Bezoek ook onze homepage
of bel ons GRATIS NUMMER*:
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een extra
voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETAALDE NUMMERS:
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur en
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
T e l: 0031 (0)71-5821888
www.olympus.nl
Belgium:
Luxemburg:
Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
T e l: (03) 870 58 00
Gedrukt in Nederland · OIME · E0462466
HANDLEIDING
HANDLEIDING
z
Dank u voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Voordat u uw nieuwe cam era in
gebruik gaat nemen, leest u eerst deze instructies grondig door om optimaal van uw camera te
kunnen genieten en een lange levensduur te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige
plaats, zodat u later nog iets kunt opzoeken.
z
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
z
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
z
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmwareupdate voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de
Olympus-website.
Registreer uw product op
www.olympus-consumer.com/register
Beknopte handleiding Blz. 2
Bestudeer de namen van de
cameraonderdelen, de basisstappen
voor fotograferen en weergeven en de
basisfuncties.
InhoudsopgaveBlz. 2
NL
en ontvang extra voordelen van Olympus !
6
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer
waarbij u de camera hebt gekocht.
CameraBeschermkap van
PS-BCS1 (BCS-1)
Lithium-ionlaadapparaat
• CD-ROM met OLYMPUS Master 2
• Handleiding
• Garantiekaart
de camera
USB-kabeltjeAV-kabel
CamerariemPS-BLS1 (BLS-1)
(mono)
Lithium-ionbatterij
Camerariem bevestigen
1
2
Breng de camerariem aan in de
richting van de pijlen (1, 2).
• Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het andere
bevestigingsoog.
3
Trek de camerariem tenslotte
strak om er zeker van te zijn
dat deze goed vastzit (3).
2
NL
De camera gereedmaken
voor gebruik
Richtingsteken
1 Batterij opladen
W
Basisgids
Indicator voor laadtoestand
Amber lichtje: bezig met opladen
Blauw lichtje: opladen voltooid
(Laadtijd: tot ca. 3 uur 30 minuten)
Amberkleurig knipperen:
oplaadfout
BCS-1 lithiumionlaadapparaat
2 Batterij inzetten
1
3
W
Richtingsteken
Batterij uitnemen
Schakel de camera uit voor u het klepje van
het batterij-/kaartcompartiment opent of sluit.
Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst
de batterijvergrendelknop in de richting van
de pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen.
2
3
BLS-1 lithium-ionbatterij
1
Lichtnetkabeltje
Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment
Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment
2
Stopcontact
Voorbereidingen voor het fotograferen
Batterijvergrendelknop
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
3
NL
3 Het kaartje plaatsen
• Plaats het SD/SDHC-kaartje
(in deze instructies het “kaartje“
genoemd) tot het vergrendelt.
g“Info over het kaartje“ (blz. 127)
• Schakel de camera uit voor u het
kaartje plaatst of verwijdert.
Contactvlak
SD-kaartsleuf
Geheugenkaartje verwijderen
• Druk zachtjes op het geplaatste kaartje
en het springt eruit.
• Neem de kaart eruit.
• Open het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment nooit als de indicatieLED Dataverkeer knippert.
4 Het klepje van het batterij-/kaartcompartiment sluiten
Als u de camera gebruikt, dient u het
klepje van het batterij-/kaartcompartiment
gesloten te houden.
• Sluit het klepje tot u een klik hoort.
4
NL
Een lens op de camera bevestigen
1 Verwijder de beschermkap van de camera en de
achterkap van de lens
1
2
1
Achterkap van de lens
2
Beschermkap van de camera
Basisgids
2 Een lens op de camera
bevestigen
• Houd de rode koppelingsmarkering
op de lens tegenover de rode
markering op de camera en steek
de lens in het camerahuis (1).
• Draai de lens in de richting van
de pijl tot u een klik hoort
• Raak geen inwendige onderdelen
van de camera aan.
• Controleer of de camera
uitgeschakeld is.
• Druk de lensontgrendelknop niet in
(2).
3 Verwijder het
lenskapje (
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop (1)
ingedrukt houdt, draait u de lens in de
richting van de pijl (2).
g“Verwisselbare lenzen“ (blz. 129)
3, 4)
Koppelingsmark
ering (rood)
.
Markering voor
lenskoppeling (rood)
2
1
3
4
Lenskapje
Lensontgrend
elknop
3
2
1
Lensontgrendelknop
Voorbereidingen voor het fotograferen
5
NL
Camera inschakelen
250
F5.6
N
3 8
1 Druk op de knop ON/OFF om de camera in te schakelen
• Om de camera uit te schakelen, drukt u nogmaals op de knop ON/OFF.
Functieknop
Stel de functieknop in op P.
SSWF-indicator
ON/OFF-knop
P
LCD-monitor
Wanneer u de camera inschakelt, gaat de LCD-monitor aan.
L
N
250
250
F5.6
Automatische stofreductie
Zodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij
wordt met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het filteroppervlak van het
beeldopneemelement. Tijdens deze rei niging knipper t het S SWF-lamp je (Super Sonic W ave Filter).
38
Afzonderlijk verkochte intrekbare lens gebruiken
Bepaalde soorten lenzen kunnen worden
ingetrokken in de koker om ze op te be r g en.
U kunt geen foto maken terwijl de lens
ingetrokken is.
Draai de zoomring in de richting van de pijl (1)
om de lens naar buiten te laten komen (2).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring
in de richting van de pijl (4) terwijl u de
UNLOCK-schakelaar (3) verschuift.
4
2
UNLOCK-schakelaar
1
3
Zoomring
6
NL
Datum en tijd instellen
Inf
tijd
ormatie over datum en
opgeslagen op het kaartje. De bestandsnaam is ook
inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor
dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
1 Druk op de knop MENU.
CARD SETUP
CUSTOM RESET
PICTURE MODE
GRADATION
IMAGE ASPECT
BACK
2 Selecteer met fg
W
s
REC VIEW
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
3 Selecteer met fg de
• Het menuscherm wordt
weergegeven.
SET
de optie [d] en druk
daarna op i
SETBACK
optie [X] en druk
daarna op i
worden samen met de beelden
j
NORM
4:3
’--.--.
--
:
--
--
ENG.
j±0 k±0
5SEC
OFF
MENU-knop
5
Herhaal deze procedure tot
u datum en tijd volledig heeft
ingesteld.
b <-knop ...................................... gblz.97
g
e
h
f
i
j
k
c Luidspreker
d Subregelaar (j) ................. gblz. 15, 25
e Klepje over de connector
f Indicatie-
LED Dataverkeer ................ gblz. 12, 119
g Multiconnector ............ gblz.83, 112, 117
h HDMI-miniconnector ................... gblz. 84
i Hoofdregelaar (j) .............. gblz. 15, 25
j Pendelknop (k) ............ gblz. 15, 20, 25
Druk op de volgende plaatsen
op de hoofdregelaar.
Omhoog: f
Omlaag: g
Links: h
Rechts: i
k i-knop .......................................gblz. 20
Namen van onderdelen en functies
9
NL
Functieknop
De functieknop biedt u de mogelijkheid om
de camera-instellingen moeiteloos aan het
onderwerp aan te passen.
Geavanceerde programma's
• Voor geavanceerde en creatieve opnamen kunt u de diafragmawaarde en de sluitertijd zelf
instellen.
•
De instellingen die in de geavanceerde programma's zijn uitgevoerd, worden ook behouden als
de camera wordt uitgeschakeld.
Programmagestuurd
P
A
S
M
fotograferen
Diafragmavoorkeuze
Sluitertijdvoorkeuze
Handmatig
fotograferen (Manual)
Programma's voor gemakkelijk fotograferen
• Selecteren afhankelijk van de te fotograferen scène. De camera stelt de juiste lichtomstandigheden
automatisch in.
• Als u de functieknop draait of de camera uitschakelt in de programma's voor gemakkelijk
fotograferen, worden functies waarbij instellingen zijn gewijzigd teruggezet naar de
standaardinstellingen af fabriek.
A
ARTKunstfilter
SCNMotief
nFilm
iAuto
Hierbij kiest de camera zelf een combinatie van diafragma
en sluitertijd. (gblz. 37)
Hierbij stelt u zelf het gewenste diafragma in. De camera
kiest automatisch de bijpassende sluitertijd. (gblz. 38)
Hierbij stelt u zelf de gewenste sluitertijd in. De camera kiest
automatisch het bijpassende diafragma. (gblz. 39)
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd
en diafragma. (gblz. 40)
De camera selecteert automatisch een optimale
fotografeerstand uit de mogelijkheden
[LANDSCAPE], [NIGHT SCENE], [SPORT]
Dit is een volautomatische modus waarmee u kunt
fotograferenmet de optimale instellingen voor het
motief door gewoon op de ontspanknop te drukken.
Als u een bepaalde filter of motiefprogramma selecteert, past de
camera zijn instellingen optimaal aan de lichtomstandigheden
voor die filter of dat motiefprogramma aan.
In de stand SCN kunnen de meeste functies niet worden
gewijzigd.
Hiermee worden films opgenomen. Naast [P], [A] en [M]
kunt u een film opnemen met de kunstfilter.
[PORTRAIT]
en
[MACRO]
,
.
10
NL
Kunstfilter/motiefprogramma instellen
1 Stel de functieknop in op ART of SCN.
• Het kunstfiltermenu of het motiefmenu verschijnt.
SELECT
POP ART1
SET
B
e
F
D
C
G
SELECT
1
PORTRAIT
SET
2 Selecteer met fg de gewenste filter of het gewenste motiefprogramma.
3 Druk op knop i.
Soorten kunstfilters
Pictogram KunstfilterPictogram Kunstfilter
POP ART (Pop-art)
j
SOFT FOCUS
k
PALE&LIGHT COLOR
l
(Bleke en lichte kleur)
LIGHT TONE (Lichte tint)
m
GRAINY FILM (Korrelige film)
n
PIN HOLE (Gaatjes)
o
DIORAMA
a
CROSS PROCESS
b
(kruisproces)
Soorten motiefprogramma's
Pictogram StandPictogram Stand
• Kunstfilters en [e-PORTRAIT] worden niet toegepast op RAW-beelden.
• Als de beeldkwaliteit ingesteld is op [RAW] en een kunstfilter wordt toegepast, wordt de
beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW].
• Het korrelige uitzicht van het beeld kan, afhankelijk van het gebruikte soort kunstfilter,
extra worden beklemtoond.
• Als RAW of JPEG+RAW ingesteld is bij [e-PORTRAIT], worden een RAW-beeld en een
JPEG (X (2560×1920)) met het toegepaste effect opgeslagen.
• Als JPEG is ingesteld bij [e-PORTRAIT], worden twee beelden opgeslagen: één beeld voor de
toepassing van het effect (met de ingestelde beeldkwaliteit) en een ander beeld na de
toepassing van het effect (X (2560×1920)).
PORTRAIT (portret)
I
e-PORTRAIT
e
LANDSCAPE (landschap)
L
LANDSCAPE+PORTRAIT
K
(landschap+portret)
SPORT
J
NIGHT SCENE (nachtscène)
G
NIGHT+PORTRAIT
U
(nacht+portret)
CHILDREN (kinderen)
G
HIGH KEY
H
LOW KEY
I
DIS MODE
q
MACRO
J
NATURE MACRO
r
(natuuropname macro)
CANDLE (kaars)
&
SUNSET (zonsondergang)
*
DOCUMENTS (documenten)
@
PANORAMA (gblz. 60)
s
FIREWORKS (vuurwerk)
(
BEACH & SNOW
g
(strand & sneeuw)
Basisgids
Basisfuncties
11
NL
Fotograferen
250
F5.6
3 8
N
1 Selecteer een compositie
Ontspanknop
terwijl u de LCD-monitor
bekijkt
LCD-monitor
2 Stel scherp
Druk de ontspanknop
half in.
LCD-monitor
P
Autofocusveld
250
250
F5.6
Sluitertijd
• Zodra de camera heeft scherpgesteld, stoppen het AF-bevestigingsteken (( of n)
en het autofocusteken met knipperen.
(: Voor een high-speed Imager AF-compatibele lens die een Micro Four Thirds-
lens of Four Thirds-lens is
n: Andere Four Thirds-lens
• Controleer de scherpstelling op de LCD-monitor.
• De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde verschijnt.
AF-teken
L
N
38
Diafragmawaarde
IndicatieLED
Dataverkeer
12
3 Maak de foto door de sluiter te ontspannen
Druk de ontspanknop
helemaal in (tot aan
de aanslag).
• Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
• De indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera begint de foto op te nemen.
Zolang de dataverkeer-LED knippert, mag u de batterij of het kaartje beslist niet
verwijderen. Doet u dat toch, dan kunnen daardoor de opgeslagen beelden verloren gaan
of kan dat verhinderen dat de zojuist door u gemaakte foto's worden opgeslagen.
NL
Vasthouden van de camera
Zorg er ook voor dat
u niet uw vingers en de
camerariem voor de lens
houdt.
Basisgids
Horizontale
stand
Verticale
stand
Als de camera stopt te werken
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera
naar de sluimerstand (stand-by) en stopt te werken. De camera wordt weer
geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop, enz.).
g“SLEEP“ (blz. 100)
TIPS
De scherpstelling aanpassen door middel van handmatige scherpstelling:
j In de stand [S-AF+MF] of [MF] draait u aan de scherpstelring om het onderwerp te vergroten
en scherp te stellen. g“MF ASSIST“ (blz. 94)
In de stand P, A, S en M blijven uw
Camera-instellingen
resetten
camera-instellingen (inclusief uw
wijzigingen) bewaard als u de camera
uitschakelt. Om uw camera terug te zetten
op de standaardinstellingen af fabriek,
selecteert u
g
[RESET]
“Camera-instellingen resetten“ (blz. 92)
(resetten).
Basisfuncties
13
NL
Weergeven / Wissen
Beelden
weergeven
q-knop
Close-up
weergeven
Beelden wissen
Als u op knop q (weergeven) drukt, verschijnt de
laatstgemaakte foto.
• Wanneer u nogmaals op de knop q drukt,
wordt de opnamestand geactiveerd.
Toont het beeld dat 10 opnamen
geleden is opgeslagen.
Geeft het vorige
beeld weer
Pendelknop
Telkens als u de subregelaar naar U draait, wordt
het beeld vergroot in stappen van 2× tot 14×.
Subregelaar
Geef de foto weer die gewist moeten worden
en druk op de knop D.
Selecteer met fg de optie [YES] en druk
op knop i om het wissen te starten.
Toont het beeld dat 10 opnamen
later is opgeslagen.
Geeft het
volgende
beeld weer
14
ERASE
YES
NO
D-knop
NL
BACK
SET
Directe knoppen
SINGLE
U kunt deze camera op drie manieren bedienen.
Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera gblz. 15
Instellen terwijl u kijkt op het live control- of superbedieningspaneel gblz. 16, 18
Instellen in het menugblz. 20
1 Druk op de knop voor de functie die u wenst in te stellen
• Het directmenu verschijnt.
• De aan de ingedrukte knop toegewezen functie blijft geselecteerd. Gedurende die tijd
kunt u de subregelaar verdraaien en de functie instellen. Als u geen bewerkingen
gedurende die tijd uitvoert, wordt de instelling voor die functie bevestigd.
g“BUTTON TIMER“ (blz. 98)
Bv.) Repeterende opnamen/
Fotograferen met de zelfontspanner
1
2
P
SINGLE
o j Y
Directmenu
12s Y
5
2s
Subregelaar
j
Hoofdregelaar
j
3
4
2 Draai aan de subregelaar om de instelling te wijzigen, en druk dan
op de knop i
Basisgids
Basisfuncties
Lijst met directe knoppen
nee.Directe knopFunctieZie blz.
1
2
3
4
5
F
ISO
WB
jY
AF
Belichtingscorrectie
Stelt de ISO-gevoeligheid in
Stelt de witbalans in
Repeterende opnamen/fotograferen
met de zelfontspanner
Stelt de AF-stand in
blz. 43
blz. 46
blz. 68
blz. 56 – 57
blz. 49
15
NL
Live control
WB AUTO
Het volgende scherm, dat tegelijk fotografeerfuncties en de bijbehorende opties
weergeeft, wordt live control genoemd. Druk op de i-knop om op de LCD-monitor
het scherm live control op te roepen. U kunt de kunstfilter, de witbalans en andere
effecten instellen terwijl u live view controleert. Wanneer het superbedieningspaneel
wordt weergegeven, drukt u op de knop INFO om het scherm om te schakelen.
• Druk nogmaals op de knop i om live control uit te schakelen.
Basisgids
Subregelaar
j
P
AUTO 5
WB AUTO
2 3 1 w
j
L F
x
Hoofdregelaar
j
i-knop
2 Verplaats de cursor met de hoofdregelaar naar de functie die
u wilt instellen, en selecteer de instellingen met de subregelaar,
waarna u op de knop i drukt
P
Toont de naam van de
geselecteerde instelling.
Cursor
• Als u geen bewerkingen gedurende die tijd uitvoert, wordt de instelling voor die functie
bevestigd.
• U kunt ook de pendelknop gebruiken in plaats van de regelaars.
AUTO 5
WB AUTO
2 3 1 w
Subregelaar
(j)
j
L F
x
Cursor
Hoofdregelaar
(j)
Basisfuncties
17
NL
Superbedieningspaneel
250
F5.6
+2.0
3 8
LIVE
INFO
Op het onderstaande scherm, het superbedieningspaneel, kunt u de
fotografeerinstellingen niet alleen bekijken, maar ook aanpassen. In de weergave
Live control drukt u op de knop INFO om naar het superbedieningspaneel te gaan.
1
2
P
3
5
7
9
a
De functies binnen dit kader kunt u instellen op het superbedieningspaneel.
m Sluitertijd .............................gblz. 37 – 40
LIVE
INFO
38
b
c
d
e
f
g
h
• Filmopnamestand wordt niet weergegeven.
18
NL
Basisgids
250
F5.6
3 8
LIVE
INFO
ESP
250
F5.6
3 8
LIVE
INFO
1 Druk op de knop INFO terwijl
live control wordt weergegeven
om het superbedieningspaneel
weer te geven
• Druk nogmaals op de knop INFO
om terug te keren naar live control.
P
ISO
Super Fine
Cursor
j
NORM
OFF
4:3
mall
250
250
F5.6
Toont de geselecteerde functienaam
LIVE
INFO
38
k Pendelknop
2 Gebruik k om de cursor te verplaatsen
naar de functie die u wilt instellen, waarna u de
instellingen wijzigt met de hoofd- of subregelaar
P
METERING
Directmenu
P
G
ESP
G H I IHI
Super Fine
I
SH
mall
250
250
j
NORM
OFF
4:3
F5.6
Om het directmenu op te roepen dat op de plaats van de
cursor staat, drukt u op knop i. U kunt de instelling ook in
het directmenu wijzigen. Na het wijzigen van de instelling
drukt u op knop i om de instelling te bevestigen. Als u
gedurende enkele seconden geen bewerkingen uitvoert,
wordt uw instelling bevestigd en keert de camera terug naar
de stand Fotograferen.
LIVE
INFO
38
INFO-knop
Subregelaar
j
Hoofdregelaar
j
i-knop
Basisfuncties
19
NL
Menu
1 Druk op de knop MENU om
de instelling weer te geven
CARD SETUP
CUSTOM RESET
PICTURE MODE
GRADATION
Bedieningsaanwijzingen
Druk op de knop MENU
om één scherm terug te
keren.
IMAGE ASPECT
BACK
2 Selecteer een tabblad met fg
en druk daarna op i
W Fotografeermenu 1
X Fotografeermenu 2
q Weergavemenu
d Setup-menu
3 Selecteer een functie
met fg en ga
met i naar het
instelscherm
j
NORM
4:3
SET
Druk op de knop i
om uw instelling te
bevestigen
MOVIE AE MODE
MOVIE+STILL
j/Y
IMAGE STABILIZER
MULTIPLE EXPOSURE
Functie
MENU-knop
P
OFF
o
OFF
OFF
SETBACK
k Pendelknop
Tabblad
De huidige instelling verschijnt
op het scherm
i
i-knop
MOVIE AE MODE
MOVIE+STILL
j/Y
IMAGE STABILIZER
MULTIPLE EXPOSURE
SETBACK
MOVIE AE MODE
MOVIE AE MODE
MOVIE+STILL
j/Y
IMAGE STABILIZER
MULTIPLE EXPOSURE
P
A
M
ART1
ART2
SETBACK
OFF
o
OFF
OFF
OFF
o
OFFOFF
P
P
20
4 Druk op de knop i om uw instelling te bevestigen
• Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen,
zie “Menulijst“ (gblz. 141).
NL
Het Custom-menu weergeven
U kunt het Custom-menu gebruiken om de camera-instellingen en de
bewerkingen aan te passen aan uw persoonlijke voorkeur. Aanpassen
gebeurt in het menu “Custom Menu“. Het Custom-menu wordt toegevoegd
als [cMENU DISPLAY] in het Setup-menu ingesteld is op [ON].
Voor details over het Custom-menu raadpleegt u “De camera vol gens u w wensen
instellen“ (gblz. 93)
1 Druk op de knop MENU om de instelling weer te geven
’09.11.01
2 Selecteer met fg
het tabblad [d] en
druk daarna op i
W
s
REC VIEW
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
BACK
ENG.
j±0 k±0
5SEC
SET
14:01
OFF
3 Selecteer met fg de optie [c MENU DISPLAY] en
druk daarna op i
4 Selecteer met fg de optie [ON] en druk daarna op i
c
MENU DISPLAY
ON
i
BACKSET
SET
W
s
REC VIEW
c
MENU DISPLAY
FIRMWARE
BACK
Het tabblad [c] verschijnt.
c Custom-menu:
Fotografeerfuncties aanpassen.
’09.11.01
14:01
ENG.
j±0 k±0
5SEC
ON
Basisgids
Basisfuncties
De instellingen van het Custom-menu zijn bedoeld om de camera aan te passen aan
uw persoonlijke voorkeur of behoeften. Het is niet de bedoeling dat deze regelmatig
worden gewijzigd.
Het uitgangsmenu volstaat ruimschoots om eenvoudige en geavanceerde
fotografeerfuncties in te stellen. Normaal gesproken dient u het Custom-menu
niet op te roepen.
21
NL
LCD-monitor (Fotograferen)
250
F5.6
+2.0
WB
AU TO
IS O
AU TO
N
3 8
IS
S-AF
+2.0
j
n
Op de LCD-monitor kunt u naast de instellingen ook het zoekerbe eld bekijken (L ive view).
g“Belichting“ (blz. 37)
1
2
3
P
4
ISO
5
AUTO
6
7
S-AF
8
9
0
+2.0
AEL BKT
FP
250
250
a
b
1 Waarschuwing interne
temperatuur m..................gblz. 124
2 My Mode .....................................gblz. 98
k Beeldkwaliteit .............................. gblz. 65
l Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen ...................gblz. 139
Beschikbare opnametijd
m Belichtingscorrectiewaarde ......... gblz. 43
n Histogram ....................................gblz. 23
22
NL
Het informatiedisplay omschakelen
250
F5.6
38
N
250
F5.6
38
250
F5.6
38
250
F5.6
38
+0.3
+0.7
-
0.3
0.0
U kunt de informatie die wordt weergegeven op de monitor wijzigen door herhaaldelijk
op de INFO-knop te drukken of door aan de hoofdregelaar te draaien terwijl u op de
INFO-knop drukt.
Informatiedisplay aan
P
L
F5.6
F5.6
N
38
*2
38
*1
250
250
P
250
250
Schaalweergave
TIPS
Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve
k Beeldeffecten ..............................gblz. 72
l Kleurruimte ................................gblz. 105
m Witbalans .................................... gblz. 68
n Lichtmeetstand ............................gblz. 42
o Histogram .................................... gblz. 79
mm
0.0
100
15
f
g
h
i
j
k
24
NL
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
De knoppictogrammen in deze handleiding verwijzen naar de pictogrammen
op het camerahuis. Zie “Namen van onderdelen en functies“ (
g
blz. 8).
In deze handleiding betekent j draaien aan de hoofdregelaar.In deze handleiding betekent j draaien aan de subregelaar.In deze handleiding staat k voor de pendelknop.
fghi staat voor de knoppen omhoog, omlaag, links en rechts van
de pendelknop.
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Basisgids
x
Opmerkingen
TIPS
g
Beschrijvingen in deze handleiding
De gebruiksaanwijzingen van de directe knoppen, het live control- of
superbedieningspaneel en het menu worden in deze handleiding als volgt beschreven.
•“+“ geeft handelingen aan die tegelijkertijd worden uitgevoerd.
•““ geeft aan dat u moet doorgaan met de volgende stap.
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of
problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder
ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut
dient te voorkomen.
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik
van uw camera.
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante
informatie.
bijv.: Bij het instellen van de witbalans
Directe knopWB
j Druk op de WB-knop.
Live controlij: [WB]
j Druk op de i-knop en draai aan de hoofdregelaar
om [WB] te selecteren.
Superbedieningspaneel
MenuMENU[c][X][WB]
iINFOk: [WB]
j Druk op de i-knop en vervolgens op de INFO-knop,
en selecteer [WB] met de pendelknop.
j Druk op de MENU-knop, selecteer [c] en
vervolgens [X] om [WB] te selecteren.
Basisfuncties
25
NL
Inhoudsopgave
Basisgids2
Lijst met de namen van de cameraonderdelen en de basisstappen voor fotograferen
en weergeven.
Voorbereidingen voor het foto graferen ..........................................................................2
Namen van onderdelen en functies...............................................................................8
Hier worden de belichtingsfuncties beschreven die belangrijk zijn bij het fotograferen.
Deze functies dienen voor het bepalen van de diafragmawaarde, de sluitertijd en andere
instellingen aan de hand van het meten van de helderheid van het beeld.