PANASONIC DMCLZ8, DMCLZ10 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Digitale Fotocamera
Model Nr.DMC-LZ10
DMC-LZ8
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT1M08-1
- 2 -
Vóór gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor uw veiligheid
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO OP BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTSCHADE TE BEPERKEN, * DIENT U HET APPARAAT NIET
BLOOT TE STELLEN AAN REGEN, VOCHT, DRUPPEN OF SPETTEREN EN MOET U GEEN VOORWERPEN GEVULD MET VLOEISTOFFEN, ZOALS VAZEN, OP HET APPARAAT PLAATSEN.
* GEBRUIK ALLEEN DE
ACCESSOIRES DIE WORDEN AANGERADEN.
* VERWIJDER HET DEKSEL
(ACHTERKANT) NIET, IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE ONDERDELEN. NEEM VOOR ONDERHOUD CONTACT OP MET DESKUNDIGE ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van voorgeregistreerde banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
Houd u er rekening mee dat de huidige
• bedieningselementen, de onderdelen, de menuopties enz. van uw digitale camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze handleiding opgenomen zijn. SDHC Logo is een handelsmerk.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
• productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Vóór gebruik
Schroevendraaier
Printplaat
Lithiumbatterij
Opmerking betreffende lithiumbatterijen
Bij dit product zijn lithiumbatterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
• mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval. Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de lithiumbatterij op het moment
• dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt. Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij door vakbekwaam
• servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
• Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier
etc. zoals het guur hiernaast.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de
• positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
-Als u dit symbool ziet-
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
Dit symbool op de producten en/of de bijbehorende documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In sommige landen kunt u uw producten bij een lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van een equivalent
nieuw product. Het wegwerpen van dit product op de juiste manier helpt waardevolle bronnen en voorkomt enige potentiële negatieve effecten op de gezondheid van mensen en het milieu wat kan voorkomen uit onjuiste omgang met afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt. Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste verwijdering van dit afval, in overeenstemming met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingmethode is.
- 3 -
- 4 -
Vóór gebruik
Zorg voor het toestel Het toestel niet schudden of ertegen
• stoten. Het toestel zou daardoor niet
normaal kunnen werken, het maken van opnames zou buiten werking gesteld kunnen worden, of de lens of het LCD­scherm zouden beschadigd kunnen raken.
Zand of stof kan een storing van de
camera veroorzaken. Zorg dat er geen
zand of stof in de lens of op de itser
of aansluitingen terechtkomt wanneer u de camera op het strand of een andere plaats gebruikt.
Zorg ervoor dat er geen water in de
• camera binnendringt wanneer u het toestel in de regen of op het strand gebruikt.
Deze camera is niet waterbestendig.
In het geval de camera in aanraking komt met water, zoals druppels, veeg deze dan af met een droge doek. Als de camera niet meer normaal functioneert, neem dan contact op met uw dealer of uw dichtstbijzijnde servicenter.
Over het LCD-scherm Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit
kan ongelijke kleuren op het LCD­scherm of een storing op het scherm veroorzaken.
Op plaatsen met grote
• temperatuurverschillen kan condens worden gevormd op het LCD-scherm. Veeg de condens af met een zachte, droge doek. Als de camera koud is bij het
• inschakelen, zal het beeld op het LCD­scherm eerst een weinig donkerder zijn dan gewoonlijk. Het beeld zal echter naar de normale helderheid terugkeren naarmate de interne temperatuur van de camera stijgt.
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen storing. Het LCD­scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
Over de lens
Druk niet hard op de lens of de
• lenshouder. Laat de camera niet met de lens naar de
• zon gericht omdat sterk zonlicht storingen kan veroorzaken. Wees ook voorzichtig wanneer u het toestel buiten of dichtbij een raam legt.
Over condensatie (wanneer de lens
beslagen is)
Condensatie doet zich voor wanneer de
• omgevingstemperatuur of vochtigheid als volgt veranderd is. Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op de lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht, van de kou naar een warme kamer. Wanneer het toestel van de buitenlucht
in een auto met airconditioning wordt geplaatst. Wanneer koele wind van een
airconditioner of ergens anders vandaan direct op het toestel wordt geblazen. In vochtige plaatsen
– Stop de camera in een plastic zak
• tot de temperatuur in de buurt van de omgevingstemperatuur komt om condensatie te voorkomen. In geval van condensatie schakelt u de camera uit en wacht u ongeveer 2 uur. Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur nadert, verdwijnt het vocht vanzelf.
Vóór gebruik
Wanneer u de camera lange tijd niet zult gebruiken
Bewaar de batterij op een koele en
droge plaats met een relatief stabiele temperatuur. [Aanbevolen temperatuur: 15 °C tot 25 °C Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%] Verwijder altijd de batterij en de kaart uit
het toestel. Als de batterijen in de camera worden
gelaten zullen ze leeglopen omdat een zwakke elektrische stroom door de batterijen gaat, zelfs als de camera uit staat. [Lees P12 voor informatie over Ni­MH (nikkel metaal hydride) batterijen.] Wanneer u het toestel in een kast of
lade bewaart, wordt het aangeraden er droogstof (silicagel) bij te bewaren.
Over kaarten die gebruikt kunnen worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een SDHC­geheugenkaart en een MultimediaCard gebruiken.
Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de volgende types Geheugenkaarten.
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4GB tot 16 GB)
MultiMediaCard
Meer specieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
Bij gebruik van een kaart met een
capaciteit van 4 GB of meer is alleen de SDHC-geheugenkaart met SDHC-logo conform de SD-standaard geschikt. Een MultiMediaCard is alleen geschikt
voor foto's.
Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het eigenlijke gebruikte. De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de DMC-LZ10.
- 5 -
Inhoud
Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid .................... 2
Voorbereiding
Accessoires .............................................. 8
Namen van onderdelen ............................ 9
Beknopte handleiding ............................. 10
Over de batterijen ................................... 11
Inbrengen/verwijderen van de Batterijen/
Kaart (Optioneel) ................................ 15
Over het interne geheugen/de kaart ....... 16
De klok instellen (De camera voor het
eerst inschakelen [ON]) ...................... 17
De klokinstelling controleren ............... 17
De klokinstelling wijzigen .................... 17
Basisprincipes van Functie en Menu ...... 18
Functie ................................................ 18
Menu ................................................... 19
Basisinstellingen (Setup menu) .............. 20
BATT. TYPE ....................................... 21
KLOKINST. ......................................... 21
WERELDTIJD ..................................... 21
LCD SCHERM .................................... 21
LCD MODE ......................................... 21
TOON ................................................. 21
LUIDSPREKERVOLUME ................... 21
RICHTLIJNEN .................................... 21
HISTOGRAM ...................................... 22
REISDATUM....................................... 22
BESPARING ....................................... 22
AUTO REVIEW................................... 22
NR. RESET......................................... 23
RESETTEN......................................... 23
USB MODE......................................... 23
VIDEO UIT .......................................... 23
TV-ASPECT........................................ 23
m/ft ...................................................... 24
SCÈNEMENU ..................................... 24
DIAL DISPLAY.................................... 24
FORMATTEREN ................................ 24
TAAL ................................................... 24
DEMO. MODE .................................... 25
Makkelijk foto's nemen ........................... 26
Basis
Overlaten aan de camera
( Intelligent auto-modus) ................ 27
Foto’s maken met de gewenste instelling.
( Program AE Mode) ....................... 30
Basis fotograe
– belichting, scherpstellen en kleur .. 31
Foto’s nemen met de zoom .................... 33
Optische zoom gebruiken/De extra
optische zoom (EZ) .......................... 33
Het gebruik van de snelle zoomknop.. 34
De digitale zoom gebruiken ................ 35
Weergeven van foto's
(Q Normale weergavemodus) ......... 37
Foto’s wissen .......................................... 38
Geavanceerd opnemen
Het LCD-scherm ..................................... 40
De weergegeven informatie wijzigen .. 40 LCD-scherm makkelijker aeesbaar
maken (LCD-modus) ........................ 42
Foto’s nemen met de ingebouwde itser 43 Close-ups nemen
(AF w Macro-opname) ..................... 46
Foto’s nemen met de zelfontspanner ..... 47
De belichting compenseren .................... 48
Auto Bracket-opname ............................. 49
Diafragma/Sluitersnelheid/Belichting
(A/S/M)................................................ 50
Expressieve foto’s van mensen,
landschappen, enz.
(Geavanceerde scène-modus) ........... 52
PORTRET modus ............................... 52
LANDSCHAP modus .......................... 53
SPORT modus.................................... 53
NACHTPORTRET modus .................. 54
Scènemodus ........................................... 55
Voedselmodus ................................ 56
Partymodus ..................................... 56
Kaarslichtmodus ............................. 56
Zelfportretmodus ............................. 56
Zonsondergangmodus .................... 57
Babymodus 1 .................................. 57
Babymodus 2 .................................. 57
- 6 -
Huisdiermodus ................................ 58
Hoge gevoeligheidsmodus.............. 58
Strandmodus................................... 58
Sterrenhemelmodus........................ 58
Vuurwerkmodus .............................. 59
Sneeuwmodus ................................ 59
Luchtfotomodus .............................. 59
High speed burst-modus ................. 60
Bewegend beeldmodus ......................... 61
Vakantiedatumopname ........................... 63
De tijd op de reisbestemming
weergeven ......................................... 65
Werken met het [OPNAME]
modusmenu ........................................ 67
[FOTO RES.]/[KWALITEIT] ................ 68
[ASPECTRATIO] ................................ 69
[SLIMME ISO] ..................................... 69
[GEVOELIGHEID]............................... 70
[WITBALANS] ..................................... 70
[MEETFUNCTIE] ................................ 72
[AF MODE] / [SNELLE AF] ................. 73
[BURSTFUNCTIE] .............................. 75
[KL. EFFECT] ..................................... 75
[FOTO INST.]...................................... 76
[STABILISATIE] .................................. 76
[KORTE SLUITERT.] .......................... 77
[AF ASS. LAMP] ................................. 77
Geavanceerd kijken
Meerdere schermen weergeven
(Multi-weergave) ................................. 78
Foto’s tonen volgens opnamedatum
( KALENDER) ............................... 79
Zoomweergave gebruiken ...................... 80
Beelden automatisch weergeven
(a Diashow) .................................... 81
Zoeken op opname-informatie
( Categorieweergave) .................... 83
Favoriete beelden weergeven
(H Favorite Auspelen) ........................ 84
Weergeven van Bewegend Beeld .......... 85
Werken met het
[AFSPELEN] Modusmenu .................. 86
[KALENDER] ...................................... 86
[TITEL BEWERKEN] .......................... 86
[TEKST AFDR.] .................................. 88
[NW. RS.] ............................................ 90
[BIJSNIJDEN] ..................................... 92
[ASPECT CONV.] ............................... 93
[ROTEREN]/[ROTEREN DISP.] ......... 94
[FAVORIETEN] ................................... 95
[DPOF PRINT] .................................... 96
[BEVEILIGEN] .................................... 98
[KOPIE] ............................................... 99
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op een PC ........................... 100
Aansluiten op een
PictBridge-compatibele printer .......... 103
Beelden weergeven op een tv-scherm . 107
About the AC Adaptor ........................... 108
Overige
Schermweergave .................................. 109
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik .. 111
Weergegeven berichten ....................... 113
Problemen oplossen ............................. 115
Aantal opneembare foto’s en
beschikbare opnameduur ................. 121
Specicaties ......................................... 125
- 7 -
Voorbereiding
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
NL
Accessoires
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
Batterijen
AA alkaline batterijen (LR6)
AV-kabel
USB-aansluitkabel
CD-ROM (Software)
CD-ROM (Gebruiksaanwijzing)
Kaart is optioneel.
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt beelden opnemen of weergeven via het interne geheugen.
Mocht u een van de meegeleverde
accessoires verliezen, neem dan contact op met de dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. (U kunt de accessoires afzonderlijk aanschaffen.)
Draagriem
- 8 -
Namen van onderdelen
AV OUT
DIGITAL
6
7 8
10
91 2 3 5
4
11 12 13
15
16 1817
14
20
22
23
19
21
24 25
[E.ZOOM] (Eenvoudige zoom)-knop
1�
(P34)
Zoomhendel (P33)
2�
Ontspanknop (P27, 61)
3�
Modusknop (P18)
4�
Flitser (P43)
5�
Zelfontspannerlampje (P43)
6�
AF-assistentielamp (P77) Lens
7�
Lenscilinder
8�
Speaker
9�
Voorbereiding
10�
11� 12� 13� 14� 15� 16� 17�
18� 19� 20� 21� 22� 23�
24�
25�
[AV OUT/DIGITAL] aansluiting
(P100, 103, 107)
LCD-scherm (P40, 109) Microfoon (P61) Opname/weergave-schakelaar (P18) [MENU/SET] -knop (P17) Camera AAN/UIT-schakelaar (P17) [EXPOSURE] knop (P50) Cursorknoppen
w /Zelfontspanner (P47) r /[Makro] knop (P46) q /Flitsmodusknop (P43) e /Tegenlichtcompensatie (P48)
/Auto Bracket (P49)/De witbalans jn afstellen (P71)/Belichtingscompensatie
(P29) knop
In deze gebruiksaanwijzing zijn de
• instructies voor het gebruik van de cursorknoppen als volgt beschreven.
bijv. Als u drukt
op de r­knop.
Statusaanduiding (P15, 22, 26) [DISPLAY] knop (P40) [Q.MENU] (P67) /Wissen (P38) knop DC Coupler-klep (P100, 103, 108) Kaartklep (P15) Riemoog
Gebruik de polsriem om te voorkomen
• dat de camera valt.
Statiefaansluiting
Let bij gebruik van een statief goed
• op of het statief stevig en stabiel staat met het toestel erop bevestigd.
Batterij-ingang (P15)
- 9 -
Beknopte handleiding
2
1
1
2
Voorbereiding
Hier vindt u een overzicht van de werkwijze voor het maken van opnames met deze camera. Lees voor elke functie de bijbehorende pagina’s.
Laad de batterijen.
1�
Wanneer u geen kaart (optioneel)
gebruikt, kunt u beelden opnemen of weergeven via het interne geheugen. Zie P16 wanneer u een kaart gebruikt.
Zet de camera aan om foto’s te
2�
nemen.
Stel de klok in. (P17)
Gelieve het soort batterijen te
selecteren dat nodig is voor gebruik bij [BATT. TYPE] in het [SET-UP]­menu. (P21)
Kijk de foto’s terug.
3�
1 Zet de opname/weergave-schakelaar
op [Q].
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P37)
1 Zet de opname/weergave-schakelaar
op [ ].
2 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P30)
- 10 -
Over de batterijen
10
M
19
P
A
:
B
:
Bruikbare batterijen
AA alkaline batterijen (meegeleverd) AA-oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaal
hydride) batterijen (optioneel) AA oxyride batterijen (optioneel)
Een van de volgende berichten
verschijnt als u de batterijen voor de eerste keer invoert, als u de batterijen wisselt als ze op zijn etc. [HUIDIGE BATT. TYPE INSTELLING: ALKALINE/Ni-MH] / [HUIDIGE BATT. TYPE INSTELLING: OXYRIDE] Als de ingevoerde batterijen afwijken van het weergegeven type in het bericht, moet u [BATT. TYPE] instellen in het [SET-UP] -menu. (P21) Het batterijtype dat is ingesteld kan
worden herkend aan de kleur van de batterijindicatie (wit of blauw).
A Als de alkaline/Ni-MH batterijen zijn
geselecteerd
wordt de batterij indicatie blauw.
B Als de oxyride batterijen zijn
geselecteerd
wordt de batterij indicatie wit.
We raden aan om Panasonic batterijen te
• gebruiken. De prestaties van een batterij kunnen
• heel erg uiteenlopen afhankelijk van het merk dat wordt gebruikt en de levensduur en gebruiksomstandigheden van de batterijen. Batterijprestaties kunnen
• tijdelijk minder worden bij lage temperatuuromstandigheden [10 graden Celsius of lager]. Dit herstelt weer als de temperatuur normale waarden aanneemt.
Voorbereiding
Afhankelijk van de temperatuur en
• de gebruiksomstandigheden kan de camera niet goed functioneren en de batterijen kunnen uitgeput raken zonder waarschuwing omdat de batterij indicatie niet correct is afgebeeld. Dit is geen storing. We raden u aan de camera vaak uit
• te zetten tijdens het gebruik om de levensduur van de batterijen lange tijd goed te houden. Als u de camera langere tijd gebruikt raden we u aan om oplaadbare Ni-MH batterijen te gebruiken. Uitgeputte batterijen kunnen weer
• enigszins herstellen in prestatie als u ze langere tijd laat liggen. Ze kunnen dan echter niet lang worden gebruikt. Zorg dat u ze vervangt met nieuwe batterijen.
Onbruikbare batterijen
Manganese Batteriijen
Nikkel batterijen Ni-Cd batterijen
Werking wordt niet gegarandeerd bij het
• gebruik van de bovenstaande batterijen. De batterijen kunnen lekken en de volgende storingen kunnen optreden:
Het resterende batterijvermogen wordt
niet juist weergegeven. De camera gaat niet aan.
Gegevens die zijn opgeslagen op het
interne geheugen of op de kaart zijn beschadigd wat resulteert in verlies van opgenomen foto’s.
- 11 -
Lithium Batterijen
Voorbereiding
Batterijvormen die niet kunnen worden gebruikt
Batterijen met ongewone vormen kunnen
lekken, hitte opbouwen of exploderen als u ze in de camera invoert. Batterijen waarbij de bovenste laag er
gedeeltelijk of helemaal af is gepulkt. Gebruik deze batterijen nooit. (Wij verwijzen u naar de afbeelding benden)
Alles of een
• gedeelte van de deklaag van de batterij is eraf gepulkt.
Juiste verzorging en behandeling van batterijen
Het verkeerd behandelen van batterijen kan resulteren in lekkage, hitte opbouw, brand of explosies. Bekijk het volgende.
Verwarm de batterijen niet en stel ze niet
bloot aan vuur. Laat de batterijen niet lange tijd in
een auto liggen die in de volle zon is geparkeerd met gesloten deuren en ruiten. Maak de batterijen of de batterijaansluitingen
niet nat met water/zeewater. Pulk of krab niet de bovenste laag van
de batterij. Laat de batterijen niet vallen en gooi er
niet mee. Gebruik geen batterijen die tekenen van
lekkage, vervorming, verkleuring etc. vertonen. Berg batterijen niet op, op erg
vochtige plekken of plekken met hoge temperaturen. Houd batterijen uit de buurt van kinderen.
Gebruik altijd twee nieuwe batterijen van
hetzelfde type als u batterijen verwisselt.
De ) pool is vlak.
- 12 -
Verwijder battterijen als u niet van plan
• bent om het toestel lange tijd te gebruiken. Batterijen kunnen snel warm worden
• nadat u het toestel heeft aangezet. Zet de camera uit en wacht tot de temperatuur van de batterijen afneemt of verwijder ze. De prestatie van batterijen neemt af en
• het opnemen/weergeven neemt ook af als de omgevingstemperatuur laag is [10 graden Celsius of minder]. Dit is vooral het geval als u alkaline of oxyride batterijen gebruikt. U moet deze daarom eerst in uw jaszak verwarmen voordat u ze gebruikt. Zorg dat u geen metalen voorwerpen zoals een aansteker samen met uw batterij in uw jaszak plaatst als u deze verwarmt. Als er vuil of vet op de batterijpolen zit zal
• de opname/weergave tijd extreem kort kunnen worden. Voordat u de batterijen plaatst, dient u de batterijaansluitingen schoon te maken met een zachte, droge doek.
Als batterijlekkage optreedt, moet u de batterijen verwijderen en het batterijcompartiment grondig droogwrijven. Breng nieuwe batterijen in of volledig opgeladen Ni-MH batterijen.
Als batterij elektrolyt op uw handen of kleding druppelt moet u dit goed met water uitwassen. Batterij elektrolyt kan gezichtsverlies veroorzaken als het in contact komt met de ogen. Wrijf niet in uw ogen. Was uw ogen onmiddelijk met schoon water en consulteer een dokter.
Ni-MH Batterijen (Nikkel Metaal Hydride)
U kunt Ni-MH batterijen gebruiken nadat ze heeft opgeladen met een nickel metaal hydride batterij oplader. Echter, het verkeerd behandelen van batterijen kan resulteren in lekkage, hitte opbouw, brand of explosies. Bekijk het volgende.
Als oplaadbare batterijen worden
• gebruikt, worden oplaadbare batterijen
Voorbereiding
die zijn geproduceerd door Panasonic aangeraden.
Als er vuil op de batterijpolen zit kan
• het zijn dat u ze niet meer normaal kunt opladen. Reinig de batterijpolen en de baterijladeraansluitingen met een zachte, droge doek. Als u de batterijen voor de eerste keer
• oplaadt, of nadat u ze lange tijd niet heeft gebruikt kan het zijn dat ze niet volledig opladen. Dit is een kenmerk van Ni-MH batterijen en is geen storing. Batterij prestaties worden beter als u ze vaker oplaadt. We raden u aan om de batterijen op
• te laden als ze volledig leeg zijn. Als u batterijen oplaadt voordat ze volledig leeg zijn, kan dat de prestatie van de batterij verminderen. Dit wordt ‘geheugeneffect’ genoemd. Als ‘geheugeneffect’ optreedt, blijf de
• batterijen dan gebruiken tot de camera stopt met werken en laadt ze dan helemaal op. Batterij prestaties worden weer hersteld als u ze vaker oplaadt. Na verloop van tijd ontladen Ni-MH
• batterijen vanzelf en gaat hun capaciteit achteruit zelfs als ze niet worden gebruikt. Als de batterijen weer volledig zijn
• opgeladen, moet u ze niet langer opladen. Pulk of krab niet de bovenste laag van de
• Ni-MH batterijen. Lees de gebruiksaanwijzing van de
• batterijlader voordat u deze gebruikt.
Ni-MH batterijen hebben een beperkte levensduur. De batterijcapaciteit gaat gaandeweg achteruit. Als u de camera nog maar heel kort kunt gebruiken nadat u de batterijen volledig heeft opgeladen, kan het zijn dat ze op zijn. Koop nieuwe batterijen.
Batterij levensduur hangt af van de
• omstandigheden waarin ze worden opgeslagen en gebruikt en van de omgeving.
Wanneer u de batterijen lange tijd niet zult gebruiken
Als u de batterijen in de camera laat
• zitten zullen ze ontladen. Dit komt doordat er altijd een kleine stroom is zelfs als de camera uitstaat. Als u de batterij gedurende lange tijd in het toestel laat, wordt deze overmatig ontladen en kan deze onbruikbaar worden, zelfs na het opladen. Wanneer u de batterijen voor een
• lange tijd opbergt, raden wij u aan deze eenmaal per jaar op te laden. Nadat de batterijen volledig is ontladen, verwijdert u deze uit de camera en bergt u de batterijen opnieuw op.
Voor het Verenigd Koningrijk en continentaal Europa
Informatie over de heroplaadbare batteruj
De batterij kan worden gerecycled. Leef de plaatselijke recyclingvoorschriften na.
Batterij levensduur
Het aantal opnamen volgens CIPA­normen (in de program AE-modus [ ])
Gebruikte batterijen
Panasonic Alkalinebatterijen (meegeleverd of optioneel)
Volledig opgeladen Panasonic Ni-MH batterijen (optioneel)
Panasonic Oxyridebatterijen (optioneel)
Aantal mogelijke
opnames (ong.)
DMC-LZ10 DMC-LZ8
160
opnames
(80 min)
460 opnames (230 min)
260 opnames (130 min)
180
opnames
(90 min)
470 opnames (235 min)
270 opnames (135 min)
Opnamecondities volgens CIPA-normen
Temperatuur: 23 °C/Luchtvochtigheid:
• 50% als het LCD-scherm aan isÛ1. Gebruik van een Panasonic SD-
• geheugenkaart (16 MB) Vastleggen begint 30 seconden nadat de
• camera is aangezet. (Wanneer de functie
- 13 -
Voorbereiding
van het optische beeldstabilisatiesysteem is ingesteld op [STAND2])
Een opname per 30 seconden, met
volledige its om de andere opname.
Bij elke opname de zoomhendel van Tele
• naar Groothoek draaien en vice versa. De camera na elke 10 opnames
• uitzetten/De camera laten rusten tot de batterijen zijn afgekoeld.
Û1 Het aantal opneembare foto's
vermindert bij gebruik van auto power LCD, power LCD of high angle-modus.
(P42)
CIPA is een afkorting van [Camera &
• Imaging Products Association].
Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de opname intervaltijd. Als de opname intervaltijd langer gaat duren gaat het aantal op te nemen foto’s achteruit. (bijv. bij opnamen van elke twee minuten: ongeveer ¼ van het aantal bij opnamen van elke 30 seconden)
Het aantal opnamen bij lage temperaturen (In program AE-modus [ ] als de temperatuur lager is dan 0 graden Celsius en andere opnamevoorwaarden voldoen aan de CIPA-normen.)
Gebruikte
batterijen
Panasonic Alkalinebatterijen (meegeleverd of optioneel)
Volledig opgeladen Panasonic Ni­MH batterijen (optioneel)
Panasonic Oxyridebatterijen (optioneel)
Let erop dat de prestaties van alkaline
Aantal mogelijke
opnames (ong.)
DMC-LZ10 DMC-LZ8
40 opnames
(20 min)
opnames (190 min)
50 opnames
(25 min)
380
45 opnames
(23 min)
390
opnames
(195 min)
55 opnames
(28 min)
batterijen en oxyride batterijen aanzienlijk achteruit gaan bij lage temperaturen.
Weergavetijd
Gebruikte
batterijen
Panasonic Alkalinebatterijen (meegeleverd of optioneel)
Volledig opgeladen Panasonic Ni­MH batterijen (optioneel)
Panasonic Oxyridebatterijen (optioneel)
Het aantal opneembare foto’s en de
Continu weergavetijd
(ong.)
DMC-LZ10 DMC-LZ8
420 min 420 min
610 min 610 min
430 min 430 min
weergavetijd variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de wijze waarop de batterij wordt bewaard. Het aantal opneembare foto’s en de
• weergavetijd variëren ook afhankelijk van de merk en type batterijen dat wordt gebruikt. We raden aan om gebruik te maken van
• de batt. besparingsstand of de camera uit te zetten als u opnamen maakt om het batterijvermogen te sparen.
- 14 -
Voorbereiding
1
A
B
1
2
2
3
1
1
2
Inbrengen/verwijderen van de Batterijen/Kaart (Optioneel)
Controleer of de camera is uitgeschakeld.
• Gebruik alkalinebatterijen (meegeleverd),
• Ni-MH batterijen (optioneel) of oxyridebatterijen (optioneel). Een kaart klaarmaken.
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
beelden opnemen of weergeven via het interne geheugen. (P16)
Schuif het klepje van de
1�
batterijaansluiting Aof de kaartaansluiting B open.
Houd de hendel omlaag en verschuif de klep.
Batterijen:
2�
Breng de batterijen in met de ( en ) met de pollen in de juiste richting.
Kaart:
Plaats de kaart met het etiket naar de achterkant van de camera gericht tot deze klikt en wordt vergrendeld. Om de kaart te verwijderen, drukt u op de kaart tot u een klik hoort en dan kunt u de kaart omhoog trekken.
van de kaart niet aan. De kaart kan beschadigd raken als hij
• niet volledig wordt ingebracht.
1 Sluit de aansluiting voor de
3�
batterij of de kaart.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het stevig.
Als het kaartklepje niet helemaal
• dichtgaat, verwijder de kaart dan, controleer de kaartrichting en plaats hem opnieuw.
Gelieve het soort batterijen te
selecteren dat nodig is voor gebruik bij [BATT. TYPE] in het [SET-UP]­menu. (P21)
Verwijder de batterij na gebruik.
Verwijder de batterijen als het LCD-
scherm en de statusindicator (groen) uitgaan. Anders zullen de instellingen van de camera mogelijk niet juist worden opgeslagen. Breng geen batterijen of kaart in
of verwijder ze als het toestel aan is vooral niet als u naar het interne geheugen gaat. Dit kan gegevens beschadigen. We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD-geheugenkaart/SDHC geheugenkaart.
Raak de contactpunten op de achterzijde
- 15 -
Voorbereiding
A
Over het interne geheugen/de kaart
Het interne geheugen kan worden gebruikt als een tijdelijk opslagapparaat wanneer
de kaart die wordt gebruikt, vol is.
Intern geheugen [ ] Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt beelden opnemen of weergeven via het interne geheugen. (Het interne geheugen kan niet worden gebruikt wanneer er een kaart is geplaatst.)
U kunt foto’s kopiëren vanaf het
interne geheugen naar een kaart (P99). De interne geheugencapaciteit
bedraagt ongeveer 20 MB. Het beeldformaat is vast ingesteld
op QVGA (320 x 240 beeldpunten) wanneer bewegende beelden naar het interne geheugen worden opgenomen.
Kaart U kunt beelden opnemen of weergeven via een kaart.
Over een SD-geheugenkaart (optioneel), een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of een MultiMediakaart (optioneel).
De SD-geheugenkaart, de SDHC-
• geheugenkaart en de MultiMediaCard zijn kleine, lichte, verwisselbare, externe geheugenkaarten. Zie P5 voor informatie over kaarten die geschikt zijn voor dit toestel. De SDHC-geheugenkaart is een
• geheugenkaart standaard bepaald door de SD Associatie in 2006 voor hoge capaciteit geheugenkaarten met meer dan 2 GB geheugen. De SD-geheugenkaart en
• de SDHC-geheugenkaart hebben een hoge lees/ schrijfsnelheid. De SD­geheugenkaart en de SDHC-geheugenkaart zijn voorzien van een schuifje voor de schrijfbeveiliging A dat het schrijven op en formatteren van de kaart kan verhinderen. (Als de schuif naar de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de gegevens op de kaart niet overschreven of gewist worden en kan de kaart evenmin worden geformatteerd. Deze functies worden weer beschikbaar als de schuif ontgrendeld wordt.)
Dit apparaat ondersteunt SD-
• geheugenkaarten die zijn geformatteerd volgens het FAT12-systeem en het FAT16-systeem die in overeenstemming
zijn met de specicaties van een
SD-geheugenkaart. Het ondersteunt ook SDHC-geheugenkaarten die zijn geformatteerd volgens het FAT32­systeem. Deze unit (werkt met SDHC-apparatuur)
• ondersteunt zowel de SD-geheugenkaarten als de SDHC-geheugenkaarten. U kunt de SDHC-geheugenkaarten gebruiken op apparatuur die dit ondersteunt. U kunt de SDHC-geheugenkaarten niet gebruiken op apparatuur die alleen SD­geheugenkaarten ondersteunt. (Indien u SDHC-geheugenkaarten gebruikt op andere apparatuur, wees er dan zeker van dat u de gebruiksaanwijzing van de apparatuur leest. Als u van plan bent om foto’s door iemand te laten afdrukken, dient u eerst te weten of deze persoon in staat is om SDHC-geheugenkaarten te gebruiken.
Controleer de meest recente informatie op de volgende website.)
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.)
Wij verwijzen u naar P121 voor het
• beschikbare aantal te nemen foto’s en de beschikbare opnametijd van een kaart. Gebruik de hoge snelheid SD-
• geheugenkaart of de hoge snelheid SDHC-geheugenkaart voor het opnemen
van lmpjes.
Sla belangrijke gegevens ook op uw
• PC op. Elektromagnetische golven, statische elektriciteit, slecht functioneren, kaartbeschadiging en andere factoren kunnen gegevens vernietigen of uitwissen. Als de kaart met een PC of een ander
• apparaat werd geformatteerd, moet u deze opnieuw formatteren met de camera. (P24) Hou de geheugenkaart buiten het bereik
• van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
- 16 -
Voorbereiding
DISPLAY
MENU
SET
A: B:
C
De klok instellen (De camera voor het eerst inschakelen [ON])
Fabrieksinstelling
Wij raden aan [TAAL] te selecteren in het [SET­UP] menu vooraleer datum/tijd in te stellen.
De klok is niet ingesteld wanneer de camera wordt verzonden. Wanneer u de camera inschakelt, verschijnt het volgende scherm. (Verschijnt niet in weergavemodus.)
AUB KLOK INSTELLEN
3
KLOKINST
Druk op [MENU/SET].
1�
Druk op e/r/w/q om datum en
2�
.
tijd te selecteren.
3
KLOKINST.
0 : 00 1 / JAN / 2008
D/M/Y
A
ANNUL
A Tijd in de thuiszone B Tijd op de reisbestemming (P65) C Verschijnt
w/q : Selecteer het gewenste item. e/r :
A :
SELEC
Stel datum, tijd en weergavevolgorde van datum en tijd in. Annuleren zonder de klok in te stellen.
- 17 -
Druk op [MENU/SET].
3�
Wanneer [MENU/SET] werd ingedrukt
• om de instellingen te voltooien zonder dat de klok werd ingesteld, moet de klok juist worden gesteld door de onderstaande procedure “De klokinstelling wijzigen (in normale foto-modus)”.
De klokinstelling controleren
Druk herhaaldelijk op [DISPLAY].
De huidige datum en tijd verschijnen
ongeveer 5 seconden links onderaan op het scherm.
De klokinstelling wijzigen
1 Druk op [MENU/SET]. 2 Druk op e/r om [KLOKINST.] te
selecteren.
3 Druk op q en voer de bovenstaande
stappen uit en 2 uit 3 voor de instelling.
4 Druk op [MENU/SET] om het menu te
sluiten.
U kunt ook de klok instellen via het [SET-
• UP] menu. (P20)
Wanneer volledig opgeladen batterijen
• langer dan 3 uur zijn geplaatst, blijft de klokinstelling gedurende minstens 3 maanden bewaard, zelfs als de batterij wordt verwijderd. U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs notatie. Stel de datum in zodat de juiste datum
• wordt gedrukt als u afdrukken bestelt of als u de datum laat afdrukken op de afbeeldingen. Als de klok is ingesteld, kan de juiste
• datum worden afgedrukt ook al staat die niet op het scherm van de camera.
Voorbereiding
Basisprincipes van Functie en Menu
Functie
Opname- of afspeelfunctie selecteren.
Opnamemodus
Intelligent auto-modus P27
Makkelijk foto’s maken.
Program AE-modus P30
Foto’s maken met de gewenste instelling.
A/S/M-modus
Met deze modus kunt u complexe opnamen maken. A: Lensopeningsprioriteit AE S: Sluiterprioriteit AE M: Handmatige belichting
Schuif de opname/weergave-
1�
schakelaar A naar (omhoog) of Q (omlaag).
: Opnamemodus (a)
Q : Weergavemodus (b)
Opname-/weergavemodus
2�
instellen
a <Opnamemodus>
Draai aan de keuzeknop om de modus in te stellen op (microfoon).
b <Weergavemodus>
Andere weergavemodus dan normale weergave [ geselecteerd.
1 Druk op de knop [MENU/SET]. 2 Druk op q. 3
Selecteer de weergavemodus met e/r.
4 Druk op [MENU/SET].
AFSPEELFUNCTIE
SELEC INST.
] kan worden
NORMAAL AFSP. DIASHOW CATEGOR. AFSP.
FAVORIET AFSP.
Geavanceerde scène-modus
Gebruik deze modus voor normale opnamen. Voor expressieve foto's van mensen, landschappen, enz.
T
: PORTRET
V
: LANDSCHAP
U
: SPORT
: NACHTPORTRET
Scènemodus P55
Fotograferen volgens scène.
i
Bewegend beeld-modus P61
Met deze modus kunt u lmpjes opnemen.
Weergavemodus
Normale weergavemodus P37
Normale fotoweergave.
Andere weergavemodi
a Diashowmodus (P81)
Categorieweergavemodus (P83)
H Favoriete weergavemodus (P84)
[FAV. AFSP.] verschijnt niet wanneer
• [FAVORIETEN] is ingesteld op [UIT].
P50
P52
- 18 -
Voorbereiding
Menu
Deze camera werkt met diverse menu's om uw favoriete opname- en weergavefuncties te kiezen. De menuweergave varieert volgens de modus.
Setupmenu (gewoon in opnamemodus / weergavemodus) P20
Voor de standaardinstelling van de camera, zoals de batterijen, klok, enz.
Opnamemenu (alleen in opnamemodus) P67
Voor de instelling van beeldgrootte, ISO-gevoeligheid, enz.
Q
Weergavemenu (alleen in weergavemodus) P86
Voor de instelling van bewerking, afdruk (DPOF), enz.
De menu-instelling wijzigen
Het onderstaande voorbeeld beschrijft hoe het opnamemenu (in moet worden ingesteld
program AE-modus [ ])
Druk op [MENU/SET]
OPNAME
FOTO RES. KWALITEIT ASPECTRATIO SLIMME ISO GEVOELIGHEID
SELEC
Selecteer item
OPNAME
FOTO RES. KWALITEIT ASPECTRATIO SLIMME ISO GEVOELIGHEID
SELEC
OPNAME
FOTO RES. KWALITEIT ASPECTRATIO SLIMME ISO GEVOELIGHEID
SELEC
AUTO
EXIT
AUTO
EXIT
INST.
OFF
OFF
Omschakelen naar SETUP menu
.
OPNAME
FOTO RES. KWALITEIT ASPECTRATIO SLIMME ISO GEVOELIGHEID
SELEC
EXIT
OFF
AUTO
Ga naar de menupictogrammen
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM LCD MODE
SELEC
Selecteer
Scherm omschakelen naar volgende of vorige pagina.
OPNAME
FOTO RES. KWALITEIT ASPECTRATIO SLIMME ISO GEVOELIGHEID
SELEC
EXIT
Geeft de eerste pagina van een 4-pagina menu aan.
OFF
U kunt naar de volgende pagina
AUTO
gaan door op r op het item onderaan te drukken.
Selecteer de instellingToon de instelling
OPNAME
FOTO RES. KWALITEIT ASPECTRATIO SLIMME ISO GEVOELIGHEID
SELEC
INST.
Bevestigen
OFF
EXIT
Afsluiten
- 19 -
Voorbereiding
LCD
0
Basisinstellingen (Setup menu)
Instelling van batterijtype, klok, spaarfunctie, enz.
Stel zeker [BATT. TYPE] in.
Als het type batterij dat wordt gebruikt
• en het type dat is geselecteerd niet hetzelfde zijn, zal de batterij-indicatie niet correct worden weergegeven. De batterij kan dan ook niet lang meegaan. Wij raden aan de instellingen van
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [BESPARING]te controleren.
Druk op [MENU/SET].
1�
De menuweergave hangt af van
• de opnamemodus. (Voorbeeld: wanneer program AE-modus [ ] is geselecteerd.)
Druk op w en selecteer een
2�
pictogram met r.
Het SETUP menuscherm verschijnt.
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM LCD MODE
SELEC EXIT
Druk op q en selecteer het item
3�
OFF
met e/r.
U kunt naar de volgende pagina gaan
• door op r op het item onderaan te drukken. U kunt dit ook doen door aan de zoomhendel te draaien. Zie P21-25 voor meer informatie over
• menu items.
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM LCD MODE
SELEC EXIT
OFF
Druk op q en selecteer
4�
instellingen met e/r.
Er verschijnen meer items afhankelijk
• van de items. Druk nogmaals op q en selecteer de instellingen met e/r.
SET-UP
LCD SCHERM
SELEC INST.
Druk op [MENU/SET] om de
5�
instelling te bevestigen en nogmaals (herhaaldelijk) om het menu te sluiten.
Ingestelde items zijn beperkt voor
• Intelligent auto-modus [ ].
- 20 -
Voorbereiding
Druk op [ ] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20) De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
Selecteer het type batterijen dat u heeft ingebracht.
BATT. TYPE
Selecteer het type batterijen dat wordt gebruikt uit de volgende twee typen.
q ALKALINE (LR6)/Ni-MH OXYRIDE (ZR6)
Als het type batterij dat wordt gebruikt en
• het type dat is geselecteerd niet hetzelfde zijn, zal de batterij-indicatie niet correct worden weergegeven.
Stel datum en tijd in.
3
KLOKINST. (P17)
Wijzig datum en tijd.
WERELDTIJD (P65)
Stel de datum en tijd in uw thuisgebied en uw reisbestemming.
: De plaatselijke tijd op de
reisbestemming weergeven
q : De tijd van uw thuiszone
LCD SCHERM
Pas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen.
LCD MODE (P42)
Stel dit in om het LCD-scherm beter
aeesbaar te maken.
q OFF
: AUTO POWER LCD : SPANNING LCD
: GR. KIJKHOEK
6
TOON
6 Toonvolume
7 : Geen werkingsgeluid q 8 : Zacht werkingsgeluid 9 : Hard werkingsgeluid
Pieptoon
q
Sluitervolume
: Geen sluitergeluid q : Zacht sluitergeluid : Hard sluitergeluid
Sluitertoon
q
9
LUIDSPREKERVOLUME
Het luidsprekervolume kan in 7 stappen worden geregeld.
Het luidsprekervolume van TV verandert
• niet bij aansluiting op een TV.
RICHTLIJNEN (P40)
OPNAME INFO
Instellen om opname-informatie te laten verschijnen met richtlijnen.
q UIT
AAN
PATROON
Selecteer het patroon van de richtlijnen.
q
In weergavemodus is alleen [UIT] of
• [SPANNING LCD] selecteerbaar.
- 21 -
Voorbereiding
Druk op [ ] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20) De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
HISTOGRAM (P41)
De statusindicator licht op wanneer het
Histogram al dan niet laten verschijnen.
q UIT AAN
REISDATUM (P63)
Stel de vertrek en aankomstdata in.
q UIT INST.
Beperk het batterijverbruik
BESPARING
BATT. BESP.
Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera automatisch uit na de interval die u hebt ingesteld.
UIT 2 MIN. q 5 MIN. 10 MIN.
Druk de ontspanner half in of herstart de
• camera om te annuleren. Batterijbesparing is vast ingesteld op [5
• MIN.] in slimme automodus [ ]. Deze functie wordt niet geactiveerd in de
• volgende gevallen.
Bij aansluiting op een PC / printer
Bij opname / weergave van bewegende
beelden Bij diashow
BESPARING
Het LCD-scherm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de camera niet in gebruik is gedurende de ingestelde tijd (alleen in opnamemodus).
q OFF 15 SEC. 30 SEC.
• LCD-scherm wordt uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets om het LCD­scherm opnieuw in te schakelen. Als u de AUTO LCD UIT-functie instelt
• op [15 SEC.]/[30 SEC.], wordt de batterijbesparing ingesteld op [2 MIN.] Deze functie wordt niet geactiveerd in de
• volgende gevallen.
Terwijl een menuscherm wordt
weergegeven Als de zelfontspanner is ingesteld
Als u bewegend beeld opneemt
Toon de beelden die u hebt gemaakt.
P
AUTO REVIEW
Stel in hoe lang het opgenomen beeld automatisch verschijnt op het scherm.
UIT 1 SEC. q 2 SEC. HOLD ZOOM
Wanneer [HOLD] wordt geselecteerd,
• blijft het beeld op het scherm. Druk op [MENU/SET] om te annuleren. Wanneer [ZOOM] is ingesteld, verschijnt
• het beeld gedurende 1 seconde en vervolgens nog eens 1 seconde met 4 × zoom. AUTO REVIEW werkt zelfs indien
• ingesteld op [OFF] in [AUTO BRACKET], [BURST] of [High Speed Burst] in scènemodi. [HOLD] en [ZOOM] zijn evenwel uitgeschakeld. U kunt instellingen niet wijzigen in
• [AUTO BRACKET], [BURSTFUNCTIE], [ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST] en bewegend beeldmodi [i]. Vast ingesteld op [2 sec.] in intelligent
• auto-modus [ ].
- 22 -
Voorbereiding
Druk op [ ] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20) De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
2
NR. RESET
Stel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt starten vanaf 0001 bij de volgende opname.
Het nummer van de map wordt
• bijgewerkt en het bestandsnummer start vanaf 0001. Aan het mapnummer kan nummer 100
• tot 999 worden toegekend. Als het mapnummer het nummer 999 bereikt kan het niet worden gereset. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen. Om het mapnummer opnieuw in te
• stellen naar 100, moet u eerst het interne geheugen of de kaart formatteren. Hierna moet u [NR. RESET] uitvoeren om het bestandsnummer te resetten waarna een scherm verschijnt dat u vraagt of u het mapnummer wilt resetten. Selecteer [JA].
1
RESETTEN
De instellingen van het opname of [SET­UP] menu worden teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen.
Wanneer u de opname-instellingen
• reset in opnamemodus, wordt ook de lens weer in de initiële positie gebracht. Ondanks het werkingsgeluid van de lens wijst dit niet op een defect. Wanneer u de SETUP instellingen reset,
• worden de volgende instellingen ook geïnitialiseerd.
Verjaardag en naam in [BABY] en
[HUISDIER] mode Het aantal dagen die zijn verstreken
sinds de vertrekdatum voor [REISDATUM] [WERELDTIJD] instelling
– [FAVORIETEN] is vast ingesteld op
• [OFF] en [LCD ROTATEREN] op [ON]. De batterij type instelling, het
• mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
USB MODE (P100, 103)
Stel de USB-modus in wanneer de camera is aangesloten op een computer of een printer.
q SELECT. VERBINDING PictBridge (PTP): Camera
aangesloten op een PictBridge­compatibele
PC: Camera aangesloten op een
PC
Wanneer u [SELECT. VERBINDING]
• instelt, verschijnt het [PictBridge] / [PC]
keuzescherm bij aansluiting met een USB-kabel.
VIDEO UIT (P107)
X
(Alleen in weergavemodus)
Ingesteld op [NTSC] of [PAL] volgens het tv-systeem in uw land.
NTSC: Video-uitgang wordt ingesteld
op NTSC-systeem.
PAL: Video-uitgang wordt ingesteld
op PAL-systeem.
printer
TV-ASPECT (P107)
(Alleen in weergavemodus)
Ingesteld op [j] of [h] volgens uw televisie.
j: Selecteer of uw televisie een
16:9 aspect-ratio heeft.
q h: Selecteer of uw televisie een
4:3 aspect-ratio heeft.
- 23 -
Voorbereiding
Druk op [ ] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20) De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
m/ft
Na het formatteren zijn alle gegevens
Toestel instellen voor weergave van beschikbaar opnamebereik
q m: weergave in meter ft: weergave in feet
SCÈNEMENU (P52, 55)
Scherminstelling in gevanceerde scène mode of scène mode.
UIT: scherm met geselecteerde
scènemodus wordt weergegeven
q AUTO:
scènekeuzescherm wordt weergegeven
DIAL DISPLAY
Instellen om de positie van de modusknop al dan niet op het scherm te laten verschijnen bij het draaien aan de modusknop.
UIT q AAN
Het interne geheugen of een kaart initialiseren.
FORMATTEREN
Het is doorgaans niet nodig om het interne geheugen en de kaart te formatteren. Formatteer ze als het bericht [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt. Gebruik batterijen met voldoende capaciteit voor het formatteren.
• gewist, met inbegrip van beveiligde beelden. Maak eventueel een reservekopie voor het formatteren.
Wanneer de kaart niet is ingebracht,
• kan het interne geheugen worden geformatteerd. Wanneer de kaart is ingebracht, kan die worden geformatteerd. Schakel de camera niet uit tijdens het
• formatteren. Het zal mogelijk langer duren om het
• interne geheugen te formatteren dan de kaart. (Max. ca. 15 sec.) Een SD-geheugenkaart of SDHC-
• geheugenkaart kan niet worden geformatteerd wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar op [LOCK] staat. Als de kaart met een PC of een ander
• apparaat werd geformatteerd, moet u deze opnieuw formatteren met de camera. Als het interne geheugen of de kaart
• niet kan worden geformatteerd, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
{
TAAL
De taal op het scherm instellen.
Als u per abuis een andere taal
• instelt, selecteer dan [{] uit de menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen.
- 24 -
Voorbereiding
Druk op [ ] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20) De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
DEMO. MODE
Demonstratie tonen.
TRILLING, ONDW. BEW. DEMO (onder)
NORMAAL], [SPORT BUITEN], [SPORT BINNEN], [BABY] en [HUISDIER].
AUTO DEMO.: Toont het beeld als
diashow
[TRILLING, ONDW. BEW. DEMO.] werkt
• alleen in de opnamemodus. Druk op [DISPLAY] om [TRILLING,
• ONDW. BEW. DEMO.] te beëindigen. Druk op [MENU/SET] om [AUTO DEMO.]
• te beëindigen. Terwijl de AV-kabel of USB-kabel op de
• camera is aangesloten, is [AUTO DEMO] niet beschikbaar.
Demonstratie van het trilling/beweging detectie-scherm
De camera detecteert automatisch trillen en beweging van het onderwerp en geeft dat aan.(U kunt niet opnemen als het demonstratiescherm aanstaat.)
JITTER, DEMO BEW. ONDW.
A B
WEERGAVE NIET MORGELIJK TIJDENS OPNEMEN
EXIT
A trilling-indicator B beweging-indicator
De demonstratie kan ook worden
• getoond met snelinstelling (P67). Selecteer stabilisatie en druk op [DISPLAY]. De demonstratie toont alleen
• voorbeelden. De automatische ISO-
• gevoeligheidsinstelling met behulp van bewegingsdetectie, werkt alleen in intelligente ISO en de functies [PORTRET BINNEN], [SPORT
- 25 -
Voorbereiding
F3.3 1/30
10
M
3
2
P
1 2
14
8
10
5 6 73 4
13
1112
9
ISO
100
Makkelijk foto's nemen
Weergave in program AE mode [ ].
(ten tijde van de aankoop)
Opnamemodus
1�
Flitsermodus (P43)
2�
Het itspictogram wordt rood als
de itser wordt ingeschakeld en de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
AF-gebied
3�
Het AF-gebied dat wordt getoond is
• groter dan normaal als de foto wordt opgenomen op een donkere plaats.
Scherpstellen (P27)
4�
Beeldformaat (P68)
5�
Kwaliteit (P68)
6�
Batterij-indicatie
7�
Intern geheugen / Kaart
10�
( of licht rood op.)
Doe niet het volgende als de
• toegangsindicatielampjes branden.
– De camera uitzetten. – De batterijen of de kaart
verwijderen. – De camera schudden of stoten. – De netadapter loskoppelen
(optioneel).
Let op het bovenstaande wanneer
• foto’s worden gelezen of verwijderd of terwijl het interne geheugen (of de kaart) wordt geformatteerd. De toegangstijd voor het interne
• geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart. (max. ca. 7 sec.)
Sluitertijd (P30)
11�
Diafragma-aanduiding (P30)
12�
Als de belichting onvoldoende is,
• worden diafragma en sluitertijd rood.
(Ze worden niet rood als de itser is
geactiveerd.)
Meetfunctie (P72)
13�
Optisch stabilisatiesysteem (P76)
14�
De batterijaanduiding wordt rood en
• knippert. (de statusindicator knippert wanneer het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.) Vervang voor nieuwe batterijen of volledig opgeladen Ni-MH batterijen.
Resterende aantal opneembare
8�
foto’s (P121) Opnameteken
9�
Voor details over onze displays verwijzen
• wij u naar P109.
Veranderen van de display
Druk op [DISPLAY] om het display te veranderen. Kies of u informatie zoals het aantal pixels en het mogelijke aantal op te nemen foto’s wilt weergeven als u opneemt. Voor nadere details verwijzen wij u naar P40.
- 26 -
Basis
A
B
F3.3
Overlaten aan de camera ( Intelligent auto-modus)
De camera kiest automatisch de juiste instellingen volgens onderwerp en opnamevoorwaarden. Deze stand zorgt ervoor dat beginners makkelijk een foto kunnen maken.
Stel de camera in op Intelligent
1�
auto-modus [ ].
Houd het toestel voorzichtig
2�
vast met beide handen, houd uw armen stil langs uw lichaam en
plaats uw voeten iets uiteen.
A Flitser B AF-assistentielamp
Richt op de compositie en druk de
3�
ontspanner half in.
DC
E
C
Het scherpstel indicatielicht wordt groen.
Wanneer de focusindicator knippert, is
• het onderwerp onscherp.
D AF-gebied
Met gezichtsdetectie verschijnt AF area
• automatisch op het gezicht van het onderwerp. Anders verschijnt AF area op geschikte scherpstelpunten.
E Diafragmawaarde
De camera piept twee keer als het
• onderwerp is scherp gesteld. Het scherpstelbereik is 50 cm tot Z. De
• afstand tussen camera en onderwerp wordt echter groter bij sterke vergroting (1 m tot Z).
Druk de half ingedrukte
4�
ontspanner volledig in om de foto te nemen.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Automatische scènedetectie
De camera detecteert verschillende opnamesituaties en kiest automatisch de meest geschikte scène-instelling. De geselecteerde scène wordt aangegeven door het symbool links bovenaan het scherm.
i PORTRET i LANDSCHAP i MACRO i NACHTPORTRET i NACHTLANDSCHAP
Als geen enkele scène is geselecteerd,
• schakelt de camera om naar [ ]
(standaardinstelling).
- 27 -
- 28 -
Basis
Afhankelijk van de onderstaande
• voorwaarden kunnen verschillende scènes worden geselecteerd voor dezelfde onderwerpen.
Onderwerpvoorwaarden
Gezichtshelderheid/Grootte/Afstand/ Beweging/Zoomratio Opnamevoorwaarden
Zonsopgang/Zonlicht/Weinig licht/ Trilling
(voorbeeld)
De camera kan het gezicht niet detecteren omdat het te groot is op het scherm.
De camera kiest in elk geval de beste
instelling. Voor specieke scènes is
het gebruik van de overeenkomstige opnamemodus aanbevolen.
(voorbeeld)
Wanneer [ ] (i PORTRET) verandert in
• [ ]
¦ "PORTRET" modus (P52)
Wanneer [ ] (i LANDSCHAP) verandert
• in [ ]
¦ "LANDSCHAP" modus (P53)
Wanneer [ ] (i MACRO) verandert in
• [ ] ¦ Macromodus (P46)
Wanneer de itser is ingesteld op AUTO
• [ ], kan [i NACHTL. SCHAP] niet
worden gebruikt. Wanneer de itser is
ingesteld op Gedwongen UIT [ ], kan [i NACHTPORTRET] niet worden gebruikt.
Slimme ISO
De camera stelt de juiste ISO-gevoeligheid en sluitersnelheid automatisch in volgens beweging en helderheid van het onderwerp.
Gezichtsdetectie
Gezichten van mensen worden automatisch gedetecteerd. Scherpstelling en belichting worden afgestemd op de positie van het gedetecteerde gezicht.
Snelle AF
Bij geringe trilling gaat het scherpstellen (automatisch) sneller wanneer de ontspanner wordt ingedrukt.
Stabilisatie
De camera detecteert en compenseert automatisch trilling.
U kunt beelden automatisch verticaal
• weergeven wanneer ze werden opgenomen met verticaal gehouden camera (P32, 94).
Als u op de ontspanner drukt, is het
• mogelijk dat het scherm even oplicht of verduistert. Deze functie vergemakkelijkt het scherpstellen en is niet van invloed op de opname. Zorg dat u de camera niet beweegt op het
• moment dat u de ontspanknop indrukt.
Dek de fotoitser of de AF-
• assistentielamp niet af met uw vinger of andere voorwerpen. Raak de lens niet aan.
• In [i NACHTL. SCHAP] is de sluitertijd
• alleen 8 seconden wanneer de camera heeft bepaald dat er weinig trilling is, bijvoorbeeld wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief. Beweeg de camera niet tijdens het fotograferen. U kunt de volgende functies niet
• gebruiken.
Belichtingscompensatie
Auto bracket
Fijne afstelling van witbalans
DIG. ZOOM
Flitser (P43)
10
M
19
2
De itser kan worden ingesteld op AUTO [ ] of Gedwongen UIT [ ]. Als AUTO is geselecteerd, afhankelijk van het onderwerp of de helderheid, wordt de itser ingesteld op i AUTO [ ], i AUTO/ Rode-ogenreductie [ ], of i Lngz sync./Rode-ogenreductie [ ].
In de itsmodus [ ] of [ ], de
itser wordt twee keer geactiveerd.
Tegenlichtcompensatie (alleen
slimme modus [ ])
Druk op e ter compensatie van tegenlicht dat het onderwerp donker doet lijken. (Druk nogmaals om te annuleren.)
CONTRAL.
Dit pictogram verschijnt als u de backlight-compensatie gebruikt.
Instelling slimme automodus [ ]
(vast)
Kwaliteit: Fine (bij beeldformaat 0,3 M: Standard) Witbalans: AWB Meetfunctie: Meervoudig ISO-gevoeligheid: Slimme ISO MAX800 AF MODE: gezichtsdetectie (wanneer een gezicht niet wordt gedetecteerd: 9-zone scherpstellen) SNELLE AF: AAN AF ASS. LAMP: AAN BATT. BESP: 5 MIN. ZELFONTSPANNER: alleen [UIT] of [10SEC.] is selecteerbaar.
Basis
Menu Instellingen
FOTO RES.* (P68)
OPNAME menu
ASPECTRATIO (P69) BURSTFUNCTIE (P75) KLEUREFFECT* (P75) STABILISATIE* (P76) BATTERIJTYPE (P21) KLOKINST. (P17)
SETUP menu
WERELDTIJD (P65) TOON (P21) TAAL (P24)
* De beschikbare instellingen verschillen
van de andere opnamemodi.
De instellingen voor bovenvermeld
• opnamemenu (behalve [BURSTFUNCTIE]) gelden alleen voor de slimme auto modus [ ]. De instellingen van SETUP menu gelden voor alle modi.
Snelinstelling
Met [Q.MENU] en de cursortoets kunnen makkelijk de volgende instellingen worden verricht.
STABILISATIE (P76) BURSTFUNCTIE (P75) FOTO RES. (P68) LCD mode (P42)
DEMO.
SELEC
EXIT
Zie P67 voor meer informatie over snelinstelling.
Wijzig de instelling
Druk op [MENU/SET] om het volgende opnamemenu, setup menu in te stellen. Raadpleeg de betreffende pagina voor meer informatie over elke modus.
- 29 -
- 30 -
Basis
A
B
F3.3 1/30
ISO
100
Foto’s maken met de gewenste instelling.
( Program AE Mode)
Met deze modus zijn er meer instelmogelijkheden dan in de slimme auto
modus [ ].
Selecteer Program AE-modus
1�
[ ].
Houd de camera voorzichtig
2�
vast met beide handen, houd uw armen stil langs uw lichaam en plaats uw voeten iets uiteen.
A Flitser B AF-assistentielamp
Richt het AF-gebied E op het
3�
punt waarop u wilt scherpstellen en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
D C
E F
C
Het scherpstel indicatielicht wordt groen.
D AF-gebied: wit ¦ groen E Diafragmawaarde
F Sluitertijd
De camera piept twee keer als het
• onderwerp is scherp gesteld.
De camera kan scherpstellen
tussen 50 cm (Wide)/1 m (Tele) en
Z. (Wanneer de macro niet wordt
gebruikt)
Het volgende geeft aan dat het
• onderwerp niet is scherpgesteld.
De scherpstelindicatie knippert (groen).
Het AF-gebied gaat van wit naar rood
of er is geen AF-gebied. Piept 4 keer.
– De scherpstel indicator kan oplichten
• zelfs als het onderwerp niet goed is scherpgesteld als het onderwerp buiten bereik is.
Druk de half ingedrukte
4�
ontspanner volledig in om de foto te nemen.
Gebruik de itser
Als de itser is ingesteld op AUTO [ ] AUTO/Rode-ogen reductie [ ] of,Slow sync./Rode-ogen reductie [ ], werkt
de itser als u de ontspanknop indrukt als
de camera vindt dat het gebied dat u wilt fotograferen te donker is.
U kunt de itserinstellingen veranderen
(P43).
Als u op de ontspanknop drukt, is het
• mogelijk dat het scherm een moment oplicht of verduistert. Deze functie vergemakkelijkt het scherpstellen en is niet van invloed op de opname. Zorg dat u de camera niet beweegt
• op het moment dat u de ontspanknop indrukt.
Dek de fotoitser of de AF-
• assistentielamp niet af met uw vinger of andere voorwerpen. Raak de lens niet aan.
Loading...
+ 97 hidden pages