
51
525355
54
56
48
50
49
C2
C3
26
25
Handleiding
Splitpunten
Lower + Manual Bass
/
Arranger
SPLIT
We komen nog even terug op de twee “Split” modes
van daarnet (Arrang Split en Lower Split). U kunt
voor elk van deze modes zelf het splitpunt bepalen
(ArrSplit en LwrSplit). Dat gaat als volgt:
1 Druk op de [FUNCTION/EXIT] knop om naar de
Parameter mode te gaan.
2 Kies met de TRANSP/DATA [+]/[–] knoppen of u
ArrSplit of LwrSplit wilt instellen.
De relevante vensters in het display zien er nu uit
zoals op de afbeelding.
Druk op de [KBD MODE] knop om de WHOLE
M.DRUMS mode te kiezen. Over het klavier verdeeld kunt u nu een reeks drum- en percussieklanken spelen (zo’n verzameling klanken noemen we
een Drum Set). Zolang u in de WHOLE M.DRUMS
mode werkt, blijven de overige Realtime Parts
(Upper1, Upper2, Lower en M.Bass) onbeschikbaar. Ook de Arranger blijft werkloos.
In tegenstelling tot de overige Realtime Parts zit er
bij de M.Drums Part onder iedere toets een andere
klank. Drukt u bijvoorbeeld op C2 (de uiterst linkse
C), dan hoort u een basdrum. Drukt u op D2, (de D
rechts van C2) dan hoort u een snare, enzovoort (zie
afbeelding). Melodieën spelen is er in de WHOLE
M.DRUMS mode dus niet bij.
KBD VELO
UP2 LAYER
UP2 MEL INT
CHORD INT
WHOLE UPPER
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
CHORD
WHOLE M.DRUMS
LOAD
SAVE
DELETE
DISK COPY
FORMAT
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
PARAMETER
VALUE
^§º
DRUMS
ACCONMAN
ON
BASS
ACCONMAN
ON
TEMPO
¡™º
MIDI
ALL
3
ArrSplit
TRANSPOSE
OCTAVE
º
ACCOMP
UPPER
2
LWR
1
1
ON
ON3ON
ON
ON
º
2
REVERB
CHORUS
MEMORY
ON
Het instelbereik gaat van 48 (C3)~84 (C4). De standaardinstelling is 60 (C4).
Als u nu nogmaals op TRANSP/DATA [+] drukt
kunt u met de OCTAVE/VALUE [+]/[–] knoppen
het splitpunt van de Lower Split mode instellen.
4 Druk op [FUNCTION/EXIT] tot u zich opnieuw in
de Tone mode bevindt (deze wordt aangeduid
door een “√” symbool).
Opmerking: Bent u tevreden met de ingestelde splitpunten,
sla ze dan op in een Performance geheugen (zie blz. 29).
6.4 Tones kiezen voor de
Realtime Parts
De E-68 heeft 241 Tones aan boord, die volgens de
onderstaande hiërarchie zijn gerangschikt:
Groepen (A, b): Dit is de hoogste trap in de hiërarchie. Iedere groep bevat elk van de volgende trappen.
Banken (1~8): Banken zijn “instrumentfamilies”
(zoals Piano, Chromatic Percussion, Organ, Guitar,
enz.). Individuele instrumenten binnen een bank
kiest u met de volgende onderverdelingen.
16
Realtime Parts, Tones kiezen voor de Realtime Parts
Nummers (1~8): Dit zijn de individuele instrumenten binnen een bepaalde familie (bijvoorbeeld:
Organ 1, Organ 2, enz. in de Organ bank).
Variaties (1~…): Dit zijn klanken die verwant zijn
met een bepaald instrument uit een bepaalde familie
(bijvoorbeeld: “gedempte trompet” is een variatie
van het instrument “trompet” uit de groep “koperblazers”. Let wel: Variaties zijn enkel beschikbaar
voor Tones die vergezeld gaan van een “®”.
Tones kiezen
Volg de onderstaande werkwijze om een Tone te
kiezen voor een Realtime Part:
1 Druk op de [TONE] knop.
Laten we als voorbeeld Tone b32 (Saw Wave) voor
de Upper1 Part kiezen.
2 Druk op [PART SELECT] om de Part te kiezen
waaraan u een Tone wilt toewijzen.
De naam van de geselecteerde Part verschijnt in de
linker bovenhoek van het display. Druk nogmaals
op [PART SELECT] als u een andere Part wilt kiezen (kies voor ons voorbeeld Upper1).
3 Druk op de [GROUP A/b] knop om groep A of b
te kiezen.
Opmerking: Zodra u op de [GROUP A/b] knop drukt kiest
de E-68 de Tone met hetzelfde nummer als de laatste Tone
die u in de vorige groep had gekozen. Bijvoorbeeld: u hebt op
dit moment Tone A12 geselecteerd. Drukt u nu op [GROUP
A/b], dan komt u automatisch bij Tone b12 terecht. Maar
misschien wilde u rechtstreeks naar een andere Tone in die
groep gaan. Die kunt u nu nog wel kiezen, maar het wordt
dan wel een beetje slordig, aangezien die “ongewenste” Tone
er nog tussenzit. Om Tones te kiezen tijdens het spelen is
deze werkwijze daarom niet aan te raden. U kunt beter de
Tone die u op een bepaald punt nodig hebt in een Performance geheugen (zie blz. 29) schrijven en tijdens het spelen dit
geheugen kiezen.
Voorgeprogrammeerde Tones/Drum Set in de
Arranger (E-68) mode:
Upper 1:A11 Piano 1
Upper 2:A15 Detune EP1
Lower:A72 Slow Strings
MDR:1 Standard
Opmerking: U kunt gelijk welke Tone kiezen voor de Realtime Parts (Upper1, Upper2 en Lower). Dat geldt ook voor de
M.Bass Part, maar bedenk wel dat deze monofoon is.
Opmerking: Om een andere bank binnen dezelfde groep te
kiezen volstaat het dat u een cijferknop indrukt (gevolgd door
door dezelfde of een andere cijferknop om de gewenste Tone
binnen die bank te kiezen). De [GROUP A/b] knop hoeft u
enkel in te drukken als u naar een andere groep wilt gaan.
Variaties kiezen
Voor heel wat Tones in de E-68 zijn er nog een
reeks verwante alternatieven beschikbaar. We noemen dit Variaties. Variaties kunt u kiezen voor
Tones die in de lijst boven het display worden voorafgegaan door een “®”. U wilt waarschijnlijk wel
eens weten hoe die Variaties klinken, laten we daarom een Variatie kiezen voor de Saw Tone (b32).
1 Als u niet weet welke Variatie u moet kiezen.
1x, 2x, 3x…
Druk op de [VARIATION] knop om eerste Variatie
te kiezen. Druk nogmaals om de volgende te kiezen,
enz.
17
E-68
Handleiding
In het display verschijnt het TONE VARIATION
veld, vergezeld van een klein nummer. Dat nummer
geeft aan welke Variatie u hebt geselecteerd.
2 U weet exact welke Variatie u wilt hebben.
+
Houd [VARIATION] ingedrukt en druk op de
TONE/STYLE cijferknop die overeenkomt met de
gewenste Variatie.
UPPER 1
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
MIDI
DRUMS
ALL
ACCONMAN
3
ON
BASS
ACCONMAN
ON
TONE VARIATION
DoctSolo
™
TEMPO
TRANSPOSE
¡™§
ACCOMP
1
ON
OCTAVE
º
º
UPPER
2
ON
ON3ON
2
LWR
1
REVERB
CHORUS
MEMORY
ON
ON
3 Om terug te keren naar de “hoofd”-Tone houdt
u [VARIATION] ingedrukt en drukt u op de cijferknop van de geselecteerde Variatie.
Opmerking: Aan het einde van deze handleiding vindt u
een overzicht van alle 241 klanken en Drum Sets.
Opmerking: Het aantal Variaties per Tone is niet steeds
gelijk. Het kunnen er maximaal 8 zijn, maar in een aantal
gevallen is het er maar 1 of zelfs geen.
Opmerking: De Tone en Variatie die u voor een Realtime
Part kiest kunt u opslaan in een Performance geheugen. Het
voordeel hiervan is dat u tijdens het spelen enkel het betreffende geheugen hoeft te kiezen om de gewenste klanken, alsook tal van andere parameterinstellingen op te roepen.
Opmerking: De Tones en Drum Set die u kiest kunt u
(samen met nog heel wat andere instellingen) opslaan in een
Performance geheugen (zie blz. 29). Dat kunt u best doen
nadat u voor alle Parts een Tone/Drum Set hebt gekozen.
6.5 Speelhulpen
Uw E-68 is voorzien van een hele reeks speelhulpen
en functies die wat meer leven kunnen brengen in
hetgeen u op het klavier speelt.
Om Tones te kiezen voor de overige Realtime Parts
(Upper2, Lower, M.Bass) moet u eerst met de
[PART SELECT] knop de gewenste Part kiezen en
vervolgens terugkeren naar stap (3) op blz. 17.
Hoort u de gewenste Part niet wanneer u op het klavier speelt, zie dan “Realtime Parts selecteren” op
blz. 14.
UPPER 2
LOWER
M.DRUMS
Opmerking: Onder “Effecten” op blz. 42 leest u hoe u de
geselecteerde Tones van effecten kunt voorzien.
M.BASS
18
Pitch Bend en Modulatie
Modulation
Pitch Bend –Pitch Bend +
BENDER
Beweeg de BENDER/MODULATIE hendel naar
rechts om de toonhoogte van de noten die u speelt
omhoog te buigen, of naar links om deze toonhoogte omlaag te buigen. Laat de hendel los om terug te
keren naar de standaardtoonhoogte.
Realtime Parts, Speelhulpen
Druk de hendel van u weg om de noten die u speelt
van vibrato te voorzien. Laat de hendel weer los
zodra u wilt dat de vibrato ophoudt.
Opmerking: Het Pitch Bend bereik (het toonhoogte-interval dat u hoort wanneer u de hendel helemaal naar links of
naar rechts buigt) bedraagt op dit moment 2 halve tonen. U
kunt dit aanpassen, (zie “PB Range (Pitch Bend bereik)” op
blz. 44).
Opmerking: Pitch Bend, Modulatie en Sustain commando’s gelden enkel voor de Upper1 en Upper2 Parts (voor
zover deze actief zijn). Behalve in de WHOLE M.DRUMS
mode, daarin wordt enkel de Manual Drums Part beïnvloed
door deze commando’s.
Transpose en Octave Up/Down
Transpose (-11~11)
De Transpose functie laat toe om uw muziek in
gelijk welke toonaard spelen, zonder dat u daarbij
een andere vingerzetting moet gebruiken. Op die
manier kunt u een nummer dat in een moeilijke
toonaard (eentje met veel kruisen of mollen) staat
transponeren naar een toonaard die gemakkelijker
te spelen is, of u kunt een toonaard kiezen die beter
past bij het stembereik van de zanger(es) waarmee
u werkt.
Opmerking: De Transpose parameter werkt op alle Parts,
behalve de MDR (Manual Drums) en ADR (Accompaniment
Drums) Parts.
1 Druk op TRANSP/DATA [+] om het klavier hoger
te transponeren.
2 Druk op TRANSP/DATA [–] om het klavier omlaag
te transponeren.
Bij iedere druk op één van deze knoppen gaat u een
halve toon naar omhoog/omlaag. Wilt u bijvoorbeeld naar de toonaard G transponeren, druk dan
zeven keer op TRANSP/DATA [+] (of vijf keer op
TRANSP/DATA [–]).
UPPER 1
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
MIDI
DRUMS
ALL
ACCONMAN
3
ON
BASS
ACCONMAN
ON
TONE VARIATION
DoctSolo
™
TEMPO
TRANSPOSE
¡™§
ACCOMP
1
ON
OCTAVE
¶
º
UPPER
2
ON
ON3ON
2
LWR
1
REVERB
CHORUS
MEMORY
ON
ON
Het Transpose interval dat u kiest wordt afgebeeld
in het display.
Opmerking: De E-68 heeft ook nog een parameter aan
boord waarmee u kunt bepalen wat er allemaal wordt getransponeerd. Zie TrpMode (Transpose Mode) op blz. 44
Opmerking: De MDR en ADR Parts worden nooit getransponeerd. Dat heeft ook geen zin, want het zou alleen maar tot
gevolg hebben dat u plots andere toetsen moet indrukken om
bepaalde percussieklanken te spelen.
Tip: U kunt de instelling van deze parameter opslaan in een
Performance geheugen (zie blz. 29).
Octave Up/Down (-1~1)
Met deze parameter kunt u de octaafligging van een
Realtime Part wijzigen. Eerst moet u met de [PART
SELECT] knop kiezen voor welke Realtime Part u
dat wilt doen (de naam van die Part verschijnt dan
linksboven in het display).
Wilt u bijvoorbeeld de Lower Part één octaaf naar
omlaag transponeren, druk dan op [PART
SELECT] (zodat het LOWER veld in beeld komt)
en vervolgens op de OCTAVE/VALUE [–] knop.
Om een andere Realtime Part dezelfde octaafligging te geven volstaat het dat u met de [PART
SELECT] knop die Part kiest. Met andere woorden:
de laatst ingestelde octaafwaarde wordt behouden
wanneer u naar een andere Part gaat.
1 Kies met de [PART SELECT] knop de Realtime
Part waarvoor u de octaafligging wilt wijzigen.
2 Kies met de OCTAVE/VALUE [+]/[–] knoppen het
aantal octaven waarmee u de geselecteerde Part
naar omhoog (+) of omlaag (–) wilt verschuiven.
UPPER 1
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
ACC / 1
MAN / 2
MIDI
DRUMS
ALL
ACCONMAN
3
ON
BASS
ACCONMAN
ON
TONE VARIATION
DoctSolo
™
TEMPO
TRANSPOSE
¡™§
ACCOMP
1
ON
OCTAVE
º
¡
UPPER
2
ON
ON3ON
2
LWR
1
REVERB
CHORUS
MEMORY
ON
ON
Opmerking: De octaafligging van de M.Drums Part kunt u
niet instellen.
3 U kunt opnieuw de originele octaafligging van
een Part kiezen door de OCTAVE/VALUE [+]/[–]
knoppen tegelijk in te drukken.
Opmerking: Het ingestelde octaaf blijft geselecteerd als u
een andere Tone aan de betreffende Realtime Part toewijst.
Wilt u niet dat die nieuwe Tone de octaafligging van zijn
voorganger overneemt, dan moet u Octave Shift uitschakelen
(wat we net in stap (3) hebben gedaan).
Tip: U kunt de instelling van deze parameter opslaan in een
Na het inschakelen van uw E-68 is het klavier aanslaggevoelig. Dat merkt u meteen als u een paar
noten afwisselend zacht en hard aanslaat. Voor
bepaalde klanken (zoals orgel) stelt u die aanslaggevoeligheid misschien helemaal niet op prijs. U kunt
ze dan uitschakelen door op de [VELOCITY] knop
te drukken. Het icoon naast KBD VELO verdwijnt
dan, om aan te geven dat alle noten vanaf nu met de
maximale velocitywaarde (maximale aanslagsterkte) worden weergegeven.
Deze functie staat wat vreemd binnen dit rijtje, want
u zult ze zelden tijdens het spelen gebruiken. Ze is
bedoeld om de toonhoogte van de E-68 af te stemmen op akoestische instrumenten.
1 Druk op [FUNCTION/EXIT] tot het pijltje links van
het display naast PARAMETER staat.
De PARAMETER en VALUE pijltjes verschijnen
nu tussen de waarde (440.0) en de parameternaam,
om aan te geven dat u nu parameters kunt selecteren
en hun waarden kunt instellen.
2 Kies met de TRANSP/DATA [+]/[–] knoppen de
MstrTune functie.
3 Stem met de OCTAVE/VALUE [+]/[–] knoppen uw
E-68 op de toonhoogte van het akoestische
instrument.
Druk op [+] als uw E-68 te laag gestemd staat ten
opzichte van het andere instrument. Druk op [–] als
uw E-68 te hoog staat.
De afgebeelde waarde staat voor de toonhoogte van
de noot A4.
Opmerking: U kunt de Master Tune waarde, samen met
andere instellingen, opslaan in een Performance geheugen.
Dat stelt u in staat een aantal stemmingen voor moeilijk te
stemmen instrumenten (bijvoorbeeld blokfluit of hobo) binnen handbereik te hebben.
4 Druk tegelijk op de twee OCTAVE/VALUE [+]/[–]
knoppen als u opnieuw de standaardinstelling
wilt kiezen (A=440.0 Hz).
5 Druk op [FUNCTION/EXIT] om terug te keren
naar de TONE mode.
DP-2/DP-6
Met een (los verkrijgbaar) DP-2 of DP-6 pedaal dat
u op de SUSTAIN FOOTSWITCH ingang op het
achterpaneel van de E-68 aansluit kunt u de noten
die op het klavier speelt laten doorklinken, zoals u
dat met het demperpedaal van een echte piano doet.
Opmerking: Pitch Bend, Modulatie en Sustain commando’s gelden enkel voor de Upper1 en Upper2 Parts (voor
zover deze actief zijn). Behalve in de WHOLE M.DRUMS
mode : daar wordt enkel de Manual Drums Part beïnvloed
door deze commando’s.
20
Opmerking: Naast de “normale” gelijkzwevende stemming
biedt uw E-68 ook nog een aantal afwijkende stemmingen
(zie “Scale Tune (Scale C~Scale B)” op blz. 45).
Spelen met begeleiding - Arranger, Arranger en Music Styles
Spelen met begeleiding -
7
Arranger
Voor we u laten zien hoe u Music Styles kunt selecteren gaan we eerst even kijken hoe deze zijn georganiseerd.
7.1 Arranger en Music Styles
U kunt de Arranger met zijn Music Styles best beschouwen als uw begeleidingsorkest. Zoals uit de onderstaande
afbeelding blijkt is dit niet zo’n boude bewering als u misschien denkt, aangezien uw E-68 voor iedere begeleiding
verschillende “variaties” (die we divisies noemen) kan weergeven. U hoeft enkel te kiezen welke muziekstijl u wilt
spelen: salsa, rhumba, pop-rock, of big band?
U bent de orkestleider, en als dusdanig moet u natuurlijk aan de leden van uw orkest vertellen wat ze moeten spelen,
hiermee bedoelen we dingen als: hoeveel maten telt de song, hoe moet de melodie en/of solo worden begeleid.
Fill-In
Original
Intro
Variation
Original
Intro
Variation
To Original
Fill-InEnding
Fill-In
To Variation
Fill-In
To Original
Fill-InEnding
Fill-In
To Variation
Elk wit vierkantje in de bovenstaande illustratie noemen we een divisie. Dat woord is niet zo belangrijk, maar het
helpt u begrijpen hoe u uw eigen Styles kunt programmeren. Een divisie is één versie van de geselecteerde begeleiding (of Music Style). Zoals u merkt zijn er twee hoofdmodes: Basic en Advanced, die elk bestaan uit twee divisies die we Original en Variation noemen.
Zoals u uit de naam kunt afleiden, is Basic de “normale” begeleiding, waarin enkel de basisingrediënten van een
professionele begeleiding aanwezig zijn. Op het Advanced niveau krijgt u een andere versie (of een verdere uitwerking van de basisversie) van de geselecteerde Music Style te horen. Op beide niveaus (Basic en Advanced) kunt
u kiezen tussen de Original begeleiding of een alternatief (dat we Variation noemen).Deze laatste voegt één of
twee partijen aan de begeleiding toe, bijvoorbeeld harde blazers in plaats van gedempte blazers.
21
Loading...
+ 49 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.