Omron E5AR, E5ER User Manual [nl]

Digitale Procesregelaars
E5@R
Nieuwe modellen die compatibel zijn met DeviceNet, bieden een even hoge snelheid en nauwkeurigheid als universele Digitale Procesregelaars, maar zijn nog breder inzetbaar.
E5@R serie
E5AR E5ER
96 × 96 × 95 mm
Digitale Procesregelaars
E5AR .......................................................................................... 5
E5ER .......................................................................................... 19
Eigenschappen van alle regelaars
Nomenclatuur ............................................................................. 37
Installatie .................................................................................... 38
Uittrekken ................................................................................... 39
Voorzorgsmaatregelen bedrading .............................................. 39
Initiële instellingen...................................................................... 40
Specificatie instellingen na inschakelen voedingsspanning ....... 41
Foutweergave (het opsporen en oplossen van fouten)............... 50
Het opsporen en oplossen van fouten........................................ 51
Randapparatuur ......................................................................... 52
Voorzorgsmaatregelen ............................................................... 53
Garantie en beperking van aansprakelijkheid ............................ 55
Toepassingen ............................................................................. 55
96 × 48 × 95 mm
Digitale Procesregelaars E5@R 1
E5@R Selectie Sheet
Standaard uitvoering
Standaard
E5AR
(96 × 96 mm)
Basismodellen
1 regelkring voor standaardregeling/ 1 regelkring voor verwarmings­en koelregeling
4 alarmuitgangen, 2 event-ingangen, 2 uitgangen (besturing/retransmissie)
4 alarmuitgangen, 6 event-ingangen, RS485-communicatie, 2/4 uitgangen (besturing/retransmissie)
Modellen met
2 regelkringen
2 regelkringen voor standaardregelingen/ 2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling 1 regelkring voor cascaderegeling 1 regelkring voor regeling met Remote SP 1 regelkring voor proportionele regeling
Modellen met
4 regelkringen
4 regelkringen voor standaardregeling 2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling
Klepsturings-
modellen
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, RS485-communicatie, 2/4 uitgangen (besturing/retransmissie)
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, RS485-communicatie, 4 uitgangen (besturing/retransmissie)
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, 2 relaisuitgangen (openen, sluiten)
Standaard
E5ER
(48 × 96 mm)
1 regelkring voor klepsturingsregeling
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, 2 relaisuitgangen (openen, sluiten) RS485-communicatie, 1 uitgang (transmissie)
Basismodellen
1 regelkring voor standaardregeling/ 1 regelkring voor verwarmings­en koelregeling
4 alarmuitgangen, 2 event-ingangen, 2 uitgangen (besturing/retransmissie)
2/4 alarmuitgangen, 2/6 event-ingangen, RS485-communicatie, 2/4 uitgangen (besturing/retransmissie)
Modellen met
2 regelkringen
2 regelkringen voor standaardregelingen/ 1 regelkring voor verwarmings- en koelregeling 1 regelkring voor cascaderegeling 1 regelkring voor regeling met Remote SP 1 regelkring voor proportionele regeling
Klepsturings-
modellen
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, RS485-communicatie, 2 uitgangen (besturing/retransmissie)
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, 2 relaisuitgangen (openen, sluiten)
1 regelkring voor klepsturingsregeling
2 Digitale Procesregelaars E5@R
4 alarmuitgangen, geen event-ingang, 2 relaisuitgangen (openen, sluiten) RS485-communicatie, 1 uitgang (transmissie)
DeviceNet-type
DeviceNet-compatibele
E5AR
(96 × 96 mm)
Basismodellen
1 regelkring voor standaardregeling/ 1 regelkring voor verwarmings­en koelregeling
4 alarmuitgangen, 2 event-ingangen, DeviceNet-communicatie
DeviceNet-compatibele
E5ER
(48 × 96 mm)
Modellen met
2 regelkringen
2 regelkringen voor standaardregeling 1 regelkring voor verwarmings- en koelregeling 2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling 1 regelkring voor cascaderegeling 1 regelkring voor regeling met Remote SP 1 regelkring voor proportionele regeling
Modellen met
4 regelkringen
4 regelkringen voor standaardregeling 2 regelkringen voor verwarmings- en koelregeling
Klepsturings-
modellen
2 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, DeviceNet-communicatie
4 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, DeviceNet-communicatie
4 alarmuitgangen, geen event-ingangen, 2 relaisuitgangen (openen, sluiten) DeviceNet-communicatie
1 regelkring voor klepsturingsregeling
Basismodellen
1 regelkring voor standaardregeling/ 1 regelkring voor verwarmings­en koelregeling
2 alarmuitgangen, 2 event-ingangen, DeviceNet-communicatie
Modellen met
2 regelkringen
2 regelkringen voor standaardregelingen/ 1 regelkring voor verwarmings- en koelregeling 1 regelkring voor cascaderegeling 1 regelkring voor regeling met Remote SP 1 regelkring voor proportionele regeling
Klepsturings-
modellen
1 regelkring voor klepsturingsregeling
2 alarmuitgangen, geen event-ingangen, 2 relaisuitgangen (openen, sluiten) DeviceNet-communicatie
2 alarmuitgangen, 4 event-ingangen, DeviceNet-communicatie
Digitale Procesregelaars E5@R 3
Toepassingen
e
g
e
-
er
k
Coi
Hoge
Gebrek aan redelijk geprijsde procesregelaars voor apparaten die een hoge responssnelheid vereisen
Probleem
(bijv. keramisch verwarmingselement), wat leidt tot het gebruik van dure machines met onnodige functies.
snelheid
Toepassingen
Bindapparatuur
Evaporatieapparatuur
Spoelwikkelmachines
Hoge
Probleem
Hoge resolutie vereist bij meting en controle van interne temperaturen van apparaten bij de verwerking van schommelingen met een hoge resolutie.
resolutie
Toepassingen
Productielijnen voor halfgeleiders (blootstelling, airconditioning)
Apparatuur voor milieuonderzoek
Vacuümverwarmingsoven
Sterilisatieapparatuur
Voedselverwerkingsapparaten
Eigenschappen
Eenvoudige koppeling met PLC’s door een keuze te maken uit verschillende I/O
Oplossing
Oplossing
Verbeterde regelprestaties met snelle 50 ms sampling.
Voordelige prijs en eenvoudige bediening.
Hogere ingangsresolutie dankzij Pt-Sensor (resolutie van 0,01°C)
Maximaal 4 regelkringen besturen met één unit
• Maximaal 6 event-ingangen
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen, in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen en andere bewerkingen met event­ingangen.
• Maximaal 2 retransmissie-uitgangen
Externe uitvoer van PV's, SP's, MV's en SP ramp voor elke regel­kring.
• Maximaal 4 hulpuitgangen
Externe uitvoer van waarschuwingen voor 11 alarmstanden en ingang-fouten.
• RS485 seriële communicatie
Eenvoudig gegevens zoals PV's en SP's uitwisselen met een OMRON PLC (zonder speciale programmeerhandelingen). U hoeft alleen instellingen op te geven.
• DeviceNet-communicatie
Snelle communicatie met de PLC tot stand brengen zonder speciale programmeerhandelingen. De communicatie kan ook centraal wor­den beheerd via een DeviceNet Configurator.
DeviceNet mast
NS-bibliothee
DeviceNet confi
urati
Er zijn modellen met 1, 2 of 4 analoge ingangen beschikbaar (zie opmerking). In de software-instellingen kunnen diverse regelmetho­des worden geselecteerd, waaronder standaardregeling, verwar­mings- en koelregeling, cascaderegeling, klepsturingsregeling en regeling met remote SP. Hierdoor is meerpuntsregeling (maximaal vier ingangen voor E5AR en maximaal twee regelkringen voor de E5ER), cascaderegeling en proportionele regeling mogelijk met één unit. De temperatuur, vochtigheid en druk kunnen gelijktijdig voor 4 pun­ten worden geregeld met één unit, zodat de kosten afnemen en er minder grote panelen vereist zijn.
Opmerking: De modellen met 4 analoge ingangen hebben een
formaat van 96 x 96 mm (alleen E5AR).
4 regelkringen besturen met één unit
PV1
PV2
E5AR
MV1
MV2
PV3 PV4
MV3 MV4
Cascaderegeling met één enkele unit
E5AR/ E5ER
E5AR/ E5ER
PV1
MV1+=RSP
PV2
MV2
Proportionele regeling met één enkele eenheid
Instelling van verhouding
PV
DeviceNet-compatibel E5@R-DRT Digitale Procesregelaar
4 Digitale Procesregelaars E5@R
MV
Digitale Procesregelaars
E5AR
E5AR Digitale Procesregelaars bieden een hoge snelheid, zijn zeer nauwkeurig, beschikken over meervoudige I/O en zijn voorzien van een LCD-display met 5 cijfers en 3 regels voor een uitstekende visuele weergave.
• Door een korte samplingperiode van 50 ms kunt u deze bij toepassingen gebruiken die een hoge responssnelheid vereisen.
• PV-, SP- en MV-gegevens worden tegelijkertijd weergegeven in een negatief LCD-display met 3 regels met achtergrondverlichting.
• Staafdiagram om MV (uitgestuurde waarde), klepopening of afwijking weer te geven.
• Besturing met meerdere regelkringen, cascade- en proportionele regelingen zijn mogelijk met een enkele regelaar.
• Wanneer u modellen gebruikt met communicatiefuncties, is het mogelijk instellingen te downloaden en instellingen te maskeren met de configuratiesoftware (ThermoTools).
• Standaard uitgerust met rekenfuncties (bijv. vierkantswortels en lineaire interpolatie).
• DeviceNet-communicatie Instellen en monitoren van data zonder speciale programmeerhandelingen.
Verkrijgbare uitvoeringen
Opbouw typenummer
E5AR-@@@@@@@@@-@@@
234 5 1067891
1. Constante waarden/Programma
Geen: Constante waarde
2. Besturingsmethode
Blanco: Standaardregeling of verwarmings- en koelregeling P: Klepsturingsregeling
3. Uitgang 1
R: DPST-NO-relaisuitgangen Q: Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom C: Stroom en stroomuitgangen
4. Uitgang 2
Blanco: Geen R: Relaisuitgangen Q: Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom C: Stroom en stroomuitgangen
5. Hulpuitgangen
Blanco: Geen 4: 4PST-NO-relaisuitgangen T: 2 transistoruitgangen
6. Optionele functie 1
Blanco: Geen 3: RS485-communicatie
7. Optionele functie 2
Blanco: Geen D: 4 event-ingangen
8. Ingang 1
B: Multi-ingang en 2 event-ingangen F: Multi-ingang en potentiometeringang W: Multi-ingang en multi-ingang
9. Ingang 2
Blanco: Geen W: Multi-ingang en multi-ingang
10.Communicatiemethode
Blanco: Geen FLK: RS485 (CompoWay F/MODBUS) DRT: DeviceNet
Digitale Procesregelaars E5AR 5
Bestelinformatie
Digitale Procesregelaars
Standaardregelaars
Afme-
96 × 96 mmBasisregelaar
Opmerking 1: Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
ting
Besturings-
type
(1 regelkring)
Regeling met 2 regelkringen
Regeling met 4 regelkringen
Klepsturings­regeling (1 regelkring)
nummers voor 24 VAC/VDC.
2: Deze modellen zijn alleen voor 100 tot 240 VAC.
Standaardregeling met één enkele regelkring Verwarmings- en koelregeling met één enkele regelkring
Standaardregeling met twee regelkringen Verwarmings- en koelregeling met één enkele regelkring Cascaderegeling met één enkele regelkring Regeling met één enkele regelkring en Remote SP Proportionele regeling met één enkele regelkring
Standaardregeling met twee regelkringen Verwarmings- en koelregeling met twee regelkringen Cascaderegeling met één enkele regelkring Regeling met één enkele regelkring en Remote SP Proportionele regeling met één enkele regelkring
Standaardregeling met vier regelkringen Verwarmings- en koelregeling met twee regelkringen
Klepsturingsregeling met één enkele regelkring
Besturingsmodus Uitgangen
(regeling/
transmissie)
2 punten: pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 2 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 2 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 4 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom en stroom (2 punten)
2 punten: pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom
4 punten: pulsspanning (2 punten) en pulsspanning/
-stroom (2 punten)
4 punten: stroomuitgang (4 punten)
4 punten: pulsspanning (2 punten) en pulsspanning/
-stroom (2 punten) Relaisuitgang
(1 openen, 1 sluiten) Relaisuitgang
(1 openen, 1 sluiten) en één stroomuitgang (retransmissie)
Optionele functies Model
Hulpuit-
gangen
(SUB)
4 2 Nee E5AR-Q4B
4 4 RS485 E5AR-Q43DW-FLK
4 4 RS485 E5AR-CC43DWW-
4 4 Nee E5AR-PR4DF
Event­ingan-
gen
6 E5AR-Q43DB-FLK
Seriële
communi-
catie
E5AR-C4B
RS485 E5AR-Q43B-FLK (zie
opm. 2.)
E5AR-C43B-FLK (zie opm. 2.)
(zie opm. 2.)
E5AR-C43DB-FLK (zie opm. 2.)
E5AR-QC43DB-FLK
(zie opm. 2.)
E5AR-C43DW-FLK (zie opm. 2.)
E5AR-QQ43DW-FLK
FLK
E5AR-QQ43DWW­FLK (zie opm. 2.)
RS485 E5AR-PRQ43DF-FLK
6 Digitale Procesregelaars E5AR
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet
Afmeting Besturings-
type
96 × 96 mmBasisrege-
laar (1 regelkring)
Regeling met 2 regelkrin­gen
Regeling met 4 regelkrin­gen
Klepsturingsr egeling (1 regelkring)
Besturingsmodus Uitgangen
Eén regelkring voor standaardregeling Verwarmings- en koelregeling met één enkele regelkring
Standaardregeling met twee regelkringen Verwarmings- en koelregeling met twee regelkringen Cascaderegeling met één enkele regelkring Regeling met één enkele regelkring en Remote SP Proportionele regeling met één enkele regelkring
Standaardregeling met vier regelkringen Verwarmings- en koelregeling met twee regelkringen
Klepsturingsregeling met één enkele regelkring
(regeling/
transmissie)
2 punten: pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 4 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom en stroom (2 punten)
4 punten: pulsspanning (2 punten) en pulsspanning/
-stroom (2 punten)
4 punten: stroom (4 punten)
Relaisuitgang (1 openen, 1 sluiten)
Relaisuitgang (1 openen, 1 sluiten) en stroomuitgang (retransmissie) (1 punt)
Optionele functies Model
Hulpuit-
gangen
(SUB)
4 2 Ja E5AR-Q4B-DRT
4 Geen Ja E5AR-QQ4W-DRT
4 Geen Ja E5AR-CC4WW-DRT
4 Geen Ja E5AR-PR4F-DRT
Event­ingan-
gen
DeviceNet-
communi-
catie
E5AR-C4B-DRT
E5AR-QC4B-DRT
E5AR-PRQ4F-DRT
Opmerking: Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
nummers voor 24 VAC/VDC.
Kalibratieresultaten
Het kalibratierapport kan tegelijk met de Digitale Procesregelaar worden besteld met behulp van het volgende modelnummer.
Kalibratierapport (apart verkrijgbaar)
Omschrijvingen Model
Kalibratierapport voor E5AR E5AR-K
Afdekkap voor aansluitklem (apart verkrijgbaar)
Omschrijvingen Model
Aansluitklem afdekkap voor E5AR E53-COV14
Digitale Procesregelaars E5AR 7
Specificaties
Toegestane waarden
Item Voedingsspanning
Aansluitspanningsbereik 85% tot 110% van de nominale voedingsspanning Opgenomen vermogen 22 VA max. (met maximale belasting) 15 VA/10 W max. (met maximale belasting) Sensoringang (zie opm. 2) Thermokoppel: K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W
Regeluitgang Spanningsuitgang
Hulpuitgang Relaisuitgang
Potentiometeringang 100 tot 2,5 k Event-ingang Contact Ingang AAN: 1 k max.; UIT: 100 k min.
SP-invoer op afstand Zie de informatie op de sensoringang. Retransmissie-uitgang Zie de informatie op de besturingsuitgang. Besturingsmethode 2-PID of AAN/UIT-regeling Instelmethode Digitale instelling met druktoetsen op het frontpaneel of instelling met seriële communicatie Indicatiemethode 7-segments digitaal display en een indicator met enkele verlichting
Overige functies Hangt af van model.
Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf
Omgevingsvochtigheidsgraad 25% tot 85% Opslagtemperatuur 25 tot 65°C (zonder ijs- of condensvorming)
Opmerking 1. De voedingsspanning (d.w.z., 100 tot 240 VAC of 24 VAC/VDC) hangt af van het model. Zorg ervoor dat u bij het bestellen het benodigde type opgeeft.
2. De regelaar is uitgerust met meerdere sensoringangen. De temperatuuringang of analoge ingang kan worden geselecteerd met de instellingsschakelaar
(puls) Stroomuitgang 0 tot 20 mA DC, 4 tot 20 mA DC; belasting: 500 max. (inclusief retransmissie uitgang)
Relaisuitgang Klepsturingsregeling modellen (open, gesloten)
Contactvrij Ingang AAN: Restspanning van 1,5 V max.; UIT: Lekstroom van 0,1 mA max.
voor het ingangstype. Er is voorzien in standaardisolatie tussen de voedingsspanning en ingangsklemmen, voedingsspanning en uitgangsklemmen en tussen de ingangs- en de uitgangsklemmen.
(zie opm. 1)
Platina weerstandsopnemer: Pt100 Stroomingang: 4 tot 20 mA DC, 0 tot 20 mA DC (inclusief remote SP-ingang) Spanningsingang: 1 tot 5 VDC, 0 tot 5 VDC, 0 tot 10 VDC (inclusief remote SP-ingang) (Ingangsimpedantie: 150 voor stroomingang, ong. 1 M voor spanningsingang)
12 VDC, 40 mA max. met kortsluitbeveiliging (E5AR-QQ@WW-@: 21 mA max.)
(Resolutie: ong. 54.000 voor 0 tot 20 mA DC; ong. 43.000 voor 4 tot 20 mA DC)
N.O., 250 VAC, 1 A (inclusief inschakelstroom)
N.O., 250 VAC, 1 A (ohmse belasting) Transistoruitgang
Maximale belastingsspanning: 30 VDC; Maximale belastingsstroom: 50 mA; Restspanning: 1,5 V max.; Lekstroom: 0,4 mA max.
Kortsluiting: ong. 4 mA
Tekenhoogte display 1: 12,8 mm; display 2: 7,7 mm; display 3: 7,7 mm
10 tot 55°C (zonder ijs- of condensvorming) 3 jaar verzekerd van gebruik: 10 tot 50°C (zonder ijs- of condensvorming)
100 tot 240 VAC, 50/60 Hz 24 VAC, 50/60 Hz; 24 VDC
8 Digitale Procesregelaars E5AR
Ingangsbereiken
De E5AR heeft meerdere ingangen. De standaardinstelling is 2 (K-type thermokoppel, 200,0 tot 1300,0°C of 300,0 tot 2300,0°F).
Platina weerstandsopnemeringang
Ingang Pt100 bereik °C 200,0 tot
850,0
°F 300,0 tot
1500,0
Instelling 01
Minimale insteleenheid
0,1 0,01
(SP en alarm) Instellingsschakelaar ingangstype Instellen op
TC.PT.
Thermokoppel ingang
Ingang K J T E L U N R S B W bereik °C 200,0
tot 1300,0
°F 300,0
tot 2300,0
Instelling 2 34 5678 91011121314
Minimale in-
0,1
steleenheid (SP en alarm)
Instellings-
Instellen op TC.PT.
schakelaar ingangstype
20,0 tot 500,0
0,0 tot 900,0
100,0 tot 850,0
100,0 tot 1500,0
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
20,0 tot 400,0
0,0 tot 750,0
150,00 tot 150,00
199,99 tot 300,00
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
200,0 tot 400,0
300,0 tot 700,0
0,0 tot 600,0
0,0 tot 1100,0
100,0 tot 850,0
100,0 tot 1500,0
200,0 tot 400,0
300,0 tot 700,0
200,0 tot 1300,0
300,0 tot 2300,0
0,0 tot 1700,0
0,0 tot 3000,0
0,0 tot 1700,0
0,0 tot 3000,0
100,0 tot 1800,0
300,0 tot 3200,0
0,0 tot 2300,0
0,0 tot 4100,0
Stroom/Spanningsingang
Ingang Stroom Spanning
4 tot 20 mA 0 tot 20 mA 1 tot 5 V 0 tot 5 V 0 tot 10 V
bereik Een van de onderstaande bereiken wordt weergegeven, afhankelijk van de schaalinstellingen.
19999 tot 99999
1999,9 tot 9999,9
199,99 tot 999,99
19,999 tot 99,999
1,9999 tot 9,9999
Instelling 15 16 17 18 19
Instellingsschake­laar ingangstype
Instellen op ANALOOG.
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
Digitale Procesregelaars E5AR 9
Kenmerken
Meetnauwkeurigheid Thermokoppel ingang met koude-lascompensatie: (±0,1% van PV of ±1°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max. (zie opm. 1.)
Besturingsmodus Standaardregeling (verwarmings- of koelregeling), verwarmings-/koelregeling, standaardregeling met Remote SP (modellen met
Cyclustijd 0,2 tot 99,0 s (in units van 0,1 s) voor tijdsproportionele regeluitgang Proportionele band (P) 0,00% tot 999,99% FS (in units van 0,01% FS) Integraaltijd (I) 0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s) Differentiatie tijd (D) 0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s) Hysteresis 0,01% tot 99,99% FS (in units van 0,01% FS) Handmatige reset-waarde 0,0% tot 100,0% FS (in units van 0,1% FS) Bereik alarminstelling 19.999 tot 99.999 EU (zie opm. 3.)
Ingang samplingperiode 50 ms Isolatieweerstand 20 M min. (bij 500 V gelijkstroom) Diëlektrische sterkte 2,000 VAC, 50/60 Hz voor 1 min (tussen geladen aansluitklemmen met verschillende polariteit)
Trillingsbestendigheid
Schokbestendigheid Inschakelstroom 100 tot 240 VAC-modellen: 50 A max.
Gewicht E5AR: Alleen regelaar: ong. 450 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 30 g
Beschermingsgraad Frontpaneel: NEMA4X voor gebruik binnenshuis (gelijk aan IP66); Achterzijde behuizing: IP20; Aansluitklemmen: IP00 Geheugenbeveiliging Niet-vluchtig geheugen (aantal schrijfprocedures: 100,000) Relevante normen UL3121-1, CSA C22.2 Nr. 1010-1
EMC EMI: EN61326
Opmerking 1. Thermokoppel K, T of N bij 100°C max.: ±2°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel U of L: ±2°C ±1 cijfer max. Thermokoppel B bij 400°C max.: Geen nauwkeurigheidsspecificatie. Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±3°C ±1 cijfer max. Thermokoppel U of L: (±0,3% van PV of ±3°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max.
2. Thermokoppel U of L: ±1°C ±1 cijfer Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±1,5°C ±1 cijfer
3. 'EU' (Engineering Unit = Eenheid) geeft de Eenheid volgens de schaalindeling weer. Als er een temperatuursensor wordt gebruikt, is dit °C of °F.
Thermokoppel ingang zonder koude-lascompensatie: (±0,1% van FS of ±1°C, afhankelijk van welke kleiner is) ±1 cijfer max. (zie opm. 2.) Analoge ingang: ±0,1% FS ±1 cijfer max. Platina weerstandsopnemeringang: (±0,1% van PV of ±0,5°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max. Positie-proportionele potentiometeringang: ±5% FS ±1 cijfer max.
2 ingangen), verwarmings-/koelregeling met Remote SP (modellen met 2 ingangen), standaard cascaderegeling (modellen met 2 ingangen), cascade verwarmings-/koelregeling (modellen met 2 ingangen), proportionele regeling (modellen met 2 ingangen), klepsturingsregeling (alleen klepsturingsmodellen)
(De positie van het decimaalteken hangt af van het ingangstype en de positie-instelling van het decimaalteken).
2
10 tot 55 Hz, 20 m/s
2
elk in de X-, Y- en Z-richting, 3 keer per richting
100 m/s
24 VAC/VDC-modellen: 30 A max.
E5ER: Alleen regelaar: ong. 330 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 16 g
EN61010-1 (IEC61010-1): Vervuilingsgraad 2/overspanningscategorie 2
Sterkte uitgestraalde interferentie elektromagnetische veld: EN55011 groep 1 klasse A Storing klemspanning: EN55011 groep 1 klasse A
EMS: EN61326
Diëlektrische sterkte: EN61000-4-2: 4 kV contactontlading (testniveau 2)
Bestendigheid tegen elektromagnetische storingen: EN61000-4-3:
Bestendigheid tegen stoorpulsen: EN61000-4-4: 2 kV voedingslijn (testniveau 3)
Bestendigheid tegen storingen door geleiding: Bestendigheid tegen spanningspieken: EN61000-4-5: 1 kV kabel naar kabel (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang))
Bestendigheid tegen magnetische velden van stroomfrequenties: EN61000-4-8: 30 A/m (50 Hz) continue veldsterkte Bestendigheid tegen spanningsuitval/
-onderbreking: EN61000-4-11: 0,5 cyclus, 100% (nominale spanning)
voor 10 min. elk in de X-, Y- en Z-richting
EN61000-4-6: (0,15 tot 80 MHz) (testniveau 3)
8 kV luchtontlading (testniveau 3)
10 V/m (amplitudegemoduleerd, 80 MHz tot 1 GHz, 1,4 GHz tot 2 GHz) (testniveau 3)
2 kV uitgangslijn (relaisuitgang) (testniveau 4) 1 kV meetlijn, I/O-signaallijn (testniveau 4) 1 kV communicatielijn (testniveau 3)
(testniveau 2) 2 kV kabel naar aarde (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang)) (testniveau 3)
Communicatiespecificatie
RS485 seriële communicatie
Verbinding overdrachtsweg Meerdere punten Communicatiemethode RS485 (tweedraads, half-duplex) Synchronisatiemethode Start/stop-synchronisatie Baudrate 9.600, 19.200, of 384.000 bps Transmissiecode ASCII (CompoWay/F), RTU Remote Terminal Unit (MODBUS) Aantal databits 7 of 8 bits Aantal stopbits 1 of 2 bits Foutdetectie Verticale pariteit (geen, even, oneven)
Flow control Geen Interface RS485 Herhalingsfunctie Geen
10 Digitale Procesregelaars E5AR
Blockcheckcharacter (BCC) Dataformaat start/stop-synchronisatie
DeviceNet
Item Specificaties
Communicatieprotocol Conform DeviceNet Communicatiefuncties Decentrale I/O-
communicatie
I/O-toewijzingen I/O-gegevens toewijzen met de Configurator.
Berichten Explicit message communications
Type aansluiting Combinatie van multi-drop- en T-branch aansluitingen (hoofd- en aftaklijnen) Baudrate DeviceNet: 500, 250 of 125 kbps of automatische detectie van master-baudrate Communicatiemedia Speciale 5-aderige kabel (2 signaallijnen, 2 voedingslijnen en 1 afschermingslijn) Communicatieafstand Baudrate Lengte van netwerk Lengte van Drop line Totale lengte van
Voedingsspanning Voedingsspanning van DeviceNet: 24 VDC Toegestane spanningsbereik Voedingsspanning van DeviceNet: 11 tot 25 VDC Stroomverbruik Max. 50 mA (24 VDC) Maximum aantal nodes dat kan worden
verbonden Maximum aantal slaves dat kan worden
verbonden Foutcontrole CRC-foutdetectie Voedingsspanning Voeding geleverd door DeviceNet-communicatieconnector.
Master/slave-verbindingen (polling, bit-strobe, COS of cyclisch)
Conform DeviceNet-specificaties
Kan alle gegevens toewijzen, zoals parameters, die betrekking hebben op het DeviceNet- en
variabele-gebied van de Digitale Procesregelaar.
Maximaal 2 blokken voor het IN-gebied, in totaal maximaal 100 woorden.
Eén blok voor het OUT-gebied, maximaal 100 woorden (het eerste woord wordt altijd
toegewezen aan Output Enable Bits).
CompoWay/F-communicatie commando’s kunnen worden verzonden (commando’s worden verzonden in explicit message format).
Dropline 500 kbps max. 100 m (max. 100 m) max. 6 m max. 39 m 250 kbps max. 250 m (max. 100 m) max. 6 m max. 78 m 125 kbps max. 500 m (max. 100 m) max. 6 m max. 156 m De waarden tussen haakjes zijn van toepassing wanneer er dunne kabels worden gebruikt.
64 (inclusief eventuele Configurator)
63
Digitale Procesregelaars E5AR 11
Aansluitklemmen
Aansluitingen voor E5AR-standaardprocesregelaar
E5AR-Q4B E5AR-C4B
E5AR-A4B-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC E5AR-A4B-500
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
BEDCA
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 F
(Stroom)
+
-
-
+
I
(Spanning)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B 1
2 3 4 5 6
KJIHGF
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
-
+
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4 5 6
K
A
E5AR-A4B-500
+
--+
100-240 VAC24 VAC/DC
BEDC
1 2
3 4
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
5 6 1 2 3 4 5 6
E53-ARCC E5AR-A4B-500
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
1 2
+
3
-
+
-
+
4
-
5 6
F
(Stroom)
E5AR-A4B-500
B 1
2 3 4 5 6
KJIHGF
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
-
++
PT
V
I
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4
-
5 6
K
TC
E5AR-Q43B-FLK E5AR-C43B-FLK
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
1 2 3 4
-
5 6
TC
K
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
E5AR-A4B-500
100-240 VAC
E53-ARCC3
B(+)
RS485
A(–)
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
E5AR-A4B-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6 F
A BEDC
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
A BEDC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B 1
2 3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
1 2 3 4
-
5 6
TC
K
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
12 Digitale Procesregelaars E5AR
E5AR-Q43DB-FLK E5AR-C43DB-FLK
E5AR-A4B-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA
OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6 F
A BEDC
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
(Stroom)
E5AR-A4B-500
E53-ARB4
EV3
EV4
EV5
EV6
KJIHGF
COM
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3 4 5 6
Event­ingangen
-
TC
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4 5 6
K
E5AR-A4B-500
100-240 VAC
A BEDC
1 2
3 4 5 6
E 1
2 3 4 5
1 2 3 4 5 6
6
E53-ARCC3
RS485
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
B(+)
A(–)
+
-
+
-
+
-
E5AR-QC43DB-FLK
E5AR-A4B-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+
--+
+
1
B(+)
-
A(–)
2
+
3
-
4
+
5
-
6 F
E53-ARCC E5AR-A4B-500
UIT4 Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT3 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
A BEDC
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 G
(Stroom)
E5AR-A4B-500
E53-ARB4
EV3
EV4
EV5
EV6
KJIHGF
COM
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B 1
2 3 4 5 6
Event­ingangen
-
TC
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
K
1 2 3 4 5 6
F
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B 1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
1 2 3 4
-
5 6
TC
K
(Thermokoppel)
COM
E 1
2 3 4 5 6
Digitale Procesregelaars E5AR 13
E5AR-Q43DW-FLK (2 regelkringen) E5AR-C43DW-FLK (2 regelkringen)
E5AR-A4W-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
A
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
BEDC
E5AR-A4W-500
Ingang 2
Ingang 1
E5AR-A4W-500
B
1 2 3 4 5 6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
K
JIHGF
EV6 COM
+
-
-
+
+
PTVI
-
-
++
PT
V
(Stroom)
I
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
(Thermokoppel)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1
-
2
+
3
TC
4
-
5 6
TC
K
E5AR-A4W-500
E53-ARCC3
RS485
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
B(+) A(–)
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6 F
A
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
BEDC
JIHGF
E5AR-A4W-500
+
-
Ingang 2
+
-
Ingang 1
I
(Stroom)
K
-
+
-
+
V
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-QQ43DW-FLK (2 regelkringen)
(Stroom)
JIHGF
+
-
+
-
I
E5AR-A4W-500
B
1 2 3 4 5 6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
K
EV6
COM
-
+
PTVI
-
+
PT
V
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1
-
2
+
3
TC
4
-
5 6
+
TC
K
(Thermokoppel)
E5AR-A4W-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA
OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
E53-ARQC
UIT4 Spanningsuitgang 12 V 40 mA
OUT3 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA, max. DC 500 (Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC24 VAC/DC
+
--+
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
BEDC
A
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
E5AR-A4W-500
1 2
+
Ingang 2
3
-
4
+
5
-
Ingang 1
6
G
E5AR-A4W-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3 4 5 6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
-
+
PTVI
TC
-
+
TC
PT
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
K
14 Digitale Procesregelaars E5AR
E5AR-CC43DWW-FLK (4 regelkringen) E5AR-QQ43DWW-FLK (4 regelkringen)
E5AR-A4W-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC3
RS485
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
E53-ARCC E5AR-A4WW-500
UIT4 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT3 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC24 VAC/DC
+
--+
BEDC
A
1 2 3 4
+
-
5 6
1
1
2
2
+
3
3
-
4
4
+
5
5
-
6
6 F
1 2
+
-
+
-
Ingang 2(K)
Ingang 4(J)
3 4 5
Ingang 1(K)
Ingang 3(J)
6 G
(Stroom)
K
JIHGF
+
-
-
+
+
I
-
-
+
I
(Spanning)
E5AR-A4WW-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3 4 5 6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4W-500
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1
-
2
+
3
TCPTV
4
-
5 6
+
TC
J, K
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC3
RS485
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
E53-ARCC E5AR-A4WW-500
UIT4 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT3 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
B(+)
A(–)
100-240 VAC24 VAC/DC
+
--+
BEDC
A
1 2 3 4
+
-
5 6
1
1
2
2
+
3
3
-
4
4
+
5
5
-
6
6
F
1 2
+
-
+
-
Ingang 2(K) Ingang 4(J)
3 4 5
Ingang 1(K) Ingang 3(J)
6 G
(Stroom)
JIHGF
+
-
+
I
-
I
E5AR-A4WW-500
B 1
2 3 4 5 6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
K
EV6
COM
-
+
-
+
PT
V
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-PR4DF E5AR-PRQ43DF-FLK
E5AR-PA4F-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR
OUT2
OUT1
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1
Relais­uitgangen
2
250 VAC 1 A
3 4 5 6
F
Sluiten
Openen
BEDC
E5AR-PA4F-500 Potentiometer
+
-
(Stroom)
I
E5AR-PA4F-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B 1
2 3 4 5 6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
KAJIHGF
COM
O
W
C
-
-
++
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
K
E5AR-PA4F-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
UIT4 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT3 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 G
B(+)
RS485
A(–)
OUT2
OUT1
A
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3 4 5 6
F
Sluiten
Openen
BEDC
JIHGF
K
E5AR-PA4F-500E53-ARRR3 Potentiometer
+
-
-
+
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
E 1
2 3 4 5 6
1
-
2
+
3
TCPTV
4
-
5 6
+
TC
(Thermokoppel)
J, K
E5AR-PA4F-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
COM
1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
O
1
W
2
C
3 4
-
5 6
+
TC
PT
K
(Thermokoppel)
E 1
2 3 4 5 6
Digitale Procesregelaars E5AR 15
Aansluitingen voor E5AR-procesregelaar met DeviceNet
E5AR-Q4B-DRT E5AR-C4B-DRT
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
COM
1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
1 2 3 4
-
5 6
TC
K
(Thermokoppel)
E5AR-A4B-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 F
A BEDC
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermokoppel)
E5AR-A4B-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
1 2
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
+
3
-
4
+
5
-
6
F
A BEDC
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
COM
1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
1 2 3 4
-
5 6
TC
PT
K
(Thermokoppel)
E5AR-QC4B-DRT
E5AR-A4B-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA
OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
F
E53-ARCC
UIT4 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT3 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
A BEDC
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
G
KJIHGF
E5AR-A4B-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E5AR-A4B-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
COM
1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscher ming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
1 2 3 4
-
5 6
TC
K
(Thermokoppel)
16 Digitale Procesregelaars E5AR
E5AR-QQ4W-DRT (2 regelkringen) E5AR-CC4WW-DRT (4 regelkringen)
E5AR-A4W-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
100-240 VAC 24 VAC/DC
+
--+
1 2
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA
OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
E53-ARQC
UIT4 Spanningsuitgang 12 V 40 mA
OUT3 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
+
3
-
4
+
5
-
6
F
BEDC
A
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
E5AR-A4W-500
1 2
+
Ingang 2
3
-
4
+
5
-
Ingang 1
6
G
E5AR-A4W-500
B
1 2 3 4 5 6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
K
JIHGF
+
-
-
+
+
PTVI
-
-
++
PT
V
(Stroom)
I
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
(Thermokoppel)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1
-
2
+
3
TC
4
-
5 6
TC
K
E5AR-A4WW-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
E53-ARCC E5AR-A4WW-500
UIT4 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT3 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
BEDC
+
A
1 2 3 4 5 6
1
1
2
2
+
3
3
-
4
4
+
5
5
-
6
6 F
1 2
+
-
+
-
Ingang 2(K) Ingang 4(J)
3 4 5
Ingang 1(K) Ingang 3(J)
6 G
(Stroom)
K
JIHGF
+
-
-
+
+
I
-
-
+
I
(Spanning)
E5AR-A4WW-500
E53-ARDRT
V
(Weerstandsthermometer)
E5AR-PR4F-DRT E5AR-PRQ4F-DRT
E5AR-PA4F-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR
OUT2
OUT1
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3 4 5 6
F
Sluiten
Openen
BEDC
E5AR-PA4F-500 Potentiometer
+
-
(Stroom)
I
E5AR-PA4F-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B 1
2 3 4 5 6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
KAJIHGF
O
W
C
-
-
++
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4 5 6
K
E5AR-PA4F-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
UIT4 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT3 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 G
OUT2
OUT1
A
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3 4 5 6
F
Sluiten
Openen
BEDC
JIHGF
E5AR-PA4F-500E53-ARRR Potentiometer
+
-
-
+
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
COM
1
SUB1
2
SUB2
3
COM
4
SUB3
5
SUB4
6
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
1
-
2
+
3
TCPTV
4
-
5 6
+
TC
PT
(Thermokoppel)
J, K
E5AR-PA4F-500
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3 4 5 6
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
K
O
W
C
-
+
TC
PT
V
(Thermokoppel)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4 5 6
K
Digitale Procesregelaars E5AR 17
Afmetingen
Opmerking: Alle eenheden zijn in millimeters, tenzij anders aangegeven.
120 min.
96
Paneeluitsparingen
+0,8
92
0
11,5 95 (99)*
96
110 min.
+0,8
92
0
3
2
* De waarde tussen haakjes heeft betrekking op procesregelaars die compatibel zijn met DeviceNet.
De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
Groepsmontage is niet mogelijk. (Houd rekening
met de opgegeven montageruimte tussen de procesregelaars.)
Als er twee of meer procesregelaars worden gemonteerd, moet u controleren of de omgevings­temperatuur niet boven de maximale bedrijfs­temperatuur komt die wordt vermeld in de specificaties.
110
Aansluitklemafdekkap (E53-COV14; apart te bestellen)
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
111
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
Afmeting schroefaansluiting: M3
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet, achterpaneel
MS/NS-indicatoren Boven: MS Onder: NS
Connector voor DeviceNet­communicatie
Hiermee worden de DeviceNet­communicatiekabels aangesloten. De stroomvoorziening voor DeviceNet-communicatie verloopt ook via deze connector. Bij procesregelaars die compatibel zijn met DeviceNet, wordt een connector meegeleverd van het type FKC
2.5/5-STF-5.08 AU M (PHOENIX CONTACT).
Rubberen pakking (apart verkrijgbaar)
Y92S-P4 (voor E5AR)
Als u de rubberen pakking kwijt bent of als deze beschadigd is, kan deze met het vol­gende modelnummer worden besteld: Y92S-P4.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving kan de rubberen pakking verslechteren, krimpen of verharden en om de waterdichtheid te garanderen die in NEMA4 is gespecificeerd, wordt u aangeraden de pakking regelmatig te vervangen.
Opmerking: De rubberen pakking wordt bij
de regelaar geleverd.
Afdekkap voor aansluitklem (apart verkrijgbaar)
E53-COV14 (voor E5AR)
95
95
Unitlabelvel (apart verkrijgbaar)
Y92S-L1
11,8
4,8
28,5
10,1
18 Digitale Procesregelaars E5AR
Digitale Procesregelaars
E5ER
E5ER Digitale Procesregelaars bieden een hoge snelheid, zijn zeer nauwkeurig, beschikken over meervoudige I/O en zijn voorzien van een LCD-display met 5 cijfers en 3 regels voor een uitstekende visuele weergave.
• Door een korte samplingperiode van 50 ms kunt u deze bij toepassingen gebruiken die een hoge responssnelheid vereisen.
• PV-, SP- en MV-gegevens worden tegelijkertijd weergegeven in een negatief LCD-display met 3 regels met achtergrondverlichting.
• Meerpuntsregeling, cascade en proportionele regelingen zijn mogelijk met een enkele regelaar.
• Wanneer u modellen gebruikt met communicatiefuncties, is het mogelijk instellingen te downloaden en instellingen te maskeren met de configuratiesoftware (ThermoTools).
• Standaard uitgerust met rekenfuncties (bijv. vierkantswortels en lineaire interpolatie).
• DeviceNet-communicatie instellen en monitoren van data zonder speciale programmeerhandelingen.
Verkrijgbare uitvoeringen
Opbouw typenummer
E5ER-@@@@@@@@@-@@@
234 5 1067891
1. Constante waarden/Programma
Geen: Constante waarden
2. Besturingsmethode
Blanco: Standaardregeling of verwarmings- en koelregeling P: Klepsturingsregeling
3. Uitgang 1
R: DPST-NO-relaisuitgangen Q: Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom C: Stroom en stroomuitgangen
4. Uitgang 2
Blanco: Geen R: Relais Q: Pulsspanning en uitgangen voor pulsspanning/-stroom C: Stroom en stroomuitgangen
5. Hulpuitgangen
Blanco: Geen 4: 4PST-NO-relaisuitgangen T: 2 transistoruitgangen
6. Optionele functie 1
Blanco: Geen 3: RS485-communicatie
7. Optionele functie 2
Blanco: Geen D: 4 event-ingangen
8. Ingang 1
B: Multi-ingang en 2 event-ingangen F: Multi-ingang en potentiometeringang W: Multi-ingang en multi-ingang
9. Ingang 2
Blanco: Geen W: Multi-ingang en multi-ingang
10.Communicatiemethode
Blanco: Geen FLK: RS485 (CompoWay F/MODBUS) DRT: DeviceNet
Digitale Procesregelaars E5ER 19
Bestelinformatie
Digitale Procesregelaars
Standaardregelaars
Afmeting Besturings-
48 × 96 mmBasisrege-
Opmerking 1. Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
type
Standaardregeling met één enkele laar (1 regel­kring)
Regeling met 2 regelkringen
Klepsturings­regeling (1 regelkring)
nummers voor 24 VAC/VDC.
2. Deze modellen zijn alleen voor 100 tot 240 VAC.
3. De hulpuitgangen zijn transistoruitgangen.
regelkring
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Regeling met één enkele regelkring en
Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Klepsturingsregeling met één enkele
regelkring
Besturingsmodus Uitgangen (rege-
ling/transmissie)
2 punten: pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 2 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 2 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom 2 punten: stroom en
stroom 4 punten:
pulsspanning en pulsspanning/
-stroom en stroom (2 punten)
2 punten: pulsspanning en pulsspanning/­stroom
2 punten: stroom en stroom
Relaisuitgang (1 open, 1 gesloten)2 (zie
Relaisuitgang (1 open, 1 gesloten) en stroomuitgang (retransmissie) (1 punt)
Optionele functies Model
Hulpuit-
gangen
(SUB)
42NeeE5ER-Q4B
2 (zie opm. 3)
4 2 E5ER-QC43B-FLK
2 (zie opm. 3)
opm. 3) 4 Nee RS485 E5ER-PRQ43F-FLK
Event­ingan-
6 E5ER-QT3DB-FLK
4 RS485 E5ER-QT3DW-FLK
4 Nee E5ER-PRTDF
Seriële
commu-
gen
nicatie
E5ER-C4B
RS485 E5ER-Q43B-FLK
(zie opm. 2.)
E5ER-C43B-FLK (zie opm. 2.)
(zie opm. 2.)
E5EAR-CT3DB­FLK (zie opm. 2.)
E5ER-CT3DW-FLK
20 Digitale Procesregelaars E5ER
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet
Afmeting Besturings-
48 × 96 mmBasisrege-
Opmerking 1. Geef bij uw bestelling de specificaties voor de voedingsspanning op. De modelnummers voor 100 tot 240 VAC verschillen van de
type
Standaardregeling met één enkele laar (1 regel­kring)
Regeling met 2 regelkrin­gen
Klepstu­ringsrege­ling (1 regel­kring)
nummers voor 24 VAC/VDC.
2. De hulpuitgangen zijn transistoruitgangen.
regelkring
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Standaardregeling met twee
regelkringen
Verwarmings- en koelregeling met één
enkele regelkring
Cascaderegeling met één enkele
regelkring
Standaardregeling met één enkele
regelkring en Remote SP
Proportionele regeling met één enkele
regelkring
Klepsturingsregeling met één enkele
regelkring
Besturingsmodus Uitgangen (rege-
ling/transmissie)
2 punten: pulsspanning pulsspanning/
-stroom 2 punten:
stroom stroom
2 punten: pulsspanning pulsspanning/
-stroom 2 punten:
stroom stroom
Relaisuitgang (1 open, 1 gesloten)
Optionele functies Model
Hulpuit-
gangen
(SUB)
2 (Zie opm. 2)
2 (Zie opm. 2)
2 (Zie opm. 2)
Event­ingan-
gen
2 Ja E5ER-QTB-DRT
Geen Ja E5ER-QTW-DRT
Geen Ja E5ER-PRTF-DRT
Device-
Net-com-
municatie
E5ER-CTB-DRT
E5ER-CTW-DRT
Kalibratieresultaten
Het kalibratierapport kan tegelijk met de Digitale Procesregelaar worden besteld met behulp van het volgende modelnummer.
Kalibratierapport (apart verkrijgbaar)
Omschrijvingen Model
Kalibratierapport voor E5ER E5ER-K
Afdekkap voor aansluitklem (apart verkrijgbaar)
Omschrijvingen Model
Aansluitklem afdekkap voor E5ER E53-COV15
Digitale Procesregelaars E5ER 21
Specificaties
Toegestane waarden
Item Voedingsspanning
Aansluitspanningsbereik 85% tot 110% van de nominale voedingsspanning Opgenomen vermogen 17 VA max. (met maximale belasting) 11 VA/7 W max. (met maximale belasting) Sensoringang (zie opm. 2) Thermokoppel: K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W
Regeluitgang Spanningsuitgang
(puls) Stroomuitgang 0 tot 20 mA DC, 4 tot 20 mA DC; belasting: 500 max. (inclusief retransmissie-uitgang)
Relaisuitgang Klepsturingsregeling modellen (open, gesloten)
Hulpuitgang Relaisuitgang
Potentiometeringang 100 tot 2,5 k Event-ingang Contact Ingang AAN: 1 k max.; UIT: 100 k min.
Contactvrij Ingang AAN: Restspanning van 1,5 V max.; UIT: Lekstroom van 0,1 mA max.
Remote SP Zie de informatie op de sensoringang. Retransmissie-uitgang Zie de informatie op de besturingsuitgang. Besturingsmethode 2-PID of AAN/UIT-regeling Instelmethode Digitale instelling met druktoetsen op het frontpaneel of instelling met seriële communicatie Indicatiemethode 7-segments digitaal display en een indicator met enkele verlichting
Overige functies Hangt af van model. Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf 10 tot 55°C (zonder ijs- of condensvorming)
Omgevingsvochtigheidsgraad 25% tot 85% Opslagtemperatuur 25 tot 65°C (zonder ijs- of condensvorming)
Opmerking 1. De voedingsspanning (d.w.z. 100 tot 240 VAC of 24 VAC/VDC) hangt af van het model. Zorg ervoor dat u bij het bestellen het
benodigde type opgeeft.
2. De regelaar is uitgerust met meerdere sensoringangen. De temperatuuringang of analoge ingang kan worden geselecteerd met de instellingsschakelaar voor het ingangstype. Er is voorzien in standaardisolatie tussen de voedingsspanning en ingangsklemmen, voedingsspanning en uitgangsklemmen en tussen de ingangs- en de uitgangsklemmen.
(zie opm. 1)
Platina weerstandsopnemer: Pt100 Stroomingang: 4 tot 20 mA DC, 0 tot 20 mA DC (inclusief SP-ingang op afstand) Spanningsingang: 1 tot 5 VDC, 0 tot 5 VDC, 0 tot 10 VDC (inclusief SP-ingang op afstand) (Ingangsimpedantie: 150 voor stroomingang, ong. 1 M voor spanningsingang)
12 VDC, 40 mA max. met kortsluitbeveiliging (E5AR-QQ@WW-@: 21 mA max.)
(Resolutie: ong. 54.000 voor 0 tot 20 mA DC; ong. 43.000 voor 4 tot 20 mA DC)
N.O., 250 VAC, 1 A (inclusief inschakelstroom)
N.O., 250 VAC, 1 A (ohmse belasting) Transistoruitgang
Maximale belastingsspanning: 30 VDC; Maximale belastingsstroom: 50 mA; Restspanning: 1,5 V max.; Lekstroom: 0,4 mA max.
Kortsluiting: ong. 4 mA
Tekenhoogte display 1: 9,5 mm; display 2: 7,2 mm; display 3: 7,2 mm
3 jaar verzekerd van gebruik: 10 tot 50°C (zonder ijs- of condensvorming)
100 tot 240 VAC, 50/60 Hz 24 VAC, 50/60 Hz; 24 VDC
22 Digitale Procesregelaars E5ER
Ingangsbereiken
De E5ER heeft meerdere ingangen. De standaardinstelling is 2 (K-type thermokoppel, 200,0 tot 1300,0 °C of 300,0 tot 2300,0 °F).
Platina weerstandsopnemeringang
Ingang Pt100 bereik °C 200,0 tot
850,0
°F 300,0 tot
1500,0
Instelling 01
Minimale insteleenheid
0,1 0,01
(SP en alarm) Instellingsschakelaar ingangstype Instellen op
TC.PT.
Thermokoppel ingang
Ingang K J T E L U N R S B W bereik °C 200,0
tot 1300,0
°F 300,0
tot 2300,0
Instelling 2 34 5678 91011121314
Minimale in-
0,1
steleenheid (SP en alarm)
Instellings-
Instellen op TC.PT.
schakelaar ingangstype
20,0 tot 500,0
0,0 tot 900,0
100,0 tot 850,0
100,0 tot 1500,0
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
20,0 tot 400,0
0,0 tot 750,0
150,0 tot 150,0
199,99 tot 300,0
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
200,0 tot 400,0
300,0 tot 700,0
0,0 tot 600,0
0,0 tot 1100,0
100,0 tot 850,0
100,0 tot 1500,0
200,0 tot 400,0
300,0 tot 700,0
200,0 tot 1300,0
300,0 tot 2300,0
0,0 tot 1700,0
0,0 tot 3000,0
0,0 tot 1700,0
0,0 tot 3000,0
100,0 tot 1800,0
300,0 tot 3200,0
0,0 tot 2300,0
0,0 tot 4100,0
Stroom/Spanningsingang
Ingang Stroom Spanning bereik 4 tot 20 mA 0 tot 20 mA 1 tot 5 V 0 tot 5 V 0 tot 10 V Instelling 15 16 17 18 19
Instellingsschakelaar ingangstype
Instellen op ANALOOG.
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
Digitale Procesregelaars E5ER 23
Kenmerken
Meetnauwkeurigheid Thermokoppel ingang met koude-lascompensatie: (±0,1% van PV of ±1°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max. (zie opm. 1.)
Besturingsmodus Standaardregeling (verwarmings- of koelregeling), verwarmings-/koelregeling, standaardregeling met Remote SP (modellen met 2 ingangen),
Cyclustijd 0,2 tot 99,0 s (in units van 0,1 s) voor tijdsproportionele regeluitgang Proportionele band (P) 0,00% tot 999,99% FS (in units van 0,01% FS) Integraaltijd (I) 0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s) Diffentiatie tijd (D) 0,0 tot 3.999,9 s (in units van 0,1 s) Hysteresis 0,01% tot 99,99% FS (in units van 0,01% FS) Handmatige reset-waarde 0,0% tot 100,0% FS (in units van 0,1% FS) Bereik alarminstelling 19.999 tot 99.999 EU (zie opm. 3.)
Ingang samplingperiode 50 ms Isolatieweerstand 20 M min. (bij 500 V gelijkstroom) Diëlektrische sterkte 2,000 VAC, 50/60 Hz voor 1 min (tussen geladen aansluitklemmen met verschillende polariteit)
Trillingsbestendigheid
Schokbestendigheid Inschakelstroom 100 tot 240 VAC-modellen: 50 A max.
Gewicht E5AR:
Beschermingsgraad Frontpaneel: NEMA4X voor gebruik binnenshuis (gelijk aan IP66); Achterzijde behuizing: IP20; Aansluitklemmen: IP00 Geheugenbeveiliging Niet-vluchtig geheugen (aantal schrijfprocedures: 100,000) Relevante normen UL3121-1, CSA C22.2 Nr. 1010-1
EMC EMI: EN61326
Thermokoppel ingang zonder koude-lascompensatie: (±0,1% van FS of ±1°C, afhankelijk van welke kleiner is) ±1 cijfer max. (zie opm. 2.) Analoge ingang: ±0,1% FS ±1 cijfer max. Platina weerstandsopnemeringang: (±0,1% van PV of ±0,5°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max. Positie-proportionele potentiometeringang: ±5% FS ±1 cijfer max.
verwarmings-/koelregeling met Remote SP (modellen met 2 ingangen), standaard cascaderegeling (modellen met 2 ingangen), cascade verwarmings-/koelregeling (modellen met 2 ingangen), proportionele regeling (modellen met 2 ingangen), klepsturingsregeling (alleen klepsturingsmodellen)
(De positie van de decimaalpunt hangt af van het ingangstype en de positie-instelling van het decimaalpunt).
2
10 tot 55 Hz, 20 m/s
2
elk in de X-, Y- en Z-richting, 3 keer per richting
100 m/s
24 VAC/VDC-modellen: 30 A max.
Alleen regelaar: ong. 450 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 30 g E5ER: Alleen regelaar: ong. 330 g; Montagebeugel: ong. 60 g; Aansluitklem afdekkap: ong. 16 g
EN61010-1 (IEC61010-1): Vervuilingsgraad 2/overspanningscategorie 2
Sterkte uitgestraalde interferentie elektromagnetisch veld: EN55011 groep 1 klasse A Storing klemspanning: EN55011 groep 1 klasse A
EMS: EN61326
Diëlektrische sterkte: EN61000-4-2: 4 kV contactontlading (testniveau 2)
Elektromagnetische immuniteit: EN61000-4-3: 10 V/m (amplitudegemoduleerd, 80 MHz tot 1 GHz,
Bestendigheid tegen stoorpulsen: EN61000-4-4: 2 kV voedingslijn (testniveau 3)
Bestendigheid tegen storingen door geleiding: EN61000-4-6: (0,15 tot 80 MHz) (testniveau 3) Bestendigheid tegen spanningspieken: EN61000-4-5: 1 kV kabel naar kabel (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang)) (testniveau 2)
Bestendigheid tegen magnetische velden van stroomfrequenties: EN61000-4-8: 30 A/m (50 Hz) continue veldsterkte Bestendigheid tegen spanningsuitval/-onderbreking: EN61000-4-11: 0,5 cyclus, 100% (nominale spanning)
voor 10 min. elk in de X-, Y- en Z-richting
8 kV luchtontlading (testniveau 3)
1,4 GHz tot 2 GHz) (testniveau 3)
2 kV uitgangslijn (relaisuitgang) (testniveau 4) 1 kV meetlijn, I/O-signaallijn (testniveau 4) 1 kV communicatielijn (testniveau 3)
2 kV kabel naar aarde (voedingslijn, uitgangslijn (relaisuitgang)) (testniveau 3)
Opmerking 1. Thermokoppel K, T of N bij −100°C max.: ±2°C ±1 cijfer max.
Thermokoppel U of L: ±2°C ±1 cijfer max. Thermokoppel B bij 400°C max.: Geen nauwkeurigheidsspecificatie. Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±3°C ±1 cijfer max. Thermokoppel U of L: (±0,3% van PV of ±3°C, afhankelijk van welke groter is) ±1 cijfer max.
2. Thermokoppel U of L: ±1°C ±1 cijfer Thermokoppel R of S bij 200°C max.: ±1,5°C ±1 cijfer
3. 'EU' (Engineering Unit = Eenheid) geeft de eenheid volgens de schaalindeling weer. Als er een temperatuursensor wordt gebruikt, is dit °C of °F.
Communicatiespecificatie
RS485 seriële communicatie
Verbinding overdrachtsweg Meerdere punten Communicatiemethode RS485 (tweedraads, half-duplex) Synchronisatiemethode Start/stop-synchronisatie Baudrate 9.600, 19.200, of 384.000 bps
Transmissiecode Aantal databits 7 of 8 bits Aantal stopbits 1 of 2 bits
Foutdetectie Verticale pariteit (geen, even, oneven)
Flow controle Geen Interface RS485 Herhalingsfunctie Geen
24 Digitale Procesregelaars E5ER
ASCII (CompoWay/F), RTU Remote Terminal Unit (MODBUS)
Blockchecksum (BCC) Dataformaat start/stop-synchronisatie
DeviceNet
Item Specificaties
Communicatieprotocol Conform DeviceNet Communicatiefuncties Decentrale I/O-
communicatie
I/O-toewijzingen I/O-gegevens toewijzen met de Configurator.
Berichten Explicit Message communications
Type aansluiting Combinatie van multi-drop- en T-branch aansluitingen (hoofd- en aftaklijnen) Baudrate DeviceNet: 500, 250 of 125 kbps of automatische detectie van master-baudrate Communicatiemedia Speciale 5-aderige kabel (2 signaallijnen, 2 voedingslijnen en 1 afschermingslijn) Communicatieafstand Baudrate Lengte van netwerk Lengte van Dropline Totale lengte van
Voedingsspanning Voedingsspanning van DeviceNet: 24 VDC Toegestane spanningsbereik Voedingsspanning van DeviceNet: 11 tot 25 VDC Stroomverbruik Max. 50 mA (24 VDC) Maximum aantal nodes dat kan worden
verbonden Maximum aantal slaves dat kan worden
verbonden Foutcontrole CRC-foutdetectie Voedingsspanning Voeding geleverd door DeviceNet-communicatieconnector.
Master-slaveverbindingen (polling, bit-strobe, COS of cyclisch)
Conform DeviceNet-specificaties
Kan alle gegevens toewijzen, zoals parameters, die betrekking hebben op het DeviceNet- en
het variabele-gebied van de Digitale Procesregelaar.
Maximaal 2 blokken voor het IN-gebied, in totaal maximaal 100 worden.
Eén blok voor het OUT-gebied, maximaal 100 woorden (het eerste woord wordt altijd toege-
wezen aan - Output Enable bits).
CompoWay/F-communicatiecommando’s kunnen worden verzonden (commando’s worden verzonden in een explicit message format).
Dropline 500 kbps max. 100 m (max. 100 m) max. 6 m max. 39 m 250 kbps max. 250 m (max. 100 m) max. 6 m max. 78 m 125 kbps max. 500 m (max. 100 m) max. 6 m max. 156 m De waarden tussen haakjes zijn van toepassing wanneer er dunne kabels worden gebruikt.
64 (inclusief eventuele Configurator)
63
Digitale Procesregelaars E5ER 25
Aansluitklemmen
Aansluitingen voor E5ER-standaardprocesregelaar
E5ER-Q4B E5ER-C4B
E5ER-AB-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
E53-ARQC
1
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
A
E53-ARR4
B
B
1 2 3 4 5 6
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4
-
5 6
TC
E
(Thermokoppel)
E5ER-AB-500
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
BA
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
EDC
E5ER-AB-500
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 C
Event-ingangen
+
-
-
++
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARR4
B
1 2 3 4 5 6
EV1
EV2
COM
PT
V
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4
-
5 6
TC
E
(Thermokoppel)
E5ER-Q43B-FLK E5ER-C43B-FLK
E5ER-AB-500
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC
B(+)
A(–)
A B
1 2
3 4
+
-
+
-
+
-
5
1
6
2
1
3
2
4
3
5
4
6
5
C
6
E53-ARR4
B
1 2 3 4 5 6
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4
-
5 6
TC
E
(Thermokoppel)
E5ER-AB-500
100-240 VAC
E53-ARCC3
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
RS485
B(+)
A(–)
A B
1 2
3 4 5 6 1
E53-ARR4
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3 4 5 6
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
2 3 4 5 6
EDC
+
-
+
-
+
-
E5ER-AB-500
1 2 3 4 5 6
C
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermokoppel)
-
TC
(Thermokoppel)
1 2 3 4 5 6
E
26 Digitale Procesregelaars E5ER
E5ER-QT3DB-FLK E5ER-CT3DB-FLK
E5ER-AB-500
E53-ARQC3
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
100-240 VAC
+
B(+)
RS485
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
E53-ART2
A(–)
SUB1
SUB2
-
+
-
+
-
1 2 3 4 5 6
C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 D
AB
1 2
3 4 5 6 1
2
3 4 5 6
D
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
-
TC
(Thermokoppel)
B
E5ER-AB-500
100-240 VAC
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
E
E53-ARCC3
RS485
OUT2 Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500
(Overschakelen door uitgangstype-instelling)
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
B(+)
A(–)
SUB1
SUB2
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6
C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 D
E5ER-QC43B-FLK
E5ER-AB-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
E53-ARCC
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype­instelling)
24 VAC/DC
+
B(+)
A(–)
+--
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6 C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 D
AB
1 2
3 4 5 6 1
2
3 4 5 6
E53-ARR4
B 1
2 3 4 5 6
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
EV1
EV2
COM
+
-
-
++
PT
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4
-
5 6
TC
E
(Thermokoppel)
1 2
3 4 5 6 1
2
3 4 5 6
D
AB
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
+
-
-
++
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
EV1
EV2
COM
PT
-
TC
(Thermokoppel)
B
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
E
Digitale Procesregelaars E5ER 27
E5ER-QT3DW-FLK (2 regelkringen) E5ER-CT3DW-FLK (2 regelkringen)
EDC
(Stroom)
+
-
+
I
-
I
E53-ARB4
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
-
+
-
+
PT
V
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
B 1
2 3 4 5 6
-
+
TCPTV
-
+
TC
(Thermokoppel)
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC3
RS485
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
1 2 3 4 5 6
E
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
B(+)
-
A(–)
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1 2 3 4 5 6
C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
D
A
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
B
ED
+
-
+
-
(Stroom)
I
I
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
-
+
-
+
(Spanning)
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC3
RS485
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang
4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
24 VAC/DC
+--
+
B(+)
A(–)
SUB1
SUB2
100-240 VAC
+
1
-
2
+
3
-
4
+
5
-
6 C
+
-
+
-
1 2 3 4 5 6
D
AB
1 2
3 4 5 6 1 2
3 4 5 6
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
D
E5ER-PRTDF E5ER-PRQ43F-FLK
E5ER-PAF-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR
24 VAC/DC
+--
+
100-240 VAC
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
OUT2
OUT1
Sluiten
4 5
Openen
6 C
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
E53-ARB4
BA
1 2
3 4 5 6
Event­ingangen
EV3
EV4
EV5
EV6
COM
B
1 2 3 4 5
6 1 2 3 4 5 6
EDC
E5ER-PAF-500
D
Potentiometer
+
-
-
+
I
(Spanning)
(Stroom)
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
-
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
O
1
W
2
C
3 4 5 6
+
TC
E
E5ER-PAF-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR3
B(+)
RS485
A(–)
OUT2
OUT1
+
+--
+
-
100-240 VAC24 VAC/DC
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3 4 5 6
Sluiten
Openen
C
E53-ARQC
UIT4 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT3 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-
instelling)
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 D
AB
1 2
3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
E5ER-PAF-500 Potentiometer
+
-
I
(Stroom)
EDC
-
+
V
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARB4
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARR4
Hulpuitgangen (Relaisuitgangen)
B
1 2 3 4 5 6
O
W
C
-
+
TC
PT
(Thermokoppel)
B 1
2 3 4 5 6
1
-
2
+
3
TCPTV
4
-
5 6
+
TC
E
COM
SUB1
SUB2
COM
SUB3
SUB4
1 2 3 4 5 6
E
28 Digitale Procesregelaars E5ER
Aansluitingen voor E5ER-procesregelaar met ondersteuning van DeviceNet
E5ER-QTB-DRT E5ER-CTB-DRT
E5ER-AB-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
24 VAC/DC
+--
+
SUB1
SUB2
100-240 VAC
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6 C
+
-
+
-
1 2 3 4 5 6
D
1 2
3 4 5 6 1
2
3 4 5 6
D
AB
EDC
E5ER-AB-500
Event-ingangen
+
-
-
++
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
EV1
EV2
COM
PT
-
TC
(Thermokoppel)
1 2 3 4 5 6
E
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1 2 3 4 5 6
C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
A
1 2
3 4 5 6 1 2
3 4 5 6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
D
E53-ARDRT
B
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
ED
+
-
-
+
+
I
-
-
+
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
PT
-
+
TCPTV
-
+
TC
(Thermokoppel)
1 2 3 4 5 6
E
E5ER-QTW-DRT (2 regelkringen) E5ER-CTW-DRT (2 regelkringen)
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARQC
OUT2 Spanningsuitgang 12 V 40 mA OUT1 Spanningsuitgang 12 V 40 mA of Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door
uitgangstype-instelling)
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1 2 3 4 5 6
C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
A
1 2
3 4 5 6 1
2
3 4 5 6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
D
E53-ARDRT
B
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
ED
+
-
-
+
+
I
-
-
+
V
I
(Spanning)
(Stroom)
(Weerstandsthermometer)
PT
-
+
TCPTV
-
+
TC
(Thermokoppel)
E5ER-AW-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARCC
OUT2 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling) OUT1 Stroomuitgang 4-20 mA DC, max. 500 0-20 mA DC, max. 500 (Overschakelen door uitgangstype-instelling)
1 2 3 4 5 6
E
100-240 VAC24 VAC/DC
+--
+
+
-
+
-
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
1 2 3 4 5 6
C
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
D
A
1 2
3 4 5 6 1 2
3 4 5 6
C
E5ER-AW-500
Ingang 2
Ingang 1
B
ED
(Stroom)
+
-
+
I
-
I
E53-ARDRT
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
-
-
+
+
-
-
+
+
TC
PT
V
(Thermokoppel)
(Spanning)
(Weerstandsthermometer)
1 2 3
TCPTV
4 5 6
E
Digitale Procesregelaars E5ER 29
E5ER-PRTF-DRT
E5ER-PAF-500
Voedingsspanning ingang is afhankelijk van het model. 100 tot 240 V AC of 24 V AC/DC (geen polariteit)
E53-ARRR
OUT2
OUT1
100-240 VAC
24 VAC/DC
+--
+
1
Relaisuitgang
2
250 VAC 1 A
3
Sluiten
4 5
Openen
6 C
E53-ART2
Hulpuitgangen (Transistoruitgangen)
SUB1
SUB2
E53-ARDRT
BA
1 2
3 4
DeviceNet-connector Rood (V+) Wit (CAN H)
(Afscherming) Blauw (CAN L) Zwart (V−)
5 6 1 2 3 4 5 6
EDC
E5ER-PAF-500
D
Potentiometer
+
-
-
+
I
(Spanning)
(Stroom)
1 2
+
3
-
4
+
5
-
6
D
-
PT
V
(Thermokoppel)
(Weerstandsthermometer)
O
1
W
2
C
3 4 5 6
+
TC
E
30 Digitale Procesregelaars E5ER
Afmetingen
Regelaars die compatibel zijn met DeviceNet, achterpaneel
O
S
-
e
Hiermee worden de DeviceNet-
Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.
48
96
11,5 95 (99)*
3
2
110
Aansluitklemafdekkap (E53-COV15; apart te bestellen)
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
111
* De waarde tussen haakjes heeft betrekking op
Paneeluitsparingen
+0,8
45
0
60 min.
procesregelaars die compatibel zijn met DeviceNet.
120 min.
De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
Groepsmontage is niet mogelijk. (Houd rekening met de
opgegeven montageruimte tussen de procesregelaars.)
+0,8
92
0
Als er twee of meer procesregelaars worden gemonteerd, moet u controleren of de omgevingstemperatuur niet boven de maximale bedrijfstemperatuur komt die wordt vermeld in de specificaties.
Rubberen pakking (apart verkrijgbaar)
Y92S-P5 (voor E5ER)
Als u de rubberen pakking kwijt bent of als deze beschadigd is, kan deze met het volgende modelnum­mer worden besteld: Y92S-P5.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving kan de rubberen pakking verslechteren, krimpen of verharden en om de waterdichtheid te garanderen die in NEMA4 is gespecificeerd, wordt u aangeraden de pakking regel­matig te vervangen.
Opmerking: De rubberen pakking wordt bij de rege-
laar geleverd.
Afmeting schroefaansluiting: M3
MS/NS-indicatoren Boven: MS
nder: N
ctor voor DeviceNet
nicati
communicatiekabels aangesloten. De stroomvoorziening voor DeviceNet-communicatie verloopt ook via deze connector. Bij procesregelaars die compatibel zijn met DeviceNet, wordt een connector meegeleverd van het type FKC 2.5/5-STF-5.08 AU M (PHOENIX CONTACT).
Unitlabelvel (apart verkrijgbaar)
Y92S-L1
11,8
4,8
Afdekkap voor aansluitklem (apart verkrijgbaar)
E53-COV15 (voor E5ER)
28,5
10,1
48
95
Digitale Procesregelaars E5ER 31
32 Digitale Procesregelaars E5ER
Algemene gegevens van de E5AR/E5ER
Functies/prestaties
Zeer snelle sampling binnen 50 ms voor een stabiele regeling van toepassingen die een hoge responssnelheid vereisen
De E5@R-DRT biedt zeer snelle sampling binnen 50 ms voor 4 regelkringen (twee- tot vijfmaal sneller dan vorige OMRON-produc­ten). Dit is optimaal voor regelprocessen zoals regelingen met hoge responssnelheid in keramische verwarmingselementen, debietrege­ling en drukregeling.
Nauwkeurige regeling door temperatuuringangen/ analoge ingangen met een hoge resolutie. Extractie van vierkantswortel voor debietregeling.
Nauwkeurige regeling/transmissie dankzij de hoge resolutie en nauwkeurigheid van de ingangen (Pt100, 0,01°C-resolutie) en de hoge resolutie van de uitgangswaarden, alsmede de externe correc­tiefunctie voor overschrijdingen. De analoge ingangen beschikken over een hoge resolutie (weergave met vijf cijfers bij een resolutie van 0,01% voor Pt) en een hoge nauwkeurigheid van ±0,1% FS (twee- tot driemaal beter dan de vorige OMRON-producten). De transmissie- en regeluitgangen heb­ben ook een hoge resolutie van 1/43.000 (voor 4 tot 20 mA, een ver­betering van een factor 20 ten opzichte van de vorige OMRON­producten). Naast PID-autotuning beschikt de regelaar over interfe­rentieparameters om de weerstand tegen externe interferentie te ver­beteren. Hierdoor is een hoge resolutie beschikbaar bij het meten, het detecteren van wijzigingen of het registreren van de interne tem­peratuur of vochtigheidsgraad van apparaten, zoals meetapparatuur voor milieuonderzoek.
Gelijktijdige digitale weergave van PV's en SP's met vijf cijfers
Proceswaarden (PV's), Setpoints (SP's) en regelgrootheden (MV's)/ banknummers worden gelijktijdig weergegeven op een digitaal dis­play met drie regels. Hiermee worden de PID-tuning en het monito­ren van de regelaarstatus vereenvoudigd. De informatie wordt op visueel overzichtelijke wijze weergegeven dankzij het negatieve LCD-display met achtergrondverlichting en de gelijktijdige weergave van een staafdiagram (alleen E5AR).
Meerpuntsregeling, cascaderegeling en proportionele regelingen zijn mogelijk met één unit die beschikt over 2 temperatuuringangen/analoge ingangen. Standaardre­geling van 4 regelkringen is mogelijk met één unit die beschikt over 4 ingangen (zie opmerking) en bovendien is klepsturingsregeling beschikbaar.
Deze serie bevat modellen met 1, 2 of 4 temperatuuringangen/ana­loge ingangen (zie opmerking). In de software-instellingen kunnen diverse besturingsmodi worden geselecteerd, waaronder standaard­regeling, verwarmings- en koelregeling, cascaderegeling, proportio­nele regeling en remote SP regeling. Hierdoor is meerpuntsregeling (alleen voor E5AR maximaal vier ingangen), cascaderegeling en proportionele regeling mogelijk met één unit.
Bij meerpuntsregeling kunnen 4 punten, zoals de temperatuur, voch­tigheidsgraad en druk, gelijktijdig worden geregeld met één unit, waardoor de kosten per regelkring afnemen en er minder grote panelen vereist zijn.
Modellen met ondersteuning voor klepsturingsregeling kunnen wor­den gebruikt voor de regeling van proportionele motoren.
Opmerking: De modellen met 4 analoge ingangen hebben een
formaat van 96 x 96 mm (alleen E5AR).
Eenvoudig de regeling van PLC's coördineren met meervoudige I/O
Er zijn maximaal 6 event-ingangen beschikbaar (afhankelijk van het model). Deze kunnen worden gebruikt om het schakelen tussen geheugenbanken, RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en auto/ handmatige of decentrale/lokale bewerkingen extern te regelen. Bovendien wordt één retransmissie-uitgang (afhankelijk van het model) meegeleverd. Hiermee kunnen PV's, SP's, MV's en instelling­Setpoint Ramp voor elke regelkring extern worden overgebracht. Er zijn ook maximaal 4 hulpuitgangen beschikbaar. Hiermee kunnen 11 alarmstanden en ingang fouten extern worden overgebracht.
Met RS485-communicatie (CompoWay/F) kunnen gegevens gemak­kelijk met PLC's uit de CS/CJ-serie of andere OMRON PLC's worden gedeeld via een eenvoudige CJ1W-CIF21-communicatie-unit. Het MODBUS-protocol wordt ook ondersteund.
Biedt ondersteuning voor het Multivendor DeviceNet­netwerk
Dankzij een DeviceNet-verbinding is snelle gegevensoverdracht mogelijk door instellingen en parameters toe te wijzen die moeten worden gecontroleerd in I/O-gebieden van de PLC. Hiermee wordt de noodzaak weggenomen om nieuwe programma's te ontwikkelen voor de communicatie.
Met DeviceNet Configurator kunnen alle parameters in één bewer­king worden geüpload of gedownload. Instelparameters kunnen ook worden opgeslagen, geladen en afgedrukt, waardoor de onderhoud­stijd sterk afneemt.
Diverse rekenfuncties
Rekenfuncties zijn standaard beschikbaar, zoals setpoint ramp, extractie van vierkantswortel en rechte- of onderbroken-lijnbenade­ring.
Standaardinstellingen downloaden en maskeren, afdrukken, opslaan in CSV-indeling of weergave­instellingen interactief afstemmen vanaf een personal computer. (Alleen modellen die compatibel zijn met CompoWay/F en beschikken over communicatiefuncties)
Met ThermoTools (apart verkrijgbare ondersteuningssoftware) kun­nen de standaardinstellingen eenvoudig worden ingesteld vanaf een personal computer. (Wanneer de gebruikte instellingen worden gedownload, is er minder tijd vereist voor het instellen.)
De vereiste instellingsgegevens kunnen ook afzonderlijk worden weergegeven en ingesteld. De instellingsgegevens kunnen worden opgeslagen als een document. De PID-tuning kan ook plaatsvinden tijdens het monitoren van de PV-trends (fijninstelling is ook mogelijk).
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 33
Algemene gegevens van de E5AR/E5ER
I/O-blokdiagram
Standaardbesturingsmodus
EV2 EV3 EV4
EV1
Toewijzingen van event-ingangen Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en in­/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor maximaal zes ingangspunten.
IN1
van
Bewerking
gemiddelde 1
vierkantswortel 1
voortschrijdings-
Bewerking extractie
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
Bewerking primaire
Bewerking
onderbroken-
lijnbenadering 1
vertragingsfunctie 1:
EV5 EV6
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
PV1 PID
MV-begrenzer
Fout
STOP
Handmatig
SP (instelpunt)
MV
wijzigingscijfer
MV-begrenzer
LSP (lokale SP)
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Setpoint
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd in overeenstemming met PV of deviatie of opgegeven voor elke bank.
Opmerking: Toewijzingen van retransmissie-uitgangen
MV (verwarmen), MV (koelen), SP, SP helling SP, PV, MV (gesloten), MV (open) of klep­opening voor opgegeven regelkringen.
Lokale SP
Ramp
PID-instelnr. 1
PID 1
PID-instelnr. 2
PID 2
PID 7
PID 8
PID-waarde, MV-boven-/ondergrens, Bovengrens automatisch selectiebereik PID-instelnr.
Selectie banknr.: Event-ingang of toetsbediening, communicatie
Banknr. 0
BANK 0
Banknr. 1
BANK 1
BANK 6
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde, PID-instelnr.
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
Toewijzingen van hulpuitgangen
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4, ingangsfout, RSP-ingangsfout voor opgegeven regelkringen of voor alle regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 6
Banknr. 7
Verwarmings- en koelbesturingsmodus
EV1
Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor maximaal zes ingangspunten.
IN1
Bewerking extractie
EV3 EV4 EV5 EV6EV2
Toewijzingen van event-ingangen
van
Bewerking
gemiddelde 1
voortschrijdings-
vierkantswortel 1
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
Bewerking
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
onderbroken-
lijnbenadering 1
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Handmatig
MV (verwarmen)
PV1 PID
MV-begrenzer
wijzigingscijfer
MV-begrenzer
Fout
STOP
OUT1
Dode band
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
Naar
MV
retransmissie­uitgang (zie opm.)
MV (koelen)
UIT4
OUT3OUT2
Selectie banknr.: Event-ingang of toetsbediening, communicatie
Setpoint
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Lokale SP
Ramp
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd in overeenstemming met PV of deviatie of opgegeven voor elke bank.
PID-instelnr. 1
PID 1
PID-instelnr. 2
PID 2
PID 7
PID-waarde, MV-boven-/ondergrens, Bovengrens automatisch selectiebereik PID-instelnr.
Opmerking: Toewijzingen van
retransmissie­uitgangen
MV (verwarmen), MV (koelen), SP, SP helling SP, PV, MV (gesloten), MV (open) of klepopening voor opgegeven regelkringen.
BANK 0
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
PID 8
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4, ingangsfout, RSP-ingangsfout voor opgegeven regelkringen of voor alle regelkringen voor alle vier uitgangen.
SUB3SUB2SUB1
Banknr. 0
Banknr. 1
BANK 1
Banknr. 6
BANK 6
Banknr. 7
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde, PID-instelnr.
Toewijzingen van hulpuitgangen
SUB4
OUT1
34 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
OUT2 UIT4
SUB2
SUB4SUB1 SUB3OUT3
Klepsturingsbesturingsmodus met één enkele regelkring
EV1 EV3 EV4 EV5 EV6EV2
Toewijzingen van event-ingangen Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor maximaal zes ingangspunten.
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Setpoint
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
PV1
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
PID
MV
MV-begrenzer wijzigingscijfer
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
IN1
van
Bewerking
vierkantswortel 1
Bewerking extractie
gemiddelde 1
voortschrijdings-
Bewerking
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
onderbroken-
lijnbenadering 1
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
MV-begrenzer
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
RUN/STOP
A/M
W
Fout
STOP
Handmatig
Openingsregeling
(met dode band)
Openen
OUT1 SUB4SUB1 SUB3OUT3OUT2 UIT4 SUB2
CO
Sluiten
Lokale SP
Ramp
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd in overeenstemming met PV of deviatie of opgegeven voor elke bank.
PID-instelnr. 1
PID 1
PID-instelnr. 2
PID 2
PID 7
PID 8
PID-waarde, MV-boven-/ondergrens, Bovengrens automatisch selectiebereik PID-instelnr.
Opmerking: Toewijzingen van
retransmissie­uitgangen
MV (verwarmen), MV (koelen), SP, SP helling SP, PV, MV (gesloten), MV (open) of klepopening voor opgegeven regelkringen.
Selectie banknr.: Event-ingang of toetsbediening, communicatie
Banknr. 0
BANK 0
Banknr. 1
BANK 1
BANK 6
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde, PID-instelnr.
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
Toewijzingen van hulpuitgangen
Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4, ingangsfout, RSP-ingangsfout voor opgegeven regelkringen of voor alle regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 6
Banknr. 7
Klepsturingsmotor
Bestendigheid tegen feedback (opening)
Openen Sluiten
Cascadebesturingsmodus met één enkele regelkring (regelaar met 2 regelkringen)
EV1 EV3 EV4 EV5 EV6EV2
Toewijzingen van event-ingangen Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor maximaal zes ingangspunten.
IN1
van
Bewerking extractie
IN2
van
Bewerking extractie
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
Bewerking
voortschrijdings-
vierkantswortel 1
Bewerking
voortschrijdings-
vierkantswortel 2
gemiddelde 1
gemiddelde 2
Bewerking
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 2:
onderbroken-
lijnbenadering 1
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Handmatig
PV1
PV2
PV1
Fout
STOP
PID1
PID2
MV
MV-begrenzer wijzigingscijfer
MV-begrenzer
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
MV
RSP
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Setpoint
Ramp
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd in overeenstemming met PV of deviatie of opgegeven voor elke bank.
PID 1
PID 2
Opmerking: Toewijzingen van
retransmissie-uitgangen
MV (verwarmen), MV (koelen), SP, SP helling SP, PV, MV (gesloten), MV (open) of klepopening voor opgegeven regelkringen.
Selectie banknr.: Event-ingang of toetsbediening, communicatie
Lokale SP
PID-instelnr. 1
PID-instelnr. 2
PID-instelnr. 7
PID 7
PID 8
PID-waarde, MV-boven-/ondergrens, Bovengrens automatisch selectiebereik PID-instelnr.
Banknr. 0
BANK 0
Banknr. 1
BANK 1
BANK 6
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde, PID-instelnr.
PID-instelnr. 8
Toewijzingen van hulpuitgangen Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4, ingangsfout, RSP-ingangsfout voor opgegeven regelkringen of voor alle regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 6
Banknr. 7
OUT2OUT1 SUB4SUB1 SUB3OUT3 UIT4 SUB2
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 35
Proportionele besturingsmodus met één enkele regelkring (regelaar met 2 regelkringen)
EV1 EV3 EV4 EV5 EV6
EV2
Toewijzingen van event-ingangen Externe besturing van het schakelen tussen geheugenbanken (4/8 banken), RUN/STOP- of SP-modebewerkingen en in-/uitschakeling van communicatieschrijfbewerkingen voor maximaal zes ingangspunten.
IN1
van
Bewerking
vierkantswortel 1
Bewerking extractie
voortschrijdings-
gemiddelde 1
Bewerking
onderbroken-
Bewerking primaire
vertragingsfunctie 1:
lijnbenadering 1
MV bij PV-fout
MV bij beëindiging
Handmatige MV
R/L
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
RUN/STOP
A/M
Handmatig
IN2
Bewerking
voortschrijdingsgemiddelde 2
Bewerking primaire vertragingsfunctie 2
Bewerking rechte-
lijnbenadering 1
Vermenig-
vuldiging
Bewerking rechte-
lijnbenadering 2
RSP (Remote SP)
LSP (lokale SP)
SP (instelpunt)
PID
PV1
Naar
MV
retransmissie­uitgang (zie opm.)
MV-begrenzer wijzigingscijfer
MV-begrenzer
Fout
STOP
OUT1 SUB4SUB1 SUB3OUT3OUT2 UIT4 SUB2
Opmerking: Toewijzingen van
MV (verwarmen), MV (koelen), SP, SP helling SP, PV, MV (gesloten), MV (open) of klepopening voor opgegeven regelkringen.
AP1
Instelling van verhouding
Setpoint
Ramp
Naar retransmissie­uitgang (zie opm.)
Selectie PID-instelnr.: Automatisch geselecteerd in overeenstemming met PV of deviatie of opgegeven voor elke bank.
Lokale SP
PID-instelnr. 1
PID 1
PID-instelnr. 2
PID 2
PID 7
PID-waarde, MV-boven-/ondergrens, Bovengrens automatisch selectiebereik PID-instelnr.
retransmissie­uitgangen
Selectie banknr.: Event-ingang of toetsbediening, communicatie
BANK 0
BANK 1
PID-instelnr. 7
PID-instelnr. 8
PID 8
Toewijzingen van hulpuitgangen Alarm 1, alarm 2, alarm 3, alarm 4, ingangsfout, RSP-ingangsfout voor opgegeven regelkringen of voor alle regelkringen voor alle vier uitgangen.
Banknr. 0
Banknr. 1
Banknr. 6
BANK 6
Banknr. 7
BANK 7
Lokale SP, alarmwaarde, PID-instelnr.
36 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Nomenclatuur
g
g
g
g
gsgeg
.
g
g
g
g
gsgeg
.
g
/ Functietoets 1
unc
j
deze als ee
de
p
.
s
eautoets
s
gsgeg
-
eau te schakelen.
ersc
eaus te schakelen.
ging
.
eau- e
sen
n
G
ging
eau- e
sen
E5AR
Werkingsindicatoren
SUB1
Brandt wanneer de functie die is toegewezen aan hulpuitgang 1, is ingeschakeld en brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
SUB2
Brandt wanneer de functie die is toegewezen aan hulpuitgang 2, is ingeschakeld en brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
SUB3
Brandt wanneer de functie die is toegewezen aan hulpuitgang 3, is ingeschakeld en brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
SUB4
Brandt wanneer de functie die is toegewezen aan hulpuitgang 4, is ingeschakeld en brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
CMW
Brandt wanneer schrijven via communicatie is inge­schakeld en brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
MANU
Brandt tijdens de functie in handmatige mode. Anders brandt deze niet.
UIT1
Brandt wanneer besturingsuitgang 1 is ingescha­keld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
UIT2
Brandt wanneer besturingsuitgang 2 is ingescha­keld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
UIT3
Brandt wanneer besturingsuitgang 3 is ingescha­keld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
UIT4
Brandt wanneer besturingsuitgang 4 is ingescha­keld. Brandt niet wanneer deze is uitgeschakeld.
STOP
Brandt wanneer de functie wordt gestopt. Anders brandt deze niet. Brandt wanneer de functie wordt gestopt door event- of uitvoer/stop-ingang.
RSP
Brandt wanneer de SP-mode is ingesteld op Remote SP. Anders brandt deze niet.
Staafdiagram
Kanaalweergave
Geeft het kanaalnummer van de weergegeven instellingsgegevens weer dat voor verschillende kanalen afzonderlijk is ingesteld. Het kanaal wordt alleen weergegeven bij modellen met meerdere ingangen. Bij andere modellen is het kanaal altijd uit. (Oranje)
Functietoets 2/Kanaaltoet
Bij modellen met meerdere ingangen f
tioneert deze toets als een kanaaltoets.
Bi
modellen met slechtséén ingang werkt
functieset met de PF2-instelling wanneer u hiero
Deze toets werkt als een functietoets en activeert de functieset met de PF1-instellin wanneer u hierop drukt.
n functietoets en activeert
drukt
Display 1
Geeft de PV's, de instelbenamingen en fouten weer. (Rood)
Display 2
Geeft SP's, instelwaarden en ver­warmingsstroombewakingswaarden weer. (Groen)
Display 3
Geeft MV's, banknummers en niveau­benamingen weer. (Oranje)
Toets Omhoo
Druk op deze toets om de waarde in dis­play 2 te verho om de waarde sneller te verho kan ook worden lin
en. Houd de toets ingedrukt
ebruikt om door de instel-
evens te bladeren
en. De toets
Toets Omlaa
Druk op deze toets om de waarde in dis­play 2 te verla om de waarde sneller te verla kan ook worden stellin
en. Houd de toets ingedrukt
ebruikt om door de in-
evens terug te bladeren
en. De toets
Modetoet
Druk op deze toets om tussen verschillende instellin niv
evens binnen een instel
Niv
Druk op deze toets om tussen de v
hillende niv
Niv
Gebruik deze toetsencombinatie om naar het beveili
sniveau te gaan
n modetoet
E5ER
Items zonder uitleg worden uitgelegd in het schema voor de E5AR.
Werkingsindicatoren
CH2
Brandt wanneer waarden voor kanaal 2 worden weergegeven. Anders brandt deze niet.
Display 1
Display 2
Display 3
Bedieningstoetse
Niv
ebruik deze toetsencombinatie om naar
het beveili
sniveau te gaan.
n modetoet
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 37
Installatie
E5AR
1. Zorg voor waterdichtheid door de rubberen pakking te monteren.
2. Plaats de E5AR in het montagegat van het paneel.
Waterdichte pakking
R
A
E5
3. Steek de montagebeugels in de groeven aan de boven- en onderkant aan de achterzijde van de behuizing.
E5ER
1. Zorg voor waterdichtheid door de rubberen pakking te monteren.
2. Plaats de E5ER in het montagegat van het paneel.
Waterdichte pakking
R
E
5
E
3. Steek de montagebeugels in de groeven aan de boven- en onderkant aan de achterzijde van de behuizing.
4. Draai de schroeven van de montagebeugels afwisselend vast om een evenredige balans te behouden, totdat de pal niet meer verder kan.
4. Draai de schroeven van de montagebeugels afwisselend vast om een evenredige balans te behouden, totdat de pal niet meer verder kan.
38 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Uittrekken
Hoewel de unit voor standaardbediening niet uit de behuizing hoeft te worden getrokken, is dit wel mogelijk voor onderhoudsdoeleinden.
Het frontpaneel verwijderen
Een schroevendraaier met een plat uiteinde (zie hieronder) is benodigd om het frontpaneel te verwijderen.
1. Steek de schroevendraaier in de gaten (2) aan de boven- en onderkant van het frontpaneel en maak de haken los.
2. Steek de schroevendraaier in het gat tussen het frontpaneel en de achterbehuizing en trek het frontpaneel er iets uit. Houd daarna de boven- en de onderkant van het frontpaneel vast en trek het in de richting van de pijl (zie hieronder) om het te verwijderen.
Platte schroevendraaier
(1)
(Units: mm)
(1)
(2)
0,4 2,0
20 min.
Voorzorgsmaatregelen bedrading
Voorkom de invloed van stoorsignalen door de ingangslijnen en
voedingslijnen te scheiden.
Gebruik krimpvoeten.
Draai de aansluitklemmen vast met een koppel tussen 0,40 en
0,56 Nm.
Gebruik M3 krimpvoeten met de volgende afmetingen.
max. 5,8 mm
max. 5,8 mm
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 39
Initiële instellingen
Standaardvoorbeeld
Dit voorbeeld toont aan hoe u de initiële instellingen voor de E5AR­Q4B (100 tot 240 VAC) moet uitvoeren en is gebaseerd op de volgende condities.
Ingangstype: Pt100 (200,0 tot 850,0°C) Regelmode: PID-regeling Uitgang: Spanningsuitgang puls Cyclustijd: 0,5 s Alarm 1: Bovengrens alarm bij 5,0°C Alarm 2: Absolute waarde alarm bovengrens bij 200,0°C PID: Verkregen door auto-tuning (AT) SP: 150,0°C
SSR
Spanningsuitgang: 12 VDC
COM SUB1 SUB2
OUT1
Besturings­object
IN1
Temperatuursensor: Pt100
Alarm 1 Alarm 2
1. Voeding AAN
2. Ingangstype instellen
3. Besturingsmodus instellen
4. Alarmtype instellen
Voeding AAN
Bedrijfsniveau
Regeling stopt.
Ingangsinitialisatieniveau
Het ingangs­type wordt weergegeven.
Ingangsinitialisatieniveau
Wijzig het ingangstype met de
UD
-toetsen.
Initialisatieniveau regeling
Wijzig het uitgangstype met de
UD
-toetsen.
Controleer de besturings­modus.
Alarminstelniveau
Controleer het alarmtype.
Wijzig het alarmtype met de
UD
-toetsen.
25.0
PV/SP/MV
0.0
.
0
0
Houd min. 3 s ingedrukt. l.0 verschijnt in display 3 (ingangsinitialisatieniveau).
Ingangstype 1
i1-t
2 : K (1) -200,0 tot 1300,0˚C
2
l.0
UD
Ingangstype 1
i1-t
20 :
0
l.0
Pt100 (1) -200,0 tot 850,0˚C
Houd korter dan 1 s ingedrukt. l.1 verschijnt in display 3 (Initialisatieniveau regeling).
Uitgangstype 1
o1-t
0
10 : Puls spannings-
l.1
uitgang
M
Besturingsmodus
mode
0
0 : Standaard PID-regeling
l.1
Houd korter dan 1 s ingedrukt. l.3 verschijnt in display 3 (alarminstelniveau).
Alarm 1 type
alt1
2
2 : Alarm bovengrenswaarde
l.3
M
Alarm 2 type
alt2
Absolute waarde alarm
28 :
8
l.3
bovengrenswaarde
Houd min. 1 s ingedrukt om naar het bedrijfsniveau terug te keren.
l.0
l.0
l.1
l.3
Instelgebied 1
M geeft aan dat de M-toets herhaaldelijk wordt ingedrukt totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
5. Cyclustijd wijzigen
6. Alarmwaarde 1 instellen
7. Alarmwaarde 2 instellen
8. SP instellen
9. AT uitvoeren
Regeling stopt.
Bedrijfsniveau
Aanpassingsniveau
Wijzig de cyclustijd met de
UD
-toetsen.
Bankinstelniveau
Controleer of de weerge­geven bank­selectie 0 is.
Stel alarm­waarde 1 in met de UD­toetsen.
Stel alarm­waarde 2 in met de UD­toetsen.
PID-instelniveau
Bedrijfsniveau
Stel de SP in met de
UD
-toetsen.
Aanpassingsniveau
Voer de AT uit met de
UD
-toetsen.
Bedrijfsniveau
25.0
PV/SP/MV
0.0
0.0
Minder dan 1 s
Banknummer
bank
0 : Bank 0
0
adj
l.
M
Cyclustijd (verwarming)
cp
0.5
20
.
00.5 : 0,5 s
l.adj
Minder dan 1 s
[1
bnk
.
Weergegeven bankselectie
0
0: Bank 0
l.bnk
M
Bank 0 alarmwaarde 1
0.al-1
5.0
.
05.0 : 5,0˚C
0
l.bnk
M
Bank 0 alarmwaarde 2
0.al-2
200.0
.
0200.0 : 200,0˚C
0
l.bnk
Minder dan 1 s
d.pid
Weergegeven PID-selectie
1
1: PID nr.1
l.pid
Minder dan 1 s
25
PV/SP/MV
150.0
.
0150.0 : 150,0˚C
0
0
0.
Minder dan 1 s
Banknummer
bank
0
0 : Bank 0
l.
adj
M
Banknummer
at
0
uit→0 : AT-uitvoering
l.adj
Minder dan 1 s
25.0
150.0
PV/SP/banknummer
0.0
l.adj
l.bnk
l.pid
l.adj
M geeft aan dat de M-toets herhaaldelijk wordt ingedrukt totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
M geeft aan dat de M-toets herhaaldelijk wordt ingedrukt totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
Tijdens AT
at
0
l.adj
Na AT
at
off
l.adj
40 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
10. Werking starten
Werking starten
Specificatie instellingen na inschakelen voedingsspanning
Configuratie instelniveau en toetsbediening
De instellingsgegevens worden verdeeld in 'niveaus' en de instellingen worden 'parameters' genoemd. Met de E5AR/E5ER worden de instellingsgegevens geclassificeerd in de 17 typen die hieronder worden weergegeven. Wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld, branden alle indicatoren ongeveer 1 minuut voordat de unit het bedrijfsniveau betreedt.
Voeding AAN
+
M
Display knippert wanneer u erop drukt.
+
M
3 s
Beveiligingsniveau
1 s
Bedrijfsniveau
+
M
1 s
initialisatieniveau
1 s
Ingangs-
Wachtwoord ingangs­instelling "–169"
Aanpassings-
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
monitorniveau
Display knippert wanneer u erop drukt 1 s
Regeling stopt.
3 s
Initialisatieniveau-
Minder dan 1 s
Communicatie-
instelniveau
niveau
Item
regeling
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
Minder dan 1 sMinder dan 1 s
Aanpassings-
niveau 2
Benaderings-
instelniveau
Initialisatieniveau-
regeling 2
Minder dan 1 s
Schermweergave
Minder dan 1 s
Aanpassings-
niveau
Bankinstel-
niveau
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
Minder dan 1 s
PID-instelniveau
Alarm
instelniveau
Minder dan 1 s
Geavanceerd instelniveau
Wachtwoord ingangs­instelling "1201"
Kalibratieniveau
Uitbreiding regeling instelniveau
Minder dan 1 s
Opmerking: Keer terug uit het kalibratieniveau door de voeding te resetten.
Opmerking: Afhankelijk van het model of de instellingen worden sommige niveaus niet weergegeven.
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 41
Regeling in bedrijf
Regeling gestopt
(regeling gestopt voor alle regelkringen bij modellen met meerdere ingangen)
Ingang toewijzingslijst
SV
00
C/
Ala
de
0
0
C/
Ala
de
110
C/
Instel-
ling
10 N 200,0 tot
11 R 0,0 tot
12 S 0,0 tot
13 B 100,0 tot
14 W 0,0 tot
Naam
ingangs-
type
Ingangsbereik Ingangstype
(°C) (°F)
0 Pt100 (1) −200,0 tot
850,0
1 −150,00 tot
150,00
2 K 200,0 tot
1300,0
3 −20,0 tot
500,0
4 J 100,0 tot
850,0
5 −20,0 tot
400,0
6 T 200,0 tot
400,0
7 E 0,0 tot
600,0
8 L 100,0 tot
850,0
9 U 200,0 tot
400,0
1300,0
1700,0
1700,0
1800,0
2300,0
300,0 tot 1500,0
199,99 tot 300,00
300,0 tot 2300,0
0,0 tot 900,0
100,0 tot 1500,0
0,0 tot 750,0
300,0 tot 700,0
0,0 tot 1100,0
100,0 tot 1500,0
300,0 tot 700,0
300,0 tot 2300,0
0,0 tot 3000,0
0,0 tot 3000,0
300,0 tot 3200,0
0,0 tot 4100,0
15 4 tot 20 mA Een van de volgende bereiken
16 0 tot 20 mA
17 1 tot 5 V
18 0 tot 5 V
19 0 tot 10 V
wordt bij de schaalindeling weergegeven.
19999 - 99999
1999.9 - 9999.9
199.99 - 999.99
19.999 - 99.999
1.9999 - 9.9999
schakelaar
Instellen op TC.PT
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
Instellen op ANALOOG
TC.PT
IN1 TYPE
ANALOOG
Schakelaar ingangssoort (onder)
Het volgende voorbeeld geeft de instellingen weer die nodig zijn om het alarm in te schakelen wanneer de temperatuur hoger is dan 110°C/°F.
Alarmen anders dan absolute­waarde-alarmen (alarmtypen 1 t/m 7)
Stel de alarmwaarde in als een afwijking van het SP.
rmwaar
1
1
Absolute-waarde-alarmen (alarmtypen 8 t/m 11)
Stel het alarm in als een absolute waarde ten opzichte van 0°C/°F.
rmwaar
De initiële instelling is 2 en de fabrieksinstelling voor de ingangstype schakelaar is TC.PT.
42 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Lijst met alarmtypen
UIT
SP
UITSPUIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
SP
UIT
UIT
SP
UIT
SP
UIT
SP
UIT0UIT
0
0
UIT0UIT
0
UIT0UIT
0
UIT0UIT
Alarmwaarden worden in de onderstaande tabel aangeduid met 'X'. Als de boven- en de ondergrens onafhankelijk van elkaar zijn ingesteld, wordt de bovengrens aangeduid met 'H' en de ondergrens met 'L'. Als de boven-/ondergrens, het boven-/ondergrensbereik of de boven-/ondergrens met standby sequentie geselecteerd is als het alarmtype, moet u de waarden van zowel de bovengrens als de ondergrens instellen. Stel bij een andere selectie de (enkele) alarmwaarde in.
Instel-
opm. 1)
opm. 1)
opm. 1
en 6)
opm. 6)
opm. 6)
opm. 6)
Opmerking 1: Met instellingen 1, 4 en 5 kunnen boven- en
Alarmtype Alarmuitgangsfunctie
ling
Positieve
alarmwaarde (X)
Geen
0
1
(zie
2
3
4
(zie
5
(zie
6
(zie
7
8
9
10
(zie
11
(zie
alarmfunctie Boven-/
ondergrens
Bovengrens
Ondergrens
Bereik boven-/ ondergrens
Boven-/ ondergrens met standby sequentie
Bovengrens met standby sequentie
Ondergrens met standby sequentie
Absolute waarde bovengrens
Absolute waarde ondergrens
Absolute waarde bovengrens met standby sequentie
Absolute waarde ondergrens met standby sequentie
Uitgang UIT
ondergrenswaarden onafhankelijk worden ingesteld. Ze worden respectievelijk met 'H' en 'L' aangeduid.
2: Instelling 1: Boven-/ondergrensalarm
SP
Behuizing 2
SP
H > 0, L < 0
|H| > |L|
LH
Behuizing 1
LH
H < 0, L > 0
|H| < |L|
3: Instelling 4: Bereik boven-/ondergrens
Behuizing 1
LH
H < 0, L > 0
SP
Behuizing 2
SP
H > 0, L < 0
LH
alarmwaarde (X)
(zie opm. 2)
(zie opm. 3)
(zie opm. 4)
Behuizing 3 (altijd AAN)
LH
SP
LH
SP
SP
LH
Behuizing 3 (altijd AAN)
LH
SP
LLHSP
HSP
Negatieve
H < 0, L < 0
H < 0, L > 0
|H| > |L|
H > 0, L < 0
|H| < |L|
H < 0, L < 0
H < 0, L > 0
|H| > |L|
H > 0, L < 0
|H| < |L|
4: Instelling 5: Boven-/ondergrens met standby sequentie
Op basis van bovenstaande verklaring voor de boven­en ondergrensalarm zal de functie in gevallen 1 en 2, als de boven- en ondergrenzen elkaar effectief overlap­pen vanwege de hysteresis, altijd zijn uitgeschakeld. In geval 3 zal de functie altijd zijn uitgeschakeld.
5: Instelling 5: Boven-/ ondergrens met standby sequen-
tie Als de boven- en ondergrenzen elkaar effectief over­lappen vanwege de hysteresis, zal de functie altijd zijn uitgeschakeld.
6: Zie voor meer informatie over de standby sequentie de
User’s Manual (Z182).
7: Als setpoint ramp wordt gebruikt, zal de alarmfunctie
tijdens Run werken afhankelijk van het Setpoint na de ramp, tijdens Stop werkt de alarmfunctie afhankelijk van het Setpoint.
Moment waarop alarm afgaat
SP
Instelwaarde na helling
(alarm bovengrenswaarde)
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 43
Parameterlijsten
Weergave van parameternamen en instellingen
Parameter­naam
Instelwaarde (de standaard­waarde wordt weergegeven).
Wijzigen met toetsen
UD
1. p
10. 00
Opmerking: Hoewel alle parameters in de lijst worden
weergegeven, zullen de parameters die daadwerkelijk worden weergegeven va­riëren afhankelijk van het model en/of de gebruikte functies.
Voeding AAN
Bedrijfsniveau
CH
PV/handbediende MV
25.0
(Klepsturings
0.0
model:
manu
PV/openingsstand klep
M
CH
25.0
PV/SP (display 1)
0.0
PV/SP/banknr.
bnk.0
M
CH
25.0
PV/SP (display 2)
0.0
Aanwezig/SP/MV
0.0
M
M
CH
25.0
PV/SP (display 3)
0.0
Aanwezig/SP/banknr.
bnk.0
M
CH
RSP:
rsp
Remote SP monitor
0.0
M
CH
SP-M:
sp-m
Setpoint Ramp monitor
0.0
M
CH
O: MV-monitor
o
(verwarming)
0.0
M
CH
C-O: MV-monitor
c-o
(koeling)
0.0
M
CH
V-M: Klepopening
V-m
monitor
0.0
M
CH
r-s
R-S: RUN/STOP
run
M
CH
A-M: AUTO/MANU
a-m
auto
Opm. 1: In handmatige mode
2: Afhankelijk van de instelling
Schermselectie wordt een van de volgende items weergegeven:
1. Display 1/Display 20
2. Display 2/Display 3
3. Alleen display 1
4. Alleen display 2
+ M korter dan 3 seconden
+ M
korter dan 1 seconde
Beveiligingsniveau
l.prt
OAPT: Bedrijfsaanpassings-
oapt
beveiliging
0
0 tot 4
M
ICPT: Standaardinstellings-
icpt
M
beveiliging
0
0 tot 2
M
WTPT: Instelwijzigings-
wtpt
beveiliging
off
UIT(0)/AAN(1)
M
PFPT: PF-toetsbeveiliging
pfpt
UIT(0)/AAN(1)
off
Betreden via standaard instellingsgebied.
korter dan 1 seconde
Aanpassingsniveau
l.adj
CH
BANK: Banknr.
bank
0 tot 7
(zie opm. 1)
(zie opm. 2)
0
M
CH
AT:
at
AT uitvoeren/annuleren
off
UIT/0 tot 8
M
CMWT: Schrijven via
cmwt
communicatie
off
UIT/AAN
M
CH
SPMD: SP-mode
spmd
lsp
M
LSP/RSP
M
CH
C-SC:
c-sc
Koelingscoëfficiënt
1.00
0,01 tot 99,99
M
CH
C-DB: Dode band
c-db
–199,99 tot 999,99
0.00
M
CH
OF-R:
of-r
Handmatige resetwaarde
50.0
0,0 tot 100,0
M
HYS:
hys
Hysteresis (verwarmen)
0.10
0,01 tot 99,99
M
CH
CHYS:
chys
Hysteresis (koelen)
0.10
0,01 tot 99,99
M
CH
CP:
cp
20.0
Cyclustijd (verwarmen) 0,2 tot 99.0
M
CH
C-CP:
c-cp
Cyclustijd (koelen)
20.0
0,2 tot 99,0
M
CH
DB:
db
Positie-proportionele dode band
2.0
0,1 tot 10,0
M
CH
OC-H:
oc-h
Hysteresis openen/sluiten
0.8
0,1 tot 20,0
M
SPRU:
CH
Tijdeenheid Setpoint Ramp
spru
EU/sec: S, EU/min: M,
m
EU/uur: H
M
CH
SPRH:
sprh
Stijgsnelheid Setpoint Ramp 0 tot 9999
0
(0: Functie Setpoint Ramp uitschakelen)
M
CH
SPRL:
sprl
Daalsnelheid Setpoint Ramp 0 tot 9999
0
(0: Functie Setpoint Ramp uitschakelen)
M
CH
MV-S: MV bij beëindiging
mV-s
–5,0 tot 105,0 (standaardtype)
0.0
–105,0 tot 105,0 (verwarmings-/koelingstype)*
M
CH
MV-E: MV bij PV-fout
mV-e
-5,0 tot 105,0 (standaardtype)
0
–105,0 tot 105,0 (verwarmings-/koelingstype)*
M
CH
ORL:
orl
MV-wijzigingsbegrenzing (verwarmen) 0,0 tot 100,0
0.0
M
CH
CORL:
corl
MV-wijzigingsbegrenzing (koelen) 0,00 tot 100,0
0.0
M
CH
ISI.1:
isi.1
Ingangswaarde 1 voor ingangscorrectie –19999 tot 99999
-200.0
M
CH
ISS.1:
iss.1
Ingangscorrectie 1
0.00
–199,99 tot 999,99
M
CH
ISI.2:
isi. 2
Ingangswaarde 2 voor ingangscorrectie
1300.0
–19999 tot 99999
M
CH
ISS.2:
iss. 2
Ingangscorrectie 2
0.00
–199,99 tot 999,99
M
CH
DOGN:
dogn
0.65
Toename verstoring –1,00 tot 1,00
M
CH
DOTC:
dotc
Verstoring tijdconstante
1.00
0,01 tot 99,99
M
CH
DO-B:
do-b
Verstoring rectificatieband
0.000
0,000 tot 9,999
M
CH
DOJW:
dojw
0.00
Verstoring evaluatiebreedte –99,99 tot 99,99
korter dan 1 seconde
44 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
* Klepsturingsmodel: Sluiten/neutraal/openen (–1/0/1)
Aanpassingsniveau 2
l.ad2
LAGP.1: Primaire vertragingsfunctie
lagp.1
1: Tijdconstante
0.0
0,0 tot 999,9
M
LAGP.2: Primaire vertragingsfunctie
lagp.2
2: Tijdconstante
0.0
0,0 tot 999,9
M
LAGP.3: Primaire vertragingsfunctie
lagp. 3
3: Tijdconstante
0.
0
0,0 tot 999,9
M
LAGP.4: Primaire vertragingsfunctie
lagp.4
M
4: Tijdconstante
0.0
0,0 tot 999,9
M
MAVP: Voortschrijdingsgemiddelde 1
maVp.1
Telling voortschrijdingsgemiddelde
1
1/2/4/8/16/32
M
MAVP: Voortschrijdingsgemiddelde 2
maVp.2
Telling voortschrijdingsgemiddelde
1
1/2/4/8/16/32
M
MAVP: Voortschrijdingsgemiddelde 3
maVp. 3
Telling voortschrijdingsgemiddelde
1
1/2/4/8/16/32
M
MAVP: Voortschrijdingsgemiddelde 4
maVp.4
Telling voortschrijdingsgemiddelde
1
1/2/4/8/16/32
M
SQRP.1: Extractie van vierkantswortel 1
sqrp.1
Laag uitgesneden punt
0.000
0,000 tot 9,999
M
SQRP.2: Extractie van vierkantswortel 2
sqrp.2
Laag uitgesneden punt
0.000
0,000 tot 9,999
M
SQRP.3:
sqrp. 3
Extractie van vierkantswortel 3
0.
000
Laag uitgesneden punt 0,000 tot 9,999
M
SQRP.1:
sqrp.4
Extractie van vierkantswortel 4
0.000
Laag uitgesneden punt 0,000 tot 9,999
M
AP.1: Analoge parameter
ap.1
Besturingssnelheid
1.000
–1,999 tot 9,999
Bedrijfsaanpassingsgebied
korter dan 1 seconde
Bankinstelniveau
l. bnk
CH CH
Bankselectie weergeven
d.bnk
Bank 0
0
Bank 1
1
Bank 2
2
D
U
M
CH
0.lsp
0
M
CH
0.pid
0
M
CH
0. al-1
0
M
CH
0. al1h
0
M
CH
0. al1l
0
M
CH
0. al4l
0
M
CH
0.
copy
off
M
M
CH
7.LSP: Bank 7 LSP
7.lsp
Ondergrens SP
0
Bovengrens SP
M
CH
7.PID: Bank 7
7.pid
PID-instelnummer
.00
0 tot 8
M
CH
7.AL-1: Bank 7
7. al-1
Alarmwaarde 1
.00
–19999 tot 99999
M
CH
7.AL1H: Bank 7
7. al1h
Alarm bovengrenswaarde 1
.00
–19999 tot 99999
M
CH
7.AL1L: Bank 7
7. al1l
Alarm ondergrenswaarde 1
.00
–19999 tot 99999
M
CH
7.AL4L: Bank 7 Alarm ondergrenswaarde 4
7. al4l
0
–19999 tot 99999
M
korter dan 1 seconde
korter dan 1 seconde
PID-instelniveau
l. pid
PID-selectie weergeven
d.pid
PID1
1
PID2
2
PID3
3
D
Bank 7
7
CH
1. p
10.00
CH
233.0
CH
1. d
CH
1. ol-h
105.0
CH
1. ol-l
CH
1. aut
1450.0
U
M
M
1. i
M
40.0
M
M
-5.0
M
korter dan 1 seconde
Benaderingsinstelniveau
l.tec
SI1.1: Rechte lijn benadering 2
si1. 1
Ingang 1
0.00
0
–1,999 tot 9,999
M
SI2.1: Rechte lijn benadering 2
si2. 1
Ingang 1
1.000
–1,999 tot 9,999
M
SO1.1: Rechte lijn benadering 1
so1. 1
PID8
8
M
0.000
M
so2. 1
1.000
M
si1. 2
0.00
M
si2. 2
1.000
M
so1. 2
0.000
M
so2. 2
1.000
M
fi01. 1
0.000
Uitgang 1 –1,999 tot 9,999
SO2.1: Rechte lijn benadering 1 Uitgang 2 –1,999 tot 9,999
SI1.2: Rechte lijn benadering 2 Ingang 1
0
–1,999 tot 9,999
SI2.2: Rechte-lijn benadering 2 Ingang 2 –1,999 tot 9,999
SO1.2: Rechte-lijn benadering 2 Uitgang 1 –1,999 tot 9,999
SO2.2: Rechte-lijn benadering 2 Uitgang 2 –1,999 tot 9,999
FI01.1: Onderbroken lijn benadering 1 Ingang 1 –1,999 tot 9,999
fi20. 1
0.000
FI20.1: Onderbroken lijn benadering 1 Ingang 20 –1,999 tot 9,999
M
M
CH
8.P: PID8 Proportionele band
CH
CH
CH
8. ol-h
CH
8. ol-l
CH
8. aut
8. p
10.00
M
8. i
233.0
M
8. d
40.0
M
105.0
M
-5.0
M
1450.0
M
8.I: PID8 Integraaltijd 0,0 tot 3999,9 (standaard, klepsturing (gesloten regeling))*
0,00 tot 999,99 (standaard)*
8.D: PID8 Derivatieve tijd 0,0 tot 3999,9
8.OL-H: PID8 MV-bovengrens MV-ondergrens 0,1 tot 105,0 (standaard)*
8.OL-L: PID8 MV-ondergrens
-5,0 tot MV-ondergrens MV-bovengrens –0,1 (standaard )*
8.AUT:PID8 Automatische selectie bereik bovengrens Instelgebied sensor, –19999 tot 99999 (temperatuur)*
1
2
3
4
5
*1 Klepsturingsmodel: 0,01 tot 999,99.
2
Klepsturingsmodel (zonder terugkoppeling) type: 0,1 tot 3999,9.
*
3
Verwarmings- en koelregeling: 0,0 tot 105,0.
*
4
Verwarmings- en koelregeling: –105,0 tot 0,0.
*
5
Analoog type: –10% tot 110% van weergavebereik
*
schaalindeling, met een maximum van –19999 tot 99999.
Druk 3 seconden op de toets om naar het ingangsinitialisatieniveau te gaan (pagina 46).
Regeling stopt.
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 45
Ingevoerd van bedrijfsaanpassingsgebied.
korter dan 1 seconde
Uitbreiding regeling instelniveau
l.exc
CH
P-ON: Werking bij ingeschakelde
p-on
voeding
cont
CONT/STOP/MANU
M
CH
SPTR: SP-tracering
sptr
UIT/AAN
off
M
CH
SPID: SPID-set automatisch
pidi
selectiegegevens
pV
PV/DV
M
CH
M
Opmerking: Verwarmings/koelregeling: –105,0 tot 105,0.
PIDH:
pidh
PID-set automatische selectie
0.
50
hysteresis 0,10 tot 99,99
M
CH
P-DB: PV dode band
p-db
0 tot 99999
0
M
CJC.1: Ingang 1
cjc. 1
Koude-lascompensatie
on
UIT/AAN
cjc. 4
on
M
CH
ALFA: α
alfa
0,00 tot 1,00
0.65
M
CH
PVTR: PV-tracering
pVtr
UIT/AAN
off
M
CH
MANT: Handbediende
mant
uitgangsinstelling
hold
HOLD/INIT
M
MANI:
CH
Handbediende MV- initiële waarde
mani
–5,0 tot 105,0 (standaardregeling)
0.0
(zie opm. 1.)
M
CH
ORLM:
orlm
Grensmode MV-wijzigingscijfer
0
Mode 0:0/mode 1:1
M
CH
AT-G: AT-berekenende versterking
at-g
0,1 tot 10,0
1.0
M
CH
AT-H: AT-hysteresis
at-h
0,1 tot 9,9
0.2
M
CH
LCMA:
lcma
Grenscyclus MV-amplitude
20.0
5,0 tot 50,0
M
CH
TATE:
tate
Voorlopige AT-uitvoering
10.0
afwijkingsevaluatie 0,0 tot 100,0
M
CH
RBMP: Zonder stoten bij uitschakelen:
rbmp
UIT/Inschakelen: AAN
off
M
CH
PMEC:
pmec
Werking bij potentiometer ingangsfout
off
Stoppen: UIT/Doorgaan: AAN
M
CH
DOST:
dost
Verstoringsovershoot
off
aanpassingsfunctie UIT/AAN
CJC.4: Ingang 4 Koude-las­compensatie UIT/AAN
korter dan 1 seconde
Geavanceerd functie-instelniveau
l. adf
INIT:
init
Parameterinitialisatie
off
UIT/AAN
M
PF1: PF1-instelling
pf1
OFF/RUN/STOP/R-S/ALLR/
a-m
ALLS/AT/BANK/A-M/PFDP
M
PF2: PF2-instelling
pf2
OFF/RUN/STOP/R-S/ALLR/
r-s
ALLS/AT/BANK/A-M/PFDP
M
CH
PF1.1: PF1-monitor/
pf1.1
CH
pf1. 2
CH
M
pf2.1
pf2. 2
CH
M
ch-n
ramm
bkup
cmoV
M
M
M
M
Instellingsgegevens 1
1
0 tot 20
PF1.2: PF1-monitor/ Instellingsgegevens 2
0
0 tot 20
PF1.5: PF1-monitor/
pf1. 5
Instellingsgegevens 5
0
0 tot 20
PF2.1: PF2-monitor/ Instellingsgegevens 1
1
10 tot 20
PF2.2: PF2-monitor/ Instellingsgegevens 2
0
0 tot 20
PF2.5: PF2-monitor/
pf2. 5
Instellingsgegevens 5
0
0 tot 20
CH-N: Aantal ingeschakelde kanalen
RAMM: RAM-schrijfmode BKUP/RAM
CMOV: Naar kalibratieniveau gaan
0
–1999 tot 9999
M
CH
CH
1 s min.
korter dan
Ingangsinitialisatieniveau
l. 0
I1-T: Ingangssoort ingang 1
i1-t
0 tot 19
2
M
I1DU:
i1du
Temperatuurseenheden ingang 1
c
˚C/˚F
M
I2-T: Ingangssoort ingang 2
i2-t
0 tot 19
2
M
I2DU:
i2du
Temperatuurseenheden ingang 2
c
M
˚C/˚F
M
I3-T: Ingangssoort ingang 3
i3-t
0 tot 19
2
M
I3DU:
i3du
Temperatuurseenheden ingang 3
c
˚C/˚F
M
I4-T: Ingangssoort ingang 4
i4-t
0 tot 19
0
M
I4DU:
i4du
Temperatuurseenheden ingang 4
c
˚C/˚F
M
CH
INP.1:
inp. 1
Schaalindeling ingangswaarde 1
4.000
M
DSP.1: Schaalindeling
CH
weergegeven waarde 1
dsp. 1
–19999 tot schaalindeling
0
weergegeven waarde 2-1
M
CH
INP.2:
inp. 2
Schaalindeling ingangswaarde 2
20.000
M
DSP.2: Schaalindeling
CH
weergegeven waarde 2
dsp. 2
0
Schaalindeling weergegeven waarde 1, +1 tot 99999
M
CH
DP: Positie decimaalpunt
dp
0 tot 4
0
M
RSPH:
CH
Bovengrens Remote SP
rsph
Ondergrens bereik sensorinstelling tot
1300.0
bovengrens bereik sensorinstelling
M
RSPL:
CH
Ondergrens Remote SP
rspl
-200.0
Ondergrens bereik sensorinstelling tot bovengrens bereik sensorinstelling
M
CH
PVDP: PV weergave decimaalpunt
pVdp
UIT/AAN
on
M
SNC: Sensorinductie
snc
storingsreductie
50hz
50 Hz/60 Hz
M
AMOV:
amoV
Naar geavanceerd functie-instelniveau gaan
0
–1999 tot 9999
Password: -169
*1 Temperatuur: Ondergrens van SP + 1 tot bovengrens bereik sensorinstelling Analoog: Ondergrens SP + 1 tot 99.999 of weer­ gegeven waarde die overeenkomt met ingangsbovengrens, afhankelijk welke kleiner is weergave waarde 2
*2 Temperatuur: Ondergrens van sensorinstelling bereik tot bovengrens SP –1 Analoog: –1.999 of weergegeven waarde die overeenkomt met ingangsondergrens
*3 1/4 ingang Standaard (0)/verwarmen of koelen (1) 2 ingang Standaard (0)/verwarmen of koelen (1) Standaard met Remote SP(2)/ Verwarmen of koelen (3) met Remote SP/ Proportioneel (4)/cascade standaard (5)/ Cascade verwarmen of koelen (6)
1 seconde
Initialisatieniveau regeling
01-T: Uitgangstype 1 Spanningsuitgang puls (0)/
o1-t
Lineaire stroomuitgang (1)
1
M
03-T: Uitgangstype 3 Spanningsuitgang puls (0)/
o3-t
Lineaire stroomuitgang (1)
1
M
CO1-T: Lineair stroomuitgangstype 1
co1-t
1
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
M
CO2-T: Lineair stroomuitgangstype 2
co2-t
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
1
M
CO3-T: Lineair stroomuitgangstype 3
co3-t
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
1
M
CO4-T: Lineair stroomuitgangstype 4
co4-t
0 tot 20 mA (0)//4 tot 20 mA (1)
M
1
M
CH
SL-H: Bovengrens SP*
sl-h
1300.0
M
CH
SL-L: Ondergrens SP*
sl-l
-200.0
M
MODE: Besturingsmodus*
mode
0
M
CH
OREV: Werking in forward/reverse
oreV
Reverse (verwarmen): OR-R/
or-r
Forward (koelen): OR-D
M
CH
CLFL: Gesloten/zonder terugkoppeling
clfl
Zonder terugkoppeling: FLOAT/
float
Gesloten: CLOSE
l. 1
2
1
korter dan 1 seconde
3
46 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Regelingsinitialisatie-
niveau 2
out. 1
0
out. 4
M
eV. 1
0
M
eV. 6
M
sbo. 1
1
sbo. 4
M
TRH.1: Retransmissie-uitgang 1
trh. 1
bovengrens
M
TRL.1: Retransmissie-uitgang 1
trl. 1
ondergrens
M
TRH.2: Retransmissie-uitgang 2
trh.
2
bovengrens
M
TRL.2: Retransmissie-uitgang 2
trl. 2
ondergrens
M
TRH.3: Retransmissie-uitgang 3
trh. 3
bovengrens
M
TRL.3: Retransmissie-uitgang 3
trl. 3
ondergrens
M
TRH.4: Retransmissie-uitgang 4
trh. 4
bovengrens
M
TRL.4: Retransmissie-uitgang 4
trl. 4
ondergrens
LAG.1: Primaire vertragingsfunctie 1
M
ingeschakeld
lag. 1
UIT/AAN
off
lag. 2
M
MAV.1: Voortschrijdingsgemiddelde 1 ingeschakeld
maV. 1
UIT/AAN
off
maV. 2
M
SQR.1: Extractie van vierkantswortel 1 ingeschakeld
sqr. 1
UIT/AAN
off
sqr. 2
M
SCL.1: Rechte-lijnbenadering 1 ingeschakeld
scl. 1
UIT/AAN
off
scl. 2
M
FNC.1: Onderbroken-lijnbenadering 1
fnc. 1
ingeschakeld
off
UIT/AAN
M
CH
CALB: Motorkalibratie
calb
UIT/AAN
off
M
CH
MOT: Verplaatsingstijd
mot
1 tot 999
30
Standaard-instellinggebied
korter dan 1 seconde
l. 2
UIT.1: Toewijzing regel-/retransmissie-uitgang 1 0 tot 32
UIT.4: Toewijzing regel-/retransmissie-uitgang 4
0
0 tot 32
EV.1: Toewijzing event-ingang 1 0 tot 25
EV.6: Toewijzing event-ingang 6
0
0 tot 25
SBO.1: Toewijzing hulpuitgang 1 0 tot 36
SBO.4: Toewijzing hulpuitgang 4
4
0 tot 36
LAG.2: Primaire vertragingsfunctie 2
off
ingeschakeld UIT/AAN
MAV.2: Voortschrijdingsgemiddelde 2 ingeschakeld
off
UIT/AAN
SQR.2: Extractie van vierkantswortel 2 ingeschakeld
off
UIT/AAN
SCL.2: Rechte-lijnbenadering 2 ingeschakeld
off
UIT/AAN
Alarminstelniveau
CH
alt1
2
M
CH
a1lt
off
M
CH
alh1
0.02
M
CH
alt2
2
M
M
CH
a2lt
off
M
CH
alh2
0.02
M
CH
alt3
2
M
CH
a3lt
off
M
CH
alh3
0.02
M
CH
alt4
2
M
CH
a4lt
off
M
CH
alh4
0.02
M
CH
rest
a
M
sb1n
n-o
M
sb2n
n-o
M
sb3n
n-o
M
sb4n
n-o
korter dan 1 seconde
l. 3
ALT1: Alarm 1 type 0 tot 11
A1LT: Alarm 1-vergrendeling UIT/AAN
ALH1: Alarm 1 hysteresis 0,01 tot 99,99
ALT2: Alarm 2 type 0 tot 11
A2LT: Alarm 2-vergrendeling UIT/AAN
ALH2: Alarm 2 hysteresis 0,01 tot 99,99
ALT3: Alarm 3 type 0 tot 11
A3LT: Alarm 3-vergrendeling UIT/AAN
ALH3: Alarm 3 hysteresis 0,01 tot 99,99
ALT4: Alarm 4 type 0 tot 11
A4LT: Alarm 4-vergrendeling UIT/AAN
ALH4: Alarm 4 hysteresis 0,01 tot 99,99
REST: Standby sequentie opnieuw starten Conditie A/ Conditie B
SB1N: Hulpuitgang 1 niet-bekrachtigend Bekrachtiging: N-O/ Geen bekrachtiging: N-C
SB2N: Hulpuitgang 2 niet-bekrachtigend Bekrachtiging: N-O/ Geen bekrachtiging: N-C
SB3N: Hulpuitgang 3 niet-bekrachtigend Bekrachtiging: N-O/ Geen bekrachtiging: N-C
SB4N: Hulpuitgang 4 niet-bekrachtigend Bekrachtiging: N-O/ Geen bekrachtiging: N-C
M
korter dan 1 seconde
Schermweergave
Aanpassingsniveau
l. 4
SPDP: "PV/SP" schermselectie display
spdp
0 tot 3
0
M
BART: Staafdiagram display-item UIT/Afwijking 1: EU, 2EU, 5EU, 10EU/
bart
Regelgrootheid (verwarming) Klepopening: O/
std
Regelgrootheid (koeling): C-O
M
RET: Automatische terugsteltijd display 0 tot 99
ret
(0: Automatische terugsteltijd display
0
uitgeschakeld)
M
D.REF: Refresh-periode display
d.ref
UIT/0,5/1/2/4
off
M
MONL: Instelniveau itemmonitor*
monl
off
M
SC-M: Start display-scan bij
sc-m
inschakelen voeding
off
UIT/AAN
M
SC-T: Scanperiode display
sc-t
0 tot 99
2
korter dan 1 seconde
M
Communicatie-
psel
u-no
bps
len
sbit
prty
eVen
sdwt
* Geblokkeerd: UIT Ingangsinitialisatieniveau: l.0 Initialisatieniveau regeling: l.1 Initialisatieniveau regeling 2: l.2 Alarminstelniveau: l.3 Schermweergave Aanpassingsniveau: l.4 Communicatie-instelniveau: l.5 Geavanceerd functie-instelniveau: l.adf Uitbreiding regeling instelniveau: l.exc
instelniveau
l. 5
PSEL: Protocolselectie CWF/MOD
cwf
M
U-NO: Communicatie unit nr.
1
0 tot 99
M
BPS: Baudrate 9,6/19,2/38,4
6
9.
M
LEN: Communicatie gegevenslengte
7
7/8
M
SBIT: Communicatie stopbit
2
1/2
M
PRTY: Communicatie pariteit NONE/EVEN/ODD
M
SDWT: Transmissie­wachttijd
20
0 tot 99
Druk min. 1 s op de toets om naar het bedrijfsniveau te gaan (pagina 44).
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 47
Beveiligingsniveau
De beveiligingsfunctie kan worden gebruikt om de instellingsgege­vens te beperken die kunnen worden gewijzigd en zo onbedoelde instellingswijzigingen voorkomen. De beveiligingsfuncties die gebruikt kunnen worden, omvatten beveiliging van de bedrijfsaan­passing, het initialisatieniveau, het wijzigen van de instellingen en PF-toetsbeveiliging.
Beveiliging bedrijfs-/ aanpassingsniveau
Toetsbediening op het bedrijfsniveau, het aanpassingsniveau 2, het bankinstelniveau, het PID-instelniveau, het waardebepalingsinstel­niveau en het item monitorniveau kan worden beperkt met de onder­staande instellingen.
Instel-
ling
0 ✩✩✩ 1 ✩✩✩ 2 ✩✩▲ 3 ✩▲▲ 4 ❍▲▲
: Kan worden weergegeven en gewijzigd: Kan worden weergegeven: Kan niet worden weergegeven en er kan niet door de niveaus
gelopen worden. Standaardinstelling: 0
Beveiliging initialisatieniveau
Verplaatsing naar het ingangsinitialisatieniveau, het besturingsinitia­lisatieniveau (1+ 2), het alarminstelniveau, het weergaveaanpasni­veau en het communicatie-instelniveau kunnen worden beperkt met gebruik van de hieronder getoonde instellingen.
Instel
-ling
ingangsinitialisatieniveau
0 Mogelijkheid om naar ge-
avanceerde instelniveaus te gaan.
1 Geen mogelijkheid om naar
geavanceerde instelniveaus te gaan.
2 Niet toegestaan Niet toegestaan
Werking Aanpassing,
PV/SP Overig
Verplaatsing naar het
aanpassing 2
Verplaatsing naar het
besturingsinitialisatieni-
veau (1+2), het alarminstel-
niveau, het weergaveaan-
pasniveau en het commu-
nicatieinstelniveau
Toegestaan
Toegestaan
Bankinstel-
ling, PID-
instelling,
waardebepa-
lingsinstel-
ling, item
monitor
Als de instelling voor de beveiliging van het initialisatieniveau op
2 wordt ingesteld, gebeurt er niets wanneer er een poging wordt gedaan om het ingangsinitialisatieniveau van het bedrijfsniveau, het aanpasniveau (1+2), het bankinstelniveau, het PID­instelniveau, het waardebepalingsinstelniveau of het item monitorniveau te betreden door min. 1 s op de niveautoets te drukken (het display zal niet knipperen zoals gewoonlijk bij het wijzigen van een niveau).
De standaardinstelling voor de beveiliging van het initialisatieni­veau is 0.
Beveiligingsinstelling tegen wijzigingen
Instellingen kunnen worden beveiligd tegen wijzigingen met gebruik van de omhoog- en omlaagtoetsen volgens de onderstaande instellingen.
Instelling Beschrijving
UIT Instellingen kunnen worden gewijzigd met
toetsbediening.
AAN Instellingen (behalve die in het beveiligingsniveau)
kunnen niet met toetsbediening worden gewijzigd.
Standaardinstelling: UIT
PF toetsbeveiliging
De toetsen PF1 en PF2 kunnen met de onderstaande instellingen worden in-/uitgeschakeld.
Instelling Beschrijving
UIT PF1- en PF2-toetsen zijn ingeschakeld. AAN PF1- en PF2-toetsen zijn uitgeschakeld. (Werking als
bedieningstoetsen of regelkringtoetsen zijn niet toegestaan.)
De standaardinstelling voor PF-toetsbeveiliging is UIT.
Communicatie-instelniveau
Stel de communicatiespecificatie in het communicatie-instelniveau in met de frontpaneelbewerkingen. De communicatieparameters en hun instellingen staan in de volgende tabel.
Parameter Weergegeven tekens Instellingen Weergegeven instellingen
Protocolkeuze psel CompoWay/F, Modbus cwt / mod Communicatie unitnummer u-no 0 tot 99 0, 1 tot 99 Baudrate bps 9,6/19,2/38,4 (kbps) 9.6 / 19.2 / 38.4 Gegevenslengte len 7 of 8 bits 8-bits Stop bits sbit 1 of 2 bits 1 / 2 Pariteit prty Geen/even/oneven geen / eUen / one en Wachttijd communicatierespons sdwt 0 tot 9.999 s 0 to 20 tot 9999
Opmerking: De gemarkeerde waarden geven de standaardinstellingen weer. Voordat communicatie uitgevoerd wordt, dient u het communicatie
unitnummer, de baudrate en andere communicatieparameters in te stellen met de toetsbediening zoals hieronder wordt uitgelegd. Zie de User’s Manual (Z182) voor gegevens over andere bewerkingen.
3. Druk op de modetoets om langs de parameters te lopen zoals hieronder is weergegeven.
48 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
1. Druk min. 3 s op de niveautoets om van het bedrijfsniveau naar
het initialisatieniveau te gaan.
2. Druk op de niveautoets om van het initialisatieniveau naar het
communicatie-instelniveau te gaan.
4. Wijzig de parameterinstellingen naar behoeven met gebruik van de omhoog- en omlaagtoetsen.
Protocolkeuze
Communicatie unitnummer
Baudrate
Gegevenslengte
Stop bits
Pariteit
Wachttijd versturen respons
Zorg dat de communicatieparameters met die van de computer overeenkomen om te kunnen communiceren.
Protocolkeuze (psel)
Selecteer CompoWay/F of Modbus als het communicatieprotocol. CompoWay/F is een universeel op communicatietechnieken geba­seerd eenduidig communicatieprotocol dat ontworpen is door OMRON. Modbus is een communicatieprotocol dat voldoet aan de RTU procedure van het Modicon Inc.’s Modbus Protocol (specifica­ties: PI-MBUS-300 Rev. J).
Communicatie unitnummer (u-no)
Wanneer u communiceert met de hostcomputer, moet het unitnum­mer van elke regelaar worden ingesteld, zodat de hostcomputer elke regelaar kan identificeren. Het nummer kan op elke gehele waarde worden ingesteld binnen het bereik van 0 t/m 99. De standaardinstel­ling is 1. Wanneer u meerdere regelaars gebruikt, moet u ervoor oppassen dat u niet twee keer hetzelfde nummer gebruikt. Dubbele instellingen veroorzaken storing. De instelling wordt van kracht wan­neer de voeding eerst wordt uitgeschakeld en daarna weer wordt ingeschakeld.
Baudrate (bps)
Gebruik deze parameter om de snelheid van de communicatie met de hostcomputer in te stellen. Deze kan worden ingesteld op een van de volgende waarden; 9,6 (9.600 bps), 19,2 (19.200 bps) of 38,4 (38.400 bps). De instelling wordt van kracht wanneer de voeding eerst wordt uitgeschakeld en daarna weer wordt ingeschakeld.
Datalengte (len)
De lengte van communicatiedata kan worden ingesteld op 7 of 8 bits.
Stopbits (sbit)
Het aantal communicatiestopbits kan worden ingesteld op 1 of 2.
Pariteit (prty)
De communicatiepariteit kan worden ingesteld op geen, even of oneven.
Wachttijd communicatierespons (sdwt)
Wijzigingen van de wachttijd van het versturen van een respons worden van kracht nadat de software opnieuw is ingesteld of nadat u de voeding hebt uitgeschakeld en weer hebt ingeschakeld.
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 49
Foutweergave (het opsporen en oplossen van fouten)
Wanneer er een fout optreedt, verschijnen er in display 1 en/of display 2 foutcodes. Controleer de verklaring voor de foutmelding en neem de juiste tegenmaatregelen.
Display 1 Display 2 Foutbe-
unit err Unitfout Eerst dient u de voeding te resetten. Als het display niet unit chg Unitwijzi-
disp err Unitfout
sys err Hoofdunit-
eep err EEPROM-
s.err Normale
<<<<< >>>>>
Normale weergave
Normale weergave
calb err IJkfout mo-
i1-t i2-t i3-t i4-t
weergave
Normale weergave
De RSP RUN-indica­tor knippert
----- Potentiome-
Een instel­ling knippert
schrijving
ging
weergeven
fout
fout
Sensorin­gangsfout
Buiten weergave­bereik (on­der)
Buiten weergave­bereik (bo­ven)
RSP-in­gangsfout
teringangs­fout
tor Fout scha-
kelaar in­gangstype
verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost, is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn voor stoorsignalen.
Eerst dient u de voeding te resetten. Als het display niet verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost, is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn voor stoorsignalen.
Eerst dient u de voeding te resetten. Als het display niet verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost, is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn voor stoorsignalen.
Controleer of de ingangsbedrading correct is, dat de schakelaar voor het ingangstype correct is ingesteld, dat alles is aangesloten en er geen kortsluiting is en dat het ingangstype correct is.
Als de bovenstaande items geen problemen geven, dient u de voeding te resetten. Als het display niet verandert, is er een reparatie nodig. Als de fout is opgelost, is het mogelijk dat de oorspronkelijke fout door stoorsignalen is veroorzaakt. Controleer of er geen mogelijke bronnen zijn voor stoorsignalen.
Dit is geen fout, maar de actuele waarde valt buiten het weergavebereik (19999 tot 99999).
Controleer of de bedrading naar de RSP-ingang onderbroken of kortgesloten is.
Controleer de bedrading van de potentiometer. Normaal bedrijf Normaal bedrijf
Controleer de bedrading naar de potentiometer en de klepaandrijfmotor en ijk de motor nogmaals.
Zorg ervoor dat de schakelaar van het ingangstype en de weergegeven instelling 'Ingangstype' overeenstemmen met het ingangstype dat u gaat gebruiken.
Remedies Uitgangsstatus bij fout
Regeluitgang Alarmuitgang
UIT UIT
UIT UIT
UIT UIT
MV wordt aangestuurd volgens de 'MV bij PV-fout'-instelling.
Normaal bedrijf Normaal bedrijf
MV wordt aangestuurd volgens de instelling 'MV bij PV-fout'.
UIT UIT
UIT UIT
Dezelfde werking als wanneer de bovengrens wordt overschreden.
UIT
Opmerking: Als de regelaar na het invoeren van de instellingen niet naar verwachting werkt, dient u de bedrading en de instellingen te
controleren. Als de regelaar nog steeds niet naar verwachting werkt, is het mogelijk dat er parameters foutief ingesteld zijn. Het is raadzaam de regelaar te initialiseren en de instellingen opnieuw in te voeren. (Door de regelaar te initialiseren worden alle instellingen teruggezet naar de standaardwaarden. Noteer de instellingen voordat u de initialisatie uitvoert.)
50 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Het opsporen en oplossen van fouten
Als de temperatuur niet stijgt, uitgangen niet worden ingeschakeld of als er grote afwijkingen in de temperatuur worden aangegeven, voert u de controles in de onderstaande tabel uit.
Probleem De te controleren items en mogelijke oorzaak Tegenmaatregel
De temperatuur stijgt niet. Uitgangen worden niet ingeschakeld.
De temperatuur geeft grote afwijkingen weer.
1. Is de regeling gestopt? Als de STOP-indicator brandt, is de regeling gestopt.
2. Is de regeling ingesteld op 'direct operation'? De regeling moet zijn ingesteld op 'reverse operation' voor de verwarmingsregeling.
3. Branden de UIT-indicatoren voor de regeluitgang of knipperen ze? Als de regeluitgang geen stroomuitgang is, worden de UIT-indicatoren ingeschakeld overeenkomstig de uitgang.
4. Bij gebruik van een PID-regeling is het mogelijk dat de PID-constanten ongeschikt zijn.
1. Is het correcte sensortype gebruikt? Nadat u het sensortype hebt gecontroleerd, dient
2. Zijn de ingangscorrectiewaarden ingesteld? Controleer de instellingen voor ingangscorrectie
3. Wordt er een compensatiekabel gebruikt om de thermokoppelverbinding uit te verlengen?
4. Wordt de sensor op grote afstand gemonteerd? Is de invoeglengte kort?
De temperatuurregelaaringang controleren: Thermokoppel Overbrug de ingangsklemmen om de kamertemperatuur weer te geven. Platina weerstandsopnemer Sluit een weerstand aan op de ingangsklemmen en controleer het display.
Sluit 100 aan op A-B en overbrug B-B: 0°C Sluit 140 aan op A-B en overbrug B-B: ong. 100°C
Stel uit oeren/stoppen in om uit te oeren op het bedrijfsniveau. De STOP-indicator wordt uitgeschakeld.
Wijzig oreU in or-r in het initialisatieniveau.
Als de UIT-indicatoren helemaal niet branden, dient u items 1 en 2 te controleren. Als de UIT­indicatoren continu branden, dient u de verbindingen met sensoren, verwarmingsinstallaties en andere randapparatuur te controleren.
Indien mogelijk, verkrijgt u de PID-constanten met gebruik van auto-tuning. (Auto-tuning gebruikt 100% uitgang ten opzichte van de belasting en zodoende kan er overshoot optreden.)
u de instelling voor het ingangstype te controleren (i-t) in het initialisatieniveau. (: 1 tot 4)
(isi., iss.) in het aanpasniveau. (isi, : 1 tot 4) Wanneer u de temperatuur wilt weergeven zoals deze door de sensor is gemeten, stelt u deze in op 0,0.
Zorg ervoor dat u een compensatiekabel gebruikt die geschikt is voor de gebruikte sensor.
Controleer de installatielocatie van de sensor ten opzichte van het gemeten object. De invoeglengte van de sensor dient ten minste 20 keer de diameter van de afschermhulzen te bedragen.
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 51
Randapparatuur
r
g
g
g
5 U
(
)
e
C
e
C
S
-
g
m
e
5
C
e
5
C
e
C
e
ingang
5
C
-
g
(
)
e
C
SSR's
5
G
G
g
t
,
.
,
en
iting
mogelijk
52
C
odelle
g
m
)
)
)
)
delle
g
m
)
)
)
odelle
g
m
)
)
)
A
)
et sc
-
n
E
)
p-
H
g
g
n
)
Temperatuursensor en SSR
Aansluitvoorbeeld met SSR
Regelaa
Belastin
Uitgangsklem spannin
voor het besturen
van SSR
Analoge waarden die temperatuur
iet of concentratie voorstell
Omzetter, digitale paneelmeter, debie meter, contactloze temperatuursensor afstandsensor, etc
recte aanslu
E
E5AR
INGAN
BELASTIN
Max. Nr. van parallel aansluitbare
nits
E5AR/ E5ER
Units
E5AR/ E5ER
4 Units
E5AR/ E5ER
Verwarmin
Belastingsvoedin
240 VA
Nominal ingangsspanning: 12 tot 24 VD
Compacte en smalle m
n met een
in
ebouwd koellichaa
G3PB (enkelfase
240 VAC (15 A, 25 A, 35 A, 45 A
Nominal ingangsspanning: 12 tot 24 VD
Compacte en smalle mo
n met een
ebouwd koellichaa
in
G3PB (drie fasen
Nominal ingangsspanning: 12 tot 24 VD
imultane driefasen besturing met een in
ebouwd koellichaa
E
Het maximale aantal SSR's berekenen die parallel aansluitbaar zijn
A: Max. belastingsstroom van de spanningsuitgang van de digitale procesregelaar waarmee de SSR's worden aangestuurd, is 40 mA voor de E5AR (E5AR-QQ@WW-@ = 21 mA).
B: De ingangsimpedantie van de SSR's is 7 mA voor G3NA
In dit geval zou het maximale aantal parallel aansluitbare SSR's als volgt zijn:
A/B = 5
De maximale belastingsstroom in het aansluitvoorbeeld is 40 mA.
E5ER
Units
E5AR/ E5ER
Units
E5AR/ E5ER
2 Units
E5AR/ E5ER
Units
E5AR/ E5ER
240 VAC (10 A, 20 A, 40 A, 60 A 400 VAC (20 A, 30 A, 50 A
Nominal ingangsspanning:
tot 24 VD
Compacte en smalle
n met een
m in
ebouwd koellichaa
G3N
240 VAC (5 A, 10 A, 20 A, 40 A
Nominal ingangsspanning:
tot 24 VD
tandaardmodellen
m
hroef
verbindinge
N
240 VAC (5 A, 10 A, 35 A, 20 A
Nominal ingangsspanning: 12 VD
Compacte en scher
eprijsde modellen met
faston aansluitingen
N
Nominal
sspanning:
tot 24 VD
Voor regeling van verwarmin
en met
een hoo
vermoge
AAAAA T O
N
A
G
H
T U
A
52 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Voorzorgsmaatregelen
!WAARSCHUWING!
Zorg altijd dat het netwerk is voorzien van beveiligingscircuits. Zonder beveiligingscircuits kunnen storingen leiden tot ongelukken waarbij ernstig letsel of grote schade optreedt. Voorzie de externe regelcircuits van dubbele of driedubbele veiligheidsmaatregelen, zoals noodstopcircuits, vergrendelcircuits of limietcircuits, om de veiligheid in het systeem te garanderen als er een storing optreedt door een productdefect of een externe factor die invloed heeft op de werking van het product.
!VOORZICHTIG
Probeer het product niet te demonteren, te repareren of te modificeren. Als u dit wel doet, kan er letsel optreden als gevolg van elektrische schokken.
Raak de aansluitklemmen of de elektronische onderdelen of patronen op de PCB niet aan tenzij deze meer dan één minuut is uitgeschakeld. Als u dit wel doet, kan er letsel optreden als gevolg van elektrische schokken.
Zorg dat er geen stukjes metaal, afgeknipte draad of fijn metalen schaafsel van de installatie in het product komen. Als u dit wel gebeurt, kunnen er elektrische schokken, brand of storingen optreden.
Gebruik het product niet op locaties met ontvlambare of explosieve gassen. Als u dit wel doet, kunnen er kleine of middelgrote explosies plaatsvinden met licht tot middelzwaar letsel en beschadigde eigendommen tot gevolg.
Draai de schroeven op de klemmenstrook en de connectorschroeven stevig aan met een spansleutel binnen het volgende bereik. Door losse schroeven kan brand ontstaan met licht tot middelzwaar letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg.
Schroeven voor klemmenstrook: 0,40 tot 0,56 Nm Connectorschroeven: 0,25 tot 0,30 Nm
Configureer de juiste instellingen voor het product conform de toepassing. Als u dit niet doet, kan de regelaar in bepaalde gevallen onbetrouwbaar functioneren met licht tot middelzwaar letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg.
Neem veiligheidsmaatregelen voor het geval er een productdefect optreedt. Installeer bijvoorbeeld een afzonderlijk alarmsysteem ter voorkoming van oververhitting. Door productdefecten kan het onder bepaalde omstandigheden onmogelijk zijn om de alarmuitgangen te bedienen of te gebruiken, waardoor schade optreedt in de aangesloten faciliteiten en apparaten.
Gebruik de apparatuur niet voor metingen binnen de meetcategorieën II, III of IV (in overeenstemming met IEC61010-1). Als u dit wel doet, kan de regelaar onbetrouwbaar functioneren met licht tot middelzwaar letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg. Gebruik de apparatuur alleen voor metingen binnen de meetcategorie waarvoor het product is ontworpen.
De servicelevensduur van de uitgangsrelais hangt af van het schakelvermogen en de schakelomstandigheden. Houd rekening met de feitelijke toepassingsomstandighe­den en gebruik het product binnen de nominale belasting en elektrische servicelevensduur. Als u het product na de servicelevensduur blijft gebruiken, kunnen de contacten onder bepaalde omstandigheden smelten of verbranden.
Zorg dat het product geen negatieve gevolgen ondervindt als de cyclustijd voor DeviceNet wordt verlengd doordat het programma wordt gewijzigd tijdens online bewerkingen. Als u de cyclustijd verlengt, kan de regelaar in bepaalde gevallen onbetrouwbaar functioneren met licht tot middelzwaar letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg.
Controleer of de veiligheid van de nodes in orde is voordat u programma's overbrengt naar andere nodes of het I/O-geheugen van andere nodes wijzigt. Als u het programma of het I/O-geheugen van andere nodes wijzigt, kan de regelaar in bepaalde gevallen onbetrouwbaar functioneren met licht tot middelzwaar letsel of beschadigde apparatuur tot gevolg.
Probeer het product niet te demonteren, te repareren of te modificeren. Als u dit wel doet, kan er licht tot middelzwaar letsel optreden als gevolg van elektrische schokken.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik
1. Gebruik en bewaar het product binnen de opgegeven
omgevingstemperatuur en vochtigheidsgrenzen. Als er meerdere producten naast elkaar of verticaal zijn gemonteerd, kan door de gegenereerde warmte de inwendige temperatuur van de producten stijgen, waardoor de levensduur afneemt. Zorg zo nodig voor koeling van de producten met een ventilator of een andere methode.
2. Zorg dat er voldoende ruimte rondom het product beschikbaar is
om de warmte te dissiperen. Blokkeer de luchtopeningen op het product niet.
3. Gebruik het product binnen de opgegeven voedingsspanning en
nominale belasting.
4. Controleer de naam en polariteit van elke aansluitklem voordat u
de klemmenstrook en connectors aansluit.
5. Sluit niets op ongebruikte aansluitklemmen aan.
6. Gebruik de opgegeven afmetingen van de krimpvoeten voor de
bedrading (M3, breedte: 5,8 mm max.).
7. Als u blanke draden wilt aansluiten op de klemmenstrook,
gebruikt u AWG22 tot AWG14 (dwarsdoorsnede: 0,326 tot 2,081
2
mm
) om de aansluitklemmen voor de voedingsspanning te ver-
binden en AWG28 tot AWG16 (dwarsdoorsnede: 0,081 tot 1,309
2
) voor de overige aansluitklemmen. (Lengte van blootlig-
mm gende bedrading: 6 t/m 8 mm)
8. Controleer of het nominale voltage uiterlijk na 2 seconden na het
inschakelen wordt bereikt.
9. Schakel de stroom uit voordat u het product uit de behuizing
haalt. Raak de aansluitklemmen of de elektronische onderdelen nooit aan en voorkom fysieke schokken. Wanneer u het product in de behuizing plaatst, dient u te voorkomen dat de elektronische onderdelen de behuizing raken.
10.Verwijder de inwendige printplaat niet.
11.De uitgang wordt uitgeschakeld wanneer in bepaalde modi wordt
overgeschakeld naar het niveau van de standaardinstelling. Houd hier rekening mee wanneer u het regelsysteem instelt.
12.Laat het product ten minste 30 minuten opwarmen na het
inschakelen.
13.Installeer overspanningsdempers of ontstoringsfilters in appara-
ten dicht bij het product die storingen veroorzaken (vooral appara­ten met een inductiecomponent, zoals motoren, transformatoren, elektromagneten en magnetische spoelen). Controleer de span­ning en stroomsterkte bij gebruik van een storingsfilter voor de voeding en installeer dit zo dicht mogelijk bij het product. Plaats het product zo ver mogelijk bij apparaten vandaan die sterke hoogfrequente storingen genereren (zoals hoogfrequente lasap­paraten en naaimachines) of stroompulsen. Verbind de ingang-/uitgangsbedrading van ontstoringsfilters niet met elkaar.
14.Houd de bedrading van de klemmenstrook voor het product
buiten bereik van hoogspanningskabels om inductiestoring te voorkomen. Voer de bedrading niet parallel aan of plaats deze niet in dezelfde kabel als de voedingslijnen. De invloed van storing kan ook worden verminderd door aparte kabelgoten of beschermkabels te gebruiken.
15.Installeer een schakelaar of stroomonderbreker en voorzie deze
van een duidelijk label zodat de operator de stroom onmiddellijk kan uitschakelen.
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 53
16.Gebruik het product niet op de volgende locaties.
Locaties waar stof of corroderende gassen (met name zwavel-
gas of ammoniakgas) aanwezig zijn.
Locaties waar ijsvorming of condensatie kunnen optreden.
Locaties die onderhevig zijn aan direct zonlicht.
Locaties die onderhevig zijn aan overmatige schokken of trillin-
gen.
Locaties waar het product in contact kan komen met water of olie.
Locaties onder invloed van directe stralingswarmte van verwar­mingsapparatuur.
Locaties die onderhevig zijn aan extreme temperatuurschom­melingen.
17.Reiniging: gebruik geen verdunners. Gebruik in de handel ver­krijgbare alcohol.
18.Gebruik de opgegeven kabels voor de communicatieverbindingen en blijf binnen de opgegeven communicatieafstanden voor Devi­ceNet. Raadpleeg de DeviceNet Manual (W267) voor informatie over de specificaties van de communicatieafstand en kabels.
19.Trek niet hard aan de communicatiekabels voor DeviceNet en buig deze niet verder dan de normale kromming.
20.Wanneer de stroom is ingeschakeld voor DeviceNet, moet u geen connectors aansluiten of verwijderen. Als u dit wel doet, kunnen er productdefecten of -storingen optreden.
Voorzorgsmaatregelen voor een
verstandig gebruik
Meetnauwkeurigheid
Bij het verlengen van de bedrading van het thermokoppel moet u zor­gen dat u compensatiekabels gebruikt die met het thermokoppeltype overeenkomen.
Bij het verlengen van de bedrading van de platina weerstandsopne­mer, moet u zorgen dat u kabels gebruikt met een lage weerstand en dat de weerstanden van de drie kabels gelijk zijn.
Als de meetnauwkeurigheid laag is, moet u controleren of de ingangsverschuiving correct is ingesteld.
Waterbestendigheid
De beschermingsgraad wordt hieronder weergegeven.
Frontpaneel NEMA4X voor gebruik binnenshuis
(gelijk aan IP66)
Achterbehuizing IP20 Aansluitingen IP00
Levensduur
Gebruik het product binnen de volgende temperatuur- en vochtig­heidsgrenzen:
Temperatuur: 10 tot 55°C (zonder ijsvorming of condensatie) Vochtigheidsgraad: 25% tot 85%
Als het product in een bedieningspaneel is geïnstalleerd, moet u zor­gen dat de temperatuur rondom het product (niet de temperatuur rondom het paneel) niet boven 55°C stijgt.
De levensduur van dit product en vergelijkbare elektronische appara­ten wordt niet alleen bepaald door de mechanische levensduur van relais, maar ook door de levensduur van interne elektrische onderde­len. De levensduur van onderdelen wordt beïnvloed door de omge­vingstemperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe korter de levensduur en hoe lager de temperatuur, hoe langer de levensduur. Daarom kan de servicelevensduur worden verlengd door de tempe­ratuur van het product te verlagen.
Installeer het product in overeenstemming met de opgegeven voor­waarden. Als u dit niet doet, kan de interne temperatuur van het pro­duct stijgen als gevolg van de gegenereerde hitte, waardoor de servicelevensduur afneemt. Zorg zo nodig voor koeling van het pro­duct met ventilatoren of een andere ventilatiemethode.
Bij geforceerde koelmethodes moet u oppassen dat u niet alleen de aansluitklemgedeelten koelt om meetfouten te voorkomen.
Tegenmaatregelen stoorsignalen
Houd de bedrading van de klemmenstrook voor het product buiten bereik van hoogspanningskabels om inductiestoring te voorkomen. Voer de bedrading niet parallel aan of plaats deze niet in dezelfde kabel als de voedingslijnen. De invloed van storing kan ook worden verminderd door aparte kabelgoten of beschermkabels te gebruiken.
Installeer overspanningsdempers of ontstoringsfilters in apparaten dicht bij het product die storingen veroorzaken (vooral apparaten met een inductiecomponent, zoals motoren, transformatoren, elektro­magneten en magnetische spoelen).
Controleer bij gebruik van een storingsfilter voor de voeding de spanning en stroomsterkte en installeer het zo dicht mogelijk bij het product.
Plaats het product zo ver mogelijk bij apparaten vandaan die sterke hoogfrequente storingen genereren (zoals hoogfrequente lasappara­ten en naaimachines) of stroompulsen.
54 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Garantie en beperking van aansprakelijkheid
GARANTIE
OMRON geeft de exclusieve garantie dat de producten geen materiaal- en/of fabricagefouten bevatten voor een periode van één jaar (tenzij een andere periode is aangegeven) na datum van aankoop.
OMRON WIJST ELKE GARANTIE OF VERKLARING AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN NIET-SCHENDING VAN RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE PRODUCTEN. ELKE KOPER OF GEBRUIKER ACCEPTEERT DAT ALLEEN DE KOPER OF GEBRUIKER ZELF HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN AAN DE EISEN VAN HUN BEDOELDE GEBRUIK VOLDOEN. OMRON WIJST ELKE ANDERE GARANTIE AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET.
BEPERKINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID
OMRON AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BIJZONDERE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE, WINSTDERVING, OF WELK ANDER BEDRIJFSVERLIES DAN OOK IN VERBAND MET DE PRODUCTEN, ONGEACHT OF CLAIMS ZIJN GEBASEERD OP CONTRACTEN, GARANTIES, ONACHTZAAMHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval overschrijdt de vergoeding van OMRON voor welke schade dan ook de afzonderlijke prijs van het product waarop garantie is verleend.
IN GEEN GEVAL IS OMRON VERANTWOORDELIJK VOOR GARANTIE-, REPARATIE- OF ANDERE CLAIMS TEN AANZIEN VAN DE PRODUCTEN, TENZIJ UIT ANALYSE DOOR OMRON BLIJKT DAT DEZE PRODUCTEN JUIST ZIJN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEINSTALLEERD EN ONDERHOUDEN EN NIET ZIJN BLOOTGESTELD AAN VERONTREINIGING, MISBRUIK OF ONJUISTE AANPASSING OF REPARATIE.
Toepassingen
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.
Op verzoek van de klant zal OMRON toepasbare certificatiedocumenten van derden leveren die de specificaties en beperkingen van het gebruik van de producten identificeren. Deze informatie is op zich niet voldoende voor een volledige vaststelling van de geschiktheid van de producten in combinatie met het eindproduct, de machine, het systeem of andere toepassing of gebruik.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van toepassingen waaraan u speciale aandacht moet besteden. Dit is geen volledige lijst van alle mogelijke toepassingen van de producten en niet bedoeld om te impliceren dat de toepassingen geschikt zijn voor de producten.
Toepassing in de buitenlucht, toepassingen waarbij mogelijk chemische contaminatie of elektrische storing voorkomt of condities of toepassin­gen die niet in deze catalogus zijn beschreven.
Besturingssystemen in kerncentrales, verbrandingssystemen, spoorwegsystemen, luchtvaartsystemen, medische apparatuur, amusementsma­chines, voertuigen, veiligheidsuitrustingen en installaties met aparte industrie- of rijkskeuringsvoorschriften.
Systemen, machines en apparatuur die gevaar kunnen opleveren voor mensenlevens of eigendommen.
Zorg dat u kennis hebt van alle verboden van het gebruik van alle producten. GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING DIE MENSENLEVENS OF EIGENDOMMEN IN GEVAAR BRENGT ZONDER
ERVOOR TE ZORGEN DAT HET SYSTEEM DEZE RISICO'S OPLOST EN DAT DE OMRON-PRODUCTEN JUIST ZIJN GESPECIFICEERD EN GEINSTALLEERD VOOR HET BEDOELDE GEBRUIK BINNEN DE ALGEMENE UITRUSTING OF HET SYSTEEM.
Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER 55
Cat. No. H122-NL1-02
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLAND Omron Electronics B.V. Wegalaan 61, 2132 JD Hoofddorp Tel: +31 (0) 23 568 11 00 Fax: +31 (0) 23 568 11 88 www.omron.nl
BELGIË Omron Electronics N.V./S.A. Stationsstraat 24, B-1702 Groot-Bijgaarden Tel: +32 (0) 2 466 24 80 Fax: +32 (0) 2 466 06 87 www.omron.be
56 Digitale Procesregelaars E5AR/E5ER
Loading...