Gefeliciteerd met uw aanschaf van het Roland AT-30 Atelier orgel. De AT-30 is een elektronisch orgel dat voorziet
in een rijke verzameling volle en warme orgelgeluiden. Bovendien hebben we gezorgd dat u de bediening van de
AT-30 erg makkelijk onder de knie kunt krijgen (daarom is deze handleiding ook verrassend dun te noemen).
Lees deze handleiding best eens helemaal door, zo weet u zeker dat u optimaal gebruik maakt van het enorme aantal
mogelijkheden die dit orgel biedt.
Even het volgende:
Wanneer we het in deze handleiding over knoppen hebben, dan bedoelen we daarmee de druktoetsen (bedieningstoetsen). Op die manier weet u meteen dat het niet over een toets van een klavier gaat.
1
AT-30
Handleiding
Voornaamste kenmerken
☛
Rijke verscheidenheid aan orgelklanken
U kunt kiezen uit een totaal van 128 verschillende
klanken. Hiertussen vindt u een groot aantal geluiden (zoals strijkers en piano), maar natuurlijk ook 40
orgelklanken. U kunt tot drie klanken mengen en
verdelen over het boven- en ondermanuaal, en
bovendien gebruik maken van een soloklank.
☛
Complexe ensembles
U kunt meespelen met een ritme. Hiervoor zijn er 34
verschillende ritmes aan boord van de AT-30. Het
instrument biedt bovendien een Arranger-functie.
Dit is een automatische begeleiding. U hoeft hierbij
gewoon maar een akkoord te spelen op het ondermanuaal. Met los verkrijgbare kaarten kunt u nieuwe
ritmes aan uw repertoire toevoegen.
☛
Handige bedieningsknoppen
We hebben gezorgd voor grote en functioneel geordende bedieningskoppen, zodat u de AT-30 uiterst
eenvoudig kunt bedienen. Het ritme en de begeleidingsautomaat kunt u bovendien bijzonder snel
registreren (instellen) met de [ONE TOUCH PROGRAM]-knop.
☛
De ingebouwde Composer is net zo makkelijk te
bedienen als een cassettespeler
Met het Composer-gedeelte kunt u opnemen wat u
speelt, zoals bij een taperecorder. U kunt er echter
ook in de handel verkrijgbare SMF muziekdata mee
weergeven.
☛
Ingebouwde microfooningang met echo
GM/GS-compatibel
MIDI mag dan wel een standaard zijn, maar dat betekent nog lang niet dat echt alles gestandaardiseerd is.
Eén van de meest storende problemen was tot voor
kort dat de geheugenstructuur van de instrumenten
sterk verschilde. Niet alleen varieerde het aantal
klanken van instrument tot instrument, maar ook de
aard van de klanken en de rangschikking ervan was
moeilijk onder een norm te vatten.
Het probleem dat je dus bij het weergeven van
sequences kreeg, was dat je met een bepaald programmanummer op één instrument een piano koos,
terwijl dat op een ander instrument toevallig een
trombone was enz.
Ook de manier waarop de controlecommando’s uitgevoerd werden verschilde sterk. Dat heeft Roland
aan het denken gezet, en dus kwam men met een
aanvullende standaard op de proppen: GS . Het GS
formaat biedt u een garantie dat data die u op één GS
instrument aangemaakt hebt, ook op een ander GS
instrument kunnen worden afgespeeld – zonder dat
u wat dan ook moet aanpassen.
Op GS-compatibele instrumenten pronkt het GSlogo. Dit logo vindt u ook op software (meestal SMFbestanden) met data die volgens het GS-formaat
geprogrammeerd zijn. Uiteindelijk heeft dit het
voordeel dat uw instrument niet binnen afzienbare
tijd achterhaald is (omdat er weer een nieuwe klankbron uitkomt met alweer een andere geheugenindeling).
De bedoeling van Roland was natuurlijk de GS standaard ook aan de andere fabrikanten voor te stellen,
wat ook gebeurd is. Alleen vonden sommige de standaardisering een beetje ver gaan en stelden daarom
een iets simpelere versie van het GS-formaat voor:
General MIDI System Level 1 (kortweg GM).
De compatibiliteit van sommige controlecommando’s werd achterwege gelaten en ook de gedeeltelijke
vervanging van SysEx-data door controlecommando’s haalde het niet. Roland bleef echter vasthouden
aan zijn formaat, in de overtuiging dat het eigenlijk
het gebruiksvriendelijkere is.
U hoeft daar niet echt van wakker te liggen omdat GS
alles kan wat GM kan – en nog een beetje meer. Wat
dus voor een GM-instrument geprogrammeerd is,
kunt u zonder problemen op de AT-30 weergeven.
Andersom lukt het niet altijd.
Leest en schrijft SMF data
De AT-30 kan Standard MIDI Files (in de handel
verkrijgbaar als “SMF Music Data”) weergeven en
ook muziek in dit formaat opnemen (op 720 KB/
1.44 MB 3,5" diskettes).
2
1.Voorzorgsmaatregelen
Voeding
• Schakel de AT-30 en de overige instrumenten altijd uit
voordat u ze op elkaar aansluit.
• Sluit het netsnoer van de AT-30 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken
(b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op
zijn aangesloten.
• Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op
het voltage.
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat
er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van
de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en
nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
• Als u de AT-30 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt
u best de aansluiting op het lichtnet.
• Het zou kunnen gebeuren dat de AT-30 niet naar behoren
werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer
inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u
hem weer inschakelt.
Voorzorgsmaatregelen
Plaatsing
• Om problemen te vermijden, dient u de AT-30 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
• Plaats de AT-30 niet te dicht in de buurt van een neonlicht,
een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en
anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig
vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de AT-30 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners
want deze kunnen de behuizing beschadigen.
• Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat
dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat
de data in het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat
is met name het geval als het geheugen of een daarmee samenhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Behandel de AT-30 zachtjes.
• Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.)
of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige
terechtkomen.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de AT-30 in het buitenland gebruikt.
• Als de AT-30 niet naar behoren werkt, schakel hem dan onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Roland hersteldienst.
Disk drive, 24
Diskettes hanteren, 24
Diskettes formateren, 24
6.2Muziek opnemen/weergeven . . . . . . . . . 25
Opnemen (Rec), 25
Data wissen (Clear), 26
Song weergeven (Play), 26
Song opslaan (Save), 26
Song laden (Load), 27
Song op diskette weergeven (All Song Play en Play), 27
Song wissen (Delete Song), 28
Display/Exit-knop, 28
7. Instellingen opslaan (registratie)
Naam van de registratieset, 30
Registratiesets op diskette opslaan, 30
. 30
7.1Een registratieset van een diskette laden (Load)
31
7.2Registratiesets op diskette wissen (Clear) . . 31
8. Andere instellingen
. . . . . . . . . . . . 32
8.1Volumebalans (Part Balance) . . . . . . . . 32
8.2Toonhoogte in octaven verschuiven (Oct Shift)
32
9.2Aansluiten op een computer . . . . . . . . . 40
Verbinden met een Apple Macintosh, 40
Verbinden met een IBM PC (of een kloon), 41
Inhoud
10. Verhelpen van problemen
11. Foutmeldingen
12. Drum Sets
13. MIDI Implementatie
14. Specificaties
15. Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
. . . . . . . . . . . . . . . 43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
. . . . . . . . . . . 47
. . . . . . . . . . . . . . . . . 48
. . . . . . 42
5
AT-30
Handleiding
2.Beschrijving van de
panelen
2.1 Frontpaneel
POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de AT-30 in en uit.
Part Balance
Hiermee bepaalt u het volume van elke Part en dus
de gewenste klankbalans. Met de uiterst linkse knoppen bepaalt u het galmniveau.
Opmerking: Een “Part” is een partij op de AT-30, bv. de
drums, de bas enz. Het volume van deze partijen is dus instelbaar.
Others
Met de Others knoppen kunt u eveneens klanken en
ritmes kiezen. Meestal zijn dat geluiden of slagwerkbegeleidingen die als een alternatief kunnen worden
beschouwd op het basisaanbod.
Utility
Op deze knop drukt u om toegang te krijgen tot een
aantal extra functies (zie “Verschillende andere
instellingen (Utility)” op blz. 34).
Pedal Bass
Hiermee kiest u de klank voor de baspedalen. U kunt
deze klank aan het ondermanuaal toewijzen door op
de To Lower knop te drukken.
Lower Organ, Lower Symphonic, Lower Orchestral
Hiermee kiest u de klanken die u op het ondermanuaal wilt spelen. U vindt in deze sectie ook een knop
waarmee u het Chorus-effect voor de Lower Symphonic en de Lower Orchestral-klanken in- en uitschakelt (“Effecten kiezen” op blz. 19).
Display/Exit
Met deze knop schakelt tussen de twee basispagina’s
heen en weer of keert u vanuit een andere displaypagina terug naar de basispagina.
Effect
Hiermee stelt u de Reverb (galm)/Sustain/Rotary
(draaiende luidspreker, uweetwel welke we bedoelen...) effecten in.
Menu
Druk op deze knop om tussen het Utility- en Effectmenu heen en weer te schakelen.
6
7
Beschrijving van de panelen Frontpaneel
Oct Shift
Hiermee transponeert u de toonhoogte van wat u
speelt in stappen van een octaaf (zie blz. 32).
Part
Hiermee kiest u de Parts waarvan u de effect- of Oct
Shift instelling wilt wijzigen (zie blz. 32).
Display
Hier wordt informatie afgebeeld die u helpt bij het
bedienen van de AT-30.
Beat-indicators
Deze indicators lichten op bij de verschillende tellen
van een maat (een visuele metronoom dus).
Upper Organ, Upper Symphonic, Upper
Orchestral
Hier kiest u de klanken die u op het bovenmanuaal
wilt spelen. U vindt in deze sectie ook een knop
waarmee u het Chorus-effect voor de Upper Symphonic- en de Upper Orchestral-klanken in- en uitschakelt.
Transpose
Hiermee transponeert u het klavierbereik (blz. 33) in
stappen van een halve toon.
Value
Hiermee wijzigt u de waarden van heel wat parameters.
Solo
Hiermee kiest u een soloklank. Zie ook blz. 14.
Melody Intelligence
Druk op deze knop om de Melody Intelligence functie te gebruiken. (Deze functie houdt in dat er automatisch een “harmonie” aan de melodielijn wordt
toegevoegd.).
Lower
Leading
Hold
Bass
Arranger
Chord
Intelli
On/Off
Sustain
Pedal
BassLower
Big Band Swing Country50'sBalladTriad
Latin1Latin2PopsMarchWaltzDisk
Upper
Lower Hold
Druk op deze knop om de Lower Hold-functie te
activeren. (Deze functie zorgt dat noten op het
ondermanuaal blijven doorklinken als de toetsen
loslaat.)
Leading Bass
Druk op deze knop om de Leading Bass-functie te
activeren. Deze functie zorgt dat de bas automatisch
de onderste noot van de door u gespeelde akkoorden
weergeeft.
Arranger
Chord Intelli : Druk op deze knop om de Chord Intel-
ligence te activeren. Deze functie zorgt ervoor dat u
Rhythm
Rhythm
–+
Select
One Touch
Program
Set
minder toetsen hoeft in te drukken om een akkoord
te spelen. On/Off : Hiermee schakelt u de begeleidingsfunctie in zijn geheel in of uit.
Rhythm
Hiermee kiest u een ritme.
One Touch Program
Via deze knop kunt u een bepaald ritme van de bijpassende harmonische begeleiding voorzien.
Sustain
Via deze knoppen schakelt u het Sustain-effect voor
de Pedal Bass-, Lower- en/of Upper-sectie in of uit.
U kunt dit effect dus voor elk klavier apart instellen.
AT-30
Handleiding
8
Manual Drums
Als u op deze knop drukt kunt u “drummen” op het
klavier.
Tempo
Hiermee bepaalt u het tempo van de begeleiding.
Arrangement
Advanced : Hiermee kiest u arrangementen voor de
automatische begeleiding. Variation : Hiermee kiest
u andere arrangementen voor de ritmes en de automatische begeleiding.
Fill In
Hiermee start u een Fill-In in het arrangement van
het ritme of de automatische begeleiding dat/die u
gebruikt.
Write
Manual
12345678
Registraties (Write, Manual, 1~8)
In deze geheugens kunt u de instellingen opslaan die
u op het frontpaneel hebt gemaakt, en deze later weer
oproepen.
Intro/Ending
Hiermee breit u een intro of een einde aan een
bepaald ritme- of automatische begeleidingsarrangement.
Sync Start
Met deze functie kunt u zorgen dat het ritme of de
automatische begeleiding start op het moment dat u
een toets van het ondermanuaal indrukt.
Start/Stop
Hiermee start of stopt u de ritme- of automatische
begeleiding.
COMPOSER
All Song Play : Hiermee geeft u alle SMF-data op de
diskette in volgorde weer.
Select : Hiermee kiest u een bepaalde Song op de dis-
kette.
Load : Hiermee laadt u muziekdata van de diskette in
de AT-30.
Function : Hiermee stelt u een aantal parameters voor
de Composer in.
Save : Hiermee schrijft u de muziekdata van de AT-30
weg naar diskette.
Registration : Hiermee kunt u Sets van 8 registraties
opslaan op diskette of van een diskette laden.
Track : Hiermee kiest u een spoor (Track) voor de
opname.
Reset : Als u hierop drukt, keert de AT-30 terug naar
het begin van de Song, en worden de geselecteerde
muziekdata weer op hun originele waarden ingesteld.
Stop : Hiermee stopt u de opname/weergave van
muziekdata.
Play : Hiermee start u de weergave van muziekdata.
Beschrijving van de panelen Achterpaneel
9
Rec : Hiermee start u de opname van muziekdata.
Bwd : Hiermee spoelt u terug.
Fwd : Hiermee spoelt u vooruit.
Master Volume
Hiermee past u het totale weergavevolume aan.
Brilliance
Hiermee past u de helderheid van de klank aan.
2.2 Achterpaneel
Phones
Mic
Echo Volume
Disk Drive
De drive gebruikt u om muziekdata op diskette te
bewaren, en om muziekdata op een diskette (Standard MIDI Files) weer te geven.
ROTARY SOUND
On/Off: Hiermee schakelt u het Rotary-effect in of
uit.
Fast/Slow: Hiermee past u de snelheid aan van het
Rotary-effect (draaiende luidsprekers) aan.
In
ComputerMIDIOutput
PC-2
MIDI
PC-1
Mac
Phones
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (bijvoorbeeld de los verkrijgbare RH-20/80/120). Zodra
u de hoofdtelefoon aansluit, komt er geen geluid
meer uit de luidsprekers van de AT-30. Op die
manier kunt u zelfs ‘s avonds laat oefenen zonder uw
buren of familieleden te storen.
Het volume dat u over de hoofdtelefoon hoort, regelt
u met de MASTER VOLUME-regelaar of het zwelpedaal. Houd er rekening mee dat een overdreven
volume uw gehoor kan beschadigen.
Mic
Echo: Hiermee bepaalt u in welke maten het microfoonsignaal van echo wordt voorzien.
Volume: Hiermee regelt u het volume van de microfoon.
In: Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten.
Computer
Via deze connector kunt u de AT-30 rechtstreeks
met een computer verbinden.
Out
L (mono)R
In
MIDI
Op deze connectors sluit u de kabels aan waarmee u
MIDI-commando’s met externe MIDI-apparaten
uitwisselt.
Output L(Mono)/R: Verbind deze uitgangen met een
keyboard-versterker of andere geluidsapparatuur,
indien u het geluid van uw orgel extra wilt versterken. Als u uw muziek graag op cassette opneemt,
moet u deze uitgangen met de ingangen van uw cassettespeler verbinden. (Als uw cassettespeler maar
één ingang heeft, hebt u hetzij een verloopstuk
nodig, of anders gebruikt u enkel de [L (mono]-uitgang.)
AC ingang
Hierop sluit u de bijgeleverde stroomkabel aan.
Speaker
Hierop sluit u de luidsprekers aan die in de stand zijn
ingebouwd.
Pedal
Hierop sluit u de baspedalen/het zwelpedaal/het
demperpedaal aan die zijn ingebouwd in de stand.
AT-30
Handleiding
3.Voordat u begint
3.1 Stroomkabel
aansluiten
1) Zorg dat de POWER-schakelaar rechts op het
frontpaneel op OFF staat (niet ingedrukt).
2) Sluit de bijgeleverde stroomkabel aan op de AC
ingang (aan de onderkant van de AT-30) en steek
het andere einde van de kabel in een stopkontakt.
Gebruik alleen de stroomkabel die bij de AT-30
wordt geleverd. Als u de AT-30 langere tijd niet
wenst te gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet.
3.2 Lessenaar installeren
Zet de lessenaar vast in de daarvoor voorziene gaten,
zoals in de onderstaande afbeelding wordt aangegeven.
3.3 De klep openen
Neem de klep met beide handen stevig vast en hef ze
op. Schuif ze vervolgens naar achter.
Opmerking: Zorg dat er niets op het klavier ligt (zoals bladmuziek) wanneer u de klep sluit.
3.4 Hoofdtelefoon
gebruiken
Op de PHONES-uitgang kunt u een stereo-hoofdtelefoon (zoals de Roland RH-80, RH-120 enz.) aansluiten. Deze uitgang levert hetzelfde signaal als de
OUTPUT L(MONO)/R-uitgangen. Zodra u een
hoofdtelefoon aansluit, komt er geen geluid meer uit
de luidsprekers. Op die manier kunt u met een
hoofdtelefoon op ieder gewenst (en ongewenst)
moment spelen, zonder anderen te storen.
Het volume van de hoofdtelefoon regelt u met de
MASTER VOLUME-regelaar of met het zwelpedaal.
Gebruik best een stereo-hoofdtelefoon.
Opmerking: U mag een hoofdtelefoon nooit overdreven luid
zetten en er ook niet te lang ononderbroken naar luisteren,
anders riskeert u tijdelijk of permanent gehoorverlies.
Opmerking: Neem altijd de stekker vast als u de hoofdtelefoon wilt uittrekken. Door aan de kabel te trekken riskeert u
storingen te veroorzaken.
Let erop dat uw vingers bij het openen of sluiten niet
onder de klep terechtkomen. U sluit de klep door ze
langzaam naar voren te trekken tot u niet meer verder kunt. Houd als volwassene een oogje in het zeil
wanneer kleine kinderen het instrument gebruiken.
10
3.5 Microfoon aansluiten
Op de MIC-ingang onder het klavier kunt u een
microfoon (zoals de Roland DR-10 of DR-20) aansluiten. Zet het volume van de microfoon pas open
nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al
Voordat u begint Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen
open staat, terwijl u de microfoon aansluit, levert dat
onaangename kraakgeluiden op.
Stel met de MIC VOLUME- en ECHO-regelaar het
gewenste microfoonvolume en de gewenste hoeveelheid echo in.
U kunt nu meezingen met wat u op de AT-30 speelt,
of met in de handel verkrijgbare muziek (SMFsongs, optie).
Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen
(“fluiten”). Als dat gebeurt, moet u de microfoon
verplaatsen (hij mag niet naar de luidsprekers gericht
zijn) of het microfoonvolume wat zachter zetten.
Schakel de AT-30 in terwijl u de ONE TOUCH
PROGRAM-knop ingedrukt houdt.
Factory Setup
is Loaded.
Als u de AT-30 voor de eerste keer inschakelt of
indien u hem een maand lang niet meer hebt
gebruikt, worden de fabrieksinstellingen automatisch geladen zodra u de AT-30 inschakelt.
3.6 Geluid van de AT-30
naar externe apparatuur
sturen
Om het geluid van de AT-30 via externe luidsprekers
te versterken of op te nemen op een band-/cassetterecorder moet u de OUTPUT L/R connectors op het
achterpaneel van de AT-30 verbinden met de AUX
IN of LINE IN connectors van de externe mixer/versterker.
3.7 Fabrieksinstellingen
laden
Volg de onderstaande procedure om alle instellingen
van de AT-30 weer op hun fabriekswaarden te brengen. Zorg ervoor dat er geen diskette in de disk drive
zit wanneer u deze procedure uitvoert. Laat het volgende duidelijk zijn: u hoeft de fabrieksinstellingen
niet te laden. Het is zelfs zo dat u alle eigen instellin-
gen wist zodra u de fabrieksinstellingen van de AT-30
laadt.
Maar het is wel handig te weten dat het kan als het
moet. Denk echter twee keer na voordat u deze procedure uitvoert...
11
AT-30
Handleiding
4.Basisbediening
4.1 Spelen op de AT-30
1) Controleer of de stroomkabel is aangesloten, of de
MASTER VOLUME-regelaar op de minimumstand
staat, en of het zwelpedaal volledig dichtstaat.
2) Druk op de POWER-knop om de AT-30 in te scha-
kelen.
Opmerking: De AT-30 is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom hoort u pas enkele seconden na het inschakelen
geluid.
3) Regel het volume naar een geschikt niveau met de
MASTER VOLUME-regelaar.
Lager volume
Hoger
volume
U kunt het totale volume ook met het zwelpedaal
regelen: druk het zwelpedaal in voor meer volume,
en laat het los voor minder volume.
4) Speel op het klavier voor een eerste kennismaking
met het geluid van de AT-30.
De AT-30 beschikt over twee manualen en één
pedaalklavier. We spreken vanaf nu van het bovenmanuaal (Upper), het ondermanuaal (Lower) en de
baspedalen (Pedal Bass).
Bovenmanuaal
(Upper)
Ondermanuaal
(Lower)
12
Baspedalen
Basisbediening Klanken kiezen
4.2 Klanken kiezen
Klanken heten in de AT-30 “Voices”. Er zijn heel wat klanken beschikbaar, die u erg gemakkelijk kunt kiezen.
Boven- en ondermanuaal
Bij het inschakelen wordt voor het bovenmanuaal Full Organ 1 gekozen. Op de volgende manier kunt u voor dit
manuaal een andere klank kiezen:
1) Druk op de Upper Organ [FULL 2]-knop (de indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedurende enkele seconden in het display.
U.Organ Voice
Full Organ2
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u Full
Organ 2.
2) Druk op de Upper Organ [ALTERNATE]- knop (de
indicator licht op) onder.
Nu hoort u op het bovenmanuaal Full Organ 5.
Onder elke klankkeuzeknop zitten namelijk twee
klanken van hetzelfde type. (Dit is niet het geval voor
de klankkeuzeknoppen waarop twee namen zijn
afgedrukt: hierbij gaat het om twee verschillende
klanktypes.) Met [ALTERNATE] kiest u tussen deze
twee klanken.
3) Druk op de Upper [ORGAN FULL 2]-knop (de
indicator dooft).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u niets
meer, omdat er geen klank aan toegewezen is. Er
moet dus in één van de drie “klankblokken” (Organ,
Symphonic en Orchestral) minstens één indicator
oplichten.
4) Druk op de Upper [ORGAN FULL 1]- en de
[UPPER SYMPHONIC STRINGS]-knop (indicators lichten op).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u zowel
de Full Organ 1- en de Strings-klank.
5) Druk op de Upper Orchestral [PIANO]-knop (de
indicator licht op).
Samen met de combinatie van daarnet hoort u nu
ook de Piano 1-klank (in totaal dus drie klanken).
Voor het boven- (Upper) en ondermanuaal (Lower)
beschikt u telkens over drie Parts (Organ, Symphonic en Orchestral). Een Part is een onafhankelijke
partij die u aan een bepaald deel van een klavier kunt
toewijzen en die u van een eigen klank (Voice) kunt
voorzien. U kunt voor elke Part een klank kiezen,
waaruit volgt dat u maximaal drie klanken tegelijk
kunt weergeven.
Pedal Bass
Bij het inschakelen wordt voor de baspedalen de
Organ Bass 1 klank gekozen. Ga als volgt te werk
wanneer u een andere klank wilt kiezen.
13
AT-30
Solo Voice
Trumpet
Handleiding
1) Druk op de Pedal Bass [ELECTRIC 1]-knop (de
indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedurende enkele seconden in het display.
P.Bass Voice
E.Bass 1
Als u nu op de baspedalen speelt, hoort u de E.Bass
1-klank.
2) Druk op de [OCTAVE UP]-knop (de indicator licht
op).
Solo
Volg de onderstaande stappen om een klank te kiezen waarmee u solo’s wilt spelen (de Solo Voice).
Deze klank wordt dan toegewezen aan de hoogste
noten die u op het bovenmanuaal speelt.
Als u nu op de baspedalen speelt, merkt u dat het
geluid één octaaf hoger klinkt.
Verder gelden hier dezelfde regels als voor de onderen bovenmanualen: als de indicator van een knop
oplicht, hoort u die klank, anders niet. Brandt er
geen enkele indicator in het Pedal Bass-blok, dan
hoort u niets wanneer u op de baspedalen speelt.
Voor de weergave van de baspartij wordt telkens één
stem gebruikt (de baspedalen zijn dus monofoon, wat
betekent dat u geen akkoorden kunt spelen).
Opmerking: Als u op de [TO LOWER]-knop drukt (de
indicator licht op), speelt de bas automatisch de grondnoten
van de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt. Wanneer u de drie Parts voor het ondermanuaal uitschakelt, kunt
u de bas via het ondermanuaal spelen, zie blz. 20.
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedurende enkele seconden in het display.
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, worden de
hoogste noten weergegeven door de Trumpet-klank.
2) Druk op de [ALTERNATE]-knop (de indicator
licht op).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, worden de
1) Druk op de Solo [TRUMPET]-knop (de indicator
licht op).
hoogste noten weergegeven door de Mute Trumpetklank.
Net als bij het onder- en bovenmanuaal kiest u met
de [ALTERNATE]-knop tussen twee variaties van de
geselecteerde klank.
Ook hier geldt dat de klank is ingeschakeld als de
indicator brandt, en dat hij niet beschikbaar is waneer de indicator niet brandt. Als geen enkele indicator oplicht, hoort u geen Solo-klank.
4.3 Klanken verlevendigen
Hieronder bekijken we enkele functies waarmee u wat afwisseling kunt brengen in de klanken van uw AT-30.
Rotary-effect
Het Rotary-effect simuleert het geluid van een ronddraaiende luidspreker. U kunt hierbij kiezen uit twee
snelheden: Fast en Slow.
U kunt het Rotary-effect gebruiken op de klanken
die u met de bovenste rij knoppen voor Upper en
Lower Organ kiest (alleen voor de orgelklanken dus,
met uitzondering echter van Rock Organ). Dit komt
overeen met de klanken 1~12 en 15~20 (zie blz. 18).
U kunt het effect ook gebruiken als u één van deze
klanken in combinatie met klank 33 en 38~40 aan
14
Basisbediening Begeleidingsfuncties gebruiken
een [OTHERS]-knop toewijst (behalve voor Solo en
Pedal Bass).
1) Kies de klank waaraan u het Rotary-effect wilt toevoegen.
2) Druk op de Rotary Sound [ON/OFF]-knop (kijk of
de indicator oplicht).
3) Druk op de Rotary Sound [FAST/SLOW]-knop.
De knopindicator
licht op →Fast
De knopindicator
licht niet op →Slow
Effect van snel draaiende luidsprekers.
Effect van langzaam draaiende
luidsprekers.
Tweede stem (Melody
Intelligence)
De Melody Intelligence-functie voegt een tweede
stem toe aan de melodieën die u op het bovenmanuaal speelt. Welke harmonie wordt toegevoegd
hangt af van de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt.
Druk op de [MELODY INTELLIGENCE]-knop (de
indicator licht op).
Als u nu bijvoorbeeld op het ondermanuaal het
akkoord C-E-G (do majeur) speelt, dan worden de
melodienoten die u op het bovenmanuaal speelt
voorzien van een tweede stem in C-majeur.
4.4 Begeleidingsfuncties gebruiken
De AT-30 heeft een aantal ritmes aan boord die u als
begeleiding kunt gebruiken.
1) Druk op [START/STOP] (de indicator licht op) om
de weergave van het ritme te starten.
2) Druk op [VARIATION] (de indicator licht op).
U krijgt nu het Variation-ritme te horen. Met de
VARIATION knop kiest u namelijk een alternatief
arrangement van het geselecteerde ritme:
De indicator licht op
→ Variation
De indicator licht niet
op → Original
U hoort een ietwat complexer
ritmepartroon.
U hoort het basis-ritmepatroon.
3) Druk op de [TO ORIGINAL]-knop.
De indicator op de [VARIATION]-knop dooft en u
hoort een Fill-In (overgang) die uitmondt in het Original-patroon. Een Fill-In is een korte ritmische frase
die bijvoorbeeld wordt ingevoegd tussen een strofe
en een refrein, of op een plaats waar de sfeer van een
song verandert.
4) Druk op de [TO VARIATION]-knop.
De indicator op de [VARIATION]-knop licht op en
u hoort een Fill-In (overgang) die uitmondt in het
Variation-patroon.
To Original en To Variation kunt u dus gebruiken
om “scharnierpunten” in een song wat extra in de
verf te zetten.
5) Druk op [START/STOP] (de indicator dooft) om
het ritme te stoppen.
[VARIATION], [TO VARIATION] en [TO ORIGINAL] zijn dus een reeks flexibele functies die u helpen voorkomen dat uw arrangementen “saai” worden.
Opmerking: Laten we hier ook even de [SYNC START]knop vermelden: als u deze indrukt (de indicator licht op),
dan start het ritme samen met de eerste noot die u op het
ondermanuaal speelt (zie blz. 21).
15
AT-30
Set
Jazz Band
¯: 124 C Maj
Handleiding
Een ritme kiezen
De 34 ritmes van de AT-30 zijn ondergebracht in 11
groepen.
Big Band Swing Country50'sBalladTriad
Latin1Latin2PopsMarchWaltz
Rhythm
–+
Select
1) Druk op een RHYTHM-knop (de indicator licht
op) om een ritme te kiezen.
2) Met de [RHYTHM SELECT]-knoppen kunt u een
ander ritme binnen dezelfde groep kiezen.
De indicator knippert.
Swing
¯: 174
3) Druk nogmaals op de RHYTHM-knop (de indicator blijft branden) om het ritme dat u onder (2)
hebt gekozen vast te leggen. Druk nu op [START/
STOP] om het ritme weer te geven.
Laten we even kijken naar de ritmes:
Big Band
Jazz Band
Big Band
BigBndBallad
Latin 1
Bossa Nova
Chacha
Mambo
Swing
Combo
Swing
Latin 2
Samba
Rhumba
Beguine
Tango
Country
Bluegrass
CountryWaltz
Two-step
Pops
Easy Listen1
Easy Listen2
Pop
PopularPiano
50's
Twist
Rock’n’Roll1
Rock’n’Roll2
March
March4/4
March6/8
Ballad
Ballad
Love Songs
Classic
Waltz
Slow Waltz
Musette
Vienna
Waltz
Trad
Fox trot
Dixieland
Hawaiian
Disk
Polka
Automatische begeleiding (Arranger)
Met de Arranger kunt u automatische melodische
begeleidingspatronen aan de ritmes toevoegen. De
Arranger komt dan op de proppen met een begeleiding die past bij het geselecteerde ritme. De automatische begeleiding volgt de akkoorden die u op het
ondermanuaal speelt.
Verder is er ook nog de erg handige [ONE TOUCH
PROGRAM]-knop. Als u hierop drukt, kiest de
Arranger automatisch de begeleiding en de klanken
die het best passen bij het geselecteerde ritme.
Opmerking: Als u een ritme van diskette kiest, zoekt de One
Touch Program-functie niet de meest geschikte klank.
1) Kies een ritme (zie blz. 16).
2) Druk op de [ONE TOUCH PROGRAM]-knop.
3) Speel op het ondermanuaal het akkoord C-E-G (C
majeur).
Zodra u een akkoord, speelt begint de begeleiding
automatisch, vanaf de intro. De begeleiding blijft nu
lopen, ook wanneer u uw hand van de toetsen haalt.
In het display wordt de naam afgebeeld van het
akkoord dat u speelt:
4) Speel nu op het ondermanuaal een F-akkoord (FA-C).
Zoals u merkt, volgt de begeleiding de akkoordwissel. Probeer nog enkele andere akkoorden, om het
principe onder de knie te krijgen.
5) Druk op de [TO VARIATION]-knop.
De indicator van de knop licht op en u hoort een FillIn die uitmondt in de Variation-begeleiding.
6) Druk op de [TO ORIGINAL]-knop.
De indicator van de knop dooft en u hoort een FillIn die uitmondt in de [ORIGINAL]-begeleiding.
7) Druk op de [ADVANCED]-knop.
De begeleiding gaat nu over in het Advanced-arrangement. Naast Original/Variation bestaat er nog een
andere tweedeling, die afhangt van de [ADVANCED]-knop:
De knopindicator
licht op → Advanced
De knopindicator
licht niet op → Basic
U hoort een ietwat complexer
arrangement met meer instrumenten.
U hoort het basis-arrangement
met minder instrumenten.
8) Druk op de [INTRO/ENDING]-knop.
U hoort een slotfrase, waarna de begeleiding
ophoudt.
Opmerking: Tijdens de weergave van de Intro of Ending
kunt u niet op het ondermanuaal spelen.
16
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.