Omron NS series Quick start guide [nl]

Cat. No. V081-NL2-01
Programmeerbare terminals
NS-serie NS12-TS00, NS12-TS01
NS10-TV00, NS10-TV01 NS7-SV00, NS7-SV01
QUICK START-HANDLEIDING
Beknopt overzicht
2 Software installeren
Advanced Industrial Automation
8 Een eenvoudig scherm maken
29 Een project testen
35 Handige tips

Inhoudsopgave

SECTIE 1 Software installeren................................................................................................................................2
SECTIE 2 Functioneren van de NS-hardware......................................................................................................... 4
2-1 Achterpaneel van de NS12/NS10 ............................................................................................................4
2-2 Achterpaneel van de NS7 ........................................................................................................................5
2-3 De NS-terminal voor de eerste keer starten.............................................................................................5
2-4 Gebruik van het "System Menu" .............................................................................................................7
2-5 Communicatiemethodes...........................................................................................................................7
SECTIE 3 Een eenvoudig scherm maken................................................................................................................8
3-1 Een nieuw project maken......................................................................................................................... 8
3-2 Project- en schermeigenschappen............................................................................................................9
3-3 Uitleg van het NS-terminalgeheugen.....................................................................................................12
3-3-0 Het interne geheugen ($B, $W) .....................................................................................................12
3-3-1 Het systeemgeheugen ($SB, $SW)................................................................................................12
3-4 Systeemconfiguratie...............................................................................................................................15
3-5 Hostregistratie........................................................................................................................................ 20
3-6 Een scherm maken.................................................................................................................................21
3-6-0 Lijst met schermobjecten ............................................................................................................... 22
3-6-1 Schermvoorbeeld ...........................................................................................................................25
SECTIE 4 Een project testen .................................................................................................................................29
4-1 Datatransmissie van/naar NS.................................................................................................................30
4-1-0 Voordat de verbinding wordt gemaakt ..........................................................................................30
4-1-1 Datatransmissie starten .................................................................................................................. 30
4-1-2 Na de datatransmissie ....................................................................................................................34
SECTIE 5 Handige tips.......................................................................................................................................... 35
Terminologie.......................................................................................................................................................... 37
SECTIE 1 Software installeren
Lees de volgende aanwijzingen voordat u NS-software installeert.
Installeer NS-Designer niet op een computer waarop FinsGateway versie 2 en een SLK-, SNT- of SYSMAC-insteekkaart zijn geïnstalleerd.
Als NS-Designer versie 2.X reeds is geïnstalleerd, verschijnt een dialoogvenster waarin u het verwijderen van deze versie moet bevestigen. Klik op de knop OK om deze versie te verwijderen. Klik op de knop Cancel en vervolgens op de knop Exit om het programma te verlaten. FinsGateway wordt hierbij niet gedeïnstalleerd.
Als FinsGateway versie 2 reeds is geïnstalleerd, dient u deze altijd eerst te deïnstalleren voordat u NS-Designer installeert. Meer informatie over het deïnstalleren van FinsGateway versie 2 vindt u in de set-up-handleiding voor de NS-serie (V072-E1-xx), pagina 2-9.
Voordat u NS-Designer onder Windows NT of 2000 installeert, dient u als administrator op de computer in te loggen, zodat DLL-systeembestanden kunnen worden overschreven. Als DLL-systeembestanden niet kunnen worden overschreven, kan NS-Designer in sommige gevallen niet goed functioneren.
Sectie 1
Installatieprocedure:
1, 2, 3… 1. Start Windows 95, 98, NT, ME of 2000 op.
2. Sluit alle toepassingen voordat u de installatie uitvoert. Voer de volgende bestanden overeenkomstig uw besturingssysteem vanaf de NS-Designer CD-ROM uit en start de computer vervolgens opnieuw op.
Windows 95
a) Voer <CDROM>:\Update\401comupd.exe uit en start de computer opnieuw op. b) Voer <CDROM>:\Update\DCOM\English\dcom95.exe uit en start de computer opnieuw op.
Windows NT of 2000
Voer <CDROM>: \Update\401comupd.exe uit en start de computer opnieuw op.
Windows 98, 98SE of ME
Er zijn geen bijzondere handelingen noodzakelijk.
3. Plaats de NS-Designer CD-ROM in het CD-ROM-station. Het set­up-programma wordt automatisch gestart. Als het set-up-programma niet automatisch start, bijvoorbeeld na het deïnstalleren, zoek dan met behulp van Windows Explorer het bestand Setup.exe op de CD-ROM en dubbelklik op het bestand om het set-up-programma uit te voeren.
4. De NS-Designer set-up-wizard verschijnt. Volg de aanwijzingen in de set-up-wizard om NS-Designer te installeren.
2
Software installeren Sectie 1
5. Eventueel verschijnt een bericht voor het gebruik van de FinsGateway Help. Klik op OK.
6. Tijdens de installatie van FinsGateway verschijnt het venster om de gebruikersgegevens te registreren. Voer de gebruikersnaam en de naam van het bedrijf in. Klik vervolgens op de knop OK. Een dialoogvenster verschijnt met de geregistreerde gegevens. Controleer de gegevens en klik vervolgens op de knop OK.
7. U kunt nu de FinsGateway-eenheden selecteren die kunnen worden geïnstalleerd. ETN_UNIT en Serial Unit, die reeds zijn geselecteerd, zijn nodig om projecten aan de PT over te dragen. Controller Link Unit kan alleen worden geselecteerd als er een Controller Link-insteekkaart is geïnstalleerd op de computer.
8. Het scherm verschijnt waarin u de doeldirectory voor de installatie dient op te geven.
Geef de directory op waarin NS-Designer moet worden geïnstalleerd. Standaard wordt de volgende directory weergegeven. Windows 95, 98, of ME:
C:\Program Files\OMRON\FinsServer95
Windows NT of 2000:
C:\Program Files\OMRON\FinsServerNT
Geef de directory op en klik vervolgens op de knop (Het venster verschijnt niet als FinsGateway versie 3.0 is geïnstalleerd.)
Next
.
Opmerking
9. Het venster verschijnt waarin u de map in het menu "Start" dient op te geven, waarin een snelkoppeling voor het programma moet worden opgenomen. Geef een map in het menu "Start" van Windows op om een snelkoppeling te maken naar FinsGateway. De onderstaande map wordt weergegeven als de standaardlocatie voor het maken van snelkoppelingen.
Start Menu\Programs\Omron\FinsGateway
Geef de map op en klik vervolgens op de knop
10. De installatie wordt uitgevoerd. Tijdens de installatie wordt de voortgang als percentage weergegeven.
11. Als de installatie is voltooid, is een upgrade van de versie van FinsGateway mogelijk. Klik op de knop starten.
12. Als de installatie is voltooid, verschijnt het venster "Finished". Selecteer of u de computer wel of niet onmiddellijk opnieuw wilt opstarten en klik op de knop
13. Start de computer na de installatie altijd opnieuw op voordat u NS-Designer gebruikt!
Hoe u FinsGateway of/en NS-Designer moet deïnstalleren, wordt beschreven in de set-up-handleiding voor de NS-serie (V072-E1-xx).
Exit
Yes
om de installatie te voltooien.
Next
.
om de upgrade te
3
SECTIE 2 Functioneren van de NS-hardware
De namen van de onderdelen en de functies van de PT worden hieronder beschreven. De PT werkt over het algemeen via RS232/RS422-, Ethernet- en Controller Link (CLK)-communicatie. De host van de RS232/RS422-communicatie kan een PLC, pc of barcodelezer zijn. Ethernet en CLK worden gebruikt voor buscommunicatie en de toepassingen zijn nagenoeg oneindig. Bovendien kan de videokaart op de NS12 en de NS10 worden aangesloten. Hiermee kunnen live­videobeelden van een videosysteemcamera of bewakingscamera worden bekeken. Het schermgeheugen kan bij de NS12- en NS10-modellen worden vergroot door een insteekkaart met uitbreidingsgeheugen te installeren. Bovendien kunnen bijvoorbeeld data log en schermgegevens op de Compact Flash-geheugenkaart worden opgeslagen.

2-1 Achterpaneel van de NS12/NS10

Reset-schakelaar Om de PT te initialiseren. De status van beeldgegevens, andere
Connector voor uitbreidingsinterface. Om een uitbreidingsinterface-unit aan te sluiten, bijv. een videokaart of een CLK­insteekkaart.
geregistreerde gegevens en de systeeminstellingen wijzigen niet.
Sectie 2
Afdekkap voor uitbreidingsgeheugenkaart Om schermgegevens uit te breiden. Open de afdekkap en installeer de uitbreidingsgeheugenkaart in het slot.
Aardaansluiting Om storingen als gevolg van stoorsignalen te voorkomen.
Hoofdschakeling DC-ingangscircuit Om de spannings­voorziening aan te sluiten.
Batterijdeksel. De batterij wordt onder het deksel aangebracht en wordt gebruikt voor de backup van het actie log, het fout log, de alarmhistorie, de eventhistory en het data log.
4
Ethernet-connector Om de Ethernet-kabel aan te sluiten. Maakt gebruik van een 10Base­T RJ45 plug (8-polig).
Connector voor seriële poort A. Om de host, NS-Designer en de barcodelezer te verbinden. Maakt gebruik van een 9-polige female RS-232C-connector.
Connector voor seriële poort B (zie opmerking). Om de host, NS-Designer en de barcodelezer te verbinden. Maakt gebruik van een 9-polige female
-
DIP-switch Om de gegevensoverdracht met behulp van de geheugenkaart in te stellen.
Connector voor Compact Flash (CF)-geheugenkaart. Om de geheugenkaart aan te sluiten voor het opslaan en verzenden van schermgegevens, data log en systeemprogramma's.
-
Functioneren van de NS-hardware Sectie 2
g

2-2 Achterpaneel van de NS7

DIP-switch Om de gegevensoverdracht met behulp van de
eheugenkaart in te stellen.
Aardaansluiting Om storingen als gevolg van stoorsignalen te voorkomen.
Hoofdschakeling AC­ingangscircuit Om de spanningsvoorziening aan te sluiten.
Ethernet-connector Om de Ethernet-kabel aan te sluiten. Maakt gebruik van een 10Base-T RJ45 plug (8-polig).
Connector voor seriële poort B (zie opmerking.) Om de host, NS-Designer en de barcodelezer te verbinden. Maakt gebruik van een 9-polige female RS-232C-connector.
Reset-schakelaar Om de PT te initialiseren. De status van beeldgegevens, andere geregistreerde gegevens en de systeeminstellingen wijzigen
Connector voor seriële poort A. Om de host, NS-Designer en de barcodelezer te verbinden. Maakt gebruik van een 9-polige female RS-232C-connector.
Connector voor Compact Flash (CF)-geheugenkaart. Om de geheugenkaart aan te sluiten voor het opslaan en verzenden van schermgegevens, data log en systeemprogramma's.
Connector voor uitbreidingsinterface.
Batterijdeksel. De batterij wordt onder het deksel aangebracht en wordt gebruikt voor de backup van het actie log, het fout log, de alarmhistorie, de eventhistory en het data log.

2-3 De NS-terminal voor de eerste keer starten

Voer de onderstaande handelingen altijd uit als u de PT voor de eerste keer na de aankoop inschakelt.
A. Kies de systeemtaal.
B. Formatteer het gebied voor de schermgegevens.
C. Stel de datum en de tijd in.
Ga volgens de onderstaande omstandigheden te werk.
1. Als de stroom is ingeschakeld naar de PT, verschijnt een foutmelding. Druk op de knop OK.
5
Sectie 2
2. Het venster "System Menu" verschijnt. Bijna de gehele tekst is in het Japans. Het venster voor de taalkeuze bevindt zich rechtsonder op het scherm (Select Language). Selecteer Engels en druk op de knop [Write]. Het vraagvenster verschijnt. Druk op de linkerknop die JA betekent (tekst is Japans). De complete melding verschijnt. Druk vervolgens op de knop [OK]. Nu moet alle tekst in het Engels zijn. Zie de onderstaande afbeelding:
3. U staat al in de tab [Initialize] (de eerste tab). Druk op de knop [Screen Data Area].
4. Het waarschuwingsbericht verschijnt. Druk op de knop Yes om de schermgegevens te formatteren. Schakel de stroom niet uit tijdens het formatteren. Als een uitbreidingsgeheugenkaart is geïnstalleerd in de PT, mag deze tijdens het formatteren niet worden verwijderd. De tijd die voor het formatteren nodig is, is afhankelijk van het feit of uitbreidingsgeheugen wordt gebruikt en is afhankelijk van de hoeveelheid uitbreidingsgeheugen. De NS7 is onmiddellijk klaar met het formatteren.
5. Als het fomatteren is voltooid, verschijnt het desbetreffende bericht. Druk op de knop OK.
6. Selecteer het register [PT Settings]. Stel de tijd en de datum in.
7. Druk op het datumdisplay onder de kop "Calendar Check". Een dialoogvenster verschijnt. Voer de datum in het formaat jjjj/mm/dd in. Voorbeeld: Voer 1 januari 2000 in als 2000.1.1.
8. Druk op het tijddisplay onder de kop "Calendar Check". Een dialoogvenster verschijnt. Voer de tijd in uren/minuten/seconden in 24-uursformaat in. Voorbeeld: Voer 06:01:01 p.m. in als 18.1.1.
9. De rode knop [Write] bevindt zich in de rechter benedenhoek van het register [PT Settings]. De schrijfprocedure is niet nodig omdat de instelling voor de tijd en de datum onmiddellijk wordt geactiveerd nadat deze in het dialoogvenster zijn ingevoerd. Hiermee is de procedure beëindigd die nodig is om de PT voor de eerste keer te starten. U kunt nu projectgegevens vesturen. De PT kan worden gereset door op de knop [Exit] te drukken. U kunt de PT ook in de modus "System Menu" laten staan.
6
Functioneren van de NS-hardware Sectie 2

2-4 Gebruik van het "System Menu"

Het "System Menu" kan worden weergegeven door tegelijkertijd op twee van de vier hoeken van het bedieningspaneel te drukken. Het "System Menu" van de PT bevat tal van instellingen. Veel van deze instellingen komen overeen met de systeemconfiguratie in de NS-Designer. Meer informatie vindt u in sectie 6 van de set-up-handleiding voor de NS-serie (V072-E1-xx).

2-5 Communicatiemethodes

Alle NS-terminals hebben twee seriële poorten. De NS12-TS01(B), NS10-TV01(B) en NS7-SV01(B) beschikken tevens over een Ethernet-interface. Deze communicatie­poorten kunnen worden gebruikt voor de onderstaande communicatiemethodes.
Communicatie­poort
Seriële poort A
Seriële poort B
Ethernet-interface
Opmerking
De onderstaande drie communicatiemethodes kunnen worden gebruikt voor de gegevensoverdracht tussen de PT en NS-Designer (computer). Dit kunnen projectgegevens of systeemgegevens zijn. De betekenis van systeemgegevens wordt beschreven in de terminologielijst aan het eind van deze handleiding.
Seriële communicatie
Schermgegevens (projectgegevens) kunnen via een kabel tussen de computer en de PT worden overgedragen. Voor de seriële communicatie zijn geen instellingen noodzakelijk zoals bij Ethernet. De baudrate is echter niet zo snel als Ethernet.
Ethernet
De snelheid is hoger dan bij seriële transmissie en schermen kunnen worden overgedragen vanaf een locatie op afstand (via het netwerk). De communicatie­parameters moeten worden ingesteld in NS-Designer en FinsGateway.
: NT Link kan worden ingesteld op normale of snelle communicatie.
Ondersteunde communicatiemethodes
- 1:1 NT Link
- 1:N NT Link (zie opmerking.)
- Voor het aansluiten van de NS-Designer of barcodelezer.
- 1:1 NT Link
- 1:N NT Link (zie opmerking.)
- Voor het aansluiten van de NS-Designer of barcodelezer.
- FINS-communicatie
- Voor het aansluiten van de NS-Designer.
Geheugenkaart
Met een geheugenkaart kunnen schermgegevens sneller worden overgedragen dan met Ethernet. Lees voordat u geheugenkaartfuncties gaat gebruiken nadere
instructies in sectie 3-6 van de set-up-handleiding voor de NS-serie (V072-E1­xx) of de bedieningshandleiding voor de NS-serie (V074-E1-xx). Eerst worden de
gegevens van NS-Designer overgedragen naar de geheugenkaart. Door pen 6 van de DIP-switches om te zetten kunnen met de NS-terminal schermgegevens van een geheugenkaart worden gelezen.
Systeemsoftware kan alleen worden overgedragen met behulp van geheugenkaarten.
7
SECTIE 3 Een eenvoudig scherm maken
De onderstaande aanwijzingen laten u zien hoe u een klein project kunt maken met de NS Designer-software. In de volgende secties wordt uitgelegd hoe u het project moet simuleren en hoe u het naar de NS-hardware moet downloaden.

3-1 Een nieuw project maken

Start het programma NS-Designer. Voordat u schermen kunt maken, dient u een project aan te maken waarin schermen kunnen worden opgeslagen.
1, 2, 3… 1. Maak een nieuw project.
Selecteer [File] - [New Project]
2. Specificeer het type NS-hardware. Selecteer het juiste type en klik op de knop [OK]
Sectie 3
3. Kies de procedure voor het maken van een scherm. Selecteer [New Screen] en klik op de knop [OK]
4. Een nieuw scherm wordt geopend:
8
Een eenvoudig scherm maken Sectie 3
2

3-2 Project- en schermeigenschappen

Maak een parameterinstelling van het project.
1, 2, 3… 1. Selecteer - [Settings] - [Project properties].
2. Voer een titel in voor een project. Dit kan van alles zijn.
3. Stel een aantal labels in. Schermen kunnen verscheidene talen bevatten. Projecteigenschappen is de enige plek waar verschillende talen kunnen worden gespecificeerd. Deze instelling heeft betrekking op het gehele project. (1) Klik op het register [Switch Label] (2) Stel het aantal talen in (bijv. "2") voor [No. of labels] (3) Stel de eerste taal in voor [Label Name] van [Switch No. 0] (4) Stel de tweede taal in voor [Label Name] van [Switch No. 1]
1
Opmerking
3
4
Het maximale aantal talen is 16 !!
De executiecondities van macro's kunnen worden ingesteld in het register [Macro]. We gaan hier nu niet op in. De systeemtaal van de NS-terminal kan worden gewijzigd in het register [Select Language] (Japans of Engels).
9
4. Klik op de knop [OK]. Een dialoogvenster verschijnt ter bevestiging. Klik op “Yes”.
5. Sla het project op. (1) Maak een nieuwe map (2) Voer een bestandsnaam in (3) Klik op de knop [Save]
1
2 3
Sectie 3
6. Een dialoogvenster verschijnt ter bevestiging. Klik op de knop [Yes to all].
7. Het scherm wordt gesloten bij het opslaan van een project. Automatisch verschijnt een dialoogvenster om een scherm te openen. Open het scherm opnieuw door op de knop [OK] te drukken.
10
Een eenvoudig scherm maken Sectie 3
8. Selecteer [Settings] - [Screen Properties] of klik met de rechtermuisknop op het scherm en kies [Screen Properties]
9. Het venster "Screen Property" verschijnt. (1) De titel van het scherm kan worden ingevoerd in het register [Title]. (2) De formaatinstellingen van het scherm staan in het register [Size/Pop-up].
1
Vink dit af als u deze instellingen ook in de toekomst wilt gebruiken.
2
Vink dit af als u het scherm als pop-up venster wilt gebruiken.
Het schermtype kan een normaal scherm of een pop-up-scherm zijn. Vink de optie "Use as Pop-up Screen" af als het scherm er als een venster uit moet zien. Het eerste scherm moet een normaal scherm zijn, dus vink deze optie nu nog niet af!
10. Klik op het register [Background/Others]. Klik vervolgens op de knop [Set Color…]. (1) De achtergrondkleur kan worden ingesteld in het venster [Color Setting]. (2) De executieconditie van een macro kan worden ingesteld in het register [Macro] (zie de referentiehandleiding over macro's). (3) Klik op de knop [OK] als de instellingen gereed zijn.
11
Loading...
+ 27 hidden pages