Pfaff CREATIVE 4.0, CREATIVE VISION User Manual [nl]

creative vision™
creative™ 4.0
Alle informatie en alle instructies over nieuwe functies staan in dit boekje, dat een aanvulling vormt op uw gebruiksaanwijzing. De genummerde titels verwijzen naar het bijbehorende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
Tenzij anders aangegeven, vindt u de nieuwe functies omschreven in deze folder zowel op de creative vision™ als op de creative™ 4.0.
1 Inleiding
Nieuwe steken (creative vision™)
4.8 Decoratieve steken – Omrandingen 5.1 Maxisteken – Meandersteken
5.2 Maxisteken – Bladeren en bloemen 5.3 Maxisteken – Kunststeken
5.4 Maxisteken – Fantasiesteken 6.2 Naaitechnieken – Steken voor speciale naaivoeten
Lettertypes
Grand
2 Voorbereidingen
Uw machine updaten
Updaten via USB embroidery stick
Nadat u deze nieuwe softwareversie hebt geïnstal­leerd, kunt u uw naai- en borduurmachine updaten met de USB embroidery stick. U hoeft uw machine dan niet meer met de computer te verbinden.
Update-instructies
Op de PFAFF® website www.pfaff.com vindt u informatie over beschikbare updates.
Volg de update wizard om uw USB embroi­dery stick voor te bereiden op de update.
Houd de toets ‘steek opnieuw beginnen’ en de toets ‘naald omhoog/omlaag’ ingedrukt terwijl u de naai- en borduurmachine aanzet om in de update-modus te starten. Volg de instructies op het PFAFF® HD-scherm om de update uit te voeren.
Let op: De borduurmotieven die op uw naai- en bor­duurmachine zijn geladen, worden nu bij de laatste update-versie geleverd; er wordt geen cd met borduur­motieven meer bij de machines geleverd.
Op www.pfaff.com kunt u meer lezen over het registre­ren en updaten van uw naai- en borduurmachine. Als u uw naai- en borduurmachine registreert via Smart Update, krijgt u bericht wanneer er een nieuwe update beschikbaar is.
C
B
Draad inrijgen
Trek de draad bij het inrijgen van voren naar achteren door de draadgeleider (A). Zorg ervoor dat de draad op zijn plaats klikt.
Trek de draad dan onder de spoeldraadgeleider (B) op de voorspanningsschijf (C).
Opspoelen met ingeregen machine
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. Trek de draad uit de naald om te voorkomen dat de naald verbuigt.
Breng de draad omhoog vanaf draadgeleider bij de naald (D), omhoog door de linker inrijggleuf en door de onderdraadgeleiders (E). Volg dan de oorspronkelijke instructies voor het opspoelen in de gebruiksaanwijzing (pagina 2:7).
A
E
D
3 PFAFF® HD-scherm
Machine-instellingen (creative vision™)
Parelvoet (A)
De instelling van de parelvoet zorgt ervoor dat er niet in het midden wordt afgehecht, waar de afhechting een kraaltje zou kunnen raken. U vindt parelsteken in stekencategorie 6.2.
Deselecteer de parelvoet-instelling om weer normaal te naaien.
A
8 Borduurmodus – bewerken
Een steek laden
U kunt eerder opgeslagen patchwork-, enkele steek- en taperingprogramma’s laden in ‘borduur­motief bewerken’ om ze te kunnen borduren in de borduurring.
Als de steek getaperd is, wordt de stekencombina­tie omgezet in een borduurmotief.
Zoomen (creative vision™)
Gebruik de pictogrammen + en - om in of uit te zoomen op het borduurgebied. Druk op het pictogram ‘zoomen’ (A) om een lijst met zoom­opties te openen.
Met ‘zoomen naar vak’ (B) kunt u beslissen hoeveel en waar u wilt inzoomen op het borduurgebied. Selecteer eerst ‘zoomen naar vak’ in de pop-up. Het pictogram ‘zoomen’ begint te knipperen om aan te geven dat ‘zoomen naar vak’ actief is. Druk en sleep met uw stylus in het borduurgebied op het PFAFF® HD-scherm om het gebied te deÀ niëren waarop u wilt inzoomen. ‘Zoomen naar vak’ wordt dan uitgeschakeld.
Let op: Terwijl ‘zoomen naar vak’ actief is, zijn de druk/ sleepfuncties uitgeschakeld. Om ‘zoomen naar vak’ uit te schakelen zonder een selectie te maken, raakt u één van
de pictogrammen van de druk/sleepfuncties aan. Het hangt af van de geselecteerde borduurring hoeveel u
kunt inzoomen.
‘Zoomen naar alles’ (C) geeft alle borduurmotieven in de borduurcombinatie weer in de grootst mogelijke weergave.
Met ‘zoomen naar borduurring’ (D) past u de weergave aan om de geselecteerde borduurring te tonen.
Let op: De nieuwe zoom-functies zijn beschikbaar in ‘borduurmotief bewerken’ en in ‘borduren’. De nieuwe zoom-pictogrammen zijn ook beschikbaar in Stitch Creator.
A
B
C
D
Meer opties
Achtergrondkleur (A) (creative vision™)
Druk op het pictogram voor de achtergrondkleur (A) om de actieve achtergrondkleur van het bor­duurveld te veranderen. Er verschijnt een venster waarin u uit 64 verschillende kleuren kunt kiezen.
Achtergrondstof (B) (creative vision™)
Druk op het pictogram voor de achtergrondstof (B) om de achtergrondstof in/uit te schakelen. Wanneer dit is ingeschakeld, verschijnt er een stofachtergrond van het borduurveld. Gebruik het pictogram voor de achtergrondkleur (A) om de kleur van de stof te veranderen.
Driedimensionale weergave (C)
Druk op het pictogram voor driedimensionale weergave (C) om een driedimensionale weergave van de borduurmotieven in het borduurgebied aan of uit te schakelen.
De borduurmotieven worden standaard tweedi­mensionaal weergegeven in het borduurveld. In tweedimensionale weergave worden de borduur­motieven sneller op het scherm geladen en zijn de kleurblokken in het borduurmotief beter te zien. De instelling van de weergave blijft ook geselec­teerd wanneer u uw machine uitzet.
Let op: De pictogrammen voor de achtergrondkleur, achtergrondstof en driedimensionale weergave zijn ook in meer opties beschikbaar in de borduurmodus.
A
B
C
Garenkleur bewerken
‘Meerdere selecteren’ (D) en ‘gelijke selecteren’ (E)
Als u meer dan één kleurblok tegelijkertijd wilt veranderen, gebruikt u het pictogram ‘meerdere selecteren’ (D). Druk op het pictogram ‘meerdere selecteren’ om de functie in te schakelen en druk dan op de kleurblokken die u wilt selecteren. Druk lang op het pictogram 'meerdere selecteren' (D) om alle kleurblokken van de kleurenlijst te selecteren. Om een kleurblok te deselecteren, drukt u erop in de lijst. Druk opnieuw op het pictogram ‘meerdere selecteren’ om de functie uit te schakelen.
Gebruik het pictogram ‘gelijke selecteren’ (E) om automatisch alle kleurblokken met identieke garenkleur(en) en de op dat moment geselecteerde kleurblokken te selecteren. Wanneer het pictogram ‘gelijke selecteren’ wordt gebruikt en er meer dan één kleurblok is geselecteerd, wordt ‘meerdere selecteren’ automatisch ingeschakeld.
De geselecteerde kleurblokken worden gemarkeerd in het borduurveld.
ED
Shaping (creative vision™)
Shaping is een unieke manier om uw prachtige 9mm steken, reeksen of zelfs borduurmotieven te gebruiken om nieuwe vormen te maken.
De creative vision™ versie 5.5 bevat een aantal nieuwe shaping-functies voor meer creatieve mogelijkheden met vormen.
Shaping-overzicht
A Vorm selecteren B Zoomen C Laatste object verwijderen/dupliceren D Controlepunten selecteren E Tussenruimte selecteren F Line positioning selecteren G Side positioning selecteren H Hoek borduurmotief selecteren I Controlepunten J Basislijn
Vorm selecteren (A)
Selecteer een vorm door erop te drukken in de lijst (A).
De steken of borduurmotieven worden langs de basislijn geplaatst in de volgorde waarin ze in ‘borduurmotief bewerken’ zijn geladen. De steken of borduurmotieven volgen de lijn in de richting die door een pijltje wordt aangegeven in de pictogrammen van de lijst ‘vorm selecteren’.
A
J
I
B
ED
HGF
C
Laatste object verwijderen/dupliceren (C)
Als u het laatste object van de vorm wilt verwijderen, drukt u op het pictogram -. Alleen het laatste object van de vorm wordt verwijderd.
Als u een kopie van het laatste object wilt toevoe­gen, gebruikt u het pictogram +. Het laatste object in de vorm wordt gekopieerd en de kopie wordt toegevoegd na het laatste object op de basislijn.
DeÀ nitie van een controlepunt
Een controlepunt is een punt dat invloed heeft op de geselecteerde vorm. Iedere vorm is opgebouwd uit verschillende controlepunten. Samen deÀ niëren ze hoe de vorm eruit zal gaan zien.
Een geselecteerd controlepunt is gemarkeerd met een dicht vierkantje (K). Een niet-geselecteerd controlepunt is gemarkeerd met een open vierkantje (L). Alle controlepunten zijn zichtbaar wanneer u de punten bewerkt.
Door de controlepunten aan te passen, kan de geselecteerde vorm met ongelimiteerde mogelijkheden worden veranderd.
K
L
Controlepunten selecteren (D)
Druk op het pictogram ‘controlepunten selecteren’ (D) om een pop-up te openen. Voor iedere vorm zijn er bestaande reeksen controlepunten. Selecteer alle of sommige controlepunten.
Wanneer u een reeks controlepunten hebt geselecteerd, kunt u aanpassingen maken aan de vorm. Gebruik de druk/sleepfuncties of uw stylus om de geselecteerde controlepunten te verplaatsen, te roteren of de schaalverdeling te veranderen. De gemaakte aanpassingen hebben alleen invloed op de geselecteerde controlepunten.
Gebruik de schuif om het aantrekkingspercentage van de geselecteerde controlepunten te verminderen of te vermeerderen. Hoe hoger het aantrekkingspercentage, hoe dichter de basislijn bij de geselecteerde controlepunten zal liggen.
D
Tussenruimte selecteren (E)
Druk op het pictogram ‘tussenruimte selecteren’ (E) om een pop-up te openen. De standaardinstel­ling verdeelt de objecten gelijkmatig over de basis­lijn (met dezelfde afstand tussen alle objecten).
U kunt de objecten op de basislijn links of rechts uitlijnen. De ruimte tussen de objecten kan met de schuif worden vergroot of verkleind. De werkelijke ruimte staat boven de schuif in de pop-up.
Line positioning selecteren (F)
Druk op het pictogram ‘vorm selecteren line positioning’ (F) om een pop-up te openen. U kunt kiezen of u de objecten op de bovenkant van de basislijn, op de basislijn of onder de basislijn wilt plaatsen. De geselecteerde plaatsing heeft invloed op alle objecten van de vorm.
E
F
Side positioning selecteren (G)
Selecteer welke zijde van de objecten op de basislijn wordt geplaatst. Druk op het pictogram ‘side positioning selecteren’ (G) om een pop­up te openen. U kunt kiezen of u de onderkant, bovenkant, rechterkant of linkerkant van de objecten langs de basislijn wilt plaatsen. De geselecteerde instelling heeft invloed op alle objecten van de vorm.
G
Hoek borduurmotief selecteren (H)
Bepaal hoe de objecten op de basislijn moeten worden uitgelijnd. Druk op het pictogram van ‘hoek borduurmotief selecteren’ (H) om af te wisselen tussen objecten parallel aan de basislijn of de huidige hoek te behouden. De instelling heeft invloed op alle objecten van de vorm.
Pop-ups ‘borduurmotief bewerken’
Maximum aantal steken overschreden
De borduurmotievencombinatie die u probeert te maken, bevat teveel steken. Uw borduurmotievencombinatie mag tot ongeveer
500.000 steken bevatten.
H
Borduurcombinatie is te complex
Dit pop-upbericht verschijnt om één van de volgende redenen:
De borduurmotievencombinatie bevat teveel kleurblokken.
Er zijn teveel borduurmotieven in de combinatie.
Er zijn één of meer borduurmotieven te vaak gegroepeerd en opnieuw gegroepeerd.
9 Borduurmodus – borduren
Rijgen
Met rijgen kunt u uw stof vastzetten op een versteviging eronder. Dit is vooral handig wanneer de stof die moet worden geborduurd niet in de borduurring kan worden gespannen. Rijgen geeft ook ondersteuning aan rekbare materialen.
Druk op het pictogram ‘rijgen’ (A) om rijgen in te schakelen.
Druk lang op het pictogram om een venster te openen waarin u kunt selecteren of de rijgsteek rondom het borduurmotief en/of langs de borduurring moet komen. Als u ‘om borduurmotief rijgen’ selecteert, voegt de machine een rijgsteek toe rondom het borduurmotiefgebied, waarbij het gebied wordt aangegeven waarop het borduurmotief op de stof komt te staan. Selecteer ‘langs borduurring rijgen’ om een rijgsteek dicht bij de binnenrand van de borduurring te maken.
De rijgsteken worden toegevoegd als het eerste aparte kleurblok (kleurblokken) aan het begin van de kleurenlijst (B). U kunt steek voor steek stappen en in en uit de kleurblokken stappen.
Let op: Rijgen kan alleen worden ingeschakeld bij de eerste steek in het borduurmotief.
B
A
Precise positioning
Zoomen naar naald (C)
Precise positioning is eenvoudig te gebruiken met de nieuwe optie ‘zoomen naar naald’. Druk op het pictogram ‘zoomen naar naald’ (C) om het beeld te verplaatsen naar de huidige naaldpositie en zoveel mogelijk in te zoomen op het scherm. U kunt het vergrendel- en het aansluitpunt precies plaatsen waar u ze wilt hebben.
Naaldwaarschuwing uitschakelen (D)
Vink het pictogram ‘naald omlaag toestaan’ (D) aan zodat de naald tijdelijk in een lage positie kan staan terwijl de borduurring wordt verplaatst. De naald kan dan dicht bij de stof blijven wanneer u precise positioning gebruikt. Zorg ervoor dat de naald boven de stof is om schade aan de naald en de stof te voorkomen.
Let op: De waarschuwing kan niet worden uitgeschakeld wanneer de naald onder de steekplaat is.
C
D
10 Bestanden & Mappen
B
Bestandsformaten
Uw machine kan de volgende bestandsformaten laden:
.SHV, .DHV, .VP3, .VIP, .HUS, .PEC, .PES, .PCS, .XXX, .SEW, .JEF, .EXP, .10* en .DST (borduurbestanden)
• .SPX (steekbestanden)
• .SFX (steeklettertypebestanden)
• .VF3 (borduurlettertypebestanden)
.TXT en .HTM/HTML-bestanden
Bladeren door Bestanden & Mappen
Lijstweergave (A)
Druk op het pictogram ‘lijstweergave’ (A) om de bestanden in de huidige map weer te geven in alfa­betische volgorde. Ieder bestand, iedere bestands­naam en ieder bestandstype wordt weergegeven. Druk opnieuw op het pictogram ‘lijstweergave’ om terug te keren naar thumbnailweergave.
Om een map te openen in Bestanden & Mappen, drukt u lang op die map. De inhoud van de map verschijnt in het middelste venster.
Om een bestand te laden, drukt u op laden (B) of drukt u lang op het bestand.
A
C
Verwijderen (C)
Om een bestand of map te verwijderen, selecteert u deze en drukt u op ‘verwijderen’ (C). Een pop­up vraagt u het verwijderen te bevestigen. Als een map wordt verwijderd, worden ook alle bestanden die in de map staan verwijderd.
Druk lang op het pictogram ‘verwijderen’ om alle bestanden en mappen in de actieve map te verwijderen.
413 23 97-36A • InHouse • PFAFF, CREATIVE and CREATIVE VISION are registered trademarks or trademarks of VSM Group AB. © 2009 VSM Group AB • All rights reserved •
Printed in Sweden on environmentally-friendly paper
Loading...