Roland AT-100, AT-300 User Manual [nl]

201b
202
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p.2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien, kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2008 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
2

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002a
Dit apparaat mag niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
......................................................................................
Niet repareren of onderdelen vervangen
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen Indien reparaties of vervanging van onderdelen nodig is, moet u contact opnemen met uw handelaar of het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum.
......................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de locaties die:
004
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, dichtbij verwar­mingsapparatuur of bovenop warmte genere­rende apparatuur)
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, bij een wastafel of op een natte vloer, of op locaties die zeer vochtig zijn
• Locaties die aan regen onderhevig zijn
• Locaties die overmatig stoffig zijn
• Locaties die aan zware trillingen onderhevig zijn
......................................................................................
Niet op een instabiele locatie plaatsen
007
Zorg, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards, die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
......................................................................................
Sluit het netsnoer op een stopcontact met een juist voltage aan
008a
Het netsnoer dient op een stopcontact met het juiste voltage worden aangesloten, zoals op het apparaat wordt aangegeven.
......................................................................................
VOORZICHTIG opmerkingen
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
......................................................................................
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het netsnoer beschadigen en kortsluiting of onjuiste verbindingen ontstaan, welke mogelijk tot brand en elektrische schok kunnen leiden.
......................................................................................
Steek het netsnoer niet in een stopcontact, waar veel andere apparaten gebruik van maken.
015
Steek het netsnoer niet in een stopcontact, waar veel andere apparaten gebruik van maken. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van meervoudige stopcontacten. Wanneer het nominaal vermogen (watts/ampères) wordt overschreden, kan hitte gegenereerd worden, waardoor het snoer kan smelten.
......................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
015
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterkers en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
......................................................................................
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Zorg, dat er geen vreemde objecten in het apparaat terechtkomen
011
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloei­stoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. Dit kan kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
......................................................................................
Zet de stroom uit als een onregelmatigheid of storing optreedt
012a
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, of een service centrum, indien:
• Het netsnoer is beschadigd, of
• Het apparaat rook of een ongewone geur produceert
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (door regen enz.)
• Een onregelmatigheid of storing in het apparaat optreedt
......................................................................................
Kinderen mogen dit apparaat alleen onder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen moet u opletten dat er niet aan het apparaat wordt gepeuterd. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
......................................................................................
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokken
014
Laat dit apparaat niet vallen en stelt het niet aan zware schokken bloot.
......................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gaan gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper of een service centrum.
......................................................................................
Gebruik geen CD-ROM in een CD speler of DVD speler
023
Als u probeert een CD-ROM op een conventionele CD speler of DVD speler af te spelen, kunnen uw oren of de luidsprekers door het resulterende hoge volume beschadigd raken.
......................................................................................
Plaats geen waterhoudende objecten op het apparaat
026
......................................................................................
Plaats op een goed geventileerde locatie
101a
..........................................................................................................
Houd de stekker vast als het netsnoer wordt aangesloten of ontkoppeld
102b
..........................................................................................................
De stekker van het netsnoer regelmatig afstoffen
103a
..........................................................................................................
Houd de kabels op hun plaats voor veiligheid
104
..........................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop
106
..........................................................................................................
Behandel het netsnoer niet met natte handen
107b
..........................................................................................................
Plaats geen waterhouders (zoals bloemenvazen) of drankjes op het apparaat. Ook mogen er geen flessen of bussen met insecticide, parfum, alcoho­lische vloeistoffen, nagellak of spuitbussen op het apparaat worden geplaatst. Vloeistoffen die in het apparaat worden gemorst, kunnen storingen veroorzaken, alsmede kortsluiting of een gebrekkige werking.
VOORZICHTIG
Wanneer dit apparaat wordt gebruikt, dient het op een goed geventileerde locatie geplaatst te worden.
Als het netsnoer in een stopcontact of het apparaat zelf wordt gestoken of eruit wordt gehaald, moet u de stekker vasthouden, niet het snoer.
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en het schoon te maken met een droge doek om stof te verwijderen. Ook moet u de stekker uit het stopcontact halen, wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen het netsnoer en het stopcontact kan kortsluiting veroorzaken, en mogelijk tot brand leiden.
Zorg, dat aangesloten kabels op een veilige manier worden geplaatst. Zorg, er in het bijzonder voor dat de kabels zich buiten het bereik van kinderen bevinden.
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop
Raak het netsnoer nooit met natte handen aan, als u het in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit apparaat
108d
Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Omdat dit apparaat zeer zwaar is, moet u zorgen, dat er voldoende mensen zijn om daarbij te helpen, zodat het op veilige wijze opgetild en verplaatst kan worden. Het dient voorzichtig behandeld te worden, terwijl het ten alle tijden waterpas wordt gehouden. Zorg, dat u het stevig vast heeft, om verwondingen en beschadigingen aan het instrument te voorkomen.
• Controleer of de bevestigingsschroeven waarmee het apparaat aan de standaard is bevestigd, is losgekomen. Als deze los zijn, draait u ze stevig vast.
• Haal het netsnoer uit het stopcontact.
• Ontkoppel alle externe apparaten.
• Sluit het deksel (alleen voor de AT-300)
• Verwijder de muziekstandaard.
..........................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen
118c
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kleine kinderen.
• Verwijderde onderdelen
• Snoer haak
• Sleutelmoer voor snoer haak
• Schroeven voor montage van de standaard
• Bevestigingsschroeven
• Snoerklemmen
..........................................................................................................
Het luidspreker rooster en de luidspreker niet verwijderen
121
U mag het luidspreker rooster en de luidspreker nooit verwijderen. De luidspreker kan niet door de gebruiker worden vervangen. Schok gevaarlijke voltages en stroom bevinden zich binnen de behuizing.
..........................................................................................................
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt zet u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.
..........................................................................................................
Als er een kans op onweer is, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
110a
Als er een kans op onweer is, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
(Voor AT-300) Opletten bij het openen/sluiten van het deksel
116
Tijdens het openen/sluiten van het deksel moet u oppassen, dat uw vingers niet beklemd raken (p.16). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..........................................................................................................
Waarschuwingen bij gebruik van de bank
117: Selection
Neem het volgende in acht bij het gebruik van de bank.
1
• Speel niet met de bank en gebruik deze niet als opstap.
• Laat niet meer dan twee mensen tegelijk op de bank zitten.
• Ga niet op de bank zitten als de schroeven, waarmee de poten zijn vastgezet, los zijn. (Als deze los zijn, gebruikt u het bijgeleverde gereedschap om de schroeven opnieuw vast te draaien).
..........................................................................................................
5

Belangrijke opmerkingen

Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetrono­ven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat sto­ringen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Voordat u aansluitingen maakt, moet de stroom van alle appa­raten worden uitgezet om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers te voorkomen.
• Hoewel het LCD en de LED’s worden uitgeschakeld als de Power schakelaar wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombron is afgesloten. Als u de stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de Power scha­kelaar uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Dit is de reden dat het stopcontact dat u voor het netsnoer gebruikt dichtbij en gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Locatie
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Als dit gebeurt, plaatst u het verder weg of verandert u de richting van dit apparaat.
• Als dit apparaat in de buurt van een televisie of radio wordt gebruikt, kan kleurvervorming in het televisiescherm of ruis in het radiogeluid worden waargenomen. Als dit gebeurt, plaatst u het apparaat verder weg.
• Zet een mobiele telefoon uit, en houd deze op voldoende afstand van dit apparaat. Als een mobiele telefoon zich dicht­bij het apparaat bevindt, kan ruis hoorbaar zijn wanneer u belt of wordt gebeld of tijdens de conversatie.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven en laat het niet in een afgesloten voertuig achter. Laat ook geen lampen, die normaalgesproken dicht op het apparaat worden gebruikt (zoals een piano lamp) gebruikt worden, of sterke spots, gedu­rende langere tijd op dezelfde plaats op het instrument schij­nen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of ver­kleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebrui­ken, kunnen storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl, of soortgelijke materialen niet gedurende lange periodes op het apparaat staan of liggen. Dit kan ver­vorming of kleurverandering veroorzaken.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord of het voetkla­vier liggen. Dit kan storing veroorzaken, zoals het ontbreken van geluid.
• Plak geen etiketten op dit apparaat. Als de etiketten van het instrument verwijderd moeten worden, kan de lak beschadi­gen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak, waarop het apparaat wordt geplaatst, kunnen de rubber voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stuk vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u ervoor zorgen dat het apparaat niet kan glijden of per ongeluk kan verschuiven.
Onderhoud
• Voor dagelijks onderhoud gebruikt u een zachte, droge doek, of verwijdert u hardnekkig vuil met een sterk uitgewrongen doek. Als dit apparaat houten componenten bevat, neemt u het volledige oppervlak gelijkmatig af, waarbij de doek in de richting van de nerf van het hout wordt bewogen. Door te hard op één plek te wrijven kan de lak beschadigen.
• Indien er waterdruppels op het apparaat kleven, veegt u deze direct met een zachte droge doek af.
• Gebruik nooit oplosmiddelen als benzeen, verdunners of alco­hol, aangezien deze verkleuring en/of vervorming kunnen ver­oorzaken.
Reparaties en data
• Als u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, kan de inhoud van het geheugen verloren gaan. Belangrijke data dient u in USB geheugen op te slaan, of op papier worden genoteerd. Tij­dens de reparatie doen wij onze uiterste best om de inhoud van het geheugen te behouden, maar er kunnen gevallen zijn waarbij de inhoud niet hersteld kan worden, omdat de geheu­gen sectie een storing heeft vertoond. Wees ervan bewust dat wij geen verantwoordelijkheid accepteren voor het herstellen van geheugeninhoud die verloren is gegaan, of voor welke consequenties die uit dit soort verlies voortkomen.
Overige waarschuwingen
• Opgeslagen inhoud kan verloren gaan door een storing van het apparaat of vanwege onjuiste bediening. Om u ervan te verzekeren dat u belangrijke data niet verliest, dient u deze in USB geheugen op te slaan.
• Wij zijn niet verantwoordelijk voor het herstel van verloren geraakte inhoud van het interne geheugen of USB geheugen, noch voor de gevolgen van dit soort verlies.
• Behandel de (druk) knoppen of ingang/uitgang jacks voor­zichtig. Ruwe behandeling kan storingen veroorzaken.
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
• Als kabels worden aangesloten of ontkoppeld houdt u de stek­ker vast (niet de kabel zelf) om kortsluiting of draadbreuk te voorkomen.
• Dit apparaat kan een bepaalde hoeveelheid warmte produce­ren, maar dit duidt niet op een storing.
• Geniet van uw muziek, maar stoor mensen in uw omgeving niet, en let ‘s avonds in het bijzonder op het volume. Met gebruik van een koptelefoon, kunt u van de muziek genieten zonder u zorgen over anderen te maken.
• Als dit apparaat getransporteerd of verscheept wordt, dient het in een passende hoeveelheid schokabsorberend materiaal te worden verpakt. Zonder passende verpakking kunnen kras­sen, beschadigingen of storingen ontstaan.
• Als de muziekstandaard wordt gebruikt, mag daar geen over­matige druk op uitgeoefend worden.
• Sommige aansluit kabels bevatten weerstanden. Gebruik dit soort kabels niet voor dit apparaat. Deze kunnen het volume extreem laag of onhoorbaar maken. Gebruik aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
6
Belangrijke opmerkingen
Behandeling van floppydisks
(Met gebruik van de optionele floppydisk drive)
651
• Floppydisks bevatten een plastic disk met een dunne laag magnetisch opslagmedium. Microscopische precisie is vereist om opslag van grote hoeveelheden data op een dergelijk klein oppervlak mogelijk te maken. Om de zuiverheid van de disks te behouden, neemt u het volgende in acht wanneer flop­pydisks worden gebruikt:
• Raak het magnetisch medium binnen de disk niet aan.
• Floppydisks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen
worden gebruikt of opgeborgen.
• Stel floppydisks niet bloot aan temperatuur extremen
(bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig).
• Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C.
• Stel floppydisks niet bloot aan sterk magnetische velden,
zoals die door luidsprekers gegenereerd worden.
• Floppydisks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk tegen het per ongeluk wissen kan beschermen. Het is aan te bevelen de tab in de PROTECT positie te houden, en deze alleen naar de WRITE positie te verplaatsen als u nieuwe data op de disk wilt opslaan.
fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
Write
(kan nieuwe data op disk schrijven)
Schrijfbeveiliging
653
• Het identificatie etiket moet stevig op de disk aangebracht worden. Als het etiket loskomt, terwijl de disk zich in de drive bevindt, kan de disk mogelijk moeilijk uit de drive verwijderd worden.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats, zodat ze niet kunnen beschadigen, en om ze tegen stof, vuil en dergelijke te beschermen. Als een vieze of stoffige disk wordt gebruikt, kan de disk beschadigen en de disk drive storingen vertonen.
Protect
(voorkomt schrijven op disk)
Behandeling van USB geheugen
(Met gebruik van een optioneel USB geheugen)
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, steekt u het stevig helemaal in.
• Raak de contactpinnen van de USB geheugen aansluiting niet aan, en laat deze niet vies worden.
• USB geheugen wordt met gebruik van hoge precisie elektroni­sche componenten vervaardigd, dus neem het volgende in acht wanneer u dit gaat gebruiken.
• Om schade door statische elektrische ladingen te
voorkomen, ontlaadt u de statische elektriciteit die mogelijk in uw lichaam aanwezig is, voordat u met het USB geheugen gaat werken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of metalen
objecten aan.
• Buig het USB geheugen niet, laat het niet vallen en stel
het niet aan zware schokken bloot.
• Laat het USB geheugen niet achter in direct zonlicht of
op locaties als een afgesloten auto. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Laat het USB geheugen niet nat worden.
• Het USB geheugen mag niet uit elkaar gehaald of
gewijzigd worden.
Addition
• Als het USB geheugen wordt aangesloten, positioneert u het
horizontaal met de externe geheugen aansluiting en steekt u het zonder overmatige kracht in. De externe geheugen aan­sluiting kan beschadigen als u het USB geheugen met overma­tige kracht insteekt.
• Steek niets anders dan het USB geheugen (bijv. draad, mun­ten, andere types apparaten) in de externe geheugen aanslui­ting. Hierdoor zal de externe geheugen aansluiting beschadi­gen.
• Behandel het aangesloten USB geheugen niet met overmatige kracht.
• Als het USB geheugen gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, sluit u het USB geheugen deksel.
Behandeling van CD-s (CD-ROM’s)
(Met gebruik van een optionele CD drive)
• Bij het behandelen van de disks neemt u het volgende in acht.
• Raak het gecodeerde oppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disks niet op stoffige plaatsen.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten
voertuig achter. (Opslag temperatuur: 0-50 graden C).
• Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk niet aan. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd de disks met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsmiddel schoon.
• Bewaar de disk in de case.
• Laat de disk niet gedurende langere tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen etiket op de disk.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek mee.
• Buig de disk niet. Op verbogen disks kan data mogelijk niet juist worden gelezen of opgeslagen, en dit kan op den duur tot storingen leiden.
Auteursrecht
• Dit product kan gebruikt worden om geluid of visueel materi­aal op te nemen of te dupliceren, zonder beperkingen van bepaalde technologische auteursrecht beveiligingsmaatrege­len. Dit is te wijten aan het feit, dat dit product bedoeld is voor het produceren van origineel muziek of video materiaal, en daarom zo ontworpen dat materiaal, dat geen inbreuk maakt op auteursrecht dat aan anderen behoort (bijvoorbeeld uw eigen originele werken), vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
203
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
Add
* XG lite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
220
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
7

Hoofdkenmerken

We bedanken u voor uw aankoop van het Roland orgel ‘Music Atelier AT-100/300’. De ATELIER is een elektronisch orgel dat een ruime verzameling rijke orgelgeluiden biedt. Bovendien is het zo ontworpen, dat het gemakkelijk te leren en te gebruiken is. Om jarenlang op betrouwbare wijze van uw nieuwe toetsenbord te genieten, neemt u even de tijd om deze handleiding geheel door te lezen.
* De AT-100 en AT-300 worden in deze handleiding respectievelijk als ‘ATELIER’ afgekort.
Basisconcepten van de ATELIER serie
Een volledige uitrusting aan orgelgeluiden
Een brede reeks basis orgelgeluiden, variërend van jazz orgel en pijporgel tot theater orgel zijn ingebouwd, zodat u verzekerd bent van toegang tot alle geluiden, die u van een orgel verwacht.
Paneel indeling gebaseerd op een traditie, waarbij de nadruk op realtime bediening ligt
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn te gaan zitten en direct met spelen kunt beginnen, zijn de knoppen op het paneel op functie samengebracht, zoals de klassieke orgel tradities voorschrijven, waardoor u van een gemakkelijke en intuïtieve bediening bent verzekerd. Alle modellen uit de ATELIER serie hebben dezelfde bedrijfsgereedheid, zodat u meteen kunt spelen, zelfs als u van model verandert.
Geluiden van hoge kwaliteit, die zonder bewerking gebruikt kunnen worden
Naast een volledige reeks orgelgeluiden zijn ook strings (strijkers) en brass (koperblazers) geluiden van hoge kwaliteit ingebouwd.
U kunt de geluiden simpelweg selecteren en het orgel bespelen – ingewikkelde bewerkingsoperaties zijn niet nodig.
Expansief laag toetsenbord met demperpedaal voor piano-achtige expressiviteit
De piano is onmisbaar voor hedendaagse muziekuitvoeringen. Alle modellen van de ATELIER serie hebben vleugelgeluiden van hoge kwaliteit, waarvan u wellicht zult genieten. Bovendien is de reeks van het lage toetsenbord uitgebreid, hetgeen u meer expressieve mogelijkheden op de piano geeft. Een demperpedaal en initiële aanslaggevoeligheid zijn ook beschikbaar, beiden noodzakelijk voor piano uitvoeringen.
Ontworpen op gebruik van bestaande data
De ATELIER serie is zo ontworpen, dat u zich zelfs op nieuwe modellen meteen thuis voelt en direct met spelen kunt beginnen. Data compatibiliteit is in overweging genomen, en bestaande song data of registratie data kan naar USB geheugen worden verplaatst of gebruikt worden door een floppydisk drive aan te sluiten.
Muziekstijlen van over de hele wereld
Een rijke variëteit aan ‘s werelds meest representatieve muziekstijlen (ritme en auto begeleidingspatronen) is ingebouwd, zodat u muziek in bijna elk genre kunt spelen.
Gebruikmaking van SMF muziekbestanden
Compatibel met General MIDI 2, de wereld standaard in SMF muziekbestanden. Aangezien een externe geheugen aansluiting beschikbaar is, kunt u een apart verkrijgbaar USB geheugen of een floppydisk drive aansluiten en uw voordeel doen met de brede reeks commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook parts op ‘mute’ (demping) instellen, zodat u dat gedeelte voor elke hand apart kunt oefenen, en u kunt met de muziekbestanden meespelen.
8
Kenmerken
Harmonische balken voor het creëren van orgelgeluiden
Het orgel is uitgerust met ‘Harmonic Bars’, die lijken op de regelaars, die op traditionele jazz orgels worden gebruikt. Door het bedienen van deze harmonische balken kunt u gemakkelijk een verscheidenheid aan orgelgeluiden creëren.
USB geheugen
U kunt een apart verkrijgbaar USB geheugen of floppydisk drive aansluiten, en SMF muziekbestanden afspelen. Uitvoeringen die u opneemt of registratie data die u creëert, kunnen ook in een USB geheugen of op floppydisk
worden opgeslagen, of u kunt SMF muziekbestanden of registraties uit een USB geheugen of van een floppydisk in het interne user geheugen opslaan.
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
Alle ritmes maken gebruik van data van uitvoeringen door professionele drummers, en bestaan uit patronen van hoge kwaliteit met alle grooves en subtiele nuances van het ‘echte werk’. Bovendien, kunt u automatische begeleidingen gebruiken, die perfect op elk ritme zijn afgestemd, om van uw eigen spel met een band op de achtergrond te genieten.
Menselijke stemmen
Naast een volledige reeks orgelgeluiden heeft de ATELIER ook geluiden, die een brede reeks kwaliteiten van de menselijke stem uitdrukken, waaronder ‘Jazz Scat’ dat verandert volgens de sterkte waarmee de toetsen worden ingedrukt en ‘Classical’ geluiden, die het geluid van een koor perfect uitdragen.
Hoofdkenmerken
Actieve expressie geluiden
Bij sommige geluiden verandert niet alleen het volume als het expressiepedaal wordt ingedrukt, maar ook het geluid, of worden andere geluiden toegevoegd. Van pianissimo tot fortissimo, het klank karakter van het geluid zelf zal veranderen als u een crescendo uitvoert, of een strijkergeluid verschijnt achter de piano, waardoor dynamische veranderingen in klank worden gecreëerd.
Harmony Intelligence
De Harmony Intelligence functie voegt automatisch een harmonie aan het geluid van het bovenste toetsenbord toe, volgens het akkoord, dat u op het onderste toetsenbord speelt. Hiermee verkrijgt u een grotere tonale diepte en een krachtigere uitvoering.
Split functie
Het uit 61 toetsen bestaande onderste toetsenbord kan in aparte secties worden verdeeld, waarbij elke sectie een ander geluid speelt. Met gebruik van de Split functie, kunt u spelen met de rijkdom van uitvoeringsexpressie die concurreert met die van drie en zelfs vier instrumenten.

Drukafspraken in deze handleiding

In deze handleiding worden de volgende drukafspraken gebruikt, om instructies eenvoudiger en beknopter te maken.
• De AT-100 en AT-300 worden in deze handleiding respectievelijk als ‘ATELIER’ afgekort.
• In deze handleiding wordt een illustratie van de AT-300 soms gebruikt voor uitleg doeleinden.
• De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in het scherm verschijnt.
• Wees er echter van bewust, dat uw ATELIER een nieuwere, verbeterde versie van het besturingssysteem kan hebben (bijv. nieuwere geluiden bevat), dus wat u werkelijk in het scherm ziet komt mogelijk niet altijd overeen met hetgeen in de handleiding wordt getoond.
• Knop namen worden tussen vierkante haakjes (‘[ ])’ weergegeven, zoals de [Drums/SFX] knop.
•[▲] [▼], [ ] [ ] betekent dat u de ene of de andere knop moet indrukken.
• Voorbeeld: Reverb [▲] [▼] knoppen, Tempo [ ] [ ] knoppen.
• Een asterisk (*) of een aan het begin van een paragraaf duidt op een opmerking of waarschuwing. Deze dienen niet genegeerd te worden.
• (p. **) verwijst naar pagina’s binnen de handleiding.
NOTE
9

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN............................. 3
Belangrijke opmerkingen ....................................................................... 6
Hoofdkenmerken................................................................................... 8
Drukafspraken in deze handleiding ............................................................................9
Paneelbeschrijvingen ........................................................................... 14
Voordat u gaat spelen ......................................................................... 16
De muziekstandaard opzetten ........................................................................................... 16
Het deksel openen/sluiten (AT-300) ................................................................................... 16
Het deksel openen/sluiten (AT-300) ................................................................................... 16
Het netsnoer aansluiten ....................................................................................................17
Het apparaat in en uitschakelen ........................................................................................ 17
De stroom aanzetten ...............................................................................................17
De stroom uitzetten ................................................................................................. 18
Een koptelefoon gebruiken................................................................................................18
De snoerhaak gebruiken...................................................................................................19
Alle fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)................................................................. 19
Het contrast van het scherm bijstellen ................................................................................. 20
Het externe geheugen gebruiken ....................................................................................... 20
Het USB geheugen aansluiten .................................................................................. 20
De floppydisk drive aansluiten.................................................................................. 21
Een CD gebruiken............................................................................................................ 22
Een CD drive aansluiten
(Apart verkrijgbaar) ................................................................................................22
Over de regelaar............................................................................................................. 22
Over het beeldscherm .......................................................................... 23
Inzicht in de hoofd en aanverwante schermen............................................................ 23
Geluiden selecteren en spelen .............................................................. 24
De demo songs beluisteren ...............................................................................................24
Geluiden selecteren .........................................................................................................26
Over de Voices en Parts ..........................................................................................26
Functies van de Upper / Lower / Pedal Bass geluid selectieknoppen ............................ 27
De Upper / Lower / Pedal Bass Voices selecteren ...................................................... 27
Solo Voice selecteren .............................................................................................. 28
Een Voice selecteren met gebruik van de [Others] knop ..............................................29
Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ) .............................................................................30
Een Vintage orgelgeluid spelen ................................................................................ 32
Spelen met een Active Expression Voice .............................................................................35
De volumebalans aanpassen............................................................................................. 36
De toonhoogte in eenheden van een octaaf transponeren (Octave Shift).................................37
Noten die op het onderste toetsenbord worden gespeeld laten doorklinken ............................38
Drums spelen over het volledige onderste toetsenbord (Drums/SFX) .......................................38
De Drum/SFX set veranderen................................................................................... 39
10
De Rhythm Performance gebruiken....................................................... 40
Een ritme selecteren ......................................................................................................... 40
In het User geheugen opgeslagen ritmes gebruiken ....................................................41
Ritme spelen....................................................................................................................42
Met één druk op een knop starten ............................................................................42
Het ritme automatisch starten als het onderste toetsenbord
of het voetklavier wordt bespeeld (Synchro Start)........................................................43
Het ritme stoppen ................................................................................................... 44
Het tempo van het ritme en de automatische begeleiding veranderen..................................... 45
Een aftelgeluid spelen als het intro eindigt ..........................................................................45
Ritme en automatische begeleiding spelen .......................................................................... 46
Variëteit in het ritme of de automatische begeleiding aanbrengen .........................................47
Het arrangement van het ritme en de begeleiding veranderen (Variation)...................... 47
Chord Intelligence aan en uitzetten ....................................................................................48
De Leading Bass functie gebruiken..................................................................................... 49
Een eenvoudige manier om instellingen voor automatische
begeleiding te maken (One Touch Program) .......................................................................50
Een ritme uit USB geheugen gebruiken ............................................................................... 51
De stijlen in het USB geheugen bekijken.................................................................... 51
Ritmes kopiëren ...............................................................................................................52
Opgeslagen ritmes verwijderen .........................................................................................54
Inhoud
De Registratie knoppen gebruiken........................................................ 55
Registraties opslaan ......................................................................................................... 56
Een Registratie oproepen .................................................................................................. 57
Hoe een Registratie wordt opgeroepen .....................................................................57
De timing van het oproepen van Registraties veranderen............................................. 57
Automatisch registreren als u van paneelinstellingen verandert ..............................................58
Een Registratie set van een naam voorzien .........................................................................58
Registratie sets opslaan ....................................................................................................60
Eerder opgeslagen registratie sets in de ATELIER laden......................................................... 62
Een set registraties laden .........................................................................................62
Een individuele registratie laden............................................................................... 63
Een set registraties verwijderen.......................................................................................... 64
Registraties kopiëren ........................................................................................................ 65
De uitvoeringsfuncties gebruiken .......................................................... 67
Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose) ....................................................67
Decay aan het geluid toevoegen (Damper Pedal) ................................................................68
De voetschakelaar gebruiken ............................................................................................68
De functie van de voetschakelaar veranderen ............................................................69
De voetschakelaar gebruiken om van registratie te veranderen (Registration Shift) .......... 70
Het algehele volume met gebruik van een expressie pedaal aanpassen.................................. 71
Verscheidene effecten aan een Voice toevoegen.................................... 72
Harmonie aan een melodie toevoegen (Harmony Intelligence) ..............................................72
Het type Harmony Intelligence veranderen................................................................. 73
Modulatie aan het geluid toevoegen (Rotary effect).............................................................. 74
Sustain effect...................................................................................................................75
De Sustain lengte veranderen................................................................................... 76
11
Inhoud
Reverb effect ...................................................................................................................77
Het Reverb type veranderen.....................................................................................78
Het type muur veranderen .......................................................................................79
De diepte van de Reverb veranderen ........................................................................ 80
Het onderste toetsenbord effectief gebruiken......................................... 82
Effectief gebruikmaken van het onderste toetsenbord............................................................82
De Solo Voice op het onderste toetsenbord spelen (Solo [To Lower] knop) .............................. 84
De manier waarop de Solo Voice reageert veranderen (Solo Mode)............................. 85
De Solo Voice en Lower Voice stapelen (Solo To Lower mode) ..................................... 85
Het Solo splitspunt veranderen ................................................................................. 85
De Bass Voice op het onderste toetsenbord spelen (Bass Split)............................................... 86
Het bas splitspunt veranderen ..................................................................................87
Het onderste toetsenbord gebruiken om de Bas Voice te spelen (Pedal [To Lower] knop) ..........88
De uitvoering opnemen en afspelen...................................................... 89
Wat is een Track knop? ..........................................................................................89
In USB geheugen opgeslagen uitvoeringen en SMF muziekbestanden afspelen .......................90
Een specifieke Track dempen (Track Mute).......................................................................... 91
Een uitvoering opnemen ................................................................................................... 91
Een uitgevoerde song afspelen ..........................................................................................92
Een aftelgeluid toevoegen dat met de timing overeenkomt (Count In)......................................93
Elk gedeelte apart opnemen.............................................................................................. 93
Opnieuw opnemen .......................................................................................................... 94
Een uitgevoerde song wissen.............................................................................................94
De naam van een uitgevoerde song veranderen (Rename).................................................... 95
Uitgevoerde songs opslaan............................................................................................... 96
Uitgevoerde songs in de ATELIER laden ..............................................................................97
Uitgevoerde songs die in ‘Favorites’ of het USB geheugen zijn opgeslagen verwijderen ...........98
Een nieuwe opname op SMF muziekbestanden stapelen.......................................................99
Een song gebruiken met een ander tempo dan dat van de opgenomen song ........................100
Uitgevoerde songs kopiëren............................................................................................ 101
Een map in het USB geheugen of User geheugen creëren................................................... 102
De naam van een map veranderen ..................................................................................102
Genieten van VIMA TUNES ............................................................................................103
Een VIMA TUNES song beluisteren .........................................................................103
Spelen met geluiden die met de song overeenkomen (Recommended Tones)................ 103
Songs van een muziek CD beluisteren ..............................................................................104
Genieten van Karaoke met een muziek CD (Center Cancel).......................................104
De song naar een toonsoort transponeren waarin comfortabel gezongen kan worden .... 105
Verscheidene andere instellingen........................................................ 106
De manier waarop het instrument reageert aanpassen .......................................................106
De Initial Touch Sensitivity aanpassen (Initial Touch).................................................. 106
De polyfonie van het voetklavier veranderen (Pedal Bass Mode)................................. 106
Uitvoeringsfunctie instellingen..........................................................................................107
De functie van het expressie pedaal veranderen (Exp. Source) ...................................107
Ritme instellingen ...........................................................................................................108
Voorkomen dat ritme tempo’s automatisch veranderen (Auto Std Tempo)..................... 108
Het geluid van de aftelling veranderen (Count Down Sound)......................................108
Registratie instellingen ....................................................................................................109
12
Registration Arranger Update (Arranger Update)......................................................109
Registration Transpose Update (Trans. Update) ........................................................109
Composer instellingen .................................................................................................... 110
De weergave van tekst in of uitschakelen (Lyric)........................................................ 110
De toonsoort veranderen als songs worden afgespeeld (Playback Transpose) ..............110
De metronoom instelling veranderen (Metronome) ....................................................111
Het metronoom volume aanpassen (Metronome Volume) ...........................................111
Het geluid van de metronoom veranderen (Metronome Sound) ..................................112
De maatsoort instellen (Beat) ..................................................................................112
Een specifieke Track dempen (Track Mute)............................................................... 113
Individuele uitvoeringsdata kanalen dempen (Channel Mute) ..................................... 114
Overige instellingen .......................................................................................................114
De standaard toonhoogte aanpassen (Master Tune).................................................. 114
Transmissie van PC nummers specificeren (Send PC Switch).......................................115
PC nummers instellen (PC Number) .........................................................................115
MIDI IN mode (MIDI IN mode) ...............................................................................116
Het MIDI zendkanaal selecteren (Tx MIDI Channel)................................................... 117
De V-LINK functie gebruiken (V-LINK) ......................................................................117
Het User geheugen in de originele fabrieksinstellingen terugzetten (User Memory Reset)......... 119
Alle instellingen behalve het User geheugen op de originele
fabrieksinstellingen terugzetten (Panel Reset) .....................................................................119
Een USB geheugen formatteren (Format)........................................................................... 120
Inhoud
Aansluitingen met externe apparaten ................................................. 121
Namen en functies van jacks en aansluitingen................................................................... 121
Geluidsapparatuur aansluiten.......................................................................................... 121
Aansluitingen maken............................................................................................. 121
Een computer aansluiten................................................................................................. 122
Instellingen voor de USB driver maken ....................................................................123
MIDI apparaten aansluiten.............................................................................................. 123
Aansluitingen maken............................................................................................. 124
Appendix
Probleemoplossing......................................................................................................... 125
Storingsmeldingen .........................................................................................................129
Akkoordenlijst ...............................................................................................................130
Verklarende woordenlijst ................................................................................................ 132
Muziekbestanden die de ATELIER kan gebruiken ...............................................................133
Met de ATELIER kunnen de volgende muziekbestanden worden gebruikt ..................... 133
Over de geluidsgenerator van de ATELIER ...............................................................133
Instellingen die worden opgeslagen nadat de stroom is uitgezet ..........................................134
Opgeslagen instellingen nadat de stroom is uitgezet.................................................134
Instellingen die onder de Registratie knoppen worden opgeslagen .............................134
Instellingen die onder de individuele registratie knoppen worden opgeslagen.............. 134
MIDI Implementatiekaart .................................................................................................135
Hoofd specificaties ........................................................................................................136
Demo songlijst...............................................................................................................138
Index............................................................................................................................ 139
13

Paneelbeschrijvingen

3 45 6 7
10 11 12 13
19
20
14 15
8
16
9
1718
21
1. [Power On] schakelaar ( p.17)
2. [Master Volume] knop ( p.18)
3. Harmonische balken ( p.30)
4. Pedal Bass Voice selectie knoppen ( p.27)
Pedal Part [To Lower] knop ( p.88)
Level [] [] knop (
5. Lower Voice selectie knoppen ( p.27)
Lower Part Level [] [] knop ( p.36)
6. Upper Voice selectie knoppen ( p.27)
Upper part Level [] [] knop (
7. Solo Voice selectie knoppen ( p.28)
Solo Part [To Lower] knop ( Level [] [] knop (
p.36)
p.36)
p.84)
p.36)
14
8. [One Touch Program] knop ( p.50)
9. [Harmony Intelligence] knop ( p.72)
10. Part Balance [] [] knop ( p.36, p.77)
11. Vintage Organ knoppen ( p.30)
12. Lower [Drumes/SFX] knop ( p.38)
13. [Load] knop ( p.62, p.94, p.99)
14. Transpose [-] [+] knoppen ( p.67)
15.
[Utility] knop ( p.106) [Display/Exit] knop (
Menu [ ][ ] knoppen Value [-] [+] knoppen
p.23)
Paneelbeschrijvingen
Paneelbeschrijvingen
Write Manual
1
2
1 2 3 4 5 6 7 8
16. Beeldscherm ( p.23)
17. [Save] knop ( p.60, p.96)
18. Beat indicator ( p.45)
19. Composer ( p.89)
[Song] knop [Registration] knop [Media] knop
Track knoppen [Bass] knop [Lower] knop [Solo/Upper] knop
[Reset] knop [Play/Stop] knop [Rec] knop [Bwd] knop [Fwd] knop
22
20. Rhythm selectie knoppen ( p.40)
Rhythm knop Tempo ][ ] knop ( Arranger [On/Off] knop ( Auto [Fill In] knop ( Variation [1]-[4] knoppen ( [Intro/Ending] knop ( [Start/Stop] knop (
21. Rotary Sound knoppen ( p.74)
[On/Off] knop [Fast/Slow] knop
22. Registration knoppen
[Write] knop ( p.56) [Manual] knop ( Registration [1]-[8] knoppen (
p.58)
p.45)
p.46)
p.47)
p.47)
42
p.44)
p.55)
15

Voordat u gaat spelen

De muziekstandaard opzetten

fig.01-03
1. Bevestig de muziekstandaard door deze in de
twee gaten te plaatsen.

Het deksel openen/sluiten (AT-300)

1. Verbind het snoer van de luidsprekerbox met
het luidsprekersnoer, dat uit het orgel komt.
Let op de vorm van de aansluiting van de luidsprekerkabel, en steek deze in, totdat u het op zijn plaats hoort klikken.

Het deksel openen/sluiten (AT-300)

fig.00-22.eps
1. Om het deksel te openen, houdt u het met
beide handen vast en schuift u het naar achteren.
2. Om het deksel te sluiten, trekt u het langzaam
naar voren totdat het stopt.
Let op dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het openen
NOTE
of sluiten van het deksel. Wanneer kleine kinderen het instrument gaan gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
Om ongelukken te voorkomen, moet het deksel gesloten
NOTE
worden voordat het orgel wordt verplaatst.
Zorg, dat er niets op het toetsenbord ligt (zoals bladmuziek)
NOTE
als u het deksel sluit.
16
Voordat u gaat spelen

Het netsnoer aansluiten

1. Controleer eerst of de [Power On] schakelaar
op OFF staat (niet ingedrukt).
fig. 00-27.eps,fig.00-27-2.eps
Niet ingedrukt
OFF
2. Sluit het bijgeleverde netsnoer in de AC
ingang en steek de andere kant in een stopcontact.
AT-300

Het apparaat in en uitschakelen

941
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van
NOTE
de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan of uit. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan of uit te zetten riskeert u storing en/of beschadiging aan luidsprekers en andere apparaten.

De stroom aanzetten

1. Controleer de volgende punten, voordat de
stroom wordt aangezet.
• Is het netsnoer op juiste wijze op de AC ingang aangesloten?
• Is het netsnoer op juiste wijze in het stopcontact gestoken?
• Is de [Master Volume] knop op de Min (minimum) positie ingesteldf
ig.00-26.eps
Voordat u gaat spelen
NOTE
NOTE
Stopcontact
Netsnoer
AT-100
Stopcontact
Netsnoer
Gebruik alleen het bij dit instrument geleverde netsnoer.
Wanneer u het instrument gedurende langere tijd niet zult gebruiken, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.
2. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom aan te zetten.
fig. 00-27.eps, fig.00-27-3.eps
Ingedrukt
ON
Het hoofdscherm zal in het beeldscherm verschijnen.
942
De ATELIER is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
NOTE
duurt het korte tijd (enkele seconden), nadat de stroom is aangezet, voordat de ATELIER normaal zal werken.
17
Voordat u gaat spelen
3. Stel het volume op een passend niveau in,
door de [Master Volume] knop te verplaatsen of het expressiepedaal te bedienen.
Als de [Master Volume] knop in de richting van ‘Max’ wordt gedraaid, neemt het volume toe. Als de knop in de richting van ‘Min’ wordt gedraaid, neemt het volume af. Net zo neemt het volume toe als het expressiepedaal wordt ingedrukt, terwijl het omhoog halen van het pedaal maakt dat het volume afneemt.
fig.00-28.eps
verlaag het volume

Een koptelefoon gebruiken

De ATELIER beschikt over Phones jacks. Hiermee, kunt u spelen, zonder dat u zich over andere mensen in uw omgeving zorgen hoeft te maken, zelfs ‘s nachts.
fig.00-29.eps
verlaag het volume
verhoog het volume
verhoog het volume

De stroom uitzetten

1. Voordat de stroom wordt uitgezet, stelt u de
[Master Volume] knop op de Min (minimum) positie in.
2. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom uit te zetten.
fig. 00-27.eps,fig.00-27-2.eps
945
Als de stroom volledig uitgeschakeld moet worden, zet u eerst de [Power On] schakelaar op Off, en dan haalt u het
NOTE
netsnoer uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (p.6).
1. Sluit de koptelefoon op de Phones jack aan,
die zich onder de linkerkant van het toetsenbord bevindt.
Het geluid van de ingebouwde luidsprekers stopt. Nu is er alleen geluid via de koptelefoon te horen.
fig.00-30.eps
2. Pas het volume van de koptelefoon met de
[Master Volume] knop en het expressiepedaal aan.
Enkele opmerkingen bij gebruik van een koptelefoon
18
• Om schade aan het snoer te voorkomen houdt u de koptelefoon alleen bij de headset of de stekker vast.
• Een koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog is, wanneer deze wordt aangesloten. Verlaag het volume op de ATELIER, voordat een koptelefoon wordt aangesloten.
• Om mogelijke gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of beschadiging van de koptelefoon te voorkomen dient de koptelefoon niet op een extreem hoog niveau gebruikt te worden. Gebruik de koptelefoon op een gematigd volumeniveau.
• Accepteert aansluiting van een stereo koptelefoon.
• Als de plug van de koptelefoon in de Phones jack is gestoken, is er geen geluid hoorbaar via de luidsprekers van de ATELIER.
Voordat u gaat spelen
I

De snoerhaak gebruiken

Als u een koptelefoon of een microfoon gebruikt, kunt u de snoerhaak gebruiken om de kabels netjes bijeen te houden.
De snoerhaak bevestigen
1. Schroef de haak (met vleugelmoer) ongeveer
tachtig procent in het schroefgat links onder op de ATELIER.
2. Nadat u de haak in de gewenste richting heeft
geplaatst, gebruikt u de vleugelmoer om deze vast te zetten.
Schroefgat
leugelmoer

Alle fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

De in de ATELIER opgeslagen instellingen kunnen opnieuw op de fabrieksinstellingen worden ingesteld. Deze functie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
1. Draai het volume op het minimale niveau, en
zet dan de stroom uit.
2. Terwijl u de [One Touch program] knop
ingedrukt houdt, drukt u op de [Power On] schakelaar om de stroom aan te zetten.
fig.01-15
Zet de stroom niet uit, wanneer het volgende scherm
NOTE
wordt getoond.
fig.01-16
Voordat u gaat spelen
Snoerhaak
Als de Factory Reset is voltooid, verschijnt het basisscherm opnieuw.
Om alle instellingen (behalve de User geheugen
NOTE
instellingen) in hun oorspronkelijke fabrieksstatus terug te zetten, kijkt u bij ‘Panel Reset’ (p.119).
Als de standaard fabrieksinstellingen worden geladen,
NOTE
zullen alle Registraties die zich op dat moment in het geheugen van de ATELIER bevinden gewist worden. Het is een goed idee om belangrijke Registratie data in het USB geheugen op te slaan. Om de registraties die u op dat moment gebruikt op te slaan, kijkt u bij ‘Registratie Sets opslaan’ (p.60).
Om alleen de User geheugen instellingen op hun
NOTE
oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug te zetten, kijkt u bij ‘User Memory Reset’ (p.119).
19
Voordat u gaat spelen

Het contrast van het scherm bijstellen

U kunt het contrast van het scherm bijstellen.
De externe geheugen houder draaien
De externe geheugen houder draait 90 graden naar links en rechts. Door de externe geheugen houder te draaien, kunt u voorkomen, dat het aangesloten externe geheugen beschadigd als er iets tegenaan botst.
1. Draai aan de [LCD Contrast] knop aan de
onderkant van de ATELIER om het contrast van het scherm aan te passen.
Helder Donker

Het externe geheugen gebruiken

Songs, die u op de ATELIER opneemt en registratie sets die u creëert, kunnen naar een apart verkrijgbaar USB geheugen worden gekopieerd om deze veilig te stellen. U kunt ook songs naar een floppydisk kopiëren, met gebruik van een apart verkrijgbare floppydisk drive (p.52, p.65, p.101).
Tevens kunnen SMF muziekbestanden die in UDSB geheugen of op floppydisk zijn opgeslagen worden afgespeeld. (p.90).
Gebruik USB geheugen en een floppydisk drive van Roland.
NOTE
Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden wanneer een ander USB apparaat wordt gebruikt.
Als u een nieuw USB geheugen of floppydisk drive gebruikt, moet dit op de ATELIER geformatteerd worden. Voor details raadpleegt u ‘Een USB geheugen formatteren (Format)’ (p.120).
1. Houd de externe geheugen houder vast en
draai deze 90 graden naar links of rechts.
Externe geheugen
houder
90 graden naar links
988
Veiligheidsslot ( ) http://www.kensington.com/
Houd alleen de externe geheugen houder vast als u deze
NOTE
draait. Draai de externe geheugen houder nooit door het aangesloten externe geheugen vast te houden.
Pas op, dat uw vingers niet beklemd raken, wanneer de
NOTE
externe geheugen houder wordt gedraaid.
90 graden naar rechts
Veiligheidsslot (alleen voor AT-300)

Het USB geheugen aansluiten

1. Verbind het USB geheugen met de externe
geheugen aansluiting.
931
Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal naar binnen, totdat het stevig op zijn plaats zit.
20

De floppydisk drive aansluiten

1. Bevestig de floppydisk drive, zoals in het
figuur wordt aangegeven, met gebruik van de montage gaten op het onderpaneel van de ATELIER.
Details over de bevestiging vindt u in de gebruikershandleiding van de floppydisk drive.
Voordat u gaat spelen
Voordat u gaat spelen
2. Verbind de USB kabel van de floppydisk drive
met de externe geheugen aansluiting van de ATELIER.
Externe geheugen aansluiting
USB kabel
21
Voordat u gaat spelen
O[[q

Een CD gebruiken

U kunt audio CD’s en CD-rom’s die opgeslagen SMF muziekbestanden bevatten afspelen.
Songs op VIMA CD-rom’s (VIMA TUNES), verkocht door Roland, kunnen ook worden gespeeld.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de CD
• U kunt geen CD-R/RW disks met toegevoegde geluidstracks, of CD’s, die zowel geluidstracks en data bevatten (CD Extra), afspelen.
• De ATELIER kan alleen commerciële CD’s afspelen die aan de officiële standaards voldoen. Dat zijn de CD’s die het ‘COMPACT disc DIGITAL AUDIO’ logo dragen.
2. Sluit de bij de CD drive behorende USB kabel
op de externe geheugen aansluiting van de ATELIER aan.
3. Zet de stroom van de ATELIER aan.
4. Zet de stroom van de aangesloten CD drive
aan.
Voor informatie over de manier waarop de volgende CD
NOTE
drive operaties worden uitgevoerd, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de drive.
De stroom aan en uitzetten.
Een CD plaatsen en uitwerpen.
Een lijst met CD drives die getest zijn en compatibel zijn bevonden is op de Roland website beschikbaar.
http://www.rolandce.com/
• De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van geluidsdisks met auteursrecht beveiliging technologie en andere niet standaard CD’s kan niet gegarandeerd worden.
• Voor meer gedetailleerde informatie over geluidsdisks met auteursrecht beveiliging technologie en andere niet standaard CD’s raadpleegt u de verkoper van de disks.
• U kunt geen songs op CD opslaan, en songs die op CD’s zijn opgenomen kunnen niet verwijderd worden. Bovendien kunnen CD’s niet geformatteerd worden.

Een CD drive aansluiten (Apart verkrijgbaar)

De ATELIER ondersteunt geen CD drives die door de USB
NOTE
bus van stroom worden voorzien. Als u een CD drive die door de USB bus wordt aangedreven gebruikt, moet u de stroomvoorziening die bij de CD drive behoort gebruiken, zodat de drive op zijn eigen stroom werkt.
Externe geheugen
O[[q
aansluiting

Over de regelaar

Als u merkt dat de ATELIER instabiel is geworden, bijvoorbeeld nadat deze naar een andere locatie is verplaatst, draait u aan de regelaar aan de onderkant van de poten van de standaard, zoals hieronder wordt getoond.
Pas op dat u uw handen niet bezeerd als u aan de regelaar
NOTE
draait.
• Draai aan de regelaar om deze te verlagen, zodat die stevig met de vloer in contact is. Maak aanpassingen, zodat er geen ruimte tussen de regelaar en de vloer is. Vooral als de ATELIER op tapijt wordt geplaatst, draait u aan de regelaar, zodat deze stevig met de vloer in contact is.
USB kabel
1. Zet de stroom van de ATELIER en de CD drive
die wordt aangesloten uit.
22

Over het beeldscherm

e
De ATELIER heeft drie types basis schermen: het Rhythm scherm, het Composer scherm en het Registration scherm. U kunt van het ene naar het andere scherm gaan door de [Display/Exit] knop in te drukken.
fig.01-17

Inzicht in de hoofd en aanverwante schermen

Rhythm scherm
fig.01-18
Tempo
MaatTel
Over het beeldscherm
Akkoord naam
Composer scherm
Wanneer interne muziekdata is geselecteerd:
fig.01-19
Tempo
Akkoord naam
Registration scherm
Ritme naam
MaatTel
Song naam
fig.01-20
Tempo
Akkoord naam
MaatTel
Registratie naam
Naam van volgende registrati
Zie ‘Load Next Function’ (p.70).
23

Geluiden selecteren en spelen

De demo songs beluisteren

De ATELIER bevat acht demo songs. Hier ziet u hoe de demo songs gespeeld worden, hetgeen u een goed beeld geeft van de geluiden, ritmes en automatische begeleidingen die op de ATELIER beschikbaar zijn.
fig.02-01
2
1
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
NOTE
De data van de demo song die gespeeld wordt is niet beschikbaar via de MIDI Out aansluiting.
3, 4
1. Druk de [Song] knop en de [Registration] knop gelijktijdig
in.
fig.02-02
2. Druk op de Value [-] en [+] knoppen om een demo song te
selecteren.
3. Druk op de [Play/Stop] knop om met het afspelen van de
demo song te beginnen.
Als de geselecteerde demo song is gespeeld, zal de volgende demo song worden gespeeld.
4. Om het afspelen in het midden van de song te stoppen,
drukt u op de [Play/Stop] knop.
Bekijk de ‘Demo song lijst’ (p.114) voor informatie over bijvoorbeeld de namen van de componisten en uitvoerenden van de demo songs.
5. Druk de [Song] en de [Registration] knoppen tegelijk in om
het demonstratie scherm te verlaten.
24
Als het volgende scherm verschijnt
Als de op dat moment uitgevoerde song in de ATELIER niet in een USB geheugen of de Favorites (User geheugen) is opgeslagen, zal het volgende bericht verschijnen, en is het afspelen van de demo songs niet mogelijk.
fig.02-03
Geluiden selecteren en spelen
Als u geen bezwaar heeft tegen het feit dat de song wordt gewist, drukt u op de [Rec] knop. Als u de song echter wilt opslaan, drukt u op de [Reset] knop om de procedure te annuleren en slaat u de song vervolgens in een USB geheugen of in de Favorites (User geheugen) op.
Geluiden selecteren en spelen
Als u de muzikale data wilt opslaan, kijkt u bij ‘Performance songs opslaan’ (p.96).
25
Geluiden selecteren en spelen

Geluiden selecteren

De ATELIER kan de geluiden van verscheidene instrumenten produceren. Deze geluiden worden ‘Voices’ (of ‘Tones’) genoemd.

Over de Voices en Parts

De ATELIER heeft twee toetsenborden en één voetklavier, zoals hieronder wordt getoond.
Van boven naar beneden worden deze ‘Upper (bovenste) Keyboard’, ‘Lower (onderste) Keyboard’ en ‘Pedalboard’ (voetklavier) genoemd.
fig.02-04
Bovenste toetsenbord
Onderste toetsenbord
Voetklavier
Het bovenste toetsenbord heeft twee onderdelen: ‘Upper’, ‘Vintage Organ’. U kunt één Voice voor elk onderdeel selecteren, wat betekent dat het mogelijk is om de Voices van het bovenste toetsenbord te stapelen en gelijktijdig te spelen. De Voice van het ‘Solo’ onderdeel kan op het bovenste toetsenbord of het onderste toetsenbord worden gestapeld.
Het onderste toetsenbord heeft twee onderdelen: ‘Lower’ en ‘Vintage Organ’. Het voetklavier heeft één onderdeel: ‘Pedal’.
Toetsenbord Onderdeel
Upper
Upper Vintage
Bovenste Keyboard
Lower Keyboard
Solo (Deze Voice klinkt alleen als de Solo [To Lower] knop verlicht is)
Lower
Lower Vintage
Solo (Deze Voice klinkt alleen als de Solo [To Lower] knop is verlicht)
Om een Solo Voice op het onderste toetsenbord te spelen, selecteert u de Solo Voice en, drukt u op de Solo [To Lower] knop (p.84).
26
Pedaal (Deze Voice klinkt alleen als de Pedal [To Lower] knop is verlicht of zet ‘Bass Split’ aan).
Toetsenbord Onderdeel
Voetklavier Pedaal

Functies van de Upper / Lower / Pedal Bass geluid selectieknoppen

fig.02-05
Elke keer, dat u een Voice knop indrukt, zal de indicator schakelen tussen verlicht en uitgeschakeld. Voices waarvan de indicator verlicht is kunnen gespeeld worden.
Geluiden selecteren en spelen
Geluiden selecteren en spelen
NOTE
Als geen van de Voice knoppen of de Vintage Organ knop verlicht zijn, wordt er geen geluid geproduceerd als het toetsenbord wordt bespeeld.

De Upper / Lower / Pedal Bass Voices selecteren

Selecteer Voices door de Upper, Lower en Pedal Bass Voice Part knoppen in te drukken.
Als de stroom wordt aangezet, speelt het bovenste toetsenbord ‘Full Organ 3’, het onderste toetsenbord ‘Lower Organ 2’ en de Pedal Bass Voice speelt losse noten met gebruik van de ‘Organ Bass’ Voice.
Voorbeeld: ‘Orch.Brs Ens’ voor het Upper orgelgedeelte selecteren
1. Druk op de Upper [Brass] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde Voice verschijnt enkele seconden in het scherm.
fig.02-06
NOTE
Als u op de Pedal [To Lower] knop drukt (indicator licht op p.106), kan de Pedal Bass Voice op het onderste toetsenbord worden gespeeld, en niet op het voetklavier.
Als u nu op het bovenste toetsenbord speelt, zal ‘Orch.Brs Ens’ te horen zijn. U kunt de Lower Voice of Pedal Bass Voice op dezelfde manier als de Upper
Voice selecteren.
Instellingen kunnen aangepast worden, zodat meerdere noten op het voetklavier gespeeld kunnen worden (p.88).
27
Geluiden selecteren en spelen

Solo Voice selecteren

De Solo sectie van het bovenste toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen dat de Solo Voice alleen klinkt bij de hoogst gespeelde noot op het bovenste toetsenbord.
fig.02-11
1. Druk op de Solo [Sax] knop (indicator verlicht).
De naam van de geselecteerde Voice verschijnt enkele seconden in het scherm.
fig.02-12
Speel op het bovenste toetsenbord. De geselecteerde Voice zal klinken bij de hoogst gespeelde noot.
NOTE
Als u op de Solo [To Lower] knop drukt (indicator licht op (p.84)), kan de Solo Voice op het onderste toetsenbord worden gespeeld, en niet op het bovenste toetsenbord.
Het is mogelijk om de manier waarop een Solo Voice klinkt, te veranderen. Normaalgesproken klinkt de Solo Voice met de hoogste noot die u op het bovenste toetsenbord speelt, maar u kunt instellingen maken, zodat de laatst gespeelde noot de Solo Voice zal laten horen. Ook, kunt u instellingen maken, zodat de Solo Voice klinkt voor alle noten van het toetsenbord waaraan de Solo Voice is toegewezen. Voor details kijkt u bij ‘De manier waarop de Solo Voice reageert veranderen (Solo Model)’ (p.85).
28

Een Voice selecteren met gebruik van de [Others] knop

Ter informatie, er is een [Others] knop voor elk onderdeel. Met gebruik van de [Others] knop, kunt u alle Voices selecteren.
Geluiden selecteren en spelen
1. Druk op de [Others] knop van het gedeelte, waarvoor u
een Voice wilt specificeren.
De Voice naam verschijnt in het scherm.
fig.02-10 (P.29)
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal oplichten.
2. Terwijl de Voice naam in het scherm wordt getoond,
gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de gewenste Voice te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert. Om halverwege deze procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit]
knop.
3. Druk nogmaals op de [Others] knop van het gedeelte,
waarvan u het geluid wilt instellen, om de Voice te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht.
U kunt per Voice groep verspringen door de Menu
[ ] [ ] knoppen in te drukken om de Voice te
selecteren. Het geluidsnummer van elke Voice wordt voorafgegaan door een alfabetisch teken A-U (AT-100) of A-V (AT-300) waarmee de geluidsgroep wordt aangegeven, bijvoorbeeld ‘G11 Strings1’.
U kunt ook de toets van het onderdeel dat een veranderde Voice bevat indrukken om de Voice instelling te bevestigen.
Over de Voices, die aan een [Others] knop toegewezen kunnen worden, zie ‘Voice&Rhythm lijst’.
Geluiden selecteren en spelen
29
Geluiden selecteren en spelen

Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ)

Met de Vintage Organ knop, kunt u drie types Vintage orgelgeluiden aan de Upper en Lower gedeeltes toevoegen.
Bovendien, kunt u ook de harmonische balken gebruiken om het geselecteerde geluid naar wens te wijzigen.
De ATELIER voorziet in negen harmonische balken voor de Upper en Lower gedeeltes.
Aan elke harmonische balk is een geluid van een ander footage (toonhoogte) toegewezen, en door deze geluiden te stapelen, kunt u een variëteit aan orgelgeluiden creëren.
Harmonische balk
Door de harmonische balken naar voren of naar achteren (in of uit) te schuiven, kunt u het volume van de verscheidene footages bijstellen.
Het volume kan binnen negen stappen (0-8) worden aangepast. Als een harmonische balk helemaal wordt uitgetrokken (8), is het volume op
zijn luidst. Helemaal ingedrukt (0) is er geen geluid hoorbaar.
8’ is de footage, die de basis toonhoogte van het geluid vormt. Dit is het midden, en het geluid dat u aanpast wordt hier omheen gecreëerd.
Aan elke harmonische balk is een sinusgolf (een reine toonhoogte zonder boventonen) met een verschillende toonhoogte toegewezen, en door deze toonhoogtes te combineren, kunt u een brede reeks geluiden creëren.
30
Loading...
+ 114 hidden pages