DIGITALE CAMERA
Inhoudsopgave
Snelle taakindex
De camera gereedmaken en
1.opeenvolgende handelingen
2.Fotograferen
3.Foto’s en films bekijken
4. |
Basisbewerkingen |
Instructiehandleiding 5. |
Opnameopties gebruiken |
6. |
Menufuncties |
7. |
De camera aansluiten op een |
smartphone |
|
8. |
De camera aansluiten op een |
computer en een printer |
|
9. |
Batterij, batterijlader en kaart |
10. |
Verwisselbare lenzen |
11. |
Afzonderlijk verkochte accessoires |
gebruiken |
|
12. |
Informatie |
13. |
VEILIGHEIDSMAATREGELEN |
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera in deze handleiding zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!
Deze mededeling heeft betrekking op de meegeleverde flitser en is vooral bedoeld voor gebruikers in Noord-Amerika.
Information for Your Safety
IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
When using your photographic equipment, basic safety precautions should always be followed, including the following:
•Read and understand all instructions before using.
•Close supervision is necessary when any flash is used by or near children. Do not leave flash unattended while in use.
•Care must be taken as burns can occur from touching hot parts.
•Do not operate if the flash has been dropped or damaged - until it has been examined by qualified service personnel.
•Let flash cool completely before putting away.
•To reduce the risk of electric shock, do not immerse this flash in water or other liquids.
•To reduce the risk of electric shock, do not disassemble this flash, but take it to qualified service personnel when service or repair work is required. Incorrect reassembly can cause electric shock when the flash is used subsequently.
•The use of an accessory attachment not recommended by the manufacturer may cause a risk of fire, electric shock, or injury to persons.
SAVE THESE INSTRUCTIONS
$Opmerkingen
•De illustraties en toelichtingen in deze handleiding vermelden telkens de Engelse menuweergave.
U kunt de taal van de menuweergave voor deze camera zelf kiezen. Meer informatie vindt u in “Taal voor de monitor wijzigen“ (Blz. 84).
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of Let op problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook
waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
$ Opmerkingen Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
% Tips |
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw |
|
camera. |
||
|
||
g |
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie. |
2 NL
Snelle taakindex |
7 |
Het uitpakken van de doos.......... |
9 |
De camera gereedmaken en |
|
opeenvolgende handelingen 10 |
|
Namen van onderdelen.............. |
10 |
De batterij opladen |
|
en plaatsen.................................. |
12 |
Het kaartje plaatsen ................... |
13 |
Het kaartje verwijderen............. |
13 |
Een lens op de camera |
|
bevestigen................................... |
14 |
De camera inschakelen.............. |
15 |
Datum en tijd instellen............... |
16 |
Een opnamemethode |
|
selecteren.................................... |
17 |
Fotograferen |
18 |
Stilstaande beelden opnemen... |
18 |
Zelfportretten ............................ |
19 |
Films opnemen......................... |
20 |
Het aanraakscherm gebruiken... |
22 |
Een scherpstelmethode |
|
selecteren................................. |
22 |
De draadloze LAN-functie |
|
gebruiken.................................. |
23 |
Opnamefuncties instellen.......... |
24 |
Live uitleg gebruiken................. |
24 |
Beelden beveiligen ................... |
27 |
Beelden wissen ........................ |
28 |
Een volgorde voor overdracht |
|
selecteren ([Share Order])........ |
28 |
Beelden selecteren ([Share Order |
|
Selected], [0], |
|
[Erase Selected])...................... |
28 |
Het aanraakscherm gebruiken... |
29 |
Beelden selecteren |
|
en beveiligen ............................ |
29 |
Basisbewerkingen |
30 |
Informatiedisplays tijdens |
|
opname........................................ |
30 |
Monitorbeeld tijdens opname ... |
30 |
Het informatiedisplay |
|
omschakelen ............................ |
31 |
De fotografeerstanden |
|
gebruiken .................................... |
32 |
“Richten en fotograferen“ |
|
(stand P) .................................. |
32 |
Het diafragma instellen |
|
(diafragma-voorkeurstand A)... |
33 |
De sluitertijd instellen |
|
(sluitertijd-voorkeurstand S)..... |
34 |
Het diafragma en de |
|
sluitertijd instellen |
|
(handmatige stand M).............. |
35 |
Vergelijkende heldere |
|
compositiefoto's (live |
|
compositiefotografie) ................ |
36 |
Filmstand gebruiken (n) ......... |
37 |
<![endif]>Inhoudsopgave
Foto's en films bekijken |
26 |
Foto's en films bekijken............. |
26 |
Indexweergave/ |
|
kalenderweergave .................... |
26 |
Stilstaande beelden bekijken.... |
27 |
Films bekijken........................... |
27 |
Volume...................................... |
27 |
Effecten toevoegen aan |
|
een film [Movie Effect] .............. |
37 |
PHOTO STORY gebruiken....... |
39 |
Opnemen met een |
|
motiefprogramma ..................... |
42 |
Creatieve filters gebruiken........ |
44 |
NL 3
<![endif]>Inhoudsopgave
Veelgebruikte opnameopties..... |
46 |
De belichting regelen |
|
(belichtingscorrectie) ................ |
46 |
De helderheid van |
|
beeldonderwerpen |
|
en schaduwen wijzigen............. |
46 |
Een scherpstelkader selecteren |
|
(AF-gebied)............................... |
47 |
Het AF-kader instellen .............. |
47 |
Gezichtsprioriteit AF/ |
|
pupilherkenning AF................... |
48 |
Zoomframe AF/zoomen AF....... |
49 |
Informatiedisplay tijdens |
|
de weergave................................ |
50 |
Informatie weergavebeeld ........ |
50 |
Het informatiedisplay |
|
omschakelen ............................ |
51 |
Het informatiedisplay van |
|
de weergave veranderen.......... |
52 |
Weergegeven beelden |
|
bewerken.................................. |
53 |
Opnameopties gebruiken |
56 |
Instellingen tijdens opnames |
|
aanpassen................................... |
56 |
Camerabewegingen beperken |
|
(beeldstabilisator) ..................... |
57 |
Kleur aanpassen (witbalans) .... |
58 |
Verwerkingsopties |
|
(fotomodus) .............................. |
60 |
Repeterende opnamen/de |
|
zelfontspanner gebruiken ......... |
61 |
De beeldverhouding instellen ... |
62 |
Effecten toevoegen aan |
|
een film..................................... |
62 |
Kwaliteit van de opname |
|
(resolutie).................................. |
63 |
Een flitser gebruiken |
|
(flitserfotografie)........................ |
65 |
Uitgangsvermogen van de |
|
flits aanpassen (regelen van |
|
de flitssterkte) ........................... |
68 |
Kiezen hoe de camera de |
|
helderheid meet (meting).......... |
68 |
Een scherpstelstand selecteren |
|
(AF-stand)................................. |
69 |
ISO-gevoeligheid...................... |
70 |
Opties voor filmgeluid |
|
(geluid opnemen met films) ...... |
70 |
Menufuncties |
71 |
Basismenubewerkingen ............ |
71 |
Fotografeermenu 1/ |
|
fotografeermenu 2 gebruiken.... |
72 |
De kaart formatteren |
|
(Card Setup)............................. |
72 |
Alle beelden verwijderen |
|
(Card Setup)............................. |
72 |
Standaardinstellingen |
|
herstellen (Reset) ..................... |
73 |
Instellingen van Favorieten |
|
vastleggen (Myset) ................... |
73 |
Verwerkingsopties |
|
(fotomodus) .............................. |
74 |
Resolutie (K) ......................... |
75 |
De zelfontspanner instellen |
|
(j/Y)..................................... |
75 |
Variërende instellingen bij een |
|
reeks foto's (bracketing) ........... |
76 |
HDR-foto's maken |
|
(High Dynamic Range) ............. |
78 |
Meerdere belichtingen opnemen |
|
in één beeld (meervoudige |
|
belichting) ................................. |
79 |
Automatisch opnamen |
|
maken met vaste intervallen |
|
(time lapse-fotograferen) .......... |
80 |
Flitserfotografie met draadloze |
|
afstandsbediening .................... |
81 |
Digitale zoom (digitale |
|
teleconverter)............................ |
81 |
4 NL
Het weergavemenu gebruiken ...81
Geroteerde beelden |
|
weergeven (R) ....................... |
81 |
Foto's bewerken ....................... |
82 |
Alle beveiligingen annuleren..... |
83 |
Het instelmenu gebruiken ......... |
84 |
X (Datum/tijd instellen)............ |
84 |
W(Taal voor de monitor |
|
wijzigen).................................... |
84 |
i (Helderheid van |
|
de monitor aanpassen)............. |
84 |
Opn.Beeld................................. |
84 |
Wi-Fi-instellingen...................... |
84 |
c/# Menu Display .................. |
84 |
Programmatuur......................... |
84 |
De aangepaste menu's |
|
gebruiken .................................... |
85 |
R AF/MF .................................. |
85 |
S Knop/schakelaar .................. |
86 |
T Release/j......................... |
86 |
U Disp/8/PC.......................... |
87 |
V Exp/p/ISO.......................... |
89 |
W #Custom............................ |
90 |
X K/Color/WB....................... |
90 |
Y Record/Erase....................... |
91 |
Z Movie ................................... |
92 |
bKUtility.............................. |
93 |
AEL/AFL ................................... |
94 |
MF-Hulp.................................... |
95 |
Button Function ........................ |
95 |
Camerabeelden weergeven |
|
op een televisie......................... |
97 |
De weergave van de |
|
bedieningspanelen kiezen........ |
98 |
Informatieschermen |
|
toevoegen............................... |
100 |
Sluitertijden als de flits |
|
automatisch ontsteekt............. |
101 |
Accessory Port Menu............... |
102 |
OLYMPUS PENPAL |
|
gebruiken................................ |
102 |
A OLYMPUS PENPAL |
|
Share...................................... |
104 |
B OLYMPUS PENPAL |
|
Album ..................................... |
104 |
C Electronic Viewfinder ......... |
105 |
De camera aansluiten |
|
op een smartphone |
106 |
Verbinding maken met een |
|
smartphone............................... |
107 |
Beelden overbrengen naar |
|
een smartphone........................ |
107 |
Van afstand foto's maken |
|
met een smartphone ................ |
108 |
Positiegegevens aan beelden |
|
toevoegen ................................. |
108 |
Uw camera instellen voor |
|
draadloze LAN-verbinding |
|
(Wi-Fi-instellingen) ................... |
109 |
De camera aansluiten op een |
|
computer en een printer |
110 |
OLYMPUS Viewer 3 |
|
installeren ................................. |
110 |
Foto's naar een computer |
|
kopiëren zonder |
|
OLYMPUS Viewer 3 .................. |
112 |
Direct printen (PictBridge)....... |
113 |
Eenvoudig printen................... |
113 |
Printen volgens de specificatie |
|
van de klant ............................ |
114 |
Printreservering (DPOF) .......... |
115 |
Een printorder aanmaken....... |
115 |
Alle of geselecteerde foto's
uit het printorder verwijderen ... 116
<![endif]>Inhoudsopgave
NL 5
|
Batterij, batterijlader |
|
|
en kaart |
117 |
|
Batterij en laadapparaat........... |
117 |
<![if ! IE]> <![endif]>Inhoudsopgave |
bestandsgrootte/het aantal |
|
|
Uw laadapparaat in het |
|
|
buitenland gebruiken............... |
117 |
|
Toepasbare |
|
|
geheugenkaartjes..................... |
118 |
|
Beeldkwaliteit en |
|
|
foto's dat kan worden |
|
|
opgeslagen ............................... |
119 |
|
Verwisselbare lenzen |
120 |
|
M.ZUIKO DIGITAL |
|
|
lensspecificaties ..................... |
120 |
|
Afzonderlijk verkochte |
|
|
accessoires gebruiken |
124 |
|
Electronic Viewfinder (VF-4).... |
124 |
|
Externe flitsers die werden |
|
|
ontworpen voor gebruik |
|
|
met deze camera ...................... |
126 |
|
Flitserfotografie met draadloze |
|
|
afstandsbediening .................. |
126 |
|
Andere externe flitsers ............ |
128 |
|
Belangrijkste accessoires ....... |
129 |
|
Systeemoverzicht..................... |
130 |
|
Informatie |
132 |
|
Fotografeertips en |
|
|
-informatie................................. |
132 |
|
Foutcodes ................................. |
134 |
|
Reinigen en opbergen |
|
|
van de camera .......................... |
136 |
|
Reinigen van de camera......... |
136 |
|
Opslag .................................... |
136 |
|
Reinigen en controleren van het |
|
|
beeldopneemelement............. |
137 |
|
Pixel Mapping - Controleren van |
|
|
de beeldbewerkingsfuncties .... |
137 |
6 |
NL |
|
Menulijst.................................... |
138 |
Technische gegevens .............. |
146 |
VEILIGHEIDSMAAT- |
|
REGELEN |
150 |
VEILIGHEIDSMAATREGELEN... |
150 |
Index |
160 |
|
Fotograferen |
|
g |
|
Foto's maken met automatische |
iAUTO (A) |
17 |
|
instellingen |
||
|
|
|
Eenvoudige fotografie met speciale effecten
Een breedte-hoogteverhouding kiezen
Instellingen snel aanpassen aan het motief
Eenvoudig professioneel fotograferen
De helderheid van een foto aanpassen
Foto's maken met een onscherpe achtergrond
Foto's maken die het bewegende onderwerp stoppen of een gevoel van beweging geven
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's verwerken overeenkomstig het onderwerp/Monotint-foto's maken
Wanneer de camera niet kan scherpstellen op uw onderwerp/ scherpstellen op één gebied
Scherpstellen op een klein punt in het beeld / scherpstelling controleren voor het fotograferen
Foto's opnieuw kadreren na het scherpstellen
Foto's maken zonder flitser
Camerabewegingen beperken
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Vuurwerk fotograferen
Foto's maken zonder te witte wittinten of te donkere zwarttinten
Beeldruis verminderen (marmering)
Kunstfilter (ART)
Breedte-hoogteverhouding
Motiefprogramma (SCN)
Livegids
Belichtingscorrectie
Livegids
Diafragmavoorkeuze
Livegids
Sluitertijdvoorkeuze
Motiefprogramma (SCN)
Witbalans
Witbalans met één knop
Beeldeffect
Kunstfilter (ART)
Het aanraakscherm gebruiken AF-veld
Zoomkader-AF/zoom-AF
Zoomkader-AF/zoom-AF
C-AF+TR (AF Tracking)
DIS Mode/ISO
Beeldstabilisator/Anti-Shock z
Zelfontspanner
Afstandsbedieningskabel
Gebruik van de flitser
Gradatie (beeldeffecten)
Bulb-/tijdfotografie
Live composietfotografie Motiefprogramma (SCN)
Gradatie (beeldeffecten)
Histogram/Belichtingscorrectie
Overen onderbelichting wijzigen
Ruisonderdr.
44
62
42
24
46
24
33
24
34
42
58
59
60
44
22
47
49
49
69
42/70
57/90
61
129
65
74
35
36
42
74
31/46
46
89
<![endif]>taakindex Snelle
NL 7
<![endif]>taakindex Snelle
De monitor optimaliseren/
de monitorschakering aanpassen
Ingesteld effect controleren voor u een foto maakt
De horizontale of verticale afbeeldingsrichting controleren voor opname
Fotograferen met doelbewuste compositie
Inzoomen op foto's om de scherpstelling te controleren
Zelfportretten
Repeterende opnamen
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen
Van afstand foto's maken met een smartphone (draadloze LAN-functie)
Weergave/bijwerken
Helderheid van monitor |
84/87 |
|
aanpassen/Live View Boost |
||
|
||
Preview-functie |
95 |
|
Testopname |
96 |
|
Waterpas |
31 |
|
|
|
|
Rasterweergave |
87 |
|
|
|
|
Autoq(Rec View) |
84 |
|
mode2 (qClose Up Mode) |
88 |
|
Zelfontspanner |
61 |
|
Motiefprogramma (SCN) |
|
|
42 |
||
|
|
|
Repeterende opnamen |
61 |
|
|
|
|
Sleep |
88 |
|
|
|
|
Beeldkwaliteit |
64 |
|
Van afstand foto's maken |
|
|
|
met een smartphone |
108 |
|
|
|
g |
Beelden bekijken op een televisie
Diashows met achtergrondmuziek bekijken
Schaduwpartijen lichter maken
Rode ogen verhelpen
Eenvoudig printen
Commerciële prints
Gemakkelijk beelden met anderen delen
Beelden overbrengen naar een smartphone (draadloze LAN-functie)
Locatiegegevens toevoegen aan beelden (draadloze LAN-functie)
Camera-instellingen
HDMI/Video Out |
87 |
Weergave op een televisie |
97 |
Diashow |
55 |
|
|
Shadow Adj (JPEG Edit) |
82 |
|
|
Redeye Fix (JPEG Edit) |
82 |
|
|
Direct printen |
113 |
|
|
Een printorder maken |
115 |
|
|
OLYMPUS PENPAL |
102 |
Beelden overbrengen naar |
|
|
een smartphone |
107 |
|
|
||
Locatiegegevens toevoegen |
108 |
|
aan beelden |
||
|
||
|
g |
Datum en tijd synchroniseren |
Datum en tijd instellen |
16 |
|
|
|
|
|
Standaardinstellingen herstellen |
Terugzetten |
73 |
|
|
|
|
|
Instellingen opslaan |
Myset |
73 |
|
|
|
|
|
Taal voor de monitor wijzigen |
W |
84 |
|
|
|
|
|
Geluidssignaal van autofocus |
8(Pieptoon) |
88 |
|
uitschakelen |
|||
|
|
8 NL
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht.
|
Camera |
Beschermkap van |
Camerariem |
USB-kabel |
|
|
de camera |
|
CB-USB6 |
• |
Flitsertas |
|
|
|
• Cd-rom met computersoftware |
|
|
|
|
• |
Gebruiksaanwijzing |
|
|
|
• |
Garantiekaart |
|
|
|
|
|
Flits |
Lithium-ionbatterij |
Lithium- |
|
|
FL-LM1 |
BLS-50 |
ionlaadapparaat |
|
|
|
|
BCS-5 |
|
Camerariem bevestigen |
|
|
|
|
1 |
|
2 |
|
3
<![endif]>doos de van uitpakken Het
•Bevestig de riem op dezelfde manier aan het andere oogje.
•Trek de camerariem tenslotte strak aan om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit.
NL 9
1 |
De camera gereedmaken en |
opeenvolgende handelingen |
1 |
Namen van onderdelen |
|
<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
1 |
|
|
2 |
8 |
|
3 |
||
|
||
4 |
|
|
5 |
9 |
|
|
6 |
0 |
|
5 |
||
|
|
a |
7 |
b |
|
|
f |
g |
|
h |
|
i |
c |
|
d |
|
e |
|
1 Functieknop ................................. |
Blz. 17 |
2 Ontspanknop ............................... |
Blz. 18 |
3 ON/OFF-knop............................. |
Blz. 15 |
4 Subregelaar* P.......................... |
Blz. 26 |
5 Oogje voor de riem ........................ |
Blz. 9 |
6 Markering voor de |
|
lenskoppeling............................... |
Blz. 14 |
7Lensvatting (Verwijder de beschermkap alvorens de lens wordt bevestigd.)
8Flitsschoendekseltje
9 Stereomicrofoon |
..............Blz. 54, 70, 83 |
0 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting
.........................................Blz. 61/Blz. 85
a Lensontgrendelknop |
....................Blz. 14 |
bLensvergrendelingspen
cStatiefaansluiting
dVergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment....................... |
|
Blz. 12 |
e Klepje van het batterij-/ |
|
|
kaartcompartiment....................... |
|
Blz. 12 |
f Klepje over de connector |
|
|
g Multiconnector ............. |
Blz. 97, 110, 113 |
|
h HDMI-connector (Type D) |
............Blz. 97 |
|
i Kaartsleuf..................................... |
|
Blz. 13 |
*In deze handleiding geeft het pictogram Pbewerkingen aan die worden uitgevoerd met de subregelaar.
10 NL
|
4 |
1 |
5 |
|
6 |
|
7 |
2 |
8 |
9 |
|
|
0 |
3 |
|
|
b |
|
c |
|
a |
Knop F(Omhoog) / F(belichtingscorrectie)
(Blz. 46)
Knop H(Links) / |
Knop I(rechts) / |
|
P(doel scherpstellen) |
||
#(Flitser) (Blz. 65) |
||
(Blz. 47) |
||
|
||
Q-knop (Blz. 56, 71) |
|
Knop G(Omlaag) / jY (repeterende opnamen/zelfontspanner) button (Blz. 61)
1 Luidspreker |
|
2 Monitor ............... |
Blz. 15, 22, 29, 31, 50 |
3 Accessoirepoort................. |
Blz. 102, 145 |
4 Flitsschoen................................. |
Blz. 126 |
5 Knop G/Fn................................. |
Blz. 24 |
6 Knop U................................. |
Blz. 38, 49 |
7 Knop R(film)/H.............. |
Blz. 20, 28, 37 |
8 Knop MENU ............................... |
Blz. 71 |
9 Knop INFO |
|
(Informatieweergave)................... |
Blz. 31 |
0 Knop Q................................. |
Blz. 56, 71 |
a Pendelknop* ................................ |
Blz. 26 |
b qKnop (Playback) .............. |
Blz. 26, 52 |
c Knop (wissen) ......................... |
Blz. 28 |
*In deze handleiding geven de pictogrammen FGHIbewerkingen aan die met de pendelknop worden uitgevoerd.
1
<![if ! IE]><![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
NL 11
1
<![if ! IE]><![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
1 Laad de batterij op. |
Indicator voor |
Richtingsteken () |
|
Indicator voor laadtoestand |
laadtoestand |
|
|
|
|
3 |
Lithium-ionbatterij |
Bezig met |
|
|
|
Brandt oranje |
|
|
|
opladen |
|
|
|
|
|
|
|
Opladen |
Uit |
|
|
voltooid |
|
|
|
|
1 |
Stopcontact |
|
|
Knippert |
||
Oplaadfout |
|
||
oranje |
|
|
|
|
|
|
|
(Laadtijd: tot ca. 3 uur 30 minuten) |
Lithium- |
2 |
|
|
|
ionlaadapparaat |
Lichtnetkabeltje |
Let op
•Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.
2 Open het klepje van het batterij-/kaartcompartiment.
|
Klepje van het batterij-/ |
|
kaartcompartiment |
|
2 |
Vergrendelknop |
1 |
van het batterij-/ |
|
kaartcompartiment |
|
3 De batterij aanbrengen.
Richtingsteken
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterij-/ kaartcompartiment opent of sluit. Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de richting van de pijl, waarna u de batterij eruit kunt
nemen.
Let op
•Neem contact op met een geautoriseerde dealer of servicedienst als u de batterij niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
12 NL
$Opmerkingen
•Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
•Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 117).
1 Plaats de kaart.
• Open het klepje van het batterij-/ kaartcompartiment.
• Schuif het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.
g“Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 118)
Eye-Fi-kaarten
Lees “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 118) vóór gebruik.
Let op
•Schakel de camera uit vóór u de batterij of de kaart aanbrengt of verwijdert.
2 Sluit het klepje van het batterij-/ |
|
kaartcompartiment. |
1 |
• Sluit het klepje en schuif de |
|
vergrendelknop van het batterij-/ |
|
kaartcompartiment in de richting |
|
van de pijl. |
2 |
|
Let op
•Zorg ervoor dat het klepje van het batterij-/kaartcompartiment gesloten is voordat u de camera gebruikt.
Het kaartje verwijderen
Druk zachtjes op de aangebrachte kaart, waarna die omhoog springt. Neem de kaart eruit.
Let op
• Verwijder de batterij of de kaart niet wanneer het kaartschrijfsignaal (Blz. 30) wordt weergegeven.
1
<![if ! IE]><![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
NL 13
1
<![if ! IE]><![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
1 Bevestig een lens op de camera.
|
1 |
3 |
1 |
2 |
|
2
Achterkap van de lens
•Verwijder het achterklepje van de lens en de beschermklep van de camera.
•Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera en steek de lens in het camerahuis.
•Draai de lens rechtsom tot deze vastklikt (de richting wordt aangegeven door pijl 3).
Let op
•Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is voordat de lens wordt bevestigd of verwijderd.
•Druk de lensontgrendelknop niet in.
•Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
2 Verwijder het lenskapje.
1
1
2
Lenzen met een UNLOCK-schakelaar gebruiken
Intrekbare lenzen met een UNLOCK-schakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de richting van de pijl (1) om de lens naar buiten te laten komen (2).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de richting van de pijl (4) terwijl u de UNLOCKschakelaar (3) verschuift.
De lens uit de camera verwijderen
Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is voordat de lens wordt verwijderd.
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt, draait u de lens in de richting van de pijl.
1
4 3
2
Lensontgrendelknop
2 |
1
Verwisselbare lenzen
Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 120).
14 NL
1 Druk op de knop ON/OFF om de camera in te schakelen.
•Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
•Druk opnieuw op de knop ON/OFF om de camera uit te schakelen.
ON/OFF-knop
Monitor
Batterijniveau
;(groen): de camera is klaar om opnames te maken.
:(groen): batterij bijna leeg
](knippert rood): laad de batterij op.
Wi-Fi
ISO-A
200
250 |
F5.6 |
01:02:03 |
38 |
De monitor gebruiken
1 Druk de monitor naar beneden.
2 Pas de hoek van de monitor aan volgens de as van het scharnier.
Onderste hoek |
1 Bovenste hoek |
1 Zelfportret |
|
1 |
1 |
|
2 |
|
|
|
2 |
Voor informatie over zelfportretten leest u “Zelfportretten“ (Blz. 19).
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de “sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop enz.). De camera zal zichzelf automatisch uitschakelen als deze gedurende
5 minuten in de slaapstand blijft staan. Schakel de camera opnieuw in voor u hem gebruikt.
1
<![if ! IE]><![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
NL 15
Informatie over datum en tijd wordt samen met de beelden opgeslagen op de kaart. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor
1 dat u de juiste datum en tijd instelt voordat u de camera gebruikt. Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als de datum en tijd niet zijn ingesteld.
<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
1 Geef de menu's weer.
• Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
MENU-knop
2 Selecteer [X] op het tabblad [d] (instellingen).
•Selecteer met FGop de pendelknop de optie [d] en druk op I.
• Selecteer [X] en druk op I. |
Tabblad [d] |
|
|
3 Stel de datum en tijd in. |
|
•Gebruik HIom items te selecteren.
•Gebruik FGom het geselecteerde item te wijzigen.
•Gebruik FGom de datumindeling te selecteren.
|
|
|
|
Shooting Menu 1 |
||
1 |
|
Card Setup |
|
|
||
|
|
|
Reset/Myset |
|
h |
|
2 |
|
Picture Mode |
|
|||
|
|
|
Image Aspect |
4:3 |
||
|
|
|
Digital Tele-converter |
Off |
||
|
|
|
|
|
|
|
Back |
|
|
|
Set |
||
|
|
|
|
Setup Menu |
|
|
1 |
|
|
|
|
’--.--.-- --:-- |
|
|
|
|
|
|
|
English |
2 |
|
Rec View |
|
0.5sec |
||
|
|
|
|
|||
|
|
|
Wi-Fi Settings |
|
||
|
|
|
|
Menu Display |
|
|
|
|
|
Firmware |
|
|
|
Back |
|
|
|
Set |
||
|
|
|
|
|
X |
|
|
Y |
|
M D |
Time |
|
|
|
|
|
|
Y/M/D |
||
2014 |
|
|
Cancel
De tijd wordt weergegeven in 24-uursformaat.
4 Sla de instellingen op en verlaat het menu.
•Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
•Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
Let op
•Als de batterij uit de camera wordt verwijderd en de camera een tijdje niet wordt gebruikt, worden datum en tijd eventueel naar de standaard fabrieksinstelling teruggezet.
$Opmerkingen
•U kunt de tijd correct synchroniseren door bij de [min] instelling op Q te drukken, waardoor dan de minuut op 0 seconden wordt teruggezet.
16 NL
Gebruik de functieknop om de opnamestand te selecteren.
Pictogram van de Indicator stand
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen
Aoptimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners.
P |
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om optimale |
resultaten te verkrijgen. |
|
A |
U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen. |
S |
U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen |
uitdrukkelijker maken, of ze 'bevriezen' zonder bewegingsonscherpte. |
|
M |
U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden |
bij vuurwerk of in andere situaties met weinig licht. |
|
n |
Maak films met behulp van sluitertijden diafragma-effecten en speciale filmeffecten. |
J |
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type |
PHOTO STORY is geselecteerd. |
|
SCN |
Selecteer een scène volgens het onderwerp. |
ART |
Selecteer een kunstfilter. |
Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch.
1 Stel de functieknop in op A.
Monitor
Wi-Fi
ISO-ge-
ISO-A
voeligheid 200
250 F5.6
Sluitertijd
|
Beschikbare |
|
opnametijd |
|
Aantal |
|
stilstaande |
01:02:03 |
beelden dat |
38 |
|
Diafragma- |
kan worden |
|
opgeslagen |
||
waarde |
||
|
1
<![if ! IE]><![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De
NL 17
2
<![if ! IE]><![endif]>weergave live met Fotograferen
Stilstaande beelden opnemen
1 Stel de camera in en bepaal de compositie.
• Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens of AF-verlichting.
Liggende positie |
Staande positie |
2Stel scherp.
•Breng het onderwerp naar het midden van de monitor en druk zacht op de ontspanknop tot aan de eerste positie (druk de ontspanknop half in).
Het AF-bevestigingsteken (() wordt weergegeven en een groen kader (AF-kader) verschijnt om de scherpgestelde zone heen.
Druk de ontspanknop half in.
Wi-Fi |
ISO-A |
200 |
AF-bevestigings- teken
28mm
250 |
F5.6 |
01:02:03 |
38 |
Autofocusveld
•De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt.
•Als het bevestigingsteken voor AF knippert, is het onderwerp niet goed scherpgesteld. (Blz. 132)
3Laat de ontspanknop los.
•Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
•Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
•Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop volledig indrukken tot
aan de tweede positie
heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.
$Opmerkingen
•U kunt ook foto's maken met behulp van het aanraakscherm. g“Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 22)
18 NL
Zelfportretten
Door de monitor om te keren kunt u foto's van uzelf maken terwijl u het kader om u heen al kunt zien.
1 Duw de monitor een beetje naar beneden en keer deze om.
1 1
2
• Als er een elektrisch aangedreven zoomlens is aangesloten, schakelt de camera automatisch naar breedhoek.
• Op de monitor wordt het menu voor |
4:3 |
||
zelfportretten weergegeven. |
|
||
|
L N |
||
• De monitor geeft een spiegelbeeld weer |
FullHD |
||
F |
|||
|
|
||
(horizontaal omgedraaid). |
45:67:89 |
||
|
2341 |
||
|
|
||
A e-Portrait met één |
Als deze optie wordt ingeschakeld, lijkt de huid |
|
|
gladder en doorschijnend. |
|
||
knopdruk |
Alleen geldig in iAUTO-stand (A). |
|
|
|
|
||
C Aanraaksluiter |
Wanneer het pictogram wordt aangeraakt, ontspant |
|
|
de sluiter ca. 1 seconde later. |
|
||
|
|
||
Aangepaste |
Maak 3 opnamen met de zelfontspanner. U kunt het |
||
aantal keren dat de sluiter wordt ontspannen en het |
|
||
D zelfontspanner |
|
||
interval tussen elke ontspanning instellen met de |
|
||
met één knopdruk |
|
||
aangepaste zelfontspanner (Blz. 61). |
|
||
|
|
2Kadreer de opname.
•Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.
3Raak Caan en neem een foto.
•Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
•U kunt ook fotograferen door het onderwerp dat in de monitor wordt getoond, aan te raken, of door op de sluiterknop te drukken.
$Opmerkingen
U kunt foto's nemen door de camera via een smartphone te bedienen. g“Van afstand foto's maken met een smartphone“ (Blz. 108)
2
<![if ! IE]><![endif]>weergave live met Fotograferen
NL 19
Films opnemen
U kunt films opnemen in alle fotografeerstanden, behalve J(PHOTO STORY). Probeer eerst opnamen te maken in de stand Volautomatisch.
1Stel de functieknop in op A.
2Druk op de knop Rom de opname te
2 starten.
|
• U kunt de focuszone wijzigen door tijdens de |
|
<![if ! IE]> <![endif]>Fotograferen |
opname het scherm aan te raken (Blz. 22). |
|
3 Druk opnieuw op de knop Rom de |
||
<![if ! IE]> <![endif]>weergave live met |
opname te stoppen. |
|
Let op |
||
|
R-knop
42mm
00:02:18
Weergegeven tijdens Opnametijd de opname
•Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluitereffect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
•Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen
in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, zal de camera automatisch uitgeschakeld worden.
•Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.
•De knop Rkan in de volgende situaties niet worden gebruikt om films op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens bulb-, tijdof composietopnamen/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN- stand (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
20 NL
Foto's maken tijdens het opnemen van films (Movie+Photo Mode)
•Druk tijdens de filmopname op de ontspanknop om één van de frames van de film als een foto op te nemen (stand 1). Druk op de knop Rom de opname te stoppen. De fotoen filmbestanden worden apart opgeslagen op de geheugenkaart. De beeldkwaliteit van de fotos is XN (16:9).
•U kunt ook een foto met een hogere kwaliteit opnemen (stand 2). In mode2 wordt het filmmateriaal van voor en na de foto in aparte bestanden opgenomen.
g[Movie+Photo Mode] (Blz. 92)
Let op
•In stand 2 en in bepaalde opnamestanden kunnen tijdens de filmopname alleen enkele beelden als foto worden vastgelegd. Andere opnamefuncties kunnen ook beperkt zijn.
•De autofocus en metingen die worden gebruikt in de filmstand kunnen verschillen van die, die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
•Als de film wordt opgenomen in de stand Motion JPEG (Hof I), wordt de camera ingesteld op stand 2.
2
<![if ! IE]><![endif]>weergave live met Fotograferen
NL 21
2
<![if ! IE]><![endif]>weergave live met Fotograferen
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt het aanraakscherm gebruiken tijdens weergave of wanneer u foto's op de monitor kadreert.
Let op
• In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk. Panorama/3D/e-portret/meervoudige belichting/tijdens bulb-, tijdof live composietopnamen/het dialoogvenster voor de witbalans met één knopdruk/wanneer knoppen of regelaars worden gebruikt
•Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.
•Handschoenen of een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm hinderen.
•Ook beschikbaar in de menu's ART, SCN of J. Tik een pictogram aan om het te selecteren.
Een scherpstelmethode selecteren
U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor te tikken.
Tik op Tom de instellingen voor het aanraakscherm te doorlopen.
|
Wi-Fi |
|
|
T Tik op een onderwerp om scherp te stellen en |
|
|
|
automatisch de sluiter te ontspannen. Deze |
|
|
|
functie is niet mogelijk in de stand n. |
200 |
|
|
|
ISO-A |
|
|
U Bediening van het aanraakscherm |
|
|
|
uitgeschakeld. |
|
6 |
30 |
V Tik om een AF-kader weer te geven en stel |
|
||
|
|
|
01:02:03 |
scherp op het onderwerp in het geselecteerde |
|
|
|
gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken |
|
|
|
om de positie en de grootte van het |
|
|
|
scherpstelkader te kiezen. Foto's kunnen |
|
|
|
worden genomen door op de ontspanknop |
|
|
|
te drukken. |
|
|
|
Voorbeeld van uw onderwerp bekijken (V) |
|
|
S-IS AUTO |
1 Tik op het onderwerp op het display. |
|
|
|
ISO-A |
|
10 |
|
|
|
|
14 |
• Er verschijnt een AF-kader. |
200 |
|
|
|
|
|
|
• Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader |
|
|
7 |
Off |
|
|
|
te kiezen. |
|
5x |
|
|
|
||
|
|
|
|
• Raak Saan om het display van het AF-kader uit |
250 |
F5.6 |
|
te schakelen. |
|
|
|
2 Gebruik de schuifbalk om de grootte van het AF-kader aan te passen; tik vervolgens op Yom in te zoomen op de kaderpositie.
• Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd.
• Tik op Zom de zoomweergave te annuleren.
22 NL
De draadloze LAN-functie gebruiken
U kunt de camera op een smartphone aansluiten en |
Wi-Fi |
|
|
de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie |
|
||
wilt gebruiken, moet de relevante app eerst op de |
|
|
|
smartphone worden geïnstalleerd. |
Fi |
|
|
g“De camera aansluiten op een smartphone“ |
|
|
|
(Blz. 106) |
|
|
|
|
250 |
F5.6 |
01:02:03 |
|
30 |
2
<![if ! IE]><![endif]>weergave live met Fotograferen
NL 23
|
|
Opnamefuncties instellen |
|
|
|
Live uitleg gebruiken |
|
||
|
Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Hoewel iAUTO een |
|||
|
volautomatische stand is, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde |
|||
2 |
fototechnieken oproepen. |
|
||
1 Stel de functieknop in op A. |
|
|||
<![if ! IE]> <![endif]>Fotograferen |
|
|||
2 Druk op het tabblad of druk op de knop Fn om de live uitleg weer te |
||||
|
|
geven. |
|
|
|
|
• Raak een uitlegitem aan en druk op Q nadat ervoor is gekozen de schuifbalk van de |
||
|
|
niveaubalk weer te geven. |
|
|
<![if ! IE]> <![endif]>met |
|
|
Tabblad |
Gidsitem |
|
Wi-Fi |
|
Change Color Saturation |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
<![if ! IE]> <![endif]>live |
|
ISO-A |
|
|
<![if ! IE]> <![endif]>weergave |
|
200 |
|
|
3 |
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te |
|
||
|
|
250 |
F5.6 |
|
|
|
|
|
Niveaubalk / selectie |
|
|
verplaatsen. |
|
Clear & Vivid |
|
|
|
|
•Tik op aom de instellingen te openen.
•Om de livegidsinstelling te annuleren tikt u op k
op het scherm. |
0 |
|
|
• Wanneer [Shooting Tips] is geselecteerd, markeert |
|
u een item en drukt u op aom een beschrijving |
Flat & Muted |
te bekijken. |
|
•Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar op het display. Als [Blur Background] of [Express Motions] geselecteerd is, keert het display terug naar de normale weergave, maar het geselecteerde effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
4 Herhaal stappen 2 en 3 om meerdere livegidsen Change Color Saturation in te stellen.
•Er wordt een vinkje weergegeven op het gidsitem voor livegidsen die al zijn ingesteld.
5Maak een opname.
•Om de livegids te annuleren drukt u op de knop MENU.
24 NL
Let op
•[Blur Background] en [Express Motions] kunnen niet tegelijk worden ingesteld.
•Als [RAW] momenteel is geselecteerd voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW].
•De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
•Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
•Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de
monitor.
•De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd.
•De flitser kan niet worden gebruikt met de livegids.
•Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de grenswaardes van de belichtingsmeters van de camera overschrijden, kan dit leiden tot overof onderbelichte beelden.
2
<![if ! IE]><![endif]>weergave live met Fotograferen
NL 25
3
<![if ! IE]><![endif]>bekijken lmsfi en Foto's
3 Foto's en films bekijken
Foto's en films bekijken
1 Druk op de knop q.
•Uw meest recente foto of film wordt weergegeven.
•Selecteer de gewenste foto of film met de subregelaar (P) of de pendelknop.
Subregelaar |
Wi-Fi |
|
|
|
|
|
|
Geeft het |
Geeft het |
|
|
vorige beeld |
volgende |
LN |
100-0020 |
weer |
beeld weer |
2014.07.01 12:30 |
20 |
Stilstaand beeld |
|
||
|
|
|
|
|
|
Wi-Fi |
|
Knop q |
|
P |
AUTOWB |
|
|
||
|
|
HD |
100-0004 |
|
|
2014.07.01 12:30 |
4 |
Videobeelden
Indexweergave/kalenderweergave
•Om meerdere beelden weer te geven, drukt u op Gtijdens enkelbeeldweergave. Om de kalenderweergave te starten, drukt u herhaaldelijk op de knop G.
•Druk op de knop Q om het geselecteerde beeld op het volledige scherm weer te geven.
Wi-Fi |
|
|
G |
|
G Sun |
|
2014.7 |
|
|
|
||
|
|
|
|
Mon |
Tue |
Wed |
Thu |
Fri |
Sat |
|||
|
|
|
|
|
|
29 |
30 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
|
|
|
|
|
|
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
|
|
|
|
|
|
13 |
14 |
15 |
16 |
17 |
18 |
19 |
|
|
|
|
|
|
20 |
21 |
22 |
23 |
24 |
25 |
26 |
|
LN |
100-002020 |
U 2014.07.01 12:30 |
|
U |
27 |
28 |
29 |
30 |
31 |
1 |
2 |
2014.07.01 12:30 |
21 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
|
|
||||
|
|
|
Indexweergave |
|
|
|
Kalenderweergave |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Q |
|
|
26 NL
Stilstaande beelden bekijken
Gezoomd weergeven
Bij enkelbeeldweergave drukt u op Uom in te zoomen; druk op Gom terug te keren naar enkelbeeldweergave.
Wi-Fi
LN |
100-0020 |
2x |
2014.07.01 12:30 |
20 |
Films bekijken
Selecteer een film en druk op de knop Q om het weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play] en druk op de knop Q om het afspelen te starten. Druk opnieuw op de knop om het afspelen te onderbreken. Druk op de knop MENU om het afspelen te beëindigen.
Movie
Movie Play
Share Order
m
Erase
Back |
Set |
Volume
Het volume kan worden aangepast door op Fof Gte drukken tijdens enkelbeeldweergave en filmweergave.
00:00:02/00:00:14
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen onopzettelijke verwijdering. Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op Q om het weergavemenu op te roepen. Selecteer [0] en druk op Q, druk daarna op Fof Gom het beeld te beveiligen. Beveiligde beelden zijn aangegeven met
het pictogram 0(beveiligen). Druk op Fof Gom de beveiliging op te heffen.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen. g“Beelden selecteren ([Share Order Selected], [0], [Erase Selected])“ (Blz. 28)
Let op
0(beveiligen) pictogram
Wi-Fi
4:3 LN 100-0020
2014.07.01 12:30 |
20 |
•Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde beelden.
3
<![if ! IE]><![endif]>bekijken lmsfi en Foto's
NL 27
3
<![if ! IE]><![endif]>bekijken lmsfi en Foto's
Beelden wissen
Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op de knop . Selecteer [Yes] en druk op de knop Q.
U kunt beelden wissen zonder de bevestigingsstap door de knopinstellingen te veranderen. g[Quick Erase] (Blz. 91)
Erase
Yes
No
-knop |
Back |
Set |
Een volgorde voor overdracht selecteren ([Share Order])
U kunt beelden die u wilt overbrengen naar een smartphone vooraf selecteren. Bij het weergeven van beelden die u wilt overbrengen, drukt u op Q om het weergavemenu op te roepen. Druk na het selecteren van [Share Order] op Q, druk op Fof Gom een volgorde voor delen in te stellen voor het beeld en hte laten tonen.
Druk op Fof Gom de volgorde voor delen te annuleren. U kunt de over te brengen beelden vooraf selecteren en in één keer een opdracht voor delen instellen.
gBeelden selecteren ([Share Order Selected], [0], [Erase Selected])
Let op
•U kunt een deelvolgorde instellen voor 200 frames.
•Deelvolgorden kunnen niet worden ingesteld voor beelden in RAW-formaat of voor films in Motion JPEG-formaat (Hof I).
Beelden selecteren ([Share Order Selected], [0], [Erase Selected])
U kunt meerdere beelden selecteren voor [Share Order |
|
|
Selected], [0] of [Erase Selected]. |
|
|
Druk in het scherm met de indexweergave op de knop |
|
|
H(Blz. 29) om een beeld te selecteren; er verschijnt een |
|
|
pictogram vop het beeld. Druk nogmaals op de knop H |
|
|
om de selectie ongedaan te maken. |
2014.07.01 12:30 |
21 |
Druk op Q om het menu weer te geven; selecteer vervolgens [Share Order Selected], [0] of [Erase Selected].
28 NL
U kunt het aanraakpaneel gebruiken om beelden te bewerken.
Schermvullende weergave
Verdere beelden bekijken
•Schuif uw vinger naar links om latere beelden weer te geven, naar rechts om vroegere beelden weer te geven.
Weergavezoom
•Raak het scherm zacht aan om de schuifbalk en P weer te geven.
•Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
•Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd.
•Tik op Pom de indexweergave weer te geven. Tik opnieuw op Qvoor de kalenderweergave.
Index-/kalenderweergave
Pagina vooruit / pagina achteruit
•Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.
•Gebruik Qof Rom het aantal beelden te kiezen dat wordt weergegeven.
•Tik meerdere malen op Rom terug te keren naar de enkelbeeldweergave.
S |
Beelden bekijken
• Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.
Beelden selecteren en beveiligen
Raak het scherm in de enkelbeeldweergave zacht aan om het aanraakmenu weer te geven. U kunt nu de gewenste handeling uitvoeren door de pictogrammen in het aanraakmenu aan te raken.
H |
Selecteer een beeld. U kunt meerdere beelden selecteren en deze |
|
samen verwijderen. |
||
|
||
h |
U kunt beelden instellen om deze te delen met een smartphone. |
|
g“Een volgorde voor overdracht selecteren ([Share Order])“ (Blz. 28) |
||
|
||
0 |
Beveiligt een beeld. |
Let op
•Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.
•Handschoenen en een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm hinderen.
3
<![if ! IE]><![endif]>bekijken lmsfi en Foto's
NL 29
4
<![if ! IE]><![endif]>Basisbewerkingen
Monitorbeeld tijdens opname
|
1234567890a |
b cd |
||
D |
Wi-Fi FP RC BKT FPS |
off |
28mm |
|
|
|
|||
C |
|
|
S-ISAUTO |
|
|
|
|
||
B |
|
|
|
|
A |
S-AF |
|
|
WB |
|
|
AUTO |
||
z |
ISO-A |
|
|
|
|
400 |
|
|
|
y |
-2.0 |
|
|
4:3 |
x |
|
|
|
L N |
w |
AEL |
-3 |
+7 |
FullHD |
|
|
F |
v |
P |
250 |
F5.6 |
+2.0 |
01:02:03 |
|
1023 |
||||||
|
utsr q p o n
e UTO1
f
g B
TO
h
i3
jN
kl E m
1 Schrijfsignaal ............................... |
Blz. 13 |
2 Draadloze LAN-verbinding...Blz. 23, 109 |
|
3 Super FP-flitser.......................... |
Blz. 126 |
4 RC-stand.................................... |
Blz. 126 |
5 Auto bracket/HDR............ |
Blz. 76/Blz. 78 |
6 Meervoudige belichting................ |
Blz. 79 |
7 Hoge beeldsnelheid..................... |
Blz. 87 |
8 Digitale teleconverter................... |
Blz. 81 |
9 Opname binnen bepaald |
|
tijdsbestek.................................... |
Blz. 80 |
0 Gezichtsprioriteit/ |
|
pupilherkenning ........................... |
Blz. 48 |
a Filmgeluid .................................... |
Blz. 70 |
bZoomrichting/brandpuntsafstand/ waarschuwing interne temperatuur
m........................ |
Blz. 123/Blz. 135 |
c Flitser........................................... |
Blz. 65 |
(knippert: bezig met opladen, |
|
blijft continu zichtbaar: laden is klaar) |
|
d AF-bevestigingsteken .................. |
Blz. 18 |
e Beeldstabilisator .......................... |
Blz. 57 |
f Kunstfilter..................................... |
Blz. 44 |
Scèneprogramma ........................ |
Blz. 42 |
Fotomodus................................... |
Blz. 60 |
g Witbalans..................................... |
Blz. 58 |
h Repeterende opnamen/ |
|
zelfontspanner/anti-schok...... |
Blz. 61, 90 |
i Breedte-hoogteverhouding .......... |
Blz. 62 |
j Beeldkwaliteit |
|
(stilstaande beelden) ................... |
Blz. 64 |
k Beeldkwaliteit (films).................... |
Blz. 64 |
lBeschikbare opnametijd
mAantal stilstaande beelden
dat kan worden opgeslagen ...... |
Blz. 119 |
||
n Regeling van lichten |
|
|
|
schaduwpartijen........................... |
|
Blz. 46 |
|
o Boven: |
Flitssterkteregelaar ........ |
Blz. 68 |
|
Onder: |
belichtingscorrectie - |
|
|
|
|
Blz. 46 |
|
p Belichtingscorrectiewaarde.......... |
Blz. 46 |
||
q Diafragmawaarde ................. |
|
Blz. 32 |
– 35 |
r Sluitertijd............................... |
|
Blz. 32 |
– 35 |
s Histogram .................................... |
|
Blz. 31 |
|
t Preview |
|
Blz. 95 |
|
u AE-lock ........................................ |
|
Blz. 94 |
|
v Opnamestand ................. |
Blz. 17, 32 |
– 44 |
30 NL