Roland AT-100, AT-300 User Manual [nl]

201b
202
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p.2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien, kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2008 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
2

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002a
Dit apparaat mag niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
......................................................................................
Niet repareren of onderdelen vervangen
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen Indien reparaties of vervanging van onderdelen nodig is, moet u contact opnemen met uw handelaar of het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum.
......................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de locaties die:
004
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, dichtbij verwar­mingsapparatuur of bovenop warmte genere­rende apparatuur)
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, bij een wastafel of op een natte vloer, of op locaties die zeer vochtig zijn
• Locaties die aan regen onderhevig zijn
• Locaties die overmatig stoffig zijn
• Locaties die aan zware trillingen onderhevig zijn
......................................................................................
Niet op een instabiele locatie plaatsen
007
Zorg, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards, die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
......................................................................................
Sluit het netsnoer op een stopcontact met een juist voltage aan
008a
Het netsnoer dient op een stopcontact met het juiste voltage worden aangesloten, zoals op het apparaat wordt aangegeven.
......................................................................................
VOORZICHTIG opmerkingen
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
......................................................................................
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het netsnoer beschadigen en kortsluiting of onjuiste verbindingen ontstaan, welke mogelijk tot brand en elektrische schok kunnen leiden.
......................................................................................
Steek het netsnoer niet in een stopcontact, waar veel andere apparaten gebruik van maken.
015
Steek het netsnoer niet in een stopcontact, waar veel andere apparaten gebruik van maken. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van meervoudige stopcontacten. Wanneer het nominaal vermogen (watts/ampères) wordt overschreden, kan hitte gegenereerd worden, waardoor het snoer kan smelten.
......................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
015
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterkers en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
......................................................................................
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Zorg, dat er geen vreemde objecten in het apparaat terechtkomen
011
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloei­stoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. Dit kan kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
......................................................................................
Zet de stroom uit als een onregelmatigheid of storing optreedt
012a
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, of een service centrum, indien:
• Het netsnoer is beschadigd, of
• Het apparaat rook of een ongewone geur produceert
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (door regen enz.)
• Een onregelmatigheid of storing in het apparaat optreedt
......................................................................................
Kinderen mogen dit apparaat alleen onder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen moet u opletten dat er niet aan het apparaat wordt gepeuterd. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
......................................................................................
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokken
014
Laat dit apparaat niet vallen en stelt het niet aan zware schokken bloot.
......................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gaan gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper of een service centrum.
......................................................................................
Gebruik geen CD-ROM in een CD speler of DVD speler
023
Als u probeert een CD-ROM op een conventionele CD speler of DVD speler af te spelen, kunnen uw oren of de luidsprekers door het resulterende hoge volume beschadigd raken.
......................................................................................
Plaats geen waterhoudende objecten op het apparaat
026
......................................................................................
Plaats op een goed geventileerde locatie
101a
..........................................................................................................
Houd de stekker vast als het netsnoer wordt aangesloten of ontkoppeld
102b
..........................................................................................................
De stekker van het netsnoer regelmatig afstoffen
103a
..........................................................................................................
Houd de kabels op hun plaats voor veiligheid
104
..........................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop
106
..........................................................................................................
Behandel het netsnoer niet met natte handen
107b
..........................................................................................................
Plaats geen waterhouders (zoals bloemenvazen) of drankjes op het apparaat. Ook mogen er geen flessen of bussen met insecticide, parfum, alcoho­lische vloeistoffen, nagellak of spuitbussen op het apparaat worden geplaatst. Vloeistoffen die in het apparaat worden gemorst, kunnen storingen veroorzaken, alsmede kortsluiting of een gebrekkige werking.
VOORZICHTIG
Wanneer dit apparaat wordt gebruikt, dient het op een goed geventileerde locatie geplaatst te worden.
Als het netsnoer in een stopcontact of het apparaat zelf wordt gestoken of eruit wordt gehaald, moet u de stekker vasthouden, niet het snoer.
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en het schoon te maken met een droge doek om stof te verwijderen. Ook moet u de stekker uit het stopcontact halen, wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen het netsnoer en het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken, en mogelijk tot brand leiden.
Zorg, dat aangesloten kabels op een veilige manier worden geplaatst. Zorg, er in het bijzonder voor dat de kabels zich buiten het bereik van kinderen bevinden.
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop
Raak het netsnoer nooit met natte handen aan, als u het in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit apparaat
108d
Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Omdat dit apparaat zeer zwaar is, moet u zorgen, dat er voldoende mensen zijn om daarbij te helpen, zodat het op veilige wijze opgetild en verplaatst kan worden. Het dient voorzichtig behandeld te worden, terwijl het ten alle tijden waterpas wordt gehouden. Zorg, dat u het stevig vast heeft, om verwondingen en beschadigingen aan het instrument te voorkomen.
• Controleer of de bevestigingsschroeven waarmee het apparaat aan de standaard is bevestigd, is losgekomen. Als deze los zijn, draait u ze stevig vast.
• Haal het netsnoer uit het stopcontact.
• Ontkoppel alle externe apparaten.
• Sluit het deksel (alleen voor de AT-300)
• Verwijder de muziekstandaard.
..........................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
118c
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kleine kinderen.
• Verwijderde onderdelen
• Snoer haak
• Sleutelmoer voor snoer haak
• Schroeven voor montage van de standaard
• Bevestigingsschroeven
• Snoerklemmen
..........................................................................................................
Het luidspreker rooster en de luidspreker niet verwijderen
121
U mag het luidspreker rooster en de luidspreker nooit verwijderen. De luidspreker kan niet door de gebruiker worden vervangen. Schok gevaarlijke voltages en stroom bevinden zich binnen de behuizing.
..........................................................................................................
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt zet u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.
..........................................................................................................
Als er een kans op onweer is, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
110a
Als er een kans op onweer is, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
(Voor AT-300) Opletten bij het openen/sluiten van het deksel
116
Tijdens het openen/sluiten van het deksel moet u oppassen, dat uw vingers niet beklemd raken (p.16). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..........................................................................................................
Waarschuwingen bij gebruik van de bank
117: Selection
Neem het volgende in acht bij het gebruik van de bank.
1
• Speel niet met de bank en gebruik deze niet als opstap.
• Laat niet meer dan twee mensen tegelijk op de bank zitten.
• Ga niet op de bank zitten als de schroeven, waarmee de poten zijn vastgezet, los zijn. (Als deze los zijn, gebruikt u het bijgeleverde gereedschap om de schroeven opnieuw vast te draaien).
..........................................................................................................
5

Belangrijke opmerkingen

Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetrono­ven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat sto­ringen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat u aansluitingen maakt, moet de stroom van alle appa­raten worden uitgezet om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers te voorkomen.
• Hoewel het LCD en de LED’s worden uitgeschakeld als de Power schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombron is afgesloten. Als u de stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de Power scha­kelaar uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Dit is de reden dat het stopcontact dat u voor het netsnoer gebruikt dichtbij en gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Locatie
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Als dit gebeurt, plaatst u het verder weg of verandert u de richting van dit apparaat.
• Als dit apparaat in de buurt van een televisie of radio wordt gebruikt, kan kleurvervorming in het televisiescherm of ruis in het radiogeluid worden waargenomen. Als dit gebeurt, plaatst u het apparaat verder weg.
• Zet een mobiele telefoon uit, en houd deze op voldoende afstand van dit apparaat. Als een mobiele telefoon zich dicht­bij het apparaat bevindt, kan ruis hoorbaar zijn wanneer u belt of wordt gebeld of tijdens de conversatie.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven en laat het niet in een afgesloten voertuig achter. Laat ook geen lampen, die normaalgesproken dicht op het apparaat worden gebruikt (zoals een piano lamp) gebruikt worden, of sterke spots, gedu­rende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument schij­nen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of ver­kleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebrui­ken, kunnen storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl, of soortgelijke materialen niet gedurende lange periodes op het apparaat staan of liggen. Dit kan ver­vorming of kleurverandering veroorzaken.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord of het voetkla­vier liggen. Dit kan storing veroorzaken, zoals het ontbreken van geluid.
• Plak geen etiketten op dit apparaat. Als de etiketten van het instrument verwijderd moeten worden, kan de lak beschadi­gen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak, waarop het apparaat wordt geplaatst, kunnen de rubber voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stuk vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u ervoor zorgen dat het apparaat niet kan glijden of per ongeluk kan verschuiven.
Onderhoud
• Voor dagelijks onderhoud gebruikt u een zachte, droge doek, of verwijdert u hardnekkig vuil met een sterk uitgewrongen doek. Als dit apparaat houten componenten bevat, neemt u het volledige oppervlak gelijkmatig af, waarbij de doek in de richting van de nerf van het hout wordt bewogen. Door te hard op één plek te wrijven kan de lak beschadigen.
• Indien er waterdruppels op het apparaat kleven, veegt u deze direct met een zachte droge doek af.
• Gebruik nooit oplosmiddelen als benzeen, verdunners of alco­hol, aangezien deze verkleuring en/of vervorming kunnen ver­oorzaken.
Reparaties en data
• Als u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, kan de inhoud van het geheugen verloren gaan. Belangrijke data dient u in USB geheugen op te slaan, of op papier worden genoteerd. Tij­dens de reparatie doen wij onze uiterste best om de inhoud van het geheugen te behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij de inhoud niet hersteld kan worden, omdat de geheu­gen sectie een storing heeft vertoond. Wees ervan bewust dat wij geen verantwoordelijkheid accepteren voor het herstellen van geheugeninhoud die verloren is gegaan, of voor welke consequenties die uit dit soort verlies voortkomen.
Overige waarschuwingen
• Opgeslagen inhoud kan verloren gaan door een storing van het apparaat of vanwege onjuiste bediening. Om u ervan te verzekeren dat u belangrijke data niet verliest, dient u deze in USB geheugen op te slaan.
• Wij zijn niet verantwoordelijk voor het herstel van verloren geraakte inhoud van het interne geheugen of USB geheugen, noch voor de gevolgen van dit soort verlies.
• Behandel de (druk) knoppen of ingang/uitgang jacks voor­zichtig. Ruwe behandeling kan storingen veroorzaken.
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
• Als kabels worden aangesloten of ontkoppeld houdt u de stek­ker vast (niet de kabel zelf) om kortsluiting of draadbreuk te voorkomen.
• Dit apparaat kan een bepaalde hoeveelheid warmte produce­ren, maar dit duidt niet op een storing.
• Geniet van uw muziek, maar stoor mensen in uw omgeving niet, en let ‘s avonds in het bijzonder op het volume. Met gebruik van een koptelefoon, kunt u van de muziek genieten zonder u zorgen over anderen te maken.
• Als dit apparaat getransporteerd of verscheept wordt, dient het in een passende hoeveelheid schokabsorberend materiaal te worden verpakt. Zonder passende verpakking kunnen kras­sen, beschadigingen of storingen ontstaan.
• Als de muziekstandaard wordt gebruikt, mag daar geen over­matige druk op uitgeoefend worden.
• Sommige aansluit kabels bevatten weerstanden. Gebruik dit soort kabels niet voor dit apparaat. Deze kunnen het volume extreem laag of onhoorbaar maken. Gebruik aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
6
Belangrijke opmerkingen
Behandeling van floppydisks
(Met gebruik van de optionele floppydisk drive)
651
• Floppydisks bevatten een plastic disk met een dunne laag magnetisch opslagmedium. Microscopische precisie is vereist om opslag van grote hoeveelheden data op een dergelijk klein oppervlak mogelijk te maken. Om de zuiverheid van de disks te behouden, neemt u het volgende in acht wanneer flop­pydisks worden gebruikt:
• Raak het magnetisch medium binnen de disk niet aan.
• Floppydisks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen
worden gebruikt of opgeborgen.
• Stel floppydisks niet bloot aan temperatuur extremen
(bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig).
• Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C.
• Stel floppydisks niet bloot aan sterk magnetische velden,
zoals die door luidsprekers gegenereerd worden.
• Floppydisks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk tegen het per ongeluk wissen kan beschermen. Het is aan te bevelen de tab in de PROTECT positie te houden, en deze alleen naar de WRITE positie te verplaatsen als u nieuwe data op de disk wilt opslaan.
fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
Write
(kan nieuwe data op disk schrijven)
Schrijfbeveiliging
653
• Het identificatie etiket moet stevig op de disk aangebracht worden. Als het etiket loskomt, terwijl de disk zich in de drive bevindt, kan de disk mogelijk moeilijk uit de drive verwijderd worden.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats, zodat ze niet kunnen beschadigen, en om ze tegen stof, vuil en dergelijke te beschermen. Als een vieze of stoffige disk wordt gebruikt, kan de disk beschadigen en de disk drive storingen vertonen.
Protect
(voorkomt schrijven op disk)
Behandeling van USB geheugen
(Met gebruik van een optioneel USB geheugen)
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, steekt u het stevig helemaal in.
• Raak de contactpinnen van de USB geheugen aansluiting niet aan, en laat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van hoge precisie elektroni­sche componenten vervaardigd, dus neem het volgende in acht wanneer u dit gaat gebruiken.
• Om schade door statische elektrische ladingen te
voorkomen, ontlaadt u de statische elektriciteit die mogelijk in uw lichaam aanwezig is, voordat u met het USB geheugen gaat werken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of metalen
objecten aan.
• Buig het USB geheugen niet, laat het niet vallen en stel
het niet aan zware schokken bloot.
• Laat het USB geheugen niet achter in direct zonlicht of
op locaties als een afgesloten auto. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Laat het USB geheugen niet nat worden.
• Het USB geheugen mag niet uit elkaar gehaald of
gewijzigd worden.
Addition
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, positioneert u het
horizontaal met de externe geheugen aansluiting en steekt u het zonder overmatige kracht in. De externe geheugen aan­sluiting kan beschadigen als u het USB geheugen met overma­tige kracht insteekt.
• Steek niets anders dan het USB geheugen (bijv. draad, mun­ten, andere types apparaten) in de externe geheugen aanslui­ting. Hierdoor zal de externe geheugen aansluiting beschadi­gen.
• Behandel het aangesloten USB geheugen niet met overmatige kracht.
• Als het USB geheugen gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, sluit u het USB geheugen deksel.
Behandeling van CD-s (CD-ROM’s)
(Met gebruik van een optionele CD drive)
• Bij het behandelen van de disks neemt u het volgende in acht.
• Raak het gecodeerde oppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disks niet op stoffige plaatsen.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten
voertuig achter. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk niet aan. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd de disks met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsmiddel schoon.
• Bewaar de disk in de case.
• Laat de disk niet gedurende langere tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen etiket op de disk.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek mee.
• Buig de disk niet. Op verbogen disks kan data mogelijk niet juist worden gelezen of opgeslagen, en dit kan op den duur tot storingen leiden.
Auteursrecht
• Dit product kan gebruikt worden om geluid of visueel materi­aal op te nemen of te dupliceren, zonder beperkingen van bepaalde technologische auteursrecht beveiligingsmaatrege­len. Dit is te wijten aan het feit, dat dit product bedoeld is voor het produceren van origineel muziek of video materiaal, en daarom zo ontworpen dat materiaal, dat geen inbreuk maakt op auteursrecht dat aan anderen behoort (bijvoorbeeld uw eigen originele werken), vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
203
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
Add
* XG lite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
220
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
7

Hoofdkenmerken

We bedanken u voor uw aankoop van het Roland orgel ‘Music Atelier AT-100/300’. De ATELIER is een elektronisch orgel dat een ruime verzameling rijke orgelgeluiden biedt. Bovendien is het zo ontworpen, dat het gemakkelijk te leren en te gebruiken is. Om jarenlang op betrouwbare wijze van uw nieuwe toetsenbord te genieten, neemt u even de tijd om deze handleiding geheel door te lezen.
* De AT-100 en AT-300 worden in deze handleiding respectievelijk als ‘ATELIER’ afgekort.
Basisconcepten van de ATELIER serie
Een volledige uitrusting aan orgelgeluiden
Een brede reeks basis orgelgeluiden, variërend van jazz orgel en pijporgel tot theater orgel zijn ingebouwd, zodat u verzekerd bent van toegang tot alle geluiden, die u van een orgel verwacht.
Paneel indeling gebaseerd op een traditie, waarbij de nadruk op realtime bediening ligt
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn te gaan zitten en direct met spelen kunt beginnen, zijn de knoppen op het paneel op functie samengebracht, zoals de klassieke orgel tradities voorschrijven, waardoor u van een gemakkelijke en intuïtieve bediening bent verzekerd. Alle modellen uit de ATELIER serie hebben dezelfde bedrijfsgereedheid, zodat u meteen kunt spelen, zelfs als u van model verandert.
Geluiden van hoge kwaliteit, die zonder bewerking gebruikt kunnen worden
Naast een volledige reeks orgelgeluiden zijn ook strings (strijkers) en brass (koperblazers) geluiden van hoge kwaliteit ingebouwd.
U kunt de geluiden simpelweg selecteren en het orgel bespelen – ingewikkelde bewerkingsoperaties zijn niet nodig.
Expansief laag toetsenbord met demperpedaal voor piano-achtige expressiviteit
De piano is onmisbaar voor hedendaagse muziekuitvoeringen. Alle modellen van de ATELIER serie hebben vleugelgeluiden van hoge kwaliteit, waarvan u wellicht zult genieten. Bovendien is de reeks van het lage toetsenbord uitgebreid, hetgeen u meer expressieve mogelijkheden op de piano geeft. Een demperpedaal en initiële aanslaggevoeligheid zijn ook beschikbaar, beiden noodzakelijk voor piano uitvoeringen.
Ontworpen op gebruik van bestaande data
De ATELIER serie is zo ontworpen, dat u zich zelfs op nieuwe modellen meteen thuis voelt en direct met spelen kunt beginnen. Data compatibiliteit is in overweging genomen, en bestaande song data of registratie data kan naar USB geheugen worden verplaatst of gebruikt worden door een floppydisk drive aan te sluiten.
Muziekstijlen van over de hele wereld
Een rijke variëteit aan ‘s werelds meest representatieve muziekstijlen (ritme en auto begeleidingspatronen) is ingebouwd, zodat u muziek in bijna elk genre kunt spelen.
Gebruikmaking van SMF muziekbestanden
Compatibel met General MIDI 2, de wereld standaard in SMF muziekbestanden. Aangezien een externe geheugen aansluiting beschikbaar is, kunt u een apart verkrijgbaar USB geheugen of een floppydisk drive aansluiten en uw voordeel doen met de brede reeks commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook parts op ‘mute’ (demping) instellen, zodat u dat gedeelte voor elke hand apart kunt oefenen, en u kunt met de muziekbestanden meespelen.
8
Kenmerken
Harmonische balken voor het creëren van orgelgeluiden
Het orgel is uitgerust met ‘Harmonic Bars’, die lijken op de regelaars, die op traditionele jazz orgels worden gebruikt. Door het bedienen van deze harmonische balken kunt u gemakkelijk een verscheidenheid aan orgelgeluiden creëren.
USB geheugen
U kunt een apart verkrijgbaar USB geheugen of floppydisk drive aansluiten, en SMF muziekbestanden afspelen. Uitvoeringen die u opneemt of registratie data die u creëert, kunnen ook in een USB geheugen of op floppydisk
worden opgeslagen, of u kunt SMF muziekbestanden of registraties uit een USB geheugen of van een floppydisk in het interne user geheugen opslaan.
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
Alle ritmes maken gebruik van data van uitvoeringen door professionele drummers, en bestaan uit patronen van hoge kwaliteit met alle grooves en subtiele nuances van het ‘echte werk’. Bovendien, kunt u automatische begeleidingen gebruiken, die perfect op elk ritme zijn afgestemd, om van uw eigen spel met een band op de achtergrond te genieten.
Menselijke stemmen
Naast een volledige reeks orgelgeluiden heeft de ATELIER ook geluiden, die een brede reeks kwaliteiten van de menselijke stem uitdrukken, waaronder ‘Jazz Scat’ dat verandert volgens de sterkte waarmee de toetsen worden ingedrukt en ‘Classical’ geluiden, die het geluid van een koor perfect uitdragen.
Hoofdkenmerken
Actieve expressie geluiden
Bij sommige geluiden verandert niet alleen het volume als het expressiepedaal wordt ingedrukt, maar ook het geluid, of worden andere geluiden toegevoegd. Van pianissimo tot fortissimo, het klank karakter van het geluid zelf zal veranderen als u een crescendo uitvoert, of een strijkergeluid verschijnt achter de piano, waardoor dynamische veranderingen in klank worden gecreëerd.
Harmony Intelligence
De Harmony Intelligence functie voegt automatisch een harmonie aan het geluid van het bovenste toetsenbord toe, volgens het akkoord, dat u op het onderste toetsenbord speelt. Hiermee verkrijgt u een grotere tonale diepte en een krachtigere uitvoering.
Split functie
Het uit 61 toetsen bestaande onderste toetsenbord kan in aparte secties worden verdeeld, waarbij elke sectie een ander geluid speelt. Met gebruik van de Split functie, kunt u spelen met de rijkdom van uitvoeringsexpressie die concurreert met die van drie en zelfs vier instrumenten.

Drukafspraken in deze handleiding

In deze handleiding worden de volgende drukafspraken gebruikt, om instructies eenvoudiger en beknopter te maken.
• De AT-100 en AT-300 worden in deze handleiding respectievelijk als ‘ATELIER’ afgekort.
• In deze handleiding wordt een illustratie van de AT-300 soms gebruikt voor uitleg doeleinden.
• De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in het scherm verschijnt.
• Wees er echter van bewust, dat uw ATELIER een nieuwere, verbeterde versie van het besturingssysteem kan hebben (bijv. nieuwere geluiden bevat), dus wat u werkelijk in het scherm ziet komt mogelijk niet altijd overeen met hetgeen in de handleiding wordt getoond.
• Knop namen worden tussen vierkante haakjes (‘[ ])’ weergegeven, zoals de [Drums/SFX] knop.
•[▲] [▼], [ ] [ ] betekent dat u de ene of de andere knop moet indrukken.
• Voorbeeld: Reverb [▲] [▼] knoppen, Tempo [ ] [ ] knoppen.
• Een asterisk (*) of een aan het begin van een paragraaf duidt op een opmerking of waarschuwing. Deze dienen niet genegeerd te worden.
• (p. **) verwijst naar pagina’s binnen de handleiding.
NOTE
9

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN............................. 3
Belangrijke opmerkingen ....................................................................... 6
Hoofdkenmerken................................................................................... 8
Drukafspraken in deze handleiding ............................................................................9
Paneelbeschrijvingen ........................................................................... 14
Voordat u gaat spelen ......................................................................... 16
De muziekstandaard opzetten ........................................................................................... 16
Het deksel openen/sluiten (AT-300) ................................................................................... 16
Het deksel openen/sluiten (AT-300) ................................................................................... 16
Het netsnoer aansluiten ....................................................................................................17
Het apparaat in en uitschakelen ........................................................................................ 17
De stroom aanzetten ...............................................................................................17
De stroom uitzetten ................................................................................................. 18
Een koptelefoon gebruiken................................................................................................18
De snoerhaak gebruiken...................................................................................................19
Alle fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)................................................................. 19
Het contrast van het scherm bijstellen ................................................................................. 20
Het externe geheugen gebruiken ....................................................................................... 20
Het USB geheugen aansluiten .................................................................................. 20
De floppydisk drive aansluiten.................................................................................. 21
Een CD gebruiken............................................................................................................ 22
Een CD drive aansluiten
(Apart verkrijgbaar) ................................................................................................22
Over de regelaar............................................................................................................. 22
Over het beeldscherm .......................................................................... 23
Inzicht in de hoofd en aanverwante schermen............................................................ 23
Geluiden selecteren en spelen .............................................................. 24
De demo songs beluisteren ...............................................................................................24
Geluiden selecteren .........................................................................................................26
Over de Voices en Parts ..........................................................................................26
Functies van de Upper / Lower / Pedal Bass geluid selectieknoppen ............................ 27
De Upper / Lower / Pedal Bass Voices selecteren ...................................................... 27
Solo Voice selecteren .............................................................................................. 28
Een Voice selecteren met gebruik van de [Others] knop ..............................................29
Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ) .............................................................................30
Een Vintage orgelgeluid spelen ................................................................................ 32
Spelen met een Active Expression Voice .............................................................................35
De volumebalans aanpassen............................................................................................. 36
De toonhoogte in eenheden van een octaaf transponeren (Octave Shift).................................37
Noten die op het onderste toetsenbord worden gespeeld laten doorklinken ............................38
Drums spelen over het volledige onderste toetsenbord (Drums/SFX) .......................................38
De Drum/SFX set veranderen................................................................................... 39
10
De Rhythm Performance gebruiken....................................................... 40
Een ritme selecteren ......................................................................................................... 40
In het User geheugen opgeslagen ritmes gebruiken ....................................................41
Ritme spelen....................................................................................................................42
Met één druk op een knop starten ............................................................................42
Het ritme automatisch starten als het onderste toetsenbord
of het voetklavier wordt bespeeld (Synchro Start)........................................................43
Het ritme stoppen ................................................................................................... 44
Het tempo van het ritme en de automatische begeleiding veranderen..................................... 45
Een aftelgeluid spelen als het intro eindigt ..........................................................................45
Ritme en automatische begeleiding spelen .......................................................................... 46
Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen .........................................47
Het arrangement van het ritme en de begeleiding veranderen (Variation)...................... 47
Chord Intelligence aan en uitzetten ....................................................................................48
De Leading Bass functie gebruiken..................................................................................... 49
Een eenvoudige manier om instellingen voor automatische
begeleiding te maken (One Touch Program) .......................................................................50
Een ritme uit USB geheugen gebruiken ............................................................................... 51
De stijlen in het USB geheugen bekijken.................................................................... 51
Ritmes kopiëren ...............................................................................................................52
Opgeslagen ritmes verwijderen .........................................................................................54
Inhoud
De Registratie knoppen gebruiken........................................................ 55
Registraties opslaan ......................................................................................................... 56
Een Registratie oproepen .................................................................................................. 57
Hoe een Registratie wordt opgeroepen .....................................................................57
De timing van het oproepen van Registraties veranderen............................................. 57
Automatisch registreren als u van paneelinstellingen verandert ..............................................58
Een Registratie set van een naam voorzien .........................................................................58
Registratie sets opslaan ....................................................................................................60
Eerder opgeslagen registratie sets in de ATELIER laden......................................................... 62
Een set registraties laden .........................................................................................62
Een individuele registratie laden............................................................................... 63
Een set registraties verwijderen.......................................................................................... 64
Registraties kopiëren ........................................................................................................ 65
De uitvoeringsfuncties gebruiken .......................................................... 67
Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose) ....................................................67
Decay aan het geluid toevoegen (Damper Pedal) ................................................................68
De voetschakelaar gebruiken ............................................................................................68
De functie van de voetschakelaar veranderen ............................................................69
De voetschakelaar gebruiken om van registratie te veranderen (Registration Shift) .......... 70
Het algehele volume met gebruik van een expressie pedaal aanpassen.................................. 71
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen.................................... 72
Harmonie aan een melodie toevoegen (Harmony Intelligence) ..............................................72
Het type Harmony Intelligence veranderen................................................................. 73
Modulatie aan het geluid toevoegen (Rotary effect).............................................................. 74
Sustain effect...................................................................................................................75
De Sustain lengte veranderen................................................................................... 76
11
Inhoud
Reverb effect ...................................................................................................................77
Het Reverb type veranderen.....................................................................................78
Het type muur veranderen .......................................................................................79
De diepte van de Reverb veranderen ........................................................................ 80
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken......................................... 82
Effectief gebruikmaken van het onderste toetsenbord............................................................82
De Solo Voice op het onderste toetsenbord spelen (Solo [To Lower] knop) .............................. 84
De manier waarop de Solo Voice reageert veranderen (Solo Mode)............................. 85
De Solo Voice en Lower Voice stapelen (Solo To Lower mode) ..................................... 85
Het Solo splitspunt veranderen ................................................................................. 85
De Bass Voice op het onderste toetsenbord spelen (Bass Split)............................................... 86
Het bas splitspunt veranderen ..................................................................................87
Het onderste toetsenbord gebruiken om de Bas Voice te spelen (Pedal [To Lower] knop) ..........88
De uitvoering opnemen en afspelen...................................................... 89
Wat is een Track knop? ..........................................................................................89
In USB geheugen opgeslagen uitvoeringen en SMF muziekbestanden afspelen .......................90
Een specifieke Track dempen (Track Mute).......................................................................... 91
Een uitvoering opnemen ................................................................................................... 91
Een uitgevoerde song afspelen ..........................................................................................92
Een aftelgeluid toevoegen dat met de timing overeenkomt (Count In)......................................93
Elk gedeelte apart opnemen.............................................................................................. 93
Opnieuw opnemen .......................................................................................................... 94
Een uitgevoerde song wissen.............................................................................................94
De naam van een uitgevoerde song veranderen (Rename).................................................... 95
Uitgevoerde songs opslaan............................................................................................... 96
Uitgevoerde songs in de ATELIER laden ..............................................................................97
Uitgevoerde songs die in ‘Favorites’ of het USB geheugen zijn opgeslagen verwijderen ...........98
Een nieuwe opname op SMF muziekbestanden stapelen.......................................................99
Een song gebruiken met een ander tempo dan dat van de opgenomen song ........................100
Uitgevoerde songs kopiëren............................................................................................ 101
Een map in het USB geheugen of User geheugen creëren................................................... 102
De naam van een map veranderen ..................................................................................102
Genieten van VIMA TUNES ............................................................................................103
Een VIMA TUNES song beluisteren .........................................................................103
Spelen met geluiden die met de song overeenkomen (Recommended Tones)................ 103
Songs van een muziek CD beluisteren ..............................................................................104
Genieten van Karaoke met een muziek CD (Center Cancel).......................................104
De song naar een toonsoort transponeren waarin comfortabel gezongen kan worden .... 105
Verscheidene andere instellingen........................................................ 106
De manier waarop het instrument reageert aanpassen .......................................................106
De Initial Touch Sensitivity aanpassen (Initial Touch).................................................. 106
De polyfonie van het voetklavier veranderen (Pedal Bass Mode)................................. 106
Uitvoeringsfunctie instellingen..........................................................................................107
De functie van het expressie pedaal veranderen (Exp. Source) ...................................107
Ritme instellingen ...........................................................................................................108
Voorkomen dat ritme tempo’s automatisch veranderen (Auto Std Tempo)..................... 108
Het geluid van de aftelling veranderen (Count Down Sound)......................................108
Registratie instellingen ....................................................................................................109
12
Registration Arranger Update (Arranger Update)......................................................109
Registration Transpose Update (Trans. Update) ........................................................109
Composer instellingen .................................................................................................... 110
De weergave van tekst in of uitschakelen (Lyric)........................................................ 110
De toonsoort veranderen als songs worden afgespeeld (Playback Transpose) ..............110
De metronoom instelling veranderen (Metronome) ....................................................111
Het metronoom volume aanpassen (Metronome Volume) ...........................................111
Het geluid van de metronoom veranderen (Metronome Sound) ..................................112
De maatsoort instellen (Beat) ..................................................................................112
Een specifieke Track dempen (Track Mute)............................................................... 113
Individuele uitvoeringsdata kanalen dempen (Channel Mute) ..................................... 114
Overige instellingen .......................................................................................................114
De standaard toonhoogte aanpassen (Master Tune).................................................. 114
Transmissie van PC nummers specificeren (Send PC Switch).......................................115
PC nummers instellen (PC Number) .........................................................................115
MIDI IN mode (MIDI IN mode) ...............................................................................116
Het MIDI zendkanaal selecteren (Tx MIDI Channel)................................................... 117
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK) ......................................................................117
Het User geheugen in de originele fabrieksinstellingen terugzetten (User Memory Reset)......... 119
Alle instellingen behalve het User geheugen op de originele
fabrieksinstellingen terugzetten (Panel Reset) .....................................................................119
Een USB geheugen formatteren (Format)........................................................................... 120
Inhoud
Aansluitingen met externe apparaten ................................................. 121
Namen en functies van jacks en aansluitingen................................................................... 121
Geluidsapparatuur aansluiten.......................................................................................... 121
Aansluitingen maken............................................................................................. 121
Een computer aansluiten................................................................................................. 122
Instellingen voor de USB driver maken ....................................................................123
MIDI apparaten aansluiten.............................................................................................. 123
Aansluitingen maken............................................................................................. 124
Appendix
Probleemoplossing......................................................................................................... 125
Storingsmeldingen .........................................................................................................129
Akkoordenlijst ...............................................................................................................130
Verklarende woordenlijst ................................................................................................ 132
Muziekbestanden die de ATELIER kan gebruiken ...............................................................133
Met de ATELIER kunnen de volgende muziekbestanden worden gebruikt ..................... 133
Over de geluidsgenerator van de ATELIER ...............................................................133
Instellingen die worden opgeslagen nadat de stroom is uitgezet ..........................................134
Opgeslagen instellingen nadat de stroom is uitgezet.................................................134
Instellingen die onder de Registratie knoppen worden opgeslagen .............................134
Instellingen die onder de individuele registratie knoppen worden opgeslagen.............. 134
MIDI Implementatiekaart .................................................................................................135
Hoofd specificaties ........................................................................................................136
Demo songlijst...............................................................................................................138
Index............................................................................................................................ 139
13

Paneelbeschrijvingen

3 45 6 7
10 11 12 13
19
20
14 15
8
16
9
1718
21
1. [Power On] schakelaar ( p.17)
2. [Master Volume] knop ( p.18)
3. Harmonische balken ( p.30)
4. Pedal Bass Voice selectie knoppen ( p.27)
Pedal Part [To Lower] knop ( p.88)
Level [] [] knop (
5. Lower Voice selectie knoppen ( p.27)
Lower Part Level [] [] knop ( p.36)
6. Upper Voice selectie knoppen ( p.27)
Upper part Level [] [] knop (
7. Solo Voice selectie knoppen ( p.28)
Solo Part [To Lower] knop ( Level [] [] knop (
p.36)
p.36)
p.84)
p.36)
14
8. [One Touch Program] knop ( p.50)
9. [Harmony Intelligence] knop ( p.72)
10. Part Balance [] [] knop ( p.36, p.77)
11. Vintage Organ knoppen ( p.30)
12. Lower [Drumes/SFX] knop ( p.38)
13. [Load] knop ( p.62, p.94, p.99)
14. Transpose [-] [+] knoppen ( p.67)
15.
[Utility] knop ( p.106) [Display/Exit] knop (
Menu [ ][ ] knoppen Value [-] [+] knoppen
p.23)
Paneelbeschrijvingen
Paneelbeschrijvingen
Write Manual
1
2
1 2 3 4 5 6 7 8
16. Beeldscherm ( p.23)
17. [Save] knop ( p.60, p.96)
18. Beat indicator ( p.45)
19. Composer ( p.89)
[Song] knop [Registration] knop [Media] knop
Track knoppen [Bass] knop [Lower] knop [Solo/Upper] knop
[Reset] knop [Play/Stop] knop [Rec] knop [Bwd] knop [Fwd] knop
22
20. Rhythm selectie knoppen ( p.40)
Rhythm knop Tempo ][ ] knop ( Arranger [On/Off] knop ( Auto [Fill In] knop ( Variation [1]-[4] knoppen ( [Intro/Ending] knop ( [Start/Stop] knop (
21. Rotary Sound knoppen ( p.74)
[On/Off] knop [Fast/Slow] knop
22. Registration knoppen
[Write] knop ( p.56) [Manual] knop ( Registration [1]-[8] knoppen (
p.58)
p.45)
p.46)
p.47)
p.47)
42
p.44)
p.55)
15

Voordat u gaat spelen

De muziekstandaard opzetten

fig.01-03
1. Bevestig de muziekstandaard door deze in de
twee gaten te plaatsen.

Het deksel openen/sluiten (AT-300)

1. Verbind het snoer van de luidsprekerbox met
het luidsprekersnoer, dat uit het orgel komt.
Let op de vorm van de aansluiting van de luidsprekerkabel, en steek deze in, totdat u het op zijn plaats hoort klikken.

Het deksel openen/sluiten (AT-300)

fig.00-22.eps
1. Om het deksel te openen, houdt u het met
beide handen vast en schuift u het naar achteren.
2. Om het deksel te sluiten, trekt u het langzaam
naar voren totdat het stopt.
Let op dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het openen
NOTE
of sluiten van het deksel. Wanneer kleine kinderen het instrument gaan gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
Om ongelukken te voorkomen, moet het deksel gesloten
NOTE
worden voordat het orgel wordt verplaatst.
Zorg, dat er niets op het toetsenbord ligt (zoals bladmuziek)
NOTE
als u het deksel sluit.
16
Voordat u gaat spelen

Het netsnoer aansluiten

1. Controleer eerst of de [Power On] schakelaar
op OFF staat (niet ingedrukt).
fig. 00-27.eps,fig.00-27-2.eps
Niet ingedrukt
OFF
2. Sluit het bijgeleverde netsnoer in de AC
ingang en steek de andere kant in een stopcontact.
AT-300

Het apparaat in en uitschakelen

941
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van
NOTE
de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan of uit. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan of uit te zetten riskeert u storing en/of beschadiging aan luidsprekers en andere apparaten.

De stroom aanzetten

1. Controleer de volgende punten, voordat de
stroom wordt aangezet.
• Is het netsnoer op juiste wijze op de AC ingang aangesloten?
• Is het netsnoer op juiste wijze in het stopcontact gestoken?
• Is de [Master Volume] knop op de Min (minimum) positie ingesteldf
ig.00-26.eps
Voordat u gaat spelen
NOTE
NOTE
Stopcontact
Netsnoer
AT-100
Stopcontact
Netsnoer
Gebruik alleen het bij dit instrument geleverde netsnoer.
Wanneer u het instrument gedurende langere tijd niet zult gebruiken, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.
2. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom aan te zetten.
fig. 00-27.eps, fig.00-27-3.eps
Ingedrukt
ON
Het hoofdscherm zal in het beeldscherm verschijnen.
942
De ATELIER is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
NOTE
duurt het korte tijd (enkele seconden), nadat de stroom is aangezet, voordat de ATELIER normaal zal werken.
17
Voordat u gaat spelen
3. Stel het volume op een passend niveau in,
door de [Master Volume] knop te verplaatsen of het expressiepedaal te bedienen.
Als de [Master Volume] knop in de richting van ‘Max’ wordt gedraaid, neemt het volume toe. Als de knop in de richting van ‘Min’ wordt gedraaid, neemt het volume af. Net zo neemt het volume toe als het expressiepedaal wordt ingedrukt, terwijl het omhoog halen van het pedaal maakt dat het volume afneemt.
fig.00-28.eps
verlaag het volume

Een koptelefoon gebruiken

De ATELIER beschikt over Phones jacks. Hiermee, kunt u spelen, zonder dat u zich over andere mensen in uw omgeving zorgen hoeft te maken, zelfs ‘s nachts.
fig.00-29.eps
verlaag het volume
verhoog het volume
verhoog het volume

De stroom uitzetten

1. Voordat de stroom wordt uitgezet, stelt u de
[Master Volume] knop op de Min (minimum) positie in.
2. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom uit te zetten.
fig. 00-27.eps,fig.00-27-2.eps
945
Als de stroom volledig uitgeschakeld moet worden, zet u eerst de [Power On] schakelaar op Off, en dan haalt u het
NOTE
netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (p.6).
1. Sluit de koptelefoon op de Phones jack aan,
die zich onder de linkerkant van het toetsenbord bevindt.
Het geluid van de ingebouwde luidsprekers stopt. Nu is er alleen geluid via de koptelefoon te horen.
fig.00-30.eps
2. Pas het volume van de koptelefoon met de
[Master Volume] knop en het expressiepedaal aan.
Enkele opmerkingen bij gebruik van een koptelefoon
18
• Om schade aan het snoer te voorkomen houdt u de koptelefoon alleen bij de headset of de stekker vast.
• Een koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog is, wanneer deze wordt aangesloten. Verlaag het volume op de ATELIER, voordat een koptelefoon wordt aangesloten.
• Om mogelijke gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of beschadiging van de koptelefoon te voorkomen dient de koptelefoon niet op een extreem hoog niveau gebruikt te worden. Gebruik de koptelefoon op een gematigd volumeniveau.
• Accepteert aansluiting van een stereo koptelefoon.
• Als de plug van de koptelefoon in de Phones jack is gestoken, is er geen geluid hoorbaar via de luidsprekers van de ATELIER.
Voordat u gaat spelen
I

De snoerhaak gebruiken

Als u een koptelefoon of een microfoon gebruikt, kunt u de snoerhaak gebruiken om de kabels netjes bijeen te houden.
De snoerhaak bevestigen
1. Schroef de haak (met vleugelmoer) ongeveer
tachtig procent in het schroefgat links onder op de ATELIER.
2. Nadat u de haak in de gewenste richting heeft
geplaatst, gebruikt u de vleugelmoer om deze vast te zetten.
Schroefgat
leugelmoer

Alle fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

De in de ATELIER opgeslagen instellingen kunnen opnieuw op de fabrieksinstellingen worden ingesteld. Deze functie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
1. Draai het volume op het minimale niveau, en
zet dan de stroom uit.
2. Terwijl u de [One Touch program] knop
ingedrukt houdt, drukt u op de [Power On] schakelaar om de stroom aan te zetten.
fig.01-15
Zet de stroom niet uit, wanneer het volgende scherm
NOTE
wordt getoond.
fig.01-16
Voordat u gaat spelen
Snoerhaak
Als de Factory Reset is voltooid, verschijnt het basisscherm opnieuw.
Om alle instellingen (behalve de User geheugen
NOTE
instellingen) in hun oorspronkelijke fabrieksstatus terug te zetten, kijkt u bij ‘Panel Reset’ (p.119).
Als de standaard fabrieksinstellingen worden geladen,
NOTE
zullen alle Registraties die zich op dat moment in het geheugen van de ATELIER bevinden gewist worden. Het is een goed idee om belangrijke Registratie data in het USB geheugen op te slaan. Om de registraties die u op dat moment gebruikt op te slaan, kijkt u bij ‘Registratie Sets opslaan’ (p.60).
Om alleen de User geheugen instellingen op hun
NOTE
oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug te zetten, kijkt u bij ‘User Memory Reset’ (p.119).
19
Voordat u gaat spelen

Het contrast van het scherm bijstellen

U kunt het contrast van het scherm bijstellen.
De externe geheugen houder draaien
De externe geheugen houder draait 90 graden naar links en rechts. Door de externe geheugen houder te draaien, kunt u voorkomen, dat het aangesloten externe geheugen beschadigd als er iets tegenaan botst.
1. Draai aan de [LCD Contrast] knop aan de
onderkant van de ATELIER om het contrast van het scherm aan te passen.
Helder Donker

Het externe geheugen gebruiken

Songs, die u op de ATELIER opneemt en registratie sets die u creëert, kunnen naar een apart verkrijgbaar USB geheugen worden gekopieerd om deze veilig te stellen. U kunt ook songs naar een floppydisk kopiëren, met gebruik van een apart verkrijgbare floppydisk drive (p.52, p.65, p.101).
Tevens kunnen SMF muziekbestanden die in UDSB geheugen of op floppydisk zijn opgeslagen worden afgespeeld. (p.90).
Gebruik USB geheugen en een floppydisk drive van Roland.
NOTE
Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden wanneer een ander USB apparaat wordt gebruikt.
Als u een nieuw USB geheugen of floppydisk drive gebruikt, moet dit op de ATELIER geformatteerd worden. Voor details raadpleegt u ‘Een USB geheugen formatteren (Format)’ (p.120).
1. Houd de externe geheugen houder vast en
draai deze 90 graden naar links of rechts.
Externe geheugen
houder
90 graden naar links
988
Veiligheidsslot ( ) http://www.kensington.com/
Houd alleen de externe geheugen houder vast als u deze
NOTE
draait. Draai de externe geheugen houder nooit door het aangesloten externe geheugen vast te houden.
Pas op, dat uw vingers niet beklemd raken, wanneer de
NOTE
externe geheugen houder wordt gedraaid.
90 graden naar rechts
Veiligheidsslot (alleen voor AT-300)

Het USB geheugen aansluiten

1. Verbind het USB geheugen met de externe
geheugen aansluiting.
931
Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal naar binnen, totdat het stevig op zijn plaats zit.
20

De floppydisk drive aansluiten

1. Bevestig de floppydisk drive, zoals in het
figuur wordt aangegeven, met gebruik van de montage gaten op het onderpaneel van de ATELIER.
Details over de bevestiging vindt u in de gebruikershandleiding van de floppydisk drive.
Voordat u gaat spelen
Voordat u gaat spelen
2. Verbind de USB kabel van de floppydisk drive
met de externe geheugen aansluiting van de ATELIER.
Externe geheugen aansluiting
USB kabel
21
Voordat u gaat spelen
O[[q

Een CD gebruiken

U kunt audio CD’s en CD-rom’s die opgeslagen SMF muziekbestanden bevatten afspelen.
Songs op VIMA CD-rom’s (VIMA TUNES), verkocht door Roland, kunnen ook worden gespeeld.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de CD
• U kunt geen CD-R/RW disks met toegevoegde geluidstracks, of CD’s, die zowel geluidstracks en data bevatten (CD Extra), afspelen.
• De ATELIER kan alleen commerciële CD’s afspelen die aan de officiële standaards voldoen. Dat zijn de CD’s die het ‘COMPACT disc DIGITAL AUDIO’ logo dragen.
2. Sluit de bij de CD drive behorende USB kabel
op de externe geheugen aansluiting van de ATELIER aan.
3. Zet de stroom van de ATELIER aan.
4. Zet de stroom van de aangesloten CD drive
aan.
Voor informatie over de manier waarop de volgende CD
NOTE
drive operaties worden uitgevoerd, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de drive.
De stroom aan en uitzetten.
Een CD plaatsen en uitwerpen.
Een lijst met CD drives die getest zijn en compatibel zijn bevonden is op de Roland website beschikbaar.
http://www.rolandce.com/
• De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van geluidsdisks met auteursrecht beveiliging technologie en andere niet standaard CD’s kan niet gegarandeerd worden.
• Voor meer gedetailleerde informatie over geluidsdisks met auteursrecht beveiliging technologie en andere niet standaard CD’s raadpleegt u de verkoper van de disks.
• U kunt geen songs op CD opslaan, en songs die op CD’s zijn opgenomen kunnen niet verwijderd worden. Bovendien kunnen CD’s niet geformatteerd worden.

Een CD drive aansluiten (Apart verkrijgbaar)

De ATELIER ondersteunt geen CD drives die door de USB
NOTE
bus van stroom worden voorzien. Als u een CD drive die door de USB bus wordt aangedreven gebruikt, moet u de stroomvoorziening die bij de CD drive behoort gebruiken, zodat de drive op zijn eigen stroom werkt.
Externe geheugen
O[[q
aansluiting

Over de regelaar

Als u merkt dat de ATELIER instabiel is geworden, bijvoorbeeld nadat deze naar een andere locatie is verplaatst, draait u aan de regelaar aan de onderkant van de poten van de standaard, zoals hieronder wordt getoond.
Pas op dat u uw handen niet bezeerd als u aan de regelaar
NOTE
draait.
• Draai aan de regelaar om deze te verlagen, zodat die stevig met de vloer in contact is. Maak aanpassingen, zodat er geen ruimte tussen de regelaar en de vloer is. Vooral als de ATELIER op tapijt wordt geplaatst, draait u aan de regelaar, zodat deze stevig met de vloer in contact is.
USB kabel
1. Zet de stroom van de ATELIER en de CD drive
die wordt aangesloten uit.
22

Over het beeldscherm

e
De ATELIER heeft drie types basis schermen: het Rhythm scherm, het Composer scherm en het Registration scherm. U kunt van het ene naar het andere scherm gaan door de [Display/Exit] knop in te drukken.
fig.01-17

Inzicht in de hoofd en aanverwante schermen

Rhythm scherm
fig.01-18
Tempo
MaatTel
Over het beeldscherm
Akkoord naam
Composer scherm
Wanneer interne muziekdata is geselecteerd:
fig.01-19
Tempo
Akkoord naam
Registration scherm
Ritme naam
MaatTel
Song naam
fig.01-20
Tempo
Akkoord naam
MaatTel
Registratie naam
Naam van volgende registrati
Zie ‘Load Next Function’ (p.70).
23

Geluiden selecteren en spelen

De demo songs beluisteren

De ATELIER bevat acht demo songs. Hier ziet u hoe de demo songs gespeeld worden, hetgeen u een goed beeld geeft van de geluiden, ritmes en automatische begeleidingen die op de ATELIER beschikbaar zijn.
fig.02-01
2
1
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
NOTE
De data van de demo song die gespeeld wordt is niet beschikbaar via de MIDI Out aansluiting.
3, 4
1. Druk de [Song] knop en de [Registration] knop gelijktijdig
in.
fig.02-02
2. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een demo song te
selecteren.
3. Druk op de [Play/Stop] knop om met het afspelen van de
demo song te beginnen.
Als de geselecteerde demo song is gespeeld, zal de volgende demo song worden gespeeld.
4. Om het afspelen in het midden van de song te stoppen,
drukt u op de [Play/Stop] knop.
Bekijk de ‘Demo song lijst’ (p.114) voor informatie over bijvoorbeeld de namen van de componisten en uitvoerenden van de demo songs.
5. Druk de [Song] en de [Registration] knoppen tegelijk in om
het demonstratie scherm te verlaten.
24
Als het volgende scherm verschijnt
Als de op dat moment uitgevoerde song in de ATELIER niet in een USB geheugen of de Favorites (User geheugen) is opgeslagen, zal het volgende bericht verschijnen, en is het afspelen van de demo songs niet mogelijk.
fig.02-03
Geluiden selecteren en spelen
Als u geen bezwaar heeft tegen het feit dat de song wordt gewist, drukt u op de [Rec] knop. Als u de song echter wilt opslaan, drukt u op de [Reset] knop om de procedure te annuleren en slaat u de song vervolgens in een USB geheugen of in de Favorites (User geheugen) op.
Geluiden selecteren en spelen
Als u de muzikale data wilt opslaan, kijkt u bij ‘Performance songs opslaan’ (p.96).
25
Geluiden selecteren en spelen

Geluiden selecteren

De ATELIER kan de geluiden van verscheidene instrumenten produceren. Deze geluiden worden ‘Voices’ (of ‘Tones’) genoemd.

Over de Voices en Parts

De ATELIER heeft twee toetsenborden en één voetklavier, zoals hieronder wordt getoond.
Van boven naar beneden worden deze ‘Upper (bovenste) Keyboard’, ‘Lower (onderste) Keyboard’ en ‘Pedalboard’ (voetklavier) genoemd.
fig.02-04
Bovenste toetsenbord
Onderste toetsenbord
Voetklavier
Het bovenste toetsenbord heeft twee onderdelen: ‘Upper’, ‘Vintage Organ’. U kunt één Voice voor elk onderdeel selecteren, wat betekent dat het mogelijk is om de Voices van het bovenste toetsenbord te stapelen en gelijktijdig te spelen. De Voice van het ‘Solo’ onderdeel kan op het bovenste toetsenbord of het onderste toetsenbord worden gestapeld.
Het onderste toetsenbord heeft twee onderdelen: ‘Lower’ en ‘Vintage Organ’. Het voetklavier heeft één onderdeel: ‘Pedal’.
Toetsenbord Onderdeel
Upper
Upper Vintage
Bovenste Keyboard
Lower Keyboard
Solo (Deze Voice klinkt alleen als de Solo [To Lower] knop verlicht is)
Lower
Lower Vintage
Solo (Deze Voice klinkt alleen als de Solo [To Lower] knop is verlicht)
Om een Solo Voice op het onderste toetsenbord te spelen, selecteert u de Solo Voice en, drukt u op de Solo [To Lower] knop (p.84).
26
Pedaal (Deze Voice klinkt alleen als de Pedal [To Lower] knop is verlicht of zet ‘Bass Split’ aan).
Toetsenbord Onderdeel
Voetklavier Pedaal

Functies van de Upper / Lower / Pedal Bass geluid selectieknoppen

fig.02-05
Elke keer, dat u een Voice knop indrukt, zal de indicator schakelen tussen verlicht en uitgeschakeld. Voices waarvan de indicator verlicht is kunnen gespeeld worden.
Geluiden selecteren en spelen
Geluiden selecteren en spelen
NOTE
Als geen van de Voice knoppen of de Vintage Organ knop verlicht zijn, wordt er geen geluid geproduceerd als het toetsenbord wordt bespeeld.

De Upper / Lower / Pedal Bass Voices selecteren

Selecteer Voices door de Upper, Lower en Pedal Bass Voice Part knoppen in te drukken.
Als de stroom wordt aangezet, speelt het bovenste toetsenbord ‘Full Organ 3’, het onderste toetsenbord ‘Lower Organ 2’ en de Pedal Bass Voice speelt losse noten met gebruik van de ‘Organ Bass’ Voice.
Voorbeeld: ‘Orch.Brs Ens’ voor het Upper orgelgedeelte selecteren
1. Druk op de Upper [Brass] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde Voice verschijnt enkele seconden in het scherm.
fig.02-06
NOTE
Als u op de Pedal [To Lower] knop drukt (indicator licht op p.106), kan de Pedal Bass Voice op het onderste toetsenbord worden gespeeld, en niet op het voetklavier.
Als u nu op het bovenste toetsenbord speelt, zal ‘Orch.Brs Ens’ te horen zijn. U kunt de Lower Voice of Pedal Bass Voice op dezelfde manier als de Upper
Voice selecteren.
Instellingen kunnen aangepast worden, zodat meerdere noten op het voetklavier gespeeld kunnen worden (p.88).
27
Geluiden selecteren en spelen

Solo Voice selecteren

De Solo sectie van het bovenste toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen dat de Solo Voice alleen klinkt bij de hoogst gespeelde noot op het bovenste toetsenbord.
fig.02-11
1. Druk op de Solo [Sax] knop (indicator verlicht).
De naam van de geselecteerde Voice verschijnt enkele seconden in het scherm.
fig.02-12
Speel op het bovenste toetsenbord. De geselecteerde Voice zal klinken bij de hoogst gespeelde noot.
NOTE
Als u op de Solo [To Lower] knop drukt (indicator licht op (p.84)), kan de Solo Voice op het onderste toetsenbord worden gespeeld, en niet op het bovenste toetsenbord.
Het is mogelijk om de manier waarop een Solo Voice klinkt, te veranderen. Normaalgesproken klinkt de Solo Voice met de hoogste noot die u op het bovenste toetsenbord speelt, maar u kunt instellingen maken, zodat de laatst gespeelde noot de Solo Voice zal laten horen. Ook, kunt u instellingen maken, zodat de Solo Voice klinkt voor alle noten van het toetsenbord waaraan de Solo Voice is toegewezen. Voor details kijkt u bij ‘De manier waarop de Solo Voice reageert veranderen (Solo Model)’ (p.85).
28

Een Voice selecteren met gebruik van de [Others] knop

Ter informatie, er is een [Others] knop voor elk onderdeel. Met gebruik van de [Others] knop, kunt u alle Voices selecteren.
Geluiden selecteren en spelen
1. Druk op de [Others] knop van het gedeelte, waarvoor u
een Voice wilt specificeren.
De Voice naam verschijnt in het scherm.
fig.02-10 (P.29)
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal oplichten.
2. Terwijl de Voice naam in het scherm wordt getoond,
gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de gewenste Voice te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert. Om halverwege deze procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit]
knop.
3. Druk nogmaals op de [Others] knop van het gedeelte,
waarvan u het geluid wilt instellen, om de Voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht.
U kunt per Voice groep verspringen door de Menu
[ ] [ ] knoppen in te drukken om de Voice te
selecteren. Het geluidsnummer van elke Voice wordt voorafgegaan door een alfabetisch teken A-U (AT-100) of A-V (AT-300) waarmee de geluidsgroep wordt aangegeven, bijvoorbeeld ‘G11 Strings1’.
U kunt ook de toets van het onderdeel dat een veranderde Voice bevat indrukken om de Voice instelling te bevestigen.
Over de Voices, die aan een [Others] knop toegewezen kunnen worden, zie ‘Voice&Rhythm lijst’.
Geluiden selecteren en spelen
29
Geluiden selecteren en spelen

Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ)

Met de Vintage Organ knop, kunt u drie types Vintage orgelgeluiden aan de Upper en Lower gedeeltes toevoegen.
Bovendien, kunt u ook de harmonische balken gebruiken om het geselecteerde geluid naar wens te wijzigen.
De ATELIER voorziet in negen harmonische balken voor de Upper en Lower gedeeltes.
Aan elke harmonische balk is een geluid van een ander footage (toonhoogte) toegewezen, en door deze geluiden te stapelen, kunt u een variëteit aan orgelgeluiden creëren.
Harmonische balk
Door de harmonische balken naar voren of naar achteren (in of uit) te schuiven, kunt u het volume van de verscheidene footages bijstellen.
Het volume kan binnen negen stappen (0-8) worden aangepast. Als een harmonische balk helemaal wordt uitgetrokken (8), is het volume op
zijn luidst. Helemaal ingedrukt (0) is er geen geluid hoorbaar.
8’ is de footage, die de basis toonhoogte van het geluid vormt. Dit is het midden, en het geluid dat u aanpast wordt hier omheen gecreëerd.
Aan elke harmonische balk is een sinusgolf (een reine toonhoogte zonder boventonen) met een verschillende toonhoogte toegewezen, en door deze toonhoogtes te combineren, kunt u een brede reeks geluiden creëren.
30
Geluiden selecteren en spelen
Tijd
8' volume: 8
Tijd
Tijd
4' volume: 5
Wat is een voet?
‘Voet’ is een term waarmee de lengte van de pijpen van een pijporgel aanvankelijk werd uitgedrukt. De pijpen, die de basis toonhoogte (grondtoon) voor elke noot produceren, zijn over het algemeen ‘8’ voet’
lang. Daarom is een pijp die een toonhoogte één octaaf lager dan de referentie van 8’ (acht voet) produceert 16’. Voor één octaaf boven de referentie is de pijp 4’ en om de toonhoogte nog een octaaf te verhogen wordt de pijp verkort tot 2’.
De toonhoogtes van de harmonische balken staan als volgt met elkaar in verband.
Geluiden selecteren en spelen
Als de middelste C (C4) wordt ingedrukt, zal elke harmonische balk de volgende noten laten horen.
16' 8' 4' 2' 1'51/3'2
Eén octaaf lager 5 grondtoon 8 12
8' =
2
/3'1
3
15
17 19 22ste
/5'11/3'
Op toonwiel orgels worden de hoogklinkende footages van de hoge reeks, en de laag klinkende footages van een portie van de lage reeks in eenheden van een octaaf ‘teruggevouwen’.
Door het ‘terugvouwen’ van het hoge frequentie portie wordt voorkomen, dat hoge frequentie geluiden onaangenaam schril klinken, en het ‘terugvouwen’ van het lage frequentie portie voorkomt, dat het geluid ‘modderig’ gaat klinken.
Op de ATELIER wordt deze eigenschap op natuurgetrouwe wijze gesimuleerd.
31
Geluiden selecteren en spelen

Een Vintage orgelgeluid spelen

Het Vintage orgel aanzetten
1. Druk op de Vintage Organ [On/Off] knop, zodat zijn
indicator verlicht is.
Elke keer, dat u op de knop drukt, wisselt de indicator tussen ON (verlicht) en OFF af.
Het Vintage Organ scherm verschijnt.
fig.01-24.eps
Het Vintage Organ scherm wordt gedurende enkele seconden weergegeven, waarna het automatisch zal sluiten.
NOTE
Glide en Sustain effecten worden niet op de Vintage Organ Voice toegepast.
In het scherm worden de waardes voor de harmonische balken getoond.
Als een harmonische balk helemaal wordt uitgetrokken (8), is het volume het luidst.
Helemaal ingedrukt (0) is er geen geluid hoorbaar.
Het geluid wijzigen
1. Druk op de H-Bar Part [Upper] of [Lower] knoppen om een
gedeelte te selecteren, waarvoor de harmonische balken beschikbaar zijn.
2. Verschuif de harmonische balken, die u wilt horen.
32
Het geluid van meerdere harmonische balken kan opgestapeld worden.
Het geluid sprankelend maken (Percussion)
Dit voegt een Attack geluid aan het begin van de noot toe, wat het geluid knisperiger maakt.
Geluiden selecteren en spelen
1. Druk op de Percussion [2 2/3’] knop, zodat de indicator is
verlicht.
Speel op het bovenste toetsenbord en u zult merken dat een Attack (aanslag) geluid is toegevoegd.
Knop Uitleg
Percussion [2 2/3'] knop Percussie een octaaf en een kwint hoger
De snelheid waarop de percussie wegsterft aanpassen
U kunt de Decay tijd van het percussiegeluid korter maken.
1. Druk op de Percussion [Fast Decay] knop om de indicator
tussen verlicht/niet verlicht te schakelen.
NOTE
Als de Percussion [2 2/3’] knop aan is, zal de 1’ toonhoogte niet worden geproduceerd.
Geluiden selecteren en spelen
NOTE
De Percussion [2 2/3’] knop is alleen geldig voor Vintage orgelgeluiden van het Upper gedeelte.
[Fast Decay] knop Uitleg
Verlicht
Niet verlicht
Het percussiegeluid zal sneller verdwijnen. Het percussiegeluid zal een scherpere Attack (aanslag) hebben.
Het percussiegeluid zal langzaam verdwijnen. Het percussiegeluid zal een mildere Attack hebben.
De Harmonische balk instellingen van het paneel gebruiken
Als u van registraties bent veranderd, zodat de Vintage Organ instellingen zijn veranderd, kunt u de Vintage Organ instellingen op de posities van de harmonische balken op het paneel instellen.
1. Druk op de H-Bar [Upper] of [Lower] knop, waarvan de
indicator verlicht is.
Het gedeelte met de verlichte indicator heeft de instellingen van de harmonische balk posities (instellingen) van het paneel.
33
Geluiden selecteren en spelen
Het volume van het Vintage Organ aanpassen
U kunt het volume van het Vintage orgelgeluid aanpassen om de volumebalans relatief aan de andere geluiden te reguleren.
1. Druk op de [Utility] knop.
fig.05-08.eps
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Vintage
Organ Volume’.
fig.VoiceList.eps
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de volume waarde
voor het Vintage orgel te selecteren.
Instelling
0–12
4. Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de
[Utility] knop.
34
Geluiden selecteren en spelen

Spelen met een Active Expression Voice

Bij ‘Active Expression Voices’ wordt niet alleen het volume door het expressiepedaal geregeld, maar ook het geluid, of andere geluiden kunnen toegevoegd worden.
1. Druk op de [Others] knop van het gedeelte, waaraan u een
Active Expression Voice wilt toewijzen.
De Voice naam verschijnt in het scherm.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop is verlicht.
Geluiden selecteren en spelen
2. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de Active
Expression Voice te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert.
Active Expression Voices hebben de letters ‘AEx’ voor de Voice naam.
Om halverwege deze of welke andere procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3. Druk nogmaals op de [Others] knop van het gedeelte
waarvan u het geluid wilt instellen om de Voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht.
Voor details over de beschikbare Active Expression Voices raadpleegt u de ‘Voice lijst’ (appendix: apart boekje).
U kunt de toets van het gedeelte, dat een veranderde Voice bevat, indrukken om de Voice instelling te bevestigen.
35
Geluiden selecteren en spelen

De volumebalans aanpassen

Met de ATELIER, kunt u de volumebalans individueel voor elk gedeelte aanpassen.
fig.02-13
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van een meervoudig aantal gedeeltes (Parts) aan te passen.
t
Knop Onderdeel
Automatische begeleiding (uitgezonderd bas)
Afspelen van songs van iets anders dan de
Accomp/SMF [] [] knop
Pedal [] [] knop
ATELIER songs (bijvoorbeeld: SMF muziekbestanden).
Ritme uitvoering
Drums/SFX
Pedal Voice
Basnoot van automatische begeleiding
1. De volumeniveaus van elk gedeelte worden bijgesteld met
de corresponderende [] en [] knoppen.
Als de Upper knop [] wordt ingedrukt, neemt het volume toe. Als de Lower knop [] wordt ingedrukt, neemt het volume af. Het volume kan op elke waarde van 0 tot 12 worden ingesteld. Als de in het scherm getoonde volume waarde 0 is, zal dat gedeelte geen
geluid produceren. U kunt ook op de [] knop of [] knop van het gedeelte, waarvan u het
volume wilt aanpassen drukken, zodat het ‘Part Balance Monitor scherm’ gedurende enkele seconden wordt weergegeven. In dit scherm, kunt u de volumebalans controleren.
fig.02-14
R Reverb A Accomp/SMF P Pedal L Lower U Upper S Solo
Het Part Balance Monitor scherm wordt gedurende enkele seconden weergegeven en sluit dan automatisch.
36
Geluiden selecteren en spelen

De toonhoogte in eenheden van een octaaf transponeren (Octave Shift)

De toonhoogte van het geluid dat met het toetsenbord wordt gespeeld kan in stappen van octaven worden aangepast. Deze functie wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
Octave Shift kan op de volgende 4 gedeeltes worden toegepast:
Het bovenste gedeelte
Het onderste gedeelte
Het Pedal Bass gedeelte
Het Solo gedeelte
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Octave Shift’
Geluiden selecteren en spelen
te selecteren.
f
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Gebruik de Menu [ ] en [ ] knoppen om een
uitvoeringsgedeelte te selecteren, waarop u een Octave Shift wilt toepassen.
Uitvoeringsgedeelte
Pedal, Lower, Upper, Solo
fig.02-16
5. Gebruik de Value [-] en [+] knoppen om de hoeveelheid
verschuiving (Shift) in te stellen.
De waarde kan binnen een reeks van +/- 3 octaven worden ingesteld.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
NOTE
Wees ervan bewust, dat als u de Octave Shift functie op bepaalde Voices toepast, hun toonhoogte de aanbevolen notenreeks kan overschrijden, waardoor deze mogelijk niet naar verwachting zullen klinken. Wees voorzichtig met het toepassen van Octave Shift.
37
Geluiden selecteren en spelen

Noten die op het onderste toetsenbord worden gespeeld laten doorklinken

U kunt het geluid van toetsen op het onderste toetsenbord laten doorklinken, zelfs als u de toets loslaat, totdat de volgende toets wordt ingedrukt.
1. Houd de Pedal [To Lower] knop enkele seconden ingedrukt,
totdat de indicator begint te knipperen.
Deze instelling wordt in de registratie opgeslagen.
Pedal [To Lower] knop wordt hierbij ook aangezet.
Het volgende verschijnt in het scherm.
De noten die op het onderste toetsenbord zijn gespeeld blijven doorklinken.
2. Druk op de Pedal [To Lower] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Het geluid stopt.

Drums spelen over het volledige onderste toetsenbord (Drums/SFX)

U kunt het onderste toetsenbord gebruiken om verscheidene drumgeluiden (drum set) te spelen. In dit geval zijn de Voices (geluiden) van het onderste toetsenbord niet langer hoorbaar.
fig.02-18
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
Speel op het onderste toetsenbord en luister naar de verscheidene drumgeluiden op elke toets.
Elke keer, dat de [Drums/SFX] knop wordt ingedrukt, wisselt deze tussen aan (verlicht) en uit af.
38
Raadpleeg de Voice & Rhythm lijst details over welk drumgeluid of geluidseffect door elke noot gespeeld zal worden.

De Drum/SFX set veranderen

Geluiden selecteren en spelen
Direct nadat de stroom is aangezet, zal de STANDARD drum set klinken. Laten we eens proberen om een andere drum set of Sound effect set te
selecteren. Voor de drum set, kunt u kiezen uit 13 types (AT-300) of 9 types (AT-100)
drum sets. Als u de drum set verandert, zal het geluid dat door elke noot wordt geproduceerd veranderen.
fig.02-19
21, 3
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
2. Wanneer de naam van de drum set in het scherm wordt
NOTE
Bij sommige drum sets zijn er toetsen, die geen geluid produceren.
Geluiden selecteren en spelen
Raadpleeg de Voice & Rhythm lijst details over welk drumgeluid of geluidseffect door elke noot gespeeld zal worden.
fig.02-20
weergegeven, drukt u op de Value [-] [+] knoppen om een drum set of geluidseffect set te selecteren.
De [Drums/SFX] knop begint te knipperen.
U kunt als volgt kiezen uit 13 (AT-300) of 9 (AT-100) verschillende types drum sets en één set geluidseffecten:
AT-300
STANDARD, STANDARD 2, ROOM, ROOM2, POWER, ELECTRONIC, TR-808, DANCE, JAZZ, BRUSH, BRUSH2, ORCHESTRA, SOUND EFFECTS
AT-100
STANDARD, ROOM, POWER, ELECTRONIC, TR-808, JAZZ, BRUSH, ORCHESTRA, SOUND EFFECTS
Om halverwege deze of elke andere procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3. Druk nogmaals op de [Drums/SFX] knop.
De indicator van de [Drums/SFX] knop is constant verlicht, en de geselecteerde Drum/SFX set zal toegepast worden.
U kunt ook het lage toetsenbord bespelen om de drum set te bevestigen.
39

De Rhythm Performance gebruiken

Met de ATELIER, kunt u met een ritmische begeleiding meespelen.

Een ritme selecteren

De AT-300 biedt 120 types en de AT-100 biedt 80 types ritmes en automatische begeleidingen (muziekstijlen). Deze zijn in vier groepen ondergebracht.
Elke ritme knop correspondeert met twee groepen. Door een verlichte knop in te drukken, kunt u de andere groep van die knop
selecteren. De geselecteerde knop wordt aangeduid doordat de twee indicators naast de
ritme knoppen branden.
Meer over de interne ritmes vindt u in de ‘Ritme lijst’ (p.105).
fig.03-01
Indicators naast
de ritme knoppen
Upper indicator verlicht
Lower indicator verlicht
Als u de ‘Big Band’ groep heeft geselecteerd, zullen de onderstaande indicators verlicht zijn.
De boven de knop gedrukte ritme groep wordt geselecteerd. (Big Band, Country, Oldies, Ballad)
De onder de knop gedrukte ritme groep wordt geselecteerd. (Latin, Waltz, Trad, User)
Omschrijvingen
2
1, 3
1. Druk op de Rhythm knop om een ritme groep te selecteren.
De indicator van de Rhythm knop licht op.
fig.03-02
Dat ritme zal in het scherm worden getoond.
2. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een ander ritme
binnen dezelfde groep te selecteren.
De indicator van de Rhythm knop knippert.
3. Druk nogmaals op de knipperende Rhythm knop.
De indicator van de Rhythm knop verandert van knipperend in verlicht. Het ritme wordt nu toegepast.
40
De Rhythm Performance gebruiken

In het User geheugen opgeslagen ritmes gebruiken

De ATELIER heeft een User geheugen.
Wat is User geheugen?
‘User geheugen’ verwijst naar een gebied binnen het instrument waar User ritmes die u creëert en de uitvoering die u opneemt, kunnen worden opgeslagen. Ritmes en SMF muziekbestanden die in USB geheugen zijn opgeslagen, kunnen ook naar het User geheugen worden gekopieerd (p.52).
User geheugen is zeer bruikbaar, omdat alles wat u daar in plaatst behouden blijft, ook nadat de stroom is uitgezet.
De volgende dingen worden in het User geheugen opgeslagen:
• Songs die u in ‘Favorites’ heeft geregistreerd.
• Ritmes
• Registratie sets
Vanuit de fabriek zijn de ritmes in de ATELIER al in het User geheugen opgeslagen. Deze ritmes kunnen door kopiëren worden overschreven. De inhoud van het User geheugen blijft behouden, zelfs nadat de stroom is uitgezet.
U kunt ritmes in het User geheugen oproepen door de user groep te selecteren.
Als u een in het USB geheugen opgeslagen ritme naar het User geheugen wilt kopiëren, kijkt u bij ‘Ritmes kopiëren’ (p.52).
Als u de originele ritmes wilt herstellen, die vanuit de fabriek in het User geheugen zijn geplaatst, kijkt u bij ‘De originele fabrieksinstellingen van het User geheugen herstellen (User Memory Reset)’ (p.119).
De Rhythm Performance gebruiken
In het User geheugen opgeslagen ritmes oproepen
1. Druk een aantal keren op de Rhythm [Ballad/User] knop
om de User groep te selecteren.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op de [Media] knop om ‘User’ te selecteren.
De ritmes die in het User geheugen zijn opgeslagen worden getoond.
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een ander ritme
binnen dezelfde groep te selecteren.
De indicator van de Rhythm [Ballad/User] knop knippert.
4. Nadat een ritme is geselecteerd, drukt u nog een keer op
Als een USB geheugen is aangesloten, kunt u ‘Ext Memory’ selecteren, zodat ritmes in het USB geheugen worden getoond.
de knipperende Rhythm [Ballad/User] knop.
De Rhythm [Ballad/User] knop stopt met knipperen en blijft verlicht, waarmee wordt aangegeven, dat het ritme geselecteerd is.
41
De Rhythm Performance gebruiken

Ritme spelen

Er zijn twee manieren om het ritme te starten. U kunt op de [Start/Stop] knop drukken om het ritme te starten, of u kunt de Synchro Start gebruiken, zodat het ritme begint als u het onderste toetsenbord of het voetklavier bespeelt.
U kunt het ritme ook laten beginnen met een intro of laten stoppen met een einde.
fig.02-03_AT-900.eps

Met één druk op een knop starten

De functies van de [Intro/ Ending] knop en [Start/Stop] knop kunnen aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressiepedaal worden toegewezen (p.69).
Met een toegevoegd intro starten
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
2. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het intro wordt gespeeld en het ritme begint.
Terwijl het intro wordt gespeeld is de indicator van de [Intro/Ending] knop verlicht totdat het intro eindigt. Daarna dooft de indicator uit.
Zonder een intro starten
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme begint, zonder dat er een intro wordt gespeeld.
Het intro kort en simpel maken
1. Druk op de Variation [1] knop.
Meer over de Variation knoppen vindt u bij ‘Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen’ (p.47).
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
3. Druk op de [Start/Stop] knop.
Een kort intro wordt gespeeld en het ritme begint.
42
De Rhythm Performance gebruiken
Het ritme automatisch starten als het onderste toetsenbord of het voetklavier wordt bespeeld (Synchro Start)
Met een toegevoegd intro beginnen
1. Terwijl u de Arranger [On/Off] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de Auto [Fill In] knop om Synchro Start aan te zetten.
De indicator van de [Start/Stop] knop knippert.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
De indicator van de [Intro/Ending] knop is verlicht.
3. Speel op het onderste toetsenbord of het voetklavier.
Het intro wordt gespeeld en het ritme begint.
Terwijl het intro wordt gespeeld is de indicator van de [Intro/Ending] knop verlicht, totdat het intro eindigt, dan dooft de indicator uit.
NOTE
Als de Arranger functie op ON staat (de indicator van de Arranger [On/Off] knop is verlicht), kan het ritme niet gestart worden door het voetklavier te bespelen (p.46).
De Rhythm Performance gebruiken
Zonder een intro starten
1. Terwijl u de Arranger [On/Off] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de Auto [Fill In] knop om Synchro Start aan te zetten.
De indicator van de [Start/Stop] knop knippert.
2. Speel op het onderste toetsenbord of het voetklavier.
Het ritme begint, zonder dat er een intro wordt gespeeld.
Het intro kort en simpel maken
1. Terwijl u de Arranger [On/Off] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de Auto [Fill In] knop om Synchro Start aan te zetten.
De indicator van de [Start/Stop] knop knippert.
2. Druk op de Variation [1] knop.
3. Druk op de [Intro/Ending] knop.
De indicator van de [Intro/Ending] knop is verlicht.
4. Speel op het onderste toetsenbord of het voetklavier.
Een kort intro wordt gespeeld en het ritme begint.
Meer over de Variation knoppen vindt u bij ‘Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen’ (p.47).
43
De Rhythm Performance gebruiken

Het ritme stoppen

Met een einde stoppen
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Een einde wordt gespeeld, waarna het ritme stopt.
Terwijl het einde wordt gespeeld, is de indicator van de [Intro/Ending] knop verlicht, totdat het einde is gespeeld. Dan wordt de indicator van de knop uitgezet.
Zonder een einde stoppen
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme stopt, zonder dat een einde wordt gespeeld.
De functies van de [Intro/ Ending] knop en [Start/Stop] knop kunnen aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressiepedaal worden toegewezen (p.69).
Het einde kort en simpel maken
1. Druk op de Variation [1] knop.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Een kort einde wordt gespeeld, waarna het ritme stopt.
44
De Rhythm Performance gebruiken

Het tempo van het ritme en de automatische begeleiding veranderen

fig.03-06(P.40)
U kunt het tempo van het ritme en de automatische begeleiding veranderen.
1. Druk op de Tempo [ ] en [ ] knoppen om het tempo
(snelheid) van het ritme of de automatische begeleiding te veranderen.
Tempo [ ] knop
Tempo [ ] knop
De waarde van het huidig ingestelde tempo (20-500 beats per minuut) kan in het scherm gecontroleerd worden. Het tempo kan ook gecontroleerd worden door de Beat indicator te bekijken.
Het tempo wordt langzamer
Het tempo wordt sneller
Als u van ritme verandert, terwijl ‘Auto Std Tempo’ aan is (p.108), verandert het tempo, zodat het met het ritme overeenkomt. Als u van ritme verandert, terwijl ‘Auto Std Tempo’ uit is, blijft het tempo hetzelfde, zelfs als u naar een ander ritme overschakelt.
Door de Tempo [ ] [ ] knoppen gelijktijdig in te
drukken, keert het tempo naar het standaard (preset) tempo van het geselecteerde ritme terug.
De Rhythm Performance gebruiken

Een aftelgeluid spelen als het intro eindigt

Als een intro wordt gespeeld, voordat uw uitvoering begint, kunt u een aftelling aan het eind van het intro laten spelen, zodat u op gemakkelijk wijze weet, wanneer u moet beginnen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Met gebruik van de Menu [ ] en [ ] knoppen selecteert
u ‘Intro Count Down’.
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de Intro Count
Down op ‘ON’ of ‘OFF’ in te stellen.
4. Druk op de [Intro/Ending] knop.
5. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het intro wordt gespeeld en een aftelling wordt aan het eind van het intro gespeeld.
Als de Synchro Start aan is, begint het intro als het akkoord op het onderste toetsenbord wordt gespecificeerd, en nogmaals een aftelling wordt gespeeld.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
U kunt het volume van het aftelgeluid aanpassen. Zie ‘Het volume van de metronoom aanpassen (Metronome Volume)’ (p.111).
U kunt het aftelgeluid veranderen (p.108).
45
De Rhythm Performance gebruiken

Ritme en automatische begeleiding spelen

De Arranger functie van de ATELIER kan aan elk ritme een automatische begeleiding toevoegen. Gebaseerd op het geselecteerde ritme, voegt de Arranger functie automatisch een begeleiding toe die geschikt is voor het akkoord, dat op het onderste toetsenbord wordt gespeeld.
fig.02-06.eps
1. Druk op de Arranger [On/Off] knop (indicator verlicht).
Arranger [On/Off] knop Functie
Verlicht Ritme en automatische begeleiding
Niet verlicht Ritme
2. Start het ritme (p.42).
Het ritme en de automatische begeleiding worden samen gespeeld.
Als de Arranger [On/Off] knop op ON staat en er geen Pedal Bass Voice is geselecteerd, zal de automatische begeleiding het basgeluid spelen.
NOTE
Als de Arranger [On/Off] knop aan is, kan Synchro Start (p.43) op het voetklavier niet gebruikt worden.
NOTE
De Lower Voice wordt tijdens de uitvoering van het intro en het einde niet gespeeld, ook niet als het onderste toetsenbord wordt bespeeld.
46
De Rhythm Performance gebruiken

Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen

U kunt variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen door het ritmepatroon van het ritme te veranderen.
fig.02-07_AT-900.eps
Knop naam Functie
Een fill-in wordt automatisch toegevoegd als u op een
Auto [Fill In] knop
Variation knop drukt om de begeleiding of het ritme arrangement te veranderen.
De Rhythm Performance gebruiken
Wat is een fill-in?
Een fill-in is een soort frase, die op een break in de melodie of op een punt, waar het karakter van de song verandert (tussen refreinen of coupletten), wordt ingevoegd.

Het arrangement van het ritme en de begeleiding veranderen (Variation)

Het arrangement van de begeleiding kan veranderd worden. Deze functie wordt ‘Variation’ genoemd. Voor elk ritme zijn er vier verschillende arrangementen voor de begeleiding. De volgende knoppen worden Variation knoppen genoemd.
fig.02-08_AT-900.eps
1. Druk op de Variation knoppen om het arrangement van de
begeleiding te veranderen.
De indicator van de knop die u indrukte licht op. De Variation [1] knop produceert het eenvoudigste arrangement, en de [Full]
knop produceert het meest uitgebreide arrangement. Voor een intro en einde is Variation [1] de kortste en simpelste.
De functies van de Variation knoppen kunnen aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressiepedaal worden toegewezen. Kijk bij ‘De functie van de voetschakelaar veranderen’ (p.69).
47
De Rhythm Performance gebruiken

Chord Intelligence aan en uitzetten

‘Chord Intelligence’ is een optie waarmee de juiste begeleidingsakkoorden worden gespeeld, op het moment dat u een toets speelt waarmee, via automatische begeleiding, een akkoord op het onderste toetsenbord is gespecificeerd.
Om bijvoorbeeld een C akkoord op het onderste toetsenbord te spelen moet u gewoonlijk de drie toetsen C, E en G indrukken. Met Chord Intelligence hoeft u alleen de C toets in te drukken om een C akkoord als begeleiding te laten spelen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Chord
Intelligence’ te selecteren.
fig.12-29
Meer informatie over vingerzettingen voor akkoorden vindt u in de ‘Akkoordenlijst’ (p.130).
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de Chord
Intelligence aan (ON) of uit (OFF) te zetten.
Instelling Omschrijving
ON Chord Intelligence functie is aan.
OFF Chord Intelligence functie is uit.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Als de [One Touch Program] knop wordt ingedrukt, wordt de Chord Intelligence functie automatisch ingeschakeld (ON).
Als de Leading Bass functie (p.49) aan is en de Chord Intelligence functie uit is, kunt u akkoorden specificeren door middel van een combinatie van het onderste toetsenbord en het voetklavier.
48
De Rhythm Performance gebruiken

De Leading Bass functie gebruiken

Wanneer de automatische begeleiding wordt gebruikt en de Pedal [To Lower] knop op ON staat, wordt de grondtoon van het akkoord dat u op het onderste toetsenbord speelt, gewoonlijk door de Pedal Bass Voice gespeeld (p.132). Als de Leading Bass functie is ingeschakeld wordt de laagste noot die op het toetsenbord wordt gespeeld als de bas noot gebruikt (de onderste noot van het akkoord).
Dit is de reden, dat de bas noot anders dan normaal zal klinken als u een akkoord in een omkering speelt (p.132).
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Leading Bass’
te selecteren.
U kunt de Leading Bass functie aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressiepedaal toewijzen (p.69).
De Rhythm Performance gebruiken
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de Leading Bass
op ‘ON’ of ‘OFF’ te zetten.
Instelling Omschrijvingen
De Leading Bass functie is aan.
ON
OFF De Leading Bass functie is uit.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Het Pedal Bass geluid laat de laagste noot horen van het akkoord dat u op het onderste toetsenbord speelt.
Als de Leading Bass functie (p.49) aan is en de Chord Intelligence functie uit is, kunt u akkoorden specificeren door middel van een combinatie van het onderste toetsenbord en het voetklavier.
49
De Rhythm Performance gebruiken

Een eenvoudige manier om instellingen voor automatische begeleiding te maken (One Touch Program)

Wanneer de Arranger functie voor de automatische begeleiding wordt gebruikt, kunt u ook de ‘One Touch Program’ functie gebruiken om paneelinstellingen, die geschikt zijn voor het geselecteerde ritme, automatisch te selecteren.
Door de [One Touch Program] knop in te drukken, kunt u de volgende instellingen maken.
• Paneel instellingen (bijv: geluiden en volume) geschikt voor het ritme.
• Automatische begeleiding spelen
• [Start/Stop] knop knippert (wacht op Synchro Start)
• Chord Intelligence functie is aan (ON) (p.48).
Wat is Synchro Start?
Synchro Start is een functie die het ritme laat beginnen op het moment dat u het onderste toetsenbord bespeelt.
Wat is Chord Intelligence?
‘Chord Intelligence’ is een optie waarmee de juiste begeleidingsakkoor­den worden gespeeld, op het moment dat u een toets speelt waarmee, via automatische begeleiding, een akkoord op het onderste toetsenbord is gespecificeerd.
1. Selecteer een ritme (p.40).
2. Druk op de [One Touch Program] knop.
Paneelinstellingen geschikt voor het ritme en de automatische begeleiding worden automatisch in de Registration [1]-[4] knoppen opgeroepen.
3. Druk op de Registration [1]-[4] knoppen om
paneelinstellingen te selecteren.
Speel een akkoord op het onderste toetsenbord. Op het moment dat u het toetsenbord bespeelt begint het intro, en daarna
beginnen het ritme en de automatische begeleiding te spelen.
NOTE
Als u op de [One Touch Program] knop drukt, verandert de ‘Arranger Update’ instelling automatisch in ‘INSTANT’ (p.57).
4. Druk op de [Intro/Ending] of [Start/Stop] knop om het
ritme te stoppen.
Het ritme en de automatische begeleiding stoppen.
5. Druk op de [One Touch Program] knop, zodat de indicator
uitdooft.
De One Touch program functie wordt uitgeschakeld, en de paneelinstellingen die in werking waren voordat de [One Touch Program] knop werd ingedrukt, worden hersteld.
50

Een ritme uit USB geheugen gebruiken

De Rhythm Performance gebruiken
De ATELIER bevat een verscheidenheid aan ritmes, maar u kunt ook ritmes uit USB geheugen of van floppydisks gebruiken om ritmes in een nog bredere reeks stijlen te spelen.

De stijlen in het USB geheugen bekijken

1. Sluit het USB geheugen dat de ritmes bevat op de externe
geheugen aansluiting aan.
2. Druk een aantal malen op de Rhythm [Ballad/User] knop
om ‘User Group’ te selecteren.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-21-1.eps
3. Druk op de [Media] knop om ‘Ext Memory’ te selecteren en
de ritmes in het USB geheugen te bekijken.
Het Rhythm scherm toont de ritmes in het USB geheugen.
fig.02-21.eps
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van de commercieel beschikbare Music Style disk voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
Als u ritmes van een floppydisk wilt gebruiken, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan.
De Rhythm Performance gebruiken
Als ‘User’ is geselecteerd zullen de ritmes, die in het User geheugen zijn opgeslagen (p.41), worden getoond. Als ‘Disk’ is geselecteerd worden de ritmes die op floppydisk zijn opgeslagen getoond.
4. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een ritme te
selecteren.
De indicator van de [Start/Stop] knop knippert, terwijl de ritmes in het interne geheugen worden geladen. Als het laden is voltooid, kunt u het geselecteerde ritme spelen.
5. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het geselecteerde ritme wordt gespeeld.
Als u ritmes van USB geheugen of floppydisk naar het User geheugen kopieert (p.41), kunt u deze ritmes simpelweg bereiken door de Rhythm [Ballad/User] knop in te drukken (p.52).
51
De Rhythm Performance gebruiken

Ritmes kopiëren

Het User geheugen (p.41) bevat al ritmes, maar deze ritmes kunnen vervangen worden door ritmes uit USB geheugen of van floppydisk. Ritmes die van het USB geheugen naar het User geheugen worden gekopieerd gaan niet verloren als de stroom wordt uitgezet. Het is handig om veelgebruikte ritmes naar het User geheugen te kopiëren.
Ritmes uit het USB geheugen naar het User geheugen kopiëren
1. Verbind het USB geheugen met de externe geheugen
aansluiting.
2. Druk op de [Utility] knop.
3. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Media Utility’
te selecteren.
fig.02-09.eps
Als u ritmes van een floppydisk wilt kopiëren, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan.
4. Druk op de ‘Rec’ knop.
5. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Copy Rhythm’
te selecteren.
fig.02-10.eps
6. Druk op de ‘Rec’ knop.
7. Druk op de [Media] knop om het medium (de locatie van
het ritme, dat u wilt kopiëren) te selecteren.
Als u een ritme uit het USB geheugen wilt kopiëren, selecteert u ‘Ext Memory’.
Als u een ritme van floppydisk wilt kopiëren, selecteert u ‘Disk’.
NOTE
Als er geen USB geheugen of floppydisk is aangebracht, kan ‘Copy Rhythm’ in het Utility menu niet geselecteerd worden.
8. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het ritme, dat u
wilt kopiëren, te selecteren.
52
De Rhythm Performance gebruiken
V
w w
9. Druk op de [Rec] knop.
10. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het nummer van
de kopieerbestemming te selecteren.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
11. Druk op de [Rec] knop om het ritme te kopiëren.
Terwijl het ritme naar het interne geheugen wordt gekopieerd, zal het volgende scherm worden weergegeven.
Als u een nummer selecteert, waarin reeds een ritme is opgeslagen, verschijnt een scherm als het volgende.
NOTE
erwijder nooit het USB geheu­gen en zet nooit de stroom uit, terwijl ritme data van het USB geheugen naar de ATELIER
ordt gekopieerd. Indien u dit
el doet, zal de ritme data niet naar de ATELIER worden geko­pieerd, en kunnen storingen optreden. Nadat het ritme dat in het User geheugen is opge­slagen in de fabrieksinstellin­gen is teruggezet (p.119), kopi­eert u het ritme uit het USB geheugen nog een keer.
De Rhythm Performance gebruiken
Als u het eerder opgeslagen ritme wilt verwijderen en overschrijven met het ritme dat u nu opslaat, drukt u op de [Rec] knop.
Als u het eerder opgeslagen ritme niet wilt verwijderen, drukt u op de [Reset] knop, selecteer een nummer, waarin geen ritme is opgeslagen en kopieer het ritme naar dat nummer.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Alleen het User geheugen kan op de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Zie ‘Het User geheugen op de originele fabrieksinstellingen terugzetten (User Memory Reset)’.
Ritmes van het User geheugen naar het USB geheugen kopiëren
U kunt ritmes uit het User geheugen naar het USB geheugen kopiëren. Om dit te doen, drukt u op de [Media] knop in stap 7 (hierboven) om ‘User’
te kiezen. In deze staat, kunt u ritmes van het User geheugen naar het USB geheugen kopiëren.
De rest van de procedure is hetzelfde als die voor het kopiëren van ritmes uit het USB geheugen naar het User geheugen.
53
De Rhythm Performance gebruiken
w w

Opgeslagen ritmes verwijderen

De ritmes, die in het User geheugen (p.41) of USB geheugen zijn opgeslagen, kunnen verwijderd worden.
1. Selecteer het ritme, dat u wilt verwijderen (p.41).
2. Druk de [Load] en [Save] knoppen gelijktijdig in.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.02-10.eps
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
3. Druk op de [Rec] knop.
Terwijl het ritme wordt verwijderd, wordt het volgende scherm weergegeven.
Het basisscherm verschijnt opnieuw.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl de operatie wordt uitgevoerd. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB geheugen beschadigen,
aardoor het onbruikbaar ordt.
54

De Registratie knoppen gebruiken

Met de ATELIER, kunt u geluidsinstellingen en paneelinstellingen in de Registratie knoppen opslaan. Er zijn in totaal 8 Registratie knoppen en één set paneelinstellingen kan in elke knop worden opgeslagen, zodat in totaal 8 verschillende paneelinstellingen geregistreerd kunnen worden. Elke set paneelinstellingen die in een Registratie knop is opgeslagen wordt een ‘Registratie’ genoemd.
Dit voorziet in een gemakkelijke manier om grote aantallen paneelinstellingen tijdens een uitvoering te veranderen, of om een ingewikkelde paneelinstelling op te roepen.
fig.07-01
Instellingen die in de Registration [1]-[8] knoppen zijn opgeslagen worden onthouden, ook als de stroom wordt uitgezet. Als u de in de Registration knoppen opgeslagen instellingen op hun fabrieksinstellingen wilt terugzetten, gebruikt u de ‘Factory Reset’ operatie (p.19).
Write
Manual
234 5 781
Over de Registratie knoppen
Naast het toewijzen van Voices en ritmes aan de Registratie knoppen kunnen de volgende instellingen ook worden opgeslagen:
• Paneelknop instellingen (bijvoorbeeld instellingen voor de Level [] [] knoppen en Solo [To Lower] knop, enz.).
• Controller instellingen (functies, die aan voetschakelaars enz. zijn toegewezen).
• Andere instellingen (Reverb type, tempo instellingen, mate van aanvankelijke aanslag, enz.).
Als u alle instellingen die in de Registratie knoppen opgeslagen kunnen worden wilt weten, kijkt u bij ‘Instellingen die in de individuele Registratie knoppen worden opgeslagen’ (p.134).
De acht in de Registratie knoppen opgeslagen instellingen kunnen als een ‘set’ in USB geheugen, op een floppydisk of in het User geheugen worden opgeslagen (p.60).
Naast de instellingen die in de registratie knoppen worden opgeslagen, wordt de volgende data ook opgeslagen, wanneer Registratie sets worden opgeslagen.
6
De Registratie knoppen gebruiken
Opgenomen uitvoeringsdata en ritmes uit het User geheugen (p.41) worden niet in Registration sets opgeslagen. Als een in het User geheugen opgeslagen ritme aan een registratie set wordt toegewezen, wordt dat ritme van te voren naar het User geheugen gekopieerd.
• Registratie naam p.58
• Registratie Shift p.70
• Arranger Update p.57
• Trans. Update (Transpose Update) p.109
55
De Registratie knoppen gebruiken
Procedure voor het creëren van Registratie sets
De Registraties gereedmaken
Een handige manier om de volgorde van Registratie knoppen die ingedrukt moeten worden begrijpelijk te maken, is door de paneelinstellingen, beginnend bij de Registration [1] knop, op te slaan, waarna u doorgaat met daarop volgende knoppen, volgens de voortgang van de song.
De Registraties in het USB geheugen of User geheugen opslaan
Als u meer dan acht registraties in een song wilt gebruiken, slaat u de instellingen van Registration knoppen [1]-[8] als een set in een USB geheugen of het User geheugen op. Vervolgens gaat u weer verder met het opslaan van verdere paneelinstellingen, beginnend bij Registration knop [1]. Sla alle Registratie sets die u heeft ingesteld in het USB geheugen of User geheugen op.
De Registraties arrangeren in de volgorde dat deze worden gebruikt
Sla de registratie sets in het USB geheugen of User geheugen op, in de volgorde waarin deze in de song worden gebruikt.
Registratie sets gebruiken
De Registratie sets die in het USB geheugen zijn opgeslagen naar de ATELIER oproepen
Steek het USB geheugen dat de opgeslagen Registratie sets bevat in de externe geheugen aansluiting en de Registratie sets worden in de ATELIER geladen.
De Registratie sets veranderen, terwijl u speelt
Druk op de Registration knoppen om van Registratie te veranderen, terwijl u de song speelt.
Als u de volgende Registratie set wilt oproepen, wijst u de voetschakelaar aan ‘Switch Registrations + Load Next Function’ toe, en roept u de volgende Registratie set op (p.70).

Registraties opslaan

1. Maak alle paneelinstellingen die u wilt opslaan.
2. Terwijl u de [Write] knop ingedrukt houdt, drukt u op één
van de Registration [1]-[8] knoppen.
De paneelinstellingen zullen in de geselecteerde Registration knop worden opgeslagen.
Voor details over de instellingen die in een Registratie worden opgeslagen kijkt u bij ‘Instellingen die in de Registratie knoppen worden opgeslagen’ (p.134).
56
De Registratie knoppen gebruiken

Een Registratie oproepen

Er zijn twee manieren voor het oproepen van de instellingen die van invloed zijn op de ritmes die in de Registration knoppen [1]-[8] zijn opgeslagen: ‘INSTANT’ en ‘DELAYED’. Vanuit de fabriek is dit op ‘DELAYED’ ingesteld.

Hoe een Registratie wordt opgeroepen

Voices en andere paneelinstellingen oproepen
1. Druk op een Registration [1]-[8] knop.
Instellingen voor ritme en automatische begeleiding naast de paneelinstellingen oproepen
1. Druk op een Registration [1]-[8] knop en houd deze enige
seconden ingedrukt.
De indicator van de Rhythm Select knop knippert, en de paneelinstellingen en instellingen gerelateerd aan ritme uitvoering en automatische begeleiding worden opgeroepen.

De timing van het oproepen van Registraties veranderen

Instellingen voor Rhythm Play en automatische begeleiding worden opgeroepen als u een Registration [1]-[8] knop enige seconden ingedrukt houdt, maar u kunt dit veranderen, zodat de instellingen worden opgeroepen op het moment dat u de knop indrukt.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om de ‘Arranger
Update’ te selecteren.
fig.07-02
De Registratie knoppen gebruiken
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om tussen ‘DELAYED’
en ‘INSTANT’ af te wisselen.
Als u een Registration [1]-[8] knop enige seconden ingedrukt houdt, worden de instellingen voor ritme en automatische begeleiding naast de
DELAYED
INSTANT
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
paneelinstellingen opgeroepen. Als u een Registration [1]-[8] knop indrukt en direct loslaat, worden alleen de instellingen die niet aan ritme of automatische begeleiding zijn gerelateerd opgeroepen.
Instellingen voor ritme en automatische begeleiding worden opgeroepen op het moment dat u op een Registration [1]-[8] knop drukt.
U kunt de timing van het oproepen van de Transpose instelling veranderen als u op een Registration [1]-[8] knop drukt. Voor meer informatie zie ‘De standaard toonhoogte aanpassen (Master Tune)’ (p.114).
57
De Registratie knoppen gebruiken
5
2,4

Automatisch registreren als u van paneelinstellingen verandert

Wanneer de [Manual] knop op ON staat (verlicht), worden alle paneelinstellingen die u maakt automatisch in de [Manual] knop opgeslagen wanneer deze worden gemaakt, waarmee de Registratie die eerder werd opgeslagen dus feitelijk wordt bijgewerkt (update). Als u naar een preset Registration [1]-[8] knop verandert, is het mogelijk om naar de vorige paneelinstellingen terug te keren door de [Manual] knop in te drukken.
fig.07-03
NOTE
De instellingen die in de [Manual] knop zijn opgeslagen keren naar de standaard instellingen terug als de stroom wordt uitgezet.
Write
Manual
2341

Een Registratie set van een naam voorzien

Wanneer Registratie sets worden opgeslagen, zullen namen als ‘Factory Reg.’ standaard worden toegewezen. U kunt echter een naam toewijzen waarmee u de inhoud van de registratie set later gemakkelijk kunt identificeren.
fig.07-03
3
5
3
1
2,4
1. Druk een aantal malen op de [Display/Exit] knop om naar
het Registratie scherm te gaan.
58
De Registratie knoppen gebruiken
2. Druk de [Registration] en de [Media] knoppen gelijktijdig
in.
3. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om de cursor te
verplaatsen, en druk op de Value [-] en [+] knoppen om een teken te selecteren.
fig.07-05
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
spatie ! “ # % & ’ ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Druk op de [Reset] knop Verwijder een teken.
Druk op de [Rec] knop Voegt een spatie in.
4. Als de naam is toegewezen, drukt u de [Registration] en
[Media] knoppen nogmaals gelijktijdig in.
De Registratie set in het interne geheugen van de ATELIER is nu van een naam voorzien.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
De Registratie knoppen gebruiken
59
De Registratie knoppen gebruiken

Registratie sets opslaan

Aangezien de instellingen van Registratie knoppen [1]-[8] als één set worden gezien, kan de Registratie set in USB geheugen of User geheugen worden opgeslagen. We adviseren u om complexe paneelinstellingen of registraties die u wilt behouden in een USB geheugen op te slaan. Bovendien, als u Registraties die op de ATELIER zijn gecreëerd in USB geheugen opslaan, kunt u hun instellingen op andere instrumenten uit de ATELIER serie oproepen en de registraties op dezelfde manier gebruiken.
1. Sluit het USB geheugen op de externe geheugen
aansluiting aan.
Als u registratie data op een floppydisk wilt opslaan, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan. Steek een floppydisk, die door de ATELIER is geformatteerd, in de floppydisk drive.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het Registration Select scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te
selecteren.
Als u de registratie in het User geheugen wilt opslaan, selecteert u ‘User’. Als u de registratie in het USB geheugen wilt opslaan, selecteert u ‘Ext
Memory’. Als u de registratie op floppydisk geheugen wilt opslaan, selecteert u ‘Disk’.
4. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het nummer van
de opslagbestemming te selecteren.
Nummers die niet bij de Saving (opslag) operatie zijn gebruikt worden als ‘-
- - - - - - - - - - -‘ weergegeven.
Om de operatie te annuleren, drukt u op de [Registration] knop.
fig.07-10
5. Druk op de [Save] knop.
6. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het formaat
waarin de data wordt opgeslagen te selecteren.
Sla formaten op die op de AT-100 en AT-300 gebruikt kunnen
ORIGINAL
60
worden. Opgeslagen in dit formaat kan de data ook door de AT-S serie, AT-900. AT-900C, AT-800, AT-45 en AT-15 apparaten worden gebruikt.
De Registratie knoppen gebruiken
V
w
A
R-SERIES
Sla formaten op die met de apparaten uit de AT-R serie gebruikt kunnen worden.
7. Druk op de [Save] knop om de opslag operatie uit te
voeren.
Het opslaan van de registratie data begint. Als het opslaan eindigt, zal de ‘------------‘ in het scherm veranderen in de
registratie naam die u heeft opgeslagen.
fig.07-11
Indien u de registratie van een naam heeft voorzien, zal deze met die naam worden opgeslagen.
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert waarin een registratie reeds is opgeslagen en op de [Save] knop drukt, verschijnt het volgende scherm.
NOTE
erwijder nooit het USB geheugen en zet nooit de stroom uit, terwijl de operatie
ordt uitgevoerd. Hierdoor kan
het interne geheugen van de
TELIER of het USB geheugen beschadigen, waardoor deze onbruikbaar worden.
De Registratie knoppen gebruiken
Als u de inhoud van de registratie data wilt bijwerken
1. Druk op de [Rec] knop.
De registratie zal opnieuw worden opgeslagen.
Als u nieuwe data wilt opslaan in plaats van de registratie bij te werken
1. Druk op de [Reset] knop om de procedure te annuleren.
Het herschrijven van de registratie wordt geannuleerd.
2. Druk op de Value [-] [+] knoppen om een nummer te
selecteren waarvoor ‘------------‘ rechts boven in het scherm wordt weergegeven.
3. Druk op de [Save] knop om de Registratie set op te slaan.
Wanneer het opslaan is voltooid, zal de naam van de opgeslagen registratie worden getoond.
61
De Registratie knoppen gebruiken

Eerder opgeslagen registratie sets in de ATELIER laden

Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Registratie set van het User geheugen of USB geheugen in het geheugen van de ATELIER opgeroepen kan worden. Registraties kunnen op de volgende twee manieren geselecteerd worden:
Een set registraties laden (Load)
U kunt een ‘set’ (een verzameling instellingen voor Registratie knoppen [1]-[8]) van floppydisk, USB geheugen of User geheugen laden.
Een individuele registratie laden (Load One)
De instellingen van één van de Registration [1]-[8] knoppen oproepen.

Een set registraties laden

Wees ervan bewust dat als u registraties uit een USB geheugen of het User geheugen laadt, de registraties die zich eerder in het interne geheugen bevonden verloren zullen gaan. Het is een goed idee om belangrijke registraties in USB geheugen of User geheugen op te slaan (p.60).
NOTE
1. Als u een registratie uit het USB geheugen wilt laden,
verbindt u het USB geheugen met de externe geheugen aansluiting.
Als u een registratie van floppydisk wilt laden, verbindt u de floppydisk drive met de externe geheugen aansluiting, en steekt u de floppydisk die de registratie bevat in de floppydisk drive.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het Registration Select scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te
selecteren.
Als u uit de registratie van User geheugen wilt laden, selecteert u ‘User’.
Als u uit de registratie van USB geheugen wilt laden, selecteert u ‘Ext Memory’.
Als u uit de registratie van floppydisk wilt laden, selecteert u ‘Disk’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die u in
het interne geheugen wilt laden te selecteren.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Registration] knop.
5. Druk op de [Load] knop om te laden.
Nadat het laden is voltooid, verschijnt het Registration Select scherm
62
opnieuw.
De Registratie knoppen gebruiken

Een individuele registratie laden

1. Als u een registratie uit het USB geheugen wilt laden, sluit u
het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u een registratie van floppydisk wilt laden, verbindt u de floppydisk drive met de externe geheugen aansluiting, en steekt u de floppydisk die de registratie bevat in de floppydisk drive.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het Registration Select scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te
selecteren.
Als u uit de registratie van User geheugen wilt laden, selecteert u ‘User’. Als u uit de registratie van USB geheugen wilt laden, selecteert u ‘Ext Memory’. Als u uit de registratie van floppydisk wilt laden, selecteert u ‘Disk’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die u in
het interne geheugen wilt laden te selecteren.
5. Druk op de [Utility] knop.
6.
fig.07-14
Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het nummer van de registratie knop die geladen moet worden te specificeren.
Om de operatie te annuleren, drukt u op de [Utility] knop.
7. Druk op de [Rec] knop.
8. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de opslagbestemming
registratie te specificeren.
fig.07-15
De Registratie knoppen gebruiken
9. Druk op de [Rec] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.07-16
Om de operatie te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
10. Druk nogmaals op de [Rec] knop.
Als de registratie is geladen, zal het Registration Load scherm opnieuw verschijnen.
63
De Registratie knoppen gebruiken

Een set registraties verwijderen

Hier ziet u hoe een Registratie set die in het USB geheugen, User geheugen of op floppydisk is opgeslagen, verwijderd wordt.
1. Prepareer de registratie die u wilt verwijderen.
Als u registratie data uit het USB geheugen wilt verwijderen, sluit u het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u registratie data van floppydisk wilt verwijderen, verbindt u de floppydisk drive met de externe geheugen aansluiting. Steekt een floppydisk in de floppydisk drive.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het Registration Select scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te
selecteren.
Als u de registratie uit het User geheugen wilt verwijderen, selecteert u ‘User’. Als u de registratie uit het USB geheugen wilt verwijderen, selecteert u ‘Ext
Memory’. Als u de registratie op een floppydisk wilt verwijderen, selecteert u ‘Disk’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die u
wilt verwijderen te selecteren.
5. Druk de [Load] en [Save] knoppen gelijktijdig in.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.07-08
Om de operatie te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
6. Als u er zeker van bent dat u de data wilt verwijderen,
drukt u op de [Rec] knop.
Als een registratie is verwijderd, verandert de verwijderde registratie naam in ‘- - - - - - - - - - - -‘.
fig.07-18
NOTE
Verwijder nooit het USB geheugen en zet nooit de stroom uit, terwijl de operatie wordt uitgevoerd. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB geheugen beschadigen, waardoor deze onbruikbaar worden.
64

Registraties kopiëren

Registraties uit het USB geheugen of op floppydisk kunnen naar het User geheugen worden gekopieerd.
Als een in USB of op floppydisk opgeslagen registratie in het User geheugen wordt opgeslagen, zal de opgeslagen registratie data niet verdwijnen, ook niet wanneer de stroom wordt uitgezet. Het is handig om veelgebruikte registraties in het User geheugen te laden.
Registraties die in het User geheugen zijn opgeslagen kunnen ook naar het USB geheugen worden gekopieerd (p.66).
Registraties van USB geheugen naar het User geheugen kopiëren
1. Sluit het USB geheugen op de externe geheugen
aansluiting aan.
2. Druk op de [Utility] knop.
De Registratie knoppen gebruiken
Als u registraties van floppydisk wilt kopiëren, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan.
De Registratie knoppen gebruiken
3. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Media Utility’
te selecteren.
fig.02-09.eps
4. Druk op de [Rec] knop.
5. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Copy
Registration’ te selecteren.
fig.02-10.eps
6. Druk op de [Rec] knop.
7. Druk op de [Media] knop om het medium te selecteren (de
locatie van de registratie die u wilt kopiëren).
Als u een registratie uit het USB geheugen wilt kopiëren, selecteert u ‘Ext Memory’.
Als u een registratie van een floppydisk wilt kopiëren, selecteert u ‘Disk’.
65
De Registratie knoppen gebruiken
V
z A
8. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de registratie die u
wilt kopiëren te selecteren.
9. Druk op de [Rec] knop.
10. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het nummer van
de kopieerbestemming te selecteren.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
11. Druk op de [Rec] knop om de registratie te kopiëren.
Als u een nummer selecteert waarin al een registratie is opgeslagen, verschijnt een scherm als het volgende.
NOTE
erwijder nooit het USB geheugen en zet nooit de stroom uit, terwijl de registratie data van het USB geheugen naar de ATELIER wordt gekopieerd. Als u dit wel doet
al de registratie data niet in de
TELIER worden geladen, en kunnen storingen optreden. Nadat de registratie die in het User geheugen is opgeslagen in de fabrieksinstellingen is teruggezet (p.119), laadt u de registratie uit het USB geheugen opnieuw.
Als u de eerder opgeslagen registratie wilt verwijderen en deze met de nieuwe Registratie wilt overschrijven, drukt u op de [Rec] knop.
Als u de eerder opgeslagen registratie niet wilt verwijderen, drukt u op de [Reset] knop, dan selecteert u een nummer waarin geen registratie is opgeslagen, en kopieert u de registratie naar dat nummer.
Alleen het User geheugen kan in de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Zie ‘Het User geheugen in de originele fabrieksinstellingen terugzetten (User Memory Restore)’.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
Registraties van User geheugen naar USB geheugen kopiëren
U kunt registraties uit het User geheugen naar USB geheugen kopiëren.
Om dit te doen, drukt u op de [Media] knop bij stap 7 (hierboven) om ‘User’ te kiezen. In deze staat, kunt u registraties uit het User geheugen naar het USB geheugen kopiëren.
De rest van de procedure is hetzelfde als die voor het kopiëren van registraties uit het USB geheugen naar het User geheugen.
66

De uitvoeringsfuncties gebruiken

Ò

Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose)

U kunt de toonsoort van een uitvoering transponeren, zonder dat u de positie van uw vingers op het toetsenbord hoeft te verschuiven. Deze optie wordt ‘Key Transpose’ genoemd.
Bijvoorbeeld: u kunt in de bekende C majeur toonsoort spelen, terwijl de muziek in elke gewenste toonsoort klinkt.
fig.06-01
1. Druk op de Transpose [-] en [+] knoppen.
Met elke druk op de Transpose [-] of [+] knop wordt de toonsoort een halve toon getransponeerd.
De transpositie waarde wordt in het scherm getoond.
Acceptabele waardes variëren van A tot G (in stappen van halve tonen).
fig.06-03
Als de toonhoogte wordt getransponeerd (iets anders dan C), zal de indicator van één van de Transpose knoppen verlicht zijn, [-] of [+] is dan verlicht. Als de toonhoogte niet wordt getransponeerd (d.w.z: de toonsoort is C), zijn de indicators van beide Transpose knoppen [-] en [+] uitgedoofd.
De uitvoeringsfuncties gebruiken
Door de Transpose [-] [+] knoppen gelijktijdig in te drukken, kunt u de standaard C instelling herstellen.
U kunt de timing waarmee de transpositie instellingen, die in een registratie zijn opgeslagen, worden opgeroepen veranderen. Voor details, zie ‘Registration Transpose Update (Trans. Update)’ (p.109).
67
De uitvoeringsfuncties gebruiken

Decay aan het geluid toevoegen (Damper Pedal)

U kunt het demper pedaal indrukken om weerkaatsing aan noten die op het onderste toetsenbord worden gespeeld toe te voegen.
Terwijl u het demper pedaal ingedrukt houdt, zullen noten doorklinken, zelfs als u de toetsen loslaat.
fig.06-04

De voetschakelaar gebruiken

Aan elke kant van het expressie pedaal bevinden zich twee voetschakelaars. Verschillende functies zijn aan deze voetschakelaars toegewezen.
fig.06-07
NOTE
Decay kan niet aan de Solo Voices worden toegevoegd.
Decay kan niet op Pedal Bass Voices gespeeld op het onderste toetsenbord worden toegepast (als de Pedal [To Lower] knop indicator verlicht is of de Bass Split functie aan is).
In de fabrieksinstellingen zijn de volgende functies aan de linker en rechter voetschakelaars toegewezen.
Rechter voetschakelaar
Linker voetschakelaar
Schakelt het Rotary effect tussen Fast en Slow.
Glide (een effect waarbij de toonhoogte met een halve toon wordt verlaagd als de voetschakelaar wordt ingedrukt, en terugkeert naar wat het oorspronkelijk was als u het pedaal loslaat).
Druk de rechter voetschakelaar naar rechts
Als Rotary is aangezet, zal het Rotary effect tussen ‘Fast’ en ‘Slow’ schakelen, elke keer dat de rechter voetschakelaar wordt ingedrukt.
Druk de linker voetschakelaar naar links
Terwijl u de voetschakelaar indrukt, zal de toonhoogte tijdelijk verlaagd worden. Als u de linker voetschakelaar loslaat, keert de toonhoogte naar de normale toonhoogte terug.
U kunt ook de functie die aan de voetschakelaar is toegewezen veranderen. Zie ‘De functie van de voetschakelaar veranderen’ (p.69).
NOTE
Glide wordt niet op de Vintage Organ Voice toegepast.
Functies die aan de voetschakelaar worden toegewezen kunnen in individuele Registratie knoppen worden opgeslagen (p.69).
68
De uitvoeringsfuncties gebruiken

De functie van de voetschakelaar veranderen

U kunt één van de volgende functies selecteren en aan één van de twee voetschakelaars aan de rechter en linker kant van het expressie pedaal toewijzen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
‘L Foot SW’ of ‘R Foot SW’ te selecteren.
ig.12-09
ig.12-09
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de
functie die aan de voetschakelaar wordt toegewezen in te stellen.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Instelling Omschrijvingen
ROTARY FAST/ SLOW
GLIDE
LEADING BASS
Schakelt de Rotary snelheid tussen ‘FAST’ en ‘SLOW’.
Terwijl de voetschakelaar wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tijdelijk worden verlaagd, en zal geleidelijk naar normaal terugkeren als u de voetschakelaar loslaat. Het Glide effect wordt aan de Voice van alle secties die op het bovenste toetsenbord worden gespeeld toegevoegd.
NOTE
De Leading Bass functie werkt alleen, terwijl de voetschakelaar ingedrukt blijft.
Glide wordt niet op het Vintage Organ toegepast.
Instelling Omschrijvingen
Dezelfde functies als de Composer
COMP PLAY/STOP
INTRO/ENDING Speel een intro of einde.
VARIATION UP
VARIATION DOWN
VARIATION ALT
FILL IN Voegt een fill-in toe.
BREAK
DAMPER OF UPPER
DAMPER OF LOWER
OFF
Als de ‘Registration Shift’ instelling in het Utility Menu ‘RIGHT’, ‘LEFT’ of ‘RIGHT+LoadNext’ is, wordt de
NOTE
voetschakelaar gebruikt voor het schakelen tussen de Registraties, en wordt de ‘R Foot SW’ of L Foot SW’ instelling genegeerd.
[Play/Stop] knop. Elke keer dat u de voetschakelaar indrukt, zal de uitvoeringsdata spelen of stoppen.
Schakelt de Variation knop. Elke keer dat u de voetschakelaar indrukt, neemt het Variatie nummer toe.
Schakelt de Variation knop. Elke keer dat u de voetschakelaar indrukt, neemt het Variatie nummer af.
Schakelt de Variation knop. Als de Variation [1] of [3] knop is geselecteerd, schakelt dit tussen de Variation [1] en [3] knoppen. Als de Variation [2] of [4] knop is geselecteerd, schakelt dit tussen de Variation [2] en [4] knoppen.
Stopt het ritme gedurende één maat (break).
Noten gespeeld op het bovenste toetsenbord, klinken alleen door als u de voetschakelaar ingedrukt blijft houden.
Decay kan niet aan de Solo
NOTE
Voices worden toegevoegd.
Noten gespeeld op het onderste toetsenbord, klinken alleen door als u de voetschakelaar ingedrukt blijft houden.
Decay kan niet aan de Solo
NOTE
Voices worden toegevoegd.
Zet de functie van de voetschakelaar uit.
De uitvoeringsfuncties gebruiken
RHYTHM START/ STOP
Start/stopt het ritme.
69
De uitvoeringsfuncties gebruiken

De voetschakelaar gebruiken om van registratie te veranderen (Registration Shift)

U kunt de voetschakelaar als speciale schakelaar voor het selecteren van de registratie volgorde gebruiken. U verandert van registratie, elke keer dat de voetschakelaar wordt ingedrukt.
De Registration Shift instellingen worden in elke individuele registratie set opgeslagen. Als ‘RIGHT +Load Next’ aan de voetschakelaar is toegewezen
NOTE
en de Load Next functie wordt gebruikt om tussen registratie sets die in een USB geheugen of op floppydisk zijn opgeslagen te schakelen, zet u de Registration Shift instelling voor alle opgeslagen registraties op ‘RIGHT + Load Next’.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
‘Registration Shift’ te selecteren.
Instelling Omschrijvingen
De rechter voetschakelaar wordt gebruikt om tussen registraties te schakelen. De functie die aan de rechter voetschakelaar is toegewezen kan niet gebruikt worden. Door de Registration [8] knop te selecteren en de rechter voetschakelaar in te drukken, wordt de Load Next functie geactiveerd, en de
RIGHT + Load Next
Wat is ‘Load Next’?
U kunt de Load Next functie gebruiken om registraties op te roepen in de volgorde waarin deze in USB geheugen, User geheugen of floppydisk werden opgeslagen. Als u live speelt, kunt u de registratie sets, in de volgorde waarin u deze speelt, in USB geheugen, User geheugen of op floppydisk opslaan. Als u dan gaat spelen, kunt u de volgende registratie gemakkelijk en gelijkmatig oproepen.
volgende registratie die in USB geheugen of op floppydisk is opgeslagen wordt opgeroepen. Het Registration Load venster verschijnt in het scherm. Als u dan de rechter voetschakelaar weer indrukt, wordt de registratie set bevestigd en de Registration [1] knop geselecteerd. Voorbeeld: 1 2 3 … 8 Load Next (Volgende registratie) 1
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de
instelling te veranderen (OFF/RIGHT/LEFT/ RIGHT + Load Next).
Instelling Omschrijvingen
OFF
RIGHT
LEFT
U kunt een aan de voetschakelaar toegewezen functie gebruiken.
De rechter voetschakelaar wordt gebruikt voor het schakelen tussen registraties. De functie die aan de rechter voetschakelaar is toegewezen kan niet gebruikt worden.
De linker voetschakelaar wordt gebruikt voor het schakelen tussen registraties. De functie die aan de linker voetschakelaar is toegewezen kan niet gebruikt worden.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen, ook nadat de stroom wordt uitgezet.
70
De uitvoeringsfuncties gebruiken

Het algehele volume met gebruik van een expressie pedaal aanpassen

U kunt het volledige volume met gebruik van een expressie pedaal aanpassen. Als u het expressie pedaal indrukt, neemt het volume toe. Het volume neemt af als het pedaal wordt losgelaten (omhoog wordt gebracht).
Omgekeerd, kunt u specificeren
fig.06-03
Het volume verlagen
Het volume verhogen
of het expressie pedaal het volume tijdens het afspelen van opgenomen muziekdata al dan niet regelt (p.107).
Met gebruik van het expressie pedaal, kunt u een muzikale uitvoering een rijkere muzikale expressiviteit geven.
Het expressie pedaal heeft de volgende speciale eigenschappen:
• Door het expressie pedaal geheel los te laten, wordt het volume niet tot nul verlaagd. Als u het volume helemaal uit wilt zetten, stelt u de [Master Volume] knop op de Min (minimum) positie in.
• Zelfs als u uw voet van het expressie pedaal haalt en het volume verlaagt, zal het lage reeks gedeelte blijven hangen. Dit biedt een natuurlijk klinkende resonantie.
• Wanneer een Active Expression Voice is geselecteerd, kan het expressie pedaal gebruikt worden om veranderingen in de Voice te produceren (p.35).
U kunt specificeren of het expressie pedaal zal functioneren als uitvoeringsdata die op de Atelier serie is opgenomen wordt afgespeeld (p.107).
De uitvoeringsfuncties gebruiken
71

Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

Met de ATELIER, kunt u verscheidene effecten op de geluiden die u via het toetsenbord speelt toepassen.

Harmonie aan een melodie toevoegen (Harmony Intelligence)

Een harmonie, passend bij het akkoord dat u op het onderste toetsenbord speelt, kan aan de hoogst gespeelde noot op het bovenste toetsenbord worden toegevoegd. Deze functie wordt ‘Harmony Intelligence’ genoemd.
Als u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, wordt de Voice die het meest geschikt is voor de geselecteerde Harmony Intelligence automatisch geselecteerd.
1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator verlicht).
Elke keer dat u een [Harmony Intelligence] knop indrukt, wisselt de indicator tussen ON (verlicht) en OFF af.
fig.04-01
72
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

Het type Harmony Intelligence veranderen

De AT-300 biedt twaalf types Harmony Intelligence, en de AT-100 biedt acht types.
Als u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, worden de meest geschikte Voices automatisch ingesteld.
De manier waarop noten zullen klinken, is ook van de Harmony type afhankelijk.
1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator verlicht).
2. Terwijl de Harmony Intelligence naam in het scherm wordt
weergegeven, gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de Harmony Intelligence te selecteren.
De indicator van de [Harmony Intelligence] knop knippert.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
U kunt ook het bovenste toetsenbord bespelen om het type Harmony Intelligence te bevestigen.
3. Druk nogmaals op de [Harmony Intelligence] knop.
De indicator van de [Harmony Intelligence] knop is verlicht, en de Harmony Intelligence wordt bevestigd.
Harmony Intelligence types:
Aantal
Type Solo Voice Upper Voice
BIG BAND Trumpet Flugel Horn 5 o o
STRINGS Strings 1 Strings 5 4 o o
TRADITIONAL* Currently Selected Tone 3 o o
HARP Harp 2 o o
COMBO Clarinet Trombone 3 o
JAZZ SCAT Jazz Scat Jazz Scat 4 o o
BROADWAY Celesta Theater Or.1 3 o
OCTAVE 1* Currently Selected Tone 2 o o
BIG BAND* Currently Selected Tone 5 o o
STRINGS* Currently Selected Tone 4 o o
JAZZ SCAT* Currently Selected Tone 4 o o
BROADWAY* Currently Selected Tone 3 o
noten van de
harmonie
AT-
300
AT-
100
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
Het aantal noten van de harmonie is afhankelijk van het Harmony Intelligence type.
Harp-type Harmony Intelligence laat de toetsen die u speelt niet klinken. Gebruik uw linkerhand om een akkoord op het onderste toetsenbord te spelen, gebruik uw rechterhand om een glissando op het bovenste toetsenbord te spelen, en een prachtig harp glissando zal geproduceerd worden.
Harmonieën worden alleen aan de Upper Voice toegevoegd.
73
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

Modulatie aan het geluid toevoegen (Rotary effect)

Rotary is een effect dat het geluid van roterende luidsprekers simuleert.
Er is keuze uit twee instellingen: snel (Fast) en langzaam (Slow).
fig.05-06.eps
1. Selecteer de Voice waarop u het Rotary effect wilt
toepassen.
2. Druk op de Rotary Sound [On/Off] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
Het Rotary effect zal op de Voice worden toegepast.
3. Druk op de Rotary [Fast/Slow] knop om tussen Rotary Fast
(verlicht) en Rotary Slow (niet verlicht) te schakelen.
Rotary [Fast/Slow] knop Effect
Verlicht (snel)
Niet verlicht (langzaam)
Als u het Rotary effect van ‘Fast’ naar ‘Slow’ schakelt, zal de modulatie geleidelijk langzamer worden, en als u van ‘Slow’ naar ‘Fast’ schakelt, zal de modulatie geleidelijk sneller worden.
Het effect dat wordt verkregen is het equivalent van luidsprekers die snel worden rondgedraaid.
Effect dat de langzame rotatie van luidsprekers simuleert.
NOTE
Meer over de geluiden waarop het Rotary effect toegepast kan worden vindt u in de ‘Voice lijst’ (Appendix, apart boekje).
U kunt de Rotary Sound [Fast/ Slow] knop functie aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressie pedaal toewijzen (p.69)
74

Sustain effect

Met Sustain, kunt u een Sustain effect of Decay aan elke Voice toevoegen nadat de toetsen zijn losgelaten. Het Sustain effect kan gelijktijdig aan de Upper (behalve het Solo gedeelte), Lower en Pedal Bass Voices worden toegevoegd.
1. Druk op de [Utility] knop.
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om de ‘Sustain’ te
selecteren.
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om het gewenste
gedeelte te selecteren.
Part
Upper, Lower, Pedal
NOTE
Het Sustain effect wordt niet op het Solo gedeelte en de Vintage Organ Voice toegepast.
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
De lengte van Sustain kan onafhankelijk voor elk toetsenbord worden gewijzigd (p.76).
5. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om ON of OFF te
schakelen.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
75
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

De Sustain lengte veranderen

De Sustain lengte kan onafhankelijk (SHORT, MIDDLE (Medium) of LONG) voor de bovenste en onderste toetsenborden en het Bass Pedalboard worden ingesteld. Voor elk toetsenbord, kunt u een aparte instelling maken.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Sustain’ te
selecteren.
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Length’ te
selecteren.
fig.11-06
5. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om het gedeelte
waarvan u de Sustain lengte wilt aanpassen te selecteren.
Part
Upper, Lower, Pedal
6. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de instelling aan te
passen.
76
Instellingen
SHORT, MIDDLE, LONG
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

Reverb effect

Reverb is een effect dat een gevoel van ruimtelijkheid aan het geluid toevoegt, waarbij de illusie wordt gecreëerd, dat u in een grote of kleine concertzaal, een grote of kleine kamer, een klein club, enz. speelt.
fig.04-07
1. Druk op de Reverb [] of [] knoppen om de algehele
hoeveelheid Reverb aan te passen.
Als u op de omhoog knop [] drukt, wordt aanvullende Reverb toegepast. Als de omlaag knop [] wordt ingedrukt, neemt het Reverb niveau af.
Als u op de Reverb [] [] knoppen drukt, wordt het Reverb niveau in het scherm getoond.
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
77
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

Het Reverb type veranderen

Door de weerkaatsingen van de noten te veranderen, kunt u genieten van de sfeer van een uitvoering op vele verschillende locaties.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Reverb’ te
selecteren.
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Reverb Type’
te selecteren.
fig.11-04
5. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een Reverb type te
selecteren.
Instelling Omschrijvingen
ROOM 1 Weerkaatsing van een kleine kamer.
ROOM 2 Weerkaatsing van een kleine club.
ROOM 3 Weerkaatsing van een grote kamer.
HALL 1 Weerkaatsing van een grote concertzaal.
HALL 2 Weerkaatsing van een kleine concertzaal.
SMALL CHURCH De weerkaatsing van een kleine kerk.
78
LARGE CHURCH De weerkaatsing van een grote kerk.
CATHEDRAL De weerkaatsing van een kathedraal.
PLATE Een heldere, metaalachtige weerkaatsing.
DELAY Een echo-achtig geluid dat meerdere malen wordt herhaald.
PAN DELAY
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Gelijk aan het hierboven genoemde, maar hierbij wordt het geluid tussen de linker en rechter luidsprekers gepanned.
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

Het type muur veranderen

Door het type Reverb te veranderen, kunt u het gevoel van een uitvoering op verscheidene verschillende locaties ervaren, en door het type van de muur (muur materiaal) te veranderen, kunt u verdere aanpassingen maken in de manier waarop de weerkaatsing optreedt.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Reverb’ te
selecteren.
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Wall Type’ te
selecteren.
fig.11-04
5. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een Wall (muur)
type te selecteren.
Instelling Omschrijvingen
DRAPERY Geplooid gordijn
CARPET Tapijt
ACOUSTIC TILE Akoestische tegel, geluidsabsorberende tegel
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
WOOD Hout
BRICK Baksteen
PLASTER Gips
CONCRETE BLOCK Betonblok
MARBLE Marmer
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
79
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen

De diepte van de Reverb veranderen

U kunt onafhankelijke instellingen voor elk Part (gedeelte) maken.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Reverb’ te
selecteren.
3. Druk op de [Rec] knop.
4. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Depth’ te
selecteren.
fig.11-05
5. Druk op de Menu [ ] and [ ] knoppen om het
gedeelte waarvan u de Reverb wilt aanpassen te selecteren.
Onderdeel
Accomp (automatische begeleiding behalve bas), Ritme, Drums, A.Bass (bas gedeelte van automatische begeleiding), Pedaal, Lower, Solo, Vintage
6. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de instelling aan te
passen.
80
Instellingen Omschrijvingen
0 – 10 AUTO (Accomp, Rhythm, A.Bass)
Voor de drie Parts (onderdelen) van de Accomp, Rhtyhm en A.Bass heeft u de optie om de ‘AUTO’ instelling te selecteren. Gedeeltes waarvoor ‘AUTO’ is geselecteerd worden op de Reverb diepte ingesteld die het meest geschikt is voor het huidig geselecteerde ritme.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Door de waarde te verhogen zal de hoeveelheid Reverb effect toenemen.
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen
81

Het onderste toetsenbord effectief gebruiken

Effectief gebruikmaken van het onderste toetsenbord

Aangezien het onderste toetsenbord van de ATELIER het genereuze aantal van 61 noten biedt, kunt u het toetsenbord in twee of meer secties verdelen en solo Voices spelen, de Pedal Bass Voice spelen of een variëteit aan gebruiksmogelijkheden combineren voor een nog grotere veelzijdigheid.
De volgende toepassingen zijn bijvoorbeeld mogelijk.
Het onderste toetsenbord gebruiken om de Solo Voice te spelen
• Druk op de Solo [To Lower] knop in de Solo sectie om de Solo Voice op het onderste toetsenbord te spelen (p.84).
fig.06-01.eps
Drums/SFX
Bass
Lower
Solo
Drum geluiden over het gehele onderste toetsenbord spelen
• Druk op de [Drums/SFX] knop (p.38).
fig.06-04.eps
Drums/SFX
Bass
Lower
Solo
Het onderste toetsenbord gebruiken om het Bas gedeelte handmatig te spelen
• ‘Bass Split’ functie staat op ON in de Pedal sectie om de Pedal Bass Voice op het onderste toetsenbord te spelen (p.86).
fig.06-02.eps
82
Drums/SFX
Bass
Lower
Solo
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken
Het onderste toetsenbord gebruiken om drum geluiden en Solo Voice te spelen
• Druk op de [Drums/SFX] knop (p.38) en druk dan op de Solo [To Lower] knop (p.84).
fig.06-01-2.eps
Drums/SFX
Bass
Lower
Solo
Door de combinatie van Voices, die op het onderste toetsenbord wordt gespeeld te veranderen, en door het Solo splitspunt (p.85) en Bass splitspunt (p.87) te veranderen, kunt u de volgende types setup maken.
fig.06-05.eps fig.06-06.eps
Drums/SFX
Bass
Lower
Solo
fig.06-07.eps
Drums/SFX
Bass
Lower
Solo
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken
83
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken

De Solo Voice op het onderste toetsenbord spelen (Solo [To Lower] knop)

Normaalgesproken klinkt de Solo Voice op het bovenste toetsenbord.
Met gebruik van de Solo [To Lower] knop, kunt u de Solo Voice in het rechterhand gebied van het onderste toetsenbord dat de B4 toets bevat spelen. De staat waarin het toetsenbord op deze manier is verdeeld wordt ‘Split’ genoemd, en de locatie waarop het toetsenbord is verdeeld om de Solo Voice op het onderste toetsenbord te spelen, wordt het ‘Solo splitspunt’ genoemd.
fig.06-08_70
De toets die voor het Solo splitspunt wordt gebruikt valt onder de Solo Voice reeks.
1. Selecteer een Solo Voice (p.28).
2. Druk op de Solo [To Lower] knop (indicator verlicht)
Als u op het onderste toetsenbord speelt, zal de Solo Voice in de reeks aan de rechterkant van het Solo splitspunt klinken.
fig.06-09
Onderste toetsenbord
Solo Voice
Solo splitspunt
3. Om de Solo split uit te zetten, drukt u op de Solo [To Lower]
knop (indicator dooft uit).
De Solo Voice is niet langer te horen op het onderste toetsenbord. De Solo Voice zal nu op het bovenste toetsenbord worden gespeeld.
NOTE
Als de Solo [To Lower] knop op ON staat, is de Solo Voice niet te horen op het bovenste toetsenbord.
U kunt de manier waarop de Solo Voice klinkt veranderen (p.85).
U kunt de Solo Voice op de Lower Voice stapelen, zodat deze samen zullen klinken (p.85).
U kunt het Solo splitspunt aanpassen (p.85).
84
De manier waarop de Solo Voice
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken
3. Druk op de Value [-] en [+] knop om de ‘SPLIT’
of ‘LAYER’ te verwisselen.
reageert veranderen (Solo Mode)
Als de Solo Voice aan het bovenste toetsenbord of onderste toetsenbord is toegewezen, kunt u specificeren hoe de Solo Voice zal reageren wanneer meer dan één toets wordt ingedrukt.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
‘Solo Mode’ te selecteren.
fig.12-05
3. Druk op de Value [-] en [+] knop om de
instelling voor Solo Mode te veranderen.
Instelling Omschrijvingen
De Solo Voice is te horen bij de hoogste
TOP NOTE
noot die voor het Solo gedeelte wordt gespeeld.
Instelling Omschrijvingen
SPLIT De gedeeltes klinken apart.
LAYER De Lower Voice en Solo Voice klinken samen.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.

Het Solo splitspunt veranderen

Deze instelling wordt gebruikt om het Solo splitspunt (onderste limiet van de bespeelbare reeks van de Solo Voice) op het onderste toetsenbord op elke gewenste positie in te stellen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
‘Solo Split Point’ te selecteren.
De Solo Voice is te horen bij de noot die het
LAST NOTE
POLYPHONIC
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
meest recent voor het Solo gedeelte werd gespeeld.
De Solo Voice klinkt voor alle noten die voor het Solo gedeelte worden gespeeld.

De Solo Voice en Lower Voice stapelen (Solo To Lower mode)

Als de Solo Voice op het bovenste toetsenbord wordt gespeeld (d.w.z: als de Solo [To Lower] knop op ON staat), kunt u specificeren of de Lower Voice en de Solo Voice samen zullen klinken (gestapeld) of apart zullen klinken (Split).
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
‘Solo To Lower Mode’ (Solo To Lower mode) te selecteren.
3. Druk op de Value [-] [+] knoppen om het Solo
splitspunt te veranderen.
Instellingen
C2 – C7
Door de Value [-] en [+] knoppen gelijktijdig in te drukken, kunt u de standaard instelling (B4) herstellen.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken
85
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken

De Bass Voice op het onderste toetsenbord spelen (Bass Split)

Met gebruik van de ‘Bass Split’ functie, kunt u de bas stem in de linkerhand kant (inclusief C3) van het onderste toetsenbord spelen. De locatie waarop het onderste toetsenbord op deze manier is verdeeld, om de Pedal Bass Voice te spelen, wordt het ‘Bass splitspunt’ genoemd.
U kunt het Bas splitspunt aanpassen (p.87).
1. Selecteer een Pedal Bass Voice (p.27).
2. Druk op de [Utility] knop.
3. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om ‘Bass Split’ te
selecteren.
4. Gebruik de Value [-] en [+] knoppen om ‘Bass Split’ aan te
zetten.
Als u op het onderste toetsenbord speelt, klinkt de Pedal Bass Voice in de reeks links van (en inclusief) de C3 noot.
fig.06-16.eps
Pedal Bass
Voice
Bas splitspunt
Onderste toetsenbord
NOTE
Het is niet mogelijk om de ‘Bass Split’ functie en de Pedal [To Lower] knoppen gelijktijdig te selecteren en spelen.
Het bas splitspunt behoort tot het linkerhand gebied van het toetsenbord.
NOTE
Als de ‘Bass Split’ functie aan is, is de Pedal Bass Voice niet via het voetklavier te horen. De Pedal Bass Voice klinkt via het onderste toetsenbord.
86
.

Het bas splitspunt veranderen

U kunt het bas splitspunt (de hoogste toets waarop de Pedal Bass Voice zal klinken) aan elke toets van het onderste toetsenbord toewijzen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
‘Bass Split Point’ te selecteren.
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het
bas splitspunt te wijzigen.
Instelling
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken
C2–C7
Door de Value [-] en [+] knoppen gelijktijdig in te drukken, kunt u de standaard instelling (C3) herstellen.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken
87
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken

Het onderste toetsenbord gebruiken om de Bas Voice te spelen (Pedal [To Lower] knop)

Met gebruik van de Pedal [To Lower] knop, kunt u de Pedal Bass Voice laten klinken door de grondtoon (p.132) van een akkoord op het onderste toetsenbord te spelen, binnen het gebied dat de Lower Voice speelt.
fig.05-08
1. Selecteer een Pedal Bass Voice (p.27).
NOTE
Als geen gedeelte van het onderste toetsenbord de Lower Voice laat klinken (de [Drums/ SFX] knop staat op ON), zal de Pedal Bass Voice niet hoorbaar zijn.
NOTE
Als de Pedal [To Lower] op ON staat, is de Pedal Bass Voice niet via het voetklavier te horen.
2. Druk op de Pedal [To Lower] knop (indicator verlicht).
Als u een akkoord in het gebied van het onderste toetsenbord waarbinnen de Lower Voice klinkt speelt, zal de Pedal Bass Voice ook te horen zijn, en de grondtoon spelen.
Als de ‘Leading Bass’ functie aan staat (p.49), zal de laagst gespeelde noot op het onderste toetsenbord de Pedal Bass Voice laten klinken.
88

De uitvoering opnemen en afspelen

De interne composer kan uitvoeringen opnemen en commerciële SMF muziekbestanden afspelen.
fig.08-01
Track Opgenomen uitvoering
Bass
Lower Lower Voice uitvoeringsdata (Note, Hold)
Pedal Bass Voice uitvoeringsdata (Note)
Bas gedeelte van de automatische begeleiding
Knop Omschrijving
Song
Registration
Media Verwisselt de media.
Het Song Select scherm wordt weergegeven.
Het Registration Select scherm wordt weergegeven.
Solo /Upper
Knop Omschrijving
Reset
Play/Stop
Rec
Bwd Spoelt de song terug.
Fwd Spoelt de song vooruit.
Upper Voice uitvoeringsdata (Note, Hold)
Solo Voice uitvoeringsdata (Note, Hold)
Brengt u naar het begin van de song terug.
Start en stopt het afspelen van de song.
Nadat de [Rec] knop is ingedrukt, en de composer in de standby mode is geplaatst, start de opname wanneer de [Play/Stop] knop wordt ingedrukt.
De ATELIER schakelt naar de standby voor opname mode. * IIn de standby voor opname mode is
de [Rec] knop verlicht, en de [Play/ Stop] knop knippert.

Wat is een Track knop?

De opgenomen uitvoering wordt automatisch volgens het opgenomen Part aan de drie Track knoppen toegewezen. U kunt onafhankelijk opnemen of afspelen door de gewenste Track knop te specificeren, bijvoorbeeld als u een Track opnieuw wilt opnemen.
Verschillende soorten uitvoeringsdata kan in elke Track worden opgenomen:
Meer informatie over de Track toewijzingen bij het spelen van commerciële SMF muziekbestanden vindt u bij ‘Een specifieke Track dempen (Track Mute)’ (p.113).
De uitvoering opnemen en afspelen
IAls u alle opgenomen data wilt wissen en nieuwe uitvoeringsdata wilt opnemen, gebruikt u de bewerkingsfunctie ‘Erase’ (wis uitvoeringsdata) om de data te wissen (p.94).
89
De uitvoering opnemen en afspelen
In USB geheugen opgeslagen
Eén song afspelen
uitvoeringen en SMF muziekbestanden afspelen
Behalve het afspelen van de muziek die op het instrument is opgenomen en in een USB geheugen is opgenomen, kunt u met de ATELIER ook genieten van een grote variëteit aan commercieel beschikbare songbestanden, zoals hieronder wordt beschreven.
SMF muziekbestanden
SMF (Standard MIDI File/Standaard MIDI bestand) is een data formaat dat gecreëerd werd om muziekdata formaten tussen fabrikanten te standaardiseren. Song verzamelingen in SMF muziekdata zijn commercieel verkrijgbaar in een brede reeks stijlen om voor uw plezier te spelen, als begeleiding voor het oefenen van muziekinstrumenten en voor Karaoke.
Als u SMF muziekdata wilt aanschaffen, raadpleegt u de handelaar waarvan u de ATELIER heeft gekocht.
1. Maak de song die u wilt afspelen gereed.
Als u een song uit USB geheugen wilt afspelen, sluit u dit op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u een song van een floppydisk wilt spelen, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan en steekt u een floppydisk in de drive.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
Het Song selectie scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste
medium te selecteren.
Als u een song uit het USB geheugen wilt spelen, kiest u ‘Ext Memory’. Als u een song van floppydisk wilt spelen, kiest u ‘Disk’.
2
5
6,7
4
4. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de
song die u wilt afspelen te selecteren.
5. Druk op de [Play/Stop] knop om af te spelen.
Het afspelen van de uitvoeringsdata begint.
6. Om het afspelen te stoppen, drukt u op de
[Play/Stop] knop.
Alle uitvoeringsdata afspelen
1. Seleceteer de song die u wilt afspelen.
Als u een song uit USB geheugen wilt afspelen, sluit u dit op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u een song van een floppydisk wilt spelen, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan en steekt u een floppydisk in de drive.
2. Terwijl u de [Song] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de [Play/Stop] knop.
Alle uitvoeringsdata die in het USB geheugen of op flop­pydisk is opgeslagen zal opeenvolgend worden afge­speeld.
90
3. Om het afspelen te stoppen, drukt u op de
[Play/Stop] knop.
De uitvoering opnemen en afspelen

Een specifieke Track dempen (Track Mute)

De indicators van Track knoppen waarin uitvoeringen zijn opgeslagen zijn verlicht. Door deze Track indicators uit te zetten, kunt u het geluid tijdelijk dempen (stil maken). Dit wordt ‘Track Mute’ genoemd.
Als u een song uit een USB geheugen wilt afspelen, sluit u het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan voordat u verdergaat.
Als u een song van floppydisk wilt afspelen, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan, en steekt u een floppydisk in de drive.

Een uitvoering opnemen

De uitvoeringen die u speelt kunnen opgenomen worden. U kunt een uitvoering ook opnemen, terwijl ritmes of automatische begeleiding worden gespeeld.
fig.07-12.eps
23, 4
1. Selecteer de paneelinstellingen die nodig zijn
voor het opnemen van een uitvoering.
2. Ga naar de standby voor opname mode door
de [Rec] knop in te drukken.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/ Stop] knop knippert.
1. Druk op de Track knop waarvan de indicator
is verlicht om deze uit te zetten.
De Track waarvan de indicator werd uitgezet, zal gedempt worden (stilte).
2. Druk nogmaals op de Track knop (indicator
licht op).
Het gedeelte dat gedempt was keert terug naar nor­maal en is weer hoorbaar.
Toewijzingen aan de Track knop wanneer commerciële SMF muziekbestanden worden afgespeeld
Knop Kanaal
[Bass] 2
[Lower] 3
[Solo/Upper] 1, 4
U kunt de Track Mute instellingen ook in het Utility menu veranderen. U kunt de ritme Track en begeleidingstrack, evenals de Upper Track en Solo Track individueel dempen. De Control Track (voor het expressie pedaal en paneelregelingen) kan ook gedempt worden (p.113).
3. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen
te beginnen.
Als u op de [Play/Stop] knop drukt, laat de metronoom een aftelling van twee maten horen, waarna de opname begint.
Als u ritme en automatische begeleiding wilt gebruiken, terwijl u opneemt, drukt u in plaats van de [Play/Stop] knop op de [Start/Stop] knop om de opname te starten. Als de Synchro Start op ON staat, begint de opname op het moment dat u het onderste toetsenbord bespeelt.
4. Druk op de [Play/Stop] knop als de opname is
voltooid.
De Track indicator waar een song is opgenomen veran­dert van knipperend in constant verlicht.
Als u op de [Intro/Ending] knop of de [Start/Stop] knop drukt, terwijl een ritme uitvoering of automatische bege­leiding wordt opgenomen, zullen de ritme uitvoering en automatische begeleiding stoppen. De opname zelf zal echter doorgaan. Druk op de [Play/Stop] knop om te stoppen met opnemen.
De Play en Stop functies kunnen beiden aan één van de voetschakelaars aan elke kant van het expressiepedaal worden toegewezen (p.69).
De uitvoering opnemen en afspelen
91
De uitvoering opnemen en afspelen
Let op
Als u op de [Rec] knop drukt, wanneer een song uit het USB geheugen of van floppydisk is geselecteerd, zal de geselecteerde song geheel in de ATELIER worden geladen en de Composer naar de Standby voor opname mode overschakelen. Om een nieuwe song op te nemen gebruikt u de volgende procedure.
ig.07-12-2.eps

Een uitgevoerde song afspelen

Hier ziet u hoe een door u opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
fig.08-06
1 2,3
1. Druk op de [Rec] knop om de standby voor
opname op te heffen.
2. Ontkoppel de externe media.
Als u een USB geheugen heeft aangesloten, ontkoppelt u dit van de externe geheugen aansluiting. Als u een flop­pydisk gebruikt verwijdert u de floppydisk uit de disk drive.
3. Verwijder de uitvoeringsdata (p.94).
Neem uw uitvoering opnieuw op.
Als het volgende scherm verschijnt
fig.E-30.eps
Als de opname automatisch is geannuleerd, omdat de geheugen limiet is bereikt.
1. Druk op de [Reset] knop.
De locatie waarop het afspelen zal starten keert naar het begin van de eerste maat terug.
Als u het afspelen wilt laten beginnen vanaf het midden van de song, drukt u op de [Bwd] knop of [Fwd] knop om naar de maat te gaan waar u het afspelen wilt laten beginnen.
2. Druk op de [Play/Stop] knop om het afspelen
te laten beginnen.
Nadat het eind van de uitvoering is afgespeeld, stopt het afspelen automatisch.
3. Om het afspelen op een willekeurig punt te
stoppen, drukt u op de [Play/Stop] knop.
De [Play/Stop] functie kan aan de voetschakelaar worden toegewezen (p.69).
U kunt specificeren of het expressie pedaal al dan niet van invloed is op het afspelen en wat u speelt, terwijl Atelier muziekdata wordt afgespeeld (p.107).
Als u het ritme of de automatische begeleiding gebruikt
NOTE
direct nadat een andere song dan een Atelier Performance song is geladen en afgespeeld, zoals SMF’s enz., kan het afspeelgeluid mogelijk niet correct klinken (de Voices kunnen veranderd zijn, enz.). Om te voorkomen dat dit gebeurt, drukt u op de [Reset] knop voordat u gaat afspelen.
92
Een aftelgeluid toevoegen dat
De uitvoering opnemen en afspelen
1. Selecteer de paneelinstellingen die nodig zijn
voor het opnemen van een uitvoering.
met de timing overeenkomt (Count In)
In gevallen waar u in de maat van een song wilt spelen, kunt u een aftelgeluid laten spelen, voordat het afspelen van de song begint, zodat u uw eigen uitvoering met de song kunt synchroniseren.
Het afspelen van een song, nadat het aftelgeluid is gespeeld, wordt ‘Count In’ genoemd.
1
1. Houd de [Reset] knop ingedrukt en druk op de
[Play/Stop] knop.
De metronoom zal twee maten (bars) aftelgeluid spelen, voordat de opname begint.
2. Druk op de [Bwd] en de [Fwd] knoppen om de
gewenste maat (bar) voor het begin van de opname te selecteren.
Als u vanaf het begin wilt beginnen met opnemen, drukt u op de [Reset] knop.
3. Druk op de [Rec] knop om naar de standby
voor opname mode te gaan.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/ Stop] knop en de niet opgenomen Track knoppen knip­peren. De Track knoppen die al zijn opgenomen zijn verlicht.
4. Druk op de knop van de Track die u wilt
opnemen, zodat deze knippert.
De bestaande uitvoeringsdata in de gespecificeerde Track zal gewist worden op het moment dat de opname plaatsvindt.
Als een knop van een Track constant verlicht is, wil dat
NOTE
zeggen dat deze niet opgenomen zal worden.
5. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen
te beginnen.
Als u op de [Play/Stop] knop drukt, zal de metronoom een aftelling van twee maten spelen, waarna de opname zal beginnen.
Terwijl u naar de eerster opgenomen uitgevoerde song luistert, neemt u het Part (gedeelte) in een nieuwe Track op.

Elk gedeelte apart opnemen

Met deze methode wordt de gedeeltes (Track knop) één voor één opgenomen: eerst het bas gedeelte, dan het Lower gedeelte, enz. Als er eerder opgenomen uitvoeringen aanwezig zijn, kunt u deze beluisteren, terwijl u aanvullende gedeeltes opneemt.
25,643
6. Druk op de [Stop] knop om te stoppen met
opnemen.
De Track knop waarin de uitvoeringsdata is opgeno­men is verlicht.
7. Herhaal stappen 2-6 om elk gedeelte op te
nemen.
De uitvoering opnemen en afspelen
93
De uitvoering opnemen en afspelen

Opnieuw opnemen

U kunt over opgenomen uitvoeringsdata opnemen.
Als u de bestaande expressie pedaal data wilt behouden en
NOTE
alleen de paneel operaties wilt opnemen, kunt u instellingen maken om te voorkomen dat de operatie van het expressie pedaal wordt opgenomen (p.107).

Een uitgevoerde song wissen

Als u de opname wilt afdanken en vanaf het begin opnieuw wilt opnemen of als u een nieuwe uitvoering wilt opnemen, moet de eerder opgenomen data gewist worden.
14,532
1. Druk op de [Bwd] en [Fwd] knoppen om de
gewenste maat (bar) te selecteren waar u wilt dat de opname begint.
Als u vanaf het begin van de song wilt beginnen met opnemen, drukt u op de [Reset] knop.
2. Druk op de [Rec] knop om naar de standby
voor opname mode te gaan.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/ Stop] knop en de niet opgenomen Track knoppen knip­peren. De Track knoppen die al zijn opgenomen zijn verlicht.
3. Druk op de knop van de Track die u wilt
opnemen, zodat deze knippert.
De bestaande uitvoeringsdata in de gespecificeerde Track zal gewist worden op het moment dat de opname plaatsvindt.
Als een knop van een Track constant verlicht is, wil dat
NOTE
zeggen dat deze niet opgenomen zal worden.
4. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen
te beginnen.
Als u op de [Play/Stop] knop drukt, zal de metronoom een aftelling van twee maten spelen, waarna de opname zal beginnen.
Terwijl u naar de eerster opgenomen uitgevoerde song luistert, neemt u het Part (gedeelte) in een nieuwe Track op.
1
3
1. Druk een aantal keren op de [Display/Exit]
knop om naar het Composer scherm te gaan.
2. Druk de [Registration] en [Save] knoppen
tegelijk in.
Het volgende bericht, waarin u wordt gevraagd uw keuze te bevestigen, zal verschijnen.
fig.08-10
2
5. Druk op de [Stop] knop om te stoppen met
opnemen.
De Track knop waarin de uitvoeringsdata is opgeno­men is verlicht.
Als u opnieuw wilt opnemen met andere instellingen voor
NOTE
Voices, tempo, Part Balance, wist u de opgenomen song (p.94) en neemt u opnieuw op. Als een Control Track nog data bevat van voordat u opnieuw opnam, kan het volume of de geluiden tijdens het afspelen veranderen.
94
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
3. Als u zeker weet dat u de song wilt wissen,
drukt u op de [Rec] knop.

De naam van een uitgevoerde song veranderen (Rename)

Aan een uitgevoerde song die u opneemt wordt automatisch een naam toegewezen. U kunt echter op een bepaald moment de naam willen veranderen in iets van meer betekenis.
3
1
3
2,4
De uitvoering opnemen en afspelen
4. Druk op de Menu [ ] en [ ] knoppen om
de cursor te verplaatsen, en druk op de Value [-] en [+] knoppen om een teken te selecteren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden voor het veranderen van een naam:
spatie ! “ # % & ’ ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Druk op de [Reset] knop Verwijder een teken
Druk op de [Rec] knop Voeg een spatie in
5. Om de nieuwe naam te bevestigen, drukt u de
[Registration] en [Media] knoppen nogmaals tegelijk in.
De nieuwe naam wordt nu ingevoerd.
De naam van een uitgevoerde song die in USB geheugen of
NOTE
op floppydisk is opgeslagen kan niet rechtsreeks veranderd of bewerkt worden. De song moet eerst in het instrument worden geladen (p.97), bewerkt worden en dan opnieuw in USB geheugen of op floppydisk worden opgeslagen.
1. Druk een aantal keren op de [Display/Exit]
knop om naar het Composer scherm te gaan.
2. Druk de [Registration] en [Media] knoppen
tegelijk in.
fig.08-10
3. Druk de [Load] en [Save] knoppen gelijktijdig
in.
De uitvoering opnemen en afspelen
95
De uitvoering opnemen en afspelen

Uitgevoerde songs opslaan

De opgenomen uitvoeringsdata zal verdwijnen als de stroom van de ATELIER wordt uitgezet. Als u de uitvoeringsdata wilt behouden kan deze in een USB geheugen, op floppydisk of in ‘Favorites’ (intern geheugen) worden opgeslagen.
Als de opgenomen uitvoeringsdata niet is opgeslagen, wordt het ‘ ’ symbool in het scherm getoond. Dit symbool zal
verdwijnen als u de uitvoeringsdata opslaat.
fig.08-20
fig.08-19
3. Druk op de [Media] knop om het medium te
selecteren.
Selecteert ‘Ext Memory’ om de data in het USB geheu­gen op te slaan, selecteert ‘Disk’ om de data op floppy­disk op te slaan, of ‘Favorites’ om deze in het User geheugen op te slaan.
4. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het
nummer van de opslagbestemming te selecteren.
Als de opslagbestemming geen data bevat, wordt ‘- - - - -
- - - - - - - ’ in het scherm weergegeven.
fig.07-28-2.eps
5. Druk op de [Save] knop.
2 3
4,6
1. De uitgevoerde song gereedmaken
Als u de song in USB geheugen wilt opslaan, sluit u het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u de song op floppydisk wilt opslaan, sluit u de flop­pydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan. In de floppydisk drive steekt u een floppydisk die door de ATELIER is geformatteerd.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
Het Song selectie scherm verschijnt.
5,7
6. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om het
formaat te selecteren.
U kunt ‘ORIGINAL’ of ‘SMF’ formaat selecteren.
Weergave Omschrijving
ORIGINAL Data in het ATELIER formaat opslaan.
SMF
SMF (Standard MIDI File) is een data formaat dat werd gecreëerd als een gestandaardiseerde manier voor het uitwisselen van muziekdata tussen apparaten die door verschillende fabrikanten worden gemaakt.
Opslaan in SMF formaat voor ATELIER geluidsmodules.
7. Druk op de [Save] knop om het formaat te
bevestigen.
Het opslaan van de uitvoeringsdata zal beginnen.
96
Zet nooit de stroom uit, terwijl de operatie in werking is.
NOTE
Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB geheugen beschadigen, waardoor het onbruikbaar wordt.
Op de ATELIER opgeslagen uitvoeringsdata kan niet
NOTE
op juiste wijze worden afgespeeld door de geluidsgenerator van een instrument dat geen lid van de ATELIER serie is.
Het opslaan van uitvoeringsdata in SMF formaat
NOTE
(SMF) duurt langer dan het opslaan in het ATELIER formaat (Original).
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert waarin reeds uitvoeringsdata is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm.
fig.E-64-b.eps
De uitvoering opnemen en afspelen

Uitgevoerde songs in de ATELIER laden

Om een song die in een USB geheugen of op floppydisk is opgenomen opnieuw op te nemen, moet die song eerst in het instrument worden geladen.
2 3
4
5,7
Als u de inhoud van de uitvoeringsdata wilt bijwerken (update)
1. Druk op de [Rec] knop.
Als u de uitvoeringsdata als nieuwe data wilt opslaan, zonder de bestaande data te overschrijven
1. Druk op de [Reset] knop om de Save operatie
te stoppen.
2. In het Song selectie scherm selecteert u het
nummer dat als ‘------------’ wordt weergegeven (een nummer dat geen uitvoeringsdata bevat).
3. Sla de uitvoeringsdata op.
Wanneer het opslaan is voltooid, zal de naam van de opgeslagen uitvoering worden weergegeven.
Wat is het SMF formaat?
SMF (Standard MIDI File / Standaard MIDI Bestand) is een data formaat dat gecreëerd werd om in compatibiliteit tussen muziekbestanden van verschillende fabrikanten te voorzien.
1. De Uitgevoerde song gereedmaken
Als u een Peformance song uit het USB geheugen wilt laden, sluit u het USB geheugen op de externe geheu­gen aansluiting aan. Als u een uitgevoerde song van een floppydisk wilt laden, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan. In de floppydisk drive steekt u een floppydisk die op de ATELIER is gefor­matteerd.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
Het Song selectie scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het medium te
selecteren.
Als u een song uit USB geheugen wilt laden, kiest u ‘Ext Memory’. Als u een song van floppydisk wilt laden, kiest u ‘Disk’.
De uitvoering opnemen en afspelen
97
De uitvoering opnemen en afspelen
4. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de
song die u in het interne geheugen wilt laden te selecteren.
5. Druk op de [Load] knop.
De geselecteerde uitvoeringsdata zal in het interne geheugen worden geladen.
Als het volgende scherm verschijnt
Als de song in de ATELIER niet in USB geheugen of Favo­rites (User geheugen) is opgeslagen, zal het volgende bericht verschijnen.
fig.E-62.eps

Uitgevoerde songs die in ‘Favorites’ of het USB geheugen zijn opgeslagen verwijderen

U kunt een uitgevoerde song die in ‘Favorites, het USB geheugen of op floppydisk is opgeslagen verwijderen.
Als u een song uit het USB geheugen wilt verwijderen, sluit u het USB geheugen op de externe geheugen aansluiting aan voordat u verdergaat.
Als u een song van floppydisk wilt verwijderen, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan en steekt u een floppydisk in de drive.
Als u de uitgevoerde song wilt wissen
1. Druk op de [Rec] knop.
Als u de uitgevoerde song wilt opslaan
1. Druk op de [Reset] knop om de Save operatie
te stoppen.
Sla de song in USB geheugen of op floppydisk op (p.96).
Als het laden wordt geannuleerd, omdat de geheugen limiet is bereikt, wordt het volgende bericht weergege­ven:
fig.E-30.eps
3
21
5
1. Druk op de [Song] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
Het Song selectie scherm verschijnt.
4
98
2. Druk op de [Media] knop om het medium te
selecteren.
Als u een song uit de ‘Favorites’ wilt verwijderen, kiest u ‘Favorites’.
Als u een song uit USB geheugen wilt verwijderen, kiest u ‘Ext Memory’. Om een song van floppydisk te verwij­deren kiest u ‘Disk’.
3. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de
uitvoeringsdata die u wilt verwijderen te selecteren.
4. Druk de [Load] en [Save] knoppen tegelijk in.
Het volgende bericht, waarin u gevraagd wordt uw keuze te bevestigen, wordt weergegeven.
fig.08-10
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop, en u zult naar het Song selectie scherm terugke­ren.
De uitvoering opnemen en afspelen

Een nieuwe opname op SMF muziekbestanden stapelen

U kunt in de winkel verkrijgbare SMF muziekbestanden in de ATELIER laden en een eigen uitvoering daar bovenop opnemen.
Tijdens de opname wordt data die u heeft geladen afgespeeld, terwijl u uw uitvoering opneemt.
5. Als u zeker weet dat u de song wilt
verwijderen, drukt u op de [Rec] knop.
Zet nooit de stroom uit wanneer de operatie wordt
NOTE
uitgevoerd. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB geheugen beschadigen, waardoor het onbruikbaar wordt.
2 3
4
10,11
8
6
1. De SMF muziekbestanden gereedmaken
Als u SMF muziekbestanden van een USB geheugen gebruikt, sluit u dit op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u SMF muziekbestanden van een floppydisk gebruikt, sluit u de floppydisk drive op de externe geheu­gen aansluiting aan, en steekt u de floppydisk in.
5
De uitvoering opnemen en afspelen
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de
indicator verlicht is).
Het Song selectie scherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het medium te
selecteren.
Als u SMF muziekbestanden uit USB geheugen wilt spe­len, kiest u ‘Ext Memory’. Als u SMF muziekbestanden van floppydisk wilt spelen, kiest u ‘Disk’.
99
De uitvoering opnemen en afspelen
3
6
4. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om de
SMF muziekbestanden die u in het interne geheugen wilt laden te selecteren.
Een song gebruiken met een ander tempo dan dat van de opgenomen
5. Druk op de [Load] knop.
De geselecteerde uitvoeringsdata zal in het interne geheugen worden geladen.
6. Druk op de [Bwd] en [Fwd] knoppen om de
gewenste maat (bar) voor het begin van de opname te selecteren.
Als u vanaf het begin van de song wilt beginnen met opnemen, drukt u op de [Reset] knop.
7. Selecteer de paneelinstellingen, die nodig zijn
voor het opnemen van de uitvoering.
8. Druk op de [Rec] knop om naar de standby
voor opname mode te gaan.
De indicator van de [Rec] knop licht op, en de [Play/ Stop] knop en de niet opgenomen Track knoppen knip­peren. De Track knoppen die reeds zijn opgenomen zijn verlicht.
9. Druk op de knop van de Track die u wilt
opnemen, zodat deze knippert.
De bestaande uitvoeringsdata in de gespecificeerde Track worden gewist, terwijl de opname plaatsvindt.
Wanneer de knop van een Track constant verlicht is,
NOTE
betekent dit dat deze niet opgenomen zal worden.
song
4
1. Maak de uitvoeringsdata waarvan u het
tempo wilt veranderen gereed.
Als u uitvoeringsdata van een USB geheugen gebruikt, sluit u dit op de externe geheugen aansluiting aan.
Als u uitvoeringsdata van een floppydisk gebruikt, sluit u de floppydisk drive op de externe geheugen aansluiting aan, en steekt u de floppydisk in de drive.
3
10.Druk op de [Play/Stop] knop om de opname
te starten.
Tijdens de opname wordt uitvoeringsdata die in de Ate­lier is geladen afgespeeld.
11.Druk op de [Stop] knop om te stoppen met
opnemen.
De Track knop waarin de uitvoeringsdata werd opgeno­men is verlicht.
De uitvoeringsdata die u heeft opgenomen kan in een USB geheugen, ‘Favorites’ of op floppydisk worden opgeslagen.
Commercieel verkochte muziek kan ook in de ATELIER
NOTE
worden geladen, maar vanwege auteursrecht beveiliging kan deze niet in SMF formaat worden opgeslagen.
De uitvoeringen van kanaal 2 bij SMF muziekbestanden wordt verwijderd, wanneer pedaal uitvoeringen opnieuw worden opgenomen.
100
2. Laad de uitvoeringsdata in de ATELIER (p.97).
3. Bepaal het tempo met de Tempo [ ] [ ]
knoppen.
4. Houd de paneel [Reset] knop ingedrukt en
druk op de [Rec] knop.
Het tempo van de uitvoeringsdata zal veranderen.
Loading...