tijdens gebruik ................................... 186
Gebruiksrechtovereenkomst voor
plaatsnaam- en kaartgegevens
DMC-TZ30 DMC-TZ31
..........................190
- 5 -
Page 6
Voordat u de camera gaat gebruiken
■
Hanteren van de camera
Vrijwaar de camera tegen heftige trillingen, schokken of
zware druk.
Gebruik de camera niet onder de volgende
●
omstandigheden, die schade aan de lens, het lcd-scherm
of het camerahuis kunnen toebrengen. Dit kan ook leiden
tot storingen in de camera of mislukte opnamen.
• Laat de camera niet vallen of tegen een hard oppervlak
aan stoten
• Ga niet op de camera zitten als u deze in uw broekzak
heeft en zorg dat de camera niet in een volle tas wordt
gepropt
• Maak geen accessoires vast aan het camerariempje
• Zorg dat er geen druk wordt uitgeoefend op de lens of
het lcd-scherm
De camera is niet stofbestendig, spatbestendig of
waterbestendig.
Gebruik de camera niet op plaatsen met veel stof of
zand, of waar er water op de camera kan komen.
Gebruik de camera niet onder de volgende
●
omstandigheden, die het risico meebrengen dat er zand,
water of andere materialen in de camera kunnen komen
via de openingen rond de toetsen of de lens. Wees uiterst
voorzichtig hiermee, want dergelijke omstandigheden
kunnen de camera beschadigen, mogelijk zelfs
onherstelbaar.
• Plaatsen met erg veel stof of stuifzand
• In de regen of aan de waterkant, waar er water op de
camera kan spatten
■
Condensatie (wanneer de lens of het lcd-scherm beslaat)
Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge
●
wisselingen in temperatuur of vochtigheid, kan er vocht in
de camera condenseren. Mijd dergelijke omstandigheden,
want die kunnen de lens of het lcd-scherm bevuilen,
schimmelgroei veroorzaken of de camera beschadigen.
Als er vocht in de camera is gecondenseerd, schakelt u
●
het toestel uit en wacht u ongeveer twee uur voordat u
de camera weer gebruikt. Wanneer de camera eenmaal
op omgevingstemperatuur is gekomen, zal de condens
vanzelf verdwijnen.
- 6 -
Page 7
Voordat u de camera gaat gebruiken
■
Maak altijd eerst een proefopname
Vóór het gebruik van de camera bij belangrijke gebeurtenissen (zoals een
huwelijksvoltrekking e.d.) dient u altijd eerst een proefopname te maken, om te zien of
beeld en geluid naar behoren worden opgenomen.
■
Er wordt geen compensatie geboden voor verloren opnamen
Wij kunnen geen compensatie bieden voor gemiste kansen of opnamen die verloren
gaan door technische problemen met de camera of de kaart.
■
Neem zorgvuldig de auteursrechtwetten in acht
Ongeoorloofd gebruik van opnamen waarop auteursrechten gelden, voor andere
dan puur persoonlijke doeleinden, is verboden onder de wet op het auteursrecht.
Het opnemen van bepaalde materialen kan streng gereguleerd zijn, zelfs voor zuiver
persoonlijk gebruik.
■
Zie tevens de "Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik" (→186)
De werkelijke bedieningsfuncties en onderdelen, menu-items en andere informatie
●
voor uw digitale camera kunnen afwijken van die in de afbeeldingen en op de
schermen die in deze handleiding worden afgebeeld. Wanneer de bediening of
andere informatie min of meer hetzelfde is bij verschillende modellen, wordt
DMC-TZ30/DMC-TZ31 als voorbeeld gebruikt voor de instructies die in deze
handleiding worden gegeven.
De bedieningen, procedures of functies die tussen de verschillende modellen
●
verschillen, worden afzonderlijk aangeduid, samen met het relevante modelnummer.
(Bijvoorbeeld)
Opnamemoduspictogrammen
●
Opnamemodus:
Beschikbare opnamemodiNiet-beschikbare opnamemodi
DMC-TZ30 DMC-TZ31
DMC-TZ27
- 7 -
Page 8
Voordat u de camera gaat gebruiken
GPS-functie
■
Locatienaaminformatie van de camera
Zorg ervoor dat u "Gebruiksrechtovereenkomst voor plaatsnaam- en kaartgegevens"
leest voordat u de camera gebruikt. (→190)
■
Wanneer [GPS-inst.] op [ON] is gezet, werkt de GPS-functie zelfs als de camera
uit is.
• Elektromagnetische golven van de camera kunnen instrumenten en meters
beïnvloeden. Zet in vliegtuigen (bij vertrek en landing) of op andere locaties waar
GPS-systemen niet zijn toegestaan, [GPS-inst.] op [OFF] of [Vliegtuigmode] op [ON]
en schakel vervolgens de camera uit. (→129, 135)
• Als [GPS-inst.] op [ON] staat en [Vliegtuigmode] op [OFF], zal de batterij leegraken,
ook als de camera is uitgeschakeld.
■
Informatie over de opnamelocatie
• De namen van de opnamelocaties en herkenningspunten (zoals gebouwen) zijn
bijgewerkt tot december 2011. Deze worden daarna niet bijgewerkt.
• Afhankelijk van het land of het gebied kunnen er weinig namen van locaties en
informatie over herkenningspunten beschikbaar zijn.
■
Plaatsbepaling
• Plaatsbepaling kan even duren in een omgeving waar de signalen van de GPSsatellieten moeilijk te ontvangen zijn. (→128)
• Zelfs als de GPS-ontvangst goed is, duurt een geslaagde plaatsbepaling
ongeveer 2 tot 3 minuten onder de volgende omstandigheden: bij de eerste
keer dat u uw plaats bepaalt, of bij plaatsbepaling nadat u de [GPS-inst.] hebt
ingesteld op [OFF] of [Vliegtuigmode] hebt ingesteld op [ON] en de camera
hebt uitgeschakeld en vervolgens weer hebt ingeschakeld.
Met GPS-hulpgegevens kunt u sneller uw plaats bepalen. (→141)
• Omdat de posities van de GPS-satellieten continu veranderen, afhankelijk van
de opnamelocatie en –omstandigheden, is het niet altijd mogelijk deze satellieten
nauwkeurig te positioneren of kunnen er bij de plaatsbepaling afwijkingen ontstaan.
■
Gebruik in het buitenland
• De GPS-functie werkt mogelijk niet in China of in de grensregio’s van landen die
grenzen aan China. (Bijgewerkt tot december 2011)
• In sommige landen of regio’s kunnen regels gelden voor het gebruik van GPS of
aanverwante technologie. Omdat deze camera een GPS-functie heeft, dient u
voordat u de camera meeneemt naar het buitenland, bij de ambassade of bij uw
reisbureau na te vragen of er voor het desbetreffende land beperkingen gelden met
betrekking tot het invoeren van camera’s met een GPS-functie.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
- 8 -
Page 9
Standaard-accessoires
Controleer of alle accessoires compleet bijgeleverd zijn, voordat u de camera in gebruik
neemt.
De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
●
de regio waar de camera is aangeschaft.
Raadpleeg de beknopte gebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires.
De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.
●
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart worden in de tekst
●
als kaart aangeduid.
Verwijder de verpakking op de juiste manier.
●
Bewaar kleine onderdelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen.
●
■
Optionele accessoires
• Kaarten zijn optioneel. U kunt beelden opnemen in of weergeven vanuit het
ingebouwde geheugen, wanneer u geen kaart gebruikt. (→20)
• Overleg met het verkooppunt of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de
bijgeleverde accessoires kwijtraakt.
(U kunt de accessoires los aanschaffen.)
- 9 -
Page 10
Namen en functies van
hoofdonderdelen
Modusknop (→25)
Hiermee kiest u de opnamemodus.
Flitser (→66)
DMC-TZ30 DMC-TZ31
Ingebouwde GPS-antenne (→128)
Indicator voor zelfontspanner (→70) /
AF-assistlampje
Lensbuis
Lens (→6, 188)
(→103)
DMC-TZ30 DMC-TZ31
GPS-statusindicator
(→129)
Microfoon (→26, 37)
Zoomhendel (→63)
Hiermee kunt u inzoomen op een veraf onderwerp
om het groter in beeld te brengen.
Filmknop (→37)
Om te filmen.
ON/OFF-schakelaar van de camera
Hiermee schakelt u de camera aan en uit.
Ontspanknop (→27, 28)
Hiermee kunt u scherpstellen en foto’s nemen.
Statiefaansluiting (→188)
Luidspreker (→55)
Klepje voor kaart/batterij
(→14, 19)
Vrijgavehendel (→14, 19)
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het
●
eigenlijke product.
- 10 -
Page 11
Namen en functies van hoofdonderdelen
Cursorknop
Lcd-scherm
(→55, 62, 172)
OPNAME/WEERGAVE-schakelaar (→25)
[EXPOSURE]-knop (→73)
DMC-TZ30 DMC-TZ31
[DISP.]-knop (→62)
Hiermee kunt u
de aanduidingen
omschakelen.
Oplaadlampje
(→16)
[Q.MENU] / [ / ]-knop
In de opnamemodus: voor aangeven van het
In de afspeelmodus: voor wissen van beelden. (→49)
Tijdens de menu-bediening: voor terugkeren naar
Quick-menu. (→53)
het vorige scherm.
Hiermee kiest u de opnamemodus of de
afspeelmodus.
We raden u aan
het bijgeleverde
polsbandje te
gebruiken om te
voorkomen dat u
de camera laat
vallen.
In de opnamemodus:
Hiermee stelt u de sluitertijd of de
diafragmawaarde in. (Alleen in de modus
In de afspeelmodus: De kaart wordt weergegeven.
[MAP]-knop (→146)
)
[HDMI]-aansluiting
(→156, 158)
[AV OUT/DIGITAL]aansluiting
(→15, 156, 165, 168)
Deze aansluitbus wordt
ook gebruikt bij het
opladen van de batterij.
[MENU/SET]
• Hiermee opent u de menu’s,
kiest u de instellingen, enz. (→51)
Linkercursortoets ( )
• Zelfontspanner (→70)
Cursortoets omlaag ( )
• Macro-modus, enz. (→68)
In deze handleiding wordt de knop die wordt gebruikt, aangeduid met .
●
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het
Het aanraakscherm van deze camera is gevoelig voor de druk die u op het scherm
uitoefent.
Met "aanraken" bedoelen we het licht
Aanraken
drukken op het aanraakscherm met uw
vinger waarna u uw vinger terugtrekt.
Met "slepen" bedoelen we het aanraken
en verschuiven van uw vinger over het
Slepen
aanraakscherm.
Aanraken is voor het selecteren van
pictogrammen of beelden en voor andere
bedieningsfuncties.
• Raak een pictogram in het midden aan. Als
u meerdere pictogrammen tegelijk aanraakt,
kan de camera niet naar behoren werken.
Als u gebruik wilt maken van het soort lcd-beschermvel dat in de handel verkrijgbaar
●
is, volgt u dan de aanwijzingen die bij dat beschermvel zijn geleverd. (Sommige typen
beschermvel kunnen de helderheid van het scherm verminderen en de bediening ietwat
belemmeren.)
Als u de camera wilt gebruiken met een lcd-beschermvel dat in de handel verkrijgbaar
●
is, of als het lcd-scherm niet erg vlot reageert, oefent u dan voor de bediening iets meer
druk uit op het scherm.
Als uw hand bij het vasthouden van de camera tegen het aanraakscherm drukt, werkt
●
het aanraakscherm niet goed.
Druk niet op het lcd-scherm met harde of scherpe voorwerpen, zoals een balpen.
●
Druk niet met uw vingernagels op het aanraakscherm.
●
Als het lcd-scherm vuil is of vettig door vingerafdrukken, veegt u het dan schoon met
●
een zacht, droog doekje.
Nadere details over de pictogrammen die op het aanraakscherm verschijnen, vindt u
●
onder "Lijst met symbolen op de lcd-schermen" (→172 - 175).
Slepen (het verschuiven van uw vinger over
het scherm) dient voor het doorlopen van
beelden of het kiezen van het bereik van de
weergegeven beelden.
- 12 -
Page 13
Batterij opladen
• Gebruik altijd de originele netadapter (bijgeleverd), USB-kabel (bijgeleverd) en
batterij voor deze camera.
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (batterij
ongeladen geleverd)
• Laad de batterij op terwijl deze in de camera zit.
CamerastatusOpladen
Nee
Ja
∗
Uitschakelen (ook in [Slaapsmodus] (→57))
Inschakelen
∗
Alleen tijdens het afspelen werkt de camera op elektriciteit van het stopcontact via de USB-kabel
(bijgeleverd). (De batterij wordt niet opgeladen.)
Wanneer de batterij te weinig vermogen over heeft, kunt u deze opladen ongeacht de
●
stand van de ON/OFF-schakelaar van de camera.
Als de batterij niet in de camera is geplaatst, kunt u deze niet opladen en kan deze de
●
camera ook niet van stroom voorzien.
■
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks
van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet
voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een
dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij.
Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik
maakt van een authentieke Panasonic batterij.
- 13 -
Page 14
De batterij in de camera plaatsen
U laadt de batterij op door deze in de camera te plaatsen.
• Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF
Batterij opladen
Schuif de vrijgavehendel naar de
positie [OPEN] en open het klepje
voor de kaart/batterij
Schuif de batterij helemaal in de
camera
• Zorg dat u de batterij in de juiste richting in de
camera plaatst.
• Helemaal insteken totdat u een sluitklik hoort en
even controleren of het borghendeltje de batterij
stevig vasthoudt.
Sluit het klepje voor kaart/batterij
• Schuif de vrijgavehendel naar de positie [LOCK].
■
Verwijdering van de batterij
Beweeg de hendel in het kaart/
batterijcompartiment in de richting van de
pijl.
Vrijgavehendel
[OPEN] [LOCK]
Hendel
Gebruik altijd Panasonic batterijen.
●
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet
●
garanderen.
Verwijder na gebruik de batterij uit de camera.
●
• Bewaar de batterij in een plastic zak, en let op dat er geen metalen voorwerpen
(zoals paperclips) tegen de batterij aan komen wanneer u die meeneemt of opbergt.
Als u de batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator
●
LUMIX op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen
en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.)
- 14 -
Page 15
Batterij opladen
De batterij opladen
We raden u aan op te laden op een locatie waar de omgevingstemperatuur tussen 10 °C
en 30 °C ligt (hetzelfde geldt voor de batterijtemperatuur).
Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF
Netadapter (bijgeleverd)
Leg de merktekens ( gelijk
met
) en steek de stekker
in de aansluiting.
Oplaadlampje
(→16)
USB-kabel (bijgeleverd)
• Controleer altijd de richting van de pennen en
houd de stekker recht om deze aan te sluiten of
te verwijderen.
(Als de kamer in de verkeerde richting is
aangesloten, kunnen de pennen vervormd raken
en storingen veroorzaken.)
Computer
Voorbereiding:
Schakel de computer
in.
■
De batterij opladen door de camera op het stopcontact aan te sluiten
Sluit de netadapter (bijgeleverd) en de camera aan met de USB-kabel (bijgeleverd) en
steek de netadapter (bijgeleverd) in het stopcontact.
• Gebruik de netadapter (bijgeleverd) alleen binnen.
■
De batterij opladen via de computer
Sluit een computer met de USB-kabel (bijgeleverd) op de camera aan.
Op sommige computers kan het niet mogelijk zijn de batterij op te laden, afhankelijk
●
van de specificaties van de computer.
Als de computer tijdens het opladen naar de stand hibernation gaat, kan het opladen
●
worden gestopt.
Als een notebookcomputer die niet op een stopcontact is aangesloten, op de camera is
●
aangesloten, zal de batterij van de notebookcomputer leeg raken. Laat de camera en
de notebook niet lange tijd op elkaar aangesloten.
Sluit de USB-kabel altijd aan op de USB-aansluiting op uw computer. Sluit de USB-kabel
●
niet aan op de USB-aansluiting van de monitor, het toetsenbord, de printer of de USB-hub.
- 15 -
Page 16
Batterij opladen
Resterende batterijcapaciteit
(knippert rood)
Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op
te laden of te vervangen.
■
Indicaties oplaadlampje
Aan: Opladen wordt uitgevoerd
Uit: Opladen stopt (nadat de batterij stopt met opladen, ontkoppelt u de camera van
het stopcontact of van uw computer.)
■
Opmerkingen over de oplaadtijd
Bij gebruik van de netadapter (bijgeleverd)
OplaadtijdOngeveer 260 min
• De aangeduide oplaadtijd hierboven is de tijd die nodig is voor het opladen wanneer
de batterij volledig is opgebruikt. De benodigde oplaadtijd verschilt, afhankelijk van
de omstandigheden van het batterijgebruik. De oplaadtijd is langer in gevallen waar
de temperaturen hoog of laag zijn en wanneer de batterij een lange periode niet is
gebruikt.
• De benodigde tijd voor het opladen via de computer varieert, afhankelijk van de
specificaties van de computer.
Gebruik geen andere USB-kabels behalve de bijgeleverde kabel. Als u dat wel doet,
●
kan de camera storingen vertonen.
Gebruik geen USB-verlengkabel.
●
Gebruik geen andere netadapters behalve de bijgeleverde netadapter.
●
De netadapter (bijgeleverd) en de USB-kabel (bijgeleverd) zijn specifieke accessoires
●
van deze camera. Gebruik deze niet voor andere apparatuur.
Als er problemen zijn die te maken hebben met het stopcontact (d.w.z. stroomuitval),
●
wordt de batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Maak de (bijgeleverde) USB-kabel
los en sluit deze weer aan op de camera.
Als het oplaadlampje niet gaat branden of blijft knipperen, zelfs als de camera op de
●
juiste manier op de netadapter (bijgeleverd) of op uw computer is aangesloten, is het
opladen in de pauzestand gezet omdat de temperatuur niet in het geschikte bereik voor
opladen ligt, en is dit geen storing. Sluit de USB-kabel (bijgeleverd) opnieuw aan en
probeer opnieuw op te laden op een plaats waar de omgevingstemperatuur 10 °C tot
en met 30 °C bedraagt (temperatuuromstandigheden gelden ook voor de batterij zelf).
Resterend batterijvermogen
- 16 -
Page 17
Batterij opladen
Richtlijnen voor aantal op te nemen beelden en
beschikbare opnameduur
Het aantal op te nemen beelden of de beschikbare opnameduur kan variëren afhankelijk
van de omgeving en gebruiksomstandigheden. De aantallen kunnen minder zijn
als de flitser, de zoomfunctie e.d. veelvuldig gebruikt worden, of onder erg koude
omstandigheden.
■
Foto’s maken
Aantal op te nemen beeldenOngeveer 260 beelden
OpnameduurOngeveer 130 min
Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm
●
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• [Program AE]-modus
• [GPS-inst.] is ingesteld op [OFF]
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50%RH met gebruik van lcd-scherm.
• Gebruik van een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
• Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de
functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [ON].)
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname.
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur
van de batterij daalt.
Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden – bijvoorbeeld tot ongeveer een
kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
Volgens de CIPA-norm
- 17 -
Page 18
Batterij opladen
■
Films opnemen
[Opnamefunctie]
[Opn. kwaliteit]
Beschikbare opnameduur
Feitelijk beschikbare
1
∗
opnameduur
DMC-TZ30 DMC-TZ31
Opnameomstandigheden
●
∗
[GPH]
2
∗
Ongeveer 55 minOngeveer 65 minOngeveer 70 min
3
Ongeveer 30 minOngeveer 35 minOngeveer 40 min
[AVCHD][MP4]
[PSH]
1
∗
[GFS]
[FSH]
1
∗
• Temperatuur 23 °C, vochtigheidsgraad 50%RH (relatieve vochtigheid)
• [GPS-inst.] is ingesteld op [OFF]
2
∗
Films kunnen maximaal 29 minuten en 59 seconden continu worden opgenomen. Ook nemen
films die continu zijn opgenomen in [MP4], maximaal 4 GB ruimte in. (In dit geval kunt u een
film in [FHD] maximaal ongeveer 27 minuten en 12 seconden continu opnemen.) Resterende
opnameduur voor doorlopend opnemen wordt op het scherm aangegeven.
3
∗
De werkelijke tijd waarin u kunt opnemen wanneer u regelmatig de camera in- en uitschakelt,
begint en stopt met opnemen en de zoom gebruikt.
■
Beelden bekijken
Afspeeltijd Ongeveer 160 min
DMC-TZ30 DMC-TZ31
[FHD]
- 18 -
Page 19
Insteken en verwijderen van een (optionele) kaart
• Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF
Schuif de vrijgavehendel naar de
positie [OPEN] en open het klepje
voor de kaart/batterij
Schuif de kaart helemaal in de
camera
• Inschuiven tot de kaart vastklikt.
Sluit het klepje voor kaart/batterij
• Schuif de vrijgavehendel naar de positie
[LOCK].
■
Verwijdering van de kaart
Druk op het midden van de kaart
Vrijgavehendel
[OPEN] [LOCK]
Kaart (controleer richting)
Raak de
aansluitingen
aan de
achterzijde
van de kaart
niet aan.
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze
●
inslikken.
Als u de kaart wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator
●
LUMIX op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen
en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.)
- 19 -
Page 20
Bestemming voor het opslaan van beelden
(kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het
ingebouwde geheugen als dat niet zo is.
Beelden kunnen gekopieerd worden tussen kaarten en het ingebouwde
●
geheugen. (→127)
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd
●
voor een kaart.
■
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
KaarttypeCapaciteitOpmerkingen
SD-geheugenkaarten8 MB – 2 GB • Kunnen worden gebruikt met apparaten die
SDHC-geheugenkaarten 4 GB – 32 GB
SDXC-geheugenkaarten 48 GB, 64 GB
∗
De SD-snelheidsklasse biedt een maatstaf voor de snelheid waarmee er naar de kaart
geschreven kan worden. Controleer de SD-snelheid aan de hand van het etiket op de kaart of de
bijbehorende documentatie.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
DMC-TZ27
DMC-TZ30 DMC-TZ31
compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
• Alvorens u SDXC-geheugenkaarten gaat
gebruiken, controleert u of uw computer en andere
apparatuur geschikt is voor dit type kaart.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Gebruik van een kaart van SD-snelheidsklasse 4∗
of hoger is aanbevolen voor het opnemen van
films.
• Alleen de kaarten die links met hun respectieve
capaciteiten staan vermeld, zijn geschikt.
(Bijvoorbeeld)
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder
●
was geformatteerd met een computer of ander apparaat. (→60)
Als het schrijfbeveiligingsschakelaar op "LOCK" is gezet, kunt u op
●
de kaart geen opnamen vastleggen of verwijderen en de kaart niet
formatteren.
Wij raden u aan om belangrijke beelden over te kopiëren naar
●
uw computer (aangezien elektromagnetische storing, statische
elektriciteit of andere problemen schade aan uw gegevens kunnen
toebrengen).
Meest recente informatie:
●
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze website is alleen in
het Engels.)
- 20 -
Schakelaar
Page 21
Bestemming voor het opslaan van beelden (kaarten en ingebouwd geheugen)
De beeldopnamecapaciteit weergeven
Geschatte resterende capaciteit in aantal beelden of opnameduur
(druk de [DISP.]-knop in om de aanduiding om te schakelen)
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst
(beelden worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
Terwijl de camera toegang heeft tot de kaart of het ingebouwde geheugen (voor een
bewerking zoals het schrijven, lezen, verwijderen of formatteren van beelden), mag u de
camera niet uitschakelen of de batterij, kaart of netadapter (bijgeleverd) verwijderen. Zorg
dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit.
Mogelijk is de kaart of zijn de gegevens op de kaart beschadigd en werkt dit apparaat niet
langer naar behoren.
Als de handeling is mislukt vanwege trillingen, schokken of statische elektriciteit, voert u
de handeling opnieuw uit.
- 21 -
Page 22
Bestemming voor het opslaan van beelden (kaarten en ingebouwd geheugen)
Richtlijnen voor opnamecapaciteit (aantal beelden/filmopnameduur)
Het aantal beelden dat u kunt opnemen en de opnameduur variëren met de capaciteit
van de kaart (naast de opname-omstandigheden en het type kaart).
■
Capaciteit voor het opnemen van beelden (foto’s)
Ingebouwd geheugen
[Fotoresolutie]
14M112330549010980
5M3256501062021490
0.3M6739810050162960247150
DMC-TZ30
DMC-TZ31
DMC-TZ27
2 GB32 GB64 GB
• Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 99.999 is, wordt er "+99999"
aangegeven.
■
Capaciteit opnameduur (films)
([h], [m] en [s] staan voor "uren", "minuten" en "seconden".)
Wanneer u de opnamemodus [AVCHD] gebruikt
[Opn. kwaliteit] Ingebouwd geheugen2 GB32 GB64 GB
∗
[GPH]
[PSH]
[FSH]
[SH]
∗
[GFS]
∗
[GS]
∗
DMC-TZ30 DMC-TZ31
–8m00s2h31m00s5h07m00s
–14m00s4h10m00s8h26m00s
Wanneer u de opnamemodus [MP4] gebruikt
[Opn. kwaliteit] Ingebouwd geheugen2 GB32 GB64 GB
[FHD]–12m07s3h23m02s6h51m01s
[HD]–23m08s6h27m38s13h04m41s
–
DMC-TZ30
–
[VGA]
1m47s
DMC-TZ31
DMC-TZ27
50m56s14h13m08s28h46m57s
• Films kunnen maximaal 29 minuten en 59 seconden continu worden opgenomen.
Ook nemen films die continu zijn opgenomen in [MP4], maximaal 4 GB ruimte in. (In
dit geval kunt u een film in [FHD] maximaal ongeveer 27 minuten en 12 seconden
continu opnemen.) Resterende opnameduur voor doorlopend opnemen, op het
scherm aangegeven.
Als u instellingen maakt voor uploaden naar websites, kan de capaciteit van de kaart in
●
aantal beelden en opnameduur minder worden. (→117)
Als kaartgegevens worden gekopieerd naar een geheugenkaart, neemt het aantal
●
opneembare beelden en de opnametijd af.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
(→150)
- 22 -
Page 23
Instellen van de klok
Bij verzending van de camera is de klok niet ingesteld.
Stel de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar in op voordat u de camera inschakelt.
Ontkoppel het apparaat van de netadapter (bijgeleverd).
Schakel de camera in
De camera wordt ingeschakeld.
Als het taalkeuzescherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar stap .
Druk op [MENU/SET] terwijl het
bericht wordt weergegeven
Druk op om de taal te
selecteren en druk op [MENU/SET]
Het bericht [Aub klok instellen] verschijnt.
Druk op [MENU/SET]
OPNAME/
WEERGAVE-schakelaar
Druk op om de items
(jaar, maand, dag, uur,
minuten, weergavevolgorde
of tijdweergave-indeling) te
selecteren en druk op om
deze in te stellen
• Annuleren → Druk op [ / ]-knop.
Druk op [MENU/SET] om in te
stellen
Druk op [MENU/SET]
• Om terug te keren naar het vorige scherm,
drukt u op de [ / ]-knop.
DMC-TZ30
Ga naar stap .
DMC-TZ27
De klokinstelprocedure is voltooid met stap .
DMC-TZ31
(Vervolg op de volgende pagina)
- 23 -
Page 24
Instellen van de klok
Druk op om [Ja] te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om
automatisch de tijdsinstelling te corrigeren via de GPS-functie
• Als u handmatig de datum en tijd wilt instellen → selecteert u [Nee].
• Als u de automatische tijdsaanpassing via de GPS-functie selecteert, wordt
[GPS-inst.] ingesteld op [ON].
• Zie voor meer informatie over [Auto reis inst.] (→140)
Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] wordt weergegeven,
drukt u op [MENU/SET]
Druk op om uw thuiszone in te stellen en druk op
[MENU/SET]
Naam stad of
regioHuidige tijd
Verschil met GMT (Greenwich Mean Time)
Wijzigen van de tijdsinstelling
Wanneer u de datum en tijd opnieuw moet instellen, selecteert u [Klokinst.] in het menu
[Set-up] of het menu [Opname].
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt
verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de
24 uur voordat de klok werd ingesteld.
Kies [Klokinst.] uit het menu [Set-up] of het menu [Opname]
• Zie voor meer informatie over het instellen van het menu (→51)
Stel de datum en tijd in (Verricht de stappen - . (→23))
Als de klok niet is ingesteld, kan de juiste datum niet worden afgedrukt wanneer u een
●
fotostudio opdracht geeft de foto af te drukken of wanneer u de datum afdrukt op de
foto’s met [Datum afdr.] of [Tekst afdr.].
Als de klok is ingesteld, kan de juiste datum zelfs worden afgedrukt als de datum niet
●
op het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 24 -
Page 25
Bedieningsvolgorde
Schakel de camera in
1
Stel in op
2
Stel in op de gewenste opnamemodus
Stel de modusknop correct in op
de modus die u wilt gebruiken.
[Intelligent auto]-modus
[Program AE]-modus
3
[Lensopeningspr.]-modus
[Sluiterprioriteit]-modus
[Handm. belicht.]-modus
[Klant]-modus
[3D Foto Mode]3D-foto’s opnemen. (→84)
[Scènemode]Foto’s opnemen van diverse scènes. (→77)
[Creatieve opties]-modus
→
Foto’s opnemen met automatische
instellingen. (→31)
Foto’s opnemen met uw eigen
instellingen. (→27)
Diafragma instellen en vervolgens foto’s
opnemen. (→73)
Sluitertijd instellen en vervolgens foto’s
opnemen. (→73)
Diafragma en sluitertijd instellen en
vervolgens foto’s opnemen. (→74)
Foto’s opnemen met vooraf
geregistreerde instellingen. (→85)
Maak foto’s door uw favoriete foto-effect
te selecteren. (→75)
- 25 -
Page 26
Richt de camera en neem foto’s
■
Foto’s opnemen
Ontspanknop halverwege indrukken om
scherp te stellen
Ontspanknop indrukken en ingedrukt houden
om een foto op te nemen
■
Films opnemen
Filmknop indrukken om te gaan filmen
Filmknop nogmaals indrukken om te stoppen
met filmen
■
De camera vasthouden
4
AF-assistlampje
Polsbandje
We raden u aan het bijgeleverde polsbandje te gebruiken om te voorkomen
●
dat u de camera laat vallen.
Flitser
Bedieningsvolgorde
Filmknop
Microfoon
Ontspanknop
• Om te voorkomen dat de camera gaat trillen,
houdt u deze met beide handen vast, houdt
u uw armen strak langs uw lichaam en gaat u
met uw voeten iets uit elkaar staan.
• Raak de lens niet aan.
• Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u
de microfoon niet blokkeert.
• Blokkeer de flitser of het lampje niet. Laat uw
onderwerp niet van dichtbij in de flits of het
lampje kijken.
• Zorg dat de camera niet beweegt op het
moment dat u op de ontspanknop drukt.
Stel in op
5
Bekijk de beelden (→42, 45)
6
Schakel de camera uit
7
• Druk op om een beeld te
selecteren
• Druk op om films of
panoramabeelden af te spelen
- 26 -
Page 27
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [Program AE]
Opnamemodus:
In het menu [Opname] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
• Schuif de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar naar .
Stel in op (modus [Program AE])
Maak een foto
Half indrukken
(licht indrukken voor
scherpstellen)
Als er een waarschuwing over beweging
●
verschijnt, gebruikt u [Stabilisatie], een statief, of
[Zelfontspanner].
Als diafragma en sluitertijd in rood worden
●
weergegeven, hebt u de belichting niet goed
ingesteld. Gebruik de flitser, verander de
instellingen voor [Gevoeligheid] of zet [Korte
sluitert.] op een kortere sluitertijd.
Volledig indrukken
(helemaal indrukken
voor opname maken)
Diafragmawaarde Sluitertijd
Bewegingswaarschuwing
- 27 -
Page 28
Scherpstellen
Als [AF mode] is ingesteld op (Scherpstellen op 1 punt), stelt u scherp op het
AF-gebied in het midden van het beeld. Volg onderstaande stappen als het gewenste
onderwerp zich niet in het midden bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
Keer terug naar de gewenste compositie
Volledig indrukken
AF-gebied
Scherpstelaanduiding
( Goed scherpgesteld: brandt
Niet goed scherpgesteld: knippert)
AF-gebied
( Goed scherpgesteld: groen
Niet goed scherpgesteld: rood)
Onderwerpen/omgevingen waarbij
●
scherpstellen een probleem kan zijn:
• Snel bewegende of extreem lichte
voorwerpen of voorwerpen zonder
kleurcontrasten.
• Foto’s maken door een ruit of vlakbij
voorwerpen die licht uitstralen. In
het donker, of als de camera erg
beweegt.
• Wanneer u te dicht bij het voorwerp
staat of wanneer u een foto maakt
waarop zowel veraf als dichtbij
gelegen voorwerpen staan.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon
●
wanneer er niet goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood weergegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding weergegeven, dan nog kan
de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten
het scherpstelbereik valt.
Het weergegeven AF-gebied kan groter zijn, afhankelijk van de
●
opnameomstandigheden, zoals donkere locaties of zoomfactor.
- 28 -
Scherpstelaanduiding
Scherpstelbereik
Page 29
Scherm aanraken voor opnemen
(Aanraaksluiterfunctie)
Met deze functie kunt u vlot scherpstellen en foto’s nemen, eenvoudig door aanraking
van onderwerpen die op het scherm verschijnen.
Raak op het scherm aan
• Het pictogram verandert in en nu kunt u
doorgaan met de aanraaksluiter-opname.
Raak het onderwerp aan dat u wilt fotograferen
• Het onderwerp wordt opgenomen wanneer u de
scherpstelling instelt op de plaats die u aanraakte.
• Uitschakelen van de aanraaksluiterfunctie
→ aanraken.
Hiermee kunt u geen films opnemen.
●
De aanraaksluiterfunctie werkt niet langs de randen van het scherm.
●
Houd er rekening mee dat de aanraaksluiter ook werkt als u het aanraakscherm per
●
ongeluk aanraakt.
De gekozen instelling van de aanraaksluiter blijft bewaard, ook wanneer u de camera
●
uitschakelt.
- 29 -
Page 30
Scherpstelling en belichting regelen door
aanraken van het scherm (AF/AE-aanraakfunctie)
Met deze functie kunt u de scherpstelling en belichting regelen door uw onderwerp op het
scherm aan te raken.
• Voor deze bedieningsfunctie dient u eerst de aanraaksluiterfunctie (→29) uit te
schakelen.
Raak de plaats op het scherm aan waarop u de scherpstelling
en belichting wilt instellen
• Wanneer [AF mode] staat ingesteld op
(Gezichtsdetectie), blijft de gezichtsdetectiefunctie
werken, maar er wordt scherpgesteld op de plaats
die u op het scherm aanraakte.
• Wanneer [AF mode] staat ingesteld op (Tracking
AF), blijft de camera uw onderwerp volgen en er
automatisch op scherpstellen, en blijft tevens de
belichting aan het onderwerp aanpassen terwijl uw
onderwerp door het beeld beweegt.
Druk de ontspanknop halverwege in om op het onderwerp
scherp te stellen, en druk de knop dan helemaal in om het
onderwerp te fotograferen
• Uitschakelen van de AF/AE-aanraakfunctie → aanraken.
De AF/AE-aanraakfunctie kan niet goed werken onder bepaalde opname-
●
omstandigheden, zoals wanneer het onderwerp te klein is of de omgeving te donker.
De AF/AE-aanraakfunctie werkt niet langs de randen van het scherm.
●
Tijdens de modus [Intelligent auto] bepaalt de camera de optimale scènefunctie voor
●
het onderwerp dat u aanraakt.
- 30 -
Page 31
Foto’s opnemen met automatische instellingen
Modus [Intelligent auto]
Opnamemodus:
U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden instellingen
gebruikt op basis van informatie zoals "gezicht", "beweging", "helderheid" en "afstand",
dat wil zeggen dat u scherpe foto’s maakt zonder de camera handmatig in te stellen.
• Schuif de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar naar
Stel in op (modus [Intelligent auto])
Maak een foto
.
Half indrukken
(licht indrukken voor
scherpstellen)
Scherpstelaanduiding
( Goed scherpgesteld: brandt
Niet goed scherpgesteld: knippert)
Volledig indrukken
(helemaal indrukken
voor opname maken)
Omtrent de flitser
Druk op om of te selecteren.
Wanneer is gekozen, wordt de flitser automatisch ingesteld op de optimale
●
lichtsterkte voor de omstandigheden (, , , ).
Wanneer of is geselecteerd, wordt de rode-ogenreductiefunctie geactiveerd.
●
Wanneer of is gekozen, wordt de sluitertijd verkort.
●
- 31 -
Page 32
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Automatische scènedetectie
Gericht op uw onderwerp, leest de camera de scène af en maakt dan automatisch de
optimale instellingen.
Pictogram van de
herkende
scènefunctie
1
∗
Wanneer baby’s of peuters (jonger dan 3 jaar) die zijn geregistreerd worden herkend door de
gezichtsherkenning
2
∗
We raden u aan gebruik te maken van een statief en de zelfontspanner.
3
∗
Wanneer de [iHandh. nachtop.] op [ON] staat
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen er verschillende scènefuncties
●
worden gebruikt voor hetzelfde onderwerp.
Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
●
geschikte scènemodus selecteren.
Wanneer er , of is waargenomen, wordt de gezichtsdetectie ingeschakeld en
●
worden de scherpstelling en de belichting optimaal ingesteld voor de herkende gezichten.
■
Tegenlichtcompensatie
Tegenlicht is een situatie waarin licht van achteren op een onderwerp schijnt.
Wanneer er sprake is van tegenlicht, lijkt het onderwerp donkerder en zal de camera
dit automatisch proberen te corrigeren door de helderheld van de foto te verhogen.
In de modus [Intelligent auto] wordt tegenlichtcompensatie automatisch geactiveerd.
Wanneer de camera tegenlicht waarneemt, wordt weergegeven op het lcd-scherm.
(Afhankelijk van de tegenlichtomstandigheden wordt het tegenlicht mogelijk niet correct
gedetecteerd.)
Herkent mensen
Herkent baby
Herkent landschappen
Herkent nachtscènes en de mensen daarin
(alleen wanneer
Herkent nachtscènes
Herkent nachtscènes zonder gebruik van statief.
Herkent close-ups
Herkent zonsondergangen
Beoordeelt de beweging van het onderwerp (om onscherpe
foto’s te voorkomen) als de scène niet met een van de
bovenstaande overeenkomt.
1
∗
is geselecteerd)
2
2
∗
∗
3
∗
Vrolijke kleuren
Wanneer [Kleurfunctie] wordt ingesteld op [Happy], worden beelden met fellere kleuren
opgenomen.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Opname] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Kleurfunctie] en druk dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Happy] en druk dan op [MENU/SET]
- 32 -
Page 33
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
[Anti blur]
De camera kiest automatisch de optimale sluitertijd die het best past bij de bewegingen
van het onderwerp, om bewegingsonscherpte te voorkomen.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Opname] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Anti blur] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [ON] en druk dan op [MENU/SET]
Wanneer [Anti blur] staat ingesteld op [ON], verschijnt er op het scherm.
●
Het onderwerp kan worden opgenomen in een fotoresolutie die kleiner is dan het aantal
●
pixels (beeldpunten) dat u hebt ingesteld.
[iHandh. nachtop.]
Als er automatisch een nachtscène wordt herkend terwijl u de camera in de hand houdt,
kan de camera een foto met minder beweging en minder storing opnemen door een
burst-reeks van beelden te combineren.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Opname] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [iHandh. nachtop.] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [ON] en druk dan op [MENU/SET]
Wanneer de camera vast staat opgesteld op een statief of een andere manier, zal
●
[iHandh. nachtop.] niet herkend worden.
- 33 -
Page 34
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
[iHDR]
Als [iHDR] is ingesteld op [ON] en er bijvoorbeeld een groot contrast is tussen de
achtergrond en het onderwerp, worden meerdere foto’s met een verschillende belichting
vastgelegd en worden deze gecombineerd tot één foto met een rijke gradatie.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Opname] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [iHDR] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [ON] en druk dan op [MENU/SET]
Deze functie wordt alleen automatisch geactiveerd wanneer ∗ wordt weergegeven op
●
het lcd-scherm.
∗
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer de camera tegenlicht waarneemt.
De camera combineert in de volgende gevallen geen beelden:
●
• Wanneer de zoomfactor groter is dan 20 keer
• In de [Burstfunctie]-modus
Als er van een burstopname één foto wordt gemaakt, verschijnt op het scherm
●
het bericht dat er meerdere beelden worden vastgelegd en wordt de burstopname
uitgevoerd. Er vindt geen burstopname plaats als de camera bepaalt dat het verschil
in contrast kan worden gecompenseerd zonder het beeld te creëren op basis van een
burstopname.
Bij een samengesteld beeld na een burstopname kunnen er nabeelden verschijnen als
●
het onderwerp bewoog.
- 34 -
Page 35
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Tracking AF
Deze functie stelt de camera in staat om scherpgesteld te blijven op het onderwerp en
ook de belichting te corrigeren terwijl het onderwerp beweegt.
■
Bij bediening via het aanraakscherm
Voor deze bedieningsfunctie dient u eerst de aanraaksluiterfunctie (→29) uit te
schakelen.
Raak het onderwerp aan
• Overschakelen op een ander onderwerp → Raak het nieuw gekozen onderwerp
aan.
• Uitschakelen van de Tracking AF → aanraken.
Tracking AF kader
AF-vergrendeling succesvol: geel
AF-vergrendeling mislukt: rood
■
Bij bediening met de cursortoets
Druk op om [AF mode] in te stellen op Tracking AF
• Uitschakelen van de Tracking AF → Druk nogmaals op .
Plaats het Tracking AF kader over uw onderwerp en druk dan
op om het te vergrendelen
• Uitschakelen van de AF-vergrendeling → Druk op .
Tracking AF kader
AF-vergrendeling succesvol: geel
AF-vergrendeling mislukt: rood
De optimale scènemodus voor het AF-vergrendelde onderwerp wordt automatisch
●
herkend.
De gezichtsherkenning werkt niet tijdens het gebruik van de Tracking AF.
●
Onder bepaalde opname-omstandigheden, zoals wanneer het onderwerp te klein is of
●
de omgeving te donker, kan de [Tracking AF] niet goed werken.
- 35 -
Page 36
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Beperkingen [Intelligent auto]-modus
Alleen de menu-onderdelen die worden weergegeven in de modus [Intelligent auto]
kunnen worden ingesteld.
De instellingen die zijn gekozen in [Program AE] of andere modi zijn weerspiegeld voor
de niet weergegeven menu-onderdelen in het menu [Set-up].
De instellingen voor de volgende onderdelen zijn verschillend van de andere
●
opnamemodi:
[Fotoresolutie], [Burstfunctie] en [Kleurfunctie] in het [Opname]-menu, [Toon] in het
[Set-up]-menu
De instellingen voor de volgende functies staan vast:
●
[Set-up]-menu
• [Auto review]: [2SEC]
• [Richtlijnen]:
[Opname]-menu
• [Kwaliteit]:
• [Stabilisatie]: [ON]
• [AF ass. lamp]: [ON]
• [Meetfunctie]: [Multimeting]
• [I.resolutie]: [i.ZOOM]
• [Witbalans]: [AWB]
∗
(Scherpstellen op 23 punten) als gezicht niet kan worden herkend
• U kunt geen films opnemen in het ingebouwde geheugen.
Let bij het opnemen van
filmbeelden op dat u de microfoon
niet blokkeert.
Druk op de filmknop om te
beginnen met filmen
[Opnamefunctie] (→106) / [Opn. kwaliteit] (→107)
DMC-TZ30 DMC-TZ31
Verstreken opnameduurResterende
Na indrukken laat u de filmknop onmiddellijk
●
weer los.
U kunt ook in- en uitzoomen als u films
●
opneemt.
• De zoomsnelheid ligt lager dan normaal.
• Wanneer u in- en uitzoomt tijdens het
opnemen van films, kan het even duren
om scherp te stellen.
Ook tijdens het filmen kunt u nog foto’s
●
nemen (→41)
opnameduur (ongeveer)
Druk nogmaals op de filmknop om
te stoppen met filmen
- 37 -
Page 38
Filmen van bewegende beelden
■
Opnameformaat voor het opnemen van films
Met dit apparaat kunt u films opnemen in AVCHD- of MP4-formaat.
AVCHD:
U kunt met dit formaat beelden met high-definition opnemen. Het is geschikt om te
kijken op een breedbeeld-tv of om op disc op te slaan.
AVCHD Progressive:
DMC-TZ30 DMC-TZ31
[GPH]
kunt opnemen met 1920 x 1080/50p, de hoogste kwaliteit∗ die voldoet aan de
AVCHD-norm.
U kunt opgenomen films via dit apparaat of via "PHOTOfunSTUDIO" opslaan en
afspelen.
∗
Dit betekent de hoogste kwaliteit voor dit apparaat.
MP4:
Dit is een eenvoudiger videoformaat dat het beste kan worden gebruikt wanneer u
veel moet bewerken of wanneer u video’s naar internet uploadt.
• U kunt een film alleen op het ingebouwde geheugen opnemen in [MP4] met de
instelling [VGA].
■
Compatibiliteit van de opgenomen films
Films die zijn opgenomen in [AVCHD] of [MP4] kunnen worden afgespeeld met
een slechte beeld- of geluidskwaliteit of kunnen helemaal niet worden afgespeeld,
zelfs niet als ze worden afgespeeld met apparatuur die compatibel is met deze
formaten. Ook kan de opnamegegevens dan niet goed worden weergegeven.
Gebruik in dit geval dit apparaat.
• U kunt films die zijn opgenomen met [GPH]
[AVCHD] afspelen op apparatuur die compatibel is met AVCHD Progressive.
• Zie de onderstaande klantenservicewebsite voor meer informatie over AVCHD
Progressive- en MP4-compatibele apparaten.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze website is alleen in het Engels.)
DMC-TZ27
of [PSH] in [AVCHD] is een modus waarmee u films
DMC-TZ30 DMC-TZ31
of [PSH] in
- 38 -
Page 39
Filmen van bewegende beelden
■
Films opnemen in
Hiermee neemt u een film op met uw voorkeursinstellingen.
• Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld.
■
Films opnemen in
De camera zal automatisch het soort scène aflezen voor het filmen van bewegende
beelden met optimale instellingen.
Geldt wanneer de scène niet overeenkomt
met enige van de rechts getoonde functies.
• Bij de modus worden de scherpstelling en de belichting aangepast aan het
waargenomen gezicht in het beeld.
• wordt gekozen voor scènes bij avond of nacht en op andere donkere plaatsen.
• Als de camera niet uw gewenste scènemodus selecteert, is het aanbevolen de juiste
modus handmatig te kiezen.
• De volgende menu-opties zijn instelbaar in het menu [Bewegend beeld]:
• [Opnamefunctie] • [Opn. kwaliteit]
■
Filmen in andere opnamemodi
Zie voor nadere details de pagina’s over de betreffende opnamemodi. (Filmen is echter
niet mogelijk in de scènemodus [Panorama-opname].)
- 39 -
Page 40
Filmen van bewegende beelden
Als de omgevingstemperatuur hoog is of er sprake is van een continue
●
filmopname, wordt weergegeven en wordt de opname mogelijk halverwege
stopgezet om de camera te beschermen. (Alleen als [Opn. kwaliteit] is ingesteld
op [GPH]
Gebruik een voldoende opgeladen batterij.
●
De beschikbare opnametijd die op het scherm wordt weergegeven, neemt mogelijk niet
●
regelmatig af.
Als er herhaaldelijk gegevens worden opgenomen en gewist, kan de totale beschikbare
●
opnameduur op de SD-kaart teruglopen. Om dan de oorspronkelijke capaciteit te
herstellen, gebruikt u de camera om de SD-kaart te formatteren. Zorg echter eerst dat
u alle belangrijke gegevens overneemt op uw computer of een ander opslagmedium,
want bij het formatteren worden alle opgeslagen gegevens op de kaart gewist.
De optische beeldstabilisatie zal altijd werken, ongeacht de instellingen voordat u
●
begon met filmen.
De volgende functies kunnen niet worden ingesteld:
●
De Extra optische zoom, flitser, [Gezicht herk.] en [Lcd roteren] voor verticale beelden.
Bij bepaalde geheugenkaarten kan het opnemen tussentijds stoppen.
●
Het opnamebereik kan bij films smaller worden in vergelijking met foto’s. Als de
●
beeldverhouding voor foto’s en films verschilt, kan bovendien de kijkhoek veranderen
wanneer u begint met het opnemen van een film. Het opneembare gebied wordt
weergegeven door instelling van [Video Opn.gebied] (→56) op [ON].
Als de extra optische zoom wordt gebruikt voordat u op de filmknop drukt, komen deze
●
instellingen te vervallen en wijzigt het opnamegebied aanzienlijk.
Afhankelijk van de omgeving kan tijdens het opnemen van films het scherm even
●
zwart worden of kan ruis worden opgenomen als gevolg van statische elektriciteit,
elektromagnetische golven enzovoort.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
, [PSH], [GFS]
DMC-TZ30 DMC-TZ31
of [FSH])
- 40 -
Page 41
Filmen van bewegende beelden
Foto’s opnemen terwijl u doorgaat met filmen
U kunt tussen het filmen door gewoon foto’s opnemen.
Druk tijdens het filmen de ontspanknop volledig in
Foto’s worden opgenomen met een [Aspectratio] van 16:9 en [Fotoresolutie] van
3.5M. (Max. 15 beelden)
Het filmen gaat gewoon door.
• Er is een kans dat de sluiterklik van de ontspanknop in de film hoorbaar is.
Gebruik de aanraaksluiter als het camerageluid storend is.
• Wanneer u een foto opneemt tijdens in- of uitzoomen van de film, kan het zoomen
stoppen.
■
Burst-functie
Wanneer de Burst-functie van tevoren is ingeschakeld, kan er een Burst reeks foto’s
worden opgenomen terwijl u filmt.
• Wanneer de burstinstelling op , of is gezet, worden foto’s automatisch
gemaakt met de instelling .
• Ook in de of instelling wordt de scherpstelling van de eerste foto
vastgehouden.
Als de aanraaksluiterfunctie is ingeschakeld, wordt er een foto gemaakt wanneer u het
●
aanraakscherm per ongeluk aanraakt tijdens het filmen.
De camera zal opnieuw scherpstellen als u de ontspanknop halverwege indrukt tijdens
●
het filmen of als u foto’s neemt met de aanraaksluiterfunctie. Deze scherpstelbeweging
zal ook invloed hebben op uw filmopnamen. Als de film die u opneemt belangrijk is,
kunt u de ontspanknop beter direct helemaal indrukken voor het nemen van een foto.
U kunt ook foto’s maken na afloop van de filmopname. (→47)
Wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt, wordt de fotoresolutie en het aantal op
●
te nemen beelden getoond.
Het is niet mogelijk foto’s te nemen in de volgende gevallen:
●
• Wanneer [Opn. kwaliteit] is ingesteld op [VGA]
• Tijdens het opnemen met [Film in hoge snelheid]
• [Creatieve opties]-modus ([Zachte focus])
De flitser wordt ingesteld op [Gedwongen uit].
●
Aangezien de elektronische sluiter wordt gebruikt voor het opnemen, kunnen de
●
opgenomen beelden enige vervorming te zien geven.
- 41 -
Page 42
Uw beelden bekijken[Normaal afsp.]
Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart
afgespeeld en zonder kaart ziet u de beelden van het ingebouwde geheugen.
• Schuif de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar naar
Sleep uw vinger over het scherm en selecteer het beeld dat u
wilt weergeven
Doorgaan naar het volgende beeld:
Sleep uw vinger over het scherm van rechts naar links.
Teruggaan naar een voorgaand beeld:
Sleep uw vinger over het scherm van links naar rechts.
• Als u met uw vinger de linker of rechter rand van het scherm
aanraakt na het doorlopen van de beelden, kunt u de beelden
verder laten doorlopen.
(De beelden worden getoond in klein formaat.)
.
• De beelden kunnen ook worden doorlopen door indrukken van de
cursortoets. Door ingedrukt houden van de toetsen kunt u de beelden snel in
voor- of terugwaartse richting doorlopen.
Beelden bekijken
Beeldnummer/Totaal aantal beelden
De informatie over plaatsnaam, lengte- en breedtegraad, wordt geleverd
DMC-TZ30 DMC-TZ31
Map-/bestandsnummer
U kunt sommige beelden die op de computer zijn bewerkt, niet op deze camera
●
bekijken.
Als de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar van op wordt gezet terwijl de stroom is
●
ingeschakeld, zal de lensbuis na ongeveer 15 seconden inschuiven.
Deze camera voldoet aan de DCF-normen (Design rule for Camera File system)
●
die zijn opgesteld door de Japan Electronics and Information Technology Industries
Association (JEITA) en aan het Exif (Exchangeable image file formaat). Bestanden die
niet voldoen aan DCF kunnen niet worden afgespeeld.
(→131)
- 42 -
Page 43
Uw beelden bekijken [Normaal afsp.]
Inzoomen en bekijken "zoom afspelen"
Raak het gebied aan dat u wilt vergroten
Elke keer als u een gebied aanraakt, vergroot de camera het geselecteerde
gebied achtereenvolgens 2x, 4x, 8x en 16x. (De weergegeven beeldkwaliteit wordt
achtereenvolgens lager.)
• Het gebied kan ook vergroot worden door de zoomhendel naar T te draaien.
Sleep uw vinger over het scherm om de plaats van het
vergrote deel te veranderen
Huidige zoomstand
Verminderen van de vergrotingsmaatstaf
Terug naar het origineel formaat (1x)
• De vergrotingsmaatstaf kan ook worden verminderd door de zoomhendel naar W
te draaien.
• De plaats van het vergrote deel kan ook worden verplaatst met de cursortoets.
Zoom-afspelen is niet mogelijk tijdens het afspelen van films.
●
Lijst van beelden bekijken "meerdere afspelen"
Draai de zoomhendel naar de W-zijde
Beeldnummer/Totaal aantal
Schuifbalk (versleep deze om de weergave te wijzigen)
Films
Panoramafoto’s
• Wanneer de zoomhendel meermalen naar W wordt gedraaid, verandert het
weergavescherm van een scherm met 12 beelden naar een scherm met 30
beelden, gevolgd door kalenderweergave. (Draai de zoomhendel naar T om terug
te keren.)
• Wanneer u een beeld aanraakt op het scherm met 12 of 30 beelden, wordt het
aangeraakte beeld vergroot tot schermvullend formaat (1 beeld op het scherm).
Beelden gemarkeerd met [!] kunnen niet worden weergegeven.
●
- 43 -
Page 44
Uw beelden bekijken [Normaal afsp.]
Beelden bekijken volgens hun opnamedatum "Kalender afspelen"
Draai de zoomhendel enkele malen naar de W-zijde
Raak de opnamedatum voor weergave aan en raak dan [Inst.]
aan om de datum in te voeren
Kies de maand
De beelden die zijn opgenomen op de gekozen datum verschijnen op het scherm
met 12 beelden.
• De opnamedatum is ook in te voeren met behulp van de cursortoets, gevolgd
door een druk op [MENU/SET].
Alleen maanden waarin beelden zijn opgenomen, worden op het kalenderscherm
●
weergegeven. Beelden die zijn opgenomen zonder dat de klok was ingesteld, worden
weergegeven met de datum 1 januari 2012.
Beelden met de bestemmingsinstelling [Wereldtijd] verschijnen in de kalenderweergave
●
met de juiste datum voor de tijdzone van de bestemming.
- 44 -
Page 45
Filmbeelden bekijken
Dit apparaat is ontworpen om films af te spelen in de formaten AVCHD, MP4 en
QuickTime Motion JPEG.
• Schuif de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar naar .
Selecteer een beeld met het filmpictogram en raak aan
Nu begint het afspelen.
• U kunt ook op drukken om films af te spelen.
Opnameduur voor films
Voorbeeld: Na 10 minuten en 30 seconden: [10m30s]
Film-pictogram (verschilt afhankelijk van de opnamemodus en de beeldkwaliteit-instelling)
■
Bewerkingen tijdens het afspelen van films
Raak het scherm aan om het bedieningspaneel weer te geven.
Raak het bedieningspaneel aan om afspeelfuncties uit te voeren.
• Als er gedurende 2 seconden niets gebeurt, verdwijnt het bedieningspaneel.
Bedieningspaneel
: Pauzeren/afspelen: Stop
: Foto’s overnemen vanuit films (→47)
: Snel terugspoelen (2 stappen)
: Beeld voor beeld terugspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
: Snel vooruitspoelen (2 stappen)
: Beeld voor beeld vooruitspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
Volume-instelling
Geluidsniveau
Verstreken speelduur
Afspeelbalk (u kunt de afspeelpositie via aanraken verplaatsen)
- 45 -
Page 46
U kunt ook met de cursortoetsen afspeelfuncties uitvoeren.
●
: Pauzeren/afspelen
: Stoppen
: Snel terugspoelen (2 stappen)
Beeld voor beeld terugspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
: Snel vooruitspoelen (2 stappen)
Beeld voor beeld vooruitspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
[MENU/SET]: Foto’s overnemen vanuit films (→47)
• U kunt het volume aanpassen met de zoomhendel.
Filmbeelden bekijken
Afspelen van films die zijn opgenomen met andere camera’s kan niet altijd goed lukken.
●
Sommige informatie wordt niet weergegeven voor films die zijn opgenomen met
●
[AVCHD].
U kunt films bekijken op uw computer via het programma "PHOTOfunSTUDIO" op de
●
bijgeleverde disk.
Films die zijn opgenomen met [Miniatuureffect] in [Creatieve opties]-modus kunnen op
●
ongeveer 8 keer de snelheid worden afgespeeld.
- 46 -
Page 47
Filmbeelden bekijken
Overnemen van foto’s uit films
Scènes uit uw filmbeelden opslaan als foto’s.
Geef het beeld weer dat u als foto wilt vastleggen door een
film tijdens het afspelen te pauzeren
Raak ann
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Kies [Ja] met
de cursortoets en druk dan op [MENU/SET].
• U kunt ook foto’s overnemen uit films. Druk hiervoor op [MENU/SET].
[Opn. kwaliteit]
∗
[GPH]
[GFS]∗ [GS]
[PSH] [FSH] [SH] [FHD] [HD]
[VGA] [Film in hoge snelheid]0.3M4:3
∗
DMC-TZ30 DMC-TZ31
De beeldkwaliteit wordt iets minder, afhankelijk van de instelling voor [Opn. kwaliteit]
●
van de oorspronkelijke film.
Het is niet altijd mogelijk foto’s te maken op basis van films die met een andere camera
●
zijn gemaakt.
van de oorspronkelijke film
∗
[Fotoresolutie][Aspectratio]
2M16:9
- 47 -
Page 48
Filmbeelden bekijken
[Splits video]
Een enkele film kan gesplitst worden in 2 delen. Dit is handig wanneer u alleen de beste
scènes wilt bewaren, of als u overbodige scènes wilt verwijderen om meer ruimte te
maken op uw kaart, zoals op reis.
Selecteer een film die u wilt splitsen en raak vervolgens
aan
• U kunt ook op drukken om naar de functie voor het
splitsen van films te gaan.
Pauzeer op de plaats waar u deze wilt splitsen
Raak ann
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Kies [Ja] met
de cursortoets en druk dan op [MENU/SET].
• De oorspronkelijke film die is gesplitst, blijft niet
bestaan.
(Het enige dat overblijft, zijn de 2 films die het resultaat
zijn van de splitsing.)
• U kunt ook op drukken om een film te splitsen.
Tijdens het splitsen mag u niet de camera uitschakelen of de kaart of batterij
●
verwijderen. Als u dat wel doet, kunnen de filmbeelden worden gewist.
Bij het splitsen van een film die in [MP4] of [Film in hoge snelheid] is opgenomen,
●
verandert de volgorde van de beelden. Het is aanbevolen om de beelden af te spelen
met [Kalender] (Kalender afspelen) of [Afspelen filteren].
Het is niet altijd mogelijk om films te splitsen die met een andere camera zijn gemaakt.
●
Video’s met een korte opnameduur kunnen niet gesplitst worden.
●
- 48 -
Page 49
Beelden verwijderen
Beelden worden gewist van de kaart als er een kaart is geplaatst, of uit het ingebouwd
geheugen als er geen kaart is geplaatst. (Verwijderde beelden kunnen niet worden
teruggehaald.)
Druk hierop om het weergegeven
beeld te verwijderen
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging.
Kies [Ja] met de cursortoets en druk dan op
[MENU/SET].
Schakel tijdens de verwijdering de stroom niet uit.
●
Gebruik een voldoende opgeladen batterij.
●
Beelden kunnen in de volgende gevallen niet worden verwijderd:
●
• Beveiligde beelden
• Wanneer de kaartvergrendeling in de positie "LOCK" staat.
• Beelden die niet voldoen aan de DCF-norm (→42)
- 49 -
Page 50
Beelden verwijderen
Meerdere beelden wissen (tot 100 tegelijk)/
Wissen van alle beelden
Een Burst-groep kan worden behandeld als een enkel beeld. (Alle beelden uit de
geselecteerde Burst-groep worden in één keer gewist.)
Druk hierop om het weergegeven
beeld te verwijderen
Gebruik om [Multi wissen]/
[Alles wissen] te selecteren en
druk op [MENU/SET]
[Multi wissen]
●
Gebruik de cursortoets om een beeld te
selecteren en druk dan op de [DISP.]-knop
Geselecteerd beeld
• Annuleren → Druk nogmaals op de
[DISP.]-knop.
• Uitvoeren → Druk op [MENU/SET].
• U kunt [Alles wissen behalve Favoriet] in
[Alles wissen] selecteren als er beelden zijn
die zijn ingesteld als [Favorieten] (→123).
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging.
Kies [Ja] met de cursortoets en druk dan op
[MENU/SET].
• Dit kan even duren, afhankelijk van het
aantal beelden dat wordt verwijderd.
- 50 -
Page 51
Het menu instellen
Zie het onderstaande voorbeeld voor de menubediening.
Voorbeeld: Wijzigen van de [AF mode] in het menu [Opname] in de modus
[Program AE]
Druk op [MENU/SET]
Het menukeuzescherm verschijnt.
Selecteer met de cursortoets
een menu en druk vervolgens op
[MENU/SET]
• Het menutype kan ook worden geselecteerd
via de aanraakbediening.
Selecteer met de menuoptie
en druk vervolgens op [MENU/SET]
■
Menuselectiescherm
In opnamemodus
●
Menu-onderdelenPagina’s (De pagina’s
• Om terug te keren naar het vorige scherm,
drukt u op de [ / ]-knop.
zijn ook te kiezen met de
zoomhendel.)
Huidige instelling
Menubeschrijving
Bedieningsgids
Druk op om een instelling te
In afspeelmodus
●
selecteren en druk dan op [MENU/
SET]
De gekozen instelling wordt vastgelegd.
Instellingen
Gekozen instelling
Beschrijving van instelling
Druk enkele malen op [ / ]-knop
Het menu wordt gesloten en het voorgaande
scherm verschijnt weer.
- 51 -
Page 52
Het menu instellen
Menutype
[Opname] menu (→95)
(Alleen opnamemodus)
• U kunt allerlei zaken instellen, zoals tinten, gevoeligheid, beeldverhouding en
fotoresolutie.
[Bewegend beeld] menu (→106)
(Alleen opnamemodus)
• U kunt de opnamemodus en beeldkwaliteit en andere instellingen selecteren.
[GPS] menu
• U kunt de GPS-instelling, de aanduiding van de plaatsnaam en andere instellingen
kiezen.
[Set-up] menu (→54)
• U kunt instellingen opgeven voor gebruiksgemak, bijvoorbeeld voor de klok en de
pieptonen.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
(→128)
[Afspeelfunctie] menu (→111)
(Alleen afspeelmodus)
• Kies [Afspeelfunctie] om een diashow te zien of om de beelden te versmallen voor
weergave enzovoort.
[Afspelen] menu (→117)
(Alleen afspeelmodus)
• Hiermee kunt u uw opgenomen beelden beveiligen, het formaat aanpassen en
andere instellingen maken.
[Kaart] menu
(Alleen afspeelmodus)
• U kunt de huidige locatie op een kaart weergeven of de locatie-informatie bijwerken
van een plaats waar een beeld was opgenomen.
De schermvoorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van de feitelijke
●
schermweergave of er kunnen bepaalde delen van de schermweergave ontbreken.
De menutypen en onderdelen die worden weergegeven kunnen per modus verschillend
●
zijn.
De instelmethoden variëren per menu-onderdeel.
●
In de opnamemodus kunt u het menuscherm ook sluiten door de ontspanknop half in te
●
drukken.
Het volgende menu wordt ook weergegeven afhankelijk van de opnamemodus.
●
• In de [Scènemode]-modus: menu [Scènemode] (→77)
• In de [Klant]-modus: [Klant]-menu (→85)
• In de [Creatieve opties]-modus: [Creatieve bediening]-menu (→75)
DMC-TZ30 DMC-TZ31
(→146)
- 52 -
Page 53
Het menu instellen
Gebruik van het Quick-menu
Tijdens het opnemen kunt u eenvoudig een aantal menu-onderdelen oproepen om die in
te stellen.
Druk op [Q.MENU]-knop
Druk op om een menuonderdeel te kiezen
• Welke menu-onderdelen en instellingen er
worden weergegeven verschilt afhankelijk
van de opnamemodus.
Druk op om de instellingen te
selecteren
Druk op [MENU/SET]
- 53 -
Page 54
Gebruik van het menu [Set-up]
[Klokinst.], [Besparing] en [Auto review] zijn belangrijk voor de klokinstelling en de
batterijgebruiksduur. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt.
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Klokinst.]
(→23)
DMC-TZ30 DMC-TZ31
[Auto reis inst.]
De klok automatisch
instellen via GPS. (→140)
[Wereldtijd]
Stel de plaatselijke tijd
op uw reisbestemming
in. (→93)
[Reisdatum]
Leg het aantal dagen
vast dat u al op reis bent.
(→92)
[Toon]
Pieptoon en geluiden van
de ontspanner wijzigen of
dempen.
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
[ON] / [OFF]
[Bestemming]: Stel de plaatselijke tijd op uw
[Home]: Stel de datum en tijd in uw woonplaats in.
[Reissetup]
(Registreer uw vertrekdatum en uw datum van terugkeer) /
[SET]
[OFF]
[Locatie]
[SET] (Voer de naam van de locatie in) / [OFF]
[Toonniveau]
/ / : Laag / Hoog / Gedempt
[Pieptoon]
/ / : Pieptoon wijzigen.
[Shutter vol.]
/ / : Laag / Hoog / Gedempt
[Shutter toon]
/ / : Geluid van ontspanner wijzigen.
reisbestemming in.
- 54 -
Page 55
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Volume]
Volume van het geluid
van de luidsprekers
aanpassen (7 niveaus).
[Geh voork inst]
Instellingen op de huidige
camera registreren. (→85)
[Monitor]
Helderheid en kleur
van het lcd-scherm
aanpassen.
[LCD mode]
Het lcd-scherm beter
zichtbaar maken.
[0] / [1] / [2] / [3] / [4] / [5] / [6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv-luidsprekers
aanpassen wanneer de camera op een tv is
aangesloten.
[C1] / [C2-1] / [C2-2] / [C2-3]
Druk op om de instelling te selecteren en druk op
om deze aan te passen
Druk op [MENU/SET]
• Sommige onderwerpen kunnen er anders uitzien dan
in werkelijkheid, maar dit heeft geen invloed op het
opgenomen beeld.
[Auto power LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk
van de lichtsterkte rondom de camera.
[Spanning LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal
(voor buiten).
[OFF]
• U kunt [Auto power LCD] niet selecteren in de
afspeelmodus.
• [Spanning LCD] keert terug naar de gewone helderheid
als u tijdens het opnemen 30 seconden lang geen
bedieningshandeling verricht. (Druk op een willekeurige
knop om het scherm weer helderder te maken.)
• Omdat op het beeld op het lcd-scherm de helderheid
wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen er
anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit is niet van
invloed op het gemaakte beeld.
• De instelling [LCD mode] verlaagt de gebruiksduur.
- 55 -
Page 56
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Richtlijnen]
Weergave van
opnamegegevens
en type richtlijnen
selecteren.
[Histogram]
Controleer de helderheid
van het beeld in de
grafiek. (→62)
[Video Opn.gebied]
Voor uw filmopnamen
kunt u hieraan zien welk
deel van het beeld zal
worden opgenomen.
[Zoomoverz.]
Onthoud de zoompositie
wanneer u de camera
uitschakelt.
[Opname info.]
[ON] (Opnamegegevens weergeven met richtlijnen.)
[OFF]
[Patroon]
/ : Het patroon van richtlijnen wijzigen.
• Wanneer de modus [Intelligent auto] is gekozen, wordt
er alleen weergegeven. Daarnaast kunnen ook de
opnamegegevens en de richtlijnen niet tegelijk worden
getoond.
• U kunt deze functie in het volgende geval niet gebruiken:
Scènemodus ([Panorama-opname])
[ON] / [OFF]
[ON] / [OFF]
• Het kader van het opnamegebied voor films dient slechts
als richtlijn.
• Bij gebruik van de extra optische zoom kan het kader
voor het opnamegebied niet altijd worden weergegeven,
bij bepaalde zoomfactor.
• Deze instelling is niet te gebruiken met de modus
[Intelligent auto].
[ON] / [OFF]
- 56 -
Page 57
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Besparing]
Schakel de camera uit of
zorg dat het lcd-scherm
donker wordt terwijl u de
camera niet gebruikt, om
de batterij te sparen.
[Auto review]
Foto’s automatisch
weergeven direct nadat u
ze hebt gemaakt.
[Slaapsmodus]
[2MIN.] / [5MIN.] / [10MIN.] / [OFF]:
De camera automatisch uitschakelen wanneer deze niet in
gebruik is.
• Herstellen → Druk de ontspanknop half in of schakel de
camera weer in.
• Kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Wanneer de camera op een computer/printer is
aangesloten, tijdens het opnemen/afspelen van films,
tijdens diashows, tijdens het automatisch afspelen van
de demo
• De instellingen zijn vast ingesteld op [5MIN.] in de modus
[Intelligent auto].
[LCD power save]
[ON] / [OFF]:
Het lcd-scherm wordt donker om het stroomverbruik te
beperken.
• Hiermee wordt de beeldkwaliteit van het lcd-scherm
verminderd tijdens het opnemen om het batterijverbruik
te beperken (behalve voor het digitale zoomgebied). Dit
heeft echter geen gevolgen voor het opgenomen beeld.
• De instelling in [LCD mode] krijgt voorrang boven de
instelling in [LCD power save] voor de helderheid van het
lcd-scherm.
[1SEC] / [2SEC]
[HOLD]: Het scherm van Auto review blijft zichtbaar totdat
er een knop (anders dan de [DISP.]-knop) wordt
ingedrukt
[OFF]
• De volgende gevallen staan vast ingesteld op de
hieronder aangegeven instellingen.
Modus [Intelligent auto]: [2SEC]
Scènemodus [Panorama-opname]: [2SEC]
• Geeft automatisch foto’s weer direct nadat ze zijn
gemaakt, ongeacht de instelling [Auto review] in
[Auto bracket], [Burstfunctie]-modus en de scènemodi
[Nachtop. uit hand] en [HDR].
• Films kunnen niet automatisch worden bekeken.
- 57 -
Page 58
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Nr. resetten]
Nummers van
fotobestanden resetten.
[Resetten]
Terugkeren naar de
standaardinstellingen.
[USB mode]
Communicatiemethode
selecteren voor
verbinding met een
computer of printer via
een USB-kabel.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
Werk de GPShulpgegevens bij.
• Het nummer van de map wordt bijgewerkt en bestanden
worden genummerd vanaf 0001.
• Aan de map kan een nummer tussen 100 en 999 worden
toegekend.
De nummers kunnen niet worden teruggesteld wanneer
het mapnummer 999 bereikt wordt. In dat geval maakt
u op uw computer een reservekopie van alle belangrijke
beelden en formatteert u het ingebouwde geheugen/de
kaart (→60).
• Het mapnummer terugzetten op 100:
Formatteer eerst het ingebouwde geheugen of de kaart
en reset daarna de bestandsnummers met [Nr. resetten].
Selecteer vervolgens [Ja] in het scherm voor het resetten
van de mapnummers.
[Opname instellingen resetten ?]
[Parameters set-up resetten ?]
• De gegevens die zijn geregistreerde voor [Gezicht herk.]
komen te vervallen wanneer u de opname-instellingen
terugstelt.
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden,
wordt ook het volgende teruggezet.
- De leeftijd in jaren/maanden en de namen in de
scènemodi [Baby] en [Huisdier] en het [GPS]-menu,
[Kaart]-menu
- De leeftijd in jaren/maanden en de namen in de
scènemodi [Baby] en [Huisdier].
• De mapnummers en de klokinstellingen worden niet
teruggesteld.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht
camerageluiden. Dit is normaal.
[Select. verbinding]:
Selecteer elke keer dat u verbinding met een computer
of een PictBridge-compatibele printer maakt, een
communicatiemethode
[PictBridge(PTP)]: Selecteer dit voor aansluiten op
[PC]: Selecteer dit bij verbinding met een computer.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
[GPS-hulpgegevens]: Werk de GPS-hulpgegevens
DMC-TZ30 DMC-TZ31
DMC-TZ27
een PictBridge-geschikte printer.
bij. (→141)
- 58 -
Page 59
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Output]
Wijzig de instellingen
die u wilt gebruiken
wanneer de camera is
aangesloten op een TV
of ander apparaat.
[VIERA link]
Voor automatisch
gekoppelde bediening
met andere VIERA
Link-compatibele
apparaten en bediening
met een VIERAafstandsbediening
bij aansluiting met
een HDMI-minikabel
(optioneel) (→158).
[3D-weergave]
Instellen hoe een 3D-foto
wordt weergegeven.
[Video uit]
[NTSC] / [PAL]
Als de oorspronkelijke instelling wordt gewijzigd, kunnen
AVCHD-filmbeelden niet altijd goed worden weergegeven.
[TV-aspect] (Deze instelling werkt als er een AV-kabel
(optioneel) is aangesloten.)
/
[ON]: Voor de bediening gebruikt u de afstandsbediening
van het aangesloten VIERA Link-compatibel
apparaat.
(Niet alle functies zijn hiermee te bedienen.)
De werking van de toetsen op de camera zelf zal
beperkt zijn.
[OFF]: Voor de bediening gebruikt u de toetsen op de
camera zelf.
[3D] / [2D]
• Als u een beeld wilt weergeven als (conventioneel)
2D-beeld op een 3D-geschikte televisie, stelt u dan in op
[2D].
• Dit menu-onderdeel werkt wanneer er een HDMIminikabel (optioneel) is aangesloten.
• Werkwijze voor het weergeven van een 3D-foto (→160).
- 59 -
Page 60
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Lcd roteren]
Staande foto’s
automatisch draaien.
[Versie disp.]
Controleert de
firmwareversie van de
camera of geeft softwareinformatie weer.
[Formatteren]
Gebruik dit wanneer er
[Fout int. geheugen] of
[Storing geheugenkaart]
verschijnt, of voor het
formatteren van het
ingebouwde geheugen of
de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het
ingebouwd geheugen is
geformatteerd, kunnen de
gegevens niet meer worden
hersteld. Controleer de
inhoud van de kaart/het
ingebouwd geheugen
zorgvuldig voordat u het
formatteren start.
: Draaien en weergeven van zowel de beelden die op
een tv-scherm worden weergegeven als de beelden
die op het lcd-scherm van de camera staand
worden weergegeven.
: Draaien en weergeven van alleen de beelden die
op een tv-scherm staand wordt weergegeven.
[OFF]
• [Lcd roteren] is niet te gebruiken bij het afspelen van
films.
• Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak naar
boven of naar beneden gericht, of foto’s die op andere
camera’s zijn gemaakt, draaien mogelijk niet.
• Tijdens het afspelen van meerdere beelden kunnen
beelden niet worden geroteerd.
• Wordt alleen geroteerd weergegeven op een
computer in een Exif-compatibele omgeving (→42)
(besturingssysteem, software).
De huidige versie wordt weergegeven.
• Als u op [MENU/SET] drukt tijdens weergave van
de versie, verschijnt er software-informatie, zoals
bijvoorbeeld de licentie.
• Hiervoor hebt u een voldoende opgeladen batterij nodig.
Verwijder de kaarten als u het ingebouwde geheugen
gaat formatteren.
(Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze
kaart geformatteerd: Als er geen kaart is, wordt het
ingebouwd geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle gegevens, inclusief beveiligde beelden en
gekopieerde kaartgegevens, worden gewist.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
• Alle beveiligde beelden en andere beeldgegevens
worden gewist.
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren.
• Raadpleeg uw verkooppunt of de dichtstbijzijnde
onderhoudsdienst als het formatteren niet goed lukt.
DMC-TZ27
- 60 -
Page 61
Gebruik van het menu [Set-up]
• Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→51)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[Taal]
Schermtaal wijzigen.
[Demofunctie]
Een demonstratie van
functies bekijken.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
[O.I.S.-demo]
De beweeglijkheid wordt in de grafiek weergegeven (schatting)
Hoeveelheid bewegingen
Hoeveelheid bewegingen na correctie
• Tijdens de weergave van het demoscherm wordt de
optische beeldstabilisatie elke keer als op [MENU/SET]
wordt gedrukt, AAN of UIT gezet.
• Kan niet worden weergegeven tijdens de afspeelmodus.
[Auto demo]: Inleidende diashow bekijken
[ON] / [OFF]
• [Auto demo] kan niet worden weergegeven op externe
apparatuur zoals een tv-toestel.
- 61 -
Page 62
Weergave informatie voor opname
wijzigen
Wisselen tussen verschillende weergaven op het lcd-scherm, zoals histogrammen.
Druk op de [DISP.]-knop om de weergave te wijzigen
In de opnamemodus
●
Opnameinformatie
In de weergavemodus
●
Beeldinformatie
1
∗
Stel [Histogram] in om een histogram weer te geven (→56).
2
∗
Om terug te keren naar de "Opname-informatie" aanduiding, drukt u de ontspanknop halverwege in.
3
∗
Meer over [Richtlijnen] (→56)
Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: U kunt de
●
weergave alleen in- en uitschakelen.
Bij het weergeven van menu’s, meerdere foto’s of de kalender: U kunt de weergave niet
●
wijzigen.
1
∗
Filmopnameinformatie
Opnameinformatie
∗1,∗
∗
Geen
2
schermweergaveRichtlijnen
1
Geen
schermweergave
∗1,∗
3
■
Histogram
In het histogram ziet u de verdeling van helderheid
op de foto. Een piek rechts in de grafiek betekent
bijvoorbeeld dat er verschillende heldere gebieden
op de foto zijn (Richtlijn). Een piek in het midden
wijst op optimale helderheid (juiste belichting).
Dit kunt u gebruiken als vingerwijzing voor de
belichtingscompensatie e.d. (→71)
• Het histogram op het moment van opname wijkt af van het histogram bij het
afspelen en wordt oranje weergegeven bij een opname met flits of in een donkere
omgeving. Het histogram kan ook afwijken van histogrammen die zijn gemaakt met
beeldbewerkingssoftware.
• Het histogram wordt niet weergegeven tijdens gebruik van ([Intelligent auto]modus) of Zoom afspelen.
(Bijvoorbeeld)
Donker ← OK → Licht
- 62 -
Page 63
Zoom gebruiken
Opnamemodus:
U kunt het gebied van een beeld dat u wilt opnemen, met de zoomfunctie aanpassen.
In-/uitzoomen
Groter
gebied
fotograferen
(groothoek)
• Voor de zoomsnelheid kunt u kiezen uit 2 niveaus, afhankelijk van de stand
waarin u de zoomhendel draait.
Het
onderwerp
vergroten
(tele)
Wanneer de extra optische
zoom is ingesteld
Optisch zoombereik
Zoombalk
Stel scherp nadat u de zoominstelling hebt aangepast.
●
Raak de lensbuis tijdens het zoomen niet aan.
●
De zoomfactor en de zoombalk die op het scherm worden weergegeven, tonen slechts
●
een schatting.
U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel
●
gebruikt, maar dit is normaal.
Scherpstelbereik
Zoomfactor
Digitaal zoombereik
i.Zoombereik
- 63 -
Page 64
Zoom gebruiken
Zoombediening via het aanraakscherm
Raak aan
De zoombalk verschijnt op het scherm.
Raak op het scherm de T- of de W-kant van de zoombalk aan
Snel inzoomen, helemaal naar de uiterste T-stand
Snel zoomen
∗
Snel uitzoomen, helemaal naar de uiterste W-stand
Langzaam zoomen
∗
Als u tijdens het zoomen of nogmaals aanraakt, stopt het zoomen.
- 64 -
∗
Page 65
Zoom gebruiken
Zoomwerking en gebruik
De zoomfactor verandert wanneer het aantal opnamepixels (beeldpunten) wordt gewijzigd.
■
Optische zoom
Inzoomen tot 20 keer is mogelijk wanneer er beelden zonder worden geselecteerd
via [Fotoresolutie] in het menu [Opname]. (→95)
Optische zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
●
• Scènemodus ([Panorama-opname])
• [Macro zoom]
■
Extra optische zoom
Inzoomen tot 42,2 maal is mogelijk wanneer er beelden met zijn geselecteerd via
[Fotoresolutie] in het menu [Opname] (→95). EZ is de afkorting van "Extra optische
zoom".
Extra optische zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
●
• De modus [Intelligent auto] (wanneer [Anti blur] op [ON] is gezet)
• [Macro zoom] • Film
• Wanneer de instelling [Burstfunctie] op , of is gezet
• Scènemodi ([Panorama-opname] [HDR] [H. gevoeligh.] [Film in hoge snelheid])
Om de zoomfactor nog verder te verhogen, kunt u de volgende zoomfuncties in combinatie gebruiken.
■
[i.ZOOM]
Met de intelligente resolutietechnologie van de camera kunt u de zoomfactor tot 2
keer hoger maken dan de oorspronkelijke zoomfactor waarbij verslechtering van de
beeldkwaliteit wordt beperkt. Stel [I.resolutie] in op [i.ZOOM] in het menu [Opname].
(→102)
Wanneer [I.resolutie] is ingesteld op [i.ZOOM], wordt intelligente resolutietechnologie
●
op het beeld toegepast.
[i.ZOOM] functioneert in de volgende gevallen niet.
●
• De modus [Intelligent auto] (wanneer [Anti blur] op [ON] is gezet)
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtop. uit hand] [HDR] [H. gevoeligh.])
• Wanneer de instelling [Burstfunctie] op , of is gezet
Viermaal (4x) verder inzoomen dan met de optische/extra optische zoom. Let wel: de
vergroting die de digitale zoom biedt, gaat ten koste van de beeldkwaliteit. Stel de [Dig.
zoom] in het menu [Opname] in op [ON]. (→102)
De digitale zoom is niet te gebruiken in de volgende gevallen:
●
•
[Intelligent auto]-modus • Wanneer de instelling [Burstfunctie] op , of is gezet
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtop. uit hand] [HDR] [H. gevoeligh.]
[Film in hoge snelheid])
Wanneer de digitale zoom tegelijkertijd met i.Zoom wordt gebruikt, kunt u de
●
zoomfactor slechts tot 2 keer verhogen.
- 65 -
Page 66
Foto’s opnemen met een flitser
Opnamemodus:
Druk op zodat er [Flitser] verschijnt
Gebruik de cursortoets om het gewenste type te kiezen en
druk dan op [MENU/SET]
Type, bewerkingenToepassingen
[Auto]
1
∗
•
Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst of niet
2
[Auto/rode-og]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst of
niet (met rode-ogenreductie)
[Flitser altijd aan]
• Altijd flitsen
[Lngz. sync./rode-og]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst of
niet (met rode-ogenreductie en lange sluitertijd
voor meer helderheid)
[Gedwongen uit]
1
∗
Alleen in de -modus
2
∗
Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert,
afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Als [Rode-ogencorr] in het menu [Opname] op [ON] staat, verschijnt
flitser, worden rode ogen automatisch waargenomen en worden fotogegevens gecorrigeerd. (Alleen
wanneer [AF mode] is ingesteld op
Let op dat u het flitsvenster (→10) niet met uw vingers bedekt en kijk niet van
●
dichtbij (enkele centimeters) in de flitser.
Gebruik de flitser niet vlakbij kwetsbare onderwerpen (de hitte/fel licht van de
flitser kan het onderwerp beschadigen).
Randen van foto’s kunnen iets donkerder worden als de flitser wordt gebruikt op korte
●
afstanden zonder dat de zoom wordt gebruikt (vlakbij de maximale instelling voor W groothoek). U kunt dit oplossen door enigszins in te zoomen.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt
●
beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de
voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rodeogenreductie verwaarloosbaar.
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
●
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
●
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt
●
opgeladen) (bijvoorbeeld ).
Als het licht van de flitser op een onderwerp onvoldoende is, kan noch de juiste
●
belichting noch de witbalans worden bereikt.
Het flitseffect kan in de volgende gevallen onvoldoende zijn:
●
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser
●
enkele keren achter elkaar wordt gebruikt.
• Nooit flitsen
• Lange sluitertijd
• [Flitsburst] is ingesteld
∗
2
∗
(Gezichtsdetectie))
Normaal gebruik
Onderwerpen in een donkere
omgeving opnemen
Opnemen met achtergrondlicht of
onder felle lampen (bijvoorbeeld tl-licht)
Onderwerpen opnemen tegen een
nachtlandschap (statief aanbevolen)
Plaatsen waar u niet mag flitsen
bij het pictogram van de
- 66 -
Page 67
Foto’s opnemen met een flitser
■
Beschikbare typen in elke modus
(○: beschikbaar, –: niet beschikbaar, : standaardinstelling)
[Scènemode]
1
∗
○○○○○
○
○○ ○ ○
–
○○○○○
–
○
–
○○○○○○○○○○○○
1
∗
Stel in op , , of afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
–– – –
–
–––
–
○
○○○○○
○
○○○○○
–––
–––––
• De flitser is niet te gebruiken bij het filmen of in de scènemodi , , , , ,
, , en .
■
Het beschikbare flitsbereik wanneer de instelling [Gevoeligheid] [AUTO] is
Max. W (groothoek) Ongeveer 0,6 m – 6,4 m
Max. T (tele)Ongeveer 1,0 m – 3,3 m
■
Sluitertijd voor elke flitsmodus
2
∗
1/60
∗2∗
1
- 1/2000
3
- 1/2000
2
∗
Afhankelijk van de instelling voor [Korte sluitert.].
3
∗
Wanneer [Korte sluitert.] staat ingesteld op [AUTO] en er wordt beweging waargenomen wanneer
[Stabilisatie] wordt ingesteld op [ON], is de maximale sluitertijd 1/4 seconde. Varieert tevens in de
modus [Intelligent auto] en diverse scènemodi, enz.
- 67 -
Page 68
Close-upfoto’s opnemen
Opnamemodus:
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door instellen
op [Macro-AF] () onderwerpen dichter benaderen dan bij het normale scherpstelbereik
(tot op 3 cm in de maximale groothoekstand W).
Druk op zodat er [Macro stand] verschijnt
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Macro-AF] en druk
dan op [MENU/SET]
■
Close-upfoto’s opnemen zonder erg dichtbij
uw onderwerp te komen
"Tele-macro" werkt automatisch als u de zoomfactor
verhoogt tot 12 maal of meer terwijl [Macro-AF] is
ingesteld. Hiermee kunt u zelfs scherpstellen op een
onderwerp op 1 m afstand. ( verandert in )
aanduiding
Scherpstelbereik
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op worden
scherpgesteld. De kortste opnameafstand is afhankelijk van de zoomfactor en de
instelling in de macro-opnamemodus.
■
Kortste opnameafstand
De kortste opnameafstand is de afstand van de voorkant van de lens tot het onderwerp.
Deze afstand verandert geleidelijk, afhankelijk van de zoomstand. Tijdens het zoomen is
de kortste opnameafstand gelijk aan die bij de modus OFF (2 m bij een optische zoomvergroting van 5x tot/met 7x), zelfs als [Macro stand] is ingesteld op [Macro-AF] ()
Zoom
Max. W (groothoek) 3 cm50 cm
Max. T (tele)1 m2 m
• Het scherpstelbereik wordt weergegeven wanneer u de zoom gebruikt enz.
Scherpstelbereik
[Macro stand]
OFF
.
Het kan even duren totdat onderwerpen op grote afstand scherp worden.
●
Het verdient aanbeveling een statief en de [Zelfontspanner] te gebruiken. Bovendien
●
wordt, wanneer u een onderwerp vlakbij de camera opneemt, aanbevolen [Flitser] op
[Gedwongen uit] te zetten.
Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw beelden onscherp zijn
●
wanneer uw onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus
het scherpstelbereik bijzonder gering is.
Langs de randen van het beeld kan de resolutie minder zijn.
●
- 68 -
Page 69
Close-upfoto’s opnemen
[Macro zoom]
Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [Macro zoom] zodat uw
onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [Macro-AF].
Druk op zodat er [Macro stand] verschijnt
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Macro zoom] en
druk dan op [MENU/SET]
Regel de vergroting van de digitale zoom met de zoomhendel
Er is hierbij vast uitgezoomd naar de
TerugVergroten
• U kunt [Macro zoom] ook uitvoeren via aanraken. (→64)
groothoekstand.
Het scherpstelbereik is 3 cm -
Digitale zoom-vergroting (1 x tot 3 x)
.
Bij de [Macro zoom] wordt een sterkere vergroting bereikt, hetgeen een mindere
●
beeldkwaliteit geeft.
Wanneer [Macro zoom] is ingesteld, werken de extra optische zoom of [i.ZOOM] niet.
●
[Macro zoom] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
• Wanneer de instelling [Burstfunctie] op , of is gezet
Wanneer [Tracking AF] is ingesteld, wordt zoomen in de macrostand geannuleerd.
●
- 69 -
Page 70
Foto’s maken met de zelfontspanner
Opnamemodus:
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om bewegingen te
voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen
op 2 seconden.
Druk op zodat er [Zelfontspanner] verschijnt
Gebruik de cursortoets om de tijdsduur te kiezen en druk dan
op [MENU/SET]
Maak een foto
Druk de ontspanknop helemaal in om te beginnen met opnemen na de vooraf
ingestelde tijd.
Indicator voor zelfontspanner
(Knippert gedurende ingestelde
periode)
• Annuleren tijdens de bediening → Druk op [MENU/SET]
Er wordt automatisch scherpgesteld vlak voordat het opnemen begint als u de
●
ontspanknop hier volledig indrukt.
Nadat de indicator voor de zelfontspanner stopt met knipperen, kan het lampje weer
●
oplichten, nu als AF-assistlampje.
U kunt deze functie in de volgende gevallen niet gebruiken:
●
• Scènemodi [Onder water] en [Film in hoge snelheid]
• Bij filmopnamen
- 70 -
Page 71
Foto’s opnemen met belichtingscompensatie
Corrigeert de belichting als er tegenlicht is of als het onderwerp te donker of te licht is.
■
Opnamemodus:
Druk op zodat er [Belichting] verschijnt
Gebruik de cursortoets om een waarde te kiezen en druk dan
op [MENU/SET]
• Als het beeld te donker is, regelt u de
belichting bij naar de "+" kant toe.
• Als het beeld te licht is, regelt u de belichting
bij naar de "-" kant toe.
• Na de belichtingscompensatie wordt de
compensatiewaarde (bijvoorbeeld )
in de linkerbenedenhoek van het scherm
weergegeven.
Afhankelijk van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
●
De belichtingscompensatiewaarde die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera
●
is uitgeschakeld.
- 71 -
Page 72
Foto’s opnemen met belichtingscompensatie
Opnemen terwijl de belichting automatisch stapsgewijze
verandert ([Auto bracket])
Er worden 3 opeenvolgende foto’s gemaakt en de belichting wordt automatisch gewijzigd.
Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde als standaard ingesteld.
■
Opnamemodus:
Druk enkele malen op zodat [Auto bracket] verschijnt
Gebruik de cursortoets om een waarde te kiezen en druk dan
op [MENU/SET]
• De eerste foto wordt genomen zonder
belichtingscompensatie, de tweede
foto wordt genomen met de belichting
Weergegeven
waarde na instelling
belichtingscompensatie
bijgeregeld in de "-" richting en de
derde wordt genomen met de belichting
bijgeregeld naar de "+" kant.
• Geannuleerd wanneer de stroom wordt
uitgeschakeld.
Kan niet worden gebruikt met de flitser.
●
Wanneer [Auto bracket] wordt ingesteld, wordt [Burstfunctie] uitgeschakeld.
●
[Auto bracket] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtop. uit hand] [HDR] [Film in hoge snelheid])
• Filmopname
- 72 -
Page 73
Het diafragma en de sluitertijd bepalen voor uw
opname
Opnamemodus:
De modus [Lensopeningspr.]
Tijdens het opnemen kunt u de diafragmawaarde zo regelen dat deze aan uw
opnamedoel voldoet.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde.
Stel de modusknop in op (modus [Lensopeningspr.])
Druk op de [EXPOSURE]-knop en kies met de cursortoets de
gewenste diafragmawaarde
• Wanneer de diafragmawaarde wordt
verhoogd, wordt de scherptediepte groter,
en is het beeld scherp van vlak voor de
camera tot op de achtergrond.
• Wanneer de diafragmawaarde wordt
Diafragmawaarde
Druk op de [EXPOSURE]-knop
De modus [Sluiterprioriteit]
Tijdens het opnemen kunt u de sluitertijd zo regelen dat deze aan uw opnamedoel voldoet.
Het diafragma wordt automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd.
verlaagd, wordt de scherptediepte kleiner
en kan de achtergrond wazig worden.
Stel de modusknop in op (modus [Sluiterprioriteit])
Druk op de [EXPOSURE]-knop en kies met de cursortoets de
gewenste sluitertijd
• Bij kortere sluitertijden lijken bewegende
onderwerpen stil te staan.
• Bij langere sluitertijden worden
bewegende onderwerpen trillend
weergegeven.
Sluitertijd
Druk op de [EXPOSURE]-knop
- 73 -
Page 74
Het diafragma en de sluitertijd bepalen voor uw opname
De modus [Handm. belicht.]
In deze opnamemodus kunt u elke willekeurige diafragmawaarde en sluitertijd instellen
wanneer u met de belichtingsregeling geen opname kunt maken bij de gewenste
belichting (licht/donker). Ook zijn opnamen met een lange belichting tot maximaal
15 seconden mogelijk.
Stel de modusknop in op (modus [Handm. belicht.])
• Het hulpmiddel voor de handmatige belichting wordt weergegeven.
Druk op de [EXPOSURE]-knop en kies met de cursortoets de
gewenste diafragmawaarde en sluitertijd
Diafragmawaarde/sluitertijd
Druk op de [EXPOSURE]-knop
■
Hulpmiddel bij handmatige belichting (schatting)
Wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt, verschijnt het hulpmiddel voor de
handmatige belichting.
Beelden worden met standaardhelderheid weergegeven.
Beelden worden helderder weergegeven. Gebruik voor de
standaardhelderheid een kortere sluitertijd of verhoog de
diafragmawaarde.
Beelden worden donkerder weergegeven. Gebruik voor de
standaardhelderheid een langere sluitertijd of verlaag de
diafragmawaarde.
■
Films opnemen in
• Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld.
Wanneer het beeld te licht of te donker is of op andere wijze niet goed is belicht,
●
worden de diafragmawaarde en de sluitertijd in rood weergegeven.
De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto.
●
- 74 -
Page 75
Foto’s maken met verschillende foto-effecten
[Creatieve opties]-modus
Opnamemodus:
U kunt uw eigen instellingen selecteren uit diverse effecten en foto’s maken terwijl u deze
effecten op het lcd-scherm controleert.
Stel de modusknop in op
Druk op om een instelling te selecteren en druk op
[MENU/SET]
InstellingEffect
[EXPS]
[Expressief]
[RETR]
[Retro]
[HKEY]
[Overbelichting]
[LKEY]
[Donker]
[SEPI]
[Sepia]
[MONO]
[Dynamisch zwart/wit]
[HDYN]
[Hoge dynamiek]
[TOY]
[Speelgoedcam.effect]
[MINI]
[Miniatuureffect]
[SOFT]
[Zachte focus]
Dit foto-effect creëert een foto in popartstijl waarbij de kleur
wordt versterkt.
Dit foto-effect creëert het zachte uiterlijk van een doffe foto.
Dit foto-effect creëert een uiterlijk in helderdere en lichtere
tinten voor de hele foto.
Dit foto-effect creëert een donkerder somber uiterlijk voor de
hele foto om de lichte gedeelten te benadrukken.
Dit foto-effect creëert een foto met sepiatint.
Dit foto-effect creëert een monochrome foto met een hoger
contrast en een dramatischere sfeer.
Dit foto-effect creëert een foto met een helderheid die goed in
balans is voor de hele foto (van donkere naar lichte gebieden).
Dit foto-effect creëert een foto die lijkt op foto’s die zijn
gemaakt met een speelgoedcamera met een verminderde
hoeveelheid licht bij de randen.
• Kleurtinten aanpassen
→ Druk op de [DISP.]-knop en selecteer met de cursorknop
de tinten van een kleur.
Dit foto-effect creëert een diorama-achtige foto door opzettelijk
de bovenste en onderste rand van de foto te vervagen.
(Ook wel scherpstelling kantelen en verschuiven genoemd)
Dit foto-effect creëert een zacht uiterlijk door heel de foto
opzettelijk te vervagen.
- 75 -
Page 76
Foto’s maken met verschillende foto-effecten [Creatieve opties]-modus
■
De geselecteerde beeldeffecten wijzigen (menu [Creatieve opties])
Druk op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Creatieve opties] en druk dan
op [MENU/SET]
Druk op om een instelling te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
■
Films opnemen in
Voor filmopnamen met de optimale instellingen voor de gekozen effecten.
Een instelling die was geselecteerd in de [Creatieve opties]-modus blijft zelfs bewaard
●
nadat de camera is uitgeschakeld.
De volgende instellingen van het menu [Opname] worden automatisch geregeld en
●
kunnen niet handmatig worden bijgesteld.
[Gevoeligheid], [Witbalans], [i. Exposure], [Korte sluitert.], [Kleurfunctie]
Opmerkingen over de instelling [Miniatuureffect]
●
• Het opnamescherm wordt iets trager weergegeven dan gewoonlijk het geval is.
• Er wordt geen geluid opgenomen voor films.
• Een staande opname heeft geen invloed op het vage deel. (De linker- en rechterrand
worden vaag.)
• Bij het opnemen van een film is de voltooide opname ongeveer 1/8de deel van de
daadwerkelijk opgenomen tijd. (Als u 8 minuten film opneemt, is de uiteindelijke
opnametijd van de film ongeveer 1 minuut.) De opnametijd die op de camera wordt
weergegeven, is ongeveer 8 keer zo lang dan de werkelijke tijd die nodig is voor
de opname. Wanneer de opnamemodus wordt gewijzigd, dient u de opnametijd te
controleren.
• Als u te vroeg stopt bij het opnemen van een film, kan het zijn dat de camera nog
enige tijd doorgaat met opnemen. Houd de camera in positie totdat de opname wordt
stopgezet.
• Wanneer u een foto maakt en een groot beeldformaat instelt, wordt het scherm even
donker nadat de foto is gemaakt. Dit komt echter door de signaalverwerking en is
geen defect.
Opmerkingen over de instelling [Zachte focus]
●
• Het opnamescherm wordt iets trager weergegeven dan gewoonlijk het geval is.
(Wanneer dit effect is ingesteld, wordt de opgenomen film afgespeeld alsof het beeld
omlaag valt.)
• Wanneer u een foto maakt en een groot beeldformaat instelt, wordt het scherm even
donker nadat de foto is gemaakt. Dit komt echter door de signaalverwerking en is
geen defect.
- 76 -
Page 77
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[Scènemode]
Opnamemodus:
Met [Scènemode] kunt u foto’s maken met optimale instellingen voor specifieke scènes
(belichting, kleur enzovoort).
Stel de modusknop in op
Gebruik de cursortoets om de scènemodus te kiezen en druk
dan op [MENU/SET]
■
De geselecteerde scènemodus wijzigen (menu [Scènemode])
Druk op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Scènemode] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om de scènemodus te kiezen en druk dan op [MENU/SET]
■
Films opnemen in
Voor filmopnamen met de optimale instellingen voor de gekozen scène.
• Sommige scènes worden omgeschakeld naar de volgende scènemodi:
Gekozen scènemodusScènemodus voor filmopname
[Baby]Portret-film
[Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand]Weinig-licht-film
[Sport], [HDR], [Huisdier]Normale filmopname
Wanneer u een scènemodus kiest die niet geschikt is voor de feitelijke scène kan dit de
●
kleur van uw beelden beïnvloeden.
De volgende instellingen van het menu [Opname] worden automatisch geregeld en
●
kunnen niet handmatig worden bijgesteld.
[Gevoeligheid], [Meetfunctie], [i. Exposure], [Korte sluitert.], [I.resolutie],
[Kleurfunctie]
Flitser gebruiken in scènemodi (→67)
●
- 77 -
Page 78
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode]
• Een scène selecteren (→77)
• Flitser gebruiken in scènemodi (→66)
Verbetert de huidskleur van onderwerpen voor een gezonder uiterlijk in
helder daglicht.
[Portret]
[Gave huid]
Tips
• Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de
camera bij uw onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn.
Verzacht de kleuren van de huid in helder daglicht buiten (portretten vanaf
de borst).
Tips
• Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de
camera bij uw onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn.
Heldere foto’s maken van brede onderwerpen op afstand.
[Landschap]
Maakt één panoramafoto door verschillende foto’s die snel achter elkaar
zijn gemaakt, aan elkaar te plakken.
Gebruik de cursortoets om de opnamerichting te kiezen en druk dan op
[MENU/SET] om die vast te leggen.
Controleer de opnamerichting en druk op [MENU/SET]
• Speciale richtlijnen voor panoramafoto’s worden tijdens de opname
weergegeven.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen
Druk de ontspanknop volledig in en zwenk de camera in een kleine
cirkelbeweging in de geselecteerde richting om te beginnen met opnemen
• Foto’s maken van links naar rechts
1 sec.
2 sec.
3 sec.
[Panoramaopname]
Opnamerichting en
voortgangsstatus
(bij benadering)
• Zwenk de camera zo dat u een volledig circuit aflegt in ongeveer 8 seconden
- Zwenk de camera op een constante snelheid.
- U kunt mogelijk geen foto’s maken als u de camera te snel of te langzaam
beweegt.
- Zwenk de camera in een kleine cirkelbeweging.
Druk de ontspanknop opnieuw volledig in om de opname te beëindigen
• U kunt ook stoppen met opnemen door de camera niet meer te laten
zwenken terwijl u foto’s maakt.
- 78 -
Page 79
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode]
• Een scène selecteren (→77)
• Flitser gebruiken in scènemodi (→66)
Tips
• Zwenk de camera zo stabiel mogelijk in de opnamerichting.
De onderwerpen die in dit bereik worden weergegeven, worden opgenomen. (richtlijn)
Opmerkingen
• De zoom wordt vast ingesteld op de uiterste W-stand.
• De scherpstelling, witbalans en belichtingscompensatie worden allemaal vast
ingesteld op de optimale waarde voor het eerste beeld.
Als de scherpstelling of helderheid van volgende beelden die worden
genomen als deel van de panoramafoto, aanzienlijk afwijken van die van het
eerste beeld, is de scherpstelling en helderheid van de gehele panoramafoto
(als alle beelden aan elkaar zijn geplakt) mogelijk niet overal gelijk.
• De volgende functies staan vast ingesteld op de hieronder aangegeven
instellingen.
[Stabilisatie]: [OFF] [Datum afdr.]: [OFF]
• Aangezien er meerdere beelden aan elkaar worden geplakt om een
panoramafoto te maken, kunnen bepaalde onderwerpen vervormd zijn of
kan de naad tussen de na elkaar genomen, aan elkaar geplakte beelden,
zichtbaar zijn.
[Panoramaopname]
(Vervolg)
• Bij een panoramafoto varieert het aantal opnamepixels per horizontale en
verticale lijn, afhankelijk van de opnamerichting en het aantal aan elkaar
geplakte beelden.
Het maximumaantal opnamepixels is als volgt:
- Liggend fotograferen: Ongeveer 8000×1080
- Staand fotograferen: Ongeveer 1440×8000
• Panoramafoto’s kunnen niet worden gemaakt of foto’s kunnen
mogelijk niet goed worden opgenomen wanneer u foto’s maakt van
de volgende onderwerpen of wanneer u foto’s maakt in de volgende
opnameomstandigheden:
- Onderwerpen die een continu monotoon oppervlak of patroon hebben (lucht,
strand enzovoort)
- Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, voertuig, golven of bloemen
die bewegen in de wind enzovoort)
- Onderwerpen waarvan de kleuren of patronen snel veranderen (zoals een
beeld dat op een display verschijnt)
- Donkere locaties
- Locaties met een knipperende lichtbron (tl-buis, kaarslicht enzovoort)
Panoramafoto’s afspelen
Met de zoomhendel of via aanraken kunt u foto’s die in de scènemodus
[Panorama-opname] zijn gemaakt, op dezelfde manier vergroten als andere
foto’s. Als u panoramafoto’s op dezelfde manier afspeelt als een film, bladert u
tijdens het afspelen automatisch door de panoramafoto’s (→45).
• Anders dan bij het afspelen van films kunt u niet snel vooruit of snel achteruit
spoelen tijdens het automatisch bladeren door de panoramafoto’s. (U kunt
beeld voor beeld vooruit of achteruit spoelen terwijl het automatisch bladeren
wordt gepauzeerd.)
Als de camera te veel
beweegt, kunnen de
foto’s mogelijk niet
worden gemaakt, of hebt
u uiteindelijk een smalle
(kleine) panoramafoto.
- 79 -
Page 80
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode]
• Een scène selecteren (→77)
• Flitser gebruiken in scènemodi (→66)
Foto’s maken van scènes met snelle bewegingen, bijvoorbeeld sport.
[Sport]
[Nachtportret]
[Nachtl.schap]
[Nachtop. uit
hand]
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
Opmerkingen
• De sluitertijd kan langzamer worden, tot 1 seconde.
Foto’s maken van mensen en nachtlandschappen met benadering van de
werkelijke helderheid.
Tips
• Gebruik de flitser.
• Het onderwerp mag niet bewegen.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Opmerkingen
• De sluitertijd kan langzamer worden, tot 8 seconden.
• Na het opnemen kan de sluiter dicht blijven (maximaal 8 seconden) om het
signaal te verwerken. Dit is geen storing.
Heldere foto’s maken van nachtscènes.
Tips
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Opmerkingen
• De sluitertijd kan langzamer worden, tot 8 seconden.
• Na het opnemen kan de sluiter dicht blijven (maximaal 8 seconden) om het
signaal te verwerken. Dit is geen storing.
Maakt heldere foto’s van nachtscènes met minder beweging en minder
ruis door een burst-reeks van beelden te combineren.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
• Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de
burst-opname.
Opmerkingen
• Aangezien er een hele Burst aan foto’s wordt gecombineerd na het opnemen,
kan het even duren voordat u opnieuw een foto kunt maken.
- 80 -
Page 81
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode]
• Een scène selecteren (→77)
• Flitser gebruiken in scènemodi (→66)
De camera kan verschillende foto’s die zijn gemaakt met een verschillende
belichting, combineren tot één goed belichte foto met een rijke gradatie.
Tips
• Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de
[HDR]
burst-opname.
Opmerkingen
• Aangezien er een hele Burst aan foto’s wordt gecombineerd na het opnemen,
kan het even duren voordat u opnieuw een foto kunt maken.
• Een onderwerp dat tijdens het opnemen in beweging was, kan als nabeeld
worden opgenomen.
• Onder bepaalde opnameomstandigheden kan de camera één foto maken in
plaats van meerdere foto’s.
Natuurgetrouwe beelden opnemen van voedsel.
[Voedsel]
Gebruikt een zwakke flits om de huidskleur naar voren te halen.
■
Voor opnemen van leeftijd en naam
[Baby1] en [Baby2] kunnen afzonderlijk worden ingesteld.
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Leeftijd] of [Naam] en druk dan
op [MENU/SET].
Kies [SET] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET].
Stel de geboortedatum en de naam in.
[Baby]
[Huisdier]
Leeftijd:
Naam: (Zie "Tekst invoeren": (→94))
Tips
• Zorg ervoor dat [Leeftijd] en [Naam] zijn ingesteld op [ON] voordat u de foto
opneemt.
Opmerkingen
• De leeftijdsnotatie wordt bepaald door de instelling voor [Taal].
• De sluitertijd kan langzamer worden, tot 1 seconde.
• Met "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde disk kunt u de afdrukopties
[Leeftijd] en [Naam] op uw computer instellen. Er kan ook tekst worden
afgedrukt in de foto, met behulp van [Tekst afdr.].
Vastleggen van de naam en de leeftijd van uw huisdier bij het opnemen
van foto’s.
• Zie onder [Baby] voor andere tips en opmerkingen.
Stel de verjaardag in met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET].
Gebruik de cursortoets om [Exit] te selecteren en druk op [MENU/SET].
- 81 -
Page 82
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode]
• Een scène selecteren (→77)
• Flitser gebruiken in scènemodi (→66)
[Zonsonderg.]
[H. gevoeligh.]
[Achter glas
Mode]
[Onder water]
Heldere beelden opnemen van scènes als zonsondergangen.
Voorkomt dat onderwerpen in donkere omgevingen binnen onscherp
worden.
Kies de beeldverhouding en de fotoresolutie met de cursortoets en druk dan op
[MENU/SET].
Het meest geschikt voor het maken van foto’s zoals landschappen door
het doorzichtige glas van een trein/voertuig of gebouw.
Opmerkingen
• Als er vlekken zoals stof of een weerspiegeling op het glas zitten, kan de
camera in plaats van op het onderwerp, scherpstellen op het glas.
• De kleur van foto’s kan onnatuurlijk overkomen als gevolg van de kleur van
het glas. (U kunt de juiste kleur mogelijk reproduceren door de witbalans aan
te passen.)
Foto’s maken met natuurlijke kleuren die geschikt zijn voor een
onderwaterscène.
Tips
• Stel voor snel bewegende onderwerpen scherp op het AF-gebied en druk op
(AF-vergrendeling).
(Druk opnieuw op
[AF vergr.]
(vaste autofocus)
AF-gebied
• Als de zoom wordt gebruikt nadat de AF-vergendeling is ingesteld, komt die
AF-vergrendeling te vervallen en zult u die opnieuw moeten instellen.
• De AF-vergrendeling kan niet worden ingesteld wanneer de [AF mode] staat
ingesteld op
Informatie over [Witbalans]
• U kunt kleuren afhankelijk van uw voorkeur aanpassen met "Verfijning
witbalans" (→97).
Opmerkingen
• Gebruik altijd een onderwaterbehuizing (optioneel).
• Plaatsbepaling is onder water niet mogelijk, omdat de GPS-signalen de
camera dan niet kunnen bereiken.
• W
anneer er onder water veel zwevende objecten zijn, stelt u de flitser in
op
.
om op te heffen.)
.
DMC-TZ30 DMC-TZ31
- 82 -
Page 83
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode]
• Een scène selecteren (→77)
• Flitser gebruiken in scènemodi (→66)
Voor opnemen van snelle bewegingen met een tempo van 220 frames/
seconde.
Druk op de filmknop om bewegende beelden op te nemen
Druk nogmaals op de filmknop om het opnemen van bewegende beelden te
stoppen
• U kunt ook beginnen met filmen door indrukken van de ontspanknop. (De
aanraaksluiterfunctie wordt uitgeschakeld.)
• Tijdens afspelen kunnen de bewegingen van een onderwerp die met het
blote oog niet te volgen zijn, zichtbaar gemaakt worden door de filmbeelden
vertraagd weer te geven.
[Film in hoge
snelheid]
Opmerkingen
• Filmbeelden met hoge snelheid kunnen niet worden opgenomen in het
ingebouwd geheugen.
• Films worden opgenomen in Motion JPEG met de fotoresolutie van QVGA
(320x240 pixels). (Tot 2 GB, ongeveer 7 minuten en 20 seconden, in een
enkele opname.)
• Hierbij wordt geen geluid opgenomen.
• U kunt geen foto’s nemen tijdens het filmen met hoge snelheid.
• De instellingen voor scherpstelling, zoom, belichting en witbalans blijven
vastgesteld op de instellingen die zijn gekozen aan het begin van de opname.
• De optische beeldstabilisatie zal niet werken.
• De [AF mode] wordt ingesteld op
• Er kunnen flikkeringen en horizontale strepen verschijnen tijdens het
opnemen onder tl-verlichting.
(Scherpstellen op 1 punt).
- 83 -
Page 84
3D-foto’s maken [3D Foto Mode]
Opnamemodus:
Er worden continu foto’s gemaakt terwijl u de camera horizontaal beweegt en twee foto’s
die automatisch worden geselecteerd, worden samengevoegd tot één 3D-foto.
Om 3D-foto’s te bekijken hebt u een televisie nodig die 3D ondersteunt (Dit apparaat
speelt af in 2D). (→160)
Stel de modusknop in op
• De beschrijving van de opnamemethode wordt weergegeven.
Controleer de aanwijzingen en druk dan op [MENU/SET].
Begin met opnemen en beweeg
de camera dan recht horizontaal
van links naar rechts
• Tijdens het opnemen verschijnt er een
aanwijzing op het scherm.
• Beweeg de camera ongeveer 10 cm
binnen ongeveer 4 seconden door de
richtlijn te volgen.
Tips voor het opnemen van foto’s
• Kies een stilstaand onderwerp voor uw foto.
• Maak uw foto buitenshuis of op een andere helder verlichte plaats op.
• Druk de ontspanknop halverwege in om scherp te stellen en de belichting te
regelen, druk daarna de ontspanknop helemaal in en beweeg de camera zijwaarts.
• Houd de camera zodanig dat uw onderwerp bij het begin van de opname ietwat
rechts van het midden op het scherm verschijnt. Zo kunt u het onderwerp tijdens de
opname gemakkelijker midden in beeld houden.
U kunt geen 3D-foto’s maken met de camera in verticale stand.
●
3D-foto’s worden gemaakt in MPO-formaat (3D).
●
De zoom wordt vast ingesteld op de uiterste W-stand.
●
De fotoresolutie wordt vast ingesteld op 2M .
●
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld. De ISO-gevoeligheid wordt echter
●
verhoogd om een snellere sluitertijd te verkrijgen.
Hiermee kunt u geen films opnemen.
●
Als zich één van de volgende opname-omstandigheden voordoet, kan het onmogelijk
●
blijken om beelden op te nemen. Of als er wel beelden worden opgenomen kan er geen
3D-effect zijn, of kan het beeld vervormd worden.
• Wanneer het onderwerp te donker of juist te fel verlicht is
• Wanneer de helderheid van het onderwerp verandert
• Wanneer het onderwerp beweegt
• Wanneer u foto’s onder water maakt
• Wanneer het onderwerp onvoldoende contrast heeft
- 84 -
Page 85
Uw eigen instellingen registreren en opnemen
Modus [Klant]
Als u uw favoriete opnamemodus, instellingen in het menu [Opname] enzovoort
registreert in [Geh voork inst] en de modusknop op / zet, kunt u snel naar deze
instellingen overschakelen.
[Geh voork inst]
U kunt maximaal 4 actuele camera-instellingen registreren.
■
Opnamemodus:
Selecteer de opnamemodus die u wilt registreren en stel het
menu [Opname], het menu [Bewegend beeld], het menu [Setup] enzovoort in
Kies [Geh voork inst] uit het menu [Set-up] (→51)
Gebruik de cursortoets om een stel voorkeursinstellingen
voor registratie te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Kies [Ja] met de cursortoets en druk
dan op [MENU/SET].
• De voorkeursinstellingen die zijn geregistreerd in [C1] kunnen worden gebruikt
met de van de modusknop. Het is handig als de voorkeursinstelling die vaak
wordt gebruikt, wordt geregistreerd, omdat deze dan gewoon kan worden gebruikt
door de modusknop in te stellen.
• De voorkeursinstellingen die zijn geregistreerd in [C2-1], [C2-2] of [C2-3]
kunnen worden geselecteerd in de van de modusknop. Er kunnen maximaal
3 aangepaste instellingen worden geregistreerd, dus selecteer er een die met uw
behoeften overeenkomt.
De zelfontspanner wordt niet opgeslagen in de voorkeursinstellingen.
●
Omdat bepaalde menu-onderdelen zouden worden weerspiegeld in andere
●
opnamemodi, worden ze niet opgeslagen.
- 85 -
Page 86
Uw eigen instellingen registreren en opnemen Modus [Klant]
[Klant]
De instellingen die in [Geh voork inst] zijn geregistreerd, kunnen snel worden opgeroepen
door de modusknop in te stellen op / .
■
Opnamemodus:
Stel de modusknop in op / ([Klant]-modus)
• Wanneer deze is ingesteld op
→ De camera schakelt over op de opnamemodus en de instellingen die zijn
geregistreerd in .
• Wanneer deze is ingesteld op
→ Voer stap - uit
Selecteer de voorkeursinstelling met de cursortoets
• Gebruik en om de geregistreerde instellingen te
bevestigen.
• Alleen de hoofdmenu-onderdelen worden weergegeven.
Druk op [MENU/SET] om de instellingen in te voeren
De camera schakelt over op de opnamemodus en de instellingen van de
geselecteerde voorkeursinstelling.
■
Bij wijziging van de menu-instellingen
Zelfs als de menu-instellingen tijdelijk worden gewijzigd wanneer [C1], [C2-1], [C2-2] of
[C2-3] wordt geselecteerd voor het gebruiken van de aangepaste set, blijven de
momenteel geregistreerde instellingen ongewijzigd.
Als u de momenteel geregistreerde instellingen wilt wijzigen, overschrijft u de
geregistreerde gegevens via [Geh voork inst] (→85) in het [Set-up]-menu.
■
Van de ene -voorkeursinstelling overgaan op een andere
-voorkeursinstelling (menu [Klant])
• Als u om een andere reden dan de bovenstaande een voorkeursinstelling wilt
gebruiken, gebruikt u de modusknop.
Druk op [MENU/SET]
Selecteer het menu [Klant] en druk op [MENU/SET]
Selecteer met een voorkeursinstelling en druk op [MENU/SET]
■
Filmen in /
Hiermee neemt u films op in de geregistreerde opnamemodus.
- 86 -
Page 87
Burst-functie
Opnamemodus:
Er kan een hele Burst foto’s worden gemaakt terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Kies [Burstfunctie] uit het menu [Opname] (→51)
Gebruik de cursortoets om de Burst-instelling te kiezen en
druk dan op [MENU/SET]
Instelling
[OFF]—De Burst-functie wordt uitgeschakeld.—
1
∗
Alleen in de -modus
2
∗
Het aantal beelden dat wordt vastgelegd bij een burstopname wordt beperkt door de
omstandigheden waaronder de beelden worden genomen en het type en/of de status van de
gebruikte kaart.
3
∗
Alleen in de , , -modus
SnelheidBeschrijving
• De Burst-snelheid wordt automatisch aangepast
aan de bewegingen van mensen, huisdieren
of andere onderwerpen. ([Intelligente burst-
Ongeveer 2 - 10
1
∗
beelden/sec.
Ongeveer
2 beelden/sec.
Ongeveer
5 beelden/sec.
Ongeveer
10 beelden/sec.
40 beelden/sec.
60 beelden/sec.
Voldoet aan de
3
∗
opnameomstandigheden
modus])
• Wanneer een snelbewegend onderwerp wordt
opgenomen, wordt de burstsnelheid hoger en
wordt het aantal burstbeelden dat kan worden
opgenomen, beperkt tot ongeveer 10 beelden.
• Er wordt scherpgesteld op het onderwerp, voor
zover dit mogelijk is bij de gekozen Burstsnelheid. De foto’s worden gemaakt met de
Burst-functie terwijl de belichting en witbalans
worden geregeld.
(Wanneer echter de Burst-functie wordt gebruikt
tijdens het filmen, zal de scherpstelling vast
worden ingesteld op die voor het eerste beeld.)
• De Burst-snelheid kan wat minder zijn onder
bepaalde opname-omstandigheden.
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
• Opmerking over de fotoresolutie-instelling (→88)
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
• Het opnamebereik is verminderd.
• Opmerking over de fotoresolutie-instelling (→88)
• De burst van foto’s kan zelfs bij weinig licht
worden gemaakt, omdat de flitser wordt
gebruikt. ([Flitsburst])
• De scherpstelling, belichting en het flitsniveau
worden allemaal vastgezet op de instellingen
van de eerste foto.
• Opmerking over de fotoresolutie-instelling (→88)
Aantal
beelden
∗
100
∗
100
10
40
60
5
2
2
- 87 -
Page 88
Burst-functie
■
Opmerking over de fotoresolutie-instelling
[Aspectratio]
4:35M, 3M, 0.3M2.5M, 0.3M3M
3:24.5M, 2.5M, 0.3M3M, 0.3M2.5M
16:93.5M, 2M, 0.2M3.5M, 0.2M2M
1:13.5M, 2.5M, 0.2M2M, 0.2M2.5M
Beelden die worden opgenomen met de instelling of worden tezamen als groep
●
opgenomen (zgn. burstgroep). (→109)
Als er verandering komt in de helderheid van het onderwerp, kunnen de tweede en
●
volgende beelden lichter of donkerder worden bij gebruik van de Burst-functie in de
instelling , , of .
De Burst-snelheid kan minder worden als de sluitertijd langer wordt in een donkere
●
omgeving.
Beelden die zijn opgenomen met de Burst-functie in de of instelling kunnen
●
vervorming tonen als de onderwerpen bewogen of als de camera bewogen is.
[Auto bracket] wordt uitgeschakeld.
●
De flitser wordt ingesteld op [Gedwongen uit]. (Wanneer [Flitsburst] echter wordt
●
geselecteerd, wordt de flitser vastgezet op [Flitser altijd aan].)
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
●
uitgeschakeld.
De burstfunctie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtop. uit hand] [HDR] [Film in hoge snelheid])
Als de scènemodus is ingesteld op [Nachtportret], [Nachtl.schap] of [H. gevoeligh.],
●
kunt u of niet selecteren.
Wanneer [Zelfontspanner] is ingesteld, worden er 3 foto’s gemaakt. (Als [Flitsburst] is
●
ingesteld, worden er 5 foto’s gemaakt.)
De opslag van foto’s die zijn gemaakt met de Burst-functie kan enige tijd vergen. Als
●
u doorgaat met opnemen tijdens het opslaan, kan het aantal beelden dat kan worden
vastgelegd bij een burstopname worden beperkt.
U kunt de zoomfunctie niet gebruiken tijdens burstopnamen.
●
- 88 -
Page 89
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie
[Gezicht herk.]
Opnamemodus:
• De oorspronkelijke instelling voor [Gezicht herk.] is [OFF].
•
Wanneer u beelden met gezichten registreert, verandert de instelling automatisch in [ON].
■
Hoe de gezichtsherkenningsfunctie werkt
Tijdens het opnemen
(Wanneer [AF mode] is (Gezichtsdetectie))
• De camera herkent een geregistreerd gezicht en past de
scherpstelling en belichting daaraan aan.
•
Wanneer geregistreerde gezichten waarvoor namen zijn ingesteld, worden
herkend, worden de namen weergegeven (maximaal 3 personen).
Tijdens het afspelen
• De naam en de leeftijd worden weergegeven (als de informatie is geregistreerd).
• De naam die is ingesteld voor de herkende gezichten, wordt weergegeven (maximaal
3 personen).
•
Alleen beelden van de geselecteerde geregistreerde personen worden afgespeeld ([Categorieselectie]).
■
Opnametips voor het registreren van gezichtsfoto’s
•
Zorg dat de persoon zijn ogen open en zijn mond dicht heeft; laat de persoon rechtstreeks in de camera
kijken en zorg dat de contouren van het gezicht, de ogen en de wenkbrauwen niet door haren zijn bedekt.
•
Zorg dat er geen zware schaduwen op het gezicht vallen. (Tijdens de registratie wordt de flitser niet gebruikt.)
■
Als de camera tijdens het opnemen problemen lijkt te hebben met
gezichtsherkenning
• Registreer extra beelden van het gezicht van dezelfde persoon, binnen en buiten of met
verschillende uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken.
• Registreer extra beelden op de plaats waar u de opnamen maakt.
•
Als een geregistreerd persoon niet langer wordt herkend, dient u die persoon opnieuw te registreren.
Wanneer burst wordt gebruikt, worden de opnamegegevens met betrekking tot
●
gezichtsherkenning alleen op de eerste foto gezet.
Als u de ontspanknop half indrukt en de camera vervolgens op een ander onderwerp richt en een
●
opname maakt, kunnen er opnamegegevens voor een andere persoon op de foto worden gezet.
Gezichtsherkenning werkt niet in de volgende gevallen:
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtl.schap] [Nachtop. uit hand] [Voedsel] [Onder
water])
• Filmopname
Bij gezichtsherkenning wordt naar gezichten gezocht die lijken op de gezichten die
●
zijn geregistreerd, maar er is geen garantie dat deze gezichten altijd worden herkend.
In sommige gevallen herkent de camera zelfs geregistreerde personen niet of onjuist,
afhankelijk van de uitdrukking van de personen of de omgeving.
Zelfs als er gezichtsherkenningsinformatie is geregistreerd, worden beelden die zijn opgenomen
●
wanneer de naam [OFF] is, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [Categorieselectie].
Zelfs als de gezichtsherkenningsinformatie is gewijzigd, wordt de
●
gezichtsherkenningsinformatie voor eerder gemaakte foto’s niet gewijzigd.
Als er bijvoorbeeld een naam wordt gewijzigd, worden foto’s die zijn gemaakt voor de
wijziging, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [Categorieselectie].
Als u naamgegevens wilt wijzigen voor beelden die al zijn opgenomen, dient u dit te
●
doen met [REPLACE] (→126) in [Gez.herk. bew.].
- 89 -
Page 90
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.]
Gezichtsfoto’s registreren
Er kunnen gezichtsfoto’s van maximaal 6 personen worden geregistreerd, samen met
informatie als de naam en de geboortedatum.
U kunt de gezichtsherkenning vergemakkelijken door de manier waarop u gezichten
registreert: Zo kunt u bijvoorbeeld meerdere gezichtsfoto’s van een zelfde persoon
registreren (tot 3 foto’s per registratie).
Kies [Gezicht herk.] uit het menu [Opname] (→51)
Kies [MEMORY] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]
Kies [Nieuw] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]
• Als er al 6 personen zijn geregistreerd, dient u eerst een geregistreerde persoon
te verwijderen. (→91)
Neem de gezichtsfoto op
Zorg dat het kader om het gezicht ligt en maak de opname.
Kies [Ja] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET].
• Als u het gezicht opnieuw opneemt, selecteert u [Nee]
• Gezichten van andere onderwerpen dan personen
(bijvoorbeeld huisdieren) kunnen niet worden geregistreerd.
• Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, verschijnt er een
verklaring.
Gebruik de cursortoets om het aan te passen onderdeel te
kiezen en druk dan op [MENU/SET]
[Naam]
[Leeftijd]Stel de geboortedatum in.
[Focus icoon]Verander het pictogram dat wordt weergegeven wanneer het onderwerp
[Beeld toev.]U kunt maximaal 3 gezichtsfoto’s van de persoon registreren.
Kies [SET] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]
Voer de naam in (Tekst invoeren →94)
Kies [SET] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]
Gebruik om het jaar, de maand en de dag te kiezen, leg deze vast
met
en druk op [MENU/SET]
scherp is.
Kies het scherpstel-pictogram met de cursortoets en druk dan op
[MENU/SET]
Selecteer een ongeregistreerd kader en druk op [MENU/SET]
• Wanneer u een geregistreerde gezichtsfoto kiest met de cursortoets,
verschijnt er een verzoek om het verwijderen ervan te bevestigen.
Selecteer [Ja] om de foto van het gezicht te verwijderen. (Als er slechts
één foto is geregistreerd, kan deze niet worden verwijderd.)
Neem de foto op (Stap hierboven.)
Druk op de [ / ]-knop
- 90 -
Page 91
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.]
Informatie over geregistreerde personen bewerken of verwijderen
Informatie over geregistreerde personen kan worden bewerkt of verwijderd.
Kies [Gezicht herk.] uit het menu [Opname] (→51)
Kies [MEMORY] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer met de cursorknop het beeld van het gezicht dat u
wilt verwijderen of bewerken
Gebruik de cursortoets om het onderdeel te kiezen en druk
dan op [MENU/SET]
[Info bew.]Hier kunt u de naam of andere geregistreerde informatie bewerken. (→90)
[Prioriteit]Hier kunt u een prioriteitsvolgorde instellen voor scherpstelling en
[Wissen]Hiermee kunt u informatie en gezichtsfoto’s van geregistreerde personen
belichting.
Kies de registratievolgorde met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]
verwijderen.
- 91 -
Page 92
Handige functies voor op reis
[Reisdatum]
• Instelprocedures voor het menu [Set-up] (→51)
Als u uw reisschema instelt en beelden opneemt, wordt ingesteld op welke dag van de
reis de foto is gemaakt.
■
Opnamemodus: ∗
∗
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
Kies [Reisdatum] uit het menu [Set-up] (→51)
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Reissetup] en druk
dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [SET] en druk dan
op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om de vertrekdatum te kiezen en druk
dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om de retourdatum te kiezen en druk
dan op [MENU/SET]
■
Opnemen van [Locatie]
Wanneer de [Reissetup] is ingesteld, kunt u de locatie kiezen.
Selecteer [Locatie] in stap hierboven
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [SET] en druk dan op [MENU/SET]
Voer uw locatie in (Tekst invoeren →94)
De reisdatum wordt berekend aan de hand van de ingestelde vertrekdatum en de
●
datum die is ingesteld in de klok van de camera. Wanneer de bestemming wordt
ingesteld in [Wereldtijd], wordt het verstreken aantal dagen berekend op basis van de
lokale tijd op de bestemming.
Wanneer [Reissetup] is ingesteld op [OFF], wordt het aantal verstreken dagen niet
●
vastgelegd. Dit aantal wordt zelfs niet weergegeven als [Reissetup] wordt ingesteld op
[SET] na het opnemen.
Als de instellingen worden gemaakt vóór de vertrekdatum, zal het aantal dagen tot het
●
vertrek niet worden opgenomen.
De [Locatie] wordt afzonderlijk opgenomen van de plaatsnaam-informatie die in de
●
beelden is opgenomen door de GPS-functie.
Gebruik [Tekst afdr.] voor het afdrukken van [Locatie] of het aantal dagen dat is
●
verstreken. U kunt deze opties ook afdrukken met de software "PHOTOfunSTUDIO" op
de bijgeleverde disk.
U kunt [Reisdatum] niet opnemen voor AVCHD-films die zijn opgenomen met [Opn.
●
kwaliteit] ingesteld op [PSH], [FSH] of [SH].
DMC-TZ30 DMC-TZ31
- 92 -
Page 93
Handige functies voor op reis
[Wereldtijd]
• Instelprocedures voor het menu [Set-up] (→51)
Stel de opnamedatum en -tijd in met de lokale tijd op uw bestemming.
■
Opnamemodus:
■
Voorbereidingen: Stel [Auto reis inst.] in op [OFF]. (→140)
Kies [Wereldtijd] uit het menu [Set-up] (→51)
• Er verschijnt een bericht wanneer u deze instelling voor het eerst maakt. Druk in
dit geval op [MENU/SET] en ga naar stap
.
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Bestemming] en
druk dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om het gebied te selecteren en druk
dan op [MENU/SET]
Naam stad/regio
Verschil met thuistijd
Wanneer de [Bestemming] is gekozen
■
Zomertijd instellen
Druk op in stap . (Nogmaals drukken om de instelling te annuleren)
• Wanneer u de zomertijd instelt, wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet. Als de
instelling wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd.
■
Wanneer u terugkomt van uw reisbestemming
Selecteer [Home] in stap en druk op [MENU/SET].
Huidige tijd op geselecteerde
bestemming
Als u uw bestemming niet kunt vinden in het gebied dat op het scherm wordt
●
weergegeven, stel de tijd dan in op basis van het verschil met de tijd in de thuiszone.
wordt op het scherm weergegeven voor beelden die op de bestemming zijn
●
gemaakt wanneer ze worden afgespeeld.
Als [Auto reis inst.] op [ON] is ingesteld, kunt u het gebied van [Bestemming] niet
●
wijzigen. (U kunt alleen de zomertijdinstelling van [Bestemming] wijzigen.)
DMC-TZ31
DMC-TZ30
- 93 -
Page 94
Tekst invoeren
Gebruik de cursortoets om namen in te voeren met de gezichtsherkenningsfunctie en in
de scènemodi [Baby] en [Huisdier], of voor het registreren van locaties in [Reisdatum] enz.
Gebruik de cursortoets om de letters te kiezen
Druk enkele malen op [MENU/SET] totdat de gewenste letter
wordt weergegeven
Er wordt tekst ingevoegd op de cursorpositie.
• Wijzigen van het lettertype
→ Kies en druk op [MENU/SET].
Cursorpositie
■
Tekst bewerken
Selecteer met de cursortoets en druk op [MENU/SET]. Ga vervolgens met
de cursor naar de tekst die u wilt bewerken
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de zoomhendel.
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Wissen] en druk dan op
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om de juiste tekst te kiezen en druk dan op
[MENU/SET]
Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekst, gebruikt u de
cursortoets om [Inst.] te kiezen en dan drukt u op [MENU/SET]
U kunt maximaal 30 tekens invoeren. (Maximaal 9 tekens voor de [Gezicht herk.]
●
namen)
- 94 -
Page 95
Gebruik van het menu [Opname]
[Aspectratio]
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (→51)
Stel de aspectratio (beeldverhouding) van foto’s in.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: / / /
Bij het afdrukken kunnen er randen worden afgesneden. Controleer dit vooraf.
●
[Fotoresolutie]
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (→51)
Kies het formaat (het aantal pixels of beeldpunten) voor uw foto’s. Het aantal beelden dat
kan worden opgenomen is afhankelijk van deze instelling en van [Kwaliteit].
Deze instelling is niet beschikbaar in de (modus [Intelligent auto]).
Er kan een mozaïekeffect verschijnen, afhankelijk van het onderwerp en de
●
10 M
9 M
7.5 M
7.5 M
∗
Fotoresolutie ([Aspectratio]: )
∗
Fotoresolutie ([Aspectratio]: )
∗
Fotoresolutie ([Aspectratio]: )
∗
opnameomstandigheden.
Instelinstructies
Grotere fotoresolutieKleinere fotoresolutie
Scherper beeldKorreliger beeld
Lagere
opnamecapaciteit
∗
7 M
∗
6 M
∗
5.5 M
∗
5.5 M
Hogere
opnamecapaciteit
5 M
4.5 M
3.5 M
3.5 M
∗
3 M
∗
2.5 M
∗
2 M
∗
2.5 M
0.3 M
∗
∗
∗
0.3 M
0.2 M
0.2 M
∗
∗
∗
- 95 -
Page 96
Gebruik van het menu [Opname]
[Kwaliteit]
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (→51)
Stel de beeldkwaliteit in.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: ([Fijn])hoge kwaliteit, prioriteit ligt bij beeldkwaliteit
De instelling is vast ingesteld op in de scènemodus [H. gevoeligh.].
●
Wanneer [3D Foto Mode] is gekozen, zijn de weergegeven pictogrammen verschillend:
●
([3D+fijn]): Er worden tegelijk een MPO-beeld en een JPEG-beeld van hoge
([3D+standaard]): Er worden tegelijk een MPO-beeld en een JPEG-beeld van
([Standaard]) standaardkwaliteit, prioriteit ligt bij aantal beelden
kwaliteit opgenomen.
standaardkwaliteit opgenomen.
[Gevoeligheid]
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (→51)
Stel de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig in.
We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans
●
automatisch aangepast aan de gebruikte lichtbron. Als de scène echter te helder of te
donker is of als er andere extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel eens
een rode of blauwe zweem vertonen. De witbalans kan niet altijd goed werken als er
een diversiteit aan lichtbronnen is.
Onder tl-verlichting, LED-lampen enzovoort kan de juiste witbalans variëren, afhankelijk
●
van het soort verlichting, dus gebruik [AWB] of .
De witbalansinstelling wordt vast ingesteld op [AWB] in de volgende gevallen:
●
Scènemodi ([Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel],
[Zonsonderg.] en [Onder water])
Zelfs als de camera OFF staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
●
(Als de scènemodus wordt gewijzigd, keert de instelling voor witbalans automatisch
terug naar [AWB].)
■
Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als de kleuren niet naar
verwachting zijn.
Selecteer de witbalansinstelling die u wilt fijnregelen en druk dan op de [DISP.]-knop
om het scherm [Instellen] te tonen
Stel in met bij veel rood en met bij veel blauw
Druk op [MENU/SET]
• De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
• De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
• Hoewel de instelling [AWB] in de scènemodus [Onder water] vaststaat, kunnen nog
steeds verfijningen worden uitgevoerd.
• Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [Kleurfunctie] (→103) is ingesteld
op [B&W] of [SEPIA].
(buitenshuis, bewolkt) / (buitenshuis, schaduw) /
(kunstlicht) / (gebruikt de waarden ingesteld in ) /
(handmatig instellen)
- 97 -
Page 98
Gebruik van het menu [Opname]
■
Witbalans handmatig instellen ()
Selecteer en druk op [MENU/SET]
Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET]
De witbalans wordt ingesteld op .
• Zelfs als de camera OFF staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht
of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw
in te stellen.
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (→51)
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal
onderwerpen.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: / / / /
Beelden opnemen
van mensen van
voren
(Gezichtsdetectie)
Automatisch
koppelen van de
scherpstelling aan
een bewegend
onderwerp
(Tracking AF)
Onderwerp niet in het
beeld gecentreerd
(Scherpstellen op
23 punten)
Bepaalde plaats voor
scherpstelling
(Scherpstellen op
1 punt)
(Scherpstelling op
spot)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en
scherpstelling hierop aan.
AF-gebied
Geel: Als u de ontspanknop half indrukt,
wordt het kader groen als de camera is
scherpgesteld.
Wit: Verschijnt bij detectie van meerdere
gezichten. Andere gezichten die op
dezelfde afstand zijn als de gezichten in
het gele AF-gebied, worden ook scherp
vastgelegd.
Raak het onderwerp aan
Autofocus-volgkader
Wanneer uw onderwerp herkend wordt,
verandert het autofocus-volgkader van wit
in geel en dan wordt uw onderwerp steeds
scherp in beeld gehouden. Als de autofocuskoppeling wegvalt, gaat er een rood kader
knipperen.
• Voor deze bedieningsfunctie dient u eerst de aanraaksluiterfunctie
(→29) uit te schakelen.
• Uitschakelen van de Tracking AF →
• Scherpstelbereik (hetzelfde als macro-opnamen) (→68)
• U kunt ook
Stelt scherp op maximaal 23 punten.
Scherpstellen op 1 punt: Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied
Scherpstelling op spot:
gebruiken om deze functie uit te voeren.
in het midden van het beeld. (Aanbevolen
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
Er wordt scherpgesteld op een kleiner
gebied.
aanraken.
- 99 -
Page 100
Gebruik van het menu [Opname]
De scherpstelling staat vast ingesteld op (Scherpstellen op 1 punt) in de volgende
●
gevallen:
• [Film in hoge snelheid]-scènemodus
• [Miniatuureffect] in de modus [Creatieve opties]
Gebruik (Scherpstellen op 1 punt) als de scherpstelling moeilijk te verrichten is met
●
(Scherpstelling op spot).
U kunt (Gezichtsdetectie) in de volgende gevallen niet instellen:
●
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtl.schap] [Nachtop. uit hand] [Voedsel] [Onder
water])
• [Creatieve opties]-modus ([Zachte focus])
Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de
●
instelling (Gezichtsdetectie), schakelt u naar een andere instelling.
Als de omstandigheden de herkenning van gezichten bemoeilijkt, zoals wanneer de
●
beweging van het onderwerp te snel is, schakelt de instelling [AF mode] over naar
(Scherpstellen op 23 punten).
Onder bepaalde opname-omstandigheden, zoals wanneer het onderwerp te klein is of
●
te donker, kan de (Tracking AF) niet goed werken.
Wanneer de (Tracking AF) niet werkt, wordt er scherpgesteld op (Scherpstellen
●
op 23 punten).
Er kan niet worden ingesteld op (Tracking AF) in de onderstaande gevallen.
Als (Scherpstellen op 23 punten) of (Scherpstelling op spot) is ingesteld, schakelt
●
[AF mode] ten tijde van de filmopname over op (Scherpstellen op 1 punt).
[Quick AF]
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (→51)
De scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera-onscherpte gering
is, ook wanneer u de ontspanknop niet indrukt. (Verbruikt meer stroom van de batterij)
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: [ON] / [OFF]
Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van
●
de max. W groothoekstand naar de max. T telestand, of als u plotseling dichter bij uw
onderwerp komt.
Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te
●
verkrijgen.
De functie wordt in de volgende gevallen op [OFF] gezet.
●
Scènemodi [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand] en [Film in hoge
snelheid]
[Quick AF] zal niet werken terwijl Tracking AF werkt.
●
- 100 -
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.