PANASONIC DMCFZ8 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FZ8
EG
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT1B33
Page 2
Voor Gebruik
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw Veiligheid
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTBESCHADIGING TE VERKLEINEN,
• STELT U DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN, VOCHT, DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG U GEEN VOORWERPEN WAARIN EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP HET APPARAAT PLAATSEN.
• GEBRUIKT U UITSLUITEND DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
• VERWIJDERT U NIET DE AFDEKKING (OF HET ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE DOOR DE GEBRUIKER MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN VAK BEKWAA M ONDERHOUDSPERSONEEL.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé­gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
2
VQT1B33
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menu-opties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Leica is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur. Niet uit elkaar halen, verhitten boven 60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt zich aan de onderkant van de apparaten.
Page 3
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve
gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
VQT1B33
3
Page 4
Voor Gebruik
Opmerking betreffende lithiumbatterijenBij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
Lithiumbatterij
Schroevendraaier
Printplaat
Over de batterijoplader
WAARSCHUWING!
• OM EEN GOEDE VENTILATIE TE VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET IN EEN BOEKENKAST, EEN INGEBOUWDE KAST OF EEN ANDERE GESLOTEN RUIMTE INSTALLEREN OF GEBRUIKEN. ZORG ERVOOR DAT DE VENTILATIEWEGEN NIET DOOR GORDIJNEN OF ANDERE MATERIALEN WORDEN AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND TEN GEVOLGE VAN OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
• ZORG DAT DE VENTILATIE­OPENINGEN VAN HET APPARAAT NIET GEBLOKKEERD WORDEN DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS.
• ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS BRANDENDE KAARSEN, OP HET APPARAAT.
• DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
4
VQT1B33
• De batterijlader gaat in stand-by staan als de AC-adapter wordt gebruikt. Het primaire circuit is altijd onder spanning zo lang als de batterijlader op het net is aangesloten.
Page 5
Zorgdragen voor de fotocamera
Het toestel niet erg schudden of stoten.
De camera kan slecht gaan werken, geen opnamen meer maken en de lens of de LCD-monitor kunnen worden beschadigd.
• Trek de lens in voordat u de camera verplaatst of beelden afspeelt.
Wees heel voorzichtig op de volgende plaatsen waar de camera beschadigd kan raken.
– Plaatsen met heel veel zand of stof. – Plaatsen waar water in de camera kan
komen zoals op regendagen of op een strand.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Over condens (Als de lens of de
Viewfinder bedampt is)
• Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt. – Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme kamer.
– Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met airconditioning aan.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel geblazen wordt.
– Op vochtige plekken
• Om condensatie te voorkomen, het toestel in een plastic zak stoppen totdat de temperatuur van het toestel dicht bij die van de omgevingstemperatuur is. Als er zich condensatie voordoet, het toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust laten. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel dicht in de buurt komst van die van de omgevingstemperatuur.
Voor Gebruik
• Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik”. (P129)
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een  SDHC-geheugenkaart en een  MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de volgende types Geheugenkaarten. – SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) – SDHC-geheugenkaart (4 GB) – MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een SDHC-logo is niet gebaseerd op de SD­standaard en zal niet in dit product werken.
OK
44
• Een MultiMediaCard is alleen geschikt voor stilstaande beelden.
VQT1B33
5
Page 6
Inhoud
Gevorderd (Opnamen maken)
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ................... 2
Voorbereidng
Standaard accessoires ............................. 9
Namen van de onderdelen .....................10
De lensdop/draagriem vastmaken .......... 12
De lensbescherming gebruiken .............. 13
Beknopte gebruiksaanwijzingen ............. 15
De batterij opladen met de oplader.........16
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen) ................. 17
De kaart (optioneel)/batterij in het
toestel doen en eruit halen..................18
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart (optioneel) .............................19
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).....................................21
• Het veranderen van de
klokinstelling.....................................21
De Instelknop..........................................22
Het menu instellen ..................................23
Over het set-up Menu.............................24
LCD-monitor/de LCD-monitor
omschakelen....................................... 28
Basiskennis
Opnamen maken opnamen ....................30
Beelden maken met de eenvoudige
functie.................................................. 33
Beelden maken met de zoom .................36
• De optische zoom gebruiken ............36
• De extra optische zoom
gebruiken (EZ).................................. 37
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden...............37
De opnamen controleren (Overzicht)...... 39
Beelden wissen/afspelen ........................ 40
6
VQT1B33
Over de LCD-monitor/Zoeker .................42
• De afgebeelde informatie wijzigen.... 42
• De LCD-Monitor helderder maken (LCD-versterking/
Hoge-hoekfunctie) ............................ 46
Beelden maken met de
ingebouwde flits ..................................47
Opnamen maken met de
zelfontspanner.....................................52
Belichtingscompensatie .......................... 53
Beelden maken Auto Bracket .................55
Optische beeldstabilisator....................... 56
Opnamen maken met de burstfunctie.....57
De gevoeligheid aanpassen aan de
beweging van het opgenomen
onderwerp ...........................................58
Close-up’s maken...................................60
AE-openingsvoorrang ............................. 62
AE-sluitervoorrang..................................62
Handmatige belichting ............................63
Openingswaarde en sluitertijd ................64
Opnamen maken met handmatig
scherpstellen.......................................65
Opnamefuncties kiezen die passen
bij de scène die u opneemt
(Scènefuncties) ...................................68
– [PORTRET] ................................... 69
– [GAVE HUID]................................. 69
– [LANDSCHAP] .............................. 69
– [SPORT]........................................ 69
– [PANNING].................................... 70
– [NACHTPORTRET]....................... 70
– [NACHTL. SCHAP]........................71
– [VOEDSEL] ...................................71
– [PARTY] ........................................ 71
– [KAARSLICHT].............................. 71
– [BABY1]/[BABY2] .......................... 72
– [HUISDIER] ................................... 73
– [ZONSONDERG.]..........................73
– [H. GEVOELIGH.]..........................73
– [STERRENHEMEL].......................73
– [VUURWERK] ...............................74
– [STRAND]...................................... 75
Page 7
– [SNEEUW]..................................... 75
– [LUCHTFOT] .................................75
Bewegende beelden ...............................76
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt.......................78
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time).....................80
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken ..82
• [WITBALANS] Tinten corrigeren voor meer
natuurlijke opnamen .........................83
• [WB INSTELLEN] Handmatige instelling van de
witbalans ..........................................84
• [GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen ........... 85
• [ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen .................... 86
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT] Een beeldresolutie en – kwaliteit kiezen die overeenkomen
met uw eigen gebruik .......................86
• [AUDIO OPNAME] Stilstaande beelden opnemen met
geluid................................................88
• [MEETFUNCTIE] De helderheidsmeetmethode
beslissen ..........................................88
• [AF MODE] De scherpstellingsfocusmethode
instellen ............................................89
• [CONTINU AF] Continu scherpstellen op
een object.........................................90
• [AF ASS. LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker .......................................91
• [KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen ......................91
• [FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen ...............92
• [FLIP ANIM.] Beelden met elkaar verbinden
om een filmpje te maken ..................92
• [CONVERSIE]
Een optionele lens gebruiken ........... 94
• [KLOKINST.] De datum, tijd en weergave
instellen ............................................96
Gevorderd (Afspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) ...................97
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback) .............................98
De terugspeelzoom gebruiken ................ 99
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ...........................100
Stilstaande beelden maken van een
bewegend beeld................................101
Gebruik van het [AFSPELEN]
functiemenu.......................................103
• [DIASHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde
tijd...................................................103
• [FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen ..........105
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN] Om het beeld gedraaid af te
beelden...........................................106
• [DATUM AFDR.] Informatie vastleggen voor een
opname (datumafdruk) ...................107
• [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen............... 109
• [BEVEILIGEN] Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen......................................110
• [AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen ....111
• [NW. RS.]
Een beeld kleiner maken ................ 112
• [BIJSNIJD.] Een beeld vergroten en
bijwerken ........................................113
• [ASPECT CONV.] De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen...........................................114
7
VQT1B33
Page 8
• [KOPIE]
Beeldgegevens kopiëren................ 115
• [FORMATEREN]
De kaart formatteren ...................... 116
Aansluiten op andere
apparatuur
Aansluiten op de PC............................. 117
Beelden afdrukken................................120
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm.........................................124
Overige
De MC-Beveiliging/
ND-filter gebruiken............................125
Schermdisplay......................................126
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik ..............................................129
Waarschuwingen op het scherm .......... 131
Problemen oplossen.............................133
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd .................... 139
Specificaties..........................................142
8
VQT1B33
Page 9
Voorbereidng
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
12
CGR-S006E
3
K2CQ2CA00006
45
K1HA08CD0013 K1HA08CD0014
67
8
DE-A44A
VFC4160
Voorbereidng
1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als
batterij)
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als
oplader)
3 AC-Kabel 4 USB-Kabel 5 AV-Kabel 6 CD-ROM 7 Schouderriem 8 Lensdop/Lensdopriempje 9 Lensbescherming/
Lensbeschermingsadapter
A: Zilver B:Zwart
• Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als kaart in de tekst.
• Kortet är ett extra tillval. Du kan ta eller visa bilder med det inbyggda minnet när du inte använder ett kort. (P19)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg
NL
zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
VYK1T69
9
A: VYQ3997/VYQ3998 B: VYQ3981/VYQ3797
9
VQT1B33
Page 10
Voorbereidng
7
Namen van de onderdelen
1234
11 Joystick (P32, 40, 62, 62, 63)
In deze gebruiksaanwijzing worden de handelingen met de joystick beschreven als op de afbeelding. bv.: Als u rechts op de joystick drukt
bv.: Als u in het midden van de joystick
drukt
1 Lens (P130) 2 Flits (P47) 3 Microfoon (P88, 111) 4 Zelfontspannerlampje (P52)
AF-lamp (P91)
8
10956 7
13
12 14 15 16
5 Flits-open-knop (P47) 6 Diopterinstelring (P44) 7 Viewfinder (P42, 126) 8 Speaker (P100) 9 [EVF/LCD] Knop (P42)
10 Toestel ON/OFF (P15, 21)
11
12 LCD-monitor (P42, 126) 13 [DISPLAY/LCD MODE] knop (P42, 46) 14 Statuslampje (P30) 15 Enkelvoudige of burstfunctie knop
(P57)/ Wisknop (P41)
16 Cursorknoppen
2/Zelfontspannerknop (P52) 4/[REV] knop (P39) 1/Flitsinstelknop (P47) 3/Belichtingscompensatie (P53)/Auto
bracket (P55)/Flashwerking regelen (P51)/Compensatie achtergrondverlichting in eenvoudige functie (P35)
1
In deze gebruiksinstructies wordt het gebruik van de cursorknop beschreven met illustraties. b.v.: Wanneer u op de 4 knop
17 [MENU/SET] knop (P23)
10
VQT1B33
Page 11
2
18 1
9
4
5 6
3
7
Voorbereidng
20 21 2
18 Zoomhendeltje (P36) 19 Ontspanknop (P30, 77) 20 Instelknop (P22) 21 Focusschakelaar (P65) 22 Knop voor optische beeldstabilisator
(P56)
2
2
2 2
2
23 Ringetje voor draagriem (P12) 24 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting (P117,
120, 124)
25 [DC IN] aansluiting (P117, 120)
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC (DMW-AC7E; optioneel).
• U kunt de batterij niet in de camera opladen, ook niet als de AC-adapter (DMW-AC7E; optioneel) erop aangesloten is.
26 Klep op aansluiting 27 Objectiefcilinder
28 29
28 Kaart/Batterijklep (P18) 29 Statiefbevestiging
• Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
11
VQT1B33
Page 12
Voorbereidng
De lensdop/draagriem vastmaken
Lensdop (meegeleverd)
1 Steek het riempje door de
opening op de lensdop.
2 Steek hetzelfde riempje door de
opening op de camera.
Draagriem (meegeleverd)
1 Steek de riem door de opening in
de draagriemring.
2 Steek de riem door de stopgesp
en trek de riem aan.
3 Maak de lensdop vast.
• Als u de camera uitzet, draagt of opnamen afspeelt, maakt u lensdop vast om de lens te beschermen.
• Maak de lensdop los voordat u de camera aanzet om opnamen te maken.
• Verlies de lensdop niet.
12
VQT1B33
A: Trek de riem 2 cm of meer aan.
• Maak de riem vast aan de andere kant van de camera maar zonder de riem te verdraaien.
• Controleer of de riem goed vastzit aan de camera.
• Maak de riem zo vast dat u het “L LOGO aan de buitenkant zit.
UMIX
Page 13
De lensbescherming gebruiken
In fel zonlicht of met sterk achtergrondlicht zal de lensbescherming schitteringen en schaduwen tot een minimum herleiden. De lensbescherming voorkomt overbelichting en zorgt voor een betere opnamekwaliteit.
• Controleer of het toestel uit staat.
• Sluit de flits.
Voorbereidng
3 Haal de schroef aan.
1 Maak de beschermingsadapter
vast (meegeleverd).
• Draai de lensbeschermingsadapter niet te vast op het toestel.
2 Zet de camera ondersteboven, lijn
de markering op de lensbescherming uit met de markering A op de camera en bevestig dan de lensbescherming.
• Controleer of de schroef halfvast zit en bevestig dan de lensbescherming.
• Draai de schroef niet te hard aan.
De adapter voor de lensbescherming
verwijderen
• Pak de rand van de adapter vast om deze van het toestel te halen.
13
VQT1B33
Page 14
Voorbereidng
De lensbescherming tijdelijk
opbergen
1 Draai de schroef los en verwijder
de lensbescherming.
4 Bevestig de lensdop.
• Controleer of de lensdop goed vastzit.
• Maak geen opnamen als u de lensbescherming tijdelijk niet gebruikt.
2 Draai de lensbescherming om.
3 Maak de lensbescherming vast
met de schroef naar boven en draai de schroef dan weer vast.
• Controleer of de schroef half vast zit en bevestig dan pas de bescherming.
• Haal de schroef niet te hard aan.
• Als u flitsopnamen maakt terwijl de lensbescherming op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lensbescherming. Verwijder in dit geval de lensbescherming.
• Als u de AF-lamp gebruikt voor donkere situaties, verwijder dan de lensbescherming.
• Voor meer details over hoe u de MC-beveiliging en de ND-filter moet gebruiken, leest u P125.
• U kunt de conversielens en de close-uplens niet gebruiken als de lensbeschermingsadapter op het toestel zit.
• U hebt de lensadapter (DMW-LA2; optioneel) nodig om een conversielens te kunnen gebruiken.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart kopen.)
14
VQT1B33
Page 15
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
1 De batterij opladen (P16)
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad de batterij dus eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P18)
Voorbereidng
3 Zet het toestel aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P21)
OFF ON
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P30)
4 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P40)
15
VQT1B33
Page 16
Voorbereidng
De batterij opladen met de oplader
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij op zijn plaats en
sluit deze aan op de oplader.
2 Sluit de AC-kabel aan.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/ laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• De batterij kan opgeladen worden zelfs als deze niet helemaal leeg is.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er iets aan wijzigenwijzigen.
• Het laden start als het lampje [CHARGE] A groen oplicht.
• Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 120 minuten).
• Als de [CHARGE] indicator knippert, P17 raadplegen.
16
VQT1B33
Page 17
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
Levensduur van de batterij Het resterende aantal opnamen (Volgens CIPA-standaard in de AE-functie [ ])
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/ Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (16 MB).
• De De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1])
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om de opname.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
¢Het aantal foto’s dat u kunt maken, neemt
af in de LCD-versterkingsfunctie of in de breedhoekfunctie (P46).
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [bijv. Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot ongeveer 95.]
Ongeveer 380 opnamen (Ongeveer 190 min)
¢
Voorbereidng
Het aantal mogelijke opnamen met de Viewfinder
(Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard.)
Aantal opnamen
Ongeveer 380 opnamen (Ongeveer 190 min)
Terugspeeltijd met de LCD-monitor
Terugspeeltijd Ongeveer 420 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 120 min
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen met het optionele batterijpakket (CGR-S006E) zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de [CHARGE]aanduiding.
Wanneer de [CHARGE] indicator flitst
• De batterij heeft onvoldoende lading (te leeg). Na een poosje zal het lampje [CHARGE] gaan branden en het laden starten.
• Wanneer de batterijtemperatuur excessief hoog of laag is, zal de oplaadtijd langer zijn dan normaal.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Opnamecondities
• Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
17
VQT1B33
Page 18
Voorbereidng
De kaart (optioneel)/ batterij in het toestel doen en eruit halen
• Controleer of het toestel uit staat.
• Sluit de flits.
• Leg een kaart (optioneel) klaar.
• U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P19)
1 Zet de zoomhendel in de richting
van de pijl en open het dekseltje op de kaart/batterij.
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken (CGR-S006E).
• Bij gebruik van andere accu’s kunnen wij de kwaliteit van dit product niet garanderen.
2
Batterij: Steek de kaart er precies en in de goede richting in.
A
Trek de hendel de pijl om de batterij eruit te halen. Kaart: Duw totdat u een klik hoort en steek d e k a a r t i n d e g o e d e r i c h t i n g e r i n .
18
VQT1B33
in de richting van
Duw totdat u een klik hoort en trek de kaart dan recht naar boven eruit.
• Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als ze niet goed in het toestel zit.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Zet de zoomhendel in de
richting van de pijl.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit, controleert u de richting en steekt u deze er weer in.
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik.
• De kaart en de batterij niet verwijderen terwijl de kaart wordt gebruikt. De gegevens zouden beschadigd kunnen worden.
• Haal de batterij er niet uit als het toestel aan staat omdat anders de instellingen niet goed worden opgeslagen.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
Page 19
• Kom niet aan de batterij of de kaart in het toestel als dit aan staat. De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan. Wees bijzonder voorzichtig als het toestel gegevens in ingebouwde geheugen of op de kaart leest. (P28)
• Wij raden de kaarten van Panasonic aan.
Voorbereidng
Over het ingebouwde geheugen/de kaart (optioneel)
Het ingebouwde geheugen kan gebruikt worden als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol wordt.
Ingebouwd geheugen [ ] U kunt beelden opnemen of afspelen met het ingebouwde geheugen. (Het ingebouwde geheugen kan niet gebruikt worden als er een kaart in het toestel zit.)
• Het ingebouwde geheugenvermogen is ongeveer 27 MB.
• De beeldresolutie is vast ingesteld op QVGA (320k240 pixels) voor bewegende beelden met het ingebouwde geheugen geschreven. (P76)
Kaart [ ] Met een kaart in het toestel kunt u beelden op de kaart opnemen of afspelen.
Kaart (optioneel)
• De SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard zijn klein, lichtgewicht, verwijderbare externe kaarten. Lees P5 voor informatie over de kaarten die geschikt zijn voor dit apparaat.
• De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
19
VQT1B33
Page 20
Voorbereidng
• De lees/schrijfsnelheid van een SD-geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is groot. Beide types kaarten zijn uitgerust met een Schrijfbeschermingschakelaar A die het overschrijven en formatteren van de kaart tegengaat. (Als de schakelaar naar de [LOCK]-kant geschoven wordt, is het niet mogelijk gegevens op de kaart te schrijven of te wissen en deze te formatteren. Wanneer de schakelaar naar de andere kant geschoven wordt, worden deze functies beschikbaar.)
2
• Dit toestel (compatibel met SDHC) is compatibel met de SD-geheugenkaarten die voldoen aan de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn geformatteerd in FAT12 en FAT16. Het is ook compatibel met SDHC-geheugenkaarten die voldoen aan de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn geformatteerd in FAT32.
• U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing van het toestel. Als u uw foto’s laat afdrukken, vraag dit dan ook eerst aan de fotograaf.)
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Voor informatie over het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd voor elke kaart, P139 raadplegen.
• We raden het gebruik van Hoge Snelheid-SD-geheugenkaarten/ SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u bewegende beelden opneemt. (P76)
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• De aflees-/schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan die van een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart. Wanneer u een MultiMediaCard gebruikt, kan de prestatie van bepaalde functies enigszins langzamer zijn dan geadverteerd.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P116)
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
20
VQT1B33
Page 21
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet.
OFF ON
AUB KLOK INSTELLEN
A: [MENU/SET] knop B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4/2/1 om de datum
en de tijd te kiezen.
KLOKINST.
00 00
SELEC INST. EXIT
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P80)
2/1: Kies het gewenste onderdeel
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen.
: Annuleren zonder de klok in te
stellen.
KLOKINST.
: :
11 2007
:
D/M/J
MENU
JAN
..
ANNUL
MENU
.
Voorbereidng
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
• Zet de camera uit nadat u de klok hebt ingesteld. Zet dan de functieknop op een opnamefunctie om de camera weer aan te zetten en controleer of de klok juist loopt.
Het veranderen van de klokinstelling 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4drukken om [KLOKINST.] (P96)
te kiezen.
3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen
2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen.
4 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu instellen. (P24)
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen in het toestel hebben gezeten gedurende meer dan 24 uren, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als u de batterijen eruit haalt. (Als u een batterij met onvoldoende stroom in het toestel doet, kan ook de tijdspanne die normaal geldt voor het klokgeheugen korter worden.) In elk geval worden de klokinstellingen geannuleerd na deze tijd. In dit geval dient u de klok opnieuw in te stellen.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24 uren systeem.
• Als de klok niet is ingesteld, zal de correcte datum niet kunnen worden afgedrukt als u de datum vastlegt voor opnamen met de functie [DATUM AFDR.] (P107) of door een fotograaf door wie u de opnamen laat afdrukken. (P110)
21
VQT1B33
Page 22
Voorbereidng
De Instelknop
Als u dit toestel aan zet en dan aan de functieknop draait, kunt u niet alleen overschakelen van opnemen naar afspelen maar ook overschakelen naar een scènefunctie die beter past bij uw opnamecondities.
Schakelen met de keuzeknop
S
A
M
P
N
C
S
PROGRAM AE
Zet deel A op de gewenste functie.
Draai de functieknop langzaam maar zeker op elke functie. (De functieknop draait 360o)
• De bovenstaande pagina B verschijnt op de LCD-monitor/Viewfinder als u aan de functieknop draait. (P28)
• De functie die u hebt gekozen, verschijnt op de LCD monitor/Viewfinder als u de camera aan zet.
Basiskennis
: AE-Openingsvoorrang (P30)
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld door de openingswaarde die u ingesteld hebt.
: Simpele functie (P33)
Dit is de aangeraden functie voor beginners.
: Terugspeelfunctie (P40)
Deze functie laat het u toe opgenomen opnamen terug te spelen.
Gevorderd
: Slimme
ISO-gevoeligheidbediening (P58)
Hiermee kunt u de optimale ISO-gevoeligheid instellen en een sluitertijd die past bij de bewegingen en de helderheid van het onderwerp.
: AE-sluitervoorrang (P62)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald volgens de openingswaarde die u ingesteld hebt.
: AE-sluitervoorrang (P62)
De openingswaarde wordt automatisch ingesteld door de sluitertijd die u ingesteld hebt.
: Handmatige belichting (P63)
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u handmatig hebt ingesteld.
: Scènefunctie (P68)
Deze functie laat het u toe opnamen te maken die afhangen van de opnamescènes.
: Bewegende beeldenfunctie (P76)
Hiermee kunt u opnamen maken die passen bij de scène die u opneemt.
:Afdrukfunctie (P120)
Gebruik dit om beelden af te drukken.
22
VQT1B33
Page 23
Het menu instellen
Menupagina’s op het scherm
afbeelden
Druk op [MENU/SET].
1
EXIT
AWB
AUTO
/
4
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
A Menupictogrammen B Huidige pagina C Menuonderdelen en instellingen
• Draai aan de zoomhendel om de volgende/vorige pagina vlot te openen.
• De menupictogrammen en –onderdelen die op het scherm verschijnen, hangen af van de stand van de keuzeknop.
Over de menupictogrammen
[OPNAME] keuzemenu (P82):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]/ []/[]/[]/[]/[]/[] staat.
[AFSPELEN] keuzemenu (P103):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ] staat.
[SCÈNE MODE] menu (P68):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ] staat.
[SET-UP] menu (P24):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
Menuonderdelen instellen
• In het volgende voorbeeld ziet u hoe u [KWALITEIT] instelt als u het AE-programma [ ] hebt gekozen.
Voorbereidng
1 Druk op 3/4 om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
AWB
AUTO
2
OFF
OFF
/
4
of
MENU
/
4
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELECT
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME MEETFUNCTIE AF MODE CONTINU AF
SELECT
• Druk op 4 in A om de volgende pagina te openen.
2 Druk op 1.
2
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME MEETFUNCTIE AF MODE CONTINU AF
SELEC INST.
/
4
OFF
of
OFF
MENU
3 Druk op 3/4 om het beeld te
kiezen.
2
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME MEETFUNCTIE AF MODE CONTINU AF
SELEC INST.
/
4
OFF
of
OFF
MENU
4 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
2
EXIT
OFF
OFF
/
4
MENU
SET
of
MENU
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME MEETFUNCTIE AF MODE CONTINU AF
SELEC
23
VQT1B33
Page 24
Voorbereidng
De menupagina sluiten
Op [MENU/SET] drukken.
• Als u de functie knop op [ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ], zet, kunt u de menupagina ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken of het midden van de joystick.
Overschakelen naar het [SET-UP]
menu
1 Druk op 2 in een menupagina.
1
EXIT
AWB
AUTO
/
4
of
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Druk op 4 om het
menupictogram [SET-UP] te kiezen.
1
EXIT
OFF
/
5
n
0
of
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM
SELEC
3 Druk op 1.
1
EXIT
OFF
/
5
n
0
of
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM
SELEC
• Kies dan een menuonderdeel en stel het in.
Over het set-up Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist. (P24 tot 28 raadplegen voor elk menuonderdeel.)
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P27)
• [KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [BATT. BESP.] zijn belangrijke onderdelen. Controleer deze instellingen voordat u ze gebruikt.
[KLOKINST.] (P21)
(Datum en tijd wijzigen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Datum en tijd wijzigen.
[AUTO REVIEW]
(De opname afspelen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P23) Stel de tijd in die moet verlopen nadat de opname is gemaakt.
[1SEC.], [3SEC.], [ZOOM], [OFF]
• De automatische overzichtsfunctie is niet geactiveerd in bewegende beeldenfunctie [].
• Wanneer beelden opgenomen zijn in de eenvoudige functie (P55), burstfunctie (P57) of auto bracket, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling op de automatische overzichtsfunctie. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt geactiveerd terwijl beelden met geluid (P88) opgenomen worden ongeacht de instelling ervan. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• Als u de beeldkwaliteit op [RAW] zet, werkt de automatische terugspeelfunctie tot aan het einde van de opnamen op de kaart. (De opname wordt niet vergroot.)
24
VQT1B33
Page 25
• De automatische terugspeelfunctie wordt uitgeschakeld als u auto bracket of burst gebruikt in de bewegende-beeldenfunctie [ ] als u [AUDIO OPNAME] ingesteld hebt op [ON] of als de kwaliteit ingesteld is op [RAW].
• In de eenvoudige functie [ ] is de automatische terugspeelfunctie vast ingesteld op [1SEC.].
[BATT. BESP.]
(De camera automatisch uit zetten.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) De energiebesparingsfunctie wordt geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie.
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.], [OFF]:
• De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om de energiebesparingsfunctie te annuleren.
• In de eenvoudige functie [ ], staat de energiebesparing vast op [5MIN.].
• De energiebesparingsfunctie werkt niet in de volgende gevallen. – Als u de AC-adapter (DMW-AC7E;
optioneel) gebruikt.
– Als u het toestel aansluit op een PC of
een printer.
– Als u bewegende beelden opneemt of
afspeelt.
– Tijdens een diavoorstelling (P103)
[WERELDTIJD] (P80)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Uw woongebied en reisbestemming in het buitenland enz. instellen.
[]:Woongebied []:Reisbestemming
Voorbereidng
[LCD SCHERM/ZOEKER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) U kunt de helderheid van de monitor of de viewfinder corrigeren in 7 stappen.
[RICHTLIJNEN]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen item selecteren. (P23) Stel het patroon van de richtlijnen in die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. (P43, 44)
[OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF] [HISTOGRAM]: [ON]/[OFF] [PATROON]: [ ]/[ ]
[REISDATUM] (P78)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P24) De vertrek- en terugkeerdatum van uw vakantie instellen.
[SET], [OFF]
[WEERG OP LCD] (P44)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P24) Als u de viewfinder kiest voor een opnamefunctie zal het display automatisch overschakelen naar de LCD-monitor om beelden af te spelen of terug te spelen.
[ON], [OFF]
25
VQT1B33
Page 26
Voorbereidng
[ZOOMOVERZ.]
Druk op [ ] om het [SET-UP] menu te
MENU
SET
openen en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) De zoomstand blijft opgeslagen als u het toestel uit zet. Als u het weer aan zet, gaat de zoom automatisch in de stand staan waarin deze stond toen het toestel uit werd gezet. (P36)
[ON], [OFF]
• Het zoomoverzicht kan niet worden ingesteld worden in de volgende gevallen. – In de eenvoudige opnamefunctie [ ]. – Als [CONVERSIE] in het [OPNAME]
functiemenu is ingesteld op [ ] of [ ].
[MF ASSIST] (P65)
(Alleen in de opnamefunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Als u manueel scherpstelt, verschijnt een hulpscherm (MF Assist) in het middel van het scherm om u te helpen bij het scherpstellen. [MF1]: Het midden van het scherm wordt
uitvergroot. U kunt nu scherpstellen en toch rekening houden met de rest van het beeld op het scherm.
[MF2]: Het hele scherm wordt uitvergroot.
Dit is handig voor scherpstellen in de breedhoekfunctie.
[OFF]: Het scherm wordt niet uitvergroot.
[TOON]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Hiermee stelt u een bieptoon in.
[]:Geen werkingsgeluid []:Zacht werkingsgeluid []:Hard werkingsgeluid
[AF TOON]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Hiermee kunt u de AF-toon instellen.
[]:Geen AF-toon []:Zachte AF-toon []:Harde AF-toon
[ONTSPANNER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Hiermee stelt u het sluitergeluid in.
[]:Geen sluitergeluid []:Zacht sluitergeluid []:Hard sluitergeluid
[VOLUME]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) U kunt het speakervolume regelen in 7 stappen van 6 tot 0.
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR. RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Het mapnummer wordt vernieuwd en het bestandsnummer start vanaf 0001. (P118)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen (P116) of de kaart eerst formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen. (P118)
26
VQT1B33
Page 27
[RESETTEN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet
naar de begininstellingen.
• [FAVORIETEN] (P105) is vast ingesteld op [OFF] en [LCD ROTEREN] (P106) is vast ingesteld op [ON].
• Als u de [SET-UP] menu-instellingen reset, worden ook de volgende instellingen gereset. – De geboortedatum instellen voor
[BABY1]/[BABY2] (P72) en [HUISDIER] (P73) in de scènefunctie.
– Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P78) – De [WERELDTIJD] (P80) instellen. – [ZOOMOVERZ.] (P26)
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
[VIDEO UIT] (P124)
(Alleen in de terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) Stel dit in voor het kleurentelevisiesysteem in elk land. [NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[TV-ASPECT] (P124)
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P23) Instellen voor het gebruikte TV-type.
[ ]:
Als u aansluit op een 16:9 TV-scherm.
[]:
Als u aansluit op een 4:3 TV-scherm.
Voorbereidng
[MF m/ft] (P65)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) De afgebeelde eenheid wijzigen voor de focusafstand in de manuele focusfunctie.
De afstand wordt uitgedrukt in meters.
[m]: [ft]: De afstand wordt uitgedrukt in voet.
[SCÈNEMENU] (P68)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) De pagina instellen die verschijnt als u de
functieknop op [ ] zet. [AUTO]: Het [SCÈNE MODE]
menuscherm verschijnt.
[OFF]: De opnamepagina voor de op dat
ogenblik ingestelde scènefunctie verschijnt.
27
VQT1B33
Page 28
Voorbereidng
1/25
F2.8
[KEUZEDISPLAY] (P22)
Druk op [ ] om het [SET-UP] menu af te
MENU
SET
beelden en kies het in te stellen onderdeel. (P23) Instellen of u het keuzemenu al dan niet wenst af te beelden als u de keuzeknop verzet.
[ON], [OFF]
[TAAL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P23) De taal instellen voor de afbeeldingen op het scherm.
[ENGLISH], [DEUTSCH], [FRANÇAIS], [ESPAÑOL], [ITALIANO], [POLSKI], [ČEŠTINA], [MAGYAR], [NEDERLANDS], [TÜRKÇE], [PORTUGUÊS], [ ]
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen.
LCD-monitor/de LCD-monitor omschakelen
Schermweergave in de
AE-programmafunctie [ ] (op het ogenblik van de aankoop)
3
12
17
16
15
1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie (P47) 3 AF-zone (P30)
• De weergegeven AF-zone is groter dan normaal als u opnamen maakt in het donker.
4 Focus (P30) 5 Beeldresolutie (P86) 6 Kwaliteit (P86)
: Waarschuwing voor beweging
(P32)
7 Batterijaanduiding
F2.8
4
56 7
1/25
1314
12 11
8
7
9
10
28
VQT1B33
• Het lampje wordt rood en knippert als de batterij bijna leeg is. (Het lampje knippert als de LCD-monitor wordt uit gezet.) Laad de batterij op of vervang deze door een volle.
• Dit gebeurt niet als u de camera gebruikt met de AC-adapter (DMW-AC7E; optioneel).
8 Aantal opnamen (P139)
Page 29
9 Ingebouwd geheugen/Kaart
• De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met het ingebouwde geheugen worden gemaakt (of met de kaart). – Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
– Als u de kaart gebruikt
• De volgende handelingen kunnen niet als het kaartlampje brandt. De kaart of de gegevens die erop staan, kunnen worden beschadigd en het toestel kan slecht beginnen te werken. – Het toestel uitzetten. – De batterij of de kaart (als u die
gebruikt) eruit halen.
– Met het toestel schudden of
ermee slaan.
– De AC-adapter losmaken.
(DMW-AC7E; optioneel) (Als u een AC-adapter gebruikt)
• Doe de hier beschreven handelingen niet als u gegevens op de kaart afleest of wist of als u het ingebouwde geheugen (of de kaart) formatteert (P116).
• De tijd om het ingebouwde geheugen te openen kan langer zijn dan de tijd die nodig is voor een kaart.
10 Opnamestaat 11 AF-zone kiezen (P90)
12 Met de joystick (P32, 40, 62, 63) 13 Sluitertijd (P30)
14 Lensopening (P30)
• Als de belichting niet goed is, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd rood. (Deze worden niet rood als de flits werkt.)
15 Belichtingscompensatie (P53) 16 Meteringfunctie (P88) 17 Optische beeldstabilisator (P56)
Voorbereidng
• Lees P126 voor informatie over andere pagina’s op het scherm.
Andere paginaweergave instellen
U kunt overschakelen naar andere paginaweergaven als u op [DISPLAY] drukt. U kunt hiermee informatie op het scherm afbeelden terwijl u opnamen maakt, zoals de afmetingen van de afbeelding of het aantal opnamen dat u nog kunt maken, of opnamen maken zonder informatie op het scherm. Lees P42 voor meer details.
29
VQT1B33
Page 30
Basiskennis
1/25
F2.8
Basiskennis
Opnamen maken opnamen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object.
OFF ON
1: Ontspanknop
•Het lampje 3 gaat ongeveer 1 seconde aan als u het toestel aan zet 2. (Als u de LCD-monitor gebruikt.)
• Het statuslampje blijft branden als u de camera aan zet terwijl u de viewfinder gebruikt.
1 Houd het toestel voorzichtig vast
met beide handen, houd uw armen stil en spreid uw benen een beetje.
3 De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
1/25
F2.8
• Het focuslampje 1 en de witte AF-zone 2 worden groen. 3: Lensopening 4: Sluitertijd
• Het onderwerp is onscherp in de volgende gevallen. – Het focuslampje knippert (groen). – De witte AF-zone wordt rood of er is
geen AF-zone.
– U hoort 4 focusbieptonen.
• Als de afstand buiten het focusbereik valt, kan het beeld onscherp zijn ook als het focuslampje groen is.
4 Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
BA
A:AF-lamp B: Als u het toestel verticaal houdt
2 De AF-zone op het punt richten
waarop u scherp wil stellen.
30
VQT1B33
• Wanneer u de ontspanknop indrukt, kan het scherm gedurende een moment helder of donker worden. Met deze functie kunt u scherpstellen zonder het beeld te vervormen.
• Houd de camera stil terwijl u de ontspanknop indrukt.
• De microfoon of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
• Wanneer u beelden maakt, ervoor zorgen dat uw voeten stevig stan en er geen risico is te bitsen met een andere persoon, een bal etc.
Page 31
Belichting (P53)
1/25
F2.8
1/25
F2.8
• De belichting wordt automatisch aangepast op dit toestel (AE=Auto Exposure). Afhankelijk van de opnamecondities zoals met achtergrondlicht, kan het beeld donker worden opgenomen.
Pas in dit geval de belichting aan om minder donkere opnamen te maken.
Scherpstellen (P31, 60, 67)
• Dit toestel stelt automatisch scherp (AF=Auto Focus). Het beeld kan echter onscherp zijn in de volgende gevallen. Het focusbereik is 30 cm tot (Breed), 2 m tot (Tele) – Als er zowel voorwerpen dichtbij als ver
weg zijn.
– Als er vuil of stof op het glas zit tussen
de lens en het voorwerp.
– Als er verlichte of schitterende
voorwerpen rondom het object zijn.
– Als u opnamen maakt op donkere
plaatsen. – Als het onderwerp snel beweegt. – Als er te weinig contrast in de scène is. – Als het voorwerp heel fel gekleurd is. – Als u close-up’s maakt. – Als het toestel beweegt.
Probeer met de AF/AE-vergrendeling of [MACRO-AF].
Kleuren (P84)
• De kleur van het onderwerp hangt af van het licht eromheen zoals zonlicht of het licht van halogeenlampen. Het toestel zal echter automatisch een kleur kiezen die zo dicht mogelijk een levensechte kleur benadert. (automatische witbalans)
Stel de witbalans fijn in voor een preciezere witbalansinstelling. Stel de witbalans in als u de kleur die u met de automatische witbalans krijgt, wil wijzigen.
Basiskennis
Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen (AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van personen met een compositie zoals het volgende beeld, zult u het toestel niet kunnen scherpstellen op het object omdat de personen buiten de AF-zone vallen.
P
7
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten. 2 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te stellen.
• De focusaanduiding gaat branden wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
• U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt.
P
1/25
F2.8
P
1/25
F2.8
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P106) ingesteld is op [ON])
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven of naar beneden gericht toestel.
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u bewegende beelden maakt of flipanimaties.
31
VQT1B33
Page 32
Basiskennis
1/10
F2.8
1/30
F4.0
1/60
F2.8
Golfstoring (camerabeweging)
• Op bewegingbeweging letten wanneer u de ontspanknop indrukt.
• Als het toestel beweegt door een langzame sluitertijd, verschijnt de bewegingswaarschuwing A.
1/10
F2.8
• Wanneer deze waarschuwing verschijnt, raden wij aan een statief te gebruiken. Als u geen statief kunt gebruiken, let u goed op de manier waarop u het toestel vasthoudt (P30). Het gebruik van de zelfontspanner voorkomt toestelbeweging die veroorzaakt wordt door op de ontspanknop te drukken als u een statief gebruikt (P52).
• De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P47) – [NACHTPORTRET] (P70) – [NACHTL. SCHAP] (P71) – [PARTY] (P71) – [KAARSLICHT] (P71) – [STERRENHEMEL] (P73) – [VUURWERK] (P74) – Als u de sluitertijd op langzaam instelt
(P62, P63)
Programma overschakelen
In de AE-programmafunctie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen zonder de belichting te wijzigen; dit heet programmaschakeling. U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
• Druk de ontspanknop halfweg in en gebruik dan de joystick om programma overschakelen te activeren terwijl de openingswaarde en de sluitertijd op het scherm verschijnen (ong. 10 seconden).
1/60
F2.8
7
1/30
F4.0
• De aanduiding voor de
programmaschakeling D verschijnt op het scherm als deze functie geactiveerd is.
• De programmaschakeling wordt
geannuleerd als u de camera uitzet of de joystick naar boven en naar onder wordt bewogen totdat de aanduiding voor de programmaschakeling verdwijnt.
32
VQT1B33
Page 33
Voorbeeld van een
programmaschakeling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
2
2.8
4
(A)
5.6
8
11
1 1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
/
/
/
/
/
/
2
4
8
/
15
30
60
125
(B)
1
/
/
/
250
500
1000
(A): Lensopening (B): Sluitertijd
1 Programmaschakelingnummer 2 Programmaschakelinggrafiek 3 Programmaschakelinglimiet
Basiskennis
Beelden maken met de
14
/
2000
eenvoudige functie
Met deze functie kunnen beginners gemakkelijker opnamen maken. Alleen de basisfuncties verschijnen in het menu om de handelingen eenvoudig te houden.
Basismenu-instellingen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2
Op
3/4
drukken om het gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op
1 drukken.
• Als de belichting niet goed is als u de ontspanknop half indrukt, worden de openingswaarde en de sluitersnelheid rood.
• De programmaschakeling wordt geannuleerd en de camera stelt weer de normale AE-programmafunctie in als er meer dan 10 seconden verlopen nadat u de programmaschakeling hebt geactiveerd. De programmaschakelinginstelling wordt wel opgeslagen.
• Afhankelijk van de helderheid van het object kan het zijn dat de programmaschakeling niet werkt.
EENVOUDIGE MODE
FOTOMODE AUTO REVIEW TOON KLOKINST.
SELEC INST.
4
MENU
ENLARGE
"
k
6"/10k15cm
E-MAIL
3 Op 3/4 drukken om de gewenste
instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de joystick gebruiken voor de stappen
2 tot 4.
33
VQT1B33
Page 34
Basiskennis
Instellingen in de eenvoudige functie
[FOTOMODE]
Geschikt om de opnamen
[ENLARGE]
te vergroten tot 8qk10q grootte, lettergrootte enz.
Geschikt voor afdrukken
[4qk6q/
met een normale grootte.
10k15cm]
Geschikt voor het
[E-MAIL]
versturen van beelden als bijlage van een e-mail of om beelden op websites te plaatsen.
[AUTO REVIEW]
[OFF] Het opgenomen beeld
verschijnt niet automatisch.
[ON] Het opgenomen beeld
verschijnt automatisch op het scherm gedurende ongeveer 1 seconde.
[TOON]
[UIT] Geen werkingsgeluid [LAAG] [HOOG]
Zacht werkingsgeluid Hard werkingsgeluid
[KLOKINST.]
Datum en tijd wijzigen. (P21)
•Als
[ 4qk6q/10k15cm]
of [ E-MAIL] is ingesteld in [FOTOMODE], werkt de extra optische zoom. (P37)
• De instellingen voor [TOON] en [KLOKINST.] in de eenvoudige functie worden ook toegepast op andere opnamefuncties.
• De instellingen voor [WERELDTIJD] (P25), [LCD SCHERM/ZOEKER] (P25), [REISDATUM] (P25), [ZOOMOVERZ.] (P26), [TOON] (P26), [AF TOON] (P26), [ONTSPANNER] (P26), [NR. RESET] (P26), [KEUZEDISPLAY] (P28) en [TAAL] (P28) in het [SET-UP] menu worden ook toegepast op de eenvoudige functie.
34
VQT1B33
Andere instellingen in de eenvoudige
functie
In de eenvoudige functie worden andere instellingen als volgt vastgesteld. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u de pagina waarnaar wordt verwezen.
• [AUTO REVIEW] (P24): [1SEC.]
• [BATT. BESP.] (P25): [5MIN.]
• Zelfontspanner (P52): 10 seconden
• Optische beeldstabilisator (P56): [MODE1]
• Bursttijd (P57): Lage snelheid (2 frames/seconde)
• [WITBALANS] (P83): [AWB]
• [GEVOELIGHEID] (P85): De instelling wordt dezelfde als wanneer u de ISO-gevoeligheid op [ISO800] hebt ingesteld in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P58)
• [ASPECTRATIO]/[FOTO RES.]/ [KWALITEIT] (P86):
– [ ENLARGE]:
:(7M)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
–[ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
• [AF MODE] (P89): []
• [AFASS. LAMP] (P91): [ON]
• [MEETFUNCTIE] (P88): []
Page 35
• De volgende functies kunt u niet in de eenvoudige functie gebruiken: – Hoge-hoekfunctie – Witbalans, fijnafstelling – Belichtingscompensatie – Flitswerking – Auto Bracket – [AUDIO OPNAME] – [DIG. ZOOM] – [KLEUR EFFECT] – [FOTO INST.] – [CONTINU AF] – [WEERG OP LCD] – Weergave buiten beeld – [RICHTLIJNEN]
• In de eenvoudige functie kunt u de volgende functies niet gebruiken: – [ZOOMOVERZ.] –[REISDATUM] –[WERELDTIJD] – [CONVERSIE]
Scherpstellingbereik in de
eenvoudige functie
5 cm
2 m
1 m
Basiskennis
Compensatie van de
achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval zal het object (bijv. een persoon) object donker worden. In dit geval wordt het onderwerp (zoals een
persoon) donker zodat u met deze functie het achtergrondlicht compenseert door het hele beeld lichter te maken.
Druk op 3.
• Als de achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld, [ ] verschijnt de (aanduiding “achtergrondlichtcompensatie AAN” A). Druk opnieuw op 3 om de functie uit te schakelen.
7
BACKLIGHT
• Wij raden aan om de flits te gebruiken als u de achtergrondlichtcompensatie gebruikt. (De flits wordt vast ingesteld op AAN [ ].)
• De flits is vast ingesteld op AUTO/ Rode-ogenreductie [ ] als de achtergrondcompensatie ingesteld is op [OFF].
7
BACKLIGHT
• De zoomuitvergrotingswaarden wijzigen als u de extra optische zoom gebruikt.
• Lees P60 voor de tele-macro.
35
VQT1B33
Page 36
Basiskennis
Beelden maken met de zoom
De optische zoom gebruiken
U kunt mensen en voorwerpen dichterbij doen lijken en breedhoekopnamen maken van landschappen met de 12k optische zoom. (35 mm filmcamera equivalent: 36 mm tot 432 mm)
Gebruikobject (Tele) om het object
dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
TW
Gebruik (Breed) om objectobjecten
verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
TW
De zoomsnelheid wijzigen
U kunt de zoom op 2 snelheden laten werken, afhankelijk van de stand van de zoomhendel. De zoom wordt langzamer als u een kleine hoek instelt en wordt sneller met een grote zoomstand.
A: Snel B: Langzaam C: Zoomhendeltje
De zoomstand opslaan
(Zoom opslaan)
Als [ZOOMOVERZ.] (P26) in het [SET-UP] menu is ingesteld op [ON] blijft de zoomstand opgeslagen ook als het toestel wordt uitgezet. Als u het toestel dan weer aan zet, gaat de zoom automatisch in de stand staan waarin deze stond toen het toestel werd uitgezet.
• De focusstand wordt niet opgeslagen.
36
VQT1B33
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherpobject.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De objectiefcilinder (P11) wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand. Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] is de zoomuitvergroting vast ingesteld op de waarde die aan het begin van de opname ingesteld is.
• Als u de zoomhendel verplaatst, kunt u een camerageluid horen of kan de camera bewegen. Dit is geen storing.
Page 37
De extra optische zoom gebruiken (EZ)
Dit toestel heeft een 12k optische zoom. Als de beeldresolutie echter niet ingesteld is op de hoogste instelling voor elke aspectratio [ / / ] kan er een maximum van 18k optische zoom bereikt worden zonder dat de beeldkwaliteit slechter wordt.
Het mechanisme van de extra
optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3M EZ) (3 miljoen pixels), is de 7M (7 miljoen pixels) CCD-zone samengeperst naar de centrum 3M (3 miljoen pixels)
-zone, zo een beeld toelatend met een hoger zoomeffect.
Beeldresolutie en maximum
zoomvergroting
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
Aspec-
tratio (P86)
Beeldresolutie
(P34, 86)
/(7M)
(5,5M)
(5M EZ) 14,4
(3M EZ) (2M EZ) (1M EZ)
/
(0,3M EZ)
/
(2,5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
(Tele)
12k (6M)
18
Geacti­veerde
optische
zoom
Basiskennis
• “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
• Als u een beeldresolutie instelt die de extra optische zoom activeert, verschijnt het pictogram van de extra optische zoom [ ] op het scherm als u de zoomfunctie gebruikt.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De zoomaanduiding op het scherm kan eventueel niet wijzigen als u de zoomhendel op de Tele-stand zet met de extra optische zoom. Dit is geen storing.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie werkt de extra optische zoom niet.
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
Een maximum van 48k zoom kan bereikt worden met de 12k optische zoom en de 4k digitale zoom wanneer [DIG. ZOOM] ingesteld wordt op [ON] in het [OPNAME] menu. Als er een beeldresolutie gekozen wordt die de extra optische zoom gebruikt, kan er een maximum van 72k zoom bereikt worden met de 18k extra optische zoom en de 4k digitale zoom.
Menuhandeling
1 Op [MENU/SET] drukken.
• Als u een scènefunctie kiest, kiest u het [OPNAME] menu [ ] en drukt u op 1.
2 Op 3/4 om [DIG. ZOOM] te
kiezen en vervolgens op 1.
37
VQT1B33
Page 38
Basiskennis
3 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3
OPNAME
AF ASS. LAMP
DIG. ZOOM KLEUR EFFECT FOTO INST. FLIP ANIM.
SELEC INST.
/
4
ON
OFF
OFF
ON
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken of in het midden van de joystick drukken om te sluiten.
Het digitale zoombereik instellen
De zoomaanduiding op het scherm kan tijdelijk stoppen met bewegen als u het zoomhendeltje op de uiterste Telestand zet. U kunt het digitale zoombereik instellen door het zoomhendeltje continu op Tele te zetten of het zoomhendeltje één keer los te laten en het vervolgens weer op Tele te zetten.
[OFF]:
[ON]:
W
W
T
T
• De AF-zone (P89) wordt groter als u de digitale zoom gebruikt. In dit geval kan ook de stabilisator niet werken.
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit wordt.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan om opnamen te maken.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De digitale zoom wordt tijdelijk ingesteld op [OFF] in de volgende gevallen: – Wanneer de kwaliteit ingesteld is op
[RAW] (P86)
– Als [CONVERSIE] in het [OPNAME]
menu ingesteld is op [ ] (P94)
• De digitale zoom werkt niet in de volgende gevallen: – In simpele functie [ ]. – In de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie
[].
– In [SPORT], [BABY1]/[BABY2],
[HUISDIER] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie.
W
(Als u tegelijkertijd de digitale zoom en de extra optische zoom [ ] (3M EZ) gebruikt.)
1 Optische zoom 2 Digitale zoom 3 Geactiveerde optische zoom
38
VQT1B33
T
Page 39
De opnamen controleren (Overzicht)
U kunt de opnamen controleren terwijl het toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1 Op 4 [REV] drukken.
OVERZICHT1X
Basiskennis
Het beeld uitvergroten
1 Draai de zoomhendel op [ ] (T).
• Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten voor een 4k vergroting en het vervolgens nog verder zetten voor een 8k vergroting. Wanneer u het zoomhendeltje in de richting van [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting kleiner.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
OVERZICHT4X
WISSEN
4X
EXIT
• De laatst gemaakte opname verschijnt 10 seconden lang.
• Het overzicht wordt geannuleerd wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw ingedrukt wordt.
2 Druk op 2/1 om het beeld te
kiezen.
OVERZICHT1X
of
WISSEN
4X
EXIT
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
of
1X
WISSEN
8X
• Als u de uitvergroting of de afbeelding op het scherm wijzigt of verplaatst, verschijnt de zoomstandaanduiding A ongeveer 1 seconde lang.
Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
U kunt tijdens het afspelen één beeld, meerdere beelden of alle beelden wissen. Lees P40 voor 41 informatie over het wissen van beelden.
• Wanneer [LCD ROTEREN] (P106) ingesteld is op [ON] worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld (gedraaid).
39
VQT1B33
Page 40
Basiskennis
Beelden wissen/ afspelen
De beeldgegevens in het ingebouwde geheugen wissen of afspelen zonder kaart. Beeldgegevens op de kaart wissen of afspelen met kaart. (P19)
Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Controleer elk beeld afzonderlijk en wis dan de beelden die u niet wenst te behouden.
Opnamen terugspelen
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
1/7
of
10:00 1.DEC.2007
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen.
1/7
10:00 1.DEC.2007
of
spelen beeld verschijnt om het beeld terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal vooruit of achteruit afgespeelde beelden toe.
• In de functie overzicht terugdraaien in de opnamefunctie en in meervoudig terugdraaien, kunnen de opnamen alleen één voor één verder of teruggedraaid worden. (P97)
• Dit toestel voldoet aan de DCF standaard “Design rule for Camera File system” van de “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle details van de opgenomen beelden verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom (P99) om deze details te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn met andere apparatuur kan de kwaliteit slechter worden. (De opnamen worden afgebeeld als [WEERGAVE THUMBNAIL] op het scherm.)
• Als u een mapnaam of bestandnaam op uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze opnamen op het toestel terug te spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat buiten de standaard valt, dan wordt het map-/bestandnummer aangegeven met [—] en kan het scherm zwart worden.
• Er kan een rand op het scherm verschijnen afhankelijk van het object. Dit wordt “moire” genoemd. Dit is geen storing.
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
• Het bestandsnummer A en het beeldnummer B wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het nummer van het gewenste terug te
40
VQT1B33
Page 41
Een enkel beeld wissen
1 Druk op [ ] terwijl de opname
wordt afgespeeld.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
APART WISSE N
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
SELEC INST.
MENU
NEE
MULTI/ALLES
MENU
SET
• Terwijl het beeld gewist wordt, verschijnt [ ] op het scherm.
Om te wissen [MULTI WISSEN]/
[ALLES ANNULEREN]
1 Twee keer op [ ] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[MULTI WISSEN] of [ALLES ANNULEREN] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
MULTI/ALLES WISSEN
MULTI WISSEN ALLES ANNULEREN
SELEC
INST.
MENU
ANNUL
MENU
SET
•[MULTI WISSEN] > stap 3.
• [ALLES ANNULEREN] > stap
5.
• [ALLES WISSEN BEHALVE ] (Alleen als [FAVORIETEN] (P105) is ingesteld) > stap
5.
(U kunt dit niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat.)
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
Basiskennis
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest)
MULTI WISSEN
7
8 9
11
1210
SELEC MARK./ANNUL.
WISSEN
EXIT
MENU
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt, wordt de instelling gewist.
• Het pictogram [ ] knippert en wordt rood als het gekozen beeld beveiligd is en niet gewist kan worden. De beveiliging annuleren en vervolgens het beeld wissen. (P110)
4 Op [ ] drukken. 5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(Scherm wanneer [MULTI WISSEN] gekozen wordt)
MULTI WISSEN
ALLE GEMARKEERDE FOTO'S WISSEN ?
JA
NEE
SELEC INST.
• Als u beelden wist, kunt u alleen beelden in het ingebouwde geheugen of op de kaart wissen. (U kunt niet tegelijkertijd beelden in het geheugen en op de kaart wissen).
• [ALLE FOTO'S IN HET INTERNE GEHEUGEN WISSEN ?] verschijnt als u [ALLES ANNULEREN] gebruikt en [ALLES WISSEN BEHALVE ?] verschijnt als u [ALLES WISSEN BEHALVE ] gebruikt.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het wissen halverwege stoppen.
MENU
SET
MENU
SET
41
VQT1B33
Page 42
Gevorderd (Opnamen maken)
• Het toestel niet uitzetten.
• Wanneer u opnamen wist, batterijen gebruiken met voldoende batterijstroom (P28) of de AC-adapter (DMW-AC7E; optioneel) gebruiken.
• Het is mogelijk om tot 50 opnamen tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt ze te wissen.
• Als er beveiligde opnamen zijn [ ] (P110), of opnamen die niet voldoen aan de DCF-standaard (P40) of op een kaart staan met de schrijfbescherming op [LOCK] (P20) worden deze opnamen niet gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] gekozen worden.
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de LCD-monitor/ Zoeker
De afgebeelde informatie wijzigen
1 Overschakelen van LCD-monitor
naar Viewfinder
Druk op de [EVF/LCD] knop om over te schakelen.
A LCD-monitor (LCD) B Viewfinder (EVF)
• Als de LCD-monitor ingeschakeld wordt, gaat de Viewfinder uit en andersom.
2 Kiezen van het te gebruiken scherm
Druk op de [DISPLAY] knop om de weergave te wijzigen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt, is de [DISPLAY] knop nit geactiveerd. In de terugspeelzoom (P99), terwijl u bewegende beelden (P100) terugspeelt en tijdens een diashow (P103), kunt u alleen “Normaal display J” of “Geen display L ” selecteren.
42
VQT1B33
In Eenvoudige functie [ ]
7
BACKLIGHT
C Normaal display D Non-display
Page 43
In opnamefunctie
Gevorderd (Opnamen maken)
In terugspeelfunctie
7 7
E Normaal display F Display met histogram G Weergave buiten beeld H Non-display (Opnamerichtlijn)
¢3
I Non-display
¢1 Histogram ¢2 Als er meer dan 1000 opnamen
overblijven of meer dan 1000 seconden speeltijd voor bewegende beelden, verschijnt [ ] op het scherm.
¢3 De displayinformatie zal verschillen
afhankelijk van wat er ingesteld is met behulp van het [RICHTLIJNEN] (P25) on [SET-UP] menu. (P44)
1E DAG
9
mnd.
10
dg.
10:00 1.DEC.2007
1
4
2
J Normaal display K Display met opname-informatie en
histogram L Non-display ¢4 Afgebeeld zelfs als
[INST. GEB DATUM] en [MET LEEFTIJD] ingesteld waren in [BABY1]/[BABY2] (P72) en [HUISDIER] (P73) in scènefunctie voordat er opnamen gemaakt werden.
¢5 Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de vertrekdatum wordt afgebeeld als [REISDATUM] (P78) is ingesteld.
• In [NACHTPORTRET] (P70),
[NACHTL. SCHAP] (P71),[STERRENHEMEL] (P73) en [VUURWERK] (P74) in de scènefunctie zijn de lijnen grijs.
1/7
5
F2.8 1/25
10:00 1.DEC.2007
1/7
ISO
AWB
100
43
VQT1B33
Page 44
Gevorderd (Opnamen maken)
Buitenbeeldweergave
De opname-informatie verschijnt onderaan en in de rechter hoeken van het scherm. U kunt u dus concentreren op het object terwijl u opnamen maakt zonder te worden gestoord door de informatie die op het scherm staat.
Diopter afstellen
Stel het diopter af op uw eigen zicht zodat u de Viewfinder duidelijk ziet.
• Druk op de [EVF/LCD] knop om de viewfinder weer te geven.
Kijk naar de Viewfinder en draai de diopterstelring daar waar het scherm het lichtst is.
7
Monitorvoorrang
Als [WEERG OP LCD] ingesteld is op [ON] in het [SET-UP] menu (P25) wordt de LCD-monitor ingeschakeld in de volgende gevallen. U kunt de tijd besparen om over te schakelen naar de LCD-monitor ook als u de Viewfinder gebruikt.
• Als u overschakelt van opnamen maken naar terugspelen.
• Als u opnamen opnieuw bekijkt. (P39)
• Als u de camera op terugspelen zet.
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken.
A [ ]: Dit wordt gebruikt wanneer het
hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling.
B [ ]: Dit wordt gebruikt wanneer u het
onderwerp precies in het midden wilt positioneren.
44
VQT1B33
Page 45
Histogram
• Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
• Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
• Het is zeer nuttig als handmatige afstellingen van de lensopening en sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die situaties waar automatische belichting moeilijk kan zijn wegens oneven belichting. Met gebruik van de histogramfunctie zal u de beste prestatie van het toestel krijgen. A Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname onderbelicht.
B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld
zijn, is de belichting juist en de helderheid goed uitgebalanceerd.
C Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de opname overbelicht.
Voorbeeld van histogram
1/7
ISO
AWB
100
F2.8 1/200
10:00 1.DEC.2007
1/7
ISO
AWB
100
F2.8 1/100
10:00 1.DEC.2007
Gevorderd (Opnamen maken)
• Als de opname en het histogram niet samenvallen in de volgende omstandigheden, wordt het histogram oranje afgebeeld.
– Wanneer de handmatige
belichtingsassistentie anders is dan [n0EV] tijdens de belichtingscompensatie of in de
handmatige belichtingsfunctie – Als de flits geactiveerd is – In [STERRENHEMEL] (P73) of
[VUURWERK] (P74) in de scènefunctie – Als de flits gesloten is
1 Als de schermhelderheid niet goed
weergegeven wordt op donkere plaatsen
2 Als de belichting niet goed is
ingesteld
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende softwarevoor PC’s enz.
• Het histogram verschijnt niet in de volgende gevallen: – Eenvoudige functie [ ] – Bewegende-beeldenfunctie [ ] – Meervoudig terugspelen – Terugspeelzoom – Kalenderterugspeelfunctie
A Onderbelicht B Juist belicht C Overbelicht
¢Histogram
F2.8 1/50
10:00 1.DEC.2007
1/7
ISO
AWB
100
45
VQT1B33
Page 46
Gevorderd (Opnamen maken)
De LCD-Monitor helderder maken
(LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie)
1 Druk één seconde op [LCD
MODE] A.
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
LCD
LCD MODE
UIT SPANNING LCD GR. KIJKHOEK
SELEC
INST.
of
MENU
[]: [SPANNING LCD]
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens het opnemen ook buiten.
[]: [GR. KIJKHOEK]
De LCD-monitor is beter zichtbaar als u opnamen maaktmet de camera hoog boven uw hoofd. Dit is handig als u niet dicht bij een object kunt komen omdat er mensen in de weg staan. (Als u er recht op kijkt, wordt het op deze manier wel moeilijker om iets te zien.)
[UIT] De LCD-monitor krijgt
weer zijn normale helderheid.
46
VQT1B33
3 Op [MENU/SET] drukken.
7
B C
• Het [SPANNING LCD] B of [GR. KIJKHOEK] C pictogram verschijnt.
Page 47
De Hoge-hoekfunctie of
LCD-versterking uitschakelen
• Als u [LCD MODE] indrukt en opnieuw 1 seconde ingedrukt houdt, verschijnt het scherm van stap
2. Kies [OFF] om de
LCD-versterkingsfunctie of Hoge-hoekfunctie uit te schakelen.
• De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de energiebesparingsfunctie hebt ingeschakeld.
• U regelt de helderheid van opnamen op de LCD-monitor terwijl de LCD-versterkingsfunctie of hoge-hoekfunctie actief zijn. Daarom kunnen de objecten op de LCD-monitor er anders uitzien. Dit heeft echter geen gevolg voor de opnamen.
• De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken.
• Als u niets op de LCD-monitor ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht af te schermen met uw hand of iets anders terwijl u het toestel gebruikt.
• De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in de volgende gevallen. – In Eenvoudige functie [ ] – In de afspeelfunctie [ ] – In de printfunctie [ ] – Terwijl het menuscherm afgebeeld is – Terwijl het terugspeelscherm afgebeeld
is
Gevorderd (Opnamen maken)
Beelden maken met de ingebouwde flits
OPEN
A De flits openen
Druk op de [ OPEN] knop.
B De flits sluiten
Druk op de flits totdat deze klikt.
• Sluit de flits altijd als u deze niet gebruikt.
• De flits is vast ingesteld op OFF [ ] als de flits gesloten is.
Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flits instellen voor opnamen.
1 1 [ ] bewegen. 2 3/4 bewegen om de functie te
kiezen.
FLITS
AUTO
AUTO/RODE-OG FLITS ALTIJD AAN LNGZ. SY./RODE-OG
SELEC INST.
• U kunt ook 1 [ ] bewegen om te selecteren.
• Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” (P49) raadplegen.
of
MENU
47
VQT1B33
Page 48
Gevorderd (Opnamen maken)
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
• De flitsinstelling is alleen vast ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie wanneer u [PARTY] (P71) of [KAARSLICHT] (P71) in de scènefunctie instelt.
¢1
¢1
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond.
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits geactiveerd is.
48
VQT1B33
Page 49
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Begininstelling)
1
2
¢2 De flits wordt vast ingesteld op AAN
[ ] als de achtergrondcompensatie geactiveerd wordt.
Gevorderd (Opnamen maken)
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
• De flitsinstelling wordt opgeslagen ook als u de camera uit zet. De flits krijgt wel weer de oorspronkelijke instelling als u de scènefunctie wijzigt.
Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken
[[[[
ISO-
gevoeligheid
(P85)
[AUTO]
Beschikbaar
flitsbereik
Breed
30 cm tot 6 m
Tele
1m tot 5,4m
[ISO100]
Breed
30 cm tot 3 m
Tele
1m tot 2,7m
[ISO200]
Breed
40 cm tot 4,2 m
Tele
1m tot 3,8m
[ISO400]
Breed
60 cm tot 6 m
Tele
1m tot 5,4m
[SO800]
Breed
80 cm tot 8,5 m
Tele
1m tot 7,7m
[ISO1250]
Breed
1m tot 8,5m
Tele
1m tot 7,7m
49
VQT1B33
Page 50
Gevorderd (Opnamen maken)
• Het beschikbare flitsbereik is correct bij benadering.
• Het beschikbare focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie. (P142)
• Als u de flits gebruikt en de ISO-gevoeligheid staat op [AUTO] of op slimme ISO-gevoeligheid [ ] (P58) wordt de ISO-gevoeligheid automatisch verhoogd tot een maximum van [ISO640].
• In de bewegende-beeldenfunctie [ ] en [LANDSCHAP] (P69), [NACHTL. SCHAP] (P71), [ZONSONDERG.] (P73), [H. GEVOELIGH.] (P73), [STERRENHEMEL] (P73), [VUURWERK] (P74) of [LUCHTFOT] (P75) in de scènefunctie, staat de flits vast op OFF [ ] ook als u de flits opent.
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
:AUTO : AUTO/Rode-
ogenreductie
:Vast
ingesteld op AAN
1/30 tot 1/2000
:Vast
ingesteld op AAN/Rode­ogenreductie
: Langzame
synchr/
1 tot 1/2000 1/8 tot 1/2000
¢
Reductie rode­ogeneffect
:Vast
ingesteld op UIT
1 tot 1/2000
In de AE-
( programmafunctie
¢ [PARTY] (P71) in de scènefunctie
• Lees P64 voor de AE-openingsvoorrang, AE-sluitervoorrang of handmatige-belichtingsfunctie.
• Er kunnen verschillen zijn in de bovenstaande sluitertijden in de scènefunctie. – [NACHTL. SCHAP] (P71):
8 seconden op 1/2000ste van een seconde
– [STERRENHEMEL] (P73):
15 seconden, 30 seconden, 60 seconden
– [VUURWERK] (P74):
1/4ste van een seconde, 2 seconden
)
50
VQT1B33
Page 51
De flitswerking instellen
Regel de flitswerking als het object heel klein is of als er een zeer lage of zeer hoge weerspiegeling is.
1 Druk verschillende keren op 3
[ ] totdat [FLITSER] verschijnt en dan op 2/1 om de flitswerking in te stellen.
FLITSER
SELEC EXIT
MENU
• Kies [0] om de oorspronkelijke flitswerking in te stellen.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Wanneer de flitswerking gecorrigeerd is, verschijnt de waarde van de compensatie links onderaan op het scherm.
• De flitswerkinginstellingen worden opgeslagen ook als u de camera uitzet.
• De waarde van de flitsoutput kan niet afgesteld worden in de volgende gevallen;
• In Eenvoudige functie [ ] – In de bewegende-beeldenfunctie
[]
– In [LANDSCHAP] (P69),
[NACHTL. SCHAP] (P71), [ZONSONDERG.] (P73), [H. GEVOELIGH.] (P73), [STERRENHEMEL] (P73), [VUURWERK] (P74) of [LUCHTFOT] (P75) in de scènefunctie
Gevorderd (Opnamen maken)
• Kijk nooit recht in de flits als deze werkt.
• Zet de flits niet te dicht bij objecten en sluit de flits niet als hij moet werken. De kleur van de objecten kan vervormd worden door de hitte of het flitslicht.
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de flits geactiveerd is, wordt het flitspictogram rood.
• Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn.
• De witbalans kan eventueel niet goed worden geregeld als de flits niet sterk genoeg is voor het voorwerp. (P83)
• Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
• Het kan even duren om de flits op te laden als u een tweede opname wil maken. Maak de opname pas als het flitslampje weer aan gaat.
• Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u een opname met flitslicht maakt, raden wij aan de lensbescherming weg te nemen. In sommige gevallen belet deze bescherming een juiste belichting.
• Sluit de flits niet meteen weer aan nadat deze gewerkt heeft omdat er opnamen gemaakt zijn met AUTO/ Rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt problemen.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
• Als u een conversielens (optioneel) of een close-uplens gebruikt, gaat de flitsinstelling vast op OFF [ ] staan.
• Bij het instellen van de burstfunctie of auto bracket, wordt slechts 1 beeld gemaakt bij iedere flits.
51
VQT1B33
Page 52
Gevorderd (Opnamen maken)
Opnamen maken met de zelfontspanner
4 Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken.
1 Op 2 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
ZELFONTSPANNER
UIT
2 SEC. 10 SEC. 10 S/3BEELDEN
SELEC INST.
of
MENU
• U kunt ook op 2 [ ] drukken om te selecteren.
• U kunt ook kiezen met de joystick.
• Als u [10 S/3BEELDEN] instelt, maakt de camera na 10 secondeen 3 beelden met telkens 2 seconden ertussen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken of in het midden van de joystick drukken om te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
7
MENU
ANNUL
A: De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
B: De ontspanknop helemaal indrukken om de opname te maken.
• Als [10 S/3BEELDEN] is ingesteld,
knippert het zelfontspannerlampje opnieuw na de eerste en de tweede opname. De sluiter werkt 2 seconden na deze waarschuwing.
• Het lampje van de
zelfontspanner C knippert en de sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
• Als u tijdens het instellen van de
zelfontspanner op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling van de zelfontspanner geannuleerd.
52
VQT1B33
Page 53
• Wanneer u een statief of dergelijkeenz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op 2 seconden handig om de bewegingbeweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop te vermijden.
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken (P91) zodat het toestel beter op het object scherp kan stellen.
• In de eenvoudige functie [ ] is de zelfontspanner vast ingesteld op 10 seconden.
• Als u de zelfontspanner instelt op [2 SEC.] of [10 SEC.] in de burstfunctie, begint het toestel opnamen te maken 2 of 10 seconden nadat de ontspanknop is ingedrukt. Het aantal tegelijkertijd gemaakte opnamen is vast ingesteld op 3.
• We raden het gebruik van een statief aan wanneer u opneemt met de zelfontspanner.
• Afhankelijk van de opnamecondities kan het opname-interval meer dan 2 seconden worden als u [10 S/3BEELDEN] kiest.
• De flits kan eventueel niet altijd gaan werken als u [10 S/3BEELDEN] instelt.
• U kunt [10 S/3BEELDEN] niet instellen als u de automatische bracket hebt ingesteld.
• De volgende functies kunt u niet gebruiken als [10 S/3BEELDEN] is ingesteld. – Burstfunctie – [AUDIO OPNAME]
Gevorderd (Opnamen maken)
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
53
VQT1B33
Page 54
Gevorderd (Opnamen maken)
Met de joystick werken
1 Kies [ ] met 2 op de joystick en
compenseer dan de belichting met 3/4.
7
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [ ] alleen om terug te keren naar de originele belichting (0 EV).
Met de cursorknoppen werken
1 Druk op 3 [ ] totdat
[BELICHTING] verschijnt en corrigeer de belichting met 2/1.
BELICHTING
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
• EV is een afkorting voor “Exposure Value” (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt.
• De belichtingscompensatiewaarde verschijnt links onderaan op het scherm.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
• De belichting kan niet gecompenseerd worden wanneer u [STERRENHEMEL] in de scènefunctie gebruikt.
54
VQT1B33
Page 55
Beelden maken Auto Bracket
In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen.
1 Druk enkele keren op 3 []
totdat [AUTO BRACKET] verschijnt, stel de belichtingscorrectie in met 2/1.
AUTO BRACKET
SELEC EXIT
• U kunt [OFF] (0), [d1/3 EV], [d2/3 EV] of [d1 EV] kiezen.
• Wanneer u de auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0).
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
• Als u auto bracket instelt, verschijnt de auto bracket-aanduiding [ ] links onderaan op het scherm.
• Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt. Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
belichtingscompensatie links onderaan op het scherm.
• De instelling op auto bracket wordt geannuleerd als u de camera uit zet of de energiebesparingsfunctie hebt ingeschakeld.
• Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijkertijd worden ingesteld, zal de auto bracket voorrang hebben.
• Wanneer de auto bracket ingesteld is, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd, ongeacht de instelling van deze functie (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtsfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• Wanneer auto bracket geactiveerd is, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de helderheid van het object.
• Als u de beeldkwaliteit op [RAW] instelt, kunt u geen opnamen maken met auto bracket.
• In de AE-sluitervoorrangfunctie en met manuele belichting wordt de auto bracket uitgeschakeld als u de sluitertijd instelt op meer dan 1 seconde.
• Wanneer de flits geactiveerd is of aan aantal opneembare beelden 2 of minder is, kunt u slechts 1 beeld maken.
• De automatische bracket kan niet worden ingesteld in [STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
55
VQT1B33
Page 56
Gevorderd (Opnamen maken)
Optische beeldstabilisator
Deze functie spoort bewegingen van de camera beweging op en compenseert deze.
1 De knop van de optische
beeldstabilisator in blijven drukken totdat [STABILISATIE] verschijnt.
2 Op 3/4 drukken om de
stabilisatorfunctie te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
STABILISATIE
OFF MODE1 MODE2
DEMO.
MENU
SET
MENU
INST.
SELEC
• U kunt ook kiezen met de joystick.
[MODE1] ()
[MODE2] ()
De stabilisator werkt continu en helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de camerabeweging wordt gecompenseerd wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. Er is een groter stabilisatoreffect.
[OFF]
()
Wanneer de stabilisator niet gewenst is.
56
VQT1B33
De demo over de waarschuwing voor
jitter/camerabeweging
Druk op 1 op de pagina die u ziet in stap 2 om de demo af te spelen over de manier waarop de waarschuwing voor jitter/camerabeweging werkt. (U kunt tijdens het afspelen van de demo geen opnamen maken.) Druk op 1 om de demo te sluiten.
JITTER, DEMO BEW. ONDW.
AFSPELEN KAN NIET IN OPNAMEFUNCTIE
EXIT
A: Demo voor jitter B: Demo voor beweging
• De camera spoort automatisch jitter en beweging van het voorwerp op en signaleert dit.
• Wij raden een helder object met een groot contrast aan om de opname met een bewegend object te demonstreren.
• De demo over jitter/camerabeweging is slechts een voorbeeld.
• De camera gebruikt de beweging van het onderwerp ook om de automatische ISO-gevoeligheid in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P58) en [SPORT] (P69), [BABY1]/[BABY2] (P72) en [HUISDIER] (P73) in te stellen in de eenvoudige scènefunctie.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen: – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is. – In het digitale zoombereik. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
• In de eenvoudige functie [ ] staat de instelling vast op [MODE1] en in [STERRENHEMEL] (P73) is deze vast op [OFF]. Het menu voor de stabilisatorfunctie verschijnt niet.
• In de functie voor bewegende beelden [ ] of [PANNING] in de scènefunctie kan [MODE2] niet ingesteld worden.
Page 57
Opnamen maken met de burstfunctie
1 Op de burstfunctieknop drukken
en deze ingedrukt houden.
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
BURST SHOOTING
UIT
HOGE SNELHEID LAGE SNELHEID ONBEGRENSD
SELEC INST.
• U kunt dit ook instellen met de burstfunctieknop of ontspanknop.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
4 Een opname maken.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren.
of
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
¢
3
¢
2
Ongeveer 2
Aantal opnamen
(opnamen)
max. 5 max. 7
Hangt af van de resterende ruimte in het ingebouwde geheugen/de kaart.
¢ De burstsnelheid is constant ongeacht
de transfersnelheid van de kaart.
• Het aantal opnamen dat aangeduid wordt, verwijst naar een sluitertijd die sneller dan 1/60 is en een niet geactiveerde flits.
• De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de opname-omgeving zoals op donkere plaatsen of als u een hoge ISO-gevoeligheid hebt ingesteld.
• Als u opnamen maakt met de burstfunctie op het ingebouwde geheugen, duurt het even voordat de beeldgegevens zijn overgeschreven.
• In de eenvoudige functie [ ] worden de instellingen als volgt: [ ] verschijnt links op het scherm. (P127) – [ ENLARGE]:
/Max. 5 opnamen
–[ 4qk6q/10k15cm]/[ E-MAIL]:
/Max. 7 opnamen
• Wanneer de flits geactiveerd is, kunt u slechts 1 beeld maken.
• Burstfunctie ingesteld op onbegrensd
De burstsnelheid wordt half zo snel.
De exacte timing hangt af van het kaarttype, de beeldgrootte en -kwaliteit.
– U kunt opnamen maken totdat het
ingebouwde vermogen of de kaart vol is
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de eerste opname.
57
VQT1B33
Page 58
Gevorderd (Opnamen maken)
• De belichting en de witbalans variëren afhankelijk van de burstinstellingen. Wanneer de burstfunctie ingesteld is op [ ], worden ze vast ingesteld op de waarde voor het eerste beeld. Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op [ ] of [ ], worden ze aangepast telkens als u een opnameopname maakt.
• De belichting en de witbalans worden aangepast voor elke opname.
• Als u een bewegend onderwerp volgt in een landschap, binnenshuis, buitenshuis enzovoort, waar een groot verschil is tussen licht en schaduw, kan het even duren voordat de belichting vastligt. Als u intussen de burstfucntie gebruikt, kan de belichting niet erg optimaal zijn.
• Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de auto bracket voorrang krijgen.
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling van het automatische overzicht. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• Wanneer de burstfunctie geactiveerd wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• U kunt in de burstfunctie geen opnamen maken als de kwaliteit op [RAW] of [STERRENHEMEL] ingesteld is en scènefunctie geselecteerd is.
De gevoeligheid aanpassen aan de beweging van het opgenomen onderwerp
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op in de buurt van het midden van het scherm en zet vervolgens de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in afhankelijk van de beweging en de helderheid van het onderwerp.
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om [ISO-LIMIET] te
kiezen en vervolgens op 1.
1
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN
ISO
ISO-LIMIET
MAX
ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Onderdeel
De ISO-gevoeligheid neemt
400
automatisch toe tot op de
800
ingestelde waarde afhankelijk
1250
• Hoe hoger de ingestelde
van de bewegingen en de helderheid van een voorwerp.
ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u zult hebben. De beeldruis neemt echter wel toe.
/
4
AWB
400
AUTO
800
1250
MENU
INST.
Instellingen
58
VQT1B33
Page 59
• Golfstoring wordt vermeden wanneer u
F2.8
F2.8
F2.8
beelden binnen maakt van een bewegend onderwerp door de ISO-gevoeligheid te vergroten en de sluitertijd sneller te maken.
F2.8
1/125 ISO800
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen beelden gemaakt worden van een onderwerp zonder beweging door de ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30 ISO200
• Als u de ontspanknop half indrukt, verschijnt [ ] A. Als u de ontspanknop helemaal indrukt, verschijnen de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid even.
Gevorderd (Opnamen maken)
• Als de flits werkt, neemt de ISO-gevoeligheid toe tot een maximum van [ISO400].
• Afhankelijk van de helderheid en de snelheid van het onderwerp kunt u storing door beweging niet vermijden.
• Het toestel kan niet in staat zijn de beweging op te sporen van het onderwerp in de volgende gevallen. – Wanneer het onderwerp klein is – Wanneer het bewegend onderwerp zich
aan de rand van het scherm bevindt
– Wanneer het onderwerp begint met
bewegen op het moment dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
• Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan de hoogste ISO-gevoeligheid te verminderen of [RUISREDUCTIE] in te stellen in [FOTO INST.] op [HIGH] of alle onderdelen in te stellen behalve [RUISREDUCTIE] op [LOW] om opnamen te maken. (P92)
• U kunt de digitale zoom niet gebruiken.
F2.8
A
59
VQT1B33
Page 60
Gevorderd (Opnamen maken)
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 5 cm van de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1 Als u de hendel op Tele zet, neemt de afstand tussen u en het object waarvan u een close-up wenst te maken toe met stappen van maximum 2 m. (11k)
1 Druk de focusschakelaar in en
houd deze ingedrukt totdat het scherm voor de focusschakeling verschijnt.
k
).
Focusbereik
5 cm
2 m
1 m
• De zoomuitvergrotingswaarden wijzigen als u de extra optische zoom gebruikt.
Tele-macro
7
2 Druk op 3/4 om [MACRO-AF] te
kiezen.
FOCUS
AF
MACRO-AF
MF
SELEC INST.
of
MENU
• U kunt ook de focusschakelaar gebruiken om dit in te stellen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken of het midden van de joystick om te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
60
VQT1B33
Als u de hendel bijna op Tele zet, kunt u opnamen maken van een object op een afstand tot 1 m van de lens. (Het tele-macropictogram [ ] verschijnt.) Dit is nuttig om close-up’s te maken van bloemen die vlak bij de grond groeien terwijl u recht blijft staan of als u close-up’s maakt van insecten terwijl u er niet dicht bij kunt komen.
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan (P52) in de macrofunctie.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik (velddiepte) aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
Page 61
• In de tele-macrofunctie is de diepte nauwer en kan de camera gemakkelijker bewegen dan anders. Wij raden dus aan om als u geen statief kunt gebruiken, opnamen temaken met een helderheid die overeenstemt met een openingswaarde van F4.0 of een hoger cijfer en een sluitertijd van 1/125 tiende van een seconde of sneller om diepte in het beeld te behouden en de stabilisatorfunctie te gebruiken.
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt.
• De AF-macrofunctie geeft voorrang aan elk object dat zich dicht bij de camera bevindt. Als dus de afstand tussen de camera en het object meer dan 1 m bedraagt, duurt het langer om scherp te stellen met de AE-programmafunctie [ ].
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer 30 cm tot 6 m (Breed). (Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO].) Wij raden aan de flits op Gedwongen OFF te zetten [ ] als u van heel dicht bij opnamen maakt.
• Als u scherpstelt op een object op 2 m of minder afstand met de tele-macrofunctie, met de optische-zoomuitvergroting ingesteld op 12k en u verzet de zoomhendel om de optische-zoomuitvergroting op 11k of minder te zetten, is het object niet meer scherpgesteld.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
Gevorderd (Opnamen maken)
61
VQT1B33
Page 62
Gevorderd (Opnamen maken)
F2.8
F3.2
1/30
1/30
F3.2
1/40
AE-openingsvoorrang
AE-sluitervoorrang
Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als u een scherpe achtergrond wenst. Stel de openingswaarde minder groot in als u de achtergrond niet echt scherp wenst.
1 Zet de joystick naar voor 3/4 om
de openingswaarde in te stellen.
7
F2.8
2 Een opname maken.
F3.2
1/30
• Lees P64 voor de beschikbare openingswaarden en de sluitertijd.
• Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als het object te helder is. Stel deze in op een lagere waarde als het subject te dof is.
• De helderheid op het scherm en die van deopnamen kunnen verschillen. Controleer de opnamen met de terugspeelfunctie of de automatische terugspeelfunctie.
• De openingswaarde en de sluitertijd die op het scherm staan, worden rood als de belichting niet goed is.
Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
1 Zet de joystick naar voor 3/4 om
de sluitertijd in te stellen.
7
1/30
2 Een opname maken.
F3.2
1/40
• Lees P64 voor de beschikbare openingswaarden en de sluitersnelheden.
• De helderheid op het scherm en die van de opnamen kan verschillen. Controleer de opnamen met de terugspeelfunctie of met de automatische terugspeelfunctie.
• U kunt de volgende functies niet instellen in de AE-sluitervoorrangfunctie. – Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect [ ] (P47)
• De openingswaarde en de sluitertijd die op het scherm staan, worden rood als de belichting niet goed is.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
62
VQT1B33
Page 63
Handmatige belichting
1/30
F2.8
1/125
F4.0
1/125
F5.6
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
1 Zet de joystick naar voor 3/4/2/
1 om de openingswaarde en de
sluitertijd in te stellen.
7
1/30
F2.8
De openingswaarde en de sluitertijd instellen.
Overschakelen van openingswaarde naar sluitertijd.
Gevorderd (Opnamen maken)
3 Maak de opname.
1/125
F5.6
Hulp bij handmatige belichting
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een grotere opening in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere opening in.
• De hulp bij de handmatige belichting is slechts bij benadering correct. Wij raden aan de gemaakte opnamen te controleren met de terugspeelfunctie.
2 Druk de ontspanknop half in.
1/125
F4.0
• De hulpfunctie voor de handmatige belichting A verschijnt ongeveer 10 seconden lang om de belichting te signaleren.
• Stel de openingswaarde en de sluitersnelheid weer in als de belichting niet goed is.
• Lees P64 voor de beschikbare openingswaarden en sluitersnelheden.
• De helderheid op het scherm en die van de opnamen kan verschillen. Controleer de opnamen met de terugspeelfunctie of met de automatische terugspeelfunctie.
• Als de belichting niet goed is, worden de openingswaarde en sluitertijd op het scherm rood als u de ontspanknop half indrukt.
• U kunt de volgende functies niet instellen als u de handmatige belichting hebt ingesteld. – Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect [ ] (P47)
– [AUTO] in de ISO-gevoeligheid (P85)
(De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op [ISO100] als u van [AUTO] overschakelt op handmatige belichting.)
– Belichtingscompensatie (P53)
63
VQT1B33
Page 64
Gevorderd (Opnamen maken)
Openingswaarde en sluitertijd
AE-openingsvoorrang
Beschikbare
openingswaarde
(Per 1/3 EV)
F8.0 8 tot 1/2000 F7.1 F6.3 F5.6 8 tot 1/1600 F5.0 F4.5 F4.0 8 tot 1/1300 F3.6 F3.2 F2.8 8 tot 1/1000
AE-sluitervoorrang
Beschikbare
sluitertijd (Sec.)
(Per 1/3 EV)
86 54
3.2 2.5
21.6
1.3 1
1/1.3 1/1.6
1/2 1/2.5
1/3.2 1/4
1/5 1/6
1/8 1/10 1/13 1/15 1/20 1/25 1/30 1/40 1/50 1/60 1/80 1/100
1/125 1/160 1/200 1/250 1/320 1/400 1/500 1/640 1/800 1/1000
1/1300 F4.0 tot F8.0 1/1600 F5.6 tot F8.0 1/2000 F8.0
64
VQT1B33
Sluitertijd (Sec.)
Lensopening
F2.8 tot F8.0
Handmatige belichting
Beschikbare
openingswaarde
(Per 1/3 EV)
F2.8 tot F3.6 60 tot 1/1000 F4.0 tot F5.0 60 tot 1/1300 F5.6 tot F7.1 60 tot 1/1600
F8.0 60 tot 1/2000
• De openingswaarden in de tabel boven zijn de waarden die gelden als de zoomhendel op Breed staat.
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kunt u sommige openingswaarden niet kiezen.
Sluitertijd (Sec.)
(Per 1/3 EV)
Page 65
Opnamen maken met
6.6
3.3
ft
B C
MF
handmatig scherpstellen
Gevorderd (Opnamen maken)
4 Zet de joystick naar voor 3/4 om
op het object scherp te stellen.
ft
6.6
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1 Druk op de focusschakelaar en
houd deze ingedrukt totdat het scherm met de focusschakeling verschijnt.
2 Druk op 3/4 om [MF] te kiezen.
FOCUS
AF MACRO-AF
MF
SELEC INST.
of
MENU
• U kunt ook de focusschakelaar gebruiken om dit in te stellen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken of het midden van de joystick om te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
3.3
MF
B: MF-hulp C: Focusbereik
• De MF-hulp verdwijnt ongeveer 2 seconden nadat u de joystick hebt losgelaten.
• Het focusbereik verdwijnt ongeveer 5 seconden nadat u de joystick niet meer hebt gebruikt.
5 Maak de opname.
65
VQT1B33
Page 66
Gevorderd (Opnamen maken)
MF-ASSIST
Als u de joystick naar voor zet 3/4 als [MF ASSIST] op [MF1] of [MF2], staat wordt de MF-hulp (assist) geactiveerd en wordt het schermbeeld breder om beter scherp te kunnen stellen op het object.
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
AWB
AUTO
/
4
MENU
SET
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Op 4 drukken om de [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
n
OFF
/
5
0
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM
SELEC
3 Op 3/4 drukken om [MF ASSIST]
te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
2
EXIT
/
OFF
1SEC.
5MIN.
OFF
MF1
5
MENU
SET-UP
WEERG OP LCD AUTO REVIEW BATT. BESP. ZOOMOVERZ.
MF ASSIST
SELEC
4 Op 3/4 drukken om [MF1] of
[MF2] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
INST.
/
5
OFF
1SEC.
5MIN.
OFF
OFF
MF1 MF2
MENU
MF1
MENU
SET
SET-UP
WEERG OP LCD AUTO REVIEW BATT. BESP. ZOOMOVERZ.
MF ASSIST
SELEC
• [MF1]: Het midden van het schermbeeld wordt uitvergroot. U kunt scherpstellen terwijl u rekening houdt met de compositie van het hele beeld op het scherm.
• [MF2]: Het hele schermbeeld wordt groter. Dit is handig om scherp te stellen met de Breed-functie.
• [OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt het menu ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
• U kunt ook de joystick gebruiken voor de stappen
Technieken voor handmatig
scherpstellen
2 tot 5.
66
VQT1B33
1 Zet de joystick naar voor 3/4. 2 Verplaats hem nog een beetje. 3 Verplaats de joystick nu in de andere
richting om scherp te stellen op het object.
Page 67
Prefocus
Met deze techniek stelt u op voorhand scherp op het punt waarop u de opnamen gaat maken als het bijvoorbeeld moeilijk is scherp te stellen met de automatische scherpstelling wegens bijvoorbeeld een snelle beweging. [bijv. [PANNING] (P70) in de scènefunctie]
Deze functie is geschikt als de afstand tussen de camera en het object vastligt.
De zoomzone veranderen
De vergrootte zone kan veranderd worden terwijl het scherm vergroot wordt met behulp van de MF-hulp. Dit is handig wanneer u de focuspositie wilt veranderen om beelden te maken.
Gevorderd (Opnamen maken)
• U kunt ook handmatig scherpstellen in de functie voor bewegende beelden [ ]. De scherpstelling wordt wel vastgelegd tijdens het opnemen van bewegende beelden.
• Als u scherpstelt in de Breed-functie en dan de zoomhendel op Tele draait, kan de scherpstelling niet goed zijn. In dit geval dient u opnieuw scherp te stellen.
• U kunt de continue AF niet instellen (P90) als u handmatig scherpstellen hebt ingesteld.
• Het MF-hulpscherm verschijnt niet als u de digitale zoom gebruikt.
• De afstand tussen het object op het scherm in de handmatige bediening valt bij benadering samen met de scherpstellingpositie. Vergeet niet dat de afstand bij benadering de werkelijke is als u een opname maakt.
• Gebruik het hulpscherm (Assist) voor een definitieve controle van de scherpstelling.
• Annuleer de energiebesparingsfunctie en stel dan opnieuw scherp.
1 Open de MF-hulpfunctie met 3/4 op de
joystick.
2 Wijzig de uitvergrote zone met de
cursorknoppen 3/4/2/1.
• De expansie wordt geannuleerd na ongever 2 seconden.
• Het volgende zal de AF-zone doen terugkeren naar de originele positie. – De focus overschakelen op [AF] of
[MACRO-AF]. – De beeldgrootte of aspect veranderen. – Het toestel uitzetten.
67
VQT1B33
Page 68
Gevorderd (Opnamen maken)
Opnamefuncties kiezen die passen bij de scène die u opneemt (Scènefuncties)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname.
• Lees P69 tot 75 en “Over de informatie ” voor details over elke scènefunctie.
1 Druk op 1 voor het
[SCÈNE MODE] menu.
2 Op 3/4/2/1 drukken om het
gewenste scènemenu te kiezen.
SCÈNE MODE
SCN
SELEC
SCÈNE MODE
SCN
STERRENHEMEL
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm.
• U kunt ook tussen de schermen kiezen in elk willekeurig onderdeel door aan het zoomhendeltje te draaien.
68
VQT1B33
21
BABY1
INST.
INST.
1/2
of
MENU
2/2
MENU
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
• U kunt ook in het midden van de joystick drukken.
• De menupagina schakelt over naar de opnamepagina in de gekozen scènefunctie.
• Druk op [MENU/SET] en voer dan de stappen scènefunctie te kiezen.
Over de informatie
• Als u op [DISPLAY] drukt terwijl u een scènefunctie kiest in stap uitleg over elke afgebeelde scènefunctie. (Als u opnieuw op [DISPLAY] drukt, keert het [SCÈNE MODE] menu terug op het scherm.)
• De flitsinstelling blijft opgeslagen ook als u het toestel uit zet. DE flitsinstelling voor de scènefunctie wordt weer de begininstelling als u een andere scènefunctie kiest. (P49)
• Als u een opname maakt met een scènefunctie die niet geschikt is voor de werkelijke condities, kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
• Als u op 2 drukt terwijl u [PORTRET] of [STERRENHEMEL] in stap verschijnt het [SCÈNE MODE] menu [ ]. Als u dan het [OPNAME] menu [ ] of het [SET-UP] menu [ ] kiest, kunt u de gewenste onderdelen instellen. (P23)
• De volgende functies kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – [GEVOELIGHEID] – [MEETFUNCTIE] – [KLEUR EFFECT] – [FOTO INST.]
1, 2 en 3 uit om een andere
2 verschijnt er
INFORMATIE
BABY1 Voor foto's van baby's. De leefijd kan weergegeven worden als de geboortedatum ingesteld wordt.
ANNUL INST.
.
MENU
2 kiest,
Page 69
Gevorderd (Opnamen maken)
[PORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u een zachtere huidtint krijgen dan in [PORTRET].
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
[GAVE HUID]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u een zachtere huidtint krijgen dan in [PORTRET].
Technieken voor de
zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
• Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte ook verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder.
[LANDSCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u opnamen maken van een landschap.
• Stel [AF] in met de focusschakelaar.
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[SPORT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere
snelbewegende evenementen.
• Stel de focusschakelaar in op [AF].
• Deze functie is geschikt oor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer.
• Als u opnamen maakt van een snel bewegend onderwerp binnenshuis wordt de ISO-gevoeligheid dezelfde als die van de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] wordt ingesteld op de hoogste ISO-gevoeligheid van [ISO800]. (P58)
• U kunt de digitale zoom niet gebruiken.
69
VQT1B33
Page 70
Gevorderd (Opnamen maken)
[PANNING]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Als u de camera beweegt om een voorwerp te volgen in één richting, zoals bijvoorbeeld een renner of een auto, wordt de achtergrond onscherp en blijft de camera scherpgesteld op het object. Dit effect heet “panning”. Met deze functie kunt u dit effect gemakkelijker bereiken.
Panningtechnieken
Om goede opnamen met panning te maken, dient u de camera in een horizontaal vlak te bewegen als u een opname maakt.
1 Beweeg de camera zachtjes als u het
object volgt in de Viewfinder.
2 Druk op de opspanknop terwijl u de
camera beweegt.
3 Beweeg de camera continu.
• Wij raden het volgende aan: – Als u de Viewfinder gebruikt. (P42) – Als u een snel bewegend object kiest. – Als u prefocust. (P67) – Gebruik deze functie met de
burstfunctie. (P57) (U kunt gewoon de beste opnamen kiezen uit alle opnamen die u hebt gemaakt.)
• De sluitertijd wordt in de panningfunctie langzamer om het panningeffect te bereiken. Een gevolg daarvan is dat de opname soms te veel bewogen is.
• De panningfunctie werkt niet goed in de volgende situaties. – Op erg heldere zomerdagen. Wij raden
aan in dit geval een ND-filter (DMW-LND52; optioneel) te gebruiken. (P125)
– Als de sluitertijd op sneller dan
1/100t staat.
70
VQT1B33
– Als u de camera te traag beweegt omdat
het object niet snel beweegt. (De achtergrond wordt in dit geval niet onscherp genoeg).
• U kunt de stabilisatorfunctie niet instellen op [MODE2]. Als u deze instelt op [MODE1] kunt u alleen verticale golfbanden compenseren in de panningfunctie.
• De instellingen voor de AF-lamp en continu-AF zijn uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[NACHTPORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon en de achtergrond met een zo goed als levensechte helderheid.
Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan om opnamen te maken.
• Het object gedurende ongeveer 1 seconde stil laten staan nadat u de opname gemaakt hebt.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u een opnameopname maakt.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees P49 voor het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken.)
• Sluit de flits als u deze niet gebruikt.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] gekozen en wordt de flits telkens geactiveerd.
• De instelling voor continu-AF is uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
Page 71
Gevorderd (Opnamen maken)
[NACHTL. SCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u levendige opnamen maken van nachtscènes.
Technieken voor nachtlandschappen
• Stel [AF] in met de focusschakelaar.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt (tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te gebruiken. We raden verder het gebruik van de zelfontspanner aan (P52) om deze opnamen te maken.
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp en de continue- AF-functie zijn uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[VOEDSEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
• Het focusbereik is 5 cm (Breed)/2 m (Tele) tot ¶.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[PARTY]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Kies dit als u opnamen wil maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis
enzovoort. U kunt hiermee opnamen maken van personen en achtergronden met een zo goed als levensechte helderheid.
Technieken voor opnamen van
feesten
• Open de flits. (P47)
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan voor deze opnamen.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u opnamen maakt.
• De flitsinstelling kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Gedwongen AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
• U kunt de witbalans niet instellen.
[KAARSLICHT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht.
Technieken voor de opnamen bij
kaarslicht
• Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u mooie opnamen maken zonder de flits.
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan voor deze opnamen.
71
VQT1B33
Page 72
Gevorderd (Opnamen maken)
• Het focusbereik is 5 cm (Breed)/2 m (Tele) tot ¶.
• De flits kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
• U kunt de witbalans niet instellen.
1
[BABY1]/
2
[BABY2]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en een scènefunctie te selecteren. (P68) Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met mooi kleurtje. Als u de flits gebruikt, zal het licht ervan zwakker zijn dan normaal. U kunt twee verschillende geboortedatums instellen met [BABY1] en [BABY2]. U kunt de ingestelde datum weergeven als u opnamen afspeelt en de leeftijd laten afdrukken op de beelden met [DATUM AFDR.] (P107).
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor aansluiting op de PC raadplegen.)
Het afbeelden van de leeftijd instellen
• Om de leeftijd weer te geven, stelt u eerst de geboortedatum in. Controleer dan of u [MET LEEFTIJD] hebt ingesteld voordat u opnamen maakt.
1
BABY1
MET LEEFTIJD
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
ANNUL
SELEC INST.
MENU
Geboortedatum instellen 1 Op 3/4 drukken om
[INST. GEB DATUM] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Als een melding verschijnt, drukt u op 2/
1 om de menuonderdelen te kiezen
(jaar, maand, dag). Druk dan op 3/4 om deze gegevens te bevestigen.
3 Op [MENU/SET] drukken om het
instellen te eindigen.
• Het focusbereik is 5 cm (Breed)/2 m (Tele) tot ¶.
• De ISO-gevoeligheid wordt dezelfde als wanneer de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] is ingesteld op de hoogste ISO-gevoeligheid van [ISO400]. (P58)
• Als u het toestel aanzet in [BABY1]/ [BABY2], verschijnen de leeftijd en huidige tijd ongeveer 5 seconden onderaan op het scherm.
• De stijl van de geboortedatum op het scherm verschilt naar gelang vande taalinstelling in de opnamefunctie.
• De stijl van de weergave tijdens het afdrukken kan verschillen van de weergavestijl op het scherm.
• Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt, controleert u de klok en de geboortedatuminstellingen.
• Als het toestel ingesteld is op [ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd niet opgenomen zelfs als de tijd en geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent dat de leeftijd niet ingesteld kan worden zelfs als het toestel ingesteld is op [MET LEEFTIJD] na het maken van opnamen.
• U kunt de geboortedatum wijzigen met [RESETTEN]. (P27)
• U kunt de digitale zoom niet gebruiken.
72
VQT1B33
Page 73
Gevorderd (Opnamen maken)
[HUISDIER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Kies dit als u opnamen wenst te maken van een huisdier (kat of hond). Hiermee kunt u de geboortedatum van uw huisdier instellen. U kunt deze datum weergeven terwijl u opnamen afspeelt of op de opnamen laten afdrukken met [DATUM AFDR.] (P107).
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor de aansluiting op de PC raadplegen.)
Lees [BABY1]/[BABY2] (P72) voor informatie over het instellen van de leeftijdweergave en van de geboortedatum.
• De begininstelling van de AF-lamp is [OFF]. (P91)
• Lees [BABY1]/[BABY2] voor meer informatie over deze functie.
[ZONSONDERG.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee maakt u levendige opnamen van een sterrenhemel of een donker onderwerp.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De instelling op de AF-lamp is buiten werking gesteld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[H. GEVOELIGH.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Dit initieert hoge-gevoeligheidprocessering en stelt onderwerpen in staat om op de foto te komen op de ISO3200 gevoeligheid.
• De resolutie neemt enigszins af met de hoge gevoeligheidsfunctie. Dit is geen storing.
• Het focusbereik is 5 cm (Breed)/2 m (Tele) tot ¶.
• U kunt beelden maken die geschikt zijn voor 4qk6q/10k15 cm afdrukken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De kwaliteit kan net ingesteld worden op [RAW].
• De extra optische zoom en de digitale zoom kunnen niet gebruikt worden.
[STERRENHEMEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee maakt u levendige opnamen van een sterrenhemel of een donker onderwerp.
De sluitertijd instellen
• Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.].
1 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
STERRENHEMEL
15 SEC.
30 SEC. 60 SEC.
ANNUL
• Als u het aantal seconden wenst te wijzigen, drukt u op [MENU/SET] en weer dan op 1 om select [STERRENHEMEL] te kiezen.
SELEC INST.
MENU
73
VQT1B33
Page 74
Gevorderd (Opnamen maken)
2 Opnamen maken.
15
MENU
ANNUL
• Druk de ontspanknop helemaal in om de aftelpagina te openen. Het toestel niet bewegen als dit scherm afgebeeld wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [AUB WACHTEN ...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt om de signalen te verwerken.
• Druk op [MENU/SET] om te stoppen met de opname terwijl de aftelling op het scherm staat.
Technieken voor opnamen van
sterrenhemels
• De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner. (P52)
• Wij raden aan op voorhand scherp te stellen (P67) op een ander object zoals een heldere ster of een licht in de verte waarop u gemakkelijk kunt scherpstellen.
• De LCD-monitor wordt automatisch donker.
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P45)
• De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De optische beeldstabilisator is vast ingesteld op [OFF].
• De volgende functies werken niet. – [BELICHTING] – [AUTO BRACKET] – Burstfunctie – [AUDIO OPNAME] –[CONTINUAF] – [WITBALANS]
[VUURWERK]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
Technieken voor opnamen van
vuurwerk
Wij raden de volgende stappen aan om te prefocussen op het punt waarop u de opnamen gaat maken zodat u klaar bent om opnamen te maken als het vuurwerk afgeschoten wordt. 1 Richt de camera op een object zoals een
licht dat zich op ongeveer dezelfde afstand bevindt van de camera als het punt waarop het vuurwerk zal worden afgeschoten.
2 Druk de ontspanknop half in totdat de
focusaanduiding (P30) brandt.
3 Zet de focusschakelaar op [MF]. (P65)
Richt de camera in de richting van het
4
vuurwerk en wacht.
5 Druk de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken zodra het vuurwerk in de hemel is.
• Als u de zoom gebruikt kunt u een verkeerde focusstand hebben. Herhaal de stappen 2 tot 5.
• We raden het gebruik van een statief aan.
• Het focusbereik is 5 m tot in de AF-functie. (Wij raden de stappen 1 tot 5 aan om te prefocussen.)
• De sluitertijd wordt de volgende: – Als u [OFF] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: Vast op 2 seconden
74
VQT1B33
Page 75
– Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: 1/4t of 2 seconden (De sluitertijd wordt 2 seconden, alleen als de camera bepaalt dat er een beetje golfbeweging is zoals waneer u een statief gebruikt enz.)
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P45)
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp en de continue-AF-functie zijn uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[STRAND]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u nog betere opnamen maken van een helderblauwe hemel, de zee enzovoort. Met deze functie voorkomt u onderbelichte mensen in sterk zonnelicht.
• Raak de camera niet aan met natte handen.
• Zand of zeewater kunnen de camera beschadigen. Laat geen zand of zeewater in de lens of op de aansluitingen komen.
• U kunt de witbalans niet instellen.
Gevorderd (Opnamen maken)
[LUCHTFOT]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit.
Techniek voor Luchtfoto’s
• Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
• Zet de camera uit terwijl het vliegtuig opstijgt of landt.
• Als u de camera wenst te gebruiken, dient u alle instructies van het vliegtuigpersoneel te volgen.
• Wees voorzichtig met weerkaatsing op het raampje.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt de witbalans niet instellen.
[SNEEUW]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P68) Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skipiste of een met sneeuw bedekte berg.
• U kunt de witbalans niet instellen.
75
VQT1B33
Page 76
Gevorderd (Opnamen maken)
10
10
Bewegende beelden
1 Druk de opspanknop half in om
scherp te stellen en druk hem dan helemaal in om opnamen te maken.
R 50
s
De aspectratio en de beeldkwaliteit
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[ASPECTRATIO] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN ASPECTRATIO FOTOMODE MEETFUNCTIE
SELEC INST.
/
3
AWB
10
MENU
3
s
A: Geluidsopname
• De beschikbare opnametijd B verschijnt op het display rechts boven en de voorbije opnametijd C staat onderaan rechts.
• Is de scherpte ingesteld dan gaat de betreffende aanduiding branden.
• De scherpstelling, zoom en openingswaarde zijn vast ingesteld op de instelling die geldt tijdens het starten van de opname (de eerste frame).
• Geluid wordt met dit toestel gelijktijdig opgenomen via de ingebouwde microfoon. (Bewegende beelden kunnen niet zonder geluid opgenomen worden).
• Als u de stabilisatorfunctie gebruikt, staat deze vast ingesteld op [MODE1].
2 De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te stoppen.
• Als het ingebouwde geheugen of de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het toestel automatisch met opnemen.
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op 3/4 drukken om
[FOTOMODE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN ASPECTRATIO FOTOMODE MEETFUNCTIE
SELEC INST.
/
3
AWB
10
MENU
76
VQT1B33
Page 77
Gevorderd (Opnamen maken)
5 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap
[30fpsQVGA] [10fpsQVGA]
2
Onderdeel Beeldresolutie fps [30fpsVGA] [10fpsVGA] 10
640k480 pixels
320k240 pixels
30
30 10
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap
2
Onderdeel Beeldresolutie fps
[30fps16:9] [10fps16:9] 10
848k480 pixels
30
• fps “frames per seconde”; Dit verwijst naar het aantal frames gebruikt in 1 seconde.
• U kunt zachtere beeldopnamen maken met “30 fps”.
• U kunt langere beeldopnamen maken met “10 fps” maar de kwaliteit is wel minder.
• Met [10fpsQVGA] blijft het bestand klein. Daarom is deze grootte geschikt voor verzending per e-mail.
¢ U kunt bewegende beelden alleen
opnemen met het ingebouwde geheugen als de [ASPECTRATIO] [ ] is en de beeldgrootte [30fpsQVGA] of [10fpsQVGA] (320k240 pixels).
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• P141 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd.
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen.
• Dit apparaat kan geen bewegende beelden opslaan op MultiMediaCards.
• Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het gebruik aan van een high-speedf-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer (op de verpakking).
• Afhankelijk van het type geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen.
• We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Afhankelijk van het type geheugenkaart kan de kaarttoegangsaanduiding even verschijnen na het opnemen van bewegende beelden. Dit is geen storing.
• Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden tot 2 GB. De maximum beschikbare opnametijd voor een ruimte tot 2 GB wordt op het display weergegeven.
• Als bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van beelden en geluiden achteruit gaat of dat beelden niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet correct op het scherm wordt weergegeven.
• In de bewegende-beeldenfunctie [ ], kunt u de richtingfunctie en de overzichtsfunctie niet gebruiken.
• U kunt in [MODE2] de optische stabilisator niet instellen.
• De bijbehorende software bevat QuickTime om bestanden met bewegende beelden die opgenomen zijn met dit toestel terug te spelen op een PC.
77
VQT1B33
Page 78
Gevorderd (Opnamen maken)
De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt
Als u de vertrekdatum op voorhand instelt, wordt het aantal dagen dat is verstreken vanaf de vertrekdatum (de dag van uw vakantie dus) opgenomen terwijl u opnamen maakt. U kunt het aantal verstreken dagen weergeven als u opnamen afspeelt en deze laten afdrukken op de opnamen met [DATUM AFDR.] (P107).
1/7
1E DAG
10:00 2.DEC.2007
A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan ook afgedrukt worden op elke foto met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staan. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksinstructies voor aansluiting op de PC raadplegen.)
De vertrek/terugkeerdatum instellen
(De volgende schermen worden afgebeeld wanneer programma AE functie [ ] geselecteerd is.)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
3 Op 3/4 drukken
om[REISDATUM] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
1
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM
SELEC INST.
/
5
n
0
OFF
MENU
OFF
SET
MENU
SET
5 Druk op 3/4/2/1 om de
terugkeerdatum in te stellen en dan op [MENU/SET].
REISDATUM
GELIEVE DE VERTREKDATUM INSTELLEN
2007
2
DEC..
SELECT
SELEC INST.
EXIT
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
MENU
MENU
MENU
SET
78
VQT1B33
Page 79
6 Druk op 3/4/2/1 om de
terugkeerdatum in te stellen en dan op [MENU/SET].
REISDATUM
STEL DE TERUGDATUM IN.
..
SELEC EXIT
MENU
MENU
SET
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
• De reisdatum wordt geannuleerd als de huidige datum na de terugkeerdatum valt.
• Als u de terugkeerdatum niet wenst in te stellen, drukt u op [MENU/SET
]
terwijl de datumbalk op het scherm staat.
• U kunt geen datum instellen die voor de vertrekdatum valt.
7 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
8 Een opname maken.
7
1E DAG
10:00 2.DEC.2007
A:Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat is verstreken sinds het vertrek wordt ongeveer 5 seconden lang weergegeven telkens als het toestel wordt aangezet enzovoort als een vertrekdatum is ingesteld.
• Als u een vertrekdatum instelt, verschijnt [ ] onderaan rechts op het scherm. (Dit verschijnt niet als de huidige datum later is dan de terugkeerdatum.)
Gevorderd (Opnamen maken)
De vertrekdatum wissen
De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum later is dan de terugkeerdatum. Als u de reisdatum wil annuleren voordat u vakantie eindigt, kiest u [OFF] op de pagina van stap
4
waarna u [MENU/SET] twee keer indrukt.
• De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld (P24) en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD] (P80) instelt op de reisbestemming, wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling.
• De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen.
• Als u een vertrekdatum instelt en de klokinstelling wijzigt op de datum en tijd van uw reisbestemming, verschijnt een wit [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen als de datum van uw reisbestemming bijvoorbeeld één dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de ingestelde vertrekdatum.
• Als de [REISDATUM] is ingesteld op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet worden opgeslagen, ook niet als u de reisdatum of terugkeerdatum instelt. Ook als u [REISDATUM] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt.
• Stel de klok in als de melding [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (P21)
• De [REISDATUM] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
79
VQT1B33
Page 80
Gevorderd (Opnamen maken)
De tijd van uw reisbestemming weergeven (World Time)
Als u uw eigen woongebied instelt en het gebeid van uw reisbestemming als u bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u de plaatselijke tijd op de plaats van uw vakantie afbeelden op het scherm en op de opnamen.
• Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P21)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Druk op 3/4 om [WERELDTIJD]
te kiezen en vervolgens op 1.
1
EXIT
n
OFF
/
5
0
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM
SELEC
• Als u de wereldtijd voor het eerst instelt, verschijnt de melding [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN]. Als deze melding verschijnt, drukt u op [MENU/ SET] en begint u met instellen in het scherm dat u in de stap 2 ziet in “Woongebied instellen [HOME]”.
Woongebied instellen [HOME]
(Voer de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
10:00 1.DEC.2007
SELEC
ANNUL
INST.
MENU
MENU
SET
2 Druk op 2/1 om uw huidige
verblijfplaats te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00
Berlin Paris Rome Madrid
GMT+1:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
SET
MENU
• De huidige tijd verschijnt bovenaan links op het scherm en het verschil met de GMT-tijd “Greenwich Mean Time” verschijnt onderaan links op het scherm.
• Als in uw eigen gebied het zomeruur wordt gebruikt [ ], drukt u op 3. Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de originele tijd.
• Als u het zomeruur instelt voor uw woongebied, betekent dit niet dat de huidige tijd een uur vooruit wordt gezet. Zet zelf de klok één uur vooruit. (P21)
80
VQT1B33
Page 81
Het instellen van het woongebied
afronden
• Als u uw woongebied voor het eerst instelt, keert het scherm terug naar het scherm dat u ziet in de stap 1 van de functie “Woongebied instellen [HOME]” als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk op 2 om terug te keren naar het scherm van stap
3 en
druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
• Als u uw woongebied een volgende keer instelt, keert het scherm van stap
3 terug
als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk opnieuw op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
De reisbestemming instellen
(Voer hiervoor de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
.
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
--:-- --.--.----
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
MENU
SET
A:Afhankelijk van de instelling verschijnt
de tijd in uw vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op het scherm.
• Als u het gebied van uw reisbestemming voor het eerst instelt, worden de datum en de tijd afgebeeld zoals u op de schermafbeelding hierboven ziet.
2 Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op [MENU/SET].
Gevorderd (Opnamen maken)
• De huidige tijd die geldt voor de gekozen reisbestemming verschijnt rechts bovenaan op het scherm terwijl het verschil tussen de tijd in uw eigen woongebied en het gebied van uw reisbestemming onderaan links op het scherm staat.
• Als het zomeruur [ ] gebruikelijk is in uw eigen woongebied, drukt u op 3. (De tijd wordt met één uur vooruit gezet.) Druk weer op 3 om terug te keren naar de originele tijd.
3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten.
1
EXIT
n
OFF
/
5
MENU
0
SET
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM
SELEC
• Het pictogram [ ] wordt [ ] als u de reisbestemming hebt ingesteld.
• Zet de instelling weer op [HOME] als uw vakantie afgelopen is met de stappen
1,
2, 3 en de stappen 1 en 2 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”.
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
• De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
• Het pictogram van de reisbestemming [ ] verschijnt als u opnamen afspeelt die u tijdens uw reis hebt gemaakt.
10:00 18:00
Seoul Tokyo
+8:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
SET
MENU
81
VQT1B33
Page 82
Gevorderd (Opnamen maken)
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
De opnamemogelijkheden verhogen door kleureffecten, witbalans enzovoort in te stellen. De instelbare menufuncties hangen af van de opnamewijze.
Instellen met de menupagina Druk op [MENU/SET] om het [OPNAME] menu te openen en kies dan het onderdeel. (P23)
Onderdelen die u kunt instellen
Opnemen met de AE-programmafunctie
( [])
Menusch
erm
1/4
2/4
3/4
4/4
Onderdeel
: [WITBALANS] (P83) : [WB INSTELLEN] (P84) : [GEVOELIGHEID] (P85) : [ASPECTRATIO] (P86) : [FOTO RES.] (P86) : [KWALITEIT] (P86) : [AUDIO OPNAME]
(P88) : [MEETFUNCTIE] (P88) : [AF MODE] (P89) : [CONTINU AF] (P90) : [AF ASS. LAMP] (P91) : [DIG. ZOOM] (P37) : [KLEUR EFFECT] (P91) : [FOTO INST.] (P92) : [FLIP ANIM.] (P92) : [CONVERSIE] (P94) : [KLOKINST.] (P96)
De snelle instelmethode gebruiken
U kunt de joystick gebruiken om de volgende elementen snel in te stellen tijdens de opnamen (in de AE-programmafunctie [ ])
• AF-functie (P89)
• Meetfunctie (P88)
• Witbalans (P83)
• ISO-gevoeligheid (P85)
• Beeldresolutie (P86)
• Kwaliteit (P86)
1 Houd de joystick ingedrukt
tijdens de opname.
AUTO
AWB
SELEC
7
EXIT
2 Zet de joystick naar 3/4/2/1 om
het menuonderdeel en de instelling te kiezen en bevestig dit dan door in het midden van de joystick te drukken.
AUTO
AWB
SELEC
• Wat u ingesteld hebt in [ ] voor de witbalans verschijnt niet als u de snelle instellingsmethode gebruikt.
7
EXIT
82
VQT1B33
Page 83
[WITBALANS]
Tinten corrigeren voor meer natuurlijke opnamen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Met deze functie kunt u een witte kleur produceren die dichter is bij de echte kleur in met zonlicht, halogeenbelichting, enz. gemaakte opnamen waarin het witte licht roodachtig of blauwachtig kan lijken.
[AWB] (Automatische witbalans)
(daglicht)
(bewolkt)
(Schaduwachtig)
(flits)
(halogeen)
(witinstelling 1)
(witinstelling 2)
(witinstelling)
Automatische witbalans
Het beschikbare balansbereik wordt afgebeeld in de volgende illustratie. Wanneer u een beeld maakt dat buiten het beschikbare witbalansbereik valt, kan het beeld roodachtig of blauwachtig lijken. Zelfs binnen de grenzen van het bereik, zal de automatische witbalans niet juist werken als er veel lichtbronnen zijn of als er geen kleur die in de buurt van wit komt is. In deze gevallen, de witbalans op een andere functie dan [AWB] zetten.
voor de automatische instelling
voor buitenopnamen op een heldere dag
voor buitenopnamen op een bewolkte dag
voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag
alleen voor opnamen met flits
voor opnamen in halogeen licht
voor gebruik van de vooringestelde witbalans
voor het opnieuw instellen van de witbalans
Gevorderd (Opnamen maken)
1 De automatische witbalans zal met dit
bereik werken. 2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 TV scherm 6 Zonlicht 7 Wit fluorescerend licht 8 Gloeilamp 9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
De witbalans handmatig instellen
[]
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen. 1 Kies [ ] (witinstelling) en druk dan
op [MENU/SET].
2 Kies [ WIT INSTELLEN 1] of
[ WIT INSTELLEN 2] en druk dan op [MENU/SET].
WIT INSTELLEN
WIT INSTELLEN 1
WIT INSTELLEN 2
MENU
SELEC
INST.
MENU
SET
• U kunt ook instellen of kiezen met de joystick.
VQT1B33
83
Page 84
Gevorderd (Opnamen maken)
WB
3 Richt de camera op een wit stuk papier
of iets dergelijks zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk dan op [MENU/SET].
WIT INSTELLEN
[WB INSTELLEN] Handmatige instelling van de witbalans
MENU
SET
MENU
INST.ANNUL
4 Twee keer op [MENU/SET] drukken om
het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Als u een opname maakt met de flits, kan de witbalans niet correct aangepast zijn als de flits niet sterk genoeg is voor het object dat u fotografeert.
• De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als de camera wordt uitgezet. De witbalansinstelling voor een bepaalde opnamefunctie wordt weer [AWB] als u een andere opnamefunctie kiest.
• De witbalans kan niet worden ingesteld in de volgende gevallen. – In de eenvoudige opnamefunctie [ ]. – In [LANDSCHAP],[PANNING],
[NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [PARTY], [KAARSLICHT], [ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [STRAND], [SNEEUW] en [LUCHTFOT] in de scènefunctie.en.
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) U kunt de witbalans fijn afstellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
1 Druk op 3/4/2/1 om de
witbalans fijn af te stellen.
WB INSTELLEN
AAWB
CORR.
INST.
of
MENU
2 : A (AMBER: ORANJEACHTIG)
1 : B (BLUE: BLUISH)
3 : G_ (GREEN: GROENACHTIG)
4 : M` (MAGENTA: ROODACHTIG)
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook het midden van de joystick indrukken om te sluiten.
• Als u de witbalans fijn op A (amber) instelt, zal de icoon van de witbalans op de LCD-scherm oranje worden. Als u de witbalans fijn op B (blue) instelt, zal de icoon van de witbalans op de LCD-scherm blauw worden.
• Als u de witbalans fijn afstelt op G_ (groen) of M` (magenta), verschijnen [_] (bv.: ) of [`] (bv.: ) naast het pictogram van de witbalans op de LCD-monitor/Viewfinder.
• Selecteer het middenpunt als u de witbalans niet fijn afstelt.
84
VQT1B33
Page 85
Gevorderd (Opnamen maken)
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
• U kunt de witbalans niet nauwkeurig afstellen wanneer [KLEUR EFFECT] (P91) is ingesteld op [COOL], [WARM], [B/W] of [SEPIA].
• De fijn-afstellingniveaus in [ ] of [ ] gan terug naar de standard instelling (middenpunt) als u de wiltbalans teruginstelt in
[].
• U kunt de witbalans niet fijn afstellen in [LANDSCHAP], [PANNING], [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [PARTY], [KAARSLICHT], [ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [STRAND], [SNEEUW] en [LUCHTFOT] in de scènefunctie.
[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) ISO is een maat voor de gevoeligheid voor licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe minder licht u nodig hebt voor een opname: de camera wordt beter geschikt voor opnamen op donkere plaatsen.
• Als u [AUTO] instelt, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld van [ISO100] op [ISO200] afhankelijk van de helderheid. (De gevoeligheid kan nog aangepast worden van [ISO100] op [ISO400] voor opnamen met flits.)
ISO-gevoeligheid 100 1250 Gebruiken op
heldere plekken (b.v. buiten)
Gebruiken op donkere plekken
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
Sluitertijd Langzaam Snel Ruis Minder Verhoogd
• De ISO-gevoeligheid kan niet worden ingesteld op [AUTO] in de manuele belichting.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO3200] in [H. GEVOELIGH.] (P73) in de scènefunctie.
• Om geruis te voorkomen, raden wij aan een lagere ISO-gevoeligheid te kiezen door [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op [HIGH] te zetten of alle onderdelen te kiezen behalve [RUISREDUCTIE] op [LOW] om opnamen te maken. (P92)
• De ISO-gevoeligheid wordt op [ISO-LIMIET] gezet in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie. (P58)
• Lees P64 voor informatie over de sluitertijd.
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen. – Simpele functie [ ] – Bewegende beeldfunctie [ ] – Scènefunctie
85
VQT1B33
Page 86
Gevorderd (Opnamen maken)
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een hoek (standpunt) kiezen die past bij het object.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde aspectratio als een 4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde 3:2 aspect ratio als een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen etc. waar een breed zicht wensbaar is. Dit is ook geschikt voor het terugspelen van beelden op een breedbeeld TV, hoge definitie TV etc.
• In de functie voor bewegende beelden [ ] u kunt [ ] niet kiezen. (P76)
• De uiteinden van de opgenomen opnamen kunnen afgeknipt worden bij het afdrukken. (P137)
86
VQT1B33
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen gebruik
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Een digitaal beeld is samengesteld uit ontelbare punten die pixels heten. Ook al ziet u het verschil op het scherm van het toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt op een groot stuk papier of op een computermonitor. Beeldresolutie verwijst naar de compressiewaarde die gebruikt wordt om digitale opnamen op te slaan.
A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof)
Aantal pixels
U kunt opnamen duidelijker afdrukken wanneer er een grotere beeldresolutie [ ] (7M) gekozen is. Wanneer er een kleinere beeldresolutie [ ] (0,3M EZ) gekozen is, kunt u meer opnamen opnemen en deze via e-mail als bijlage verzenden of ze op een website zetten omdat ze klein genoeg zijn.
Aspectratio [ ].
(7M) 3072k2304 pixels (5M EZ) 2560k1920 pixels (3M EZ) 2048k1536 pixels (2M EZ) 1600k1200 pixels (1M EZ) 1280k960 pixels (0,3M EZ) 640k480 pixels
Page 87
Aspectratio [ ].
(6M) 3072k2048 pixels (2,5M EZ) 2048k1360 pixels
Aspectratio [ ].
(5,5M) 3072k1728 pixels (2M EZ) 1920k1080 pixels
Kwaliteit
Fijn (Lage comprimering): Dit type geeft voorrang aan de
beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering): Dit type geeft voorrang aan het aantal opnamen. Er zullen standaard kwaliteit opnamen gemaakt worden.
RAW file:
RAW
Dit instellen wanneer u de beelden verandert op een PC.
• Het aantal pixels dat gekozen kan worden verschilt afhankelijk van de aspectratio. Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de beeldresolutie in.
• “EZ” is een afkorting voor “Extra optical Zoom”. (P37)
• De verengde optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie, daarom wordt de grootte voor [EZ] niet afgebeeld.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
• P139 lezen voor informatie over het aantal opnamen.
• Wanneer de kwaliteit ingesteld is op
[RAW]
– Een JPEG bestand wordt tegelijkertijd
aangemaakt. De kwaliteit ervan is gelijk aan [ ] en de afmeting is vast ingesteld op [ ], [ ] of [ ].
Gevorderd (Opnamen maken)
– Wanneer de RAW-file van het toestel
gewist wordt, wordt de gecreëerde JPEG-file ook gewist.
• Als u een RAW-opname maakt op het ingebouwde geheugen, duurt het even voordat de beeldgegevens zijn overgeschreven.
• Wanneer de kwaliteit ingesteld is op [RAW], kan de digitale zoom niet gebruikt worden.
• De hoeveelheid kan niet ingesteld worden op [RAW] in de [H. GEVOELIGH.] functie (P73).
• In de eenvoudige functie [ ] worden de instellingen als volgt: – [ ENLARGE]:
:(7M)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
– [ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
• U kunt de volgende functies niet kiezen als de kwaliteit op [RAW] staat. – Burstfunctie – Auto Bracket – Geluidsopname – Datumafdruk – Audiodubbing – Nieuw formaat –Bewerken – Aspectratioconversie
• U kunt meer geavanceerde beeldbewerking gebruiken als u RAW-files gebruikt. U kunt RAW-files in een bestandformaat (JPEG, TIFF etc.) opslaan dat afgebeeld kan worden op uw PC etc., deze ontwikkelen en deze bewerken met behulp van de software “SILKYPIX Developer Studio” door Ichikawa Soft Laboratory op de CD-ROM (bijgeleverd).
87
VQT1B33
Page 88
Gevorderd (Opnamen maken)
[AUDIO OPNAME]
Stilstaande beelden opnemen met geluid
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) U kunt geluid opnemen met stilstaande opnamen als deze functie ingesteld is op [ON]. Dit betekent dat u de conversatie tijdens de opname of een uitleg bij het beeld kunt opnemen.
• [ ] verschijnt op het scherm wanneer u [AUDIO OPNAME] op [ON] instelt.
• Scherpstellen op het object en op de ontspanknop drukken om de opname te starten. De opname zal automatisch stoppen na ongeveer 5 seconden. U hoeft de ontspanknop niet de hele tijd in te drukken.
• Het geluid wordt opgenomen met de ingebouwde microfoon.
• Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het geluidsopname, wordt het geluidsopname geannuleerd. Het geluid wordt niet opgenomen.
• Wanneer geluid opgenomen wordt met elke opname, zal het totale aantal opnamen dat opgeslagen kan worden op elke kaart enigszins afnemen.
• U kunt geen opnamen met geluid maken in de volgende gevallen: – Auto Bracket – Burstfunctie – Als de kwaliteit is ingesteld op [RAW] – [STERRENHEMEL] in de scènefunctie
[MEETFUNCTIE]
De helderheidsmeetmethode beslissen
MENU
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu te kiezen en kies dan het in te stellen onderdeel. (P82) U kunt kiezen uit de volgende meetmethoden.
• De meetfunctie wordt vast ingesteld op meervoudig [ ] in de eenvoudige functie [ ].
SET
Meervoudig: Dit is de methode waarbij de camera
de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
Middenmeting: Dit is de methode die gebruikt wordt om scherp te stellen op het object in het midden van het volledige beeld en de rest van het beeld aan dit middelste beeld aan te passen.
Puntmeting: Dit is de methode waarbij het object
direct in het meetbereik te meten A.
88
VQT1B33
Page 89
[AF MODE]
1/60
F5.0
De scherpstellingsfocusmethode instellen
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P82) De functie kiezen die overeenkomt met de opnamecondities en de samenstelling.
Het toestel stelt scherp op één van de gekozen focuszones. Dit is handig als het object zich niet in het midden van het scherm bevindt.
Het toestel stelt snel scherp op één van de 3 punten van de focuszones. d.w.z. links, rechts of in het midden. Dit werkt wanneer het onderwerp zicht niet in het midden van het scherm bevindt.
Het toestel stelt snel scherp op het onderwerp in de AF zone in het midden van het scherm.
Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de AF zone in het midden van het scherm.
MENU
SET
Multizonefocussing:
3-zone-focussing (Hoge snelheid)
1-zone-focussing (Hoge snelheid)
1-zone-focussing:
Gevorderd (Opnamen maken)
Over [] of []
• U kunt sneller scherpstellen op het object dan in de andere AF- functies.
• Het beeld kan even stoppen met bewegen voordat er scherpgesteld wordt wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is geen storing.
• De afgebeelde AF-zone is groter dan normaal als u de digitale zoom gebruikt opnamen maakt worden op donkere plaatsen.
P
1/60
F5.0
• Het toestel focust op alle AF-zones wanneer veelvoudige AF-zones (max.
:
5 zones) op het zelfde moment gaan branden. De focusstand wordt niet vooraf bepaald. Deze wordt ingesteld op de stand die het toestel automatisch bepaalt op het moment dat u scherpstelt. Als u de focusstand wilt bepalen om opnamen te maken, schakelt u de AF-functie naar
:
[ ], [ ] of [ ].
• Als u de AF-functie instelt op [ ] of [ ] verschijnt de AF-zone niet op het scherm totdat het hele beeld scherp is.
• De AF-functie naar [ ] of [ ] schakelen als het moeilijk is scherp te stellen met behulp van [ ].
• De AF-functie kan niet ingesteld worden in de eenvoudige functie [ ].
(Punt-focussing):
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm.
89
VQT1B33
Page 90
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de keuze van de AF-zone
U kunt de Af-zone zelf kiezen als [ ], [ ], [ ] of [ ] zijn ingesteld.
1 Druk op de focusschakelaar totdat de
focusfunctie verschijnt en druk dan 3/ 4 in om [AF] of [MACRO-AF] te kiezen.
2
Kies de AF-zone met 1
op de joystick en
druk dan op het midden van de joystick.
7
3
Verplaats de AF-zone met de cursorknoppen
3/4/2/1
of
op de joystick.
Als u [ ] kiest
U kunt AF-zones kiezen zoals op de volgende illustratie door de joystick naar 3/ 4/2/1te zetten.
• U kunt het doel waarop u spotmetert ook verplaatsen om deze samen te laten vallen met de AF-zone als u [ ] gebruikt.
• Met de volgende handelingen gaat de AF-zone weer naar de vorige stand. – Als de functieknop op de eenvoudige
opnamefunctie [ ] staat – Als de energiebesparing is ingeschakeld – Als u het toestel uit zet
[CONTINU AF]
Continu scherpstellen op een object
of
4 Druk op [MENU/SET] of op het midden
van de joystick om dit vast te leggen.
Als u [ ], [ ] of [ ] kiest
U kunt 1 AF-zone kiezen uit de 11 zones.
90
VQT1B33
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
MENU
SET
menu te kiezen en kies dan het in te stellen onderdeel. (P82) Met deze functie kunt u een beeld gemakkelijker samenstellen door altijd op het object te blijven scherpstellen. U zult minder tijd nodig hebben voor het scherpstellen als u de ontspanknop half indrukt terwijl de AF-functie op [ ], [ ] of [ ]staat.
• De [ ] aanduiding verschijnt als [ON] gekozen wordt.
Page 91
Gevorderd (Opnamen maken)
• De batterij raakt sneller op dan normaal.
• Het kan even tijd duren om scherp te stellen als u de zoomhendel van Breed op Tele zet of plotseling de camera van een object dat ver weg is, richt op een object dichtbij.
• Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
• De [CONTINU AF] instelling staat vast op [OFF] in [PANNING] (P70), [NACHTPORTRET] (P70), [NACHTL. SCHAP] (P71), [STERRENHEMEL] (P73) en [VUURWERK] (P74) in de scènefunctie, in de eenvoudige opnamefunctie [ ] en als de manuele focusfunctie is ingesteld.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
• Als de AF-lamp ingesteld is op [ON], wordt er een AF-zone afgebeeld met een grootte die breder is dan normaal en gaat de AF-lamp A aan wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt op donkere plekken enz.
[ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt het pictogram van de AF-lamp [ ] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende handelingen wanneer u de AF-lamp gebruikt: – Niet direct in de AF-lamp kijken. – Maak de lensbescherming los. – De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat vast op [ON] in de eenvoudige functie [].
• Een vignetteneffect kan optreden rondom de AF-lamp omdat de AF-lamp gehinderd wordt door de lens maar dit is eigenlijk geen probleem voor de werking van de camera.
• De instelling voor de [AFASS. LAMP] staat vast op [OFF] in [LANDSCHAP] (P69), [PANNING] (P70), [NACHTL. SCHAP] (P71), [ZONSONDERG.] (P73), [VUURWERK] (P74) en [LUCHTFOT] (P75) in de scènefunctie.
• De begininstelling voor [HUISDIER] (P73) in de opnamefunctie is [OFF].
[KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Een kleureffect kiezen dat overeenkomt met de opnamecondities en met hoe u zich de opname voorstelt.
[COOL] Het beeld wordt blauwachtig. [WARM] Het beeld wordt roodachtig. [B/W] Het beeld wordt zwart-wit. [SEPIA] Het beeld wordt sepia.
91
VQT1B33
Page 92
Gevorderd (Opnamen maken)
[FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Een kleureffect kiezen dat overeenkomt met de opnamecondities en met hoe u zich de opname voorstelt.
[CONTRAST]
[HIGH] Verhoogt het verschil tussen de
[LOW] Vermindert het verschil tussen
[HIGH] Het beeld is zeer scherp. [LOW] Het beeld is onscherp.
[HIGH] De kleuren van het beeld zijn
[LOW] De kleuren van het beeld zijn
heldere en donkere vlakken op het beeld.
de heldere en donkere vlakken op het beeld.
[SCHERPTE]
[VERZADIGING]
levendig.
natuurlijker.
[FLIP ANIM.]
Beelden met elkaar verbinden om een filmpje te maken
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Met deze fotocamera kunt u bewegende filmpjes maken van 20 seconden door opnamen die in de flipanimatiefunctie opgenomen zijn met elkaar te verbinden.
Voorbeeld: Als u opeenvolgende beelden maakt van een object, waarbij u de camera telkens even verplaatst en dan de beelden uitlijnt, , lijkt het alsof het object zich beweegt.
[RUISREDUCTIE]
[HIGH] Versterkte geruisvermindering.
De beeldresolutie kan een beetje minder worden.
[LOW] Minder geruisvermindering.
U kunt opnamen met een betere resolutie maken.
• Als u opnamen maakt op donkere plaatsen kan er ruis optreden. Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op [HIGH] in te stellen of alle onderdelen op behalve [RUISREDUCTIE] op [LOW] in te stellen om opnamen te maken.
92
VQT1B33
• U kunt flipanimaties terugspelen met dezelfde methode die gebruikt wordt om bewegende beelden terug te spelen. (P100)
Page 93
Gevorderd (Opnamen maken)
1 Op 3/4 drukken om [FLIPANIM.]
te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
3
EXIT
/
ON OFF OFF
4
MENU
OPNAME
AF ASS. LAMP
DIG. ZOOM KLEUR EFFECT FOTO INST. FLIP ANIM.
SELEC
2 Kies [FOTO’S SAMENVOEGEN]
en druk dan op 1.
FLIP ANIM.
FOTO'S SAMENVOEGEN
BEW. BEELD CREËREN
FOTO'S WISSEN
SELEC EXIT
MENU
• De opnamegrootte is 320k240 pixels.
3 Druk de ontspanknop in en maak
afzonderlijke frame-opnamen.
8
92
RESTANT
MENU
EXIT
• U kunt het opgenomen beeld controleren met 4 en het vorige of volgende beeld met 2/1.
• Onnodige opnamen wissen met de [ ] knop.
• U kunt tot en met 100 opnamen opnemen. Het aantal afgebeelde mogelijke opnamen is correct bij benadering.
4 Druk op [MENU/SET], druk dan op
3/4 om [BEW. BEELD CREËREN] te kiezen en vervolgens op 1.
MENU
SET
FLIP ANIM.
FOTO'S SAMENVOEGEN
BEW. BEELD CREËREN
FOTO'S WISSEN
SELEC
EXIT
MENU
5 Kies [FRAMESNELHEID] en druk
dan op 1.
BEW. BEELD CREËREN
EXIT
5fps
MENU
FRAMESNELHEID
BEW. BEELD CREËREN
SELEC
6 Druk op 3/4 om [5fps] of [10fps]
te kiezen en druk dan op [MENU/ SET].
BEW. BEELD CREËREN
INST.
5fps
10fps
MENU
MENU
SET
FRAMESNELHEID
BEW. BEELD CREËREN
SELEC
[5fps] 5 frames/sec. [10fps] 10 frames/sec. (Het
bewegende beeld wordt zachter.)
93
VQT1B33
Page 94
Gevorderd (Opnamen maken)
7 Druk op 4 om [BEW. BEELD
CREËREN] te kiezen, druk op 1 en maak een flipanimatie.
BEW. BEELD CREËREN
EXIT
5fps
MENU
FRAMESNELHEID
BEW. BEELD CREËREN
SELEC
• Het bestandnummer verschijnt nadat u een animatiefilmpje hebt gemaakt.
• Druk op [MENU/SET] om het menu te sluiten nadat u het filmpje hebt gemaakt.
stilstaande beelden voor een
flipanimatie wissen
Wanneer u [FOTO’S WISSEN] in [FLIP ANIM.] menu kiest, verschijnt er een bevestigingsscherm. Kies [JA] met 3 en druk vervolgens op [MENU/SET].
• U kunt de richtingfunctie, de burstfunctie, de auto bracket en [AUDIO OPNAME] niet gebruiken.
• De opnamen in elk frame verschijnen niet in het normale overzicht. (P39)
• Bij [BEW. BEELD CREËREN] wordt een flipanimatie gemaakt van alle opnamen die gemaakt zijn met de flipanimatiefunctie. Wis onnodige opnamen.
• Geluid kan niet opgenomen worden.
• U kunt geen geluid opnemen met de audiodubbing. (P111)
• Terugspelen kan onmogelijk zijn met andere apparatuur. U kunt ook geruis horen tijdens het terugspelen op andere apparatuur zonder mute-functie.
[CONVERSIE]
Een optionele lens gebruiken
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Met de teleconversielens (DMW-LT55; optioneel) kunt u nog betere close-up’s maken (1,7k more). Met de breedhoekconversie (DMW-LW55; optioneel) kunt u opnamen maken met een nog bredere hoek (0,7k breder). Met de close-uplens (DMW-LC55; optioneel) kunt u opnamen van nog dichterbij maken van kleine objecten.
• U hebt de lensadapter (DMW-LA2; optioneel) nodig om een conversielens of een close-uplens op het toestel te zetten.
1 Verwijder de lensdop, de
bescherming en de adapter.
2 Maak de lensadapter (DMW-LA2;
optioneel) erop vast.
• U kunt geen conversielens gebruiken samen met de ND-filter (DMW-LND52) en de MC-beveiliging (DMW-LMC52). Haal altijd eerst de ND-filter of MC-beveiliging eraf voordat u een conversielens op het toestel doet.
• Draai langzaam en voorzichtig aan de lens.
94
VQT1B33
Page 95
Gevorderd (Opnamen maken)
3 Maak de conversielens of de
close-uplens vast.
• U kunt geen conversie- of close-uplens op de lensbeschermingsadapter (meegeleverd) vastmaken.
4 Zet het toestel aan en druk op 3/
om [CONVERSIE] te kiezen en
4
OPNAME
SELEC
1.
CONVERSIE KLOKINST.
EXIT
4
/
4
OFF
MENU
druk dan op
5 Druk op 3/4 om het toestel in
te stellen op [ ], [ ] of [ ]
C
en druk dan op [MENU/SET].
CONVERSIE
OFF
C
SELEC
INST.
• [OFF]: Als u de conversielens niet op het toestel doet.
•[ ]: Als u de breedhoekconversielens bevestigt.
•[ ]: Als u de teleconversielens bevestigt.
•[ ]:
C
Als u de close-uplens bevestigt.
• Druk de opspanknop half in of druk op [MENU/SET] om het menu te sluiten na het instellen.
MENU
MENU
SET
95
VQT1B33
Page 96
Gevorderd (Opnamen maken)
Opnamebereik met een conversielens
Als u een teleconversielens gebruikt
Breed Te le
Normaal
Macro
5,4 m tot
5,4 m tot
Als u een breedhoekconversielens gebruikt
Breed Te le
Normaal
15 cm tot t
Macro
15 cm tot
Als u een close-uplens gebruikt
Breed Te le
20 cm tot
Normaal
50 cm
5 cm tot 50 cm 40 cm tot
Macro
Tel e
Macro
40 cm tot 50 cm
50 cm
33 cm tot 50 cm
• De zoom staat vast ingesteld op Breed als u de teleconversielens gebruikt en op Tele als u de breedhoekconversielens gebruikt.
Huidige
uitvergrotingsf
actor
¢
Tel el ens
Breedho
eklens
Aanwijzing
12k 20,4k
1k 0,7k
¢ De ingestelde uitvergrotingsfactor met de
digitale (P37) en de extra optische zoom (P37) is 1,7k; deze uitvergroting staat op het scherm als het toestel ingesteld is op Te le .
• Het volle zoombereik kan worden gebruikt met de close-uplens.
• U kunt de digitale zoom niet gebruiken met een breedhoekconversielens.
• Als er vuil (water, olie of vingerafdrukken enz.) op de lens zit, beïnvloedt dit ook de opname. Maak de lens voorzichtig schoon met een zachte droge doek voordat en nadat u opnamen maakt.
• [CONVERSIE] moet op [OFF] staan als u geen conversielens gebruikt.
• Gevolgen van het gebruik van een conversielens of een close-uplens:
– De ingebouwde flits kan niet worden
gebruikt.
– Als u [CONVERSIE] op [OFF] zet, zal de
prestatie van de conversielens of close-uplens niet optimaal zijn.
• Gevolgen van het gebruik van een
teleconversielens: –We raden het gebruik van een statief
aan.
– De stabilisatorfunctie kan minder goed
werken.
– De scherpstellingaanduiding verschijnt
misschien als het toestel beweegt of als het toestel niet goed op het object scherpgesteld is.
– Het kan zijn dat u meer tijd nodig hebt
voor het scherpstellen.
• Als u [CONVERSIE] op [ ], [ ] of [ ]
C
zet, kunt u de ingebouwde flits of AF-assistentielamp niet gebruiken. (P91)
• Lees de gebruiksaanwijzingen van de lens voor details.
[KLOKINST.] De datum, tijd en weergave instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P82) Datum en tijd wijzigen. (P21)
96
VQT1B33
Page 97
Gevorderd (Afspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen)
1 Het zoomhendeltje in de richting
van [ ] [W] zetten om meervoudige schermen af te beelden.
(Scherm wanneer er 9 schermen afgebeeld worden)
1.DEC.
2007
1/26
TW
2007
ANNUL
MENU
5/261.DEC.
T
W
1 scherm>9 schermen> 25 schermen> Schermdisplay (P98)
• Zet het zoomhendeltje naar [ ] [T] om terug te keren naar het vorige scherm.
2 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
Gevorderd (Afspelen)
– [ ][ ] ([BABY1]/[BABY2]/
[HUISDIER] in
scènefunctie) – [ ] (Vertrekdatum) – [ ] Reisbestemming
– [ ] (Flipanimatie) – [ ] Beelden met vastgelegde
[DATUM AFDR.]
Voorbeelden van 25 schermen
1.DEC.
2007
1/26
CAL
W
T
ANNUL
MENU
Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Op [ ] [T] zetten of op [MENU/SET] drukken.
• Het beeld krijgt een oranje rand.
Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
ANNUL
MENU
T
W
of
A:Het aantal gekozen beelden en het
totaal opgenomen beelden
• U kunt hier ook de joystick voor gebruiken.
• Afhankelijk van het opgenomen beeld en de instellingen, kunnen de volgende pictogrammen verschijnen. – [ ] (Favorieten)
– [ ] (Bewegend beeld)
• De opname-informatie enzovoort die op de LCD-monitor verschijnt, kan niet worden geannuleerd tijdens het afspelen van meerdere beelden, ook niet als u op [DISPLAY]drukt.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden in de gedraaide richting zelfs als [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON]. (P106)
97
VQT1B33
Page 98
Gevorderd (Afspelen)
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderplaybackfunctie kunt u opnamen afspelen volgens de opnamedatum.
1 Draai het zoomhendeltje
meerdere keren naar [ ] [W] zetten om de kalenderpagina te openen.
SUN
MON
TUE
WED
THU FRI SAT
5
2007
2007
1
TW
2923 24 25 26 27
MENU
1/10
2 34 678
9 11 12 13 14 15
10
16 17 18 19 20 212822
30
31
DAG INST.
MAAND
• De opnamedatum van de opname die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
2/1: Kies de datum 3/4: Kies de maand
• Als er geen opnamen tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet.
3 Druk op [MENU/SET] om de
opnamen af te beelden die u op de gekozen datum hebt gemaakt.
1.DEC.
• Zet het zoomhendeltje naar [ ] [W] om terug te keren naar het kalenderscherm.
4 Druk op 3/4/2/1 om een
opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
• Het beeld dat u gekozen hebt, verschijnt.
Terugkeren naar het playbackscherm.
Als de kalender op het scherm staat, draait u de zoomhendel op [ ] [T] om 25 schermen af te beelden, 9 schermen en 1 scherm. (P97)
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden ook als u [LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld. (P106)
• U kunt de kalender weergeven van januari 2000 tot december 2099.
• Als de opnamedatum van de opname die u hebt gekozen in het terugspeelmenu het terugspeelmenu met 25 schermen niet tussen januari 2000 en december 2099 valt, zal de camera automatisch de oudste datum weergeven.
• Afbeeldingen die u bewerkt op de PC hebben andere data dan de werkelijke opnamedata.
• Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld (P24), is de opnamedatum ingesteld op 1 januari 2007.
•Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [WERELDTIJD] (P80), worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
• U kunt ook kiezen of instellen met de joystick.
98
VQT1B33
MENU
SET
CAL
W
ANNUL
MENU
Page 99
De terugspeelzoom gebruiken
1 Het zoomhendeltje op [ ] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
Gevorderd (Afspelen)
De terugspeelzoom annuleren
Naar [ ] [W] zetten of op [MENU/SET] drukken.
Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom 1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
2X
4X ANNUL
WISSEN
•:1k>2k>4k>8k>16k
• Wanneer u het zoomhendeltje op [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting minder. Wanneer u het zoomhendeltje naar [ ] [T] zet, verhoogt de vergroting.
• Wanneer u de vergroting wijzigt, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde om de stand van de vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
of
4X ANNUL
• Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer 1 seconde.
WISSEN
• U kunt de opname-informatie enz. op de LCD-monitor/Viewfinder ook verstoppen
TW
tijdens de afspeelzoom met [DISPLAY].
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit ervan wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan. (P113)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn gemaakt.
99
VQT1B33
Page 100
Gevorderd (Afspelen)
Bewegende beelden terugspelen/Beelden met geluid
Bewegende beelden
Druk op 2/1 om een beeld te kiezen met het pictogram van een bewegend beeld [ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en druk op 4 om dit af te spelen.
WEERG. BEW. BEELDEN
A: Opnametijd voor bewegende beelden
• Als het afspelen start, verschijnt de verlopen terugspeeltijd rechts boven op het scherm. 1 uur 20 minuten en 30 seconden verschijnen als [1h20m30s].
• De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
100_0001
1.
10:00 DEC.2007
1/7
25s
Bewegende beelden stoppen tijdens het afspelen
Druk op 4.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Blijven drukken op 2/1 tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
• Het toestel keert terug naar de normale terugspeelfunctie van bewegende beelden als 2/1 vrijgegeven wordt.
Pauze invoeren
Op 3 drukken tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
• Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
Frame per frame afspelen vooruit/frame per frame terugspelen
• Druk op 2/1 tijdens een pauze.
Beelden met geluid
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen met het geluidspictogram [ ] en vervolgens op 4 drukken om het beeld met geluid terug te spelen.
AUDIO AFSPELEN
1/7
100
VQT1B33
10:00 1.DEC.2007
• Lees [AUDIO OPNAME] (P88) en [AUDIO DUB.] (P111) voor informatie over hoe u niet bewegende opnamen maakt met geluid.
Loading...