PHILIPS MAGIC 3 PRIMO User Manual [nl]

PHILIPS
Beschrijving van het apparaat
1 Netkabel met stekker 2 Documentengeleiders 3 Papiertoevoerklep 4 Papiersteun 5 Hoorn 6 Documentinvoer
Symbolen op het display *
f / F geeft aan of u verzend of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergegeven, dan is de standaardresolutie gekozen.
h is zichtbaar als het geheugen faxen bevat. áéíó geeft verbruik van inktfi lm aan.
7 Bedieningspaneel 8 Afdrukrol 9 Scannerklep 10 Insteekopening voor Plug’n’Print-kaart 11 Voorste inktfi lmvak 12 Achterste inktfi lmvak
* twee regels op apparatuur met SMS-functie
I verschijnt, wanneer u tijdens een gesprek nog een oproep of meerdere oproepen heeft ontvangen (afhankelijk van uw telefoonmaatschappij).
Toekenning van de toetsen
met ingebouwd antwoordapparaat
ON/OFF om het antwoordap-
paraat in- en uit te schakelen REC kort drukken: om een
interne memo op te nemen; drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de uitgaande teksten op te nemen
PLAY om boodschappen weer te geven. Bij deze toets is een knipperlichtje actief wanneer het geheugen nieuwe boodschappen of memo’s bevat. Na het afspe­len van het bericht is de toets ver­licht, totdat het bericht is gewist
HELP/w tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra Hulp-pagina’s; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de automatische installatie van uw fax­toestel en extra apparatuur te starten / afdruk van een “Installatie Hulp”-gids
u om in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te veranderen / beweging op het display
MENU/OK om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen U om de modus te wisselen. Kort drukken: om te kiezen tussen de modi S
en M; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de modus U te se­lecteren
v als dit rode lampje knippert moet u het bericht op het display lezen a kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer; drukken en inge-
drukt houden (twee seconden): om een telefoonnummer op te slaan n kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer; drukken en inge-
drukt houden (2 seconden): om een telefoonnummer op te slaan
alleen bij SMS-functie SMS knippert als het
geheugen nieuwe SMS­berichten bevat. Voor het lezen, afdrukken en verzen­den van SMS-berichten
COPY kort drukken: start het enkelvoudig kopiëren; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): meervoudig kopiëren
START kort drukken: start uw faxtransmissie; drukken en inge- drukt houden (twee seconden): om snel toegang te hebben tot de faxverslagen
FINE f / PHOTO F om met een hogere resolutie te zenden en te kopiëren (f – voor tekst en grafi eken; F – voor foto’s)
STOP om functies te stoppen / document uittrekken C om te wissen
PP kort drukken: om de laatste vijf gekozen nummers te herhalen; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de lijst van bel­lers te bekijken
R kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik samen met een interne tele­fooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstver­lener aanbiedt; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): pauzeren tijdens het kiezen
DIAL / l* om te kiezen met de hoorn op de haak. Bij een toestel met ingebouwd ant­woordapparaat bovendien voor de handen­free-modus
* voor faxtoestellen met ingebouwd antwoord­apparaat
Inhoud
Installeren ................................6
Verpakking ............................................................6
Aansluiting ............................................................6
Inktfi lm..................................................................7
Plaatsen van papier ..............................................8
Papier verwijderen................................................9
Andere apparatuur...............................................9
Installatie Hulp....................................................10
Aansluiting op ISDN..........................................10
Aansluiting op telefooncentrale........................10
Basisinstelling .........................11
HELP-functie......................................................11
Inhoud
Tijd en datum.......................................................11
Nummer invoeren...............................................11
Naam invoeren....................................................11
Correctie...............................................................11
Taal in de display.................................................12
Belsignaaltypes.....................................................12
Volume..................................................................12
Belgedrag ................................13
Klok U ................................................................13
Modus SM instellen ........................................13
Speciale instellingen............................................14
Extern antwoordapparaat..................................14
Telefoon...................................16
Opbellen...............................................................16
Nummer herhalen PP ...................................16
Verkort kiezen n ......................................16
Telefoongids a ..........................................16
Kieslijst .................................................................17
Groep....................................................................17
Handsfree bediening l ....................................17
Nummerweergave...............................................17
SMS W * .................................24
SMS-instellingen..................................................24
Afdrukken van SMS-berichten uitschakelen...24
SMS lezen.............................................................24
SMS verzenden....................................................25
SMS printen .........................................................25
SMS wissen...........................................................25
Overige SMS-functies.........................................26
SMS-ontvangst uitschakelen..............................26
Antwoordapparaat b ** .....27
In- en uitschakelen..............................................27
De meldtekst opnemen......................................27
Opnametijd ..........................................................27
Berichten afl uisteren ...........................................27
Volume bij het afl uisteren..................................27
Bericht wissen......................................................27
Berichten doorsturen..........................................28
Gesprek opnemen...............................................28
VIP-Code .............................................................28
Memo....................................................................28
Afstandsbediening...............................................29
Tips & Trucs ............................30
Verbruiksartikelen ...............................................30
Papierstoring........................................................30
Documentenstoring............................................30
Easylink.................................................................31
Service code .........................................................31
Reiniging...............................................................32
Storingen ..............................................................33
Appendix.................................35
Functielijst............................................................35
Technische specifi caties......................................36
Garantie................................................................37
Index .....................................................................39
4
Faxen & Kopiëren...................19
Documenten invoeren........................................19
Faxen.....................................................................19
Een fax ontvangen..............................................19
Rondzenden.........................................................20
Resolutie...............................................................20
Contrast................................................................20
Verzendrapport – foutrapport ..........................21
Transmissie – Intercontinentalfunctie.............21
Compressie van het formaat .............................21
Faxjournaal...........................................................21
Afroep van faxen.................................................21
Later versturen.....................................................22
Kopiëren...............................................................22
* uitsluitend op apparatuur met SMS-functie ** voor faxtoestellen met ingebouwd antwoord-
apparaat
Veiligheidsin-
structies
Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen.
Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en horizontaal oppervlak staat (geen on­derlegsel zoals tapijten, enz.). Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere apparaten en voorwerpen. Mocht het faxtoestel vallen, dan kan het beschadigd raken en/of men­sen verwonden, vooral kleine kinderen.
Omdat zich een documentenuitvoer aan de voor­zijde van het apparaat bevindt, mogen er geen voorwerpen voor het apparaat worden geplaatst.
Als u een draadloze telefoon samen met uw fax-
toestel wilt aansluiten, houdt u dan ten minste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kun­nen er akoestische storingen optreden.
Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen, schade aan het snoer of aan het faxtoestel).
Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact voor u het faxtoestelopper­vlak schoonmaakt.
Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoon­maakmiddelen (spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen,…).
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het fax­toestel terechtkomen, anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terecht­komen, dient u meteen de stekker uit het stop­contact te halen en het faxtoestel weg te brengen voor een grondig onderzoek.
Zet het apparaat niet in direct zonlicht, in de buurt van een radio- of televisietoestel, verwar­ming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circuleren. Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels, enz. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kus­sens, sofa’s, tapijten of andere zachte oppervlak­ken, omwille van het gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand.
Sluit nooit de telefoon- of de stroomkabel aan in vochtige ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor vochtige omstan­digheden. Raak nooit de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen.
Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van het faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met u uw service center. De behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel.
Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig irriterende vloeistof uitstromen. Ver­mijd huid- en oogcontact.
Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd zijn of waarvan de isolatie beschadigd is, behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de normen EN 60950 of IEC 60950 en mag enkel gebruikt worden op telefoon- en elektrici­teitsaansluitingen die voldoen aan deze normen.
Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere vorm van vocht, dit om het risico op elek­trische schokken of brand te vermijden.
Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kunt uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/of schade aan het toestel.
Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik
meer maken van telefoon of fax. Het faxapparaat is uitsluitend voor gebruik in het
desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoon­maatschappijen aldaar.
Veiligheidsinstructies
5
Installeren
Verpakking
Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden:
1 Handleiding
2 Installatiehulp 3 Papiersteun
4 Hoorn
Nederland
5 Krulsnoer voor hoorn 6 Fax
7 Netsnoer met stekker
8 Telefoonkabel met stekker
1
Installeren
5
België
2
3
De hoorn op de fax
4
Steek een stekker van het spiraalsnoer in de aan­sluiting van de telefoonhoorn en de andere stek­ker in de aansluiting van het apparaat waarbij een telefoonhoorn wordt weergegeven.
6
6
7
8
Aansluiting
Op het telefoonnet
Sluit de telefoonkabel aan op de aansluiting met LINE. Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan.
Netaansluiting
Inktfilm
U kunt alleen documenten ontvangen of kopië­ren als er een inktfi lm in het apparaat is geplaatst. Daarom wordt bij het apparaat een gratis afdruk­rol voor testpagina‘s geleverd.
De symbolen áéíó geven aan, hoeveel van de afdrukrol al is verbruikt.
v U dient uitsluitend de inktfi lmen van PHI-
LIPS te gebruiken!
Inktfilm verwijderen
1 Til de achterste van de twee inktfi lmrollen met
de wijsvingers aan beide kanten uit zijn hou­ders omhoog en plaats hem naar voren tegen de tweede rol aan.
2 Verwijder beide inktfi lmrollen. Ze kunnen
niet opnieuw gebruikt worden.
Op de bijgeleverde Plug’n’Print-kaart worden het verbruik en de afdrukinstelling opgeslagen. Daarom moet bij iedere nieuwe afdrukrol ook een nieuwe Plug’n’Print-kaart worden aan­gebracht. Voor de eerste gratis afdrukrol zijn instellingen in de fabriek vastgelegd. Daarom kan alleen deze afdrukrol zonder Plug’n’Print­kaart worden gebruikt. Als de kaart ontbreekt of niet wordt vervangen, wordt in het display KAart vervangen vermeld.
Is de inktfi lm op, of is er geen inktfi lm aanwe­zig in uw faxapparaat, dan knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display: GEEN INKTFILM.
1 Voor u een nieuwe inktfi lm plaatst, moet u
het papier uit het papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de aanwijzingen op de inkt­fi lmverpakking.
2 Open de fax door het bedieningspaneel voor-
zichtig aan de greep in het midden omhoog te trekken tot dit vastklikt.
Installeren
3 Trek de oude Plug’n’Print-kaart uit de instee-
kopening links van de afdrukrolhouder (alleen de gratis beginrol wordt zonder Plug’n’Print­kaart gebruikt).
Inktfilm invoeren
1 Verwijder voorzichtig de elastiekjes van de
nieuwe inktfi lm. De inktfi lm mag niet worden beschadigd.
7
2 Plaats vervolgens de grote rol in het achterste
inktfi lmcompartiment. Het blauwe tandwiel moet zich aan de rechterzijde bevinden.
3 Neem nu de kleine rol en plaats deze in het
voorste inktfi lmcompartiment. Zorg ervoor, dat het blauwe tandwiel en de pen links in de uitsparing aan de zijkant zijn geplaatst.
4 Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om
hem op te spannen. Zorg ervoor dat de fi lm niet kreukt.
Installeren
6 Sluit het toestel door het bedieningspaneel
naar voren te klappen totdat het vastklikt.
Plaatsen van papier
Voordat u documenten kunt ontvangen of kopi­eren, dient uw faxapparaat van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het volgende papierformaat: standaard A4 – 210 × 297 mm. Het faxtoestel werkt met normaal schrijf- en kopieerpapier en werd geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/m². Hoe gladder het papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw faxtoestel zal zijn.
1 Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene
gleuven achter het papierdoorvoermecha­nisme.
8
5 Maak de nieuwe Plug’n’Print-kaart los en
steek deze in de insteekopening links van de afdrukrolhouder.
2 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens
door het toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel ver­volgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.
3 Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mo-
gelijk naar voren. Voer meerdere A4-vellen
(80 g/m²) in tot aan het eindpunt van het
papierdoorvoermechanisme (maximaal 50
vellen).
Als u via dezelfde aansluiting ook een snoerloos
telefoon met SMS-functie gebruikt, is niet met zekerheid te voorspellen op welk apparaat het SMS-bericht wordt ontvangen. Het SMS-bericht kan niet op beide apparaten worden ontvangen. Probeer de ontvangst van SMS-berichten op de snoerloze telefoon uit te schakelen. Als dat niet mogelijk is, schakelt u de SMS-ontvangst via de fax uit (zie hoofdstuk SMS / SMS-ontvangst uitschakelen).
Indien u met uw fax gebruik wilt maken van spe­ciale aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen.
4 Sluit de papierdoorvoerklep.
Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan
het afdrukken is!
Papier verwijderen
Klap om het papier te verwijderen, de papier­doorvoerklep naar voren, verwijder het papier en sluit de papierdoorvoerklep.
Op hetzelfde telefoonstopcontact
Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op
hetzelfde telefoonstopcontact aansluiten, dan dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten.
Mogelijkheid 1
Installeren
Mogelijkheid 2
Raadpleeg in geval van vastgelopen papier:
Tips & Trucs / Papierstoring.
Andere apparatuur
Behalve uw fax kunt u ook andere telecommu­nicatieapparatuur, zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoordapparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoon­lijn aansluiten.
9
Mogelijkheid 3
Mogelijkheid 4
Aansluiting op telefooncentrale
Telefooncentrales (PABX) worden in het alge­meen gebruikt in grote bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-in­stallaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie) van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare telefoon­net, dient voorafgaand aan de nummerkeuze een code te worden ingetoetst om een buitenlijn te verkrijgen.
1 U kiest functie 15 door op MENU te druk-
ken en vervolgens de cijfers 15 in te toet- sen. Druk op OK.
2 Met u kunt u de modus interne telefoon-
centrale (PABX) kiezen.
PABX: ja
PABX: nee
3 Druk op OK.
Installeren
Installatie Hulp
Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld.
1 Houd HELP/w twee seconden ingedrukt.
Uw faxtoestel zal een pagina afdrukken. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel en volg de aanwijzingen op die op deze pagina staan.
2 Met behulp van de Installatie Hulp en de
toelichting in het display worden de instel­lingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw telefoonnummer en uw naam.
3 Ten slotte vraagt uw apparaat om de tijd en
datum in te voeren. Voer deze in met de cij­fertoetsen en druk vervolgens op OK.
Aansluiting op ISDN
Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.
4 Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de
buitenlijn te krijgen.
Deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven. Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn.
5 Kies met u TEST: JA en druk op
OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn
bereikbaar is. Is dit het geval, dan verschijnt:
TEST OK.
Is dit niet het geval, dan verschijnt:
TEST NIET OK.
U dient nu de gegevens nogmaals in te typen.
Verander het kiestype ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kiesmodus geko­zen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in het display desondanks
TEST NIET OK wis dan het nummer van
de buitenlijn met C.
v Als bij een telefooncentrale R als buitenlijn-
code is opgegeven en er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten.
10
Apparatuur met SMS-functie: analoge toestel-
len moeten geschikt zijn voor SMS.
Basisinstelling
2a Apparatuur met SMS-functie: voer uw naam
in met de lettertoetsen.
Als u een overzicht wilt behouden van de fabrieks-
instellingen van uw faxtoestel, raden wij u aan een functielijst af te drukken alvorens de instellingen te wijzigen. Druk driemaal op MENU.
Als u per ongeluk een verkeerde toets indrukt,
druk dan zo vaak als nodig op STOP om weer naar de oorspronkelijke positie terug te keren. Heeft u een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout met u en C corrigeren.
Als u uw persoonlijke instellingen wilt wissen,
kunt u dit doen aan de hand van functie 45 Service code (zie hoofdstuk Tips en trucs / Service code).
HELP-functie
Druk tweemaal op HELP/w. U krijgt een afdruk met uitleg over het gebruik van de be­langrijkste functies. Op deze Hulp-pagina kunt u ook lezen hoe u nog meer Hulp-pagina’s voor bepaalde functies van het toestel kunt krijgen.
v Bij het invoeren van een naam kunt u + ge-
bruiken om een hoofdletter te maken.
2b Apparatuur zonder SMS-functie: U kunt ook
letters invoeren met de cijfertoetsen (max. 32 tekens). Druk hiervoort op een aantalmaal een cijfertoets todat u de juiste letter heeft, bijvoorbeeld voor C drukt u driemaal 2. Met > springt de cursor één positie naar rechts. De volgende letters en speciale tekens zijn beschikbaar:
Toets Teken
0 spatie . - 0 + ? / : * % ! ( ) [ ] „ 1 1 2 A B C 2 a b c Ä Å Æ Ç ä å æ ç 3 D E F 3 d e f 4 G H I 4 g h i 5 J K L 5 j k l 6 M N O 6 m n o Ñ Ö ñ ö
Tijd en datum
1 Kies functie 12, door op MENU, 12 en
OK te drukken.
2 Voer nu via het toetsenbord de juiste tijd in
(bijvoorbeeld: 09 15 voor 9:15 uur). Het toestel vraagt u dan automatisch de hui-
dige datum in te voeren (bijvoorbeeld: 15
05 04 voor 15 mei 2004).
3 Druk op OK.
Nummer invoeren
1 Kies functie 13, door op MENU, 13 en
OK te drukken.
2 Voer uw telefoonnummer in (bijvoorbeeld:
#31>6151... voor +31 6151...
– gebruik # of * om de “+” te typen, met
> typt u een spatie; max. 20 tekens).
3 Bevestig met OK.
7 P Q R S 7 p q r s 8 T U V 8 t u v Ü ü 9 W X Y Z 9 w x y z
3 Druk ter bevestiging op OK.
Uw naam en uw telefoonnummer worden bo­venaan op elke pagina afgedrukt samen met de datum, de tijd en het paginanummer, wanneer u dit ingeeft in functie 13 en 14.
Correctie
Heeft u in functie 13 of 14 een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout zowel direct corrigeren als ook later. Indien u later cor­recties wilt aanbrengen, dient u de functies voor het intoetsen van nummers of namen opnieuw te kiezen.
Plaats de cursor met u onder het teken dat u wilt wissen. Druk op C. Het teken wordt gewist.
Als u lang op C drukt (twee seconden), worden
alle tekens gewist. Druk ter bevestiging op OK.
Basisinstelling
Naam invoeren
1 Kies functie 14 door op MENU, 14 en
OK te drukken.
11
Taal in de display
1 Druk op MENU, 11 en vervolgens OK.
2 Maak met behulp van u een keuze uit de
mogelijke talen.
3 Druk ter bevestiging op OK.
Belsignaaltypes
U kunt uit tien verschillene belsignalen kiezen:
1 Druk op MENU, 35 en vervolgens op
OK.
2 Kies met 0 tot en met 9 het gewenste sig-
naal.
3 Druk ter bevestiging op OK.
Volume
Belsignaal
Basisinstelling
Het volume van het belsignaal kan in de wacht­stand of tijdens het rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume is verschil­lend voor de modi S en M (zie hoofdstuk
Belgedrag).
1 Met u verschijnt de huidige instelling ge-
durende drie seconden.
2 Regel de geluidssterkte nu door opnieuw op
u te drukken, net zolang totdat u de ge-
wenste geluidssterkte heeft verkregen.
Luidspreker
Om het volume van de luidspreker te wijzigen, druk op DIAL (zonder ingebouwd antwoord­apparaat) of l (met ingebouwd antwoordap- paraat).
1 Druk op DIAL / l.
2 U kunt het volume veranderen, door u te
drukken.
3 Sluit af met STOP.
12
Belgedrag
Modus SM instellen
De ingebouwde faxschakelaar maakt het mogelijk te telefoneren of faxen op een enkele telefoon­aansluiting met gebruik van extra apparatuur. De faxschakelaar scheidt faxen en telefoongesprek­ken. Hij kan bijvoorbeeld faxen stil ontvangen, zonder belsignaal, zodat u niet gestoord wordt.
Met de functies voor overdag S en ‘s nachts M kunt u zelf instellen hoe vaak het apparaat moet overgaan, voordat een faxbericht wordt ontvangen of het antwoordapparaat wordt in­geschakeld.
Door de klokfunctie U kan uw faxapparaat zelf automatisch kiezen voor de S en Mmodus.
Klok U
De ingebouwde klok U maakt onderscheid tussen dag S en nacht M. Met de standaardin­stellingen gaat de fax overdag over, zowel voor faxberichten als telefoongesprekken. s Nachts
(van 22:00 tot 6:00 uur) worden faxen ontvangen zonder signaal en bij een telefoonoproep klinkt het faxapparaat met een verminderde geluids­sterkte.
Als u het symbool U ziet, is de klok ingeschakeld. Voor het in- of uitschakelen van de klok houdt u
de U toets twee seconden ingedrukt.
Wanneer u de tijden waarop het apparaat om­schakelt van dag S naar nacht M wilt wijzigen:
1 Selecteert u functie 33. Druk hiervoor op
MENU, 33 en OK.
2 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automa-
tisch moet omschakelen naar S (bijvoor- beeld: 08 00 voor 8:00 uur) en beves­tigen met OK.
met ingebouwd antwoordapparaat
Menuonderdeel Instelmogelijkheden
BEL ant. app.: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
5/2
BELLEN FAX: 0, 1, 2, 3, 4, 5,
ONTVANGST HanDM.
BELVOLUME: ZACHT, miDDel,
luID
MEELUISTEREN: aAN, UIT
1 Kies functie 31 (Dag), door eerst op MENU,
dan 31 en OK drukken.
2 Kies met u, hoe vaak de fax moet rin-
kelen voordat het antwoordapparaat wordt ingeschakeld. BEL ANT.APP.:5/2
3 Bevestig dit met OK.
4 Voer het aantal belsignalen in waarna de fax
opneemt en faxberichten scheidt van tele­foongesprekken. Bij een faxbericht wordt de fax ingeschakeld voor ontvangst. Bij een gesprekssignaal blijft het apparaat over­gaan bellen fax: 5
5 Bevestig dit met OK. 6 Met u stelt u in hoe luid het toestel bij
ontvangst van een oproep moet rinkelen. Druk op OK. BELVOLUME: LUID
7 Als u wilt kunnen meeluisteren wanneer
een beller een bericht inspreekt, kiest u met
u MEELUISTEREN: AAN, uit
8 Bevestig dit met OK. 9 Als u ook de modus M wilt instellen, kiest u
functie 32 (MENU 32 OK) en herhaalt u stappen 2 t/m 8.
Belgedrag
3 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automa-
tisch moet omschakelen naar M (bijvoorbeeld:
23 30 voor 23:30 uur) en bevestigen
met OK.
zonder ingebouwd antwoordapparaat
Menuonderdeel Instelmogelijkheden
BELLEN TOTAAL: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,7 BELLEN FAX: 0, 1, 2, 3, 4, 5,
ONTVANGST HanDM.
BELVOLUME: ZACHT, miDDel,
luID
1 Kies functie 31 (Dag), door eerst op MENU,
dan 31 en OK drukken.
13
2 Stel met u het aantal belsignalen in
waarna de fax overschakelt op ontvangst van faxberichten wanneer nog niet is opgeno­men. bellen totaal: 5
3 Bevestig dit met OK.
4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de
faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van telefoongesprekken moet scheiden. Bij een faxbericht wordt de fax ingeschakeld voor ontvangst. Bij een telefoonsignaal blijft het apparaat overgaan. bellen FAX: 5
5 Bevestig dit met OK.
v Gesprekken kunnen bij deze instelling
derhalve ook niet door een eventueel aan­gesloten extern antwoordapparaat worden beantwoord.
Handmatige faxontvangst
Als u ONTVANGST HanDM. instelt, worden fax-
berichten niet automatisch door de fax ontvan­gen, maar pas nadat u de ontvangst zelf activeert. Neem de hoorn op en druk op START. Dit kan nuttig zijn als u faxen bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt ontvangen.
Belgedrag
6 Met u stelt u in hoe luid het toestel
bij ontvangst van een oproep moet rinke­len. BELVOLUME: LUID
7 Bevestig dit met OK. Als u ook de modus
M (nacht) wilt instellen, kiest u functie 32 (MENU 32 OK) en herhaalt u stappen 2
t/m 6.
Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mo-
gelijk in beide gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt 2 en 4). Stel beide aantallen in op een waarde lager dan vijf.
Andere telefoons gaan slechts zo lang over als
met BELLEN FAX is ingesteld.
Speciale instellingen
Stille faxontvangst
Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat het
faxapparaat eerst rinkelt, moet u het aantal belsig­nalen bij BELLEN FAX op nul (0) zetten.
Volledig stille werking $
Deze optie is alleen zinvol bij toestellen met in­gebouwd antwoordapparaat. Als u bijvoorbeeld ’s nachts niet gestoord wilt worden door binnenko­mende gesprekken of faxen, kunt u beide belsig­nalen (bel.ant.app. en bellen fax) op nul (0) zetten. Faxen worden dan stil ontvangen en gesprekken worden direct door het antwoord­apparaat beantwoord, vooropgesteld dat u het antwoordapparaat hebt ingeschakeld.
Spaarmodus (alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
Als u bij bel.ant.app.: optie 5/2 kiest,
wordt het antwoordapparaat niet na vijf maar al na twee belsignalen automatisch ingeschakeld wanneer u een nieuw telefoonbericht ontvangt.
Via de toegang op afstand heeft u daardoor de
mogelijkheid na te gaan of er nieuwe berichten op uw antwoordapparaat zijn ingesproken, zon­der dat u daarbij telefoonkosten maakt (wanneer uw antwoordapparaat al na twee belsignalen in­schakelt, weet u meteen dat er nieuwe berichten zijn ingesproken). Nadat u uw nieuwe berichten hebt afgeluisterd, schakelt het antwoordapparaat de volgende keer weer na vijf belsignalen in.
Extern antwoordapparaat
Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere appara­tuur.
Een extern antwoordapparaat werkt het best wanneer u dit instelt op één of twee keer rinkelen. Om te voorkomen dat oproepen door de faxscha­kelaar automatisch worden overgenomen, dient u bij bellen fax en bellen totaaL een aantal in te stellen dat ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw externe antwoordapparaat.
Als u het externe antwoordapparaat hebt uitge-
schakeld, worden oproepen automatisch door de faxschakelaar aangenomen (zie hoofdstuk Modus
SM instellen).
14
Bij toestellen zonder ingebouwd antwoordappa­raat is de faxschakelaar bij deze instelling uitge­schakeld. Dat wil zeggen dat het apparaat direct overschakelt op faxontvangst en niet rinkelt wan­neer er een gesprek binnenkomt (de beller hoort een pieptoon).
Instellings voorbeeld:
Bellen extern antwoordapparaat: 2
bellen FAX 4 bellen totaal 4
Loading...
+ 30 hidden pages