De E5jK-T digitale programma–
regelaars zijn een verdere uitbreiding
op de veelzijdige E5jK digitale
regelaars en zijn verkrijgbaar in drie
afmetingen.
E5jK-T Series
E5jK-T
RC
E5CK-TE5AK-T/E5EK-T
Opm.: Een uitgebreide Nederlandstalige ingebruikname handleiding van deze
Opm.: Eén uitgangsmodule en één optiemodule kan gemonteerd worden in iedere regelaar.
Omschrijving
Uitgangsmodule
(1 module per regelaar)
Benodigd bij elke regelaar
OmschrijvingModelKenmerken
Optiemodule
(1 module per regelaar)
Naar keuze toepasbaar
Opm.: De E5CK-TAA1-500 wordt geleverd inclusief afdekkap voor aansluitklemmen.
Y Standaard voorraad artikel.
E53-R4R4 Y
E53-Q4R4 Y
E53-Q4HR4Spanning 12 V (PNP) / Relais
E53-C4R4 Y
E53-C4DR4Analoog 0 tot 20 mA / Relais
E53-V44R4Analoog 0 tot 10 V / Relais
E53-Q4Q4 Y
E53-Q4HQ4HSpanning 12 V (PNP) / Spanning 12 V (PNP)
E53-CK01 Y
E53-CK03 Y
E53-CKB Y
E53-CKF Y
ModelUitgang
Relais / Relais
Spanning 12 V (NPN) / Relais
Analoog 4 tot 20 mA / Relais
Spanning 12 V (NPN) / Spanning 12 V (NPN)
RS-232C
RS-485
Digitale ingang: 1 punt
Transfer uitgang (4 tot 20 mA)
2
E5CK-T
E5CK-T
Temperatuurbereiken
Weerstandsopnemer
Ingang (selecteerbaar met
schakelaar)
Bereik°C–199,9 tot 650,0–199,9 tot 650,0
°F–199,9 tot 999,9–199,9 tot 999,9
Resolutie (°C/°F)
(instelling en alarm)
Instelling01
Thermokoppel
Ingang
(selecteerbaar
met
schakelaar)
(zie opm.)
Bereik°C
Resolutie
(digit °C/°F)
(instelling en
alarm)
Instelling2345678910111213141516
Opm.: De instelling staat van fabriekswege op 2 (K1 thermokoppel met 1 digit resolutie).
Thermokoppel W is W/Re 5-26 (wolfraam rhenium 5, wolfraam rhenium 26).
K1K2J1J2TEL1L2UNRSBWPLII
–200
0,0
tot
tot
1.300
500,0
–300
tot
2.300
0,0
tot
900,0
°F
10,110,10,1110,10,1111111
Analoge stroom/spanning
Ingang
(selecteerbaar met
schakelaar)
Bereik
Resolutie (digit °C/°F)
(instelling en alarm)
Instelling1718192021
JPt100Pt100
0,10,1
–100
0,0
tot
850
–100
tot
1.500
tot
400,0
0,0
tot
750,0
–199,9
tot
400,0
–199,9
tot
700,0
0 tot
600
0 tot
1.100
–100
tot
850
–100
tot
1.500
0,0
tot
400,0
0,0
tot
750,0
–199,9
tot
400,0
–199,9
tot
700,0
–200
tot
1.300
–300
tot
2.300
0 tot
1.700
0 tot
3.000
StroomingangSpanningsingang
4 tot 20 mA0 tot 20 mA1 tot 5 V0 tot 5 V0 tot 10 V
Een van volgende bereiken volgens de schaalfactor
–1999 tot 9999
–199,9 tot 999,9
–19,99 tot 99,99
–1,999 tot 9,999
Volgens ingesteld bereik (1 / 0,1 / 0,01 / 0,001)
0 tot
1.700
0 tot
3.000
100
tot
1.800
300
tot
3.200
0 tot
2.300
0 tot
4.100
0 tot
1.300
0 tot
2.300
Technische gegevens
Specificaties
Item100 tot 240 VAC type24 VAC/VDC type
Aansluitspanning100 tot 240 VAC, 50/60 Hz24 VAC/VDC
Opgenomen vermogen15 VA6 VA, 3,5 W
Tolerantie aansluitspanning85% tot 110% van de aansluitspanning
IngangThermokoppel:K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W, PLII
Weerstandsopnemer:JPt100, Pt100
Analoge stroomingang:4 tot 20 mA, 0 tot 20 mA
Analoge spanningsingang: 1 tot 5 V, 0 tot 5 V, 1 tot 10 V
IngangsimpedantieStroomingang:150 Ω
Spanningsingang: 1 MΩ max.
RegeluitgangVolgens de uitgangsmodule (zie “Specificaties uitgangsmodules”)
Sub uitgang 11 Maakcontact, 1 A bij 250 VAC (weerstandsbelasting)
RegelalgoritmeAAN/UIT of PID + Feed-Forward regeling (Advanced PID regeling)
InstelmethodeDigitale instelling met toetsen op frontpaneel
Uitlezing2 maal 4 digit 7-segment digitale display en LED’s
Andere functiesVolgens de optiemodule (zie “Specificaties optiemodules”)
Hysteresis0,01% tot 99,99% volle schaal (per stap van 0,01% volle schaal)
Proportionele band (P)0,1% tot 999,9% volle schaal (per stap van 0,1% volle schaal)
Integrerende tijd (I)0 tot 3.999 s (per stap van 1 s)
Differentiërende tijd (D)0 tot 3.999 s (per stap van 1 s)
Proportionele cyclustijd1 tot 99 s (per stap van 1 s)
Manuele resetwaarde0,0% tot 100,0% (per stap van 0,1%)
Instelbereik alarm–1.999 tot 9.999 of –199,9 tot 999,9 (positie decimale punt afhankelijk van type ingang)
Instelbare tijden (stappen)0 tot 99 uur 59 min of 0 tot 99 min 59 s
Programma capaciteit1 programma, 16 stappen (mogelijkheid tot 4 programma’s)
ProgrammeermethodePer stap of met setpoint–rampmethode
Tijdnauwkeurigheid±0,2% (±500 ms) van de ingestelde waarde
Meetperiode (zie opm. 2)Temperatuur ingang :250 ms
Isolatieweerstand20 MΩ min. (bij 500 VDC)
Diëlektrische sterkte2.000 VAC, 50/60 Hz gedurende 1 minuut tussen aansluitklemmen met verschillende polariteit
TrillingsbestendigheidIn bedrijf :10 tot 55 Hz, 10 m/s2 (ong. 1G) gedurende 10 min in X, Y en Z richting
SchokbestendigheidIn bedrijf :200 m/s2 min. (ong. 20G), 3 maal elk in 6 richtingen
OmgevingstemperatuurIn bedrijf :–10°C tot 55°C (zonder ijsvorming) / 3 jaar garantieperiode : –10°C tot 50°C
VochtigheidsgraadIn bedrijf :35% tot 85%
AfdichtingsgraadFrontpaneel :NEMA4 voor gebruik binnenshuis (equivalent aan IP66)
Opm.: 1. De indicatie nauwkeurigheid van de K (1 digit resolutie), T en N thermokoppels bij een temperatuur van -100°C of lager is ±2°C ±1
digit maximum.
De indicatie nauwkeurigheid van de U, L (1 digit resolutie) en L (0,1 digit resolutie) thermokoppels bij eender welke temperatuur is
±2°C ±1 digit maximum.
De indicatie nauwkeurigheid van de B thermokoppels bij een temperatuur van 400°C of lager is onbeperkt.
De indicatie nauwkeurigheid van de R en S thermokoppels bij een temperatuur van 200°C of lager is ±3°C ±1 digit maximum.
De indicatie nauwkeurigheid van de W thermokoppels bij eender welke temperatuur is 〈±0,3% van de uitleeswaarde of ±3°C, naargelang de hoogste waarde) ±1 digit maximum.
De indicatie nauwkeurigheid van de PLII thermokoppels bij eender welke temperatuur is 〈±0,3% of ±2°C, naargelang de hoogste
waarde) ±1 digit maximum.
2. De meetperiode van het standaardmodel met stroomtransformator en remote setpoint is 250 ms.
Thermokoppel :
〈±0,3% van uitleeswaarde of ±1°C, naargelang hoogste waarde) ±1 digit max.
Weerstandsopnemer :
〈±0,2% van uitleeswaarde of ±0,8°C, naargelang hoogste waarde) ±1 digit max.
Analoge ingang : ±0,2% van de volle schaal ±1 digit max.
Emissie AC Richtlijn:EN55011 Groep 1 klasse A
Immuniteit ESD:EN61000-4-2: 4 kV contactontlading (niveau 2)
Immuniteit RF-interferentie:ENV50140:10 V/m (amplitude gemoduleerd, 80 MHz tot
Immuniteit Gevoerde Storing: ENV50141:10 V (0,15 tot 80 MHz ) (niveau 3)
Immuniteit Burst:EN61000-4-4: 2 kV voedingslijn (niveau 3)
Conform aan EN50081-2, EN50082-2, EN61010-1 (IEC1010-1)
Conform aan VDE0106/ deel 100 (Aanraakbeveiliging), bij gebruik van de afdekplaat voor
aansluitklemmen
2
(ong. 10G) voor relais)
2
min. (30G), 3 maal elk in 6 richtingen
2
(ong. 2G) gedurende 2 uur in X, Y en Z richting
8 kV luchtontlading (niveau 3)
1 GHz) (niveau 3)
10 V/m (pulsgemoduleerd, 900 MHz)
2 kV I/O signaalliijn (niveau 4)
4
E5CK-T
Specificaties uitgangsmodules
ModelSpecificaties
E53-R4R4Relais uitgangMaakcontact:250 VAC, 3 A (weerstandsbelasting)
E53-Q4Q4SpanningsuitgangNPN:max. 20 mA bij 12 VDC (met kortsluitbeveiliging)
E53-Q4HQ4HPNP:max. 20 mA bij 12 VDC (met kortsluitbeveiliging)
E53-C4R4
E53-C4DR4
E53-V44R4Lineaire
Lineaire
stroomuitgang
spanningsuitgang
Mechanische levensduur: 10.000.000 schakelingen min.
Elektrische levensduur:100.000 schakelingen min.
4 tot 20 mA : Toelaatbare impedantie belasting : 500 Ω max. Resolutie: ong. 2.600
0 tot 20 mA : Toelaatbare impedantie belasting : 500 Ω max. Resolutie: ong. 2.600
0 tot 10 VDC : Toelaatbare impedantie belasting : 1 kΩ min.Resolutie: ong. 2.600
Specificaties optiemodules
ModelSpecificaties
E53-CKBDigitale ingangContactingang:
E53-CK01
E53-CK03RS-485
E53-CKFTransfer uitgang4 tot 20 mA :
Communicatie
RS-232C
AAN: 1 kΩ max., UIT: 100 kΩ min.
Spanningsingang:
AAN: restspanning 1,5 V max., UIT: lekstroom 0,1 mA max.
Transmissiemethode :Half-duplex
nings- of analoge uitgang.
Insteekbare optiemodules: seriële communicatie
(RS-232C, RS-422 of RS-485), digitale ingang(en)
en 4 tot 20 mA transferuitgang.
Uitgebreide regelaarsfuncties, o.a.: standaard en
Heat/Cool regeling, Auto/Manueel, Run/Stop bedrijfsstand, drie-punts stappenregeling (PRR2
type), Ramp-Up functie naar setpoint, uitgebreide
alarmfuncties (NO of NG), setpoint begrenzing,
operator beveiliging, uitgangsvermogen begrenzing, enz..
Geavanceerde PID + Feed-Forward regeling
(Advanced PID). Met FUZZY self-tuning of
one-shot auto-tuning.
CE gemerkt, conform aan de EMC en LVD
richtlijnen. Tevens conform VDE, UL en CSA.
E5AK-T/E5EK-T
RC
Verkrijgbare uitvoeringen
OmschrijvingModelKenmerken
Basisunit 96 x 96 mmE5AK-TAA2-500 AC100-240Standaard model (100–240 VAC)
E5AK-TAA2-500 AC/DC24Standaard model (24 VAC/VDC)
E5AK-TPRR2-500 AC100-240Klepsturing model (100–240 VAC)
E5AK-TPRR2-500 AC/DC24Klepsturing model (24 VAC/VDC)
Basisunit 48 x 96 mmE5EK-TAA2-500 AC100-240Standaard model (100–240 VAC)
E5EK-TAA2-500 AC/DC24Standaard model (24 VAC/VDC)
E5EK-TPRR2-500 AC100-240Klepsturing model (100–240 VAC)
E5EK-TPRR2-500 AC/DC24Klepsturing model (24 VAC/VDC)
Opm.: 1. Bij gebruik van de heater burnout alarmfunctie met een standaard model, kan de analoge uitgangsmodule niet als regeluitgang
worden gebruikt.
2. Controleer bij bestellen altijd of de juiste stroomtransformator, uitgangsmodule en optiemodule is gekozen.
3. De digitale regelaar voorziet in transferuitgangen bij 4 tot 20 mA voor de ingestelde waarde en andere waardes en regeluitgangen
bij 4 tot 20 mA voor de stroomuitgangen.
4. De regelaars worden standaard geleverd inclusief afdekkap voor de aansluitklemmen.
6
E5AK-T/E5EK-T
E5AK-T/E5EK-T
OmschrijvingModelKenmerken
Uitgangsmodule
(voor E5AK-TAA2
en E5EK-TAA2)
E53-RRelais
E53-SSolid state relais
E53-QSpanning (NPN) 12 VDC bij 40 mA max.
E53-Q3Spanning (NPN) 24 VDC bij 20 mA max.
E53-Q4Spanning (PNP) 24 VDC bij 20 mA max.
E53-C3Analoog (4 tot 20 mA) bij een belasting van 600 Ω max.
E53-C3DAnaloog (0 tot 20 mA) bij een belasting van 600 Ω max.
E53-V34Analoog (0 tot 10 V) bij een belasting van 1 kΩ min.
E53-V35Analoog (0 tot 5 V) bij een belasting van 1 kΩ min.
Opm.: De E53-C uitgangsmodule van de E5jX kan niet worden toegepast.
De heater burnout functie kan niet worden gebruikt bij toepassing van analoge uitgang.
Omschrijving
Optiemodule
E5AK: 3 modules max.
E5EK: 1 module
E53-AKBDigitale ingang: 1 punt
E53-AK01Communicatie (RS-232C)
E53-AK02Communicatie (RS-422)
ModelKenmerken
E53-AK03Communicatie (RS-485)
E53-AKFTransfer uitgang (4 tot 20 mA)
Opm.: Geef bij bestelling de gewenste regelaar, uitgang(en), optiemodule(s) en eventueel stroomtransformator op.
(Voor nadere informatie over de stroomtransformatoren: zie E54 in onderstaande tabel).
Accessoires (apart te bestellen)
OmschrijvingModelGatdiameter
StroomtransformatorE54-CT15,8 mm
E54-CT312,0 mm
Opm.: Een stroomtransformator is benodigd indien de heater burnout functie wordt gebruikt.
Temperatuurbereiken
Weerstandsopnemer
IngangJPt100Pt100
Bereik°C–199,9 tot 650,0–199,9 tot 650,0
°F–199,9 tot 999,9–199,9 tot 999,9
Resolutie (digit °C/°F)
(instelling en alarm)
Instelling01
0,10,1
Thermokoppel
Ingang
(zie opm.)
Bereik°C
Resolutie
(digit °C/°F)
(instelling en
alarm)
Instelling2345678910111213141516
Opm.: De instelling staat van fabriekswege op 2 (K1 thermokoppel met 1 digit resolutie).
Thermokoppel W is W/Re 5-26 (wolfraam rhenium 5, wolfraam rhenium 26).
K1K2J1J2TEL1L2UNRSBWPLII
–200
0,0
–100
0,0
°F
tot
1.300
–300
tot
2.300
tot
500,0
0,0
tot
900,0
tot
850
–100
tot
1.500
tot
400,0
0,0
tot
750,0
–199,9
tot
400,0
–199,9
tot
700,0
0
tot
600
0
tot
1.100
–100
tot
850
–100
tot
1.500
0,0
tot
400,0
0,0
tot
750,0
–199,9
tot
400,0
–199,9
tot
700,0
–200
tot
1.300
–300
tot
2.300
0
tot
1.700
0
tot
3.000
0
tot
1.700
0
tot
3.000
100
tot
1.800
300
tot
3.200
10,110,10,1110,10,1111111
0
tot
2.300
0
tot
4.100
0
tot
1.300
0
tot
2.300
7
E5AK-T/E5EK-T
E5AK-T/E5EK-T
Analoge stroom/spanning
Ingang
Bereik
Resolutie (digit)
(instelling en alarm)
Instelling1718192021
StroomingangSpanningsingang
4 tot 20 mA0 tot 20 mA1 tot 5 V0 tot 5 V0 tot 10 V
Een van volgende bereiken volgens de schaalfactor
–1999 tot 9999
–199,9 tot 999,9
–19,99 tot 99,99
–1,999 tot 9,999
Volgens ingesteld bereik (1 / 0,1 / 0,01 / 0,001)
Technische gegevens
Specificaties
Aansluitspanning100 tot 240 VAC, 50/60 Hz24 VAC/VDC, 50/60 Hz
Opgenomen vermogenE5AK–T: 16 VA
E5EK–T: 15 VA
Tolerantie aansluitspanning85% tot 110% van de aansluitspanning
IngangThermokoppel:K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W, PLII
Weerstandsopnemer:JPt100, Pt100
Analoge stroomingang:4 tot 20 mA, 0 tot 20 mA (ingangsimpedantie: 150 Ω)
Analoge spanningsingang: 1 tot 5 V, 0 tot 5 V, 1 tot 10 V (ingangsimpedantie: 1 MΩ)
RegeluitgangStandaard model
Insteekbare uitgangsmodule (zie “Specificaties uitgangsmodules”)
Model voor klepsturing / drie-punts stappenregeling
2 relais uitgangen: maakcontact, 1 A bij 250 VAC (inclusief inschakelstroom) (zie opm. 1)
Sub uitgangen2 x maakcontact, 3 A bij 250 VAC (weerstandsbelasting)
RegelalgoritmeAAN/UIT of PID + Feed-Forward regeling (Advanced PID regeling)
InstelmethodeDigitale instelling met toetsen op frontpaneel
Uitlezing2 maal 4 digit 7-segment digitale display en LED’s
Potentiometer100 Ω tot 2,5 kΩ
Digitale ingangenContactingang:AAN: 1 kΩ max., UIT: 100 kΩ min.
Transistoringang: AAN: restspanning: 1,5 V max., UIT: lekstroom: 0,1 mA max.
Transfer uitgang4 tot 20 mA, toelaatbare impedantie belasting: 600 Ω max., resolutie: ong. 2.600
Ingang stroomtransformatorStroomtransformator (E54-CT1 of E54-CT3)
Andere functiesVolgens de optiemodule (zie “Specificaties optiemodules”)
Opm.: 1. Alle regeluitgangen zijn geïsoleerd van het ingangscircuit.
12 VA, 8 W
8
E5AK-T/E5EK-T
E5AK-T/E5EK-T
Algemeen
Indicatie nauwkeurigheid
(zie opm. 1)
Hysteresis0,01% tot 99,99% volle schaal (per stap van 0,01% van de volle schaal)
Proportionele band (P)0,1% tot 999,9% volle schaal (per stap van 0,1% van de volle schaal)
Integrerende tijd (I)0 tot 3.999 s (per stap van 1 s)
Differentiërende tijd (D)0 tot 3.999 s (per stap van 1 s)
Proportionele cyclustijd1 tot 99 s (per stap van 1 s)
Manuele resetwaarde0,0% tot 100,0% (per stap van 0,1%)
Instelbereik alarm–1.999 tot 9.999 of –199,9 tot 999,9
Instelbare tijden (stappen)0 tot 99 uur 59 min of 0 tot 99 min 59 s
Programma capaciteit8 programma’s (E5AK) of 4 programma’s (E5EK), 16 stappen
ProgrammeermethodePer stap of met setpoint–rampmethode
Tijdnauwkeurigheid±0,2% (±500 ms) van de ingestelde waarde
Meetperiode
(zie opm. 2)
Isolatieweerstand20 MΩ min. (bij 500 VDC)
Diëlektrische sterkte2.000 VAC, 50/60 Hz gedurende 1 minuut tussen aansluitklemmen met verschillende polariteit
TrillingsbestendigheidIn bedrijf :10 tot 55 Hz, 10 m/s2 (ong. 1G) gedurende 10 min in X, Y en Z richting
SchokbestendigheidIn bedrijf :200 m/s2 min. (ong. 20G), 3 maal elk in 6 richtingen
OmgevingstemperatuurIn bedrijf :–10°C tot 55°C (zonder ijsvorming) / 3 jaar garantieperiode : –10°C tot 50°C
VochtigheidsgraadIn bedrijf : 35% tot 85% RH
BeschermingsgraadFrontpaneel :NEMA4 voor gebruik binnenshuis (equivalent aan IP66)
Opm.: 1. De indicatie nauwkeurigheid van de K1, T, en N thermokoppels bij een temperatuur van -100°C max. is ±2°C ±1 digit maximaal. De
indicatie nauwkeurigheid van de U en L thermokoppels bij elke temperatuur is ±2°C ±1 digit maximaal.
De indicatie nauwkeurigheid van het B thermokoppel bij een temperatuur van 400°C max. is onbeperkt.
De indicatie nauwkeurigheid van de R en S thermokoppels bij een temperatuur van 200°C max. is ±3°C ±1 digit maximaal.
De indicatie nauwkeurigheid van het W thermokoppel bij elke temperatuur is (±0,3% van de uitleeswaarde of ±3°C, naar gelang de
hoogste waarde) ±1 digit maximaal.
De indicatie nauwkeurigheid van het PLII thermokoppel bij elke temperatuur is (±0,3% van de uitleeswaarde of ±2°C, naar gelang
de hoogste waarde) ±1 digit maximaal.
2. De meetperiode van het standaard model met stroomtransformator en remote setpoint is 250 ms.
Thermokoppel :
〈±0,3% van uitleeswaarde of ±1°C, naargelang hoogste waarde) ±1 digit max.
Weerstandsopnemer :
〈±0,2% van uitleeswaarde of ±0,8°C, naargelang hoogste waarde) ±1 digit max.
Analoge ingang : ±0,2% van de volle schaal ±1 digit max.
(positie decimale punt afhankelijk van type ingang of resultaat van de ingestelde scaling)
Emissie AC Richtlijn:EN55011 Groep 1 klasse A
Immuniteit ESD:EN61000-4-2: 4 kV contactontlading (niveau 2)
Immuniteit RF-interferentie:ENV50140:10 V/m (amplitude gemoduleerd, 80 MHz tot
Immuniteit Gevoerde Storing: ENV50141:10 V (0,15 tot 80 MHz ) (niveau 3)
Immuniteit Burst:EN61000-4-4: 2 kV voedingslijn (niveau 3)
Conform aan EN50081-2, EN50082-2, EN61010-1 (IEC1010-1)
Conform aan VDE0106/ deel 100 (Aanraakbeveiliging), bij gebruik van de afdekplaat voor
aansluitklemmen
2
(ong. 10G) voor relais)
2
min. (30G), 3 maal elk in 6 richtingen
2
(ong. 2G) gedurende 2 uur in X, Y en Z richting
8 kV luchtontlading (niveau 3)
1 GHz) (niveau 3)
10 V/m (pulsgemoduleerd, 900 MHz)
2 kV I/O signaalliijn (niveau 4)
9
E5AK-T/E5EK-T
E5AK-T/E5EK-T
Specificaties uitgangsmodules
ModelSpecificaties
E53-RRelais uitgang5 A bij 250 VAC (weerstandsbelasting)
E53-SSolid state uitgang1 A bij 75 tot 250 VAC (weerstandsbelasting)
E53-Q
E53-Q3NPN: max. 20 mA bij 24 VDC (met kortsluitbeveiliging)
E53-Q4PNP: max. 20 mA bij 24 VDC (met kortsluitbeveiliging)
E53-C3
E53-C3D0 tot 20 mA, toelaatbare impedantie belasting: 600 Ω max., resolutie: ong. 2.600
E53-V34
E53-V350 tot 5 VDC, toelaatbare impedantie belasting: 1 kΩ min., resolutie: ong. 2.600
Opm.: Bij het model voor klepsturing / drie-punts stappenregeling zijn reeds twee uitgangsrelais gemonteerd (1 A bij 250 VAC). (Gebruik bij
Spanningsuitgang
Lineaire stroomuitgang
Lineaire spanningsuitgang
vervanging de E53-R uitgangsmodule).
NPN: max. 40 mA bij 12 VDC (met kortsluitbeveiliging)
Max. verwarmingsstroomEnkelfasig 50 A VAC
Indicatienauwkeurigheid verwarmingsstroom±5% van de volle schaal ±1 digit max.
Instelbereik varwarmingsstroom0,1 tot 49,9 A (per stap van 0,1 A) (zie opm. 1)
Min. detecteerbare AAN tijd190 ms (zie opm. 2)
Opm.: 1. Heater burnout wordt niet gedetecteerd indien de stroom op 0,0 A ingesteld is; het alarm wordt automatisch aangezet indien de
stroom op 50,0 A wordt ingesteld.
2. Indien de regeluitgang korter dan 190 ms AAN is wordt de verwarmingsstroom niet gemeten en wordt heater burnout niet
gedetecteerd.
10
E5AK-T/E5EK-T
Nomenclatuur
E5AK–T
Programmanummer
Toont het programmanummer
Programmastatus indicatie
De bovenste indicator toont de stijgende
fase, de middelste indicator toont de
constante fase en de onderste indicator
de neergaande fase.
Indicatiebalk
Toont de verstreken tijd van de
programmaperiode in stappen van
20% (5 indicatoren).
Werkingsindicatoren
• OUT1
Licht op indien de uitgangsfunctie van
regeluitgang 1 AAN is.
• OUT2
Licht op indien de uitgangsfunctie van
regeluitgang 2 AAN is.
• SUB1
Licht op indien de uitgangsfunctie van
de sub uitgang 1 AAN is.
• SUB2
Licht op indien de uitgangsfunctie van
sub uitgang 2 AAN is.
• MANU
Licht op bij manuele werkingsmode.
• RST
Licht op wanneer de regelaar wordt
gereset.
• RMT
Licht op bij remote werking.
• AT
Knippert tijdens auto-tuning.
• HOLD
Licht op wanneer het programma in
de houdfunctie staat.
• WAIT
Licht op wanneer het programma in
de wachtfunctie staat.
E5AK-T/E5EK-T
Uitlezing 1
Toont de proceswaarde of parametercode
Uitlezing 2
Toont de ingestelde waarde,
bewerkte variabele of parameter instellingen.
Verlaag / verhoog toets
Indrukken om de waarde op
uitlezing 2 te verlagen of te
verhogen.
Uitleestoets
Indrukken om de volgende
parameter te kunnen uitlezen.
RUN/RST toets
Schakelt tussen RUN en RESET mode.
E5EK–T
Uitlezing 1
Uitlezing 2
Werkingsindicatoren
Verlaag / verhoog toets
Uitleestoets
RUN/RST toets
11
E5jK-T
Installatie
Opm.: Schakel altijd eerst de voedingsspanning uit voordat de regelaar wordt geopend.
Installatie E5CK–T
Voornaamste onderdelen
Aansluitklemmen
Keuze voor
ingangstype *
Optie module *
* In binnenzijde van de regelaar
Uitgangsmodule *
Behuizing
Frontpaneel
Plaatsen van de uitgangsmodule
1. Twee rechthoekige uitsparingen zijn voorzien in de
voedingsprintplaat (rechterzijde van de regelaar). Plaats de
twee uitsteeksels van de uitgangsmodule in deze openingen.
2. Wanneer d e uitgangsmodule geplaatst is in de voedingsprintplaat, bevestig de uitgangsmodule op de connector van de
controleprintplaat (linkerzijde van de regelaar).
E5jK-T
1
2
Openen van de regelaar
Om de uitgangsmodule en de optiemodule te plaatsen dient het
interne mechanisme verwijderd te worden uit de behuizing.
Druk de haken aan weerszijden van de behuizing in en trek het
interne mechanisme uit de behuizing.
Plaatsen van de optie module
1. Draai de regelaar met de onderzijde naar boven en bevestig
de optie module horizontaal op de connector van de
voedingsprintplaat (rechterzijde van de regelaar).
2. Wanneer d e voedingsprintplaat bevestigd is, bevestig dan de
optie module verticaal op de connector van de regelaarprintplaat (linkerzijde van de regelaar).
1
2
12
E5jK-T
Montage E5CK–T
1. Schuif de E5CK–T regelaar in de opening van het paneel
volgens onderstaande figuur.
2. Druk de montage adapter langs de behuizing van de
aansluitklemmen tot tegen het paneel en bevestig deze
tijdelijk.
3. Bevestig de twee schroeven van de adapter. Draai de
schroeven afwisselend aan met een max. aandraaimoment
van ong. 0,29 tot 0,39 N S m of 3 tot 4 kgf S cm.
Adapter
Paneel
Waterdichte
afdichting
Afdekplaat voor aansluitklemmen
De E5CK-TAA1-500 regelaar wordt geleverd met een afdekplaat
voor de aansluitklemmen (E53-COV07). Bevestig deze afdekplaat
als volgt, gebruikmakend van de positioneerpin.
E5jK-T
Ingang kiezen met doorverbindinggsstrip
Zet de doorverbindingsstrip op temperatuurs–, spannings– of
stroomingang al naar gelang de sensor die op de ingangsklemmen
is aangesloten.
I: Stroomingang V: Spanningsingang
TC S PT: Temperatuursingang
De doorverbindingsstrip is fabriekswege ingesteld op TC S PT (temperatuursingang).
Raak de pennen van de doorverbindingsstrip niet aan wanneer u
het ingangstype instelt.
Schuif na het plaatsen van de doorverbindingsstrip de regelaar in
de behuizing.
Druk de regelaar in de behuizing tot de haken van het frontpaneel in
de vergrendeling klikken.
13
E5jK-T
Installatie E5AK–T / E5EK–T
Bij een standaardmodel dienen de uitgangsmodules voor regeluitgangen 1 en 2 geplaatst te worden voor de regelaar in werking te
stellen.
Bij een model voor klepsturing / drie-punts stappenregeling is de
uitgangsmodule reeds geplaatst. Hiervoor is dus de volgende
handeling niet vereist. (De uitgangsmodule niet vervangen door
andere uitgangsmodules.)
Om de uitgangsmodules en optiemodules te plaatsen dient het
interne mechanisme verwijderd te worden.
Openen van de regelaar
Gebruik een aangepaste kruiskopschroevendraaier om het intern
mechanisme uit de behuizing te verwijderen.
1. Draai de schroef tegen de klok in terwijl de haak aan de
bovenzijde ingedrukt wordt.
Haak
E5jK-T
Plaatsen van een optiemodule
• E5AK–T
1. Verwijder de voedingsprintplaat en de optiemodule printplaten in de volgorde zoals in onderstaand figuur wordt getoond.
2. Houd het frontpaneel aan de linker– en rechterzijde vast en
trek het intern mechanisme uit de behuizing.
Plaatsen van een uitgangsmodule
Verwijderen van een uitgangsmodule
Gebruik een platte schroevendraaier om een uitgangsmodule te
verwijderen.
2. Plaats de optiemodule in de respectievelijke voeten voor
opties 1 tot 3. De volgende figuur toont de plaats van de
mogelijke optiemodules.
Breng de ingangsbedrading en de voedingsbedrading aan in gescheiden kabelgoten om de regelaar te beschermen tegen mogelijke externe
storing.
Soldeervrije aansluitingen worden aangeraden bij het bekabelen van de regelaar.
Draai de schroeven van de aansluitklemmen aan met een max. aandraaimoment van 0,78 N S m of 8 kgf S cm. Draai de aansluitschroeven niet
te hard aan.
Voedingsblokken
De E5AK–T/E5EK–T heeft galvanisch gescheiden voedingen voor elk van de hieronder getoonde aansluitklemmen.
E5AK–T
ABC
10
9
8
7
B
6
5
4
E
3
2
1
30
29
28
27
26
C
25
24
23
22
21
31 32
33
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
FD
E5CK–T
A
5
11 12
4
3
C
2
13 14
1
D
C
10
9
8
7
6
B
De E5CK–T heeft galvanisch gescheiden voedingen voor elk
van de hieronder getoonde aansluitklemmen. De voeding voor
blokken C (relaisuitgang uitgezonderd) en D zijn echter gemeenschappelijk voor de E53–CKB en E53–CKF optionele
modules.
E5EK–T
AB/CC
10
9
8
7
B
6
5
4
E
3
2
1
21 22
23
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
FD
Opm.: Klemmen 21 en 22 van de
E5EK–T behoren tot blok B
wanneer de transfer uitgang ingesteld is als optiemodule 1 en
tot blok C voor andere optiemodules.
E5AK–T bedrading
Aansluitspanning
Sluit naar gelang de specificaties 100 tot 240 VAC of 24 VAC/DC aan op klemmen 9 en 10.
Sensor ingang
Sluit de opnemer aan op klemmen 11 t/m 14 en 33 naar gelang het type ingang.
Thermo–
koppel
Weerstands–
opnemer
Spannings–
ingang
Stroomingang
17
E5jK-T
Regeluitgangen
Klemmen 7 en 8 zijn voor regeluitgang 1 (OUT1) en klemmen 5 en 6 zijn voor regeluitgang 2 (OUT2). De volgende uitgangstypes zijn beschikbaar als uitgangsmodule.
Relais
E5jK-T
4 tot 20 mA/0 tot 20 mA
Bij de E53-Vjj uitgangsmodules staat er gedurende één seconde na het uitschakelen van de voedingsspanning ong. 2 V aan de uitgang.
Zie de rubriek ’Specificaties uitgangsmodules’ hiervoor van de E5AK–T/E5EK–T regelaar voor de specificaties van elke uitgangsmodule.
Bij de E5AK-TPRR2 en E5EK–TPRR2 regelaars zijn de relaisuitgangen gemonteerd (1 A bij 250 VAC).
Gebruik bij vervanging de E53–R module. Het volgende figuur toont de configuratie van de uitgangsklemmen van het open/sluiten relais.
8
7
Open
Sub uitgangen
Klemmen 3 en 4 zijn voor sub uitgang 1 (SUB1) en klemmen 1 en 2 zijn voor sub uitgang 2 (SUB2).
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
30
29
28
27
26
25
24
23
22
21
31 32
33
Sluiten
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
6
5
4
3
Sub uitgang 1Sub uitgang 2
0 tot 10 V/0 tot 5 V
2
Relais specificaties:
maakcontact, 3 A bij 250 VAC
1
CT Ingang/Potentiometer
Bij gebruik van de Heater Burnout Alarm functie op de E5AKT-AA2 regelaar, sluit de stroomtransformator (CT) aan op klemmen 15 en 17.
Bij het monitoren van de klepstandopening bij de E5AKT-PRR2 regelaar, sluit de potentiometer (PTMR) aan op klemmen 15, 16 en 17. Sluit
deze klemmen aan als volgt:
10
30
9
8
7
6
5
4
3
2
1
29
28
27
26
25
24
23
22
21
31 32
33
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
17
16
CT
15
StroomtransformatorPotentiometer
17
16
15
O
W
C
Voor verdere details omtrent
stroomtransformatoren, zi e Appendix,
About Current Transformer (CT) in de
E5AK–T User’s Manual (H88). Voor
details over de potentiometer, zie de
Instruction Manual voor de klep
aangesloten aan de regelaar. Het
potentiometer bereik bedraagt 100 Ω
tot 2,5 kΩ.
18
E5jK-T
Event Ingang (digitale ingang)
Sluit de event ingangen 1 en 2 (EV1/2) aan op klemmen 18 tot 20 en de event ingangen 3 en 4 (EV3/4) aan op klemmen 24 tot 26. Merk op dat
klemnummers 18 tot 20 niet gebruikt kunnen worden op regelaars met een communicatie functie.
E5jK-T
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Gebruik de event ingangen onder volgende condities:
Contact ingang
Contactvrije
ingang
Transfer uitgang
De transfer uitgang (TRSF) is beschikbaar op klemmen 29 en 30. Het interne circuit van de transfer uitgang is als volgt:
30
29
28
27
26
25
24
23
22
21
4 tot 20mA
20
31 32
19
18
17
16
15
14
13
12
33
11
AAN: 1 kΩ max.
UIT: 100 kΩ min.
AAN: Restspanning 1,5 V max.,
UIT: Lekstroom 0,1 mA max.
+
30
29
L
–
Specificaties van de transfer uitgang: 4 tot 20 mA,
Toelaatbare belastingsimpedantie: 600 Ω max.,
Resolutie: ong. 2600
EV1
EV2
COM
19
18
+
–
Event ingang 1 en 2
Klemmen 18 en 24 (COM) zijn intern doorverbonden.
De polariteit van contactvrije ingangen is als volgt:
EV3
EV4
COM
Event ingang 3 en 4
EV1
20
EV2
19
COM
18
Event ingang 1 en 2
+
20
+
26
+
25
24
–
+
+
–
EV3
EV4
COM
26
25
24
Event ingang 3 en 4
+
+
–
Communicatie
Klemmen 18 tot 20, 31 en 32 kunnen enkel gebruikt worden bij regelaars met communicatiemodules (E53-AK01/02/03). Voor verdere details
omtrent de bedrading, raadpleeg Hoofdstuk 6, Using the communications function in de E5AK–T User’s Manual (H88).
19
E5jK-T
E5EK–T bedrading
Aansluitspanning
Sluit naar gelang de specificaties 100 tot 240 VAC of 24 VAC/DC aan op klemmen 9 en 10.
Sensor ingang
Sluit de opnemer aan op klemmen 11 t/m 14 en 23 naar gelang het type ingang.
E5jK-T
Thermo–
koppel
Regeluitgangen
Klemmen 7 en 8 zijn voor regeluitgang 1 (OUT1) en klemmen 5 en 6 zijn voor regeluitgang 2 (OUT2). De volgende uitgangstypes zijn beschikbaar als uitgangsmodule.
Relais
4 tot 20 mA/0 tot 20 mA
Bij de E53-Vjj uitgangsmodules staat er gedurende één seconde na het uitschakelen van de voedingsspanning ong. 2 V aan de uitgang.
Zie de rubriek ’Specificaties uitgangsmodules’ hiervoor van de E5AK–T/E5EK–T regelaar voor de specificaties van elke uitgangsmodule.
Bij de E5EK-TPRR2 regelaars is de relaisuitgang gemonteerd (1 A bij 250 VAC).
Gebruik bij vervanging de E53–R module. Het volgende figuur toont de configuratie van de uitgangsklemmen van het open/sluiten relais.
Weerstands–
opnemer
0 tot 10 V/0 tot 5 V
Spannings–
ingang
Stroomingang
20
Open
8
7
6
5
Sluiten
E5jK-T
Sub uitgangen
Klemmen 3 en 4 zijn voor sub uitgang 1 (SUB1) en klemmen 1 en 2 zijn voor sub uitgang 2 (SUB2).
E5jK-T
21 22
23
21 22
23
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
4
3
Sub uitgang 1Sub uitgang 2
17
16
CT
15
2
1
O
17
W
16
C
15
CT ingangPotentiometer
Relais specificaties:
maakcontact, 3 A bij 250 VAC
Voor verdere details omtrent
stroomtransformatoren, zi e Appendix,
About Current Transformer (CT) in de
E5EK–T User’s Manual (H89). Voor
details over de potentiometer, zie de
Instruction Manual voor de klep
aangesloten aan de regelaar. Het
potentiometer bereik bedraagt 100 Ω
tot 2,5 kΩ.
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
CT Ingang/Potentiometer
Bij gebruik van de Heater Burnout Alarm functie op de E5EK-TAA2 regelaar, sluit de stroomtransformator (CT) aan op klemmen 15 en 17.
Bij het monitoren van de klepstandopening bij de E5EK–TPRR2 regelaar, sluit de potentiometer (PTMR) aan op klemmen 15, 16 en 17. Sluit
deze klemmen aan als volgt:
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
21
E5jK-T
E5jK-T
Event Ingang (digitale ingang)
Sluit de event ingangen 1 en 2 (EV1/2) aan op klemmen 18 tot 20. Merk op dat klemnummers 18 tot 20 niet gebruikt kunnen worden op
regelaars met een communicatie functie.
21 22
23
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
AAN: 1 kΩ max.
UIT: 100 kΩ min.
AAN: Restspanning 1,5 V max.,
UIT: Lekstroom 0,1 mA max.
EV1
EV2
COM
19
18
+
–
+
20
Event ingang 1 en 2
De polariteit van contactvrije ingangen is als volgt:
20
19
18
+
+
–
EV1
EV2
COM
Event ingang 1 en 2
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Gebruik de event ingangen onder volgende condities:
Contact ingang
Contactvrije
ingang
Transfer uitgang
De transfer uitgang (TRSF) is beschikbaar op klemmen 21 en 22. Het interne circuit van de transfer uitgang is als volgt:
+
4 tot 20mA
21
22
L
–
Specificaties van de transfer uitgang: 4 tot 20 mA,
Toelaatbare belastingsimpedantie: 600 Ω max.,
Resolutie: ong. 2600
Communicatie
Klemmen 18 tot 22 kunnen enkel gebruikt worden bij regelaars met communicatiemodules (E53-AK01/02/03). Voor verdere details omtrent de
bedrading, raadpleeg Hoofdstuk 6, Using the communications functie in de E5EK–T User’s Manual (H89).
E5CK–T bedrading
Aansluitspanning
Sluit naar gelang de specificaties 100 tot 240 VAC of 24 VAC/VDC aan op klemmen 4 en 5.
5
1112
4
3
2
1314
1
Ingang
Sluit de ingang aan op klemmen 6 tot 8 overeenkomstig het type ingang.
Plaats de doorverbindingsstrip voor ingangstype overeenkomstig het type ingang. Voor thermokoppel of weerstandsopnemer ingang, plaats
de doorverbindingsstrip op de gemeenschappelijke positie (TC/PT) als temperatuur ingang.
22
E5jK-T
E5jK-T
Regeluitgangen
Klemmen 11 en 1 2 zijn voor regeluitgang 1 (OUT1). Volgende vijf uitgangstypes en interne schakelingen zijn beschikbaar volgens de uitgangs–
module.
5
1112
4
3
2
1314
1
10
9
8
7
6
Relais
E53-R4R4E53-Q4R4
+v
11
GND
12
12
-
NPNPNP0 tot 10 V4 tot 20mA
E53-Q4Q4
L
+v
GND
E53-Q4HR4
E53-Q4HQ4H
+
11
+
11
V
L
12
-
+
11
L
12
-
E53-V44R4E53-C4R4
11
mA
12
E53-C4DR4
+
L
-
Klemmen 9 en 10 zijn voor regeluitgang 2 (OUT2). Volgende drie uitgangstypes en interne schakeling zijn beschikbaar volgens de uitgangs–
module.
Zie de rubriek ’Specificaties uitgangsmodules’ hiervoor van de E5CK–T regelaar voor de specificaties van elke uitgangsmodule.
Sub uitgang 1
Klemmen 2 en 3 zijn voor de sub uitgang 1 (SUB1).
Het intern circuit voor de auxiliary uitgang 1 is als volgt :
5
1112
4
3
2
1314
1
10
9
8
7
6
3
2
Relaisspecificaties : maakcontact, 250 VAC, 1 A
Optiemodule
Klemmen 1, 13 en 14 worden alleen gebruikt als een optiemodule geplaatst is in de regelaar.
De volgende vier aansluitmogelijkheden zijn mogelijk afhankelijk van de gekozen optiemodule.
5
1112
4
3
2
1314
1
10
9
8
7
6
RS-232C
E53-CK01
SD
13
RD
14
SG
1
13
14
1
RS-485
E53-CK03
A
B
13
14
1
Event ingangTransfer uitgang
E53-CKBE53-CKF
13
14
+
4 to 20mA
–
1
Gebruik de digitale ingang onder volgende condities :
Contact ingang
AAN : 1 kΩ max., UIT: 100 kΩ min.
Contactvrije ingangAAN : restspanning 1,5 V max., UIT : lekstroom 0,1 mA max.
De polariteit van contactvrije ingangen is als volgt :
+
13
14
–
1
De specificaties van de transfer uitgang zijn als volgt : 4 tot 20 mA, belasting : 500 Ω max., resolutie ong. 2.600
23
E5jK-T
Afmetingen
Opm.: Alle afmetingen zijn in millimeters tenzij anders aangegeven.
E5jK-T
E5AK–T
E5EK–T
96 x 96
Paneeluitsparingen
110 min.
120 min.
91 x 91
Opm.: 1. De aanbevolen paneeldikte bedraagt 1 tot 8 mm.
2. Houd de gespecificeerde verticale en horizontale
montage afstand tussen iedere regelaar aan. De
regelaars mogen niet dichter bij elkaar worden
gemonteerd.
Paneeluitsparingen
60 min.
120 min.
E5CK–T
53 x 53
Opm.: 1. De aanbevolen paneeldikte bedraagt 1 tot 8 mm.
2. Houd de gespecificeerde verticale en horizontale
montage afstand tussen iedere regelaar aan. De
regelaars mogen niet dichter bij elkaar worden
gemonteerd.
Paneeluitsparingen
65 min.
60 min.
44.8 x 44.8
Opm.: 1. De aanbevolen paneeldikte bedraagt 1 tot 8 mm.
2. Houd de gespecificeerde verticale en horizontale
montage afstand tussen iedere regelaar aan. De
regelaars mogen niet dichter bij elkaar worden
gemonteerd.
24
E5jK-T
Accessoires (apart te bestellen)
Stroomtransformator
E54-CT1
5.8 dia.
E54-CT3
E5jK-T
2.36 dia.
12 dia.
40x40
Twee, M3 (diep: 4)
25
E5jK-T
Werking
Instellingen
Na het inschakelen van de voedingsspanning
Bepaal de I/O specificaties van de regelaar in de setup mode.
Voeding AAN
Proceswaarde
1 s min.
prgn
1 s min.
Ingangstype
TemperatuuringangStroom–/spanningsingang
°C/°F
selectie
Bovengrens
schaalfactor
Ondergrens
schaalfactor
Decimale
punt
E5jK-T
Ingangstype
Stel de code in aan de hand van de volgende tabel. Standaard is
“2: K1 thermokoppel.”
Instel–
Instel–
waarde
0JPt100–199,9 tot 650,0 (°C)
1Pt100–199,9 tot 650,0 (°C)
2K1–200 tot 1,300 (°C)
3K20,0 tot 500,0 (°C)
4J1–100 tot 850 (°C)
5J20,0 tot 400,0 (°C)
6T–199,9 tot 400,0 (°C)
7E0 tot 600 (°C)
8L1–100 tot 850 (°C)
9L20,0 tot 400,0 (°C)
10U–199,9 tot 400,0 (°C)
11N–200 tot 1,300 (°C)
12R0 tot 1,700 (°C)
13S0 tot 1,700 (°C)
14B100 tot 1,800 (°C)
15W0 tot 2,300 (°C)
16PLII0 tot 1,300 (°C)
174 tot 20 mAStroomingang
180 tot 20 mA
191 tot 5 VSpanningsingang
200 tot 5 V
210 tot 10 V
/–199,9 tot 999,9 (°F)
/–199,9 tot 999,9 (°F)
/–300 tot 2,300 (°F)
/0,0 tot 900,0 (°F)
/–100 tot 1,500 (°F)
/0,0 tot 750,0 (°F)
/–199,9 tot 700,0 (°F)
/0 tot 1,100 (°F)
/–100 tot 1,500 (°F)
/0,0 tot 750,0 (°F)
/–199,9 tot 700,0 (°F)
/–300 tot 2,300 (°F)
/0 tot 3,000 (°F)
/0 tot 3,000 (°F)
/300 tot 3,200 (°F)
/0 tot 4,100 (°F)
/0 tot 2,300 (°F)
Ingangstype
Ingangstype
Weerstands–
opnemer
Thermokoppel
Van volgende paginaNaar volgende pagina
26
Parameter initialisatie
E5jK-T
E5jK-T
Initialiseren parameters
Het initialiseren van de parameters stelt alle parameters op de fa–
briekswaarde in behalve het ingangstype, bovengrens schaalfactor, ondergrens schaalfactor, decimale punt en selectie °C/°F
parameters.
Naar voorgaande paginaVan voorgaande pagina
Toewijzing
regeluitgang 1
(niet getoond bij
E5jK-TPRR2)
Toewijzing
regeluitgang 2
(niet getoond bij
Alarm 1,
2 of 3
wordt niet
ingesteld.
E5jK-TPRR2)
Toewijzing sub 1
uitgang
Toewijzing sub 2
uitgang (niet ge–
toond bij E5CK)
Alarm 1 type
Alarm 1
open in
alarm
Alarm 2 type
Alarm 2
open in
alarm
Alarm 3 type
Alarm 3
open in
alarm
Directe/omgekeerde
uitsturing regeluitgang
Toewijzing
uitgangen
Alarm type
Toewijzing uitgangen
Beschikbare signalen voor het toewijzen aan uitgangen zijn: regel–
uitgang (verwarmen), regeluitgang (koelen), alarm 1, alarm 2, alarm
3, LBA (loop break alarm)en HBA (heater burnout alarm). De sub
uitgangen van de regelaar kunnen niet worden gebruikt als regeluitgangen. De E5CK heeft geen heater burnout alarm (HBA).
Regeluitgang (verwarmen), regeluitgang (koelen), alarm 1, alarm 2,
alarm 3, LBA (loop break alarm), error 1 (ingangsfout) en error 2
(A/D converter fout) uitgangsfuncties zijn beschikbaar. Deze functies worden toegekend aan regeluitgangen 1 en 2 en sub uitgangen
1 en 2.
De bestemming van elke toewijzing kan begrensd zijn. Raadpleeg
de volgende tabel.
Bij regeluitgang (koelen) worden aan de voorwaarden om o m te
schakelen van standaard regeling naar heating/cooling rege–
ling voldaan wanneer de uitgangsfunctie voor de koeling toegewezen wordt tijdens heating/cooling regeling.
Anders gezegd wordt heating/cooling regeling toegepast wanneer
de regeluitgang (koelen) toegewezen is, en standaard regeling
wordt toegepast wanneer regeluitgang (koelen) niet toegewezen
is.
De LBA (loop break alarm) functie is beschikbaar indien deze toegewezen is als een uitgang. De LBA functie is niet beschikbaar indien een geheugenfout of een A/D omzetter fout optreedt.
LBA (loop break alarm) is een functie die bepaalt of er ergens een
fout opgetreden is in de regelkring en geeft een alarm indien de uitleeswaarde niet verandert bij een maximum of minimum uitgangs–
waarde (%). De LBA functie kan dus gebruikt worden om de werking
van een regelkring na te gaan.
Sub
uitgang
27
E5jK-T
Alarmfuncties
Alarmuitgangen zijn beschikbaar indien zij toegewezen zijn aan uitgangen.
Van fabriekswege ingesteld op “2: Bovengrens alarm (t.o.v. ingesteld setpoint).”
E5jK-T
Instelling
AlarmwerkingAlarm uitgang
1Boven- en ondergrens alarm
(t.o.v. ingesteld setpoint)
2Bovengrens alarm
(t.o.v. ingesteld setpoint)
3Ondergrens alarm
(t.o.v. ingesteld setpoint)
4Binnengrens alarm
(t.o.v. ingesteld setpoint)
5Boven- en ondergrens alarm met
wachtfunctie
(t.o.v. ingesteld setpoint)
6Bovengrens alarm met wachtfunctie
(t.o.v. ingesteld setpoint)
7Ondergrens alarm met wachtfunctie
(t.o.v. ingesteld setpoint)
8Bovengrens alarm op absolute waarde
9Ondergrens alarm op absolute waarde
10Bovengrens alarm op absolute waarde met
wachtfunctie
11Ondergrens alarm op absolute waarde met
wachtfunctie
Indien X positief isIndien X negatief is
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
XX
SP
X
SP
X
SP
XX
SP
XX
SP
X
SP
X
SP
X
0
X
0
X
0
X
0
Altijd AAN
AAN
UIT
AAN
UIT
Altijd UIT
Altijd UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
X
SP
X
SP
X
SP
X
SP
X
0
X
0
X
0
X
0
Alarm t.o.v. setpoint
Indien de alarm parameter ingesteld is op 1 tot 7 wordt het alarm
ingesteld als afwijking t.o.v . het setpoint zoals getoond in volgende
figuur.
Alarmwaarde
10°C/°F
110°C/°F
Setpoint (SP) 100°C/°F
Alarm op absolute waarde
Indien de alarm parameter ingesteld wordt op 8 tot 11 wordt het
alarm ingesteld als een absolute waarde t.o.v. 0°C/°F zoals getoond
in volgende figuur.
Alarmwaarde
110°C/°F
0°C/°F
110°C/°F
28
E5jK-T
E5jK-T
Gesloten contact bij alarm / geopend contact bij alarm
Indien de regelaar ingesteld is op “gesloten bij alarm” wordt het
alarmcontact gesloten bij alarm. Indien deze ingesteld is op
“geopend bij alarm” wordt het alarmcontact geopend bij alarm.
Conditie
AlarmUitgangs-
LED uitgang
contact
Gesloten in
alarm
Geopend in
alarm
AANAANLicht op
UITUITGedoofd
AANUITLicht op
UITAANGedoofd
Het type alarm en gesloten bij alarm (normaal open contact) /
geopend bij alarm (normaal gesloten contact) kan voor ieder alarm
onafhankelijk ingesteld worden.
Gesloten bij alarm / Geopend bij alarm wordt ingesteld in de “alarm 1
tot 3 functie” parameters (in de setup mode). Van fabriekswege
staat deze ingesteld op “gesloten in alarm” [ n-o ].
Parameter lijst
Omschakeling naar andere instelmodes dan manuele mode of beveiligingsmode wordt uitgevoerd door de betreffende modeselectie van de
menu uitlezing.
Onderstaande figuur toont alle parameters in de volgorde waarin zij worden getoond. Sommige parameters zullen niet getoond worden
afhankelijk van de instelling van de beveiligingsmode en de gebruikscondities.
Voeding AAN
1 s min.
1 s min.
1 s min.
1 s min.
1 s min.
1 s min.
1 s min.
1 s min.
Mode niveau 0
Programmamode
Mode niveau 1
Mode niveau 2
Setup mode
Uitbreidingsmode
Optie mode
Kalibreermode
1 s min.
Manuele mode
1 s min.
Beveiligingsmode
1 s min.
1 s min.
29
E5jK-T
E5jK-T
Parameters en menu’s; korte omschrijving
Opm.: Voor verdere details omtrent de functies van ieder deel en van de display zie de E5AK–T/E5EK–T/E5CK–T User’s Manual
(H88/H89/H90).
Het kan voorkomen dat geselecteerde functies van de regelaar in setup of uitbreidingsmode of alle optionele functies van de regelaar
niet getoond worden.
BeveiligingsmodeBeperkt het mogelijke gebruik van de menu’s en de A/M toets. De beveiligingsfunctie verhindert
Manuele modeDe regelaar kan omgeschakeld worden naar manuele werking. Het geregelde uitgangssignaal (%)
Mode niveau 0Zet de regelaar in deze mode bij normale werking. In deze mode kan de ingestelde waarde gewijzigd
ProgrammamodeDit is de programmeermode. In deze mode kan het volgende worden ingesteld: het aantal stappen in
Mode niveau 1De hoofdmode voor instelling van de regelaar. In deze mode kan de AT (auto-tuning) uitgevoerd
Mode niveau 2De bijkomende mode voor instelling van de regelaar. In deze mode kunnen de begrenzingen van de
Setup modeDe mode voor de basisinstellingen van de regelaar. In deze mode worden parameters ingesteld d ie
UitbreidingsmodeDe mode voor instelling van geavanceerde functies. In deze mode kunnen de ST (self-tuning) en SP
Optie modeDe mode voor instelling van functies van de optiemodules. Selecteer deze mode alleen indien een
KalibreermodeDe mode voor het kalibreren van de ingangen en de transfer uitgang.
ongewenste wijziging van parameters en de omschakeling tussen manuele en automatische
werking.
kan enkel handmatig gewijzigd worden in deze mode.
worden tijdens de werking, en de werking van de regelaar gestart of gestopt worden. De actuele
waarde, de ramp SP en uitgangswaarde (%) kunnen in deze mode alleen uitgelezen worden.
elk programma, programma uitvoer telling, alarmwaarden, set points voor elke stap, staptijd en de
tijdsignalen voor 2 stappen.
worden en kunnen de alarmwaarden, de proportionele cyclustijd en de PID waarden ingesteld
worden.
uitgangswaarde (%) en van het setpoint ingesteld worden, kan omgeschakeld worden tussen
remote werking of locale werking, en kunnen het loop break alarm (LBA), de alarm hysteresis en de
digitale filterwaarde van de ingangen ingesteld worden.
nagezien of gewijzigd dienen te worden voordat de regelaar in werking wordt gesteld, zoals het type
ingang, de schaalfactor, de toewijzing van de uitgangen en directe of inverse werking.
instelling begrenzer ingesteld worden, kan PID + Feed Forward (Advanced PID) of AAN/UIT
regeling geselecteerd worden, de reset methode van de wachtfunctie gespecificeerd worden,
kunnen parameters geïnitialiseerd worden en kan de automatische omschakeltijd naar de
monitoruitlezing ingesteld worden.
optiemodule gemonteerd is. In deze mode kunnen de parameters van de communicatie, de transfer
uitgang en de digitale ingang gespecificeerd worden volgens het type optiemodule. De parameters
voor de heater burnout latch functie, klepsturing/drie-punts stappenregeling schakeltijd en remote
SP schaalwaarde kunnen ook in deze mode ingesteld worden.
Bij kalibrering van de ingang wordt het geselecteerde type ingang gekalibreerd. De transfer uitgang
kan alleen gekalibreerd worden indien de communicatie module E53-AKF gemonteerd is.
30
E5jK-T
E5jK-T
Werking van de parameters
Raadpleeg het E5AK–T/E5EK–T/E5CK–T User’s Manual (H88/H89/H90) voor elke parameter in en de kalibreermode in detail.
Level 0 Mode
Gemeten
waarde
Tijd
Tijd
Aantal keer
Uitgangswaarde
Proceswaarde
Set point
Programma (pattern) nummer
(Bij de E5CK–T verschijnt deze uitlezing wanneer
meer dan twee programma’s worden gebruikt.)
Stapnummer
Houd (pauzefunctie)
Geavanceerd (1 stap overslaan)
Standby tijd (toont de resterende tijd)
Verstreken programmatijd
Teller programma uitvoer
(Regeling klepbesturing)
Uitgangswaarde
(verwarmen)
(Regeling verwarmen/koelen)
Uitgangswaarde
Uitgangswaarde
(koelen)
Klep opening
Beveiligingsmode
RUN/RST
Druk beide in
gedurende1 s min.
RUN/RST
Naar
niveau 0
Druk beide in
gedurende1 s min.
Beveiliging
(Security)
Toetsbeveiliging
0
Beveiliging
Een mode gemerkt met “X” in de volgende tabel wordt niet getoond
in het menu bij parameterinstellingen 1 t/m 3.
Mode
Waarde
01234
Kalibratie---xxxx
Optie------xxx
Uitbreiding------xxx
Setup------xxx
Niveau 2---------xx
Niveau 1, 0------------x
De regelaar zal slechts in niveau 0 mode zijn. Het menu zal niet be–
schikbaar zijn wanneer deze parameter op 4 t/m 6 wordt ingesteld.
Alleen de “PV/SP” parameter in de niveau 0 mode kan worden gebruikt wanneer deze parameter op 5 wordt ingesteld.
Alleen de “PV/SP” parameter in de niveau 0 mode kan worden gebruikt wanneer deze parameter op 6 wordt ingesteld.
Toetsbeveiliging
Blokkeert de automatisch, manueel, run en reset functies.
Manuele mode
+
Druk beide in
gedurende1 s min.
Proceswaarde
Uitgangswaarde
klepopening
MANU indicator
PV/SV
De actuele waarde wordt getoond op uitlezing 1 en de ingestelde
waarde wordt getoond op uitlezing 2.
Bij gebruik van de multi-SP functie is de waarde van ingestelde
waarde aan setpoint 1 of 2 gelinkt.
Remote SP Monitor
Monitoren van de remote SP in local SP mode.
Ingestelde waarde tijdens SP Ramp
Uitlezen van het setpoint bij gebruik van de SP ramp functie.
+
Druk beide in
gedurende1 s min.
Opm.: Alleen bij E5AK–T
31
E5jK-T
E5jK-T
Instelmogelijkheden in mode niveau 1
AT Execute/Cancel
Uitvoeren of stoppen van auto-tuning functie
Proportionele band (P)
Beschikbaar indien de regelaar in advance PID regeling is.
Integrerende tijd (I)
Beschikbaar indien de regelaar in advance PID regeling is.
Differentiërende tijd (D)
Beschikbaar indien de regelaar in advance PID regeling is.
Voor E5jKT-PRR2
Current value
Voor heating/cooling regeling
Koelcoëfficient Gebruikt indien
de regelaar als heating/cooling
regeling ingesteld is.
Dode band
Gebruikt indien de regelaar als
heating/cooling regeling
ingesteld is.
Manuele resetwaarde
Beschikbaar indien de integrerende tijd parameter
van de regelaar in standaard regeling op “0”
ingesteld is.
Hysteresis (Verwarmen)
Beschikbaar indien de regelaar ingesteld is als
AAN/UIT regeling.
Voor heating/cooling regeling
Hysteresis (Koelen)
Beschikbaar indien de regelaar ingesteld
is als AAN/UIT regeling.
Proportionele cyclustijd (Verwarmen)
Beschikbaar indien de regelaar een relais of
spanningsuitgang heeft of als Advanced PID
regeling is ingesteld.
Voor heating/cooling regeling
Proportionele cyclustijd (Koelen)
Beschikbaar indien de regelaar een relais
of spanningsuitgang heeft of als Advanced
PID regeling is ingesteld.
Heater Current Monitor
Beschikbaar als het heater burnout
alarm ingesteld is.
Heater Burnout Detectie
Beschikbaar als het heater
burnout alarm ingesteld is.
Dode band
bij
klepsturing
Instelmogelijkheden in mode niveau 2
Remote/Local
Gebruikt voor de
communicatiefunctie
Standby tijd
LBA Detectietijd
Beschikbaar wanneer de LBA (loop
break alarm) als uitgang is ingesteld.
Niet beschikbaar op de E5jKT-PRR2.
Uitgangsvermogen bij reset
Uitgangsvermogen bij
ingestelde waarde fout
Uitgangsvermogen
bovengrens
Niet beschikbaar op
de E5jKT-PRR2.
Uitgangsvermogen
ondergrens
Niet beschikbaar op
de E5jKT-PRR2.
Uitgangsvermogen
ratio limiet
Ingang digitaal filter
Voor E5jKT-PRR2
Open/Dicht hysteresis
Alarm 1 Hysteresis
Beschikbaar indien alarmuitgang
1 geselecteerd is.
Alarm 2 Hysteresis
Beschikbaar indien alarmuitgang
2 geselecteerd is.
Alarm 3 Hysteresis
Beschikbaar indien alarmuitgang
3 geselecteerd is.
Bovengrens ingangsverschuiving
/sensorcorrectie
Beschikbaar indien de aangesloten
opnemer een thermokoppel of een
weerstandsopnemer is.
Ondergrens ingangsverschuiving
/sensorcorrectie
Beschikbaar indien de aangesloten
opnemer een thermokoppel of een
weerstandsopnemer is.
(Zie
ingangs–
verschuiving)
32
Ingangsverschuiving
Wanneer er een temperatuuringang geselecteerd is, is scaling niet
nodig. Dit komt doordat de ingang gedefinieerd is als “temperatuur”
type ingang. Toch kunnen de bovengrens en de ondergrens
verschoven worden. Bijvoorbeeld, als zowel de bovengrens en de
ondergrens met 1,2°C verschoven worden, zal de proceswaarde
(200°C voor de verschuiving) aangezien worden als 201,2°C na de
verschuiving.
Stel de ingangsverschuiving in door de ingangsverschuiving bovengrens en ondergrens parameters in te stellen (mode niveau 2).
Bovengrens
Ondergrens
Temperatuur
Na
verschuiving
Bovengrens ingangsverschuiving
Voor verschuiving
Ondergrens ingangsverschuiving
Ingang (% van de volle schaal)
E5jK-T
E5jK-T
Instelmogelijkheden in de uitbreidingsmode
Setpoint
bovengrens
Setpoint
ondergrens
PID/ON/OFF
(niet getoond bij klepsturing)
Gedrag regelaar bij voeding aan
Gedrag regelaar bij laatste programmastap
Aantal programma’s
(getoond bij E5CK)
Programma tijdeenheid
Tijdinstelling/hellinginstelling
Hellinginstelling tijdeenheid
om de helling in te stellen
Instelmogelijkheden in de optiemode
Event Ingang 1 toekennen
Beschikbaar voor de digitale
ingangsfunctie.
Event Ingang 2 toekennen
Beschikbaar voor de digitale
ingangsfunctie.
Event Ingang 3 toekennen
Beschikbaar voor de digitale
ingangsfunctie.
Event Ingang 4 toekennen
Beschikbaar voor de digitale
ingangsfunctie.
Communicatie stop bit
Indien de communicatiefunctie wordt gebruikt.
Communicatie datalengte
Indien de communicatiefunctie wordt gebruikt.
Communicatie pariteit
Instellen indien de communicatiefunctie wordt gebruikt.
Communicatie baud rate
Instellen indien de communicatiefunctie wordt gebruikt.
Communicatie regelaarnummer
Instellen indien de communicatiefunctie wordt gebruikt.
PV Start
voor tijdinstelling
Wachtband
beschikbaar op
E5AK–T en E5EK–T
Alarm van kracht tijdens ramping
Run-all van kracht
Getoond bij E5CK wannneer meer dan twee programma’s worden gebruikt.
α
Beschikbaar indien de regelaar in
advanced PID regeling is.
AT berekende versterkingsfactor
Beschikbaar indien de regelaar in
advanced PID regeling staat ingesteld.
Automatische uitlezing resettijd
AT hysteresis
Beschikbaar indien de regelaar in
advanced PID regeling staat met de ST
ingesteld op OFF.
LBA detectiebreedte
Alleen beschikbaar wanneer de LBA (loop
break alarm) functie is gekozen.
Niet beschikbaar op de E5jKT-PRR2.
Type transferuitgang
Instellen indien de transferuitgang wordt gebruikt.
Bovengrens transferuitgang
Instellen indien de transferuitgang wordt gebruikt.
Ondergrens transferuitgang
Instellen indien de transferuitgang wordt gebruikt.
Voor
E5jKT-PRR2
HBA latch
Motor
kalibratie
Looptijd
PV
dode
band
33
E5jK-T
Programma mode
Programmanummer
Gesynchroniseerd met het programmanummer van de niveau 0
mode.
Stapnummer
Wijzigt naar de ramp instelmethode. Raadpleeg het
operation manual voor de ramp instelmethode
.
E5jK-T
Tijdinstelling methode
Stap 0
setpointwaarde
Stap 0
tijd
Stap 7
setpointwaarde
Stap 7
tijd (zie opm. 1)
Stap 0
Ramp 0
Leaktijd 0
(zie opm.: 2)
Stap 7
setpointwaarde
Ramp 7
Leaktijd 7 (max.)
Tijdinstelmethode
Stel het aantal te gebruiken stappen in, begin met stap 0 (d.w.z., stap
0, stap 0 tijd, stap 1 en stap 1 tijd).
De stap kan worden ingesteld in een bereik tussen de onder– en
bovengrenzen. De standaardwaarde is 0.
De stap tijd kan worden ingesteld in een bereik tussen 0,00 en
99,59 (in uren en min of min en s). De standaardwaarde is 0,00
Stap 0Stap 1Stap 3Stap 2
Stap 0 tijdStap 1 tijdStap 2 tijdStap 3 tijd
A: Stap 0 en stap 3
B: Stap 1 en stap 2
Stap 0 is vlak zoals getoond in de grafiek boven. Zet stap 0 op 0,00
zodat stap 1 de werkelijke eerste stap zal zijn bij het schrijven van
ramp–start programma’s.
Opm.: 1. Tot stap 15 (d.w.z. totaal 16 stappen)
kunnen worden ingesteld in de tijd
instelmethode.
2. De leaktijd is de tijd die de regelaar na
het bereiken van het ingestelde setpoint, het setpoint op deze waarde
houdt.
Tijd
34
E5jK-T
Aantal programmaherhalingen
Alarmwaarde 1
Alleen getoond indien het
alarm is gekozen.
Alarmwaarde 2
Alleen getoond indien het
alarm is gekozen.
Alarmwaarde 3
Alleen getoond indien het
alarm is gekozen.
Tijdsignaal 1 instelstap
E5jK-T
Tijdsignaal
Twee soorten tijdsignaal programma’s kunnen in elk programma worden ingesteld
Tijdsignaal 1 ON tijd
Tijdsignaal 1 OFF tijd
Tijdsignaal 2 instelstap
Tijdsignaal 2 ON tijd
Tijdsignaal 2 OFF tijd
ON tijd
Tijdsignaal uitgang
Twee soorten tijdsignaal timers zijn beschikbaar (d.w.z. ON tijd en OFF tijd), die elk
bij de knik van de stap begint.
De uitgang is ON vanaf het moment dat de ON tijd verstrijkt totdat de OFF tijd verstrijkt.
Stel de stap zo in dat het tijdsignaal wordt getriggerd door het tijdsignaal 1/2 instel
stap parameters. De standaard stap is 0.
Stel de ON/OFF timing met het tijdsignaal 1/2 ON tijd en het tijdsignaal 1/2 OFF
tijd parameters in Programmeer mode.
ON voorwaarden
Als de ON tijd korter is dan de OFF tijd, dan zal de uitgang bekrachtigd blijven totdat er
overgeschakeld wordt naar een volgend programma of als de regelaar gereset wordt.
Het signaal is niet ON indien er geen verschil in periode is tussen de ON tijd en de OFF tijd.
Als een stap wordt doorgeschakeld (advanced) en de OFF tijd is groter dan de ON tijd,
dan zal de regelaar de ON tijd van de OFF tijd aftrekken en gedurende de resterende
tijd de uitgang bekrachtigen.
OFF tijd
Tijd
35
E5jK-T
E5jK-T
Gebruik van de zelfdiagnose functies
Indien een fout is opgetreden, wordt op uitlezing 1 afwisselend de foutcodes en de actuele waarde getoond.
Dit deel omschrijft de foutcodes op de uitlezing en de te ondernemen acties om deze op te lossen.
Ingangsfout
BetekenisEr is een fout opgetreden aan de ingang.
ActieControleer de bedrading van de ingangen op losgeraakte draden of kortsluiting, en controleer het
Werking bij optreden foutVoor regelaar uitgangsfuncties, lees de uitgangsvariabele volgens de instelling van de “MV bij PV
Geheugenfout
BetekenisEr is een fout opgetreden in de werking van het interne geheugen.
ActieSchakel de spanning UIT en dan weer AAN. Indien de uitlezing identiek blijft, dient de E5jK regelaar
Werking bij optreden foutDe regelaar uitgangsfuncties worden UIT (2 mA max. bij 4 tot 20 mA uitgang en uitgang equivalent
type opnemer en het op de regelaar gekozen type opnemer.
fout” parameter (mode niveau 2). Alarmuitgang functie worden geactiveerd indien de bovengrens
overschreden wordt.
hersteld te worden. Indien de uitlezing normaal wordt, kan de vermoedelijke oorzaak externe stoorspanning zijn die de regelaar beïnvloedt. Controleer de installatie op overmatige storing.
aan 0% bij andere uitgangen). Alarmuitgang functies worden uitgeschakeld.
Fout van de A/D omzetter
BetekenisEr is een fout opgetreden in de interne circuits.
ActieSchakel de spanning UIT en dan weer AAN. Indien de uitlezing identiek blijft, dient de E5jK regelaar
Werking bij optreden foutDe regelaar uitgangsfuncties worden UIT (2 mA max. bij 4 tot 20 mA uitgang en uitgang equivalent
Fout in de kalibreergegevens
BetekenisEr is een fout opgetreden in de kalibreergegevens.
ActieDe regelaar dient opnieuw gekalibreerd te worden.
Werking bij optreden foutDe regelaar uitgangsfuncties en de alarmuitgang functies werken normaal. Merk op dat de uitlees-
Overflow uitleesbereik
hersteld te worden. Indien de uitlezing normaal wordt, kan de vermoedelijke oorzaak externe stoorspanning zijn die de regelaar beïnvloedt. Controleer de installatie op overmatige storing.
aan 0% bij andere uitgangen). Alarmuitgang functies worden uitgeschakeld.
Deze fout wordt enkel getoond bij een temperatuuringang en verschijnt gedurende 2 seconden op
de uitlezing na het aanleggen van de spanning.
nauwkeurigheid niet verzekerd is.
BetekenisOndanks dat dit geen fout is, wordt deze boodschap getoond indien de actuele waarde het uitlees-
bereik overschrijdt of indien het regelbereik (instelbereik ±10%) groter is dan het uitleesbereik
(–1999 tot 9999).
• Indien kleiner dan “–1999”
• Indien groter dan “9999”
WerkingDe regelaar werkt normaal.
36
E5jK-T
Fout in de motorkalibratie (getoond op uitlezing 2)
BetekenisDe motorkalibratie is met een fout geëindigd.
ActieSluit als eerste de potentiometer goed aan, open de uitgang en sluit de uitgang.
Voer de motorkalibratie nogmaals uit.
Werkingsprocedure
E5jK-T
Werking bij optreden foutWanneer de motorkalibratie wordt uitgevoerd, zal de open uitgang in werking treden en daarna zal
de sluiten uitgang in werking treden. Is de waarde echter niet correct, dan zal dit in een fout resulte–
ren.
Voorzorgsmaatregelen
Algemeen
Omgevingscondities
Blijf binnen de gespecificeerde omgevingstemperatuur bij opslag
en in bedrijf en de vochtigheidsgraad in bedrijf.
Gebruik de regelaar conform de trillings– en schokbestendigheid en
de afdichtingsgraad.
Nooit de regelaar gebruiken op plaatsen waar bijtende gassen
heersen of waar het extreem stoffig is.
Nooit de regelaar gebruiken vlakbij machines die hoogfrequente
ruis genereren.
Correct gebruik
Montage
De afmetingen van de digitale regelaar zijn conform DIN 43700.
De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
Monteer de regelaar horizontaal.
Aansluiting
Om beïnvloeding door inductieve stoorpulsen zoveel mogelijk te
beperken dienen de kabels van de voeding en de belasting te worden gescheiden van de overige bedrading.
Gebruik de gespecificeerde compensatiekabel voor de thermokoppels en gebruik kabel met een lage weerstand voor de weerstands–
opnemers.
Aansluitvoorbeeld.
Bedraad de aansluitklemmen met soldeerloze aansluitingen.
Het aantrekkoppel op de aansluitschroeven dient ongeveer 0,78 N
S m of 8 kgf S cm te bedragen.
Gebruik de volgende soorten soldeerloze aansluiting voor de M3,5
schroeven.
Werking
De alarmuitgangen van een regelaar met een alarmfunctie kunnen
mogelijk niet correct in werking treden wanneer de regelaar niet
goed functioneert. Het gebruik van alarmapparatuur samen met de
regelaar wordt aanbevolen.
De parameters en interne schakelaar instellingen zijn voor verzen–
ding zo ingesteld dat de regelaar normaal zal functioneren. Veran–
der de instellingen van de parameters en de interne schakelaars zonodig afhankelijk van de toepassing.
Bij het inschakelen van de voedingsspanning op de regelaar duurt
het een aantal seconden voordat het relais opkomt. Houd daarom
rekening met deze tijdvertraging bij het ontwerpen van volgordebesturingen waar de digitale regelaar deel van uitmaakt.
Oefen geen bovenmatige kracht uit wanneer u het binnenwerk uit
de behuizing trekt. Bescherm de interne connector en de elektronische onderdelen van de regelaar tegen schokken. Bescherm tegen statische ontlading wanneer u de instellingen van de interne
schakelaar verandert. Het verdient aanbeveling om de schakelaarinstellingen op een geaarde geleidende mat te veranderen.
Let er op dat u de juiste uitgangsmodule in de regelaar monteert.
Een verkeerd type uitgangsmodule kan leiden tot een slechte wer–
king van de regelaar.
De heater burnout alarm zal niet beschikbaar zijn indien de lineaire
uitgangsmodule wordt gebruikt.
7.2 mm max.
7.2 mm max.
37
E5jK-T
Cat. No. H087-NL2-02
Solid–state relais
Aansluitvoorbeeld van digitale regelaar en solid–state relais (SSR)
Digitale regelaar
Klemmen
spanningsuitgang
(voor aansturing SSR)
E5jK-T
Digitale regelaar met
spanningsuitgang
(12 VDC, 40 mA max.)
+
–
Aansluiting
+
–
SSR
INGANGBELASTING
Belasting
Verwarming
Voedingsspanning
voor belasting
Vermogens
SSR
E5jK-T
E5CK–T
Digitale regelaar met
spanningsuitgang
(12 VDC, 20 mA max.)
Zie onderstaande tabel
ModelG3PAG3NHG3NAG3NEG3B
Uitvoering
Solid state relais
in parallel
Aansluitspanning
KenmerkenSmalle constructie
E5AK–T/E5EK–T:
5 stuks
E5CK–T:3 stuks
E5AK–T/E5EK–T:
5 stuks
E5CK–T:3 stuks
E5AK–T/E5EK–T:
5 stuks
E5CK–T:3 stuks
E5AK–T/E5EK–T:
2 stuks
E5CK–T:1 stuk
5 tot 24 VDC5 tot 24 VDC5 tot 24 VDC12 VDC5 tot 24 VDC
inclusief koellichaam,
DIN-rail montage
Voor sturing van
hoge vermogens
(tot 150 A)
Standaard modellen
met
schroefaansluiting
Compact inbouwmodel met schuifstekkeraansluiting
E5AK–T/E5EK–T:
5 stuks
E5CK–T:2 stuks
Plug-in model met
5 A schakelvermogen
38
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.