QuickTime en het QuickTime logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Apple Inc., gebruikt onder hun licentie.
VQT1L72-1
- 2 -
Vóór gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic digitale fotocamera.
Leest u deze handleiding met aandacht
en bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor uw
veiligheid
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO OP BRAND,
ELEKTRISCHE SCHOK OF
PRODUCTSCHADE TE BEPERKEN,
* DIENT U HET APPARAAT NIET
BLOOT TE STELLEN AAN REGEN,
VOCHT, DRUPPEN OF SPETTEREN
EN MOET U GEEN VOORWERPEN
GEVULD MET VLOEISTOFFEN,
ZOALS VAZEN, OP HET APPARAAT
PLAATSEN.
* GEBRUIK ALLEEN DE
ACCESSOIRES DIE WORDEN
AANGERADEN.
* VERWIJDER HET DEKSEL
(ACHTERKANT) NIET, IN HET
APPARAAT BEVINDEN ZICH
GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT
OP MET DESKUNDIGE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde
banden of schijven, of ander
gepubliceerd of uitgezonden materiaal,
voor andere doeleinden dan persoonlijk
gebruik, kunnen een overtreding van het
auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal
aan beperkingen onderhevig zijn.
Houd u er rekening mee dat de huidige
•
bedieningselementen, de onderdelen,
de menuopties enz. van uw digitale
camera enigszins af kunnen wijken van
de illustraties die in deze handleiding
opgenomen zijn.
SDHC Logo is een handelsmerk.
•
Andere namen, bedrijfsnamen en
•
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang
alleen door een zelfde soort batterij
of equivalent, die door de fabrikant
aanbevolen worden. Gooi de gebruikte
batterijen weg zoals door de fabrikant
voorgeschreven wordt.
Het merkteken kunt u vinden aan de
onderkant van het apparaat.
Vóór gebruik
Schroevendraaier
Printplaat
Lithiumbatterij
■ Opmerking betreffende lithiumbatterijen
Bij dit product zijn lithiumbatterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
•
mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch
afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als stroomvoorziening voor de klok.
•
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de lithiumbatterij op het moment
•
dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij door vakbekwaam
•
servicepersoneel wordt verwijderd.
■ Alleen voor servicepersoneel:
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
•
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier
etc. zoals het guur hiernaast.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de
•
positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen
afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
-Als u dit symbool ziet-
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool op de producten en/of de bijbehorende documenten betekent
dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale
huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar
ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt,
teruggewonnen en hergebruikt. In sommige landen kunt u uw producten
bij een lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van een equivalent
nieuw product.
Het wegwerpen van dit product op de juiste manier helpt waardevolle bronnen en
voorkomt enige potentiële negatieve effecten op de gezondheid van mensen en het
milieu wat kan voorkomen uit onjuiste omgang met afval. Neem contact op met uw
gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste verwijdering van dit afval, in
overeenstemming met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op
met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingmethode is.
- 3 -
- 4 -
Vóór gebruik
■ Zorg voor het toestel
Het toestel niet schudden of ertegen
•
stoten. Het toestel zou daardoor niet
normaal kunnen werken, het maken van
opnames zou buiten werking gesteld
kunnen worden, of de lens of het LCDscherm zouden beschadigd kunnen
raken.
Zand of stof kan een storing van de
•
camera veroorzaken. Zorg dat er geen
zand of stof in de lens of op de itser
of aansluitingen terechtkomt wanneer
u de camera op het strand of een
andere plaats gebruikt.
Zorg ervoor dat er geen water in de
•
camera binnendringt wanneer u het
toestel in de regen of op het strand
gebruikt.
Deze camera is niet waterbestendig.
•
In het geval de camera in aanraking
komt met water, zoals druppels, veeg
deze dan af met een droge doek.
Als de camera niet meer normaal
functioneert, neem dan contact op
met uw dealer of uw dichtstbijzijnde
servicenter.
■ Over het LCD-scherm
Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit
•
kan ongelijke kleuren op het LCDscherm of een storing op het scherm
veroorzaken.
Op plaatsen met grote
•
temperatuurverschillen kan condens
worden gevormd op het LCD-scherm.
Veeg de condens af met een zachte,
droge doek.
Als de camera koud is bij het
•
inschakelen, zal het beeld op het LCDscherm eerst een weinig donkerder zijn
dan gewoonlijk.
Het beeld zal echter naar de normale
helderheid terugkeren naarmate de
interne temperatuur van de camera stijgt.
Er wordt gebruik gemaakt van een
extreem hoge precisietechnologie bij
de productie van het LCD-scherm.
Er kunnen echter enkele donkere
of heldere punten (rood, blauw of
groen) op het scherm zichtbaar
zijn. Dit is geen storing. Het LCDscherm heeft meer dan 99,99%
effectieve beeldpunten met slechts
0,01% inactieve of altijd opgelichte
beeldpunten.
De spikkeltjes zullen niet te zien zijn
op de foto’s die worden opgeslagen
op het interne geheugen of een
geheugenkaart.
■ Over de lens
Druk niet hard op de lens of de
•
lenshouder.
Laat de camera niet met de lens naar de
•
zon gericht omdat sterk zonlicht storingen
kan veroorzaken. Wees ook voorzichtig
wanneer u het toestel buiten of dichtbij
een raam legt.
■ Over condensatie (wanneer de lens
beslagen is)
Condensatie doet zich voor wanneer de
•
omgevingstemperatuur of vochtigheid
als volgt veranderd is. Pas op voor
condensatie, aangezien dit vlekken op de
lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
Wanneer het toestel naar binnen wordt
–
gebracht, van de kou naar een warme
kamer.
Wanneer het toestel van de buitenlucht
–
in een auto met airconditioning wordt
geplaatst.
Wanneer koele wind van een
–
airconditioner of ergens anders
vandaan direct op het toestel wordt
geblazen.
In vochtige plaatsen
–
Stop de camera in een plastic zak
•
tot de temperatuur in de buurt van
de omgevingstemperatuur komt om
condensatie te voorkomen. In geval van
condensatie schakelt u de camera uit en
wacht u ongeveer 2 uur. Wanneer het
toestel de omgevingstemperatuur nadert,
verdwijnt het vocht vanzelf.
Vóór gebruik
■ Wanneer u de camera lange tijd niet
zult gebruiken
Bewaar de batterij op een koele en
•
droge plaats met een relatief stabiele
temperatuur.
[Aanbevolen temperatuur:
15 °C tot 25 °C
Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
Verwijder altijd de batterij en de kaart uit
•
het toestel.
Als de batterijen in de camera worden
•
gelaten zullen ze leeglopen omdat een
zwakke elektrische stroom door de
batterijen gaat, zelfs als de camera uit
staat. [Lees P12 voor informatie over NiMH (nikkel metaal hydride) batterijen.]
Wanneer u het toestel in een kast of
•
lade bewaart, wordt het aangeraden er
droogstof (silicagel) bij te bewaren.
■ Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een SDHCgeheugenkaart en een MultimediaCard
gebruiken.
Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
•
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar
de volgende types Geheugenkaarten.
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
–
SDHC-geheugenkaart (4GB tot 16 GB)
–
MultiMediaCard
–
Meer specieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
Bij gebruik van een kaart met een
•
capaciteit van 4 GB of meer is alleen de
SDHC-geheugenkaart met SDHC-logo
conform de SD-standaard geschikt.
Een MultiMediaCard is alleen geschikt
•
voor foto's.
- 5 -
Inhoud
Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid .................... 2
•
instructies voor het gebruik van de
cursorknoppen als volgt beschreven.
bijv. Als u drukt
op de rknop.
Statiefaansluiting
22�
Let bij gebruik van een statief goed
•
23�
op of het statief stevig en stabiel staat
met het toestel erop bevestigd.
Batterij-ingang (P15)
Statusaanduiding (P15, 22, 25)
16�
[DISPLAY] knop (P37)
17�
[Q.MENU] (P59) /Wissen (P35) knop
18�
DC Coupler-klep (P88,91,96)
19�
Kaartklep (P15)
20�
Riemoog
21�
Gebruik de polsriem om te voorkomen
•
dat de camera valt.
- 9 -
Beknopte handleiding
2
1
1
2
Voorbereiding
Hier vindt u een overzicht van de
werkwijze voor het maken van opnames
met deze camera. Lees voor elke functie
de bijbehorende pagina’s.
Laad de batterijen.
1�
Wanneer u geen kaart (optioneel)
•
gebruikt, kunt u beelden opnemen of
weergeven via het interne geheugen.
Zie P16 wanneer u een kaart gebruikt.
Zet de camera aan om foto’s te
2�
nemen.
Stel de klok in. (P17)
•
Gelieve het soort batterijen te
•
selecteren dat nodig is voor gebruik
bij [BATT. TYPE] in het [SET-UP]menu. (P21)
Kijk de foto’s terug.
3�
1 Zet de opname/weergave-schakelaar
op [Q].
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P34)
1 Zet de opname/weergave-schakelaar
op [].
2 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P28)
- 10 -
Over de batterijen
A
:
B
:
3
8 M
■ Bruikbare batterijen
AA alkaline batterijen (meegeleverd)
AA-oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaal
hydride) batterijen (optioneel)
AA oxyride batterijen (optioneel)
Een van de volgende berichten
•
verschijnt als u de batterijen voor de
eerste keer invoert, als u de batterijen
wisselt als ze op zijn etc.
[CURRENT BATTERY TYPE SETTING:
ALKALINE/Ni-MH] ([HUIDIGE BATT.
TYPE INSTELLING: ALKALINE/NiMH]) / [CURRENT BATTERY TYPE
SETTING: OXYRIDE] ([HUIDIGE BATT.
TYPE INSTELLING: OXYRIDE])
Als de ingevoerde batterijen afwijken
van het weergegeven type in het
bericht, moet u [BATT. TYPE] instellen
in het [SET-UP] -menu. (P21)
Het batterijtype dat is ingesteld kan
•
worden herkend aan de kleur van de
batterijindicatie (wit of blauw).
A Als de alkaline/Ni-MH batterijen zijn
geselecteerd
wordt de batterij indicatie blauw.
B Als de oxyride batterijen zijn
geselecteerd
wordt de batterij indicatie wit.
We raden aan om Panasonic batterijen te
•
gebruiken.
De prestaties van een batterij kunnen
•
heel erg uiteenlopen afhankelijk van het
merk dat wordt gebruikt en de levensduur
en gebruiksomstandigheden van de
batterijen.
Voorbereiding
Batterijprestaties kunnen
•
tijdelijk minder worden bij lage
temperatuuromstandigheden [10 graden
Celsius of lager]. Dit herstelt weer als de
temperatuur normale waarden aanneemt.
Afhankelijk van de temperatuur en
•
de gebruiksomstandigheden kan de
camera niet goed functioneren en de
batterijen kunnen uitgeput raken zonder
waarschuwing omdat de batterij indicatie
niet correct is afgebeeld. Dit is geen
storing.
We raden u aan de camera vaak uit
•
te zetten tijdens het gebruik om de
levensduur van de batterijen lange tijd
goed te houden.
Als u de camera langere tijd gebruikt
raden we u aan om oplaadbare Ni-MH
batterijen te gebruiken.
Uitgeputte batterijen kunnen weer
•
enigszins herstellen in prestatie als u ze
langere tijd laat liggen. Ze kunnen dan
echter niet lang worden gebruikt. Zorg
dat u ze vervangt met nieuwe batterijen.
■ Onbruikbare batterijen
Manganese
Batteriijen
Nikkel batterijenNi-Cd batterijen
Werking wordt niet gegarandeerd bij het
•
gebruik van de bovenstaande batterijen.
De batterijen kunnen lekken en de
volgende storingen kunnen optreden:
Het resterende batterijvermogen wordt
–
niet juist weergegeven.
De camera gaat niet aan.
–
Gegevens die zijn opgeslagen op het
–
interne geheugen of op de kaart zijn
beschadigd wat resulteert in verlies van
opgenomen foto’s.
- 11 -
Lithium Batterijen
Voorbereiding
■ Batterijvormen die niet kunnen
worden gebruikt
Batterijen met ongewone vormen kunnen
•
lekken, hitte opbouwen of exploderen als
u ze in de camera invoert.
Batterijen waarbij de bovenste laag er
•
gedeeltelijk of helemaal af is gepulkt.
Gebruik deze batterijen nooit. (Wij
verwijzen u naar de afbeelding benden)
Alles of een
•
gedeelte van de
deklaag van de
batterij is eraf
gepulkt.
■ Juiste verzorging en behandeling van
batterijen
Het verkeerd behandelen van batterijen
kan resulteren in lekkage, hitte opbouw,
brand of explosies. Bekijk het volgende.
Verwarm de batterijen niet en stel ze niet
•
bloot aan vuur.
Laat de batterijen niet lange tijd in een auto
•
liggen die in de volle zon is geparkeerd met
gesloten deuren en ruiten.
Maak de batterijen of de batterijaansluitingen
•
niet nat met water/zeewater.
Pulk of krab niet de bovenste laag van
•
de batterij.
Laat de batterijen niet vallen en gooi er
•
niet mee.
Gebruik geen batterijen die tekenen van
•
lekkage, vervorming, verkleuring etc.
vertonen.
Berg batterijen niet op, op erg vochtige
•
plekken of plekken met hoge temperaturen.
Houd batterijen uit de buurt van kinderen.
•
Gebruik altijd twee nieuwe batterijen van
•
hetzelfde type als u batterijen verwisselt.
Verwijder battterijen als u niet van plan
•
bent om het toestel lange tijd te gebruiken.
De ) pool is vlak.•
- 12 -
Batterijen kunnen snel warm worden
•
nadat u het toestel heeft aangezet.
Zet de camera uit en wacht tot de
temperatuur van de batterijen afneemt of
verwijder ze.
De prestatie van batterijen neemt af en
•
het opnemen/weergeven neemt ook
af als de omgevingstemperatuur laag
is [10 graden Celsius of minder]. Dit is
vooral het geval als u alkaline of oxyride
batterijen gebruikt. U moet deze daarom
eerst in uw jaszak verwarmen voordat
u ze gebruikt. Zorg dat u geen metalen
voorwerpen zoals een aansteker samen
met uw batterij in uw jaszak plaatst als u
deze verwarmt.
Als er vuil of vet op de batterijpolen zit zal
•
de opname/weergave tijd extreem kort
kunnen worden. Voordat u de batterijen
plaatst, dient u de batterijaansluitingen
schoon te maken met een zachte, droge
doek.
Als batterijlekkage optreedt, moet
u de batterijen verwijderen en
het batterijcompartiment grondig
droogwrijven. Breng nieuwe batterijen in
of volledig opgeladen Ni-MH batterijen.
Als batterij elektrolyt op uw handen of
kleding druppelt moet u dit goed met
water uitwassen. Batterij elektrolyt kan
gezichtsverlies veroorzaken als het in
contact komt met de ogen. Wrijf niet in
uw ogen. Was uw ogen onmiddelijk met
schoon water en consulteer een dokter.
■
Ni-MH Batterijen (Nikkel Metaal Hydride)
U kunt Ni-MH batterijen gebruiken nadat
ze heeft opgeladen met een nickel metaal
hydride batterij oplader. Echter, het
verkeerd behandelen van batterijen kan
resulteren in lekkage, hitte opbouw, brand
of explosies. Bekijk het volgende.
Als oplaadbare batterijen worden
•
gebruikt, worden oplaadbare batterijen
die zijn geproduceerd door Panasonic
aangeraden.
Voorbereiding
Als er vuil op de batterijpolen zit kan
•
het zijn dat u ze niet meer normaal kunt
opladen. Reinig de batterijpolen en de
baterijladeraansluitingen met een zachte,
droge doek.
Als u de batterijen voor de eerste keer
•
oplaadt, of nadat u ze lange tijd niet heeft
gebruikt kan het zijn dat ze niet volledig
opladen.
Dit is een kenmerk van Ni-MH batterijen
en is geen storing. Batterij prestaties
worden beter als u ze vaker oplaadt.
We raden u aan om de batterijen op
•
te laden als ze volledig leeg zijn. Als u
batterijen oplaadt voordat ze volledig leeg
zijn, kan dat de prestatie van de batterij
verminderen. Dit wordt ‘geheugeneffect’
genoemd.
Als ‘geheugeneffect’ optreedt, blijf de
•
batterijen dan gebruiken tot de camera
stopt met werken en laadt ze dan
helemaal op.
Batterij prestaties worden weer hersteld
als u ze vaker oplaadt.
Na verloop van tijd ontladen Ni-MH
•
batterijen vanzelf en gaat hun capaciteit
achteruit zelfs als ze niet worden
gebruikt.
Als de batterijen weer volledig zijn
•
opgeladen, moet u ze niet langer opladen.
Pulk of krab niet de bovenste laag van de
•
Ni-MH batterijen.
Lees de gebruiksaanwijzing van de
•
batterijlader voordat u deze gebruikt.
Ni-MH batterijen hebben een beperkte
levensduur. De batterijcapaciteit gaat
gaandeweg achteruit. Als u de camera nog
maar heel kort kunt gebruiken nadat u de
batterijen volledig heeft opgeladen, kan het
zijn dat ze op zijn. Koop nieuwe batterijen.
Batterij levensduur hangt af van de
•
omstandigheden waarin ze worden
opgeslagen en gebruikt en van de
omgeving.
Wanneer u de batterijen lange tijd niet
zult gebruiken
Als u de batterijen in de camera laat
•
zitten zullen ze ontladen. Dit komt
doordat er altijd een kleine stroom is zelfs
als de camera uitstaat. Als u de batterij
gedurende lange tijd in het toestel laat,
wordt deze overmatig ontladen en kan
deze onbruikbaar worden, zelfs na het
opladen.
Wanneer u de batterijen voor een
•
lange tijd opbergt, raden wij u aan deze
eenmaal per jaar op te laden. Nadat
de batterijen volledig zijn ontladen,
verwijdert u deze uit de camera en bergt
u de batterijen opnieuw op.
Voor het Verenigd Koningrijk en
continentaal Europa
Informatie over de heroplaadbare
batteruj
De batterij kan worden gerecycled. Leef
de plaatselijke recyclingvoorschriften na.
■ Batterij levensduur
Het aantal opnames (volgens CIPAnormen in de normale afbeeldings
beeldmodus [])
Gebruikte batterijen
Panasonic
Alkalinebatterijen
(meegeleverd of
optioneel)
•
50% als het LCD-scherm aan is. Ú1
Gebruik van een Panasonic SD-
•
geheugenkaart (16 MB).
- 13 -
Voorbereiding
Vastleggen begint 30 seconden nadat de
•
camera is aangezet. (Wanneer de functie
van het optische beeldstabilisatiesysteem
is ingesteld op [STAND2])
Een opname per 30 seconden, met
•
volledige its om de andere opname.
Bij elke opname de zoomhendel van Tele
•
naar Groothoek draaien en vice versa.
De camera na elke 10 opnames
•
uitzetten/De camera laten rusten tot de
batterijen zijn afgekoeld.
Ú1 Het aantal opneembare foto's
vermindert bij gebruik van auto power
LCD, power LCD of high angle-modus
(P38).
CIPA is een afkorting van [Camera &
•
Imaging Products Association].
Het aantal opneembare foto’s varieert
ook afhankelijk van de opname
intervaltijd. Als de opname intervaltijd
langer gaat duren gaat het aantal op te
nemen foto’s achteruit.
(bijv. bij opnamen van elke twee
minuten: ongeveer ¼ van het aantal bij
opnamen van elke 30 seconden)
Het aantal op te nemen foto’s bij lage
temperaturen (in normale beeldmodus
[] als de temperatuur lager is
dan 0 graden Celsius en andere
opnameomstandigheden voldoen aan
de CIPA-normen.)
Gebruikte batterijen
Panasonic
Alkalinebatterijen
(meegeleverd of
optioneel)
weergavetijd variëren afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de wijze
waarop de batterij wordt bewaard.
Het aantal opneembare foto’s en de
•
weergavetijd variëren ook afhankelijk
van de merk en type batterijen dat wordt
gebruikt.
Wij raden aan gebruik te maken van de
•
spaarmodus (P22) of de camera zoveel
mogelijk uit te schakelen om de batterij
te sparen.
- 14 -
Voorbereiding
1
A
B
1
2
2
3
1
1
2
Inbrengen/verwijderen van de Batterijen/Kaart (Optioneel)
Controleer of de camera is uitgeschakeld.
•
Gebruik alkalinebatterijen (meegeleverd),
•
Ni-MH batterijen (optioneel) of
oxyridebatterijen (optioneel).
Een kaart klaarmaken.
•
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
•
beelden opnemen of weergeven via
het interne geheugen. (P16)
Schuif het klepje van de
1�
batterijaansluiting Aof de
kaartaansluiting B open.
Houd de hendel omlaag en
verschuif de klep.
Batterijen:
2�
Breng de batterijen in met de ( en )
pollen in de juiste richting.
Kaart:
Plaats de kaart met het etiket naar de
achterkant van de camera gericht tot
deze klikt en wordt vergrendeld.
Om de kaart te verwijderen, drukt u
op de kaart tot u een klik hoort en dan
kunt u de kaart omhoog trekken.
Raak de contactpunten op de achterzijde
•
van de kaart niet aan.
De kaart kan beschadigd raken als hij
•
niet volledig wordt ingebracht.
1 Sluit de aansluiting voor de
3�
batterij of de kaart.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
Als het kaartklepje niet helemaal
•
dichtgaat, verwijder de kaart dan,
controleer de kaartrichting en plaats hem
opnieuw.
Gelieve het soort batterijen te
•
selecteren dat nodig is voor gebruik
bij [BATT. TYPE] in het [SET-UP]menu. (P21)
Verwijder de batterij na gebruik.
•
Verwijder de batterijen als het LCD-
•
scherm en de statusindicator (groen)
uitgaan. Anders zullen de instellingen
van de camera mogelijk niet juist
worden opgeslagen.
Breng geen batterijen of kaart in
•
of verwijder ze als het toestel aan
is vooral niet als u naar het interne
geheugen gaat. Dit kan gegevens
beschadigen.
We adviseren het gebruik van de
•
Panasonic SD-geheugenkaart/SDHC
geheugenkaart.
- 15 -
Voorbereiding
A
Over het interne geheugen/de kaart
Het interne geheugen kan worden gebruikt
als een tijdelijk opslagapparaat wanneer
de kaart die wordt gebruikt, vol is.
■ Intern geheugen [ ]
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
u beelden opnemen of weergeven via
het interne geheugen. (Het interne
geheugen kan niet worden gebruikt
wanneer er een kaart is geplaatst.)
U kunt foto’s kopiëren vanaf het
•
interne geheugen naar een kaart (P88).
De interne geheugencapaciteit
•
bedraagt ongeveer 24 MB.
Het beeldformaat is vast ingesteld op
•
QVGA (320 x 240 beeldpunten) wanneer
bewegende beelden naar het interne
geheugen worden opgenomen.
■ Kaart [ ]
U kunt beelden opnemen of weergeven
via een kaart.
■
Over een SD-geheugenkaart (optioneel),
een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of
een MultiMediaCard (optioneel).
De SD-geheugenkaart, de SDHC-
•
geheugenkaart en de MultiMediaCard
zijn kleine, lichte, verwisselbare, externe
geheugenkaarten. Zie P5 voor informatie
over kaarten die geschikt zijn voor dit toestel.
De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaart
•
standaard bepaald door de SD Associatie in
2006 voor hoge capaciteit geheugenkaarten met
meer dan 2 GB geheugen.
De SD-geheugenkaart en de SDHC-
•
geheugenkaart hebben een
hoge lees/schrijfsnelheid.
De SD-geheugenkaart en
de SDHC-geheugenkaart
zijn voorzien van een
schuifje voor de schrijfbeveiliging A dat het
schrijven op en formatteren van de kaart kan
verhinderen. (Als de schuif naar de [LOCK]
zijde is geschoven, kunnen de gegevens
op de kaart niet overschreven of gewist
worden en kan de kaart evenmin worden
geformatteerd. Deze functies worden weer
beschikbaar als de schuif ontgrendeld wordt.)
Dit apparaat ondersteunt SD-
•
geheugenkaarten die zijn geformatteerd
volgens het FAT12-systeem en het
FAT16-systeem die in overeenstemming
zijn met de specicaties van een
SD-geheugenkaart. Het ondersteunt
ook SDHC-geheugenkaarten die zijn
geformatteerd volgens het FAT32-systeem.
Deze unit (werkt met SDHC-apparatuur)
•
ondersteunt zowel de SD-geheugenkaarten
als de SDHC-geheugenkaarten. U kunt
de SDHC-geheugenkaarten gebruiken
op apparatuur die dit ondersteunt. U
kunt de SDHC-geheugenkaarten niet
gebruiken op apparatuur die alleen SDgeheugenkaarten ondersteunt. (Indien
u SDHC-geheugenkaarten gebruikt op
andere apparatuur, wees er dan zeker
van dat u de gebruiksaanwijzing van de
apparatuur leest.) Als u van plan bent om
foto’s door iemand te laten afdrukken, dient
u eerst te weten of deze persoon in staat is
om SDHC-geheugenkaarten te gebruiken.
Controleer de meest recente informatie op
de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
Wij verwijzen u naar pagina 109 voor het
•
beschikbare aantal te nemen foto’s en de
beschikbare opnametijd van een kaart.
Gebruik de hoge snelheid SD-geheugenkaart
•
of de hoge snelheid SDHC-geheugenkaart.
Sla belangrijke gegevens ook op uw
•
PC op. Elektromagnetische golven,
statische elektriciteit, slecht functioneren,
kaartbeschadiging en andere factoren
kunnen gegevens vernietigen of uitwissen.
Als de kaart met een PC of een ander
•
apparaat werd geformatteerd, moet u deze
opnieuw formatteren met de camera.
Hou de geheugenkaart buiten het bereik van
•
kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
- 16 -
(P23)
Voorbereiding
:..
:..
De klok instellen (De camera voor het eerst inschakelen [AAN])
■ Fabrieksinstelling
Wij raden aan [TAAL] te selecteren in het
[SET-UP] menu vooraleer datum/tijd in te
stellen.
De klok is niet ingesteld wanneer de
camera wordt verzonden. Wanneer u de
camera inschakelt, verschijnt het volgende
scherm.(Verschijnt niet in weergavemodus.)
AUB KLOK INSTELLEN
3
KLOKINST.
Druk op [MENU/SET].
1�
Druk op e/r/w/q om datum en
2�
tijd te selecteren.
3
KLOKINST.
00
0
1
A
ANNUL
SELEC
A Tijd in de thuiszone
B Tijd op de reisbestemming (P57)
C Verschijnt
w/q : Selecteer het gewenste item.
e/r :
Stel datum, tijd en weergavevolgorde
van datum en tijd in.
A :
Annuleren zonder de klok in te stellen.
JAN
D/M/Y
2008
Druk op [MENU/SET].
3�
Wanneer [MENU/SET] werd ingedrukt om de
•
instellingen te voltooien zonder dat de klok
werd ingesteld, moet de klok juist worden
gesteld door de onderstaande procedure
“De klokinstelling wijzigen (in normale fotomodus)”.
De klokinstelling controleren
Druk herhaaldelijk op [DISPLAY].
De huidige datum en tijd verschijnen
–
ongeveer 5 seconden links onderaan
op het scherm.
De klokinstelling wijzigen
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r om [KLOKINST.] te
selecteren.
3 Druk op q en voer de bovenstaande
stappen uit en 2 uit 3 voor de instelling.
4 Druk op [MENU/SET] om het menu te
sluiten.
U kunt ook de klok instellen via het [SET-
•
UP] menu. (P20)
Wanneer volledig opgeladen batterijen
•
langer dan 3 uur zijn geplaatst, blijft de
klokinstelling gedurende minstens 3
maanden bewaard, zelfs als de batterij
wordt verwijderd.
U kunt het jaar instellen van 2000 tot
•
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs
notatie.
Stel de datum in zodat de juiste datum
•
wordt gedrukt als u afdrukken bestelt
of als u de datum laat afdrukken op de
afbeeldingen.
Als de klok is ingesteld, kan de juiste
•
datum worden afgedrukt ook al staat die
niet op het scherm van de camera.
Meer details over elke modus vindt u
op de betreffende pagina. (Rechts)
Opnamemodus
Slimme modusP26
Makkelijk foto's nemen.
Normale beeldmodusP28
Foto's maken met de gewenste instelling.
ScènemodusP46
Fotograferen volgens scène.
i
Bewegend beeldmodus P53
Met deze modus kunt u lmpjes opnemen.
Weergavemodus
Normale weergavemodus P34
Normale fotoweergave.
a
DiashowmodusP70
Continu fotoweergave.
Categorieweergavemodus P71
Fotoweergave volgens opgenomen
informatie.
Favoriete
★
weergavemodus
Fotoweergave ingesteld als favorieten.
Foto's verschijnen niet wanneer
•
[FAVORIETEN] is ingesteld op [UIT].
P72
- 18 -
Voorbereiding
Menu
Deze camera werkt met diverse menu's om uw favoriete opname- en weergavefuncties
te kiezen.
De menuweergave varieert volgens de modus.
Setupmenu (gewoon in opnamemodus / weergavemodus)P20
Voor de standaardinstelling van de camera, zoals de batterijen, klok, enz.
Opnamemenu (alleen in opnamemodus)P59
Voor de instelling van beeldgrootte, ISO-gevoeligheid, enz.
Weergavemenu (alleen in weergavemodus)P74
Voor de instelling van bewerking, afdruk (DPOF), enz.
De menu-instelling wijzigen
■
Het onderstaande voorbeeld toont hoe het opnamemenu wordt ingesteld (in normale
beeldmodus
[])
Druk op [MENU/SET]
OPNAME
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
SLIMME ISO
GEVOELIGHEID
SELEC
Selecteer item
OPNAME
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
SLIMME ISO
GEVOELIGHEID
SELEC
Toon de instelling
OPNAME
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
SLIMME ISO
GEVOELIGHEID
SELEC
INST.
EXIT
EXIT
OFF
AUTO
OFF
AUTO
.
Druk op [MENU/SET]
OPNAME
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
SLIMME ISO
GEVOELIGHEID
SELEC
Scherm omschakelen naar volgende of vorige pagina.
OPNAME
SELEC
Selecteer de instelling
SELEC
EXIT
Ga naar de
menupictogrammen
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
SLIMME ISO
GEVOELIGHEID
EXIT
OPNAME
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
SLIMME ISO
GEVOELIGHEID
INST.
.
SET-UP
BATT. TYPE
KLOKINST.
OFF
AUTO
Geeft de eerste pagina van een 3pagina menu aan.
U kunt naar de volgende pagina gaan door
OFF
AUTO
op r op het item onderaan te drukken.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
LCD MODE
SELEC
Selecteer
Bevestigen
OFF
EXIT
Afsluiten
- 19 -
Voorbereiding
Basisinstellingen (Setup menu)
Instelling van batterijtype, klok,
spaarfunctie, enz.
Stel zeker [BATT. TYPE] in.
Als het type batterij dat wordt gebruikt
•
en het type dat is geselecteerd niet
hetzelfde zijn, zal de batterij-indicatie
niet correct worden weergegeven. De
batterij kan dan ook niet lang meegaan.
Wij raden aan de instellingen van
•
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en
[BESPARING] te controleren.
Druk op [MENU/SET].
1�
De menuweergave hangt af van
•
de opnamemodus. (Voorbeeld:
wanneer normale beeldmodus [] is
geselecteerd.)
Druk op w en selecteer een
2�
pictogram met r.
Het SETUP menuscherm verschijnt.
•
SET-UP
BATT. TYPE
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
LCD MODE
SELEC
Druk op q en selecteer het item
3�
OFF
EXIT
met e/r.
U kunt naar de volgende pagina gaan
•
door op r op het item onderaan te
drukken. U kunt dit ook doen door aan de
zoomhendel te draaien.
Zie P21-24 voor meer informatie over
•
menu items.
SET-UP
BATT. TYPE
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
LCD MODE
SELEC
OFF
EXIT
Druk op q en selecteer
4�
instellingen met e/r.
Er verschijnen meer items afhankelijk
•
van de items. Druk nogmaals op q en
selecteer de instellingen met e/r.
SET-UP
BATT. TYPE
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
LCD MODE
SELEC
INST.
Druk op [MENU/SET] om de
5�
instelling te bevestigen en
nogmaals (herhaaldelijk) om het
menu te sluiten.
Ingestelde items zijn beperkt voor slimme
•
modus [].
- 20 -
Voorbereiding
Druk op [] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en
selecteer het item. (P20)
De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
Selecteer het type batterijen dat
u heeft ingebracht.
BATT. TYPE
Selecteer het type batterijen dat wordt
gebruikt uit de volgende twee typen.
q ALKALINE (LR6)/Ni-MH OXYRIDE (ZR6)
TOON
6
Stel in om het volume van het
gebruiksgeluid te selecteren.
7 : Geen werkend geluid
q8 : Zacht werkend geluid
9 : Hard werkend geluid
RICHTLIJNEN (P37)
Als het type batterij dat wordt gebruikt en
•
het type dat is geselecteerd niet hetzelfde
zijn, zal de batterij-indicatie niet correct
worden weergegeven.
Stel datum en tijd in.
3
KLOKINST.(P17)
Wijzig datum en tijd.
WERELDTIJD (P57)
Stel de datum en tijd in uw thuisgebied en
uw reisbestemming.
: De plaatselijke tijd op de
reisbestemming weergeven
q : De tijd van uw thuiszone
OPNAME INFO
Instellen om opname-informatie te laten
verschijnen met richtlijnen.
q OFF
AAN
PATROON
Selecteer het patroon van de richtlijnen.
q
REISDATUM (P55)
Stel de vertrek en aankomstdata in.
q OFF
SET
x
LCD SCHERM
Pas de helderheid van het LCD-scherm
aan in 7 stappen.
LCD MODE (P38)
Stel dit in om het LCD-scherm beter
aeesbaar te maken.
q OFF
: AUTO POWER LCD
: SPANNING LCD
: GR. KIJKHOEK
In weergavemodus is alleen [OFF] of
•
[SPANNING LCD] selecteerbaar.
- 21 -
Voorbereiding
Druk op
[]
om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu
De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
Beperk het batterijverbruik
BESPARING
BATT. BESP.
Indien u geen handelingen uitvoert,
schakelt de camera automatisch uit na de
interval die u hebt ingesteld.
OFF
1 MIN.
2 MIN.
q 5 MIN.
10 MIN.
Druk de ontspanner half in of herstart de
•
camera om te annuleren.
De batterijspaarfunctie is vast ingesteld
•
op [5 MIN.] in slimme modus [].
Deze functie wordt niet geactiveerd in de
•
volgende gevallen.
Bij aansluiting op een PC / printer
–
Bij opname / weergave van bewegende
–
beelden
Bij diashow
–
AUTO LCD UIT
Het LCD-scherm wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de camera niet in
gebruik is gedurende de ingestelde tijd.
(alleen in opnamemodus)
q OFF
15 SEC.
30 SEC.
De statusindicator licht op wanneer het
•
LCD-scherm wordt uitgeschakeld. Druk
op een willekeurige toets om het LCDscherm opnieuw in te schakelen.
Deze functie wordt niet geactiveerd in de
•
volgende gevallen.
Terwijl een menuscherm wordt
–
weergegeven
Als de zelfontspanner is ingesteld
–
Als u bewegend beeld opneemt
–
P
Stel in hoe lang het opgenomen beeld
automatisch verschijnt op het scherm.
OFF
1 SEC.
q 2 SEC.
HOLD
ZOOM
Wanneer [HOLD] wordt geselecteerd,
•
blijft het beeld op het scherm. Druk op
[MENU/SET] om te annuleren.
Wanneer [ZOOM] is ingesteld, verschijnt het
•
beeld gedurende 1 seconde en vervolgens
nog eens 1 seconde met 4 × zoom.
AUTO REVIEW werkt zelfs indien
•
ingesteld op [OFF] in [AUTO BRACKET],
[BURSTFUNCTIE] of [HI-SPEED BURST].
[HOLD] en [ZOOM] zijn evenwel uitgeschakeld.
U kunt instellingen niet wijzigen in
•
[AUTO BRACKET], [BURSTFUNCTIE],
[ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST]
en bewegend beeldmodi [i].
Vast ingesteld op [2 SEC.] in slimme
•
modus [].
2
Stel dit in wanneer u de
bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de volgende opname.
Het nummer van de map wordt bijgewerkt en
•
het bestandsnummer start vanaf 0001.
Aan het mapnummer kan nummer 100
•
tot 999 worden toegekend. Als het
mapnummer het nummer 999 bereikt kan
het niet worden gereset. We raden u aan de
kaart te formatteren nadat u de gegevens
op een PC of elders hebt opgeslagen.
O
m het mapnummer opnieuw in te stellen naar
•
100, moet u eerst het interne geheugen of de kaart
formatteren. Hierna moet u [NR. RESET] uitvoeren
om het bestandsnummer te resetten waarna een
scherm verschijnt dat u vraagt of u het mapnummer
wilt resetten. Selecteer [JA].
[ ]
en selecteer het item.
Toon de beelden die u hebt
gemaakt.
AUTO REVIEW
NR. RESET
(P20)
- 22 -
Voorbereiding
Druk op
[]
om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu
De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
1
RESETTEN
De instellingen van het opname of [SETUP] menu worden teruggesteld naar de
oorspronkelijke instellingen.
Wanneer u de opname-instellingen
•
reset in opnamemodus, wordt ook de
lens weer in de initiële positie gebracht.
Ondanks het werkingsgeluid van de lens
wijst dit niet op een defect.
Wanneer u de SETUP instellingen reset,
•
worden de volgende instellingen ook
geïnitialiseerd.
Verjaardag en naam in [BABY] en
–
[HUISDIER] mode
Het aantal dagen die zijn verstreken
–
sinds de vertrekdatum voor
[REISDATUM]
[WERELDTIJD] instelling
–
[FAVORIETEN] is vast ingesteld op
•
[OFF] en [LCD ROTEREN] op [ON].
De batterij type instelling, het
•
mapnummer en de klokinstelling worden
niet gewijzigd.
X
Ingesteld op [NTSC] of [PAL] volgens het
tv-systeem in uw land.
NTSC: Video-uitgang wordt ingesteld
PAL: Video-uitgang wordt ingesteld
Ingesteld op [j] of [h] volgens uw televisie.
j: Selecteer of uw televisie een
qh: Selecteer of uw televisie een
Scherm-setup in SCÈNE mode
OFF: scherm met geselecteerde
q AUTO :
USB MODE (P88, 91)
Stel de USB mode in wanneer de camera
is aangesloten op een computer of een
printer.
qSELECT. VERBINDINGPictBridge (PTP): Camera
aangesloten op
een PictBridgecompatibele
printer
PC:
Wanneer u [SELECT. VERBINDING]
instelt, verschijnt het [PictBridge] / [PC]
keuzescherm bij aansluiting met een USBkabel.
Camera aangesloten op een PC
Het is doorgaans niet nodig om het interne
geheugen en de kaart te formatteren.
Formatteer ze als het bericht [FOUT
INT. GEHEUGEN] of [STORING
GEHEUGENKAART] verschijnt. Gebruik
batterijen met voldoende capaciteit voor
het formatteren.
Na het formatteren zijn alle gegevens
•
gewist, met inbegrip van beveiligde
beelden. Maak eventueel een
reservekopie voor het formatteren
[ ]
en selecteer het item.
VIDEO UIT (P95)
(Alleen in weergavemodus)
op NTSC-systeem.
op PAL-systeem.
TV-ASPECT (P95)
(Alleen in weergavemodus)
16:9 aspect-ratio heeft.
4:3 aspect-ratio heeft.
SCÈNEMENU (P46)
scènemodus wordt weergegeven
scènekeuzescherm wordt
weergegeven
Het interne geheugen of een
kaart initialiseren
FORMATEREN
(P20)
- 23 -
Voorbereiding
Druk op
[]
om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu
[ ]
en selecteer het item.
De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
Wanneer de kaart niet is ingebracht,
•
kan het interne geheugen worden
geformatteerd. Wanneer de kaart
is ingebracht, kan die worden
geformatteerd.
Schakel de camera niet uit tijdens het
•
formatteren.
Het zal mogelijk langer duren om het
•
interne geheugen te formatteren dan de
kaart. (Max. ca. 15 sec.)
Een SD-geheugenkaart of SDHC-
•
geheugenkaart kan niet worden
geformatteerd wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar op [LOCK]
staat.
Als de kaart met een PC of een ander
•
apparaat werd geformatteerd, moet
u deze opnieuw formatteren met de
camera.
Als het interne geheugen of de kaart
•
niet kan worden geformatteerd, neemt
u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
{
TAAL
De taal op het scherm instellen.
Als u per abuis een andere taal instelt,
•
DEMOFUNCTIE
Demonstratie tonen.
JITTER, DEMO BEW. ONDW. (onder)
AUTO DEMO: Toont het beeld als
diashow
[
JITTER
•
•
•
•
Demonstratie van het trilling/beweging
detectie-scherm
De camera detecteert automatisch trillen
en beweging van het onderwerp en
geeft dat aan.
demonstratiescherm aanstaat.)
, DEMO BEW. ONDW.] werkt
alleen in de opnamemodus.
Druk op [DISPLAY] om [
JITTER
BEW. ONDW.] te beëindigen
Druk op [MENU/SET] om [AUTO DEMO]
te beëindigen.
[AUTO DEMO] is niet beschikbaar terwijl de
AV-kabel is aangesloten op de camera.
(U kunt niet opnemen als het
JITTER, DEMO BEW. ONDW.
selecteer dan [{] uit de menupictogrammen
om de gewenste taal in te stellen.
AFSPELEN KAN NIET
IN OPNAMEFUNCTIE
EXIT
A trilling-indicator
B beweging-indicator
De demonstratie kan ook worden
•
getoond met snelinstelling (P59).
Selecteer stabilisatie en druk op
[DISPLAY].
De demonstratie toont alleen
•
voorbeelden.
De automatische ISO-gevoeligheid
•
instelling die gebruik maakt van
bewegingsdetetie werkt alleen in slimme
ISO-modus en de [SPORT], [BABY] en
[HUISDIER] modi.
(P20)
, DEMO
A
B
- 24 -
Voorbereiding
1 2
13
8
10
9
5 6 73 4
1112
Makkelijk foto's nemen
In normale fotomodus [] (ten tijde
■
van de aankoop)
Opnamemodus
1�
Flitsermodus (P39)
2�
Het itspictogram wordt rood als
•
de itser wordt ingeschakeld en de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
AF-gebied
3�
Het AF-gebied dat wordt getoond is
•
groter dan normaal als de foto wordt
opgenomen op een donkere plaats.
Scherpstellen (P28)
4�
Beeldformaat (P60)
5�
Kwaliteit (P60)
6�
6: Jitter-waarschuwing (P30)
Batterij-indicatie
7�
Intern geheugen / Kaart
10�
( of licht rood op.)
Doe niet het volgende als de
•
toegangsindicatielampjes branden.
– De camera uitzetten.
– De batterijen of de kaart
verwijderen.
– De camera schudden of stoten.
– De netadapter loskoppelen
(optioneel).
Let op het bovenstaande wanneer
•
foto’s worden gelezen of verwijderd
of terwijl het interne geheugen (of de
kaart) wordt geformatteerd.
De toegangstijd voor het interne
•
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart. (max. ca.
7 sec.)
Sluitertijd (P28)
11�
Diafragma-aanduiding (P28)
12�
Als de belichting onvoldoende is,
•
worden diafragma en sluitertijd rood.
(Ze worden niet rood als de itser is
geactiveerd.)
Optisch stabilisatiesysteem (P66)
13�
De batterijaanduiding wordt rood
•
en knippert. (de statusindicator
knippert wanneer het LCD-scherm
wordt uitgeschakeld.)
Vervang voor nieuwe batterijen
of volledig opgeladen Ni-MH
batterijen.
Resterende aantal opneembare
8�
foto’s (P109)
Opnameteken
9�
Voor details over onze displays verwijzen
•
wij u naar pagina P97.
■ Veranderen van de display
Druk op [DISPLAY] om het display te
veranderen. Kies of u informatie zoals
het aantal pixels en het mogelijke aantal
op te nemen foto’s wilt weergeven als u
opneemt. Voor nadere details verwijzen
wij u naar pagina P37.
- 25 -
Basis
Overlaten aan de camera ( slimme modus)
De camera kiest automatisch de juiste
instellingen volgens onderwerp en
opnamevoorwaarden. Deze stand zorgt
ervoor dat beginners makkelijk een foto
kunnen maken.
Stel de camera in op slimme
1�
modus [].
1
Zet de opname/weergave-schakelaar
op REC en druk op [MODE].
2 Selecteer [ INTELLIGENT]
en druk op [MENU/SET].
Houd het toestel voorzichtig
2�
vast met beide handen, houd uw
armen stil langs uw lichaam en
plaats uw voeten iets uiteen.
A Flitser
B AF-assistentielamp
Richt op de compositie en druk de
3�
ontspanner half in.
C
D
C Het scherpstel indicatielicht wordt groen.
Wanneer de focusindicator knippert, is
•
het onderwerp onscherp.
D AF-gebied
AF area verschijnt op geschikte
•
scherpstelpunten. (Max. 5 punten)
E Diafragmawaarde
De camera piept twee keer als het
•
onderwerp is scherp gesteld.
Het scherpstelbereik is 5 cm tot Z. De
•
afstand tussen camera en onderwerp
wordt echter groter bij sterke vergroting
(30 cm tot Z). (Wanneer de macro niet
wordt gebruikt)
Druk de half ingedrukte ontspanner
4�
volledig in om de foto te nemen.
De volgende functies worden automatisch
geactiveerd.
SLIMME ISO
De camera stelt de juiste ISO-gevoeligheid
en sluitersnelheid automatisch in volgens
beweging en helderheid van het onderwerp.
QUICK
Het scherpstellen gaat sneller wanneer
de ontspanner wordt ingedrukt omdat de
camera automatisch scherpstelt als er
niet teveel trilling is.
STABILISATIE
De camera detecteert en compenseert
automatisch trilling.
MACRO
Het scherpstelbereik wordt dat van de
[ i-MACRO] wanneer het onderwerp
dicht bij de camera komt.
E
i-MACRO werkt mogelijk niet afhankelijk
•
van de opnamevoorwaarden. In dat geval
wordt vast ingesteld op de oorspronkelijke
instelling van slimme modus [].
U kunt beelden automatisch verticaal
•
weergeven wanneer ze werden
opgenomen met verticaal gehouden
camera (P30, 82).
- 26 -
Basis
Als u op de ontspanner drukt, is het mogelijk
•
dat het scherm even oplicht of verduistert. Deze
functie vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
Zorg dat u de camera niet beweegt op het
•
moment dat u de ontspanknop indrukt.
Dek de fotoitser of de AF-
•
assistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
Raak de lens niet aan.
•
U kunt de volgende functies niet
•
gebruiken.
Belichtingscompensatie
–
Auto bracket
–
DIG. ZOOM
–
■ Flitser (P39)
U kunt de itser instellen op AUTO
[r], RODE-OGENREDUCTIE
[s] of GEDWONGEN UIT [v]
■ Tegenlichtcompensatie
(alleen slimme modus [] )
Druk op e ter compensatie van tegenlicht
dat het onderwerp donker doet lijken.
(Druk nogmaals om te annuleren.)
CONTRAL.
Dit pictogram verschijnt
als u de backlightcompensatie gebruikt.
Standaardinstellingen van slimme
■
modus [] (vast)
Kwaliteit: Fine (bij beeldformaat 0,3 M: Standard)
WITBALANS: AWB
GEVOELIGHEID: Slimme ISO
AF MODE: 5-zone scherpstellen
QUICK AF: ON
AF ASS. LAMP: ON
BATT. BESP.: 5 MIN.
ZELFPORTRET: Alleen [UIT] of [10SEC.]
is selecteerbaar.
Wijzig de instelling
■
Druk op [MENU/SET] om het volgende
opnamemenu, setup menu in te stellen.
Raadpleeg de betreffende pagina voor
meer informatie over elke modus.
Met deze modus zijn er meer
instelmogelijkheden dan in de slimme modus
[].
Zet de camera op normale
1�
beeldmodus [].
[ NORMALE FOTO] is de fabrieksinstelling.
•
1 Zet de opname/weergave-schakelaar
op REC en druk op [MODE].
2 Selecteer [ NORMALE
FOTO] en druk op [MENU/SET].
Houd de camera voorzichtig
2�
vast met beide handen, houd uw
armen stil langs uw lichaam en
plaats uw voeten iets uiteen.
A Flitser
B AF-assistentielamp
Richt het AF-gebied D op het
3�
punt waarop u wilt scherpstellen
en druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
D C
E
F
C
Het scherpstel indicatielicht wordt groen.
D AF-gebied: wit ¦ groen
E Diafragmawaarde
F Sluitertijd
De camera piept twee keer als het
•
onderwerp is scherp gesteld.
Het scherpstelbereik is 50 cm tot Z.
•
(Wanneer de macro niet wordt gebruikt)
Het volgende geeft aan dat het
•
onderwerp niet is scherpgesteld.
De scherpstelindicatie knippert (groen).
–
Het AF-gebied gaat van wit naar rood
–
of er is geen AF-gebied.
Piept 4 keer
–
De scherpstel indicator kan oplichten
•
zelfs als het onderwerp niet goed is
scherpgesteld als het onderwerp buiten
bereik is.
Druk de ontspanknop volledig in
4�
om de foto te nemen.
■ Gebruik de itser.
Als de itser is ingesteld op AUTO [r]
of AUTO/Rode-ogenreductie [s], werkt
de itser als u de ontspanknop indrukt als
de camera vindt dat het gebied dat u wilt
fotograferen te donker is.
U kunt de itserinstellingen veranderen
•
(P39).
Als u op de ontspanknop drukt, is het
•
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
Zorg dat u de camera niet beweegt op het
•
moment dat u de ontspanknop indrukt.
Dek de fotoitser of de AF-assistentielamp
•
niet af met uw vinger of andere voorwerpen.
Raak de lens niet aan.
•
- 28 -
Basis
Basis fotograe – belichting, scherpstellen en kleur
Een beetje kennis over belichting, scherpstellen en kleur is altijd handig als u moeite
heeft met het nemen van een foto.
Zijn foto’s donker?
Belichtingsprobemen
Ga naar pagina
P44
Scherpstel
problemen
Ga naar pagina P30,
42
In normale beeldmodus [], stelt Auto Belichting (AE)
normaal gesproken de juiste belichting in voor u, maar
foto’s kunnen donker zijn als er backlight is.
Gebruik belichtingscompensatie in deze situaties voor
lichtere foto’s.
In normale beeldmodus [], stelt Auto Scherpstellen (AF)
normaal gesproken de juiste scherpte in voor u, maar foto’s
kunnen onscherp zijn in de volgende situaties. De camera
kan scherpstellen tussen 50 cm en Z.
– Als u iets fotografeert dat ver weg is en iets fotografeert
dat dichtbij is op hetzelfde moment.
– Als u fotografeert door een vuil raam.
– Wanneer het onderwerp is omringd met verlichte of
glimmende voorwerpen.
– Als u foto’s neemt op een donkere plaats.
– Als u een onderwerp fotografeert dat snel beweegt.
– Als u een scene opneemt met minimaal contrast.
– Als u iets fotografeert dat heel licht is.
– Als u een close-up neemt van het onderwerp
– Als u bibbert.
Gebruik AE/AF-vergr. of macromodus in deze situaties.
Kleurproblemen
Ga naar pagina P62
Hoe het onderwerp verschijnt hangt af van het soort licht,
dus kleuren in verschillende belichting zijn anders. Dit
toestel past de kleuren automatisch aan om een natuurlijker
resultaat te geven. (Automatische witbalans)
U kunt de witbalans aanpassen in de verschillende
situaties om natuurlijke kleuren te reproduceren.
- 29 -
■ Als u een voorwerp opneemt buiten
het AF-gebied (AF/AE vergr.)
Als u een foto maakt met een compositie
zoals in de volgende foto, kun u niet
scherpstellen met uw camera op het
voorwerp omdat de mensen zich buiten het
AF-gebied bevinden.
In dat geval,
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk de ontspanknop half in om de
scherpte en de belichting vast te zetten.
De scherpstelindicatie licht twee keer
•
op als het onderwerp is scherpgesteld.
3 Houd de ontspanknop halverwege
ingedrukt terwijl u de camera beweegt
om de compositie te maken.
4 Druk helemaal op de ontspanknop.
U kunt herhaaldelijk proberen AF/AE vergr.
•
voordat u de ontspanknop helemaal indrukt.
Basis
■ Richtingwaarnemingsfunctie
Als u foto’s neemt met de camera op
zijn kant (verticaal), wordt de informatie
over het roteren automatisch toegevoegd
en opgeslagen bij de foto’s. Als [LCD
ROTEREN] (P82) is ingesteld op [ON],
kunt u de foto’s op het scherm of de
TV roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto’s.
Deze functie kan niet behoorlijk aan
•
beelden werken die door de naar
boven of naar onder camera worden
geregistreerd te streven.
Bewegende beelden opgenomen met
•
verticaal gehouden camera worden niet
verticaal weergegeven.
•
ontspanknop indrukt.
De trillingswaarschuwing 1 verschijnt bij
•
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
1
Let vooral extra op of gebruik een
•
statief voor de beste resultaten. U
voorkomt het wazig worden van de
foto door een statief in combinatie met
de zelfontspanner (P43) te gebruiken
wanneer u de ontspanknop indrukt.
De sluitertijd zal in de volgende
•
specieke gevallen langer worden. Houd
de camera stil vanaf het ogenblik dat de
ontspanknop wordt ingedrukt tot de foto
op het scherm verschijnt. We raden een
statief aan.
[NACHTPORTRET], [NACHTL.
–
SCHAP], [PARTY], [KAARSLICHT],
[STERRENHEMEL], en [VUURWERK]
modus
- 30 -
Loading...
+ 84 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.