Nieuwe modellen die compatibel zijn
met DeviceNet, bieden een even hoge
snelheid en nauwkeurigheid als
universele Digitale Procesregelaars,
maar zijn nog breder inzetbaar.
2 regelkringen voor standaardregelingen/
2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling
1 regelkring voor cascaderegeling
1 regelkring voor regeling met Remote SP
1 regelkring voor proportionele regeling
Modellen met
4 regelkringen
4 regelkringen voor standaardregeling
2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling
2 regelkringen voor standaardregelingen/
1 regelkring voor verwarmings- en koelregeling
1 regelkring voor cascaderegeling
1 regelkring voor regeling met Remote SP
1 regelkring voor proportionele regeling
2 regelkringen voor standaardregeling
1 regelkring voor verwarmings- en koelregeling
2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling
1 regelkring voor cascaderegeling
1 regelkring voor regeling met Remote SP
1 regelkring voor proportionele regeling
Modellen met
4 regelkringen
4 regelkringen voor standaardregeling
2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling
2 regelkringen voor standaardregelingen/
1 regelkring voor verwarmings- en koelregeling
1 regelkring voor cascaderegeling
1 regelkring voor regeling met Remote SP
1 regelkring voor proportionele regeling
Klepsturings-
modellen
1 regelkring voor
klepsturingsregeling
2 alarmuitgangen, geen event-ingangen,
2 relaisuitgangen (openen, sluiten)
DeviceNet-communicatie
Gebrek aan redelijk geprijsde procesregelaars
voor apparaten die een hoge responssnelheid vereisen
Probleem
(bijv. keramisch verwarmingselement), wat leidt tot het
gebruik van dure machines met onnodige functies.
snelheid
Toepassingen
• Bindapparatuur
• Evaporatieapparatuur
• Spoelwikkelmachines
Hoge
Probleem
Hoge resolutie vereist bij meting en controle van
interne temperaturen van apparaten bij de verwerking
van schommelingen met een hoge resolutie.
resolutie
Toepassingen
• Productielijnen voor halfgeleiders
(blootstelling, airconditioning)
• Apparatuur voor milieuonderzoek
• Vacuümverwarmingsoven
• Sterilisatieapparatuur
• Voedselverwerkingsapparaten
■ Eigenschappen
Eenvoudige koppeling met PLC’s door een
keuze te maken uit verschillende I/O
Oplossing
Oplossing
● Verbeterde regelprestaties met snelle 50 ms
sampling.
● Voordelige prijs en eenvoudige bediening.
Hogere ingangsresolutie dankzij
Pt-Sensor (resolutie van 0,01°C)
Maximaal 4 regelkringen besturen met één
unit
• Maximaal 6 event-ingangen
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8
banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen, in-/uitschakeling van
communicatieschrijfbewerkingen en andere bewerkingen met eventingangen.
• Maximaal 2 retransmissie-uitgangen
Externe uitvoer van PV's, SP's, MV's en SP ramp voor elke regelkring.
• Maximaal 4 hulpuitgangen
Externe uitvoer van waarschuwingen voor 11 alarmstanden en
ingang-fouten.
• RS485 seriële communicatie
Eenvoudig gegevens zoals PV's en SP's uitwisselen met een
OMRON PLC (zonder speciale programmeerhandelingen). U hoeft
alleen instellingen op te geven.
• DeviceNet-communicatie
Snelle communicatie met de PLC tot stand brengen zonder speciale
programmeerhandelingen. De communicatie kan ook centraal worden beheerd via een DeviceNet Configurator.
DeviceNet
mast
NS-bibliothee
DeviceNet
confi
urati
Er zijn modellen met 1, 2 of 4 analoge ingangen beschikbaar (zie
opmerking). In de software-instellingen kunnen diverse regelmethodes worden geselecteerd, waaronder standaardregeling, verwarmings- en koelregeling, cascaderegeling, klepsturingsregeling en
regeling met remote SP. Hierdoor is meerpuntsregeling (maximaal
vier ingangen voor E5AR en maximaal twee regelkringen voor de
E5ER), cascaderegeling en proportionele regeling mogelijk met één
unit.
De temperatuur, vochtigheid en druk kunnen gelijktijdig voor 4 punten worden geregeld met één unit, zodat de kosten afnemen en er
minder grote panelen vereist zijn.
Opmerking: De modellen met 4 analoge ingangen hebben een
E5AR Digitale Procesregelaars bieden een
hoge snelheid, zijn zeer nauwkeurig,
beschikken over meervoudige I/O en zijn
voorzien van een LCD-display met 5 cijfers
en 3 regels voor een uitstekende visuele
weergave.
• Door een korte samplingperiode van 50 ms kunt u deze bij
toepassingen gebruiken die een hoge responssnelheid
vereisen.
• PV-, SP- en MV-gegevens worden tegelijkertijd weergegeven in
een negatief LCD-display met 3 regels met
achtergrondverlichting.
• Staafdiagram om MV (uitgestuurde waarde), klepopening of
afwijking weer te geven.
• Besturing met meerdere regelkringen, cascade- en
proportionele regelingen zijn mogelijk met een enkele regelaar.
• Wanneer u modellen gebruikt met communicatiefuncties, is het
mogelijk instellingen te downloaden en instellingen te maskeren
met de configuratiesoftware (ThermoTools).
• Standaard uitgerust met rekenfuncties (bijv. vierkantswortels en
lineaire interpolatie).
• DeviceNet-communicatie
Instellen en monitoren van data zonder speciale
programmeerhandelingen.
Verkrijgbare uitvoeringen
■ Opbouw typenummer
E5AR-@@@@@@@@@-@@@
234 51067891
1. Constante waarden/Programma
Geen: Constante waarde
2. Besturingsmethode
Blanco: Standaardregeling of verwarmings- en koelregeling
P:Klepsturingsregeling
3. Uitgang 1
R:DPST-NO-relaisuitgangen
Q:Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom
C:Stroom en stroomuitgangen
4. Uitgang 2
Blanco: Geen
R:Relaisuitgangen
Q:Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom
C:Stroom en stroomuitgangen
5. Hulpuitgangen
Blanco: Geen
4:4PST-NO-relaisuitgangen
T:2 transistoruitgangen
6. Optionele functie 1
Blanco: Geen
3:RS485-communicatie
7. Optionele functie 2
Blanco: Geen
D:4 event-ingangen
8. Ingang 1
B:Multi-ingang en 2 event-ingangen
F:Multi-ingang en potentiometeringang
W:Multi-ingang en multi-ingang
9. Ingang 2
Blanco: Geen
W:Multi-ingang en multi-ingang
10.Communicatiemethode
Blanco: Geen
FLK:RS485 (CompoWay F/MODBUS)
DRT:DeviceNet
Digitale ProcesregelaarsE5AR5
Bestelinformatie
■ Digitale Procesregelaars
Standaardregelaars
Afme-
96 × 96 mmBasisregelaar
Opmerking 1: Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
ting
Besturings-
type
(1 regelkring)
Regeling
met 2
regelkringen
Regeling
met 4
regelkringen
Klepsturingsregeling
(1 regelkring)
nummers voor 24 VAC/VDC.
2: Deze modellen zijn alleen voor 100 tot 240 VAC.
Standaardregeling met één enkele
regelkring
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Regeling met één enkele regelkring en
Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met twee
regelkringen
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Regeling met één enkele regelkring en
Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Standaardregeling met vier regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met twee
regelkringen
Klepsturingsregeling met één enkele
regelkring
BesturingsmodusUitgangen
(regeling/
transmissie)
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
4 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom en stroom
(2 punten)
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
4 punten:
pulsspanning
(2 punten) en
pulsspanning/
-stroom (2 punten)
4 punten:
stroomuitgang
(4 punten)
4 punten:
pulsspanning
(2 punten) en
pulsspanning/
-stroom (2 punten)
Relaisuitgang
(1 openen, 1 sluiten)
Relaisuitgang
(1 openen, 1 sluiten)
en één
stroomuitgang
(retransmissie)
Optionele functiesModel
Hulpuit-
gangen
(SUB)
42NeeE5AR-Q4B
44RS485E5AR-Q43DW-FLK
44RS485E5AR-CC43DWW-
44NeeE5AR-PR4DF
Eventingan-
gen
6E5AR-Q43DB-FLK
Seriële
communi-
catie
E5AR-C4B
RS485E5AR-Q43B-FLK (zie
opm. 2.)
E5AR-C43B-FLK (zie
opm. 2.)
(zie opm. 2.)
E5AR-C43DB-FLK
(zie opm. 2.)
E5AR-QC43DB-FLK
(zie opm. 2.)
E5AR-C43DW-FLK
(zie opm. 2.)
E5AR-QQ43DW-FLK
FLK
E5AR-QQ43DWWFLK (zie opm. 2.)
RS485E5AR-PRQ43DF-FLK
6Digitale ProcesregelaarsE5AR
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet
Afmeting Besturings-
type
96 × 96 mmBasisrege-
laar
(1 regelkring)
Regeling met
2 regelkringen
Regeling met
4 regelkringen
Klepsturingsr
egeling
(1 regelkring)
BesturingsmodusUitgangen
Eén regelkring voor standaardregeling
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met
twee regelkringen
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Regeling met één enkele regelkring en
Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Standaardregeling met vier
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met
twee regelkringen
Klepsturingsregeling met één enkele
regelkring
(regeling/
transmissie)
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
4 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom en stroom
(2 punten)
4 punten:
pulsspanning
(2 punten) en
pulsspanning/
-stroom (2 punten)
4 punten: stroom
(4 punten)
Relaisuitgang
(1 openen, 1 sluiten)
Relaisuitgang
(1 openen, 1 sluiten)
en stroomuitgang
(retransmissie)
(1 punt)
Optionele functiesModel
Hulpuit-
gangen
(SUB)
42JaE5AR-Q4B-DRT
4GeenJaE5AR-QQ4W-DRT
4GeenJaE5AR-CC4WW-DRT
4GeenJaE5AR-PR4F-DRT
Eventingan-
gen
DeviceNet-
communi-
catie
E5AR-C4B-DRT
E5AR-QC4B-DRT
E5AR-PRQ4F-DRT
Opmerking: Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
nummers voor 24 VAC/VDC.
Kalibratieresultaten
Het kalibratierapport kan tegelijk met de Digitale Procesregelaar
worden besteld met behulp van het volgende modelnummer.
Kalibratierapport (apart verkrijgbaar)
OmschrijvingenModel
Kalibratierapport voor E5ARE5AR-K
Afdekkap voor aansluitklem
(apart verkrijgbaar)
OmschrijvingenModel
Aansluitklem afdekkap voor E5AR E53-COV14
Digitale ProcesregelaarsE5AR7
Specificaties
■ Toegestane waarden
ItemVoedingsspanning
Aansluitspanningsbereik85% tot 110% van de nominale voedingsspanning
Opgenomen vermogen22 VA max. (met maximale belasting)15 VA/10 W max. (met maximale belasting)
Sensoringang (zie opm. 2)Thermokoppel: K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W
RegeluitgangSpanningsuitgang
HulpuitgangRelaisuitgang
Potentiometeringang100 Ω tot 2,5 kΩ
Event-ingangContactIngang AAN: 1 kΩ max.; UIT: 100 kΩ min.
SP-invoer op afstandZie de informatie op de sensoringang.
Retransmissie-uitgangZie de informatie op de besturingsuitgang.
Besturingsmethode2-PID of AAN/UIT-regeling
InstelmethodeDigitale instelling met druktoetsen op het frontpaneel of instelling met seriële communicatie
Indicatiemethode7-segments digitaal display en een indicator met enkele verlichting
Overige functiesHangt af van model.
Omgevingstemperatuur tijdens
bedrijf
Omgevingsvochtigheidsgraad25% tot 85%
Opslagtemperatuur−25 tot 65°C (zonder ijs- of condensvorming)
Opmerking 1. De voedingsspanning (d.w.z., 100 tot 240 VAC of 24 VAC/VDC) hangt af van het model. Zorg ervoor dat u bij het bestellen het benodigde type opgeeft.
2. De regelaar is uitgerust met meerdere sensoringangen. De temperatuuringang of analoge ingang kan worden geselecteerd met de instellingsschakelaar
(puls)
Stroomuitgang0 tot 20 mA DC, 4 tot 20 mA DC; belasting: 500 Ω max. (inclusief retransmissie uitgang)
ContactvrijIngang AAN: Restspanning van 1,5 V max.; UIT: Lekstroom van 0,1 mA max.
voor het ingangstype. Er is voorzien in standaardisolatie tussen de voedingsspanning en ingangsklemmen, voedingsspanning en uitgangsklemmen en
tussen de ingangs- en de uitgangsklemmen.
(zie opm. 1)
Platina weerstandsopnemer: Pt100
Stroomingang: 4 tot 20 mA DC, 0 tot 20 mA DC (inclusief remote SP-ingang)
Spanningsingang: 1 tot 5 VDC, 0 tot 5 VDC, 0 tot 10 VDC (inclusief remote SP-ingang)
(Ingangsimpedantie: 150 Ω voor stroomingang, ong. 1 MΩ voor spanningsingang)
12 VDC, 40 mA max. met kortsluitbeveiliging (E5AR-QQ@WW-@: 21 mA max.)
(Resolutie: ong. 54.000 voor 0 tot 20 mA DC; ong. 43.000 voor 4 tot 20 mA DC)
N.O., 250 VAC, 1 A (inclusief inschakelstroom)
N.O., 250 VAC, 1 A (ohmse belasting)
Transistoruitgang
Maximale belastingsspanning: 30 VDC; Maximale belastingsstroom: 50 mA;
Restspanning: 1,5 V max.; Lekstroom: 0,4 mA max.
−10 tot 55°C (zonder ijs- of condensvorming)
3 jaar verzekerd van gebruik: −10 tot 50°C (zonder ijs- of condensvorming)
100 tot 240 VAC, 50/60 Hz24 VAC, 50/60 Hz; 24 VDC
8Digitale ProcesregelaarsE5AR
■ Ingangsbereiken
De E5AR heeft meerdere ingangen. De standaardinstelling is 2 (K-type thermokoppel, −200,0 tot 1300,0°C of −300,0 tot 2300,0°F).
Platina weerstandsopnemeringang
IngangPt100
bereik°C−200,0 tot
850,0
°F−300,0 tot
1500,0
Instelling01
Minimale insteleenheid
0,10,01
(SP en alarm)
Instellingsschakelaar ingangstypeInstellen op
TC.PT.
Thermokoppel ingang
IngangKJTELUNRSBW
bereik °C−200,0
tot
1300,0
°F−300,0
tot
2300,0
Instelling2 34 5678 91011121314
Minimale in-
0,1
steleenheid
(SP en alarm)
Instellings-
Instellen op TC.PT.
schakelaar
ingangstype
−20,0
tot
500,0
0,0 tot
900,0
−100,0
tot 850,0
−100,0
tot
1500,0
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
−20,0
tot
400,0
0,0 tot
750,0
−150,00 tot
150,00
−199,99 tot
300,00
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
−200,0
tot
400,0
−300,0
tot
700,0
0,0 tot
600,0
0,0 tot
1100,0
−100,0
tot 850,0
−100,0
tot
1500,0
−200,0
tot
400,0
−300,0
tot
700,0
−200,0
tot
1300,0
−300,0
tot
2300,0
0,0 tot
1700,0
0,0 tot
3000,0
0,0 tot
1700,0
0,0 tot
3000,0
100,0
tot
1800,0
300,0
tot
3200,0
0,0 tot
2300,0
0,0 tot
4100,0
Stroom/Spanningsingang
IngangStroomSpanning
4 tot 20 mA0 tot 20 mA1 tot 5 V0 tot 5 V0 tot 10 V
bereikEen van de onderstaande bereiken wordt weergegeven, afhankelijk van de schaalinstellingen.
−19999 tot 99999
−1999,9 tot 9999,9
−199,99 tot 999,99
−19,999 tot 99,999
−1,9999 tot 9,9999
Instelling1516171819
Instellingsschakelaar ingangstype
Instellen op
ANALOOG.
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
Digitale ProcesregelaarsE5AR9
■ Kenmerken
MeetnauwkeurigheidThermokoppel ingang met koude-lascompensatie: (±0,1% van PV of ±1°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max. (zie opm. 1.)
BesturingsmodusStandaardregeling (verwarmings- of koelregeling), verwarmings-/koelregeling, standaardregeling met Remote SP (modellen met
Cyclustijd0,2 tot 99,0 s (in units van 0,1 s) voor tijdsproportionele regeluitgang
Proportionele band (P)0,00% tot 999,99% FS (in units van 0,01% FS)
Integraaltijd (I)0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s)
Differentiatie tijd (D)0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s)
Hysteresis0,01% tot 99,99% FS (in units van 0,01% FS)
Handmatige reset-waarde0,0% tot 100,0% FS (in units van 0,1% FS)
Bereik alarminstelling−19.999 tot 99.999 EU (zie opm. 3.)
Ingang samplingperiode50 ms
Isolatieweerstand20 MΩ min. (bij 500 V gelijkstroom)
Diëlektrische sterkte2,000 VAC, 50/60 Hz voor 1 min (tussen geladen aansluitklemmen met verschillende polariteit)
Trillingsbestendigheid
Schokbestendigheid
Inschakelstroom100 tot 240 VAC-modellen: 50 A max.
GewichtE5AR: Alleen regelaar: ong. 450 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 30 g
BeschermingsgraadFrontpaneel: NEMA4X voor gebruik binnenshuis (gelijk aan IP66); Achterzijde behuizing: IP20; Aansluitklemmen: IP00
GeheugenbeveiligingNiet-vluchtig geheugen (aantal schrijfprocedures: 100,000)
Relevante normenUL3121-1, CSA C22.2 Nr. 1010-1
EMCEMI: EN61326
Opmerking 1. Thermokoppel K, T of N bij −100°C max.: ±2°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel U of L: ±2°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel B bij 400°C max.: Geen nauwkeurigheidsspecificatie.
Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±3°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel U of L: (±0,3% van PV of ±3°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max.
2. Thermokoppel U of L: ±1°C ±1 cijfer
Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±1,5°C ±1 cijfer
3. 'EU' (Engineering Unit = Eenheid) geeft de Eenheid volgens de schaalindeling weer. Als er een temperatuursensor wordt gebruikt, is dit °C of °F.
Thermokoppel ingang zonder koude-lascompensatie: (±0,1% van FS of ±1°C, afhankelijk van welke kleiner is) ±1 cijfer max.
(zie opm. 2.)
Analoge ingang: ±0,1% FS ±1 cijfer max.
Platina weerstandsopnemeringang: (±0,1% van PV of ±0,5°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max.
Positie-proportionele potentiometeringang: ±5% FS ±1 cijfer max.
2 ingangen), verwarmings-/koelregeling met Remote SP (modellen met 2 ingangen), standaard cascaderegeling (modellen met
2 ingangen), cascade verwarmings-/koelregeling (modellen met 2 ingangen), proportionele regeling (modellen met 2 ingangen),
klepsturingsregeling (alleen klepsturingsmodellen)
(De positie van het decimaalteken hangt af van het ingangstype en de positie-instelling van het decimaalteken).
2
10 tot 55 Hz, 20 m/s
2
elk in de X-, Y- en Z-richting, 3 keer per richting
100 m/s
24 VAC/VDC-modellen: 30 A max.
E5ER: Alleen regelaar: ong. 330 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 16 g
Bestendigheid tegen elektromagnetische
storingen:EN61000-4-3:
Bestendigheid tegen stoorpulsen:EN61000-4-4:2 kV voedingslijn (testniveau 3)
Bestendigheid tegen storingen door geleiding:
Bestendigheid tegen spanningspieken:EN61000-4-5:1 kV kabel naar kabel (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang))
Bestendigheid tegen magnetische velden
van stroomfrequenties:EN61000-4-8:30 A/m (50 Hz) continue veldsterkte
Bestendigheid tegen spanningsuitval/
Communicatieprotocol Conform DeviceNet
Communicatiefuncties Decentrale I/O-
communicatie
I/O-toewijzingen• I/O-gegevens toewijzen met de Configurator.
Berichten • Explicit message communications
Type aansluitingCombinatie van multi-drop- en T-branch aansluitingen (hoofd- en aftaklijnen)
BaudrateDeviceNet: 500, 250 of 125 kbps of automatische detectie van master-baudrate
CommunicatiemediaSpeciale 5-aderige kabel (2 signaallijnen, 2 voedingslijnen en 1 afschermingslijn)
CommunicatieafstandBaudrateLengte van netwerkLengte van Drop lineTotale lengte van
VoedingsspanningVoedingsspanning van DeviceNet: 24 VDC
Toegestane spanningsbereikVoedingsspanning van DeviceNet: 11 tot 25 VDC
StroomverbruikMax. 50 mA (24 VDC)
Maximum aantal nodes dat kan worden
verbonden
Maximum aantal slaves dat kan worden
verbonden
FoutcontroleCRC-foutdetectie
VoedingsspanningVoeding geleverd door DeviceNet-communicatieconnector.
• Master/slave-verbindingen (polling, bit-strobe, COS of cyclisch)
• Conform DeviceNet-specificaties
• Kan alle gegevens toewijzen, zoals parameters, die betrekking hebben op het DeviceNet- en
variabele-gebied van de Digitale Procesregelaar.
• Maximaal 2 blokken voor het IN-gebied, in totaal maximaal 100 woorden.
• Eén blok voor het OUT-gebied, maximaal 100 woorden (het eerste woord wordt altijd
toegewezen aan Output Enable Bits).
• CompoWay/F-communicatie commando’s kunnen worden verzonden (commando’s worden
verzonden in explicit message format).
Dropline
500 kbpsmax. 100 m (max. 100 m)max. 6 mmax. 39 m
250 kbpsmax. 250 m (max. 100 m)max. 6 mmax. 78 m
125 kbpsmax. 500 m (max. 100 m)max. 6 mmax. 156 m
De waarden tussen haakjes zijn van toepassing wanneer er dunne kabels worden gebruikt.
64 (inclusief eventuele Configurator)
63
Digitale ProcesregelaarsE5AR11
Aansluitklemmen
■ Aansluitingen voor E5AR-standaardprocesregelaar
E5AR-Q4BE5AR-C4B
E5AR-A4B-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning
ingang is afhankelijk
van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
E53-ARQCE5AR-A4B-500
OUT2
Spanningsuitgang 12 V
40 mA
OUT1
Spanningsuitgang 12 V
40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
BEDCA
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
(Stroom)
+
-
-
+
I
(Spanning)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
4
5
6
KJIHGF
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
-
+
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
5
6
K
A
E5AR-A4B-500
+
--+
100-240 VAC24 VAC/DC
BEDC
1
2
3
4
Voedingsspanning
ingang is afhankelijk
van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
5
6
1
2
3
4
5
6
E53-ARCCE5AR-A4B-500
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
1
2
+
3
-
+
-
+
4
-
5
6
F
(Stroom)
E5AR-A4B-500
B
1
2
3
4
5
6
KJIHGF
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
-
++
PT
V
I
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
-
5
6
K
TC
E5AR-Q43B-FLKE5AR-C43B-FLK
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
1
2
3
4
-
5
6
TC
K
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
E5AR-A4B-500
100-240 VAC
E53-ARCC3
B(+)
RS485
A(–)
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
E5AR-A4B-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
ABEDC
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
ABEDC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
1
2
3
4
-
5
6
TC
K
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
12Digitale ProcesregelaarsE5AR
E5AR-Q43DB-FLKE5AR-C43DB-FLK
E5AR-A4B-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
ABEDC
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
(Stroom)
E5AR-A4B-500
E53-ARB4
EV3
EV4
EV5
EV6
KJIHGF
COM
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
4
5
6
Eventingangen
-
TC
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
5
6
K
E5AR-A4B-500
100-240 VAC
ABEDC
1
2
3
4
5
6
E
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
6
6
E53-ARCC3
RS485
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
B(+)
A(–)
+
-
+
-
+
-
E5AR-QC43DB-FLK
E5AR-A4B-500
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+
--+
+
1
B(+)
-
A(–)
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
E53-ARCCE5AR-A4B-500
UIT4
Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500
0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT3
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
100-240 VAC 24 VAC/DC
+
--+
1
2
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
E53-ARQC
UIT4
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT3
Spanningsuitgang 12 V
40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
+
3
-
4
+
5
-
6
F
BEDC
A
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
E5AR-A4W-500
1
2
+
Ingang 2
3
-
4
+
5
-
Ingang 1
6
G
E5AR-A4W-500
B
1
2
3
4
5
6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
K
JIHGF
+
-
-
+
+
PTVI
-
-
++
PT
V
(Stroom)
I
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
(Thermokoppel)
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
-
2
+
3
TC
4
-
5
6
TC
K
E5AR-A4WW-500
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
E53-ARCCE5AR-A4WW-500
UIT4
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT3
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
BEDC
+
A
1
2
3
4
5
6
1
1
2
2
+
3
3
-
4
4
+
5
5
-
6
6
F
1
2
+
-
+
-
Ingang 2(K)
Ingang 4(J)
3
4
5
Ingang 1(K)
Ingang 3(J)
6
G
(Stroom)
K
JIHGF
+
-
-
+
+
I
-
-
+
I
(Spanning)
E5AR-A4WW-500
E53-ARDRT
V
(Weerstandsthermometer)
E5AR-PR4F-DRTE5AR-PRQ4F-DRT
E5AR-PA4F-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning
ingang is afhankelijk
van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
E53-ARRR
OUT2
OUT1
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
4
5
6
F
Sluiten
Openen
BEDC
E5AR-PA4F-500
Potentiometer
+
-
(Stroom)
I
E5AR-PA4F-500
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
4
5
6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
KAJIHGF
O
W
C
-
-
++
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
5
6
K
E5AR-PA4F-500
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
UIT4
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT3
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
G
OUT2
OUT1
A
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
4
5
6
F
Sluiten
Openen
BEDC
JIHGF
E5AR-PA4F-500E53-ARRR
Potentiometer
+
-
-
+
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
COM
1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
1
-
2
+
3
TCPTV
4
-
5
6
+
TC
PT
(Thermokoppel)
J, K
E5AR-PA4F-500
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
4
5
6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
K
O
W
C
-
+
TC
PT
V
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
5
6
K
Digitale ProcesregelaarsE5AR17
Afmetingen
Opmerking: Alle eenheden zijn in millimeters, tenzij anders aangegeven.
120 min.
96
Paneeluitsparingen
+0,8
92
0
11,595 (99)*
96
110 min.
+0,8
92
0
3
2
* De waarde tussen haakjes heeft betrekking
op procesregelaars die compatibel zijn met
DeviceNet.
• De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
• Groepsmontage is niet mogelijk. (Houd rekening
met de opgegeven montageruimte tussen de
procesregelaars.)
• Als er twee of meer procesregelaars worden
gemonteerd, moet u controleren of de omgevingstemperatuur niet boven de maximale bedrijfstemperatuur komt die wordt vermeld in de specificaties.
110
Aansluitklemafdekkap (E53-COV14; apart te bestellen)
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
111
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
Afmeting schroefaansluiting: M3
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet, achterpaneel
MS/NS-indicatoren
Boven: MS
Onder: NS
Connector voor DeviceNetcommunicatie
Hiermee worden de DeviceNetcommunicatiekabels aangesloten.
De stroomvoorziening voor
DeviceNet-communicatie verloopt
ook via deze connector.
Bij procesregelaars die
compatibel zijn met DeviceNet,
wordt een connector
meegeleverd van het type FKC
2.5/5-STF-5.08 AU M (PHOENIX
CONTACT).
Rubberen pakking (apart verkrijgbaar)
Y92S-P4 (voor E5AR)
Als u de rubberen pakking kwijt bent of als
deze beschadigd is, kan deze met het volgende modelnummer worden besteld:
Y92S-P4.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving kan de
rubberen pakking verslechteren, krimpen of
verharden en om de waterdichtheid te
garanderen die in NEMA4 is gespecificeerd,
wordt u aangeraden de pakking regelmatig
te vervangen.
Opmerking: De rubberen pakking wordt bij
de regelaar geleverd.
Afdekkap voor aansluitklem
(apart verkrijgbaar)
E53-COV14 (voor E5AR)
95
95
Unitlabelvel (apart verkrijgbaar)
Y92S-L1
11,8
4,8
28,5
10,1
18Digitale ProcesregelaarsE5AR
Digitale Procesregelaars
E5ER
E5ER Digitale Procesregelaars bieden een
hoge snelheid, zijn zeer nauwkeurig,
beschikken over meervoudige I/O en zijn
voorzien van een LCD-display met 5 cijfers
en 3 regels voor een uitstekende visuele
weergave.
• Door een korte samplingperiode van 50 ms kunt u deze bij
toepassingen gebruiken die een hoge responssnelheid
vereisen.
• PV-, SP- en MV-gegevens worden tegelijkertijd weergegeven in
een negatief LCD-display met 3 regels met
achtergrondverlichting.
• Meerpuntsregeling, cascade en proportionele regelingen zijn
mogelijk met een enkele regelaar.
• Wanneer u modellen gebruikt met communicatiefuncties, is het
mogelijk instellingen te downloaden en instellingen te maskeren
met de configuratiesoftware (ThermoTools).
• Standaard uitgerust met rekenfuncties (bijv. vierkantswortels en
lineaire interpolatie).
• DeviceNet-communicatie instellen en monitoren van data
zonder speciale programmeerhandelingen.
Verkrijgbare uitvoeringen
■ Opbouw typenummer
E5ER-@@@@@@@@@-@@@
234 51067891
1. Constante waarden/Programma
Geen: Constante waarden
2. Besturingsmethode
Blanco: Standaardregeling of verwarmings- en koelregeling
P:Klepsturingsregeling
3. Uitgang 1
R:DPST-NO-relaisuitgangen
Q:Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom
C:Stroom en stroomuitgangen
4. Uitgang 2
Blanco: Geen
R:Relais
Q:Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom
C:Stroom en stroomuitgangen
5. Hulpuitgangen
Blanco: Geen
4:4PST-NO-relaisuitgangen
T:2 transistoruitgangen
6. Optionele functie 1
Blanco: Geen
3:RS485-communicatie
7. Optionele functie 2
Blanco: Geen
D:4 event-ingangen
8. Ingang 1
B:Multi-ingang en 2 event-ingangen
F:Multi-ingang en potentiometeringang
W:Multi-ingang en multi-ingang
9. Ingang 2
Blanco: Geen
W:Multi-ingang en multi-ingang
10.Communicatiemethode
Blanco: Geen
FLK:RS485 (CompoWay F/MODBUS)
DRT:DeviceNet
Digitale ProcesregelaarsE5ER19
Bestelinformatie
■ Digitale Procesregelaars
Standaardregelaars
Afmeting Besturings-
48 × 96 mmBasisrege-
Opmerking 1. Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
type
Standaardregeling met één enkele
laar (1 regelkring)
Regeling met
2 regelkringen
Klepsturingsregeling
(1 regelkring)
nummers voor 24 VAC/VDC.
2. Deze modellen zijn alleen voor 100 tot 240 VAC.
3. De hulpuitgangen zijn transistoruitgangen.
regelkring
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Regeling met één enkele regelkring en
Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Klepsturingsregeling met één enkele
regelkring
BesturingsmodusUitgangen (rege-
ling/transmissie)
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom
2 punten: stroom en
stroom
4 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/
-stroom en stroom
(2 punten)
2 punten:
pulsspanning en
pulsspanning/stroom
2 punten: stroom en
stroom
Relaisuitgang
(1 open, 1 gesloten)2 (zie
Relaisuitgang
(1 open, 1 gesloten)
en stroomuitgang
(retransmissie)
(1 punt)
Optionele functiesModel
Hulpuit-
gangen
(SUB)
42NeeE5ER-Q4B
2
(zie
opm. 3)
42E5ER-QC43B-FLK
2
(zie
opm. 3)
opm. 3)
4NeeRS485E5ER-PRQ43F-FLK
Eventingan-
6E5ER-QT3DB-FLK
4RS485E5ER-QT3DW-FLK
4NeeE5ER-PRTDF
Seriële
commu-
gen
nicatie
E5ER-C4B
RS485E5ER-Q43B-FLK
(zie opm. 2.)
E5ER-C43B-FLK
(zie opm. 2.)
(zie opm. 2.)
E5EAR-CT3DBFLK (zie opm. 2.)
E5ER-CT3DW-FLK
20Digitale ProcesregelaarsE5ER
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet
Afmeting Besturings-
48 × 96 mmBasisrege-
Opmerking 1. Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
type
Standaardregeling met één enkele
laar
(1 regelkring)
Regeling
met
2 regelkringen
Klepsturingsregeling
(1 regelkring)
nummers voor 24 VAC/VDC.
2. De hulpuitgangen zijn transistoruitgangen.
regelkring
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Standaardregeling met één enkele
regelkring en Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Klepsturingsregeling met één enkele
regelkring
BesturingsmodusUitgangen (rege-
ling/transmissie)
2 punten:
pulsspanning
pulsspanning/
-stroom
2 punten:
stroom
stroom
2 punten:
pulsspanning
pulsspanning/
-stroom
2 punten:
stroom
stroom
Relaisuitgang
(1 open, 1 gesloten)
Optionele functiesModel
Hulpuit-
gangen
(SUB)
2 (Zie
opm. 2)
2 (Zie
opm. 2)
2 (Zie
opm. 2)
Eventingan-
gen
2JaE5ER-QTB-DRT
GeenJaE5ER-QTW-DRT
GeenJaE5ER-PRTF-DRT
Device-
Net-com-
municatie
E5ER-CTB-DRT
E5ER-CTW-DRT
Kalibratieresultaten
Het kalibratierapport kan tegelijk met de Digitale Procesregelaar
worden besteld met behulp van het volgende modelnummer.
Kalibratierapport (apart verkrijgbaar)
OmschrijvingenModel
Kalibratierapport voor E5ERE5ER-K
Afdekkap voor aansluitklem
(apart verkrijgbaar)
OmschrijvingenModel
Aansluitklem afdekkap voor E5ER E53-COV15
Digitale ProcesregelaarsE5ER21
Specificaties
■ Toegestane waarden
ItemVoedingsspanning
Aansluitspanningsbereik85% tot 110% van de nominale voedingsspanning
Opgenomen vermogen17 VA max. (met maximale belasting)11 VA/7 W max. (met maximale belasting)
Sensoringang (zie opm. 2)Thermokoppel: K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W
RegeluitgangSpanningsuitgang
(puls)
Stroomuitgang0 tot 20 mA DC, 4 tot 20 mA DC; belasting: 500 Ω max. (inclusief retransmissie-uitgang)
Potentiometeringang100 Ω tot 2,5 kΩ
Event-ingangContactIngang AAN: 1 kΩ max.; UIT: 100 kΩ min.
ContactvrijIngang AAN: Restspanning van 1,5 V max.; UIT: Lekstroom van 0,1 mA max.
Remote SPZie de informatie op de sensoringang.
Retransmissie-uitgangZie de informatie op de besturingsuitgang.
Besturingsmethode2-PID of AAN/UIT-regeling
InstelmethodeDigitale instelling met druktoetsen op het frontpaneel of instelling met seriële communicatie
Indicatiemethode7-segments digitaal display en een indicator met enkele verlichting
Overige functiesHangt af van model.
Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf −10 tot 55°C (zonder ijs- of condensvorming)
Omgevingsvochtigheidsgraad25% tot 85%
Opslagtemperatuur−25 tot 65°C (zonder ijs- of condensvorming)
Opmerking 1. De voedingsspanning (d.w.z. 100 tot 240 VAC of 24 VAC/VDC) hangt af van het model. Zorg ervoor dat u bij het bestellen het
benodigde type opgeeft.
2. De regelaar is uitgerust met meerdere sensoringangen. De temperatuuringang of analoge ingang kan worden geselecteerd met
de instellingsschakelaar voor het ingangstype. Er is voorzien in standaardisolatie tussen de voedingsspanning en ingangsklemmen,
voedingsspanning en uitgangsklemmen en tussen de ingangs- en de uitgangsklemmen.
(zie opm. 1)
Platina weerstandsopnemer: Pt100
Stroomingang: 4 tot 20 mA DC, 0 tot 20 mA DC (inclusief SP-ingang op afstand)
Spanningsingang: 1 tot 5 VDC, 0 tot 5 VDC, 0 tot 10 VDC (inclusief SP-ingang op afstand)
(Ingangsimpedantie: 150 Ω voor stroomingang, ong. 1 MΩ voor spanningsingang)
12 VDC, 40 mA max. met kortsluitbeveiliging
(E5AR-QQ@WW-@: 21 mA max.)
(Resolutie: ong. 54.000 voor 0 tot 20 mA DC; ong. 43.000 voor 4 tot 20 mA DC)
N.O., 250 VAC, 1 A (inclusief inschakelstroom)
N.O., 250 VAC, 1 A (ohmse belasting)
Transistoruitgang
Maximale belastingsspanning: 30 VDC; Maximale belastingsstroom: 50 mA; Restspanning: 1,5 V
max.; Lekstroom: 0,4 mA max.
3 jaar verzekerd van gebruik: −10 tot 50°C (zonder ijs- of condensvorming)
100 tot 240 VAC, 50/60 Hz24 VAC, 50/60 Hz; 24 VDC
22Digitale ProcesregelaarsE5ER
■ Ingangsbereiken
De E5ER heeft meerdere ingangen. De standaardinstelling is 2 (K-type thermokoppel, −200,0 tot 1300,0 °C of −300,0 tot 2300,0 °F).
Platina weerstandsopnemeringang
IngangPt100
bereik°C−200,0 tot
850,0
°F−300,0 tot
1500,0
Instelling01
Minimale insteleenheid
0,10,01
(SP en alarm)
Instellingsschakelaar ingangstypeInstellen op
TC.PT.
Thermokoppel ingang
IngangKJTELUNRSBW
bereik °C−200,0
tot
1300,0
°F−300,0
tot
2300,0
Instelling2 34 5678 91011121314
Minimale in-
0,1
steleenheid
(SP en alarm)
Instellings-
Instellen op TC.PT.
schakelaar
ingangstype
−20,0
tot
500,0
0,0 tot
900,0
−100,0
tot 850,0
−100,0
tot
1500,0
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
−20,0
tot
400,0
0,0 tot
750,0
−150,0 tot
150,0
−199,99 tot
300,0
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
−200,0
tot
400,0
−300,0
tot
700,0
0,0 tot
600,0
0,0 tot
1100,0
−100,0
tot 850,0
−100,0
tot
1500,0
−200,0
tot
400,0
−300,0
tot
700,0
−200,0
tot
1300,0
−300,0
tot
2300,0
0,0 tot
1700,0
0,0 tot
3000,0
0,0 tot
1700,0
0,0 tot
3000,0
100,0
tot
1800,0
300,0
tot
3200,0
0,0 tot
2300,0
0,0 tot
4100,0
Stroom/Spanningsingang
IngangStroomSpanning
bereik4 tot 20 mA0 tot 20 mA1 tot 5 V0 tot 5 V0 tot 10 V
Instelling1516171819
Instellingsschakelaar
ingangstype
Instellen op
ANALOOG.
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
Digitale ProcesregelaarsE5ER23
■ Kenmerken
MeetnauwkeurigheidThermokoppel ingang met koude-lascompensatie: (±0,1% van PV of ±1°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max. (zie opm. 1.)
BesturingsmodusStandaardregeling (verwarmings- of koelregeling), verwarmings-/koelregeling, standaardregeling met Remote SP (modellen met 2 ingangen),
Cyclustijd0,2 tot 99,0 s (in units van 0,1 s) voor tijdsproportionele regeluitgang
Proportionele band (P)0,00% tot 999,99% FS (in units van 0,01% FS)
Integraaltijd (I)0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s)
Diffentiatie tijd (D)0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s)
Hysteresis0,01% tot 99,99% FS (in units van 0,01% FS)
Handmatige reset-waarde 0,0% tot 100,0% FS (in units van 0,1% FS)
Bereik alarminstelling−19.999 tot 99.999 EU (zie opm. 3.)
Ingang samplingperiode 50 ms
Isolatieweerstand20 MΩ min. (bij 500 V gelijkstroom)
Diëlektrische sterkte2,000 VAC, 50/60 Hz voor 1 min (tussen geladen aansluitklemmen met verschillende polariteit)
Trillingsbestendigheid
Schokbestendigheid
Inschakelstroom100 tot 240 VAC-modellen: 50 A max.
GewichtE5AR:
BeschermingsgraadFrontpaneel: NEMA4X voor gebruik binnenshuis (gelijk aan IP66); Achterzijde behuizing: IP20; Aansluitklemmen: IP00
GeheugenbeveiligingNiet-vluchtig geheugen (aantal schrijfprocedures: 100,000)
Relevante normenUL3121-1, CSA C22.2 Nr. 1010-1
EMCEMI:EN61326
Thermokoppel ingang zonder koude-lascompensatie: (±0,1% van FS of ±1°C, afhankelijk van welke kleiner is) ±1 cijfer max. (zie opm. 2.)
Analoge ingang: ±0,1% FS ±1 cijfer max.
Platina weerstandsopnemeringang: (±0,1% van PV of ±0,5°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max.
Positie-proportionele potentiometeringang: ±5% FS ±1 cijfer max.
verwarmings-/koelregeling met Remote SP (modellen met 2 ingangen), standaard cascaderegeling (modellen met 2 ingangen), cascade
verwarmings-/koelregeling (modellen met 2 ingangen), proportionele regeling (modellen met 2 ingangen), klepsturingsregeling (alleen
klepsturingsmodellen)
(De positie van de decimaalpunt hangt af van het ingangstype en de positie-instelling van het decimaalpunt).
2
10 tot 55 Hz, 20 m/s
2
elk in de X-, Y- en Z-richting, 3 keer per richting
100 m/s
24 VAC/VDC-modellen: 30 A max.
Alleen regelaar: ong. 450 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 30 g
E5ER:
Alleen regelaar: ong. 330 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 16 g
Elektromagnetische immuniteit:EN61000-4-3:10 V/m (amplitudegemoduleerd, 80 MHz tot 1 GHz,
Bestendigheid tegen stoorpulsen:EN61000-4-4:2 kV voedingslijn (testniveau 3)
Bestendigheid tegen storingen door geleiding: EN61000-4-6: (0,15 tot 80 MHz) (testniveau 3)
Bestendigheid tegen spanningspieken:EN61000-4-5:1 kV kabel naar kabel (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang)) (testniveau 2)
Bestendigheid tegen magnetische velden
van stroomfrequenties:EN61000-4-8:30 A/m (50 Hz) continue veldsterkte
Bestendigheid tegen spanningsuitval/-onderbreking: EN61000-4-11: 0,5 cyclus, 100% (nominale spanning)
2 kV kabel naar aarde (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang)) (testniveau 3)
Opmerking 1. Thermokoppel K, T of N bij −100°C max.: ±2°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel U of L: ±2°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel B bij 400°C max.: Geen nauwkeurigheidsspecificatie.
Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±3°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel U of L: (±0,3% van PV of ±3°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max.
2. Thermokoppel U of L: ±1°C ±1 cijfer
Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±1,5°C ±1 cijfer
3. 'EU' (Engineering Unit = Eenheid) geeft de eenheid volgens de schaalindeling weer. Als er een temperatuursensor wordt gebruikt, is dit °C of °F.
I/O-toewijzingen• I/O-gegevens toewijzen met de Configurator.
Berichten• Explicit Message communications
Type aansluitingCombinatie van multi-drop- en T-branch aansluitingen (hoofd- en aftaklijnen)
BaudrateDeviceNet: 500, 250 of 125 kbps of automatische detectie van master-baudrate
CommunicatiemediaSpeciale 5-aderige kabel (2 signaallijnen, 2 voedingslijnen en 1 afschermingslijn)
CommunicatieafstandBaudrateLengte van netwerkLengte van DroplineTotale lengte van
VoedingsspanningVoedingsspanning van DeviceNet: 24 VDC
Toegestane spanningsbereikVoedingsspanning van DeviceNet: 11 tot 25 VDC
StroomverbruikMax. 50 mA (24 VDC)
Maximum aantal nodes dat kan worden
verbonden
Maximum aantal slaves dat kan worden
verbonden
FoutcontroleCRC-foutdetectie
VoedingsspanningVoeding geleverd door DeviceNet-communicatieconnector.
• Master-slaveverbindingen (polling, bit-strobe, COS of cyclisch)
• Conform DeviceNet-specificaties
• Kan alle gegevens toewijzen, zoals parameters, die betrekking hebben op het DeviceNet- en
het variabele-gebied van de Digitale Procesregelaar.
• Maximaal 2 blokken voor het IN-gebied, in totaal maximaal 100 worden.
• Eén blok voor het OUT-gebied, maximaal 100 woorden (het eerste woord wordt altijd toege-
wezen aan - Output Enable bits).
• CompoWay/F-communicatiecommando’s kunnen worden verzonden (commando’s worden
verzonden in een explicit message format).
Dropline
500 kbpsmax. 100 m (max. 100 m)max. 6 mmax. 39 m
250 kbpsmax. 250 m (max. 100 m)max. 6 mmax. 78 m
125 kbpsmax. 500 m (max. 100 m)max. 6 mmax. 156 m
De waarden tussen haakjes zijn van toepassing wanneer er dunne kabels worden gebruikt.
64 (inclusief eventuele Configurator)
63
Digitale ProcesregelaarsE5ER25
Aansluitklemmen
■ Aansluitingen voor E5ER-standaardprocesregelaar
E5ER-Q4BE5ER-C4B
E5ER-AB-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning
ingang is afhankelijk
van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
E53-ARQC
1
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
A
E53-ARR4
B
B
1
2
3
4
5
6
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
-
5
6
TC
E
(Thermokoppel)
E5ER-AB-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning
ingang is afhankelijk
van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
BA
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
EDC
E5ER-AB-500
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
Event-ingangen
+
-
-
++
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARR4
B
1
2
3
4
5
6
EV1
EV2
COM
PT
V
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
-
5
6
TC
E
(Thermokoppel)
E5ER-Q43B-FLKE5ER-C43B-FLK
E5ER-AB-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
100-240 VAC
B(+)
A(–)
AB
1
2
3
4
+
-
+
-
+
-
5
1
6
2
1
3
2
4
3
5
4
6
5
C
6
E53-ARR4
B
1
2
3
4
5
6
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
-
5
6
TC
E
(Thermokoppel)
E5ER-AB-500
100-240 VAC
E53-ARCC3
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
RS485
B(+)
A(–)
AB
1
2
3
4
5
6
1
E53-ARR4
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
4
5
6
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
2
3
4
5
6
EDC
+
-
+
-
+
-
E5ER-AB-500
1
2
3
4
5
6
C
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermokoppel)
-
TC
(Thermokoppel)
1
2
3
4
5
6
E
26Digitale ProcesregelaarsE5ER
E5ER-QT3DB-FLKE5ER-CT3DB-FLK
E5ER-AB-500
E53-ARQC3
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
100-240 VAC
+
B(+)
RS485
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
E53-ART2
A(–)
SUB1
SUB2
-
+
-
+
-
1
2
3
4
5
6
C
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
AB
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
D
E53-ARB4
Eventingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
-
TC
(Thermokoppel)
B
E5ER-AB-500
100-240 VAC
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
E
E53-ARCC3
RS485
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
B(+)
A(–)
SUB1
SUB2
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
E5ER-QC43B-FLK
E5ER-AB-500
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
E53-ARCC
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstypeinstelling)
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC3
RS485
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
1
2
3
4
5
6
E
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
B(+)
-
A(–)
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1
2
3
4
5
6
C
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
D
A
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
B
ED
+
-
+
-
(Stroom)
I
I
Eventingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
-
+
-
+
(Spanning)
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
24 VAC/DC
+--
+
B(+)
A(–)
SUB1
SUB2
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
+
-
+
-
1
2
3
4
5
6
D
AB
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
D
E5ER-PRTDFE5ER-PRQ43F-FLK
E5ER-PAF-500
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR
24 VAC/DC
+--
+
100-240 VAC
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
OUT2
OUT1
Sluiten
4
5
Openen
6
C
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
E53-ARB4
BA
1
2
3
4
5
6
Eventingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
B
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
EDC
E5ER-PAF-500
D
Potentiometer
+
-
-
+
I
(Spanning)
(Stroom)
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
-
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
O
1
W
2
C
3
4
5
6
+
TC
E
E5ER-PAF-500
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC
(geen polariteit)
E53-ARRR3
B(+)
RS485
A(–)
OUT2
OUT1
+
+--
+
-
100-240 VAC24 VAC/DC
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
4
5
6
Sluiten
Openen
C
E53-ARQC
UIT4
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT3
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
AB
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
E5ER-PAF-500
Potentiometer
+
-
I
(Stroom)
EDC
-
+
V
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARB4
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARR4
Hulpuitgangen
(Relaisuitgangen)
B
1
2
3
4
5
6
O
W
C
-
+
TC
PT
(Thermokoppel)
B
1
2
3
4
5
6
1
-
2
+
3
TCPTV
4
-
5
6
+
TC
E
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
2
3
4
5
6
E
28Digitale ProcesregelaarsE5ER
■ Aansluitingen voor E5ER-procesregelaar met ondersteuning van
DeviceNet
E5ER-QTB-DRTE5ER-CTB-DRT
E5ER-AB-500
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
24 VAC/DC
+--
+
SUB1
SUB2
100-240 VAC
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
+
-
+
-
1
2
3
4
5
6
D
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
D
AB
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
+
-
-
++
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARDRT
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
EV1
EV2
COM
PT
-
TC
(Thermokoppel)
1
2
3
4
5
6
E
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC
of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
OUT2
Spanningsuitgang
12 V 40 mA
OUT1
Spanningsuitgang
12 V 40 mA of
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1
2
3
4
5
6
C
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
A
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
D
E53-ARDRT
B
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
ED
+
-
-
+
+
I
-
-
+
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
PT
-
+
TCPTV
-
+
TC
(Thermokoppel)
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is
afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
OUT1
Stroomuitgang
4-20 mA DC, Ω max. 500
0-20 mA DC, Ω max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
1
2
3
4
5
6
E
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1
2
3
4
5
6
C
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
D
A
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
B
ED
(Stroom)
+
-
+
I
-
I
E53-ARDRT
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
-
-
+
+
-
-
+
+
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
1
2
3
TCPTV
4
5
6
E
Digitale ProcesregelaarsE5ER29
E5ER-PRTF-DRT
E5ER-PAF-500
Voedingsspanning ingang
is afhankelijk van het model.
100 tot 240 V AC of
24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR
OUT2
OUT1
100-240 VAC
24 VAC/DC
+--
+
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
Sluiten
4
5
Openen
6
C
E53-ART2
Hulpuitgangen
(Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
E53-ARDRT
BA
1
2
3
4
DeviceNet-connector
Rood (V+)
Wit (CAN H)
−(Afscherming)
Blauw (CAN L)
Zwart (V−)
5
6
1
2
3
4
5
6
EDC
E5ER-PAF-500
D
Potentiometer
+
-
-
+
I
(Spanning)
(Stroom)
1
2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
-
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
O
1
W
2
C
3
4
5
6
+
TC
E
30Digitale ProcesregelaarsE5ER
Afmetingen
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet, achterpaneel
O
S
-
e
Hiermee worden de DeviceNet-
Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.
48
96
11,595 (99)*
3
2
110
Aansluitklemafdekkap
(E53-COV15; apart te bestellen)
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
111
* De waarde tussen haakjes heeft betrekking op
Paneeluitsparingen
+0,8
45
0
60 min.
procesregelaars die compatibel zijn met DeviceNet.
120 min.
• De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
• Groepsmontage is niet mogelijk. (Houd rekening met de
opgegeven montageruimte tussen de procesregelaars.)
+0,8
92
0
• Als er twee of meer procesregelaars worden gemonteerd,
moet u controleren of de omgevingstemperatuur niet
boven de maximale bedrijfstemperatuur komt die wordt
vermeld in de specificaties.
Rubberen pakking (apart verkrijgbaar)
Y92S-P5 (voor E5ER)
Als u de rubberen pakking kwijt bent of als deze
beschadigd is, kan deze met het volgende modelnummer worden besteld: Y92S-P5.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving kan de rubberen
pakking verslechteren, krimpen of verharden en om
de waterdichtheid te garanderen die in NEMA4 is
gespecificeerd, wordt u aangeraden de pakking regelmatig te vervangen.
Opmerking: De rubberen pakking wordt bij de rege-
laar geleverd.
Afmeting schroefaansluiting: M3
MS/NS-indicatoren
Boven: MS
nder: N
ctor voor DeviceNet
nicati
communicatiekabels aangesloten.
De stroomvoorziening voor
DeviceNet-communicatie verloopt
ook via deze connector.
Bij procesregelaars die compatibel
zijn met DeviceNet, wordt een
connector meegeleverd van het
type FKC 2.5/5-STF-5.08 AU M
(PHOENIX CONTACT).
Unitlabelvel (apart verkrijgbaar)
Y92S-L1
11,8
4,8
Afdekkap voor aansluitklem
(apart verkrijgbaar)
E53-COV15 (voor E5ER)
28,5
10,1
48
95
Digitale ProcesregelaarsE5ER31
32Digitale ProcesregelaarsE5ER
Algemene gegevens van de E5AR/E5ER
■ Functies/prestaties
Zeer snelle sampling binnen 50 ms voor een stabiele
regeling van toepassingen die een hoge responssnelheid
vereisen
De E5@R-DRT biedt zeer snelle sampling binnen 50 ms voor
4 regelkringen (twee- tot vijfmaal sneller dan vorige OMRON-producten). Dit is optimaal voor regelprocessen zoals regelingen met hoge
responssnelheid in keramische verwarmingselementen, debietregeling en drukregeling.
Nauwkeurige regeling door temperatuuringangen/
analoge ingangen met een hoge resolutie. Extractie van
vierkantswortel voor debietregeling.
Nauwkeurige regeling/transmissie dankzij de hoge resolutie en
nauwkeurigheid van de ingangen (Pt100, 0,01°C-resolutie) en de
hoge resolutie van de uitgangswaarden, alsmede de externe correctiefunctie voor overschrijdingen.
De analoge ingangen beschikken over een hoge resolutie (weergave
met vijf cijfers bij een resolutie van 0,01% voor Pt) en een hoge
nauwkeurigheid van ±0,1% FS (twee- tot driemaal beter dan de
vorige OMRON-producten). De transmissie- en regeluitgangen hebben ook een hoge resolutie van 1/43.000 (voor 4 tot 20 mA, een verbetering van een factor 20 ten opzichte van de vorige OMRONproducten). Naast PID-autotuning beschikt de regelaar over interferentieparameters om de weerstand tegen externe interferentie te verbeteren. Hierdoor is een hoge resolutie beschikbaar bij het meten,
het detecteren van wijzigingen of het registreren van de interne temperatuur of vochtigheidsgraad van apparaten, zoals meetapparatuur
voor milieuonderzoek.
Gelijktijdige digitale weergave van PV's en SP's met vijf
cijfers
Proceswaarden (PV's), Setpoints (SP's) en regelgrootheden (MV's)/
banknummers worden gelijktijdig weergegeven op een digitaal display met drie regels. Hiermee worden de PID-tuning en het monitoren van de regelaarstatus vereenvoudigd. De informatie wordt op
visueel overzichtelijke wijze weergegeven dankzij het negatieve
LCD-display met achtergrondverlichting en de gelijktijdige weergave
van een staafdiagram (alleen E5AR).
Meerpuntsregeling, cascaderegeling en proportionele
regelingen zijn mogelijk met één unit die beschikt over
2 temperatuuringangen/analoge ingangen. Standaardregeling van 4 regelkringen is mogelijk met één unit die
beschikt over 4 ingangen (zie opmerking) en bovendien is
klepsturingsregeling beschikbaar.
Deze serie bevat modellen met 1, 2 of 4 temperatuuringangen/analoge ingangen (zie opmerking). In de software-instellingen kunnen
diverse besturingsmodi worden geselecteerd, waaronder standaardregeling, verwarmings- en koelregeling, cascaderegeling, proportionele regeling en remote SP regeling. Hierdoor is meerpuntsregeling
(alleen voor E5AR maximaal vier ingangen), cascaderegeling en
proportionele regeling mogelijk met één unit.
Bij meerpuntsregeling kunnen 4 punten, zoals de temperatuur, vochtigheidsgraad en druk, gelijktijdig worden geregeld met één unit,
waardoor de kosten per regelkring afnemen en er minder grote
panelen vereist zijn.
Modellen met ondersteuning voor klepsturingsregeling kunnen worden gebruikt voor de regeling van proportionele motoren.
Opmerking: De modellen met 4 analoge ingangen hebben een
formaat van 96 x 96 mm (alleen E5AR).
Eenvoudig de regeling van PLC's coördineren met
meervoudige I/O
Er zijn maximaal 6 event-ingangen beschikbaar (afhankelijk van het
model). Deze kunnen worden gebruikt om het schakelen tussen
geheugenbanken, RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en auto/
handmatige of decentrale/lokale bewerkingen extern te regelen.
Bovendien wordt één retransmissie-uitgang (afhankelijk van het
model) meegeleverd. Hiermee kunnen PV's, SP's, MV's en instellingSetpoint Ramp voor elke regelkring extern worden overgebracht. Er
zijn ook maximaal 4 hulpuitgangen beschikbaar. Hiermee kunnen
11 alarmstanden en ingang fouten extern worden overgebracht.
Met RS485-communicatie (CompoWay/F) kunnen gegevens gemakkelijk met PLC's uit de CS/CJ-serie of andere OMRON PLC's worden
gedeeld via een eenvoudige CJ1W-CIF21-communicatie-unit. Het
MODBUS-protocol wordt ook ondersteund.
Biedt ondersteuning voor het Multivendor DeviceNetnetwerk
Dankzij een DeviceNet-verbinding is snelle gegevensoverdracht
mogelijk door instellingen en parameters toe te wijzen die moeten
worden gecontroleerd in I/O-gebieden van de PLC. Hiermee wordt
de noodzaak weggenomen om nieuwe programma's te ontwikkelen
voor de communicatie.
Met DeviceNet Configurator kunnen alle parameters in één bewerking worden geüpload of gedownload. Instelparameters kunnen ook
worden opgeslagen, geladen en afgedrukt, waardoor de onderhoudstijd sterk afneemt.
Diverse rekenfuncties
Rekenfuncties zijn standaard beschikbaar, zoals setpoint ramp,
extractie van vierkantswortel en rechte- of onderbroken-lijnbenadering.
Standaardinstellingen downloaden en maskeren,
afdrukken, opslaan in CSV-indeling of weergaveinstellingen interactief afstemmen vanaf een personal
computer. (Alleen modellen die compatibel zijn met
CompoWay/F en beschikken over communicatiefuncties)
Met ThermoTools (apart verkrijgbare ondersteuningssoftware) kunnen de standaardinstellingen eenvoudig worden ingesteld vanaf een
personal computer. (Wanneer de gebruikte instellingen worden
gedownload, is er minder tijd vereist voor het instellen.)
De vereiste instellingsgegevens kunnen ook afzonderlijk worden
weergegeven en ingesteld. De instellingsgegevens kunnen worden
opgeslagen als een document. De PID-tuning kan ook plaatsvinden
tijdens het monitoren van de PV-trends (fijninstelling is ook mogelijk).
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER33
Algemene gegevens van de E5AR/E5ER
■ I/O-blokdiagram
Standaardbesturingsmodus
EV2EV3EV4
EV1
Toewijzingen van event-ingangen
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken
(4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en in/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor
maximaal zes ingangspunten.
IN1
van
Bewerking
gemiddelde 1
vierkantswortel 1
voortschrijdings-
Bewerking extractie
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
Bewerking primaire
Bewerking
onderbroken-
lijnbenadering 1
vertragingsfunctie 1:
EV5EV6
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
PV1PID
MV-begrenzer
Fout
STOP
Handmatig
SP (instelpunt)
MV
wijzigingscijfer
MV-begrenzer
LSP (lokale SP)
Naar
retransmissieuitgang
(zie opm.)
Setpoint
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd
in overeenstemming met PV of deviatie
of opgegeven voor elke bank.
Opmerking: Toewijzingen van
retransmissie-uitgangen
MV (verwarmen), MV (koelen),
SP, SP helling SP, PV, MV
(gesloten), MV (open) of klepopening voor opgegeven
regelkringen.
Selectie banknr.: Event-ingang
of toetsbediening, communicatie
Banknr. 0
BANK 0
Banknr. 1
BANK 1
BANK 6
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde,
PID-instelnr.
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
Toewijzingen van hulpuitgangen
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4,
ingangsfout, RSP-ingangsfout voor
opgegeven regelkringen of voor alle
regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 6
Banknr. 7
Verwarmings- en koelbesturingsmodus
EV1
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken
(4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en
in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor
maximaal zes ingangspunten.
IN1
Bewerking extractie
EV3EV4EV5EV6EV2
Toewijzingen van event-ingangen
van
Bewerking
gemiddelde 1
voortschrijdings-
vierkantswortel 1
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
Bewerking
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
onderbroken-
lijnbenadering 1
Naar
retransmissieuitgang (zie opm.)
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Handmatig
MV (verwarmen)
PV1PID
MV-begrenzer
wijzigingscijfer
MV-begrenzer
Fout
STOP
OUT1
Dode band
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
Naar
MV
retransmissieuitgang
(zie opm.)
MV (koelen)
UIT4
OUT3OUT2
Selectie banknr.: Event-ingang
of toetsbediening, communicatie
Setpoint
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
Lokale SP
Ramp
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd
in overeenstemming met PV of deviatie
of opgegeven voor elke bank.
MV (verwarmen), MV
(koelen), SP, SP helling SP,
PV, MV (gesloten), MV
(open) of klepopening voor
opgegeven regelkringen.
BANK 0
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
PID 8
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4,
ingangsfout, RSP-ingangsfout voor
opgegeven regelkringen of voor alle
regelkringen voor alle vier uitgangen.
SUB3SUB2SUB1
Banknr. 0
Banknr. 1
BANK 1
Banknr. 6
BANK 6
Banknr. 7
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde,
PID-instelnr.
Toewijzingen van hulpuitgangen
SUB4
OUT1
34Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
OUT2UIT4
SUB2
SUB4SUB1SUB3OUT3
Klepsturingsbesturingsmodus met één enkele regelkring
EV1EV3EV4EV5EV6EV2
Toewijzingen van event-ingangen
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken
(4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en
in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor
maximaal zes ingangspunten.
Naar
retransmissieuitgang
(zie opm.)
Setpoint
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
PV1
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
PID
MV
MV-begrenzer
wijzigingscijfer
Naar
retransmissieuitgang (zie opm.)
IN1
van
Bewerking
vierkantswortel 1
Bewerking extractie
gemiddelde 1
voortschrijdings-
Bewerking
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
onderbroken-
lijnbenadering 1
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
MV-begrenzer
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
RUN/STOP
A/M
W
Fout
STOP
Handmatig
Openingsregeling
(met dode band)
Openen
OUT1SUB4SUB1SUB3OUT3OUT2UIT4SUB2
CO
Sluiten
Lokale SP
Ramp
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd
in overeenstemming met PV of deviatie
of opgegeven voor elke bank.
MV (verwarmen), MV
(koelen), SP, SP helling SP,
PV, MV (gesloten), MV
(open) of klepopening voor
opgegeven regelkringen.
Selectie banknr.: Event-ingang
of toetsbediening, communicatie
Banknr. 0
BANK 0
Banknr. 1
BANK 1
BANK 6
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde,
PID-instelnr.
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
Toewijzingen van hulpuitgangen
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4,
ingangsfout, RSP-ingangsfout voor
opgegeven regelkringen of voor alle
regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 6
Banknr. 7
Klepsturingsmotor
Bestendigheid tegen feedback (opening)
OpenenSluiten
Cascadebesturingsmodus met één enkele regelkring (regelaar met 2 regelkringen)
EV1EV3EV4EV5EV6EV2
Toewijzingen van event-ingangen
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken
(4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en
in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor
maximaal zes ingangspunten.
IN1
van
Bewerking extractie
IN2
van
Bewerking extractie
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
Bewerking
voortschrijdings-
vierkantswortel 1
Bewerking
voortschrijdings-
vierkantswortel 2
gemiddelde 1
gemiddelde 2
Bewerking
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 2:
onderbroken-
lijnbenadering 1
Naar
retransmissieuitgang (zie opm.)
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
Naar
retransmissieuitgang
(zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Handmatig
PV1
PV2
PV1
Fout
STOP
PID1
PID2
MV
MV-begrenzer
wijzigingscijfer
MV-begrenzer
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
MV
RSP
Naar
retransmissieuitgang
(zie opm.)
Setpoint
Ramp
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd
in overeenstemming met PV of deviatie
of opgegeven voor elke bank.
PID 1
PID 2
Opmerking: Toewijzingen van
retransmissie-uitgangen
MV (verwarmen), MV (koelen),
SP, SP helling SP, PV, MV
(gesloten), MV (open) of
klepopening voor opgegeven
regelkringen.
Selectie banknr.: Event-ingang
of toetsbediening, communicatie
Toewijzingen van hulpuitgangen
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4,
ingangsfout, RSP-ingangsfout voor
opgegeven regelkringen of voor alle
regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 6
Banknr. 7
OUT2OUT1SUB4SUB1SUB3OUT3UIT4SUB2
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER35
Proportionele besturingsmodus met één enkele regelkring
(regelaar met 2 regelkringen)
EV1EV3EV4EV5EV6
EV2
Toewijzingen van event-ingangen
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken
(4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en
in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor
maximaal zes ingangspunten.
IN1
van
Bewerking
vierkantswortel 1
Bewerking extractie
voortschrijdings-
gemiddelde 1
Bewerking
onderbroken-
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
lijnbenadering 1
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
R/L
Naar
retransmissieuitgang (zie opm.)
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Handmatig
IN2
Bewerking
voortschrijdingsgemiddelde 2
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 2
Bewerking rechte-
lijnbenadering 1
Vermenig-
vuldiging
Bewerking rechte-
lijnbenadering 2
RSP (Remote SP)
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
PID
PV1
Naar
MV
retransmissieuitgang
(zie opm.)
MV-begrenzer
wijzigingscijfer
MV-begrenzer
Fout
STOP
OUT1SUB4SUB1SUB3OUT3OUT2UIT4SUB2
Opmerking: Toewijzingen van
MV (verwarmen), MV (koelen),
SP, SP helling SP, PV, MV
(gesloten), MV (open) of
klepopening voor opgegeven
regelkringen.
AP1
Instelling van verhouding
Setpoint
Ramp
Naar retransmissieuitgang (zie opm.)
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd
in overeenstemming met PV of deviatie
of opgegeven voor elke bank.
Selectie banknr.: Event-ingang
of toetsbediening, communicatie
BANK 0
BANK 1
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
PID 8
Toewijzingen van hulpuitgangen
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4,
ingangsfout, RSP-ingangsfout voor
opgegeven regelkringen of voor alle
regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 0
Banknr. 1
Banknr. 6
BANK 6
Banknr. 7
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde,
PID-instelnr.
36Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Nomenclatuur
g
g
g
g
gsgeg
.
g
g
g
g
gsgeg
.
g
/ Functietoets 1
unc
j
deze als ee
de
p
.
s
eautoets
s
gsgeg
-
eau te schakelen.
ersc
eaus te schakelen.
ging
.
eau- e
sen
n
G
ging
eau- e
sen
E5AR
Werkingsindicatoren
• SUB1
Brandt wanneer de functie die is toegewezen
aan hulpuitgang 1, is ingeschakeld en brandt
niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• SUB2
Brandt wanneer de functie die is toegewezen
aan hulpuitgang 2, is ingeschakeld en brandt
niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• SUB3
Brandt wanneer de functie die is toegewezen
aan hulpuitgang 3, is ingeschakeld en brandt
niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• SUB4
Brandt wanneer de functie die is toegewezen
aan hulpuitgang 4, is ingeschakeld en brandt
niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• CMW
Brandt wanneer schrijven via communicatie is ingeschakeld en brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• MANU
Brandt tijdens de functie in handmatige
mode. Anders brandt deze niet.
• UIT1
Brandt wanneer besturingsuitgang 1 is ingeschakeld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• UIT2
Brandt wanneer besturingsuitgang 2 is ingeschakeld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• UIT3
Brandt wanneer besturingsuitgang 3 is ingeschakeld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• UIT4
Brandt wanneer besturingsuitgang 4 is ingeschakeld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
• STOP
Brandt wanneer de functie wordt gestopt. Anders
brandt deze niet. Brandt wanneer de functie
wordt gestopt door event- of uitvoer/stop-ingang.
• RSP
Brandt wanneer de SP-mode is ingesteld
op Remote SP. Anders brandt deze niet.
Staafdiagram
Kanaalweergave
Geeft het kanaalnummer van de weergegeven
instellingsgegevens weer dat voor
verschillende kanalen afzonderlijk is ingesteld.
Het kanaal wordt alleen weergegeven bij
modellen met meerdere ingangen. Bij andere
modellen is het kanaal altijd uit. (Oranje)
Functietoets 2/Kanaaltoet
Bij modellen met meerdere ingangen
f
tioneert deze toets als een kanaaltoets.
Bi
modellen met slechtséén ingang werkt
functieset met de PF2-instelling wanneer u
hiero
Deze toets werkt als een functietoets en
activeert de functieset met de PF1-instellin
wanneer u hierop drukt.
n functietoets en activeert
drukt
Display 1
Geeft de PV's, de instelbenamingen en
fouten weer. (Rood)
Display 2
Geeft SP's, instelwaarden en verwarmingsstroombewakingswaarden weer.
(Groen)
Display 3
Geeft MV's, banknummers en niveaubenamingen weer. (Oranje)
Toets Omhoo
Druk op deze toets om de waarde in display 2 te verho
om de waarde sneller te verho
kan ook worden
lin
en. Houd de toets ingedrukt
ebruikt om door de instel-
evens te bladeren
en. De toets
Toets Omlaa
Druk op deze toets om de waarde in display 2 te verla
om de waarde sneller te verla
kan ook worden
stellin
en. Houd de toets ingedrukt
ebruikt om door de in-
evens terug te bladeren
en. De toets
Modetoet
Druk op deze toets om tussen verschillende
instellin
niv
evens binnen een instel
Niv
Druk op deze toets om tussen de
v
hillende niv
Niv
Gebruik deze toetsencombinatie om naar
het beveili
sniveau te gaan
n modetoet
E5ER
Items zonder uitleg worden uitgelegd in het schema voor de E5AR.
Werkingsindicatoren
• CH2
Brandt wanneer waarden voor kanaal 2
worden weergegeven. Anders brandt deze
niet.
Display 1
Display 2
Display 3
Bedieningstoetse
Niv
ebruik deze toetsencombinatie om naar
het beveili
sniveau te gaan.
n modetoet
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER37
Installatie
E5AR
1. Zorg voor waterdichtheid door de rubberen pakking te monteren.
2. Plaats de E5AR in het montagegat van het paneel.
Waterdichte pakking
R
A
E5
3. Steek de montagebeugels in de groeven aan de boven- en
onderkant aan de achterzijde van de behuizing.
E5ER
1. Zorg voor waterdichtheid door de rubberen pakking te monteren.
2. Plaats de E5ER in het montagegat van het paneel.
Waterdichte pakking
R
E
5
E
3. Steek de montagebeugels in de groeven aan de boven- en
onderkant aan de achterzijde van de behuizing.
4. Draai de schroeven van de montagebeugels afwisselend vast om
een evenredige balans te behouden, totdat de pal niet meer
verder kan.
4. Draai de schroeven van de montagebeugels afwisselend vast om
een evenredige balans te behouden, totdat de pal niet meer
verder kan.
38Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Uittrekken
Hoewel de unit voor standaardbediening niet uit de behuizing hoeft te worden getrokken, is dit wel mogelijk voor onderhoudsdoeleinden.
Het frontpaneel verwijderen
Een schroevendraaier met een plat uiteinde (zie hieronder) is benodigd om het frontpaneel te verwijderen.
1. Steek de schroevendraaier in de gaten (2) aan de boven- en
onderkant van het frontpaneel en maak de haken los.
2. Steek de schroevendraaier in het gat tussen het frontpaneel en
de achterbehuizing en trek het frontpaneel er iets uit. Houd
daarna de boven- en de onderkant van het frontpaneel vast en
trek het in de richting van de pijl (zie hieronder) om het te
verwijderen.
Platte schroevendraaier
(1)
(Units: mm)
(1)
(2)
0,42,0
20 min.
Voorzorgsmaatregelen bedrading
• Voorkom de invloed van stoorsignalen door de ingangslijnen en
voedingslijnen te scheiden.
• Gebruik krimpvoeten.
• Draai de aansluitklemmen vast met een koppel tussen 0,40 en
0,56 Nm.
• Gebruik M3 krimpvoeten met de volgende afmetingen.
max. 5,8 mm
max. 5,8 mm
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER39
Initiële instellingen
Standaardvoorbeeld
Dit voorbeeld toont aan hoe u de initiële instellingen voor de E5ARQ4B (100 tot 240 VAC) moet uitvoeren en is gebaseerd op de
volgende condities.
Ingangstype: Pt100 (−200,0 tot 850,0°C)
Regelmode: PID-regeling
Uitgang: Spanningsuitgang puls
Cyclustijd: 0,5 s
Alarm 1: Bovengrens alarm bij 5,0°C
Alarm 2: Absolute waarde alarm bovengrens bij 200,0°C
PID: Verkregen door auto-tuning (AT)
SP: 150,0°C
SSR
Spanningsuitgang:
12 VDC
COM
SUB1
SUB2
OUT1
Besturingsobject
IN1
Temperatuursensor:
Pt100
Alarm 1
Alarm 2
1. Voeding AAN
2. Ingangstype
instellen
3. Besturingsmodus
instellen
4. Alarmtype
instellen
Voeding AAN
Bedrijfsniveau
Regeling stopt.
Ingangsinitialisatieniveau
Het ingangstype wordt
weergegeven.
Ingangsinitialisatieniveau
Wijzig het
ingangstype
met de
UD
-toetsen.
Initialisatieniveau regeling
Wijzig het
uitgangstype
met de
UD
-toetsen.
Controleer de
besturingsmodus.
Alarminstelniveau
Controleer
het alarmtype.
Wijzig het
alarmtype
met de
UD
-toetsen.
25.0
PV/SP/MV
0.0
.
0
0
Houd min. 3 s ingedrukt. l.0 verschijnt in
display 3 (ingangsinitialisatieniveau).
Ingangstype 1
i1-t
2 : K (1) -200,0 tot 1300,0˚C
2
l.0
UD
Ingangstype 1
i1-t
2→0 :
0
l.0
Pt100 (1) -200,0 tot 850,0˚C
Houd korter dan 1 s ingedrukt. l.1 verschijnt
in display 3 (Initialisatieniveau regeling).
Uitgangstype 1
o1-t
0
1→0 : Puls spannings-
l.1
uitgang
M
Besturingsmodus
mode
0
0 : Standaard PID-regeling
l.1
Houd korter dan 1 s ingedrukt. l.3
verschijnt in display 3 (alarminstelniveau).
Alarm 1 type
alt1
2
2 : Alarm bovengrenswaarde
l.3
M
Alarm 2 type
alt2
Absolute waarde alarm
2→8 :
8
l.3
bovengrenswaarde
Houd min. 1 s ingedrukt om naar het
bedrijfsniveau terug te keren.
l.0
l.0
l.1
l.3
Instelgebied 1
M geeft aan
dat de M-toets
herhaaldelijk
wordt ingedrukt
totdat de
gewenste
instelling wordt
weergegeven.
5. Cyclustijd
wijzigen
6. Alarmwaarde
1 instellen
7. Alarmwaarde
2 instellen
8. SP instellen
9. AT uitvoeren
Regeling stopt.
Bedrijfsniveau
Aanpassingsniveau
Wijzig de
cyclustijd
met de
UD
-toetsen.
Bankinstelniveau
Controleer of
de weergegeven bankselectie 0 is.
Stel alarmwaarde 1 in
met de UDtoetsen.
Stel alarmwaarde 2 in
met de UDtoetsen.
PID-instelniveau
Bedrijfsniveau
Stel de SP
in met de
UD
-toetsen.
Aanpassingsniveau
Voer de AT
uit met de
UD
-toetsen.
Bedrijfsniveau
25.0
PV/SP/MV
0.0
0.0
Minder dan 1 s
Banknummer
bank
0 : Bank 0
0
adj
l.
M
Cyclustijd (verwarming)
cp
0.5
20
.
0→0.5 : 0,5 s
l.adj
Minder dan 1 s
[1
bnk
.
Weergegeven bankselectie
0
0: Bank 0
l.bnk
M
Bank 0 alarmwaarde 1
0.al-1
5.0
.
0→5.0 : 5,0˚C
0
l.bnk
M
Bank 0 alarmwaarde 2
0.al-2
200.0
.
0→200.0 : 200,0˚C
0
l.bnk
Minder dan 1 s
d.pid
Weergegeven PID-selectie
1
1: PID nr.1
l.pid
Minder dan 1 s
25
PV/SP/MV
150.0
.
0→150.0 : 150,0˚C
0
0
0.
Minder dan 1 s
Banknummer
bank
0
0 : Bank 0
l.
adj
M
Banknummer
at
0
uit→0 : AT-uitvoering
l.adj
Minder dan 1 s
25.0
150.0
PV/SP/banknummer
0.0
l.adj
l.bnk
l.pid
l.adj
M geeft aan
dat de M-toets
herhaaldelijk
wordt ingedrukt
totdat de
gewenste
instelling wordt
weergegeven.
M geeft aan
dat de M-toets
herhaaldelijk
wordt ingedrukt
totdat de
gewenste
instelling wordt
weergegeven.
Tijdens AT
at
0
l.adj
Na AT
at
off
l.adj
40Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
10. Werking
starten
Werking starten
Specificatie instellingen na inschakelen voedingsspanning
Configuratie instelniveau en toetsbediening
De instellingsgegevens worden verdeeld in 'niveaus' en de instellingen worden 'parameters' genoemd. Met de E5AR/E5ER worden de
instellingsgegevens geclassificeerd in de 17 typen die hieronder worden weergegeven. Wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld,
branden alle indicatoren ongeveer 1 minuut voordat de unit het bedrijfsniveau betreedt.
Voeding AAN
+
M
Display knippert wanneer
u erop drukt.
+
M
3 s
Beveiligingsniveau
1 s
Bedrijfsniveau
+
M
1 s
initialisatieniveau
1 s
Ingangs-
Wachtwoord ingangsinstelling "–169"
Aanpassings-
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
monitorniveau
Display knippert
wanneer u erop
drukt 1 s
Regeling stopt.
3 s
Initialisatieniveau-
Minder dan 1 s
Communicatie-
instelniveau
niveau
Item
regeling
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
Minder dan 1 sMinder dan 1 s
Aanpassings-
niveau 2
Benaderings-
instelniveau
Initialisatieniveau-
regeling 2
Minder dan 1 s
Schermweergave
Minder dan 1 s
Aanpassings-
niveau
Bankinstel-
niveau
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
PID-instelniveau
Alarm
instelniveau
Minder dan 1 s
Geavanceerd
instelniveau
Wachtwoord ingangsinstelling "1201"
Kalibratieniveau
Uitbreiding regeling
instelniveau
Minder dan 1 s
Opmerking: Keer terug uit het kalibratieniveau door de voeding te resetten.
Opmerking: Afhankelijk van het model of de instellingen worden sommige niveaus niet weergegeven.
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER41
Regeling in bedrijf
Regeling gestopt
(regeling gestopt voor alle regelkringen
bij modellen met meerdere ingangen)
Ingang toewijzingslijst
SV
00
C/
Ala
de
0
0
C/
Ala
de
110
C/
Instel-
ling
10N−200,0 tot
11R0,0 tot
12S0,0 tot
13B100,0 tot
14W0,0 tot
Naam
ingangs-
type
IngangsbereikIngangstype
(°C)(°F)
0Pt100 (1)−200,0 tot
850,0
1−150,00 tot
150,00
2K−200,0 tot
1300,0
3−20,0 tot
500,0
4J−100,0 tot
850,0
5−20,0 tot
400,0
6T−200,0 tot
400,0
7E0,0 tot
600,0
8L−100,0 tot
850,0
9U−200,0 tot
400,0
1300,0
1700,0
1700,0
1800,0
2300,0
−300,0 tot
1500,0
−199,99 tot
300,00
−300,0 tot
2300,0
0,0 tot
900,0
−100,0 tot
1500,0
0,0 tot
750,0
−300,0 tot
700,0
0,0 tot
1100,0
−100,0 tot
1500,0
−300,0 tot
700,0
−300,0 tot
2300,0
0,0 tot
3000,0
0,0 tot
3000,0
300,0 tot
3200,0
0,0 tot
4100,0
154 tot 20 mA Een van de volgende bereiken
160 tot 20 mA
171 tot 5 V
180 tot 5 V
190 tot 10 V
wordt bij de schaalindeling
weergegeven.
−19999 - 99999
−1999.9 - 9999.9
−199.99 - 999.99
−19.999 - 99.999
−1.9999 - 9.9999
schakelaar
Instellen op
TC.PT
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
Instellen op
ANALOOG
TC.PT
IN1
TYPE
ANALOOG
Schakelaar ingangssoort (onder)
Het volgende voorbeeld geeft de instellingen weer die nodig zijn om
het alarm in te schakelen wanneer de temperatuur hoger is dan
110°C/°F.
Alarmen anders dan absolutewaarde-alarmen
(alarmtypen 1 t/m 7)
Stel de alarmwaarde in als een
afwijking van het SP.
rmwaar
1
1
Absolute-waarde-alarmen
(alarmtypen 8 t/m 11)
Stel het alarm in als een
absolute waarde ten opzichte
van 0°C/°F.
rmwaar
• De initiële instelling is 2 en de fabrieksinstelling voor de
ingangstype schakelaar is TC.PT.
42Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Lijst met alarmtypen
UIT
SP
UITSPUIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
SP
UIT
UIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
UIT0UIT
0
0
UIT0UIT
0
UIT0UIT
0
UIT0UIT
Alarmwaarden worden in de onderstaande tabel aangeduid met 'X'.
Als de boven- en de ondergrens onafhankelijk van elkaar zijn
ingesteld, wordt de bovengrens aangeduid met 'H' en de ondergrens
met 'L'. Als de boven-/ondergrens, het boven-/ondergrensbereik of
de boven-/ondergrens met standby sequentie geselecteerd is als het
alarmtype, moet u de waarden van zowel de bovengrens als de
ondergrens instellen. Stel bij een andere selectie de (enkele)
alarmwaarde in.
Instel-
opm. 1)
opm. 1)
opm. 1
en 6)
opm. 6)
opm. 6)
opm. 6)
Opmerking 1: Met instellingen 1, 4 en 5 kunnen boven- en
AlarmtypeAlarmuitgangsfunctie
ling
Positieve
alarmwaarde (X)
Geen
0
1
(zie
2
3
4
(zie
5
(zie
6
(zie
7
8
9
10
(zie
11
(zie
alarmfunctie
Boven-/
ondergrens
Bovengrens
Ondergrens
Bereik boven-/
ondergrens
Boven-/
ondergrens
met standby
sequentie
Bovengrens
met standby
sequentie
Ondergrens
met standby
sequentie
Absolute
waarde
bovengrens
Absolute
waarde
ondergrens
Absolute
waarde
bovengrens
met standby
sequentie
Absolute
waarde
ondergrens
met standby
sequentie
Uitgang UIT
ondergrenswaarden onafhankelijk worden ingesteld.
Ze worden respectievelijk met 'H' en 'L' aangeduid.
2: Instelling 1: Boven-/ondergrensalarm
SP
Behuizing 2
SP
H > 0, L < 0
|H| > |L|
LH
Behuizing 1
LH
H < 0, L > 0
|H| < |L|
3: Instelling 4: Bereik boven-/ondergrens
Behuizing 1
LH
H < 0, L > 0
SP
Behuizing 2
SP
H > 0, L < 0
LH
alarmwaarde (X)
(zie opm. 2)
(zie opm. 3)
(zie opm. 4)
Behuizing 3 (altijd AAN)
LH
SP
LH
SP
SP
LH
Behuizing 3 (altijd AAN)
LH
SP
LLHSP
HSP
Negatieve
H < 0, L < 0
H < 0, L > 0
|H| > |L|
H > 0, L < 0
|H| < |L|
H < 0, L < 0
H < 0, L > 0
|H| > |L|
H > 0, L < 0
|H| < |L|
4: Instelling 5: Boven-/ondergrens met standby sequentie
Op basis van bovenstaande verklaring voor de bovenen ondergrensalarm zal de functie in gevallen 1 en 2,
als de boven- en ondergrenzen elkaar effectief overlappen vanwege de hysteresis, altijd zijn uitgeschakeld. In
geval 3 zal de functie altijd zijn uitgeschakeld.
5: Instelling 5: Boven-/ ondergrens met standby sequen-
tie
Als de boven- en ondergrenzen elkaar effectief overlappen vanwege de hysteresis, zal de functie altijd zijn
uitgeschakeld.
6: Zie voor meer informatie over de standby sequentie de
User’s Manual (Z182).
7: Als setpoint ramp wordt gebruikt, zal de alarmfunctie
tijdens Run werken afhankelijk van het Setpoint na de
ramp, tijdens Stop werkt de alarmfunctie afhankelijk
van het Setpoint.
Moment waarop alarm afgaat
SP
Instelwaarde na helling
(alarm bovengrenswaarde)
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER43
■ Parameterlijsten
Weergave van parameternamen en instellingen
Parameternaam
Instelwaarde (de standaardwaarde wordt weergegeven).
Wijzigen met toetsen
UD
1. p
10. 00
Opmerking: Hoewel alle parameters in de lijst worden
weergegeven, zullen de parameters die
daadwerkelijk worden weergegeven variëren afhankelijk van het model en/of de
gebruikte functies.
Voeding AAN
Bedrijfsniveau
CH
PV/handbediende MV
25.0
(Klepsturings
0.0
model:
manu
PV/openingsstand klep
M
CH
25.0
PV/SP (display 1)
0.0
PV/SP/banknr.
bnk.0
M
CH
25.0
PV/SP (display 2)
0.0
Aanwezig/SP/MV
0.0
M
M
CH
25.0
PV/SP (display 3)
0.0
Aanwezig/SP/banknr.
bnk.0
M
CH
RSP:
rsp
Remote SP monitor
0.0
M
CH
SP-M:
sp-m
Setpoint Ramp monitor
0.0
M
CH
O: MV-monitor
o
(verwarming)
0.0
M
CH
C-O: MV-monitor
c-o
(koeling)
0.0
M
CH
V-M: Klepopening
V-m
monitor
0.0
M
CH
r-s
R-S: RUN/STOP
run
M
CH
A-M: AUTO/MANU
a-m
auto
Opm. 1: In handmatige mode
2: Afhankelijk van de instelling
Schermselectie wordt een van de
volgende items weergegeven:
1. Display 1/Display 20
2. Display 2/Display 3
3. Alleen display 1
4. Alleen display 2
+ M
korter dan
3 seconden
+ M
korter dan 1 seconde
Beveiligingsniveau
l.prt
OAPT:
Bedrijfsaanpassings-
oapt
beveiliging
0
0 tot 4
M
ICPT: Standaardinstellings-
icpt
M
beveiliging
0
0 tot 2
M
WTPT: Instelwijzigings-
wtpt
beveiliging
off
UIT(0)/AAN(1)
M
PFPT: PF-toetsbeveiliging
pfpt
UIT(0)/AAN(1)
off
Betreden via standaard instellingsgebied.
korter dan
1 seconde
Aanpassingsniveau
l.adj
CH
BANK: Banknr.
bank
0 tot 7
(zie opm. 1)
(zie opm. 2)
0
M
CH
AT:
at
AT uitvoeren/annuleren
off
UIT/0 tot 8
M
CMWT: Schrijven via
cmwt
communicatie
off
UIT/AAN
M
CH
SPMD: SP-mode
spmd
lsp
M
LSP/RSP
M
CH
C-SC:
c-sc
Koelingscoëfficiënt
1.00
0,01 tot 99,99
M
CH
C-DB: Dode band
c-db
–199,99 tot 999,99
0.00
M
CH
OF-R:
of-r
Handmatige resetwaarde
50.0
0,0 tot 100,0
M
HYS:
hys
Hysteresis (verwarmen)
0.10
0,01 tot 99,99
M
CH
CHYS:
chys
Hysteresis (koelen)
0.10
0,01 tot 99,99
M
CH
CP:
cp
20.0
Cyclustijd (verwarmen)
0,2 tot 99.0
M
CH
C-CP:
c-cp
Cyclustijd (koelen)
20.0
0,2 tot 99,0
M
CH
DB:
db
Positie-proportionele dode band
2.0
0,1 tot 10,0
M
CH
OC-H:
oc-h
Hysteresis openen/sluiten
0.8
0,1 tot 20,0
M
SPRU:
CH
Tijdeenheid Setpoint Ramp
spru
EU/sec: S, EU/min: M,
m
EU/uur: H
M
CH
SPRH:
sprh
Stijgsnelheid Setpoint Ramp 0 tot 9999
0
(0: Functie Setpoint Ramp uitschakelen)
M
CH
SPRL:
sprl
Daalsnelheid Setpoint Ramp 0 tot 9999
0
(0: Functie Setpoint Ramp uitschakelen)
M
CH
MV-S: MV bij beëindiging
mV-s
–5,0 tot 105,0 (standaardtype)
0.0
–105,0 tot 105,0 (verwarmings-/koelingstype)*
M
CH
MV-E: MV bij PV-fout
mV-e
-5,0 tot 105,0 (standaardtype)
0
–105,0 tot 105,0 (verwarmings-/koelingstype)*
M
CH
ORL:
orl
MV-wijzigingsbegrenzing (verwarmen) 0,0 tot 100,0
0.0
M
CH
CORL:
corl
MV-wijzigingsbegrenzing (koelen) 0,00 tot 100,0
0.0
M
CH
ISI.1:
isi.1
Ingangswaarde 1 voor ingangscorrectie –19999 tot 99999
Klepsturingsmodel (zonder terugkoppeling) type: 0,1 tot 3999,9.
*
3
Verwarmings- en koelregeling: 0,0 tot 105,0.
*
4
Verwarmings- en koelregeling: –105,0 tot 0,0.
*
5
Analoog type: –10% tot 110% van weergavebereik
*
schaalindeling, met een maximum van –19999 tot 99999.
Druk 3 seconden op de toets om naar het ingangsinitialisatieniveau te gaan (pagina 46).
Regeling stopt.
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER45
Ingevoerd van bedrijfsaanpassingsgebied.
korter dan
1 seconde
Uitbreiding regeling instelniveau
l.exc
CH
P-ON: Werking bij ingeschakelde
p-on
voeding
cont
CONT/STOP/MANU
M
CH
SPTR: SP-tracering
sptr
UIT/AAN
off
M
CH
SPID: SPID-set automatisch
pidi
selectiegegevens
pV
PV/DV
M
CH
M
Opmerking: Verwarmings/koelregeling: –105,0 tot 105,0.
PIDH:
pidh
PID-set automatische selectie
0.
50
hysteresis
0,10 tot 99,99
M
CH
P-DB: PV dode band
p-db
0 tot 99999
0
M
CJC.1: Ingang 1
cjc. 1
Koude-lascompensatie
on
UIT/AAN
cjc. 4
on
M
CH
ALFA: α
alfa
0,00 tot 1,00
0.65
M
CH
PVTR: PV-tracering
pVtr
UIT/AAN
off
M
CH
MANT: Handbediende
mant
uitgangsinstelling
hold
HOLD/INIT
M
MANI:
CH
Handbediende MV- initiële waarde
mani
–5,0 tot 105,0 (standaardregeling)
0.0
(zie opm. 1.)
M
CH
ORLM:
orlm
Grensmode MV-wijzigingscijfer
0
Mode 0:0/mode 1:1
M
CH
AT-G: AT-berekenende versterking
at-g
0,1 tot 10,0
1.0
M
CH
AT-H: AT-hysteresis
at-h
0,1 tot 9,9
0.2
M
CH
LCMA:
lcma
Grenscyclus MV-amplitude
20.0
5,0 tot 50,0
M
CH
TATE:
tate
Voorlopige AT-uitvoering
10.0
afwijkingsevaluatie
0,0 tot 100,0
M
CH
RBMP: Zonder stoten bij uitschakelen:
rbmp
UIT/Inschakelen: AAN
off
M
CH
PMEC:
pmec
Werking bij potentiometer
ingangsfout
off
Stoppen: UIT/Doorgaan: AAN
M
CH
DOST:
dost
Verstoringsovershoot
off
aanpassingsfunctie
UIT/AAN
CJC.4: Ingang 4
Koude-lascompensatie
UIT/AAN
korter dan
1 seconde
Geavanceerd functie-instelniveau
l. adf
INIT:
init
Parameterinitialisatie
off
UIT/AAN
M
PF1: PF1-instelling
pf1
OFF/RUN/STOP/R-S/ALLR/
a-m
ALLS/AT/BANK/A-M/PFDP
M
PF2: PF2-instelling
pf2
OFF/RUN/STOP/R-S/ALLR/
r-s
ALLS/AT/BANK/A-M/PFDP
M
CH
PF1.1: PF1-monitor/
pf1.1
CH
pf1. 2
CH
M
pf2.1
pf2. 2
CH
M
ch-n
ramm
bkup
cmoV
M
M
M
M
Instellingsgegevens 1
1
0 tot 20
PF1.2: PF1-monitor/
Instellingsgegevens 2
0
0 tot 20
PF1.5: PF1-monitor/
pf1. 5
Instellingsgegevens 5
0
0 tot 20
PF2.1: PF2-monitor/
Instellingsgegevens 1
1
10 tot 20
PF2.2: PF2-monitor/
Instellingsgegevens 2
0
0 tot 20
PF2.5: PF2-monitor/
pf2. 5
Instellingsgegevens 5
0
0 tot 20
CH-N: Aantal
ingeschakelde kanalen
RAMM: RAM-schrijfmode
BKUP/RAM
CMOV:
Naar kalibratieniveau gaan
0
–1999 tot 9999
M
CH
CH
1 s min.
korter dan
Ingangsinitialisatieniveau
l. 0
I1-T: Ingangssoort ingang 1
i1-t
0 tot 19
2
M
I1DU:
i1du
Temperatuurseenheden ingang 1
c
˚C/˚F
M
I2-T: Ingangssoort ingang 2
i2-t
0 tot 19
2
M
I2DU:
i2du
Temperatuurseenheden ingang 2
c
M
˚C/˚F
M
I3-T: Ingangssoort ingang 3
i3-t
0 tot 19
2
M
I3DU:
i3du
Temperatuurseenheden ingang 3
c
˚C/˚F
M
I4-T: Ingangssoort ingang 4
i4-t
0 tot 19
0
M
I4DU:
i4du
Temperatuurseenheden ingang 4
c
˚C/˚F
M
CH
INP.1:
inp. 1
Schaalindeling ingangswaarde 1
4.000
M
DSP.1: Schaalindeling
CH
weergegeven waarde 1
dsp. 1
–19999 tot schaalindeling
0
weergegeven waarde 2-1
M
CH
INP.2:
inp. 2
Schaalindeling ingangswaarde 2
20.000
M
DSP.2: Schaalindeling
CH
weergegeven waarde 2
dsp. 2
0
Schaalindeling weergegeven
waarde 1, +1 tot 99999
M
CH
DP: Positie decimaalpunt
dp
0 tot 4
0
M
RSPH:
CH
Bovengrens Remote SP
rsph
Ondergrens bereik sensorinstelling tot
1300.0
bovengrens bereik sensorinstelling
M
RSPL:
CH
Ondergrens Remote SP
rspl
-200.0
Ondergrens bereik sensorinstelling tot
bovengrens bereik sensorinstelling
M
CH
PVDP: PV weergave decimaalpunt
pVdp
UIT/AAN
on
M
SNC: Sensorinductie
snc
storingsreductie
50hz
50 Hz/60 Hz
M
AMOV:
amoV
Naar geavanceerd functie-instelniveau gaan
0
–1999 tot 9999
Password: -169
*1 Temperatuur: Ondergrens van SP + 1 tot bovengrens
bereik sensorinstelling
Analoog: Ondergrens SP + 1 tot 99.999 of weer gegeven waarde die overeenkomt met
ingangsbovengrens, afhankelijk welke
kleiner is weergave waarde 2
*2 Temperatuur: Ondergrens van sensorinstelling bereik
tot bovengrens SP –1
Analoog: –1.999 of weergegeven waarde die
overeenkomt met ingangsondergrens
*3 1/4 ingang Standaard (0)/verwarmen of koelen (1)
2 ingang Standaard (0)/verwarmen of koelen (1)
Standaard met Remote SP(2)/
Verwarmen of koelen (3) met Remote SP/
Proportioneel (4)/cascade standaard (5)/
Cascade verwarmen of koelen (6)
1 seconde
Initialisatieniveau regeling
01-T: Uitgangstype 1
Spanningsuitgang puls (0)/
o1-t
Lineaire stroomuitgang (1)
1
M
03-T: Uitgangstype 3
Spanningsuitgang puls (0)/
o3-t
Lineaire stroomuitgang (1)
1
M
CO1-T:
Lineair stroomuitgangstype 1
co1-t
1
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
M
CO2-T:
Lineair stroomuitgangstype 2
co2-t
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
1
M
CO3-T:
Lineair stroomuitgangstype 3
co3-t
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
1
M
CO4-T:
Lineair stroomuitgangstype 4
co4-t
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
M
1
M
CH
SL-H: Bovengrens SP*
sl-h
1300.0
M
CH
SL-L: Ondergrens SP*
sl-l
-200.0
M
MODE: Besturingsmodus*
mode
0
M
CH
OREV: Werking in forward/reverse
oreV
Reverse (verwarmen): OR-R/
or-r
Forward (koelen): OR-D
M
CH
CLFL: Gesloten/zonder terugkoppeling
clfl
Zonder terugkoppeling: FLOAT/
float
Gesloten: CLOSE
l. 1
2
1
korter dan
1 seconde
3
46Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Regelingsinitialisatie-
niveau 2
out. 1
0
out. 4
M
eV. 1
0
M
eV. 6
M
sbo. 1
1
sbo. 4
M
TRH.1: Retransmissie-uitgang 1
trh. 1
bovengrens
M
TRL.1: Retransmissie-uitgang 1
trl. 1
ondergrens
M
TRH.2: Retransmissie-uitgang 2
trh.
2
bovengrens
M
TRL.2: Retransmissie-uitgang 2
trl. 2
ondergrens
M
TRH.3: Retransmissie-uitgang 3
trh. 3
bovengrens
M
TRL.3: Retransmissie-uitgang 3
trl. 3
ondergrens
M
TRH.4: Retransmissie-uitgang 4
trh. 4
bovengrens
M
TRL.4: Retransmissie-uitgang 4
trl. 4
ondergrens
LAG.1: Primaire vertragingsfunctie 1
M
ingeschakeld
lag. 1
UIT/AAN
off
lag. 2
M
MAV.1: Voortschrijdingsgemiddelde 1
ingeschakeld
maV. 1
UIT/AAN
off
maV. 2
M
SQR.1: Extractie van vierkantswortel 1
ingeschakeld
sqr. 1
UIT/AAN
off
sqr. 2
M
SCL.1: Rechte-lijnbenadering 1
ingeschakeld
scl. 1
UIT/AAN
off
scl. 2
M
FNC.1: Onderbroken-lijnbenadering 1
fnc. 1
ingeschakeld
off
UIT/AAN
M
CH
CALB: Motorkalibratie
calb
UIT/AAN
off
M
CH
MOT: Verplaatsingstijd
mot
1 tot 999
30
Standaard-instellinggebied
korter dan
1 seconde
l. 2
UIT.1:
Toewijzing regel-/retransmissie-uitgang 1
0 tot 32
UIT.4:
Toewijzing regel-/retransmissie-uitgang 4
0
0 tot 32
EV.1:
Toewijzing event-ingang 1
0 tot 25
EV.6:
Toewijzing event-ingang 6
0
0 tot 25
SBO.1:
Toewijzing hulpuitgang 1
0 tot 36
SBO.4:
Toewijzing hulpuitgang 4
4
0 tot 36
LAG.2:
Primaire vertragingsfunctie 2
off
ingeschakeld
UIT/AAN
MAV.2: Voortschrijdingsgemiddelde 2
ingeschakeld
off
UIT/AAN
SQR.2: Extractie van vierkantswortel 2
ingeschakeld
off
UIT/AAN
SCL.2: Rechte-lijnbenadering 2
ingeschakeld
off
UIT/AAN
Alarminstelniveau
CH
alt1
2
M
CH
a1lt
off
M
CH
alh1
0.02
M
CH
alt2
2
M
M
CH
a2lt
off
M
CH
alh2
0.02
M
CH
alt3
2
M
CH
a3lt
off
M
CH
alh3
0.02
M
CH
alt4
2
M
CH
a4lt
off
M
CH
alh4
0.02
M
CH
rest
a
M
sb1n
n-o
M
sb2n
n-o
M
sb3n
n-o
M
sb4n
n-o
korter dan
1 seconde
l. 3
ALT1: Alarm 1 type
0 tot 11
A1LT: Alarm 1-vergrendeling
UIT/AAN
ALH1: Alarm 1 hysteresis
0,01 tot 99,99
ALT2: Alarm 2 type
0 tot 11
A2LT: Alarm 2-vergrendeling
UIT/AAN
ALH2: Alarm 2 hysteresis
0,01 tot 99,99
ALT3: Alarm 3 type
0 tot 11
A3LT: Alarm 3-vergrendeling
UIT/AAN
ALH3: Alarm 3 hysteresis
0,01 tot 99,99
ALT4: Alarm 4 type
0 tot 11
A4LT: Alarm 4-vergrendeling
UIT/AAN
ALH4: Alarm 4 hysteresis
0,01 tot 99,99
REST: Standby sequentie opnieuw starten
Conditie A/
Conditie B
SB1N: Hulpuitgang 1 niet-bekrachtigend
Bekrachtiging: N-O/
Geen bekrachtiging: N-C
SB2N: Hulpuitgang 2 niet-bekrachtigend
Bekrachtiging: N-O/
Geen bekrachtiging: N-C
SB3N: Hulpuitgang 3 niet-bekrachtigend
Bekrachtiging: N-O/
Geen bekrachtiging: N-C
SB4N: Hulpuitgang 4 niet-bekrachtigend
Bekrachtiging: N-O/
Geen bekrachtiging: N-C
Druk min. 1 s op de toets om naar het bedrijfsniveau te gaan (pagina 44).
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER47
■ Beveiligingsniveau
De beveiligingsfunctie kan worden gebruikt om de instellingsgegevens te beperken die kunnen worden gewijzigd en zo onbedoelde
instellingswijzigingen voorkomen. De beveiligingsfuncties die
gebruikt kunnen worden, omvatten beveiliging van de bedrijfsaanpassing, het initialisatieniveau, het wijzigen van de instellingen en
PF-toetsbeveiliging.
Beveiliging bedrijfs-/
aanpassingsniveau
Toetsbediening op het bedrijfsniveau, het aanpassingsniveau 2, het
bankinstelniveau, het PID-instelniveau, het waardebepalingsinstelniveau en het item monitorniveau kan worden beperkt met de onderstaande instellingen.
Instel-
ling
0✩✩✩✩
1✩✩✩▲
2✩✩▲▲
3✩▲▲▲
4❍▲▲▲
✩: Kan worden weergegeven en gewijzigd
❍: Kan worden weergegeven
▲: Kan niet worden weergegeven en er kan niet door de niveaus
gelopen worden.
Standaardinstelling: 0
Beveiliging initialisatieniveau
Verplaatsing naar het ingangsinitialisatieniveau, het besturingsinitialisatieniveau (1+ 2), het alarminstelniveau, het weergaveaanpasniveau en het communicatie-instelniveau kunnen worden beperkt met
gebruik van de hieronder getoonde instellingen.
Instel
-ling
ingangsinitialisatieniveau
0Mogelijkheid om naar ge-
avanceerde instelniveaus te
gaan.
1Geen mogelijkheid om naar
geavanceerde instelniveaus
te gaan.
2Niet toegestaanNiet toegestaan
WerkingAanpassing,
PV/SPOverig
Verplaatsing naar het
aanpassing 2
Verplaatsing naar het
besturingsinitialisatieni-
veau (1+2), het alarminstel-
niveau, het weergaveaan-
pasniveau en het commu-
nicatieinstelniveau
Toegestaan
Toegestaan
Bankinstel-
ling, PID-
instelling,
waardebepa-
lingsinstel-
ling, item
monitor
• Als de instelling voor de beveiliging van het initialisatieniveau op
2 wordt ingesteld, gebeurt er niets wanneer er een poging wordt
gedaan om het ingangsinitialisatieniveau van het bedrijfsniveau,
het aanpasniveau (1+2), het bankinstelniveau, het PIDinstelniveau, het waardebepalingsinstelniveau of het item
monitorniveau te betreden door min. 1 s op de niveautoets te
drukken (het display zal niet knipperen zoals gewoonlijk bij het
wijzigen van een niveau).
• De standaardinstelling voor de beveiliging van het initialisatieniveau is 0.
Beveiligingsinstelling tegen
wijzigingen
Instellingen kunnen worden beveiligd tegen wijzigingen met gebruik
van de omhoog- en omlaagtoetsen volgens de onderstaande
instellingen.
InstellingBeschrijving
UITInstellingen kunnen worden gewijzigd met
toetsbediening.
AANInstellingen (behalve die in het beveiligingsniveau)
kunnen niet met toetsbediening worden gewijzigd.
• Standaardinstelling: UIT
PF toetsbeveiliging
De toetsen PF1 en PF2 kunnen met de onderstaande instellingen
worden in-/uitgeschakeld.
InstellingBeschrijving
UITPF1- en PF2-toetsen zijn ingeschakeld.
AANPF1- en PF2-toetsen zijn uitgeschakeld. (Werking als
bedieningstoetsen of regelkringtoetsen zijn niet
toegestaan.)
• De standaardinstelling voor PF-toetsbeveiliging is UIT.
Communicatie-instelniveau
Stel de communicatiespecificatie in het communicatie-instelniveau in met de frontpaneelbewerkingen. De communicatieparameters en hun
instellingen staan in de volgende tabel.
ProtocolkeuzepselCompoWay/F, Modbuscwt / mod
Communicatie unitnummeru-no0 tot 990, 1 tot 99
Baudratebps9,6/19,2/38,4 (kbps)9.6 / 19.2 / 38.4
Gegevenslengtelen7 of 8 bits8-bits
Stop bitssbit1 of 2 bits1 / 2
PariteitprtyGeen/even/onevengeen / eUen / one en
Wachttijd communicatierespons sdwt0 tot 9.999 s0 to 20 tot 9999
Opmerking: De gemarkeerde waarden geven de standaardinstellingen weer.
Voordat communicatie uitgevoerd wordt, dient u het communicatie
unitnummer, de baudrate en andere communicatieparameters in te
stellen met de toetsbediening zoals hieronder wordt uitgelegd. Zie de
User’s Manual(Z182) voor gegevens over andere bewerkingen.
3. Druk op de modetoets om langs de parameters te lopen zoalshieronder is weergegeven.
48Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
1. Druk min. 3 s op de niveautoets om van het bedrijfsniveau naar
het initialisatieniveau te gaan.
2. Druk op de niveautoets om van het initialisatieniveau naar het
communicatie-instelniveau te gaan.
4. Wijzig de parameterinstellingen naar behoeven met gebruik van
de omhoog- en omlaagtoetsen.
Protocolkeuze
Communicatie
unitnummer
Baudrate
Gegevenslengte
Stop bits
Pariteit
Wachttijd versturen
respons
Zorg dat de communicatieparameters
met die van de computer overeenkomen
om te kunnen communiceren.
Protocolkeuze (psel)
Selecteer CompoWay/F of Modbus als het communicatieprotocol.
CompoWay/F is een universeel op communicatietechnieken gebaseerd eenduidig communicatieprotocol dat ontworpen is door
OMRON. Modbus is een communicatieprotocol dat voldoet aan de
RTU procedure van het Modicon Inc.’s Modbus Protocol (specificaties: PI-MBUS-300 Rev. J).
Communicatie unitnummer (u-no)
Wanneer u communiceert met de hostcomputer, moet het unitnummer van elke regelaar worden ingesteld, zodat de hostcomputer elke
regelaar kan identificeren. Het nummer kan op elke gehele waarde
worden ingesteld binnen het bereik van 0 t/m 99. De standaardinstelling is 1. Wanneer u meerdere regelaars gebruikt, moet u ervoor
oppassen dat u niet twee keer hetzelfde nummer gebruikt. Dubbele
instellingen veroorzaken storing. De instelling wordt van kracht wanneer de voeding eerst wordt uitgeschakeld en daarna weer wordt
ingeschakeld.
Baudrate (bps)
Gebruik deze parameter om de snelheid van de communicatie met
de hostcomputer in te stellen. Deze kan worden ingesteld op een van
de volgende waarden; 9,6 (9.600 bps), 19,2 (19.200 bps) of 38,4
(38.400 bps). De instelling wordt van kracht wanneer de voeding
eerst wordt uitgeschakeld en daarna weer wordt ingeschakeld.
Datalengte (len)
De lengte van communicatiedata kan worden ingesteld op 7 of 8 bits.
Stopbits (sbit)
Het aantal communicatiestopbits kan worden ingesteld op 1 of 2.
Pariteit (prty)
De communicatiepariteit kan worden ingesteld op geen, even of
oneven.
Wachttijd communicatierespons (sdwt)
Wijzigingen van de wachttijd van het versturen van een respons
worden van kracht nadat de software opnieuw is ingesteld of nadat u
de voeding hebt uitgeschakeld en weer hebt ingeschakeld.
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER49
Foutweergave (het opsporen en oplossen van fouten)
Wanneer er een fout optreedt, verschijnen er in display 1 en/of display 2 foutcodes. Controleer de verklaring voor de foutmelding en neem de juiste
tegenmaatregelen.
Display 1Display 2Foutbe-
uniterrUnitfoutEerst dient u de voeding te resetten. Als het display niet
unitchgUnitwijzi-
disperrUnitfout
syserrHoofdunit-
eeperrEEPROM-
s.errNormale
<<<<<
>>>>>
Normale
weergave
Normale
weergave
calberrIJkfout mo-
i1-t
i2-t
i3-t
i4-t
weergave
Normale
weergave
De RSP
RUN-indicator knippert
-----Potentiome-
Een instelling knippert
schrijving
ging
weergeven
fout
fout
Sensoringangsfout
Buiten
weergavebereik (onder)
Buiten
weergavebereik (boven)
RSP-ingangsfout
teringangsfout
tor
Fout scha-
kelaar ingangstype
verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost,
is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen
is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn
voor stoorsignalen.
Eerst dient u de voeding te resetten. Als het display niet
verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost,
is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen
is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn
voor stoorsignalen.
Eerst dient u de voeding te resetten. Als het display niet
verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost,
is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen
is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn
voor stoorsignalen.
Controleer of de ingangsbedrading correct is, dat de
schakelaar voor het ingangstype correct is ingesteld, dat
alles is aangesloten en er geen kortsluiting is en dat het
ingangstype correct is.
Als de bovenstaande items geen problemen geven, dient u
de voeding te resetten. Als het display niet verandert, is er
een reparatie nodig. Als de fout is opgelost, is het mogelijk
dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen is veroorzaakt.
Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn voor
stoorsignalen.
Dit is geen fout, maar de actuele waarde valt buiten het
weergavebereik (−19999 tot 99999).
Controleer of de bedrading naar de RSP-ingang
onderbroken of kortgesloten is.
Controleer de bedrading van de potentiometer.Normaal bedrijfNormaal bedrijf
Controleer de bedrading naar de potentiometer en de
klepaandrijfmotor en ijk de motor nogmaals.
Zorg ervoor dat de schakelaar van het ingangstype en de
weergegeven instelling 'Ingangstype' overeenstemmen met
het ingangstype dat u gaat gebruiken.
RemediesUitgangsstatus bij fout
RegeluitgangAlarmuitgang
UITUIT
UITUIT
UITUIT
MV wordt
aangestuurd
volgens de 'MV bij
PV-fout'-instelling.
Normaal bedrijfNormaal bedrijf
MV wordt
aangestuurd
volgens de instelling
'MV bij PV-fout'.
UITUIT
UITUIT
Dezelfde werking
als wanneer de
bovengrens wordt
overschreden.
UIT
Opmerking: Als de regelaar na het invoeren van de instellingen niet naar verwachting werkt, dient u de bedrading en de instellingen te
controleren. Als de regelaar nog steeds niet naar verwachting werkt, is het mogelijk dat er parameters foutief ingesteld zijn. Het is
raadzaam de regelaar te initialiseren en de instellingen opnieuw in te voeren. (Door de regelaar te initialiseren worden alle
instellingen teruggezet naar de standaardwaarden. Noteer de instellingen voordat u de initialisatie uitvoert.)
50Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Het opsporen en oplossen van fouten
Als de temperatuur niet stijgt, uitgangen niet worden ingeschakeld of als er grote afwijkingen in de temperatuur worden aangegeven, voert u de
controles in de onderstaande tabel uit.
ProbleemDe te controleren items en mogelijke oorzaakTegenmaatregel
De temperatuur stijgt niet.
Uitgangen worden niet ingeschakeld.
De temperatuur geeft grote afwijkingen
weer.
1. Is de regeling gestopt? Als de STOP-indicator
brandt, is de regeling gestopt.
2. Is de regeling ingesteld op 'direct operation'?
De regeling moet zijn ingesteld op 'reverse
operation' voor de verwarmingsregeling.
3. Branden de UIT-indicatoren voor de
regeluitgang of knipperen ze? Als de
regeluitgang geen stroomuitgang is, worden de
UIT-indicatoren ingeschakeld overeenkomstig
de uitgang.
4. Bij gebruik van een PID-regeling is het mogelijk
dat de PID-constanten ongeschikt zijn.
1. Is het correcte sensortype gebruikt?Nadat u het sensortype hebt gecontroleerd, dient
2. Zijn de ingangscorrectiewaarden ingesteld?Controleer de instellingen voor ingangscorrectie
3. Wordt er een compensatiekabel gebruikt om de
thermokoppelverbinding uit te verlengen?
4. Wordt de sensor op grote afstand gemonteerd?
Is de invoeglengte kort?
De temperatuurregelaaringang controleren:
Thermokoppel
Overbrug de ingangsklemmen om de kamertemperatuur weer te geven.
Platina weerstandsopnemer
Sluit een weerstand aan op de ingangsklemmen en controleer het display.
Sluit 100 Ω aan op A-B en overbrug B-B: 0°C
Sluit 140 Ω aan op A-B en overbrug B-B: ong. 100°C
Stel uit oeren/stoppen in om uit te oeren op
het bedrijfsniveau. De STOP-indicator wordt
uitgeschakeld.
Wijzig oreU in or-r in het initialisatieniveau.
Als de UIT-indicatoren helemaal niet branden,
dient u items 1 en 2 te controleren. Als de UITindicatoren continu branden, dient u de
verbindingen met sensoren,
verwarmingsinstallaties en andere
randapparatuur te controleren.
Indien mogelijk, verkrijgt u de PID-constanten met
gebruik van auto-tuning. (Auto-tuning gebruikt
100% uitgang ten opzichte van de belasting en
zodoende kan er overshoot optreden.)
u de instelling voor het ingangstype te controleren
(i✽-t) in het initialisatieniveau.
(✽: 1 tot 4)
(isi.✽, iss.✽) in het aanpasniveau.
(isi, ✽: 1 tot 4)
Wanneer u de temperatuur wilt weergeven zoals
deze door de sensor is gemeten, stelt u deze in op
0,0.
Zorg ervoor dat u een compensatiekabel gebruikt
die geschikt is voor de gebruikte sensor.
Controleer de installatielocatie van de sensor ten
opzichte van het gemeten object. De invoeglengte
van de sensor dient ten minste 20 keer de
diameter van de afschermhulzen te bedragen.
Het maximale aantal SSR's berekenen
die parallel aansluitbaar zijn
A: Max. belastingsstroom van de
spanningsuitgang van de digitale
procesregelaar waarmee de SSR's worden
aangestuurd, is 40 mA voor de E5AR
(E5AR-QQ@WW-@ = 21 mA).
B: De ingangsimpedantie van de SSR's is
7 mA voor G3NA
In dit geval zou het maximale aantal parallel
aansluitbare SSR's als volgt zijn:
A/B = 5
De maximale belastingsstroom in het
aansluitvoorbeeld is 40 mA.
E5ER
Units
E5AR/ E5ER
Units
E5AR/ E5ER
2 Units
E5AR/ E5ER
Units
E5AR/ E5ER
240 VAC (10 A, 20 A, 40 A, 60 A
400 VAC (20 A, 30 A, 50 A
Nominal
ingangsspanning:
tot 24 VD
Compacte en smalle
n met een
m
in
ebouwd koellichaa
G3N
240 VAC (5 A, 10 A, 20 A, 40 A
Nominal
ingangsspanning:
tot 24 VD
tandaardmodellen
m
hroef
verbindinge
N
240 VAC (5 A, 10 A, 35 A, 20 A
Nominal
ingangsspanning:
12 VD
Compacte en scher
eprijsde modellen met
faston aansluitingen
N
Nominal
sspanning:
tot 24 VD
Voor regeling van
verwarmin
en met
een hoo
vermoge
AAAAA
T
O
N
A
G
H
T
U
A
52Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Voorzorgsmaatregelen
!WAARSCHUWING!
Zorg altijd dat het netwerk is voorzien van
beveiligingscircuits. Zonder beveiligingscircuits kunnen
storingen leiden tot ongelukken waarbij ernstig letsel of
grote schade optreedt. Voorzie de externe regelcircuits
van dubbele of driedubbele veiligheidsmaatregelen,
zoals noodstopcircuits, vergrendelcircuits of limietcircuits,
om de veiligheid in het systeem te garanderen als er een
storing optreedt door een productdefect of een externe
factor die invloed heeft op de werking van het product.
!VOORZICHTIG
Probeer het product niet te demonteren, te repareren of
te modificeren. Als u dit wel doet, kan er letsel optreden
als gevolg van elektrische schokken.
Raak de aansluitklemmen of de elektronische
onderdelen of patronen op de PCB niet aan tenzij deze
meer dan één minuut is uitgeschakeld. Als u dit wel doet,
kan er letsel optreden als gevolg van elektrische
schokken.
Zorg dat er geen stukjes metaal, afgeknipte draad of fijn
metalen schaafsel van de installatie in het product
komen. Als u dit wel gebeurt, kunnen er elektrische
schokken, brand of storingen optreden.
Gebruik het product niet op locaties met ontvlambare of
explosieve gassen. Als u dit wel doet, kunnen er kleine of
middelgrote explosies plaatsvinden met licht tot
middelzwaar letsel en beschadigde eigendommen tot
gevolg.
Draai de schroeven op de klemmenstrook en de
connectorschroeven stevig aan met een spansleutel
binnen het volgende bereik. Door losse schroeven kan
brand ontstaan met licht tot middelzwaar letsel of
beschadigde apparatuur tot gevolg.
Schroeven voor klemmenstrook: 0,40 tot 0,56 Nm
Connectorschroeven: 0,25 tot 0,30 Nm
Configureer de juiste instellingen voor het product
conform de toepassing. Als u dit niet doet, kan de
regelaar in bepaalde gevallen onbetrouwbaar
functioneren met licht tot middelzwaar letsel of
beschadigde apparatuur tot gevolg.
Neem veiligheidsmaatregelen voor het geval er een
productdefect optreedt. Installeer bijvoorbeeld een
afzonderlijk alarmsysteem ter voorkoming van
oververhitting. Door productdefecten kan het onder
bepaalde omstandigheden onmogelijk zijn om de
alarmuitgangen te bedienen of te gebruiken, waardoor
schade optreedt in de aangesloten faciliteiten en
apparaten.
Gebruik de apparatuur niet voor metingen binnen de
meetcategorieën II, III of IV (in overeenstemming met
IEC61010-1). Als u dit wel doet, kan de regelaar
onbetrouwbaar functioneren met licht tot middelzwaar
letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg. Gebruik de
apparatuur alleen voor metingen binnen de
meetcategorie waarvoor het product is ontworpen.
De servicelevensduur van de uitgangsrelais hangt af van
het schakelvermogen en de schakelomstandigheden.
Houd rekening met de feitelijke toepassingsomstandigheden en gebruik het product binnen de nominale belasting
en elektrische servicelevensduur. Als u het product na de
servicelevensduur blijft gebruiken, kunnen de contacten
onder bepaalde omstandigheden smelten of verbranden.
Zorg dat het product geen negatieve gevolgen ondervindt
als de cyclustijd voor DeviceNet wordt verlengd doordat
het programma wordt gewijzigd tijdens online
bewerkingen. Als u de cyclustijd verlengt, kan de regelaar
in bepaalde gevallen onbetrouwbaar functioneren met
licht tot middelzwaar letsel of beschadigde apparatuur tot
gevolg.
Controleer of de veiligheid van de nodes in orde is
voordat u programma's overbrengt naar andere nodes of
het I/O-geheugen van andere nodes wijzigt. Als u het
programma of het I/O-geheugen van andere nodes
wijzigt, kan de regelaar in bepaalde gevallen
onbetrouwbaar functioneren met licht tot middelzwaar
letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg.
Probeer het product niet te demonteren, te repareren of
te modificeren. Als u dit wel doet, kan er licht tot
middelzwaar letsel optreden als gevolg van elektrische
schokken.
■ Voorzorgsmaatregelen voor een
veilig gebruik
1. Gebruik en bewaar het product binnen de opgegeven
omgevingstemperatuur en vochtigheidsgrenzen. Als er meerdere
producten naast elkaar of verticaal zijn gemonteerd, kan door de
gegenereerde warmte de inwendige temperatuur van de
producten stijgen, waardoor de levensduur afneemt. Zorg zo
nodig voor koeling van de producten met een ventilator of een
andere methode.
2. Zorg dat er voldoende ruimte rondom het product beschikbaar is
om de warmte te dissiperen. Blokkeer de luchtopeningen op het
product niet.
3. Gebruik het product binnen de opgegeven voedingsspanning en
nominale belasting.
4. Controleer de naam en polariteit van elke aansluitklem voordat u
de klemmenstrook en connectors aansluit.
5. Sluit niets op ongebruikte aansluitklemmen aan.
6. Gebruik de opgegeven afmetingen van de krimpvoeten voor de
bedrading (M3, breedte: 5,8 mm max.).
7. Als u blanke draden wilt aansluiten op de klemmenstrook,
gebruikt u AWG22 tot AWG14 (dwarsdoorsnede: 0,326 tot 2,081
2
mm
) om de aansluitklemmen voor de voedingsspanning te ver-
binden en AWG28 tot AWG16 (dwarsdoorsnede: 0,081 tot 1,309
2
) voor de overige aansluitklemmen. (Lengte van blootlig-
mm
gende bedrading: 6 t/m 8 mm)
8. Controleer of het nominale voltage uiterlijk na 2 seconden na het
inschakelen wordt bereikt.
9. Schakel de stroom uit voordat u het product uit de behuizing
haalt. Raak de aansluitklemmen of de elektronische onderdelen
nooit aan en voorkom fysieke schokken. Wanneer u het product
in de behuizing plaatst, dient u te voorkomen dat de elektronische
onderdelen de behuizing raken.
10.Verwijder de inwendige printplaat niet.
11.De uitgang wordt uitgeschakeld wanneer in bepaalde modi wordt
overgeschakeld naar het niveau van de standaardinstelling. Houd
hier rekening mee wanneer u het regelsysteem instelt.
12.Laat het product ten minste 30 minuten opwarmen na het
inschakelen.
13.Installeer overspanningsdempers of ontstoringsfilters in appara-
ten dicht bij het product die storingen veroorzaken (vooral apparaten met een inductiecomponent, zoals motoren, transformatoren,
elektromagneten en magnetische spoelen). Controleer de spanning en stroomsterkte bij gebruik van een storingsfilter voor de
voeding en installeer dit zo dicht mogelijk bij het product. Plaats
het product zo ver mogelijk bij apparaten vandaan die sterke
hoogfrequente storingen genereren (zoals hoogfrequente lasapparaten en naaimachines) of stroompulsen.
Verbind de ingang-/uitgangsbedrading van ontstoringsfilters niet
met elkaar.
14.Houd de bedrading van de klemmenstrook voor het product
buiten bereik van hoogspanningskabels om inductiestoring te
voorkomen. Voer de bedrading niet parallel aan of plaats deze
niet in dezelfde kabel als de voedingslijnen. De invloed van
storing kan ook worden verminderd door aparte kabelgoten of
beschermkabels te gebruiken.
15.Installeer een schakelaar of stroomonderbreker en voorzie deze
van een duidelijk label zodat de operator de stroom onmiddellijk
kan uitschakelen.
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER53
16.Gebruik het product niet op de volgende locaties.
• Locaties waar stof of corroderende gassen (met name zwavel-
gas of ammoniakgas) aanwezig zijn.
• Locaties waar ijsvorming of condensatie kunnen optreden.
• Locaties die onderhevig zijn aan direct zonlicht.
• Locaties die onderhevig zijn aan overmatige schokken of trillin-
gen.
• Locaties waar het product in contact kan komen met water of
olie.
• Locaties onder invloed van directe stralingswarmte van verwarmingsapparatuur.
• Locaties die onderhevig zijn aan extreme temperatuurschommelingen.
17.Reiniging: gebruik geen verdunners. Gebruik in de handel verkrijgbare alcohol.
18.Gebruik de opgegeven kabels voor de communicatieverbindingen
en blijf binnen de opgegeven communicatieafstanden voor DeviceNet. Raadpleeg de DeviceNet Manual (W267) voor informatie
over de specificaties van de communicatieafstand en kabels.
19.Trek niet hard aan de communicatiekabels voor DeviceNet en
buig deze niet verder dan de normale kromming.
20.Wanneer de stroom is ingeschakeld voor DeviceNet, moet u geen
connectors aansluiten of verwijderen. Als u dit wel doet, kunnen
er productdefecten of -storingen optreden.
■ Voorzorgsmaatregelen voor een
verstandig gebruik
Meetnauwkeurigheid
Bij het verlengen van de bedrading van het thermokoppel moet u zorgen dat u compensatiekabels gebruikt die met het thermokoppeltype
overeenkomen.
Bij het verlengen van de bedrading van de platina weerstandsopnemer, moet u zorgen dat u kabels gebruikt met een lage weerstand en
dat de weerstanden van de drie kabels gelijk zijn.
Als de meetnauwkeurigheid laag is, moet u controleren of de
ingangsverschuiving correct is ingesteld.
Waterbestendigheid
De beschermingsgraad wordt hieronder weergegeven.
FrontpaneelNEMA4X voor gebruik binnenshuis
(gelijk aan IP66)
AchterbehuizingIP20
AansluitingenIP00
Levensduur
Gebruik het product binnen de volgende temperatuur- en vochtigheidsgrenzen:
Temperatuur: −10 tot 55°C (zonder ijsvorming of condensatie)
Vochtigheidsgraad: 25% tot 85%
Als het product in een bedieningspaneel is geïnstalleerd, moet u zorgen dat de temperatuur rondom het product (niet de temperatuur
rondom het paneel) niet boven 55°C stijgt.
De levensduur van dit product en vergelijkbare elektronische apparaten wordt niet alleen bepaald door de mechanische levensduur van
relais, maar ook door de levensduur van interne elektrische onderdelen. De levensduur van onderdelen wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe korter de
levensduur en hoe lager de temperatuur, hoe langer de levensduur.
Daarom kan de servicelevensduur worden verlengd door de temperatuur van het product te verlagen.
Installeer het product in overeenstemming met de opgegeven voorwaarden. Als u dit niet doet, kan de interne temperatuur van het product stijgen als gevolg van de gegenereerde hitte, waardoor de
servicelevensduur afneemt. Zorg zo nodig voor koeling van het product met ventilatoren of een andere ventilatiemethode.
Bij geforceerde koelmethodes moet u oppassen dat u niet alleen de
aansluitklemgedeelten koelt om meetfouten te voorkomen.
Tegenmaatregelen stoorsignalen
Houd de bedrading van de klemmenstrook voor het product buiten
bereik van hoogspanningskabels om inductiestoring te voorkomen.
Voer de bedrading niet parallel aan of plaats deze niet in dezelfde
kabel als de voedingslijnen. De invloed van storing kan ook worden
verminderd door aparte kabelgoten of beschermkabels te gebruiken.
Installeer overspanningsdempers of ontstoringsfilters in apparaten
dicht bij het product die storingen veroorzaken (vooral apparaten met
een inductiecomponent, zoals motoren, transformatoren, elektromagneten en magnetische spoelen).
Controleer bij gebruik van een storingsfilter voor de voeding de
spanning en stroomsterkte en installeer het zo dicht mogelijk bij het
product.
Plaats het product zo ver mogelijk bij apparaten vandaan die sterke
hoogfrequente storingen genereren (zoals hoogfrequente lasapparaten en naaimachines) of stroompulsen.
54Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER
Garantie en beperking van aansprakelijkheid
■ GARANTIE
OMRON geeft de exclusieve garantie dat de producten geen materiaal- en/of fabricagefouten bevatten voor een periode van één jaar (tenzij een
andere periode is aangegeven) na datum van aankoop.
OMRON WIJST ELKE GARANTIE OF VERKLARING AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN NIET-SCHENDING VAN
RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE PRODUCTEN. ELKE KOPER
OF GEBRUIKER ACCEPTEERT DAT ALLEEN DE KOPER OF GEBRUIKER ZELF HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN AAN DE EISEN VAN
HUN BEDOELDE GEBRUIK VOLDOEN. OMRON WIJST ELKE ANDERE GARANTIE AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET.
■ BEPERKINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID
OMRON AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BIJZONDERE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE, WINSTDERVING, OF WELK
ANDER BEDRIJFSVERLIES DAN OOK IN VERBAND MET DE PRODUCTEN, ONGEACHT OF CLAIMS ZIJN GEBASEERD OP CONTRACTEN,
GARANTIES, ONACHTZAAMHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval overschrijdt de vergoeding van OMRON voor welke schade dan ook de afzonderlijke prijs van het product waarop garantie is
verleend.
IN GEEN GEVAL IS OMRON VERANTWOORDELIJK VOOR GARANTIE-, REPARATIE- OF ANDERE CLAIMS TEN AANZIEN VAN DE
PRODUCTEN, TENZIJ UIT ANALYSE DOOR OMRON BLIJKT DAT DEZE PRODUCTEN JUIST ZIJN BEHANDELD, OPGESLAGEN,
GEINSTALLEERD EN ONDERHOUDEN EN NIET ZIJN BLOOTGESTELD AAN VERONTREINIGING, MISBRUIK OF ONJUISTE AANPASSING
OF REPARATIE.
Toepassingen
■ GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de combinatie van de
producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.
Op verzoek van de klant zal OMRON toepasbare certificatiedocumenten van derden leveren die de specificaties en beperkingen van het gebruik
van de producten identificeren. Deze informatie is op zich niet voldoende voor een volledige vaststelling van de geschiktheid van de producten in
combinatie met het eindproduct, de machine, het systeem of andere toepassing of gebruik.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van toepassingen waaraan u speciale aandacht moet besteden. Dit is geen volledige lijst van alle mogelijke
toepassingen van de producten en niet bedoeld om te impliceren dat de toepassingen geschikt zijn voor de producten.
• Toepassing in de buitenlucht, toepassingen waarbij mogelijk chemische contaminatie of elektrische storing voorkomt of condities of toepassingen die niet in deze catalogus zijn beschreven.
• Besturingssystemen in kerncentrales, verbrandingssystemen, spoorwegsystemen, luchtvaartsystemen, medische apparatuur, amusementsmachines, voertuigen, veiligheidsuitrustingen en installaties met aparte industrie- of rijkskeuringsvoorschriften.
• Systemen, machines en apparatuur die gevaar kunnen opleveren voor mensenlevens of eigendommen.
Zorg dat u kennis hebt van alle verboden van het gebruik van alle producten.
GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING DIE MENSENLEVENS OF EIGENDOMMEN IN GEVAAR BRENGT ZONDER
ERVOOR TE ZORGEN DAT HET SYSTEEM DEZE RISICO'S OPLOST EN DAT DE OMRON-PRODUCTEN JUIST ZIJN GESPECIFICEERD EN
GEINSTALLEERD VOOR HET BEDOELDE GEBRUIK BINNEN DE ALGEMENE UITRUSTING OF HET SYSTEEM.
Digitale ProcesregelaarsE5AR/E5ER55
Cat. No. H122-NL1-02
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.