PHILIPS MAGIC 2 PRIMO User Manual [no]

1 Inleiding

Inhoud

 

1 Inleiding ........................................

1

Overzichtvanhettoestel .....................................................

2

Beschrijvingvanhetapparaat ...............................................

2

Overzichtvandefuncties ....................................................

3

Toekenningvandetoetsen ..................................................

4

2 Installeren.....................................

5

Dejuistepositie ................................................................

5

Aansluitingvanhetfaxapparaat .............................................

5

Deinktfilmvervangen ........................................................

6

Inktfilmverwijderen ..........................................................

6

Inktfilminvoeren ..............................................................

6

Plaatsenvanpapier .............................................................

7

Papierverwijderen ..............................................................

8

Papierstoring ....................................................................

8

InstallatieHulp .................................................................

9

Andereapparatuuraansluiten ...............................................

9

Telefooncentrale ..............................................................

10

3 Basis instellingen ........................

11

HELPfunctie .................................................................

11

Tijdendatum ................................................................

11

Nummerinvoeren ...........................................................

11

Naaminvoeren ...............................................................

11

Correctie ........................................................................

11

Taalvandisplay ...............................................................

12

Belsignaaltypes ................................................................

12

Volumevandeluidspreker ................................................

12

4 Belgedrag ...................................

13

Faxontvangstinstellen .......................................................

13

Specialeinstellingen ..........................................................

13

EASYLINK ...................................................................

14

Externantwoordapparaat ..................................................

14

5 Telefoon ......................................

15

Opbellen .......................................................................

15

Nummerherhalen ...........................................................

15

Verkortkiezenn.....................................................

15

Telefoongidsa.......................................................

15

Lijstmettelefoonnummers ...............................................

16

Gesprekkendoorverbinden ................................................

16

Uitschakelenvandemicrofoon ..........................................

16

Nummerweergave ...........................................................

16

6 Fax .............................................

17

Documenteninvoeren ......................................................

17

Faxen ............................................................................

17

Kopiëren ........................................................................

17

Resolutie ........................................................................

18

Contrast ........................................................................

18

Verzendrapport–foutrapport ............................................

18

Transmissie–Intercontinentaalfunctie .................................

18

Compressievanhetformaat ..............................................

18

Faxjournaal .....................................................................

18

Afroepvanfaxen .............................................................

19

Verzendenopafroep .........................................................

19

Laterversturen ................................................................

19

7Tips en trucs ...............................

20

Servicecode ....................................................................

23

Instructiesvooronderhoud ................................................

23

Reinigdescanner .............................................................

23

Reinigdeprinterrol ..........................................................

24

Veiligheidsinstructies ........................................................

24

8Appendix.....................................

25

Technischespecificaties .....................................................

25

Internationalegarantie ......................................................

25

Glossarium .....................................................................

26

Index ..............................................

27

1

PHILIPS MAGIC 2 PRIMO User Manual

Overzicht van het toestel

Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden:

1

Telefoonkabel met stekker

6

Papiersteun

2

Netsnoer met stekker

7

Documentsteun

3

Hoorn

8

Handleiding

4

Krulsnoer voor hoorn

9

Installeerhulp

5

Fax

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschrijving van het apparaat

1

Netkabel met stekker

7

Bedieningspaneel

 

 

2

Documentengeleiders

8

Scanner

 

 

3

Papierdoorvoerklep

9

Voorste inktfilmvak

 

 

4

Documentsteun

10

Achterste inktfilmvak

 

 

5

Papiersteun

11

Afdrukrol

 

 

6

Hoorn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Overzicht van de functies

Print u een functielijst uit, door 3 keer op MENU te drukken.

1 Instellingen

Pagina

11

Taal instellen

 

 

(kies de taal voor de displaytext en rapporten) ..............

12

12

Tijd/datum

 

 

(tijd en datum instellen) ..............................................

11

13

Uw telefoonnummer

 

 

(voer uw telefoonnummer in) ......................................

11

14

Uw naam

 

 

(voer uw naam in) .......................................................

11

15

Aansluittype

 

 

(voor gebruik met een telefooncentrale instellen) .........

10

2 Fax

 

21

Transmissie

 

 

(versturen op halve snelheid) .......................................

18

22

Afroepontvangst

 

 

(het afroepen van een fax) ...........................................

19

23

Afroepverzending

 

 

(faxdocumenten klaar zetten voor afroep) ....................

19

24

Later sturen

 

 

(faxen worden later verzonden) ...................................

10

3 Faxschakelaar

 

31 Aantal belsignalen

 

 

(Faxontvangst instellen) ...............................................

13

34

Easylink

 

 

(codes in gebruik met extra telefoons) .........................

14

4 Diversen

 

41

Fax Journaal

 

 

(journaal van de laatste 10 faxdocumenten) .................

18

42

Kieslijst

 

 

(opgeslagen nummers worden geprint) ........................

16

43

Verzendrapport

 

 

(uitprinten van de verzendrapporten) ..........................

18

44

Keuze beltype

 

 

(keuze tussen 10 belsignaaltypes) .................................

12

45

Service Code

 

 

(persoonlijke instellingen wissen) .................................

23

46

Verkleinen

 

 

(ontvangen faxen worden vertikaal verkleind) ..............

18

47Contrast

(contrast instellen bij het kopiëren/

faxen van een document) ............................................

18

15-MEi-00 12:30

FINE f/PHOTO F

geeft aan of u verzendt of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergegeven, dan is de standaardresolutie gekozen. Druk op FINE/ PHOTO om de resolutie te wijzigen.

!Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere vorm van vocht, dit om het risico op elektrische schokken of brand te vermijden.

!Bij onweer haalt u zowel de telefoonals de voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kan uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/ of schade aan het toestel.

3

Toekenning van de toetsen

<

in het functiemenu te bladeren / om de invoegpositie op het display naar links te verplaatsen

MENU/OKom functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen

>

in het functiemenu te bladeren / om een spatie intevoegen bij de ingave van een naam / om de invoegpositie op het display naar rechts te verplaatsen

Indicatielampje

Als dit lampje knippert moet u het bericht op het display lezen.

START/COPY

kort drukken: start uw faxtransmissie of het enkelvoudig kopiëren van een document

drukken en ingedrukt houden (2 seconden): meervoudig kopiëren van een document / om snel toegang te hebben tot de faxverslagen

FINE f/PHOTO Fom met een hogere oplossing te zenden en te kopiëren (FINE – voor tekst en grafieken; PHOTO – voor foto’s)

n

kort drukken: voor kiezen van een nummer

drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een telefoonnummer op te slaan

a

kort drukken: om het naamregister op te roepen drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een naam op te slaan

HELP/INSTALL

tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra Hulp-pagina’s. Drukken en ingedrukt houden (2 seconden): afdruk van een “Installatie Hulp” gids / om de automatische installatie van uw faxtoestel en extra apparatuur te starten

T

het in pauze zetten van het gesprek tijdens het bellen / doorverbinden van een gesprek naar een serieel aangesloten extra telefoon (zie Glossarium)

R

kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik samen met een interne telefooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstverlener aanbiedt drukken en ingedrukt houden (2 seconden): of pauzeren tijdens het kiezen

PP

kort drukken: om de laatste 5 gekozen nummers te herhalen. drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de lijst van bellers te bekijken

STOP om functies te stoppen /uitvoeren van het document

CLEAR

kort drukken: om boodschappen en ingevoerde data / enkele tekens te wissen

drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om alle invoer te wissen

4

2 Installeren

!Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik meer maken van telefoon of fax.

!Het faxapparaat werd uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoonmaatschappijen aldaar.

De juiste positie

1Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten, enz.).

2Zet het apparaat niet direct in het zonlicht (de inktfilm is hittegevoelig) in de buurt van radioen televisietoestel, een verwarming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen.

3Tijdens het gebruik wordt de fax warm. Dek hem niet af. Hij zou anders te heet kunnen worden. Zorg ervoor dat de fax zodanig opgesteld is dat de lucht ongehinderd kan circuleren.

4Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt aansluiten, houdt u dan tenminste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen optreden.

België

De hoorn op de fax

Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt op de hoorn, het andere uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt met het “hoorn”-symbool aan de onderzijde van het apparaat. Draai het apparaat weer om en druk het in de speciaal daartoe voorziene kabelsleuf.

Aansluiting van het faxapparaat

Op het telefoonnet

Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan op de aansluiting met LINE.

Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf.

Nederland

Netaansluiting

! Let u erop, dat de hoorn opgelegd moet zijn, voordat de netstekker in het stopcontact wordt gestoken.

5

1Nadat u het toestel aan het stroomnet heeft aangesloten, voert het een test uit. Daarna wordt u gevraagd de datum en tijd in te stellen.

2Gebruik de cijfertoetsen om de tijd en de datum in te voeren. Druk vervolgens op OK.

De inktfilm vervangen

U kunt alleen documenten ontvangen of kopiëren als er een inktfilm in het apparaat is geplaatst. Daarom is er in uw toestel een inktfilm voor ca. 50 pagina’s geplaatst. De in de handel verkrijgbare inktfilm PFA 321 heeft een capaciteit van maximaal 260 pagina’s.

Is de inktfilm op, of is er geen inktfilm aanwezig in uw faxapparaat, knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display:

Manca pell.inch.

1Voor u een nieuwe inktfilm plaatst, moet u het papier uit het papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de aanwijzingen op de inktfilmverpakking.

2Voor een optimale kwaliteit, gebruikt u liefst enkel de inktfilms die opgegeven staan op uw originele rol. Om veiligheidsredenen gebruikt u best geen inktfilms van een ander merk, daar deze uw faxtoestel zouden kunnen beschadigen.

3Open het faxtoestel door het bedieningspaneel voorzichtig op te tillen bij de uitsparing in het midden.

Inktfilm verwijderen

1Til de achterste van de twee inktfilmrollen met de wijsvingers aan beide kanten uit zijn houders omhoog en plaats hem naar voren tegen de tweede rol aan.

2Verwijder beide inktfilmrollen. Ze kunnen niet opnieuw gebruikt worden. Gooi de inktfilmrollen weg met het gewone afval. Voer een nieuwe inktfilm in; uw faxtoestel kan niet naar behoren werken zonder inktfilm.

Inktfilm invoeren

1Verwijder voorzichtig de elastiekjes van de nieuwe inktfilm. De inktfilm mag niet worden beschadigd.

2Plaats vervolgens de grote rol in het achterste inktfilmcompartiment.

3Neem nu de kleine rol en plaats deze in het voorste inktfilmcompartiment. Let erop dat de kleine rol links en rechts in de uitsparingen terecht komt.

6

4Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om hem op te spannen. Zorg ervoor dat de film niet kreukt.

5Sluit het toestel door het bedieningspaneel naar voren te klappen totdat het vastklikt.

6Voer het gele blad in met de schriftkant naar boven en druk dan op START/COPY.

Aan het begin van de inktfilm zit een zilver strip, zodat de kwaliteit van de eerste pagina’s wat minder kan zijn.

Plaatsen van papier

Voordat u documenten kunt ontvangen of kopiëren, dient uw faxapparaat van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het volgende papierformaat: standaard A4 – 210 x 297 mm. Het faxtoestel werkt met normaal schrijfen kopieerpapier en werd geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/m². Hoe gladder het papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw faxtoestel zal zijn.

Is het papier op, of is er geen papier aanwezig in uw faxapparaat, knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display:

CARTA ESAURITA

1Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene gleuven achter het papierdoorvoermechanisme.

2Steek de documentsteun in de openingen in de papierdoorvoerklep.

7

3Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.

4Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar voren. Voer meerdere A4-vellen (80 g) in tot aan het eindpunt van het papierdoorvoermechanisme (maximaal 50 vellen).

5 Sluit de papierdoorvoerklep.

!Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan het afdrukken is! Gebruik geen papier dat al aan een zijde bedrukt is! In beide gevallen kan dit tot papierstoring leiden.

Papier verwijderen

1 Klap de papierdoorvoerklep naar voren.

2 Trek het papier eruit.

3 Sluit de papierdoorvoerklep.

Papier storing

Open het bedieningspaneel. Trek het papier voorzichtig naar buiten. De inktfilmrol moet vóór het sluiten van het paneel aangespannen worden door de kleine inktfilmrol naar voren te draaien.

!Trek het papier er niet uit langs de bovenkant; zo kan het papier scheuren en de werking van het faxtoestel in het gedrang komen.

8

Mogelijkheid 4

Installatie Hulp

Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld.

1Houd INSTALL/HELP 2 seconden ingedrukt. Uw faxtoestel zal een pagina afdrukken met de titel Installatie Hulp. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel.

2Met behulp van de Installatie Hulp en de toelichting in de display worden de instellingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw telefoonnummer en uw naam.

Andere apparatuur aansluiten

Behalve uw fax kunt u ook andere telecommunicatieapparatuur, zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoordapparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoonlijn aansluiten.

Aan hetzelfde telefoonstopcontact

Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoonstopcontact aansluiten, dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten.

Mogelijkheid 1

Mogelijkheid 2

Mogelijkheid 3

Aansluiting direct aan het faxapparaat

U kunt andere telecommunicatie apparatuur (draadloze handset) op de EXT.-uitgang aan de onderzijde van uw faxapparaat aansluiten.

Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen.

Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan een goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden.

De juiste verbindingskabel met een RJ11 stekker verkrijgt u bij uw dealer.

Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u de

fax instellen op RICEZ.FAX:Manual .

Aansluiting op ISDN

Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDNaansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.

9

Loading...
+ 19 hidden pages