PANASONIC DMCFP1, DMCFP2 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FP2
DMC-FP1
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT2N06-1
Beknopte handleiding
De batterij is niet opgeladen wanneer de camera wordt geleverd. Laad vóór gebruik de batterij op en stel de klok in.
Als u de kaart (optioneel) niet gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen (11).
Raak de lens niet aan.
Laad de batterij op
Plaats de batterij en de kaart in de camera
Open de lenskap
Lenskap
[MODE]-knop
Afspeelknop
[MENU/SET]
-knop
Selecteer de gewenste opnamemodus
Instellingen gebruiken die automatisch door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
De opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de [MODE]-knop. Druk op ▲▼ om de opnamemodus te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Druk op de ontspanknop en maak foto’s
Druk half in (druk licht in en stel scherp)
Bij het afspelen van de foto’s
Druk op de afspeelknop. Selecteer de foto die u wilt
bekijken.
Druk volledig in (druk de knop helemaal in om een foto te maken)
Vorige Volgende
Inhoudsopgave
Voordat u de camera gaat
gebruiken
Voordat u de camera gaat gebruiken ... 5
Lees eerst dit ................................................. 5
Schade, defecten en storingen voorkomen...5
Standaardaccessoires .......................... 6
Namen van onderdelen ......................... 7
Cursorknop .................................................... 7
Voorbereidingen
Batterij opladen .....................................8
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan
worden gemaakt en de opnametijd ............... 9
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen.... 10
Bestemming voor het opslaan van foto’s
(kaarten en ingebouwd geheugen) .............11
Resterende batterij- en
geheugencapaciteit ..................................... 11
De klok instellen ..................................12
Het menu instellen............................... 14
Menutype ....................................................15
Gebruik van het Quick-menu ......................16
Gebruik van het menu [SET-UP] ..... 17
[KLOKINST.]/ [WERELDTIJD]/ [REISDATUM]/ [TOON]/
[VOLUME]..............................................17
[LCD MODE]/ [BEELDGROOTTE]/
[FOCUS ICOON] ...................................18
[AUTOM. UIT]/
[AUTO REVIEW] ....................................19
[RESETTEN]/ [USB MODE] ..............20
[VIDEO UIT]/ [TV-ASPECT]/
[VERSIE DISP.]/ [FORMATEREN] ....21
[TAAL]/ [DEMOFUNCTIE] ................22
Standaardbediening
Opnamevolgorde ................................. 23
Handige manieren om de camera in te
schakelen ....................................................24
Foto’s nemen met automatische instellingen Modus [INTELLIGENT AUTO]
Foto’s maken met uw eigen instellingen Modus
[NORMALE FOTO]
Scherpstellen voor de gewenste
compositie ...................................................28
Richtingwaarnemingsfunctie .......................28
Foto’s maken met zoom ...................... 29
Verder vergroten [DIG. ZOOM] .............30
Uw foto’s bekijken
[NORMAAL AFSP.] ............................... 31
Foto’s verwijderen ............................... 32
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen
..................................................32
.............. 25
................... 27
VQT2N06 3
Inhoudsopgave (vervolg)
Toepassingen (Fotograferen)
Weergave informatie voor opname
wijzigen ................................................. 33
Fotograferen met de zelfontspanner
Fotograferen met een flitser ............... 35
Close-upfoto’s maken ......................... 37
Fotograferen van nóg dichterbij
[MACRO ZOOM].....................................38
Foto’s maken met
belichtingscompensatie...................... 39
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE]
[PORTRET]/ [GAVE HUID]/
[TRANSFORMEREN] ............................41
[ZELFPORTRET]/ [LANDSCHAP]/
[SPORT]/ [NACHTPORTRET] ..........42
[NACHTL. SCHAP]/ [VOEDSEL]/
[PARTY]/ [KAARSLICHT] ..................43
[BABY]/ [HUISDIER]/
[ZONSONDERG.] .................................. 44
[H. GEVOELIGH.]/ [HI-SPEED BURST] [FLITS-BURST]/ [STERRENHEMEL] [VUURWERK]/ [STRAND]/ [SNEEUW]/ [LUCHTFOTO]/ [ZANDSTRAAL]/
[FOTO FRAME] .....................................47
Veelgebruikte scènes registreren [MY SCENE MODE]
.......................... 48
Filmen van bewegende beelden
Modus [BEWEGEND BEELD] .......49
[OPN. KWALITEIT] ..............................50
Nuttige functies voor op reis .............. 51
[REISDATUM] ........................................51
[WERELDTIJD] ......................................52
Gebruik van het [OPNAME] menu ...... 53
[FOTO RES.] .........................................53
[GEVOELIGHEID] .................................54
[WITBALANS] ........................................55
[AF MODE] ............................................56
[BURSTFUNCTIE]/ [DIG. ZOOM] .....57
[KLEURFUNCTIE]/ [STABILISATIE] [AF ASS. LAMP]/ [RODE-OGEN CORR]/ [KLOKINST.]
Tekst invoeren .....................................60
... 34
........ 40
...45 ...46
...58
...59
Toepassingen (Bekijken)
Bekijken als lijst (Meerdere afspelen/Kalender afspelen)
... 61
Films bekijken ...................................... 62
Verschillende afspeelmethoden
(Afspeelmodus) ................................... 63
[DIASHOW]............................................64
[CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.].................................66
Gebruik van het menu [AFSPELEN] ..67
[KALENDER]/ [TEKST AFDR.] ..........67
[NW. RS.] ...............................................68
[BIJSNIJD.] ............................................69
[LCD ROTEREN]/ [FAVORIETEN] ....70
[PRINT INST.] ........................................71
[BEVEILIGEN] .......................................72
[KOPIE] ..................................................73
Aansluiten op andere apparatuur
Gebruik met computer ........................74
Afdrukken ............................................. 76
Meerdere foto’s afdrukken ..........................77
Afdrukken met datum en tekst ....................77
Afdrukinstellingen opgeven op de camera .. 78
Foto’s op tv bekijken ........................... 79
Diversen
Lijst met symbolen op het lcd-
schermen.............................................. 80
Tijdens het opnemen ................................... 80
Bij het afspelen ............................................ 81
Weergave berichten ............................82
Vraag en antwoord Storingen
verhelpen.............................................. 84
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ..................................... 90
Capaciteit/tijd voor het
opnemen van foto’s ............................. 92
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit
Verwijder het strookje plakband volledig van de lenskap voordat u de camera in gebruik neemt.
Strookje plakband
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s kunt maken en geluiden kunt opnemen.
We keren geen vergoedingen uit voor mislukte/verloren geraakte opnamen of voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding uit, zelfs niet als de schade wordt veroorzaakt door storingen met de camera of de kaart.
Sommige foto’s kunnen niet worden afgespeeld.
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn gemaakt of bewerkt (Foto’s die op deze camera zijn gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet altijd op andere camera’s worden afgespeeld)
Software op de bijgeleverde CD-ROM
De volgende bewerkingen zijn niet toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Schade, defecten en storingen
voorkomen
Voorkom schokken, trillingen en druk.
• Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet zitten met de camera in uw zak. (Bevestig het polsbandje om te voorkomen dat de camera valt. Hang geen andere voorwerpen dan het bijgeleverde polsbandje aan de camera, want die kunnen er teveel druk op uitoefenen.)
• Druk niet op de lens of op het lcd-scherm.
Zorg dat de camera niet nat wordt en steek geen vreemde voorwerpen in de camera. Deze camera is niet waterdicht.
• Stel de camera niet bloot aan water, regen of zeewater. (Veeg de camera als deze nat is, met een zachte, droge doek af. Wring de doek eerst grondig uit wanneer de camera nat is door zeewater enzovoort)
• Stel de lens en de behuizing niet bloot aan stof of zand, en zorg dat er geen vloeistoffen naar binnen lekken via openingen rond knoppen.
• Zorg er bij het openen en sluiten van de lenskap voor dat er geen vloeistof of vuil zoals zand in de lenskap komt.
Voorkom condens als gevolg van plotselinge veranderingen in temperatuur en vochtigheid.
• Leg wanneer u naar een plaats gaat met een andere temperatuur of vochtigheid, de camera in een plastic zak en laat deze zich aan de omstandigheden aanpassen voordat u deze gebruikt.
• Schakel wanneer de lens beslaat, de stroom uit en wacht twee uur totdat de camera zich aan de omstandigheden heeft aangepast.
• Als het lcd-scherm beslaat, veegt u dit af met een zachte, droge doek.
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen storing. Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
VQT2N06 5
Voordat u de camera gaat gebruiken
(vervolg)
Schade, defecten en storingen
voorkomen
Lens
• Laat de lens niet in de volle zon liggen.
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
Transport van de camera
Schakel de camera uit. (Open de lenskap niet wanneer u de camera in de tas stopt of uit de tas haalt. Anders kan de camera per ongeluk worden ingeschakeld.)
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik’ (90).
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u de camera in gebruik neemt.
De accessoires en de vormgeving
ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of de regio waar de camera is aangeschaft. Raadpleeg de standaardgebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires. De batterij wordt in de tekst
aangeduid als batterij of accu. De batterijlader wordt in de tekst
aangeduid als batterijlader of oplader. Verwijder de verpakking op de juiste
manier.
Optionele accessoires
• Kaarten worden niet standaard bijgeleverd. Als u geen kaart gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen.
• Neem contact op met de leverancier of met een servicecentrum bij u in de buurt als u de bijgeleverde accessoires bent verloren. (U kunt de accessoires afzonderlijk aanschaffen.)
De volgende verschijnselen zijn geen indicaties van mechanische problemen.
• De camera rammelt als deze wordt geschud. (Dit is het geluid van het bewegen van de lens.)
• De camera klikt wanneer deze wordt in- of uitgeschakeld, of bij het schakelen tussen opnemen en afspelen. (Dit is ook het geluid van het bewegen van de lens.)
• U voelt een trilling bij het in- of uitzoomen. (Deze wordt veroorzaakt door het bewegen van de lens.)
• De lens maakt geluid tijdens het opnemen. (Dit is het geluid van de diafragma-instelling als reactie op veranderingen in het omgevingslicht.) Tijdens deze instelling veranderen de beelden op het lcd-scherm snel, maar dit heeft geen invloed op de opnamen.
Namen van onderdelen
Cursorknop
Oogje voor polsbandje
Zoomhendel (29) Ontspanknop (25, 49) Flitser (35) Lens (6) Indicator voor zelfontspanner (34)/
AF-assistlampje Lenskap (23)
-knop(25) LCD-scherm (33, 80) [MODE]-knop (27) Cursorknop [DISPLAY]-knop
(33)
[Q.MENU] (16)/verwijderen (32)
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
(74, 76, 79)
[DC IN]-aansluiting (74, 76)
• Gebruik altijd een Panasonic netadapter (optioneel).
(
59
Vrijgavehendel (10)
Statiefaansluiting
)
Klepje voor kaart/batterij
(10)
Microfoon(49) Aan/uit-knop (24) Afspeelknop (31) Luidspreker (17, 62)
We raden u aan
het polsbandje te gebruiken om te voorkomen dat u de camera
laat vallen.
Als u een andere polsriem
bevestigt dan de bijgeleverde, kan het onmogelijk zijn om het klepje van de aansluiting [AV OUT/ DIGITAL] of [DC IN] te openen.
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (14)
Linker cursortoets ()
• Zelfontspanner (34)
Omlaag-cursortoets ()
• Macro (close-up) (37)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
product. In deze handleiding worden de schermen van DMC-FP1 als voorbeeld gebruikt in de uitleg.
Omhoog-cursortoets ()
• Belichtingscompensatie (39)
Rechter cursortoets ()
• Flitser (35)
VQT2N06 7
Batterij opladen
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
• De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen die veilig gebruikt kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze functie. De enige batterijen die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn originele Panasonic-producten en batterijen gemaakt door andere fabrikanten die zijn gecertificeerd door Panasonic. (Batterijen die deze functie niet ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic kan op geen enkele wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die zijn gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen in de oplader en zet deze vast
Zorg dat [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact aan
Insteektype
Batterij (afhankelijk van model)
Oplader (afhankelijk van model)
Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid
Stekkertype
• Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening open.
1
2
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer 110 minuten als deze helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed Wanneer het lampje knippert:
• Het opladen kan langer duren dan normaal als de batterijtemperatuur te hoog of te laag is (mogelijk kan de batterij dan niet volledig worden opgeladen).
• De aansluiting van de batterij/oplader is vuil. Reinig deze met een droge doek.
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt!
(wordt niet opgeladen verkocht)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of de [LCD MODE] vaak of in koudere klimaten wordt gebruikt.
Aantal te nemen foto’s Ongeveer 300 foto’s Opnameduur Ongeveer 150 minuten
Opnameomstandigheden volgens de CIPA -normen
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Modus [NORMALE FOTO]
• Temperatuur: 23 °C/vochtigheid: 50 % wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
Het aantal zal gereduceerd zijn als er meer tijd verstrijkt tussen de opnamen – bijv. tot ongeveer een kwart (75 foto’s) bij tussenpozen van 2 minuten onder de bovenstaande omstandigheden.
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname.
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de accu daalt.
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt,
wordt lager in de modus Auto Power LCD en Power LCD.
Afspeeltijd Ongeveer 260 minuten
Het aantal op te nemen foto’s en de beschikbare opnameduur kunnen nogal uiteenlopen, afhankelijk van de toestand van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. Het
opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt. Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is opgeladen.
Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 35 °C).
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders kunnen
brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd. We raden u af de batterij vaak op te laden.
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij groter worden.) Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij.
De batterijlader staat op stand-by wanneer er netspanning wordt aangevoerd.
Het hoofdcircuit is altijd ingeschakeld zo lang de batterijlader op een stopcontact is aangesloten. Opladen
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Ontkoppel altijd de oplader van de netspanning na het opladen (sluipverbruik maximaal 0,1 W als deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen zijn
beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken).
Volgens de CIPA-norm
VQT2N06 9
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen
Schakel de camera uit en schuif de ontgrendelingshendel naar [OPEN] voordat u het klepje opent
Vrijgavehendel
Hendel
Raak de aansluiting niet aan
Opgeladen batterij (controleer de richting) Kaart (controleer de richting: de aansluitpunten zijn naar het lcd-scherm gericht)
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij: • Verwijdering van de kaart:
beweeg de hendel in de richting van de pijl.
Hendel
[OPEN] [LOCK]
Schuif de batterij en de kaart volledig naar binnen
• Batterij: naar binnen schuiven totdat de hendel vastklikt.
• Kaart: naar binnen schuiven totdat
deze vastklikt.
Sluit het deksel
Schuif naar de positie [LOCK].
druk de kaart in het midden omlaag.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van
dit product niet garanderen. Haal de batterij uit de camera na gebruik.
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
U verwijdert de kaart of de batterij door de camera uit te schakelen
en te wachten totdat er niets meer op het lcd-scherm staat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
10 VQT2N06
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het ingebouwde geheugen
Ingebouwd geheugen (ongeveer 40 MB)
Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd en omgekeerd (73).
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van bewegende
beelden in het ingebouwde geheugen.
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
als dat niet zo is.
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
Kaarttype Capaciteit Opmerkingen
SD­geheugenkaarten
SDHC­geheugenkaarten
SDXC­geheugenkaarten
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was geformatteerd met een
computer of ander apparaat. (21) Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart geen opnamen vastleggen
of verwijderen en de kaart niet formatteren. Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer (want elektromagnetische
golven, statische elektriciteit of storingen kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken). Meest recente informatie:
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
8 MB – 2 GB
4 GB – 32 GB
48 GB – 64 GB
Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u te controleren of uw computer en andere apparatuur dit kaarttype ondersteunen. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet worden vermeld, worden niet ondersteund.
Schakelaar (LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbooltje rood knippert, dient u de batterij bij te laden of te vervangen. (8)
Resterend aantal foto’s (92)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven. Dit betekent dat er een functie wordt uitgevoerd, zoals het opnemen, aflezen, wissen of formatteren van beelden. Schakel de stroom niet uit en verwijder de batterij, kaart of netadapter niet (los verkocht) (hierdoor kan schade aan of verlies van gegevens worden veroorzaakt). Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
VQT2N06 11
De klok instellen
Raak de lens niet aan.
Lenskap
Lokale tijd instellen op een reisbestemming in het buitenland
[WERELDTIJD] (52)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld. Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap
.
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt.
12 VQT2N06
Druk op [MENU/SET]
Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.
Klokinstelling wijzigen
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten, weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en druk op ▲▼ om deze in te stellen
Het in te
stellen item
selecteren
De waarden en instellingen
wijzigen
• Annuleren Druk op
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als AM 12:00 en 12:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de maand en het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] voor de indeling van de tijdweergave.
Druk op [MENU/SET]
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
• Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd. (U kunt de tijd en de datum weergeven door enkele keren op [DISPLAY] te drukken.)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [SET-UP] (17) en voer stap en uit.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel. U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
de datum niet op het scherm van de camera.
VQT2N06 13
Het menu instellen
Zie het onderstaande procedurevoorbeeld wanneer u het menu [SET-UP], het menu [OPNAME] en het menu [AFSPELEN] gebruikt.
(Voorbeeld) De instelling [LCD MODE] in het menu [SET-UP] wijzigen in de modus [NORMALE FOTO].
Raak de lens niet aan.
Lenskap
Ontspanknop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [NORMALE FOTO]
Druk op de [MODE]-knop. Druk op ▲▼ om [NORMALE FOTO] te selecteren en druk dan op [MENU/SET].
• Druk als u het menu [AFSPELEN] wilt weergeven, op de afspeelknop om naar de afspeelmodus te gaan.
Open het menu
De achtergrondkleur van het geselecteerde item verandert.
Selecteer het menu [SET-UP]
Standaardinstellingen herstellen
[RESETTEN] (20)
14 VQT2N06
Ga naar Selecteer en
achtergrondkleur
De
verandert.
keer terug naar de menu-items
Selecteer het item
Pagina (Met de zoomhendel kunt u naar het volgende scherm gaan.)
Item
De weergave van de instellingen kan verschillen, afhankelijk van de items.
Menutype
Afhankelijk van de modus kunnen er verschillende menu-items worden weergegeven.
Selecteer de instelling
Instellingen Geselecteerde instelling
Sluit het menu
Menu [OPNAME] (alleen opnamemodus)
Menu [SET-UP]
Menu [AFSPELEN] (alleen afspeelmodus)
Voorkeuren voor foto’s wijzigen (53 - 59)
• Hiermee kunt u kleur, gevoeligheid, pixelniveau en andere instellingen opgeven.
Het gebruiksgemak van de camera vergroten (17 - 22)
• Hier kunt u instellingen opgeven die te maken hebben met het gebruiksgemak. U kunt hier bijvoorbeeld de klok instellen, de geluidssignalen wijzigen enzovoort.
Uw foto’s gebruiken (67 - 73)
• Hiermee kunt u instellingen voor beveiliging, bijsnijden en afdrukken opgeven voor foto’s die u hebt gemaakt.
• U kunt dit menu ook afsluiten in de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
VQT2N06 15
Het menu instellen (vervolg)
Gebruik van het Quick-menu
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Open in de opnamemodus het snelmenu
Druk op de knop totdat het snelmenu wordt weergegeven
Kies het onderdeel en de
Quick-menu
instelling
Keuze
Druk
(Voltooid)
Instelling
Item
Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
16 VQT2N06
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14) Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [AUTOM. UIT] zijn belangrijk voor de instelling van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt.
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[KLOKINST.]
De datum en de tijd instellen. (12)
[WERELDTIJD]
De lokale tijd instellen in het buitenland (52)
[REISDATUM]
Opslaan van het aantal dagen dat u al op reis bent. (51)
[TOON]
Geluidssignalen en geluiden van de ontspanner wijzigen of dempen.
[VOLUME]
Volume van het geluid van de luidsprekers aanpassen (7 niveaus).
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
[BESTEMMING]: Plaatselijke tijd op uw
[HOME]: De datum en tijd instellen (thuis).
[REIS-SETUP] [OFF]/[SET] ( De datum van vertrek en terugkeer
[LOCATIE] [OFF]/[SET] (De naam van de bestemming invoeren.) (60)
[TOONNIVEAU]
/ / : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
/ / : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
registreren.)
reisbestemming instellen.
VQT2N06 17
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter zichtbaar maken.
[BEELDGROOTTE]
Keuze van de afmetingen van het menu.
[FOCUS ICOON]
Een ander scherpstelpictogram kiezen.
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal (voor buiten).
[GR. KIJKHOEK]:
Hiermee kunt u het scherm beter zien wanneer u fotografeert vanaf een hoog punt. (wordt moeilijker zichtbaar van voren)
• [AUTO POWER LCD] is in de volgende situaties uitgeschakeld. Tijdens de afspeelmodus of de weergave van het menuscherm of wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten.
• [SPANNING LCD] wordt uitgeschakeld als er tijdens het fotograferen 30 seconden niets wordt gedaan. (De helderheid kan worden hersteld door op een willekeurige knop te drukken)
• [GR. KIJKHOEK] wordt geannuleerd wanneer de stroom wordt uitgeschakeld (inclusief [AUTOM. UIT]).
• De helderheid/kleur van het scherm in [LCD MODE] heeft geen effect op de gemaakte foto’s.
• Weer zonlicht (met hand, enzovoort) als het scherm door reflectie moeilijk zichtbaar is.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] zijn niet beschikbaar in de afspeelmodus.
• Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD] selecteert, zijn er minder foto’s beschikbaar en gaat de batterij minder lang mee.
[STANDARD]/[LARGE]
/ / / / /
18 VQT2N06
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[AUTOM. UIT]
De camera automatisch uitschakelen na een opgegeven periode van inactiviteit.
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]
• Wordt in de volgende situaties niet gebruikt. Wanneer er een netadapter (optioneel) wordt gebruikt, wanneer de camera op een computer of printer is aangesloten, tijdens het opnemen of afspelen van films en tijdens diapresentaties of demo’s
• In de volgende situaties gelden specifieke perioden. Modus [INTELLIGENT AUTO]: [5 MIN.] en wanneer een diapresentatie wordt gepauzeerd: [10 MIN.]
[AUTO REVIEW]
Foto’s automatisch weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt.
[OFF]: Geen automatische weergave [1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende
1 of 2 seconden.
[HOLD]: De automatisch weergegeven beelden blijven op
het scherm totdat u op een knop drukt (niet de knop [DISPLAY])
• Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [INTELLIGENT AUTO].
• Auto review vindt plaats direct nadat foto’s zijn gemaakt in de modus [BURSTFUNCTIE] en in de scènemodi [ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST] en [FOTO FRAME], ongeacht de instellingen.
• Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden bekeken.
VQT2N06 19
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[RESETTEN]
Terugkeren naar de standaardinstellingen.
[USB MODE]
Communicatiemethode selecteren voor verbinding met een computer of printer via een USB-kabel.
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?] [JA]/[NEE]
[PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?] [JA]/[NEE]
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden, wordt ook het volgende teruggezet.
- Leeftijd in jaren/maanden en namen in de scènemodi
[BABY] en [HUISDIER]
- [REISDATUM]
- [WERELDTIJD]
- [FAVORIETEN] in het menu [AFSPELEN] (stel in op
[OFF])
- [LCD ROTEREN] (stel in op [ON])
• Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht camerageluiden. Dit is normaal.
[SELECT. VERBINDING]:
Elke keer als u verbinding hebt met een computer of PictBridge-compatibele printer, selecteert u [PC] of [PictBridge (PTP)].
[PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een
PictBridge-compatibele printer
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer
20 VQT2N06
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[VIDEO UIT]
Het videosignaal wijzigen
[NTSC]/[PAL]
• Functioneert wanneer de AV-kabel is aangesloten.
wanneer de camera is aangesloten op een tv enzovoort (alleen in de afspeelmodus).
[TV-ASPECT]
Hiermee past u
/
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten. de aspectratio (beeldverhouding) aan wanneer u de camera aansluit op een tv enzovoort. (Alleen Terugspeelfunctie)
[VERSIE DISP.]
De huidige versie wordt aangegeven.
Controleer uw versie van de camera-firmware.
[FORMATEREN]
Gebruik dit wanneer er [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt, of voor het formatteren van het ingebouwde geheugen of de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het ingebouwd geheugen is geformatteerd, kunnen de gegevens niet meer worden hersteld. Controleer de
[JA]/[NEE]
• Hiervoor hebt u een voldoende opgeladen batterij (8)
of een adapter nodig (los verkocht). Verwijder de kaarten als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren. (Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het interne geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s,
worden verwijderd. (72)
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren.
• Neem contact op met de winkelier als u niet kunt
formatteren.
inhoud van de kaart/het ingebouwd geheugen zorgvuldig voordat u het formatteren start.
VQT2N06 21
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (14)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[TAAL]
Schermtaal wijzigen.
[DEMOFUNCTIE]
Een demonstratie van functies bekijken.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
[O.I.S. DEMO]: (alleen tijdens het opnemen) Geeft aan hoeveel beweging er door de camera wordt waargenomen (schatting)
Groot Klein Groot
Hoeveelheid beweging
Hoeveelheid beweging na stabilisatie
• Druk als het demoscherm wordt weergegeven op [MENU/SET] om de optische beeldstabilisatie in of uit te schakelen.
• Kan niet worden weergegeven in de afspeelmodus.
• Stoppen Druk op de knop [DISPLAY].
• U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
[AUTO DEMO]: Inleidende diashow bekijken [OFF]/[ON]
• Sluiten Druk op [MENU/SET]
• Als de camera ingeschakeld blijft zonder een geheugenkaart er in, op stroom van de netspanningsadapter (optioneel), zal er automatisch een demonstatie van de mogelijkheden beginnen wanneer u ongeveer 2 minuten lang geen toets indrukt.
• [AUTO DEMO] kan niet worden weergegeven op externe apparaten zoals tv’s.
22 VQT2N06
Opnamevolgorde
Stel de klok in voordat u gaat opnemen. (12)
Lenskap
Aan/uit-knop
[MODE]-knop
Raak de lens niet aan.
Afspeelknop
[MENU/SET]
-knop
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de gewenste opnamemodus en maak opnamen
Instellingen gebruiken die automatisch door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
Opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de knop [MODE]. Druk op ▲▼ om de opnamemodus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/ SET].
Speel de gemaakte foto’s af
Druk op de afspeelknop. Druk op ◄► om een foto te selecteren.
Terugkeren naar de opnamemodus
Druk opnieuw op de afspeelknop.
• De camera keert terug naar de vorige opnamemodus.
Sluit de lenskap
De camera wordt uitgeschakeld.
• U kunt de camera ook uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Lijst met opnamemodi
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [NORMALE FOTO]
[MY SCENE MODE]
[SCÈNE MODE] Fotograferen afhankelijk van de scène. (40)
Modus [BEWEGEND BEELD] Filmen. (49)
Fotograferen met automatische instellingen.
Fotograferen met uw eigen instellingen.
Fotograferen in veelgebruikte scènemodi.
(25)
(27)
(48)
VQT2N06 23
Opnamevolgorde (vervolg)
De camera vasthouden
Flitser
AF ass. lamp
Handige manieren om de camera in te schakelen
U kunt de camera inschakelen door de lenskap te openen, maar ook als volgt.
Camera inschakelen in de afspeelmodus
Als de beweging merkbaar wordt, houd de camera dan met beide handen vast, houd uw armen tegen uw lichaam aan en ga staan met uw voeten op schouderbreedte.
• Raak de lens niet aan.
• Zorg dat de microfoon niet wordt geblokkeerd als u filmt. (7)
• Blokkeer nooit de flitser of de AF ass. lamp. Kijk niet van dichtbij in de flitser of de lamp.
• Houd de camera stabiel wanneer u op de ontspanknop drukt.
Ingedrukt houden
De foto’s op de kaart of in het ingebouwde geheugen worden weergegeven.
Met de lenskap open en de camera uit
24 VQT2N06
Ingedrukt houden
De camera wordt in de opnamemodus ingeschakeld.
• Wanneer u de aan/uit-knop ingedrukt houdt terwijl de lenskap dicht is, verschijnt het bericht [OPEN DE LENSKAP].
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Opnamemodus:
Er wordt automatisch voor de optimale instellingen gekozen op basis van informatie zoals ‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’ door de camera op het onderwerp te richten. Dit betekent dat u duidelijke foto’s kunt maken zonder dat u handmatig iets hoeft in te stellen.
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus [INTELLIGENT AUTO]
Maak foto’s
Druk opnieuw op de knop om terug te keren naar de vorige opnamemodus.
Opnamemoduspictogram (zie onder)
Druk half in
(druk licht in en
stel scherp)
Ontspanknop
Het type scène dat wordt waargenomen, wordt twee
Automatische scènedetectie
De scène wordt geïdentificeerd wanneer de camera op het onderwerp wordt gericht en de optimale instellingen worden automatisch gekozen.
[i PORTRET]: er worden personen waargenomen
[i LANDSCHAP]: er wordt een landschap waargenomen
[i MACRO]: er wordt een close­upopname waargenomen
De beweging van het onderwerp wordt gedetecteerd om wazig beeld te voorkomen wanneer de scène niet met een van de hierboven genoemde instellingen overeenkomt.
Als tijdens de automatische scènedetectie wordt vastgesteld dat er personen op de foto staan ( of ), wordt de gezichtsdetectie geactiveerd en worden de scherpstelling en belichting op basis van de herkende gezichten aangepast.
seconden met een blauw pictogram aangeduid
[i NACHTPORTRET]: er worden personen en een nachtlandschap waargenomen
(Alleen wanneer [i NACHTL. SCHAP]: er wordt een
nachtlandschap waargenomen [i ZONSONDERG.]: er wordt een
zonsondergang waargenomen
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is voltooid: knippert verlicht)
wordt geselecteerd)
VQT2N06 25
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO] (vervolg)
Opnamemodus:
Flitsen
Selecteer (i Auto) of (Gedwongen uit).
Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/ rode-og), automatisch geselecteerd, afhankelijk van het soort onderwerp en de helderheid. (Zie voor meer informatie
en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie is geactiveerd.
• Bij en is de sluitertijd langer.
Naast de automatische scènedetectie worden [ ] in [GEVOELIGHEID] en de
tegenlichtcompensatie automatisch ingeschakeld. U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [INTELLIGENT AUTO].
• (Menu [OPNAME]): [FOTO RES.]
• (Menu [SET-UP] DEMO]
1
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
2
De andere onderdelen in het [SET-UP] menu weerspiegelen de instellingen die
gemaakt zijn voor andere opnamefuncties.
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende
omstandigheden. Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren, contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
bijbehorende opnamemodus selecteren. (SCÈNE MODE: (40)) Tegenlichtcompensatie
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie maakt daarom het gehele beeld helderder. Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en
zelfontspanner te gebruiken. Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet. De instellingen voor de volgende functies staan vast.
• [AUTO REVIEW]: [2 SEC.] • [AUTOM. UIT]: [5 MIN.]
• [WITBALANS]: [AWB] • [STABILISATIE]: [AUTO]
• [AF MODE]: (Gezichtsdetectie)
3
(9-zone-scherpstellen) wanneer er geen gezicht wordt herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
[BELICHTING], [DIG. ZOOM]
2
): [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
(Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.)
1
, [BURSTFUNCTIE], [KLEURFUNCTIE]
3
• [AF ASS. LAMP]: [ON]
1
, [TAAL], [O.I.S.
(36)
1
)
26 VQT2N06
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [NORMALE FOTO]
Opnamemodus:
Via het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Ontspanknop
Zoom gebruiken
(29)
Flitser gebruiken
(35)
Beeldhelderheid aanpassen
(39)
Close-upfoto’s maken
(37)
Kleur aanpassen
(55)
Open de lenskap
De camera wordt ingeschakeld.
Ga naar het scherm voor selectie van de opnamemodus
Selecteer de modus [NORMALE FOTO]
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in
en stel scherp)
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is voltooid: knippert verlicht)
AF-gebied (Stelt scherp op onderwerp. Als dit is voltooid: rood groen)
Gebruik in geval van een waarschuwing over
beweging [STABILISATIE], een statief of [ZELFONTSPANNER]. Als de diafragmawaarde of sluitertijd rood
worden weergegeven, is de belichting niet juist. Gebruik de flitser of wijzig de instellingen voor [GEVOELIGHEID].
Diafragmawaarde Sluitertijd
Trillingswaarschuwing
VQT2N06 27
Foto’s maken met uw eigen instellingen
[NORMALE FOTO] modus (vervolg)
Opnamemodus:
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
AF-gebied
Keer terug naar de gewenste compositie
Druk volledig in
AF-gebied
Onderwerpen/omgevingen waarbij
scherpstellen een probleem kan zijn:
Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen of voorwerpen zonder kleurcontrasten
Foto’s maken door een ruit of vlakbij voorwerpen die licht uitstralen. In het donker, of als de camera erg beweegt.
Wanneer u te dicht bij het object staat of wanneer u een foto maakt waarop zowel veraf als dichtbij gelegen objecten staan
We raden u aan bij het
fotograferen van personen (56) de gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer er niet
goed is scherpgesteld. Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie. Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt. Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht of tijdens het
gebruik van de digitale zoomfunctie. De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm wanneer u de
ontspanknop halverwege indrukt.
Scherpstelbereik
Richtingwaarnemingsfunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid. Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
28 VQT2N06
Foto’s maken met zoom
Opnamemodus:
‘Optische zoom’ biedt een vergroting van 4 x. Bij een lager opnamepixelniveau kan met ‘Extra optische zoom’ maximaal 8,4 x (DMC-FP2) of 7,8 x (DMC-FP1) worden ingezoomd. Voor nog verder inzoomen is ‘Digital zoom’ beschikbaar.
In-/uitzoomen
Groter gebied fotograferen (groothoek)
Richting W (groothoek): 1 x
Stel de foto scherp nadat u de
Het onderwerp vergroten (tele)
Richting T (tele): maximaal 4 x
Zoombalk
Scherpstelgebied
Zoomfactor (ong.)
zoominstelling hebt aangepast.
Optische zoom en extra optische zoom (EZ)
U schakelt automatisch over op ‘optische zoom’ bij gebruik van de maximale fotoresolutie (53) en anders op ‘extra optische zoom’ (voor een nog grotere zoomfactor). (EZ is de afkorting van ‘extra optische zoom’.)
• Optische zoom • Extra optische zoom
Zoombalk
Maximale zoomfactor per fotoresolutie
DMC-FP2 Optische zoom Extra optische zoom [FOTO RES.] 14 M - 10.5 M Max. vergroting 4 x 4,7 x 6,8 x 8,4 x
DMC-FP1 Optische zoom Extra optische zoom [FOTO RES.] 12 M - 9 M Max. vergroting 4 x 4,9 x 6,3 x 7,8 x
Systeem voor Extra optische zoom
10 M
8 M
Wanneer het opnamepixelniveau wordt ingesteld op [3 M ] (equivalent aan 3 miljoen pixels), worden 3 miljoen pixels van het beschikbare pixelniveau in het midden van de CCD voor de opnamen gebruikt, zodat een hogere vergrotingsfactor mogelijk is. De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting.
( op het scherm)
5 M 3 M of minder
5 M 3 M of minder
VQT2N06 29
Loading...
+ 65 hidden pages