PHILIPS MAGIC 2 PRIMO User Manual [no]

Inhoud

1 Inleiding

1 Inleiding ........................................ 1
Overzicht van het toestel ..................................................... 2
Beschrijving van het apparaat ............................................... 2
Overzicht van de functies ....................................................3
Toekenning van de toetsen ..................................................4
De juiste positie ................................................................ 5
Aansluiting van het faxapparaat ............................................. 5
De inktfilm vervangen ........................................................ 6
Inktfilm verwijderen ... .......................................................6
Inktfilm invoeren .............................................................. 6
Plaatsen van papier .............................................................7
Papier verwijderen .............................................................. 8
Papier storing ....................................................................8
Installatie Hulp .................................................................9
Andere apparatuur aansluiten ............................................... 9
Telefooncentrale .............................................................. 10
3 Basis instellingen ........................ 11
HELP functie ................................................................. 11
Tijd en datum ................................................................ 11
Nummer invoeren ........................................................... 11
Naam invoeren ............................................................... 11
Correctie ........................................................................ 11
Taal van display ............................................................... 12
Belsignaaltypes ................................................................ 12
Volume van de luidspreker ................................................ 12
6 Fax ............................................. 17
Documenten invoeren ...................................................... 17
Faxen ............................................................................ 17
Kopiëren ........................................................................ 17
Resolutie ........................................................................ 18
Contrast ........................................................................ 18
Verzendrapport – foutrapport ............................................ 18
Transmissie – Intercontinentaalfunctie ................................. 18
Compressie van het formaat .............................................. 18
Faxjournaal ..................................................................... 18
Afroep van faxen ............................................................. 19
Verzenden op afroep ......................................................... 19
Later versturen ................................................................ 19
7 Tips en trucs ............................... 20
Service code .................................................................... 23
Instructies voor onderhoud ................................................ 23
Reinig de scanner . ............................................................ 23
Reinig de printerrol .. ... .... ... .... ... .... ... .... ... .. ... ... .... ... .... .... .. 24
Veiligheidsinstructies ........................................................ 24
8 Appendix ..................................... 25
Technische specificaties ..................................................... 25
Internationale garantie ...................................................... 25
Glossarium ..................................................................... 26
Index .............................................. 27
4 Belgedrag ................................... 13
Faxontvangst instellen ....................................................... 13
Speciale instellingen . .. ....................................................... 13
EASYLINK ................................................................... 14
Extern antwoordapparaat .................................................. 14
5 Telefoon ...................................... 15
Opbellen ....................................................................... 15
Nummer herhalen ........................................................... 15
Verkort kiezen n ..................................................... 15
Telefoongids a ....................................................... 15
Lijst met telefoonnummers ............................................... 16
Gesprekken doorverbinden ................................................ 16
Uitschakelen van de microfoon .......................................... 16
Nummerweergave ........................................................... 16
1

Overzicht van het toestel

Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking be­vinden:
1 Telefoonkabel met stekker 2 Netsnoer met stekker 3 Hoorn 4 Krulsnoer voor hoorn 5 Fax
Beschrijving van het apparaat
1 Netkabel met stekker 2 Documentengeleiders 3 Papierdoorvoerklep 4 Documentsteun 5 Papiersteun 6 Hoorn
6 Papiersteun 7 Documentsteun 8 Handleiding 9 Installeerhulp
7 Bedieningspaneel 8 Scanner 9 Voorste inktfilmvak 10 Achterste inktfilmvak 11 Afdrukrol
2

Overzicht van de functies

Print u een functielijst uit, door 3 keer op MENU te drukken.
1 Instellingen Pagina
11 Taal instellen
(kies de taal voor de displaytext en rapporten) .............. 12
12 Tijd/datum
(tijd en datum instellen) .............................................. 11
13 Uw telefoonnummer
(voer uw telefoonnummer in) ...................................... 11
14 Uw naam
(voer uw naam in) ....................................................... 11
15 Aansluittype
(voor gebruik met een telefooncentrale instellen) ......... 10
15-MEi-00 12:30
f f
FINE
f/PHOTO
f f
geeft aan of u verzendt of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergege­ven, dan is de standaardresolutie gekozen. Druk op FINE/ PHOTO om de resolutie te wijzigen.
FF
F
FF
2 Fax
21 Transmissie
(versturen op halve snelheid) ....................................... 18
22 Afroepontvangst
(het afroepen van een fax) ........................................... 19
23 Afroepverzending
(faxdocumenten klaar zetten voor afroep) .................... 19
24 Later sturen
(faxen worden later verzonden) ................................... 10
3 Faxschakelaar
31 Aantal belsignalen
(Faxontvangst instellen) ............................................... 13
34 Easylink
(codes in gebruik met extra telefoons) ......................... 14
4 Diversen
41 Fax Journaal
(journaal van de laatste 10 faxdocumenten) ................. 18
42 Kieslijst
(opgeslagen nummers worden geprint) ........................ 16
43 Verzendrapport
(uitprinten van de verzendrapporten) .......................... 18
44 Keuze beltype
(keuze tussen 10 belsignaaltypes) ................................. 12
45 Service Code
(persoonlijke instellingen wissen) ................................. 23
46 Verkleinen
(ontvangen faxen worden vertikaal verkleind) .............. 1 8
47 Contrast
(contrast instellen bij het kopiëren/
faxen van een document) ............................................ 18
! Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere
vorm van vocht, dit om het risico op elektrische schokken of brand te vermijden.
! Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de voedings-
stekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kan uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/ of schade aan het toestel.
3

Toekenning van de toetsen

<<
<
<<
in het functiemenu te bladeren / om de invoegpositie op het display naar links te verplaatsen
MENU/OKom functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen
>>
>
>>
in het functiemenu te bladeren / om een spatie intevoegen bij de ingave van een naam / om de invoegpositie op het display naar rechts te verplaatsen
Indicatielampje
Als dit lampje knippert moet u het bericht op het display lezen.
nn
n
nn
kort drukken: voor kiezen van een nummer drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een tele-
foonnummer op te slaan
aa
a
aa
kort drukken: om het naamregister op te roepen drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een naam
op te slaan
HELP/INSTALL
tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra Hulp-pagina’s. Drukken en ingedrukt houden (2 seconden): afdruk van een “Installatie Hulp” gids / om de automati­sche installatie van uw faxtoestel en extra apparatuur te starten
TT
T
TT
het in pauze zetten van het gesprek tijdens het bellen / doorverbinden van een gesprek naar een serieel aangeslo­ten extra telefoon (zie Glossarium)
RR
R
RR
kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik samen met een interne telefooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstverlener aanbiedt drukken en ingedrukt houden (2 seconden): of pauzeren tijdens het kiezen
PPPP
PP
PPPP
kort drukken: om de laatste 5 gekozen nummers te herha­len. drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de lijst van bellers te bekijken
START/COPY
kort drukken: start uw faxtransmissie of het enkelvoudig kopiëren van een document drukken en ingedrukt houden (2 seconden): meervoudig kopiëren van een document / om snel toegang te hebben tot de faxverslagen
ff
FINE
f /PHOTO
ff
zenden en te kopiëren (FINE – voor tekst en grafieken; PHOTO – voor foto’s)
F F
F om met een hogere oplossing te
F F
STOP om functies te stoppen /uitvoeren van het document
CLEAR kort drukken: om boodschappen en ingevoerde data / en-
kele tekens te wissen drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om alle in­voer te wissen
4

2 Installeren

! Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik meer
maken van telefoon of fax.
! Het faxapparaat werd uitsluitend voor gebruik in het
desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoon­maatschappijen aldaar.

De juiste positie

1 Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en
horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten, enz.).
2 Zet het apparaat niet direct in het zonlicht (de inktfilm is
hittegevoelig) in de buurt van radio- en televisietoestel, een verwarming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemi­sche middelen.
3 Tijdens het gebruik wordt de fax warm. Dek hem niet af.
Hij zou anders te heet kunnen worden. Zorg ervoor dat de fax zodanig opgesteld is dat de lucht ongehinderd kan circuleren.
4 Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt
aansluiten, houdt u dan tenminste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen optreden.
België
De hoorn op de fax
Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt op de hoorn, het andere uiteinde van het krulsnoer in het aansluit­punt met het hoorn”-symbool aan de onderzijde van het appa- raat. Draai het apparaat weer om en druk het in de speciaal daar­toe voorziene kabelsleuf.
Aansluiting van het faxapparaat
Op het telefoonnet
Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan op de aansluiting met LINE. Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf.
Nederland
Netaansluiting
! Let u erop, dat de hoorn opgelegd moet zijn, voordat de
netstekker in het stopcontact wordt gestoken.
5
1 Nadat u het toestel aan het stroomnet heeft aangesloten,
voert het een test uit. Daarna wordt u gevraagd de datum en tijd in te stellen.
2 Gebruik de cijfertoetsen om de tijd en de datum in te
voeren. Druk vervolgens op OK.

De inktfilm vervangen

U kunt alleen documenten ontvangen of kopiëren als er een inktfilm in het apparaat is geplaatst. Daarom is er in uw toestel een inktfilm voor ca. 50 pagina’s geplaatst. De in de handel ver- krijgbare inktfilm PFA 321 heeft een capaciteit van maximaal 260 pagina’s. Is de inktfilm op, of is er geen inktfilm aanwezig in uw faxapparaat, knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display:
Manca pell.inch.
1 Voor u een nieuwe inktfilm plaatst, moet u het papier uit
het papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de aanwijzingen op de inktfilmverpakking.
2 Voor een optimale kwaliteit, gebruikt u liefst enkel de
inktfilms die opgegeven staan op uw originele rol. Om veiligheidsredenen gebruikt u best geen inktfilms van een ander merk, daar deze uw faxtoestel zouden kunnen beschadigen.
3 Open het faxtoestel door het bedieningspaneel voorzichtig
op te tillen bij de uitsparing in het midden.
2 Verwijder beide inktfilmrollen. Ze kunnen niet opnieuw
gebruikt worden. Gooi de inktfilmrollen weg met het gewone afval. Voer een nieuwe inktfilm in; uw faxtoestel kan niet naar behoren werken zonder inktfilm.

Inktfilm invoeren

1 Verwijder voorzichtig de elastiekjes van de nieuwe inktfilm.
De inktfilm mag niet worden beschadigd.
2 Plaats vervolgens de grote rol in het achterste inktfilm-
compartiment.

Inktfilm verwijderen

1 Til de achterste van de twee inktfilmrollen met de wijsvin-
gers aan beide kanten uit zijn houders omhoog en plaats hem naar voren tegen de tweede rol aan.
3 Neem nu de kleine rol en plaats deze in het voorste inktfilm-
compartiment. Let erop dat de kleine rol links en rechts in de uitsparingen terecht komt.
6
4 Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om hem op te
spannen. Zorg ervoor dat de film niet kreukt.
5 Sluit het toestel door het bedieningspaneel naar voren te
klappen totdat het vastklikt.

Plaatsen van papier

Voordat u documenten kunt ontvangen of kopiëren, dient uw faxapparaat van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het vol­gende papierformaat: standaard A4 – 210 x 297 mm. Het faxtoestel werkt met normaal schrijf- en kopieerpapier en werd geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/m². Hoe gladder het papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw faxtoestel zal zijn.
Is het papier op, of is er geen papier aanwezig in uw faxapparaat, knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display:
CARTA ESAURITA
1 Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene gleuven achter
het papierdoorvoermechanisme.
6 Voer het gele blad in met de schriftkant naar boven en druk
dan op START/COPY.
Aan het begin van de inktfilm zit een zilver strip, zodat de kwaliteit van de eerste pagina’s wat minder kan zijn.
2 Steek de documentsteun in de openingen in de papier-
doorvoerklep.
7
3 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het
toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.
4 Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar
voren. Voer meerdere A4-vellen (80 g) in tot aan het eindpunt van het papierdoorvoermechanisme (maximaal 50 vellen).

Papier verwijderen

1 Klap de papierdoorvoerklep naar voren.
2 Trek het papier eruit.
3 Sluit de papierdoorvoerklep.
5 Sluit de papierdoorvoerklep.
! Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan het
afdrukken is! Gebruik geen papier dat al aan een zijde bedrukt is! In beide gevallen kan dit tot papierstoring leiden.

Papier storing

Open het bedieningspaneel. Trek het papier voorzichtig naar buiten. De inktfilmrol moet vóór het sluiten van het paneel aan­gespannen worden door de kleine inktfilmrol naar voren te draaien.
! Trek het papier er niet uit langs de bovenkant; zo kan
het papier scheuren en de werking van het faxtoestel in het gedrang komen.
8

Installatie Hulp

Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld.
1 Houd INSTALL/HELP 2 seconden ingedrukt. Uw
faxtoestel zal een pagina afdrukken met de titel Installatie Hulp. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel.
2 Met behulp van de Installatie Hulp en de toelichting in de
display worden de instellingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw telefoonnummer en uw naam.

Andere apparatuur aansluiten

Behalve uw fax kunt u ook andere telecommunicatieapparatuur, zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoord- apparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoonlijn aansluiten.
Aan hetzelfde telefoonstopcontact
Mogelijkheid 4
Aansluiting direct aan het faxapparaat
U kunt andere telecommunicatie apparatuur (draadloze handset) op de EXT.-uitgang aan de onderzijde van uw faxapparaat aan- sluiten.
Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoon­stopcontact aansluiten, dient u op de juiste volgorde van aanslui­ting te letten.
Mogelijkheid 1
Mogelijkheid 2
Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen.
Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan een goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden.
De juiste verbindingskabel met een RJ11 stekker verkrijgt u bij uw dealer.
Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u de fax instellen op
RICEZ.FAX:Manual
.
Mogelijkheid 3
Aansluiting op ISDN
Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN­aansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de hand­leiding van uw ISDN-installatie.
9
Op een telefooncentrale (PABX) aansluiten
Telefooncentrales (PABX) worden in het algemeen gebruikt in grote bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-installaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aanslui­ting (extensie) van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare telefoonnet, dient voorafgaand aan de nummer­keuze een code te worden ingetoetst om een buitenlijn te verkrij­gen.
Een tweede telefoontoestel dat samen met uw faxapparaat op een normale telefoonaansluiting is aangesloten, mag dus niet wor­den verward met een extensie aan een dergelijke centrale.
Sluit het apparaat op een telefooncentrale aan, dan moet u in functie 15 de juiste instellingen kiezen.

Telefooncentrale

In functie 15 kunt u de aansluiting met een telefooncentrale instellen.
Als bij een telefooncentrale R als buitenlijncode is opgege­ven en er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten.
1 U kiest functie 15 door op MENU te drukken en vervol-
gens de cijfers 15 in te toetsen. Druk op OK.
2 Met </> kunt u de modus interne telefooncentrale kiezen.
Druk op OK.
PABX: NO
PABX: SI
3 Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de buitenlijn te
krijgen (deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven). Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn. Druk op OK.
4 Druk op OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn
bereikbaar is.
5 ... is dit het geval, dan verschijnt:
CONTROLLO OK
6 ... is dit niet het geval, dan verschijnt:
CONTROLLO NON OK
7 U dient nu de gegevens nogmaals in te typen. Verander het
kiestype ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kies mode gekozen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in het display desondanks
CONTROLLO NON OK
wis dan het nummer van de buitenlijn met CLEAR.
10

3 Basis instellingen

Grundeinstellung
! Als u per ongeluk een verkeerde toets indrukt, druk dan
zo vaak als nodig op STOP om weer naar de oorspron­kelijke positie terug te keren.
Als u een overzicht wilt behouden van de fabrieksin­stellingen van uw faxtoestel, raden wij u aan een functielijst af te drukken alvorens de instellingen te wijzigen (druk op MENU driemaal).
Als u uw persoonlijke instellingen wilt wissen, kunt u dit doen aan de hand van functie 45 Service code (zie hoofdstuk Tips en trucs / Service code).
Uw naam” en uw telefoonnummer worden bovenaan op elke pagina (de eerste 4 mm) afgedrukt samen met de datum, het uur en het paginanummer.

HELP functie

1 Druk tweemaal op INSTALL/HELP. U krijgt een afdruk
met uitleg over het gebruik van de belangrijkste functies. Op deze Hulp-pagina kunt u ook lezen hoe u nog meer Hulp­pagina’s voor bepaalde functies van het toestel kunt krijgen.

Nummer invoeren

Gebruik # of * om de “+” te typen, die veel gebruikt word vóór het landnummer bij internationale fax- en telefoonnum- mers; met > typt u een spatie. U kunt voor uw nummer maxi­maal 20 cijfers gebruiken.
1 Kies functie 13, door op MENU te drukken en vervolgens
op de cijfertoets 1 en dan 3.
2 Druk op OK. 3 Voer uw telefoon- of faxnummer in. (Kengetal: Nederlands
+31, België +32).
4 Druk op OK. Het nummer is nu opgeslagen.

Naam invoeren

U kunt met behulp van de cijfertoetsen de letters van uw naam invoeren (maximaal 32). Iedere toets staat voor verschillende te­kens. De onderverdeling vindt u in de tebel op de folgende pa­gina. Na het laatste teken uit de kolom begint deze weer van voren af aan.
1 Kies functie 14 door op MENU te drukken en vervolgens
op de cijfertoets 1 en dan 4.

Tijd en datum

1 Kies functie 12, door op MENU te drukken en vervolgens
op de cijfertoets 1 en dan 2.
2 Druk op OK. 3 Voer nu via het toetsenbord de juiste tijd in (bijvoorbeeld:
0915 voor 9:15 uur). Het toestel vraagt u dan automatisch de huidige datum in te voeren (bijvoorbeeld: 150500 voor 15 mei 2000).
4 Druk op OK.
2 Druk op OK. 3 Voer uw naam met behulp van de cijfertoetsen in. 4 Druk ter bevestiging op OK. Uw naam is nu opgeslagen in
het geheugen.

Correctie

Heeft u in functie 13 of 14 een verkeerde letter of cijfer ingege­ven, dan kunt u de fout zowel direct corrigeren als ook later. Indien u later correcties wilt aanbrengen, dient u de functies voor het intoetsen van nummers of namen opnieuw te kiezen.
1 Stelt u met </> de invoertekens rechts langs het teken dat
u wilt wissen. Druk op CLEAR. Het teken wordt gewist. Als u lang op CLEAR drukt, worden alle tekens gewist.
2 Voer via het toetsenbord de juiste tekens in. Bevestig met
OK.
11

Taal van display

Volume van de luidspreker

U kunt de taal op het display en van de rapporten zelf kiezen.
1 Druk op MENU, 11 en vervolgens OK. 2 Maak uw keuze met behulp van </> de gewenste taal een
druk ter bevestiging op OK.

Belsignaaltypes

U kunt uit tien verschillende belsignalen kiezen.
1 Druk op MENU, 44 en vervolgens op OK. 2 Kies met 0 tot en met 9 het gewenste signaal. 3 Druk ter bevestiging op OK.
Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens het rinkelen worden gewijzigd.
1 Met </> wordt de actuele instelling aangegeven. 2 U kunt het aangegeven volume veranderen, door </>
zolang in te drukken, tot de gewenste luidsterkte is bereikt.
3 Sluit af met STOP.
12
Die Faxweiche
A
X

4 Belgedrag

De intelligente faxschakelaar maakt het mogelijk te telefoneren of faxen op een enkele telefoonaansluiting met gebruik van extra apparatuur. De faxschakelaar scheid faxen en telefoongesprekken. Hij kan bijvoorbeeld faxen stil ontvangen, zonder belsignaal, zodat u niet gestoord wordt.

Faxontvangst instellen

Menuonderdeel Instelmogelijkheden
SQUILLI TOT.:
Squilli FAX:
Suoneria:
1 Kies functie 31, door eerst op MENU, dan 31 en OK
drukken.
2 Met </> stelt u het aantal keren in dat het toestel in totaal
moet rinkelen voordat de faxontvangst begint.
3 Bevestig dit met OK.
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
0, 1, 2, 3, 4, 5,
ontvangst handm.
zacht, middel, luid
SQUILLI TOT.: 5
Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mogelijk in beide gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt 2 en 4). Stel beide aantallen in op een waarde lager dan vijf (zie ook het hoofdstuk EASYLINK).
Als u naast het faxapparaat ook nog andere apparaten (telefoon, antwoordapparaat) wilt gebruiken die niet serieel worden aangesloten, kunt u de verhouding tussen het aantal belsignalen als volgt wijzigen: De andere apparaten rinkelen zo vaak als is ingesteld onder faxapparaat rinkelt zo vaak als is ingesteld onder
SQUILLI TOT.:
.
Squilli F
. Uw

Speciale instellingen

Stille faxontvangst
Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat het faxapparaat eerst rinkelt, moet u het aantal belsignalen bij nul (0) instellen.
Volledig stille werking
Als u bijvoorbeeld ’s nachts niet gestoord wilt worden door bin- nenkomende gesprekken of faxen, kunt u beide belsignalen op nul (0) zetten. Bij deze instelling is de faxschakelaar uitgescha­keld, dat wil zeggen dat het apparaat direct overschakelt op faxontvangst en niet rinkelt wanneer er een gesprek binnen­komt (de beller hoort een pieptoon).
! Gesprekken kunnen bij deze instelling derhalve ook niet
door een eventueel aangesloten extern antwoordappa­raat worden beantwoord.
Squilli Fax: 0
Squilli FA
op
4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de automatische
faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van telefoongesprekken moet scheiden. Vanaf dit moment hoort de beller weliswaar nog een licht gewijzigd belsignaal van uw faxtoestel, maar moet al wel telefoonkosten betalen.
Squilli Fax: 5
5 Bevestig dit met OK. 6 Met </> stelt u in hoe luid het toestel bij ontvangst van
een oproep moet rinkelen. Drukken op OK.
SUONERIA: ALTA
7 Bevestig dit met OK.
Handmatige faxontvangst
RICEZ.FAX:Manual
RICEZ.FAX:Manual
Als u tisch door het faxapparaat afgedrukt en moet u de faxontvangst activeren door op START te drukken. Dit kan nuttig zijn als u faxen bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt ontvan­gen.
kiest, worden faxen niet automa-
13

EASYLINK

X
Instellings voorbeeld:
Gebruik van andere telefoons
Deze codes zijn van belang, indien u een gesprek of een extra telefoon wilt aannemen of een gesprek resp. een fax naar uw faxapparaat wilt doorverbinden.
1 Code om uw faxapparaat via een extra telefoon te starten:
*5
2 Seriele aansluiting (zie Glossarium): Code om via een extra,
seriële telefoon een gesprek naar uw faxapparaat door te verbinden: *0
Zorg ervoor dat u de hoorn van uw extra telefoon oplegt, nadat u de code hebt ingevoerd. Zie Telefoon / Gesprekken doorsturen.
3 Parallelle aansluiting (zie Glossarium): Code waarmee het
rinkelen van uw faxapparaat kan worden gestopt, waneer u vanaf een externe telefoon opneemt en het faxaparaat toch rinkelt: **
Om van deze functie gebruik te kunnen maken, moet u uw extra telefoon resp. draadloze handset op toon-kiezen instellen. Ver­langt uw telefoonaansluiting echter de instelling puls-kiezen, dan moet u uw extra toestel tijdelijk omschakelen, om toonkiessignalen te zenden. Voor de juiste gang van zaken zie de gebruiksaanwij­zing van uw extra toestel.
! Verander de aangegeven EASYLINK-codes alleen, als het
absoluut noodzakelijk is.
Bellen extern antwoordapparaat: 2
Squilli FAX:
SQUILLI TOT.:
4
4
Tips:
1 De meldtekst van uw antwoordapparaat mag niet langer
dan tien seconden zijn.
2 Gebruik geen muziek in de meldtekst. 3 Als uw faxapparaat problemen heeft met het herkennen
van oude faxapparaten die geen herkenningssignaal vooruitsturen, zoals gebruikelijk bij nieuwere apparaten, moet u er in de meldtekst op wijzen dat de beller de faxontvangst kan starten door eerst op de toetsen * en 5 te drukken en vervolgens op START.
4 Mocht de automatische faxontvangst niet mogelijk zijn,
dan kunt u de ontvangst handmatig starten door op START te drukken.
5 Als uw antwoordapparaat over een “spaarfunctie beschikt
(dat wil zeggen, een functie waarbij het aantal belsignalen verandert zodra er nieuwe berichten zijn ingesproken), dan kunt u deze functie het beste uitschakelen.
6 Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet alleen de
binnengekomen berichten, maar ook faxoproepen telt.
Moet u een reeds ingestelde code toch veranderen, kiest u functie 34 (MENU 34) en druk op OK. Voer een code van twee cijfers in. Het eerste cijfer zou * of # moeten zijn en druk op OK. Voert u deze procedure bij alle 3 de codes door.
Let wel: de drie EASYLINK-codes moeten verschillend zijn. Anders verschijnt op het display:
CODICE NON OK

Extern antwoordapparaat

Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschreven in het hoofd­stuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten. Een extern antwoordapparaat werkt het best wanneer u dit in­stelt op één of twee keer rinkelen. Om te voorkomen dat oproe­pen door de faxschakelaar automatisch worden overgenomen, dient u bij stellen dat ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw ex­terne antwoordapparaat. Als u het externe antwoordapparaat hebt uitgeschakeld, worden oproepen automatisch door de faxschakelaar aangenomen (zie hoofdstuk Belgedrag/Faxontvangst).
Squilli FA
SQUILLI TOT.:
en
een aantal in te
7 Bedenk dat de code voor het starten van de faxontvangst
vanaf een andere telefoon (fabrieksinstelling * en 5) niet dezelfde is als die voor toegang op afstand om na te gaan of er nieuwe berichten zijn ingesproken. Indien noodzakelijk kan de code in functie 34 worden gewijzigd (zie paragraaf EASY LINK).
8 Als uw antwoordapparaat de oproep aanneemt, maar uw
faxtoestel niet stopt met rinkelen, probeer dan het antwoordapparaat serieel te installeren door het bijvoor­beeld op het EXT-aansluitpunt van uw faxtoestel of op een serieel telefoonstopcontact aan te sluiten (zie hoofd­stuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten).
9 Als uw antwoordapparaat geen oproepen kan aannemen,
dan zal uw faxtoestel na het bij ingestelde aantal belsignalen automatisch met de faxontvangst beginnen.
10 Registreert uw externe antwoordapparaat faxsignalen
terwijl uw faxtoestel geen faxen kan ontvangen, dan dient u de aansluiting van uw externe antwoordapparaat te controleren. Sluit het externe antwoordapparaat op het EXT.-aansluitpunt of op een serieel telefoonstopcontact aan (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten).
SQUILLI TOT.:
14
Een verkeerd ingetoetst cijfer kunt u wissen met de toets CLEAR, voordat u de hoorn opneemt.
Met R kunt u gebruik maken van veel nieuwe telecom diensten (wisselgesprek etc.). Voor verdere informatie verwijzen wij u aan uw telefoonmaatschappij.
Als u uw faxtoestel niet heeft aangesloten op het elektriciteitsnet, zal het helemaal niet werken – zelfs de telefoon niet.

5 Telefoon

Das Telefon
Verkort kiezen gebruiken
1 Druk op n en daarna kies een nummer tussen 0 en
9. De opgeslagen naam of het telefoonnummer wordt op het display weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
2 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt
verzenden, druk op START.

Opbellen

1 Kies het gewenste nummer. 2 Druk op OK. 3 Zodra de andere partij zich meldt, neemt u de hoorn van
de haak.

Nummer herhalen

U kunt de 5 laatst gekozen nummers opnieuw kiezen door op PP te drukken. Druk herhaaldelijk op deze toets tot het ge­wenste nummer op het display afgebeeld wordt.
1 Druk op PP. 2 Druk op </>, tot het gewenste nummer op het display
wordt weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
3 Neem om met kiezen te beginnen de hoorn van de haak.
Invoer wissen
Met CLEAR kunt u nummers die u niet langer nodig hebt uit het herkiesgeheugen wissen.
1 Druk op PP en CLEAR.
Invoer verbeteren
1 Druk op n en daarna kies een nummer tussen 0 en
9. De opgeslagen naam of het telefoonnummer wordt op het display weergegeven.
2 Druk twee seconden op n. Met </> kunt u het
foutieve teken selecteren.
3 Druk op CLEAR. Het foutieve teken wordt gewist. 4 Typ het juiste teken en bevestig de invoer met OK.
Invoer wissen
1 Druk op n en daarna kies een nummer tussen0 en 9. De
opgeslagen naam of het telefoonnummer wordt op het display weergegeven.
2 Druk op CLEAR. Met </> bepaalt u of u de invoer
werkelijk wilt wissen.
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voeren.

Telefoongids

Het naamgeheugen van uw fax heeft plaats voor ongeveer 50 nummers met bijbehorende namen. Het precieze aantal is af­hankelijk van de ingevoerde gegevens. Ook tijdens een telefoon­gesprek kunt u nummers opslaan.
aa
a
aa
2 Kies met </> of u alleen het laatst weergegeven nummer
of alle vijf de nummers wilt wissen.
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voeren.

Verkort kiezen

Voor nummers die u vaak moet kiezen heeft u op uw fax VER­KORT KIEZEN-toetsen.
Nummers opslaan
1 Druk twee seconden op n. 2 Kies een nummer tussen 0–9.
3 Gebruik het toetsenbord om uw naam in te voweren.
Daarna druk op OK.
4 Toets het telefoonnummer in dat u wilt programmeren, en
druk op OK.
nn
n
nn
Nummers opslaan
1 Druk twee seconden op a. 2 Gebruik het toetsenbord um een naam in te voeren. Druk
op OK.
3 Voer een telefoonnummer in en bevestig met OK.
Telefoongids gebruiken
1 Druk op a. 2 Blader met </> door de lijst. De opgeslagen naam of het
opgeslagen telefoonnummer wordt op het display weerge­geven.
3 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt
verzenden, druk op START.
15
Invoer verbeteren
Van de extra telefoon naar een faxapparaat
1 Druk op a en kies met </> het ingevoerde nummer
dat u wilt corrigeren (zie boven).
2 Druk daarna twee seconden lang op a. Met </>
kunt u het foutieve teken selecteren.
3 Druk op CLEAR. Het foutieve teken wordt gewist. 4 Typ het juiste teken en bevestig de invoer met OK.
Invoer wissen
1 Druk op a en kies met </> het ingevoerde nummer
dat u wilt wissen.
2 Druk op CLEAR. Met </> bepaalt u of u de invoer
werkelijk wilt wissen.
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voeren.
Het bewerken van opgeslagen nummers is met name nuttig wanneer u bijvoorbeeld het nummer van een netwerkexploitant vóór het kengetal wilt opslaan.
1 Druk tijdens het gesprek op * en 0. Is er een verbinding
tot stand gekomen, dan hoort u een toon. Leg de hoorn van uw extra telefoon binnen 3 seconden op de haak.
2 Uw extra telefoon gaat ca. 30 seconden lang over. Wanneer
er niet op tijd wordt opgenomen, neemt het extra toestel de oproep opnieuw over, en laat het ong. 20 seconden lang een beltoon horen. Wanneer niemand opneemt, wordt de verbinding verbroken.
Uitschakelen van de microfoon
U kunt de microfoon van de telefoonhoorn uitschakelen, zodat uw gesprekspartner u niet kan horen.
1 Druk daartoe op T. U kunt uw gesprekspartner in dat
geval zacht blijven horen.
2 Wanneer u het gesprek wilt voortzetten, drukt u nogmaals
op deze toets.

Nummerweergave

Lijst met telefoonnummers

1 Selecteer functie 42 (MENU 42 OK) om een afdruk te
maken van de door u opgeslagen verkort te kiezen nummers en nummers in de telefoongids.
2 Druk op OK en uw fax drukt de lijst af.

Gesprekken doorverbinden

U kunt een bestaand telefoongesprek van uw faxapparaat naar een extra telefoon – en omgekeerd – doorverbinden. Deze be­schrijving heeft uitsluitend betrekking op telefoons die serieel zijn aangesloten (zie hoofdstuk Glossarium).
Van het faxapparaat naar een extra telefoon
1 Druk tijdens het gesprek op T en leg de hoorn op de
haak van uw faxapparaat.
2 Uw extra telefoon gaat ca. 30 seconden lang over. Wanneer
er niet op tijd wordt opgenomen, neemt uw faxtoestel de oproep opnieuw over en laat het ong. 20 seconden lang een beltoon horen. Wanneer niemand opneemt, wordt de verbinding verbroken.
(alleen in Nederland)
Uw faxapparaat beschikt over de mogelijkheid de telefoonnum­mer van de beller aan te geven, nog vóór u de hoorn opneemt. Vraag bij uw telefoonmaatschappij na, of uw telefoonafsluiting over deze functie beschikt.
1 De telefoonnummers van de laatste 10 ontvangen oproepen
worden opgenomen in de lijst van bellers.
2 Om de lijst met bellers op te vragen, houdt u PP twee
seconden lang ingedrukt.
3 Met </> kunt u door de lijst bladen. Nieuwe oproep-
meldingen worden voorzien van
4 Om de getoonde abonnee terug te bellen, hoeft u slechts de
hoorn van de haak te nemen, waarna uw faxapparaat automatisch het nummer kiest.
5 Om een ingevoerd nummer te wissen, drukt u op CLEAR.
Maak uw keuze met </> en bevestig met OK.
Als u in functie 31 ingesteld, kan het telefoonnummer niet op uw externe telefoon worden weergegeven.
Squilli FA
.
*
op nul (0) hebt
16
Das Fax

6 Fax

Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van storingen tijdens het gebruik van de fax. Plaats geen pagina’ s in de documenteninvoer.
... van kranten (drukinkt).
... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór het versturen.
... die verkreukeld of gescheurd zijn.
... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn; die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben.
... die met plakband of met lijm aan elkaar ge­plakt zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt zoals Post-It®” notes, of die te dun of te dik zijn.
... die met een zacht potlood, verf, krijt of kool­stift beschreven zijn.

Faxen

1 Kies het gewenste nummer. 2 Plaats de documenten met de tekst naar boven in de
invoeropening voor het papier (maximaal 10 zijden).
3 U kunt een hogere resolutie kiezen met FINE/PHOTO. 4 Druk op START. De transmissie begint. Als de verbinding
niet meteen tot stand kan worden gebracht, wordt hetzelfde nummer na enige tijd automatisch opnieuw gekozen.
5 Als u de verzending wilt afbreken, drukt u op STOP.
Documenten die kleiner zijn dan de opgegeven afmetingen kunnen vastlopen in het toestel.
Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen geel/oranje/lichtgroen)
Documenten die op uw faxapparaat worden afgedrukt zijn zichtbaar op de gebruikte inktfilm. Bij vertrouwelijke teksten dient de inktfilm te worden vernietigd.

Documenten invoeren

1 Om te vermijden dat meerdere pagina s ineens worden
doorgevoerd, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak.
2 Neem de documenten (maximaal 10 zijden) en voer de
vellen losjes met de bedrukte zijde naar boven, in de documentdoorvoergleuf. Neem bij een papierstoring de scanner van het toestel en verwijder het document.

Kopiëren

U kunt uw faxtoestel gebruiken om een origineel te kopiëren. Ook hier kunt u kiezen voor een resolutie van PHOTO F en
f f
FINE
f-kwaliteit (zie hoofdstuk Resolutie).
f f
1 Houd de eerste pagina van het document met de tekst naar
boven. De documenten moeten goed gestapeld samen liggen in de documentengeleiders. Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het toestel gevoerd worden, schudt u de documenten samen tot op gelijke hoogte alvorens ze in de documentdoorvoer te plaatsen hoofdstuk. U kunt maximaal 10 pagina’s tegelijk invoeren.
2 Kies de gewenste resolutie door te drukken op FINE/
PHOTO. Als u het origineel slechts één keer wilt kopiëren, drukt u op START.
3 Het ingelezen document komt aan de bovenkant van het
toestel weer te voorschijn.
4 U kunt het kopieerproces onderbreken door op STOP te
drukken.
Als zich een papierstoring voordoet of de inktfilm op is , wordt het kopieerproces automatisch afgebroken.
17

Resolutie

Transmissie 
Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbeteren, hebt u verder de beschikking over de opties FINE f (voor klein gedrukte teksten of tekeningen) en PHOTO F (voor foto’s en afbeeldingen). Druk op FINE/PHOTO om een van deze moge- lijkheden te kiezen. De gekozen optie wordt door een symbool op het display gemarkeerd. Met de FINE of PHOTO instelling duurt het verzenden van een document langer. Na verzending van het fax of na 40 seconden, als de documentinvoeropening geen documenten bevat, wordt de standaard-resolutie weer ac­tief.

Contrast

In de fabriek is uw toestel op gemiddelde contraststerkte inge­steld. In functie 47 kunt u de contrastkwaliteit (helderheid) voor zowel te kopiëren als te verzenden documenten instellen, bijvoor­beeld donkere foto’s of formulieren op gekleurd papier.
1 Druk op MENU, 47 en vervolgens op OK. 2 Met </> kunt u uit drie mogelijkheden kiezen:
Intercontinentaalfunctie
Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid automatisch aan de kwaliteit van de desbetreffende telefoonlijn aan. Met name bij verzending naar andere werelddelen kan dit proces meer tijd in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit van de lijn slecht is, dan kunt u in functie 21 al bij voorbaat een langzamere overdrachtssnelheid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die met de automatische aanpassing gepaard zouden gaan, te be­sparen.
21
1 Druk op MENU, 2 Kies met </> en bevestig met OK.
en vervolgens op OK.

Compressie van het formaat

Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen die iets langer dan het A4-formaat zijn toch op 1 pagina afgedrukt worden, worden deze pagina’ s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet wilt, dan kunt u de verkleining in functie 46 uitschakelen.
CONTRASTO: BASSO
CONTRASTO: MEDIO
CONTRASTO: ALTO
3 Bevestig uw keuze met OK.
Verzendrapport  foutrapport
Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzend­rapport afdrukken, waarmee de ontvangst van uw document wordt bevestigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt u hiervan een foutrapport. U kunt het afdrukken van het verzendrapport in- en uitschakelen, een foutrapport wordt echter altijd afgedrukt.
1 Kies functie 43 door op MENU, 43 en vervolgens op
OK te drukken.
46
1 Druk op MENU, 2 Kies met </> en bevestig met OK.
en vervolgens op OK.

Faxjournaal

Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ontvangen en ver­zonden faxen.
Kies functie 41 door op MENU, 41 en vervolgens op
1
te drukken.
OK
2 Kies met </> of en wanneer het faxjournaal wordt
afgedrukt (na elke verzending of na tien geslaagde transmissies).
3 Bevestig met OK.
2 Kies met </> en bevestig met OK.
18
Das Fax

Afroep van faxen

Met behulp van deze functie kunnen documenten worden op­gehaald die in de gebelde fax klaarliggen voor verzending.
Snel afroepen
1 Kies bij opgelegde hoorn het gewenste nummer en houd
START lang ingedrukt.
2 Als u ook een subadres of een code wilt invoeren (zie hiertoe
ook de volgende paragraaf Oproepen met code), voert u eerst het telefoonnummer in en sluit dit af met R. Sluit hier het gewenste subadres of de code direct op aan en houd vervolgens START lang ingedrukt. (bijvoorbeeld: 12345R17).
Afroepen met code
Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om de op te halen documenten te beschermen tegen onbevoegde toegang, doet u het volgende:
1 Kies functie 22 door op MENU, 22 en vervolgens op OK
te drukken.
2 Voer de code in en druk op OK. 3 Voer vervolgens het te kiezen nummer in en druk op
START. Als dit niet mogelijk is, dan kunt u de desbetref­fende faxen handmatig ophalen door de hoorn van de haak te nemen, het faxnummer te kiezen en op START te drukken.
De oproepcodering werkt volgens de internationale ITU­standaard. Er zijn echter ook fabrikanten die andere coderingen gebruiken en daarom niet compatibel zijn.
Als u faxdocumenten naar faxdatabanken wilt sturen of daaruit wilt oproepen, dan kunt u bij sommige databan­ken het subadres direct aan het telefoonnummer toevoe­gen. Zo spaart u telefoonkosten. Geef eerst het telefoon­nummer van de databank in en sluit af met R. Voeg dan het gewenste subadres eraan toe. Indien u niet zeker weet, of uw faxoproepdienst subadressen accepteerd, neem dan conctact op met uw afroepdienstaanbieder.

Verzenden op afroep

Uw kunt een document klaar zetten om het vanuit uw fax op afroep te laten verzenden.
1 Plaats het document in de documenteninvoer. 2 Wilt u het document tegen onbevoegd gebruik beschermen,
druk hiertoe op MENU, 23, vervolgens op OK en voer een code in. Bevestig met OK. Iemand aan wie u de code hebt meegedeeld, kan het document nu ophalen.
3 Zodra u het document verwijdert, wordt de werking
onderbroken. U kunt echter nog wel telefoongesprekken voeren wanneer deze functie is geactiveerd.

Later versturen

Als u gebruik wilt maken van goedkopere tarieven of als de ont­vangende fax alleen op bepaalde tijden bereikbaar is, dan kunt u uw fax op een in te stellen tijdstip automatisch het bericht laten verzenden (binnen een tijdsbestek van 24 uur).
1 Kies functie 24 door op MENU, 24 en vervolgens op OK
te drukken. Voer het tijdstip in waarop het document moet worden verzonden.
2 Druk op OK en voer het document in. 3 Toets het gewenste faxnummer in en druk vervolgens op
START of OK.
4 Het faxapparaat is nu gereed voor verzending. U kunt echter
nog steeds telefoongesprekken voeren.
5 Als u het geplaatste document verwijdert, is het apparaat
niet langer gereed voor verzending.
19

7 Tips en trucs

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de meest voor­komende storingen of problemen en oplossingen. Wij ver­zoeken u dit overzicht, dat door onze servicetechnici is sa­mengesteld, te raadplegen voordat u de klantenservice belt. In de meeste gevallen kunt u uw probleem dan zelf oplossen. Als u een storing niet kunt opheffen met behulp van de bo­venstaande aanwijzingen, volgt u de volgende stappen:
Storing
U of uw partner ontvangen een leeg vel papier.
De door u verzonden documenten zijn slecht leesbaar.
Mogelijke oorzaak
De afzender heeft de achterkant van zijn blad gestuurd.
De printer is kapot.
Het document bevat foto’s of te klein gedrukte tekst.
De tekens zijn te dun.
1 Trek de netstekker eruit. 2 Wacht minstens tien seconden en steek dan de net-
stekker weer in het stopcontact.
3 Indien de storing daarna weer optreedt, neem dan
contact op met uw klantendienst.
Oplossing
De afzender moet haet document juist invoeren.
Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender. Breng het evt. naar de servicedienst.
Wijzig de resolutie-instelling op FINE of PHOTO.
Controleer het document of stel in functie 47 een hoger contrast in (zie hoofdstuk Fax / Contrast).
Het faxapparaat maakt zwarte strepen bij sturen of kopiëren.
Het faxapparaat maakt witte strepen bij ontvangen of kopiëren.
U kunt niet faxen.
Het apparaat is kapot.
Er zitten nog resten papier in het apparaat.
De scanner is vervuild.
Het apparaat is kapot.
Printkop is vuil.
Scanner is niet geplaatst.
Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender. Breng het zo nodig naar de servicedienst.
Open het bedieningspaneel en verwijder het papier uit de document­invoeropening.
Maak de scanner met een doek schoon (zie hoofdstuk Tips en trucs / Instructies voor onderhoud).
Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender. Breng het zo nodig naar de servicedienst.
Kopiëer meerdere malen een zwarte pagina, totdat de strepen zijn verdwe­nen.
Plaats de scanner (zie hoofdstuk Tips en Trucs / Instructies voor onder­houd).
Het apparaat voert bij het kopiëren of verzenden het document niet in.
Scanner is niet vergrendeld.
20
Druk de scanner aan beide kanten naar benede, totdat hij duidelijk hoorbaar vastklikt.
Störungen
A
Storing
ERRORE TRAS.
Foutrapport
NESSUN COLLEGAM.
of
RICOMP. FALLITA
verificare linea
NESSUN SEGNALE
Mogelijke oorzaak
Slechte kwaliteit van de telefoonverbin­ding.
Bij de ontvanger zit het papier vast, of zijn papier is op.
Fax van uw partner is bezet, neemt niet op, of een ander apparaat neemt op, zoals een antwoordapparaat of een telefoon.
Verkeerde aansluiting of losse stekker.
Uw apparaat is deel van een interne telefooncentrale.
Telefoonkabel is aangesloten op de aansluiting EXT. aan de onderkant van het apparaat.
Oplossing
Probeer nogmaals te faxen. Verlaag de transmissiesnelheid (functie 21).
Bel de ontvangende partij.
Probeer het later nog eens of wijs uw partner op een eventuele fout in de installatie.
Controleer uw aansluiting.
Controleer de instelling via functie
15.
Sluit de telefoonkabel aan op de aansluiting LINE aan de onderkant van het apparaat.
U neemt de hoorn van uw faxapparaat op en hoort geen kiestoon.
occupato
of
faxen worden telkens onderbroken.
U kunt geen faxen ontvangen.
U kunt niet telefoneren en geen faxen ontvangen.
Wanneer ik word gebeld, hoort de beller een raar klingelgeluid.
Telefoonkabel is aangesloten op de aansluiting EXT. aan de onderkant van het apparaat.
Uw faxpartner bezit een faxapparaat, dat de tegenwoordig gebruikelijke herkenningssignalen niet kan ontvan­gen.
U hebt het totale aantal belsignalen te hoog ingesteld.
Uw toestel is aan een telefooncentrale aangeloten en u heeft het niet goed ingesteld.
Hiermee maakt het apparaat degene die u belt duidelijk dat zijn/haar oproep al is aangenomen door de automatische faxschakelaar die in het apparaat is ingebouwd folgens een orschrift van het telefoonmaatschappij en bedoeld om de beller erop te wijzen dat deze al verbinding heeft en dus betaald.
Sluit de telefoonkabel aan op de aansluiting LINE aan de onderkant van het apparaat.
Probeer de fax handmatig te verzenden: Neem de hoorn van de haak en kies het faxnummer. U hoort dat de verbinding wordt gemaakt. Heeft de ontvanger een antwoordapparaat ingeschakeld, wacht dan tot u na de meldtekst een pieptoon hoort. Druk nu op START.
Stel het aantal belsignalen ant of het totale aantal belsignalen resp. in functie 31 in op minder dan vijf.
Kies binnen functie 15
PABX: SI
Met functie 31 kunt u deze vrije rings veranderen (zie hoofdstuk Belgedrag / Modus instellen).
Squilli F
.
21
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Mijn faxapparaat gaat een keer over, daarna is het kort stil, en dan rinkelt het weer.
Mijn extern antwoordapparaat registreet de faxsignalen, maar de faxen komen niet door.
Kopie is blanco.
Als u de hoorn opneemt hoort u niets of een piepend geluid.
Als u op een andere telefoon de hoorn opneemt, hoort u op de achtergrond de beltoon.
Dit is volledig normaal!
Dit geeft duidelijk aan dat uw ant­woordapparaat verkeerd aangesloten is.
Origineel document ligt er verkeerd om in.
De printer of de scanner is kapot.
Men probeert u een fax te sturen.
Uw extra telefoon is parallel aangeslo­ten.
U heeft zojuist ontdekt hoe de automatische faxschakelaar funktioneert! Bij het eerste bel­signaal neemt de faxschakelaar op.
Controleert u alstublieft de wijze van aansluiting, zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten.
Voer het document in met de beschreven kant naar boven.
Service.
Op de faxapparaat: Druk op START. Op een externe telefoon: druk * en 5 en hang de exter telefoon op.
Door twee keer te drukken op * kunt u het wachtsignaal uitschake­len en het gesprek zonder storingen voeren (zie hoofdstuk Belgedrag / Gebruik van extra toestellen).
De afdrukken komen niet zoals gewoonlijk aan de bovenzijde van te fax te voorschijn.
CARTA BLOCCATA
DOCUMENTO BLOCC.
telefono esterno
PEL. QUASI ESAUR
Papier is vastgelopen.
Één of meerdere pagina’s zijn scheef ingevoerd. Teveel papier (meer als 50 pagina’s) ingelegd.
Document is niet correct ingevoerd, evt. scheef ofwel meerdere bladzijdes tegelijkertijd.
U bent nu een extra telefoon aan het gebruiken.
Uw inktfilm is bijna op.
Open het bedieningspaneel. Laat de papierdoorvoerklep dicht. Trek het gekrulde papier er voorzichtig uit vanaf de binnenkant.
Open het bedieningspaneel en trek het papier er voorzichtig uit.
Neem de scanner uit het toestel en trek het papier er voorzichtig uit.
Dit is geen fout!
Schaft u een nieuwe inktfilm aan.
22
Störungen

Service code

! Gebruik deze functie alleen als het absoluut noodzake-
lijk is. Als u tevreden bent met de gewijzigde fabrieksin­stellingen, gebruikt u deze functie beter niet.
Functie 45 Service code dient om bepaalde of alle wijzigingen aan de fabrieksinstellingen te wissen. Deze functie laat u toe uw toestel gedeeltelijk of volledig opnieuw te configureren. Dit is vooral nuttig als u instellingen heeft gewijzigd maar uw faxtoestel niet volgens de verwachtingen reageert.
Nadat u bepaalde of alle persoonlijke instellingen heeft gewist, voert u de procedure INSTALLATIE HULP opnieuw uit.
Volgende codes zijn beschikbaar:
Code Nº 7117
Deze code wist al uw wijzigingen aan de fabrieksinstellingen. Het faxtoestel zal dan precies op dezelfde manier reageren als bij de eerste installatie.

Instructies voor onderhoud

! Voor u het faxtoestel opent, moet u ervoor zorgen dat u
elektrisch ontladen bent, bv. door de metalen behuizing van een geaard toestel, een waterleiding of een radiator aan te raken.
! Gebruik een zachte, pluisvrije doek dat u licht in
alcohol (96%) gedrenkt heeft. U kunt ook gebruik maken van een speciale doek voor het reinigen van faxtoestellen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het toestel terechtkomen.

Reinig de scanner

1 Neem de scanner uit het toestel door hem aan beide kanten
voorzichtig naar boven te trekken.
Code Nº 7140
Als u deze code invoert, zullen al uw ingevoerde instellingen en gegevens gewist worden, behalve voor:
opgeslagen kortkiesnummers
opgeslagen nummers in de telefoongids
uw naam
uw nummer
Voorbeeld van gebruik van een service code:
1 Kies functie 45, door eerst op MENU, dan 45 en OK
drukken; en typt u de gewenste service code in (7117 of
7140). Druk op OK.
2 Met </> kunt u selecteren of u uw instellingen echt wilt
wissen. Druk ter bevestiging op OK. Uw faxtoestel wordt terug ingesteld op de initiële configuratie.
2 Leg de scanner met het glazen inleesvlak naar boven voor u
neer.
3 Neem het glas voorzichtig af met een doek (A). 4 Neem alvorens de scanner terug te plaatsen ook de zijwan-
den van het scannercompartiment af.
5 Plaats de scanner na gebruik met het scanoppervlak naar
voren terug het toestel. Druk de scanner aan beide zijden naar beneden, totdat hij duidelijk hoorbaar vastklikt.
23

Reinig de printerrol

.

Veiligheidsinstructies

Als het papierdoorvoermechanisme papier bevat, verwijdert u het.
1 U opent het bedieningspaneel door het paneel bij de
uitsparing in het midden naar boven open te klappen.
2 Gebruik een doek, zoals hierboven beschreven, en veeg
de printerrol af (A). Om de volledige rol schoon te maken, draait u met beide handen aan de rol.
3 Als u klaar bent met poetsen, sluit u het bedienings-
paneel.
! Gebruik niet de op de markt verkrijgbare fax reinigers,
die in het apparaat ingevoerd worden via de documenteninvoer. Hiermee beschadigt u het apparaat!
Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en
ze nauwgezet op te volgen.
Sluit nooit de telefoon- of de stroomconnector aan in vochtige
ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor vochtige omstandigheden. Raak nooit de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen.
Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd
zijn of waarvan de isolatie beschadigd is, behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Installeer nooit het faxtoestel in de buurt van een radiator of
een airco. Vermijd het gebruik van het faxtoestel in direct zonlicht.
Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een
minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere apparaten en voorwerpen.
Zorg ervoor dat uw faxtoestel stabiel en recht op het draag-
oppervlak staat. Mocht het faxtoestel vallen, kan het bescha­digd raken en/of mensen verwonden, vooral kleine kinderen.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circule-
ren. Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels, enz. Laat een vrije ruimte van 10 cm rond de ventilatieroosters van het faxtoestel. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kussens, sofa’s, tapijten of ander zachte oppervlakken, omwille van het gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand.
Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen,
schade aan het snoer of aan het faxtoestel).
Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het
stopcontact voor u het faxtoesteloppervlak schoonmaakt.
Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoonmaakmiddelen
(spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen,).
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het faxtoestel terechtko-
men, anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terechtko­men, dient u meteen de stekker uit het stopcontact te halen en het faxtoestel binnen te brengen voor een grondig onder­zoek.
Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig
irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd huid- en oogcontact.
Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van
het faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact en contacteert u uw service centre. De behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel.
Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de
standaarden UL 1950, EN 60950 of IEC 950 en mag enkel gebruikt worden op telefoon- en elektriciteitsaansluitingen die voldoen aan deze normen.
24

8 Appendix

Anhang

Technische specificaties

Compatibiliteit: ITU groep 3 Soort aansluiting: hoofd (PSTN)/ neventoestel (PABX) Faxtijden: Buitenlijn (PSTN): 100 ms
Neventoestel (PABX): 100 ms Afmetingen invoerpapier: breedte: één document 148–217 mm
meer dan één
document 148–217 mm lengte: één document 100–600 mm
meer dan één
document 148–297 mm dikte: één document 0,05–0,2 mm
meer dan één
document 0,07–0,15 mm Afdrukpapier: A4 (210 x 297 mm), 80 g/m Max. leesbreedte: 216 ± 1 mm Resolutie: horizontaal: 8 punten /mm (200 dpi)
verticaal: standaard 3,85 lijnen/mm
fijn 7,7 lijnen/mm Fotostand: 16 grijstinten Contrastregeling: automatisch en handmatig Kopiëren: FINE- en PHOTO-drukkwaliteit Data compressie: MH, MR Modulatie: V29bis, V27ter, V21, V 17 Transmissiesnelheid: 9600/7200/4800/2400 bps Geluidsniveau: in de wachtstand < 30 dBA
tijdens het kopieren < 53 dBA Schrijfmethode: Inkfilm printer Fax papier: standaard A4 letter (210 x 297 mm) Documenteninvoer: max. 10 vellen (80 g/m²) Afmetingen (BxTxH): 356 x 240 x 163 mm
zonder papiersteun Gewicht: ca. 3 kg Stroomverbruik: stand-by: ca. 2 W
bij het telefoneren: ca. 5 W
zenden van een standaardbladzijde:
ca. 20 W
ontvangst van een standaardbladzijde:
ca. 35 W Netspanning: 220–240 V / 50–60 Hz Toegelaten omgevings­temperatuur bij werking: temperatuur: 5–40 ° C
relatieve vochtigheid: 15–85 % RV
zonder condensatie Aanbevolen bedrijfsomgeving: bij gebruik:
temperatuur: 17–28 ° C
relatieve vochtigheid: 20–80 % RV
zonder condensatie
in niet-aangesloten toestand
(klaar voor gebruik met geladen inkt-
film en papier):
temperatuur: 0–45 ° C
relatieve vochtigheid: 15–85 % RV
zonder condensatie Stoorstralings­onderdrukking: met EN 55022/VDE 0878 Deel 1 Klasse B
2

Internationale garantie

PHILIPS apparaten zijn ontwikkeld en gefabriceerd naar de hoogst mogelijke kwaliteitseisen. Mocht er ongelukkigerwijs nog iets fout gaan met dit apparaat, dan garandeert PHILIPS een kosteloze herstelling (of vervanging) gedurende een periode van 12 maanden vanaf de aankoopdatum. Deze internationale PHILIPS Garantie is geldig indien het ap­paraat is gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwij­zing en voor het doel waarvoor het gemaakt is. Tevens dient de originele aankoopbon (factuur, kassabon of kwitantie) overlegd te worden met daarop de aankoopdatum, de naam van de han­delaar en het model- (type) en produktie- (serie) nummer van het apparaat.
De PHILIPS-garantie vervalt indien: op een van de genoemde documenten iets is veranderd,
doorgehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
het model- (type) of produktie- (serie) nummer op het
apparaat is veranderd, doorgehaald, verwijderd of onlees­baar gemaakt.
reparaties of wijzigingen zijn uitgevoerd door niet bevoegde
service-organisaties of personen.
een defect het gevolg is van externe (buiten het apparaat
gelegen) oorzaken, bijvoorbeeld blikseminslag, water­overlast, brand, verkeerd gebruik of onachtzaarmheid.
Wij maken u erop attent dat het produkt niet als defect kan worden beschouwd als wijzigingen of aanpassingen nodig zijn teneinde het produkt te laten voldoen aan lokale of nationale technische normen die van kracht zijn in landen waar het pro­dukt oorspronkelijk niet voor ontwikkeld of geproduceerd is.
Indien uw PHILIPS apparaat niet goed functioneert of defect is adviseren wij u contact op te nemen met uw PHILIPS dealer of een voor PHILIPS werkende servicewerkplaats. Mocht u ser­vice nodig hebben in een ander land dan kan het PHILIPS Con­sumenten Informatie Centrum in dat land u naar de dichtsbij­zinde PHILIPS handelaar of servicewerkplaats verwijzen.
Om onnodig ongemak te voorkomen, raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing zorgvuldig te lezen voordat u contact op­neemt met uw handelaar. Voor vragen die uw handelaar niet kan beantwoorden of voor aanvullende vragen kunt u zich wen­den tot de klanteninformatiedienst.
PHILIPS is niet aansprakelijk voor onjuist of onvolledig vertaalde informatie.
25

Glossarium

Document: De tekst die u per fax verzendt.
DTMF: Dit staat voor de engelse uitdrukking Dual Tone Multi-
ple Frequency. Met dit signaal kunt u de ontvangst van een fax starten via een extra telefoon die gebruik maakt van toonkiezen.
Extra apparaat, extra telefoon: U kunt uw faxapparaat op één telefoon- aansluiting gebruiken samen met extra apparaten zoals een tele­foon, een antwoordapparaat e.d. Om interferentie te voorkomen, dient u enkele instellingen te wijzigen.
Faxschakelaar, automatische en handmatige ontvangst: De faxschakelaar analyseert de binnenkomende gesprekken en stelt vast of het om een gewoon telefoontje of om een fax gaat. Wanneer u beide bel­signalen op 0 hebt ingesteld, wordt een fax automatisch en zonder rinkelen ontvangen. Wanneer u het toestel op de handmatige mo­dus hebt ingesteld, is de faxschakelaar niet actief en kunnen bin­nenkomende faxen alleen worden ontvangen door op START te drukken.
Hook-Flash-Functie: Met de toets R kan gebruik worden gemaakt van een groot aantal nieuwe diensten van de aanbieder van telecommunicatiediensten.
Identificatiecode: Bij vrijwel elk faxapparaat kunnen naam en num­mer van de gebruiker worden ingevoerd. Deze identificatiecode wordt afgedrukt op het faxbericht en verschijnt tevens op het display bij de ontvangende partij.
Inktfilm: Met geïnkte folie (gelijkwaardig aan een lint) voor afdruk op gewoon papier.
ITU (International Telecommunications Union): de internationale telecommunicatie-unie van PTTs uit alle landen die zich onder andere bezighoudt met het vastleggen van normen.
Nummermelding: Wanneer er een gesprek binnenkomt, wordt het telefoonnummer van de beller weergegeven.
Nummerweergave: Wanneer u gebeld wordt, ziet u in de display het telefoonnummer van de beller (alleen voor Nederland).
Papier: Standaard A4 paper 210 x 297 mm, 80 g/m²
Parallel: Uw aansluiting is parallel als uw faxtoestel, wanneer u met
een extra telefoon een gesprek voert, niet reageert zoals beschreven onder serieel (zie serieel).
Pulskiezen: Dit is een verouderde manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets een bepaalde aantal impulsen wordt toegekend.
Serieel: Uw aansluiting is serieel als op het faxtoestel, wanneer u met een extra telefoon een gesprek voert, het rode indicatielampje knippert en op het display ven (zie parallel).
Telefooncentrale (PABX), buitenlijncode: In alle grotere bedrijven zijn telefooncentrales gemeengoed. Zon centrale werkt als een intern telefoonnet. Om toegang te krijgen tot het openbare net moet een buitenlijncode gebruikt worden (meertal een 0).
telefoontoestel
wordt weergege-
Toonkiezen: Dit is de moderne manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets en andere toon wordt toegekend.
26

Index

Anhang
A
Aansluiting 25
Net 5 Andere apparaten 9, 14 Apparaat
beschrijving 2
B
Basis instellingen 11 Belgedrag 13 Belsignaal
Types 12 Beschrijving
Apparaat 2
C
Code 14
Service 23 Compressie 18 Contrast 25 Copy 17, 18 Correctie 11, 15
D
Data compressie 25 Data, technische 25 Datum 5, 11 Documenten
Invoeren 17 Draadloze telefoon 9, 14 Drukken
Functielijst 3
Lijst met telefoonnummers 16 DTMF 26
E
Extra telefoon 14, 16 Extra toestel 9, 16
F
Fax
Geheugen 3
Journaal 18
Oproepen 19
Zenden 17 Fax papier 25 Faxtijden 25 Fine-Instelling 3, 17, 18, 25 Fine-toets 18 Foto-Instelling 25 Foutrapport 18 Functielijst 3
Drukken 3 Function-toets 11
G
Garantie 25 Geheugen
Lijst met telefoonnummers 16
Telefoonnummers 15 Gesprek
Doorverbinden 16 Gewicht 25 Glossarium 26 Grijstinten 3
H
Help-toets 9
Herkiezen 15 Hook Flash 26 Hoorn 2
I
Indicatielampje 6, 7
Papierstoring 8
Inktfilm 2, 6
Invoeren 6 Ver vangen 6
Ver wijderen 6 INSTALL-toets 9 Installatie 5 Installatie Hulp 2, 9 Instructies voor onderhoud 23 Intercontinentaalfunctie 18 Internationale garantie 25 Invoer
Verbeteren 15
Wissen 15 Invoeren
Documenten 17
J
Jaar 5 Journaal 18
K
Kabel
Beschrijving 2 Klok 3, 13 Kopieren 17, 18 Kort kies 15
Lijst met telefoonnummers 16 Kostenteller 9
L
Later verzenden 19 Lijst
Functies 3
Telefoonnummers 16 Lijst met telefoonnummers 16 Line-aansluiting 5 Luidspreker
Volume 12
M
Maand 3, 11 Microfoon
Uitschakelen 16 Modulatie 25
N
Naam
invoeren 11 Netaansluiting 5, 25 Netsnoer 2 Netspanning 25 Nummer
Invoeren 11
Opslaan 15
Weergave 16, 26
O
Opbellen 15 Oproepen
Faxberichten 19
Snel 19
Overdrachtssnelheid 18 Overzicht van het toestel 2
P
PABX 10, 25, 26 Papier 25
Formaat 18 Plaatsen 7 Storing 8
Verwijderen 8 Papierformaat 7 Papiersteun 2, 7 Parallel 26 Pauzeren
tijdens het kiezen 4 Photo-Instelling 17, 18 Photo-toets 18 Pijl-toets 15 Plaatsen
Papier 7 Printerrol 23 Pulskiezen 14, 26
R
R-toets 15, 26 Reiniging 23 Resolutie 3, 17, 18, 25
S
Scanner 23 Serieel 26 Service 25 Service code 23 Snelheid 18, 25 Standplaats 5 Stekker 2 Stoorstralingsonderdrukking 25 Storingen
Papierstoring 8 Stroom uitval 5
T
Taal 12 Technische data 25 Technische specificaties 25 Telefoon 15 Telefoonaansluiting 25 Telefooncentrale 10 Telefoongids 15
Lijst met telefoonnummers 16 Telefoonkabel 5 Telefoonkosten 18 Telefoonmaatschappij 15 Telefoonnummers
Lijst 16 Temperatuur 25 Test 10 Tijd 11 Toonkiezen 14 Transmissiesnelheid 25
U
Uitschakelen van de microfoon 16
V
Veiligheidsinstructies 5, 24 Verbeteren
Invoer 15
Verpakking
Inhoud 2 Ver vuiling 23 Verzenden
Later 19
Op afroep 19 Verzenderapport 18 Verzending
Gereed voor verzending 19
W
Wisselgesprek 15 Wissen
Instellingen 23
Invoer 15
Z
Zon 3, 13
27
5103 506 1724.1 NL/BE (SG5)
1718
Het CE merk bevestigt dat de ma­chine voldoet aan de betreffende richtlij­nen van de Europese Unie.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens Beschikking van de Raad 98/482/EG en de regelgeving van de Commissie 1999/303/ EG voor pan-Europese aansluiting van en­kelvoudige eindapparatuur op het open­bare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele PSTN’s in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoor­waardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt.
Neem bij problemen in eerste instan­tie contact op met de leverancier van het apparaat. Dit produkt is bestemd voor ge­bruik in het op het typeplaatje op de ver­pakking en aan de onderzijde van het toe­stel aangeduide land. Gebruik in andere landen kan leiden tot foutief functioneren van het toestel.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het technische servicecenter in uw land.
Deze gebruiksaanwijzing is gedrukt op chloorvrij gebleekt kringlooppapier en vol­doet aan de hoogste eisen met betrekking
28
tot de milieubescherming.
De kartonnen verpakking en het kar­ton dat uw toestel aan de zijkanten be­schermt, zijn vervaardigd uit papierafval en kunnen gerecycleerd worden als papierafval; in overeenstemming met de specifieke ei­sen van uw land, gooit u de plastic folie hetzij als recyclage-afval, hetzij als normale afval weg.
Deze elektronische apparatuur bevat recyclebaar materiaal. Aan het einde van de levenscyclus van het apparaat, informeert u zo nodig naar de eisen inzake recycling van uw eigen land.
Wijzigingen voorbehouden.
© 2000
Loading...