Roland AT15 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
Lees voor gebruik van dit apparaat zorgvuldig de paragrafen: “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” (p. 2), “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p. 3,4) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 5,6). Deze paragrafen verschaffen informatie betreffende de juiste werking van het apparaat. Bovendien moet de handleiding volledig gelezen worden om allen mogelijkheden van het aparaat te begrijpen. De handleiding moet bewaard en bij de hand gehouden worden als een betrouwbaar naslagwerk.
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden.
Alle rechten voorbehouden.
Deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder schriftelijke
Deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION worden gekopieerd.
toestemming van ROLAND CORPORATION worden gekopieerd.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
PERSONEEL OVER
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, 'gevaarlijk voltage' binnenin het apparaat, dat krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING ñ Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers), die warmte produceren.
9.
Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers, stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
inclusief de volgende:
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
11. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershand­leiding.
.................................................................................................................
002a
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
• Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de gebruiksinstructies of zoals is aangegeven aan de zijkant van het apparaat.
.................................................................................................................
08e
• Gebruik alleen de bijgeleverde stroomkabel.
.................................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
.................................................................................................................
004
• Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes
of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.................................................................................................................
007
• Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het waterpas staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
.................................................................................................................
.................................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
.................................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncom­fortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
.................................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
.................................................................................................................
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
0:
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren
of een duidelijke verandering in werking laat zien.
.................................................................................................................
13
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
.................................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
.................................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom, die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk smelten.
.................................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Infor­matie’ pagina.
.................................................................................................................
026
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
.................................................................................................................
VOORZICHTIG
101a
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
.................................................................................................................
102b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
.................................................................................................................
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
106103a:
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden, en brand veroorzaken.
.................................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
.................................................................................................................
107b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
.................................................................................................................
108d: Selection
• Let op onderstaande voorzorgsmaatregelen bij het verplaatsen van dit apparaat. Minstens twee personen zijn nodig om het apparaat op te tillen en te verplaatsen. Het moet voorzichtig worden behandeld, en voortdurend recht gehouden worden. Zorg ervoor dat u een goede grip heeft om uzelf te beschermen tegen letsel en het instrument tegen beschadigingen.
• Kijk voor de zekerheid even na of de vergrende-
lingsknoppen, die het apparaat en de standaard bij elkaar houden, niet los zijn. Maak ze weer goed vast als u merkt, dat ze los raken.
• Verwijder de stroomkabel.
• Verwijder alle draden die van andere apparaten komen.
• Til de regeling van de standaard op (p. 16).
• Verwijder de muziekstandaard.
.................................................................................................................
109a
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. (p. 16).
.................................................................................................................
110a
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
.................................................................................................................
117: Selection
• Als u een bankje gebruikt, let dan op de volgende punten:
• Gebruik het bankje niet als speelgoed of opstapje.
• Sta niet meer dan twee personen tegelijk op het
bankje toe.
• Zit niet op het bankje als de vergrendelingen los
zijn. (Als de vergrendelingen los zijn, zet ze dan meteen weer vast met de bijgeleverde moersleutel).
.................................................................................................................
118
• Als u vergrendelingsknoppen verwijdert, zorg er dan voor dat u ze op een veilige plek legt buiten bereik van kinderen, zodat er geen kans is, dat ze ze per ongeluk doorslikken.
.................................................................................................................
4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Naast “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” dient u de volgende punten aandachtig door te lezen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op dezelfde stroomvoorziening met een apparaat dat ruis veroorzaakt (zoals een elektri­sche motor of variabel lichtsysteem).
• Zet alle apparaten uit, voordat u dit apparaat aan andere apparaten aansluit. Dit voorkomt storing en/of schade aan speakers of andere apparaten.
• Hoewel de LCD en LED uitstaan, wanneer de power knop is omgezet, betekent dit niet dat het apparaat helemaal niet meer aangesloten is op de stroom. Als u echt het hele apparaat uit moet zetten, zet dan eerst de power-knop uit, en haal dan de stroomdraad uit de uitgang. Dit is de reden dat de uitgang voor het stekker van de stroomdraad bin­nen handbereik moet zijn.
Plaatsing
• Het gebruik van het apparaat in de buurt van versterkers (of andere apparatuur die grote transformatoren bevat) kan storing veroorzaken. Om dit probleem te verhelpen, kunt u de oriëntatie van dit apparaat veranderen of het verder van de storingsbron zetten.
• Dit apparaat zou met de ontvangst van radio en televisie kunnen interfereren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke ontvangers.
• Er kan geluid worden geproduceerd als draadloze com­municatieapparaten, zoals mobiele telefoons, werken in de buurt van dit apparaat. Zo’n geluid kan ontstaan als u belt of gebeld wordt of als u aan het converseren bent. Als u zulke problemen ervaart, zult u deze draadloze commu­nicatieapparaten moeten verplaatsen zodat zij zich op een grotere afstand van dit apparaat bevinden of deze uitscha­kelen.
• Bekijk het volgende, wanneer u de floppy disk drive van dit apparaat wil gebruiken. Kijk voor verdere details “Voordat u de floppy diskettes gebruikt” (p. 6).
• Plaats dit apparaat niet in de buurt van apparaten, die een sterk magnetisch veld produceren (bijv. luidspeakers).
• Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak.
• Verplaats het apparaat niet en stel het niet bloot aan tril­lingen, terwijl de drive werkt.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet nabij apparaten die warmte uitstralen, laat het niet achter in een gesloten voertuig, en stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Laat geen verlichtingsapparatuur die normaliter gebruikt wordt als de lichtbron vlakbij het apparaat is (zoals een pianolicht) of krachtige spotlights voor langere tijd op het zelfde gebied schijnen. Overma­tige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat van de ene plaats naar de andere wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid heel anders is, kunnen er waterdruppels (condensatie) in ontstaan. Gebruik van het apparaat in deze conditie kan resulteren in schade of disfunctioneren. Laat het apparaat daarom voor gebruik een aantal uren staan, totdat de con­densatie is verdwenen.
• Laat geen rubber, vinyl of vergelijkbaar materiaal voor langere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten kunnen de afwerking verkleuren of op een andere manier schade­lijk effect hebben.
• Laat geen objecten op het toetsenbord of het pedaalbord liggen. Dit kan disfunctioneren veroorzaken, zoals toetsen die ophouden met het produceren van geluid.
• Plak geen stickers en soortgelijke apparaaten op het instrument. Het verwijderen van dit soort zaken kan de afwerking aan de buitenkant beschadigen.
Onderhoud
• Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een zachte, droge doek of één die ietwat vochtig is. Veeg het hele oppervlak schoon met gelijke kracht, door de doek te bewegen in de richting van de nerven van het hout. Te hard op dezelfde plek vegen kan de afwerking beschadi­gen.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossings­middelen om verkleuren of vervormen te voorkomen.
Verdere voorzorgsmaatregelen
• Helaas kan het onmogelijk zijn om data opgeslagen op een floppy en intern geheugen terug te halen wanneer ze zijn gewist. Roland Corporation aanvaart geen aansprakelijk­heid betreffende verlies van dit soort data.
• Wees voorzichtig in het gebruik van knoppen, schuiven of andere besturing, en wanneer u stekkers en verbinders gebruikt. Ruw behandelen kan tot disfunctioneren leiden.
• Voer nooit grote druk uit op het scherm.
• Er kan een klein beetje geluid ontstaan van het scherm tij­dens normaal gebruik.
• Pak bij het insteken en verwijderen van alle kabels het stekker zelf vast en niet de kabel. Zo vermijdt u kortslui­ting of beschadiging van de interne onderdelen van de kabel.
• Het apparaat zal tijdens normaal gebruik een klein beetje warmte produceren. Dit is normaal.
• Probeer het volume van het apparaat redelijk te houden, om het storen van uw buren te voorkomen. Misschien pre­fereert u het dragen van een koptelefoon, zodat u geen rekening hoeft te houden met uw omgeving (vooral wan­neer het laat op de avond is).
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
558a
• Pak het apparaat in met schokabsorberend materiaal, wanneer u het moet transporteren. Het transporteren van het apparaat zonder dit te doen kan krassen of beschadi­gingen veroorzaken en kan leiden tot disfunctioneren.
• Voer geen overdreven druk uit op de muziekstandaard, wanneer deze in gebruik is.
• Gebruik om een verbinding te maken een kabel van Roland. Als u een ander soort gebruikt, let dan op de vol­gende voorzorgsmaatregelen:
• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor verbinding maken met dit apparaat geen kabels die weerstanden bevatten. Het gebruik van deze kabels kan het geluidsniveau erg laag of onhoorbaar maken. Neem contact op met de fabrikant van deze kabels voor meer informatie hierover.
Voordat u diskettes gebruikt
De diskdrive hanteren
• Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak in een trillingsvrije ruimte.
• Vermijd direct gebruik van het apparaat, nadat het ver­plaatst is naar een ruimte die een andere vochtigheids­graad heeft. Snelle omgevingsveranderingen kunnen condensatie in de drive veroorzaken, wat deze negatief beïnvloedt en/of diskettes beschadigt. Laat het apparaat aan de nieuwe omgeving wennen (een aantal uren) wan­neer het is verplaatst, voordat u ermee gaat werken.
• Om een diskette in te voeren, drukt u het voorzichtig maar stevig in de drive – u hoort een klik. Om een diskette te verwijderen drukt u stevig op de EJECT knop. Gebruik geen overdreven kracht om de diskette te verwijderen.
• Verwijder nooit een diskette, wanneer deze aan het lezen of schrijven is, omdat dat het magnetisch oppervlak van de diskette kan beschadigen, wat deze onbruikbaar maakt. (De indicator van de diskdrive zal helemaal oplichten, wanneer de drive bezig is met het lezen of schrijven van data. Normaalgesproken zal de indicator minder fel oplichten of uit zijn.)
• Verwijder elke diskette voor u het apparaat aan- of uitzet.
• Om schade aan de bovenkant van de diskdrive te voorko­men moet u altijd proberen de diskette recht te houden (niet afwijkend in een richting), terwijl u hem in de drive stopt. Druk hem er stevig maar voorzichtig in. Gebruik nooit overdreven kracht.
• Stop alleen 9 1/2 inch diskettes in de diskdrive om dis­functioneren en/of schade te voorkomen. Stop er geen ander soort schijf in. Zorg ervoor, dat er geen paper clips, muntjes of andere vreemde voorwerpen in de drive terecht komen.
Diskettes hanteren
• Diskettes zijn schijfjes van plastic met een dun laagje magnetisch materiaal. Microscopische precisie is nodig om grote hoeveelheden data op zo’n klein oppervlak op te kunnen slaan. Om de integriteit ervan te verzekeren moet u op het volgende letten als u diskettes gebruikt:
• Raak het magnetische veldje in de diskette nooit aan.
• Leg diskettes niet op stoffige of vieze plekken.
• Stel diskettes niet bloot aan extreme temperaturen (bijv. in direct zonlicht of in een afgesloten voertuig). De aangeraden temperatuur is 10 tot 50 graden Cel­sius.
• Stel diskettes niet bloot aan sterke magnetische vel­den, zoals die van luidsprekers.
• Diskettes hebben een ‘schrijf bescherm’ hoekje, dat de inhoud van de diskette tegen wissen beschermt. Het is aan te raden dat dit hoekje in de ‘bescherm’ positie staat, en pas in de ‘schrijf’ positie wordt gezet, wanneer u nieuwe data op de diskette wil schrijven.
onderkant van de diskette
Write
(kan nieuwe data op de diskette schrijven)
Schrijf bescherm nokje
653
• Het identificatie etiket moet goed op de diskette worden geplakt. Als het etiket van de diskette loskomt, wanneer deze in de drive zit, kan het moeilijk zijn om de diskette te verwijderen.
• Leg alle diskettes op een veilige plaats om beschadiging te voorkomen en ze te beschermen tegen stof, vuil en ander gevaar. Als u een vieze of stoffige diskette gebruikt loopt u het risico om de diskette te beschadigen, en het kan lei­den tot disfunctioneren van de diskdrive.
203
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* XG lite ( ) een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* Alle apparaatnamen die in dit document worden
genoemd zijn handelsmerken of geregistreerde handels­merken van hun respectieve eigenaren.
Protect
(voorkomt schrijven op de diskette)
6

Hoofdkenmerken

Wij willen een moment nemen om u te bedanken voor de aanschaf van het Roland Atelier AT-15 ‘Atelier Series’ orgel. De AT-15 is een elektrisch orgel met een uitgebreide collectie van rijke orgelgeluiden. Daarnaast is het ontworpen om makkelijk te begrijpen en te gebruiken. Neem de tijd om deze gehele handlei­ding door te lezen, om plezier te hebben van de betrouwbare prestatie van uw nieuwe keyboard in de komende jaren.

Fundamentele begrippen van de ATELIER serie

Een complete set orgelgeluiden
Een breed assortiment van fundamentele orgelgeluiden, variërend van jazzorgel en pijporgel tot theaterorgel is beschikbaar, zodat u toegang heeft tot alle geluiden die u van een orgel verwacht.
De layout van het bedieningspaneel is gebaseerd op een traditie
van nadruk op duidelijke werking
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn om te gaan zitten en direct te beginnen met spelen, zijn de besturingsknoppen van het paneel logisch geplaatst, waardoor een makkelijke en intuïtieve werking verzekerd wordt. Alle modellen van de ATELIER serie hebben dezelfde werking, wat ervoor zorgt dat u meteen kunt spelen, zelfs als u van model wisselt.
Geluid van hoge kwaliteit dat u zonder aanpassing kunt gebruiken
Naast een breed assortiment van orgelgeluiden zijn ook geluiden van hoge kwaliteit als snaren en koperen instrumenten aanwezig. U kunt gemakkelijk geluiden selecteren en plezier hebben in het spelen, zonder dat u moeilijke aanpassingen hoeft te doen.
Uitgebreid lager toetsenbord met demperpedaal voor pianoachtige
expressies
De piano is onvervangbaar voor het spelen van muziek van deze tijd. Op de ATELIER serie heeft het lager toetsenbord een uitgebreide variatie die u de expressieve kracht van een piano geeft.
Het ontwerp gebruikt uw bestaande muziekgegevens
De ATELIER serie is zo ontworpen dat u zich meteen thuis voelt en kunt beginnen met spelen, zelfs op nieuwe modellen. Ook op de uitwisselbaarheid van gegevens is gelet, en gegevens van songs of registraties van eerdere modellen kunnen zonder verandering gebruikt worden.
Muziekstijlen van over de hele wereld
Veel van de favoriete muziekstijlen van over de hele wereld (ritme en automatische begeleidings­patronen) zijn ingebouwd, zodat u kunt genieten van een internationale variëteit aan muziekstuk­ken.
Maak volop gebruik van muziekbestanden
Doordat de AT-15 uitgerust is met GM2, de standaard in SMF muziekbestanden, heeft u toegang tot de rijkdom aan in de winkel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook delen muteren, zodat u voor elke hand apart kunt oefenen en samen met de muziekbestanden kunt spelen.
7

Hoofdkenmerken

Hoofdkenmerken
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
Alle ritmes gebruiken gegevens en oefeningen van professionele drummers, gekenmerkt door patronen van hoge kwaliteit met alle stemmingen en nuances. Verder kunt u automatische bege­leiding gebruiken die perfect past bij elk ritme om u het gevoel te geven dat u met uw eigen band op de achtergrond speelt.
Ontwikkelde actieve expressiegeluiden
Voor sommige geluiden zal het bewegen van het expressiepedaal niet alleen het volume doen variëren, maar ook de toon of andere geluiden toevoegen. Van pianissimo tot fortissimo, het karak­ter van de toon van het geluid zal veranderen als u een crescendo uitvoert of snaren worden onder de pianoklanken hoorbaar, wat dynamische verandering teweegbrengt.
Menselijke klanken
Naast een volledig aantal orgelgeluiden bevat de AT-15 ook tonen met een brede variatie aan men­selijke vocale kwaliteit, waaronder “Jazz Scat”, die verandert afhankelijk van hoe stevig u toetsen indrukt en klassieke koren.
Verdeelfunctie
Het 61 toetsentellende onderbord kan in verschillende stukken worden verdeeld, die elk gebruikt kunnen worden om een andere klank te spelen. Het gebruik van de verdeelfunctie geeft u een rijk­dom aan klanken, vergelijkbaar met driehandige en zelfs vierhandige composities.
Harmonische intelligentie
De Harmonische intelligentie functie voegt automatisch harmonie toe aan het bovenste toetsen­bordgeluid volgens het stuk dat u op het onderste toetsenbord speelt. Dit geeft u een grotere diepte in klank en een dynamischer speelwijze.
Weerkaatsing van hoge kwaliteit
Naast de veelgebruikte “Hal” en “Kamer” types heeft de AT-15 ook “Grote Kerk” en “Kathedraal” weerkaatsingen, die extreem lange reflecties maken. Ze kunnen worden gebruikt om allure aan uw orgelwerken te geven.

Druktechnische details in deze handleiding

• Namen van knoppen staan binnen haakjes (“[ ]”), zoals in [Harmony Intelligence] knop.
• [+] [-], [ ] [ ], [ ] [ ] betekent dat u op een of andere knop moet drukken.
Voorbeeld: Waardeknoppen [+] [-], weerkaatsingsknoppen [ ] [ ], tempoknoppen [ ]
[ ].
8

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ...........................................................3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .....................................................................................................5
Hoofdkenmerken ........................................................................ 7
Paneelbeschrijving .................................................................... 14
Voordat u begint met spelen ..................................................... 16
Het opzetten van de muziekstandaard .......................................................................................................16
Het aansluiten van de stroomkabel .............................................................................................................16
De stroom in- en uitschakelen ......................................................................................................................16
De stroom inschakelen ......................................................................................................................16
Het uitschakelen van de stroom ......................................................................................................16
Het gebruik van de koptelefoon ..................................................................................................................17
Het herstellen van de fabrieksinstellingen .................................................................................................17
Het herstellen van alle instellingen, anders dan de Ritme [Disk] knop, naar hun
oorspronkelijke instellingen ........................................................................................................................18
Het aanpassen van het schermcontrast .......................................................................................................18
Het vertonen van het standaardscherm ......................................................................................................18
Ritmescherm .......................................................................................................................................18
Componistenscherm .........................................................................................................................18
Selecteren en afspelen van geluiden .......................................... 19
Het luisteren naar demo songs..................................................................................................................... 19
Het selecteren van klanken........................................................................................................................... 21
Over de klanken en Parts ................................................................................................................. 21
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass geluidsselectieknoppen ........................................ 22
Het selecteren van Boven en Onder klanken ................................................................................ 23
Het selecteren van de Pedal bass klank.......................................................................................... 23
Het selecteren van Solo klanken...................................................................................................... 24
Het selecteren van een klank, gebruikmakend van de [Others] knop ...................................... 25
Het aanpassen van de volume balans......................................................................................................... 26
Het omzetten van de toonhoogte in octaaf eenheden (Octave Shift) ..................................................... 27
Het spelen van drumgeluiden en geluidseffecten op het keyboard....................................................... 28
Het spelen van Drums op het gehele Onder toetsenbord (Drums/SFX).................................. 28
Het veranderen van de Drum/SFX Set.......................................................................................... 29
Het gebruik van Ritme stukken ................................................. 30
Het selecteren van een ritme ........................................................................................................................ 30
Het spelen van ritmes (Het starten en stoppen van een ritme)............................................................... 31
Het starten door op een knop te drukken...................................................................................... 31
Het stoppen van een ritme ............................................................................................................... 32
Variatie toevoegen aan de Ritme en Automatische begeleiding ............................................................ 32
Het veranderen van het tempo .................................................................................................................... 33
Een simpele manier om Automatische begeleiding instellingen te maken (One Touch Program)... 34
Het gebruik van een ritme op diskette........................................................................................................ 35
Het plaatsen en verwijderen van een diskette .............................................................................. 35
Het bekijken van de stijlen op een muziekstijl disk ..................................................................... 35
Het laden van diskritmes naar het interne geheugen .................................................................. 36
Het kopiëren van een ritme opgeslagen onder de Ritme [Disk] knop ...................................... 38
9
Inhoud
Het wissen van een ritme opgeslagen onder de Ritme [Disk] knop.......................................... 39
Het herplaatsen van het ritme opgeslagen onder de Ritme [Disk] knop naar
de fabrieksinstellingen...................................................................................................................... 40
Effecten aan een klank toevoegen ............................................. 41
Harmonie toevoegen aan een melodie (Harmonische intelligentie) ...................................................... 41
Het veranderen van Harmonische intelligentie ........................................................................................ 42
Het toevoegen van een aanpassing aan het geluid (Rotatie effect) ........................................................ 43
Reverb effect.................................................................................................................................................... 44
Sustain Effect................................................................................................................................................... 45
Het gebruik van de Speel functies .............................................. 46
Het gebruik van het Onder toetsenbord om de Bas klank te spelen (Pedaal [To Lower] Knop)....... 46
Het spelen van de Solo klank op het Onder toetsenbord (Solo [To Lower] Knop).............................. 47
Omzetten naar een ander akkoord (Transpose Knoppen)....................................................................... 48
Het aanpassen van het algehele volume door het gebruik van een expressie pedaal......................... 49
Het toevoegen van afzwakking aan het geluid (demperpedaal)............................................................ 49
Het gebruik van de voetschakelaar ............................................................................................................. 50
Het gebruik van de registratie knoppen .................................... 51
Het opslaan van registraties ......................................................................................................................... 51
Het terugroepen van een registratie............................................................................................................ 52
Zo roept u een registratie terug....................................................................................................... 52
Het veranderen van de timing van het terugroepen van registraties........................................ 52
Automatisch registreren, wanneer u wisselt tussen paneelinstellingen................................................ 53
Het toewijzen van een naam aan een registratieset .................................................................................. 53
Alleen de naam van een registratie kopiëren................................................................................ 55
Het opslaan van registratiesets op een diskette......................................................................................... 56
Het laden van eerder opgeslagen registratiesets op de AT-15................................................................ 58
Het laden van een registratieset ...................................................................................................... 58
Het laden van een individuele registratie...................................................................................... 59
Het verwijderen van registraties van een diskette.................................................................................... 60
Het opnemen en afspelen van uw werk .................................... 61
Het terugspelen van eigen songs opgeslagen op diskette ....................................................................... 62
Een specifieke track of nummer uitzetten .................................................................................................. 64
Het opnemen van uw werk .......................................................................................................................... 65
Het afspelen van uw muziekstuk ................................................................................................................ 67
Het opnieuw opnemen van uw muziekstukken opgenomen op de AT-15 .......................................... 68
Het verwijderen van een muziekstuk ......................................................................................................... 69
Het formatteren van diskettes...................................................................................................................... 70
Het veranderen van de naam van een muziekstuk (Rename) ................................................................ 72
Het opslaan van muziekstukken op diskette............................................................................................. 73
Het verwijderen van muziekstukken opgeslagen op diskette ................................................................ 75
Het laden van een nieuwe opname op SMF muziekbestanden.............................................................. 76
Het overnieuw opnemen van een muziekstuk opgeslagen op diskette ................................................ 77
Het gebruik van een song met een ander tempo dan een nieuwe song ................................................ 77
Instellingen voor de composer ................................................... 78
Het veranderen van de toets bij het afspelen van songs ..........................................................................78
Het veranderen van de metronoom instelling ...........................................................................................78
10
Het aanpassen van het volume van de metronoom .................................................................................79
Het veranderen van het geluid van de metronoom. .................................................................................79
Het instellen van de maat .............................................................................................................................80
Het uitzetten van een specifieke track ........................................................................................................80
Het dempen van individuele kanalen in muziekstukken ........................................................................81
Het overnemen van de gegevens van het pedaalbord .............................................................................82
Het veranderen van de functie van het expressiepedaal .........................................................................82
Functie tijdens het opnemen ............................................................................................................82
Functioneren tijdens het afspelen ....................................................................................................83
Het aan- of uitzetten van het scherm met songteksten ............................................................................83
Het aanpassen van effecten ...................................................... 84
Sustain effect ...................................................................................................................................................84
Het veranderen van de lengte van aanhouden ..........................................................................................84
Het veranderen van het weerkaatsingstype ..............................................................................................85
Het veranderen van het muurtype ..............................................................................................................85
Het veranderen van de diepte van weerkaatsing .....................................................................................86
Verschillende andere instellingen ............................................... 87
Inhoud
Het aan- en uitzetten van Initial Touch (Initial Touch) ............................................................................87
Gebruiken van de voetschakelaar om te schakelen tussen registraties (Regist Shift) ..........................87
Het veranderen van de functie van de voetschakelaar(Left Foot SW, Right Foot SW) .......................87
Het aan/uit zetten van akkoord herkenning (Chord Intelli) ...................................................................88
Het gebruik van de bas functie (Leading Bass) .........................................................................................89
Veranderingen in de Solo klank (Solo Mode) ............................................................................................89
Het lagen van de soloklank en de onderklank (Solo To Lower Mode) ..................................................90
Het veranderen van het solo verdeelpunt (Solo Split Point) ...................................................................90
Het veranderen van polyfonie van het pedaalbord (Pedal Bass Mode) ................................................90
Het voorkomen van het automatisch schakelen van ritme tempo’s (Auto Standard Tempo) ...........91
Het spelen van een telgeluid als het intro eindigt (Intro Count Down) ................................................91
Het veranderen van het aftel geluid (Count Down Sound) .....................................................................91
Registratie regelaar update (Arranger Settings Recall Timing) ..............................................................92
Registratie transponeer update (Transpose Setting Recall Timing) .......................................................92
Het aanpassen van de standaard toonhoogte (Master Tune) ..................................................................93
Het selecteren van het MIDI zendkanaal (Tx MIDI Channel) .................................................................93
MIDI IN ...........................................................................................................................................................94
Het specificeren bij verzending van PC nummers (Send PC Switch) ....................................................94
Het instellen van PC nummers (PC Number) ...........................................................................................95
Het aansluiten van externe apparaten ...................................... 96
Namen en functies van stekkers en aansluitingen ....................................................................................96
Het aansluiten van een audio installatie .....................................................................................................96
Het maken van de aansluitingen .....................................................................................................96
Als u MIDI gebruikt .......................................................................................................................................97
Het aansluiten van de AT-15 op een MIDI INstrument ..............................................................97
11
Inhoud
Appendix
Probleemoplossing .........................................................................................................................................98
Berichten op het scherm ..............................................................................................................................100
Klankenlijst ....................................................................................................................................................102
Drumset lijst ..................................................................................................................................................103
Ritmelijst ........................................................................................................................................................105
Akkoordenlijst ..............................................................................................................................................106
Instellingen, die worden opgeslagen nadat het apparaat is uitgeschakeld .........................................108
Instellingen, die worden opgeslagen nadat het apparaat is uitgeschakeld ............................108
Instellingen, die worden opgeslagen onder de registratieknoppen ........................................108
Instellingen, die worden opgeslagen onder de individuele registratieknoppen ...................108
Verklarende woordenlijst ...........................................................................................................................109
Over de geluidsgenerator uit de ATELIER serie ........................................................................110
MIDI Implementatiekaart ...........................................................................................................................111
Specificaties ...................................................................................................................................................112
Demo song lijst .............................................................................................................................................114
Index ...............................................................................................................................................................116
12
MEMO
13

Paneelbeschrijving

1 2 43
7 5
6 8 9
16 131217 10 1415
18
1 Pedal Bass Stem keuzeknoppen
(p. 22, p. 23)
Pedaaldeel [Alternate] knop [To Lower] knop ( p. 46) Niveau
2 Onder Stem keuzeknoppen ( p. 23)
Onderdeel Niveau
3 Boven Stem keuzeknoppen ( p. 23)
Boven Orgel deel Boven Orkest deel Niveau
4 Solo Stem keuzeknoppen ( p. 24)
Solodeel [Alternate] knop [To Lower] knop ( p. 47) Niveau
5 [Power On] knop ( p. 16)
6 [Master Volume] knop ( p. 16)
7 Deelbalans [ ] [ ] knop ( p. 26, p. 44)
[ ] [ ] knop ( p. 26)
[ ] [ ] knop (p. 26)
[ ] [ ] knop ( p. 26)
[ ] [ ] knop ( p. 26)
11
8 Onder [Drums/SFX] knop ( p. 28)
9 Transponeer [-] [+] knoppen ( p. 48)
10
[Utility] knop ( p. 87) [Display/Exit] knop ( p. 18) Menu
[] [] knoppen
Waarde [+] [-] knoppen
11 Beeldscherm ( p. 18)
12 Maat Indicator ( p. 33)
13 [Harmony Intelligence] knop ( p. 41)
14 [One Touch Program] knop ( p. 34)
15 Componist
Selecteer [-] [+] knoppen [Load] knop ( p. 58, p. 59, p. 76, p. 77) [Save] knop ( p. 56, p. 73) [Registration] knop ( p. 53 – p. 60) Nummerdemperknoppen ( p. 64) [Reset] knop [Play/Stop] knop ( p. 62, p. 67) [Rec] knop ( p. 65, p. 68, p. 76, p. 77)
Write
14
19
Manual
16
1 2 3 4 5 6 7 8
Ritmekeuzeknoppen ( p. 30)
Tempo [] [] knop ( p. 30) Vul In knop ( p. 33) [Intro/Ending] knop ( p. 31) [Start/Stop] knop ( p. 31)
17 Roterend Geluid [Fast/Slow] knop ( p. 43)
18 Diskdrive ( p. 35)
19 Registratieknoppen
[Write] knop ( p. 51) [Manual] knop ( p. 53) Registratie [1] – [8] knoppen ( p. 51)
15

Voordat u begint met spelen

Het opzetten van de muziekstandaard

fig.01-03
1. Maak de muziekstandaard vast door deze in de
twee gaatjes te steken.

Het aansluiten van de stroomkabel

1. Zorg er eerst voor, dat de [Power On] knop aan
de linkerkant van het paneel uitstaat (niet ingedrukt).
2. Sluit de bijgesloten stroomkabel aan op de
uitgang van het apparaat, en stop de stekker daarna in het stopcontact.
fig.01-04
•Is de [Master Volume] knop (aan de linkerkant van het
onderste toetsenbord) op de Min (minimum) positie
gezet?
fig.01-05
Master Volume
MaxMin
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom in te
schakelen.
De stroom activeert en het standaardscherm verschijnt op het scherm.
fig.01-06
Ingedrukt
AAN
* Dit apparaat is uitgerust met een beschermende schakeling. Na
het inschakelen van de stroom is een kort interval (enkele
seconden) nodig, voordat het apparaat normaal zal werken.
* Gebruik alleen de bij dit instrument geleverde stroomkabel.
* Haal de stroomkabel eruit als u het instrument voor langere tijd
niet zult gebruiken.

De stroom in- en uitschakelen

* Zet de verschillende apparaten aan in de juiste volgorde als alle
verbindingen zijn gemaakt. Door dit niet in de juiste volgorde te
doen, riskeert u disfunctioneren en/of schade aan speakers en
andere apparaten.

De stroom inschakelen

1. Let op het volgende als u de stroom inschakelt.
•Is de stroomkabel goed op het apparaat aangesloten?
•Is de stroomkabel goed aangesloten op het stopcontact?
3. Draai de [Master Volume] knop of druk het
expressiepedaal in om het volume aan te passen tot een passend niveau.
Het draaien aan de [Master Volume] knop richting “Max” laat het volume toenemen;. Het draaien van de knop richting “Min” laat het volume afnemen. Eveneens zorgt het indrukken van het expressiepedaal voor een toename in volume en het loslaten ervan zorgt voor afname in het volume.
fig.01-07
Verlaagt het volume
Verhoogt het volume

Het uitschakelen van de stroom

1. Zet de [Master Volume] knop op de Min
(minimum) positie, voordat u de stroom uitschakelt.
16
Voordat u begint met spelen
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom uit
te schakelen.
fig.01-06
Niet ingedrukt
UIT

Het gebruik van de koptelefoon

De AT-15 heeft een koptelefoonaansluiting. Dit stelt u in
staat om zonder u druk te maken over uw omgeving te
spelen, vooral ’s avonds.
fig.01-08
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog
staat.
Zet het volume zachter op de AT-15, voordat u de
koptelefoon aansluit.
• Zet het volume niet te hoog als u de koptelefoon gebruikt,
om gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of schade aan de
koptelefoon te voorkomen.
Gebruik de koptelefoon op een gematigd geluidsniveau.

Het herstellen van de fabrieksinstellingen

De instellingen van de AT-15 kunnen teruggezet worden
naar de fabrieksinstellingen. Deze functie heet “Factory
Reset”.
1. Zorg ervoor, dat er geen diskette in de diskdrive zit, voordat de procedure wordt gestart.
2. Zet de stroom uit.
1. Verbind de koptelefoon met het stekker aan de
linker onderkant van het apparaat.
Het geluid uit de ingebouwde speakers wordt onhoor­baar. Nu kunt u het geluid alleen door de koptelefoon horen.
LCD
Contrast
Phones
2. Pas het volume van de koptelefoon aan met de
[Master Volume] knop en het expressiepedaal.
* Aansluiting van een stereo koptelefoon is mogelijk.
Opmerkingen voor het gebruik van de koptelefoon
• Pak de koptelefoon alleen vast bij de headset of het
stekker om beschadiging van de kabel te voorkomen.
3. Terwijl u op de [One Touch Program] knop drukt, drukt u op de [Power On] knop om de stroom in te schakelen.
fig.01-15
Schakel de stroom niet uit, wanneer u het volgende op uw scherm ziet.
fig.01-16
Als de Factory Reset klaar is, verschijnt het standaardscherm weer.
* Kijk op pagina 18 om terug te gaan naar alle instellingen,
anders dan de Ritme [Disk] knop naar de fabrieksinstellingen.
* Het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen zal alle
registraties, die op dat moment in het geheugen van de AT-15
staan, verwijderen. Om de registraties die u op dat moment
gebruikt op te slaan, kijkt u bij “Het opslaan van registraties op
diskette” (p. 56).
* Kijk op pagina 40 om alleen de Ritme [Disk] knop te herstellen
naar de fabrieksinstellingen.
17
Voordat u begint met spelen
l
l
l
Het herstellen van alle instellingen, anders dan de Ritme [Disk] knop, naar hun oorspronkelijke instellingen
Alle instellingen anders dan de Ritme [Disk] knop kunnen
naar hun fabrieksinstellingen hersteld worden. Deze functie
heet “Panel Reset”.
1. Zorg ervoor, dat er geen schijfje in de diskdrive
zit, voordat de procedure wordt gestart.
2. Zet de stroom uit.
3. Terwijl u op de [Harmony Intelligence] knop
drukt, drukt u op de [Power On] knop om de stroom in te schakelen.
fig.01-15
Schakel de stroom niet uit, wanneer u het volgende op het scherm ziet.
fig.01-16

Het vertonen van het standaardscherm

Het scherm van dit instrument verschaft een grote variëteit
aan informatie. De AT-15 heeft twee typen
standaardschermen: het ritmescherm en het
componistenscherm. U kunt deze twee afwisselen door op de
[Display/Exit] knop te drukken.
fig.01-17

Ritmescherm

fig.01-18
PostScript error (inva
Als de Panel Reset klaar is, verschijnt het standaardscherm weer.

Het aanpassen van het schermcontrast

U kunt het schermcontrast aanpassen.
1. Draai aan de [LCD Contrast] knop aan de
onderkant van het apparaat om het schermcontrast aan te passen.
LCD
Contrast

Componistenscherm

Als interne muziekdata zijn geselecteerd.
fig.01-19
PostScript error (inva
Als u een song van een diskette heeft geselecteerd:.
fig.01-20
PostScript error (inva
18
Phones

Selecteren en afspelen van geluiden

Het luisteren naar demo songs

De AT-15 bevat 12 demo songs. Hier staat hoe u de demo songs af kunt
spelen en de geluiden, ritmes en automatische begeleiding die de AT-15
bevat volop kunt gebruiken.
fig.02-01
2, 3
NOTE
Alle rechten voorbehou-
den.
Ongeautoriseerd gebruik
van dit materiaal, voor
andere doelen dan per-
soonlijk gebruik, is een
overtreding van de wet.
NOTE
De gegevens van een
afgespeelde demo song is
niet beschikbaar op de
MIDI Out aansluiting.
4, 5
1. Verzeker uzelf ervan, dat er geen schijfje in de diskdrive zit.
Druk op de eject knop (p. 35) als er een schijfje in de diskdrive zit, en
verwijder het schijfje.
2. Druk tegelijk op de Select [-] [+] knoppen.
fig.02-02
3. Druk op de Select [-] of [+] knoppen om een Demo song te
selecteren.
4. Druk op de [Play/Stop] knop.
Als de geselecteerde demo song is afgelopen, zal de volgende song
beginnen te spelen.
5. Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op de
[Play/Stop] knop.
Kijk op de “Demo songs
lijst” (p. 114) voor informa-
tie zoals de namen van de
componisten en spelers van
de demo songs.
19
Selecteren en afspelen van geluiden
Als het volgende scherm verschijnt
Als de song in het apparaat niet op schijf is opgeslagen, zal de volgende
boodschap in het scherm verschijnen, en zal het niet mogelijk zijn om de
Demo songs af te spelen.
fig.02-03
Als u het niet erg vindt dat een song verwijderd wordt, drukt u op de [Rec]
knop.
Echter, als u een song wilt opslaan, drukt u op de [Reset] knop om de
procedure te stoppen en slaat u de song op op schijf.
Als u de muziekgegevens
op schijf wilt opslaan, kijk
dan bij “Het Opslaan van
Eigen Nummers op Schijf”
(p. 73).
20

Het selecteren van klanken

b
De AT-15 is in staat om het geluid van verschillende instrumenten te
produceren. Deze geluiden worden “klanken” (of tonen) genoemd. Het is
heel gemakkelijk om klanken te selcteren.

Over de klanken en Parts

De AT-15 heeft twee toetsenborden en een pedaalbord, zoals hieronder
aangegeven. Van boven naar beneden worden deze “Boven toetsenbord”,
“Onder toetsenbord” en “pedaalbord” genoemd.
fig.02-04
Boven toetsenbord
Onder toetsenbord
Selecteren en afspelen van geluiden
Pedalenbord
Het Boven toetsenbord bestaat uit twee delen: “Orgel” en “Orkest”. U kunt
voor elk deel een klank selecteren, wat betekent dat het mogelijk is om twee
lagen van klanken tegelijk te spelen. De klank van het “Solo” Part kunt u op
het Onder toetsenbord instellen.
Het Onder toetsenbord heeft het Part: “Onder”.
Het pedaalbord heeft het Part: “Pedaal”.
Toetsenbord Stemsoorten Parts
Boven orgel
Boven orkest
Solo
Boven toetsenbord
Onder toetsenbord
Boven
Solo Solo
Onder Onder
Solo (deze klank wordt al­leen gehoord als het Solo [To Lower] lampje oplicht
Om op het Onder toetsen-
ord een soloklank te spe-
len, selecteert u de
soloklank, en drukt u op de
Solo [To Lower] knop
(p. 47).
pedaalbord pedaal bas Pedaal
21
Selecteren en afspelen van geluiden

Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass geluidsselectieknoppen

fig.02-05
Elke keer dat u op een stemknop drukt, zal de indicator wisselen tussen
oplichten en uitgaan. Klanken waarvan het lichtje brandt, kunnen gespeeld
worden.
Er worden twee klanken aan de knoppengroepen van het PedalenPart en
het SoloPart toegewezen.
NOTE
Als geen enkele klankknop
opgelicht is, zal het bespe-
len van het toetsenbord-
geen geluid produceren.
De [Alternate] knop wisselt tussen deze twee klanken.
De [Alternate] knop Klank die wordt geselecteerd
De [Alternate] knop licht niet op
De [Alternate] knop licht op
De klank aangegeven op de knop wordt geselecteerd
Een andere klank uit dezelfde familie of de klank aangegeven aan de onderkant van de knop wordt geselecteerd
22
Selecteren en afspelen van geluiden

Het selecteren van Boven en Onder klanken

Selecteer klanken door op de knoppen te drukken van BovenPart en
OnderPart.
Als de stroom wordt ingeschakeld, zal het Boven Toetsenbord “Full Organ
3” spelen en het Onder Toetsenbord “Lower Organ 2”.
Voorbeeld: Het selecteren van “Jazz Organ 2” voor het
Boven orgelPart en “Grand Piano” voor het Boven orkestPart.
1. Druk op de [Jazz] knop van Boven orgel (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden in het
scherm.
fig.02-06
Als u met spelen op het boven klavier begint, hoort u “Jazz Organ2”.
2. Druk op de Boven orkest [Piano] knop (de indicator licht
op).
Als u nu het Boven toetsenbord bespeelt, zullen de twee klanken “Jazz
Organ 2” en “Grand Piano” tegelijk te horen zijn (door elkaar gemixt).

Het selecteren van de Pedal bass klank

Direct nadat de stroom is ingeschakeld zal de Pedal Bass klank enkele noten
laten horen, gebruikmakend van de “Organ Bass 1” klank. Zo selecteert u
een Pedaalklank gespeeld door het pedaalbord.
1. Druk op de [Organ] knop bij Pedaal (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden in het
display.
fig.02-08
Instellingen kunnen aange-
past worden om meerdere
noten op het pedaalbord te
kunnen spelen (p. 90).
Als u nu op het pedaalbord speelt, zal “Organ Bass 1” te horen zijn.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, zult u tussen de twee klanken
die aan deze knop zijn toegewezen wisselen.
NOTE
Als u op de Pedaal [To
Lower] knop drukt (indica-
tor licht op, p. 46), kan de
klank van Pedal Bass door
het Onder toetsenbord
gespeeld worden en niet
door het pedaalbord.
23
Selecteren en afspelen van geluiden

Het selecteren van Solo klanken

Het soloPart van het Boven toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen dat u
de Solo klank alleen hoort bij het spelen van de hoogste noot van het Boven
toetsenbord. Dit stelt u in staat om volle akkoorden te spelen en de Solo
klank de hoogste noot te laten horen.
fig.02-11
1
1. Druk op de Solo [Trumpet] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden in het
display.
fig.02-12
Bespeel het Boven toetsenbord. De geselecteerde klank zal klinken op de
hoogst gespeelde noot.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, wisselt u tussen de twee
klanken die aan de knop zijn toegewezen.
NOTE
Als u op de Solo [To
Lower] knop drukt (indica-
tor licht op p. 47), kan de
Solo klank door het Onder
toetsenbord gespeeld wor-
den, niet door het Boven
toetsenbord.
Het is mogelijk om Solo
klank te veranderen. Nor-
maalgesproken zal de Solo
klank op de hoogst
gespeelde noot op het
Boven toetsenbord klin-
ken, maar u kunt het zo
instellen dat de Solo klank
op de laatst gespeelde noot
klinkt. U kunt ook instellin-
gen maken, zodat de Solo
klank op alle noten van het
toetsenbord klinkt, waar-
aan deze is toegewezen.
Kijk voor details bij “Ver-
anderen hoe de Solo klank
reageert (Solo mode)” (p.
89).
24
Selecteren en afspelen van geluiden

Het selecteren van een klank, gebruikmakend van de [Others] knop

Merk op, dat er voor elk deel van Boven, Onder, Solo en Pedaal een [Others]
knop is. Door de [Others] knop te gebruiken, kunt u alle andere klanken
selecteren, die niet direct door op een van de stemknoppen te drukken te
selecteren zijn.
1. Druk op de [Others] knop van de Part, waarop u een klank
wilt specificeren.
De naam van de klank verschijnt in het display.
fig.02-10 (P.29)
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal oplichten.
Druk voor het solo en pedalen Part op de [Alternate] knop, en selecteer de
toe te wijzen klanken met de [Alternate] knop ON (opgelicht) of OFF (niet
opgelicht).
2. Terwijl de naam van de klank in het display scherm staat,
gebruikt u de Waardeknoppen [-] [+] om de gewenste klank te selecteren.
U kunt van de ene naar de
andere klankengroep ver-
springen door op de Menu
[] [ ] knoppen te
drukken om de klanken-
groep te selecteren. Het
geluidsnummer van elke
klank wordt voorafgegaan
door een letter A-T, die de
klankengroep aangeeft; bv.
“G11 Strings1”.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal knipperen.
Om tijdens deze procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3. Druk nog een keer op de [Others] knop bij het door u
gewenste geluid om de klank te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop zal van knipperen naar opgelicht
veranderen.
U kunt ook op de toets
voor het deel, dat een ver-
anderde klank bevat, druk-
ken om de instelling van de
klank te bevestigen.
Kijk voor de klanken, die
kunnen worden toegewe-
zen aan de [Others] knop
op de “Klankenlijst”
(p. 102).
25
Selecteren en afspelen van geluiden

Het aanpassen van de volume balans

De AT-15 stelt u in staat om de volume balans individueel voor elk deel aan
te passen.
fig.02-13
De AT-15 stelt u in staat om de volume balans individueel voor elk deel aan
te passen.
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van meerdere delen
aan te passen.
Accomp/SMF [] [] knop:
• Automatische begeleiding (behalve Bas Part)
• Het terugspelen of inspelen van gegevens anders dan de Atelier (Bijv:
SMF muziekbestanden)
Rhythm [] [] knop:
• Ritme
• Drums/SFX
Pedal Level [] [] knop:
• Pedalen klank
• Bas Part van automatische begeleiding
1. De volumeniveaus van elk Part worden aangepast door de
corresponderende [] en [] knoppen.
Als u op de up knop () drukt, neemt het volume toe. Als u op de down
knop () drukt, neemt het volume af.
Het volume kan op elke waarde van 0 tot 12 worden ingesteld.
Als u op de niveauknoppen [] [] drukt, zal het volume voor elk Part op
het beeldscherm te zien zijn.
fig.02-14
NOTE
Als het volume in het
scherm op 0 staat, is dat
Part niet hoorbaar.
26
Selecteren en afspelen van geluiden
b

Het omzetten van de toonhoogte in octaaf eenheden (Octave Shift)

De toonhoogte van het geluid, dat door het keyboard wordt gespeeld, kan
in stappen van een octaaf aangepast worden.
U kunt de octaaf wissel op de volgende vijf delen toepassen:
Het Boven orgel Part
Het Boven orkest Part
Het Onder Part
Het PedalenPart
Het SoloPart
1. Druk op de [Utility] knop
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knop om “Octave Shift” te
selecteren.
f
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Gebruik de Menu [ ] en [ ] knop om een Song Part,
waarop u een Octave Shift wil toepassen, te selecteren.
Deel: Pedaal, Onder, B. Orgel, B. Orkest, Solo
fig.02-16
NOTE
5. Gebruik de Waarde [-] en [+] knoppen om de hoeveelheid
shift in te stellen.
De waarde kan binnen een bereik van -/+ 3 octaven ingesteld worden.
6. Druk op de [Utility] knop.
Het standaardscherm verschijnt weer.
Let erop, dat als u de
Octave Shift toepast op
epaalde klanken de toon-
hoogte buiten de aanbevo-
len toonhoogte valt, en dat
zij niet zo zullen klinken als
verwacht. De Octave Shift
moet met zorg gebruikt
worden.
27
Selecteren en afspelen van geluiden

Het spelen van drumgeluiden en geluidseffecten op het keyboard

Het spelen van Drums op het gehele Onder toetsenbord (Drums/SFX)

U kunt het Onder toetsenbord gebruiken om verschillende drumgeluiden te
spelen (drumset). In dit geval zullen de Onderklanken niet langer klinken.
fig.02-18
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
Kijk op de “drumset List” (p.
103) voor details over welk
drumgeluid of geluids–
effect onder elke noot zal
klinken.
Bespeel het Onder toetsenbord en luister naar de verschillende
drumgeluiden onder elke toets.
De [Drums/SFX] knop zal tussen aan (opgelicht) en uit, elke keer dat deze
wordt ingedrukt.
Direct nadat de stroom is uitgeschakeld, zal de STANDAARD drumset
klinken.
NOTE
Voor sommige drumsets
zullen er toetsen zijn, die
geen geluid maken.
28

Het veranderen van de Drum/SFX Set

Gelijk nadat de stroom wordt ingeschakeld zal de STANDAARD drumset
klinken.
Selecteren en afspelen van geluiden
Laten we proberen een andere drumset of geluidseffect te selecteren.
Voor de drumset geldt dat u uit 8 typen drumsets kunt kiezen en een type
geluidseffect. Als u de drumset verandert zal het geluid dat bij elke noot
klinkt veranderen.
fig.02-19
21, 3
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
2. Als de naam van de drumset op het scherm verschijnt, drukt
Kijk op de “Drumset Lijst”
(p. 103) voor details over
welk drumgeluid of
geluidseffect zal klinken
onder elke noot.
u op de Waarde [-] [+] knoppen om een drumset of een geluidseffect set te selecteren.
De indicator van de [Drums/SFX] knop zal beginnen te knipperen.
fig.02-20
U kunt de volgende acht verschillende drumsets en een geluidseffect set
selecteren:
STANDARD, ROOM, POWER, ELECTRONIC, TR-808, JAZZ, BRUSH,
ORCHESTRA, SOUND EFFECTS
Om tijdens deze of een andere procedure te stoppen, drukt u op de
[Display/Exit] knop.
3. Druk nogmaals op de [Drums/SFX] knop.
De indicator van de [Drums/SFX] knop zal constant opgelicht zijn en de
geselecteerde Drum/SFX set wordt toegepast.
U kunt de drumset op het
onderste keyboard bespe-
len.
29

Het gebruik van Ritme stukken

De AT-15 laat u met ritme begeleiding samen spelen.

Het selecteren van een ritme

De AT-15 bevat 62 types van Ritme en Automatische begeleidingen
(Muziekstijlen). Deze zijn onderverdeeld in acht groepen.
fig.03-01
2
1, 3
1. Druk op een ritmeknop om een ritmegroep te selecteren.
De indicator van de ritmeknop zal oplichten.
Dat ritme zal op het display getoond worden.
fig.03-02
Kijk voor meer interne rit-
mes op de “Ritme lijst” (p.
105).
2. Druk op de Waarde [-] [+] knoppen om een ander ritme bin-
nen dezelfde groep te selecteren.
De indicator van de ritmeknop zal knipperen.
3. Druk nog een keer op de knipperende ritmeknop.
De indicator van de ritmeknop zal van knipperen naar verlicht veranderen.
Het ritme is nu toegepast.
Het gebruik van de ritmes van de [Disk] knop
De [Disk] knop bevat vier ingestelde ritmes. Deze ritmes kunnen herschre-
ven worden door het laden van diskstijlen op de AT-15.
De ritmes, die al op het geheugen van de [Disk] knop zijn geschreven, kun-
nen op dezelfde manier geselecteerd worden als het selecteren van ritmes
uit een andere ritmegroep.
Kijk bij “Het laden van
diskritmes naar het intern
geheugen” (p. 36) als u een
diskstijl onder de [Disk]
knop op wilt slaan.
30
Loading...
+ 90 hidden pages