Roland AT-30 User Manual [nl]

AT-30
Music Atelier Organ
Lees deze handleiding best eens helemaal door, zo weet u zeker dat u optimaal gebruik maakt van het enorme aantal mogelijkheden die dit orgel biedt.
Even het volgende:
Wanneer we het in deze handleiding over knoppen hebben, dan bedoelen we daarmee de druktoetsen (bedie­ningstoetsen). Op die manier weet u meteen dat het niet over een toets van een klavier gaat.
1
AT-30
Handleiding

Voornaamste kenmerken

Rijke verscheidenheid aan orgelklanken
U kunt kiezen uit een totaal van 128 verschillende klanken. Hiertussen vindt u een groot aantal gelui­den (zoals strijkers en piano), maar natuurlijk ook 40 orgelklanken. U kunt tot drie klanken mengen en verdelen over het boven- en ondermanuaal, en bovendien gebruik maken van een soloklank.
Complexe ensembles
U kunt meespelen met een ritme. Hiervoor zijn er 34 verschillende ritmes aan boord van de AT-30. Het instrument biedt bovendien een Arranger-functie. Dit is een automatische begeleiding. U hoeft hierbij gewoon maar een akkoord te spelen op het onder­manuaal. Met los verkrijgbare kaarten kunt u nieuwe ritmes aan uw repertoire toevoegen.
Handige bedieningsknoppen
We hebben gezorgd voor grote en functioneel geor­dende bedieningskoppen, zodat u de AT-30 uiterst eenvoudig kunt bedienen. Het ritme en de begelei­dingsautomaat kunt u bovendien bijzonder snel registreren (instellen) met de [ONE TOUCH PRO­GRAM]-knop.
De ingebouwde Composer is net zo makkelijk te bedienen als een cassettespeler
Met het Composer-gedeelte kunt u opnemen wat u speelt, zoals bij een taperecorder. U kunt er echter ook in de handel verkrijgbare SMF muziekdata mee weergeven.
Ingebouwde microfooningang met echo
GM/GS-compatibel
MIDI mag dan wel een standaard zijn, maar dat bete­kent nog lang niet dat echt alles gestandaardiseerd is. Eén van de meest storende problemen was tot voor kort dat de geheugenstructuur van de instrumenten sterk verschilde. Niet alleen varieerde het aantal klanken van instrument tot instrument, maar ook de aard van de klanken en de rangschikking ervan was moeilijk onder een norm te vatten.
Het probleem dat je dus bij het weergeven van sequences kreeg, was dat je met een bepaald pro­grammanummer op één instrument een piano koos, terwijl dat op een ander instrument toevallig een trombone was enz.
Ook de manier waarop de controlecommando’s uit­gevoerd werden verschilde sterk. Dat heeft Roland aan het denken gezet, en dus kwam men met een aanvullende standaard op de proppen: GS . Het GS
formaat biedt u een garantie dat data die u op één GS instrument aangemaakt hebt, ook op een ander GS instrument kunnen worden afgespeeld – zonder dat u wat dan ook moet aanpassen.
Op GS-compatibele instrumenten pronkt het GS­logo. Dit logo vindt u ook op software (meestal SMF­bestanden) met data die volgens het GS-formaat geprogrammeerd zijn. Uiteindelijk heeft dit het voordeel dat uw instrument niet binnen afzienbare tijd achterhaald is (omdat er weer een nieuwe klank­bron uitkomt met alweer een andere geheugeninde­ling).
De bedoeling van Roland was natuurlijk de GS stan­daard ook aan de andere fabrikanten voor te stellen, wat ook gebeurd is. Alleen vonden sommige de stan­daardisering een beetje ver gaan en stelden daarom een iets simpelere versie van het GS-formaat voor:
General MIDI System Level 1 (kortweg GM).
De compatibiliteit van sommige controlecomman­do’s werd achterwege gelaten en ook de gedeeltelijke vervanging van SysEx-data door controlecomman­do’s haalde het niet. Roland bleef echter vasthouden aan zijn formaat, in de overtuiging dat het eigenlijk het gebruiksvriendelijkere is.
U hoeft daar niet echt van wakker te liggen omdat GS alles kan wat GM kan – en nog een beetje meer. Wat dus voor een GM-instrument geprogrammeerd is, kunt u zonder problemen op de AT-30 weergeven. Andersom lukt het niet altijd.
Leest en schrijft SMF data
De AT-30 kan Standard MIDI Files (in de handel verkrijgbaar als “SMF Music Data”) weergeven en ook muziek in dit formaat opnemen (op 720 KB/
1.44 MB 3,5" diskettes).
2

1. Voorzorgsmaatregelen

Voeding
• Schakel de AT-30 en de overige instrumenten altijd uit voordat u ze op elkaar aansluit.
• Sluit het netsnoer van de AT-30 nooit aan op een stopcon­tact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten.
• Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op het voltage.
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
• Als u de AT-30 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet.
• Het zou kunnen gebeuren dat de AT-30 niet naar behoren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt.
Voorzorgsmaatregelen
Plaatsing
• Om problemen te vermijden, dient u de AT-30 te bescher­men tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
• Plaats de AT-30 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijk­aardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmid­del. Wrijf de AT-30 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen.
• Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat de data in het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat is met name het geval als het geheugen of een daarmee sa­menhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Behandel de AT-30 zachtjes.
• Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige terechtkomen.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland herstel­dienst voordat u de AT-30 in het buitenland gebruikt.
• Als de AT-30 niet naar behoren werkt, schakel hem dan on­middellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Ro­land hersteldienst.
3
AT-30
Handleiding

Inhoud

1. Voorzorgsmaatregelen
2. Beschrijving van de panelen
. . . . . . . . . 3
. . . . . 6
2.1 Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.2 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3. Voordat u begint
. . . . . . . . . . . . . . 10
3.1 Stroomkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . 10
3.2 Lessenaar installeren . . . . . . . . . . . . . . 10
3.3 De klep openen . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3.4 Hoofdtelefoon gebruiken . . . . . . . . . . . 10
3.5 Microfoon aansluiten . . . . . . . . . . . . . 10
3.6 Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen 11
3.7 Fabrieksinstellingen laden . . . . . . . . . . . 11
4. Basisbediening
. . . . . . . . . . . . . . . . 12
4.1 Spelen op de AT-30 . . . . . . . . . . . . . . 12
4.2 Klanken kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Boven- en ondermanuaal, 13 Pedal Bass, 14 Solo, 14
4.3 Klanken verlevendigen. . . . . . . . . . . . . 15
Rotary-effect, 15 Tweede stem (Melody Intelligence), 15
4.4 Begeleidingsfuncties gebruiken . . . . . . . . 15
Een ritme kiezen, 16 Automatische begeleiding (Arranger), 16
4.5 Instellingen opslaan (registratie) . . . . . . . 17
Registraties opslaan, 17 Instellingen oproepen, 17 Manual-knop gebruiken, 17
5. Geavanceerde functies
. . . . . . . . . . 18
5.1 De Others-knoppen . . . . . . . . . . . . . . 18
5.2 Ritmes van diskette laden . . . . . . . . . . .18
5.3 Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . 19
5.4 Effecten kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Chorus, 19 Reverb-effect, 20 Sustain-effect, 20
5.5 Speelhulpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Demperpedaal, 20 Bas spelen op het ondermanuaal, 20 Klankkleur (Brilliance), 20 Voetschakelaars, 20
5.6 Instellingen voor de ritmes en de begeleidingen 21
Automatische begeleiding in- en uitschakelen (Arranger On/Off), 21 Sync Start, 21 Tempo van het ritme aanpassen, 21 Inleiding (Intro), 21
Einde (Ending), 22 Eenvoudige vingerzetting (Chord Intelli), 22 Leading Bass functie, 22 Noten van het ondermanuaal aanhouden (Lower Hold), 23
6. Opnemen en weergeven
. . . . . . . 24
6.1 Over diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Disk drive, 24 Diskettes hanteren, 24 Diskettes formateren, 24
6.2 Muziek opnemen/weergeven . . . . . . . . . 25
Opnemen (Rec), 25 Data wissen (Clear), 26 Song weergeven (Play), 26 Song opslaan (Save), 26 Song laden (Load), 27 Song op diskette weergeven (All Song Play en Play), 27 Song wissen (Delete Song), 28 Display/Exit-knop, 28
7. Instellingen opslaan (registratie)
Naam van de registratieset, 30 Registratiesets op diskette opslaan, 30
. 30
7.1 Een registratieset van een diskette laden (Load) 31
7.2 Registratiesets op diskette wissen (Clear) . . 31
8. Andere instellingen
. . . . . . . . . . . . 32
8.1 Volumebalans (Part Balance) . . . . . . . . 32
8.2 Toonhoogte in octaven verschuiven (Oct Shift) 32
8.3 Transponeren (Transpose) . . . . . . . . . . 33
8.4 Effectinstellingen (Effect). . . . . . . . . . . 33
Reverb Type, 33 Reverb Depth, 33 Sustain Length, 33
8.5 Verschillende andere instellingen (Utility) . 34
Initial Touch (aanslaggevoeligheid voor het volume), 34 Left Foot Switch/Right Foot Switch, 34 Glide (toewijzing), 35 Manual Drums Set, 35 Chord Hold, 35 Registration Arranger Update, 35 Tx MIDI Channel, 35 Master Tune, 35 LCD Contrast, 36
8.6 Instellingen voor de Composer (FUNCTION) . 36
Count-In Recording, 36 Metronome, 36 Metronome Volume, 36 Beat (maatsoort), 36 Edit-menu, 36
4
9. AT-30 en MIDI-instrumenten of computers
40
9.1 Aansluiten op een MIDI-instrument . . . . . 40
9.2 Aansluiten op een computer . . . . . . . . . 40
Verbinden met een Apple Macintosh, 40 Verbinden met een IBM PC (of een kloon), 41
Inhoud
10. Verhelpen van problemen
11. Foutmeldingen
12. Drum Sets
13. MIDI Implementatie
14. Specificaties
15. Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
. . . . . . . . . . . . . . . 43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
. . . . . . . . . . . 47
. . . . . . . . . . . . . . . . . 48
. . . . . . 42
5
AT-30
Handleiding

2. Beschrijving van de panelen

2.1 Frontpaneel

POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de AT-30 in en uit.
Part Balance
Hiermee bepaalt u het volume van elke Part en dus de gewenste klankbalans. Met de uiterst linkse knop­pen bepaalt u het galmniveau.
Opmerking: Een “Part” is een partij op de AT-30, bv. de
drums, de bas enz. Het volume van deze partijen is dus instel­baar.
Others
Met de Others knoppen kunt u eveneens klanken en ritmes kiezen. Meestal zijn dat geluiden of slagwerk­begeleidingen die als een alternatief kunnen worden beschouwd op het basisaanbod.
Utility
Op deze knop drukt u om toegang te krijgen tot een aantal extra functies (zie “Verschillende andere instellingen (Utility)” op blz. 34).
Pedal Bass
Hiermee kiest u de klank voor de baspedalen. U kunt deze klank aan het ondermanuaal toewijzen door op de To Lower knop te drukken.
Lower Organ, Lower Symphonic, Lower Orchestral
Hiermee kiest u de klanken die u op het onderma­nuaal wilt spelen. U vindt in deze sectie ook een knop waarmee u het Chorus-effect voor de Lower Symp­honic en de Lower Orchestral-klanken in- en uit­schakelt (“Effecten kiezen” op blz. 19).
Display/Exit
Met deze knop schakelt tussen de twee basispagina’s heen en weer of keert u vanuit een andere display­pagina terug naar de basispagina.
Effect
Hiermee stelt u de Reverb (galm)/Sustain/Rotary (draaiende luidspreker, uweetwel welke we bedoe­len...) effecten in.
Menu
Druk op deze knop om tussen het Utility- en Effect­menu heen en weer te schakelen.
6
7
Beschrijving van de panelen Frontpaneel
Oct Shift
Hiermee transponeert u de toonhoogte van wat u speelt in stappen van een octaaf (zie blz. 32).
Part
Hiermee kiest u de Parts waarvan u de effect- of Oct Shift instelling wilt wijzigen (zie blz. 32).
Display
Hier wordt informatie afgebeeld die u helpt bij het bedienen van de AT-30.
Beat-indicators
Deze indicators lichten op bij de verschillende tellen van een maat (een visuele metronoom dus).
Upper Organ, Upper Symphonic, Upper Orchestral
Hier kiest u de klanken die u op het bovenmanuaal wilt spelen. U vindt in deze sectie ook een knop waarmee u het Chorus-effect voor de Upper Symp­honic- en de Upper Orchestral-klanken in- en uit­schakelt.
Transpose
Hiermee transponeert u het klavierbereik (blz. 33) in stappen van een halve toon.
Value
Hiermee wijzigt u de waarden van heel wat parame­ters.
Solo
Hiermee kiest u een soloklank. Zie ook blz. 14.
Melody Intelligence
Druk op deze knop om de Melody Intelligence func­tie te gebruiken. (Deze functie houdt in dat er auto­matisch een “harmonie” aan de melodielijn wordt toegevoegd.).
Lower
Leading
Hold
Bass
Arranger
Chord
Intelli
On/Off
Sustain
Pedal Bass Lower
Big Band Swing Country 50's Ballad Triad
Latin1 Latin2 Pops March Waltz Disk
Upper
Lower Hold
Druk op deze knop om de Lower Hold-functie te activeren. (Deze functie zorgt dat noten op het ondermanuaal blijven doorklinken als de toetsen loslaat.)
Leading Bass
Druk op deze knop om de Leading Bass-functie te activeren. Deze functie zorgt dat de bas automatisch de onderste noot van de door u gespeelde akkoorden weergeeft.
Arranger
Chord Intelli : Druk op deze knop om de Chord Intel-
ligence te activeren. Deze functie zorgt ervoor dat u
Rhythm
Rhythm
–+
Select
One Touch
Program
Set
minder toetsen hoeft in te drukken om een akkoord te spelen. On/Off : Hiermee schakelt u de begelei­dingsfunctie in zijn geheel in of uit.
Rhythm
Hiermee kiest u een ritme.
One Touch Program
Via deze knop kunt u een bepaald ritme van de bij­passende harmonische begeleiding voorzien.
Sustain
Via deze knoppen schakelt u het Sustain-effect voor de Pedal Bass-, Lower- en/of Upper-sectie in of uit. U kunt dit effect dus voor elk klavier apart instellen.
AT-30
Handleiding
8
Manual Drums
Als u op deze knop drukt kunt u “drummen” op het klavier.
Tempo
Hiermee bepaalt u het tempo van de begeleiding.
Arrangement
Advanced : Hiermee kiest u arrangementen voor de
automatische begeleiding. Variation : Hiermee kiest u andere arrangementen voor de ritmes en de auto­matische begeleiding.
Fill In
Hiermee start u een Fill-In in het arrangement van het ritme of de automatische begeleiding dat/die u gebruikt.
Write
Manual
1 2 3 4 5 6 7 8
Registraties (Write, Manual, 1~8)
In deze geheugens kunt u de instellingen opslaan die u op het frontpaneel hebt gemaakt, en deze later weer oproepen.
Intro/Ending
Hiermee breit u een intro of een einde aan een bepaald ritme- of automatische begeleidingsarrange­ment.
Sync Start
Met deze functie kunt u zorgen dat het ritme of de automatische begeleiding start op het moment dat u een toets van het ondermanuaal indrukt.
Start/Stop
Hiermee start of stopt u de ritme- of automatische begeleiding.
COMPOSER
All Song Play : Hiermee geeft u alle SMF-data op de
diskette in volgorde weer.
Select : Hiermee kiest u een bepaalde Song op de dis-
kette.
Load : Hiermee laadt u muziekdata van de diskette in
de AT-30.
Function : Hiermee stelt u een aantal parameters voor
de Composer in.
Save : Hiermee schrijft u de muziekdata van de AT-30
weg naar diskette.
Registration : Hiermee kunt u Sets van 8 registraties
opslaan op diskette of van een diskette laden.
Track : Hiermee kiest u een spoor (Track) voor de
opname.
Reset : Als u hierop drukt, keert de AT-30 terug naar
het begin van de Song, en worden de geselecteerde muziekdata weer op hun originele waarden inge­steld.
Stop : Hiermee stopt u de opname/weergave van
muziekdata.
Play : Hiermee start u de weergave van muziekdata.
Beschrijving van de panelen Achterpaneel
9
Rec : Hiermee start u de opname van muziekdata. Bwd : Hiermee spoelt u terug. Fwd : Hiermee spoelt u vooruit.
Master Volume
Hiermee past u het totale weergavevolume aan.
Brilliance
Hiermee past u de helderheid van de klank aan.

2.2 Achterpaneel

Phones
Mic
Echo Volume
Disk Drive
De drive gebruikt u om muziekdata op diskette te bewaren, en om muziekdata op een diskette (Stand­ard MIDI Files) weer te geven.
ROTARY SOUND
On/Off: Hiermee schakelt u het Rotary-effect in of uit.
Fast/Slow: Hiermee past u de snelheid aan van het Rotary-effect (draaiende luidsprekers) aan.
In
Computer MIDI Output
PC-2
MIDI
PC-1 Mac
Phones
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (bij­voorbeeld de los verkrijgbare RH-20/80/120). Zodra u de hoofdtelefoon aansluit, komt er geen geluid meer uit de luidsprekers van de AT-30. Op die manier kunt u zelfs ‘s avonds laat oefenen zonder uw buren of familieleden te storen.
Het volume dat u over de hoofdtelefoon hoort, regelt u met de MASTER VOLUME-regelaar of het zwelpe­daal. Houd er rekening mee dat een overdreven volume uw gehoor kan beschadigen.
Mic
Echo: Hiermee bepaalt u in welke maten het micro­foonsignaal van echo wordt voorzien.
Volume: Hiermee regelt u het volume van de micro­foon.
In: Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten.
Computer
Via deze connector kunt u de AT-30 rechtstreeks met een computer verbinden.
Out
L (mono) R
In
MIDI
Op deze connectors sluit u de kabels aan waarmee u MIDI-commando’s met externe MIDI-apparaten uitwisselt.
Output L(Mono)/R: Verbind deze uitgangen met een keyboard-versterker of andere geluidsapparatuur, indien u het geluid van uw orgel extra wilt verster­ken. Als u uw muziek graag op cassette opneemt, moet u deze uitgangen met de ingangen van uw cas­settespeler verbinden. (Als uw cassettespeler maar één ingang heeft, hebt u hetzij een verloopstuk nodig, of anders gebruikt u enkel de [L (mono]-uit­gang.)
AC ingang
Hierop sluit u de bijgeleverde stroomkabel aan.
Speaker
Hierop sluit u de luidsprekers aan die in de stand zijn ingebouwd.
Pedal
Hierop sluit u de baspedalen/het zwelpedaal/het demperpedaal aan die zijn ingebouwd in de stand.
AT-30
Handleiding

3. Voordat u begint

3.1 Stroomkabel
aansluiten
1) Zorg dat de POWER-schakelaar rechts op het
frontpaneel op OFF staat (niet ingedrukt).
2) Sluit de bijgeleverde stroomkabel aan op de AC
ingang (aan de onderkant van de AT-30) en steek het andere einde van de kabel in een stopkontakt.
Gebruik alleen de stroomkabel die bij de AT-30 wordt geleverd. Als u de AT-30 langere tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u het best de aanslui­ting op het lichtnet.

3.2 Lessenaar installeren

Zet de lessenaar vast in de daarvoor voorziene gaten, zoals in de onderstaande afbeelding wordt aangege­ven.

3.3 De klep openen

Neem de klep met beide handen stevig vast en hef ze op. Schuif ze vervolgens naar achter.
Opmerking: Zorg dat er niets op het klavier ligt (zoals blad­muziek) wanneer u de klep sluit.

3.4 Hoofdtelefoon gebruiken

Op de PHONES-uitgang kunt u een stereo-hoofdte­lefoon (zoals de Roland RH-80, RH-120 enz.) aan­sluiten. Deze uitgang levert hetzelfde signaal als de OUTPUT L(MONO)/R-uitgangen. Zodra u een hoofdtelefoon aansluit, komt er geen geluid meer uit de luidsprekers. Op die manier kunt u met een hoofdtelefoon op ieder gewenst (en ongewenst) moment spelen, zonder anderen te storen.
Het volume van de hoofdtelefoon regelt u met de MASTER VOLUME-regelaar of met het zwelpedaal.
Gebruik best een stereo-hoofdtelefoon.
Opmerking: U mag een hoofdtelefoon nooit overdreven luid zetten en er ook niet te lang ononderbroken naar luisteren, anders riskeert u tijdelijk of permanent gehoorverlies.
Opmerking: Neem altijd de stekker vast als u de hoofdtele­foon wilt uittrekken. Door aan de kabel te trekken riskeert u storingen te veroorzaken.
Let erop dat uw vingers bij het openen of sluiten niet onder de klep terechtkomen. U sluit de klep door ze langzaam naar voren te trekken tot u niet meer ver­der kunt. Houd als volwassene een oogje in het zeil wanneer kleine kinderen het instrument gebruiken.
10

3.5 Microfoon aansluiten

Op de MIC-ingang onder het klavier kunt u een microfoon (zoals de Roland DR-10 of DR-20) aan­sluiten. Zet het volume van de microfoon pas open nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al
Voordat u begint Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen
open staat, terwijl u de microfoon aansluit, levert dat onaangename kraakgeluiden op.
Stel met de MIC VOLUME- en ECHO-regelaar het gewenste microfoonvolume en de gewenste hoe­veelheid echo in.
U kunt nu meezingen met wat u op de AT-30 speelt, of met in de handel verkrijgbare muziek (SMF­songs, optie).
Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen (“fluiten”). Als dat gebeurt, moet u de microfoon verplaatsen (hij mag niet naar de luidsprekers gericht zijn) of het microfoonvolume wat zachter zetten.
Schakel de AT-30 in terwijl u de ONE TOUCH PROGRAM-knop ingedrukt houdt.
Factory Setup
is Loaded.
Als u de AT-30 voor de eerste keer inschakelt of indien u hem een maand lang niet meer hebt gebruikt, worden de fabrieksinstellingen automa­tisch geladen zodra u de AT-30 inschakelt.
3.6 Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen
Om het geluid van de AT-30 via externe luidsprekers te versterken of op te nemen op een band-/cassette­recorder moet u de OUTPUT L/R connectors op het achterpaneel van de AT-30 verbinden met de AUX IN of LINE IN connectors van de externe mixer/ver­sterker.

3.7 Fabrieksinstellingen laden

Volg de onderstaande procedure om alle instellingen van de AT-30 weer op hun fabriekswaarden te bren­gen. Zorg ervoor dat er geen diskette in de disk drive zit wanneer u deze procedure uitvoert. Laat het vol­gende duidelijk zijn: u hoeft de fabrieksinstellingen niet te laden. Het is zelfs zo dat u alle eigen instellin-
gen wist zodra u de fabrieksinstellingen van de AT-30 laadt.
Maar het is wel handig te weten dat het kan als het moet. Denk echter twee keer na voordat u deze pro­cedure uitvoert...
11
AT-30
Handleiding

4. Basisbediening

4.1 Spelen op de AT-30
1) Controleer of de stroomkabel is aangesloten, of de
MASTER VOLUME-regelaar op de minimumstand staat, en of het zwelpedaal volledig dichtstaat.
2) Druk op de POWER-knop om de AT-30 in te scha-
kelen.
Opmerking: De AT-30 is uitgerust met een beveiligingscir­cuit. Daarom hoort u pas enkele seconden na het inschakelen geluid.
3) Regel het volume naar een geschikt niveau met de
MASTER VOLUME-regelaar.
Lager volume
Hoger volume
U kunt het totale volume ook met het zwelpedaal regelen: druk het zwelpedaal in voor meer volume, en laat het los voor minder volume.
4) Speel op het klavier voor een eerste kennismaking
met het geluid van de AT-30.
De AT-30 beschikt over twee manualen en één pedaalklavier. We spreken vanaf nu van het boven­manuaal (Upper), het ondermanuaal (Lower) en de baspedalen (Pedal Bass).
Bovenmanuaal (Upper)
Ondermanuaal (Lower)
12
Baspedalen
Basisbediening Klanken kiezen

4.2 Klanken kiezen

Klanken heten in de AT-30 “Voices”. Er zijn heel wat klanken beschikbaar, die u erg gemakkelijk kunt kiezen.

Boven- en ondermanuaal

Bij het inschakelen wordt voor het bovenmanuaal Full Organ 1 gekozen. Op de volgende manier kunt u voor dit manuaal een andere klank kiezen:
1) Druk op de Upper Organ [FULL 2]-knop (de indi­cator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedu­rende enkele seconden in het display.
U.Organ Voice
Full Organ2
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u Full Organ 2.
2) Druk op de Upper Organ [ALTERNATE]- knop (de indicator licht op) onder.
Nu hoort u op het bovenmanuaal Full Organ 5. Onder elke klankkeuzeknop zitten namelijk twee
klanken van hetzelfde type. (Dit is niet het geval voor de klankkeuzeknoppen waarop twee namen zijn afgedrukt: hierbij gaat het om twee verschillende klanktypes.) Met [ALTERNATE] kiest u tussen deze twee klanken.
3) Druk op de Upper [ORGAN FULL 2]-knop (de indicator dooft).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u niets meer, omdat er geen klank aan toegewezen is. Er moet dus in één van de drie “klankblokken” (Organ, Symphonic en Orchestral) minstens één indicator oplichten.
4) Druk op de Upper [ORGAN FULL 1]- en de [UPPER SYMPHONIC STRINGS]-knop (indica­tors lichten op).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u zowel de Full Organ 1- en de Strings-klank.
5) Druk op de Upper Orchestral [PIANO]-knop (de indicator licht op).
Samen met de combinatie van daarnet hoort u nu ook de Piano 1-klank (in totaal dus drie klanken).
Voor het boven- (Upper) en ondermanuaal (Lower) beschikt u telkens over drie Parts (Organ, Symp­honic en Orchestral). Een Part is een onafhankelijke partij die u aan een bepaald deel van een klavier kunt toewijzen en die u van een eigen klank (Voice) kunt voorzien. U kunt voor elke Part een klank kiezen, waaruit volgt dat u maximaal drie klanken tegelijk kunt weergeven.

Pedal Bass

Bij het inschakelen wordt voor de baspedalen de Organ Bass 1 klank gekozen. Ga als volgt te werk
wanneer u een andere klank wilt kiezen.
13
AT-30
Solo Voice
Trumpet
Handleiding
1) Druk op de Pedal Bass [ELECTRIC 1]-knop (de indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedu­rende enkele seconden in het display.
P.Bass Voice
E.Bass 1
Als u nu op de baspedalen speelt, hoort u de E.Bass 1-klank.
2) Druk op de [OCTAVE UP]-knop (de indicator licht op).

Solo

Volg de onderstaande stappen om een klank te kie­zen waarmee u solo’s wilt spelen (de Solo Voice). Deze klank wordt dan toegewezen aan de hoogste noten die u op het bovenmanuaal speelt.
Als u nu op de baspedalen speelt, merkt u dat het geluid één octaaf hoger klinkt.
Verder gelden hier dezelfde regels als voor de onder­en bovenmanualen: als de indicator van een knop oplicht, hoort u die klank, anders niet. Brandt er geen enkele indicator in het Pedal Bass-blok, dan hoort u niets wanneer u op de baspedalen speelt.
Voor de weergave van de baspartij wordt telkens één stem gebruikt (de baspedalen zijn dus monofoon, wat betekent dat u geen akkoorden kunt spelen).
Opmerking: Als u op de [TO LOWER]-knop drukt (de indicator licht op), speelt de bas automatisch de grondnoten van de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt. Wan­neer u de drie Parts voor het ondermanuaal uitschakelt, kunt u de bas via het ondermanuaal spelen, zie blz. 20.
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedu­rende enkele seconden in het display.
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, worden de hoogste noten weergegeven door de Trumpet-klank.
2) Druk op de [ALTERNATE]-knop (de indicator licht op).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, worden de
1) Druk op de Solo [TRUMPET]-knop (de indicator licht op).
hoogste noten weergegeven door de Mute Trumpet­klank.
Net als bij het onder- en bovenmanuaal kiest u met de [ALTERNATE]-knop tussen twee variaties van de geselecteerde klank.
Ook hier geldt dat de klank is ingeschakeld als de indicator brandt, en dat hij niet beschikbaar is wan­eer de indicator niet brandt. Als geen enkele indica­tor oplicht, hoort u geen Solo-klank.

4.3 Klanken verlevendigen

Hieronder bekijken we enkele functies waarmee u wat afwisseling kunt brengen in de klanken van uw AT-30.

Rotary-effect

Het Rotary-effect simuleert het geluid van een rond­draaiende luidspreker. U kunt hierbij kiezen uit twee snelheden: Fast en Slow.
U kunt het Rotary-effect gebruiken op de klanken die u met de bovenste rij knoppen voor Upper en
Lower Organ kiest (alleen voor de orgelklanken dus, met uitzondering echter van Rock Organ). Dit komt overeen met de klanken 1~12 en 15~20 (zie blz. 18). U kunt het effect ook gebruiken als u één van deze klanken in combinatie met klank 33 en 38~40 aan
14
Basisbediening Begeleidingsfuncties gebruiken
een [OTHERS]-knop toewijst (behalve voor Solo en Pedal Bass).
1) Kies de klank waaraan u het Rotary-effect wilt toe­voegen.
2) Druk op de Rotary Sound [ON/OFF]-knop (kijk of de indicator oplicht).
3) Druk op de Rotary Sound [FAST/SLOW]-knop.
De knopindicator licht op Fast
De knopindicator licht niet op Slow
Effect van snel draaiende luid­sprekers.
Effect van langzaam draaiende luidsprekers.
Tweede stem (Melody Intelligence)
De Melody Intelligence-functie voegt een tweede stem toe aan de melodieën die u op het bovenma­nuaal speelt. Welke harmonie wordt toegevoegd hangt af van de akkoorden die u op het onderma­nuaal speelt.
Druk op de [MELODY INTELLIGENCE]-knop (de indicator licht op).
Als u nu bijvoorbeeld op het ondermanuaal het akkoord C-E-G (do majeur) speelt, dan worden de melodienoten die u op het bovenmanuaal speelt voorzien van een tweede stem in C-majeur.

4.4 Begeleidingsfuncties gebruiken

De AT-30 heeft een aantal ritmes aan boord die u als begeleiding kunt gebruiken.
1) Druk op [START/STOP] (de indicator licht op) om de weergave van het ritme te starten.
2) Druk op [VARIATION] (de indicator licht op).
U krijgt nu het Variation-ritme te horen. Met de VARIATION knop kiest u namelijk een alternatief arrangement van het geselecteerde ritme:
De indicator licht op
Variation
De indicator licht niet op Original
U hoort een ietwat complexer ritmepartroon.
U hoort het basis-ritmepa­troon.
3) Druk op de [TO ORIGINAL]-knop.
De indicator op de [VARIATION]-knop dooft en u hoort een Fill-In (overgang) die uitmondt in het Ori­ginal-patroon. Een Fill-In is een korte ritmische frase die bijvoorbeeld wordt ingevoegd tussen een strofe
en een refrein, of op een plaats waar de sfeer van een song verandert.
4) Druk op de [TO VARIATION]-knop.
De indicator op de [VARIATION]-knop licht op en u hoort een Fill-In (overgang) die uitmondt in het Variation-patroon.
To Original en To Variation kunt u dus gebruiken om “scharnierpunten” in een song wat extra in de verf te zetten.
5) Druk op [START/STOP] (de indicator dooft) om het ritme te stoppen.
[VARIATION], [TO VARIATION] en [TO ORIGI­NAL] zijn dus een reeks flexibele functies die u hel­pen voorkomen dat uw arrangementen “saai” wor­den.
Opmerking: Laten we hier ook even de [SYNC START]­knop vermelden: als u deze indrukt (de indicator licht op), dan start het ritme samen met de eerste noot die u op het ondermanuaal speelt (zie blz. 21).
15
AT-30
Set
Jazz Band ¯: 124 C Maj
Handleiding

Een ritme kiezen

De 34 ritmes van de AT-30 zijn ondergebracht in 11 groepen.
Big Band Swing Country 50's Ballad Triad
Latin1 Latin2 Pops March Waltz
Rhythm
–+
Select
1) Druk op een RHYTHM-knop (de indicator licht op) om een ritme te kiezen.
2) Met de [RHYTHM SELECT]-knoppen kunt u een ander ritme binnen dezelfde groep kiezen.
De indicator knippert.
Swing ¯: 174
3) Druk nogmaals op de RHYTHM-knop (de indica­tor blijft branden) om het ritme dat u onder (2) hebt gekozen vast te leggen. Druk nu op [START/ STOP] om het ritme weer te geven.
Laten we even kijken naar de ritmes:
Big Band
Jazz Band Big Band BigBndBallad
Latin 1
Bossa Nova Chacha Mambo
Swing
Combo Swing
Latin 2
Samba Rhumba Beguine Tango
Country
Bluegrass CountryWaltz Two-step
Pops
Easy Listen1 Easy Listen2 Pop PopularPiano
50's
Twist Rock’n’Roll1 Rock’n’Roll2
March
March4/4 March6/8
Ballad
Ballad Love Songs Classic
Waltz
Slow Waltz Musette Vienna Waltz
Trad
Fox trot Dixieland Hawaiian
Disk
Polka
Automatische begeleiding (Ar­ranger)
Met de Arranger kunt u automatische melodische begeleidingspatronen aan de ritmes toevoegen. De Arranger komt dan op de proppen met een begelei­ding die past bij het geselecteerde ritme. De automa­tische begeleiding volgt de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt.
Verder is er ook nog de erg handige [ONE TOUCH PROGRAM]-knop. Als u hierop drukt, kiest de Arranger automatisch de begeleiding en de klanken die het best passen bij het geselecteerde ritme.
Opmerking: Als u een ritme van diskette kiest, zoekt de One Touch Program-functie niet de meest geschikte klank.
1) Kies een ritme (zie blz. 16).
2) Druk op de [ONE TOUCH PROGRAM]-knop.
3) Speel op het ondermanuaal het akkoord C-E-G (C majeur).
Zodra u een akkoord, speelt begint de begeleiding automatisch, vanaf de intro. De begeleiding blijft nu lopen, ook wanneer u uw hand van de toetsen haalt.
In het display wordt de naam afgebeeld van het akkoord dat u speelt:
4) Speel nu op het ondermanuaal een F-akkoord (F­A-C).
Zoals u merkt, volgt de begeleiding de akkoordwis­sel. Probeer nog enkele andere akkoorden, om het principe onder de knie te krijgen.
5) Druk op de [TO VARIATION]-knop.
De indicator van de knop licht op en u hoort een Fill­In die uitmondt in de Variation-begeleiding.
6) Druk op de [TO ORIGINAL]-knop.
De indicator van de knop dooft en u hoort een Fill­In die uitmondt in de [ORIGINAL]-begeleiding.
7) Druk op de [ADVANCED]-knop.
De begeleiding gaat nu over in het Advanced-arran­gement. Naast Original/Variation bestaat er nog een andere tweedeling, die afhangt van de [ADVAN­CED]-knop:
De knopindicator licht op Advanced
De knopindicator licht niet op Basic
U hoort een ietwat complexer arrangement met meer instru­menten.
U hoort het basis-arrangement met minder instrumenten.
8) Druk op de [INTRO/ENDING]-knop.
U hoort een slotfrase, waarna de begeleiding ophoudt.
Opmerking: Tijdens de weergave van de Intro of Ending kunt u niet op het ondermanuaal spelen.
16
Loading...
+ 35 hidden pages