Panasonic KX-TDA30, KX-TDA200, KX-TDA100 User Manual [nl]

Model
Bedieningshandleiding
KX-TDA30/KX-TDA100/KX-TDA200
Hartelijk dank voor de aanschaf van de Panasonic Hybride IP-PBX. Lees eerst deze handleiding voordat u dit product in gebruik neemt en bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
KX-TDA30: MPR Versie 2.2 KX-TDA100/KX-TDA200: MPR Versie 2.0
Kenmerkende funkties
Call Centre
Met deze PBX is verdeling van inkomende gesprekken (ICD groep) mogelijk waardoor een groot aantal netlijngesprekken tegelijkertijd kan worden ontvangen. Eén toestel kan gebruikt worden als supervisor en het gebruik van andere toestellen in de groep beheren.
Klanten
Wachtrij-funktie
ICD groep 01
ICD groep 02
1.8 Gebruik maken van het Call Centre (Blz.
128)
Draadloos systeem
Dit PBX systeem ondersteunt optioneel een draagbare handset (HS). Via de PBX kunnen draadloze telefoons samen worden gebruikt met draadloze telefoons.
Voice Mail integratie
U kunt uw gesprekken doorschakelen naar een voice processing systeem, zodat bellers een boodschap kunnen achterlaten in uw mailbox indien u geen gesprekken kunt beantwoorden.
Message
Message
Message
Message
Message
Message
1.9.5 Als een Voice Processing systeem is aangesloten (Blz. 140)
PC Phone/PC Console
Deze PBX ondersteunt funkties van PC Phone/PC Console indien uw computer via een USB-kabel is aangesloten op Panasonic toestellen. De softwareprogramma’s PC Phone/PC Console bieden geavanceerde mogelijkheden voor de bediening en het beheer van uw PBX.
Appendix (Blz. 205) Raadpleeg uw dealer
Eenvoudige bediening
Als u een Panasonic gebruikt met Navigatietoets/Jog Dial en display, kunt u daarmee eenvoudig toegang krijgen tot de gewenste funktie. De meeste toestellen laten tevens aan de hand van indicatielampjes zien of een gesprek binnenkomt of een bericht is achtergelaten.
ENTER
Navigatietoets Jog Dial
Boodschap
/Belsignaal indicator
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken (Blz.
Deze centrale kan gespreksinformatie opslaan of afdrukken: datum, tijd, toestelnr., gekozen nr., duur, enz.
Raadpleeg uw dealer
Gespreksgegevens
(Gespreksgegevens uitprinten)
Date
01/02/02
01/02/02
Time
10:03AM
11:07AM
14)
Ext
1230
2230
Computer
• • • • • • •
• • • • • • •
• • • • • • •
2 Bedieningshandleiding
Ingebouwde eenvoudige
gespreksopname
U kunt inkomende gesprekken naar uw mailbox leiden, zodat bellers boodschappen kunnen inspreken als u de telefoon niet kunt beantwoorden.
Hallo, dit is toestel 204. Spreek uw boodschap in.
1.5.2 Het gebruik van Boodschapopname (Ingebouwde eenvoudige gespreksopname [SVM]) (alleen KX-TDA30) (Blz. 93)
Bedieningshandleiding 3
In deze handleiding
wordt een systeemtoestel afgekort als "PT". een enkelvoudig toestel wordt afgekort als "SLT". een draagbare handset wordt afgekort als "HS". een systeemtoestel met display wordt afgekort als "Display PT". een digitaal systeemtoestel wordt afgekort als "DPT".
De laatste cijfers/letters van de modelnummers worden weggelaten.
De afbeeldingen van de PBX zijn gebaseerd op de KX-TDA200.
worden de volgende symbolen regelmatig gebruikt.
!!
!!
Let op!
De specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Voorwaarde Tips
4 Bedieningshandleiding

Belangrijke informatie

WAARSCHUWING
DEZE UNIT MAG UITSLUITEND WORDEN GEINSTALLEERD EN ONDERHOUDEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
INDIEN INTERNE ONDERDELEN ALS GEVOLG VAN BESCHADIGING TOEGANKELIJK ZIJN, HAAL DAN ONMIDDELLIJK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT EN BRENG DE UNIT TERUG NAAR UW DEALER.
TREK DE STEKKER VAN DEZE UNIT UIT HET STOPCONTACT ALS ER ROOK UIT DE UNIT KOMT, EEN ABNORMALE GEUR VERSPREIDT OF VREEMDE GELUIDEN MAAKT. DEZE OMSTANDIGHEDEN KUNNEN BRAND VEROORZAKEN OF KORTSLUITING. CONTROLEER OF DE ROOK IS GESTOPT EN NEEM CONTACT OP MET EEN ERKEND PANASONIC SERVICE CENTRE.
WANNEER U DE APPARATUUR HERINSTALLEERT, DIENT U EERST DE TELEFOONSTEKKER UIT DE TELEFOONCONTACTDOOS TE TREKKEN VOORDAT U DE STROOMSTEKKER UIT DE CONTACTDOOS TREKT. WANNEER DE UNIT OP DE NIEUWE LOCATIE IS GEINSTALLEERD, SLUIT U EERST DE STROOMSTEKKER AAN, EN PAS DAARNA DE TELEFOONSTEKKER.
DEZE UNIT IS VOORZIEN VAN EEN AARDINGSSTEKKER. UIT VEILIGHEIDSREDENEN MAG DEZE STEKKER ALLEEN WORDEN AANGESLOTEN OP EEN STOPCONTACT MET RANDAARDE EN DAT VOLDOET AAN DE WETTELIJKE EISEN.
STEL DEZE UNIT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
DE NETKABEL DIENT TE WORDEN GEBRUIKT OM DE UNIT GEHEEL SPANNINGSVRIJ TE MAKEN. ZORG DAT DE WISSELSTROOM­WANDCONTACTDOOS ZICH IN DE BUURT VAN DE APPARATUUR BEVINDT EN EENVOUDIG TOEGANKELIJK IS.
OM DEZE UNIT TE BESCHERMEN TEGEN STATISCHE ELEKTRICITEIT, MAG U DE EXTERNE CONNECTORS VAN DE UNIT NIET AANRAKEN.
Veiligheidsinstructies
Wanneer u uw telefoonapparatuur gebruikt, dienen de voorzorgsmaatregelen altijd te worden opgevolgd om brandgevaar, stroomschok en persoonlijk letsel te voorkomen, en houd ook rekening met het volgende:
1. Gebruik dit produkt niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasteil,
in een vochtige kelder of bij een zwembad.
2. Vermijd het gebruik van bedrade telefoons tijdens onweer. Er bestaat in dat geval het risico van een
stroomschok tijdens blikseminslag.
3. Gebruik de telefoon(s) nooit om een gaslek te melden in de buurt van het gaslek.
4. Gebruik alleen een netsnoer en batterijen zoals gespecificeerd in deze handleiding. Stel de batterijen
niet bloot aan vuur, omdat deze dan kunnen exploderen. Afdanken volgens de plaatselijke wettelijke eisen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Bedieningshandleiding 5
De KX-TDA30E, KX-TDA30NE, KX-TDA30GR, en KX-TDA30CE zijn ontworpen voor aansluiting op het:
• Het analoog openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN) der Europese landen
• Pan-European Integrated Services Digital Network (ISDN) via toegang tot ISDN op basistarief
De KX-TDA100E/KX-TDA200E, KX-TDA100NE/KX-TDA200NE, KX-TDA100GR/KX-TDA200GR, en KX-TDA100CE/KX-TDA200CE zijn ontworpen voor aansluiting op het:
• Het analoog openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN) der Europese landen
• Pan-European Integrated Services Digital Network (ISDN) via toegang tot ISDN op basistarief
• Pan-European Integrated Services Digital Network (ISDN) via toegang tot ISDN op hoogtarief
• ONP 2048 kbit/s digitale huur-telefoonlijnen (D2048S)
Panasonic Communications Co., Ltd./Panasonic Communications Company (U.K.) Ltd. verklaart dat deze apparatuur in overeenstemming is met de essentiële eisen en overige relevante bepalingen conform Richtlijn 1999/5/EC betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (R&TTE). Conformiteitsverklaringen voor de in deze handleiding beschreven producten van Panasonic kunt u downloaden via:
http://doc.panasonic.de
Contact: Panasonic Services Europe GmbH Panasonic Testing Centre Winsberging 15, 22525 Hamburg, F.R. Duitsland
6 Bedieningshandleiding

Attentie

C
Installeer de unit niet in de buurt van warmtebronnen en apparaten die elektrische ruis genereren zoals fluorescerende lampen, motoren en televisies. Deze bronnen en apparatuur kunnen de werking van de PBX verstoren.
Houd deze unit vrij van stof, vocht, hoge temperaturen (meer dan 40 ), en trillingen, en stel de unit niet bloot aan direct zonlicht.
Indien u niet probleemloos naar buiten kunt bellen, test u de werking van de netlijnen volgens de volgende procedure:
1. Maak alle netlijnaansluitingen van de PBX los.
2. Sluit op die netlijnaansluitingen vervolgens standaard (enkelvoudige) toestellen aan waarvan u
weet dat die goed functioneren.
3. Bel met behulp van zo'n enkelvoudig toestel naar een extern nummer.
Als ook dat niet lukt, ligt het probleem waarschijnlijk in de netlijn waarop het enkelvoudige toestel is aangesloten. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij. Als de enkelvoudige toestellen echter goed werken, ligt het probleem waarschijnlijk aan de PBX. Sluit de PBX niet aan op de netlijnen voordat het probleem is opgelost door een officieel Panasonic Service Centre.
Steek nooit ijzeren draden, pinnen, enz, in de ventilatieopeningen of andere openingen van deze unit.
Maak de unit schoon met een zachte doek. Maak de unit niet schoon met schuurmiddelen of met chemische oplosmiddelen zoals benzine of thinner.
Indien u gebruik maakt van een Panasonic systeemtoestel (PT), gebruik deze dan uitsluitend in combinatie met de bijbehorende hoorn.
Voor gebruikers van PC Phone (proefperiode-versie) software die bij de KX-T7601 USB module wordt meegeleverd: Alle funkties van de PC Phone software kunnen gebruikt worden gedurende een periode van 90 dagen, gerekend vanaf de installatiedatum. Als deze periode is verlopen, zijn de volgende toetsen op het bedieningsscherm niet meer beschikbaar:
Opnemen –TAM – Voice Memo – Tekstmemo – Verkort kiezen Als u de bovenstaande funkties ook na de proefperiode wilt blijven gebruiken, dient u KX-TDA0350 (PC
Phone, 5 licenties) aan te schaffen.
˚
Bedieningshandleiding 7
Voor toekomstige verwijzing
Wij raden u aan om de volgende informatie uit te printen en te bewaren als naslagwerk.
Opmerking
Het serienummer van dit product vindt u op het label dat op de unit is bevestigd. Noteer het modelnummer en het serienummer van deze unit, zodat u de identificatiegegevens bij de hand heeft in geval van diefstal.
MODELNR.
SERIENR.
AANKOOPDATUM
NAAM VAN DEALER
ADRES VAN DEALER
TEL. NR. VAN DEALER
8 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

1 Bediening...............................................................................................13
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken ....................................................................... 14
1.1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken ............................................................................ 14
1.2 Gesprekken beginnen.................................................................................................... 27
1.2.1 Basisbediening ................................................................................................................. 27
1.2.2 Eenvoudig nummers kiezen ............................................................................................. 32
1.2.3 Herhalen ........................................................................................................................... 36
1.2.4 Als de gekozen lijn bezet is of als er niet wordt opgenomen ............................................ 37
1.2.5 Toegang krijgen tot ISDN Service (Toegang tot ISDN Service) ....................................... 46
1.2.6 De belmethode wijzigen (Belmethode wisselen—Belsignaal/Stem) ................................ 47
1.2.7 Telefoneren zonder restricties .......................................................................................... 48
1.2.8 NAKIEZEN (Direct Inward System Access [DISA]) .......................................................... 49
1.2.9
1.3 Gesprekken ontvangen.................................................................................................. 53
1.3.1 Gesprekken beantwoorden .............................................................................................. 53
1.3.2 Handen-vrij beantwoorden (Beantwoorden, Handen-vrij) ................................................ 54
1.3.3
1.3.4 Een gesprek beantwoorden via een externe luidspreker (Netlijn gesprek beantwoorden via
1.3.5 Met behulp van de ANTWOORD/VRIJGEVEN toets ....................................................... 57
1.3.6 Identificeren van kwaadwillende bellers (Malicious Call Identification [MCID]) ................ 59
1.4 Tijdens een gesprek....................................................................................................... 60
1.4.1 Een gesprek doorverbinden (Gesprek Doorverbinden).................................................... 60
1.4.2 Een gesprek in de wachtstand plaatsen........................................................................... 64
1.4.3 Wisselen tussen twee gesprekken (Wisselgesprek) ........................................................ 68
1.4.4 Beantwoorden van een wachtend gesprek ...................................................................... 70
1.4.5 Gesprek tussen meerdere partijen ................................................................................... 74
1.4.6 Microfoon uit ..................................................................................................................... 83
1.4.7 Anderen met het gesprek laten meeluisteren (Gesprek meeluisteren) ............................ 84
1.4.8 Het gebruik van de koptelefoon (Koptelefoon-gebruik) .................................................... 85
1.5 Voordat u uw bureau verlaat.......................................................................................... 87
1.5.1 Gesprekken doorschakelen.............................................................................................. 87
1.5.2 Het gebruik van Boodschapopname (Ingebouwde eenvoudige gespreksopname [SVM])
1.5.3 Een Afwezigheidsboodschap laten zien op het display van de beller
1.5.4 Voorkomen dat andere personen uw toestel gebruiken (Toestelblokkering).................. 105
1.6 Een aankondiging beginnen/beantwoorden .............................................................. 107
1.6.1 Oproepen ....................................................................................................................... 107
1.6.2 Beantwoorden/Negeren van een Oproep....................................................................... 109
1.6.3 Aankondigen en spreken met meerdere partijen (Broadcasting)................................... 110
1.7 Een toestel instellen naar uw wensen ........................................................................ 113
1.7.1 Instellen van het alarm (Herinneringsalarm) .................................................................. 113
1.7.2 Weigeren van inkomende gesprekken (Niet Storen [NS]) .............................................. 115
1.7.3 Een Gesprek Wacht-waarschuwing ontvangen (Gesprek Wacht/Aankondiging Gesprek
Uw telefoon instellen vanaf een ander toestel of via NAKIEZEN (op afstand instellen)
Een gesprek beantwoorden dat binnenkomt op een ander toestel (Gesprek aannemen)
een willekeurig toestel [TAFAS])....................................................................................... 56
(alleen KX-TDA30) ........................................................................................................... 93
(Afwezigheidsboodschap) .............................................................................................. 103
wacht tijdens in gesprek [OHCA]/Fluister OHCA) .......................................................... 117
............. 55
.......... 52
Bedieningshandleiding 9
1.7.4 Uw nummer weergeven op de telefoon van de gebelde partij en de beller (Calling/
Connected Line Identification Presentation [CLIP/COLP])..............................................118
1.7.5 Voorkomen dat uw nummer wordt weergegeven op de telefoon van de beller (Connected
Line Identification Restriction [COLR])............................................................................119
1.7.6 Voorkomen dat uw nummer wordt weergegeven op de telefoon van de gebelde partij
(Calling Line Identification Restriction [CLIR]) ................................................................120
1.7.7 Voorkomen dat andere personen deelnemen aan uw gesprek (Inbreken op een gesprek-
Negeren) ......................................................................................................................... 121
1.7.8 De achtergrondmuziek aanzetten (AGM)........................................................................122
1.7.9 Uw lijn beveiligen tegen indicatietonen (Datalijn-beveiliging) ..........................................123
1.7.10 De status van de Tijd service controleren .......................................................................124
1.7.11 Het belsignaal instellen van het parallel aangesloten toestel (Parallel toestel)...............125
1.7.12 Uw draagbare handset (HS) parallel gebruiken met een bedraad telefoontoestel (Parallelle
modus van draadloze XDP) ............................................................................................126
1.7.13 Funktie-instellingen op uw toestel wissen (Toestelfunktie wissen)..................................127
1.8 Gebruik maken van het Call Centre.............................................................................128
1.8.1
1.8.2 Opvragen en controleren van de gesprekstatus van een Inkomende
1.8.3 Een wachtend gesprek doorschakelen (Handmatig doorschakelen van
1.9 Het gebruik van optionele apparatuur ........................................................................135
1.9.1 Als een Deurintercom/Deuropener is aangesloten ......................................................... 135
1.9.2 Indien een extern relais is aangesloten...........................................................................137
1.9.3 Indien een externe sensor is aangesloten ......................................................................138
1.9.4 Als een Hoofd-PBX is aangesloten.................................................................................139
1.9.5 Als een Voice Processing systeem is aangesloten .........................................................140
1.10 Op een andere werkplek in het kantoor ......................................................................146
1.10.1 Dezelfde instellingen gebruiken van uw vorige toestel (Meegaand Toestel)...................146
1.11 Het gebruik van een Display-systeemtoestel .............................................................147
1.11.1 Het gesprekslog gebruiken .............................................................................................147
1.11.2 Het gebruik van de directories ........................................................................................151
1.11.3 Toegang Systeemfunkties (Systeemfunktie-toegang).....................................................158
Een Inkomende gespreksverdelinggroep verlaten (Inloggen/Uitloggen, Afwikkeltijd)
gespreksverdelinggroep (Inkomende gespreksverdelinggroep opvragen) .....................131
wachtstandgesprekken) ..................................................................................................134
............ 128
2 Bediening door de systeembeheerder ............................................. 159
2.1 Instelfunkties.................................................................................................................160
2.1.1 Instellen van een toestel .................................................................................................160
2.1.2 Tijd service modus instellen ............................................................................................161
2.1.3 Restrictieniveau instellen (Kiestoon doorverbinden)....................................................... 163
2.1.4 De externe achtergrondmuziek aanzetten (AGM)...........................................................164
2.1.5 Uitgaande boodschappen opnemen (UGB)....................................................................165
2.1.6
2.1.7 Het gebruik van de telefoons in de hotelsector (Hotelservice-funkties) ..........................169
2.1.8 Deblokkeren van controle van Directe Station Selectie via Netwerk (DSSN) .................175
Toestaan dat gebruikers een niet beschikbare netlijn kiezen (CO lijnen-niet beschikbaar)
.......... 168
3 Uw toestel en het systeem aanpassen .............................................177
3.1 Aanpassen van uw toestel (Persoonlijke programmering) ....................................... 178
3.1.1 Aanpassen van uw toestel (Persoonlijke programmering)..............................................178
3.1.2 Instellen via de Programmeermodus .............................................................................. 180
3.1.3 Aanpassen van de toetsen..............................................................................................190
3.2 Programmering door de beheerder ............................................................................. 195
10 Bedieningshandleiding
3.2.1 Programmeerinformatie.................................................................................................. 195
3.2.2 Programmering door de beheerder ................................................................................ 196
3.3 Aanpassen van het systeem (Systeemprogrammering)........................................... 198
3.3.1 Programmeerinformatie.................................................................................................. 198
3.3.2 Systeemprogrammering ................................................................................................. 201
4 Appendix..............................................................................................205
4.1 Probleemoplossing ...................................................................................................... 206
4.1.1 Probleemoplossing ......................................................................................................... 206
4.2 Funktienummertabel .................................................................................................... 209
4.2.1 Funktienummertabel....................................................................................................... 209
4.3 Wat betekent deze toon? ............................................................................................. 221
4.3.1 Wat betekent deze toon?................................................................................................ 221
4.4 Revisie-historie.............................................................................................................225
4.4.1 KX-TDA100/KX-TDA200 MPR Versie 1.1 ...................................................................... 225
4.4.2 KX-TDA100/KX-TDA200 MPR Versie 2.0 ...................................................................... 226
4.4.3 KX-TDA30 MPR Versie 1.1............................................................................................. 227
4.4.4 KX-TDA30 MPR Versie 2.0............................................................................................. 228
4.4.5 KX-TDA30 MPR Versie 2.2............................................................................................. 229
Index ..........................................................................................................231
Bedieningshandleiding 11
12 Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 1

Bediening

Dit hoofdstuk toont u stap voor stap hoe u elke funktie bedient. Lees dit hoofdstuk door om vertrouwd te raken met de vele nuttige funkties van deze PBX.
Bedieningshandleiding 13

1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken

1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken

1.1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken

Wat voor soort toestellen kunnen worden gebruikt?
U kunt een enkelvoudig toestel (SLT) gebruiken, zoals een pulskies-telefoon, of Panasonic systeemtoestellen (PT), zoals de KX-T7636 of KX-NT136. U kunt ook een Panasonic draagbare handset (HS) gebruiken zoals de KX-TCA155 of KX-TCA255. De bediening is afhankelijk van het toestel dat u
REDIAL
gebruikt. Als u een Panasonic systeemtoestel gebruikt met een speciale funktietoets zoals en/of een display (Display PT), kunt u de instrukties voor "eenvoudig programmeren" volgen met behulp van de betreffende toets of met behulp van displayteksten. Als u een toestel met display (bijv. KX-T7636) gebruikt, kunt u voor de bedieningsfunkties de teksten op het display volgen. Als uw telefoon geen funktietoetsen en/of een display heeft, kunt u de PBX bedienen via het invoeren van een funktienummer. Volg de instrukties die voor uw toesteltype van toepassing zijn. Als u gebruik maakt van een Console, funktioneren de toetsen van de Console zoals de toetsen op het aangesloten systeemtoestel.
Als u een Panasonic systeemtoestel gebruikt dat geen funktietoetsen heeft, kunt u een nog niet gebruikte flexibele toets als funktietoets programmeren. Zie "3.1.3 Aanpassen van de toetsen".
Registratie van uw draagbare handset (HS)
U moet uw HS eerst in de PBX registreren (aanmelden) en het toestelnummer vastleggen voordat u het toestel gaat gebruiken. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie over het registreren van de HS.
Funktienummers
Voor bepaalde funkties dient u specifieke funktienummers in te voeren (en een extra parameter, indien nodig). Er zijn twee soorten funktienummers, te weten:
Flexibel funktienummer
Vast funktienummer
Vaste funktienummers kunnen niet worden gewijzigd. Echter, u kunt de flexibele nummers wijzigen in andere nummers om het gebruik te vereenvoudigen. Raadpleeg uw dealer als u de nummers wilt wijzigen. De in deze handleiding vermelde instelwaarden zijn standaardinstellingen (fabrieksinstelling).
Een flexibel nummer wordt weergegeven als (half gearceerde toets). Gebruik het nieuwe geprogrammeerde nummer als u het funktienummer heeft veranderd. Schrijf het nieuwe nummer op in "4.2.1 Funktienummertabel" (Appendix).
Let op!
De standaard waarde van een flexibel funktienummer is afhankelijk van land/gebied. Voor meer details kunt u uw dealer raadplegen.
14 Bedieningshandleiding
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Als u een enkelvoudig toestel gebruikt dat niet is voorzien van de " " of "#" toetsen;
het is niet mogelijk toegang tot funkties te krijgen waarin " " of "#" in de funktienummers voorkomt.
Toon
U hoort tijdens of na een handeling diverse tonen ter bevestiging. Zie "4.3.1 Wat betekent deze toon?" (Appendix).
Display
In deze handleiding zult u de tekst lezen "het display ...". Dit verwijst naar het display van een Panasonic systeemtoestel. Als u geen Panasonic display-systeemtoestel gebruikt, wordt de tekst niet weergegeven. Als u wel een Panasonic display-systeemtoestel (Display PT) gebruikt, helpt het display u om de instellingen te controleren. Sommige systeemtoestellen geven u ook eenvoudig toegang tot funkties. Afhankelijk van de bedieningsfunktie wordt een bericht weergegeven. Door naast of onder het display op de bijbehorende toets te drukken, of door op de Navigatietoets te drukken, kunt u toegang krijgen tot de gewenste funktie. Daarnaast kunt u, afhankelijk van het type display-systeemtoestel, funkties bedienen of opbellen met behulp van de berichten op het display. Zie "1.11 Het gebruik van een Display-systeemtoestel".
Let op!
De meldingen op het display worden in deze handleiding in het Engels weergegeven.
Uw toestelnummer
Als u een Panasonic display-systeemtoestel gebruikt of een digitaal draadloos toestel, kunt u op het display uw eigen toestelnummer controleren. Druk, met de hoorn op de haak, op de DOORVERBINDEN toets of de Soft (S1) toets.
Gebruik van een Navigatietoets/Jog Dial/Volume toets
De Navigatietoets kan gebruikt worden voor het afstellen van het displaycontrast en het volume of om gewenste items te zoeken op het display. Druk op de Navigatietoes/Volume toets of draai de Jog Dial in de gewenste richting. Het contrast of het volumeniveau en de onderwerpen zullen als volgt veranderen:
Navigatietoets Jog Dial Volume toets
Omhoog
(Niveau
Omlaag
(Niveau
neemt toe
ENTER
RechtsLinks
neemt af
)
)
Links
(Linksom)
Niveau
neemt af
Rechts
(Rechtsom)
Niveau
neemt toe
Omhoog
(Niveau
Omlaag
(Niveau
neemt toe
neemt af
)
)
Bedieningshandleiding 15
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Voorbeelden
De displays en de afbeeldingen die als voorbeelden zijn gegeven, zijn van een toestel dat is aangesloten op de KX-TDA200.
Restricties
Het kan voorkomen dat sommige funkties op uw toestel niet volledig beschikbaar zijn als gevolg van systeemprogrammering. Raadpleeg uw systeembeheerder of dealer.
Beschrijving van de symbolen
De volgende symbolen tonen u de beschikbare funkties, opmerkingen en bediening van de funkties.
Deze funktie is niet mogelijk op een enkelvoudig toestel.
Zie "Programmering" voor gerelateerde programmering, indien nodig.
Hoorn van de haak (één van de volgende manieren).
Neem de hoorn op.
Druk op de HANDEN-VRIJ toets.
Druk op de MONITOR toets. (Neem de hoorn op om het gesprek te beginnen.)
Druk op de SPREEK toets.
Hoorn op de haak (één van de volgende manieren).
Leg de hoorn op de haak.
Druk op de HANDEN-VRIJ toets.
Druk op de MONITOR toets.
Druk op de CANCEL toets.
8
(CO)
OF
0
OF
netlijn groepnr.
Kies een vrije netlijn (één van de volgende manieren).
Druk op de netlijntoets (CO).
Kies 0 voor automatische netlijn­toegangscode.
Kies het netlijngroep­toegangsnummer en een netlijngroepnummer.
Druk op de Oproepen toets van de Deurintercom.
Druk kort op de telefoonhaak.
Druk op de bijbehorende funktietoets van het systeemtoestel.
gewenste nr.
Voer het gewenste nummer in. <Voorbeeld>
kostencode
Voer de kostencode in.
16 Bedieningshandleiding
Spreek.
U zal een In gesprek (Bezet)-, bevestigings-, kies-, bel of terugbeltoon horen.
I-toon: In gesprek (Bezet) toon B-toon: Bevestigingstoon K-toon: Kiestoon Beltoon: Beltoon T.B.-toon: Terugbeltoon
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
toestelnr.
tel. nr.
Kies het toestelnummer. Kies het externe telefoonnummer.
extern tel. nr.
Kies het telefoonnummer.
Bedieningshandleiding 17
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Wanneer u een Panasonic systeemtoestel gebruikt
Wanneer u een Panasonic systeemtoestel in combinatie gebruikt met een Console, zijn in sommige gevallen de onderstaande handige funkties mogelijk. Voor gebruikers van een HS, zie "Bedieningsinstructies" voor HS. Deze toetsen vereenvoudigen de bediening. De afgebeelde toetsen kunnen afwijken van die op uw toestel.
Vaste funktietoetsen
(CO)
AUTO DIAL
STORE
Netlijn (CO): wordt gebruikt voor het beginnen of ontvangen van een extern gesprek (netlijngesprek). (Toets toewijzing is vereist.) Wordt ook gebruikt als funktietoets. (Toets toewijzing is vereist.) (Het kan voorkomen dat op sommige toestellen alleen het "nummer" van de netlijn [bijv. 1, 2] wordt weergegeven.)
AUTOMATISCH KIEZEN/OPSLAAN: wordt gebruikt voor Systeem-/ Persoonlijk-snelkiezen of om programmeerwijzigingen op te slaan.
SP-PHONE
PAUSE
HANDEN-VRIJ: wordt gebruikt voor handen-vrij bedienen.
PAU ZE : wordt gebruikt om een pauze in te voegen tijdens het opslaan van een telefoonnummer. Deze toets funktioneert als PROGRAMMEER toets als uw toestel geen specifieke PROGRAMMEER toets heeft.
REDIAL
wordt gebruikt om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen.
18 Bedieningshandleiding
HERHALEN:
MESSAGE
BOODSCHAP: wordt gebruikt voor het achterlaten van een "Boodschap Wacht" indicatie of om de partij die de boodschap achterliet terug te bellen.
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
INTERCOM
INT’
MONITOR
INTERCOM: om interne gesprekken te voeren of te ontvangen.
MONITOR: wordt gebruikt voor handen-vrij kiezen. In de handen-vrij modus kunt u de stem van de tegenpartij beluisteren.
AUTO ANS
MUTE
Soft toetsen:
wordt gebruikt om het item te selecteren dat onder op het display staat weergegeven.
AUTO BEANTWOORD (automatisch beantwoorden)/MICROFOON UIT:
wordt gebruikt voor het beantwoorden van een intern gesprek in de handen-vrij modus of om de microfoon uit te schakelen.
TRANSFER
DOORVERBINDEN:
wordt gebruikt voor het doorverbinden van een gesprek naar een andere partij.
HOLD
WACHTSTAND: wordt gebuikt om een gesprek in de wachtstand te zetten.
Bedieningshandleiding 19
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
FLASH/
RECALL
VOICE CALL
MUTE
PROGRAM
R: wordt gebruikt om het huidige gesprek te beëindigen en een ander gesprek te beginnen zonder de hoorn op de haak te leggen. Deze toets functioneert ook als CANCEL toets als de hoorn op de haak ligt.
GESPREK/MICROFOON UIT: wordt gebruikt om automatisch een interne gesprek te beluisteren, maar kan niet worden gebruikt om handen-vrij te telefoneren. Schakelt tevens de microfoon van de hoorn uit tijdens een gesprek.
PROGRAMMEREN: wordt gebruikt voor het activeren en verlaten van de programmeermodus.
CONF
FWD/DND
ANSWER
CONFERENTIE: wordt gebruikt om een gesprek tussen meerdere partijen tot stand te brengen.
Gesprek Doorschakelen (DSN)/Niet Storen (NS):
wordt gebruikt om een gesprek door te schakelen (DSN) of als men niet wil worden gestoord (NS).
ANTWOORD: wordt gebruikt voor het beantwoorden van een inkomend gesprek.
PROG.
20 Bedieningshandleiding
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
RELEASE
(PF)
VRIJGEVEN: wordt gebruikt om de verbinding te verbreken.
Programmeerbare Funktie (PF):
bevindt zich boven de netlijntoetsen of op de DSS Console.
Wijst de gewenste toets toe en wordt gebruikt voor toegang tot de opgeslagen funktie. Wordt meestal gebruikt als Snelkiezen-toets. (Op sommige toestellen wordt alleen "F" en een nummer weergegeven.)
VOL
MODE
Navigatietoets/Jog Dial/Volume toets: wordt gebruikt voor het afstellen van het volume en het displaycontrast of om de gewenste instelling te kiezen.
MODE: wordt gebruikt voor toegang tot verschillende funkties via het display.
SELECT:
SELECT SHIFT
wordt gebruikt om het weergegeven item te selecteren of om het weergegeven telefoonnummer te bellen.
ENTER: wordt gebruikt om het geselecteerde item te bevestigen.
SHIFT: wordt gebruikt om te wisselen tussen de funkties van de Soft toetsen op het display.
CANCEL: wordt gebruikt om het geselecteerde item te annuleren.
Aangepaste toetsen
Als een term tussen haakjes staat-zoals (Kosten)-betekent dit dat een flexibele toets is aangewezen als "Kosten" toets. Voor aanpassen, zie "3.1.3 Aanpassen van de toetsen".
Toetsen Funktie
hiermee wordt een vrije netlijn gekozen voor uitgaande netlijn gesprekken.
Lusnetlijn (Loop-CO)
Inkomende netlijn gesprekken van willekeurige netlijnen arriveren via deze toets.
Bedieningshandleiding 21
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Toetsen Funktie
hiermee wordt een vrije netlijn gekozen in een specifieke netlijngroep om
Groepnetlijn (G-CO)
externe nummers te bellen. Inkomende netlijn gesprekken komen via deze toets binnen op de toestellen van de toegwezen netlijngroep.
Enkelvoudige netlijn (Single­CO)
Directe Station Selectie (DSS)
Snelkiezen
Inkomende gespreksverdelinggroep (ICD groep)
Boodschap
hiermee wordt een bepaalde netlijn gekozen voor uitgaande of inkomende netlijn gesprekken.
wordt gebruikt om een toestel te bellen via een snelkiestoets. De toets kan ook worden veranderd in een andere funktietoets.
wordt gebruikt voor toegang tot een gewenste partij of systeemfunktie via een snelkiestoets.
wordt gebruikt voor toegang tot een bepaalde inkomende gespreksverdelinggroep voor het beginnen of ontvangen van gesprekken.
wordt gebruikt voor het achterlaten van een "Boodschap Wacht" indicatie of om de partij die de boodschap achterliet terug te bellen.
Boodschap voor ander toestel dient als Boodschap toets voor een ander toestel.
Gesprek Doorschakelen (DSN)/Niet Storen (NS)— Beide gesprekken
DSN/NS—Netlijn gesprekken
DSN/NS—Interne gesprekken
Groep DSN—Beide gesprekken
wordt gebruikt voor het doorschakelen van alle gesprekken naar een bepaalde bestemming of om ze te weigeren.
wordt gebruikt voor het doorschakelen van netlijn gesprekken naar een bepaalde bestemming of om ze te weigeren.
wordt gebruikt voor het doorschakelen van interne gesprekken naar een bepaalde bestemming of om ze te weigeren.
wordt gebruikt om alle gesprekken, bedoeld voor uw groep, door te schakelen naar een bepaalde bestemming.
Groep DSN—Netlijn gesprekken
Groep DSN—Interne gesprekken
wordt gebruikt om netlijn gesprekken, bedoeld voor uw groep, door te schakelen naar een bepaalde bestemming.
wordt gebruikt om interne gesprekken, bedoeld voor uw groep, door te schakelen naar een bepaalde bestemming.
Kosten wordt gebruikt voor het invoeren van een kostencode.
Conferentie wordt gebruikt om een gesprek tussen meerdere partijen tot stand te brengen.
Gesprek beëindigen
Externe Funktie Toegang (EFT)
Kosten referentie
Gesprek Parkeren
Gesprek Parkeren (Automatische parkeerzone)
wordt gebruikt om het huidige gesprek te beëindigen en een ander gesprek te beginnen zonder de hoorn op de haak te leggen.
wordt gebruikt voor toegang tot speciale funkties van een Hoofd-PBX of telefoonmaatschappij.
wordt gebruikt om de totale gesprekskosten voor uw eigen toestel te controleren.
wordt gebruikt om een gesprek in een vooraf ingestelde parkeerzone te parkeren of terug te halen.
wordt gebruikt om een gesprek automatisch in een vrije parkeerzone te plaatsen.
Gesprekslog wordt gebruikt voor informatieweergave van inkomende gesprekken.
22 Bedieningshandleiding
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Toetsen Funktie
Gesprekslog voor ICD groep
wordt gebruikt voor verkrijgen van een Gesprekslog toets voor een inkomende gespreksverdelinggroep.
Inloggen/Uitloggen wordt gebruikt om te wisselen tussen de inloggen- en uitloggen-modus.
Inloggen/Uitloggen van een specifieke groep
Inloggen/Uitloggen van alle groepen
Hurry-up
Afwikkeltijd
Systeem-alarm
Tijd service (Dag/Nacht/Lunch/ Pauze)
wordt gebruikt voor verkrijgen van een Inloggen/Uitloggen toets voor een andere groep van inkomende gespreksverdeling.
wordt gebruikt voor verkrijgen van een Inloggen/Uitloggen toets voor alle groepen.
wordt gebruikt om het oudste gesprek in de wachtrij - van een inkomende gespreksverdelinggroep - door te verbinden als de wachtrij overbezet raakt.
wordt gebruikt voor het omschakelen van de afwikkeltijd, "Gereed" en "Niet gereed" modus.
wordt gebruikt om een PBX storing te bevestigen. Voor meer details kunt u uw dealer raadplegen.
wordt gebruikt voor het omschakelen van de tijd service.
Antwoord wordt gebruikt voor het beantwoorden van een inkomend gesprek.
Vrijgeven
Gespreksrestrictie/ Gespreksblokkering
wordt gebruikt om de lijnverbinding te verbreken tijdens of na een gesprek of om Gesprek doorverbinden af te sluiten.
wordt gebruikt om het niveau van gespreksrestrictie/gespreksblokkering voor andere toestelgebruikers tijdelijk te veranderen.
ISDN Service wordt gebruikt voor toegang tot een ISDN service.
Calling Line Identification Restriction (CLIR)
Connected Line Identification Restriction (COLR)
ISDN-wachtstand
wordt gebruikt om te wisselen tussen de CLIP en CLIR services.
wordt gebruikt om te wisselen tussen de COLP en COLR services.
wordt gebruikt voor het doorverbinden van een gesprek via uw telefoonmaatschappij.
Koptelefoon wordt gebruikt om te spreken via de koptelefoon.
Tijd service-omschakelmodus (Automatisch/handmatig)
wordt gebruikt voor het omschakelen van de tijd service, automatisch of handmatig.
Twee-weg Opname wordt gebruikt om een gesprek in uw mailbox op te nemen.
Twee-weg Doorverbinden
Direct Twee-weg doorverbinden
Directe Gesprekscontrole
Voice Mail Doorverbinden
wordt gebruikt om een gesprek op te nemen in de mailbox van een bepaald toestel.
wordt gebruikt om een gesprek op te nemen in de mailbox van een bepaald toestel via een snelkiestoets.
wordt gebruikt om een boodschap te beluisteren terwijl de beller deze boodschap inspreekt en, indien gewenst, het gesprek te beantwoorden.
wordt gebruikt om een gesprek door te verbinden naar de mailbox van een bepaald toestel.
Directe Station Selectie via Netwerk (DSSN)
wordt gebruikt om via een snelkiestoets een toestel te bellen dat is aangesloten op andere PBX systemen in het netwerk.
Bedieningshandleiding 23
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Toetsen Funktie
CTI
Check-in
Check-uit
wordt gebruikt om toegang te krijgen tot CTI funkties. Voor meer details kunt u uw dealer raadplegen.
wordt gebruikt om van de status van een toestel in een kamer te veranderen van Check-uit naar Check-in.
wordt gebruikt om van de status van een toestel in een kamer te veranderen van Check-in naar Check-uit.
24 Bedieningshandleiding
Hoe u de stappen moet volgen
Hieronder vindt u een voorbeeld van systeembediening.
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Een ander toestel bellen
Opbellen naar een toestel (Intern gesprek)
PT and SLT
PT/SLT/HS
toestelnr.
OF
(DSS)
Hoorn van de haak.
De indicator van de DSS toets geeft de huidige status als volgt weer:
Uit: het toestel is vrij. Rood brandt: U of een ander toestel gebruikt de lijn.
Voor opbellen via een directory kunt u "1.11.2 Het gebruik van de directories" raadplegen.
Voor snelle bediening
• Als u sommige interne toestellen vaak moet opbellen, zijn DSS toetsen handig.
Handen-vrij telefoneren
• U kunt een intern gesprek voeren en het gesprek in de handen-vrij modus voortzetten als u op de HANDEN-VRIJ toets drukt.
Aanpassen van uw toestel
3.1.2 Instellen via de Programmeermodus—Toewijzing Voorkeurlijn—Uitgaand
De vrije lijn kiezen door de hoorn van de haak te nemen.
3.1.3 Aanpassen van de toetsen
Maken of wijzigen van een Directe Station Selectie (DSS) toets.
of druk op DSS..
Spreek.Kies het toestelnummer
Funktietitel
Bedieningsstappen
De beschrijvingen van de symbolen worden uitgelegd onder "Beschrijving van de symbolen".
Voorwaarde
Tips
Programmeerverwijzing: de gewenste programmering staat aangegeven.
Bedieningshandleiding 25
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Voorbeeld aansluitschema
Dit diagram geeft een voorbeeld van een aansluitschema.
Telefoonmaatschappij
Computer
KX-TDA30 KX-TDA100 KX-TDA200
Hybride IP-PBX
Privé IP
netwerk
Routeplanner
Computer
Batterijen
Computer
Printer
Externe sensor/
Extern relais
Deurintercom & Deuropener
Externe muziekbron
Enkelvoudig toestel
Fax
Draadloze telefoon
ISDN telefoon
CelstationDraagbrare
handset
Enkelvoudig
toestel
Digitaal
systeemtoestel
Analoog
systeemtoestel
Digitaal
systeemtoestel
IP-systeemtoestel
(alleen KX-TDA100/
KX-TDA200)
Computer
(server)
Computer
DSS Console
DSS Console
USB
Intercom/
Luidspreker
26 Bedieningshandleiding
Versterker
Voice Processing
systeem
KX-T7636/ KX-T7633
KX-T7600 Digitaal
systeemtoestel
Computer
KX-T7600 Digitaal
systeemtoestel
1.2 Gesprekken beginnen

1.2.1 Basisbediening

Een ander toestel bellen – Een externe partij bellen – Opbellen naar een Privé netwerk (TIE lijntoegang) – Een Kostencode gebruiken (Invoer Kostencode)
Een ander toestel bellen
Opbellen naar een toestel (Intern gesprek)
Indien uw telefoon niet automatisch een netlijn kiest
PT and SLT
PT/SLT/HS
toestelnr.
OF
(DSS)
Hoorn van de haak.
of druk op
toestelnummer
DSS
.
Spreek. Kies het

1.2 Gesprekken beginnen

Indien uw telefoon automatisch een netlijn kiest
PT/HS
Terwijl de hoorn op de haak ligt
toestelnr.
Kies het
toestelnummer
.
INTERCOM
Druk op
INTERCOM
.
PT/HS
Terwijl de hoorn op de haak ligt
(DSS)
Druk op DSS.
De indicator van de DSS toets geeft de huidige status als volgt weer:
Uit: het toestel is vrij. Rood brandt: U of een ander toestel gebruikt de lijn.
Hoorn van de haak.
Hoorn van de haak.
Bedieningshandleiding 27
1.2 Gesprekken beginnen
Voor opbellen via een directory kunt u "1.11.2 Het gebruik van de directories" raadplegen.
Voor snelle bediening Als u sommige interne toestellen vaak moet opbellen, zijn DSS toetsen handig.
Handen-vrij telefoneren U kunt een intern gesprek voeren en het gesprek in de handen-vrij modus voortzetten als u op de HANDEN-VRIJ toets drukt.
Aanpassen van uw toestel
3.1.2 Instellen via de Programmeermodus—Toewijzing Voorkeurlijn—Uitgaand
De vrije lijn kiezen door de hoorn van de haak te nemen.
3.1.3 Aanpassen van de toetsen
Maken of wijzigen van een Directe Station Selectie (DSS) toets.
Opbellen naar een telefoniste (Telefoniste-gesprek)
U kunt een toestel of groep opbellen, indien toegewezen als "Telefonistetoestel".
PT/SLT/HS
9
Voer in
9
Hoorn van de haak.
.
De telefonistecode verschilt afhankelijk van de instelling van het systeem. Voor meer details kunt u uw dealer raadplegen.
Een externe partij bellen
U dient eerst een vrije netlijn te kiezen voordat u een extern telefoonnummer kiest, omdat externe gesprekken via uw PBX tot stand komen. Selecteer één van de volgende methoden:
Automatisch kiezen van een vrije netlijn (Automatische netlijntoegang)
PT/SLT/HS
(Loop-CO)
OF
0
extern tel. nr.
Hoorn van de haak.
De automatische netlijn-toegangscode is afhankelijk van de PBX. Voor meer details kunt u uw dealer raadplegen.
28 Bedieningshandleiding
Druk op Loop-CO of voer de automatische netlijn-toegangscode in.
Kies het externe telefoonnummer.
Spreek.
1.2 Gesprekken beginnen
Automatisch kiezen van een vrije netlijn in de specifieke netlijngroep (Toegang tot netlijngroep)
PT and SLT
PT/SLT/HS
(G-CO)
8
OF
netlijn
groepnr.
extern tel. nr.
Hoorn van de haak.
Druk op
G-CO
netlijngroep-toegangsnummer
in en daarna het
netlijngroepnummer
of voer het
(2 cijfers).
Selecteren van de specifieke netlijn
PT and
PT/HS
(Single-CO)
Hoorn van de haak.
Single-CO
De indicators van de Single-CO of G-CO toets geven de huidige status als volgt weer:
Uit: De lijn is vrij. Rood brandt: De lijn is bezet.
Mogelijk geldt er gespreksbeperking voor de specifieke externe partij. Om een gesprek te beginnen, zie "1.2.7 Telefoneren zonder restricties".
Voor bevestiging van het te kiezen nummer, voert u een telefoonnummer in en bevestigt dit op het display en neemt daarna de hoorn van de haak. (Kiezen na intoetsen)
Gesprekskostengegevens U kunt de totale gesprekskosten controleren door op de Kosten referentie toets te drukken.
Om naar een andere partij te bellen zonder de hoorn van de haak te nemen, drukt u op de R-toets. Hierdoor wordt de netlijn opnieuw gekozen en krijgt u de externe kiestoon te horen. De Gesprek beëindigen toets zal een interne kiestoon laten horen. U kunt het nieuwe telefoonnummer kiezen zonder de hoorn op de haak te leggen/van de haak te nemen.
Handen-vrij telefoneren U kunt een extern gesprek voeren en het gesprek in de handen-vrij modus voortzetten als u op de HANDEN-VRIJ toets drukt.
.
Kies het
telefoonnummer
extern tel.nr.extern tel. nr.
Kies het
externe
telefoonnummer
.
externe
.
Spreek.
Spreek. Druk op
Aanpassen van uw toestel
3.1.2 Instellen via de Programmeermodus—Toewijzing Voorkeurlijn—Uitgaand
De vrije lijn kiezen door de hoorn van de haak te nemen.
3.1.3 Aanpassen van de toetsen
Maken of wijzigen van een Lusnetlijn (Loop-CO), Groepnetlijn (G-CO), Enkelvoudige netlijn (Single-CO), Gesprek beëindigen of een Kosten referentie toets.
Bedieningshandleiding 29
1.2 Gesprekken beginnen
Opbellen naar een Privé netwerk (TIE lijntoegang)
Het is mogelijk om te bellen naar toestellen die zijn aangesloten op andere PBX systemen in een Privé netwerk.
Opbellen
PT/SLT/HS
7
Hoorn van de haak.
Voer in 7. Kies het privé
Opbellen via een snelkiestoets
PT aT
PT/HS
(DSSN)
Hoorn van de haak.
Om de status van een ander PBX toestel te controleren nadat u een DSSN toets heeft
Druk op
DSSN
.
toegewezen, de hoorn van de haak nemen, op de DSSN toets drukken, en de hoorn weer op de haak leggen. De indicator van de DSSN toets zal de status als volgt weergeven:
Uit: het toestel is vrij. Rood brandt: het toestel is bezet.
privé telefoonnr.
Spreek.
telefoonnummer.
Spreek.
Aanpassen van uw toestel
3.1.3 Aanpassen van de toetsen
30 Bedieningshandleiding
Maken of wijzigen van een Directe Station Selectie via Netwerk (DSSN) toets.
Loading...
+ 206 hidden pages