Pentax OPTIO 33LF User Manual [nl]

Digitale camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst deze handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor de PENTAX Optio 33LF digitale camera. Lees dit document voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats; het kan een waardevol hulpmiddel zijn om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera.
Auteursrechten
Met de Optio 33LF gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, industriële bedrijvigheid of als publicatie­elementen. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
• Het SD-logo is een handelsmerk.
• PENTAX is een handelsmerk van PENTAX Corporation.
• Optio is een handelsmerk van PENTAX Corporation.
• Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
• Dit product ondersteunt PRINT Image Matching II. In combinatie met dit product kunnen fotografen met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching II ondersteunen, beelden produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
VOOR UW VEILIGHEID
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Pas op
Waarschuwing
• Probeer de camera niet te demonteren of de vorm van de camera te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera is gevallen, raak dan nooit de vrijgekomen onderdelen aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• Houd de SD-geheugenkaart/MultiMediaCard buiten het bereik van kleine kinderen om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt ingeslikt. Raadpleeg onmiddellijk een dokter als dit toch gebeurt.
• De camerariem om uw nek doen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek doen.
• Gebruik uitsluitend een netvoedingsadapter met een voor dit product voorgeschreven vermogen en spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan zijn voorgeschreven voor dit product, kan brand of elektrische schokken veroor­zaken.
• Als de camera gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of haal de netvoedingsadapter uit het stopcontact en neem contact op met het dichtstbijzijnde Pentax Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Schakel de netvoedingsadapter uit tijdens onweer. Onweer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
1
Pas op
• Probeer nooit de batterij uit elkaar te halen of kort te sluiten. Stel de batterij ook nooit bloot aan vuur, aangezien deze kan exploderen.
• Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Ni-MH-batterijen. De batterij kan exploderen of vlam vatten. Van de batterijen die in deze camera kunnen worden gebruikt, kan alleen de Ni-MH-batterij worden opgeladen.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera verwijderen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Wees daarom voorzichtig: als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Mocht het LCD beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
• Wanneer u uw vinger op de flitser houdt wanneer deze afgaat, kunt u brandwonden oplopen.
Omgang met de camera
• Neem de internationale garantiekaart mee als u naar het buitenland gaat. Neem ook het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Als de camera lange tijd niet is gebruikt, probeer de camera dan eerst uit om te controleren of deze nog goed werkt. Dat geldt met name bij het maken van belangrijke opnamen (zoals bij een bruiloft of wanneer u op reis bent).
• Pentax is niet verantwoordelijk voor gevolgschade (kosten die het gevolg zijn van het maken van opnamen, verlies van inkomsten die zouden worden verkregen door het maken van opnamen) voortvloeiend uit het niet werken van dit product.
• Het objectief van deze camera is niet uitwisselbaar. Het objectief kan niet worden verwijderd.
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
• Vermijd plaatsen met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Met name auto’s kunnen van binnen zeer heet worden.
• Berg de camera niet op een plaats op waar gewerkt wordt met bestrijdingsmiddelen of chemicaliën.
• Haal de camera uit de tas en berg deze op in een goed geventileerde ruimte om schimmelvorming tijdens de opslag te voorkomen.
2
• Gebruik de camera niet op een plaats waar deze in contact kan komen met regen, water of enige andere vloeistof; de camera is niet weer-, water- of vloeistofbestendig. Mocht de camera nat worden door regen, waterspatten of enige andere vloeistof, veeg het vocht er dan onmiddellijk af met een droge zachte doek.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Wordt de camera blootgesteld aan de trillingen van een motor, auto, schip, enz., leg de camera dan ter bescherming op een kussen.
• Deze camera functioneert naar behoren bij een temperatuur van 0° C tot 40° C.
• Het LCD (liquid crystal display) wordt zwart bij een temperatuur van ongeveer 60°C, maar werkt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de vloeistofkristallen van het LCD wordt traag bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en wijst niet op een defect.
• Laat de camera om de 1 tot 2 jaar nakijken teneinde de prestaties van het product op peil te houden.
• Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge temperatuurschommelingen, kan aan de binnen- en buitenkant van de camera condensvorming optreden. U kunt in dergelijke gevallen de camera het best in een tas of een plastic zak doen en de camera er pas uithalen als het temperatuurverschil minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, vuil, zand, stof, water, giftige gassen, zout, enz., aangezien de camera hierdoor beschadigd zou kunnen raken. Als er regen of water op de camera komt, veeg deze dan droog.
•Zie
“Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart / Mul tiMediaCard”
(blz.17)
voor meer informatie over de SD-geheugenkaart/MultiMediaCard.
• Druk niet met kracht op de LCD-monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
• Wanneer u de LCD-monitor draait, draai deze dan voorzichtig in de juiste richting zonder overmatig veel kracht te gebruiken. Hierdoor kan de camera beschadigen.
Aan de gebruikers van deze camera
• De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren functioneert bij gebruik in omgevingen zoals installaties die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden opwekken.
• Het paneel met vloeibare kristallen in het LCD is gemaakt met behulp van extreem hoge-precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
• De illustraties en het weergavescherm van de LCD-monitor in deze handleiding kunnen afwijken van het feitelijke product.
3
Inhoudstafel
VOOR UW VEILIGHEID..........................................................................1
Omgang met de camera.......................................................................... 2
Inhoudstafel.............................................................................................4
Inhoud van deze handleiding ..................................................................7
De inhoud van het pakket controleren.....................................................8
Namen van onderdelen ...........................................................................9
Namen van bedieningsonderdelen........................................................ 10
Voorbereidingen 11
De draagriem bevestigen ................................................................... 11
De camera aanzetten .......................................................................... 12
De batterijen in de camera plaatsen...................................................... 12
De netvoedingsadapter gebruiken ........................................................ 14
De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard plaatsen / uitnemen ........ 15
De LCD-monitor kantelen (flexibele LCD-monitor) .......................... 18
De camera aan- en uitzetten .............................................................. 19
Functie Uitsluitend weergeven .............................................................. 19
Standaardinstellingen ........................................................................20
De weergavetaal instellen .....................................................................20
De verblijfplaats instellen....................................................................... 21
De DST-functie instellen........................................................................21
Het video-uitgangssignaal instellen....................................................... 22
Datum en tijd instellen ...........................................................................22
Snel aan de slag 24
Foto’s maken ....................................................................................... 24
Foto’s weergeven................................................................................26
Opnamen weergeven ............................................................................ 26
Vorige of volgende beelden weergeven ................................................ 27
Hoe de gemaakte opnamen weer te geven....................................... 28
Veel voorkomende handelingen 30
Knopfuncties gebruiken .....................................................................30
Opnamefunctie ...................................................................................... 30
Weergavefunctie ................................................................................... 31
Werken met de menu’s.......................................................................32
Hoe de menu’s in te stellen................................................................... 32
Een menuweergave vergroten .............................................................. 34
Menulijst ................................................................................................ 35
Opnamen maken 37
De opnamefuncties instellen ............................................................. 37
Schakelen tussen functies.....................................................................37
Opnamegegevens weergeven in de opnamefunctie.............................38
4
De scherpstelfunctie selecteren............................................................ 40
De flitsfunctie selecteren ....................................................................... 42
De opnamepixels selecteren ................................................................. 43
Het kwaliteitsniveau selecteren ............................................................. 44
De witbalans aanpassen ....................................................................... 45
Het scherpstelveld instellen................................................................... 47
Het lichtmeetsysteem instellen.............................................................. 48
De gevoeligheid instellen ...................................................................... 49
De tijd voor Instantcontrole instellen .....................................................50
De opnamescherpte instellen................................................................50
De kleurverzadiging instellen ................................................................ 51
Het contrast van de opname instellen ...................................................51
Belichtingscorrectie ............................................................................... 52
Opnamen maken .................................................................................54
Opnamen maken met ingestelde functies (Programmafunctie) ............ 54
Opnamen optimaal aanpassen aan de opnameom-standigheden
(Picture-functies) ................................................................................... 55
Zelfportretopnamen maken ................................................................... 56
Opnamen maken in het donker (Nachtopnamefunctie)......................... 57
Filmopnamen maken (Filmopnamefunctie) ...........................................58
Panoramaopnamen maken (Panorama Assist-functie)......................... 60
Opnamen maken met filters (digitale filterfunctie)................................. 62
Serieopnamen maken (Serieopnamefunctie)........................................ 63
De zoom gebruiken ...............................................................................64
De zelfontspanner ................................................................................. 66
De instellingen opslaan ...................................................................... 68
De menuonderdelen opslaan (Memory)................................................ 68
Weergeven / Verwijderen 70
Opnamen weergeven..........................................................................70
Foto’s weergeven ..................................................................................70
Zoomweergave...................................................................................... 70
Filmopnamen weergeven...................................................................... 72
Opnamegegevens weergeven in de weergavefunctie...........................73
Weergave van negen opnamen tegelijk ................................................ 74
Diavoorstelling.......................................................................................75
Opnamen verwijderen ........................................................................76
Eén opname verwijderen.......................................................................76
Alle opnamen verwijderen ..................................................................... 76
Opnamen beveiligen tegen verwijderen (Protect) .................................78
Opnamen weergeven op een TV ........................................................80
Instellingen voor afdrukservice (DPOF) ........................................... 81
Instellingen voor afzonderlijke opnamen............................................... 81
Instellingen voor alle opnamen.............................................................. 83
Opnamen kopiëren................................................................................ 84
5
Instellingen 86
Camera-instellingen............................................................................86
Kaarten / intern geheugen formatteren ................................................. 86
Het bedieningsgeluid in- en uitschakelen..............................................87
De datumweergave en de datum / tijd wijzigen..................................... 87
De wereldtijd instellen ........................................................................... 88
De weergavetaal wijzigen...................................................................... 89
Het schermeffect instellen..................................................................... 90
De achtergrondkleur instellen................................................................ 90
Automatische uitschakeling instellen..................................................... 91
De helderheid van de LCD-monitor instellen......................................... 91
Het video-uitgangssignaal selecteren ................................................... 92
Het opstartscherm / afsluitscherm wijzigen ........................................... 92
Gebruikersfuncties toewijzen aan de vierwegbesturing ........................93
De standaardinstellingen herstellen [Reset].......................................... 94
Bijlage 95
Lijst van plaatsnamen ........................................................................95
Berichten ............................................................................................. 96
Optionele accessoires ........................................................................ 97
Problemen oplossen ........................................................................... 98
Belangrijkste technische gegevens ................................................100
GARANTIEBEPALINGEN..................................................................102
6
Inhoud van deze handleiding
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voorbereidingen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Beschrijft wat u na aankoop van de camera moet doen alvorens opnamen te gaan maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
2 Snel aan de slag –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Beschrijft de eenvoudigste manier waarop u opnamen maakt en weergeeft. Lees dit hoofdstuk wanneer u meteen aan de slag wilt. Ook wordt uitgelegd hoe u de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard gebruikt.
3 Veel voorkomende handelingen ––––––––––––––––––––––––––––––––––
Behandelt veel voorkomende handelingen, de functies van knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere bijzonderheden de hoofdstukken [Opnamen maken], [Weergeven / Verwijderen] en [Instellingen].
4 Opnamen maken–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Behandelt verschillende manieren voor het maken van opnamen en het instellen van relevante functies, zoals instelling van de virtuele functiekiezer om andere opnamefuncties te kiezen en de selectie van de juiste Picture­functie voor de opname die moet worden gemaakt.
5 Weergeven / Verwijderen ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Beschrijft hoe u opnamen weergeeft op de camera of een TV en hoe u opnamen verwijdert.
6 Instellingen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Behandelt de instelling van camerafuncties.
7 Bijlage –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare accessoires.
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie aan.
1
2
3
4
5
6
7
A
, ,
B, C, D
F
Geeft aandachtspunten aan voor de bediening van de camera.
Symbolen boven titels geven de opnamefuncties aan die beschikbaar zijn voor die functie. Voorbeeld
,
De scherpte van de opname i nstellen
A B F D
7
De inhoud van het pakket controleren
Camera
Optio 33LF
Videokabel
I-VC2 (*)
Handleiding
(deze handleiding)
* Artikelen die zijn gemarkeerd met een (*), zijn ook beschikbaar als optionele accessoires. Zie “Optionele accessoires” (blz.97) voor meer optionele accessoires.
Draagriem
O-ST5 (*)
USB-kabel I-USB2 (*)
Handleiding
(Handleiding
computeraansluiting)
Software
(cd-rom) S-SW12
AA alkaline
batterijen (2)
8
Namen van onderdelen
Voorzijde
Achterzijde
Ontspanknop
Aan/uit-knop
Zoeker
Ingebouwde flitser
Klepje voor aansluitingen
PC / AV-aansluiting
Connector gelijkstroomingang
Zelfontspanner-LED
Objectief
Zoeker
LED scherpstelstatus (Groen)
LED flitserstatus (Rood)
Riembevestiging
LCD-monitor
Kaartklep
Batterijklep
Statiefaansluiting
9
Namen van bedieningsonderdelen
b/ Z knop
gj / DPOF-knop
q s z / i knop
Ontspanknop
Zoom / f / y knop
Q Weergaveknop
OK-knop
Vierwegbesturing (2345)
Menuknop
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens de bediening van de camera verschijnt op de LCD-monitor een bedienings­aanwijzing. In het volgende overzicht ziet u de benaming van de verschillende knoppen.
Vierwegbesturing (2) Vierwegbesturing (3) Vierwegbesturing (4) Vierwegbesturing (5) OK-knop Z knop
2 3 4 5
Menuknop
Zoom / f / y knop (Alleen voor digitale zoom en vergrote weergave)
i knop
y
10
Voorbereidingen
De draagriem bevestigen
Leid het dunne uiteinde van de riem door de riembevestiging en bevestig de riem zoals afgebeeld.
1
Voorbereidingen
11
De camera aanzetten
1
Voorbereidingen
(Bij gebruik van AA-batterijen) (Bij gebruik van CR-V3)
De batterijen in de camera plaatsen
Plaats batterijen in de camera. Gebruik twee AA-alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen of AA Ni-MH-batterijen of één CR-V3-batterij.
1 Schuif de batterijklep in de aangegeven richting en klap
de klep open.
2 Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen +- in het
batterijcompartiment.
3 Sluit de batterijklep en schuif deze horizontaal terug om de
klep te sluiten.
Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapter K-AC12 (blz.14).
12
• AA-alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen en CR-V3-batterijen zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van het batterijcompartiment niet en neem de batterijen niet uit wanneer de camera aan staat.
• Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de batterijen. Als dit niet gebeurt, kunnen de batterijen gaan lekken.
• Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd nieuwe batterijen in de camera plaats, volgt u de procedure voor “Datum en tijd instellen” (blz.22).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd om zijn geplaatst, functioneert de camera niet naar behoren.
Aantal opnamen en weergavetijd (Bij temperatuur van 25°C, met nieuwe batterijen)
Q Opnamen
(bij 50% flitsopnamen)
CR-V3 Ca. 500 opnamen CR-V3 Ca. 400 minuten AA-lithiumbatterijen Ca. 350 opnamen AA-lithiumbatterijen Ca. 300 minuten AA Ni-MH Ca. 250 opnamen AA Ni-MH Ca. 150 minuten AA-alkalinebatterijen Ca. 50 opnamen AA-alkalinebatterijen Ca. 60 minuten
Opslagcapaciteit Weergavetijd
• Deze cijfers zijn gebaseerd op standaard testomstandigheden bij PENTAX. De resultaten kunnen variëren, al naar gelang de opnamefunctie en de opnameom­standigheden.
• De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
• Vanwege de kenmerken van AA-alkalinebatterijen kunnen de camera­prestaties afnemen bij lage temperaturen. Gebruik van andere batterijen (zoals CR-V3) verdient aanbeveling bij gebruik van de camera bij lage temperaturen.
• Zorg dat u extra batterijen bij u hebt als u een verre reis maakt, opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
• U kunt de batterijen langer gebruiken als u de LCD-monitor uitschakelt en de zoeker gebruikt om opnamen te maken.
Q Weergave
Indicatie batterijniveau
Het batterijsymbool op de LCD-monitor geeft het batterijniveau aan.
# (brandt groen) : Er is nog voldoende stroom.
(brandt geel) : Batterij is bijna leeg.
$
(brandt rood) : Batterij is uitgeput.
%
[Battery Depleted] : Nadat deze melding is weergegeven, wordt de camera uitgeschakeld.
1
Voorbereidingen
13
1
1
3
Voorbereidingen
2
De netvoedingsadapter gebruiken
Als u de LCD-monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op de computer, verdient gebruik van de netvoedingsadapter K-AC12 (afzonderlijk verkrijgbaar) aanbeveling.
1 Zorg dat de camera uit staat alvorens de klep van de
aansluitingen te openen.
2 Sluit de gelijkstroomstekker van de netvoedingsadapter aan
op de gelijkstroomaansluiting van de camera.
3 Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter. 4 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
• Zet de camera uit alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Zorg dat de aansluitingen tussen de camera, de netvoedingsadapter, de connector voor het netsnoer en het stopcontact goed zijn. Als een aansluiting losraakt terwijl de camera bezig is met het vastleggen of lezen van gegevens, gaan de gegevens verloren.
• Lees aandachtig de handleiding bij gebruik van de adapter.
• Ni-MH-batterijen in de camera kunnen niet worden opgeladen door de netvoedingsadapter aan te sluiten. Om Ni-MH-batterijen op te laden, gebruikt u een batterijlader voor Ni-MH-batterijen.
K-AC12 netvoedings-
4
14
De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard plaatsen / uitnemen
Uitnemen
Voor deze camera kunt u een SD-geheugenkaart of een MultiMediaCard gebruiken. Gemaakte opnamen worden opgeslagen op de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard als er een kaart is geplaatst, of in het interne geheugen als er geen kaart is geplaatst. Zorg dat de camera is uitgeschakeld voordat u de SD­geheugenkaart / MultiMediaCard plaatst of uitneemt.
Plaatsen
1 Schuif de kaartklep naar en klap de klep open. 2 Zorg dat de kant met het etiket van de SD-geheugenkaart /
MultiMediaCard (met het symbool 2) naar de LCD-monitor is gericht en druk op de kaart tot deze vastklikt.
3 Sluit de kaartklep.
1
Voorbereidingen
Uitnemen
1 Schuif de kaartklep naar en klap de klep open. 2 Duw de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard in de richting
van de pijl.
De kaart komt iets naar buiten.
3 Duw de kaart naar buiten om deze uit te nemen. 4 Sluit de kaartklep.
15
Q
Geschat aantal opnamen, opnamepixels en kwaliteitsniveaus
Kwaliteitsniveau Best Beter Goed Filmopname
Opnamepixels
2048 × 1536 6 12 18 1600 × 1200 11 20 28
1
Voorbereidingen
1024 × 7680 25 47 62
640 × 480 57 89 119
CD E
(320 × 240)
65 seconden
• Deze cijfers betreffen het aantal opnamen bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 16 MB.
• De maximumlengte van een filmopname is bij gebruik van een MultiMediaCard 30 seconden.
• Deze cijfers zijn gebaseerd op standaard opnameomstandigheden bij PENTAX. Ze kunnen variëren, afhankelijk van factoren zoals het onderwerp, de opnameom­standigheden, de opnamefunctie en de gebruikte SD-geheugenkaart / MultiMediaCard.
Aanbeveling voor het maken van reservekopieën van gegevens
Heel soms kan het voorkomen dat de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, niet meer leesbaar zijn. Het verdient aanbeveling belangrijke gegevens op te slaan op een andere plaats dan het interne geheugen, bijvoorbeeld op uw computer.
16
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard
• Zet de camera uit alvorens de kaartklep te openen.
• SD-geheugenkaarten zijn voorzien van een schrijfbeveiliging. Wanneer u de schrijfbeveiliging instelt ([LOCK]-positie), kunnen er geen nieuwe gegevens worden opgenomen, kunnen de bestaande gegevens niet worden verwijderd en kan de kaart niet worden geformatteerd.
• Op de website van PENTAX vindt u een overzicht van SD­geheugenkaarten en MultiMediaCards die zijn gecontroleerd op compatibiliteit met de camera. Vragen over de compatibiliteit van kaarten kunnen ook worden beantwoord bij een PENTAX service center in uw omgeving.
• De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard kan heet zijn wanneer deze uit de camera wordt gehaald.
• Neem de kaart niet uit en zet de camera niet uit wanneer er gegevens worden opgeslagen op de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard, wanneer er opnamen worden weergegeven of wanneer de camera via een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig een SD-geheugenkaart /MultiMediaCard niet en stel deze niet bloot aan heftige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar deze niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Een nieuwe kaart of een kaart die is gebruikt in een andere camera, moet voor gebruik worden geformatteerd. Zie “Kaarten / intern geheugen formatteren” (blz.86) voor meer informatie over het formatteren van kaarten.
• Haal de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard nooit uit de camera tijdens het formatteren. Hierdoor kan de kaart beschadigd raken en onbruikbaar worden.
• Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op een SD­geheugenkaart / MultiMediaCard worden gewist. PENTAX aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gegevens die worden gewist. (1) Bij verkeerde behandeling van de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard
door de gebruiker
(2) Wanneer de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard wordt geplaatst in een
omgeving met statische elektriciteit of elektrische storing (3) Wanneer de kaart gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (4) Wanneer de kaart, de netvoedingsadapter of de batterij wordt
uitgenomen terwijl er gegevens worden opgeslagen op de SD-
geheugenkaart / MultiMediaCard
• De levensduur van SD-geheugenkaarten / MultiMediaCards is eindig. De opgeslagen gegevens kunnen onleesbaar worden als de kaart lange perioden niet wordt gebruikt. Maak daarom regelmatig reservekopieën van belangrijke gegevens op uw computer.
• Gebruik of bewaar kaarten niet op plaatsen waar statische elektriciteit of elektrische storing kan optreden.
• Gebruik of bewaar kaarten niet op plaatsen waar ze kunnen worden blootgesteld aan plotselinge temperatuurschommelingen, condensatie of rechtstreeks zonlicht.
Schrijfbeveiliging
1
Voorbereidingen
17
De LCD-monitor kantelen (flexibele LCD-monitor)
De LCD-monitor is horizontaal 180 graden en verticaal tot 270 graden kantelbaar. Bij het maken van zelfportretten kunt u de beelduitsnede op de monitor controleren.
1
Voorbereidingen
Als u de monitor kantelt, verandert de schermweergave dienovereenkomstig.
• De monitor kan horizontaal 180 graden worden opgeklapt.
• De monitor kan verticaal tot 270 graden worden gekanteld.
Als u de digitale camera niet gebruikt en wilt opbergen, bescherm de LCD-monitor dan door deze terug te kantelen (PENTAX Optio-logo bevindt zich aan de voorzijde).
18
Gebruik niet overmatig veel kracht bij het draaien van de LCD-monitor.
De camera aan- en uitzetten
1 Aan/uit-knop
Weergaveknop
1 Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld. De objectiefbescherming gaat open en het objectief schuift uit. Druk nogmaals op de aan/uit-knop om de camera uit te zetten.
Functie Uitsluitend weergeven
Houd de Weergaveknop ingedrukt en druk op de aan/uit-knop om de functie Uitsluitend weergeven te activeren.
• Wanneer de camera wordt aangezet in de functie Alleen weergeven, blijft de objectiefbescherming dicht en schuift het objectief niet uit.
• Om van de functie Alleen weergeven over te gaan naar de opnamefunctie drukt u twee keer achter elkaar op de aan/uit-knop.
Foto’s weergeven 1 blz.26
1
Voorbereidingen
19
Standaardinstellingen
1
Aan/uit-knop
Voorbereidingen
Vierwegbesturing
OK-knop
Menuknop
Wanneer bij inschakeling van de camera het scherm met de standaardinstellingen verschijnt, volgt u de onderstaande procedure om de weergavetaal, verblijfplaats, DST (zomer- of wintertijd) en huidige datum en tijd in te stellen. Als de datum en de tijd die rechtsonder op de LCD-monitor verschijnen wanneer u een opname meteen na het maken weergeeft, niet de actuele datum en tijd zijn, volgt u de aanwijzingen bij “De datumweergave en de datum / tijd wijzigen” (blz.87) om de juiste datum en tijd in te stellen.
De weergavetaal instellen
U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven. U hebt de keus uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Russisch, Chinees en Japans.
1 Zet de camera aan. 2 Selecteer de weergavetaal
met de vierwegbesturing (45).
De standaardinstelling is Engels.
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor instelling van de plaats verschijnt.
Initial Settings
Language/ City DST Video Out
MENU OK
Exit Ok
English
NYC
NTSC
20
U kunt de instelling wijzigen nadat die is uitgevoerd. Zie “De weergavetaal wijzigen” (blz.89).
De verblijfplaats instellen
U kunt de naam kiezen van de plaats waar u de camera gebruikt.
1 Druk op de vierwegbesturing (45) om
de gewenste plaats te selecteren (Home Town).
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor instelling van de DST-functie verschijnt.
• Zie blz.95 voor een overzicht van plaatsen en de bijbehorende codes.
• U kunt de instelling wijzigen nadat die is uitgevoerd. Zie “De wereldtijd instellen” (blz.88).
Initial Settings
Language/ City DST Video Out
MENU OK
Exit Ok
English
NYC
NTSC
De DST-functie instellen
U kunt bepalen of de DST-functie (Daylight Saving Time = zomer- of wintertijd) al dan niet moet worden weergegeven.
1 Selecteer [O (aan)] of [P (uit)]
met de vierwegbesturing (45).
De standaardinstelling is P (uit).
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor instelling van het video­uitgangssignaal verschijnt.
• U kunt de instelling wijzigen nadat die is uitgevoerd. Zie “De wereldtijd instellen” (blz.88).
Initial Settings
Language/ City DST Video Out
MENU OK
Exit Ok
English
NYC
NTSC
1
Voorbereidingen
21
Het video-uitgangssignaal instellen
U kunt het uitgangssignaal (NTSC of PAL) kiezen voor het maken of weergeven van opnamen via een TV-monitor.
1
1 Selecteer met de vierwegbesturing (45)
Voorbereidingen
het video-uitgangssignaal.
De standaardinstelling is NTSC.
2 Druk op de OK-knop.
Het scherm voor instelling van de datum en tijd
Initial Settings
Language/ City DST Video Out
MENU OK
Exit Ok
verschijnt.
• U kunt de instelling wijzigen nadat die is uitgevoerd. Zie “Het video­uitgangssignaal selecteren” (blz.92).
Datum en tijd instellen
Stel de actuele datum en tijd en de datumweergave in.
1 Selecteer met de vierwegbesturing (23)
de datum- en tijdweergave.
Date Adjust
mm
Date Style
01 / 01 /2003
00:00
MENU OK
Exit Ok
English
NYC
NTSC
/ dd / yy 24H
2 Druk op de vierwegbesturing (5).
23 verschijnt boven en onder [24H].
3 Selecteer met de vierwegbesturing (23)
24H (24-uurs weergave) of 12H (12-uurs weergave).
Wanneer 12H (12-uurs weergave) is geselecteerd, staat AM of PM voor het uur.
22
Date Adjust
mm
Date Style
MENU OK
/ dd / yy 24H
01 / 01 /2003
00:00
Exit Ok
4 Druk op de vierwegbesturing (5).
23 verschijnt boven en onder de maand.
Date Adjust
mm
Date Style
MENU OK
/ dd / yy 24H
01 / 01 /2003
00:00
Exit Ok
1
Voorbereidingen
5 Wijzig de maand
met de vierwegbesturing (23).
6 Druk op de vierwegbesturing (5).
Date Adjust
MENU OK
Date Adjust
23 verschijnt boven en onder de datum.
MENU OK
7 Stel met de vierwegbesturing (23) om
de datum in en druk nogmaals op de
Date Adjust
vierwegbesturing (5).
23 verschijnt boven en onder het jaar.
8 Herhaal stap 7 om jaar, uur en minuut in
MENU OK
te stellen.
9 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen. Wanneer u de datum en tijd instelt met de Menuknop, keert u terug naar het menuscherm. Druk nogmaals op de OK-knop.
• Als u op de Menuknop drukt voordat de instellingen gereed zijn, worden uw instellingen geannuleerd maar kunt u wel opnamen maken. In dat geval verschijnt het scherm voor de standaardinstellingen de volgende keer dat u de camera aanzet.
• De instellingen kunnen naderhand worden gewijzigd via het menuscherm. Zie “De datumweergave en de datum / tijd wijzigen” (blz.87) voor toegang tot het menu.
mm
Date Style
Date Style
Date Style
/ dd / yy 24H
03 / 01 /2003
00:00
Exit Ok
mm
/ dd / yy 24H
03 / 01 /2003
00:00
Exit Ok
mm
/ dd / yy 24H
03 / 20 /2003
00:00
Exit Ok
23
Snel aan de slag
Program
:Shooting Mode Select
Foto’s maken
Zoeker
2
Snel aan de slag
Aan/uit-knop Ontspanknop
i knop Zoom / f / y knop
LED scherpstelstatus (groen)
OK-knop LED flitserstatus (rood) LCD-monitor
Dit is de eenvoudigste manier om foto’s te maken. De flitser gaat automatisch af op basis van de lichtomstandigheden.
1 Druk op de aan/uit-knop.
c
De camera wordt aangezet. Scherm verschijnt het opnamescherm
2 Controleer het onderwerp en de
opnamegegevens op de LCD-monitor.
c verschijnt 1 seconde, daarna
d.
Program
Program
:Shooting Mode Select
:Shooting Mode Select
Het scherpstelkader in het midden van het LCD geeft het autofocusveld aan. U kunt het opnamegebied wijzigen door op de
d
zoomknop te drukken.
x Maakt het onderwerp groter. w Maakt het onderwerp kleiner.
U kunt de grootte van het onderwerp controleren door in de zoeker te kijken.
Scherpstelkader
1 seconde later
22
24
3 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader en de scherpstelstatus-LED (groen) branden wanneer de camera heeft scherpgesteld.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
De gemaakte opname wordt 0,5 seconde weergegeven op de LCD monitor (instantcontrole). De gemaakte opname wordt opgeslagen op de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of in het interne geheugen (de rode LED naast de zoeker knippert terwijl de opname wordt opgeslagen).
De ontspanknop indrukken
De ontspanknop werkt in twee stappen.
Q Tot halverwege indrukken
Druk de ontspanknop voorzichtig (tot halverwege) in om de scherpstelpositie en de belichting vast te houden. De sluitertijd en diafragmawaarde verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. De volgende gegevens worden aangegeven door de LCD-monitor, scherpstelstatus-LED en flitserstatus-LED.
1. Autofocusveld
Het kader licht tijdens het scherpstellen groen op. Het verschijnt niet wanneer er niet is scherpgesteld.
2. Scherpstelstatus-LED en de flitserstatus-LED
LED scherpstelstatus (groen) LED flitserstatus (rood) Brandt Scherpgesteld Flitser is gereed Knippert Niet scherpgesteld Flitser wordt opgeladen
U kunt geen opname maken als de flitser bezig is op te laden.
Q Volledig indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
Instantcontrole
De instelling van de Instantcontrole is de hoeveelheid tijd die elke opname wordt weergegeven onmiddellijk na het maken van de opname. De standaardinstelling is 0,5 seconde. Als u op de i knop drukt tijdens de weergave van een opname terwijl de weergavetijd voor de Instantcontrole meer dan 1 seconde is, verschijnt het menu [Delete]. Selecteer [Delete] en druk op de OK-knop om de opname te verwijderen.
De tijd voor Instantcontrole instellen 1 p.50
2
Snel aan de slag
25
Snel aan de slag
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
Foto’s weergeven
i knop
2
Snel aan de slag
Opnamen weergeven
Foto’s weergeven:
1 Druk na het maken van een opname op de Weergaveknop Q.
De gemaakte opname verschijnt op de LCD-monitor.
Een foto bij de weergave roteren
Druk op de vierwegbesturing (3). De opname wordt 90°, 180° en 270° met de klok mee gedraaid. Druk op de OK-knop om terug te gaan naar de normale weergave.
100-0030
100-0030
100-0030
100-0030
Weergaveknop Vierwegbesturing
OK-knop
LCD-monitor
100-0030
100-0030
26
1/100
1/100
1/100 F2.6 11:20
F2.6
1/100
1/100 F2.6 11:20
F2.6
10/20/2003
10/20/2003
11:20
100-0030
100-0030
10/20/2003
10/20/2003
11:20
• Filmopnamen kunnen niet worden geroteerd.
• Druk op de vierwegbesturing (2) om de opname tegen de klok in te draaien.
1/100
1/100 F2.6 11:20
F2.6
1/100
1/100 F2.6 11:20
F2.6
10/20/2003
10/20/2003
11:20
100-0030
100-0030
10/20/2003
10/20/2003
11:20
1/100 F2.6 11:20
F2.6
10/20/2003
10/20/2003
11:20
Vorige of volgende beelden weergeven
Foto’s kunnen één voor één worden weergegeven, vooruit of achteruit.
1 Druk na het maken van een opname op de Weergaveknop Q.
De opname wordt weergegeven op de LCD-monitor.
2 Druk op de vierwegbesturing (45).
Geeft de vorige opname weer.
Geeft de volgende opname weer.
Een weergegeven opname wissen
Terwijl de opname wordt weergegeven, drukt u op de i knop om het Delete-scherm op te roepen. Selecteer met de vierwegbesturing (2) de optie [Delete] en druk op de OK-knop. De opname wordt verwijderd. Druk nogmaals op de Weergaveknop of druk de ontspanknop tot halverwege in om terug te keren naar de opnamestatus.
• Wanneer u op de Weergaveknop drukt, wordt het bestand met het hoogste bestandsnummer het eerst weergegeven.
• U kunt het beeld dat wordt weergegeven op de LCD-monitor vergroten door op de zoom / f / y knop te drukken.
• Als u tijdens het aanzetten van de camera de Weergaveknop ingedrukt houdt, wordt de functie Uitsluitend weergeven geactiveerd. Bij deze functie schuift het objectief niet uit, waardoor deze functie handig is wanneer u de camera aan iemand wilt geven om de zojuist gemaakte opname te laten zien en wilt voorkomen dat het objectief wordt aangeraakt. Om over te gaan naar de opnamefunctie, zet u de camera uit en weer aan.
• Bij filmopnamen wordt het eerste beeldje weergegeven.
• Als er geen opnamen zijn opgeslagen, verschijnt het bericht [No Image].
Delete (One)
100-0107
All OK
Delete
Cancel
OK
2
Snel aan de slag
Zoomweergave 1 p.70
27
Snel aan de slag
Hoe de gemaakte opnamen weer te geven
Met deze camera gemaakte opnamen kunnen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of in het interne geheugen. Opnamen die zijn opgeslagen op een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard, kunnen worden
2
weergegeven met de camera, worden overgebracht naar
Snel aan de slag
een computer of worden afgedrukt.
Opnamen weergeven op de camera
Een van de voordelen van een digitale camera is dat u gemaakte opnamen onmiddellijk na de opname kunt bekijken. U kunt de beeldcompositie en helderheid controleren en eventueel de opname opnieuw maken als die niet naar wens is.
Foto’s weergeven 1 p.70
Opnamen weergeven op een TV
Opnamen weergeven op een TV is handig wanneer u ze met meer mensen wilt bekijken. Om opnamen weer te geven op een TV, sluit u de camera met de AV­kabel aan op de TV.
Opnamen weergeven op een TV 1 p.80
28
Opnamen weergeven op een computer
U kunt opgeslagen opnamen weergeven en bewerken op een PC door de camera met de USB-kabel aan te sluiten op de PC en de opnamen te downloaden. U kunt ook de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard uit de camera nemen en de gegevens overbrengen naar de PC met een kaartlezer. Op een laptop kunt u de kaart in een kaartadapter plaatsen en de adapter in de kaartsleuf steken om de opname­gegevens over te brengen. (Als u gebruikmaakt van andere apparatuur voor de overdracht van opnamen van de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard, raad­pleeg dan de handleiding bij uw apparatuur.)
1 Boekje: “Opnamen van de digitale camera weergeven op de computer”
Opnamen laten afdrukken door een afdrukservice
U kunt conventionele fotoafdrukken bestellen door de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard met gemaakte opnamen naar een zaak te brengen die foto’s afdrukt. Met de DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) kunt u het aantal kopieën opgeven en aangeven of de datum moet worden afgedrukt. Geef deze instellingen op voordat u de kaart naar een zaak brengt die DPOF-afdrukken kan maken.
Instellingen voor afdrukservice (DPOF) 1 p.81
2
Snel aan de slag
29
Veel voorkomende handelingen
Knopfuncties gebruiken
7
3
Veel voorkomende
Opnamefunctie
1 bknop
Wijzigt de flitsfunctie. (1 blz.42)
2 gj knop
Selecteert de zelfontspannerfunctie of de serieopnamefunctie. (1 blz.63, 66)
3 ) knop
Wijzigt de opnamefunctie als volgt. (1 blz.40) Macrofunctie, oneindig-landschapfunctie, handmatige sch erpstelfunctie
4 Zoomknop
Wijzigt de grootte van het onderwerp. (1 blz.64)
5 Weergaveknop Q
Schakelt over op de weergavefunctie. (1 blz.37)
6 Vierwegbesturing (45)
Wijzigt de LW-correctie. (1 blz.52) Met de instellingen van de Gebruikersfunctie (Custom Function) kunt u andere functies toewijzen. (1 blz.93) De MF-functie dient voor aanpassing van de scherpstelling. (1 blz.41)
7 Vierwegbesturing (23)
Geeft de virtuele functiekiezer weer en schakelt over op de opnamefunctie. (1 blz.37)
8 OK-knop
Schakelt in de opnamefunctie over op de weergavefunctie. (1 blz.38) Stelt menuonderdelen in op het menuscherm.
9 Menuknop
Geeft de menu’s [Rec.Mode], [Playback] en [Set-up] weer. (1 blz.32)
30
1 2
3 4 5
6
8 9
1 2
3 4 5
7
6
8 9
Weergavefunctie
1 Z knop
Voorkomt verwijdering van opnamen en weergave van beveiligde opnamen. (1 blz.78)
2 DPOF-knop
Bestemd voor DPOF-instellingen. (1 blz.81)
3 i knop
Verwijdert de opname. (1 blz.76)
4 Zoom / f / y knop
Geeft negen opnamen tegelijk weer wanneer f wordt ingedrukt in de standaard weergavefunctie. (1 blz.74) Wijzigt het formaat van de opname op de LCD-monitor in de Zoomweergavefunctie. (1 blz.70)
5 Weergaveknop Q
Schakelt over op de opnamefunctie.
6 Vierwegbesturing (45)
Geeft vorige of volgende opname weer. (1 blz.27)
7 Vierwegbesturing (23)
Draait de weergegeven opname 90°, 180°, 270° met de klok mee / tegen de klok in (1 blz.26).
8 OK-knop
Schakelt over op de weergavefuncties op het weergavescherm. (1 blz.73) Stelt menuonderdelen in op het menuscherm.
9 Menuknop
Geeft de menu’s [Rec.Mode], [Playback] en [Set-up] weer. (1 blz.32)
3
Veel voorkomende
31
Werken met de menu’s
Wanneer u op de Menuknop drukt, verschijnen de menu’s op de LCD-monitor. U kunt de menu’s om functies in te stellen, de instellingen op te slaan en de camera­instellingen te wijzigen.
Hoe de menu’s in te stellen
Tijdens de bediening van de menu’s verschijnt op de LCD-monitor een bedie­ningsaanwijzing.
3
1 Druk op de Menuknop
Veel voorkomende
Het menuscherm verschijnt. Het geselecteerde gebied wordt gemarkeerd.
2 Druk op de vierwegbesturing (45).
Gebruik de vierwegbesturing (45) om het menuscherm te selecteren.
3 Gebruik de vierwegbesturing (23) om een onderdeel
te selecteren.
Met de vierwegbesturing (23) verplaatst u het gemarkeerde selectiekader naar boven of beneden.
4 Gebruik de vierwegbesturing (45) om de instelling
te wijzigen. Gebruik de vierwegbesturing (5) om naar een selectiescherm te gaan (indien beschikbaar).
Als u klaar bent, drukt u op de OK-knop om terug te gaan naar het menu.
5 Druk op de OK-knop.
De instellingen worden opgeslagen en het scherm gaat terug naar de opname- of weergavefunctie.
32
Zelfs na het indrukken van de OK-knop en het verlaten van het menuscherm worden eventuele wijzigingen in de instellingen niet opgeslagen als u de camera niet op de juiste wijze uitzet (bijvoorbeeld door de batterij uit de camera te halen als deze nog aan staat).
Voorbeeld van menubediening (Bij druk op Menuknop in
Exit
OK
opnamefunctie)
Menuknop
1
Menu [A Rec. Mode]
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
22
1536
AWB Wide
Auto
Menu [Q Playback]
Playback
Protected Image Copy Image Quick Zoom Quick Delete
MENU OK
Exit OK
3secSlideshow
Show
Menu [B Set-up]
Format Beep Date Adjust World Time Language/ Screen effect
MENU OK
Exit OK
3
Set-up
mm / dd / yy
English
3
Veel voorkomende
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
3
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
3
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
4
4
3
Naar het volgende scherm
Selectiescherm
White Balance
AWB
MENU OK
Exit
Exit OK
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
OK
15362048
AWB Wide
100
33
Een menuweergave vergroten
Als u op de zoomknop (x) drukt terwijl er een menu wordt weergegeven, wordt het menu vergroot. Druk nogmaals op de zoomknop (w) om de oorspronkelijke weergave te herstellen.
Voorbeeld van bediening
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level
3
White Balance Focusing Area
Veel voorkomende
AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
Rec. Mode
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
Exit OK
2048
1536
AWB Wide
Auto
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
0.5sec
• Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt terwijl er een menu wordt weergegeven, schakelt de camera over op de opnamefunctie (of op de weergavefunctie in de functie Uitsluitend weergeven).
• Bij weergave van een menu vanuit de opnamefunctie verschijnt het menu
x
w
x
w
x
w
Rec. Mode
MENU OK
Exit OK
Rec. Mode
Recorded Pixels
15362048
MENU OK
x
Exit OK
Rec. Mode
Contrast
MENU OK
Exit OK
[A Rec. Mode]. Bij weergave van een menu vanuit de weergavefunctie verschijnt het menu [Q Playback].
• Wanneer u de camera uitzet terwijl de uitvergrote weergavefunctie nog actief is, wordt het menu vergroot weergegeven wanneer u de camera weer aanzet en op de Menuknop drukt.
34
Menulijst
Menu [A Rec. Mode]
{…Wijzigingen in de instelling worden ingeschakeld (voor functies met een *
worden instellingswijzigingen in Picture-functie uitgeschakeld).
Wijzigingen in instellingen worden uitgeschakeld.
×
A
Onderdeel Beschrijving
Recorded Pixels
Kwaliteitsniveau
White Balance
Focusing Area
AE Metering
Sensitivity
Digital Zoom
Instant Review
Memory
Sharpness Instelling van de scherpte. Normal
Saturation
Contrast Instelling van het contrast. Normal
EV Compensation
Opmerking: Functies die niet kunnen worden gewijzigd met verschijnen niet in het functiegeheugen.
Selectie van het aantal opnamepixels.
Selectie van de mate van beeldcompressie.
Aanpassing van de kleurbalans op basis van omgevingslicht.
Wijziging van het autofocusveld.
Instelling van de lichtmeetmethode ter bepaling van de belichting.
Instelling van de gevoeligheid.
Maken van opnamen met de digitale zoom.
Instelling van de weergavetijd voor Instantcontrole.
Opslaan van instellingen van [Rec. Mode] wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Instelling van de kleurverzadiging.
Correctie van de belichting tussen –2,0 en +2,0.
Standaard-
instelling
2048 × 1536
D
AWB
(automatisch)
Breed
L
(meervlaks)
Auto
O (aan)
0.5 sec
(0,5 sec.)
Normal
0.0
Picture-
functie B
F D
{
{
C Zie
Ingesteld op
320
×
240
×
blz.43
blz.44
{(*) { blz.45
{
{
{
blz.47
×
blz.48
×
blz.49
×
{{blz.65
{
{
{(*)
{(*)
{(*)
(Opmerking)
blz.50
×
{
blz.68
blz.50
×
blz.51
×
blz.51
×
{{blz.52
C (flitsfunctie, scherpstelfunctie),
3
Veel voorkomende
Met een “×” aangeduide onderdelen kunnen worden gewijzigd via het menuscherm, maar die wijzigingen worden niet weerspiegeld in de feitelijke bediening.
35
Menu [Q Playback]
Onderdeel Beschrijving Standaardinstelling Zie
Slideshow
Protected Image
Copy Image
Quick Zoom
3
Quick Delete
Veel voorkomende
Na elkaar weergeven van opgenomen beelden.
Weergave / verbergen van bestanden die zijn ingesteld als beveiligde opnamen.
Kopiëren van bestanden van en naar het interne geheugen en de SD­geheugenkaart / MultiMediaCard.
Wanneer deze functie is ingesteld, wordt de weergegeven opname bij elke druk op de zoomknop (x) achtereenvolgens 1×, 2×, 4×, 8× en 12× vergroot.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, verschijnt het scherm voor verwijderen met [Delete] geselecteerd.
3 sec (3 seconden) blz.75
Show (weergeven) blz.79
Intern geheugen
geheugenkaart
P (uit) blz.71
P (uit) blz.77
Menu [BSet-up]
Onderdeel Beschrijving Standaardinstelling Zie
Format
Beep
Date Adjust Instelling van de datum en tijd. mm / dd / jj/ blz.87 World Time Instelling van de wereldtijd. P (uit) blz.88
Language /
Screen Effect
Video Out Instelling van het video-uitgangssignaal. NTSC blz.92
Background color
Auto Power Off
Brightness Level
Screen Setting
Custom Function
Reset Herstellen van de standaardinstellingen. Cancel (annuleren) blz.94
Formattering van SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of intern geheugen.
Instelling van de geluiden voor knopbediening.
Wijziging van de taal waarin menu’s en berichten worden weergegeven.
Weergave op LCD-scherm met vloeiende overgangen.
Instelling van de achtergrondkleur van de LCD-monitor.
Automatische uitschakeling van de camera.
Instelling van de helderheid van de LCD­monitor.
Stelt het startscherm in wanneer de camera wordt ingeschakeld en het afsluitscherm wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Wijziging van de functies van de vierwegbesturing (45) in de opnamefunctie.
Cancel (annuleren) blz.86
O (aan) blz.87
Engels blz.89
O (aan) blz.90
Blauw blz.90
3 min. (3 minuten) blz.91
Normal blz.91
Blauw blz.92
m (LW-correctie) blz.93
blz.84
36
Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
Schakelen tussen functies
In de opnamefunctie kunt u opnamen maken. In de weergavefunctie kunt u opnamen weergeven of verwijderen.
Tussen de opnamefunctie en weergavefunctie schakelen
• Druk op de Weergaveknop om van de opnamefunctie over te schakelen op de weergavefunctie.
• Druk op de Weergaveknop of druk de ontspanknop tot halverwege in om van de weergavefunctie over te schakelen op naar de opnamefunctie.
Een opnamefunctie selecteren
De opnamefuncties worden geselecteerd door de virtuele functiekiezer op te roepen. Er zijn 6 verschillende opnamefuncties.
A H
(standaard-
instelling)
B
C
F
D
1 Druk op de vierwegbesturing (23)
in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Selecteer met de vierwegbesturing (23)
een functie.
Het symbool van de geselecteerde opnamefunctie wordt vergroot weergegeven. Wanneer u [Picture Mode] of [Digital Filter] selecteert, drukt u nogmaals op de vierwegbesturing (5) voor meer instellingen. Zie bladzijde 58 voor nadere bijzonderheden.
3 Druk op de OK-knop.
Het pictogram voor de geselecteerde opnamefunctie verschijnt en de camera is gereed om opnamen te maken.
Programmafunctie U kunt alle functies instellen en opnamen maken. blz.54
Picture-functies
Nachtopnamefunctie
Filmopnamefunctie Voor het maken van filmopnamen. blz.58 Panorama
Assist-functie
Digitale filterfunctie
De instellingen worden aangepast aan de situatie. Er zijn 7 verschillende Picture-functies. (De standaardinstelling is H.)
Voor het maken van opnamen in het donker, bijvoorbeeld ’s nachts.
Voor het maken van panoramaopnamen. blz.60
Voor het maken van opnamen met een kleurfilter (de standaardinstelling is zwartwit).
Program
OK
OK
blz.55
blz.57
blz.62
4
Opnamen maken
37
Opnamegegevens weergeven in de opnamefunctie
De weergave op de LCD-monitor kan worden gewijzigd door op de OK-knop te drukken.
Normale weergave
Bij het aanzetten van de camera verschijnen de opnamegegevens.
1 Flitser 2 Opnamefunctie 3 Scherpstelfunctie 4 Opnamefunctie 5 AF-kader 6 Kaart / intern geheugen 7 Resterende capaciteit 8 Batterij-indicatie
4
Opnamen maken
Histogramweergave
Er wordt informatie weergegeven over de lichtverdeling in de opname. Langs de horizontale as staat de helderheid (donkerst aan de linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs de verticale as het aantal pixels.
1 Histogram
Rasterweergave
Het raster wordt weergegeven. Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
1 2 3 4 65
8
7
22
1
22
38
Geen weergave van informatie
Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
• Het AF-kader wordt weergegeven in de autofocusfunctie en in q.
• Instellingen worden bij wijziging gedurende een aantal seconden weergegeven.
LCD-monitor uit
Schakelt de LCD-monitor uit. (De LCD­monitor wordt niet uitgeschakeld in de weergavefunctie.)
Wanneer de LCD monitor uit staat, schakelt de camera automatisch over op de normale weergave wanneer u q, z kiest.
U kunt de weergave niet uitschakelen in de functies C , F en D.
LCD-monitor uit
4
Opnamen maken
Normale weergave
De weergave-instellingen opslaan 1
blz.68
39
De scherpstelfunctie selecteren
Scherpstelfunctie
4
(geen
Opnamen maken
symbool)
Autofocus
q Macro
s Oneindig-landschap
Handmatig
z
scherpstellen
1 Druk op de knop ) in de opnamefunctie.
Elke keer dat u op deze knop drukt, verandert de scherpstelfunctie en wordt de huidige instelling weergegeven op de LCD-monitor. De camera is gereed voor het maken van een opname met de ingestelde scherpstelfunctie.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in het autofo­cusveld. Gebruik deze functie wanneer de afstand tot het onderwerp meer dan 40 cm is.
Gebruik deze functie wanneer de afstand tot het onderwerp 10 tot 50 cm is. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in het autofocusveld.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen van onderwerpen in de verte.
Gebruik deze functie om de scherpstelling handmatig aan te passen met de vierwegbesturing (23).
1
40
• De standaard scherpstelfunctie is [Autofocus].
• In de filmopnamefunctie (1 blz.58) is de scherpstelfunctie ingesteld op [Autofocus].
Handmatig scherpstellen
Wanneer u drukt op de vierwegbesturing (45) in de functie z, wordt het middengedeelte van de opname uitvergroot tot het volledige scherm op de LCD-monitor. Controleer het beeld op de monitor en pas de scherpstelling aan met de vierwegbesturing (45).
Voor scherpstelling veraf
Voor scherpstelling dichterbij
Nadat de scherpstelling is ingesteld, drukt u op een knop, uitgezonderd de vierwegbesturing (45), of haalt u uw vinger van de vierwegbesturing. Twee seconden later wordt de normale weergave hersteld.
• Houd bij het scherpstellen de vierwegbesturing (45) ingedrukt om snel scherp te stellen.
• Bij gebruik van de digitale zoom wordt de vergrote weergave op het volledige scherm in overeenstemming gebracht met de grotere vergrotingsfactor en weergave.
4
Opnamen maken
De scherpstelfunctie opslaan 1
blz.68
[Omstandigheden die scherpstellen bemoeilijken]
Onder de volgende omstandigheden kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het onderwerp. Als dit het geval is, vergrendelt u eerst de scherpstelling van de camera (druk de ontspanknop tot halverwege in) op een voorwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het onderwerp dat u wilt vast­leggen. Blijf de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houden, richt de camera weer op het onderwerp dat u wilt vastleggen en druk de ontspanknop helemaal in.
• Tegen achtergronden met extreem weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
• Omstandigheden die de weerkaatsing van licht bemoeilijken, zoals donkere plaatsen of volledig zwarte voorwerpen
• Opnamen van uitsluitend horizontale lijnen of gedetailleerde patronen
• Voorwerpen die met een zeer hoge snelheid bewegen
• Voorwerpen dichtbij en veraf op dezelfde opname
• Sterk weerkaatst licht, sterk tegenlicht (wanneer de omgeving zeer licht is)
41
De flitsfunctie selecteren
1
4
Opnamen maken
(geen
symbool)
Automatisch flitsen
Flitser uit De flitser gaat nooit af, ongeacht de lichtomstandigheden.
a
Flitser aan De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
b
Automatisch flitsen + rode-
c
ogenreductie
Flitser aan + rode-
d
ogenreductie
• Als de opnamefunctie is ingesteld op C, serieopnamen of oneindig/ landschap, is de flitser uitgeschakeld.
• Als de flitser wordt gebruikt, gaat deze altijd één keer af voorafgaand aan de opname, ter ondersteuning van de lichtmeting. Bij [automatisch flitsen + rode-ogenreductie] of [flitser aan + rode-ogenreductie]
• gaat de flitser één keer af voorafgaand aan de opname om ervoor te zorgen dat de pupillen van de ogen van het onderwerp samentrekken, kort voordat de flitser afgaat voor het maken van de opname.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser gaat automatisch af.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
1 Druk in de opnamefunctie op de b knop.
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende symbool op de LCD-monitor. De camera is gereed voor het maken van een opname met de geselecteerde flitsfunctie.
Scherpstelstatus-LED en flitserstatus-LED 1 blz.25 De flitsfunctie opslaan 1 blz.68
42
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
De opnamepixels selecteren
U kunt het aantal opnamepixels selecteren: [2048×1536], [1600×1200], [1024
×
768] of [640×480]. Hoe meer pixels er zijn, des te groter de opname en het bestand worden. De bestandsgrootte hangt ook af van het ingestelde kwaliteitsniveau.
2048 × 1536 Geschikt voor afdrukken op A4-papier. 1600 × 1200 Geschikt voor afdrukken op A5-papier. 1024 × 7680 Geschikt voor afdrukken op briefkaarten.
640 × 480
1 Selecteer [Recorded Pixels] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om de opnamepixels te wijzigen.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Geschikt om als bijlage voor e-mailberichten te gebruiken of bij het maken van websites.
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
4
Opnamen maken
• Het aantal opnamepixels is vast ingesteld op 320 × 240 in de filmopnamefunctie.
• U kunt een opname met een hogere kwaliteit afdrukken door het aantal opnamepixels te vergroten.
43
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
Het kwaliteitsniveau selecteren
4
Selectie van de mate van compressie voor de opname.
Opnamen maken
Hoe meer E er zijn, des te beter de kwaliteit wordt en des te groter het bestand. De bestandsgrootte van een opname hangt ook af van de instelling van het aantal opnamepixels.
Deze optie heeft de minste compressie en is geschikt voor het a fdrukken
C
D
E
1 Selecteer [Quality Level] in het menu [A Rec. Mode].
2 Wijzig de beeldkwaliteit
3 Druk op de OK-knop.
Best
van grote opnamen op A4-papier. Deze optie heeft een standaardcompressie en is geschikt voor het afdrukken
Beter
van standaardfoto’s of voor weergave op een computerscherm. Hoogste mate van compressie. Geschikt om als bijlage voor e-mailberichten
Goed
te gebruiken of voor het maken van websites.
met de vierwegbesturing (45).
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
44
Rec. Mode
Exit
OK
2, 3
4 1
1
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
A B C F D
De witbalans aanpassen
U kunt opnamen maken met natuurlijke kleuren door de witbalans aan te passen aan de lichtomstandigheden van het opnametijdstip.
F Auto De camera verricht de aanpassing automatisch.
Daglicht Voor het maken van buitenopnamen in zonlicht.
G
Schaduw Voor het maken van buitenopnamen in de schaduw.
H
Kunstlicht
I
(gloeilamp) TL-licht Voor het maken van opnamen onder TL-licht.
J
Handmatig
K
1 Selecteer [White Balance] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor selectie van de witbalans verschijnt.
3 Selecteer de instelling
met de vierwegbesturing (23).
4 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Voor het maken van opnamen onder een gloeilamp of ander kunstlicht.
Voor het maken van opnamen waarbij u de witbalans handmatig wilt instellen.
White Balance
AWB
MENU OK
Exit
Exit OK
OK
De witbalans opslaan 1 blz.68
4
Opnamen maken
U kunt de instelling wijzigen in de Picture-functie, maar deze wijzigingen hebben geen invloed bij het maken van opnamen.
45
Handmatig instellen
Exit
OK
1 Selecteer [K] (handmatig) op het scherm
voor selectie van de witbalans.
2 Richt de camera op een leeg stuk papier,
zodat dit het scherm vult.
3 Druk op de OK-knop.
De witbalans wordt automatisch aangepast. Op de LCD-monitor verschijnt [Complete] en het menuscherm verschijnt weer.
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
4
Opnamen maken
White Balance
AWB
MENU OK
Exit
Exit OK
OK
46
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
Het scherpstelveld instellen
U kunt u het autofocusveld wijzigen.
Breed Normaal bereik.
Spot Het autofocusveld wordt kleiner.
1 Selecteer [Focusing Area] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om de instelling te wijzigen.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Het scherpstelveld opslaan 1 blz.68
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
4
Opnamen maken
47
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
Het lichtmeetsysteem instellen
4
U kunt selecteren welk deel van het scherm wordt gebruikt om het licht te meten
Opnamen maken
en de belichting bepalen.
Meervlaks De belichting wordt bepaald op basis van het volledige scherm.
L
Met nadruk op
M
het midden
Spot
N
1 Selecteer [AE Metering] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om de instelling te wijzigen.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
De belichting wordt hoofdzakelijk bepaald op basis van het midden van het scherm.
De belichting wordt uitsluitend bepaald op basis van het kleine veld in het midden van het scherm.
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
De lichtmeting voor automatische belichting opslaan
blz.68
1
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
48
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
De gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Auto De camera verricht de aanpassing automatisch.
100
• Bij een lagere gevoeligheid (lager getal) wordt de opname scherper
200
400
1 Selecteer [Sensitivity] in het menu [A Rec. Mode].
2 Wijzig de gevoeligheid
3 Druk op de OK-knop.
met minder ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.
• Hoe hoger de gevoeligheid (hoger getal), des te korter is de sluitertijd bij weinig licht. De opname bevat echter wel meer ruis.
met de vierwegbesturing (45).
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity Auto
MENU OK
Exit OK
De enige beschikbare automatische instellingen zijn 100 en 200.
15362048Recorded Pixels
AWB Wide
4
Opnamen maken
De gevoeligheid opslaan 1
blz.68
49
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
De tijd voor Instantcontrole instellen
4
U kunt de tijd voor de Instantcontrole selecteren: 0,5 sec, 1 sec,2 sec, 3 sec,
Opnamen maken
5 sec of OFF (geen weergave).
1 Selecteer [Instant Review] in het menu [A Rec. Mode].
2 Wijzig de weergavetijd
met de vierwegbesturing (45).
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
Exit OK
A B F D
De opnamescherpte instellen
U kunt de contouren van een opname scherp of zacht maken.
1 Selecteer [Sharpness] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om x (normaal), z (scherp) of y (zacht) te selecteren.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
Exit OK
0.5sec
0.5sec
50
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B F D
De kleurverzadiging instellen
U kunt de kleurverzadiging instellen.
1 Selecteer [Saturation] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om x (normaal), z (hoog) of y (laag) te selecteren.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
Exit OK
A B F D
Het contrast van de opname instellen
U kunt het opnamecontrast instellen.
1 Selecteer [Contrast] in het menu [A Rec. Mode]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45) om
x (normaal), z (hoog) of y (laag) te selecteren.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
Exit OK
4
Opnamen maken
0.5sec
0.5sec
51
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
2
3
AE Metering Sensitivity
MENU OK
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
1
A B C F D
Belichtingscorrectie
4
U kunt opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
Opnamen maken
1 Selecteer [EV Compensation] in het menu [A Rec. Mode] 2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om de LW-correctie te selecteren.
Ga naar de + kant voor overbelichting of naar de – kant voor onderbelichting. LW-correctiewaarden kunnen worden geselecteerd in stappen van 1/3 LW binnen een bereik van -2,0 LW tot +2,0 LW.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
De belichtingscorrectie opslaan 1 blz.68
De standaardinstelling van de gebruikersfunctie voor de vierwegbesturing (45) is LW-correctie. (1 blz.93)
Rec. Mode
MENU OK
Exit OK
0.0EV Compensation
52
MEMO
53
Opnamen maken
Wanneer er een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard is geplaatst, worden alle opnamen opgeslagen op de kaart. Als er geen kaart is geplaatst, worden de opnamen opgeslagen in het interne geheugen.
4
1, 2
4
3
Opnamen maken
Opnamen maken met ingestelde functies (Programmafunctie)
In de programmastand (A) stelt de camera automatisch de sluitertijden het diafragma in voor het maken van foto’s. U kunt echter wel andereandere functies selecteren, zoals de flitserfunctie of de serieopnamefunctie.
1 Druk op de vierwegbesturing (23) in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Select [Program (A)] met de
vierwegbesturing (23).
3 • Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
• Stel de functies in die u wilt gebruiken.
Zie “De opnamefuncties instellen” (blz.37 tot blz.52) voor aanwijzingen.
4 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
Foto’s maken 1 blz.24
54
Program
OK
OK
6
1, 2, 3, 4
5
Opnamen optimaal aanpassen aan de opnameom­standigheden (Picture-functies)
U kunt een Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie.
Picture-functie
De Picture-functie telt zeven functies.
Landschap
H
(standaardinstelling) Bloemen Voor betere foto’s van bloemen.
I
Portret Voor betere portretfoto’s.
J
Zelfportret Voor betere zelfportretten of foto’s waar u zelf ook op staat.
M
Strand
>
Sneeuw
{
Zonsondergang
K
1 Druk op de vierwegbesturing (23) in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om de [Picture Mode (H)]-kiezer te selecteren.
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
De Picture-functiekiezer verschijnt.
4 Gebruik de vierwegbesturing (23) om
het symbool voor de gewenste Picture­functie te selecteren.
Voor betere foto’s van landschappen.
Voor betere foto’s die worden gemaakt bij fotografisch moeilijke achtergronden, zoals een strand.
Voor betere foto’s die worden gemaakt bij fotografisch moeilijke achtergronden, zoals sneeuw.
Prachtige resultaten op foto’s van zonsondergang of zonsopkomst.
Picture Mode
OK
OK
Picture Mode
4
Opnamen maken
Portrait
OK
OK
55
5 Druk op de OK-knop.
De Picture-functie is geselecteerd.
6 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
• In de Picture-functie kunt u ook de ontspanknop tot halverwege indrukken of op een andere knop dan de vierwegbesturing drukken om de selectie te effectueren.
• Bij de Picture-functie wordt voor belichtingscorrectie, kleurverzadiging, scherpte, witbalans en contrast automatisch de optimale waarde voor elke functie ingesteld (u kunt de ingestelde waarden wijzigen, maar deze wijzigingen hebben geen invloed op de bediening).
Zelfportretopnamen maken
U kunt de LCD-monitor draaien terwijl u een zelfportret of een foto van uzelf en iemand anders maakt, zodat u uzelf kunt controleren op de LCD-monitor terwijl u
4
de opname maakt.
Opnamen maken
1 Selecteer [Picture Mode] op de virtuele functiekiezer en stel
de functie [Self-portrait (M)] in.
2 Draai de LCD-monitor.
U kunt uzelf controleren op de LCD-monitor. Wanneer u de LCD-monitor draait, wordt ook de opname op de LCD­monitor gedraaid. Kijk in de lens voordat u de opname maakt om er zeker van te zijn dat uw gezichtsuitdrukking natuurlijk is.
3 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
• De gemaakte opname wordt opgeslagen zonder te worden gedraaid.
• Als het indrukken van de ontspanknop camerabeweging veroorzaakt, vooral bij het maken van opnamen met weinig licht, kunt u de camera het beste op een statief of een geschikt vlak plaatsen en de zelfontspanner gebruiken.
De LCD-monitor draaien 1 blz.18 Opnamen optimaal aanpassen aan de opnameomstandigheden (Picture-functies) 1 blz.55
56
4
1, 2
3
Opnamen maken in het donker (Nachtopnamefunctie)
De instellingen in deze functie zijn geschikt voor het maken van opnamen in het donker.
1 Druk op de vierwegbesturing (23) in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Night Scene Mode (B)] te selecteren.
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
4 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
De ontspanknop indrukken 1 blz.25 Foto’s weergeven 1
blz.26
Night Scene Mode
OK
OK
4
Opnamen maken
De totale opnametijd is langer dan de ingestelde lange sluitertijd wanneer de ruisreductiefunctie actief is om ruis te onderdrukken.
De sluitertijd wordt langer wanneer u opnamen in het donker maakt. Als u wilt voorkomen dat de camera beweegt, plaatst u deze op een statief of een ander stabiel oppervlak.
57
4, 5
0:2222
1, 2
3
Filmopnamen maken (Filmopnamefunctie)
Met deze functie kunt u filmopnamen maken. Bij gebruik van een SD-geheugenkaart of het interne geheugen kunt u blijven
4
opnemen tot het geheugen vol is.
Opnamen maken
Bij gebruik van een MultiMediaCard is de maximumlengte van een filmopname (1 set) is ongeveer 30 seconden. Er kan geen geluid worden opgenomen.
1 Druk op de vierwegbesturing (23) in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Movie (C)] te selecteren.
3 Druk op de OK-knop.
1 Symbool ’flitser uit’ 2 Symbool ’film’ 3 Kaart / intern geheugen 4 Resterende capaciteit 5 Resterende filmopnamen (sets)
(bij gebruik van MultiMediaCard)
Movie
OK
OK
1 2 4 53
00: 22
00:
1
1
58
4 Druk op de ontspanknop.
De opname start. U kunt het beeldformaat wijzigen met de zoomknop.
x Onderwerp wordt groter. w Onderwerp wordt kleiner.
5 Druk op de ontspanknop.
De opname stopt. De resterende beschikbare opnametijd wordt aangegeven.
Een opname maken door de ontspanknop ingedrukt te houden
Wanneer u de ontspanknop langer dan een seconde ingedrukt houdt, worden er opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Het opnemen stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
Filmopnamen weergeven 1 blz.72
Filmopnamen worden opgeslagen in de indeling AVI (Motion JPEG). Met de meegeleverde software (ACDSee for PENTAX) kunt u filmopnamen probleemloos afspelen op een computer.
• Bij de filmopnamefunctie werkt de flitser niet.
• Bij de filmopnamefunctie zijn serieopnamen niet mogelijk.
• Bij de filmopnamefunctie kan de LCD-monitor niet worden uitgezet.
• De enige scherpstelfunctie die beschikbaar is in de filmopnamefunctie, is Autofocus.
4
Opnamen maken
59
5, 6
Se t
sh ift di rec ti on
1, 2, 4
3, 7
Panoramaopnamen maken (Panorama Assist-functie)
Met de meegeleverde software (ACDSee for PENTAX) kunt u meerdere opnamen samenvoegen en zo heel eenvoudig panoramaopnamen maken. Met de Panorama
4
Assist-functie combineert u gemaakte opnamen, waarbij u de randen laat
Opnamen maken
overlappen om één panoramafoto te maken.
1 Druk op de vierwegbesturing (23) in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Panorama Assist
(F)] te selecteren.
3 Druk op de OK-knop. 4 Gebruik de vierwegbesturing om aan
te geven aan welke zijde de opnamen moeten worden samengevoegd.
4 De opnamen worden aan de linkerzijde
samengevoegd.
5 De opnamen worden aan de rechterzijde
samengevoegd.
2 De opnamen worden aan de bovenzijde samengevoegd. 3 De opnamen worden aan de onderzijde samengevoegd.
Bij de volgende beschrijving is ervan uitgegaan dat 5 is geselecteerd.
5 Maak de eerste opname.
Druk de ontspanknop in om de eerste opname te maken. De rechterzijde van de opname wordt transparant weergegeven aan de linkerzijde van de LCD-monitor.
Set
Set
shift direction
shift direction
OK
60
6 Beweeg de camera naar rechts en maak
de tweede opname.
Plaats de camera zodanig dat de vaste weergave (de eerste opname) de linkerkant van de transparante weergave overlapt en druk de ontspanknop in. Herhaal deze procedure voor de derde en volgende opnamen.
7 Druk op de OK-knop.
U keert terug naar stap 4.
Om de Panorama Assist-functie te annuleren, schakelt u met de vierwegbesturing (23) over op een andere functie.
OK
• Met de camera zelf kunnen geen panoramaopnamen worden gemaakt. Met de meegeleverde software (ACDSee for PENTAX) kunt u de opnamen samenvoegen. Nadere bijzonderheden over het maken van panoramaopnamen zijn te vinden in het losse boekje “Opnamen van de digitale camera weergeven op de computer”.
• Serieopnamen zijn niet mogelijk in de Panorama Assist-functie.
• De LCD-monitor kan niet worden uitgeschakeld in de Panorama Assist­functie.
• Als u opnamen wilt samenvoegen om een panoramaopname te maken, hebt u een Windows-computer nodig. De software die bij de camera wordt geleverd, wordt niet ondersteund door Macintosh.
4
Opnamen maken
61
6
1, 2, 3, 4
5
Opnamen maken met filters (digitale filterfunctie)
U kunt opnamen maken met digitale filters in een aantal verschillende kleuren, zoals rood, blauw en groen.
4
Opnamen maken
Filters
Er zijn kleurenfilters in acht kleuren: zwartwit, sepia, rood, groen, blauw, zwartwit + rood, zwartwit + groen en zwartwit + blauw. Wanneer u in de digitale filterfunctie een kleurenfilter selecteert, wordt de weergave op de LCD-monitor gefilterd door de geselecteerde kleur en worden de opnamen in die kleur gemaakt.
1 Druk op de vierwegbesturing (23) in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Digital Filter (D)] te selecteren.
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor selectie van filters verschijnt.
4 Selecteer het gewenste filter met
de vierwegbesturing (23).
5 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
6 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
Digital Filter
OK
OK
Digital Filter
B&W
OK
OK
62
2
1
A BD
Serieopnamen maken (Serieopnamefunctie)
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er continu opnamen gemaakt.
1 Druk op de knop gj in de opnamefunctie
om j weer te geven op de LCD-monitor.
2 Druk op de ontspanknop.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er continu opnamen gemaakt. Het opnemen stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
Foto’s weergeven 1 blz.26
• De serieopnamefunctie kan worden gebruikt tot de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard vol is.
• Het interval tussen serieopnamen hangt af van de instelling van de opnamepixels en het kwaliteitsniveau.
4
Opnamen maken
33
• Bij de serieopnamefunctie werkt de flitser niet.
• Serieopnamen zijn niet mogelijk in de filmopnamefunctie en de Panorama Assist-functie.
63
1
A B F D
De zoom gebruiken
U kunt de zoom gebruiken om opnamen te maken in de telestand of de
4
groothoekstand.
Opnamen maken
1 Druk op de zoomknop in de
opnamefunctie.
x Tele: onderwerp wordt groter. w Groothoek: onderwerp wordt kleiner.
33
64
Wanneer de digitale zoomfunctie is uitgeschakeld, kunt u objecten maximaal drie keer vergroot opnemen met de optische zoom.
Zoombalk
Bereik van de digitale
Is de digitale zoomfunctie ingeschakeld, dan kunt u het onderwerp tot maximaal 8 keer verder uitvergroten.
Als de digitale zoom is
De zoompositie opslaan 1 blz.68
• Bij gebruik van de digitale zoom worden opnamen korreliger.
• Des te groter de zoomfactor is, des te meer de opname wordt beïnvloed door camerabeweging. Plaats de camera op een statief of een stabiel oppervlak om camerabeweging te voorkomen.
ingeschakeld
zoom
33
2, 3
4 1
1
De digitale zoomfunctie inschakelen
1 Druk op de Menuknop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Digital Zoom] te selecteren.
3 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om [O (aan)] te selecteren.
4 Druk op de OK-knop.
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Wanneer u de LCD-monitor uitschakelt, wordt ook de digitale zoom functie uitgeschakeld.
Kijk bij gebruik van de digitale zoom op de LCD-monitor om de opname in te kaderen.
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1 blz.68
4
Opnamen maken
Rec. Mode
0.5
Exit OK
65
2
1
A B C F D
De zelfontspanner
4
10 seconden of 2 seconden na het indrukken van de ontspanknop wordt de
Opnamen maken
opname gemaakt.
1 Druk op de knop gj in de opnamefunctie
om g of r weer te geven op de LCD­monitor.
2 Druk op de ontspanknop.
g De zelfontspanner wordt geactiveerd en
de zelfontspanner-LED brandt ongeveer 7 seconden. Ongeveer 3 seconden nadat de zelfontspanner-LED begint te knipperen, wordt de opname gemaakt.
r De zelfontspanner wordt geactiveerd en ongeveer 2 seconden
nadat de zelfontspanner-LED begint te knipperen, wordt de opname gemaakt.
• Op de LCD-monitor is het aftellen zichtbaar.
• Als u tijdens het aftellen op de vierwegbesturing of de Menuknop drukt, wordt de zelfontspanner geannuleerd.
33
66
Foto’s weergeven 1 blz.26 Zelfportretopnamen maken 1 blz.56
MEMO
67
De instellingen opslaan
De menuonderdelen opslaan (Memory)
U kunt bepalen of de ingestelde waarden al dan niet moeten worden opgeslagen bij uitschakeling van de camera. Als u [O (aan)]selecteert, slaat de camera de instellingen op voordat de camera wordt uitgeschakeld. Als u [P (uit)] selecteert, worden de standaardinstellingen actief bij uitschakeling van de camera.
Onderdeel Beschrijving
Flash
EV Compensation Slaat de instelling van de belichtingscorrectie op. P
White Balance
4
Opnamen maken
Focusing Area
AE Metering
Sensitivity Slaat de instelling van [Sensitivity] in het menu [Rec. Mode] op. P
Digital Zoom
Focus Mode Slaat de instelling van de scherpstelfunctie op. P Zoom Position Slaat de instelling van de zoompositie op. P Display Slaat de weergavefunctie voor de LCD-monitor op. P
File #
• Menuonderdelen die niet zijn opgenomen in [Memory], worden bij uitschakeling van de camera opgeslagen met die instellingen die voor elke functie in de menu’s waren geselecteerd.
• Zoomposities die zijn ingesteld in het digitale zoombereik, worden niet opgeslagen, ook niet als [Zoom Position] is ingesteld op [O (aan)] in [Memory].
Slaat de instelling van de flitsfunctie op die is geselecteerd met de knop.
Slaat de instelling van [White Balance] in het menu [Rec. Mode] op.
Slaat de instelling van [Focusing Area] in het menu [Rec. Mode] op.
Slaat de instelling van [AE Metering] in het menu [Rec. Mode] op.
Slaat de instelling van [Digital Zoom] in het menu [Rec. Mode] op.
Slaat de bestandsnummers op. Bestandsnummers zijn altijd opeenvolgend, zelfs na het omwisselen van de SD­geheugenkaart / MultiMediaCard.
Standaard-
instelling
O
P
P
P
O
O
68
2, 3, 4, 5
6 1
1
1 Druk op de Menuknop in de opnamefunctie. 2 Gebruik de vierwegbesturing (23) om
[Memory] te selecteren.
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het menu [Memory] verschijnt.
Rec. Mode
Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation Contrast
MENU OK
Exit OK
0.5
4
Opnamen maken
4 Selecteer het onderdeel met de
vierwegbesturing (23).
5 Selecteer [O (aan)] of [P (uit)] met de
vierwegbesturing (45).
6 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Memory
Flash EV Compensation White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
69
Weergeven / Verwijderen
x1.0
Opnamen weergeven
Wanneer er een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard is geplaatst, worden de op de kaart opgeslagen opnamen weergegeven. Als er geen kaart is geplaatst, worden de opnamen in het interne geheugen weergegeven.
3
2 1
Foto’s weergeven
Zie “Opnamen weergeven” (blz.26) en “Vorige of volgende beelden weergeven” (blz.27).
5
Weergeven / Verwijderen
Zoomweergave
U kunt opnamen met een vergroting van maximaal 12 keer weergeven. Tijdens de vergroting verschijnt op de LCD-monitor een bedieningsaanwijzing.
1 In de weergavefunctie selecteert u met de vierwegbesturing
(45) de opname die u wilt vergroten.
2 Druk op x / y op de Zoom / f / y knop.
De opname wordt vergroot (1 tot 12 keer). Blijf op de knop drukken om de opname steeds verder uit te vergroten.
• Handelingen die beschikbaar zijn tijdens de zoomweergave:
Vierwegbesturing (2345) Verplaatst de zoompositie Zoom / f / y knop (x) Maakt de opname groter Zoom / f / y knop (w) Maakt de opname kleiner
3 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Filmopnamen kunnen niet worden vergroot.
x1.0
x1.0
70
2, 3
4 1
1
Quick Zoom (snel zoomen) in- en uitschakelen
Wanneer Quick Zoom is ingeschakeld, wordt bij de uitvergrote weergave de opname achtereenvolgens 1×, 2×, 4×, 8× en 12× uitvergroot door herhaald op de zoomknop (x) te drukken.
1 Druk op de Menuknop in de
weergavefunctie.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Quick Zoom] te selecteren.
Playback
Slideshow Protected Image Copy Image Quick Zoom Quick Delete
MENU OK
Exit OK
3sec
Show
3 Selecteer [O (aan)] of [P (uit)] met de
vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Weergeven / Verwijderen
71
4
100-0049
100-0049
11:20
100-0049
10/20/2003
1, 2, 3
Filmopnamen weergeven
U kunt filmopnamen weergeven. Tijdens de weergave verschijnen op de LCD­monitor bedieningsaanwijzingen.
1 In de weergavefunctie selecteert u met de vierwegbesturing
(45) de filmopname die u wilt weergeven.
2 Druk op de vierwegbesturing (2).
5
Weergeven / Verwijderen
De weergave begint.
• Handelingen die beschikbaar zijn tijdens de weergave:
Vierwegbesturing (4) Achteruit weergeven Vierwegbesturing (5) Vooruit weergeven Vierwegbesturing (2)Pauze
• Handelingen die beschikbaar zijn tijdens een pauze:
Vierwegbesturing (4) Eén beeldje terug Vierwegbesturing (5) Eén beeldje vooruit Vierwegbesturing (2) Annuleert de pauze (de weergave wordt hervat).
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
4 Druk op de Weergaveknop Q.
De camera schakelt over op de ingestelde opnamefunctie.
100-0049
100-0049
100-0049
100-0049
10/20/2003
10/20/2003
11:20
11:20
72
Opnamegegevens weergeven in de weergavefunctie
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
100-0030
1/100 F2.6
11:20
10/20/2003
Op de LCD-monitor kunnen opnamegegevens worden weergegeven. Druk op de OK-knop om te bepalen welke informatie wordt weergegeven.
Normale weergave
Er worden opnamegegevens weergegeven
1 Weergavefunctie 2 Symbool ’beveiliging’ 3 Bestandsnummer 4 Bedieningsaanwijzing voor
de vierwegbesturing
5 Sluitertijd 6 Diafragma 7 Batterij-indicatie 8 Datum en tijd
De bedieningsaanwijzing voor de vierwegbesturing wordt twee seconden weergegeven nadat is overgeschakeld naar de weergavefunctie.
Histogramweergave
Geeft informatie weer over de helderheidsverdeling. Langs de horizontale as staat de helderheid (donkerst aan de linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs de verticale as het aantal pixels.
1 Histogram
Weergave uit
Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
1 3 42
100-0030
100-0030
1/100
1/100 F2.6 11:20
F2.6
10/20/2003
10/20/2003
11:20
765 8
1
100-0030
100-0030
1/100
1/100 F2.6 11:20
F2.6
10/20/2003
10/20/2003
11:20
5
Weergeven / Verwijderen
De LCD-monitor kan niet worden uitgeschakeld in de weergavefunctie.
Normale weergave
73
2, 3 1
Weergave van negen opnamen tegelijk
U kunt negen opnamen tegelijk weergeven.
1 In de weergavefunctie selecteert u met de vierwegbesturing
(45) een opname.
2 Druk op w / f op de Zoom / f / y
5
Weergeven / Verwijderen
knop.
Er worden maximaal negen kleine opnamen tegelijk weergegeven. Selecteer met de vierwegbesturing (2345) een opname. Aan de rechterkant van het scherm verschijnt een schuifbalk. Als op de onderste rij een opname is geselecteerd, verschijnen bij een druk op de vierwegbesturing (3) de volgende negen opnamen.
3 Druk op f / y op de Zoom / f / y knop.
De geselecteerde opname wordt afzonderlijk weergegeven. Bij filmopnamen wordt het eerste beeldje weergegeven.
Beveiligde opnamen die zijn ingesteld op [Hide] (verbergen) (blz.78, 79) worden niet weergegeven.
Geselecteerde opname
100-0030
Schuifbalk
74
1, 3, 4
5 2
Diavoorstelling
U kunt alle opnamen die zijn opgeslagen op de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard doorlopend weergeven. Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden alle opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen, doorlopend weergegeven.
1 In de weergavefunctie selecteert u met de vierwegbesturing
(45) de eerste opname voor de diavoorstelling.
2 Druk op de Menuknop.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
3 Selecteer [Slideshow] met de
vierwegbesturing (23).
4 Wijzig het weergave-interval met de
vierwegbesturing (45).
U hebt de keuze uit: 3 sec, 5 sec, 10 sec, 15 sec, 20 sec en 30 sec.
5 Druk op de OK-knop.
De weergave begint met het ingestelde interval.
• Als u tijdens de doorlopende weergave op een knop drukt (bijvoorbeeld de vierwegbesturing of de Menuknop), stopt de diavoorstelling.
• De diavoorstelling gaat verder totdat u op een knop drukt.
• Filmopnamen worden volledig weergegeven, waarna de volgende filmopname wordt weergegeven, ongeacht het ingestelde weergave-interval.
Playback
Slideshow Protected Image Copy Image Quick Zoom Quick Delete
MENU OK
Exit OK
3sec
Show
5
Weergeven / Verwijderen
75
Opnamen verwijderen
2
1, 3
4
Eén opname verwijderen
1 In de weergavefunctie selecteert u met de vierwegbesturing
(45) de opname die u wilt verwijderen.
2 Druk op de i knop.
5
Weergeven / Verwijderen
Het scherm voor verwijdering van opnamen verschijnt.
3 Selecteer [Delete] met de vierwegbesturing
(2).
4 Druk op de OK-knop.
• U kunt ook weergegeven opnamen verwijderen in de Instantcontrole (blz.25).
• Beveiligde (Z) opnamen kunnen niet worden verwijderd, tenzij ze zijn ingesteld op [Hide] (verbergen).
Alle opnamen verwijderen
U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer verwijderen.
• Als opnamen eenmaal zijn verwijderd, kunnen ze niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde (Z) opnamen kunnen niet worden verwijderd, tenzij ze zijn ingesteld op [Hide] (verbergen).
• Wanneer er een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard is geplaatst, kunnen alleen op de kaart opgeslagen opnamen worden verwijderd.
1 Druk in de weergavefunctie twee keer op
de knop i.
Het scherm voor verwijdering van alle opnamen verschijnt.
2 Selecteer [Delete] met de vierwegbesturing
(2).
3 Druk op de OK-knop.
76
Delete (One)
100-0107
All OK
Delete (All)
Delete all images
on memory card?
Delete
Cancel
OK
OK
Delete
Cancel
OK
2, 3
4 1
Quick Delete (snel verwijderen) in- en uitschakelen
Wanneer Quick Delete is ingeschakeld en de camera zich in de functie voor verwijdering van één opname bevindt, verschijnt het scherm voor verwijdering, waarop [Delete] al is geselecteerd.
1 Druk op de Menuknop in de
weergavefunctie.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Quick Delete] te selecteren.
Playback
Slideshow Protected Image Copy Image Quick Zoom Quick Delete
MENU OK
Exit OK
3sec
Show
3 Selecteer [O (aan)] of [P (uit)] met de
vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Weergeven / Verwijderen
77
2
1, 3
4
Opnamen beveiligen tegen verwijderen (Protect)
U kunt opnamen beveiligen tegen onbedoelde verwijdering. U kunt ook voorkomen dat beveiligde opnamen worden weergegeven.
1 Selecteer in de weergavefunctie de opname die u wilt
beveiligen met de vierwegbesturing (45).
2 Druk op de Z knop.
5
Weergeven / Verwijderen
Het scherm voor beveiliging verschijnt.
3 Selecteer [Protect] met de
vierwegbesturing (23).
4 Druk op de OK-knop.
• Om de beveiliging op te heffen, selecteert u [Unprotect] bij stap 3.
• Bij de weergave van beveiligde opnamen verschijnt het symbool Z.
Alle opnamen beveiligen
1 Stel de weergavefunctie in. 2 Druk twee keer op de Z knop.
Het scherm voor beveiliging van alle opnamen verschijnt.
3 Selecteer [Protect] met de vierwegbesturing (23).
4 Druk op de OK-knop.
Om de beveiliging voor alle opnamen op te heffen, selecteert u [Unprotect] bij stap 3.
• Wanneer u de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard formatteert, worden ook beveiligde opnamen verwijderd.
• Wanneer er een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard is geplaatst, worden alleen de op de kaart opgeslagen opnamen beveiligd.
Protect (One)
100-0107
All OK
Protect
Unprotect
OK
78
2, 3
4 1
Voorkomen dat beveiligde opnamen worden weergegeven
Stel voor beveiligde opnamen in of ze al dan niet moeten worden weergegeven.
1 Druk op de Menuknop in de
weergavefunctie.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Protected Image] te selecteren.
3 Gebruik de vierwegbesturing (45)
Playback
Slideshow Protected Image Copy Image Quick Zoom Quick Delete
MENU OK
Exit OK
3sec
Show
om te schakelen tussen [Show] (weergeven) en [Hide] (verbergen).
Show : Beveiligde bestanden worden weergegeven. Hide : Beveiligde bestanden worden niet weergegeven.
4 Druk op de OK-knop.
• Om opnamen waarvoor [Hide] (verbergen) is ingesteld weer te geven, herstelt u de standaardinstellingen van de camera door [Reset] in het menu [Set-up] te selecteren (blz.94).
• Als er opnamen zijn ingesteld op [Hide], worden ook die verwijderd bij keuze van [Delete All]. Voordat u [Delete All] selecteert, dient u dan ook de standaardinstellingen van de camera te herstellen om te controleren of er opnamen zijn ingesteld op [Hide].
5
Weergeven / Verwijderen
79
Opnamen weergeven op een TV
Via de videokabel kunt u opnamen vastleggen en weergeven op een TV of een monitor met een video-IN-stekker. Zorg dat de TV en de camera zijn uitgeschakeld alvorens de kabel aan te sluiten.
5
Weergeven / Verwijderen
1 Open de klep voor de aansluitingen en sluit de videokabel
aan.
2 Sluit het andere uiteinde van de videokabel aan op de video-
IN-aansluiting van de TV.
3 Zet de TV en de camera aan.
Het video-uitgangssignaal selecteren 1 blz.92
80
• De LCD-monitor wordt uitgeschakeld als de camera wordt aangesloten op een televisie.
• Wanneer de camera langdurig is aangesloten op een televisie, is gebruik van de (optionele) netvoedingsadapter aan te bevelen. Raadpleeg de handleiding bij de televisie of de apparatuur waarop de camera is aangesloten.
Instellingen voor afdrukservice (DPOF)
U kunt de opnamen op de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard afdrukken op een DPOF-compatibele printer (Digital Print Order Format) of laten afdrukken door een afdrukservice.
2
1, 3, 4
5
Instellingen voor afzonderlijke opnamen
Stel voor elke opname de volgende opties in.
• Copies: stel het aantal afdrukken in (maximaal 99).
• Date: geef aan of de datum al dan niet moet worden afgedrukt op de opname.
1 Selecteer in de weergavefunctie met de vierwegbesturing
(45) de opname voor DPOF-instellingen.
2 Druk op de DPOF-knop.
Het DPOF-scherm verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om het aantal afdrukken te selecteren en druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Date].
4 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om [O] of [P] te selecteren voor de datum.
O De datum wordt afgedrukt. P De datum wordt niet afgedrukt.
DPOF (One)
100-0107
DP
All OK
DPOF (One)
100-0107
DP
All OK
Copies
Date
OK
Copies
Date
OK
5
Weergeven / Verwijderen
00
01
81
5 Druk op de OK-knop.
Er kunnen afdrukken worden gemaakt op basis van de instellingen.
• Als er al DPOF-instellingen zijn voor een opname, worden het aantal afdrukken en de instelling van de datumweergave (aan / uit) getoond.
• Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stelt u het aantal afdrukken in op 0 en drukt u op de OK-knop.
• DPOF-instellingen zijn niet beschikbaar voor opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen. Maak gebruik van DPOF-instellingen nadat u opnamen hebt gekopieerd naar de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard. (blz.84)
• DPOF-instellingen zijn niet beschikbaar voor filmopnamen.
• Sommige printers of afdrukapparaten in fotoverwerkingslabs drukken de datum niet af, zelfs niet wanneer de DPOF-optie voor het afdrukken van de datum is ingesteld.
5
Weergeven / Verwijderen
82
1
2, 3, 4
5
Instellingen voor alle opnamen
1 Druk twee keer op de DPOF-knop in de weergavefunctie.
Het DPOF-scherm verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om het aantal afdrukken in te stellen.
Het maximale aantal is 99.
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Date].
4 Gebruik de vierwegbesturing (45) om
[O] of [P] te selecteren voor de datum.
O De datum wordt afgedrukt. P De datum wordt niet afgedrukt.
5 Druk op de OK-knop.
Er kunnen afdrukken worden gemaakt op basis van de instellingen.
• De instelling voor alle opnamen maakt instellingen voor afzonderlijke opnamen ongedaan.
• Het aantal afgedrukte kopieën dat wordt opgegeven bij [All Images], geldt voor alle opnamen. Controleer of dit aantal correct is alvorens af te drukken.
• DPOF-instellingen zijn niet beschikbaar voor opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen. Maak gebruik van DPOF-instellingen nadat u opnamen hebt gekopieerd naar de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard. (blz.84)
• DPOF-instellingen zijn niet beschikbaar voor filmopnamen.
• Om de DPOF-instellingen te annuleren terwijl [All Images] geselecteerd is, stelt u het aantal afdrukken in op 0.
DPOF (All)
DPOF setting for
all images
Copies
Date
MENU
Exit
01
OK
5
Weergeven / Verwijderen
OK
83
2, 3, 4, 5, 7
6, 8
1
Opnamen kopiëren
Hiermee kopieert u best anden tussen het interne geheugen en de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een kaart is geplaatst. Wanneer u vanuit het interne geheugen kopieert naar een geheugenkaart, worden alle bestanden in één keer gekopieerd. Wanneer u vanaf een geheugenkaart kopieert naar het interne geheugen, kunt u elk te kopiëren bestand bevestigen.
5
1 Druk op de Menuknop.
Weergeven / Verwijderen
2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het menu [Q Playback] verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Copy Image] te selecteren.
4 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het kopiëren van opnamen verschijnt. Selecteer een kopieermethode.
Playback
Protected Image Copy Image Quick Zoom Quick Delete
MENU OK
Exit OK
Copy Image
Cancel
Exit OK
3secSlideshow
Show
OKMENU
84
Kopiëren vanuit het interne geheugen naar een geheugenkaart
100-0030
Exit
OK
Copy this image
5 Selecteer [@ 5 ?] met de vierwegbesturing.
6 Druk op de OK-knop.
Alle opnamen worden gekopieerd naar de kaart.
Kopiëren van een geheugenkaart naar het interne geheugen
5 Selecteer [? 5 @] met de
vierwegbesturing.
Copy this image
Copy this image
6 Druk op de OK-knop. 7 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om de opname te selecteren die u wilt
MENU OK
Exit
Exit OK
OK
kopiëren.
8 Druk op de OK-knop.
De geselecteerde opname wordt gekopieerd naar het interne geheugen.
9 Herhaal stap 7 en 8 om nog meer opnamen te kopiëren.
• Gekopieerde bestanden krijgen een nieuwe bestandsnaam wanneer ze worden gekopieerd van een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard naar het interne geheugen.
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld voordat u de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard plaatst of uitneemt.
100-0030
100-0030
5
Weergeven / Verwijderen
85
Instellingen
Camera-instellingen
Hoe u het menu [B Set-up] oproept
Vierwegbesturing
OK-knop
Menuknop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Kaarten / intern geheugen formatteren
6
Instellingen
Bij formatteren worden alle gegevens op de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard
2048
Exit OK
1536
AWB Wide
Auto
Set-up
Format Beep Date Adjust World Time Language/ Screen effect
MENU OK
Exit OK
verwijderd. Wanneer er geen kaart is geplaatst, wordt het interne geheugen geformatteerd.
• Verwijder de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard niet terwijl de kaart wordt geformatteerd. De kaart kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
• Let op: bij formatteren worden ook beveiligde opnamen verwijderd.
1 Selecteer [Format] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor formattering verschijnt. Het bericht rechts verschijnt wanneer een beveiligde opname is ingesteld op [Hide] (verbergen).
There is protected
image hidden.
Format?
MENU OK
MENU OK
Exit OK
3 Selecteer [Format] met de vierwegbesturing (2). 4 Druk op de OK-knop.
Het formatteren begint. Wanneer het formatteren voltooid is, kunt u opnamen maken met de camera.
86
mm / dd / yy
English
Het bedieningsgeluid in- en uitschakelen
U kunt de bedieningsgeluiden in- en uitschakelen.
1 Selecteer [Beep] in het menu [B Set-up]. 2 Selecteer [O (aan)] of [P (uit)] met de vierwegbesturing (45).
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
De datumweergave en de datum / tijd wijzigen
U kunt de standaard ingestelde datum en tijd wijzigen. U kunt ook de stijl van de datumweergave wijzigen. Daarbij hebt u de keuze uit [jj/mm/dd], [mm/dd/jj] en [dd/mm/jj].
1 Selecteer [Date Adjust] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor aanpassing van de datum verschijnt.
Zie “Standaardinstellingen” (blz.20) voor aanwijzingen aangaande het instellen van de datum en tijd.
6
Instellingen
87
Hoe u het menu [B Set-up] oproept
Vierwegbesturing
OK-knop
Menuknop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
2048
1536
AWB Wide
Auto
Set-up
Format Beep Date Adjust World Time Language/ Screen effect
MENU OK
Exit OK
De wereldtijd instellen
De datum en tijd die zijn ingesteld in “Standaardinstellingen” (blz.20), zijn de instelling van de verblijfplaats (Home Time, uw gebruikelijke tijdzone).
6
Door de wereldtijd in te stellen, kunt u de plaatselijke datum en tijd weergeven
Instellingen
op de monitor wanneer u naar andere tijdzones reist.
1 Selecteer [World Time] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor instelling van de wereldtijd verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om te schakelen tussen [O] en [P].
O Geeft de tijd weer in de plaats die is
geselecteerd voor de wereldtijd.
P Geeft de tijd weer in de plaats die is geselecteerd als Home Time
(tijd verblijfplaats).
4 Druk op de vierwegbesturing (3).
Wanneer New York wordt geselecteerd als plaats voor de wereldtijd, bevindt de kruisdraadlijn op de wereldkaart zich in New York en geeft X de actuele tijd in New York (NYC) aan.
World Time
City DST
City DST
MENU OK
Exit OK
mm / dd / yy
English
NYC
15:00
NYC
15:00
88
5 Gebruik de vierwegbesturing (45) om de plaats voor de
wereldtijd te selecteren en druk op de vierwegbesturing (3).
6 Gebruik de vierwegbesturing (45) om DST [O (aan)] of
[P (uit)] te selecteren en druk op de vierwegbesturing (3).
Hiermee wordt de plaats voor de verblijfplaatstijd ingesteld. Wanneer New York wordt geselecteerd als plaats voor de verblijf­plaatstijd, gebruikt u de vierwegbesturing (45) om de plaats voor de verblijfplaatstijd te selecteren of om DST in of uit te schakelen.
7 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed om opnamen maken of weer te geven met de datum en tijd van de ingestelde plaats.
Zie de lijst op blz.95 voor de beschikbare plaatsen en de bijbehorende codes.
De weergavetaal wijzigen
U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, en andere schermen worden weergegeven.
1 Selecteer [Language/ ] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor instelling van de taal verschijnt.
3 Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing (23).
4 Druk op de OK-knop.
Menu’s worden weergegeven in de gekozen taal.
5 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
6
Instellingen
89
Hoe u het menu [B Set-up] oproept
LCD-monitor
Vierwegbesturing
OK-knop
Menuknop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
2048
1536
AWB Wide
Auto
Set-up
Format Beep Date Adjust World Time Language/ Screen effect
MENU OK
Exit OK
mm / dd / yy
Het schermeffect instellen
U kunt verschillende overgangseffecten gebruiken bij verandering van de weergave op de LCD-monitor.
1 Selecteer [Screen effect] in het menu [B Set-up].
6
Instellingen
2 Selecteer [O (aan)] of [P (uit)] met de vierwegbesturing (45).
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
De achtergrondkleur instellen
Hiermee worden het motief en de kleur ingesteld van de achtergrond die op de LCD-monitor verschijnt.
1 Selecteer [Background color] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Background color] verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (
te selecteren.
4 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
2345
) om de achtergrondkleur
English
90
Automatische uitschakeling instellen
U kunt de camera zo instellen dat die na een bepaalde periode zonder activiteit automatisch wordt uitgeschakeld.
1 Selecteer [Auto Power Off] in het menu [B Set-up]. 2 Selecteer met de vierwegbesturing (45) [3 min], [5 min]
of [Off] (uit).
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
Automatische uitschakeling van de camera werkt niet tijdens de weergave van een diavoorstelling, als er een USB-verbinding is of tijdens het maken van een filmopname.
De helderheid van de LCD-monitor instellen
U kunt de helderheid van de LCD-monitor instellen.
1 Selecteer [Brightness Level] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor aanpassing van de helderheid van de LCD-monitor verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (45) om de helderheid aan
te passen.
De monitor wordt donkerder naarmate de schuifregelaar verder naar links wordt verschoven, en lichter naarmate deze verder naar rechts wordt verschoven.
4 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
6
Instellingen
91
Hoe u het menu [B Set-up] oproept
Vierwegbesturing
OK-knop
Menuknop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
2048
1536
AWB Wide
Auto
Set-up
Format Beep Date Adjust World Time Language/ Screen effect
MENU OK
Exit OK
mm / dd / yy
Het video-uitgangssignaal selecteren
U kunt het uitgangssignaal (NTSC of PAL) selecteren voor het maken of weergeven van opnamen op een TV.
6
1 Selecteer [Video Out] in het menu [B Set-up].
Instellingen
2 Gebruik de vierwegbesturing (45) om het signaal te kiezen
dat overeenkomt met het systeem van uw TV: [PAL] of [NTSC].
3 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
Het opstartscherm / afsluitscherm wijzigen
U kunt het startscherm selecteren dat verschijnt bij inschakeling van de camera en het afsluitscherm dat verschijnt bij uitschakeling van de camera.
1 Selecteer [Screen Setting] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5). 3 Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de opname te
selecteren die moet fungeren als startscherm / afsluitscherm.
4 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
English
92
Gebruikersfuncties toewijzen aan de vierwegbesturing
U kunt een veelgebruikte functie toewijzen aan de vierwegbesturing (45). Bij het maken van opnamen kunt u op de vierwegbesturing (45) drukken om die functie rechtstreeks in te stellen, zonder dat het menu [Rec. Mode] hoeft te worden opgeroepen.
Een functie opslaan
1 Selecteer [Custom Function] in het menu [B Set-up]. 2 Gebruik de vierwegbesturing (45) om de functie te
selecteren die u wilt toewijzen.
3 Druk op de OK-knop.
De functie wordt toegewezen en de camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
• U kunt slechts één functie toewijzen aan de vierwegbesturing (45).
• Er zijn elf [Rec. Mode]-functies die kunnen worden toegewezen:
m EV Compensation
(LW-correctie)
} Recorded Pixels
(Opnamepixels)
| Quality Level
(Kwaliteitsniveau)
, White Balance
(Witbalans)
* Focusing Area
(Scherpstelveld)
/ AE Metering
(Lichtmeting)
• Wanneer u # (Image rotation), selecteert, worden op de LCD-monitor weergegeven opnamen linksom/rechtsom omgedraaid telkens wanneer u op de (5) vierwegbesturing drukt, en worden de opnamen naar boven/ onderen omgedraaid telkens wanneer u op de (4) vierwegbesturing drukt.
o Sensitivity
(Gevoeligheid)
u Sharpness
(Scherpte)
! Saturation
(Verzadiging)
6 Contrast
(Contrast)
# Image rotation
(Beeldrotatie)
6
Instellingen
Functies oproepen
1 Druk op de vierwegbesturing (45) in de opnamefunctie.
De ingestelde gebruikersfunctie wordt opgeroepen.
Bij de functie voor handmatige scherpstelling wordt de vierwegbesturing (45) gebruikt om de scherpstelling aan te passen. Een eventueel ingestelde gebruikersfunctie kan dus niet worden opgeroepen, zelfs niet wanneer op de vierwegbesturing (45) wordt gedrukt.
93
Hoe u het menu [B Set-up] oproept
Vierwegbesturing
OK-knop
Menuknop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU OK
Exit OK
2048
1536
AWB Wide
Auto
Set-up
Format Beep Date Adjust World Time Language/ Screen effect
MENU OK
Exit OK
mm / dd / yy
De standaardinstellingen herstellen [Reset]
Hiermee worden alle instellingen teruggezet op hun standaardwaarden, behalve datum / tijd, taal, video-uitgangssignaal en wereldtijd.
6
Instellingen
1 Selecteer [Reset] in het menu [B Set-up]. 2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het herstellen van de standaardinstellingen verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (2) om [Reset] te selecteren.
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
English
94
Bijlage
Lijst van plaatsnamen
Hierna volgen de plaatsen en de bijbehorende codes die beschikbaar zijn voor instelling van de wereldtijd.
Regio Plaats Code Regio Plaats Code
EUROPA Madrid MAD AZIË Shanghai SHA
AFRIKA Johannesburg JNB Adelaide ADL
MIDDEN­OOSTEN
AZIË Karachi KHI San Francisco SFO
Londen LON Manila MNL Parijs PAR Taipei TPE Milaan MIL Seoul SEL Rome ROM Tokyo TYO Berlijn BER OCEANIË Pagopago PPG Moskou MOW Perth PER
Cairo CAI Sydney SYD Istanbul IST Noumea NOU Jeruzalem JRS Wellington WLG Jeddah JED Auckland AKL Teheran THR NOORD­Dubai DXB Honolulu HNL Kabul KBL Anchorage ANC
Male MLE Los Angeles LAX Delhi DEL Denver DEN Colombo CMB Chicago CHI Kathmandu KTM Miami MIA Dacca DAC New York NYC Rangoon RGN Vancouver YVR Bangkok BKK Calgary YYC Kuala Lumpur KUL Toronto YTO Vientiane VTE Halifax YHZ Singapore SIN CENTRAAL Phnom Penh PNH Santiago SCL Ho Chi Minhstad SGN Caracas CCS Jakarta JKT Buenos Aires BUE Hongkong HKG Sao Paulo SAO Beijing BJS Rio de Janeiro RIO
AMERIKA
- & ZUID­AMERIKA
Guam GUM
Mexico-Stad MEX
7
Bijlage
95
Berichten
Bij de bediening van de camera kunnen de volgende berichten op de LCD-monitor verschijnen.
Memory card full Built-in Memory Full
No image Er zijn geen opnamen opgeslagen op de SD-geheugenkaart /
Camera can not display this image
Battery depleted De batterij is leeg. Laad de batterij op (als er een oplaadbare batterij
Memory card error. Het maken en weergeven van opnamen is onmogelijk door een
Card not formatted De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard die u hebt geplaatst, is niet
Setting being recorded De beveiligingsinstellingen voor opnamen of de DPOF-instellingen
Formatting... De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of het interne geheugen
Deleting De opname wordt verwijderd.
7
Image folder could not be
Bijlage
created
Settings not stored De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of het interne geheugen is
Can not saved image De opname kan niet worden opgeslagen door een probleem met de
Card invalid Er is een onbruikbare geheugenkaart geplaatst. (blz.15) Card locked De beveiligingsschuif van de SD-geheugenkaart staat op de stand
Hidden images found. Format?
De SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of het interne geheugen is vol en er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of verwijder niet­benodigde opnamen.(blz.15, blz.76) Mogelijk kunt u de opname opslaan door het kwaliteitsniveau of de opnamepixels te wijzigen. (blz.43, blz.44)
MultiMediaCard of in het interne geheugen. Het kan ook zijn dat alle opnamen zijn beveiligd en zijn ingesteld op verbergen. (blz.78)
U probeert een opname weer te geven met een indeling die niet wordt ondersteund door deze camera. Mogelijk kunt u de opname wel weergeven op een computer of op een camera van een ander merk.
is geplaatst) of vervang de batterij door een nieuwe. (blz.12)
probleem met de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard. Probeer de opnamen weer te geven op een computer.
geformatteerd of is geformatteerd op een computer of een ander apparaat. (blz.86)
worden gewijzigd.
wordt geformatteerd.
Het hoogste bestandsnummer is gebruikt, er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of formatteer de kaart of het interne geheugen.(blz.15, blz.86)
vol en er kunnen geen DPOF-instellingen meer worden verricht.
SD-geheugenkaart / MultiMediaCard.
[LOCK] (vergrendeld). (blz.17) U probeert de SD-geheugenkaart / MultiMediaCard of het interne
geheugen te formatteren maar er zijn nog verborgen beveiligde opnamen aanwezig.
96
Optionele accessoires
Bij deze camera zijn de volgende optionele accessoires verkrijgbaar.
Netvoedingsadapter
• K-AC12-A (Australië)
• K-AC12-B (Groot-Brittanië)
• K-AC12-E (Europa)
USB-kabel I-USB2 (meegeleverd)
Videokabel I-VC2 (meegeleverd)
Cameratas O-CC5
Draagriem O-ST5 (meegeleverd)
7
Bijlage
97
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera gaat niet aan.
Geen beeld op de LCD-monitor
Ontspanknop werkt niet
7
Bijlage
Er zijn geen batterijen geplaatst
Batterijen zijn verkeerd geplaatst
Batterijen zijn uitgeput Plaats nieuwe batterijen in de camera of gebruik
De LCD-monitor is uitgeschakeld.
Aangesloten op een TV Wanneer de camera is aangesloten op een TV,
Opname wordt weergegeven maar is slecht zichtbaar
Flitser wordt opgeladen Wanneer de flitserstatus-LED rood knippert,
Geen vrije ruimte op de SD­geheugenkaart / MultiMediaCard of in het interne geheugen.
Er wordt een opname opgeslagen
Controleer of batterijen zijn geplaatst. Zo niet, plaats batterijen.
Controleer stand van batterijen. Plaats batterijen opnieuw volgens de poolaanduidingen + - in het batterijcompartiment.(blz.12)
de netvoedingsadapter. Druk op de OK-knop om de LCD-monitor aan te
zetten. (blz.38)
is de LCD-monitor altijd uitgeschakeld. (De LCD­monitor is ook altijd uitgeschakeld wanneer de videokabel I-VC2 is aangesloten op de camera.)
Opnamen kunnen op de LCD-monitor slecht zichtbaar zijn bij het maken van buitenopnamen in de zon. Wijzig de helderheidsinstelling van de LCD-monitor. (blz.91)
wordt de flitser opgeladen en kan er geen opname worden gemaakt. Wanneer het opladen gereed is, brandt de LED rood.
Plaats een SD-geheugenkaart / MultiMediaCard met voldoende vrije ruimte of verwijder overbodige opnamen. (blz.15, blz.76)
Wacht tot het opslaan gereed is.
98
Loading...