Olympus E-PL7 User guide [nl]

DIGITALE CAMERA

Inhoudsopgave

Snelle taakindex

De camera gereedmaken en

1.opeenvolgende handelingen

2.Fotograferen

3.Foto’s en films bekijken

4.

Basisbewerkingen

Instructiehandleiding 5.

Opnameopties gebruiken

6.

Menufuncties

7.

De camera aansluiten op een

smartphone

8.

De camera aansluiten op een

computer en een printer

9.

Batterij, batterijlader en kaart

10.

Verwisselbare lenzen

11.

Afzonderlijk verkochte accessoires

gebruiken

12.

Informatie

13.

VEILIGHEIDSMAATREGELEN

Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.

Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.

De afbeeldingen van het scherm en de camera in deze handleiding zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.

Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.

Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!

Deze mededeling heeft betrekking op de meegeleverde flitser en is vooral bedoeld voor gebruikers in Noord-Amerika.

Information for Your Safety

IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS

When using your photographic equipment, basic safety precautions should always be followed, including the following:

Read and understand all instructions before using.

Close supervision is necessary when any flash is used by or near children. Do not leave flash unattended while in use.

Care must be taken as burns can occur from touching hot parts.

Do not operate if the flash has been dropped or damaged - until it has been examined by qualified service personnel.

Let flash cool completely before putting away.

To reduce the risk of electric shock, do not immerse this flash in water or other liquids.

To reduce the risk of electric shock, do not disassemble this flash, but take it to qualified service personnel when service or repair work is required. Incorrect reassembly can cause electric shock when the flash is used subsequently.

The use of an accessory attachment not recommended by the manufacturer may cause a risk of fire, electric shock, or injury to persons.

SAVE THESE INSTRUCTIONS

$Opmerkingen

De illustraties en toelichtingen in deze handleiding vermelden telkens de Engelse menuweergave.

U kunt de taal van de menuweergave voor deze camera zelf kiezen. Meer informatie vindt u in “Taal voor de monitor wijzigen“ (Blz. 84).

Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden

In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.

Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of Let op problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook

waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.

$ Opmerkingen Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.

% Tips

Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw

camera.

 

g

Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.

2 NL

Inhoudsopgave

Snelle taakindex

7

Het uitpakken van de doos..........

9

De camera gereedmaken en

 

opeenvolgende handelingen 10

Namen van onderdelen..............

10

De batterij opladen

 

en plaatsen..................................

12

Het kaartje plaatsen ...................

13

Het kaartje verwijderen.............

13

Een lens op de camera

 

bevestigen...................................

14

De camera inschakelen..............

15

Datum en tijd instellen...............

16

Een opnamemethode

 

selecteren....................................

17

Fotograferen

18

Stilstaande beelden opnemen...

18

Zelfportretten ............................

19

Films opnemen.........................

20

Het aanraakscherm gebruiken...

22

Een scherpstelmethode

 

selecteren.................................

22

De draadloze LAN-functie

 

gebruiken..................................

23

Opnamefuncties instellen..........

24

Live uitleg gebruiken.................

24

Beelden beveiligen ...................

27

Beelden wissen ........................

28

Een volgorde voor overdracht

 

selecteren ([Share Order])........

28

Beelden selecteren ([Share Order

Selected], [0],

 

[Erase Selected])......................

28

Het aanraakscherm gebruiken...

29

Beelden selecteren

 

en beveiligen ............................

29

Basisbewerkingen

30

Informatiedisplays tijdens

 

opname........................................

30

Monitorbeeld tijdens opname ...

30

Het informatiedisplay

 

omschakelen ............................

31

De fotografeerstanden

 

gebruiken ....................................

32

“Richten en fotograferen“

 

(stand P) ..................................

32

Het diafragma instellen

 

(diafragma-voorkeurstand A)...

33

De sluitertijd instellen

 

(sluitertijd-voorkeurstand S).....

34

Het diafragma en de

 

sluitertijd instellen

 

(handmatige stand M)..............

35

Vergelijkende heldere

 

compositiefoto's (live

 

compositiefotografie) ................

36

Filmstand gebruiken (n) .........

37

<![if ! IE]>

<![endif]>Inhoudsopgave

Foto's en films bekijken

26

Foto's en films bekijken.............

26

Indexweergave/

 

kalenderweergave ....................

26

Stilstaande beelden bekijken....

27

Films bekijken...........................

27

Volume......................................

27

Effecten toevoegen aan

 

een film [Movie Effect] ..............

37

PHOTO STORY gebruiken.......

39

Opnemen met een

 

motiefprogramma .....................

42

Creatieve filters gebruiken........

44

NL 3

<![if ! IE]>

<![endif]>Inhoudsopgave

Veelgebruikte opnameopties.....

46

De belichting regelen

 

(belichtingscorrectie) ................

46

De helderheid van

 

beeldonderwerpen

 

en schaduwen wijzigen.............

46

Een scherpstelkader selecteren

(AF-gebied)...............................

47

Het AF-kader instellen ..............

47

Gezichtsprioriteit AF/

 

pupilherkenning AF...................

48

Zoomframe AF/zoomen AF.......

49

Informatiedisplay tijdens

 

de weergave................................

50

Informatie weergavebeeld ........

50

Het informatiedisplay

 

omschakelen ............................

51

Het informatiedisplay van

 

de weergave veranderen..........

52

Weergegeven beelden

 

bewerken..................................

53

Opnameopties gebruiken

56

Instellingen tijdens opnames

 

aanpassen...................................

56

Camerabewegingen beperken

 

(beeldstabilisator) .....................

57

Kleur aanpassen (witbalans) ....

58

Verwerkingsopties

 

(fotomodus) ..............................

60

Repeterende opnamen/de

 

zelfontspanner gebruiken .........

61

De beeldverhouding instellen ...

62

Effecten toevoegen aan

 

een film.....................................

62

Kwaliteit van de opname

 

(resolutie)..................................

63

Een flitser gebruiken

 

(flitserfotografie)........................

65

Uitgangsvermogen van de

 

flits aanpassen (regelen van

 

de flitssterkte) ...........................

68

Kiezen hoe de camera de

 

helderheid meet (meting)..........

68

Een scherpstelstand selecteren

(AF-stand).................................

69

ISO-gevoeligheid......................

70

Opties voor filmgeluid

 

(geluid opnemen met films) ......

70

Menufuncties

71

Basismenubewerkingen ............

71

Fotografeermenu 1/

 

fotografeermenu 2 gebruiken....

72

De kaart formatteren

 

(Card Setup).............................

72

Alle beelden verwijderen

 

(Card Setup).............................

72

Standaardinstellingen

 

herstellen (Reset) .....................

73

Instellingen van Favorieten

 

vastleggen (Myset) ...................

73

Verwerkingsopties

 

(fotomodus) ..............................

74

Resolutie (K) .........................

75

De zelfontspanner instellen

 

(j/Y).....................................

75

Variërende instellingen bij een

 

reeks foto's (bracketing) ...........

76

HDR-foto's maken

 

(High Dynamic Range) .............

78

Meerdere belichtingen opnemen

in één beeld (meervoudige

 

belichting) .................................

79

Automatisch opnamen

 

maken met vaste intervallen

 

(time lapse-fotograferen) ..........

80

Flitserfotografie met draadloze

afstandsbediening ....................

81

Digitale zoom (digitale

 

teleconverter)............................

81

4 NL

Het weergavemenu gebruiken ...81

Geroteerde beelden

 

weergeven (R) .......................

81

Foto's bewerken .......................

82

Alle beveiligingen annuleren.....

83

Het instelmenu gebruiken .........

84

X (Datum/tijd instellen)............

84

W(Taal voor de monitor

 

wijzigen)....................................

84

i (Helderheid van

 

de monitor aanpassen).............

84

Opn.Beeld.................................

84

Wi-Fi-instellingen......................

84

c/# Menu Display ..................

84

Programmatuur.........................

84

De aangepaste menu's

 

gebruiken ....................................

85

R AF/MF ..................................

85

S Knop/schakelaar ..................

86

T Release/j.........................

86

U Disp/8/PC..........................

87

V Exp/p/ISO..........................

89

W #Custom............................

90

X K/Color/WB.......................

90

Y Record/Erase.......................

91

Z Movie ...................................

92

bKUtility..............................

93

AEL/AFL ...................................

94

MF-Hulp....................................

95

Button Function ........................

95

Camerabeelden weergeven

 

op een televisie.........................

97

De weergave van de

 

bedieningspanelen kiezen........

98

Informatieschermen

 

toevoegen...............................

100

Sluitertijden als de flits

 

automatisch ontsteekt.............

101

Accessory Port Menu...............

102

OLYMPUS PENPAL

 

gebruiken................................

102

A OLYMPUS PENPAL

 

Share......................................

104

B OLYMPUS PENPAL

 

Album .....................................

104

C Electronic Viewfinder .........

105

De camera aansluiten

 

op een smartphone

106

Verbinding maken met een

 

smartphone...............................

107

Beelden overbrengen naar

 

een smartphone........................

107

Van afstand foto's maken

 

met een smartphone ................

108

Positiegegevens aan beelden

toevoegen .................................

108

Uw camera instellen voor

 

draadloze LAN-verbinding

 

(Wi-Fi-instellingen) ...................

109

De camera aansluiten op een

computer en een printer

110

OLYMPUS Viewer 3

 

installeren .................................

110

Foto's naar een computer

 

kopiëren zonder

 

OLYMPUS Viewer 3 ..................

112

Direct printen (PictBridge).......

113

Eenvoudig printen...................

113

Printen volgens de specificatie

van de klant ............................

114

Printreservering (DPOF) ..........

115

Een printorder aanmaken.......

115

Alle of geselecteerde foto's

uit het printorder verwijderen ... 116

<![if ! IE]>

<![endif]>Inhoudsopgave

NL 5

 

Batterij, batterijlader

 

 

en kaart

117

 

Batterij en laadapparaat...........

117

<![if ! IE]>

<![endif]>Inhoudsopgave

bestandsgrootte/het aantal

 

 

Uw laadapparaat in het

 

 

buitenland gebruiken...............

117

 

Toepasbare

 

 

geheugenkaartjes.....................

118

 

Beeldkwaliteit en

 

 

foto's dat kan worden

 

 

opgeslagen ...............................

119

 

Verwisselbare lenzen

120

 

M.ZUIKO DIGITAL

 

 

lensspecificaties .....................

120

 

Afzonderlijk verkochte

 

 

accessoires gebruiken

124

 

Electronic Viewfinder (VF-4)....

124

 

Externe flitsers die werden

 

 

ontworpen voor gebruik

 

 

met deze camera ......................

126

 

Flitserfotografie met draadloze

 

afstandsbediening ..................

126

 

Andere externe flitsers ............

128

 

Belangrijkste accessoires .......

129

 

Systeemoverzicht.....................

130

 

Informatie

132

 

Fotografeertips en

 

 

-informatie.................................

132

 

Foutcodes .................................

134

 

Reinigen en opbergen

 

 

van de camera ..........................

136

 

Reinigen van de camera.........

136

 

Opslag ....................................

136

 

Reinigen en controleren van het

 

beeldopneemelement.............

137

 

Pixel Mapping - Controleren van

 

de beeldbewerkingsfuncties ....

137

6

NL

 

Menulijst....................................

138

Technische gegevens ..............

146

VEILIGHEIDSMAAT-

 

REGELEN

150

VEILIGHEIDSMAATREGELEN...

150

Index

160

Snelle taakindex

 

Fotograferen

 

g

 

Foto's maken met automatische

iAUTO (A)

17

 

instellingen

 

 

 

Eenvoudige fotografie met speciale effecten

Een breedte-hoogteverhouding kiezen

Instellingen snel aanpassen aan het motief

Eenvoudig professioneel fotograferen

De helderheid van een foto aanpassen

Foto's maken met een onscherpe achtergrond

Foto's maken die het bewegende onderwerp stoppen of een gevoel van beweging geven

Foto's maken met de juiste kleur

Foto's verwerken overeenkomstig het onderwerp/Monotint-foto's maken

Wanneer de camera niet kan scherpstellen op uw onderwerp/ scherpstellen op één gebied

Scherpstellen op een klein punt in het beeld / scherpstelling controleren voor het fotograferen

Foto's opnieuw kadreren na het scherpstellen

Foto's maken zonder flitser

Camerabewegingen beperken

Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht

Vuurwerk fotograferen

Foto's maken zonder te witte wittinten of te donkere zwarttinten

Beeldruis verminderen (marmering)

Kunstfilter (ART)

Breedte-hoogteverhouding

Motiefprogramma (SCN)

Livegids

Belichtingscorrectie

Livegids

Diafragmavoorkeuze

Livegids

Sluitertijdvoorkeuze

Motiefprogramma (SCN)

Witbalans

Witbalans met één knop

Beeldeffect

Kunstfilter (ART)

Het aanraakscherm gebruiken AF-veld

Zoomkader-AF/zoom-AF

Zoomkader-AF/zoom-AF

C-AF+TR (AF Tracking)

DIS Mode/ISO

Beeldstabilisator/Anti-Shock z

Zelfontspanner

Afstandsbedieningskabel

Gebruik van de flitser

Gradatie (beeldeffecten)

Bulb-/tijdfotografie

Live composietfotografie Motiefprogramma (SCN)

Gradatie (beeldeffecten)

Histogram/Belichtingscorrectie

Overen onderbelichting wijzigen

Ruisonderdr.

44

62

42

24

46

24

33

24

34

42

58

59

60

44

22

47

49

49

69

42/70

57/90

61

129

65

74

35

36

42

74

31/46

46

89

<![if ! IE]>

<![endif]>taakindex Snelle

NL 7

Olympus E-PL7 User guide
<![if ! IE]>

<![endif]>taakindex Snelle

De monitor optimaliseren/

de monitorschakering aanpassen

Ingesteld effect controleren voor u een foto maakt

De horizontale of verticale afbeeldingsrichting controleren voor opname

Fotograferen met doelbewuste compositie

Inzoomen op foto's om de scherpstelling te controleren

Zelfportretten

Repeterende opnamen

Gebruiksduur van de batterijen verlengen

Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen

Van afstand foto's maken met een smartphone (draadloze LAN-functie)

Weergave/bijwerken

Helderheid van monitor

84/87

aanpassen/Live View Boost

 

Preview-functie

95

Testopname

96

Waterpas

31

 

 

Rasterweergave

87

 

 

Autoq(Rec View)

84

mode2 (qClose Up Mode)

88

Zelfontspanner

61

Motiefprogramma (SCN)

 

42

 

 

Repeterende opnamen

61

 

 

Sleep

88

 

 

Beeldkwaliteit

64

Van afstand foto's maken

 

 

met een smartphone

108

 

 

g

Beelden bekijken op een televisie

Diashows met achtergrondmuziek bekijken

Schaduwpartijen lichter maken

Rode ogen verhelpen

Eenvoudig printen

Commerciële prints

Gemakkelijk beelden met anderen delen

Beelden overbrengen naar een smartphone (draadloze LAN-functie)

Locatiegegevens toevoegen aan beelden (draadloze LAN-functie)

Camera-instellingen

HDMI/Video Out

87

Weergave op een televisie

97

Diashow

55

 

 

Shadow Adj (JPEG Edit)

82

 

 

Redeye Fix (JPEG Edit)

82

 

 

Direct printen

113

 

 

Een printorder maken

115

 

 

OLYMPUS PENPAL

102

Beelden overbrengen naar

 

 

een smartphone

107

 

Locatiegegevens toevoegen

108

aan beelden

 

 

g

Datum en tijd synchroniseren

Datum en tijd instellen

16

 

 

 

Standaardinstellingen herstellen

Terugzetten

73

 

 

 

Instellingen opslaan

Myset

73

 

 

 

Taal voor de monitor wijzigen

W

84

 

 

 

Geluidssignaal van autofocus

8(Pieptoon)

88

uitschakelen

 

 

8 NL

Het uitpakken van de doos

Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.

Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht.

 

Camera

Beschermkap van

Camerariem

USB-kabel

 

 

de camera

 

CB-USB6

Flitsertas

 

 

 

• Cd-rom met computersoftware

 

 

 

Gebruiksaanwijzing

 

 

 

Garantiekaart

 

 

 

 

 

Flits

Lithium-ionbatterij

Lithium-

 

 

FL-LM1

BLS-50

ionlaadapparaat

 

 

 

 

BCS-5

 

Camerariem bevestigen

 

 

 

 

1

 

2

 

3

<![if ! IE]>

<![endif]>doos de van uitpakken Het

Bevestig de riem op dezelfde manier aan het andere oogje.

Trek de camerariem tenslotte strak aan om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit.

NL 9

1

De camera gereedmaken en

opeenvolgende handelingen

1

Namen van onderdelen

 

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

1

 

2

8

3

 

4

 

5

9

 

6

0

5

 

 

a

7

b

 

f

g

 

h

 

i

c

 

d

 

e

 

1 Functieknop .................................

Blz. 17

2 Ontspanknop ...............................

Blz. 18

3 ON/OFF-knop.............................

Blz. 15

4 Subregelaar* P..........................

Blz. 26

5 Oogje voor de riem ........................

Blz. 9

6 Markering voor de

 

lenskoppeling...............................

Blz. 14

7Lensvatting (Verwijder de beschermkap alvorens de lens wordt bevestigd.)

8Flitsschoendekseltje

9 Stereomicrofoon

..............Blz. 54, 70, 83

0 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting

.........................................Blz. 61/Blz. 85

a Lensontgrendelknop

....................Blz. 14

bLensvergrendelingspen

cStatiefaansluiting

dVergrendelknop van het batterij-/

kaartcompartiment.......................

 

Blz. 12

e Klepje van het batterij-/

 

 

kaartcompartiment.......................

 

Blz. 12

f Klepje over de connector

 

g Multiconnector .............

Blz. 97, 110, 113

h HDMI-connector (Type D)

............Blz. 97

i Kaartsleuf.....................................

 

Blz. 13

*In deze handleiding geeft het pictogram Pbewerkingen aan die worden uitgevoerd met de subregelaar.

10 NL

 

4

1

5

 

6

 

7

2

8

9

 

0

3

 

 

b

 

c

 

a

Knop F(Omhoog) / F(belichtingscorrectie)

(Blz. 46)

Knop H(Links) /

Knop I(rechts) /

P(doel scherpstellen)

#(Flitser) (Blz. 65)

(Blz. 47)

 

Q-knop (Blz. 56, 71)

 

Knop G(Omlaag) / jY (repeterende opnamen/zelfontspanner) button (Blz. 61)

1 Luidspreker

 

2 Monitor ...............

Blz. 15, 22, 29, 31, 50

3 Accessoirepoort.................

Blz. 102, 145

4 Flitsschoen.................................

Blz. 126

5 Knop G/Fn.................................

Blz. 24

6 Knop U.................................

Blz. 38, 49

7 Knop R(film)/H..............

Blz. 20, 28, 37

8 Knop MENU ...............................

Blz. 71

9 Knop INFO

 

(Informatieweergave)...................

Blz. 31

0 Knop Q.................................

Blz. 56, 71

a Pendelknop* ................................

Blz. 26

b qKnop (Playback) ..............

Blz. 26, 52

c Knop (wissen) .........................

Blz. 28

*In deze handleiding geven de pictogrammen FGHIbewerkingen aan die met de pendelknop worden uitgevoerd.

1

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

NL 11

1

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

De batterij opladen en plaatsen

1 Laad de batterij op.

Indicator voor

Richtingsteken ()

Indicator voor laadtoestand

laadtoestand

 

 

 

3

Lithium-ionbatterij

Bezig met

 

 

Brandt oranje

 

 

opladen

 

 

 

 

 

Opladen

Uit

 

 

voltooid

 

 

 

1

Stopcontact

 

Knippert

Oplaadfout

 

oranje

 

 

 

 

 

(Laadtijd: tot ca. 3 uur 30 minuten)

Lithium-

2

 

 

ionlaadapparaat

Lichtnetkabeltje

Let op

Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.

2 Open het klepje van het batterij-/kaartcompartiment.

 

Klepje van het batterij-/

 

kaartcompartiment

 

2

Vergrendelknop

1

van het batterij-/

kaartcompartiment

 

3 De batterij aanbrengen.

Richtingsteken

De batterij verwijderen

Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterij-/ kaartcompartiment opent of sluit. Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de richting van de pijl, waarna u de batterij eruit kunt

nemen.

Let op

Neem contact op met een geautoriseerde dealer of servicedienst als u de batterij niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.

12 NL

$Opmerkingen

Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.

Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 117).

Het kaartje plaatsen

1 Plaats de kaart.

• Open het klepje van het batterij-/ kaartcompartiment.

• Schuif het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.

g“Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 118)

Eye-Fi-kaarten

Lees “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 118) vóór gebruik.

Let op

Schakel de camera uit vóór u de batterij of de kaart aanbrengt of verwijdert.

2 Sluit het klepje van het batterij-/

 

kaartcompartiment.

1

• Sluit het klepje en schuif de

 

vergrendelknop van het batterij-/

 

kaartcompartiment in de richting

 

van de pijl.

2

 

Let op

Zorg ervoor dat het klepje van het batterij-/kaartcompartiment gesloten is voordat u de camera gebruikt.

Het kaartje verwijderen

Druk zachtjes op de aangebrachte kaart, waarna die omhoog springt. Neem de kaart eruit.

Let op

• Verwijder de batterij of de kaart niet wanneer het kaartschrijfsignaal (Blz. 30) wordt weergegeven.

1

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

NL 13

1

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

Een lens op de camera bevestigen

1 Bevestig een lens op de camera.

 

1

3

1

2

 

2

Achterkap van de lens

Verwijder het achterklepje van de lens en de beschermklep van de camera.

Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera en steek de lens in het camerahuis.

Draai de lens rechtsom tot deze vastklikt (de richting wordt aangegeven door pijl 3).

Let op

Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is voordat de lens wordt bevestigd of verwijderd.

Druk de lensontgrendelknop niet in.

Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.

2 Verwijder het lenskapje.

1

1

2

Lenzen met een UNLOCK-schakelaar gebruiken

Intrekbare lenzen met een UNLOCK-schakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de richting van de pijl (1) om de lens naar buiten te laten komen (2).

Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de richting van de pijl (4) terwijl u de UNLOCKschakelaar (3) verschuift.

De lens uit de camera verwijderen

Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is voordat de lens wordt verwijderd.

Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt, draait u de lens in de richting van de pijl.

1

4 3

2

Lensontgrendelknop

2

1

Verwisselbare lenzen

Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 120).

14 NL

De camera inschakelen

1 Druk op de knop ON/OFF om de camera in te schakelen.

Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.

Druk opnieuw op de knop ON/OFF om de camera uit te schakelen.

ON/OFF-knop

Monitor

Batterijniveau

;(groen): de camera is klaar om opnames te maken.

:(groen): batterij bijna leeg

](knippert rood): laad de batterij op.

Wi-Fi

ISO-A

200

250

F5.6

01:02:03

38

De monitor gebruiken

1 Druk de monitor naar beneden.

2 Pas de hoek van de monitor aan volgens de as van het scharnier.

Onderste hoek

1 Bovenste hoek

1 Zelfportret

 

1

1

 

2

 

 

 

2

Voor informatie over zelfportretten leest u “Zelfportretten“ (Blz. 19).

Camera in sluimerstand

Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de “sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop enz.). De camera zal zichzelf automatisch uitschakelen als deze gedurende

5 minuten in de slaapstand blijft staan. Schakel de camera opnieuw in voor u hem gebruikt.

1

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

NL 15

Datum en tijd instellen

Informatie over datum en tijd wordt samen met de beelden opgeslagen op de kaart. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor

1 dat u de juiste datum en tijd instelt voordat u de camera gebruikt. Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als de datum en tijd niet zijn ingesteld.

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

1 Geef de menu's weer.

• Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.

MENU-knop

2 Selecteer [X] op het tabblad [d] (instellingen).

Selecteer met FGop de pendelknop de optie [d] en druk op I.

• Selecteer [X] en druk op I.

Tabblad [d]

 

3 Stel de datum en tijd in.

 

Gebruik HIom items te selecteren.

Gebruik FGom het geselecteerde item te wijzigen.

Gebruik FGom de datumindeling te selecteren.

 

 

 

 

Shooting Menu 1

1

 

Card Setup

 

 

 

 

 

Reset/Myset

 

h

2

 

Picture Mode

 

 

 

 

Image Aspect

4:3

 

 

 

Digital Tele-converter

Off

 

 

 

 

 

 

 

Back

 

 

 

Set

 

 

 

 

Setup Menu

 

1

 

 

 

 

’--.--.-- --:--

 

 

 

 

 

 

English

2

 

Rec View

 

0.5sec

 

 

 

 

 

 

 

Wi-Fi Settings

 

 

 

 

 

Menu Display

 

 

 

 

Firmware

 

 

Back

 

 

 

Set

 

 

 

 

 

X

 

 

Y

 

M D

Time

 

 

 

 

 

Y/M/D

2014

 

 

Cancel

De tijd wordt weergegeven in 24-uursformaat.

4 Sla de instellingen op en verlaat het menu.

Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.

Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.

Let op

Als de batterij uit de camera wordt verwijderd en de camera een tijdje niet wordt gebruikt, worden datum en tijd eventueel naar de standaard fabrieksinstelling teruggezet.

$Opmerkingen

U kunt de tijd correct synchroniseren door bij de [min] instelling op Q te drukken, waardoor dan de minuut op 0 seconden wordt teruggezet.

16 NL

Een opnamemethode selecteren

Gebruik de functieknop om de opnamestand te selecteren.

Pictogram van de Indicator stand

Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen

Aoptimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners.

P

Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om optimale

resultaten te verkrijgen.

A

U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen.

S

U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen

uitdrukkelijker maken, of ze 'bevriezen' zonder bewegingsonscherpte.

M

U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden

bij vuurwerk of in andere situaties met weinig licht.

n

Maak films met behulp van sluitertijden diafragma-effecten en speciale filmeffecten.

J

U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type

PHOTO STORY is geselecteerd.

SCN

Selecteer een scène volgens het onderwerp.

ART

Selecteer een kunstfilter.

Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch.

1 Stel de functieknop in op A.

Monitor

Wi-Fi

ISO-ge-

ISO-A

voeligheid 200

250 F5.6

Sluitertijd

 

Beschikbare

 

opnametijd

 

Aantal

 

stilstaande

01:02:03

beelden dat

38

 

Diafragma-

kan worden

opgeslagen

waarde

 

1

<![if ! IE]>

<![endif]>handelingen opeenvolgende en gereedmaken camera De

NL 17

Half indrukken
Helemaal indrukken

2

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met Fotograferen

2 Fotograferen

Stilstaande beelden opnemen

1 Stel de camera in en bepaal de compositie.

• Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens of AF-verlichting.

Liggende positie

Staande positie

2Stel scherp.

Breng het onderwerp naar het midden van de monitor en druk zacht op de ontspanknop tot aan de eerste positie (druk de ontspanknop half in).

Het AF-bevestigingsteken (() wordt weergegeven en een groen kader (AF-kader) verschijnt om de scherpgestelde zone heen.

Druk de ontspanknop half in.

Wi-Fi

ISO-A

200

AF-bevestigings- teken

28mm

250

F5.6

01:02:03

38

Autofocusveld

De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt.

Als het bevestigingsteken voor AF knippert, is het onderwerp niet goed scherpgesteld. (Blz. 132)

3Laat de ontspanknop los.

Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).

Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.

Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.

De ontspanknop half en helemaal indrukken

De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop volledig indrukken tot

aan de tweede positie

heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.

$Opmerkingen

U kunt ook foto's maken met behulp van het aanraakscherm. g“Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 22)

18 NL

Zelfportretten

Door de monitor om te keren kunt u foto's van uzelf maken terwijl u het kader om u heen al kunt zien.

1 Duw de monitor een beetje naar beneden en keer deze om.

1 1

2

• Als er een elektrisch aangedreven zoomlens is aangesloten, schakelt de camera automatisch naar breedhoek.

• Op de monitor wordt het menu voor

4:3

zelfportretten weergegeven.

 

 

L N

• De monitor geeft een spiegelbeeld weer

FullHD

F

 

 

(horizontaal omgedraaid).

45:67:89

 

2341

 

 

A e-Portrait met één

Als deze optie wordt ingeschakeld, lijkt de huid

 

gladder en doorschijnend.

 

knopdruk

Alleen geldig in iAUTO-stand (A).

 

 

 

C Aanraaksluiter

Wanneer het pictogram wordt aangeraakt, ontspant

 

de sluiter ca. 1 seconde later.

 

 

 

Aangepaste

Maak 3 opnamen met de zelfontspanner. U kunt het

aantal keren dat de sluiter wordt ontspannen en het

 

D zelfontspanner

 

interval tussen elke ontspanning instellen met de

 

met één knopdruk

 

aangepaste zelfontspanner (Blz. 61).

 

 

 

2Kadreer de opname.

Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.

3Raak Caan en neem een foto.

Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.

U kunt ook fotograferen door het onderwerp dat in de monitor wordt getoond, aan te raken, of door op de sluiterknop te drukken.

$Opmerkingen

U kunt foto's nemen door de camera via een smartphone te bedienen. g“Van afstand foto's maken met een smartphone“ (Blz. 108)

2

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met Fotograferen

NL 19

Films opnemen

U kunt films opnemen in alle fotografeerstanden, behalve J(PHOTO STORY). Probeer eerst opnamen te maken in de stand Volautomatisch.

1Stel de functieknop in op A.

2Druk op de knop Rom de opname te

2 starten.

 

• U kunt de focuszone wijzigen door tijdens de

<![if ! IE]>

<![endif]>Fotograferen

opname het scherm aan te raken (Blz. 22).

3 Druk opnieuw op de knop Rom de

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met

opname te stoppen.

Let op

 

R-knop

42mm

00:02:18

Weergegeven tijdens Opnametijd de opname

Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluitereffect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.

Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.

Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen

in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, zal de camera automatisch uitgeschakeld worden.

Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.

De knop Rkan in de volgende situaties niet worden gebruikt om films op te nemen:

Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens bulb-, tijdof composietopnamen/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN- stand (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek

20 NL

Foto's maken tijdens het opnemen van films (Movie+Photo Mode)

Druk tijdens de filmopname op de ontspanknop om één van de frames van de film als een foto op te nemen (stand 1). Druk op de knop Rom de opname te stoppen. De fotoen filmbestanden worden apart opgeslagen op de geheugenkaart. De beeldkwaliteit van de fotos is XN (16:9).

U kunt ook een foto met een hogere kwaliteit opnemen (stand 2). In mode2 wordt het filmmateriaal van voor en na de foto in aparte bestanden opgenomen.

g[Movie+Photo Mode] (Blz. 92)

Let op

In stand 2 en in bepaalde opnamestanden kunnen tijdens de filmopname alleen enkele beelden als foto worden vastgelegd. Andere opnamefuncties kunnen ook beperkt zijn.

De autofocus en metingen die worden gebruikt in de filmstand kunnen verschillen van die, die worden gebruikt voor het nemen van foto's.

Als de film wordt opgenomen in de stand Motion JPEG (Hof I), wordt de camera ingesteld op stand 2.

2

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met Fotograferen

NL 21

2

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met Fotograferen

Het aanraakscherm gebruiken

U kunt het aanraakscherm gebruiken tijdens weergave of wanneer u foto's op de monitor kadreert.

Let op

• In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk. Panorama/3D/e-portret/meervoudige belichting/tijdens bulb-, tijdof live composietopnamen/het dialoogvenster voor de witbalans met één knopdruk/wanneer knoppen of regelaars worden gebruikt

Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.

Handschoenen of een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm hinderen.

Ook beschikbaar in de menu's ART, SCN of J. Tik een pictogram aan om het te selecteren.

Een scherpstelmethode selecteren

U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor te tikken.

Tik op Tom de instellingen voor het aanraakscherm te doorlopen.

 

Wi-Fi

 

 

T Tik op een onderwerp om scherp te stellen en

 

 

 

automatisch de sluiter te ontspannen. Deze

 

 

 

functie is niet mogelijk in de stand n.

200

 

 

 

ISO-A

 

 

U Bediening van het aanraakscherm

 

 

 

uitgeschakeld.

 

6

30

V Tik om een AF-kader weer te geven en stel

 

 

 

 

01:02:03

scherp op het onderwerp in het geselecteerde

 

 

 

gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken

 

 

 

om de positie en de grootte van het

 

 

 

scherpstelkader te kiezen. Foto's kunnen

 

 

 

worden genomen door op de ontspanknop

 

 

 

te drukken.

 

 

 

Voorbeeld van uw onderwerp bekijken (V)

 

 

S-IS AUTO

1 Tik op het onderwerp op het display.

 

 

ISO-A

 

10

 

 

 

14

• Er verschijnt een AF-kader.

200

 

 

 

 

 

• Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader

 

 

7

Off

 

 

te kiezen.

 

5x

 

 

 

 

 

• Raak Saan om het display van het AF-kader uit

250

F5.6

 

te schakelen.

 

 

 

2 Gebruik de schuifbalk om de grootte van het AF-kader aan te passen; tik vervolgens op Yom in te zoomen op de kaderpositie.

• Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd.

• Tik op Zom de zoomweergave te annuleren.

22 NL

De draadloze LAN-functie gebruiken

U kunt de camera op een smartphone aansluiten en

Wi-Fi

 

de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie

 

wilt gebruiken, moet de relevante app eerst op de

 

 

 

smartphone worden geïnstalleerd.

Fi

 

 

g“De camera aansluiten op een smartphone“

 

 

 

(Blz. 106)

 

 

 

 

250

F5.6

01:02:03

 

30

2

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met Fotograferen

NL 23

 

 

Opnamefuncties instellen

 

 

Live uitleg gebruiken

 

 

Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Hoewel iAUTO een

 

volautomatische stand is, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde

2

fototechnieken oproepen.

 

1 Stel de functieknop in op A.

 

<![if ! IE]>

<![endif]>Fotograferen

 

2 Druk op het tabblad of druk op de knop Fn om de live uitleg weer te

 

 

geven.

 

 

 

 

• Raak een uitlegitem aan en druk op Q nadat ervoor is gekozen de schuifbalk van de

 

 

niveaubalk weer te geven.

 

<![if ! IE]>

<![endif]>met

 

 

Tabblad

Gidsitem

 

Wi-Fi

 

Change Color Saturation

 

 

 

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>live

 

ISO-A

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave

 

200

 

 

3

Gebruik uw vinger om de schuifbalken te

 

 

 

250

F5.6

 

 

 

 

 

Niveaubalk / selectie

 

 

verplaatsen.

 

Clear & Vivid

 

 

 

 

Tik op aom de instellingen te openen.

Om de livegidsinstelling te annuleren tikt u op k

op het scherm.

0

 

• Wanneer [Shooting Tips] is geselecteerd, markeert

 

u een item en drukt u op aom een beschrijving

Flat & Muted

te bekijken.

 

Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar op het display. Als [Blur Background] of [Express Motions] geselecteerd is, keert het display terug naar de normale weergave, maar het geselecteerde effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.

4 Herhaal stappen 2 en 3 om meerdere livegidsen Change Color Saturation in te stellen.

Er wordt een vinkje weergegeven op het gidsitem voor livegidsen die al zijn ingesteld.

5Maak een opname.

Om de livegids te annuleren drukt u op de knop MENU.

24 NL

Let op

[Blur Background] en [Express Motions] kunnen niet tegelijk worden ingesteld.

Als [RAW] momenteel is geselecteerd voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW].

De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.

Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.

Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de

monitor.

De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd.

De flitser kan niet worden gebruikt met de livegids.

Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de grenswaardes van de belichtingsmeters van de camera overschrijden, kan dit leiden tot overof onderbelichte beelden.

2

<![if ! IE]>

<![endif]>weergave live met Fotograferen

NL 25

3

<![if ! IE]>

<![endif]>bekijken lmsfi en Foto's

3 Foto's en films bekijken

Foto's en films bekijken

1 Druk op de knop q.

Uw meest recente foto of film wordt weergegeven.

Selecteer de gewenste foto of film met de subregelaar (P) of de pendelknop.

Subregelaar

Wi-Fi

 

 

 

 

Geeft het

Geeft het

 

 

vorige beeld

volgende

LN

100-0020

weer

beeld weer

2014.07.01 12:30

20

Stilstaand beeld

 

 

 

 

 

 

Wi-Fi

 

Knop q

 

P

AUTOWB

 

 

 

 

HD

100-0004

 

 

2014.07.01 12:30

4

Videobeelden

Indexweergave/kalenderweergave

Om meerdere beelden weer te geven, drukt u op Gtijdens enkelbeeldweergave. Om de kalenderweergave te starten, drukt u herhaaldelijk op de knop G.

Druk op de knop Q om het geselecteerde beeld op het volledige scherm weer te geven.

Wi-Fi

 

 

G

 

G Sun

 

2014.7

 

 

 

 

 

 

 

Mon

Tue

Wed

Thu

Fri

Sat

 

 

 

 

 

 

29

30

1

2

3

4

5

 

 

 

 

 

 

6

7

8

9

10

11

12

 

 

 

 

 

 

13

14

15

16

17

18

19

 

 

 

 

 

 

20

21

22

23

24

25

26

 

LN

100-002020

U 2014.07.01 12:30

 

U

27

28

29

30

31

1

2

2014.07.01 12:30

21

3

4

5

6

7

 

 

 

 

 

Indexweergave

 

 

 

Kalenderweergave

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Q

 

 

26 NL

Stilstaande beelden bekijken

Gezoomd weergeven

Bij enkelbeeldweergave drukt u op Uom in te zoomen; druk op Gom terug te keren naar enkelbeeldweergave.

Wi-Fi

LN

100-0020

2x

2014.07.01 12:30

20

Films bekijken

Selecteer een film en druk op de knop Q om het weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play] en druk op de knop Q om het afspelen te starten. Druk opnieuw op de knop om het afspelen te onderbreken. Druk op de knop MENU om het afspelen te beëindigen.

Movie

Movie Play

Share Order

m

Erase

Back

Set

Volume

Het volume kan worden aangepast door op Fof Gte drukken tijdens enkelbeeldweergave en filmweergave.

00:00:02/00:00:14

Beelden beveiligen

U kunt beelden beveiligen tegen onopzettelijke verwijdering. Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op Q om het weergavemenu op te roepen. Selecteer [0] en druk op Q, druk daarna op Fof Gom het beeld te beveiligen. Beveiligde beelden zijn aangegeven met

het pictogram 0(beveiligen). Druk op Fof Gom de beveiliging op te heffen.

U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen. g“Beelden selecteren ([Share Order Selected], [0], [Erase Selected])“ (Blz. 28)

Let op

0(beveiligen) pictogram

Wi-Fi

4:3 LN 100-0020

2014.07.01 12:30

20

Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde beelden.

3

<![if ! IE]>

<![endif]>bekijken lmsfi en Foto's

NL 27

3

<![if ! IE]>

<![endif]>bekijken lmsfi en Foto's

Beelden wissen

Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op de knop . Selecteer [Yes] en druk op de knop Q.

U kunt beelden wissen zonder de bevestigingsstap door de knopinstellingen te veranderen. g[Quick Erase] (Blz. 91)

Erase

Yes

No

-knop

Back

Set

Een volgorde voor overdracht selecteren ([Share Order])

U kunt beelden die u wilt overbrengen naar een smartphone vooraf selecteren. Bij het weergeven van beelden die u wilt overbrengen, drukt u op Q om het weergavemenu op te roepen. Druk na het selecteren van [Share Order] op Q, druk op Fof Gom een volgorde voor delen in te stellen voor het beeld en hte laten tonen.

Druk op Fof Gom de volgorde voor delen te annuleren. U kunt de over te brengen beelden vooraf selecteren en in één keer een opdracht voor delen instellen.

gBeelden selecteren ([Share Order Selected], [0], [Erase Selected])

Let op

U kunt een deelvolgorde instellen voor 200 frames.

Deelvolgorden kunnen niet worden ingesteld voor beelden in RAW-formaat of voor films in Motion JPEG-formaat (Hof I).

Beelden selecteren ([Share Order Selected], [0], [Erase Selected])

U kunt meerdere beelden selecteren voor [Share Order

 

 

Selected], [0] of [Erase Selected].

 

 

Druk in het scherm met de indexweergave op de knop

 

 

H(Blz. 29) om een beeld te selecteren; er verschijnt een

 

 

pictogram vop het beeld. Druk nogmaals op de knop H

 

 

om de selectie ongedaan te maken.

2014.07.01 12:30

21

Druk op Q om het menu weer te geven; selecteer vervolgens [Share Order Selected], [0] of [Erase Selected].

28 NL

Het aanraakscherm gebruiken

U kunt het aanraakpaneel gebruiken om beelden te bewerken.

Schermvullende weergave

Verdere beelden bekijken

Schuif uw vinger naar links om latere beelden weer te geven, naar rechts om vroegere beelden weer te geven.

Weergavezoom

Raak het scherm zacht aan om de schuifbalk en P weer te geven.

Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.

Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd.

Tik op Pom de indexweergave weer te geven. Tik opnieuw op Qvoor de kalenderweergave.

Index-/kalenderweergave

Pagina vooruit / pagina achteruit

Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.

Gebruik Qof Rom het aantal beelden te kiezen dat wordt weergegeven.

Tik meerdere malen op Rom terug te keren naar de enkelbeeldweergave.

S

Beelden bekijken

• Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.

Beelden selecteren en beveiligen

Raak het scherm in de enkelbeeldweergave zacht aan om het aanraakmenu weer te geven. U kunt nu de gewenste handeling uitvoeren door de pictogrammen in het aanraakmenu aan te raken.

H

Selecteer een beeld. U kunt meerdere beelden selecteren en deze

samen verwijderen.

 

h

U kunt beelden instellen om deze te delen met een smartphone.

g“Een volgorde voor overdracht selecteren ([Share Order])“ (Blz. 28)

 

0

Beveiligt een beeld.

Let op

Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.

Handschoenen en een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm hinderen.

3

<![if ! IE]>

<![endif]>bekijken lmsfi en Foto's

NL 29

4

<![if ! IE]>

<![endif]>Basisbewerkingen

4 Basisbewerkingen

Informatiedisplays tijdens opname

Monitorbeeld tijdens opname

 

1234567890a

b cd

D

Wi-Fi FP RC BKT FPS

off

28mm

 

 

 

C

 

 

S-ISAUTO

 

 

 

B

 

 

 

 

A

S-AF

 

 

WB

 

 

AUTO

z

ISO-A

 

 

 

 

400

 

 

 

y

-2.0

 

 

4:3

x

 

 

 

L N

w

AEL

-3

+7

FullHD

 

 

F

v

P

250

F5.6

+2.0

01:02:03

1023

 

utsr q p o n

e UTO1

f

g B

TO

h

i3

jN

kl E m

1 Schrijfsignaal ...............................

Blz. 13

2 Draadloze LAN-verbinding...Blz. 23, 109

3 Super FP-flitser..........................

Blz. 126

4 RC-stand....................................

Blz. 126

5 Auto bracket/HDR............

Blz. 76/Blz. 78

6 Meervoudige belichting................

Blz. 79

7 Hoge beeldsnelheid.....................

Blz. 87

8 Digitale teleconverter...................

Blz. 81

9 Opname binnen bepaald

 

tijdsbestek....................................

Blz. 80

0 Gezichtsprioriteit/

 

pupilherkenning ...........................

Blz. 48

a Filmgeluid ....................................

Blz. 70

bZoomrichting/brandpuntsafstand/ waarschuwing interne temperatuur

m........................

Blz. 123/Blz. 135

c Flitser...........................................

Blz. 65

(knippert: bezig met opladen,

blijft continu zichtbaar: laden is klaar)

d AF-bevestigingsteken ..................

Blz. 18

e Beeldstabilisator ..........................

Blz. 57

f Kunstfilter.....................................

Blz. 44

Scèneprogramma ........................

Blz. 42

Fotomodus...................................

Blz. 60

g Witbalans.....................................

Blz. 58

h Repeterende opnamen/

 

zelfontspanner/anti-schok......

Blz. 61, 90

i Breedte-hoogteverhouding ..........

Blz. 62

j Beeldkwaliteit

 

(stilstaande beelden) ...................

Blz. 64

k Beeldkwaliteit (films)....................

Blz. 64

lBeschikbare opnametijd

mAantal stilstaande beelden

dat kan worden opgeslagen ......

Blz. 119

n Regeling van lichten

 

 

 

schaduwpartijen...........................

 

Blz. 46

o Boven:

Flitssterkteregelaar ........

Blz. 68

Onder:

belichtingscorrectie -

 

 

 

Blz. 46

p Belichtingscorrectiewaarde..........

Blz. 46

q Diafragmawaarde .................

 

Blz. 32

– 35

r Sluitertijd...............................

 

Blz. 32

– 35

s Histogram ....................................

 

Blz. 31

t Preview

 

Blz. 95

u AE-lock ........................................

 

Blz. 94

v Opnamestand .................

Blz. 17, 32

– 44

30 NL

Loading...
+ 134 hidden pages