tijdens gebruik ..................................... 90
Capaciteit/tijd voor het
opnemen van foto’s ............................. 92
4 VQT2N06
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit
■
Verwijder het strookje
plakband volledig van
de lenskap voordat u de
camera in gebruik neemt.
Strookje
plakband
■
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s
kunt maken en geluiden kunt opnemen.
■
We keren geen vergoedingen uit voor
mislukte/verloren geraakte opnamen
of voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding
uit, zelfs niet als de schade wordt
veroorzaakt door storingen met de
camera of de kaart.
■
Sommige foto’s kunnen niet worden
afgespeeld.
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn
gemaakt of bewerkt
(Foto’s die op deze camera zijn
gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet
altijd op andere camera’s worden
afgespeeld)
■
Software op de bijgeleverde CD-ROM
De volgende bewerkingen zijn niet
toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor
verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Schade, defecten en storingen
voorkomen
■
Voorkom schokken, trillingen en druk.
• Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen
of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld
niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet
zitten met de camera in uw zak.
(Bevestig het polsbandje om te voorkomen
dat de camera valt. Hang geen andere
voorwerpen dan het bijgeleverde polsbandje
aan de camera, want die kunnen er teveel
druk op uitoefenen.)
• Druk niet op de lens of op het lcd-scherm.
■
Zorg dat de camera niet nat wordt en
steek geen vreemde voorwerpen in de
camera.
Deze camera is niet waterdicht.
• Stel de camera niet bloot aan water, regen of
zeewater.
(Veeg de camera als deze nat is, met een
zachte, droge doek af. Wring de doek eerst
grondig uit wanneer de camera nat is door
zeewater enzovoort)
• Stel de lens en de behuizing niet bloot aan
stof of zand, en zorg dat er geen vloeistoffen
naar binnen lekken via openingen rond
knoppen.
• Zorg er bij het openen en sluiten van de
lenskap voor dat er geen vloeistof of vuil
zoals zand in de lenskap komt.
■
Voorkom condens als gevolg
van plotselinge veranderingen in
temperatuur en vochtigheid.
• Leg wanneer u naar een plaats gaat met
een andere temperatuur of vochtigheid, de
camera in een plastic zak en laat deze zich
aan de omstandigheden aanpassen voordat
u deze gebruikt.
• Schakel wanneer de lens beslaat, de stroom
uit en wacht twee uur totdat de camera zich
aan de omstandigheden heeft aangepast.
• Als het lcd-scherm beslaat, veegt u dit af met
een zachte, droge doek.
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie
van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw
of groen) op het scherm zichtbaar zijn.
Dit is geen storing.
Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01%
inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de
foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
VQT2N06 5
Voordat u de camera gaat gebruiken
(vervolg)
Schade, defecten en storingen
voorkomen
■
Lens
• Laat de lens niet in de volle zon liggen.
■
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
•
Oefen niet te veel kracht uit en draai
de schroeven niet aan als ze krom
zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het
schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat.
(Lees de handleiding bij het statief.)
■
Transport van de camera
Schakel de camera uit.
(Open de lenskap niet wanneer u de camera
in de tas stopt of uit de tas haalt. Anders kan
de camera per ongeluk worden ingeschakeld.)
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en
opmerkingen tijdens gebruik’ (→90).
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig
zijn voordat u de camera in gebruik
neemt.
De accessoires en de vormgeving
●
ervan kunnen verschillen, afhankelijk
van het land of de regio waar de
camera is aangeschaft.
Raadpleeg de
standaardgebruiksaanwijzing voor
meer informatie over de accessoires.
De batterij wordt in de tekst
●
aangeduid als batterij of accu.
De batterijlader wordt in de tekst
●
aangeduid als batterijlader of oplader.
Verwijder de verpakking op de juiste
●
manier.
■
Optionele accessoires
• Kaarten worden niet standaard
bijgeleverd. Als u geen kaart gebruikt,
kunt u foto’s opnemen of afspelen via
het ingebouwde geheugen.
• Neem contact op met de leverancier
of met een servicecentrum bij u in de
buurt als u de bijgeleverde accessoires
bent verloren. (U kunt de accessoires
afzonderlijk aanschaffen.)
De volgende verschijnselen zijn
geen indicaties van mechanische
problemen.
• De camera rammelt als deze wordt
geschud. (Dit is het geluid van het
bewegen van de lens.)
• De camera klikt wanneer deze
wordt in- of uitgeschakeld, of bij
het schakelen tussen opnemen en
afspelen. (Dit is ook het geluid van het
bewegen van de lens.)
• U voelt een trilling bij het in- of
uitzoomen. (Deze wordt veroorzaakt
door het bewegen van de lens.)
• De lens maakt geluid tijdens het
opnemen. (Dit is het geluid van de
diafragma-instelling als reactie op
veranderingen in het omgevingslicht.)
Tijdens deze instelling veranderen de
beelden op het lcd-scherm snel, maar
dit heeft geen invloed op de opnamen.
het polsbandje
te gebruiken om
te voorkomen
dat u de camera
②
laat vallen.
Als u een andere polsriem
●
bevestigt dan de bijgeleverde,
kan het onmogelijk zijn om het
klepje van de aansluiting [AV OUT/
DIGITAL] of [DC IN] te openen.
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (→14)
Linker cursortoets (◄)
• Zelfontspanner (→34)
Omlaag-cursortoets (▼)
• Macro (close-up) (→37)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
●
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
●
product. In deze handleiding worden de schermen van DMC-FP1 als voorbeeld gebruikt in de uitleg.
Omhoog-cursortoets
(▲)
• Belichtingscompensatie (→39)
Rechter cursortoets (►)
• Flitser (→35)
VQT2N06 7
Batterij opladen
■
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks
van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet
voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een
dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij.
Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik
maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
• De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen
die veilig gebruikt kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze
functie. De enige batterijen die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn
originele Panasonic-producten en batterijen gemaakt door andere fabrikanten
die zijn gecertificeerd door Panasonic. (Batterijen die deze functie niet
ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic kan op geen enkele
wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die zijn
gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen
in de oplader en zet deze vast
Zorg dat [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact aan
Insteektype
●
Batterij
(afhankelijk van model)
Oplader
(afhankelijk van model)
Haal de batterij uit de oplader nadat
het opladen is voltooid
8 VQT2N06
Stekkertype
●
• Het
netsnoer
past niet
volledig
in de
netsnoeraansluiting. Er blijft
een opening open.
1
2
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer
110 minuten als deze
helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed
Wanneer het lampje knippert:
• Het opladen kan langer
duren dan normaal als de
batterijtemperatuur te hoog
of te laag is (mogelijk kan
de batterij dan niet volledig
worden opgeladen).
• De aansluiting van de
batterij/oplader is vuil. Reinig
deze met een droge doek.
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt!
(wordt niet opgeladen verkocht)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of de [LCD MODE]
vaak of in koudere klimaten wordt gebruikt.
Aantal te nemen foto’s Ongeveer 300 foto’s
OpnameduurOngeveer 150 minuten
Opnameomstandigheden volgens de CIPA -normen
●
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging
Products Association].
• Modus [NORMALE FOTO]
• Temperatuur: 23 °C/vochtigheid: 50 %
wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic
SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
•
Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de
camera is ingeschakeld. (Wanneer de functie voor
optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
Het aantal zal gereduceerd zijn als er meer tijd verstrijkt tussen de opnamen – bijv. tot ongeveer een
kwart (75 foto’s) bij tussenpozen van 2 minuten onder de bovenstaande omstandigheden.
• Eén opname per 30 seconden met om en om
volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of
omgekeerd draaien bij elke opname.
∗
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en
met rust laten totdat de temperatuur van de
accu daalt.
∗
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt,
wordt lager in de modus Auto Power LCD
en Power LCD.
AfspeeltijdOngeveer 260 minuten
Het aantal op te nemen foto’s en de beschikbare opnameduur kunnen nogal uiteenlopen,
afhankelijk van de toestand van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. Het
●
opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt.
Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
●
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is opgeladen.
●
Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 35 °C).
●
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders kunnen
●
brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd.
We raden u af de batterij vaak op te laden.
●
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij groter worden.)
Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
●
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij.
●
De batterijlader staat op stand-by wanneer er netspanning wordt aangevoerd.
●
Het hoofdcircuit is altijd ingeschakeld zo lang de batterijlader op een stopcontact is aangesloten.
Opladen
●
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Ontkoppel altijd de oplader van de netspanning na het opladen (sluipverbruik maximaal 0,1 W als
deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen zijn
●
beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken).
Volgens de CIPA-norm
VQT2N06 9
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen
Schakel de camera
uit en schuif de
ontgrendelingshendel naar
[OPEN] voordat u het klepje
opent
Vrijgavehendel
Hendel
Raak de
aansluiting
niet aan
Opgeladen batterij (controleer de richting)
Kaart (controleer de richting: de
aansluitpunten zijn naar het lcd-scherm
gericht)
■
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij:• Verwijdering van de kaart:
beweeg de hendel
in de richting van
de pijl.
Hendel
[OPEN][LOCK]
Schuif de batterij en de kaart
volledig naar binnen
• Batterij: naar binnen schuiven totdat
de hendel vastklikt.
• Kaart: naar binnen schuiven totdat
deze vastklikt.
Sluit het deksel
Schuif naar de positie [LOCK].
druk de kaart in het
midden omlaag.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
●
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van
●
dit product niet garanderen.
Haal de batterij uit de camera na gebruik.
●
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
U verwijdert de kaart of de batterij door de camera uit te schakelen
●
en te wachten totdat er niets meer op het lcd-scherm staat. (Als u niet wacht, kan de
camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd
raken.)
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
●
10 VQT2N06
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het
ingebouwde geheugen
■
Ingebouwd geheugen (ongeveer 40 MB)
Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd en omgekeerd (→73).
●
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
●
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van bewegende
●
beelden in het ingebouwde geheugen.
■
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
als dat niet zo is.
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
KaarttypeCapaciteitOpmerkingen
SDgeheugenkaarten
SDHCgeheugenkaarten
SDXCgeheugenkaarten
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was geformatteerd met een
●
computer of ander apparaat. (→21)
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart geen opnamen vastleggen
●
of verwijderen en de kaart niet formatteren.
Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer (want elektromagnetische
●
golven, statische elektriciteit of storingen kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken).
Meest recente informatie:
●
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
8 MB – 2 GB •
4 GB – 32 GB
48 GB – 64 GB
Kunnen worden gebruikt met apparaten die
compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
•
Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt,
dient u te controleren of uw computer en andere
apparatuur dit kaarttype ondersteunen.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet
worden vermeld, worden niet ondersteund.
Schakelaar
(LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbooltje rood knippert, dient u de batterij bij te laden of
te vervangen. (→8)
Resterend aantal foto’s (→92)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven.
Dit betekent dat er een functie wordt uitgevoerd, zoals het opnemen, aflezen, wissen of
formatteren van beelden. Schakel de stroom niet uit en verwijder de batterij, kaart of netadapter
niet (los verkocht) (hierdoor kan schade aan of verlies van gegevens worden veroorzaakt).
Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Als de werking
van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
VQT2N06 11
De klok instellen
Raak de lens
niet aan.
Lenskap
■
Lokale tijd instellen op
een reisbestemming in het
buitenland
[WERELDTIJD] (→52)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Als het taalkeuzescherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar stap
.
Druk op [MENU/SET] terwijl het
bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te
selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN]
verschijnt.
12 VQT2N06
Druk op [MENU/SET]
Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.
Klokinstelling wijzigen
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten,
weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en
druk op ▲▼ om deze in te stellen
Het in te
stellen item
selecteren
De
waarden en
instellingen
wijzigen
• Annuleren → Druk op
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als
AM 12:00 en 12:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de
maand en het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Selecteer [24 UURS] of
[AM/PM] voor de indeling van
de tijdweergave.
Druk op [MENU/SET]
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
• Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd.
(U kunt de tijd en de datum weergeven door enkele keren op [DISPLAY] te drukken.)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [SET-UP] (→17) en voer stap en uit.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de
batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was
geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
●
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel.
U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
●
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
●
de datum niet op het scherm van de camera.
VQT2N06 13
Het menu instellen
Zie het onderstaande procedurevoorbeeld wanneer u het menu [SET-UP], het menu
[OPNAME] en het menu [AFSPELEN] gebruikt.
(Voorbeeld) De instelling [LCD MODE] in het menu [SET-UP] wijzigen in de modus
[NORMALE FOTO].
Raak de lens
niet aan.
Lenskap
Ontspanknop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [NORMALE
FOTO]
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om [NORMALE FOTO] te
selecteren en druk dan op [MENU/SET].
• Druk als u het menu [AFSPELEN] wilt
weergeven, op de afspeelknop om naar de
afspeelmodus te gaan.
Open het menu
De
achtergrondkleur
van het
geselecteerde
item verandert.
Selecteer het menu [SET-UP]
■
Standaardinstellingen
herstellen
[RESETTEN] (→20)
14 VQT2N06
Ga naar Selecteer en
achtergrondkleur
De
verandert.
keer terug naar de
menu-items
Selecteer het item
Pagina
(Met de
zoomhendel kunt u
naar het volgende
scherm gaan.)
Item
De weergave van de instellingen kan verschillen, afhankelijk van de items.
Menutype
Afhankelijk van de modus kunnen er verschillende menu-items worden weergegeven.
Selecteer de instelling
Instellingen
Geselecteerde
instelling
Sluit het menu
Menu [OPNAME] (alleen opnamemodus)
Menu [SET-UP]
Menu [AFSPELEN] (alleen afspeelmodus)
Voorkeuren voor foto’s wijzigen (→53 - 59)
• Hiermee kunt u kleur, gevoeligheid, pixelniveau en andere
instellingen opgeven.
Het gebruiksgemak van de camera vergroten (→17 - 22)
• Hier kunt u instellingen opgeven die te maken hebben met
het gebruiksgemak.
U kunt hier bijvoorbeeld de klok instellen, de geluidssignalen
wijzigen enzovoort.
Uw foto’s gebruiken (→67 - 73)
• Hiermee kunt u instellingen voor beveiliging, bijsnijden en
afdrukken opgeven voor foto’s die u hebt gemaakt.
• U kunt dit menu ook afsluiten
in de opnamemodus door de
ontspanknop half in te drukken.
VQT2N06 15
Het menu instellen(vervolg)
Gebruik van het Quick-menu
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Open in de opnamemodus het
snelmenu
Druk op de
knop totdat
het snelmenu
wordt
weergegeven
Kies het onderdeel en de
Quick-menu
instelling
Keuze
Druk
(Voltooid)
Instelling
Item
Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
●
16 VQT2N06
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de
batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [AUTOM. UIT] zijn belangrijk voor de instelling
van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen
voordat u de camera gebruikt.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[KLOKINST.]
De datum en de tijd
instellen. (→12)
[WERELDTIJD]
De lokale tijd instellen in
het buitenland (→52)
[REISDATUM]
Opslaan van het aantal
dagen dat u al op reis
bent. (→51)
[TOON]
Geluidssignalen
en geluiden van de
ontspanner wijzigen of
dempen.
[VOLUME]
Volume van het geluid
van de luidsprekers
aanpassen (7 niveaus).
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
[BESTEMMING]: Plaatselijke tijd op uw
[HOME]: De datum en tijd instellen (thuis).
[REIS-SETUP]
[OFF]/[SET] ( De datum van vertrek en terugkeer
[LOCATIE]
[OFF]/[SET] (De naam van de bestemming invoeren.) (→60)
[TOONNIVEAU]
// : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
// : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen
wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden
u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
registreren.)
reisbestemming instellen.
VQT2N06 17
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter
zichtbaar maken.
[BEELDGROOTTE]
Keuze van de afmetingen
van het menu.
[FOCUS ICOON]
Een ander
scherpstelpictogram
kiezen.
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk
van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal
(voor buiten).
[GR. KIJKHOEK]:
Hiermee kunt u het scherm beter zien wanneer u
fotografeert vanaf een hoog punt. (wordt moeilijker
zichtbaar van voren)
• [AUTO POWER LCD] is in de volgende situaties uitgeschakeld.
Tijdens de afspeelmodus of de weergave van het menuscherm of
wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten.
• [SPANNING LCD] wordt uitgeschakeld als er tijdens het
fotograferen 30 seconden niets wordt gedaan. (De helderheid
kan worden hersteld door op een willekeurige knop te drukken)
• [GR. KIJKHOEK] wordt geannuleerd wanneer de stroom wordt
uitgeschakeld (inclusief [AUTOM. UIT]).
• De helderheid/kleur van het scherm in [LCD MODE] heeft geen
effect op de gemaakte foto’s.
• Weer zonlicht (met hand, enzovoort) als het scherm door reflectie
moeilijk zichtbaar is.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] zijn niet beschikbaar
in de afspeelmodus.
• Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD]
selecteert, zijn er minder foto’s beschikbaar en gaat de batterij
minder lang mee.
[STANDARD]/[LARGE]
/ / / / /
18 VQT2N06
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[AUTOM. UIT]
De camera automatisch
uitschakelen na een
opgegeven periode van
inactiviteit.
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]
• Wordt in de volgende situaties niet gebruikt.
Wanneer er een netadapter (optioneel) wordt gebruikt,
wanneer de camera op een computer of printer is
aangesloten, tijdens het opnemen of afspelen van films
en tijdens diapresentaties of demo’s
• In de volgende situaties gelden specifieke perioden.
Modus [INTELLIGENT AUTO]: [5 MIN.] en wanneer een
diapresentatie wordt gepauzeerd: [10 MIN.]
[AUTO REVIEW]
Foto’s automatisch
weergeven direct nadat u
ze hebt gemaakt.
[OFF]: Geen automatische weergave
[1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende
1 of 2 seconden.
[HOLD]: De automatisch weergegeven beelden blijven op
het scherm totdat u op een knop drukt (niet de
knop [DISPLAY])
• Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [INTELLIGENT
AUTO].
• Auto review vindt plaats direct nadat foto’s zijn gemaakt
in de modus [BURSTFUNCTIE] en in de scènemodi
[ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST]
en [FOTO FRAME], ongeacht de instellingen.
• Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden
bekeken.
VQT2N06 19
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[RESETTEN]
Terugkeren naar de
standaardinstellingen.
[USB MODE]
Communicatiemethode
selecteren voor
verbinding met een
computer of printer via
een USB-kabel.
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?]
[JA]/[NEE]
[PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?]
[JA]/[NEE]
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden,
wordt ook het volgende teruggezet.
- Leeftijd in jaren/maanden en namen in de scènemodi
[BABY] en [HUISDIER]
- [REISDATUM]
- [WERELDTIJD]
- [FAVORIETEN] in het menu [AFSPELEN] (stel in op
[OFF])
- [LCD ROTEREN] (stel in op [ON])
• Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht
camerageluiden. Dit is normaal.
[SELECT. VERBINDING]:
Elke keer als u verbinding hebt met een computer of
PictBridge-compatibele printer, selecteert u [PC] of
[PictBridge (PTP)].
[PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een
PictBridge-compatibele printer
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer
20 VQT2N06
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[VIDEO UIT]
Het videosignaal wijzigen
[NTSC]/[PAL]
• Functioneert wanneer de AV-kabel is aangesloten.
wanneer de camera is
aangesloten op een tv
enzovoort (alleen in de
afspeelmodus).
[TV-ASPECT]
Hiermee past u
/
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
de aspectratio
(beeldverhouding) aan
wanneer u de camera
aansluit op een tv
enzovoort. (Alleen
Terugspeelfunctie)
[VERSIE DISP.]
De huidige versie wordt aangegeven.
Controleer uw versie van
de camera-firmware.
[FORMATEREN]
Gebruik dit wanneer er
[FOUT INT. GEHEUGEN]
of [STORING
GEHEUGENKAART]
verschijnt, of voor het
formatteren van het
ingebouwde geheugen of
de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het
ingebouwd geheugen
is geformatteerd,
kunnen de gegevens
niet meer worden
hersteld. Controleer de
[JA]/[NEE]
• Hiervoor hebt u een voldoende opgeladen batterij (→8)
of een adapter nodig (los verkocht). Verwijder de kaarten
als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren.
(Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze
kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het
interne geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s,
worden verwijderd. (→72)
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren.
• Neem contact op met de winkelier als u niet kunt
formatteren.
inhoud van de kaart/het
ingebouwd geheugen
zorgvuldig voordat u
het formatteren start.
VQT2N06 21
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→14)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[TAAL]
Schermtaal wijzigen.
[DEMOFUNCTIE]
Een demonstratie van
functies bekijken.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
[O.I.S. DEMO]: (alleen tijdens het opnemen)
Geeft aan hoeveel beweging er door de camera wordt
waargenomen (schatting)
Groot ← Klein → Groot
Hoeveelheid beweging
Hoeveelheid beweging na stabilisatie
• Druk als het demoscherm wordt weergegeven op
[MENU/SET] om de optische beeldstabilisatie in of uit te
schakelen.
• Kan niet worden weergegeven in de afspeelmodus.
• Stoppen → Druk op de knop [DISPLAY].
• U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
• Als de camera ingeschakeld blijft zonder
een geheugenkaart er in, op stroom van de
netspanningsadapter (optioneel), zal er automatisch een
demonstatie van de mogelijkheden beginnen wanneer u
ongeveer 2 minuten lang geen toets indrukt.
• [AUTO DEMO] kan niet worden weergegeven op externe
apparaten zoals tv’s.
22 VQT2N06
Opnamevolgorde
Stel de klok in voordat u gaat opnemen. (→12)
Lenskap
Aan/uit-knop
[MODE]-knop
Raak de lens
niet aan.
Afspeelknop
[MENU/SET]
-knop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de gewenste
opnamemodus en maak opnamen
■
Instellingen gebruiken die automatisch
door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
■
Opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de knop [MODE].
Druk op ▲▼ om de opnamemodus te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
Speel de gemaakte foto’s af
Druk op de afspeelknop.
Druk op ◄► om een foto te selecteren.
■
Terugkeren naar de opnamemodus
Druk opnieuw op de afspeelknop.
• De camera keert terug naar de vorige
opnamemodus.
Sluit de lenskap
De camera wordt uitgeschakeld.
• U kunt de camera ook uitschakelen door op
de aan/uit-knop te drukken.
■
Lijst met opnamemodi
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [NORMALE FOTO]
[MY SCENE MODE]
[SCÈNE MODE]Fotograferen afhankelijk van de scène. (→40)
Modus [BEWEGEND BEELD]Filmen.(→49)
Fotograferen met automatische
instellingen.
Fotograferen met uw eigen
instellingen.
Fotograferen in veelgebruikte
scènemodi.
(→25)
(→27)
(→48)
VQT2N06 23
Opnamevolgorde (vervolg)
■
De camera vasthouden
Flitser
AF ass. lamp
Handige manieren om de camera in te schakelen
U kunt de camera inschakelen door de lenskap te openen, maar ook als volgt.
■
Camera inschakelen in de afspeelmodus
•
Als de beweging merkbaar wordt, houd de camera dan
met beide handen vast, houd uw armen tegen uw lichaam
aan en ga staan met uw voeten op schouderbreedte.
• Raak de lens niet aan.
• Zorg dat de microfoon niet wordt geblokkeerd als u filmt.
(→7)
• Blokkeer nooit de flitser of de AF ass. lamp. Kijk niet van
dichtbij in de flitser of de lamp.
• Houd de camera stabiel wanneer u op de ontspanknop
drukt.
Ingedrukt houden
De foto’s op de kaart of in het ingebouwde
geheugen worden weergegeven.
■
Met de lenskap open en de camera uit
24 VQT2N06
Ingedrukt houden
De camera wordt in de opnamemodus ingeschakeld.
• Wanneer u de aan/uit-knop ingedrukt houdt terwijl
de lenskap dicht is, verschijnt het bericht [OPEN
DE LENSKAP].
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Opnamemodus:
Er wordt automatisch voor de optimale instellingen gekozen op basis van informatie zoals
‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’ door de camera op het onderwerp te richten.
Dit betekent dat u duidelijke foto’s kunt maken zonder dat u handmatig iets hoeft in te stellen.
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [INTELLIGENT AUTO]
Maak foto’s
•
Druk opnieuw op de knop om terug te
keren naar de vorige opnamemodus.
Opnamemoduspictogram (zie onder)
Druk half in
(druk licht in en
stel scherp)
Ontspanknop
Het type scène dat wordt waargenomen, wordt twee
■
Automatische scènedetectie
De scène wordt geïdentificeerd wanneer de camera op het onderwerp wordt gericht en
de optimale instellingen worden automatisch gekozen.
[i PORTRET]: er worden personen
waargenomen
[i LANDSCHAP]: er wordt een landschap waargenomen
[i MACRO]: er wordt een closeupopname waargenomen
De beweging van het onderwerp wordt gedetecteerd om wazig beeld te voorkomen
wanneer de scène niet met een van de hierboven genoemde instellingen overeenkomt.
Als tijdens de automatische scènedetectie wordt vastgesteld dat er personen op de foto
staan ( of ), wordt de gezichtsdetectie geactiveerd en worden de scherpstelling
en belichting op basis van de herkende gezichten aangepast.
seconden met een blauw pictogram aangeduid
[i NACHTPORTRET]: er worden personen
en een nachtlandschap waargenomen
(Alleen wanneer
[i NACHTL. SCHAP]: er wordt een
nachtlandschap waargenomen
[i ZONSONDERG.]: er wordt een
zonsondergang waargenomen
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is
voltooid:
knippert → verlicht)
wordt geselecteerd)
VQT2N06 25
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO] (vervolg)
Opnamemodus:
■
Flitsen
Selecteer (i Auto) of (Gedwongen uit).
•
Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/
rode-og),
automatisch geselecteerd, afhankelijk van het soort
onderwerp en de helderheid. (Zie voor meer informatie
• en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie
is geactiveerd.
• Bij en is de sluitertijd langer.
Naast de automatische scènedetectie worden [] in [GEVOELIGHEID] en de
●
tegenlichtcompensatie automatisch ingeschakeld.
U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [INTELLIGENT AUTO].
●
• (Menu [OPNAME]): [FOTO RES.]
• (Menu [SET-UP]
DEMO]
1
∗
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
2
∗
De andere onderdelen in het [SET-UP] menu weerspiegelen de instellingen die
gemaakt zijn voor andere opnamefuncties.
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende
●
omstandigheden.
Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren,
contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen
Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht
komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie
maakt daarom het gehele beeld helderder.
Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en
●
zelfontspanner te gebruiken.
Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
●
seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet.
De instellingen voor de volgende functies staan vast.
(9-zone-scherpstellen) wanneer er geen gezicht wordt herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
●
[BELICHTING], [DIG. ZOOM]
2
∗
): [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
(Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.)
1
∗
, [BURSTFUNCTIE], [KLEURFUNCTIE]
3
∗
• [AF ASS. LAMP]: [ON]
1
∗
, [TAAL], [O.I.S.
(→36)
1
∗
)
26 VQT2N06
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [NORMALE FOTO]
Opnamemodus:
Via het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Ontspanknop
■
Zoom gebruiken
(→29)
■
Flitser gebruiken
(→35)
■
Beeldhelderheid aanpassen
(→39)
■
Close-upfoto’s maken
(→37)
■
Kleur aanpassen
(→55)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer de modus [NORMALE FOTO]
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in
en stel scherp)
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is
voltooid:
knippert → verlicht)
AF-gebied
(Stelt scherp op onderwerp. Als dit is voltooid:
rood → groen)
Gebruik in geval van een waarschuwing over
●
beweging [STABILISATIE], een statief of
[ZELFONTSPANNER].
Als de diafragmawaarde of sluitertijd rood
●
worden weergegeven, is de belichting niet juist.
Gebruik de flitser of wijzig de instellingen voor
[GEVOELIGHEID].
Diafragmawaarde Sluitertijd
Trillingswaarschuwing
VQT2N06 27
Foto’s maken met uw eigen instellingen
[NORMALE FOTO] modus (vervolg)
Opnamemodus:
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
AF-gebied
Keer terug naar de gewenste compositie
Druk volledig in
AF-gebied
Onderwerpen/omgevingen waarbij
●
scherpstellen een probleem kan zijn:
•
Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen
of voorwerpen zonder kleurcontrasten
•
Foto’s maken door een ruit of vlakbij
voorwerpen die licht uitstralen. In het
donker, of als de camera erg beweegt.
•
Wanneer u te dicht bij het object staat of
wanneer u een foto maakt waarop zowel
veraf als dichtbij gelegen objecten staan
We raden u aan bij het
●
fotograferen van personen (→56) de
gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer er niet
●
goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera
niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt.
Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht of tijdens het
●
gebruik van de digitale zoomfunctie.
De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm wanneer u de
●
ontspanknop halverwege indrukt.
Scherpstelbereik
Richtingwaarnemingsfunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden
automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
●
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn
gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid.
Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
●
28 VQT2N06
Foto’s maken met zoom
Opnamemodus:
‘Optische zoom’ biedt een vergroting van 4 x. Bij een lager opnamepixelniveau kan
met ‘Extra optische zoom’ maximaal 8,4 x (DMC-FP2) of 7,8 x (DMC-FP1) worden
ingezoomd. Voor nog verder inzoomen is ‘Digital zoom’ beschikbaar.
In-/uitzoomen
Groter gebied
fotograferen
(groothoek)
Richting W
(groothoek): 1 x
Stel de foto scherp nadat u de
●
Het onderwerp
vergroten (tele)
Richting T (tele):
maximaal 4 x
Zoombalk
Scherpstelgebied
Zoomfactor
(ong.)
zoominstelling hebt aangepast.
Optische zoom en extra optische zoom (EZ)
U schakelt automatisch over op ‘optische zoom’ bij gebruik van de maximale
fotoresolutie (→53) en anders op ‘extra optische zoom’ (voor een nog grotere
zoomfactor). (EZ is de afkorting van ‘extra optische zoom’.)
• Optische zoom • Extra optische zoom
Zoombalk
Maximale zoomfactor per fotoresolutie
●
DMC-FP2Optische zoomExtra optische zoom
[FOTO RES.]14 M - 10.5 M
Max. vergroting4 x4,7 x6,8 x8,4 x
DMC-FP1Optische zoomExtra optische zoom
[FOTO RES.]12 M - 9 M
Max. vergroting4 x4,9 x6,3 x7,8 x
Systeem voor Extra optische zoom
●
10 M
8 M
Wanneer het opnamepixelniveau wordt ingesteld op [3 M ] (equivalent aan 3 miljoen
pixels), worden 3 miljoen pixels van het beschikbare pixelniveau in het midden van de
CCD voor de opnamen gebruikt, zodat een hogere vergrotingsfactor mogelijk is.
De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting.
●
( op het scherm)
5 M 3 M of minder
5 M 3 M of minder
VQT2N06 29
Loading...
+ 65 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.