PHILIPS MAGIC 3 PRIMO User Manual [nl]

PHILIPS
Beschrijving van het apparaat
1 Netkabel met stekker 2 Documentengeleiders 3 Papiertoevoerklep 4 Papiersteun 5 Hoorn 6 Documentinvoer
Symbolen op het display *
f / F geeft aan of u verzend of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergegeven, dan is de standaardresolutie gekozen.
h is zichtbaar als het geheugen faxen bevat. áéíó geeft verbruik van inktfi lm aan.
7 Bedieningspaneel 8 Afdrukrol 9 Scannerklep 10 Insteekopening voor Plug’n’Print-kaart 11 Voorste inktfi lmvak 12 Achterste inktfi lmvak
* twee regels op apparatuur met SMS-functie
I verschijnt, wanneer u tijdens een gesprek nog een oproep of meerdere oproepen heeft ontvangen (afhankelijk van uw telefoonmaatschappij).
Toekenning van de toetsen
met ingebouwd antwoordapparaat
ON/OFF om het antwoordap-
paraat in- en uit te schakelen REC kort drukken: om een
interne memo op te nemen; drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de uitgaande teksten op te nemen
PLAY om boodschappen weer te geven. Bij deze toets is een knipperlichtje actief wanneer het geheugen nieuwe boodschappen of memo’s bevat. Na het afspe­len van het bericht is de toets ver­licht, totdat het bericht is gewist
HELP/w tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra Hulp-pagina’s; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de automatische installatie van uw fax­toestel en extra apparatuur te starten / afdruk van een “Installatie Hulp”-gids
u om in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te veranderen / beweging op het display
MENU/OK om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen U om de modus te wisselen. Kort drukken: om te kiezen tussen de modi S
en M; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de modus U te se­lecteren
v als dit rode lampje knippert moet u het bericht op het display lezen a kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer; drukken en inge-
drukt houden (twee seconden): om een telefoonnummer op te slaan n kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer; drukken en inge-
drukt houden (2 seconden): om een telefoonnummer op te slaan
alleen bij SMS-functie SMS knippert als het
geheugen nieuwe SMS­berichten bevat. Voor het lezen, afdrukken en verzen­den van SMS-berichten
COPY kort drukken: start het enkelvoudig kopiëren; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): meervoudig kopiëren
START kort drukken: start uw faxtransmissie; drukken en inge- drukt houden (twee seconden): om snel toegang te hebben tot de faxverslagen
FINE f / PHOTO F om met een hogere resolutie te zenden en te kopiëren (f – voor tekst en grafi eken; F – voor foto’s)
STOP om functies te stoppen / document uittrekken C om te wissen
PP kort drukken: om de laatste vijf gekozen nummers te herhalen; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de lijst van bel­lers te bekijken
R kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik samen met een interne tele­fooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstver­lener aanbiedt; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): pauzeren tijdens het kiezen
DIAL / l* om te kiezen met de hoorn op de haak. Bij een toestel met ingebouwd ant­woordapparaat bovendien voor de handen­free-modus
* voor faxtoestellen met ingebouwd antwoord­apparaat
Inhoud
Installeren ................................6
Verpakking ............................................................6
Aansluiting ............................................................6
Inktfi lm..................................................................7
Plaatsen van papier ..............................................8
Papier verwijderen................................................9
Andere apparatuur...............................................9
Installatie Hulp....................................................10
Aansluiting op ISDN..........................................10
Aansluiting op telefooncentrale........................10
Basisinstelling .........................11
HELP-functie......................................................11
Inhoud
Tijd en datum.......................................................11
Nummer invoeren...............................................11
Naam invoeren....................................................11
Correctie...............................................................11
Taal in de display.................................................12
Belsignaaltypes.....................................................12
Volume..................................................................12
Belgedrag ................................13
Klok U ................................................................13
Modus SM instellen ........................................13
Speciale instellingen............................................14
Extern antwoordapparaat..................................14
Telefoon...................................16
Opbellen...............................................................16
Nummer herhalen PP ...................................16
Verkort kiezen n ......................................16
Telefoongids a ..........................................16
Kieslijst .................................................................17
Groep....................................................................17
Handsfree bediening l ....................................17
Nummerweergave...............................................17
SMS W * .................................24
SMS-instellingen..................................................24
Afdrukken van SMS-berichten uitschakelen...24
SMS lezen.............................................................24
SMS verzenden....................................................25
SMS printen .........................................................25
SMS wissen...........................................................25
Overige SMS-functies.........................................26
SMS-ontvangst uitschakelen..............................26
Antwoordapparaat b ** .....27
In- en uitschakelen..............................................27
De meldtekst opnemen......................................27
Opnametijd ..........................................................27
Berichten afl uisteren ...........................................27
Volume bij het afl uisteren..................................27
Bericht wissen......................................................27
Berichten doorsturen..........................................28
Gesprek opnemen...............................................28
VIP-Code .............................................................28
Memo....................................................................28
Afstandsbediening...............................................29
Tips & Trucs ............................30
Verbruiksartikelen ...............................................30
Papierstoring........................................................30
Documentenstoring............................................30
Easylink.................................................................31
Service code .........................................................31
Reiniging...............................................................32
Storingen ..............................................................33
Appendix.................................35
Functielijst............................................................35
Technische specifi caties......................................36
Garantie................................................................37
Index .....................................................................39
4
Faxen & Kopiëren...................19
Documenten invoeren........................................19
Faxen.....................................................................19
Een fax ontvangen..............................................19
Rondzenden.........................................................20
Resolutie...............................................................20
Contrast................................................................20
Verzendrapport – foutrapport ..........................21
Transmissie – Intercontinentalfunctie.............21
Compressie van het formaat .............................21
Faxjournaal...........................................................21
Afroep van faxen.................................................21
Later versturen.....................................................22
Kopiëren...............................................................22
* uitsluitend op apparatuur met SMS-functie ** voor faxtoestellen met ingebouwd antwoord-
apparaat
Veiligheidsin-
structies
Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen.
Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en horizontaal oppervlak staat (geen on­derlegsel zoals tapijten, enz.). Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere apparaten en voorwerpen. Mocht het faxtoestel vallen, dan kan het beschadigd raken en/of men­sen verwonden, vooral kleine kinderen.
Omdat zich een documentenuitvoer aan de voor­zijde van het apparaat bevindt, mogen er geen voorwerpen voor het apparaat worden geplaatst.
Als u een draadloze telefoon samen met uw fax-
toestel wilt aansluiten, houdt u dan ten minste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kun­nen er akoestische storingen optreden.
Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen, schade aan het snoer of aan het faxtoestel).
Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact voor u het faxtoestelopper­vlak schoonmaakt.
Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoon­maakmiddelen (spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen,…).
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het fax­toestel terechtkomen, anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terecht­komen, dient u meteen de stekker uit het stop­contact te halen en het faxtoestel weg te brengen voor een grondig onderzoek.
Zet het apparaat niet in direct zonlicht, in de buurt van een radio- of televisietoestel, verwar­ming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circuleren. Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels, enz. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kus­sens, sofa’s, tapijten of andere zachte oppervlak­ken, omwille van het gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand.
Sluit nooit de telefoon- of de stroomkabel aan in vochtige ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor vochtige omstan­digheden. Raak nooit de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen.
Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van het faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met u uw service center. De behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel.
Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig irriterende vloeistof uitstromen. Ver­mijd huid- en oogcontact.
Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd zijn of waarvan de isolatie beschadigd is, behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de normen EN 60950 of IEC 60950 en mag enkel gebruikt worden op telefoon- en elektrici­teitsaansluitingen die voldoen aan deze normen.
Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere vorm van vocht, dit om het risico op elek­trische schokken of brand te vermijden.
Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kunt uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/of schade aan het toestel.
Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik
meer maken van telefoon of fax. Het faxapparaat is uitsluitend voor gebruik in het
desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoon­maatschappijen aldaar.
Veiligheidsinstructies
5
Installeren
Verpakking
Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden:
1 Handleiding
2 Installatiehulp 3 Papiersteun
4 Hoorn
Nederland
5 Krulsnoer voor hoorn 6 Fax
7 Netsnoer met stekker
8 Telefoonkabel met stekker
1
Installeren
5
België
2
3
De hoorn op de fax
4
Steek een stekker van het spiraalsnoer in de aan­sluiting van de telefoonhoorn en de andere stek­ker in de aansluiting van het apparaat waarbij een telefoonhoorn wordt weergegeven.
6
6
7
8
Aansluiting
Op het telefoonnet
Sluit de telefoonkabel aan op de aansluiting met LINE. Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan.
Netaansluiting
Inktfilm
U kunt alleen documenten ontvangen of kopië­ren als er een inktfi lm in het apparaat is geplaatst. Daarom wordt bij het apparaat een gratis afdruk­rol voor testpagina‘s geleverd.
De symbolen áéíó geven aan, hoeveel van de afdrukrol al is verbruikt.
v U dient uitsluitend de inktfi lmen van PHI-
LIPS te gebruiken!
Inktfilm verwijderen
1 Til de achterste van de twee inktfi lmrollen met
de wijsvingers aan beide kanten uit zijn hou­ders omhoog en plaats hem naar voren tegen de tweede rol aan.
2 Verwijder beide inktfi lmrollen. Ze kunnen
niet opnieuw gebruikt worden.
Op de bijgeleverde Plug’n’Print-kaart worden het verbruik en de afdrukinstelling opgeslagen. Daarom moet bij iedere nieuwe afdrukrol ook een nieuwe Plug’n’Print-kaart worden aan­gebracht. Voor de eerste gratis afdrukrol zijn instellingen in de fabriek vastgelegd. Daarom kan alleen deze afdrukrol zonder Plug’n’Print­kaart worden gebruikt. Als de kaart ontbreekt of niet wordt vervangen, wordt in het display KAart vervangen vermeld.
Is de inktfi lm op, of is er geen inktfi lm aanwe­zig in uw faxapparaat, dan knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display: GEEN INKTFILM.
1 Voor u een nieuwe inktfi lm plaatst, moet u
het papier uit het papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de aanwijzingen op de inkt­fi lmverpakking.
2 Open de fax door het bedieningspaneel voor-
zichtig aan de greep in het midden omhoog te trekken tot dit vastklikt.
Installeren
3 Trek de oude Plug’n’Print-kaart uit de instee-
kopening links van de afdrukrolhouder (alleen de gratis beginrol wordt zonder Plug’n’Print­kaart gebruikt).
Inktfilm invoeren
1 Verwijder voorzichtig de elastiekjes van de
nieuwe inktfi lm. De inktfi lm mag niet worden beschadigd.
7
2 Plaats vervolgens de grote rol in het achterste
inktfi lmcompartiment. Het blauwe tandwiel moet zich aan de rechterzijde bevinden.
3 Neem nu de kleine rol en plaats deze in het
voorste inktfi lmcompartiment. Zorg ervoor, dat het blauwe tandwiel en de pen links in de uitsparing aan de zijkant zijn geplaatst.
4 Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om
hem op te spannen. Zorg ervoor dat de fi lm niet kreukt.
Installeren
6 Sluit het toestel door het bedieningspaneel
naar voren te klappen totdat het vastklikt.
Plaatsen van papier
Voordat u documenten kunt ontvangen of kopi­eren, dient uw faxapparaat van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het volgende papierformaat: standaard A4 – 210 × 297 mm. Het faxtoestel werkt met normaal schrijf- en kopieerpapier en werd geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/m². Hoe gladder het papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw faxtoestel zal zijn.
1 Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene
gleuven achter het papierdoorvoermecha­nisme.
8
5 Maak de nieuwe Plug’n’Print-kaart los en
steek deze in de insteekopening links van de afdrukrolhouder.
2 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens
door het toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel ver­volgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.
3 Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mo-
gelijk naar voren. Voer meerdere A4-vellen
(80 g/m²) in tot aan het eindpunt van het
papierdoorvoermechanisme (maximaal 50
vellen).
Als u via dezelfde aansluiting ook een snoerloos
telefoon met SMS-functie gebruikt, is niet met zekerheid te voorspellen op welk apparaat het SMS-bericht wordt ontvangen. Het SMS-bericht kan niet op beide apparaten worden ontvangen. Probeer de ontvangst van SMS-berichten op de snoerloze telefoon uit te schakelen. Als dat niet mogelijk is, schakelt u de SMS-ontvangst via de fax uit (zie hoofdstuk SMS / SMS-ontvangst uitschakelen).
Indien u met uw fax gebruik wilt maken van spe­ciale aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen.
4 Sluit de papierdoorvoerklep.
Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan
het afdrukken is!
Papier verwijderen
Klap om het papier te verwijderen, de papier­doorvoerklep naar voren, verwijder het papier en sluit de papierdoorvoerklep.
Op hetzelfde telefoonstopcontact
Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op
hetzelfde telefoonstopcontact aansluiten, dan dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten.
Mogelijkheid 1
Installeren
Mogelijkheid 2
Raadpleeg in geval van vastgelopen papier:
Tips & Trucs / Papierstoring.
Andere apparatuur
Behalve uw fax kunt u ook andere telecommu­nicatieapparatuur, zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoordapparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoon­lijn aansluiten.
9
Mogelijkheid 3
Mogelijkheid 4
Aansluiting op telefooncentrale
Telefooncentrales (PABX) worden in het alge­meen gebruikt in grote bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-in­stallaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie) van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare telefoon­net, dient voorafgaand aan de nummerkeuze een code te worden ingetoetst om een buitenlijn te verkrijgen.
1 U kiest functie 15 door op MENU te druk-
ken en vervolgens de cijfers 15 in te toet- sen. Druk op OK.
2 Met u kunt u de modus interne telefoon-
centrale (PABX) kiezen.
PABX: ja
PABX: nee
3 Druk op OK.
Installeren
Installatie Hulp
Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld.
1 Houd HELP/w twee seconden ingedrukt.
Uw faxtoestel zal een pagina afdrukken. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel en volg de aanwijzingen op die op deze pagina staan.
2 Met behulp van de Installatie Hulp en de
toelichting in het display worden de instel­lingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw telefoonnummer en uw naam.
3 Ten slotte vraagt uw apparaat om de tijd en
datum in te voeren. Voer deze in met de cij­fertoetsen en druk vervolgens op OK.
Aansluiting op ISDN
Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.
4 Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de
buitenlijn te krijgen.
Deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven. Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn.
5 Kies met u TEST: JA en druk op
OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn
bereikbaar is. Is dit het geval, dan verschijnt:
TEST OK.
Is dit niet het geval, dan verschijnt:
TEST NIET OK.
U dient nu de gegevens nogmaals in te typen.
Verander het kiestype ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kiesmodus geko­zen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in het display desondanks
TEST NIET OK wis dan het nummer van
de buitenlijn met C.
v Als bij een telefooncentrale R als buitenlijn-
code is opgegeven en er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten.
10
Apparatuur met SMS-functie: analoge toestel-
len moeten geschikt zijn voor SMS.
Basisinstelling
2a Apparatuur met SMS-functie: voer uw naam
in met de lettertoetsen.
Als u een overzicht wilt behouden van de fabrieks-
instellingen van uw faxtoestel, raden wij u aan een functielijst af te drukken alvorens de instellingen te wijzigen. Druk driemaal op MENU.
Als u per ongeluk een verkeerde toets indrukt,
druk dan zo vaak als nodig op STOP om weer naar de oorspronkelijke positie terug te keren. Heeft u een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout met u en C corrigeren.
Als u uw persoonlijke instellingen wilt wissen,
kunt u dit doen aan de hand van functie 45 Service code (zie hoofdstuk Tips en trucs / Service code).
HELP-functie
Druk tweemaal op HELP/w. U krijgt een afdruk met uitleg over het gebruik van de be­langrijkste functies. Op deze Hulp-pagina kunt u ook lezen hoe u nog meer Hulp-pagina’s voor bepaalde functies van het toestel kunt krijgen.
v Bij het invoeren van een naam kunt u + ge-
bruiken om een hoofdletter te maken.
2b Apparatuur zonder SMS-functie: U kunt ook
letters invoeren met de cijfertoetsen (max. 32 tekens). Druk hiervoort op een aantalmaal een cijfertoets todat u de juiste letter heeft, bijvoorbeeld voor C drukt u driemaal 2. Met > springt de cursor één positie naar rechts. De volgende letters en speciale tekens zijn beschikbaar:
Toets Teken
0 spatie . - 0 + ? / : * % ! ( ) [ ] „ 1 1 2 A B C 2 a b c Ä Å Æ Ç ä å æ ç 3 D E F 3 d e f 4 G H I 4 g h i 5 J K L 5 j k l 6 M N O 6 m n o Ñ Ö ñ ö
Tijd en datum
1 Kies functie 12, door op MENU, 12 en
OK te drukken.
2 Voer nu via het toetsenbord de juiste tijd in
(bijvoorbeeld: 09 15 voor 9:15 uur). Het toestel vraagt u dan automatisch de hui-
dige datum in te voeren (bijvoorbeeld: 15
05 04 voor 15 mei 2004).
3 Druk op OK.
Nummer invoeren
1 Kies functie 13, door op MENU, 13 en
OK te drukken.
2 Voer uw telefoonnummer in (bijvoorbeeld:
#31>6151... voor +31 6151...
– gebruik # of * om de “+” te typen, met
> typt u een spatie; max. 20 tekens).
3 Bevestig met OK.
7 P Q R S 7 p q r s 8 T U V 8 t u v Ü ü 9 W X Y Z 9 w x y z
3 Druk ter bevestiging op OK.
Uw naam en uw telefoonnummer worden bo­venaan op elke pagina afgedrukt samen met de datum, de tijd en het paginanummer, wanneer u dit ingeeft in functie 13 en 14.
Correctie
Heeft u in functie 13 of 14 een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout zowel direct corrigeren als ook later. Indien u later cor­recties wilt aanbrengen, dient u de functies voor het intoetsen van nummers of namen opnieuw te kiezen.
Plaats de cursor met u onder het teken dat u wilt wissen. Druk op C. Het teken wordt gewist.
Als u lang op C drukt (twee seconden), worden
alle tekens gewist. Druk ter bevestiging op OK.
Basisinstelling
Naam invoeren
1 Kies functie 14 door op MENU, 14 en
OK te drukken.
11
Taal in de display
1 Druk op MENU, 11 en vervolgens OK.
2 Maak met behulp van u een keuze uit de
mogelijke talen.
3 Druk ter bevestiging op OK.
Belsignaaltypes
U kunt uit tien verschillene belsignalen kiezen:
1 Druk op MENU, 35 en vervolgens op
OK.
2 Kies met 0 tot en met 9 het gewenste sig-
naal.
3 Druk ter bevestiging op OK.
Volume
Belsignaal
Basisinstelling
Het volume van het belsignaal kan in de wacht­stand of tijdens het rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume is verschil­lend voor de modi S en M (zie hoofdstuk
Belgedrag).
1 Met u verschijnt de huidige instelling ge-
durende drie seconden.
2 Regel de geluidssterkte nu door opnieuw op
u te drukken, net zolang totdat u de ge-
wenste geluidssterkte heeft verkregen.
Luidspreker
Om het volume van de luidspreker te wijzigen, druk op DIAL (zonder ingebouwd antwoord­apparaat) of l (met ingebouwd antwoordap- paraat).
1 Druk op DIAL / l.
2 U kunt het volume veranderen, door u te
drukken.
3 Sluit af met STOP.
12
Belgedrag
Modus SM instellen
De ingebouwde faxschakelaar maakt het mogelijk te telefoneren of faxen op een enkele telefoon­aansluiting met gebruik van extra apparatuur. De faxschakelaar scheidt faxen en telefoongesprek­ken. Hij kan bijvoorbeeld faxen stil ontvangen, zonder belsignaal, zodat u niet gestoord wordt.
Met de functies voor overdag S en ‘s nachts M kunt u zelf instellen hoe vaak het apparaat moet overgaan, voordat een faxbericht wordt ontvangen of het antwoordapparaat wordt in­geschakeld.
Door de klokfunctie U kan uw faxapparaat zelf automatisch kiezen voor de S en Mmodus.
Klok U
De ingebouwde klok U maakt onderscheid tussen dag S en nacht M. Met de standaardin­stellingen gaat de fax overdag over, zowel voor faxberichten als telefoongesprekken. s Nachts
(van 22:00 tot 6:00 uur) worden faxen ontvangen zonder signaal en bij een telefoonoproep klinkt het faxapparaat met een verminderde geluids­sterkte.
Als u het symbool U ziet, is de klok ingeschakeld. Voor het in- of uitschakelen van de klok houdt u
de U toets twee seconden ingedrukt.
Wanneer u de tijden waarop het apparaat om­schakelt van dag S naar nacht M wilt wijzigen:
1 Selecteert u functie 33. Druk hiervoor op
MENU, 33 en OK.
2 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automa-
tisch moet omschakelen naar S (bijvoor- beeld: 08 00 voor 8:00 uur) en beves­tigen met OK.
met ingebouwd antwoordapparaat
Menuonderdeel Instelmogelijkheden
BEL ant. app.: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
5/2
BELLEN FAX: 0, 1, 2, 3, 4, 5,
ONTVANGST HanDM.
BELVOLUME: ZACHT, miDDel,
luID
MEELUISTEREN: aAN, UIT
1 Kies functie 31 (Dag), door eerst op MENU,
dan 31 en OK drukken.
2 Kies met u, hoe vaak de fax moet rin-
kelen voordat het antwoordapparaat wordt ingeschakeld. BEL ANT.APP.:5/2
3 Bevestig dit met OK.
4 Voer het aantal belsignalen in waarna de fax
opneemt en faxberichten scheidt van tele­foongesprekken. Bij een faxbericht wordt de fax ingeschakeld voor ontvangst. Bij een gesprekssignaal blijft het apparaat over­gaan bellen fax: 5
5 Bevestig dit met OK. 6 Met u stelt u in hoe luid het toestel bij
ontvangst van een oproep moet rinkelen. Druk op OK. BELVOLUME: LUID
7 Als u wilt kunnen meeluisteren wanneer
een beller een bericht inspreekt, kiest u met
u MEELUISTEREN: AAN, uit
8 Bevestig dit met OK. 9 Als u ook de modus M wilt instellen, kiest u
functie 32 (MENU 32 OK) en herhaalt u stappen 2 t/m 8.
Belgedrag
3 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automa-
tisch moet omschakelen naar M (bijvoorbeeld:
23 30 voor 23:30 uur) en bevestigen
met OK.
zonder ingebouwd antwoordapparaat
Menuonderdeel Instelmogelijkheden
BELLEN TOTAAL: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,7 BELLEN FAX: 0, 1, 2, 3, 4, 5,
ONTVANGST HanDM.
BELVOLUME: ZACHT, miDDel,
luID
1 Kies functie 31 (Dag), door eerst op MENU,
dan 31 en OK drukken.
13
2 Stel met u het aantal belsignalen in
waarna de fax overschakelt op ontvangst van faxberichten wanneer nog niet is opgeno­men. bellen totaal: 5
3 Bevestig dit met OK.
4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de
faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van telefoongesprekken moet scheiden. Bij een faxbericht wordt de fax ingeschakeld voor ontvangst. Bij een telefoonsignaal blijft het apparaat overgaan. bellen FAX: 5
5 Bevestig dit met OK.
v Gesprekken kunnen bij deze instelling
derhalve ook niet door een eventueel aan­gesloten extern antwoordapparaat worden beantwoord.
Handmatige faxontvangst
Als u ONTVANGST HanDM. instelt, worden fax-
berichten niet automatisch door de fax ontvan­gen, maar pas nadat u de ontvangst zelf activeert. Neem de hoorn op en druk op START. Dit kan nuttig zijn als u faxen bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt ontvangen.
Belgedrag
6 Met u stelt u in hoe luid het toestel
bij ontvangst van een oproep moet rinke­len. BELVOLUME: LUID
7 Bevestig dit met OK. Als u ook de modus
M (nacht) wilt instellen, kiest u functie 32 (MENU 32 OK) en herhaalt u stappen 2
t/m 6.
Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mo-
gelijk in beide gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt 2 en 4). Stel beide aantallen in op een waarde lager dan vijf.
Andere telefoons gaan slechts zo lang over als
met BELLEN FAX is ingesteld.
Speciale instellingen
Stille faxontvangst
Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat het
faxapparaat eerst rinkelt, moet u het aantal belsig­nalen bij BELLEN FAX op nul (0) zetten.
Volledig stille werking $
Deze optie is alleen zinvol bij toestellen met in­gebouwd antwoordapparaat. Als u bijvoorbeeld ’s nachts niet gestoord wilt worden door binnenko­mende gesprekken of faxen, kunt u beide belsig­nalen (bel.ant.app. en bellen fax) op nul (0) zetten. Faxen worden dan stil ontvangen en gesprekken worden direct door het antwoord­apparaat beantwoord, vooropgesteld dat u het antwoordapparaat hebt ingeschakeld.
Spaarmodus (alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
Als u bij bel.ant.app.: optie 5/2 kiest,
wordt het antwoordapparaat niet na vijf maar al na twee belsignalen automatisch ingeschakeld wanneer u een nieuw telefoonbericht ontvangt.
Via de toegang op afstand heeft u daardoor de
mogelijkheid na te gaan of er nieuwe berichten op uw antwoordapparaat zijn ingesproken, zon­der dat u daarbij telefoonkosten maakt (wanneer uw antwoordapparaat al na twee belsignalen in­schakelt, weet u meteen dat er nieuwe berichten zijn ingesproken). Nadat u uw nieuwe berichten hebt afgeluisterd, schakelt het antwoordapparaat de volgende keer weer na vijf belsignalen in.
Extern antwoordapparaat
Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere appara­tuur.
Een extern antwoordapparaat werkt het best wanneer u dit instelt op één of twee keer rinkelen. Om te voorkomen dat oproepen door de faxscha­kelaar automatisch worden overgenomen, dient u bij bellen fax en bellen totaaL een aantal in te stellen dat ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw externe antwoordapparaat.
Als u het externe antwoordapparaat hebt uitge-
schakeld, worden oproepen automatisch door de faxschakelaar aangenomen (zie hoofdstuk Modus
SM instellen).
14
Bij toestellen zonder ingebouwd antwoordappa­raat is de faxschakelaar bij deze instelling uitge­schakeld. Dat wil zeggen dat het apparaat direct overschakelt op faxontvangst en niet rinkelt wan­neer er een gesprek binnenkomt (de beller hoort een pieptoon).
Instellings voorbeeld:
Bellen extern antwoordapparaat: 2
bellen FAX 4 bellen totaal 4
Tips:
De meldtekst van uw antwoordapparaat mag niet langer dan tien seconden zijn.
Gebruik geen muziek in de meldtekst.
Als uw faxapparaat problemen heeft met het her-
kennen van oude faxapparaten die geen herken­ningssignaal vooruitsturen, zoals gebruikelijk bij nieuwere apparaten, moet u er in de meldtekst op wijzen dat de beller de faxontvangst kan starten door eerst op de toetsen * en 5 te drukken en vervolgens op START.
Mocht de automatische faxontvangst niet mo­gelijk zijn, dan kunt u de ontvangst handmatig starten door op START te drukken.
Als uw antwoordapparaat over een “spaarfunctie”
beschikt (dat wil zeggen, een functie waarbij het aantal belsignalen verandert zodra er nieuwe be­richten zijn ingesproken), dan kunt u deze functie het beste uitschakelen.
Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet alleen de binnengekomen berichten, maar ook faxop­roepen telt.
Bedenk dat de code voor het starten van de fax­ontvangst vanaf een andere telefoon (fabrieksin­stelling * en 5) niet dezelfde is als die voor toegang op afstand om na te gaan of er nieuwe berichten zijn ingesproken. Indien noodzakelijk kan de code in functie 34 worden gewijzigd (zie paragraaf Tips & Trucs / Easylink).
Belgedrag
Als uw antwoordapparaat de oproep aanneemt,
maar uw faxtoestel niet stopt met rinkelen, probeer dan het antwoordapparaat serieel te installeren door het bijvoorbeeld op het EXT.- aansluitpunt van uw faxtoestel of op een serieel telefoonstopcontact aan te sluiten (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur).
Als uw antwoordapparaat geen oproepen kan
aannemen, dan zal uw faxtoestel na het bij bellen totaal ingestelde aantal belsignalen automatisch met de faxontvangst beginnen.
Registreert uw externe antwoordapparaat fax­signalen terwijl uw faxtoestel geen faxen kan ontvangen, dan dient u de aansluiting van uw externe antwoordapparaat te controleren. Sluit het externe antwoordapparaat op het EXT.-aan- sluitpunt of op een serieel telefoonstopcontact aan (zie hoofdstuk Installeren / Andere ap­paratuur).
15
Telefoon
Opbellen
1 Kies het gewenste nummer.
2 Neem de hoorn van de haak.
Wanneer u bij een opgelegde hoorn wilt kiezen,
drukt u op DIAL / l. Een verkeerd ingetoetst cijfer kunt u wissen
met de toets C voordat u de hoorn opneemt. Met R kunt u gebruik maken van veel nieuwe
telecom-diensten (wisselgesprek etc.). Voor verdere informatie verwijzen wij u naar uw telefoonmaatschappij.
Verkort kiezen gebruiken
1 Druk op n en kies daarna een nummer
tussen 0 en 9. De opgeslagen naam of het telefoonnummerwordt op het display weerge­geven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
2 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u
een fax wilt verzenden, druk op START.
Invoer verbeteren
1 Druk op n en kies met de cijfertoetsen
het nummer dat u wilt wijzigen.
2 Druk twee seconden op n. Met u
kunt u het foutieve teken selecteren.
3 Druk op C. Het teken links van de cursor
wordt gewist.
Telefoon
Nummer herhalen PP
U kunt de vijf laatst gekozen nummers opnieuw kiezen door op PP te drukken.
1 Druk op PP.
2 Druk op u, tot het gewenste nummer op
het display wordt weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
3 Neem de hoorn van de haak.
Met PP, u en C kunt u nummers uit het herkiesgeheugen wissen. Bevestig met OK.
Verkort kiezen n
Voor nummers die u vaak moet kiezen heeft u op
uw fax verkort kies-toetsen.
Nummers opslaan
1 Druk twee seconden op n.
2 Kies een nummer tussen 0 - 9.
4 Typ het juiste teken en bevestig de invoer met
OK.
Invoer wissen
1 Druk op n en kies daarna een nummer
tussen 0 en 9. De opgeslagen naam of het telefoonnummer of e-mailadres wordt op het display weergegeven.
2 Druk op C. Met u bepaalt u of u de in-
voer werkelijk wilt wissen.
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voe-
ren.
Telefoongids a
Het geheugen van de fax kan in de uitvoering zonder antwoordapparaat ongeveer 50 nummers en namen en in de uitvoering met antwoordappa­raat ongeveer 200 nummers en namen bevatten. Hoeveel nummers en namen u precies kunt op­slaan, is afhankelijk van de lengte van de gegevens die u invoert.
16
3 Voer uw naam met behulp van de cijfertoet-
sen in. Met > springt de cursor één positie naar rechts. Daarna drukt u op OK.
4 Toets het telefoonnummer in dat u wilt pro-
grammeren, en druk op OK.
Nummers opslaan
1 Druk twee seconden op a.
2 Voer uw naam met behulp van de cijfertoet-
sen in. Met > springt de cursor één positie naar rechts. Druk daarna op OK.
3 Voer een telefoonnummer in en bevestig dit
met OK.
Ook tijdens een telefoongesprek kunt u num­mers opslaan.
Telefoongids gebruiken
1 Druk op a. Blader met u of met de
letters van de cijfertoetsen door de lijst. De opgeslagen naam of het opgeslagen telefoon­nummer wordt op het display weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te bren­gen. Bevestig met OK.
2 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u
een fax wilt verzenden, druk op START.
Invoer verbeteren
5 Het opgeslagen nummer verschijnt in het dis-
play. Ga door tot alle gewenste nummers in de groep zijn opgeslagen. Om de invoer af te sluiten drukt u op STOP.
Groep doorzoeken
1 Om alle nummers in een groep te bekijken
roept u functie 46 op en selecteert u met
u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op
OK.
2 Selecteer m.b.v. u BEKIJKEN? en be-
vestig met OK.
Roep de gewenste invoer op (met a en
u) en druk vervolgens twee seconden lang
op a. Met u kunt u het foutieve teken selecteren. Druk op C. Het foutieve teken wordt gewist. Bevestig met OK.
Invoer wissen
Roep de gewenste invoer op (met a en
u) en druk vervolgens op C. Kies met u
het ingevoerde nummer dat u wilt wissen. Beves­tig met OK.
Kieslijst
Selecteer functie 44 (druk op MENU, 44 en OK) om een afdruk te maken van de door u op-
geslagen nummers.
Groep
U kunt meerdere nummers uit uw telefoongids in groepen samenvoegen, bijv. om een fax aan meerdere personen tegelijkertijd te zenden.
Groep samenstellen
1 Selecteer functie 46 door op MENU, 46
en OK te drukken.
3 Met u kunt u ingevoerde nummers be-
kijken. Om de groep te verlaten drukt u op
STOP.
Nummer of gehele groep wissen
1 Roep functie 46 op en selecteer met u de
gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK.
2 Selecteer m.b.v. u VERWIJDEREN? en
bevestig met OK.
3 Selecteer met u een nummer of de gehele
groep die u wilt wissen en druk op C. Selec­teer met u of u de nummer of de gehele groep daadwerkelijk wilt wissen. Bevestig met OK. Druk op STOP om de functie te verla­ten.
Handsfree bediening l
(alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
U kunt telefoneren zonder de hoorn te gebruiken of ook verschillende personen in dezelfde ruimte aan het gesprek laten deelnemen. Druk daartoe na het kiezen of tijdens een gesprek op l en leg de hoorn neer. Microfoon en luidspreker worden geactiveerd.
Telefoon
2 Selecteer m.b.v. u een groep van 1 tot 5
en druk op OK.
3 Selecteer m.b.v. u TOEVOEGEN? en be-
vestig met OK.
4 Alle onder de verkort kiezen nummers en in
de telefoongids opgeslagen nummers worden
weergegeven. Selecteer met u het num-
mer dat u wilt opslaan en bevestig dit met
OK.
Nummerweergave
(alleen in Nederland)
Uw faxapparaat beschikt over de mogelijkheid de telefoonnummer van de beller aan te geven, nog vóór u de hoorn opneemt. Of u deze functie daadwerkelijk kunt gebruiken, hangt af van uw telefoonmaatschappij.
Wanneer u een oproep heeft ontvangen, verschijnt
het symbool I op het display. De telefoonnum­mers van de laatste 10 ontvangen oproepen wor­den opgenomen in de lijst van bellers.
17
Telefoon
1 Druk op PP twee seconden lang ingedrukt.
2 Met u kunt u door de lijst bladeren.
Nieuwe oproepmeldingen worden voorzien van “*”.
3 Om de getoonde abonnee terug te bellen,
hoeft u slechts de hoorn van de haak te ne­men.
Om een ingevoerd nummer te wissen, drukt u op C. Maak uw keuze met u en bevestig dit met OK.
Als u in functie 31 of 32 bellen fax op
nul (0) heeft ingesteld, kan het telefoonnum- mer niet op uw externe telefoon worden weer­gegeven.
18
Faxen & Kopiëren
Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart, donkerblauw, geen geel, oranje och lichtgroen).
Hieronder vindt u de meest voorkomende oor­zaken van storingen tijdens het faxen van docu­menten:
v Plaats geen pagina’ s in de documentenin-
voer ...
2 Neem de documenten (maximaal 10 zijden)
en plaats de vellen losjes met de bedrukte zij­de naar voren, in de documentdoorvoergleuf.
... die nat of met correctievloeistof bedekt
zijn; die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben.
... die met een zacht potlood, verf, krijt of
koolstift beschreven zijn. ... van kranten (drukinkt). ... met paperclips of nietjes! Verwijder deze
vóór het versturen. ... die verkreukeld of gescheurd zijn. ... die met plakband of met lijm aan elkaar
geplakt zijn, waarop zelfklevers werden be-
vestigt zoals “Post-It
of te dik zijn.
Documenten die kleiner zijn dan de opgegeven afmetingen kunnen vastlopen in het toestel.
®
” notes, of die te dun
Documenten invoeren
1 Om te vermijden dat meerdere pagina’ s in-
eens worden doorgevoerd, waaiert u eerst de vellen en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak.
3 Verschuif de documentinvoer zodat deze te-
gen het document aankomt.
Raadpleeg in geval van vastglopen documen­ten: Tips & Trucs / Documentenstoring.
Faxen
1 Kies het gewenste nummer.
2 U kunt een hogere resolutie kiezen met
FINE/PHOTO.
3 Druk op START.
De transmissie begint. Als de verbinding niet meteen tot stand kan worden gebracht, wordt hetzelfde nummer na enige tijd automatisch op­nieuw gekozen.
Als u de verzending wilt afbreken, drukt u op
STOP.
Een fax ontvangen
Wanneer de instellingen door de faxschakelaar
niet worden gewijzigd, dan worden faxen auto­matisch ontvangen.
Wanneer u de hoorn opneemt van het faxappa-
raat en hoort dat het om een fax gaat, drukt u op
START en legt u de hoorn weer neer.
Faxen & Kopiëren
19
Bij een extra telefoon
Wanneer u een extra aangesloten telefoon op­neemt en merkt dat het om een fax gaat, drukt u op *5 en legt u de hoorn weer neer. Het faxapparaat ontvangt dan de fax.
Fax ontvangen zonder papier
Is de papierinvoer leeg of de inktfi lm opgebruikt, dan wordt een inkomend faxbericht in het geheu­gen geplaatst (de geheugencapaciteit bedraagt in uitvoeringen zonder antwoordapparaat ongeveer
15 pagina‘s en in uitvoeringen met antwoordap-
paraat ongeveer 50 pagina‘s Slerexe-Letter). Als het geheugen documenten bevat, wordt het sym­bool h in het display weergegeven. Nadat papier en/of een inktfi lm is aangebracht, drukt de fax automatisch alle opgeslagen documenten af.
5 Druk op START om het document te ver-
zenden.
Het document wordt op volgorde naar alle inge­voerde personen verzonden.
Aan een groep rondzenden
Naast de functie 25 kunt u ook met functie 46 (zie het hoofdstuk Telefoon/Groep) faxen aan een groep verzenden. De ontvangerlijst kan ech­ter niet meer worden gewijzigd in functie 46!
1 Neem de documenten (maximaal 10 zijden)
en plaats de vellen losjes met de bedrukte zij­de naar voren, in de documentdoorvoergleuf.
2 Roep functie 46 op (druk op MENU, 46
en OK) en selecteer met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK.
Als een fax volledig werd afgedrukt, wordt ze
1 Leg het document met de bedrukte zijde naar
Faxen & Kopiëren
4 Wanneer u de gewenste nummers heeft inge-
automatisch uit het geheugen gewist. Als het af­drukproces onderbroken wordt, blijven alle faxen die niet volledig werden afgedrukt bewaard in het geheugen. Wanneer het geheugen vol is, kun­nen er geen pagina’ s meer worden opgenomen. Het rood indicatielampje v knippert en op het display wordt de volgende melding weergegeven: GEHEUGEN VOl.
Rondzenden
Deze functie is met name erg handig wanneer u dezelfde fax aan meerdere personen wilt sturen (rondschrijven).
boven in de documenteninvoer. Druk, voor­dat de verbinding tot stand wordt gebracht, op FINE/PHOTO, als u een betere beeld- kwaliteit wilt kiezen.
2 Druk op MENU, 25 en vervolgens op
OK. Het in de invoer geplaatste document
wordt automatisch gescand en in het geheu-
gen opgeslagen.
3 U heeft de volgende mogelijkheden om num-
mers in de ontvangerlijst in te voeren: voer ze in met het numerieke toetsenbord of selecteer een nummer/groep uit de telefoongids door op a en u te drukken.
voerd, drukt u op OK. De nummers worden
in de ontvangerlijst ingevoerd. Daarna kunt u nog meer nummers aan de lijst toevoegen, totdat u maximaal 25 ontvangers hebt inge-
voerd.
3 Selecteer met u FAX VERZENDEN?
en druk op START. Het document wordt op volgorde naar alle ingevoerde personen verzonden.
Mocht verzending naar een van de ontvangers niet mogelijk zijn, dan gaat uw toestel verder met de eerstvolgende in de lijst en doet ten slotte nog een poging tot verzending naar het desbetreffende nummer. Na de verzending wordt automatisch een verzendbericht afge­drukt.
Resolutie
Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbeteren, hebt u verder de beschikking over de opties FINE f (voor klein gedrukte teksten of tekeningen) en PHOTO F (voor foto’s en afbeeldingen). Met de toets FINE/PHOTO kunt u voor een van deze mogelijkheden kiezen. De gekozen optie wordt door een symbool op het display gemarkeerd. Na verzending van de fax of na 40 seconden, als de documentinvoer­opening geen documenten bevat, wordt de stan­daard-resolutie weer actief. De overdracht van documenten duurt langer in de modus FINE of de modus PHOTO.
Contrast
In functie 47 kunt u de contrastkwaliteit (helder­heid) voor zowel te kopiëren als te verzenden do­cumenten instellen, bijvoorbeeld donkere foto’s of formulieren op gekleurd papier.
1 Druk op MENU, 47 en OK.
20
2 Met u kunt u uit drie mogelijkheden kie-
zen:
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
CONTRAST: LAAG
CONTRAST: MIDDEL
CONTRAST: HOOG
3 Bevestig uw keuze met OK.
Verzendrapport – foutrapport
Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzendrapport afdrukken, waarmee de ont­vangst van uw document wordt bevestigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt u hiervan een foutrapport. U kunt het afdrukken van het verzendrapport in- en uitschakelen, een foutrap­port wordt echter altijd afgedrukt.
1 Druk op MENU, 28 en OK.
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
Transmissie – Intercontinentalfunctie
Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid au­tomatisch aan de kwaliteit van de desbetreffende telefoonlijn aan. Met name bij verzending naar andere werelddelen kan dit proces meer tijd in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit van de lijn slecht is, dan kunt u in functie 21 al bij voor­baat een langzamere overdrachtssnelheid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die met de au­tomatische aanpassing gepaard zouden gaan, te besparen.
1 Druk op MENU, 21 en OK.
Faxjournaal
Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ont­vangen en verzonden faxen.
1 Druk op MENU, 27 en OK.
2 Kies met u of en wanneer het faxjour-
naal wordt afgedrukt (na elke verzending of na tien geslaagde transmissies).
3 Bevestig met OK.
Afroep van faxen
Met behulp van deze functie kunnen documen­ten worden opgehaald die in de gebelde fax klaar­liggen voor verzending.
Snel afroepen
1 Kies bij opgelegde hoorn het gewenste num-
mer.
2 Houd START lang ingedrukt. 3 Als u ook een subadres of een code wilt in-
voeren (zie hiertoe ook de volgende paragraaf Oproepen met code), voert u eerst het tele­foonnummer in en sluit dit af met R.
Sluit hier het gewenste subadres of de code direct op aan en houd vervolgens START lang inge- drukt. (bijvoorbeeld: 12345 R 17 R Code of 12345 RR Code).
Afroepen met code
Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om
de op te halen documenten te beschermen tegen onbevoegde toegang, doet u het volgende:
2 Kies met u een langzamere overdrachts-
snelheid.
3 Bevestig dit met OK.
Compressie van het formaat
Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen die iets langer dan het A4-formaat zijn toch op 1 pagina afgedrukt worden, worden deze pagina’ s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet wilt, dan kunt u de verkleining in functie 29 uitschakelen:
1 Druk op MENU, 29 en OK.
1 Druk op MENU, 22 en vervolgens op
OK. 2 Voer de code in en druk op OK. 3 Voer vervolgens het te kiezen nummer in en
druk op START. Als dit niet mogelijk is, dan
kunt u de desbetreffende faxen handmatig
ophalen door op DIAL / l te drukken, het
faxnummer te kiezen en op START te druk-
ken.
Verzenden op afroep
U kunt een document klaar zetten om het vanuit uw fax op afroep te laten verzenden.
Faxen & Kopiëren
21
1 Plaats het document in de documentenin-
voer.
2 Wilt u het document tegen onbevoegd ge-
bruik beschermen, voer een code in:
Druk op MENU, 23, vervolgens op OK.
Voer een code van maximaal 20 tekens in en
druk ter bevestiging op OK. Iemand aan wie u de code heeft meegedeeld, kan het document nu ophalen. U kunt echter nog wel telefoongesprek­ken voeren wanneer deze functie is geactiveerd.
2 Druk op OK en voer het document in.
3 Toets het gewenste faxnummer in en druk
vervolgens op START.
4 Het faxapparaat is nu gereed voor verzending.
U kunt echter nog steeds telefoongesprekken voeren.
5 Als u het geplaatste document verwijdert, is
het apparaat niet langer gereed voor verzen­ding.
Als u gebruik wilt maken van goedkopere tarie-
Faxen & Kopiëren
1 Druk op MENU, 24 en vervolgens op
3 Zodra u het document verwijdert, wordt de
werking onderbroken.
De oproepcodering werkt volgens de inter­nationale ITU-standaard. Er zijn echter ook fabrikanten die andere coderingen gebruiken en daarom niet compatibel zijn.
Als u faxdocumenten naar faxdatabanken wilt
sturen of daaruit wilt oproepen, dan kunt u bij sommige databanken het subadres direct aan het telefoonnummer toevoegen. Zo spaart u telefoonkosten. Geef eerst het telefoonnum­mer van de databank in en sluit af met R. Voeg dan het gewenste subadres eraan toe. Indien u niet zeker weet, of uw faxoproepdienst subadressen accepteert, neem dan contact op met uw afroepdienstaanbieder.
Later versturen
ven of als de ontvangende fax alleen op bepaalde tijden bereikbaar is, dan kunt u uw fax op een in te stellen tijdstip automatisch het bericht laten verzenden (binnen een tijdsbestek van 24 uur).
OK. Voer het tijdstip in waarop het document
moet worden verzonden.
Kopiëren
U kunt uw faxtoestel gebruiken om een origineel op papier te kopiëren. Standaard is resolutie f ingesteld. U kunt ook resolutie F selecteren (zie hoofdstuk Resolutie).
1 Houd de eerste pagina van het document met
de tekst naar voren. U kunt maximaal 10 pagi­na’s tegelijk invoeren.
2 Kies de gewenste resolutie door te drukken
op FINE/PHOTO.
a Als u het origineel slechts één keer wilt kopi-
eren, drukt u op COPY. Het toestel begint direct met kopiëren.
b Als u het origineel meer dan één keer wilt
kopiëren, drukt u lang op (minstens twee se­conden) COPY:
22
Op het display wordt het aantal kopieën weer-
gegeven. Als u dit aantal wilt veranderen, geeft u het gewenste aantal via het numerieke toet­senbord in (maximaal 15). Druk op COPY.
3 Kies of u het document verkleind of vergroot
wilt kopiëren.
Hiervoor kunt u de volgende opties gebrui-
ken:
VERGROTEN:200
VERGROTEN:150
ZOOM NORMAAL:1:1
VERKLEINEN:75
VERKLEINEN:50
4 Kies met u de gewenste optie en bevestig
uw keuze met OK.
Het toestel leest de eerste pagina van het
document in het geheugen in en begint te kopiëren. Automatisch sorteren is derhalve niet mogelijk!
U kunt het kopieerproces onderbreken door
op STOP te drukken.
Als zich een papierstoring voordoet, de inkt­fi lm op is of er geen geheugenruimte meer
beschikbaar is, wordt het kopieerproces auto­matisch afgebroken.
Raadpleeg in geval van vastglopen documen­ten: Tips & Trucs / Documentenstoring.
Faxen & Kopiëren
23
SMS W
(uitsluitend op apparatuur met SMS­functie)
U kunt met uw apparaat SMS (Short Message Service) -berichten verzenden en ontvangen. Af­hankelijk van het land en het netwerk is de fax vooraf ingesteld op het gebruik van SMS-dien­sten.
SMS
Als u SMS-berichten wilt verzenden en ontvangen, moet de functie voor telefoon­nummerherkenning (CLIP) voor uw tele­foonaansluiting zijn geactiveerd.
Controleer of deze functie voor uw aan­sluiting is geactiveerd.
Als u een SMS-bericht wilt verzenden, moet het telefoonnummer van een SMS­aanbieder (SMS-centrale) in de fax zijn ingevoerd.
Informeer bij uw dienstenaanbieder:
Het verzendnummer en het ontvangstnummer zijn verplicht als u ge­bruik wilt maken van SMS-diensten. In veel lan­den is het toegestaan hiervoor hetzelfde nummer te gebruiken.
Afdrukken van SMS­berichten uitschakelen
1 Druk op MENU, kies 64 en druk vier
maal op OK.
2 Kies met u of u binnengekomen SMS-
berichten automatisch wilt afdrukken of niet: SMS printen: ja, nee.
3 Druk ter bevestiging op OK.
v Als de fax is aangesloten op een centrale
(PABX), kan het zijn dat u geen gebruik
kunt maken van SMS-diensten. Neem hierover contact op met de beheerder of
fabrikant van de centrale.
wat de tarieven zijn voor het verzenden en eventueel ontvangen van een SMS-bericht,
naar welke mobiele-telefoonaanbieders u SMS-berichten kunt verzenden en van welke u SMS-berichten kunt ontvangen, en
welke functies uw SMS-dienstaanbieder u biedt.
SMS-instellingen
De fax is vooraf ingesteld op het gebruik van SMS-diensten. Als u toch problemen hebt, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij.
U kunt de SMS-aanbieder wisselen of een tweede aanbieder instellen.
1 Druk op MENU, 64 en OK.
2 U ziet nu de huidige aanbieder. Kies met
u tussen SMS cENTRALE: 1 of 2.
3 Druk ter bevestiging op OK.
4 Toets het verzendnummer in. Druk ter
bevestiging op OK.
5 Toets het ontvangstnummer in. Druk ter
bevestiging op OK.
SMS lezen
Als u een SMS-bericht ontvangt, hoort u een
pieptoon. Het bericht wordt opgeslagen en au­tomatisch afgedrukt. U kunt de automatische afdruk ook uitschakelen (zie Afdrukken van SMS­berichten uitschakelen).
Het SMS-toets knippert bij ontvangst van een nieuw SMS-bericht en op het display verschijnt een W en het aantal nieuwe SMS-berichten. U kunt ontvangen SMS-berichten via het display lezen:
1 Druk op de toets SMS.
2 Kies met u de optie SMS LEzEN. 3 Druk op OK.
4 U ziet het nummer en de datum en tijdstip
van het laatste bericht. Berichten die u nog niet hebt gelezen, zijn met een sterretje ge­markeerd. Selecteer met u het gewenste SMS-bericht en druk op OK.
5 De tekst van het SMS-bericht verschijnt. U
kunt met u door het bericht gaan. Als u de toets u ingedrukt houdt, verplaatst het invoegpunt zich van het begin tot het einde van het SMS-bericht.
24
Met OK en u kunt u een van de talrijke opties kiezen (zie Overige SMS-functies).
Druk op COPY en OK als u het bericht wilt afdrukken.
6 Met STOP keert u terug naar de lijst met bin-
nengekomen SMS-berichten.
U kunt SMS-berichten ook lezen door ach-
tereenvolgens op MENU, 62 en OK te drukken.
SMS verzenden
1 Druk op de toets SMS.
2 Kies met u de optie SMS verzENDEN. 3 Druk op OK.
4 Op het display verschijnt het woord TEksT:.
Toets de gewenste tekst met de lettertoetsen
in (maximaal 160 tekens). Als in het bericht getallen voorkomen, voert u deze in met de cijfertoetsen. U kunt de vijf laatst geschreven SMS-berichten als voorbeeld gebruiken. Druk op PP totdat u het gewenste bericht ziet.
Met u verplaatst u het invoegpunt door de ingevoerde tekst of het ingevoerde num­mer. Als u de toets u lang indrukt, gaat het invoegpunt van het begin tot het einde van de tekst of het nummer.
Met C. wist u het teken links van het invoeg­punt. Als u de hele invoer wilt wissen, houdt u C. ingedrukt (twee seconden).
U kunt SMS-berichten ook verzenden door achtereenvolgens op MENU, 61 en OK te drukken.
SMS printen
1 Druk op de toets SMS.
2 Kies met u de optie SMS printen. 3 Druk op OK.
4 Kies met u welk SMS-bericht u wilt af-
drukken:
printen: alles
printen: inbox printen: nieuw
SMS
v Druk op de toets HELP/w als u wilt
controleren hoeveel tekens u nog kunt invoeren.
5 Druk op COPY als u het bericht wilt afdruk-
ken. Druk ter bevestiging op OK.
6 Toets het nummer van de ontvanger in. Druk
op OK.
U kunt ook een nummer uit het telefoonboek a en de verkort kiezen n gebruiken
of via Nummerherhaling PP een nummer kiezen.
7 U kunt maximaal vijf ontvangers intoetsen.
Druk voor elk nummer ter bevestiging op
OK. Druk ten slotte op SMS.
8 Het SMS-bericht wordt verzonden.
5 Druk op OK. De SMS-berichten worden af-
gedrukt.
U kunt SMS-berichten ook afdrukken door achtereenvolgens op MENU, 63 en OK te drukken.
SMS wissen
SMS-berichten die u al gelezen hebt, kunt u wis­sen. Hiermee maakt u geheugen vrij voor nieuwe berichten.
1 Druk op de toets SMS.
2 Kies met u de optie SMS LEzEN. 3 Druk op OK.
4 De opgeslagen SMS-berichten worden weer-
gegeven. Kies met u het gewenste SMS­bericht.
5 Druk op C. 6 Kies met u
wissen: JA wissen: NEe wissen: ALL
7 Druk ter bevestiging op OK.
25
Overige SMS-functies
1 Als u tijdens het lezen van een SMS-bericht
SMS
SMS printen Hiermee drukt u
terug Hiermee gaat u
sms doorsturen Hiermee stuurt u het
sms beantwoorden Hiermee
v Het SMS-geheugen kan maximaal 30 be-
richten bevatten. Als het geheugen vol is, kunt u geen nieuwe berichten ontvangen. Wis SMS-berichten die u al hebt gelezen.
op OK drukt, verschijnt een menu met opties.
Hierin kunt u met u een keuze maken:
het SMS-bericht af
terug naar de SMS-lijst
SMS-bericht door.
beantwoordt u het SMS-bericht
4 Druk ter bevestiging op OK.
Op dezelfde manier schakelt u de ontvangst van SMS-berichten ook weer in.
Als u de ontvangst hebt uitgeschakeld, kunt u
wel SMS-berichten blijven verzenden.
wissen Hiermee wist u
het SMS-bericht
volgende lezen Hiermee wordt het
volgende SMS-bericht weergegeven
vorige lezen Hiermee wordt het
vorige SMS-bericht weergegeven
2 Druk ter bevestiging op OK.
SMS-ontvangst uitschakelen
Als u via dezelfde aansluiting ook een snoerloos
telefoon met SMS-functie gebruikt, is niet met zekerheid te voorspellen op welk apparaat het SMS-bericht wordt ontvangen. Het is niet moge­lijk het SMS-bericht op beide apparaten te ont­vangen. Probeer de ontvangst van SMS-berichten op de snoerloze telefoon uit te schakelen. Als dat niet mogelijk is, schakelt u de SMS-ontvangst via de fax uit.
26
1 Druk achtereenvolgens op MENU, 45 en
OK. 2 Toets 51205 in en druk op OK. 3 Kies met u of u de ontvangst van SMS-
berichten wilt in- of uitschakelen. bevestigen: JA bevestigen: nee
Antwoordap­paraat b
(voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat)
De opnamecapaciteit bedraagt maximaal 30 mi­nuten.
Uw antwoordapparaat werd in de fabriek voor­geprogrammeerd met een opgenomen uitgaand bericht en is al geactiveerd. Als u een eigen tekst wilt opnemen, ga dan te werk als beschreven on­der “De meldtekst opnemen”.
Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond om te voorkomen dat de microfoon wordt afgedekt.
In- en uitschakelen
U kunt te allen tijde het antwoordapparaat met ON/OFF in- of uitschakelen. Als het antwoord­apparaat is ingeschakeld, ziet u het symbool b op het display.
Berichten afluisteren
1 Wanneer PLAY knippert, dan zijn er berich-
ten voor u. Druk op PLAY om het eerste bericht af te luisteren. In het display ziet u de datum en de tijd waarop het bericht is ontvan­gen en het nummer van de beller.
2 Door tijdens het afl uisteren van een bericht
op PLAY te drukken wordt het volgende bericht afgespeeld.
3 U kunt tijdens het afspelen van een bericht
naar een ander bericht gaan door het nummer van het gewenste bericht in te voeren, bijvoor­beeld 1 voor het eerste bericht.
4 Na het afl uisteren blijft PLAY knipperen, tot-
dat u alle berichten hebt gewist.
Volume bij het afluisteren
1 Druk op u voor de weergave van het be-
richt. Op het display wordt de actuele instel­ling aangegeven.
2 Kies met u het gewenste volume.
De meldtekst opnemen
1 Houd REC 2 seconden ingedrukt. Druk
nogmaals op REC, tot u de bevestigingstoon hoort. Neem de hoorn van de haak en begin nu uw meldtekst in te spreken.
2 Een zwarte balk geeft aan hoe lang u kunt
spreken (maximal 20 seconden).
3 Druk op REC of STOP, als u klaar bent.
4 De nieuwe meldtekst wordt automatisch afge-
speeld. Met u kunt u het volume van de meldteksten regelen.
5 Wilt u de meldteksten nogmaals horen, druk
dan lang op REC en vervolgens op PLAY.
Opnametijd
1 Druk op MENU, 51 on vervolgens op
OK.
2 Met behulp van u kunt u kiezen uit 30, 60,
of 120 seconden en de AUTO modus (onbe­grensde spreektijd). De AUTO modus is niet in alle landen beschikbaar.
Bericht wissen
Afzonderlijke berichten 1 Indien u een zojuist weergegeven bericht wilt
wissen, drukt u op C.
2 Op het display verschijnt de vraag of u het be-
treffende bericht wilt wissen. Druk nogmaals op C of OK.
Alle berichten 1 Wanneer u alle berichten hebt gehoord, drukt
u op C.
2 Als u alle berichten wilt wissen, drukt u nog-
maals op C of OK. Om het wissen te onder­breken, drukt u op STOP.
Antwoordapparaat
3 Bevestig met OK.
27
Berichten doorsturen
Uw antwoordapparaat kan alle binnenkomende berichten automatisch naar een ander telefoon­nummer doorsturen. Voer het telefoonnummer in waarnaar de berichten moeten worden door­gegeven. U kunt zelf bepalen hoeveel berichten in één keer moeten worden doorgegeven. Uw fax wacht tot het door u ingestelde aantal berichten is opgenomen en kiest vervolgens automatisch het gewenste telefoonnummer. Nadat de verbinding tot stand is gekomen, is er een tekst te horen die aankondigt dat er berichten worden doorgegeven. Deze tekst moet u ook inspreken. De abonnee naar wie de berichten worden doorgezonden, moet dan nog een toegangscode invoeren (zie functie 52). Als de juiste code niet binnen 40 seconden wordt ingevoerd of als er driemaal een foutieve code wordt ingevoerd, wordt de verbin­ding verbroken.
1 Als het antwoordapparaat is uitgeschakeld, zet
u het met ON/OFF aan. Het symbool b
wordt op het display weergegeven.
2 Druk op MENU, 55 en OK.
b Kies met u. Indien u een nieuwe tekst op
wilt nemen, selecteert u bericht opn.:JA. Wilt u de oude opnieuw gebruiken, dan kiest u bericht opn.: NEe. Ter bevestiging drukt u op OK.
c Voor het verdere verloop wordt verwezen
naar de beschrijving onder 7 hierboven.
Gesprek opnemen
U kunt met uw faxapparaat ook een telefoonge­sprek opnemen.
1 Druk daartoe tijdens het telefoongesprek op
REC.
2 Om de opname te beëindigen, legt u de hoorn
op de haak of drukt u op STOP.
3 De opname kan als een bericht worden afge-
luisterd en gewist.
Een gesprek dat in de handfree-modus (via de luidspreker) wordt gevoerd kan niet worden opgenomen.
Antwoordapparaat
3 Maak uw keuze met u
gespr. doorv.: aan en bevestig met
OK.
4 Voer het telefoonnummer in waarnaar uw be-
richten moeten worden doorgestuurd en druk
op OK. 5 Voer met u in hoeveel berichten u in een
keer wilt laten doorsturen. 6 Druk op OK, om een nieuwe meldtekst op te
nemen.*
7 Druk op REC. Wacht op de bevestigingstoon
voordat u begint te spreken. Bijvoorbeeld:
“Goedendag, er zijn berichten voor mevrouw
van Org binnengekomen. Wees zo vriendelijk uw code in te voeren.” Ga zelf op zo’n 20 cm van het faxtoestel staan. Een zwarte balk in het display geeft aan in hoeverre het beschik­bare geheugen gevuld is.
8 Indien u gereed bent met uw tekst, drukt u op
STOP. De tekst wordt weergegeven.
9 De fax is nu op stand-by geschakeld.
* indien u reeds een tekst heeft
opgenomen
VIP-Code
Bellen ondanks ingeschakeld antwoordapparaat
Personen aan wie u de code meedeelt, kunnen uw apparaat laten overgaan, nadat het antwoordap­paraat het gesprek heeft overgenomen. Dit is met name belangrijk wanneer u in functie 31 of 32 beide belsignalen op 0 hebt geschakeld.
1 Druk op MENU, 53 en vervolgens op
OK en voer uw code in. Bevestig met OK.
2 Bedenk dat deze code niet gelijk mag zijn aan
de toegangscode (functie 52).
Memo
Externe memo
U kunt een tekst opnemen. Degene die opbelt hoort deze tekst, maar kan zelf geen boodschap achterlaten. Wilt u van deze functie gebruik ma­ken dan moet het antwoordapparaat uitgescha­keld zijn.
28
a Druk op OK.
1 Druk op MENU, 54 an vervolgens op
OK en selecteer met u de externe memo.
Bevestig met OK (als u reeds eerder een
memo heeft opgenomen en deze opnieuw
wilt gebruiken, hoeft u slechts op OK te
drukken).
2 Druk op REC en wacht op de bevestigings-
toon. Neem uw bericht op en beëindig de op­name door op STOP te drukken. Vervolgens
wordt de mededeling weergegeven.
Afluisteren en bedienen op afstand 1 Als u nu uw berichten vanaf een andere tele-
foon wilt afl uisteren, belt u uw faxapparaat en wacht u op de meldtekst.
2 Toets de toegangscode in. De meldtekst wordt
onderbroken en u hoort een bevestigingstoon. De nieuwe berichten worden nu afgespeeld.
Wanneer er geen nieuwe berichten zijn op-
genomen, klinkt er een tweede bevestigings-
toon.
Interne memo
Met deze functie kunt u persoonlijke berichten opnemen, die uitsluitend direct op het faxappa­raat of door middel van toegang op afstand kun­nen worden afgeluisterd. Druk twee maal kort op REC. U hoort een bevestigingstoon. Spreek uw bericht in. Een steeds langer wordende zwarte balk op het display geeft de beschikbare geheu­genruimte aan. U kunt de opname stoppen door nogmaals op STOP te drukken. Interne memo’s kunnen als normale berichten worden afgeluis­terd en gewist.
Afstandsbediening
U kunt de antwoordapparaatfuncties van uw faxapparaat ook op afstand bedienen vanaf elke telefoon die over toonkiesfunctionaliteit beschikt.
Voor de toegang op afstand heeft u een toegangs-
code nodig die u via functie 52 kunt invoeren (deze code dient tegelijkertijd als toegangscode voor functie 55 Doorsturen).
Zo stelt u uw fax in voor de afstandsbediening
1 Druk op MENU, 52 en vervolgens op
OK.
3 Daarna kunt u opdrachten invoeren of de
toegang op afstand beëindigen door de hoorn
neer te leggen.
Opdrachtenoverzicht
1 Het bericht dat u op dat moment afl uistert
wordt herhaald.
2 Alle berichten worden afgespeeld. 3 Verder springen naar het volgende bericht. 4 Opname van een nieuwe meldtekst. Druk
op 4. Wanneer u na twee bevestigingstonen opnieuw op 4 drukt, volgt er een lange be­vestigingstoon. Spreek uw tekst in en beëindig
de opname door nogmaals op 4 te drukken.
5 De meldtekst die u heeft ingesproken wordt
weergegeven.
6 Deze toets wist het bericht dat op dat mo-
ment wordt weergegeven. Wanneer u na alle berichten te hebben afgeluisterd op 6 drukt, worden alle berichten gewist.
In beide gevallen hoort u na de eerste druk op
de toets een bevestigingstoon. Druk binnen vijf seconden opnieuw op 6 om de wisop-
dracht uit te voeren.
7 Antwoordapparaat uitschakelen.
2 Voer de viercijferige code in. 3 Druk op OK. De code is opgeslagen.
FUNCTIES
8 De zojuist gegeven opdracht wordt afgebro-
ken.
9 Antwoordapparaat inschakelen.
Antwoordapparaat
29
Tips & Trucs
Verbruiksartikelen
U kunt direct onder het nummer 0800 023 07 11 (in Nederland) of 0800 485 88 (in België) bellen om verbruiksmateriaal te bestellen, zonder ver­zendkosten.
5 Sluit het paneel zodat het vastklikt.
Tips & Trucs
Papierstoring
1 In het display wordt papier vast. ge-
meld.
2 Open het bedieningspaneel door deze in het
midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast.
3 Trek het papier voorzichtig naar buiten.
6 Plaats opnieuw papier in de invoer (zie hoofd-
stuk Installeren / Plaatsen van papier).
Documentenstoring
1 Klap de papierdoorvoerklep naar voren, ver-
wijder het papier en sluit de papierdoorvoer­klep.
2 Open het bedieningspaneel door deze in het
midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast.
30
4 Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om
hem op te spannen. Zorg ervoor dat de fi lm niet kreukt.
3 Open de kap van de scanner door de twee
verbindingen in te drukken. De kap klapt om­laag.
4 Trek het document aan de voorkant of de
achterkant voorzichtig naar buiten.
Faxontvangst starten
Wanneer u op het faxapparaat opneemt en u
merkt dat het om een fax gaat (u hoort gepiep of een stilte), dan drukt u op START en legt u weer neer. De fax wordt ontvangen.
Wanneer u een andere telefoon opneemt en u
merkt dat het om een fax gaat, dan kunt u de faxontvangst starten: druk op *5 en leg neer. Het faxapparaat ontvangt de fax.
Rinkelen onderbreken
5 Sluit de kap van de scanner links en rechts,
zodat deze vastklikt.
6 Sluit het paneel zodat het eveneens vastklikt.
7 Plaats opnieuw papier in de invoer (zie hoofd-
stuk Installeren / Plaatsen van papier).
Wanneer u een andere telefoon opneemt en uw
faxapparaat blijft rinkelen, dan betekent dat dat de andere telefoon parallel aangesloten is. U kunt het rinkelen van het faxapparaat onderbreken door op ** te drukken.
Codes wijzigen Selecteer functie 34 door op MENU, 34 en
OK te drukken. Voer twee verschillende codes
in en bevestig beide codes met OK. Iedere code moet met een * of een # beginnen.
Let wel: de drie EASYLINK-codes moeten ver­schillend zijn. Anders verschijnt op het display:
CODE niet OK
v Verander de codes *5 en ** alleen,
als het absoluut noodzakelijk is!
Tips & Trucs
Service code
Functie 45 Service code dient om bepaalde of alle wijzigingen aan de fabrieksinstellingen te wissen. Met deze functie kunt u uw toestel ge­deeltelijk of volledig opnieuw confi gureren. Dit is vooral nuttig als u instellingen heeft gewijzigd, maar uw faxtoestel niet volgens de verwachtingen reageert.
Easylink
De functie Easylink komt van pas wanneer u andere apparaten gebruikt (bijv. draadloze tele­foons), die op dezelfde telefoonlijn zijn aange­sloten. De andere telefoons moeten daarvoor op toonkiezen zijn ingesteld. Wanneer bij uw tele­foonaansluiting de instelling pulskiezen vereist is, moet u het andere apparaat kort omschakelen. Raadpleeg hiervoor de gebruikshandleiding bij het andere apparaat.
v Gebruik deze functie alleen als het absoluut
noodzakelijk is!
Als u tevreden bent met de gewijzigde fabrieksin-
stellingen, gebruikt u deze functie beter niet. Nadat u bepaalde of alle persoonlijke instellingen
heeft gewist, voert u de procedure installatie hulp opnieuw uit.
Volgende codes zijn beschikbaar:
31
Code Nº 7117
Scanner schoonmaken
Deze code wist al uw wijzigingen aan de fabrieks­instellingen. Het faxtoestel zal dan precies op de­zelfde manier reageren als bij de eerste installatie.
Code Nº 7140
Als u deze code invoert, zullen al uw ingevoerde
instellingen en gegevens gewist worden, behalve voor:
• ontvangen berichten
opgeslagen SMS-berichten
opgeslagen nummers voor verkort kiezen
opgeslagen nummers in de telefoongids
• uw naam
• uw nummer Voorbeeld van gebruik van een service code: 1 Kies functie 45, door eerst op MENU, 45
en OK te drukken; typ de gewenste service code in (7117 of 7140). Druk op OK.
1 Klap de papierdoorvoerklep naar voren, ver-
wijder het papier en sluit de papierdoorvoer­klep.
2 Open het bedieningspaneel door deze in het
midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast.
Tips & Trucs
2 Met u kunt u selecteren of u uw instel-
lingen echt wilt wissen. Uw faxtoestel wordt terug ingesteld op de initiële confi guratie.
Reiniging
Voor u het faxtoestel opent, moet u ervoor zor-
gen dat u elektrisch ontladen bent, bv. door de metalen behuizing van een geaard toestel, een waterleiding of een radiator aan te raken.
Gebruik een zachte, pluisvrije doek dat u licht in alcohol (96%) gedrenkt heeft. U kunt ook gebruik maken van een speciale doek voor het reinigen van faxtoestellen (zie Verbruiksartike­len). Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het toestel terechtkomen.
3 Open de kap van de scanner door de twee
verbindingen in te drukken. De kap klapt om­laag.
4 Veeg met een doek zacht over de glasplaat aan
de bovenzijde (A) van de scanner en voor­zichtig over de witte strepen aan de onderzijde (B).
32
5 Sluit de kap van de scanner links en rechts,
zodat deze vastklikt.
6 Sluit het paneel zodat het eveneens vastklikt.
7 Plaats opnieuw papier in de invoer (zie hoofd-
stuk Installeren / Plaatsen van papier).
Storingen
Als u een probleem niet kunt oplossen aan de
hand van de onderstaande instructies, doet u het volgende:
1 Trek de netstekker eruit.
2 Wacht minstens tien seconden en steek dan de
netstekker weer in het stopcontact.
3 Indien de storing daarna weer optreedt, neem
dan contact op met uw klantendienst.
Tips & Trucs
33
Problemen met faxen of drukken
De door u verzonden documenten zijn slecht leesbaar.
Het faxapparaat maakt zwarte strepen bij sturen of kopiëren.
Kopie is blanco. Voer het document in met de beschreven kant
Wijzig de resolutie-instelling op F of f. Controleer het document of stel in functie 47
een hoger contrast in (zie hoofdstuk Faxen & Kopiëren / Contrast).
Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender.
Breng het evt. naar de servicedienst. Maak de scanner met een doek schoon (zie Rei-
niging). Test het apparaat door een kopie te maken. Als de
kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender.
Breng het evt. naar de servicedienst.
naar boven. Breng het evt. naar de servicedienst.
Tips & Trucs
Problemen met de verbinding
Uw faxapparaat gaat een keer over, daarna is het kort stil, en dan rinkelt het weer.
GEEN VERBINDING
of
HERHALEN MISLUKT GEEN AANSLUITING
U neemt de hoorn van uw faxapparaat op en hoort geen kiestoon:
geen kiestoon BEZET
of faxen worden telkens onderbroken.
U kunt geen faxen ontvangen. Stel het totale aantal belsignalen resp. in functie 31
Als u de hoorn opneemt hoort u niets of een piepend geluid.
TELEFOONTOESTEL
Het rode displaylampje v knippert.
Dit is volkomen normaal. Bij het eerste belsignaal neemt de faxschakelaar op. Wanneer de faxscha­kelaar heeft herkend dat het om een telefoonge­sprek gaat, rinkelt uw faxapparaat weer.
Probeer het later nog eens of wijs uw partner op een eventuele fout in de installatie.
Controleer uw aansluiting. Sluit de telefoonkabel aan op de aansluiting LINE
aan de onderkant van het apparaat.
Probeer de fax handmatig te verzenden: Druk op l/DIAL en kies het faxnummer. Heeft de ont- vanger een antwoordapparaat ingeschakeld, wacht dan tot u na de meldtekst een pieptoon hoort. Druk nu op START.
en 32 in op minder dan vijf. Men probeert u een fax te sturen. Op het faxappa-
raat: Druk op START. Op een externe telefoon: druk * en 5 en hang de hoorn op.
Dit is geen fout. U bent nu een extra telefoon aan het gebruiken.
34
Appendix
Functielijst
34 Easylink........................................................... 31
(codes in gebruik met extra telefoons)
35 Keuze beltype ................................................12
(keuze tussen 10 belsignaaltypes)
Print een functielijst uit door 3 keer op MENU te drukken.
Instellingen
11 Taal instellen .................................................. 12
(kies de taal voor de displaytekst en rapporten)
12 Tijd en datum................................................. 11
(tijd en datum instellen)
13 Uw telefoonnummer..................................... 11
(voer uw telefoonnummer in)
14 Uw naam......................................................... 11
(voer uw naam in)
15 Aansluittype.................................................... 10
(voor gebruik met een telefooncentrale
instellen)
Fax
21 Transmissie..................................................... 21
(versturen op halve snelheid)
22 Afroepontvangst............................................ 21
(het afroepen van een fax)
23 Afroepverzending.......................................... 21
(faxdocumenten klaar zetten voor afroep)
24 Later sturen ....................................................22
(faxen worden later verzonden)
Diversen
44 Kieslijst ...........................................................17
(opgeslagen nummers worden geprint)
45 Servicecode ..............................................26, 31
(SMS-ontvangst uitschakelen)
(persoonlijke instellingen wissen)
46 Groep........................................................17, 20
(Verschillende nummers als groep opslaan)
47 Contrast .......................................................... 20
(contrast instellen bij het kopiëren /
faxen)
Antwoordapparaat (alleen met
ingebouwd antwoordapparaat)
51 Opnametijd .................................................... 27
(opnameduur van boodschappen instellen)
52 Toegangscode ................................................ 29
(codes voor het op afstand afl uisteren/
beluisteren van het antwoordapparaat, het
doorverbinden van boodschappen)
53 VIP code......................................................... 28
(bellen ondanks een geactiveerd antwoordap-
paraat)
54 Memo-Modus ................................................ 28
(Uitgaande tekst zonder dat een boodschap
wordt opgenomen)
Appendix
25 Rondzenden................................................... 20
(verzenden van faxen aan
meerdere ontvangers)
27 Faxjournaal..................................................... 21
(journaal van de laatste 10 faxdocumenten)
28 Verzendrapport.............................................. 21
(uitprinten van de verzendrapporten)
29 Verkleinen....................................................... 21
(ontvangen faxen worden vertikaal verkleind)
Faxschakelaar
31 Dag.................................................................. 13
(instellen van de modus S)
32 Nacht............................................................... 13
(instellen van de modus M)
33 Klok................................................................. 13
(instellen van de modus U)
55 Doorsturen..................................................... 28
(boodschappen worden naar en ander num-
merdoorgegeven)
SMS (uitsluitend met SMS-functie)
61 SMS verzenden .............................................. 25
(verzenden van SMS-berichten)
62 SMS lezen ....................................................... 24
(lezen van SMS-berichten)
63 SMS printen ................................................... 25
(afdrukken van SMS-berichten)
64 SMS instellen.................................................. 24
(verzend- en ontvangstnummer van aanbie-
der voor SMS-berichten)
(afdrukken van SMS-berichten uitschakelen)
35
Appendix
Technische specificaties
Compatibiliteit ITU groep 3 Soort aansluiting hoofd (PSTN)
neventoestel (PABX)
Faxtijden Buitenlijn (PSTN):
100 ms
Neventoestel (PABX):
100 ms
Afmetingen
invoerpapier breedte
Afmetingen
invoerpapier lengte
Afmetingen
invoerpapier dikte
Afdrukpapier A4 210 x 297 mm,
Max. leesbreedte 216 ± 1 mm Resolutie horizontaal 8 punten/mm
Resolutie verticaal standaard
Fotostand 16 grijstinten
Contrastregeling automatisch en
Kopiëren FINE en PHOTO
Data compressie MH, MR Modulatie V29bis, V27ter, V21,
Transmissiesnelheid 9600/7200/4800/
één document
148–217 mm
meer dan één document
148–217 mm
één document
100–600 mm
meer dan één document
148–297 mm
één document 0,06–0,15 mm
meer dan één document 0,08–0,12 mm
80 g/m²
(200 dpi)
3,85 lijnen/mm FINE 7,7 lijnen/mm
64 grijstinten (met ingebouwd
antwoordapparaat)
handmatig
drukkwaliteit
V17
2400bps (zonder
ingebouwd antwoordapparaat)
SMS­geheugencapaciteit
Geluidsniveau standby:
Schrijfmethode Inktfi lm printer
Documenteninvoer max. 10 vellen
Faxschakelaar DAG/NACHT/
Afmetingen (BxTxH) 318x202x146 mm
Gewicht ca. 2 kg Stroomverbruik stand-by ca. 2 W
Netspanning 220–240 V /
Tekstopname maximaal 30 minuten
Toegelaten omgevings­temperatuur bij werking
Aanbevolen
bedrijfsomgeving bij gebruik
Aanbevolen
bedrijfsomgeving in niet-aangesloten toestand (klaar voor gebruik met geladen inktfi lm en papier)
Geen radio­interferentie
30 ontvangen
berichten
< 30 dBA
tijdens kopiëren:
< 53 dBA
(80 g/m²)
KLOK
zonder papiersteun
bij het telefoneren ca. 4 W
zenden van een standaardbladzijde
< 20 W
ontvangst van een standaardbladzijde
< 30 W
50–60 Hz
(met ingebouwd
antwoordapparaat) temperatuur 5–40° C,
relatieve vochtigheid
15–85% RH zonder
condensatie temperatuur 17–28° C,
relatieve vochtigheid
20–80% RH zonder
condensatie temperatuur 0–45° C,
relatieve vochtigheid
15–85% RH zonder
condensatie
conform EN 55022/
VDE 0878 deel 1
klasse B
36
14k4 (met ingebouwd
antwoordapparaat)
SLEREXE-Letter
Garantie
Begin april 2002 heeft SAGEM SA de fax­divisie van PHILIPS overgenomen (zie www.fax.philips.com of www.sagem.com). SAGEM SA is nu de Europese nummer 1 op het gebied van faxdiensten en biedt een compleet as­sortiment aan faxterminals met internettoegang en SMS-functionaliteit, multifunctionele termi­nals en servers die voldoen aan de wensen van alle klanten, van particulieren tot multinationals.
Neem contact op met uw dealer wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie. U dient hierbij het aankoopbewijs te overleggen. Indien er storingen optreden, zal de dealer u adviseren hoe te handelen.
Indien u het apparaat direct bij SAGEM Com­munication Austria GmbH hebt gekocht, gelden de volgende bepalingen:
A Gedurende een periode van twaalf (12) maan-
den na de originele leverdatum van het apparaat, zal SAGEM Communication Austria GmbH in het geval van defecten aan het apparaat die te wijten zijn aan foutieve fabricage zorgdragen voor reparatie zonder de kosten voor arbeids­loon en vervangende onderdelen in rekening te brengen. Tijdens deze garantieperiode van twaalf maanden zal het defecte apparaat gratis worden gerepareerd. De transportkosten om het defecte apparaat te bezorgen bij het adres dat is verstrekt door de afdeling After Sales van SAGEM Com­munication Austria GmbH, zijn echter voor reke­ning van de klant. Het telefoonnummer van deze afdeling staat op de leverbon. Reparaties worden niet op de locatie van de klant uitgevoerd, tenzij de klant met SAGEM Communication Austria GmbH een onderhoudscontract heeft afgesloten waarin uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat reparaties op locatie bij de klant worden uitge­voerd. De volgende bepaling geldt indien de klant het apparaat koopt voor zijn/haar bedrijf, vak of beroep. Tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld in onderhavig Document, en zover de wet dit toestaat, geeft SAGEM Communication Austria GmbH geen service of garantie, direct of indi­rect, uit wettelijke bepalingen voortvloeiend of op andere wijze, in situaties die niet zijn beschre­ven in deze garantie en dientengevolge worden alle voorwaarden die door de wet zijn opgelegd bij deze uitgesloten. Deze garantie heeft geen in­vloed op de wettelijke rechten van de klant.
B Uitsluitingen van garantie
Appendix
SAGEM Communication Austria GmbH zal niet aansprakelijk zijn voor garantie in het geval van:
• schade, defecten of storingen die het gevolg zijn van:
• verzuim het installatieproces correct uit te voeren of de gebruiksinstructies correct op te volgen;
• een externe oorzaak (waaronder, maar niet beperkt tot, bliksem, brand, aardbevingen of waterschade van welke aard dan ook);
• aanpassingen die aan het apparaat zijn ge-
maakt zonder schriftelijke toestemming van SAGEM Communication Austria GmbH,
• verzuim of nalatigheid het apparaat te onder­houden of incorrect onderhoud;
• ongeschikte gebruiksomstandigheden, met
name ten aanzien van temperatuur en voch-
tigheid;
37
• reparaties of onderhoud aan het apparaat
• slijtage als gevolg van normaal dagelijks ge-
• schade als gevolg van onvoldoende of slechte
• evering van nieuwe softwareversies;
• werk aan een apparaat of aanpassing of toe-
• storingen die niet het gevolg zijn van het ap-
• communicatieproblemen als gevolg van een
Appendix
• problemen betreffende toegang tot en/of
door personen die hiertoe niet door SAGEM
Communication Austria GmbH zijn geautori-
seerd;
bruik van het apparaat en de accessoires;
verpakking van het apparaat bij transport of verzending naar SAGEM Communication
Austria GmbH;
voeging van software zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van SAGEM Com­munication Austria GmbH;
paraat of van de software die is geïnstalleerd op werkstations van gebruikers voor gebruik
van het apparaat;
ongeschikte omgeving, waaronder:
verbinding met het internet, zoals onderbre-
kingen door toegangsnetwerken of storingen op de lijn die door de klant of zijn relatie
wordt gebruikt;
C In de gevallen die zijn beschreven in sectie B, evenals na het verstrijken van de garantieperiode van twaalf maanden, dient de klant SAGEM Communication Austria GmbH een prijsopgave te vragen en dient hij/zij deze te accepteren en ermee in te stemmen de kosten genoemd in de prijsopgave te voldoen alvorens het apparaat naar SAGEM Communication Austria GmbH terug te sturen. De reparatie- en verzendkosten worden aan de klant in rekening gebracht.
Bovenstaande bepalingen zijn van toepassing, tenzij schriftelijk anders overeengekomen met de klant. Indien een bepaling uit deze garantiever­klaring geheel of gedeeltelijk ongeldig of onwet­tig is als gevolg van een wettelijke regel die van toepassing is op consumenten, voortvloeiend uit de nationale wetgeving, heeft deze ongeldigheid of onwettigheid geen invloed op de overige be­palingen of delen van deze garantieverklaring.
• overdrachtsstoringen (bijvoorbeeld slechte geografi sche dekking door radiozenders, sto-
ringen of slechte kwaliteit van de lijn);
• storingen op het lokale netwerk (kabels, ser-
vers, werkstations) of storing op het over-
drachtsnetwerk;
• reguliere onderhoudswerkzaamheden (zoals gedefi nieerd in de gebruikershandleiding die bij het apparaat is geleverd), evenals storingen die het gevolg zijn van uitgebleven onder­houdswerkzaamheden. Onderhoudskosten zijn altijd voor rekening van de klant.
• De garantie vervalt wanneer uw faxapparaat door het gebruik van niet orginele Philips inktpatronen beschadigt raakt.
38
Index
A
Aansluiting 6
op ISDN 10 op telefooncentrale 10
Afdruk
Faxjournaal 21 Functielijst 11, 35 Help-functie 11 Installatie Hulp 10 Kieslijst 17 Problemen 34 SMS 25 van SMS-berichten uitschakelen 24 Verzendrapport /
foutrapport 21 Afroep van faxen 21 Afstandsbediening 29 Andere apparatuur
aansluiten 9
fax ontvangen 20 Antwoordapparaat (extern) 14
Modus dag/nacht
instellen 13 Antwoordapparaat (ingebouwd) 27
Afstandsbediening
29
Berichten afl uiste-
ren 27
Berichten doorstu-
ren 28
Bericht wissen 27
De meldtekst opne-
men 27
Gesprek opnemen
28
In- en uitschakelen
27
Memo 28
Modus dag/nacht
instellen 13
Opnametijd 27
Spaarmodus 14
Symbolen op het
display 2
Toekenning van de
toetsen 3
VIP-Code 28
Volume bij het
afl uisteren 27 Appendix 35
Functielijst 35
Garantie 37
Technische specifi -
caties 36
B
Basisinstelling 11
Belsignaaltypes 12 Correctie 11 HELP-functie 11 Naam invoeren 11 Nummer invoeren 11 Taal in de display 12 Tijd en datum 11 Volume 12
Belgedrag 13
Klok 13 Modus dag/nacht instellen 13 Speciale instellingen 14
Belsignaal
Types 12 Volume 12
Bericht
afl uisteren 27 doorsturen 28
wissen 27 Beschrijving van het apparaat 2
C
Code
Afroep van faxen
21
Easylink 31
Service code 31
VIP 28 Compressie van het formaat 21 Contrast 20 COPY toets 3 Correctie
Uw nummer en
naam 11 C toets 3
D
Dag
Modus instellen 13
Symbolen op het
display 2
Toekenning van de
toets 3 Datum invoeren 11 DIAL toets 3 Display
Symbolen 2
Taal 12 Document
invoeren 19
Storing 30 Doorzoeken
Groep 17
E
Easylink 31
F
Faxen
Problemen 34
Faxen & Kopiëren 19
Afroep van faxen 21 Compressie van het formaat 21 Contrast 20 Documenten invoe­ren 19 Een fax ontvangen 19 Faxen 19 Faxjournaal 21 Kopiëren 22 Later versturen 22 Resolutie 20 Rondzenden 20 Transmissie / Inter­continentalfunctie 21 Verzendrapport / foutrapport 21
Faxontvangst
Easylink 31 Handmatig 14 Stil 14
FINE
Resolutie 20 Symbolen op het display 2 Toekenning van de
toets 3 Foutrapport 21 Functielijst 35
G
Garantie 37 Gebruiken
Telefoongids 17
Verkort kiezen 16 Gesprek opnemen 28 Groep 17
Aan een groep
rondzenden 20
H
Handmatige faxont­vangst 14 Handsfree bediening 17 HELP
functie 11
toets 3 Hoorn aansluiten 6 Hulp 10
HELP-functie 11
I
i-toets 3 Inktfi lm 7
invoeren 7 Symbolen op het display 2
Inschakelen
Antwoordapparaat
27 Installatie Hulp 10 Installeren 6
Aansluiting 6
Aansluiting op
ISDN 10
Aansluiting op tele-
fooncentrale 10
Andere appara-
tuur 9
Inktfi lm 7
Installatie Hulp 10
Papier verwijde-
ren 9
Plaatsen van papier
8
Verpakking 6 Intercontinentalfunc­tie 21 Invoeren
Document 19
Inktfi lm 7
Telefoongids 16
Tijd en datum 11
Uw naam 11
Uw telefoonnum-
mer 11
Verkort kiezen 16 ISDN 10
K
Kieslijst 17 Klok 13
Symbolen op het
display 2
Toekenning van de
toets 3 Kopiëren 22
L
Later versturen 22 Lezen
SMS 24 Luidspreker
Volume 12
M
Meldtekst opnemen 27 Memo 28 MENU toets 3 Modus Dag/Nacht instellen 13
Appendix
39
40
Appendix
N
Naam invoeren 11 Nacht
Modus instellen 13 Symbolen op het display 2 Toekenning van de
toets 3 Netaansluiting 7 Nummer
herhalen 16
invoeren 11 Nummerweergave 17
O
OK toets 3 ON/OFF toets 3 Ontvangen
Bij een extra tele-
foon 20
Fax 19
zonder papier 20 Opbellen 16 Opnametijd 27 Opslaan
Telefoongids 16
Verkort kiezen 16
P
Papier
Fax ontvangen zon-
der papier 20
plaatsen 8
Storing 30
verwijderen 9 PHOTO
Resolutie 20
Symbolen op het
display 2
Toekenning van de
toets 3 Plaatsen van papier 8 PLAY toets 3 Problemen 34
R
REC toets 3 Reiniging 32 Resolutie 20 Rinkelen onderbreken (Easylink) 31 Rondzenden 20 R toets 3
S
Samenstellen
Groep 17 Scanner schoonmaken 32 Service code 31 SMS 24
Afdrukken van SMS-berichten uitschakelen 24 Overige SMS-func­ties 26 SMS-instellingen 24 SMS-ontvangst uitschakelen 26 SMS afdrukken 25 SMS lezen 24 SMS verzenden 25 SMS wissen 25 Symbolen op het display 2 Toekenning van de
toets 3 Snel afroepen 21 Spaarmodus 14 START toets 3 Stille faxontvangst 14 STOP toets 3 Storing
Document 30
Papier 30 Storingen 33 Symbolen op het dis­play 2
T
Taal in de display 12 Technische specifi ca­ties 36 Telefoon 16
Groep 17
Handsfree bedie-
ning 17
Kieslijst 17
Nummerweergave
17
Nummer herhalen
16
Opbellen 16
Telefoongids 16
Verkort kiezen 16 Telefooncentrale 10 Telefoonnet
aansluiten 6
andere apparatur
aansluiten 9 Tijd invoeren 11 Tips & Trucs 30
Documentenstoring
30
Easylink 31
Papierstoring 30
Reiniging 32
Service code 31
Storingen 33
Verbruiksartikelen
30
Toekenning van de toetsen 3 Toetsen
Toekenning 3 Transmissie / Intercon­tinentalfunctie 21
U
Uitschakelen
Antwoordapparaat
(ingebouwd) 27
SMS-ontvangst 26
V
Veiligheidsinstructies 5 Verbeteren
Telefoongids 17
Verkort kiezen 16 Verbinding
Problemen 34 Verbruiksartikelen 30 Verkort kiezen 16 Verpakking 6 Verwijderen
Papier 9 Verzenden
op afroep 21
SMS 25 Verzendrapport 21 VIP-Code 28 Volledig stille werking 14 Volume 12
bij het afl uisteren
27
Luidspreker 12
W
Wissen
Nummer of gehele
groep 17
SMS 25
Telefoongids 17
Verkort kiezen 16
Appendix
41
Appendix
42
Appendix
43
http://www.sagem.com E-Mail: dti.faxinfoline@sagem.com
België
Tel.: 070 233 431
Fax: 070 233 435 Nederlands
Tel.: 0900 76 76 760
Fax: 099 76 76 761
Het CE merk bevestigt dat de machine voldoet aan de betreffende richtlijnen van de Europese Unie.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
(DoC) Hierbij verklaart SAGEM Communication Austria
GmbH dat het toestel PHILIPS PPF 531/571/575 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG
Bezoek onze website als u een kopie van de DoC nodig heeft.
Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat. Dit product is bestemd voor gebruik aan een openbare geschakelde telefoonnet­werk (PSTN) en voor gebruik in het op het typeplaatje op de verpakking en aan de onderzijde van het toestel aangeduide land. Gebruik in andere landen kan leiden tot foutief functioneren van het toestel.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het technische servicecenter in uw land.
Deze gebruiksaanwijzing is gedrukt op chloorvrij ge­bleekt kringlooppapier en voldoet aan de hoogste eisen met betrekking tot de milieubescherming.
De kartonnen verpakking en het karton dat uw toestel aan de zijkanten beschermt, zijn vervaardigd uit papierafval en kunnen gerecycleerd worden als papierafval; in over­eenstemming met de specifi eke eisen van uw land, gooit u de plastic folie hetzij als recyclage-afval, hetzij als normaal afval weg.
Deze elektronische apparatuur bevat recyclebaar materi­aal. Aan het einde van de levenscyclus van het apparaat, informeert u zo nodig naar de eisen inzake recycling van uw eigen land.
Wijzigingen voorbehouden. Copyright© 2003 SAGEM Communication Austria
GmbH
abc5103 506 1943.1 NL / BE (M3 PPF 531/571/575)
Loading...