Handleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS DB-90 METRONOOM Dr. Beat.
Lees voor gebruik van dit apparaat de paragrafen met de volgende titels zorgvuldig: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (losse bijlage vel). Deze
paragrafen geven belangrijke informatie met betrekking tot de juiste bediening van het apparaat. Daarnaast dient u deze handleiding in zijn geheel te lezen om er zeker van te zijn, dat u van elke
afzonderlijke functie die dit nieuwe apparaat biedt een helder beeld heeft gekregen. U dient de handleiding te bewaren en als handige referentie bij de hand te houden.
Bij levering is de batterij van de DB-90 nog niet geplaatst. Lees “De batterij vervangen” en volg vervolgens de instructies om de batterij te plaatsen.
Auteursrecht © 2005 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Zonder schriftelijke toestemming van BOSS mag geen enkel deel van deze publicatie in welke vorm dan ook
worden gereproduceerd.
❍
Belangrijkste eigenschappen
❍
Groot, van achteren belicht LCD panel, gemakkelijk-te-volgen en zeer goed zichtbare
pendulum-stijl tempo indicator
❍
PCM telgeluiden plus interne drumgeluiden
Naast PCM telgeluiden van een hoge kwaliteit biedt het apparaat tevens menselijke stem en
drumgeluiden als metronoomgeluiden.
❍
Nootmixfunctie
De vier verschillende ritmes (kwartnoot, achtste noot, zestiende noot en triool) en het accentvolume zijn volledig aanpasbaar, zodat u op snelle een eenvoudige wijze originele ritmische stijlen
kunt maken.
❍
Loop play
U kunt opgeslagen metronoominstellingen in voorgeprogrammeerde sequensen opvragen, en ze
een bepaald aantal keren laten afspelen. Hiermee heeft u de vrijheid om met gebruik van diverse
ritmecombinaties evenals onregelmatige ritmes te oefenen.
❍
Versterkersimulator
De DB-90 is uitgerust met een input jack, zodat u uw gitaar of basgitaar direct op het apparaat
aan kunt sluiten en met behulp van de metronoom ritmische trainingen kunt doen. Bovendien
biedt het apparaat een versterkersimulatiefunctie, waarmee u de DB-90 als eenvoudige monitorversterker kunt gebruiken.
❍
Inclusief Rhythm Coach functie, perfect voor geïndividualiseerd oefenen
De DB-90 heeft een Rhythm Coach functie, die een effectieve ritmische training biedt, waarbij van
trigger pads en de interne microfoon van de DB-90 gebruik wordt gemaakt.
Count In functie
U kunt de metronoom zo instellen, dat hij voordat de metronoomtelling zelf start een aftelling
geeft.
❍
Referentietoon functie
De DB-90 bevat een functi,e die chromatisch geluiden genereert, en die tonen binnen een bereik
van vijf octaven (C2-B6) voortbrengt.
❍
Memory functie
Het geheugen kan 50 verschillende metronoominstellingen en tien referentietooninstellingen
opslaan.
❍
START/STOP aansluiting
U kunt op de START/STOP aansluiting een FS-5U (of FS-6) pedaal inpluggen en met het pedaal
de start en stopbediening uitvoeren.
❍
MEMORY OMHOOG/OMLAAG jack
Op de MEMORY OMHOOG/OMLAAG jack kan een FS-5U (of FS-6) pedaal worden aangesloten, en deze kan vervolgens worden gebruikt om door het geheugen heen omhoog en laag te
bewegen en een keuze te maken.
❍
MIDI IN aansluiting
U kunt op de MIDI IN aansluiting een extern MIDI apparaat aansluiten, het tempo van het
externe apparaat weergeven en met uw apparaat synchroniseren, daarna het externe apparaat
gebruiken om de metronoom te starten en te stoppen.
■ Drukconventies in deze handleiding
Tekst of cijfers die tussen vierkante haken [ ] staan duiden knoppen aan; d.w.z. [TAP]… TAP
knop
Paneelomschrijvingen
20 19
11
10
12
13
9
14
15
1. [POWER] Schakelt de stroomtoevoer in en uit.
* Zorg dat u het volumeniveau omlaag heeft gedraaid, alvorens u de stroomtoevoer inschakelt. Zelfs als
het volume helemaal omlaag staat, kan het zijn dat u als bij het inschakelen van de stroomtoevoer een
geluid hoort. Dit is echter normaal en duidt niet op een storing.
7
8
6
[LIGHT] Schakelt de achtergrond belichting in en uit.
[MUTE] Maakt het geluid dat wordt afgespeeld onhoorbaar.
*De Mute status wordt niet in het geheugen opgeslagen.
[WRITE] Wordt gebruikt om instellingen in het geheugen op te slaan.
[MEMORY] Selecteert het geheugennummer.
[MIDI] Zet het apparaat in de MIDI functie.
2.
TEMPO/VALUE draaischijf Wijzigt het tempo en de instellingswaarden.
3.
IC
U kunt ritmes oefenen, terwijl u de DB-90 zo heeft ingesteld dat hij op het geluid van drums,
oefenpads en microfooninvoeren reageert. Dit kunt u in de Coach functie doen.
4. [START/STOP]
Start en stopt de metronoom, Loop Play, referentietoon en Rhythm Coach.
5.
[TAP]
Stelt het metronoomtempo in.
* In de Loop Play functie, Referentietoonfunctie en MIDI functie wordt deze instelling genegeerd.
6. [TEMPO] Wijzigt het tempo.
[LOOP] Zet het apparaat in de Loop Play functie.
[TUNE] Zet het apparaat in de Referentietoonfunctie. Wijzigt de nootnaam.
[COACH] Zet het apparaat in de Coach functie.
1
2
3
45
Druk op de knop om tussen de vier oefenfuncties te wisselen.
[BEAT/PATTERN] Wisselt tussen metronoom Beat (maat) en Pattern (patroon).
[VOICE] Deze wijzigt de toon, die voor de geselceteerde maat wordt gebruikt.
Hiermee wijzigt u de toon niet als u patronen heeft geselecteerd.
[PITCH] Zet het apparaat in de Referentietoonfunctie. Wijzigt de referentietoon.
[TRIG/GUIDE] Zet het apparaat in de Coach functie.
Bepaal hier de pad gevoeligheid en moeilijkheidsgraad instellingen van de timingcontrolefunctie.
Rhythm Level schuiven
7.
Passen het volume van het accent op de eerste maatslag en het volume van elk ritme aan.
8.
18
17
16
Master Volume schuif
Past het algemene volume aan.
* De master volume instelling wordt niet in het geheugen opgeslagen.
9. Beeldvenster
Afhankelijk van de functie wordt de informatie in het beeldvenster gewijzigd.
10.
Tempo indicators
Lichten op in de maat van het tempo.
11.
MIDI IN aansluiting
Wordt gebruikt om op de MIDI OUT aansluiting van een MIDI sequencer aan te sluiten
12.
DC IN jack
Deze is om een adapter (PSA-serie) aan te sluiten.
13.
MEMORY ▲▼ jack (stereo jack)
Hier kunt u een voetschakelaar (zoals de optionele FS-5U of FS-6)
aansluiten.
U kunt een voetschakelaar gebruiken om in de geheugens omhoog
en omlaag te bewegen.
14.
START/STOP jack (mono jack)
Hier kunt u een voetschakelaar (de optionele FS-5U of FS-6) aansluiten.
U kunt een voetschakelaar gebruiken om de metronoom, Loop Play, referentienoot en Rhythm
Coach te starten en stoppen.
15.
PHONES jacks
Sluit hier de koptelefoon aan. U kunt gelijktijdig zowel de 1/4” koptelefoon als de stereo koptelefoon tulpstekker gebruiken.
16. INPUT jack (mono jack)
Sluit hier een elektrische gitaar of basgitaar aan.
* Als u aansluitkabels met weerstanden gebruikt, kan het zijn dat het volumeniveau van de apparatuur
die op deze ingang zijn aangesloten laag is. Gebruik in dit geval aansluitkabels, die geen weerstanden
hebben, zoals die uit de Roland PCS serie.
17. INPUT LEVEL volume
Bepaalt het volume van het apparaat dat op de ingang is aangesloten.
TRIG IN jack (mono jack)
18.
Sluit hier een trigger pad (zoals de optionele Roland PD-8 of V-Pad) op aan.
Uitsparing om een bekkenstandaard te bevestigen (M6)
19.
20. Beveiligingssleuf ( )
http://www.kensington.com/
Aansluitingen maken
Trigger Pad
(Roland PD-8, V-pad etc.)
Elektrische Gitaar of
Elektrische Basgitaar
(Omlaag) (Omhoog)
Voetschakelaar
(FS-6 x 1
of FS-5U x 2)
Stel de FS-5U polariteitschkelaar
in als in onderstaand figuur.
Adapter
(PSA-serie)
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Koptelefoon
MIDI Sequencer
1/4 koptelefoon jack
koptelefoon
tulpstekker
De metronoom gebruiken
■ Metronoomfunctie
1. Druk op [TEMPO].
De tempowaarde knippert een aantal keer.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om het
tempo in te stellen.
3. Druk op [BEAT/PATTERN].
“BEAT” of “PATTERN” knippert.
Als u “BEAT” selecteert, verschijnt het nooticoon in het beeldvenster.
Als u “PATTERN” selecteert, worden vervolgens KICK, SNARE en overige drumtoonnamen weergegeven.
4. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om het
“BEAT” of “PATTERN” nummer te selecteren.
“BEAT” is de instelling voor een losse kwartnoot maatslag (als u tijdens het selecteren van
de “BEAT” instelling op [VOICE] drukt, kunt
u één van de vier tonen selecteren).
Selecteer “PATTERN” om ritmes af te spelen
(“PATTERN” drumtonen en uitvoeringsgegevens staan vast).
* Bij sommige “PATTERN” types kan het zijn, dat u
drumgeluiden hoort waaraan geen geluid is
toegewezen.
5. Druk op [START/STOP] om de metronoom te
starten. Druk nogmaals op [START/STOP] om
de metronoom te stoppen.
■ De metronoomtoon wijzigen
U kunt uit vier verschillende tonen kiezen (alleen als u “BEAT” heeft geselecteerd).
1. Druk op [VOICE].
In de metronoomfunctie wordt automatisch
“BEAT” geselecteerd en begint “VOICE” te
knipperen.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om
de toon te selecteren.
1. Metronoomgeluid (herhaalbaar)
2. Elektronisch metronoomgeluid
3. Elektronisch klikgeluid
4. Menselijke stem
■ Het tempo instellen met behulp van Tap invoer
U kunt het tempo instellen door in de metronoomfunctie twee of meer keer op de [TAP] knop te
drukken;. Het tempo wordt op de timing waarmee u op de knop heeft getikt ingesteld. U kunt
het tempo binnen een bereik van {1/4} = 30-250 instellen.
Met behulp van tap invoer kunt u het tempo tevens in de Coach functie instellen.
■ Originele ritmische stijlen maken
In de metronoomfunctie kunt u de 5 schuiven onder het beeldvenster (ACCENT en , ,
, schuiven) gebruiken om de manier waarop de metronoom speelt te wijzigen.
Het volume voor het accent op de eerste maatslag en voor elk afzonderlijke ritme wordt op een
schaal van 5 niveaus aangeduid.
U kunt de gewijzigde instellingen in het geheugen opslaan. Zie de paragraaf “Het geheugen
gebruiken”.
* Als u instellingen van de inhoud in het geheugen wijzigt, wordt “EDIT” weergegeven.
■ Count-In functie
U kunt de metronoom zo instellen dat hij, alvorens de metronoomtelling zelf begint, een aftelling geeft. (Deze instelling is mogelijk in de metronoomfunctie, Loop Play functie, Coach functie
en MIDI functie).
BEAT venster
PATTERN venster
1. Druk gelijktijdig op [BEAT/PATTERN] en
[VOICE].
2. Druk op [START/STOP] om de metronoom te
starten.
De aftelling wordt het ingestelde aantal
keren afgespeeld en vervolgens begint de
uitvoering.
Druk nogmaals gelijktijdig op [BEAT/
PATTERN] en [VOICE] om de Count-in functie te annuleren.
* Als u de metronoom start, terwijl de count-in functie is ingesteld, beginnen uitvoeringen altijd met
een aftelling van tevoren.
* De eerstvolgende keer dat de DB-90 wordt aangezet, wordt de count-in functie geannuleerd.
* De count-in toon kan niet worden geselecteerd.
Het aantal keren dat de Count-In wordt afgespeeld wijzigen
Als u [BEAT/PATTERN] en [VOICE] gelijktijdig indrukt, wordt het count-in herhalingsaantal weergegeven.
Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om een
cijfer tussen 1-8 te selecteren.
■ Mute functie
U kunt geluiden tijdens het afspelen van een uitvoering tijdelijk onhoorbaar maken.
1. Druk op [MUTE].
In het beeldvenster verschijnt “MUTE”. Het
geluid, dat wordt afgespeeld, wordt onhoorbaar gemaakt.
2. Druk nogmaals op [MUTE].
Het geluid wordt weer afgespeeld en
“MUTE” verdwijnt uit het beeldvenster.
* De Mute status wordt niet in het geheugen opgeslagen.
■ Loop Play gebruiken (Loop Play functie)
U kunt ervoor zorgen dat metronoominstellingen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch achter elkaar worden afgespeeld. Het in verschillende geheugens opslaan van instellingen
met diverse tempi en ritmes en deze vervolgens afspelen met behulp van Loop Play is effectief
voor ritmetraining. U kunt dit tevens gebruiken om onregelmatige ritmes te oefenen.
1. Druk op [LOOP].
De DB-90 schakelt naar de Loop Play
functie.
In het beeldvenster verschijnt “LOOP”.
2. Druk op [START/STOP] om de Loop Play te
starten.
De DB-90 schakelt naar de Loop Play
functie.
In het beeldvenster verschijnt “LOOP”.
3. Druk op [START/STOP] om de Loop Play te starten.
Tijdens Loop Play geeft het cijfer in het midden van het beeldvenster aan hoeveel herhalingen er voor elk geheugen zijn. Het cijfer boven “COUNT” is het aantal keren, dat het
materiaal wordt herhaald.
Als u [MEMORY] heeft ingedrukt, knippert “MEMORY”. Nu kunt u met behulp van de
TEMPO/VALUE draaischijf het geheugennummer wijzigen.
Druk nogmaals op [MEMORY]; “MEMORY” licht continu op en de DB-90 keert naar Loop
Play terug.
4. Druk nogmaals op [START/STOP].
Loop Play wordt gestopt en de DB-90 komt in de Loop Play stand-by status.
Het aantal keren dat het afspelen van het geheugen wordt herhaald wijzigen
Als u, terwijl Loop Play in stand-by staat, de TEMPO/VALUE draaischijf gebruikt, kunt u het
aantal herhalingen naar elke waarde tussen 0 en 255 wijzigen. Als deze waarde op 0 instelt, worden de gegevens van dat betreffende geheugennummer niet afgespeeld.
Oefenen in de Coach functie
De Coach functie van de DB-90 is een set oefenfuncties, die zijn ontwikkeld om de oefen-ervaring te optimaliseren. Deze functies zijn speciaal ontworpen om u te helpen met het opbouwen
van snelheid, nauwkeurigheid en uithoudingsvermogen, evenals het ontwikkelen van betere
timingvaardigheden.
In elk van de vier Coach functies kunt u oefeningen doen, die voor verschillende bekwaamheidsniveaus geschikt zijn.
Door de interne microfoon te gebruiken, kunt u het ritme met akoestische drums controleren,
ritmes oefenen door in uw handen te klappen, enzovoorts.
■ De Mic en Trigger Pad gevoeligheid instellen
De Mic gevoeligheid instellen
1. Zorg ervoor, dat er niets op de TRIG IN jack
is aangesloten
2. Druk op [TRIG/GUIDE] om ervoor te zorgen
dat “SENS” knippert.
3. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om
de “SENS” waarde aan te passen, tot er in
het TRIG gedeelte een stip (“●”) verschijnt,
zodra u op een drum of oefenpad slaat.
* Als u de “SENS” waarde te hoog instelt, kan dit ervoor zorgen dat de invoer op het metronoomgeluid
reageert. Pas in dit geval de “SENS” waarde opnieuw aan.