2-5-2 Higashi-Oizumi
Nerima-Ku, Tokyo 178-8555, Japan
Tel. +81 3 5905 1222
Fax +81 3 5905 1225
E-mail: international@piic.pentax.co.jp
Website: www.pentax.co.jp/piic/survey
www.pentaxsurveying.com
Ahead of Vision
Total Surveying Solutions
Snelle referentiegids
Basisprocedures voor het
totaalstation van de V-200 Series
V-227N
V-227
De beschrijving van de reflectorloze functie
in deze gids slaat op de V-227N.
PENTAX Industrial Instruments Co., Ltd.
3
INHOUD
Algemeen
Instructiehandleidingen 6
Veiligheidsmaatregelen 6
Waarschuwing 6
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik 7
1 Basisbediening 8
1.1 De batterij wegnemen 8
1.2 De batterij vastmaken 8
1.3 In- en uitschakelen 9
1.4 Display en toetsenbord 9
1.4.1 Bedieningstoetsen 9
1.4.2 Functietoetsen 10
1.5 Hoekmeting 12
1.5.1 Horizontale hoek 12
1.5.2 Verticale hoek 12
1.6 Afstandsmeting 13
1.6.1 Uw target kiezen 13
1.6.2 Afstandsmeting 13
1.6.3 Targetconstanten wijzigen 13
1.6.4 Temperatuur en luchtdruk invoeren 14
1.6.5 Het LCD-contrast aanpassen 14
1.6.6 De helderheid van de verlichting aanpassen 14
2 De instellingen van het instrument wijzigen 15
2.1 Helpmenu 15
2.2 Instrumentinstellingen 15
3 Waarschuwingen en foutberichten 16
4 Specificaties17
Opmerking voor de gebruiker van dit product 19
>>
4
SOMMAIRE
>>
PowerTopoExpress
5 Speciale functies starten 24
6 Een opdrachtbestand creëren / selecteren 24
7 De coördinaten van een gekend punt invoeren 25
8 Vierhoekige coördinaten meten 26
8.1 Stationpunt instellen 26
8.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen) 27
8.3 Meten 28
8.4 De afwijking meten 29
8.5 Van op afstand meten 30
9 Polaire coördinaten meten 31
9.1 Stationpunt instellen 31
9.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen) 32
9.3 Meten 33
9.4 De afwijking meten 34
10 Gebruik als vrij station 35
10.1 Een gekend punt instellen 35
10.2 Meten 35
10.3 Berekenen 36
11 Uitzetten 36
11.1 Stationpunt instellen 36
11.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen) 37
11.3 Uitzetpunt instellen 37
11.4 Uitzetpunt meten37
12 Uitzetten (van punt tot lijn) 39
12.1 Stationpunt instellen 39
12.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen) 39
12.3 Punt A instellen 40
12.4 Punt B instellen 40
12.5 Meten van punt tot lijn 41
13 INVERS42
14 Oppervlakteberekening 42
15 REM43
16 AMA (Afstandsmeting van op afstand)44
Voorkeurlijst45
5
Instructiehandleidingen
De ‘Snelle referentiegids’ is bedoeld om op het terrein snel zaken te
kunnen opzoeken. In de draagtas vindt u de onderstaande ‘snelle
referentiegidsen’zodat u ze op het terrein gemakkelijk kunt gebruiken.
De volledige instructiehandleidingen zijn opgenomen op de cd die bij
elke V-200 gevoegd is.
Deze gids gebruikt het symbool “xN”om aan te duiden hoeveel keer de
toets ingedrukt moet worden. Bijvoorbeeld.“ x2” betekent dat de
[ESC]-toets twee keer ingedrukt wordt.
Het symbool “+” maakt duidelijk dat verschillende toetsen tegelijk
ingedrukt worden.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Voor u dit toestel gebruikt, moet u de instructiehandleiding op de
bijgevoegde cd-rom grondig gelezen en begrepen hebben om het
toestel goed te kunnen bedienen.
WAARSCHUWING
De zon bekijken
Gebruik de telescoop nooit om direct naar de zon te kijken.
Dat kan tot gezichtsverlies leiden.
Laserveiligheid
De V-200 is een laserproduct van klasse II (2).Vermijd om de
ogen er direct aan bloot te stellen. Kijk niet in de laserstraal.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Dit instrument voldoet aan de veiligheidsvoorschriften voor
residentiële en commerciële omgevingen. Als U dit instrument in
de buurt van industriële zones of zenders gebruikt, kan de
uitrusting door elektromagnetische velden beïnvloed worden.
6
Ontploffingsgevaar
Gebruik dit product niet in een plaats waar er kolenstof hangt, of in
de buurt van ontvlambaar materiaal. Er bestaat ontploffingsgevaar.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
Targetconstante
Bevestig de targetconstante van het instrument voor u gaat meten.
Reflectorloos meten
Het reflectorloze meetbereik kan variëren,afhankelijk van de target
en de helderheid van de omgeving.
Wanneer de reflectorloze meting een beperkte nauwkeurigheid
vertoont, voert u de afstandsmeting met de prisma uit. (V-227N)
Batterij & lader
Gebruik een aan uw batterij aangepaste lader.Als er op het instrument of de batterij water zou spatten, moet u dat onmiddellijk
afvegen en het toestel op een droge plaats laten drogen.
7
1. Basisbediening
1.1 1.1 De batterij wegnemen
(1) Draai de knop boven het batterijpak tegen de wijzers in.
(2) Til het batterijpak op en neem het weg van het instrument.
1.2 1.2 De batterij vastmaken
(1) Plaats de gleuf op de bodem van het batterijpak op het omhoog-
stekende gedeelte van het instrument en duw het batterijpak naar
beneden op zijn plaats.
(2) Draai de knop met de wijzers mee.
8
1.3 1.3 In- en uitschakelen
HELP
Om in te schakelen:Om uit te schakelen:
Om de voeding uit te schakelen, drukt u de I/O-toets langer dan 1 seconde in voor u hem loslaat. De voeding is uitgeschakeld (OFF).
OPMERKING: De voeding wordt automatisch uitgeschakeld als
het instrument 10 minuten lang niet gebruikt is
(fabrieksinstelling).
1.4 1.4 Display en toetsenbord
1.4.1 Bedieningstoetsen
Keert terug naar het vorige scherm of annuleert een
handeling.
Schakelt de verlichting van het LCD-scherm en de
telescoopreticule in en uit.
Beweegt de cursor in de gekozen richting.
Omhoog of omlaag verhoogt of vermindert de waarde.
Aanvaardt de gekozen (oplichtende) keuze of de op het
scherm getoonde waarde.
Wanneer u die toets indrukt,verschijnt er in MODUS A of
MODUS B een hulpmenu ofwel een hulpbericht.
9
1.4.2 Functietoetsen
MODUS A
Door deze toets één keer in te drukken, meet u de afstand
in de gewone modus. Door deze toets twee keer in te
drukken, meet u de afstand in de ruwe modus.
Kies het type van target in de onderstaande volgorde.
PRISMA / REFRECTORLOOS
(alleen V-227N MODUSllen)
Door deze toets twee keer in te drukken, stelt u de
horizontale hoek weer in op 0° 0’0”.
Verandert de schermsamenstelling in de volgorde
“H.hoek / H.afst./ V.afst”,“H.hoek / V.hoek / S.afst”en
“H.hoek / V.hoek / H.afst./ S.afst. / V.afst”.
Schakelt het scherm tussen MODUS A en MODUS B.
10
MODUS B
S. FUNC
Speciale functies PowerTopoExpress
Haalt het instelscherm voor de hoek naar boven om
hoekgerelateerde parameters in te stellen.(H.HOEK /
% HELLING, H.HOEK INPUT en R/L OMKERING)
Door deze toets twee keer in te drukken, behoudt u de
horizontale hoek die op de display weergegeven wordt.
Haalt het scherm naar boven waarop u de instellingen
van de targetconstante,de temperatuur en de druk
kunt wijzigen.
Schakelt het scherm tussen MODUS A en MODUS B.
11
1.5 Hoekmeting
ACCEPT
ACCEPT
ACCEPT
1.5.1 Horizontale hoek
Zet het scherm op MODUS A :
Bedieningstoetsen om de horizontale hoek te meten:
Om de hoek op 0 te zetten :
Om de hoek te behouden:
Om HOUDEN vrij te geven:
Om een hoek in te voeren:
Waarde invoeren met :
Om de hoek met de wijzers mee te lezen:
1.5.2 Verticale hoek
Om de verticale hoek te tonen:
Om de hellingsgraad (%) te lezen:
Scherm MODUS A
x2
12
1.6 Afstandsmeting
ACCEPT
HELP
ACCEPT
Zet het scherm op MODUS A:
Scherm MODUS A
1.6.1 Uw target kiezen(alleen V-227N modellen)
Kies het type van target (meetmodus):
(Prisma) (Reflectorloos)
OPMERKING: Het gekozen target blijft behouden tot de
volgende wijziging.
1.6.2 Afstandsmeting
Voor één enkele meetbeurt :
Voor een continue meting :
OPMERKING: Het aantal meetbeurten kan vastgelegd worden.
De standaardinstelling is “één beurt”. De meetmodi
die met de bovenstaande handelingen geselecteerd
waren, kunnen ook gewijzigd worden.
1.6.3 Targetconstanten wijzigen 13
De standaardinstellingen voor de constanten zijn:
Prisma: -30mm
Reflectorloos: altijd 0 mm
Voor u de constanten wijzigt,zet u ‘Targetconstante’in de
'Oorspronkelijke instelling’op “INPUT”:
Om de constante van de prisma te wijzigen:
Voer de waarde in met :
13
(alleen V-227N modellen)
x2
1.6.4 Temperatuur en luchtdruk invoeren
ACCEPT
ACCEPT
Om de temperatuur in te voeren:
Voer de waarde in met:
Om de luchtdruk in te voeren:
Voer de waarde in met:
1.6.5 Het LCD-contrast aanpassen
+
1.6.6 De helderheid van de verlichting aanpassen
Voor LCD
Voor reticule
+
+
x2
x3
o
o
o
14
2. De instellingen van het instrument wijzigen
HELP
ACCEPT
2.1 Helpmenu
Terwijl het scherm in MODUS A of MODUS B staat,
Kies een gewenst onderwerp met of
Wijzig de instelling
OPMERKING:
Sommige onderwerpen hebben submenu’s waar de
selectieprocedure met de richtingstoetsen herhaald wordt.
AFSTANDSEENHEID(m),ft, ft+ inch
HOEKEENHEID(GRADEN),DEC, GRD,MIL
INSTELLING COM. OVERDRACHTSNELHEID (1200),2400,4800, 9600
INPUT MEETBEURT (01 keer),input
DRUKEENHEID(hPa),mmHg, inchHg
LENGTE GEGEVENS(8),7
PARITEITBITS(NIETS),EVEN, ONEVEN
STOPBITS(1),2
SIGNAALREGELING(AAN),UIT
X AAN/ X UIT(AAN),UIT
VIA COMMANDO(NIETS),a, b,c, d, e,f
15
3. Waarschuwingen en foutberichten
WaarschuwingBetekenisWat te doen
Buiten kantelbereik
Te veel gegevens
Target niet in lijn
Target is te dicht.
Ongeschikte
omstandigheden
Verschijnt wanneer het instrument buiten
het verticale compensatiebereik gekanteld
wordt (±3’) en als de automatische compensatie geselecteerd is. Dat bericht kan
tijdelijk verschijnen als het instrument te
snel gedraaid wordt.
De invoergegevens overschrijden de
toegelaten limiet.
Dit bericht verschijnt wanneer een grote
afstand, die ver buiten het meetbereik van
de V-227N valt, met een verkeerde targetmodus gemeten wordt. Kies een correcte
target en meet opnieuw.Als een verkeerde
target gekozen wordt,kan er geen juiste afstand gemeten worden.
De meetafstand is kleiner dan 1,5 m in de
prismamodus.
• Te sterk zonlicht.
• Onstabiel licht wegens trillingen of
obstakels.
• Target, prisma staan niet recht tegenover
het toestel.
• Target, prisma zijn niet juist in zicht
genomen.
• Meetbereik in reflectorloze modus is
onvoldoende.
• Een voldoende krachtig signaal keer t niet
terug omdat het op een scherpe rand enz.
ingesteld is in de reflectorloze modus.
Plaats het instrument
opnieuw horizontaal. Een
reparatie is nodig wanneer
het bericht verschijnt en
het instrument toch goed
horizontaal geplaatst is.
Druk de toets [ESC] in en
voer de juiste gegevens in.
Kies de juiste targetmodus.
Kies een verder punt of
gebruik een meetlint.
Kies een voorwerp dat
beter weerkaatst, gebruik
een prisma,of wacht tot de
zon minder krachtig is.
Foutbericht BetekenisWat te doen
EDM FOUT 04 -05, 34-39,50-53
ETH FOUT 70-76
GEHEUGENFOUT 19
FOUT PS DATA van EDM
FOUT P DATA van EDM
FOUT ETH DATA
Probleem met systeem voor meten van op afstand
Probleem met systeem voor hoekmeting
Geheugenprobleem
Probleem van de interne EDM-parameters
Probleem van de interne ETH-parameters
16
Schakel het
instrument uit
en dan weer
aan.
Een reparatie
is nodig wanneer het
bericht blijft
verschijnen.
4. Specificaties
V-227 NV-227
Telescoop
Vergroting30 x
Oplossend vermogen3”
Gezichtshoek2.6% (1° 30’)
Kortste brandpuntafstand1.0m
ScherpstellingManueel
GegevensoverdrachtRS-232C
WaterbestendigheidIP44 (alleen instrument)
Omgevingstemperatuur-20°C ~ +50°C / -4°F ~122°F (bedrijfstemperatuur)
Schroefdraad driepoot5/8” x 11
Lader BC03 en Inputspanning (AC01) :100~240 V
AC adapter AC01Outputspanning (BC03) :DC 7,5 V
BasisDemonteerbaar
SchietloodOptisch
Continu: Prisma 0,4 sec.(1cm)
(ETH) met een laadtijd van ong. 2,2 uur
17
OPMERKING:
* Het meetbereik kan verschillen volgens de
meetomstandigheden.
* Normale omstandigheden: 20 km zicht met
lichte nevel.
* Goede omstandigheden: 40 km zicht, bewolkt,
geen warmtetrillingen, geen nevel en matige wind.
* De EDM meettijd is afhankelijk van de te meten
afstand en van de omgeving.
* Bij lage temperaturen neemt de gebruiksduur van
de batterij af omdat die van de temperatuur
afhankelijk is.
* In één opdrachtbestand kunnen maximum 2.000
meetpunten (XYZ) opgeslagen worden. De gebruiker kan tot 8 opdrachtbestanden aanmaken.
18
OPMERKING VOOR DE GEBRUIKER VAN DIT PRODUCT
Om aan de veiligheidsnorm 21 CFR, hoofdstuk 1, paragraaf J te
voldoen, vraagt het ‘U.S. Bureau of Radiological Health' om de
gebruiker de volgende informatie te verstrekken:
Het kan gevaarlijk zijn om met optische apparatuur, zoals
verrekijkers en telescopen, in de straal te kijken.
1. Specificaties van laserstraling
A) De EDM-module van de V-200 wekt een zichtbare lichtstraal op.
Die straal loopt door het objectief van de telescoop en door het
gat in het midden van de basisplaat van het instrument.De V-200
is ontworpen en gebouwd voor een laserdiode van 620-690 nm.
B) Stralingsvermogen
De V-200 is ontworpen en gebouwd om via de telescoop een
gemiddeld stralingsvermogen van maximum 0,95 mW uit te
stralen. De gebruiker kan aan die straling blootgesteld worden in
de vorm van een lichtbundel en dat tot het instrument uit
geschakeld is.
2. De volgende labels zijn op dit laserproduct bevestigd en
moeten erop bevestigd blijven.
A) Het volgende certificatielabel bevindt zich in de buurt van de
bolwaterpas:“This laser product is complied with the provisions of
21 CFR 1040. 10 and 1040.11. For a Class II laser product.” (Dit laserproduct voldoet aan de bepalingen van 21 CFR 1040 10 en 1010.11.
Voor een laserproduct van klasse II).
B) Waarschuwingslabel naast de opening:“AVOID EXPOSURE.Laser
radiation is emitted from this aperture.” (VERMIJD BLOOTSTELLING. Laserstraling vanuit deze opening.”
C)Waarschuwingsteken op het oppervlak van de telescoop:
“CAUTION LASER RADIATION DO NOT STARE INTO BEAM”
(OPGELET LASERSTRALING NIET IN DE STRAAL KIJKEN)
D)Waarschuwingslabel naast de opening.
19
3. Voorzorgen om de veiligheid van het instrument in overeenstemming met de norm te houden
A) Om de veiligheidsnorm te handhaven, mag u geen andere
handelingen, onderhoudswerken of instellingen uitvoeren dan
degene die in deze instructiehandleiding beschreven zijn.
B) Andere handelingen, onderhoudswerken of instellingen dan
degene die in deze instructiehandleiding beschreven zijn,kunnen
tot een blootstelling aan gevaarlijke straling leiden.
C) Het onderhoud en de reparaties die in deze handleiding niet
behandeld wordt,moeten door een erkende Pentax-dealer
uitgevoerd worden.
D) De emissie van de laserstraal door de afstandsmeting kan beëindigd
worden door of in te drukken.
20
De laserstraal vertrekt
vanuit deze opening
Label bij opening
Waarschuwingslabel
V-227 N
V-227
Identificatielabel
LED is ingeschakeld op het moment van de emissie
21
Waarschuwing
Waarschuwing
Waarschuwing
22
PowerTopoExpress
bedieningsprocedure
23
5. Speciale functies starten
PowerTopoExpress
MAIN MENU
MODE A SCREEN
MODE
S. FUNC
F5
PowerTopoExpress
F1
MAIN MENU
6. Een opdrachtbestand creëren / selecteren
Een nieuw opdrachtbestand creëren:
PowerTopoExpress
MAIN MENU
Voer een nieuwe opdrachtnaam in met
ACCEPT
F2
F1
Of om een opdrachtbestand te selecteren:
F5
F1
x2x2
F2
Selecteer een opdrachtbestand met
OPMERKING: Zodra u een opdrachtbestand gecreëerd of gese-
lecteerd heeft, blijft dat actief tot u een nieuw
opdrachtbestand gecreëerd of geselecteerd heeft.
Het standaard opdrachtbestand “PENTAX” is permanent beschikbaar zodat de gegevens opgeslagen
worden, ook als er geen door de gebruiker
gedefinieerd opdrachtbestand is. In een opdrachtbestand kunnen er maximum 2.000 meetpunten
(XYZ) opgeslagen worden. De gebruiker kan tot 8
opdrachtbestanden aanmaken.
24
ACCEPT
F5
7. De coördinaten van een gekend punt invoeren
PowerTopoExpress
MAIN MENU
Om de coördinaten van een gekend punt in te voeren en op te slaan;
x2
Voer de naam van het punt in met
F2
F1
X-Z,PC (puntcode)
ACCEPT
F5
Herhalen om een waarde in te voeren
PC invoeren
OPMERKING: Er zijn andere functies in het menu BEELD; Grafisch zicht,
Vierhoekige gegevens bewerken, en Polaire gegevens
bewerken. Meer details over deze functies vindt u in de
instructiehandleiding van PowerTopoExpress.
Om de PC (puntcode) in te voeren:
Verplaats de cursor naar PC
Kies een PC uit de lijst met
F1
F2
OPMERKING: De PC-lijst wordt alleen getoond wanneer er punt
codes in de opdracht met naam “Puntcode Lijst”
opgeslagen zijn. De opdracht “Puntcode Lijst” kan
aangemaakt worden met de procedure beschreven in
hoofdstuk 2.PC’s kunnen opgeslagen worden door de
PN en PC als de coördinaatgegevens van een punt in
te voeren. De PC-lijst kan ook van een computer
overgenomen worden. Meer details vindt u in de
instructiehandleiding van Power Topo Express. Een
nieuwe puntcode kan ingevoerd en bijgehouden worden als de coördinaatgegevens van een punt, maar
wordt niet als de gegevens van “Puntcode Lijst”opges
lagen. Als U een nieuwe PC aan de lijst moet toevoegen, selecteert u “Puntcode Lijst”en voegt u een PC toe
als nieuwe ‘Coördinaten van vierhoekige gegevens’.
25
ACCEPT
F5
x2
ACCEPT
F5
x2
8. Vierhoekige coördinaten meten
PowerTopoExpress
MAIN MENU
STATION POINT
SETUP
TOPF3LAST
F4
H. ANGLE
SETUP
x2
8.1 Stationpunt instellen
Om uit het geheugen te kiezen:
Kies het punt met
FIND PN
LIST
F2
Of om de informatie van het stationpunt in te voeren:
H. ANGLE
SETUP
F2
,
Voer de naam van het punt in met
F2
F1
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
X-Z,PC (puntcode)
Herhalen om een waarde in te voeren
OPMERKING: Het inputitem (cursorpositie) kunt u met
selecteren.
26
PC invoeren
BEWAREN of
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
BEWAREN
Om de PC (puntcode) in te voeren:
MEASUREMENT
SCREEN
Verplaats de cursor naar PC
Kies een PC uit de lijst met
F1
F2
OPMERKING:
Inputitems zijn PN (puntnaam), X, Y, Z, IH (instrumenthoogte) en PC (puntcode).
Als de ingevoerde PN al in het geheugen bestaat,
verschijnt de overeenstemmende puntinformatie
(coördinaten en puntcode) op het scherm. Het resultaat van het gebruik als ‘Vrij station’, voor het uitzetten
uitgevoerd wordt, wordt automatisch in elk veld van
de stationinstelling ingevoerd.
8.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen)
Om een bepaalde hoek in te voeren:
Voer de waarde in met
INPUT
F2
MEASUREMENT
SCREEN
Of om de hoek 0° in te stellen:
0 SET
0 SET
F3
F3
MEASUREMENT
SCREEN
Of om via het achterste zichtpunt (AZP) te berekenen:
BSP
F5
Voer de waarde in of
kies uit de lijst
LIST
F2
ACCEPT
F5
Mik op het achterste zichtpunt
27
8.3 Meten
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
MEASF1MEAS
F1
PAGE
F5
EDM
F1
EDIT
F4
SAVE
F2
Om het type van target te kiezen:(alleen V-227N modellen)
PAGE
F5
x2
Herhalen tot het gewenste
type van target gekozen is.
TARGET
F2
PAGE
F5
OPMERKING: U kunt het geselecteerde type van target control-
eren links van de accuaanduiding in de bovenste
regel van het scherm.
Om te meten:
Of om de continue meting te starten:
x2
OPMERKING: Het tellen van de metingen kan gewijzigd
worden met
x2
Om de puntinformatie in te voeren:
Kies met
Voer de waarde in met
PC invoeren
of
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
BEWAREN
Om de puntinformatie te bewaren:
(volgende meting)
28
Of om te meten en te bewaren:
ME/SAVE
F3
MEASUREMENT
SCREEN
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
(volgende meting)
OPMERKING: Het puntnummer wordt automatisch verhoogd
of verlaagd om snelle continue metingen mogelijk
te maken.
8.4 De afwijking meten
Voor de radiale afwijking (de horizontale afstandsafwijking
langs de meetlijn):
MEASUREMENT
SCREEN
Voer de waarde in met
PAGE
OFFSET
F5
F2
ACCEPT
F5
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
Voor de tangens afwijking:
PAGE
MEASUREMENT
SCREEN
OFFSET
F5
F2
x3
Voer de waarde in met
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
Voor afstandsafwijking (hellingsafstand):
PAGE
OFFSET
F5
Voer de waarde in met
F2
ACCEPT
F5
x2
29
OPMERKING: De afwijkingswaarden worden gewist zodra de
MEASUREMENT
SCREEN
RETURN TO THE MEASUREMENT
VALUES ARE UPDATED BY
TURNING THE TELESCOPE
EDIT
F4
MEASUREMENT
SCREEN
REMOTE MODE MEASUREMENT
VALUES ARE UPDATED
BY TURNING THE TELESCOPE
EDIT
F4
meting bewaard is.
8.5 Van op afstand meten
Om de MODUS meten van op afstand in te voeren:
PAGE
REMOTE
F5
F1
PAGE
F5
x2x2
MEAS
F1
Voer de waarde in met
of
Voer de waarde in met
Kies met
PC invoeren
MEAS
F1
Kies met
PC invoeren
30
of
ACCEPT
ACCEPT
PAGE
F5
of
ACCEPT
ACCEPT
SAVE
(volgende
REMOTE
F1
SAVE
F2
meting)
x2
(volgende
F2
meting)
F5
F5
F5
F5
OPMERKING: De waarden voor de meting van op afstand worden
F5
ACCEPT
PowerTopoExpress
MAIN MENU
F2
MEASUREMENT
SCREEN
PowerTopoExpress
MAIN MENU
POLAR CORRD.
H. ANGLE
SETUP
berekend op basis van het referentievlak.In Power
Topo Express zijn er drie types van het referentievlak
beschikbaar: cilindrisch oppervlak, vast vlak
(standaard) en geroteerd vlak.
Para cambiar el tipo de plano de referencia:
x4
seleccione con
0
Om de modus ‘Van op afstand’ te verlaten:
PAGE
REMOTE
F5
F1
x2
9. Polaire coördinaten meten
9.1 Stationpunt instellen
Om de puntinformatie in te voeren:
Voer de naam van het punt in met
F1
Herhalen om een waarde in te voeren
of bevestig “ppm”
31
ACCEPT
F2
SAVE
F2
F5
OPMERKING: Inputitems zijn PN (puntnaam), IH (instrument-
hoogte), PC (puntcode),TEMP (temperatuur), DRUK
(luchtdruk) en ppm. "TEMP" en "DRUK" kunnen
alleen ingevoerd worden wanneer "Atmosferische
correctie" ingesteld is op "ATM INPUT". "ppm" kan
alleen ingevoerd worden wanneer "Atmosferische
correctie" ingesteld is op "ppm INPUT". Het
inputitem (cursorpositie) kan
geselecteerd worden met
9.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen)
Alleen wanneer de oriëntering van de horizontale hoek vereist is,
volgt u de onderstaande procedure.Anders slaat u die stap gewoon
over met
Om een bepaalde hoek in te voeren:
Voer de waarde in met
INPUT
F2
MEASUREMENT
SCREEN
Of om de hoek 0° in te stellen:
0 SET
0 SET
F3
F3
Of om via het achterste zichtpunt te berekenen:
Kies Startpunt uit de lijst
INVERS
F5
Kies Eindpunt uit de lijst
LIST
F2
32
LIST
F2
ACCEPT
F5
MEASUREMENT
SCREEN
x2
ACCEPT
F5
MEASUREMENT
SCREEN
9.3 Meten
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
MEAS
F1
MEAS
F1
PAGE
F5
EDM
F1
EDIT
F4
SAVE
F2
Om het type van target te kiezen:(alleen V-227N modellen)
PAGE
F5
x2
Herhalen tot het gewenste
type van target gekozen is.
TARGET
F2
PAGE
F5
OPMERKING: U kunt het geselecteerde type van target contro-
leren links van de accuaanduiding in de bovenste
regel van het scherm.
Om te meten:
Of om de continue meting te starten:
x2
OPMERKING: Het tellen van de meetbeurten kan gewijzigd
worden met
x2
Om de puntinformatie in te voeren:
Voer de puntnaam in met
F1
Voer de waarde in met
PC invoeren
F2
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
Om de puntinformatie te bewaren:
(volgende meting)
33
Of om te meten en te bewaren:
ME/SAVE
F3
(volgende meting)
OPMERKING: Het puntnummer wordt automatisch verhoogd of
verlaagd om snelle continue metingen mogelijk te
maken.
9.4 De afwijking meten
Voor de radiale afwijking (de horizontale afstandsafwijking langs
de meetlijn):
MEASUREMENT
SCREEN
Voer de waarde in met
PAGE
OFFSET
F5
F2
ACCEPT
F5
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
Voor afstandsafwijking (hellingsafstand):
PAGE
MEASUREMENT
SCREEN
Voer de waarde in met
F5
ACCEPT
F5
OFFSET
F2
RETURN TO THE
MEASURMENT
SCREEN
OPMERKING: De waarden van de afwijking worden gewist zodra
de meting bewaard is.
34
10. Gebruik als vrij station
PowerTopoExpress
MAIN MENU
KNOWN POINT
SETUP
TOPF3LAST
F4
KNOWN POINT
SETUP
x3
10.1 Een gekend punt instellen
Om uit het geheugen te kiezen:
Kies het punt met
F2
MEASUREMENT
SCREEN
FIND PN
F2
,
LIST
Of voer de PN die al in het geheugen opgeslagen is, in om de
gekende coördinaten op te roepen en te tonen.
10.2 Meten
Kies het type van target en meet:
ACCEPT
F5
TARGET
F2
Herhalen tot het gewenste type van target
gekozen is (alleen V-227N modellen)
MEAS
F1
OPMERKING: U kunt het geselecteerde type van target contro-
leren links van de accuaanduiding in de bovenste
regel van het scherm.
Om naar het volgende punt te gaan:
ADD
F1
Herhaal “Gekend punt instellen”en "Meten" voor alle gekende punten.
35
10.3 Berekenen
PowerTopoExpress
MAIN MENU
STATION POINT
SETUP
TOPF3LAST
F4
H. ANGLE
SETUP
MEASUREMENT
SCREEN
Voer de puntnaam in met
CALC
ACCEPT
ACCEPT
F5
F5
F5
F2
F1
Kies de puntcode van
de lijst of voer in
ACCEPT
F5
OPMERKING: Het resultaat van het gebruik als vrij station wordt
automatisch doorgegeven aan de stationsinstelling
voor het meten van vierhoekige coördinaten en
voor het uitzetten.
11.Uitzetten
x4
11.1 Stationpunt instellen
Kies uit de opgeslagen gegevens:
Kies het punt met
FIND PN
LIST
F2
F2
,
Of voer de PN die al in het geheugen opgeslagen is, in om de gekende coördinaten op te roepen en te tonen.
OPMERKING: Het resultaat van het gebruik als vrij station,voor het
uitzetten uitgevoerd wordt, wordt automatisch in
elk veld van de stationsinstelling ingevoerd.
36
x2
PowerTopoExpress
MAIN MENU
ACCEPT
F5
11.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen)
TOPF3LAST
F4
STAKEOUT
MEASUREMENT
Om een bepaalde hoek in te voeren:
Voer de waarde in met
INPUT
F2
STAKEOUT
COORD. SETUP
Of om de hoek 0° in te stellen:
0 SET
0 SET
F3
F3
STAKEOUT
COORD. SETUP
Of om met het achterste zichtpunt te berekenen:
Voer de waarde in
BSP
F5
of kies uit de lijst
Mik op het achterste
zichtpunt
11.3 Uitzetpunt instellen
Kies het punt uit de opgeslagen gegevens:
Kies het punt met
FIND PN
BSP
F5
F2
,
11.4 Uitzetpunt meten
Controleer de getoonde waarde en druk om naar het
uitzetscherm te gaan. Draai het instrument tot “DH.Hoek”
op “0” staat. Kies het type van target:
37
LIST
F2
STAKEOUT
COORD. SETUP
SCROLL
F3
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
TARGET
F2
Herhalen tot het gewenste type
van target gekozen is (alleen
V-227N modellen)
OPMERKING: U kunt het geselecteerde type van target contro-
leren links van de accuaanduiding in de bovenste
regel van het scherm.
Om in de continue modus te meten:
MEAS
F1
(beweeg de target tot “DH.afst” op “0”staat)
x2
Om de meting te verlaten:
MEAS
F1
Om de positie van de uitzetstaak te bevestigen:
PAGE
SAVE
RECT. M
F5
F2
MEAS
F1
F1
RETURN TO STAKEOUT MEASUREMENT
SCREEN
Om naar het volgende punt te gaan:
STAKEOUT
MEASUREMENT
EDIT
(“Uitzetpunt instellen”herhalen)
F4
38
(positioneer de target
nauwkeurig)
EDIT
Voer PN,PH en
F4
PC in
12. Uitzetten (van punt tot lijn)
PowerTopoExpress
MAIN MENU
STATION POINT
SETUP
TOPF3LAST
F4
“Van punt tot lijn”geeft de afstand tussen SOP en INT.P, A en
Int.P,B en Int.P.
x4
12.1 Stationpunt instellen
Kies het punt uit de opgeslagen gegevens:
LIST
FIND PN
F2
ACCEPT
F5
F2
,
H. ANGLE
SETUP
OPMERKING: Het resultaat van het gebruik als vrij station, voor
het uitzetten uitgevoerd wordt,wordt automatisch
in elk veld van de stationsinstelling ingevoerd.
12.2 Oriëntering (horizontale hoek van stationpunt instellen)
Om een bepaalde hoek in te voeren:
Voer de waarde in met
INPUT
F2
Of om de hoek 0° in te stellen:
0 SET
0 SET
F3
F3
39
POINT A SETUP
POINT B SETUP
ACCEPT
F5
Of om met het achterste zichtpunt te berekenen:
POINT B SETUP
TOPF3LAST
F4
Voer de waarde in
BSP
of kies uit de lijst
F5
apuntar con
visual de espalda
12.3 Punt A instellen
Om waarden in te voeren:
Voer de puntnaam in met
F2
F1
LIST
F2
POINT A SETUP
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
Herhalen om een waarde in te voeren
Of om uit het geheugen te kiezen:
12.4 Punt B instellen
Om waarden in te voeren:
LIST
F2
POINT B SETUP
X-Z,PC (puntcode)
Kies het punt met
FIND PN
F2
,
Voer de puntnaam in met
F1
40
PC invoeren
F2
BEWAREN of
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
BEWAREN
ACCEPT
F5
X-Z,PC (puntcode)
TOPF3LAST
F4
Herhalen om een waarde in te voeren
Of om uit het geheugen te kiezen:
BEWAREN of
PC invoeren
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
MEASUREMENT
BEWAREN
Kies het punt met
LIST
FIND PN
F2
MEASUREMENT
F2
,
12.5 Meten van punt tot lijn
Om het type van target te kiezen:
TARGET
F2
Herhalen tot het gewenste
type van target gekozen is
(alleen V-227N modellen)
Om in de continue modus te meten:
MEAS
F1
(zet de target in de gewenste positie)
x2
Om de meting
te verlaten
MEAS
F1
(positioneer de target
nauwkeurig)
Om de positie van de uitzetstaak te bevestigen:
PAGE
SAVE
RECT. M
F5
F2
F1
x2
MEAS
F1
RETURN TO STAKE-
OUT MEASUREMENT
SCREEN
EDIT
F4
ACCEPT
F5
Voer PN,PH
en PC in
41
13. INVERS
PowerTopoExpress
MAIN MENU
F2
RESULT SCREEN
PowerTopoExpress
MAIN MENU
F2
RESULT SCREEN
Om SP (stationpunt) in te voeren:
Voer de puntnaam in met
F2
F1
x3
ACCEPT
F5
X-Z,PC (puntcode)
Herhalen om een waarde in te voeren
14. Oppervlakteberekening
Om de oppervlakteberekening te starten:
Kies punten van de polygoon
door 'kiezen’ te herhalen
ACCEPT
F5
Om naar het menuscherm berekenen terug te keren:
RESULT SCREEN
42
x2
BEWAREN of
PC invoeren
x3
CALCULATION
MENU SCREEN
ACCEPT
F5
ACCEPT
F5
Eindpunt
invoeren
OPMERKING: Deze functie berekent de lengte van de 2d-contour
PowerTopoExpress
MAIN MENU
F2
EDIT
F3
REM VALUE IS
DISPLAYED AT THE BOTTOM
OF THE SCREEN
CALCULATION
MENU SCREEN
van een veelhoek, alsook de 2D-oppervlakte ervan.
De veelhoek wordt gedefinieerd door op zulk een
manier punten te kiezen dat de contoursegmenten
van de veelhoek elkaar niet snijden. Het laatste
gekozen punt wordt automatisch met het eerste
gekozen punt verbonden om de gesloten figuur te
vormen.Er zijn verschillende functietoetsen om punten te kiezen, zoals “ALLEMAAL”, “ZOEK PN”, “VAN”,
“NAAR” en “VOLGORDE”. Raadpleeg de instructiehandleiding op de cd-r.
15. REM
Om REM te starten:
x3
x2
Het referentiepunt meten:
Voer prisma- (of referentie)hoogte in
Meet de hoogte van het punt op afstand:
Mik op het punt dat
gemeten moet worden
MEAS
F1
Om naar het rekenmenu terug te keren:
43
16. AMA (afstandsmeting van op afstand)
PowerTopoExpress
MAIN MENU
MEASURE THE
REFERENCE
POINT
EDIT
F4
RESULT SCREEN
PowerTopoExpress
MAIN MENU
Om AMA te starten:
x4
Het referentiepunt meten:
Voer de targethoogte in met
(kies target indien nodig)
Meet het 2e punt (targetpunt):
MEAS
F1
Meet het 3e punt (targetpunt):
RESULT SCREEN
DISTANCE FROM THE
REFERENCE POINT
MEAS
F1
MEAS
F1
RESULT SCREEN
DISTANCE FROM THE
PREVIOUS TARGET POINT
RESULT SCREEN
DISTANCE FROM THE
REFERENCE POINT
x2
Om naar het PowerTopoExpress hoofdmenu terug te keren:
44
DISP.
F5
(herhaal de meting van het
referentiepunt)
RESULT SCREEN
DISTANCE FROM THE
PREVIOUS TARGET POINT
Voorkeurlijst
Aslabels die op de 1e, 2e
en 3e regel getoond
Uw taal
Elk alfanumeriek karakter
Elk alfanumeriek karakter
worden
Elk alfanumeriek karakter
Oriëntering van elke as.
RECHTE HOEK, HOOGTE
BASISRICHTING, HOOGTE
Richting van horizontale
hoekmeting
BASISRICHTING, RECHTE HOEK
TEGEN DE WIJZERS IN
VERDEELD MODEL, MATRIX
Type bedienings-procedure
STRUCTUURTYPE
CILINDERZIJDE, GEROTEERDE PLAAT
Pantalla Replanteo
Mensaje "APUNTAR"
ON/OFF
GROOT KARAKTER
AAN
-9999.999m - +9999.999m
0.00000001 - 1.99999999
AAN
ENGELSXYZBASIS
DISP.1
ItemStandaardOptiesCaracterísticas
Taal
COÖRDINATENAS
DISP.2
DISP.3
DISP.1 AS
RECHTE HOEK
HOOGTE
MET DE WIJZERS MEE
DISP.2 AS
DISP.3 AS
ROTATIE
VOLLEDIG MODEL
PROCESTYPE
VAST VLAK
INFO - ALLES IN EEN
UIT0m1.0
INPUTMETHODE
HANDELINGSMETHODE
METHODE VAN OP AFSTAND
VERGELIJKENDE METHODE
MIKKEN
45
UIT
GEM.VERHOGING
SCHAAL
ELEV.FACTOR
DUPLICAR PN CHK
Functielijst
BESTANDS-BEHEERINFORMATIEJaJa
METENVIERHOEKIGE COÖRD.JaJa
BEKIJKEN & BEWERKENGRAFISCH ZICHTJaJa
VRIJ STATIONJaJa
UITZETTENUITZETTENJaJa
BEREKENINGINVERSEJaJa
AMAJaJa
OVERDRACHTVIERHOEKIGE GEG. DC1 JaJa
VOORKEURIDIOMAJaJa
CREËRENJaJa
WISSENJaJa
ALLES WISSENJaJa
POLAIRE COÖRD.Ja-
VIERHOEKIG PUNT CREËRENJaJa
VIERHOEKIG PUNT BEWERKENJaJa
POLAIRE GEGEVENS BEWERKENJa-