PANASONIC DMCFP1, DMCFP2 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FP2
DMC-FP1
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT2N06-1
Page 2
Beknopte handleiding
De batterij is niet opgeladen wanneer de camera wordt geleverd. Laad vóór gebruik de batterij op en stel de klok in.
Als u de kaart (optioneel) niet gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen (11).
Raak de lens niet aan.
Laad de batterij op
Plaats de batterij en de kaart in de camera
Open de lenskap
Lenskap
[MODE]-knop
Afspeelknop
[MENU/SET]
-knop
Selecteer de gewenste opnamemodus
Instellingen gebruiken die automatisch door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
De opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de [MODE]-knop. Druk op ▲▼ om de opnamemodus te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Druk op de ontspanknop en maak foto’s
Druk half in (druk licht in en stel scherp)
Bij het afspelen van de foto’s
Druk op de afspeelknop. Selecteer de foto die u wilt
bekijken.
Druk volledig in (druk de knop helemaal in om een foto te maken)
Vorige Volgende
Page 3
Inhoudsopgave
Voordat u de camera gaat
gebruiken
Voordat u de camera gaat gebruiken ... 5
Lees eerst dit ................................................. 5
Schade, defecten en storingen voorkomen...5
Standaardaccessoires .......................... 6
Namen van onderdelen ......................... 7
Cursorknop .................................................... 7
Voorbereidingen
Batterij opladen .....................................8
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan
worden gemaakt en de opnametijd ............... 9
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen.... 10
Bestemming voor het opslaan van foto’s
(kaarten en ingebouwd geheugen) .............11
Resterende batterij- en
geheugencapaciteit ..................................... 11
De klok instellen ..................................12
Het menu instellen............................... 14
Menutype ....................................................15
Gebruik van het Quick-menu ......................16
Gebruik van het menu [SET-UP] ..... 17
[KLOKINST.]/ [WERELDTIJD]/ [REISDATUM]/ [TOON]/
[VOLUME]..............................................17
[LCD MODE]/ [BEELDGROOTTE]/
[FOCUS ICOON] ...................................18
[AUTOM. UIT]/
[AUTO REVIEW] ....................................19
[RESETTEN]/ [USB MODE] ..............20
[VIDEO UIT]/ [TV-ASPECT]/
[VERSIE DISP.]/ [FORMATEREN] ....21
[TAAL]/ [DEMOFUNCTIE] ................22
Standaardbediening
Opnamevolgorde ................................. 23
Handige manieren om de camera in te
schakelen ....................................................24
Foto’s nemen met automatische instellingen Modus [INTELLIGENT AUTO]
Foto’s maken met uw eigen instellingen Modus
[NORMALE FOTO]
Scherpstellen voor de gewenste
compositie ...................................................28
Richtingwaarnemingsfunctie .......................28
Foto’s maken met zoom ...................... 29
Verder vergroten [DIG. ZOOM] .............30
Uw foto’s bekijken
[NORMAAL AFSP.] ............................... 31
Foto’s verwijderen ............................... 32
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen
..................................................32
.............. 25
................... 27
VQT2N06 3
Page 4
Inhoudsopgave (vervolg)
Toepassingen (Fotograferen)
Weergave informatie voor opname
wijzigen ................................................. 33
Fotograferen met de zelfontspanner
Fotograferen met een flitser ............... 35
Close-upfoto’s maken ......................... 37
Fotograferen van nóg dichterbij
[MACRO ZOOM].....................................38
Foto’s maken met
belichtingscompensatie...................... 39
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE]
[PORTRET]/ [GAVE HUID]/
[TRANSFORMEREN] ............................41
[ZELFPORTRET]/ [LANDSCHAP]/
[SPORT]/ [NACHTPORTRET] ..........42
[NACHTL. SCHAP]/ [VOEDSEL]/
[PARTY]/ [KAARSLICHT] ..................43
[BABY]/ [HUISDIER]/
[ZONSONDERG.] .................................. 44
[H. GEVOELIGH.]/ [HI-SPEED BURST] [FLITS-BURST]/ [STERRENHEMEL] [VUURWERK]/ [STRAND]/ [SNEEUW]/ [LUCHTFOTO]/ [ZANDSTRAAL]/
[FOTO FRAME] .....................................47
Veelgebruikte scènes registreren [MY SCENE MODE]
.......................... 48
Filmen van bewegende beelden
Modus [BEWEGEND BEELD] .......49
[OPN. KWALITEIT] ..............................50
Nuttige functies voor op reis .............. 51
[REISDATUM] ........................................51
[WERELDTIJD] ......................................52
Gebruik van het [OPNAME] menu ...... 53
[FOTO RES.] .........................................53
[GEVOELIGHEID] .................................54
[WITBALANS] ........................................55
[AF MODE] ............................................56
[BURSTFUNCTIE]/ [DIG. ZOOM] .....57
[KLEURFUNCTIE]/ [STABILISATIE] [AF ASS. LAMP]/ [RODE-OGEN CORR]/ [KLOKINST.]
Tekst invoeren .....................................60
... 34
........ 40
...45 ...46
...58
...59
Toepassingen (Bekijken)
Bekijken als lijst (Meerdere afspelen/Kalender afspelen)
... 61
Films bekijken ...................................... 62
Verschillende afspeelmethoden
(Afspeelmodus) ................................... 63
[DIASHOW]............................................64
[CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.].................................66
Gebruik van het menu [AFSPELEN] ..67
[KALENDER]/ [TEKST AFDR.] ..........67
[NW. RS.] ...............................................68
[BIJSNIJD.] ............................................69
[LCD ROTEREN]/ [FAVORIETEN] ....70
[PRINT INST.] ........................................71
[BEVEILIGEN] .......................................72
[KOPIE] ..................................................73
Aansluiten op andere apparatuur
Gebruik met computer ........................74
Afdrukken ............................................. 76
Meerdere foto’s afdrukken ..........................77
Afdrukken met datum en tekst ....................77
Afdrukinstellingen opgeven op de camera .. 78
Foto’s op tv bekijken ........................... 79
Diversen
Lijst met symbolen op het lcd-
schermen.............................................. 80
Tijdens het opnemen ................................... 80
Bij het afspelen ............................................ 81
Weergave berichten ............................82
Vraag en antwoord Storingen
verhelpen.............................................. 84
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ..................................... 90
Capaciteit/tijd voor het
opnemen van foto’s ............................. 92
Page 5
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit
Verwijder het strookje plakband volledig van de lenskap voordat u de camera in gebruik neemt.
Strookje plakband
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s kunt maken en geluiden kunt opnemen.
We keren geen vergoedingen uit voor mislukte/verloren geraakte opnamen of voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding uit, zelfs niet als de schade wordt veroorzaakt door storingen met de camera of de kaart.
Sommige foto’s kunnen niet worden afgespeeld.
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn gemaakt of bewerkt (Foto’s die op deze camera zijn gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet altijd op andere camera’s worden afgespeeld)
Software op de bijgeleverde CD-ROM
De volgende bewerkingen zijn niet toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Schade, defecten en storingen
voorkomen
Voorkom schokken, trillingen en druk.
• Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet zitten met de camera in uw zak. (Bevestig het polsbandje om te voorkomen dat de camera valt. Hang geen andere voorwerpen dan het bijgeleverde polsbandje aan de camera, want die kunnen er teveel druk op uitoefenen.)
• Druk niet op de lens of op het lcd-scherm.
Zorg dat de camera niet nat wordt en steek geen vreemde voorwerpen in de camera. Deze camera is niet waterdicht.
• Stel de camera niet bloot aan water, regen of zeewater. (Veeg de camera als deze nat is, met een zachte, droge doek af. Wring de doek eerst grondig uit wanneer de camera nat is door zeewater enzovoort)
• Stel de lens en de behuizing niet bloot aan stof of zand, en zorg dat er geen vloeistoffen naar binnen lekken via openingen rond knoppen.
• Zorg er bij het openen en sluiten van de lenskap voor dat er geen vloeistof of vuil zoals zand in de lenskap komt.
Voorkom condens als gevolg van plotselinge veranderingen in temperatuur en vochtigheid.
• Leg wanneer u naar een plaats gaat met een andere temperatuur of vochtigheid, de camera in een plastic zak en laat deze zich aan de omstandigheden aanpassen voordat u deze gebruikt.
• Schakel wanneer de lens beslaat, de stroom uit en wacht twee uur totdat de camera zich aan de omstandigheden heeft aangepast.
• Als het lcd-scherm beslaat, veegt u dit af met een zachte, droge doek.
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen storing. Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
VQT2N06 5
Page 6
Voordat u de camera gaat gebruiken
(vervolg)
Schade, defecten en storingen
voorkomen
Lens
• Laat de lens niet in de volle zon liggen.
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
Transport van de camera
Schakel de camera uit. (Open de lenskap niet wanneer u de camera in de tas stopt of uit de tas haalt. Anders kan de camera per ongeluk worden ingeschakeld.)
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik’ (90).
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u de camera in gebruik neemt.
De accessoires en de vormgeving
ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of de regio waar de camera is aangeschaft. Raadpleeg de standaardgebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires. De batterij wordt in de tekst
aangeduid als batterij of accu. De batterijlader wordt in de tekst
aangeduid als batterijlader of oplader. Verwijder de verpakking op de juiste
manier.
Optionele accessoires
• Kaarten worden niet standaard bijgeleverd. Als u geen kaart gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen.
• Neem contact op met de leverancier of met een servicecentrum bij u in de buurt als u de bijgeleverde accessoires bent verloren. (U kunt de accessoires afzonderlijk aanschaffen.)
De volgende verschijnselen zijn geen indicaties van mechanische problemen.
• De camera rammelt als deze wordt geschud. (Dit is het geluid van het bewegen van de lens.)
• De camera klikt wanneer deze wordt in- of uitgeschakeld, of bij het schakelen tussen opnemen en afspelen. (Dit is ook het geluid van het bewegen van de lens.)
• U voelt een trilling bij het in- of uitzoomen. (Deze wordt veroorzaakt door het bewegen van de lens.)
• De lens maakt geluid tijdens het opnemen. (Dit is het geluid van de diafragma-instelling als reactie op veranderingen in het omgevingslicht.) Tijdens deze instelling veranderen de beelden op het lcd-scherm snel, maar dit heeft geen invloed op de opnamen.
Page 7
Namen van onderdelen
Cursorknop
Oogje voor polsbandje
Zoomhendel (29) Ontspanknop (25, 49) Flitser (35) Lens (6) Indicator voor zelfontspanner (34)/
AF-assistlampje Lenskap (23)
-knop(25) LCD-scherm (33, 80) [MODE]-knop (27) Cursorknop [DISPLAY]-knop
(33)
[Q.MENU] (16)/verwijderen (32)
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
(74, 76, 79)
[DC IN]-aansluiting (74, 76)
• Gebruik altijd een Panasonic netadapter (optioneel).
(
59
Vrijgavehendel (10)
Statiefaansluiting
)
Klepje voor kaart/batterij
(10)
Microfoon(49) Aan/uit-knop (24) Afspeelknop (31) Luidspreker (17, 62)
We raden u aan
het polsbandje te gebruiken om te voorkomen dat u de camera
laat vallen.
Als u een andere polsriem
bevestigt dan de bijgeleverde, kan het onmogelijk zijn om het klepje van de aansluiting [AV OUT/ DIGITAL] of [DC IN] te openen.
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (14)
Linker cursortoets ()
• Zelfontspanner (34)
Omlaag-cursortoets ()
• Macro (close-up) (37)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
product. In deze handleiding worden de schermen van DMC-FP1 als voorbeeld gebruikt in de uitleg.
Omhoog-cursortoets ()
• Belichtingscompensatie (39)
Rechter cursortoets ()
• Flitser (35)
VQT2N06 7
Page 8
Batterij opladen
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
• De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen die veilig gebruikt kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze functie. De enige batterijen die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn originele Panasonic-producten en batterijen gemaakt door andere fabrikanten die zijn gecertificeerd door Panasonic. (Batterijen die deze functie niet ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic kan op geen enkele wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die zijn gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen in de oplader en zet deze vast
Zorg dat [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact aan
Insteektype
Batterij (afhankelijk van model)
Oplader (afhankelijk van model)
Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid
Stekkertype
• Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening open.
1
2
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer 110 minuten als deze helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed Wanneer het lampje knippert:
• Het opladen kan langer duren dan normaal als de batterijtemperatuur te hoog of te laag is (mogelijk kan de batterij dan niet volledig worden opgeladen).
• De aansluiting van de batterij/oplader is vuil. Reinig deze met een droge doek.
Page 9
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt!
(wordt niet opgeladen verkocht)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of de [LCD MODE] vaak of in koudere klimaten wordt gebruikt.
Aantal te nemen foto’s Ongeveer 300 foto’s Opnameduur Ongeveer 150 minuten
Opnameomstandigheden volgens de CIPA -normen
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Modus [NORMALE FOTO]
• Temperatuur: 23 °C/vochtigheid: 50 % wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
Het aantal zal gereduceerd zijn als er meer tijd verstrijkt tussen de opnamen – bijv. tot ongeveer een kwart (75 foto’s) bij tussenpozen van 2 minuten onder de bovenstaande omstandigheden.
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname.
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de accu daalt.
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt,
wordt lager in de modus Auto Power LCD en Power LCD.
Afspeeltijd Ongeveer 260 minuten
Het aantal op te nemen foto’s en de beschikbare opnameduur kunnen nogal uiteenlopen, afhankelijk van de toestand van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. Het
opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt. Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is opgeladen.
Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 35 °C).
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders kunnen
brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd. We raden u af de batterij vaak op te laden.
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij groter worden.) Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij.
De batterijlader staat op stand-by wanneer er netspanning wordt aangevoerd.
Het hoofdcircuit is altijd ingeschakeld zo lang de batterijlader op een stopcontact is aangesloten. Opladen
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Ontkoppel altijd de oplader van de netspanning na het opladen (sluipverbruik maximaal 0,1 W als deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen zijn
beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken).
Volgens de CIPA-norm
VQT2N06 9
Page 10
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen
Schakel de camera uit en schuif de ontgrendelingshendel naar [OPEN] voordat u het klepje opent
Vrijgavehendel
Hendel
Raak de aansluiting niet aan
Opgeladen batterij (controleer de richting) Kaart (controleer de richting: de aansluitpunten zijn naar het lcd-scherm gericht)
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij: • Verwijdering van de kaart:
beweeg de hendel in de richting van de pijl.
Hendel
[OPEN] [LOCK]
Schuif de batterij en de kaart volledig naar binnen
• Batterij: naar binnen schuiven totdat de hendel vastklikt.
• Kaart: naar binnen schuiven totdat
deze vastklikt.
Sluit het deksel
Schuif naar de positie [LOCK].
druk de kaart in het midden omlaag.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van
dit product niet garanderen. Haal de batterij uit de camera na gebruik.
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
U verwijdert de kaart of de batterij door de camera uit te schakelen
en te wachten totdat er niets meer op het lcd-scherm staat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
10 VQT2N06
Page 11
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het ingebouwde geheugen
Ingebouwd geheugen (ongeveer 40 MB)
Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd en omgekeerd (73).
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van bewegende
beelden in het ingebouwde geheugen.
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
als dat niet zo is.
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
Kaarttype Capaciteit Opmerkingen
SD­geheugenkaarten
SDHC­geheugenkaarten
SDXC­geheugenkaarten
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was geformatteerd met een
computer of ander apparaat. (21) Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart geen opnamen vastleggen
of verwijderen en de kaart niet formatteren. Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer (want elektromagnetische
golven, statische elektriciteit of storingen kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken). Meest recente informatie:
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
8 MB – 2 GB
4 GB – 32 GB
48 GB – 64 GB
Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u te controleren of uw computer en andere apparatuur dit kaarttype ondersteunen. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet worden vermeld, worden niet ondersteund.
Schakelaar (LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbooltje rood knippert, dient u de batterij bij te laden of te vervangen. (8)
Resterend aantal foto’s (92)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven. Dit betekent dat er een functie wordt uitgevoerd, zoals het opnemen, aflezen, wissen of formatteren van beelden. Schakel de stroom niet uit en verwijder de batterij, kaart of netadapter niet (los verkocht) (hierdoor kan schade aan of verlies van gegevens worden veroorzaakt). Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
VQT2N06 11
Page 12
De klok instellen
Raak de lens niet aan.
Lenskap
Lokale tijd instellen op een reisbestemming in het buitenland
[WERELDTIJD] (52)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld. Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap
.
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt.
12 VQT2N06
Druk op [MENU/SET]
Page 13
Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.
Klokinstelling wijzigen
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten, weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en druk op ▲▼ om deze in te stellen
Het in te
stellen item
selecteren
De waarden en instellingen
wijzigen
• Annuleren Druk op
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als AM 12:00 en 12:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de maand en het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] voor de indeling van de tijdweergave.
Druk op [MENU/SET]
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
• Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd. (U kunt de tijd en de datum weergeven door enkele keren op [DISPLAY] te drukken.)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [SET-UP] (17) en voer stap en uit.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel. U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
de datum niet op het scherm van de camera.
VQT2N06 13
Page 14
Het menu instellen
Zie het onderstaande procedurevoorbeeld wanneer u het menu [SET-UP], het menu [OPNAME] en het menu [AFSPELEN] gebruikt.
(Voorbeeld) De instelling [LCD MODE] in het menu [SET-UP] wijzigen in de modus [NORMALE FOTO].
Raak de lens niet aan.
Lenskap
Ontspanknop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [NORMALE FOTO]
Druk op de [MODE]-knop. Druk op ▲▼ om [NORMALE FOTO] te selecteren en druk dan op [MENU/SET].
• Druk als u het menu [AFSPELEN] wilt weergeven, op de afspeelknop om naar de afspeelmodus te gaan.
Open het menu
De achtergrondkleur van het geselecteerde item verandert.
Selecteer het menu [SET-UP]
Standaardinstellingen herstellen
[RESETTEN] (20)
14 VQT2N06
Ga naar Selecteer en
achtergrondkleur
De
verandert.
keer terug naar de menu-items
Selecteer het item
Pagina (Met de zoomhendel kunt u naar het volgende scherm gaan.)
Item
Page 15
De weergave van de instellingen kan verschillen, afhankelijk van de items.
Menutype
Afhankelijk van de modus kunnen er verschillende menu-items worden weergegeven.
Selecteer de instelling
Instellingen Geselecteerde instelling
Sluit het menu
Menu [OPNAME] (alleen opnamemodus)
Menu [SET-UP]
Menu [AFSPELEN] (alleen afspeelmodus)
Voorkeuren voor foto’s wijzigen (53 - 59)
• Hiermee kunt u kleur, gevoeligheid, pixelniveau en andere instellingen opgeven.
Het gebruiksgemak van de camera vergroten (17 - 22)
• Hier kunt u instellingen opgeven die te maken hebben met het gebruiksgemak. U kunt hier bijvoorbeeld de klok instellen, de geluidssignalen wijzigen enzovoort.
Uw foto’s gebruiken (67 - 73)
• Hiermee kunt u instellingen voor beveiliging, bijsnijden en afdrukken opgeven voor foto’s die u hebt gemaakt.
• U kunt dit menu ook afsluiten in de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
VQT2N06 15
Page 16
Het menu instellen (vervolg)
Gebruik van het Quick-menu
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Open in de opnamemodus het snelmenu
Druk op de knop totdat het snelmenu wordt weergegeven
Kies het onderdeel en de
Quick-menu
instelling
Keuze
Druk
(Voltooid)
Instelling
Item
Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
16 VQT2N06
Page 17
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14) Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [AUTOM. UIT] zijn belangrijk voor de instelling van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt.
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[KLOKINST.]
De datum en de tijd instellen. (12)
[WERELDTIJD]
De lokale tijd instellen in het buitenland (52)
[REISDATUM]
Opslaan van het aantal dagen dat u al op reis bent. (51)
[TOON]
Geluidssignalen en geluiden van de ontspanner wijzigen of dempen.
[VOLUME]
Volume van het geluid van de luidsprekers aanpassen (7 niveaus).
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
[BESTEMMING]: Plaatselijke tijd op uw
[HOME]: De datum en tijd instellen (thuis).
[REIS-SETUP] [OFF]/[SET] ( De datum van vertrek en terugkeer
[LOCATIE] [OFF]/[SET] (De naam van de bestemming invoeren.) (60)
[TOONNIVEAU]
/ / : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
/ / : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
registreren.)
reisbestemming instellen.
VQT2N06 17
Page 18
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter zichtbaar maken.
[BEELDGROOTTE]
Keuze van de afmetingen van het menu.
[FOCUS ICOON]
Een ander scherpstelpictogram kiezen.
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal (voor buiten).
[GR. KIJKHOEK]:
Hiermee kunt u het scherm beter zien wanneer u fotografeert vanaf een hoog punt. (wordt moeilijker zichtbaar van voren)
• [AUTO POWER LCD] is in de volgende situaties uitgeschakeld. Tijdens de afspeelmodus of de weergave van het menuscherm of wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten.
• [SPANNING LCD] wordt uitgeschakeld als er tijdens het fotograferen 30 seconden niets wordt gedaan. (De helderheid kan worden hersteld door op een willekeurige knop te drukken)
• [GR. KIJKHOEK] wordt geannuleerd wanneer de stroom wordt uitgeschakeld (inclusief [AUTOM. UIT]).
• De helderheid/kleur van het scherm in [LCD MODE] heeft geen effect op de gemaakte foto’s.
• Weer zonlicht (met hand, enzovoort) als het scherm door reflectie moeilijk zichtbaar is.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] zijn niet beschikbaar in de afspeelmodus.
• Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD] selecteert, zijn er minder foto’s beschikbaar en gaat de batterij minder lang mee.
[STANDARD]/[LARGE]
/ / / / /
18 VQT2N06
Page 19
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[AUTOM. UIT]
De camera automatisch uitschakelen na een opgegeven periode van inactiviteit.
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]
• Wordt in de volgende situaties niet gebruikt. Wanneer er een netadapter (optioneel) wordt gebruikt, wanneer de camera op een computer of printer is aangesloten, tijdens het opnemen of afspelen van films en tijdens diapresentaties of demo’s
• In de volgende situaties gelden specifieke perioden. Modus [INTELLIGENT AUTO]: [5 MIN.] en wanneer een diapresentatie wordt gepauzeerd: [10 MIN.]
[AUTO REVIEW]
Foto’s automatisch weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt.
[OFF]: Geen automatische weergave [1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende
1 of 2 seconden.
[HOLD]: De automatisch weergegeven beelden blijven op
het scherm totdat u op een knop drukt (niet de knop [DISPLAY])
• Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [INTELLIGENT AUTO].
• Auto review vindt plaats direct nadat foto’s zijn gemaakt in de modus [BURSTFUNCTIE] en in de scènemodi [ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST] en [FOTO FRAME], ongeacht de instellingen.
• Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden bekeken.
VQT2N06 19
Page 20
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[RESETTEN]
Terugkeren naar de standaardinstellingen.
[USB MODE]
Communicatiemethode selecteren voor verbinding met een computer of printer via een USB-kabel.
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?] [JA]/[NEE]
[PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?] [JA]/[NEE]
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden, wordt ook het volgende teruggezet.
- Leeftijd in jaren/maanden en namen in de scènemodi
[BABY] en [HUISDIER]
- [REISDATUM]
- [WERELDTIJD]
- [FAVORIETEN] in het menu [AFSPELEN] (stel in op
[OFF])
- [LCD ROTEREN] (stel in op [ON])
• Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht camerageluiden. Dit is normaal.
[SELECT. VERBINDING]:
Elke keer als u verbinding hebt met een computer of PictBridge-compatibele printer, selecteert u [PC] of [PictBridge (PTP)].
[PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een
PictBridge-compatibele printer
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer
20 VQT2N06
Page 21
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[VIDEO UIT]
Het videosignaal wijzigen
[NTSC]/[PAL]
• Functioneert wanneer de AV-kabel is aangesloten.
wanneer de camera is aangesloten op een tv enzovoort (alleen in de afspeelmodus).
[TV-ASPECT]
Hiermee past u
/
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten. de aspectratio (beeldverhouding) aan wanneer u de camera aansluit op een tv enzovoort. (Alleen Terugspeelfunctie)
[VERSIE DISP.]
De huidige versie wordt aangegeven.
Controleer uw versie van de camera-firmware.
[FORMATEREN]
Gebruik dit wanneer er [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt, of voor het formatteren van het ingebouwde geheugen of de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het ingebouwd geheugen is geformatteerd, kunnen de gegevens niet meer worden hersteld. Controleer de
[JA]/[NEE]
• Hiervoor hebt u een voldoende opgeladen batterij (8)
of een adapter nodig (los verkocht). Verwijder de kaarten als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren. (Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het interne geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s,
worden verwijderd. (72)
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren.
• Neem contact op met de winkelier als u niet kunt
formatteren.
inhoud van de kaart/het ingebouwd geheugen zorgvuldig voordat u het formatteren start.
VQT2N06 21
Page 22
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[TAAL]
Schermtaal wijzigen.
[DEMOFUNCTIE]
Een demonstratie van functies bekijken.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
[O.I.S. DEMO]: (alleen tijdens het opnemen) Geeft aan hoeveel beweging er door de camera wordt waargenomen (schatting)
Groot Klein Groot
Hoeveelheid beweging
Hoeveelheid beweging na stabilisatie
• Druk als het demoscherm wordt weergegeven op [MENU/SET] om de optische beeldstabilisatie in of uit te schakelen.
• Kan niet worden weergegeven in de afspeelmodus.
• Stoppen Druk op de knop [DISPLAY].
• U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
[AUTO DEMO]: Inleidende diashow bekijken [OFF]/[ON]
• Sluiten Druk op [MENU/SET]
• Als de camera ingeschakeld blijft zonder een geheugenkaart er in, op stroom van de netspanningsadapter (optioneel), zal er automatisch een demonstatie van de mogelijkheden beginnen wanneer u ongeveer 2 minuten lang geen toets indrukt.
• [AUTO DEMO] kan niet worden weergegeven op externe apparaten zoals tv’s.
22 VQT2N06
Page 23
Opnamevolgorde
Stel de klok in voordat u gaat opnemen. (12)
Lenskap
Aan/uit-knop
[MODE]-knop
Raak de lens niet aan.
Afspeelknop
[MENU/SET]
-knop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de gewenste opnamemodus en maak opnamen
Instellingen gebruiken die automatisch door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
Opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de knop [MODE]. Druk op ▲▼ om de opnamemodus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/ SET].
Speel de gemaakte foto’s af
Druk op de afspeelknop. Druk op ◄► om een foto te selecteren.
Terugkeren naar de opnamemodus
Druk opnieuw op de afspeelknop.
• De camera keert terug naar de vorige opnamemodus.
Sluit de lenskap
De camera wordt uitgeschakeld.
• U kunt de camera ook uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Lijst met opnamemodi
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [NORMALE FOTO]
[MY SCENE MODE]
[SCÈNE MODE] Fotograferen afhankelijk van de scène. (40)
Modus [BEWEGEND BEELD] Filmen. (49)
Fotograferen met automatische instellingen.
Fotograferen met uw eigen instellingen.
Fotograferen in veelgebruikte scènemodi.
(25)
(27)
(48)
VQT2N06 23
Page 24
Opnamevolgorde (vervolg)
De camera vasthouden
Flitser
AF ass. lamp
Handige manieren om de camera in te schakelen
U kunt de camera inschakelen door de lenskap te openen, maar ook als volgt.
Camera inschakelen in de afspeelmodus
Als de beweging merkbaar wordt, houd de camera dan met beide handen vast, houd uw armen tegen uw lichaam aan en ga staan met uw voeten op schouderbreedte.
• Raak de lens niet aan.
• Zorg dat de microfoon niet wordt geblokkeerd als u filmt. (7)
• Blokkeer nooit de flitser of de AF ass. lamp. Kijk niet van dichtbij in de flitser of de lamp.
• Houd de camera stabiel wanneer u op de ontspanknop drukt.
Ingedrukt houden
De foto’s op de kaart of in het ingebouwde geheugen worden weergegeven.
Met de lenskap open en de camera uit
24 VQT2N06
Ingedrukt houden
De camera wordt in de opnamemodus ingeschakeld.
• Wanneer u de aan/uit-knop ingedrukt houdt terwijl de lenskap dicht is, verschijnt het bericht [OPEN DE LENSKAP].
Page 25
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Opnamemodus:
Er wordt automatisch voor de optimale instellingen gekozen op basis van informatie zoals ‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’ door de camera op het onderwerp te richten. Dit betekent dat u duidelijke foto’s kunt maken zonder dat u handmatig iets hoeft in te stellen.
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [INTELLIGENT AUTO]
Maak foto’s
Druk opnieuw op de knop om terug te keren naar de vorige opnamemodus.
Opnamemoduspictogram (zie onder)
Druk half in
(druk licht in en
stel scherp)
Ontspanknop
Het type scène dat wordt waargenomen, wordt twee
Automatische scènedetectie
De scène wordt geïdentificeerd wanneer de camera op het onderwerp wordt gericht en de optimale instellingen worden automatisch gekozen.
[i PORTRET]: er worden personen waargenomen
[i LANDSCHAP]: er wordt een landschap waargenomen
[i MACRO]: er wordt een close­upopname waargenomen
De beweging van het onderwerp wordt gedetecteerd om wazig beeld te voorkomen wanneer de scène niet met een van de hierboven genoemde instellingen overeenkomt.
Als tijdens de automatische scènedetectie wordt vastgesteld dat er personen op de foto staan ( of ), wordt de gezichtsdetectie geactiveerd en worden de scherpstelling en belichting op basis van de herkende gezichten aangepast.
seconden met een blauw pictogram aangeduid
[i NACHTPORTRET]: er worden personen en een nachtlandschap waargenomen
(Alleen wanneer [i NACHTL. SCHAP]: er wordt een
nachtlandschap waargenomen [i ZONSONDERG.]: er wordt een
zonsondergang waargenomen
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is voltooid: knippert verlicht)
wordt geselecteerd)
VQT2N06 25
Page 26
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO] (vervolg)
Opnamemodus:
Flitsen
Selecteer (i Auto) of (Gedwongen uit).
Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/ rode-og), automatisch geselecteerd, afhankelijk van het soort onderwerp en de helderheid. (Zie voor meer informatie
en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie is geactiveerd.
• Bij en is de sluitertijd langer.
Naast de automatische scènedetectie worden [ ] in [GEVOELIGHEID] en de
tegenlichtcompensatie automatisch ingeschakeld. U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [INTELLIGENT AUTO].
• (Menu [OPNAME]): [FOTO RES.]
• (Menu [SET-UP] DEMO]
1
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
2
De andere onderdelen in het [SET-UP] menu weerspiegelen de instellingen die
gemaakt zijn voor andere opnamefuncties.
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende
omstandigheden. Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren, contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
bijbehorende opnamemodus selecteren. (SCÈNE MODE: (40)) Tegenlichtcompensatie
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie maakt daarom het gehele beeld helderder. Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en
zelfontspanner te gebruiken. Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet. De instellingen voor de volgende functies staan vast.
• [AUTO REVIEW]: [2 SEC.] • [AUTOM. UIT]: [5 MIN.]
• [WITBALANS]: [AWB] • [STABILISATIE]: [AUTO]
• [AF MODE]: (Gezichtsdetectie)
3
(9-zone-scherpstellen) wanneer er geen gezicht wordt herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
[BELICHTING], [DIG. ZOOM]
2
): [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
(Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.)
1
, [BURSTFUNCTIE], [KLEURFUNCTIE]
3
• [AF ASS. LAMP]: [ON]
1
, [TAAL], [O.I.S.
(36)
1
)
26 VQT2N06
Page 27
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [NORMALE FOTO]
Opnamemodus:
Via het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Ontspanknop
Zoom gebruiken
(29)
Flitser gebruiken
(35)
Beeldhelderheid aanpassen
(39)
Close-upfoto’s maken
(37)
Kleur aanpassen
(55)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Ga naar het scherm voor selectie van de opnamemodus
Selecteer de modus [NORMALE FOTO]
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in
en stel scherp)
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is voltooid: knippert verlicht)
AF-gebied (Stelt scherp op onderwerp. Als dit is voltooid: rood groen)
Gebruik in geval van een waarschuwing over
beweging [STABILISATIE], een statief of [ZELFONTSPANNER]. Als de diafragmawaarde of sluitertijd rood
worden weergegeven, is de belichting niet juist. Gebruik de flitser of wijzig de instellingen voor [GEVOELIGHEID].
Diafragmawaarde Sluitertijd
Trillingswaarschuwing
VQT2N06 27
Page 28
Foto’s maken met uw eigen instellingen
[NORMALE FOTO] modus (vervolg)
Opnamemodus:
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
AF-gebied
Keer terug naar de gewenste compositie
Druk volledig in
AF-gebied
Onderwerpen/omgevingen waarbij
scherpstellen een probleem kan zijn:
Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen of voorwerpen zonder kleurcontrasten
Foto’s maken door een ruit of vlakbij voorwerpen die licht uitstralen. In het donker, of als de camera erg beweegt.
Wanneer u te dicht bij het object staat of wanneer u een foto maakt waarop zowel veraf als dichtbij gelegen objecten staan
We raden u aan bij het
fotograferen van personen (56) de gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer er niet
goed is scherpgesteld. Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie. Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt. Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht of tijdens het
gebruik van de digitale zoomfunctie. De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm wanneer u de
ontspanknop halverwege indrukt.
Scherpstelbereik
Richtingwaarnemingsfunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid. Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
28 VQT2N06
Page 29
Foto’s maken met zoom
Opnamemodus:
‘Optische zoom’ biedt een vergroting van 4 x. Bij een lager opnamepixelniveau kan met ‘Extra optische zoom’ maximaal 8,4 x (DMC-FP2) of 7,8 x (DMC-FP1) worden ingezoomd. Voor nog verder inzoomen is ‘Digital zoom’ beschikbaar.
In-/uitzoomen
Groter gebied fotograferen (groothoek)
Richting W (groothoek): 1 x
Stel de foto scherp nadat u de
Het onderwerp vergroten (tele)
Richting T (tele): maximaal 4 x
Zoombalk
Scherpstelgebied
Zoomfactor (ong.)
zoominstelling hebt aangepast.
Optische zoom en extra optische zoom (EZ)
U schakelt automatisch over op ‘optische zoom’ bij gebruik van de maximale fotoresolutie (53) en anders op ‘extra optische zoom’ (voor een nog grotere zoomfactor). (EZ is de afkorting van ‘extra optische zoom’.)
• Optische zoom • Extra optische zoom
Zoombalk
Maximale zoomfactor per fotoresolutie
DMC-FP2 Optische zoom Extra optische zoom [FOTO RES.] 14 M - 10.5 M Max. vergroting 4 x 4,7 x 6,8 x 8,4 x
DMC-FP1 Optische zoom Extra optische zoom [FOTO RES.] 12 M - 9 M Max. vergroting 4 x 4,9 x 6,3 x 7,8 x
Systeem voor Extra optische zoom
10 M
8 M
Wanneer het opnamepixelniveau wordt ingesteld op [3 M ] (equivalent aan 3 miljoen pixels), worden 3 miljoen pixels van het beschikbare pixelniveau in het midden van de CCD voor de opnamen gebruikt, zodat een hogere vergrotingsfactor mogelijk is. De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting.
( op het scherm)
5 M 3 M of minder
5 M 3 M of minder
VQT2N06 29
Page 30
Foto’s maken met zoom (vervolg)
Opnamemodus:
Verder vergroten [DIG. ZOOM]
De zoomfactor is 4 maal groter dan met optische/extra optische zoom. (Let op: bij vergroting met digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af.)
Geef het menu [OPNAME] weer
Selecteer [DIG. ZOOM] Sluit het menu
Het digitale zoomgebied verschijnt op de zoombalk van het scherm.
Voorbeeld: Met 16 x
16 x
Digitale zoomgebied
• Het zoomen stopt even als u overgaat naar het digitale zoombereik.
Binnen het digitale zoombereik wordt het AF-gebied groter weergegeven als u de ontspanknop half indrukt.
• Het verdient aanbeveling hierbij een statief en de [ZELFONTSPANNER] te gebruiken.
Selecteer [ON]
Beelden kunnen nog meer vervormd raken als u foto’s met een grotere hoek maakt
van onderwerpen dichtbij. Meer telescopische zoom kan zorgen voor gekleurde randen rond onderwerpen. U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel
gebruikt. Dit is normaal. Wanneer Extra optische zoom wordt gebruikt, stopt het zoomen halverwege kort, maar
dit is geen storing. Bij de [MACRO ZOOM], filmopname van bewegende beelden, [TRANSFORMEREN],
[H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], en [FOTO FRAME] scènefuncties De digitale zoom kan in de volgende modi niet worden gebruikt.
(Modus [INTELLIGENT AUTO]) • De scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME]
30 VQT2N06
Page 31
Uw foto’s bekijken [NORMAAL AFSP.]
Afspeelmodus:
Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart afgespeeld. Zonder een kaart worden de beelden vanuit het ingebouwde geheugen afgespeeld.
Druk op de afspeelknop
Zoomhendel
Doorloop de foto’s
Vorige
[DISPLAY]
• Druk opnieuw op deze knop om naar de opnamemodus te gaan.
Volgende
Vergroten (Zoom afspelen)
Draai in
de richting
van de T
Elke keer als u de zoomhendel in de richting van de T draait, wordt de vergroting in vier stappen vergroot na 1x: 2x, 4x, 8x en 16x. (De weergegeven beeldkwaliteit wordt achtereenvolgens lager.)
• Uitzoomen draai de knop in de richting van de W
Zoompositie verplaatsen→ ▲▼◄►
Als lijst afspelen
(Meerdere afspelen / Kalender afspelen) (61)
Beelden bekijken met
Huidige zoompositie
(1 sec. weergegeven)
verschillende weergavemodi
(Diashow, enzovoort) (63)
Afspelen van filmopnamen
(62)
Bestandsnummer Fotonummer/Totaal aantal foto’s
• Druk op de ontspanknop om naar de opnamemodus te gaan.
Houd de knop ingedrukt om snel vooruit/
achteruit te bladeren. (Als u de knop ingedrukt houdt, veranderen alleen de bestandsnummers. De foto verschijnt als u de knop los laat.) Hoe langer u de knop ingedrukt houdt, hoe sneller u bladert. (De snelheid is afhankelijk van de weergaveomstandigheden) Als u het bestandsnummer niet ziet, drukt u
op de knop [DISPLAY]. Na de laatste foto keert u terug naar de
eerste foto. U kunt sommige foto’s die op de computer
zijn bewerkt, niet op deze camera bekijken. Deze camera voldoet aan de DCF-norm
(Design rule for Camera File System) zoals deze is vastgelegd door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) en aan de Exif-indeling (Exchangeable Image File Format). Bestanden die niet voldoen aan DCF kunnen niet worden afgespeeld.
VQT2N06 31
Page 32
Foto’s verwijderen
Afspeelmodus:
De foto’s worden van de kaart verwijderd als de kaart in de camera is geplaatst, of uit het ingebouwde geheugen als deze niet is geplaatst. (Verwijderde foto’s kunnen niet worden teruggehaald.)
Druk hierop om de weergegeven foto te verwijderen
Selecteer [JA]
• Schakel tijdens de verwijdering de stroom niet uit.
[DISPLAY]
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen
(na stap )
Selecteer het type verwijdering
• Ga naar stap wanneer u [ALLES WISSEN] selecteert
Selecteer de foto’s die u wilt verwijderen (herhalen)
Annuleren druk
opnieuw op [DISPLAY].
Geselecteerde foto
Verwijder ze
Selecteer [JA]
Annuleren Druk op [MENU/SET].
Dit kan even duren, afhankelijk van het aantal foto’s dat wordt verwijderd.
U kunt bij [ALLES WISSEN] de optie [ALLES WISSEN BEHALVE selecteren als [FAVORIETEN] is ingesteld op [ON] (70) en er foto’s zijn geregistreerd.
]
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel).
Foto’s kunnen in de volgende gevallen niet worden verwijderd:
• Beveiligde foto’s
• Wanneer de kaartvergrendeling in de positie ‘LOCK’ staat.
• Wanneer foto’s niet in de DCF-indeling staan (31)
U kunt ook bewegende beelden verwijderen.
Om alle gegevens te wissen, inclusief alle beveiligde beelden, verricht u het [FORMATEREN].
32 VQT2N06
Page 33
Weergave informatie voor opname wijzigen
U kunt schakelen tussen verschillende gegevens op het lcd-scherm, zoals richtlijnen en opnamegegevens.
Indrukken om de weergave te wijzigen
In de opnamemodus
Opname-informatie Geen schermweergave Richtlijnen
In de weergavemodus
Fotogegevens Fotogegevens +
opnamegegevens
Geen schermweergave
Richtlijnen
• Referentie voor evenwicht en compositie tijdens het fotograferen.
Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: scherm aan/uit
Bij het weergeven van menu’s, meerdere foto’s of de kalender: U kunt de weergave niet
wijzigen. Richtlijnen worden niet weergegeven in de scènemodus [FOTO FRAME].
VQT2N06 33
Page 34
Fotograferen met de zelfontspanner
Opnamemodus:
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om trillingen te voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen op 2 seconden.
Geef [ZELFONTSPANNER] weer
Selecteer de tijdsduur
(Kan ook worden
geselecteerd
met .)
Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden weergegeven. Items die u in deze periode selecteert, worden automatisch geselecteerd.
Maak een foto
Druk de ontspanknop helemaal in om te beginnen met opnemen na de vooraf ingestelde tijd.
• Annuleren tijdens gebruik
Indicator zelfontspanner (Knippert gedurende ingestelde periode)
Bij instellen op de [BURSTFUNCTIE] worden er drie foto’s genomen. Bij instellen op de
[FLITS-BURST] scènefunctie worden er vijf foto’s genomen. Er wordt automatisch scherpgesteld vlak voordat het opnemen begint als u de
ontspanknop hier volledig indrukt. Nadat de indicator voor de zelfontspanner stopt met knipperen, kan deze gaan branden
als AF-assistlampje. U kunt deze functie niet gebruiken in de scènemodus [HI-SPEED BURST].
In de scènemodus [ZELFPORTRET] is [10 SEC.] niet beschikbaar.
druk op [MENU/SET]
34 VQT2N06
Page 35
Fotograferen met een flitser
Opnamemodus:
Geef [FLITS] weer
Selecteer het gewenste type
(Kan ook worden
geselecteerd
met .)
Zorg voor een minimale afstand
van 1 m. als u flitsopnamen maakt van kleine kinderen.
[AUTO]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst.
[AUTO/RODE-OG]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met rode-ogenreductie).
[FLITS ALTIJD AAN]
• Altijd flitsen
[GDW. AAN/RODE-OG]
• Altijd flitsen (met rode-ogenreductie)
[LNGZ. SY./RODE-OG]
Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met rode­ogenreductie en lange sluitertijd voor meer helderheid).
[GEDWONGEN UIT]
• Nooit flitsen
1
De flitser wordt twee keer geactiveerd. Stop met bewegen voordat de tweede keer wordt geflitst.
Type, bewerkingen Toepassingen
1
1
1
Het interval tussen de flitsen varieert, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. Wanneer [RODE-OGEN CORR] wordt geactiveerd in het opnamemenu, wordt het pictogram
weergegeven, worden rode ogen automatisch gedetecteerd en worden de fotogegevens
gecorrigeerd. (Alleen wanneer [AF MODE] is ingesteld op (gezichtsdetectie).)
(
Voorbeeld: [Modus [NORMALE FOTO]
(
)) Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden weergegeven. Items die u in deze periode selecteert, worden automatisch geselecteerd.
Normaal gebruik
Onderwerpen in een donkere omgeving fotograferen
Fotograferen met achtergrondlicht of onder felle lampen (bijvoorbeeld tl-licht)
Onderwerpen fotograferen tegen een nachtlandschap (statief aanbevolen)
Plaatsen waar u niet mag flitsen
De sluitertijden zijn als volgt:
, , , : 1/30 - 1/1600
, : 1/8
2
Max. 1/4 sec. wanneer [ ] onder [GEVOELIGHEID] is ingesteld; max. 1 sec. wanneer
2
- 1/1600
[STABILISATIE] op [OFF] is ingesteld of wanneer er weinig onscherpte is. Varieert ook afhankelijk van de modus [INTELLIGENT AUTO], de scène in [SCÈNE MODE] en de zoompositie.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed
door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
VQT2N06 35
Page 36
Fotograferen met een flitser (vervolg)
Opnamemodus:
Beschikbare typen per modus (: beschikbaar, —: niet beschikbaar, ○:
standaardinstelling)
[SCÈNE MODE]
○○∗○○○○○-○ ○
-
---------
-------
○○○○○○○○○○○○○○-○○○○
Stel in op (Auto), (Auto/rode-og), (Lngz. sy./rode-og) of (Langz. sync.), afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
• De flitser kan niet worden gebruikt in de filmmodus en in deze scènemodi: , , , , , en .
Scherpstelgebied afhankelijk van ISO-gevoeligheid en zoom
[GEVOELIGHEID]
(54)
[H. GEVOELIGH.] in [SCÈNE MODE] (→45)
[FLITS-BURST] in [SCÈNE MODE] (46)
Raak de flitser niet aan en kijk er niet van dichtbij (een paar cm) in (7).
Flits niet dicht in de buurt van andere onderwerpen (warmte en licht kunnen schadelijk zijn voor het onderwerp).
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
Wanneer [ ] is ingesteld onder [GEVOELIGHEID], wordt de ISO-gevoeligheid
automatisch ingesteld in een bereik tot 1600. Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
Als er moet worden geflitst, worden de flitstypesymbolen (bijvoorbeeld ) rood als
u de ontspanknop half indrukt. Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt
opgeladen) (bijvoorbeeld ). Onvoldoende bereik van de flitser kan worden veroorzaakt door niet goed ingestelde
belichting of witbalans. Het flitseffect wordt mogelijk niet volledig bereikt bij korte sluitertijden.
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser
enkele keren achter elkaar wordt gebruikt.
○○○○
-
○○○○○-○
[
] ISO80 ongeveer. 0,3 m - 1,0 m ongeveer. 0,5 m - 0,6 m ISO100 ongeveer. 0,3 m - 1,2 m ongeveer. 0,5 m - 0,7 m ISO200 ongeveer. 0,4 m - 1,7 m ongeveer. 0,5 m - 1,0 m ISO400 ongeveer. 0,6 m - 2,4 m ongeveer. 0,6 m - 1,4 m ISO800 ongeveer. 0,8 m - 3,4 m ongeveer. 0,6 m - 2,0 m ISO1600 ongeveer. 1,15 m - 4,9 m ongeveer. 0,9 m - 2,9 m ISO1600-
ISO6400 ISO100-
ISO3200
-----
Max. W (groothoek) Max. T (tele)
ongeveer. 0,3 m - 4,9 m ongeveer. 0,5 m - 2,9 m
ongeveer. 1,15 m - 9,8 m ongeveer. 0,9 m - 5,8 m
ongeveer. 0,3 m - 3,2 m ongeveer. 0,5 m - 1,9 m
--
--
○○
-
○○
Scherpstelgebied
○○○ ○
------
○○○○○○○○
--------
--------
--
36 VQT2N06
○○○
Page 37
Close-upfoto’s maken
Opnamemodus:
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door instellen op [MACRO-AF] ( ) onderwerpen dichter benaderen dan bij de normale scherpstelafstand (tot op 10 cm in de maximale W groothoekstand).
Open de [MACRO STAND]
Selecteer [MACRO-AF]
Het kan even duren totdat
onderwerpen op grote afstand scherp worden. Bij gebruik van de
([INTELLIGENT AUTO] modus) kunt u de macro-opnamefunctie inschakelen door eenvoudigweg de camera op uw onderwerp te richten. ( aanduiding)
Maak een foto
Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden weergegeven. Items die u in deze periode selecteert, worden automatisch geselecteerd.
aanduiding
Scherpstelbereik voor de modus AF Macro
Afstand tussen de lens en
Zoomafstand
1 x (Max. W)
Tijdens opnamen in [MACRO ZOOM] is het scherpstelbereik 10 cm tot oneindig,
ongeacht de zoompositie.
4 x (Max. T)
het onderwerp
10 cm 50 cm
Verandert geleidelijk
VQT2N06 37
Page 38
Close-upfoto’s maken (vervolg)
Opnamemodus:
Fotograferen van nóg dichterbij [MACRO ZOOM]
Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [MACRO ZOOM] zodat uw onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [MACRO-AF].
Zoomhendel
Open de [MACRO STAND]
Stel in op [MACRO ZOOM]
Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden weergegeven. Items die u in deze periode selecteert, worden automatisch geselecteerd.
Regel de vergroting van de digitale zoom met de zoomhendel
Er is hierbij vast uitgezoomd naar de groothoekstand. Het scherpstelbereik is van 10 cm -
∞.
Terug
Vergroten
Digitale zoom-vergroting (1 x tot 3 x)
Maak een foto
Bij de [MACRO ZOOM] wordt een sterkere vergroting bereikt, hetgeen een mindere beeldkwaliteit
geeft. Wanneer de ingezoomde macrostand wordt ingesteld, wordt Extra optische zoom uitgeschakeld.
We raden u aan een statief of de [ZELFONTSPANNER] te gebruiken of [FLITS] in te stellen op
[GEDWONGEN UIT]. Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw foto’s onscherp zijn wanneer uw
onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik bijzonder gering is. De resolutie buiten het scherpgestelde gebied kan lager zijn.
38 VQT2N06
Page 39
Foto’s maken met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). Afhankelijk van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
Onderbelicht Optimale belichting Overbelicht
Plusrichting Minrichting
Geef [BELICHTING] weer
Selecteer een waarde
[0] (geen compensatie)
Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde (bijvoorbeeld ) in de
linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven. De belichtingscompensatie die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera is
uitgeschakeld. De belichtingscompensatie kan niet worden gebruikt bij de [STERRENHEMEL]
scènefunctie.
VQT2N06 39
Page 40
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE]
Opnamemodus:
Met [SCÈNE MODE] kunt u fotograferen met optimale instellingen voor specifieke scènes (belichting, kleur enzovoort).
Ga naar het scherm voor selectie van de opnamemodus
Zoomhendel
Selecteer [SCÈNE MODE]
[DISPLAY]
[MENU/SET]
Veelgebruikte scènes registreren
[MY SCENE MODE] (48)
Wanneer u een scènemodus kiest die niet geschikt is voor de feitelijke scène kan dit de
kleur van uw foto’s beïnvloeden. De volgende instellingen van het menu [OPNAME] worden automatisch aangepast
en kunnen niet handmatig worden geselecteerd (instellingen afhankelijk van de geselecteerde scène). [GEVOELIGHEID], [KLEURFUNCTIE] De witbalans kan alleen in de volgende scène worden ingesteld.
[PORTRET], [GAVE HUID], [TRANSFORMEREN], [ZELFPORTRET], [SPORT], [BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FOTO FRAME] (De instelling wordt teruggezet naar [AWB] wanneer een andere scène wordt gekozen.) De beschikbare flitstypen (36) variëren afhankelijk van de scène. De flitserinstelling
voor de scènemodus wordt op de beginwaarde teruggezet wanneer de scènemodus wordt gewijzigd. De richtlijnen worden in grijs weergegeven in de scènemodi [NACHTPORTRET],
[NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK].
Kies de scènefunctie en stel deze in
Scènemenu
Met de zoomhendel kunt u ook naar het volgende scherm gaan.
Beschrijving van de verschillende scènes bekijken:
selecteer een scène en druk op [DISPLAY].
40 VQT2N06
Page 41
Flitser gebruiken in scènemodi (36)
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Verbetert de huidskleur van onderwerpen voor een gezonder uiterlijk in helder daglicht.
[PORTRET]
[GAVE
Tips
• Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
• Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
Verzacht de kleuren van de huid in helder daglicht buiten (portretten vanaf de borst).
Tips
• Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
• Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
HUID]
Verandert uw onderwerp in een filmster of een superslanke verschijning.
Gebruik ▲▼ om het transformatieniveau te
kiezen en druk dan op [MENU/SET] om het vast te leggen.
[TRANSFORMEREN]
Maak een foto.
Opmerkingen
• Deze functie mag alleen worden gebruikt voor privédoeleinden, dus niet voor winstbejag of commerciële toepassingen, waarvoor auteursrechten gelden.
• Gebruik deze functie niet zodanig dat het iemand schade kan berokkenen of de openbare orde of goede zeden kan aantasten.
• Gebruik de functie niet zo dat uw onderwerp er door geschaad kan worden.
• De instellingen zijn ook te wijzigen via het Quick-menu.
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• De duidelijkheid van het effect kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid licht.
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• Als een deel van de achtergrond enzovoort een kleur heeft die dicht in de buurt komt van huidskleur, wordt dit deel ook zachter gemaakt.
• Wanneer u hiermee een foto neemt, wordt de huidtint treffend verbeterd.
• De beeldkwaliteit wordt iets minder.
• [FOTO RES.] wordt als volgt vastgezet.
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• De gezichtsdetectie werkt mogelijk niet zo effectief wanneer u [SLANK HOOG] of [UITREKKEN HOOG] gebruikt.
• De volgende functies zijn niet te gebruiken. Extra-optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
: 3 M
: 2,5 M : 2 M
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
VQT2N06 41
Page 42
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Foto’s van uzelf maken.
Tips
• Druk de ontspanknop half in de indicator
[ZELFPORTRET]
[LANDSCHAP]
van de zelfontspanner gaat aan druk de ontspanknop volledig in bekijken (wanneer de indicator van de zelfontspanner knippert, is niet goed scherpgesteld)
• Scherpstelling: 30 cm - 1,2 m (Max. W)
• Gebruik geen zoom (moeilijker scherp te stellen). (Zoom gaat automatisch naar max. W)
• Zelfontspanner van 2 seconden aanbevolen.
Heldere foto’s maken van brede onderwerpen op afstand.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
Foto’s maken van scènes met snelle bewegingen, bijvoorbeeld sport.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
[SPORT]
Foto’s maken van mensen en nachtlandschappen met benadering van de werkelijke helderheid.
Tips
• Gebruik de flitser.
• Het onderwerp mag niet bewegen.
[NACHTPORTRET]
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
• Ga tenminste 1,5 m weg staan en gebruik de W-stand
Scherpstelling: Max. W: 80 cm - 5 m
Max. T: 1,2 m - 5 m
• Belangrijke vaste instellingen [STABILISATIE]: [MODE 2] [AF ASS. LAMP]: [OFF] [ZELFONTSPANNER]: [OFF]/ [2 SEC.]
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [AF ASS. LAMP]: [OFF]
• Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde.
• Belangrijke vaste instellingen [GEVOELIGHEID]: [ (automatisch ingesteld in een bereik tot 1600)
• Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde (of maximaal 8 seconden als de flitser is ingesteld op
• Er kan interferentie optreden bij donkere scènes.
• De sluiter kan 8 seconde dicht blijven nadat u de foto hebt gemaakt.
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
(gezichtsdetectie).
[GEDWONGEN UIT]
(gedwongen uit)).
(gezichtsdetectie).
]
42 VQT2N06
Page 43
Een scène selecteren (40) Flitser gebruiken in scènemodi (36)
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Duidelijke foto’s maken van nachtscènes.
Tips
[NACHTL. SCHAP]
Natuurgetrouwe foto’s maken van voedsel
[VOEDSEL]
Tips
Onderwerpen en de achtergrond helderder maken in foto’s van gebeurtenissen binnen, zoals bruiloften.
Tips
[PARTY]
De sfeer van een ruimte met kaarslicht fotograferen.
Tips
[KAARSLICHT]
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
• Ga op ongeveer 1,5 m afstand staan.
• Zoom: groothoek (richting W)
• Gebruik de flitser.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
• Gebruik geen flitser.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen. (Sluitertijd: max. 1 sec.)
Max. T: 50 cm en hoger
Max. T: 50 cm en hoger
• Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 8 seconden.
• Er kan interferentie optreden bij donkere scènes.
• De sluiter kan 8 seconden dicht blijven nadat u de foto hebt gemaakt.
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [AF ASS. LAMP]: [OFF] [GEVOELIGHEID]: ISO80 - 800
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde.
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
[GEDWONGEN UIT]
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
VQT2N06 43
Page 44
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Gebruikt een zwakke flits om de huidskleur naar voren te halen.
• Leeftijd en naam vastleggen (U kunt [BABY1] en [BABY2] fzonderlijk instellen.)
[BABY]
Geboortedatum: Stel de geboortedatum in
Naam: (Zie ‘Tekst invoeren’ (60))
Tips
• Zorg ervoor dat [LEEFTIJD] en [NAAM] zijn ingesteld op [ON] voordat u de foto maakt.
• Resetten : selecteer [RESETTEN] in het menu [SET-UP].
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Vastleggen van de naam en de leeftijd van uw huisdier bij het fotograferen.
Tips
• Hetzelfde als voor [BABY]
[HUISDIER]
Duidelijke foto’s maken van scènes als zonsondergangen.
[ZONSONDERG.]
Selecteer [LEEFTIJD] of [NAAM] met ▲▼, druk op , selecteer [SET] en druk op [MENU/SET]. Stel de geboortedatum en naam in.
met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET].
Max. T: 50 cm en hoger
• De leeftijd en naam worden na het instellen van deze modus ongeveer 5 seconden weergegeven.
• Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde.
• De leeftijdsnotatie wordt bepaald door de instelling voor [TAAL].
• U kunt de afdrukinstelling [LEEFTIJD] en [NAAM] op de computer opgeven via de meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’. U kunt via [TEKST AFDR.] ook tekst aan de foto toevoegen (67).
• De geboortedatum wordt weergegeven als [0 mnd. 0 dg.].
• Belangrijke vaste instellingen [GEVOELIGHEID]: [ (automatisch ingesteld in een bereik tot 1600)
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde.
• De standaardinstellingen zijn als volgt. [AF MODE]: op 1 punt) [AF ASS. LAMP]: [OFF]
Raadpleeg [BABY] voor andere opmerkingen en vaste instellingen.
• Belangrijke vaste instellingen [GEVOELIGHEID]: ISO80 [FLITS]: [AF ASS. LAMP]: [OFF]
(gezichtsdetectie).
(Scherpstellen
[GEDWONGEN UIT]
]
44 VQT2N06
Page 45
Een scène selecteren (40) Flitser gebruiken in scènemodi (36)
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Voorkomt dat onderwerpen in donkere omgevingen binnen onscherp worden.
Selecteer met ▲▼ de aspectratio (beeldverhouding) en fotoresolutie en druk op [MENU/SET].
[H. GEVOELIGH.]
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Foto’s maken van snelle bewegingen of beslissende momenten.
Selecteer met ▲▼ de aspectratio
(beeldverhouding) en fotoresolutie en druk op [MENU/SET].
Maak foto’s. (Houd de ontspanknop
ingedrukt.)
[HI-SPEED BURST]
Er worden continu foto’s gemaakt zolang de ontspanknop volledig is ingedrukt.
Maximale snelheid
Aantal te nemen foto’s
De burstsnelheid en het aantal foto’s dat
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Max. T: 50 cm en hoger
Ongeveer 4,6 foto’s/sec. (DMC-FP2)
Ongeveer 5,5 foto’s/sec. (DMC-FP1) Ingebouwd geheugen
Kaart
kan worden gemaakt, is afhankelijk van de opnameomstandigheden en het type geheugenkaart.
Max. T: 50 cm en hoger
Ongeveer 15 of meer Ongeveer 15 tot 100 (Het maximum is 100)
• Foto’s kunnen soms iets korrelig overkomen vanwege de hoge gevoeligheid.
• Belangrijke vaste instelling [GEVOELIGHEID]: ISO1600 ­6400
• De volgende functies zijn niet te gebruiken. Extra-optische zoom/ [DIG. ZOOM]
• Het aantal foto’s dat u met de burstfunctie kunt maken, is direct na formattering groter.
• De beeldkwaliteit wordt iets minder.
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [GEVOELIGHEID]: ISO500 - 800
• De scherpstelling, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid zijn gelijk aan die van de eerste foto.
• U kunt de volgende functies niet gebruiken. Extra optische zoom/ [DIG. ZOOM]/ [ZELFONTSPANNER]/ [BURSTFUNCTIE]
• Als het opnemen wordt herhaald, kan er onder bepaalde omstandigheden enige vertraging zijn voordat de camera weer fot o’s neemt.
[GEDWONGEN UIT]
VQT2N06 45
Page 46
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Voor doorlopend opnemen op plaatsen met weinig licht.
Gebruik ▲▼om het beeldformaat en de beeldverhouding te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om die vast te leggen.
[FLITS­BURST]
Neem uw foto’s (Houd de ontspanknop ingedrukt). Er worden doorlopend foto’s gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Aantal achtereenvolgende foto’s: Max. 5
Tips
• Te gebruiken binnen de effectieve reikwijdte van de flitser. (36)
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Duidelijke foto’s maken van de sterrenhemel of van donkere onderwerpen.
• Sluitertijdinstellingen
Selecteer met ▲▼ en druk op [MENU/ SET].
Druk op de ontspanknop.
[STERRENHEMEL]
Max. T: 50 cm en hoger
• U kunt het aantal seconden wijzigen via de snelle instelmodus. (16)
Het aftellen begint
• De beeldkwaliteit wordt iets minder.
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [GEVOELIGHEID]: [ (automatisch ingesteld in een bereik tot 3200)
• De scherpstelling, zoomstand, belichtingscompensatie, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden allemaal vastgesteld op de waarde voor de eerste foto.
• De sluitertijd wordt 1/30 seconde tot 1/1600 seconde.
• De volgende functies zijn niet te gebruiken. Extra-optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
• Zie voor meer informatie over de flitser (35)
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [STABILISATIE]: [OFF] [GEVOELIGHEID]: ISO80
• De volgende functies zijn niet te gebruiken. [BURSTFUNCTIE]/ [BELICHTING]
[FLITS ALTIJD AAN]
[GEDWONGEN UIT]
]
46 VQT2N06
Tips
• Stel langere sluitertijden in voor donkerdere omstandigheden.
• Gebruik altijd een statief.
• Zelfontspanner aanbevolen.
• Beweeg de camera niet totdat het aftellen (zie hierboven) is voltooid. (Het aftellen voor de verwerking wordt later opnieuw weergegeven)
Page 47
Een scène selecteren (40) Flitser gebruiken in scènemodi (36)
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
Duidelijke foto’s maken van vuurwerk in de nachtlucht.
Tips
• Ga op minstens 10 m afstand staan.
• Statief aanbevolen.
[VUURWERK]
Het heldere blauw van de lucht en de zee naar voren halen zonder dat de foto te donker wordt.
[STRAND]
[SNEEUW]
[LUCHTFOTO]
[ZANDSTRAAL]
De natuurlijke kleur van de sneeuw naar voren halen op scènes van skipistes en bergen.
Foto’s maken van het uitzicht vanuit het raam van een vliegtuig.
Tips
• Richt de camera op de gebieden met
• Controleer of het interieur van het vliegtuig
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
Geeft korrelige foto’s in zwart/wit.
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Er wordt een kader over de foto geplaatst.
Druk op ◄► om het kader te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
[FOTO FRAME]
contrasterende kleuren wanneer u scherpstelt.
niet in het raam wordt weerspiegeld.
Max. T: 50 cm en hoger
• De sluitertijd kan worden ingesteld op 1/4 seconde of 2 seconden (wanneer er weinig trillingen zijn of wanneer de optische beeldstabilisatie [OFF]) is). (wanneer u de belichtingscompensatie niet gebruikt)
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [GEVOELIGHEID]: ISO80 [AF ASS. LAMP]: [OFF]
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is
• Raak de camera niet met natte handen aan.
• Houd rekening met zand en zeewater.
• De levensduur van de batterij wordt verkort bij lagere luchttemperaturen.
• Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [AF ASS. LAMP]: [OFF]
• Schakel de camera uit bij het opstijgen of landen.
• Volg bij het gebruik van de camera altijd de instructies van het cabinepersoneel.
• Belangrijke vaste instelling [GEVOELIGHEID]: ISO1600
• De volgende functies zijn niet te gebruiken. [DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
• Het opnamepixelniveau is 2 M (
• Belangrijke vaste instelling [AUTO REVIEW]: [2 SEC.]
• De kleur van het kader dat op het scherm wordt weergegeven en de kleur van het kader rond de feitelijke foto kunnen verschillen, maar dit is geen storing.
• Richtlijnen kunnen niet worden weergegeven.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar. Extra-optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
[GEDWONGEN UIT]
(gezichtsdetectie).
[GEDWONGEN UIT]
).
VQT2N06 47
Page 48
Veelgebruikte scènes registreren
[MY SCENE MODE]
Opnamemodus:
U kunt een veelgebruikte scènemodus in Nadat u deze hebt geregistreerd, schakelt u over naar [MY SCENE MODE] en kunt u opnemen in de geregistreerde scènemodus.
Zoomhendel
registreren.
Ga naar het scherm voor selectie van de opnamemodus
Selecteer [MY SCENE MODE]
[DISPLAY]
[MENU/SET]
Fotograferen in geregistreerde scènemodus
Druk op de [MODE]-knop. Druk op ▲▼ om de geregistreerde scène te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Geregistreerde scènemodus wijzigen
Druk op de [MODE]-knop. Druk op ▲▼ om de geregistreerde scène (tweede van boven) te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op [MENU/SET], selecteer en druk vervolgens op . Selecteer de scène in het scènemenu en druk vervolgens op [MENU/SET].
Kies de scènefunctie en stel deze in
(Druk op [MENU/SET], stel in op , en druk dan op , als het scènemenu niet verschijnt.)
Als u een scène al in ‘My scene mode’ hebt geregistreerd, wordt deze als geregistreerde scène weergegeven.
Scènemenu
Om een beschrijving van een scènefunctie te zien:
Kies de scènefunctie en druk op [DISPLAY].
U kunt ook de zoomhendel gebruiken om door te gaan naar het volgende scherm.
Zie voor meer informatie over de vooringestelde scène de pagina’s over de
scènemodus. (40) Als de opname-instellingen worden teruggezet met [RESETTEN] in het menu [SET-
UP], wordt de vooringestelde scènemodus gewist.
48 VQT2N06
Page 49
Filmen van bewegende beelden
Modus [BEWEGEND BEELD]
Opnamemodus:
U maakt als volgt films met geluid. (U kunt geen films zonder geluid opnemen.)
Microfoon (Hier uw vinger niet opleggen)
Ga naar het scherm voor selectie van de opnamemodus
Selecteer de modus [BEWEGEND BEELD]
Verstreken opnameduur (ongeveer)
Verstreken opnameduur
Afspelen van filmopnamen
(62)
Zie voor informatie over de beschikbare opnametijd (92)
Afhankelijk van het gebruikte type kaart kan er enige tijd een kaarttoegangsscherm
verschijnen na het opnemen van een film. Dit geeft geen probleem aan. Druk de ontspanknop helemaal in en laat deze direct weer los.
De volgende functies zijn niet beschikbaar.
Extra optische zoom en [LCD ROTEREN] voor verticaal gemaakte foto’s. In [AF MODE] staat (9-zone-scherpstellen) vast ingesteld.
In [STABILISATIE] staat [MODE 1] vast ingesteld.
Wanneer er geen ruimte meer over is om de film op te slaan, wordt de opname
automatisch gestopt. Ook kunnen opnamen tijdens het maken worden gestopt, afhankelijk van de gebruikte kaart.
Begin met filmen
Half indrukken
(stel scherp)
De scherpstelling en zoominstelling blijven staan zoals ze waren aan het begin van de opname.
Druk volledig in
(beginnen met filmen)
Stop met filmen
Druk volledig in
VQT2N06 49
Page 50
Filmen van bewegende beelden
[BEWEGEND BEELD] modus (vervolg)
Opnamemodus:
[OPN. KWALITEIT]
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse
Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
van ‘klasse 6’ of hoger.
Geef het menu [OPNAME] weer
Selecteer de gewenste beeldkwaliteit
Selecteer [OPN. KWALITEIT]
Sluit het menu
Beeldkwaliteit Beeldformaat Aantal frames
[HD] 1280 × 720 pixels
[WVGA] 848 × 480 pixels
[VGA] 640 × 480 pixels
[QVGA]
[QVGA] is vast ingesteld wanneer wordt opgenomen op het ingebouwde geheugen.
Afhankelijk van de opnameomgeving voor films kunnen statische elektriciteit of elektromagnetische
golven ertoe leiden dat het scherm tijdelijk zwart wordt of dat er ruis wordt opgenomen. Controleer voordat u gaat filmen of de batterij voldoende is opgeladen of gebruik een
netadapter (optioneel). Wanneer u films maakt met een netadapter en de netadapter uit het stopcontact
verwijdert, of wanneer de stroom uitvalt, wordt de stroomtoevoer naar de camera onderbroken en wordt de film waarmee u bezig was, niet verder opgenomen. Als u films probeert af te spelen die met de camera op andere apparaten zijn
opgenomen, kunnen deze mogelijk niet worden afgespeeld of kunnen de beeld- of geluidskwaliteit slecht zijn. Ook kunnen er onjuiste opnamegegevens worden weergegeven. Films die met de camera zijn opgenomen, kunnen niet worden afgespeeld op
Panasonic LUMIX digitale camera’s die vóór juli 2008 zijn verkocht. (Films die zijn opgenomen met LUMIX digitale camera’s die vóór deze datum zijn opgenomen, kunnen echter wel op deze camera worden afgespeeld.)
320 × 240 pixels
30 fps
Beeldverhouding
16:9
4:3
50 VQT2N06
Page 51
Nuttige functies voor op reis
Opnamemodus: ∗
[REISDATUM] (Reisdatum en bestemming vastleggen)
Informatie vastleggen over de opnamedag en -plaats door een vertrekdatum en bestemming in te stellen.
Instellen:
• U moet van tevoren de klok instellen (12).
• Druk op [MENU/SET] Menu [SET-UP] Selecteer [REISDATUM]
Selecteer [REIS-SETUP]
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
Selecteer [LOCATIE]
Selecteer [SET]
Stel de vertrekdatum in
Druk op ▲▼◄► om de terugkeerdatum in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]
Druk om door te gaan zonder de terugkeerdatum in te stellen op [MENU/SET] zonder iets in te voeren.
Het aantal dagen dat is verstreken wordt ongeveer 5 seconden lang aangegeven wanneer u overschakelt van de
weergave- naar de opnamestand of wanneer u de stroom inschakelt. ( Wanneer de bestemming wordt ingesteld in [WERELDTIJD] (52), wordt het verstreken aantal datum
berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming. Als de instellingen worden gemaakt vóór de vertrekdatum, zal het aantal dagen tot het vertrek
worden aangegeven in oranje, met een minteken (maar niet opgenomen). Als de [REISDATUM] wit wordt weergegeven met een minteken, is de [HOME]-datum een dag later
dan de [BESTEMMING]-datum (dit wordt vastgelegd). Reisdatum of bestemming afdrukken Gebruik [TEKST AFDR.] of druk de gegevens af met de
meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’. De [REIS-SETUP] reisdatum kan worden opgenomen tijdens het filmen van bewegende beelden,
maar de [LOCATIE] plaats is niet op te nemen.
Selecteer [SET]
Voer de bestemming in
• Tekst invoeren (60)
• Druk na het invoeren van de tekst tweemaal op [MENU/SET] om de invoer te voltooien.
De gegevens wissen
Na de terugkeerdatum worden de gegevens automatisch gewist. Als u de gegevens vóór deze datum wilt wissen, selecteert u [OFF] in stap vervolgens 3 keer op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
verschijnt rechts onder in het scherm.)
en drukt u
VQT2N06 51
Page 52
Nuttige functies voor op reis (vervolg)
Opnamemodus: ∗
[WERELDTIJD] (Lokale tijd registreren op een overzeese bestemming)
Instellen:
[GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN] wordt weergegeven wanneer u de wereldtijd voor het eerst instelt. Druk in dit geval op [MENU/SET] en ga naar stap .
Stel thuiszone in
• U moet van tevoren de klok instellen (12).
• Druk op [MENU/SET]
Menu [SET-UP] Selecteer [WERELDTIJD]
Selecteer [HOME]
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
Stel het bestemmingsgebied in
Selecteer [BESTEMMING]
Stel uw thuiszone in
Huidige tijd
• Annulerenl Druk op
.
Verschil met GMT (Greenwich Mean Time) Naam stad/regio
Het scherm van stap verschijnt vervolgens alleen als de camera voor het eerst wordt gebruikt (of na een reset). Druk driemaal op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
Sluit het menu
Herhaal als u terug bent
Voer stap
Zomertijd instellen/opheffen
Wanneer de zomertijd wordt ingesteld bij [BESTEMMING], wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet.
Als de instelling wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd. Als u echter de zomertijd instelt onder [HOME], zal de huidige tijd daardoor niet veranderen. Zet de huidige tijd in dat geval 1 uur vooruit via [KLOKINST.] (12). Foto’s en films die u hebt opgenomen nadat u de reisbestemming hebt opgegeven, krijgen de
aanduiding
, , uit (links boven) en voer de oorspronkelijke tijd in.
Druk in stap op . (Druk opnieuw op de knop om op te heffen)
(bestemming) tijdens het afspelen.
Stel het bestemmingsgebied in
Huidige tijd op geselecteerde bestemming
Verschil met thuistijd Naam stad/regio
Wanneer de werkelijke bestemming niet beschikbaar is, selecteert u het gebied gebaseerd op het ‘verschil met de thuistijd’.
Sluit het menu
52 VQT2N06
• Annulerenl Druk op
.
Page 53
Gebruik van het [OPNAME] menu
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (14)
Het ‘Quick-menu’ (16) is handig voor het vlot oproepen van vaak gebruikte menu’s.
[FOTO RES.]
Fotoresolutie instellen. Deze instelling bepaalt hoeveel foto’s u kunt maken.
Modus:
Instellingen: Capaciteit voor op te nemen beelden (92)
DMC-FP2 DMC-FP1
1
Extra optische zoom kan worden gebruikt voor fotoresoluties die worden aangeduid
met . Extra optische zoom is niet beschikbaar bij het filmen, wanneer u [MACRO ZOOM]
gebruikt of in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST] of [FOTO FRAME]. Er kan een mozaïekeffect verschijnen, afhankelijk van het onderwerp en de
opnameomstandigheden.
Instelinstructies
Grotere fotoresolutie
Lagere opnamecapaciteit Hogere opnamecapaciteit
Type opnamepixelniveau Type opnamepixelniveau
14 M 4320 × 3240 12 M 4000 × 3000
1
1
3648 × 2736 2560 × 1920 2048 × 1536
640 × 480
0,3 M
10 M
5 M
3 M
0,3 M 12,5 M 4320 × 2880 10,5 M 4000 × 2672 10,5 M 4320 × 2432 9 M 4000 × 2248
8 M 5 M 3 M
1
1
3264 × 2448 2560 × 1920 2048 × 1536
640 × 480
Deze instelling is niet beschikbaar in (modus [INTELLIGENT AUTO]).
geven de beeldverhoudingen van de foto’s aan.
2
2
Kleinere fotoresolutie
Scherper beeld Korreliger beeld
‘0,3M ’ is bijvoorbeeld geschikt voor e-mailbijlagen of lange opnamen.
VQT2N06 53
Page 54
Gebruik van het [OPNAME] menu (vervolg)
[GEVOELIGHEID]
U kunt de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig instellen. We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
Modus:
Instellingen: [ ] (Intelligente ISO) / [80] / [100] / [200] / [400] / [800] / [1600]
Instelinstructies
[GEVOELIGHEID] [80] [1600]
Locatie (aanbevolen) Licht (buiten) Donker Sluitertijd Traag Snel Interferentie Laag Hoog
[ ] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 1600 op basis van beweging van
het onderwerp en helderheid. Bereik van flitsopnamen (36)
Als de interferentie merkbaar wordt, raden we u aan de waarde voor de instelling te
verlagen of bij [NATURAL] de optie [KLEURFUNCTIE] te selecteren.
54 VQT2N06
Page 55
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (14)
[WITBALANS]
Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan.
Modus:
Instellingen: [AWB] (automatisch) / (buiten, heldere lucht) / (buiten,
Gebruiksgebied [AWB]:
10000K
9000K 8000K
7000K
6000K 5000K 4000K
3000K
2000K
1000K
Witbalans handmatig instellen ( )
Selecteer en druk op [MENU/SET]. Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld
papier) en druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET].
• De witbalans wordt ingesteld op .
• De witbalans die u instelt, blijft zelfs behouden nadat de stroom wordt uitgeschakeld.
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw in te stellen.
bewolkt) / (buiten, schaduw) / (gloeilamplicht) / (gebruikt de waarden ingesteld in ) / (handmatig instellen)
Een foto kan rood of blauw lijken als deze
Blauwe lucht
buiten het bereik valt. Zelfs als de waarden binnen het bereik vallen, werkt deze functie
Bewolkte lucht (regen) Schaduw Tv-scherm
Zonlicht Wit tl-licht
Gloeilamplicht Zonsondergang/zonsopgang Kaarslicht
mogelijk niet goed als er te veel lichtbronnen zijn. We raden aan [AWB]/[ ] in te stellen
onder tl-licht.
Maakt alleen een foto van witte objecten in het frame (stap
)
VQT2N06 55
Page 56
Gebruik van het [OPNAME] menu (vervolg)
[AF MODE]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen.
Modus:
Instellingen: / /
Mensen van voren fotograferen
(Gezichtsdetectie)
Onderwerp niet in het midden van de foto
(AF-gebied wordt pas weergegeven als er is scherpgesteld)
(9-zone-scherpstellen)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en scherpstelling hierop aan.
Er wordt automatisch scherpgesteld op één van de 9 punten
AF-gebied Geel: Als u de ontspanknop half indrukt,
wordt het kader groen als de camera is scherpgesteld.
Wit:
Verschijnt bij detectie van meerdere
gezichten. Andere gezichten die op dezelfde afstand zijn als de gezichten in het gele AF-gebied, worden ook scherp vastgelegd.
AF-gebied
Bepaalde positie voor scherpstelling
(Scherpstellen op 1 punt)
Het autofocusgebied wordt vergroot onder donkere omstandigheden of tijdens gebruik
Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van de foto. (Aanbevolen wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
AF-gebied
van de digitale zoomfunctie of de macro-zoomfunctie, e.d. U kunt gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen.
[NACHTL. SCHAP], In de scènemodi [VOEDSEL], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [LUCHTFOTO] Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de
instelling ‘Gezichtsdetectie’, schakelt u naar een andere instelling. De functie Gezichtsdetectie werkt wellicht niet in de volgende omstandigheden.
(AF MODE ingesteld op )
• Als het gezicht niet of niet helemaal naar de camera kijkt
• Als het gezicht is verborgen achter een zonnebril of iets dergelijks.
Wanneer er weinig schaduw is op de gezichten
• Als het gezicht heel helder of donker is
• Als het gezicht klein lijkt op het scherm
• Bij snelle bewegingen
• Als de camera trilt
• Als het onderwerp geen mens is, maar bijvoorbeeld een huisdier
• Bij gebruik van digitale zoom
56 VQT2N06
Page 57
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (14)
[BURSTFUNCTIE]
Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
Modus:
Instellingen: [OFF]/
Snelheid
DMC-FP2 Ca. 1,5 foto’s/sec. DMC-FP1 Ca. 1,8 foto’s/sec.
Het fotograferen wordt langzaam maar zeker trager. (Het begin van de vertraging varieert,
afhankelijk van het type kaart en het opnamepixelniveau.)
De scherpstelling wordt vastgezet bij de eerste foto. De belichting en de witbalans
worden voor elke foto aangepast. Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
De burstsnelheid kan teruglopen als de ISO-gevoeligheid op hoog wordt ingesteld,
of als de sluitertijd langer wordt op donkerdere locaties. Wanneer burst wordt geselecteerd, wordt de flitser uitgeschakeld.
Wanneer burst wordt gebruikt met het ingebouwde geheugen, kan het even duren
voordat de gegevens zijn weggeschreven. De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld. Wanneer u bewegende onderwerpen fotografeert in situaties met een groot verschil
tussen lichte en donkere gebieden, is het niet altijd mogelijk om de optimale belichting te krijgen. Auto review vindt plaats ongeacht de instelling van [AUTO REVIEW].
Burst is niet beschikbaar in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [HI-SPEED BURST],
[FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME]. Met de scènemodus [HI-SPEED BURST] kunt u foto’s sneller na elkaar maken.
[FLITS-BURST] is handig om continu foto’s met flitser te maken op donkere locaties.
Aantal foto’s
Tot kaart/ingebouwd
geheugen vol is
[DIG. ZOOM]
Vergroot het effect van optische zoom of extra optische zoom met maximaal 4 keer. (Zie voor meer informatie (30))
Modus:
Instellingen: [OFF]/[ON]
Deze staat vast op [ON] wanneer de [MACRO ZOOM] is ingeschakeld.
Niet beschikbaar in de opnamemodus voor film. In andere opnamemodi wordt de
instelling toegepast.
VQT2N06 57
Page 58
Gebruik van het [OPNAME] menu (vervolg)
[KLEURFUNCTIE]
Kleureffecten instellen.
Modus:
Instellingen: [STANDARD] / [NATURAL] (zacht) / [VIVID] (scherp) / [B/W] / [SEPIA] /
Wanneer er duidelijk sprake is van interferentie: instellen op [NATURAL].
In de ([INTELLIGENT AUTO] modus) kunnen alleen [STANDARD], [B/W], en
[SEPIA] worden gekozen.
Neemt automatisch trillingen waar en corrigeert die.
Modus:
Instellingen:
Instellingen Effect
Deze instelling is vastgezet op
[OFF] in de scènemodus [STERRENHEMEL]. Omstandigheden waarbij de optische beeldstabilisatie minder goed werkt:
Heftig schudden of trillen, extreme zoomstand (inclusief het digitale zoombereik), snel bewegende onderwerpen, opnamen binnenhuis of bij slecht licht (vanwege een langzame sluitertijd) Deze staat vast op [MODE 1] tijdens het filmen van bewegende beelden.
[COOL] (meer blauw) / [WARM] (meer rood)
[STABILISATIE]
[OFF] Foto’s die opzettelijk worden gemaakt zonder bewegingscorrectie
[AUTO]
[MODE 1]
[MODE 2]
De optimale beeldstabilisatie wordt automatisch ingeschakeld, al naar gelang de opnameomstandigheden.
Constante correctie (Monitorbeeld stabiel, compositie gemakkelijk te maken)
Correctie op het moment dat de ontspanknop wordt ingedrukt (Effectiever dan [MODE 1])
[MODE 2]
in de scènemodus [ZELFPORTRET] en op
58 VQT2N06
Page 59
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (14)
[AF ASS. LAMP]
Maakt de lamp aan als het donker is, zodat u gemakkelijker kunt scherpstellen.
Modus:
Instellingen:
Kan niet worden ingesteld in de opnamemodus voor films. In andere
opnamemodi wordt de instelling toegepast.
[OFF] : Lamp uit (dieren in het donker fotograferen
enzovoort)
[ON] : Lamp gaat aan als u de ontspanknop half indrukt
en groter AF-gebied weergegeven)
(
(Dek de lamp niet af en kijk niet van dichtbij in de lamp)
Lampje: Effectieve afstand: 1,5 m
[RODE-OGEN CORR]
Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ( ).
Modus:
Instellingen: [OFF]/[ON]
Uitgeschakeld wanneer [AF MODE] niet is ingesteld op (gezichtsdetectie).
Compensatie is niet altijd mogelijk. Dit is afhankelijk van de omstandigheden van de
rode ogen. Wanneer [ON] wordt geselecteerd, wordt weergegeven in het pictogram van de
flitser. (35)
[KLOKINST.]
De klok instellen. Dezelfde functie als in het menu [SET-UP] (12).
VQT2N06 59
Page 60
Tekst invoeren
Met de cursorknoppen kunt u namen invoeren in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER] of namen invoeren van een [LOCATIE] in [REISDATUM].
(Ga op het instelscherm van elk menu als volgt te werk)
Selecteer het type teken
: hoofdletters/kleine letters : symbolen/cijfers
Verandert elke keer als u op de knop drukt.
Selecteer tekens en druk op [MENU/SET] (herhalen)
• Er wordt tekst ingevoegd op de cursorpositie.
Cursorpositie
Selecteer [INST.] wanneer u klaar bent met het invoeren van tekst en druk op [MENU/SET]
Tekst bewerken
Druk op ▲▼◄► om de cursor te verplaatsen naar de tekst die u wilt bewerken.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de zoomhendel.
Druk op ▲▼◄► om [WISSEN] te selecteren en druk daarna op [MENU/ SET]. Druk op ▲▼◄► om de juiste tekst te selecteren en druk daarna op [MENU/ SET].
: u kunt maximaal 30 tekens invoeren.
U kunt de invoerpositiecursor naar links en rechts verplaatsen met de zoomhendel.
Druk op om terug te keren naar het menuscherm.
De tekst loopt naar beneden als deze niet op het scherm past.
U kunt de opgegeven tekst afdrukken met [TEKST AFDR.] (67) of via de software
‘PHOTOfunSTUDIO’ op de cd-rom (bijgeleverd).
60 VQT2N06
Page 61
Bekijken als lijst (Meerdere afspelen/Kalender afspelen)
Afspeelmodus:
U kunt 12 (of 30) foto’s tegelijk bekijken (meerdere afspelen), of alle foto’s bekijken die op een bepaalde datum zijn gemaakt (afspelen op kalender).
Druk op de afspeelknop
• Foto's bekijken: Druk op ◄►
Stel in op weergave op meerdere schermen
Fotonr.Opnamedatum
Totaal aantal
Elke keer
als u de
knop naar
Herstellen
Draai in de richting van de T.
Wijzigen van
W draait,
bladert u
verder.
(12 foto’s)
12/30-fotoweergave naar 1-fotoweergave
Selecteer een foto met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET]
Alleen maanden waarin foto's zijn gemaakt, worden op het kalenderscherm
weergegeven. Foto’s die zonder klokinstellingen zijn genomen, worden weergegeven met de datum 1 januari 2010. Kan niet geroteerd worden weergegeven.
Foto’s met [!] kunnen niet worden afgedrukt.
Foto’s met de bestemmingsinstelling [WERELDTIJD] verschijnen in de
kalenderweergave met de juiste datum voor de tijdzone van de bestemming.
(30 foto’s)
Geselecteerde datum (Eerste foto vanaf datum)
(Kalenderweergave)
Schuifbalk
Fototype
• [FAVORIETEN]
• [BEWEGEND BEELD]
• [BABY]
• [HUISDIER]
• [REISDATUM]
• [WERELDTIJD]
• [TEKST AFDR.]
• Selecteer de week met ▲▼ en de datum met ◄► en druk op [MENU/SET] om de foto’s van die datum met 12 tegelijk op het scherm weer te geven.
VQT2N06 61
Page 62
Films bekijken
Afspeelmodus:
Films kunnen net als foto’s worden afgespeeld.
Druk op de afspeelknop
Selecteer de film en begin met afspelen
Opnameduur voor bewegende beelden
Bewerkingen tijdens het afspelen van bewegende beelden
Wissen
(32) Films die op andere apparatuur zijn opgenomen, worden mogelijk niet goed afgespeeld.
Bij gebruik van een geheugenkaart met hoge capaciteit kan het terugzoeken nogal wat
tijd vergen. Voor het bekijken van de films op een computer gebruikt u [QuickTime] op de
bijgeleverde cd-rom.
:Pauzeren/afspelen:Stop: Snel terugspoelen
(2 stappen) Beeld voor beeld terugspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
: Snel vooruitspoelen
(2 stappen) Beeld voor beeld vooruitspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
• Druk op tijdens snel terugspoelen of snel vooruitspoelen om terug te keren naar de normale afspeelsnelheid.
• U kunt het volume aanpassen met de zoomhendel.
Filmpictogram
62 VQT2N06
Page 63
Verschillende afspeelmethoden
Afspeelmodus:
Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren.
(Afspeelmodus)
Druk op de afspeelknop
Open het scherm voor selectie van de afspeelmodus
Selecteer de afspeelmethode
[NORMAAL AFSP.]
(31)
[DIASHOW]
(64)
[CATEGOR. AFSP.]
(66)
[FAVORIET AFSP.]
(66)
Wanneer er geen kaart is geplaatst, zullen de beelden worden weergegeven uit het
ingebouwde geheugen. Nadat u van de opnamemodus naar de afspeelmodus bent overgeschakeld, wordt de
afspeelmodus automatisch [NORMAAL AFSP.]. [FAVORIET AFSP.] wordt alleen weergegeven als er beelden zijn ingesteld als
[FAVORIETEN] en als de instelling [ON] is.
VQT2N06 63
Page 64
Verschillende afspeelmethoden (Afspeelmodus)
(vervolg)
Afspeelmodus:
[DIASHOW]
Foto’s automatisch op volgorde en met muziek afspelen. Aanbevolen voor het bekijken van uw beelden op een TV-scherm.
Selecteer een weergavemethode
[ ALLE] : Alle foto’s afspelen
[CATEGORIESELECTIE]
: Selecteer een categorie en speel af.
[FAVORIETEN]: Foto’s weergeven die u hebt ingesteld als
Stel weergave-effecten in
(Selecteer categorie met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET].) (66)
[FAVORIETEN] (verschijnt alleen als er [FAVORIETEN] zijn en de optie is ingesteld op [ON]).
(Selecteer muziek en effecten die aansluiten
[AUTO]
[NATURAL] [SLOW]
[SWING] [URBAN] [OFF] Geen effecten
[EFFECT]
bij de foto’s)
Het optimale effect wordt geselecteerd uit [NATURAL], [SLOW], [SWING] en [URBAN] (alleen beschikbaar bij de instelling [CATEGORIESELECTIE])
Weergeven met relaxte muziek en schermovergangseffecten
Weergeven met levendige muziek en schermovergangseffecten
Selecteer [START] met en druk op [MENU/SET]
• Druk op om tijdens de diashow terug te keren naar het menuscherm.
64 VQT2N06
[DUUR]
[HERHALEN]
[MUZIEK]
[SET-UP]
[1 SEC.] / [2 SEC.] / [3 SEC.] / [5 SEC.] (Alleen beschikbaar als [EFFECT] is ingesteld op [OFF]) [OFF]/[ON] (Herhalen) [ON]: Het geluid wordt bij de
effecten afgespeeld.
[OFF]: Het geluid wordt niet
afgespeeld.
Page 65
Zie voor meer informatie over de overschakelingsprocedure voor de afspeelmodus (63)
Bediening tijdens de diavertoning
Pauze/weergave
(In de pauzestand) Vorige
Volume omlaag
Wanneer er [URBAN] is geselecteerd, kan het beeld in zwart/wit verschijnen als
schermeffect. U kunt geen muziekeffecten toevoegen.
Filmbestanden kunnen niet in een diashow worden afgespeeld. Wanneer de categorie
[BEWEGEND BEELD] wordt geselecteerd, worden de eerste schermen van films als stilstaande beelden gebruikt om af te spelen in de diashow. Bij beelden met een afwijkende beeldverhouding worden de randen afgekapt, zodat ze
schermvullend kunnen worden weergegeven.
Stoppen
(In de pauzestand) Volgende
Volume omhoog
VQT2N06 65
Page 66
Verschillende afspeelmethoden (Afspeelmodus)
(vervolg)
Afspeelmodus:
[CATEGOR. AFSP.]
Beelden kunnen automatisch worden ingedeeld, zodat u ze per categorie kunt bekijken. De automatische indeling begint u wanneer de [CATEGOR. AFSP.] kiest uit het afspeelfunctie-keuzemenu.
Selecteer de categorie
Pictogrammen van fotocategorieën
(verschijnt na een aantal seconden)
(donkerblauw)
Aantal foto’s
Bekijk de beelden
• Foto’s verwijderen Druk op .
Vorige Volgende
De kalenderaanduiding is niet te gebruiken.
Alleen de volgende afspeelmenu’s kunnen
worden ingesteld. [LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN] Selecteer [NORMAAL AFSP.] als u
[CATEGOR. AFSP.] wilt sluiten.
[CATEGORIE]
Opname-informatie zoals
scènemodi
[PORTRET]/ [i PORTRET]/ [GAVE HUID]/ [TRANSFORMEREN]/ [ZELFPORTRET]/ [NACHTPORTRET]/ [i NACHTPORTRET]/ [BABY] [LANDSCHAP]/ [i LANDSCHAP]/ [ZONSONDERG.]/ [i ZONSONDERG.]/ [LUCHTFOTO] [NACHTPORTRET]/ [i NACHTPORTRET]/ [NACHTL. SCHAP]/ [i NACHTL. SCHAP]/ [STERRENHEMEL] [SPORT]/ [PARTY]/ [KAARSLICHT]/ [VUURWERK]/ [STRAND]/ [SNEEUW]/ [LUCHTFOTO]
[BABY] [HUISDIER] [VOEDSEL] [REISDATUM] [BEWEGEND BEELD]
[FAVORIET AFSP.]
Hiermee kunt u handmatig de foto’s die zijn ingesteld als [FAVORIETEN] bekijken (deze functie wordt alleen aangegeven als er [FAVORIETEN] zijn gekozen en als de instelling op [ON] staat).
Bekijk de beelden
Vorige Volgende
De kalenderaanduiding is niet te gebruiken.
Alleen de volgende afspeelmenu’s kunnen worden ingesteld.
[LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN] Selecteer [FAVORIET AFSP.] als u [NORMAAL AFSP.] wilt sluiten.
66 VQT2N06
Page 67
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Afspeelmodus:
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (14)
[KALENDER]
Kies een datum in het kalenderscherm om alleen de foto’s genomen op die dag te bekijken (61).
Instellen: Druk op [MENU/SET] Menu [AFSPELEN] Selecteer [KALENDER]
Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de afspeelfunctie staat ingesteld op [NORMAAL AFSP.].
[TEKST AFDR.]
De opnamedatum of de tekst die u in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER] hebt geregistreerd of de [REISDATUM] wordt op de foto’s gezet. Dit is ideaal wanneer u foto’s op normaal formaat afdrukt.
Instellen: Druk op [MENU/SET] Menu [AFSPELEN] Selecteer [TEKST AFDR.]
Druk op ▲▼ om [ENKEL] of [MULTI] te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer een foto
[ENKEL]
[MULTI] (maximaal 50 foto’s)
Instelling
[TEKST AFDR.]
Annuleren Druk nogmaals op de knop [DISPLAY].
Instellen Druk op [MENU/SET].
Selecteer opties en voer instellingen uit voor elke foto
[OFF]­onderdelen worden niet afgedrukt
Kies of u de leeftijd wilt afdrukken in jaren/maanden
• Dit scherm wordt niet weergegeven als u
[OFF]
[NAAM]
hebt geselecteerd voor
in stap .
Selecteer [JA]
(Het scherm varieert, afhankelijk van de fotoresolutie enzovoort)
Wanneer u [ENKEL]hebt geselecteerd na stap , drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
• De fotoresolutie wordt verminderd als de foto groter is dan 3 M. De foto wordt iets korreliger.
Beeldverhouding
4 : 3 3 M 3 : 2 2.5 M
16 : 9 2 M
Na
[TEKST AFDR.]
VQT2N06 67
Page 68
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
Onderdelen die kunnen worden afgedrukt
[OPNAMEDATUM] [ZON. TIJD]: de opnamedatum afdrukken
[NAAM] Namen afdrukken die zijn geregistreerd in [BABY] of [HUISDIER] [LOCATIE] Bestemmingen afdrukken die zijn geregistreerd in [REISDATUM] [REISDATUM] Reisdatums afdrukken die zijn geregistreerd in [REISDATUM]
• Onderdelen waarvoor u [OFF] selecteert, worden niet afgedrukt.
Tekst die u wilt afdrukken controleren
‘Zoom afspelen’ (31)
Kan niet worden gebruikt met foto’s die op andere apparatuur zijn gemaakt, foto’s die
zijn gemaakt zonder de klok in te stellen, of met films. Foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden ingesteld op [NW. RS.] of [BIJSNIJD.]. Ook kan de
tekstafdruk niet worden gewijzigd en kunt u niet afdrukken met [PRINT INST.] op basis van de datum. Tekens kunnen op sommige printers worden afgesneden.
Niet instelbaar in de [CATEGOR. AFSP.], of [FAVORIET AFSP.] afspeelfuncties.
Gebruik in een winkel of op een printer geen algemene datumafdrukinstellingen
bij foto’s met datumafdruk. (De datumafdruk kan overlappen.)
De fotoresolutie kan worden verkleind als u foto’s als e-mailbijlage wilt meesturen, wilt gebruiken op uw website, enzovoort. (Foto’s die op het kleinste opnamepixelniveau zijn opgenomen, kunnen niet verder worden verkleind.)
Instellen: Druk op [MENU/SET] Menu [AFSPELEN] Selecteer [NW. RS.]
[ENKEL]
Selecteer [ENKEL]
[MET TIJD]: de opnametijd afdrukken
[NW. RS.]
Selecteer de resolutie
Selecteer een foto
68 VQT2N06
Huidige resolutie Resolutie na wijziging
Selecteer [JA]
Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
Page 69
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (14)
[MULTI]
Selecteer in stap op de
Selecteer een foto (maximaal 50 foto’s)
linkerbladzijde [MULTI] Selecteer de resolutie
Selecteer het aantal pixels na de resolutiewijziging
Beschrijving van nieuwe resolutie: Druk op de knop [DISPLAY]
Aantal pixels voor/na de resolutiewijziging
• Annuleren Druk nogmaals op de
• Instellen Druk op [MENU/SET].
knop [DISPLAY].
Instelling Nw. rs.
Druk op om [JA] te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
Na het wijzigen van de resolutie is de fotokwaliteit minder.
Kan niet worden ingesteld in de afspeelmodus [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
Films en foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden gebruikt. Is mogelijk niet
compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
[BIJSNIJD.]
Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden.
Instellen: Druk op [MENU/SET]
Menu [AFSPELEN] Selecteer [BIJSNIJD.]
Druk op ◄► om een foto te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden
Vergroten Wijzigings-positie
Bijsnijden
Druk op om [JA] te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
Na het bijsnijden neemt de fotokwaliteit af.
Kan niet worden ingesteld in de afspeelmodus [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
Films en foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden gebruikt. Is mogelijk niet
compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
VQT2N06 69
Page 70
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
[LCD ROTEREN]
Portretfoto’s automatisch draaien.
Instellen: Druk op [MENU/SET] Menu [AFSPELEN] Selecteer [LCD ROTEREN]
Selecteer [ON]
[ON] [OFF]
[LCD ROTEREN] kunnen niet voor bewegende beelden worden gebruikt.
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid. De beelden kunnen niet worden gedraaid tijdens de multi-weergave en de kalender-weergave.
Wordt alleen geroteerd weergegeven op een computer in een Exif-compatibele
omgeving (31) (besturingssysteem, software).
[FAVORIETEN]
Door uw favoriete foto’s met een sterretje ( ) te markeren, kunt u een [DIASHOW] of [FAVORIET AFSP.] van alleen deze foto’s bekijken. Ook kunt u alle foto’s verwijderen behalve uw favorieten (→32).
I
nstellen: Druk op [MENU/SET] Menu [AFSPELEN] Selecteer [FAVORIETEN]
Selecteer [ON]
Selecteer een foto en maak de instelling (herhalen)
Sluit het menu
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Kan niet worden ingesteld in de weergavemodus [FAVORIET AFSP.].
Foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt, kunt u mogelijk niet als favorieten instellen.
Instelling/opheffen kan ook met de bijgeleverde software worden uitgevoerd ‘PHOTOfunSTUDIO’.
[ANNUL] en vervolgens [JA].
Wordt weergegeven tijdens de instelling (niet weergegeven als deze op [OFF] staat).
U kunt maximaal 999 foto’s selecteren.
• Opheffen Druk opnieuw op .
70 VQT2N06
Page 71
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (14)
[PRINT INST.]
U kunt de instellingen voor foto/fotonr./datum afdrukken uitvoeren wanneer u afdrukt met DPOF-compatibele printers of in DPOF-compatibele fotocentrales. (Vraag bij de fotozaak of ze DPOF kunnen afdrukken)
Instellen: Druk op [MENU/SET]
Menu [AFSPELEN] Selecteer [PRINT INST.]
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Selecteer een foto
[ENKEL]
[MULTI]
Stel het aantal foto’s in
(Herhaal stap en bij gebruik van [MULTI] (tot 999 foto’s))
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Controleer wanneer u PictBridge-compatibele printers gebruikt de instellingen op de printer zelf,
want deze krijgen mogelijk voorrang boven die van de camera. Wanneer u in een fotozaak vanuit het ingebouwde geheugen wilt afdrukken, dient u de foto’s eerst
naar een kaart te kopiëren (73) voordat u instellingen verricht. U kunt geen DPOF PRINT-instellingen definiëren voor niet-DCF-bestanden (31).
Bepaalde DPOF-informatie die is ingesteld met andere apparatuur, kan niet worden gebruikt. Verwijder
in dergelijke gevallen alle DPOF-informatie en stel deze vervolgens opnieuw in met deze camera. U kunt geen datumafdrukinstellingen opgeven voor foto’s waarvoor [TEKST AFDR.] is ingesteld.
Deze instellingen worden ook geannuleerd als u later [TEKST AFDR.] instelt.
[ENKEL]
• Datumafdruk instellen/opheffen: druk op [DISPLAY].
• Na bevestiging drukt u op
[ANNUL] en vervolgens [JA].
Datumafdruk instellen
Aantal afdrukken
om terug te keren naar het menuscherm.
[MULTI]
Datumafdruk instellen
Aantal afdrukken
VQT2N06 71
Page 72
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
[BEVEILIGEN]
Beveiliging instellen om te voorkomen dat foto’s worden gewist. Voorkomt dat belangrijke foto’s worden gewist.
Instellen: Druk op [MENU/SET]
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Menu [AFSPELEN] Selecteer [BEVEILIGEN]
Selecteer een foto en maak de instelling
[ENKEL]
Foto beveiligd
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Annuleren en alle beveiligingen opheffen
Druk op [MENU/SET].
Kan mogelijk niet worden gebruikt wanneer u andere apparaten gebruikt.
Wanneer u formatteert worden zelfs beveiligde bestanden verwijderd.
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is ingesteld, kunnen foto’s niet worden
verwijderd, zelfs niet als ze niet met de camera-instelling zijn beveiligd.
[ANNUL] en vervolgens [JA].
[MULTI]
Foto beveiligd
• Annuleren Druk nogmaals op [MENU/SET].
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
72 VQT2N06
Page 73
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (14)
[KOPIE]
U kunt foto’s van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart kopiëren en omgekeerd.
Instellen: Druk op [MENU/SET]
Menu [AFSPELEN] Selecteer [KOPIE]
Selecteer een kopieermethode (richting)
: alle foto’s van het ingebouwde geheugen naar
de kaart kopiëren (ga naar stap )
: 1 foto tegelijkertijd van de kaart naar het
ingebouwde geheugen kopiëren.
Wanneer u selecteert, drukt u op ◄► om een foto te selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
Selecteer [JA]
• Annuleren Druk op [MENU/SET]
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
(Het afgebeelde scherm is een voorbeeld.)
Als de capaciteit van het ingebouwde geheugen onvoldoende is voor het kopiëren,
schakelt u de camera uit, verwijdert u de kaart en verwijdert u foto’s uit het ingebouwde geheugen. Het kopiëren van beeldgegevens vanuit het inwendig geheugen naar een
geheugenkaart zal halverwege worden onderbroken als er te weinig ruimte op de kaart beschikbaar is. Het is aanbevolen gebruik te maken van geheugenkaarten met een grotere capaciteit dan het inwendige geheugen (ongeveer 40 MB). Het kopiëren van foto’s kan enkele minuten duren. Schakel de camera niet uit en voer
geen andere bewerkingen uit tijdens het kopiëren. Als er in de doelbestemming identieke namen zijn (map-/bestandsnummers), wordt
er voor de gekopieerde foto’s een nieuwe map gemaakt bij het kopiëren van het ingebouwde geheugen naar een kaart ( ). Bestanden met een al bestaande naam worden niet vanaf een kaart naar het ingebouwde geheugen gekopieerd ( ). De volgende instellingen worden niet gekopieerd. Stel de instellingen na het kopiëren
opnieuw in. [FAVORIETEN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN] Er kunnen alleen foto’s worden gekopieerd van Panasonic digitale camera’s (LUMIX).
Na het kopiëren worden de originele foto’s niet verwijderd. (Foto’s verwijderen (32)).
Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de afspeelfunctie staat ingesteld op
[NORMAAL AFSP.].
VQT2N06 73
Page 74
Gebruik met computer
Foto’s en films kunnen van de camera naar uw computer worden geïmporteerd door deze op elkaar aan te sluiten.
• Als uw computer geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, wordt er een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de kaart te formatteren. (Formatteer de kaart niet. Opgenomen foto’s worden dan gewist.) Raadpleeg als de kaart niet wordt herkend, de volgende klantenservicewebsite. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• U kunt geïmporteerde foto’s vervolgens afdrukken of via e-mail versturen met de software ‘PHOTOfunSTUDIO’ op de cd-rom (bijgeleverd).
Voorbereiding:
• Gebruik een volledig opgeladen batterij of sluit een netadapter aan (optioneel).
• Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen importeert, dient u eventuele geheugenkaarten te verwijderen.
Controleer de richting van de aansluiting en sluit de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van de aansluiting kan tot storingen leiden.)
[TOEGANG] (gegevens verzenden)
• Ontkoppel nooit de USB-kabel terwijl [TOEGANG] wordt weergegeven.
Hier vasthouden (Duw de stekker volledig in de aansluiting.)
Schakel zowel de camera als de computer in
Sluit de camera aan op de computer
• Zorg dat u de bijgeleverde USB­aansluitkabel gebruikt. Het gebruik van een andere dan de bijgeleverde USB-aansluitkabel kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera [PC]
Er kan een bericht op het scherm verschijnen als u [USB MODE] (20) hebt ingesteld op [PictBridge (PTP)]. Selecteer
Schakel als u de netadapter gebruikt de camera uit voordat u deze aansluit of verwijdert.
USB-aansluitkabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
[ANNUL] om het berichtvenster te sluiten en stel [USB MODE] in op [PC].
Voer de gewenste handelingen uit met de computer
De verbinding verbreken
Klik op ‘Hardware veilig verwijderen’ in het Windows-systeemvak Ontkoppel de USB-kabel Schakel de camera uit Ontkoppel de netadapter
74 VQT2N06
Page 75
Sommige computers kunnen rechtstreeks de geheugenkaart van de camera lezen. Zie voor nadere details de handleiding van uw computer.
U kunt foto’s op uw computer opslaan en gebruiken door mappen en bestanden naar aparte mappen op de computer te slepen.
Map- en bestandsnamen op de computer
DCIM (Foto’s/bewegende beelden)
100_PANA (maximaal 999 foto’s/map)
P1000001.JPG
Windows
De stations worden weergegeven in de map ‘Deze computer’ of ‘Computer’.
Macintosh
De stations worden op het bureaublad weergegeven. (Weergegeven als ‘LUMIX’, ‘NO_NAME’, of ‘Untitled’.)
In de volgende gevallen worden nieuwe mappen gemaakt:
Wanneer er foto’s in mappen worden gezet die bestanden met het nummer 999 bevatten.
• Wanneer er kaarten worden gebruikt die al hetzelfde mapnummer bevatten (ook foto’s die met andere camera’s zijn genomen enzovoort)
• Het bestand kan mogelijk niet op de camera worden afgespeeld nadat de bestandsnaam is gewijzigd.
Wanneer u Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Mac OS X gebruikt
U kunt de camera zelfs op de computer aansluiten als u [USB MODE] hebt ingesteld op [PictBridge (PTP)].
• De export van foto’s kan alleen vanaf de camera worden uitgevoerd. (Foto’s verwijderen is ook mogelijk met Windows Vista en Windows 7.)
• Foto’s kunnen mogelijk niet worden geïmporteerd als er 1000 of meer foto’s op de kaart staan.
Films afspelen op uw computer
Gebruik de ‘QuickTime’ software op de bijgeleverde CD-ROM.
• Als standaard geïnstalleerd op de Macintosh
Leg de filmbeelden vast op uw computer voordat u ze gaat bekijken.
: P1000999.JPG
101_PANA
:
999_PANA
MISC (DPOF-bestanden
JPG: foto’s MOV: bewegende
beelden
, Favorieten
)
Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
Wanneer de batterij tijdens de communicatie leeg begint te raken, hoort u een
waarschuwingssignaal. Beëindig de gegevensuitwisseling via de computer direct en laad de batterij op voordat u de camera opnieuw aansluit. Als u [USB MODE] instelt op [PC], hoeft u deze instelling niet elke keer opnieuw op te
geven als u de camera aansluit op de computer. Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie.
VQT2N06 75
Page 76
Afdrukken
U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer om af te drukken.
Voorbereiding:
• Gebruik een volledig opgeladen batterij of sluit een netadapter aan (optioneel).
• Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen afdrukt, dient u eventuele geheugenkaarten te verwijderen.
• Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere instellingen op uw printer aan.
Controleer de richting van de aansluiting en sluit de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van de aansluiting kan tot storingen leiden.)
• Ontkoppel de USB­kabel niet wanneer het pictogram voor ontkoppeling van de kabel weergegeven (dit wordt bij sommige printers niet weergegeven).
Schakel als u de netadapter gebruikt de camera uit voordat u deze aansluit of verwijdert.
Afdrukken annuleren
Druk op [MENU/SET]
wordt
Hier vasthouden (Duw de stekker volledig in de aansluiting.)
USB-aansluitkabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
Schakel zowel de camera als de computer in
Sluit de camera aan op de printer
Zorg dat u de bijgeleverde USB­aansluitkabel gebruikt. Het gebruik van een andere dan de bijgeleverde USB­aansluitkabel kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera [PictBridge (PTP)]
Als u [VERBINDING MET PC...] ziet, annuleert u de verbinding en stelt u [USB MODE] in op [SELECT. VERBINDING] of [PictBridge (PTP)].
Druk op ◄► om een foto te selecteren die u wilt afdrukken en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer [PRINT START]
(Instellingen voor afdrukken
(78))
Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
Ontkoppel de USB-kabel na het afdrukken.
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
Als de batterij tijdens de communicatie leeg raakt, hoort u een waarschuwingssignaal.
Annuleer het afdrukken en ontkoppel de USB-kabel. (Laad de batterij op voordat u de camera en de printer weer op elkaar aansluit.) Als u [USB MODE] instelt op [PictBridge (PTP)], hoeft u deze instelling niet elke keer
opnieuw op te geven als u de camera aansluit op de printer.
76 VQT2N06
Page 77
Sommige printers zijn in staat direct af te drukken vanaf de geheugenkaart van de camera. Zie voor nadere details de gebruiksaanwijzing van uw printer.
Meerdere foto’s afdrukken
Selecteer in stap op de vorige bladzijde [VEELV. AFDR.]
Selecteer een optie
(Zie hierna voor meer informatie)
Druk af
(Vorige pagina
)
[MULTI SELECTEREN] : Beweeg met ▲▼◄► door de foto’s en selecteer foto’s
Druk op [MENU/SET] wanneer de selectie is voltooid.
[ALLES SELECTEREN] :Alle foto’s afdrukken.
[PRINT INST.(DPOF)] : Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd in [PRINT INST.].
[FAVORIETEN] :
Selecteer [JA] als het bevestigingsscherm voor afdrukken wordt weergegeven.
Een oranje ● bij het afdrukken geeft een foutmelding aan.
Het afdrukken kan in verschillende fasen plaatsvinden als u verschillende foto’s afdrukt.
(Het weergegeven resterende aantal pagina’s kan afwijken van het ingestelde aantal.)
met [DISPLAY] om deze af te drukken. (Druk opnieuw op [DISPLAY] om de selectie te annuleren.)
Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd als [FAVORIETEN]. (verscijnt alleen als er [FAVORIETEN] zijn en de optie is ingesteld op [ON]).
Afdrukken met datum en tekst
Met [TEKST AFDR.]
U kunt de opnamedatum en de volgende informatie op foto’s afdrukken.
Opnamedatum ●[NAAM] en [LEEFTIJD] vanuit scènemodi [BABY] en [HUISDIER]
Aantal verstreken dagen op basis van [REISDATUM] en bestemming
• Voeg geen datumafdruk toe in winkels of met printers waarop [TEKST AFDR.] is toegepast (tekst zou kunnen overlappen).
Datum afdrukken zonder [TEKST AFDR.]
In winkels afdrukken: Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel
de datum af te drukken.
Als u vooraf op de camera [PRINT INST.] instelt, kunt u opgeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken en of u de datum wilt afdrukken voordat u de kaart in de winkel afgeeft.
• Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze aspectratio (beeldverhouding) wilt afdrukken.
Via de computer: U kunt via de meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’
Via de printer :
afdrukinstellingen voor de opnamedatum en tekstinformatie opgeven. U kunt de opnamedatum afdrukken door op de camera [PRINT INST.] in te stellen of door [PRINT MET DAT.] (78) in te stellen op[ON] als u de camera aansluit op een printer met datumafdrukfunctie.
VQT2N06 77
Page 78
Afdrukken (vervolg)
Afdrukinstellingen opgeven op de camera
(Geef de instellingen op voordat u [PRINT START] selecteert.)
Selecteer optie Selecteer instelling
Onderdeel Instellingen
[PRINT MET DAT.]
[AANTAL PRINTS]
[PAPIERAFMETING]
[LAY-OUT PAGINA]
[OFF]/[ON]
Hier stelt u het aantal foto’s in (maximaal 999 foto’s)
( printerinstellingen krijgen
voorrang) [L/3.5”×5”] (89×127 mm) [2L/5”×7”] (127×178 mm) [POSTCARD] (100×148 mm) [16:9] (101,6×180,6 mm) [A4] (210 ×297 mm)
(printerinstellingen krijgen voorrang) / (1 foto, zonder rand) /
(1 foto, met rand) / (2 foto’s) / (4 foto’s)
[A3] (297×420 mm) [10×15 cm] (100×150 mm) [4”×6”] (101,6×152,4 mm) [8”×10”] (203,2 ×254 mm) [LETTER] (216×279,4 mm) [CARD SIZE] (54×85,6 mm)
Opties die niet compatibel zijn met de printer, worden mogelijk niet weergegeven.
Als u op één afdruk ‘2 foto’s’ of ‘4 foto’s’ wilt afdrukken, stelt u het aantal
afdrukken in op 2 of 4. Stel als u wilt afdrukken op papierformaten/indelingen die niet door deze camera
worden ondersteund, de camera in op en voer de instellingen uit op de printer. (Raadpleeg de handleiding van uw printer.) [PRINT MET DAT.] en [AANTAL PRINTS] worden niet weergegeven wanneer u de
instellingen van [PRINT INST.] hebt geselecteerd. Zelfs als u de instellingen van [PRINT INST.] volledig hebt ingesteld, worden
datums mogelijk niet afgedrukt, afhankelijk van de gebruikte fotozaak of printer. Als u [PRINT MET DAT.] hebt ingesteld op [ON], controleert u de
datumafdrukinstellingen van de printer (printerinstellingen hebben soms voorrang).
78 VQT2N06
Page 79
Foto’s op tv bekijken
U kunt foto’s en films op een tv bekijken door de camera met de AV-kabel (bijgeleverd) op een tv aan te sluiten.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van
de tv.
Voorbereiding:
• Voer de instelling [TV-ASPECT] uit.
• Schakel de camera en de tv uit.
Controleer de richting van de aansluiting en sluit de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van de aansluiting kan tot storingen leiden.)
Geel: naar videoaansluiting
AV-kabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
Gebruik van een tv met een SD-kaartsleuf
Plaats de SD-geheugenkaart in de SD-kaartsleuf
• De beelden kunnen alleen weergegeven worden.
• Wanneer u zowel SDHC- als SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u elk type kaart af te spelen op apparatuur die compatibel is met het specifieke formaat.
Sluit de camera aan op de tv
Zet de tv aan
Zet de tv op de ingang aux.
Zet de camera aan
Druk op de afspeelknop
Wit: naar de audio-aansluiting
Gebruik geen andere AV-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
U kunt foto’s bekijken op tv’s in andere landen (regio’s) waar het systeem NTSC of PAL
wordt gebruikt, wanneer u [VIDEO UIT] in het menu [SET-UP] instelt. De instelling [LCD MODE] kan niet op de tv worden gebruikt.
Op sommige televisies worden de randen van de foto afgesneden of worden de foto’s
niet op volledig scherm weergegeven. Naar de verticale stand gedraaide foto’s kunnen enigszins onscherp zijn.
Verander de instellingen voor de fotomodus op de tv als de beeldverhoudingen onjuist
zijn op breedbeeld- of HD-tv’s.
VQT2N06 79
Page 80
Lijst met symbolen op het lcd-schermen
Tijdens het opnemen
12 13
34 5 14
12
11
10 18
1
Opnamemodus (23) Flitsermodus (35) Optische beeldstabilisatie (58) Trillingswaarschuwing (27) Macro-opname (37)
2
AF-gebied (27)
3
Scherpstelling (27)
4
Fotoresolutie (53)
5
Batterijcapaciteit (11)
6
Aantal te maken foto’s (92)
7
Bestemming voor opslaan (11)
8
Opnamestand
9
Reisdatum (51)
10
Belichtingscompensatie (39) Diafragmawaarde/ Sluitertijd (27) Slimme ISO-modus (54)
6
20
7
19
15
8
16
9
13
Witbalans (55)
17
ISO-gevoeligheid (54) Kleurfunctie (58)
14
Opnamekwaliteit (50)
15
Beschikbare opnameduur (
16
Zelfontspanner (34)
17
Verstreken opnametijd (
18
Aantal verstreken reisdagen (51)
49
49
)
)
Naam (44) reisbestemming (51) Leeftijd in jaren/maanden (44) Huidige datum/tijd
19
AF-assistlampje (59)
20
Geluidsopnamen (voor films)
FScherpstelgebied Zoom (29) Macro-zoom (38)
11
LCD-modus (18)
12
Burstfunctie (57)
80 VQT2N06
Page 81
Druk op de knop [DISPLAY] om een andere weergave te kiezen (7, 33).
Bij het afspelen
13 12 11 10
9 8
1
Terugspeelfunctie (63) Beveiligde foto (72) Favorieten (70) Met tekstafdruk (67)
2
Fotoresolutie (53)
3
Batterijcapaciteit (11)
4
Map-/bestandsnummer (31, 75) Fotonummer/Totaal aantal foto’s (31) Opnameduur voor films/Verstreken afspeeltijd (62) Bestemming voor opslaan (11)
5
Opname-informatie
6
Instellingen voor favorieten (70)
1
23
4
5 6
7
7
Datum en tijd van opname Instelling voor reisbestemming (51) naam (44)
8
Opname-informatie Leeftijd in jaren/maanden (44)
9
Aantal verstreken reisdagen (51)
10
LCD-modus (18)
11
Kleurfunctie (58)
12
Aantal af te drukken foto’s (71)
13
Bewegende beelden (62) Waarschuwingspictogram ontkoppeling kabel (76)
De schermen die hier worden weergegeven, zijn slechts voorbeelden. De werkelijke weergave kan variëren.
VQT2N06 81
Page 82
Weergave berichten
[DEZE GEHEUGENKAART KAN NIET WORDEN GEBRUIKT.]
Er is een MultiMediaCard geplaatst.
Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart.
[GEHEUGENKAART TEGEN SCHRIJVEN BEVEILIGD]
Ontgrendel het schrijfbeveiligingsschuifje op de kaart. (11)
[GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEVEN]
Maak foto’s of plaats een andere kaart die al foto’s bevat in de camera.
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]
Hef de beveiliging op voordat u de foto’s verwijdert enzovoort (72)
[SOMMIGE FOTO’S KUNNEN NIET GEWIST WORDEN] [DEZE FOTO KAN NIET GEWIST WORDEN]
Niet-DCF-foto’s (31) kunnen niet worden verwijderd.
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en wis de kaart vervolgens
door [FORMATEREN] op de camera uit te voeren. (21)
[ER KUNNEN GEEN ADDITIONELE SELECTIES GEMAAKT WORDEN]
Het aantal foto’s dat in één keer kan worden verwijderd, is overschreden.
Er zijn meer dan 999 foto’s als [FAVORIETEN] ingesteld.
Het aantal foto’s waarop [TEKST AFDR.] of [NW. RS.] (meerdere instellingen) tegelijk kan worden
toegepast, is overschreden.
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN]
Foto’s die niet aan de DCF-normen voldoen, kunnen niet worden gebruikt voor [PRINT INST.] en [TEKST AFDR.].
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN] [SYSTEEMFOUT]
De lens werkt niet goed.
Schakel de camera weer in.
(Neem contact op met het verkooppunt als het scherm opnieuw verschijnt)
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN] [KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN]
In de volgende gevallen kunnen foto’s niet worden gekopieerd:
Er bestaat al een foto met deze naam in het ingebouwde geheugen (bij het kopiëren van
bestanden van de kaart). Bestand is geen DCF-indeling. Foto is op een andere camera gemaakt of bewerkt.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN GEHEUGEN] [NIET VOLDOENDE GEHEUGEN OP DE KAART]
Er is geen ruimte meer in het ingebouwde geheugen of op de geheugenkaart. Wanneer u beelden
kopieert van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart (groepsgewijze kopiëren), zullen de beelden worden gekopieerd totdat de geheugenkaart geheel vol is.
[FOUT INT. GEHEUGEN] [FOTM. INT. GEH. ?]
Wordt weergegeven bij het formatteren van het ingebouwde geheugen via de computer enzovoort.
Formatteer rechtstreeks opnieuw met de camera. De gegevens zullen worden gewist.
82 VQT2N06
Page 83
Betekenis van en vereiste reacties op belangrijke berichten die op het lcd-scherm worden weergegeven.
[STORING GEHEUGENKAART] [KAART FORMATEREN ?]
De kaartindeling kan niet in deze camera worden gebruikt.
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [FORMATEREN] uit op de camera. (→21)
[PLAATS SD-KAART OPNIEUW] [ANDERE KAART PROBEREN A.U.B.]
Geen toegang tot de kaart.
Plaats de kaart opnieuw in de camera.
Probeer het met een andere kaart.
[STORING GEHEUGENKAART] [PARAMETERFOUT GEHEUGENKAART]
Kaart is geen SD-standaard.
Wanneer u kaarten met een capaciteit van 4 GB of meer gebruikt, worden alleen SDHC- of SDXC-geheugenkaarten ondersteund.
[LEESFOUT]/[SCHRIJFFOUT] [CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Gegevens kunnen niet worden gelezen.
Controleer of de kaart op de juiste manier in de camera is geplaatst (10).
Gegevens kunnen niet worden geschreven.
Zet het apparaat uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart vervolgens weer terug en zet het apparaat weer aan.
Kaart is mogelijk beschadigd.
Probeer het met een andere kaart.
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse∗ van ‘klasse 6’ of
hoger.
∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van ‘klasse 6’ of
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (21) Het opnemen van bewegend beeld kan op sommige kaarten niet automatisch worden beëindigd.
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK]
Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt.
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan
[FORMATEREN] uit op de camera. (21)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV] [BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]
AV-kabel is op de camera aangesloten.
Bericht direct verwijderen Druk op [MENU/SET]. Aspectratio wijzigen Wijzig [TV-ASPECT] (21).
USB-kabel is alleen op de camera aangesloten.
Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten.
[DEZE BATTERIJ KAN NIET GEBRUIKT WORDEN]
Gebruik een echte Panasonic batterij.
De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen.
Maak de batterijaansluitingen schoon.
[ACCU IS LEEG]
De batterijspanning is te gering.
Laad de batterij voor gebruik op. (8)
VQT2N06 83
Page 84
Vraag en antwoord Storingen verhelpen
Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
De batterij is niet goed geplaatst (10) of moet worden opgeladen.
De camera wordt tijdens gebruik uitgeschakeld.
De batterij moet worden opgeladen.
De camera is ingesteld op [AUTOM. UIT]. (19)
Druk op de aan/uit-knop om de camera weer in te schakelen.
Opnemen
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt.
De camera staat in de afspeelmodus.
Druk op de afspeelknop om naar de opnamemodus te gaan.
De lenskap is dicht.
Open de lenskap.
Kaart/ingebouwd geheugen is vol. Maak ruimte vrij door ongewenste foto’s te verwijderen (32).
Opnemen op een kaart is niet mogelijk.
Gebruik geen kaarten die geformatteerd zijn met andere apparatuur.
Formatteer uw kaarten met deze camera. (21)
Zie voor meer informatie over compatibele kaarten (11)
De opnamecapaciteit is gering.
De batterij moet worden opgeladen.
Gebruik een volledig opgeladen batterij (bij aanschaf niet opgeladen). (8) Als u de camera ingeschakeld laat, loopt de batterij leeg. Zet de camera regelmatig uit met
[AUTOM. UIT] (19) enzovoort.
Controleer de opnamecapaciteit van de kaarten en het ingebouwde geheugen. (92)
Opgenomen foto’s zien er wit uit.
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
Reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek.
De lens is beslagen (5).
Opgenomen foto’s zijn te licht/te donker.
Foto’s die in donkere ruimten zijn gemaakt, of van heldere onderwerpen (sneeuw, heldere
omgeving enzovoort) nemen het grootste deel van het scherm in beslag. (De helderheid van het lcd-scherm kan anders zijn dan van de werkelijke foto)
Pas de belichting aan (39).
Er worden 2-3 foto’s gemaakt terwijl ik maar één keer op de ontspanknop druk.
De camera is ingesteld voor gebruik van de scènemodus [BURSTFUNCTIE] (57) of [HI-SPEED
BURST] (45) of [FLITS-BURST] (46).
Er is niet goed scherpgesteld.
Er is niet ingesteld op de modus die geschikt is voor de afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelgebied varieert, afhankelijk van de opnamemodus.) Onderwerp valt buiten scherpstelgebied.
Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp (54, 58).
84 VQT2N06
Page 85
Controleer eerst de volgende onderdelen (84 - 89). (Wanneer u de menu-instellingen terugzet in de standaardwaarden, kunnen bepaalde problemen zijn opgelost. Gebruik in de opnamemodus [RESETTEN] in het menu [SET-UP] (20).)
Opnemen (vervolg)
Opgenomen foto’s zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief.
Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam. Stel [DIG. ZOOM] in op [OFF] en [GEVOELIGHEID] in op [
Gemaakte foto’s zien er korrelig uit of er is sprake van interferentie.
De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
(De standaardinstelling voor [GEVOELIGHEID] is [
optreden.) Verlaag de [GEVOELIGHEID] (54). Zet de [KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] (58) Maak foto’s op locaties met meer licht.
De camera is ingesteld op de scènemodi [H. GEVOELIGH.] of [HI-SPEED BURST].
(Foto wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
De beelden zijn te donker, met fletse kleuren.
Kleuren kunnen soms onnatuurlijk overkomen vanwege de lichtbron.
Gebruik de [WITBALANS] instelling om de kleuren te corrigeren. (55)
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht.
Voor opnamen bij tl-licht is soms een kortere sluitertijd nodig. Dit kan leiden tot kleine wijzigingen in
helderheid of kleuren, maar dat is normaal.
Er kunnen rode balken op het lcd-scherm verschijnen of een deel van het scherm kan een roodachtige tint hebben tijdens het opnemen of het half indrukken van de ontspanknop.
Dit is een kenmerk van CCD en kan zich voordoen als het onderwerp heldere
gebieden bevat. Rond deze gebieden kan onscherpte ontstaan, maar dit is
geen storing. Dit wordt opgenomen bij bewegende beelden, maar niet op foto’s.
We raden u aan bij het maken van foto’s het scherm weg te houden van felle
lichtbronnen, zoals zonlicht.
Opname bewegend beeld stopt halverwege.
Bij sommige kaarten kan het toegangsscherm kort verschijnen na het opnemen en kan het
opnemen halverwege stoppen.
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse∗ van ‘klasse 6’ of
hoger. ∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van ‘klasse 6’ of
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de
geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (21)
] – bij binnenopnamen kan interferentie
]. (30, 54)
VQT2N06 85
Page 86
Vraag en antwoord Storingen verhelpen (vervolg)
LCD-scherm
Het lcd-scherm wordt gedimd tijdens de opname van bewegende beelden.
Het lcd-scherm kan worden gedimd als u gedurende langere tijd bewegende beelden opneemt.
Het lcd-scherm wordt soms uitgeschakeld, zelfs als de stroom is ingeschakeld.
Na het opnemen wordt de monitor uitgeschakeld totdat de volgende foto kan worden genomen.
(Ongeveer 6 seconden (max.) bij opnemen in het ingebouwde geheugen)
De helderheid is instabiel.
De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt.
(Is niet van invloed op gemaakte foto.)
Het scherm knippert binnenshuis.
Het scherm kan knipperen nadat het is ingeschakeld (voorkomt beïnvloeding door tl-verlichting).
Het scherm is te licht/te donker.
De camera is ingesteld op [LCD MODE] (18).
Er verschijnen zwarte/blauwe/rode/groene punten of interferentie. Scherm ziet er vervormd uit als het wordt aangeraakt.
Dit is geen storing. U ziet dit niet terug op de foto’s, dus u hoeft zich hierover geen zorgen te maken.
Datum/leeftijd wordt niet weergegeven.
Huidige datum, verstreken reisdagen (51) en namen en leeftijden in de scènemodi [BABY]
en [HUISDIER] (44) worden slechts ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld, nadat deze instellingen zijn gekozen of nadat van de afspeelmodus naar de opnamemodus is geschakeld enzovoort. Ze kunnen niet altijd worden weergegeven.
Flitser
Geen flits.
De flitser is ingesteld op [GEDWONGEN UIT] (35).
Wanneer de flitser is ingesteld op [AUTO] , wordt niet in alle situaties geflitst.
De flitser wordt uitgeschakeld in de scènemodi [LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP],
[ZONSONDERG.], [HI-SPEED BURST], [VUURWERK], [STERRENHEMEL] en [LUCHTFOTO] en wanneer [BURSTFUNCTIE] wordt gebruikt. Tijdens het filmen van bewegende beelden werkt de flitser niet.
Er wordt meermalen geflitst.
De rode-ogen reductie is ingeschakeld (35). (Er wordt tweemaal geflitst, om het rode-ogen effect te vermijden.)
De scènefunctie staat ingesteld op [FLITS-BURST].
Afspelen
Foto’s zijn geroteerd.
[LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON].
(Foto’s worden automatisch van staand naar liggend geroteerd. Sommige foto’s die staand of ondersteboven worden gemaakt, kunnen als staand worden geïnterpreteerd.)
Stel [LCD ROTEREN] in op [OFF]. (70)
Kan geen foto’s bekijken
Druk op de afspeelknop.
Geen foto’s in ingebouwd geheugen of op de kaart (als de kaart is geplaatst worden foto’s van de
kaart afgespeeld, anders uit het ingebouwde geheugen). De camera is ingesteld op [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
Stel de weergavemodus in op [NORMAAL AFSP.] (63).
86 VQT2N06
Page 87
Afspelen (vervolg)
Map-/bestandsnummer weergegeven als [-]. Foto is zwart.
Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat.
Batterij direct verwijderd na het maken van de foto, of foto gemaakt met bijna lege batterij.
Gebruik [FORMATEREN] om de foto te verwijderen (21).
Onjuiste datum weergegeven bij afspelen kalender.
Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat.
[KLOKINST.] is onjuist (12).
(Onjuiste datum wordt weergegeven bij het afspelen van de kalender of als foto’s naar de computer en dan
terug naar de camera zijn gekopieerd, als de datum van de computer verschilt van die van de camera.)
Afhankelijk van het onderwerp kan een interferentierand op het scherm verschijnen.
Dit wordt moiré genoemd. Dit is geen storing.
Op de foto zijn witte ronde vlekken te zien die lijken op zeepbellen.
Als u binnenshuis of in een donkere omgeving flitst, kunnen er witte ronde vlekken
op de foto verschijnen. Dit is de weerkaatsing van het flitslicht op stofdeeltjes in de
lucht. Dit is normaal. Kenmerkend hiervoor is het feit dat het aantal ronde vlekken en
hun positie in elke foto anders zijn.
[WEERGAVE THUMBNAIL] verschijnt op het scherm.
De foto’s zijn mogelijk met een ander apparaat opgenomen. Zo ja, dan worden ze mogelijk met een
slechte beeldkwaliteit weergegeven.
Rode gedeelten van gemaakte foto’s worden zwart.
Wanneer de digitale rode-ogenreductie ( , , ) is ingeschakeld en er een onderwerp is
gefotografeerd met huidkleurige gebieden met daarbinnen rode gebieden, kan de digitale rode-
ogenreductiefunctie de rode gebieden zwart maken. U kunt de flitsmodus dan het beste op
[OFF] zetten voordat u gaat fotograferen.
Het geluid van de camera is samen met de bewegende beelden opgenomen.
Mogelijk is het camerageluid opgenomen, zoals de automatische aanpassing van het diafragma
tijdens de opname van bewegende beelden. Dit is normaal.
Films die op deze camera zijn opgenomen, kunnen niet op andere apparatuur worden afgespeeld.
Films (Motion JPEG) die met deze camera zijn opgenomen, kunnen niet op digitale camera’s van
andere merken worden afgespeeld. Ook kunnen films die met deze camera zijn opgenomen, niet
worden afgespeeld op Panasonic LUMIX digitale camera’s die vóór juli 2008 zijn verkocht. (Films
die zijn opgenomen met LUMIX digitale camera’s die vóór deze datum zijn opgenomen, kunnen
echter wel op deze camera worden afgespeeld.)
, of zetten, of [RODE-OGEN CORR] op
VQT2N06 87
Page 88
Vraag en antwoord Storingen verhelpen (vervolg)
Tv, computer, printer
Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur.
Niet correct aangesloten. (79)
De ingang van de tv is niet op AUX gezet.
De tv ondersteunt het gebruikte type kaart niet.
Controleer de instelling [VIDEO UIT] (NTSC/PAL) op de camera. (21)
Weergave tv-scherm wijkt af van lcd-scherm.
Aspectratio (beeldverhouding) is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van foto’s
afgesneden.
Bewegende beelden kunnen niet op tv worden afgespeeld.
Kaart is in tv geplaatst.
Sluit de camera met de AV-kabel (bijgeleverd) op de tv aan en schakel dan de afspeelmodus in
op de camera. (79)
Beeld wordt niet op volledig tv-scherm weergegeven.
Controleer de instelling [TV-ASPECT] (21).
Kan foto’s niet naar de computer sturen.
Niet goed aangesloten (74).
Controleer of de computer de camera heeft herkend.
Stel [USB MODE] in op [PC] (20).
Computer herkent de kaart niet (leest alleen het ingebouwde geheugen).
Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze weer aan met de kaart in de camera.
Ik wil foto’s die op de computer zijn opgeslagen, op mijn camera afspelen.
Gebruik het bijgeleverde ‘PHOTOfunSTUDIO’ om foto’s van de computer naar de camera te
kopiëren.
Kan niet afdrukken als de camera op de printer is aangesloten.
Printer niet compatibel met PictBridge.
Stel [USB MODE] in op [PictBridge (PTP)] (20).
Het afdrukken van de datum lukt niet.
Maak de vereiste afdrukinstellingen voordat u gaat afdrukken.
In de winkel: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.] (71) en vraag dan in de winkel
om afdrukken ‘met datum’.
Met een printer: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.], en gebruik dan een printer die
geschikt is voor het afdrukken van de datum.
Met de bijgeleverde software: Kies ‘met datum’ bij de afdruk-instellingen.
Gebruik de [TEKST AFDR.] voordat u gaat afdrukken (67).
Randen van foto’s afgesneden bij het afdrukken.
Hef instellingen voor bijsnijden of afdrukken zonder randen op de printer op voordat u gaat
afdrukken.
(Raadpleeg de handleiding van uw printer.)
De foto’s zijn gemaakt in de beeldverhouding .
Controleer als u de foto’s in een fotozaak laat afdrukken of formaten van 16:9 kunnen worden
afgedrukt.
88 VQT2N06
Page 89
Diversen
Menu niet weergegeven in gewenste taal.
Verander de instelling van [TAAL] (22).
Camera rammelt als deze wordt geschud.
Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing.
Kan [AUTO REVIEW] niet instellen.
Niet beschikbaar wanneer [BURSTFUNCTIE] wordt gebruikt of in de scènemodi [ZELFPORTRET],
[HI-SPEED BURST] of [FLITS-BURST].
Rode lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties.
[AF ASS. LAMP] ingesteld op [ON] (59).
AF-ass. lamp gaat niet branden.
[AF ASS. LAMP] ingesteld op [OFF].
Brandt niet op locaties met veel licht of bij gebruik van de scènemodi [LANDSCHAP], [NACHTL.
SCHAP], [ZELFPORTRET], [VUURWERK], [LUCHTFOTO] of [ZONSONDERG.].
De camera is heet.
De camera kan bij gebruik een beetje warm worden, maar dit is niet van invloed op de prestaties of
de kwaliteit.
De lens maakt een klikkend geluid.
Wanneer de helderheid verandert, maakt de lens soms een klikkend geluid en kan de helderheid
van het scherm ook veranderen, maar dit is het gevolg van de uitgevoerde diafragma-instellingen. (Is niet van invloed op de foto.)
De klok staat niet goed.
De camera is lange tijd niet gebruikt.
Stel de klok opnieuw in (12).
Het duurde lang om de klok in te stellen (de klok loopt nu dus achter).
Als u zoom gebruikt, raakt de foto iets vervormd en worden de randen van het onderwerp gekleurd.
Afhankelijk van de zoominstelling zijn foto’s wellicht iets vervormd of gekleurd aan de randen, maar
dit is normaal.
Bestandsnummers worden niet op volgorde opgenomen.
Bestandsnummers worden opnieuw ingesteld wanneer er nieuwe mappen worden gemaakt (75).
Bestandsnummers lopen achteruit.
De batterij is verwijderd/geplaatst terwijl de camera aan was.
(Nummers kunnen achteruit lopen als de bestands-/mapnummers niet goed worden opgenomen.)
De kaart wordt niet herkend door de computer. (U gebruikt een SDXC-geheugenkaart.)
Controleer of uw computer geschikt is voor SDXC-geheugenkaarten.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Wanneer u een kaart plaatst, verschijnt er een bericht dat u verzoekt om de kaart te formatteren,
maar formatteert u de kaart nu niet.
Als er [TOEGANG] zichtbaar blijft op het lcd-scherm, schakelt u de camera uit en maakt u de USB-
kabel los.
VQT2N06 89
Page 90
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Tijdens gebruik
De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen storing.
U voorkomt trillingen door een statief te gebruiken en dit op een stabiele locatie neer te zetten.
(Vooral wanneer u telescopische zoom, langere sluitertijden of de zelfontspanner gebruikt)
Houd de camera zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur
(zoals magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort).
• Wanneer u de camera boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en het geluid op de camera vervormd raken door elektromagnetische straling.
• Gebruik de camera niet in de buurt van mobiele telefoons, want dit kan tot ruis leiden die stoort op de foto’s en het geluid.
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd raken, of foto’s kunnen vervormd raken, door sterke magnetische velden die door luidsprekers of grote motoren worden veroorzaakt.
• Elektromagnetische straling die door microprocessoren wordt gegenereerd, kan een negatief effect hebben op de camera en tot storingen in de foto’s en het geluid leiden.
Wanneer de camera negatief wordt beïnvloed door elektromagnetische apparatuur en niet goed meer functioneert, schakelt u de camera uit en verwijdert u de batterij of ontkoppelt u de netadapter (optioneel). Plaats vervolgens de batterij weer in de camera of sluit de netadapter weer aan en zet de camera aan.
Gebruik de camera niet bij radiozenders of hoogspanningslijnen.
• Wanneer u opneemt in de buurt van radiozenders of hoogspanningslijnen, heeft dit een negatief effect op de opgenomen foto’s en het geluid.
Verleng het meegeleverde snoer en de meegeleverde kabel niet.
Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor
kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen). Laat de camera en de batterij nooit achter in een auto die in de zon staat en leg het toestel ook niet op de motorkap.
De camera kan door oververhitting defect raken en de batterij kan gaan lekken of openbarsten, met kans op schade en brandgevaar.
Onderhoud van uw camera
Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij of haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek af.
Verwijder hardnekkige vlekken met een goed uitgewrongen natte doek. Wrijf de camera
vervolgens na met een droge doek. Gebruik geen benzeen, verfverdunner, alcohol of allesreiniger. Deze kunnen de
behuizing of coating van de camera beschadigen. Lees bij gebruik van een chemisch behandelde doek de meegeleverde instructies goed door.
Wanneer u de camera lange tijd niet gebruikt
Schakel de camera uit voordat u de batterij en de kaart verwijdert. (Zorg dat de batterij
is verwijderd om schade door diepontlading te voorkomen.) Laat de camera niet in aanraking komen met rubberen of plastic zakken.
Bewaar de camera met een vochtabsorberend middel (silicagel) als deze in een lade
enzovoort wordt bewaard. Bewaar batterijen op een koele plaats (15 °C - 25 °C) met een lage vochtigheid (40% - 60%) en geen grote temperatuurschommelingen. Laad de batterij eens per jaar op en laat deze een keer volledig leeg lopen voordat u deze weer bewaart.
90 VQT2N06
Page 91
Geheugenkaarten
Schade voorkomen aan kaarten en gegevens
• Voorkom hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht, elektromagnetische golven en statische elektriciteit.
• Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken. Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of nat worden.
Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert
Wanneer u de functies ‘formatteren’ of ‘verwijderen’ op uw camera of computer gebruikt, worden alleen de bestandsbeheergegevens gewijzigd. De gegevens worden niet volledig van de geheugenkaart verwijderd. Wanneer u uw geheugenkaarten verwijdert of inlevert, raden wij u aan de geheugenkaart zelf te vernietigen of in de handel verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens volledig van de kaart te verwijderen. Ga verantwoordelijk om met de gegevens op geheugenkaarten.
LCD-scherm
Druk niet hard op het lcd-scherm. Hierdoor kunt u ongelijkmatig beeld krijgen en kan de
monitor beschadigd raken. Druk niet met scherpe, harde instrumenten, zoals de punt van een balpen, op een monitor.
Wrijf niet hard over het lcd-scherm en druk er ook niet op.
In koude klimaten of in andere omstandigheden waarin de camera koud wordt, kan
het lcd-scherm direct na het opstarten iets trager dan normaal reageren. De normale helderheid keert terug wanneer de interne onderdelen zijn opgewarmd.
Persoonlijke gegevens
Als u de instelling [NAAM] of [LEEFTIJD] in de modus [BABY] invoert, houd er dan rekening mee dat de camera en de gemaakte foto’s persoonlijke gegevens bevatten.
Aansprakelijkheid
Gegevens met persoonlijke informatie zouden kunnen worden aangetast of verloren gaan door storingen, statische elektriciteit, ongelukjes, defecten, reparaties en andere voorvallen. Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade, direct of indirect, die voortvloeit uit aantasting of verlies van gegevens met persoonlijke informatie.
Bij het verzoeken om reparatie of de overdracht/wegdoen van de camera
• Ter bescherming van uw persoonlijke informatie verzoeken wij u de instellingen alle terug te stellen. (20)
• Als er beelden zijn vastgelegd in het ingebouwd geheugen, kopieert (73) u die dan zonodig naar een geheugenkaart en formatteert (21) u het ingebouwd geheugen.
• Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
• Wanneer u de camera terugkrijgt na reparatie, kunnen het ingebouwde geheugen en de instellingen zijn teruggesteld in de oorspronkelijke stand bij aankoop.
• Als de bovenstaande ingrepen niet mogelijk blijken vanwege een storing in de camera, raadpleegt u dan uw leverancier of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst.
Voor het overdragen of wegdoen van uw geheugenkaart, leest u ‘Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert’ in het voorgaande hoofdstukje.
VQT2N06 91
Page 92
Capaciteit/tijd voor het opnemen van foto’s
Capaciteit voor het opnemen van foto’s
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen, varieert, afhankelijk van de instelling
[FOTO RES.]. (53) Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 99.999 is, wordt er ‘+99999’
aangegeven.
DMC-FP2
Beeldverhouding
[FOTO RES.]
Ingebouwd geheugen
Geheugenkaart
Capaciteit opnametijd (bewegende beelden)
De beschikbare opnametijd varieert, afhankelijk van de instelling [OPN. KWALITEIT].
(50)
DMC-FP2/DMC-FP1
[OPN. KWALITEIT]
Ingebouwd geheugen
Geheugenkaart
14 M 10 M EZ 5 M EZ 3 M EZ 0.3 M EZ 12.5 M 10.5 M
4320×3240 3648×2736 2560×19202048×1536 640×480 4320×2880 4320×2432
256 MB 512 MB
1 GB 2 GB 4 GB 6 GB
8 GB 12 GB 16 GB 24 GB 32 GB 48 GB 64 GB
256 MB 512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
6 GB
8 GB
8 12 20 27 200 9 11 48 68 110 150 1080 54 65 97 135 220 300 2150 105 125
195 270 440 600 4310 210 250 390 550 900 1220 8780 440 520 780 1080 1770 2410 17240 880 1030
1190 1650 2690 3660 26210 1330 1580 1590 2210 3610 4910 35080 1790 2110 2400 3330 5440 7400 52920 2700 3190 3200 4450 7260 9880 70590 3600 4250 4650 6460 10550 14350 102500 5230 6180 6430 8930 14570 19820 141620 7230 8540 9330 13000 21420 28020 182140 10400 12560
12670 17650 29070 38020 247160 14120 17040
[HD] [WVGA] [VGA] [QVGA]
1 min 26 s
59 s 2 min 35 s 2 min 40 s 7 min 50 s 2 min 5 min 10 s 5 min 20 s 15 min 40 s 4 min 10 min 20 s 10 min 50 s 31 min 20 s
8 min 20 s 21 min 20 s 22 min 10 s 1 h 4 min 16 min 30 s 41 min 50 s 43 min 40 s 2 h 5 min 25 min 10 s 1 h 3 min 1 h 6 min 3 h 11 min 33 min 40 s 1 h 25 min 1 h 28 min 4 h 15 min
92 VQT2N06
Page 93
De genoemde cijfers zijn een schatting. Ze kunnen variëren afhankelijk van
omstandigheden, kaarttype en onderwerp. Opnamecapaciteit/tijden die op het lcd-scherm worden weergegeven, zullen mogelijk
niet regelmatig verminderd zijn.
DMC-FP1
Beeldverhouding
[FOTO RES.]
Ingebouwd geheugen
Geheugenkaart
12 M 8 M EZ 5 M EZ 3 M EZ 0.3 M EZ 10.5 M 9 M
4000×3000 3264×2448 2560×19202048×1536 640×480 4000×2672 4000×2248
10 15 20 27 200 11 13 256 MB 512 MB
1 GB 2 GB 4 GB 6 GB
8 GB 12 GB 16 GB 24 GB 32 GB 48 GB 64 GB
57 83 110 150 1080 63 75 110 165 220 300 2150 125 150 220 330 440 600 4310 250 300 460 680 900 1220 8780 520 610 910 1340 1770 2410 17240 1020 1200
1380 2030 2690 3660 26210 1550 1830 1860 2720 3610 4910 35080 2080 2450 2800 4110 5440 7400 52920 3130 3700 3740 5490 7260 9880 70590 4180 4940 5430 7970 10550 14350 102500 6080 7170 7500 11010 14570 19820 141620 8400 9910
11030 15830 21420 28020 182140 12140 14570
14970 21490 29070 38020 247160 16470 19770
[OPN. KWALITEIT]
12 GB 16 GB
Geheugenkaart
Films kunnen maximaal 15 minuten continu worden opgenomen. Verder kunnen
24 GB 32 GB 48 GB 64 GB
[HD] [WVGA] [VGA] [QVGA]
50 min 50 s 2 h 8 min 2 h 14 min 6 h 26 min
1 h 8 min 2 h 52 min 2 h 59 min 8 h 35 min 1 h 38 min 4 h 9 min 4 h 19 min 12 h 27 min 2 h 16 min 5 h 45 min 5 h 59 min 17 h 13 min 3 h 20 min 8 h 27 min 8 h 48 min 25 h 18 min 4 h 29 min 11 h 22 min 11 h 50 min 34 h 3 min
continuopnamen niet groter zijn dan 2 GB. (Voorbeeld: [8 m 20 s] met [HD]) Als u langer wilt opnemen dan 15 minuten of meer dan 2 GB, drukt u opnieuw op de ontspanknop. (De resterende tijd voor continuopnamen wordt op het scherm weergegeven.) De tijd die in de tabel wordt weergegeven, is de totale tijd.
VQT2N06 93
Page 94
• SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
• QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., onder vergunning gebruikt.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze instructies zijn afgedrukt, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven.
Loading...