Roland AT800, AT-900 User Manual [nl]

Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p.2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien, kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
202
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
2
54
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
Veilige geaarde verbinding
001-50
Sluit het netsnoer van dit model op een geaard stopcontact aan.
......................................................................................
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002a
Dit apparaat mag niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
......................................................................................
Niet repareren of onderdelen vervangen
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen Indien reparaties of vervanging van onderdelen nodig is, moet u contact opnemen met uw handelaar of het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum.
......................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de locaties die:
004
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, dichtbij verwar­mingsapparatuur of bovenop warmte genere­rende apparatuur)
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, bij een wastafel of op een natte vloer of op locaties die zeer vochtig zijn
• Locaties die aan regen onderhevig zijn
• Locaties die overmatig stoffig zijn
• Locaties die aan zware trillingen onderhevig zijn
......................................................................................
Niet op een instabiele locatie plaatsen
007
Zorg, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards, die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
......................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Sluit het netsnoer op een stopcontact met een juist voltage aan
008a
Het netsnoer dient op een stopcontact met het juiste voltage worden aangesloten, zoals op het apparaat wordt aangegeven.
......................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
......................................................................................
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het netsnoer beschadigen en kortsluiting of onjuiste verbindingen ontstaan, welke mogelijk tot brand en elektrische schok kunnen leiden.
......................................................................................
Steek het netsnoer niet in een stopcontact, waar veel andere apparaten gebruik van maken
015
Steek het netsnoer niet in een stopcontact, waar veel andere apparaten gebruik van maken. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van meervoudige stopcontacten. Wanneer het nominaal vermogen (watts/ampères) wordt overschreden, kan hitte gegenereerd worden, waardoor het snoer kan smelten.
......................................................................................
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterkers en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
......................................................................................
Zorg, dat er geen vreemde objecten in het
Gebruik geen CD-ROM in een CD speler of DVD speler
023
......................................................................................
Plaats geen waterhoudende objecten op het apparaat
026
apparaat terechtkomen
011
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloei­stoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. Dit kan kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
......................................................................................
WAARSCHUWING
Zet de stroom uit als een onregelmatigheid of
......................................................................................
De batterij niet aan extreme hitte blootstellen
027
storing optreedt
012a
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een service centrum, indien:
• Het netsnoer is beschadigd, of
• Het apparaat rook of een ongewone geur produceert
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (door regen enz.)
• Een onregelmatigheid of storing in het apparaat optreedt
......................................................................................
......................................................................................
Plaats op een goed geventileerde locatie
101a
..........................................................................................................
De stekker van het netsnoer regelmatig afstoffen
103a
Kinderen mogen dit apparaat alleen onder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen moet u opletten dat er niet aan het apparaat wordt gepeuterd. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
......................................................................................
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het
..........................................................................................................
Houd de kabels op hun plaats voor veiligheid
104
tegen zware schokken
014
Laat dit apparaat niet vallen en stelt het niet aan zware schokken bloot.
......................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gaan gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper of een service centrum.
..........................................................................................................
Houd de stekker vast als het netsnoer wordt aangesloten of ontkoppeld
102b
Als het netsnoer in een stopcontact of het apparaat zelf wordt gestoken of eruit wordt gehaald, moet u de stekker vasthouden, niet het snoer.
..........................................................................................................
..........................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop
106
..........................................................................................................
Behandel het netsnoer niet met natte handen
107b
..........................................................................................................
4
Als u probeert een CD-ROM op een conventionele CD speler of DVD speler af te spelen, kunnen uw oren of de luidsprekers door het resulterende hoge volume beschadigd raken.
Plaats geen waterhouders (zoals bloemenvazen) of drankjes op het apparaat. Ook mogen er geen flessen of bussen met insecticide, parfum, alcoho­lische vloeistoffen, nagellak of spuitbussen op het apparaat worden geplaatst. Vloeistoffen die in het apparaat worden gemorst, kunnen storingen veroorzaken, alsmede kortsluiting of een gebrekkige werking.
Stel de batterij nooit aan overmatige hitte, zoals fel zonlicht, vuur, en soortgelijke bronnen bloot.
Wanneer dit apparaat wordt gebruikt, dient het op een goed geventileerde locatie geplaatst te worden.
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en het schoon te maken met een droge doek om stof te verwijderen. Ook moet u de stekker uit het stopcontact halen, wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen het netsnoer en het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken, en mogelijk tot brand leiden.
Zorg, dat aangesloten kabels op een veilige manier worden geplaatst. Zorg, er in het bijzonder voor, dat de kabels zich buiten het bereik van kinderen bevinden.
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop
Raak het netsnoer nooit met natte handen aan, als u het in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit apparaat
108d
Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Omdat dit apparaat zeer zwaar is, moet u zorgen, dat er voldoende mensen zijn om daarbij te helpen, zodat het op veilige wijze opgetild en verplaatst kan worden. Het dient voorzichtig behandeld te worden, terwijl het ten alle tijden waterpas wordt gehouden. Zorg, dat u het stevig vast heeft om verwon­dingen en beschadigingen aan het instrument te voorkomen.
• Controleer of de bevestigingsschroeven waarmee het apparaat aan de standaard is bevestigd, is losge­komen. Als deze los zijn, draait u ze stevig vast.
2
• Haal het netsnoer uit het stopcontact.
• Ontkoppel alle externe apparaten.
• Sluit het deksel
• Verwijder de muziekstandaard.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
118b
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kleine kinderen.
• Bijbehorende onderdelen
• Bevestigingsschroeven voor de muzieksteun
• Schroeven voor montage van de standaard
..........................................................................................................
Als er een kans op onweer is, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
110a
Als er een kans op onweer is, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
Waarschuwingen bij gebruik van de bank
117: Selection
Neem het volgende in acht bij het gebruik van de bank:
1
• Speel niet met de bank en gebruik deze niet als opstap.
• Laat niet meer dan twee mensen tegelijk op de bank zitten.
• Ga niet op de bank zitten als de schroeven, waarmee de poten zijn vastgezet, los zijn. (Als deze los zijn, gebruikt u het bijgeleverde gereedschap om de schroeven opnieuw vast te draaien).
..........................................................................................................
Opletten bij het openen/sluiten van het deksel
116
Tijdens het openen/sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet beklemd raken (p.21). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..........................................................................................................
Waarschuwingen bij gebruik van batterijen
111: Selection
Batterijen kunnen lekken of barsten wanneer ze op onjuiste wijze worden gebruikt. Neem de volgende waarschuwingen in acht (p.253). Bij het plaatsen van de batterijen, neemt u de correcte polariteit (‘+’ en ‘-’) in acht.
• Gebruik geen nieuwe en gebruikte batterijen of verschillende types batterijen tegelijkertijd.
• Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, verwijdert u de batterijen.
• Als de batterijen gelekt hebben, gebruikt u een zachte, droge doek om de vloeistof voorzichtig uit het batterij compartiment te vegen, en installeer nieuwe batterijen. Als de batterij vloeistof met uw huid in contact komt, kan dit huidirritatie veroorzaken. Batterijvloeistof die in uw ogen terechtkomt is gevaarlijk. Was uw oog direct met water.
• Batterijen mogen nooit samen met metalen objecten zoals pennen, halskettingen of haarspelden worden vervoerd of opgeborgen.
..........................................................................................................
Waarschuwingen bij gebruik van de bank
117: Selection
Neem bij het gebruik van de bank het volgende in acht:
1
• Speel niet met de bank en gebruik deze niet als opstap.
• Laat niet meer dan twee mensen tegelijk op de bank zitten.
• Ga niet op de bank zitten als de schroeven, waarmee de poten zijn vastgezet, los zijn. (Als deze los zijn, gebruikt u het bijgeleverde gereedschap om de schroeven opnieuw vast te draaien).
..........................................................................................................
Haal het netsnoer uit het stopcontact, voordat u het apparaat schoonmaakt
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.
..........................................................................................................
Het luidspreker rooster en de luidspreker niet verwijderen
121
U mag het luidspreker rooster en de luidspreker nooit verwijderen. De luidspreker kan niet door de gebruiker worden vervangen. Schok gevaarlijke voltages en stroom bevinden zich binnen de behuizing.
..........................................................................................................
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XGlite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
5
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetrono­ven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat sto­ringen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat u aansluitingen maakt, moet de stroom van alle appa­raten worden uitgezet om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers te voorkomen.
• Hoewel het LCD en de LED’s worden uitgeschakeld als de Power schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombron is afgesloten. Als u de stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de stroom scha­kelaar uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Dit is de reden dat het stopcontact dat u voor het netsnoer gebruikt dichtbij en gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Locatie
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Als dit gebeurt, plaatst u het verder weg of verandert u de richting van dit apparaat.
• Als dit apparaat in de buurt van een televisie of radio wordt gebruikt, kan kleurvervorming in het televisiescherm of ruis in het radiogeluid worden waargenomen. Als dit gebeurt, plaatst u het apparaat verder weg.
• Zet een mobiele telefoon uit, en houd deze op voldoende afstand van dit apparaat. Als een mobiele telefoon zich dicht­bij het apparaat bevindt, kan ruis hoorbaar zijn wanneer u belt of wordt gebeld of tijdens de conversatie.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven en laat het niet in een afgesloten voertuig achter. Laat ook geen lampen, die normaalgesproken dicht op het apparaat worden gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots, gedurende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument schijnen. Door overma­tige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebrui­ken, kunnen storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende lange periodes op het apparaat staan of liggen. Dit kan ver­vorming of kleurverandering veroorzaken.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord of het voetkla­vier liggen. Dit kan storing veroorzaken, zoals het ontbreken van geluid.
• Plak geen etiketten op dit apparaat. Als de etiketten van het instrument verwijderd moeten worden, kan de lak beschadi­gen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak, waarop het apparaat wordt geplaatst, kunnen de rubber voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stuk vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u ervoor zorgen dat het apparaat niet kan glijden of per ongeluk kan verschuiven.
Onderhoud
• Voor dagelijks onderhoud gebruikt u een zachte, droge doek of verwijdert u hardnekkig vuil met een sterk uitgewrongen doek. Als dit apparaat houten componenten bevat, neemt u het volledige oppervlak gelijkmatig af, waarbij de doek in de richting van de nerf van het hout wordt bewogen. Door te hard op één plek te wrijven kan de lak beschadigen.
• Indien er waterdruppels op het apparaat kleven, veegt u deze direct met een zachte droge doek af.
• Gebruik nooit oplosmiddelen als benzeen, verdunners of alco­hol, aangezien deze verkleuring en/of vervorming kunnen ver­oorzaken.
Reparaties en data
• Als u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, kan de inhoud van het geheugen verloren gaan. Belangrijke data dient u in USB geheugen op te slaan of op papier worden genoteerd. Tijdens de reparatie doen wij onze uiterste best om de inhoud van het geheugen te behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij de inhoud niet hersteld kan worden, omdat de geheugen sec­tie een storing heeft vertoond. Wees ervan bewust, dat wij geen verantwoordelijkheid accepteren voor het herstellen van geheugeninhoud die verloren is gegaan of voor welke conse­quenties die uit dit soort verlies voortkomen.
Overige waarschuwingen
• Opgeslagen inhoud kan verloren gaan door een storing van het apparaat of vanwege onjuiste bediening. Om u ervan te verzekeren dat u belangrijke data niet verliest, dient u deze in USB geheugen op te slaan.
• Wij zijn niet verantwoordelijk voor het herstel van verloren geraakte inhoud van het interne geheugen of USB geheugen, noch voor de gevolgen van dit soort verlies.
• Behandel de (druk) knoppen of ingang/uitgang Jacks voor­zichtig. Ruwe behandeling kan storingen veroorzaken.
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
• Als kabels worden aangesloten of ontkoppeld houdt u de stek­ker vast (niet de kabel zelf) om kortsluiting of draadbreuk te voorkomen.
• Dit apparaat kan een bepaalde hoeveelheid warmte produce­ren, maar dit duidt niet op een storing.
• Geniet van uw muziek, maar stoor mensen in uw omgeving niet, en let ‘s avonds in het bijzonder op het volume. Met gebruik van een koptelefoon, kunt u van de muziek genieten zonder u zorgen over anderen te maken.
• Als dit apparaat getransporteerd of verscheept wordt, dient het in een passende hoeveelheid schokabsorberend materiaal te worden verpakt. Zonder passende verpakking kunnen kras­sen, beschadigingen of storingen ontstaan.
• Als de muziekstandaard wordt gebruikt, mag daar geen over­matige druk op uitgeoefend worden.
• Sommige aansluit kabels bevatten weerstanden. Gebruik dit soort kabels niet voor dit apparaat. Deze kunnen het volume extreem laag of onhoorbaar maken. Gebruik aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
• Voordat het deksel van het toetsenbord wordt geopend of gesloten, moet u altijd controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren zijn die zich bovenop het instrument bevinden. (Deze moeten uit de buurt van het toetsenbord en het deksel worden gehouden). Anders kunnen kleine huisdie­ren, door het structurele ontwerp van dit instrument, in het instrument vast komen te zitten. Wanneer een dergelijke situa­tie zich voordoet, moet u direct de stroom uitzetten en het nets­noer uit het stopcontact halen. Vervolgens raadpleegt u de winkel waar het instrument werd aangeschaft of het dichtstbij­zijnde Roland Service Centrum.
6
Belangrijke opmerkingen
• De gevoeligheid van de D Beam controller verandert, volgens de hoeveelheid licht in de omgeving van het apparaat. Als deze niet naar verwachting functioneert, past u de gevoelig­heid aan, passend bij de helderheid van de locatie.
• Om in de hoogst mogelijke beeldkwaliteit te kunnen voorzien, maakt de ATELIER gebruik van een TFT liquid crystal beeld­scherm. Vanwege de aard van een TFT liquid crystal beeld­scherm, kan het scherm pixels bevatten die niet oplichten of constant verlicht blijven, maar dit is geen storing.
Behandeling van floppydisks
(Met gebruik van de optionele floppydisk drive)
• Floppydisks bevatten een plastic disk met een dunne laag magnetisch opslagmedium. Microscopische precisie is vereist om opslag van grote hoeveelheden data op een dergelijk klein oppervlak mogelijk te maken. Om de werking van de disks te verzekeren, neemt u het volgende in acht wanneer floppydisks worden gebruikt:
• Raak het magnetisch medium binnen de disk niet aan.
• Floppydisks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen
worden gebruikt of opgeborgen.
• Stel floppydisks niet bloot aan temperatuur extremen
(bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig).
• Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C.
• Stel floppydisks niet bloot aan sterk magnetische velden,
zoals die door luidsprekers gegenereerd worden.
• Floppydisks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk tegen het per ongeluk wissen kan beschermen. Het is aan te bevelen de tab in de PROTECT positie te houden, en deze alleen naar de WRITE positie te verplaatsen als u nieuwe data op de disk wilt opslaan.
fig.DiskProtect.e.eps
Write
(nieuwe data kan op disk worden opgeslagen)
Schrijfbeveiliging
653
• Het identificatie etiket moet stevig op de disk aangebracht worden. Als het etiket loskomt, terwijl de disk zich in de drive bevindt, kan de disk mogelijk moeilijk uit de drive verwijderd worden.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats, zodat ze niet kunnen beschadigen, en om ze tegen stof, vuil en dergelijke te beschermen. Als een vieze of stoffige disk wordt gebruikt, kan de disk beschadigen en de disk drive storingen vertonen.
Protect
(voorkomt opslaan op disk)
Behandeling van USB geheugen
(Met gebruik van een optioneel USB geheugen)
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, steekt u de stick er helemaal in.
• Raak de contactpinnen van de USB geheugen aansluiting niet aan, en laat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van hoge precisie elektroni­sche componenten vervaardigd, dus neem het volgende in acht wanneer u dit gaat gebruiken:
• Om schade door statische elektrische ladingen te
voorkomen, ontlaadt u de statische elektriciteit die mogelijk in uw lichaam aanwezig is, voordat u met het USB geheugen gaat werken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of metalen
objecten aan.
• Buig het USB geheugen niet, laat het niet vallen en stel het niet aan zware schokken bloot.
• Laat het USB geheugen niet achter in direct zonlicht of op locaties als een afgesloten auto. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Laat het USB geheugen niet nat worden.
• Het USB geheugen mag niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
Addition
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, positioneert u het horizontaal met de externe geheugen aansluiting en steekt u het zonder overmatige kracht in. De externe geheugen aan­sluiting kan beschadigen als u het USB geheugen met overma­tige kracht insteekt.
• Steek niets anders dan het USB geheugen (bijv. draad, mun­ten, andere types apparaten) in de externe geheugen aanslui­ting. Hierdoor kan de externe geheugen aansluiting beschadi­gen.
• Behandel het aangesloten USB geheugen niet met overmatige kracht.
• Als het USB geheugen gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, sluit u het USB geheugen deksel.
Behandeling van CD-s (CD-ROM’s)
(Met gebruik van een optionele CD drive)
• Bij het behandelen van de disks neemt u het volgende in acht:
• Raak het gecodeerde oppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disks niet op stoffige plaatsen.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten
voertuig achter. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk niet aan. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd de disks met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsmiddel schoon.
• Bewaar de disk in de case.
• Laat de disk niet gedurende langere tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen etiket op de disk.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek mee.
• Buig de disk niet. Op verbogen disks kan data mogelijk niet juist worden gelezen of opgeslagen, en dit kan op den duur tot storingen leiden.
Auteursrecht
• Dit product kan gebruikt worden om geluid of visueel mate­riaal op te nemen of te dupliceren, zonder beperkingen van bepaalde technologische auteursrecht beveiligingsmaatrege­len. Dit is te wijten aan het feit, dat dit product bedoeld is voor het produceren van origineel muziek of video materiaal, en daarom zo ontworpen dat materiaal, dat geen inbreuk maakt op auteursrecht dat aan anderen behoort (bijvoorbeeld uw eigen originele werken), vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van derden overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
7
Hoofdkenmerken
We bedanken u voor uw aankoop van het Roland orgel ‘Music Atelier’. De ATELIER is een elektronisch orgel dat een ruime verzameling rijke orgelgeluiden biedt. Bovendien is het zo ontworpen, dat het gemakkelijk te leren en te gebruiken is. Om jarenlang op betrouwbare wijze van uw nieuwe toetsenbord te genieten, neemt u even de tijd om deze handleiding geheel door te lezen.
* De AT-800 wordt in deze handleiding respectievelijk als ‘ATELIER’ afgekort.
Basisconcepten van de ATELIER serie
Een volledige uitrusting aan orgelgeluiden
Een brede reeks basis orgelgeluiden, variërend van jazz orgel en pijporgel tot theater orgel zijn ingebouwd, zodat u verzekerd bent van toegang tot alle geluiden, die u van een orgel verwacht.
Paneel indeling gebaseerd op een traditie, waarbij de nadruk op realtime bediening ligt
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn te gaan zitten en direct met spelen kunt beginnen, zijn de knoppen op het paneel op functie samengebracht, zoals de klassieke orgel tradities voorschrijven, waardoor u van een gemakkelijke en intuïtieve bediening bent verzekerd. Alle modellen uit de ATELIER serie hebben dezelfde bedrijfsgereedheid, zodat u meteen kunt spelen, zelfs als u van model verandert.
Geluiden van hoge kwaliteit, die zonder bewerking gebruikt kunnen worden
Naast een volledige reeks orgelgeluiden zijn ook strings (strijkers) en brass (koperblazers) geluiden van hoge kwaliteit ingebouwd.
U kunt de geluiden simpelweg selecteren en het orgel bespelen – ingewikkelde bewerkingsoperaties zijn niet nodig.
Expansief laag toetsenbord met demperpedaal voor pianoachtige expressiviteit
De piano is onmisbaar voor hedendaagse muziekuitvoeringen. Alle modellen van de ATELIER serie hebben vleugelgeluiden van hoge kwaliteit, waarvan u wellicht zult genieten. Bovendien is de reeks van het lage toetsenbord uitgebreid, hetgeen u meer expressieve mogelijkheden op de piano geeft. Een demperpedaal en initiële aanslaggevoeligheid zijn ook beschikbaar, beiden noodzakelijk voor piano uitvoeringen.
Ontworpen op gebruik van bestaande data
De ATELIER serie is zo ontworpen, dat u zich zelfs op nieuwe modellen meteen thuis voelt en direct met spelen kunt beginnen. Data compatibiliteit is in overweging genomen, en bestaande Song data of registratie data kan naar USB geheugen worden verplaatst of gebruikt worden door een floppydisk drive aan te sluiten.
Muziekstijlen van over de hele wereld
Veel van de meest geliefde muziekstijlen van over de hele wereld (ritme en automatische begeleidingspatronen) zijn ingebouwd, zodat u muziek in bijna elk genre kunt spelen.
Gebruikmaken van SMF muziekbestanden
Compatibel met General MIDI 2, de wereld standaard in SMF muziekbestanden. Aangezien een externe geheugen aansluiting beschikbaar is, kunt u een apart verkrijgbaar USB geheugen of een floppydisk drive aansluiten en uw voordeel doen met de brede reeks commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook parts op ‘mute’
(dempen) instellen, zodat u dat gedeelte voor elke hand apart kunt oefenen, en u kunt met de muziekbestanden meespelen.
8
Kenmerken
Harmonische balken voor het creëren van orgelgeluiden
Het orgel is uitgerust met ‘Harmonic Bars’, die lijken op de regelaars die op traditionele jazz orgels worden gebruikt. Door het bedienen van deze harmonische balken kunt u gemakkelijk een verscheidenheid aan orgelgeluiden creëren.
Met gebruik van de solo Harmonic bars kunt u orkestrale geluiden aan de orgel geluiden toevoegen, voor nog expressievere uitvoering.
Realistische weergave van akoestische instrumenten (Articulation Voice)
Om de kenmerkende eigenschappen van een akoestisch instrument naar buiten te brengen en op een muzikaal significante manier te spelen, is het essentieel om gebruik te maken van de rijke variëteit aan klankveranderingen en verscheidene uitvoeringstechnieken (articulaties) van het instrument. De ATELIER bevat ‘Articulation Voices’ die van SuperNatural technologie gebruikmaken om de geluiden en uitvoeringstechnieken van deze akoestische instrumenten op realistische wijze uit te drukken. Voor een nog expressievere uitvoering kunt u uw voordeel doen met aftertouch of een voetschakelaar om het geluid op verschillende manieren te wijzigen terwijl u speelt.
Super Natural
Hoofdkenmerken
Door Roland ontwikkelde geluidsgeneratie technologie die de klankveranderingen en uitvoeringstechnieken, kenmerkend voor een akoestisch instrument, op realistische wijze reproduceert, zodat u muziek kunt spelen die natuurlijk klinkt en bijzonder expressief is.
USB geheugen
U kunt een apart verkrijgbaar USB geheugen of floppydisk drive aansluiten, en SMF muziekbestanden afspelen. Uitvoeringen die u opneemt of registratie data die u creëert, kunnen ook in een USB geheugen of op floppydisk
worden opgeslagen of u kunt SMF muziekbestanden of registraties uit een USB geheugen of van een floppydisk in het interne user geheugen opslaan.
‘Quick Registration’ en ‘Music Assistant’ functies
Met de ‘Quick Registration’ functie kunt u sleutelwoorden gebruiken om prachtige registraties, gecreëerd door top organisten zoals Hector Olivera, te selecteren. Met de ‘Music Assistant’ functie kunnen ritme en geluidsinstellingen gemakkelijk worden opgeroepen, simpelweg door een gewenste sfeer voor uw Song te selecteren.
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
Alle ritmes maken gebruik van data van uitvoeringen door professionele drummers, en bestaan uit patronen van hoge kwaliteit met alle grooves en subtiele nuances van het ‘echte werk’. Bovendien kunt u automatische begeleidingen gebruiken, die perfect op elk ritme zijn afgestemd om van uw eigen spel met een band op de achtergrond te genieten.
Menselijke stemmen en frases
Naast een volledige reeks orgelgeluiden heeft de ATELIER ook menselijke stemmen, zoals ‘Jazz Scat’ en menselijke stem frases zoals ‘Amen’.
Active Expression geluiden
Bij sommige geluiden verandert niet alleen het volume als het expressiepedaal wordt ingedrukt, maar ook het geluid of worden andere geluiden toegevoegd. Van pianissimo tot fortissimo, het klank karakter van het geluid zelf zal veranderen als u een crescendo uitvoert of een strijkergeluid verschijnt achter de piano, waardoor dynamische
veranderingen in klank worden gecreëerd.
9
Hoofdkenmerken
Harmony Intelligence
De Harmony Intelligence functie voegt automatisch een harmonie aan het geluid van het bovenste toetsenbord toe, volgens het akkoord dat u op het onderste toetsenbord speelt. Hiermee verkrijgt u een grotere tonale diepte en een krachtigere uitvoering.
Onderste toetsenbord met 76 toetsen geeft u meer dan genoeg bereik
De 76 toetsenreeks kan in zones worden gesplitst, zodat een solo stem, pedal bass stem, percussie, enz. onafhankelijk gespeeld kan worden, voor een nog bredere reeks uitvoeringsmogelijkheden. Omdat het onderste toetsenbord in maximaal vier gedeeltes gesplitst kan worden, heeft u een expressieve kracht tot uw beschikking zoals die van een driemanuaal orgel.
Bovendien kunt u de Drums/SFX functie gebruiken om drumgeluiden of geluidseffecten over het gehele onderste toetsenbord te spelen.
Externe luidsprekers aansluiten voor een nog sterkere presentie
Met gebruik van de Aux Out Jack, kunnen de begeleiding parts en enveloping ambience van RSS reverb geluid via externe luidsprekers worden gespeeld, hetgeen de indruk geeft dat u samen met een band of orkest speelt.
Bovendien kunnen de drums, bas en andere geluiden apart worden uitgestuurd, zodat de volumebalans tijdens een concert aangepast kan worden.
Groot, breed LCD
Om het u gemakkelijk te maken, worden knoppen voor veelgebruikte functies in het kader gebied van het brede LCD scherm weergegeven. Ook kunt u het tempo en het maatnummer in elk scherm zien. Het kleuren liquid-crystal touch paneel verzekert u van uitstekende zichtbaarheid en een eenvoudige bediening.
Drukafspraken in deze handleiding
In deze handleiding worden de volgende drukafspraken gebruikt om instructies eenvoudiger en beknopter te maken.
• De AT-800 wordt in deze handleiding respectievelijk als ‘ATELIER’ afgekort.
• Namen van knoppen worden tussen vierkante haakjes (‘[ ]’) weergegeven, zoals in [Drums/SFX] knop.
• Tekst in het scherm wordt tussen hoek haakjes aangegeven, zoals <Exit>.
•[▲] [▼], [ ] [ ] betekent dat u één van de knoppen moet indrukken.
• Voorbeeld: reverb [▲] [▼] knoppen, Tempo [ ] [ ] knoppen.
• Voor een gemakkelijkere leesbaarheid kunnen sommige schermen en kleuren verschillen van de werkelijke schermen en kleuren.
• Het lichtelijk aanraken van het Touch Screen met uw vinger wordt ‘aanraken’ genoemd.
• Een asterisk (*) of een aan het begin van een paragraaf duidt op een opmerking of voorzorgmaatregel. Deze dienen niet genegeerd te worden.
• (p. **) verwijst naar pagina’s binnen de handleiding.
• Het diagram van de ATELIER boven aan de pagina toont de locatie van de knoppen die ingedrukt moeten worden, enz.
NOTE
10
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN............................. 3
Belangrijke opmerkingen ....................................................................... 6
Hoofdkenmerken................................................................................... 8
Drukafspraken in deze handleiding ..........................................................................10
Contents.............................................................................................. 11
Paneelbeschrijvingen ........................................................................... 18
Voordat u met spelen begint ................................................................ 20
De muzieksteun opzetten .................................................................................................. 20
De luidsprekerkabel aansluiten ..........................................................................................21
De klep openen/sluiten ....................................................................................................21
Het netsnoer aansluiten ....................................................................................................22
De stroom aan en uitzetten................................................................................................22
De stroom aanzetten ...............................................................................................22
De stroom uitzetten ................................................................................................. 23
Een koptelefoon gebruiken................................................................................................23
Een microfoon gebruiken ..................................................................................................24
De snoer haak gebruiken..................................................................................................24
De standaard fabrieksinstellingen herstellen ........................................................................ 25
Het externe geheugen gebruiken ....................................................................................... 26
Het USB geheugen aansluiten .................................................................................. 26
De floppy disk drive aansluiten................................................................................. 27
Een CD gebruiken............................................................................................................ 28
Een CD drive aansluiten .......................................................................................... 28
Over het beeldscherm .......................................................................... 29
Het hoofdscherm en aanverwante schermen begrijpen................................................ 29
Handige functies.................................................................................. 33
De demo Songs beluisteren............................................................................................... 33
Een sleutelwoord kiezen voor Quick Registration selectie ......................................................35
Music Assistant functie...................................................................................................... 37
Music Assistant Search............................................................................................ 39
Over de Quick Guide functie ............................................................................................41
Over het Index Menu ..............................................................................................42
Instellingen voor Easy Performance ....................................................................................44
Een map creëren .............................................................................................................45
11
Inhoud
Geluiden selecteren en afspelen ........................................................... 47
Voices (klanken) selecteren ...............................................................................................47
Over de Voices en Parts ..........................................................................................47
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass Sound selectie knoppen ...............................48
De Upper en Lower voices selecteren ........................................................................49
De Pedal Bass voice selecteren................................................................................. 50
solo Voice selecteren ..............................................................................................51
Een voice selecteren met gebruik van de [Others] knop ...............................................52
Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ) .............................................................................54
Een Vintage orgel voice spelen ................................................................................56
Een uitvoering op een akoestisch instrument op realistische wijze vertolken (Articulation Voice) .61
Een articulatie voice selecteren................................................................................. 62
Spelen met een articulatie voice ...............................................................................64
Aftertouch of het expressie pedaal gebruiken............................................................. 64
De ideale instellingen maken voor het spelen van een articulatie voice..........................65
Tips voor het spelen met een articulatie voice............................................................. 66
Spelen met een Active Expression Voice .............................................................................69
Spelen met een menselijke stem......................................................................................... 70
De volumebalans aanpassen............................................................................................. 72
De toonhoogte in eenheden van octaven transponeren (Octave Shift)..................................... 74
Drumgeluiden of geluidseffecten over het volledige onderste toetsenbord spelen (Drums/SFX) ...76
Drums/SFX sets veranderen ..................................................................................... 77
Een Lower Voice met percussie instrumentgeluiden en een Voice Phrase spelen
(Manual Percussion) .........................................................................................................78
De Manual Percussion Sets veranderen ..................................................................... 79
Noten in het Lower Part laten doorklinken (Lower Voice Hold) ...............................................80
Ritme gebruiken .................................................................................. 81
Een ritme selecteren ......................................................................................................... 81
In het User geheugen opgeslagen ritmes gebruiken ....................................................82
Een ritme zoeken.................................................................................................... 83
Een ritme spelen .............................................................................................................. 85
Starten met één druk op de knop.............................................................................. 85
Het ritme automatisch starten als u het onderste toetsenbord of voetklavier bespeelt
(Sync Start) ............................................................................................................86
Het ritme stoppen ................................................................................................... 87
Het tempo van een ritme veranderen..................................................................................87
Het aftelgeluid aan het eind van het intro spelen .................................................................88
Ritme en automatische begeleiding spelen .......................................................................... 88
Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen .........................................89
Het arrangement van het ritme en begeleiding veranderen (Variation) ..........................89
Akkoorden spelen met eenvoudige vingerzettingen (Chord Intelligence).................................. 90
Leading Bass functie......................................................................................................... 92
Een eenvoudige manier om instellingen voor automatische begeleiding te maken
(One Touch Program) ......................................................................................................94
Een ritme uit een USB geheugen gebruiken .........................................................................96
De ritmes in het USB geheugen bekijken.................................................................... 96
Ritmes kopiëren ...............................................................................................................97
De volgorde van opgeslagen ritmes veranderen ................................................................ 100
De naam van een opgeslagen ritme veranderen................................................................ 102
Een opgeslagen ritme verwijderen ................................................................................... 104
12
De Registratie knoppen gebruiken...................................................... 106
Registraties opslaan ....................................................................................................... 107
Een registratie oproepen................................................................................................. 108
Hoe een registratie wordt opgeroepen (DELAYED).................................................... 108
Hoe een registratie wordt opgeroepen (INSTANT).................................................... 108
De timing waarmee registraties worden opgeroepen veranderen ...............................109
Automatisch registreren als u van paneelinstellingen verandert ............................................110
Een registratie set een naam geven.................................................................................. 111
Registratie sets opslaan ..................................................................................................113
Eerder opgeslagen registratie sets in de ATELIER laden....................................................... 116
Een set registraties laden .......................................................................................116
Een individuele registratie laden............................................................................. 117
De volgorde waarin de registraties zijn opgeslagen oproepen (Load Next)..................120
Een set registraties verwijderen........................................................................................ 122
De naam of volgorde van registraties veranderen ..............................................................124
Registraties kopiëren ...................................................................................................... 126
Transponeren naar een andere toonsoort (Key Transpose) .................................................. 130
De helderheid van het geluid aanpassen .......................................................................... 131
Decay aan het geluid toevoegen (Demper pedaal).............................................................131
De Pitch Bend/Vibrato hendel gebruiken .......................................................................... 132
De voetschakelaars gebruiken .........................................................................................133
De functie van de voetschakelaar veranderen ..........................................................134
De voetschakelaar voor het veranderen van registraties gebruiken..............................135
Het algehele volume met gebruik van een expressie pedaal aanpassen................................ 136
De diepte van het expressie pedaal aanpassen........................................................ 137
Inhoud
Verschillende effecten op het geluid toepassen.................................... 138
Harmonie aan een melodie toevoegen (Harmony Intelligence) ............................................138
Het Harmony Intelligence type veranderen............................................................... 139
Modulatie aan het geluid toevoegen (Rotary Effect)............................................................141
De Rotary Effect snelheid nauwkeuriger instellen (Rotary Speed)................................. 142
De helderheid van het Rotary effect veranderen (Rotary Color) ...................................143
Het geluid rijker laten klinken (Chorus effect)..................................................................... 144
Resonantie aan het geluid toevoegen (Sustain Effect).......................................................... 146
De Sustain lengte veranderen................................................................................. 148
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (reverb Effect) ...................................................... 149
Het reverb type veranderen ...................................................................................150
Het muur type veranderen .....................................................................................151
De diepte van de reverb veranderen....................................................................... 152
De D Beam controller gebruiken voor nog meer speelplezier............................................... 154
Het geluid wijzigen...............................................................................................154
Uw hand boven de D Beam controller bewegen om een geluidseffect te produceren ....155
13
Inhoud
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken....................................... 156
Effectief gebruikmaken van het onderste toetsenbord..........................................................156
De solo Voice op het onderste toetsenbord spelen (solo [To Lower] knop) .............................158
De manier waarop de solo voice reageert veranderen ..............................................159
De solo voice en Lower voice stapelen .................................................................... 159
Het solo splitspunt veranderen................................................................................160
Het onderste toetsenbord gebruiken om de Bass voice te spelen ([Bass Split] knop)................ 161
Het bas splitspunt veranderen ................................................................................162
Het onderste toetsenbord gebruiken om de Bass voice te spelen (Pedal [To Lower] knop)........163
Wat u speelt opnemen/afspelen......................................................... 164
Wat is een Track knop? ........................................................................................165
De Track knoppen weergeven................................................................................ 166
Het afspelen van Songs die in het USB geheugen zijn opgeslagen en SMF muziekbestanden .167
Een specifieke track dempen (Track Mute)......................................................................... 168
Individuele tracks van uitvoeringsdata dempen......................................................... 170
Een notatie bekijken....................................................................................................... 171
De Notatie instellingen veranderen .........................................................................172
Een uitvoering opnemen ................................................................................................. 174
Een door u uitgevoerde Song afspelen ............................................................................. 175
Een aftelling toevoegen die met de timing overeenkomt (Count In) .......................................175
Elk Part apart opnemen ..................................................................................................176
Opnieuw opnemen ........................................................................................................ 177
Een gespeelde Song verwijderen (Song Clear) .................................................................. 178
De naam van een door u gespeelde Song veranderen (Rename) ......................................... 178
Gespeelde Songs opslaan .............................................................................................. 180
Uitgevoerde Songs in de ATELIER laden............................................................................ 181
Uitgevoerde Song die in ‘Favorites’ of het USB geheugen zijn opgeslagen verwijderen.......... 182
Een nieuwe opname op SMF muziekbestanden stapelen.....................................................183
Een Song gebruiken met een ander tempo dan dat van de uitgevoerde Song........................184
Een gedeelte van de uitvoering opnieuw opnemen (Punch-in Recording)............................... 185
Drum Parts opnemen en opstapelen (Loop Recording).........................................................186
De opname op het juiste moment straten (Count-In Recording) .............................................187
Een uitgevoerde Song kopiëren .......................................................................................188
Uw muzikale uitvoeringsdata bewerken ............................................. 190
Een specifieke maat verwijderen (Delete........................................................................... 190
De opname uit een track verwijderen (Delete Track)........................................................... 191
Een opname wissen (Erase Event) ....................................................................................193
Maten kopiëren (Copy) ..................................................................................................195
Onregelmatigheden in de timing corrigeren (Quantize) ......................................................196
14
Originele begeleidingsritmes creëren.................................................. 198
Voorbereidingen voor het creëren van User ritmes .............................................................199
Het Rhythm Customize scherm weergeven ...............................................................199
De divisie selecteren .............................................................................................200
Het ritme laden ....................................................................................................201
De divisie instellingen maken ................................................................................. 202
Het User ritme creëren....................................................................................................203
Het ritme bewerken............................................................................................... 203
Gebruikte instrumenten veranderen en verwijderen................................................... 206
Door u gecreëerde ritmes verwijderen..................................................................... 207
Het User ritme opslaan ...................................................................................................207
De naam van een User ritme veranderen (Rename)................................................... 207
User ritmes in het User geheugen of USB geheugen opslaan...................................... 208
Verscheidene andere instellingen........................................................ 209
De manier waarop het instrument reageert aanpassen .......................................................209
Aftertouch aan/uitzetten........................................................................................ 209
De diepte van Aftertouch aanpassen....................................................................... 209
De gevoeligheid van Initial Touch aanpassen...........................................................210
De polyfonie van het voetklavier veranderen............................................................ 210
Functie instellingen met betrekking tot uitvoeringen............................................................. 211
Het toetsenbord waarop het demper pedaal van invloed is selecteren......................... 211
De functie van het expressie pedaal veranderen....................................................... 211
Het toetsenbord kiezen waarop Pitch Bend en Vibrato worden toegepast.................... 212
De Pitch Bend Range veranderen............................................................................ 213
De gevoeligheid van de D Beam controller aanpassen.............................................. 213
Ritme instellingen ...........................................................................................................214
Chord Hold aan/uitzetten .....................................................................................214
Het aftelgeluid voor het intro veranderen (Count Down Sound)................................... 214
Voorkomen dat ritme tempo’s automatisch worden veranderd.................................... 215
De werking van de [Intro], [Ending] knop en de Fill-In knop veranderen ......................215
Registratie instellingen ....................................................................................................217
De timing waarop Arranger instellingen worden opgeroepen veranderen ...................217
De timing waarop transpositie instellingen worden opgeroepen veranderen ................ 217
Composer instellingen .................................................................................................... 218
De weergave van tekst aan of uitzetten ................................................................... 218
De toonsoort veranderen wanneer Songs worden afgespeeld (Playback Transpose)...... 218
De metronoom instelling veranderen ....................................................................... 219
Het metronoom volume aanpassen .........................................................................219
Het geluid van de metronoom veranderen ............................................................... 220
De maatsoort instellen ...........................................................................................220
Het type CD dat afgespeeld wordt instellen .............................................................221
De timing van het geluid en de begeleiding van een Player Piano CD aanpassen ........222
Overige instellingen .......................................................................................................222
De standaard toonhoogte aanpassen (Master Tune).................................................. 222
De Mic Echo aanpassen........................................................................................223
Transmissie van PC nummers inschakelen ................................................................ 223
Het PC nummer instellen........................................................................................ 224
MIDI IN Mode...................................................................................................... 224
Het MIDI zendkanaal selecteren .............................................................................225
Inhoud
15
Inhoud
De helderheid van het beeldscherm aanpassen ........................................................226
De stuiterbal in het hoofdscherm elimineren ............................................................. 226
De achtergrond van het hoofdscherm veranderen..................................................... 227
De Ext Drive aansluiting instelling veranderen .......................................................... 227
De Remote functie aan/uitzetten............................................................................. 228
De functies van de knoppen van de afstandsbediening veranderen.............................228
De V-LINK functie gebruiken................................................................................... 229
Het Touch scherm herpositioneren ..........................................................................230
Het User geheugen in de originele fabrieksinstellingen herstellen......................................... 231
Alle instellingen, behalve het User geheugen, in de fabrieksinstellingen terugzetten ..............232
Een USB geheugen formatteren (Format)........................................................................... 233
Een afbeelding weergeven tijdens het opstarten ................................................................234
Een in het interne geheugen opgeslagen afbeelding verwijderen................................ 235
Data van een floppy disk naar USB geheugen kopiëren .....................................................236
Aan video gerelateerde instellingen ................................................................................. 237
Het televisie formaat specificeren............................................................................ 237
De aspect ratio van de video uitvoer selecteren........................................................ 238
Het type Slide Show selecteren............................................................................... 239
Het interval waarop afbeeldingen veranderen selecteren........................................... 240
De inhoud van het ATELIER scherm op een televisie of externe beeldscherm bekijken .... 241
Externe apparaten aansluiten............................................................. 242
Namen en functies van Jacks en aansluitingen...................................................................242
Aansluiten op geluidsapparatuur ..................................................................................... 243
Een computer aansluiten................................................................................................. 244
Instellingen voor de USB driver maken ....................................................................245
MIDI apparaten aansluiten.............................................................................................. 246
Een extern beeldscherm of een televisie............................................................................ 247
De instellingen veranderen wanneer externe luidsprekers zijn aangesloten ...........................249
De Aux Out in en uitschakelen ............................................................................... 249
De Aux Out mode veranderen................................................................................249
De afstandsbediening gebruiken...................................................................................... 253
De batterijen in de afstandsbediening installeren...................................................... 253
De afstandsbediening gebruiken ............................................................................254
Knoppen op de afstandsbediening .........................................................................255
Genieten van muziek en video ........................................................... 257
Genieten van VIMA TUNES Songs................................................................................... 258
Een VIMA TUNES Song beluisteren......................................................................... 258
Een Slide Show weergeven terwijl de Song wordt gespeeld....................................... 260
Spelen met geluiden die bij de Song passen (Recommended Tones)
(aanbevolen geluiden)........................................................................................... 262
Songs van een muziek CD beluisteren ..............................................................................263
Genieten van Karaoke met een muziek CD (Center Cancel).......................................264
16
Appendix
Probleemoplossing......................................................................................................... 265
Storingsmeldingen .........................................................................................................271
Akkoordenlijst ...............................................................................................................272
Verklarende woordenlijst ................................................................................................ 274
Muziekbestanden die de ATELIER kan gebruiken ...............................................................275
Met de ATELIER kunnen de volgende muziekbestanden gebruikt worden ..................... 275
Over de ATELIER geluidsgenerator..........................................................................275
Instellingen die worden opgeslagen nadat de stroom is uitgezet ..........................................276
Instellingen die worden opgeslagen nadat de stroom is uitgezet.................................276
Instellingen die in de Registratie knoppen worden opgeslagen ...................................276
Instellingen die in de individuele Registratie knoppen worden opgeslagen...................276
MIDI Implementation Chart .............................................................................................277
Demosong lijst...............................................................................................................278
Short Cut lijst................................................................................................................. 281
Hoofdspecificaties .........................................................................................................282
Index............................................................................................................................285
Inhoud
17
Paneelbeschrijvingen
26
7
1
2
3
98
11
24 25232221
10
1312 14 15 16
2827
30
31
29
1. Part Balance [] [] knoppen p.72
Part Balance indicator p.73
2. Lower Voice selectieknoppen p.49
Lower Organ Part Lower Symphonic Part Lower Orchestral Part [Alternate] knop Level [_PU] [_PD] knoppen p.72 Level indicator p.73
3. Touch scherm p.29
4. [Harmony Intelligence] knop p.138
5. Upper Voice selectie knoppen p. 49
Upper Organ Part Upper Symphonic Part Upper Orchestral Part [Alternate] knop Level [] [] knoppen p.72 Level indicator p.73
Level indicatore p.73
7. [Power On] schakelaar p.22
8. D Beam p.154, p.155
9. D Beam knoppen p.154, p.155
10. Upper Harmonic Bars p.54
11. solo Harmonic Bars p.54, p.72
12. Vintage Organ knoppen p.54
13. Percussion knoppen p.54
14. [H-Bar Manual] knop p.58
15. [Video Monitor] knop p.261
16. [Value] draaiknop p.32
17. Pedal Harmonic Bars p.54
18. Lower Harmonic Bars p.54
19. Transpose [-] [+] knoppen p.130
6. solo Voice selectie knoppen p.51
solo Part [Alternate] knop [To Lower] knop p.158 Level [] [] knoppen p.72
18
Paneelbeschrijvingen
4
17 18
5
6
Paneelbeschrijvingen
2019
20. Composer p.164
[Song ] knop [Registration] knop p.109-p.126 [Demo] knop p.33, p.168 [Reset] knop [Play/Stop] knop [Rec] knop p.174
21. Lower
[Drums/SFX] knop p.76 [Manual Perc] knop p.78
22. Lower Voice [Hold] knop p.80
23. [Pedal Sustain] knop p.146
24. Global instellingen p.44
[EZ One Finger] knop [EZ Touch] knop
25. Pedal Bass Voice selectie knoppen p.50
Pedal Organ Part Pedal Orchestral Part [To Lower] knop p.163 [Bass Split] knop p.161
26. Rhythm selectie knoppen p.81
Variation knoppen p.89 Tempo [ ] [ ] knoppen p.87 Fill-In [Auto] knop p.89
[Break] knop p.89 [Intro] knop p.85-p.87 [Ending] knop p.85-p.87 [Count Down] knop p.88 [Sync Start] knop p.86 [Start/Stop] knop p.85-p.87 Arranger [On/Off] knop p.88 [One Touch Program] knop p.94
27. [Master Volume] schuifregelaar p.22
28. [Brilliance] schuifregelaar p.131
29. Pitch Bender/Vibrato hendel p.132
30. Rotary Sound p.141
[On/Off] knop [Fast/Slow] knop
31. Registratie knoppen
[Write] knop p.107 [Manual] knop p.110 Registratie [1]-[12] knoppen p.106 [Load Next] knop p.120
19
Voordat u met spelen begint
De muzieksteun verwijderen
De muzieksteun opzetten
1. Om de muzieksteun te verwijderen,
De muzieksteun bevestigen
1.
Steek de bijgeleverde schroeven voor de muzieksteun in de schroefgaten boven op het
instrument, en draai ze lichtjes vast (twee locaties).
Schroef
Schroef
2. Verwijder de muzieksteun.
ondersteunt u deze met één hand, terwijl u de schroeven losdraait.
Nadat de muzieksteun is verwijderd, moet u niet vergeten om de schroeven weer vast te draaien.
2. Plaats de muzieksteun tussen de schroeven en
de behuizing van de ATELIER.
3. Terwijl u de muzieksteun met één hand
ondersteunt, zet u deze op zijn plaats vast door de schroeven aan te draaien.
Tijdens het bevestigen van de muzieksteun ondersteunt u deze stevig met één hand, zodat u de steun niet laat vallen. Wees voorzichtig, zodat uw vingers niet beklemd raken.
NOTE
NOTE
NOTE
Behandel de geïnstalleerde muzieksteun niet met overmatige kracht.
Gebruik de bijgeleverde schroeven voor het bevestigen van de muzieksteun.
Voordat de piano wordt verplaatst, moet de muzieksteun worden verwijderd om ongelukken te voorkomen.
20
Voordat u met spelen begint
NOTE
NOTE
NOTE
De luidsprekerkabel aansluiten
1. Steek de luidsprekerkabel die uit de standaard
komt in de Speaker aansluiting op de achterkant van het AT-800 onderpaneel.
Let op de vorm van de aansluiting van de aansluit kabel, en steek deze in totdat u deze stevig op zijn plaats hoort klikken.
Luidspreker kabel
Orgel
kant
Luidspreker kant
De klep openen/sluiten
fig.00-22.eps
Voordat u met spelen begint
1. Om de klep te openen houdt u de hendels met
beide handen vast, en tilt u de klep recht omhoog. Vervolgens schuift u de klep naar achteren.
2. Om de klep te sluiten trekt u deze langzaam
naar voren, totdat het stopt. Verlaag de klep dan voorzichtig totdat deze op zijn plaats zit.
Let op dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het openen en sluiten van het deksel. Wanneer kleine kinderen het instrument gaan gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
Om ongelukken te voorkomen moet de klep gesloten worden voordat het orgel wordt verplaatst.
Zorg dat u niets op het toetsenbord heeft liggen (zoals bladmuziek) wanneer u de klep sluit.
21
Voordat u met spelen begint
NOTE
NOTE
Het netsnoer aansluiten
1. Controleer eerst of de [Power On] schakelaar
aan de linkerkant van het paneel op OFF staat (niet ingedrukt).
fig. 00-27.eps,fig.00-27-2.eps
Niet ingedrukt
UIT
2. Sluit het bijgeleverde netsnoer op de AC
ingang aan, en steek de andere kant in een stopcontact.
De stroom aan en uitzetten
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan of uit. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan oif uit te zetten, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten.
De stroom aanzetten
1. Controleer de volgende punten voordat de
stroom wordt aangezet.
• Is het netsnoer correct op de AC ingang aangesloten?
• Is het netsnoer correct op het stopcontact aangesloten?
• Is de [Master Volume] schuifregelaar (aan de linkerkant van het onderste toetsenbord) op de Min (minimum) positie ingesteld?
fig.00-26.eps
NOTE
NOTE
Stopcontact
Netsnoer
Gebruik alleen het bij dit instrument geleverde netsnoer.
Wanneer het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
2. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom aan te zetten.
fig. 00-27.eps, fig.00-27-3.eps
Ingedrukt
AAN
Het hoofdscherm zal in het scherm verschijnen.
Hoofdscherm
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na opstarten duurt het daarom korte tijd (enkele seconden) voordat het apparaat normaal zal functioneren.
22
3. Stel het volume op een passend niveau in,
door de [Master Volume] schuifregelaar te verplaatsten of het expressiepedaal te bedienen.
Stel nu de [Master Volume] schuifregelaar op een passend niveau in. Het volume zal toenemen als het expressiepedaal wordt ingedrukt, en neemt af als het pedaal terug omhoog wordt gebracht.
fig.00-28.eps
het volume neemt toe
het volume neemt af
Voordat u met spelen begint
Een koptelefoon gebruiken
De ATELIER heeft Phones Jacks. Hiermee kunt u spelen zonder dat anderen in uw omgeving gestoord worden, zelfs ‘snachts.
fig.00-29.eps
Voordat u met spelen begint
het volume neemt af
het volume neemt toe
De stroom uitzetten
1. Voordat de stroom wordt uitgezet, stelt u de
[Master Volume] schuifregelaar op de Min (minimum) positie in.
2. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom uit te zetten.
fig. 00-27.eps,fig.00-27-2.eps
Niet ingedrukt
UIT
NOTE
Als u de stroom volledig uit wilt zetten, zet u eerst de [POWER ON] schakelaar uit, en vervolgens haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (p.6).
1. Sluit de koptelefoon op de [Phones] Jack aan,
onder de linkerkant van het toetsenbord.
Het geluid van de ingebouwde luidsprekers stopt. Nu is het geluid alleen via de koptelefoon te horen.
2. Pas het koptelefoon volume aan, met de
[Master Volume] schuifregelaar en het expressiepedaal.
Enkele opmerkingen bij het gebruik van een koptelefoon
fifig.00-31.eps
• Om te voorkomen dat het snoer beschadigt, houdt u de koptelefoon alleen bij de hoofdset of de stekker vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog is wanneer deze wordt aangesloten. Verlaag het volume op de ATELIER voordat de koptelefoon wordt aangesloten.
• Om gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of beschadiging van de koptelefoon te voorkomen, dient de koptelefoon niet op een overmatig hoog volume gebruikt te worden. Gebruik de koptelefoon op een gematigd volumeniveau.
• Een stereo koptelefoon kan aangesloten worden.
• Wanneer de plug van de koptelefoon in de [Phones] Jack wordt gestoken, is er geen geluid via de luidsprekers van de ATELIER te horen.
23
Voordat u met spelen begint
Een microfoon gebruiken
Omdat dit apparaat een Mic Jack heeft, kunt u een microfoon gebruiken om te genieten van een verscheidenheid aan mogelijkheden, zoals met uw uitvoering meezingen of met SMF muziekbestanden (apart verkrijgbaar) meezingen.
fig.00-32.eps
van de luidsprekers. Dit kan verholpen worden door:
• De richting van de microfoon te veranderen.
• De microfoon te verplaatsen, zodat deze zich verder
van de luidsprekers bevindt.
• De volumeniveaus te verlagen.
De snoer haak gebruiken
Als u een koptelefoon of microfoon gebruikt, kunt u de kabel haak gebruiken om de kabels in de buurt van uw voeten netjes te bundelen.
De kabel haak bevestigen
1. Schroef de snoer haak (met vleugelmoer)
ongeveer 80% vast, in het schroefgat links aan de onderkant van het orgel.
1. Sluit een microfoon op de [Mic] Jack aan, aan
de onderkant van de linkerkant van het toetsenbord.
2. Gebruik de [Mic Volume] knop om het
volumeniveau van de microfoon aan te passen.
U kunt de diepte van de echo, die op het geluid van de microfoon wordt toegepast, aanpassen (p.223).
De microfoon moet apart aangeschaft worden. Wanneer u een microfoon wilt aanschaffen, raadpleeg dan de verkoper waar u de ATELIER heeft gekocht.
Enkele opmerkingen bij gebruik van een microfoon
fig.00-31.eps
2. Nadat u de haak naar wens heeft gericht,
gebruikt u de vleugelmoer om deze vast te zetten.
Schroefgat
Vleugelmoer
Snoer haak
• Om te voorkomen dat u anderen stoort, moet u voorzichtig zijn met het volumeniveau, als u ‘snachts speelt of vroeg in de ochtend.
• Wanneer een microfoon op de ATELIER wordt aangesloten, moet u het volume verlagen. Als de volumeregeling te hoog is wanneer de microfoon wordt aangesloten, kan ruis door de luidsprekers geproduceerd worden.
• Een rondzingend geluid kan geproduceerd worden, afhankelijk van de locatie van microfoons ten opzichte
24
De standaard
NOTE
NOTE
NOTE
fabrieksinstellingen herstellen
Voordat u met spelen begint
Het bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.00-40-1.eps
Alle instellingen die in de ATELIER zijn opgeslagen kunnen hersteld worden in de instellingen zoals deze in de fabriek werden ingesteld. Deze functie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
1. Raak <System> in het hoofdscherm aan.
Het System scherm verschijnt.
fig.00-37.eps
2. In het System scherm raakt u <Utility> aan om
het Utility scherm te openen.
fig.00-38.eps
Voordat u met spelen begint
Als u <Cancel> aanraakt, zal de Factory Reset niet worden uitgevoerd, en zult u naar het System scherm terugkeren.
4. Als u <OK> aanraakt, zal de Factory Reset
operatie beginnen, en worden de instellingen naar die van de fabriek teruggezet.
Zet nooit de stroom uit terwijl deze operatie wordt uitgevoerd!
fig.00-40-2.eps
3. In het Utility scherm raakt u <Factory Reset>
aan.
fig.00-39.eps
Als de standaard fabrieksinstellingen worden geladen, worden alle registraties die zich op dat moment in het geheugen van de ATELIER bevinden gewist. Om de registraties die u op dat moment gebruikt op te slaan, kijkt u bij ‘Registratie sets opslaan’ (p.113).
Wanneer u andere instellingen dan die voor het User geheugen (p.82) wilt opnieuw op de fabrieksstatus wilt instellen, raakt u <Panel Reset> in het System Utility scherm aan. Als u alleen het User geheugen in de fabrieksinstellingen terug wilt zetten, raadpleegt u p.231.
25
Voordat u met spelen begint
NOTE
De volgende methode kan ook gebruikt worden om naar de fabrieksstatus terug te keren.
Methode 1
1. Raak <Quick Guide> in het hoofdscherm
aan om het Quick Guide scherm te laten verschijnen.
2. Druk op de [One Touch Program] knop.
Het bevestigingsbericht verschijnt in het scherm.
fig.00-40-1.eps
Als u <Cancel> aanraakt, zal de Factory Reset niet worden uitgevoerd, en keert u naar het hoofdscherm terug.
Het externe geheugen gebruiken
Songs die u op de ATELIER opneemt en registraties sets die u creëert, kunnen naar een apart verkrijgbaar USB geheugen gekopieerd worden, en als reservekopie fungeren. Met gebruik van een apart verkrijgbare floppy disk drive kunnen Songs ook naar een floppy disk worden gekopieerd (p.97, p.126, p.188).
SMF muziekbestanden die in een USB geheugen of op floppy disk zijn opgeslagen, kunnen ook afgespeeld worden.
Gebruik USB geheugen en floppy disk drive van Roland. Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden wanneer andere USB apparaten worden gebruikt.
Het USB geheugen aansluiten
1. Sluit het USB geheugen op de externe
geheugen aansluiting aan.
3. Als u <OK> aanraakt zal de Factory Reset
operatie beginnen, en zullen de instellingen naar de fabrieksstatus terugkeren.
Methode 2
1. Zet het volume op het minimum niveau, en
zet dan de stroom uit.
2. Terwijl u de [One Touch Program] knop
ingedrukt houdt, drukt u op de [Power On] schakelaar om de stroom aan te zetten.
fig.00-41.eps
Het volgende scherm verschijnt.
fig.00-40-3.eps
Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal in, totdat het stevig op zijn plaats zit.
Als u een nieuw USB geheugen of floppy disk gebruikt, moet deze op de ATELIER geinitialiseerd (geformatteerd) worden. Voor details, zie ‘Een USB geheugen formatteren (Format)’ (p.233).
26
De externe geheugen aansluiting houder draaien
Voordat u met spelen begint
De floppy disk drive aansluiten
De Externe geheugen aansluiting houder draait 90 graden naar links en rechts. Door de externe geheugen aansluiting houder te draaien, voorkomt u beschadigingen aan het externe geheugen wanneer daar iets tegenaan botst.
1. Pak de externe geheugen aansluiting houder
vast, en draai deze 90 graden naar links of rechts.
Externe geheugen houder
Bevestig de floppy disk drive zoals in het figuur wordt getoond, met gebruik van de bevestigingsgaten op het onderpaneel van de ATELIER.
Voordat u met spelen begint
Voor details over de bevestiging kijkt u in de gebruikershandleiding van de floppy disk drive.
1. Sluit de USB kabel van de floppy disk drive op
de Ext Drive aansluiting van de ATELIER aan.
NOTE
NOTE
90 graden
naar links
Houd de externe geheugen aansluiting houder zelf vast wanneer deze wordt gedraaid. Draai de externe geheugen aansluiting houder nooit terwijl u het aangesloten externe geheugen vasthoudt.
Wees voorzichtig en zorg dat uw vingers niet beklemd raken wanneer de externe geheugen aansluiting houder wordt gedraaid.
90 graden
naar rechts
Ext Drive connector
USB kabel
27
Voordat u met spelen begint
NOTE
NOTE
Een CD gebruiken
U kunt audio CD’s en CD-ROMS die opgeslagen SMF muziekbestanden bevatten afspelen.
Ook Songs op VIMA CD-ROMS (VIMA TUNES), verkocht door Roland, kunnen afgespeeld worden.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot gebruik van de CD
• De ATELIER kan alleen commerciële CD’s die aan de officiële standaards voldoen afspelen, hetgeen wil zeggen de CD’s met het ‘COMPACT DISC DIGITAL AUDIO’ logo.
• De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van audio disks die van een auteursrecht beveiliging zijn voorzien, en andere niet standaard CD’s, kan niet gegarandeerd worden.
• Meer informatie over audio disks die van een auteursrecht beveiliging zijn voorzien, en andere niet standaard CD’s, kunt u bij de disk verkoper opvragen.
• U kunt geen Songs op CD opslaan, en u kunt Songs die op CD zijn opgenomen niet verwijderen. Bovendien kunnen CD’s niet geformatteerd worden.
Een CD drive aansluiten
CD drives die de stroom van de USB aansluiting verkrijgen kunnen niet gebruikt worden.
Ext Drive connector
USB kabel
1. Zet de stroom van de ATELIER en de aan te
sluiten CD drive uit.
2. Sluit de bij de CD drive geleverde USB kabel
op de Ext drive van de ATELIER aan.
3. Zet de ATELIER aan.
4. Zet de aangesloten CD drive aan.
Voor informatie over het uitvoeren van de volgende CD drive operaties raadpleegt u de gebruikershandleiding van de drive.
• De stroom aan en uitzetten
• Een CD insteken en uitwerpen
Een lijst met CD drives die getest zijn en compatibel zijn bevonden is op de Roland website beschikbaar.
http://www.rolandce.com/
28
Over het beeldscherm
De ATELIER maakt gebruik van een Touch scherm. Hiermee kan een brede reeks acties worden uitgevoerd, simpelweg door het
scherm lichtjes aan te raken.
Het hoofdscherm en aanverwante schermen begrijpen
Hoofdscherm
fig.00-06-a.eps
1
2
3 4
12
5
7
8
11109
Nummer Omschrijving
1
2 Maatsoort
3
4
5
6 Ritme naam/Song naam/Registratie naam
7
8
Stuiterende bal
Een bal stuitert in de maat van het ritme of de Song.
Transpositie
Toont de transpositie instelling van het toetsenbord.
Akkoord naam
Toont de naam van het akkoord dat op het onderste toetsenbord wordt gespeeld.
ndicatie knop
Wordt ingedrukt om te kiezen welke naam weergegeven zal worden: de ritme naam, Song naam of registratie naam. De naam van het ritme zal in het scherm verschijnen als u de stroom aanzet. Deze indicatie kan veranderd worden in de Song naam of registratie naam.
Quick registratie
Druk dit in als u de Quick registratie functie wilt gebruiken (p.35).
Music Assistant
Druk dit in als u de Music Assistant functie wilt gebruiken (p.37).
13
6
14 15
16
17
NOTE
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in het scherm wordt getoond. Onthoud echter, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem kan bevatten (bijv. nieuwere geluiden), dus hetgeen u werkelijk in het scherm ziet, kan mogelijk niet altijd overeenkomen met dat wat in de handleiding wordt getoond.
NOTE
Het Touch scherm wordt bediend door het lichtjes met uw vinger aan te raken. Hard indrukken of gebruik van een hard object kan het Touch scherm beschadigen. Druk niet te hard en gebruik alleen uw vingers voor bediening van het Touch scherm.
NOTE
De positionering van het Touch scherm kan onjuist zijn ingesteld door veranderingen in de omgeving en na langere tijd van gebruik. Als dit gebeurt, volgt u de stappen in ‘Het Touch scherm opnieuw positioneren’ (p.230) om de aanwijspositie te corrigeren.
NOTE
Plaats geen objecten op het Touch scherm.
U kunt de helderheid van het scherm aanpassen (p.226).
U kunt instellingen maken zodat de stuiterbal niet in het hoofdscherm wordt getoond (p.226), en de achtergrond van het hoofdscherm veranderen (p.227).
Over het beeldscherm
29
Over het beeldscherm
Nummer Omschrijving
Rhythm
9
10
11
12 Tempo
13 Measure (maat)
14
15
16
17
U kunt ritmes van dit instrument spelen of ritmes van een USB geheugen of user geheugen spelen of opslaan. Hier kunnen ook aan ritme gerelateerde instellingen worden gemaakt.
System
Maak verscheidene instellingen.
Quick Guide
Toont het Quick Guide scherm. Terwijl het Quick Guide scherm wordt getoond, kunt u het toetsenbord, een knop of een voetschakelaar indrukken om naar het gerelateerde instellingsscherm te springen (p.41).
Sound/KBD (Geluid/toetsenbord)
Selecteer een stem (tone) of maak instellingen voor de effect diepte, het toetsenbord, enz.
Rec/Play
Een Song afspelen of opnemen. U kunt ook een notatie weergave bekijken terwijl een Song wordt afgespeeld.
Registration
Laad registraties uit het user geheugen in het interne geheugen of sla registraties op. Aan registraties gerelateerde instellingen kunnen hier ook worden gemaakt.
Main
Laat u naar het hoofdscherm terugkeren als een ander scherm dan het hoofdscherm open is.
Tempo, maatnummer, <Sound/ KBD>, <Rec/Play>, <Registration>, en <Main> worden altijd aan de rechterkant van het scherm getoond.
Dit icoon wordt getoond wanneer de V-LINK functie is ingeschakeld. V-LINK functie (p.229)
Dit icoon wordt bij SMF muziekbestanden getoond.
Dit icoon wordt getoond wanneer een gedeelte van de opgenomen Song is veranderd. Dit icoon wordt ook getoond als u een Song heeft opgenomen, maar deze nog niet heeft opgeslagen.
30
Over de iconen
fig.09-08.eps, fig.03-05.eps
Knop Betekenis
Over het beeldscherm
U kunt direct naar het hoofdscherm terugkeren door de <Main> aan de rechterkant in het scherm aan te raken.
Over het beeldscherm
Afhankelijk van de functie worden sommige schermen over meerdere pagina’s verspreid. U kunt < > < > < > < > aanraken om de volgende of vorige pagina van het scherm weer te geven. In het Load scherm, Save scherm of File Edit scherm, kunt u een bestand selecteren door < > < > aan te raken.
Subvensters
Als u <Utility> of soortgelijk in eens scherm aanraakt, zal een scherm zoals het volgende verschijnen. Dit soort schermen worden ‘sub vensters’ genoemd.
fig.00-38.eps
Raak dit aan als u het op dat moment getoonde scherm wilt verlaten (afsluiten).
Dit icoon wordt getoond voor Active Expression stemmen. Active Expression Voice (p.69).
Dit icoon wordt voor EX Voice getoond. Ex Voice (p.52).
Dit icoon wordt voor Articulation Voice getoond. Articulation Voice (p.61).
Als u een menu in het sub venster aanraakt, zal het sub venster sluiten, en het geselecteerde menu scherm verschijnen.
In een sub venster raakt u <Exit> aan om het sub venster te verlaten.
31
Over het beeldscherm
Sub vensters voor het instellen van waardes
Als u instellingen in het System scherm maakt, verschijnt het volgende type scherm.
Naar de fabrieksinstellingen terugkeren.
fig.09-09.eps
De waarde wijzigen.
Over de [Value] draaiknop
De ATELIER heeft een [Value] draaiknop. U kunt de [Value] draaiknop gebruiken om het tempo te veranderen of de
instellingen te bewerken of om een bestand te selecteren in schermen als het File Edit scherm.
De waarde van een instelling bewerken (als een sub venster voor het bewerken van de waarde geopend is)
Wanneer een sub venster waarin u de instellingen kunt bewerken wordt getoond, kunt u de [Value] draaiknop gebruiken om tussen de instellingen te schakelen.
32
Van bestand veranderen (als het File Edit scherm, Save scherm of Load scherm voor ritmes, Songs of registraties is geopend)
Handige functies
De demo Songs beluisteren
De ATELIER heeft demo Songs. Hier ziet u hoe de demo Songs gespeeld worden, zodat u een goed beeld krijgt van de geluiden, ritmes, en automatische begeleiding die de ATELIER heeft te bieden.
fig.01-01.eps
1. Druk op de [Demo] knop zodat de indicator oplicht.
Details over de componist van elke demo Song en hun profielen vindt u in ‘Demo Song lijst’ (p.278).
Handige functies
Het Demo scherm verschijnt.
fig.01-03.eps
2. Raak < > of < > in het scherm aan om de demo
Song te selecteren.
fig.01-03.eps
3. Raak < > aan om de demo Song af te spelen.
Wanneer de geselecteerde demo Song eindigt, zal de volgende demo Song worden afgespeeld.
De demo Songs kunnen afgespeeld en gestopt worden door de [Play/Stop] knop op het paneel in te drukken.
33
Handige functies
4. Raak < > nogmaals aan om het afspelen van de demo
te beëindigen.
5. Druk op de [Demo] knop om het demonstratiescherm te
verlaten.
Als het volgende scherm verschijnt
Als de Song in het apparaat niet in de ‘Favorites’ (User geheugen) of USB geheugen is opgeslagen, verschijnt het volgende bericht, en is het niet mogelijk om de demo Songs af te spelen.
fig.E-62.eps
Als u de uitvoeringsdata niet wilt verwijderen, raakt u <Cancel> aan.
De uitvoeringsdata kan in de ‘Favorites’ (User geheugen) of in USB geheugen worden opgeslagen. Als u de uitvoeringsdata in de ‘Favorites’ of in USB geheugen wilt opslaan, kijkt u bij ‘Performance Songs opslaan’ (p.180).
1. Als u de uitvoeringsdata wilt verwijderen, raakt
u <OK> aan.
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetten.
NOTE
De data van de demo Song die wordt afgespeeld is niet beschikbaar via de MIDI Out aansluiting.
34
Een sleutelwoord kiezen voor Quick Registration selectie
U kunt een stem kiezen die geschikt is voor uw uitvoering, door sleutelwoorden te kiezen die uw situatie, locatie, muzikale genre, enz. weergeven. U kunt registraties oproepen die door organisten van top niveau zijn gecreëerd, en hieraan refereren voor hints over het selecteren en stapelen van geluiden wanneer u uw eigen registraties creëert.
1. Raak <Quick Registration> in het hoofdscherm aan.
fig.00-06.eps
Als een ander scherm geopend is, raakt u <Main> aan om naar het hoofdscherm te gaan.
Handige functies
Handige functies
Het Quick Registration scherm verschijnt.
fig.03-32.eps
2. Raak een knop aan die een Quick Registration groep
weergeeft.
fig.03-32.eps
35
Handige functies
Een sub venster verschijnt, waarin een Quick Registration groep geselecteerd kan worden.
fig.03-35.eps
3. In het sub venster raakt u een Quick Registration groep
naam aan om de gewenste Quick Registration groep te selecteren.
Het sub venster wordt afgesloten, en het Quick Registration scherm wordt opnieuw weergegeven.
4. Raak <Upper>, <Lower> of <Pedal> aan, waardoor de
indicators van de respectievelijke knoppen aan of uit worden gezet om het toetsenbord waaraan de stem zal worden toegewezen te selecteren.
fig.03-32.eps
Instelling Toetsenbord waarvoor een stem wordt geselecteerd
Upper Bovenste toetsenbord
Lower Onderste toetsenbord
Pedal Voetklavier
5. Raak < > < > aan om van pagina te veranderen, en
raak het gewenste sleutelwoord aan.
De stem wordt aan het geselecteerde toetsenbord toegewezen. Als u verder wilt gaan met het veranderen van de Voice instellingen, herhaalt
36
u stappen 2-5.
Music Assistant functie
Een verzameling van s’werelds beste, meest bekende Songs is zorgvuldig geselecteerd. Vervolgens zijn de optimale paneel instellingen voor elk onderdeel bepaald, en de resulterende data werd in het instrument opgeslagen.
Selecteer eenvoudigweg het sleutelwoord dat het dichtst in de buurt komt van het karakter van de Song die u in gedachten heeft, en een ritme uitvoering, een geluid voor de melodie, en andere selecties zullen voor u gemaakt worden. Wanneer u een sleutelwoord heeft geselecteerd, is alles dat u hoeft te doen het bespelen van het toetsenbord.
1. Raak <Music Assistant> in het hoofdscherm aan.
fig.00-06.eps
Handige functies
Handige functies
Als een ander scherm geopend is, raakt u <Main> aan om naar het hoofdscherm te gaan.
fig.00-18.eps
Het Music Assistant scherm verschijnt.
37
Handige functies
2. Raak < > < > aan om van scherm te veranderen, en
raak een sleutelwoord aan dat geschikt is voor het karakter van de Song.
fig.00-19.eps
De Registratie [1]-[4] knoppen knipperen. Paneelinstellingen geschikt voor het toetsenbord worden automatisch voor de
Registratie [1]-[4] knoppen opgeroepen.
U kunt ook van scherm veranderen met gebruik van de [Value] draaiknop.
3. Speel een akkoord op het onderste toetsenbord.
Op het moment dat u het toetsenbord bespeelt, zal het Intro beginnen, waarna het ritme en de automatische begeleiding gespeeld worden.
4. Druk op de Registratie knop van [1] tot [4] om van paneel
instellingen te veranderen.
5. Druk op de [Ending] of [Start/Stop] knop om het ritme te
stoppen.
6. Om de Music Assistant functie te beëindigen, drukt u op de
[One Touch program] knop, zodat de indicator uitdooft.
38
Music Assistant Search
U kunt een Song naam en andere zoektermen specificeren, en deze voor een Music Assistant zoektocht gebruiken.
1. Raak <Music Assistant> in het hoofdscherm aan.
Het Music Assistant scherm verschijnt.
fig.00-18.eps
Handige functies
Als een ander scherm is geopend, raakt u <Main> aan om naar het hoofdscherm te gaan.
Handige functies
2. Raak <Search> aan.
Een sub venster verschijnt.
fig.00-19-2.eps
Zoeken op Music Assistant naam
3. Raak <By Name> aan.
fig.00-19-3.eps
39
Handige functies
4. Bepaal welk teken u voor de zoektocht wilt gebruiken.
Voer het teken waar u naar zoekt in. Bijvoorbeeld, door <ABC> achter elkaar in te drukken loopt u door de beschikbare tekens binnen de betreffende groep tekens (‘A’ [_+]’B’ ‘C’…).
Raak <ABC/123> aan om tussen letters en nummers af te wisselen. Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
5. Raak <Start> (Start Search) aan.
Het resultaat van de zoektocht wordt in het scherm getoond. Om de zoektocht te annuleren, raakt u <Exit> in het Search Results scherm
aan.
6. Raak de naam van een Music Assistant aan om een Music
Assistant te selecteren.
Raak <Exit> aan om naar het Music Assistant scherm terug te keren.
Zoeken op voorwaardes
3. Raak <By Conditions> aan.
U kunt vier verschillende criteria gebruiken voor het zoeken: ‘Tempo’, ‘Rhythm’, ‘Genre’ en ‘Scene’.
fig.00-19-4.eps
4. Raak de waarde voor de zoekterm aan.
5. Raak < > < > aan om de instellingen aan te passen.
6. Raak <Exit> aan.
7. Raak <Start> (Start Search) aan.
De resultaten van de zoektocht worden in het scherm getoond. Om de zoektocht te annuleren, raakt u <Exit> in het Search Results scherm
aan.
8. Raak een Music Assistant naam aan om een Music
Assistant te selecteren.
Raak <Exit> aan om naar het Music Assistant scherm terug te keren.
40
Als u geen zoek voorwaarden hoeft te specificeren, kiest u ‘Any’.
Over de Quick Guide functie
De ATELIER biedt een Quick Guide functie, welke het u gemakkelijk maakt om toegang tot verscheidene functies te krijgen. Terwijl het Quick Guide scherm wordt getoond, kunt u op het toetsenbord, een knop of een voetschakelaar drukken om naar het gerelateerde instellingsscherm te springen.
1. Raak <Quick Guide> in het hoofdscherm aan.
Het volgende Quick Guide scherm verschijnt.
fig.00-13.eps
Handige functies
Als een ander scherm is geopend, raakt u <Main> aan om naar het hoofdscherm te gaan.
Handige functies
2. Terwijl het Quick Guide scherm wordt weergegeven, drukt
u op een knop, het toetsenbord, pedaal of voetschakelaar.
U wordt naar het scherm gebracht dat instellingen bevat die aan de knop, het toetsenbord, pedaal of voetschakelaar die u indrukte zijn gerelateerd.
3. Maak instellingen in het scherm waar u naar toe bent
gesprongen.
4. Nadat de instellingen zijn gemaakt, raakt u <Exit> aan om
het scherm af te sluiten.
Meer over toetsen, knoppen, en regelaars die met de Quick Guide functie gebruikt kunnen worden, kijkt u bij ‘Instellingen die worden opgeslagen nadat de stroom is uitgezet’ (p.276).
41
Handige functies
Over het Index Menu
In het Quick Guide scherm kunt u <Index> aanraken om naar het Index menu te gaan.
In het Index menu scherm kunt u een sleutelwoord aanraken om naar het instellingsscherm voor dat sleutelwoord te springen.
1. Raak <Quick Guide> in het hoofdscherm aan.
Het volgende Quick Guide scherm verschijnt.
fig.00-13.eps
2. Raak <Index> aan.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.00-14.eps
3. Raak een letter uit het alfabet aan om de eerste letter van
het gewenste sleutelwoord te selecteren.
fig.00-15.eps
42
Het Quick Guide Index scherm verschijnt, en de sleutelwoorden worden weergegeven.
fig.00-16.eps
4. Raak het gewenste sleutelwoord aan.
fig.00-16.eps
Handige functies
Handige functies
Het instellingsscherm voor het gespecificeerde sleutelwoord verschijnt.
5. Maak instellingen in het scherm dat verscheen.
6. Raak <Exit> aan.
43
Handige functies
Instellingen voor Easy Performance
De ATELIER biedt een Global Settings knop. Als u op de Global settings [EZ One Finger] knop drukt, kunt u akkoorden
produceren, simpelweg door één of twee toetsen van het onderste toetsenbord ingedrukt te houden.
Als u op de Global Settings [EZ Touch] knop drukt, kunt u op een vaststaand volume spelen, ongeacht variaties in uw speelsterkte.
1. Druk op de Global Settings [EZ One Finger] knop (of [EZ
Touch] knop).
Met het indrukken van deze knoppen worden de volgende uitvoeringsinstellingen gemaakt.
Button Descriptions
Chord Intelligence functie is ingeschakeld
Een akkoord wordt gedetecteerd als u één of twee toetsen op het onderste toetsenbord ingedrukt houdt.
Pedal to Lower functie is ingeschakeld
U kunt de Pedal Bass stem laten klinken door de grondtoon van een akkoord op het onderste toetsenbord te spelen, in het gebied dat de Lower Voice speelt.
EZ Touch functie is ingeschakeld
Initial Touch wordt uitgeschakeld, zodat u op een vaststaand volume kunt spelen, ongeacht variaties in uw
EZ One Finger
speelsterkte.
Lower Voice Hold functie is ingeschakeld
U kunt de Lower Voice laten doorklinken nadat u uw vingers van de toetsen heeft genomen, totdat de volgende toets wordt gespeeld.
Chord Hold functie is ingeschakeld
Als u de automatische begeleiding gebruikt, en uw vingers van het toetsenbord neemt nadat een akkoord op het onderste toetsenbord is aangeslagen, zal de automatische begeleiding blijven spelen totdat u het volgende akkoord speelt.
Als u op de Global Settings [EZ One Finger] knop drukt om deze uit te zetten (de indicator dooft uit), zullen de volgende functies naar hun in de fabriek ingesteld status terugkeren.
• Chord Intelligence functie
• Pedal To Lower functie
• EZ Touch functie
• Lower Voice Hold functie
• Choird Hold functie
Als u op de Global Settings [EZ Touch knop drukt om deze uit te zetten (de indicator dooft uit), zullen de Initial Touch functies naar hun in de fabriek ingesteld status terugkeren.
Initial Touch is uitgeschakeld
Ongeacht de Initial Touch instellingen van de registratie,
EZ Touch
zal Initial Touch worden uitgeschakeld. U kunt op een vaststaand volume spelen, ongeacht variaties in uw speelsterkte.
Deze instellingen maken het spelen gemakkelijker .
2. Ga uw gang en speel!
44
Een map creëren
Handige functies
U kunt mappen in een aangesloten USB geheugen apparaat of in het User geheugen (Favorites) creëren.
Als u een map in het USB geheugen wilt creëren, sluit u het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan.
Over mappen
Met de ATELIER kunt u maximaal 99 registratie sets of Songs creëren. Als u een map creëert, kunt u maximaal 99 registratie sets of Songs in elke map opslaan.
U kunt zoveel mappen als u wilt creëren, slechts beperkt door de capaciteit van het medium.
Het is een goed idee om de registraties voor elke Song in een map op te slaan.
1. Raak <Registration> in het hoofdscherm aan.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05.eps
NOTE
U kunt geen map op een floppy disk creëren.
Handige functies
2. Raak <File> aan.
Het Registration File Edit scherm verschijnt.
fig.03-25.eps
45
Handige functies
3. Raak < > < > aan om het gewenste medium te
selecteren.
Kies ‘Ext Memory’ als u een map in USB geheugen wilt creëren of ‘User’ als u een map in het user geheugen wilt creëren.
4. Raak <Create> aan.
Een scherm zal verschijnen, waarin een naam voor de nieuwe map gespecificeerd kan worden.
NOTE
Voor een map naam kunnen alleen kleine letters en het _ (underscore) teken worden gebruikt.
5. Geef de map een naam.
Raak het scherm aan om de gewenste tekens te specificeren. Voorzie de map van een nieuwe naam, zoals in ‘Een naam aan een
registratie set toewijzen’ (p.111) wordt beschreven.
6. Als u klaar bent, raakt u <OK> aan.
Een nieuwe map met de naam die u heeft toegewezen zal gecreëerd worden.
Een map creëren in het Rec/Play (opnemen/afspelen) scherm
Hier ziet u hoe een map in het Rec/Play (opnemen/afspelen) scherm wordt gecreëerd.
1. Raak <Rec/Play> in het hoofdscherm aan.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Raak < > (Utility) aan.
Het Utility scherm verschijnt.
3. Raak <Song Select> aan.
Het Song Select scherm verschijnt.
NOTE
U kunt geen map creëren met dezelfde naam als een reeds bestaande map.
46
4. Raak <File Edit> aan.
Het Song File Edit scherm verschijnt.
5. Raak < > < > aan om het medium te selecteren.
Kies ‘Favorites’ als u een map in de ‘Favorites’ wilt creëren of ‘Ext Memory’ als u een map in USB geheugen wilt creëren.
Geluiden selecteren en afspelen
Voices (klanken) selecteren
U kunt de klanken van verscheidene instrumenten op de ATELIER spelen. Deze klanken worden ‘Voices’ genoemd.
Over de Voices en Parts
De ATELIER heeft twee toetsenborden en een voetklavier. Van boven naar beneden worden deze ‘Upper (bovenste) Keyboard’, ‘Lower
(onderste) Keyboard’ en ‘Pedalboard’ (voetklavier) genoemd.
fig.01-05-2.eps
Bovenste toetsenbord
Onderste toetsenbord
Geluiden selecteren en afspelen
Voetklavier
Vier Parts, ‘Organ’, ‘Symphonic’, ‘Orchestral’ en ‘Vintage Organ’ zijn respectievelijk aan het bovenste en onderste toetsenbord toegewezen, en u kunt één voice van elk Part selecteren. Bovendien, met de toevoeging van de ‘solo’ part voice, kunt u maximaal vijf voices tegelijk laten spelen (de solo voice kan zowel op het bovenste als onderste toetsenbord worden gespeeld).
Het voetklavier heeft drie Parts: ‘Pedal Organ’, ‘Pedal Orchestral’, en ‘Vintage Organ’. U kunt één voice voor elk Part selecteren, wat betekent dat het mogelijk is om maximaal drie voices gelijktijdig te spelen.
Toetsenbord Parts
Upper Organ Upper Symphonic
Upper toetsenbord
Lower toetsenbord
Voetklavier
Upper Orchestral Upper Vintage solo
(Deze voice klinkt alleen als de solo [To Lower] knop is uitgedoofd)
Lower Organ Lower Symphonic Lower Orchestral Lower Vintage solo
(Deze voice klinkt alleen als de solo [To Lower] knop verlicht is) Pedal Organ Pedal Orchestral Pedal Vintage
Om een solo voice op het onderste toetsenbord te spelen, selecteert u de solo voice en druk dan op de solo [To Lower] knop (p.158).
Om een Pedal Bass voice op het onderste toetsenbord te spelen, selecteert u de Pedal Bass voice en drukt u op de [Bass Split] knop (p.161).
47
Geluiden selecteren en afspelen
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass Sound selectie knoppen
fig.01-06.eps
Elke keer dat u een voice knop indrukt, zal de indicator afwisselen tussen verlicht en uitgedoofd. Voices waarvan de indicator is verlicht kunnen gespeeld worden.
Twee voices van dezelfde familie zijn aan elke voice knop toegewezen. Op knoppen met voices van twee verschillende families zijn de namen van beide voices gedrukt.
De [Alternate] knop schakelt tussen deze twee voices.
[Alternate] knop Voice die geselecteerd zal worden
Verlicht
Uitgedoofd
De voice die op de knop wordt aangegeven wordt geselecteerd.
Een andere voice uit dezelfde categorie als de voice die op de knop wordt getoond zal geselecteerd worden. Voor knoppen waaraan voices van dezelfde categorie niet zijn toegewezen, zal de voice die onder de knop is gedrukt geselecteerd worden.
NOTE
Er wordt geen geluid geproduceerd, zelfs niet als de toetsen worden bespeeld, wanneer de Voice knop niet verlicht is en alle Vintage orgel voices zijn uitgeschakeld.
48
De Upper en Lower voices selecteren
Druk op de ‘Organ’, ‘Symphonic’ of ‘Orchestral’ knop van elk toetsenbord (bovenste/onderste) om de gewenste voice te selecteren.
Wanneer de stroom wordt aangezet, zal het bovenste toetsenbord ‘Full Organ 1’ spelen, en het onderste toetsenbord zal ‘Lower Organ 1’ spelen.
Voorbeeld: ‘Full Organ 5’ voor het bovenste orgel, ‘Full Strings’ voor
de Upper Symphonic, en Upper Orchestral ‘Grand Piano’ voor de Upper Orchestral selecteren.
1. Druk op de Upper Organ [Full 2] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde voice verschijnt enkele seconden in het scherm.
fig.01-08.eps
Geluiden selecteren en afspelen
De Lower voice kan op dezelfde manier als de Upper voice geselecteerd worden.
Geluiden selecteren en afspelen
Wanneer u nu op het bovenste toetsenbord speelt, zal ‘Full Organ 2’ te horen zijn.
2. Druk op de Upper Organ [Alternate] knop (de indicator
licht op).
Als u op het bovenste toetsenbord speelt, zal ‘Full Organ 5’ te horen zijn. Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, schakelt u tussen de stemmen die
aan de knop zijn toegewezen.
3. Druk op de Upper Symphonic [Strings] knop (de indicator
licht op).
Als u nu op het bovenste toetsenbord speelt, zullen de twee voices ‘Full Organ 5’ en ‘Full Strings’ gelijktijdig te horen zijn (samen gemengd).
4. Druk op de Upper Orchestral [Piano] knop (de indicator
licht op).
Als u op het bovenste toetsenbord speelt, wordt ‘Grand Piano’ toegevoegd, en wordt een mengeling van drie verschillende voices geproduceerd.
49
Geluiden selecteren en afspelen
De Pedal Bass voice selecteren
Direct nadat de stroom is aangezet, laat de Pedal Bass individuele noten horen, met gebruik van de ‘Organ Bass 1’ voice.
Druk op de knoppen van de verschillende Parts van ‘Pedal Organ’ en ‘Pedal Orchestral’ om voices te selecteren.
Voorbeeld: ‘Pipe Org. Bs’ voor het Pedal Organ Part selecteren, en ‘Str. Bass Pdl’ voor het Pedal Orchestral Part selecteren.
fig.01-09.eps
12
Normaalgesproken klinkt er één noot per keer als het voetklavier wordt bespeeld. Instellingen kunnen aangepast worden, zodat meerdere noten op het voetklavier gespeeld kunnen worden (p.210).
Als u op de Pedal [To Lower] knop (indicator licht op p.163) of [Bass Split] knop (indicator licht op drukt, kan de Pedal Bass voice nu door het onderste toetsenbord worden gespeeld, niet door het voetklavier.
p.161)
1. Druk op de Pedal Organ [Pipe] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde voice verschijnt enkele seconden in het scherm.
fig.01-10.eps
Als u nu op het voetklavier speelt, zal ‘Pipe Org. Bs’ (Pipe Organ Bass) te horen zijn.
2. Druk op de Pedal Orchestral [String] knop (indicator licht
op).
Als u nu het voetklavier bespeelt, zullen de twee voices Pipe Organ Bass en Str. Bass Pdl (String Bass Pedal) gelijktijdig klinken (samen gemengd).
Het Pedal Organ Part heeft een [Octave Up] knop. Merk op, dat als de [Octave Up] knop aan is, de geselecteerde Pedal Bass voice een octaaf hoger klinkt.
50
solo Voice selecteren
De solo sectie van het bovenste toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen, de solo voice is alleen te horen bij de hoogste noot die op het bovenste toetsenbord wordt gespeeld. Op die manier kunt u volledige akkoorden spelen, waarbij de geselecteerde solo voice de hoogste (solo) noot speelt.
Voorbeeld: ‘Trumpet’ voor het solo Part selecteren
fig.01-11.eps
1
Geluiden selecteren en afspelen
U kunt de harmonische balk van het solo Part gebruiken om het volume van het solo Part aan te passen (p.72).
Door de solo [To Lower] knop in te drukken, kunt u de solo voice op het onderste toetsenbord spelen. Voor details, zie ‘De solo voices op het onderste toetsenbord spelen (solo [To Lower] knop)’ (p.158).
Geluiden selecteren en afspelen
1. Druk op de solo [Trumpet] knop (indicator licht op)
De naam van de geselecteerde voice wordt enkele seconden in het scherm weergegeven.
fig.01-12.eps
Speel op het bovenste toetsenbord. De geselecteerde voice is te horen via de hoogst gespeelde noot.
Als u op de [Alternate] knop drukt, zullen de twee voices die aan de knop zijn toegewezen afwisselen.
Het is mogelijk om de manier waarop een solo voice zal klinken te veranderen. Gewoonlijk wordt de solo voice gespeeld door de hoogste noot die op het bovenste toetsenbord wordt gespeeld, maar u kunt instellingen maken zodat de laatst gespeelde noot de solo voice zal laten horen. Voor details, zie ‘De manier waarop de solo Voice reageert veranderen’ (p.159).
U kunt de solo [Others] knop gebruiken om rijk expressieve geluiden (articulatie voices) te selecteren.
51
Geluiden selecteren en afspelen
Een voice selecteren met gebruik van de [Others] knop
U zult wellicht hebben bemerkt dat er voor elk Part een [Others] knop is. Met gebruik van de [Others] knop, kunt u alle voices selecteren.
Net als bij andere voice knoppen, kunnen twee voices aan de [Others] knop worden toegewezen (één voice voor ‘Pedal Organ’ en één voor ‘Pedal Orchestral’). U kunt de [Alternate] knop gebruiken om tussen deze twee voices af te wisselen.
1. Druk op de [Alternate] knop van het Part waarvoor u wilt
specificeren of een voice ON (aan, verlicht) of OFF (uit, donker) moet zijn.
De instelling van de [Alternate] knop: ON (verlicht) of OFF (donker), bepaalt aan welke van de twee beschikbare locaties een nieuw geselecteerde voice zal worden toegewezen.
2. Druk op de [Others] knop van het Part waarvoor u een
voice wilt specificeren.
Het Others Voice scherm verschijnt enkele seconden.
fig.01-15.eps
In het geval van het Pedal Bass Part is stap 1 niet nodig.
NOTE
Als u op de [Others] knop drukt, verschijnt het Others Voice scherm in het beeldscherm, maar het basisscherm zal opnieuw verschijnen als u enkele seconden wacht zonder het scherm aan te raken. Als u de voice voor de [Others] knop wilt veranderen, drukt u nogmaals op de [Others] knop, en dan selecteert u de voice, door het scherm snel aan te raken terwijl het Others Voice scherm wordt weergegeven.
3. Raak een knop aan waarbij een geluidsgroep wordt
getoond.
fig.01-15.eps
52
Een voice die met wordt aangegeven, wordt een ‘EX Voice’ genoemd. Deze voices worden speciaal aanbevolen.
Geluiden gemarkeerd met
’ ondersteunen de
Active Expression functie (p.69).
fig.01-16.eps
Een sub venster verschijnt, waarin een geluidsgroep geselecteerd kan worden.
Geluiden selecteren en afspelen
U kunt <AEx Voice> in het Voice Select scherm aanraken om alleen de Active Expression voices weer te geven. ‘Active Expression voices’ kunnen aan de [Others] knoppen van het Upper Orchestral Part, Lower Orchestral Part, en solo Part worden toegewezen. Meer over de Active Expression voices vindt u bij ‘Spelen met een Active Expression voice’ (p.69).
4. In het sub venster raakt u de naam van een geluidsgroep
aan om de gewenste geluidsgroep te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert. Het Others Voice scherm verschijnt, waarin de geluiden van de
gespecificeerde geluidsgroep worden getoond.
fig.01-17.eps
5. Raak < > < > aan om van scherm te veranderen, en
raak een voice naam aan om een voice te selecteren.
6. Druk nogmaals op de knipperende [Others] knop om de
voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht.
Geluiden selecteren en afspelen
U kunt de voice ook bevestigen door <Exit> in het Others Voice (Other Voice selectie) scherm aan te raken. Ook kunt u de toets van het Part dat een veranderde voice bevat indrukken om de voice instelling te bevestigen.
Meer informatie over de voices die aan een [Others] knop toegewezen kunnen worden, vindt u in de ‘Voice lijst’ (Appendix: aparte uitgave).
53
Geluiden selecteren en afspelen
Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ)
Met de Vintage Organ knop kunt u drie types vintage orgelgeluiden aan de Upper, Lower, en pedal Parts toewijzen.
Bovendien kunnen de harmonische balken worden gebruikt om het geselecteerde geluid naar wens te wijzigen.
De ATELIER voorziet in negen harmonische balken voor respectievelijk het Upper Part en Lower parts, en twee harmonische balken voor het Pedal Part.
Aan elke harmonische balk is een geluid met een andere footage (toonhoogte) toegewezen, en door deze geluiden op te stapelen kunt u een verscheidenheid aan orgelgeluiden creëren.
U kunt de harmonische balken van het solo Part gebruiken om het volume van de solo Part voice aan te passen.
Harmonische balk
Door de harmonische balken naar voren of naar achteren (in of uit) te schuiven, kunt u het volume van de verscheidene footages bijstellen.
Het volume kan binnen negen stappen (0-8) worden aangepast. Als een harmonische balk helemaal wordt uitgetrokken (8), is het volume op
zijn luidst. Helemaal ingedrukt (0) is er geen geluid hoorbaar. 8’ is de footage die de basis toonhoogte van het geluid vormt. Dit is het
midden, en het geluid dat u aanpast wordt hier omheen gecreëerd. Aan elke harmonische balk is een sinusgolf (een reine toonhoogte zonder
boventonen) met een andere toonhoogte toegewezen, en door deze toonhoogtes te combineren, kunt u een brede reeks geluiden creëren.
54
Als u ‘Pipe’ of ‘Theater’ als het Vintage orgel type heeft geselecteerd, zullen de harmonische balken de verscheidene footages aan of uitzetten.
Geluiden selecteren en afspelen
Time
8' volume: 8
Time
Time
4' volume: 5
Wat is een voet?
‘Voet’ is een term waarmee de lengte van de pijpen van een pijporgel aanvankelijk werd uitgedrukt. De pijpen, die de basis toonhoogte (grondtoon) voor elke noot produceren, zijn over het algemeen ‘8’
voet’ lang. Daarom is een pijp die een toonhoogte één octaaf lager dan de referentie van 8’ (acht voet) produceert 16’. Voor één octaaf boven de referentie is de pijp 4’ en om de toonhoogte nog een octaaf te verhogen wordt de pijp verkort tot 2’.
De toonhoogtes van de harmonische balken staan als volgt met elkaar in verband.
Geluiden selecteren en afspelen
Als de middelste C (C4) wordt ingedrukt, zal elke harmonische balk de volgende noten laten horen.
16' 8' 4' 2' 1'51/3'2
Eén octaaf
lager
5e grondtoon 8ste 12e
8' =
2
/3'1
15e
3
/5'11/3'
17e 19e 22ste
Op toonwiel orgels worden de hoogklinkende footages van de hoge reeks, en de laag klinkende footages van een portie van de lage reeks in eenheden van een octaaf ‘teruggevouwen’.
Door het ‘terugvouwen’ van het hoge frequentie portie wordt voorkomen dat hoge frequentie geluiden onaangenaam schril klinken, en het ‘terugvouwen’ van het lage frequentie portie voorkomt, dat het geluid ‘modderig’ gaat klinken.
Op de ATELIER wordt deze eigenschap op natuurgetrouwe wijze gesimuleerd.
55
Geluiden selecteren en afspelen
Een Vintage orgel voice spelen
Het type Vintage orgel selecteren
1. Druk op één van de Vintage Organ knoppen, zodat de
indicator verlicht is.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, wisselt de indicator tussen ON (verlicht) en OFF af.
Er zijn drie types Vintage orgels.
Knop Omschrijving
[Flute] knop Groot orgel
[Pipe] knop Pijp orgel
[Theater] knop Theater orgel
Het geluid wijzigen
2. Verschuif de harmonische balken die u wilt horen.
U kunt het geluid van meerdere harmonische balken opstapelen. Verschillende toonhoogtes kunnen voor het onderste toetsenbord op dezelfde
manier als voor het bovenste toetsenbord gecombineerd worden.
Vintage orgel type Functie van de harmonische balken
Verschuif de harmonische balken om het volume van
Fluit
Pijp Gebruik de harmonische balken om elke footage aan of
Theater
elke footage binnen een reeks van negen stappen (0-8) aan te passen.
uit te zetten. Als een harmonische balk wordt uitgetrokken wordt de footage aangezet, en als deze wordt ingedrukt, wordt de footage uitgezet.
NOTE
Het Glide effect kan niet op Vintage orgel voices worden toegepast. Bovendien, als het Vintage orgel type ‘Flute’ is, kunnen de Pitch Bend en Sustain effecten niet worden toegepast.
Percussie wordt vaak met Fluit gebruikt. Het kan ook met Pijp of Theater worden gebruikt, maar als u percussie voor Fluit heeft geselecteerd, zal deze automatisch geannuleerd worden als u naar Pijp of Theater overschakelt.
56
De harmonische balk van het solo Part past het volume van de voice die voor het solo Part is geselecteerd aan. Als u de harmonische balk van het solo Part verschuift, verandert ook de niveau indicator van het solo Part.
Het geluid sprankelend maken (Percussie)
Dit voegt een attack geluid aan het begin van de noot toe, waardoor het geluid knisperender wordt.
Geluiden selecteren en afspelen
3. Druk op de Percussion [4’] knop of [2 2/3’] knop (indicator
verlicht).
Speel op het bovenste toetsenbord, en u zult horen dat attack is toegevoegd.
Knop Description
Percussion [4’] knop Percussie één octaaf hoger.
Percussion [2 2/3’] knop Percussie één octaaf en een kwint hoger.
De snelheid waarop de percussie wegsterft aanpassen
U kunt de Decay tijd van het percussie geluid verkorten.
4. Druk op de Percussion [Fast Decay] knop om de indicator
NOTE
De Percussion [4’] en [2 2/3’] knoppen kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
NOTE
De Percussion [4’] en [2 2/3’] knoppen zijn alleen geldig voor Vintage orgel voices van het Upper Part.
Geluiden selecteren en afspelen
tussen verlicht/niet verlicht te schakelen.
[Fast Decay] knop Omschrijving
Verlicht
Niet verlicht
Het percussiegeluid zal snel verdwijnen. De percussie heeft een scherpere attack.
Het percussiegeluid zal langzaam verdwijnen. De percussie heeft een mildere attack.
57
Geluiden selecteren en afspelen
De harmonische balk instellingen van het paneel gebruiken
Als u de harmonische balk instellingen in het scherm heeft bewerkt of als u van registratie bent veranderd, zodat de Vintage Organ instellingen zijn veranderd, kunt u de Vintage Organ instellingen veranderen in de posities (instellingen) van de harmonische balken op het paneel (p.54).
1. Druk op de [H-Bar Manual] knop.
Een Vintage orgel scherm verschijnt. Er zijn twee types Vintage orgel schermen.
Vintage Organ scherm
Als het Vintage Organ type ‘Flute’ is
fig.01-24.eps
Als u het Vintage Organ scherm aanraakt en dan de instelling verandert, wordt het scherm in die status vastgehouden.
De harmonische balken worden in het scherm getoond. Door de harmonische balken aan te raken en te verschuiven, kan het volume
van elke footage worden aangepast. Het volume kan binnen negen stappen (0-8) worden aangepast.
Wanneer een harmonische balk helemaal is uitgetrokken (8), is het volume het hardst.
Wanneer deze helemaal is ingedrukt (0), is er geen geluid hoorbaar.
Icoon Omschrijving
Vib (Vibrato) Voegt een Vibrato effect aan het geluid toe.
Cho (Chorus) Voegt een Chorus effect aan het geluid toe.
U/L/P
Hold
Als <> wordt aangeraakt, loopt u op cyclische wijze door de beschikbare keuzes, welke zijn: Upper Vintage scherm, Lower Vintage scherm, en Pedal Vintage scherm.
Het Vintage Organ scherm sluit automatisch nadat het enkele seconden is weergegeven. Als u <Hold> aanraakt, zal het scherm worden weergegeven totdat u weer op <Hold> drukt.
Door het scherm aan te raken en uw vingertop naar links of rechts (horizontaal) te laten glijden, kunt u het volume van alle harmonische balken aanpassen.
NOTE
Het is niet mogelijk om Vibrato en Chorus gelijktijdig toe te passen.
58
fig.01-25e.eps
Geluiden selecteren en afspelen
Als het Vintage Organ type ‘Pipe’ of ‘Theater’ is
De knoppen die in het scherm worden getoond worden ‘tabletten’ genoemd. U kunt elke tablet indrukken om deze aan of uit te zetten. U kunt tabletten aan/uitzetten door de harmonische balken in het paneel te
verschuiven.
Geluiden selecteren en afspelen
59
Geluiden selecteren en afspelen
Het volume van het Flute Vintage Organ aanpassen
Als u ‘Flute’ als het Vintage orgel type heeft geselecteerd, kunt u het algehele volume van het Flute geluid aanpassen om de volumebalans gerelateerd aan de andere geluiden te reguleren.
Als u ‘Pipe’ of ‘Theater’ heeft geselecteerd, zal het volume van het Upper/Lower/Pedal Part op hetzelfde moment veranderen.
1. Raak <Sound/KBD> in het hoofdscherm aan.
fig.05-08.eps
3. Raak < > < > aan om het VintageFlute
Volume te laten verschijnen.
fig.05-12-2.eps
4. Raak de waarde instelling knoppen voor
VintageFlute Volume aan om de instelling aan te passen.
fig.05-12-2.eps
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
fig.VoiceList.eps
2. Raak <Effect> aan.
Het Effect scherm verschijnt.
fig.05-17.eps
5. Raak <[-]> <[+]> aan om de waarde te
bewerken.
Instelling
1–12
6. Raak <Exit> aan.
60
Geluiden selecteren en afspelen
W
W
Een uitvoering op een akoestisch instrument op realistische wijze vertolken (Articulation Voice)
Wat is een Articulation Voice?
Om de kenmerkende eigenschappen van een akoestisch instrument op een muzikale manier naar buiten te brengen, is het van essentieel belang dat de rijke verscheidenheid aan klankveranderingen en onderscheidende uitvoeringstechnieken (articulatie) worden gebruikt. Voices die in staat zijn tot het uitdrukken van deze akoestische instrumentgeluiden en technieken worden op de ATELIER ‘articulatie voices’ genoemd. Met gebruik van articulatie voices kunt u de geluiden en technieken van dit soort instrumenten in Realtime spelen.
Een articulatie voice spelen
Wanneer een articulatie voice wordt gespeeld,en u legato of staccato op het toetsenbord speelt, zal het geluid veranderen volgens uw speeltechniek. Door tevens aftertouch, een voetschakelaar, enz. te gebruiken terwijl u speelt, kunt u verschillende effecten op het geluid toepassen, hetgeen uw uitvoering nog rijker en realistischer maakt.
Termen die voor articulatie voices worden gebruikt
at is Aftertouch?
Hiermee kunnen verscheidene effecten op het geluid worden toegepast, door de toets in te drukken nadat u een noot heeft gespeeld.
Geluiden selecteren en afspelen
Legato spel
Dit verwijst naar het achter elkaar spelen van noten, zonder dat er een pauze tussen de noten waargenomen kan worden. Op een toetsinstrument zou u dan de volgende noot spelen, vlak voordat de toets die u op dat moment heeft ingedrukt wordt losgelaten, waardoor de noten elkaar kortstondig overlappen.
Staccato spel
Dit is het tegenovergestelde van legato spel, en betekent dat u elk noot die u speelt duidelijk van de anderen scheidt. Met andere woorden, u laat de op dat moment ingedrukte toets los, voordat de volgende noot wordt gespeeld.
Dynamiek
Dit verwijst naar de variaties tussen luid en zacht wanneer een instrument wordt bespeeld, en bevat niet alleen veranderingen in volume, maar ook uitvoeringstechnieken die op het klankkarakter van invloed zijn. Bij articulatie voices kunt u Aftertouch, Initial Touch, en een expressie pedaal gebruiken om variatie in de dynamiek aan te brengen.
portamento
Dit is een techniek waarbij de toonhoogte van één noot naar de volgende op vloeiende wijze verandert. De vloeiende verandering in toonhoogte is in het bijzonder effectief wanneer u strijkinstrumentgeluiden speelt zoals viool of cello of trombone.
at is Initial Touch?
Dit verwijst naar de manier waarop de luidheid of het karakter van het geluid wordt beïnvloed door de sterkte waarmee u de toetsen aanslaat. Lichte variaties in uw aanslag kunnen het geluid expressiever maken.
61
Geluiden selecteren en afspelen
Een articulatie voice selecteren
Articulatie voices kunnen alleen met gebruik van de [Others] knop van het solo Part geselecteerd worden.
1. Druk op de solo [Others] knop.
Het Others Voice scherm wordt enkele seconden weergegeven.
fig.01-15.eps
2. Raak een knop aan die een geluidsgroep toont.
fig.01-15.eps
NOTE
Articulatie voices kunnen niet geselecteerd worden met gebruik van de [Others] knop van andere Parts dan het solo Part.
NOTE
Als u op de [Others] knop drukt, verschijnt het Others Voice scherm, maar het basisscherm zal opnieuw verschijnen als u enkele seconden wacht zonder het scherm aan te raken. Als u de voice voor de [Others] knop wilt veranderen, drukt u nogmaals op de [Others] knop. Vervolgens selecteert u de voice door het scherm snel aan te raken terwijl het Others Voice scherm wordt weergegeven.
fig.01-16.eps
62
Een sub venster verschijnt, waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
Geluiden selecteren en afspelen
3. In het sub venster raakt u <Art. Voice> (Articulation Voice)
aan.
De indicator van de solo [Others] knop knippert. Het Others Voice (Others Voice Select) scherm verschijnt, en alleen de
articulatie voices van de gehele collectie worden weergegeven.
fig.01-17.eps
Het icoon wordt bij
articulatie voices getoond.
Geluiden selecteren en afspelen
4. Raak een voice naam aan om een voice te selecteren.
5. Druk nogmaals op de knipperende solo [Others] knop om
de voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop van het solo Part verandert van knipperend in verlicht, en de articulatie voice zal geselecteerd worden.
U kunt de voice ook bevestigen door <Exit> in het Others Voice (Other Voice Select) scherm aan te raken. Ook kunt u de toets van het Part dat een veranderde voice bevat indrukken om de voice instelling te bevestigen.
63
Geluiden selecteren en afspelen
W
Spelen met een articulatie voice
Met articulatie voices kunt u variatie aanbrengen in het karakter van het geluid, door uw speeltechniek te veranderen.
Als u legato speelt, verandert het geluid tussen noten op vloeiende wijze. Als u staccato speelt, heeft het geluid een knisperende attack.
Aftertouch of het expressie pedaal gebruiken
Aftertouch is van invloed op de dynamiek en het vibrato van een articulatie voice. Als u harder op het toetsenbord drukt, neemt de dynamiek toe, en zal het vibrato dieper worden. Als u de druk op het toetsenbord vermindert, neemt de dynamiek af, en wordt het vibrato meer oppervlakkig.
Het expressie pedaal brengt op dezelfde manier variatie in dynamiek en vibrato aan als Aftertouch, maar bij andere voices dan het solo Part zal het volume op dezelfde manier veranderen als met een conventioneel expressie pedaal. U kunt Aftertouch het beste gebruiken als u expressieve effecten alleen op de articulatie voice wilt toepassen.
After Touch –> p. 61 Dynamiek –> p. 61
at is Vibrato?
Dit is een effect dat de toonhoogte van de noten die u op het toetsenbord speelt moduleert.
64
Geluiden selecteren en afspelen
De ideale instellingen maken voor het spelen van een articulatie voice
U kunt nog effectiever spelen met een articulatie voice als u de geschikte instellingen voor solo mode en voetschakelaar instellingen maakt.
U kunt deze controller instellingen automatisch instellen, zodat deze ideaal zijn voor het spelen met een articulatie voice.
1. In het Articulation Voice selectie scherm raakt u <Auto Set>
aan.
fig.01-17.eps
Geluiden selecteren en afspelen
Het volgende bericht verschijnt.
Om de verandering te annuleren, raakt u <Cancel> aan.
2. Raak <OK> aan om de instelling te veranderen.
De instellingen worden als volgt veranderd:
Onderdeel Instelling Pagina
After Touch ON p. 209
solo Mode POLYPHONIC p. 159
L Foot Switch ART. CONTROL1 p. 134
65
Geluiden selecteren en afspelen
Tips voor het spelen met een articulatie voice
Kenmerken van de viool (Art. Violin)
Het onderscheidende karakter van de viool ligt in zijn rijke vibrato, de portamento speeltechniek, waarmee de toonhoogte vloeiend kan veranderen, en de pizzicato techniek, waarbij de snaar met een vinger wordt ‘geplukt’.
Met het Art. Violin geluid kunnen deze onderscheidende eigenschappen van de viool ten gehore worden gebracht.
Uitvoerings tips
Veranderingen in het klankkarakter en de diepte van vibrato zijn zeer belangrijke elementen van een viool uitvoering. Het belangrijkste is om Aftertouch bekwaam te gebruiken om de dynamiek te besturen. De attack van de noten kan ook benadrukt worden, door een toets sterk aan te slaan.
portamento is een ander onderscheidend element. Om met portamento te spelen, zet u de voetschakelaar instelling op ART.
CONTROL 1, en speelt u legato op het toetsenbord terwijl u de voetschakelaar indrukt. Als de noot sterk wordt gespeeld, zal een snel portamento worden geproduceerd, en als de nieuwe noot zachtjes wordt gespeeld, wordt een langzaam portamento geproduceerd. Door een opwaartse of neerwaartse chromatische stap snel te spelen, wordt een vioolachtig effect geproduceerd, waarbij het geluid volledig gebonden is. Door dit op passende punten in de frases te gebruiken, kunt u op een hoogst effectieve manier spelen.
Normaalgesproken wordt het Art. Violin geluid mono gespeeld, maar als u meerdere toetsen gelijktijdig speelt, kunt u de ‘Multiple Stop’ noten spelen die kenmerkend zijn voor de viool (akkoorden van maximaal vier noten).
‘Multiple Stopping’ is een techniek waarbij meer dan één noot tegelijk gespeeld kan worden op een viool of ander snaarinstrument.
Voetschakelaar effect
Onderdeel Omschrijving
Door het toetsenbord legato te bespelen terwijl de
ART. CONTROL1
ART. CONTROL2
voetschakelaar wordt ingedrukt, kunt u portamento produceren dat de toonhoogte op vloeiende wijze verandert.
Door het toetsenbord legato te bespelen terwijl de voetschakelaar wordt ingedrukt, kunt u een pizzicato geluid produceren van de snaar die met de vinger wordt ‘geplukt’, in plaats van met een strijkstok bespeeld te worden.
Aanbevolen toonhoogte reeks
G3-G7 (als Octave Shift 0 is. Middelste C is C4).
Kenmerkende eigenschappen van de cello (Art. Cello)
Belangrijke aspecten van het cello geluid zijn de diepe body resonanties en de rijke klankveranderingen. Met het Art. Cello geluid kunnen deze onderscheidende eigenschappen van de cello volledig worden vertolkt.
66
Geluiden selecteren en afspelen
Uitvoerings tips
De basis uitvoeringstechnieken zijn hetzelfde als die van Art. Violin. U kunt Aftertouch en het expressie pedaal gebruiken voor besturing van de
dynamiek, en een rijk expressief midden en lage reeks geluid produceren. Als de toetsen sterker worden aangeslagen, wordt de attack benadrukt, door een kort geluid van de strijkstok die over de snaren schraapt toe te voegen.
Met het pizzicato, dat hoorbaar is als u de voetschakelaar instelling op ART. CONTROL 2 instelt en een noot speelt, kunt u ogenblikkelijk van arco (gestreken) geluiden in pizzicato (geplukt) veranderen. U kunt hier op effectieve wijze gebruik van maken, door op het juiste moment in een frase tussen de twee geluiden af te wisselen.
Het Art. Cello instrument heeft een lage toonhoogte. Als u dit op het bovenste manuaal speelt, zult u waarschijnlijk de Octave Shift op –1 willen instellen om het gebied waarbinnen het geluid effectief gespeeld kan worden toe te laten nemen.
Voetschakelaar effect
Geluiden selecteren en afspelen
Onderdeel Instelling
Door het toetsenbord legato te bespelen terwijl de
ART. CONTROL1
ART. CONTROL2
voetschakelaar wordt ingedrukt, kunt u portamento produceren dat de toonhoogte op vloeiende wijze verandert.
Door het toetsenbord legato te bespelen terwijl de voetschakelaar wordt ingedrukt, kunt u een pizzicato geluid produceren van de snaar die met de vinger wordt ‘geplukt’, in plaats van met een strijkstok bespeeld te worden.
Aanbevolen toonhoogte
C2-F5 (als Octave Shift 0 is. Middelste C is C4).
Kenmerken van de trombone (Art. Trombone)
De meest kenmerkende eigenschap van de trombone is het portamento effect, dat met gebruik van de schuif wordt verkregen. Het Art. Trombone geluid ondersteunt deze uitvoeringstechniek.
Uitvoerings tips
Met de dynamische regeling, geproduceerd door Aftertouch en het expressie pedaal, kunt u een vloeiende en natuurlijke overgang van een zacht geblazen mild geluid naar een sterk geblazen intens geluid teweegbrengen. Als de toetsen sterker worden aangeslagen, wordt een kort ‘overblazen’ geluid geproduceerd.
De portamento techniek, welke de toonhoogte op vloeiende wijze verandert, is een belangrijk onderdeel van het onderscheidende karakter van de trombone, maar kan onnatuurlijk klinken wanneer teveel gebruikt. De oplossing is om dit slechts op een beperkt aantal punten in de Song te gebruiken, daar waar het het meest effectief is.
Het Art. Trombone instrument heeft een lage toonhoogte. Als u dit op het bovenste manuaal speelt, zult u waarschijnlijk de Octave Shift op –1 willen instellen.
67
Geluiden selecteren en afspelen
W
Voetschakelaar effect
Onderdeel Omschrijving
Als u de voetschakelaar ingedrukt houdt en het
ART. CONTROL1 ART. CONTROL2
toetsenbord legato bespeelt, verkrijgt u een portamento effect waarbij de toonhoogte op vloeiende wijze zal veranderen.
Aanbevolen toonhoogte
E2-A5 (Als Octave Shift 0 is. Middelste C is C4).
Kenmerken van de Tenor Sax (Art. TenorSax)
Van zachte en milde geluiden tot knisperende, sterke noten, met het Art. TenorSax geluid kunt u het brede bereik van de tenor saxofoon ten gehore brengen.
Uitvoerings tips
Een belangrijk aspect van een sax uitvoering is bekwaam onderscheid maken tussen legato en staccato. Wees u bewust van het verschil tussen het spelen van een vloeiende frase in één adem, en het spelen van een frase met scherp genuanceerde noten.
De eerste noot van een frase die u speelt bevat een licht opwaartse ‘swoop’ in toonhoogte, kenmerkend voor blaasinstrumenten. Als u knapperende staccato noten of snelle passages speelt, worden de corresponderende nuances van een saxofoon ook op passende wijze tot uitdrukking gebracht.
Door de Aftertouch aan het eind van een frase langzaam los te laten, kunt u de sensatie van het natuurlijk wegsterven van het geluid vertolken, dat optreedt wanneer u stopt met blazen in het instrument. Hetzelfde effect kan geproduceerd worden door het expressie pedaal lichtelijk naar u toe te brengen, in plaats van Aftertouch te gebruiken.
Het Growl effect dat door de voetschakelaar ART. CONTROL2 wordt geproduceerd is zeer bruikbaar als u de nadruk op een frase wilt leggen in stijlen als bijvoorbeeld jazz. Dit is effectief wanneer het wordt gebruikt op één of twee noten tijdens een muzikale climax.
Voetschakelaar effect
at is het Growl effect?
Dit is een effect dat geproduceerd wordt door het vocaliseren in het mondstuk van een saxofoon terwijl daarop wordt geblazen. Het produceert het krachtige en duidelijk vervormde geluid dat uniek is voor een saxofoon.
Onderdeel Instelling
Door het toetsenbord legato te bespelen terwijl de
ART. CONTROL1
ART. CONTROL2
voetschakelaar indrukt wordt gehouden, kunt u portamento toepassen om de toonhoogte tussen noten op vloeiende wijze te variëren.
Door het toetsenbord te bespelen terwijl u de voetschakelaar ingedrukt houdt, kunt u een Growl effect toepassen, alsof de speler ‘kreunt’ terwijl hij op het instrument blaast.
Aanbevolen toonhoogte
G#2-D#5 (Als Octave Shift 0 is. Middelste C is C4).
68
Spelen met een Active Expression Voice
Bij ‘Active Expression Voices’ wordt niet alleen het volume door het expressiepedaal geregeld, maar ook het geluid of andere geluiden kunnen toegevoegd worden.
Geluiden selecteren en afspelen
1. Druk op de [Others] knop van het gedeelte waaraan u
eenA ctive Expression Voice wilt toewijzen.
Het Others Voice scherm verschijnt. ‘Active Expression voices’ kunnen aan de [Others] knoppen van het Upper Orchestral Part, Lower Orchestral Part, Pedal Orchestral, en solo Part worden toegewezen.
2. Raak een knop aan die een geluidsgroep toont.
Een sub venster verschijnt, waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
3. In het sub venster raakt u <AEx Voice> (Active Expression
Voice) aan.
fig.01-16.eps
Voor details over de beschikbare Active Expression voices, zie ‘Voice lijst’ (Appendix, aparte uitgave).
NOTE
Hoewel u een Active Expression voice met de [Others] knop kunt selecteren voor andere Parts dan Lower Orchestral, Upper Orchestral, Pedal Orchestral en solo, wordt er geen Active Expression effect
toegepast. Het (Active Expression) icoon verschijnt niet
wanneer een Active Expression voice geselecteerd wordt voor een Part waarvoor het Active Expression effect niet wordt gebruikt.
Geluiden selecteren en afspelen
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert. Het Others Voice (Others Voice Select) scherm verschijnt, en alleen de Active
Expression voices van de volledige collectie worden getoond.
fig.01-44.eps
4. Raak < > < > Aan om van scherm te veranderen, en
raak een voice naam aan.
5. Druk nogmaals op de [Others] knop van het Part waarvan
u het geluid wilt instellen om de voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht. Een Active Expression voice zal geselecteerd worden.
Geluiden gemarkeerd met ‘
’ ondersteunen de
Active Expression functie.
U kunt de voice ook bevestigen door <Exit> in het Others Voice (Others Voice Select) scherm aan te raken. U kunt ook de toets indrukken van het Part dat een veranderde voice bevat om de voice instelling te bevestigen.
69
Geluiden selecteren en afspelen
Spelen met een menselijke stem
Naast geluiden als een orgel en piano, kunt u ook ‘Human Voice’ (menselijke stem) spelen, dat een vocaalachtig geluid produceert.
1. Druk op de [Alternate] knop van het Part waarvoor u een
voice op ON (verlicht) of OFF (donker) wilt specificeren.
De instelling van de [Alternate] knop: ON (verlicht) of OFF (donker), bepaalt aan welke van de twee beschikbare locaties een nieuw geselecteerde voice toegewezen zal worden.
2. Druk op de [Others] knop van het Part waarvoor u een
voice wilt specificeren.
Het Others Voice scherm verschijnt enkele seconden.
fig.01-15.eps
3. Raak een knop aan die een geluidsgroep toont.
fig.01-15.eps
Voor details over de beschikbare Human Voices kijkt u in de ‘Voice Lijst’ (Appendix: aparte uitgave).
In het geval van Pedal Bass Part is stap 1 niet nodig.
NOTE
Als u op de [Others] knop drukt, verschijnt het Others Voice scherm, maar het basisscherm zal opnieuw verschijnen als u enkele seconden wacht zonder het scherm aan te raken. Als u de voice voor de [Others] knop wilt veranderen, drukt u nogmaals op de [Others] knop. Vervolgens selecteert u de voice door het scherm snel aan te raken terwijl het Others Voice scherm wordt weergegeven.
fig.01-16.eps
70
Een sub venster verschijnt, waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
4. In het sub venster raakt u <Human Voice> aan.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert. Het Others Voice scherm verschijnt, waarin de geluiden van de Human Voice
groep worden getoond. Het Others Voice scherm verschijnt, en de geluiden van de Human Voice
groep zullen verschijnen.
fig.01-40.eps
Geluiden selecteren en afspelen
Geluiden selecteren en afspelen
5. Raak < > < > aan om van scherm te veranderen, en
raak een voice naam aan om de gewenste voice te selecteren.
fig.01-41.eps
6. Druk nogmaals op de [Others] knop van het Part waarvan
u het geluid wilt instellen om de voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht.
Bij sommige Human Voices, zoals ‘Jazz Scat’, zal het geluid veranderen afhankelijk van de sterkte waarmee u op het toetsenbord speelt. Als de Utility menu instelling ‘Initial Touch’ (p.210) op ‘OFF’ staat, zal het geluid niet veranderen in reactie op de dynamiek van uw spel op het toetsenbord.
U kunt de voice ook bevestigen door <Exit> in het Others Voice (Others Voice selectie) scherm aan te raken. U kunt ook de toets van het Part dat een veranderde voice bevat aanraken om de voice instelling te bevestigen.
71
Geluiden selecteren en afspelen
De volumebalans aanpassen
Op de ATELIER kan de volumebalans individueel voor elk Part worden aangepast.
fig.01-26.eps
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van meerdere Parts tegelijk aan te passen.
Knop Part
Automatische begeleiding (behalve Bass)
Accomp/SMF [] [] knop
Rhythm [] [] knop
(Als de [Manual Perc] knop op ON staat)
Rhythm [] [] knop
(Als de [Manual Perc] knop op OFF staat)
Pedal Organ [] [] knop
Afspelen van Songs van iets anders dan de ATELIER Songs (bijvoorbeeld SMF muziekbestanden)
Manuele percussie
Ritme uitvoering
Drums/SFX
Pedal Organ voice
Basnoot van automatische begeleiding
U kunt de harmonische balk van het solo Part gebruiken om het volume van het solo Part aan te passen.
72
1. De volumeniveaus van de Parts worden aangepast met
gebruik van de corresponderende [] EN [] knoppen.
Als de omhoog knop ([] knop) wordt ingedrukt, neemt het volume toe. Als de omlaag knop ([] knop) wordt ingedrukt, neemt het volume af. Het volume kan op elke waarde van 0 tot 12 worden ingesteld. Wanneer de volume waarde die in het scherm wordt getoond 0 is, zal dat
Part geen geluid produceren.
U kunt ook op de [] knop of [] knop drukken van het Part waarvan u het volume wilt aanpassen, zodat het ‘Part Balance Monitor scherm’ enkele seconden wordt weergegeven, zodat u de volumebalans kunt controleren.
fig.01-27.eps
Geluiden selecteren en afspelen
Het Part Balance Monitor scherm wordt enkele seconden weergegeven, en sluit dan automatisch. Als u <Hold> aanraakt, zal het scherm weergegeven blijven worden totdat u <Exit> aanraakt.
Geluiden selecteren en afspelen
fig.01-27-2.eps
U kunt het volume controleren door de Level indicators van elk Part te bekijken.
73
Geluiden selecteren en afspelen
De toonhoogte in eenheden van octaven transponeren (Octave Shift)
De toonhoogte van het geluid dat op het toetsenbord wordt gespeeld kan in stappen van één octaaf worden aangepast. Deze functie wordt ‘Octave Shift’ genoemd. Een Octave Shift kan op alle Parts worden toegepast.
1. Raak <Sound/KBD> in het hoofdscherm aan.
fig.00-06.eps
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
fig.VoiceList.eps
2. Raak <Upper>, <Lower> of <Pedal> aan.
Menu Part waarvan de toonhoogte zal veranderen
Upper
Lower Om de toonhoogte van het Lower Part te veranderen
Pedal Om de toonhoogte van het Pedal Part te veranderen
Om de toonhoogte van het Upper en solo Part te veranderen
3. Raak < > < > aan om de Octave Shift weer te geven.
74
Geluiden selecteren en afspelen
4. Raak het Part gedeelte van het Part waarvan u de Octave
Shift instellingen u wilt veranderen aan.
fig.01-30.eps
5. Raak < > < > aan om de instellingen aan te passen.
Het volume kan binnen een reeks van +/- 3 octaven worden ingesteld.
fig.01-31.eps
U kunt het Pedalboard scherm, Lower Keyboard scherm of Upper Keyboard scherm openen door <Pedal>, <Lower>, en <Upper> aan te raken.
Geluiden selecteren en afspelen
Wanneer de stroom wordt aangezet, is de Octave Shift instelling voor elk Part van het Pedal op 1 (1 octaaf lager) ingesteld. Als u de [Octave Up] knop aanzet, wordt de Octave Shift automatisch op ‘0’ ingesteld, ongeacht de voorgaande instelling. Als u de [Octave Up] knop uitzet, keert de Octave Shift altijd naar ‘-1’ terug, ongeacht de eerdere instelling.
6. Raak <Exit> aan.
U keert naar het Upper Keyboard/Lower Keyboard/Pedalboard scherm terug.
NOTE
Wees ervan bewust dat als de Octave Shift functie op bepaalde voices wordt toegepast, hun toonhoogte boven hun aanbevolen reeks kan uitstijgen, en waardoor ze niet naar verwachting klinken. Wees voorzichtig met het gebruik van Octave Shift.
75
Geluiden selecteren en afspelen
Drumgeluiden of geluidseffecten over het volledige onderste toetsenbord spelen (Drums/SFX)
U kunt het onderste toetsenbord gebruiken om verschillende drumgeluiden te spelen (drum set). In dit geval zijn de Lower voices niet meer te horen.
fig.01-32_AT-900.eps
1. Druk op de [Drums/SFX] knop, zodat zijn indicator oplicht.
De [Drums/SFX] knop wisselt af tussen aan (verlicht) en uit (donker), elke keer dat deze wordt ingedrukt.
Het Drums/SFX (Drums/geluidseffecten) scherm wordt enkele seconden weergegeven.
fig.01-33-1.eps
Kijk in de ‘Drum Set lijst’ om te zien welk drumgeluid of geluidseffect door welke toets wordt gespeeld.
NOTE
Het is niet mogelijk om zowel de [Drums/SFX] als [Manual Perc] knoppen gelijktijdig te selecteren en spelen.
2. Speel op het onderste toetsenbord en luister naar de
verschillende drumgeluiden op elke toets.
76
NOTE
Bij sommige drum sets zijn er toetsen die niet klinken.
Geluiden selecteren en afspelen
Drums/SFX sets veranderen
Voor de drum set kunt u de types drum set en geluidseffect kiezen. Als u de drum set verandert, zal het geluid dat door elke noot wordt geproduceerd veranderen.
Direct nadat het instrument is aangezet, zal de POP drum set klinken.
1. Druk op de [Drums/SFX] knop, zodat de indicator oplicht.
Het Drums/SFX scherm wordt enkele seconden weergegeven.
fig.01-33-1.eps
2. Terwijl het Drums/SFX scherm wordt weergegeven, raakt u
Voor de verschillende drum sets en geluidseffecten die door elke toets worden gespeeld, raadpleegt u de ‘Drum/SFX Set lijst’ (Appendix: aparte uitgave).
NOTE
Nadat het Drums/SFX (drums/ geluidseffecten) scherm is weergegeven, zal het na enkele seconden automatisch sluiten, tenzij u het scherm aanraakt om een drums/ geluidseffect set te selecteren. Als u van drum of geluidseffect set wilt veranderen, selecteert u de gewenste drums/ geluidseffect set snel terwijl het Drums/SFX (drums/ geluidseffecten) scherm wordt weergegeven.
Geluiden selecteren en afspelen
een Drum/SFX set naam in het scherm aan.
De indicator van de [Drums/SFX] knop gaat knipperen.
U kunt als volgt uit 18 verschillende drum sets en één set geluidseffecten selecteren:
Drums/SFX set
POP, R&B, ROCK, JAZZ BRUSH, HIP HOP, VOX DRUM, STANDARD, STANDARD2, ROOM, ROOM2, POWER, ELECTRONIC, TR-808, DANCE, JAZZ, BRUSH, BRUSH2, ORCHESTRA, SOUND EFFECTS
3. Druk nogmaals op de [Drums/SFX] knop.
De indicator van de [Drums/SFX] knop verandert van knipperend in verlicht, en de door u gekozen drum set wordt bevestigd.
De Drums/SFX set kan ook bevestigd worden door <Exit> in het Drums/SFX scherm aan te raken. U kunt ook op het onderste manuaal spelen om de drum set te bevestigen.
77
Geluiden selecteren en afspelen
Een Lower Voice met percussie instrumentgeluiden en een Voice Phrase spelen (Manual Percussion)
U kunt verscheidene drumgeluiden en geluidseffecten spelen, met gebruik van de onderste 15 toetsen van het onderste toetsenbord. Dit is handig als u de Lower voice samen met drumgeluiden of geluidseffecten wilt spelen.
fig.01-34_AT-900.eps
fig.01-35.eps
De toetsen voor drumgeluiden
of geluidseffecten
Onderste toetsenbord15 toetsen
fig.01-35-2
1. Druk op de [Manual Perc] knop (indicator licht op).
Elke keer dat deze wordt ingedrukt, wisselt de knop tussen ON (verlicht) en OFF (donker) af.
Het Manual Percussion scherm wordt enkele seconden weergegeven.
fig.01-36-1.eps
2. Als u de onderste 15 toetsen van het onderste toetsenbord
NOTE
Het is niet mogelijk om zowel de [Drums/SFX] als [Manual Perc] knoppen gelijktijdig te selecteren en spelen (p.76).
78
speelt, wordt het gekozen drumgeluid op elke toets gespeeld.
De Manual Percussion Sets veranderen
Geluiden selecteren en afspelen
U kunt het type Manual Percussion set kiezen. Als u de Manual Percussion Set verandert, zal het geluid dat door elk van de
15 laagste noten van het onderste toetsenbord wordt gespeeld veranderen. Direct nadat het instrument is aangezet, zal de PERC SET 1 drum set te horen
zijn.
1. Druk op de [Manual Perc] knop (indicator licht op).
Het Manual Percussion scherm wordt enkele seconden weergegeven.
fig.01-36-1.eps
Raadpleeg de ‘Manual Percussion lijst’ (Appendix: aparte uitgave) om te zien welk percussie geluid door welke noot gespeeld wordt.
NOTE
Het Manual Percussion scherm zal na enkele seconden automatisch sluiten, als u het scherm niet aanraakt om een Manual Percussion Set te selecteren. Als u de Manual Percussion set wilt veranderen, moet u een Manual Percussion Set snel selecteren terwijl het Manual Percussion scherm wordt weergegeven.
Geluiden selecteren en afspelen
2. Terwijl het Manual Percussion scherm wordt weergegeven,
raakt u een Manual Percussion Set naam in het scherm aan.
De indicator van de [Manual Perc] knop begint te knipperen.
U kunt kiezen uit 14 verschillende Manual Percussion Sets.
Manual Percussion set
PERC SET 1, PERC SET 2, PERC SET 3, ORCHESTRA SET, ORCHESTRA SET2, LATIN SET, ASIAN SET, VOICE PHRASE, VOICE PHRASE 2, VOICE PHRASE 3, SFX SET, SFX SET 2, JAPANESE SET, JAPANESE SET 2
3. Druk nogmaals op de [Manual Perc] knop.
De indicator van de [Manual Perc] knop verandert van knipperend in verlicht, en de door u gekozen drum set wordt bevestigd.
De Manual Percussion set kan ook bevestigd worden door <Exit> in het Manual Percussion scherm aan te raken. U kunt ook op het onderste manuaal spelen om de Manual Percussion set te bevestigen.
79
Geluiden selecteren en afspelen
Noten in het Lower Part laten doorklinken (Lower Voice Hold)
U kunt Lower Voice laten doorklinken nadat u uw vingers van de toetsen heeft genomen, totdat de volgende toets wordt gespeeld.
fig.02-14_AT-900.eps
1. Druk op de Lower Voice [Hold] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
De Lower Voice zal blijven klinken. Terwijl de Lower Voice [Hold] knop verlicht is, en u een toets indrukt, zal de
noot blijven klinken.
2. Als u op de Lower Voice [Hold] knop drukt om de indicator
uit te zetten, zullen noten die bleven klinken stoppen.
80
Ritme gebruiken
Op de ATELIER kunt u met een ritmische begeleiding meespelen.
Een ritme selecteren
De ATELIER voorziet in verscheidene ritmes en automatische begeleidingen (Music Styles).
De tien knoppen hieronder worden ‘Ritme knoppen’ genoemd, en hiermee kunt u ritmes selecteren die op muziekstijl zijn gecategoriseerd.
fig.02-01_AT-900.eps
Voor details, zie de Voice lijst (Appendix: aparte uitgave).
1. Druk op een Rhythm knop om een ritme groep te
selecteren.
De indicator licht op. Een ritme scherm als het volgende verschijnt.
fig.02-09.eps
De ritmes in de geselecteerde ritme groep verschijnen in het scherm.
2. Raak < > < > aan om van scherm te veranderen, en
raak een ritme naam aan om het gewenste ritme te
Ritme gebruiken
U kunt het Rhythm scherm openen door <Rhythm> in het hoofdscherm aan te raken.
selecteren.
De indicator van de Rhythm knop knippert.
3. Druk nogmaals op de Rhythm knop (indicator is constant
verlicht).
De indicator van de Rhythm knop verandert van knipperend in verlicht.
U kunt het ritme ook bevestigen door <Exit> in het Rhythm scherm aan te raken.
81
Ritme gebruiken
In het User geheugen opgeslagen ritmes gebruiken
De ATELIER beschikt over een User geheugen.
Wat is het User geheugen?
Dit is het interne geheugengebied waarin de gebruikers ritmes die u heeft gecreëerd opgeslagen kunnen worden. Ritmes die in USB geheugen zijn opgeslagen, kunnen ook naar het User geheugen gekopieerd worden (p.97).
Vanuit de fabriek zijn de ritmes reeds in het User geheugen van de ATELIER opgeslagen. Deze ritmes kunnen naar wens herschreven worden, door het kopiëren van ritmes uit USB geheugen naar het User geheugen of door het opslaan van gebruikers ritmes die u met gebruik van de Rhythm Customize functie (p.198) heeft gecreëerd. De inhoud van het User geheugen blijft bewaard, zelfs nadat de ATELIER is uitgeschakeld. Ritmes in het User geheugen kunnen opgeroepen worden door de [User] knop in te drukken.
Als u een ritme dat in USB geheugen is opgeslagen naar het User geheugen wilt kopiëren, kijkt u bij ‘Ritmes kopiëren’ (p.97)
Als u de originele ritmes die zich vanuit de fabriek in het User geheugen bevonden wilt herstellen, kijkt u bij ‘Het User geheugen in de oorspronkelijke fabrieksinstellingen herstellen’ (p.231).
In het User geheugen opgeslagen ritmes oproepen
1. Druk op de [User] knop.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Raak < > < > in het Rhythm scherm aan om ‘User’ te
selecteren.
De ritmes die in het User geheugen zijn opgeslagen worden getoond.
3. Raak < > < > aan om van scherm te veranderen, en
Als een USB geheugen is
aangesloten, kunt u < >
< > aanraken om ‘Ext
Memory’ te selecteren, zodat
ritmes in het USB geheugen
worden getoond.
82
raak een ritme naam aan om het gewenste ritme te selecteren.
De indicator van de [User] knop knippert.
4. Nadat een ritme is geselecteerd, drukt u nog een keer op
Ritme gebruiken
de knipperende [User] knop.
De [User] knop stopt met knipperen en blijft verlicht, wat aangeeft dat het ritme geselecteerd is.
Een ritme zoeken
U kunt naar een ritme zoeken dat met het tempo van de Song, het muzikale genre of andere door u ingestelde criteria overeenkomt.
U kunt ook een ritme zoeken met gebruik van de eerste letter van de ritme naam.
1. Raak <Rhythm> in het hoofdscherm aan.
fig.00-06.eps
U kunt het ritme ook bevestigen door <Exit> in het Rhythm scherm aan te raken.
Als een ander scherm geopend is, raakt u <Main> aan om naar het hoofdscherm te gaan.
Ritme gebruiken
Het volgende Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09.eps
2. Raak < > in het hoofdscherm aan.
Een sub venster verschijnt.
fig.02-30.eps
U kunt het Rhythm scherm ook openen door de Rhythm knoppen in te drukken.
U kunt ook alleen naar andere ritmes dan de interne ritmes zoeken, die getoond worden als de [User] knop wordt
ingedrukt. Het icoon verschijnt niet in het scherm als
de [User] knop ritmes worden getoond.
83
Ritme gebruiken
Zoeken op ritme naam
3. Raak <By Name> aan.
4. Bepaal welk teken u voor het zoeken wilt gebruiken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm. Voer het teken waar u naar zoekt in. Bijvoorbeeld, als u <ABC> aanraakt,
loopt u in een opeenvolgende cyclus door de beschikbare keuzes in de betreffende groep tekens (‘A’ ‘B’ ‘C’…).
Raak <ABC/123> aan om tussen letters en nummers af te wisselen.
5. Raak <Start> aan (Start Search).
Het zoekresultaat verschijnt in het scherm. Om het zoeken te annuleren, raakt u <Exit> in het Search Results scherm aan.
6. Raak een ritme naam aan om een ritme te selecteren.
Raak <Exit> aan om naar het Rhythm scherm terug te keren.
Zoeken op voorwaarden
3. Raak <By Conditions> aan.
Voor het zoeken kunt u vier verschillende criteria gebruiken: ‘Tempo’, ‘Beat’, ‘Groove’ en ‘Genre’.
4. Raak de waarde voor de zoek term aan.
5. Raak < > < > aan om de instellingen aan te passen.
6. Raak <Start> (Start Search) aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm. Om het zoeken te annuleren, raakt u <Exit> in het Search Results scherm aan.
7. Raak een ritme naam aan om een ritme te selecteren.
Raak <Exit> aan om naar het Rhythm scherm terug te keren.
84
Een ritme spelen
Er zijn twee manieren om het ritme te starten. U kunt op de [Start/Stop] knop drukken om het ritme te starten of u kunt Sync Start gebruiken om het ritme te laten beginnen als u op het onderste toetsenbord of het voetklavier speelt.
U kunt het ritme ook met een intro laten beginnen of het met een einde laten stoppen.
fig.02-03_AT-900.eps
Ritme gebruiken
De functies van de [Intro] knop, [Ending] knop en [Start/Stop] knop kunnen aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressie pedaal worden toegewezen (p.134).
U kunt de werking van de Fill-In [Auto] knop, [Break] knop, [Intro] knop en [Ending] knop veranderen (p.215).
Starten met één druk op de knop
Starten met een toegevoegd intro
1. Druk op de [Intro] knop.
2. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het intro wordt gespeeld en het ritme begint. Terwijl het intro wordt gespeeld, licht de [Intro] indicator op totdat het intro
eindigt. Dan dooft de intro indicator uit.
tarten zonder een intro
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme begint zonder dat een intro wordt gespeeld.
Het intro kort en simpel maken
Ritme gebruiken
1. Druk op de Variation [1] knop, zodat de indicator oplicht.
2. Druk op de [Intro] knop.
3. Druk op de [Start/Stop] knop.
Een kort intro wordt gespeeld, en het ritme begint.
Meer over de Variation knoppen vindt u bij ‘Variëteit aan het ritme of automatische begeleiding toevoegen’ (p.89).
85
Ritme gebruiken
Het ritme automatisch starten als u het onderste toetsenbord of voetklavier bespeelt (Sync Start)
Starten met een toegevoegd intro
1. Druk op de [Sync Start] knop zodat de indicator oplicht.
2. Druk op de [Intro] knop.
De indicator van de [Intro] knop licht op.
3. Speel op het onderste toetsenbord of het voetklavier.
Het intro wordt gespeeld en het ritme begint. Terwijl het intro wordt gespeeld, is de indicator van de [Intro] knop verlicht,
totdat het intro eindigt, dan dooft de knop indicator uit.
Starten zonder een intro
1. Druk op de [Sync Start] knop zodat de indicator oplicht.
2. Speel op het onderste toetsenbord of het voetklavier.
Het ritme begint, zonder dat een intro wordt gespeeld.
Het intro kort en simpel maken
1. Druk op de [Sync Start] knop zodat de indicator oplicht.
NOTE
Als de Arranger functie op ON staat (de indicator van de Arranger [On/Off] knop is verlicht), is het niet mogelijk om het ritme te starten door het voetklavier te bespelen (p.88).
2. Druk op de Variation [1] knop.
3. Druk op de [Intro] knop.
De indicator van de [Intro] knop licht op.
4. Speel op het onderste toetsenbord of het voetklavier.
Een kort intro wordt gespeeld, en het ritme begint.
86
Voor meer over de Variation knop kijkt u bij ‘Variëteit in het ritme en de automatische begeleiding aanbrengen’ (p.89).
Het ritme stoppen
Ritme gebruiken
Stoppen met een einde
1. Druk op de [Ending] knop.
Een einde wordt gespeeld, en het ritme stopt. Terwijl het einde wordt gespeeld is de indicator van de [Ending] knop verlicht,
totdat het einde is gespeeld. Daarna dooft de knop indicator uit.
Stoppen zonder een einde
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme stopt, zonder dat een einde wordt gespeeld.
Het einde kort en simpel maken
1. Druk op de Variation [1] knop.
2. Druk op de [Ending] knop.
Een kort einde wordt gespeeld, waarna het ritme stopt.
De functies van de [Intro] knop, [Ending] knop en [Start/Stop] knop kunnen aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressie pedaal worden toegewezen (p.134).
Ritme gebruiken
Het tempo van een ritme veranderen
U kunt het tempo van het ritme of de automatische begeleiding veranderen (p.88).
fig.02-04.eps
1. Druk op de Tempo [ ] en [ ] knoppen om het tempo
(snelheid) van het ritme of de automatische begeleiding te veranderen.
Tempo [ ] knop
Tempo [ ] knop
Door de Tempo [ ] en [ ] knoppen tegelijk in te drukken, keert het tempo naar het standaard (preset) tempo voor het geselecteerde ritme terug.
De op dat moment ingestelde waarde van het tempo (20-500 beats per minuut) kan in het scherm worden gecontroleerd.
Het tempo wordt langzamer
Het tempo wordt sneller
Als ‘Auto Std Tempo’ (p.215) aan is, en u van ritme verandert terwijl het ritme is gestopt, wordt het tempo automatisch ingesteld, zoals geschikt voor het betreffende ritme. Als u van ritme verandert terwijl ‘Auto Std Tempo’ uit is, blijft het tempo onveranderd, zelfs als u een ander ritme selecteert.
U kunt het tempo en de maatsoort bevestigen met de ‘stuiterbal’ in het hoofdscherm (p.29).
U kunt ook de [Value] draaiknop gebruiken om het tempo te veranderen.
87
Ritme gebruiken
Het aftelgeluid aan het eind van het intro spelen
Als een intro wordt gespeeld voordat uw uitvoering begint, kunt u een aftelling laten spelen aan het eind van het intro, zodat u gemakkelijk begrijpt waar u begint met spelen.
fig.02-05_AT-900.eps
1. Druk op de [Count Down] knop, zodat de indicator oplicht.
2. Druk op de [Intro] knop.
3. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het intro speelt, en een aftelling wordt aan het eind van het intro gespeeld. Als de [Sync Start] knop is verlicht, en u een akkoord op het onderste
toetsenbord specificeert, zal het intro beginnen en wordt een aftelling gegeven.
4. Om de aftelling te stoppen, drukt u op de [Count Down]
knop, zodat de indicator uitdooft.
Ritme en automatische begeleiding spelen
De Arranger functie van de ATELIER kan een automatische begeleiding aan elk ritme toevoegen. Gebaseerd op het geselecteerde ritme, voegt de Arranger functie een begeleiding toe die past bij het akkoord dat op het onderste toetsenbord wordt gespeeld.
fig.02-06.eps
U kunt het aftelgeluid veranderen (p.214).
NOTE
Als de Arranger [On/Off] knop op ON staat, kan Sync Start (p.86) op het voetklavier niet gebruikt worden.
1. Druk op de Arranger [On/Off] knop (indicator licht op).
Arranger [On/Off] knop Functie
Verlicht (aan) Ritme en automatische begeleiding
Niet verlicht (uit) Ritme
2. Start het ritme (p.85).
Het ritme en de automatische begeleiding worden samen gespeeld. Als de Arranger [On/Off] knop op ON staat en er geen Pedal Bass voice is
geselecteerd, zal de automatische begeleiding het basgeluid spelen.
88
NOTE
De Lower voice wordt niet gespeeld tijdens de uitvoering van het intro en einde, zelfs niet als het onderste toetsenbord wordt bespeeld.
Ritme gebruiken
Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen
U kunt variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen, door het ritme patroon van het ritme of het arrangement van de automatische begeleiding te veranderen of door een ‘break’ (d.w.z: het stoppen van het ritme gedurende één maat) in te voegen.
fig.02-07_AT-900.eps
De functies van de Variation knoppen en [Break] knop kunnen aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressie pedaal worden toegewezen. Kijk bij ‘De functie van de voetschakelaar veranderen’ (p.134).
Knop naam Functie
Een Fill-In wordt automatisch toegevoegd als u op
Fill-In [Auto] knop
[Break] knop Stopt het ritme aan het eind van de maat (Break).
een Variation knop drukt om de begeleiding of het ritme arrangement te veranderen.
Wat is een Fill-In?
Een Fill-In is een korte frase die op een pauze in de melodie of op een punt waar het karakter van de Song verandert (tussen refreinen of coupletten) wordt ingevoegd.
Het arrangement van het ritme en begeleiding veranderen (Variation)
U kunt het arrangement van de begeleiding veranderen. Deze functie wordt ‘Variation’ genoemd. Voor elk ritme zijn er vier types arrangementen voor de begeleiding.
De volgende knoppen worden Variation knoppen genoemd.
fig.02-08_AT-900.eps
U kunt het gedrag van de Fill-In [Auto] knop en [Break] knop veranderen (p.215).
Ritme gebruiken
1. Druk op de Variation knoppen om het arrangement van de
begeleiding te veranderen.
De indicator van de knop die u indrukte zal oplichten. De Variation [1] knop produceert het meest eenvoudige arrangement, en de
Variation [4] knop produceert het meest bloemrijke arrangement. Voor een intro of een einde is de Variation [1] knop de kortste en simpelste.
89
Ritme gebruiken
Akkoorden spelen met eenvoudige vingerzettingen (Chord Intelligence)
‘Chord Intelligence’ is een optie waarmee de juiste begeleidingsakkoorden op intelligente wijze worden gespeeld, op het moment dat u een toets speelt of een akkoord op het onderste toetsenbord specificeert tijdens de automatische begeleiding.
Om het instrument bijvoorbeeld een ‘C Majeur’ akkoord te laten detecteren, moet u normaalgesproken de drie toetsen ‘C’, ‘E’, en ‘G’ spelen. Als u de Chord Intelligence functie gebruikt, kunt u simpelweg een enkele ‘C’ op het onderste toetsenbord spelen om een C Majeur akkoord te laten klinken, met de voice die voor het Lower Part is geselecteerd.
Neer informatie over vingerzettingen vindt u in de ‘Akkoordenlijst’ (p.272).
1. Raak <Rhythm> in het hoofdscherm aan.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09.eps
2. Raak < > (Utility) in het Rhythm scherm aan.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10.eps
U kunt het Rhythm scherm ook openen door een Rhythm knop in te drukken.
90
3. Raak <Options> aan.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
fig.02-11.eps
4. Raak de Chord Intelligence instelling aan om deze op ‘ON’
in te stellen.
Ritme gebruiken
Als de Leading Bass functie (p.92) aan staat, en de Chord Intelligence functie is uitgeschakeld, kunt u akkoorden specificeren met een combinatie van het onderste toetsenbord en het voetklavier.
De Chord Intelligence functie kan nu gebruikt worden. Elke keer dat u de Chord Intelligence instelling aanraakt, wordt deze op ON
of OFF gezet. Als u de grondtoon van het akkoord (p.274) op het onderste toetsenbord
speelt wanneer de Chord Intelligence functie op ON staat, zullen alle noten binnen dat akkoord klinken.
Als u bijvoorbeeld de grondtoon ‘C’ van het C Majeur akkoord op het onderste toetsenbord speelt, zullen de noten van het C Majeur akkoord ‘C’, ‘E’, en ‘G’ door de voice die voor het Lower Part is geselecteerd ten gehore worden gebracht.
5. Als u de Chord Intelligence functie wilt uitschakelen, zet u
deze op ‘OFF’.
Ritme gebruiken
Als u de [One Touch Program] knop aanraakt, wordt de Chord Intelligence functie automatisch op ON gezet.
91
Ritme gebruiken
Leading Bass functie
Wanneer automatische begeleiding wordt gebruikt, en de Pedal [To Lower] knop op ON staat, zal de Pedal Bass voice gewoonlijk de grondtoon (p.274) van het akkoord dat u op het onderste toetsenbord speelt spelen.
Als de Leading Bass functie is ingeschakeld, wordt de laagste noot van het akkoord dat u op het onderste toetsenbord speelt als de basnoot gebruikt (de laagste noot van het akkoord). Op die manier kan de bas een andere noot zijn dan de grondtoon van het akkoord dat u speelt, en de basnoot zal veranderen wanneer akkoorden in omkeringen worden gespeeld (p.274).
1. Raak <Rhythm> in het hoofdscherm aan.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09.eps
U kunt het Rhythm scherm ook openen door een Rhythm knop in te drukken.
2. Raak < > (Utility) in het Rhythm scherm aan.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10.eps
Als de Leading Bass functie is ingeschakeld, en de Chord Intelligence functie (p.90) is uitgeschakeld, kunt u akkoorden specificeren met een combinatie van het onderste toetsenbord en het voetklavier.
92
3. Raak <Options> aan.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
fig.02-11.eps
4. Raak de Leading Bass instelling aan, zodat deze op ‘ON’
wordt ingesteld.
Elke keer dat de Leading Bass instelling wordt aangeraakt, wordt deze aan en uitgezet.
Ritme gebruiken
U kunt de Leading Bass functie aan één van de voetschakelaars aan elke kant van het expressie pedaal toewijzen. Kijk bij ‘De functie van de voetschakelaar veranderen’ (p.134).
Ritme gebruiken
5. Om de Leading Bass functie uit te zetten, stelt u de Leading
Bass instelling op ‘OFF’ in.
93
Ritme gebruiken
Een eenvoudige manier om instellingen voor automatische begeleiding te maken (One Touch Program)
De ATELIER biedt een zeer handige [One Touch Program] knop. Door het simpelweg één keer indrukken van deze knop, wordt de Arranger functie op ON gezet, en worden toetsenbord voices die het meest geschikt zijn voor de op dat moment geselecteerde ritme/automatische begeleiding geselecteerd.
Door de [One Touch Program] knop in te drukken, kunnen de volgende instellingen worden gemakt.
• Paneel instellingen (bijv. geluiden en volume) geschikt voor het ritme.
• Arranger [On/Off] knop is verlicht (Automatische begeleiding speelt)
• [Sync Start] knop verlicht, [Intro] knop knippert (wacht op Sync Start) (p.86).
• Chord Intelligence functie is op ON ingesteld (p.90).
Wat is Sync Start?
Sync Start is een functie die het ritme laat beginnen op het moment dat u het onderste toetsenbord of voetklavier bespeelt.
Wat is Chord Intelligence?
‘Chord Intelligence’ is een optie waarmee de juiste begeleidingsakkoorden worden gespeeld, op het moment dat u een toets speelt waarmee, via automatische begeleiding, een akkoord op het onderste toetsenbord is gespecificeerd.
De paneelinstellingen die door de One Touch Program functie worden gespecificeerd zijn als volgt.
8 paneelinstellingen voor elk ritme (4 paneelinstellingen x 2 groepen)
NOTE
Als de Arranger functie op ON staat (de indicator van de Arranger [On/Off] knop is verlicht), is het niet mogelijk om het ritme te starten door het voetklavier te bespelen (p.88).
94
1 2 3 4
1 2 3 4
Ritme
2 Groep (Orgel)
1
Groep (Basis)
1. Selecteer een ritme (p.81).
Ritme gebruiken
2. Druk op de [One Touch Program] knop.
De indicator van de [One Touch Program] knop licht op.
fig.02-15.eps
Een One Touch Program groep (One Touch Program Group Select) scherm als dat hieronder zal weergegeven worden.
fig.02-16.epsf
Als u op de [One Touch Program] knop drukt, verandert de ‘Arranger Update’ instelling automatisch in ‘INSTANT’ (p.109).
Ritme gebruiken
3. Terwijl het One Touch Program Group scherm wordt
weergegeven, raakt u het scherm aan om een One Touch Program groep te selecteren.
Paneelinstellingen die passen bij het ritme en de automatische begeleiding zullen automatisch voor de Registratie [1]-[4] knoppen worden opgeroepen.
4. Druk op de Registratie [1]-[4] knoppen om
paneelinstellingen te selecteren.
5. Speel een akkoord op het onderste toetsenbord.
Op het moment dat u het onderste toetsenbord bespeelt zal het intro beginnen, waarna het ritme en de automatische begeleiding zullen spelen.
6. Druk op de [Ending] of [Start/Stop] knop om het ritme te
stoppen.
Het ritme en de automatische begeleiding stoppen.
7. Druk op de [One Touch Program] knop, zodat de indicator
uitdooft.
U keert terug naar de paneelinstellingen die in werking waren voordat de [One Touch Program] werd ingedrukt.
Om het One Touch Program Group scherm opnieuw te laten verschijnen, houdt u de Registration [Write] knop ingedrukt, en drukt u op de [One Touch Program] knop. Raak het One Touch Program Group scherm aan om de groep opnieuw te selecteren.
De One Touch Program functie wordt uitgezet als u de Quick Registration functie (p.35) gebruikt of als u een registratie heeft geladen (p.108).
95
Ritme gebruiken
Een ritme uit een USB geheugen gebruiken
De ATELIER bevat een variëteit aan ritmes, maar kan ook ritmes uit USB geheugen of van floppy disk gebruiken, zodat ritmes in een nog bredere reeks stijlen gespeeld kunnen worden.
De ritmes in het USB geheugen bekijken
1.
fig.02-21-1.eps
Druk op de Rhythm [User] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het Rhythm scherm verschijnt.
NOTE
Onbevoegd gebruik van commercieel verkrijgbare Music Style disk, voor andere doeleinden dan strikt privé, is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
Als u ritmes uit USB geheugen of van floppy disk naar het User geheugen kopieert (p.82), kunt u die ritmes gemakkelijk bereiken door de [User] knop in te drukken (p.97).
2. Sluit het USB geheugen dat de ritmes bevat op de externe
geheugen aansluiting aan.
3. Raak < > < > aan om ‘Ext Memory’ te selecteren, en
bekijk de ritmes in het USB geheugen.
In het Rhythm scherm worden de ritmes in het USB geheugen getoond.
fig.02-21.eps
4. Raak het Rhythm scherm aan om een ritme te selecteren.
De [Start/Stop] indicator knippert terwijl de ritmes in het interne geheugen worden geladen. Wanneer het laden is voltooid, kunt u het geselecteerde ritme spelen.
Als u ritmes van een floppy disk wilt gebruiken, sluit u de floppy disk drive op de Ext Drive aansluiting aan.
Als ‘User’ is geselecteerd, worden de ritmes die in het User geheugen zijn opgeslagen (p.82) getoond. Als ‘Disk’ is geselecteerd, worden de ritmes die op floppy disk zijn opgeslagen getoond.
5. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het geselecteerde ritme wordt gespeeld.
96
Ritmes kopiëren
Het User geheugen (p.82) bevat al ritmes, maar deze ritmes kunnen vervangen worden door ritmes uit USB geheugen of van floppy disk. Ritmes die van het USB geheugen naar het User geheugen worden gekopieerd, zullen niet verloren gaan als de stroom wordt uitgezet. Het is gemakkelijk om veelgebruikte ritmes naar het User geheugen te kopiëren.
Ritmes die u gecreëerd heeft en in het User geheugen heeft opgeslagen, kunnen ook naar een USB geheugen worden gekopieerd (p.99).
Ritmes uit USB geheugen naar het User geheugen kopiëren
1. Sluit het USB geheugen op de Externe geheugen
aansluiting aan.
2. Raak <Rhythm> in het hoofdscherm aan.
Ritme gebruiken
Als u een ritme van floppy disk wilt kopiëren, sluit u de floppy disk drive op de Ext Drive aansluiting aan.
Ritme gebruiken
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09.eps
3. Raak < > (Utility) in het Rhythm scherm aan.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10.eps
97
Ritme gebruiken
4. Raak <File Edit> aan.
Het Rhythm File Edit scherm verschijnt.
5. Raak <Copy> (Rhythm Copy) aan.
Het Rhythm File Copy scherm verschijnt.
6. Raak < > < > aan om het medium (de locatie van het
ritme dat u wilt kopiëren) te selecteren.
Als u en ritme uit USB geheugen wilt kopiëren, selecteert u ‘Ext Memory’. Als u een ritme van floppy disk wilt kopiëren, selecteert u ‘Disk’.
7. Raak < > < > aan om het ritme dat u wilt kopiëren te
selecteren.
8. Raak User < > < > aan om het nummer van de
kopieerbestemming te selecteren.
Als u <Copy All> kiest, worden alle ritmes die in de op dat moment geselecteerde map van het USB geheugen of de floppy disk zijn opgeslagen, met één enkele handeling gekopieerd.
98
In nummers waarbij een ritme naam wordt getoond, is al een ritme opgeslagen.
9. Raak <Execute> aan.
V
v A
Het kopiëren van het ritme naar het User geheugen begint. Wanneer het kopiëren eindigt, verandert de ‘-----‘ in het scherm in de ritme
naam die u heeft gekopieerd.
Als u een nummer kiest waarin reeds een ritme is opgeslagen, verschijnt een scherm zoals dat hieronder.
fig.02-25.eps
Ritme gebruiken
NOTE
erwijder nooit het USB geheugen en zet nooit de stroom uit terwijl de ritme data
an het USB geheugen naar de
TELIER wordt gekopieerd.Als u dit wel doet, zal de ritme data niet in de ATELIER worden geladen, en kunnen storingen optreden. Nadat het ritme dat in het User geheugen is opgeslagen in de fabrieksinstellingen is teruggezet (p.231), kopieert u het ritme uit het USB geheugen nog een keer.
Als u het eerder opgeslagen ritme wilt verwijderen en het wilt overschrijven met het nieuw opgeslagen ritme, raakt u <OK> aan.
Als u het eerder opgeslagen ritme niet wilt verwijderen, raakt u <Cancel> aan, en selecteer een nummer waarin nog geen ritme is opgeslagen. Kopieer het ritme vervolgens naar dat nummer.
Ritmes van User geheugen naar USB geheugen kopiëren
U kunt ritmes van het User geheugen naar USB geheugen kopiëren. In dit geval raakt u het pijl icoon in het midden van het ‘Rhythm File Copy
scherm’ in stap 5 van de bovenstaande procedure aan, zodat de pijl naar boven wijst.
In deze staat kunnen ritmes van het User geheugen naar USB geheugen worden gekopieerd.
Ritme gebruiken
Alleen het User geheugen kan op de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Zie ‘Het User geheugen in de fabrieksinstellingen terugzetten’ (p.231).
De rest van de procedure is hetzelfde als die van het kopiëren van ritmes van USB geheugen naar het User geheugen.
99
Ritme gebruiken
De volgorde van opgeslagen ritmes veranderen
U kunt de volgorde van de ritmes die in het User geheugen (p.82) of USB geheugen zijn opgeslagen opnieuw schikken.
1. Raak <Rhythm> in het hoofdscherm aan.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09.eps
2. Raak < > (Utility) in het Rhythm scherm aan.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10.eps
100
Loading...