OLYMPUS E-M10 User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
Instructiehandleiding
Inhoudsopgave
Snelle taakindex
1. Voorbereiding
2. Fotograferen
3. Weergave
4. Menufuncties
De camera verbinden met een
5.
De camera aansluiten op een
6.
computer en een printer
7. Batterij, batterijlader en kaart
8. Verwisselbare lenzen
Afzonderlijk verkocht toebehoren
9.
gebruiken
10. Informatie
11. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke foto´s gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken
zodat u vertrouwd raakt met de camera.
De afbeeldingen van het scherm en de camera in deze handleiding zijn tijdens de ontwikkeling van
het toestel vervaardigd en kunnen af wijken van het toestel dat u in handen heeft.
Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een
programmatuur update voor de camera, zal de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
Registreer uw product op w ww.olympus.eu/register-product en ontvang
extra voordelen van Olympus!
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Let op
Opmerkingen
$
Tips
%
g
2
NL
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera. Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw
camera.
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
Inhoudsopgave
Snelle taakindex 7
Namen van onderdelen 10
Voorbereiding 12
Het uitpakken van de doos ........12
De batterij opladen en
aanbrengen .................................13
De kaart plaatsen ........................14
Geheugenkaart verwijderen .....14
Een lens op de camera
bevestigen ...................................15
De camera inschakelen..............16
Datum en tijd instellen ...............17
Fotograferen 18
Informatieweergave tijdens
het fotograferen ..........................18
Monitorbeeld tijdens opname ...18
Overschakelen tussen
weergaven ...................................20
Wisselen tussen opname met live view en opname
met de zoeker ...........................20
De informatieweergave
omschakelen ............................21
Stilstaande beelden opnemen ...22
Modus iAUTO gebruiken ..........24
Opnemen met een
sceneprogramma......................26
Creatieve fi lters gebruiken ........28
PHOTO STORY gebruiken .......30
“Richten en fotograferen“
(programmamodus P) ..............32
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeurmodus A) ..33
De sluitertijd instellen
(sluitertijdvoorkeurmodus S) ....34
Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige
modus M) .................................35
Fotograferen met een lange
belichtingstijd (BULB) ...............35
Live Composiet-fotografi e (donker
en licht samenvoegen) .............36
Fotograferen met
aanraakschermfuncties ............37
Films opnemen ...........................38
Filmmodus gebruiken Foto's maken tijdens het
opnemen van fi lms
(Film+fotomodus) .....................40
De stiltefunctie gebruiken
bij fi lmen ...................................40
“Mijn Clips“ opnemen ................41
“Mijn Clips“ bewerken ...............42
Snelle/langzame videobeelden
maken .......................................43
High-speed fi lms opnemen .......44
Opnameopties gebruiken ..........45
Opnameopties oproepen ..........45
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) ................47
De belichting vergrendeling
(AE-vergrendeling) ...................47
Het AF-kader instellen
(AF-veld) ...................................48
Klein gebied en groepsgebied gebruiken (Instelling
AF-gebied) ................................48
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ..................49
Zoomkader-AF/zoom-AF
(Super Spot AF) ........................50
Een scherpstelmodus
selecteren (AF-modus) .............51
(n) .......39
Inhoudsopgave
NL
3
De helderheid van hoge lichten
en schaduwen wijzigen.............52
Kleur regelen (Color Creator) ...52
Inhoudsopgave
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting)..........53
ISO-gevoeligheid ......................53
Kleur aanpassen (witbalans) ....54
Fijnafstellingen voor de witbalans
(compensatie witbalans) ........... 55
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) .....................56
Repeterende opnamen/de
zelfontspanner gebruiken .........57
Opnemen zonder door de ontspanknop veroorzaakte
trillingen (Anti-schok z) ..........58
Opnemen zonder
sluitergeluid (Stil[]) ..................58
De beeldratio instellen ..............59
De beeldkwaliteit kiezen
(beeldkwaliteit foto)...................60
De beeldkwaliteit kiezen
(beeldkwaliteit fi lm) ...................61
Een fl itser gebruiken
(fl itserfotografi e)........................62
Uitgangsvermogen van de fl its aanpassen (regelen van de
itserintensiteit).........................64
Functies aan knoppen
aanpassen (knopfuncties) ........64
Verwerkingsopties
(beeldeffecten) ..........................68
Fijnafstellingen maken voor
de scherpte (scherpte)..............69
Fijnafstellingen maken voor
het contrast (contrast)...............69
Fijnafstellingen maken voor
de verzadiging (verzadiging) ....69
Fijnafstellingen maken voor
de tint (levendig) .......................70
De indeling voor kleurenreproductie instellen
(Kleurruimte) .............................71
Opties voor fi lmgeluid
(fi lms met geluid opnemen) ......72
Effecten toevoegen aan
een fi lm .....................................72
Weergave 74
Informatieweergave tijdens
het afspelen ................................74
Beeldinformatie afspelen ..........74
De informatieweergave
omschakelen ............................75
Foto's en fi lms bekijken .............76
Indexweergave/
kalenderweergave ....................77
Stilstaande Afbeeldingen
bekijken ....................................77
Volume......................................78
Films bekijken ........................... 79
Afbeeldingen beveiligen ...........79
Afbeeldingen wissen.................79
Een overdrachtorder instellen
op foto's ([Deelorder]) ...............80
Afbeeldingen selecteren ([Geselect. deelorder], [0],
[Selectie wissen])......................80
Het aanraakscherm
gebruiken ....................................81
Afbeeldingen selecteren
en beveiligen ............................81
Menufuncties 82
Basismenubewerkingen ............82
Opnamemenu 1/
Opnamemenu 2 gebruiken ........83
De kaart formatteren
(Kaart-inst.) ...............................83
Alle beelden wissen
(Kaart-inst.) ...............................83
Standaardinstellingen
herstellen (Reset) .....................84
Instellingen voor favorieten
vastleggen (Myset) ...................84
4
NL
Verwerkingsopties
(Fotomodus) .............................85
Beeldkwaliteit (K) ..................85
Digitale zoom (digitale
televoorzetlens) ........................86
De zelfontspanner instellen
(j/Y) .....................................86
Automatisch opnamen maken met vaste intervallen
(i time lapse-fotograferen) ....87
Variërende instellingen bij een
reeks foto's (bracketing) ...........88
HDR-foto`s (foto´s met een hoog dynamisch bereik)
nemen.......................................91
Meerdere belichtingen opnemen in één beeld
(meervoudige belichting) ..........92
Keystone-correctie en perspectiefbeheer
(Keystone-comp.) .....................93
Anti-schok/stil opnemen instellen
(Anti-schokz/Stil[]) ...............94
Flitserfotografi e met draadloze
afstandsbediening ....................94
Het weergavemenu
gebruiken ....................................95
Beelden gedraaid
weergeven (R) .......................95
Foto's bewerken .......................95
Alle beveiligingen annuleren.....97
Het setup-menu gebruiken ........98
X (Datum/tijd instellen) ............ 98
W (Taal voor de monitor
wijzigen)....................................98
i (Helderheid van de
monitor aanpassen) .................. 98
Opn.Beeld.................................98
Wi-Fi-instellingen ......................98
c Menuweergave ....................98
Programmatuur.........................98
De custom-menu's gebruiken ...99
R AF/MF ..................................99
S Knop/schakelaar ................100
T Release/j .......................100
U Disp/8/PC ........................101
V Exp/p/ISO ........................103
W # Aangepast .....................104
X K/Kleur/WB .....................104
Y Opnemen/Wissen ..............105
Z Film ....................................106
b Ingebouwde elektronische
zoeker .....................................108
k
K Voorziening ..................108
AEL/AFL .................................109
MF hulp...................................110
Camerabeelden weergeven
op een televisie.......................110
Bedieningspaneelweergaven
kiezen (KControle-inst.) ....... 112
Informatieweergaven
toevoegen ...............................113
Sluitertijden als de fl its
automatisch ontsteekt.............114
Combinaties van beeldgrootten voor fi lm en
compressieverhoudingen ....... 114
De weergavestijl van de
zoeker kiezen .........................115
De camera verbinden met een smartphone 116
Verbinding maken met een
smartphone ............................... 117
Foto's overbrengen naar een
smartphone ............................... 118
Op afstand fotograferen met
een smartphone ........................ 118
Positiegegevens aan beelden
toevoegen .................................119
De verbindingsmethode
wijzigen .....................................120
Het wachtwoord veranderen ...120
Een deelorder annuleren .........121
Inhoudsopgave
5
NL
Draadloze LAN-instellingen
initialiseren ...............................121
Inhoudsopgave
De camera aansluiten op een computer en een printer 122
De camera aansluiten op een
computer ...................................122
Foto’s naar een computer
kopiëren ....................................122
De computersoftware
installeren .................................123
Direct afdrukken (PictBridge) ...125
Eenvoudig printen...................125
Aangepast afdrukken..............126
Afdrukreservering (DPOF) .......127
Een afdrukbestelling
aanmaken ...............................127
Alle of geselecteerde foto's uit de afdrukbestelling verwijderen ...128
Batterij, batterijlader en kaart 129
Batterij en laadapparaat ...........129
Uw laadapparaat in het
buitenland gebruiken ...............129
Toepasbare
geheugenkaarten ......................130
Opnamemodus en bestandsgrootte / het aantal foto's dat kan worden
opgeslagen ...............................131
Andere externe fl itsers ............135
Belangrijkste accessoires .......135
Systeemoverzicht .....................136
Informatie 138
Fotografeertips en
-informatie .................................138
Foutcodes .................................140
Reinigen en opbergen
van de camera ..........................142
Reinigen van de camera.........142
Opslag ....................................142
Reinigen en controleren van
het beeldopneemelement .......142
Pixel Mapping - Controleren van de
beeldbewerkingsfuncties ........143
Menulijst ....................................144
Standaard Myset-opties ...........151
Technische gegevens ..............153
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 156
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
...156
Markering 168
Verwisselbare lenzen 132
Afzonderlijk verkocht toebehoren gebruiken 133
Externe fl itsers die zijn ontworpen voor gebruik
met deze camera ......................133
Flitserfotografi e met draadloze
afstandsbediening ..................133
6
NL

Snelle taakindex

Fotograferen
Foto's maken met automatische instellingen
Een breedte-hoogteverhouding kiezen Instellingen snel aanpassen aan het
motief Eenvoudig professioneel fotograferen
De helderheid van een foto aanpassen
Foto's maken met een onscherpe achtergrond
Foto's maken die het bewegende onderwerp stoppen of een gevoel van beweging geven
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's verwerken overeenkomstig het motief/Monotoon-foto's maken
Wanneer de camera niet kan scherpstellen op uw motief/scherpstellen op één gebied
Scherpstellen op een klein punt in het beeld / scherpstelling controleren voor het fotograferen
Foto's opnieuw kadreren na het scherpstellen
Foto's maken zonder fl itser
Camerabewegingen beperken
Foto's maken van een motief met tegenlicht
g
iAUTO (A)
Breedte-hoogteverhouding 59
Sceneprogramma (SCN) 26
Live uitleg 24
Belichtingscorrectie 47
Live uitleg 24 Foto´s maken met
diafragmavoorkeur Live uitleg 24 Foto´s maken met
sluitertijdvoorkeur Sceneprogramma (SCN) 26 Witbalans 54 Eén-toets witbalans 55 Fotomodus 68 Creatieve fi lter (ART) 28 Het aanraakscherm
gebruiken AF-veld 48 Zoomkader-AF/zoom-AF 50
Zoomkader-AF/zoom-AF 50
C-AF+TR (AF-tracking) 51
Dbs modus/ISO 26/53 Beeldstabilisator/anti-schok-
opnamen Zelfontspanner 57 Afstandsbedieningskabel 135 Gebruik van de fl itser 62 Gradatie (Fotomodus) 70
24
33
34
37
56 /58
Snelle taakindex
NL
7
Vuurwerk fotograferen
Snelle taakindex
Foto's maken zonder te witte wittinten of te donkere zwarttinten
Beeldruis verminderen (marmering)
De monitor optimaliseren/ de monitorschakering aanpassen
Ingesteld effect controleren voordat u een foto maakt
De horizontale of verticale afbeeldingsrichting controleren voor opname
Fotograferen met doelbewuste compositie
Inzoomen op foto's om de scherpstelling te controleren
Zelfportretten
Repeterende opnamen
Gebruiksduur van de batterijen verlengen Het aantal foto's dat gemaakt kan
worden, verhogen Op afstand fotograferen met een
smartphone Opnemen zonder het sluitergeluid vast
te leggen
Bulb-/tijdopname 35 Live Composiet-fotografi e 36 Sceneprogramma (SCN) 26 Gradatie (Fotomodus) 70 Histogram/
belichtingscorrectie Lichte/donkere delen 52
Ruisonderdr. 103
Schermhelderheid aanpassen/LV versterking
Preview-functie 65 Testopname 65
Gauge-niveau 21
Rasterweergave 101
AUTOq (Opn.Beeld)
Zelfontspanner 57 Sceneprogramma (SCN) 26
Repeterende opnamen 57
Snelle slaapstand 109 Modus beeldkwaliteit voor
foto's Op afstand fotograferen met
een smartphone
Stil[] 58
21 /47
98 /101
98
60
118
8
NL
Weergave/retoucheren
g
Beelden bekijken op een televisie
Diashows met achtergrondmuziek bekijken
Schaduwpartijen lichter maken
Rode ogen verhelpen
Eenvoudig printen
Commerciële afdrukken
Foto's overbrengen naar een smartphone
Locatiegegevens aan beelden toevoegen
Camera-instellingen
Synchroniseren van datum en tijd Datum en tijd instellen 17
Standaardinstellingen herstellen
Instellingen opslaan
Taal voor de menuweergave wijzigen Geluid voor automatische scherpstelling
uitschakelen
HDMI/Video uit 101
Weergave op een televisie 110
Diashow 78
Schaduw aanp (JPEG bewrk) 96
Rode-ogen (JPEG bewrk) 96
Direct printen 125 Een afdrukbestelling
aanmaken Foto's overbrengen naar een
smartphone Locatiegegevens aan
beelden toevoegen
127
118
119
g
Resetten 84
Myset 84
W
8 (Pieptoon)
98
102
Snelle taakindex
NL
9

Namen van onderdelen

Namen van onderdelen
3
4 5
6
7
8
9
1 Modusknop ..................................Blz. 22
2 Achterste regelaar* (o)
.........Blz. 32 –35, 46– 47, 61, 66– 67, 76
3 R knop (fi lm)/
H knop .....................Blz. 38, 64/ Blz. 80
4 Fn2 knop..........................Blz. 52, 64, 66
5 Ontspanknop ...............................Blz. 23
6 Oogje voor de riem ......................Blz. 12
7 Voorste regelaar* (r)
........Blz. 32 – 35, 46 – 47, 61, 66 – 67, 76
8 Markering voor de
lenskoppeling ...............................Blz. 15
9 Lenskoppeling (verwijder de beschermkap
voordat de lens wordt bevestigd.)
2
1
0 a b
c
d
e
f g
0 Interne itser ................................Blz. 62
a Stereomicrofoon ..............Blz. 72, 80, 97
b Dioptrieregelaar ...........................Blz. 20
c Fn3 knop......................................Blz. 64
d AAN/UIT-hendel ..................Blz. 16, 62
e Zelfontspanner-led/
AF-verlichting ...................Blz. 57/Blz. 99
f Lensontgrendelknop ....................Blz. 15
g Lensvergrendelingspen
* In deze handleiding geven de pictogrammen
en achterste regelaar worden uitgevoerd.
10
NL
r en o bewerkingen aan die met de voorste
1
2
3
4
5
e
d c
k
j
6
7
8
9
0
a
b
Namen van onderdelen
f
i
g
h
1 Flitsschoen.................................Blz. 133
2 Zoeker..........................................Blz. 20
3 Oogsensor 4 Monitor (aanraakscherm)
............................ Blz. 18, 20, 45, 74, 81
5 Oogkapje ...................................Blz. 135
6 Knop u (LV) .............................Blz. 20
7 Luidspreker
8 Fn1-knop .....................................Blz. 64
9 Knop INFO............................Blz. 21, 75
0 Pendelknop* ..........................Blz. 48, 76
a q (weergave) knop ....................Blz. 76
* In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met de
pendelknop worden uitgevoerd.
b -knop (wissen) ..........................Blz. 79
c Knop Q .................................Blz. 45, 82
d MENU-knop ................................Blz. 82
e Statiefaansluiting f Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment .......................Blz. 13
g Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment .......................Blz. 13
h Kaartsleuf.....................................Blz. 14
i Connectorkap
j HDMI-connector (type D) ........... Blz. 110
k Multiconnector ...........Blz. 110, 122, 125
NL
11
1

Voorbereiding

1
Voorbereiding

Het uitpakken van de doos

Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer bij wie u de camera hebt gekocht.
Camera Beschermkap van
• Cd-rom met computersoftware
• Instructiehandleiding
• Garantiekaart
Camerariem bevestigen
de camera
Lithium ion batterij
BLS-50
Camerariem USB-kabel
Lithium ion lader
BCS-5
1 2
CB-USB6
3
• Bevestig de riem op dezelfde manier aan de andere kant.
• Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat hij goed vastzit.
12
NL

De batterij opladen en aanbrengen

Batterij opladen.
1
Indicator voor laadtoestand
Bezig met opladen
Opladen voltooid
Oplaadfout
(Laadtijd: tot ca. 3 uur 30 minuten)
Let op
• Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.
Klepje van het batterij-/
2
kaartcompartiment.
Licht oranje op
Uit
Knippert
oranje
Indicator voor laadtoestand
3
1
Lithium­ionlaadapparaat
Klepje van het batterij-/kaartcompartiment
Richtings­teken (C)
Lithium-ionbatterij
AC-kabel
1
Voorbereiding
Stopcontact
2
2
Vergrendelknop van het
batterij-/kaartcompartiment
De batterij plaatsen.
3
Richtingsteken
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voordat u het klepje van het batterij-/kaartcompartiment opent of sluit. Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de richting van de pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen.
Let op
• Neem contact op met een geautoriseerde verdeler of servicedienst als u de batterij niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
1
$ Opmerkingen
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
• Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 129) .
NL
13

De kaart plaatsen

De volgende soorten SD-geheugenkaarten (in de handel verkrijgbaar) kunnen met deze camera worden gebruikt: SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi.
1
Voorbereiding
Eye-Fi-kaarten
Lees “Toepasbare geheugenkaarten“ (Blz. 130) vóór gebruik.
De kaart plaatsen.
1
• Open het klepje van het batterij-/kaartcompartiment.
• Schuif het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt. g “Toepasbare geheugenkaarten“ (Blz. 130)
2
1
Let op
• Schakel de camera uit vóór u de batterij of de kaart plaatst of verwijdert.
• Pas geen kracht toe voor het plaatsen van een beschadigde of vervormde kaart. Dat kan de kaartsleuf beschadigen.
Het klepje van het batterij-/
2
kaartcompartiment sluiten.
Let op
• Zorg ervoor dat het klepje van het batterij-/kaartcompartiment gesloten is voordat u de camera gebruikt.
1
3
Geheugenkaart verwijderen
Druk zachtjes op het geplaatste kaartje en het springt eruit. Neem de kaart uit de camera.
Let op
• Verwijder de batterij of kaart niet als de kaarschrijfi ndicator (Blz. 18 ) zichtbaar is.
Contact­gebied
2
14
NL

Een lens op de camera bevestigen

Een lens op de camera bevestigen.
1
1
3
1
Voorbereiding
2
1
Achterkap van de lens
• Verwijder de achterkap van de lens en de beschermkap van de camera.
• Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera en steek de lens in het camerahuis.
• Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort (richting aangegeven door pijl 3).
Let op
• Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld bij het bevestigen of verwijderen van de lens.
• Druk de lensontgrendelknop niet in.
• Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
Het lenskapje verwijderen.
2
 De lenskap van de camera verwijderen
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld tijdens het verwijderen van de lens.
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt,
1
draait u de lens in de richting van de pijl.
2
Markering voor lenskoppeling
1
1
1
2
2
Lensontgrendelknop
2
1
1
Verwisselbare lenzen
Zie “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 132) .
NL
15

De camera inschakelen

Beweeg de ON/OFF-hendel naar de positie [ON] om de camera in te
1
1
Voorbereiding
schakelen.
• Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
• Beweeg de hendel naar de positie OFF om de camera uit te schakelen.
ON/OFF-hendel
 Monitor
Batterijniveau
; (groen): Camera klaar om opnames te
: (groen): batterij bijna leeg ] (knippert rood): laad de batterij op.
ISO-A
200
maken. (Wordt ongeveer 10 seconden lang weergegeven nadat de camera is ingeschakeld.)
Wi-Fi
250250 F5.6
De monitor gebruiken
1
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de “sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop, enz.). De camera schakelt automatisch uit als hij gedurende 4 uur in de sluimerstand heeft gestaan. Zet de camera opnieuw aan voordat u hem gebruikt.
• De camera werkt in [Snelle slaapstand] tijdens fotograferen met de zoeker.
g “Snelle slaapstand“ (Blz. 109)
16
NL
01:02:0301:02:03
3838
2

Datum en tijd instellen

Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voordat u de camera gebruikt. Bepaalde functies kunnen niet worden gebruikt als de datum en tijd niet zijn ingesteld.
De menu's weergeven.
1
• Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
Opnamemenu 1
Kaart-inst.
1
Reset/Myset
2
MENU-knop
Selecteer [X] op het tabblad [d]
2
(instellingen).
• Selecteer met FG op de pendelknop de optie [d] en druk daarna op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
Tabblad [d]
Fotomodus
D
Beeldratio Dig. televoorzetlens Uit
j/Y/
Ter ug
Setup-menu
1
W
2
Opn.Beeld Wi-Fi-instellingen c Menuweergave Programmatuur
Ter ug
Instellen
--.--.-- --:--X
Nederlands
j
±0 k±0
0,5 sec
Instellen
1
Voorbereiding
j
4:3
De datum en tijd instellen.
3
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om het datumformaat te selecteren.
De instellingen opslaan en het menu sluiten.
4
Y M D Tijd
2015
Annuleren
De tijd wordt weergegeven in 24-uursformaat.
X
J/M/D
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
• Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
Let op
• Als de batterij uit de camera is verwijderd en de camera wordt een tijd niet gebruikt, kunnen de fabrieksinstellingen voor datum en tijd hersteld worden.
$ Opmerkingen
• U kunt de tijd synchroniseren door op Q te drukken bij een tijdsignaal van 0 seconden tijdens het instellen van [min].
NL
17
2
B

Fotograferen

Informatieweergave tijdens het fotograferen

Monitorbeeld tijdens opname
2
Fotograferen
E D
C B A z
y x
w
1
S-AFS-AF
ISO-A
400
-
2,0-2,0
P
32 654 97 0a b
RC
Wi-Fi
FP
AEL
250250 F5.6
BKT
FPS
8
+
2,0+2,0
dc
off
28
mm
S-IS AUTOS-IS AUTO
e
1
TO
TO
f
WB
WBWBWB
g
AUTO
AUTOAUTOAUTO
OOO
O
h
4:3
L
N
FHD
F
+7+7
-3-3
60p
01:02:0301:02:03
10231023
i j k l
m
3
N
F
v
u
1 Schrijfaanduiding kaart ................Blz. 14
2 Draadloze LAN-verbinding..Blz. 116 - 121
3 Super FP itser ..........................Blz. 133
4 RC-modus..................................Blz. 133
5 Autobracket/HDR .............Blz. 88 /Blz. 91
6 Meervoudige belichting ................Blz. 92
D Keystone-comp ......................Blz. 93
7 Hoge framesnelheid...................Blz. 101
n S-OVF ..................................Blz. 108
8 Digitale televoorzetlens................Blz. 86
9 Opname binnen bepaald
tijdsbestek ....................................Blz. 87
0 Gezichtsprioriteit/Oogprioriteit .....Blz. 49
a Filmgeluid ....................................Blz. 72
b Zoomrichting/brandpuntsafstand/
waarschuwing interne
temperatuur m .................Blz. 141
c Flitser ...........................................Blz. 62
(knippert: bezig met opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
d AF-bevestigingsteken ..................Blz. 23
e Beeldstabilisator ..........................Blz. 56
f Creatieve lter..............................Blz. 28
Sceneprogramma ........................Blz. 26
Fotomodus ...................................Blz. 68
g Witbalans .....................................Blz. 54
h Repeterende opnamen/zelfontspanner/
18
Anti-schok-opnames/
stil opnemen ..........................Blz. 57 –58
NL
s
rq
potn
i Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 59
j Beeldkwaliteit (stilstaande
beelden) .......................................Blz. 60
k Beeldkwaliteit ( lms) ....................Blz. 61
l Beschikbare opnametijd m Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen ...................Blz. 131
n Regeling van licht- en
schaduwpartijen ...........................Blz. 52
o Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 64
Onder: Belichtingscorrectie-
aanduiding.....................Blz. 47
p Gauge-niveau
q Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 47
r Diafragmawaarde .................Blz. 32 – 35
s Sluitertijd ............................... Blz. 32 – 35
t Histogram ....................................Blz. 21
u Preview ........................................Blz. 65
v AE Lock .....................................Blz. 109
w Opnamemodus ..................... Blz. 22 – 39
x
Myset ...........................................Blz. 84
y Fotograferen met aanraakscherm
functies ........................................Blz. 37
z Flitssterkteregelaar ......................Blz. 64
A ISO-gevoeligheid .........................Blz. 53
B AF-modus ....................................Blz. 51
C Lichtmeetmodus ..........................Blz. 53
D Flitsmodus ...................................Blz. 62
E Batterijcontrole
F Live guide oproepen ....................Blz. 24
Monitorbeeld tijdens fi lmmodus
G
LRL
Wi-Fi
R
TC 00:00:00:00 DF
K
C-AFC-AF
ISOISO
AUTOAUTO
n
WMUTX
G Opnameniveaumeter ...........Blz. 72, 106
H Tabblad Stil fotograferen ..............Blz. 40
I Opnamemodus ............................Blz. 72
J Filmeffect .....................................Blz. 39
K Tijdcode .....................................Blz. 107
J
28
mm
01:02:0301:02:03
M-ISM-IS
PP
FHD
2
1
H
I
F
60p
Fotograferen
NL
19

Overschakelen tussen weergaven

Wisselen tussen opname met live view en opname met de zoeker
Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemethodes: fotograferen met de zoeker en fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de knop u om tussen de opnamemethodes te wisselen.
2
Fotograferen
Fotograferen met live view
 Monitor
Wi-Fi
ISO-A
200
F5.6
250250
Live view-weergave
Q
Cursor
Aanbevolen ISO
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
P
250250 F5.6
Wanneer u bij het instellen van de opnamefuncties op de knop Q drukt, verschijnt er een cursor op het LV superbedieningspaneel. Raak de functie aan die u wilt instellen.
u
-knop
 Zoeker
Wordt automatisch
S-IS AUTOS-IS AUTO
j
L
N
FHD
60P
01:02:0301:02:03
0,00,0
4:3
i
AEL/AFL
3838
NORM
U
01:02:0301:02:03
10231023
ingeschakeld wanneer u de zoeker naar uw oog brengt. Wanneer de zoeker oplicht, schakelt de monitor uit.
F
250F5.6 0,00,0
Als de display in de zoeker er wazig uitziet
Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar tot de weergave is scherpgesteld.
01:02:03
ISO-A
ISO-A
ee
200
200
1023
Fotograferen met de zoeker
 Monitor
Gaat branden wanneer u uw oog weg van de zoeker beweegt.
Wi-Fi
2014.01.01
ISO
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
Live view-weergave
RR
WB
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
$ Opmerkingen
• Druk op de knop INFO om de informatie te kiezen die tijdens het fotograferen wordt weergegeven. (Blz.21)
• De zoeker schakelt niet in als de monitor gekanteld is.
20
NL
De informatieweergave omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de opname op de monitor verschijnt wijzigen via de INFO-knop.
INFO INFO
Histogramweergave
Weergave van een histogram dat de verdeling van de helderheid in het beeld laat zien. De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke helderheid in het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen onder de ondergrens worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting is gemeten wordt groen weergegeven.
Niveaumeterweergave
Geef de stand van de camera op. De stand voor “kantelen“ wordt aangegeven op de verticale balk en de stand voor “horizon“ wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik de indicatie op de waterpas als richtlijn.
Wi-Fi
ISO-A
200
0,0
0,0
250250 F5.6
Informatieweergave
aan
ISO-A
200
0,00,0
P
F5.6
250250
Aangepast scherm 2
01:02:0301:02:03
01:02:0301:02:03
S-IS AUTO S-IS AUTO
S-IS AUTO S-IS AUTO
INFO
L
N
FHD
F
60p
3838
Alleen beeld
INFO
3838
Wi-Fi
ISO-A
200
P
250250 F5.6
S-IS AUTO S-IS AUTO
L
N
FHD
F
60p
01:02:0301:02:03
0,0
3838
Aangepaste weergave 1
Meer
Minder
Donker Helder
2
Fotograferen
NL
21

Stilstaande beelden opnemen

Gebruik de functieknop om de opnamemodus te selecteren en neem de foto.
2
Fotograferen
 Typen opnamefuncties
Zie hierna voor het gebruik van de verschillende opnamefuncties.
A ................ Blz. 24
SCN ................. Blz. 26
ART ................. Blz. 28
Draai de functieknop om een modus te kiezen.
1
Stel de camera in en bepaal
2
de compositie.
• Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens of de AF-verlichting.
J ...................... Blz. 30
P ....................... Blz. 32
A ...................... Blz. 33
Aanduiding Pictogram van
de stand
S ....................... Blz. 34
M ...................... Blz. 35
n ..................... Blz. 38
Modus Landschap Modus Portret
22
NL
Stel scherp.
3
• Geef het motie in het midden van de monitor weer en druk zacht op de ontspanknop tot in de eerste positie (druk de ontspanknop half in). Het bevestigingsteken voor AF (() wordt weergegeven en er verschijnt een groen kader (AF-doel) om de scherpgestelde zone heen.
AF-bevestigingsteken
Wi-Fi
ISO-A
200
Druk de ontspanknop half in.
250250 F5.6
AF-doel
• Als het AF-bevestigingsteken knippert, is het motief niet scherpgesteld. (Blz. 138 )
Laat de ontspanknop los.
4
• Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
• Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
• Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
$ Opmerkingen
• U kunt scherpstellen en fotograferen met aanraakbediening.
g“Fotograferen met aanraakschermfuncties“ (Blz. 37)
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop volledig indrukken tot aan de tweede positie heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.
Half indrukken
Helemaal indrukken
mm
01:02:0301:02:03
Fotograferen
3838
28
2
NL
23
Modus iAUTO gebruiken
Een volautomatische modus waarbij de camera automatisch de instellingen optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners. Mogelijk kunt u niet alle opties wijzigen.
Live uitleg gebruiken
Live uitleg maakt het gemakkelijk om diverse geavanceerde fototechnieken op te roepen.
2
Fotograferen
Stel de functieknop in op A.
1
Raak het tabblad aan om de live uitleg weer te geven.
2
• Tik op een item in de uitleg en druk op Q na selectie om de schuif van de niveaubalk
weer te geven.
Wi-Fi
ISO-A
200
Tabblad
Wijzig kleurverzadiging
Uitlegitem
250250
F5.6
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
3
verplaatsen.
• Tik op a om de instellingen te openen.
• Om de live uitleg-instelling te annuleren, tikt u op k op het scherm.
• Als [Fototips] is geselecteerd, selecteert u een item en raakt u a aan om een beschrijving te openen.
• Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar op het display. Als [Vervaag achtergrond] of [Laat beweging zien] geselecteerd is, keert het display terug naar de normale weergave, maar het geselecteerde effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
Herhaal de stappen 2 en 3 om meerdere
4
onderwerpen voor live uitleg in te stellen.
• Een vinkje verschijnt bij de onderwerpen voor live uitleg die reeds zijn ingesteld.
01:02:0301:02:03
3838
Niveaubalk / selectie
Helder en levendig
0
Vlak en muted
Wijzig kleurverzadiging
24
NL
Neem een foto.
5
• Om de live uitleg te annuleren, drukt u op de MENU-knop.
Let op
• [Vervaag achtergrond] en [Laat beweging zien] kunnen niet tegelijk worden ingesteld.
• Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW].
• De live uitleg-instellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
• Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de live uitleg.
• Wijzigingen aan de instelniveaus van de live uitleg zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor.
• De beeldsnelheid daalt wanneer [Wazige beweging] is geselecteerd.
• De fl itser kan niet worden gebruikt met de live uitleg.
• Wanneer u live uitleg-instellingen doorvoert die de limieten van de belichtingsmeters van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
2
Fotograferen
NL
25
Opnemen met een sceneprogramma
Selecteer een scène die past bij het motief.
Draai de functieknop naar SCN.
1
• Een scènemenu wordt weergegeven. Selecteer een
scène met de pendelknop (FG).
• In het scherm met het scènemenu drukt u op I om
2
Fotograferen
details van het scèneprogramma weer te geven op de cameramonitor.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het scènemenu te verlaten.
 Soorten scèneprogramma's
O Portret P e-Portret
L Landschap q Dbs-modus fn Fisheye-effect K Landschap+Portret J
Sport r Natuur Macro mn Macro
i
Starlight Q Kaarslicht T 3D-foto G Avondscene R Zonsondergang J Pannen U Avond+Portret T Documenten
G
Kinderen s Panorama (Blz. 27 )
Neem een foto.
2
• Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het scènemenu weer te geven.
Let op
• Om de voordelen van de scèneprogramma's maximaal te benutten, zijn enkele instellingen van opnamefuncties gedeactiveerd.
• In de modus [e-Portret] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en een tweede beeld waarop de [e-Portret]-effecten werden toegepast. De opname kan enige tijd in beslag nemen. Wanneer de beeldkwaliteit bovendien is ingesteld op [RAW], wordt het beeld opgenomen in RAW+JPEG-formaat.
• [n Fisheye-effect], [n Groothoek] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met optionele voorzetlenzen.
• Films kunnen niet worden opgenomen in de modus [e-Portret], [Starlight], [Panorama] of [3D-foto].
• In [Starlight] worden 8 foto's tegelijk gemaakt die gecombineerd worden. Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op de modus [RAW], wordt het beeld gecombineerd met de eerste RAW-foto en opgenomen in RAW+JPEG.
H
High-key
I
Low-key g Strand & Sneeuw
J
Macro wn Groothoek
(
1
Vuurwerk
Staand
26
NL
• [3D-foto] is onderhevig aan de volgende beperkingen. [3D-foto] kan enkel worden gebruikt met een 3D-lens. De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden in 3D weer te geven. Gebruik een apparaat dat 3D-weergave ondersteunt. De scherpstelling is vergrendeld. Bovendien kunnen ook de fl itser en de zelfontspanner niet worden gebruikt. De resolutie ligt vast op 1824 × 1024. RAW-fotografi e is niet beschikbaar. De beelddekking is niet 100%.
• Bij [Pannen] wordt de beweging van de camera gedetecteerd en wordt de optimale
sluitersnelheid geregeld bij het verplaatsen van de camera om een bewegend motief te volgen. Dat is handig bij het fotograferen van bewegende motieven alsof de achtergrond stroomt.
Bij [Pannen] wordt J weergegeven tijdens het pannen en I als geen beweging gedetecteerd is. Schakel bij gebruik van een lens met een schakelaar voor beeldstabilisator deze beeldstabilisator uit als [Pannen] wordt gebruikt. Goede pan-effecten zijn niet altijd mogelijk als het erg licht is. Gebruik een in de winkel verkrijgbaar ND-fi lter om de effecten gemakkelijker te verkrijgen.
Panorama's fotograferen
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken om beelden samen te voegen tot een panorama. g “De camera aansluiten op een computer“ (Blz. 122)
Selecteer [Panorama] in SCN en druk op Q.
1
Kies een panrichting met FGHI.
2
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen om
3
de foto te kadreren.
• De scherpstelling, belichting en andere instellingen worden
vergrendeld op de waardes van de eerste opname.
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
4
overlappen met de voorgaande foto.
M
250250
F5.6 38
2
Fotograferen
M
250250 F5.6 38
• Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
5
Let op
• Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning is gemaakt
niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in de beelden als leidraad.
[ 2 ]
Afsluiten Afsluiten
[ 3 ]
$ Opmerkingen
• Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het scèneprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken, stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
NL
27
Creatieve fi lters gebruiken
Met Creatieve fi lters kunt u veel plezier beleven met artistieke effecten.
 Soorten creatieve lters
j
k
2
Fotograferen
l
m
n
o
s
t
u
v
Y
Z
G
H
u
Pop-art
Soft-focus
Bleke/lichte kleur
Lichte tonen
Korrelige fi lm
Pinhole
Diorama
Cross-process
Zacht sepia
Dramatische toon
Sleutellijn
Aquarel
Vintage
Gedeeltelijke kleur
ART BKT (Creatieve fi lter Bracket)
Maakt een foto die de schoonheid van kleuren benadrukt.
Maakt een afbeelding die een atmosfeer met een zachte tint weergeeft.
Maakt een foto die warm licht uitdrukt door het algemene licht te verspreiden en het beeld iets te overbelichten.
Maakt een kwaliteitsafbeelding door zowel schaduwen als overbelichte delen te verzachten.
Maakt een foto die de ruwheid van zwart/wit foto's weergeeft.
Maakt een foto die er uitziet alsof hij is genomen met een oude of speelgoedcamera door de rand te verduisteren.
Maakt een miniatuur-achtige foto door verzadiging en contrast te benadrukken, en door gebieden buiten het scherptegebied te vervagen.
Maakt een foto die een surrealistische sfeer schept. Cross­process II maakt een foto die de nadruk legt op magenta.
Maakt een foto van hoge kwaliteit door schaduwen weg te drukken en het algehele beeld te verzachten.
Maakt een foto die het verschil benadrukt tussen licht en donker door het contrast gedeeltelijk te verhogen.
Maakt een foto die randen benadrukt en voegt een illustratieve stijl toe.
Maakt een zachte, heldere foto door donkere gebieden te verwijderen, bleke kleuren op een wit canvas samen te voegen en contouren verder te verzachten.
Drukt een alledaagse foto uit in een nostalgische vintage-tint met gedrukte fi lmverkleuring en vervaging.
Benadrukt een motief op indrukwekkende wijze door kleuren te extraheren die u wilt benadrukken en al het andere monotoon te houden.
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, maakt de camera kopieën voor alle geselecteerde creatieve fi lters..
28
NL
Draai de functieknop naar ART.
1
• Een menu met kunstfi lters wordt weergegeven.
Selecteer een fi lter met de pendelknop (FG).
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het creatieve ltermenu te verlaten.
Neem een foto.
2
• Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het creatieve fi ltermenu weer te
geven.
Pop-art
1
ART-bracketing
Bij één opname worden de beelden opgenomen voor elke geselecteerd creatieve fi lter. Druk op I om fi lters te kiezen.
Kunsteffecten
Creatieve fi lters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door in het creatieve fi ltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven.
Filters aanpassen
Optie I is de originele fi lter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de originele fi lter aanpassen.
Effecten toevoegen*
Soft focus, pinhole, frames, witte randen, starlight, fi lter, tint, wazig, schaduweffect
* De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde fi lter.
Let op
• Om de voordelen van de creatieve fi lters maximaal te benutten, zijn enkele instellingen
van opnamefuncties gedeactiveerd.
• Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. Het creatieve fi lter wordt alleen toegepast op de JPEG-kopie.
• Afhankelijk van het motief kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect minder
goed merkbaar zijn of kan het beeld “korreliger“ worden.
• Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen van fi lms.
• De weergave is afhankelijk van de gebruikte fi lters, effecten of instellingen voor de
lmkwaliteit.
Gedeeltelijke kleurenfoto's instellen en maken
U kunt foto's maken die alleen de kleuren extraheren welke u hebt geselecteerd met de kleurenring. Draai aan de voorste (r) of achterste (o) regelaar om een kleur te extraheren. De effecten worden weergegeven op de monitor. Als u na het fotograferen de geëxtraheerde kleur wilt wijzigen, draait u aan de voorste (r) of achterste (o) regelaar om de kleurenring weer te geven.
KLEUR
2
Fotograferen
NL
29
PHOTO STORY gebruiken
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO STORY is geselecteerd.
Draai de functieknop naar J.
1
• Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven. A: Standaard
2
Fotograferen
B: Snelheid C: In-/uitzoomen D: Layout
F: Leuke kaders Q: Lopend werk
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
2
• U kunt een gedetailleerd scherm openen waar u met I de variatie of het aantal frames kiest.
• U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen kiezen. U kunt ook de hoogte-/breedteverhouding, het deelpatroon en het kadereffect van afzonderlijke beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
Druk op I en gebruik FG om de variatie te wijzigen.
E
Oorspronkelijke PHOTO STORY
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
F G H
oorspronkelijke PHOTO STORY. Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
• U kunt de framekleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
• Elk thema en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
Druk op Q als u klaar bent met de instelling.
3
• De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-weergave.
• Het motief van het huidige frame wordt weergegeven.
• Raak een willekeurig frame zonder beeld aan om dat frame in te stellen als het huidige frame.
• Druk op de knop MENU om het thema te veranderen.
Neem een foto voor het eerste frame.
4
• De foto die u hebt genomen, wordt in het eerste frame weergegeven.
ISO-A
200
1
Standaard1
2
3
4
1
10231023
0,0
0,0
F5.0
250250
• Om met fotograferen te stoppen voordat u alle beelden hebt vastgelegd, drukt u kop de knop MENU en selecteert u een optie voor het opslaan van de foto's.
[Opslaan]: Sla foto's op een SD-kaart op en stop met fotograferen. [Later afmaken]: Sla foto's op een SD-kaart op en stop tijdelijk met fotograferen.
Opgeslagen gegevens kunnen later worden opgehaald en het fotograferen kan later worden hervat. (Blz. 31 )
[Weggooien]: De opname stoppen zonder de beelden op te slaan.
30
NL
Loading...
+ 142 hidden pages