Roland BR-900CD User Manual [nl]

Handleiding
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de BOSS BR-900CD Digital Recording Studio.
Lees eerst aandachtig onderstaande rubrieken voor u dit toestel gaat gebruiken:
• HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN (p. 2–3)
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (p. 4–5)
Deze rubrieken bevatten belangrijke informatie over de correcte bediening van het toestel.
Enkel afspraken in deze handleiding
• Tekst of cijfers tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar toetsen.
[PLAY] PLAY-toets [REC] REC-toets (opnametoets)
• Vermeldingen zoals (p. **) verwijzen naar pagina’s elders in deze handleiding, waar u bruikbare informatie kunt terugvinden.
Copyright 2005 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN

HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN
Over de labels WAARSCHUWING en LET OP
Wordt gebruikt voor instructies die de
WAARSCHUWING
LET OP
gebruiker wijzen op het risico op dodelijke ongevallen of zware verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het toestel.
* Materiële schade verwijst naar schade of
andere ongunstige gevolgen voor het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Lees aandachtig onderstaande instructies en de volledige handleiding voor u dit toestel gebruikt.
..........................................................................................................
002c
• Maak het toestel of de adapter nooit open en breng geen wijzigingen aan.
..........................................................................................................
003
• Probeer het toestel niet zelf te herstellen of onder­delen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding hiervoor specifieke instructies bevat). Laat alle onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur. U vindt hun gegevens op de pagina 'Informatie'.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die:
• onderhevig zijn aan extreme temperaturen
(bijv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, op of naast verwarmingsbuizen of in de buurt van andere warmtebronnen);
• vochtig zijn (zoals badkamers, wasruimten,
op natte vloeren);
• een hoge luchtvochtigheid hebben;
• blootgesteld zijn aan regen;
• stoffig zijn;
• onderhevig zijn aan sterke trillingen.
..........................................................................................................
007
• Plaats het toestel steeds zo dat het waterpas en stabiel staat. Plaats het nooit op een statief dat kan gaan wiebelen of op hellende vlakken.
..........................................................................................................
008c
• Gebruik uitsluitend de adapter geleverd bij het toestel. Zorg ook dat het voltage bij de installatie overeenkomt met het voltage van de adapter. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken.
..........................................................................................................
Over de pictogrammen
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram geeft aan dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact moet worden gehaald.
009
• Buig en draai de stroomkabel niet te veel en plaats er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet, kan de kabel beschadigd raken en kortsluiting veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of elektrocutie veroorzaken!
..........................................................................................................
010
• Dit toestel, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, zou een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoor­verlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit toestel en raad­pleeg een gehoorspecialist.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bijv. brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het toestel kunnen terechtkomen.
..........................................................................................................
012c
• Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de stekker van de adapter uit het stopcontact en laat het toestel nakijken door uw leverancier, in het dichtstbijzijnde Roland Service Center of door een erkend Roland-distributeur zoals aangegeven op de pagina ‘Informatie’, indien:
• de adapter of de stroomkabel beschadigd is;
• rook of een vreemde geur ontstaat;
• voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
terechtgekomen;
• het toestel in de regen heeft gestaan (of op een
andere manier nat is geworden);
• het toestel niet normaal blijkt te werken of
ongewone zaken vertoont.
..........................................................................................................
2
WAARSCHUWING
013
• In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden tot de kinderen in staat zijn om het toestel op een veilige manier te gebruiken.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het toestel tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
• Steek de stekker van dit toestel niet in een stopcontact waarop al een groot aantal andere apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder voorzichtig met verlengkabels – het gezamenlijke vermogen van alle op de verlengkabel aangesloten apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogens­bereik (watt/ampère) van de verlengkabel. Door een te grote belasting kan de isolatie van de kabel warm worden en zelfs smelten.
..........................................................................................................
016
• Raadpleeg, voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, eerst uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland­distributeur. Hun gegevens vindt u op de "Informatie"-pagina.
..........................................................................................................
019
• U mag batterijen nooit opladen, verhitten, uit elkaar halen of in vuur of water werpen.
..........................................................................................................
023
• Speel een cd-rom NOOIT af op een gewone cd-speler. Het resulterende geluid zou zo luid kunnen zijn, dat het permanente gehoorschade veroorzaakt. Dit kan ook schade toebrengen aan luidsprekers of andere componenten van uw audiosysteem.
VOORZICHTIG
101b
• Plaats het toestel en de wisselstroomadapter zo dat een goede ventilatie gewaarborgd blijft.
102d
• Neem enkel de stekker of de wisselstroomadapter zelf vast wanneer u ze aansluit op dit toestel of op een stopcontact.
..........................................................................................................
103b
• Een opeenhoping van stof tussen de adapter en de stroomuitgang kan resulteren in een slechte isolatie en brand veroorzaken. Veeg dit soort stof geregeld weg met een droge doek. Trek de stekker ook uit het stopcontact als u het toestel lange tijd niet gebruikt.
..........................................................................................................
104
• Probeer ervoor te zorgen dat kabels en snoeren niet verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen.
..........................................................................................................
106
• Klim nooit boven op het toestel en plaats er geen zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG
107d
• Raak de adapter of de stekker nooit met natte handen aan, wanneer u ze wilt aansluiten op een stopcontact of dit toestel.
..........................................................................................................
108b
• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle externe toestellen af, voor u het toestel verplaatst.
..........................................................................................................
109b
• Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact, voor u toestel schoonmaakt.
..........................................................................................................
110b
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen vermoedt.
111: Selection
• Batterijen kunnen bij onzorgvuldig gebruik gaan lekken of zelfs ontploffen, en schade of verwondingen veroorzaken. Neem voor uw eigen veiligheid onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht (p. 23).
• Volg de plaatsingsinstructies voor batterijen en
respecteer de polariteit.
• Combineer geen oude en nieuwe batterijen.
Combineer ook geen batterijen van verschillende merken/typen.
• Verwijder de batterijen als u het toestel een
tijdlang niet gebruikt.
• Mochten een of meerdere batterijen gaan
lekken, verwijder dan de uitgelekte resten uit het batterijcompartiment met een papieren of een zacht doekje. Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Zorg dat u geen batterijvulling op uw handen of huid krijgt om huidirritaties te voorkomen. Handel met uiterste voorzichtig­heid, zodat er geen vulling in de buurt van uw ogen komt. Mocht dit wel voorkomen, gebruik dan water om het snel te verwijderen.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen
voorwerpen zoals pennen, halskettingen, haarspelden, enz.
..........................................................................................................
112
• Gebruikte batterijen moet u volgens de voorschriften in uw regio verwijderen of vernietigen.
118a
• Als u schroeven moet verwijderen, bewaar ze dan op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij ze niet per ongeluk kunnen inslikken.
..........................................................................................................
120
• Schakel de fantoomvoeding steeds uit als u apparaten aansluit die deze voeding, in tegenstelling tot condensatormicrofoons, niet gebruiken. Als u per ongeluk dynamische microfoons, audio-apparatuur of andere apparaten die geen fantoomvoeding nodig hebben, toch hiervan voorziet, kunt u deze apparaten beschadigen. Raadpleeg daarom steeds eerst de handleiding van iedere microfoon die u wilt gebruiken. (De fantoomvoeding van dit toestel: +48V DC, 7 mA Max)
..........................................................................................................
3

Belangrijke opmerkingen

291a
Gelieve naast de items onder HET TOESTEL VEILIIG GEBRUIKEN op p. 2 en 3, ook volgende zaken in acht te nemen:
Stroomvoorziening: het gebruik van een batterij
301
• Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem).
302
• De AC-adapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en is dus geen reden tot ongerustheid.
303a
• Het gebruik van een adapter wordt aanbevolen vanwege het relatief hoge stroomverbruik van het apparaat. Mocht u batterijvoeding prefereren, gebruik dan alkalinebatterijen.
304a
• Schakel altijd het apparaat uit, en ontkoppel andere eventueel aangesloten apparatuur, voordat u batterijen plaatst of vervangt. Hierdoor voorkomt u mogelijk verkeerd functioneren en/of beschadiging van luid­sprekers of andere apparaten.
307
• Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen, schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.
Plaatsing
351
• Als u dit toestel gebruikt nabij een vermogensversterker (of een ander apparaat met grote transformators) kan er brom ontstaan. Oriënteer het toestel anders of verwijder het van de interferentiebron.
352a
• Dit toestel kan radio- of televisie-ontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
352b
• Er kan ruis ontstaan als er draadloze communicatie­toestellen, bijv. gsm’s, gebruikt worden nabij dit toestel. Deze ruis kan voorkomen wanneer u een oproep doet of ontvangt, of tijdens het gesprek. Als u dergelijke problemen ondervindt, plaatst u de draadloze toestellen verder van dit apparaat of schakelt ze uit.
354a
• Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet nabij verwarmingstoestellen, laat het niet achter in een gesloten voertuig, of stel het op geen enkele andere manier bloot aan extreme temperaturen. Extreme hitte kan het toestel doen verkleuren of vervormen.
355b
• Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid, kan er zich in de pads en het pedaal condens vormen. Als u het apparaat in deze conditie gebruikt, kunnen er beschadigingen of storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom voor gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt condens de kans om volledig te verdampen.
Onderhoud
401a
• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het toestel goed af met een zachte droge doek.
402
• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk oplosmiddel. Dit om verkleuring of vervorming te voorkomen.
Herstellingen en data
452
• Wees ervan bewust dat alle data, die in het geheugen van het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan wanneer het toestel wordt gerepareerd. Van belangrijke data moet u te allen tijde een back-up maken op een geheugenkaart / computer. U kunt deze data (indien nodig) ook op papier noteren. Er wordt bij het herstellen voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Extra voorzorgen
551
• De inhoud van het geheugen kan onherstelbaar verloren gaan als gevolg van een storing of onjuist gebruik van het toestel. We raden u aan om van belangrijke data, die u in het geheugen van het toestel heeft opgeslagen, regelmatig een back-up te maken in het geheugen van het toestel of een geheugenkaart / computer om uzelf tegen het verlies van belangrijke data te beschermen.
552
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van data die op in het geheugen van het toestel of een geheugen­kaart waren opgeslagen te herstellen, als deze eenmaal verloren is gegaan. Roland Corporation is niet aan­sprakelijk voor zulk dataverlies.
553
• Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars en andere bedieningsorganen van het toestel gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.
554
• Sla of druk nooit op de display.
556
• Neem bij het aan- en afkoppelen van kabels steeds de stekker zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluiting en schade aan de interne kabelelementen.
558a
• Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een redelijk niveau. U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de personen in uw nabije omgeving (vooral in de late uren).
559a
• Om het toestel te transporteren, gebruikt u het best de oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
• Gebruik het aangegeven expressiepedaal (EV-5; los verkrijgbaar). Met andere expressiepedalen riskeert u defecten en/of schade aan het toestel.
562
• Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Gebruikt u kabels van een ander merk, let dan op het volgende.
• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden. Sluit op dit toestel geen kabels aan die weerstanden bevatten. Als u zulke kabels gebruikt, is het mogelijk dat het geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor meer informatie over de kabels wendt u zich best tot de fabrikant van de betreffende kabel.
4
Belangrijke opmerkingen
Omgaan met CD-R/RW’s
801
• Vermijdt om de glanzende onderkant (beschreven opper­vlak) van de cd aan te raken of te krassen. Op vuile of bekraste cd's worden de data mogelijk foutief gelezen of weggeschreven. Maak uw cd's schoon met een cd-reiniger (in de handel verkrijgbaar).
Voordat u geheugenkaarten gebruikt (CompactFlash)
Geheugenkaarten gebruiken
704
• Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen – tot hij stevig op zijn plaats zit.
705
• Raak nooit de contactpunten van de geheugenkaart aan. Voorkom ook dat deze vuil worden.
707
• De geheugenkaarthouder van dit toestel aanvaardt CompactFlash-geheugenkaarten. Microdrive-opslagmedia van IBM zijn niet compatibel.
708
• CompactFlash-kaarten maken gebruik van precisie­onderdelen. Behandel de kaarten voorzichtig en schenk daarom extra aandacht aan het volgende:
• Om te voorkomen dat de kaarten worden beschadigd door statische elektriciteit, moet u zich eerst ontladen van deze statische elektriciteit, voordat u de kaarten gebruikt.
• Raak de contactpunten van de kaarten niet aan met uw handen of met metaal.
• Vermijd om de kaarten te buigen, laat ze niet vallen en stel ze niet bloot aan hevige schokken of vibratie.
• Houd kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of andere, soortgelijke plaatsen (bewaartemperatuur: -25 tot 85 ˚C).
• Laat de kaarten niet nat worden.
• Haal de kaart niet uit elkaar of pas de kaart niet aan.
Auteursrecht
851
• Het ongeoorloofd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden enz., hetzij geheel of gedeeltelijk, van een werk (muziekstuk, video, uitzending, optreden, e.d.) waarvan het auteursrecht eigendom is van een derde partij, is bij wet verboden.
853
• Gebruik dit toestel niet voor projecten waarbij het auteursrecht van derden geschonden wordt. Roland neemt geen enkele verantwoordelijkheid op in verband met inbreuken op het auteursrecht die het gevolg zijn van uw gebruik van dit toestel.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
206e
* Schermafbeeldingen in deze documenten zijn afgedrukt
met toestemming van Microsoft Corporation.
206j
* Windows® is officieel bekend als: "Microsoft® Windows®
operating system".
207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken
van Apple Computer, Inc.
209
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
220
* Alle productnamen die in dit document worden
genoemd, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectievelijke eigenaars.
5

Voordat u CD-R/RW's gebruikt

U kunt met de BR-900CD twee soorten cd's gebruiken: CD-R's en CD-RW's.
Wat is een CD-R?
CD-R (Compact Disc Recordable) is een cd waarop data kunnen worden weggeschreven. U kunt weggeschreven data niet verwijderen of verplaatsen. Dit soort schijven gebruikt u om audio-cd's te maken, die op gewone cd-spelers zullen worden afgespeeld. Dergelijke spelers kunnen geen CD-RW's weergeven. Daarnaast is het, zelfs als u een audio-cd van het type "CD-R disc" gebruikt, alleen mogelijk om deze af te spelen op spelers, die de weergave van opneembare cd's ondersteunen.
Wat is een CD-RW?
CD-RW (Compact Disc ReWritable) is een cd waarop u data kunt schrijven en opnieuw wissen. U kunt dit soort opneem­bare cd dus telkens opnieuw gebruiken. Hoewel u CD-RW's kunt gebruiken om audio-cd's te maken, kunt u deze cd's niet op gewone cd-spelers weergeven (u kunt ze wel weergeven op het CD-R/RW-station van de BR-900CD).
Het CD-R/RW-station gebruiken
Raak de lens niet aan.
Als de lens vuil is, kunt u deze schoonmaken met een
in de winkel verkrijgbaar blaasapparaat voor lenzen.
Maak, als er een schrijffout optreedt, de lens schoon met
een reiniger voor lenzen van CD-RW-stations.
* Opmerking: sommige reinigers zijn bedoeld voor CD-R-stations,
andere voor CD-RW-stations. Let er dus op dat u een reiniger voor CD-RW-stations kiest.
* Gebruik nooit een reiniger voor gewone cd-spelers. U kunt
dit soort reinigers niet gebruiken om de schrijflens van de BR-900CD schoon te maken.
* Zelfs als het aanbevolen type CD-R/RW in een volkomen
normaal CD-R/RW-station wordt gebruikt, kunnen schrijf­fouten niet volledig worden uitgesloten. Houd er rekening mee dat dit probleem sowieso kan optreden als gevolg van variaties in CD-R/RW-stations en van fabricageverschillen tussen verschillende CD-R/RW's.
CD-R/RW's gebruiken
* Lees naast de volgende voorzorgsmaatregelen ook de
instructies die bij de CD-R/RW's worden geleverd.
Wanneer u het CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de meegeleverde AC-adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken wanneer u met batterijvoeding werkt.
Plaats het toestel op een stevig, waterpas oppervlak in
een omgeving waar geen trillingen voorkomen. Indien u het toestel toch onder een bepaalde hoek moet plaatsen, zorg dan dat de helling niet te groot is.
Voorkom gebruik van het toestel, als het net is verplaatst
naar een locatie waarvan de vochtigheidsgraad sterk verschilt van de vorige locatie. Snelle veranderingen van omgeving kunnen condensatievorming in het CD-R/RW­station veroorzaken, wat een nadelige invloed heeft op de werking ervan. Wanneer u het toestel hebt verplaatst, laat het dan even (enkele uren) acclimatiseren in de nieuwe omgeving, alvorens het te gebruiken.
Voorkom gebruik van het CD-R/RW-station op plaatsen
met hoge temperaturen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot gevolg hebben dat het station niet meer goed functioneert of dat er schrijffouten optreden. Daarnaast kan dit soort omgeving de levens­duur van het CD-R/RW-station verkorten.
Verwijder, voordat u het toestel aan of uit zet, eventuele
cd's uit het station.
Plaats alleen CD-R/RW's in het station om het risico op
storing en/of schade te vermijden. Nooit een ander type van schijf. Zorg dat er geen paperclips, muntstukken of andere voorwerpen in het station terechtkomen.
Speel een CD-R/RW (CD-R/RW met een back-up van
songdata) NIET op een gewone cd-speler af. Het resulterende geluid kan zo luid zijn dat het permanente gehoorschade zou kunnen veroorzaken. Dit kan ook schade toebrengen aan luidsprekers of andere componenten van uw audiosysteem.
Let bij gebruik van de cd's op het volgende:
Raak het opgenomen oppervlak van de cd niet aan.Voorkom gebruik in stoffige omgevingen.Laat de cd niet in de zon of in een gesloten voertuig
liggen.
Bewaar de cd in het hoesje.
Compatibiliteit van CD-R/RW's en CD-R/RW-stations
Zorg ervoor, dat u altijd het aanbevolen type CD-R/RW's
gebruikt. Als u deze voorzorgsmaatregel niet opvolgt, kunnen er schrijffouten optreden.
Zelfs als u aanbevolen cd's gebruikt, zijn schrijffouten
mogelijk. Houd er rekening mee dat dit probleem sowieso kan optreden als gevolg van variaties in CD-R/RW­stations en van fabricageverschillen tussen verschillende CD-R/RW's.
Het gebruik van cd's met bedrukbare labels wordt
afgeraden, zelfs als deze van het aanbevolen type zijn. Bepaalde omstandigheden bij het opslaan kunnen ervoor zorgen, dat cd's met bedrukbare labels gaan deviëren, zodat er schrijffouten kunnen optreden.
6

Richtlijnen voor het gebruik van microfoons

Als u een CD-R/RW in het CD-R/RW­station plaatst…
Zet de CD-R/RW bij het plaatsen in het CD-R/RW-station op de juiste positie vast, zoals aangegeven in "Een CD-R/RW plaatsen". Plaats de CD-R/RW correct in de schijflade. Zoniet kan de schijflade vastlopen en kunt u de CD-R/RW niet meer verwijderen.
Een CD-R/RW plaatsen
1. Druk op de Eject-knop om de schijflade te openen.
2. Schuif de schijflade open.
3. Plaats de CD-R/RW met het gaatje over de stopper van
het CD-R/RW-station.
4. Druk de CD-R/RW naar beneden. De CD-R/RW klikt vast op de stopper.
fig.CD set
Een CD-R/RW verwijderen
1. Hou de stopper tegen en trek de buitenrand van de
CD-R/RW lichtjes omhoog.
fig.CD eject
Als de schijflade niet open gaat
Als het toestel uitgeschakeld wordt terwijl de cd nog in het station zit (zoals bij een stroompanne), kunt u de schijflade niet openen met de Eject-toets. In dat geval moet u de lade handmatig openen, met wat ijzerdraad bijvoorbeeld.
fig.Hole
Emergency eject-gaatje
Zorg dat de BR-900CD uit staat voor u de lade probeert te openen via het Emergency Eject-gaatje. Als u hier iets insteekt terwijl het toestel aan staat, zou u de cd kunnen beschadigen of onvoorziene problemen veroorzaken.
* Controleer altijd of de CD-R/RW goed is geplaatst, aangezien
u enige kracht moet uitoefenen om hem te plaatsen. Als u een cd niet goed en volledig plaatst, kan dat de schrijffunctie belemmeren.
5. Sluit de schijflade zodat hij vastklikt in de BR-900CD.
Richtlijnen voor het gebruik van microfoons
Schakel de fantoomvoeding altijd uit tenzij u condensatormicrofoons aansluit, die fantoomvoeding nodig hebben. Wanneer u dynamische microfoons, audio-apparatuur en andere apparaten die geen fantoomvoeding gebruiken, toch voorziet van fantoom­voeding, kan dit uw apparatuur beschadigen.
Voor meer uitleg over microfoons raadpleegt u het best de handleiding van de microfoon die u gebruikt.
* BR-900CD fantoomvoeding: +48 V DC, 7 mA Max.
Fantoomvoeding wordt gelijktijdig aan de XLR-aansluitingen voor MIC 1 en MIC 2 geleverd. U kunt de fantoomvoeding niet aan­of uitzetten voor elke aansluiting apart.
Als u tegelijkertijd microfoons gebruikt die wel en niet fantoomvoeding nodig hebben, moet u de microfoons die geen fantoomvoeding nodig hebben, aansluiten op een van de 1/4 inch phone jacks. Enkel de XLR-aansluitingen worden voorzien van fantoomvoeding, niet de 1/4 inch phone jacks.
Sluit microfoons aan op de 1/4 inch phone jacks met een XLR-to-phone adapterkabel of een ander soort adapter uit de winkel.
7

Inhoud

Belangrijke opmerkingen .................4
Voordat u CD-R/RW's gebruikt .........6
Richtlijnen voor het gebruik van
microfoons .......................................7
Inhoud .............................................8
Inleiding tot de BR-900CD...............14
Functies.......................................................................14
Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten ....... 16
De kaartbescherming verwijderen....................16
Beschrijving van de panelen...........17
Voorpaneel .................................................................17
Achterpaneel..............................................................22
Batterijen plaatsen .....................................................23
Snelle start ............................ 25
Randapparatuur aansluiten............26
Een geheugenkaart plaatsen....................................27
De BR-900CD aan- en uitzetten.......28
Het toestel aanzetten.................................................28
Het toestel uitzetten ..................................................28
Demosongs beluisteren ..................29
Een song selecteren (Song Select)......................29
Een song weergeven............................................29
De huidige tijdspositie verplaatsen...................30
Een song opnemen/weergeven ......31
(1) De geheugenkaart gebruiks-klaar maken........31
Effect patches kiezen ...........................................35
Zonder insert-effecten opnemen........................36
(6) Rhythm gebruiken...............................................37
Rhythm weergeven..............................................37
Arrangementen wijzigen ....................................37
Patronen wijzigen ................................................38
Het tempo van de arrangementen of
patronen wijzigen ................................................38
Tikken om het tempo van patronen of
arrangementen te wijzigen.................................38
(7) Basisrichtlijnen voor opname.............................39
Het spoor voor opname selecteren....................39
Over de opnamefuncties (REC MODE)............39
Procedure..............................................................40
(8) Opgenomen muziek weergeven........................41
Het geluid van specifieke sporen uitzetten
(Track Mute) .........................................................41
(9) Overdubben (een extra uitvoering opnemen terwijl u naar
een bestaande uitvoering luistert)...........................41
(10) Het geluid voor elk spoor regelen...................42
De links-rechtspositie (pan) van het geluid
instellen .................................................................42
De toon aanpassen (Track EQ)...........................43
Breedte aan het geluid toevoegen
(Loop-effect)..........................................................43
(11) Bouncing
Meerdere sporen samenvoegen........................45
(12) Het toestel uitzetten...........................................45
(13) De geheugenkaart verwijderen........................45
(2) Het toestel aanzetten...........................................31
De geheugenkaart formatteren (Initialize).......31
(3) De song voor opname selecteren.......................32
Een nieuwe song opnemen (Song New) ..........32
(4) Instrumenten aansluiten.....................................33
Kies op welke ingang u uw instrument
aansluit..................................................................33
Druk op de INPUT SELECT-toets van het
instrument dat u wilt opnemen.........................34
De interne microfoon aanzetten ........................34
De input-gevoeligheid regelen ..........................35
Het input-volume aanpassen.............................35
(5) Insert-effecten gebruiken....................................35
8
Hoofdstuk 1
Opnemen en weergeven........ 47
Hoofdstuk 2
Bewerken ..............................63
Opnemen .......................................48
Het opnamespoor selecteren....................................48
Een andere V-Track kiezen ......................................49
De positie van het input-signaal wijzigen (Pan)...49
Opnamefuncties.........................................................50
De herhalende weergave (Repeat)
Het repeat-fragment instellen..................................51
Het repeat-fragment met precieze timing instellen
.....51
...52
Enkel de fouten corrigeren
(Punch-in/out) ................................53
Manuele punch-in/out.............................................53
Manuele punch-in/out met de [REC]-toets.....53
Manuele punch-in/out met een voetschakelaar
Auto punch-in/out....................................................54
Het fragment voor auto punch-in/out afbakenen
Een geregistreerde auto punch-in/out-positie
wissen....................................................................55
Hoe opnemen? .....................................................55
Herhaaldelijk over hetzelfde fragment opnemen
(Loop Recording).......................................................56
De te herhalen passage instellen........................56
Hoe neemt u op?..................................................56
Een opdracht annuleren (Undo/Redo)
De laatste handeling omkeren (Undo) ...................57
De undo annuleren (Redo).......................................57
....54
.54
.57
Sporen samenvoegen (Bouncing)....58
Direct naar een CD-R/RW bouncen
(Direct CD Bounce) ...................................................59
Tijd registreren (Locator)................. 64
Een locatorpunt registreren......................................64
Naar het locatorpunt verspringen...........................64
Een locatorpunt verwijderen ...................................64
Begin- en eindposities zoeken
(Scrub/Preview) .............................65
Scrubben om begin- en eind-posities van
muziek te vinden.......................................................65
De scrub-punten wijzigen ........................................66
Het gebruik van preview bij [REW] en [FF]
mogelijk maken..........................................................66
De uitvoering op een spoor bewerken
(Track Editing) ................................67
Data kopiëren (Track Copy).....................................67
Het herhaalde deel kopiëren (AB).....................67
Kopiëren door de tijd aan te geven
(TME/MES) ..........................................................68
Een volledig spoor kopiëren (ALL)...................69
Data verplaatsen (Track Move) ...............................70
Het herhaalde deel (AB) verplaatsen................70
Verplaatsen door de tijd aan
te geven (TME/MES) ..........................................71
Een volledig spoor verplaatsen (ALL)..............72
Data verwijderen (Track Erase)...............................73
Het herhaalde deel (AB) wissen ........................73
Verwijderen door de tijd op te geven
(TME/MES) ..........................................................74
Een volledig spoor verwijderen (ALL).............75
Data verwisselen (Track Exchange)........................76
De input-bron selecteren en de opname naar
een CD-R/RW bouncen............................................60
Met de BR-864/BR-532 gecreëerde
songs inladen.................................61
Met de BR-864 gecreëerde songs inladen...............61
Met de BR-532 gecreëerde songs inladen...............61
De songinformatie weergeven........62
De resterende beschikbare opnametijd weergeven
Het verbruik van de geheugenkaart weergeven ..62
...62
Uw opgenomen songs beheren ......77
Een song kopiëren (Song Copy)..............................77
Songs verwijderen (Song Erase)..............................77
Geheugen op de geheugen-kaart sparen
(Song Optimize).........................................................78
Songs een naam geven (Song name).......................78
Een song beschermen (Song Protect)......................79
De huidige instellingen van de song opslaan
(Song Save) .................................................................79
9
Een mastertape/disc maken ...........80
Opnemen op een cassette-recorder
(analoge aansluiting).................................................80
Opnemen op een digitale recorder
(digitale aansluiting).................................................80
Digitaal kopiëren verhinderen
(Digital Copy Protect) .........................................80
Hoofdstuk 3
Effecten gebruiken................. 83
De insert-effecten gebruiken...........84
Effect patches en banken..........................................84
De insert-effecten aanpassen ...................................85
Insert effect-instellingen opslaan (Write)...............86
Veranderen hoe de insert-effecten volgens
de functie worden gebruikt......................................87
Insert effect-parameterfuncties .......88
Lijst van de algoritmes..............................................88
BANK: GUITAR ........................................................88
1. COSM GTR AMP.............................................88
2. ACOUSTIC SIM...............................................88
3. BASS SIM ..........................................................89
4. COSM COMP GTR..........................................89
5. ACOUSTIC GTR..............................................89
6. BASS MULTI ....................................................89
7. COSM BASS AMP ...........................................90
8. COSM COMP BSS............................................90
BANK: MIC................................................................90
9. VOCAL MULTI................................................90
10. VOICE TRANS...............................................90
11. COSM COMP VCL........................................91
BANK: LINE...............................................................91
12. STEREO MULTI.............................................91
13. LO-FI BOX.......................................................91
BANK: SIMUL ...........................................................92
14. VO+GT AMP..................................................92
15. VO+AC.SIM....................................................92
16. VO+ACOUSTIC.............................................92
Lijst van parameters..................................................93
Acoustic Guitar Simulator..................................93
Acoustic Processor...............................................93
Bass Simulator......................................................93
Chorus ...................................................................94
Compressor...........................................................94
COSM Comp (compressor)/Limiter.................94
De-esser .................................................................95
Defretter ................................................................95
Delay......................................................................95
Doubling................................................................95
Enhancer................................................................95
Equalizer................................................................96
Flanger...................................................................96
Foot Volume .........................................................96
Lo-Fi Box ...............................................................96
Noise Suppressor.................................................97
Octave....................................................................97
Phaser.....................................................................97
Pitch Shifter...........................................................98
Preamp...................................................................98
Ring Modulator....................................................99
Slow Attack...........................................................99
Speaker Simulator..............................................100
Tremolo/Pan ......................................................100
Voice Transformer .............................................100
Wah......................................................................101
Mastering ....................................102
De instellingen van de Mastering Tool Kit
bewerken...................................................................103
De Mastering Tool Kit-instellingen opslaan
(Write) .......................................................................104
Parameterfuncties van de
Mastering Tool Kit ........................ 105
Algoritme..................................................................105
Lijst van parameters................................................105
Equalizer..............................................................105
Bass Cut Filter.....................................................106
Enhancer..............................................................106
Input.....................................................................106
Expander .............................................................106
Compressor.........................................................107
Mixer....................................................................107
Limiter .................................................................107
Output .................................................................107
10
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
Het loop-effect selecteren.......................................108
Aanpassen hoe het loop-effect wordt toegepast
De Track EQ instellen .............................................110
.108
......109
Loop effect-parameterfuncties ......111
Lijst van parameters................................................111
CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling)...........111
REVERB...............................................................111
Tikken om het tempo van patronen of
arrangementen te veranderen..........................122
Originele arrangementen creëren
Een stap invoegen....................................................124
Een stap verwijderen...............................................124
Arrangementen een naam geven ..........................124
Arrangementen kopiëren .......................................125
Arrangementen verwijderen..................................125
..123
Track EQ-parameterfuncties..........112
Lijst van parameters................................................112
De zangtoon corrigeren
(Pitch correction)...........................113
Pitch correction........................................................113
Make-up van de pitch correction..........................113
Pitch correction patches..........................................113
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
pitch correction........................................................113
De pitch correction gebruiken...............................114
De correctiemethode voor zang instellen
(Pitch Correction Edit)............................................115
De pitch correction-instellingen opslaan (Write)
Gedetailleerde pitch correction-instellingen
(Correction Event Map)..........................................116
.....115
Hoofdstuk 4
Rhythm gebruiken ...............119
Rhythm gebruiken........................120
Originele patronen creëren ..........126
Opmerking over patronen creëren..................126
Patronen creëren in Realtime Recording..............126
Opnamen repeteren...........................................128
Onnodige drumgeluiden verwijderen............129
Het volume van de metronoom wijzigen.......129
Patronen creëren in Step Recording......................130
De velocity veranderen.....................................132
Onnodige drumgeluiden verwijderen............132
Patronen een naam geven ......................................132
Patronen kopiëren ...................................................133
Patronen verwijderen..............................................133
De drumkits gebruiken................. 134
De drums uitvoeren ................................................134
Drumkits selecteren.................................................134
Originele drumkits creëren (Tone Load)..............135
Vanaf de sporen laden.......................................135
Drumgeluiden van andere drumkits kopiëren
De positie (pan) van de drumgeluiden wijzigen
....137
...138
De patronen..............................................................120
Soorten patronen................................................120
De arrangementen...................................................120
Soorten arrangementen.....................................120
De Rhythm-functie veranderen.............................121
Rhythm-uitvoeringen opnemen............................121
Arrangementen en patronen uitvoeren................121
Arrangementen selecteren................................121
Arrangementen uitvoeren................................121
Patronen selecteren............................................122
Patronen uitvoeren............................................122
Het tempo van de arrangementen of
patronen veranderen.........................................122
Hoofdstuk 5
Het CD-R/RW-station gebruiken
Een audio-cd maken..................... 140
Voorzorgsmaatregelen............................................140
De tijdsduur tussen songs instellen (Pre-Gap)....140
Songs naar cd's schrijven........................................140
De resterende opnametijd op audio-cd's nagaan
Audio-cd’s weergeven............................................143
De weergave op cd-spelers mogelijk maken
(Finaliseren)..............................................................144
.139
......142
11
Data uitwisselen via het
CD-R/RW-station ..........................145
Opgenomen songs op CD-R/RW's opslaan
(Backup)....................................................................145
Songs een voor een op een CD-R/RW opslaan
(Song Backup)....................................................145
Alle songs van een geheugenkaart op een
CD-R/RW opslaan (All Backup).....................146
Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren
Gesynchroniseerde weergave met de
BR-900CD als master.........................................158
De MTC offset instellen.....................................159
MMC gebruiken.......................................................160
MMC-compatibele apparatuur vanaf de
BR-900CD bedienen...........................................160
...158
Opgeslagen songs inladen in een geheugenkaart
(Recover)...................................................................147
Songs een voor een inladen in een geheugen-
kaart (Song Recover) .........................................147
Alle opgeslagen songs in een geheugenkaart
inladen (All Recover).........................................147
Waveformdata kopiëren en wegschrijven...........148
Waveformdata van een computer naar de
audiosporen kopiëren (WAV/AIFF Import)
WAV/AIFF-bestanden als drum-geluiden
kopiëren (Tone Load)........................................149
Waveformdata van audiosporen naar computers
kopiëren (WAV/AIFF Export)
SMF gebruiken.........................................................151
SMF's met behulp van externe MIDI-
instrumenten weergeven (SMF Player)..........151
Drumpatronen vanaf het CD-R/RW-station
inladen (SMF Import)........................................152
Data verwijderen van een CD-RW (CD-RW Erase)
............................150
......148
....153
Songs van cd's naar audiosporen
importeren ...................................154
Hoofdstuk 7
USB gebruiken .....................161
Voor u USB gebruikt (overzicht).... 162
Compatibele besturingssystemen .........................162
Samenstelling van data op geheugenkaarten......162
Een computer aansluiten........................................163
Opmerkingen over het gebruik van USB.............163
Windows .....................................164
Back-ups maken voor de data van de BR-900CD
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de
WAV/AIFF-indeling (WAV/AIFF Export).........165
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de
BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).................167
SMF's importeren en patronen maken .................169
Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen
(Tone Load) ..............................................................171
De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken........173
Macintosh .................................... 175
Back-ups van de BR-900CD-data ..........................175
......164
Hoofdstuk 6
MIDI gebruiken.................... 155
MIDI: elementaire begrippen ........156
Wat is MIDI? ............................................................156
MIDI-aansluitingen.................................................156
MIDI-kanalen...........................................................156
MIDI-implementatietabellen .................................156
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
Rhythm gebruiken om een externe
MIDI-geluidsmodule te bespelen..........................157
12
.157
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de
WAV/AIFF-indeling (WAV/AIFF Export).........176
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de
BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).................178
SMF's importeren en patronen maken .................179
Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen
(Tone Load) ..............................................................181
De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken........183
Hoofdstuk 8
Andere handige functies ...... 185
Hoofdstuk 9
Bijlagen ...............................201
Het displaycontrast aanpassen.....186
Een voetschakelaar of
expressiepedaal gebruiken ..........187
Een voetschakelaar gebruiken...............................187
Een expressiepedaal gebruiken.............................187
Een instrument stemmen (Tuner) ...188
Het stemapparaat wijzigen....................................188
Verklaring van de symbolen die tijdens
het stemmen verschijnen ..................................188
Stemmen ...................................................................189
De referentietoon instellen.....................................189
De output van een extern MIDI-toestel mixen met de output van de BR-900CD (Audio Sub Mix)
............................190
Condensatormicrofoons gebruiken
(fantoomvoeding).........................191
Moeilijke passages leren spelen
(Phrase Trainer)............................192
Lijst van effect patches .................202
Lijst van Mastering Tool Kit patches
..205
Lijst van Pitch Correction patches.. 205
Lijst van arrangementen/patronen
Lijst van preset arrangementen.............................206
Lijst van preset patronen........................................207
...206
Lijst van parameters..................... 208
Problemen oplossen..................... 211
Foutboodschappen.......................213
MIDI-implementatie...................... 216
Specificaties ................................. 219
Index ........................................... 221
Track Sheet ..................................229
De weergave vertragen (Time Stretch).................192
Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel)
....192
Instellingen van de BR-900CD
initialiseren ..................................194
Alle instellingen van de BR-900CD initialiseren
Systeeminstellingen initialiseren...........................194
Effectinstellingen initialiseren ...............................195
De arrangementen/patronen/drumkits van
Rhythm initialiseren................................................195
De geheugenkaart initialiseren..............................196
....194
Batterijcapaciteit sparen
(Power Save)................................197
De power save-functie uitschakelen...............197
Lijst van de Utility-parameters ......198
De systeemparameters............................................198
De sync-parameters.................................................198
De scrub-parameters...............................................199
13

Inleiding tot de BR-900CD

Functies

Eenvoudige bediening
De BR-900CD is zo ontworpen dat zelfs beginners hem net zo gemakkelijk kunnen bedienen als een cassetterecorder.
Met de BR-900CD kan iedereen onmiddellijk de voordelen van digitale opnames ervaren. Zo zult u de eerste dag met uw nieuwe unit zeker al de demosongs hebben beluisterd of zelfs een volledige audio-cd hebben opgenomen.
Het toestel is trouwens uitgerust met een CD-R/RW-station zodat u opgenamen makkelijk op audio-cd's kunt opslaan.
Digital audio workstation
Alle processen zijn volledig digitaal
Behalve een digitale mixer en een digitale recorder heeft de BR-900CD ook vijf digitale effectenprocessors. U kunt alle stappen voor uw opnamen, zoals editing, spoorbouncing, het gebruik van effecten en het afmixen, volledig digitaal uitvoeren, zodat het audiosignaal niet aan kwaliteit inboet.
Via de USB-aansluiting kunt u alle songdata die u creëert, ook op een computer opslaan.
Voorzien van V-Tracks
De BR-900CD beschikt over acht opnamesporen (tracks). Zo kunt u twee sporen tegelijkertijd opnemen en de acht sporen tegelijkertijd weergeven.
Bovendien bestaat elk spoor nog eens uit acht virtuele sporen, de "V-Tracks", voor een totale opnamecapaciteit van 8 x 8 = 64 sporen! Dankzij deze veelzijdigheid kunt u bijv. meerdere opnames van een gitaarsolo maken en nadien beslissen welke versie u in uw uiteindelijke song wilt gebruiken. Tijdens het weergeven van acht sporen kunt u tevens de bounce-functie gebruiken om naar een V-Track te bouncen, en stereo bouncing uit te voeren zonder dat u gegevens hoeft te wissen.
Wat zijn V-Tracks?
Elk spoor bestaat uit acht virtuele sporen en u kunt gelijk welk van deze sporen kiezen voor opname of weergave. Dat betekent dat u maximaal 64 sporen kunt opnemen, en vervolgens acht ervan kunt weergeven. Deze virtuele sporen die samen de eigenlijke sporen vormen, noemen we "V-Tracks".
fig.00-101
V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8
Achteraan in deze handleiding vindt u een "Track Sheet" (p. 229). Maak kopieën van deze pagina zodat u hierop kunt invullen wat u op uw V-Tracks opneemt.
Voorzien van een CD-R/RW-station
De BR-900CD heeft een ingebouwd CD-R/RW-station. Daarmee kunt u CD-R/RW's lezen en branden. U maakt dus in een handomdraai muziek-cd's van uw opnames.
U kunt verder back-ups van opnamen op geheugenkaarten op CD-R/RW's zetten, zodat u uw geheugenkaarten nog efficiënter en doeltreffender kunt gebruiken.
Wanneer u het CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de meegeleverde adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken, wanneer u met de batterijvoeding werkt.
De Rhythm-functie
Dankzij de Rhythm-functie kunt u gemakkelijker frasen of muzikale invallen vastleggen. U kiest gewoon een geschikt ritmepatroon en stelt het tempo in.
Naast de interne ritmepatronen die al beschikbaar zijn, kunt u ook uw eigen ritmepatronen maken. Als u met de Rhythm­functie opneemt, wordt het maat-per-maat editen heel eenvoudig.
“Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119)
Vijf veelzijdige digitale effectprocessors
De BR-900CD bevat vijf types van effectprocessors. Deze systemen, waaronder opname-effecten (Insert Effects), send/ return (Loop Effects), toonaanpassingen (Track EQ), zangtooncorrectie (Pitch Correction) en masteringeffecten (Mastering Tool Kit), kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt voor elke gewenste toepassing. Dit betekent dat u met één enkel toestel hoogwaardige songs kunt opnemen zonder dat u externe effectenmodules nodig hebt.
De BR-900CD bevat tal van ingebouwde simulaties en effecten, waaronder amp modeling met COSM voor een ruime keuze aan insert-effecten. Er zijn ook diverse andere effecten voor zang-, keyboard- en gitaarsporen met aller­hande toepassingen.
Bij de loop-effecten vinden we ruimtelijke effecten zoals chorus, delay en reverb, die onmisbaar zijn voor een degelijke stereo eindmix.
De Track EQ is een ingebouwde, tweebands equalizer die zijn nut vooral bewijst bij het maken van toonaanpassingen tijdens het afmixen.
14
Inleiding tot de BR-900CD
Met de Pitch Correction-functie kunt u vrij de toon van zangpartijen aanpassen zodat u zeker bent van betrouwbare en kwaliteitsuitvoeringen.
Met de Mastering Tool Kit kunt u compressie toevoegen aan songs die zijn afgemixt. Daarnaast biedt deze functie nog tal van andere effecten.
“De insert-effecten gebruiken” (p. 84) “De loop-effecten/Track EQ gebruiken” (p. 108) “De zangtoon corrigeren (Pitch correction)” (p. 113) “Mastering” (p. 102)
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)?
Met deze technologie kunt u een bestaande structuur of materiaal virtueel reconstrueren door alle eigenschappen ervan te "modelleren". COSM is een technologie van Roland die nieuwe klanken creëert door diverse modelleringstechnologieën te combineren.
Edit-functies
Met de BR-900CD kunt u bewerkingen zoals kopiëren, verplaatsen en verwijderen uitvoeren, iets wat met multi­track bandrecorders helemaal niet kon. Nu kunt u makkelijk een meerdelig akkoordenschema kopiëren en herhalen, het naar een ander spoor verplaatsen, spoordata volledig of gedeeltelijk wissen en gelijkaardige handelingen uitvoeren.
Non-destructive editing
Aangezien de BR-900CD een digitale recorder is, kunt u "niet-destructief" editen. Dit betekent dat u na uw opnamen en bewerkingen steeds kunt terugkeren naar de vorige toestand van uw data (via undo en redo).
“Een opdracht annuleren (Undo/Redo)” (p. 57)
Phrase Trainer-functie
Wanneer u een song weergeeft die u van een cd-speler of MD-speler hebt opgenomen, kunt u het tempo vertragen zonder de toon te wijzigen. Daarnaast kunt u het geluid dat u in het middenbereik hoort (zoals zangpartijen en gitaarsolo's), uit de song verwijderen (p. 192).
Alle vereiste aansluitingen (jacks)
Uw BR-900CD is uitgerust met onderstaande aansluitingen.
GUITAR/BASS:
Op deze ingang met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een gitaar of basgitaar inpluggen (1/4” phone plugs).
MIC1:
Dit zijn microfooningangen. Zowel een TRS-aansluiting als een XLR-aansluiting zijn voorzien. Sluit uw microfoon hierop aan als u zangpartijen of spraak wilt opnemen.
Het toestel is ook voorzien van een ingebouwde microfoon, zodat u zelfs zonder aangesloten microfoon kunt opnemen met de BR-900CD.
* U kunt de ingebouwde microfoon aan- of uitzetten (p. 34). * U kunt de XLR-ingang voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
MIC2:
Dit is een microfooningang van het XLR-type. Als u opneemt met twee microfoons waarbij één microfoon is aangesloten op de MIC 1-ingang, sluit u de tweede microfoon hier aan.
* U kunt de XLR-ingang voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
LINE:
Deze ingangen aanvaarden stereo-input van keyboards, cd­spelers en andere line level-toestellen (RCA phono jacks).
Voor de output zijn er ook LINE OUT-aansluitingen (stereo RCA phono jacks) voorzien.
Snel locaties opzoeken
U kunt markers plaatsen op elke willekeurige positie in een spoor (locator-functie). Als u markers plaatst op plaatsen zoals het einde van de intro of het begin van een solo, kunt u onmiddellijk naar de gemarkeerde positie gaan waar u met luisteren wilt beginnen.
“Tijd registreren (Locator)” (p. 64)
Voorzien van een chromatische tuner (bereik van A0 tot B6)
Uw BR-900CD is ook voorzien van een chromatisch stemapparaat. U kunt dus uw gitaar of basgitaar stemmen, terwijl ze aangesloten is op de BR-900CD (p. 188).
USB:
Als u hier uw computer aansluit, kunt u gegevens uitwisselen tussen de BR-900CD en een computer.
Met de dubbele voeding kunt u overal opnemen.
U kunt de BR-900CD gebruiken op batterijen (zes droge cellen van AA-formaat) of met de AC-adapter.
Dankzij de ingebouwde microfoon kunt u bovendien altijd en overal opnamen maken.
15
Inleiding tot de BR-900CD

Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten

De BR-900CD gebruikt CompactFlash-kaarten als opslag­medium voor opnamen en weergaven.
De BR-900CD gebruikt CompactFlash-kaarten van 32 MB tot 1 GB bij een voeding van 3,3 V.
Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugen­kaarten" voor meer informatie over ondersteunde geheugenkaarten (CompactFlash) voor de BR-900CD.
CompactFlash Type II-kaarten zijn niet compatibel.
U kunt CompactFlash-kaarten kopen in een winkel voor computers of digitale camera's.
De geheugenkaart formatteren (CompactFlash)
CompactFlash-kaarten die u in een computerwinkel hebt gekocht of die u voordien in een digitale camera hebt gebruikt, kunt u niet zomaar met de BR-900CD gebruiken.
U moet deze CompactFlash-kaarten eerst initialiseren voor gebruik met de BR-900CD.
Raadpleeg p. 31 en p. 196 voor meer info over initialiseren.
234
* CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk
Corporation en gepatenteerd door de CompactFlash­vereniging.
235
* BOSS Corporation is gemachtigd vergunninghouder
van de handelsmerken CompactFlash™ en van het

De kaartbescherming verwijderen

Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te voorkomen, wordt de BR-900CD in de fabriek voorzien van een kaartbescherming.
fig.00-103
Kaartbescherming
Kaarthouderklepje
Volg onderstaande procedure om de kaartbescherming te verwijderen.
1. Zorg dat het kaarthouderklepje gesloten is en draai vervolgens de BR-900CD om.
* Als u het apparaat op zijn kop zet, plaatst u het best een
stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide kanten, om schade aan knoppen en regelaars te voor­komen. Plaats het toestel ook zo dat knoppen en regelaars niet beschadigd kunnen worden.
* Draai het toestel voorzichtig om om te voorkomen dat u het
laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt.
2. Gebruik een munt of een schroevendraaier om de schroef van het onderpaneel te verwijderen.
3. Trek het kaarthouder­klepje eruit in de richting van de pijl.
CF-logo ( ).
16
4. Bevestig de kaart-
bescherming zoals in de illustratie, zodat u hem na verwijdering niet verliest. Schuif de kaartbescherming in de sleuf zoals door de pijl is aangegeven.
5. Zet de BR-900CD opnieuw in zijn gewone positie.
Bewaar verwijderde schroeven op een veilige plek, buiten het bereik van kinderen, zodat er geen gevaar bestaat dat ze per ongeluk worden ingeslikt.

Beschrijving van de panelen

Voorpaneel

5
11
1
10
9
2
13
3
1
Input-gedeelte
SENS-knop
Met deze knop regelt u de gevoeligheid van de ingangen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1, MIC2 en LINE).
PEAK-indicator
Deze indicator geeft aan hoe hoog het input-niveau is op de verschillende ingangen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1 en MIC2). Deze indicator licht op bij een signaalniveau dat 6 dB onder de vervormingsgrens van het geluid ligt. Regel de gevoeligheid van de input met de SENS-knop zodat deze indicator slechts nu en dan oplicht, op de momenten dat u het luidst speelt op uw gitaar (of ander instrument).
INPUT SELECT-toetsen
Met deze toetsen kiest u welke input-bron (ingang) u wilt opnemen. De indicator van de geselecteerde toets licht op. U kunt het input-signaal "muten" (uitschakelen) door op een opgelichte toets te drukken.
6
8 7
4
12
[LINE]
Hiermee selecteert u de LINE-ingang (stereo) voor de line inputs, zoals keyboards of cd-spelers.
SIMUL
Als u [GUITAR/BASS/MIC2] en [MIC] tegelijkertijd indrukt, kunt u tegelijkertijd van beide inputs opnemen.
* Als u de INPUT SELECT-instelling wijzigt, dan verandert de
insert effect bank automatisch (p. 35, p. 84).
INPUT LEVEL-knop
Hiermee regelt u het volume van de input-bron.
* Als u tijdens de opname het volume van de input-bron
verlaagt met de INPUT LEVEL-knop, dan wordt het geluid met een lager volume opgenomen op het audiospoor, zodat er meer ruis te horen is wanneer u het audiospoor weergeeft bij een hoger volume. Als u het geluid van de input-bron die u beluistert, wilt verlagen, dan moet u het volume aanpassen met de MASTER-fader. U regelt het volume van de weer­gegeven sporen met de overeenkomstige TRACK-faders.
[GUITAR/BASS/MIC2]
Hiermee selecteert u de GUITAR/BASS-ingang (voor gitaar of bas) of de MIC 2-ingang (voor microfoon).
[MIC]
Hiermee selecteert u de MIC 1-ingang of de interne microfoon.
* U kunt de interne microfoon in- en uitschakelen (p. 34).
[TUNER]
Met deze toets schakelt u het stemapparaat in en uit (p. 188). Hiermee stemt u het instrument dat aangesloten is op de
GUITAR/BASS-ingang.
17
Beschrijving van de panelen
4
2
[EFFECTS]
Hiermee zet u de insert-effecten aan en uit (p. 35, p. 84) of roept u het scherm voor het bewerken van instellingen op.
Stel met deze knop de parameters van de Mastering Tool Kit in.
3
REC/PLAY-gedeelte
AUTO PUNCH
Hiermee stelt u de automatische punch-in/out-functie in.
[ON/OFF]
Hiermee zet u de auto punch-in/out-functie aan of uit. Als de functie aan staat, licht de indicator op.
[IN]
Hiermee bepaalt u de auto punch-in-positie. Druk op deze toets om de punch-in-positie in te stellen. Wanneer de positie ingesteld is, licht de toetsindicator op. Nadat u de punch-in­positie hebt ingesteld, kunt u steeds naar de ingestelde punch-in-positie springen door op deze toets te drukken.
* Druk op deze toets terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de ingestelde punch-in-positie te wissen.
[OUT]
Hiermee bepaalt u de auto punch-out-positie. Druk op deze toets om de huidige tijdspositie op het spoor in te stellen als punch-out-positie. Wanneer dit ingesteld is, licht de toetsindicator op. Nadat u de punch-out-positie hebt ingesteld, kunt u automatisch naar de punch-out-positie springen door op deze toets te drukken.
* Druk op deze toets terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de ingestelde punch-out-positie te wissen.
[FF]
De song spoelt verder wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
[REPEAT]
Hiermee kunt een bepaalde passage afbakenen om herhaaldelijk te beluisteren (p. 51).
Deze functie is handig wanneer u de opname tussen de punch-in- en punch-out-posities (p. 53) herhaaldelijk wilt beluisteren tot u tevreden bent, of wanneer u de phrase trainer (p. 192) gebruikt om bijv. een moeilijke frase van een cd na te spelen.
[STOP]
Hiermee stopt u de opname of de weergave van een song.
[PLAY]
Hiermee start u de weergave van een song. Als u op [REC] drukt zodat de REC-indicator knippert, dan start de opname zodra u op [PLAY] drukt. Tijdens het opnemen of het weergeven gaat de indicator van deze toets groen branden.
[REC] (recording)
Dit is de opnametoets. Naast de opnamefunctie dient deze toets ook voor manual punch-in/out. In recording standby knippert de indicator van deze toets rood; tijdens de opname brandt de indicator rood.
Track/Fader-gedeelte
TRACK MIXER-faders 1–6, 7/8
Hiermee regelt u het weergavevolume van ieder spoor.
* We noemen de TRACK MIXER-faders verder "TRACK-faders".
RHYTHM-fader
Hiermee regelt u het volume van het Rhythm-spoor.
[LOCATOR]
Hiermee slaat u elke willekeurige positie op. Als u daarna op deze toets drukt, gaat u automatisch naar die positie.
De indicator van deze toets brandt wanneer u een positie hebt ingesteld. Telkens als u nu op deze knop drukt, springt u naar de ingestelde positie.
* Druk op deze toets terwijl u AUTO PUNCH [ON/OFF]
ingedrukt houdt om de ingestelde positie te wissen.
[ZERO]
Hiermee springt u naar de tijdspositie 00:00:000.0.
[REW]
De song spoelt terug wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
18
MASTER-fader
Hiermee regelt u het algemene volume van de BR-900CD.
[V-TRACK]
Hiermee roept u het scherm op waarin u de gewenste V-Track kunt selecteren.
“Wat zijn V-Tracks?” (p. 14) “Een andere V-Track kiezen” (p. 49)
REC TRACK (recording track)-toetsen 1–6, 7/8
Hiermee kiest u welk spoor u wilt opnemen. De toets van het geselecteerde spoor knippert eerst rood en blijft vervolgens rood branden wanneer de opname begint. Wanneer de opname klaar is, knippert de toets van het geselecteerde spoor afwisselend oranje en groen.
Beschrijving van de panelen
678
Het verband tussen de indicator en de toestand van het spoor wordt hieronder uitgelegd.
Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen:
Het spoor bevat opgenomen data.
Rood knipperend:
Het spoor is geselecteerd als opnamebestemming en staat in standby voor opname.
Rood:
Het spoor wordt opgenomen.
Afwisselend oranje en groen knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data en is geselecteerd voor opname.
Bij het aanmaken van ritmepatronen (p. 126) is aan elke toets een ritmisch instrument toegewezen.
[TAP (TEMPO)]
Door op deze toets te tikken, kunt u het tempo voor het ritme (Rhythm) instellen.
[DELETE/MUTE]
Als u deze toets ingedrukt houdt en op een REC TRACK­toets drukt waarvan de indicator groen of afwisselend groen en oranje is, dan schakelt u de weergave van dat spoor uit, ongeacht de positie van zijn TRACK-fader (p. 41). Als u dezelfde handeling herhaalt, wordt de uitschakeling opgeheven. De REC TRACK-toets van een uitgeschakeld spoor knippert afwisselend groen en oranje.
* Als een opnamespoor uitgeschakeld is, dan wordt de
uitschakeling opgeheven wanneer de opname eindigt.
[UNDO/REDO]
Hiermee maakt u de laatst uitgevoerde opname- of edit­opdracht ongedaan en keren de data terug naar hun vorige toestand. Door opnieuw op deze toets te drukken, kunt u de geannuleerde opname terughalen of de edit-opdracht opnieuw uitvoeren (p. 57).
[
EXIT/NO]
Met deze toets keert u terug naar het vorige scherm of annuleert u de laatste invoer.
[
ENTER/YES]
Met deze toets bevestigt u een selectie of ingevoerde waarde.
CURSOR-toetsen
Met deze toetsen verplaatst u de cursor op de display.
[CD-R/RW]
De BR-900CD gebruikt dit schijfstation om CD-R/RW's te lezen, te branden en weer te geven.
Rhythm-gedeelte
Hier stelt u de Rhythm-functie in.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]
Met deze toets bladert u door de verschillende selecties van de Rhythm-functie: Arrangement Pattern Off.
[EDIT]
Hiermee roept u het scherm voor het programmeren van arrangementen en patronen op.
[RHYTHM PAD]
Hiermee verandert u de TRACK-toetsfuncties in Rhythm-input.
Bij het aanmaken van ritmepatronen (p. 126) kunt u ingevoerde ritmegeluiden verwijderen door deze toets ingedrukt te houden en op de REC TRACK-toets te drukken.
5
TIME/VALUE-draaiknop
U kunt deze draaiknop gebruiken om de huidige tijdspositie in een song te verschuiven (bijv. vooruit of achteruit). Daarnaast kunt u met deze knop de parameterwaarden van allerlei functies instellen.
[UTILITY]
Hiermee roept u verschillende functies van de BR-900CD op, zoals track editing, songbeheer en geheugenkaartfuncties.
“Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119)
[PHRASE TRAINER]
Met deze toets stelt u de Phrase Trainer-functie in. Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kunt u met deze toets
Center Cancel (centrale zangpartijen verwijderen) of Time Stretch (de weergave vertragen) aan- of uitzetten.
“Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel)” (p. 192) “De weergave vertragen (Time Stretch)” (p. 192)
19
Beschrijving van de panelen
12
13
9
[PAN/EQ]
Hiermee roept u een scherm op waarin u de pan (links­rechtspositie van het geluid) kunt instellen voor de weergave van elk spoor of voor het input-signaal (p. 42, p. 49).
Hier kunt u voor elk spoor ook de toon (laag, hoog) aanpassen (p. 42, p. 110).
[
LOOP EFFECTS]
Hiermee roept u het scherm op om het verstuurniveau van elk spoor op de loop-effecten in te stellen (p. 43, p. 108), tussen reverb en chorus te wisselen, verschillende parameters in te stellen en dergelijke meer.
“De loop-effecten/Track EQ gebruiken” (p. 108) “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111)
[PITCH CORRECTION]
Hiermee schakelt u de tooncorrectie in en uit. Zo kunt u de toon van opgenomen zangpartijen aanpassen.
“De pitch correction gebruiken” (p. 114)
MIC (interne microfoon)
U kunt deze microfoon gebruiken voor opnames met de BR-900CD.
“Druk op de INPUT SELECT-toets van het instrument dat u wilt opnemen” (p. 34)
“De interne microfoon aanzetten” (p. 34)
Hoofdtelefoonuitgang ( )
Hier kunt u een hoofdtelefoon (apart aan te schaffen) aan­sluiten. Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, hoort u door de hoofdtelefoon dezelfde output als via de LINE OUT.
* Pas het hoofdtelefoonvolume aan met de MASTER-fader.
GEHEUGENKAART-sleuf
fig.00-202
Eject-knop
10
[REC MODE] (opnamefunctie)
Hiermee kiest u de opnamemethode.
Basisrichtlijnen voor opname (p. 39, p. 48) Bouncing - Meerdere sporen samenvoegen (p. 45, p. 58) “Mastering” (p. 102)
11
MEMORY CARD-indicator
Deze indicator licht op wanneer gegevens van een geheugen­kaart worden afgelezen of ernaar worden weggeschreven.
Schakel het toestel nooit uit zolang deze indicator brandt. Dit kan de gegevens op de geheugenkaart beschadigen en de kaart mogelijk onbruikbaar maken.
In deze sleuf passen geheugenkaarten (CompactFlash), waarop u gegevens kunt opslaan. U kunt niets opnemen als u hier geen geheugenkaart hebt geplaatst.
Eject-knop
Druk op deze knop om de geheugenkaart te verwijderen.
20
Beschrijving van de panelen
CD-R/RW-station
1
2
3 4
Lees eerst “Voordat u CD-R/RW's gebruikt” (p. 6), voor u het CD-R/RW-station gebruikt.
1. Schijflade
Plaats de CD-R/RW's op deze lade.
2. Toegangsindicator
Deze indicator licht op wanneer data op een CD-R/RW worden gelezen of weggeschreven.
3. EJECT-knop
Druk op deze knop om een CD-R/RW uit het station te halen. Let op: u kunt een CD-R/RW alleen verwijderen als de BR-900CD aan staat.
Als u overmatige kracht gebruikt om een cd uit het station te verwijderen, kunt u het station beschadigen.
4. Emergency Eject-gaatje
U kunt dit gaatje gebruiken om de schijflade in geval van nood te openen.
Gebruik deze mogelijkheid enkel bij grote uitzondering en pas als u de cd op geen enkele andere manier uit het station kunt halen (p. 7).
Display
fig.00-203d
1 2
3
5
Hier verschijnt het menuscherm, de schermen met para­meterinstellingen of andere informatie, afhankelijk van wat u precies instelt.
Raadpleeg “Het displaycontrast aanpassen” (p. 186). als de display moeilijk leesbaar is.
1. MEAS (MEASURE)
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar rechts worden de maat, maatslag en klok weergegeven.
2. TEMPO
Hier wordt het tempo van het ritme weergegeven.
3. TIME
Hier verschijnt de tijdswaarde van de huidige tijdspositie in de song (uren-minuten-seconden).
6
4
4. FRAME
Hier verschijnt het frame-nummer van de huidige tijds­positie in de song.
Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde gelijk aan 30 frames (non-drop). Dit is één type van een specificatie die we MTC (MIDI Time Code) noemen. Gebruikt u de BR-900CD om gesynchroniseerd met een ander MIDI-toestel te spelen, dan moet u op beide toestellen hetzelfde MTC-type instellen.
“Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren” (p. 158)
5. REC MODE
Hier wordt de opnamefunctie weergegeven.
6. Level meter
Bij de weergavefunctie verschijnen hier de volumeniveaus van de input-signalen en van de verschillende sporen.
De niveaus die hier worden weergegeven, zijn de niveaus nadat u met de INPUT LEVEL-knop en de TRACK-fader (d.w.z. post-fader) aanpassingen hebt gedaan. U kunt de level meter zo instellen dat elk soort ingesteld niveau wordt weergegeven.
21
Beschrijving van de panelen

Achterpaneel

fig.00-204
13
14
12
11 10
89
1. GUITAR/BASS-ingang
Op deze ingang met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een gitaar of een basgitaar aansluiten.
2. MIC2-ingang (XLR)
Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten. Er is een XLR-aansluiting voorzien.
De BR-900CD kan fantoomvoeding leveren aan een op deze ingang aangesloten condensatormicrofoon (p. 191).
* Wanneer u zowel de GUITAR/BASS- als de MIC2-ingangen
gebruikt, krijgt de GUITAR/BASS-ingang prioriteit.
3. MIC1-ingangen (TRS/XLR)
Op deze ingangen kunt u een microfoon aansluiten. Er zijn zowel gewone TRS- (p. 26) als XLR-aansluitingen voorzien.
De BR-900CD kan fantoomvoeding leveren aan een op deze ingang aangesloten condensatormicrofoon (p. 191).
* Als u op beide ingangen een microfoon aansluit,
krijgt de TRS-aansluiting prioriteit.
4. LINE IN-aansluitingen
Dit zijn de ingangen voor analoge audiosignalen. Hierop kunt u cd-spelers en andere audiotoestellen, keyboards, drumcomputers en andere externe audiobronnen aansluiten.
5. LINE OUT-aansluitingen
Dit zijn de uitgangen voor het analoge audiosignaal. Hierop kunt u bandrecorders of andere opnameapparatuur aan­sluiten om het analoge output-signaal van de BR-900CD op te nemen.
6. DIGITAL OUT-aansluiting
Via deze optische uitgang kunt u digitale audiosignalen uitvoeren. Het signaal van DIGITAL OUT is hetzelfde als dat van LINE OUT. U kunt hierop een DAT- of cd-recorder aansluiten om het output-signaal van de BR-900CD digitaal op te nemen.
7
456
3 1
2
8. FOOT SW/EXP PEDAL-ingang
Op deze ingang kunt u een apart aan te schaffen voet­schakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2) of een expressie­pedaal (BOSS Roland EV-5, BOSS FV-300L) aansluiten.
Via deze FOOT SW-aansluiting kunt u de weergave van een song starten/stoppen, punch-in/out uitvoeren en meer.
Wanneer u een expressiepedaal gebruikt, kunt u met uw voet de diepte van insert-effecten regelen.
“Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken” (p. 187)
9. MIDI OUT-aansluiting
Via deze uitgang worden de MIDI-data verzonden. Verbind deze met de MIDI IN-aansluiting van een extern MIDI­toestel (drumcomputer of geluidsmodule).
10. POWER-schakelaar
Met deze schakelaar zet u de BR-900CD aan en uit.
11. DC IN-aansluiting (AC-adapter)
Sluit hierop de bijgeleverde AC-adapter (PSA-serie) aan.
Gebruik enkel de AC-adapter van de PSA-serie. Andere adapters kunnen oververhitting of schade veroorzaken.
12. Kabelhaak
Leg de stroomkabel rond deze haak zodat het niet per ongeluk uit de stroomaansluiting wordt getrokken.
* Als tijdens het gebruik de stroom onderbroken wordt,
zou u belangrijke opnamedata kunnen verliezen.
13. Beveiligingsgleuf ( )
http://www.kensington.com/
7. USB-poort
Op deze poort sluit u de USB-kabel aan die de BR-900CD verbindt met uw computer.
22
Beschrijving van de panelen

Batterijen plaatsen

Afhankelijk van de omstandigheden waarin het toestel opgesteld is, kan het paneel soms ruw en korrelig aan­voelen. Datzelfde onaangename gevoel kan optreden wanneer u aangesloten microfoons of de metalen onderdelen van aangesloten instrumenten zoals gitaren aanraakt.
Dit komt door een minieme elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Als dit u toch zorgen baart,
kunt u het aardingspunt (achterpaneel: zie figuur ) verbinden met een externe aarding. Wanneer het toestel geaard is, kan een licht gezoem hoorbaar zijn, afhankelijk van uw installatie.
Als u niet zeker bent hoe u de aarding moet aansluiten, neemt u het best contact op met een Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur. Hun gegevens vindt u op de "Informatie"-pagina.
Sluit de aarding NOOIT aan op:
• Waterleidingen (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
• Gasleidingen (brand- en ontploffingsgevaar)
• Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij bliksem)
14
1. Zorg ervoor dat de BR-900CD uit staat.
2. Verwijder het batterijklepje op het achterpaneel.
* Als u het toestel op zijn kop zet, plaatst u het best een stapeltje
kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide kanten, om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen. Plaats het toestel ook zo dat knoppen en regelaars niet beschadigd kunnen worden.
* Draai het toestel voorzichtig om om te voorkomen dat u het
laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt.
3. Plaats zes AA-batterijen in de batterijhouder. Let erop dat u de polariteit (+/-) niet verwisselt.
* BOSS beveelt alkalinebatterijen met langere levensduur aan. * Meng geen nieuwe batterijen met deels gebruikte batterijen;
gebruik geen batterijen van verschillende merken door elkaar.
* Gebruik geen oplaadbare batterijen.
4. Sluit het batterijklepje.
fig.00-205
Wanneer de batterijspanning laag wordt, verschijnt de boodschap "Battery Low!" op de display. Vervang de oude batterijen zo snel mogelijk door nieuwe wanneer u deze boodschap te zien krijgt.
23
MEMO
24
Snelle
start
25

Randapparatuur aansluiten

Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. Zorg dat daarbij alle toestellen uitgeschakeld zijn.
fig.00-301
Microfoons
CD-recorder enz.
Drumcomputer enz.
Elektrische gitaar
of
Elektrische bas
Adapter
(PSC-serie)
Voetschakelaar
(FS-5U enz.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 enz.)
Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume dichtzetten en alle toestellen uitschakelen alvorens aansluitingen te maken.
Veranker de stroomkabel met de kabelhaak zoals in de
illustratie om te voorkomen dat de stroomvoorziening van uw toestel plots wordt onderbroken (als de stekker per ongeluk zou worden uitgetrokken) en om een onnodige belasting van de aansluiting voor de adapter te vermijden.
fig.00-302
Muziekinstallatie enz.
CD-speler enz.
Keyboard enz.
Afhankelijk van de positie van de microfoons ten opzichte van de luidsprekers kan er feedback ontstaan. Dit kunt u verhelpen door:
1. De oriëntatie van de microfoon(s) te veranderen.
2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te
plaatsen.
3. Het volume te verlagen.
* Er zijn twee soorten microfooningangen voorzien, tulpstekkers
(TRS phone jacks), die compatibel zijn met een gebalanceerde input, en XLR-aansluitingen. De volgorde van de aansluit­pinnen voor de MIC-ingang is zoals hieronder staat aan­gegeven. Voor u aansluitingen maakt, moet u controleren dat deze volgorde overeenstemt met de aansluitpunten in de stekkers van alle andere apparatuur.
fig.00-303
26
* Wanneer u de FS-5U voetschakelaar (apart verkrijgbaar)
gebruikt, moet u de polariteitschakelaar instellen zoals in onderstaande tekening. Als deze schakelaar niet in de juiste positie staat, werkt de voetschakelaar mogelijk niet correct.
fig.00-304
Polariteitschakelaar
* U kunt ook een FS-6 (optioneel) als voetschakelaar gebruiken.
Als u een FS-6 gebruikt, kunt u die enkel aansluiten op een van de FS-6-ingangen, de A- of de B-ingang. Zet de polariteit­schakelaar ook op "FS-5U". De A&B-aansluiting kunt u niet gebruiken.
* Stel bij gebruik van een expressiepedaal (EV-5 of FV-300L)
het minimumvolume in op “0".
Randapparatuur aansluiten

Een geheugenkaart plaatsen

Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met de vergulde contactpunten naar beneden gericht (de kant zonder contactpunten moet naar boven gericht zijn).
* Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen,
tot hij stevig op zijn plek zit.
* Raak de contactpunten van de geheugenkaart niet aan en laat
ze niet vuil worden.
fig.00-305
Zet de BR-900CD uit voor u de geheugenkaart plaatst. Als u een geheugenkaart plaatst terwijl het toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart vernietigen of de geheugen­kaart onbruikbaar maken.
Snelle start
27

De BR-900CD aan- en uitzetten

Het toestel aanzetten

Als u alle verbindingen hebt gemaakt, kunt u de toestellen in de opgegeven volgorde aanzetten. Als u uw apparatuur in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.
1. Let op het volgende voor u het toestel aanzet:
Zijn alle externe apparaten correct aangesloten? Staat het volume van de BR-900CD en van alle
andere apparaten op het minimum?
Is de geheugenkaart geïnstalleerd?
* De BR-900CD wordt geleverd met een geheugenkaart,
die van tevoren in de sleuf is geïnstalleerd.
2. Zet de MASTER-fader van de BR-900CD dicht.
fig.00-306

Het toestel uitzetten

1. Zorg ervoor dat de weergave van de song is gestopt.
Zorg altijd dat de recorder is gestopt, voordat u de BR-900CD uitzet. Als u het toestel uitzet terwijl een opname of een weergave bezig is, kunnen (song)data, mixerinstellingen, en/of effect patchdata verloren gaan.
2. Zet elk toestel uit in de omgekeerde volgorde van het aanzetten.
3. Zet de POWER-schakelaar van de BR-900CD op "OFF".
Play-scherm
Het Play-scherm is het hoofdscherm van de BR-900CD en verschijnt als eerste wanneer de BR-900CD wordt aangezet (zie hieronder).
fig.00-308d
3. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de input­aansluitingen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1, MIC2 of LINE IN).
4. Zet de POWER-schakelaar op het achterpaneel aan.
fig.00-307
* Zorg altijd dat het volume laag staat voor u het toestel aanzet.
Zelfs met het volume op nul kunt u nog een geluid horen als u het toestel aanzet. Dat is normaal en wijst niet op een defect.
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de normale werking van het toestel begint.
5. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de output­aansluiting (LINE OUT of DIGITAL OUT).
Zorg dat de AC-adapter tijdens het gebruik niet wordt uitgetrokken. Als de stroom plots onderbroken wordt, kunnen uw opnamedata beschadigd raken.
28

Demosongs beluisteren

Een song selecteren (Song Select)

Na het opstarten wordt automatisch de song gekozen, die voor het uitzetten was geselecteerd, en worden de data van die song geladen. Zodra de data zijn geladen, verschijnt het Play-scherm op de display. Volg onderstaande procedure om een demosong te beluisteren.
fig.00-312
1
3 2,4
2
Als u de opname of editing hebt gewijzigd
Aangezien de BR-900CD de opgenomen data en de gebruikers­geschiedenis automatisch opslaat wanneer de opname of de editing gewijzigd zijn, hoeft u voor het opslaan geen speciale commando’s uit te voeren.
Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
* Als u data van een beschermde demosong probeert op te nemen
of te bewerken, verschijnt de boodschap "Protected!".

Een song weergeven

1. Plaats de TRACK-faders 1–6, 7/8 en de RHYTHM-fader
in onderstaande posities en zet de MASTER-fader dicht.
fig.00-315
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Select-scherm verschijnt.
fig.00-313d
3. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "01: SOLOBANG" te selecteren.
Titel Componist Auteursrecht SOLOBANG! Yutaka Nakano
4. Druk op [ENTER].
Copyright © 2005 BOSS Corporation
Snelle start
2. Druk op [PLAY].
fig.00-316
De song start. Schuif langzaam de MASTER-fader omhoog en zet het volume op het gewenste niveau.
Het is bij wet verboden om de demosong bij dit product voor andere doeleinden te gebruiken dan het beluisteren in private, huiselijke kring, zonder toestemming van de houder. Evenmin mogen deze data worden gekopieerd, noch gebruikt in een secundair auteursrechtelijk beschermd werk zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht.
Door de TRACK-faders te bedienen, kunt u de sporen samen of apart beluisteren of de gewenste volumebalans instellen.
Met [FF] spoelt u de song verder en met [REW] spoelt u de song terug. Druk op [ZERO] om naar de tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan.
29
Demosongs beluisteren
Naast de bovenstaande procedures kunt u uw huidige positie in de song ook wijzigen op onderstaande manieren.

De huidige tijdspositie verplaatsen

Verstreken tijd
De waarde die op de display bij "TIME" staat, is de reeds verstreken tijd van de song in MTC (MIDI time code) en wordt uitgedrukt als: uren-minuten-seconden-frames­subframes.
De specificaties van de tijdcode kunnen verschillen naar­gelang het toestel. Om de werking te synchroniseren met een ander toestel via MTC, moet u eerst zorgen dat de tijdcodes van beide toestellen overeenstemmen. Volgens de fabrieks­instellingen is 1 seconde gelijk aan 30 frames (non-drop) (p. 158).
Naar het songbegin verspringen
U kunt rechtstreeks verspringen naar de tijdspositie van het eerst omgenomen geluid in een song. Houd hiervoor [STOP] ingedrukt en druk op [REW].
Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontro­leerd en u gaat naar de positie van het eerst opgenomen geluid in de song.
Druk op [ZERO] om naar tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan.
De gewenste tijdspositie invoeren
Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de weergave van de uren, minuten, seconden, frames of subframes te verplaatsen, en wijzig de tijdspositie in de song met de TIME/VALUE­draaiknop.
De tijdspositie verplaatsen per maat of per maatslag
De maat-maatslag-klok van de huidige tijdspositie verschijnt onder "MEAS" (measure) op de display.
* Voor demosongs is er al een arrangement (p. 37, p. 120)
gemaakt. Dit is zo ingesteld dat maat, maatslag, klok en song perfect gesynchroniseerd zijn.
Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de "measure" (maat) of "beat" (maatslag) weergave te verplaatsen, en wijzig de huidige maat of maatslag in de song met de TIME/VALUE­draaiknop.
* U kunt de cursor niet naar "Clock" verplaatsen (dit kan niet
worden gewijzigd).
Naar het songeinde verspringen
Houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF] om naar de tijds­positie van het laatst opgenomen geluid van een song te verspringen.
Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontro­leerd en u gaat naar de positie van het laatste opgenomen geluid in de song.
fig.00-317
TIJD
[
ZERO
Opname van de song
[
STOP
] + [
]
REW
]
[
STOP
23:59:59-29.900:00:00-00.0
] + [FF]
30
Loading...
+ 199 hidden pages