Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic digitale fotocamera.
Leest u deze handleiding met aandacht en
bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor uw
veiligheid
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR
NIET BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN OF VOCHT. VERWIJDER HET
DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, IN
HET APPARAAT BEVINDEN ZICH
GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
DESKUNDIGE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde
banden of schijven, of ander gepubliceerd
of uitgezonden materiaal, voor andere
doeleinden dan persoonlijk gebruik,
kunnen een overtreding van het
auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal
aan beperkingen onderhevig zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Leica is een geregistreerd handelsmerk
van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een geregistreerd handelsmerk
van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang
alleen door een zelfde soort batterij of
equivalent, die door de fabrikant
aanbevolen worden. Gooi de gebruikte
batterijen weg zoals door de fabrikant
voorgeschreven wordt.
n
Opmerking betreffende lithiumbatterijen
• Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de
lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan
het einde van de levensduur vervangt.
• Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij
door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
n Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw digitale camera
enigszins af kunnen wijken van de
illustraties die in deze handleiding
opgenomen zijn.
2
VQT0Y52
Printplaat
• Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat
met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur
hierboven.
• De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de
lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
Lithiumbatterij
n Zorg voor het toestel
• Het toestel niet schudden of ertegen
stoten. Het toestel zou daardoor niet
normaal kunnen werken, het maken van
opnames zou buiten werking gesteld
kunnen worden, of de lens of het LCDscherm zouden beschadigd kunnen
raken.
• Schuif de lens in voordat u de camera
vervoert.
• Schuif de lens in voordat u de beelden
weergeeft.
• Zand of stof kan een storing van de camera
veroorzaken. Zorg dat er geen zand of stof
in de lens of op de flitser of terminals
terechtkomt wanneer u de camera op het
strand of een andere plaats gebruikt.
• Zorg ervoor dat er geen water in de
camera binnendringt wanneer u het toestel
in de regen of op het strand gebruikt.
• Deze camera is niet waterbestendig.
In het geval de camera in aanraking
komt met water, zoals druppels, veeg
deze dan af met een droge doek. Als de
camera niet meer normaal functioneert,
neem dan contact op met uw dealer of
uw dichtstbijzijnde servicenter.
-Als u dit symbool ziet-
Informatie over het weggooien van
elektrische en elektronische
apparatuur (particulieren)
Dit symbool op de producten en/of de
bijbehorende documenten betekent
dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het
Lever deze producten in bij de aangewezen
inzamelingspunten, waar ze gratis worden
geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In
sommige landen kunt u uw producten bij een
lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van
een equivalent nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als
afval inlevert, spaart u waardevolle
hulpbronnen en voorkomt u potentiële
negatieve gevolgen voor de volksgezondheid
en het milieu, die anders kunnen ontstaan
normale huishoudelijke afval mogen.
Vóór gebruik
n Over het LCD-scherm
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit kan
ongelijke kleuren op het LCD-scherm of
een storing op het scherm veroorzaken.
• Op plaatsen met grote
temperatuurverschillen kan condens
worden gevormd op het LCD-scherm. Veeg
de condens af met een zachte, droge doek.
• Als de camera koud is bij het inschakelen,
zal het beeld op het LCD-scherm eerst
een weinig donkerder zijn dan gewoonlijk.
Het beeld zal echter naar de normale
helderheid terugkeren naarmate de
interne temperatuur van de camera stijgt.
Er wordt gebruik gemaakt van een
extreem hoge precisietechnologie bij de
productie van het LCD-scherm. Er
kunnen echter enkele donkere of
heldere punten (rood, blauw of groen)
op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen
storing. Het LCD-scherm heeft meer dan
99,99% effectieve beeldpunten met
slechts 0,01% inactieve of altijd
opgelichte beeldpunten.
De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de
foto’s die worden opgeslagen op het
interne geheugen of een geheugenkaart.
door een onjuiste verwerking van afval. Neem
contact op met uw gemeente voor meer
informatie over het dichtstbijzijnde
inzamelingspunt.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste
verwijdering van dit afval, in overeenstemming
met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese
Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en
elektronische apparatuur contact op met uw
leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in
landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese
Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien,
contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste
verwijderingsmethode is.
3
VQT0Y52
n Over de lens
• Druk niet hard op de lens of de
lenshouder.
• Houd de camera niet met de lens in de
richting van de zon, anders kan dit een
storing veroorzaken. Wees ook
voorzichtig wanneer u het toestel buiten of
dichtbij een raam legt.
• Wanneer er vuil (water, olie,
vingerafdrukken, enz.) op het oppervlak
van de lens is, kan de opname worden
beïnvloed. Veeg het oppervlak van de
lens voor en na het maken van opnamen
voorzichtig schoon met een zachte, droge
doek.
n Over condensatie (wanneer de lens
beslagen is)
• Condensatie doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid als
volgt veranderd is. Pas op voor
condensatie, aangezien dit vlekken op de
lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
–Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht, van de kou naar een warme
kamer.
–Wanneer het toestel van de buitenlucht
in een auto met airconditioning wordt
geplaatst.
–Wanneer koele wind van een
airconditioner of ergens anders vandaan
direct op het toestel wordt geblazen.
–In vochtige plaatsen
• Stop de camera in een plastic zak to de
temperatuur in de buurt van de
omgevingstemperatuur komt om
condensatie te voorkomen. In geval van
condensatie schakelt u de camera uit en
wacht u ongeveer 2 uur. Wanneer het
toestel de omgevingstemperatuur nadert,
verdwijnt de vocht vanzelf.
4
VQT0Y52
Vóór gebruik
n Wanneer u de camera lange tijd niet
zult gebruiken
• Bewaar de batterij op een koele en droge
plaats met een relatief stabiele
temperatuur.
[Aanbevolen temperatuur: 15°C tot 25°C,
aanbevolen vochtigheidsgehalte: 40% tot
60%]
• Verwijder altijd de batterij en de kaart uit
het toestel.
• Als u de batterij in de camera laat, zal
deze ontladen zelfs wanneer het toestel is
uitgeschakeld. Als u de batterij gedurende
lange tijd in het toestel laat, wordt deze
overmatig ontladen en kan deze
onbruikbaar worden, zelfs na het opladen.
• Wanneer u de batterij voor een lange tijd
opbergt, raden wij u aan deze eenmaal
per jaar op te laden. Nadat de batterij
volledig is ontladen, verwijdert u deze uit
de camera en bergt u de batterij opnieuw
op.
• Wanneer u het toestel in een kast of lade
bewaart, wordt het aangeraden er
droogstof (silicagel) bij te bewaren.
n Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een
SDHC-geheugenkaart en een
MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar
de volgende types Geheugenkaarten.
– SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
– SDHC-geheugenkaart (4 GB)
– MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met
4 GB of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de
SD-standaard en zal niet in dit product
werken.
Over de modusknop
Vóór gebruik
Stel deel A in op de gewenste modus.
De modusknop kan 360° worden gedraaid.
Draai de knop langzaam en zorg ervoor dat u
elke modus aanpast. (Stel de knop niet aan
naar gedeelten waar er geen modus is.)
A
L : Program AE-modus (P25)
De belichting wordt automatisch bepaald
door de camera.
M : Diafragma-prioriteit AE (P52)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald
door het door u ingestelde diafragma.
N : Sluitertijd-prioriteit AE (P52)
Het diafragma wordt automatisch bepaald
door de door u ingestelde sluitertijd.
O : Handmatige belichting (P53)
De belichting wordt aangepast aan de handmatig
ingestelde diafragma en sluitertijd.
i : Bewegend beeld modus (P74)
Met deze modus kunt u bewegende
beelden met geluid opnemen.
: Afdrukmodus (P109)
Met deze modus kunt u foto’s afdrukken via
een direct op de camera aangesloten
PictBridge geschikte printer.
: Scènemodus (P61)
Met deze modus kunt u foto’s nemen
afhankelijk van de opnamescènes.
0 : Automatische modus (P29)
Dit is de aanbevolen modus voor
beginners.
Q : Weergavemodus (P35)
Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s
bekijken.
n Over de aanduidingen in deze
gebruiksaanwijzing
Met de hier aangegeven standen kunt u de
functies of instellingen gebruiken die op
deze pagina worden beschreven. Stel de
functiekeuzeschakelaar in op een van de
standen om de functies of instellingen te
gebruiken.
Hier vindt u nuttige of handige informatie
over het gebruik van deze camera.
n Afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding
of het menuscherm wijkt lichtjes af van het
eigenlijke gebruikte.
n De afbeeldingen van de cursorknop
en de joystick
In deze gebruiksaanwijzing wordt de
bediening van de cursorknop en de joystick
zoals hieronder afgebeeld uitgelegd.
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
n Batterijpakket
CGA-S005E
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“batterij”)
n Batterijoplader
DE-A12A
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“lader”)
n Netspanningskabel
K2CQ2CA00006
n AV-k abel
K1HA08CD0008
n USB-aansluitkabel
K1HA08CD0007
n Draagriem
VFC4082
n Batterijdragend kistje
VYQ3509
n Lensdop
VYF3109 (Zilver)
VYF3110 (Zwart)
n Lensdopkoord
VFC4137
• Kaart is optioneel.
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt u
beelden opnemen of weergeven via het
interne geheugen. (P16)
• Mocht u een van de meegeleverde
accessoires verliezen, neem dan contact
op met de dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum. (U kunt de accessoires
afzonderlijk aanschaffen.)
• Let bij gebruik van een statief goed op
of het statief stevig en stabiel staat
met het toestel erop bevestigd.
Beknopte handleiding
Voorbereiding
Hier vindt u een overzicht van de werkwijze
voor het maken van opnames met deze
camera. Lees voor elke functie de
bijbehorende pagina’s.
1
Batterij opladen. (P12)
• De batterij is niet opgeladen
wanneer de camera wordt
verzonden. Laad de batterij op vóór
gebruik.
2
Plaats de batterij en de kaart.
(P14, 15)
• Wanneer u geen kaart (optioneel)
gebruikt, kunt u beelden opnemen of
weergeven via het interne geheugen
(P16). Zie P17 wanneer u een kaart
gebruikt.
3
Zet de camera aan om foto’s te
nemen.
• Stel de klok in. (P19)
1
3
2
1 Stel de modusknop in op [L].
2 Open de flitser. (Bij gebruik van de
flitser) (P42)
3 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P25)
4
Kijk de foto’s terug.
1
2
1
Stel de modusknop in op [Q].
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P35)
VQT0Y52
11
Voorbereiding
De batterij laden met de lader
De batterij is niet opgeladen wanneer de camera
wordt verzonden. Laad de batterij op vóór gebruik.
1
Plaats de batterij en let daarbij op
de batterijrichting.
2
Sluit de netspanningskabel aan.
•
De netspanningskabel past niet helemaal
in de elektra-aansluiting. Er blijft een
spleet open zoals hieronder afgebeeld.
3
Neem de batterij uit nadat het
opladen is voltooid.
• Vergeet niet om na afloop van het laden
het snoer uit het stopcontact te halen.
• De batterij wordt warm na gebruik/laden
of tijdens het laden. Ook de camera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter
geen storing van de camera.
• De batterij loopt leeg als deze lange tijd
na het laden niet wordt gebruikt. Laad de
batterij opnieuw op.
• U kunt het verbruikte gedeelte opladen
voordat het resterende vermogen is
opgebruikt.
• Gebruik de speciale lader en batterij.
• Laad de batterij op met de lader.
• Haal de lader niet uit elkaar, pas hem
ook niet aan.
• Als het [CHARGE] lampje A groen is,
start het opladen.
• Als het [CHARGE] lampje A uitgaat (na
ongeveer 130 minuten uur), is het
opladen voltooid.
• Wij verwijzen naar P13 als de
[CHARGE] indicator knippert.
12
VQT0Y52
Voorbereiding
Over de batterij (opladen/aantal opneembare foto’s)
n Batterijaanduiding
De resterende batterijlading wordt op het scherm
weergegeven. [De aanduiding verschijnt niet als u
de camera gebruikt met de netadapter (DMW-AC5;
optioneel).]
•
De batterijaanduiding wordt rood en
knippert. (de statusindicator knippert
wanneer het LCD-scherm wordt
uitgeschakeld.) Laad de batterij op of
plaats een volledig opgeladen batterij.
n Levensduur van de batterij
Het aantal opnames volgens CIPAnormen (In de modus Program AE)
• CIPA is een afkorting van [Camera &
Imaging Products Association].
Aantal opnames
Circa 300 foto’s
(Circa 150 min.)
(Opnamecondities volgens CIPA-normen)
• Temperatuur: 23°C/
Luchtvochtigheid: 50% als het LCDscherm aan is.
• Gebruik een Panasonic SDgeheugenkaart (niet bijgeleverd: 16 MB).
• Met gebruik van de geleverde batterij.
•
Vastleggen begint 30 seconden nadat de
camera is aangezet. (Wanneer de functie
van het optische beeldstabilisatiesysteem is
ingesteld op [MODE1])
• Een opname per 30 seconden, met
volledige flits om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van tele
naar groothoek draaien en vice versa.
•
De camera na elke 10 opnames uitzetten/De
camera laten rusten tot de batterij is afgekoeld.
Opmerking:
Bij gebruik van de Power LCD-functie
of groothoekfunctie (P40), neemt het
aantal opneembare foto’s af.
Het werkelijke aantal foto’s dat u kunt nemen
hangt af van de pauze die u laat tussen de
opnames. Het aantal opnames neemt
proportioneel af met de ingelaste pauze.
[bijv. Wanneer u elke 2 minuten een
opname maakt, zal het aantal
opneembare foto’s afnemen tot ca. 75.]
n Weergavetijd
WeergavetijdCirca 300 min.
Het aantal opneembare foto’s en de
weergavetijd variëren afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de wijze
waarop de batterij wordt bewaard.
n Laden
LaadduurCirca 130 min.
Laadduur en aantal opneembare foto’s
met de optionele batterijpakket (CGAS005E) zijn hetzelfde als hierboven.
• Als het laden start, gaat het [CHARGE]
lampje branden.
n Wanneer de indicator [CHARGE]
knippert
• De batterij is overmatig ontladen (te veel
ontladen). Na enkele ogenblikken zal de
indicator [CHARGE] oplichten en wordt
het normale opladen gestart.
• Wanneer de batterijtemperatuur extreem
hoog of laag is, knippert de indicator
[CHARGE] en duurt het opladen veel
langer dan normaal.
• De terminals van de lader of de batterij
zijn vuil. Veeg ze schoon met een droge
doek.
• Als de gebruikstijd van de camera zeer
kort wordt ook al is de batterij goed
geladen, dan is de levensduur van de
batterij wellicht verstreken. Koop een
nieuwe batterij.
n Laadcondities
• Laad de batterij bij een temperatuur van
10°C tot 35°C. (Batterijtemperatuur dient
hetzelfde te zijn.)
• De prestaties van de batterij kunnen
tijdelijk minder zijn en de gebruikstijd kan
korter worden bij lage
temperatuuromstandigheden (bijv. skiën/
snowboarden).
13
VQT0Y52
Voorbereiding
1
Batterij plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
Plaats de opgeladen batterij en let
daarbij op de batterijrichting.
Verwijderen:
Verschuif de vergrendeling A om de
batterij te verwijderen.
A
14
VQT0Y52
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
2
• Verwijder de batterij na gebruik. Berg de
verwijderde batterij op in het
batterijdraagtasje (bijgeleverd).(P8)
• Wanneer een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, blijft de
klokinstelling gedurende minstens 3
maanden bewaard (in de camera), zelfs
als de batterij wordt verwijderd. (Het
opslaan kan minder lang duren als de
batterij niet voldoende is opgeladen.) Als
er meer dan 3 maanden zijn verstreken,
gaat de klokinstelling verloren. Stel in dit
geval de klok opnieuw in. (P19)
• Verwijder de kaart of de batterij niet
terwijl de camera bezig is met
bewerkingen op het interne geheugen
of een kaart. De gegevens kunnen
beschadigd worden. (P16)
• Verwijder de batterij nadat u de camera
heeft uitgezet en zorg ervoor dat het
LCD-scherm en de statusindicator
(groen) uit staan. Anders zullen de
instellingen van de camera mogelijk
niet juist worden opgeslagen.
• De geleverde batterij is uitsluitend
ontworpen voor gebruik met deze
camera. Gebruik hem niet met andere
apparatuur.
Voorbereiding
Kaart plaatsen/verwijderen (optioneel)
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Houd een SD-geheugenkaart (optioneel),
een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of
een MultiMediakaart (optioneel) gereed.
• Sluit de flitser.
• Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
beelden opnemen of weergeven via het
interne geheugen. (P16)
1
Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
2
Plaatsen:
Plaats de kaart met het etiket naar de
achterkant van de camera gericht tot
deze klikt en wordt vergrendeld.
Verwijderen:
Druk tegen de kaart tot het klikt en
trek de kaart er dan recht uit.
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
2
1
• Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal
dichtgaat, verwijder de kaart dan,
controleer de kaartrichting en plaats hem
opnieuw.
• De kaart en de gegevens kunnen
beschadigen als hij wordt ingebracht
of verwijderd terwijl de camera aan is.
• We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD-geheugenkaart/SDHC
geheugenkaart.
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de contactpunten op de achterzijde
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd raken als hij niet
volledig wordt ingebracht.
15
VQT0Y52
Voorbereiding
Over het interne geheugen/de kaart
n Intern geheugen []
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
beelden opnemen of weergeven via het
interne geheugen.
• De interne geheugencapaciteit
bedraagt ongeveer 13 MB.
• Het beeldformaat is vast ingesteld op
QVGA (320x240 beeldpunten) wanneer
bewegende beelden naar het interne
geheugen worden opgenomen. (P74)
n Kaart []
U kunt beelden opnemen of weergeven
via een kaart.
(Het interne geheugen kan niet worden
gebruikt wanneer er een kaart is
geplaatst.)
n Toegang tot het interne geheugen of
de kaart
• De toegangs indicatielampjes (B of D)
lichten rood op wanneer de beelden
worden opgenomen op het interne
geheugen (of op de kaart).
• Voer geen van de volgende bewerkingen
uit wanneer de toegangsindicatielampjes
branden, foto’s worden gelezen of
verwijderd of terwijl het interne geheugen
(of de kaart) wordt geformatteerd (P105).
–de camera uitzetten.
–de batterij of de kaart (indien gebruikt)
verwijderen.
–de camera schudden of stoten.
–De netadapter loskoppelen (DMW-AC5;
optioneel). (wanneer de netadapter wordt
gebruikt)
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd worden en de camera
functioneert wellicht niet meer normaal.
Op het scherm weergegeven
pictogrammen:
:
1
A
1
B
C
D
:
:
:
A: wanneer het interne geheugen wordt
gebruikt
B: wanneer het interne geheugen wordt
geopend
C: wanneer de kaart wordt gebruikt
D: wanneer de kaart wordt geopend
• De beeldgegevens die op het interne
geheugen of op een kaart zijn
opgeslagen, kunnen worden
gekopieerd van het interne geheugen
naar de kaart of omgekeerd. (P104)
• Het interne geheugen (ca. 13 MB) kan
worden gebruikt als een tijdelijk
opslagapparaat wanneer de kaart die
wordt gebruikt, vol is.
• De toegangstijd voor het interne
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart. (max. ca. 7
sec.)
16
VQT0Y52
n
Over een SD-geheugenkaart (optioneel),
een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of
een MultiMediakaart (optioneel).
• De SD-geheugenkaart, de SDHCgeheugenkaart en de MultiMediakaart
zijn kleine, lichtgewicht, verwisselbare,
externe geheugenkaarten.
• De SDHC-geheugenkaart is een
geheugenkaart standaard bepaald door
de SD Associatie in 2006 voor hoge
capaciteit geheugenkaarten met meer
dan 2 GB geheugen.
•
De SD-geheugenkaart en de SDHCgeheugenkaart hebben een hoge lees/
schrijfsnelheid. De SD-geheugenkaart en
de SDHC-geheugenkaart zijn voorzien van
een schuifje voor de schrijfbeveiliging
dat het schrijven op en formatteren van de
kaart kan verhinderen.
(Als de schuif naar
de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de
gegevens op de kaart niet overschreven
of gewist worden en kan de kaart evenmin
worden geformatteerd. Deze functies
worden weer beschikbaar als de schuif
ontgrendeld wordt.)
SD-geheugenkaart
E
Voorbereiding
E
geheugenkaarten gebruiken op
apparatuur die dit ondersteunt. U kunt de
SDHC-geheugenkaarten niet gebruiken
op apparatuur die alleen SDgeheugenkaarten ondersteunt. (Indien u
SDHC-geheugenkaarten gebruikt op
andere apparatuur, wees er dan zeker
van dat u de gebruiksaanwijzing van de
apparatuur leest.)
• Dit apparaat biedt geen ondersteuning
voor het opnemen van bewegende
beelden op MultiMediakaarten. Wij raden
u aan SD-geheugenkaarten/SDHCgeheugenkaarten met een hoge snelheid
te gebruiken wanneer u bewegende
beelden wilt opnemen (P74).
n Behandeling van de kaart
Sla belangrijke gegevens ook op uw PC op
(P106). Elektromagnetische golven,
statische elektriciteit, slecht functioneren,
kaartbeschadiging en andere factoren
kunnen gegevens vernietigen of uitwissen.
• Als de kaart met een PC of een ander
apparaat werd geformatteerd, moet u
deze opnieuw formatteren met de
camera. (P105)
Controleer de meest recente informatie op
de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
•
Wij verwijzen u naar pagina 127 voor het
beschikbare aantal te nemen foto’s en de
beschikbare opnametijd van een kaart.
•
Dit apparaat ondersteunt SDgeheugenkaarten die zijn geformatteerd
volgens het FAT12-systeem en het FAT16systeem die in overeenstemming zijn met
de specificaties van een SDgeheugenkaart. Het ondersteunt ook
SDHC-geheugenkaarten die zijn
geformatteerd volgens het FAT32-systeem.
• Deze unit (werkt met SDHC-apparatuur)
ondersteunt zowel de SDgeheugenkaarten als de SDHCgeheugenkaarten. U kunt de SDHC-
• De lees/schrijfsnelheid van een
MultiMediCard is lager dan bij een SDgeheugenkaart. Wanneer u een
MultiMediaCard gebruikt, kunnen de
prestaties van bepaalde functies iets
langzamer zijn dan aangegeven.
Hou de geheugenkaart buiten het bereik van
•
kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
17
VQT0Y52
Voorbereiding
De lensdop/-draagriem bevestigen
n Lensdop (bijgeleverd)
1
Verwijder het lensdopje.
2
Leid het draagriem door de
opening op de lensdop.
3
Leid het draagriem door de
opening op de camera.
4
Breng het lensdopje aan.
n Draagriem (bijgeleverd)
1
Leid het draagriem door het oog
voor de koordbevestiging.
• Controleer of het draagriem goed is
verbonden met de camera.
• Als u de camera uitzet, vervoert of foto’s
weergeeft, breng de lensdop dan aan om
het lensoppervlak te beschermen.
• Verwijder de lensdop voordat u de camera
aanzet in de opnamemodus.
• Als de modusknop is ingesteld op een van
de opnamemodi en de camera is
ingeschakeld terwijl de lensdop is
bevestigd, verschijnt het bericht
[LENSDOP VERWIJDEREN EN OP q
TOETS DRUKKEN]. Druk op de
cursorknop q nadat u de lensdop hebt
verwijderd.
• Let op dat u de lensdop niet verliest.
• Wanneer u de riem wilt losmaken, dient u
een puntig object te gebruiken om de
knoop losser te maken zodat u de riem
kunt verwijderen.
• Wanneer u de lensdop en de riem
tegelijkertijd wilt gebruiken, moet u de
riem eerst vastmaken. Als u eerst de
lensdop bevestigt, zal het moeilijk worden
de riem vast te maken.
18
VQT0Y52
Voorbereiding
B
Datum/Tijd instellen (Klokinst.)
n Fabrieksinstelling
De klok is niet ingesteld wanneer de camera
wordt verzonden. Wanneer u de camera
inschakelt, verschijnt het volgende scherm.
A
AUB KLOK INSTELLEN
KLOKINST.
A: [MENU/SET] knop.
B: Cursorknoppen
1
Druk op [MENU/SET].
2
Druk op e/r/w/q om de datum en
tijd te selecteren.
:
C
:
:..
D
JAN1000
MDJ
2006
ANNUL
of
MENU
KLOKINST.
SELECINST.EXIT
C
: Tijd in de thuiszone
D: Tijd op de reisbestemming (P71)
• w/ q : Selecteer het gewenste item.
• e/ r : Stel datum en tijd in.
• Zie [WERELDTIJD] (P71) voor informatie
over het instellen van de lokale tijd op de
reisbestemming.
• U kunt op [A] drukken om deze
handeling te annuleren zonder de klok in
te stellen.
3
Druk meerdere keren op [MENU/
SET] om het menu te sluiten.
• U kunt ook op de joystick drukken om het
menu te sluiten.
• Schakel de camera uit nadat u de klok
hebt ingesteld. Schakel de camera
vervolgens opnieuw in en controleer of de
klokinstelling juist is.
De klokinstelling wijzigen
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r om [KLOKINST.] te
selecteren (P92).
3 Druk op q en voer de bovenstaande
stappen 2 en 3 uit voor de instelling.
4
EXIT
/
4
MENU
OPNAME
KLOKINST.
SELEC
• U kunt de klok tijdens de stand weergave
[Q] instellen via het instelmenu (P20).
• Voor deze bewerking kunt u zowel de
cursorknoppen als de joystick gebruiken.
• Wanneer een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, blijft de
klokinstelling gedurende minstens 3
maanden bewaard (in de camera), zelfs
als de batterij wordt verwijderd.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs
notatie.
• Als u de datum niet instelt, kan deze niet
worden afgedrukt bij een fotostudio voor
digitale afdrukken. (P99)
19
VQT0Y52
Setupmenu
•
Wijzig de instellingen indien nodig. (Zie de pagina’s
21 tot 24 voor informatie over de instellingen.)
•
De menuopties verschillen afhankelijk van de modus
die u met de modusknop hebt geselecteerd (P5).
Het volgende voorbeeld toont u hoe u [TOON] kunt
instellen wanneer de program AE-modus [
geselecteerd.
•
Selecteer [RESETTEN] om de
fabrieksinstellingen te herstellen. (P23)
1
Druk op [MENU/SET] en
vervolgens op w.
OPNAME
2
Druk op r
WITBALANS
WB INSTELLEN
GEVOELIGHEID
FOTO RES.
KWALITEIT
om het pictogram [ ] van
1
/
4
AUT O
AUT O
MENU
EXITSELEC
het menu [SET-UP] te selecteren en
druk vervolgens op q.
SET-UP
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELECEXIT
3
Druk op e/r
om de menuoptie te
1
OFF
/
5
MENU
selecteren.
SET-UP
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELECEXIT
1
OFF
/
5
MENU
A
• Druk op r bij A om naar het volgende
menuscherm te schakelen. Ga verder,
door op r te drukken om [TOON] te
selecteren.
L
] is
MENU
SET
Voorbereiding
4
Druk op q, druk op e/r
instelling te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
SET-UP
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
BESPARING
MF ASSIST
TOON
SELEC
5
Druk op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop halfweg
indrukken om het menu te sluiten.
n
Over menubewerkingen door middel van de joystick
Voor de menu-instellingen kunt u ook de
joystick gebruiken.
1 Druk op [MENU/SET].
2 Beweeg de joystick naar e/r/w/q om
de optie voor de instelling te selecteren
en druk op de joystick.
3
Druk op de joystick om het menu te sluiten.
SET-UP
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
BESPARING
MF ASSIST
TOON
SELEC
n Over de opties op het menuscherm
•
Er zijn 5 menuschermen (1/5, 2/5, 3/5, 4/5 en 5/5).
•
U kunt vanaf elk menu schakelen naar andere
menuschermen door de zoomhendel te draaien.
SET-UP
KLOKINST.
WERELDTIJD
SET-UP
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELECEXIT
SELECEXIT
MENU
INST.
MENU
INST.
1
/
5
0
AUTO REVIEW
OFF
BATT. BESP.
SET-UP
OFF
BESPARING
MENU
AF TOON
MF ASSIST
ONTSPANNER
TOON
VOLUME
NR. RESET
RESET
SELECEXIT
SELECEXIT
2
/
5
1SEC.
OFF
SET-UP
OFF
MENU
HIGHLIGHT
VIDEO UIT
TV-ASPECT
MF m/ft
SCÈNEMENU
om de
2
/
5
1SEC.
5 MIN.
OFF
MENU
SET
2
/
5
1SEC.
5 MIN.
OFF
3
/
5
4
/
5
OFF
OFF
SET-UP
OFF
MENU
TAAL
OFFOFF
MENU
SELECEXIT
5
/
5
NED
MENU
20
VQT0Y52
Voorbereiding
Druk op [] om het menu weer te geven, druk op [SET-UP] en selecteer het item. (P20)
MENU
SET
MenuFuncties
3 KLOKINST.Wijzig datum en tijd. (P19)
WERELDTIJD
[]:De tijd van uw thuiszone wordt ingesteld.
[]:De lokale tijd van de zone op de reisbestemming wordt
ingesteld.
• Zie P71 voor informatie over het instellen van [WERELDTIJD].
x LCD SCHERM Pas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen.
RICHTLIJN
U kunt bepaalde patronen instellen die worden getoond bij de opnametijd.
U kunt instellen of u opgenomen gegevens en histogrammen met
richtlijnen wilt tonen of niet (P39).
[SET]: Wanneer u een foto maakt, wordt de datum waarop deze
werd gemaakt, geregistreerd.
[OFF]: Wanneer u een foto maakt, wordt de datum waarop deze
werd gemaakt, niet geregistreerd.
• Zie P69 voor informatie over het instellen van [REISDATUM].
P AUTO REVIEW [1 SEC.]:De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven.
[3 SEC.]:De opname wordt gedurende ongeveer 3 seconden
automatisch op het scherm weergegeven.
[ZOOM]:De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven. Daarna wordt hij
4 keer uitvergroot en verschijnt gedurende ongeveer 1
seconde. Deze modus is handig voor het controleren van
de brandpuntafstelling. Foto’s in burstmodus, auto-bracket,
foto’s met geluid worden niet uitvergroot zelfs al wordt
[ZOOM] geselecteerd.
[OFF]: De opname wordt niet automatisch weergegeven.
• De functie auto-review is niet ingeschakeld in de modus bewegend
beeld [i].
• Auto-review wordt geactiveerd als u een opname maakt met auto-
bracket [B] (P48) of burstmodi [D], [E] en [F] (P50),
ongeacht de auto-review-instelling. (Het beeld wordt echter niet
vergroot.)
• Wanneer u foto’s met geluid gebruikt, werkt de auto-review-functie
tijdens het opnemen, ongeacht de instelling van de auto-reviewfunctie. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• Als de kwaliteit staat ingesteld op [RAW], werkt de auto-reviewfunctie totdat de opname is opgeslagen op de kaart. (De
afbeelding wordt niet vergroot.)
• U kunt de instelling auto-review niet wijzigen bij gebruik van autobracket, burstfuncties, filmopnames, [ZELFPORTRET] in
scènemodus, bij geluidsopnames en bij het instellen van de
kwaliteit op [RAW].
• Wanneer [HIGHLIGHT] (P23) op [ON] staat, dan knipperen witte
wazige delen in het zwart bij het automatisch afspelen.
21
VQT0Y52
Voorbereiding
Druk op [] om het menu weer te geven, druk op [SET-UP] en selecteer het item.
MENU
SET
(P20)
MenuFuncties
5BATT. BESP.[1 MIN.]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10MIN.]:
Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera automatisch
uit na de interval die u hebt ingesteld om de batterij te sparen.
[OFF]: De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld.
• Druk de ontspanknop half in of zet de camera uit en aan om de
spaarstand op te heffen.
• In de energiebesparingsmodus, wordt de spaarstand vast
ingesteld op [2 MIN.].
• Wanneer u de netadapter (DMW-AC5; optioneel) gebruikt/aansluit
op een PC of een printer/bewegende beelden opneemt/
bewegende beelden weergeeft/tijdens een diashow, wordt de
spaarstand niet geactiveerd. (De instelling voor de spaarstand
wordt echter vast ingesteld op [10MIN.] wanneer een diashow
wordt gepauzeerd of wanneer u een diashow handmatig afspeelt.)
BESPARING
De levensduur van de batterij wordt verlengd door de helderheid van het
LCD-scherm te verminderen en het scherm automatisch uit te
schakelen wanneer de camera niet wordt gebruikt in de opnamemodus.
[LEVEL 1]:
Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld als de camera niet
wordt gebruikt in de opnamemodus gedurende 15 seconden.
[LEVEL 2]:
Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld als de camera niet
wordt gebruikt gedurende 15 seconden in de opnamemodus
of gedurende 5 seconden na het maken van een foto.
[OFF]:
•
Het LCD-scherm wordt in de spaarstand uitgeschakeld terwijl de flitser
De spaarstand kan niet worden geactiveerd.
wordt opgeladen.
• De statusindicator licht op wanneer het LCD-scherm wordt
uitgeschakeld. Druk op een willekeurige knop om het LCD-scherm
opnieuw in te schakelen.
• In de energiebesparingsmodus wordt de spaarstand vast ingesteld
op [2 MIN.].
[De spaarstand wordt echter niet geactiveerd wanneer u de
netadapter gebruikt (DMW-AC5; optioneel).]
•
De spaarstand zal niet werken wanneer u de netadapter (DMW-AC5;
optioneel) gebruikt, opnamen maakt in de filmmodus, het
menuscherm wordt weergegeven of de zelfontspanner is ingesteld.
• De helderheid van het LCD-scherm wordt niet verminderd in de
Power LCD-modus en de groothoekmodus.
X MF ASSIST
(Alleen in
opnamemodus)
Bij handmatige scherpstelling verschijnt een hulpscherm op het
midden van het scherm om het richten op het onderwerp te
vereenvoudigen. (P55)
[MF1]: Het midden van het scherm wordt vergroot. U kunt de
scherpstelling aanpassen terwijl u de compositie van het
geheel van het scherm overweegt.
[MF2]: Het volledige scherm wordt vergroot. Dit is nuttig voor het
aanpassen van de scherpstelling bij groothoekopnamen.
[OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
22
VQT0Y52
Voorbereiding
Druk op [] om het menu weer te geven, druk op [SET-UP] en selecteer het item.
MENU
SET
(P20)
MenuFuncties
6 TOONStel in om het volume van het gebruiksgeluid te selecteren.
[7 ]: Geen gebruiksgeluid
[8]: Zacht gebruiksgeluid
[9]: Luid gebruiksgeluid
AF TOON
[7 ]: Geen pieptoon voor de scherpstelling
[8]: Zachte pieptoon voor de scherpstelling
[9]: Luide pieptoon voor de scherpstelling
B ONTSPANNER Stel in om het volume van het sluitergeluid te selecteren.
[C]: Geen sluitergeluid
[E]: Zacht sluitergeluid
[D]: Luid sluitergeluid
9 VOLUMEHet volume van de luidsprekers kan in 7 stappen worden bijgesteld.
(LEVEL6 tot 0)
• Het volume van de luidsprekers van de TV wijzigt niet wanneer u
de camera op de TV aansluit.
2NR.RESETStel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de volgende opname. (Het nummer van de
map wordt bijgewerkt en het bestandsnummer start vanaf 0001.)
• Er kan een mapnummer van 100 tot 999 worden toegewezen.
Als het mapnummer 999 wordt bereikt, kan het niet gereset
worden. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen.
• Om het mapnummer opnieuw in te stellen naar 100, moet u eerst
het interne geheugen of de kaart formatteren (P105). Voer daarna
[NR.RESET] uit om het bestandsnummer opnieuw in te stellen.
Vervolgens verschijnt een scherm waarin u wordt gevraagd of u
het mapnummer opnieuw wilt instellen. Selecteer [JA].
•
Zie pagina 107 voor uitgebreide informatie over bestands- en mapnummers.
1 RESETTENDe instellingen van het opname of [SET-UP] menu worden
teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen.
•
De instelling van de geboortedatum voor [BABY1]/[BABY2] (P68) in de
scènemodus en het aantal dagen dat is verstreken sinds de vertrekdatum voor
[REISDATUM] (P69) en de instelling [WERELDTIJD] (P71) worden eveneens
opnieuw ingesteld wanneer u de instellingen van het menu [SET-UP] naar de
fabriekswaarden herstelt. Daarnaast worden ook [FAVORIETEN] (P95) vast
ingesteld op [OFF] en [LCD ROTEREN] (P96) op [ON].
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
Y HIGHLIGHT[ON]: Als de auto-review-functie wordt geactiveerd, wordt een wit
verzadigd vlak knipperend in zwartwit weergegeven. (P39)
[OFF]: Geen highlight-weergave
X VIDEO UIT
(Alleen in
[NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-systeem. (P113)
[PAL]: Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem.
weergavemodus)
23
VQT0Y52
Voorbereiding
Druk op [] om het menu weer te geven, druk op [SET-UP] en selecteer het item.
MENU
SET
(P20)
MenuFuncties
TV-ASPECT
(Alleen in
weergavemodus)
[j]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 16:9 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van op een televisie
met een aspectratio van [j]. Beelden die zijn
opgenomen met de aspectratio [h] of [] worden
weergegeven met een zwarte band aan beide zijden.
[h]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 4:3 heeft.
Als de aspectratio is ingesteld op [h] dan verschijnen
•
foto’s genomen met aspectratio van [
j
] en [] met
een zwarte band boven en onder bij een
breedbeeldtelevisie. (Het LCD-scherm vertoont
afbeeldingen die zijn genomen met aspectratio’s [] en
[
h
MF m/ft
] met zwarte banden aan de linker- en rechterkant.
[m]:De brandpuntsafstand wordt in meters aangegeven bij
handmatige focus.
[ft]:De brandpuntsafstand wordt in voet aangegeven bij
handmatige focus.
• Zie pagina 55 voor informatie over handmatig scherpstellen.
g SCÈNEMENU [AUTO]: Het menu [SCÈNE MODE] verschijnt automatisch
wanneer u de modusknop instelt op de scènemodus.
Selecteer de gewenste scènemodus. (P61)
[OFF]: Het menu [SCÈNE MODE] verschijnt niet wanneer u de
modusknop instelt op de scènemodus en de camera wordt
gebruikt in de momenteel geselecteerde scènemodus. Als
u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [MENU/SET] om
het menu [SCÈNE MODE] weer te geven en selecteert u
vervolgens de gewenste scènemodus.
{ TAALStel een van de volgende 10 talen in op het menuscherm.
Ga naar de gewenste taal met e/r en leg uw keuze vast met
[MENU/SET].
• Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [{] uit de
menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen.
24
VQT0Y52
Foto’s nemen
12
B
Basis
De camera stemt automatisch de sluitertijd
en het diafragma af op de helderheid van
het onderwerp.
• Verwijder het lensdopje.
1
1 Zet de camera aan.
2 Stel de modusknop in op
program AE [L].
3 Schuif de focusschakelaar naar
[AF].
21
3
2
Richt het AF-gebied 1 op het
punt waarop u wilt scherpstellen
en druk de ontspanknop half in.
• Het focuslampje
vervolgens worden het diafragmagetal
2 gaat branden en
3 en de sluitertijd 4 weergegeven.
• De sluitertijd wordt niet weergegeven als de
ISO-gevoeligheid is ingesteld op [] (P83).
• U kunt het AF-gebied selecteren op richten
op 1 gebied of richten op 1 gebied (hoge
snelheid) als de AF-stand is ingesteld. (P88)
• Als 9-zone-focussing of 3-zonefocussing (hoge snelheid) wordt
gebruikt in de AF-modus, verschijnt de
AF-zone niet tot het onderwerp is
scherpgesteld. (P87)
• De weergegeven AF-zone is groter dan
gebruikelijk wanneer u de digitale zoom
gebruikt of foto’s maakt op een donkere
plaats. (P88)
• Kijk op P47 hoe u de belichting moet
instellen
• Raadpleeg P26 voor de programmawisseling.
n Focusbereik
In normale
fotomodus
Focuslampje
AF-gebied
GeluidPiept 4 keerPiept 2 keer
5.
Wide of
groothoek
50 cm tot Z 1,0 m tot Z
Indien het
onderwerp
niet scherp is
Knippert
(groen)
Verandert van
wit naar rood of
geen AF-zone
ISO
Tele
Indien het
onderwerp
scherp is
Aan (groen)
Verandert van
wit in groen
345
• A : Druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te stellen.
A
3
Neem een foto.
• B : Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te nemen.
25
VQT0Y52
Basis
• We raden u aan te controleren of de klok
juist is ingesteld voordat u begint met het
maken van foto’s. (P19)
• Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
• Als u een tijd voor stroombesparing hebt
ingesteld (P22), schakelt de camera
automatisch uit indien hij binnen de
ingestelde tijd niet wordt bediend.
Gebruikt u de camera weer, druk de
ontspanknop dan half in of zet de camera
uit en aan.
• Om beeldruis te voorkomen raden we aan
de ISO-gevoeligheid of de instelling
[RUISREDUCTIE] bij [FOTO INST.] te
verlagen tot [HIGH] of elke optie, behalve
[RUISREDUCTIE], in te stellen op [LOW]
(P90). (De ISO-gevoeligheid is ingesteld
op [AUTO] wanneer de camera wordt
verzonden. Wanneer u bijvoorbeeld foto’s
binnenshuis maakt, zal de ISOgevoeligheid daarom verhogen.)
n Programmawisseling
In de modus Program AE kunt u het
vooringestelde diafragma en de sluitertijd
wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet
programmawisseling.
Met deze functie maakt u de achtergrond
vager (door het diafragma te verkleinen) of
legt u het bewegende onderwerp
dynamischer vast (door een langzame
sluitertijd in te stellen) in de modus
Program AE.
• Druk de ontspanknop half in en voer de
programmawisseling uit met de joystick
terwijl de diafragmawaarden en de
sluitertijd worden weergegeven (ongeveer
10 seconden).
1
1
19
19
1
• Als programmawisseling is ingeschakeld,
wordt de aanduiding programmawisseling
1 weergegeven op het scherm.
• De programmawisseling wordt
geannuleerd wanneer de camera wordt
uitgeschakeld of de joystick omhoog of
omlaag wordt verplaatst tot de aanduiding
voor de programmawisseling verdwijnt.
Als de belichting onvoldoende is wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt,
worden de diafragmawaarde en de
sluitertijd in het rood weergegeven.
• Als meer dan 10 seconden zijn verstreken
na het ingaan van de
programmawisseling, wordt de status
voor het activeren van de
programmawisseling geannuleerd en
keert terug naar de modus Program AE.
De instelling wordt echter wel bewaard in
programmawisseling.
•
Programmawisseling werkt soms niet
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
•
Programma wisselen wordt niet geactiveerd
als de ISO-gevoeligheid is ingesteld op
[]
.
ISO
Basis
n Tips voor het maken van goede foto’s
•
Houd de camera voorzichtig vast met beide
handen, houd uw armen stil langs uw
lichaam en plaats uw voeten iets uiteen.
• Zorg dat u de camera niet beweegt op het
moment dat u de ontspanknop indrukt.
•
Dek de microfoon of de AF-assistentielamp
niet af met uw vinger of andere voorwerpen.
• Dek de flitser niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
• Als het LCD-scherm moeilijk zichtbaar is
door de lichtinval van de zon die erop
schijnt, raden wij uw aan uw hand of een
ander object te gebruiken om het licht te
blokkeren wanneer de camera gebruikt.
1
A
B
2
A
B
1 : Bij het zijdelings vasthouden van de
camera
2 : Bij het verticaal vasthouden van de
camera
A : Flitser
B : AF-assistentielamp
n Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant (verticaal), wordt de informatie over
het roteren automatisch toegevoegd en
opgeslagen bij de foto’s.
Als [LCD ROTEREN] (P96) is ingesteld
op [ON], kunt u de foto’s op het scherm of
de TV roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto’s.
• Deze functie werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet
gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP
ANIM.].
27
VQT0Y52
n Scherpstellen
1
• Het focusbereik is 50 cm tot Z
(groothoek), 1,0 m tot Z (tele). Gebruik
de macromodus wanneer u close-upfoto’s
wilt maken. (P58)
•
Als de afstand tussen de camera en het
onderwerp buiten het focusbereik van de
camera valt, zal de foto mogelijk niet correct
worden scherpgesteld, zelfs als het
focuslampje oplicht.
• In de volgende situaties kan de camera
niet goed scherpstellen op onderwerpen.
–Wanneer een scène is opgebouwd uit
zowel dichtbij- als verafgelegen
onderwerpen.
–Wanneer er vuil of stof zit op het glas
tussen de lens en het onderwerp.
–Wanneer het onderwerp is omringd met
verlichte of glimmende voorwerpen.
–Wanneer een foto op een donkere plek
wordt genomen.
–Wanneer het onderwerp snel beweegt.
–Wanneer de scène weinig contrast heeft.
–Wanneer er bewogen wordt.
–Wanneer een erg helder onderwerp
wordt vastgelegd.
Wij raden u aan foto’s te maken met de
pre-focus (P57) en AF/AE vergrendeling
(P60). Op donkere plekken kan de AFassistentielamp (P89) oplichten om te
kunnen scherpstellen op het onderwerp.
•
Ook al gaat het focuslampje branden en wordt
het onderwerp scherpgesteld, dit wordt weer
geannuleerd als u de ontspanknop loslaat.
Druk de ontspanknop half in.
n Trilling voorkomen (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop
indrukt.
• De jitter-waarschuming
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
1 verschijnt bij
Basis
• Let vooral extra op als de jitterwaarschuwing verschijnt bij een van de
opnamemethoden die staan beschreven
op P27, of gebruik een statief voor de
beste resultaten. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P46)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
• De sluitertijd zal in de volgende specifieke
gevallen langzamer worden. Houd de
camera stil vanaf het ogenblik dat de
ontspanknop wordt ingedrukt tot de foto
op het scherm verschijnt. We raden een
statief aan.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
• Als u de ontspanknop halfweg indrukt
wanneer de belichting niet voldoet, wordt
de aanduiding voor de diafragmawaarde
en de sluitertijd rood. (De
diafragmawaarde en de sluitertijd worden
echter niet rood wanneer de flitser is
geactiveerd.)
• De helderheid van het scherm kan
verschillen van de helderheid van
gemaakte foto’s, vooral wanneer u
opnamen maakt in omstandigheden met
een zwakke belichting.
• Als de meeste voorwerpen op het scherm
helder zijn (bijv. blauwe hemel op een
onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de
opname soms donker. Compenseer in dat
geval de belichtingswaarde op de camera.
(P47)
28
VQT0Y52
Basis
Foto’s nemen in automatische modus
De automatische modus maakt het
onervaren gebruikers gemakkelijk. Er
worden slechts eenvoudige menuinstellingen getoond waarmee u zonder
fouten foto’s kunt nemen.
n Basismenu-instellingen
1
Druk op [MENU/SET].
2
Druk op e/r om de gewenste
menuoptie te selecteren en druk
vervolgens op q.
OPNAME
FOTO RES.
KWALITEIT
KLOKINST.
MENU
SELEC
3
Druk op e/r om de gewenste
INST.
8 M
5.5 M
2 M
10 M
EZ
EZ
EZ
instelling te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
4
Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop halfweg
indrukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de joystick gebruiken om
stappen 2 tot 4 uit te voeren.
Om te selecterenOm in te stellen en
te sluiten
n Instellingen in de automatische (Auto)
modus
• Ga voor meer informatie over elke optie
naar de bijbehorende pagina.
In de Auto-modus zijn de overige
instellingen als volgt vast ingesteld. Ga
voor meer informatie over elke optie naar
de bijbehorende pagina.
Focusbereik
([AF]/[AFw]/
[MF])
5 cm tot Z
(groothoek)
30 cm tot Z (tele)
Witbalans[AUTO]P81
ISO-
[]P83
ISO
gevoeligheid
Beeldinstelling [STD.]P90
Geluidsopname
Metingfunctie
AF-modus
[OFF]P86
[R] (Meervoudig)
[W]
P87
P87
(1-zone-focussing)
Continue AF[OFF]P89
AF-
[ON]P89
assistentielamp
• In de auto-modus zijn de volgende
functies niet bruikbaar.
–[WB INSTELLEN]
–Belichtingscompensatie
–Auto-bracket
–[KLEUR EFFECT]
–Fijnafstelling witbalans
–Selectie AF-zone
–AF/AE vergrendeling
–[DIG. ZOOM]
–Flip-animatie
29
VQT0Y52
n Compenseren van achtergrondlicht
(backlight)
Achtergrondlicht doet zich voor als er licht
vanachter het onderwerp komt.
Onderwerpen zoals personen worden
donker bij het vastleggen van foto’s met
achtergrondlicht. Als u drukt op e, []
gaat de aanduiding (compensatie
backlight) aan en wordt de backlightcompensatiefunctie actief. Met de functie
wordt het achtergrondlicht gecompenseerd
door de hele foto helderder te maken.
1
BACKLIGHT
ISO
19
Basis
• In de auto-modus zijn de volgende opties
niet zichtbaar.
– [VIDEO UIT]
– [TV-ASPECT]
• De instellingen [FOTO RES.],
[KWALITEIT] en [KLOKINST.] in de automodus worden op andere opnamemodi
toegepast.
1
BACKLIGHT
ISO
19
• Als u drukt op e terwijl [] wordt
weergegeven, verdwijnt [] en wordt de
backlight-compensatiefunctie
geannuleerd.
• Bij gebruik van de backlightcompensatiefunctie raden we u aan de
flitser te gebruiken. (Als u de flitser
gebruikt, wordt de flitsinstelling vastgezet
op Geforceerd AAN [t].)
• Als u de flitser gebruikt met de backlight
compensatie uit, dan wordt de flitser
vastgezet op AUTO/Red-eye reductie
[s].
30
VQT0Y52
Loading...
+ 106 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.