PANASONIC DMCLZ7, DMCLZ6 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-LZ7
DMC-LZ6
EG
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT1C47
Voor Gebruik
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw Veiligheid
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTBESCHADIGING TE VERKLEINEN,
• STELT U DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN, VOCHT, DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG U GEEN VOORWERPEN WAARIN EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP HET APPARAAT PLAATSEN.
• GEBRUIKT U UITSLUITEND DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
• VERWIJDERT U NIET DE AFDEKKING (OF HET ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE DOOR DE GEBRUIKER MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN VAKBEKWAAM ONDERHOUDSPERSONEEL.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé­gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menu-opties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Opmerking betreffende lithiumbatterijenBij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
PrintplaatLithiumbatterij
2
VQT1C47
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
NL
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
VQT1C47
3
Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera
Schud of stoot niet met het toestel.
De camera kan slecht gaan werken, geen opnamen meer maken en de lens of de LCD-monitor kunnen worden beschadigd.
• We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit en het ook niet in een volle of te kleine tas te proppen, etc. Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
Wees heel voorzichtig op de volgende plaatsen waar de camera beschadigd kan raken.
– Plaatsen met heel veel zand of stof. – Plaatsen waar water in de camera kan
komen zoals op regendagen of op een strand.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Over condens (Als de lens bedampt is)
• Als de omgeving heel warm is of de vochtigheidsgraad wijzigt, kan er condens in de camera komen. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
• Als er zich condensatie voordoet, het toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust laten. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel dicht in de buurt komst van die van de omgevingstemperatuur.
• Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik”. (P95)
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een  SDHC-geheugenkaart en een  MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de volgende types Geheugenkaarten. – SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) – SDHC-geheugenkaart (4 GB) – MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een SDHC-logo is niet gebaseerd op de SD­standaard en zal niet in dit product werken.
OK
44
• Een MultiMediaCard is alleen geschikt voor stilstaande beelden.
Over illustraties in deze
gebruiksaanwijzing De procedure wordt beschreven voor DMC-LZ7 als een voorbeeld.
4
VQT1C47
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Voorbereiding
Accessoires ..............................................7
Namen van de onderdelen .......................7
Beknopte gebruiksaanwijzingen ...............9
De batterijen .............................................9
De batterijen/Kaart (optioneel) in het
toestel doen en eruit halen.................. 13
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
(optioneel)
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).....................................16
Het veranderen van de klokinstelling
Over het instellingenmenu ......................17
Het menu instellen ..................................18
Over het set-up Menu.............................19
LCD-monitor/de LCD-monitor
omschakelen.......................................22
Opnamen maken opnamen ....................24
Beelden maken met de eenvoudige
functie..................................................26
Beelden maken met de zoom ................. 28
• De optische zoom gebruiken/
De extraoptische zoom
gebruiken (EZ).................................. 28
• De makkelijke zoom gebruiken......... 29
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden ............... 31
De opnamen controleren (Overzicht)......32
Beelden wissen/afspelen ........................32
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de LCD-monitor..............................35
De afgebeelde informatie wijzigen
............................................14
... 16
Basiskennis
..... 35
• Het opnemen van een beeld met het toestel dat u hoog boven uw hoofd
houdt (Hoge hoekfunctie) ................ 37
Beelden maken met de ingebouwde
flits.......................................................38
Opnamen maken met de
zelfontspanner.....................................42
Belichtingscompensatie ..........................43
De gevoeligheid aanpassen aan de
beweging van het opgenomen
onderwerp ...........................................44
Close-up’s maken...................................45
Opnamefuncties kiezen die passen
bij de scène die u opneemt
(Scènefuncties) ...................................46
– [PORTRET] ...................................47
– [GAVE HUID].................................47
– [LANDSCHAP]...............................47
– [SPORT] ........................................47
– [NACHTPORTRET].......................48
– [NACHTL. SCHAP]........................ 48
– [VOEDSEL]....................................48
– [PARTY].........................................49
– [KAARSLICHT] .............................. 49
– [ZONSONDERG.].......................... 49
– [BABY1]/[BABY2] .......................... 49
– [HUISDIER] ...................................50
– [H. GEVOELIGH.].......................... 51
– [STRAND]......................................51
– [STERRENHEMEL].......................51
– [VUURWERK]................................52
– [SNEEUW].....................................52
– [LUCHTFOT] .................................52
Bewegende beelden ...............................53
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt.......................55
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (Wereldtijd) .......................57
Het functiemenu [OPNAME]
gebruiken ............................................59
• [WITBALANS] Tinten corrigeren voor meer
natuurlijke opnamen .........................60
• [GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen ...........61
VQT1C47
5
• [ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen....................62
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw
eigen gebruik....................................63
• [AF MODE] De scherpstellingsfocusmethode
instellen ............................................64
• [STABILISATIE] Jitter of camerabeweging meten en
compenseren.................................... 65
• [BURSTFUNCTIE] Opnamen maken met de
burstfunctie.......................................65
• [AF ASS. LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker ....................................... 66
• [SLUITER LANG] Heldere opnamen maken op
donkere plekken ............................... 67
• [KLEURFUNCTIE] Kleureffecten en beeldkwaliteiten
instellen voor opnamen. ...................67
• [KLOKINST.] De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen....................... 67
• [DIASHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een
vastgestelde tijd................................ 72
• [FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen ............73
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN] Om het beeld gedraaid af te
beelden.............................................74
• [DATUM AFDR.] Informatie vastleggen voor een
opname (datumafdruk) ..................... 76
• [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen................. 78
• [BEVEILIGEN] Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen........................................80
• [NW. RS.]
Een beeld kleiner maken..................81
• [BIJSNIJD.]
Een beeld vergroten en bijwerken.... 82
• [KOPIE]
Beeldgegevens kopiëren.................. 83
• [FORMATEREN] Het ingebouwde geheugen of een
kaart initialiseren of formatteren ....... 84
Gevorderd (Afspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) ...................68
Beelden afspelen volgens
opnamedatum (Kalenderplayback) .....69
De terugspeelzoom gebruiken................ 70
Bewegende beelden terugspelen ...........70
Gebruik van het [AFSPELEN]
functiemenu.........................................72
6
VQT1C47
Aansluiten op andere
apparatuur
Aansluiten op de PC ............................... 85
Beelden afdrukken .................................. 88
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm...........................................92
Overige
Schermdisplay........................................93
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Waarschuwingen op het scherm ............ 98
Problemen oplossen.............................100
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd ....................106
Specificaties..........................................109
...... 95
Voorbereiding
Accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
12
Voorbereiding
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meemeegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen).
Namen van de onderdelen
K1HA08CD0013
3
1
DMC-LZ7
K1HA08CD0014
2
DMC-LZ6
K1HA08CD0015
45
VFC4090
1Batterijen
ZR6-oxyridebatterijen 2 USB-Kabel 3 1: AV-kabel
(Bij DMC-LZ7 geleverd)
2: Videokabel
(Bij DMC-LZ6 geleverd) 4 CD-ROM 5Draagriem
• Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel. U kunt opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P14)
312
1 Lens (P96) 2 Flits (P38) 3 Zelfontspannerlampje (P42)
AF-lamp (P66)
45
7689
4 LCD-monitor (P22, 35, 93) 5 Statuslampje (P14, 20, 22) 6 Cursorknoppen
2/Zelfontspannerknop (P42) 4/[REV] knop (P32) 1/Flitsinstelknop (P38) 3/Belichtingscompensatie (P43)/
Witbalansafstelling (P61)/Compensatie
7
VQT1C47
Voorbereiding
6
8
7
achtergrondverlichting in de eenvoudige functie (P28)
In deze gebruiksaanwijzing wordt het gebruik van de cursorknop beschreven met de afbeeldingen hieronder.
b.v.: Als u bijvoorbeeld op de 4 knop drukt
17 Objectiefcilinder 18 Kaartklep (P13)
19 20
MENU
SET
REV
7 [MENU/SET] knop (P19) 8 [DISPLAY] (P35)/[HIGH ANGLE] (P37)
knop
9 [FUNC] knop (P59)/Wisknop (P32)
10 11 12
13 1514
10 Microfoon (DMC-LZ7) (P53) 11 Zoomhendeltje (P28) 12 [E.ZOOM] knop (P29) 13 Instelknop (P17) 14 Ontspanknop (P25, 53) 15 Toestel AAN/UIT (P9, 16)
1 1
1
2
1
19 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting
(DMC-LZ7) [DIGITAL/V.OUT] aansluiting (DMC-LZ6) (P85, 88, 92)
20 [DC IN] aansluiting (P85, 88)
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC (DMW-AC6E; optioneel).
21 22
21 Batterijklep (P13) 22 Statiefbevestiging
• Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
16 Lusje voor draagriem
• Als u de band losmaakt, maak dan de knoop erin los met een puntig voorwerp en haal de band dan van het toestel.
8
VQT1C47
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
1 De batterijen in het toestel doen.
(P13)
• Als u geen kaart (optioneel) gebruikt, kunt u opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen; (P14). P14 raadplegen als u een kaart gebruikt.
2 Zet het toestel aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P16)
• Kies hetbatterijtype in [BATT. TYPE] in het [SET-UP] menu kiezen. (P19)
Voorbereiding
3 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P32)
De batterijen
Bruikbare batterijen
ZR6-Oxyridebatterijen (meegeleverd) ZR6 Alkalinebatterijen (optioneel) ZR6 Oplaadbare Ni-MH (nickel
metalhybrid) batterijen (optioneel)
• Een van de volgende waarschuwingen verschijnt als u de batterij voor het eerst in het toestel doet; vervang de batterijen als ze leeg zijn enz.. [HUIDIGE INSTELLING BATTERIJTYPE: OXYRIDE]/[HUIDIGE INSTELLING BATTERIJTYPE: ALKALINE/Ni-MH] Als u een andere dan het op het display voorgeschreven batterijtype in het toestel doet, stelt u [BATT. TYPE] in het [SET-UP] menu. (P19)
• U herkent het batterijtype aan de kleur van de batterijaanduiding (blauw of wit).
¢
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P24)
9
VQT1C47
Voorbereiding
– De batterijaanduiding verschijnt niet als
u de AC-adapter gebruikt (DMW-AC6E; optioneel).
3
A: Als u oxyridebatterijenkiest
Wordt de batterijaanduiding blauw.
B: Als u alkaline/Ni-MH batterijen kiest
Wordt de batterijaanduiding wit.
¢Een oxyridebatterij is een nieuw type
niet-oplaadbare batterij van Panasonic. Deze heeft meer stroom dan een gewone
alkaline batterij en is geschikt voor hoge-afnameapparatuur zoals digitale camera’s.
• We raden Panasonic batterijen aan.
• Bij gebruik van oplaadbare batterijen, is het aan te bevelen dat u Panasonic oplaadbare batterijen gebruikt.
• De batterijprestaties kunnen sterk variëren afhankelijk van het merk dat u gebruikt, de opslagduur en de condities van de batterijen.
• De batterijprestaties verminderen tijdelijk bij lage temperaturen (10 °C of minder). Dit verbetert zodra de temperatuur weer normaal wordt.
• Afhankelijk van de temperatuur en de gebruikscondities kan het toestel minder goed werken en kunnen de batterijen opraken zonder dat u hiervoor gewaarschuwd wordt, omdat de batterijaanduiding niet correct op het scherm verschijnt. Dit is geen storing.
• We raden aan het toestel vaak uit te zetten terwijl u opnamen maakt om de batterij zo lang mogelijk mee te laten gaan. Voor intensief en langdurig opnemen, raden wij oplaadbare Ni-MH batterijen aan.
• Bijna lege batterijen kunnen weer even werken als u ze een tijdje laat liggen,
maar niet lang. Vervang bijna lege batterijen door nieuwe.
Batterijen die wij niet aanbevelen voor
dit toestel
Mangaanbatterijen Lithiumbatterijen Nikkelbatterijen Ni-Cd-batterijen
• Wij garanderen geen goede prestaties van het toestel met de bovenstaande batterijen. Deze batterijen kunnen gaan lekken en de volgende problemen veroorzaken: – De resterende batterijstroom wordt niet
op precieze wijze afgebeeld. – Het toestel gaat niet aan. – Gegevens worden niet in het
ingebouwde geheugen geschreven of
de kaart raakt beschadigd met verlies
van de opnamen.
Batterij die niet gebruikt kunnen
worden
• Batterijen met een verkeerde vorm kunnen lekken, hitte of explosie veroorzaken.
• Batterijen waarvan de beschermlaag gedeeltelijk of helemaal verdwenen is. Gebruik deze batterijen nooit. (Zie de afbeelding hieronder.)
• De hele beschermlaag of
•De - pool is beschadigd.
een gedeelte ervan zit niet meer op de batterij.
De batterijen met zorg behandelen
Verkeerd omgaan met batterijen kan lekken, hitte, brand of explosie veroorzaken. Neem de volgende aanwijzingen in acht.
• Niet verhitten of aan vlammen blootstellen.
10
VQT1C47
• Maak de batterijen of de batterijpolen niet nat met water of zeewater.
• Haal de beschermlaag van batterijen er niet af.
• Laat de batterijen niet vallen en gooi of klop er niet mee.
• Gebruik geen batterijen die lekken, vervormd, verkleurd of op een andere wijze beschadigd zijn enz.
• Sla de batterijen niet op in vochtige of zeer warme ruimten.
• Houd de batterijen uit de buurt van kinderen.
• Vervang oude of lege batterijen altijd door nieuwe van hetzelfde type.
• Verwijder de batterijen als u van plan bent het toestel een lange tijd niet te gebruiken.
• Batterijen kunnen oververhit raken als u het toestel aanzet. Zet het toestel uit en wacht tot de temperatuur van de batterijen weer normaal is voordat u deze eruit haalt.
• De batterijprestaties verminderen en de opname-/terugspeeltijd neemt af bij te lage omgevingstemperaturen (10 °C of minder). Dit gebeurt in het bijzonder als u alkalinebatterijen gebruikt. Warm deze dus op, bijvoorbeeld in uw zak, enz. voordat u ze gebruikt. Laat geen metalen voorwerpen zoals aanstekers samen met de batterijen in uw zak zitten.
• Als er vet of vuil op de batterijpolen zit, kan de opname-/terugspeeltijd erg kort worden. Voordat u de batterijen in het toestel doet, reinigt u de batterijpolen met een zachte en droge doek.
Voorbereiding
Als een batterij lekt, haalt u deze uit het toestel en haalt u alle sporen van vuil uit de batterijruimte in het toestel. Doe er nieuwe batterijen of helemaal opgeladen Ni-MH-batterijen in.
Als er batterijvloeistof op uw handen of kleding komt, wast u deze grondig met water. Batterijvloeistof kan blindheid veroorzaken als deze in aanraking komt met uw ogen. Niet in uw ogen wrijven. Was ze onmiddellijk met schoon water en raadpleeg een arts.
Ni-MH-batterijen (Nickel metalhybrid)
U kunt Ni-MH-batterijen gebruiken die u eerst oplaadt met een oplader voor nickel metalhybrid batterijen. Verkeerd omgaan met batterijen kan echter lekken, verhitting, brand of explosie veroorzaken. Neem de volgende aanwijzingen in acht.
• Als er vuil zit op de batterijpolen, kunt u problemen hebben met het opladen van de batterijen. De batterijpolen en de metalen strippen op de batterijoplader schoonmaken met een zachte, droge doek.
• Wanneer u batterijen voor het eerst oplaadt of nadat u ze lange tijd niet gebruikt hebt, zouden ze niet helemaal opgeladen kunnen worden. Dit is een kenmerk van Ni-MH-batterijen en is geen storing. De batterijprestatie zal weer normaal worden na en paar keer opladen.
• We raden aan de batterijen pas op te laden als ze helemaal leeg zijn. Als u de batterijen oplaadt voordat ze helemaal leeg zijn, kan dit de prestaties van de batterijen verminderen. Dit heet “geheugeneffect”.
• Bij “geheugeneffect” gebruikt u de batterijen verder totdat het toestel stopt met werken en laadt u ze weer op. De batterij zal weer werken na een paar keer opladen en leeg raken.
11
VQT1C47
Voorbereiding
• Verlopen Ni-MH-batterijen raken natuurlijk leeg en hun vermogen gaat omlaag zelfs wanneer ze niet gebruikt worden.
• Als batterijen geladen zijn, mag u niet doorgaan met opladen.
• Verwijder de beschermlaag van Ni-MH batterijen niet.
• Lees de gebruiksaanwijzingen van de batterijoplader.
Ni-MH-batterijen hebben een beperkte levensduur. Het batterijvermogen neemt langzaam af in de loop van de tijd. Als de werkingstijd van het toestel erg kort wordt zelfs nadat u de batterijen helemaal opgeladen hebt, kan het zijn dat de levenstijd van de batterijen verstreken is. Koop in dit geval nieuwe batterijen.
• De batterijlevensduur verschilt afhankelijk van de opslag- en gebruikscondities en de omgeving.
Wanneer u de batterijen gedurende lange tijd niet gebruikt
• Als u de batterijen in het toestel laat zitten, zullen ze leeg raken. Dit gebeurt omdat ze een beetje stroom doorlaten, zelfs wanneer het toestel helemaal uitstaat. Als u de batterijen steeds in het toestel laat zitten, zullen ze te leeg raken en kunnen ze onbruikbaar worden en zelfs niet meer opgeladen worden.
• Wanneer u de batterijen een lange tijd niet gebruikt, raden we aan ze eens per jaar op te laden. Haal de batterijen uit het toestel laad ze weer op als ze helemaal leeg zijn.
Batterijlevensduur Het aantal opnamen (Volgens CIPA-standaard in normale beeldfunctie [ ])
Gebruikte batterijen Aantal opnamen Panasonic
oxyridebatterijen (meegeleverd of optioneel)
Panasonic alkalinebatterijen (optioneel)
Helemaal opgeladen Panasonic Ni-MH-batterijen (optioneel)
DMC-LZ7: Ongeveer 250 opnamen (Ongeveer 125 min)
DMC-LZ6: Ongeveer 260 opnamen (Ongeveer 130 min)
DMC-LZ7: Ongeveer 150 opnamen (Ongeveer 75 min)
DMC-LZ6: Ongeveer 160 opnamen (Ongeveer 80 min)
DMC-LZ7: Ongeveer 460 opnamen (Ongeveer 230 min)
DMC-LZ6: Ongeveer 470 opnamen (Ongeveer 235 min)
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/ Vochtigheid: 50% als de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (16 MB)
• Opname 30 seconden nadat het toestel aangezet is starten. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1].)
Iedere 30 seconden opnemen, met volle flits om de opname.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten voor elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten./ Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld zijn.
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
12
VQT1C47
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [voorbeeld Als u om de 2 minuten opneemt, neemt het aantal resterende opnamen af tot ongeveer ¼ van de opnamen.]
Het aantal opnamen bij lage temperaturen (In de normale-beeldfunctie [ ] en bij een temperatuur van 0 °C en in alle andere opname-omstandigheden die voldoen aan de CIPA-standaard.)
Gebruikte batterijen Aantal opnamen Panasonic
oxyridebatterijen (meegeleverd of optioneel)
Panasonic alkalinebatterijen (optioneel)
Helemaal opgeladen Panasonic Ni-MH-batterijen (optioneel)
DMC-LZ7: Ongeveer 50 opnamen (Ongeveer 25 min)
DMC-LZ6: Ongeveer 55 opnamen (Ongeveer 27 min)
DMC-LZ7: Ongeveer 40 opnamen (Ongeveer 20 min)
DMC-LZ6: Ongeveer 45 opnamen (Ongeveer 22 min)
DMC-LZ7: Ongeveer 380 opnamen (Ongeveer 190 min)
DMC-LZ6: Ongeveer 390 opnamen (Ongeveer 195 min)
• Vergeet niet dat de prestaties van oxyridebatterijen en alkalinebatterijen aanzienlijk afnemen bij lage temperaturen.
Terugspeeltijd
Gebruikte batterijen Continue terugspeeltijd Panasonic
oxyridebatterijen (meegeleverd of optioneel)
DMC-LZ7: Ongeveer 430 min
DMC-LZ6: Ongeveer 440 min
Voorbereiding
Panasonic alkalinebatterijen (optioneel)
Helemaal opgeladen Panasonic Ni-MH-batterijen (optioneel)
DMC-LZ7: Ongeveer 420 min
DMC-LZ6: Ongeveer 430 min
DMC-LZ7: Ongeveer 610 min
DMC-LZ6: Ongeveer 620 min
• Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zullen variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en de manier waarop de batterij opgeslagen wordt.
• Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zullen ook variëren afhankelijk van het gebruikte merk en het type batterijen.
• We raden aan de energiebesparingsfunctie (P20) of besparingsfunctie (P20) te gebruiken of het toestel vaak uit te zetten terwijl u opnamen maakt om de batterijstroom te behouden.
De batterijen/Kaart (optioneel) in het toestel doen en eruit halen
• Controleer of het toestel uit staat.
• Oxyridebatterijen (meegeleverd), alkalinebatterijen (optioneel) of Ni-MH-batterijen (optioneel) gebruiken.
• Leg een kaart (optioneel) klaar.
• U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P14)
13
VQT1C47
Voorbereiding
1 Schuif het batterij- of kaartklepje
open.
2 Schuif het batterij- en
kaartklepje helemaal dicht en sluit ze dan goed.
2 Batterijen:
De batterijen erin doen met correct uitgelijnde
+ en - polen.
Kaart: Duw totdat u een klik hoort en steek de kaart in de goede richting erin. Druk de kaart in totdat u een klik hoort en trek de kaart er vervolgens recht uit.
• Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als ze niet goed in het toestel zit.
3 1 De kaart- en batterijklep
sluiten.
• Als u de kaartklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit, controleert u de richting en steekt u deze er weer in.
• Het batterijtype dat gebruikt wordt in [BATT. TYPE] in het [SET-UP] menu kiezen. (P19)
• Haal de batterijen uit het toestel na gebruik.
• De batterijen verwijderen nadat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
• Kom niet aan de batterijen of de kaart terwijl het toestel aan staat. De gegevens in het ingebouwde geheugen of op de kaart kunnen beschadigd raken. Wees bijzonder voorzichtig als u de kaart aan het gebruiken bent. (P22)
• Wij raden de kaarten van Panasonic aan.
Over het ingebouwde geheugen/de kaart (optioneel)
14
VQT1C47
Het ingebouwde geheugen kan gebruikt worden als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol wordt.
Ingebouwd geheugen [ ] U kunt beelden opnemen of afspelen met het ingebouwde geheugen. (Het ingebouwde geheugen kan niet gebruikt worden als er een kaart in het toestel zit.)
• Het ingebouwde geheugenvermogen is ongeveer 27 MB.
• De beeldresolutie is vast ingesteld op QVGA (320k240 pixels) voor bewegende beelden met het ingebouwde geheugen geschreven. (P53)
Kaart [ ] Met een kaart in het toestel kunt u beelden op de kaart opnemen of afspelen.
Kaart (optioneel)
• De SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht verwijderbare externe kaarten. Lees P4 voor informatie over de kaarten die geschikt zijn voor dit apparaat.
• De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
• De lees-/schrijfsnelheid van een SD-geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is groot. Beide typen kaarten zijn uitgerust met een Schrijfbeveiligingschakelaar A, waarmee schrijven en formatteren van de kaart verhinderd wordt. (Als u de beveiliging op [LOCK] zet, is het niet mogelijk om gegevens op de kaart te schrijven of te wissen en de kaart te formatteren. Zet u de beveiliging weer terug, dan zijn deze functies weer beschikbaar.)
2
Voorbereiding
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Dit toestel is compatibel met de S
• toestel (compatibel met SDHC) is compatibel met de SD-geheugenkaarten die voldoen aan de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn geformatteerd in FAT12 en FAT16. Het is ook compatibel met SDHC-geheugenkaarten die voldoen aan de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn geformatteerd in FAT32.
• Dit toestel is compatibel met zowel een SD-geheugenkaart als met een SDHC-geheugenkaart. U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in de apparatuur dat compatibel is met SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken die alleen compatibel is met SD-geheugenkaarten. (Als u een SDHC-geheugenkaart in andere apparatuur gebruikt, altijd de gebruiksaanwijzing gebruiken voor de andere apparatuur.)
• Voor informatie over het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd voor elke kaart, P106 raadplegen.
• We raden het gebruik van Hoge Snelheid-SD-geheugenkaarten/ SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u bewegende beelden opneemt. (P53)
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart
Dit
15
VQT1C47
Voorbereiding
alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P84)
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet.
AUB KLOK INSTELLEN
A: [MENU/SET] knop B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken.
KLOKINST.
MENU
2 Druk op 3/4/2/1 om de datum
en de tijd te kiezen.
: :
KLOKINST.
11 2007
00 00
:
JAN
..
D/M/J
ANNUL
MENU
SELEC INST.
EXIT
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P57)
2/1: Kies het gewenste onderdeel
.
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen.
: Annuleren zonder de klok in te
stellen.
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
• Zet de camera uit nadat u de klok hebt
ingesteld. Zet dan de functieknop op een opnamefunctie om de camera weer aan te zetten en controleer of de klok juist loopt.
Het veranderen van de klokinstelling 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om [KLOKINST.] te
selecteren. (P59)
3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen
2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen.
4 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• U kunt de klok ook in het [SET-UP]
menu instellen. (P19)
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen meer dan 3 uur in het toestel blijven zitten, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als de batterijen eruit gehaald worden.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24-urensysteem.
16
VQT1C47
• Als de datum niet is ingesteld, zal de
B
correcte datum niet kunnen worden afgedrukt met de functie [DATUM AFDR.] (P76) of door een fotograaf door wie u de opnamen laat afdrukken. (P79)
Over het instellingenmenu
Als u de camera aan zet en dan aan de keuzeknop draait, kunt u niet alleen overschakelen van opnemen naar afspelen en andersom, maar kunt u ook de macrofunctie kiezen om close-ups te maken of een scènefunctie kiezen die past bij de opnamecondities.
Schakelen met de keuzeknop
A
SCN
NORMALE FOTO
Voorbereiding
Basiskennis
: Normale opnamefunctie (P24)
Deze functie voor gewoon opnemen gebruiken.
: Simpele functie (P26)
Dit is de aangeraden functie voor beginners.
: Terugspeelfunctie (P32)
Deze functie laat het u toe opgenomen opnamen terug te spelen.
Gevorderd
: Slimme
ISO-gevoeligheidbediening (P44)
Hiermee kunt u de optimale ISO-gevoeligheid instellen en een sluitertijd die past bij de bewegingen en de helderheid van het onderwerp.
: Macrofunctie (P45)
Met deze functie kunt u close-ups maken van een onderwerp.
: Scènefunctie (P46)
Deze functie laat het u toe opnamen te maken die afhangen van de opnamescènes.
: Bewegende beeldenfunctie (P53)
Hiermee kunt u opnamen maken die passen bij de scène die u opneemt.
:Afdrukfunctie (P88)
Met deze functie kun u opgenomen beelden afdrukken.
Zet A op de gewenste functie.
Draai de keuzeknop langzaam maar zeker op elke functie. (Zet dit niet op delen zonder functie.)
• De bovenstaande pagina B verschijnt op de LCD-monitor als u aan de keuzeknop draait. (P22)
17
VQT1C47
Voorbereiding
Het menu instellen
Menupagina’s op het scherm
afbeelden
Druk op [MENU/SET].
bijvoorbeeld:De eerste van een totaal van 3
A Menupictogrammen B Huidige pagina C Menuonderdelen en instellingen
• Draai aan de zoomhendel terwijl u het menuonderdeel kiest om vlot over te schakelen naar de vorige/volgende pagina.
• De menupictogrammen en –onderdelen die op het scherm verschijnen, hangen af van de stand van de keuzeknop.
Over de menupictogrammen
[OPNAME] keuzemenu (P59):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ] staat.
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ] staat.
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
Menuonderdelen instellen
• Het voorbeeld hieronder toont hoe u [AF MODE] instelt als u de normale beeldfunctie [ ] hebt gekozen.
18
VQT1C47
pagina’s wordt afgebeeld.
A
OPNAME
WITBALANS
GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
KWALITEIT
SELEC
EXIT
1
AWB AUTO
B
/
3
MENU
C
[AFSPELEN] keuzemenu (P72):
[SCÈNE MODE] menu (P46):
[SET-UP] menu (P19):
1 Druk op 3/4 om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
/
3
AWB AUTO
MENU
2
/
3
MODE1
OFF
ON
1
/
8
MENU
OPNAME
WITBALANS
GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
KWALITEIT
SELEC
OPNAME
SENSITIVITY
AF MODE STABILISATIE BURSTFUNCTIE AF ASS. LAMP
SLUITER LANG
SELEC
• Druk op 4 in A om de volgende pagina te openen.
2 Druk op 1.
2
INST.
/
3
MENU
OPNAME
AF MODE STABILISATIE BURSTFUNCTIE AF ASS. LAMP SLUITER LANG
SELEC
3 Druk op 3/4 om het beeld te
kiezen.
2
INST.
/
3
MENU
OPNAME
AF MODE STABILISATIE BURSTFUNCTIE AF ASS. LAMP SLUITER LANG
SELEC
4 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
2
INST.
/
3
MODE1
OFF ON
1
/
8
MENU
MENU
SET
OPNAME
AF MODE
STABILISATIE BURSTFUNCTIE AF ASS. LAMP
SLUITER LANG
SELEC
De menupagina sluiten
Op [MENU/SET] drukken.
• Als u de keuzeknop op [ ]/[ ]/[ ]/ [ ]/[ ] zet, kunt u de menupagina ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
Overschakelen naar het [SET-UP]
menu
1 Druk op 2 in een menupagina.
1
EXIT
AWB AUTO
/
3
MENU
OPNAME
WITBALANS GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
2
Druk op 4 om het menupictogram [SET-UP] te kiezen.
1
EXIT
/
4
n
0
MENU
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJNEN
SELEC
3 Druk op 1.
1
EXIT
/
4
n
0
MENU
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJNEN
SELEC
• Kies dan een menuonderdeel en stel het in.
Voorbereiding
Over het set-up Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist. (P19 tot 22 raadplegen voor elk menuonderdeel.)
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P21)
• [BATT. TYPE], [KLOKINST.], [AUTO REVIEW], [BATT. BESP.] en [BESPARING] zijn belangrijke onderdelen. Controleer deze instellingen voordat u ze gebruikt.
[BATT. TYPE] (Kies het batterijtype dat in het toestel zit)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Kies het batterijtype dat in het toestel zit.
[ ALKALINE (LR6)/Ni-MH]:
Alkalinebatterijen of Ni-MH-batterijen
[ OXYRIDE (ZR6)]:
Oxyridebatterijen
• Als het type batterij dat gebruikt wordt en
het gekozen batterijtype niet dezelfde zijn, zal de batterijaanduiding niet correct zijn.
• De [BATT. TYPE] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
[KLOKINST.] (Datum en tijd wijzigen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18)
• Datum en tijd wijzigen. (P16)
[AUTO REVIEW] (De opname afspelen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Stel de tijd in die moet verlopen nadat de opname is gemaakt.
[OFF]/[1SEC.]/[3SEC.]
19
VQT1C47
Voorbereiding
• De automatische overzichtsfunctie is niet geactiveerd in de bewegende beeldenfunctie [ ].
• De automatische afspeelfunctie is uitgeschakeld in de eenvoudige opnamefunctie [ ] en in de burstfunctie (P65). (Deze instellingen kunnen ook niet worden gekozen.)
[BATT. BESP.]
(De camera automatisch uit zetten.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) De energiebesparingsfunctie wordt
geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie.
[OFF]/[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]
• Druk de ontspanknop half in of zet het toestel uit- en weer aan om de energiebesparingsfunctie te annuleren.
• De energiebesparing is vast ingesteld op [2MIN.] als u de besparingsfunctie instelt en op [5MIN.] in de normale werkwijze [].
• De energiebesparingsfunctie werkt niet in de volgende gevallen. – Als u de AC-adapter (DMW-AC6E;
optioneel) gebruikt.
– Als u het toestel aansluit op een PC of
een printer.
– Als u bewegende beelden opneemt of
afspeelt.
– Tijdens een diavoorstelling (P72)
[BESPARING] (De LCD-monitor automatisch uit laten gaan.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Om de batterij te sparen wordt de LCD-monitor minder helder en gaat deze
automatisch uit als u de camera niet gebruikt. [OFF]: Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
[LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel ongeveer 15 seconden niet wordt gebruikt.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel ongeveer 15 seconden niet wordt gebruikt of ongeveer 5 seconden nadat u een opname hebt gemaakt.
• Het statuslampje licht op als de LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer aan te zetten.
• De energiebesparing is vast ingesteld op [2MIN.]. [De energiebesparingsfunctie is niet geactiveerd wanneer de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruikt wordt.]
• De energiebesparingsfunctie werkt niet in de volgende gevallen. – In de Eenvoudige functie [ ] – Als u de AC-adapter (DMW-AC6E;
optioneel) gebruikt.
– Als er een menupagina op het scherm
staat. – Als de zelfontspanner aan staat. – Als u opnamen maakt van bewegende
beelden.
[WERELDTIJD]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen. (P57)
[]:Uw reisbestemming []:Uw woongebied
20
VQT1C47
[LCD SCHERM]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
[RICHTLIJN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Stel het patroon van de richtlijnen in die
afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. (P36) U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
[OPNAME INFO.]: [OFF]/[ON] [HISTOGRAM]: [OFF]/[ON] [PATROON]: [ ]/[ ]
[REISDATUM]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) De vertrek- en terugkeerdatum van uw vakantie instellen. (P55)
[OFF]/[SET]
[TOON]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Het bieptoonvolume instellen.
[]:Geen werkingsgeluid []:Zacht werkingsgeluid []:Hard werkingsgeluid
[NR.RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Zet het bestandsnummer van de volgende opname op 0001.
• Het mapnummer wordt vernieuwd en het bestandsnummer start vanaf 0001.
Voorbereiding
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen (P84) of de kaart eerst formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen.
[RESETTEN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet
naar de begininstellingen.
• [FAVORIETEN] (P73) is vast ingesteld op [OFF] en [LCD ROTEREN] (P74) is vast ingesteld op [ON].
• Als u de [SET-UP] menu-instellingen reset, worden ook de volgende instellingen gereset. – De geboortedatum instellen voor
[BABY1]/[BABY2] (P49) en [HUISDIER] (P50) in de scènefunctie.
– Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P55)
– De [WERELDTIJD] (P57) instellen.
• De instelling van het batterijtype, het mapnummer en de klokinstelling worden nietgewijzigd.
[VIDEO UIT]
(Alleen in de terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Stel dit in voor het kleurentelevisiesysteem
in elk land. (P92) [NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
21
VQT1C47
Voorbereiding
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Instellen voor het gebruikte TV-type.
[ ]:
Kies dit als u de camera aansluit op een 16:9 TV.
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een 4:3 TV.
[KEUZEDISPLAY]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) Instellen of u het keuzemenu al dan niet
wenst af te beelden als u de keuzeknop verzet.
[OFF]/[ON]
[TAAL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P18) De taal instellen voor de afbeeldingen op het scherm.
[ENGLISH]/[DEUTSCH]/[FRANÇAIS]/ [ESPAÑOL]/[ITALIANO]/[POLSKI]/ [ČEŠTINA]/[MAGYAR]/[NEDERLANDS]/ [TÜRKÇE]/[PORTUGUÊS]/[ ]
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen.
LCD-monitor/de LCD-monitor omschakelen
Paginaweergave in de normale functie
[ ] (Begininstelling)
312
56 7
4
13
1/30F2.8
1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie (P38)
• Als u de ontspanknop half indrukt terwijl de flits is ingeschakeld, wordt het flitspictogram rood.
3 AF-zone (P24)
• De weergegeven AF-zone is groter dan normaal als u opnamen maakt in het donker.
4 Focus (P24) 5 Beeldresolutie (P63) 6 Kwaliteit (P63)
: Waarschuwing voor beweging
(P26)
7 Batterijaanduiding
• Het lampje wordt rood en knippert als de batterij bijna leeg is. (Het lampje knippert als de LCD-monitor wordt uit gezet.)
• Vervang de batterijen door volledig geladen of nieuwe Ni-MH-batterijen.
• Dit gebeurt niet als u de camera gebruikt met de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel).
8
7
9
10
1112
22
VQT1C47
8 Aantal opnamen (P109) 9 Opnamestaat
10 Ingebouwd geheugen/Kaart
• De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met het ingebouwde geheugen worden gemaakt (of met de kaart). – Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
– Als u de kaart gebruikt
• De volgende handelingen kunnen niet als het kaartlampje brandt. De kaart of de gegevens die erop staan, kunnen worden beschadigd en het toestel kan slecht beginnen te werken. – Het toestel uitzetten. – De batterijen of de kaart (indien
gebruikt) verwijderen.
– Met het toestel schudden of
ermee slaan.
– De AC-adapter losmaken.
(DMW-AC6E; optioneel) (Als u een AC-adapter gebruikt)
• Doe de hier beschreven handelingen niet als u gegevens op de kaart afleest of wist of als u het ingebouwde geheugen (of de kaart) formatteert (P84).
• De tijd om het ingebouwde geheugen te openen kan langer zijn dan de tijd die nodig is voor een kaart. (Max. ong.: 7 sec.)
11 Sluitertijd (P24) 12 Lensopening (P24)
• Als de belichting niet goed is, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd rood. (Deze worden niet rood als de flits werkt.)
13 Optische beeldstabilisator (P65)
Voorbereiding
• Lees P93 voor informatie over andere pagina’s op het scherm.
Andere paginaweergave instellen
U kunt overschakelen naar andere paginaweergaven als u op [DISPLAY] drukt. U kunt hiermee informatie op het scherm afbeelden terwijl u opnamen maakt, zoals de afmetingen van de afbeelding of het aantal opnamen dat u nog kunt maken, of opnamen maken zonder informatie op het scherm. Lees P35 voor meer details.
23
VQT1C47
Basiskennis
Basiskennis
Opnamen maken opnamen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object.
1: Ontspanknop
•Het lampje 3 gaat ongeveer 1 seconde aan als u het toestel aan zet 2.
1 Houd het toestel voorzichtig vast
met beide handen, houd uw armen stil en spreid uw benen een beetje.
A
B
3 De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
1/30F2.8
• Het focuslampje 2 en de witte AF-zone
1 worden groen. 3: Lensopening 4: Sluitertijd
• Het focusbereik is 50 cm tot (Breed)/1,2 m tot ¶ (Tele).
• Het onderwerp is onscherp in de volgende gevallen. – Het focuslampje knippert (groen). – De witte AF-zone wordt rood of er is
geen AF-zone.
– U hoort 4 focusbieptonen.
• Als de afstand buiten het focusbereik valt, kan het beeld onscherp zijn ook als het focuslampje groen is.
4 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
C
A: Als u het toestel verticaal houdt B:Flits C:AF-lamp
2 De AF-zone op het punt richten
waarop u scherp wil stellen.
24
VQT1C47
De flits gebruiken
Als de camera bepaalt dat de plaats waar u de opname maakt te donker is, zal de flits werken als u de ontspanknop helemaal indrukt. (Als de flits op AUTO [ ]/ AUTO/Rode-ogenreductie [ ] is ingesteld.)
• U kunt de flitsinstellingen aanpassen aan uw opnamen. (P38)
• Als u de ontspanknop indrukt, kan de LCD-monitor een ogenblik helder of donker worden maar dit beïnvloedt de opname niet.
• Houd de camera stil terwijl u de ontspanknop indrukt.
• De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
Belichting (P43)
• Als u de normale opnamefunctie [ ] kiest, wordt de belichting automatisch aangepast (AE=Auto Exposure). In bepaalde omstandigheden en afhankelijk van bijvoorbeeld het achtergrondlicht, kan de opname echter te donker zijn.
Pas in dit geval de belichting aan om minder donkere opnamen te maken.
Scherpstellen (P25, 45)
• Als u de normale opnamefunctie [ ] kiest, stelt het toestel automatisch scherp (AF= Auto Focus). Sommige delen van de opname kunnen echter onscherp zijn. Het focusbereik is 50 cm tot (Breed)/1,2 m tot (Tele). – Wanneer er zowel objectobjecten
dichtbij als objectobjecten ver weg zijn.
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
– Wanneer u een opname maakt op een
donkere plek. – Wanneer het object snel beweegt. – Wanneer er weinig contrast in de scène
weinig is. – Wanneer het toestel beweegt. – Wanneer het object heel fel gekleurd is. – Als u een close-up maakt van een
onderwerp
Gebruik in dit geval de AF/ AE-vergrendelingen.
Basiskennis
Kleur (P60)
• De kleur van het onderwerp hangt af van het licht eromheen zoals zonlicht of het licht van halogeenlampen. Het toestel zal echter automatisch een kleur kiezen die zo dicht mogelijk een levensechte kleur benadert. (automatische witbalans)
Stel de witbalans in als u de kleur die u met de automatische witbalans krijgt, wil wijzigen. Stel de witbalans fijn in voor een preciezere witbalansinstelling. (P61)
Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen (AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van personen met een compositie zoals het volgende beeld, zult u het toestel niet kunnen scherpstellen op het object omdat de personen buiten de AF-zone vallen.
3
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten. 2 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te stellen.
• De focusaanduiding gaat branden wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
25
VQT1C47
Basiskennis
• U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt.
1/125F4.5
1/125F4.5
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P74) ingesteld is op [ON].)
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven of naar beneden gericht toestel.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
• Op bewegingbeweging letten wanneer u de ontspanknop indrukt.
• Als het toestel beweegt door een langzame sluitertijd, verschijnt de bewegingswaarschuwing A.
1/10F2.8
• Wanneer deze waarschuwing verschijnt, raden wij aan een statief te gebruiken. Als u geen statief kunt gebruiken, let u goed op de manier waarop u het toestel vasthoudt (P24). Het gebruik van de zelfontspanner voorkomt toestelbeweging die veroorzaakt wordt door op de
26
VQT1C47
ontspanknop te drukken als u een statief gebruikt (P42).
• De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P38) – [NACHTPORTRET] (P48) – [NACHTL. SCHAP] (P48) – [PARTY] (P49) – [KAARSLICHT] (P49) – [STERRENHEMEL] (P51) – [VUURWERK] (P52) – Als de sluitertijd langzamer wordt in
[SLUITER LANG] (P67)
Beelden maken met de eenvoudige functie
Met deze functie kunnen beginners gemakkelijker opnamen maken. Alleen de basisfuncties verschijnen in het menu om de handelingen eenvoudig te houden.
Basismenu-instellingen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het
gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
EENVOUDIGE MODE
FOTOMODE BATT. TYPE TOON KLOKINST.
SELEC INST.
MENU
ENLARGE
"
4
M
6"/10M15cm
E-MAIL
3 Op 3/4 drukken om de gewenste
instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Instellingen in de eenvoudige functie
[FOTOMODE]
Geschikt om de opnamen
[ENLARGE]
[4qk6q/ 10k15cm]
[E-MAIL]
[BATT. TYPE]
Het batterijtype wijzigen. (P19)
[TOON]
[UIT] Geen werkingsgeluid [LAAG] Zacht werkingsgeluid [HOOG] Hard werkingsgeluid [KLOKINST.]
Datum en tijd wijzigen. (P16)
•Als
[ 4qk6q/10k15cm] is ingesteld in [FOTOMODE], werkt de extra optische zoom. (P28)
• De instellingen voor [BATT. TYPE], [TOON] en [KLOKINST.] in de eenvoudige functie worden ook toegepast op andere opnamefuncties.
• De instellingen voor [WERELDTIJD] (P20), [LCD SCHERM] (P21), [REISDATUM] (P21), [NR.RESET] (P21)
te vergroten tot 8qk10q grootte, lettergrootte enz.
Geschikt voor afdrukken met een normale grootte.
Geschikt voor het versturen van beelden als bijlage van een e-mail of om beelden op websites te plaatsen.
of [ E-MAIL]
Basiskennis
en [TAAL] (P22) in het [SET-UP] menu worden toegepast op de eenvoudige functie.
Andere instellingen in de eenvoudige
functie
In de eenvoudige functie worden andere instellingen als volgt vastgesteld. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u de pagina waarnaar wordt verwezen.
• Focusbereik: 50 cm tot (Tele) 5 cm tot ¶ (Breed)
• [AUTO REVIEW] (P19): [1SEC.]
• [BATT. BESP.] (P20): [5MIN.]
• [BESPARING] (P20): [OFF]
• Zelfontspanner (P42): 10 seconden
• Optische beeldstabilisator (P65): [MODE1]
• [WITBALANS] (P60): [AWB]
• [GEVOELIGHEID] (P61): De instelling wordt dezelfde als wanneer u de ISO-gevoeligheid op [ISO800] hebt ingesteld in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P44)
• [ASPECTRATIO] [KWALITEIT] (P62)
– [ ENLARGE]:
: (7M)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
– [ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
• [AF MODE] (P64): []
• [AF ASS. LAMP] (P66): [ON]
/[FOTO RES.]/
:
27
VQT1C47
Basiskennis
• De volgende functies kunt u niet in de eenvoudige functie gebruiken. – [RICHTLIJN] – Hoge-hoekfunctie – Belichtingscompensatie – Witbalans, fijnafstelling – [BURSTFUNCTIE] – [DIG. ZOOM] – [SLUITER LANG] – [KLEURFUNCTIE]
• In de eenvoudige functie kunt u de volgende functies niet gebruiken. –[REISDATUM] – [WERELDTIJD]
Compensatie van de
achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval wordt het onderwerp (zoals een persoon) donker zodat u met deze functie het achtergrondlicht compenseert door het hele beeld lichter te maken.
Druk op 3.
• Als de achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld, [ ] verschijnt de (aanduiding “achtergrondlichtcompensatie AAN” A). Druk opnieuw op 3 om de functie uit te schakelen.
3
BACKLIGHT
3
BACKLIGHT
Beelden maken met de zoom
De optische zoom gebruiken/De extraoptische zoom gebruiken (EZ)
U kunt personen en objectobjecten dichterbij doen lijken met de 6k optische zoom en breedhoekopnamen maken van landschappen. (35 mm filmcamera equivalent: 37 mm tot
222 mm) Stel een beeldgrootte in die niet samenvalt met de grootste waarde voor elke aspectratio [ / / ] om
voorwerpen dichterbij te kunnen halen zonder dat de beeldkwaliteit slechter wordt (Maximum 9k).
Gebruikobject (Tele) om het object
dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
Gebruik (Breed) om objectobjecten
verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
• We raden aan de flits te gebruiken wanneer u de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting gebruikt. (Wanneer u de flits gebruikt, is deze vast ingesteld op AAN [ ].)
• De flits is vast ingesteld op AUTO/ Rode-ogenreductie [ ] als de achtergrondcompensatie ingesteld is op [UIT].
28
VQT1C47
Beeldresolutie en maximum
zoomuitvergroting
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
(Tele)
Geacti­veerde
optische
zoom
Aspec-
tratio (P62)
Beeldresolutie
(P63)
/(7M)
(5.5M)
(5M EZ) 7,2
(3M EZ) (2M EZ) (1M EZ)
/
(0.3M EZ)
/
(2.5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
6k (6M)
9
Het mechanisme van de extra
optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3M EZ) (3 miljoen pixels), wordt de 7M (7 miljoen pixels) CCD-zone geconcentreerd in het midden van de 3M (3 miljoen pixels) –zone om een beeld te maken met een hoger zoomeffect.
Basiskennis
• “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
• Als u een beeldresolutie instelt die de extra optische zoom activeert, verschijnt het pictogram van de extra optische zoom [ ] op het scherm als u de zoomfunctie gebruikt.
• De zoom zal heel even stoppen met bewegen dicht bij het object [W] (1k) als u de extra optische zoom gebruikt. Dit is geen storing.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie werkt de extra optische zoom niet.
De makkelijke zoom gebruiken
U kunt heel snel zoomen van Breed naar Tele als u [E.ZOOM] indrukt. De zoomuitvergroting hang af van de beeldgrootte die u hebt ingesteld.
• De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherpobject.
• De objectiefcilinder (P8) wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand. Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] is de zoomuitvergroting vast ingesteld op de waarde die aan het begin van de opname ingesteld is.
Als de beeldgrootte is ingesteld op de
grootste voor elke aspectratio
Het beeld wordt even kleiner en u kunt de extra optische zoom gebruiken.
29
VQT1C47
Basiskennis
door deze bijv. in te stellen op [ ] (7M)
1
W
1
2
W
2
3
W
T
T
T
Als de beeldgrootte niet op de
hoogste waarde voor elke aspectratio door deze bijv. in te stellen op [ ] (3M EZ)
4
W
3
5
W
T
T
1 Eén keer op [E.ZOOM] drukken. 2 Twee keer op [E.ZOOM] drukken. 3 Drie keer op [E.ZOOM] drukken.
1 Optische zoom 2 Extra optische zoom
• De beeldgrootte voor het bereik van de Extra optische zoom wijzigt als volgt. De kleur van de zoombalk en van de beeldgrootte op het scherm wijzigt in dit geval.
Aspectratio Beeldresolutie
>
>
>
• Als u drie keer op [E.ZOOM] drukt, gaat de zoom weer op Breed staan en krijgt het beeld weer de oorspronkelijke grootte. Als de zoom weer in het bereik van de optische zoom wordt gezet met de zoomhendel, krijgt het beeld ook weer zijn oorspronkelijke grootte.
4 Eén keer op [E.ZOOM] drukken. 5 Twee keer op [E.ZOOM] drukken.
3 Extra optische zoom
¢ Dit wordt 7,2k als de beeldgrootte [ ]
(5M EZ) is.
• Druk goed op [E.ZOOM] totdat de zoomfunctie inschakelt.
• De snelle zoom werkt ook als u [E.ZOOM] indrukt terwijl de zoom niet op Breed staat.
• U kunt de zoom uitbreiden met de digitale zoom als u [DIG. ZOOM] (P31) instelt op [ON].
• In [ ENLARGE] in de eenvoudige opnamefunctie [ ], [H. GEVOELIGH.] (P51) in de scènefunctie en in de functie voor bewegende beelden [ ], wordt de zoom tot 6k keer de optische zoom.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
30
VQT1C47
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
Basiskennis
zetten of het zoomhendeltje één keer los te laten en het vervolgens weer op Tele te zetten.
Een maximum van 24k zoom kan bereikt worden met de 6k optische zoom en de 4k digitale zoom wanneer [DIG. ZOOM] deze ingesteld is op [ON] in het [OPNAME] menu. Als er echter een beeldresolutie gekozen wordt die de extra optische zoom gebruikt, kan er een maximum van 36k zoom bereikt worden met de 9k extra optische zoom en de 4k digitale zoom.
Menuhandeling
1 Op [MENU/SET] drukken.
• Als u een scènefunctie kiest, kiest u het [OPNAME] menu [ ] en drukt u op 1.
2 Op 3/4 om [DIG. ZOOM] te
kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3
INST.
/
3
OFF
ON
MENU
MENU
SET
OPNAME
DIG. ZOOM
KLEURFUNCTIE KLOKINST.
SELEC
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
Het digitale zoombereik instellen
De zoomaanduiding op het scherm kan ophouden met bewegen als u de zoomhendel op de verste telestand zet van het bereik van de optische zoom. U kunt het digitale zoombereik instellen door het zoomhendeltje continu op Tele te
[OFF]:
[ON]:
W
W
1a
W
1a
T
6a
24a
9a 36a
T
(Wanneer u de digitale zoom en de verlengde optische zoom [ ] (3M EZ) tegelijk gebruikt.)
1 Optische zoom 2 Digitale zoom 3 Geactiveerde optische zoom
• De AF-zone (P64) wordt groter als u de digitale zoom gebruikt. In dit geval kan ook de stabilisator niet werken.
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit wordt.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P42) aan om opnamen te maken.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De digitale zoom werkt niet in de volgende gevallen: – In simpele functie [ ]. – In de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie
[].
– In [SPORT], [BABY1]/[BABY2],
[HUISDIER] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie.
T
31
VQT1C47
Basiskennis
De opnamen controleren (Overzicht)
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
OVERZICHT4X
U kunt de opnamen controleren terwijl het toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1 Op 4 [REV] drukken.
OVERZICHT1X
WISSEN
4X
EXIT
• De laatst gemaakte opname verschijnt 10 seconden lang.
• Het overzicht wordt geannuleerd wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw ingedrukt wordt.
2 Druk op 2/1 om het beeld te
kiezen.
OVERZICHT1X
WISSEN
4X
EXIT
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
Het beeld uitvergroten
1 Draai de zoomhendel op [ ] (T).
• Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten voor een 4k vergroting en het vervolgens nog verder zetten voor een 8k vergroting. Wanneer u het zoomhendeltje in de richting van [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting kleiner.
1X
• Als u de uitvergroting of de afbeelding op het scherm wijzigt of verplaatst, verschijnt de zoomstandaanduiding A ongeveer 1 seconde lang.
Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
U kunt tijdens het afspelen één beeld, meerdere beelden of alle beelden wissen. Lees P32 voor P33 informatie over het wissen van beelden.
• Wanneer [LCD ROTEREN] (P74) ingesteld is op [ON] worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld (gedraaid).
WISSEN
8X
Beelden wissen/ afspelen
De beeldgegevens in het ingebouwde geheugen wissen of afspelen zonder kaart. Beeldgegevens op de kaart wissen of afspelen met kaart. (P14)
Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Controleer elk beeld afzonderlijk en wis dan de beelden die u niet wenst te behouden.
32
VQT1C47
Playing back pictures
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2007
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2007
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
• Het bestandsnummer A en het beeldnummer B wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het nummer van het gewenste terug te spelen beeld verschijnt om het beeld terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden toe.
• In de functie “overzicht terugdraaien” in de opnamefunctie en in “meervoudig terugdraaien”, kunnen de opnamen alleen één voor één verder of teruggedraaid worden. (P68)
• Dit toestel voldoet aan de DCF standaard “Design rule for Camera File system” van de “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
Basiskennis
• Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle details van de opgenomen beelden verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom (P70) om deze details te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn met andere apparatuur kan de kwaliteit slechter worden. (De opnamen worden afgebeeld als [WEERGAVE THUMBNAIL] op het scherm.)
• Als u een mapnaam of bestandnaam op uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze opnamen op het toestel terug te spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat buiten de standaard valt, dan wordt het map-/bestandnummer aangegeven met [—] en kan het scherm zwart worden.
• Er kan een rand op het scherm verschijnen afhankelijk van het object. Dit wordt “moire” genoemd. Dit is geen storing.
Een enkel beeld wissen
1 Druk op [ ] terwijl de opname
wordt afgespeeld.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN
JA
SELEC INST.
NEE
MENU
MULTI/ALLES
MENU
SET
• Terwijl het beeld gewist wordt, verschijnt [ ] op het scherm.
Om te wissen [MULTI WISSEN]/
[ALLES ANNULEREN]
1 Twee keer op [ ] drukken.
33
VQT1C47
Basiskennis
2
Op 3/4 drukken om [MULTI WISSEN] of [ALLES ANNULEREN] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
MULTI/ALLES WISSEN
MULTI WISSEN
ALLES ANNULEREN
SELEC
INST.
MENU
ANNUL
MENU
SET
•[MULTIWISSEN] > stap 3.
• [ALLES ANNULEREN] > stap
5.
• [ALLES WISSEN BEHALVE ] (Alleen als [FAVORIETEN] (P73) is ingesteld) > stap
5.
(U kunt dit niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat.)
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest)
MULTI WISSEN
7118 9
WISSEN
EXIT
12
MENU
10
SELEC MARK./ANNUL.
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt, wordt de instelling gewist.
• Het pictogram [ ] knippert en wordt rood als het gekozen beeld beveiligd is en niet gewist kan worden. De beveiliging annuleren en vervolgens het beeld wissen. (P80)
4 Op [ ] drukken. 5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(Scherm wanneer [MULTI WISSEN] gekozen wordt)
MULTI WISSEN
ALLE GEMARKEERDE FOTO'S WISSEN ?
JA
NEE
SELEC INST.
MENU
SET
MENU
SET
• Als u alle opnamen wist, kunt u alleen opnamen in het ingebouwde geheugen of op de kaart wissen. (U kunt niet tegelijkertijd opnamen in het geheugen en op de kaart wissen).
• [ALLE FOTO’S IN HET INTERNE GEHEUGEN WISSEN ?] verschijnt als u [ALLES ANNULEREN] gebruikt en [ALLES WISSEN BEHALVE ?] verschijnt als u [ALLES WISSEN BEHALVE ] gebruikt.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het wissen halverwege stoppen.
• Het toestel niet uitzetten.
• Wanneer u opnamen wist, batterijen gebruiken met voldoende batterijstroom (P22) of de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruiken.
• Het is mogelijk om tot 50 opnamen tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt ze te wissen.
• Als er beveiligde opnamen zijn [ ] (P80), of opnamen die niet voldoen aan de DCF-standaard (P33) of op een kaart staan met de schrijfbescherming op [LOCK] (P15) worden deze opnamen niet gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] gekozen worden.
34
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de LCD-monitor
De afgebeelde informatie wijzigen
DISPLAY
A LCD-monitor (LCD)
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P70), als u bewegende beelden terugspoelt (P70) en tijdens een diavoorstelling (P72), kunt u alleen kiezen tussen “Normale weergave H” of “Geen weergave J”.
In Eenvoudige functie [ ]
3
BACKLIGHT
B Normaal display C Non-display
In opnamefunctie
3 3
Gevorderd (Opnamen maken)
D Normaal display (Opname-informatie) E Display met histogram F Non-display (Opnamerichtlijn) G Non-display
¢1 Histogram ¢2 Het patroon van de richtlijnen die
afgebeeld worden door de instelling [RICHTLIJN] in [SET-UP] menu instellen (P21). U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
In terugspeelfunctie
100_0001
1E DAG
9 mnd. 10 dg.
10:00 1.DEC.2007
3
H Normaal display I Display met opname-informatie en
histogram J Non-display ¢3 Verschijnt als [INST. GEB DATUM] en
[MET LEEFTIJD] ingesteld worden in [BABY1]/[BABY2] (P49) of [HUISDIER] (P50) in de scènefunctie voordat u opneemt.
¢4 De dagen die verstreken zijn sinds de
vertrekdatum verschijnen op het display als u [REISDATUM] (P55) instelt voordat u opnamen maakt.
1
• In [NACHTPORTRET] (P48),
[NACHTL. SCHAP] (P48), [STERRENHEMEL] (P51) en [VUURWERK] (P52) in scènefunctie, is de richtlijn grijs.
1/3
4
F2.8 1/30
10:00 1.DEC.2007
¢2
100_0001
ISO
100
1/3
AWB
35
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken.
A []: Dit wordt gebruikt wanneer het
hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling.
B []: Dit wordt gebruikt wanneer u het
onderwerp precies in het midden wilt positioneren.
Histogram
• Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
• Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld. A Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname onderbelicht.
B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld
zijn, is de belichting juist en de helderheid goed uitgebalanceerd.
C Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de opname overbelicht.
Voorbeeld van histogram
100_0001
1/3
ISO
AWB
10:00 1.DEC.2007
100_0001
ISO
10:00 1.DEC.2007
100_0001
ISO
10:00 1.DEC.2007
100
1/3
AWB
100
1/3
AWB
100
F2.8 1/200
F2.8 1/100
F2.8 1/50
A Onderbelicht B Juist belicht C Overbelicht
¢Histogram
• Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar overeenkomen.
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende softwarevoor PC’s enz.
• Het histogram verschijnt niet in de eenvoudige functie [ ] of in de bewegende-beeldenfunctie [ ] en tijdens het meervoudig terugspelen of de kalenderterugspeelfunctie en met de terugspeelzoom.
36
VQT1C47
Het opnemen van een beeld met het toestel dat u hoog boven uw hoofd houdt (Hoge hoekfunctie)
Gevorderd (Opnamen maken)
De hoge-hoekfunctie uitschakelen
Houd [HIGH ANGLE] weer 1 seconde ingedrukt of zet de camera uit.
• De hoge-hoekfunctie kan ook geannuleerd worden als de energiebesparing geactiveerd is.
Het LCD-scherm wordt beter zichtbaar als u opnamen maakt met de camera hoog boven uw hoofd zoals op de afbeelding die volgt. Dit is nuttig wanneer u niet dichtbij het object kunt komen omdat er een persoon in de weg staat.
Druk op [HIGH ANGLE] A (1 seconde).
3
1 SEC. INDRUKKEN
ON:
HIGH
ANGLE
1 SEC. INDRUKKEN
3
HIGH
ANGLE
ON:
B: Hoge-hoekpictogram
• Als u [DISPLAY] 1 seconde indrukt, schakelt de hoge-hoekfunctie in. Het LCD-scherm C wordt lichter en beter zichtbaar als u de camera ver van u af houdt. (Het wordt wel moeilijker om er recht in te kijken.)
• Beelden worden afgebeeld op de LCD-monitor met vergrootte helderheid in hoge hoekfunctie. Daarom kunnen sommige objectobjecten er anders uitzien op de LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter de opgenomen opnamen niet.
• U kunt het hoge-hoekeffect misschien niet merken als u de LCD-monitor slecht ziet door zonlicht e.d. dat erop schijnt. Scherm in dit geval met uw hand of een ander voorwerp de camera af.
• De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in de volgende gevallen:
– In Eenvoudige functie [ ] – In terugspeelfunctie – In de printfunctie [ ] – Terwijl het menuscherm afgebeeld is – Terwijl het terugspeelscherm
afgebeeld is
37
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Beelden maken met de ingebouwde flits
A: Fotoflits Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flits instellen voor opnamen.
1 Op 1 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
FLITS
AUTO
AUTO/RODE-OG FLITS ALTIJD AAN GEDWONGEN UIT
MENU
SELEC
• U kunt ook op 1 [ ] drukken om te selecteren.
• Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” (P39) raadplegen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
INST.
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
¢1
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢1
• De flitsinstelling is alleen vast ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie wanneer u [PARTY] (P49) of [KAARSLICHT] (P49) in de scènefunctie instelt.
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
• U kunt Trage synch./ Rode-ogenreductie alleen instellen in [NACHTPORTRET] (P48), [PARTY] (P49) en [KAARSLICHT] (P49) in de scènefunctie.
38
VQT1C47
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits geactiveerd is.
Gevorderd (Opnamen maken)
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥:Begininstelling)
2
2
1
2
¢2 De flits wordt vast ingesteld op AAN
[ ] als de achtergrondcompensatie geactiveerd wordt.
VQT1C47
39
Gevorderd (Opnamen maken)
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
• De flitsinstelling wordt opgeslagen ook als u de camera uit zet. De flits krijgt wel weer de oorspronkelijke instelling als u de scènefunctie wijzigt.
Beschikbaar flitsbereik voor elke
ISO-gevoeligheid
ISO-gevoeligheid
(P61)
[AUTO]
Beschikbaar
flitsbereik
Breed
50 cm tot 5,4 m
Tel e
50 cm tot 3,3 m
[ISO100]
Breed
50 cm tot 2,1 m
Tel e
50 cm tot 1,3 m
[ISO200]
Breed
50 cm tot 3,0 m
Tel e
50 cm tot 1,8 m
[ISO400]
Breed
60 cm tot 4,2 m
Tel e
60 cm tot 2,6 m
[ISO800]
Breed
80 cm tot 6,0 m
Tel e
60 cm tot 3,7 m
[ISO1250]
Breed
1,0 m tot 6,3 m
Tel e
80 cm tot 3,9 m
• Het beschikbare flitsbereik is correct bij benadering.
• Het beschikbare focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie. (P109)
• Als u de flits gebruikt en de ISO-gevoeligheid staat op [AUTO] of als
de hoogste ISO-gevoeligheid op een andere waarde staat dan [ISO400] in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P44) neemt de ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een maximum van [ISO640]. (Maximum [ISO400] in [BABY1]/[BABY2] (P49) en [HUISDIER] (P50) in de scènefunctie).
• Als u een opname maakt met de flits in een kort bereik wanneer de zoom bij [W] (1k) staat, kunnen de hoeken van de opname donker worden. Verdraai de zoomhendel een beetje en maak dan de opname.
Beschikbaar flitsbereik voor elke
ISO-gevoeligheid
[ISO-LIMIET]
(
P44
[ISO400] Ongeveer
[ISO800] Ongeveer [ISO1250]
Beschikbaar flitsbereik
)
Breed Tele
50 cm tot ongeveer 
4,2 m
50 cm tot ongeveer 
5,4 m
Ongeveer
50 cm tot ongeveer 
2,6 m
Ongeveer
50 cm tot ongeveer 
3,3 m
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
:AUTO :AUTO/
Rode-ogenre ductie
:Vast
ingesteld op AAN
1/30 tot 1/2000
:Vast
ingesteld op AAN/ Rode-ogenre ductie
40
VQT1C47
: Langzame
synchr/ Rode-ogenre
1/8
¢1
tot 1/2000
ductie
¢1
: Vast
ingesteld op UIT
tot 1/2000
1/8
¢
1
1/8
of 1 tot
¢
2
1/2000 1/4 of 1 tot 1/2000
¢
¢1 De sluitertijd wijzigt afhankelijk van de
langzame sluiterinstelling. (P67)
¢2 Eenvoudige opnamefunctie [ ] ¢3 Slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]/
[SPORT] (P47), [BABY1]/[BABY2] (P49) en [HUISDIER] (P50) in de scènefunctie
¢2, ¢3: De sluitertijd wordt maximum 1 seconde in de volgende gevallen. – Als de optische beeldstabilisator op
[OFF] staat.
– Als de camera een beetje jitter vaststelt
terwijl de optische beeldstabilisator op [MODE1] of [MODE2] staat.
Er kunnen verschillen zijn in de
• bovenstaande sluitertijden in de volgende scènefuncties. – [NACHTL. SCHAP] (P48):
8 seconden op 1/2000ste van een seconde
– [STERRENHEMEL] (P51):
15 seconden, 30 seconden, 60 seconden
– [VUURWERK] (P52):
1/4ste van een seconde, 2 seconde
Gevorderd (Opnamen maken)
AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruikt.] Als de resterende batterijstroom te laag is, kan het scherm langer uitgaan.
• Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn.
3
• De witbalans kan eventueel niet goed worden geregeld als de flits niet sterk genoeg is voor het voorwerp. (P60)
• Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
• Het kan even duren om de flits op te laden als u een tweede opname wil maken. Maak de opname pas als het flitslampje weer aan gaat.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
• U kunt maar 1 opname tegelijk maken met de flits.
• Kijk nooit recht in de flits als deze werkt.
• Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit vervormd of verkleurd worden door de hitte of het licht van de flits.
• Terwijl de flits opgeladen wordt, gaat het scherm uit en kunt u geen opnamen maken. Het statuslampje gaat branden. [Behalve wanneer u de
41
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Opnamen maken met de zelfontspanner
1 Op 2 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
ZELFONTSPANNER
UIT
10
SEC.
2
SEC.
MENU
SELEC
• U kunt ook op 2 [ ] drukken om te selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
4 Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken.
A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
B: De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te maken.
• Het lampje van de zelfontspanner C knippert en de sluiter wordt na
42
VQT1C47
INST.
ANNUL
3
MENU
10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
• Als u tijdens het instellen van de zelfontspanner op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling van de zelfontspanner geannuleerd.
• Wanneer u een statief of dergelijkeenz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op 2 seconden handig om de bewegingbeweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop te vermijden.
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken (P66) zodat het toestel beter op het object scherp kan stellen.
• In de eenvoudige functie [ ] is de zelfontspanner vast ingesteld op 10 seconden.
• Wanneer u de zelfontspanner instelt in de burstfunctie, begint het toestel een beeld te maken 2 of 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt. Het aantal tegelijk gemaakte opnamen is vast ingesteld op 3.
• We raden het gebruik van een statief aan wanneer u opneemt met de zelfontspanner.
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
Gevorderd (Opnamen maken)
1 Druk op 3 [ ] totdat
[BELICHTING] verschijnt en corrigeer de belichting met 2/1.
BELICHTING
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
• EV is een afkorting voor “Exposure Value” (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt.
• De belichtingscompensatiewaarde verschijnt links onderaan op het scherm.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
• De belichting kan niet gecompenseerd worden wanneer u [STERRENHEMEL] in de scènefunctie gebruikt.
43
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
De gevoeligheid aanpassen aan de beweging van het opgenomen onderwerp
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op in de buurt van het midden van het scherm en zet vervolgens de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in afhankelijk van de beweging en de helderheid van het onderwerp.
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om [ISO-LIMIET] te
kiezen en vervolgens op 1.
1
OPNAME
WITBALANS
ISO
ISO-LIMIET
MAX
ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
3 Druk op 3/4 om het onderdeel
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
Onderdeel
De ISO-gevoeligheid neemt
400
automatisch toe tot op de
800
ingestelde waarde afhankelijk
1250
• Hoe hoger de ingestelde ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u zult hebben. De beeldruis neemt echter wel toe.
van de bewegingen en de helderheid van een voorwerp.
/
3
AWB
400
AUTO
400
800 800
1250 1250
MENU
INST.
Instellingen
• Hoe hoger de ingestelde ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u zult hebben. De beeldruis neemt echter wel toe.
F2.8
1/125 ISO800
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen beelden gemaakt worden van een onderwerp zonder beweging door de ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30 ISO200
• Als u de ontspanknop half indrukt, verschijnt [ ] A. Als u de ontspanknop helemaal indrukt, verschijnen de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid even.
F2.8
• Het focusbereik wordt hetzelfde als de macrofunctie. [5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot ¶]
• Als de flits werkt, neemt de ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een maximum van [ISO640]. (Als de hoogste ISO-gevoeligheid op een andere dan [ISO400] is ingesteld.)
• Lees P40 voor informatie over het beschikbare flitsbereik.
44
VQT1C47
• Afhankelijk van de helderheid en de snelheid van het onderwerp kunt u storing door beweging niet vermijden.
• Het toestel kan niet in staat zijn de beweging op te sporen van het onderwerp in de volgende gevallen. – Wanneer het onderwerp klein is – Wanneer het bewegend onderwerp zich
aan de rand van het scherm bevindt
– Wanneer het onderwerp begint met
bewegen op het moment dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
• Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan de [ISO-LIMIET] lager in te stellen of [KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] in te stellen. (P67)
• De volgende functies werken niet. – [SLUITER LANG] – [DIG. ZOOM]
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 5 cm van de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1k).
Focusbereik
Gevorderd (Opnamen maken)
aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt.
• De macrofunctie zal voorrang geven aan elk object dat zich dicht bij de camera bevindt. Als dus de afstand tussen de camera en het object meer dan 50 cm bedraagt, duurt het langer om scherp te stellen op dit object in de macrofunctie dan in de normale opnamefunctie.
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer 50 cm tot 5,4 m (Breed). (Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO].)
• Wij raden aan de flits op Gedwongen OFF te zetten [ ] als u van heel dicht bij opnamen maakt.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
T
50 cm
5 cm
W
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan (P42) in de macrofunctie.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik (velddiepte)
45
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Opnamefuncties kiezen die passen bij de scène die u opneemt (Scènefuncties)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname.
• Lees P47 tot 52 en “Over de informatie ” voor details over elke scènefunctie.
1 Druk op 1 voor het
[SCÈNE MODE] menu.
2 Op 3/4/2/1 drukken om het
gewenste scènemenu te kiezen.
• De menupagina schakelt over naar de opnamepagina in de gekozen scènefunctie.
• Druk op [MENU/SET] en voer dan de stappen
1, 2 en 3 uit om een andere
scènefunctie te kiezen.
Over de informatie
• Als u op [DISPLAY] drukt terwijl u een scènefunctie kiest in stap
2 verschijnt er
uitleg over elke afgebeelde scènefunctie. (Als u opnieuw op [DISPLAY] drukt, keert het [SCÈNE MODE] menu terug op het scherm.)
Als u bijv. de informatie weergeeft van [BABY1]
INFORMATIE
BABY1 Voor foto's van baby's. De leefijd kan weergegeven
worden als degeboortedatum ingesteld wordt.
ANNUL
DISPLAY
INST.
MENU
SCÈNE MODE
SCN
SELEC
SCÈNE MODE
SCN
STERRENHEMEL
SELEC
21
BABY1
DISPLAY
DISPLAY
INST.
INST.
1
/
2
MENU
2
/
2
MENU
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm.
• U kunt ook tussen de schermen kiezen in elk willekeurig onderdeel door aan het zoomhendeltje te draaien.
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
46
VQT1C47
• Lees P40 voor informatie over de sluitersnelheid.
• De flitsinstelling wordt opgeslagen ook als u de camera uit zet. De flits krijgt wel weer de oorspronkelijke instelling als u een andere scènefunctie kiest. (P39)
• Als u een opname maakt met een scènefunctie die niet geschikt is voor de werkelijke condities, kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
• Als u op 2 drukt terwijl u [PORTRET] of [STERRENHEMEL] in stap
2 kiest,
verschijnt het [SCÈNE MODE] menu [ ]. Als u dan het [OPNAME] menu [ ] of het [SET-UP] menu [ ] kiest, kunt u de gewenste onderdelen instellen. (P18)
• De volgende functies kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – [GEVOELIGHEID] – [KLEURFUNCTIE]
[PORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) De persoon steekt beter af op de achtergrond en heeft een gezondere huidskleur.
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
[GAVE HUID]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Hiermee kunt u een zachtere huidtint krijgen dan in [PORTRET].
Technieken voor de
zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
• Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte ook verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder.
Gevorderd (Opnamen maken)
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
[LANDSCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) U kunt hiermee opnamen maken van een wijd landschap.
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[SPORT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende evenementen.
• Deze functie is geschikt om beelden te maken van voorwerpen op afstanden van 5 m of meer.
• Als u opnamen maakt van een snel bewegend onderwerp binnenshuis, wordt de ISO-gevoeligheid dezelfde als wanneer de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] op de hoogste ISO-gevoeligheid staat van [ISO800]. (P44)
• De volgende functies werken niet. – [SLUITER LANG] – [DIG. ZOOM]
47
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
[NACHTPORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon en de achtergrond met een zo goed als levensechte helderheid.
Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P42) aan om opnamen te maken.
• Het object gedurende ongeveer 1 seconde stil laten staan nadat u de opname gemaakt hebt.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u een opnameopname maakt.
Technieken voor nachtlandschappen
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt (tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te gebruiken. We raden verder het gebruik van de zelfontspanner aan (P42) om deze opnamen te maken.
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• De volgende functies werken niet. – [WITBALANS] – [SLUITER LANG]
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees P40 voor het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken.)
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] gekozen en wordt de flits telkens geactiveerd.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[NACHTL. SCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Hiermee kunt u levendige opnamen maken van nachtscènes.
48
VQT1C47
[VOEDSEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot ¶]
• U kunt de witbalans niet instellen.
Gevorderd (Opnamen maken)
[PARTY]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Kies dit als u opnamen wil maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis enzovoort. U kunt hiermee opnamen maken van personen en achtergronden met een zo goed als levensechte helderheid.
Technieken voor opnamen van
feesten
• De flits gebruiken.
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P42) aan voor deze opnamen.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u opnamen maakt.
• De flitsinstelling kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
• U kunt de witbalans niet instellen.
[KAARSLICHT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht.
Technieken voor de opnamen bij
kaarslicht
• Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u mooie opnamen maken zonder de flits.
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P42) aan voor deze opnamen.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot ¶]
• De flits kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
• U kunt de witbalans niet instellen.
[ZONSONDERG.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Kies dit als u een opname wil maken van een zonsopgang. Hiermee maakt u levendige opnamen van een sterrenhemel of een donker onderwerp.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De instelling op de AF-lamp is buiten werking gesteld.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
• U kunt de witbalans niet instellen.
1
[BABY1]/
2
[BABY2]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met mooi kleurtje. Als u de flits gebruikt, zal het licht ervan zwakker zijn dan normaal. U kunt twee verschillende geboortedatums instellen met [BABY1] en [BABY2]. U kunt de ingestelde datum weergeven als u opnamen afspeelt en de leeftijd laten afdrukken op de beelden met [DATUM AFDR.] (P76).
49
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor de aansluiting op de PC raadplegen.)
Het afbeelden van de leeftijd instellen
• Om de leeftijd weer te geven, stelt u eerst de geboortedatum in. Controleer dan of u [MET LEEFTIJD] hebt ingesteld voordat u opnamen maakt.
1
BABY1
MET LEEFTIJD
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
ANNUL
SELEC INST.
MENU
Geboortedatum instellen 1 Op 3/4 drukken om
[INST. GEB DATUM] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Als een melding verschijnt, drukt u op
2/1 om de menuonderdelen te kiezen (jaar/maand/dag). Druk dan op 3/4 om deze gegevens te bevestigen.
3 Op [MENU/SET] drukken om het
instellen te eindigen.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot ¶]
• De ISO-gevoeligheid wordt dezelfde als wanneer de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] is ingesteld op de hoogste ISO-gevoeligheid van [ISO400]. (P44)
• Als u het toestel aanzet in [BABY1]/ [BABY2], verschijnen de leeftijd en huidige tijd ongeveer 5 seconden onderaan op het scherm.
• De stijl van de geboortedatum op het scherm verschilt naar gelang van de taalinstelling in de opnamefunctie.
• Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt, controleert u de klok en de geboortedatuminstellingen.
• Als het toestel ingesteld is op [ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd niet opgenomen zelfs als de tijd en geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent dat de leeftijd niet ingesteld kan worden zelfs als het toestel ingesteld is op [MET LEEFTIJD] na het maken van opnamen.
• U kunt de geboortedatum wijzigen met [RESETTEN]. (P21)
• De volgende functies werken niet. – [SLUITER LANG] – [DIG. ZOOM]
[HUISDIER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Kies dit als u opnamen wenst te maken van een huisdier (kat of hond). Hiermee kunt u de geboortedatum van uw huisdier instellen. U kunt deze datum weergeven terwijl u opnamen afspeelt of op de opnamen laten afdrukken met [DATUM AFDR.] (P76).
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor de aansluiting op de PC raadplegen.)
Lees [BABY1]/[BABY2] (P49) voor informatie over het instellen van de leeftijdweergave en van de geboortedatum.
• De begininstelling van de AF-lamp is [OFF]. (P66)
• Lees [BABY1]/[BABY2] voor meer informatie over deze functie.
50
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
[H. GEVOELIGH.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Dit initieert hoge-gevoeligheidprocessering en stelt onderwerpen in staat om op de foto te komen op de ISO 3200 gevoeligheid.
• De resolutie neemt enigszins af met de hoge-gevoeligheidsfunctie. Dit is geen storing.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot ¶]
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De extra optische zoom en de digitale zoom kunnen niet gebruikt worden.
[STRAND]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Hiermee kunt u nog betere opnamen maken van een helderblauwe hemel, de zee enzovoort. Met deze functie voorkomt u onderbelichte mensen in sterk zonnelicht.
• Raak de camera niet aan met natte handen.
• Zand of zeewater kunnen de camera beschadigen. Laat geen zand of zeewater in de lens of op de aansluitingen komen.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[STERRENHEMEL]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Hiermee maakt u levendige opnamen van een sterrenhemel of een donker onderwerp.
De sluitertijd instellen
• Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.].
1 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken
STERRENHEMEL
15 SEC.
30 SEC. 60 SEC.
ANNUL
SELEC INST.
MENU
• Als u het aantal seconden wenst te wijzigen, drukt u op [MENU/SET] en weer dan op 1 om select [STERRENHEMEL] te kiezen.
2 Opnamen maken.
15
MENU
ANNUL
• Druk de ontspanknop helemaal in om de aftelpagina te openen. Het toestel niet bewegen als dit scherm afgebeeld wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [AUB WACHTEN ...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt om de signalen te verwerken.
• Druk op [MENU/SET] om te stoppen met de opname terwijl de aftelling op het scherm staat.
Technieken voor opnamen van
sterrenhemels
• De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief.
51
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Wij raden verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner. (P42)
• De LCD-monitor wordt automatisch donker.
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P36)
• De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
• De volgende functies werken niet. – [BELICHTING] – [WITBALANS] – [STABILISATIE] – [BURSTFUNCTIE] – [SLUITER LANG]
[VUURWERK]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
Technieken voor opnamen van
vuurwerk
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan.
• Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is.
• De sluitersnelheden worden als volgt ingesteld. – Als u [OFF] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: Vast op 2 seconde
– Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: 1/4ste of 2 seconde (De sluitertijd wordt 2 seconde alleen als de camera bepaalt dat er een beetje
golfbeweging is of waneer u een statief gebruikt enz.)
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P36)
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
• De volgende functies werken niet. – [WITBALANS] – [SLUITER LANG]
[SNEEUW]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Deze functie zal de witbalans en de belichting bijstellen om de sneeuw zo wit mogelijk te doen lijken.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[LUCHTFOT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P46) Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit.
Techniek voor Luchtfoto’s
• Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
• Zet de camera uit terwijl het vliegtuig opstijgt of landt.
52
VQT1C47
• Als u de camera wenst te gebruiken, dient u alle instructies van het vliegtuigpersoneel te volgen.
• Wees voorzichtig met weerkaatsing op het raampje.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
Bewegende beelden
1 Druk de opspanknop half in om
scherp te stellen en druk hem dan helemaal in om opnamen te maken.
R 50
s
3
s
A: Geluidsopname (Alleen DMC-LZ7)
• De beschikbare opnametijd B verschijnt op het display rechts boven en de voorbije opnametijd C staat onderaan rechts.
• Is de scherpte ingesteld dan gaat de betreffende aanduiding branden.
• De scherpstelling, zoom en openingswaarde zijn vast ingesteld op de instelling die geldt tijdens het starten van de opname (de eerste frame).
• Geluid wordt met dit toestel gelijktijdig opgenomen via de ingebouwde microfoon. (Bewegende beelden kunnen niet zonder geluid opgenomen worden.) (DMC-LZ7)
• Als u de stabilisatorfunctie gebruikt, staat deze vast ingesteld op [MODE1].
Gevorderd (Opnamen maken)
De ontspanknop helemaal indrukken om de opname te stoppen.
2 De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te stoppen.
• Als het ingebouwde geheugen of de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het toestel automatisch met opnemen.
De aspectratio en de beeldkwaliteit
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[ASPECTRATIO] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
WITBALANS ASPECTRATIO
FOTOMODE AF MODE
STABILISATIE
SELEC INST.
/
2
AWB
MODE1
MENU
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op 3/4 drukken om
[FOTOMODE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
WITBALANS ASPECTRATIO
FOTOMODE AF MODE
STABILISATIE
SELEC INST.
/
2
AWB
ON
MENU
5 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
53
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap
[30fpsQVGA] [10fpsQVGA]
2
Onderdeel Beeldresolutie fps [30fpsVGA] [10fpsVGA] 10
640k480 pixels
320k240 pixels
30
30 10
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap
2
Onderdeel Beeldresolutie fps
[30fps16:9] [10fps16:9] 10
848k480 pixels
30
• fps “frames per seconde”; Dit verwijst naar het aantal frames gebruikt in 1 seconde.
• U kunt zachtere beeldopnamen maken met “30 fps”.
• U kunt langere beeldopnamen maken met “10 fps” maar de kwaliteit is wel minder.
• Met [10fpsQVGA] blijft het bestand klein. Daarom is deze grootte geschikt voor verzending per e-mail.
• U kunt alleen bewegende beelden opnemen met het ingebouwde geheugen als de [ASPECTRATIO] ingesteld is op [ ] en de beeldgrootte op [30fpsQVGA] of [10fpsQVGA] (320k240 pixels).
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het focusbereik is 5 cm tot ¶ (Breed), 50 cm tot (Tele).
• P108 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd.
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen.
• U kunt geen geluid opnemen. (DMC-LZ6)
• Dit apparaat kan geen bewegende beelden opslaan op MultiMediaCards.
• Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het gebruik aan van een high-speedf-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer (op de verpakking).
• Afhankelijk van het type geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen.
• We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Afhankelijk van het type geheugenkaart kan de kaarttoegangsaanduiding even verschijnen na het opnemen van bewegende beelden. Dit is geen storing.
• U kunt continu bewegende opnamen opmaken tot 2 GB. Alleen de maximum beschikbare opnametijd voor 2 GB verschijnt op het
.
scherm
• Wanneer bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van de opnamen en het geluiden achteruit gaat of dat de opnamen niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet correct op het scherm wordt weergegeven.
• De volgende functies kunt u niet in de bewegende-beeldenfunctie gebruiken []. – Richtingdetectie –Overzicht – [MODE2] in [STABILISATIE]
• De bijbehorende software bevat QuickTime om bestanden met bewegende beelden die opgenomen zijn met dit toestel terug te spelen op een PC.
54
VQT1C47
De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt
Als u de vertrekdatum op voorhand instelt, wordt het aantal dagen dat is verstreken vanaf de vertrekdatum (de dag van uw vakantie dus) opgenomen terwijl u opnamen maakt. U kunt het aantal verstreken dagen weergeven als u opnamen afspeelt en deze laten afdrukken op de opnamen met [DATUM AFDR.] (P76).
1/3
10:00 2.DEC.2007
A: Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan ook afgedrukt worden op elke foto met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staan. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksinstructies voor aansluiting op de PC raadplegen.)
Gevorderd (Opnamen maken)
De vertrek/terugkeerdatum instellen
(bijvoorbeeld: Hierna volgen voorbeelden van het scherm met de normale opnamefunctie [ ].)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
3 Op 3/4 drukken om
[REISDATUM] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
INST.
2/4
OFF SET
5MIN. OFF
MENU
MENU
SET
SET-UP
REISDATUM AUTO REVIEW
BATT. BESP.
BESPARING TOON
SELEC
5 Druk op 3/4/2/1 om de
terugkeerdatum in te stellen en dan op [MENU/SET].
REISDATUM
GELIEVE DE VERTREKDATUM INSTELLEN
DEC
12 2007
..
SELEC INST.
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
MENU
MENU
SET
55
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
6 Druk op 3/4/2/1 om de
terugkeerdatum in te stellen en dan op [MENU/SET].
REISDATUM
STEL DE
TERUGDATUM IN.
−−−−− −−−−
..
SELEC EXIT
MENU
MENU
SET
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
• De reisdatum wordt geannuleerd als de huidige datum na de terugkeerdatum valt.
• Als u de terugkeerdatum niet wenst in te stellen, drukt u op [MENU/SET]
terwijl de
datumbalk op het scherm staat.
7 Druk op [MENU/SET] om te
sluiten.
8 Een opname maken.
3
1E DAG
10:00 2.DEC.2007
A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat is verstreken sinds het vertrek wordt ongeveer 5 seconden lang weergegeven telkens als het toestel wordt aangezet enzovoort als een vertrekdatum is ingesteld.
• Als u een vertrekdatum instelt, verschijnt [ ] onderaan rechts op het scherm. (Dit verschijnt niet als de huidige datum later is dan de terugkeerdatum.)
56
VQT1C47
De vertrekdatum wissen
De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum later is dan de terugkeerdatum. Als u de reisdatum wil annuleren voordat u vakantie eindigt, kiest u [OFF] op de pagina van stap
4
waarna u [MENU/SET] twee keer indrukt.
• De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld (P19) en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD] (P56) instelt op de reisbestemming, wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling.
• De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen.
• Als u een vertrekdatum instelt en de klokinstelling wijzigt op de datum en tijd van uw reisbestemming, verschijnt een wit [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen als de datum van uw reisbestemming bijvoorbeeld één dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de ingestelde vertrekdatum.
• Als de [REISDATUM] is ingesteld op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet worden opgeslagen, ook niet als u de reisdatum of terugkeerdatum instelt. Ook als u [REISDATUM] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt.
• Stel de klok in als de melding [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (P16)
• De [REISDATUM] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
De tijd van uw reisbestemming weergeven (Wereldtijd)
Als u uw eigen woongebied instelt en het gebeid van uw reisbestemming als u bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u de plaatselijke tijd op de plaats van uw vakantie afbeelden op het scherm en op de opnamen.
• Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P16)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Druk op 3/4 om [WERELDTIJD]
te kiezen en vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
P
0
MENU
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJNEN
SELEC
• Als u de wereldtijd voor het eerst instelt, verschijnt de melding [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN]. Als deze melding verschijnt, drukt u op [MENU/ SET] en begint u met instellen in het scherm dat u in de stap 2 ziet in “Woongebied instellen [HOME]”.
Gevorderd (Opnamen maken)
Woongebied instellen [HOME]
(Voer de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
10:00 1.DEC.2007
SELEC
ANNUL
INST.
MENU
MENU
SET
2 Druk op 2/1 om uw huidige
verblijfplaats te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00
Berlin Paris Rome Madrid
GMT+1:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
SET
MENU
• De actuele tijd wordt afgebeeld linksboven op het scherm en het tijdverschil met GMT “Greenwich Mean Time” wordt linksonder op het scherm afgebeeld.
• Als in uw eigen gebied het zomeruur wordt gebruikt [ ], drukt u op 3. Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de originele tijd.
• Als u het zomeruur instelt voor uw woongebied, betekent dit niet dat de huidige tijd een uur vooruit wordt gezet. Zet zelf de klok één uur vooruit. (P16)
Het instellen van het woongebied
afronden
• Als u uw woongebied voor het eerst instelt, keert het scherm terug naar het scherm dat u ziet in de stap 1 van de functie “Woongebied instellen [HOME]” als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk op 2 om terug te keren naar het scherm van stap
3 en
druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
• Als u uw woongebied een volgende keer instelt, keert het scherm van stap
3 terug
VQT1C47
57
Gevorderd (Opnamen maken)
als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk opnieuw op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
De reisbestemming instellen
(Voer hiervoor de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
.
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
--:-- --.--.----
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
MENU
SET
A: Afhankelijk van de instelling
verschijnt de tijd in uw vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op het scherm.
• Als u het gebied van uw reisbestemming voor het eerst instelt, worden de datum en de tijd afgebeeld zoals u op de schermafbeelding hierboven ziet.
2 Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00 18:00
3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten.
1
EXIT
/
4
MENU
SET
P
0
MENU
SET-UP
BATT. TYPE KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJNEN
SELEC
• Het pictogram [ ] wordt [ ] als u de reisbestemming hebt ingesteld.
• Zet de instelling weer op [HOME] als uw vakantie afgelopen is met de stappen
1, 2, 3 en de stappen 1 en 2 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”. (P57)
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
• De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
• Het pictogram van de reisbestemming [ ] verschijnt als u opnsamen afspeelt die u tijdens uw reis hebt gemaakt.
Seoul Tokyo
+8:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
• De huidige tijd die geldt voor de gekozen reisbestemming verschijnt rechts bovenaan op het scherm terwijl het verschil tussen de tijd in uw eigen woongebied en het gebied van uw reisbestemming onderaan links op het scherm staat.
• Als de daglichtbesparingstijd [ ] gebruikt wordt op de reisbestemming, op 3 drukken. (De tijd wordt één uur vooruit gezet.) Opnieuw op 3 drukken om de originele tijd terug te zetten.
58
VQT1C47
MENU
SET
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
Gevorderd (Opnamen maken)
– Witbalans – ISO-gevoeligheid – Beeldresolutie – Kwaliteit
De opnamemogelijkheden verhogen door kleureffecten, witbalans enzovoort in te stellen. De instelbare menufuncties hangen af van de opnamewijze.
Instellen met de menupagina
Druk op [MENU/SET] om het [OPNAME] menu te openen en kies dan het onderdeel. (P18)
Onderdelen die u kunt instellen (Opnemen met de normale opnamefunctie [ ])
Menupagina
1/3
2/3
3/3
Onderdeel
: [WITBALANS] (P60) : [GEVOELIGHEID] (P61) : [ASPECTRATIO] (P62) : [FOTO RES.] (P63) : [KWALITEIT] (P63) : [AF MODE] (P64) : [STABILISATIE] (P65) : [BURSTFUNCTIE] (P65) : [AF ASS. LAMP] (P66) : [SLUITER LANG] (P67) : [DIG. ZOOM] (P31) : [KLEURFUNCTIE] (P67) : [KLOKINST.] (P67)
Snel instellen
A: Cursorknoppen B: [MENU/SET] knop C: [FUNC] knop
• U kunt [FUNC] gebruiken om snel de volgende onderdelen in te stellen tijdens het opnemen. (Opnemen met de normale opnamefunctie [ ]) – Optische beeldstabilisator – Burst shooting
B
C
A
1 Druk op [FUNC] en houd dit
ingedrukt tijdens het opnemen.
AWBOFF AUTO
AWB
3
MENU
SELEC
EXIT
2 Druk op 3/4/2/1 om het
menuonderdeel en de instelling te kiezen en druk dan op [MENU/ SET] om het menu te sluiten.
AWB AUTO
OFF
AUTO
ISO
100
ISO
200
ISO
400
ISO
800
ISO
1250
SELEC
EXIT
• U kunt het menu ook sluiten met [FUNC].
• De [ ] (White Set) instelling verschijnt niet als u de snelle instellingen gebruikt.
MENU
3
MENU
SET
VQT1C47
59
Gevorderd (Opnamen maken)
[WITBALANS]
Tinten corrigeren voor meer natuurlijke opnamen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Met deze functie kunt u een witte kleur produceren die dichter is bij de echte kleur in met zonlicht, halogeenbelichting, enz. gemaakte opnamen waarin het witte licht roodachtig of blauwachtig kan lijken.
[AWB] (Automatische
voor de automatische instelling
witbalans)
(Daglicht)
(Bewolkt)
(Schaduw)
voor buitenopnamen op een heldere dag
voor buitenopnamen op een bewolkte dag
voor het maken van opnames buiten in de schaduw
(Halogeen)
(Witinstelling)
voor opname bij halogeen licht
voor gebruik van de vooringestelde witbalans
(Witinstelling)
voor het opnieuw instellen van de witbalans
• Als u een instelling kiest die niet [AWB] is, kunt u de witbalans nauwkeurig afstellen.
1 De automatische witbalans zal met dit
bereik werken. 2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 TV scherm 6 Zonlicht 7 Wit fluorescerend licht 8 Gloeilamp
60
VQT1C47
9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
De automatische witbalans
Het beschikbare balansbereik wordt afgebeeld in de volgende illustratie. Wanneer u een beeld maakt dat buiten het beschikbare witbalansbereik valt, kan het beeld roodachtig of blauwachtig lijken. Zelfs binnen de grenzen van het bereik, zal de automatische witbalans niet juist werken als er veel lichtbronnen zijn of als er geen kleur die in de buurt van wit komt is. In deze gevallen, de witbalans op een andere functie dan [AWB] zetten.
De witbalans handmatig instellen
[]
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen. 1 Kies [ ] (Witbalansinstellingg) en
druk dan op [MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit stuk papier
of iets dergelijks zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk dan op [MENU/SET].
WIT INSTELLEN
ANNUL
INST.
MENU
3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om
het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
De witbalans fijn afstellen [ ]
U kunt de witbalans fijn afstellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
• Stel de witbalans in op [ ]/[ ]/[ ]/ [ ]/[ ]. (P60)
1 Druk op 3 [ ], meerdere keren,
totdat [WB INSTELLEN] verschijnt en druk dan op 2/1 om de witbalans fijn in te stellen.
WB INSTELLEN
BLAUWROOD
SELEC
EXIT
MENU
2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is.
1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is.
• Kies [0] om de oorspronkelijke
witbalans weer in te stellen.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te sluiten.
• De witbalansaanduiding op het scherm
wordt rood of blauw.
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de witbalans
• Als u een opname maakt met de flits, kan de witbalans niet correct aangepast zijn als de flits niet sterk genoeg is voor het object dat u fotografeert.
• De witbalans kan niet worden ingesteld in de volgende gevallen. – Simpele functie [ ] – In [LANDSCHAP], [NACHTPORTRET],
[NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [PARTY], [KAARSLICHT], [ZONSONDERG.], [STRAND], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [SNEEUW] en [LUCHTFOT] in de scènefunctie.
Over het fijn afstellen van de witbalans
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans in [ ] (Witbalansinstelling) keert terug naar [0] wanneer u de witbalans opnieuw instelt met de witbalansinstelling [ ].
• U kunt de witbalans niet fijn instellen als [KLEURFUNCTIE] (P67) is ingesteld op [B/W] of [SEPIA].
[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
• De witbalansinstelling of de fijne witbalansinstelling blijven opgeslagen ook als u de camera uit zet. De witbalansinstelling in de scènefunctie wordt wel weer [AWB] en de fijne witbalansinstelling “0” als u een andere scènefunctie kiest.
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) ISO is een maat voor de gevoeligheid voor licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe minder licht u nodig hebt voor een opname: de camera wordt beter geschikt voor opnamen op donkere plaatsen.
61
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
• Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld op een maximum van [ISO200] volgens de helderheid. (Deze kan afgesteld worden tot een maximum van [ISO640] wanneer u de flits gebruikt.)
ISO-gevoeligheid Gebruiken op
heldere plekken (b.v. buiten)
Gebruiken op donkere plekken
100 1250
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
Sluitertijd Langzaam Snel Ruis Minder Verhoogd
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde aspectratio als een 4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde 3:2 aspect ratio als een 35 mm film.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO3200] in [H. GEVOELIGH.] (P51) in de scènefunctie.
• Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan de hoogste ISO-gevoeligheid in te stellen of [KLEURFUNCTIE] in te stellen op [NATURAL]. (P67
• De ISO-gevoeligheid wordt op [ISO-LIMIET] gezet in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P44)
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen. – Simpele functie [ ] – Bewegende beeldfunctie [ ] – Scènefunctie
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een hoek (standpunt) kiezen die past bij het object.
Dit is geschikt voor landschappen enz. Dit is ook geschikt voor het terugspelen van opnamen op een breedbeeld TV, high-definition-TV enz.
• In de functie voor bewegende beelden [ ], kunt u [ ] niet kiezen. (P53)
• De uiteinden van de opgenomen opnamen kunnen afgeknipt worden bij het afdrukken. (P104)
62
VQT1C47
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen gebruik
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Een digitaal beeld is samengesteld uit ontelbare punten die pixels heten. Ook al ziet u het verschil op het scherm van het toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt op een groot stuk papier of op een computermonitor. Beeldresolutie verwijst naar de compressiewaarde die gebruikt wordt om digitale opnamen op te slaan.
A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof)
¢ Deze opnamen zijn voorbeelden van dit
effect.
Aantal pixels
U kunt opnamen duidelijker afdrukken wanneer er een grotere beeldresolutie [ ] (7M) gekozen is. Wanneer er een kleinere beeldresolutie [ ] (0,3M EZ) gekozen is, kunt u meer opnamen opnemen en deze via e-mail als bijlage verzenden of ze op een website zetten omdat ze klein genoeg zijn.
Aspectratio [ ].
(7M) 3072k2304 pixels (5M EZ) 2560k1920 pixels (3M EZ) 2048k1536 pixels (2M EZ) 1600k1200 pixels
Gevorderd (Opnamen maken)
(1M EZ) 1280k960 pixels (0,3M EZ) 640k480 pixels
Aspectratio [ ].
(6M) 3072k2048 pixels (2,5M EZ) 2048k1360 pixels
Aspectratio [ ].
(5,5M) 3072k1728 pixels (2M EZ) 1920k1080 pixels
Kwaliteit
Fijn (Lage comprimering): Dit type geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering): Dit type geeft voorrang aan het aantal opnamen. Er zullen standaard kwaliteit opnamen gemaakt worden.
• Het aantal pixels dat gekozen kan worden verschilt afhankelijk van de aspectratio. Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de beeldresolutie in.
• “EZ” is een afkorting voor “Extra optical Zoom”. (P28)
• De verengde optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie, daarom wordt de grootte voor [EZ] niet afgebeeld.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
• P106 lezen voor informatie over het aantal opnamen.
• In de eenvoudige functie [ ] worden de instellingen als volgt:
– [ ENLARGE]:
:(7M)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
– [ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
63
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
[AF MODE]
De scherpstellingsfocusmethode instellen
Puntfocussing:
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm.
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
MENU
SET
menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P59) De functie kiezen die overeenkomt met de opnamecondities en de samenstelling.
5-zone-focussing:
Het toestel stelt scherp op één van de 5 focuszones. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt.
3-zone-focussing
(Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel scherp op één van de 3 punten van de focuszones. d.w.z. links, rechts of in het midden. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt.
1-zone-focussing
(Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel scherp es op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
1-zone-focussing:
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
Over [ ] of [ ]
• U kunt sneller scherpstellen op het object dan in de andere AF- functies.
• Het beeld kan even stoppen met bewegen voordat er scherpgesteld wordt wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is geen storing.
• De AF-zone die op het midden van het scherm afgebeeld wordt is groter dan normaal wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer u opnamen op donkere plekken maakt.
1/60F4.5
• Het toestel stelt scherp op alle AF-zones wanneer er meerdere AF-zones (max. 5 zones) tegelijkertijd zijn. De focusstand wordt niet vooraf bepaald. Deze wordt ingesteld op de stand die het toestel automatisch bepaalt op het moment dat u scherpstelt. Als u de focusstand wilt bepalen om opnamen te maken, schakelt u de AF-functie naar [ ], [ ] of [ ].
• Als de AF-functie op [ ] of [ ] staat, verschijnt de AF-zone niet totdat het beeld scherp is.
• De AF-functie naar [ ] of [ ] schakelen als het moeilijk is scherp te stellen met behulp van [ ].
• De AF-functie kan niet worden ingesteld in de eenvoudige opnamefunctie [ ].
64
VQT1C47
[STABILISATIE]
Jitter of camerabeweging meten en compenseren
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P59)
[MODE1]
()
[MODE2]
()
[OFF]
()
De demo over de waarschuwing voor
Druk op 1 op het [STABILISATIE] scherm om de demo over camerabeweging/jitter weer te geven. (U kunt tijdens het afspelen van de demo geen opnamen maken.) Druk op 1 om de demo te sluiten.
A: Demo voor jitter B: Demo voor beweging
• De demo over jitter/camerabeweging is
• De camera gebruikt de beweging van het
MENU
SET
De stabilisator werkt continu en helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de camerabeweging wordt gecompenseerd wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. Er is een groter stabilisatoreffect.
Wanneer de stabilisator niet gewenst is.
jitter/camerabeweging
JITTER, DEMO BEW. ONDW.
AFSPELEN KAN NIET IN OPNAMEFUNCTIE
EXIT
slechts een voorbeeld.
onderwerp ook voor de automatische ISO-gevoeligheid in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P44) en [SPORT] (P47), [BABY1]/[BABY2] (P49)
Gevorderd (Opnamen maken)
en [HUISDIER] (P50) in de eenvoudige opnamefunctie.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is – In het digitale zoombereik. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
• In de eenvoudige functie [ ] staat de instelling vast op [MODE1] en in [STERRENHEMEL] (P51) is deze vast op [OFF].
• In de bewegende beeldenfunctie [ ], kan [MODE2] niet ingesteld worden.
[BURSTFUNCTIE]
Opnamen maken met de burstfunctie
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
MENU
SET
menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P59) Als de burstfunctie op [ON] staat, werkt deze als u de ontspanknop indrukt.
• Als de flits werkt, kunt u slechts 1 opname maken.
De burstsnelheid wordt half zo snel. De exacte timing hangt af van het kaarttype, de beeldgrootte en -kwaliteit.
• U kunt opnamen maken totdat het ingebouwde vermogen of de kaart vol is.
• De burstsnelheid neemt af als de ISO-gevoeligheid (P44, 61) is ingesteld op [ISO400] of hoger.
65
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
• De burstsnelheid kan langzamer worden op donkere plaatsen omdat de sluitertijd langer wordt.
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de eerste opname.
• De belichting en de witbalans worden aangepast telkens als u een opname maakt. Als u bovendien een bewegend onderwerp volgt in een landschap of binnenshuis waar een groot verschil is tussen licht en schaduw, kan het even duren voordat de belichting goed is. Als u dus de burstfunctie gebruikt in dit geval, kan de belichting niet optimaal zijn.
• Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling van het automatische overzicht. U kunt de automatische overzichtfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• U kunt burst niet instellen in de eenvoudige opnamefunctie [ ] en [STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
• Als de AF-lamp ingesteld is op [ON], wordt er een AF-zone afgebeeld met een grootte die breder is dan normaal en gaat de AF-lamp A aan wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt op donkere plekken enz.
[ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt het pictogram van de AF-lamp [ ] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
•V
oorzichtig zijn met de volgende handelingen
wanneer u de AF-lamp gebruikt
. – Niet direct in de AF-lamp kijken. – De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat vast op [ON] in de eenvoudige functie [].
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP] staat vast op [OFF] in [LANDSCHAP] (P47), [NACHTL. SCHAP] (P48), [ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK] (P52), [LUCHTFOT] (P52) en in de scènefunctie.
• De begininstelling voor [HUISDIER] (P50) in de opnamefunctie is [OFF].
66
VQT1C47
Gevorderd (Opnamen maken)
[SLUITER LANG]
Heldere opnamen maken op donkere plekken
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Wanneer u beelden maakt op donkere plaatsen met weinig licht, kunt u beelden maken die helderder zijn dan normaal door een instelling te selecteren die nog langzamer is dan de langzaamste instelling van de sluitertijd.
• De langzame sluitertijden die u kunt kiezen zijn: [1/8–], [1/4–], [1/2–] en [1–].
• Dit werkt als u heldere opnamen wilt maken van zowel een nachtlandschap als een object met [NACHTPORTRET] (P48) in de scènefunctie.
Langzame sluitertijdinstelling
Helderheid Donkerder Helderder Beweging Minder Meer
• Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [1/8–] om opnamen te maken. (Als u een langzame sluitertijd kiest die niet [1/8–] is, verschijnt [ ] op het scherm.)
• Wanneer de sluitertijd langzamer gemaakt is met [SLUITER LANG], kunt u camerabeweging krijgen. We raden het gebruik van een statief en van de zelfontspanner (P42) aan.
• U kunt geen langzame sluitertijd instellen in de Slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] en de eenvoudige opnamefunctie [ ] en [SPORT], [NACHTL. SCHAP], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in de scènefunctie.
1/8– 1–
[KLEURFUNCTIE]
Kleureffecten en beeldkwaliteiten instellen voor opnamen.
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Kies een kleureffect dat past bij de opnamecondities en de voorstelling die u hebt van de opname.
[NATURAL] Het beeld wordt zachter. [VIVID] Het beeld wordt scherper. [B/W] Het beeld wordt zwart-wit. [SEPIA] Het beeld wordt sepia.
• Wanneer u opnamen maakt op donkere plekken, kan er ruis optreden. Om ruis te voorkomen, raden wij aan [KLEURFUNCTIE] in te stellen op [NATURAL].
[KLOKINST.]
De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P59) Datum en tijd wijzigen. (P16)
67
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
Gevorderd (Afspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen)
1 Het zoomhendeltje in de richting
van [ ] [W] zetten om meervoudige schermen af te beelden.
(Scherm wanneer er 9 schermen afgebeeld worden)
1. DEC.
2007
1/26
2007
ANNUL
ANNUL
MENU
1/26
A
MENU
T
W
• 1 scherm>9 schermen> 25 schermen> Schermdisplay (P69)
• Zet het zoomhendeltje naar [ ] [T] om terug te keren naar het vorige scherm.
2 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
1. DEC.
T
W
A: Het aantal gekozen beelden en het
totaal opgenomen beelden
• Afhankelijk van het opgenomen beeld en de instellingen, kunnen de volgende pictogrammen verschijnen.
– [ ] (Favorieten) – [ ] (Bewegend beeld) – [ ] ([BABY1]/[BABY2] in de
scènefunctie)
– [ ] ([HUISDIER] in de
scènefunctie) – [ ] (Vertrekdatum) – [ ] (Reisbestemming)
– [ ] (Beelden met vastgelegde
[DATUM AFDR.])
Voorbeelden van 25 schermen
1. DEC.
2007
1/26
CAL
W
T
ANNUL
MENU
Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Op [ ] [T] zetten of op [MENU/SET] drukken.
• Het beeld dat u gekozen hebt, verschijnt.
Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
• De opname-informatie enzovoort die op de LCD-monitor verschijnt, kan niet worden geannuleerd tijdens het afspelen van meerdere beelden, ook niet als u op [DISPLAY] drukt.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden in de gedraaide richting zelfs als [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON]. (P74)
68
VQT1C47
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderplaybackfunctie kunt u opnamen afspelen volgens de opnamedatum.
1 Draai het zoomhendeltje
meerdere keren naar [ ] (W) zetten om de kalenderpagina te openen.
SUN
MON
TUE
WED
THU FRI SAT
5
2007
2007
1
2923 24 25 26 27
MENU
1/10
2934 678
11 12 13 14 15
10
16 17 18 19 20 212822
30
31
DAG INST.
MAAND
• De opnamedatum van de opname die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
3/4: Kies de maand 2/1: Kies de datum
• Als er geen opnamen tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet.
3 Druk op [MENU/SET] om de
opnamen af te beelden die u op de gekozen datum hebt gemaakt.
1.DEC.
Gevorderd (Afspelen)
• Zet het zoomhendeltje naar [ ] [W] om terug te keren naar het kalenderscherm.
4 Druk op 3/4/2/1 om een
opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
• De gekozen afbeelding verschijnt in het 1 e playbackscherm.
Terugkeren naar het playbackscherm.
Als de kalender op het scherm staat, draait u de zoomhendel op [ ] [T] om 25 schermen af te beelden, 9 schermen en 1 scherm. (P68)
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden ook als u [LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld. (P74)
• U kunt de kalender weergeven van januari 2000 tot december 2099.
• Als de opnamedatum van de beelden die u met de meervoudige terugspeelfunctie hebt gekozen niet tussen Januari 2000 en December 2099 valt, verschijnt de oudste opnamedatum in de kalender.
• Afbeeldingen die u bewerkt op de PC hebben andere data dan de werkelijke opnamedata.
• Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld (P19), is de opnamedatum ingesteld op 1 Januari 2007.
• Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [WERELDTIJD] (P56), worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
MENU
SET
CAL
W
ANNUL
MENU
69
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
De terugspeelzoom gebruiken
Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom 1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
1 Het zoomhendeltje op [ ] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
2X
4X ANNUL
WISSEN
•:1k>2k>4k>8k>16k
• Wanneer u het zoomhendeltje op [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting minder. Wanneer u het zoomhendeltje naar [ ] [T] zet, verhoogt de vergroting.
• Wanneer u de vergroting wijzigt, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde om de stand van de vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
4X ANNUL
• Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer 1 seconde.
De terugspeelzoom annuleren
Naar [ ] [W] zetten of op [MENU/SET] drukken.
WISSEN
• U kunt de opname-informatie enzovoort die op de LCD-monitor staat ook annuleren tijdens het zoomen tijdens het afspelen door op [DISPLAY] te drukken.
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit ervan wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan. (P82)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn gemaakt.
Bewegende beelden terugspelen
Druk op 2/1 om een beeld te kiezen met het pictogram van een bewegend beeld [ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en druk op 4 om dit af te spelen.
WEERG. BEW. BEELDEN
A: Bewegende-beeldenopname
• Als het terugspelen start, verdwijnt de opnametijd en verschijnt de verstreken terugspeeltijd rechts boven op het display. 1 uur 20 minuten en 30 seconden verschijnen als [1h20m30s].
100_0001
10:00 1.DEC.2007
1/3
25s
70
VQT1C47
• De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
Bewegende beelden stoppen tijdens het afspelen
Druk op 4.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Blijven drukken op 2/1 tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
• Het toestel keert terug naar de normale terugspeelfunctie van bewegende beelden als 2/1 vrijgegeven wordt.
Pauze invoeren
Op 3 drukken tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
• Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
Frame per frame afspelen vooruit/frame per frame terugspelen
• Druk op 2/1 tijdens een pauze.
• U kunt geluid opnemen met de DMC-LZ7. U kunt echtergeen geluid afspelen met de camera. Als u geluid wil afspelen, dient u de camera op de PC (P85) of TV (P92) aan te sluiten.
• U kunt geen geluid opnemen met de DMC-LZ6.
• Het formaat dat met dit toestel teruggespeeld kan worden is QuickTime Motion JPEG.
• Vergeet niet dat het programma QuickTime meegeleverd wordt om bestanden van bewegende beelden die gemaakt zijn met het toestel terug te spelen op een PC. (P86)
• Sommige QuickTime Motion JPEG-bestandendie opgenomen zijn met een PC of andere apparatuur kunnen niet met dit toestel teruggespeeld worden.
• Als u bewegende beelden terugspeelt die opgenomen zijn met andere apparatuur
Gevorderd (Afspelen)
kan de beeldkwaliteit slechter worden of kunnen de opnamen niet teruggespeeld worden.
• Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer dan normaal gaat.
• U kunt de volgende functies niet gebruiken met opnamen met geluid en bewegende beelden. – Terugspeelzoom
(Terwijl u geluid afspeelt en bewegende
beelden afspeelt of onderbreekt) –[LCDROTEREN] – [ROTEREN] – [DATUM AFDR.] – [NW. RS.] – [BIJSNIJD.]
71
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
Gebruik van het [AFSPELEN] functiemenu
U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz.
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het
gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN DATUM AFDR.
SELEC
AFSPELEN
DPOF PRINT
BEVEILIGEN NW. RS. BIJSNIJD.
KOPIE
SELEC
• Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen.
• U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
• Nadat u de stappen uitgevoerd heeft, de beschrijving van het menuonderdeel in de gebruiksaanwijzing lezen en deze vervolgens instellen.
/
3
OFF
ON
MENU
EXIT
2
/
3
MENU
EXIT
1 en 2
Onderdelen die u in kunt stellen
Menupag
ina
1/3
2/3
3/3
Onderdeel
[DIASHOW] (P72) [FAVORIETEN] (P73) [LCD ROTEREN] (P74) [ROTEREN] (P74) [DATUM AFDR.] (P76) [DPOF PRINT] (P78) [BEVEILIGEN] (P80) [NW. RS.] (P81) [BIJSNIJD.] (P82) [KOPIE] (P83) [FORMATEREN] (P84)
[DIASHOW]
Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde tijd
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen terugspeelt op een TV-scherm. U kunt ongewenste opnamen overslaan als [FAVORIETEN] (P73) ingesteld is.
• Als [FAVORIETEN] is ingesteld op [ON]
1.
> stap
• Als [FAVORIETEN] is ingesteld op [OFF]
2.
> stap
1 Op 3/4 drukken om [ALLE] of
[ ] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
AFSPELEN
SELEC
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DATUM AFDR.
INST.
/
3
ALLE
OFF
ON
MENU
MENU
SET
72
VQT1C47
[ALLE] Hiermee beeldt u alle
opnamen af.
[] Hiermee beeldt u alleen de
opnamen af die ingesteld zijn als favorieten (P73).
• Als geen enkele van de opnamen afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet kiezen, zelfs als [FAVORIETEN] ingesteld is op [ON].
2 Op 3 drukken om [START] te
kiezen en vervolgens op [MENU/ SET] drukken.
(Scherm wanneer [ALLE] gekozen is)
VOLLEDIGE DIASHOW
START DUUR
ANNUL
SELEC
INST.
2SEC.
MENU
MENU
SET
• De cursor die verschijnt tijdens een diavoorstelling A of als u een diavoorstelling onderbreekt B of tijdens een [MANUAL] diavoorstelling C is dezelfde als 3/4/2/1.
•Op 3 drukken om een pauze in de diavoorstelling in te lassen. Opnieuw op 3 drukken om de pauze te annuleren.
• Druk op 2/1 tijdens de onderbreking om de vorige of volgende dia te bekijken.
3 Op 4 drukken om te eindigen.
Gevorderd (Afspelen)
De duur instellen
Kies [DUUR] op het scherm zoals afgebeeld in stap
2 en stel in.
[DUUR] Kan ingesteld worden op
[1SEC.], [2SEC.], [3SEC.], [5SEC.] of [MANUAL] (handmatig terugspelen).
• U kunt alleen [MANUAL] kiezen wanneer [ ] gekozen is in stap
1.
•Op 2/1 drukken om het vorige of het volgende beeld af te beelden wanneer [MANUAL] gekozen is.
• U kunt geen bewegende beelden terugspelen en de energiebesparing gebruiken in de diavoorstellingsfunctie. (De energiebesparing is in elk geval vast ingesteld op [10MIN.] voor handmatige diavoorstellingen of onderbreking van een diavoorstelling.)
[FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten.
• Alle opnamen wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([ALLES WISSEN BEHALVE ]) (P33)
• De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen. (P72)
73
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
1 Druk op 4 om [ON] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DATUM AFDR.
SELEC
INST.
/
3
OFF
OFF
ON
ON
ANNUL
MENU
MENU
SET
• U kunt geen opnamen als favorieten instellen als [FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF]. De favorieten met het favorietenpictogram [ ] zullen bovendien niet verschijnen wanneer [FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF] zelfs als deze functie eerder op [ON] stond.
• U kunt [ANNUL] niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 3 drukken.
1/3
10:00 1.DEC.2007
• Herhaal de bovenstaande procedure.
•Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ] favorietenpictogram A afgebeeld wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de favorieteninstelling geannuleerd.
• U kunt tot en met 999 opnamen als favorieten instellen.
Alle favorieten wissen 1 [ANNUL] op het scherm dat getoond
wordt in stap [MENU/SET] drukken.
1 kiezen en vervolgens op
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• Wanneer u opnamen af laat drukken door een fotograaffotograaf is [ALLES WISSEN BEHALVE ] (P33) handig omdat hiermee alleen de opnamen die u af wenst te laten drukken op de kaart blijven staan.
• Gebruik [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de CD-ROM (meegeleverd) om favoriete beelden in te stellen, te bevestigen of te wissen. (Voor informatie hierover de aparte gebruikshandleiding voor aansluiting op de PC raadplegen.)
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt stellen.
[LCD ROTEREN]/[ROTEREN]
Om het beeld gedraaid af te beelden
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) Met deze functie kunt u automatisch opnamen verticaal afbeelden als deze gemaakt werden met een verticaal gehouden toestel of opnamen handmatig draaien met stappen van 90°.
Display draaien
(Het beeld wordt automatisch gedraaid en afgebeeld.)
74
VQT1C47
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
AFSPELEN
SELEC
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DATUM AFDR.
INST.
/
3
OFF ON
OFF
ON
MENU
MENU
SET
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden wanneer u [OFF] kiest.
• Lees P32 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Gevorderd (Afspelen)
wenst te draaien en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ROTEREN
MENU
ANNUL
SELEC INST.
MENU
: De opname draait rechtsom in
stappen van 90°.
: De opname draait linksom in
stappen van 90°.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
SET
Draaien
(Het beeld wordt handmatig gedraaid.)
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
ROTEREN
100_0001
1/3
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• De [ROTEREN] functie wordt uitgeschakeld wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op [OFF].
• Bewegende beelden en beveiligde opnamen kunnen niet gedraaid worden.
2 Op 3/4 drukken om de richting
te kiezen waarin u het beeld
• Als u opnamen maakt door de camera op en neer te bewegen, kan het zijn dat deze opnamen niet verticaal worden afgebeeld. (P26)
• Het beeld kan enigszins wazig zijn wanneer het toestel op de TV aangesloten is met de AV-kabel (DMC-LZ7)/ Videokabel (DMC-LZ6) (meegeleverd) en verticaal teruggespeeld worden.
• Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor stilstaande opnamen waarmee opnameinformatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Gedraaide opnamen worden gedraaid weergegeven als u ze terugspeelt met de terugspeelfunctie en de terugspeelzoom, maar worden niet gedraaid weergegeven als u ze afspeelt met de meervoudige terugspeelfunctie.
75
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4.
[DATUM AFDR.]
Informatie vastleggen voor een opname (datumafdruk)
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) U kunt de datum en tijd van de opname, de leeftijd en de reisdatum op opnamen laten afdrukken. Geschikt voor printen van beelden met een normale grootte. (Beelden die groter zijn dan [ ] worden verkleind als er gegevens zoals de datum worden op afgedrukt.)
Druk op 3/4 om [ENKEL] te kiezen of op [MULTI] en druk vervolgens op [MENU/SET].
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DATUM AFDR.
SELEC
INST.
• De datum kan niet worden afgedrukt in de volgende gevallen. – Opnamen maken zonder ingestelde
klok
– Op beelden die zijn opgenomen met
andere apparatuur
– Op beelden die al worden afgedrukt
met [DATUM AFDR.]
– Bewegende beelden
/
3
OFF
ON
ENKEL
MULTI
MENU
MENU
SET
DATUM
SELEC INST.
AFDR.
EXIT
1/14
MENU
2 Druk op 3/4/2/1 om
[OPNAMEDATUM], [LEEFTIJD] of [REISDATUM] te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om de instellingen te bevestigen.
DATUM AFDR.
OPNAMEDATUM LEEFTIJD REISDATUM
ANNUL
[OPNAMEDATUM]
[ZON. TIJD] Het jaar, de maand en
[MET TIJD] Het jaar, de maand, de
[LEEFTIJD] (P49, 50)
Als u dit op [ON] zet, wordt de leeftijd afgedrukt op beelden als de leeftijd hebt ingesteld.
[REISDATUM] (P55)
Als u dit op [ON] zet, wordt de reisdatum afgedrukt op beelden als u de reisdatum hebt ingesteld.
ZON. TIJD
OFF OFF
MENU
INST.
SELEC
de dag afdrukken.
dag, het uur en de minuten afdrukken.
3 Druk op [MENU/SET].
• Als u [DATUM AFDR.] instelt voor een opname die groter is dan [ ] zal de
MENU
SET
76
VQT1C47
beeldgrootte kleiner worden dan wat u hieronder ziet.
De
aspectratio
Beeldgrootte
instellen
[] []/[]>[] [] [ ]>[] [] []>[]
4
Druk op 3/4 om [JA] of [NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
(De hier getoonde pagina verschijnt als u een beeld kiest dat is opgenomen met een [ ] beeldgrootte.)
DATUM AFDR.
W. AFGEDRUKT OVER BEELD AANGEPAST OP . ORIGINEEL BEELD WISSEN?
JA
NEE
SELECANNUL INST.
MENU
MENU
SET
• De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt als de opname is
gemaakt met een beeldgrootte van [ ] of minder.
• Het beeld wordt overschreven wanneer u
[JA] kiest. Beelden met een datum die moet worden afgedrukt, kunnen niet worden opgeslagen als ze worden vervangen.
• Er wordt een nieuw beeld met
datumafdruk aangemaakt als u [NEE] kiest.
• Als de eerste opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe opname met een af te drukken datum.
5 Druk twee keer op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
• Het pictogram voor de datumafdruk [ ]
A
verschijnt op het scherm als de
datumafdruk voor het beeld is vastgelegd.
Gevorderd (Afspelen)
• Gebruik de afspeelzoom (P70) om de informatie over deze datum te bekijken B.
100_0001
1/14
10:00 1. DEC. 2007
DEC/01/2007
Meervoudige instelling
1 Druk op 2/1 om de afbeelding te
kiezen en dan op 4 om te INST./ ANNUL.
DATUM AFDR.
8
7 9
11 1210
SELEC INST./ANNUL
ANNUL
INST.
MENU
[INST.] Het [DATUM AFDR.] A
pictogram verschijnt.
[ANNUL]
Het [DATUM AFDR.] A pictogram verdwijnt.
• Herhaal deze stap.
2 Druk op [MENU/SET].
• Na stap 2, voert u stap 2 uit in “Enkele instelling”.
• Wij raden aan de datum alleen op de opname te zetten als er genoeg ruimte is in het ingebouwde geheugen.
• U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [MULTI].
• Als u [JA] kiest in stap die u hebt gekozen in [MULTI] zijn ook beveiligde beelden, verschijnt een boodschap en alleen de beveiligde
4 en bij de beelden
77
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
beelden kunnen niet worden afgedrukt met de vastgelegde datum.
• Afhankelijk van uw printer kunnen sommige letters niet worden geprint. Controleer dit eerst.
• Als u beelden met een datumafdruk uitprint, zal de datum over de datumafdruk worden geprint als u datum afdrukken hebt bepaald door uw fotograaf of voor uw printer.
• U kunt de volgende functies niet gebruiken als de datuminformatie op het beeld is vastgelegd. –[DATUM AFDR.] – De [PRINT MET DAT.] instelling voor
DPOF-print – [NW. RS.] – [BIJSNIJD.]
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
AFSPELEN
SELEC
DPOF PRINT
BEVEILIGEN
NW. RS.
BIJSNIJD.
KOPI E
INST.
/
3
ENKEL MULTI
ANNUL
MENU
MENU
SET
• U kunt [ANNUL] niet kiezen als er geen afdrukken ingesteld zijn in de DPOF-printsettings.
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de af te drukken
opname te kiezen en druk dan op 3/4 om het aantal afdrukken in te stellen.
[DPOF PRINT]
Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf. Wanneer u fotograaf opnamen af wenst te laten drukken door een fotograaf die op het ingebouwde geheugen staan, dient u deze naar een kaart te kopiëren (P83) en vervolgens de DPOF in te stellen.
Op 3/4 drukken om [ENKEL], [MULTI] of [ANNUL] te kiezen en
78
VQT1C47
DPOF INST. 1
AANTAL
SELEC
100_0001
DATUM
1
EXIT
1/14
DISPLAY
MENU
• De aanduiding van het aantal afdrukken [] A verschijnt.
• Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer van 0 tot 999. De DPOF-printinstelling wordt geannuleerd als het aantal afdrukken ingesteld wordt op “0”.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Meervoudige instelling
1 Op 2/1 drukken omhet af te
drukken beeld te kiezen en
vervolgens op 3/4 drukken om het aantal afdrukken in te stellen.
Gevorderd (Afspelen)
geannuleerd als de kaart eruit wordt gehaald.
DPOF INST. M ULT I
7 9
AANTAL SELEC
1
8
11 1210
DISPLAY
DATUM
1
EXIT
MENU
• De aanduiding van het aantal afdrukken [] B verschijnt.
• Herhaal de bovenstaande procedure. (U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd instellen.)
• Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer tussen 0 en 999. Als het aantal afdrukken ingesteld is op “0” wordt de DPOF printinstelling geannuleerd.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Alle instellingen wissen
1 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ANNULLER ALLE DPOF
ALLE DPOF PRINTINSTELLINGEN ANNULEREN ?
JA
NEE
SELEC INST.
MENU
MENU
SET
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• DPOF-printinstellingen in het ingebouwde geheugen worden geannuleerd als er een kaart in het toestel wordt gedaan. DPOF-instellingen op een kaart worden
De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal, kunt u het afdrukken met de opnamedatum instellen/ annuleren door op [DISPLAY] te drukken.
DPOF INST. 1
DATE
AANTAL
SELEC
• De aanduiding van de datumafdruk [ ]
1/14
DISPLAY
DATUM
1
MENU
EXIT
DATE
C verschijnt.
• Wanneer u naar een fotograaffotograaf voor digitaal afdrukken gaat, dient u het afdrukken van de datum apart te bestellen indien u dat wenst.
• Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of de gebruiksaanwijzing van uw printer.
• U kunt de datumafdruk niet instellen als u de datum hebt vsatgelegd op uw beelden.
• Als u [DATUM AFDR.] instelt voor beelden waarvoor u de datumafdruk hebt vastgelegd, wordt het afdrukken van de datum geannulleerd.
• DPOF is een afkorting van “Digital Print Order Format”. Met deze functie kunt u afdrukinformatie opslaan en deze informatie vervolgens te gebruiken op een systeem dat DPOF verwerkt.
• DPOF-printinstelling is een handige functie als u opnamen wil afdrukken met een printer die PictBridge verwerkt. Bij het afdrukken van de datum, kan de instelling op de printer voorrang krijgen op de datuminstelling op het toestel. Controleer
79
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
dus ook de instelling voor de afgedrukte datum op de printer zelf. (P88)
• U moet alle eerder DPOF-printinformatie die met andere apparatuur gemaakt is, wissen wanneer u DPOF-printinstellingen instelt op uw toestel.
• Voor bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard kan de DPOF-print niet ingesteld worden (P33).
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de afbeelding te
kiezen en dan op4 om te INST./ ANNUL.
BEVEILIG
1/14
[BEVEILIGEN]
Per ongeluk opnamen wissen voorkomen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden.
Op 3/4 drukken om [ENKEL], [MULTI] of [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
AFSPELEN
SELEC
DPOF PRINT
BEVEILIGEN NW. RS. BIJSNIJD.
KOPIE
INST.
/
3
ENKEL
MULTI
ANNUL
MENU
MENU
SET
SELEC INST./ANNUL
EXIT
MENU
[INST.] De beschermingsaanduiding
[] A verschijnt.
[ANNUL] De beschermingsaanduiding
[] A verdwijnt.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Meervoudige instelling/Alle
instellingen wissen
Voer dezelfde handeling uit als in “[DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen”. (P78 tot 79)
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u de beveiliging annuleert, zal het annuleren halverwege stoppen.
• De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur.
• Indien u beveiligde opnamen wenst te wissen, dient u de beveiliging te annuleren.
• Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist worden als het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt. (P84)
• Zelfs als u de beelden niet beschermt op een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart, kunnen ze niet gewist worden wanneer de
80
VQT1C47
Schrijfbeschermingschakelaar van de kaarten B ingesteld is op [LOCK].
Gevorderd (Afspelen)
2 Op 2/1 drukken om de grootte te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
2
• Beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
[NW. RS.]
Een beeld kleiner maken
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) Deze functie is nuttig als u de bestandsgrootte van een beeld wilt reduceren om deze via e-mail als bijlage te versturen of naar een website wilt uploaden.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
NW. RS.
100_0001
1/3
SELEC
• De volgende opnamen kunnen geen nieuw formaat krijgen.
De aspectratio
instellen
[] []
[] []
[] [ ]
– Bewegende beelden – Beelden met vastgelegde [DATUM
AFDR.]
MENU
EXITINST.
Beeldgrootte
NW. RS.
100_0001
1/3
SELEC
MENU
EXITNW. RS.
• Formaten kleiner dan het opgenomen beeld worden afgebeeld.
De aspectratio
instellen
[]
Beeldgrootte
[ ] [ ]/[ ]/
[]/[]
[] []
[] [ ]
• De melding [ORIGINELE FOTO
WISSEN?] verschijnt.
3 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
NW. RS.
ORIGINELE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC INST.
ANNUL
• Het beeld wordt overschreven wanneer u [JA] kiest. Van nieuwe grootte voorziene opnamen kunnen niet teruggebracht worden naar hun oorspronkelijk grootte wanneer deze overschreven zijn.
• Een van nieuwe grootte voorzien beeld wordt als nieuw aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe opname met een nieuwe grootte.
MENU
MENU
SET
81
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
4 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
• Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn.
[BIJSNIJD.]
Een beeld vergroten en bijwerken
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
BIJSNIJD.
100_0001
1/3
SELEC INST.
EXIT
MENU
• De volgende opnamen kunnen niet bijgewerkt worden. – Bewegende beelden – Beelden met vastgelegde [DATUM
AFDR.]
2 Vergroot of verklein delen die u
wil bewerken met de zoomhendel.
BIJSNIJD.
100_0001
1/3
ZOOM EXIT
MENU
3 Druk op 3/4/2/1 om het deel
dat u wil bewerken te verplaatsen.
BIJSNIJD.
100_0001
1/3
ZOOM BIJSN.:SLUITER
EXIT
MENU
4 Op de ontspanknop drukken.
• De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt.
5 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
BIJSNIJD.
ORIGINELE FOTO WISSEN ?
JA
ANNUL
NEE
SELEC INST.
MENU
MENU
SET
• Het beeld wordt overschreven wanneer
u [JA] kiest. De bijgewerkte opnamen kunnen niet teruggebracht worden naar hun originele staat wanneer ze overschreven worden.
• Een bijgewerkt beeld wordt als nieuw
aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe bewerkte opname.
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
\
• De beeldresolutie van het bijgewerkte beeld zou kleiner kunnen worden dan die van het origineel afhankelijk van de snijgrootte.
• De beeldkwaliteit van het bijgewerkte beeld zal slechter worden.
82
VQT1C47
• Opnamen die met andere apparatuur opgenomen zijn kunnen wellicht niet bijgewerkt worden.
[KOPIE]
Beeldgegevens kopiëren
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) U kunt beeldgegevens in het ingebouwde geheugen naar een kaart of andersom kopiëren.
1 Op 3/4 drukken om het
menu-onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
AFSPELEN
DPOF PRINT
BEVEILIGEN NW. RS.
SELEC
BIJSNIJD. KOPIE
INST.
/
3
MENU
MENU
SET
•: Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, worden in één keer gekopieerd op de kaart. > stap
3
•: Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd van de kaart naar het ingebouwde geheugen. > stap
2
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
(Alleen als is gekozen)
Gevorderd (Afspelen)
3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(De illustratie toont het scherm wanneer opnamen gekopieerd worden van het ingebouwde geheugen naar een kaart.)
KOPI E
KOPIE VAN INTERN GEHEUGEN NAAR KAART?
SELEC
JA
NEE
INST.
MENU
MENU
SET
• Het bericht [FOTO NAAR INTERN GEHEUGEN KOPIËREN?] verschijnt wanneer u opnamen kopieert van de kaart naar het ingebouwde geheugen.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl gegevens van het geheugen op de kaart worden gekopieerd, zal het kopiëren halverwege stoppen.
• Het toestel niet uitzetten en ook geen andere handelingen uitvoeren voordat het kopiëren geëindigd is. De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan.
4 Verschillende keren op [MENU/
SET] drukken om het menu te sluiten.
• Als u beeldgegevens van het geheugen op een kaart kopieert, keert automatisch het terugspeelscherm terug als alle gegevens gekopieerd zijn.
• Als u beeldgegevens kopieert van het ingebouwde geheugen naar een kaart waarop niet genoeg ruimte is, zullen de gegevens maar half worden gekopieerd. Wij raden aan een kaart te gebruiken met meer ruimte dan er in het ingebouwde geheugen is (ongeveer 27 MB).
83
VQT1C47
Gevorderd (Afspelen)
• Als een beeld met dezelfde naam als het te kopiëren beeld in de kopiebestemming bestaat, zal het beeld niet gekopieerd worden. (P98)
• Het kan even duren om de gegevens te kopiëren.
• Alleen met een Panasonic digitale camera (LUMIX) opgenomen opnamen zullen gekopieerd worden. (Zelfs als de opnamen opgenomen werden met een Panasonic digitale camera, zou u niet in staat kunnen zijn de opnamen te kopiëren als ze bewerkt zijn met een PC.)
• DPOF-instellingen van de originele beeldgegevens zullen niet gekopieerd worden. De DPOF-instellingen opnieuw instellen nadat het kopiëren voltooid is. (P78)
[FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of een kaart initialiseren of formatteren
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P72) Normaal gesproken is het niet nodig het ingebouwde geheugen en de kaart te formatteren. Formatteer de kaart of het geheugen wanneer het bericht [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt.
• Wanneer er geen kaart in het toestel zit, kunt u het ingebouwde geheugen formatteren. Wanneer er een kaart in het toestel zit, kunt u de kaart formatteren.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u het ingebouwde geheugen formatteert, zal het formatteren halverwege stoppen. (Alle opnamen zullen echter gewist zijn.)
• Formatteren wist onherroepelijk alle gegevens, inclusief beveiligde opnamen. Controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart opnieuw op het toestel.
• Een batterij met voldoende batterijstroom (P22) of de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruiken om te formatteren.
• Het toestel niet uitzetten tijdens het formatteren.
• Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart. (Max. ongeveer 15 sec.)
• U kunt een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart niet formatteren wanneer de Schrijf­Beschermingschakelaar van de kaart A ingesteld is op [LOCK].
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(De illustratie toont het scherm wanneer het ingebouwde geheugen geformatteerd wordt.)
FORMATEREN
GEGEVENS OP INTERN GEHEUGEN WISSEN ?
SELEC INST.
JA
NEE
MENU
MENU
SET
84
VQT1C47
2
• Als het ingebouwde geheugen of de kaart niet geformatteerd kan worden, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op de PC
U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. Met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] (voor Windows (meegeleverd) kunt u gemakkelijk opnamen op een PC zetten, afdrukken en per e-mail verzenden.
Als u “Windows USB-stuurprogramma installeren en vervolgens op de computer aansluiten.
Voor informatie over de programma’s op de CD-ROM (meegeleverd) en over het installeren ervan, leest u de gebruiksaanwijzing voor aansluiting op de PC.
A: USB-kabel (meegeleverd) B: AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel)
• Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruiken.
• Het toestel uitzetten voordat u de kabel erin doet of verwijdert voor de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel).
• Stel een andere functie in dan [ ].
®
) op de CD-ROM
98/98SE”, gebruikt, het
Aansluiten op andere apparatuur
1 Zet het toestel en de PC aan. 2 Sluit het toestel aan op een PC
met de USB-kabel A (meegeleverd).
• De USB-kabel aansluiten met de [ ] markering in de richting van de [1]markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op C houden en recht erin doen of eruit halen. (Als u de USB-kabel er al wrikkend scheef of op zijn kop indoet kunt u de aansluitingsuiteinden vervormen en het toestel of de aangesloten apparatuur beschadigen.)
TOEGANG
D: Dit bericht verschijnt tijdens de
gegevensoverdracht.
[Windows]
Het stuurprogramma zit in de [My Computer] map.
• Is het de eerste keer dat u het toestel op de PC aansluit, dan wordt het benodigde stuurprogramma automatisch geïnstalleerd zodat het toestel door de “Windows Plug and Play” herkend kan worden. Vervolgens wordt het stuurprogramma weergegeven in de [My Computer] map.
[Macintosh]
Het stuurprogramma wordt weergegeven op het scherm.
• Het stuurprogramma wordt afgebeeld als [LUMIX] als u het toestel zonder kaart erin aansluit.
• Het stuurprogramma wordt afgebeeld als [NO_NAME] of [Untitled] wanneer u het toestel aansluit terwijl er een kaart in het toestel zit.
85
VQT1C47
Aansluiten op andere apparatuur
Over het terugspelen van bewegend
beeld op een PC
Gebruik de software “QuickTime” (voor Windows 2000/XP) in de CD-ROM (bijgeleverd) om bewegende beelden terug te spelen die op dit toestel opgenomen zijn op een PC.
• Als u “Windows 98/98SE/Me”, gebruikt, “QuickTime 6.5.2 for PC” downloaden van de volgende site, en deze installeren. http://www.apple.com/support/quicktime/
• Deze software is geïnstalleerd als standaard op een “Macintosh OS”.
Mapsamenstelling
De mappen zien eruit als op de volgende afbeelding.
Ingebouwde geheugen
Kaart
DCIM
100_PANA
1
100_PANA
P1000001.JPG
23
P1000002.JPG
P1000999.JPG
101_PANA
999_PANA
MISC
1 Mapnummer 2 Bestandsnummer 3 JPG: opnamen
MOV: bewegende beelden
[MISC]: Mappen met bestanden
waarvoor de DPOF-printinstellingen zijn vastgelegd
• De gegevens voor 0 tot en met 999 opnamen die opgenomen zijn met het toestel kunnen in 1 map gezet worden. Als het aantal opnamen meer is dan 999, wordt er een andere map aangemaakt.
• Om het bestandsnummer of het mapnummer opnieuw in te stellen, [NR.RESET] in het [SET-UP] menu kiezen. (P21)
Condities waarin er een ander
mapnummer gebruikt wordt
In de volgende gevallen wordt het beeld niet in dezelfde map opgenomen als het eerder opgenomen beeld. Het wordt opgenomen in een map met een nieuw nummer. 1 Wanneer de map waarin net een beeld in
opgenomen is een beeldbestand bevat met het nummer 999 erin (voorbeeld: P1000999.JPG).
2 Als de net opgenomen kaart bijvoorbeeld
een map bevat met het nummer 100 [100_PANA] erop en u verwijdert deze kaart en vervangt deze door een kaart met een mapnummer 100 dat opgenomen is met een andere camera van een andere fabrikant (100XXXXX, met XXXXX als fabrikant) en dan een beeld op deze kaart opslaat.
3 Wanneer u opneemt nadat u kiezen
[NR.RESET] hebt gekozen (P21) in het [SET-UP] menu. (Beelden zullen opgenomen worden in een nieuwe map met een nummer dat volgt op de map waar onmiddellijk daarvoor in opgenomen is. Door [NR.RESET] te gebruiken op een kaart die geen mappen of opnamen bevat, zoals een net geformatteerde, kan het mapnummer teruggezet worden naar 100.)
Over de PTP-connectie
Als u met “Windows XP” of “Mac OS X” werkt, kunt u een verbinding maken met PTP als u het toestel instelt op [ ] en dan aansluit op de PC.
• Beelden kunnen alleen afgelezen worden op het toestel. Ze kunnen niet op een kaart geschreven worden of gewist worden.
86
VQT1C47
• Wanneer er 1000 of meer opnamen op een kaart staan, zouden de opnamen niet geïmporteerd kunnen worden.
• Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• De USB-kabel niet losmaken terwijl [TOEGANG] afgebeeld wordt.
• Als er veel opnamen in het geheugen of op de kaart staan, zal het even duren voordat ze verzonden zijn.
• Als het toestel op een PC is aangesloten, kan het zijn dat u geen bewegende beelden in het ingebouwde geheugen of op de kaart kunt afspelen. Zet de bewegende beelden eerst op de PC en speel ze dan af.
• Als de batterijstroom laag is terwijl het toestel en de PC communiceren, kunnen de opgenomen gegevens beschadigd raken. Batterijen met voldoende batterijstroom (P22) of de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruiken wanneer u het toestel op de PC aansluit.
• Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC communiceren, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. In dit geval onderbreekt u de communicatie met de PC onmiddellijk.
• Wanneer u het toestel op een “Windows 2000” OS PC aansluit met de USB-kabel, de kaart niet vervangen terwijl het toestel en de PC verbonden zijn. De informatie op de kaart kan beschadigd worden. Gebruik “Hardware veilig verwijderen” in de takenbalk van uw PC als u de kaart wenst te vervangen.
• Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn op een PC kunnen zwart op het scherm worden in de terugspeelfunctie (P32), de meervoudige terugspeelfunctie (P68) en de kalenderterugspeelfunctie (P69).
• De gebruiksaanwijzingen voor de PC lezen.
Aansluiten op andere apparatuur
• Als er geen kaart in het toestel zit wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt u de beeldgegevens op het ingebouwde geheugen bewerken of openen. Als er een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens op de kaart openen of bewerken.
• U kunt niet schakelen tussen het ingebouwde geheugen en de kaart terwijl het toestel aangesloten is op de PC. Als u van het ingebouwde geheugen naar de kaart wil overschakelen, maakt u de USB-kabel los, steekt u de kaart in het toestel (of verwijdert u deze) en sluit u vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op de PC.
• De melding [SLUIT DE PRINTER OPNIEUW AAN.] verschijnt als u de keuzeknop op [ ] zet terwijl de camera en de PC verbonden zijn. Als u het toestel aansluit op een printer zet u de functie op een andere dan [ ] en controleert u daarna of er geen gegevens worden uitgewisseld. ([TOEGANG] verschijnt op het LCD-scherm van de camera als gegevens worden overgeschreven.)
87
VQT1C47
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden afdrukken
Door het toestel direct op een printer aan te sluiten die PictBridge verwerkt via de USB-kabel (meegeleverd), kunt u de af te drukken opnamen kiezen of starten met afdrukken op het scherm van het toestel. Afdrukinstellingen zoals de afdrukkwaliteit op de printer vooraf instellen. (De gebruiksaanwijzing van de printer lezen.)
A: USB-kabel (meegeleverd) B: AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel)
• Het kan tijd vergen om opnamen af te drukken. Batterijen met voldoende stroom (P22) of de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) gebruiken wanneer u het toestel op een printer aansluit.
• Het toestel uitzetten voordat u de kabel erin doet of verwijdert voor de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel).
1 Het toestel en de printer
aanzetten.
2 Stel de functieknop in op [ ].
3 Het toestel op een printer
aansluiten via de USB-kabel A (meegeleverd).
• De USB-kabel aansluiten op de [ ] markering in de richting van de [1] markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op C houden en deze er recht indoen of er uitnemen.
• Als de functieknop niet op [ ] staat en u sluit de camera aan op de PC, maakt u de USB-kabel los, zet u de knop op [ ] en sluit u de USB-kabel weer aan. van de printer kan het zijn dat u het eerst uit en dan weer aan moet zetten.)
• Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Als er geen kaart in het toestel zit wanneer dit op de PC aangesloten wordt, kunt u de beeldgegevens op het ingebouwde geheugen bewerken of openen. Als er een kaart in het toestel zit, kunt u de beeldgegevens erop bewerken of openen.
• U kunt niet overschakelen van het ingebouwde geheugen naar de kaart terwijl het toestel op de printer aangesloten is. Als u wenst over te schakelen van het ingebouwde geheugen naar de kaart, maakt u de USB-kabel los, doet u de kaart in het toestel (of verwijdert u deze) en sluit u vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op de printer.
• Als u de leeftijd wenst af te drukken van [BABY1]/[BABY2] (P49) of [HUISDIER] (P50) in de scènefunctie of het aantal dagen dat is verstreken sinds de vertrekdatum van [REISDATUM] (P55), gebruikt u hiervoor het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de CD-ROM (meegeleverd) en print u met de PC. Voor meer informatie hierover leest u de gebruiksaanwijzing voor aansluiting op de PC.
(Afhankelijk
88
VQT1C47
• Om meer te weten over printers die PictBridge verwerken, neemt u contact op met uw plaatselijke dealer.
Een beeld kiezen en afdrukken
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op [MENU/ SET] drukken.
PictBridge
SELEC VEELV. AFDR.
• Het bericht verdwijnt binnen ongeveer 2 seconden.
100_0001
SELECTEER DE FOTO OM TE PRINTEN
PRINTEN
1/3
MENU
SET
MENU
2 Op 3 drukken om [PRINT START]
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ENKELVOUDIG SELECT.
PRINT START PRINT MET DAT. AANTAL PRINTS PAPIERAFMETING LAY-OUT PAGINA
SELECANNUL INST.
OFF
1秒
1
OFF
MENU
MENU
SET
• Op [MENU/SET] drukken om het afdrukken te annuleren.
3 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
Aansluiten op andere apparatuur
Meerdere beelden kiezen en
afdrukken
1 Op 3 drukken. 2 Druk op 3/4 om het onderdeel te
kiezen en vervolgens op [MENU/ SET].
PictBridge
MULTI SELECTEREN ALLES SELECTEREN DPOF FOTO FAVORIETEN
SELEC ANNUL
[MULTI SELEC­TEREN]
Meerdere beelden tegelijkertijd afdrukken.
•Als u
Op [MENU/SET] drukken om het instellen te eindigen.
[ALLES SELEC TEREN]
Alle opgeslagen beelden afdrukken.
[DPOF FOTO] Drukt alleen de in
[DPOF] ingestelde beelden af (P78).
¢
[FAVORIETEN]
Drukt alleen de als favorieten ingestelde beelden af (P73).
¢Dit verschijnt alleen als [FAVORIETEN]
(P73) op [ON] staat. (Ook al staat op geen enkel beeld [ ] kunt u deze niet
1秒
OFF
MENU
MENU
INST.
SET
[MULTI SELECTEREN] hebt ingesteld, drukt u op 2/1 om de beelden te kiezen die u wil afdrukken en drukt u daarna op 4. Het pictogram [ ] verschijnt op de af te drukken beelden. (Druk opnieuw op 4 om de instelling te annuleren.)
89
VQT1C47
Aansluiten op andere apparatuur
kiezen ook als [FAVORIETEN] op [ON] staat.)
3 Druk op 3 om [PRINT START] te
kiezen en vervolgens op [MENU/ SET].
MULTI SELECTEREN
PRINT STAR T PRINT MET DAT. AANTAL PRINTS PAPIERAFMETING LAY-OUT PAGINA
ANNUL INST.
SELEC
OFF
1
1秒
OFF
MENU
MENU
SET
• De onderdelen [PRINT MET DAT.] en [AANTAL PRINTS] verschijnen niet als [DPOF FOTO] is ingesteld.
• De DPOF-instellingen verschijnen als u [DPOF FOTO] hebt gekozen. Als u DPOF-instellingen hebt gekozen, leest u P78 om deze aan te passen.
• Druk op [MENU/SET] om het afdrukken te annuleren.
• Als u [MULTI SELECTEREN], [ALLES SELECTEREN] of [FAVORIETEN]、kiest, verschijnt een printbevestigingsscherm. Kies [JA] en druk af.
• De melding [## FOTO’S AAN HET PRINTEN. VERDERGAAN ?] verschijnt in het printbevestigingsscherm als het aantal afdrukken meer dan 1000 is.
4 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
Het afdrukken van de datum, het
aantal afdrukken, het formaat en de pagina-opmaak instellen
Elke onderdeel kiezen in stap
• Wanneer u opnamen wilt afdrukken op een papierformaat of met een opmaak die niet verwerkt worden door het toestel, stelt u [PAPIERAFMETING] of [LAY-OUT PAGINA] in op [ ] en stelt u vervolgens het papierformaat of de opmaak in op de printer. (Voor details de handleiding van de printer raadplegen).
3.
• [PRINT MET DAT.]
[OFF] Datum wordt niet afgedrukt. [ON] Datum wordt afgedrukt.
• Als de printer geen datum afdrukt, kan de datum niet op de foto afgedrukt worden.
• [AANTAL PRINTS]
Stel het aantal afdrukken in.
• U kunt tot en met 999 afdrukken maken.
• [PAPIERAFMETING]
(Papierformaten die ingesteld kunnen worden voor dit toestel) De papierformaten staan op de pagina’s 1/2 en 2/2. Op 4 drukken om te kiezen.
1/2
De printerinstellingen hebben voorrang.
[L/3.5qk5q]
89 mmk127 mm
[2L/5qk7q] 127 mmk178 mm [POSTCARD] 100 mm [A4] 210 mm
¢
2/2
[CARD SIZE]
k148 mm k297 mm
54 mmk85,6 mm
[10k15cm] 100 mmk150 mm
k6q] 101,6 mmk152,4 mm
[4q [8q
k10q] 203,2 mmk254 mm
[LETTER] 216 mm
k279,4 mm
¢Deze onderdelen kunnen niet afgebeeld
worden als de printer de papierformaten niet verwerkt.
• [LAY-OUT PAGINA]
(Paginaopmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel)
Instellingen op de printer zijn voorzien van prioriteiten.
1 beeld zonder frame op 1 pagina 1 beeld met een frame op 1 pagina 2 beelden op 1 pagina 4 beelden op 1 pagina
90
VQT1C47
• U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de pagina-opmaak niet verwerkt kan worden door de printer.
Opmaakafdrukken
• Wanneer u een beeld verschillende keren afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt afdrukken op 1 blad, stelt u [LAY-OUT PAGINA] in op [ ] en stelt u vervolgens [AANTAL PRINTS] in op 4.
• Wanneer u verschillende opnamen afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld 4 verschillende opnamen wilt afdrukken op 1 vel papier, [LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en vervolgens [AANTAL] in [DPOF PRINT] (P78) instellen op 1 voor elk van de 4 opnamen.
• Maak de USB-kabel niet los terwijl het waarschuwingspictogram [ ] op het scherm staat. (Afhankelijk van de printer wordt dit pictogram al dan niet weergegeven.)
• Als de resterende batterijstroom te laag wordt terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, op [MENU/ SET] drukken en het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-kabel losmaken.
• Het toestel ontvangt een bericht van de printer wanneer de [¥] aanduiding oranje wort tijdens het afdrukken. Nadat het afdrukken voltooid is, controleren of er problemen zijn met de printer.
• Als u veel DPOF-afdrukken maakt of veel DPOF-opnamen afdrukt, kunnen opnamen meerdere keren afgedrukt worden. Het op het scherm aangeduide resterende aantal afdrukken kan verschillen van de aantalinstelling. Dit is geen storing.
• Bij het afdrukken van de datum, kan de instelling op de printer de voorrang geven aan de instelling op het toestel. Controleer
Aansluiten op andere apparatuur
daarom ook de instelling voor het afdrukken van de datum op de printer.
• De melding [USB MODE GEWIJZIGD. VERWIJDER DE USB-KABEL.] verschijnt als u de keuzeknop op een andere functie dan [ ] zet terwijl de camera en de printer verbonden zijn met elkaar. Zet de knop op [ ] en maak dan de USB-kabel los. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, stopt u met afdrukken en maakt u de USB-kabel los.
91
VQT1C47
Aansluiten op andere apparatuur
Opnamen terugspelen op een TV-scherm
Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (meegeleverd)
De procedure voor DMC-LZ7 wordt hieronder beschreven. In het geval van DMC-LZ6, de TV en de [V.OUT] aansluiten op het toestel met de videokabel (meegeleverd).
• De [TV-ASPECT] instellen (P22)
• Het toestel en de televisie uitschakelen.
4 Zet het toestel aan.
• Afhankelijk van de aspectinstellingen kunnen zwarte stroken boven en onder of links en rechts van de beelden verschijnen.
• Geen andere AV-kabel (DMC-LZ7)/ videokabel (DMC-LZ6) gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Geluid terugspelen gebeurt in mono. (DMC-LZ7)
• De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
• Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan het wazig zijn.
• U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen of plaatsen met een NTSC of PAL-systeem als u [VIDEO UIT] in het [SET-UP] menu instelt.
Opnamen terugspelen op een TV met
een slot voor een SD-geheugenkaart
Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met een SD-geheugenkaart kunnen teruggespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartslot.
1 De AV-kabel A (meegeleverd)
aansluiten op de [AV OUT] aansluiting op het toestel.
• De AV-kabel aansluiten met de [ ] markering in de richting van de [1] markering op de [AV OUT] aansluiting.
• De AV-kabel op B houden en deze er recht indoen of uithalen.
2 De AV-kabel aansluiten op de
video- en geluidaansluitingen op de TV.
1 Geel: naar de videoaansluiting
2 Wit: naar het geluidsaansluiting
3 De televisie aanzetten en “externe
aansluiting” kiezen.
92
VQT1C47
• Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm.
• Bewegende beelden kunnen niet teruggespeeld worden. Om bewegende beelden terug te spelen, het toestel op de TV aansluiten met de AV-kabel (DMC-LZ7)/Videokabel (DMC-LZ6) (meegeleverd).
• MultiMediaCards kunnen wellicht niet afgespeeld worden.
Overige
Schermdisplay
12 56 7
13
A In opname
Opnemen met de normale opnamefunctie [ ] (Begininstelling)
1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie (P38) 3 AF-zone (P24) 4 Focus (P24) 5 Beeldresolutie (P63) 6 Kwaliteit (P63)
: Waarschuwingsbeweging (P26) 7 Batterij-aanduiding (P22) 8 Aantal opnamen 9 Ingebouwd geheugen (P14)
: Kaart (P14) 10 Opnamestaat 11 Sluitertijd (P24) 12 Lensopening (P24) 13 Optische beeldstabilisator (P65)
3
4
7
10
1/30F2.8
1112
17
15
16
14
ISO
100
NATURAL
31 30
8
9
29 28 27
26
25
Tijdens de opname (na de instellingen)
14 Burstfunctie (P65)
: Geluidsopname (P53) 15 Witbalans (P60) 16 ISO-gevoeligheid (P61)
ISOMAX
ISOMAX
ISOMAX
800
1250
: ISO-limiet (P44)
//
400
17 Kleurfunctie (P67) 18 Opnamefunctie (P53)
/// (4:3)
/ (16:9)
19 Beschikbare opnametijd
(P53):
R1h20m30
s
20 Histogram (P36) 21 Leeftijd (P49)
• Dit verschijnt ongeveer 5 seconden lang als u het toestel aan zet in de [BABY1]/[BABY2] of [HUISDIER] in de scènefunctie.
Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de reisdatum (P55) 22 Reisdatum (P55) 23 Verstreken opnametijd (P53) 24 Huidige datum en tijd/
De reisbestemming instellend (P57):
• Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de opnamefunctie.
18
R 50
5s
s
Overige
19
20 21
22 23
24
93
VQT1C47
Overige
Zoom/Extra optische zoom (P28)/ Makkelijke zoom (P29)/Digitale zoom (P31)
W
W
T
1X
25 Intelligente ISO-gevoeligheidsfunctie
(P44) 26 Belichtingscompensatie (P43) 27 Langzame sluitertijd (P67) 28 Hoge-hoekfunctie (P37) 29 Zelfontspannerfunctie (P42) 30 AF-lamp (P66) 31 AF- Puntzone (P64)
1234
5
7
101112
6 7
8
9
BACKLIGHT
15 14
13
B Opnemen in de eenvoudige
functie
1 Flitsfunctie (P38) 2 Focus (P24) 3 Opnamefunctie (P26)
: Bewegingalert (P26) 4 Batterij-aanduiding (P22) 5 Aantal opnamen (P106) 6 Ingebouwd geheugen (P14)
: Kaart (P14) 7 Opnamestaat 8 AF-zone (P24) 9 Reisdatum (P55)
10 Achtergrondverlichting compenseren
(P28)
11 Huidige datum en tijd
• Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de eenvoudige functie.
Zoom/Extra optische zoom (P28)/ Makkelijke zoom (P29)
W
T
1X
12 Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de reisdatum (P55)
13 Compensatie achtergrondverlichting
(P28) 14 Zelfontspanner functie (P42) 15 AF-lamp (P66)
1
234567
20
19
18
17
16
15
1
WEERG. BEW. BEELDEN
1E DAG
F2.8 1/30
10:00 1.DEC.2007
100_0001
ISO100
1/3
8
9
10 11
AWB
12 13
14
C In terugspelen
1 Terugspeelfunctie (P32) 2 Aantal DPOF-prints (P78) 3 Beveiligd beeld (P80) 4 Bewegende beelden (Alleen DMC-LZ7)
(P70)
5 Beeldresolutie (P63) 6 Kwaliteit (P63)
In de bewegende-beeldenfunctie (P70)
/// (4:3)
/ (16:9)
In de eenvoudige functie (P26)
:ENLARGE :4qk6q/10k15cm : E-MAIL
7 Batterij-aanduiding (P22)
94
VQT1C47
8 Map/bestandsnummer
Toegangaanduiding (P86) Ingebouwd geheugen (P14)
: Kaart (P14)
9 Beeldnummer/Totaal opnamen
10 Waarschuwingspictogram
kabelaansluiting (P91) Bewegende-beeldenopname (P70):
1h20m30
s
11 Histogram (P36) 12 Opname-informatie 13 Favoriete instellingen (P73)/Verstreken
terugspeeltijd (P70): 14 Opgenomen datum en tijd 15 De reisbestemming instellen (P57) 16 Leeftijd (P49)
17 Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de reisdatum (P55) 18 Bewegende beeldenfunctie (P70) 19 Datumafdruk (P76) 20 Favorieten (P73)
1h20m30
s
Overige
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Wat u wel en niet moet doen met dit
toestel
Laat het toestel niet vallen, klop er niet mee en oefen er geen zware kracht op uit.
• Erop letten de tas/hoes waar het toestel inzit nergens tegen aan te stoten en niet te laten vallen aangezien dit schade zou kunnen opleveren aan het toestel, de lens of de LCD-monitor.
• Geen andere spullen aan de polsband hangen die bij het toestel wordt geleverd. Bij het opbergen zou er anders iets tegen de LCD-monitor kunnen komen en zou deze zo beschadigd kunnen worden.
• Geen papieren zak gebruiken voor het toestel aangezien een papieren zak makkelijk stuk kan gaan en het toestel zo kan vallen en kapot kan gaan.
• We raden het sterk aan dat u een goede toesteltas/goed toestelkistje aanschaft bij uw plaatselijke dealer om uw toestel te beschermen.
Houd het toestel uit de buurt van magnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.).
• Indienu het toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen de opnamen en de audio onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven.
• Gebruik het toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon omdat het geluid kan ervan een nadelige invloed kan hebben op de opnamen en de geluiden.
• Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd
VQT1C47
95
Overige
worden door luidsprekers of zware motoren.
• De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt, kan een nadelige invloed hebben op het toestel en storingen van beelden en geluiden veroorzaken.
• Als het toestel de invloed van magnetische geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet naar behoren werkt, dient u het toestel uit te schakelen en de batterij te verwijderen, of de netspanningsadapter (DMW-AC6E; optioneel) los te maken, en vervolgens de batterij weer terug te plaatsen of de netspanningsadapter weer aan te sluiten. Hierna schakelt u het toestel weer in.
Gebruik de digitale fotocamera niet in de nabijheid van hoogspanningsdraden of hoogspanningsleidingen.
• Opnemen in de buurt van hoogspanningsdraden of hoogspanningsleidingen kan nadelige gevolgen hebben voor de opnamen of geluiden.
Altijd de meegeleverde snoeren en kabels gebruiken. Ook voor optionele accessoires gebruikt u altijd de meegeleverde snoeren en kabels. De snoeren of de kabels niet langer maken.
Het toestel niet bespuiten met insectenverdelgers of chemische middelen.
• Wordt het toestel met chemische middelen bespoten dan kan het beschadigd raken en de afwerkingslaag er van af gaan.
• Vermijd langdurig contact van de digitale fotocamera met rubber of plastic.
Gebruik geen benzine, verdunners of alcohol om de camera te reinigen.
• Voordat u het toestel schoonmaakt, de batterijen verwijderen of de AC-adapter (DMW-AC6E; optioneel) losmaken.
• Het toestel kan beschadigd raken en de afwerkingslaag kan eraf gaan.
• Veeg stof of vingerafdrukken weg met een droge en zachte doek.
• Reinig het toestel niet met vaatwasproducten of chemisch behandelde doekjes.
Over de LCD Monitor
• Niet met grote kracht op de LCD monitor drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD monitor verschijnen en dit kan voor storing zorgen.
• Als het toestel koud is wanneer u het aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor aanvankelijk een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra het toestel zelf opgewarmd is.
De LCD-monitor wordt geproduceerd met hoge-precisietechnologie. Toch kunnen er donkere of lichte punten op het scherm staan (rood, blauw of groen). Dit is geen defect. De LCD-monitors hebben meer dan 99,99% effectieve pixels met nauwelijks 0,01% van de pixels die niet actief zijn of altijd oplichten. Deze puntjes worden niet opgenomen op de beelden in het geheugen of op de kaart.
Over de Lens
• Niet hard op de lens drukken.
• Het toestel niet met de lens naar de zon toe laten aangezien dit voor het slecht gaan werken van het toestel kan zorgen. Verder voorzichtig zijn wanneer u het toestel buiten laat of dicht bij een raam.
96
VQT1C47
Batterijen Verwijder de batterijen als u het toestel gedurende een lange tijd niet gebruikt.
• Als de temperatuur te hoog of te laag is, kunnen de aansluitingen roesten, wat problemen geeft.
Als u de batterijen per ongeluk laat vallen, controleren of de batterijen en de aansluitingen beschadigd zijn.
• Door een beschadigde batterij in het toestel te doen zal ook het toestel stuk stukgaan.
Opgeladen reservebatterijen meenemen wanneer u op stap gaat.
• U dient eraan te denken dat de werkingstijd van de batterijen korter wordt bij lagere temperaturen zoals op skipistes.
Onbruikbare batterijen weggooien.
• Batterijen hebben een beperkte levensduur.
• Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan een ontploffing veroorzaken.
De batterijaansluitingen niet in contact laten komen met metalen voorwerpen (zoals kettingen, haarpinnen, enz.).
• Dit kan kortsluiting of hittegeneratie veroorzaken en u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als u de batterijen aanraakt.
Overige
• Laat de kaart niet vuil worden en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water op de aansluitingen achterop de kaart komen. Raak de aansluitingen niet aan met uw vingers.
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
• De batterijen in een koele en doge plaats met een relatief stabiele temperatuur opbergen. [Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
• De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
• Als u de batterij in de camera laat zitten, zal deze leeg raken omdat er altijd een beetje stroom door gaat ook als de camera uit staat. “Lees P11 voor informatie over Ni-MH (nickel-metal hydride) batterijen.”
• We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in een kast bewaart.
Kaart De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht. De kaart niet plooien of laten vallen.
• De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen worden.
• De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of vervoert.
97
VQT1C47
Overige
Waarschuwingen op het scherm
Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven.
[HUIDIGE INSTELLING BATTERIJTYPE: OXYRIDE]/[HUIDIGE INSTELLING BATTERIJTYPE: ALKALINE/Ni-MH]
Deze melding verschijnt als u voor het eerst batterijen in het toestel doet en als de batterijen op zijn en u er nieuwe in doet. Als de batterij van een ander type is dan de batterij in de melding, wijzig het type dan in [BATT. TYPE] in het [SET-UP] menu. (P19)
[GEHEUGENKAART VERGRENDELD]
De Schrijfbeschermingschakelaar op de SD-geheugenkaart en de SDHC-geheugenkaart worden naar [LOCK] verplaatst. Verschuif de schakelaar terug om deze te ontgrendelen. (P15, 81,
84)
[GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEV EN]
Een beeld opnemen of een kaart in het toestel doen met een opgenomen beeld en dit vervolgens afspelen.
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]
Het beeld wissen of erover heen schrijven nadat de beveiliging geannuleerd is. (P80)
[DEZE FOTO KAN NIET GEWIST WORDEN]/[SOMMIGE FOTO’S KUNNEN NIET GEWIST WORDEN]
Beelden die niet voldoen aan de DCF-standaard kunnen niet gewist worden. Als u bepaalde opnamen wilt wissen, de kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P84)
[ER KUNNEN GEEN EXTRA WISSELECTIES GEMAAKT WORDEN]
U hebt meer opnamen gemaakt dan in één keer kunnen worden ingesteld met [MULTI] in [DATUM AFDR.] of [MULTI WISSEN]. Wijzig de ingestelde beelden of leg datumafdruk vast voor deze beelden en herhaal de stap voor de resterende beelden. Er zijn meer dan 999 favorieten ingesteld.
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN]
• DPOF-printen kan niet worden ingesteld voor beelden die niet voldoen aan de DCF-standaard.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN GEHEUGEN]/[NIET VOLDOENDE GEHEUGEN OP DE KAART]
Er is geen ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart.
• Wanneer u opnamen kopieert van het ingebouwde geheugen op de geheugenkaart (batchkopie), worden de opnamen gekopieerd totdat de kaart vol is.
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN]/ [KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN]
De volgende opnamen kunnen niet gekopieerd worden.
• Wanneer er een beeld met dezelfde naam als het te kopiëren beeld in de kopiebestemming bestaat.
• Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard.
Verder kunnen opnamen die gemaakt of bijgewerkt zijn met andere apparatuur eventueel niet gekopieerd worden.
[FOUT INT. GEHEUGEN FOTM. INT. GEH.?]
Dit bericht zal verschijnen als u het ingebouwde geheugen met de PC enz. formatteert. Het ingebouwde geheugen op het toestel formatteren. (P84) De gegevens in het ingebouwde geheugen zullen gewist worden.
98
VQT1C47
[STORING GEHEUGENKAART KAART FORMATEREN?]
Het kaartformaat kan niet herkend worden door het toestel. De kaart opnieuw formatteren met het toestel nadat de nodige gegevens opgeslagen zijn op een PC enz. (P84)
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN]
Dit bericht verschijnt als u op de lens drukt met uw hand enz. en de camera niet naar behoren werkt. Indien het bericht opnieuw verschijnt, contact opnemen met de leverancier of met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
[PARAMETERFOUT GEHEUGENKAART]
Gebruik een kaart die geschikt is voor dit toestel. (P5, 14)
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen.
[STORING GEHEUGENKAART CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Fout tijdens het openen van de kaart. Steek de kaart opnieuw in het toestel.
[LEESFOUT CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het aflezen van de gegevens. Voer de kaart opnieuw in. Controleer of de kaart goed in het toestel zit en speel vervolgens opnieuw af.
[SCHRIJFFOUT CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het schrijven van de gegevens. Het toestel uitzetten en de kaart eruit halen. De kaart er opnieuw indoen en het toestel weer aanzetten. Het toestel moet uit staan voordat u de kaart erin doet of eruit haalt omdat u anders de kaart kunt beschadigen.
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
Overige
• Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9], raden we het gebruik aan van een high-speed-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer.
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen.
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELI JK ]
U kunt geen map aanmaken omdat er geen mapnummers meer zijn. (P86) De kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P84) Als u [NR.RESET] in het [SET-UP] menu kiest na het formatteren, wordt de mapnummer weer op 100 gezet. (P21)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]/[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV]
• De AV-kabel (DMC-LZ7)/ videokabel (DMC-LZ6) is aangesloten. Druk op [MENU/ SET] als u deze melding wenst te annuleren.
• Kies [TV-ASPECT] in het [SET-UP] menu om het TV-aspect te wijzigen. (P22)
• Deze melding verschijnt ook als de USB-kabel alleen in de camera zit. Sluit het andere eind van de USB-kabel in dit geval aan op een PC of een printer. (P85, 88)
[SLUIT DE PRINTER OPNIEUW AAN.]
Deze melding verschijnt als u de keuzeknop op de printfunctie zet [ ] terwijl het toestel is aangesloten op de PC. Zet de keuzeknop op een andere stand dan [ ], controleer of geen gegevens worden verzonden en sluit dan de printer opnieuw aan. ([TOEGANG] verschijnt op de LCD-monitor van dit toestel als gegevens worden verzonden.)
99
VQT1C47
Overige
[USB MODE GEWIJZIGD. VERWIJDER DE USB-KABEL.]
Deze melding verschijnt als u de keuzeknop op een andere functie dan [ ] zet terwijl de camera is aangesloten op de printer. Zet de knop op [ ] en maak dan de USB-kabel los. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, stopt u met afdrukken en maakt u de USB-kabel los.
Problemen oplossen
De menu-instellingen resetten, kan veel problemen oplossen.
[RESETTEN] in het [SET-UP] menu kiezen. (P21)
Batterijen en stroom 1: Het toestel gaat onmiddellijk uit zelfs
wanneer de batterijstroom hoog is. De resterende batterijstroom is laag zelfs met nieuwe batterijen.
• De resterende batterijstroom wordt niet precies weergegeven en het toestel stopt plotseling met werken als het type batterij en de instellingen op [BATT. TYPE] niet identiek zijn. Dit is echter geen storing. Afhankelijk van het batterijmerk en van de werkingstemperatuur of als er lege batterijen gebruikt worden, kan de resterende batterijstroom verkeerd aangeduid worden. – Controleer [BATT. TYPE] (P19) in het
[SET-UP] menu
2: Het toestel kan niet bediend worden
zelfs wanneer het aanstaat.
• Zitten de batterijen er goed in?
• Voldoende opgeladen batterijen gebruiken wanneer u Ni-MH batterijen gebruikt.
3: De LCD-monitor gaat uit terwijl het
toestel aanstaat.
• Is de energiebesparingsfunctie (P20) of de besparingsfunctie (P20) geactiveerd? – Tot de helft op de ontspanknop
drukken om deze functies te annuleren.
• Zijn de batterijen leeg? – Vervang ze door batterijen die met
voldoende vermogen. (Wanneer u Ni-MH batterijen gebruikt, deze opladen.)
100
VQT1C47
Loading...