U heeft een faxtoestel gekocht, dat door middel van een inktfilm op normaalpapier print en bovendien het gebruik van extra
apparatuur, met name draadloze telefoons, vergemakkelijkt.
Verder is uw apparaat uitgerust met functies waarmee de installatie en de bediening aanzienlijk worden vereenvoudigd.
Faxen verzenden een ontvangen
U kunt faxen van maximaal 10 pagina’s verzenden. Het document legt u in de papierinvoer. Wanneer het papier op is, kunnen faxen in het geheugen worden ontvangen.
E-mail / Internet
U kunt met uw faxapparaat ook e-mails ontvangen en verzenden. Als u het apparaat hebt aangemeld voor e-mailgebruik, kunt
u faxen via het Internet goedkoper verzenden omdat u hiervoor
alleen het lokale telefoontarief hoeft te betalen, ongeacht de uiteindelijke bestemming van de fax. U kunt ook Internet-pagina’s
downloaden; deze worden vervolgens als een gewone fax afgedrukt.
Scanner
Uw apparaat is uitgerust met een afneembare scanner. Hiermee
kunt u ook documenten faxen of kopiëren die niet geschikt zijn
voor de documenteninvoer, zoals bladzijden uit een boek of een
tijdschrift.
Bovendien kunt u ook thuis documenten meerdere malen
kopiëren, documenten vergroten of verkleinen en het contrast regelen – functies die tot nu toe waren voorbehouden
aan traditionele kopieermachines.
Eenvoudige en snelle Installatie
De INSTALLATIE HULP helpt u ook bij het installeren van uw
faxtoestel. Als u HELP/INSTALL minstens 2 seconden ingedrukt
houdt, wordt een pagina uitgeprint. Als u de aanwijzingen op
deze pagina volgt, en de vragen in het display beantwoordt, wordt
u in stappen door het installatieprogramma gevoerd, zo wordt
uw faxtoestel automatisch geconfigureerd.
SS
MM
Faxschakelaar en modi
De faxschakelaar scheidt binnenkomende faxen van binnenkomende gesprekken. De schakelaar kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat faxen stil worden ontvangen, d.w.z. zonder dat de telefoon overgaat, zodat u niet wordt gestoord.
In de modi S en M kunt u zelf opgeven of uw apparaat ’s nachts
of overdag moet rinkelen voordat een fax wordt ontvangen of
het antwoordapparaat wordt ingeschakeld, bijvoorbeeld: Overdag wordt ervan uitgegaan dat inkomende oproepen moeten
rinkelen. Na een bepaalde tijd schakelt het apparaat automatisch over op faxontvangst en op het (ingebouwde of externe)
antwoordapparaat kunnen berichten worden achtergelaten. ‘s
Nachts wordt ervan uitgegaan dat u zo min mogelijk gestoord
wilt worden. De faxontvangst vindt geruisloos plaats en de telefoon gaat minder luid over.
Uw faxapparaat schakelt bij geactiveerde Timerfunctie automatisch om van S in M. De ingebouwde klok zorgt ervoor dat het
apparaat zich om 22:00 in M en om 06:00 in S omschakelt. U
kunt deze uren uiteraard wijzigen, volgens uw eigen voorkeur,
of U uitschakelen. Het symbool in het display toont de actuele
instelling.
S
SS
M
MM
UU
U
UU
Extra (draadloze) telefoons
Uw faxtoestel biedt u alle mogelijkheden voor gebruik van extra
telefoons als ook andere toegelaten draadloze telefoontoestellen,
zolang ze geschikt zijn voor het PTT-net. U kunt gesprekken
van het faxapparaat naar een (extra) telefoon doorsturen en
omgekeerd. Ook kan vanaf andere telefoons de faxontvangst in
gang worden gezet en – bij apparaten met ingebouwd antwoordapparaat – het antwoordapparaat worden gestopt en een gesprek worden begonnen.
Hulp-Toets
Als u HELP/INSTALL tweemaal kort indrukt, wordt een over-
zicht geprint van alle belangrijke functies met een korte beschrijving. Bovendien kunt u hier lezen hoe u nog meer Hulp-pagina’s krijgt, die u bij de bediening van het toestel behulpzaam
kunnen zijn.
! Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere
vorm van vocht, dit om het risico op elektrische
schokken of brand te vermijden.
! Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de voedings-
stekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kan
uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert
u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/
of schade aan het toestel.
1
Veiligheidsinstructies
Internationale garantie
Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen
en ze nauwgezet op te volgen.
Sluit nooit de telefoon- of de stroomconnector aan in
vochtige ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal
ontworpen zijn voor vochtige omstandigheden. Raak nooit
de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker
aan met natte handen.
Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd
zijn of waarvan de isolatie beschadigd is, behalve als de
telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als
de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Installeer nooit het faxtoestel in de buurt van een radiator of
een airco. Vermijd het gebruik van het faxtoestel in direct
zonlicht.
Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een
minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere
apparaten en voorwerpen.
Zorg ervoor dat uw faxtoestel stabiel en recht op het
draagoppervlak staat. Mocht het faxtoestel vallen, kan het
beschadigd raken en/of mensen verwonden, vooral kleine
kinderen.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan
circuleren. Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen,
kasten, meubels, enz. Laat een vrije ruimte van 10 cm rond
de ventilatieroosters van het faxtoestel. Dek nooit het
faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel
niet op bedden, tafelkleden, kussens, sofa’s, tapijten of ander
zachte oppervlakken, omwille van het gevaar op
oververhitting en bijgevolg op brand.
Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struike-
len, schade aan het snoer of aan het faxtoestel).
Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het
stopcontact voor u het faxtoesteloppervlak schoonmaakt.
Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoonmaak-
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het faxtoestel
terechtkomen, anders bestaat er gevaar op elektrische
schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan
het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het
faxtoestel terechtkomen, dient u meteen de stekker uit het
stopcontact te halen en het faxtoestel binnen te brengen
voor een grondig onderzoek.
Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een
matig irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd huid- en
oogcontact.
Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels
van het faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit
het stopcontact en contacteert u uw service centre. De
behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden
door erkend servicepersoneel.
Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de
standaarden UL 1950, EN 60950 of IEC 950 en mag
enkel gebruikt worden op telefoon- en elektriciteitsaansluitingen die voldoen aan deze normen.
PHILIPS apparaten zijn ontwikkeld en gefabriceerd naar de
hoogst mogelijke kwaliteitseisen. Mocht er ongelukkigerwijs nog
iets fout gaan met dit apparaat, dan garandeert PHILIPS een
kosteloze herstelling (of vervanging) gedurende een periode van
12 maanden vanaf de aankoopdatum.
Deze internationale PHILIPS Garantie is geldig indien het apparaat is gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing en voor het doel waarvoor het gemaakt is. Tevens dient de
originele aankoopbon (factuur, kassabon of kwitantie) overlegd
te worden met daarop de aankoopdatum, de naam van de handelaar en het model- (type) en produktie- (serie) nummer van
het apparaat.
De PHILIPS-garantie vervalt indien:
op een van de genoemde documenten iets is veranderd,
doorgehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
het model- (type) of produktie- (serie) nummer op het
apparaat is veranderd, doorgehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
reparaties of wijzigingen zijn uitgevoerd door niet bevoegde
service-organisaties of personen.
een defect het gevolg is van externe (buiten het apparaat
gelegen) oorzaken, bijvoorbeeld blikseminslag, wateroverlast, brand, verkeerd gebruik of onachtzaarmheid.
Wij maken u erop attent dat het produkt niet als defect kan
worden beschouwd als wijzigingen of aanpassingen nodig zijn
teneinde het produkt te laten voldoen aan lokale of nationale
technische normen die van kracht zijn in landen waar het produkt oorspronkelijk niet voor ontwikkeld of geproduceerd is.
Indien uw PHILIPS apparaat niet goed functioneert of defect is
adviseren wij u contact op te nemen met uw PHILIPS dealer of
een voor PHILIPS werkende servicewerkplaats. Mocht u service nodig hebben in een ander land dan kan het PHILIPS
Consumenten Informatie Centrum in dat land u naar de dichtsbijzinde PHILIPS handelaar of servicewerkplaats verwijzen.
Om onnodig ongemak te voorkomen, raden wij u aan om de
gebruiksaanwijzing zorgvuldig te lezen voordat u contact opneemt met uw handelaar. Voor vragen die uw handelaar niet
kan beantwoorden of voor aanvullende vragen kunt u zich wenden tot de klanteninformatiedienst.
PHILIPS is niet aansprakelijk voor onjuist of onvolledig vertaalde
informatie.
De symbolen op het display geven de actuele instelling weer:
f f
FINE
f/PHOTO
f f
Geeft aan of u verzendt of kopiëert met een hogere resolutie of
met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergegeven, dan is de standaardresolutie gekozen. Druk op FINE/PHOTO om de resolutie te wijzigen.
FF
F
FF
h
Is zichtbaar als het geheugen faxen bevat.
)
b *
Laat zien dat het antwoordapparaat ingeschakeld is.
S / M / U
Drie verschillende symbolen op het display tonen de huidige
bedieningsmodus aan. U kunt de gewenste bedieningsmodus
selecteren aan de hand van S M .
*) alleen voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
3 Faxschakelaar Pagina
Overzicht van de functies
Print u een functielijst uit, door 3 keer op MENU te drukken.
1 Instellingen Pagina
11 Taal instellen
(kies de taal voor de displaytext en rapporten) .............. 15
12 Tijd en datum
(tijd en datum instellen) .............................................. 14
kort drukken: start uw faxtransmissie of het enkelvoudig kopiëren van een document
drukken en ingedrukt houden(2 seconden): meervoudig ko-
piëren van een document / om snel toegang te hebben tot
de faxverslagen
ff
FINE
f /PHOTO
ff
zenden en te kopiëren (FINE – voor tekst en grafieken;
PHOTO – voor foto’s)
Indicatielampje
Als dit lampje knippert moet u het
bericht op het display lezen.
F F
F om met een hogere oplossing te
F F
HELP/INSTALL
tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies
voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra
Hulp-pagina’sdrukken en ingedrukt houden(2 seconden): afdruk van een“Installatie Hulp” gids / om de automatische installatie van
uw faxtoestel en extra apparatuur te starten
<<
<
<<
in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te
veranderen / om de invoegpositie op het display naar links
te verplaatsen
MENU/OK
om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen
>>
>
>>
in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te
veranderen / om een spatie intevoegen bij de ingave van een
naam / om de invoegpositie op het display naar rechts te
verplaatsen
S MS M
S M
S MS M
om de modus te wisselen kort drukken: om te kiezen tussen
de modi
drukken en ingedrukt houden(2 seconden): om de modus
te selecteren
........................................
....................
........................................
SS
MM
S en
M
SS
MM
UU
U
UU
STOP
om functies te stoppen
CLEAR
kort drukken: om boodschappen en ingevoerde data / enkele tekens te wissen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om alle invoer te
wissen
voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat:
ON/OFF
om het antwoordapparaat in- en uit te schakelen
RECORD
kort drukken: om een interne memo op te nemen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de uitgaande
teksten op te nemen
PLAY
om boodschappen weer te geven. Bij deze toets is en knipperlichtje actief wanneer het geheugen nieuwe boodschappen of
memo’s bevat. Na het afspelen van het bericht is de toets ver-
licht, totdat het bericht is gewist.
6
nn
n
nn
kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een telefoon-
nummer op te slaan
aa
a
aa
kort drukken: om het naamregister op te roepen drukken en
ingedrukt houden (2 seconden): om een naam op te slaan
TT
T
TT
het in pauze zetten van het gesprek tijdens het bellen / doorverbinden van een gesprek naar een serieel aangesloten extra
telefoon (zie Glossarium)
RR
R
RR
kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik
samen met een interne telefooncentrale (bij een moderne
aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om
diverse functies te gebruiken die uw dienstverlener aanbiedt
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): of pauzeren tijdens het kiezen
PPPP
PP
PPPP
kort drukken: om de laatste 5 gekozen nummers te herhalen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de lijst van
bellers te bekijken
DIAL /l MIC
om te kiezen met de hoorn op de haak. Bij een toestel met
ingebouwd antwoordapparaat bovendien voor de handenvrij-modus.
........................................
....................
........................................
@
voor het invoeren van e-mailadressen
ñ
voor het gebruik van hoofdletters: druk gelijktijdig op
ñ
en een lettertoets
SPACE
voor het invoeren van een spatie
E-mailtoetsenbord onder de klep:
CLEAR
kort drukken: om boodschappen en ingevoerde data / enkele tekens te wissen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om alle invoer te
wissen
STOP
om functies te stoppen
START
kort drukken: start uw faxtransmissie of het enkelvoudig kopiëren van een document
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): meervoudig kopiëren van een document / om snel toegang te hebben tot
de faxverslagen
ALT
voor speciale tekens drukt u gelijktijdig op de ALT-toets en
de lettertoets die het door u gewenste speciale teken vertegenwoordigt (bijvoorbeeld ALT + Z voor koppelteken)
7
2 Installeren
! Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik meer
maken van telefoon of fax.
! Het faxapparaat werd uitsluitend voor gebruik in het
desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het
voldoet aan de bepalingen van de telefoonmaatschappijen aldaar.
De juiste positie
1 Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en
horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten,
enz.).
2 Zet het apparaat niet direct in het zonlicht (de inktfilm is
hittegevoelig) in de buurt van radio- en televisietoestel, een
verwarming of airconditioning en zorg ervoor dat het
apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen.
3 Tijdens het gebruik wordt de fax warm. Dek hem niet af.
Hij zou anders te heet kunnen worden. Zorg ervoor dat de
fax zodanig opgesteld is dat de lucht ongehinderd kan
circuleren.
Nederland
België
4 Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt
aansluiten, houdt u dan tenminste 15 cm afstand tussen
beide apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen
optreden.
Aansluiting van het
faxapparaat
Op het telefoonnet
Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan
op de aansluiting met LINE.
Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact
aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf.
De hoorn op de fax
Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt op
de hoorn, het andere uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt met het “hoorn”-symbool aan de onderzijde van het appa-raat. Draai het apparaat weer om en druk het in de speciaal daartoe voorziene kabelsleuf.
8
Netaansluiting
! Let u erop, dat de hoorn opgelegd moet zijn, voordat de
netstekker in het stopcontact wordt gestoken.
Inktfilm verwijderen
1 Til de achterste van de twee inktfilmrollen met de wijsvin-
gers aan beide kanten uit zijn houders omhoog en plaats
hem naar voren tegen de tweede rol aan.
1 Nadat u het toestel aan het stroomnet heeft aangesloten,
voert het een test uit. Daarna wordt u gevraagd de datum
en tijd in te stellen.
2 Gebruik de cijfertoetsen om de tijd en de datum in te
voeren. Druk vervolgens op OK.
De inktfilm vervangen
U kunt alleen documenten ontvangen of kopiëren als er een
inktfilm in het apparaat is geplaatst. Daarom is er in uw toestel
een inktfilm voor ca. 50 pagina’s geplaatst. De in de handel ver-
krijgbare inktfilm heeft een capaciteit van maximaal 260 pagina’s.
Is de inktfilm op, of is er geen inktfilm aanwezig in uw
faxapparaat, knippert het rode indicatielampje en verschijnt op
het display:
geen inktfilm
1 Voor u een nieuwe inktfilm plaatst, moet u het papier uit
het papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de
aanwijzingen op de inktfilmverpakking.
2 Verwijder beide inktfilmrollen. Ze kunnen niet opnieuw
gebruikt worden. Gooi de inktfilmrollen weg met het
gewone afval. Voer een nieuwe inktfilm in; uw faxtoestel kan
niet naar behoren werken zonder inktfilm.
Inktfilm invoeren
1 Verwijder voorzichtig de elastiekjes van de nieuwe inktfilm.
De inktfilm mag niet worden beschadigd.
2 Voor een optimale kwaliteit, gebruikt u liefst enkel de
inktfilms die opgegeven staan op uw originele rol. Om
veiligheidsredenen gebruikt u best geen inktfilms van een
ander merk, daar deze uw faxtoestel zouden kunnen
beschadigen.
3 Open het faxtoestel door het bedieningspaneel voorzichtig
op te tillen bij de uitsparing in het midden.
2 Plaats vervolgens de grote rol in het achterste inktfilm-
compartiment.
9
3 Neem nu de kleine rol en plaats deze in het voorste inktfilm-
compartiment. Let erop dat de kleine rol links en rechts in
de uitsparingen terecht komt.
Plaatsen van papier
Voordat u documenten kunt ontvangen of kopiëren, dient uw
faxapparaat van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het volgende papierformaat: standaard A4 – 210 x 297 mm. Het
faxtoestel werkt met normaal schrijf- en kopieerpapier en werd
geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/m². Hoe gladder het
papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw faxtoestel
zal zijn.
4 Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om hem op te
spannen. Zorg ervoor dat de film niet kreukt.
5 Sluit het toestel door het bedieningspaneel naar voren te
klappen totdat het vastklikt.
6 Voer het gele blad in met de schriftkant naar boven en druk
dan op START/COPY.
Is het papier op, of is er geen papier aanwezig in uw faxapparaat,
knippert het rode indicatielampje en verschijnt op het display:
PAPIER IS OP
1 Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene gleuven
achter het papierdoorvoermechanisme.
2 Steek de documentsteun in de openingen in de papier-
doorvoerklep.
Aan het begin van de inktfilm zit een zilver strip, zodat de
kwaliteit van de eerste pagina’s wat minder kan zijn.
3 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het
toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en
ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak
alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.
10
4 Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar
voren. Voer meerdere A4-vellen (80 g) in tot aan het
eindpunt van het papierdoorvoermechanisme (maximaal 50
vellen).
3 Sluit de papierdoorvoerklep.
5 Sluit de papierdoorvoerklep.
! Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan het
afdrukken is! Gebruik geen papier dat al aan een zijde
bedrukt is! In beide gevallen kan dit tot papierstoring
leiden.
Papier verwijderen
1 Klap de papierdoorvoerklep naar voren.
2 Trek het papier eruit.
Papier storing
Open het bedieningspaneel en de inktfilmkap. Trek het papier
voorzichtig naar buiten vanaf de binnenkant. Open het
bedieningspaneel. Trek het papier voorzichtig naar buiten. De
inktfilmrol moet vóór het sluiten van het paneel aangespannen
worden door de kleine inktfilmrol naar voren te draaien.
! Trek het papier er niet uit langs de bovenkant; zo kan
het papier scheuren en de werking van het faxtoestel in
het gedrang komen.
Installatie Hulp
Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld.
1 Houd INSTALL/HELP 2 seconden ingedrukt. Uw
faxtoestel zal een pagina afdrukken met de titel Installatie
Hulp. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel.
2 Met behulp van de Installatie Hulp en de toelichting in de
display worden de instellingen nu een voor een afgevraagd,
zoals uw telefoonnummer en uw naam.
11
Andere apparatuur aansluiten
Behalve uw fax kunt u ook andere telecommunicatieapparatuur,
zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoordappa-raat, een kostenteller of modems op een enkele telefoonlijn aansluiten.
Aan hetzelfde telefoonstopcontact
Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoonstopcontact aansluiten, dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten.
In verschillende ruimtes:
Mogelijkheid 1
Aansluiting direct aan het faxapparaat
U kunt andere telecommunicatie apparatuur (draadloze handset) op de EXT.-uitgang aan de onderzijde van uw faxapparaat
aansluiten.
Mogelijkheid 2
Mogelijkheid 3
Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale
aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact
opnemen.
Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere
telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan
een goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden.
De juiste verbindingskabel met een RJ11 stekker verkrijgt
u bij uw dealer.
Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u
de fax instellen op
ONTVANGST HANDM.
.
Mogelijkheid 4
12
Aansluiting op ISDN
Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge
fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDNaansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een
(analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor
analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.
7 U dient nu de gegevens nogmaals in te typen. Verander het
kiestype ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste
kies mode gekozen en het juiste nummer voor de buitenlijn,
maar verschijnt in het display desondanks
TEST NIET OK
Op een telefooncentrale (PABX) aansluiten
Telefooncentrales (PABX) worden in het algemeen gebruikt in
grote bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte
ISDN-installaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie) van een dergelijke centrale verbinding te maken
met het openbare telefoonnet, dient voorafgaand aan de
nummerkeuze een code te worden ingetoetst om een buitenlijn
te verkrijgen.
Een tweede telefoontoestel dat samen met uw faxapparaat op
een normale telefoonaansluiting is aangesloten, mag dus niet worden verward met een extensie aan een dergelijke centrale.
Sluit het apparaat op een telefooncentrale aan, dan moet u in
functie 15 de juiste instellingen kiezen.
Aansluittypetelefooncentrale
In functie 15 kunt u de aansluiting met een telefooncentrale
instellen.
wis dan het nummer van de buitenlijn met CLEAR.
Als bij een telefooncentrale R als buitenlijncode is
opgegeven en er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt,
dan voldoet uw centrale niet aan de voorschriften. Aan het
faxapparaat moeten in dat geval bepaalde technische
instellingen worden gewijzigd. U kunt zich hiertoe tot
onze telefonische klantenservice richten.
1 U kiest functie 15 door op MENU te drukken en vervolgens
de cijfers 15 in te toetsen. Druk op OK.
2 Met </> kunt u de modus interne telefooncentrale
kiezen. Druk op OK.
Pabx: NEE
Pabx: JA
3 Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de buitenlijn te
krijgen (deze buitenlijncode dient door de fabrikant te
worden opgegeven). Dit is ofwel een 0 of een R (bij
sommige installaties ook FLASH genoemd), maar kan ook
een ander cijfer zijn. Druk op OK.
4 Druk op OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn
bereikbaar is.
5 ... is dit het geval, dan verschijnt:
TEST OK
6 ... is dit niet het geval, dan verschijnt:
TEST NIET OK
13
3 Basis instellingen
! Als u per ongeluk een verkeerde toets indrukt, druk dan
zo vaak als nodig op STOP om weer naar de oorspronkelijke positie terug te keren.
Als u een overzicht wilt behouden van de fabrieksinstellingen van uw faxtoestel, raden wij u aan een functielijst af te drukken alvorens de instellingen te wijzigen (druk
op MENU driemaal).
Als u uw persoonlijke instellingen wilt wissen, kunt u dit
doen aan de hand van functie 45 Service code (zie hoofd-
stuk Tips en trucs / Service code).
“Uw naam” en “uw telefoonnummer” worden bovenaan
op elke pagina (de eerste 4 mm) afgedrukt samen met de
datum, het uur en het paginanummer.
HELP functie
1 Druk tweemaal op INSTALL/HELP. U krijgt een afdruk
met uitleg over het gebruik van de belangrijkste functies.
Op deze Hulp-pagina kunt u ook lezen hoe u nog meer
Hulp-pagina’s voor bepaalde functies van het toestel kunt
krijgen.
Nummer invoeren
Gebruik # of * om de “+” te typen, die veel gebruikt word
vóór het landnummer bij internationale fax- en telefoonnum-
mers; met > typt u een spatie. U kunt voor uw nummer maximaal 20 cijfers gebruiken.
1 Kies functie 13, door op MENU te drukken en vervolgens op
de cijfertoets 1 en dan 3.
2 Druk op OK.
3 Voer uw telefoon- of faxnummer in. (Kengetal: Nederlands
+31, België +32).
4 Druk op OK. Het nummer is nu opgeslagen.
Naam invoeren
1 Kies functie 14 door op MENU te drukken en vervolgens op
de cijfertoets 1 en dan 4.
2 Druk op OK.
3 Open het klepje en voer via het lettertoetsenbord uw naam
in (zie onder).
4 Druk ter bevestiging op OK. Uw naam is nu opgeslagen in
het geheugen.
Tijd en datum
1 Kies functie 12, door op MENU te drukken en vervolgens
op de cijfertoets 1 en dan 2.
2 Druk op OK.
3 Voer nu via het toetsenbord de juiste tijd in (bijvoorbeeld:
0915 voor 9:15 uur). Het toestel vraagt u dan
automatisch de huidige datum in te voeren (bijvoorbeeld:
150500 voor 15 mei 2000).
4 Druk op OK.
Correctie
Heeft u in functie 13 of 14 een verkeerde letter of cijfer ingegeven, dan kunt u de fout zowel direct corrigeren als ook later.
Indien u later correcties wilt aanbrengen, dient u de functies
voor het intoetsen van nummers of namen opnieuw te kiezen.
1 Stelt u met </> de invoertekens rechts langs het teken dat
u wilt wissen. Druk op CLEAR. Het teken wordt gewist. Als
u lang op CLEAR drukt, worden alle tekens gewist.
2 Voer via het lettertoetsenbord de juiste tekens in. Bevestig
met OK.
14
Taal van display
U kunt de taal op het display en van de rapporten zelf kiezen.
1 Druk op MENU, 11 en vervolgens OK.
2 Maak uw keuze met behulp van </> de gewenste taal een
druk ter bevestiging op OK.
Belsignaaltypes
U kunt uit tien verschillende belsignalen kiezen.
1 Druk op MENU, 44 en vervolgens op OK.
2 Kies met 0 tot en met 9 het gewenste signaal.
Grundeinstellung
3 Druk ter bevestiging op OK.
Geluidssterkte van het
belsignaal
Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens
het rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume
is verschillend voor de modi S en M (zie hoofdstuk Belgedrag).
1 Met </> verschijnt de huidige instelling gedurende circa
3 seconden.
2 Regel de geluidssterkte nu door op </> te drukken, net
zolang totdat u de gewenste geluidssterkte heeft verkregen.
Volume van de luidspreker
Om het volume van de luidspreker te wijzigen, druk op DIAL
(zonder ingebouwd antwoordapparaat) of l (met ingebouwd
antwoordapparaat).
1 Met </> wordt de actuele instelling aangegeven.
2 U kunt het aangegeven volume veranderen, door </>
zolang in te drukken, tot de gewenste luidsterkte is bereikt.
3 Sluit af met STOP.
15
4 Belgedrag
De intelligente faxschakelaar maakt het mogelijk te
telefoneren of faxen op een enkele telefoonaansluiting met
gebruik van extra apparatuur. De faxschakelaar scheid
faxen en telefoongesprekken. Hij kan bijvoorbeeld faxen
stil ontvangen, zonder belsignaal, zodat u niet gestoord
wordt.
In S en M kunt u zelf bepalen hoe vaak uw faxapparaat
voor een faxontvangst belt, en wanneer het antwoordapparaat zich inschakeld.
Bijvoorbeeld:
Overdag wordt er vanuit gegaan dat de telefoon moet
overgaan wanneer er een oproep wordt ontvangen. Na
een bepaalde tijd schakelt het apparaat automatisch over
op faxontvangst en kunnen op het (ingebouwde of
externe) antwoordapparaat berichten worden achtergelaten. In modus M daarentegen wilt u niet gestoord
worden. Daarom zullen faxen in stilte ontvangen worden
en zal het faxtoestel niet overgaan.
Door de timerfunctie U kan uw faxapparaat zelf automatisch kiezen voor de S en Mmodus. De ingebouwde klok
zorgt er voor dat uw apparaat om 22 uur naar M en om 6
uur naar S schakeld. U kunt natuurlijk deze tijden naar
eigen keuze aanpassen. In de display kunt u zien in welke
modus het faxapparaat zich bevind. U kunt schakelen
tussen S en M door kort op S M te drukken tot het
gewenste symbool op het display wordt weergegeven.
3 Bevestig dit met OK.
4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de automatische
faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van
telefoongesprekken moet scheiden. Vanaf dit moment hoort
de beller weliswaar nog een licht gewijzigd belsignaal van
uw faxtoestel, maar moet al wel telefoonkosten betalen.
BELLEN FAX: 5
5 Bevestig dit met OK.
6 Met </> stelt u in hoe luid het toestel bij ontvangst van
een oproep moet rinkelen. Druk op OK.
BELVOLUME: LUID
7 Als u wilt kunnen meeluisteren wanneer een beller een
bericht inspreekt, kiest u AAN met </>.
MEELUISTEREN:AAN
8 Bevestig dit met OK. Als u ook de modus M wilt instellen,
kiest u functie 32(MENU 32 OK) en herhaalt u stappen
2 t/m 7.
zonder ingebouwd antwoordapparaat
MenuonderdeelInstelmogelijkheden
De modus
SMSM
SM instellen
SMSM
met ingebouwd antwoordapparaat
MenuonderdeelInstelmogelijkheden
BEL ANT.APP.:
BELLEN FAX:
BELVOLUME:
MEELUISTEREN:
1 Kies functie 31 (Dag), door eerst op MENU, dan 31 en
OK drukken.
2 Kies met </>, hoe vaak de fax moet rinkelen voordat het
antwoordapparaat wordt ingeschakeld.
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,5/2
0, 1, 2, 3, 4, 5,
ontvangst handm.
zacht, middel, luid
aan, uit
BELLEN TOTAAL:
BELLEN FAX:
BELVOLUME:
1 Kies functie 31 (Dag), door eerst op MENU, dan 31 en
OK drukken.
2 Met </> stelt u het aantal keren in dat het toestel in totaal
moet rinkelen voordat de faxontvangst begint.
3 Bevestig dit met OK.
4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de automatische
faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van
telefoongesprekken moet scheiden. Vanaf dit moment hoort
de beller weliswaar nog een licht gewijzigd belsignaal van
uw faxtoestel, maar moet al wel telefoonkosten betalen.
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
0, 1, 2, 3, 4, 5,
ontvangst handm.
zacht, middel, luid
BELLEN TOTAAL: 5
BELLEN FAX: 5
BEL ANT.APP.:5/2
16
Die Faxweiche
5 Bevestig dit met OK.
6 Met </> stelt u in hoe luid het toestel bij ontvangst van
een oproep moet rinkelen. Drukken op OK.
BELVOLUME: LUID
7 Bevestig dit met OK. Als u ook de modus M (nacht) wilt
instellen, kiest u functie 32(MENU 32 OK) en herhaalt u
stappen 2 t/m 6.
Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mogelijk in beide
gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt
2 en 4). Stel beide aantallen in op een waarde lager dan
vijf (zie ook het hoofdstuk EASYLINK).
Als u naast het faxapparaat ook nog andere apparaten
(telefoon, antwoordapparaat) wilt gebruiken die niet
serieel worden aangesloten, kunt u de verhouding tussen
het aantal belsignalen als volgt wijzigen: De andere
apparaten rinkelen zo vaak als is ingesteld onder
BELLEN FAX
ingesteld onder
BELLEN TOTAAL:
. Uw faxapparaat rinkelt zo vaak als is
BEL ANT.APP.
.
dan wel
Spaarmodus voor het antwoordapparaat *
BEL ANT.APP.:5/2
Als u bij
woordapparaat, wanneer er berichten zijn ingesproken, automatisch niet pas na vijf belsignalen, maar al na twee belsignalen
in. Via de toegang op afstand hebt u daardoor de mogelijkheid
na te gaan of er nieuwe berichten op uw antwoordapparaat zijn
ingesproken, zonder dat u daarbij telefoonkosten maakt (wanneer uw antwoordapparaat al na twee belsignalen inschakelt,
weet u meteen dat er nieuwe berichten zijn ingesproken). Nadat u uw nieuwe berichten hebt afgeluisterd, schakelt het antwoordapparaat de volgende keer weer na vijf belsignalen in.
BEL ANT.APP.:
De modus
Uw faxtoestel is standaard ingesteld op modus S. Daarnaast
kunt u de modus U kiezen. In modus U wisselt uw toestel automatisch tussen S en M. Reeds in de fabriek is uw apparaat
zodanig ingesteld dat het om 22 uur op M en om 6 uur weer op
S schakelt.
de optie 5/2 kiest, schakelt het ant-
UU
U
UU
Speciale instellingen
Stille faxontvangst
Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat het faxapparaat
eerst rinkelt, moet u het aantal belsignalen bij
nul (0) instellen.
Volledig stille werking
Deze optie is alleen zinvol bij toestellen met ingebouwd antwoordapparaat. Als u bijvoorbeeld ’s nachts niet gestoord wilt worden
door binnenkomende gesprekken of faxen, kunt u beide belsignalen op nul (0) zetten. Faxen worden dan stil ontvangen en
gesprekken worden direct door het antwoordapparaat beantwoord, vooropgesteld dat u het antwoordapparaat hebt ingeschakeld.
Bij apparaten die niet met een ingebouwd antwoordapparaat zijn
uitgerust, is de faxschakelaar uitgeschakeld. Dat wil zeggen
dat het apparaat direct overschakelt op faxontvangst en niet
rinkelt wanneer er een gesprek binnenkomt (de beller hoort
een pieptoon).
!Gesprekken kunnen bij deze instelling derhalve ook niet
door een eventueel aangesloten extern antwoordapparaat worden beantwoord.
Handmatige faxontvangst
BELLEN FAX: 0
BELLEN FAX:
ONTVANGST HANDM.
op
UU
U activeren en deactiveren
UU
1 Als u de modus U wilt activeren drukt u opnieuw gedu-
rende 2 seconden op SM tot u een bevestigingstoon
hoort en U op het display verschijnt.
2Als u de functie U wilt uitschakelen drukt u 2 seconden op
SM tot u een bevestigingstoon hoort en U verdwijnt.Enkel S of M verschijnt dan op het display.
UU
U instellen en controleren
UU
1 Druk op MENU, 33 en vervolgens op OK.
2 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet
omschakelen naar S en bevestigen met OK.
3 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet
omschakelen naar M. U of bevestigt de gekozen instelling
met OK.
EASYLINK
Gebruik van andere telefoons
Deze codes zijn van belang, indien u een gesprek of een extra
telefoon wilt aannemen of een gesprek resp. een fax naar uw
faxapparaat wilt doorverbinden.
1 Code om uw faxapparaat via een extra telefoon te starten:
* 5
Als u
ONTVANGST HANDM.
tisch door het faxapparaat afgedrukt en moet u de faxontvangst
activeren door op START te drukken. Dit kan nuttig zijn als u
faxen bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt ontvangen.
kiest, worden faxen niet automa-
2 Seriele aansluiting (zie Glossarium): Code om via een extra,
seriële telefoon een gesprek naar uw faxapparaat door te
verbinden: *0
* alleen met ingebouwd antwoordapparaat
17
Zorg ervoor dat u de hoorn van uw extra telefoon oplegt,
nadat u de code hebt ingevoerd. Zie Telefoon / Gesprekken
doorsturen.
3 Parallelle aansluiting (zie Glossarium): Voor faxtoestellen met
ingebouwd antwoordapparaat: Code om het uitgaand
bericht uit te schakelen als het antwoordapparaat al
geactiveerd is: **
Voor faxtoestellen zonder ingebouwd antwoordapparat word
deze code gebruikt om het faxtoestel vanaf extra telefoon uit
te schakelen.
Om van deze functie gebruik te kunnen maken, moet u uw
extra telefoon resp. draadloze handset op toon-kiezen instellen.
Verlangt uw telefoonaansluiting echter de instelling puls-kiezen,
dan moet u uw extra toestel tijdelijk omschakelen, om toonkiessignalen te zenden. Voor de juiste gang van zaken zie de gebruiksaanwijzing van uw extra toestel.
!Verander de aangegeven EASYLINK-codes alleen, als
het absoluut noodzakelijk is.
Moet u een reeds ingestelde code toch veranderen, kiest u func-
tie 34 (MENU 34) en druk op OK. Voer een code van twee
cijfers in. Het eerste cijfer zou * of # moeten zijn en druk op
OK. Voert u deze procedure bij alle 3 de codes door.
Let wel: de drie EASYLINK-codes moeten verschillend
zijn. Anders verschijnt op het display:
CODE NIET OK
Extern antwoordapparaat
Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten.
Een extern antwoordapparaat werkt het best wanneer u dit instelt op één of twee keer rinkelen. Om te voorkomen dat oproepen door de faxschakelaar automatisch worden overgenomen,
en
dient u bij
stellen dat ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw externe antwoordapparaat.
Als u het externe antwoordapparaat hebt uitgeschakeld, worden oproepen automatisch door de faxschakelaar aangenomen
(zie hoofdstuk Modus SM instellen / zonder ingebouwd antwoordapparaat).
BELLEN FAX:
BELLEN TOTAAL:
een aantal in te
Tips:
1De meldtekst van uw antwoordapparaat mag niet langer
dan tien seconden zijn.
2Gebruik geen muziek in de meldtekst.
3Als uw faxapparaat problemen heeft met het herkennen
van oude faxapparaten die geen herkenningssignaal
vooruitsturen, zoals gebruikelijk bij nieuwere apparaten,
moet u er in de meldtekst op wijzen dat de beller de
faxontvangst kan starten door eerst op de toetsen * en 5
te drukken en vervolgens op START.
4Mocht de automatische faxontvangst niet mogelijk zijn,
dan kunt u de ontvangst handmatig starten door op
START te drukken.
5Als uw antwoordapparaat over een “spaarfunctie” beschikt
(dat wil zeggen, een functie waarbij het aantal belsignalen
verandert zodra er nieuwe berichten zijn ingesproken),
dan kunt u deze functie het beste uitschakelen.
6Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet alleen de
binnengekomen berichten, maar ook faxoproepen telt.
7Bedenk dat de code voor het starten van de faxontvangst
vanaf een andere telefoon (fabrieksinstelling * en 5)
niet dezelfde is als die voor toegang op afstand om na te
gaan of er nieuwe berichten zijn ingesproken. Indien
noodzakelijk kan de code in functie 34 worden gewijzigd
(zie paragraaf EASY LINK).
8Als uw antwoordapparaat de oproep aanneemt, maar uw
faxtoestel niet stopt met rinkelen, probeer dan het
antwoordapparaat serieel te installeren door het bijvoorbeeld op het EXT-aansluitpunt van uw faxtoestel of op
een serieel telefoonstopcontact aan te sluiten (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten).
9Als uw antwoordapparaat geen oproepen kan aannemen,
dan zal uw faxtoestel na het bij
ingestelde aantal belsignalen automatisch met de
faxontvangst beginnen.
terwijl uw faxtoestel geen faxen kan ontvangen, dan dient
u de aansluiting van uw externe antwoordapparaat te
controleren. Sluit het externe antwoordapparaat op het
EXT.-aansluitpunt of op een serieel telefoonstopcontact
aan (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur
aansluiten).
BELLEN TOTAAL:
Instellings voorbeeld:
Bellen extern antwoordapparaat:2
BE L LEN FAX:
BELLEN TOTAAL:
4
4
18
5 Telefoon
Das Telefon
Een verkeerd ingetoetst cijfer kunt u wissen met de toets
CLEAR, voordat u de hoorn opneemt.
Met R kunt u gebruik maken van veel nieuwe telecom
diensten (wisselgesprek etc.). Voor verdere informatie
verwijzen wij u aan uw telefoonmaatschappij.
U kunt niet “+” invoeren, om de kengetal bij internationale telefoonnummers te kiezen.
Als u uw faxtoestel niet heeft aangesloten op het
elektriciteitsnet, zal het helemaal niet werken – zelfs de
telefoon niet.
Opbellen
1 Kies het gewenste nummer.
2 Neem de hoorn van de haak. Wanneer u bij een opgelegde
hoorn wilt kiezen, drukt u op DIAL/l. Zodra de andere
partij zich meldt, neemt u de hoorn op en begint u te
spreken.
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan het nummer
kiezen.
Verkort kiezen
Voor nummers of e-mailadressen die u vaak moet kiezen heeft u
op uw fax VERKORT KIEZEN-toetsen.
Nummers opslaan
1 Druk twee seconden op n.
2 Kies een nummer tussen 0–9.
3 Open de klep en voer met het e-mailtoetsenbord een naam
in. Daarna druk op OK.
4 Toets het telefoonnummer of e-mailadres in dat u wilt
programmeren, en druk op OK.
Verkort kiezen gebruiken
1 Druk op n en daarna kies een nummer of e-mailadres
tussen 0 en 9. De opgeslagen naam of het telefoonnummer of e-mailadres wordt op het display weergegeven. U
kunt het nummer of het e-mailadres bewerken door op OK
te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
2 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt
verzenden, druk op START.
Invoer verbeteren
nn
n
nn
Nummer herhalen
U kunt de 5 laatst gekozen nummers of e-mailadressen opnieuw
kiezen door op PP te drukken. Druk herhaaldelijk op deze
toets tot het gewenste nummer op het display afgebeeld wordt.
1 Druk op PP.
2 Druk op </>, tot het gewenste nummer of e-mailadres op
het display wordt weergegeven. U kunt het nummer of het
e-mailadres bewerken door op OK te drukken en de
gewenste wijziging aan te brengen.
3 Neem om met kiezen te beginnen de hoorn van de haak of
druk op DIAL /
Invoer wissen
Met CLEAR kunt u nummers of e-mailadressen die u niet langer nodig hebt uit het herkiesgeheugen wissen.
1 Druk op PP en CLEAR.
2 Kies met </> of u alleen het laatst weergegeven nummer
of alle vijf de nummers wilt wissen.
ll
l.
ll
1 Druk op n en daarna kies een nummer tussen 0 en
9. De opgeslagen naam of het telefoonnummer of e-
mailadreswordt op het display weergegeven.
2 Druk twee seconden op n. Met </> kunt u het
foutieve teken selecteren.
3 Druk op CLEAR. Het foutieve teken wordt gewist.
4 Typ het juiste teken en bevestig de invoer met OK.
Invoer wissen
1 Druk op n en daarna kies een nummer tussen0 en 9. De
opgeslagen naam of het telefoonnummer of e-mailadres
wordt op het display weergegeven.
2 Druk op CLEAR. Met </> bepaalt u of u de invoer
werkelijk wilt wissen.
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voeren.
Telefoongids
Het naamgeheugen van uw fax heeft plaats voor ongeveer 200
nummers met bijbehorende namen. Het precieze aantal is afhankelijk van de ingevoerde gegevens. Ook tijdens een telefoongesprek kunt u nummers opslaan.
aa
a
aa
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voeren.
Nummers opslaan
1 Druk twee seconden op a.
2 Open de klep en voer met het e-mailtoetsenbord een naam
in. Druk op OK.
3 Voer een telefoonnummer of e-mailadres in en bevestig met
OK.
19
Telefoongids gebruiken
Van de extra telefoon naar een faxapparaat
1 Druk op a.
2 Blader met </> door de lijst. De opgeslagen naam of het
opgeslagen telefoonnummer of e-mailadres wordt op het
display weergegeven. U kunt het nummer of het e-mailadres bewerken door op OK te drukken en de gewenste
wijziging aan te brengen.
3 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt
verzenden, druk op START.
Invoer verbeteren
1 Druk op a en kies met </> het ingevoerde nummer
of e-mailadres dat u wilt corrigeren (zie boven).
2 Druk daarna twee seconden lang op a. Met </>
kunt u het foutieve teken selecteren.
3 Druk op CLEAR. Het foutieve teken wordt gewist.
4 Typ het juiste teken en bevestig de invoer met OK.
Invoer wissen
1 Druk op a en kies met </> het ingevoerde nummer
dat u wilt wissen.
2 Druk op CLEAR. Met</> bepaalt u of u de invoer
werkelijk wilt wissen.
3 Druk op OK om de wisopdracht uit te voeren.
1 Druk tijdens het gesprek op * en 0. Is er een verbinding
tot stand gekomen, dan hoort u een toon. Leg de hoorn van
uw extra telefoon binnen 3 seconden op de haak.
2 Uw extra telefoon gaat ca. 30 seconden lang over. Wanneer
er niet op tijd wordt opgenomen, neemt het extra toestel de
oproep opnieuw over, en laat het ong. 20 seconden lang
een beltoon horen. Wanneer niemand opneemt, wordt de
verbinding verbroken.
Handenvrije bediening
(alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
U kunt telefoneren zonder de hoorn te gebruiken of ook verschillende personen in dezelfde ruimte aan het gesprek laten
deelnemen. Druk daartoe na het kiezen of tijdens een gesprek
op l en leg de hoorn neer. Microfoon en luidspreker worden
geactiveerd.
Uitschakelen van de
microfoon
U kunt de microfoon van de telefoonhoorn uitschakelen, zodat
uw gesprekspartner u niet kan horen.
1 Druk daartoe op T. U kunt uw gesprekspartner in dat
geval zacht blijven horen.
Het bewerken van opgeslagen nummers is met name
nuttig wanneer u bijvoorbeeld het nummer van een
netwerkexploitant vóór het kengetal wilt opslaan.
Lijst met telefoonnummers
1 Selecteer functie 42 (MENU42OK) om een afdruk te
maken van de door u opgeslagen verkort te kiezen nummers en nummers in de telefoongids.
2 Druk op OK en uw fax drukt de lijst af.
Gesprekken doorverbinden
U kunt een bestaand telefoongesprek van uw faxapparaat naar
een extra telefoon – en omgekeerd – doorverbinden. Deze beschrijving heeft uitsluitend betrekking op telefoons die serieel
zijn aangesloten (zie hoofdstuk Glossarium).
Van het faxapparaat naar een extra telefoon
1 Druk tijdens het gesprek op T en leg de hoorn op de
haak van uw faxapparaat.
2 Uw extra telefoon gaat ca. 30 seconden lang over. Wanneer
er niet op tijd wordt opgenomen, neemt uw faxtoestel de
oproep opnieuw over en laat het ong. 20 seconden lang een
beltoon horen. Wanneer niemand opneemt, wordt de
verbinding verbroken.
2 Wanneer u het gesprek wilt voortzetten, drukt u nogmaals
op deze toets.
Nummerweergave
(alleen in Nederland)
Uw faxapparaat beschikt over de mogelijkheid de telefoonnummer van de beller aan te geven, nog vóór u de hoorn opneemt.
Vraag bij uw telefoonmaatschappij na, of uw telefoonafsluiting
over deze functie beschikt.
1 De telefoonnummers van de laatste 10 ontvangen oproe-
pen worden opgenomen in de lijst van bellers.
2 Om de lijst met bellers op te vragen, houdt u PP twee
seconden lang ingedrukt.
3 Met </> kunt u door de lijst bladen. Nieuwe oproep-
meldingen worden voorzien van “
4 Om de getoonde abonnee terug te bellen, hoeft u slechts de
hoorn van de haak te nemen, waarna uw faxapparaat
automatisch het nummer kiest.
5 Om een ingevoerd nummer te wissen, drukt u op CLEAR.
Maak uw keuze met </> en bevestig met OK.
Als u in functie 31 of 32
ingesteld, kan het telefoonnummer niet op uw externe
telefoon worden weergegeven.
BELLEN FAX
”.
*
op nul (0) hebt
20
Das Fax
6 Fax
Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van
storingen tijdens het gebruik van de fax. Plaats geen
pagina’ s in de documenteninvoer.
... van kranten (drukinkt).
... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór
het versturen.
... die verkreukeld of gescheurd zijn.
... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn;
die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben.
... die met plakband of met lijm aan elkaar geplakt zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt
zoals “Post-It®” notes, of die te dun of te dik
zijn.
... die met een zacht potlood, verf, krijt of koolstift beschreven zijn.
Faxen
1 Kies het gewenste nummer.
2 Plaats de documenten met de tekst naar boven in de
invoeropening voor het papier (maximaal 10 zijden).
3 U kunt een hogere resolutie kiezen met FINE/PHOTO.
4 Druk op START. De transmissie begint. Als de verbinding
niet meteen tot stand kan worden gebracht, wordt hetzelfde
nummer na enige tijd automatisch opnieuw gekozen.
5 Als u de verzending wilt afbreken, drukt u op STOP.
Documenten die kleiner zijn dan de opgegeven afmetingen kunnen vastlopen in het toestel.
Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen geel/oranje/lichtgroen)
Documenten die op uw faxapparaat worden afgedrukt
zijn zichtbaar op de gebruikte inktfilm. Bij vertrouwelijke
teksten dient de inktfilm te worden vernietigd.
Documenten invoeren
1 Om te vermijden dat meerdere pagina’ s ineens worden
doorgevoerd, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de
stapel vervolgens op een vlak oppervlak.
2 Neem de documenten (maximaal 10 zijden) en voer de
vellen losjes met de bedrukte zijde naar boven, in de
documentdoorvoergleuf. Neem bij een papierstoring de
scanner van het toestel en verwijder het document.
Rondzenden
Deze functie is met name erg handig wanneer u hetzelfde fax
aan meerdere personen wilt sturen (rondschrijven).
1 Leg het document met de bedrukte zijde naar boven in de
documenteninvoer. Als u voordat de verbinding tot stand
wordt gebracht een betere beeldkwaliteit wilt kiezen, drukt
u op FINE/PHOTO.
2 Druk op MENU, 25 en vervolgens op OK. Het in de
invoer geplaatste document wordt automatisch gescand en
in het geheugen opgeslagen.
3 Voer nu het eerste telefoonnummer (of e-mailadres) in en
druk op OK. Dit wordt in de lijst met ontvangers op de
eerste positie ingevoerd. Daarna kunt u nog meer nummers
of adressen aan de lijst toevoegen, totdat u maximaal vijf
ontvangers hebt ingevoerd.
4 Druk op START om het document te verzenden. Het
document wordt op volgorde naar alle ingevoerde personen
verzonden. Mocht verzending naar een van de ontvangers
niet mogelijk zijn, dan gaat uw toestel verder met de
eerstvolgende in de lijst en doet ten slotte nog een poging
tot verzending naar het desbetreffende nummer. Na de
verzending wordt automatisch een verzendbericht afgedrukt.
21
Resolutie
Faxjournaal
Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbeteren, hebt u verder de beschikking over de opties FINE f (voor
klein gedrukte teksten of tekeningen) en PHOTO F (voor foto’s en afbeeldingen). Met de toets FINE/PHOTO kunt u voor
een van deze mogelijkheden kiezen. De gekozen optie wordt
door een symbool op het display gemarkeerd. Na verzending
van het fax of na 40 seconden, als de documentinvoeropening
geen documenten bevat, wordt de standaard-resolutie weer actief.
Verzendrapport foutrapport
Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzendrapport afdrukken, waarmee de ontvangst van uw document
wordt bevestigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt
u hiervan een foutrapport. U kunt het afdrukken van het
verzendrapport in- en uitschakelen, een foutrapport wordt
echter altijd afgedrukt.
1 Druk op MENU, 43 en vervolgens op OK.
2 Kies met </> en bevestig met OK.
Transmissie
Intercontinentaalfunctie
Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ontvangen en verzonden faxen.
Druk op MENU, 41 en vervolgens op OK
1
2 Kies met </> of en wanneer het faxjournaal wordt
afgedrukt (na elke verzending of na tien geslaagde
transmissies). Bevestig met OK.
.
Afroep van faxen
Met behulp van deze functie kunnen documenten worden opgehaald die in de gebelde fax klaarliggen voor verzending.
Snel afroepen
1 Kies bij opgelegde hoorn het gewenste nummer en houd
START lang ingedrukt.
2 Als u ook een subadres of een code wilt invoeren (zie hiertoe
ook de volgende paragraaf Oproepen met code), voert u
eerst het telefoonnummer in en sluit dit af met R. Sluit hier
het gewenste subadres of de code direct op aan en houd
vervolgens START lang ingedrukt. (bijvoorbeeld:12345R17).
Afroepen met code
Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid automatisch aan
de kwaliteit van de desbetreffende telefoonlijn aan. Met name
bij verzending naar andere werelddelen kan dit proces meer tijd
in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit van de lijn slecht is,
dan kunt u in functie 21 al bij voorbaat een langzamere
overdrachtssnelheid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die
met de automatische aanpassing gepaard zouden gaan, te besparen.
21
1 Druk op MENU,
2 Kies met </> en bevestig met OK.
en vervolgens op OK.
Compressie van het formaat
Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen die iets langer
dan het A4-formaat zijn toch op 1 pagina afgedrukt worden,
worden deze pagina’ s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet
wilt, dan kunt u de verkleining in functie 46 uitschakelen.
46
1 Druk op MENU,
2 Kies met </> en bevestig met OK.
en vervolgens op OK.
Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om de op te halen
documenten te beschermen tegen onbevoegde toegang, doet u
het volgende:
1 Druk op MENU, 22 en vervolgens op OK.
2 Voer de code in en druk op OK.
3 Voer vervolgens het te kiezen nummer in en druk op
START. Als dit niet mogelijk is, dan kunt u de desbetreffende faxen handmatig ophalen door de hoorn van de haak
te nemen, het faxnummer te kiezen en op START te
drukken.
De oproepcodering werkt volgens de internationale ITUstandaard. Er zijn echter ook fabrikanten die andere
coderingen gebruiken en daarom niet compatibel zijn.
Als u faxdocumenten naar faxdatabanken wilt sturen of
daaruit wilt oproepen, dan kunt u bij sommige databanken het subadres direct aan het telefoonnummer toevoegen. Zo spaart u telefoonkosten. Geef eerst het telefoonnummer van de databank in en sluit af met R. Voeg dan
het gewenste subadres eraan toe. Indien u niet zeker weet,
of uw faxoproepdienst subadressen accepteerd, neem dan
conctact op met uw afroepdienstaanbieder.
22
Das Fax
Verzenden op afroep
Uw kunt een document klaar zetten om het vanuit uw fax op
afroep te laten verzenden.
1 Plaats het document in de documenteninvoer.
2 Wilt u het document tegen onbevoegd gebruik bescher-
men, druk hiertoe op MENU, 23, vervolgens op OK en
voer een code in. Bevestig met OK. Iemand aan wie u de
code hebt meegedeeld, kan het document nu ophalen.
3 Zodra u het document verwijdert, wordt de werking
onderbroken. U kunt echter nog wel telefoongesprekken
voeren wanneer deze functie is geactiveerd.
Later versturen
Als u gebruik wilt maken van goedkopere tarieven of als de ontvangende fax alleen op bepaalde tijden bereikbaar is, dan kunt
u uw fax op een in te stellen tijdstip automatisch het bericht
laten verzenden (binnen een tijdsbestek van 24 uur).
Papierloze faxontvangst
Als het papierdoorvoermechanisme zonder papier komt te zitten, of als de inktfilm op is, zullen inkomende faxen in het geheugen geladen worden. (Geheugencapaciteit in de apparaat
zonder antwoordapparaat ca 25 pagina’s, in de apparaat met
antwoordapparaat ca. 50 pagina’s, gemeten met ITU-TS Test
pagina.) Het symbool h verschijnt op het display om aan te geven dat het geheugen documenten bevat. Zodra papier en/of
een inktfilm worden ingevoerd, drukt het faxtoestel automatisch
alle in het geheugen ontvangen documenten af.
Als een fax volledig werd afgedrukt, wordt ze automatisch uit
het geheugen gewist. Als het afdrukproces onderbroken wordt,
blijven alle faxen die niet volledig werden afgedrukt bewaard in
het geheugen. Wanneer het geheugen vol is, kunnen er geen
pagina’ s meer worden opgenomen. Het rood indicatielampje
knippert en op het display wordt de volgende melding weergegeven:
GEHEUGEN VOL
1 Druk op MENU, 24 en vervolgens op OK. Voer het
tijdstip in waarop het document moet worden verzonden.
2 Druk op OK en voer het document in.
3 Toets het gewenste faxnummer in en druk vervolgens op
START of OK.
4 Het faxapparaat is nu gereed voor verzending. U kunt
echter nog steeds telefoongesprekken voeren.
5 Als u het geplaatste document verwijdert, is het apparaat
niet langer gereed voor verzending.
23
7 Scanner
Scannen
Met de afneembare scanner kunt u ook documenten kopiëren
of faxen die vanwege de grootte of dikte niet door het apparaat
kunnen worden ingevoerd (bijvoorbeeld boeken of tijdschriften). Het gescande gebied kan op A4-papier worden afgedrukt
en vervolgens als fax worden verzonden.
!Let erop dat u de glasplaat aan de onderkant van de
scanner niet aanraakt, omdat vingerafdrukken de
scankwaliteit nadelig beïnvloeden (zie ook hoofdstuk
Tips en trucs / Instructies voor onderhoud).
1 U kunt de scanner van het toestel verwijderen door hem aan
beide zijden naar u toe te trekken en vervolgens naar boven
toe uit te nemen.
5 Als u klaar bent met het scannen van het document, wordt
het document na circa vier seconden (of wanneer u
nogmaals op START drukt) automatisch afgedrukt.
Documenten die groter zijn dan A4-formaat, worden door
uw toestel automatisch over meerdere pagina’s verdeeld.
Tijdens het afdrukken wordt het reeds afgedrukte deel uit
het geheugen verwijderd. Druk op STOP of CLEAR om het
afdrukken af te breken.
6 Plaats de scanner na gebruik met het scanoppervlak naar
voren terug in het toestel. Druk de scanner aan beide zijden
naar beneden, totdat hij duidelijk hoorbaar vastklikt.
2 Voor een betere scankwaliteit drukt u op FINE/PHOTO.
Het document wordt dan wel langzamer ingelezen (zie
hoofdstuk Fax / Resolutie).
3 Druk op START. Als het apparaat gereed is om te scannen,
hoort u een bevestigingstoon.
4 Beweeg de scanner langzaam en met een lichte druk van
boven naar onder over het document. De beschikbare
geheugenruimte wordt tijdens het scannen op het display
weergegeven. De juiste scansnelheid wordt met korte
bevestigingstonen aangegeven. Als u te snel gaat, hoort u
een waarschuwingssignaal en wordt het document niet
goed ingelezen. Begin in dat geval nog eens van voren af
aan.
Voor een betere kwaliteit van het kopië lat het scanner
geplaatst (ze hoofdstuk Kopiëren).
Is de scanner niet correct aangebracht, dan brand het
indicatielampje en het verschijntop de display:
SCANNER TESTEN
Kopiëren
U kunt uw faxtoestel gebruiken om een origineel op papier te
kopiëren. Ook hier kunt u kiezen voor een resolutie van PHOTOF en FINE
1 Houd de eerste pagina van het document met de tekst naar
boven. De documenten moeten goed gestapeld samen
liggen in de documentengeleiders. Om te vermijden dat
meerdere vellen ineens door het toestel gevoerd worden,
schudt u de documenten samen tot op gelijke hoogte
alvorens ze in de documentdoorvoer te plaatsen (zie ook
hoofdstuk Fax / Documenten invoeren). U kunt maximaal
10 pagina’s tegelijk invoeren.
f f
f-kwaliteit (zie hoofdstuk Fax / Resolutie).
f f
24
Weitere Funktionen
2 Kies de gewenste resolutie door te drukken op FINE/
PHOTO. Als u het origineel slechts één keer wilt kopiëren,
drukt u op START. Het toestel begint direct met kopiëren.
Als u het origineel meer dan één keer wilt kopiëren, drukt u
lang op (minstens 2 seconden) START/COPY. Op het
display wordt het aantal kopieën weergegeven. Als u dit
aantal wilt veranderen, geeft u het gewenste aantal via het
numerieke toetsenbord op (maximaal 50). Druk op START
of OK.
3 Kies of u het document verkleind of vergroot wilt kopiëren.
Hiervoor kunt u de volgende opties gebruiken:
VERGROTEN: 200
VERKLEINEN: 75
ZOOM NORMAAL 1:1
Kies met </> de gewenste optie en bevestig uw keuze met
OK. Het toestel leest de eerste pagina van het document in
het geheugen in en begint te kopiëren. Als het gewenste
aantal kopieën is bereikt, wordt de volgende pagina
ingelezen, enzovoort. Automatisch sorteren is derhalve niet
mogelijk!
VERGROTEN: 150
VERKLEINEN: 50
Contrast
In de fabriek is uw toestel op gemiddelde contraststerkte ingesteld.
1 In functie 47 (MENU47OK) kunt u de contrastkwaliteit
(helderheid) voor zowel te kopiëren als te verzenden
documenten instellen, bijvoorbeeld donkere foto’s of
formulieren op gekleurd papier.
2 Met </> kunt u uit drie mogelijkheden kiezen:
CONTRAST: LAAG
CONTRAST: MIDDEL
CONTRAST: HOOG
3 Bevestig uw keuze met OK.
4 Het ingelezen document komt aan de bovenkant van het
toestel weer te voorschijn.
5 U kunt het kopieerproces onderbreken door op STOP te
drukken. Het te kopiëren document en de tot dan toe
gemaakte kopieën worden uitgevoerd.
Als zich een papierstoring voordoet, de inktfilm op is of er
geen geheugenruimte meer beschikbaar is, wordt het
kopieerproces automatisch afgebroken.
Als het document een papierstoring veroorzaakt, neem
dan de scanner van het toestel en verwijder het document.
Plaats de scanner op de juiste wijze terug.
Het vergroten of verkleinen van een document is alleen bij
een terug geplaatste scanner mogelijk.
25
8 E-mail
of
Faxen per e-mail
Als u een e-mail met uw faxapparaat via het Internet wilt verzenden, moet u toegang hebben tot een faxserver. Een faxserver
wordt beschikbaar gesteld, wanneer u uw toegang tot het Internet zoals hieronder beschreven tot stand hebt gebracht. De server brengt een verbinding tot stand tussen uw faxapparaat en
het Internet. Hij ontvangt uw fax, zet deze om in een indeling
die geschikt is voor het Internet en voert hem door naar het
Internet. Omgekeerd ontvangt de server ook de aan u gezonden berichten en zet deze weer zodanig om dat ze als fax kunnen
worden afgedrukt. Over het algemeen is de faxverzending als email voordeliger dan faxverzending via het Internet.
E-mailopties
• Een fax per e-mail verzenden
• Een korte tekst per e-mail verzenden
• Een e-mail als fax ontvangen
of
Om van alle e-mailfuncties gebruik te kunnen maken,
dient u de Internet-toegang volledig te installeren! Als u
een Internet-functie oproept zonder geïnstalleerde
Internet-toegang zal uw faxtoestel u vragen de installatie
uit te voeren. Vraag vervolgens functie 17 op en ga zoals
hierboven beschreven te werk.
Na de installatie van de Internet-toegang schakelt uw
toestel automatisch over op faxontvangst, totdat uw
Internet-aanbieder u de bevestiging heeft gestuurd. U
kunt in de tussentijd geen telefoon- of faxoproepen
verrichten of ontvangen.
U kunt de instellingen van uw toegang altijd controleren
door functie 17 nogmaals op te vragen (u hoeft de
instellingen slechts met OK te bevestigen). Vervolgens
wordt er een fax afgedrukt met de tot dan toe door u
verbruikte zendminuten voor e-mails.
U kunt alle Internet- en e-mailadressen ook in het
telefoonboek of in de lijst met kortkiesnummers opslaan.
• Goedkoop faxen via het Internet
• Internet-pagina’s ophalen
Installatie van de Internettoegang
Wanneer u uw Internet-aanbieder het benodigde aanmeldingsformulier per fax hebt toegestuurd en uw aanbieder heeft u een
fax teruggestuurd met de noodzakelijke codes, kunt u uw toegang tot het Internet installeren.
17
1 Druk op MENU,
2 Voer het nummer van uw aanbieder in en bevestig met OK.
3 Voer uw autorisatienummer in en bevestig met OK. Uw
faxtoestel maakt nu contact met de server. Als uw gegevens
correct zijn verzonden, zal uw Internet-aanbieder u een
bevestiging sturen met de mededeling dat u vanaf dat
moment toegang hebt tot het Internet. Na de invoeringsfase
wordt de toegang tot het Internet los van uw telefoonrekening direct door de serverexploitant verrekend.
, en vervolgens OK.
Installatie van de
tegoedkaart
Wanneer u niet vaak van de e-mailfunctie van uw faxtoestel gebruik maakt, kunt u voor het gebruik van het Internet ook betalen door middel van een tegoedkaart.
18
1 Druk op MENU,
2 Voer nu de op uw tegoedkaart vermelde code in. Druk op
OK.
3 Vervolgens schakelt uw faxtoestel automatisch over op
faxontvangst, totdat u van uw Internet-aanbieder een
bevestiging hebt ontvangen.
Als u bij functie 18 geen tegoedkaartnummer invoert,
ontvangt u een fax met uw tegoed van dat moment.
, en vervolgens OK.
26
Faxen per e-mail
Das Telefon
3 Voer de tekst in die u wilt verzenden. Druk op OK. Uw
bericht wordt verzonden.
Met uw faxtoestel kunt u een fax als e-mail versturen.
1 Plaats de documenten met de tekst naar boven in de
invoeropening voor het papier (maximaal 10 zijden).
KIES EEN NUMMER
2 Druk op MENU, 26, en vervolgens OK.
ADRES INVOEREN
3 Voer het e-mailadres van de ontvanger via het e-mail-
toetsenbord in, bijvoorbeeld lucy.vanorg@fax.com. Gebruik
het numerieke toetsenbord aan de rechterkant wanneer u
ook cijfers wilt invoeren.
4 Bevestig met OK. Vervolgens zal uw toestel automatisch uw
fax versturen. Uw fax wordt als bijlage bij een e-mail
verstuurd.
* E-MAIL *
Eenvoudig versturen van e-mails
U kunt ook zonder functie 26 e-mails versturen:
1 Voer het e-mailadres in en druk op OK.
2 Typ een tekst met het e-mailtoetsenbord en druk op OK.
Internet-paginas ophalen
Wanneer u een Internet-pagina wilt ophalen, kunt u het Internet-adres van die pagina invoeren. De desbetreffende pagina
wordt na enkele minuten naar uw faxtoestel gestuurd en afgedrukt. Op deze manier kunt u echter niet via koppelingen naar
andere Internet-pagina’s gaan. Hiervoor hebt u het exacte Inter-
net-adres van de vervolgpagina’s nodig (bijvoorbeeld
www.philips.com).
1 Druk op MENU, 27, en vervolgens OK.
ADRES INVOEREN
2 Open de klep. Voer met het e-mailtoetsenbord het ge-
wenste e-mailadres in. Gebruik het numerieke toetsenbord
aan de rechterkant wanneer u ook cijfers wilt invoeren.
Bevestig met OK.
* WEB PAG ina *
* E-MAIL *
Eenvoudig faxen per e-mail
U kunt ook zonder functie 26 faxen als e-mail versturen:
1 Plaats het document in de documenteninvoer, voer het
e-mailadres in en druk op OK.
Korte tekst per e-mail
Wanneer u geen document plaatst, maar wel een tekst wilt verzenden, dan kunt u deze via het e-mailtoetsenbord invoeren (ca.
160 tekens). Deze functie kan bijvoorbeeld handig zijn voor
bestelling of afzegging van mailing-lijsten.
26
1 Druk op MENU,
2 Open de klep. Voer het e-mailadres van de ontvanger via
het e-mailtoetsenbord in. Gebruik het numerieke toetsenbord aan de rechterkant wanneer u ook cijfers wilt invoeren. Druk op OK.
, en vervolgens OK.
ADRES INVOEREN
TEKST INVOEREN
Wanneer u het woord “Index” invoert en op OK drukt,
ontvangt U een overzicht van reeds voor uw faxtoestel
voorbewerkte Internet-pagina’s.
Bij de invoer van Internet- of e-mailadressen hoeft niet te
worden gelet op het gebruik van hoofdletters en kleine
letters.
E-mailontvangst
Aan u gestuurde e-mails worden door uw faxtoestel als een normale fax afgedrukt. Dit geldt ook voor documenten die als bijlage (attachment) bij de e-mail zijn gevoegd. Wanneer u uw emails niet automatisch wilt laten afdrukken, kunt u de e-mailontvangst ook uitschakelen. De e-mails worden dan door uw
faxserver bewaard, totdat u ze ophaalt.
28
1 Druk op MENU,
2 Met </> kunt u nu de gewenste optie kiezen.
Druk op OK.
, en vervolgens OK.
MAIL: JA
MAIL: NE E
27
De volgende bestanden met de volgende indelingen
kunnen als bijlage worden ontvangen: jpg, bmp, tif, txt,
html, gif, pcx, pdf, doc, xls en ppt.
U kunt weliswaar de e-mailontvangst uitschakelen, maar
faxen worden altijd afgedrukt.
Als u in functie 31 en 32
ingesteld, is automatische ontvangst van e-mails of
Internet-pagina’s niet mogelijk. Als u de hoorn van uw fax
opneemt en een pieptoon of een stilte hoort, drukt u op
START.
ONTVANGST HANDM.
hebt
Automatisch goedkoop faxen
via het Internet
Deze mogelijkheid is vooral bedoeld voor faxverzending naar
het buitenland. Hiervoor moet u het internationale telefoonnummer van de ontvanger invoeren, voorafgegaan door de internationale toegangscode 00. Uw faxtoestel maakt dan een
verbinding met de faxserver, die vervolgens uw document automatisch via de goedkoopste weg verstuurt.
Automatisch faxen via het Internet
In de fabriek is uw toestel niet ingesteld op automatische verzending via het Internet. Wanneer het niet de bedoeling
is dat uw faxen automatisch via het Internet worden verstuurd,
kunt u deze functie inschakelen door in functie 29
AKTIVEREN: JA
1 Druk op MENU, 29, en vervolgens OK.
2 Met </> kunt u de gewenste optie kiezen. Bevestig met
OK.
Aan uw faxserver kan geen computer aangemeld
worden.
te kiezen.
AKTIVEREN: NEE
1 Plaats de documenten met de tekst naar boven in de
invoeropening voor het papier.
KIES EEN NUMMER
2 Kies voor het gewenste nummer eerst de internationale
toegangscode 00 en de internationale landencode
(bijvoorbeeld 0031 voor Nederland, 0032 voor België).
3 Druk op START.
* INTERNET *
Als de verbinding met de server niet direct tot stand kan
worden gebracht, probeert het faxapparaat nog drie keer
opnieuw de verbinding te maken. Hierna wordt deze
functie automatisch gedeactiveerd en probeert het
faxapparaat de fax langs de normale weg te verzenden. U
kunt dit proces te allen tijde onderbreken door op STOP
te drukken.
28
9 Antwoordapparaat
Der Anrufbeantworter
(alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
Uw fax is met een digitaal antwoordapparaat voorzien.
Alle opgenomen boodschappen worden opgeslagen in het
elektronische geheugen met een geheugencapaciteit van
30 minuten. Er is geen magnetisch bandje of cassette.
Uw antwoordapparaat werd in de fabriek voorgeprogrammeerd met een opgenomen uitgaand bericht
en is al geactiveerd. Als u een eigen tekst wilt opnemen, ga
dan te werk als beschreven onder “De meldtekst opnemen”.
Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond om te
voorkomen dat de microfoon wordt afgedekt.
In- en uitschakelen
U kunt te allen tijde het antwoordapparaat met ON/OFF in- of
uitschakelen. Als het antwoordapparaat is ingeschakeld, ziet u
het symbool b op het display.
De meldtekst opnemen
Berichten afluisteren
1
Wanneer PLAY knippert, dan zijn er berichten voor u.
Druk op PLAY om het eerste bericht af te luisteren. De
datum en het tijdstip van ontvangst van het bericht worden
getoond.
2
Door tijdens het afluisteren van een bericht op PLAY te
drukken wordt het volgende bericht afgespeeld. Wilt u een
al afgeluisterd bericht nog een keer afluisteren, dan toetst u
b.v. 1 voor het eerste bericht enz.
3
Na het afluisteren blijft PLAY knipperen, totdat u alle
berichten hebt gewist.
Volume bij het afluisteren
1
Druk op
display wordt de actuele instelling aangegeven.
2
Kies met
</>
voor de weergave van het bericht. Op het
</>
het gewenste volume.
Bericht wissen
Afzonderlijke berichten
1
Houd RECORD 2 seconden ingedrukt. Druk nogmaals op
RECORD, tot u de bevestigingstoon hoort. Begin nu uw
meldtekst in te spreken.
2
Een zwarte balk geeft aan hoe lang u kunt spreken
(maximal 20 seconden).
3
Druk op RECORD of STOP, als u klaar bent.
4
De nieuwe meldtekst wordt automatisch afgespeeld. Met
</>
kunt u het volume van de meldteksten regelen.
5
Wilt u de meldteksten nogmaals horen, druk dan lang op
RECORD en vervolgens op PLAY.
Opnametijd
1
Druk op MENU, 51 an vervolgens op OK.
2
Met behulp van
seconden en de AUTO modus (onbegrensde spreektijd).
De AUTO modus is niet in alle landen beschikbaar.
3
Bevestig met OK.
</>
kunt u kiezen uit 30, 60, of 120
1
Indien u een zojuist weergegeven bericht wilt wissen, drukt
u op CLEAR.
2
Op het display verschijnt de vraag of u het betreffende
bericht wilt wissen. Druk nogmaals op CLEAR.
Alle berichten
1
Wanneer u alle berichten hebt gehoord, drukt u op
CLEAR.
2
Als u alle berichten wilt wissen, drukt u nogmaals op
CLEAR. Om het wissen te onderbreken, drukt u op STOP.
Berichten doorsturen
Uw antwoordapparaat kan alle binnenkomende berichten automatisch naar een ander telefoonnummer doorsturen. Voer het
telefoonnummer in waarnaar de berichten moeten worden doorgegeven. U kunt zelf bepalen hoeveel berichten in één keer
moeten worden doorgegeven. Uw fax wacht tot het door u ingestelde aantal berichten is opgenomen en kiest vervolgens automatisch het gewenste telefoonnummer. Nadat de verbinding
tot stand is gekomen, is er een tekst te horen die aankondigt dat
er berichten worden doorgegeven. Deze tekst moet u ook inspreken. De abonnee naar wie de berichten worden doorgezonden, moet dan nog een toegangscode invoeren (zie functie
52). Als u de juiste code niet binnen 40 seconden ingeeft of als u
driemaal de verkeerde code ingeeft, dan verbreekt uw fax de
verbinding.
29
1
Als het antwoordapparaat is uitgeschakeld, zet u het met
ON/OFF aan. Het symbool b wordt op het display
weergegeven.
2
Druk op MENU, 55 an vervolgens op OK.
3
Maak uw keuze met
4
Voer het telefoonnummer in waarnaar uw berichten
moeten worden doorgestuurd en druk op OK.
5
Voer met
laten doorsturen.
6
Druk op OK, om een nieuwe meldtekst op te nemen.*
7
Druk op RECORD. Wacht op de bevestigingstoon voordat
u begint te spreken. Bij voorbeeld: “Goedendag, er zijn
berichten voor mevrouw van Org binnengekomen. Wees zo
vriendelijk uw code in te voeren.” Ga zelf op zo’n 20 cm van
het faxtoestel staan. Een zwarte balk in het display geeft aan
in hoeverre het beschikbare geheugen gevuld is.
8
Indien u gereed bent met uw tekst, drukt u op STOP. De
tekst wordt weergegeven.
9
De fax is nu op stand-by geschakeld.
</>
</>
en bevestig met OK.
in hoeveel berichten u in een keer wilt
VIP code
Bellen ondanks ingeschakeld antwoordapparaat
Personen aan wie u de code meedeelt, kunnen uw apparaat laten overgaan, nadat het antwoordapparaat het gesprek heeft
overgenomen. Dit is met name belangrijk wanneer u in functie
31 of 32 beide belsignalen op 0 hebt geschakeld.
1
Druk op MENU, 53 en vervolgens op OK en voer uw
code in. Bevestig met OK.
2
Bedenk dat deze code niet gelijk mag zijn aan de toegangscode (functie 52).
Memo
Externe memo
Met deze functie kunt u een tekst opnemen. Degene die opbelt
hoort deze tekst, maar kan zelf geen boodschap achterlaten. Wilt
u van deze functie gebruik maken dan moet het antwoordapparaat uitgeschakeld zijn (zie ook hoofdstuk Belgedrag).
* Indien u reeds een tekst heeft opgenomen
a Druk op OK.
b Kies met
selecteert u JA. Wilt u de oude opnieuw gebruiken, dan
kiest u NEE. Ter bevestiging drukt u op OK.
c Voor het verdere verloop wordt verwezen naar de beschrij-
ving onder 7 hierboven.
</>
. Indien u een nieuwe tekst op wilt nemen,
BERICHT OPN.: JA
BERICHT OPN.:NEE
Gesprek opnemen
U kunt met uw faxapparaat ook een telefoongesprek opnemen.
1
Druk daartoe tijdens het telefoongesprek op RECORD.
2
Om de opname te beëindigen, legt u de hoorn op de haak
of drukt u op STOP.
3
De opname kan als een bericht worden afgeluisterd en
gewist.
1
Druk op MENU, 54 an vervolgens op OK en selecteer
</>
met
eerder een memo hebt opgenomen en deze opnieuw wilt
gebruiken, hoeft u slechts op OK te drukken.)
2
Druk op RECORD en wacht op de bevestigingstoon. Neem
uw bericht op en beëindig de opname door op RECORD of
op STOP te drukken. Vervolgens wordt de mededeling
weergegeven.
de externe memo. Bevestig met OK. (Als u reeds
Interne memo
Met deze functie kunt u persoonlijke berichten opnemen, die
uitsluitend direct op het faxapparaat of door middel van toegang op afstand kunnen worden afgeluisterd. Druk twee maal
kort op RECORD. U hoort een bevestigingstoon. Spreek uw
bericht in. Een steeds langer wordende zwarte balk op het display
geeft de beschikbare geheugenruimte aan. U kunt de opname
stoppen door nogmaals op RECORD of STOP te drukken. Interne memo’s kunnen als normale berichten worden afgeluis-
terd en gewist.
Een gesprek dat in de handenvrij-modus (via de luidspreker) wordt gevoerd kan niet worden opgenomen.
30
Der Anrufbeantworter
Afstandsbediening
U kunt de antwoordapparaatfuncties van uw faxapparaat ook
op afstand bedienen vanaf elke telefoon die over toonkiesfunctionaliteit beschikt. Voor de toegang op afstand hebt u een
toegangscode nodig die u via functie 52 kunt invoeren (deze code
dient tegelijkertijd als toegangscode voor functie 55 Doorsturen).
Zo stelt u uw fax in voor de afstandsbediening
1 Druk op MENU,
2 Voer de viercijferige code in.
3 Druk op OK. De code is opgeslagen.
Afluisteren en bedienen op afstand
1 Als u nu uw berichten vanaf een andere telefoon wilt
afluisteren, belt u uw faxapparaat en wacht u op de
meldtekst.
52
en vervolgens op OK.
Opdrachtenoverzicht
1
Het bericht dat u op dat moment afluistert wordt herhaald.
2
Alle berichten worden afgespeeld.
3
Verder springen naar het volgende bericht.
4
Opname van een nieuwe meldtekst. Wanneer u na twee
4
bevestigingstonen opnieuw op
bevestigingstoon. Spreek uw tekst in en beëindig de opname
4
door nogmaals op
5
De meldtekst die u heeft ingesproken wordt weergegeven.
6
Deze toets wist het bericht dat op dat moment wordt weergegeven. Wanneer u na alle berichten te hebben afgeluis-
6
terd op
gevallen hoort u na de eerste druk op de toets een
bevestigingstoon. Druk binnen vijf seconden opnieuw op
6
om de wisopdracht uit te voeren.
7
Antwoordapparaat uitschakelen.
drukt, worden alle berichten gewist. In beide
te drukken.
drukt, volgt er een lange
2 Toets de toegangscode in. De meldtekst wordt onderbroken
en u hoort een bevestigingstoon. De nieuwe berichten
worden nu afgespeeld. Wanneer er geen nieuwe berichten
zijn opgenomen, klinkt er een tweede bevestigingstoon.
3 Daarna kunt u als volgt opdrachten invoeren of de toegang
op afstand beëindigen door de hoorn neer te leggen.
8
De zojuist gegeven opdracht wordt afgebroken.
9
Antwoordapparaat intschakelen.
31
10 Tips en trucs
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de meest voorkomende storingen of problemen en mogelijke oorzaken en
oplossingen. Wij verzoeken u dit overzicht, dat door onze
servicetechnici is samengesteld, te raadplegen voordat u de
klantenservice belt. In de meeste gevallen kunt u uw probleem dan zelf oplossen.
Als u een storing niet kunt opheffen met behulp van de bovenstaande aanwijzingen, volgt u de volgende stappen:
1 Trek de netstekker eruit.
2 Wacht minstens tien seconden en steek dan de net-
stekker weer in het stopcontact.
3 Indien de storing daarna weer optreedt, neem dan
contact op met uw klantendienst.
Storing
U of uw partner ontvangen een
leeg vel papier.
De door u verzonden documenten
zijn slecht leesbaar.
Het faxapparaat maakt zwarte
strepen bij sturen of kopiëren.
Mogelijke oorzaak
De afzender heeft de achterkant van
zijn blad gestuurd.
De printer is kapot.
Het document bevat foto’s of te
klein gedrukte tekst.
De tekens zijn te dun.
Het apparaat is kapot.
Er zitten nog resten papier in het
apparaat.
Oplossing
De afzender moet haet document juist
invoeren.
Test het apparaat door een kopie te
maken. Als de kopie foutvrij is, schort
er iets aan het faxtoestel van de
verzender. Breng het evt. naar de
servicedienst.
Wijzig de resolutie-instelling op FINE
of PHOTO.
Controleer het document of stel in
functie 47 een hoger contrast in (zie
hoofdstuk Scanner / Contrast).
Test het apparaat door een kopie te
maken. Als de kopie foutvrij is, schort
er iets aan het faxtoestel van de
verzender. Breng het zo nodig naar de
servicedienst.
Open het bedieningspaneel en
verwijder het papier uit de documentinvoeropening.
Het faxapparaat maakt witte
strepen bij ontvangen of kopiëren.
U kunt niet faxen.
Het apparaat voert bij het kopiëren
of verzenden het document niet in.
De scanner is vervuild.
Het apparaat is kapot.
Printkop is vuil.
Scanner is niet geplaatst.
Scanner is niet vergrendeld.
32
Maak de scanner met een doek
schoon (zie hoofdstuk Tips en trucs /
Instructies voor onderhoud).
Test het apparaat door een kopie te
maken. Als de kopie foutvrij is, schort
er iets aan het faxtoestel van de
verzender. Breng het zo nodig naar de
servicedienst.
Kopiëer meerdere malen een zwarte
pagina, totdat de strepen zijn verdwenen.
Plaats de scanner (Zie hoofdstuk
Scanner).
Druk de scanner aan beide kanten
naar benede, totdat hij duidelijk
hoorbaar vastklikt.
Störungen
Storing
Na het scannen toon de afdruk witte
of zwarte strepen.
De afdruk is een spiegeling van het
gescande document.
VERZENDFOUT
Foutrapport
GEEN VERBINDING
of
HERHALEN MISLUKT
GEEN AANSLUITING
Mogelijke oorzaak
De scanner ligt niet vlak op het
document.
U heeft de scanner in de verkeerde
richting bewogen.
Slechte kwaliteit van de telefoonverbinding.
Bij de ontvanger zit het papier vast, of
zijn papier is op.
Fax van uw partner is bezet, neemt niet
op, of een ander apparaat neemt op,
zoals een antwoordapparaat of een
telefoon.
Verkeerde aansluiting of losse stekker.
Oplossing
Drukt u de scanner steviger op het
document of leg het op een vlakke
ondergrond.
Beweeg de handscanner in de
richting van de pijl over het
document (symbool op de scanner
aan de rechterzijde).
Probeer nogmaals te faxen. Verlaag
de transmissiesnelheid (functie 21).
Bel de ontvangende partij.
Probeer het later nog eens of wijs
uw partner op een eventuele fout
in de installatie.
Controleer uw aansluiting.
GEEN KIESTOON
U neemt de hoorn van uw
faxapparaat op en hoort geen
kiestoon.
bezet
of
faxen worden telkens onderbroken.
U kunt geen faxen ontvangen.
Uw apparaat is deel van een interne
telefooncentrale.
Telefoonkabel is aangesloten op de
aansluiting EXT. aan de onderkant van
het apparaat.
Telefoonkabel is aangesloten op de
aansluiting EXT. aan de onderkant van
het apparaat.
Uw faxpartner bezit een faxapparaat,
dat de tegenwoordig gebruikelijke
herkenningssignalen niet kan ontvangen.
U hebt het aantal belsignalen voor het
antwoordapparaat of – bij een toestel
zonder antwoordapparaat – het totale
aantal belsignalen te hoog ingesteld. Bij
sommige faxapparaten duurt het
maken van de verbinding te lang en de
verzending wordt onderbroken.
Controleer de instelling via functie
15.
Sluit de telefoonkabel aan op de
aansluiting LINE aan de onderkant
van het apparaat.
Sluit de telefoonkabel aan op de
aansluiting LINE aan de onderkant
van het apparaat.
Probeer de fax handmatig te
verzenden: Druk op DIAL/l en
kies het faxnummer. U hoort dat
de verbinding wordt gemaakt.
Heeft de ontvanger een antwoordapparaat ingeschakeld, wacht dan
tot u na de meldtekst een pieptoon
hoort. Druk nu op START.
Stel het aantal belsignalen voor het
antwoordapparaat of het totale
aantal belsignalen resp. in functie
31 en 32 in op minder dan vijf.
U kunt niet telefoneren en geen
faxen ontvangen.
Uw toestel is aan een telefooncentrale
aangeloten en u heeft het niet goed
ingesteld.
33
Kies binnen functie 15
Pa bx : JA
.
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
GEEN VERBINDING
Wanneer ik word gebeld, hoort de
beller een raar klingelgeluid.
Mijn faxapparaat gaat een keer over,
daarna is het kort stil, en dan rinkelt
het weer.
Mijn draadloze telefoon geeft geen
kiestoon.
U hebt geen geldige Internet-aansluiting meer, het toestel probeert echter
toch faxen met een internationale
bestemming via het Internet te
versturen.
Hiermee maakt het apparaat degene
die u belt duidelijk dat zijn/haar
oproep al is aangenomen door de
automatische faxschakelaar die in het
apparaat is ingebouwd folgens een
orschrift van het telefoonmaatschappij
en bedoeld om de beller erop te wijzen
dat deze al verbinding heeft en dus
betaald.
Dit is volledig normaal!
U heeft de draadloze telefoon verkeerd
aangesloten.
Schakel de automatische
faxverzending via het Internet in
functie 29.
Met functie 31 of 32
BELLEN FAX
rings veranderen (zie hoofdstuk
Belgedrag / Modus instellen).
U heeft zojuist ontdekt hoe de
automatische faxschakelaar
funktioneert! Bij het eerste belsignaal neemt de faxschakelaar op.
Probeert u of de draadloze telefoon
zonder het faxapparaat functioneert door de draadloze telefoon
direct op de telefoonstopcontact
aan te sluiten. Wanneer u nog
steeds geen verbinding heeft,
controleert u dan of uw draadloze
telefoon bij het basisstation
aangemeld is. Voor verdere
informatie verwijzen wij u naar de
gebruiksaanwijzingen van uw
draadloze telefoons te raadplegen.
kunt u deze vrije
Ik kan geen gesprekken doorverbinden.
Mijn extern antwoordapparaat
registreet de faxsignalen, maar de
faxen komen niet door.
Kopie is blanco.
Als u de hoorn opneemt hoort u
niets of een piepend geluid.
Om gesprekken te kunnen doorverbinden, moeten uw telefoons op
toonkiesfunctie zijn ingesteld.
Dit geeft duidelijk aan dat uw antwoordapparaat verkeerd aangesloten
is.
Origineel document ligt er verkeerd
om in.
De printer of de scanner is kapot.
Men probeert u een fax te sturen.
34
Wij raden u aan voor nadere
informatie de gebruiksaanwijzingen van uw externe telefoons te
raadplegen.
Controleert u alstublieft de wijze
van aansluiting, zoals beschreven in
het hoofdstuk Installeren / Andere
apparatuur aansluiten.
Voer het document in met de
beschreven kant naar boven.
Service.
Op de faxapparaat: Druk op
START. Op een externe telefoon:
druk * en 5 en hang de externe
telefoon op.
Störungen
Storing
Als u op een andere telefoon de
hoorn opneemt, hoort u op de
achtergrond de beltoon, of, afhankelijk van het type toestel, het
geaktiveerde uitgaande bericht van
uw eigen ingebouwde antwoordapparaat.
De afdrukken komen niet zoals
gewoonlijk aan de bovenzijde van te
fax te voorschijn.
Alleen voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat: U heeft uw
antwoordapparaat ingeschakeld en
kunt geen faxen ontvangen.
PAPIER VAST.
Mogelijke oorzaak
Uw extra telefoon is parallel aangesloten.
Papier is vastgelopen.
U gebruikt achtergrondmuziek.
Uw meldtext is te lang.
Één of meerdere pagina’s zijn scheef
ingevoerd. Teveel papier (meer als 50
pagina’s) ingelegd.
Oplossing
Door twee keer te drukken op *
kunt u het wachtsignaal resp. de
meldtekst uitschakelen en het
gesprek zonder storingen voeren
(zie hoofdstuk Belgedrag / Gebruik
van extra toestellen).
Open het bedieningspaneel. Laat
de papiertoevoerklep dicht. Trek
het gekrulde papier er voorzichtig
uit vanaf de binnenkant.
Neem een bericht op zonder
muziek.
Spreek een kortere meldtekst in
(niet langer dan 20 seconden).
Open het bedieningspaneel en de
inktfilmkap en trek het papier er
voorzichtig uit.
ORIGINEEL VAST.
telefoonto es tel
FILM BYNA LEEG
GEEN TOEGANG
Hoewel u de e-mailontvangst hebt
onderbroken, wordt een ongewenste
e-mail steeds opnieuw bezorgd.
Door u verstuurde faxen die als email zijn verzonden, kunnen op de
computer niet worden geopend.
Ondanks installatie van uw internettoegang kunt u vanaf uw telefooncentrale geen verbinding krijgen met de
server.
Document is niet correct ingevoerd,
evt. scheef ofwel meerdere bladzijdes
tegelijkertijd.
U bent nu een extra telefoon aan het
gebruiken.
Uw inktfilm is bijna op.
U hebt uw toegang tot het Internet
niet geïnstalleerd.
Geen fout.
Computerfout.
Telefooncentrale verkeerd geïnstal-
leerd.
Open het bedieningspaneel en de
inktfilmkap en trek het papier er
voorzichtig uit.
Dit is geen fout!
Schaft u een nieuwe inktfilm aan.
Om gebruik te kunnen maken van
e-mailfuncties, dient u deze
toegang volledig te installeren
(functie 17).
De server bewaart alle niet volledig
verzonden e-mails, todat een
correcte verzending of 7 bezorgpogingen hebben plaatsgevonden.
Vertel uw faxpartner dat hij of zij
de benodigde standaardsoftware
moet installeren.
De telefooncentrale dient door de
fabrikant opnieuw te worden
geïnstalleerd.
35
Service code
Instructies voor onderhoud
! Gebruik deze functie alleen als het absoluut noodzake-
lijk is. Als u tevreden bent met de gewijzigde fabrieksinstellingen, gebruikt u deze functie beter niet.
Als het papierdoorvoermechanisme papier bevat, verwijdert u
het.
Functie 45 Service code dient om bepaalde of alle wijzigingen
aan de fabrieksinstellingen te wissen. Deze functie laat u toe uw
toestel gedeeltelijk of volledig opnieuw te configureren. Dit is
vooral nuttig als u instellingen heeft gewijzigd maar uw faxtoestel
niet volgens de verwachtingen reageert.
Nadat u bepaalde of alle persoonlijke instellingen heeft gewist,
voert u de procedure INSTALLATIE HULP opnieuw uit.
Volgende codes zijn beschikbaar:
Code Nº 7117
Deze code wist al uw wijzigingen aan de fabrieksinstellingen.
Het faxtoestel zal dan precies op dezelfde manier reageren als bij
de eerste installatie.
! Voor u het faxtoestel opent, moet u ervoor zorgen dat u
elektrisch ontladen bent, bv. door de metalen behuizing
van een geaard toestel, een waterleiding of een radiator
aan te raken.
! Gebruik een zachte, pluisvrije doek dat u licht in
alcohol (96%) gedrenkt heeft. U kunt ook gebruik
maken van een speciale doek voor het reinigen van
faxtoestellen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het
toestel terechtkomen.
Vegen bij het kopiëren of
verzenden van faxen
Maak het glas van de scanner schoon.
1 Neem de scanner uit het toestel door hem aan beide
kanten voorzichtig naar boven te trekken.
Code Nº 7140
Als u deze code invoert, zullen al uw ingevoerde instellingen en
gegevens gewist worden, behalve voor:
•uw persoonlijk uitgaand bericht in uw ingebouwd antwoordapparaat
•ontvangen berichten
•opgeslagen kortkiesnummers
•opgeslagen nummers in de telefoongids
•uw naam
•uw nummer
Voorbeeld van gebruik van een service code:
1 Kies functie 45, door eerst op MENU, dan 45 en OK
drukken; en typt u de gewenste service code in (7117 of
7140). Druk op OK.
2 Met </> kunt u selecteren of u uw instellingen echt wilt
wissen. Druk ter bevestiging op OK. Uw faxtoestel wordt
terug ingesteld op de initiële configuratie.
2 Leg de scanner met het glazen inleesvlak naar boven voor u
neer.
3 Neem het glas voorzichtig af met een doek (A).
4 Neem alvorens de scanner terug te plaatsen ook de
zijwanden van het scannercompartiment af.
36
Vegen bij het ontvangen van
faxen
Reinig de printerrol
Als het papierdoorvoermechanisme papier bevat, verwijdert
u het.
1 U opent het bedieningspaneel door het paneel bij de
uitsparing in het midden naar boven open te klappen.
Störungen
2 Gebruik een doek, zoals hierboven beschreven, en veeg
de printerrol af (A). Om de volledige rol schoon te
maken, draait u met beide handen aan de rol.
3 Als u klaar bent met poetsen, sluit u de inktfilmkap en
het bedieningspaneel.
! Gebruik niet de op de markt verkrijgbare fax reinigers,
die in het apparaat ingevoerd worden via de
documenteninvoer. Hiermee beschadigt u het apparaat!
37
11 Appendix
Technische specificaties
Compatibiliteit:ITU groep 3
Soort aansluiting:hoofd (PSTN)/ neventoestel (PABX)
Faxtijden:Buitenlijn (PSTN): 100 ms
Neventoestel (PABX): 100 ms
Afmetingen invoerpapier:
breedte:één document 148–217 mm
meer dan één
document148–217 mm
lengte:één document 100–600 mm
meer dan één
document148–297 mm
dikte:één document 0,05–0,2 mm
meer dan één
document0,07–0,15 mm
Afdrukpapier:A4 (210 x 297 mm), 80 g/m
Max. leesbreedte:216 ± 1 mm
Resolutie:horizontaal: 8 punten /mm (200 dpi)
verticaal: standaard3,85 lijnen/mm
fijn 7,7 lijnen/mm
Fotostand:16 grijstinten (faxtoestellen zonder
ingebouwd antwoordapparaat)
64 grijstinten (faxtoestellen met
ingebouwd antwoordapparaat)
Contrastregeling:automatisch en handmatig
Kopiëren:FINE- en PHOTO-drukkwaliteit
Data compressie:MH, MR
Modulatie:V29bis, V27ter, V21, V 17
Transmissiesnelheid:9600/7200/4800/2400 bps
Geluidsniveau:in de wachtstand < 30 dBA
tijdens het kopieren < 53 dBA
Schrijfmethode:Inkfilm printer
Fax papier:standaard A4 letter (210 x 297 mm)
Documenteninvoer:max. 10 vellen (80 g/m²)
Faxschakelaar:DAG/NACHT/KLOK
Afmetingen (BxTxH):356 x 240 x 163 mm
zonder papiersteun
Gewicht:ca. 3 kg
Stroomverbruik:stand-by: ca. 2 W
bij het telefoneren: ca. 5 W
zenden van een standaardbladzijde:
ca. 20 W
ontvangst van een standaardbladzijde:
ca. 35 W
Netspanning:220–240 V / 50–60 Hz
Tekstopname:30 minuten
Spreekweergave:ja
Toegelaten omgevingstemperatuur bij werking:temperatuur: 5–40 ° C
relatieve vochtigheid: 15–85 % RV
zonder condensatie
Aanbevolen
bedrijfsomgeving:bij gebruik:
temperatuur: 17–28 ° C
relatieve vochtigheid: 20–80 % RV
zonder condensatie
in niet-aangesloten toestand
(klaar voor gebruik met geladen inkt-
film en papier):
temperatuur: 0–45 ° C
relatieve vochtigheid: 15–85 % RV
zonder condensatie
Stoorstralingsonderdrukking:met EN 55022/VDE 0878 Deel 1
Klasse B
2
Glossarium
Attachment: Bijlage die u samen met een e-mail kunt versturen, bijvoorbeeld een fax,
foto’s, bestanden, enz.
Autorisatienummer: Dit kan een naam of een code zijn die u ter identificatie voor uw
toegang tot het Internet nodig hebt.
Boodschap: De boodschap die de beller kan achterlaten, wanneer het antwoordapparaat is
ingeschakeld en hij na de pieptoon inspreekt.
Document: De tekst die u per fax verzendt.
DTMF: Dit staat voor de engelse uitdrukking “Dual Tone Multiple Frequency”. Met dit
signaal kunt u de ontvangst van een fax starten via een extra telefoon die gebruik maakt van
toonkiezen.
E-mail: Elektronisch bericht dat u via het Internet kunt versturen of ontvangen.
Extra apparaat, extra telefoon: U kunt uw faxapparaat op één telefoonaansluiting gebrui-
ken samen met extra apparaten zoals een telefoon, een antwoordapparaat e.d. Om interferentie te voorkomen, dient u enkele instellingen te wijzigen.
Faxschakelaar, automatische en handmatige ontvangst: De faxschakelaar analyseert de binnenkomende gesprekken en stelt vast of het om een gewoon telefoontje of om een fax gaat.
Wanneer u beide belsignalen op 0 hebt ingesteld, wordt een fax automatisch en zonder
rinkelen ontvangen. Wanneer u het toestel op de handmatige modus hebt ingesteld, is de
faxschakelaar niet actief en kunnen binnenkomende faxen alleen worden ontvangen door
op START te drukken.
Geheugen: In dit geheugen worden zowel berichten die op het ingebouwde antwoordapparaat zijn achtergelaten als nietafgedrukte faxen vastgelegd.
Hook-Flash-Functie: Met de toets R kan gebruik worden gemaakt van een groot aantal
nieuwe diensten van de aanbieder van telecommunicatiediensten.
Identificatiecode: Bij vrijwel elk faxapparaat kunnen naam en nummer van de gebruiker
worden ingevoerd. Deze identificatiecode wordt afgedrukt op het faxbericht en verschijnt
tevens op het display bij de ontvangende partij.
Inktfilm: Met geïnkte folie (gelijkwaardig aan een lint) voor afdruk op gewoon papier.
Internet: Internationaal netwerk dat u kunt gebruiken voor het verzenden en ontvangen
van elektronische berichten.
Internet-aanbieder: Stelt u in staat tegen betaling via diens server toegang te verkrijgen tot
het Internet.
Internet-toegang: Om ervoor te zorgen dat u toegang hebt tot het Internet, wordt er voor
u een Internet-rekening geopend om de Internet-diensten waarvan u gebruik maakt te
kunnen verrekenen.
ITU (International Telecommunications Union): de internationale telecommunicatie-unie
van PTT’s uit alle landen die zich onder andere bezighoudt met het vastleggen van
normen.
Meldtekst (OGM): Als fabrieksinstelling werd een uitgaand bericht opgenomen. Wanneer
het antwoordapparaat is ingeschakeld, hoort de beller de tekst gevolgd door een pieptoon.
Nummermelding: Wanneer er een gesprek binnenkomt, wordt het
telefoonnummer van de beller weergegeven.
Nummerweergave: Wanneer u gebeld wordt, ziet u in de display
het telefoonnummer van de beller (alleen voor Nederland).
38
Index
Anhang
Papier: Standaard A4 paper 210 x 297 mm, 80 g/m²
Parallel: Uw aansluiting is parallel als uw faxtoestel, wanneer u met een extra telefooneen gesprek voert, niet reageert zoals beschreven onder “serieel” (zie serieel).
Pulskiezen: Dit is een verouderde manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets een
bepaalde aantal impulsen wordt toegekend.
Serieel: Uw aansluiting is serieel als op het faxtoestel, wanneer u met een extra telefoon
een gesprek voert, het rode indicatielampje knippert en op het
display
telefoonto estel
Server: Machine die faxen via het Internet verstuurt en ontvangt.
TAM: Afkorting voor “Telephone Answering Machine” (antwoordapparaat).
Telefooncentrale (PABX), buitenlijncode: In alle grotere bedrijven zijn telefooncentrales
gemeengoed. Zo’n centrale werkt als een intern telefoonnet. Om toegang te krijgen
tot het openbare net moet een buitenlijncode gebruikt worden (meertal een 0).
Toegangsnummer: Nummer dat u nodig hebt om contact te maken met uw server.
Toonkiezen: Dit is de moderne manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets en
andere toon wordt toegekend.
URL: Afkorting voor “Uniform Resource Locator”; Internet-adres
Lijst 20
Temperatuur 38
Test 9, 13
Tijd 9, 14
Timer 1, 5, 16
Toegang Internet 26
Toegangscode 31
Tonband 5
Toonkie zen 17
Transmissiesnelheid 38
U
Uitschakelen van de microfoon 20
V
Veiligheidsinstructies 2, 8
Verbeteren
Invoer 19
Verpakking
Inhoud 4
Vervuiling 36
Verzenden
Later 23
Op afroep 23
Verzenderapport 22
Verzending
Gereed voor verzending 23
VIP Code 30
Volume 29
Luidspreker 15
W
Wisselgesprek 19
Wissen
Berichten 29
Instellingen 36
Invoer 19
Z
Zon 5, 16
Het CE merk bevestigt dat de machine
voldoet aan de betreffende richtlijnen van
de Europese Unie.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens Beschikking van de Raad 98/482/EG en de
regelgeving van de Commissie 1999/303/
EG voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN).
5103 506 1715.1 NL, B
Gezien de verschillen tussen de individuele
1718
PSTN’s in de verschillende landen, biedt
deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle
werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt.
Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat. Dit produkt is bestemd voor gebruik
in het op het typeplaatje op de verpakking
en aan de onderzijde van het toestel aangeduide land. Gebruik in andere landen kan
leiden tot foutief functioneren van het toestel.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het technische servicecenter in
uw land.
Deze gebruiksaanwijzing is gedrukt op
chloorvrij gebleekt kringlooppapier en voldoet aan de hoogste eisen met betrekking
tot de milieubescherming.
De kartonnen verpakking en het karton
dat uw toestel aan de zijkanten beschermt,
zijn vervaardigd uit papierafval en kunnen
gerecycleerd worden als papierafval; in over-
eenstemming met de specifieke eisen van
uw land, gooit u de plastic folie hetzij als
recyclage-afval, hetzij als normale afval weg.
Deze elektronische apparatuur bevat
recyclebaar materiaal. Aan het einde van
de levenscyclus van het apparaat, informeert
u zo nodig naar de eisen inzake recycling
van uw eigen land.