Gebruiksaanwijzing
Compacte Gewoon Papier Fax
Modelnr. KX-FP205NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig, voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar de handleiding voor latere naslag.
Dit apparaat is geschikt voor nummerherkenning. Hiervoor moet u bij de serviceprovider nummerweergave inschakelen.
Zorg ervoor dat u de telefoonkabel gebruikt die bij het apparaat is geleverd.
Dit model is uitsluitend bestemd voor gebruik in Nederland.
FOR ENGLISH USERS:
You can select English for the display and report (feature #48, page 32).
Bedankt dat u hebt gekozen voor een fax van Panasonic.
Gegevens die u moet bewaren
Bevestig hier uw aankoopbon.
Voor referentie
Aankoopdatum
Serienummer (aanwezig op achterkant apparaat)
Naam en adres verkoper
Telefoonnummer verkoper
Als taal kunt u Nederlands of Engels selecteren.
De display en de rapporten zijn in de taal die geselecteerd is. De standaardinstelling is Nederlands. Zie functie #48 op blz. 32 als u de instelling wilt wijzigen in Engels.
Waarschuwing:
L Merk op dat de afdruk van de gekopieerde of ontvangen documenten op de gebruikte inktfolie achterblijft. Zorg voor discretie bij het weggooien van de gebruikte inktfolie.
L Wrijf en gum niet over de bedrukte zijde van het papier. Dit kan vegen veroorzaken op de afdruk. L Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van de apparatuur.
L Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik op het Nederlandse analoge telefoonnetwerk.
Verklaring van overeenstemming:
LPanasonic Communications Co., Ltd. verklaart dat deze apparatuur voldoet aan de van toepassing zijnde vereisten en andere relevante voorwaarden van Richtlijn 1999/5/EC voor radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (R&TTE).
De overeenstemmingsverklaring voor de relevante Panasonic-producten die in deze handleiding worden beschreven, kunnen worden gedownload op:
http://www.doc.panasonic.de
Contactpersoon: Panasonic Services Europe
a Division of Panasonic Marketing Europe GmbH Panasonic Testing Centre
Winsbergring 15, 22525 Hamburg, Duitsland
Copyright:
LDit materiaal valt onder auteursrecht van Panasonic Communications Co., Ltd. en mag alleen voor intern gebruik worden vermenigvuldigd. Alle andere vermenigvuldiging, geheel of gedeeltelijk, is verboden zonder geschreven toestemming van Panasonic Communications Co., Ltd.
©2006 Panasonic Communications Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
2
Volg als u het apparaat gebruikt altijd de veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van brand, elektrische schokken of persoonlijk letsel.
1.Lees en begrijp alle instructies.
2.Volg alle waarschuwingen en instructies op het apparaat op.
3.Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of spuitbussen.
4.Gebruik het apparaat niet bij water, zoals badkuipen, wastafels, aanrechten, enzovoorts.
5.Plaats het apparaat stevig op een stabiel oppervlak. Als het apparaat valt, kan het ernstige schade en/of letsel veroorzaken.
6.Dek de sleuven en openingen van het apparaat niet af. Deze zorgen voor ventilatie en beschermen tegen oververhitting. Plaats het apparaat niet bij de verwarming of op een plaats zonder goede ventilatie.
7.Gebruik alleen de stroombron die op het apparaat wordt aangegeven. Als u niet zeker weet welke spanning bij u thuis beschikbaar is, neemt u contact op met uw dealer of het energiebedrijf.
8.Voor de veiligheid is het apparaat voorzien van een geaarde stekker. Als u geen geaard stopcontact hebt, laat u er een installeren. Omzeil deze veiligheidsmaatregel niet door de stekker te veranderen.
9.Zet niets op de voedingskabel. Installeer het apparaat waar niemand op het snoer kan stappen of erover kan struikelen.
10.Overbelast stopcontact en verlengsnoeren niet. Dit kan leiden tot risico op brand of elektrische schokken.
11.Duw niets door de sleuven van het apparaat. Dit kan leiden tot risico op brand of elektrische schokken. Mors geen vloeistoffen op het apparaat.
12.Haal ter voorkoming van risico op elektrische schokken het apparaat niet uit elkaar. Breng het apparaat naar een goedgekeurd servicecentrum als het moet worden gerepareerd. Als u deksels opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke voltages en andere gevaren. Onjuist opnieuw in elkaar zetten kan elektrische schokken veroorzaken als het apparaat vervolgens wordt gebruikt.
13.Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact en neem voor reparatie contact op met een goedgekeurd servicecentrum als het volgende het geval is:
A.Als de voedingskabel is beschadigd of versleten.
B.Als er vloeistof in het apparaat is gemorst.
C.Als het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
D.Als het apparaat niet normaal werkt als u de gebruiksaanwijzing opvolgt. Bedien alleen zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing. Onjuiste bediening kan leiden tot uitgebreide reparaties door een goedgekeurd servicecentrum.
E.Als het apparaat is gevallen of is beschadigd.
F.Als de prestaties van het apparaat duidelijk zijn veranderd.
14.Gebruik tijdens onweer geen telefoon, tenzij deze draadloos is. Er bestaat een kleine kans op elektrische schokken door bliksem.
15.Gebruik het apparaat niet voor het rapporteren van een gaslek als het daar in de buurt staat.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Let op:
Installatie
L Installeer telefoondraden nooit tijdens onweer.
LInstalleer telefooncontacten nooit op natte plaatsen, tenzij het contact specifiek hiervoor is ontworpen.
L Raak nooit ongeïsoleerde telefoondraden of pluggen aan, tenzij deze niet met de netwerkinterface zijn verbonden.
L Werk voorzichtig bij het installeren of aanpassen van telefoonlijnen.
L Steek de stekker niet met natte handen in het stopcontact.
Waarschuwing:
L Vermijd ter voorkoming van vuur en elektrische schokken blootstelling van dit product aan regen of vocht.
LHaal dit apparaat uit het stopcontact als er rook uitkomt, een abnormale geur afgeeft of een ongebruikelijk geluid maakt. Deze omstandigheden kunnen vuur of elektrische schokken veroorzaken. Controleer of de rook gestopt is en neem contact op met een goedgekeurd servicecentrum.
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
3
Belangrijke informatie
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
Omgeving
LZorg ervoor dat er geen apparaten in de buurt van het apparaat zijn die elektrische interferentie genereren, zoals
fluorescerende lampen en motoren.
L Stel het apparaat niet bloot aan stof, hoge temperaturen of trillingen.
L Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. L Plaats geen zware objecten op het apparaat.
LAls het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, haalt u de stekker ervan uit het stopcontact.
LHoud het apparaat buiten bereik van warmtebronnen, zoals verwarmingen, fornuizen enzovoort. Plaats het apparaat ook niet in vochtige kelders.
Algemene verzorging
LVeeg het oppervlak van het apparaat schoon met een zachte doek. Gebruik geen benzine, verdunner of schuurmiddel.
4
|
|
|
|
|
|
|
Inhoud |
|
|
|
|
|
|
||
1. |
Inleiding en installatie |
|
5. |
Kopie |
|
||
Accessoires |
|
Kopiëren |
|
||||
|
1.1 |
Meegeleverde accessoires ......................................... |
6 |
|
5.1 |
Kopieën maken ........................................................ |
26 |
|
1.2 |
Aanvullende informatie ............................................... |
6 |
|
|
|
|
Locatie van de bedieningstoetsen |
7 |
6. |
Programmeerbare functies |
|
|||
|
1.3 |
Omschrijving knoppen ................................................ |
Overzicht van functies |
|
|||
|
1.4 |
Overzicht |
8 |
|
|||
|
|
6.1 |
Programmeren |
28 |
|||
Installatie |
|
|
|||||
|
|
6.2 |
Basisfuncties |
29 |
|||
|
1.5 |
Inktfolie |
8 |
|
|||
|
|
6.3 |
Geavanceerde functies |
30 |
|||
|
1.6 |
Krulsnoer |
10 |
|
|||
|
|
|
|
|
|||
|
1.7 |
Papier opvanghouder................................................ |
10 |
7. |
Handige informatie |
|
|
|
1.8 |
Papiersteun............................................................... |
10 |
|
|||
|
1.9 |
Afdrukpapier ............................................................ |
11 |
Handige informatie |
|
||
|
|
|
|
|
7.1 |
Tekens invoeren........................................................ |
35 |
2. |
Voorbereiding |
|
8. |
Help |
|
||
Aansluiten en instellen |
|
|
|||||
|
2.1 |
Aansluitingen ............................................................ |
12 |
Foutmeldingen |
|
||
Volume |
|
|
|
8.1 |
Foutmeldingen – Rapporten ..................................... |
37 |
|
|
2.2 |
Het volume aanpassen ............................................ |
13 |
|
8.2 |
Foutmeldingen – Weergave...................................... |
38 |
Startprogrammering |
|
Problemen oplossen |
|
||||
|
2.3 |
Datum en tijd............................................................. |
13 |
|
8.3 |
Probleemoplossingen ............................................... |
39 |
|
2.4 |
Uw logo..................................................................... |
14 |
|
|
|
|
|
2.5 |
Uw faxnummer.......................................................... |
14 |
9. |
Onderhoud |
|
|
3. |
Telefoon |
|
Papierstoringen |
|
|||
|
|
9.1 |
Storing afdrukpapier ................................................. |
43 |
|||
Automatisch nummers kiezen |
|
|
9.2 |
Documentstoringen................................................... |
44 |
||
|
3.1 |
Namen en telefoonnummers opslaan in het |
|
Reinigen |
|
|
|
|
|
telefoonboek ............................................................. |
15 |
|
9.3 |
Documentinvoer/ |
|
|
3.2 |
Telefoneren met behulp van het telefoonboek .......... |
15 |
|
|
afdrukpapierinvoer/glasplaat reinigen....................... |
45 |
|
3.3 |
Opgeslagen nummers wijzigen................................. |
15 |
|
9.4 |
Reinigen thermische printkop ................................... |
46 |
|
3.4 |
Opgeslagen nummers verwijderen ........................... |
15 |
|
|
|
|
|
3.5 |
Snelkiezen ................................................................ |
15 |
10. Algemene informatie |
|
||
Nummerweergave (beller identificatie) |
|
Afgedrukte rapporten |
|
||||
|
3.6 |
Nummerweergave |
16 |
|
|||
|
|
10.1 |
Referentielijsten en rapporten |
47 |
|||
|
3.7 |
Weergeven en terugbellen |
17 |
|
|||
|
Specificaties |
|
|||||
|
3.8 |
Telefoonnummers van bellers bewerken voordat u |
|
|
|||
|
|
|
10.2 |
Specificaties |
47 |
||
|
|
terugbelt |
17 |
|
|||
|
|
Garantie |
|
|
|||
|
3.9 |
Gegevens van bellers wissen |
17 |
|
|
||
|
|
10.3 |
Garantie |
49 |
|||
|
3.10 |
Bellerinfo in het telefoonboek opslaan |
17 |
|
|||
|
|
|
|
|
|||
4. |
Fax |
|
11. Index |
|
|||
|
|
11.1 |
Index |
50 |
|||
Faxen verzenden |
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|||
|
4.1 |
Faxen handmatig verzenden .................................... |
18 |
|
|
|
|
|
4.2 |
Documentvereisten................................................... |
19 |
|
|
|
|
|
4.3 |
Fax versturen met telefoonboek en snelkiestoets..... |
19 |
|
|
|
|
|
4.4 |
Groepsverzending (Broadcast) ................................. |
20 |
|
|
|
|
Faxberichten ontvangen |
|
|
|
|
|
||
|
4.5 |
De manier waarop u de fax gebruikt instellen........... |
21 |
|
|
|
|
4.6Faxen handmatig ontvangen – Automatische
beantwoording uitgeschakeld ................................... |
22 |
4.7Faxen automatisch ontvangen – Automatische
|
beantwoording ingeschakeld .................................... |
23 |
4.8 |
Faxapparaat samen met antwoordapparaat ............. |
23 |
4.9Ontvangstpolling (faxen op andere faxmachines
ophalen).................................................................... |
24 |
4.10Blokkering van ongewenste faxen (voorkomen van
ontvangst van faxen van ongewenste bronnen)........ |
24 |
5
1 Telefoonkabel |
2 Telefoonhoorn |
3 Handset snoer |
4 Papier opvanghouder |
5 Papier steun |
6 Start Carboncassette |
|
(10 meter lang) |
7 Gebruiksaanwijzing |
8 Snelle Installatie gids |
Opmerking:
L Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, neemt u contact op met de leverancier.
LBewaar de oorspronkelijke doos en verpakkingsmaterialen voor toekomstig vervoer van het apparaat.
–Nieuwe inktfolie*1 (modelnr./onderdeelnr. KX-FA52X):
30 m × 2 rollen (elke rol drukt ongeveer 90 vellen A4-papier af.) *1 Ter verzekering van een goede werking van het apparaat wordt aanbevolen een nieuwe folie van Panasonic te gebruiken. De inktfolie is niet herbruikbaar. Wikkel
deze niet op om de inktfolie opnieuw te gebruiken.
6
|
|
1. Inleiding en installatie |
|
|
|
|
|
N {COPY} |
1.3 Omschrijving knoppen |
|
|
|
L Documenten kopiëren (blz. 26). |
|
A |
B CDE |
FGH |
I J |
KL M N |
A {AUTO ANSWER}
LAutomatische beantwoording in-/uitschakelen (blz. 22, 23).
B {REDIAL}{PAUSE}
LHet laatst gekozen nummer opnieuw bellen. Als de lijn bezet is wanneer u belt met de toets {MONITOR}, of als u een fax verstuurt, zal het nummer automatisch 2 keer of
vaker opnieuw worden gebeld.
L Een pauze invoegen tijdens het kiezen van het nummer.
C {R}
LSpeciale telefoondiensten en voor het doorverbinden van gesprekken naar een ander toestel indien aangesloten op
een (huis)centrale.
LDe lengte van het doorverbindsignaal (flash) kan worden gewijzigd. (functie #72 op blz. 33).
D {CALLER ID}
L Nummerweergave gebruiken (blz. 16).
E {STOP}
L Een handeling onderbreken of programmeren annuleren.
LTekens/cijfers verwijderen (blz. 35). Houd ingedrukt als u alle tekens en cijfers wilt wissen.
F {BROADCAST}
LDocumenten verzenden naar meerdere adressen (blz. 20).
G {PRINT REPORT}
L Referentielijsten en rapporten afdrukken (blz. 47).
H {MENU}
L Programmeren starten of stoppen.
I {PHONEBOOK}{VOLUME}
L Volume aanpassen (blz. 13).
L Opgeslagen zaken zoeken (blz. 15, 19).
J {SET}
L Een instelling opslaan tijdens het programmeren.
K {MUTE}
LDe microfoon tijdens een gesprek uitschakelen. Druk nogmaals op deze knop om het gesprek te hervatten.
L {MONITOR}
LEen nummer kiezen zonder de telefoonhoorn van de haak te nemen.
M {FAX START}
L Een fax versturen of ontvangen.
7
1. Inleiding en installatie
1.4 Overzicht |
|
1.5 Inktfolie |
|
|
De meegeleverde folierol is een startfolie. |
4 5 |
6 |
1 Open de voordeksel. |
3 |
|
|
|
|
|
2 |
|
|
1 |
|
|
|
l |
|
|
|
7 8 9 |
k |
2 |
Maak de achterdeksel los door de groene knop in te drukken |
|
j |
||||
|
|
(1). |
||
|
|
|
||
1 Documentgeleiders |
|
|
|
|
2 Papier opvanghouder |
|
|
|
|
3 Metalen geleider afdrukpapier |
|
|
|
|
4 Papiersteun |
|
|
|
|
5 Papieruitvoer |
|
|
1 |
|
6 Papierinvoer |
|
|
||
|
|
|
||
7 Voordeksel |
|
|
|
|
8 Documentinvoer |
|
|
|
|
9 Documentuitvoer |
|
|
|
|
j Luidspreker |
|
|
|
|
k Groene knop (vrijgeven achterdeksel) |
|
|
|
|
l Achterdeksel |
|
3 |
Open de achterdeksel. |
|
|
|
|||
Verwijder de transporttape |
|
|
|
4 Plaats het blauwe tandwiel van de inktfolierol in de linkersleuf aan de voorkant van de eenheid (2) en het witte tandwiel van de inktfolierol in de linkersleuf aan de achterkant van de eenheid (3).
L U kunt de inktfolie veilig aanraken. De inkt komt niet op uw handen zoals bij carbonpapier.
8
1. Inleiding en installatie
L Verzeker u ervan dat het blauwe tandwiel (2) en het witte |
Goed |
tandwiel (3) zijn geplaatst zoals in de afbeelding. |
|
3 |
1 slag |
|
|
|
Strak |
|
6 |
|
Fout |
2
De inktfolie is niet rond de blauwe kern gewikkeld.
5 Draai het blauwe tandwiel (4) in de richting van de pijl totdat
de inktfolie strak gespannen is (5) en er ten minste één laag inktfolie rond de blauwe kern is gewikkeld (6).
Los/gekreukeld Omgekeerd
6 Sluit de achterdeksel stevig en druk deze aan beide gestippelde einden goed dicht (7).
7
4
7 Sluit het voordeksel goed.
5
9
1. Inleiding en installatie
Sluit het krulsnoer aan (1).
1
Druk de metalen papiergeleider omhoog (1), en installeer vervolgens de papierhouder (2).
2
Houd de papiersteun open (1), en plaats vervolgens de einden in de openingen van de papierhouder (2).
1
2
1
LControleer of de pijlen op de papierhouder en de eenheid naar elkaar toe wijzen.
10
1. Inleiding en installatie
De eenheid kan maximaal 20 vellen van 64 g/m2 tot 80 g/m2 bevatten.
Zie blz. 48 voor meer informatie over afdrukpapier.
1 Waaier het papier uit, zodat het niet vastloopt.
2Plaats het papier voorzichtig met de afdrukzijde naar beneden (1).
L Duw het papier niet te hard in de papierhouder.
1
LAls het papier niet goed is geplaatst, verwijder dan al het geplaatste papier en plaats het voorzichtig opnieuw. Het papier kan anders vast komen te zitten.
Goed |
Scheef |
|
|
|
|
Opmerking:
LVerwijder al het geplaatste papier voordat u nieuw papier toevoegt.
11
Let op:
L Kies voor dit apparaat een goed bereikbaar stopcontact.
LZorg ervoor dat u de telefoonkabel gebruikt die bij het apparaat is geleverd.
L Gebruik voor de telefoonkabel geen verlengsnoer.
1 Telefoonkabel
L Aansluiten op de telefoonaansluiting. 2 Voedingskabel
L Aansluiten op een wandcontactdoos (220–240 V, 50 Hz). 3 [EXT] connector
LU kunt een antwoordapparaat of een telefoon aansluiten. Verwijder de stop als deze aangebracht is.
4 Antwoordapparaat (niet bijgeleverd)
3
2
1
4
Opmerking:
LPlaats ter voorkoming van storingen de fax nooit bij apparatuur, zoals televisies en luidsprekers, die een sterk
magnetisch veld opwekken.
LIndien ook andere apparatuur op dezelfde telefoonlijn is aangesloten, kan deze fax storing veroorzaken in het netwerk.
LAls u het apparaat gebruikt met een computer en uw internetaanbieder u vertelt dat u een filter (5) moet aanbrengen, sluit u het filter als volgt aan.
5
12
2. Voorbereiding
{SET}
{A}{B}
Volume van het belsignaal
Druk, wanneer het apparaat niet in gebruik is, op {A} of {B}.
LAls er documenten in de documentinvoer aanwezig zijn, kunt u het volume niet wijzigen. Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
Het belsignaal uitschakelen
Druk op {B} tot “SIGNAAL UIT OK?” wordt weergegeven. i
{SET}
L Het apparaat gaat niet over.
L Als u het belsignaal weer wilt inschakelen, drukt u op {A}.
Beltoon
LU kunt de beltoon uit een van de 3 belsignalen selecteren (functie #17 op blz. 29).
Volume van de telefoonhoorn
Druk als u de telefoonhoorn gebruikt op {A} of {B}.
Speakervolume
Druk als de monitor in gebruik is op {A} of {B}.
{SET}
{MENU} {<}{>}
1 {MENU} i{#}{0}{1} i{SET}
D:01/M:01/J:06|
TIJD: 00:00
2Voer de huidige datumen tijdgegevens in door voor elk onderdeel 2 cijfers te selecteren. Druk meerdere keren op {*} om “AM”, “PM”, of de 24-uurs weergave te selecteren.
Voorbeeld: 10 augustus, 2006 10:15 PM (12-uurs weergave)
1. Druk op {1}{0} {0}{8} {0}{6} {1}{0} {1}{5}.
D:10/M:08/J:06|
TIJD: 10:15
2. Selecteer “PM” met {*}.
3{SET}
4Klik op {MENU} om af te sluiten.
Opmerking:
LDe fax van de andere partij drukt de datum en tijd af bovenaan elke pagina die u verzendt, aan de hand van de ingestelde datum en tijd op uw apparaat.
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met {<} of {>} op het verkeerde cijfer en voer de correctie uit.
Als u nummerherkenning hebt ingeschakeld
De datum en tijd worden automatisch ingesteld aan de hand van de ontvangen bellerinformatie.
LAls de tijd niet eerder is ingesteld, wordt deze niet bijgesteld door nummerweergave.
13
2. Voorbereiding
U kunt uw logo (naam, bedrijfsnaam, enz.) programmeren zodat dit bovenaan elke verzonden pagina verschijnt.
{SET} |
{R}{MUTE} |
{MENU}
1 {MENU} i{#}{0}{2} i{SET}
LOGO=|
[#:ABC]
2Voer uw logo in van maximaal 30 tekens (zie blz. 35 voor tekeninvoer).
L Voor een koppelteken drukt u op {R}. L Voor een spatie drukt u op {MUTE}.
3{SET}
4Klik op {MENU} om af te sluiten.
U kunt uw faxnummer programmeren zodat dit bovenaan elke verzonden pagina verschijnt.
{SET} {R}
|
|
|
|
|
|
{MENU} |
{STOP} |
|
|
|
|
{<}{>}
1 {MENU} i{#}{0}{3} i{SET}
NR.=|
2Voer uw faxnummer van maximaal 20 cijfers in. L Voor een “+” drukt u op {*}.
L Voor een spatie drukt u op {#}.
L Voor een koppelteken drukt u op {R}.
L Druk voor het wissen van een cijfer op {STOP}.
3{SET}
4Klik op {MENU} om af te sluiten.
Fouten corrigeren
Plaats de cursor met {<} of {>} op het verkeerde cijfer en voer de correctie uit.
L Als u alle cijfers wilt wissen, houdt u {STOP} ingedrukt.
14
De eenheid is uitgerust met een telefoonboek (50 telefoonnummers).
{SET}
{MENU}
1Druk op {MENU} tot “TEL.BOEK INST.” wordt weergegeven. i{*}
2Voer de naam in van maximaal 16 tekens (zie blz. 35 voor specifieke aanwijzingen). i{SET}
3Voer het telefoonnummer van maximaal 32 cijfers in. i
{SET}
L Als u nog meer nummers wilt programmeren, voert u stap 2 t/m 3 opnieuw uit.
4{MENU}
1{PHONEBOOK}
2Druk op {A} of {B} tot het gewenste onderdeel wordt weergegeven.
3Druk op {MONITOR} of pak de telefoonhoorn op.
Een naam zoeken met behulp van de eerste letter Voorbeeld: “LISA”
1.{PHONEBOOK}
2.Open het telefoonboek met {A} of {B}.
3.Druk meerdere keren op {5} tot een naam met de letter “L” op de display wordt weergegeven (zie de tekentabel op blz. 35).
L Druk op {1} als u naar een symbool wilt zoeken.
4.Druk op {B} tot “LISA” wordt weergegeven.
L Als u het zoeken wilt stoppen, drukt u op {STOP}.
LAls u het weergegeven nummer wilt bellen, drukt u op {MONITOR} of pakt u de telefoonhoorn op.
1{PHONEBOOK}
2Druk op {A} of {B} tot het gewenste onderdeel wordt weergegeven. i{MENU}
3 {*}
LAls er aan de naam niets veranderd hoeft te worden, gaat u direct naar stap 5.
4Bewerk de naam. Zie voor meer details de opslagprocedure op blz. 15.
5{SET}
LAls er aan het telefoonnummer niets veranderd hoeft te worden, gaat u direct naar stap 7.
6Wijzig het telefoonnummer. Zie voor meer details de opslagprocedure op blz. 15.
7{SET}
3.4.1 Specifiek nummer wissen
1.{PHONEBOOK}
2.Druk op {A} of {B} tot het gewenste onderdeel wordt weergegeven. i{MENU} i{#}
L Druk op {STOP} om het wissen te annuleren.
3.{SET}
3.4.2 Alle nummers wissen
1.{PHONEBOOK} i{MENU}
2.Druk op {A} of {B} om “JA” te selecteren. i{SET} L Druk op {STOP} om het wissen te annuleren.
3.{SET}
De kiestoetsen {1} t/m {9} kunnen als snelkiestoetsen worden gebruikt, waarmee u nummers uit het telefoonboek belt door eenvoudig op een kiestoets te drukken.
3.5.1 Nummers aan snelkiestoetsen toewijzen
1{PHONEBOOK}
2Druk op {A} of {B} tot het gewenste onderdeel wordt weergegeven. i{MENU} i{0}
3Druk op {A} of {B} tot de gewenste snelkiestoets wordt weergegeven en selecteer deze.
L Als de kiestoets al als snelkiestoets wordt gebruikt, wordt naast het kiestoetsnummer Qweergegeven. Als u deze kiestoets selecteert, kunt u de vorige toegewezen snelkiestoets overschrijven.
4{SET} i{SET}
LAls u nog meer nummers wilt programmeren, voert u stap 2 t/m 4 opnieuw uit.
5 {STOP}
15
3. Telefoon
3.5.2 Bellen met een snelkiestoets
1 Houd de gewenste snelkiestoets ({1} t/m {9}) ingedrukt.
LU geeft de overige toegewezen snelkiestoetsen weer met
{A} of {B}.
2 Druk op {MONITOR} of pak de telefoonhoorn op.
3.5.3 Snelkiestoetsen wissen
1Houd de gewenste snelkiestoets ({1} t/m {9}) ingedrukt. i
{MENU}
L Druk op {STOP} om het wissen te annuleren.
2{SET}
Opmerking:
LHet nummer dat van een snelkiestoets wordt gewist, wordt niet uit het telefoonboek verwijderd. Zie voor wissen uit het telefoonboek blz. 15.
Dit apparaat is geschikt voor de nummerweergave functie van de telefoonmaatschappij. Om deze functie te kunnen gebruiken moet u er wel op zijn geabonneerd.
Belangrijk:
LDit apparaat voldoet aan de ETS (European Telecommunication Standard) en ondersteunt alleen de basisfuncties van CLIP (Calling Line Identification
Presentation).
LDit apparaat geeft alleen het nummer en de naam van de beller weer.
L Dit apparaat ondersteunt geen aanvullende telefoondiensten.
LAfhankelijk van de diensten van de telefoonmaatschappij worden de datum/tijd van het gesprek of de naam van de beller mogelijk niet weergegeven.
Controleer of het aantal belsignalen voor overgaan is ingesteld op 2 of meer belsignalen.
–Belsignaal FAX (functie #06 op blz. 29) en belsignaal TEL/FAX (functie #78 op blz. 33)
LHet kan zijn dat naamweergave in sommige gebieden niet beschikbaar is. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij voor meer informatie.
3.6.1 Hoe de beller wordt geïdentificeerd
Het telefoonnummer of de naam van de beller wordt weergegeven na het 1ste belsignaal. U kunt dan kiezen het gesprek al dan niet aan te nemen.
Dit apparaat slaat automatisch de gegevens van de beller op (naam, telefoonnummer, datum en tijd van het gesprek, het aantal keren dat iemand heeft gebeld) van de 30 meest recente gesprekken.
U kunt de gegevens van de bellers één voor één bekijken op de display (blz. 17) of de gehele bellerlijst afdrukken (blz. 47).
L Als er bellergegevens worden ontvangen die overeenkomen met een nummer dat voor snelkiezen of in het telefoonboek is opgeslagen, wordt de opgeslagen naam weergegeven.
LAls het apparaat is aangesloten op een huiscentrale (PBX), kunt u mogelijk de identificatiegegevens van de beller niet ontvangen. Neem contact op met de leverancier van de
centrale.
LAls het apparaat geen identificatiegegevens kan ontvangen, wordt het volgende weergegeven:
“GEEN MELDING”: De beller heeft gebeld uit een plaats waar weergave oproeper niet beschikbaar is.
“ANONIEME BELLER”: De beller heeft ervoor gekozen om zijn gegevens niet te verzenden.
“BUITENLAND”: De beller heeft een interlokaal gesprek gevoerd.
Gegevens van de beller controleren met de bellerlijst
–Zie blz. 47 als u deze gegevens handmatig wilt afdrukken.
–Als u de gegevens automatisch na elke 30 nieuwe oproepen wilt afdrukken, activeert u functie #26 (blz. 30).
16