Roland AT-30 User Manual [nl]

AT-30
Music Atelier Organ
Lees deze handleiding best eens helemaal door, zo weet u zeker dat u optimaal gebruik maakt van het enorme aantal mogelijkheden die dit orgel biedt.
Even het volgende:
Wanneer we het in deze handleiding over knoppen hebben, dan bedoelen we daarmee de druktoetsen (bedie­ningstoetsen). Op die manier weet u meteen dat het niet over een toets van een klavier gaat.
1
AT-30
Handleiding

Voornaamste kenmerken

Rijke verscheidenheid aan orgelklanken
U kunt kiezen uit een totaal van 128 verschillende klanken. Hiertussen vindt u een groot aantal gelui­den (zoals strijkers en piano), maar natuurlijk ook 40 orgelklanken. U kunt tot drie klanken mengen en verdelen over het boven- en ondermanuaal, en bovendien gebruik maken van een soloklank.
Complexe ensembles
U kunt meespelen met een ritme. Hiervoor zijn er 34 verschillende ritmes aan boord van de AT-30. Het instrument biedt bovendien een Arranger-functie. Dit is een automatische begeleiding. U hoeft hierbij gewoon maar een akkoord te spelen op het onder­manuaal. Met los verkrijgbare kaarten kunt u nieuwe ritmes aan uw repertoire toevoegen.
Handige bedieningsknoppen
We hebben gezorgd voor grote en functioneel geor­dende bedieningskoppen, zodat u de AT-30 uiterst eenvoudig kunt bedienen. Het ritme en de begelei­dingsautomaat kunt u bovendien bijzonder snel registreren (instellen) met de [ONE TOUCH PRO­GRAM]-knop.
De ingebouwde Composer is net zo makkelijk te bedienen als een cassettespeler
Met het Composer-gedeelte kunt u opnemen wat u speelt, zoals bij een taperecorder. U kunt er echter ook in de handel verkrijgbare SMF muziekdata mee weergeven.
Ingebouwde microfooningang met echo
GM/GS-compatibel
MIDI mag dan wel een standaard zijn, maar dat bete­kent nog lang niet dat echt alles gestandaardiseerd is. Eén van de meest storende problemen was tot voor kort dat de geheugenstructuur van de instrumenten sterk verschilde. Niet alleen varieerde het aantal klanken van instrument tot instrument, maar ook de aard van de klanken en de rangschikking ervan was moeilijk onder een norm te vatten.
Het probleem dat je dus bij het weergeven van sequences kreeg, was dat je met een bepaald pro­grammanummer op één instrument een piano koos, terwijl dat op een ander instrument toevallig een trombone was enz.
Ook de manier waarop de controlecommando’s uit­gevoerd werden verschilde sterk. Dat heeft Roland aan het denken gezet, en dus kwam men met een aanvullende standaard op de proppen: GS . Het GS
formaat biedt u een garantie dat data die u op één GS instrument aangemaakt hebt, ook op een ander GS instrument kunnen worden afgespeeld – zonder dat u wat dan ook moet aanpassen.
Op GS-compatibele instrumenten pronkt het GS­logo. Dit logo vindt u ook op software (meestal SMF­bestanden) met data die volgens het GS-formaat geprogrammeerd zijn. Uiteindelijk heeft dit het voordeel dat uw instrument niet binnen afzienbare tijd achterhaald is (omdat er weer een nieuwe klank­bron uitkomt met alweer een andere geheugeninde­ling).
De bedoeling van Roland was natuurlijk de GS stan­daard ook aan de andere fabrikanten voor te stellen, wat ook gebeurd is. Alleen vonden sommige de stan­daardisering een beetje ver gaan en stelden daarom een iets simpelere versie van het GS-formaat voor:
General MIDI System Level 1 (kortweg GM).
De compatibiliteit van sommige controlecomman­do’s werd achterwege gelaten en ook de gedeeltelijke vervanging van SysEx-data door controlecomman­do’s haalde het niet. Roland bleef echter vasthouden aan zijn formaat, in de overtuiging dat het eigenlijk het gebruiksvriendelijkere is.
U hoeft daar niet echt van wakker te liggen omdat GS alles kan wat GM kan – en nog een beetje meer. Wat dus voor een GM-instrument geprogrammeerd is, kunt u zonder problemen op de AT-30 weergeven. Andersom lukt het niet altijd.
Leest en schrijft SMF data
De AT-30 kan Standard MIDI Files (in de handel verkrijgbaar als “SMF Music Data”) weergeven en ook muziek in dit formaat opnemen (op 720 KB/
1.44 MB 3,5" diskettes).
2

1. Voorzorgsmaatregelen

Voeding
• Schakel de AT-30 en de overige instrumenten altijd uit voordat u ze op elkaar aansluit.
• Sluit het netsnoer van de AT-30 nooit aan op een stopcon­tact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten.
• Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op het voltage.
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
• Als u de AT-30 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet.
• Het zou kunnen gebeuren dat de AT-30 niet naar behoren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt.
Voorzorgsmaatregelen
Plaatsing
• Om problemen te vermijden, dient u de AT-30 te bescher­men tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
• Plaats de AT-30 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijk­aardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmid­del. Wrijf de AT-30 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen.
• Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat de data in het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat is met name het geval als het geheugen of een daarmee sa­menhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Behandel de AT-30 zachtjes.
• Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige terechtkomen.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland herstel­dienst voordat u de AT-30 in het buitenland gebruikt.
• Als de AT-30 niet naar behoren werkt, schakel hem dan on­middellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Ro­land hersteldienst.
3
AT-30
Handleiding

Inhoud

1. Voorzorgsmaatregelen
2. Beschrijving van de panelen
. . . . . . . . . 3
. . . . . 6
2.1 Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.2 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3. Voordat u begint
. . . . . . . . . . . . . . 10
3.1 Stroomkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . 10
3.2 Lessenaar installeren . . . . . . . . . . . . . . 10
3.3 De klep openen . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3.4 Hoofdtelefoon gebruiken . . . . . . . . . . . 10
3.5 Microfoon aansluiten . . . . . . . . . . . . . 10
3.6 Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen 11
3.7 Fabrieksinstellingen laden . . . . . . . . . . . 11
4. Basisbediening
. . . . . . . . . . . . . . . . 12
4.1 Spelen op de AT-30 . . . . . . . . . . . . . . 12
4.2 Klanken kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Boven- en ondermanuaal, 13 Pedal Bass, 14 Solo, 14
4.3 Klanken verlevendigen. . . . . . . . . . . . . 15
Rotary-effect, 15 Tweede stem (Melody Intelligence), 15
4.4 Begeleidingsfuncties gebruiken . . . . . . . . 15
Een ritme kiezen, 16 Automatische begeleiding (Arranger), 16
4.5 Instellingen opslaan (registratie) . . . . . . . 17
Registraties opslaan, 17 Instellingen oproepen, 17 Manual-knop gebruiken, 17
5. Geavanceerde functies
. . . . . . . . . . 18
5.1 De Others-knoppen . . . . . . . . . . . . . . 18
5.2 Ritmes van diskette laden . . . . . . . . . . .18
5.3 Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . 19
5.4 Effecten kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Chorus, 19 Reverb-effect, 20 Sustain-effect, 20
5.5 Speelhulpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Demperpedaal, 20 Bas spelen op het ondermanuaal, 20 Klankkleur (Brilliance), 20 Voetschakelaars, 20
5.6 Instellingen voor de ritmes en de begeleidingen 21
Automatische begeleiding in- en uitschakelen (Arranger On/Off), 21 Sync Start, 21 Tempo van het ritme aanpassen, 21 Inleiding (Intro), 21
Einde (Ending), 22 Eenvoudige vingerzetting (Chord Intelli), 22 Leading Bass functie, 22 Noten van het ondermanuaal aanhouden (Lower Hold), 23
6. Opnemen en weergeven
. . . . . . . 24
6.1 Over diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Disk drive, 24 Diskettes hanteren, 24 Diskettes formateren, 24
6.2 Muziek opnemen/weergeven . . . . . . . . . 25
Opnemen (Rec), 25 Data wissen (Clear), 26 Song weergeven (Play), 26 Song opslaan (Save), 26 Song laden (Load), 27 Song op diskette weergeven (All Song Play en Play), 27 Song wissen (Delete Song), 28 Display/Exit-knop, 28
7. Instellingen opslaan (registratie)
Naam van de registratieset, 30 Registratiesets op diskette opslaan, 30
. 30
7.1 Een registratieset van een diskette laden (Load) 31
7.2 Registratiesets op diskette wissen (Clear) . . 31
8. Andere instellingen
. . . . . . . . . . . . 32
8.1 Volumebalans (Part Balance) . . . . . . . . 32
8.2 Toonhoogte in octaven verschuiven (Oct Shift) 32
8.3 Transponeren (Transpose) . . . . . . . . . . 33
8.4 Effectinstellingen (Effect). . . . . . . . . . . 33
Reverb Type, 33 Reverb Depth, 33 Sustain Length, 33
8.5 Verschillende andere instellingen (Utility) . 34
Initial Touch (aanslaggevoeligheid voor het volume), 34 Left Foot Switch/Right Foot Switch, 34 Glide (toewijzing), 35 Manual Drums Set, 35 Chord Hold, 35 Registration Arranger Update, 35 Tx MIDI Channel, 35 Master Tune, 35 LCD Contrast, 36
8.6 Instellingen voor de Composer (FUNCTION) . 36
Count-In Recording, 36 Metronome, 36 Metronome Volume, 36 Beat (maatsoort), 36 Edit-menu, 36
4
9. AT-30 en MIDI-instrumenten of computers
40
9.1 Aansluiten op een MIDI-instrument . . . . . 40
9.2 Aansluiten op een computer . . . . . . . . . 40
Verbinden met een Apple Macintosh, 40 Verbinden met een IBM PC (of een kloon), 41
Inhoud
10. Verhelpen van problemen
11. Foutmeldingen
12. Drum Sets
13. MIDI Implementatie
14. Specificaties
15. Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
. . . . . . . . . . . . . . . 43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
. . . . . . . . . . . 47
. . . . . . . . . . . . . . . . . 48
. . . . . . 42
5
AT-30
Handleiding

2. Beschrijving van de panelen

2.1 Frontpaneel

POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de AT-30 in en uit.
Part Balance
Hiermee bepaalt u het volume van elke Part en dus de gewenste klankbalans. Met de uiterst linkse knop­pen bepaalt u het galmniveau.
Opmerking: Een “Part” is een partij op de AT-30, bv. de
drums, de bas enz. Het volume van deze partijen is dus instel­baar.
Others
Met de Others knoppen kunt u eveneens klanken en ritmes kiezen. Meestal zijn dat geluiden of slagwerk­begeleidingen die als een alternatief kunnen worden beschouwd op het basisaanbod.
Utility
Op deze knop drukt u om toegang te krijgen tot een aantal extra functies (zie “Verschillende andere instellingen (Utility)” op blz. 34).
Pedal Bass
Hiermee kiest u de klank voor de baspedalen. U kunt deze klank aan het ondermanuaal toewijzen door op de To Lower knop te drukken.
Lower Organ, Lower Symphonic, Lower Orchestral
Hiermee kiest u de klanken die u op het onderma­nuaal wilt spelen. U vindt in deze sectie ook een knop waarmee u het Chorus-effect voor de Lower Symp­honic en de Lower Orchestral-klanken in- en uit­schakelt (“Effecten kiezen” op blz. 19).
Display/Exit
Met deze knop schakelt tussen de twee basispagina’s heen en weer of keert u vanuit een andere display­pagina terug naar de basispagina.
Effect
Hiermee stelt u de Reverb (galm)/Sustain/Rotary (draaiende luidspreker, uweetwel welke we bedoe­len...) effecten in.
Menu
Druk op deze knop om tussen het Utility- en Effect­menu heen en weer te schakelen.
6
7
Beschrijving van de panelen Frontpaneel
Oct Shift
Hiermee transponeert u de toonhoogte van wat u speelt in stappen van een octaaf (zie blz. 32).
Part
Hiermee kiest u de Parts waarvan u de effect- of Oct Shift instelling wilt wijzigen (zie blz. 32).
Display
Hier wordt informatie afgebeeld die u helpt bij het bedienen van de AT-30.
Beat-indicators
Deze indicators lichten op bij de verschillende tellen van een maat (een visuele metronoom dus).
Upper Organ, Upper Symphonic, Upper Orchestral
Hier kiest u de klanken die u op het bovenmanuaal wilt spelen. U vindt in deze sectie ook een knop waarmee u het Chorus-effect voor de Upper Symp­honic- en de Upper Orchestral-klanken in- en uit­schakelt.
Transpose
Hiermee transponeert u het klavierbereik (blz. 33) in stappen van een halve toon.
Value
Hiermee wijzigt u de waarden van heel wat parame­ters.
Solo
Hiermee kiest u een soloklank. Zie ook blz. 14.
Melody Intelligence
Druk op deze knop om de Melody Intelligence func­tie te gebruiken. (Deze functie houdt in dat er auto­matisch een “harmonie” aan de melodielijn wordt toegevoegd.).
Lower
Leading
Hold
Bass
Arranger
Chord
Intelli
On/Off
Sustain
Pedal Bass Lower
Big Band Swing Country 50's Ballad Triad
Latin1 Latin2 Pops March Waltz Disk
Upper
Lower Hold
Druk op deze knop om de Lower Hold-functie te activeren. (Deze functie zorgt dat noten op het ondermanuaal blijven doorklinken als de toetsen loslaat.)
Leading Bass
Druk op deze knop om de Leading Bass-functie te activeren. Deze functie zorgt dat de bas automatisch de onderste noot van de door u gespeelde akkoorden weergeeft.
Arranger
Chord Intelli : Druk op deze knop om de Chord Intel-
ligence te activeren. Deze functie zorgt ervoor dat u
Rhythm
Rhythm
–+
Select
One Touch
Program
Set
minder toetsen hoeft in te drukken om een akkoord te spelen. On/Off : Hiermee schakelt u de begelei­dingsfunctie in zijn geheel in of uit.
Rhythm
Hiermee kiest u een ritme.
One Touch Program
Via deze knop kunt u een bepaald ritme van de bij­passende harmonische begeleiding voorzien.
Sustain
Via deze knoppen schakelt u het Sustain-effect voor de Pedal Bass-, Lower- en/of Upper-sectie in of uit. U kunt dit effect dus voor elk klavier apart instellen.
AT-30
Handleiding
8
Manual Drums
Als u op deze knop drukt kunt u “drummen” op het klavier.
Tempo
Hiermee bepaalt u het tempo van de begeleiding.
Arrangement
Advanced : Hiermee kiest u arrangementen voor de
automatische begeleiding. Variation : Hiermee kiest u andere arrangementen voor de ritmes en de auto­matische begeleiding.
Fill In
Hiermee start u een Fill-In in het arrangement van het ritme of de automatische begeleiding dat/die u gebruikt.
Write
Manual
1 2 3 4 5 6 7 8
Registraties (Write, Manual, 1~8)
In deze geheugens kunt u de instellingen opslaan die u op het frontpaneel hebt gemaakt, en deze later weer oproepen.
Intro/Ending
Hiermee breit u een intro of een einde aan een bepaald ritme- of automatische begeleidingsarrange­ment.
Sync Start
Met deze functie kunt u zorgen dat het ritme of de automatische begeleiding start op het moment dat u een toets van het ondermanuaal indrukt.
Start/Stop
Hiermee start of stopt u de ritme- of automatische begeleiding.
COMPOSER
All Song Play : Hiermee geeft u alle SMF-data op de
diskette in volgorde weer.
Select : Hiermee kiest u een bepaalde Song op de dis-
kette.
Load : Hiermee laadt u muziekdata van de diskette in
de AT-30.
Function : Hiermee stelt u een aantal parameters voor
de Composer in.
Save : Hiermee schrijft u de muziekdata van de AT-30
weg naar diskette.
Registration : Hiermee kunt u Sets van 8 registraties
opslaan op diskette of van een diskette laden.
Track : Hiermee kiest u een spoor (Track) voor de
opname.
Reset : Als u hierop drukt, keert de AT-30 terug naar
het begin van de Song, en worden de geselecteerde muziekdata weer op hun originele waarden inge­steld.
Stop : Hiermee stopt u de opname/weergave van
muziekdata.
Play : Hiermee start u de weergave van muziekdata.
Beschrijving van de panelen Achterpaneel
9
Rec : Hiermee start u de opname van muziekdata. Bwd : Hiermee spoelt u terug. Fwd : Hiermee spoelt u vooruit.
Master Volume
Hiermee past u het totale weergavevolume aan.
Brilliance
Hiermee past u de helderheid van de klank aan.

2.2 Achterpaneel

Phones
Mic
Echo Volume
Disk Drive
De drive gebruikt u om muziekdata op diskette te bewaren, en om muziekdata op een diskette (Stand­ard MIDI Files) weer te geven.
ROTARY SOUND
On/Off: Hiermee schakelt u het Rotary-effect in of uit.
Fast/Slow: Hiermee past u de snelheid aan van het Rotary-effect (draaiende luidsprekers) aan.
In
Computer MIDI Output
PC-2
MIDI
PC-1 Mac
Phones
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (bij­voorbeeld de los verkrijgbare RH-20/80/120). Zodra u de hoofdtelefoon aansluit, komt er geen geluid meer uit de luidsprekers van de AT-30. Op die manier kunt u zelfs ‘s avonds laat oefenen zonder uw buren of familieleden te storen.
Het volume dat u over de hoofdtelefoon hoort, regelt u met de MASTER VOLUME-regelaar of het zwelpe­daal. Houd er rekening mee dat een overdreven volume uw gehoor kan beschadigen.
Mic
Echo: Hiermee bepaalt u in welke maten het micro­foonsignaal van echo wordt voorzien.
Volume: Hiermee regelt u het volume van de micro­foon.
In: Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten.
Computer
Via deze connector kunt u de AT-30 rechtstreeks met een computer verbinden.
Out
L (mono) R
In
MIDI
Op deze connectors sluit u de kabels aan waarmee u MIDI-commando’s met externe MIDI-apparaten uitwisselt.
Output L(Mono)/R: Verbind deze uitgangen met een keyboard-versterker of andere geluidsapparatuur, indien u het geluid van uw orgel extra wilt verster­ken. Als u uw muziek graag op cassette opneemt, moet u deze uitgangen met de ingangen van uw cas­settespeler verbinden. (Als uw cassettespeler maar één ingang heeft, hebt u hetzij een verloopstuk nodig, of anders gebruikt u enkel de [L (mono]-uit­gang.)
AC ingang
Hierop sluit u de bijgeleverde stroomkabel aan.
Speaker
Hierop sluit u de luidsprekers aan die in de stand zijn ingebouwd.
Pedal
Hierop sluit u de baspedalen/het zwelpedaal/het demperpedaal aan die zijn ingebouwd in de stand.
AT-30
Handleiding

3. Voordat u begint

3.1 Stroomkabel
aansluiten
1) Zorg dat de POWER-schakelaar rechts op het
frontpaneel op OFF staat (niet ingedrukt).
2) Sluit de bijgeleverde stroomkabel aan op de AC
ingang (aan de onderkant van de AT-30) en steek het andere einde van de kabel in een stopkontakt.
Gebruik alleen de stroomkabel die bij de AT-30 wordt geleverd. Als u de AT-30 langere tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u het best de aanslui­ting op het lichtnet.

3.2 Lessenaar installeren

Zet de lessenaar vast in de daarvoor voorziene gaten, zoals in de onderstaande afbeelding wordt aangege­ven.

3.3 De klep openen

Neem de klep met beide handen stevig vast en hef ze op. Schuif ze vervolgens naar achter.
Opmerking: Zorg dat er niets op het klavier ligt (zoals blad­muziek) wanneer u de klep sluit.

3.4 Hoofdtelefoon gebruiken

Op de PHONES-uitgang kunt u een stereo-hoofdte­lefoon (zoals de Roland RH-80, RH-120 enz.) aan­sluiten. Deze uitgang levert hetzelfde signaal als de OUTPUT L(MONO)/R-uitgangen. Zodra u een hoofdtelefoon aansluit, komt er geen geluid meer uit de luidsprekers. Op die manier kunt u met een hoofdtelefoon op ieder gewenst (en ongewenst) moment spelen, zonder anderen te storen.
Het volume van de hoofdtelefoon regelt u met de MASTER VOLUME-regelaar of met het zwelpedaal.
Gebruik best een stereo-hoofdtelefoon.
Opmerking: U mag een hoofdtelefoon nooit overdreven luid zetten en er ook niet te lang ononderbroken naar luisteren, anders riskeert u tijdelijk of permanent gehoorverlies.
Opmerking: Neem altijd de stekker vast als u de hoofdtele­foon wilt uittrekken. Door aan de kabel te trekken riskeert u storingen te veroorzaken.
Let erop dat uw vingers bij het openen of sluiten niet onder de klep terechtkomen. U sluit de klep door ze langzaam naar voren te trekken tot u niet meer ver­der kunt. Houd als volwassene een oogje in het zeil wanneer kleine kinderen het instrument gebruiken.
10

3.5 Microfoon aansluiten

Op de MIC-ingang onder het klavier kunt u een microfoon (zoals de Roland DR-10 of DR-20) aan­sluiten. Zet het volume van de microfoon pas open nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al
Voordat u begint Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen
open staat, terwijl u de microfoon aansluit, levert dat onaangename kraakgeluiden op.
Stel met de MIC VOLUME- en ECHO-regelaar het gewenste microfoonvolume en de gewenste hoe­veelheid echo in.
U kunt nu meezingen met wat u op de AT-30 speelt, of met in de handel verkrijgbare muziek (SMF­songs, optie).
Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen (“fluiten”). Als dat gebeurt, moet u de microfoon verplaatsen (hij mag niet naar de luidsprekers gericht zijn) of het microfoonvolume wat zachter zetten.
Schakel de AT-30 in terwijl u de ONE TOUCH PROGRAM-knop ingedrukt houdt.
Factory Setup
is Loaded.
Als u de AT-30 voor de eerste keer inschakelt of indien u hem een maand lang niet meer hebt gebruikt, worden de fabrieksinstellingen automa­tisch geladen zodra u de AT-30 inschakelt.
3.6 Geluid van de AT-30 naar externe apparatuur sturen
Om het geluid van de AT-30 via externe luidsprekers te versterken of op te nemen op een band-/cassette­recorder moet u de OUTPUT L/R connectors op het achterpaneel van de AT-30 verbinden met de AUX IN of LINE IN connectors van de externe mixer/ver­sterker.

3.7 Fabrieksinstellingen laden

Volg de onderstaande procedure om alle instellingen van de AT-30 weer op hun fabriekswaarden te bren­gen. Zorg ervoor dat er geen diskette in de disk drive zit wanneer u deze procedure uitvoert. Laat het vol­gende duidelijk zijn: u hoeft de fabrieksinstellingen niet te laden. Het is zelfs zo dat u alle eigen instellin-
gen wist zodra u de fabrieksinstellingen van de AT-30 laadt.
Maar het is wel handig te weten dat het kan als het moet. Denk echter twee keer na voordat u deze pro­cedure uitvoert...
11
AT-30
Handleiding

4. Basisbediening

4.1 Spelen op de AT-30
1) Controleer of de stroomkabel is aangesloten, of de
MASTER VOLUME-regelaar op de minimumstand staat, en of het zwelpedaal volledig dichtstaat.
2) Druk op de POWER-knop om de AT-30 in te scha-
kelen.
Opmerking: De AT-30 is uitgerust met een beveiligingscir­cuit. Daarom hoort u pas enkele seconden na het inschakelen geluid.
3) Regel het volume naar een geschikt niveau met de
MASTER VOLUME-regelaar.
Lager volume
Hoger volume
U kunt het totale volume ook met het zwelpedaal regelen: druk het zwelpedaal in voor meer volume, en laat het los voor minder volume.
4) Speel op het klavier voor een eerste kennismaking
met het geluid van de AT-30.
De AT-30 beschikt over twee manualen en één pedaalklavier. We spreken vanaf nu van het boven­manuaal (Upper), het ondermanuaal (Lower) en de baspedalen (Pedal Bass).
Bovenmanuaal (Upper)
Ondermanuaal (Lower)
12
Baspedalen
Basisbediening Klanken kiezen

4.2 Klanken kiezen

Klanken heten in de AT-30 “Voices”. Er zijn heel wat klanken beschikbaar, die u erg gemakkelijk kunt kiezen.

Boven- en ondermanuaal

Bij het inschakelen wordt voor het bovenmanuaal Full Organ 1 gekozen. Op de volgende manier kunt u voor dit manuaal een andere klank kiezen:
1) Druk op de Upper Organ [FULL 2]-knop (de indi­cator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedu­rende enkele seconden in het display.
U.Organ Voice
Full Organ2
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u Full Organ 2.
2) Druk op de Upper Organ [ALTERNATE]- knop (de indicator licht op) onder.
Nu hoort u op het bovenmanuaal Full Organ 5. Onder elke klankkeuzeknop zitten namelijk twee
klanken van hetzelfde type. (Dit is niet het geval voor de klankkeuzeknoppen waarop twee namen zijn afgedrukt: hierbij gaat het om twee verschillende klanktypes.) Met [ALTERNATE] kiest u tussen deze twee klanken.
3) Druk op de Upper [ORGAN FULL 2]-knop (de indicator dooft).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u niets meer, omdat er geen klank aan toegewezen is. Er moet dus in één van de drie “klankblokken” (Organ, Symphonic en Orchestral) minstens één indicator oplichten.
4) Druk op de Upper [ORGAN FULL 1]- en de [UPPER SYMPHONIC STRINGS]-knop (indica­tors lichten op).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, hoort u zowel de Full Organ 1- en de Strings-klank.
5) Druk op de Upper Orchestral [PIANO]-knop (de indicator licht op).
Samen met de combinatie van daarnet hoort u nu ook de Piano 1-klank (in totaal dus drie klanken).
Voor het boven- (Upper) en ondermanuaal (Lower) beschikt u telkens over drie Parts (Organ, Symp­honic en Orchestral). Een Part is een onafhankelijke partij die u aan een bepaald deel van een klavier kunt toewijzen en die u van een eigen klank (Voice) kunt voorzien. U kunt voor elke Part een klank kiezen, waaruit volgt dat u maximaal drie klanken tegelijk kunt weergeven.

Pedal Bass

Bij het inschakelen wordt voor de baspedalen de Organ Bass 1 klank gekozen. Ga als volgt te werk
wanneer u een andere klank wilt kiezen.
13
AT-30
Solo Voice
Trumpet
Handleiding
1) Druk op de Pedal Bass [ELECTRIC 1]-knop (de indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedu­rende enkele seconden in het display.
P.Bass Voice
E.Bass 1
Als u nu op de baspedalen speelt, hoort u de E.Bass 1-klank.
2) Druk op de [OCTAVE UP]-knop (de indicator licht op).

Solo

Volg de onderstaande stappen om een klank te kie­zen waarmee u solo’s wilt spelen (de Solo Voice). Deze klank wordt dan toegewezen aan de hoogste noten die u op het bovenmanuaal speelt.
Als u nu op de baspedalen speelt, merkt u dat het geluid één octaaf hoger klinkt.
Verder gelden hier dezelfde regels als voor de onder­en bovenmanualen: als de indicator van een knop oplicht, hoort u die klank, anders niet. Brandt er geen enkele indicator in het Pedal Bass-blok, dan hoort u niets wanneer u op de baspedalen speelt.
Voor de weergave van de baspartij wordt telkens één stem gebruikt (de baspedalen zijn dus monofoon, wat betekent dat u geen akkoorden kunt spelen).
Opmerking: Als u op de [TO LOWER]-knop drukt (de indicator licht op), speelt de bas automatisch de grondnoten van de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt. Wan­neer u de drie Parts voor het ondermanuaal uitschakelt, kunt u de bas via het ondermanuaal spelen, zie blz. 20.
De naam van de geselecteerde klank verschijnt gedu­rende enkele seconden in het display.
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, worden de hoogste noten weergegeven door de Trumpet-klank.
2) Druk op de [ALTERNATE]-knop (de indicator licht op).
Als u nu op het bovenmanuaal speelt, worden de
1) Druk op de Solo [TRUMPET]-knop (de indicator licht op).
hoogste noten weergegeven door de Mute Trumpet­klank.
Net als bij het onder- en bovenmanuaal kiest u met de [ALTERNATE]-knop tussen twee variaties van de geselecteerde klank.
Ook hier geldt dat de klank is ingeschakeld als de indicator brandt, en dat hij niet beschikbaar is wan­eer de indicator niet brandt. Als geen enkele indica­tor oplicht, hoort u geen Solo-klank.

4.3 Klanken verlevendigen

Hieronder bekijken we enkele functies waarmee u wat afwisseling kunt brengen in de klanken van uw AT-30.

Rotary-effect

Het Rotary-effect simuleert het geluid van een rond­draaiende luidspreker. U kunt hierbij kiezen uit twee snelheden: Fast en Slow.
U kunt het Rotary-effect gebruiken op de klanken die u met de bovenste rij knoppen voor Upper en
Lower Organ kiest (alleen voor de orgelklanken dus, met uitzondering echter van Rock Organ). Dit komt overeen met de klanken 1~12 en 15~20 (zie blz. 18). U kunt het effect ook gebruiken als u één van deze klanken in combinatie met klank 33 en 38~40 aan
14
Basisbediening Begeleidingsfuncties gebruiken
een [OTHERS]-knop toewijst (behalve voor Solo en Pedal Bass).
1) Kies de klank waaraan u het Rotary-effect wilt toe­voegen.
2) Druk op de Rotary Sound [ON/OFF]-knop (kijk of de indicator oplicht).
3) Druk op de Rotary Sound [FAST/SLOW]-knop.
De knopindicator licht op Fast
De knopindicator licht niet op Slow
Effect van snel draaiende luid­sprekers.
Effect van langzaam draaiende luidsprekers.
Tweede stem (Melody Intelligence)
De Melody Intelligence-functie voegt een tweede stem toe aan de melodieën die u op het bovenma­nuaal speelt. Welke harmonie wordt toegevoegd hangt af van de akkoorden die u op het onderma­nuaal speelt.
Druk op de [MELODY INTELLIGENCE]-knop (de indicator licht op).
Als u nu bijvoorbeeld op het ondermanuaal het akkoord C-E-G (do majeur) speelt, dan worden de melodienoten die u op het bovenmanuaal speelt voorzien van een tweede stem in C-majeur.

4.4 Begeleidingsfuncties gebruiken

De AT-30 heeft een aantal ritmes aan boord die u als begeleiding kunt gebruiken.
1) Druk op [START/STOP] (de indicator licht op) om de weergave van het ritme te starten.
2) Druk op [VARIATION] (de indicator licht op).
U krijgt nu het Variation-ritme te horen. Met de VARIATION knop kiest u namelijk een alternatief arrangement van het geselecteerde ritme:
De indicator licht op
Variation
De indicator licht niet op Original
U hoort een ietwat complexer ritmepartroon.
U hoort het basis-ritmepa­troon.
3) Druk op de [TO ORIGINAL]-knop.
De indicator op de [VARIATION]-knop dooft en u hoort een Fill-In (overgang) die uitmondt in het Ori­ginal-patroon. Een Fill-In is een korte ritmische frase die bijvoorbeeld wordt ingevoegd tussen een strofe
en een refrein, of op een plaats waar de sfeer van een song verandert.
4) Druk op de [TO VARIATION]-knop.
De indicator op de [VARIATION]-knop licht op en u hoort een Fill-In (overgang) die uitmondt in het Variation-patroon.
To Original en To Variation kunt u dus gebruiken om “scharnierpunten” in een song wat extra in de verf te zetten.
5) Druk op [START/STOP] (de indicator dooft) om het ritme te stoppen.
[VARIATION], [TO VARIATION] en [TO ORIGI­NAL] zijn dus een reeks flexibele functies die u hel­pen voorkomen dat uw arrangementen “saai” wor­den.
Opmerking: Laten we hier ook even de [SYNC START]­knop vermelden: als u deze indrukt (de indicator licht op), dan start het ritme samen met de eerste noot die u op het ondermanuaal speelt (zie blz. 21).
15
AT-30
Set
Jazz Band ¯: 124 C Maj
Handleiding

Een ritme kiezen

De 34 ritmes van de AT-30 zijn ondergebracht in 11 groepen.
Big Band Swing Country 50's Ballad Triad
Latin1 Latin2 Pops March Waltz
Rhythm
–+
Select
1) Druk op een RHYTHM-knop (de indicator licht op) om een ritme te kiezen.
2) Met de [RHYTHM SELECT]-knoppen kunt u een ander ritme binnen dezelfde groep kiezen.
De indicator knippert.
Swing ¯: 174
3) Druk nogmaals op de RHYTHM-knop (de indica­tor blijft branden) om het ritme dat u onder (2) hebt gekozen vast te leggen. Druk nu op [START/ STOP] om het ritme weer te geven.
Laten we even kijken naar de ritmes:
Big Band
Jazz Band Big Band BigBndBallad
Latin 1
Bossa Nova Chacha Mambo
Swing
Combo Swing
Latin 2
Samba Rhumba Beguine Tango
Country
Bluegrass CountryWaltz Two-step
Pops
Easy Listen1 Easy Listen2 Pop PopularPiano
50's
Twist Rock’n’Roll1 Rock’n’Roll2
March
March4/4 March6/8
Ballad
Ballad Love Songs Classic
Waltz
Slow Waltz Musette Vienna Waltz
Trad
Fox trot Dixieland Hawaiian
Disk
Polka
Automatische begeleiding (Ar­ranger)
Met de Arranger kunt u automatische melodische begeleidingspatronen aan de ritmes toevoegen. De Arranger komt dan op de proppen met een begelei­ding die past bij het geselecteerde ritme. De automa­tische begeleiding volgt de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt.
Verder is er ook nog de erg handige [ONE TOUCH PROGRAM]-knop. Als u hierop drukt, kiest de Arranger automatisch de begeleiding en de klanken die het best passen bij het geselecteerde ritme.
Opmerking: Als u een ritme van diskette kiest, zoekt de One Touch Program-functie niet de meest geschikte klank.
1) Kies een ritme (zie blz. 16).
2) Druk op de [ONE TOUCH PROGRAM]-knop.
3) Speel op het ondermanuaal het akkoord C-E-G (C majeur).
Zodra u een akkoord, speelt begint de begeleiding automatisch, vanaf de intro. De begeleiding blijft nu lopen, ook wanneer u uw hand van de toetsen haalt.
In het display wordt de naam afgebeeld van het akkoord dat u speelt:
4) Speel nu op het ondermanuaal een F-akkoord (F­A-C).
Zoals u merkt, volgt de begeleiding de akkoordwis­sel. Probeer nog enkele andere akkoorden, om het principe onder de knie te krijgen.
5) Druk op de [TO VARIATION]-knop.
De indicator van de knop licht op en u hoort een Fill­In die uitmondt in de Variation-begeleiding.
6) Druk op de [TO ORIGINAL]-knop.
De indicator van de knop dooft en u hoort een Fill­In die uitmondt in de [ORIGINAL]-begeleiding.
7) Druk op de [ADVANCED]-knop.
De begeleiding gaat nu over in het Advanced-arran­gement. Naast Original/Variation bestaat er nog een andere tweedeling, die afhangt van de [ADVAN­CED]-knop:
De knopindicator licht op Advanced
De knopindicator licht niet op Basic
U hoort een ietwat complexer arrangement met meer instru­menten.
U hoort het basis-arrangement met minder instrumenten.
8) Druk op de [INTRO/ENDING]-knop.
U hoort een slotfrase, waarna de begeleiding ophoudt.
Opmerking: Tijdens de weergave van de Intro of Ending kunt u niet op het ondermanuaal spelen.
16

4.5 Instellingen opslaan (registratie)

U kunt alle instellingen, die u op het frontpaneel maakt, opslaan en later met één knopdruk weer oproepen. Een set instellingen die u opslaat noemen we een “registratie”. Op de AT-30 kunt u acht regis­traties kwijt.

Registraties opslaan

Write
Manual
1) Maak op het frontpaneel alle instellingen die u wilt opslaan.
2) Druk op een knop 1~8 terwijl u de [WRITE]-knop ingedrukt houdt.
De registraties blijven uiteraard in het geheugen bewaard nadat u de AT-30 hebt uitgeschakeld.
Het is mogelijk om een volledige Set van acht regis­traties op te slaan op diskette (zie blz. 30).
1 2 3 4 5 6 7 8
Basisbediening Instellingen opslaan (registratie)

Instellingen oproepen

Alle instellingen oproepen met uitzondering van de ritmes en de automatische begeleiding
Druk op een knop 1~8. De indicator licht op en alle instellingen (behalve die voor de ritmes en de auto­matische begeleiding) worden geladen.
Instellingen oproepen met inbegrip van het ritme en de automatische begeleiding
Houd een knop 1~8 gedurende enkele seconden ingedrukt, tot de knoppen die verband houden met de ritmes en de automatische begeleiding oplichten.
Opmerking: U kunt de laadtijd voor “volledige” registraties (dus inclusief ritmes en begeleidingen) verkorten, zie blz. 35.

Manual-knop gebruiken

Wanneer u de Manual-functie hebt ingeschakeld, worden alle instellingen, die u op het frontpaneel maakt, automatisch opgeslagen, terwijl u ze maakt. Hierbij wordt de registratie, die u voordien had opgeslagen telkens aangepast.
17
AT-30
1 Full Organ1 2 Full Organ4 3 Full Organ2 4 Full Organ5 5 Full Organ3 6 Full Organ6 7 Jazz Organ1 8 Jazz Organ4
9 Jazz Organ2 10 Jazz Organ5 11 Jazz Organ3 12 Jazz Organ6 13 Rock Organ1 14 Rock Organ2 15 Lower Organ1 16 Lower Organ4 17 Lower Organ2 18 Lower Organ5 19 Lower Organ3 20 Lower Organ6 21 Pipe Organ1 22 Pipe Organ4 23 Pipe Organ2 24 Pipe Organ5 25 Pipe Organ3 26 Pipe Organ6 27 Theater Or.1 28 Theater Or.4 29 Theater Or.2 30 Theater Or.5 31 Theater Or.3 32 Theater Or.6 33 Full Organ7 34 Pipe Organ7 35 Theater Or.7 36 Synth Org.1 37 Synth Org.2 38 Pop Organ1 39 Pop Organ2 40 Pop Organ3 41 Strings1 42 Strings2 43 Slow Str.1
44 Slow Str.2 45 Synth. Str.1 46 Synth. Str.2 47 Synth. Pad1 48 Synth. Pad2 49 Choir 50 Pop Voice 51 Synth. Choir 52 Synth. Voice 53 Space Voice 54 Synth. Str.3 55 Synth. Flute 56 Pizzicato 57 Piano1 58 Honky-tonk 59 E.Piano1 60 E.Piano2 61 Nylon-str.Gt 62 Steel-str.Gt 63 Jazz Guitar 64 Overdrive Gt 65 Tp. Section 66 Sax. Section 67 Harpsichord 68 Harp 69 Vibraphone 70 Marimba 71 Mandolin 72 Banjo 73 Accordion 74 Harmonica 75 Org. Attack1 76 Org. Attack2 77 Org. Attack3 78 Org. Attack4 79 Org. Click 80 Piano2 81 Clavi. 82 Celesta 83 Glockenspiel 84 Xylophone 85 Tubular-bell 86 Bandoneon
87 Hawaiian Gt. 88 Organ Harp 89 Fr.Horn Sect 90 Synth. Brass 91 Sitar 92 Steel Drums 93 Violin 94 Cello 95 Trumpet 96 Mute Trumpet 97 Alto Sax 98 Tenor Sax
99 Flute 100 Pan Flute 101 Oboe 102 Clarinet 103 Viola 104 Flugel Horn 105 Trombone 106 Soprano Sax 107 Bassoon 108 Shakuhachi 109 HumanWhistle 110 Synth. Lead1 111 Synth. Lead2 112 Synth. Lead3 113 Synth. Lead4 114 Synth. Lead5 115 Organ Bass1 116 Organ Bass2 117 Pipe Org. Bs 118 String Bass 119 E.Bass1 120 E.Bass2 121 Contrabass1 122 Contrabass2 123 Tuba 124 Synth. Bass1 125 Synth. Bass2 126 Bass+Cymbal 127 Perc. Set1 128 Perc. Set2
Handleiding

5. Geavanceerde functies

5.1 De Others-knoppen

Voor elke Part is er een [OTHERS]-knop – acht in totaal. Aan elk van deze knoppen kunt u twee klan­ken (plus één klank voor de baspedalen) toewijzen. Het voordeel van deze knoppen is dat u er meer direct kiesbare klanken door onder uw vingertoppen krijgt. Bovendien kunt u voor het boven- en onder­manuaal tot 3 Parts “op elkaar stapelen”, waardoor u nieuwe klanken kunt vormen.
Opmerking: U kunt nooit twee identieke Voices aan een [OTHERS]-knop toewijzen.
1) Druk op de [OTHERS]-knop links van het display (alle [OTHERS]- en [ALTERNATE]-knoppen beginnen te knipperen).
2) Druk op de [OTHERS]-knop van de Part waaraan u een klank wilt toewijzen (enkel de geselecteerde [OTHERS]-knop blijft knipperen).
3) Druk, indien nodig, op de [ALTERNATE]-knop. Voor de Pedal Bass Part is dit niet nodig.
4) Kies met de VALUE +/– knoppen de gewenste klank. De naam van die klank wordt in het display afgebeeld.
hebt geselecteerd, ook nog eens aan de OTHERS knop kunt toewijzen.
5) Druk nogmaals op de [OTHERS]-knop links van het display, of op de [OTHERS]-knop van de Part waaraan u een klank hebt toegewezen.
Opmerking: Na stap (5) kunt u met de [VALUE]-knoppen nog steeds een “Others” klank kiezen voor de geselecteerde Part.
Hieronder ziet u een lijst van klanken die u aan de OTHERS knop kunt toewijzen. Bedenk echter dat u nooit een klank, die u reeds voor de betreffende Part
18
Others Select 13 Rock Organ1

5.2 Ritmes van diskette laden

Als u tussen de 34 interne ritmes uw gading niet vindt kunt u extra ritmes van de bijgeleverde Music Style diskette laden. Dat gaat als volgt:
1) Steek de Music Style diskette in de disk drive.

Geavanceerde functies Drummen op het klavier

Zorg dat u de diskette in de juiste richting inbrengt: met het etiket naar boven.
2) Druk op de [DISK]-knop (de indicator licht op).
3) Druk op een Rhythm Select knop om een ritme te selecteren.
Shuffle ¯:181
De indicator knippert terwijl het ritme in het interne geheugen wordt geladen (dat duurt maar even).
Zodra het ritme is geladen, blijft de Disk indicator branden. U kunt het geselecteerde ritme nu weerge­ven. Hoe dat moet hebben we op blz. 15 en 16 reeds uitgelegd.
Opmerking: Vlak na het inschakelen van de AT-30 kunt u, door op de [DISK]-knop te drukken, het Polka ritme van de bijgeleverde diskette weergeven, zelfs als die diskette niet in de drive steekt.
Opmerking: Als het interne geheugen veel data bevat, is het soms niet mogelijk om ritmes van diskette te laden. In dat geval krijgt u de volgende prompt te zien:
Clear Song SUre?
Yes:REC No:RST
Hiermee wordt aangegeven dat het interne geheugen zal worden gewist om plaats te maken voor de data van diskette. Als u de data in het interne geheugen niet meer nodig hebt, drukt u dan op [REC]. Wilt u de data in het interne geheugen echter eerst opslaan, druk dan op [RESET] om de operatie af te blazen.
Waar het bij de Drums Sets om gaat, is het volgende: in plaats van met elke toets van het ondermanuaal een andere noot van een klank te spelen (wat u toe­laat om melodieën en akkoorden te spelen), stuurt u, nadat u op [MANUAL DRUMS] gedrukt hebt, met elke noot een andere klank aan.
Opmerking: Bij het inschakelen van de AT-30 wordt auto­matisch de STANDARD Drum Set gekozen, maar er zijn uiteraard nog andere opties (zelfs geluidseffecten behoren tot de mogelijkheden), zie blz. 35. Op blz. 45 vindt u een volledig overzicht van de klanken die deel uitmaken van de verschil­lende Drum Sets.

5.4 Effecten kiezen

We hebben al kennis gemaakt met het “orgeltypisch” Rotary effect, maar de AT-30 biedt ook nog een aan­tal meer algemene effecten, die ook niet-orgelklan­ken tot leven kunnen brengen.

Chorus

Chorus is een effect dat het geluid breder maakt, zodat het lijkt alsof u meerdere instrumenten tegelijk hoort. U kunt het Chorus-effect op twee Parts gebruiken: Upper Orchestral en Lower Orchestral (voor elk van deze Parts is er een aparte CHORUS knop). U kunt verder nog voor iedere klank bepalen of u hem al dan niet door het Chorus effect wilt stu­ren.
5.3 Drummen op het
klavier
Op het ondermanuaal kunt u een groot aantal drum­klanken (die telkens in groepen ondergebracht zijn die we Drum Sets noemen) spelen.
Druk op de [MANUAL DRUMS]-knop (de indica­tor licht op).
1) Kies de klank die u van Chorus wilt voorzien.
2) Druk op de CHORUS knop van de Part waartoe de geselecteerde klank behoort (kijk of de indicator oplicht).
U kunt de klanken No. 1~12, 15~20, 33 en 38~40 (blz. 18) niet van Chorus voorzien.
Opmerking: Deze instellingen blijven ook na uitschakelen bewaard.
19
AT-30
Handleiding

Reverb-effect

Reverb (galm) geeft het geluid een ruimtelijke dimensie, waardoor u de indruk krijgt in een con­certzaal te spelen.
Druk op de REVERB knop om het galmniveau (0~
12) in te stellen.
Reverb
4:§§§§
Als u op de bovenste knop () drukt, voegt u meer galm toe. Drukt u op de onderste knop (), dan ver-
mindert u het galmniveau. Als alle indicators uit zijn (waarde 0), wordt er geen galm toegevoegd.
U kunt ook het galmtype kiezen en het niveau voor ieder Part instellen (zie blz. 33).

5.5 Speelhulpen

Naast de reeds behandelde Melody Intelligence biedt de AT-30 nog een aantal andere functies die u tijdens het spelen kunt gebruiken.

Demperpedaal

Wanneer u het pedaal indrukt, wordt de klank, die u op het ondermanuaal speelt, aangehouden.
Als de indicator van de [TO LOWER]-knop brandt, wordt de Solo- en/of de Pedal Bass-klank op het ondermanuaal niet aangehouden.

Bas spelen op het ondermanuaal

In plaats van de pedalen kunt u desgewenst ook het ondermanuaal gebruiken om de bas te spelen.

Sustain-effect

Het Sustain-effect zorgt dat de noten worden aange­houden (blijven doorklinken). U kunt het Sustain­effect toepassen op de Upper-klank (behalve de Solo-klank), de Lower-klank, en de Pedal Bass­klank.
Druk op de Sustain-knop van de sectie waarvan u de noten wilt laten doorklinken (kijk of de indicator oplicht).
Opmerking: U kunt voor elke sectie de lengte van de Sustain bepalen (zie “Sustain Length” op blz. 33).
Druk op de [TO LOWER]-knop (de indicator licht op).
Als u nu op het ondermanuaal C-E-G speelt, dan wordt de C weergegeven met de basklank. Met ande­re woorden: de grondnoten van alle akkoorden die u op het ondermanuaal speelt worden weergegeven met de klank die u als Bass Voice hebt gekozen.
Als de drie Parts van het ondermanuaal (Lower) zijn uitgeschakeld kunt u op het ondermanuaal mono­fone baspartijen spelen.

Klankkleur (Brilliance)

U kunt de algemene klankkleur aanpassen met de [BRILLIANCE]-regelaar. Wanneer u de regelaar naar boven schuift, wordt het geluid helderder, schuift u hem naar beneden dan wordt het geluid doffer.

Voetschakelaars

De AT-30 is voorzien van twee voetschakelaars, die zich aan weerszijden van het zwelpedaal bevinden.
Als u de linkerschakelaar naar links drukt, krijgt u een Glide effect (de toonhoogte gaat even naar omlaag en keert vervolgens terug naar de originele toonhoogte). Door de rechterschakelaar naar rechts
20
Geavanceerde functies Instellingen voor de ritmes en de begeleidingen
te drukken schakelt u heen en weer tussen het Fast en Slow Rotary-effect.
Rotary snel/langzaam
Glide
Bij het inschakelen van de AT-30 wordt het Glide­effect automatisch aan het bovenmanuaal toegewe­zen, maar u kunt ook een ander klavier kiezen
“Glide (toewijzing)” op blz. 35)
Opmerking: U kunt ook andere functies aan de linker en rechter voetschakelaar toewijzen (zie “Left Foot Switch/Right Foot Switch” op blz. 34).
.
(zie

5.6 Instellingen voor de ritmes en de begeleidingen

Automatische begeleiding in- en uitschakelen (Arranger On/Off)

Met de ARRANGER ON/OFF knop kiest u of u auto­matische begeleiding aan het ritme wilt toevoegen.
Zodra u iets speelt op het ondermanuaal, start de weergave van het ritme en de begeleiding (als de [ARRANGER ON/OFF]-knop is ingeschakeld) of enkel het ritme (als de [ARRANGER ON/OFF]­knop niet is ingeschakeld).

Tempo van het ritme aanpassen

Pas het tempo van het ritme aan met de TEMPO ® knoppen. Door op de ® knop te drukken versnelt u het tempo, door op de knop te drukken vertraagt u
het tempo. De huidige waarde van het tempo (30~ 250 kwartnoten per minuut) kunt u in het display aflezen.
Jazz Band
44
¯¯¯¯::::1111222244
Het tempo wordt ook aangegeven door de BEAT­indicators onder het display. Voor de eerste tel van de maat licht de rode indicator (de eerste) op, voor de overige tellen de groene indicators.
Opmerking: Door tegelijk op en ® te drukken kiest u
opnieuw het standaardtempo voor het geselecteerde ritme.
C Maj
Druk op de [ARRANGER ON/OFF]-knop.
De indicator licht op ON
De indicator licht niet op OFF
Opmerking: Als de [ARRANGER ON/OFF]-knop is inge­schakeld en u hebt geen basklank geselecteerd, dan wordt de bas weergegeven door de automatische begeleiding.
Ritme + automatische begeleiding
Enkel ritme

Sync Start

De Sync Start-functie zorgt ervoor dat het ritme start zodra u iets op het ondermanuaal speelt.
Druk op de [SYNC START]-knop (kijk of de indica­tor oplicht) om de functie te activeren.

Inleiding (Intro)

Druk op de [INTRO/ENDING]-knop. Als u ook Sync Start hebt geactiveerd (zie hiernaast), knippert de indicator van die knop nu. Speelt u nu iets op het ondermanuaal, dan hoort u een Intro en vervolgens begint het ritme met de automatische begeleiding.
Hebt u Sync Start uitgeschakeld, dan hoort u de Intro zodra u op de [INTRO/ENDING]-knop drukt. Na de Intro begint het ritme met de automatische begeleiding.
Opmerking: Als de [ARRANGER ON/OFF]-knop op OFF staat, hoort u enkel het ritme.
Zolang de Intro van de automatische begeleiding klinkt, geeft de AT-30 de noten, die u op het onder­manuaal speelt, niet weer. Dat heeft te maken met de werking van de Arranger, die we met recht “intelli­gent” noemen: de verschillende partijen veranderen, qua structuur, nooit van alleen, maar de toonaard waarin het “bandje” speelt staat volledig in functie van de akkoorden die u op het ondermanuaal speelt. Anders uitgedrukt: u “voedt” de Arranger met noot­informatie.
21
AT-30
Handleiding
Het merendeel van de inleidingen is echter al zo complex gearrangeerd en bevat ook een aantal akkoordwisselingen, dat de noten, die u daar nog aan toevoegt, de inleiding helemaal in de war zouden sturen. Daarom houdt de AT-30 tijdens een Intro geen rekening met wat u op het ondermanuaal speelt.

Einde (Ending)

Druk op de [INTRO/ENDING]-knop terwijl de automatische begeleiding (of alleen het ritme) loopt. Na de maat die nu klinkt speelt de AT-30 een slot (ook wel coda genoemd). Na deze frase stopt de weergave automatisch.
Zolang de Ending van een automatische begeleiding wordt weergegeven, kunt u niets op het onderma­nuaal spelen. De reden hiervoor is dezelfde als voor de Intro.

Eenvoudige vingerzetting (Chord Intelli)

Op het ondermanuaal kunt u zes basisakkoorden spelen met vereenvoudigde vingerzetting. Druk op de CHORD INTELLI knop (kijk of de indicator oplicht). Nu zal het “spelen” van akkoorden heel wat vlot-
ter verlopen omdat u nog maar één, twee of drie toetsen hoeft in te drukken om de AT-30 de meest ingewikkelde akkoorden te laten spelen.
Hieronder ziet u een overzicht van de akkoordtypes die u met de Chord Intelligence kunt spelen, en de vingerzet­tingen die u daarbij moet hanteren.
Chord Intelligence: aan
Maj Maj 7 7 Min Min 7 dim
C B/C Bb/C C/Eb Bb/C/Eb C/F#
C# C/C# B/C# C#/E B/C#/E C#/G
D C#/D C/D D/F C/D/F D/Ab
Eb D/Eb C#/Eb Eb/F# C#/Eb/F# Eb/A
E Eb/E D/E E/G D/E/G E/Bb
F E/F Eb/F F/Ab Eb/F/Ab F/B
F# F/F# E/F# F#/A E/F#/A F#/C
G F#/G F/G G/Bb F/G/Bb G/C#
Ab G/Ab F#/Ab Ab/B F#/Ab/B Ab/D
A Ab/A G/A A/C G/A/C A/Eb
Bb A/Bb Ab/Bb Bb/C# Ab/Bb/C# Bb/E
B Bb/B A/B B/D A/B/D B/F

Leading Bass functie

Als de automatische begeleiding is ingeschakeld, en de [TO LOWER]-knop actief is, wordt de onderste noot van het akkoord dat u speelt weergegeven met een basklank. Als u akkoordinversies speelt, hoort u uiteraard een andere basnoot.
Deze functie laat dus toe om stukken zoals A Whiter Shade Of Pale of het Air van Bach te spelen, die beide gekenmerkt worden door een veranderende bas, ter­wijl het akkoord niet of nauwelijks verandert. Nor­maal kiest de Arranger altijd de grondtoon van het akkoord dat u op het ondermanuaal speelt (een C voor een C, Cm, Cmaj7 enz. akkoord), wat meestal ook in orde is. Maar voornoemde stukken (of
22
akkoorden zoals C/E) kunt u enkel spelen wanneer u Leading Bass inschakelt.
Druk op de LEADING BASS knop (kijk of de indica­tor oplicht).

Noten van het ondermanuaal aanhouden (Lower Hold)

Als de Lower Hold-functie is ingeschakeld blijft/blij­ven de noot/noten die u op het ondermanuaal aan­slaat doorklinken (zelfs indien u de toetsen loslaat) tot u de volgende noot/noten aanslaat.
Druk op de [LOWER HOLD]-knop (kijk of de indi­cator oplicht).
Geavanceerde functies Instellingen voor de ritmes en de begeleidingen
23
AT-30
Handleiding

6. Opnemen en weergeven

6.1 Over diskettes

Disk drive

Gebruik de AT-30 niet in een vochtige omgeving. Een hoge vochtigheidsgraad kan een slechte invloed hebben op de werking van de drive of schade veroor­zaken aan diskettes. Wanneer u de AT-30 hebt ver­voerd, moet u hem eerst op kamertemperatuur laten komen voordat u de disk drive gebruikt.
Wanneer u een diskette insteekt, moet u ze zachtjes naar voren schuiven tot ze vastklikt. Om de diskette er weer uit te halen drukt u stevig op de uitwerptoets van de disk drive. Een diskette die in de drive blijft steken mag u niet forceren.
Opmerking: Probeer nooit een diskette uit de drive te halen terwijl de drive nog werkt (de indicator licht dan helder op); hiermee zou u de diskette en de drive kunnen beschadigen.
Haal steeds de diskette uit de drive voordat u de AT-30 in- of uitschakelt.

Diskettes hanteren

Diskettes dragen een magnetische laag waarop de informatie wordt geschreven (zoals bij een cassette). Let op de volgende punten bij het omgaan met dis­kettes:
Raak nooit aan de magnetische laag binnenin de
behuizing van de diskette.
Stel diskettes nooit bloot aan extreme temperatu-
ren (bijvoorbeeld: rechtstreeks zonlicht in een afgesloten wagen). De aanbevolen temperatuurs­grenzen zijn: 10~50°C.
Stel diskettes nooit bloot aan sterke magneetvel-
den, zoals die bijvoorbeeld door luidsprekers wor­den gegenereerd.
Op iedere diskette zit een wisbeveiligingsnokje, waarmee u kunt zorgen dat u de diskette niet per
ongeluk kunt wissen. Laat dit nokje steeds in de PROTECT-stand staan. Schuif het enkel in de WRITE-stand wanneer u data op de diskette wilt opslaan.
Achterkant van de diskette
WRITE (u kunt nieuwe data opslaan)
Beveiliging
PROTECT (er kunnen geen data opgeslagen worden)
Maak van alle belangrijke data een veiligheidskopie op een andere diskette. Zo bent u steeds gered als de
originele onvindbaar of onbruikbaar blijkt. Kleef het etiket stevig op de diskette. Als dit label los-
komt terwijl de diskette zich in de drive bevindt, zou de diskette wel eens vast kunnen komen te zitten.
Bewaar diskettes steeds in hun doosje. Het is mogelijk dat de inhoud van een beschadigde
diskette niet meer te recupereren valt. Roland kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventueel verlies van data.

Diskettes formateren

Voordat u een nieuwe diskette met de AT-30 kunt gebruiken, moet u deze eerst formateren.
Opmerking: Bij het formateren van een diskette wist u alle aanwezige data op die diskette. Controleer daarom diskettes die u reeds gebruikt hebt voordat u ze formateert, om te zien of er geen belangrijke data op staan.
1) Schuif het schrijfbeveiliging in de WRITE-stand.
Steek de diskette in de drive (label aan de boven­kant, sluiter naar voren).
2) Druk op de [FUNCTION]-knop.
3) Kies met de SELECT knoppen Disk Utility en
druk op de [REC]-knop.
24
4) Kies met de SELECT knoppen Format Disk en druk op de REC knop.
U krijgt nu de volgende prompt te zien, die u vraagt uw keuze te bevestigen.
Format Sure?
Yes:REC No:RST
5) Druk nogmaals op de [REC]-knop om de diskette te formateren, of druk op de RESET knop om de procedure te annuleren zonder de diskette te for­materen.
Zodra de diskette is geformateerd keert u terug naar het basisscherm.
6.2 Muziek opnemen/
weergeven
Met de Composer van de AT-30 kunt u (in de vorm van digitale gegevens) opnemen wat u speelt. De Composer is een opnameapparaat dat in de AT-30 is ingebouwd en waarmee u commando’s opneemt – net zoals dat op een computer het geval is. Als u al een beetje ervaring met dit soort apparaten hebt, weet u dat ze ook wel sequencers worden genoemd.
Opmerking: De Composer biedt nog een aantal andere functies, die hier niet aan de orde komen. Zie voor deze func­ties “Instellingen voor de Composer (FUNCTION)” op blz. 36.

Opnemen (Rec)

De Composer van de AT-30 biedt zeven sporen (Tracks). Op elk spoor kunt u een andere partij opnemen en ze dan samen weergeven. Laten we even kijken hoe de spoorindeling er uitziet:
Rhythm ritmes, zelfgespeelde drums, geluidseffecten
Accomp automatische begeleiding (uitgezonderd bas)
de baspartij van de pedalen (Pedal Bass
Bass
Lower Lower klank
Upper Upper klank
Solo Solo klank
Control
Voice), de baspartij van de automatische begeleiding
handelingen op het frontpaneel (klankkeuze enz.), bediening van het zwelpedaal

Opnemen en weergeven Muziek opnemen/weergeven

1) Kies op het frontpaneel de klanken en instellingen die u nodig hebt voor de opname (of kies een regis­tratie).
2) Druk op de [REC]-knop om de AT-30 klaar voor opname te maken. De REC-indicator licht op, en de PLAY-indicator begint te knipperen.
3) Druk op de knop van het spoor waarop u wilt opne­men. De indicator van dit spoor begint dan te knip­peren.
Als u een Song voor de eerste keer opneemt, begin­nen de indicators voor alle sporen te knipperen. Als er zich op het spoor, waarop u gaat opnemen, echter al data bevinden, dan worden deze door de nieuwe opname gewist.
4) Druk op de [PLAY]-knop om de opname te starten.
Nadat u op de [PLAY]-knop hebt gedrukt, telt de metronoom twee maten af, waarna de opname begint. Bij ritmes en automatische begeleidingen begint de opname zodra u het ritme start.
5) Druk op de [STOP]-knop zodra u gedaan hebt met opnemen.
De indicator van het spoor dat u net hebt opgeno­men licht nu op. Als u in plaats van de [STOP]-knop de [RESET]-knop indrukt, keert u terug naar het begin van wat u zonet hebt opgenomen.
Opmerking: U kunt niet over data opnemen die niet op de AT-30 tot stand zijn gekomen (bijvoorbeeld SMF-muziekda­ta, ism-muziekdata). Om op te kunnen nemen moet u dan eerst “NEW SONG” kiezen met de SONG SELECT knop en vervolgens op de [REC]-knop drukken. Of u moet de betref­fende diskette uit de drive halen.
NEW SONG : ¯:120
Opmerking: Als u tijdens de opname van het ritme of de automatische begeleiding op [INTRO/ENDING] of [START/STOP] drukt, stopt het ritme of de begeleiding. Maar dat betekent niet dat ook de opname stopt. Als dát de bedoeling is, moet u op [STOP] of [RESET] drukken.
Tijdens de opname kunt u de volgende displaymel­dingen te zien krijgen:
25
AT-30
ATELIER-01 36 ¯:150
Handleiding
Als het geheugen bijna vol is.
Internal Memory
Near Limit
Als de opname werd geannuleerd omdat het geheu­gen vol is.
Internal Memory
is Full.
Opmerking: U kunt de metronoomaftel vóór de opname uitschakelen (zie blz. 36).

Data wissen (Clear)

Als u niet tevreden bent met wat u hebt opgenomen, kunt u dit wissen, en vervolgens een nieuwe poging doen, of iets anders opnemen.
1) Druk tegelijk op de [FUNCTION]- en [SAVE]­knop. U krijgt nu een prompt te zien die u om bevestiging vraagt.
Clear Song Sure?
Yes:REC No:RST
Opmerking: Als u op de [PLAY]-knop drukt terwijl u de [STOP]-knop ingedrukt houdt, dan telt de metronoom twee maten af voor het begin van de weergave.
Opmerking: Als u na het weergeven van commerciële muziekdata (SMF songs, ism data, enz.) ritmes of automati­sche begeleidingen gebruikt, dan klinken die misschien anders dan u verwacht. Druk in dat geval op [RESET] vóór u de weergave start.
Een bepaald spoor niet beluisteren
(Track Mute)
Druk op een verlichte Track-knop. De bijbehorende indicator zal dan doven. Dat betekent dat het betref­fende spoor niet meer weergegeven wordt. U kunt het spoor weer inschakelen door nogmaals op de corresponderende Track-knop te drukken. Als er geen enkele Track-indicator oplicht, hoort u uiter­aard niets.

Song opslaan (Save)

Zodra u de AT-30 uitschakelt, wordt de opgenomen Song gewist. Als u deze data wilt bewaren, moet u ze opslaan op diskette. Hebt u een Song nog niet opge­slagen, verschijnt het volgende symbool achter de tempowaarde: . Op die manier weet u dat u dat nog moet doen voordat u de AT-30 uitschakelt.
2) Druk op de [REC]-knop als u de song wilt wissen. Om de procedure te annuleren drukt u op de [RESET]-knop. In dat geval wordt de Song niet gewist.

Song weergeven (Play)

1) Druk op de [RESET]-knop om naar het begin van de eerste maat terug te keren.
Als u vanaf een bepaald punt wilt weergeven, kunt u dit punt opzoeken met de [BWD]- of [FWD]-knop.
2) Druk op de [PLAY]-knop om de weergave te star­ten.
3) Druk op [STOP] of [RESET] om de weergave te stoppen.
Als u op de [PLAY]-knop drukt, terwijl u de [STOP]-knop ingedrukt houdt, wordt de weergave voorafgegaan door twee maten aftel door de metro­noom.
26
De naam van een Song veranderen
(Rename)
Data die u opneemt krijgen automatisch een naam. Nu zal u natuurlijk deze naam door iets zinvollers willen vervangen. Dit kan als volgt.
1) Druk tegelijk op de [LOAD]- en [FUNCTION]­knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen het teken dat u wilt veranderen (dit teken gaat knipperen). Kies vervol­gens met [BWD] en [FWD] het gewenste teken.
Opnemen en weergeven Muziek opnemen/weergeven
U hebt heeft de beschikking over de volgende tekens:
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 spatie ! “ # % & ‘ ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Met de [RESET]-knop kunt u een teken wissen, en met de [SAVE]-knop kunt u een spatie invoegen.
3) Zodra u de naam hebt veranderd, drukt u nog­maals tegelijk op de [LOAD]- en [FUNCTION]­knop.
Opmerking: U kunt de naam van data die op diskette staan niet rechtstreeks veranderen. Hiervoor moet u die data eerst in de AT-30 laden, vervolgens de naam veranderen en de data dan weer op de diskette opslaan.
Opmerking: Terwijl u een nieuwe naam geeft aan een opna­me kunt u de betreffende data niet opslaan. Probeert u dat toch, dan krijgt u de volgende foutmelding te zien:
Can’t Save
while Renaming
Uw stuk opslaan op diskette
1) Steek een voor de AT-30 geformateerde diskette in de disk drive.
2) Druk op de [SAVE]-knop om de data op te slaan.
Als er op de diskette reeds data staan met dezelfde naam als de data die u wilt opslaan, dan krijgt u de volgende melding te zien. Wilt u inderdaad bestaan­de data overschrijven met een nieuwe versie, druk dan nogmaals op de [REC]-knop. Wilt u daarente­gen de nieuwe data apart opslaan, annuleer dan de procedure door op de [RESET]-knop te drukken. Verander vervolgens de naam van de nieuwe data en schrijf ze onder deze nieuwe naam weg.
bewaren, annuleer dan de procedure door op de [RESET]-knop te drukken, en schrijf vervolgens de data op een diskette (zie blz. 26).
Clear Song Sure?
Yes:REC No:RST
3) Druk op de [LOAD]-knop (of de [REC]-knop) om de data te laden.
Als u op de [REC]-knop drukt zet de AT-30 zich onmiddellijk na het laden klaar voor opname.
Als u data laadt die niet aan het AT-30-formaat beantwoorden (SMF muziekdata, ism muziekdata), dan worden de ritmedata naar het Rhythm-spoor gekopieerd, terwijl de andere data naar het Accomp spoor gaan.

Song op diskette weergeven (All Song Play en Play)

U kunt met de AT-30 niet enkel muziek weergeven die u zelf hebt opgenomen, maar u kunt ook gebruik maken van de grote hoeveelheid in de handel beschikbare muziekdata, zoals de hieronder vermel­de soorten.
SMF muziekdata, ism muziekdata
Het Standard MIDI File (SMF) formaat werd in het leven geroepen om muziekdata (lees: Songs) tussen verschillende apparaten te kunnen uitwisselen. De AT-30 kan Standard MIDI Files weergeven die com­patibel zijn met het GM- of het GS-formaat.
Als de Song een Standard MIDI File is, dan staat er een “*” achter de naam van het bestand.
Overwrite Song ?
Yes:REC No:RST

Song laden (Load)

Als u data op diskette wilt editen of opnieuw opne­men, dan moet u deze data eerst laden.
1) Steek de juiste diskette in de drive.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen de data die u wilt laden.
De onderstaande prompt krijgt u te zien als u de data, die op dat moment in het geheugen van de AT-30 zitten, nog niet hebt opgeslagen. Als u er niets om geeft dat deze data worden gewist, drukt u op de [REC]-knop. Wilt u daartentegen deze data eerst
My Song *:05 ¯:180
1) Steek de juiste diskette in de drive.
2) Wilt u alle data in volgorde weergeven, druk dan op de [ALL SONG PLAY]-knop. Wilt u maar één Song weergeven, druk dan op de [PLAY]-knop, nadat u met de [SELECT]-knoppen de gewenste Song hebt geselecteerd.
Voordat de AT-30 Songs van een diskette kan weer­geven, moet hij het interne Song geheugen wissen. Maar hij wist de data in het interne geheugen niet zomaar: u krijgt eerst de kans om de Song op te slaan (uiteraard op een andere diskette). Onderstaande prompt betekent dan ook dat u op [REC] moet drukken om de Song te wissen – wat u waarschijnlijk
27
AT-30
ATELIER-01 :01 Del Sure? REC/RST
Jazz Band ¯:175 C Maj
ATELIER-01 123 ¯:175 C Maj
Handleiding
niet meteen wilt doen. Druk dus liever op [RESET] en sla de Song, die zich in het interne geheugen bevindt, op (zie “Song opslaan (Save)” op blz. 26).
Clear Song Sure?
Yes:REC No:RST
Doe dus het nodige om verder te kunnen werken.
3) Druk op de [STOP]-knop (of de [RESET]-knop) om de weergave te stoppen.
Als u de weergave hebt gestart met de [ALL SONG PLAY]-knop, dan kunt u ze met deze knop ook stop­pen.
Als u de [STOP]-knop ingedrukt houdt terwijl u op de [PLAY]-knop drukt, dan telt de metronoom twee maten af voor de weergave begint.
Als u “Please Wait” in het display ziet betekent dát dat de AT-30 data aan het opzoeken is. U zal dan even geduld moeten hebben.
My Song *123
Please Wait
6) Druk op de [REC]-knop. U krijgt nu het volgende te zien.
7) Druk nogmaals op de [REC]-knop om de Song te wissen. Druk op de [RESET]-knop als u de proce­dure wilt annuleren.

Display/Exit-knop

In het display van het instrument krijgt u heel wat informatie te zien. We gaan het hier even over de twee “basisschermen” hebben. Tussen deze twee dis­play-pagina’s alterneert u met de [DISPLAY/EXIT]­knop. Ook vanuit andere display-pagina’s kunt u met de [DISPLAY/EXIT]-knop naar een van deze basisschermen terugkeren.

Song wissen (Delete Song)

Via de onderstaande stappen kunt u een Song op een diskette wissen.
1) Steek een diskette in de drive.
2) Druk op de [FUNCTION]-knop.
3) Kies met de [SELECT]-knoppen Disk Utility, en druk vervolgens op de [REC]-knop.
Disk Utility +
Yes:REC
4) Kies met de [SELECT]-knoppen en druk vervolgens op de [REC]-knop.
– Delete Song Yes:REC No:RST
5) Kies met [BWD]/[FWD] de Song die u wilt wissen.
Delete Song,
Op de basisschermen krijgt u de volgende informatie te zien:
Ritmepagina:
Bovenste rij: Naam van het ritme Onderste rij: Tempo/naam van het gespeelde akkoord
Composer-pagina
Bovenste rij: Naam van de Song/maatnummer Onderste rij: Tempo/naam van het gespeelde akkoord
28
Als u data op diskette hebt gekozen, dan ziet u in plaats van het maatnummer het bestandnummer.
ATELIER-01 : 01 ¯:175 C Maj
Opnemen en weergeven Muziek opnemen/weergeven
29
AT-30
REGIST-01 --­Mem:
REGIST-01 USE Mem:My Regist
Overwrite Regist?
Yes:REC No:RST
Handleiding
7. Instellingen opslaan
(registratie)
U kunt alle instellingen, die op het frontpaneel maakt, opslaan onder één van de acht registratieknoppen. U kunt maximaal 99 registratiesets (van elk 8 registraties) op een diskette kwijt.

Naam van de registratieset

Een registratieset die u bewaart krijgt automatisch een naam (REGIST-01~99). Nu zal u natuurlijk deze naam door iets zinvollers willen vervangen. Dit kan als volgt.
1) Druk op de [REGISTRATION]-knop (de indicator licht op).
2) Druk tegelijk op de [LOAD]- en de [FUNCTION]­knop.
3) Kies met de [SELECT]-knoppen het teken dat u wilt veranderen (dit teken begint te knipperen). Veran­der het teken met [BWD] of [FWD].
U hebt de beschikking over de volgende tekens:
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 spatie ! “ # % & ‘ ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Met de [RESET]-knop kunt u een teken wissen en met de [REC]-knop kunt u een spatie invoegen.
4) Zodra u de naam hebt veranderd, drukt u nog­maals tegelijk op de [LOAD]- en de [FUNCTION]­knop.
De registratieset (het geheel van alle registratiege­heugens) in het interne geheugen van de AT-30 heeft nu een naam gekregen.
gebruikt, moet u formateren voordat u ze op de AT-30 kunt gebruiken. De procedure die u hierbij moet volgen vindt u op blz. 24. Laten we nu eerst kij­ken hoe je een registratie op een diskette opslaat.
1) Steek een voor de AT-30 gefomateerde diskette in de disk drive.
2) Druk op de [REGISTRATION]-knop (de indicator licht op).
3) Kies met de [SELECT]-knoppen het registratie­nummer dat u wilt opslaan.
Nummers die nog niet werden opgeslagen worden vergezeld van de aanduiding “ gende afbeelding.
4) Druk op de [SAVE]-knop om de gegevens op te slaan. Druk op de [REGISTRATION]-knop om de procedure te annuleren.
Zodra een registratieset is opgeslagen verandert de aanduiding in het display in “USE”.
Hebt u een naam aan de set toegewezen (zie hierbo­ven), dan wordt de set onder die naam op diskette bewaard.
---”, zoals in de vol-
REGIST-01 --­Mem:My Regist
Opmerking: Terwijl u een nieuwe naam geeft aan een opna­me kunt u de betreffende data niet opslaan. Probeert u dat toch, dan krijgt u de volgende foutmelding te zien:
Can’t save
while renaming.
Registratiesets op diskette op­slaan
Nieuwe diskettes, of diskettes die u voordien voor een ander apparaat (bv. een computer) hebt
30
Let op! Als u een registratie opslaat waarbij reeds de aanduiding USE staat, dan krijgt u de onderstaande prompt te zien:
Druk op [REC] als u de oude registratie wilt over­schrijven (waarbij u de oude registratie dus wist).
Wilt u de nieuwe registratie onder een ander num­mer opslaan, druk dan op [RESET], kies met de
Instellingen opslaan (registratie) Een registratieset van een diskette laden (Load)
[SELECT] knoppen een nummer waarvoor “---” staat afgebeeld en sla vervolgens de data op.

7.1 Een registratieset van een diskette laden (Load)

Door een registratieset te laden overschrijft u de registratieset die zich nu in het betreffende geheugen bevindt.
1) Steek een diskette in de disk drive.
2) Druk op de [REGISTRATION]-knop (de indicator licht op).
3) Kies met de [SELECT]-knoppen de registratieset die u wilt laden.
4) Druk op de [LOAD]-knop om de geselecteerde registratieset te laden. Druk op de [REGISTRA­TION]-knop om de procedure te annuleren.
7.2 Registratiesets op
diskette wissen (Clear)
1) Steek een diskette in de disk drive.
2) Druk op de [REGISTRATION]-knop (de indicator licht op).
3) Kies met de [SELECT]-knoppen de registratieset die u wilt wissen.
4) Druk tegelijk op de [FUNCTION]- en [SAVE]­knop.
U krijgt de volgende prompt te zien:
Delete Regist?
Yes:REC No:RST
5) Druk op de [REC]-knop om de geselecteerde regis­tratieset te wissen. Druk op de [RESET]-knop als u dat liever niet doet.
Zodra de registratieset gewist is, verandert de USE aanduiding in het display in “ betreffende set registraties een naam toegewezen, dan staat er in plaats van die naam nu REGIST-XX.
---”. Had u aan de
31
AT-30
Octave Shift
‚ U. Organ : 0 „
Handleiding

8. Andere instellingen

8.1 Volumebalans (Part Balance)

U kunt voor iedere Part het volume instellen en zo de verschillende Parts met elkaar in balans brengen – als u bv. vindt dat de bas te hard en de piano te zacht klinkt, om maar eens een voorbeeld te noemen.
U regelt het volume van een Part met de overeen-
komstige Part Balance knoppen. Door op de knop te drukken verhoogt u het volume; door op de
knop te drukken verlaagt u het volume.
Solo
10:¶¶¶¶¶¶¶¶¶¶

8.2 Toonhoogte in octaven verschuiven (Oct Shift)

U kunt de toonhoogte van wat u speelt met één of meerdere octaven omhoog of omlaag verschuiven. U kunt dit voor zeven Parts doen: alle Upper en Lower Parts (Organ/Symphonic/Orchestral) en de Solo Part.
Een mogelijke toepassing is om voor twee Parts van het boven- of ondermanuaal dezelfde klanken te kie­zen, maar ze een octaaf uit elkaar te plaatsen om het geheel “rijker” te doen klinken. Verder kunt u de Transpose functie gebruiken om klanken te spelen in een toonbereik waar het klavier normaalgezien “niet aankan”.
1) Druk op de [OCT]-SHIFT knop.
2) Druk op een [PART]-knop om de Part te kiezen waarvan u de toonhoogte wilt verschuiven.
Het instelbereik gaat van 0~12. Kiest u de waarde 0, dan hoort u de betreffende Part niet.
Houd er rekening mee dat sommige van deze knop­pen het volume van meerdere Parts regelen:
De automatische begeleiding (uitgezonderd bas).
Accomp/SMF
Bass
Lower Org/Symph Lower Organ, Lower Symphonic
Upper Org/Symph Upper Organ, Upper Symphonic
Weergavevolume van data die niet op de AT-30 werden gemaakt, het ritme, zelf gespeelde drumklanken, geluidseffecten.
Basklanken, zowel van het pedaalklavier als van de automa­tische begeleiding.
3) Stel met de VALUE +/– knoppen in hoeveel octaven u omhoog of omlaag wilt gaan. Het instelbereik is ±2 octaven. Zodra u voor een bepaalde Part een andere waarde dan 0 kiest, licht de indicator van die Part op.
Druk op [OCT SHIFT] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.
Wanneer u met octaven gaat schuiven, bestaat het gevaar dat u een klank buiten zijn “aanbevolen” toonhoogtebereik brengt. De klankkwaliteit is in dat geval misschien niet helemaal wat u ervan zou ver­wachten.
32
Andere instellingen Transponeren (Transpose)

8.3 Transponeren (Transpose)

Met deze functie kunt u het klavier in een andere toonaard transponeren. Hierdoor kunt u de ver­trouwde vingerzetting van C groot in gelijk welke toonaard gebruiken.
1) Druk op de [TRANSPOSE]-knop.
2) Stel met de VALUE-knoppen de transpositiewaar­de in.
Transpose
C
Het instelbereik loopt van Ab tot G (in stappen van een halve toon). De indicator licht op zodra de trans­positie op een andere noot dan C staat ingesteld.
Druk op [TRANSPOSE] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.
U kunt weer de standaard-instelling (C) oproepen door tegelijk op de VALUE + en – knop te drukken.
8.4 Effectinstellingen
(Effect)
U kunt de instellingen van het Reverb/Sustain/Rota­ry-effect naar eigen smaak aanpassen. De instellin­gen die u kunt veranderen zijn georganiseerd in drie menu’s.
Reverb Type, Reverb Depth, Sustain Length

Reverb Type

U kunt uit de volgende acht galmtypes kiezen:
Reverb type „
HALL 2
ROOM 1 Galm van een kleine ruimte
ROOM 2 Galmkarakteristiek van een kleine club
ROOM 3 Galm van een grote ruimte
HALL 1 Galm van een grote concertzaal
HALL 2 Galm van een kleine concertzaal
PLATE Een heldere, metaalachtige galm
DELAY
PAN DELAY
De klank wordt verschillende keren her­haald (echo)
Een echo waarbij het geluid afwisselend uit de linker en rechter luidspreker komt

Reverb Depth

U kunt de diepte (of hoeveelheid) van het galmeffect individueel instellen (van 0~10) voor elk van de hier­onder opgesomde Parts.
Accomp, Rhythm, Manual Drums, Accomp Bass, Pedal Bass, Lower Organ, Lower Symphonic, Lower Orchestral, Upper Organ, Upper Symphonic, Upper Orchestral, Solo
Met Accomp bedoelen we de automatische begelei­ding, uitgezonderd de baspartij hiervan, want die stelt u in onder Accomp Bass.
Voor Accomp, Rhythm en Accomp Bass kunt u ook de Auto-optie kiezen. In dat geval wordt er automa­tisch een galmniveau gekozen dat goed past bij het geselecteerde ritme.
1) Druk op de [EFFECT]-knop.
2) Kies met de [MENU]-knop een menu.
3) Als het gekozen menu de optie biedt om individue­le Part-instellingen te veranderen, dan moet u nu met de [PART]-knoppen de gewenste Part kiezen.
4) Stel met de VALUE +/– knoppen de gewenste waar­de in.
Druk op [EFFECT] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.

Sustain Length

U kunt voor de drie hierondervermelde secties indi­vidueel bepalen hoelang de noten worden aangehou­den (SHORT, MIDDLE, LONG).
‚ Sustain Length
Upper : LONG „
Upper, Lower, Pedal Bass
33
AT-30
‚ Left Foot Sw „
GLIDE
‚ Right Foot Sw „
ROTARY FAST/SLOW
Handleiding

8.5 Verschillende andere instellingen (Utility)

Via de [UTILITY]-knop maakt u instellingen voor de volgende 10 functies (met elk van deze functies roept u een menu op).
Initial Touch Left Foot Switch-functie
(functie van de linker voetschakelaar)
Right Foot Switch functie
(functie van de rechter voetschakelaar)
Glide Destination
(Pitch Bend/Vibrato-hendel)
Manual Drums Set Chord Hold Registration Arranger Update
(hoe vaak worden registraties opnieuw geladen)
Tx MIDI Channel (MIDI-zendkanaal) Master Tune LCD Contrast (contrast van het display)
De AT-30 onthoudt deze instelling ook na uitschake­len.

Left Foot Switch/Right Foot Switch

U kunt voor elk van de beide voetschakelaars aan weerszijden van het zwelpedaal één van de volgende negen functies kiezen.
U kunt nooit dezelfde functie aan de twee voetscha­kelaars toekennen. Maar laten we de functies eerst even overlopen:
Glide, Rotary Fast/Slow, Leading Bass, Rhythm Start/Stop, Composer Play/Stop, Intro/Ending, Fill In To Variation, Fill In To Original, Advanced/ Basic, Damper Of Upper
1) Druk op de [UTILITY]-knop.
Wanneer de indicator op de [REC]-knop oplicht, kunt u de Utility-menu’s niet openen.
2) Kies een menu met de [MENU]-knop.
3) Stel met de VALUE +/– knoppen de gewenste waar-
de in.
Druk op [UTILITY] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.
Initial Touch (aanslaggevoelig­heid voor het volume)
Hiermee schakelt u de Initial Touch-functie in of uit. Deze functie vertaalt de kracht waarmee u een toets aanslaat in een volumewaarde (bij andere instru­menten heet deze functie Velocity oftewel aanslagge- voeligheid).
Glide
Deze functie houdt in dat, zodra u op de voetschake­laar drukt, de toonhoogte even omlaag gaat en daar­na onmiddellijk naar de originele toonhoogte terug­keert.
Leading Bass
Door het indrukken van de voetschakelaar activeert u de Leading Bass functie.
Composer Play/Stop
Bij deze optie fungeert de voetschakelaar als Play/ Stop-knop voor de Composer. Door op de schake­laar te drukken start of stopt u de weergave van opge­nomen data.
Damper Of Upper
Zolang u de schakelaar indrukt, wordt enkel het geluid van het bovenmanuaal aangehouden.
ON Hoe harder u speelt, hoe harder het volume
Het volume verandert niet, ongeacht hoe hard u
OFF
de toetsen aanslaat
34
Andere instellingen Verschillende andere instellingen (Utility)

Glide (toewijzing)

Met deze instelling specificeert u op welke van de drie onderstaande secties de PITCH BEND/VIBRA­TO-hendel werkzaam is.
‚ Glide „
to Upper
UPPER De hendel werkt op het bovenmanuaal.
LOWER De hendel werkt op het ondermanuaal.
P. BASS De hendel werkt op het de baspedalen.

Manual Drums Set

U kunt één van de volgende acht Drum Sets of Sound Effect Sets kiezen, die u dan op het onderma­nuaal kunt spelen nadat u op de MANUAL DRUMS knop hebt gedrukt.
‚ManualDrumsSet„
STANDARD
STANDARD, ROOM, POWER, ELECTRONIC, 808, JAZZ, BRUSH, ORCHESTRA, SOUND EFFECTS.

Chord Hold

De Chord Hold-functie van de automatische bege­leiding (Arranger) kunt u in- en uitschakelen.
‚ Chord Hold„
ON

Registration Arranger Update

Hiermee bepaalt u hoe snel de ritme- en begeleiding­sinstellingen worden geladen wanneer u op één van de 1~8 knoppen drukt.
De instellingen voor de ritmes en de auto-
DELAYED
INSTANT
Opmerking: De instelling van deze parameter blijft bewaard nadat u de AT-30 uitschakelt.
matische begeleidingen worden pas gela­den wanneer u een 1~8 knop gedurende enkele seconden ingedrukt houdt.
De instellingen voor de ritmes en de auto­matische begeleidingen worden onmiddel­lijk geladen wanneer u een 1~8 knop indrukt.

Tx MIDI Channel

Voor ieder klavier (boven- en ondermanuaal, baspe­dalen) kunt u specifiëren op welk MIDI-kanaal (1~
16) nootcommando’s e.d. worden gezonden. Deze parameter hoeft u enkel in te stellen als u de
AT-30 via MIDI-connectors of via de COMPUTER­connector verbindt met externe instrumenten (zie blz. 40).
‚TxMIDI Channel„
Upper : 13 „
Opmerking: De Solo Part kan geen MIDI-commando’s zen­den.
Opmerking: Het is niet mogelijk om Upper, Lower en Pedal Bass op hetzelfde kanaal in te stellen.
Het akkoord dat u op het ondermanuaal speelt, wordt aangehouden (zelfs wanneer u de toetsen
ON
loslaat), en de automatische begeleiding loopt verder.
Zodra u de toetsen, die u op het ondermanuaal
OFF
hebt aangeslagen, loslaat, stopt de harmonische begeleiding. Enkel het ritme loopt verder.

Master Tune

Hiermee stemt u de AT-30 tussen de waarden
415.3Hz en 466.2Hz. De instelling gebeurt in stap­pen van 0.1 Hz.
Zoals u weet, is de AT-30 een digitaal instrument dat u nooit hoeft te stemmen. Toch is deze functie han­dig wanneer u bv. met een cassette meespeelt of een moeilijk te stemmen akoestisch instrument bege­leidt.
Opmerking: Door tegelijk op de VALUE + en - knoppen te drukken kiest u opnieuw de standaardinstelling (440.0 Hz).
Opmerking: De ingestelde waarde blijft bewaard wanneer u de AT-30 uitschakelt.
35
AT-30
Handleiding

LCD Contrast

Hiermee regelt u het contrast van het display (instel­bereik: 1~10).
‚ LCD Contrast
5
Opmerking: Wanneer u de AT-30 uitschakelt, blijft deze instelling bewaard in het geheugen.

8.6 Instellingen voor de Composer (FUNCTION)

Count-In Recording

Hiermee kiest u of u de metronoom al dan niet twee maten wilt laten aftellen vóór het begin van de opna­me. Door de aftel krijgt u een idee van het tempo voordat u er moet invliegen. Kiest u OFF, dan hoort u geen aftel. Kiest u ON, dan hoort u twee maten aftel zodra u op de [PLAY]-knop drukt (om de opname te starten).
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Count-In Rec.
3) Kies ON of OFF met de [BWD]- of [FWD]-knop.
Druk op [FUNCTION] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen
Vol
.
3) Stel het gewenste volume (1~10) in met [BWD] en [FWD].
Druk op [FUNCTION] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.

Metronome

Beat (maatsoort)

Hiermee bepaalt u in welke maatsoort u wilt opne­men.
Noemer 1 of meer (noemer x 2 of x 1)
Deler 2, 4, 8, 16
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Beat.
3) Met [BWD] en [FWD] stelt u de waarde van de noe­mer en deler in. Met de [REC]-knop verplaatst u de cursor van deler naar noemer (en vice versa).
Druk op [FUNCTION] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.
Als u ritmes of automatische begeleidingen opneemt, wordt de maatsoort automatisch gekozen.
Opmerking: U kunt de maatsoort van reeds opgenomen data niet meer veranderen.

Edit-menu

In dit menu vindt u vijf functies waarmee u wijzigin­gen kunt aanbrengen in reeds opgenomen muziek­data.
Metronome
Hiermee bepaalt u wanneer u de metronoom wilt horen.
U wilt hem alleen tijdens de opname horen. REC
U wilt hem tijdens opname en weergave horen. ON
U wilt hem helemaal niet horen. OFF
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Metronome.
3) Kies REC, ON of OFF met [BWD] en [FWD].
Druk op [FUNCTION] of op [DISPLAY/EXIT] om terug te keren naar het basisscherm.

Metronome Volume

Via de onderstaande stappen kunt u het volume van de metronoom instellen.
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
36
Maat wissen (Delete Measure)
Met deze functie kunt u één of meerdere maten wis­sen uit alle sporen tegelijk. Het “gat” dat hierbij ont­staat wordt gedicht, zodat de maten die volgen op de gewiste maten naar links verhuizen en aansluiten bij de vorige maten. De onderstaande afbeelding maakt één en ander duidelijk:
Deze twee maten worden gewist
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen druk op [REC].
3) Kies met de [SELECT]-knoppen Delete Measu-
re
en druk op [REC].
Nu moet u kiezen welke maten u wilt wissen.
Edit Menu en
Andere instellingen Instellingen voor de Composer (FUNCTION)
4) Met [BWD] en [FWD] stelt u de waarden in, met de [REC]-/[RESET]-knop gaat u op het scherm naar het volgende item. Dit zijn de items die u kunt instellen:
from eerste maat
for aantal maten vanaf de eerste maat
Stel dat u de maten 4~12 wilt wissen. Hiervoor maakt u de volgende instellingen:
from: 4 for: 9
Als u alle maten tot aan het einde wilt wissen, dan kiest u “for: ALL”. Als u na het instellen van “for” op de [REC]-knop drukt, dan komt u in het volgende display terecht.
Delete Measure? Yes:REC No:RST
5) Druk nogmaals op de [REC]-knop om de kopie te maken. Druk op de [RESET]-knop als u de proce­dure wilt annuleren.
Spoor wissen (Delete Track)
Via de onderstaande stappen kunt u de data van één bepaald spoor (Track) wissen.
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Edit Menu en druk op [REC].
3) Kies met de [SELECT]-knoppen Delete Track en druk op [REC].
4) Kies met [BWD] en [FWD] het spoor dat u wilt wis­sen.
Mogelijke opties: RHYTHM, ACCOMP, BASS, LOWER, UPPER, SOLO, CONTROL.
5) Druk op de [REC]-knop. U krijgt nu het volgende te zien.
Delete Track?
Yes:REC No:RST
6) Druk nogmaals op de [REC]-knop om het spoor te wissen. Druk op de [RESET]-knop als u de proce­dure wilt annuleren.
Data wissen (Erase)
Met deze functie kunt u één of meerdere data (dat zijn individuele MIDI-commando’s, zoals noten, pedaalbewegingen enz.) wissen uit een opname. De positie van de gewiste dingen blijft daarbij leeg ach­ter. U kunt deze functie misschien nog het best ver-
gelijken met een gom waarmee u individuele noten van een partituur verwijdert: de navolgende data verschuiven dan namelijk niet.
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen
Edit Menu en
druk op [REC].
3) Kies met de [SELECT]-knoppen Erase Event en druk op [REC].
Nu moet u kiezen welke data u wilt wissen.
4) Kies met [BWD] en [FWD] het gewenste data-type en druk vervolgens op [REC].
ALL Alle data
NOTE Enkel noot-commando’s
EXPRESSION Data van het zwelpedaal
CONTROL Bediening van het frontpaneel.
5) Kies met [BWD] en [FWD] de Part waaruit u data wilt wissen en druk vervolgens op [REC].
Mogelijke opties: RHYTHM, ACCOMP, BASS, LOWER, UPPER, SOLO, ALL.
Als u “ALL” kiest, worden de betreffende data uit alle Parts gewist.
Opmerking: Deze parameter kunt u niet instellen als u bij stap (4) “EXPRESSION” hebt gekozen.
Specifieer nu de maten waaruit u de events wilt wis­sen:
6) Met [BWD] en [FWD] stelt u de waarden in, met de [REC]-/[RESET]-knop gaat u op het scherm naar het volgende item. Dit zijn de items die u kunt instellen:
from Eerste maat
for Aantal maten vanaf de eerste maat
Stel dat u de maten 4~12 wilt wissen. Hiervoor maakt u de volgende instellingen:
from: 4 for: 9
Om alle maten tot aan het einde te wissen kiest u “for: ALL”. Als u na het instellen van “for” op de REC knop drukt, komt u in het volgende display terecht (event= data).
Erase Event?
Yes:REC No:RST
7) Druk nogmaals op de [REC]-knop om de kopie te maken. Druk op de [RESET]-knop als u de proce­dure wilt annuleren.
37
AT-30
Quantize Sure?
Yes:REC No:RST
Handleiding
Maten kopiëren (Copy)
Met deze functie kunt u bepaalde delen van een spoor kopiëren naar een andere maat op datzelfde spoor.
Als er op de gekozen bestemming reeds data aanwe­zig zijn, dan worden deze data gewist (ze worden overschreven door de nieuwe data).
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Edit Menu en druk op [REC].
3) Kies met de [SELECT]-knoppen Copy en druk op [REC].
4) Kies met [BWD] en [FWD] het spoor waaruit u data wilt kopiëren en druk vervolgens op [REC].
Mogelijke opties: RHYTHM, ACCOMP, BASS, LOWER, UPPER, SOLO, ALL.
Als u “ALL” kiest, worden de data van alle sporen gekopieerd.
Specifieer nu welke maten u wilt kopiëren, waar u wilt dat ze terechtkomen, en hoeveel kopies u wilt maken.
5) Met [BWD] en [FWD] stelt u de waarden in, met de [REC]-/[RESET]-knop gaat u op het scherm naar het volgende item. Dit zijn de dingen die u kunt instellen:
from Eerste maat
for Aantal maten vanaf de eerste maat
to Maatnummer waar u naartoe wilt kopiëren
time Aantal kopies dat u wilt maken
Stel dat u twee kopies wilt maken van de maten 4~12, en u wilt die kopies achter de laatste maat plaatsen. Hiervoor maakt u de volgende instellingen:
from: 4, for: 9 to: END, time: 2
Om alle maten tot aan het einde te kopiëren kiest u “for: ALL”. Als u na het instellen van “time” op de [REC]-knop drukt, komt u op de volgende display­pagina terecht.
Quantize
Met de Quantize functie kunt u timing-fouten die u tijdens de opname hebt gemaakt corrigeren.
1) Druk op de [FUNCTION]-knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Edit Menu en druk op [REC].
3) Kies met de [SELECT]-knoppen Quantize en druk op [REC].
4) Kies met [BWD] en [FWD] het spoor dat u (geheel of gedeeltelijk) wilt quantiseren en druk vervolgens op [REC].
Mogelijke opties: RHYTHM, ACCOMP, BASS, LOWER, UPPER, SOLO, ALL.
Als u “ALL” kiest worden alle sporen gequantiseerd. Specifieer nu welke maten u wilt quantiseren.
5) Met [BWD] en [FWD] stelt u de waarden in, met de [REC]-/[RESET]-knop bladert u op het scherm naar het volgende item. Dit zijn de dingen die u kunt instellen:
from Eerste maat
for Aantal maten vanaf de eerste maat
De resolutie waarmee u de noten wilt corrige­ren. Als de kortste noten in uw Song achtste
res
noten zijn kiest u hier “8”. Indien de kortste noten in uw Song zestiende noten zijn kiest u hier “16”.
Om de maten 4~12 te quantiseren met een resolutie van een zestiende noot maakt u de volgende instel­lingen:
from: 4, for: 9 Res: 16
Om alle maten tot aan het einde te quantiseren kiest u ‘for: ALL’. Voor de res waarde hebt u de volgende opties.
halve noot
kwartnoot
kwarttriool
achtste noot
achtste triool
zestiende noot
zestiende triool
tweeëndertigste
Copy Sure?
Yes:REC No:RST
6) Druk nogmaals op de [REC]-knop om de kopie te maken. Druk op de [RESET]-knop als u de proce­dure wilt annuleren.
38
Als u na het instellen van
time op de [REC]-knop
drukt, komt u op de volgende display-pagina terecht.
6) Druk nogmaals op [REC] om de quantisering uit te voeren. Druk op de [RESET]-knop als u de proce­dure wilt annuleren.
Channel Mute
Met deze functie kunt u de weergave van bepaalde MIDI-kanalen uitschakelen (Mute).
Opmerking: De Channel Mute functie werkt alleen wan­neer het betreffende menu geopend is (dus alleen hier).
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Kies met de [SELECT]-knoppen Ch. Mute.
3) Kies met [BWD] en [FWD] het kanaal dat u wilt uitschakelen. Kanaal 1, 2, 3… 15, 16.
4) Druk op de [REC]-knop.
Het nummer van een kanaal dat u uitschakelt veran­dert in - (hier is MIDI-kanaal 1 dus uitgeschakeld). Door op de [REC]-knop te drukken heft u de Mute functie weer op.
Als u op de [FUNCTION]-knop of op de [DISPLAY/ EXIT]-knop drukt, keert u terug naar het basis­scherm en wordt de Channel Mute functie uitge­schakeld.
Andere instellingen Instellingen voor de Composer (FUNCTION)
39
AT-30
Handleiding
9. AT-30 en MIDI-
instrumenten of computers
Via de MIDI-connectors en de COMPUTER-connector van de AT-30 kunt u data uitwisselen met externe MIDI­instrumenten of computers. Eerste vereiste voor een succesvolle communicatie is dat u de juiste MIDI-kanalen instelt (zie blz. 35).

9.1 Aansluiten op een MIDI-instrument

De AT-30 beschikt over twee MIDI-connectors: MIDI IN en MIDI OUT.
Via deze connector worden gegevens
MIDI OUT
MIDI IN
gezonden over de noten die u op het kla­vier speelt (behalve voor de Solo Part) en de bewegingen die u uitvoert met het demperpedaal.
Via deze connector worden gegevens ont­vangen die door een extern MIDI-instru­ment worden ontvangen. De AT-30 rea­geert op deze gegevens door klanken te kiezen, noten te spelen, enz.
Computer MIDI
PC-2
MIDI
PC-1 Mac
Out
1) Zet de COMPUTER-schakelaar onder het klavier van de AT-30 in de stand “MIDI”.
Opmerking: Schakel de AT-30 uit voordat u de stand van de COMPUTER-schakelaar wijzigt.
2) Verbind de MIDI-connectors van de AT-30 via spe­ciale MIDI-kabels met de MIDI-connectors van het externe instrument.
Opmerking: Het is niet altijd nodig dat u twee MIDI-kabels aansluit. Maak de aansluitingen die nodig zijn in een bepaal­de situatie.
Opmerking: We hebben in deze handleiding helaas niet genoeg plaats om dieper in te gaan op de MIDI-mogelijkhe­den van de AT-30. Wilt u er meer over weten, vraag dan het boekje “MIDI-implementatie” aan bij uw Roland dealer.
Extern instrument
In Out
MIDI
In

9.2 Aansluiten op een computer

Via de computer-connector kunt u de AT-30 recht­streeks verbinden met de seriële poort van een com­puter. Hoe die aansluiting precies moet gebeuren hangt af van het type computer (zie hieronder).
Opmerking: Schakel de AT-30 uit voordat u de stand van de COMPUTER-schakelaar wijzigt.
40
Verbinden met een Apple Macin­tosh
1) Zet de COMPUTER-schakelaar onder het klavier van de AT-30 in de stand “Mac”.
2) Verbind de computer-connector van de AT-30 via een seriële kabel met de modem- of printerpoort van de Macintosh.
3) Stel in “PatchBay” van de Macintosh het Interface Type (de kloksnelheid van het MIDI-interface) in op 1 MHz.

Verbinden met een IBM PC (of een kloon)

1) Zet de COMPUTER-schakelaar onder het klavier van de AT-30 in de stand “PC-2”.
2) Verbind de computer-connector van de AT-30 via een seriële kabel met de seriële poort (COM1, COM2 enz.) van de PC.
AT-30 en MIDI-instrumenten of computers Aansluiten op een computer
41
AT-30
Handleiding

10.Verhelpen van problemen

Soms gebeurt het dat u de indruk hebt dat de AT-30 het niet doet. In de regel is het probleem echter te herleiden tot een foute handeling of iets dat u vergeten bent. Kijk daarom eerst even in deze lijst. Als dat geen uitkomst biedt, neemt u contact op met uw Atelier dealer of Roland Benelux. Vanaf oktober 1997 kunt u ook terecht op het Inter­net: http://www.roland.be.
U drukt op de [POWER]-knop, maar de AT-30 schakelt niet in.
U hebt de stroomkabel niet goed aangesloten.
U hoort niets.
De MASTER VOLUME-regelaar staat te laag. U hebt een hoofdtelefoon aangesloten, wat betekent
dat de luidsprekers uitgeschakeld worden. Het volume dat u met de [PART BALANCE]-knop-
pen hebt ingesteld staat te laag. Het zwelpedaal staat te laag. U hebt geen klank/sectie geselecteerd. De kabels, die het instrument verbinden met de luid-
sprekers of het pedaal (beide in de stand inge­bouwd), zijn niet goed aangesloten.
U hebt [MANUAL DRUMS] ingeschakeld en u speelt op toetsen waaraan geen klank is toegewezen.
De pedalen (voetschakelaars) werken niet.
De kabel van het (in de stand ingebouwde) pedaal is niet goed aangesloten.
Denk eraan dat het pedaal alleen maar werkt op het ondermanuaal, dus niet op het bovenmanuaal of de baspedalen.
Wanneer u muziekdata weergeeft waarin reeds zwel­pedaalinformatie zit, zal u merken dat het zwelpe­daal anders dan normaal reageert wanneer u het gelijktijdig met de weergegeven data bedient.
Zodra u de toetsen op het ondermanuaal loslaat, terwijl de automatische begeleiding en het ritme lopen, gaat alleen het ritme door.
De Chord Hold functie staat op OFF (blz. 35).
Wanneer u de toetsen op het ondermanuaal los­laat, blijven de noten doorklinken.
De Lower Voice Hold-functie staat op ON (blz. 23).
U drukt slechts één toets in en toch hoort u ver­schillende noten.
De Melody Intelligence-functie staat op ON (blz. 15). De Chord Intelligence-functie staat op ON (blz. 22).
De automatische begeleiding klinkt vreemd.
U hebt de noten van een akkoord niet gelijktijdig ingedrukt.
U speelt vereenvoudigde akkoorden omdat u denkt dat de Chord Intelligence-functie op ON staat, ter­wijl deze functie eigenlijk op OFF staat – maar u hoort alleen enkele noten.
Als u samen met de automatische begeleiding data weergeeft die niet op een AT-30 werden gemaakt (zoals SMF data), dan klinkt de begeleiding mis­schien niet zoals u verwacht. Dit is geen defect.
Ritme klinkt vreemd.
Als u samen met het ritme data weergeeft, die niet op een AT-30 werden gemaakt (zoals SMF data), dan klinkt het ritme misschien niet zoals u verwacht. Dit is geen defect.
De toonhoogte klopt niet.
U hebt een transpositiewaarde ingesteld. U hebt het instrument niet juist gestemd (“Master
Tune” op blz. 35). U hebt een bepaalde Octave Shift-waarde ingesteld,
waardoor de noten die u speelt buiten het aanbevo­len bereik van de betreffende klank liggen. De afwij­kende toonhoogte is in zo’n geval normaal.
U kunt geen muziekdata weergeven.
U kunt niets weergeven zolang het Function-menu in het display wordt afgebeeld (behalve wanneer u de functie Channel Mute, blz. 39, gebruikt).
U kunt niets opnemen
U kunt niets opnemen zolang het Function-menu in het display wordt afgebeeld.
De metronoom klinkt vreemd.
Dit kan soms het geval zijn wanneer u de metro­noom laat meetikken bij het weergeven van een Standard MIDI File. Dit is echter geen defect.
42

11.Foutmeldingen

Foutmeldingen Aansluiten op een computer
Delete Song Can’t Execute
Can’t Execute Regist Function
Can’t Load this Rhythm
Can’t Load this Song
Can’t Modify This Song
Can’t Play This Song
Can’t Save onto Disk
Can’t Save This Song
Can’t Save while Renaming
Clear Song Sure? Yes:REC No:RST
Disk Problem has Occurred
Factory Setup is Loaded
Er steekt geen diskette in de disk drive. De diskette in de drive werd geformateerd op een ander instrument. De muziekdata die u wilt wissen wordt niet gevonden op de diskette.
Steek een diskette in de disk drive en herhaal de procedure.Zorg dat de diskette die u in de drive steekt op de AT-30 werd gefor-
mateerd en de muziekdata die u wilt wissen bevat.
De diskette in de drive werd geformateerd op een ander instrument. Zorg dat de diskette die u in de drive steekt op de AT-30 werd gefor-
mateerd en de muziekdata die u wilt wissen bevat.
De omvang van de ritmedata is zo groot dat ze niet kunnen worden gela­den.
De muziekdata kunnen niet worden geladen omdat hun omvang te groot is of omdat ze niet compatibel zijn met de AT-30.
U hebt op de [REC]-knop gedrukt om data te laden en meteen naar in opname-pauze te gaan, maar de omvang van de muziekdata is te groot om ze te laden, of het betreft muziekdata die niet compatibel zijn met de AT-30.
De muziekdata kunnen niet worden weergegeven omdat hun omvang te groot is of omdat ze niet compatibel zijn met de AT-30.
U kunt geen data opslaan op diskettes die Standard MIDI Files bevatten. U kunt geen data opslaan op Master diskettes. U kunt geen data opslaan op diskettes die voor MS-DOS werden gefor-
mateerd. Steek een diskette in die voor de AT-30 werd geformateerd en her-
haal de procedure.
De data die u probeert op te slaan zijn beschermd door een auteursrech­telijke kopieerbeveiliging. U kunt deze data niet opslaan op diskette.
U kunt niets opslaan terwijl u de Rename-functie gebruikt. Vervolledig de nieuwe naam die u aan het geven bent, verlaat de Re-
name-functie door tegelijk op LOAD en FUNCTION te drukken en sla vervolgens de data op.
Om deze procedure te kunnen uitvoeren moet u eerst de aanwezige data in de AT-30 wissen. Deze prompt vraagt of u wel zeker bent dat u deze data kwijt wilt.
Kunt u deze data inderdaad missen, druk dan op [REC]. Wilt de data
daarentegen niet wissen, druk dan op de [RESET]-knop, en bewaar de data vervolgens op diskette.
De AT-30 kon de data niet correct verwerken. Probeer de diskette uit de drive te halen en ze er vervolgens terug in
te steken (of ze te vervangen door een andere diskette). Herhaal nu de procedure.
De interne instellingen (registraties enz.) zijn verloren gegaan omdat het instrument gedurende meer dan een maand niet werd ingeschakeld.
Het instrument laadt automatisch de fabrieksinstellingen. Hierna
krijgt u het basisscherm te zien.
43
AT-30
Handleiding
Improper Disk: Please Format
Format Disk / Insert New Disk
Internal Memory is Full
Internal Memory Near Limit
No Room on Disk
Overwrite Regist? Yes:REC No:RST
Overwrite Song? Yes:REC No:RST
Write-Protected Disk
De diskette is reeds voor een ander apparaat gebruikt. De diskette is splinternieuw, maar nog niet geformateerd. Formateer de diskette.
Er steekt geen diskette in de drive. Steek een diskette die u wilt formateren in de drive en herhaal de
procedure.
De opname werd geannuleerd omdat het interne geheugen vol is.
De AT-30 maakt u attent op het feit dat het geheugen bijna vol is. U kunt dus niet lang meer opnemen.
U kunt niets meer op de diskette bewaren omdat ze vol is. Het maximale aantal van 99 Songs (MF2HD) of 56 Songs (MF2DD) is
bereikt op de diskette. Vervang de diskette door een andere, of wis een deel van de data op
de diskette.
Deze registratie is reeds in gebruik. Druk op [REC] als u de vorige registratiegegevens in dit geheugen
wilt overschrijven. Wilt u de aanwezige registratie echter bewaren, druk dan op [RESET], kies met de [SELECT]-knoppen een nummer waarvoor “---” wordt aangeduid en sla de data vervolgens op.
Er bevinden zich reeds Songdata met dezelfde naam op de diskette. Wilt u de bestaande versie door de nieuwe vervangen, druk dan op
de [REC]-knop. Wilt u de nieuwe data als een apart bestand opslaan, druk dan eerst op de [RESET]-knop. Verander dan de naam van het bestand en schrijf het vervolgens op de diskette.
De schrijfbeveiliging van de diskette staat in de ON stand. Schuif het wisbeveiligingsnokje in de OFF stand en herhaal de pro-
cedure.
44

12.Drum Sets

STANDARD / JAZZ ROOM POWER ELECTRONIC TR-808 BRUSH ORCHESTRA
25
--- ---- ---- ---- ---- ---- ----
26
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
27
High Q ←← ← ← ←Closed Hi-hat [EXC1]
28
Slap ←← ← ← ←Pedal Hi-hat [EXC1] Scratch Push ←← ← ← ←Open Hi-hat [EXC1]
29
30
Scratch Pull ←← ← ← ←Ride Cymbal1 Sticks ←← ← ← ←
31
32
Square Click ←← ← ← ←
33
Metronome Click ←← ← ← ←
34
Metronome Bell ←← ← ← ←
35
Kick Drum2 / Jazz BD2 ←← ← ← Jazz BD2 Concert BD2 Kick Drum1 / Jazz BD1 MONDO Kick Elec BD 808 Bass Drum Jazz BD1 Concert BD1
36
C2
37
Side Stick ←← ← 808 Rim Shot ←←
38
Snare Drum1 Gated SD Elec SD 808 Snare Drum Brush Tap Concert SD
39
Hand Clap ←← ← ← Brush Slap Castanets
40
Snare Drum2 ←← Gated SD Brash Swirl Concert SD Low Tom2 Room Low Tom2 Room Low Tom2 Elec Low Tom2 808 Low Tom2 Timpani F
41
42
Closed Hi-hat [EXC1] ←← ← 808 CHH [EXC1] Timpani F# Low Tom1 Room Low Tom1 Room Low Tom1 Elec Low Tom1 808 Low Tom1 Timpani G
43
44
Pedal Hi-hat [EXC1] ←← ← 808 CHH [EXC1] Timpani G#
45
Mid Tom2 Room Mid Tom2 Room Mid Tom2 Elec Mid Tom2 808 Mid Tom2 Timpani A
46
Open Hi-hat [EXC1] ←← ← 808 OHH [EXC1] Timpani A#
47
Mid Tom1 Room Mid Tom1 Room Mid Tom1 Elec Mid Tom1 808 Mid Tom1 Timpani B
C3
C4
C5
C6
C7
High Tom2 Room Hi Tom2 Room Hi Tom2 Elec Hi Tom2 808 Hi Tom2 Timpani c
48
49
Crash Cymbal1 ←← ← 808 Cymbal Timpani c#
50
High Tom1 Room Hi Tom1 Room Hi Tom1 Elec Hi Tom1 808 Hi Tom1 Timpani d
51
Ride Cymbal1 ←← ← ← ←Timpani d#
52
Chinese Cymbal ←← Reverse Cymbal ←←Timpani e Ride Bell ←← ← ← ←Timpani f
53
54
Tambourine ←← ← ← ← Splash Cymbal ←← ← ← ←
55
56
Cowbell ←← ← 808 Cowbell ←←
57
Crash Cymbal2 ←← ← ← ←Concert Cymbal2
58
Vibra-slap ←← ← ← ←
59
Ride Cymbal2 ←← ← ← ←Concert Cymbal1 High Bongo ←← ← ← ←
60
61
Low Bongo ←← ← ← ←
62
Mute High Conga ←← ← 808 High Conga ←←
63
Open High Conga ←← ← 808 Mid Conga ←←
64
Low Conga ←← ← 808 Low Conga ←← High Timbale ←← ← ← ←
65
66
Low Timbale ←← ← ← ← High Agogo ←← ← ← ←
67
68
Low Agogo ←← ← ← ←
69
Cabasa ←← ← ← ←
70
Maracas ←← ← 808 Maracas ←←
71
Short Hi Whistle [EXC2] ←← ← ← ← Long Low Whistle [EXC2] ←← ← ← ←
72
73
Short Guiro ←← ← ← ←
74
Long Guiro ←← ← ← ←
75
Claves ←← ← 808 Claves ←←
76
High Wood Block ←← ← ← ← Low Wood Block ←← ← ← ←
77
78
Mute Cuica [EXC4] ←← ← ← ← Open Cuica [EXC4] ←← ← ← ←
79
80
Mute Triangle [EXC5] ←← ← ← ←
81
Open Triangle [EXC5] ←← ← ← ←
82
Shaker ←← ← ← ←
83
Jingle Bell ←← ← ← ← Bell Tree ←← ← ← ←
84
85
Castanets ←← ← ← ←
86
Mute Surdo [EXC6] ←← ← ← ←
87
Open Surdo [EXC6] ←← ← ← ←
88
---- ---- ---- ---- ---- ---- Applause *
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
89
90
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
91
92
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
93
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
94
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
95
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
96
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
97
98
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
99
---- ---- ---- ---- ---- ---- ----
nootnummer
Drum Sets Aansluiten op een computer
45
AT-30
Handleiding
34
SFX
35
----
----
36
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
----
37
----
38
High Q
39
40
Slap Scratch Push [EXC7]
41
Scratch Pull [EXC7]
42
Sticks
43
44
Square Click
45
Metronome Click
46
Metronome Bell
47
Guitar Fret Noise Guitar cuttingnoise/up
48
Guitar cutting noise/down
49
String slap of double bass
50
Fl.Key Click
51
52
Laughing Scream
53
Punch
54
Heart Beat
55
56
Footsteps1
57
Footsteps2
58
Applause *
59
Door Creaking Door
60
Scratch
61
Wind Chimes *
62
63
Car-Engine
64
Car-Stop Car-Pass
65
66
Car-Crash * Siren
67
68
Train
69
Jetplane *
70
Helicopter
71
Starship * Gun Shot
72
Machine Gun
73
74
Lasergun
75
Explosion *
76
Dog Horse-Gallop
77
78
Birds * Rain *
79
80
Thunder
81
Wind
82
Seashore
83
Stream * Bubble *
84
85
----
86
----
87
----
88
----
----
89
90
----
----
91
92
----
93
----
94
----
95
----
----
96
97
----
98
----
99
----
100
----
----
101
102
----
103
----
104
----
105
----
106
----
107
----
108
----
: dezelfde klank als de "STANDARD1"(PC1) set. [EXC] : Klanken met hetzelfde nummer kunnen nooit tegelijk klinken.
PC : Programmanummer (Drum Set nummer)
--- : geen klank : Tones die twee stemmengebruiken
*
46
nootnummer
MIDI Implementatie Aansluiten op een computer

13.MIDI Implementatie

AT-30, 28 Juni 1995, Versie 1.0
Functie Verzonden Ontvangen Opmerkingen
Basiskanaal
Mode
Nootnummer Daadwerkelijk nummer
Aanslag
Aftertouch
Pitch Bend X 0
Controlecommando’s
Programmakeuze
SysEx X 0
Systeemcommando’s
Realtime commando’s Clock commando’s
Andere commando’s
Opmerkingen
Mode 1: OMNI ON, POLY Mode 3: OMNI OFF, POLY
Fabrieksinstelling Veranderbaar
Fabrieksinstelling Prompt Veranderbaar
Noot-aan Noot-uit
Polyfoon Kanaal
98, 99
100, 101
Daadwerkelijk nummer
Song positie Song keuze Stemmen
Alle klanken uit Alle commando’s weer op 0 Local aan/uit Alle noten uit Active Sensing Reset
Mode 2: OMNI ON, MONO Mode 4: OMNI OFF, MONO
12(Lower), 13(Upper), 14(Bass) 1~16
X X *****
36~96 *****
0 *1 X
X X
0, 32
X
1
X
5
X
6, 38
X
7
X
10
X
11
X
64
0
65
X
66
X
67
X
84
X
91
X
93
X X X
X *****
X X X
X X
X X X X 0 X
*1 Kunt u zelf aan- of uitzetten *2 Wordt herkend als M=1, zelfs als M 1
1~16
Mode 3 Mode 3, 4 (M=1)
0~127 0~127
0 X
0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 (Reverb) 0 (Chorus) 0 0
0 0~127
X X X
X X
0 (120, 126, 127) 0 X 0 (123~127) 0 X
*2
Bankkeuze Modulatie Portamento tijd Data-ingave Volume Panorama Expressie Hold 1 (demperfunctie) Portamento Sostenuto Soft Portamento sturing Effect 1 diepte Effect 3 diepte NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB
Programmanr. 1~128
O: Ja X: Nee
47
AT-30
Handleiding

14.Specificaties

Roland Orgel Atelier AT-30
Klavier
Bovenmanuaal 49 toetsen, ondermanuaal 61 toet­sen, 13 baspedalen
Maximale polyfonie
64 noten
Klanken (128 in totaal)
Upper sectie
Organ: Full, Jazz, Rock, Pipe, Theater, Others; Symphonic: Strings, Slow Strings, Synth Strings,
Synth Pad, Choir, Others Orchestral: Piano, E.Piano, A.Guitar, E.Guitar, Brass, Harpsi, Harp, Vibes, Marimba, Mandolin, Banjo, Accordion, Harmonica, Others
Lower sectie
Organ: Full, Lower, Pipe, Theater, Others Symphonic: Strings, Synth Strings, Choir, Others Orchestral: Piano, E.Piano, A.Guitar, Brass, Harpsi,
Harp, Vibes, Marimba, Accordion, Harmonica, Others
Solo Voice
Violin, Trumpet, Sax, Flute, Oboe, Clarinet, Others
Baspedalen
Organ, Pipe Organ, String, Electric, Others
Via de OTHERS knop heeft elk klavier toegang tot alle 128 klanken.
Ritmes
(34 ritmes in totaal, Variation/Original) Big Band, Swing, Country, 50’s, Ballad, Trad, Latin 1,
Latin 2, Waltz, enz. – Via de OTHERS knop kunt u kiezen uit 34 ritmes.
Uitbreidbaar met los verkrijgbare Music Style disket­tes (MSA serie).
Aantal stemmen/SMF-weergave
226 stemmen
Aantal Manual Drum Sets
8 sets
Aantal geluidseffecten
1 set
Effecten
Rotary Sound, Chorus, Reverb, Sustain, Glide
Arranger-functies
Arranger On/Off, Chord Intelligence, Leading Bass, Advanced/Basic, Melody Intelligence, One Touch Program
Aantal registratiegeheugens
8
Composer
Sporen (Tracks): 7, Opslagcapaciteit: ongeveer
40.000 noten (maximaal 999 maten), Tempo: q =30~ 250 BPM, Resolutie: 120 tikken per kwartnoot, Opname: realtime
Gegevensopslag
3.5” Micro Floppy Disk, Disketteformaat: 720Kbytes (MF2DD); 1.44Mbytes (MF2HD)
Songs: maximum 56 (MF2DD); maximum 99 (MF2HD)
Uitgangsvermogen
40W + 40W
Luidsprekers
(in de stand): 25cm x 2, (in het orgel zelf): 8cm x 2
Display
16 tekens, 2 lijnen (achtergrondverlicht LCD)
Disk Drive
3.5” Micro Floppy Disk Drive (MF2DD/MF2HD)
Pedalen
Demper pedaal, Zwelpedaal met twee (toewijsbare) voetschakelaars
Connectors
Hoofdtelefoonuitgang (stereo), AC ingang, Luid­sprekerconnector, Pedaalconnector, MIDI-connec­tors (In/Out), Audio-uitgangen (L(MONO)/R), Mic ingang, Computer-connector
Stroomvoorziening
AC117V, AC230V of AC240V
Opgenomen vermogen
127W (AC117V), 97W (AC230V), 94W (AC240V)
Afwerking
Amerikaanse walnoot
Afmetingen
Orgel: 1146 (B) x 568 (D) x 513 (H) mm (inclusief de lessenaar)
48
Stand: 1150 (B) x 505 (D) x 717.5 (H) mm, Orgel+stand: 1150 (B) x 568 (D) x 1209.5 (H)
Gewicht
Orgel: 44.0kg, Stand: 33kg Orgel+stand: 77.0kg
Accessoires
Bankje, Handleiding (Engels en Nederlands), 3.5” Micro Floppy Disk (MF2HD), Stroomkabel
Opties
MIDI-implementatie Music Style diskette (MSA serie)
De specificaties van dit instrument zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Specificaties Aansluiten op een computer
49
AT-30
Handleiding
15.

Index

A
Aanslaggevoeligheid (volume), 34 Achterpaneel, 9 Advanced, 17 Aftel, 26, 28, 36 All Song Play, 27 Alternate, 14 Arranger, 16, 21
Update, 35
, 33
Auto Automatische begeleiding, 16, 21
B
Balance, 32 Bas
Op ondermanuaal, 20 Basic, 17 Beat, 36 Begeleiding, 15, 16 Brilliance, 20
C
Channel Mute, 39 Chord
Hold, 35
Intelli, 22 Chorus, 19 Clear, 26 Coda, 22 Composer, 25, 34
Instellingen, 36 Computer, 40 Contrast, 36 Copy, 38 Count-In, 26, 28 Count-In Recording, 36
D
Damper Of Upper, 34 Data wissen, 26 Delay, 33 Delayed, 35 Delete
Measure, 36
Song, 28
Track, 37 Demperpedaal, 20 Disk
, 28
Utility Diskette
Algemeen, 24
Muziek weergeven, 27
Ritmes laden, 18 Display/Exit, 28 Drum Set, 19
Manual, 35 Drummen, 19
E
Echo, 10, 33
, 19
Effecten
Instellingen, 33 Einde, 22 Ending, 17, 22 Erase, 37
F
Fabrieksinstellingen, 11 Factory Setup, 11 Fast, 15
, 15
Fill-In Foot Switch, 34 Formateren, 24 Frontpaneel, 6
G
Galm, 33 Glide, 20, 34 GM, 27 GS, 27
H
Hold, 23 Hoofdtelefoon, 10
I
Initial Touch, 34 Initialiseren, 11 Inleiding, 16, 17 Instant, 35 Intro, 17, 21
K
Klanken kiezen, 13 Klankkleur, 20 Klep, 10 Kopiëren
Maten, 38
L
Laden
Registraties, 31
Song, 27 LCD Contrast, 36 Leading Bass, 22, 34 Left Foot Sw, 34 Leslie, 15 Lessenaar, 10 Load, 27, 31 Lower Voice Hold, 23
M
Maatsoort, 36 Manual, 17 Manual Drums Set, 35 Master Tune Melody Intelligence, 15 Metronoom, 28, 36
Volume, 36
, 35
Microfoon MIDI
Mute, 26, 39
, 10
Gebruik, 40 Kanaal uitschakelen, 39 Zendkanaal, 35
N
Naam, 26, 30
O
Oct Shift, 32 Octaaf, transponeren One Touch Program, 16 Opname, 25
Maatsoort, 36
Opslag
Registratie, 17, 30
Song, 26 Original, 15 Others, 18
, 32
P
Part, 13 Part Balance, 32 Play, 26 Polka, 19
Q
Quantize, 38
R
REC, 25 Rec, 25 Registratie
Laden, 31
Opslaan, 17, 30 Registration Arranger Update, 35 Rename, 26 Resolutie (Quantize), 38 Reverb, 20
Depth, 33
Type, 33 Right Foot Sw, 34 Ritme, 15
Van diskette, 18 Rotary, 15, 21
Speed, 34
S
Save, 26 Slot, 17, 22 Slow, 15
, 27
SMF Solo Voice, 14
50
Song, 26
Kopiëren, 38 Laden, 27 Weergeven, 26
Wissen, 28 Specificaties, 48 Speelhulpen, 20 Spoor wissen, 37 Stemmen Stroomkabel, 10 Sustain, 20
Sync Start, 21
, 35
Length, 33
T
Tempo, 21 Time, 38 Track Mute, 26 Tracks, 25 Transponeren
Halve tonen, 33
Octaven, 32 Transpose, 33 Tx MIDI Channel, 35
Index
U
Uit (kanaal), 39 Update, 35 Utility, 28, 34
V
Variation, 15 Voetschakelaars, 20, 34 Volume
Balans, 32
Metronoom, 36
W
Weergave, 26
All Song, 27
Bepaald spoor niet, 26
Song op diskette, 27 Wissen
Data, 26, 37
Maat, 36
Registratie, 31
Song, 28
Spoor, 37
51
Loading...