Lees voor gebruik van dit apparaat zorgvuldig de paragrafen:
“BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” (p. 2), “HET
APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p. 3,4) en
“BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 5,6). Deze paragrafen
verschaffen informatie betreffende de juiste werking van het
apparaat. Bovendien moet de handleiding volledig gelezen
worden om allen mogelijkheden van het aparaat te begrijpen. De
handleiding moet bewaard en bij de hand gehouden worden als
een betrouwbaar naslagwerk.
Deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder schriftelijke
Deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION worden gekopieerd.
toestemming van ROLAND CORPORATION worden gekopieerd.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
PERSONEEL OVER
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd,
'gevaarlijk voltage' binnenin het apparaat, dat krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING ñ Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1.Lees deze instructies.
2.Bewaar deze instructies.
3.Neem alle waarschuwingen serieus.
4.Volg alle instructies.
5.Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers), die warmte produceren.
9.
Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat
komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
inclusief de volgende:
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
aanhangsels of accessoires.
11. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant
gespecificeerde of bij het apparaat
geleverde kar, standaard, statief, console
of tafel. Voorzichtigheid is geboden
tijdens het verplaatsen van de kar/
apparaat combinatie, zodat deze niet kan
omvallen en daardoor stuk gaat.
12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat
gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert
of is gevallen.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
• Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een
stroomvoorziening van het type dat wordt
beschreven in de gebruiksinstructies of zoals is
aangegeven aan de zijkant van het apparaat.
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in
het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe
specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga
voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende
Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina
kunt vinden.
• Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het
waterpas staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op
standaards die kunnen wiebelen of op hellende
oppervlakken.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er
geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, waardoor kortsluiting kan
ontstaan. Beschadigde snoeren betekenen een risico
op brand en schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren, die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde
mate van gehoorsverlies of een piep in de oren
bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een
oorarts consulteren.
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur,
te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren
of een duidelijke verandering in werking laat zien.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat op te volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder
voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de
totale hoeveelheid stroom, die door alle aangesloten
apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom
classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer
overschrijden. Door overmatige ladingen kan de
isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk
smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er
geen zware objecten op.
106103a:
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de
adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het
apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping
van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot
verminderde isolatie leiden, en brand veroorzaken.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren
en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle
snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen
geplaatst moeten worden.
• Let op onderstaande voorzorgsmaatregelen bij het
verplaatsen van dit apparaat. Minstens twee
personen zijn nodig om het apparaat op te tillen en te
verplaatsen. Het moet voorzichtig worden
behandeld, en voortdurend recht gehouden worden.
Zorg ervoor dat u een goede grip heeft om uzelf te
beschermen tegen letsel en het instrument tegen
beschadigingen.
• Kijk voor de zekerheid even na of de vergrende-
lingsknoppen, die het apparaat en de standaard bij
elkaar houden, niet los zijn. Maak ze weer goed
vast als u merkt, dat ze los raken.
• Verwijder de stroomkabel.
• Verwijder alle draden die van andere apparaten komen.
• Als u vergrendelingsknoppen verwijdert, zorg er dan
voor dat u ze op een veilige plek legt buiten bereik
van kinderen, zodat er geen kans is, dat ze ze per
ongeluk doorslikken.
Naast “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” dient
u de volgende punten aandachtig door te lezen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op dezelfde stroomvoorziening
met een apparaat dat ruis veroorzaakt (zoals een elektrische motor of variabel lichtsysteem).
• Zet alle apparaten uit, voordat u dit apparaat aan andere
apparaten aansluit. Dit voorkomt storing en/of schade
aan speakers of andere apparaten.
• Hoewel de LCD en LED uitstaan, wanneer de power knop
is omgezet, betekent dit niet dat het apparaat helemaal
niet meer aangesloten is op de stroom. Als u echt het hele
apparaat uit moet zetten, zet dan eerst de power-knop uit,
en haal dan de stroomdraad uit de uitgang. Dit is de reden
dat de uitgang voor het stekker van de stroomdraad binnen handbereik moet zijn.
Plaatsing
• Het gebruik van het apparaat in de buurt van versterkers
(of andere apparatuur die grote transformatoren bevat)
kan storing veroorzaken. Om dit probleem te verhelpen,
kunt u de oriëntatie van dit apparaat veranderen of het
verder van de storingsbron zetten.
• Dit apparaat zou met de ontvangst van radio en televisie
kunnen interfereren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt
van zulke ontvangers.
• Er kan geluid worden geproduceerd als draadloze communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, werken in
de buurt van dit apparaat. Zo’n geluid kan ontstaan als u
belt of gebeld wordt of als u aan het converseren bent. Als
u zulke problemen ervaart, zult u deze draadloze communicatieapparaten moeten verplaatsen zodat zij zich op een
grotere afstand van dit apparaat bevinden of deze uitschakelen.
• Bekijk het volgende, wanneer u de floppy disk drive van
dit apparaat wil gebruiken. Kijk voor verdere details
“Voordat u de floppy diskettes gebruikt” (p. 6).
• Plaats dit apparaat niet in de buurt van apparaten, die een
sterk magnetisch veld produceren (bijv. luidspeakers).
• Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak.
• Verplaats het apparaat niet en stel het niet bloot aan trillingen, terwijl de drive werkt.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet nabij apparaten die warmte uitstralen, laat het niet
achter in een gesloten voertuig, en stel het niet bloot aan
extreme temperaturen. Laat geen verlichtingsapparatuur
die normaliter gebruikt wordt als de lichtbron vlakbij het
apparaat is (zoals een pianolicht) of krachtige spotlights
voor langere tijd op het zelfde gebied schijnen. Overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat van de ene plaats naar de andere
wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid
heel anders is, kunnen er waterdruppels (condensatie) in
ontstaan. Gebruik van het apparaat in deze conditie kan
resulteren in schade of disfunctioneren. Laat het apparaat
daarom voor gebruik een aantal uren staan, totdat de condensatie is verdwenen.
• Laat geen rubber, vinyl of vergelijkbaar materiaal voor
langere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten kunnen
de afwerking verkleuren of op een andere manier schadelijk effect hebben.
• Laat geen objecten op het toetsenbord of het pedaalbord
liggen. Dit kan disfunctioneren veroorzaken, zoals toetsen
die ophouden met het produceren van geluid.
• Plak geen stickers en soortgelijke apparaaten op het
instrument. Het verwijderen van dit soort zaken kan de
afwerking aan de buitenkant beschadigen.
Onderhoud
• Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een
zachte, droge doek of één die ietwat vochtig is. Veeg het
hele oppervlak schoon met gelijke kracht, door de doek te
bewegen in de richting van de nerven van het hout. Te
hard op dezelfde plek vegen kan de afwerking beschadigen.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingsmiddelen om verkleuren of vervormen te voorkomen.
Verdere
voorzorgsmaatregelen
• Helaas kan het onmogelijk zijn om data opgeslagen op een
floppy en intern geheugen terug te halen wanneer ze zijn
gewist. Roland Corporation aanvaart geen aansprakelijkheid betreffende verlies van dit soort data.
• Wees voorzichtig in het gebruik van knoppen, schuiven of
andere besturing, en wanneer u stekkers en verbinders
gebruikt. Ruw behandelen kan tot disfunctioneren leiden.
• Voer nooit grote druk uit op het scherm.
• Er kan een klein beetje geluid ontstaan van het scherm tijdens normaal gebruik.
• Pak bij het insteken en verwijderen van alle kabels het
stekker zelf vast en niet de kabel. Zo vermijdt u kortsluiting of beschadiging van de interne onderdelen van de
kabel.
• Het apparaat zal tijdens normaal gebruik een klein beetje
warmte produceren. Dit is normaal.
• Probeer het volume van het apparaat redelijk te houden,
om het storen van uw buren te voorkomen. Misschien prefereert u het dragen van een koptelefoon, zodat u geen
rekening hoeft te houden met uw omgeving (vooral wanneer het laat op de avond is).
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
558a
• Pak het apparaat in met schokabsorberend materiaal,
wanneer u het moet transporteren. Het transporteren van
het apparaat zonder dit te doen kan krassen of beschadigingen veroorzaken en kan leiden tot disfunctioneren.
• Voer geen overdreven druk uit op de muziekstandaard,
wanneer deze in gebruik is.
• Gebruik om een verbinding te maken een kabel van
Roland. Als u een ander soort gebruikt, let dan op de volgende voorzorgsmaatregelen:
• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor verbinding maken met dit apparaat geen
kabels die weerstanden bevatten. Het gebruik van deze
kabels kan het geluidsniveau erg laag of onhoorbaar
maken. Neem contact op met de fabrikant van deze
kabels voor meer informatie hierover.
Voordat u diskettes gebruikt
De diskdrive hanteren
• Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak in
een trillingsvrije ruimte.
• Vermijd direct gebruik van het apparaat, nadat het verplaatst is naar een ruimte die een andere vochtigheidsgraad heeft. Snelle omgevingsveranderingen kunnen
condensatie in de drive veroorzaken, wat deze negatief
beïnvloedt en/of diskettes beschadigt. Laat het apparaat
aan de nieuwe omgeving wennen (een aantal uren) wanneer het is verplaatst, voordat u ermee gaat werken.
• Om een diskette in te voeren, drukt u het voorzichtig
maar stevig in de drive – u hoort een klik. Om een diskette
te verwijderen drukt u stevig op de EJECT knop. Gebruik
geen overdreven kracht om de diskette te verwijderen.
• Verwijder nooit een diskette, wanneer deze aan het lezen
of schrijven is, omdat dat het magnetisch oppervlak van
de diskette kan beschadigen, wat deze onbruikbaar
maakt. (De indicator van de diskdrive zal helemaal
oplichten, wanneer de drive bezig is met het lezen of
schrijven van data. Normaalgesproken zal de indicator
minder fel oplichten of uit zijn.)
• Verwijder elke diskette voor u het apparaat aan- of uitzet.
• Om schade aan de bovenkant van de diskdrive te voorkomen moet u altijd proberen de diskette recht te houden
(niet afwijkend in een richting), terwijl u hem in de drive
stopt. Druk hem er stevig maar voorzichtig in. Gebruik
nooit overdreven kracht.
• Stop alleen 9 1/2 inch diskettes in de diskdrive om disfunctioneren en/of schade te voorkomen. Stop er geen
ander soort schijf in. Zorg ervoor, dat er geen paper clips,
muntjes of andere vreemde voorwerpen in de drive
terecht komen.
Diskettes hanteren
• Diskettes zijn schijfjes van plastic met een dun laagje
magnetisch materiaal. Microscopische precisie is nodig
om grote hoeveelheden data op zo’n klein oppervlak op te
kunnen slaan. Om de integriteit ervan te verzekeren moet
u op het volgende letten als u diskettes gebruikt:
• Raak het magnetische veldje in de diskette nooit aan.
• Leg diskettes niet op stoffige of vieze plekken.
• Stel diskettes niet bloot aan extreme temperaturen
(bijv. in direct zonlicht of in een afgesloten voertuig).
De aangeraden temperatuur is 10 tot 50 graden Celsius.
• Stel diskettes niet bloot aan sterke magnetische velden, zoals die van luidsprekers.
• Diskettes hebben een ‘schrijf bescherm’ hoekje, dat de
inhoud van de diskette tegen wissen beschermt. Het is aan
te raden dat dit hoekje in de ‘bescherm’ positie staat, en
pas in de ‘schrijf’ positie wordt gezet, wanneer u nieuwe
data op de diskette wil schrijven.
onderkant van de diskette
Write
(kan nieuwe data op de
diskette schrijven)
Schrijf bescherm nokje
653
• Het identificatie etiket moet goed op de diskette worden
geplakt. Als het etiket van de diskette loskomt, wanneer
deze in de drive zit, kan het moeilijk zijn om de diskette te
verwijderen.
• Leg alle diskettes op een veilige plaats om beschadiging te
voorkomen en ze te beschermen tegen stof, vuil en ander
gevaar. Als u een vieze of stoffige diskette gebruikt loopt
u het risico om de diskette te beschadigen, en het kan leiden tot disfunctioneren van de diskdrive.
203
* GS () is een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* XG lite () een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* Alle apparaatnamen die in dit document worden
genoemd zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
Protect
(voorkomt schrijven op
de diskette)
6
Hoofdkenmerken
Wij willen een moment nemen om u te bedanken voor de aanschaf van het Roland Atelier AT-15
‘Atelier Series’ orgel.
De AT-15 is een elektrisch orgel met een uitgebreide collectie van rijke orgelgeluiden. Daarnaast is
het ontworpen om makkelijk te begrijpen en te gebruiken. Neem de tijd om deze gehele handleiding door te lezen, om plezier te hebben van de betrouwbare prestatie van uw nieuwe keyboard
in de komende jaren.
■ Fundamentele begrippen van de ATELIER serie
Een complete set orgelgeluiden
❍
Een breed assortiment van fundamentele orgelgeluiden, variërend van jazzorgel en pijporgel tot
theaterorgel is beschikbaar, zodat u toegang heeft tot alle geluiden die u van een orgel verwacht.
❍ De layout van het bedieningspaneel is gebaseerd op een traditie
van nadruk op duidelijke werking
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn om te gaan zitten en direct te beginnen met spelen,
zijn de besturingsknoppen van het paneel logisch geplaatst, waardoor een makkelijke en intuïtieve
werking verzekerd wordt. Alle modellen van de ATELIER serie hebben dezelfde werking, wat
ervoor zorgt dat u meteen kunt spelen, zelfs als u van model wisselt.
❍ Geluid van hoge kwaliteit dat u zonder aanpassing kunt gebruiken
Naast een breed assortiment van orgelgeluiden zijn ook geluiden van hoge kwaliteit als snaren en
koperen instrumenten aanwezig. U kunt gemakkelijk geluiden selecteren en plezier hebben in het
spelen, zonder dat u moeilijke aanpassingen hoeft te doen.
❍ Uitgebreid lager toetsenbord met demperpedaal voor pianoachtige
expressies
De piano is onvervangbaar voor het spelen van muziek van deze tijd. Op de ATELIER serie heeft
het lager toetsenbord een uitgebreide variatie die u de expressieve kracht van een piano geeft.
❍ Het ontwerp gebruikt uw bestaande muziekgegevens
De ATELIER serie is zo ontworpen dat u zich meteen thuis voelt en kunt beginnen met spelen, zelfs
op nieuwe modellen. Ook op de uitwisselbaarheid van gegevens is gelet, en gegevens van songs
of registraties van eerdere modellen kunnen zonder verandering gebruikt worden.
❍ Muziekstijlen van over de hele wereld
Veel van de favoriete muziekstijlen van over de hele wereld (ritme en automatische begeleidingspatronen) zijn ingebouwd, zodat u kunt genieten van een internationale variëteit aan muziekstukken.
❍ Maak volop gebruik van muziekbestanden
Doordat de AT-15 uitgerust is met GM2, de standaard in SMF muziekbestanden, heeft u toegang
tot de rijkdom aan in de winkel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook delen muteren,
zodat u voor elke hand apart kunt oefenen en samen met de muziekbestanden kunt spelen.
7
Hoofdkenmerken
■ Hoofdkenmerken
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
❍
Alle ritmes gebruiken gegevens en oefeningen van professionele drummers, gekenmerkt door
patronen van hoge kwaliteit met alle stemmingen en nuances. Verder kunt u automatische begeleiding gebruiken die perfect past bij elk ritme om u het gevoel te geven dat u met uw eigen band
op de achtergrond speelt.
❍ Ontwikkelde actieve expressiegeluiden
Voor sommige geluiden zal het bewegen van het expressiepedaal niet alleen het volume doen
variëren, maar ook de toon of andere geluiden toevoegen. Van pianissimo tot fortissimo, het karakter van de toon van het geluid zal veranderen als u een crescendo uitvoert of snaren worden onder
de pianoklanken hoorbaar, wat dynamische verandering teweegbrengt.
❍ Menselijke klanken
Naast een volledig aantal orgelgeluiden bevat de AT-15 ook tonen met een brede variatie aan menselijke vocale kwaliteit, waaronder “Jazz Scat”, die verandert afhankelijk van hoe stevig u toetsen
indrukt en klassieke koren.
❍ Verdeelfunctie
Het 61 toetsentellende onderbord kan in verschillende stukken worden verdeeld, die elk gebruikt
kunnen worden om een andere klank te spelen. Het gebruik van de verdeelfunctie geeft u een rijkdom aan klanken, vergelijkbaar met driehandige en zelfs vierhandige composities.
❍ Harmonische intelligentie
De Harmonische intelligentie functie voegt automatisch harmonie toe aan het bovenste toetsenbordgeluid volgens het stuk dat u op het onderste toetsenbord speelt. Dit geeft u een grotere diepte
in klank en een dynamischer speelwijze.
❍ Weerkaatsing van hoge kwaliteit
Naast de veelgebruikte “Hal” en “Kamer” types heeft de AT-15 ook “Grote Kerk” en “Kathedraal”
weerkaatsingen, die extreem lange reflecties maken. Ze kunnen worden gebruikt om allure aan uw
orgelwerken te geven.
■ Druktechnische details in deze handleiding
• Namen van knoppen staan binnen haakjes (“[ ]”), zoals in [Harmony Intelligence] knop.
• [+] [-], [ ▲ ] [ ▼ ], [] [] betekent dat u op een of andere knop moet drukken.
Selecteren en afspelen van geluiden .......................................... 19
Het luisteren naar demo songs..................................................................................................................... 19
Het selecteren van klanken........................................................................................................................... 21
Over de klanken en Parts ................................................................................................................. 21
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass geluidsselectieknoppen ........................................ 22
Het selecteren van Boven en Onder klanken ................................................................................ 23
Het selecteren van de Pedal bass klank.......................................................................................... 23
Het selecteren van Solo klanken...................................................................................................... 24
Het selecteren van een klank, gebruikmakend van de [Others] knop ...................................... 25
Het aanpassen van de volume balans......................................................................................................... 26
Het omzetten van de toonhoogte in octaaf eenheden (Octave Shift) ..................................................... 27
Het spelen van drumgeluiden en geluidseffecten op het keyboard....................................................... 28
Het spelen van Drums op het gehele Onder toetsenbord (Drums/SFX).................................. 28
Het veranderen van de Drum/SFX Set.......................................................................................... 29
Het gebruik van Ritme stukken ................................................. 30
Het selecteren van een ritme ........................................................................................................................ 30
Het spelen van ritmes (Het starten en stoppen van een ritme)............................................................... 31
Het starten door op een knop te drukken...................................................................................... 31
Het stoppen van een ritme ............................................................................................................... 32
Variatie toevoegen aan de Ritme en Automatische begeleiding ............................................................ 32
Het veranderen van het tempo .................................................................................................................... 33
Een simpele manier om Automatische begeleiding instellingen te maken (One Touch Program)... 34
Het gebruik van een ritme op diskette........................................................................................................ 35
Het plaatsen en verwijderen van een diskette .............................................................................. 35
Het bekijken van de stijlen op een muziekstijl disk ..................................................................... 35
Het laden van diskritmes naar het interne geheugen .................................................................. 36
Het kopiëren van een ritme opgeslagen onder de Ritme [Disk] knop ...................................... 38
9
Inhoud
Het wissen van een ritme opgeslagen onder de Ritme [Disk] knop.......................................... 39
Het herplaatsen van het ritme opgeslagen onder de Ritme [Disk] knop naar
de fabrieksinstellingen...................................................................................................................... 40
Effecten aan een klank toevoegen ............................................. 41
Harmonie toevoegen aan een melodie (Harmonische intelligentie) ...................................................... 41
Het veranderen van Harmonische intelligentie ........................................................................................ 42
Het toevoegen van een aanpassing aan het geluid (Rotatie effect) ........................................................ 43
Het gebruik van de Speel functies .............................................. 46
Het gebruik van het Onder toetsenbord om de Bas klank te spelen (Pedaal [To Lower] Knop)....... 46
Het spelen van de Solo klank op het Onder toetsenbord (Solo [To Lower] Knop).............................. 47
Omzetten naar een ander akkoord (Transpose Knoppen)....................................................................... 48
Het aanpassen van het algehele volume door het gebruik van een expressie pedaal......................... 49
Het toevoegen van afzwakking aan het geluid (demperpedaal)............................................................ 49
Het gebruik van de voetschakelaar ............................................................................................................. 50
Het gebruik van de registratie knoppen .................................... 51
Het opslaan van registraties ......................................................................................................................... 51
Het terugroepen van een registratie............................................................................................................ 52
Zo roept u een registratie terug....................................................................................................... 52
Het veranderen van de timing van het terugroepen van registraties........................................ 52
Automatisch registreren, wanneer u wisselt tussen paneelinstellingen................................................ 53
Het toewijzen van een naam aan een registratieset .................................................................................. 53
Alleen de naam van een registratie kopiëren................................................................................ 55
Het opslaan van registratiesets op een diskette......................................................................................... 56
Het laden van eerder opgeslagen registratiesets op de AT-15................................................................ 58
Het laden van een registratieset ...................................................................................................... 58
Het laden van een individuele registratie...................................................................................... 59
Het verwijderen van registraties van een diskette.................................................................................... 60
Het opnemen en afspelen van uw werk .................................... 61
Het terugspelen van eigen songs opgeslagen op diskette ....................................................................... 62
Een specifieke track of nummer uitzetten .................................................................................................. 64
Het opnemen van uw werk .......................................................................................................................... 65
Het afspelen van uw muziekstuk ................................................................................................................ 67
Het opnieuw opnemen van uw muziekstukken opgenomen op de AT-15 .......................................... 68
Het verwijderen van een muziekstuk ......................................................................................................... 69
Het formatteren van diskettes...................................................................................................................... 70
Het veranderen van de naam van een muziekstuk (Rename) ................................................................ 72
Het opslaan van muziekstukken op diskette............................................................................................. 73
Het verwijderen van muziekstukken opgeslagen op diskette ................................................................ 75
Het laden van een nieuwe opname op SMF muziekbestanden.............................................................. 76
Het overnieuw opnemen van een muziekstuk opgeslagen op diskette ................................................ 77
Het gebruik van een song met een ander tempo dan een nieuwe song ................................................ 77
Instellingen voor de composer ................................................... 78
Het veranderen van de toets bij het afspelen van songs ..........................................................................78
Het veranderen van de metronoom instelling ...........................................................................................78
10
Het aanpassen van het volume van de metronoom .................................................................................79
Het veranderen van het geluid van de metronoom. .................................................................................79
Het instellen van de maat .............................................................................................................................80
Het uitzetten van een specifieke track ........................................................................................................80
Het dempen van individuele kanalen in muziekstukken ........................................................................81
Het overnemen van de gegevens van het pedaalbord .............................................................................82
Het veranderen van de functie van het expressiepedaal .........................................................................82
Functie tijdens het opnemen ............................................................................................................82
Functioneren tijdens het afspelen ....................................................................................................83
Het aan- of uitzetten van het scherm met songteksten ............................................................................83
Het aanpassen van effecten ...................................................... 84
Het aanpassen van de standaard toonhoogte (Master Tune) ..................................................................93
Het selecteren van het MIDI zendkanaal (Tx MIDI Channel) .................................................................93
MIDI IN ...........................................................................................................................................................94
Het specificeren bij verzending van PC nummers (Send PC Switch) ....................................................94
Het instellen van PC nummers (PC Number) ...........................................................................................95
Het aansluiten van externe apparaten ...................................... 96
Namen en functies van stekkers en aansluitingen ....................................................................................96
Het aansluiten van een audio installatie .....................................................................................................96
Het maken van de aansluitingen .....................................................................................................96
Als u MIDI gebruikt .......................................................................................................................................97
Het aansluiten van de AT-15 op een MIDI INstrument ..............................................................97
Berichten op het scherm ..............................................................................................................................100
Demo song lijst .............................................................................................................................................114
Index ...............................................................................................................................................................116
12
MEMO
13
Paneelbeschrijving
1243
7
5
6
8
9
16131217101415
18
1Pedal Bass Stem keuzeknoppen
(→p. 22, p. 23)
Pedaaldeel
[Alternate] knop
[To Lower] knop (→ p. 46)
Niveau
2Onder Stem keuzeknoppen (→ p. 23)
Onderdeel
Niveau
3Boven Stem keuzeknoppen (→ p. 23)
Boven Orgel deel
Boven Orkest deel
Niveau
4Solo Stem keuzeknoppen (→ p. 24)
Solodeel
[Alternate] knop
[To Lower] knop (→ p. 47)
Niveau
5[Power On] knop (→ p. 16)
6[Master Volume] knop (→ p. 16)
7Deelbalans [ ▲ ] [ ▼ ] knop (→ p. 26, p. 44)
[ ▲ ][ ▼ ] knop (→ p. 26)
[ ▲ ][ ▼ ] knop (p. 26)
[ ▲ ][ ▼ ] knop (→ p. 26)
[ ▲ ][ ▼ ] knop (→ p. 26)
11
8Onder [Drums/SFX] knop (→ p. 28)
9Transponeer [-] [+] knoppen (→ p. 48)
10
[Utility] knop (→ p. 87)
[Display/Exit] knop (→ p. 18)
Menu
[][] knoppen
Waarde [+] [-] knoppen
11 Beeldscherm (→ p. 18)
12 Maat Indicator (→ p. 33)
13 [Harmony Intelligence] knop (→ p. 41)
14 [One Touch Program] knop (→ p. 34)
15 Componist
Selecteer [-] [+] knoppen
[Load] knop (→ p. 58, p. 59, p. 76, p. 77)
[Save] knop (→ p. 56, p. 73)
[Registration] knop (→ p. 53 – p. 60)
Nummerdemperknoppen (→ p. 64)
[Reset] knop
[Play/Stop] knop (→ p. 62, p. 67)
[Rec] knop (→ p. 65, p. 68, p. 76, p. 77)
Write
14
19
Manual
16
12345678
Ritmekeuzeknoppen (→ p. 30)
Tempo [][] knop (→ p. 30)
Vul In knop (→ p. 33)
[Intro/Ending] knop (→ p. 31)
[Start/Stop] knop (→ p. 31)
17 Roterend Geluid [Fast/Slow] knop (→ p. 43)
18 Diskdrive (→ p. 35)
19 Registratieknoppen
[Write] knop (→ p. 51)
[Manual] knop (→ p. 53)
Registratie [1] – [8] knoppen (→ p. 51)
15
Voordat u begint met spelen
Het opzetten van de
muziekstandaard
fig.01-03
1. Maak de muziekstandaard vast door deze in de
twee gaatjes te steken.
Het aansluiten van de
stroomkabel
1. Zorg er eerst voor, dat de [Power On] knop aan
de linkerkant van het paneel uitstaat (niet
ingedrukt).
2. Sluit de bijgesloten stroomkabel aan op de
uitgang van het apparaat, en stop de stekker
daarna in het stopcontact.
fig.01-04
•Is de [Master Volume] knop (aan de linkerkant van het
onderste toetsenbord) op de Min (minimum) positie
gezet?
fig.01-05
Master Volume
MaxMin
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom in te
schakelen.
De stroom activeert en het standaardscherm verschijnt op
het scherm.
fig.01-06
Ingedrukt
AAN
* Dit apparaat is uitgerust met een beschermende schakeling. Na
het inschakelen van de stroom is een kort interval (enkele
seconden) nodig, voordat het apparaat normaal zal werken.
* Gebruik alleen de bij dit instrument geleverde stroomkabel.
* Haal de stroomkabel eruit als u het instrument voor langere tijd
niet zult gebruiken.
De stroom in- en uitschakelen
* Zet de verschillende apparaten aan in de juiste volgorde als alle
verbindingen zijn gemaakt. Door dit niet in de juiste volgorde te
doen, riskeert u disfunctioneren en/of schade aan speakers en
andere apparaten.
■ De stroom inschakelen
1. Let op het volgende als u de stroom inschakelt.
•Is de stroomkabel goed op het apparaat aangesloten?
•Is de stroomkabel goed aangesloten op het stopcontact?
3. Draai de [Master Volume] knop of druk het
expressiepedaal in om het volume aan te
passen tot een passend niveau.
Het draaien aan de [Master Volume] knop richting “Max”
laat het volume toenemen;. Het draaien van de knop
richting “Min” laat het volume afnemen. Eveneens zorgt
het indrukken van het expressiepedaal voor een toename
in volume en het loslaten ervan zorgt voor afname in het
volume.
fig.01-07
Verlaagt
het volume
Verhoogt
het volume
■ Het uitschakelen van de
stroom
1. Zet de [Master Volume] knop op de Min
(minimum) positie, voordat u de stroom
uitschakelt.
16
Voordat u begint met spelen
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom uit
te schakelen.
fig.01-06
Niet ingedrukt
UIT
Het gebruik van de
koptelefoon
De AT-15 heeft een koptelefoonaansluiting. Dit stelt u in
staat om zonder u druk te maken over uw omgeving te
spelen, vooral ’s avonds.
fig.01-08
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog
staat.
Zet het volume zachter op de AT-15, voordat u de
koptelefoon aansluit.
• Zet het volume niet te hoog als u de koptelefoon gebruikt,
om gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of schade aan de
koptelefoon te voorkomen.
Gebruik de koptelefoon op een gematigd geluidsniveau.
Het herstellen van de
fabrieksinstellingen
De instellingen van de AT-15 kunnen teruggezet worden
naar de fabrieksinstellingen. Deze functie heet “Factory
Reset”.
1. Zorg ervoor, dat er geen diskette in de diskdrive
zit, voordat de procedure wordt gestart.
2. Zet de stroom uit.
1. Verbind de koptelefoon met het stekker aan de
linker onderkant van het apparaat.
Het geluid uit de ingebouwde speakers wordt onhoorbaar. Nu kunt u het geluid alleen door de koptelefoon
horen.
LCD
Contrast
Phones
2. Pas het volume van de koptelefoon aan met de
[Master Volume] knop en het expressiepedaal.
* Aansluiting van een stereo koptelefoon is mogelijk.
Opmerkingen voor het gebruik van de
koptelefoon
• Pak de koptelefoon alleen vast bij de headset of het
stekker om beschadiging van de kabel te voorkomen.
3. Terwijl u op de [One Touch Program] knop
drukt, drukt u op de [Power On] knop om de
stroom in te schakelen.
fig.01-15
Schakel de stroom niet uit, wanneer u het volgende op uw
scherm ziet.
fig.01-16
Als de Factory Reset klaar is, verschijnt het
standaardscherm weer.
* Kijk op pagina 18 om terug te gaan naar alle instellingen,
anders dan de Ritme [Disk] knop naar de fabrieksinstellingen.
* Het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen zal alle
registraties, die op dat moment in het geheugen van de AT-15
staan, verwijderen. Om de registraties die u op dat moment
gebruikt op te slaan, kijkt u bij “Het opslaan van registraties op
diskette” (p. 56).
* Kijk op pagina 40 om alleen de Ritme [Disk] knop te herstellen
naar de fabrieksinstellingen.
17
Voordat u begint met spelen
l
l
l
Het herstellen van alle
instellingen, anders dan de
Ritme [Disk] knop, naar hun
oorspronkelijke instellingen
Alle instellingen anders dan de Ritme [Disk] knop kunnen
naar hun fabrieksinstellingen hersteld worden. Deze functie
heet “Panel Reset”.
1. Zorg ervoor, dat er geen schijfje in de diskdrive
zit, voordat de procedure wordt gestart.
2. Zet de stroom uit.
3. Terwijl u op de [Harmony Intelligence] knop
drukt, drukt u op de [Power On] knop om de
stroom in te schakelen.
fig.01-15
Schakel de stroom niet uit, wanneer u het volgende op het
scherm ziet.
fig.01-16
Het vertonen van het
standaardscherm
Het scherm van dit instrument verschaft een grote variëteit
aan informatie. De AT-15 heeft twee typen
standaardschermen: het ritmescherm en het
componistenscherm. U kunt deze twee afwisselen door op de
[Display/Exit] knop te drukken.
fig.01-17
■ Ritmescherm
fig.01-18
PostScript error (inva
Als de Panel Reset klaar is, verschijnt het
standaardscherm weer.
Het aanpassen van het
schermcontrast
U kunt het schermcontrast aanpassen.
1. Draai aan de [LCD Contrast] knop aan de
onderkant van het apparaat om het
schermcontrast aan te passen.
LCD
Contrast
■ Componistenscherm
Als interne muziekdata zijn geselecteerd.
fig.01-19
PostScript error (inva
Als u een song van een diskette heeft geselecteerd:.
fig.01-20
PostScript error (inva
18
Phones
Selecteren en afspelen van geluiden
Het luisteren naar demo songs
De AT-15 bevat 12 demo songs. Hier staat hoe u de demo songs af kunt
spelen en de geluiden, ritmes en automatische begeleiding die de AT-15
bevat volop kunt gebruiken.
fig.02-01
2, 3
NOTE
Alle rechten voorbehou-
den.
Ongeautoriseerd gebruik
van dit materiaal, voor
andere doelen dan per-
soonlijk gebruik, is een
overtreding van de wet.
NOTE
De gegevens van een
afgespeelde demo song is
niet beschikbaar op de
MIDI Out aansluiting.
4, 5
1.Verzeker uzelf ervan, dat er geen schijfje in de diskdrive zit.
Druk op de eject knop (p. 35) als er een schijfje in de diskdrive zit, en
verwijder het schijfje.
2.Druk tegelijk op de Select [-] [+] knoppen.
fig.02-02
3.Druk op de Select [-] of [+] knoppen om een Demo song te
selecteren.
4.Druk op de [Play/Stop] knop.
Als de geselecteerde demo song is afgelopen, zal de volgende song
beginnen te spelen.
5.Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op de
[Play/Stop] knop.
Kijk op de “Demo songs
lijst” (p. 114) voor informa-
tie zoals de namen van de
componisten en spelers van
de demo songs.
19
Selecteren en afspelen van geluiden
❍ Als het volgende scherm verschijnt
Als de song in het apparaat niet op schijf is opgeslagen, zal de volgende
boodschap in het scherm verschijnen, en zal het niet mogelijk zijn om de
Demo songs af te spelen.
fig.02-03
Als u het niet erg vindt dat een song verwijderd wordt, drukt u op de [Rec]
knop.
Echter, als u een song wilt opslaan, drukt u op de [Reset] knop om de
procedure te stoppen en slaat u de song op op schijf.
Als u de muziekgegevens
op schijf wilt opslaan, kijk
dan bij “Het Opslaan van
Eigen Nummers op Schijf”
(p. 73).
20
Het selecteren van klanken
b
De AT-15 is in staat om het geluid van verschillende instrumenten te
produceren. Deze geluiden worden “klanken” (of tonen) genoemd. Het is
heel gemakkelijk om klanken te selcteren.
■ Over de klanken en Parts
De AT-15 heeft twee toetsenborden en een pedaalbord, zoals hieronder
aangegeven. Van boven naar beneden worden deze “Boven toetsenbord”,
“Onder toetsenbord” en “pedaalbord” genoemd.
fig.02-04
Boven toetsenbord
Onder toetsenbord
Selecteren en afspelen van geluiden
Pedalenbord
Het Boven toetsenbord bestaat uit twee delen: “Orgel” en “Orkest”. U kunt
voor elk deel een klank selecteren, wat betekent dat het mogelijk is om twee
lagen van klanken tegelijk te spelen. De klank van het “Solo” Part kunt u op
het Onder toetsenbord instellen.
Het Onder toetsenbord heeft het Part: “Onder”.
Het pedaalbord heeft het Part: “Pedaal”.
ToetsenbordStemsoortenParts
Boven orgel
Boven orkest
Solo
Boven toetsenbord
Onder toetsenbord
Boven
Solo Solo
OnderOnder
Solo
(deze klank wordt alleen gehoord als het
Solo [To Lower]
lampje oplicht
Om op het Onder toetsen-
ord een soloklank te spe-
len, selecteert u de
soloklank, en drukt u op de
Solo [To Lower] knop
(p. 47).
pedaalbordpedaal basPedaal
21
Selecteren en afspelen van geluiden
■ Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass
geluidsselectieknoppen
fig.02-05
Elke keer dat u op een stemknop drukt, zal de indicator wisselen tussen
oplichten en uitgaan. Klanken waarvan het lichtje brandt, kunnen gespeeld
worden.
Er worden twee klanken aan de knoppengroepen van het PedalenPart en
het SoloPart toegewezen.
NOTE
Als geen enkele klankknop
opgelicht is, zal het bespe-
len van het toetsenbord-
geen geluid produceren.
De [Alternate] knop wisselt tussen deze twee klanken.
De [Alternate] knop Klank die wordt geselecteerd
De [Alternate] knop licht niet op
De [Alternate] knop licht op
De klank aangegeven op de knop
wordt geselecteerd
Een andere klank uit dezelfde
familie of de klank aangegeven
aan de onderkant van de knop
wordt geselecteerd
22
Selecteren en afspelen van geluiden
■ Het selecteren van Boven en Onder klanken
Selecteer klanken door op de knoppen te drukken van BovenPart en
OnderPart.
Als de stroom wordt ingeschakeld, zal het Boven Toetsenbord “Full Organ
3” spelen en het Onder Toetsenbord “Lower Organ 2”.
Voorbeeld: Het selecteren van “Jazz Organ 2” voor het
Boven orgelPart en “Grand Piano” voor het
Boven orkestPart.
1.Druk op de [Jazz] knop van Boven orgel (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden in het
scherm.
fig.02-06
Als u met spelen op het boven klavier begint, hoort u “Jazz Organ2”.
2.Druk op de Boven orkest [Piano] knop (de indicator licht
op).
Als u nu het Boven toetsenbord bespeelt, zullen de twee klanken “Jazz
Organ 2” en “Grand Piano” tegelijk te horen zijn (door elkaar gemixt).
■ Het selecteren van de Pedal bass klank
Direct nadat de stroom is ingeschakeld zal de Pedal Bass klank enkele noten
laten horen, gebruikmakend van de “Organ Bass 1” klank. Zo selecteert u
een Pedaalklank gespeeld door het pedaalbord.
1.Druk op de [Organ] knop bij Pedaal (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden in het
display.
fig.02-08
Instellingen kunnen aange-
past worden om meerdere
noten op het pedaalbord te
kunnen spelen (p. 90).
Als u nu op het pedaalbord speelt, zal “Organ Bass 1” te horen zijn.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, zult u tussen de twee klanken
die aan deze knop zijn toegewezen wisselen.
NOTE
Als u op de Pedaal [To
Lower] knop drukt (indica-
tor licht op, p. 46), kan de
klank van Pedal Bass door
het Onder toetsenbord
gespeeld worden en niet
door het pedaalbord.
23
Selecteren en afspelen van geluiden
■ Het selecteren van Solo klanken
Het soloPart van het Boven toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen dat u
de Solo klank alleen hoort bij het spelen van de hoogste noot van het Boven
toetsenbord. Dit stelt u in staat om volle akkoorden te spelen en de Solo
klank de hoogste noot te laten horen.
fig.02-11
1
1.Druk op de Solo [Trumpet] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden in het
display.
fig.02-12
Bespeel het Boven toetsenbord. De geselecteerde klank zal klinken op de
hoogst gespeelde noot.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, wisselt u tussen de twee
klanken die aan de knop zijn toegewezen.
NOTE
Als u op de Solo [To
Lower] knop drukt (indica-
tor licht op p. 47), kan de
Solo klank door het Onder
toetsenbord gespeeld wor-
den, niet door het Boven
toetsenbord.
Het is mogelijk om Solo
klank te veranderen. Nor-
maalgesproken zal de Solo
klank op de hoogst
gespeelde noot op het
Boven toetsenbord klin-
ken, maar u kunt het zo
instellen dat de Solo klank
op de laatst gespeelde noot
klinkt. U kunt ook instellin-
gen maken, zodat de Solo
klank op alle noten van het
toetsenbord klinkt, waar-
aan deze is toegewezen.
Kijk voor details bij “Ver-
anderen hoe de Solo klank
reageert (Solo mode)” (p.
89).
24
Selecteren en afspelen van geluiden
■ Het selecteren van een klank, gebruikmakend
van de [Others] knop
Merk op, dat er voor elk deel van Boven, Onder, Solo en Pedaal een [Others]
knop is. Door de [Others] knop te gebruiken, kunt u alle andere klanken
selecteren, die niet direct door op een van de stemknoppen te drukken te
selecteren zijn.
1.Druk op de [Others] knop van de Part, waarop u een klank
wilt specificeren.
De naam van de klank verschijnt in het display.
fig.02-10 (P.29)
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal oplichten.
Druk voor het solo en pedalen Part op de [Alternate] knop, en selecteer de
toe te wijzen klanken met de [Alternate] knop ON (opgelicht) of OFF (niet
opgelicht).
2.Terwijl de naam van de klank in het display scherm staat,
gebruikt u de Waardeknoppen [-] [+] om de gewenste klank
te selecteren.
U kunt van de ene naar de
andere klankengroep ver-
springen door op de Menu
[] [] knoppen te
drukken om de klanken-
groep te selecteren. Het
geluidsnummer van elke
klank wordt voorafgegaan
door een letter A-T, die de
klankengroep aangeeft; bv.
“G11 Strings1”.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal knipperen.
Om tijdens deze procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3.Druk nog een keer op de [Others] knop bij het door u
gewenste geluid om de klank te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop zal van knipperen naar opgelicht
veranderen.
U kunt ook op de toets
voor het deel, dat een ver-
anderde klank bevat, druk-
ken om de instelling van de
klank te bevestigen.
Kijk voor de klanken, die
kunnen worden toegewe-
zen aan de [Others] knop
op de “Klankenlijst”
(p. 102).
25
Selecteren en afspelen van geluiden
Het aanpassen van de volume balans
De AT-15 stelt u in staat om de volume balans individueel voor elk deel aan
te passen.
fig.02-13
De AT-15 stelt u in staat om de volume balans individueel voor elk deel aan
te passen.
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van meerdere delen
aan te passen.
Accomp/SMF [▼] [▲] knop:
• Automatische begeleiding (behalve Bas Part)
• Het terugspelen of inspelen van gegevens anders dan de Atelier (Bijv:
SMF muziekbestanden)
Rhythm [▼] [▲] knop:
• Ritme
• Drums/SFX
Pedal Level [▼] [▲] knop:
• Pedalen klank
• Bas Part van automatische begeleiding
1.De volumeniveaus van elk Part worden aangepast door de
corresponderende [▲] en [▼] knoppen.
Als u op de up knop (▲) drukt, neemt het volume toe. Als u op de down
knop (▼) drukt, neemt het volume af.
Het volume kan op elke waarde van 0 tot 12 worden ingesteld.
Als u op de niveauknoppen [▲] [▼] drukt, zal het volume voor elk Part op
het beeldscherm te zien zijn.
fig.02-14
NOTE
Als het volume in het
scherm op 0 staat, is dat
Part niet hoorbaar.
26
Selecteren en afspelen van geluiden
b
Het omzetten van de toonhoogte in
octaaf eenheden (Octave Shift)
De toonhoogte van het geluid, dat door het keyboard wordt gespeeld, kan
in stappen van een octaaf aangepast worden.
U kunt de octaaf wissel op de volgende vijf delen toepassen:
Het Boven orgel Part
Het Boven orkest Part
Het Onder Part
Het PedalenPart
Het SoloPart
1.Druk op de [Utility] knop
2.Druk op de Menu [] en [] knop om “Octave Shift” te
selecteren.
f
3.Druk op de [Rec] knop.
4.Gebruik de Menu [] en [] knop om een Song Part,
waarop u een Octave Shift wil toepassen, te selecteren.
Deel: Pedaal, Onder, B. Orgel, B. Orkest, Solo
fig.02-16
NOTE
5.Gebruik de Waarde [-] en [+] knoppen om de hoeveelheid
shift in te stellen.
De waarde kan binnen een bereik van -/+ 3 octaven ingesteld worden.
6.Druk op de [Utility] knop.
Het standaardscherm verschijnt weer.
Let erop, dat als u de
Octave Shift toepast op
epaalde klanken de toon-
hoogte buiten de aanbevo-
len toonhoogte valt, en dat
zij niet zo zullen klinken als
verwacht. De Octave Shift
moet met zorg gebruikt
worden.
27
Selecteren en afspelen van geluiden
Het spelen van drumgeluiden en
geluidseffecten op het keyboard
■ Het spelen van Drums op het gehele Onder
toetsenbord (Drums/SFX)
U kunt het Onder toetsenbord gebruiken om verschillende drumgeluiden te
spelen (drumset). In dit geval zullen de Onderklanken niet langer klinken.
fig.02-18
1.Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
Kijk op de “drumset List” (p.
103) voor details over welk
drumgeluid of geluids–
effect onder elke noot zal
klinken.
Bespeel het Onder toetsenbord en luister naar de verschillende
drumgeluiden onder elke toets.
De [Drums/SFX] knop zal tussen aan (opgelicht) en uit, elke keer dat deze
wordt ingedrukt.
Direct nadat de stroom is uitgeschakeld, zal de STANDAARD drumset
klinken.
NOTE
Voor sommige drumsets
zullen er toetsen zijn, die
geen geluid maken.
28
■ Het veranderen van de Drum/SFX Set
Gelijk nadat de stroom wordt ingeschakeld zal de STANDAARD drumset
klinken.
Selecteren en afspelen van geluiden
Laten we proberen een andere drumset of geluidseffect te selecteren.
Voor de drumset geldt dat u uit 8 typen drumsets kunt kiezen en een type
geluidseffect. Als u de drumset verandert zal het geluid dat bij elke noot
klinkt veranderen.
fig.02-19
21, 3
1.Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
2.Als de naam van de drumset op het scherm verschijnt, drukt
Kijk op de “Drumset Lijst”
(p. 103) voor details over
welk drumgeluid of
geluidseffect zal klinken
onder elke noot.
u op de Waarde [-] [+] knoppen om een drumset of een
geluidseffect set te selecteren.
De indicator van de [Drums/SFX] knop zal beginnen te knipperen.
fig.02-20
U kunt de volgende acht verschillende drumsets en een geluidseffect set