Onkyo TX-8030 Instructions Manual [sv]

Nederland Svenska
Stereo Receiver
TX-8030
Gebruiksaanwijzing
Wij danken u voor de aanschaf van deze Onkyo stereoreceiver. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens het apparaat aan te sluiten en de stekker in de contactdoos te steken. Als u de instructies uit deze handleiding opvolgt, kunt u de beste prestaties uit uw nieuwe versterker halen en optimaal van uw muziek genieten. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor raadpleging in de toekomst.
Inleiding
Inledning
Aansluitingen
Anslutningar
Naar audiobronnen luisteren
Lyssna på audiokällor
...........................................Nl-2
........................................Sv-2
...............................Nl-9
................................Sv-9
.......................................Nl-17
..........Sv-17
Bruksanvisning
Tack för att ha köpt Onkyos Stereo Receiver. Läs bruksanvisningen noga innan du utför anslutningarna och kopplar in enheten. Följer du anvisningarna i denna bruksanvisning kommer din nya Integrerade förstärkare att ge dig bästa möjliga resultat och ljudupplevelse. Spara manualen så du kan gå tillbaka till den i framtiden.
Aanhangsel Verhelpen van storingen Technische gegevens
Tillägg Felsökning Specifikationer
................................ Sv-37
........................ Sv-39
........... Nl-39
Nl Sv
..... Nl-37

Belangrijke veiligheidsvoorschriften

WAARSCHUWING:
OM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VOORKOMEN MAG DIT APPARAAT NIET AAN VOCHTIGHEID OF REGEN BLOOTGESTELD WORDEN.
OPGELET:
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKO­MEN MAG NOCH DE BEHUIZING NOCH HET ACHTERPANEEL WORDEN GEOPEND. LAAT ONDERHOUD AAN PROFESSIONELE ONDE­RHOUDSMONTEURS OVER.
Deze lichtflits met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker er op attent te maken dat er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de behuizing van het toestel is en personen bij een verkeerde behandeling een elektrische schok op zouden kunnen lopen.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker er op attent te maken dat er belangrijke aanwijzingen voor bediening en onderhoud (reparatie) in de bij het toestel geleverde gebruiksaanwijzing aanwezig zijn.
WARNING
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE
NE PAS
OUVRIR
AVIS
WAARSCHUWING
VERRIJDBAAR ONDERSTEL
S3125A
1. Lees de gebruiksaanwijzing.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Gebruik een droge doek om het apparaat schoon te maken.
7. Zorg dat de ventilatie-openingen niet worden afgesloten. Stel het apparaat op overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron zoals een verwarmingsradiator, kachel, gasfornuis of ander apparaat (inclusief een versterker) dat warmte afgeeft.
9. Zorg dat u niet de veiligheidsvoorziening van de gepolariseerde netstekker of de geaarde netstekker teniet doet. Een gepolariseerde stekker heeft twee ongelijke pennen. Een geaarde stekker heeft twee pennen en tevens een derde aardingspen. De brede pen of de derde aardingspen is aangebracht voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u contact opnemen met een elektricien om het oude stopcontact te laten vervangen.
10. Leid het netsnoer zodanig dat er niet over gelopen wordt of dat het snoer klemgedrukt wordt. Vooral op de plaats van de stekker, het stopcontact of het punt waar het snoer uit het apparaat komt, moet u voorzichtig zijn.
11. Gebruik alleen hulpstukken/accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
12.
Gebruik alleen een verrijdbaar onderstel, standaard, steun of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Wanneer het apparaat op een verrijdbaar onderstel staat, moet u dit bijzonder voorzichtig bewegen om te voorkomen dat het apparaat valt.
13. Trek de stekker uit het stopcontact bij bliksem of wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te gebruiken.
14. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan bevoegd onderhoudspersoneel. Laat het apparaat nakijken wanneer er beschadigingen worden vastgesteld, zoals een beschadigd netsnoer of netstekker, wanneer er vloeistof of voorwerpen in het apparaat terecht zijn gekomen, wanneer het
Nl-2
apparaat blootgesteld heeft gestaan aan regen of vocht, wanneer het apparaat niet normaal werkt of als het apparaat is gevallen.
15. Storingen die reparatie vereisen In de volgende gevallen moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door een bevoegd onderhoudsmonteur laten nakijken: A. Wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is; B. Wanneer er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat is terechtgekomen; C. Wanneer het apparaat in de regen heeft gestaan; D. Wanneer het apparaat niet normaal werkt terwijl
u de bedieningsaanwijzingen juist uitvoert.
Gebruik alleen de regelaars die in de
gebruiksaanwijzing worden beschreven om het
apparaat te bedienen. Het maken van
ongeoorloofde afstellingen e.d. kan resulteren in
ernstige beschadiging en vereist in veel gevallen
een uitgebreide reparatie door een bevoegd
onderhoudsmonteur om het apparaat weer in de
oorspronkelijke toestand terug te brengen; E. Wanneer het apparaat gevallen is of de ombouw
beschadigd is; F. Wanneer het apparaat niet naar behoren
functioneert of wanneer de prestaties afnemen.
16. Voorwerpen en vloeistoffen Duw nooit voorwerpen via de openingen in het apparaat, want deze kunnen in contact komen met gevaarlijke spanningspunten of kortsluiting veroorzaken, wat kan resulteren in brand of een elektrische schok. Stel het apparaat niet bloot aan waterdruppels of opspattend water en plaats ook geen voorwerpen met een vloeistof erin, zoals een bloemenvaas, op het apparaat. Plaats geen kaarsen of andere brandende voorwerpen op het apparaat.
17. Batterijen Neem alle plaatselijke en landelijke voorschriften in acht wanneer u gebruikte batterijen weggooit.
18. Als u het apparaat in een omsloten ruimte opstelt, zoals een audiokastje of boekenrek, moet u er ook op letten dat er voldoende ventilatie is. Zorg ervoor dat er minstens 20 cm ruimte openblijft aan de bovenkant en de zijkanten en 10 cm aan de achterkant. De achterrand van een plank of plaat die boven het apparaat is, moet 10 cm verwijderd zijn van de wand of muur zodat er een soort schoorsteenpijp-opening is waardoor de warme lucht kan ontsnappen.

Voorzorgsmaatregelen

NL
Batterij niet
weggooien, maar
inleveren als KCA.
1. Door auteursrecht beschermde opnamen
Uitgezonderd voor strikt persoonlijk gebruik, is het opnemen van door auteursrecht beschermd beeld­en geluidsmateriaal bij de wet verboden, tenzij na uitdrukkelijke toestemming van de auteursrechthouder.
2. Netstroomzekering — De netstroomzekering
bevindt zich binnenin dit apparaat en kan niet door de gebruiker worden vervangen. Als u dit apparaat niet kunt inschakelen, moet u contact opnemen met een Onkyo-dealer.
3. Onderhoud — Het is aanbevolen dit apparaat
regelmatig af te stoffen met een zachte doek. Aanklevend vuil kunt u verwijderen met een zachte doek die u licht bevochtigt met wat mild zeepsop. Droog het apparaat daarna onmiddellijk na met een schone droge doek. Gebruik voor het schoonmaken nooit een schuurspons of chemische middelen zoals spiritus of thinner, aangezien dergelijke middelen de afwerking kunnen aantasten of de opschriften van het voorpaneel kunnen verwijderen.
4. Stroomvoorziening WAARSCHUWING
VOORDAT U DIT APPARAAT VOOR HET EERST OP HET STOPCONTACT AANSLUIT, DIENT U VOORAL DE ONDERSTAANDE PARAGRAFEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. De spanning van het lichtnet kan van land tot land verschillen. Overtuig u ervan dat de plaatselijke netspanning overeenkomt met de spanningsvereiste die staat vermeld op het achterpaneel van dit apparaat (bijv. 230 V wisselstroom, 50 Hz of 120 V wisselstroom, 60 Hz).
Met de stekker van het netsnoer koppelt u het apparaat los van de netspanning. Zorg dat de stekker altijd gemakkelijk uitgetrokken kan worden (d.w.z. goed bereikbaar is).
Als u op de toets ON/STANDBY drukt om de standby-modus te selecteren, wordt het apparaat niet volledig losgekoppeld van het elektriciteitsnet. Trek de stekker uit het stopcontact als u van plan bent het apparaat gedurende langere tijd niet te gebruiken.
5. Denk om uw oren Voorzichtig:
Aanhoudend hard geluid via oortelefoons of een hoofdtelefoon kan uw gehoor aantasten.
6. Batterijen niet verhitten Waarschuwing:
Batterijen (zowel herlaadbare accu’s als losse batterijen) kunnen bij verhitting gevaar opleveren, dus stel ze niet bloot aan directe zonnestraling, vuur en dergelijke.
7. Raak dit apparaat nooit met natte handen aan — Raak dit apparaat en het netsnoer niet aan wanneer uw handen nat op vochtig zijn. Mocht er water of een andere vloeistof in het inwendige van het
apparaat terechtkomen, laat u het dan inspecteren door uw plaatselijke Onkyo handelaar.
8. Omgang met het apparaat
• Als u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het dan zo goed mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, zoals u het bij aflevering hebt aangetroffen.
• Laat geen plastic of rubber voorwerpen lang achtereen op het apparaat liggen, want dat kan lelijke plekken op de ombouw achterlaten.
• Wanneer het apparaat lang achtereen in gebruik is, kunnen de bovenkant en het achterpaneel erg warm worden. Dit is normaal en vormt geen probleem.
• Als het apparaat lang achtereen niet gebruikt wordt, kan het de eerstvolgende keer niet altijd goed werken, dus we raden u aan het af en toe eens in te schakelen en even te gebruiken.
Voor de Europese modellen
Verklaring Van Conformiteit
Wij,
ONKYO EUROPE ELECTRONICS GmbH LIEGNITZERSTRASSE 6, 82194 GROEBENZELL, DUITSLAND
verklaren onder eigen verantwoordelijkheid, dat het ONKYO produkt beschreven in deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de betreffende technische normen, zoals: EN60065, EN55013, EN55020 en EN61000-3-2, -3-3.
GROEBENZELL, DUITSLAND
ONKYO EUROPE ELECTRONICS GmbH
K. MIYAGI
Nl-3

Inhoudsopgave

Belangrijke veiligheidsvoorschriften ............... 2
Voorzorgsmaatregelen ...................................... 3
Geleverde accessoires ..................................... 5
Plaatsen van de batterijen ..........................................5
De afstandsbediening richten.....................................5
Kenmerken......................................................... 5
Eerste kennismaking met de ontvanger .......... 6
Voorpaneel.................................................................6
Achterpaneel..............................................................7
Display.......................................................................7
Afstandsbediening .....................................................8
De ontvanger aansluiten ................................... 9
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van
de luidsprekers ........................................................9
Aansluiten van de luidsprekerkabels .........................9
Aansluiten van een actieve subwoofer ....................10
Een vermogenversterker aansluiten.........................10
De impedantie van de luidspreker configureren......11
Aansluiten van de antennes............................ 12
Aansluiten van de apparatuur......................... 13
Betreffende AV-aansluitingen .................................13
Aansluiten van Onkyo -apparatuur ....................15
Aansluiten van een opnamecomponent ...................16
Aansluiten van het netsnoer.....................................16
De ontvanger inschakelen............................... 17
Inschakelen en stand-by...........................................17
Wijzigen van de invoerweergave.............................17
Geavanceerde instellingen ..............................27
De geavanceerde set-upinstellingen wijzigen......... 27
Geavanceerde instellingenmenu ............................. 28
Zone 2................................................................29
Aansluitingen voor Zone 2...................................... 29
Zone 2 Out-instellingen .......................................... 29
Gebruik van Zone 2 ................................................ 30
Componenten aansluiten die niet door de signalen van de afstandsbediening (IR IN/OUT)
worden bereikt..................................................32
Als het signaal van de afstandsbediening niet de
afstandssensor van de ontvanger bereikt.............. 32
Als het signaal van de afstandsbediening geen andere
componenten bereikt. ........................................... 32
iPod/iPhone via Onkyo-dock afspelen ...........33
Het Onkyo-dock gebruiken..................................... 33
Uw iPod/iPhone besturen........................................ 34
Bediening van andere componenten..............36
Probleemoplossen ...........................................37
Stroom..................................................................... 37
Audio....................................................................... 37
Video....................................................................... 37
Tuner ....................................................................... 37
Afstandsbediening................................................... 37
UP-A1-dock voor iPod/iPhone ...............................38
Opnemen ................................................................. 38
Overige.................................................................... 38
Technische gegevens ......................................39
Van audiobronnen genieten............................ 18
De luidsprekerset selecteren ....................................18
De ontvanger dempen
(alleen afstandsbediening).....................................18
Gebruik van een hoofdtelefoon ...............................18
De helderheid van de display instellen
(alleen afstandsbediening).....................................19
De Sluimertimer gebruiken
(alleen afstandsbediening).....................................19
Tone- en balansregeling gebruiken..........................19
De DIRECT-functie instellen ..................................20
Van zuivere audio genieten .....................................20
Opnemen........................................................... 21
Opnemen van de invoerbron....................................21
Van afzonderlijke bronnen audio en
video opnemen ......................................................21
Naar de radio luisteren .................................... 22
Luisteren naar AM/FM-zenders ..............................22
RDS gebruiken ........................................................25
Nl-4

Geleverde accessoires

Sensor afstandsbe­diening
Ongeveer 5 meter
TX-8030
Zorg dat u de volgende accessoires hebt:

De afstandsbediening richten

Als u de afstandsbediening gebruikt, richt u deze richting de sensor van de ontvanger voor de afstandsbediening, zoals hieronder wordt getoond.
Afstandsbediening en twee batterijen (AAA/R03)
FM-binnenantenne
AM-raamantenne
* In de catalogus en op de verpakking geeft de letter aan het
einde van de productnaam de kleur aan. Specificaties en handelingen zijn, ongeacht de kleur, hetzelfde.

Plaatsen van de batterijen

Opmerkingen:
• Als de afstandsbediening niet meer goed werkt, moet u batterijen door nieuwe vervangen.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen door elkaar of batterijen van een verschillend type.
• Als u de afstandsbediening langere tijd niet denkt te gebruiken, moet u de batterijen eruit verwijderen om lekkage en corrosie te voorkomen.
• Neem lege batterijen zo snel mogelijk uit de afstandsbedien-ing om lekkage en corrosie te voorkomen.
30°
30°

Kenmerken

Glad ontwerp van aluminium voorpaneelWRAT (breedbereik versterkertechnologie)Discrete versterker met massieve omvormerCapaciteiten zone 2Met goud belegde klemmen
130 watt/kanaal @ 6 Ω (IEC)40 voorkeursinstellingen AM/FMRDS (PS/PTY/RT/TP)Pure audiomodusDirect-modusOvaal, antitrilling chassisPhono-equalizer-ingang1 IR-ingang en 1 uitgangUniversele poortUitgang hoofdtelefoon2,1 k pre-outs
Nl-5

Eerste kennismaking met de ontvanger

a 93 4 5 8726
j k m n o p q rl

Voorpaneel

Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer gedetailleerde informatie.
a  ON/STANDBY (Aan/stand-bytoets) (17, 30,
37)
b Toetsen SPEAKERS A en B (luidsprekers A
en B) (18)
c DISPLAY-toets (Weergavetoets) (24) d RT/PTY/TP-knop (26) e SETUP-toets (Instellingentoets) (11, 27, 29) f TUNING /, PRESET /knoppen
(afstemming, vooraf instellen) (22, 23, 26,
27)
g ENTER button (26) h RETURN-toets (terugtoets) (27) i VOLUME-besturing (18)
j PHONES-bus (Hoofdtelefoonbus) (18) k PURE AUDIO-toets en indicator (20) l ZONE 2- en OFF-toets (zone 2, uit) (30) m INPUT-toets (ingangskeuzetoets)
(18, 21, 22, 26, 30)
n BASS-besturing (bas) (19) o TREBLE-besturing (19) p BALANCE (balans)-besturing) (19) q MEMORY-toets (geheugentoets) (23) r TUNING MODE-toets (afstemmodustoets)
(22, 24, 37)
Nl-6
Eerste kennismaking met de ontvanger—Vervolg
abc d e f
ghi j lm o pk n
c 6ab d
7 98
e

Achterpaneel

Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer gedetailleerde informatie.
a REMOTE CONTROL-bussen
(afstandsbediening) (15)
b
UNIVERSAL PORT-bus (universele poort) (14)
c MONITOR OUT- bus (uitgang monitor) (14) d PRE OUT-bussen (10) e ZONE 2 PRE OUT-bussen (29) f IR IN/OUT (ingangs-/uitgangsbussen) (32) g FM ANTENNA-bus en AM ANTENNA-
aansluiting (FM/AM-antenne-aansluitingen) (12)
h PHONO IN (MM) en GND-aansluiting(14) i CD IN-bussen (14)

Display

j TV/TAPE IN/OUT (ingangs-/uitgangsbussen)
(14, 16)
k GAME IN-bussen (14) l CBL/SAT IN-bussen (14) m VCR/DVR IN/OUT
(ingangs-/uitgangsbussen) (14, 16)
n BD/DVD IN-bussen (14) o
SPEAKERS A (luidsprekersaansluitingen) (9)
p
SPEAKERS B (luidsprekersaansluitingen) (9)
Raadpleeg “De ontvanger aansluiten” betreffende aansluitingen ( pagina’s 9 tot 16).
Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer gedetailleerde informatie.
a DIRECT-indicator (20) b Z2 (Zone 2)-indicator (30) c A/B-luidsprekerindicator (18) d Indicator hoofdtelefoon e Berichtengebied f Afstemmingsindicators
• RDS-indicator (25)
• AUTO-indicator (22)
• TUNED-indicator (afgestemde indicator) (22)
• FM STEREO-indicator (22, 37)
g MUTING- (dempings-) indicator (37) h Volumeniveau (18) i SLEEP (sluimer-) indicator (19, 28)
Nl-7
Eerste kennismaking met de ontvanger—Vervolg

Afstandsbediening

Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer gedetailleerde informatie.
a toets (11, 17, 30) b INPUT SELECTOR (ingangselectie-) toetsen
a
b
c
d
e f
g
h
i
j
o
p
q
r
s
(17, 18, 21, 22, 30, 35, 36)
c MODE (modus-) toets (35, 36) d Bedieningtoetsen (35, 36) e REPEAT-toets (Herhaaltoets) (35, 36) f RANDOM-toets (Willekeurige afspeeltoets)
(35, 36)
g Pijl- []/[]/[]/[] en ENTER-toetsen (11,
22, 27, 29, 35, 36)
h SETUP-toets (instellingentoets) (11, 27, 29) i CH/ALBUM-toetsen (K/Album-toetsen) (24,
35, 36)
j VOLUME /-toetsen (18, 31) k Cijfertoetsen (23, 36)
>
l
10/D.TUN-toets (23)
m DISPLAY-toets (Weergavetoets) (24, 35, 36) n DIMMER-toets (19) o REMOTE MODE-toets
(afstandsmodustoets) (8, 30, 31, 36)
p MENU-toets (36) q RETURN-toets (terugtoets) (27, 35, 36) r AUDIO-toets (20) s MUTING-toets (dempingstoets) (18, 31) t CLR-toets (wissingstoets) (24) u SLEEP-toets (sluimertoets) (19)
Nl-8
k
l
m n
t
u
De toetsen van de REMOTE MODE (Afstandsmodus) gebruiken
U kunt Zone 2-capaciteit van de afstandsbediening gebruiken om een Zone 2-apparaat te bedienen. Om een Zone 2-apparaat te besturen, start u door op de toets
REMOTE MODE [ZONE 2] (afstandsmodus (zone
2)) te drukken. Nadat u het Zone 2-apparaat hebt bedient en als u deze ontvanger nog een keer wilt bedienen, drukt u op de knop REMOTE MODE [MAIN] (afstandsmodus (hoofdmodus))
Als de verwachte werking zich voordoet, ondanks het feit dat de afstandsbediening op de ontvanger is gericht, kan het zijn dat Zone 2 is geselecteerd. Druk op de toets REMOTE MODE [MAIN]. Zodra u op de toets REMOTE MODE [MAIN] drukt, hoeft u niet voor elke handeling opnieuw op deze toets te drukken; u kunt gewoon de afstandsbediening gebruiken om de ontvanger normaal te bedienen. Hetzelfde geldt als u op de toets REMOTE MODE [ZONE 2] drukt. U kunt dan zonder deze toets voor elke handeling opnieuw in te drukken, gewoon het Zone 2-apparaat blijven bedienen.

De ontvanger aansluiten

Ontvanger
Rechterlui
dspreker
Linkerluid
spreker
Luidsprekerset BLuidsprekerset A
Rechterlui
dspreker
Linkerluid
spreker
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u met enige aansluitingen begint.

Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van de luidsprekers

Met de ontvanger kunt u twee sets van luidsprekers aansluiten. Als twee sets luidsprekers zijn aangesloten, kunt u selecteren welke luidsprekerset geluid uitvoert of u kunt beide sets gebruiken om gelijktijdig geluid uit te voeren. (pagina 18 over “Luidsprekers A” en “Luidsprekers B”)
• Als u op de SPEAKERS A- of SPEAKERS B­aansluiting één set luidsprekers aansluit, of als u op beide luidsprekersaansluitingen twee sets van luidsprekers aansluit en van maar één van de luidsprekers geluid wordt uitgevoerd, dient u de luidsprekers te gebruiken die een impedantie van 4 tot 16 Ω heeft en op de ontvanger de impedantie­instelling van de luidspreker op 4 of 6 Ω (pagina 11) instellen. Als de impedantie van de gebruikte luidspreker minder dan 6 Ω is, dient u de luidsprekerimpedantie op 4 Ω in te stellen.
• Als u op beide SPEAKERS A- en SPEAKERS B­aansluitingen luidsprekers aansluit en geluid wordt gelijktijdig van beide luidsprekersets uitgevoerd, gebruikt u de luidsprekers met een impedantie van 8 tot 16 Ω. Stel de impedantie-instelling van de luidspreker op de ontvanger in op 4 Ω.
• Lees de handleiding die bij de luidsprekers wordt geleverd.
• Let goed op de polariteit van de luidsprekerkabels. In andere woorden, de plus (+) draad moet worden aangesloten op de plus (+) aansluiting en de min (–) draad moet worden aangesloten op de min (–) aansluiting. Als u de draden verwisselt, zal het geluid niet in fase zijn en wordt een onnatuurlijke weergave verkregen.
• Vermijd erg lange en dunne luidsprekerkabels want deze kunnen een nadelige invloed hebben op de geluidskwaliteit.
• Wees voorzichtig dat u de positieve en negatieve aansluitingen niet kortsluit. Dit kan namelijk resulteren in beschadiging van de ontvanger.
• Sluit nooit meer dan een draad aan op elke luidsprekeraansluiting. Dit kan namelijk resulteren in beschadiging van de ontvanger.
• Een luidspreker mag niet met meer dan één paar luidsprekeraansluitingen worden verbonden.

Aansluiten van de luidsprekerkabels

Verwijder 15 mm van de
1
buitenisolatie aan het uiteinde van de luidsprekerdraden en draai de blootliggende kerndraadjes in elkaar, zoals afgebeeld.
Draai het schroefje van de
2
luidsprekeraansluiting los.
Steek de kale draad volledig naar
3
binnen.
Draai het schroefje weer vast.
4
De onderstaande afbeelding toont welke luidspreker op welk paar aansluitingen moet worden aangesloten.
++ ++
15 mm
Opmerking:
Als u voor de luidsprekers of impedantiewaarden een onjuiste instelling maakt, kan het ingebouwde beschermcircuit worden geactiveerd waaardoor geen geluid van de luidsprekers wordt uitgevoerd.
Nl-9
De ontvanger aansluiten—Vervolg
Actieve
subwoofer
++
LINE IN
Vermogen versterker
Luidsprekers

Aansluiten van een actieve subwoofer

Verbind de PRE OUT van de ontvanger met een passende kabel: SUBWOOFER aansluiting met een ingang van uw actieve subwoofer. Als uw subwoofer geen eindversterker heeft en u een externe versterker gebruikt, moet u de PRE OUT: SUBWOOFER op een ingang van de versterker aansluiten.

Een vermogenversterker aansluiten

Als u een krachtigere vermogenversterker en de ontvanger als een voorversterker wilt gebruiken, sluit u de PRE OUT van de ontvanger op het volgende aan: L, R op de ingang van de versterker en alle luidsprekers op de vermogenversterker.
Nl-10
De ontvanger aansluiten—Vervolg
ENTER

SETUP

De impedantie van de luidspreker configureren

De fabrieksstandaard is op de ontvanger “6 Ω” voor de impedantie van de luidspreker. Als u de impedantie-instelling van de luidspreker wilt wijzigen, dient u aandachtig “Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van de luidsprekers” op pagina 9 te lezen voordat u de hieronder aangegeven procedure uitvoert.
Wijzig de impedantiewaarde naar “4 Ω”
4
door de pijltoetsen []/[] te gebruiken.
Druk op de afstandsbediening op de knop
5
[SETUP] (instellingen) om de instelling te voltooien.
Als u de impedantie-instelling terug naar de instelling van de fabrieksstandaard van 6 Ω wilt wijzigen, volgt u dezelfde procedure als die hierboven wordt beschreven.
Opmerkingen:
• Deze procedure kan ook op de ontvanger worden uitgevoerd met behulp van [SETUP], TUNING []/[], PRESET []/[], en [ENTER].
• Druk op de toets [RETURN] om naar het vorige menu terug te keren.
Opmerking:
Zorg dat het volumeniveau op de ontvanger wordt geminimaliseerd voordat u de impedantie van de luidspreker configureert.
Druk op de []-toets om de luidspreker in te
1
schakelen.
Druk op de afstandsbediening op de knop
2
[SETUP] (instellingen).
Gebruik de pijltoetsen []/[] om
3
“2. Hardware Setup” te selecteren en druk daarna op [ENTER].
Voorbeeld van instellen:
Als u maar één van de op SPEAKERS A of B aangesloten luidsprekersets gebruikt, kiest u de de instelling 4 Ω als de impedantie van elke impedantie 4 Ω tot lager dan 6 Ω is, of kiest u de instelling 6 Ω als de impedantie van elke luidspreker 6 Ω of hoger is.
Als u beide luidsprekersets gebruikt die op SPEAKERS A en B zijn aangesloten, kiest u de instelling 4 Ω als van elke luidspreker de impedantie 8 tot 16 Ω is.
Nl-11

Aansluiten van de antennes

AM-raamantenne (meegeleverd)
De AM-raamantenne monteren
Duwen Draad insteken Loslaten
Punaises, enz.
Steek de stekker volledig over de bus.
FM-binnenantenne (meegeleverd)
Voorzichtig:
Wees voorzichtig dat u uzelf niet verwondt bij gebruik van de punaises.
Deze paragraaf legt uit hoe de meegeleverde FM-binnenantenne en de AM-raamantenne moeten worden aangesloten. De ontvanger kan geen radiosignalen ontvangen wanneer er geen antenne is aangesloten, dus zorg dat u voor gebruik
van de tuner een antenne aansluit.
Opmerkingen:
• Zodra uw ontvanger klaar is voor gebruik, moet u op een radiostation afstemmen en de antenne voor de best mogelijke ontvangst plaatsen.
• Houd de AM-raamantenne zo ver mogelijk uit de buurt van de ontvanger, uw TV, de luidsprekerkabels en de netsnoeren.
• Raadpleeg “Hardware-instellingen” op pagina 28 voor meer informatie betreffende het wisselen van de frequentie.
Tips:
• Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los verkrijgbare FM-buitenantenne installeren.
• Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los verkrijgbare AM-buitenantenne installeren.
Nl-12

Aansluiten van de apparatuur

Ontvanger
Video
Geluid
TV, projector enz. Videospelconsole
Blu-ray-schijf/
DVD-speler
Juist!
Verkeer
V
L
R

Betreffende AV-aansluitingen

Aansluiten van AV-componenten
• Lees de handleidingen die bij uw AV-apparaten worden geleverd voordat u AV-aansluitingen maakt.
• Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat u alle AV-aansluitingen hebt gemaakt en deze dubbel hebt gecontroleerd.
• Steek de stekkers volledig in de aansluitbussen zodat een goed contact wordt gemaakt. (een los contact kan in ruis of een defecte werking resulteren).
• Houd de audio- en videokabels uit de buurt van de netsnoeren en luidsprekerkabels om storingen ite voorkomen.
AV-kabels en -bussen
Signaal Kabel Bus Beschrijving
Video Composiet-
video
Geluid Analoge
audiokabel (RCA)
Opmerking:
• De ontvanger ondersteunt geen SCART-stekkers.
Geel
Wit
Rood
Composiet-video wordt meestal bij TV’s, videorecorders en andere videoapparatuur gebruikt.
Analoge audio-aansluitingen (RCA) voeren analoge audio.
Nl-13
Aansluiten van de apparatuur—Vervolg
.
Nr. Bus/poort Aansluitbare componenten
UNIVERSELE POORT Optie-dock universele poort (UP-A1 enz.)
1
MONITOR OUT (monitor uit) TV, projector enz.
2
BD/DVD IN Blu-ray-schijf/DVD-speler
3
VCR/DVR INVCR- of DVD-recorder/digitale videorecorder, RI-dock CBL/SAT IN Satellietontvanger/kabelontvanger, digitaalontvanger, enz GAME INVideospelconsole, RI-dock TV/TAPE IN TV, cassettedeck, RI-dock CD IN CD-speler, Platenspeler PHONO IN Platenspeler
Opmerkingen:
• Zie voor verdere informatie de gebruiksaanwijzing van het aangesloten apparaat.
• Sluit een draaitafel (MM) aan met ingebouwde phono-voorversterker op CD IN, of sluit het aan op PHONO IN met
de phonovoorversterker uitgezet. Als uw draaitafel (MM) geen phono-voorversterker heeft, sluit het dan aan op PHONO IN. Als uw draaitafel een MC (moving coil) cartridge heeft, hebt u een in de handel verkrijgbare MC­hoofdversterker of MC-transformator nodig om aan te sluiten op de PHONO IN. Zie de handleiding van uw draaitafel voor meer informatie. Als uw draaitafel geaard is, sluit deze draad dan aan op de GND-schroef. Bij sommige draaitafels veroorzaakt de aangesloten aardingsdraad een hoorbare brom. Als dit gebeurt, maakt u de draad los.
• Met verbindingen 1 en 3 kunt u van de externe apparaten naar audio luisteren en deze opnemen terwijl u in Zone 2 bent; u kunt in de hoofdkamer van de externe apparaten naar audio luisteren en deze opnemen; u kunt ook in Zone 2 naar de audio luisteren.
• Als uw Blu-ray-schijf/DVD-speler een hoofd-stereo-uitgang en meervoudig kanalenuitgangen heeft, moet u verzekeren dat de hoofd-stereo-uitgang met verbinding 3 wordt aangesloten.
Hoe een videobron opnemen
Zie “Opname” om voor video-opnamen verbindingen te maken ( pagina 21).
Nl-14
Aansluiten van de apparatuur—Vervolg
bijv. cd-speler bijv. tapedeck
-kabel
Analoge audiokabel
Analoge audiokabel
-kabel
Aansluiten van Onkyo -apparatuur
Zorg dat elk Onkyo-apparaat met een
1
analoge audiokabel wordt aangesloten (verbinding aansluitingsvoorbeelden) (pagina 14).
Maak de -verbinding (zie de afbeelding).
2
Bij gebruik van I (interactieve afstandsbediening) hebt u de beschikking over de volgende speciale functies:
Systeem aan/automatisch inschakelen
Wanneer u begint met weergave op een component die via is aangesloten terwijl de ontvanger in stand-by staat, zal dit apparaat worden ingeschakeld en automatisch de betreffende component als de ingangsbron instellen.
Direct wijzigen
Wanneer op een component die via is aangesloten, het afspelen wordt gestart, zal de ontvanger de betreffende component automatisch als de ingangsbron selecteren.
Afstandsbediening
U kunt de afstandsbediening van de ontvanger gebruiken om uw overige -compatibele Onkyo-componenten te besturen door de afstandsbediening op de sensor van de afstandsbediening van de ontvanger in plaats van het component te richten.
Opmerkingen:
• Gebruik alleen -kabels voor -aansluitingen. -kabels worden met Onkyo-spelers (cd, enz.)
geleverd.
3 in de
• Sommige apparaten hebben twee -bussen. U kunt één van deze op de ontvanger aansluiten. De andere bus wordt gebruikt voor het aansluiten van aanvullende -compatibele apparaten.
• Sluit alleen Onkyo-apparatuur op de -bussen aan. Wanneer de aansluiting met apparatuur van andere fabrikanten wordt verbonden, kan dit in een storing resulteren.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet alle - functies ondersteunen. Raadpleeg de handleiding die bij de Onkyo-apparatuur wordt geleverd.
• Wanneer Zone 2 is ingeschakeld, zullen -functies Systeem inschakelen/automatisch inschakelen en Direct wijzigen niet werken.
Nl-15
Aansluiten van de apparatuur—Vervolg
VCR, DVD-recorder, enz.Cassettedeck,
CDR, enz.
Analoge audiokabel
Analoge audiokabel
Composiet­videokabel

Aansluiten van een opnamecomponent

Zie “Opname” voor uitleg betreffende opname ( pagina 21).
Opmerkingen:
• Voor opname moet de ontvanger zijn ingeschakeld. Opnemen is niet mogelijk als het apparaat in de stand­bymodus staat.
• Als u rechtstreeks van uw tv wilt opnemen of VCR naar de opname-VCR wilt afspelen zonder via de ontvanger te gaan, sluit u de TV/VCR-audio- en video-uitgangen rechtstreeks aan om de audio- en video-ingangen van de VCR op te nemen. Raadpleeg voor meer details de handleidingen die met uw TV en VCR werden meegeleverd.
• Blu-ray-schijven en dvd’s met kopieerbescherming kunnen niet worden opgenomen.
• Bronnen aangesloten op een digitale ingang kunnen niet worden opgenomen. Alleen vanaf analoge ingangen kan worden opgenomen.
• DTS-signalen worden opgenomen als ruis, dus u mag geen analoge opname maken van DTS-cd’s of LD’s.
• Als Pure Audio is ingeschakeld, wordt van de ontvanger geen videosignaal afgegeven. Als u opnamen wilt maken, selecteert u een andere afluistermodus.
• Videosignalen die op composiete video-ingangen zijn aangesloten, kunnen alleen via composiete video­uitgangen worden opgenomen. Als uw TV/VCR op een composiete video-ingang is aangesloten, moet de opname-VCR op een composiete video-uitgang worden aangesloten.

Aansluiten van het netsnoer

Sluit het netsnoer van de ontvanger aan op een geschikt stopcontact.
Opmerkingen:
• Sluit uw luidsprekers en AV-apparatuur aan voordat u de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt.
• Bij het inschakelen van de ontvanger kan een tijdelijke spanningspiek veroorzaken andere elektrische apparatuur op hetzelfde circuit kan verstoren. Als dit problemen veroorzaakt, moet u de ontvanger op een ander stroomcircuit aansluiten.
Nl-16

De ontvanger inschakelen

MON/STANDBY
M
VCR/DVR
GAME
TV/TAPE

Inschakelen en stand-by Wijzigen van de invoerweergave

Druk op de toets [ON/STANDBY] (aan/stand­by). Druk als alternatief op de toets [] van de afstandsbediening.
De ontvanger wordt ingeschakeld en de display brandt.
Om de ontvanger uit te schakelen, drukt u op de toets [ON/STANDBY] (aan/stand-by), of drukt u op de toets [] van de afstandsbediening. De ontvanger wordt naar de Stand-bymodus gebracht. Om te voorkomen dat u van een hard geluid schrikt als de ontvanger een volgende keer inschakelt, dient u voor het uitschakelen altijd het volume naar beneden te draaien.
Opmerking:
Als u de afstandsbediening niet kunt gebruiken om de ontvanger in/uit te schakelen, dient u te verzekeren dat de REMOTE MODE (afstandsmodus) juist is ingesteld. (pagina 8)
Voor de toetsen [TV/TAPE], [VCR/DVR] en [GAME] kan de naam van de invoerweergave worden gewijzigd, zoals hieronder wordt getoond.
Als voor één van de toetsen hieronder de naam van de invoerweergave is gewijzigd, kan de weergavenaam voor de andere toets niet worden gewijzigd.
• [TV/TAPE]-toets: TV/TAPE
• [VCR/DVR]-toets: VCR/DVR
• [GAME]-toets: GAMEDOCK
Druk op de juiste toets voor INPUT
1
SELECTOR (invoerselectie) op de afstandsbediening.
De naam van de geselecteerde ingang verschijnt op de display.
Houdt de in stap 1 hierboven geselecteerde
2
toets voor INPUT SELECTOR gedurende 3 seconden ingedrukt om de weergavenaam te wijzigen.
DOCK
DOCK
Nl-17

Van audiobronnen genieten

VOLUME
INPUT
PHONES
INPUT SELECTOR
VOLUME
F/H
MUTING
SPEAKERS A, B (luidsprekers A, B)
A,B-indicators
PHONES-bus (Hoofdtelefoonbus)

De luidsprekerset selecteren

Draai de [INPUT]-selector van de ontvanger
1
of druk op de toetsen voor INPUT SELECTOR van de afstandsbediening om de bron te selecteren waar u naar wilt luisteren.
Gebruik de toetsen [SPEAKERS A]
2
(luidspreker A) en [SPEAKERS B] (luidsprekers B) op de ontvanger om de luidsprekerset te selecteren die u wilt gebruiken.
De luidsprekerindicator A en B geeft aan of elke luidsprekerset is in- of uitgeschakeld.
Begin met het afspelen van het
3
geselecteerde component.

De ontvanger dempen (alleen afstandsbediening)

U kunt de uitgang van de ontvanger tijdelijk dempen.
Druk op de toets [MUTING] (dempingstoets) van de afstandsbediening.
De ontvanger is gedempt.
Om de demping van de ontvanger ongedaan te maken, drukt u opnieuw op de toets [MUTING].
Opmerking:
Als de [VOLUME]-toetsen van de afstandsbediening worden ingedrukt, of als de ontvanger op stand-by is ingesteld, is de Mute-functie (dempingsfunctie) geannuleerd.

Gebruik van een hoofdtelefoon

Sluit een stereo hoofdtelefoon (met 1/4-inch klinkstekker) aan op de PHONES aansluiting van de ontvanger om te luisteren zonder anderen te storen.
Gebruik de [VOLUME]-regelknop van de
4
ontvanger, of de VOLUME []/[]-toetsen op de afstandsbediening om het volume af te stellen.
Draai de regelknop rechtsom om het volume te verhogen of linksom om het volume te verlagen.
Nl-18
Opmerkingen:
• Verlaag altijd het volume voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
• Bij het aansluiten van een hoofdtelefoon op de PHONES-aansluiting, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
Van audiobronnen genieten—Vervolg
SLEEP
DIMMER
BASS
TREBLE
BALANCE
SLEEP Indicator (sluimerindicator)

De helderheid van de display instellen (alleen afstandsbediening)

U kunt de helderheid van de display afstellen.
Druk herhaaldelijk op de toets [DIMMER] van de afstandsbediening om het volgende geselecteerd: gedimd, nog meer gedimd, of normale helderheid.

De Sluimertimer gebruiken (alleen afstandsbediening)

Met de sluimertimer kunt u de ontvanger zo instellen dat deze automatisch na een aangegeven tijdsperiode wordt uitgeschakeld.
Druk herhaaldelijk op de toets [SLEEP] (sluimertoets) van de afstandsbediening om de vereiste sluimertijd te selecteren.
U kunt een sluimertijd van 90 tot 10 minuten, in stappen van 10 minuten, instellen.
Wanneer de sluimertimer is ingesteld, verschijnt de SLEEP-indicator in de display, zoals hieronder wordt afgebeeld. De ingestelde sluimertijd wordt ongeveer 5 seconden op de display weergegeven, waarna de vorige display opnieuw verschijnt.

Tone- en balansregeling gebruiken

In dit hoofdstuk worden de functies beschreven die met elke invoerbron kunnen worden gebruikt.
De bas afstellen
Met de BASS-regeling worden de basgeluiden afgesteld. Draai deze opwaarts om ze luider te maken. Draai deze neerwaarts om ze stiller te maken. Meestal moet het halverwege zijn ingesteld.
De Treble afstellen
Met de TREBLE-regeling worden de treble-geluiden afgesteld. Draai deze opwaarts om ze luider te maken. Draai deze neerwaarts om ze stiller te maken. Meestal moet het halverwege zijn ingesteld.
De balans afstellen
De BALANCE-regeling wordt gebruikt om het relatieve volumeniveau van het linker en rechter luidsprekersysteem te regelen.
Om de sluimertimer te annuleren, drukt u herhaaldelijk op de toets [SLEEP] totdat de SLEEP­indicator verdwijnt.
Om de resterende sluimertijd te controleren, drukt u op de [SLEEP] toets. Als u op de toets [SLEEP] drukt terwijl de sluimertijd wordt aangegeven, zal de sluimertijd met 10 minuten worden verkort.
Nl-19
Van audiobronnen genieten—Vervolg
AUDIO
DirectPure AudioStereo
PURE AUDIO

De DIRECT-functie instellen

Druk herhaaldelijk op de toets [AUDIO] van de afstandsbediening om DIRECT te selecteren. Elke keer dat u op de toets [AUDIO] drukt, wordt de instelling als volgt gewijzigd.
Als de DIRECT-functie is uitgeschakeld, kunnen de tone-regelingen worden gebruikt om het geluid af te stellen en gaat de DIRECT-indicator uit.
Als de DIRECT-functie is ingeschakeld, worden de tone­regelingselementen omgeleid zodat u van zuiver geluid kunt genieten. De DIRECT-indicator brandt.
U kunt configureren of de DIRECT-functie wel of niet voor individuele invoerbronnen wordt toegepast.
Druk, om de DIRECT-functie te annuleren, herhaaldelijk op de toets [AUDIO] van de afstandsbediening om Stereo te selecteren.

Van zuivere audio genieten

Druk op de toets [PURE AUDIO] (zuivere audio) op de ontvanger om de luistermodus Pure Audio te activeren.
Met de luistermodus Pure Audio kunt u van een zuiverder geluid genieten door de videosignaaluitgang en de indicatie op de display uit te schakelen.
In de luistermodus Pure Audio worden de tone­regelingselementen omgeleid en worden afstellingen met de BASS- en TREBLE-regelingselementen genegeerd.
De luistermodus Pure Audio kan voor elke invoerbron individueel worden in- en uitgeschakeld.
Opmerkingen:
• Als Zone 2 is ingeschakeld, kunt u de modus Pure Audio niet selecteren.
Druk, om de luistermodus Pure Audio te annuleren, op de ontvanger op de toets [PURE AUDIO] (zuivere audio).
Nl-20

Opnemen

INPUT
INPUT SELECTOR
videosignaal audiosignaal
CD-speler VCR
Tenzij u volledige toestemming van de copyright-houder hebt, verbieden de copyright­wetgevingen dat uw opnamen voor iets anders dan persoonlijk genot worden gebruikt!
Deze paragraaf geeft uitleg over hoe de geselecteerde invoerbron naar een component met opnamecapaciteit op te nemen en hoe van diverse bronnen audio en video op te nemen.

Opnemen van de invoerbron

Audiobronnen kunnen naar een recorder (bijv. cassettedeck, CDR-, MD-recorder) worden opgenomen. Videobronnen kunnen naar een videorecorder (bijv. VCR-, DVD-recorder) worden opgenomen.
Bereid de recorder als volgt voor:
1
• stel de recorder zo in, dat deze klaar is voor opname.
• Stel, indien nodig, het opnameniveau op de recorder af.
• Raadpleeg de handleiding van de recorder voor meer informatie.
Draai de INPUT-selector (invoerselector)
2
van de ontvanger of druk op de toetsen voor [INPUT] SELECTOR van de afstandsbediening om het component te selecteren van waar u wilt opnemen.
Start op het component die in stap 1 is
3
geselecteerd, het afspelen.
Opmerkingen:
• Als u tijdens e opname een andere invoerbron selecteert, wordt deze nieuw geselecteerde invoerbron opgenomen.
• Het volume, de balans, dempen en tone­regelingselementen hebben geen invloed op het opgenomen signaal.

Van afzonderlijke bronnen audio en video opnemen

U kunt de audio van uw video-opnamen overdubben door gelijktijdig van twee verschillende bronnen audio en video op te nemen. Dit is mogelijk omdat de audiobron wordt opgenomen als een alleen-audio invoerbron, zoals TAPE, TUNER of CD, wordt geselecteerd; de videobron kan gelijktijdig worden opgenomen als een video-invoerbron op BD/DVD, CBL/SAT of GAME is aangesloten.
In het volgende voorbeeld, wordt door de VCR die op de VCR/DVR OUT-bussen is aangesloten, audio opgenomen van de CD-speler die op de CD IN-bussen is
aangesloten en video van de camcorder die op de GAME IN-bus is aangesloten.
Bereid de camcorder en de CD-speler klaar
1
voor op afspelen.
Bereid de VCR voor op opname.
2
Druk op de toets [GAME] INPUT SELECTOR
3
(VCR/DVR-invoerselectie) van de afstandsbediening.
Druk op de toets [CD] INPUT SELECTOR
4
(CD-invoerselectie) van de afstandsbediening.
De CD-speler wordt als de audiobron geselecteerd, maar de videocamera blijft als de videobron geselecteerd.
Start de opname op de VCR en speel daarna
5
af op de camcorder en CD-speler.
De VCR neemt van de camcorder video en van de CD-speler audio op.
Nl-21

Naar de radio luisteren

TUNING F/H
TUNING MODEINPUT
D.TUN
&/(
Cijfertoetsen
Band Frequentie
AUTO-indicator
TUNED (afgestemd) FM STEREO

Luisteren naar AM/FM-zenders

Met de ingebouwde tuner kunt u van AM- en FM­radiozenders genieten.
Gebruik de [INPUT]-selector van de
1
ontvanger of de toetsen INPUT SELECTOR van de afstandsbediening om AM of FM te selecteren.
In dit voorbeeld is de FM-band gekozen.
(De feitelijke display is afhankelijk van het land.)
Druk op de toets [TUNING MODE] zodat de
2
AUTO indicator op of van het display verschijnt/verdwijnt.
Druk op de toets TUNING [] of [].
3
U kunt ook de pijltoetsen []/[] van de afstandsbediening gebruiken om de radio af te stemmen.
Auto Tuning Zodra een zender wordt gevonden, wordt de zoekopdracht gestopt.
Manual Tuning Zodra u de toets loslaat, stopt de frequentie met veranderen.
Druk herhaaldelijk op de toetsen om met één stap per keer de frequentie te veranderen.
De frequentie verandert voor FM in stappen van 0,05 MHz (of van 0,05 MHz naar 0,2 MHz voor het Noord-Amerikaanse model) en voor AM in stappen van 9 kHz (of 10 kHz).
Wanneer op een zender afgestemd, verschijnt de TUNED-indicator. Wanneer op een FM-stereozender wordt afgestemd, verschijnt ook de FM STEREO­indicator.
Auto Tuning (automatisch afstemmen) Om deze modus te activeren, drukt u op de toets [TUNING MODE] (afstemmodus) om de indicator “AUTO” in te schakelen. In deze modus ontvangt u de uitzending in stereo.
Manual Tuning (handmatig afstemmen) Om deze modus te activeren, drukt u op de toets [TUNING MODE] (afstemmodus) om de indicator “AUTO” uit te schakelen. In deze modus ontvangt u de uitzending in mono.
Nl-22
Afstemmen op zwakke, stereo FM-zenders
Als het signaal van een stereo FM-zender erg zwak is, kan de uitzending soms met veel ruis doorkomen. Schakel in dat geval over op de modus Manual Tuning (handmatige afstemming) zodat de zender in mono wordt ontvangen.
Naar de radio luisteren—Vervolg
CH/ALBUM +/–
DISPLAY
MEMORY
TUNING MODE
Cijfertoetsen
Volgens frequentie op zenders afstemmen
U kunt rechtstreeks op AM- en FM-zenders afstemmen door de juiste zenderfrequentie in te voeren.
Druk op de toets [D.TUN] van de
1
afstandsbediening.
(De feitelijke display is afhankelijk van het land.)
Gebruik binnen 8 seconden de cijfertoetsen
2
om de frequentie van de gewenste radiozender in te voeren.
Bijvoorbeeld voor afstemmen op 87,5 (FM) drukt u op 8, 7, 5.
Vooraf instellen van AM/FM-zenders
U kunt tot 40 van uw favoriete AM/FM-radiozenders als presets opslaan.
Via de ontvanger worden de FM/AM-zenders vooraf ingesteld.
Stem op de AM/FM-zender af die u als
1
preset wilt opslaan.
Druk op de toets [MEMORY]
2
(geheugentoets).
Het preset-nummer knippert.
Terwijl het preset-nummer knippert
3
(ongeveer 8 seconden), gebruikt u de toetsen PRESET []/[] om van 1 tot 40 een preset te selecteren.
Druk opnieuw op de toets [MEMORY] om de
4
zender of het kanaal op te slaan.
De zender of het kanaal wordt opgeslagen en het preset-nummer stopt met knipperen.
Herhaal deze procedure voor al uw favoriete AM/ FM-radiozenders.
Nl-23
Naar de radio luisteren—Vervolg
Presets selecteren
Gebruik, om een preset te selecteren, de cijfertoetsen op de afstandsbediening, de toetsen CH/ALBUM [+]/[–] van de afstandsbediening, of de toetsen PRESET / van de ontvanger.
Presets verwijderen
Selecteer de preset die u wilt verwijderen.
1
Zie de vorige paragraaf.
Druk, terwijl u op de toets [MEMORY] drukt,
2
op de toets [TUNING MODE].
De preset wordt verwijdert en het nummer ervan verdwijnt van de display.
Naam bewerken
U kunt voor gemakkelijke identificatie voor de radiozender een aangepaste naam invoeren.
De klantnaam wordt met het scherm voor tekeninvoer bewerkt.
naam niet opgeslagen.
*1
:
Shift
Wisselt het weergegeven teken.
(links)/(rechts):
Selecteer deze om de cursor binnen het invoerveld Naam te bewegen.
Spatie:
voert een spatieteken in.
Back Space*2:
“Back Space” verplaatst de cursor één tekenspatie terug. Daarnaast verwijdert “Back Space” het teken aan de linkerkant van de cursor.
OK:
geeft aan dat de invoering is voltooid.
Tips:
*1 U kunt dit ook met >10 op de afstandsbediening
uitvoeren.
*2 Door op de afstandsbediening op [CLR] te
drukken, kunt u in de invoer alle tekens verwijderen.
Druk op de afstandsbediening op de toets
1
[SETUP].
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag []/
2
[] om “1. Source Setup” te kiezen en druk dan op [ENTER].
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag []/
3
[] om “Name Edit” te kiezen en druk dan op [ENTER].
Gebruik de pijltoets []/[]/[]/[] om een
4
teken te selecteren en druk dan op [ENTER].
Herhaal deze stap om tot 10 tekens in te voeren.
Als u de bewerking van de naam hebt
5
voltooid en u wilt het opslaan, moet u verzekeren dat u de pijltoets []/[]/[]/[] gebruikt om “OK” te selecteren en druk dan op [ENTER]. Als u dit niet doet, wordt de
Opmerkingen:
• Deze procedure kan ook op de ontvanger worden uitgevoerd met behulp van [SETUP], TUNING []/ [], PRESET []/[], en [ENTER].
• Druk op de toets [RETURN] om naar het vorige menu terug te keren.
De display wisselen
Als u AM of FM ontvangt, kunt u op de toets [DISPLAY] van de afstandbediening drukken om de display tussen de naam die u in Name Edit (Naambewerking) hebt aangegeven en de ontvangen frequentie te schakelen.
Nl-24
Loading...
+ 56 hidden pages