Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel.
Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes
staan.
De batterij opladen. (P9)
• De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij
eerst op.
Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P13)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met
het ingebouwde geheugen (P15). P16
raadplegen als u een kaart gebruikt.
plug-in-type
inlaattype
Zet het toestel aan om opnamen te
maken.
1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P29)
- 4 -
Voor Gebruik
Speel de opnamen terug af.
1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(].
2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P37)
- 5 -
Voor Gebruik
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
• De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
• Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
• Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst.
• De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugen kaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
• Wanneer u een AC-ada pter gebruikt, er
voor zorgen dat de DC-koppelaar van
Panasonic (optioneel) en de AC-adapter
(optioneel) gebruikt worden. Voor
verbindingsdetails, P14 raadplegen.
18 19
20
2122
- 8 -
Voorbereiding
Voorbereiding
De batterij opladen
∫ Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
De meegeleverde batterij of toegewijde optionele batterijen kunnen gebruikt worden
met dit apparaat.
Raadpleeg de Basisgebruiksaanwijzing voor het accessoirenummer van de beschikbare
optionele batterijen in uw regio.
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken
in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van
dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te
voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid
dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten
dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als
een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te
zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van
originele batterijpakketten van Panasonic.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• De camera heft een functie voor het onderscheiden van batterijen die veilig gebruikt kan
worden. De toegewijde batterij ondersteunt deze functie. De enige batterijen die
geschikt zijn voor gebruik met dit toestel zijn originele Panasonic producten en
batterijen die vervaardigd zijn door andere bedrijven en gecertificeerd zijn door
Panasonic. (Batterijen die deze functie niet ondersteunen kunnen niet gebruikt worden).
Panasonic kan op geen enkele wijze de kwaliteit, de prestatie of veiligheid van de
batterijen garanderen die vervaardigd zin door andere bedrijven en die niet originele
Panasonic producten zijn.
∫ Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij op met de oplader.
• Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn).
Steek de batterij in de goede
richting.
- 9 -
Voorbereiding
Steek de stekker van de oplader
in het stopcontact.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
• Het laden start als het lampje
[CHARG E] A groen oplicht.
• Het laden is helemaa l voltooid wanneer
het lampje [CHARGE] A uitgaat.
Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Nadat h et opladen klaar is, ervoor
zorgen de s troomvoorzieningsinrichting
los te maken van de elektrische uitlaat.
plug-in-type
inlaattype
∫ Oplaadtijd
Meegeleverde batterijOptionele batterij
OplaadtijdOngeveer 100 minOngeveer 130 min
• Tijd die vereist wordt voor het opladen wanneer u de oplad er gebruikt die met dit toestel
geleverd w ordt.
• De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De
oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de
batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer
kunnen zijn dan anders.
- 10 -
Voorbereiding
∫ Als het [CHARGE] lampje knippert
• De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Gelieve de batterij opnieuw opladen in een
omgeving waar de temperatuur tussen 10 oC en 35 oC ligt.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
∫ Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
[Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebr uikt met de AC-adapter (optioneel).]
• De aanduiding wordt roo d en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij
op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
- 11 -
Voorbereiding
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
Meegeleverde batterijOptionele batterij
Vermogen van de
batterij
Aantal beeldenOngeveer 220 opnamenOngeveer 260 opnamen
OpnametijdOngeveer 110 minOngeveer 130 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Normale opnamefunctie
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Opname 30 seconden nadat het toestel aangezet is starten.
• Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweed e beeld.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
TerugspeeltijdOngeveer 270 minOngeveer 340 min
Aantekening
• De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
– In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
– Wanneer u [AUTO POWER LCD], [SPANNING LCD] en [GR. KIJKHOEK] (P24). gebr uikt.
– Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop e en nieuwe batterij.
740 mAh940 mAh
Meegeleverde batterijOptionele batterij
- 12 -
Voorbereiding
De kaart (optioneel)/batterij in het toestel doen en
eruit halen
• Controleer of het toestel uit staat.
• We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen
wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Doe deze er in totdat deze
vergrendeld wordt door de hendel A
terwijl u op de richting let waarin u deze
zet. Zet het hendeltje A in de richting
van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat
deze klikt en let op de richting waarin u
deze erin doet. Om de kaart te
verwijderen, de kaart helemaal
doorduwen totdat deze klikt, trek deze
er vervolgens rechtop uit.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
• De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1:Sluit de kaart/batterijklep.
2:Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart er uit en steekt u deze er
weer in.
- 13 -
Voorbereiding
Aantekening
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de ba tterijhouder (bijgeleverd).
• De batterij niet verwijderen zolang de LCD-monitor nog aan is aangezien de instellingen op het
toestel niet goed opgeslagen zouden kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
• Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op
de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen
gaan.)
∫ M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de
batterij
Zorg ervoor dat de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) aangeschaft worden in
een set. Niet gebruiken als deze apart verkocht
worden.
1 Open de kaart/batterijklep.
2 Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3 Sluit de kaart/batterijklep.
• Zorg ervoor dat de kaart-/ba tterijklep dicht is.
4 Open de DC-koppelaardeksel A.
• Als het moeilijk is te openen, de
koppelaarbescherming opendrukken van binnenuit
met de kaart-/batterijklep open.
5 Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat.
6 De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C
van de DC-koppelaar verbinden.
D De markeringen uitlijnen en erin zetten.
• Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de
DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het
gebruik van andere appara tuur zou schade kunnen
veroorzaken.
Aantekening
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (o ptioneel).
• Wanneer een AC-adapter gebruikt wordt, moet de AC-kabel gebruikt worden die bij de
AC-adapter gelever d is.
• Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
• Dit apparaat kan niet recht g ezet wor den wanneer de AC-adapter aangesloten is. Wanneer u
deze neerzet en aan hantee rt, raden we aan deze op een zachte doek te plaatsen.
• Zorg ervoor de AC-adapter los te kopp elen wannee r u de kaart-/batterijdeur opent.
• Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale
toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden.
• Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar.
• We raden aan dat u een batterij die voldoende opgeladen is of de AC-adapter gebruikt
wanneer u bewege nde beelden maakt.
• Als terwijl u bewegende beelden maakt m.b.v. de AC-adapter, de stroom onderbroken wordt
wegens het uitvallen van de stroom of als de AC-adapter losgekoppeld wordt enz., zal het
bewegende beeld dat gemaakt worde n, niet gemaa kt worden.
- 14 -
Voorbereiding
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit
apparaat.
• Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden
in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
• Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
• Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
k
>ð (toegangindicatie
• Als u de kaart gebruikt
† (toegangaanduiding
¢ De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde
geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
• U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P95)
• Geheugengrootte: Ongeveer 40 MB
• Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
• Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
raakt.
• De toegangstijd voor he t ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
¢
)
¢
)
Ingebouwd geheugen
- 15 -
Voorbereiding
Kaart
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Type kaart dat gebruikt kan
worden met dit toestel
SD-geheugenkaart (8 MB tot
2GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB
tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB
tot 64 GB)
• Alleen kaarten die het SDHC logo (dat aangeeft dat de kaart overeenstemt met de
SD-videostandaards) hebben, mogen gebruikt worden als 4 GB tot 32 GB kaarte n.
• Alleen kaarten die het SDXC logo (dat aangeeft dat de kaart overeenstemt met de
SD-videostandaards) hebben, mogen gebruikt worden als 48 GB tot 64 GB kaarten.
• Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses
beelden opneemt.
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven.
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
• U kunt alleen SDHC-geheugenkaarten en
SDXC-geheugenkaarten gebruiken in apparatuu r dat
compatibel is met de respectieve forma ten hiervan.
• Controleer dat de PC en andere apparatuur compatib el zijn
wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
• Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt [waneer er beelden
geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart
geformatteerd (P26)] worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of
statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
• Schrijfbescherming-schakelaar
[LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar terugge zet wordt naar zijn
originele positie.)
• De gegevens op het ingebo uwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken
of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat
het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P26)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
A
2
- 16 -
Voorbereiding
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
A [MENU/SET] knop
B Cursorknoppen
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op stap
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
• Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in
[AFSPELEN] functie.)
Op [MENU/SET] drukken.
4.
- 17 -
Voorbereiding
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
dag, uur, minuut, displayvolgorde
:
:
afbeelden of formaat tijddisplay) te
selecteren en dan op 3/4 drukken om in te
stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P68)
‚: Annuleren zonder de klok in te stellen.
• Selectee r ofwel [24UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddispla y.
• AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
• Wanneer [AM/PM] geselecteerd is als het formaat van de tijddisplay, wordt middernacht
afgebeeld als AM 12:00 en wordt twaalf uur’s middags afgebeeld als PM 12:00. Dit
displayformaat wordt veel gebruikt in de VS en elders.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
•Druk op [‚] om terug te keren naar het instellingenscherm.
• Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet h et toestel vervolgens
weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen
weergeeft die uitgevoerd zijn.
• Wanneer [MENU/SET] ing edrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok
ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de “De klokinstelling veranderen”
procedure hieronder te volgen.
De klokinstelling veranderen
Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P20)
• Deze kan veranderd worden in stappen 5, 6 en 7 om de klok in te stellen.
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
• De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens
opname.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099.
• Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P86) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 18 -
Voorbereiding
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
A [OPNAME]/[AFSPELEN] selectieschakelaar
! [OPNAME] functiemenu (P70 tot 78)( [AFSPELEN] functiemenu (P85 tot 95)
• Het menu laat u de
Kleuren, de
Gevoeligheid of het
aantal pixels, enz . van
de beelden zien die u
aan het maken bent.
[SET-UP] menu (P23 tot 26)
• Dit menu laat u de klokinstellingen, volume van de piepgeluiden en
andere instellingen uitvoeren die het gemakkelijker voor u maken om
de camera te hanteren.
• Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf oftewel de [OPNAME]
functie of [AFSPELEN] Functie.
• Dit menu laat u de
Bescherming of
Afdrukinstellingen,
enz. van gemaakte
beelden instellen.
Aantekening
• Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde
functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde
omstandigheden waarin het toestel gebr uikt wordt.
- 19 -
Voorbereiding
Menuonderdelen instellen
Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en
dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het
[SET-UP] menu.
Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanuit [
Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie
Zet het toestel aan.
A [MENU/SET] knop
B [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C [MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
• Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar
stap
4.
Op 3/4 drukken om [NORMALE FOTO] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
• U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te
verplaatsen.
Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen.
• Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4
om naar het tweede scherm te gaan.
Op 1 drukken.
• Afhankelijk van het item, kan de instelling ervan niet
verschijnen of op een andere manier afgebeeld
worden.
Op 3/4 drukken om [š] te kiezen.
- 20 -
Voorbereiding
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Schakelen naar andere menu’s
bijv.: Schakel naar het [SET-UP] menu
1 Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
2 Op 2 drukken.
3 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen.
4 Druk op 1.
• Selecteer een menu-item erna en stel het in.
- 21 -
Voorbereiding
A
Gebruik van het snelle menu
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk
opgeroepen worden.
• Sommige menu -items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
[Q.MENU] ingedrukt houden wanneer u
opneemt.
/4/2/1 drukken om het menu-item en
Op 3
de instelling te selecteren en dan op
[MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
A De in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
- 22 -
Voorbereiding
Over het set-up Menu
[KLOKINST.], [SLAAPSMODUS] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke onderdelen.
Controleer de instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
• In the Automatische Scènefunctie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON] en
[TAAL] ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P20 raadplegen.
U [KLOKINST.]De datum en de tijd instellen.
• Raadpleeg P17 voo r details.
De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
[WERELDTIJD]
• Raadpleeg P68 voo r details.
— [REISDATUM]
• Raadpleeg P65 voo r details.
“ [BESTEMMING]:
U reisbestemming
– [HOME]:
Uw woongebied
De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis instellen.
[REIS-SETUP]:
[OFF]/[SET]
[LOCATIE]:
[OFF]/[SET]
Dit biedt u de mogelijkheid de piep en het volume van het
sluitergeluid in te stellen.
r [TOON]
[s] (Geluid uit)
[t] (Laag)
[u] (Hoge)
u [VOLUME]
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
- 23 -
Voorbereiding
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[OFF]
„ [AUTO POWER LCD]:
[LCD MODE]
LCD
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
… [SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
Å [GR. KIJKHOEK]:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
• De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of [SLAAPSMODUS]
geactiveerd wordt.
• De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen an ders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen be elden.
• De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
• Als u niets op het scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht
af te schermen met uw hand of iets anders.
• Het aantal beelden dat opgenomen kan worden neemt af in Automatische
LCD-versterkingsfunctie, LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] kunnen niet geselecteerd worden in de
terugspeelfunctie.
Verander de displaygrootte van sommige iconen en
[BEELDGROOTTE]
menuschermen.
[STANDARD]/[LARGE]
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
p [SLAAPSMODUS]
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
[OFF]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]
• De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om [SLAAPSMODUS] te
annuleren.
• [SLAAPSMODUS] is ingesteld op [5MIN.] in de Automatische Scènefunctie.
• [SLAAPSMODUS] werkt niet in de volgende gevallen.
– Wanneer u de AC-adapter gebruikt
– Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
– Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
– Tijdens een diavoorstelling
–[AUTO DEMO]
- 24 -
Voorbereiding
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm
verschijnt.
[OFF]
o [AUTO REVIEW]
[1SEC.]
[2SEC.]
[HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een
willekeurige knop gedrukt wordt.
• [AUTO REVIEW] wordt geactiveerd ongeacht de instelling ervan wanneer u [ZELFPORTRET]
(P53), [HI-SPEED BURST] (P58) en [FLITS-BURST] (P59) in Scènefunctie en
[BURSTF UNCTIE] (P76) gebruikt.
• In Automatische Scènefunctie, is de Automatische Overzichtsfunctie vastgesteld op [2SEC.].
• [AUTO REVIEW] werkt niet in bewegende beeldfunctie.
w [RESETTEN]
• Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de
operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt
maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking.
• Wanneer [SET-UP] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld. Verder wordt [FAVORIETEN] (P91) in [AFSPELEN]
functiemen u ingesteld op [OFF].
– De verjaardag- en naam instellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P56) en [HUISDIER] (P57) in
scènefunctie.
– De instellingen van [REISDATUM] (P65) (vertrekdatum, terugkomstdatum, locatie)
– De instelling voor [WERELDTIJD] ( P68).
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
De verschillende TV-typen instellen. (Alleen Terugspeelfunctie)
| [VIDEO UIT]
[NTSC]:Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]:Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
• Dit zal werken wanneer de AV-kabel verbonden is.
Het kleurentelevisiesysteem instellen voor elk land.
(Alleen Terugspeelfunctie)
[TV-ASPECT]
[W]:Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]:Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
• Dit zal werken wanneer de AV-kabel aangesloten is.
- 25 -
Voorbereiding
[VERSIE DISP.]
Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op
het toestel zit.
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
[FORMATEREN]
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de
gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
• Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (op tioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
• Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
• Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
• Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
~ [TAAL]De taal op het scherm instellen.
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [
gewenste taal in te stellen.
~] in het pictogrammenmenu om de
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
[AUTO DEMO]
DEMO
diavoorstellingen.
[OFF]
[ON]
• [AUTO DEMO] h eeft geen TV-outputmogelijkheid zelfs wanneer deze in de afspeelfunctie
staat.
• Druk op [MENU/SET] om [AUTO DEMO] te sluiten.
- 26 -
Voorbereiding
Het selecteren van de [OPNAME] Functie
Wanneer de [OPNAME] Functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
Automatische Scènefunctie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in lijn met
het op te nemen onderwerp en de opnameomstandigheden of op de Scènefunctie die u in
staat stelt beelden te maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
Zet het toestel aan.
A [MENU/SET] knop
B [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C [MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
Druk op [MODE].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
∫ Lijst van [OPNAME] functies
Automatische Scènefunctie (P28)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
!
Normale opnamefunctie (P32)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Û Scènefunctie (P51)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
$ Bewegende beeldfunctie (P62)
Deze functie biedt u de mogelijkheid bewegende beelden met geluid op te nemen.
Aantekening
• Wanneer de functie geschakeld wordt van [AFSPELEN] functie naar [OPNAME] functie, zal de
eerder ingestelde [OPNAME] functie ingesteld worden.
- 27 -
Basisk ennis
[OPNAME] Functie:
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Automatische Scènefunctie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
• De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
– Scènedetectie /Gezichtsdetectie/Bewegingsdetectie/Compensatie van de
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Op 3/4 drukken om [AUTO SCÈNE MODE] te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
• Het scènedetectie-pictogram (P30) wordt afgebeeld in
de linker bovenhoek van het scherm nadat er naar
Automatische Scènefunctie geschakeld is.
Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
A Flits
B AF assistentielamp
- 28 -
Basisk ennis
1
2
Druk de ontspanknop tot de helft in om
scherp te stellen.
• De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
• De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
• Het focusbereik is 20 cm (Breed)/70 cm (Tele) tot ¶.
• De maximum close-upafstand (de kortste afstand die
mogelijk is voor het maken van een beeld van het
onderwerp) verschilt afhankelijk van de
zoomuitvergroting.
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
• De kaartaanduiding (P15) wordt rood als er be elden
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
Aantekening
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
∫ Wanneer u beelden maakt met de flits (P43)
• Wanneer [] geselecteerd is, wordt [], [], [] of [] ingesteld afhankelijk van
het type onderwerp en helderheid.
• Wanneer [] of [] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld.
• De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [] of [].
∫ Wanneer u beelden maakt m.b.v. de zoom (P35)
- 29 -
Basisk ennis
Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
>[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET]
[i-NACHTL. SCHAP]
• [] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
• Wanneer [] of [] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden.(Gezichtsdetectie) (P75)
Aantekening
• Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voo r hetzelfde onde rwerp.
– Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het contrast van het onderwerp, Wanneer het
onderwerp beweegt
– Opnameomstandigheden: Zonsondergang , Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe held erheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt, Wanneer de zoom
gebruikt wordt
• Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u bee lden maakt in de
juiste opnamefunctie.
• Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval zal het onderwerp donker worden, dus deze functie compenseert het achterlicht
door het geheel van het beeld automatisch op te lichten.
• Alleen wanneer [] geselecteerd is
- 30 -
Loading...
+ 100 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.