Omron E5AN, E5EN Instructions Manual [nl]

Page 1
Digitale temperatuurregelaar basistype
E5AN/E5EN (96 x 96 mm en 48 x 96 mm)
Nieuwe 96 x 96 mm en 48 x 96 mm standaard temperatuurregelaars met uitgebreide functionaliteit en verhoogde prestaties. Verbeterde meetnauwkeurigheid en functie voor preventief onderhoud.
Meetnauwkeurigheid
De PV/SV-statusweergavefunctie kan worden ingesteld om te
schakelen tussen weergave van PV of SV en de status van de temperatuurregelaar (automatisch/handmatig, RUN/STOP en alarm).
Preventief onderhoud voor relais met behulp van een teller voor
de ON/OFF besturingsuitgang.
Weergave op drie niveaus, met gelijktijdige weergave van PV, SV en MV.
Eénknopsbediening met PF-toets die kan worden toegewezen aan
automatisch/handmatig, RUN/STOP of andere functies.
96 × 96 mm
E5AN
48 × 96 mm
E5EN
Zie Veiligheidsmaatregelen op pagina 18.
Belangrijkste I/O-functies
Event-ingangen
Geen
Twee
Sensoringangen
• Universele thermokoppel-/Pt-ingangen
(Modellen met temperatuuringangen)
• Analoge stroom-/spanningsingangen
(Modellen met analoge ingangen)
Meetnauwkeurigheid
• Thermokoppelingang: ±0,3% van PV
• Pt-ingang: ±0,2% van PV
• Analoge ingang: ±0,2% FS
Sampling-periode en besturingsrespons
250 ms
PF-toets
(Programmeerbare functietoets)
E5AN E5EN
3 hulpuitgangen
Besturingsuitgang 2
Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Uitgang met hybride relais
met extra lange levensduur
Besturingsuitgang 1
Relaisuitgang
Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang
Display met 3 regels Instelbare gelijktijdige weergave van meerdere items, zoals PV, SV en MV.
Display bevat 2 regels wanneer het apparaat de
fabriek verlaat. De derde regel wordt geactiveerd wanneer parameters worden geïnitialiseerd. Zie de Gebruikershandleiding basistype (Cat. No. H156) voor meer informatie over het derde displayniveau.
4-cijferig, 11-segments display
Automatisch/handmatig schakelen
Temperatuurregelaar
statusdisplay
Eenvoudige programmafunctie
Telleralarm ON/OFF
besturingsuitgang
PV-alarm wijzigingsfrequentie
Modellen optioneel leverbaar
met RS-485- of RS-232C-
communicatie
Dit specificatieblad is bedoeld om als gids te dienen bij het selecteren van producten. Lees voordat u het product probeert te gebruiken de volgende gebruikershandleidingen voor details over voorzorgsmaatregelen voor het gebruik en voor andere informatie die u nodig hebt voor het gebruik:
Gebruikershandleiding basistype digitale temperatuurregelaars E5CN/E5AN/E5EN (Cat. No. H156) Communicatiehandleiding basistype digitale temperatuurregelaars E5CN/E5AN/E5EN (Cat. No. H158)
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 1
Page 2
Assortiment
1 besturingsuitgang
Temperatuuringang
E5AN/E5EN Basistype
Opmerking: Alle modellen kunnen worden gebruikt voor verwarmings-, koel- en verwarmings-/koelregeling.
Klemmenblok
Analoge ingang
2 besturingsuitgangen
1 besturingsuitgang
2 besturingsuitgangen
Verkrijgbare modellen
Opbouw typenummer
Regelaars
E5AN/E5EN-@3@M@@-500-N
1 23456
1. Besturingsuitgang 1
R: Relaisuitgang Q: Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR's) C: Stroomuitgang
2. Hulpuitgangen
3: Drie uitgangen
3. Heater burnout/SSR-storing, Besturingsuitgang 2 of Externe voeding voor ES1B
Blanco: Geen Q: Besturingsuitgang 2 (spanningsuitgang voor aansturing van
SSR's) Y: Relaisuitgang met lange levensduur (hybride) H: Detectie heater burnout/SSR-storing/overstroom
verwarmingselement (CT1) HH: Detectie heater burnout/SSR-storing/overstroom
verwarmingselement
(Bij 3-fasige verwarmingstoepassingen, 2x CT) P: Voeding voor sensoren
4. Optie
M: Er kan een optie-unit worden gemonteerd.
5. Type ingang
T: Universele thermokoppel/platina weerstandsopnemeringang L: Analoge stroom-/spanningsingang
8
7
Optie-units
E53-@
1
1. Functie
EN01: RS-232C-communicatie EN03: RS-485-communicatie AKB: Event-ingang
3 hulpuitgangen
3 hulpuitgangen
3 hulpuitgangen
3 hulpuitgangen
6. Voedingsspanning
Blanco: 100 tot 240 VAC D: 24 VAC/VDC
7. Afdekkap aansluitklemmen
-500: Met afdekkap aansluitklemmen
8. Versie
N: Alleen beschikbaar bij modellen met productiedatum na januari
2008 (Doos gemarkeerd met N6).
Opmerking: De behuizing is zwart. Wit/zilvergrijs op aanvraag leverbaar.
2 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 3
Verkrijgbare uitvoeringen
E5AN Regelaars met aansluitklemmenblok
Kleur
Afmeting
1/4 DIN 96
×
96 × 78
×
H × D)
(B
Opmerking: Alarm verwarmingselement = heater burnout + SSR-kortsluitingsdetectie + SSR-overstroom Opmerking: Voeg voedingsspanning aan model toe om bestelcode te vervolledigen (bv. E5AN-R3MT-500-N AC100-240 of
be­hui­zing
Zwart
E5AN-R3MTD-500-N AC/DC24)
Voe-
dings-
spanning
100 tot 240 VAC
VAC /
24 VDC
Type ingang
Thermokoppel of weerstands­opnemer
Analoog (stroom/spanning)
Thermokoppel of weerstands­opnemer
Hulp-
uitgan-
gen
3
3
3
Besturings-
uitgang 1
Relaisuitgang E5AN-R3MT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5AN-C3MT-500-N Relaisuitgang 1-fase E5AN-R3HMT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang 3-fasen E5AN-R3HHMT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang
Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang
Relaisuitgang Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5AN-C3YMT-500-N Relaisuitgang Sensorvoeding E5AN-R3PMT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang E5AN-R3ML-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5AN-C3ML-500-N Relaisuitgang 1-fase E5AN-R3HML-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang E5AN-R3MTD-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5AN-C3MTD-500-N Relaisuitgang 1-fase E5AN-R3HMTD-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang 3-fasen E5AN-R3HHMTD-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Alarm
verwar-
mings-
element
1-fase E5AN-Q3HMT-500-N
3-fasen E5AN-Q3HHMT-500-N
1-fase E5AN-Q3HML-500-N
1-fase E5AN-Q3HMTD-500-N
3-fasen E5AN-Q3HHMTD-500-N
Functies
Voeding
voor sensoren
Sensorvoeding E5AN-Q3PMT-500-N
Bestu-
rings-
uitgang 2
Spannings­uitgang
Spannings­uitgang
Spannings­uitgang
Relaisuit­gang met extra lan­ge levens­duur
Relaisuit­gang met extra lan­ge levens­duur
E5AN-Q3MT-500-N
E5AN-R3QMT-500-N
E5AN-Q3QMT-500-N
E5AN-C3QMT-500-N
E5AN-R3YMT-500-N
E5AN-Q3YMT-500-N
E5AN-Q3ML-500-N
E5AN-Q3YML-500-N
E5AN-Q3MTD-500-N
Model
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 3
Page 4
E5EN Regelaars met aansluitklemmenblok
Kleur
Afmetingen
1/8 DIN
×
96 × 78
48 (B
×
H × D)
Opmerking: Alarm verwarmingselement = heater burnout + SSR-kortsluitingsdetectie + SSR-overstroom Opmerking: Voeg voedingsspanning aan model toe om bestelcode te vervolledigen (bv. E5EN-R3MT-500-N AC100-240 of
hui­zing
Zwart
E5EN-R3MTD-500-N AC/DC24)
be-
Voe-
dings-
spanning
100 tot 240 VAC
VAC /
24 VDC
Type ingang
Thermokoppel of weerstands­opnemer
Analoog (stroom/spanning)
Thermokoppel of weerstands­opnemer
Hulp-
uitgan-
gen
3
3
3
Besturings-
uitgang 1
Relaisuitgang E5EN-R3MT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5EN-C3MT-500-N Relaisuitgang 1-fase E5EN-R3HMT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang 3-fasen E5EN-R3HHMT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang
Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang
Relaisuitgang Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5EN-C3YMT-500-N Relaisuitgang Sensorvoeding E5EN-R3PMT-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang E5EN-R3ML-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5EN-C3ML-500-N Relaisuitgang 1-fase E5EN-R3HML-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang E5EN-R3MTD-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang E5EN-C3MTD-500-N Relaisuitgang 1-fase E5EN-R3HMTD-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Relaisuitgang 3-fasen E5EN-R3HHMTD-500-N Spanningsuitgang
(voor aansturing van SSR's)
Alarm
verwar-
mingse-
lement
1-fase E5EN-Q3HMT-500-N
3-fasen E5EN-Q3HHMT-500-N
1-fase E5EN-Q3HML-500-N
1-fase E5EN-Q3HMTD-500-N
3-fasen E5EN-Q3HHMTD-500-N
Functies
Voeding
voor sensoren
Sensorvoeding E5EN-Q3PMT-500-N
Bestu-
rings-
uitgang 2
Spannings­uitgang
Spannings­uitgang
Spannings­uitgang
Relaisuit­gang met extra lange levensduur
Relaisuit­gang met extra lange levensduur
E5EN-Q3MT-500-N
E5EN-R3QMT-500-N
E5EN-Q3QMT-500-N
E5EN-C3QMT-500-N
E5EN-R3YMT-500-N
E5EN-Q3YMT-500-N
E5EN-Q3ML-500-N
E5EN-Q3YML-500-N
E5EN-Q3MTD-500-N
Model
4 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 5
Optie-units
Naam Functies Model
Communicatie-unit
Event-ingangsunit 2 event-ingangen E53-AKB
RS-232C-communicatie E53-EN01 RS-485-communicatie E53-EN03
Toebehoren (afzonderlijk te bestellen)
Conversiekabel USB naar serieel
Stroomtransformatoren (CT's)
Model
E58-CIFQ1
Afdekkap aansluitklemmen
Aansluitbare modellen Model
E5AN E5EN
Opmerking: De afdekkap voor de aansluitklemmen wordt bij
E5EN/AN-@@@-500-modellen meegeleverd.
E53-COV16
Waterdichte pakking
Aansluitbare modellen Model
E5AN Y92S-P4 E5EN Y92S-P5
Opmerking: De waterdichte pakking wordt bij de regelaar
meegeleverd.
Openingsdiameter Model
5,8 dia. E54-CT1
12,0 dia. E54-CT3
CX-Thermo Support Software
Model
EST2-2C-MV4
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 5
Page 6
Technische gegevens
Specificaties
Voedingsspanning
Aansluitspanningsbereik 85 tot 110% van de nominale voedingsspanning Opgenomen
vermogen
Sensoringang
Ingangsimpedantie
Besturingsmethode ON/OFF-besturing of 2-PID-regeling (met auto-tuning)
Relaisuitgang
Spanningsuitgang
Bestu­rings­uitgang
Hulp­uitgang
Event­ingang
Externe voeding voor de ES1B 12 VDC ±10%, 20 mA, met kortsluitbeveiligingscircuit Instelmethode Digitale instelling via toetsen op frontpaneel
Indicatiemethode
Multi-SP
Bankselectie Niet ondersteund.
Andere functies
Omgevingstemperatuur in bedrijf
Relatieve vochtigheid in bedrijf 25 tot 85% Opslagtemperatuur 25 tot 65°C (zonder condensatie of ijsvorming)
Display bevat 2 regels wanneer het apparaat de fabriek verlaat. De derde regel wordt geactiveerd wanneer parameters worden geïnitialiseerd
(reset door herstellen van fabrieksinstellingen). Zie de Gebruikershandleiding basistype (Cat. No. H156) voor meer informatie over de derde displayregel.
(voor aansturing van SSR's)
Stroomuitgang 4 tot 20 mA DC/0 tot 20 mA DC, belasting: 600 max., resolutie: circa 10.000 Relaisuitgang met
extra lange levensduur
Aantal uitgangen 3 Uitgangs-
specificaties Aantal ingangen 2
Ingangsgegevens externe contacten
Geen D in modelnummer: 100 tot 240 VAC, 50/60 Hz D in modelnummer: 24 VAC, 50/60 Hz; 24 VDC
100 tot 240 VAC: 10 VA 24 VAC/VDC: 5,5 VA (24 VAC)/4 W (24 VDC)
Modellen met temperatuuringangen
Thermokoppel: K, J, T, E, L, U, N, R, S, B, W of PL II Platina weerstandsopnemer: Pt100 of JPt100 Infraroodtemperatuursensor: 10 tot 70°C, 60 tot 120°C, 115 tot 165°C, of 140 tot 260°C Spanningsingang: 0 tot 50 mV
Modellen met analoge ingangen
Stroomingang: 4 tot 20 mA of 0 tot 20 mA Spanningsingang: 1 tot 5 V, 0 tot 5 V, of 0 tot 10 V
Stroomingang: 150 max., Spanningsingang: 1 M min. (Gebruik een 1:1-verbinding bij het aansluiten van de ES2-HB.)
SPST-NO, 250 VAC, 5 A (ohmse belasting), elektrische levensduur: 100.000 schakelingen, minimale belasting: 5 V, 10 mA
Uitgangsspanning: 12 VDC ±15% (PNP), max. belastingsstroom: 40 mA, Met kortsluitbeveiligingscircuit: max. belastingsstroom 21 mA voor besturingsuitgang 2
SPST-NO, 250 VAC, 3 A (ohmse belasting), elektrische levensduur: 1.000.000 schakelingen, belastingsvoedingsspanning: 75 tot 250 VAC (DC-belastingen kunnen niet worden aangesloten), minimale belasting: 5 V, 10 mA, lekstroom: 5 mA max. (250 VAC, 60 Hz)
Relaisuitgang: SPST-NO, 250 VAC, 3 A (ohmse belasting), elektrische levensduur: 100.000 schakelingen, minimale belasting: 5 V, 10 mA
Contactingang: AAN: 1 k max., UIT: 100 k min. Contactloze ingang: AAN: Restspanning: 1,5 V max., OFF: Lekstroom: 0,1 mA max. Stroomloop: ca. 7 mA per contact
11-segments digitaal display en individuele indicatoren (7-segments displayemulatie ook mogelijk) Tekenhoogte: E5AN: PV: 15,8 mm, SV: 9,5 mm, MV: 6,8 mm; E5EN: PV: 11,8 mm, SV: 8,1 mm, MV: 5,8 mm Inhoud van display met 3 niveaus: PV/SV/MV, PV/SV/multi-SP, of resterende soaktijd Aantal cijfers: 4 bij PV, SV en MV
Max. vier instelpunten (SP0 tot SP3) kunnen worden opgeslagen en geselecteerd met behulp van event­ingangen, toetsfuncties of seriële communicatie.
Handmatige uitgangsbediening, verwarmings-/koelregeling, alarm doorgebrand verwarmingselement (heater burnout), SP-ramp, andere alarmfuncties, detectie doorgebrand verwarmingselement, 40% AT, 100% AT, MV-begrenzer, digitaal ingangsfilter, self-tuning, temperatuuringangsverschuiving, RUN/STOP, beveiligingsfuncties, teller ON/OFF besturingsuitgang, extractie van vierkantswortel, MV­wijzigingsbegrenzing, logische bewerkingen, PV/SV-statusdisplay, eenvoudig programma, automatische regeling koelingscoëfficiënt
10 tot 55°C (zonder condensatie of ijsvorming), voor 3 jaar garantie: 10 tot 50°C
6 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 7
Ingangsbereiken
Thermokoppel/Platina weerstandsopnemer (universele ingangen)
Typ e
ingang
Naam Pt100 JPt100 K J T E L U N R S B W
2300
1800
1700
1600
1500
1400
1300
1200
1100
1000
900
800
700
600
500
Temperatuurbereik (°C)
400
300
200
100
0
100,0
200,0
Schake­laar in­gesteld op nr.
De gearceerde instellingen zijn de standaardinstellingen. De toepasbare normen voor de ingangstypen zijn als volgt: K, J, T, E, N, R, S, B: JIS C 1602-1995, IEC 584-1 L: Fe-CuNi, DIN 43710-1985 U: Cu-CuNi, DIN 43710-1985 W: W5Re/W26Re, ASTM E988-1990
Platina
weerstandsopnemer
1300 1300 1300
850 850 850
500,0 500,0 500,0
100,0 100,0 90
0,0 0,0 00 00 0 0 0 0
200 199,9 199,9 200 200 199,9 200 200 199,9 200
01234
20,0 100 20,0 100
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 24 25 19 20 21 22 23
400,0 400 400,0 400 400,0
Thermokoppel
600
JPt100: JIS C 1604-1989, JIS C 1606-1989 Pt100: JIS C 1604-1997, IEC 751 PL II: In overeenstemming met de Platinel II elektromotorische
krachtdiagrammen van BASF (vroeger Engelhard)
1700 1700
1800
100
2300
Infraroodtemperatuur-
sensor
10 tot
70°C
60 tot
120
°C
120 165
PL
II
115
tot
165
°C
140
tot
260
°C
260
Analoge
ingang
0 tot
50 mV
In de volgen­de berei­ken bruik­baar met scha­ling:
1999 tot 9999 of
199,9 tot 999,9
Modellen met analoge ingangen
Type ingang Stroom Spanning
Ingangsgegevens 4 tot 20 mA 0 tot 20 mA 1 tot 5 V 0 tot 5 V 0 tot 10 V
Instelbereik
Schakelaar ingesteld op nr.
De gearceerde instellingen zijn de standaardinstellingen.
In de volgende bereiken bruikbaar met schaling:
1999 tot 9999, 199,9 tot 999,9, 19,99 tot 99,99 of 1,999 tot 9,999
01234
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 7
Page 8
Alarmuitgangen
Elk alarm kan onafhankelijk worden ingesteld op een van de volgende 13 alarmtypen. De standaardinstelling is 2: Bovengrens. De hulpuitgangen zijn toegewezen aan alarmen. Ook het instellen van in- en uitschakelvertragingen (0 tot 999 s) is mogelijk.
Opmerking: Bij modellen met detectie doorgebrand verwarmingselement, SSR-storing en overstroom verwarmingselement is alarm 1 een OF-
Instel-
waar-
de
0
1
1
2 Bovengrens
3 Ondergrens
4
1
5
1
6
7
8
9
10
11
12
13
uitgang van het alarm geselecteerd uit de volgende alarmtypen en de alarmen voor doorgebrand verwarmingselement, SSR-storing en overstroom verwarmingselement. Als u alleen een alarm doorgebrand verwarmingselement, alarm SSR-storing en alarm overstroom verwarmingselement voor alarm 1 via de uitgang wilt verzenden, stelt u het alarmtype in op 0 (m.a.w. geen alarmfunctie).
1. Met instelwaarden 1, 4 en 5 kunnen boven- en
Alarmtype
Alarmfunctie UIT
Boven- en ondergrens
Bereik boven­en ondergrens
Boven- en ondergrens met standby­sequentie
Bovengrens met standby­sequentie
Ondergrens met standby­sequentie
Absolute waarde bovengrens
Absolute waarde ondergrens
Wanneer X
positief is
Uitgang UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
5
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
Werking alarmuitgang
Wanneer X
negatief is
LH
SP
X
SP
X
SP
LH
SP
LH
SP
X
SP
X
SP
X
0
X
0
2
3
4
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
AAN UIT
X
SP
X
SP
X
SP
X
SP
X
0
X
0
ondergrenswaarden onafhankelijk voor elk alarmtype worden ingesteld en worden ze uitgedrukt als “L” en “H”.
2. Instelwaarde: 1, Alarm boven- en ondergrens
SP
Geval 2
LH
SP
H > 0, L < 0
H > L
Geval 3 (altijd AAN)
SP
LH
SP
SP
LH
LH
Geval 1
LH
H < 0, L > 0
H < L
3. Instelwaarde: 4, Bereik boven- en ondergrens
Geval 1
LHSP
H < 0, L > 0
H < L
Geval 2
LHSP
H > 0, L < 0
H > L
Geval 3 (Altijd UIT)
LHSP
LLHSP
HSP
4. Instelwaarde: 5, Boven- en ondergrens met standby-sequentie
Voor hierboven beschreven alarm boven- en ondergrens
Geval 1 en 2 Altijd UIT
als de boven- en ondergrenshysteresis elkaar
overlappen.
Geval 3: Altijd UIT
5. Instelwaarde: 5, Boven- en ondergrens met standby-sequentie
Altijd UIT
als de boven- en ondergrenshysteresis elkaar
overlappen.
Absolute waarde bovengrens met standby-
AAN UIT
X
0
AAN UIT
X
0
sequentie Absolute
waarde ondergrens met standby-
AAN UIT
X
0
AAN UIT
X
0
sequentie LBA (alleen
voor alarm 1) PV-alarm
wijzigingscijfer
---
---
H < 0, L < 0
H < 0, L > 0
H = L
H > 0, L < 0
H = L
H < 0, L < 0
H < 0, L > 0
H = L
H > 0, L < 0
H = L
8 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 9
Kenmerken
Thermokoppel: (±0,3% van aangegeven waarde of ±1°C, dat wat groter is) ±1 cijfer max. ✽1
Meetnauwkeurigheid
Transfer-uitgangs­nauwkeurigheid
Invloed van temperatuur ✽2Thermokoppelingang (R, S, B, W, PL II): (±1% van PV of ±10°C, dat wat groter is) ±1 cijfer max.
Invloed van spanning ✽2
Ingangssamplingperiode 250 ms
Hysteresis
Proportionele band (P)
Integraaltijd (I) 0 tot 3999 s (in eenheden van 1 s) Differentiatietijd (D) 0 tot 3999 s (in eenheden van 1 s) 5 Cyclustijd 0,5, 1 tot 99 s (in eenheden van 1 s) Handmatige reset-
waarde Bereik alarminstelling 1999 tot 9999 (positie van decimaalkomma is afhankelijk van ingangstype) Invloed van
signaalbronweerstand Isolatieweerstand 20 M min. (bij 500 VDC) Diëlektrische sterkte 2.300 VAC, 50 of 60 Hz gedurende 1 minuut (tussen aansluitklemmen met verschillende belasting) Trillings-
besten­digheid
Schok­besten­digheid
Gewicht
Storing
Mechanisch
Storing
Mechanisch
E5AN Regelaar: circa 310 g, Montagebeugel: circa 100 g
E5EN Regelaar: circa 260 g, Montagebeugel: circa 100 g Beschermingsgraad Frontpaneel: IP66, Achterzijde behuizing: IP20, Aansluitklemmen: IP00 Geheugenbescherming Niet-vluchtig geheugen (aantal schrijfprocedures: 1.000.000 keer) Configuratieprogramma CX-Thermo versie 4.0 of hoger
Configuratie­programmapoort
Keurmerken UL 61010-1, CSA C22.2 nr. 1010-1 Normen
Conformi-
teitsnormen
EMC
1. De meetnauwkeurigheid van de thermokoppels K in het bereik −200 tot 1300°C, de thermokoppels T en N bij een temperatuur van 100°C
max., en de thermokoppels U en L bij een willekeurige temperatuur is ±2°C ±1 cijfer max. De meetnauwkeurigheid van thermokoppel B bij een temperatuur van 400°C max. is niet opgegeven. De meetnauwkeurigheid van thermokoppel B in het bereik 400 tot 800°C is ±3°C max. De meetnauwkeurigheid van de thermokoppels R en S bij een temperatuur van 200°C max. is ±3°C ±1 cijfer max. De meetnauwkeurigheid van thermokoppel W is ±0,3 van PV of ±3°C, dat wat groter is, ±1 cijfer max. De meetnauwkeurigheid van thermokoppel PL II is ±0,3 van PV of ±2°C, dat wat groter is, ±1 cijfer max.
2. Omgevingstemperatuur: 10°C tot 23°C tot 55°, Spanningsbereik: 15 tot 10% van nominale spanning3. Thermokoppel K bij 100°C max.: ±10°C max.4. 'EU' staat voor Engineering Unit (= Eenheid) en wordt gebruikt als eenheid na schaling. Bij een temperatuursensor is de EU °C of °F.5. Als Robust Tuning (RT) is ingeschakeld, is de differentiële tijd 0,0 tot 999,9 (in eenheden van 0,1 s).6. Externe communicatie (RS-232C of RS-485) en kabelcommunicatie voor het configuratieprogramma kunnen tegelijkertijd worden gebruikt.
Platina weerstandsopnemer: (±0,2% van aangegeven waarde of ±0,8°C, dat wat groter is) ±1 cijfer max. Analoge ingang: ±0,2% FS ±1 cijfer max. CT-ingang: ±5% FS ±1 cijfer max.
±0,3% FS max.
Andere thermokoppelingang: (±1% van PV of ±4°C, dat wat groter is) ±1 cijfer max. ✽3 Platina weerstandsopnemer: (±1% van PV of ±2°C, dat wat groter is) ±1 cijfer max. Analoge ingang: (±1% FS) ±1 cijfer max.
Modellen met thermokoppel/platina weerstandsopnemeringang (universele ingang): 0,1 tot 999,9 EU (in eenheden van 0,1 EU) ✽4 Modellen met analoge ingang: 0,01 tot 99,99% FS (in eenheden van 0,01% FS)
Modellen met thermokoppel/platina weerstandsopnemeringang (universele ingang): 0,1 tot 999,9 EU (in eenheden van 0,1 EU) ✽4 Modellen met analoge ingang: 0,1 tot 999,9% FS (in eenheden van 0,1% FS)
0,0 tot 100,0% (in eenheden van 0,1%)
Thermokoppel: 0,1°C/Ω max. (100 max.) Platina weerstandsopnemer: 0,1°C/Ω max. (10 max.)
10 tot 55 Hz, 20 m/s
2
gedurende 10 min. elk in de X-, Y- en Z-richting
10 tot 55 Hz, 0,75 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur elk in de X-, Y- en Z-richting
2
100 m/s 300 m/s
, 3 maal elk in X-, Y- en Z-richting
2
, 3 maal elk in X-, Y- en Z-richting
Aan de onderkant van de E5AN en E5EN. Voor het aansluiten van de computer op de E5AN of E5EN is een conversiekabel USB naar serieel E58-CIFQ1 nodig 6
EN 61010-1 (IEC 61010-1): vervuilingsniveau 2, overspanningscategorie II
EMI: EN 61326 Sterkte uitgestraalde interferentie elektromagnetische veld: EN 55011 groep 1, klasse A Storing klemspanning: EN 55011 groep 1, klasse A EMS: EN 61326 Immuniteit ESD: EN 61000-4-2 Immuniteit RF-interferentie: EN 61000-4-3 Immuniteit ruis (pieken): EN 61000-4-4 Immuniteit storingen door geleiding: EN 61000-4-6 Immuniteit overspanning: EN 61000-4-5 Immuniteit magnetisch veld van stroomfrequentie: EN 61000-4-8 Immuniteit spanningsval/-onderbreking: EN 61000-4-11
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 9
Page 10
Conversiekabel USB naar serieel
Geschikt OS Windows 2000, XP of Vista
Geschikte software
Geschikte modellen
Thermo Mini, CX-Thermo versie 4.0 of hoger
E5AN/E5EN/E5CN/E5CN-U/E5AN­H/E5EN-H/E5CN-H
USB-interfacenorm Voldoet aan USB-specificatie 1.1 DTE-snelheid 38.400 bps
Computer: USB (connector type A)
Technische gegevens connectoren
Temperatuurregelaar: Configuratieprogrammapoort (aan onderkant van regelaar)
Voeding
Busvoeding (toegevoerd via USB­hostcontroller)
Voedingsspanning 5 VDC Stroomverbruik 70 mA
Omgevingstemperatuur in bedrijf
Relatieve vochtigheid in bedrijf
Opslagtemperatuur
Relatieve vochtigheid bij opslag
0 tot 55°C (zonder condensatie of ijsvorming)
10 tot 80%
20 tot 60°C (zonder condensatie of ijsvorming)
10 tot 80%
Hoogte 2.000 m max. Gewicht Ca. 100 g
Opmerking: Op de computer moet een stuurprogramma worden
geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-instructies in de gebruikershandleiding voor de conversiekabel.
Communicatiespecificaties
Aansluitmethode datatransmissielijn
Communicatie
Synchronisatiemethode Start/stop-synchronisatie Protocol CompoWay/F, SYSWAY of Modbus
Baudrate
Transmissiecode ASCII Aantal databits 7 of 8 bits Aantal stopbits 1 of 2 bits
Foutdetectie
Flow controle Geen Interface RS-485, RS-232C Herhalingsfunctie Geen Communicatiebuffer 217 bytes
Wachttijd communicatierespons
De baudrate, het aantal databits, het aantal stopbits en de verticale
pariteit kunnen onafhankelijk worden ingesteld via het Communicatie-instelniveau.
RS-485: Multipoint RS-232C: Point-to-point
RS-485 (tweedraads, half-duplex) of RS-232C
1200, 2400, 4800, 9600, 19200, 38400 of 57600 bps
Verticale pariteit (geen, even, oneven) Framecontrolesequentie (FCS) bij SYSWAY Blokcontroleteken (BCC) bij CompoWay/F of CRC-16 Modbus
0 tot 99 ms Standaard: 20 ms
Stroomtransformatorwaarden (apart bestellen)
Diëlektrische sterkte
Trillingsbestendig­heid
Gewicht
Accessoires (alleen voor E54-CT3)
1.000 VAC gedurende 1 min
50 Hz, 98 m/s
2
E54-CT1: ca. 11,5 g, E54-CT3: ca. 50 g
Ankers (2) Plugs (2)
Alarm doorgebrand verwarmingselement, alarm SSR-storing en alarm overstroom verwarmingselement
Modellen met detectie voor eenfasige
CT-ingang (voor detectie van verwarmingsstroom)
verwarmingselementen: één ingang Modellen met detectie voor een- of driefasige verwarmingselementen: twee ingangen
Maximale verwarmingsstroom
Nauwkeurigheid ingangsstroomweergave
Instelbereik alarm doorgebrand verwarmingselement ✽1
Instelbereik alarm SSR-storing ✽2
Instelbereik alarm overstroom verwarmingselement ✽3
50 A AC
±5% FS ±1 cijfer max.
0,1 tot 49,9 A (in eenheden van 0,1 A) Minimale detectie AAN-tijd: 100 ms
0,1 tot 49,9 A (in eenheden van 0,1 A) Minimale detectie UIT-tijd: 100 ms
0,1 tot 49,9 A (in eenheden van 0,1 A) Minimale detectie AAN-tijd: 100 ms
1. Bij alarm doorgebrand verwarmingselement wordt de
verwarmingsstroom gemeten wanneer de besturingsuitgang op AAN staat. De uitgang die is toegewezen aan alarmfunctie 1 wordt op AAN gezet wanneer de verwarmingsstroom kleiner is dan de instelwaarde (m.a.w. de huidige waarde van de detectie doorgebrand verwarmingselement).
2. Bij alarm SSR-storing wordt de verwarmingsstroom gemeten
wanneer de besturingsuitgang op UIT staat. De uitgang die is toegewezen aan alarmfunctie 1 wordt op AAN gezet wanneer de verwarmingsstroom groter is dan de instelwaarde (m.a.w. de huidige waarde van de detectie SSR-storing).
3. Bij alarm overstroom verwarmingselement wordt de
verwarmingsstroom gemeten wanneer de besturingsuitgang op AAN staat. De uitgang die is toegewezen aan alarmfunctie 1 wordt op AAN gezet wanneer de verwarmingsstroom groter is dan de instelwaarde (m.a.w. de huidige waarde van de detectie overstroom verwarmingselement).
Curve van verwachte elektrische levens­duur voor relais (referentiewaarden)
500
300
schakelingen)
4
100
10
×
50
30
Levensduur (
10
5
3
E5AN/E5EN 250 VAC, 30 VDC (weerstandsbelasting) cosφ = 1
1
0123456
Opmerking: Sluit nooit een DC-belasting aan op een regelaar met
10 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Schakelstroom (A)
een relaisuitgang met extra lange levensduur.
Page 11
Externe aansluitingen
Een spanningsuitgang (besturingsuitgang 1, voor aansturing van SSR) is niet elektrisch geïsoleerd ten opzichte van de interne circuits. Als u
een geaard thermokoppel gebruikt, mag u geen van de besturingsuitgangsklemmen op de aarde aansluiten. Als u dit toch doet, treden lekstroomfouten op bij temperatuurmetingen. De spanningsuitgang (besturingsuitgang 2, voor aansturing van SSR) beschikt over basisisolatie voor het interne circuit.
Neem contact op met uw OMRON-contactpersoon voordat u de externe ES1B-voeding voor een andere toepassing gebruikt.
Regelaars
• 100 tot 240 VAC
• 24 VAC/VDC (geen polariteit)
Besturingsuitgang 1
Relaisuitgang
250 VAC, 5 A
(weerstandsbelasting) Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR)
12 VDC, 40 mA Stroomuitgang
0 tot 20 mA DC 4 tot 20 mA DC
Belasting: 600 Ω max.
Besturingsuitgang 2
Spanningsuitgang (voor aansturing van SSR)
12 VDC, 21 mA
Relaisuitgang met extra lange levensduur 250 VAC, 3 A (weerstandsbelasting)
Hulpuitgang
1, 2, 3
Relaisuitgangen
250 VAC, 3 A
(weerstandsbelasting)
Aansluitspanning
Besturingsuitgang 1
Hulpuitgang 3
Hulpuitgang 2
Hulpuitgang 1
Optie-units
Communicatie
E53-EN01
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
RS-232C
11
11
12
12
13
13
14
CT1
15
CT2
16
NIET GEBRUIKEN
17
NIET
NIET
18
GEBRUIKEN
19
20
T/c Pt Volt mA
temperatuur-
ingang
E53-EN03 RS-485
11
SD
12
RD
13
SG
+
Besturingsuitgang 2
-
NIET GEBRUIKEN
A
B
B
GEBRUIKEN
V
analoge
ingang
B (+) A ()
NIET GEBRUIKEN
+
Externe voedingsspanning
12 VDC, 20 mA
-
NIET GEBRUIKEN
mA
NIET GEBRUIKEN
E53-AKB Event-ingangen
11
EV2
12
EV1
13
CT1/CT2
Een alarm doorgebrand verwarmingselement, alarm kortsluiting verwarmingselement, alarm overstroom verwarmingselement of ingangsalarm wordt verzonden naar de uitgang waaraan alarmfunctie 1 is toegewezen.
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 11
Page 12
Benamingen
E5AN E5EN
Temperatuureenheid
Werkingsindicatoren
Programmeerbare functietoets/ Automatische/ handmatige toets
E5AN
PF
A/M
SUB1
SUB2
SUB3
HA
OUT1
OUT2
STOP
CMW
MANU
PV
Werkingsindicatoren
Display 1
SV
MV
Display 2
Display 3
Omhoogtoets
Omlaagtoets
ModustoetsNiveautoets
Temperatuur-
eenheid
Werkingsindicatoren
Modustoets
Niveautoets
E5EN
SUB2
SUB1
SUB3
HA
PV
Display 1
SV
Display 2
STOPOUT1
MANU
CMWOUT2
MV
Display 3
Omhoogtoets
PF
A/M
Programmeerbare functietoets/ Automatische/ handmatige toets
Omlaagtoets
Display bevat 2 niveaus wanneer het apparaat de fabriek verlaat. Het derde niveau wordt geactiveerd wanneer parameters worden
geïnitialiseerd. Zie de Gebruikershandleiding basistype (Cat. No. H156) voor meer informatie over het derde displayniveau.
Afmetingen (Eenheid: mm)
E5AN
96 × 96
6
79,2
2
112 91
Waterdichte pakking (Toebehoren)
Montagebeugel (Toebehoren)
Afmeting krimpschoen: M3,5
Afdekkap aansluit­klemmen (E53-COV16) (Toebehoren)
Afzonderlijk gemonteerd
120 min.
+0,8
92
0
Groepsgewijs gemonteerd
(96 × aantal eenheden 3,5)
Bij groepsgewijze montage is er geen waterdichtheid mogelijk.
De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
Groepsgewijze montage is niet mogelijk in
verticale richting. (Houd rekening met de opgegeven montageruimte tussen de regelaars.)
+0,8
92
Voor een waterdichte montage van de
0
regelaar moet de waterdichte pakking worden aangebracht.
Als er twee of meer regelaars worden gemonteerd, moet u controleren of de omgevingstemperatuur niet boven de maximale bedrijfstemperatuur komt die wordt vermeld in de specificaties.
+1,0
0
+0,8
92
0
12 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 13
E5EN
Afzonderlijk
6
48
79,2
2
gemonteerd
+0,6
45
Groepsgewijs gemonteerd
0
(48 × aantal eenheden 2,5)
+1,0
0
+0,8
92
0
96
112
Waterdichte pakking (Toebehoren)
Montagebeugel (Toebehoren)
Toebehoren (afzonderlijk te bestellen)
Conversiekabel USB naar serieel
E58-CIFQ1
250
91
Afdekkap aansluit­klemmen (E53-COV16) (Toebehoren)
Afmeting krimpschoen: M3,5
LED (SD)
120 min.
De aanbevolen paneeldikte is 1 tot 8 mm.
Groepsgewijze montage is niet mogelijk in verticale richting.
(Houd rekening met de opgegeven montageruimte tussen de regelaars.)
Voor een waterdichte montage van de regelaar moet de waterdichte pakking worden aangebracht.
Als er twee of meer regelaars worden gemonteerd, moet u controleren of de omgevingstemperatuur niet boven de maximale bedrijfstemperatuur komt die wordt vermeld in de specificaties.
(2.100)
Bij groepsgewijze montage is er geen waterdichtheid mogelijk.
+0,8
92
0
1.765
USB-connector (type A) Seriële connector
Afdekkappen aansluitklemmen
E53-COV16 (geleverd met zes kappen)
LED (RD)
1,2 3,2
10
44,8
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 13
Page 14
Waterdichte pakking
Y92S-P4 (voor DIN 96 × 96)
Stroomtransformatoren
E54-CT1
25
E54-CT3
40 × 40
Y92S-P5 (voor DIN 48 × 96)
21
15
5,8 dia.
3
10,5
40
Twee, 3,5 dia.
10
30
30
12 dia.
2,8
2,36 dia.
Bestel de waterdichte pakking afzonderlijk als deze verdwenen of beschadigd is. De waterdichte pakking kan worden gebruikt om beschermingsgraad IP66 te bereiken. (Afhankelijk van de bedrijfsomgeving kan de waterdichte pakking verouderen, krimpen of harder worden en dus wordt regelmatige vervanging aanbevolen om te blijven voldoen aan de waterdichtheidsvoorschriften van IP66. Het interval voor vervanging van de pakking is afhankelijk van de bedrijfsomgeving. Controleer dit op de plaats waar u de regelaar gebruikt. Een interval van één jaar is een ruwe standaard. OMRON is niet aansprakelijk voor het behoud van de waterdichtheid als de klant geen periodieke vervanging uitvoert.) De waterdichte pakking hoeft niet te worden aangebracht als geen waterdichte structuur is vereist.
E54-CT1 Doorgaande stroom (Io) vs.
7,5
9
Uitgangsspanning (Eo) (referentiewaarden)
Maximale continue verwarmingsstroom: 50 A (50/60 Hz) Aantal wikkelingen: 400±2 Weerstand van wikkelingen: 18±2 Ω
100 V
50 Hz
10
1
100 mV
Uitgangsspanning (Eo) V (r.m.s.)
10
1
100 µV
10
1 10 100 mA 1 10 100
1 k
100
L
= 10
R
Doorgaande stroom (Io) A (r.m.s.)
Vervormings­factor 10%
3%
1%
1.000 A
Toebehoren E54-CT3
Armatuur
Circa 3 dia.
18
Stekker
Circa 6 dia.
(22)
15
30
Aansluitingsvoorbeeld
Stekker
Twee, M3 (diepte: 4)
Armatuur
Bedrading
E54-CT3 Doorgaande stroom (Io) vs. Uitgangsspanning (Eo) (referentiewaarden)
Maximale continue verwarmingsstroom: 120 A (50/60 Hz) (De maximale continue verwarmingsstroom voor een OMRON-temperatuurregelaar is 50 A.) Aantal wikkelingen: 400±2 Weerstand van wikkelingen: 8±0,8
100 V
50 Hz
10
1
100 mV
Uitgangsspanning (Eo) V (r.m.s.)
10
1
100 µV
10
1 10 100 mA 1 10 100
1 k
500
Doorgaande stroom (Io) A (r.m.s.)
100
50
L = 10
R
1%
Ver vor ­mings­factor 10%
3%
1.000 A
14 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 15
Bediening
Diagram instelniveaus
Dit diagram geeft alle instelniveaus weer. Als u naar het geavanceerde instel- en kalibratieniveau wilt gaan, moet u wachtwoorden invoeren. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen en de gebruiksvoorwaarden kan het zijn dat sommige parameters niet worden weergegeven. De aansturing wordt onderbroken wanneer u van het bedieningsniveau naar het initialisatieniveau gaat.
Basistype
Voeding
4
inschakelen
Bedienings­niveau
1
Initialisatie­niveau
Aanpassings­niveau
Houd de toets O minder dan 1 seconde ingedrukt.
Monitor/instel­gegevensniveau
PF-toets
5
c
25
10 0
Houd de toets O minder dan 1 seconde ingedrukt.
Voer wachtwoord in terwijl amoV wordt weergegeven. (Instelwaarde 169)
Geavanceerd instelniveau
Voer wachtwoord in.
Houd de toetsen O+ M ten minste 3 s ingedrukt. (Het display
PF-toets
5
Houd de toets O ten minste 3 s ingedrukt. (Het display knippert na de eerste seconde.)
Communicatie­instelniveau
knippert na de eerste seconde.)
Regeling in bedrijf
Regeling gestopt
c
25
10 0
Beveiligingsniveau
Opmerking:Via de instelling 'Tijd
voor overgaan op beveiligingsniveau' kunt u aanpassen hoe lang het duurt om naar het beveiligingsniveau te gaan.
Houd de toetsen O+ M ten minste 1 s ingedrukt.
Handmatige modus
Start in handmatige modus.
Start in automatische modus.
Houd de toets O of de PF-toets ten minste 1 s ingedrukt. 4
a-m
Houd de toets O ten minste 3 s ingedrukt terwijl a-m wordt weergegeven. (a-m knippert na de eerste
3
seconde.)
Handmatig besturingsniveau
Regeling stopt.
Houd de PF-toets ten minste 1 s ingedrukt.
Houd de toets O ten minste 1 s ingedrukt.
Houd de toets O ten minste 1 s ingedrukt.
Kalibratieniveau
2
Niet weergegeven bij sommige modellen
Niveauverandering
1. U kunt naar het bedieningsniveau terugkeren door een software-reset uit te voeren.2. Vanaf het kalibratieniveau kunt u niet naar andere niveaus gaan met behulp van de frontpaneeltoetsen.
Hiervoor moet u eerst de voeding uitschakelen.
3. Op het handmatige besturingsniveau kunt u de toetsen alleen gebruiken om naar het bedieningsniveau te gaan.4. Als de parameter PF Setting is ingesteld op A-M voor een regelaar met PF-toets (E5AN/E5EN).5. Als de parameter PF Setting is ingesteld op PFDP voor een regelaar met PF-toets (E5AN/E5EN).
Foutweergave (opsporen en oplossen van fouten)
Wanneer er een fout optreedt, verschijnt de foutcode in display 1. Zoek de foutcode op in de volgende tabel en repareer dienovereenkomstig.
Display 1
s.err
e333
e111
(S. Err)
(E333)
(E111)
Beteke-
nis
Ingangs­fout
A/D-con­versiefout
Geheu­genfout
Actie
Controleer de bedrading van de ingangen op onjuiste aansluiting, loszitten en kortsluiting, en controleer het ingangstype.
Schakel de voeding uit en weer in. Als het display hetzelfde blijft, moet de regelaar worden gerepareerd. Als de normale displayweergave terugkeert, wordt het probleem wellicht veroorzaakt door externe stoorsignalen die het aanstuursysteem beïnvloeden. Controleer op externe stoorsignalen.
Schakel de voeding uit en weer in. Als het display hetzelfde blijft, moet de regelaar worden gerepareerd. Als de normale displayweergave terugkeert, wordt het probleem wellicht veroorzaakt door externe stoorsignalen die het aanstuursysteem beïnvloeden. Controleer op externe stoorsignalen.
Opmerking: Als de ingangswaarde binnen het regelbereik is maar buiten het weergavebereik (-1999 tot 9999) valt, worden waarden onder -1999
weergegeven als en waarden boven 9999 als . In deze situaties werken de besturingsuitgang en de alarmuitgang normaal. Zie de Gebruikershandleiding digitale temperatuurregelaars E5CN/E5AN/E5EN basistype (Cat. No. H156) voor meer informatie over het regelbereik.
Deze fouten verschijnen alleen wanneer de PV/SP wordt weergegeven. Bij de overige displays worden de fouten niet weergegeven.
Status bij fout
Besturingsuit-
gang
UIT
UIT UIT
UIT UIT
Alarmuitgang
Werkt zoals boven
de bovengrens.
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 15
Page 16
Parameters
Basistype
Afhankelijk van het regelaarmodel en de parameterinstellingen kan het zijn dat sommige parameters niet worden weergegeven. Zie de Gebruikershandleiding digitale temperatuurregelaars E5CN/E5AN/E5EN basistype (Cat. No. H156) voor meer informatie.
Houd de PF-toets ten
Aanpassings-
minste 1 s ingedrukt.
Houd de toets O minder dan 1 seconde ingedrukt.
niveau
Houd de toets O minder dan 1 seconde ingedrukt.
Aanpassingsniveau schermweergave
l.adj
M
cmwt
ct1
hb1
oc1
50.0
ct2
hb2
oc2
50.0
lcr1
hs1
50.0
lcr2
hs2
50.0
C
sp-0
C
sp-1
C
sp-2
C
sp-3
off
off
0.0
Verschijnt alleen wanneer er naar het aanpassingsniveau wordt overgegaan.
at
AT uitvoeren/annuleren
M
Communicatie­schrijffunctie
M
Verwarmingsstroom­bewaking 1
0.0
M
Detectie doorgebrand verwarmingselement 1
0.0
M
Detectie overstroom verwarmingselement 1
M
Verwarmingsstroom­bewaking 2
0.0
M
Detectie doorgebrand verwarmingselement 2
0.0
M
Detectie overstroom verwarmingselement 2
M
Lekstroom­bewaking 1
0.0
M
HS-alarm 1
M
Lekstroom­bewaking 2
0.0
M
HS-alarm 2
M
SP 0
0
M
SP 1
0
M
SP 2
0
M
SP 3
0
M
SP gebruikt door multi-SP
C
Wisselen van temperatuuringang
ins
0.0
M
C
Bovengrens voor
insh
wisselen van temperatuuringang
0.0
M
C
Ondergrens voor
insl
wisselen van temperatuuringang
0.0
M
C
Proportionele band
p
8.0
M
Integraaltijd
i
233
M
Differentiërende tijd
d
40
M
Koelingscoëfficiënt
c-sc
1.00
M
C
Dode band
c-db
0.0
M
Handmatige resetwaarde
of-r
Wis de offset tijdens de stabilisatie van P- of
50.0
PD-regeling.
M
C
Hysteresis (verwarmen)
hys
1.0
M
C
Hysteresis (koelen)
chys
1.0
M
Soaktijd
soak
1
M
C
Wachtband
wt-b
off
M
MV bij stoppen
mv-s
0.0
M
MV bij PV-fout
mv-e
0.0
M
C
Instelwaarde SP-ramp
sprt
off
M
MV-bovengrens
ol-h
105.0
M
MV-ondergrens
ol-l
-5.0
M
MV-begrenzer wijzigingscijfer
orl
0.0
M
Extractie van vierkantswortel
sqrp
Low-Cut punt
0.0
M
In handmatige modus starten.
1
Eénpuntsverschuiving
Tweepuntsverschuiving
Hysteresisinstellingen
PID-instellingen
Verwarmen/koelen
Stel een van deze para­meters in.
Voeding inschakelen
Handmatig besturingsniveau
Houd de toets O
Alleen PID­regeling
of de PF-toets ten minste 1 s ingedrukt. 1
C
25
PV/MV
Bedieningsniveau
C
Proceswaarde Wordt
25
toegevoegd wanneer de aanvullende PV-weergave op AAN staat.
M
C
Proceswaarde/
25
instelpunt
0
M
Schakelaar automatisch/
a-m
handmatig alleen bij
Houd de toets O ten minste 3 s ingedrukt.
PID-regeling. Wordt toegevoegd als automatische/handmatige
M
selectie op AAN staat.
Multi-SP-
m-sp
instelpuntinstelling
0
M
C
Instelpunt tijdens
sp-m
SP-ramp
0
M
Verwarmingsstroombewaking
ct1
1
0.0
M
Verwarmingsstroombewaking
ct2
2
0.0
M
Lekstroombewaking 1
lcr1
0.0
M
Lekstroombewaking 2
lcr2
0.0
M
Programmastart
prst
rset
M
Resterende soaktijd
sktr
0
M
Houd de toetsen O en M ten minste 3 s ingedrukt.
Beveiligingsniveau
Opmerking: Via de instelling 'Tijd voor overgaan op
beveiligingsniveau' kunt u aanpassen hoe lang het duurt om naar het beveiligingsniveau te gaan.
Naar beveiligingsniveau gaan:
pmov
verschijnt alleen wanneer er een
0
wachtwoord is ingesteld. Beperkt de toegang tot het beveiligingsniveau.
M
Bedienings-/aanpassingsniveau­beveiliging:
oapt
Beperkt het weergeven en wijzigen van menu's op het bedienings-
0
niveau, het aanpassingsniveau en het handmatige besturingsniveau.
M
Initiële instelling/communicatie­beveiliging:
icpt
Dit beveiligingsniveau beperkt de
1
toegang tot het initialisatieniveau, het communicatie-instelniveau en het geavanceerde functie-instelniveau.
M
Beveiligingsinstelling tegen
wtpt
wijzigingen:
off
Beveiligt de instellingen tegen wijzigingen met de
M
frontpaneeltoetsen. PF-toetsbeveiliging
pfpt
Beperkt de bediening van de PF-toets (alleen E5AN/E5EN)
off
M
Parametermasker ingeschakeld:
pmsk
verschijnt alleen wanneer er een parametermasker is ingesteld.
on
M
Wachtwoord om naar
prlp
beveiligingsniveau te gaan:
0
Wachtwoordinstelling
M
In auto­matische modus starten.
r-s
run
M
C
al-1
M
C
al1h
M
C
al1l
M
C
al-2
M
C
al2h
M
C
al2l
M
C
al-3
M
C
al3h
M
C
al3l
M
0.0
M
c-o
0.0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
o
Houd de toets O ten minste 3 s ingedrukt. Ander display dan voor schakelen tussen automatisch en handmatig
RUN/STOP
Alarmwaarde 1
Bovengrens­waarde alarm 1
Ondergrens­waarde alarm 1
Alarmwaarde 2
Bovengrens­waarde alarm 2
Ondergrens­waarde alarm 2
Alarmwaarde 3
Bovengrens­waarde alarm 3
Ondergrens­waarde alarm 3
MV-monitor (verwarmen)
MV-monitor (koelen)
M
Houd de toetsen O en M ten minste 1 s ingedrukt.
Communicatie­instelniveau
Opmerking: Verschijnt alleen bij modellen met communicatie.
Wijzigingen worden pas toegepast na uit- en weer inschakelen of een software-reset.
Protocolinstelling:
psel
Schakelt tussen CompoWay/F (SYSWAY)
cwf
en Modbus.
M
Communicatie-unitnummer
u-no
1
M
Communicatie-
bps
baudrate
Alleen CompoWay/F
9.6
(SYSWAY)
M
Communicatiegege-
len
venslengte
7
M
Communicatie-
sbit
stopbits
2
M
Communicatiepariteit
prty
even
M
Wachttijd
sdwt
gegevensverzending
20
M
PF-toets 2
Houd de toets O ten minste 1 s ingedrukt.
Stel een van deze parameters in.
Stel een van deze parameters in.
Stel een van deze parameters in.
Houd de toets O minder dan 1 seconde ingedrukt.
1. Als de parameter PF Setting is
2. Als de parameter PF Setting is
PF-toets ✽2
Initialisatieniveau
Houd de toets O minder dan 1 seconde ingedrukt.
Type ingang
in-t
5
M
Bovengrens schaalindeling
in-h
100
M
Ondergrens schaalindeling
in-l
0
M
Decimale komma
dp
Voor ingangstype analoog
0
M
Temperatuureenheid
d-u
°C, °F
c
Voor ingangstype
Bovengrenswaarde SP
Beperk het instelpunt
Ondergrenswaarde SP
PID AAN/UIT
Standaard of verwarmen/koelen
ST (Self-tuning)
Voor ingangstype
on
temperatuur, standaardregeling of PID
Programmapatroon
Bij het toewijzen van PID-regeling of besturingsuitgang aan AAN/UIT-uitgang
Cyclustijd (verwarmen)
20
Stel de AAN/UIT­uitgangscyclus in.
Cyclustijd (koelen)
20
Werking direct/omgekeerd
Type alarm 1
2
Hysteresis alarm 1
0.2
temperatuur
M
C
sl-h
1300
M
C
sl-l
-200
M
cntl
onof
M
s-hc
stnd
M st
M
ptrn
off
M
cp
M
c-cp
M
orev
or-r
M
alt1
M
C
alh1
M
ingesteld op A-M voor een regelaar met PF-toets (E5AN/E5EN).
ingesteld op PFDP voor een regelaar met PF-toets (E5AN/E5EN).
16 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 17
Monitor/instelgegevensniveau
C
Weergave monitor/
25
instellingsgegevens 1
0
Opmerking: u stelt de weer te geven monitor/instellingsgegevens in via de parameters Monitor/instellingsgegevens 1 tot 5 (geavanceerd functie-instelniveau).
PF PF PF PF
(Alleen bij E5AN/E5EN)
Weergave monitor/ instellingsgegevens 2
Weergave monitor/ instellingsgegevens 3
Weergave monitor/ instellingsgegevens 4
Weergave monitor/ instellingsgegevens 5
Houd de toets O ten minste 1 s ingedrukt.
Type alarm 2
alt2
2
M
C
Alarm 2
alh2
Hysteresis
0.2
M
Type alarm 3
alt3
2
M
C
Alarm 3
alh3
Hysteresis
0.2
Transfer-uitgangstype
tr-t
off
tr-h
100.0
tr-l
o1-t
4-20
ev-m
ev-1
none
ev-2
stop
sqr
off
amov
Toegang door wachtwoord in te stellen (169).
Lineaire uitgang
M
Bovengrens transfer­uitgang
M
Ondergrens transfer­uitgang
0.0
M
Lineaire stroomuitgang
M
Aantal multi-SP-toepassingen Twee SP's: 1 Vier SP's: 2
1
M
Toewijzing event-ingang 1
M
Toewijzing event-ingang 2
M
Extractie van vierkantswortel activeren
M
Naar Geavanceerd functie­instelniveau gaan: Verschijnt wanneer de initiële instelling/
0
communicatiebeveiliging is ingesteld op 0.
M
Lineaire uitgang
Geavanceerd functie-instelniveau
init
mspu
spru
rest
sb1n
sb2n
sb3n
hbu
C
st-b
alfa
at-g
C
at-h
lcma
pvad
o-dp
off
off
n-o
n-o
n-o
M
M
hbl
off
hbh
15.0
0.65
20.0
inf
off
ret
off
M
M
m
M
a
M
M
M
on
M
0.1
M
M
M
0.8
M
0.8
M
M
0.0
M
M
off
M
M
Parameters initialiseren
Multi-SP-toepassingen
Tijdeenheid SP-ramp
Reset standby-sequentie
Hulpuitgang 1 open bij alarm
Hulpuitgang 2 open bij alarm
Hulpuitgang 3 open bij alarm
HB AAN/UIT
Vergrendeling doorbranden verwarmingselement
Hysteresis doorbranden verwarmingselement
ST stabiel bereik
α
AT berekende versterking
AT-hysteresis
Grenscyclus MV-amplitude
Digitaal ingangsfilter
Extra PV-display
MV-display
Tijd voor automatisch terugspringen van display
a1lt
a2lt
a3lt
prlt
sero
cjc
rlrv
colr
C
pv-b
a1on
a2on
a3 on
a1of
a2of
a3of
istp
ins1
mvse
amad
off
red
off
off
off
off
M
off
M
off
M
M
off
M
on
M
M
M
5.0
M
M
0
M
0
M
0
M
0
M
0
M
M
M
M rt
M
Vergrendeling alarm 1
Vergrendeling alarm 2
Vergrendeling alarm 3
Tijd voor overgaan op beveiligingsniveau
3
Ingangsfoutuitgang
Koude­lascompensatiemethode
MB-instructie logica overschakelen
PV-kleurverandering
PV stabiele band
AAN-vertraging alarm 1
0
AAN-vertraging alarm 2
AAN-vertraging alarm 3
UIT-vertraging alarm 1
UIT-vertraging alarm 2
UIT-vertraging alarm 3
Type ingangsverschuiving
MV bij stoppen en fout toevoeging
Automatische/handmatige selectie toevoeging
RT
C
lbal
C
lbab
out1
out2
sub1
sub2
sub3
csel
alsp
manl
pvrp
csca
hsu
hsl
hsh
lba
none
alm1
alm2
alm3
t-u
sp-m
ocu
och
Gebruik HS-alarm
on
M
Vergrendeling HS-alarm
off
M
Hysteresis HS-alarm
0.1
M
LBA-detectietijd
0
M
LBA-niveau
8.0
M
LBA-band
3.0
M
Toewijzing besturingsuitgang 1
o
M
Toewijzing besturingsuitgang 2
M
Toewijzing hulpuitgang 1
M
Toewijzing hulpuitgang 2
M
Toewijzing hulpuitgang 3 (alleen bij E5AN/E5EN)
M
Tekenselectie
on
M
Soaktijdeenheid
m
M
Alarm-SP-selectie
M
Handmatige MV­grens activeren
off
M
PV-wijzigingssnelheid Berekeningsperiode
4
M
Automatische aanpassing koelingscoëfficiënt
off
M
Gebruik overstroom verwarmingselement
on
M
Vergrendeling overstroom
ocl
verwarmingselement
off
M
Hysteresis overstroom verwarmingselement
0.1
M
PF-instelling
pf
(alleen bij E5AN/E5EN)
a-m
M
Monitor/
pfd1
Instellingsgegevens 1
1
(Alleen bij E5AN/E5EN)
M
Monitor/
pfd2
Instellingsgegevens 2
0
M
Monitor/
pfd3
Instellingsgegevens 3
0
M
Monitor/
pfd4
Instellingsgegevens 4
0
M
Monitor/
pfd5
Instellingsgegevens 5
0
M
'PV/SP'-weergave-
spdp
selectie
4
M
MV-weergaveselectie
odsl
o
M
PV-weergave decimale
pvdp
komma
on
M
PV-statusweergave-
pvst
functie
off
M
SV-statusweergave-
svst
functie
off
M
Verversingsperiode
d.ref
display
0.2 5
M
Besturingsuitgang 1
ra1m
AAN/UIT-telling Bewaking
0
M
Besturingsuitgang 2
ra2m
AAN/UIT-telling Bewaking
0
M
Besturingsuitgang 1
ra1
M
ra2
M
rac
M
cmov
AAN/UIT-telling Alarminstelwaarde
0
Besturingsuitgang 2 AAN/UIT-telling Alarminstelwaarde
0
Reset AAN/UIT-teller
0
Naar kalibratieniveau gaan
0
M
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 17
Page 18
Veiligheidsmaatregelen
LET OP
Raak de aansluitklemmen niet aan wanneer de stroom is in­geschakeld. Als u dit wel doet, kan er letsel optreden als gevolg van elek­trische schokken.
Zorg dat er geen stukjes metaal, afgeknipte draad of fijn me­talen schaafsel van de installatie in het product komen. Als u dit wel gebeurt, kunnen er elektrische schokken, brand of storingen optreden.
Gebruik het product niet op locaties waar het bloot staat aan ontvlambare of explosieve gassen. Anders kan er letsel op­treden als gevolg van explosies.
Verwijder de kabel voor de configuratiesoftware van het pro­duct wanneer u de software niet gebruikt. Er kunnen storin­gen optreden vanwege ruis in de kabel.
Gebruik de temperatuurregelaar of de conversiekabel niet als deze beschadigd is. Als u dit toch doet, kunnen er kleine elektrische schokken of brand optreden.
Demonteer, wijzig of repareer het product nooit en raak nooit interne onderdelen aan. Pas op voor eventuele elektrische schokken, brand of defecten.
VOORZICHTIG - Kans op brand en elektrische schok. a) Dit product heeft een UL-keurmerk als open procesbestu-
ringsapparatuur. Het moet in een behuizing worden ge­monteerd waaruit geen vuur kan ontsnappen.
b) Mogelijk zijn meerdere uitschakelaars vereist om de ap-
paratuur te ontkrachten voordat het product wordt onder­houden.
c) De signaalingangen zijn van het type SELV, beperkte
energie.
d) Voorzichtig: sluit de uitgangen van verschillende klasse
2-circuits niet op elkaar aan om de kans op brand of een elektrische schok te verkleinen.
Als uitgangsrelais langer dan de verwachte levensduur wor­den gebruikt, kunnen contacten smelten of verbranden. Houd altijd rekening met de gebruiksomstandigheden en ge­bruik de uitgangsrelais binnen hun nominale belasting en verwachte elektrische levensduur. De verwachte levensduur van de uitgangsrelais varieert aanzienlijk, afhankelijk van de uitgangsbelasting en schakelcondities.
Draai de aansluitklemmen aan met een moment tussen 0,74 en 0,90 Nm. ken.
Stel de parameters voor het product zo in dat ze in overeen­stemming zijn met het systeem dat wordt aangestuurd. Als ze niet goed zijn ingesteld, kan dat tot beschadiging van ei­gendommen of tot ongelukken leiden.
Door een storing in het product kan regeling onder bepaalde omstandigheden onmogelijk zijn of kunnen alarmuitgangen niet meer werken, waardoor beschadiging van eigendom­men kan optreden. Voor behoud van de veiligheid bij storin­gen aan het product dient u altijd de juiste veiligheidsmaatregelen te treffen, zoals installatie van een bewakingsapparaat op een aparte lijn.
In het uitgangselement van relais met extra lange levensduur wordt een halfgeleider gebruikt. Als er te veel ruis of een spanningspiek op de uitgangsklemmen aanwezig is, treedt wellicht een kortsluiting op. Als de uitgang kortgesloten blijft, ontstaat brand vanwege oververhitting van het verwarming­selement of een andere oorzaak. Neem overal in het sys­teem voorzorgsmaatregelen om overmatige temperatuursstijgingen en brandverspreiding te voorkomen.
Zorg ervoor dat er geen stukjes metaal of afgeknipte draad in de kabelconnector voor de ondersteunende software ko­men. Als dit toch gebeurt, kunnen er kleine elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur optre­den.
Voorkom het ophopen van stof en vuil tussen de connector­pennen van de conversiekabel. Als u dit niet doet, kan dit brand tot gevolg hebben.
1
2
3 Losse schroeven kunnen brand veroorza-
Wanneer u het lichaam van de temperatuurregelaar in de be­huizing plaatst, zorgt u ervoor dat de haken aan de boven­en onderkant goed op hun plaats worden vergrendeld. Als het lichaam van de temperatuurregelaar niet goed is aange­bracht, kan een slecht contact in de klemmensectie of een verminderde waterdichtheid brand of defecten tot gevolg hebben.
Bij het aansluiten van de besturingsuitgangsunit op de con­nector moet u de unit in de connector drukken tot er geen speling meer is tussen de besturingsuitgangsunit en de con­nector. Als u dit niet doet, kan een slecht contact tussen de connectorpennen brand of defecten tot gevolg hebben.
1. Een SELV-circuit is een circuit dat van de voeding wordt
gescheiden met een dubbele of versterkte isolatie en maximaal 30 V r.m.s. en 42,4 V piekspanning of 60 VDC heeft.
2. Een klasse 2-voeding is een voeding die door UL is getest en
gecertificeerd omdat hiervoor geldt dat de stroom en spanning van de secundaire uitgang beperkt zijn tot bepaalde niveaus.
3. Het aanhaalmoment voor E5CN-U is 0,5 N·m.
Veiligheidsmaatregelen voor veilig gebruik
Neem de volgende voorzorgen in acht om defecten of ongunstige effecten op de prestaties of functionaliteit van het product te voorkomen. Als u dit niet doet, kan dat tot een gestoorde werking leiden.
1.
Dit product is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Gebruik dit product niet op de volgende plaatsen:
Plaatsen die blootstaan aan rechtstreekse warmtestraling van verwar­mingsapparatuur.
Plaatsen die blootstaan aan vloeistofspatten of oliedamp.
Plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht.
Plaatsen die blootstaan aan stof of corroderend gas (met name zwavel­of ammoniakgas).
Plaatsen die blootstaan aan intense temperatuurwisseling.
Plaatsen die blootstaan aan ijs- en condensvorming.
Plaatsen die blootstaan aan trilling en zware schokken.
2.
Gebruik en bewaar het product binnen de nominale omgevingstempe­ratuur- en vochtigheidsgrenzen. Groepsgewijze montage van twee of meer temperatuurregelaars of montage van temperatuurregelaars boven elkaar kan leiden tot warmte­ophoping in de temperatuurregelaars, waardoor hun levensduur wordt verkort. Gebruik in dergelijke gevallen geforceerde koeling door ventila­toren of andere ventilatiesystemen om de temperatuurregelaars af te koelen.
3.
Laat ruimte rondom het product zodat de warmte kan ontsnappen. Ver­mijd blokkering van de ventilatiegaten van het product.
4.
Zorg voor een goede bedrading met de juiste polariteit van de aansluit­klemmen.
5.
Gebruik krimpvoeten met de opgegeven afmetingen voor de bedrading (M3,5, max. 7,2 mm breed). Als u blanke draden wilt aansluiten op het klemmenblok, gebruikt u gevlochten of massieve koperen draden met een dikte van AWG24 tot AWG14 (gelijk aan een dwarsdoorsnede van 0,205 tot 2,081 mm maximaal twee draden van dezelfde dikte en van hetzelfde type of twee krimpvoeten worden geschoven.
6.
Bedraad geen aansluitklemmen die niet worden gebruikt.
7.
U vermijdt inductiestoring door de bedrading voor de klemmenstrook van het product gescheiden te houden van voedingslijnen die hoge spanningen of grote stromen voeren. Bedraad voedingsleidingen ook niet parallel aan of samen met bedrading van het product. Het gebruik van afgeschermde kabels en aparte elektriciteitsbuizen of goten wordt aanbevolen. Sluit een overspanningsbeveiliging of storingsfilter aan op randappara­ten die storing genereren (met name motoren, transformatoren, elektro­magneten, magneetwikkelingen en andere apparaten met een inductiecomponent). Controleer bij gebruik van een storingsfilter bij de voeding de spanning of stroomsterkte en bevestig het zo dicht mogelijk bij het product. Laat zo veel mogelijk ruimte tussen het product en apparaten die krach­tige hoge frequenties (hoogfrequente lasapparaten, hoogfrequente naaimachines, enzovoort) of stroompieken genereren.
8.
Gebruik dit product binnen de voorgeschreven bereikwaarden voor be­lasting en stroom.
9.
Zorg dat de voedingsspanning de nominale spanning bereikt binnen twee seconden na het inschakelen van de voeding. Gebruik hiervoor een schakelaar, relais of een ander contact. Indien de spanning gelei-
2
). (De striplengte is 5 tot 6 mm.) In één klem kunnen
18 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
Page 19
delijk toeneemt, wordt de voeding mogelijk niet opnieuw ingesteld en kunnen er uitgangsstoringen optreden.
10.
Om te zorgen dat de juiste temperatuur wordt weergegeven, laat u de
temperatuurregelaar na het inschakelen van de voeding minimaal 30 minuten opwarmen voordat u de daadwerkelijke besturingshandelin­gen start.
11.
Als u self-tuning gebruikt, schakelt u de voeding voor de belasting (bij-
voorbeeld een verwarmingselement) in op het moment dat u de voe­ding voor het product inschakelt of eerder. Als de voeding voor het product wordt ingeschakeld voordat de voeding van de belasting is in­geschakeld, wordt self-tuning niet goed uitgevoerd en wordt geen opti­male regeling bereikt.
12.
Dicht bij het product moet een schakelaar of onderbreker aanwezig zijn.
De schakelaar of onderbreker moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor de operator en moet gemarkeerd zijn als loskoppelingsmechanisme voor deze unit.
13.
Schakel altijd eerst de voeding uit voordat u het lichaam van het product
uit de behuizing trekt, en raak nooit de aansluitklemmen of elektroni­sche onderdelen aan en breng er geen schokken aan toe. Wanneer u het lichaam van het product in de behuizing plaatst, dient u te voorko­men dat de elektronische onderdelen de behuizing raken.
14.
Gebruik voor reiniging geen verfverdunner of soortgelijke chemicaliën.
Gebruik standaard alcohol.
15.
Ontwerp het systeem (bijvoorbeeld het bedieningspaneel) met inacht-
neming van een vertraging van 2 seconden die de uitgang van het pro­duct nodig heeft om te stabiliseren nadat de voeding is ingeschakeld.
16.
De uitgang wordt mogelijk uitgeschakeld wanneer u naar bepaalde ni-
veaus gaat. Houd hier rekening mee wanneer u een regeling uitvoert.
17.
Het aantal EEPROM-schrijfhandelingen is beperkt. Gebruik daarom de
RAM-schrijfmodus als u regelmatig gegevens overschrijft tijdens com­municatie of andere handelingen.
18.
Raak altijd geaard metaal aan voordat u de temperatuurregelaar aan-
raakt om statische elektriciteit van uw lichaam te ontladen.
19.
Verwijder het klemmenblok niet. Als u dat toch doet, kan dat tot storing
of slecht functioneren leiden.
20.
Besturingsuitgangen (voor aansturing van SSR) die als spanningsuit-
gangen worden gebruikt, zijn niet geïsoleerd ten opzichte van de inter­ne circuits. Als u een geaard thermokoppel gebruikt, mag u geen van de besturingsuitgangsklemmen op de aarde aansluiten. (Als u dat toch doet, creëert u een ongewenst circuit waardoor temperatuurmeetfou­ten kunnen ontstaan.)
21.
Controleer de staat van de klemmen wanneer u het lichaam van de tem-
peratuurregelaar vervangt. Indien gecorrodeerde klemmen worden ge­bruikt, kunnen contactstoringen bij de klemmen ertoe leiden dat de temperatuur in de temperatuurregelaar oploopt, waardoor brand kan ontstaan. Als de klemmen gecorrodeerd zijn, vervangt u ook de behui­zing.
22.
Gebruik aangepast gereedschap wanneer u de temperatuurregelaar
demonteert om deze buiten gebruik te stellen. Scherpe onderdelen in de temperatuurregelaar kunnen letsel veroorzaken.
23.
Controleer vóór het aansluiten van een uitgangsunit de specificaties en
lees de relevante informatie op het specificatieblad en in de handlei­ding van de temperatuurregelaar zorgvuldig door.
24.
Controleer de richting van de connectoren op de conversiekabel voor-
dat u de conversiekabel aansluit. Oefen geen buitensporige kracht op een connector uit als deze niet onmiddellijk correct kan worden aange­sloten. Als u dat toch doet, kan de connector beschadigd raken.
25.
Plaats geen zware objecten op de conversiekabel, buig de kabel niet
verder dan de normale kromming en trek niet hard aan de kabel.
26.
Maak de conversiekabel niet los of vast tijdens actieve communicatie.
Defecten of verkeerde werking van het product kunnen het gevolg zijn.
27.
Zorg dat de metalen onderdelen van de conversiekabel geen externe
voedingsklemmen raken.
28.
Raak de connectoren van de conversiekabel niet met natte handen aan.
Dit om elektrische schokken te voorkomen.
29.
Sluit vóór het gebruik van infraroodcommunicatie de meegeleverde
montageadapter correct aan op de kabel voor de ondersteunende soft­ware. Wanneer u de infraroodpoort van de kabel voor de ondersteu­nende software aansluit op de adapter, moet u de connector in de opgegeven lijn plaatsen. Als de connector niet goed is aangesloten, kan mogelijk geen communicatie plaatsvinden.
Veiligheidsmaatregelen voor correct gebruik
Levensduur
1.
Gebruik het product binnen de volgende temperatuur- en vochtigheids­grenzen: Temperatuur:
Vochtigheidsgraad: 25 tot 85%
10 tot 55°C (zonder condensatie of ijsvorming)
Als het product in een bedieningspaneel is geïnstalleerd, dienen de om­gevingstemperatuur en de temperatuur rond het product beneden 55 te worden gehouden.
2.
De levensduur van elektronische apparaten, zoals een temperatuurre­gelaar, wordt niet alleen bepaald door het aantal keren dat het relais wordt geschakeld, maar ook door de levensduur van interne elektroni­sche onderdelen. De levensduur van onderdelen wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe korter de le­vensduur en hoe lager de temperatuur, hoe langer de levensduur. Daar­om kan de levensduur worden verlengd door de temperatuur van de temperatuurregelaar te verlagen.
3.
Wanneer twee of meer temperatuurregelaars horizontaal dicht bij elkaar of verticaal naast elkaar worden gemonteerd, loopt de interne tempera­tuur op door de warmte die wordt uitgestraald door de temperatuurrege­laars en neemt de levensduur af. Gebruik in dergelijke gevallen geforceerde koeling door ventilatoren of andere ventilatiesystemen om de temperatuurregelaars af te koelen. Bij geforceerde koelmethodes moet u oppassen dat u niet alleen de aansluitklemgedeelten koelt, dit om meetfouten te voorkomen.
°
C
Meetnauwkeurigheid
1.
Bij het verlengen of het aansluiten van de bedrading van het thermokop­pel moet u ervoor zorgen dat u compensatiekabels gebruikt die met de thermokoppeltypen overeenkomen.
2.
Bij het verlengen of aansluiten van de bedrading van de platina weer­standsopnemer, moet u zorgen dat u kabels gebruikt met een lage weerstand en dat de weerstanden van de drie kabels gelijk zijn.
3.
Monteer het product horizontaal.
4.
Als de meetnauwkeurigheid laag is, moet u controleren of de ingangs­verschuiving correct is ingesteld.
Waterdichtheid
De beschermingsgraad wordt hieronder weergegeven. Onderdelen zonder specificatie over hun beschermingsgraad of met de specificatie IP niet waterdicht.
Frontpaneel: IP66 Achterbehuizing: IP20, Aansluitzijde: IP00 (E5CN-U: Frontpaneel: IP50, Achterbehuizing: IP20, Aansluitklemmen: IP00)
@
0 zijn
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
1.
Nadat de voeding is ingeschakeld, duurt het circa twee seconden voor­dat de uitgangen zijn ingeschakeld. Houd rekening met deze vertraging wanneer u temperatuurregelaars opneemt in een sequentiecircuit.
2.
Als u self-tuning gebruikt, schakelt u de voeding voor de belasting (bij-
voorbeeld een verwarmingselement) in op het moment dat u de voe­ding voor de temperatuurregelaar inschakelt of eerder. Als de voeding voor de temperatuurregelaar wordt ingeschakeld voordat de voeding voor de belasting wordt ingeschakeld, wordt self-tuning niet goed uit­gevoerd en wordt geen optimale regeling bereikt.
3.
Wanneer u de bediening start nadat de temperatuurregelaar is opge-
warmd, schakelt u de voeding uit en vervolgens weer in op het moment dat u de voeding voor de belasting inschakelt. (Als u de temperatuurre­gelaar niet wilt uit- en weer inschakelen, kunt u ook overschakelen van STOP- op RUN-modus.)
4.
Gebruik de regelaar niet in de buurt van een radio, televisietoestel of
draadloze installaties. Deze apparaten kunnen radiostoringen veroor­zaken, waardoor de prestaties van de regelaar verminderen.
Overige
1.
De disk die bij de conversiekabel wordt geleverd, is bestemd voor ge­bruik in het CD-ROM-station van een computer. Speel de schijf nooit af in een audiospeler voor algemeen gebruik.
2.
Maak de connector van de conversiekabel niet meerdere keren kort na elkaar los of vast. Als u dat toch doet, kunnen er storingen optreden in de computer.
3.
Controleer na het aansluiten van de conversiekabel op de computer het nummer van de COM-poort voordat u de communicatie start. De com­puter herkent de kabelverbinding niet onmiddellijk. Dit is normaal.
4.
Sluit de conversiekabel niet via een USB-hub aan. Hierdoor kan schade ontstaan aan de conversiekabel.
5.
Gebruik geen verlengkabel voor het aansluiten van de conversiekabel op de computer. Hierdoor kan schade ontstaan aan de conversiekabel.
Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN 19
Page 20
Montage
Paneelmontage
Voor een waterdichte montage moet een waterdichte pakking op de regelaar worden aangebracht. Waterdichtheid is niet mogelijk bij groepsgewijze montage van meerdere regelaars. De waterdichte pakking hoeft niet te worden aangebracht als geen waterdichte structuur is vereist.
Montagebeugel (Toebehoren)
Paneel
Temperatuurregelaar uit behuizing verwijderen
De temperatuurregelaar kan voor onderhoud uit de behuizing worden verwijderd zonder de bedrading van de aansluitklemmen te verwijderen. Dit is alleen bij de E5CN, E5AN en E5EN mogelijk, niet bij de E5CN-U. Controleer de specificaties van de behuizing en de temperatuurregelaar voordat u de temperatuurregelaar uit de behuizing verwijdert.
Insteekgat voor schroevendraaier
Insteekgat voor schroevendraaier
E53-COV16 Afdekkap aansluit­klemmen (Toebehoren)
E53-COV16 Afdekkap aansluit­klemmen (Toebehoren)
Waterdichte pakking (Toebehoren)
Montagebeugel (Toebehoren)
Waterdichte pakking (Toebehoren)
E5AN
Paneel
E5EN
1. Plaats de E5AN/E5EN in het vierkante montagegat in het paneel (dikte: 1 tot 8 mm). Bevestig de montagebeugels die bij het product worden geleverd op de montagegroeven aan de boven- en onderkant van de achterbehuizing.
2. Gebruik een ratel om de schroeven van de montagebeugels aan boven- en onderkant om de beurt telkens een beetje harder aan te draaien om een balans te behouden, totdat de ratel onbelast draait.
Afdekkap aansluitklemmen monteren
Buig de afdekkap voor de aansluitklemmen van de E53-COV16 enigszins om de kap op het klemmenblok te bevestigen, zoals in de volgende figuur wordt geïllustreerd. De afdekkap voor de aansluitklemmen kan maar in één richting worden gemonteerd.
(1)
(2)
(3)
E5AN E5EN
(1)
1. Plaats een platte schroevendraaier in de twee uitsparingen (één aan de bovenkant en één aan de onderkant) om de haakjes los te maken.
2. Plaats de platte schroevendraaier in het gat tussen het frontpaneel en de achterbehuizing (twee aan de bovenkant en twee aan de onderkant) en wrik het frontpaneel er iets uit. Pak vervolgens het frontpaneel aan beide zijden vast en trek het eruit. Oefen niet te veel kracht uit op het paneel.
3. Wanneer u het lichaam van de temperatuurregelaar terugplaatst in de behuizing, zorgt u ervoor dat de printplaten parallel zijn aan elkaar en de rubberen pakking op zijn plaats zit, en duwt u de E5AN/E5EN in de richting van de achterbehuizing totdat deze op zijn plaats vastklikt. Terwijl u de E5AN/E5EN op zijn plaats duwt, drukt u de haakjes aan de boven- en onderkant van de achterbehuizing omlaag zodat deze stevig op hun plaats worden vergrendeld. Zorg ervoor dat elektronische onderdelen de behuizing niet raken.
Voorzorgsmaatregelen bedrading
Voorkom externe stoorsignalen door de ingangs- en
voedingslijnen te scheiden.
Gebruik twisted-pairkabels met een dikte van AWG24 (doorsnede:
0,205 mm 6 mm).
Gebruik krimpvoeten bij de bedrading van de aansluitklemmen.
Draai de klemschroeven met een aanhaalmoment van 0,74 tot
0,90 Nm aan. Gebruik bij de E5CN-U een aanhaalmoment van 0,5 Nm.
Gebruik de volgende typen krimpvoeten voor M3,5-schroeven.
2
) tot AWG14 (doorsnede: 2,081 mm2) (striplengte: 5 tot
(1)
(2)
(3)
(1)
Buig de afdekkap van de E53-COV16 enigszins in de richting van de pijlen om de kap op het klemmenblok te bevestigen.
E53-COV16 Afdekkap aansluitklemmen (Toebehoren)
Verwijder het klemmenblok niet. Als u dat toch doet, leidt dat tot
storing of slecht functioneren.
20 Digitale temperatuurregelaar basistype E5AN/E5EN
7,2 mm max.
7,2 mm max.
Page 21
Overwegingen betreffende garantie en toepassing
Lees deze catalogus zorgvuldig door
Lees deze catalogus zorgvuldig door en zorg dat u deze begrijpt voordat u de producten aanschaft. Neem bij vragen of opmerkingen contact op met uw OMRON-contactpersoon.
Garantie en aansprakelijkheidsbeperking
GARANTIE
De exclusieve garantie van OMRON houdt in, dat de producten gedurende één jaar (dan wel gedurende een andere aangegeven periode) vanaf de verkoopdatum van OMRON vrij van defecten in materiaal en vakmanschap zijn.
OMRON VERSTREKT GEEN ENKELE GARANTIE OF WAARBORG, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET, MET BETREKKING TOT DE NALEVING VAN TOEPASSELIJKE REGELS EN VOORSCHRIFTEN, DE VERKOOPBAARHEID DAN WEL DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE PRODUCTEN. KOPER OF GEBRUIKER ERKENT DAT DE KOPER OF GEBRUIKER ALLEEN HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN OP GESCHIKTE WIJZE AAN DE VEREISTEN VAN DE GEPLANDE TOEPASSING ZULLEN VOLDOEN. OOK ALLE ANDERE GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET HETZIJ IMPLICIET, WORDEN DOOR OMRON AFGEWEZEN.
AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKINGEN
OMRON AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BIJZONDERE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE, WINSTDERVING, OF WELK ANDER BEDRIJFSVERLIES DAN OOK IN VERBAND MET DE PRODUCTEN, ONGEACHT OF CLAIMS ZIJN GEBASEERD OP CONTRACTEN, GARANTIES, ONACHTZAAMHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval zal de aansprakelijkheid van OMRON uitstijgen boven de prijs van het product waarop de garantieclaim is gebaseerd.
IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL OMRON AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR GARANTIECLAIMS, REPARATIECLAIMS OF ANDERE CLAIMS MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN, TENZIJ DE ANALYSE VAN OMRON BEVESTIGT DAT DE PRODUCTEN OP CORRECTE WIJZE WERDEN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN ONDERHOUDEN, ALSMEDE NIET ZIJN ONDERWORPEN AAN VERONTREINIGINGEN, ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK OF ONDESKUNDIGE WIJZIGINGEN OF REPARATIES.
Toepassingsoverwegingen
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.
Neem alle vereiste stappen om te bepalen of het product geschikt is voor de systemen, machines en uitrusting waarvoor u het wilt gebruiken.
Stel u op de hoogte van alle verbodsbepalingen die op dit product van toepassing zijn en houd u aan deze bepalingen. GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING WAARBIJ ERNSTIG GEVAAR VOOR PERSOONLIJKE OF
MATERIËLE SCHADE BESTAAT ZONDER U ERVAN TE OVERTUIGEN DAT HET SYSTEEM ALS GEHEEL IS ONTWORPEN OM AAN DERGELIJKE GEVAREN HET HOOFD TE KUNNEN BIEDEN EN DAT DE PRODUCTEN VAN OMRON DE JUISTE SPECIFICATIES HEBBEN, ALSMEDE VOOR HET TOEPASSELIJKE GEBRUIKSDOEL BINNEN DE ALGEHELE APPARATUUR OF HET SYSTEEM ZIJN GEÏNSTALLEERD.
Kennisgevingen
PRESTATIEGEGEVENS
Prestatiegegevens die in deze catalogus worden gegeven, dienen slechts als leidraad voor de gebruiker bij het bepalen van de geschiktheid en vormen geen garantie. Deze gegevens kunnen het resultaat zijn van de testvoorwaarden van OMRON en zullen door de gebruikers aan de feitelijke vereisten van de toepassing moeten worden getoetst. De werkelijke prestaties zijn onderhevig aan de Garantie en aansprakelijkheidsbeperking van OMRON.
WIJZIGING VAN TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens en accessoires van producten kunnen op elk moment worden gewijzigd wegens verbeteringen of andere redenen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-contactpersoon voor de actuele technische gegevens van het product dat u hebt aangeschaft.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
De afmetingen en gewichten zijn nominale waarden en mogen niet worden gebruikt voor fabricagedoeleinden, zelfs niet wanneer hierbij toleranties worden vermeld.
ALLE AANGEGEVEN AFMETINGEN LUIDEN IN MILLIMETER.
Voor omrekening van millimeters in inches vermenigvuldigt u de waarde met 0,03937. Voor omrekening van grammen in ounces vermenigvuldigt u de waarde met 0,03527.
Cat. No. H03E-NL-01A
NEDERLAND Omron Electronics B.V. Wegalaan 61, 2132 JD Hoofddorp Tel: +31 (0) 23 568 11 00 Fax: +31 (0) 23 568 11 88 www.industrial.omron.nl
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
BELGIË Omron Electronics N.V./S.A. Stationsstraat 24, B-1702 Groot-Bijgaarden Tel: +32 (0) 2 466 24 80 Fax: +32 (0) 2 466 06 87 www.industrial.omron.be
02/2008
Loading...