Gelieve dit document te lezen voor u het toestel in gebruik neemt en bewaar het document ter referentie.
Website "Network Camera" van Panasonic: http://panasonic.net/pcc/products/netwkcam/
Page 2
Belangrijkste functies
Belangrijkste functies
Camerabeelden bekijken, ter plaatse en op afstand
De camerabeelden kunt u op een pc bekijken, zowel ter plaatse als via internet. U kunt zelfs met uw mobiele
telefoon stilstaande beelden bekijken als u niet thuis bent.
Ondersteuning van MPEG-4 en Motion JPEG (MJPEG)
U kunt rechtstreekse camerabeelden bekijken en bufferen (in het geheugen opslaan) in zowel MPEG-4- als
JPEG (MJPEG)-formaat. Zo kunt u het videoformaat kiezen dat het best voor u geschikt is.
Audiofuncties
De camera beschikt over een ingebouwde microfoon waarmee u geluid kunt beluisteren terwijl u rechtstreekse
videobeelden op uw pc bekijkt.
Bewegingsdetectiefunctie
Met de bewegingsdetectiefunctie van de camera kunt u beelden bufferen of overzetten als de camera
bewegingen registreert binnen het camerabeeld.
Camerabeelden bufferen en afspelen
Camerabeelden kunnen automatisch worden gebufferd op specifieke tijdstippen, als de externe sensoren
(niet bijgeleverd) van de camera worden geactiveerd of als de camera bewegingen registreert. U kunt de
camera programmeren om die beelden op te slaan, zodat u deze later kunt bekijken via de camera of op uw
pc opslaan. U kunt de camera ook programmeren om beelden via e-mail te verzenden of op een FTP- of
HTTP-server te uploaden terwijl deze worden gebufferd.
Digitale zoom
Als u de camerabeelden op een pc bekijkt, kunt u tot 10× inzoomen (per gebied). U kunt eenvoudig in- en
uitzoomen met de muis.
Ondersteuning van UPnP™
Als u de camera op een UPnP™-router aansluit, kunt u de netwerkinstellingen van de camera automatisch
laten configureren. Dat maakt de installatie snel en eenvoudig. Zie pagina 78 voor meer informatie.
Ondersteuning van Viewnetcam.com
Nadat u de camera bij de service Viewnetcam.com hebt geregistreerd, kunt u de beelden ook bekijken als u
niet thuis bent via een eenvoudig te onthouden internetadres als ***.viewnetcam.com. Zie pagina 83
voor meer informatie.
Ondersteuning voor meerdere talen
U kunt alle pagina's bekijken in het Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Russisch, vereenvoudigd Chinees
en Japans. De meest gebruikte pagina's kunt u weergeven in het Koreaans.
De BL-C121 ondersteunt de draadloze normen IEEE 802.11b en IEEE 802.11g. Zo kunt u kiezen of u de
camera met een kabel of draadloos gebruikt. Als u voor de draadloze modus kiest, is de toegang tot de
camera beveiligd dankzij de ondersteuning van WEP, WPA-PSK(TKIP) en WPA2-PSK(AES).
Gebruikershandleiding3
Page 4
Overige informatie
Overige informatie
Over deze handleiding
•Deze handleiding geldt voor model BL-C101 (bedraad type) en BL-C121 (draadloos/bedraad type).
Beschikbare functies en bedieningsmogelijkheden kunnen verschillen, afhankelijk van het model. U kunt
het modelnummer van de camera controleren door het modelnummer gedrukt op de voorzijde van de
camera te bekijken. Functies en bedieningen die gelden voor een specifieke camera worden in deze
handleiding aangeduid met het modelnummer (bv. "alleen BL-C121").
•De camera-afbeeldingen in dit document zijn van de BL-C121.
•De suffixen ("A", "CE" en "E") zijn bij de volgende modelnummers weggelaten in dit document, tenzij deze
echt vereist zijn.
•Microsoft, Windows, Windows Vista, Hotmail, ActiveX, Internet Explorer en Windows Media zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
•Schermafbeeldingen gedupliceerd met toestemming van Microsoft Corporation.
•Andere handelsmerken die in deze handleidingen worden vermeld, zijn het eigendom van hun
respectieve eigenaars.
•Deze software is deels gebaseerd op het werk van Independent JPEG Group.
Afkortingen
•UPnP is de afkorting van "Universal Plug and Play".
•De netwerkcamera wordt "de camera" genoemd in dit document.
•De Setup CD-ROM wordt "de cd-rom" genoemd in dit document.
4Gebruikershandleiding
Page 5
Inhoudstabel
Inhoudstabel
1De camera gebruiken................................................................................8
1.1Het beeld van de camera oproepen................................................................................. 8
U hebt de volgende informatie nodig om de camera te kunnen gebruiken.
•Het IP-adres van de camera (bv. 192.168.0.253) of URL (bv. ***.viewnetcam.com)
•Het poortnummer van de camera als dit niet 80 is.
•De gebruikersnaam en het wachtwoord die werden ingesteld tijdens de configuratie van de camera om
toegang te kunnen krijgen tot de camera.
1. Start de webbrowser van uw pc.
2. Voer in de adresbalk van de browser http:// in gevolgd door het IP-adres van de camera, en druk
daarna op [Enter] op het toetsenbord.
Voorbeeld:http://192.168.0.253
•Als het poortnummer van de camera niet 80 is, voert u ":" en het poortnummer in na het IP-adres.
Voorbeeld:http://192.168.0.253:50001
•Als u geregistreerd bent bij een Dynamic DNS-service zoals Viewnetcam.com (zie pagina 83), voert u
de URL in in plaats van het IP-adres. Merk op dat u de camera op deze manier mogelijk alleen extern
kunt oproepen, dus vanaf een pc die niet is aangesloten op hetzelfde netwerk als de camera.
Voorbeeld:http://***.viewnetcam.com
Als het poortnummer van de camera niet 80 is, voert u ":" en het poortnummer in na de URL.
Voorbeeld:http://192.168.0.253:50001
•Als de camera geconfigureerd is om HTTPS te gebruiken (zie pagina 98), voert u https:// in gevolgd
door het IP-adres of de hostnaam en het poortnummer van de camera.
3. Wanneer het verificatievenster wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in en
klikt u op [OK]. De startpagina wordt weergegeven.
Opmerking
•Als het verificatievenster niet wordt weergegeven, klikt u op het tabblad [Login] wanneer de
startpagina van de camera wordt weergegeven. Zie pagina 135 voor meer informatie.
•Zie pagina 99 als een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven bij het oproepen van de
camera via HTTPS.
8Gebruikershandleiding
Page 9
1.1 Het beeld van de camera oproepen
4. Wanneer de startpagina wordt weergegeven, klikt u op het gewenste tabblad (afhankelijk van de
configuratie van de camera, worden bepaalde tabbladen mogelijk niet weergegeven).
ABCD
J
K
L
M
XXXX
Version XXX
Running in IPv4 mode.
GHIEF
A. De startpagina weergeven
B. Beelden van deze camera bekijken (zie pagina 8)
C. Beelden van meerdere camera's bekijken (zie pagina 28)
D. Gebufferde camerabeelden bekijken (zie pagina 56)
E. De camera configureren
F.De camera configureren om toegang via het internet mogelijk te maken (zie pagina 74)
G. De status van de camera controleren en onderhoud van de camera uitvoeren (zie pagina 147)
H. URL's bekijken van ondersteuningswebsites voor Panasonic-netwerkcamera's op het internet
(zie pagina 157)
I.Inloggen op de camera als beheerder of als een algemene gebruiker (zie pagina 135)
J. Klik op de gewenste schermtaal
K. Het modelnummer van de camera
L. De firmwareversie van de camera
M. Hier wordt [IPv4] of [IPv6] weergegeven, afhankelijk van de netwerkconfiguratie van de camera
Gebruikershandleiding9
Page 10
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
1.2Rechtstreekse camerabeelden bekijken
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
1. Roep de camera op (zie pagina 6).
2. Klik op het tabblad [Single].
•Viewers (ActiveX®-besturingselementen) moeten geïnstalleerd zijn om MPEG-4- en MJPEG-beelden
te bekijken, en om audiofuncties te kunnen gebruiken. Als de vereiste viewer (ActiveX-besturingselement)
niet geïnstalleerd is, zal de camera u hierom vragen. Meer informatie vindt u op pagina 12 of pagina 15,
afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
•Zie pagina 15 als het venster [Security Warning] wordt weergegeven.
•Zie pagina 15 als het camerabeeld niet wordt weergegeven of als de ActiveX-melding wordt
weergegeven boven aan het scherm.
De pagina voor één camera (JPEG)
BGH
AE
AUG.18,08 11:29:59AMMA
CD
F
I
Text Overlay
A. Fotoknop (zie pagina 24)
B. Datum en tijd op het beeld (zie pagina 136)
C. Luisterknop (zie Pagina 27)
D. Volumebalk (zie Pagina 27)
J
LK
M
10Gebruikershandleiding
Page 11
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
E. Knop detectiegeluid (zie Pagina 25)
F.Cameranaam (zie pagina 136)
G. Knop volledig scherm (klik op deze knop om het beeld in 4:3 op het volledige scherm te zien; klik op
om terug te keren naar de normale modus)
H. Status op het beeld (zie pagina 136)
I.Bedieningsbalk (zie pagina 17)
J. Camerabeeld (klik ergens in het camerabeeld om de functie Klikken om te centreren te gebruiken
(zie pagina 23) of gebruik uw muis om de digitale zoom te gebruiken (zie pagina 22) bij het bekijken van
MJPEG- of MPEG-4-beelden)
K. Tekst op het beeld (zie pagina 136)
L. Banner (zie pagina 136)
M. Hier wordt [IPv4] of [IPv6] weergegeven, afhankelijk van de netwerkconfiguratie van de camera
De pagina voor één camera (MPEG-4)
MPEG-4-beelden kunnen worden bekeken door [MPEG-4] te selecteren bij de vernieuwingssnelheid op de
pagina voor één camera.
Gebruikershandleiding11
Page 12
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
Opmerking
•Wanneer u voor het eerst MPEG-4 selecteert als vernieuwingssnelheid, wordt een
licentieovereenkomst weergegeven. Als u akkoord gaat met de voorwaarden van de
overeenkomst, selecteert u [I accept the License agreement] en klikt u vervolgens op [OK].
U wordt gevraagd om de viewer (ActiveX-besturingselement) te installeren.
CADF
B
AUG.18,08 11:29:59AMMA
I
Text Overlay
E
GH
K
LJ
M
A. Datum en tijd op het beeld (zie pagina 136)
B. Luisterknop (zie Pagina 27)
C. Fotoknop (zie pagina 24)
D. Cameranaam (zie pagina 136)
E. Volumebalk (zie Pagina 27)
F.Camerabeeld (klik ergens in het camerabeeld om de functie Klikken om te centreren te gebruiken
(zie pagina 23) of gebruik uw muis om de digitale zoom te gebruiken (zie pagina 22) bij het bekijken van
MJPEG- of MPEG-4-beelden)
G. Knop volledig scherm (klik op deze knop om het beeld in 4:3 op het volledige scherm te zien; klik op
om terug te keren naar de normale modus)
H. Status op het beeld (zie pagina 136)
I.Bedieningsbalk (zie pagina 17)
12Gebruikershandleiding
Page 13
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
J. Tekst op het beeld (zie pagina 136)
K. MPEG-4 streamingmethode (zie pagina 20)
L. Banner (zie pagina 136)
M. Hier wordt [IPv4] of [IPv6] weergegeven, afhankelijk van de netwerkconfiguratie van de camera
Opmerking
Beeldweergave
•De scherminhoud verschilt naargelang het modelnummer.
•Als er geen camerabeeld wordt weergegeven, is het mogelijk dat de correcte viewer (ActiveXbesturingselement) niet geïnstalleerd is. Zie pagina 12 of pagina 15 voor meer informatie.
•Als het camerabeeld niet meteen of niet correct wordt weergegeven, klikt u op de vernieuwingsknop
van uw webbrowser om het recentste camerabeeld weer te geven.
•De vernieuwingssnelheid van het beeld kan variëren afhankelijk van de netwerkomstandigheden, de
prestaties van de pc, het aantal gebruikers van de camera en het type objecten dat wordt bekeken.
•Wanneer de camera zich in een donkere omgeving bevindt, past de nachtmodus met kleur (indien
ingeschakeld; zie pagina 122) automatisch de helderheid van het beeld aan. Het is echter mogelijk
dat in dat geval de vernieuwingssnelheid van het beeld afneemt (beelden kunnen haperen) en dat de
algemene beeldkwaliteit afneemt (beelden kunnen er korrelig uitzien).
•Wanneer de camera zich in een donkere omgeving bevindt, is het mogelijk dat er witte of gekleurde
vlekken of horizontale lijnen worden weergegeven op het camerabeeld. Dit is een kenmerk van de
beeldsensor van de camera en duidt niet op een storing.
•In de volgende situaties wordt een grijs scherm weergegeven in plaats van het camerabeeld:
–Te veel gebruikers gebruiken de camera tegelijk. Wanneer het maximale aantal gebruikers
overschreden is (zie de tabellen op pagina 30), krijgen bijkomende gebruikers een grijs scherm te
zien en wordt [The maximum number of accesses has been exceeded.] weergegeven onder het
camerabeeld. Klik regelmatig op de vernieuwingsknop van uw webbrowser tot u toegang krijgt tot
de bewegende beelden of gebruik de keuzeschakelaar [Refresh Rate] om ervoor te kiezen
stilstaande beelden te bekijken.
–De camera is geconfigureerd om op dit tijdstip geen beelden weer te geven (zie pagina 143).
[The operation time has ended.] wordt weergegeven onder het camerabeeld. Als u MPEG-4beelden bekijkt, wordt het laatste beeld dat werd weergegeven voor het beëindigen van de
werkingstermijn gedurende ongeveer 20 seconden weergegeven, waarna het scherm grijs wordt.
•Als er oude beelden worden weergegeven wanneer u de camera gebruikt, wijzigt u de instellingen
voor de tijdelijke internetbestanden van uw webbrowser (zie pagina 170).
Verwante instellingen
•De standaardinstellingen voor [Refresh Rate], [Resolution] en [Image Quality] die worden gebruikt
telkens wanneer u de pagina voor één camera opent, kunnen worden gewijzigd (zie pagina 136).
•Met de keuzeschakelaar [Refresh Rate] in de bedieningsbalk kunt u selecteren of bewegende
beelden (MJPEG of MPEG-4) dan wel stilstaande beelden die periodiek worden vernieuwd
(3 seconden, 5 seconden enz.) worden weergegeven.
•Om het dataverkeer te verminderen wanneer meerdere gebruikers de camera tegelijk gebruiken,
kunt u de camera configureren om automatisch over te schakelen van de weergave van bewegende
beelden naar stilstaande beelden. Stel de [Video Display Time] in voor algemene gebruikers
(zie pagina 130) en voor gastgebruikers (zie pagina 133).
Alleen BL-C121
•Als u de camera draadloos gebruikt, worden de camerabeelden niet langer vernieuwd als er
storingen zijn in het draadloze signaal. Als u problemen ervaart bij het draadloze gebruik van de
camera, raadpleegt u 1.4 Wireless Connection Issues (BL-C121 Only) in de Troubleshooting Guide.
Gebruikershandleiding13
Page 14
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
ActiveX-melding voor Windows® XP Service Pack 2 of recenter
Om bewegende beelden (MPEG-4- en MJPEG-beelden) te bekijken of de audiofuncties van de camera te
kunnen gebruiken, moet de overeenkomstige viewer (ActiveX-besturingselement) geïnstalleerd zijn op uw
pc. Volg de onderstaande stappen om een ActiveX-besturingselement te installeren wanneer u Windows XP
Service Pack 2 of recenter gebruikt.
Opmerking
•Als u een ActiveX-besturingselement niet kunt installeren, kunt u deze downloaden van de website
"Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/support/netwkcam/support/info.html).
1. Wanneer de melding van het ActiveX-besturingselement wordt weergegeven in Internet Explorer®, klikt u
op deze melding en selecteert u [Install ActiveX Control...].
2. Klik op [Install].
ActiveX-melding in Windows Vista®
Om bewegende beelden (MPEG-4- en MJPEG-beelden) te bekijken, moet de overeenkomstige viewer
(ActiveX-besturingselement) geïnstalleerd zijn op uw pc. Volg de onderstaande stappen om een
ActiveX-besturingselement te installeren wanneer u Windows Vista gebruikt.
Opmerking
•Als u een ActiveX-besturingselement niet kunt installeren, kunt u deze downloaden van de website
"Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/support/netwkcam/support/info.html).
14Gebruikershandleiding
Page 15
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
Installatie voor MJPEG
Wanneer de melding van het ActiveX-besturingselement wordt weergegeven in Internet Explorer, klikt u
1.
op deze melding en selecteert u [Install ActiveX Control...].
2. Klik op [Install].
Installatie voor MPEG-4
Wanneer een pop-upblokkering wordt weergegeven in Internet Explorer, klikt u op deze melding en
1.
selecteert u [Temporarily Allow Pop-ups].
2. Wanneer een licentieovereenkomst wordt weergegeven en u akkoord gaat met de voorwaarden van de
overeenkomst, selecteert u [I accept the License agreement] en klikt u vervolgens op [OK].
Gebruikershandleiding15
Page 16
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
3. Wanneer de melding van het ActiveX-besturingselement wordt weergegeven in Internet Explorer, klikt u
op deze melding en selecteert u [Install ActiveX Control...].
4. Klik op [Install].
16Gebruikershandleiding
Page 17
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
Beveiligingswaarschuwing (voor Windows 2000)
Om bewegende beelden (MPEG-4- en MJPEG-beelden) te bekijken of de audiofuncties van de camera te
kunnen gebruiken, moet de overeenkomstige viewer (ActiveX-besturingselement) geïnstalleerd zijn op uw pc.
Als er een ActiveX-besturingselement moet worden geïnstalleerd op uw pc, wordt het venster [Security Warning]
weergegeven wanneer u voor het eerst bewegende beelden (MPEG-4 of MJPEG) probeert te bekijken. U kunt het
ActiveX-besturingselement installeren door te klikken op [Yes] wanneer het volgende venster wordt weergegeven.
Opgelet: hiervoor dient u aangemeld te zijn op uw pc als een gebruiker met beheerdersrechten.
Opmerking
•Als u een ActiveX-besturingselement niet kunt installeren, kunt u deze downloaden van de website
"Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/support/netwkcam/support/info.html).
Als u er niet in slaagt ActiveX-bedieningselementen te installeren of
bewegende beelden (MPEG-4 of MJPEG) te bekijken in Internet Explorer
Controleer de volgende instellingen voor Internet Explorer.
1. Klik in de webbrowser op [Tools]→[Internet Options...]→tabblad [Security] en klik op [Custom level...].
2. Bij [Download signed ActiveX controls] selecteert u [Prompt].
3. Bij [Run ActiveX controls and plug-ins] selecteert u [Enable].
Als u een ActiveX-besturingselement moet installeren, kunt u deze downloaden van de ondersteuningswebsite
"Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/support/netwkcam/support/info.html) of deze
installeren met de cd-rom geleverd bij uw camera.
1. Na het downloaden van de installer voor het ActiveX-besturingselement of de cd-rom in uw pc te hebben
ingevoerd, herstart u de pc.
2. Controleer of Internet Explorer is afgesloten.
3. Dubbelklik op de gedownloade installer voor het ActiveX-besturingselement of open de map [ocx] op de
cd-rom. Open vervolgens de map [MPEG-4] of [MJPEG] op de cd-rom en dubbelklik op [install.bat].
Gebruikershandleiding17
Page 18
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
Opmerking
•Wanneer u Windows Vista gebruikt, moet u aangemeld zijn op de pc als een gebruiker met
beheerdersrechten. Voor meer informatie opent u de map [ocx] op de cd-rom en opent u vervolgens
de map [MPEG-4] of [MJPEG] en dubbelklikt u op [ReadmeEng.txt].
•Na het installeren of inschakelen van de ActiveX-besturingselementen, moet u mogelijk even
wachten voor de camerabeelden worden weergegeven.
•Zie pagina 166 als u een proxyserver gebruikt.
•Als uw computer of netwerk gebruik maakt van een firewall ter beveiliging, is het mogelijk dat de
firewall verhindert dat bewegende beelden worden weergegeven. In dit geval kunt u de
keuzeschakelaar [Refresh Rate] gebruiken om stilstaande beelden te bekijken. Als u toch
bewegende beelden wilt bekijken, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder.
•Als de pop-upblokkering van uw browser is ingeschakeld, is het mogelijk dat u de MPEG-4-viewer
(ActiveX-besturingselement) niet kunt installeren. U zult in dat geval ook geen MPEG-4-beelden
kunnen bekijken. Schakel de pop-upblokkering van uw browser uit en probeer nogmaals
MPEG-4-beelden te bekijken.
18Gebruikershandleiding
Page 19
1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken
1.2.1De bedieningsbalk gebruiken
1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken
De bedieningsbalk wordt links van het camerabeeld weergegeven bij het bekijken van het beeld van één
camera en biedt u de volgende functies:
A. Regeling van de helderheid: hiermee kunt u de helderheid van het
weergegeven beeld aanpassen. Klik op [-] om het beeld te verdonkeren,
A
B
C
D
E
F
G
H
op [+] om het beeld te verhelderen en op [STD] om de standaardhelderheid
opnieuw in te stellen. Er zijn in totaal 9 helderheidsniveaus beschikbaar.
B. Knoppen voor tegenlichtcorrectie: hiermee kunt u de functie voor het
corrigeren van tegenlicht in- en uitschakelen. Met deze functie wordt
automatisch de helderheid van het camerabeeld gecorrigeerd (zie
pagina 18).
C. Keuzeschakelaar witbalans: hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan
de cameraomgeving. Wijzig deze instelling om de kleuren zo natuurlijk
mogelijk te maken (zie pagina 19).
D. Uitvoercontrole (alleen BL-C121): hiermee kunt u de uitvoersignalen
sturen van de interface voor externe invoer/uitvoer (zie Pagina 145).
E. Keuzeschakelaar vernieuwingssnelheid: hiermee kunt u instellen hoe
vaak het camerabeeld wordt vernieuwd (zie pagina 20). Selecteer [MPEG-4]
of [MJPEG] voor het bekijken van bewegende beelden of een van de andere
instellingen voor het bekijken van stilstaande beelden (JPEG-formaat) die
slechts periodiek worden vernieuwd. Selecteer bijvoorbeeld [3 s] om het
camerabeeld elke 3 seconden te vernieuwen.
F.Keuzeschakelaar beeldresolutie: hiermee kunt u de beeldresolutie
(de grootte van het beeld in pixels) instellen.
G. Keuzeschakelaar beeldkwaliteit: hiermee kunt u de beeldkwaliteit
selecteren. Selecteer [Favor Clarity] voor een optimale beeldhelderheid,
[Favor Motion] voor een optimale bewegingskwaliteit en [Standard] voor een
standaardbeeldkwaliteit. Deze keuzeschakelaar wordt niet weergegeven
wanneer [MPEG-4] geselecteerd is bij [Refresh Rate].
H. Keuzeschakelaar streamingmethode: hiermee kunt u de methode
selecteren die wordt gebruikt voor het streamen van MPEG-4-beelden van
de camera (zie pagina 20). Deze keuzeschakelaar wordt alleen
weergegeven wanneer [MPEG-4] geselecteerd is bij [Refresh Rate].
Om MPEG-4-beelden te streamen met Multicast, moet u eerst de camera
configureren voor multicasting (zie pagina 125). Wanneer u dit hebt
uitgevoerd, is [Multicast] beschikbaar in het keuzemenu.
Opmerking
•De scherminhoud verschilt naargelang het modelnummer.
•De instellingen voor helderheid en witbalans worden niet opgeslagen. Telkens wanneer u de camera
herstart, worden deze instellingen terug ingesteld op de standaardwaarde.
Gebruikershandleiding19
Page 20
1.2.2 Tegenlichtcorrectie
1.2.2 Tegenlichtcorrectie
1.2.2 Tegenlichtcorrectie
Met de tegenlichtcorrectiefunctie van de camera kan de helderheid van het camerabeeld automatisch
worden gecorrigeerd. U kunt deze functie in- of uitschakelen door te klikken op [On] of [Off] bij [Backlight] in
de bedieningsbalk.
•Als u ervoor kiest om de status weer te geven op het beeld, wordt weergegeven op de pagina's voor
één en meerdere camera's wanneer de tegenlichtcorrectiefunctie ingeschakeld is (zie Pagina 136).
•De helderheid wijzigt automatisch naar de standaardhelderheid telkens wanneer de tegenlichtfunctie
wordt in- of uitgeschakeld.
•Wanneer deze functie ingeschakeld is, kan de camera automatisch de helderheid van het camerabeeld
corrigeren. Dit houdt in dat de camera zelfs bij tegenlicht het beeld kan corrigeren om een consistenter,
natuurlijker beeld te produceren.
•De efficiëntie van deze functie kan variëren afhankelijk van het object dat wordt bekeken en andere
omstandigheden.
Bovendien kan het camerabeeld er in bepaalde omstandigheden onnatuurlijk uitzien of is het mogelijk dat
er beeldruis optreedt wanneer deze functie is ingeschakeld.
20Gebruikershandleiding
Page 21
1.2.3 Witbalans
1.2.3 Witbalans
1.2.3 Witbalans
Wanneer u camerabeelden bekijkt op de pagina voor één camera, kunt u de keuzeschakelaar [White
Balance] gebruiken om het camerabeeld aan te passen aan de cameraomgeving. Wijzig deze instelling om
de kleuren zo natuurlijk mogelijk te maken.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
–[Auto]: de witbalans wordt automatisch gecorrigeerd voor het weergegeven beeld
–[Indoor]: gloeilamp (2.800 K)
–[Fluorescent (White)]: wit fluorescentielicht (4.000 K)
–[Fluorescent (Daylight)]: daglicht fluorescentielicht (4.800 K)
–[Outdoor]: zonlicht (6.000 K)
–[Hold]: de huidige witbalansinstelling wordt behouden
Opmerking
•"K" (Kelvin) is de eenheid voor het meten van de kleurtemperatuur.
Gebruikershandleiding21
Page 22
1.2.4 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld
1.2.4Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld
1.2.4 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de
vernieuwingssnelheid van het beeld
Met de keuzeschakelaar [Refresh Rate] in de bedieningsbalk kunt u selecteren of bewegende beelden
([MJPEG] of [MPEG-4]) dan wel stilstaande beelden die periodiek worden vernieuwd (3 seconden, 5 seconden enz.)
worden weergegeven. De standaardinstelling voor [Refresh Rate] die wordt gebruikt telkens wanneer u de
pagina voor één camera opent, kan worden gewijzigd (zie pagina 136).
MJPEG
MJPEG (Motion JPEG) is een videoformaat dat een doorlopende reeks van stilstaande beelden weergeeft.
Omdat elk MJPEG-beeld een apart stilstaand beeld is, levert dit formaat beelden van hoge kwaliteit.
Dit formaat gebruikt echter meer bandbreedte, waardoor de framesnelheid kan afnemen. Om beelden te
bekijken in het MJPEG-formaat, stelt u de keuzeschakelaar [Refresh Rate] in op [MJPEG].
MPEG-4
MPEG-4 is een videoformaat dat beelden alleen updatet wanneer er zich een verandering voordoet in het
weergegeven beeld, en gebruikt bijgevolg minder bandbreedte. MPEG-4 is nuttig in situaties waar er minder
bandbreedte beschikbaar is, bijvoorbeeld bij het bekijken van camerabeelden via het internet. Om beelden te
bekijken in het MPEG-4-formaat, stelt u de keuzeschakelaar [Refresh Rate] in op [MPEG-4] en selecteert u
daarna het streamingformaat bij [Streaming Method]. MPEG-4-beelden kunnen worden gestreamd met
multicast, unicast en HTTP (zie pagina 125). Wanneer u de camera oproept via HTTPS, kunt u niet streamen
met multicast en unicast; HTTP is in dat geval de enige beschikbare streamingmethode.
–[Auto]: de eerst beschikbare MPEG-4-streamingmethode wordt gebruikt, te beginnen bij multicast, daarna
unicast en als laatste HTTP. De huidige streamingmethode wordt weergegeven onder het camerabeeld.
–[Multicast] (Multicast RTP): met multicast kunt u dezelfde gegevens streamen binnen het netwerk naar
meerdere gebruikers, waardoor de hoeveelheid data die wordt verzonden via het netwerk wordt verminderd.
•Streamen via multicast is niet mogelijk wanneer u camerabeelden bekijkt via het internet.
•Om streamen via multicast te gebruiken, moet de camera geconfigureerd zijn voor multicasting
(zie pagina 125). Merk op dat streamen via multicast niet mogelijk is wanneer u camerabeelden
bekijkt op sommige lokale netwerken. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor u de camera
configureert voor multicasting.
•MPEG-4-beelden kunnen haperen wanneer u de camera oproept via een verbinding met een lage
bandbreedte. Dit is normaal. Selecteer in dit geval [Unicast] of [HTTP] als streamingmethode.
•Als MPEG-4-beelden niet kunnen worden weergegeven wanneer [Multicast] geselecteerd is als
streamingmethode, selecteert u [Auto], [Unicast] of [HTTP].
–[Unicast] (Unicast RTP): voor het streamen van bewegende beelden via unicast zijn geen speciale instellingen
vereist. De bewegende beelden worden gestreamd naar elke individuele gebruiker die MPEG-4-beelden
bekijkt, wat zorgt voor een toename van het netwerkverkeer naarmate meer gebruikers de camera oproepen.
Unicast is over het algemeen betrouwbaarder dan multicast en is minder vatbaar voor problemen met de
beeldkwaliteit dan multicast.
•Streamen via unicast is niet mogelijk wanneer u camerabeelden bekijkt via het internet.
•Merk op dat streamen via unicast mogelijk niet werkt wanneer u camerabeelden bekijkt op sommige
lokale netwerken. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
•Als een gebruiker met een verbinding met een lage bandbreedte of meerdere gebruikers het
camerabeeld bekijken via unicast-streaming, zal de framesnelheid afnemen en wordt de
beeldkwaliteit mogelijk beïnvloedt voor alle gebruikers die MPEG-4-beelden bekijken.
•Als MPEG-4-beelden niet kunnen worden weergegeven wanneer [Unicast] geselecteerd is als
streamingmethode, selecteert u [Auto] of [HTTP].
22Gebruikershandleiding
Page 23
1.2.4 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld
–[HTTP] (RTP via HTTP): wanneer u bewegende beelden streamt via HTTP, controleert de camera of de
gegevens worden ontvangen door de gebruiker. Bewegende beelden kunnen worden bekeken in een
netwerkomgeving die streaming via multicast of unicast niet ondersteunt. Deze streamingmethode
gebruikt echter meer bandbreedte dan de andere methodes.
•Als een gebruiker met een verbinding met een lage bandbreedte of meerdere gebruikers het
camerabeeld bekijken via HTTP-streaming, zal de framesnelheid afnemen en wordt de beeldkwaliteit
mogelijk beïnvloedt voor alle gebruikers die MPEG-4-beelden bekijken.
•Als MPEG-4-beelden niet kunnen worden weergegeven wanneer [HTTP] geselecteerd is als
streamingmethode, selecteert u [MJPEG] als vernieuwingssnelheid.
Opmerking
•Als een gebruiker met een verbinding met een lage bandbreedte MPEG-4-beelden bekijkt, zal de
framesnelheid afnemen en wordt de beeldkwaliteit mogelijk beïnvloedt voor alle gebruikers die
MPEG-4-beelden bekijken.
•Wanneer de camera geconfigureerd is om beelden in MPEG-4-formaat te bufferen, zal de framesnelheid
afnemen bij het bekijken van MPEG-4-beelden op de pagina's voor één en meerdere camera's.
•Om de streaminstellingen van bewegende beelden aan te passen voor een betere beeldkwaliteit of
framesnelheid bij het bekijken van MPEG-4-beelden, raadpleegt u pagina 125.
Stilstaande beelden
In plaats van bewegende beelden kunnen stilstaande beelden worden weergegeven die periodiek worden
vernieuwd door de gewenste vernieuwingssnelheid te selecteren. Selecteer bijvoorbeeld [3 s] om het
camerabeeld elke 3 seconden te vernieuwen.
Gebruikershandleiding23
Page 24
1.2.5 Zoomen
1.2.5 Zoomen
1.2.5 Zoomen
De camera beschikt over een digitale zoomfunctie waarmee u tot 10x kunt inzoomen (per gebied). U kunt
eenvoudig in- en uitzoomen met de muis. Er zijn twee manieren om de zoomfunctie te gebruiken, zoals later
in dit onderdeel beschreven.
De zoomfunctie kan worden gebruikt voor:
–Het bekijken van bewegende beelden op de pagina voor één camera
–Het bekijken van bewegende beelden van meerdere camera's op de pagina voor meerdere camera's
–Het bekijken van gebufferde MJPEG-beelden op de pagina voor gebufferde beelden
Opmerking
•De zoomfunctie is niet beschikbaar bij het bekijken van camerabeelden op een mobiele telefoon.
•De zoomvergrotingsfactor (×1,0–×10,0) wordt kort weergegeven tijdens het zoomen.
•Naarmate u verder inzoomt, verslechtert de kwaliteit van het beeld.
•De digitale zoom gebruikt ActiveX-besturingselementen die op uw pc geïnstalleerd zijn; de lens zelf
zoomt niet in of uit. Dit betekent dat u naar een ingezoomd beeld kunt kijken terwijl een andere
gebruiker hetzelfde beeld normaal bekijkt.
Zoomen met het muiswiel
Plaats de cursor op het camerabeeld en draai het muiswiel van u weg om in te zoomen en naar u toe om uit te
zoomen. Merk op dat de zoomsnelheid afhangt van de prestaties van uw muis en de muisinstellingen op uw pc.
A
B
A. Inzoomen
B. Uitzoomen
Zoomen met de rechter muisknop
Klik met de rechter muisknop op het bovenste deel van het beeld om in te zoomen en op het onderste deel
om uit te zoomen.
A
A. Inzoomen
B. Uitzoomen
24Gebruikershandleiding
B
Page 25
1.2.5 Zoomen
Klikken om te centreren
Met deze functie kunt u snel en eenvoudig het gezoomde camerabeeld centreren op een gewenst punt.
U hoeft hiervoor enkel de muiscursor te verplaatsen naar het gewenste punt op het camerabeeld en te klikken.
Gebruikershandleiding25
Page 26
1.2.6 Foto's nemen
1.2.6 Foto's nemen
1.2.6 Foto's nemen
U kunt foto's nemen tijdens het bekijken van camerabeelden en deze opslaan op uw pc.
1. Klik op de fotoknop ().
•Het camerabeeld wordt geopend in een nieuw venster.
2. Klik met de rechter muisknop op het beeld en selecteer [Save Picture As...].
•Het venster [Save Picture] wordt weergegeven.
3. Voer een naam in voor het bestand.
4. Geef op waar u het bestand wilt opslaan en klik vervolgens op [Save].
5. Klik op [Close].
Opmerking
•Foto's worden opgeslagen in het JPEG-formaat met de instelling [Favor Clarity].
•Deze functie kan worden uitgeschakeld voor algemene gebruikers (zie pagina 130) en voor
gastgebruikers (zie pagina 133).
26Gebruikershandleiding
Page 27
1.2.7 Detectiegeluid
1.2.7Detectiegeluid
1.2.7 Detectiegeluid
Wanneer u MJPEG-beelden bekijkt op de pagina voor één of voor meerdere camera's, kan uw computer een
geluid produceren om u te waarschuwen wanneer bewegingen worden geregistreerd of wanneer de externe
sensor wordt geactiveerd door een trigger.
Deze functie kan onafhankelijk worden ingesteld op elke computer waarmee de camera wordt opgeroepen
en functioneert afhankelijk van de status van de triggers (in- of uitgeschakeld) op de pagina [Buffer/Transfer]
van de camera.
1. Klik op terwijl u de pagina voor één camera of meerdere camera's bekijkt.
2. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. bij [Play Sound on Detection] selecteert u of uw computer een geluid moet afspelen om u te
waarschuwen wanneer bewegingen worden geregistreerd of wanneer de externe sensor wordt
geactiveerd door een trigger.
b. Bij [Sound File] klikt u op [Browse] en selecteert u het gewenste geluid (audiobestand).
•Hiervoor kunnen alleen .wav-bestanden in het PCM-formaat worden gebruikt.
•U kunt alleen bestanden selecteren die minder lang duren dan 10 seconden.
c. Bij [Playback Time] selecteert u de gewenste afspeeltijd.
d. bij [Motion Detection] en [Alarm] selecteert u of uw computer een geluid moet afspelen om u te
waarschuwen wanneer bewegingen worden geregistreerd of wanneer de externe sensor wordt
geactiveerd door een trigger.
3. Klik op [Save].
Gebruikershandleiding27
Page 28
1.2.7 Detectiegeluid
4. Klik op de vernieuwingsknop van uw webbrowser om de nieuwe instellingen toe te passen.
Opmerking
•U kunt het detectiegeluid instellen voor elke camera die wordt bekeken via het scherm met meerdere
camera's. Deze functie is echter niet beschikbaar wanneer [16 Screens] geselecteerd is.
•Voorbeeldaudiobestanden vindt u in de map [AudioSample] op de cd-rom.
28Gebruikershandleiding
Page 29
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken
1.2.8Audiofuncties
1.2.8 Audiofuncties
Terwijl u rechtstreekse beelden van de camera bekijkt, kunt u het geluid beluisteren via de microfoon van de
camera.
1. Controleer of de luisterknop () wordt weergegeven.
•U kunt het geluid dempen door op de luisterknop te drukken. Wanneer u dit doet, wijzigt het symbool
naar .
•Druk nogmaals op deze knop om het geluid opnieuw te beluisteren.
2. Regel het volume met de volumebalk ().
•Wanneer u MPEG-4-beelden bekijkt, wijzigt de vorm van de volumebalk ().
Opmerking
•Deze functie kan worden uitgeschakeld voor algemene gebruikers (zie Pagina 130) en voor
gastgebruikers (zie Pagina 133).
•Het geluid wordt mogelijk onderbroken of vertraagd weergegeven als gevolg van de prestaties van
uw pc, de netwerkomgeving, andere actieve programma's of meerdere geopende vensters. Sluit
andere programma's en vensters of verminder de maximale bandbreedte (zie Pagina 92 of Pagina 161)
voor de beste prestaties.
•Wanneer het beeld wordt vernieuwd (bv. bij voorkeuzeregistratie of bij het klikken op de vernieuwingsknop
van uw browser), wordt het volume opnieuw ingesteld op de middenpositie en wordt het dempen
uitgeschakeld (het geluid is dus weer hoorbaar).
•Wanneer u moeilijkheden ondervindt bij het gebruik van de audiofuncties, raadpleegt u 1.8 Audio
Issues in de Troubleshooting Guide.
Gebruikershandleiding29
Page 30
1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken
1.3 Beelden van meerde re camera's bekij ken
1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken
U kunt andere netwerkcamera's van Panasonic registreren bij deze camera (zie pagina 140) en de pagina
voor meerdere camera's gebruiken om beelden van meerdere camera's te bekijken. Na het registreren van
de andere camera's bij deze camera (u kunt tot 16 camera's registreren), volgt u de onderstaande procedure
om de camerabeelden te bekijken.
1. Roep de camera op (zie pagina 6).
2. Klik op het tabblad [Multi].
Het scherm met meerdere camera's
GHIJLM
A
B
C
D
E
F
Text OverlayText Overlay
Text OverlayText Overlay
KN
A. Knop volledig scherm (klik op deze knop om het beeld in 4:3 op het volledige scherm te zien; klik op
om terug te keren naar de normale modus)
B. Hiermee kunt u het aantal weergegeven camera's wijzigen
C. Hiermee kunt u de weergave wijzigen naar een andere set camera's
D. Hiermee kunt u het videoformaat selecteren van de weergegeven beelden of instellen hoe vaak de
camerabeelden worden vernieuwd
E. Hiermee kunt u de resolutie (het aantal pixels) instellen die per beeld worden weergegeven
F.Tekst op het beeld (zie pagina 136)
G. Datum en tijd op het beeld (zie pagina 136)
*1
*1
H. Fotoknop (zie pagina 24)
I.Luisterknop (zie Pagina 27)
30Gebruikershandleiding
Page 31
1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken
J. Volumebalk (zie Pagina 27)
K. Knop detectiegeluid (zie pagina 25)
*2
L. Cameranaam (zie pagina 140; klikken om het beeld van de geselecteerde camera in een nieuw venster
te bekijken)
M. Camerabeeld (klik ergens in het camerabeeld om de functie Klikken om te centreren te gebruiken
(zie pagina 23)
MPEG-4-beelden)
N. Status op het beeld (zie pagina 136)
*1 Informatie op het beeld wordt alleen weergegeven als dit werd ingesteld voor de camera (zie pagina 136). Bij andere camera's kan
geen informatie op het beeld worden weergegeven als de camera's die functie niet ondersteunen.
*2 Als de camera geen detectiegeluiden ondersteunt, is deze functie niet beschikbaar.
*3Deze functie is beschikbaar wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer u een camera bekijkt die pan- en kantelfuncties ondersteunt.
Opmerking
Algemene informatie
•Wanneer u beelden bekijkt op de pagina voor meerdere camera's, bedraagt de maximale
beeldresolutie 320 × 240.
•Wanneer [16 Screens] geselecteerd is als het aantal weergegeven camera's, worden alle beelden
weergegeven met een resolutie van 192 × 144 pixels, worden de beelden weergegeven als
stilstaande beelden en worden de audiobedieningselementen niet weergegeven.
•MPEG-4-beelden weergegeven op de pagina voor meerdere camera's worden gestreamd via het
HTTP-protocol.
•Wanneer de camera geconfigureerd is om MPEG-4-beelden weer te geven op de pagina met
meerdere camera's (zie pagina 136), is het mogelijk dat beelden van andere camera's worden
weergegeven in het MJPEG-formaat wanneer u deze oproept via HTTPS. Klik op de
vernieuwingsknop van uw webbrowser om MPEG-4-beelden weer te geven.
•Als een camera ingesteld voor de pagina voor meerdere camera's geconfigureerd is om geen
toegang te verlenen aan gastgebruikers, wordt een verificatievenster weergegeven voor die camera.
U dient een geldige gebruikersnaam en een geldig wachtwoord in te stellen om beelden te kunnen
bekijken van die camera.
•Als een camera ingesteld voor de pagina voor meerdere camera's geconfigureerd is om aan
algemene gebruikers of gastgebruikers geen toegang te verlenen tot bepaalde functies, zullen deze
functies niet beschikbaar zijn en zullen de overeenkomstige knoppen of bedieningselementen niet
worden weergegeven.
•Welke audiobedieningselementen worden weergegeven bij andere camera's hangt af van de
ondersteunde audiofuncties van die camera's.
•De vernieuwingssnelheid van het beeld kan variëren afhankelijk van de netwerkomstandigheden, de
prestaties van de pc, het aantal gebruikers van de camera's en het type objecten dat wordt bekeken.
•Wanneer u bewegende beelden bekijkt, raden wij u aan de camera's te verbinden via een
ethernetswitch in plaats van een repeater om de vernieuwingssnelheid van de beelden te verbeteren.
•Als algemene richtlijn kunt u stellen dat er ongeveer 3 tot 4 Mbps bandbreedte vereist is om het beeld
van 4 camera's weer te geven. Als u niet over voldoende bandbreedte beschikt, zal de
vernieuwingssnelheid afnemen.
•Wanneer u MJPEG-/JPEG-beelden bekijkt op de pagina voor meerdere camera's, wordt de
spreekknop grijs weergegeven bij camera's die geen luidsprekers ondersteunen.
•Wanneer u MPEG-4-beelden bekijkt op de pagina voor meerdere camera's, wordt de spreekknop
() niet weergegeven bij camera's die luidsprekers ondersteunen maar waarvoor de spreekfunctie
niet kan worden gebruikt.
*3
of gebruik uw muis om de digitale zoom te gebruiken bij het bekijken van MJPEG- of
*1
Gebruikershandleiding31
Page 32
1.2.8 Audiofuncties
Verwante instellingen
•De standaardinstellingen voor [Refresh Rate] en [Resolution] die worden gebruikt telkens wanneer u
de pagina voor meerdere camera's opent, kunnen worden gewijzigd (zie pagina 136).
•De beeldkwaliteit voor MJPEG- en stilstaande beelden kan niet rechtstreeks op de pagina voor
meerdere camera's worden aangepast. Deze instelling kunt u aanpassen op de pagina [Image
Display] (zie pagina 136).
•Om het dataverkeer te verminderen wanneer meerdere gebruikers de camera tegelijk gebruiken,
kunt u de camera configureren om automatisch over te schakelen van de weergave van bewegende
beelden naar stilstaande beelden. Stel de [Video Display Time] in voor algemene gebruikers (zie
pagina 130) en voor gastgebruikers (zie pagina 133).
•Wanneer de vernieuwingssnelheid te traag is, kunt u deze mogelijk verbeteren door de bandbreedte
te beperken (zie pagina 92 of pagina 161).
Wanneer een camerabeeld niet wordt weergegeven
•Controleer de instellingen op de configuratiepagina voor meerdere camera's (zie pagina 140).
•Wanneer u camera's configureert voor de pagina voor meerdere camera's, moet u ervoor zorgen dat de
camera's die u wilt oproepen via het internet geregistreerd zijn bij deze camera via hun algemeen
IP-adres. Lokale IP-adressen (zoals 192.168.xxx.xxx) kunnen niet worden gebruikt voor internettoegang.
1.4Maximaal aantal kijksessies
1.4 Maximaal aantal kijksessies
Het maximale aantal gebruikers dat rechtstreekse en gebufferde camerabeelden kan bekijken, hangt af van
het type beelden dat wordt bekeken, zoals omschreven in de volgende tabellen. Bijkomende gebruikers
krijgen een grijs scherm te zien.
Toegangsbeperkingen voor HTTP-verbindingen
Totaal aantal
BeeldformaatAantal gebruikers
MJPEGMax. 30
MPEG-4Max. 10
gebruikers (ongeacht
het beeldformaat)
Max. 30
Toegangsbeperkingen voor HTTPS-verbindingen
Totaal aantal
BeeldformaatAantal gebruikers
MJPEGMax. 10
MPEG-4Max. 5
gebruikers (ongeacht
het beeldformaat)
Max. 10
32Gebruikershandleiding
Page 33
2Triggers gebruiken om beelden te bufferen en over te zetten
2 Triggers gebruiken om beelden te bufferen
en over te zetten
De camera kan geconfigureerd worden om beelden te bufferen (camerabeelden tijdelijk opslaan in het
geheugen). U kunt deze beelden dan later bekijken wanneer u de camera gebruikt. De camera kan ook
geconfigureerd worden om beelden over te zetten via e-mail, FTP of HTTP.
Voor u de camera kunt configureren voor het bufferen van beelden, moet u beslissen welke methode de
camera zal gebruiken voor het bufferen of overzetten van beelden. Buffermethodes worden "triggers"
genoemd; u kunt tot 5 triggers instellen. Camerabeelden kunnen worden gebufferd of overgezet op basis van
de volgende triggers:
–Timer
Camerabeelden kunnen worden gebufferd of overgezet op specifieke tijdstippen en specifieke dagen.
–Alarm (externe sensor)
Camerabeelden kunnen worden gebufferd of overgezet wanneer de externe sensor van de camera wordt
geactiveerd door een trigger. U kunt eveneens de werkingstermijn van de camerasensor instellen.
–Bewegingsdetectie
Camerabeelden kunnen worden gebufferd of overgezet wanneer de camera bewegingen registreert
binnen het camerabeeld. U kunt eveneens de werkingstermijn van de bewegingsdetectiefunctie van de
camera instellen.
Opmerking
•De functies voor het bufferen en overzetten van beelden en de bewegingsdetectiefunctie zijn niet
ontworpen om te worden gebruikt als beveiliging of bewaking. Ons bedrijf kan niet worden
aansprakelijk gesteld voor feiten die voortvloeien uit het gebruik van deze functies.
•De camera past geen codering toe voor het verzenden van gebruikersnamen en wachtwoorden naar
uw FTP-, e-mail- of HTTP-server. Voorzichtigheid is geboden om onthulling van deze informatie te
verhinderen.
•Ter beveiliging raden wij u aan geregeld de gebruikersnamen en de wachtwoorden te wijzigen die
vereist zijn voor toegang tot uw FTP-, e-mail- en HTTP-server.
•Raadpleeg pagina 178 voor de beschikbare geheugencapaciteit van de camera voor het bufferen van
beelden.
•Als de camera wordt geactiveerd door een trigger en start met het bufferen of overzetten van
beelden, kan de camera niet opnieuw worden geactiveerd door een trigger tot het bufferen en
overzetten van de beelden voltooid is, zoals hieronder weergegeven.
De camera kan worden geactiveerd door een trigger.
De camera is bezig met het bufferen of overzetten van beelden en kan niet geactiveerd
worden door een trigger.
AB
A De camera wordt geactiveerd door een trigger. Het bufferen of overzetten start.
B Het bufferen of overzetten eindigt.
Volg de procedures in dit onderdeel om de camera te configureren voor het bufferen of overzetten van beelden.
Gebruikershandleiding33
Page 34
2.1 Een timertrigger instellen
2.1 Een timertrigger instellen
2.1 Een timertrigger instellen
Opmerking
•Wanneer u de instellingen voor een trigger wijzigt, worden alle gebufferde beelden in het interne
geheugen voor de geselecteerde trigger verwijderd. Bovendien is het mogelijk dat gebufferde
beelden van andere triggers ook worden verwijderd. Zie pagina 62 voor meer informatie.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
34Gebruikershandleiding
Page 35
3. Klik op een triggernummer (1–5).
4. Vink [Enable Image Buffer/Transfer] aan om de trigger in te schakelen.
2.1 Een timertrigger instellen
Gebruikershandleiding35
Page 36
2.1 Een timertrigger instellen
5. Selecteer [Timer] in het keuzemenu en klik vervolgens op [Next] om bijkomende instellingen door te
voeren (meer uitleg volgt hieronder), of klik op [Save] om af te sluiten.
6. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [Time] selecteert u de dagen van de week waarop de trigger actief moet zijn.
b. Selecteer het tijdstip waarop de trigger actief moet zijn of klik op [Always] om de trigger op de
geselecteerde dagen 24 uren te activeren.
c. Bij [Image Setting] selecteert u het gewenste beeldformaat, de gewenste beeldresolutie en de
gewenste beeldkwaliteit.
•Wanneer [MPEG-4] geselecteerd is, bevat het gebufferde MPEG-4-bestand audiogegevens van
de cameramicrofoon als deze is ingeschakeld.
•U kunt de beeldkwaliteit niet instellen wanneer [MPEG-4] geselecteerd is als beeldformaat.
•Wanneer u de trigger configureert voor het overzetten van beelden naar het e-mailadres van een
mobiele telefoon, stelt u de beeldresolutie in op 192 × 144 en de beeldkwaliteit op [Favor Motion]. Het
is mogelijk dat uw mobiele telefoon het beeld niet kan ontvangen als het beeldbestand te groot is.
d. Bij [Image Buffer Frequency] selecteert u de gewenste buffer- of overzetsnelheid.
•Deze instelling is niet beschikbaar wanneer [MPEG-4] geselecteerd is als beeldformaat.
36Gebruikershandleiding
Page 37
2.1 Een timertrigger instellen
e. Bij [Transfer Method] selecteert u de gewenste buffer- of overzetmethode.
•MPEG-4-beelden kunnen niet worden overgezet. Wanneer u MPEG-4-beelden buffert via de
timer, is [No Transfer, No Memory Overwrite] de enige beschikbare optie.
–[No Transfer, No Memory Overwrite]: beelden worden niet overgezet. Beelden worden gebufferd
tot het geheugen vol is.
–[No Transfer, Memory Overwrite]: beelden worden niet overgezet. Wanneer het geheugen vol is,
worden de oude beelden overschreven door de nieuwe.
–[FTP]: na het vastleggen van een beeld wordt het beeld overgezet naar de opgegeven FTP-site.
–[E-mail]: na het vastleggen van een beeld wordt het beeld verzonden naar het opgegeven e-
mailadres.
–[HTTP]: na het vastleggen van een beeld wordt het beeld overgezet naar de opgegeven website.
7. Volg de onderstaande procedure gebaseerd op de instellingen die u hebt doorgevoerd bij [Transfer Method].
a. Als u ervoor hebt gekozen om beelden niet over te zetten (en deze dus alleen te bufferen), klikt u op
[Save] om af te sluiten.
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
b. Als u ervoor gekozen hebt om beelden over te zetten via FTP, e-mail of HTTP, klikt u op [Next].
•De overeenkomstige pagina met overzetinstellingen wordt weergegeven.
–Zie pagina 44 voor overzetten via FTP.
–Zie pagina 46 voor overzetten via e-mail.
–Zie pagina 49 voor overzetten via HTTP.
Opmerking
•Om er zeker van te zijn dat deze functie naar behoren werkt, dient u ervoor te zorgen dat de datum
en tijd correct zijn ingesteld op de camera (zie pagina 120).
•Houd er bij het selecteren van de buffer- of overzetsnelheid rekening mee dat de werkelijke snelheid
mogelijk trager ligt, afhankelijk van de netwerkomstandigheden, het aantal gebruikers van de
camera's en het type objecten dat wordt bekeken.
•Wanneer de camera geconfigureerd is om beelden in MPEG-4-formaat te bufferen, zal de framesnelheid
afnemen bij het bekijken van MPEG-4-beelden op de pagina's voor één en meerdere camera's.
Gebruikershandleiding37
Page 38
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
2.2Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
Opmerking
•Wanneer u de instellingen voor een trigger wijzigt, worden alle gebufferde beelden in het interne
geheugen voor de geselecteerde trigger verwijderd. Bovendien is het mogelijk dat gebufferde
beelden van andere triggers ook worden verwijderd. Zie pagina 62 voor meer informatie.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
38Gebruikershandleiding
Page 39
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
3. Klik op een triggernummer (1–5).
4. Vink [Enable Image Buffer/Transfer] aan om de trigger in te schakelen.
5. Selecteer [Alarm] of [Motion Detection] in het keuzemenu en klik vervolgens op [Next].
•Als u [Alarm] hebt geselecteerd, selecteert u [Rising: GND to Open (High).] (logisch HOOG) of
[Falling: Open (High) to GND.] (logisch LAAG) als schakelkenmerk van de sensor. Raadpleeg de
Installation Guide voor meer informatie.
•Zie Pagina 64 voor meer informatie over de manier waarop de bewegingsdetectiefunctie bewegingen
registreert en het regelen van de gevoeligheid van de bewegingsdetectiefunctie.
Gebruikershandleiding39
Page 40
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
40Gebruikershandleiding
Page 41
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
6. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [Time] selecteert u de dagen van de week waarop de trigger actief moet zijn.
b. Selecteer het tijdstip waarop de trigger actief moet zijn of klik op [Always] om de trigger op de
geselecteerde dagen 24 uren te activeren.
c. Bij [Image Setting] selecteert u het gewenste beeldformaat, de gewenste beeldresolutie en de
gewenste beeldkwaliteit.
•Wanneer [MPEG-4] geselecteerd is, bevat het gebufferde MPEG-4-bestand audiogegevens van
de cameramicrofoon als deze is ingeschakeld.
•U kunt de beeldkwaliteit niet instellen wanneer [MPEG-4] geselecteerd is als beeldformaat.
•Wanneer u de trigger configureert voor het overzetten van beelden naar het e-mailadres van een
mobiele telefoon, stelt u de beeldresolutie in op 192 × 144 en de beeldkwaliteit op [Favor Motion].
Het is mogelijk dat uw mobiele telefoon het beeld niet kan ontvangen als het beeldbestand te groot is.
d. Alleen BL-C121: bij [External Output] selecteert u de gewenste duur voor het inschakelen van de uitgangen
van de interface voor externe invoer/uitvoer wanneer de camera wordt geactiveerd door een trigger.
e. Bij [Image Buffer Frequency] selecteert u de gewenste buffer- of overzetsnelheid.
Als u [MPEG-4] hebt geselecteerd
Selecteer hoeveel seconden bewegende beelden u wilt opslaan. Met deze instelling kunt u
camerabeelden bekijken vanaf het punt waarop de camera werd geactiveerd door een trigger.
Als u [JPEG] hebt geselecteerd
Om de camera te configureren zodat beelden worden gebufferd en overgezet nog vóór de camera
werd geactiveerd door een trigger, klikt u op [Enable Pre-trigger Image Buffer] en selecteert u de
beeldbuffer- of overzetsnelheid en het totale aantal beelden dat moet worden gebufferd of overgezet.
Met deze instelling kunt u camerabeelden bekijken tot aan het punt waarop de camera werd
geactiveerd door een trigger.
Om de camera te configureren zodat beelden worden gebufferd en overgezet nadat de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Enable Post-trigger Image Buffer] en selecteert u de beeldbuffer- of
overzetsnelheid en het totale aantal beelden dat moet worden gebufferd of overgezet. Met deze instelling
kunt u camerabeelden bekijken vanaf het punt waarop de camera werd geactiveerd door een trigger.
f.Bij [Sensor deactivation time setting] selecteert u de duur die moet verstreken zijn na een detectie
vooraleer deze trigger een nieuwe detectie kan registreren.
•Als de camera vaak wordt geactiveerd door een trigger, zullen er veel beelden worden gebufferd
of overgezet. Als deze beelden bijvoorbeeld worden overgezet naar een mobiele telefoon via
e-mail, kunnen de telefoonkosten hoog oplopen. Het is daarom aan te raden deze instelling te
gebruiken om het aantal gebufferde en overgezette beelden te verminderen.
•Beelden worden niet gebufferd of overgezet tijdens de deactivatietijd. Het is dus mogelijk dat vooraf
gebufferde beelden van de volgende detectie niet gebufferd of overgezet worden. Als deze parameter
bijvoorbeeld ingesteld is op [10 s] en de camera geconfigureerd is om 1 beeld per seconde te bufferen
en 10 beelden op te slaan vóór de detectie (dus beelden te bufferen gedurende 10 seconden), zal de
camera geen beelden bufferen of overzetten als deze wordt geactiveerd door een trigger binnen de
10 seconden na de vorige trigger. De beelden kunnen in dit geval alleen worden gebufferd of
overgezet wanneer 10 seconden verstreken zijn na de vorige trigger.
De camera kan worden geactiveerd door een trigger.
De camera is bezig met het bufferen of overzetten van beelden en kan niet geactiveerd
worden door een trigger.
Deactivatietijd; de camera kan niet worden geactiveerd door een trigger.
Gebruikershandleiding41
Page 42
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
ABC
A De camera wordt geactiveerd door een trigger. Het bufferen of overzetten start. Er worden
geen nieuwe beelden gebufferd of overgezet.
B Het bufferen of overzetten eindigt; de deactivatietijd start. Er worden geen nieuwe beelden
gebufferd of overgezet.
C De deactivatietijd eindigt. De camera kan opnieuw beelden bufferen of overzetten.
g. Bij [Transfer Method] selecteert u de gewenste overzetmethode.
•MPEG-4-beelden kunnen niet worden overgezet.
–[No Transfer, No Memory Overwrite]: beelden worden niet overgezet. Beelden worden gebufferd
tot het geheugen vol is.
–[No Transfer, Memory Overwrite]: beelden worden niet overgezet. Wanneer het geheugen vol is,
worden de oude beelden overschreven door de nieuwe.
–[FTP]: nadat de camera wordt geactiveerd door een trigger, worden beelden overgezet naar de
opgegeven FTP-site.
–[E-mail]: nadat de camera wordt geactiveerd door een trigger, worden beelden verzonden naar
het opgegeven e-mailadres.
–[HTTP]: nadat de camera wordt geactiveerd door een trigger, worden beelden overgezet naar de
opgegeven website.
h. Bij [Send Notification When Triggered] selecteert u de gewenste methode voor het ontvangen van
een waarschuwing wanneer de camera wordt geactiveerd door een trigger, of selecteert u [Disable].
7. Volg de onderstaande procedure gebaseerd op de instellingen die u hebt doorgevoerd bij [Transfer
Method] en [Send Notification When Triggered].
a. Als u ervoor hebt gekozen om beelden niet over te zetten en geen waarschuwing te verzenden
wanneer de camera wordt geactiveerd door een trigger, klikt u op [Save] om af te sluiten.
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
b. Als u ervoor gekozen hebt om beelden over te zetten via FTP, e-mail of HTTP, klikt u op [Next].
•De overeenkomstige pagina met overzetinstellingen wordt weergegeven.
–Zie pagina 44 voor overzetten via FTP.
–Zie pagina 46 voor overzetten via e-mail.
–Zie pagina 49 voor overzetten via HTTP.
c. Als u ervoor hebt gekozen om beelden niet over te zetten maar wel een waarschuwing te verzenden,
klikt u op [Next].
•De overeenkomstige pagina met waarschuwingsinstellingen wordt weergegeven.
–Zie pagina 52 voor waarschuwing via e-mail.
–Zie pagina 55 voor waarschuwing via HTTP.
Opmerking
•De scherminhoud verschilt naargelang het modelnummer.
•Om er zeker van te zijn dat deze functie naar behoren werkt, dient u ervoor te zorgen dat de datum
en tijd correct zijn ingesteld op de camera (zie pagina 120).
42Gebruikershandleiding
Page 43
2.2 Een alarm- of bewegingsdetectietrigger instellen
•Houd er bij het selecteren van de buffer- of overzetsnelheid rekening mee dat de werkelijke snelheid
mogelijk trager ligt, afhankelijk van de netwerkomstandigheden, het aantal gebruikers van de
camera's en het type objecten dat wordt bekeken.
•Wanneer de camera geconfigureerd is om beelden in MPEG-4-formaat te bufferen, zal de framesnelheid
afnemen bij het bekijken van MPEG-4-beelden op de pagina's voor één en meerdere camera's.
Gebruikershandleiding43
Page 44
2.3 Een trigger in- en uitschakelen
2.3 Een trigger in- en u itschakelen
2.3 Een trigger in- en uitschakelen
Wanneer u een trigger voor het bufferen van beelden hebt ingesteld, kunt u de trigger deactiveren om deze
tijdelijk uit te schakelen of activeren om deze weer in te schakelen. Wanneer een trigger uitgeschakeld is, zal
deze geen beelden bufferen, overzetten of een waarschuwing zenden.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
3. Klik op een triggernummer (1–5).
4. Vink [Enable Image Buffer/Transfer] uit om de trigger uit te schakelen.
•Om een uitgeschakelde trigger weer in te schakelen, vinkt u [Enable Image Buffer/Transfer] aan.
5. Klik op [Save].
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
44Gebruikershandleiding
Page 45
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
2.4De camera configure ren voor het overze tten van beelden
2.4 De camera configureren voor het overzetten van
beelden
Wanneer u de timer, externe sensor of bewegingsdetectietriggers van de camera configureert, kunt u kiezen
om de vastgelegde beelden over te zetten via FTP (zie pagina 44), e-mail (zie pagina 46) of HTTP (zie pagina 49).
Wanneer een beeld met succes is overgezet, wordt het verwijderd.
Gebruikershandleiding45
Page 46
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
2.4.1 Beelden overze tten via FTP
2.4.1 Beelden overzetten via FTP
Het volgende scherm wordt weergegeven als u ervoor kiest beelden over te zetten via FTP en u daarvoor
een timer-, externe sensor- of bewegingsdetectietrigger instelt (zie pagina 32 of pagina 36). Volg de
onderstaande procedure om de camera te configureren om beelden over te zetten naar een FTP-site.
Vraag de nodige instellingen aan de beheerder van de FTP-server.
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Voer het IP-adres of de hostnaam
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 21 wordt normaal gebruikt voor FTP).
c. Voer de inlognaam
d. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
e. Selecteer de gewenste instelling voor [Login Timing].
–[Every Time]: telkens wanneer de camera een beeld overzet naar de server logt deze in op de server.
–[One Time]: de camera logt in op de server en blijft gedurende ongeveer 1 minuut ingelogd (tenzij
een nieuwe overdracht start voor deze tijd verstreken is). Dit kan de overzettijd verminderen
wanneer verschillende beelden op een korte tijd worden overgezet.
f.Voer de gewenste naam
bestanden worden onder deze naam opgeslagen.
•U kunt bestaande mappen op de server specificeren door "\" in te voeren vóór de gewenste
bestandsnaam. Voorbeeld: als u "CameraImages\Image" invoert, zal de camera beelden
uploaden naar de map "CameraImages" en de bestanden opslaan onder de naam "Image".
46Gebruikershandleiding
*1
in voor de overgezette bestanden (max. 234 tekens). Overgezette
*1
van de FTP-server in.
Page 47
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
g. Selecteer de gewenste instelling voor [Overwrite setting].
–[Overwrite File]: het bestand op de server wordt overschreven door het bestand dat wordt
geüpload door de camera. Er wordt dus maar 1 bestand opgeslagen op de server.
–[Save as New File with Time Stamp]: er wordt een tijdstempel toegevoegd aan het einde van de
bestandsnaam, waardoor meerdere bestanden kunnen worden opgeslagen op de server.
Voorbeeld: als u de bestandsnaam "Image" kiest, kan een geüpload bestand worden opgeslagen
als "Image20061231173020500".
De notatiewijze van de tijdstempel is Jaar/Maand/Dag/24-urentijd/Seconde/Milliseconde.
Voor dit voorbeeld betekent dit dat het bestand werd opgeslagen op 31 december 2006,
om 17u30, 20 seconden en 500 milliseconden. Als u de camera configureert zodat de
tijdinstelling aangepast wordt aan de zomertijd (zie pagina 120), wordt een "s" ingevoegd tussen
de datum en het tijdstip van de tijdstempel.
h. Selecteer de overzetmethode voor het uploaden van bestanden naar de server.
•Normaal selecteert u [Passive Mode]. Als de bestanden niet correct worden geüpload, wijzigt u
de instelling naar [Active Mode].
2. Volg de onderstaande procedure gebaseerd op de instellingen die u hebt doorgevoerd bij het
configureren van de trigger.
a. Als u ervoor hebt gekozen om geen waarschuwing te verzenden wanneer de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Save] en daarna op [Go to Trigger page].
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
b. Als u ervoor hebt gekozen om een waarschuwing te verzenden wanneer de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Next].
•De overeenkomstige pagina met waarschuwingsinstellingen wordt weergegeven.
–Zie pagina 52 voor waarschuwing via e-mail.
–Zie pagina 55 voor waarschuwing via HTTP.
*1 [Space], [“], [’], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
*2 [“] kan niet worden gebruikt.
Gebruikershandleiding47
Page 48
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
2.4.2 Beelden overze tten via e-mail
2.4.2 Beelden overzetten via e-mail
Het volgende scherm wordt weergegeven als u ervoor kiest beelden over te zetten via e-mail en u daarvoor
een timer-, externe sensor- of bewegingsdetectietrigger instelt (zie pagina 32 of pagina 36). Volg de
onderstaande procedure om de camera te configureren om beelden te verzenden naar een e-mailadres.
Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste instellingen.
Opmerking
•Om te verhinderen dat camerabeelden worden verzonden naar een verkeerde bestemmeling, dient u
ervoor te zorgen dat u het doeladres correct invoert.
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [E-mail Transfer] voert u het IP-adres of de hostnaam
uitgaande mail).
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
•Met deze functie kunnen geen beelden worden overgezet naar mailservers die gebruik maken
van een webbrowser, zoals Hotmail®.
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 25 wordt normaal gebruikt voor het
verzenden van e-mail).
c. Voer het antwoordadres
werd verzonden.
•Om spamberichten te verminderen blokkeren vele internetproviders e-mails die via de
SMTP-server worden verzonden met een e-mailadres dat niet aan de SMTP-server gekoppeld is.
Daarom raden wij u aan om hier het e-mailadres in te voeren dat u van uw internetprovider hebt
gekregen.
d. Voer het doeladres
48Gebruikershandleiding
*2
in dat aan de ontvanger wordt getoond als het adres waarmee de e-mail
*2
in. U kunt tot 3 adressen invoeren.
*1
in van de SMTP-server (server voor
Page 49
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
e. Voer het onderwerp
*2
in dat zal worden weergegeven bij e-mailberichten die door de camera worden
verzonden (max. 44 tekens).
•De datum en de tijd (24-uursformaat) worden automatisch toegevoegd aan het onderwerp.
Voorbeeld: als u "Camera" invoert als onderwerp, kan een e-mail worden verzonden met het
onderwerp "Camera:20061231173020500".
De notatiewijze van de tijdstempel is Jaar/Maand/Dag/24-urentijd/Seconde/Milliseconde.
Voor dit voorbeeld betekent dit dat het bestand werd opgeslagen op 31 december 2006, om
17u30, 20 seconden en 500 milliseconden. Als u de camera configureert zodat de tijdinstelling
aangepast wordt aan de zomertijd (zie pagina 120), wordt een "s" ingevoegd tussen de datum en
het tijdstip van de tijdstempel.
•Da datum en tijd worden ook gebruikt als naam voor het verzonden bestand (bv. 20061231173020500.jpg).
f.Voer de tekst
*2
in die zal worden weergegeven als hoofdtekst van e-mailberichten die door de
camera worden verzonden (max. 63 tekens).
•U kunt geen regeleindes gebruiken.
2. Bij [How to authenticate] selecteert u de verificatiemethode die bij uw internetprovider vereist is voor het
verzenden van e-mailberichten. Voer indien nodig de gevraagde instellingen in.
–[No authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail geen verificatie vereist
voor het verzenden van e-mailberichten.
–[POP before SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail POP
before SMTP-verificatie vereist voor het verzenden van e-mailberichten. De volgende instellingen zijn
ook vereist. Voer dezelfde instellingen in als voor het ontvangen van e-mail.
a. Voer het IP-adres of de hostnaam
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
*1
in van de POP3-server (server voor inkomende mail).
Gebruikershandleiding49
Page 50
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 110 wordt normaal gebruikt
voor POP3).
c. Voer de inlognaam
d. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
–[SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail SMTP-verificatie
vereist voor het verzenden van e-mailberichten. De volgende instellingen zijn ook vereist. Voer
dezelfde instellingen in als voor het verzenden van e-mail.
a. Voer de inlognaam
b. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
•De camera ondersteunt LOGIN-, PLAIN- en CRAM-MD5-verificatie.
3. Volg de onderstaande procedure gebaseerd op de instellingen die u hebt doorgevoerd bij het
configureren van de trigger.
a. Als u ervoor hebt gekozen om geen waarschuwing te verzenden wanneer de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Save] en daarna op [Go to Trigger page].
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
b. Als u ervoor hebt gekozen om een waarschuwing te verzenden wanneer de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Next].
•De overeenkomstige pagina met waarschuwingsinstellingen wordt weergegeven.
–Zie pagina 52 voor waarschuwing via e-mail.
–Zie pagina 55 voor waarschuwing via HTTP.
*1 [Space], [“], [’], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
*2 [“] kan niet worden gebruikt.
50Gebruikershandleiding
Page 51
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
2.4.3 Beelden overzetten via HTTP
2.4.3 Beelden overzetten via HTTP
Het volgende scherm wordt weergegeven als u ervoor kiest beelden over te zetten via HTTP en u daarvoor
een timer-, externe sensor- of bewegingsdetectietrigger instelt (zie pagina 32 of pagina 36). Volg de
onderstaande procedure om de camera te configureren om beelden over te zetten naar een HTTP-site.
Vraag de nodige instellingen aan de beheerder van de HTTP-server.
Opmerking
•Als het netwerk van uw camera gebruik maakt van een proxyserver, moeten de benodigde
proxyserverinstellingen worden doorgevoerd op de pagina [Network (IPv4)] om beelden te kunnen
overzetten via HTTP (zie pagina 97).
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Voer de URL van de HTTP-server in (max. 255 tekens).
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 80 wordt normaal gebruikt voor HTTP).
c. Voer de inlognaam
d. Voer het wachtwoord
e. Voer de gewenste naam
bestanden worden onder deze naam opgeslagen.
•U kunt bestaande mappen op de server specificeren door "\" in te voeren vóór de gewenste
bestandsnaam. Voorbeeld: als u "CameraImages\Image" invoert, zal de camera beelden
uploaden naar de map "CameraImages" en de bestanden opslaan onder de naam "Image".
*1
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*1
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*1
in voor de overgezette bestanden (max. 234 tekens). Overgezette
f.Selecteer de gewenste instelling voor [Overwrite setting].
–[Overwrite File]: het bestand op de server wordt overschreven door het bestand dat wordt
geüpload door de camera. Er wordt dus maar 1 bestand opgeslagen op de server.
Gebruikershandleiding51
Page 52
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden
–[Save as New File with Time Stamp]: er wordt een tijdstempel toegevoegd aan het einde van de
bestandsnaam, waardoor meerdere bestanden kunnen worden opgeslagen op de server.
Voorbeeld: als u de bestandsnaam "Image" kiest, kan een geüpload bestand worden opgeslagen
als "Image20061231173020500".
De notatiewijze van de tijdstempel is Jaar/Maand/Dag/24-urentijd/Seconde/Milliseconde.
Voor dit voorbeeld betekent dit dat het bestand werd opgeslagen op 31 december 2006, om
17u30, 20 seconden en 500 milliseconden. Als u de camera configureert zodat de tijdinstelling
aangepast wordt aan de zomertijd (zie pagina 120), wordt een "s" ingevoegd tussen de datum en
het tijdstip van de tijdstempel.
2. Volg de onderstaande procedure gebaseerd op de instellingen die u hebt doorgevoerd bij het
configureren van de trigger.
a. Als u ervoor hebt gekozen om geen waarschuwing te verzenden wanneer de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Save] en daarna op [Go to Trigger page].
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
b. Als u ervoor hebt gekozen om een waarschuwing te verzenden wanneer de camera wordt
geactiveerd door een trigger, klikt u op [Next].
•De overeenkomstige pagina met waarschuwingsinstellingen wordt weergegeven.
–Zie pagina 52 voor waarschuwing via e-mail.
–Zie pagina 55 voor waarschuwing via HTTP.
*1 [“] kan niet worden gebruikt.
52Gebruikershandleiding
Page 53
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen
2.5De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen
2.5 De camera configureren voor het verzenden van
triggerwaarschuwingen
Wanneer u camera configureert om beelden te bufferen of over te zetten via de externe sensor of de
bewegingsdetectiefunctie, kunt u kiezen om waarschuwingen te verzenden via e-mail (zie pagina 52) of
HTTP (zie pagina 55) wanneer de camera wordt geactiveerd door een trigger.
Opmerking
•Waarschuwingen kunnen niet worden verzonden wanneer u beelden buffert of overzet via de timer.
•Het is ook mogelijk om een keer per dag een log met triggerwaarschuwingen te verzenden (zie pagina 66).
Gebruikershandleiding53
Page 54
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen
2.5.1Triggerwaarschuwingen verzenden via e-mail
2.5.1 Triggerwaarschuwingen verzenden via e-mail
Als u [Send E-mail Notification] selecteert, wordt het volgende scherm weergegeven wanneer u de camera
configureert om beelden te bufferen of over te zetten via de externe sensor of bewegingsdetectie (zie pagina 36).
Volg de onderstaande procedure om triggerwaarschuwingen te verzenden via e-mail. Raadpleeg uw
internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste instellingen.
Opmerking
•Om te verhinderen dat triggerwaarschuwingen worden verzonden naar een verkeerde bestemmeling,
dient u ervoor te zorgen dat u het doeladres correct invoert.
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [E-mail Notification When Triggered] voert u het IP-adres of de hostnaam
(server voor uitgaande mail).
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
•Met deze functie kunnen geen beelden worden overgezet naar mailservers die gebruik maken
van een webbrowser, zoals Hotmail.
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 25 wordt normaal gebruikt voor het
verzenden van e-mail).
c. Voer het antwoordadres
werd verzonden.
•Om spamberichten te verminderen blokkeren vele internetproviders e-mails die via de
SMTP-server worden verzonden met een e-mailadres dat niet aan de SMTP-server gekoppeld is.
Daarom raden wij u aan om hier het e-mailadres in te voeren dat u van uw internetprovider hebt
gekregen.
54Gebruikershandleiding
*2
in dat aan de ontvanger wordt getoond als het adres waarmee de e-mail
*1
in van de SMTP-server
Page 55
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen
d. Voer het doeladres
e. Voer het onderwerp
*2
in. U kunt tot 3 adressen invoeren.
*2
in dat zal worden weergegeven bij e-mailberichten die door de camera worden
verzonden (max. 44 tekens).
•De datum en de tijd (24-uursformaat) worden automatisch toegevoegd aan het onderwerp.
Voorbeeld: als u "CameraNotification" invoert als onderwerp, kan een e-mail worden verzonden
met het onderwerp "CameraNotification:20061231173020500".
De notatiewijze van de tijdstempel is Jaar/Maand/Dag/24-urentijd/Seconde/Milliseconde.
Voor dit voorbeeld betekent dit dat de camera werd geactiveerd door een trigger op 31 december
2006, om 17u30, 20 seconden en 500 milliseconden. Als u de camera configureert zodat de
tijdinstelling aangepast wordt aan de zomertijd (zie pagina 120), wordt een "s" ingevoegd tussen
de datum en het tijdstip van de tijdstempel.
f.Voer de tekst
*2
in die zal worden weergegeven als hoofdtekst van e-mailberichten die door de
camera worden verzonden (max. 63 tekens).
•U kunt geen regeleindes gebruiken.
2. Bij [How to authenticate] selecteert u de verificatiemethode die bij uw internetprovider vereist is voor het
verzenden van e-mailberichten. Voer indien nodig de gevraagde instellingen in.
–[No authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail geen verificatie vereist
voor het verzenden van e-mailberichten.
–[POP before SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail POP
before SMTP-verificatie vereist voor het verzenden van e-mailberichten. De volgende instellingen zijn
ook vereist. Voer dezelfde instellingen in als voor het ontvangen van e-mail.
a. Voer het IP-adres of de hostnaam
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
*1
in van de POP3-server (server voor inkomende mail).
Gebruikershandleiding55
Page 56
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 110 wordt normaal gebruikt
voor POP3).
c. Voer de inlognaam
d. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
–[SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail SMTP-verificatie
vereist voor het verzenden van e-mailberichten. De volgende instellingen zijn ook vereist. Voer
dezelfde instellingen in als voor het verzenden van e-mail.
a. Voer de inlognaam
b. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
•De camera ondersteunt LOGIN-, PLAIN- en CRAM-MD5-verificatie.
3. Klik op [Save] en vervolgens op [Go to Trigger page].
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
*1 [Space], [“], [’], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
*2 [“] kan niet worden gebruikt.
56Gebruikershandleiding
Page 57
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen
2.5.2Triggerwaarschuwingen verzenden via HTTP
2.5.2 Triggerwaarschuwingen verzenden via HTTP
Als u [Send HTTP Notification] selecteert, wordt het volgende scherm weergegeven wanneer u de camera
configureert om beelden te bufferen of over te zetten via de externe sensor of bewegingsdetectie (zie pagina 36).
Volg de onderstaande procedure om triggerwaarschuwingen te verzenden via HTTP.
Opmerking
•Als het netwerk van uw camera gebruik maakt van een proxyserver, moeten de benodigde
proxyserverinstellingen worden doorgevoerd op de pagina [Network (IPv4)] om beelden te kunnen
overzetten via HTTP (zie pagina 97).
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Voer de URL van de HTTP-server in (max. 255 tekens).
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 80 wordt normaal gebruikt voor HTTP).
c. Voer de inlognaam
d. Voer het wachtwoord
e. Voer het pad
*1
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*1
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*1
in naar het gewenste CGI-bestand op de server.
2. Klik op [Save] en vervolgens op [Go to Trigger page].
•Alle beelden die gebufferd zijn in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger worden
verwijderd wanneer u klikt op [Save].
*1 [“] kan niet worden gebruikt.
Gebruikershandleiding57
Page 58
2.6 Gebufferde beelden bekijken
2.6 Gebufferde beelden bekijken
2.6 Gebufferde beelden bekijken
Als u de camera hebt geconfigureerd om beelden te bufferen (zie pagina 32 of pagina 36), kunt u deze beelden
achteraf bekijken.
Opmerking
•Als u de camera hebt geconfigureerd om beelden over te zetten via FTP, e-mail of HTTP, worden de
beelden verwijderd wanneer deze met succes werden overgezet. Deze beelden kunt u bijgevolg niet
bekijken via de onderstaande procedure.
•Wanneer u MPEG-4-beelden buffert, kunnen deze bewegende beelden niet worden bekeken
vooraleer het bufferen voltooid is. Het bufferen wordt in de volgende situaties beëindigd:
–Wanneer de camera beelden gebufferd heeft na een alarm of bewegingsdetectie gedurende de
tijd ingesteld bij [Image Buffer Frequency].
–Wanneer het geheugen vol is (maximaal 1 minuut bij het bufferen van beelden naar het interne
geheugen).
1. Klik op het tabblad [Buffered Image].
•Het oudste gebufferde beeld voor triggers 1–5 wordt weergegeven.
•Als een beeld in MPEG-4-formaat werd gebufferd, wordt een zwart scherm weergegeven.
•Als een trigger uitgeschakeld is of als de trigger nog geen beelden heeft gebufferd, wordt een grijs
scherm weergegeven.
•De datum en tijd, status en tekst worden mogelijk op gebufferde beelden weergegeven afhankelijk
van de [Overlay Setting] (zie pagina 136). Zie pagina 8 voor een voorbeeld van informatie op het
camerabeeld.
1. Timer2. Alarm3. Motion Detection
4. Timer5. Timer
2. Klik op de titel van de trigger die overeenstemt met de gebufferde beelden die u wilt bekijken.
58Gebruikershandleiding
Page 59
2.6 Gebufferde beelden bekijken
Gebufferde JPEG-beelden bekijken en downloaden (bewegende en
stilstaande beelden)
A
B
C
D
E
F
A. De start- en einddatum en -tijd waarop het beeld werd gebufferd
B. Camerabeeld
C. De datum en tijd wanneer het weergegeven beeld werd gebufferd, het nummer van het huidige beeld en
het totale aantal gebufferde beelden
D. Bedieningselementen voor het afspelen (zie uitleg hieronder)
E. Klik hier om te selecteren hoeveel beelden worden gedownload wanneer u op [Download] klikt
F. Klik hier om het geselecteerde aantal beelden te downloaden
Beelden afspelen
[Play]: alle gebufferde beelden worden in volgorde afgespeeld, te beginnen met het huidige beeld
[First] of [Last]: het eerste of laatste beeld wordt weergegeven
[<100], [<10], [<1]: "terugspoelen" met het overeenkomstige aantal beelden
[100>], [10>], [1>]: "vooruitspoelen" met het overeenkomstige aantal beelden
Opmerking
•De datum, de tijd en het nummer van het beeld worden tijdens het afspelen niet weergegeven.
•De digitale zoomfunctie (zie pagina 22) kan tijdens het afspelen worden gebruikt.
•De scherminhoud verschilt naargelang het modelnummer.
Gebruikershandleiding59
Page 60
2.6 Gebufferde beelden bekijken
Beelden downloaden
Selecteer het aantal beelden dat u wilt downloaden, klik op [Download] en specificeer een locatie op uw pc
om de beelden op te slaan. Het geselecteerde aantal beelden wordt gedownload, te beginnen met het huidig
weergegeven beeld. U kunt alle beelden, te beginnen met het huidige beeld tot en met het laatste beeld,
opslaan door [remaining] te selecteren. De beelden worden opgeslagen in PNC-formaat. U kunt ze
eenvoudig bekijken met de Network Camera SD Viewer, die u kunt downloaden van de website "Network
Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/support/netwkcam/support/info.html).
U kunt ook een stilstaande beeld downloaden door met de rechter muisknop te klikken op het beeld en
[Save Picture As...] te selecteren.
Opmerking
•Het aantal simultane kijksessies is beperkt. Wanneer het maximale aantal gebruikers overschreden is
(zie de tabellen op pagina 30), krijgen bijkomende gebruikers een grijs scherm te zien.
Gebufferde MPEG-4-beelden bekijken en downloaden
A
B
C
D
E
A. De start- en einddatum en -tijd waarop het beeld werd gebufferd
B. Camerabeeld
C. Bedieningselementen voor Windows Media® Player (raadpleeg het helpbestand van Windows Media
Player voor meer informatie)
60Gebruikershandleiding
Page 61
2.6 Gebufferde beelden bekijken
D. Bedieningselementen voor het afspelen (zie uitleg hieronder)
E. Downloadknop
Bewegende beelden afspelen
[Play]: alle gebufferde MPEG-4-bestanden worden in volgorde afgespeeld, te beginnen met het huidige bestand
[First] of [Last]: het eerste of laatste bestand wordt afgespeeld
[<10], [<1]: "terugspoelen" met het overeenkomstige aantal bestanden
[10>], [1>]: "vooruitspoelen" met het overeenkomstige aantal bestanden
Opmerking
•Een videobestand kan niet worden afgespeeld wanneer het nog wordt opgenomen.
•U moet de G.726-audiocodec downloaden en installeren op uw pc om gebufferde bewegende
beelden te kunnen bekijken. Klik op de koppeling onder [If images are not displayed or audio cannot
be heard, click here.] om informatie over de codec te bekijken en de codec te downloaden.
•De datum, de tijd en het nummer van het bestand worden tijdens het afspelen niet weergegeven.
•Als u klikt op [Play] om alle MPEG-4-bestanden af te spelen, is het mogelijk dat het afspelen in het
midden van een bestand stopt wanneer u Windows Vista gebruikt. Klik in dit geval op de afspeelknop
in Windows Media Player om het afspelen verder te zetten.
•De scherminhoud verschilt naargelang het modelnummer.
Bewegende beelden downloaden
Klik op [Download] en specificeer een locatie op uw pc om het bestand op te slaan. Het huidige videobestand
wordt op uw pc opgeslagen in het ASF-formaat (Advanced Streaming Format), een bestandsformaat dat
wordt gebruikt door Windows Media. U kunt de videobestanden later bekijken met Windows Media Player.
Opmerking
•De maximale lengte van bewegende beelden die kunnen worden gebufferd in het interne geheugen
van de camera, evenals het totale aantal bewegende beelden dat kan worden gebufferd in het interne
geheugen van de camera, varieert afhankelijk van de beeldresolutie, de instellingen voor framesnelheid
en bitsnelheid van de MPEG-4-bestanden en de inhoud van de gebufferde bewegende beelden.
•Raadpleeg de ondersteuningswebsite "Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/
support/netwkcam/support/info.html) voor meer informatie over het downloaden of bekijken van
gebufferde MPEG-4-beelden.
Gebruikershandleiding61
Page 62
2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen
2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijde ren
2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen
U kunt alle beelden in het interne geheugen van de camera die werden gebufferd door een specifieke trigger
verwijderen.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
62Gebruikershandleiding
Page 63
2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen
3. Klik op een triggernummer (1–5).
4. Klik op [Delete Buffered Images].
5. Klik op [OK].
Opmerking
•De volgende handelingen zorgen er ook voor dat alle gebufferde beelden in het interne geheugen
worden verwijderd:
–De camera uitschakelen.
–De pagina voor datum en tijd opslaan.
–De camera herstarten, de firmware bijwerken of de fabrieksinstellingen herstellen.
Gebruikershandleiding63
Page 64
2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera
2.8 Meer uitleg over het beheren va n gebufferde beelden door de ca mera
2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde
beelden door de camera
Het interne geheugen van de camera wordt verdeeld onder het aantal triggers die geconfigureerd zijn.
Voorbeeld: als er 5 triggers ingesteld zijn, is er voor elke trigger 1/5 van het interne geheugen van de camera
beschikbaar; als er 3 triggers ingesteld zijn, is er voor elke trigger 1/3 van het interne geheugen van de camera
beschikbaar enz. Zie pagina 178 voor informatie over de capaciteit van het interne geheugen van de camera.
Het volgende voorbeeld geldt voor het bufferen van JPEG-beelden met een resolutie van 320 × 240 en een
standaardkwaliteit:
Aantal triggers12345
Maximaal aantal JPEG-beelden dat kan worden
gebufferd per trigger (ongeveer)
Wanneer u de instellingen voor een trigger wijzigt, worden alle gebufferde beelden in het interne geheugen
voor de geselecteerde trigger verwijderd. Bovendien is het mogelijk dat gebufferde beelden van andere
triggers ook worden verwijderd. Wanneer u een trigger geconfigureerd voor het bufferen of overzetten van
beelden, is het belangrijk te weten hoe de camera gebufferde beelden beheert.
Alle beelden van de geselecteerde trigger worden verwijderd wanneer:
–u de instellingen voor een trigger wijzigt (frequentie voor het bufferen van beelden, overzetmethode,
overzetinstellingen enz.).
–u klikt op [Delete Buffered Images] op de triggerpagina.
Alle beelden van alle triggers worden verwijderd wanneer:
–u een trigger in- of uitschakelt (zie pagina 42).
–u een nieuwe trigger configureert (zie pagina 32 of pagina 36).
–u de camera herstart (zie pagina 151).
–u de firmware van de camera updatet (zie pagina 152 en pagina 173).
–u de standaardinstellingen van de camera herstelt (zie pagina 155).
–u de instelling voor datum en tijd wijzigt (zie pagina 120).
250125806050
[No Transfer, Memory Overwrite] selecteren voor het bufferen van JPEG-beelden via alarm- of
bewegingsdetectietriggers
Als u de camera wilt configureren om pre-trigger- en post-trigger-beelden te bufferen, is het aan te raden de
volgende instellingen te raadplegen bij het selecteren van [No Transfer, Memory Overwrite] voor het bufferen
van JPEG-beelden via alarm- of bewegingsdetectietriggers.
Bij het bufferen van JPEG-beelden met een resolutie van 320 × 240 en een standaardkwaliteit:
Aantal triggers12345
Maximaal aantal JPEG-beelden dat kan worden
gebufferd per trigger (ongeveer) ("A")
Aanbevolen maximale aantal pre-trigger-beelden ("B")8040202010
Aanbevolen maximale aantal post-trigger-beelden
(wanneer u het aantal pre-trigger-beelden hebt
ingesteld zoals hierboven aangeraden) ("C")
Aantal gebufferde beelden (bij benadering) bij het
gebruik van de bovenstaande instellingen ("D")
64Gebruikershandleiding
250125806050
9040402030
17085604040
Page 65
2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera
Opmerking
•Als algemene richtlijn kunt u stellen dat het aangeraden maximale aantal pre-trigger-beelden
ongeveer 1/3 bedraagt van het maximale aantal beelden dat kan worden gebufferd door de trigger.
("B" is kleiner dan of gelijk aan "A"×1/3, zoals hierboven weergegeven).
•Als algemene richtlijn kunt u stellen dat het aantal post-trigger-beelden het totale aantal beelden dat kan
worden gebufferd door de trigger min 2 keer het aantal pre-trigger-beelden niet mag overschrijden.
("C" is kleiner dan of gelijk aan "A"-(2×"B"), zoals hierboven weergegeven).
•Merk op dat bij het gebruik van de bovenstaande instellingen, het werkelijke aantal gebufferde beelden
("D") lager ligt dan het maximale aantal beelden dat kan worden gebufferd door de trigger ("A").
•Als de waarde voor de post-trigger-beelden te hoog is, is het mogelijk dat pre-trigger-beelden worden
overschreven.
•Als de waarde voor de pre-trigger-beelden te hoog is, is het mogelijk dat de beelden niet zoals
verwacht worden gebufferd.
Gebruikershandleiding65
Page 66
2.9 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen
2.9 De gevoeligheid va n de bewegingsdete ctie aanpassen
2.9 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie
aanpassen
Als u de bewegingsdetectiefunctie gebruikt voor het bufferen of overzetten van camerabeelden, is het aan te
raden de bewegingsdetectiegevoeligheid aan te passen voor de optimale resultaten.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Motion Detection] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
3. Controleer in het onderdeel [Preview] in welke mate de huidige instellingen bewegingen detecteren.
•Eventuele wijzigingen die u op deze pagina doorvoert, worden niet weergegeven in het onderdeel
[Preview] tot u op [Save] klikt.
4. Pas indien nodig de detectiedrempel aan door te klikken op het geschikte blokje.
5. Pas indien nodig de bewegingsgevoeligheid aan door te klikken op het geschikte blokje.
6. Klik op [Save] en vervolgens op [Go to Motion Detection page].
7. Controleer in het onderdeel [Preview] in welke mate de nieuwe instellingen bewegingen detecteren, en
herhaal indien nodig vanaf stap 4.
Meer uitleg over [Threshold] en [Sensitivity]
De bewegingsdetectiedrempel en -gevoeligheid kunnen worden aangepast. Als u de interactie tussen de
drempel en de gevoeligheid begrijpt, zult u in staat zijn de bewegingsdetectiefunctie aan te passen aan uw
persoonlijke behoeftes.
[Threshold]: hiermee bepaalt u op welk punt de bewegingsdetectiefunctie wordt geactiveerd. Een lagere
drempel houdt in dat er minder bewegingen nodig zijn om de bewegingsdetectiefunctie te activeren.
Een hogere drempel houdt in dat er meer bewegingen nodig zijn om de bewegingsdetectiefunctie te
activeren. De drempel wordt in het onderdeel [Preview] in het lichtgroen aangeduid.
[Sensitivity]: hiermee bepaalt u hoe gemakkelijk de camera bewegingen registreert. Een lagere
gevoeligheid houdt in dat de camera minder snel bewegingen registreert. Een hogere gevoeligheid houdt in
dat de camera sneller bewegingen registreert. De beweging wordt in het onderdeel [Preview] in het
donkergroen weergegeven wanneer deze de detectiedrempel niet heeft overschreden, en in het donkerrood
wanneer dit wel het geval is.
[Preview]: in dit onderdeel kunt u zien in welke mate de huidige instellingen (van kracht na op [Save] te
hebben geklikt) bewegingen registreren.
De volgende voorbeelden tonen aan hoe [Threshold] en [Sensitivity] weergegeven worden in het onderdeel
[Preview].
Voorbeeld 1
ParameterWeergaveBetekenis
[Threshold]Lage drempel (A)
A
[Sensitivity]
[Preview]
66Gebruikershandleiding
B
A
Gematigde
gevoeligheid (B)
Lage drempel (A), geen
bewegingen
geregistreerd
Page 67
2.9 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen
A
[Preview]
C
A
[Preview]
D
Lage drempel (A),
weinig bewegingen (C),
bewegingsdetectie
wordt niet geactiveerd
Lage drempel (A),
gematigde bewegingen
(D), bewegingsdetectie
•Bewegingen worden geregistreerd door wijzigingen in de contouren van objecten en wijzigingen van
de helderheid. In sommige gevallen is het echter mogelijk dat de camera snelle veranderingen in de
helderheid ten gevolge van kunstlicht (bv. fluorescentielampen) registreert als een beweging.
•De bewegingsdetectiefunctie van de camera registreert bewegingen op een andere manier dan de
software Network Camera Recorder (apart verkrijgbaar).
•Bewegingen worden mogelijk niet zoals gewenst gedetecteerd als het kleur van het onderwerp
gelijkaardig is aan het kleur van de achtergrond.
•De bewegingsdetectie kan variëren naargelang het object, de beeldresolutie en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg het onderdeel [Preview] om te controleren in welke mate de huidige instellingen
bewegingen detecteren.
Gebruikershandleiding67
Page 68
2.10 Alarmlogs verzenden
2.10 Alarmlogs verzenden
2.10 Alarmlogs verzenden
U kunt de camera configureren zodat deze dagelijks via e-mail een log verzendt met de status van de externe
sensor- en bewegingsdetectietriggers. Op die manier wordt u dagelijks via e-mail op de hoogte gesteld van
eventuele gebeurtenissen waardoor de camera werd geactiveerd. Raadpleeg uw internetprovider of
netwerkbeheerder voor de juiste instellingen.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Alarm Log] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
3. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [A setup of operation] selecteert u de gewenste instelling.
–[Never send alarm logs]: er worden geen alarmlogs verzonden.
–[Always send alarm logs]: er worden alarmlogs verzonden, zelfs als de camera niet werd
geactiveerd door een trigger.
68Gebruikershandleiding
Page 69
2.10 Alarmlogs verzenden
–[Send alarm logs only when the camera was triggered]: er worden alleen alarmlogs verzonden als
de camera werd geactiveerd door een trigger.
–[Send alarm logs only when the camera was not triggered]: er worden alleen alarmlogs
verzonden als de camera niet werd geactiveerd door een trigger.
b. Bij [Active Time] selecteert u de dagen en de tijdstippen waarop de camera alarmlogs moet versturen.
c. Bij [Notice setup of an alarm log] voert u het IP-adres of de hostnaam
(server voor uitgaande mail).
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
•Met deze functie kunnen geen beelden worden overgezet naar mailservers die gebruik maken
van een webbrowser, zoals Hotmail.
*1
in van de SMTP-server
d. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 25 wordt normaal gebruikt voor het
verzenden van e-mail).
e. Voer het antwoordadres
werd verzonden.
•Om spamberichten te verminderen blokkeren vele internetproviders e-mails die via de
SMTP-server worden verzonden met een e-mailadres dat niet aan de SMTP-server gekoppeld is.
Daarom raden wij u aan om hier het e-mailadres in te voeren dat u van uw internetprovider hebt
gekregen.
f.Voer het doeladres
g. Voer het onderwerp
verzonden (max. 44 tekens).
*2
in dat aan de ontvanger wordt getoond als het adres waarmee de e-mail
*2
in. U kunt tot 3 adressen invoeren.
*2
in dat zal worden weergegeven bij e-mailberichten die door de camera worden
Gebruikershandleiding69
Page 70
2.10 Alarmlogs verzenden
4. Bij [How to authenticate] selecteert u de verificatiemethode die bij uw internetprovider vereist is voor het
verzenden van e-mailberichten. Voer indien nodig de gevraagde instellingen in.
–[No authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail geen verificatie vereist
voor het verzenden van e-mailberichten.
–[POP before SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail POP
before SMTP-verificatie vereist voor het verzenden van e-mailberichten. De volgende instellingen zijn
ook vereist. Voer dezelfde instellingen in als voor het ontvangen van e-mail.
a. Voer het IP-adres of de hostnaam
*1
in van de POP3-server (server voor inkomende mail).
•U kunt ook een IPv6-adres invoeren.
b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 110 wordt normaal gebruikt
voor POP3).
c. Voer de inlognaam
d. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
–[SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail SMTP-verificatie
vereist voor het verzenden van e-mailberichten. De volgende instellingen zijn ook vereist. Voer
dezelfde instellingen in als voor het verzenden van e-mail.
a. Voer de inlognaam
b. Voer het wachtwoord
*2
(gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
*2
in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
•De camera ondersteunt LOGIN-, PLAIN- en CRAM-MD5-verificatie.
5. Klik op [Save] en vervolgens op [Go to Alarm Log page].
Opmerking
•Wanneer de instellingen worden opgeslagen, wordt het aantal nieuwe alarmlogs 0.
*1 [Space], [“], [’], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
*2 [“] kan niet worden gebruikt.
70Gebruikershandleiding
Page 71
3Funct ies voor de mobiel e telefoon
3 Functies voor de mobiele telefoon
In dit onderdeel worden de beschikbare functies beschreven bij het gebruik van een mobiele telefoon die
compatibel is met Panasonic-netwerkcamera's. Lees de volgende opmerkingen voor u deze functies
gebruikt.
•Bepaalde mobiele telefoons zijn niet compatibel met Panasonic-netwerkcamera's.
•Mobiele telefoons die alleen het gebruik van poortnummer 80 ondersteunen of mobiele telefoons die
geen wachtwoordverificatie ondersteunen, zijn niet compatibel met Panasonic-netwerkcamera's.
•Het is mogelijk dat bepaalde mobiele telefoons beelden niet correct weergeven.
•Bewegende beelden kunnen niet worden weergegeven op mobiele telefoons.
•De audiofuncties van de camera zijn niet beschikbaar bij mobiele telefoons.
Gebruikershandleiding71
Page 72
3.1 De camera oproepen via uw mobiele telefoon
3.1 De camera oproepen via uw mo biele telefoon
3.1 De camera oproepen via uw mobiele telefoon
1. Voer http:// in gevolgd door het IP-adres van de camera en /mobile en roep het beeld van de
camera op.
Voorbeeld:http://***.***.***.***/mobile
•Als het poortnummer van de camera niet 80 is, voert u ":" en het poortnummer in na het IP-adres.
Voorbeeld:http://***.***.***.***:50001/mobile
•Als u geregistreerd bent bij een DNS-service zoals Viewnetcam.com (zie pagina 83), voert u de URL
in in plaats van het IP-adres.
Voorbeeld:http://***.viewnetcam.com
•Als de camera geconfigureerd is om HTTPS te gebruiken (zie pagina 98), voert u https:// in
gevolgd door het IP-adres of de hostnaam en het poortnummer van de camera. Bepaalde mobiele
telefoons ondersteunen echter geen HTTPS-verbindingen.
2. Als een verificatievenster wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
•Er wordt een stilstaand camerabeeld weergegeven.
•Als het camerabeeld niet correct wordt weergegeven, probeert u de camera op te roepen door in
plaats van /mobile een van de volgende mogelijkheden in te voeren.
–/mobileh (voor HTML)
–/mobilex (voor XHTML)
Opmerking
•Als de camera geconfigureerd is om toegang te verlenen aan gastgebruikers (anonieme gebruikers;
zie pagina 133), kunnen gebruikers de camerabeelden oproepen via een mobiele telefoon of pc
zonder een gebruikersnaam of wachtwoord in te voeren.
72Gebruikershandleiding
Page 73
3.2 Stilstaande beelden bekijken op een mobiele telefoon
3.2Stilstaande beelden bekijken op een mobiele telefoon
3.2 Stilstaande beelden bekijken op een mobiele
telefoon
Stilstaande beelden van de camera kunnen worden bekeken met een compatibele mobiele telefoon.
A. Druk op [5] om het beeld te vernieuwen.
B. Druk op [0] om te schakelen tussen de beschikbare
beeldresoluties (192 × 144 en 320 × 240). U kunt een
standaardbeeldresolutie instellen voor het bekijken van
beelden met uw mobiele telefoon (zie pagina 136).
C. Alleen BL-C121: hiermee kunt u de uitvoersignalen sturen
van de interface voor externe invoer/uitvoer (zie Pagina 145).
D. Selecteer [Alarm Log] om de laatste 50 logs van externe
sensor- en bewegingsdetectietriggers te bekijken
(zie pagina 72).
A
B
C
D
E
•U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om
deze functie te kunnen gebruiken.
E. Selecteer [Buffer/Transfer] om de configuratiepagina
voor het bufferen en overzetten van beelden te bekijken
(zie pagina 73).
•U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om
deze functie te kunnen gebruiken.
Opmerking
•Wanneer u de camera gebruikt als algemene gebruiker of gastgebruiker, is het mogelijk dat bepaalde
functies uitgeschakeld zijn afhankelijk van de instelling bij [Access Level] voor de gebruiker
(zie pagina 130 en pagina 133).
•Als de camera geconfigureerd is om toegang te verlenen aan gastgebruikers (anonieme gebruikers;
zie pagina 133), kunnen gebruikers de camerabeelden oproepen via een mobiele telefoon of pc
zonder een gebruikersnaam of wachtwoord in te voeren. Als er toegang wordt verleend aan
gastgebruikers, kunt u inloggen als beheerder door [Alarm Log] of [Buffer/Transfer] te selecteren en
vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren wanneer het verificatievenster wordt
weergegeven.
•De scherminhoud verschilt naargelang het modelnummer.
Gebruikershandleiding73
Page 74
3.3 Alarmlogs bekijken op een mobiele telefoon
3.3 Alarmlogs bekijke n op een mobiele tel efoon
3.3 Alarmlogs bekijken op een mobiele telefoon
Wanneer u de camera oproept via een mobiele telefoon, selecteert u [Alarm Log] om een rapport te bekijken
van de laatste 50 triggergebeurtenissen (via externe sensor en bewegingsdetectie). Aan de hand van deze
logs kunt u de datum, het tijdstip en het type (externe sensor of bewegingsdetectie) controleren van de
laatste 50 keer dat de camera werd geactiveerd door een trigger.
Opmerking
•U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om deze functie te kunnen gebruiken.
1. Roep de camera op met uw mobiele telefoon (zie pagina pagina 70).
2. Selecteer [Alarm Log].
3. Controleer de alarmlogs indien nodig.
4. Selecteer [Control Page] wanneer u klaar bent en wilt terugkeren naar het vorige scherm.
A. Terugkeren naar het vorige scherm.
B. Hier wordt het aantal nieuwe alarmlogs weergegeven.
C. Hier worden de datum en het tijdstip van elke log, evenals het
type trigger weergegeven.
•De datum wordt weergegeven in het formaat MM/DD.
•De tijd wordt weergegeven in 24-uursformaat.
A
B
C
•[MD] wijst op een bewegingsdetectie.
•[A] wijst op een detectie via externe sensor.
•[R] wijst op het signaaltype [Rising: GND to Open (High).]
(logisch HOOG).
•[F] wijst op het signaaltype [Falling: Open (High) to GND.]
(logisch LAAG).
74Gebruikershandleiding
Page 75
3.4 In- en uitschakelen van bufferen van beelden via de mobiele telefoon
3.4In- en uitschakelen van bufferen van beelden via de mobiele telefoon
3.4 In- en uitschakelen van bufferen van beelden via
de mobiele telefoon
Wanneer u de camera oproept via uw mobiele telefoon, selecteert u [Buffer/Transfer] om de configuratiepagina
voor het bufferen en overzetten van beelden weer te geven op uw mobiele telefoon.
Opmerking
•U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om deze functie te kunnen gebruiken.
1. Roep de camera op met uw mobiele telefoon (zie pagina pagina 70).
2. Selecteer [Buffer/Transfer].
3. Selecteer het nummer van de trigger die u wilt in- of uitschakelen.
4. Selecteer [Save] om de geselecteerde trigger in- of uit te schakelen.
•Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd wanneer u klikt op [Save].
5. Selecteer [Control Page] wanneer u klaar bent en wilt terugkeren naar het vorige scherm.
Gebruikershandleiding75
Page 76
4De camera configureren voor toegang via het internet
4 De camera configureren voor toegang via het
internet
U kunt de camera configureren zodat deze kan worden opgeroepen via het internet. Zo kunt u om het even
waar u bent camerabeelden bekijken en instellingen veranderen—zelfs via uw mobiele telefoon.
Dit onderdeel geeft u meer uitleg over de concepten en procedures voor het configureren van uw camera
(en andere netwerkapparaten) zodat u beelden van de camera kunt bekijken via het internet.
Vooraleer u de camera kunt configureren voor toegang via het internet, is het noodzakelijk te weten hoe
IP-adressen en internetverbindingen werken.
Opmerking
•Raadpleeg pagina 165 om de camera te configureren voor toegang via het internet met IPv6.
Meer uitleg over lokale adressen
Elk apparaat dat is aangesloten op uw computernetwerk (pc's, router, netwerkprinters, netwerkcamera's
enz.) heeft een eigen IP-adres. Dit adres ziet er wellicht als volgt uit: 192.168.0.100. Elk IP-adres binnen uw
netwerk moet uniek zijn, zoals hieronder wordt weergegeven.
In dit voorbeeld moet u 192.168.0.253 of 192.168.0.252 invoeren in de adresbalk van uw webbrowser om de
camera's op te roepen via de pc.
AInternet
BModem
192.168.0.253
B
192.168.0.252
192.168.0.1
C
192.168.0.2
Hoewel elk IP-adres binnen uw netwerk uniek moet zijn, zijn deze alleen uniek binnen uw netwerk. Het is met
andere woorden mogelijk dat uw camera's en de camera's van uw buurman dezelfde IP-adressen hebben.
In het onderstaande voorbeeld zijn de adressen van uw apparaten (links) en de adressen van de apparaten
van de buurman (rechts) gelijk. Dit is echter geen probleem omdat de camera's niet aangesloten zijn op
hetzelfde netwerk.
192.168.0.253
B
192.168.0.252
C
192.168.0.2
A
CRouter
A
192.168.0.253
B
192.168.0.252
192.168.0.1192.168.0.1
C
192.168.0.2
76Gebruikershandleiding
Page 77
IP-adressen die verschillende apparaten van elkaar onderscheiden op hetzelfde LAN (local area network;
persoonlijk netwerk) worden lokale IP-adressen genoemd. De IP-adressen in de bovenstaande voorbeelden
zijn lokale IP-adressen.
Hoe is het dan mogelijk dat u uw camera kunt oproepen wanneer u niet thuis bent en er andere mensen
hetzelfde IP-adres als van uw camera gebruiken?
Meer uitleg over globale adressen
Dit is mogelijk door de camera op te roepen aan de hand van het unieke IP-adres dat door uw internetprovider
(ISP) aan u werd toegewezen. Dit adres wordt een globaal adres of een WAN-adres (wide area network)
genoemd. In het onderstaande voorbeeld is uw globale IP-adres aaa.aaa.aaa.aaa en het globale IP-adres van
uw buurman zzz.zzz.zzz.zzz.
•Merk op dat een echt IP-adres is opgebouwd uit cijfers, niet uit letters.
192.168.0.253
B
192.168.0.252
192.168.0.1
aaa.aaa.aaa.aaa
C
192.168.0.2
Wanneer u niet thuis bent, kunt u uw router oproepen door aaa.aaa.aaa.aaa in te voeren. Nu doet zich echter
een ander probleem voor—u wilt geen toegang tot uw router, maar wel tot de camera's die verbonden zijn
met uw router.
A
B
192.168.0.1
zzz.zzz.zzz.zzz
C
192.168.0.253
192.168.0.252
192.168.0.2
Meer uitleg over poortnummers
Binnen een netwerk worden gegevens uitgewisseld tussen verschillende apparaten via verschillende
poorten, afhankelijk van het type gegevens dat wordt verzonden. Een poort is geen fysiek object; het is een
stuk informatie in de gegevens dat ervoor zorgt dat de gegevens naar het juiste apparaat worden verzonden.
In het onderstaande voorbeeld worden de poortnummers 50000 en 50001 toegewezen aan uw camera's.
192.168.0.253
Poort 50000
B
A
192.168.0.252
Poort 50001
192.168.0.2
Door unieke poortnummers toe te wijzen aan uw camera's, kunt u de camera's oproepen wanneer u niet
thuis bent door aaa.aaa.aaa.aaa:50000 of aaa.aaa.aaa.aaa:50001 in te voeren in de webbrowser van een pc.
Wanneer uw router informatie ontvangt via het globale IP-adres, wordt deze informatie doorgegeven aan een
van uw camera's, afhankelijk van het poortnummer dat u hebt ingevoerd na het globale IP-adres.
Hoe weet u router aan welke camera deze informatie moet worden doorgegeven?
192.168.0.1
aaa.aaa.aaa.aaa
C
Gebruikershandleiding77
Page 78
Meer uitleg over port forwarding
B
CD
B
A
Als uw router de functie port forwarding ondersteunt (soms wordt dit ook address translation, static IP masquerade,
virtual server, port mapping enz. genoemd afhankelijk van de fabrikant van de router), kunt u de router instellen om
informatie die wordt ontvangen via specifieke poorten door te sturen naar een specifiek IP-adres.
De benodigde instellingen voor port forwarding bij het bovenstaande voorbeeld zouden er ongeveer als volgt
uitzien:
Poortnummer van inkomende
toegang
50000192.168.0.253:50000
50001192.168.0.252:50001
U vraagt zich nu waarschijnlijk af of u dit zelf dient te programmeren.
Doorstuurbestemming
Meer uitleg over UPnP™
Als uw router de functie UPnP™ (Universal Plug and Play) niet ondersteunt, dient u uw router handmatig te
configureren voor port forwarding. Meer informatie hierover vindt u in de gebruikershandleiding van uw router.
Als uw router wel UPnP™ ondersteunt, kunnen uw camera's en uw router communiceren met elkaar zodat
de router weet welke poorten worden gebruikt door welke camera's. Dit betekent dat u uw camera's via het
internet zult kunnen oproepen zonder eerst handmatig uw router te moeten instellen.
Meer uitleg over Dynamic DNS-services
Dan blijft er nog één probleem over dat moet worden opgelost. Hoe kunt u achterhalen welk globaal adres uw
internetprovider u heeft toegekend? Hiervoor dient u eerst contact op te nemen met uw internetprovider. Als
uw provider u een statisch IP-adres (een IP-adres dat nooit wijzigt) heeft toegewezen, kunt u dat statische
adres gebruiken om uw camera's op te roepen via het internet, op voorwaarde dat uw router geconfigureerd
is voor port forwarding.
De meeste internetproviders gebruiken echter dynamische adressen, wat inhoudt dat uw globale adres
maandelijks, wekelijks of zelfs dagelijks kan wijzigen. Als uw provider gebruik maakt van dynamische adressen,
zult u zich moeten registreren bij een Dynamic DNS-service om uw camera te kunnen gebruiken via het internet.
Een Dynamic DNS-service biedt u een eenvoudig te onthouden adres (zoals ***.viewnetcam.com) om uw
camera op te roepen via het internet. Als u zich hebt geregistreerd bij een Dynamic DNS-service en uw camera
hebt geconfigureerd om die Dynamic DNS-service te gebruiken, zal uw camera de Dynamic DNS-service op de
hoogte brengen van wijzigingen in uw globale IP-adres. Dit betekent dat uw Dynamic DNS-service altijd op de
hoogte is van uw huidige globale IP-adres. Wanneer u dus uw eenvoudig te onthouden adres invoert, geeft de
Dynamic DNS-service de informatie automatisch door aan uw router, en uiteindelijk aan uw camera.
Voorbeeld van hoe een Dynamic DNS-service u helpt bij het oproepen van uw camera via het internet
A InternetB ISPC Dynamic DNS-serviceD DNS-server
78Gebruikershandleiding
CD
B
1
3
A
6
52
B
4
Page 79
1. Uw internetprovider wijst een nieuw globaal IP-adres toe aan uw account voor internettoegang.
2. De camera brengt uw Dynamic DNS-service op de hoogte van het nieuwe globale IP-adres.
3. De Dynamic DNS-service brengt de DNS-server op de hoogte van het nieuwe globale IP-adres.
De DNS-server updatet de informatie zodat uw URL (bv. ***.viewnetcam.com) gekoppeld wordt aan
uw nieuwe globale IP-adres.
4. U probeert uw camera extern op te roepen (dus via het internet) door ***.viewnetcam.com in te voeren.
5. De computer contacteert de DNS-server en vraagt het globale IP-adres dat is gekoppeld aan
***.viewnetcam.com. De DNS-server zoekt het globale IP-adres voor uw URL op.
6. De computer ontvangt uw huidige globale IP-adres van de DNS-server en roept het beeld van de camera op.
Samenvatting
Om uw camera te kunnen raadplegen via het internet, moet u de volgende stappen ondernemen:
1. Configureer uw router voor port forwarding. Als uw router UPnP™ ondersteunt, kan dit automatisch gebeuren.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw router voor informatie over de ondersteuning van UPnP™
(de UPnP™-functie van de router is mogelijk standaard uitgeschakeld) of het instellen van port forwarding.
2. Als uw internetprovider u een dynamisch globaal IP-adres heeft toegewezen, dient u zich te registreren
bij een Dynamic DNS-service. We raden Viewnetcam.com aan, een Dynamic DNS-service die speciaal
voor gebruik met netwerkcamera's van Panasonic werd ontwikkeld. (Meer informatie vindt u op de
website Viewnetcam.com op http://www.viewnetcam.com.)
3. Nadat u zich hebt geregistreerd bij een Dynamic DNS-service, configureert u de camera om die service
te gebruiken.
Gebruikershandleiding79
Page 80
4.1 Port forwarding configureren
4.1 Port forwarding co nfigureren
4.1 Port forwarding configureren
Om uw camera op te roepen via het internet, dient u uw router te configureren voor port forwarding. Als uw
router UPnP™ (Universal Plug and Play) ondersteunt, kunnen de camera en de router met elkaar
communiceren en port forwarding automatisch instellen. Dit kunt u uitvoeren tijdens de initiële configuratie
(zoals uitgelegd in de Setup Guide) of via een van de onderstaande procedures.
Er zijn twee methodes die u kunt gebruiken om port forwarding via UPnP™ te configureren.
–Via het tabblad [Internet] (aanbevolen)
Wanneer u deze methode gebruikt, is het mogelijk dat het huidige poortnummer van de camera wordt
gewijzigd. De camera krijgt een poortnummer toegewezen dat door geen enkel ander apparaat in het
netwerk wordt gebruikt. Als poort 80 niet beschikbaar is, wordt het eerste poortnummer dat beschikbaar
is tussen 50000 en 50050 toegewezen aan de camera.
Zie pagina 79 als u deze methode wilt gebruiken.
–Via de pagina [UPnP]
Wanneer u deze methode gebruikt, zal het poortnummer van de camera niet gewijzigd worden.
Zie pagina 80 als u deze methode wilt gebruiken.
Opmerking
•Als uw router UPnP™ niet ondersteunt, moet u de functie port forwarding van de router handmatig
configureren. Zie pagina 80.
•Als de UPnP™-functie van uw router uitgeschakeld is (bij de meeste routers is UPnP™ standaard
uitgeschakeld), dient u deze functie in te schakelen om port forwarding automatisch te kunnen
configureren. Meer informatie hierover vindt u in de gebruikershandleiding van uw router en de website
"Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.net/pcc/support/netwkcam/support/info.html).
•Schakel de maximale inactieve tijd uit van de router als u werkt met een PPPoE- of PPTP-verbinding
met uw internetprovider. Meer informatie hierover vindt u in de gebruikershandleiding van uw router.
•De UPnP™-functies zijn beschikbaar wanneer u de camera gebruikt in IPv4. De camera ondersteunt
UPnP™ voor IPv6-verbindingen niet.
80Gebruikershandleiding
Page 81
4.1 Port forwarding configureren
[Auto Port Forwarding] inschakelen via het tabblad [Internet]
1. Klik op het tabblad [Internet].
2. Bij [Auto Port Forwarding (IPv4)] selecteert u [Enable].
3. Klik op [Save].
•Er wordt een waarschuwing weergegeven met de melding dat het poortnummer van de camera kan
wijzigen.
4. Klik op [OK].
•[Router configuration in progress to allow access from the Internet.] wordt weergegeven.
•Als u zich wilt registreren bij Viewnetcam.com (meer informatie vindt u op http://www.viewnetcam.com),
selecteert u [Register with Viewnetcam.com] voor u op [Save] klikt. Klik op [Go to Viewnetcam.com
Registration page] wanneer deze knop wordt weergegeven. De website Viewnetcam.com wordt
geopend in een nieuw venster. Volg de instructies op het scherm om u te registreren bij Viewnetcam.com.
•Wanneer [Setup completed] verschijnt, worden de adressen voor het oproepen van de camera via
het LAN en het internet weergegeven.
5. Klik op [To Single Camera page].
6. Controleer of port forwarding correct is geconfigureerd (zie pagina 80).
Opmerking
•Als er meerdere camera's aangesloten zijn op hetzelfde netwerk, moet u slechts een camera registreren
bij Viewnetcam.com. Alle camera's die verbonden zijn met het netwerk kunnen via het internet worden
opgeroepen door uw URL bij Viewnetcam.com (bv. ***.viewnetcam.com) in te voeren gevolgd door
het poortnummer van de gewenste camera. Voorbeeld: http://***.viewnetcam.com:50000, http://***.viewnetcam.com:50001enz . Als de camera die werd geregistreerd bij
Viewnetcam.com echter uitgeschakeld is en uw globale IP-adres gewijzigd wordt, kunt u geen enkele
camera oproepen.
Gebruikershandleiding81
Page 82
4.1 Port forwarding configureren
•Als u de service van Viewnetcam.com wilt uitschakelen voor deze camera, gaat u naar de website
van Viewnetcam.com (http://www.viewnetcam.com) en annuleert u de registratie.
•Als auto port forwarding in- of uitgeschakeld is op deze pagina, is deze functie ook in- of
uitgeschakeld op de pagina [UPnP].
[Auto Port Forwarding] inschakelen via de pagina [UPnP]
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [UPnP] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Bij [Auto Port Forwarding] selecteert u [Enable].
4. Klik op [Save].
•Als de configuratie voltooid is, wordt [Success!] weergegeven.
5. Controleer of port forwarding correct is geconfigureerd (zie pagina 80).
Opmerking
•Als auto port forwarding in- of uitgeschakeld is op deze pagina, is deze functie ook in- of
uitgeschakeld op het tabblad [Internet].
Controleren of UPnP™ port forwarding correct is geconfigureerd
Om te controleren of UPnP™ port forwarding correct is geconfigureerd, volgt u de onderstaande procedure.
1. Klik op het tabblad [Maintenance].
2. Klik op [Status] aan de linkerkant van het scherm.
3. Bij [UPnP] controleert u of de status op [Enabled] is ingesteld.
•Als [Enabled] niet wordt weergegeven, raadpleegt u de items betreffende UPnP™ bij 1.3 Camera
Setup Issues en 1.5 Camera Access Issues in de Troubleshooting Guide.
Port forwarding configureren zonder UPnP™
Als uw router UPnP™ niet ondersteunt, moet u de functie port forwarding van de router handmatig configureren.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Network (IPv4)] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
82Gebruikershandleiding
Page 83
4.1 Port forwarding configureren
3. Klik op [Static] onder [Connection Mode].
4. Schrijf het IP-adres en het poortnummer die hier worden weergegeven ergens neer. U zult deze
instellingen nodig hebben bij het configureren van de router voor port forwarding.
5. Klik op [Save].
6. Klik op [Restart].
7. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw router voor het configureren van de functie port forwarding
van de router.
•Wanneer u port forwarding configureert, slaat u het IP-adres en het poortnummer van de camera die
u hierboven hebt neergeschreven op.
8. Registreer de camera bij een Dynamic DNS-service, zoals Viewnetcam.com (zie pagina 83).
Gebruikershandleiding83
Page 84
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service
4.2D e camera configure ren voor het gebru ik van een Dynamic DNS-service
4.2 De camera configureren voor het gebruik van
een Dynamic DNS-service
U kunt de camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com (zie pagina 83) of een Dynamic DNSservice van een derde partij (zie pagina 88).
Een Dynamic DNS-service is een service die een eenvoudig te onthouden URL (webadres) toewijst aan de
camera, zoals ***.viewnetcam.com. Met deze gepersonaliseerde URL kunt u vervolgens de camera
oproepen via het internet. Een Dynamic DNS-service zorgt er ook voor dat u de camera eenvoudig kunt
oproepen, zelfs wanneer uw internetprovider uw IP-adres wijzigt. De camera neemt immers periodiek contact
op met de Dynamic DNS-service om deze op de hoogte te brengen van het huidige adres.
Als u uw camera wilt kunnen oproepen via het internet, raden wij u het gebruik van een Dynamic DNSservice aan zoals Viewnetcam.com. Voor meer informatie over Viewnetcam.com, kunt u terecht op de
website http://www.viewnetcam.com.
84Gebruikershandleiding
Page 85
4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com
4.2.1 De camera config ureren voor het gebr uik van Viewnetcam .com
4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com
Als u uw camera via het internet wilt kunnen raadplegen, raden wij u Viewnetcam.com aan. Viewnetcam.com
is een Dynamic DNS-service ontworpen voor Panasonic-netwerkcamera's. Voor meer informatie over
Viewnetcam.com, kunt u terecht op de website http://www.viewnetcam.com.
Er zijn twee methodes die u kunt gebruiken om de camera te configureren voor Viewnetcam.com.
–Via het tabblad [Internet] (aanbevolen)
Zie pagina 84 als u deze methode wilt gebruiken.
–Via de pagina [DynamicDNS]
Zie pagina 84 als u deze methode wilt gebruiken.
Opmerking
•Als uw router UPnP™ ondersteunt en u auto port forwarding wilt inschakelen en tegelijk gebruik
maken van Viewnetcam.com, volgt u de procedure beschreven op pagina 79.
•Als er meerdere camera's aangesloten zijn op hetzelfde netwerk, moet u slechts een camera registreren
bij Viewnetcam.com. Alle camera's die verbonden zijn met het netwerk kunnen via het internet worden
opgeroepen door uw URL bij Viewnetcam.com (bv. ***.viewnetcam.com) in te voeren gevolgd door
het poortnummer van de gewenste camera. Voorbeeld: http://***.viewnetcam.com:50000, http://***.viewnetcam.com:50001enz . Als de camera die werd geregistreerd bij
Viewnetcam.com echter uitgeschakeld is en uw globale IP-adres gewijzigd wordt, kunt u geen enkele
camera oproepen.
•Als u de service van Viewnetcam.com wilt uitschakelen voor deze camera, gaat u naar de website
van Viewnetcam.com (http://www.viewnetcam.com) en annuleert u de registratie.
•Het kan tot 30 minuten duren voor de camera kan worden opgeroepen via het internet.
Gebruikershandleiding85
Page 86
4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com
De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com via het
tabblad [Internet]
1. Klik op het tabblad [Internet].
2. Bij [Viewnetcam.com Registration] selecteert u [Register with Viewnetcam.com].
3. Klik op [Save].
4. Klik op [Go to Viewnetcam.com Registration page] als [Setup completed] wordt weergegeven.
•De website Viewnetcam.com wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm om u te
registreren bij Viewnetcam.com.
•Wanneer [Setup completed] verschijnt, worden de adressen voor het oproepen van de camera via
het LAN en het internet weergegeven.
5. Klik op [To Single Camera page].
De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com via de pagina
[DynamicDNS]
1. Klik op het tabblad [Setup].
86Gebruikershandleiding
Page 87
4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com
2. Klik op [DynamicDNS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Selecteer [Viewnetcam.com] en vervolgens [Next].
4. Klik op [Save].
•Als de configuratie voltooid is, wordt [Success!] weergegeven.
Gebruikershandleiding87
Page 88
4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com
5. Klik op [Go to Viewnetcam.com page].
6. Klik op [Your Account Link].
7. De website Viewnetcam.com wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm om u te registreren
bij Viewnetcam.com.
•Als de website Viewnetcam.com niet wordt weergegeven, controleert u of uw pc toegang heeft tot het
internet en klikt u vervolgens op de vernieuwingsknop van uw webbrowser.
•Wanneer de registratie voltooid is, kunt u de camera oproepen via de URL die u hebt geselecteerd
tijdens de registratie bij Viewnetcam.com. Merk op dat u de camera alleen via deze URL kunt
oproepen op een pc die niet aangesloten is op hetzelfde netwerk (LAN) als de camera.
Opmerking
•Als u reeds geregistreerd bent bij Viewnetcam.com, wordt uw persoonlijke URL weergegeven.
Dit is het adres dat u kunt gebruiken om de camera op te roepen via het internet. U kunt ook de URL
weergegeven naast [Your Account Link] openen om uw registratie-informatie bij Viewnetcam.com te
bekijken.
•Als [Your Account Link] niet wordt weergegeven, controleert u of u geregistreerd bent bij Viewnetcam.com
en dat uw pc toegang heeft tot het internet, en klikt u vervolgens op de vernieuwingsknop van uw
webbrowser.
•Normaal wordt [Global IP Address Notification Method] ingesteld op [Normal]. Als u de camera niet
kunt oproepen via de geregistreerde URL nadat 30 minuten verstreken zijn sinds uw registratie bij
Viewnetcam.com, selecteert u [Advanced]. In dit geval moet UPnP worden ingeschakeld voor de
camera en de router.
Uw registratie bij Viewnetcam.com controleren
U kunt nagaan of uw camera met succes werd geregistreerd bij Viewnetcam.com.
1. Klik op het tabblad [Maintenance].
2. Klik op [Status] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance].
3. Bij [Viewnetcam.com] controleert u of [Enabled (2)] wordt weergegeven.
88Gebruikershandleiding
Page 89
4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com
Opmerking
•Als de status wordt weergegeven als [Expired], controleert u of u geregistreerd bent bij Viewnetcam.com
of herstart u de camera en roept u deze pagina opnieuw op.
De updatefrequentie van het adres bij Viewnetcam.com wijzigen
U kunt selecteren hoe vaak de camera de server van Viewnetcam.com op de hoogte brengt van het huidige
globale IP-adres.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [DynamicDNS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Selecteer [Viewnetcam.com] en vervolgens [Next].
4. Selecteer de gewenste instelling voor [Updating time].
5. Klik op [Save].
Gebruikershandleiding89
Page 90
4.2.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een derde partij
4.2.2 De camera configu reren voor het gebru ik van een Dynamic DNS-service van ee n derde partij
4.2.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic
DNS-service van een derde partij
Voor u de camera configureert voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een derde partij, dient u
zich eerst te registreren bij de gewenste service. Vraag de Dynamic DNS-serviceprovider de benodigde
instellingen voor de service.
Opmerking
•Bepaalde Dynamic DNS-services van derde partijen zijn mogelijk niet compatibel met de camera. Wij
kunnen u niet garanderen dat uw camera compatibel is met Dynamic DNS-services van een derde
partij, en kunnen daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke schade of
prestatieproblemen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van een andere Dynamic DNS-service
dan Viewnetcam.com (zie pagina 83).
•Voor alle vragen betreffende de instellingen van een Dynamic DNS-service van een derde partij, kunt
u terecht bij de Dynamic DNS-serviceprovider.
•Nadat u de camera hebt geconfigureerd voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een
derde partij, kan het enige minuten duren voor u de camera kunt raadplegen via het internet.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [DynamicDNS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Selecteer [User-specified DynamicDNS] en vervolgens [Next].
90Gebruikershandleiding
Page 91
4.2.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een derde partij
4. Voer de URL in (voorafgegaan door http://)
*1
die u heeft gekregen van uw Dynamic DNS-serviceprovider
(max. 255 tekens).
5. Selecteer hoe vaak de camera de Dynamic DNS-service op de hoogte brengt van het huidige globale IP-adres.
6. Voer de gebruikersnaam
7. Voer het wachtwoord
*2
in die u hebt gekregen van de Dynamic DNS-serviceprovider (max. 63 tekens).
*2
in dat u hebt gekregen van de Dynamic DNS-serviceprovider (max. 63 tekens).
8. Klik op [Save].
*1 [Space] en [“] kunnen niet worden gebruikt.
*2 [“] en [:] kunnen niet worden gebruikt.
De cameratoegang tot de Dynamic DNS-service annuleren
Gebruik de volgende procedure om ervoor te zorgen dat de camera niet langer de Dynamic DNS-service op
de hoogte brengt van wijzigingen in uw globale IP-adres. Merk op dat als u van plan bent de Dynamic
DNS-service helemaal niet meer te gebruiken, u mogelijk contact moet opnemen met de Dynamic
DNS-serviceprovider om uw registratie te annuleren.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [DynamicDNS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Selecteer [Disable] en vervolgens [Save].
Gebruikershandleiding91
Page 92
4.3 Internettoegang bevestigen
4.3I nternettoegang bev estigen
4.3 Internettoegang bevestigen
Nadat u de camera hebt geconfigureerd voor het gebruik van een Dynamic DNS-service en de router hebt
geconfigureerd voor port forwarding, controleert u of u de camera kunt raadplegen via het internet.
Bij de meeste routers is het niet mogelijk om een camera via het internet op te roepen op een pc die
aangesloten is op hetzelfde LAN als de camera. Om na te gaan of de camera kan worden gebruikt via het
internet, probeert u de camera op te roepen op een pc die is aangesloten op een ander netwerk of via uw
mobiele telefoon (zie pagina 70).
92Gebruikershandleiding
Page 93
5.1 Netwerkinstellingen
5De camera-instellingen wijzigen
5 De camera-instellingen wijzigen
5.1Net werkinstellingen
5.1 Netwerkinstellingen
De netwerkinstellingen van de camera worden doorgevoerd bij het configureren van de camera aan de hand
van de instructies in de Setup Guide. U kunt deze instellingen indien nodig later wijzigen via de procedures
beschreven in dit onderdeel.
Opmerking
•U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om deze instellingen te wijzigen.
•Nadat u de netwerkinstellingen hebt gewijzigd en op [Save] hebt geklikt, moet de camera worden herstart.
Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd als de camera wordt herstart.
•Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste netwerkinstellingen.
•Als u na het wijzigen van bepaalde netwerkinstellingen geen toegang hebt tot de camera, kunt u het
configuratieprogramma gebruiken om het IP-adres van de camera te controleren (zie pagina 172)
of de camera opnieuw configureren zoals uitgelegd in de Setup Guide.
•Als uw netwerk gebruik maakt van het IPv6-protocol, raadpleegt u pagina 158.
Gebruikershandleiding93
Page 94
5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4)
5.1.1Netwerkinstellingen (IPv4)
5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4)
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Network (IPv4)] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Selecteer de gewenste verbindingsmodus en configureer de juiste instellingen zoals in dit onderdeel
wordt beschreven.
–[Automatic Setup]: met deze instelling kan de camera automatisch de geschikte netwerkinstellingen
ophalen bij uw breedbandrouter of uw internetprovider (ISP). De camera zoekt eveneens naar een
vrij IP-adres op uw netwerk.
–[Static]: hiermee kunt u alle netwerkinstellingen handmatig configureren.
–[DHCP]: hiermee kunt u (indien nodig) uw netwerkinstellingen specificeren, waarna de camera
automatisch een IP-adres verkrijgt via de DHCP-functie van uw breedbandrouter of internetprovider.
[Automatic Setup]
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Selecteer bij [Max. Bandwidth Usage] de maximum bandbreedte die u de camera wilt laten gebruiken.
b. Selecteer onder [Connection Type] het juiste type verbinding.
•Normaal kunt u die instelling op [Auto Negotiation] laten staan.
•Alleen BL-C121: Als u de camera in draadloze modus gebruikt, moet [Auto Negotiation]
geselecteerd zijn.
2. Klik op [Save].
3. Klik op [Restart] als de melding [New settings are saved.] wordt weergegeven.
94Gebruikershandleiding
Page 95
Opmerking
•Als het IP-adres van de camera werd gewijzigd als gevolg van het wijzigen van de netwerkinstellingen,
•U kunt de huidige netwerkinstellingen controleren op de pagina [Status] (zie pagina 147).
[Static]
5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4)
gebruikt u het configuratieprogramma op de cd-rom om het nieuwe IP-adres van de camera te zoeken
(zie pagina 172).
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [Network Configuration from Setup Program] selecteert u of de camera al dan niet mag worden
geconfigureerd met het configuratieprogramma op de cd-rom.
b. Voer onder [Internet Connection] het poortnummer in dat u aan de camera wilt laten toekennen.
•Het standaard poortnummer is 80. Merk echter op dat sommige internetproviders geen toegang
vanaf internet toestaan via poort 80. Contacteer uw internetprovider of netwerkbeheerder voor
welke poorten kunnen worden gebruikt voor toegang via het internet.
•Maak geen gebruik van de volgende poortnummers:
–20 en 21: wordt gebruikt voor FTP
–23: wordt gebruikt voor Telnet
–25: wordt gebruikt voor SMTP
–53: wordt gebruikt voor DNS
Gebruikershandleiding95
Page 96
5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4)
–110: wordt gebruikt voor POP3
–443: wordt gebruikt voor HTTPS
–4000: wordt gebruikt voor ICQ
–6661–6667: wordt gebruikt voor IRC
•Als u meerdere camera's aansluit en u van plan bent om port forwarding te gebruiken om
internettoegang tot de camera's mogelijk te maken, wijst u een verschillend poortnummer toe aan
elke camera. Wij raden u aan poortnummers te gebruiken tussen 50000–50050.
c. Voer het IP-adres in dat u aan de camera wilt laten toewijzen.
•Gebruik een IP-adres dat behoort tot hetzelfde bereik als de adressen van de andere
netwerkapparaten (router, pc's enz.) op het lokale netwerk. Voorbeeld: als het adres van uw
router 192.168.0.1 is, kunt u een IP-adres toewijzen tussen 192.168.0.2 en 192.168.0.254 zolang
het toegewezen IP-adres niet wordt gebruikt door een ander netwerkapparaat.
d. Geef het juiste subnetmasker op.
•Controleer het subnetmasker dat is toegewezen aan uw router of pc. U kunt hier dezelfde waarde
invoeren.
e. Voer onder [Default Gateway] het IP-adres in van de router of het IP-adres van de standaardgateway
voorzien door uw internetprovider of netwerkbeheerder.
f.Voer onder [DNS] de IP-adressen in van de primaire en secundaire DNS-servers voorzien door uw
internetprovider of netwerkbeheerder.
g. Selecteer bij [Max. Bandwidth Usage] de maximum bandbreedte die u de camera wilt laten gebruiken.
•Deze instelling werkt zowel bij IPv4- als IPv6-verbindingen.
•Raadpleeg de volgende informatie over bestandsgroottes als u de maximale bandbreedte
beperkt. Merk op dat dit geschatte bestandsgroottes zijn; de werkelijke bestandsgrootte kan
variëren afhankelijk van de beeldkwaliteit, de helderheid, enz.
h. Selecteer onder [Connection Type] het juiste type verbinding.
•Normaal kunt u die instelling op [Auto Negotiation] laten staan.
•Deze instelling werkt zowel bij IPv4- als IPv6-verbindingen.
•Alleen BL-C121: Als u de camera in draadloze modus gebruikt, moet [Auto Negotiation]
geselecteerd zijn.
2. Klik op [Save].
3. Klik op [Restart] als de melding [New settings are saved.] wordt weergegeven.
•Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd als de camera wordt herstart.
Opmerking
•Om de camera opnieuw op te roepen, gebruikt u het IP-adres dat u aan de camera hebt toegewezen
in deze procedure.
•U kunt de huidige netwerkinstellingen controleren op de pagina [Status] (zie pagina 147).
96Gebruikershandleiding
Page 97
[DHCP]
5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4)
1. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [Network Configuration from Setup Program] selecteert u of de camera al dan niet mag worden
geconfigureerd met het configuratieprogramma op de cd-rom.
b. Voer onder [Internet Connection] het poortnummer in dat u aan de camera wilt laten toekennen.
•Het standaard poortnummer is 80. Merk echter op dat sommige internetproviders geen toegang
vanaf internet toestaan via poort 80. Contacteer uw internetprovider of netwerkbeheerder voor
welke poorten kunnen worden gebruikt voor toegang via het internet.
•Maak geen gebruik van de volgende poortnummers:
–20 en 21: wordt gebruikt voor FTP
–23: wordt gebruikt voor Telnet
–25: wordt gebruikt voor SMTP
–53: wordt gebruikt voor DNS
–110: wordt gebruikt voor POP3
–443: wordt gebruikt voor HTTPS
–4000: wordt gebruikt voor ICQ
–6661–6667: wordt gebruikt voor IRC
Gebruikershandleiding97
Page 98
5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4)
•Als u meerdere camera's aansluit en u van plan bent om port forwarding te gebruiken om
internettoegang tot de camera's mogelijk te maken, wijst u een verschillend poortnummer toe aan
elke camera. Wij raden u aan poortnummers te gebruiken tussen 50000–50050.
c. Voer de hostnaam
•Als de camera verbonden is met een router, kunt u dit veld normaal leeg laten.
*1
in als dit vereist is voor uw internetprovider of netwerkbeheerder.
d. Bij [Default Gateway] voert u het IP-adres van de standaardgateway in als dit vereist is voor uw
internetprovider of netwerkbeheerder.
•Dit veld kunt u normaal leeg laten.
e. Voer onder [DNS] de IP-adressen in van de primaire en secundaire DNS-servers als dit vereist is
voor uw internetprovider of netwerkbeheerder.
•Deze velden kunt u normaal leeg laten.
f.Selecteer bij [Max. Bandwidth Usage] de maximum bandbreedte die u de camera wilt laten gebruiken.
•Deze instelling werkt zowel bij IPv4- als IPv6-verbindingen.
•Raadpleeg de volgende informatie over bestandsgroottes als u de maximale bandbreedte
beperkt. Merk op dat dit geschatte bestandsgroottes zijn; de werkelijke bestandsgrootte kan
variëren afhankelijk van de beeldkwaliteit, de helderheid, enz.
g. Selecteer onder [Connection Type] het juiste type verbinding.
•Normaal kunt u die instelling op [Auto Negotiation] laten staan.
•Deze instelling werkt zowel bij IPv4- als IPv6-verbindingen.
•Alleen BL-C121: Als u de camera in draadloze modus gebruikt, moet [Auto Negotiation]
geselecteerd zijn.
2. Klik op [Save].
3. Klik op [Restart] als de melding [New settings are saved.] wordt weergegeven.
•Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd als de camera wordt herstart.
*1 [Space], [“], [’], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
Opmerking
•Als het IP-adres van de camera werd gewijzigd als gevolg van het wijzigen van de netwerkinstellingen,
gebruikt u het configuratieprogramma op de cd-rom om het nieuwe IP-adres van de camera te zoeken
(zie pagina 172).
•U kunt de huidige netwerkinstellingen controleren op de pagina [Status] (zie pagina 147).
98Gebruikershandleiding
Page 99
5.1.2 Proxyserverinstellingen
5.1.2 Proxyserverinstelli ngen
5.1.2 Proxyserverinstellingen
De volgende instellingen zijn vereist als uw netwerk gebruik maakt van een proxyserver en u beelden wilt
overzetten of triggerwaarschuwingen wilt verzenden via HTTP. Als uw netwerk geen proxyserver gebruikt,
hoeft u deze instellingen niet door te voeren.
Opmerking
•Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder om na te gaan of uw netwerk gebruik maakt van
een proxyserver.
•De camera past geen codering toe bij het verzenden van de inlognaam en het wachtwoord naar de
proxyserver. Voorzichtigheid is geboden om onthulling van deze informatie te verhinderen.
•Ter beveiliging raden wij u aan geregeld de inlognaam en het wachtwoord te wijzigen die vereist zijn
voor toegang tot uw proxyserver.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [Network (IPv4)] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Bij [Proxy Server Settings] voert u het adres
*1
, het poortnummer, de inlognaam*2 en het wachtwoord*2 in
die vereist zijn om de proxyserver te kunnen gebruiken.
•Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste instellingen.
4. Klik op [Save].
*1 [Space], ["], ['], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
*2 ["] kan niet worden gebruikt.
Gebruikershandleiding99
Page 100
5.2 HTTPS-instellingen
5.2 HTTPS-instellinge n
5.2 HTTPS-instellingen
De camera ondersteunt HTTPS-verbindingen. Wanneer u de camera oproept via HTTPS, worden gegevens
die uitgewisseld worden tussen de computer en de camera gecodeerd als een extra beschermingsmaatregel.
Zie pagina 99 om de camera op te roepen via HTTPS.
1. Klik op het tabblad [Setup].
2. Klik op [HTTPS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [HTTPS] selecteert u [Use HTTPS] als u de HTTPS-functie wilt gebruiken.
b. Als [HTTPS] ingesteld is op [Use HTTPS], voert u bij [Certificate Information] het IP-adres of de
hostnaam in van de server die de SSL-sleutel bevat.
•Meestal kan hier gewoon het IP-adres van de camera worden ingevoerd.
*1
4. Klik op [Save].
•Het kan tot 5 minuten duren voor de SSL-sleutel wordt ontvangen. De camera kan niet via HTTPS
worden opgeroepen zolang de SSL-sleutel niet werd ontvangen.
5. Klik op [Restart] als de melding [Success!] wordt weergegeven.
•Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd als de camera wordt herstart.
Opmerking
•Wanneer de camera geconfigureerd is voor toegang via HTTPS, kunt u deze niet oproepen via HTTP.
Wanneer de camera geconfigureerd is voor toegang via HTTP ([HTTPS] is ingesteld op [Use HTTP]),
kunt u deze evenmin oproepen via HTTPS.
•Wanneer u de camera configureert voor toegang via het internet, voert u naast [Camera IP Address
or Host Name] het IP-adres of de hostnaam in die wordt gebruikt om de camera op te roepen via het
internet. In dat geval wordt een beveiligingswaarschuwing weergegeven wanneer u de camera
oproept via het lokale netwerk.
•Wanneer u de camera oproept via HTTPS verlaagt de framesnelheid en verhoogt de responstijd van
de camera.
*1 [Space], ["], ['], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
100Gebruikershandleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.