tijdens gebruik ..................................... 90
Capaciteit/tijd voor het
opnemen van foto’s ............................. 92
4 VQT2N06
Page 5
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit
■
Verwijder het strookje
plakband volledig van
de lenskap voordat u de
camera in gebruik neemt.
Strookje
plakband
■
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s
kunt maken en geluiden kunt opnemen.
■
We keren geen vergoedingen uit voor
mislukte/verloren geraakte opnamen
of voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding
uit, zelfs niet als de schade wordt
veroorzaakt door storingen met de
camera of de kaart.
■
Sommige foto’s kunnen niet worden
afgespeeld.
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn
gemaakt of bewerkt
(Foto’s die op deze camera zijn
gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet
altijd op andere camera’s worden
afgespeeld)
■
Software op de bijgeleverde CD-ROM
De volgende bewerkingen zijn niet
toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor
verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Schade, defecten en storingen
voorkomen
■
Voorkom schokken, trillingen en druk.
• Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen
of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld
niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet
zitten met de camera in uw zak.
(Bevestig het polsbandje om te voorkomen
dat de camera valt. Hang geen andere
voorwerpen dan het bijgeleverde polsbandje
aan de camera, want die kunnen er teveel
druk op uitoefenen.)
• Druk niet op de lens of op het lcd-scherm.
■
Zorg dat de camera niet nat wordt en
steek geen vreemde voorwerpen in de
camera.
Deze camera is niet waterdicht.
• Stel de camera niet bloot aan water, regen of
zeewater.
(Veeg de camera als deze nat is, met een
zachte, droge doek af. Wring de doek eerst
grondig uit wanneer de camera nat is door
zeewater enzovoort)
• Stel de lens en de behuizing niet bloot aan
stof of zand, en zorg dat er geen vloeistoffen
naar binnen lekken via openingen rond
knoppen.
• Zorg er bij het openen en sluiten van de
lenskap voor dat er geen vloeistof of vuil
zoals zand in de lenskap komt.
■
Voorkom condens als gevolg
van plotselinge veranderingen in
temperatuur en vochtigheid.
• Leg wanneer u naar een plaats gaat met
een andere temperatuur of vochtigheid, de
camera in een plastic zak en laat deze zich
aan de omstandigheden aanpassen voordat
u deze gebruikt.
• Schakel wanneer de lens beslaat, de stroom
uit en wacht twee uur totdat de camera zich
aan de omstandigheden heeft aangepast.
• Als het lcd-scherm beslaat, veegt u dit af met
een zachte, droge doek.
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie
van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw
of groen) op het scherm zichtbaar zijn.
Dit is geen storing.
Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01%
inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de
foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
VQT2N06 5
Page 6
Voordat u de camera gaat gebruiken
(vervolg)
Schade, defecten en storingen
voorkomen
■
Lens
• Laat de lens niet in de volle zon liggen.
■
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
•
Oefen niet te veel kracht uit en draai
de schroeven niet aan als ze krom
zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het
schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat.
(Lees de handleiding bij het statief.)
■
Transport van de camera
Schakel de camera uit.
(Open de lenskap niet wanneer u de camera
in de tas stopt of uit de tas haalt. Anders kan
de camera per ongeluk worden ingeschakeld.)
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en
opmerkingen tijdens gebruik’ (→90).
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig
zijn voordat u de camera in gebruik
neemt.
De accessoires en de vormgeving
●
ervan kunnen verschillen, afhankelijk
van het land of de regio waar de
camera is aangeschaft.
Raadpleeg de
standaardgebruiksaanwijzing voor
meer informatie over de accessoires.
De batterij wordt in de tekst
●
aangeduid als batterij of accu.
De batterijlader wordt in de tekst
●
aangeduid als batterijlader of oplader.
Verwijder de verpakking op de juiste
●
manier.
■
Optionele accessoires
• Kaarten worden niet standaard
bijgeleverd. Als u geen kaart gebruikt,
kunt u foto’s opnemen of afspelen via
het ingebouwde geheugen.
• Neem contact op met de leverancier
of met een servicecentrum bij u in de
buurt als u de bijgeleverde accessoires
bent verloren. (U kunt de accessoires
afzonderlijk aanschaffen.)
De volgende verschijnselen zijn
geen indicaties van mechanische
problemen.
• De camera rammelt als deze wordt
geschud. (Dit is het geluid van het
bewegen van de lens.)
• De camera klikt wanneer deze
wordt in- of uitgeschakeld, of bij
het schakelen tussen opnemen en
afspelen. (Dit is ook het geluid van het
bewegen van de lens.)
• U voelt een trilling bij het in- of
uitzoomen. (Deze wordt veroorzaakt
door het bewegen van de lens.)
• De lens maakt geluid tijdens het
opnemen. (Dit is het geluid van de
diafragma-instelling als reactie op
veranderingen in het omgevingslicht.)
Tijdens deze instelling veranderen de
beelden op het lcd-scherm snel, maar
dit heeft geen invloed op de opnamen.
het polsbandje
te gebruiken om
te voorkomen
dat u de camera
②
laat vallen.
Als u een andere polsriem
●
bevestigt dan de bijgeleverde,
kan het onmogelijk zijn om het
klepje van de aansluiting [AV OUT/
DIGITAL] of [DC IN] te openen.
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (→14)
Linker cursortoets (◄)
• Zelfontspanner (→34)
Omlaag-cursortoets (▼)
• Macro (close-up) (→37)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
●
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
●
product. In deze handleiding worden de schermen van DMC-FP1 als voorbeeld gebruikt in de uitleg.
Omhoog-cursortoets
(▲)
• Belichtingscompensatie (→39)
Rechter cursortoets (►)
• Flitser (→35)
VQT2N06 7
Page 8
Batterij opladen
■
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks
van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet
voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een
dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij.
Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik
maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
• De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen
die veilig gebruikt kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze
functie. De enige batterijen die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn
originele Panasonic-producten en batterijen gemaakt door andere fabrikanten
die zijn gecertificeerd door Panasonic. (Batterijen die deze functie niet
ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic kan op geen enkele
wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die zijn
gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen
in de oplader en zet deze vast
Zorg dat [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact aan
Insteektype
●
Batterij
(afhankelijk van model)
Oplader
(afhankelijk van model)
Haal de batterij uit de oplader nadat
het opladen is voltooid
8 VQT2N06
Stekkertype
●
• Het
netsnoer
past niet
volledig
in de
netsnoeraansluiting. Er blijft
een opening open.
1
2
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer
110 minuten als deze
helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed
Wanneer het lampje knippert:
• Het opladen kan langer
duren dan normaal als de
batterijtemperatuur te hoog
of te laag is (mogelijk kan
de batterij dan niet volledig
worden opgeladen).
• De aansluiting van de
batterij/oplader is vuil. Reinig
deze met een droge doek.
Page 9
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt!
(wordt niet opgeladen verkocht)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of de [LCD MODE]
vaak of in koudere klimaten wordt gebruikt.
Aantal te nemen foto’s Ongeveer 300 foto’s
OpnameduurOngeveer 150 minuten
Opnameomstandigheden volgens de CIPA -normen
●
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging
Products Association].
• Modus [NORMALE FOTO]
• Temperatuur: 23 °C/vochtigheid: 50 %
wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic
SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
•
Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de
camera is ingeschakeld. (Wanneer de functie voor
optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
Het aantal zal gereduceerd zijn als er meer tijd verstrijkt tussen de opnamen – bijv. tot ongeveer een
kwart (75 foto’s) bij tussenpozen van 2 minuten onder de bovenstaande omstandigheden.
• Eén opname per 30 seconden met om en om
volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of
omgekeerd draaien bij elke opname.
∗
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en
met rust laten totdat de temperatuur van de
accu daalt.
∗
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt,
wordt lager in de modus Auto Power LCD
en Power LCD.
AfspeeltijdOngeveer 260 minuten
Het aantal op te nemen foto’s en de beschikbare opnameduur kunnen nogal uiteenlopen,
afhankelijk van de toestand van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. Het
●
opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt.
Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
●
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is opgeladen.
●
Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 35 °C).
●
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders kunnen
●
brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd.
We raden u af de batterij vaak op te laden.
●
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij groter worden.)
Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
●
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij.
●
De batterijlader staat op stand-by wanneer er netspanning wordt aangevoerd.
●
Het hoofdcircuit is altijd ingeschakeld zo lang de batterijlader op een stopcontact is aangesloten.
Opladen
●
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Ontkoppel altijd de oplader van de netspanning na het opladen (sluipverbruik maximaal 0,1 W als
deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen zijn
●
beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken).
Volgens de CIPA-norm
VQT2N06 9
Page 10
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen
Schakel de camera
uit en schuif de
ontgrendelingshendel naar
[OPEN] voordat u het klepje
opent
Vrijgavehendel
Hendel
Raak de
aansluiting
niet aan
Opgeladen batterij (controleer de richting)
Kaart (controleer de richting: de
aansluitpunten zijn naar het lcd-scherm
gericht)
■
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij:• Verwijdering van de kaart:
beweeg de hendel
in de richting van
de pijl.
Hendel
[OPEN][LOCK]
Schuif de batterij en de kaart
volledig naar binnen
• Batterij: naar binnen schuiven totdat
de hendel vastklikt.
• Kaart: naar binnen schuiven totdat
deze vastklikt.
Sluit het deksel
Schuif naar de positie [LOCK].
druk de kaart in het
midden omlaag.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
●
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van
●
dit product niet garanderen.
Haal de batterij uit de camera na gebruik.
●
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
U verwijdert de kaart of de batterij door de camera uit te schakelen
●
en te wachten totdat er niets meer op het lcd-scherm staat. (Als u niet wacht, kan de
camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd
raken.)
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
●
10 VQT2N06
Page 11
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het
ingebouwde geheugen
■
Ingebouwd geheugen (ongeveer 40 MB)
Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd en omgekeerd (→73).
●
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
●
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van bewegende
●
beelden in het ingebouwde geheugen.
■
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
als dat niet zo is.
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
KaarttypeCapaciteitOpmerkingen
SDgeheugenkaarten
SDHCgeheugenkaarten
SDXCgeheugenkaarten
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was geformatteerd met een
●
computer of ander apparaat. (→21)
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart geen opnamen vastleggen
●
of verwijderen en de kaart niet formatteren.
Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer (want elektromagnetische
●
golven, statische elektriciteit of storingen kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken).
Meest recente informatie:
●
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
8 MB – 2 GB •
4 GB – 32 GB
48 GB – 64 GB
Kunnen worden gebruikt met apparaten die
compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
•
Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt,
dient u te controleren of uw computer en andere
apparatuur dit kaarttype ondersteunen.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet
worden vermeld, worden niet ondersteund.
Schakelaar
(LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbooltje rood knippert, dient u de batterij bij te laden of
te vervangen. (→8)
Resterend aantal foto’s (→92)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven.
Dit betekent dat er een functie wordt uitgevoerd, zoals het opnemen, aflezen, wissen of
formatteren van beelden. Schakel de stroom niet uit en verwijder de batterij, kaart of netadapter
niet (los verkocht) (hierdoor kan schade aan of verlies van gegevens worden veroorzaakt).
Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Als de werking
van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
VQT2N06 11
Page 12
De klok instellen
Raak de lens
niet aan.
Lenskap
■
Lokale tijd instellen op
een reisbestemming in het
buitenland
[WERELDTIJD] (→52)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Als het taalkeuzescherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar stap
.
Druk op [MENU/SET] terwijl het
bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te
selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN]
verschijnt.
12 VQT2N06
Druk op [MENU/SET]
Page 13
Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.
Klokinstelling wijzigen
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten,
weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en
druk op ▲▼ om deze in te stellen
Het in te
stellen item
selecteren
De
waarden en
instellingen
wijzigen
• Annuleren → Druk op
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als
AM 12:00 en 12:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de
maand en het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Selecteer [24 UURS] of
[AM/PM] voor de indeling van
de tijdweergave.
Druk op [MENU/SET]
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
• Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd.
(U kunt de tijd en de datum weergeven door enkele keren op [DISPLAY] te drukken.)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [SET-UP] (→17) en voer stap en uit.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de
batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was
geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
●
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel.
U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
●
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
●
de datum niet op het scherm van de camera.
VQT2N06 13
Page 14
Het menu instellen
Zie het onderstaande procedurevoorbeeld wanneer u het menu [SET-UP], het menu
[OPNAME] en het menu [AFSPELEN] gebruikt.
(Voorbeeld) De instelling [LCD MODE] in het menu [SET-UP] wijzigen in de modus
[NORMALE FOTO].
Raak de lens
niet aan.
Lenskap
Ontspanknop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [NORMALE
FOTO]
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om [NORMALE FOTO] te
selecteren en druk dan op [MENU/SET].
• Druk als u het menu [AFSPELEN] wilt
weergeven, op de afspeelknop om naar de
afspeelmodus te gaan.
Open het menu
De
achtergrondkleur
van het
geselecteerde
item verandert.
Selecteer het menu [SET-UP]
■
Standaardinstellingen
herstellen
[RESETTEN] (→20)
14 VQT2N06
Ga naar Selecteer en
achtergrondkleur
De
verandert.
keer terug naar de
menu-items
Selecteer het item
Pagina
(Met de
zoomhendel kunt u
naar het volgende
scherm gaan.)
Item
Page 15
De weergave van de instellingen kan verschillen, afhankelijk van de items.
Menutype
Afhankelijk van de modus kunnen er verschillende menu-items worden weergegeven.
Selecteer de instelling
Instellingen
Geselecteerde
instelling
Sluit het menu
Menu [OPNAME] (alleen opnamemodus)
Menu [SET-UP]
Menu [AFSPELEN] (alleen afspeelmodus)
Voorkeuren voor foto’s wijzigen (→53 - 59)
• Hiermee kunt u kleur, gevoeligheid, pixelniveau en andere
instellingen opgeven.
Het gebruiksgemak van de camera vergroten (→17 - 22)
• Hier kunt u instellingen opgeven die te maken hebben met
het gebruiksgemak.
U kunt hier bijvoorbeeld de klok instellen, de geluidssignalen
wijzigen enzovoort.
Uw foto’s gebruiken (→67 - 73)
• Hiermee kunt u instellingen voor beveiliging, bijsnijden en
afdrukken opgeven voor foto’s die u hebt gemaakt.
• U kunt dit menu ook afsluiten
in de opnamemodus door de
ontspanknop half in te drukken.
VQT2N06 15
Page 16
Het menu instellen(vervolg)
Gebruik van het Quick-menu
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Open in de opnamemodus het
snelmenu
Druk op de
knop totdat
het snelmenu
wordt
weergegeven
Kies het onderdeel en de
Quick-menu
instelling
Keuze
Druk
(Voltooid)
Instelling
Item
Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
●
16 VQT2N06
Page 17
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de
batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [AUTOM. UIT] zijn belangrijk voor de instelling
van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen
voordat u de camera gebruikt.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[KLOKINST.]
De datum en de tijd
instellen. (→12)
[WERELDTIJD]
De lokale tijd instellen in
het buitenland (→52)
[REISDATUM]
Opslaan van het aantal
dagen dat u al op reis
bent. (→51)
[TOON]
Geluidssignalen
en geluiden van de
ontspanner wijzigen of
dempen.
[VOLUME]
Volume van het geluid
van de luidsprekers
aanpassen (7 niveaus).
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
[BESTEMMING]: Plaatselijke tijd op uw
[HOME]: De datum en tijd instellen (thuis).
[REIS-SETUP]
[OFF]/[SET] ( De datum van vertrek en terugkeer
[LOCATIE]
[OFF]/[SET] (De naam van de bestemming invoeren.) (→60)
[TOONNIVEAU]
// : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
// : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen
wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden
u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
registreren.)
reisbestemming instellen.
VQT2N06 17
Page 18
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter
zichtbaar maken.
[BEELDGROOTTE]
Keuze van de afmetingen
van het menu.
[FOCUS ICOON]
Een ander
scherpstelpictogram
kiezen.
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk
van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal
(voor buiten).
[GR. KIJKHOEK]:
Hiermee kunt u het scherm beter zien wanneer u
fotografeert vanaf een hoog punt. (wordt moeilijker
zichtbaar van voren)
• [AUTO POWER LCD] is in de volgende situaties uitgeschakeld.
Tijdens de afspeelmodus of de weergave van het menuscherm of
wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten.
• [SPANNING LCD] wordt uitgeschakeld als er tijdens het
fotograferen 30 seconden niets wordt gedaan. (De helderheid
kan worden hersteld door op een willekeurige knop te drukken)
• [GR. KIJKHOEK] wordt geannuleerd wanneer de stroom wordt
uitgeschakeld (inclusief [AUTOM. UIT]).
• De helderheid/kleur van het scherm in [LCD MODE] heeft geen
effect op de gemaakte foto’s.
• Weer zonlicht (met hand, enzovoort) als het scherm door reflectie
moeilijk zichtbaar is.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] zijn niet beschikbaar
in de afspeelmodus.
• Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD]
selecteert, zijn er minder foto’s beschikbaar en gaat de batterij
minder lang mee.
[STANDARD]/[LARGE]
/ / / / /
18 VQT2N06
Page 19
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[AUTOM. UIT]
De camera automatisch
uitschakelen na een
opgegeven periode van
inactiviteit.
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]
• Wordt in de volgende situaties niet gebruikt.
Wanneer er een netadapter (optioneel) wordt gebruikt,
wanneer de camera op een computer of printer is
aangesloten, tijdens het opnemen of afspelen van films
en tijdens diapresentaties of demo’s
• In de volgende situaties gelden specifieke perioden.
Modus [INTELLIGENT AUTO]: [5 MIN.] en wanneer een
diapresentatie wordt gepauzeerd: [10 MIN.]
[AUTO REVIEW]
Foto’s automatisch
weergeven direct nadat u
ze hebt gemaakt.
[OFF]: Geen automatische weergave
[1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende
1 of 2 seconden.
[HOLD]: De automatisch weergegeven beelden blijven op
het scherm totdat u op een knop drukt (niet de
knop [DISPLAY])
• Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [INTELLIGENT
AUTO].
• Auto review vindt plaats direct nadat foto’s zijn gemaakt
in de modus [BURSTFUNCTIE] en in de scènemodi
[ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST]
en [FOTO FRAME], ongeacht de instellingen.
• Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden
bekeken.
VQT2N06 19
Page 20
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[RESETTEN]
Terugkeren naar de
standaardinstellingen.
[USB MODE]
Communicatiemethode
selecteren voor
verbinding met een
computer of printer via
een USB-kabel.
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?]
[JA]/[NEE]
[PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?]
[JA]/[NEE]
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden,
wordt ook het volgende teruggezet.
- Leeftijd in jaren/maanden en namen in de scènemodi
[BABY] en [HUISDIER]
- [REISDATUM]
- [WERELDTIJD]
- [FAVORIETEN] in het menu [AFSPELEN] (stel in op
[OFF])
- [LCD ROTEREN] (stel in op [ON])
• Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht
camerageluiden. Dit is normaal.
[SELECT. VERBINDING]:
Elke keer als u verbinding hebt met een computer of
PictBridge-compatibele printer, selecteert u [PC] of
[PictBridge (PTP)].
[PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een
PictBridge-compatibele printer
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer
20 VQT2N06
Page 21
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[VIDEO UIT]
Het videosignaal wijzigen
[NTSC]/[PAL]
• Functioneert wanneer de AV-kabel is aangesloten.
wanneer de camera is
aangesloten op een tv
enzovoort (alleen in de
afspeelmodus).
[TV-ASPECT]
Hiermee past u
/
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
de aspectratio
(beeldverhouding) aan
wanneer u de camera
aansluit op een tv
enzovoort. (Alleen
Terugspeelfunctie)
[VERSIE DISP.]
De huidige versie wordt aangegeven.
Controleer uw versie van
de camera-firmware.
[FORMATEREN]
Gebruik dit wanneer er
[FOUT INT. GEHEUGEN]
of [STORING
GEHEUGENKAART]
verschijnt, of voor het
formatteren van het
ingebouwde geheugen of
de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het
ingebouwd geheugen
is geformatteerd,
kunnen de gegevens
niet meer worden
hersteld. Controleer de
[JA]/[NEE]
• Hiervoor hebt u een voldoende opgeladen batterij (→8)
of een adapter nodig (los verkocht). Verwijder de kaarten
als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren.
(Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze
kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het
interne geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s,
worden verwijderd. (→72)
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren.
• Neem contact op met de winkelier als u niet kunt
formatteren.
inhoud van de kaart/het
ingebouwd geheugen
zorgvuldig voordat u
het formatteren start.
VQT2N06 21
Page 22
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[TAAL]
Schermtaal wijzigen.
[DEMOFUNCTIE]
Een demonstratie van
functies bekijken.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
[O.I.S. DEMO]: (alleen tijdens het opnemen)
Geeft aan hoeveel beweging er door de camera wordt
waargenomen (schatting)
Groot ← Klein → Groot
Hoeveelheid beweging
Hoeveelheid beweging na stabilisatie
• Druk als het demoscherm wordt weergegeven op
[MENU/SET] om de optische beeldstabilisatie in of uit te
schakelen.
• Kan niet worden weergegeven in de afspeelmodus.
• Stoppen → Druk op de knop [DISPLAY].
• U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
• Als de camera ingeschakeld blijft zonder
een geheugenkaart er in, op stroom van de
netspanningsadapter (optioneel), zal er automatisch een
demonstatie van de mogelijkheden beginnen wanneer u
ongeveer 2 minuten lang geen toets indrukt.
• [AUTO DEMO] kan niet worden weergegeven op externe
apparaten zoals tv’s.
22 VQT2N06
Page 23
Opnamevolgorde
Stel de klok in voordat u gaat opnemen. (→12)
Lenskap
Aan/uit-knop
[MODE]-knop
Raak de lens
niet aan.
Afspeelknop
[MENU/SET]
-knop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de gewenste
opnamemodus en maak opnamen
■
Instellingen gebruiken die automatisch
door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
■
Opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de knop [MODE].
Druk op ▲▼ om de opnamemodus te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
Speel de gemaakte foto’s af
Druk op de afspeelknop.
Druk op ◄► om een foto te selecteren.
■
Terugkeren naar de opnamemodus
Druk opnieuw op de afspeelknop.
• De camera keert terug naar de vorige
opnamemodus.
Sluit de lenskap
De camera wordt uitgeschakeld.
• U kunt de camera ook uitschakelen door op
de aan/uit-knop te drukken.
■
Lijst met opnamemodi
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [NORMALE FOTO]
[MY SCENE MODE]
[SCÈNE MODE]Fotograferen afhankelijk van de scène. (→40)
Modus [BEWEGEND BEELD]Filmen.(→49)
Fotograferen met automatische
instellingen.
Fotograferen met uw eigen
instellingen.
Fotograferen in veelgebruikte
scènemodi.
(→25)
(→27)
(→48)
VQT2N06 23
Page 24
Opnamevolgorde (vervolg)
■
De camera vasthouden
Flitser
AF ass. lamp
Handige manieren om de camera in te schakelen
U kunt de camera inschakelen door de lenskap te openen, maar ook als volgt.
■
Camera inschakelen in de afspeelmodus
•
Als de beweging merkbaar wordt, houd de camera dan
met beide handen vast, houd uw armen tegen uw lichaam
aan en ga staan met uw voeten op schouderbreedte.
• Raak de lens niet aan.
• Zorg dat de microfoon niet wordt geblokkeerd als u filmt.
(→7)
• Blokkeer nooit de flitser of de AF ass. lamp. Kijk niet van
dichtbij in de flitser of de lamp.
• Houd de camera stabiel wanneer u op de ontspanknop
drukt.
Ingedrukt houden
De foto’s op de kaart of in het ingebouwde
geheugen worden weergegeven.
■
Met de lenskap open en de camera uit
24 VQT2N06
Ingedrukt houden
De camera wordt in de opnamemodus ingeschakeld.
• Wanneer u de aan/uit-knop ingedrukt houdt terwijl
de lenskap dicht is, verschijnt het bericht [OPEN
DE LENSKAP].
Page 25
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Opnamemodus:
Er wordt automatisch voor de optimale instellingen gekozen op basis van informatie zoals
‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’ door de camera op het onderwerp te richten.
Dit betekent dat u duidelijke foto’s kunt maken zonder dat u handmatig iets hoeft in te stellen.
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [INTELLIGENT AUTO]
Maak foto’s
•
Druk opnieuw op de knop om terug te
keren naar de vorige opnamemodus.
Opnamemoduspictogram (zie onder)
Druk half in
(druk licht in en
stel scherp)
Ontspanknop
Het type scène dat wordt waargenomen, wordt twee
■
Automatische scènedetectie
De scène wordt geïdentificeerd wanneer de camera op het onderwerp wordt gericht en
de optimale instellingen worden automatisch gekozen.
[i PORTRET]: er worden personen
waargenomen
[i LANDSCHAP]: er wordt een landschap waargenomen
[i MACRO]: er wordt een closeupopname waargenomen
De beweging van het onderwerp wordt gedetecteerd om wazig beeld te voorkomen
wanneer de scène niet met een van de hierboven genoemde instellingen overeenkomt.
Als tijdens de automatische scènedetectie wordt vastgesteld dat er personen op de foto
staan ( of ), wordt de gezichtsdetectie geactiveerd en worden de scherpstelling
en belichting op basis van de herkende gezichten aangepast.
seconden met een blauw pictogram aangeduid
[i NACHTPORTRET]: er worden personen
en een nachtlandschap waargenomen
(Alleen wanneer
[i NACHTL. SCHAP]: er wordt een
nachtlandschap waargenomen
[i ZONSONDERG.]: er wordt een
zonsondergang waargenomen
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is
voltooid:
knippert → verlicht)
wordt geselecteerd)
VQT2N06 25
Page 26
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO] (vervolg)
Opnamemodus:
■
Flitsen
Selecteer (i Auto) of (Gedwongen uit).
•
Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/
rode-og),
automatisch geselecteerd, afhankelijk van het soort
onderwerp en de helderheid. (Zie voor meer informatie
• en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie
is geactiveerd.
• Bij en is de sluitertijd langer.
Naast de automatische scènedetectie worden [] in [GEVOELIGHEID] en de
●
tegenlichtcompensatie automatisch ingeschakeld.
U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [INTELLIGENT AUTO].
●
• (Menu [OPNAME]): [FOTO RES.]
• (Menu [SET-UP]
DEMO]
1
∗
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
2
∗
De andere onderdelen in het [SET-UP] menu weerspiegelen de instellingen die
gemaakt zijn voor andere opnamefuncties.
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende
●
omstandigheden.
Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren,
contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen
Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht
komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie
maakt daarom het gehele beeld helderder.
Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en
●
zelfontspanner te gebruiken.
Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
●
seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet.
De instellingen voor de volgende functies staan vast.
(9-zone-scherpstellen) wanneer er geen gezicht wordt herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
●
[BELICHTING], [DIG. ZOOM]
2
∗
): [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
(Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.)
1
∗
, [BURSTFUNCTIE], [KLEURFUNCTIE]
3
∗
• [AF ASS. LAMP]: [ON]
1
∗
, [TAAL], [O.I.S.
(→36)
1
∗
)
26 VQT2N06
Page 27
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [NORMALE FOTO]
Opnamemodus:
Via het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Ontspanknop
■
Zoom gebruiken
(→29)
■
Flitser gebruiken
(→35)
■
Beeldhelderheid aanpassen
(→39)
■
Close-upfoto’s maken
(→37)
■
Kleur aanpassen
(→55)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer de modus [NORMALE FOTO]
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in
en stel scherp)
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is
voltooid:
knippert → verlicht)
AF-gebied
(Stelt scherp op onderwerp. Als dit is voltooid:
rood → groen)
Gebruik in geval van een waarschuwing over
●
beweging [STABILISATIE], een statief of
[ZELFONTSPANNER].
Als de diafragmawaarde of sluitertijd rood
●
worden weergegeven, is de belichting niet juist.
Gebruik de flitser of wijzig de instellingen voor
[GEVOELIGHEID].
Diafragmawaarde Sluitertijd
Trillingswaarschuwing
VQT2N06 27
Page 28
Foto’s maken met uw eigen instellingen
[NORMALE FOTO] modus (vervolg)
Opnamemodus:
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
AF-gebied
Keer terug naar de gewenste compositie
Druk volledig in
AF-gebied
Onderwerpen/omgevingen waarbij
●
scherpstellen een probleem kan zijn:
•
Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen
of voorwerpen zonder kleurcontrasten
•
Foto’s maken door een ruit of vlakbij
voorwerpen die licht uitstralen. In het
donker, of als de camera erg beweegt.
•
Wanneer u te dicht bij het object staat of
wanneer u een foto maakt waarop zowel
veraf als dichtbij gelegen objecten staan
We raden u aan bij het
●
fotograferen van personen (→56) de
gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer er niet
●
goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera
niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt.
Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht of tijdens het
●
gebruik van de digitale zoomfunctie.
De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm wanneer u de
●
ontspanknop halverwege indrukt.
Scherpstelbereik
Richtingwaarnemingsfunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden
automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
●
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn
gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid.
Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
●
28 VQT2N06
Page 29
Foto’s maken met zoom
Opnamemodus:
‘Optische zoom’ biedt een vergroting van 4 x. Bij een lager opnamepixelniveau kan
met ‘Extra optische zoom’ maximaal 8,4 x (DMC-FP2) of 7,8 x (DMC-FP1) worden
ingezoomd. Voor nog verder inzoomen is ‘Digital zoom’ beschikbaar.
In-/uitzoomen
Groter gebied
fotograferen
(groothoek)
Richting W
(groothoek): 1 x
Stel de foto scherp nadat u de
●
Het onderwerp
vergroten (tele)
Richting T (tele):
maximaal 4 x
Zoombalk
Scherpstelgebied
Zoomfactor
(ong.)
zoominstelling hebt aangepast.
Optische zoom en extra optische zoom (EZ)
U schakelt automatisch over op ‘optische zoom’ bij gebruik van de maximale
fotoresolutie (→53) en anders op ‘extra optische zoom’ (voor een nog grotere
zoomfactor). (EZ is de afkorting van ‘extra optische zoom’.)
• Optische zoom • Extra optische zoom
Zoombalk
Maximale zoomfactor per fotoresolutie
●
DMC-FP2Optische zoomExtra optische zoom
[FOTO RES.]14 M - 10.5 M
Max. vergroting4 x4,7 x6,8 x8,4 x
DMC-FP1Optische zoomExtra optische zoom
[FOTO RES.]12 M - 9 M
Max. vergroting4 x4,9 x6,3 x7,8 x
Systeem voor Extra optische zoom
●
10 M
8 M
Wanneer het opnamepixelniveau wordt ingesteld op [3 M ] (equivalent aan 3 miljoen
pixels), worden 3 miljoen pixels van het beschikbare pixelniveau in het midden van de
CCD voor de opnamen gebruikt, zodat een hogere vergrotingsfactor mogelijk is.
De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting.
●
( op het scherm)
5 M 3 M of minder
5 M 3 M of minder
VQT2N06 29
Page 30
Foto’s maken met zoom (vervolg)
Opnamemodus:
Verder vergroten [DIG. ZOOM]
De zoomfactor is 4 maal groter dan met optische/extra optische zoom.
(Let op: bij vergroting met digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af.)
Geef het menu [OPNAME] weer
Selecteer [DIG. ZOOM]Sluit het menu
Het digitale zoomgebied verschijnt op de zoombalk van het scherm.
Voorbeeld: Met 16 x
16 x
Digitale zoomgebied
• Het zoomen stopt even als u overgaat naar het
digitale zoombereik.
•
Binnen het digitale zoombereik wordt het AF-gebied
groter weergegeven als u de ontspanknop half indrukt.
• Het verdient aanbeveling hierbij een statief en de
[ZELFONTSPANNER] te gebruiken.
Selecteer [ON]
Beelden kunnen nog meer vervormd raken als u foto’s met een grotere hoek maakt
●
van onderwerpen dichtbij. Meer telescopische zoom kan zorgen voor gekleurde randen
rond onderwerpen.
U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel
●
gebruikt. Dit is normaal.
Wanneer Extra optische zoom wordt gebruikt, stopt het zoomen halverwege kort, maar
●
dit is geen storing.
Bij de [MACRO ZOOM], filmopname van bewegende beelden, [TRANSFORMEREN],
●
[H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], en [FOTO FRAME]
scènefuncties
De digitale zoom kan in de volgende modi niet worden gebruikt.
●
•
(Modus [INTELLIGENT AUTO]) • De scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME]
30 VQT2N06
Page 31
Uw foto’s bekijken[NORMAAL AFSP.]
Afspeelmodus:
Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart afgespeeld.
Zonder een kaart worden de beelden vanuit het ingebouwde geheugen afgespeeld.
Druk op de afspeelknop
Zoomhendel
Doorloop de foto’s
Vorige
[DISPLAY]
• Druk opnieuw op deze knop om
naar de opnamemodus te gaan.
Volgende
■
Vergroten (Zoom afspelen)
Draai in
de richting
van de T
•
Elke keer als u de zoomhendel in
de richting van de T draait, wordt
de vergroting in vier stappen
vergroot na 1x: 2x, 4x, 8x en 16x.
(De weergegeven beeldkwaliteit
wordt achtereenvolgens lager.)
• Uitzoomen→ draai de knop in
de richting van de W
•
Zoompositie verplaatsen→ ▲▼◄►
■
Als lijst afspelen
(Meerdere afspelen / Kalender
afspelen) (→61)
■
Beelden bekijken met
Huidige zoompositie
(1 sec. weergegeven)
verschillende weergavemodi
(Diashow, enzovoort) (→63)
■
Afspelen van filmopnamen
(→62)
Bestandsnummer
Fotonummer/Totaal aantal foto’s
• Druk op de ontspanknop om naar de
opnamemodus te gaan.
Houd de knop ingedrukt om snel vooruit/
●
achteruit te bladeren.
(Als u de knop ingedrukt houdt, veranderen
alleen de bestandsnummers. De foto
verschijnt als u de knop los laat.)
Hoe langer u de knop ingedrukt houdt, hoe
sneller u bladert.
(De snelheid is afhankelijk van de
weergaveomstandigheden)
Als u het bestandsnummer niet ziet, drukt u
●
op de knop [DISPLAY].
Na de laatste foto keert u terug naar de
●
eerste foto.
U kunt sommige foto’s die op de computer
●
zijn bewerkt, niet op deze camera bekijken.
Deze camera voldoet aan de DCF-norm
●
(Design rule for Camera File System)
zoals deze is vastgelegd door de Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association (JEITA) en aan de
Exif-indeling (Exchangeable Image File
Format). Bestanden die niet voldoen aan
DCF kunnen niet worden afgespeeld.
VQT2N06 31
Page 32
Foto’s verwijderen
Afspeelmodus:
De foto’s worden van de kaart verwijderd als de kaart in de camera is geplaatst, of uit het ingebouwde
geheugen als deze niet is geplaatst. (Verwijderde foto’s kunnen niet worden teruggehaald.)
Druk hierop om de weergegeven foto
te verwijderen
Selecteer [JA]
• Schakel tijdens
de verwijdering de
stroom niet uit.
[DISPLAY]
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen
(na stap )
Selecteer het type verwijdering
• Ga naar
stap
wanneer
u [ALLES
WISSEN]
selecteert
Selecteer de foto’s die u wilt
verwijderen (herhalen)
•
Annuleren
→ druk
opnieuw
op
[DISPLAY].
Geselecteerde foto
Verwijder ze
Selecteer [JA]
•
Annuleren → Druk op [MENU/SET].
•
Dit kan even duren, afhankelijk van
het aantal foto’s dat wordt verwijderd.
•
U kunt bij [ALLES WISSEN] de optie
[ALLES WISSEN BEHALVE
selecteren als [FAVORIETEN] is
ingesteld op [ON] (→70) en er foto’s
zijn geregistreerd.
]
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel).
●
Foto’s kunnen in de volgende gevallen niet worden verwijderd:
●
• Beveiligde foto’s
• Wanneer de kaartvergrendeling in de positie ‘LOCK’ staat.
• Wanneer foto’s niet in de DCF-indeling staan (→31)
U kunt ook bewegende beelden verwijderen.
●
Om alle gegevens te wissen, inclusief alle beveiligde beelden, verricht u het [FORMATEREN].
●
32 VQT2N06
Page 33
Weergave informatie voor opname wijzigen
U kunt schakelen tussen verschillende gegevens op het lcd-scherm, zoals richtlijnen en
opnamegegevens.
Indrukken om de weergave te
wijzigen
In de opnamemodus
●
Opname-informatieGeen schermweergaveRichtlijnen
In de weergavemodus
●
FotogegevensFotogegevens +
opnamegegevens
Geen schermweergave
■
Richtlijnen
• Referentie voor evenwicht en compositie tijdens
het fotograferen.
Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: scherm aan/uit
●
Bij het weergeven van menu’s, meerdere foto’s of de kalender: U kunt de weergave niet
●
wijzigen.
Richtlijnen worden niet weergegeven in de scènemodus [FOTO FRAME].
●
VQT2N06 33
Page 34
Fotograferen met de zelfontspanner
Opnamemodus:
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om trillingen te
voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen
op 2 seconden.
Geef [ZELFONTSPANNER] weer
Selecteer de tijdsduur
(Kan ook worden
geselecteerd
met ◄.)
Het menuscherm wordt
ongeveer 5 seconden
weergegeven. Items die u in
deze periode selecteert, worden
automatisch geselecteerd.
Maak een foto
Druk de ontspanknop helemaal in om
te beginnen met opnemen na de vooraf
ingestelde tijd.
Bij instellen op de [BURSTFUNCTIE] worden er drie foto’s genomen. Bij instellen op de
●
[FLITS-BURST] scènefunctie worden er vijf foto’s genomen.
Er wordt automatisch scherpgesteld vlak voordat het opnemen begint als u de
●
ontspanknop hier volledig indrukt.
Nadat de indicator voor de zelfontspanner stopt met knipperen, kan deze gaan branden
●
als AF-assistlampje.
U kunt deze functie niet gebruiken in de scènemodus [HI-SPEED BURST].
●
In de scènemodus [ZELFPORTRET] is [10 SEC.] niet beschikbaar.
●
→ druk op [MENU/SET]
34 VQT2N06
Page 35
Fotograferen met een flitser
Opnamemodus:
Geef [FLITS] weer
Selecteer het gewenste type
(Kan ook worden
geselecteerd
met ►.)
Zorg voor een minimale afstand
●
van 1 m. als u flitsopnamen
maakt van kleine kinderen.
[AUTO]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst.
[AUTO/RODE-OG]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst
(met rode-ogenreductie).
[FLITS ALTIJD AAN]
• Altijd flitsen
[GDW. AAN/RODE-OG]
• Altijd flitsen (met rode-ogenreductie)
[LNGZ. SY./RODE-OG]
•
Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met rodeogenreductie en lange sluitertijd voor meer helderheid).
[GEDWONGEN UIT]
• Nooit flitsen
1
∗
De flitser wordt twee keer geactiveerd. Stop met bewegen voordat de tweede keer wordt geflitst.
Type, bewerkingenToepassingen
1
∗
1
∗
1
∗
Het interval tussen de flitsen varieert, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Wanneer [RODE-OGEN CORR] wordt geactiveerd in het opnamemenu, wordt het pictogram
weergegeven, worden rode ogen automatisch gedetecteerd en worden de fotogegevens
gecorrigeerd. (Alleen wanneer [AF MODE] is ingesteld op (gezichtsdetectie).)
(
Voorbeeld: [Modus [NORMALE FOTO]
(
))
Het menuscherm wordt ongeveer
5 seconden weergegeven. Items
die u in deze periode selecteert,
worden automatisch geselecteerd.
Normaal gebruik
Onderwerpen in een donkere
omgeving fotograferen
Fotograferen met achtergrondlicht
of onder felle lampen (bijvoorbeeld
tl-licht)
Onderwerpen fotograferen tegen een
nachtlandschap (statief aanbevolen)
Plaatsen waar u niet mag flitsen
De sluitertijden zijn als volgt:
●
•, , , : 1/30 - 1/1600
•, : 1/8
2
∗
Max. 1/4 sec. wanneer [] onder [GEVOELIGHEID] is ingesteld; max. 1 sec. wanneer
2
∗
- 1/1600
[STABILISATIE] op [OFF] is ingesteld of wanneer er weinig onscherpte is. Varieert ook afhankelijk
van de modus [INTELLIGENT AUTO], de scène in [SCÈNE MODE] en de zoompositie.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed
●
door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera
kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
VQT2N06 35
Page 36
Fotograferen met een flitser(vervolg)
Opnamemodus:
■
Beschikbare typen per modus (○: beschikbaar, —: niet beschikbaar, ○:
standaardinstelling)
[SCÈNE MODE]
○○∗○○○○○-○
○
-
○
---------
-------
○○○○○○○○○○○○○○-○○○○
∗
Stel in op (Auto), (Auto/rode-og), (Lngz. sy./rode-og) of (Langz. sync.),
afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
• De flitser kan niet worden gebruikt in de filmmodus en in deze scènemodi: , ,
, , , en .
■
Scherpstelgebied afhankelijk van ISO-gevoeligheid en zoom
[GEVOELIGHEID]
(→54)
[H. GEVOELIGH.] in
[SCÈNE MODE] (→45)
[FLITS-BURST] in
[SCÈNE MODE]
(→46)
Raak de flitser niet aan en kijk er niet van dichtbij (een paar cm) in (→7).
●
Flits niet dicht in de buurt van andere onderwerpen (warmte en licht kunnen
schadelijk zijn voor het onderwerp).
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
●
Wanneer [] is ingesteld onder [GEVOELIGHEID], wordt de ISO-gevoeligheid
●
automatisch ingesteld in een bereik tot 1600.
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
●
Als er moet worden geflitst, worden de flitstypesymbolen (bijvoorbeeld ) rood als
●
u de ontspanknop half indrukt.
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt
●
opgeladen) (bijvoorbeeld ).
Onvoldoende bereik van de flitser kan worden veroorzaakt door niet goed ingestelde
●
belichting of witbalans.
Het flitseffect wordt mogelijk niet volledig bereikt bij korte sluitertijden.
●
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser
●
enkele keren achter elkaar wordt gebruikt.
○○○○
-
○○○○○-○
[
]
ISO80ongeveer. 0,3 m - 1,0 m ongeveer. 0,5 m - 0,6 m
ISO100ongeveer. 0,3 m - 1,2 m ongeveer. 0,5 m - 0,7 m
ISO200ongeveer. 0,4 m - 1,7 m ongeveer. 0,5 m - 1,0 m
ISO400ongeveer. 0,6 m - 2,4 m ongeveer. 0,6 m - 1,4 m
ISO800ongeveer. 0,8 m - 3,4 m ongeveer. 0,6 m - 2,0 m
ISO1600ongeveer. 1,15 m - 4,9 m ongeveer. 0,9 m - 2,9 m
ISO1600-
ISO6400
ISO100-
ISO3200
-----
○
Max. W (groothoek)Max. T (tele)
ongeveer. 0,3 m - 4,9 m ongeveer. 0,5 m - 2,9 m
ongeveer. 1,15 m - 9,8 m ongeveer. 0,9 m - 5,8 m
ongeveer. 0,3 m - 3,2 m ongeveer. 0,5 m - 1,9 m
--
--
○○
-
○○
Scherpstelgebied
○○○
○
------
○○○○○○○○
--------
--------
--
36 VQT2N06
○○○
○
Page 37
Close-upfoto’s maken
Opnamemodus:
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door
instellen op [MACRO-AF] () onderwerpen dichter benaderen dan bij de normale
scherpstelafstand (tot op 10 cm in de maximale W groothoekstand).
Open de [MACRO STAND]
Selecteer [MACRO-AF]
Het kan even duren totdat
●
onderwerpen op grote afstand
scherp worden.
Bij gebruik van de
●
([INTELLIGENT AUTO] modus)
kunt u de macro-opnamefunctie
inschakelen door eenvoudigweg
de camera op uw onderwerp te
richten. ( aanduiding)
Maak een foto
Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven. Items die u in deze periode
selecteert, worden automatisch geselecteerd.
aanduiding
■
Scherpstelbereik voor de modus AF Macro
Afstand tussen de lens en
Zoomafstand
1 x (Max. W)
Tijdens opnamen in [MACRO ZOOM] is het scherpstelbereik 10 cm tot oneindig,
●
ongeacht de zoompositie.
4 x (Max. T)
het onderwerp
10 cm50 cm
Verandert geleidelijk
∞
VQT2N06 37
Page 38
Close-upfoto’s maken(vervolg)
Opnamemodus:
Fotograferen van nóg dichterbij [MACRO ZOOM]
Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [MACRO ZOOM] zodat
uw onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [MACRO-AF].
Zoomhendel
Open de [MACRO STAND]
Stel in op [MACRO ZOOM]
Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven. Items die u in deze periode
selecteert, worden automatisch geselecteerd.
Regel de vergroting van de
digitale zoom met de zoomhendel
Er is hierbij vast uitgezoomd naar de groothoekstand.
Het scherpstelbereik is van 10 cm -
∞.
Terug
Vergroten
Digitale zoom-vergroting (1 x tot 3 x)
Maak een foto
Bij de [MACRO ZOOM] wordt een sterkere vergroting bereikt, hetgeen een mindere beeldkwaliteit
●
geeft.
Wanneer de ingezoomde macrostand wordt ingesteld, wordt Extra optische zoom uitgeschakeld.
●
We raden u aan een statief of de [ZELFONTSPANNER] te gebruiken of [FLITS] in te stellen op
●
[GEDWONGEN UIT].
Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw foto’s onscherp zijn wanneer uw
●
onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik
bijzonder gering is.
De resolutie buiten het scherpgestelde gebied kan lager zijn.
●
38 VQT2N06
Page 39
Foto’s maken met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote
verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). Afhankelijk
van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
OnderbelichtOptimale belichtingOverbelicht
PlusrichtingMinrichting
Geef [BELICHTING] weer
Selecteer een waarde
[0] (geen compensatie)
Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde (bijvoorbeeld ) in de
●
linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven.
De belichtingscompensatie die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera is
●
uitgeschakeld.
De belichtingscompensatie kan niet worden gebruikt bij de [STERRENHEMEL]
●
scènefunctie.
VQT2N06 39
Page 40
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE]
Opnamemodus:
Met [SCÈNE MODE] kunt u fotograferen met optimale instellingen voor specifieke scènes
(belichting, kleur enzovoort).
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Zoomhendel
Selecteer [SCÈNE MODE]
[DISPLAY]
[MENU/SET]
■
Veelgebruikte scènes
registreren
[MY SCENE MODE] (→48)
Wanneer u een scènemodus kiest die niet geschikt is voor de feitelijke scène kan dit de
●
kleur van uw foto’s beïnvloeden.
De volgende instellingen van het menu [OPNAME] worden automatisch aangepast
●
en kunnen niet handmatig worden geselecteerd (instellingen afhankelijk van de
geselecteerde scène).
[GEVOELIGHEID], [KLEURFUNCTIE]
De witbalans kan alleen in de volgende scène worden ingesteld.
●
[PORTRET], [GAVE HUID], [TRANSFORMEREN], [ZELFPORTRET], [SPORT],
[BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FOTO FRAME]
(De instelling wordt teruggezet naar [AWB] wanneer een andere scène wordt gekozen.)
De beschikbare flitstypen (→36) variëren afhankelijk van de scène. De flitserinstelling
●
voor de scènemodus wordt op de beginwaarde teruggezet wanneer de scènemodus
wordt gewijzigd.
De richtlijnen worden in grijs weergegeven in de scènemodi [NACHTPORTRET],
●
[NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK].
Kies de scènefunctie en stel deze in
Scènemenu
●
Met de
zoomhendel kunt
u ook naar het
volgende scherm
gaan.
Beschrijving van de verschillende
scènes bekijken:
selecteer een scène en druk op [DISPLAY].
40 VQT2N06
Page 41
Flitser gebruiken in scènemodi (→36)
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Verbetert de huidskleur van onderwerpen
voor een gezonder uiterlijk in helder daglicht.
[PORTRET]
[GAVE
Tips
• Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
• Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
Verzacht de kleuren van de huid in helder
daglicht buiten (portretten vanaf de borst).
Tips
• Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
• Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
HUID]
Verandert uw onderwerp in een filmster of
een superslanke verschijning.
Gebruik ▲▼ om het transformatieniveau te
kiezen en druk dan op [MENU/SET] om het
vast te leggen.
[TRANSFORMEREN]
Maak een foto.
Opmerkingen
• Deze functie mag alleen worden gebruikt voor
privédoeleinden, dus niet voor winstbejag
of commerciële toepassingen, waarvoor
auteursrechten gelden.
• Gebruik deze functie niet zodanig dat het
iemand schade kan berokkenen of de
openbare orde of goede zeden kan aantasten.
• Gebruik de functie niet zo dat uw onderwerp
er door geschaad kan worden.
• De instellingen zijn
ook te wijzigen via het
Quick-menu.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• De duidelijkheid van het effect
kan variëren, afhankelijk van de
hoeveelheid licht.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• Als een deel van de achtergrond
enzovoort een kleur heeft die
dicht in de buurt komt van
huidskleur, wordt dit deel ook
zachter gemaakt.
• Wanneer u hiermee een foto
neemt, wordt de huidtint treffend
verbeterd.
• De beeldkwaliteit wordt iets
minder.
• [FOTO RES.] wordt als volgt
vastgezet.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• De gezichtsdetectie werkt
mogelijk niet zo effectief
wanneer u [SLANK HOOG] of
[UITREKKEN HOOG] gebruikt.
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
Extra-optische zoom/
[DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
: 3 M
: 2,5 M
: 2 M
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
VQT2N06 41
Page 42
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Foto’s van uzelf maken.
Tips
• Druk de ontspanknop half in → de indicator
[ZELFPORTRET]
[LANDSCHAP]
van de zelfontspanner gaat aan → druk de
ontspanknop volledig in → bekijken
(wanneer de indicator van de zelfontspanner
knippert, is niet goed scherpgesteld)
• Scherpstelling: 30 cm - 1,2 m (Max. W)
• Gebruik geen zoom (moeilijker scherp te
stellen).
(Zoom gaat automatisch naar max. W)
• Zelfontspanner van 2 seconden aanbevolen.
Heldere foto’s maken van brede onderwerpen
op afstand.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
Foto’s maken van scènes met snelle
bewegingen, bijvoorbeeld sport.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
[SPORT]
Foto’s maken van mensen en
nachtlandschappen met benadering van de
werkelijke helderheid.
Tips
• Gebruik de flitser.
• Het onderwerp mag niet bewegen.
[NACHTPORTRET]
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
• Ga tenminste 1,5 m weg staan en gebruik de
W-stand
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• Belangrijke vaste instellingen
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 1600)
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde (of maximaal
8 seconden als de flitser is
ingesteld op
• Er kan interferentie optreden bij
donkere scènes.
• De sluiter kan 8 seconde dicht
blijven nadat u de foto hebt
gemaakt.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
(gezichtsdetectie).
[GEDWONGEN UIT]
(gedwongen uit)).
(gezichtsdetectie).
]
42 VQT2N06
Page 43
Een scène selecteren (→40)
Flitser gebruiken in scènemodi (→36)
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Duidelijke foto’s maken van nachtscènes.
Tips
[NACHTL.
SCHAP]
Natuurgetrouwe foto’s maken van voedsel
[VOEDSEL]
Tips
Onderwerpen en de achtergrond helderder
maken in foto’s van gebeurtenissen binnen,
zoals bruiloften.
Tips
[PARTY]
De sfeer van een ruimte met kaarslicht fotograferen.
Tips
[KAARSLICHT]
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
• Ga op ongeveer 1,5 m afstand staan.
• Zoom: groothoek (richting W)
• Gebruik de flitser.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
• Gebruik geen flitser.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
(Sluitertijd: max. 1 sec.)
Max. T: 50 cm en hoger
Max. T: 50 cm en hoger
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal 8
seconden.
• Er kan interferentie optreden bij
donkere scènes.
• De sluiter kan 8 seconden dicht
blijven nadat u de foto hebt
gemaakt.
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
[GEDWONGEN UIT]
−
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
VQT2N06 43
Page 44
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Gebruikt een zwakke flits om de huidskleur
naar voren te halen.
• Leeftijd en naam vastleggen
(U kunt [BABY1] en [BABY2] fzonderlijk instellen.)
[BABY]
Geboortedatum: Stel de geboortedatum in
Naam: (Zie ‘Tekst invoeren’ (→60))
Tips
• Zorg ervoor dat [LEEFTIJD] en [NAAM] zijn
ingesteld op [ON] voordat u de foto maakt.
• Resetten : selecteer [RESETTEN] in het menu
[SET-UP].
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Vastleggen van de naam en de leeftijd van uw
huisdier bij het fotograferen.
Tips
• Hetzelfde als voor [BABY]
[HUISDIER]
Duidelijke foto’s maken van scènes als
zonsondergangen.
[ZONSONDERG.]
Selecteer [LEEFTIJD] of [NAAM] met ▲▼,
druk op ►, selecteer [SET] en druk op
[MENU/SET].
Stel de geboortedatum en naam in.
met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET].
Max. T: 50 cm en hoger
• De leeftijd en naam worden
na het instellen van deze
modus ongeveer 5 seconden
weergegeven.
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• De leeftijdsnotatie wordt bepaald
door de instelling voor [TAAL].
• U kunt de afdrukinstelling
[LEEFTIJD] en [NAAM] op
de computer opgeven via
de meegeleverde cd-rom
‘PHOTOfunSTUDIO’. U kunt via
[TEKST AFDR.] ook tekst aan de
foto toevoegen (→67).
• De geboortedatum wordt
weergegeven als [0 mnd. 0 dg.].
• Belangrijke vaste instellingen
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 1600)
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• De standaardinstellingen zijn als
volgt.
[AF MODE]:
op 1 punt)
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
•
Raadpleeg [BABY] voor andere
opmerkingen en vaste instellingen.
• De scherpstelling, zoom,
belichting, witbalans, sluitertijd en
ISO-gevoeligheid zijn gelijk aan
die van de eerste foto.
• U kunt de volgende functies niet
gebruiken.
Extra optische zoom/
[DIG. ZOOM]/
[ZELFONTSPANNER]/
[BURSTFUNCTIE]
• Als het opnemen wordt
herhaald, kan er onder bepaalde
omstandigheden enige vertraging
zijn voordat de camera weer fot
o’s neemt.
[GEDWONGEN UIT]
VQT2N06 45
Page 46
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Voor doorlopend opnemen op plaatsen met
weinig licht.
Gebruik ▲▼om het beeldformaat en de
beeldverhouding te kiezen en druk dan op
[MENU/SET] om die vast te leggen.
[FLITSBURST]
Neem uw foto’s (Houd de ontspanknop
ingedrukt).
Er worden doorlopend foto’s gemaakt zolang
u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Aantal achtereenvolgende foto’s: Max. 5
Tips
• Te gebruiken binnen de effectieve reikwijdte
van de flitser. (→36)
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Duidelijke foto’s maken van de sterrenhemel
of van donkere onderwerpen.
• Sluitertijdinstellingen
Selecteer met ▲▼ en druk op [MENU/
SET].
Druk op de ontspanknop.
[STERRENHEMEL]
Max. T: 50 cm en hoger
• U kunt het aantal
seconden wijzigen via
de snelle instelmodus.
(→16)
Het aftellen begint
• De beeldkwaliteit wordt iets
minder.
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 3200)
• De scherpstelling, zoomstand,
belichtingscompensatie, sluitertijd
en ISO-gevoeligheid worden
allemaal vastgesteld op de
waarde voor de eerste foto.
• De sluitertijd wordt 1/30 seconde
tot 1/1600 seconde.
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
Extra-optische zoom/
[DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
[BURSTFUNCTIE]/
[BELICHTING]
[FLITS ALTIJD AAN]
[GEDWONGEN UIT]
]
46 VQT2N06
Tips
• Stel langere sluitertijden in voor donkerdere
omstandigheden.
• Gebruik altijd een statief.
• Zelfontspanner aanbevolen.
• Beweeg de camera niet totdat het aftellen (zie
hierboven) is voltooid. (Het aftellen voor de
verwerking wordt later opnieuw weergegeven)
Page 47
Een scène selecteren (→40)
Flitser gebruiken in scènemodi (→36)
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Duidelijke foto’s maken van vuurwerk in de
nachtlucht.
Tips
• Ga op minstens 10 m afstand staan.
• Statief aanbevolen.
[VUURWERK]
Het heldere blauw van de lucht en de zee
naar voren halen zonder dat de foto te
donker wordt.
[STRAND]
[SNEEUW]
[LUCHTFOTO]
[ZANDSTRAAL]
De natuurlijke kleur van de sneeuw naar
voren halen op scènes van skipistes en
bergen.
Foto’s maken van het uitzicht vanuit het raam
van een vliegtuig.
Tips
• Richt de camera op de gebieden met
• Controleer of het interieur van het vliegtuig
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
Geeft korrelige foto’s in zwart/wit.
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Er wordt een kader over de foto geplaatst.
Druk op ◄► om het kader te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
[FOTO
FRAME]
contrasterende kleuren wanneer u scherpstelt.
niet in het raam wordt weerspiegeld.
Max. T: 50 cm en hoger
• De sluitertijd kan worden
ingesteld op 1/4 seconde of
2 seconden (wanneer er weinig
trillingen zijn of wanneer de
optische beeldstabilisatie
[OFF]) is). (wanneer u de
belichtingscompensatie niet
gebruikt)
• De kleur van het kader dat op het
scherm wordt weergegeven en
de kleur van het kader rond de
feitelijke foto kunnen verschillen,
maar dit is geen storing.
• Richtlijnen kunnen niet worden
weergegeven.
• De volgende functies zijn niet
beschikbaar.
Extra-optische zoom/
[DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
[GEDWONGEN UIT]
(gezichtsdetectie).
[GEDWONGEN UIT]
).
VQT2N06 47
Page 48
Veelgebruikte scènes registreren
[MY SCENE MODE]
Opnamemodus:
U kunt een veelgebruikte scènemodus in
Nadat u deze hebt geregistreerd, schakelt u over naar [MY SCENE MODE] en kunt u
opnemen in de geregistreerde scènemodus.
Zoomhendel
registreren.
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer [MY SCENE MODE]
[DISPLAY]
[MENU/SET]
■
Fotograferen in
geregistreerde scènemodus
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om de geregistreerde
scène te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
■
Geregistreerde
scènemodus wijzigen
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om de geregistreerde
scène (tweede van boven) te
selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Druk op [MENU/SET], selecteer
en druk vervolgens op ►.
Selecteer de scène in het
scènemenu en druk vervolgens
op [MENU/SET].
Kies de scènefunctie en stel deze in
(Druk op [MENU/SET], stel in op , en druk
dan op ►, als het scènemenu niet verschijnt.)
Als u een scène al in ‘My scene mode’
hebt geregistreerd, wordt deze als
geregistreerde scène weergegeven.
Scènemenu
●
Om een beschrijving van een
scènefunctie te zien:
Kies de scènefunctie en druk op
[DISPLAY].
U kunt ook de
zoomhendel
gebruiken
om door te
gaan naar
het volgende
scherm.
Zie voor meer informatie over de vooringestelde scène de pagina’s over de
●
scènemodus. (→40)
Als de opname-instellingen worden teruggezet met [RESETTEN] in het menu [SET-
●
UP], wordt de vooringestelde scènemodus gewist.
48 VQT2N06
Page 49
Filmen van bewegende beelden
Modus [BEWEGEND BEELD]
Opnamemodus:
U maakt als volgt films met geluid. (U kunt geen films zonder geluid opnemen.)
Microfoon
(Hier uw vinger niet opleggen)
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer de modus [BEWEGEND BEELD]
Verstreken opnameduur (ongeveer)
Verstreken opnameduur
■
Afspelen van filmopnamen
(→62)
Zie voor informatie over de beschikbare opnametijd (→92)
●
Afhankelijk van het gebruikte type kaart kan er enige tijd een kaarttoegangsscherm
●
verschijnen na het opnemen van een film. Dit geeft geen probleem aan.
Druk de ontspanknop helemaal in en laat deze direct weer los.
●
De volgende functies zijn niet beschikbaar.
●
Extra optische zoom en [LCD ROTEREN] voor verticaal gemaakte foto’s.
In [AF MODE] staat (9-zone-scherpstellen) vast ingesteld.
●
In [STABILISATIE] staat [MODE 1] vast ingesteld.
●
Wanneer er geen ruimte meer over is om de film op te slaan, wordt de opname
●
automatisch gestopt. Ook kunnen opnamen tijdens het maken worden gestopt,
afhankelijk van de gebruikte kaart.
Begin met filmen
Half indrukken
(stel scherp)
•
De scherpstelling en zoominstelling blijven staan
zoals ze waren aan het begin van de opname.
Druk volledig in
(beginnen met filmen)
Stop met filmen
Druk volledig in
VQT2N06 49
Page 50
Filmen van bewegende beelden
[BEWEGEND BEELD] modus (vervolg)
Opnamemodus:
[OPN. KWALITEIT]
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse
∗
Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
∗
van ‘klasse 6’ of hoger.
Geef het menu [OPNAME]
weer
Selecteer de gewenste
beeldkwaliteit
Selecteer [OPN. KWALITEIT]
Sluit het menu
BeeldkwaliteitBeeldformaatAantal frames
[HD]1280 × 720 pixels
[WVGA]848 × 480 pixels
[VGA]640 × 480 pixels
∗
[QVGA]
∗
[QVGA] is vast ingesteld wanneer wordt opgenomen op het ingebouwde geheugen.
Afhankelijk van de opnameomgeving voor films kunnen statische elektriciteit of elektromagnetische
●
golven ertoe leiden dat het scherm tijdelijk zwart wordt of dat er ruis wordt opgenomen.
Controleer voordat u gaat filmen of de batterij voldoende is opgeladen of gebruik een
●
netadapter (optioneel).
Wanneer u films maakt met een netadapter en de netadapter uit het stopcontact
●
verwijdert, of wanneer de stroom uitvalt, wordt de stroomtoevoer naar de camera
onderbroken en wordt de film waarmee u bezig was, niet verder opgenomen.
Als u films probeert af te spelen die met de camera op andere apparaten zijn
●
opgenomen, kunnen deze mogelijk niet worden afgespeeld of kunnen de beeld- of
geluidskwaliteit slecht zijn.
Ook kunnen er onjuiste opnamegegevens worden weergegeven.
Films die met de camera zijn opgenomen, kunnen niet worden afgespeeld op
●
Panasonic LUMIX digitale camera’s die vóór juli 2008 zijn verkocht. (Films die zijn
opgenomen met LUMIX digitale camera’s die vóór deze datum zijn opgenomen,
kunnen echter wel op deze camera worden afgespeeld.)
320 × 240 pixels
30 fps
Beeldverhouding
16:9
4:3
50 VQT2N06
Page 51
Nuttige functies voor op reis
Opnamemodus: ∗
[REISDATUM] (Reisdatum en bestemming vastleggen)
Informatie vastleggen over de opnamedag en -plaats door een vertrekdatum en
bestemming in te stellen.
Instellen:
• U moet van tevoren de klok instellen (→12).
• Druk op [MENU/SET] → Menu [SET-UP] → Selecteer [REISDATUM]
Selecteer [REIS-SETUP]
∗
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
Selecteer [LOCATIE]
Selecteer [SET]
Stel de vertrekdatum in
Druk op ▲▼◄► om de
terugkeerdatum in te stellen en
druk vervolgens op [MENU/SET]
Druk om door te gaan zonder de
terugkeerdatum in te stellen op
[MENU/SET] zonder iets in te voeren.
Het aantal dagen dat is verstreken wordt ongeveer 5 seconden lang aangegeven wanneer u overschakelt van de
●
weergave- naar de opnamestand of wanneer u de stroom inschakelt. (
Wanneer de bestemming wordt ingesteld in [WERELDTIJD] (→52), wordt het verstreken aantal datum
●
berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming.
Als de instellingen worden gemaakt vóór de vertrekdatum, zal het aantal dagen tot het vertrek
●
worden aangegeven in oranje, met een minteken (maar niet opgenomen).
Als de [REISDATUM] wit wordt weergegeven met een minteken, is de [HOME]-datum een dag later
●
dan de [BESTEMMING]-datum (dit wordt vastgelegd).
Reisdatum of bestemming afdrukken → Gebruik [TEKST AFDR.] of druk de gegevens af met de
●
meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’.
De [REIS-SETUP] reisdatum kan worden opgenomen tijdens het filmen van bewegende beelden,
●
maar de [LOCATIE] plaats is niet op te nemen.
Selecteer [SET]
Voer de bestemming in
• Tekst invoeren (→60)
• Druk na het invoeren van de tekst
tweemaal op [MENU/SET] om de invoer
te voltooien.
■
De gegevens wissen
Na de terugkeerdatum worden de
gegevens automatisch gewist. Als u de
gegevens vóór deze datum wilt wissen,
selecteert u [OFF] in stap
vervolgens 3 keer op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
verschijnt rechts onder in het scherm.)
en drukt u
VQT2N06 51
Page 52
Nuttige functies voor op reis(vervolg)
Opnamemodus: ∗
[WERELDTIJD] (Lokale tijd registreren op een overzeese bestemming)
Instellen:
[GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN] wordt weergegeven wanneer u de wereldtijd
voor het eerst instelt. Druk in dit geval op [MENU/SET] en ga naar stap .
■
Stel thuiszone in
• U moet van tevoren de klok instellen (→12).
• Druk op [MENU/SET] →
Menu [SET-UP] → Selecteer [WERELDTIJD]
Selecteer [HOME]
∗
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
■
Stel het bestemmingsgebied in
Selecteer [BESTEMMING]
Stel uw thuiszone in
Huidige tijd
• Annulerenl
→
Druk op
.
Verschil met GMT
(Greenwich Mean Time)
Naam stad/regio
Het scherm van stap verschijnt
vervolgens alleen als de camera voor het
eerst wordt gebruikt (of na een reset).
Druk driemaal op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
Sluit het menu
■
Herhaal als u terug bent
Voer stap
■
Zomertijd instellen/opheffen
Wanneer de zomertijd wordt ingesteld bij [BESTEMMING], wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet.
●
Als de instelling wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd. Als u echter
de zomertijd instelt onder [HOME], zal de huidige tijd daardoor niet veranderen. Zet de huidige tijd in
dat geval 1 uur vooruit via [KLOKINST.] (→12).
Foto’s en films die u hebt opgenomen nadat u de reisbestemming hebt opgegeven, krijgen de
●
aanduiding
, , uit (links boven) en voer de oorspronkelijke tijd in.
Druk in stap op ▲. (Druk opnieuw op de knop om op te heffen)
(bestemming) tijdens het afspelen.
Stel het bestemmingsgebied in
Huidige tijd op geselecteerde
bestemming
Verschil met thuistijd
Naam stad/regio
Wanneer de werkelijke bestemming
niet beschikbaar is, selecteert u het
gebied gebaseerd op het ‘verschil met
de thuistijd’.
Sluit het menu
52 VQT2N06
• Annulerenl
→
Druk op
.
Page 53
Gebruik van het [OPNAME] menu
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→14)
Het ‘Quick-menu’ (→16) is handig voor het vlot oproepen van vaak gebruikte menu’s.
[FOTO RES.]
Fotoresolutie instellen. Deze instelling bepaalt hoeveel foto’s u kunt maken.
■
Modus:
■
Instellingen:
Capaciteit voor op te nemen beelden (→92)
DMC-FP2DMC-FP1
1
∗
●
Extra optische zoom kan worden gebruikt voor fotoresoluties die worden aangeduid
●
met .
Extra optische zoom is niet beschikbaar bij het filmen, wanneer u [MACRO ZOOM]
●
gebruikt of in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED
BURST], [FLITS-BURST] of [FOTO FRAME].
Er kan een mozaïekeffect verschijnen, afhankelijk van het onderwerp en de
Selecteer en druk op [MENU/SET].
Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld
papier) en druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET].
• De witbalans wordt ingesteld op .
• De witbalans die u instelt, blijft zelfs behouden
nadat de stroom wordt uitgeschakeld.
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in
te stellen als onderwerpen te licht of te donker zijn.
Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de
witbalans opnieuw in te stellen.
bewolkt) / (buiten, schaduw) / (gloeilamplicht) / (gebruikt
de waarden ingesteld in ) / (handmatig instellen)
Een foto kan rood of blauw lijken als deze
Blauwe lucht
●
buiten het bereik valt. Zelfs als de waarden
binnen het bereik vallen, werkt deze functie
mogelijk niet goed als er te veel lichtbronnen
zijn.
We raden aan [AWB]/[] in te stellen
●
onder tl-licht.
Maakt alleen een foto van witte
objecten in het frame (stap
)
VQT2N06 55
Page 56
Gebruik van het [OPNAME] menu (vervolg)
[AF MODE]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen.
■
Modus:
■
Instellingen: / /
Mensen van voren
fotograferen
(Gezichtsdetectie)
Onderwerp niet in het
midden van de foto
(AF-gebied wordt pas
weergegeven als er is
scherpgesteld)
(9-zone-scherpstellen)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en
scherpstelling hierop aan.
Er wordt automatisch scherpgesteld op één van de 9 punten
AF-gebied
Geel: Als u de ontspanknop half indrukt,
wordt het kader groen als de
camera is scherpgesteld.
Wit:
Verschijnt bij detectie van meerdere
gezichten. Andere gezichten die op
dezelfde afstand zijn als de gezichten in
het gele AF-gebied, worden ook scherp
vastgelegd.
AF-gebied
Bepaalde positie voor
scherpstelling
(Scherpstellen op 1 punt)
Het autofocusgebied wordt vergroot onder donkere omstandigheden of tijdens gebruik
●
Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van
de foto. (Aanbevolen wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
AF-gebied
van de digitale zoomfunctie of de macro-zoomfunctie, e.d.
U kunt gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen.
●
[NACHTL. SCHAP], In de scènemodi [VOEDSEL], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [LUCHTFOTO]
Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de
●
instelling ‘Gezichtsdetectie’, schakelt u naar een andere instelling.
De functie Gezichtsdetectie werkt wellicht niet in de volgende omstandigheden.
●
(AF MODE ingesteld op )
• Als het gezicht niet of niet helemaal naar de
camera kijkt
• Als het gezicht is verborgen achter een
zonnebril of iets dergelijks.
•
Wanneer er weinig schaduw is op de gezichten
• Als het gezicht heel helder of donker is
• Als het gezicht klein lijkt op het scherm
• Bij snelle bewegingen
• Als de camera trilt
• Als het onderwerp geen mens is, maar
bijvoorbeeld een huisdier
• Bij gebruik van digitale zoom
56 VQT2N06
Page 57
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→14)
[BURSTFUNCTIE]
Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
Het fotograferen wordt langzaam maar zeker trager. (Het begin van de vertraging varieert,
afhankelijk van het type kaart en het opnamepixelniveau.)
De scherpstelling wordt vastgezet bij de eerste foto. De belichting en de witbalans
●
worden voor elke foto aangepast.
Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
●
De burstsnelheid kan teruglopen als de ISO-gevoeligheid op hoog wordt ingesteld,
●
of als de sluitertijd langer wordt op donkerdere locaties.
Wanneer burst wordt geselecteerd, wordt de flitser uitgeschakeld.
●
Wanneer burst wordt gebruikt met het ingebouwde geheugen, kan het even duren
●
voordat de gegevens zijn weggeschreven.
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
●
uitgeschakeld.
Wanneer u bewegende onderwerpen fotografeert in situaties met een groot verschil
●
tussen lichte en donkere gebieden, is het niet altijd mogelijk om de optimale belichting
te krijgen.
Auto review vindt plaats ongeacht de instelling van [AUTO REVIEW].
●
Burst is niet beschikbaar in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [HI-SPEED BURST],
●
[FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME].
Met de scènemodus [HI-SPEED BURST] kunt u foto’s sneller na elkaar maken.
●
[FLITS-BURST] is handig om continu foto’s met flitser te maken op donkere locaties.
∗
Aantal foto’s
Tot kaart/ingebouwd
geheugen vol is
[DIG. ZOOM]
Vergroot het effect van optische zoom of extra optische zoom met maximaal 4 keer.
(Zie voor meer informatie (→30))
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/[ON]
Deze staat vast op [ON] wanneer de [MACRO ZOOM] is ingeschakeld.
●
Niet beschikbaar in de opnamemodus voor film. In andere opnamemodi wordt de
Wanneer er duidelijk sprake is van interferentie: instellen op [NATURAL].
●
In de ([INTELLIGENT AUTO] modus) kunnen alleen [STANDARD], [B/W], en
●
[SEPIA] worden gekozen.
Neemt automatisch trillingen waar en corrigeert die.
■
Modus:
■
Instellingen:
InstellingenEffect
Deze instelling is vastgezet op
●
[OFF] in de scènemodus [STERRENHEMEL].
Omstandigheden waarbij de optische beeldstabilisatie minder goed werkt:
●
Heftig schudden of trillen, extreme zoomstand (inclusief het digitale zoombereik),
snel bewegende onderwerpen, opnamen binnenhuis of bij slecht licht (vanwege een
langzame sluitertijd)
Deze staat vast op [MODE 1] tijdens het filmen van bewegende beelden.
●
[COOL] (meer blauw) / [WARM] (meer rood)
[STABILISATIE]
[OFF]Foto’s die opzettelijk worden gemaakt zonder bewegingscorrectie
[AUTO]
[MODE 1]
[MODE 2]
De optimale beeldstabilisatie wordt automatisch ingeschakeld, al naar
gelang de opnameomstandigheden.
Constante correctie
(Monitorbeeld stabiel, compositie gemakkelijk te maken)
Correctie op het moment dat de ontspanknop wordt ingedrukt
(Effectiever dan [MODE 1])
[MODE 2]
in de scènemodus [ZELFPORTRET] en op
58 VQT2N06
Page 59
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→14)
[AF ASS. LAMP]
Maakt de lamp aan als het donker is, zodat u gemakkelijker kunt scherpstellen.
■
Modus:
■
Instellingen:
Kan niet worden ingesteld in de opnamemodus voor films. In andere
●
opnamemodi wordt de instelling toegepast.
[OFF] : Lamp uit (dieren in het donker fotograferen
enzovoort)
[ON] : Lamp gaat aan als u de ontspanknop half indrukt
en groter AF-gebied weergegeven)
(
(Dek de lamp niet af en kijk niet van dichtbij in de lamp)
Lampje: Effectieve afstand: 1,5 m
[RODE-OGEN CORR]
Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd
wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ().
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/[ON]
Uitgeschakeld wanneer [AF MODE] niet is ingesteld op (gezichtsdetectie).
●
Compensatie is niet altijd mogelijk. Dit is afhankelijk van de omstandigheden van de
●
rode ogen.
Wanneer [ON] wordt geselecteerd, wordt weergegeven in het pictogram van de
●
flitser. (→35)
[KLOKINST.]
De klok instellen. Dezelfde functie als in het menu [SET-UP] (→12).
VQT2N06 59
Page 60
Tekst invoeren
Met de cursorknoppen kunt u namen invoeren in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER] of
namen invoeren van een [LOCATIE] in [REISDATUM].
(Ga op het instelscherm van elk menu als volgt te werk)
Selecteer het type teken
: hoofdletters/kleine letters
: symbolen/cijfers
Verandert elke
keer als u op
de knop drukt.
Selecteer tekens en druk op [MENU/SET] (herhalen)
• Er wordt tekst ingevoegd op de
cursorpositie.
Cursorpositie
Selecteer [INST.] wanneer u klaar bent met het invoeren van
tekst en druk op [MENU/SET]
■
Tekst bewerken
Druk op ▲▼◄► om de cursor te
verplaatsen naar de tekst die u wilt
bewerken.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met
de zoomhendel.
Druk op ▲▼◄► om [WISSEN] te
selecteren en druk daarna op [MENU/
SET].
Druk op ▲▼◄► om de juiste tekst te
selecteren en druk daarna op [MENU/
SET].
: u kunt maximaal 30 tekens invoeren.
●
U kunt de invoerpositiecursor naar links en rechts verplaatsen met de zoomhendel.
●
Druk op om terug te keren naar het menuscherm.
●
De tekst loopt naar beneden als deze niet op het scherm past.
●
U kunt de opgegeven tekst afdrukken met [TEKST AFDR.] (→67) of via de software
●
‘PHOTOfunSTUDIO’ op de cd-rom (bijgeleverd).
60 VQT2N06
Page 61
Bekijken als lijst (Meerdere afspelen/Kalender afspelen)
Afspeelmodus:
U kunt 12 (of 30) foto’s tegelijk bekijken (meerdere afspelen), of alle foto’s bekijken die op
een bepaalde datum zijn gemaakt (afspelen op kalender).
Druk op de afspeelknop
• Foto's bekijken:
Druk op ◄►
Stel in op weergave op meerdere schermen
Fotonr.Opnamedatum
Totaal aantal
Elke keer
als u de
knop naar
■
Herstellen
Draai in de richting
van de T.
■
Wijzigen van
W draait,
bladert u
verder.
(12 foto’s)
12/30-fotoweergave
naar
1-fotoweergave
Selecteer een foto met
▲▼◄► en druk op
[MENU/SET]
Alleen maanden waarin foto's zijn gemaakt, worden op het kalenderscherm
●
weergegeven. Foto’s die zonder klokinstellingen zijn genomen, worden weergegeven
met de datum 1 januari 2010.
Kan niet geroteerd worden weergegeven.
●
Foto’s met [!] kunnen niet worden afgedrukt.
●
Foto’s met de bestemmingsinstelling [WERELDTIJD] verschijnen in de
●
kalenderweergave met de juiste datum voor de tijdzone van de bestemming.
(30 foto’s)
Geselecteerde datum (Eerste foto vanaf datum)
(Kalenderweergave)
Schuifbalk
Fototype
• [FAVORIETEN]
• [BEWEGEND BEELD]
• [BABY]
• [HUISDIER]
• [REISDATUM]
• [WERELDTIJD]
• [TEKST AFDR.]
• Selecteer de week met
▲▼ en de datum met ◄►
en druk op [MENU/SET]
om de foto’s van die datum
met 12 tegelijk op het
scherm weer te geven.
VQT2N06 61
Page 62
Films bekijken
Afspeelmodus:
Films kunnen net als foto’s worden afgespeeld.
Druk op de afspeelknop
Selecteer de film en begin met afspelen
Opnameduur
voor bewegende
beelden
■
Bewerkingen tijdens het afspelen
van bewegende beelden
■
Wissen
(→32)
Films die op andere apparatuur zijn opgenomen, worden mogelijk niet goed afgespeeld.
●
Bij gebruik van een geheugenkaart met hoge capaciteit kan het terugzoeken nogal wat
●
tijd vergen.
Voor het bekijken van de films op een computer gebruikt u [QuickTime] op de
●
bijgeleverde cd-rom.
▲:Pauzeren/afspelen
▼:Stop
◄: Snel terugspoelen
(2 stappen)
Beeld voor beeld
terugspoelen
(wanneer wordt
gepauzeerd)
►: Snel vooruitspoelen
(2 stappen)
Beeld voor beeld
vooruitspoelen
(wanneer wordt
gepauzeerd)
• Druk op ▲ tijdens snel
terugspoelen of snel vooruitspoelen
om terug te keren naar de normale
afspeelsnelheid.
• U kunt het volume aanpassen met
de zoomhendel.
Filmpictogram
62 VQT2N06
Page 63
Verschillende afspeelmethoden
Afspeelmodus:
Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren.
(Afspeelmodus)
Druk op de afspeelknop
Open het scherm voor selectie van
de afspeelmodus
■
Selecteer de afspeelmethode
[NORMAAL AFSP.]
(→31)
■
[DIASHOW]
(→64)
■
[CATEGOR. AFSP.]
(→66)
■
[FAVORIET AFSP.]
(→66)
Wanneer er geen kaart is geplaatst, zullen de beelden worden weergegeven uit het
●
ingebouwde geheugen.
Nadat u van de opnamemodus naar de afspeelmodus bent overgeschakeld, wordt de
●
afspeelmodus automatisch [NORMAAL AFSP.].
[FAVORIET AFSP.] wordt alleen weergegeven als er beelden zijn ingesteld als
●
[FAVORIETEN] en als de instelling [ON] is.
VQT2N06 63
Page 64
Verschillende afspeelmethoden (Afspeelmodus)
(vervolg)
Afspeelmodus:
[DIASHOW]
Foto’s automatisch op volgorde en met muziek afspelen. Aanbevolen voor het bekijken
van uw beelden op een TV-scherm.
Selecteer een weergavemethode
• [ ALLE] : Alle foto’s afspelen
• [CATEGORIESELECTIE]
: Selecteer een categorie en speel af.
• [FAVORIETEN]: Foto’s weergeven die u hebt ingesteld als
Stel weergave-effecten in
(Selecteer categorie met ▲▼◄► en druk
op [MENU/SET].) (→66)
[FAVORIETEN]
(verschijnt alleen als er [FAVORIETEN]
zijn en de optie is ingesteld op [ON]).
(Selecteer muziek en effecten die aansluiten
[AUTO]
[NATURAL]
[SLOW]
[SWING]
[URBAN]
[OFF]Geen effecten
[EFFECT]
bij de foto’s)
Het optimale effect
wordt geselecteerd uit
[NATURAL], [SLOW],
[SWING] en [URBAN] (alleen
beschikbaar bij de instelling
[CATEGORIESELECTIE])
Weergeven met relaxte muziek en
schermovergangseffecten
Weergeven met levendige muziek
en schermovergangseffecten
Selecteer [START] met ▲ en druk op [MENU/SET]
• Druk op om tijdens de diashow terug te keren naar het menuscherm.
64 VQT2N06
[DUUR]
[HERHALEN]
[MUZIEK]
[SET-UP]
[1 SEC.] / [2 SEC.] / [3 SEC.] /
[5 SEC.] (Alleen beschikbaar als
[EFFECT] is ingesteld op [OFF])
[OFF]/[ON] (Herhalen)
[ON]: Het geluid wordt bij de
effecten afgespeeld.
[OFF]: Het geluid wordt niet
afgespeeld.
Page 65
Zie voor meer informatie over de overschakelingsprocedure voor de afspeelmodus
(→63)
■
Bediening tijdens de diavertoning
Pauze/weergave
(In de
pauzestand)
Vorige
Volume
omlaag
Wanneer er [URBAN] is geselecteerd, kan het beeld in zwart/wit verschijnen als
●
schermeffect.
U kunt geen muziekeffecten toevoegen.
●
Filmbestanden kunnen niet in een diashow worden afgespeeld. Wanneer de categorie
●
[BEWEGEND BEELD] wordt geselecteerd, worden de eerste schermen van films als
stilstaande beelden gebruikt om af te spelen in de diashow.
Bij beelden met een afwijkende beeldverhouding worden de randen afgekapt, zodat ze
●
schermvullend kunnen worden weergegeven.
Stoppen
(In de
pauzestand)
Volgende
Volume
omhoog
VQT2N06 65
Page 66
Verschillende afspeelmethoden (Afspeelmodus)
(vervolg)
Afspeelmodus:
[CATEGOR. AFSP.]
Beelden kunnen automatisch worden ingedeeld, zodat u ze per categorie kunt bekijken.
De automatische indeling begint u wanneer de [CATEGOR. AFSP.] kiest uit het
afspeelfunctie-keuzemenu.
Selecteer de categorie
Pictogrammen van fotocategorieën
(verschijnt na een aantal seconden)
(donkerblauw)
Aantal foto’s
Bekijk de beelden
• Foto’s verwijderen
→ Druk op .
Vorige Volgende
De kalenderaanduiding is niet te gebruiken.
●
Alleen de volgende afspeelmenu’s kunnen
●
worden ingesteld. [LCD ROTEREN],
[PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
Selecteer [NORMAAL AFSP.] als u
Hiermee kunt u handmatig de foto’s die zijn ingesteld als [FAVORIETEN] bekijken (deze
functie wordt alleen aangegeven als er [FAVORIETEN] zijn gekozen en als de instelling
op [ON] staat).
Bekijk de beelden
Vorige Volgende
De kalenderaanduiding is niet te gebruiken.
●
Alleen de volgende afspeelmenu’s kunnen worden ingesteld.
●
[LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
Selecteer [FAVORIET AFSP.] als u [NORMAAL AFSP.] wilt sluiten.
●
66 VQT2N06
Page 67
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Afspeelmodus:
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→14)
[KALENDER]
Kies een datum in het kalenderscherm om alleen de foto’s genomen op die dag te bekijken (→61).
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [KALENDER]
Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de afspeelfunctie staat ingesteld op [NORMAAL AFSP.].
●
[TEKST AFDR.]
De opnamedatum of de tekst die u in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER] hebt geregistreerd of de
[REISDATUM] wordt op de foto’s gezet. Dit is ideaal wanneer u foto’s op normaal formaat afdrukt.
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [TEKST AFDR.]
Druk op ▲▼ om [ENKEL]
of [MULTI] te selecteren en
druk dan op [MENU/SET]
Selecteer een foto
[ENKEL]
●
[MULTI] (maximaal 50 foto’s)
●
Instelling
[TEKST
AFDR.]
•
Annuleren → Druk nogmaals
op de knop [DISPLAY].
•
Instellen → Druk op
[MENU/SET].
Selecteer opties en voer
instellingen uit voor elke foto
[OFF]onderdelen
worden niet
afgedrukt
Kies of u de leeftijd wilt
afdrukken in jaren/maanden
• Dit scherm wordt niet weergegeven
als u
[OFF]
[NAAM]
hebt geselecteerd voor
in stap .
Selecteer [JA]
(Het scherm varieert, afhankelijk van
de fotoresolutie enzovoort)
•
Wanneer u [ENKEL]hebt geselecteerd
na stap , drukt u op om terug te
keren naar het menuscherm.
• De fotoresolutie wordt verminderd
als de foto groter is dan 3 M.
De foto wordt iets korreliger.
Beeldverhouding
4 : 33 M
3 : 22.5 M
16 : 92 M
Na
[TEKST AFDR.]
VQT2N06 67
Page 68
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
■
Onderdelen die kunnen worden afgedrukt
[OPNAMEDATUM][ZON. TIJD]: de opnamedatum afdrukken
[NAAM]Namen afdrukken die zijn geregistreerd in [BABY] of [HUISDIER]
[LOCATIE]Bestemmingen afdrukken die zijn geregistreerd in [REISDATUM]
[REISDATUM]Reisdatums afdrukken die zijn geregistreerd in [REISDATUM]
• Onderdelen waarvoor u [OFF] selecteert, worden niet afgedrukt.
■
Tekst die u wilt afdrukken controleren
‘Zoom afspelen’ (→31)
Kan niet worden gebruikt met foto’s die op andere apparatuur zijn gemaakt, foto’s die
●
zijn gemaakt zonder de klok in te stellen, of met films.
Foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden ingesteld op [NW. RS.] of [BIJSNIJD.]. Ook kan de
●
tekstafdruk niet worden gewijzigd en kunt u niet afdrukken met [PRINT INST.] op basis van de datum.
Tekens kunnen op sommige printers worden afgesneden.
●
Niet instelbaar in de [CATEGOR. AFSP.], of [FAVORIET AFSP.] afspeelfuncties.
●
Gebruik in een winkel of op een printer geen algemene datumafdrukinstellingen
●
bij foto’s met datumafdruk. (De datumafdruk kan overlappen.)
De fotoresolutie kan worden verkleind als u foto’s als e-mailbijlage wilt meesturen, wilt
gebruiken op uw website, enzovoort.
(Foto’s die op het kleinste opnamepixelniveau zijn opgenomen, kunnen niet verder worden verkleind.)
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [NW. RS.]
■
[ENKEL]
Selecteer [ENKEL]
[MET TIJD]: de opnametijd afdrukken
[NW. RS.]
Selecteer de resolutie
Selecteer een foto
68 VQT2N06
Huidige
resolutie
Resolutie
na
wijziging
Selecteer [JA]
•
Na bevestiging drukt u op om terug te
keren naar het menuscherm.
Page 69
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→14)
■
[MULTI]
Selecteer in stap op de
Selecteer een foto (maximaal 50 foto’s)
linkerbladzijde [MULTI]
Selecteer de resolutie
Selecteer het aantal pixels na de
resolutiewijziging
Beschrijving
van nieuwe
resolutie:
Druk op
de knop
[DISPLAY]
Aantal pixels voor/na de
resolutiewijziging
• Annuleren → Druk nogmaals op de
• Instellen → Druk op [MENU/SET].
knop [DISPLAY].
Instelling
Nw. rs.
Druk op ▲ om [JA] te selecteren
en druk dan op [MENU/SET]
Na het wijzigen van de resolutie is de fotokwaliteit minder.
●
Kan niet worden ingesteld in de afspeelmodus [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
●
Films en foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden gebruikt. Is mogelijk niet
●
compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
[BIJSNIJD.]
Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden.
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [BIJSNIJD.]
Druk op ◄► om een foto te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden
VergrotenWijzigings-positie
Bijsnijden
Druk op ▲ om [JA] te selecteren en druk dan
op [MENU/SET]
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het
menuscherm.
Na het bijsnijden neemt de fotokwaliteit af.
●
Kan niet worden ingesteld in de afspeelmodus [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
●
Films en foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden gebruikt. Is mogelijk niet
●
compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
VQT2N06 69
Page 70
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
[LCD ROTEREN]
Portretfoto’s automatisch draaien.
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [LCD ROTEREN]
Selecteer [ON]
[ON][OFF]
[LCD ROTEREN] kunnen niet voor bewegende beelden worden gebruikt.
●
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
●
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn
gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid.
De beelden kunnen niet worden gedraaid tijdens de multi-weergave en de kalender-weergave.
●
Wordt alleen geroteerd weergegeven op een computer in een Exif-compatibele
●
omgeving (→31) (besturingssysteem, software).
[FAVORIETEN]
Door uw favoriete foto’s met een sterretje ( ) te markeren, kunt u een [DIASHOW] of [FAVORIET
AFSP.] van alleen deze foto’s bekijken. Ook kunt u alle foto’s verwijderen behalve uw favorieten (→32).
I
nstellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [FAVORIETEN]
Selecteer [ON]
Selecteer een foto en maak
de instelling (herhalen)
Sluit het menu
■
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Kan niet worden ingesteld in de weergavemodus [FAVORIET AFSP.].
●
Foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt, kunt u mogelijk niet als favorieten instellen.
●
Instelling/opheffen kan ook met de bijgeleverde software worden uitgevoerd ‘PHOTOfunSTUDIO’.
●
[ANNUL] en vervolgens [JA].
Wordt weergegeven tijdens de
instelling (niet weergegeven als
deze op [OFF] staat).
•
U kunt maximaal 999 foto’s selecteren.
• Opheffen → Druk opnieuw op ▼.
70 VQT2N06
Page 71
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→14)
[PRINT INST.]
U kunt de instellingen voor foto/fotonr./datum afdrukken uitvoeren wanneer u afdrukt met
DPOF-compatibele printers of in DPOF-compatibele fotocentrales. (Vraag bij de fotozaak
of ze DPOF kunnen afdrukken)
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [PRINT INST.]
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Selecteer een foto
[ENKEL]
●
[MULTI]
●
Stel het aantal foto’s in
(Herhaal stap en bij gebruik van [MULTI] (tot 999 foto’s))
■
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Controleer wanneer u PictBridge-compatibele printers gebruikt de instellingen op de printer zelf,
●
want deze krijgen mogelijk voorrang boven die van de camera.
Wanneer u in een fotozaak vanuit het ingebouwde geheugen wilt afdrukken, dient u de foto’s eerst
●
naar een kaart te kopiëren (→73) voordat u instellingen verricht.
U kunt geen DPOF PRINT-instellingen definiëren voor niet-DCF-bestanden (→31).
●
Bepaalde DPOF-informatie die is ingesteld met andere apparatuur, kan niet worden gebruikt. Verwijder
●
in dergelijke gevallen alle DPOF-informatie en stel deze vervolgens opnieuw in met deze camera.
U kunt geen datumafdrukinstellingen opgeven voor foto’s waarvoor [TEKST AFDR.] is ingesteld.
●
Deze instellingen worden ook geannuleerd als u later [TEKST AFDR.] instelt.
[ENKEL]
●
• Datumafdruk instellen/opheffen: druk op [DISPLAY].
• Na bevestiging drukt u op
[ANNUL] en vervolgens [JA].
Datumafdruk
instellen
Aantal
afdrukken
om terug te keren naar het menuscherm.
[MULTI]
●
Datumafdruk
instellen
Aantal
afdrukken
VQT2N06 71
Page 72
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
[BEVEILIGEN]
Beveiliging instellen om te voorkomen dat foto’s worden gewist. Voorkomt dat belangrijke
foto’s worden gewist.
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [BEVEILIGEN]
Selecteer een foto en maak de instelling
[ENKEL]
●
Foto beveiligd
■
Alles verwijderen
Selecteer in stap
■
Annuleren en alle beveiligingen opheffen
Druk op [MENU/SET].
Kan mogelijk niet worden gebruikt wanneer u andere apparaten gebruikt.
●
Wanneer u formatteert worden zelfs beveiligde bestanden verwijderd.
●
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is ingesteld, kunnen foto’s niet worden
●
verwijderd, zelfs niet als ze niet met de camera-instelling zijn beveiligd.
[ANNUL] en vervolgens [JA].
[MULTI]
●
Foto beveiligd
• Annuleren →
Druk nogmaals op
[MENU/SET].
• Na bevestiging
drukt u op om
terug te keren naar
het menuscherm.
72 VQT2N06
Page 73
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→14)
[KOPIE]
U kunt foto’s van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart kopiëren en
omgekeerd.
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [KOPIE]
Selecteer een kopieermethode (richting)
: alle foto’s van het ingebouwde geheugen naar
de kaart kopiëren (ga naar stap )
: 1 foto tegelijkertijd van de kaart naar het
ingebouwde geheugen kopiëren.
Wanneer u selecteert, drukt u op ◄► om een foto te
selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
Selecteer [JA]
• Annuleren → Druk op [MENU/SET]
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar
het menuscherm.
(Het afgebeelde scherm is een voorbeeld.)
Als de capaciteit van het ingebouwde geheugen onvoldoende is voor het kopiëren,
●
schakelt u de camera uit, verwijdert u de kaart en verwijdert u foto’s uit het ingebouwde
geheugen.
Het kopiëren van beeldgegevens vanuit het inwendig geheugen naar een
●
geheugenkaart zal halverwege worden onderbroken als er te weinig ruimte op de kaart
beschikbaar is. Het is aanbevolen gebruik te maken van geheugenkaarten met een
grotere capaciteit dan het inwendige geheugen (ongeveer 40 MB).
Het kopiëren van foto’s kan enkele minuten duren. Schakel de camera niet uit en voer
●
geen andere bewerkingen uit tijdens het kopiëren.
Als er in de doelbestemming identieke namen zijn (map-/bestandsnummers), wordt
●
er voor de gekopieerde foto’s een nieuwe map gemaakt bij het kopiëren van het
ingebouwde geheugen naar een kaart (). Bestanden met een al bestaande naam
worden niet vanaf een kaart naar het ingebouwde geheugen gekopieerd ().
De volgende instellingen worden niet gekopieerd. Stel de instellingen na het kopiëren
●
opnieuw in.
[FAVORIETEN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
Er kunnen alleen foto’s worden gekopieerd van Panasonic digitale camera’s (LUMIX).
●
Na het kopiëren worden de originele foto’s niet verwijderd. (Foto’s verwijderen (→32)).
●
Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de afspeelfunctie staat ingesteld op
●
[NORMAAL AFSP.].
VQT2N06 73
Page 74
Gebruik met computer
Foto’s en films kunnen van de camera naar uw computer worden geïmporteerd door deze
op elkaar aan te sluiten.
• Als uw computer geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, wordt er een bericht
weergegeven waarin u wordt gevraagd de kaart te formatteren. (Formatteer de
kaart niet. Opgenomen foto’s worden dan gewist.) Raadpleeg als de kaart niet wordt
herkend, de volgende klantenservicewebsite.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• U kunt geïmporteerde foto’s vervolgens afdrukken of via e-mail versturen met de
software ‘PHOTOfunSTUDIO’ op de cd-rom (bijgeleverd).
Voorbereiding:
• Gebruik een volledig opgeladen batterij of sluit een netadapter aan (optioneel).
• Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen importeert, dient u eventuele
geheugenkaarten te verwijderen.
Controleer de richting van de aansluiting en
sluit de stekker recht aan.
(Schade aan de vorm van de aansluiting kan
tot storingen leiden.)
[TOEGANG] (gegevens
verzenden)
• Ontkoppel nooit de
USB-kabel terwijl
[TOEGANG] wordt
weergegeven.
Hier vasthouden
(Duw de stekker
volledig in de
aansluiting.)
Schakel zowel de camera
als de computer in
Sluit de camera aan op de
computer
• Zorg dat u de bijgeleverde USBaansluitkabel gebruikt.
Het gebruik van een andere dan
de bijgeleverde USB-aansluitkabel
kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera [PC]
Er kan een bericht op het scherm
verschijnen als u [USB MODE] (→20) hebt
ingesteld op [PictBridge (PTP)]. Selecteer
Schakel als u de
netadapter gebruikt
de camera uit voordat
u deze aansluit of
verwijdert.
USB-aansluitkabel
(gebruik altijd de
bijgeleverde kabel)
[ANNUL] om het berichtvenster te sluiten
en stel [USB MODE] in op [PC].
Voer de gewenste
handelingen uit met de
computer
■
De verbinding verbreken
Klik op ‘Hardware veilig verwijderen’ in het Windows-systeemvak → Ontkoppel de
USB-kabel → Schakel de camera uit → Ontkoppel de netadapter
74 VQT2N06
Page 75
Sommige computers kunnen rechtstreeks de geheugenkaart van de camera lezen.
Zie voor nadere details de handleiding van uw computer.
U kunt foto’s op uw computer opslaan en gebruiken door mappen en bestanden naar
aparte mappen op de computer te slepen.
■
Map- en bestandsnamen op de computer
DCIM (Foto’s/bewegende beelden)
100_PANA (maximaal 999 foto’s/map)
P1000001.JPG
Windows
●
De stations worden
weergegeven in de
map ‘Deze computer’ of
‘Computer’.
Macintosh
●
De stations worden op het
bureaublad weergegeven.
(Weergegeven als
‘LUMIX’, ‘NO_NAME’, of
‘Untitled’.)
∗
In de volgende gevallen worden nieuwe mappen gemaakt:
•
Wanneer er foto’s in mappen worden gezet die bestanden met het nummer 999 bevatten.
• Wanneer er kaarten worden gebruikt die al hetzelfde mapnummer bevatten (ook
foto’s die met andere camera’s zijn genomen enzovoort)
• Het bestand kan mogelijk niet op de camera worden afgespeeld nadat de
bestandsnaam is gewijzigd.
■
Wanneer u Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Mac OS X gebruikt
U kunt de camera zelfs op de computer aansluiten als u [USB MODE] hebt ingesteld op
[PictBridge (PTP)].
• De export van foto’s kan alleen vanaf de camera worden uitgevoerd. (Foto’s
verwijderen is ook mogelijk met Windows Vista en Windows 7.)
• Foto’s kunnen mogelijk niet worden geïmporteerd als er 1000 of meer foto’s op de
kaart staan.
■
Films afspelen op uw computer
Gebruik de ‘QuickTime’ software op de bijgeleverde CD-ROM.
• Als standaard geïnstalleerd op de Macintosh
Leg de filmbeelden vast op uw computer voordat u ze gaat bekijken.
:
P1000999.JPG
101_PANA
:
999_PANA
MISC (DPOF-bestanden
∗
JPG: foto’s
MOV: bewegende
beelden
, Favorieten
)
Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
●
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
●
Wanneer de batterij tijdens de communicatie leeg begint te raken, hoort u een
●
waarschuwingssignaal. Beëindig de gegevensuitwisseling via de computer direct en
laad de batterij op voordat u de camera opnieuw aansluit.
Als u [USB MODE] instelt op [PC], hoeft u deze instelling niet elke keer opnieuw op te
●
geven als u de camera aansluit op de computer.
Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie.
●
VQT2N06 75
Page 76
Afdrukken
U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een
PictBridge-compatibele printer om af te drukken.
Voorbereiding:
• Gebruik een volledig opgeladen batterij of
sluit een netadapter aan (optioneel).
• Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde
geheugen afdrukt, dient u eventuele
geheugenkaarten te verwijderen.
• Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere
instellingen op uw printer aan.
Controleer de richting van de aansluiting en sluit
de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van
de aansluiting kan tot storingen leiden.)
• Ontkoppel de USBkabel niet wanneer
het pictogram voor
ontkoppeling van
de kabel
weergegeven (dit
wordt bij sommige
printers niet
weergegeven).
Schakel als u de netadapter gebruikt de camera uit
voordat u deze aansluit of verwijdert.
■
Afdrukken annuleren
Druk op [MENU/SET]
wordt
Hier vasthouden
(Duw de stekker volledig
in de aansluiting.)
USB-aansluitkabel
(gebruik altijd de
bijgeleverde kabel)
Schakel zowel de camera
als de computer in
Sluit de camera aan op
de printer
•
Zorg dat u de bijgeleverde USBaansluitkabel gebruikt. Het gebruik van
een andere dan de bijgeleverde USBaansluitkabel kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera
[PictBridge (PTP)]
Als u [VERBINDING MET PC...]
ziet, annuleert u de verbinding en
stelt u [USB MODE] in op [SELECT.
VERBINDING] of [PictBridge (PTP)].
Druk op ◄► om een foto te
selecteren die u wilt afdrukken
en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer [PRINT START]
(Instellingen voor afdrukken
(→78))
Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
●
Ontkoppel de USB-kabel na het afdrukken.
●
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
●
Als de batterij tijdens de communicatie leeg raakt, hoort u een waarschuwingssignaal.
●
Annuleer het afdrukken en ontkoppel de USB-kabel. (Laad de batterij op voordat u de
camera en de printer weer op elkaar aansluit.)
Als u [USB MODE] instelt op [PictBridge (PTP)], hoeft u deze instelling niet elke keer
●
opnieuw op te geven als u de camera aansluit op de printer.
76 VQT2N06
Page 77
Sommige printers zijn in staat direct af te drukken vanaf de geheugenkaart van de
camera. Zie voor nadere details de gebruiksaanwijzing van uw printer.
Meerdere foto’s afdrukken
Selecteer in stap
op de vorige bladzijde
[VEELV. AFDR.]
Selecteer een optie
(Zie hierna voor meer
informatie)
Druk af
(Vorige pagina
)
• [MULTI SELECTEREN] : Beweeg met ▲▼◄► door de foto’s en selecteer foto’s
Druk op [MENU/SET] wanneer de selectie is voltooid.
• [ALLES SELECTEREN] :Alle foto’s afdrukken.
• [PRINT INST.(DPOF)] : Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd in [PRINT INST.].
• [FAVORIETEN] :
Selecteer [JA] als het bevestigingsscherm voor afdrukken wordt weergegeven.
●
Een oranje ● bij het afdrukken geeft een foutmelding aan.
●
Het afdrukken kan in verschillende fasen plaatsvinden als u verschillende foto’s afdrukt.
●
(Het weergegeven resterende aantal pagina’s kan afwijken van het ingestelde aantal.)
met [DISPLAY] om deze af te drukken. (Druk opnieuw op
[DISPLAY] om de selectie te annuleren.)
Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd als [FAVORIETEN].
(verscijnt alleen als er [FAVORIETEN] zijn en de optie is ingesteld op [ON]).
Afdrukken met datum en tekst
■
Met [TEKST AFDR.]
U kunt de opnamedatum en de volgende informatie op foto’s afdrukken.
Opnamedatum ●[NAAM] en [LEEFTIJD] vanuit scènemodi [BABY] en [HUISDIER]
●
Aantal verstreken dagen op basis van [REISDATUM] en bestemming
●
• Voeg geen datumafdruk toe in winkels of met printers waarop [TEKST AFDR.] is
toegepast (tekst zou kunnen overlappen).
■
Datum afdrukken zonder [TEKST AFDR.]
In winkels afdrukken: Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel
●
de datum af te drukken.
•
Als u vooraf op de camera [PRINT INST.] instelt, kunt u opgeven hoeveel exemplaren u
wilt afdrukken en of u de datum wilt afdrukken voordat u de kaart in de winkel afgeeft.
• Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze aspectratio
(beeldverhouding) wilt afdrukken.
Via de computer: U kunt via de meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’
●
Via de printer :
●
afdrukinstellingen voor de opnamedatum en tekstinformatie opgeven.
U kunt de opnamedatum afdrukken door op de camera [PRINT INST.]
in te stellen of door [PRINT MET DAT.] (→78) in te stellen op[ON] als u
de camera aansluit op een printer met datumafdrukfunctie.
VQT2N06 77
Page 78
Afdrukken(vervolg)
Afdrukinstellingen opgeven op de camera
(Geef de instellingen op voordat u [PRINT START] selecteert.)
Selecteer optieSelecteer instelling
OnderdeelInstellingen
[PRINT MET
DAT.]
[AANTAL
PRINTS]
[PAPIERAFMETING]
[LAY-OUT
PAGINA]
[OFF]/[ON]
Hier stelt u het aantal foto’s in (maximaal 999 foto’s)
Opties die niet compatibel zijn met de printer, worden mogelijk niet weergegeven.
●
Als u op één afdruk ‘2 foto’s’ of ‘4 foto’s’ wilt afdrukken, stelt u het aantal
●
afdrukken in op 2 of 4.
Stel als u wilt afdrukken op papierformaten/indelingen die niet door deze camera
●
worden ondersteund, de camera in op en voer de instellingen uit op de printer.
(Raadpleeg de handleiding van uw printer.)
[PRINT MET DAT.] en [AANTAL PRINTS] worden niet weergegeven wanneer u de
●
instellingen van [PRINT INST.] hebt geselecteerd.
Zelfs als u de instellingen van [PRINT INST.] volledig hebt ingesteld, worden
●
datums mogelijk niet afgedrukt, afhankelijk van de gebruikte fotozaak of printer.
Als u [PRINT MET DAT.] hebt ingesteld op [ON], controleert u de
●
datumafdrukinstellingen van de printer (printerinstellingen hebben soms voorrang).
78 VQT2N06
Page 79
Foto’s op tv bekijken
U kunt foto’s en films op een tv bekijken door
de camera met de AV-kabel (bijgeleverd) op
een tv aan te sluiten.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van
●
de tv.
Voorbereiding:
• Voer de instelling [TV-ASPECT] uit.
• Schakel de camera en de tv uit.
Controleer de richting van de
aansluiting en sluit de stekker recht
aan. (Schade aan de vorm van de
aansluiting kan tot storingen leiden.)
Geel: naar videoaansluiting
AV-kabel
(gebruik altijd de
bijgeleverde kabel)
■
Gebruik van een tv met een SD-kaartsleuf
Plaats de SD-geheugenkaart in de SD-kaartsleuf
• De beelden kunnen alleen weergegeven worden.
• Wanneer u zowel SDHC- als SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u elk type kaart
af te spelen op apparatuur die compatibel is met het specifieke formaat.
Sluit de camera aan op
de tv
Zet de tv aan
Zet de tv op de ingang aux.
●
Zet de camera aan
Druk op de afspeelknop
Wit: naar de audio-aansluiting
Gebruik geen andere AV-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
●
U kunt foto’s bekijken op tv’s in andere landen (regio’s) waar het systeem NTSC of PAL
●
wordt gebruikt, wanneer u [VIDEO UIT] in het menu [SET-UP] instelt.
De instelling [LCD MODE] kan niet op de tv worden gebruikt.
●
Op sommige televisies worden de randen van de foto afgesneden of worden de foto’s
●
niet op volledig scherm weergegeven.
Naar de verticale stand gedraaide foto’s kunnen enigszins onscherp zijn.
●
Verander de instellingen voor de fotomodus op de tv als de beeldverhoudingen onjuist
De schermen die hier worden weergegeven, zijn slechts voorbeelden. De werkelijke
weergave kan variëren.
VQT2N06 81
Page 82
Weergave berichten
[DEZE GEHEUGENKAART KAN NIET WORDEN GEBRUIKT.]
Er is een MultiMediaCard geplaatst.
●
→ Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart.
[GEHEUGENKAART TEGEN SCHRIJVEN BEVEILIGD]
Ontgrendel het schrijfbeveiligingsschuifje op de kaart. (→11)
●
[GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEVEN]
Maak foto’s of plaats een andere kaart die al foto’s bevat in de camera.
●
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]
Hef de beveiliging op voordat u de foto’s verwijdert enzovoort (→72)
●
[SOMMIGE FOTO’S KUNNEN NIET GEWIST WORDEN] [DEZE FOTO KAN NIET
GEWIST WORDEN]
Niet-DCF-foto’s (→31) kunnen niet worden verwijderd.
●
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en wis de kaart vervolgens
door [FORMATEREN] op de camera uit te voeren. (→21)
[ER KUNNEN GEEN ADDITIONELE SELECTIES GEMAAKT WORDEN]
Het aantal foto’s dat in één keer kan worden verwijderd, is overschreden.
●
Er zijn meer dan 999 foto’s als [FAVORIETEN] ingesteld.
●
Het aantal foto’s waarop [TEKST AFDR.] of [NW. RS.] (meerdere instellingen) tegelijk kan worden
●
toegepast, is overschreden.
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN]
Foto’s die niet aan de DCF-normen voldoen, kunnen niet worden gebruikt voor [PRINT INST.] en [TEKST AFDR.].
●
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN] [SYSTEEMFOUT]
De lens werkt niet goed.
●
→ Schakel de camera weer in.
(Neem contact op met het verkooppunt als het scherm opnieuw verschijnt)
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN] [KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN]
In de volgende gevallen kunnen foto’s niet worden gekopieerd:
●
→ Er bestaat al een foto met deze naam in het ingebouwde geheugen (bij het kopiëren van
bestanden van de kaart).
→ Bestand is geen DCF-indeling.
→ Foto is op een andere camera gemaakt of bewerkt.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN GEHEUGEN] [NIET VOLDOENDE GEHEUGEN OP DE KAART]
Er is geen ruimte meer in het ingebouwde geheugen of op de geheugenkaart. Wanneer u beelden
●
kopieert van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart (groepsgewijze kopiëren), zullen de
beelden worden gekopieerd totdat de geheugenkaart geheel vol is.
[FOUT INT. GEHEUGEN] [FOTM. INT. GEH. ?]
Wordt weergegeven bij het formatteren van het ingebouwde geheugen via de computer enzovoort.
●
→ Formatteer rechtstreeks opnieuw met de camera. De gegevens zullen worden gewist.
82 VQT2N06
Page 83
Betekenis van en vereiste reacties op belangrijke berichten die op het lcd-scherm
worden weergegeven.
[STORING GEHEUGENKAART] [KAART FORMATEREN ?]
De kaartindeling kan niet in deze camera worden gebruikt.
●
→
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [FORMATEREN] uit op de camera. (→21)
Wanneer u kaarten met een capaciteit van 4 GB of meer gebruikt, worden alleen SDHC- of SDXC-geheugenkaarten ondersteund.
●
[LEESFOUT]/[SCHRIJFFOUT] [CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Gegevens kunnen niet worden gelezen.
●
→ Controleer of de kaart op de juiste manier in de camera is geplaatst (→10).
Gegevens kunnen niet worden geschreven.
●
→
Zet het apparaat uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart vervolgens weer terug en zet het apparaat weer aan.
Kaart is mogelijk beschadigd.
●
Probeer het met een andere kaart.
●
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse∗ van ‘klasse 6’ of
●
hoger.
∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van ‘klasse 6’ of
●
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de
geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (→21)
Het opnemen van bewegend beeld kan op sommige kaarten niet automatisch worden beëindigd.
●
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK]
Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt.
●
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan
[FORMATEREN] uit op de camera. (→21)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV] [BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]
AV-kabel is op de camera aangesloten.
●
→ Bericht direct verwijderen → Druk op [MENU/SET].
→ Aspectratio wijzigen → Wijzig [TV-ASPECT] (→21).
USB-kabel is alleen op de camera aangesloten.
●
→ Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten.
[DEZE BATTERIJ KAN NIET GEBRUIKT WORDEN]
Gebruik een echte Panasonic batterij.
●
De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen.
●
→ Maak de batterijaansluitingen schoon.
[ACCU IS LEEG]
De batterijspanning is te gering.
●
→ Laad de batterij voor gebruik op. (→8)
VQT2N06 83
Page 84
Vraag en antwoord Storingen verhelpen
Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
De batterij is niet goed geplaatst (→10) of moet worden opgeladen.
●
De camera wordt tijdens gebruik uitgeschakeld.
De batterij moet worden opgeladen.
●
De camera is ingesteld op [AUTOM. UIT]. (→19)
●
→ Druk op de aan/uit-knop om de camera weer in te schakelen.
Opnemen
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt.
De camera staat in de afspeelmodus.
●
→ Druk op de afspeelknop om naar de opnamemodus te gaan.
De lenskap is dicht.
●
→ Open de lenskap.
Kaart/ingebouwd geheugen is vol. → Maak ruimte vrij door ongewenste foto’s te verwijderen (→32).
●
Opnemen op een kaart is niet mogelijk.
Gebruik geen kaarten die geformatteerd zijn met andere apparatuur.
●
→ Formatteer uw kaarten met deze camera. (→21)
Zie voor meer informatie over compatibele kaarten (→11)
●
De opnamecapaciteit is gering.
De batterij moet worden opgeladen.
●
→ Gebruik een volledig opgeladen batterij (bij aanschaf niet opgeladen). (→8)
→ Als u de camera ingeschakeld laat, loopt de batterij leeg. Zet de camera regelmatig uit met
[AUTOM. UIT] (→19) enzovoort.
Controleer de opnamecapaciteit van de kaarten en het ingebouwde geheugen. (→92)
●
Opgenomen foto’s zien er wit uit.
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
●
→ Reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek.
De lens is beslagen (→5).
●
Opgenomen foto’s zijn te licht/te donker.
Foto’s die in donkere ruimten zijn gemaakt, of van heldere onderwerpen (sneeuw, heldere
●
omgeving enzovoort) nemen het grootste deel van het scherm in beslag. (De helderheid van
het lcd-scherm kan anders zijn dan van de werkelijke foto)
→ Pas de belichting aan (→39).
Er worden 2-3 foto’s gemaakt terwijl ik maar één keer op de ontspanknop druk.
De camera is ingesteld voor gebruik van de scènemodus [BURSTFUNCTIE] (→57) of [HI-SPEED
●
BURST] (→45) of [FLITS-BURST] (→46).
Er is niet goed scherpgesteld.
Er is niet ingesteld op de modus die geschikt is voor de afstand tot het onderwerp.
●
(Scherpstelgebied varieert, afhankelijk van de opnamemodus.)
Onderwerp valt buiten scherpstelgebied.
●
Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp (→54, 58).
●
84 VQT2N06
Page 85
Controleer eerst de volgende onderdelen (→84 - 89).
(Wanneer u de menu-instellingen terugzet in de standaardwaarden, kunnen bepaalde
problemen zijn opgelost.
Gebruik in de opnamemodus [RESETTEN] in het menu [SET-UP] (→20).)
Opnemen (vervolg)
Opgenomen foto’s zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief.
●
→ Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
→ Stel [DIG. ZOOM] in op [OFF] en [GEVOELIGHEID] in op [
Gemaakte foto’s zien er korrelig uit of er is sprake van interferentie.
De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
●
(De standaardinstelling voor [GEVOELIGHEID] is [
optreden.)
→ Verlaag de [GEVOELIGHEID] (→54).
→ Zet de [KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] (→58)
→ Maak foto’s op locaties met meer licht.
De camera is ingesteld op de scènemodi [H. GEVOELIGH.] of [HI-SPEED BURST].
●
(Foto wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
De beelden zijn te donker, met fletse kleuren.
Kleuren kunnen soms onnatuurlijk overkomen vanwege de lichtbron.
●
→ Gebruik de [WITBALANS] instelling om de kleuren te corrigeren. (→55)
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht.
Voor opnamen bij tl-licht is soms een kortere sluitertijd nodig. Dit kan leiden tot kleine wijzigingen in
●
helderheid of kleuren, maar dat is normaal.
Er kunnen rode balken op het lcd-scherm verschijnen of een deel van
het scherm kan een roodachtige tint hebben tijdens het opnemen of het
half indrukken van de ontspanknop.
Dit is een kenmerk van CCD en kan zich voordoen als het onderwerp heldere
●
gebieden bevat. Rond deze gebieden kan onscherpte ontstaan, maar dit is
geen storing. Dit wordt opgenomen bij bewegende beelden, maar niet op foto’s.
We raden u aan bij het maken van foto’s het scherm weg te houden van felle
●
lichtbronnen, zoals zonlicht.
Opname bewegend beeld stopt halverwege.
Bij sommige kaarten kan het toegangsscherm kort verschijnen na het opnemen en kan het
●
opnemen halverwege stoppen.
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse∗ van ‘klasse 6’ of
●
hoger.
∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van ‘klasse 6’ of
●
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de
geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (→21)
] – bij binnenopnamen kan interferentie
]. (→30, 54)
VQT2N06 85
Page 86
Vraag en antwoordStoringen verhelpen(vervolg)
LCD-scherm
Het lcd-scherm wordt gedimd tijdens de opname van bewegende beelden.
Het lcd-scherm kan worden gedimd als u gedurende langere tijd bewegende beelden opneemt.
●
Het lcd-scherm wordt soms uitgeschakeld, zelfs als de stroom is ingeschakeld.
Na het opnemen wordt de monitor uitgeschakeld totdat de volgende foto kan worden genomen.
●
(Ongeveer 6 seconden (max.) bij opnemen in het ingebouwde geheugen)
De helderheid is instabiel.
De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt.
●
(Is niet van invloed op gemaakte foto.)
Het scherm knippert binnenshuis.
Het scherm kan knipperen nadat het is ingeschakeld (voorkomt beïnvloeding door tl-verlichting).
●
Het scherm is te licht/te donker.
De camera is ingesteld op [LCD MODE] (→18).
●
Er verschijnen zwarte/blauwe/rode/groene punten of interferentie. Scherm ziet er
vervormd uit als het wordt aangeraakt.
Dit is geen storing. U ziet dit niet terug op de foto’s, dus u hoeft zich hierover geen zorgen te maken.
●
Datum/leeftijd wordt niet weergegeven.
Huidige datum, verstreken reisdagen (→51) en namen en leeftijden in de scènemodi [BABY]
●
en [HUISDIER] (→44) worden slechts ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera
wordt ingeschakeld, nadat deze instellingen zijn gekozen of nadat van de afspeelmodus naar de
opnamemodus is geschakeld enzovoort. Ze kunnen niet altijd worden weergegeven.
Flitser
Geen flits.
De flitser is ingesteld op [GEDWONGEN UIT] (→35).
●
Wanneer de flitser is ingesteld op [AUTO] , wordt niet in alle situaties geflitst.
●
De flitser wordt uitgeschakeld in de scènemodi [LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP],
●
[ZONSONDERG.], [HI-SPEED BURST], [VUURWERK], [STERRENHEMEL] en [LUCHTFOTO] en
wanneer [BURSTFUNCTIE] wordt gebruikt.
Tijdens het filmen van bewegende beelden werkt de flitser niet.
●
Er wordt meermalen geflitst.
De rode-ogen reductie is ingeschakeld (→35). (Er wordt tweemaal geflitst, om het rode-ogen effect te vermijden.)
●
De scènefunctie staat ingesteld op [FLITS-BURST].
●
Afspelen
Foto’s zijn geroteerd.
[LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON].
●
(Foto’s worden automatisch van staand naar liggend geroteerd. Sommige foto’s die staand of
ondersteboven worden gemaakt, kunnen als staand worden geïnterpreteerd.)
→ Stel [LCD ROTEREN] in op [OFF]. (→70)
Kan geen foto’s bekijken
Druk op de afspeelknop.
●
Geen foto’s in ingebouwd geheugen of op de kaart (als de kaart is geplaatst worden foto’s van de
●
kaart afgespeeld, anders uit het ingebouwde geheugen).
De camera is ingesteld op [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
●
→ Stel de weergavemodus in op [NORMAAL AFSP.] (→63).
86 VQT2N06
Page 87
Afspelen (vervolg)
Map-/bestandsnummer weergegeven als [-]. Foto is zwart.
Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat.
●
Batterij direct verwijderd na het maken van de foto, of foto gemaakt met bijna lege batterij.
●
→ Gebruik [FORMATEREN] om de foto te verwijderen (→21).
Onjuiste datum weergegeven bij afspelen kalender.
Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat.
●
[KLOKINST.] is onjuist (→12).
●
(Onjuiste datum wordt weergegeven bij het afspelen van de kalender of als foto’s naar de computer en dan
terug naar de camera zijn gekopieerd, als de datum van de computer verschilt van die van de camera.)
Afhankelijk van het onderwerp kan een interferentierand op het scherm verschijnen.
Dit wordt moiré genoemd. Dit is geen storing.
●
Op de foto zijn witte ronde vlekken te zien die lijken op zeepbellen.
Als u binnenshuis of in een donkere omgeving flitst, kunnen er witte ronde vlekken
●
op de foto verschijnen. Dit is de weerkaatsing van het flitslicht op stofdeeltjes in de
lucht. Dit is normaal. Kenmerkend hiervoor is het feit dat het aantal ronde vlekken en
hun positie in elke foto anders zijn.
[WEERGAVE THUMBNAIL] verschijnt op het scherm.
De foto’s zijn mogelijk met een ander apparaat opgenomen. Zo ja, dan worden ze mogelijk met een
●
slechte beeldkwaliteit weergegeven.
Rode gedeelten van gemaakte foto’s worden zwart.
Wanneer de digitale rode-ogenreductie (, , ) is ingeschakeld en er een onderwerp is
●
gefotografeerd met huidkleurige gebieden met daarbinnen rode gebieden, kan de digitale rode-
ogenreductiefunctie de rode gebieden zwart maken.
→ U kunt de flitsmodus dan het beste op
[OFF] zetten voordat u gaat fotograferen.
Het geluid van de camera is samen met de bewegende beelden opgenomen.
Mogelijk is het camerageluid opgenomen, zoals de automatische aanpassing van het diafragma
●
tijdens de opname van bewegende beelden. Dit is normaal.
Films die op deze camera zijn opgenomen, kunnen niet op andere apparatuur worden
afgespeeld.
Films (Motion JPEG) die met deze camera zijn opgenomen, kunnen niet op digitale camera’s van
●
andere merken worden afgespeeld. Ook kunnen films die met deze camera zijn opgenomen, niet
worden afgespeeld op Panasonic LUMIX digitale camera’s die vóór juli 2008 zijn verkocht. (Films
die zijn opgenomen met LUMIX digitale camera’s die vóór deze datum zijn opgenomen, kunnen
echter wel op deze camera worden afgespeeld.)
, of zetten, of [RODE-OGEN CORR] op
VQT2N06 87
Page 88
Vraag en antwoordStoringen verhelpen(vervolg)
Tv, computer, printer
Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur.
Niet correct aangesloten. (→79)
●
De ingang van de tv is niet op AUX gezet.
●
De tv ondersteunt het gebruikte type kaart niet.
●
Controleer de instelling [VIDEO UIT] (NTSC/PAL) op de camera. (→21)
●
Weergave tv-scherm wijkt af van lcd-scherm.
Aspectratio (beeldverhouding) is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van foto’s
●
afgesneden.
Bewegende beelden kunnen niet op tv worden afgespeeld.
Kaart is in tv geplaatst.
●
→ Sluit de camera met de AV-kabel (bijgeleverd) op de tv aan en schakel dan de afspeelmodus in
op de camera. (→79)
Beeld wordt niet op volledig tv-scherm weergegeven.
Controleer de instelling [TV-ASPECT] (→21).
●
Kan foto’s niet naar de computer sturen.
Niet goed aangesloten (→74).
●
Controleer of de computer de camera heeft herkend.
●
Stel [USB MODE] in op [PC] (→20).
●
Computer herkent de kaart niet (leest alleen het ingebouwde geheugen).
Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze weer aan met de kaart in de camera.
●
Ik wil foto’s die op de computer zijn opgeslagen, op mijn camera afspelen.
Gebruik het bijgeleverde ‘PHOTOfunSTUDIO’ om foto’s van de computer naar de camera te
●
kopiëren.
Kan niet afdrukken als de camera op de printer is aangesloten.
Printer niet compatibel met PictBridge.
●
Stel [USB MODE] in op [PictBridge (PTP)] (→20).
●
Het afdrukken van de datum lukt niet.
Maak de vereiste afdrukinstellingen voordat u gaat afdrukken.
●
→ In de winkel: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.] (→71) en vraag dan in de winkel
om afdrukken ‘met datum’.
→ Met een printer: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.], en gebruik dan een printer die
geschikt is voor het afdrukken van de datum.
→ Met de bijgeleverde software: Kies ‘met datum’ bij de afdruk-instellingen.
Gebruik de [TEKST AFDR.] voordat u gaat afdrukken (→67).
●
Randen van foto’s afgesneden bij het afdrukken.
Hef instellingen voor bijsnijden of afdrukken zonder randen op de printer op voordat u gaat
●
afdrukken.
(Raadpleeg de handleiding van uw printer.)
De foto’s zijn gemaakt in de beeldverhouding .
●
→ Controleer als u de foto’s in een fotozaak laat afdrukken of formaten van 16:9 kunnen worden
afgedrukt.
88 VQT2N06
Page 89
Diversen
Menu niet weergegeven in gewenste taal.
Verander de instelling van [TAAL] (→22).
●
Camera rammelt als deze wordt geschud.
Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing.
●
Kan [AUTO REVIEW] niet instellen.
Niet beschikbaar wanneer [BURSTFUNCTIE] wordt gebruikt of in de scènemodi [ZELFPORTRET],
●
[HI-SPEED BURST] of [FLITS-BURST].
Rode lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties.
[AF ASS. LAMP] ingesteld op [ON] (→59).
●
AF-ass. lamp gaat niet branden.
[AF ASS. LAMP] ingesteld op [OFF].
●
Brandt niet op locaties met veel licht of bij gebruik van de scènemodi [LANDSCHAP], [NACHTL.
●
SCHAP], [ZELFPORTRET], [VUURWERK], [LUCHTFOTO] of [ZONSONDERG.].
De camera is heet.
De camera kan bij gebruik een beetje warm worden, maar dit is niet van invloed op de prestaties of
●
de kwaliteit.
De lens maakt een klikkend geluid.
Wanneer de helderheid verandert, maakt de lens soms een klikkend geluid en kan de helderheid
●
van het scherm ook veranderen, maar dit is het gevolg van de uitgevoerde diafragma-instellingen.
(Is niet van invloed op de foto.)
De klok staat niet goed.
De camera is lange tijd niet gebruikt.
●
→ Stel de klok opnieuw in (→12).
Het duurde lang om de klok in te stellen (de klok loopt nu dus achter).
●
Als u zoom gebruikt, raakt de foto iets vervormd en worden de randen van het
onderwerp gekleurd.
Afhankelijk van de zoominstelling zijn foto’s wellicht iets vervormd of gekleurd aan de randen, maar
●
dit is normaal.
Bestandsnummers worden niet op volgorde opgenomen.
Bestandsnummers worden opnieuw ingesteld wanneer er nieuwe mappen worden gemaakt (→75).
●
Bestandsnummers lopen achteruit.
De batterij is verwijderd/geplaatst terwijl de camera aan was.
●
(Nummers kunnen achteruit lopen als de bestands-/mapnummers niet goed worden opgenomen.)
De kaart wordt niet herkend door de computer.
(U gebruikt een SDXC-geheugenkaart.)
Controleer of uw computer geschikt is voor SDXC-geheugenkaarten.
Wanneer u een kaart plaatst, verschijnt er een bericht dat u verzoekt om de kaart te formatteren,
●
maar formatteert u de kaart nu niet.
Als er [TOEGANG] zichtbaar blijft op het lcd-scherm, schakelt u de camera uit en maakt u de USB-
●
kabel los.
VQT2N06 89
Page 90
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Tijdens gebruik
De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen storing.
●
U voorkomt trillingen door een statief te gebruiken en dit op een stabiele locatie neer te zetten.
●
(Vooral wanneer u telescopische zoom, langere sluitertijden of de zelfontspanner gebruikt)
Houd de camera zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur
●
(zoals magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort).
• Wanneer u de camera boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en het
geluid op de camera vervormd raken door elektromagnetische straling.
• Gebruik de camera niet in de buurt van mobiele telefoons, want dit kan tot ruis leiden
die stoort op de foto’s en het geluid.
•
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd raken, of foto’s kunnen vervormd raken, door
sterke magnetische velden die door luidsprekers of grote motoren worden veroorzaakt.
• Elektromagnetische straling die door microprocessoren wordt gegenereerd, kan een
negatief effect hebben op de camera en tot storingen in de foto’s en het geluid leiden.
•
Wanneer de camera negatief wordt beïnvloed door elektromagnetische apparatuur en niet goed meer
functioneert, schakelt u de camera uit en verwijdert u de batterij of ontkoppelt u de netadapter (optioneel).
Plaats vervolgens de batterij weer in de camera of sluit de netadapter weer aan en zet de camera aan.
Gebruik de camera niet bij radiozenders of hoogspanningslijnen.
• Wanneer u opneemt in de buurt van radiozenders of hoogspanningslijnen, heeft dit
een negatief effect op de opgenomen foto’s en het geluid.
Verleng het meegeleverde snoer en de meegeleverde kabel niet.
●
Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor
●
kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen).
Laat de camera en de batterij nooit achter in een auto die in de zon staat en leg het toestel ook niet op de motorkap.
●
De camera kan door oververhitting defect raken en de batterij kan gaan lekken of
openbarsten, met kans op schade en brandgevaar.
Onderhoud van uw camera
Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij of haalt u de stekker uit het
stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek af.
Verwijder hardnekkige vlekken met een goed uitgewrongen natte doek. Wrijf de camera
●
vervolgens na met een droge doek.
Gebruik geen benzeen, verfverdunner, alcohol of allesreiniger. Deze kunnen de
●
behuizing of coating van de camera beschadigen.
Lees bij gebruik van een chemisch behandelde doek de meegeleverde instructies goed door.
●
Wanneer u de camera lange tijd niet gebruikt
Schakel de camera uit voordat u de batterij en de kaart verwijdert. (Zorg dat de batterij
●
is verwijderd om schade door diepontlading te voorkomen.)
Laat de camera niet in aanraking komen met rubberen of plastic zakken.
●
Bewaar de camera met een vochtabsorberend middel (silicagel) als deze in een lade
●
enzovoort wordt bewaard. Bewaar batterijen op een koele plaats (15 °C - 25 °C) met
een lage vochtigheid (40% - 60%) en geen grote temperatuurschommelingen.
Laad de batterij eens per jaar op en laat deze een keer volledig leeg lopen voordat u deze weer bewaart.
• Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken.
Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of nat worden.
•
Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert
●
•
Wanneer u de functies ‘formatteren’ of ‘verwijderen’ op uw camera of computer gebruikt,
worden alleen de bestandsbeheergegevens gewijzigd. De gegevens worden niet volledig
van de geheugenkaart verwijderd. Wanneer u uw geheugenkaarten verwijdert of inlevert,
raden wij u aan de geheugenkaart zelf te vernietigen of in de handel verkrijgbare software
voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens volledig van de
kaart te verwijderen. Ga verantwoordelijk om met de gegevens op geheugenkaarten.
LCD-scherm
Druk niet hard op het lcd-scherm. Hierdoor kunt u ongelijkmatig beeld krijgen en kan de
●
monitor beschadigd raken.
Druk niet met scherpe, harde instrumenten, zoals de punt van een balpen, op een monitor.
●
Wrijf niet hard over het lcd-scherm en druk er ook niet op.
●
In koude klimaten of in andere omstandigheden waarin de camera koud wordt, kan
●
het lcd-scherm direct na het opstarten iets trager dan normaal reageren. De normale
helderheid keert terug wanneer de interne onderdelen zijn opgewarmd.
Persoonlijke gegevens
Als u de instelling [NAAM] of [LEEFTIJD] in de modus [BABY] invoert, houd er dan
rekening mee dat de camera en de gemaakte foto’s persoonlijke gegevens bevatten.
Aansprakelijkheid
●
•
Gegevens met persoonlijke informatie zouden kunnen worden aangetast of verloren gaan
door storingen, statische elektriciteit, ongelukjes, defecten, reparaties en andere voorvallen.
Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade, direct of indirect,
die voortvloeit uit aantasting of verlies van gegevens met persoonlijke informatie.
Bij het verzoeken om reparatie of de overdracht/wegdoen van de camera
●
• Ter bescherming van uw persoonlijke informatie verzoeken wij u de instellingen alle
terug te stellen. (→20)
• Als er beelden zijn vastgelegd in het ingebouwd geheugen, kopieert (→73) u die dan
zonodig naar een geheugenkaart en formatteert (→21) u het ingebouwd geheugen.
• Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
• Wanneer u de camera terugkrijgt na reparatie, kunnen het ingebouwde geheugen en
de instellingen zijn teruggesteld in de oorspronkelijke stand bij aankoop.
• Als de bovenstaande ingrepen niet mogelijk blijken vanwege een storing in de
camera, raadpleegt u dan uw leverancier of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst.
Voor het overdragen of wegdoen van uw geheugenkaart, leest u ‘Wanneer u
geheugenkaarten verwijdert/inlevert’ in het voorgaande hoofdstukje.
VQT2N06 91
Page 92
Capaciteit/tijd voor het opnemen van foto’s
Capaciteit voor het opnemen van foto’s
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen, varieert, afhankelijk van de instelling
●
[FOTO RES.]. (→53)
Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 99.999 is, wordt er ‘+99999’
●
aangegeven.
DMC-FP2
Beeldverhouding
[FOTO RES.]
Ingebouwd geheugen
Geheugenkaart
Capaciteit opnametijd (bewegende beelden)
De beschikbare opnametijd varieert, afhankelijk van de instelling [OPN. KWALITEIT].
59 s 2 min 35 s2 min 40 s 7 min 50 s
2 min5 min 10 s 5 min 20 s15 min 40 s
4 min10 min 20 s10 min 50 s31 min 20 s
8 min 20 s21 min 20 s22 min 10 s1 h 4 min
16 min 30 s 41 min 50 s 43 min 40 s 2 h 5 min
25 min 10 s 1 h 3 min1 h 6 min3 h 11 min
33 min 40 s 1 h 25 min 1 h 28 min 4 h 15 min
92 VQT2N06
Page 93
De genoemde cijfers zijn een schatting. Ze kunnen variëren afhankelijk van
●
omstandigheden, kaarttype en onderwerp.
Opnamecapaciteit/tijden die op het lcd-scherm worden weergegeven, zullen mogelijk
Films kunnen maximaal 15 minuten continu worden opgenomen. Verder kunnen
●
24 GB
32 GB
48 GB
64 GB
[HD][WVGA][VGA][QVGA]
50 min 50 s 2 h 8 min2 h 14 min 6 h 26 min
1 h 8 min2 h 52 min 2 h 59 min8 h 35 min
1 h 38 min4 h 9 min4 h 19 min 12 h 27 min
2 h 16 min 5 h 45 min 5 h 59 min 17 h 13 min
3 h 20 min 8 h 27 min 8 h 48 min 25 h 18 min
4 h 29 min 11 h 22 min11 h 50 min 34 h 3 min
continuopnamen niet groter zijn dan 2 GB. (Voorbeeld: [8 m 20 s] met [HD]) Als u langer
wilt opnemen dan 15 minuten of meer dan 2 GB, drukt u opnieuw op de ontspanknop.
(De resterende tijd voor continuopnamen wordt op het scherm weergegeven.)
De tijd die in de tabel wordt weergegeven, is de totale tijd.
VQT2N06 93
Page 94
• SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
• QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., onder
vergunning gebruikt.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in
deze instructies zijn afgedrukt, zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke
bedrijven.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.