Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en een lange
gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat
u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke foto´s gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken
zodat u vertrouwd raakt met de camera.
De afbeeldingen van het scherm en de camera in deze handleiding zijn tijdens de ontwikkeling van
het toestel vervaardigd en kunnen af wijken van het toestel dat u in handen heeft.
Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een
programmatuur update voor de camera, zal de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele
informatie op de Olympus-website.
Registreer uw product op w ww.olympus.eu/register-product en ontvang
extra voordelen van Olympus!
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Let op
Opmerkingen
$
Tips
%
g
2
NL
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen
bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen
voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw
camera.
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
Inhoudsopgave
Snelle taakindex 7
Namen van onderdelen 10
Voorbereiding 12
Het uitpakken van de doos ........12
De batterij opladen en
aanbrengen .................................13
De kaart plaatsen ........................14
Geheugenkaart verwijderen .....14
Een lens op de camera
bevestigen ...................................15
De camera inschakelen..............16
Datum en tijd instellen ...............17
Fotograferen 18
Informatieweergave tijdens
het fotograferen ..........................18
Monitorbeeld tijdens opname ...18
Overschakelen tussen
weergaven ...................................20
Wisselen tussen opname
met live view en opname
met de zoeker ...........................20
De informatieweergave
omschakelen ............................21
Stilstaande beelden opnemen ...22
Modus iAUTO gebruiken ..........24
Opnemen met een
sceneprogramma......................26
Creatieve fi lters gebruiken ........28
PHOTO STORY gebruiken .......30
“Richten en fotograferen“
(programmamodus P) ..............32
Het diafragma instellen
(diafragmavoorkeurmodus A) ..33
De sluitertijd instellen
(sluitertijdvoorkeurmodus S) ....34
Het diafragma en de sluitertijd
instellen (handmatige
modus M) .................................35
Fotograferen met een lange
belichtingstijd (BULB) ...............35
Live Composiet-fotografi e (donker
en licht samenvoegen) .............36
Fotograferen met
aanraakschermfuncties ............37
Films opnemen ...........................38
Filmmodus gebruiken
Foto's maken tijdens het
opnemen van fi lms
(Film+fotomodus) .....................40
De stiltefunctie gebruiken
bij fi lmen ...................................40
“Mijn Clips“ opnemen ................41
“Mijn Clips“ bewerken ...............42
Snelle/langzame videobeelden
maken .......................................43
High-speed fi lms opnemen .......44
Opnameopties gebruiken ..........45
Opnameopties oproepen ..........45
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) ................47
De belichting vergrendeling
(AE-vergrendeling) ...................47
Het AF-kader instellen
(AF-veld) ...................................48
Klein gebied en groepsgebied
gebruiken (Instelling
AF-gebied) ................................48
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ..................49
Zoomkader-AF/zoom-AF
(Super Spot AF) ........................50
Een scherpstelmodus
selecteren (AF-modus) .............51
(n) .......39
Inhoudsopgave
NL
3
De helderheid van hoge lichten
en schaduwen wijzigen.............52
Kleur regelen (Color Creator) ...52
Inhoudsopgave
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting)..........53
ISO-gevoeligheid ......................53
Kleur aanpassen (witbalans) ....54
Fijnafstellingen voor de witbalans
(compensatie witbalans) ........... 55
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) .....................56
Repeterende opnamen/de
zelfontspanner gebruiken .........57
Opnemen zonder door de
ontspanknop veroorzaakte
trillingen (Anti-schok z) ..........58
Opnemen zonder
sluitergeluid (Stil[♥]) ..................58
De beeldratio instellen ..............59
De beeldkwaliteit kiezen
(beeldkwaliteit foto)...................60
De beeldkwaliteit kiezen
(beeldkwaliteit fi lm) ...................61
Een fl itser gebruiken
(fl itserfotografi e)........................62
Uitgangsvermogen van de fl its
aanpassen (regelen van de
* In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met de
pendelknop worden uitgevoerd.
b -knop (wissen) ..........................Blz. 79
c Knop Q .................................Blz. 45, 82
d MENU-knop ................................Blz. 82
e Statiefaansluiting
f Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment .......................Blz. 13
g Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment .......................Blz. 13
h Kaartsleuf.....................................Blz. 14
i Connectorkap
j HDMI-connector (type D) ........... Blz. 110
k Multiconnector ...........Blz. 110, 122, 125
NL
11
1
Voorbereiding
1
Voorbereiding
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer bij
wie u de camera hebt gekocht.
CameraBeschermkap van
• Cd-rom met computersoftware
• Instructiehandleiding
• Garantiekaart
Camerariem bevestigen
de camera
Lithium ion batterij
BLS-50
CamerariemUSB-kabel
Lithium ion lader
BCS-5
1 2
CB-USB6
3
• Bevestig de riem op dezelfde manier aan de andere kant.
• Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat hij goed vastzit.
12
NL
De batterij opladen en aanbrengen
Batterij opladen.
1
Indicator voor laadtoestand
Bezig met opladen
Opladen voltooid
Oplaadfout
(Laadtijd: tot ca. 3 uur 30 minuten)
Let op
• Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.
Klepje van het batterij-/
2
kaartcompartiment.
Licht oranje op
Uit
Knippert
oranje
Indicator voor
laadtoestand
3
1
Lithiumionlaadapparaat
Klepje van het batterij-/kaartcompartiment
Richtingsteken (C)
Lithium-ionbatterij
AC-kabel
1
Voorbereiding
Stopcontact
2
2
Vergrendelknop van het
batterij-/kaartcompartiment
De batterij plaatsen.
3
Richtingsteken
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voordat u het klepje van
het batterij-/kaartcompartiment opent of sluit.
Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de
batterijvergrendelknop in de richting van de pijl,
waarna u de batterij kunt uitnemen.
Let op
• Neem contact op met een geautoriseerde verdeler of servicedienst als u de batterij niet
kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
1
$ Opmerkingen
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
• Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 129) .
NL
13
De kaart plaatsen
De volgende soorten SD-geheugenkaarten (in de handel verkrijgbaar) kunnen met
deze camera worden gebruikt: SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi.
maken. (Wordt ongeveer 10
seconden lang weergegeven
nadat de camera is ingeschakeld.)
Wi-Fi
250250 F5.6
De monitor gebruiken
1
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de
“sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren.
De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q-knop, enz.). De camera schakelt automatisch uit als hij gedurende 4 uur in de
sluimerstand heeft gestaan. Zet de camera opnieuw aan voordat u hem gebruikt.
• De camera werkt in [Snelle slaapstand] tijdens fotograferen met de zoeker.
g “Snelle slaapstand“ (Blz. 109)
16
NL
01:02:0301:02:03
3838
2
Datum en tijd instellen
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het
kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd.
Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voordat u de camera gebruikt.
Bepaalde functies kunnen niet worden gebruikt als de datum en tijd niet zijn ingesteld.
De menu's weergeven.
1
• Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
Opnamemenu 1
Kaart-inst.
1
Reset/Myset
2
MENU-knop
Selecteer [X] op het tabblad [d]
2
(instellingen).
• Selecteer met FG op de pendelknop de
optie [d] en druk daarna op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
Tabblad [d]
Fotomodus
D
Beeldratio
Dig. televoorzetlensUit
j/Y/
Ter ug
Setup-menu
1
W
2
Opn.Beeld
Wi-Fi-instellingen
c Menuweergave
Programmatuur
Ter ug
Instellen
--.--.-- --:--X
Nederlands
j
±0 k±0
0,5 sec
Instellen
1
Voorbereiding
j
4:3
De datum en tijd instellen.
3
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om het datumformaat te selecteren.
De instellingen opslaan en het menu sluiten.
4
Y M DTijd
2015
Annuleren
De tijd wordt weergegeven
in 24-uursformaat.
X
J/M/D
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
• Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
Let op
• Als de batterij uit de camera is verwijderd en de camera wordt een tijd niet gebruikt,
kunnen de fabrieksinstellingen voor datum en tijd hersteld worden.
$ Opmerkingen
• U kunt de tijd synchroniseren door op Q te drukken bij een tijdsignaal van 0 seconden
tijdens het instellen van [min].
NL
17
2
B
Fotograferen
Informatieweergave tijdens het fotograferen
Monitorbeeld tijdens opname
2
Fotograferen
E
D
C
B
A
z
y
x
w
1
S-AFS-AF
ISO-A
400
-
2,0-2,0
P
32654970ab
RC
Wi-Fi
FP
AEL
250250 F5.6
BKT
FPS
8
+
2,0+2,0
dc
off
28
mm
S-IS AUTOS-IS AUTO
e
1
TO
TO
f
WB
WBWBWB
g
AUTO
AUTOAUTOAUTO
OOO
O
h
4:3
L
N
FHD
F
+7+7
-3-3
60p
01:02:0301:02:03
10231023
i
j
k
l
m
3
N
F
v
u
1 Schrijfaanduiding kaart ................Blz. 14
2 Draadloze LAN-verbinding..Blz. 116 - 121
3 Super FP fl itser ..........................Blz. 133
K Tijdcode .....................................Blz. 107
J
28
mm
01:02:0301:02:03
M-ISM-IS
PP
FHD
2
1
H
I
F
60p
Fotograferen
NL
19
Overschakelen tussen weergaven
Wisselen tussen opname met live view en opname met de zoeker
Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemethodes: fotograferen met de zoeker
en fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de knop u om
tussen de opnamemethodes te wisselen.
2
Fotograferen
Fotograferen met live view
Monitor
Wi-Fi
ISO-A
200
F5.6
250250
Live view-weergave
Q
Cursor
Aanbevolen ISO
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
P
250250 F5.6
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties op
de knop Q drukt, verschijnt
er een cursor op het LV
superbedieningspaneel.
Raak de functie aan die
u wilt instellen.
u
-knop
Zoeker
Wordt automatisch
S-IS AUTOS-IS AUTO
j
L
N
FHD
60P
01:02:0301:02:03
0,00,0
4:3
i
AEL/AFL
3838
NORM
U
01:02:0301:02:03
10231023
ingeschakeld wanneer u de
zoeker naar uw oog brengt.
Wanneer de zoeker oplicht,
schakelt de monitor uit.
F
250F5.6 0,00,0
Als de display in de zoeker er wazig uitziet
Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar
tot de weergave is scherpgesteld.
01:02:03
ISO-A
ISO-A
ee
200
200
1023
Fotograferen met
de zoeker
Monitor
Gaat branden wanneer
u uw oog weg van de
zoeker beweegt.
Wi-Fi
2014.01.01
ISO
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
Live view-weergave
RR
WB
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
$ Opmerkingen
• Druk op de knop INFO om de informatie te kiezen die tijdens het fotograferen
wordt weergegeven. (Blz.21)
• De zoeker schakelt niet in als de monitor gekanteld is.
20
NL
De informatieweergave omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de opname op de monitor verschijnt wijzigen via
de INFO-knop.
INFOINFO
Histogramweergave
Weergave van een histogram dat de verdeling
van de helderheid in het beeld laat zien.
De horizontale as toont de helderheid en de
verticale as het aantal pixels bij elke helderheid
in het beeld. Delen boven de bovengrens worden
rood weergegeven, delen onder de ondergrens
worden blauw weergegeven, en het deel dat met
spotmeting is gemeten wordt groen weergegeven.
Niveaumeterweergave
Geef de stand van de camera op. De stand voor “kantelen“ wordt aangegeven op de verticale
balk en de stand voor “horizon“ wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik de indicatie
op de waterpas als richtlijn.
Wi-Fi
ISO-A
200
0,0
0,0
250250 F5.6
Informatieweergave
aan
ISO-A
200
0,00,0
P
F5.6
250250
Aangepast scherm 2
01:02:0301:02:03
01:02:0301:02:03
S-IS AUTO S-IS AUTO
S-IS AUTO S-IS AUTO
INFO
L
N
FHD
F
60p
3838
Alleen beeld
INFO
3838
Wi-Fi
ISO-A
200
P
250250 F5.6
S-IS AUTO S-IS AUTO
L
N
FHD
F
60p
01:02:0301:02:03
0,0
3838
Aangepaste weergave 1
Meer
Minder
DonkerHelder
2
Fotograferen
NL
21
Stilstaande beelden opnemen
Gebruik de functieknop om de opnamemodus
te selecteren en neem de foto.
2
Fotograferen
Typen opnamefuncties
Zie hierna voor het gebruik van de verschillende opnamefuncties.
A ................ Blz. 24
SCN ................. Blz. 26
ART ................. Blz. 28
Draai de functieknop om een modus te kiezen.
1
Stel de camera in en bepaal
2
de compositie.
• Let op dat uw vingers of de
camerariem niet in de weg zitten
van de lens of de AF-verlichting.
J ...................... Blz. 30
P ....................... Blz. 32
A ...................... Blz. 33
AanduidingPictogram van
de stand
S ....................... Blz. 34
M ...................... Blz. 35
n ..................... Blz. 38
Modus LandschapModus Portret
22
NL
Stel scherp.
3
• Geef het motie in het midden van de monitor weer en druk zacht op de ontspanknop
tot in de eerste positie (druk de ontspanknop half in).
Het bevestigingsteken voor AF (() wordt weergegeven en er verschijnt een groen
kader (AF-doel) om de scherpgestelde zone heen.
AF-bevestigingsteken
Wi-Fi
ISO-A
200
Druk de
ontspanknop half in.
250250 F5.6
AF-doel
• Als het AF-bevestigingsteken knippert, is het motief niet scherpgesteld. (Blz. 138 )
Laat de ontspanknop los.
4
• Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
• Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
• Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
$ Opmerkingen
• U kunt scherpstellen en fotograferen met aanraakbediening.
g“Fotograferen met aanraakschermfuncties“ (Blz. 37)
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste
positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop
volledig indrukken tot
aan de tweede positie
heet “de ontspanknop
helemaal indrukken“.
Half indrukken
Helemaal
indrukken
mm
01:02:0301:02:03
Fotograferen
3838
28
2
NL
23
Modus iAUTO gebruiken
Een volautomatische modus waarbij de camera automatisch de instellingen
optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor
beginners. Mogelijk kunt u niet alle opties wijzigen.
Live uitleg gebruiken
Live uitleg maakt het gemakkelijk om diverse geavanceerde fototechnieken op te roepen.
2
Fotograferen
Stel de functieknop in op A.
1
Raak het tabblad aan om de live uitleg weer te geven.
2
• Tik op een item in de uitleg en druk op Q na selectie om de schuif van de niveaubalk
weer te geven.
Wi-Fi
ISO-A
200
Tabblad
Wijzig kleurverzadiging
Uitlegitem
250250
F5.6
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
3
verplaatsen.
• Tik op a om de instellingen te openen.
• Om de live uitleg-instelling te annuleren,
tikt u op k op het scherm.
• Als [Fototips] is geselecteerd, selecteert u een item
en raakt u a aan om een beschrijving te openen.
• Het effect van het geselecteerde niveau is
zichtbaar op het display. Als [Vervaag achtergrond]
of [Laat beweging zien] geselecteerd is, keert
het display terug naar de normale weergave,
maar het geselecteerde effect is zichtbaar
in de uiteindelijke foto.
Herhaal de stappen 2 en 3 om meerdere
4
onderwerpen voor live uitleg in te stellen.
• Een vinkje verschijnt bij de onderwerpen voor
live uitleg die reeds zijn ingesteld.
01:02:0301:02:03
3838
Niveaubalk / selectie
Helder en levendig
0
Vlak en muted
Wijzig kleurverzadiging
24
NL
Neem een foto.
5
• Om de live uitleg te annuleren, drukt u op de MENU-knop.
Let op
• [Vervaag achtergrond] en [Laat beweging zien] kunnen niet tegelijk worden ingesteld.
• Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW].
• De live uitleg-instellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
• Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de live uitleg.
• Wijzigingen aan de instelniveaus van de live uitleg zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor.
• De beeldsnelheid daalt wanneer [Wazige beweging] is geselecteerd.
• De fl itser kan niet worden gebruikt met de live uitleg.
• Wanneer u live uitleg-instellingen doorvoert die de limieten van de belichtingsmeters van
de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
2
Fotograferen
NL
25
Opnemen met een sceneprogramma
Selecteer een scène die past bij het motief.
Draai de functieknop naar SCN.
1
• Een scènemenu wordt weergegeven. Selecteer een
scène met de pendelknop (FG).
• In het scherm met het scènemenu drukt u op I om
2
Fotograferen
details van het scèneprogramma weer te geven op
de cameramonitor.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het scènemenu
te verlaten.
Soorten scèneprogramma's
O Portret
P e-Portret
L Landschapq Dbs-modusfn Fisheye-effect
K Landschap+Portret
J
Sportr Natuur Macromn Macro
i
StarlightQ KaarslichtT 3D-foto
G AvondsceneR ZonsondergangJ Pannen
U Avond+PortretT Documenten
G
Kinderens Panorama (Blz. 27 )
Neem een foto.
2
• Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het scènemenu weer te geven.
Let op
• Om de voordelen van de scèneprogramma's maximaal te benutten, zijn enkele
instellingen van opnamefuncties gedeactiveerd.
• In de modus [e-Portret] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en een
tweede beeld waarop de [e-Portret]-effecten werden toegepast. De opname kan enige tijd
in beslag nemen. Wanneer de beeldkwaliteit bovendien is ingesteld op [RAW], wordt het
beeld opgenomen in RAW+JPEG-formaat.
• [n Fisheye-effect], [n Groothoek] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met optionele
voorzetlenzen.
• Films kunnen niet worden opgenomen in de modus [e-Portret], [Starlight], [Panorama] of
[3D-foto].
• In [Starlight] worden 8 foto's tegelijk gemaakt die gecombineerd worden. Wanneer de
beeldkwaliteit is ingesteld op de modus [RAW], wordt het beeld gecombineerd met de
eerste RAW-foto en opgenomen in RAW+JPEG.
H
High-key
I
Low-keyg Strand & Sneeuw
J
Macrown Groothoek
(
1
Vuurwerk
Staand
26
NL
• [3D-foto] is onderhevig aan de volgende beperkingen.
[3D-foto] kan enkel worden gebruikt met een 3D-lens.
De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden in 3D weer te geven.
Gebruik een apparaat dat 3D-weergave ondersteunt.
De scherpstelling is vergrendeld. Bovendien kunnen ook de fl itser en de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
De resolutie ligt vast op 1824 × 1024.
RAW-fotografi e is niet beschikbaar.
De beelddekking is niet 100%.
• Bij [Pannen] wordt de beweging van de camera gedetecteerd en wordt de optimale
sluitersnelheid geregeld bij het verplaatsen van de camera om een bewegend motief te volgen.
Dat is handig bij het fotograferen van bewegende motieven alsof de achtergrond stroomt.
Bij [Pannen] wordt J weergegeven tijdens het pannen en I als geen beweging
gedetecteerd is.
Schakel bij gebruik van een lens met een schakelaar voor beeldstabilisator deze
beeldstabilisator uit als [Pannen] wordt gebruikt.
Goede pan-effecten zijn niet altijd mogelijk als het erg licht is. Gebruik een in de winkel
verkrijgbaar ND-fi lter om de effecten gemakkelijker te verkrijgen.
Panorama's fotograferen
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken om
beelden samen te voegen tot een panorama.
g “De camera aansluiten op een computer“ (Blz. 122)
Selecteer [Panorama] in SCN en druk op Q.
1
Kies een panrichting met FGHI.
2
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen om
3
de foto te kadreren.
• De scherpstelling, belichting en andere instellingen worden
vergrendeld op de waardes van de eerste opname.
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
4
overlappen met de voorgaande foto.
M
250250
F5.638
2
Fotograferen
M
250250 F5.638
• Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
5
Let op
• Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning is gemaakt
niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar binnen de
frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in de beelden
als leidraad.
[ 2 ]
AfsluitenAfsluiten
[ 3 ]
$ Opmerkingen
• Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het scèneprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken,
stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
NL
27
Creatieve fi lters gebruiken
Met Creatieve fi lters kunt u veel plezier beleven met artistieke effecten.
Soorten creatieve fi lters
j
k
2
Fotograferen
l
m
n
o
s
t
u
v
Y
Z
G
H
u
Pop-art
Soft-focus
Bleke/lichte
kleur
Lichte tonen
Korrelige fi lm
Pinhole
Diorama
Cross-process
Zacht sepia
Dramatische
toon
Sleutellijn
Aquarel
Vintage
Gedeeltelijke
kleur
ART BKT
(Creatieve fi lter
Bracket)
Maakt een foto die de schoonheid van kleuren benadrukt.
Maakt een afbeelding die een atmosfeer met een zachte tint
weergeeft.
Maakt een foto die warm licht uitdrukt door het algemene licht
te verspreiden en het beeld iets te overbelichten.
Maakt een kwaliteitsafbeelding door zowel schaduwen als
overbelichte delen te verzachten.
Maakt een foto die de ruwheid van zwart/wit foto's weergeeft.
Maakt een foto die er uitziet alsof hij is genomen met een
oude of speelgoedcamera door de rand te verduisteren.
Maakt een miniatuur-achtige foto door verzadiging en contrast
te benadrukken, en door gebieden buiten het scherptegebied
te vervagen.
Maakt een foto die een surrealistische sfeer schept. Crossprocess II maakt een foto die de nadruk legt op magenta.
Maakt een foto van hoge kwaliteit door schaduwen weg te
drukken en het algehele beeld te verzachten.
Maakt een foto die het verschil benadrukt tussen licht en
donker door het contrast gedeeltelijk te verhogen.
Maakt een foto die randen benadrukt en voegt een
illustratieve stijl toe.
Maakt een zachte, heldere foto door donkere gebieden
te verwijderen, bleke kleuren op een wit canvas samen te
voegen en contouren verder te verzachten.
Drukt een alledaagse foto uit in een nostalgische vintage-tint
met gedrukte fi lmverkleuring en vervaging.
Benadrukt een motief op indrukwekkende wijze door kleuren
te extraheren die u wilt benadrukken en al het andere
monotoon te houden.
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, maakt de
camera kopieën voor alle geselecteerde creatieve fi lters..
28
NL
Draai de functieknop naar ART.
1
• Een menu met kunstfi lters wordt weergegeven.
Selecteer een fi lter met de pendelknop (FG).
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het creatieve
fi ltermenu te verlaten.
Neem een foto.
2
• Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het creatieve fi ltermenu weer te
geven.
Pop-art
1
ART-bracketing
Bij één opname worden de beelden opgenomen voor elke geselecteerd creatieve fi lter.
Druk op I om fi lters te kiezen.
Kunsteffecten
Creatieve fi lters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door
in het creatieve fi ltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven.
Filters aanpassen
Optie I is de originele fi lter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de
originele fi lter aanpassen.
* De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde fi lter.
Let op
• Om de voordelen van de creatieve fi lters maximaal te benutten, zijn enkele instellingen
van opnamefuncties gedeactiveerd.
• Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. Het creatieve fi lter wordt alleen toegepast op de
JPEG-kopie.
• Afhankelijk van het motief kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect minder
goed merkbaar zijn of kan het beeld “korreliger“ worden.
• Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen van fi lms.
• De weergave is afhankelijk van de gebruikte fi lters, effecten of instellingen voor de
fi lmkwaliteit.
Gedeeltelijke kleurenfoto's instellen en maken
U kunt foto's maken die alleen de kleuren extraheren welke
u hebt geselecteerd met de kleurenring.
Draai aan de voorste (r) of achterste (o) regelaar om een kleur
te extraheren. De effecten worden weergegeven op de monitor.
Als u na het fotograferen de geëxtraheerde kleur wilt wijzigen,
draait u aan de voorste (r) of achterste (o) regelaar om de
kleurenring weer te geven.
KLEUR
2
Fotograferen
NL
29
PHOTO STORY gebruiken
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO
STORY is geselecteerd.
Draai de functieknop naar J.
1
• Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven.
A: Standaard
2
Fotograferen
B: Snelheid
C: In-/uitzoomen
D: Layout
F: Leuke kaders
Q: Lopend werk
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
2
• U kunt een gedetailleerd scherm openen waar u met I de variatie of het aantal frames
kiest.
• U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen
kiezen. U kunt ook de hoogte-/breedteverhouding, het deelpatroon en het kadereffect
van afzonderlijke beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
Druk op I en gebruik FG om de variatie te wijzigen.
E
Oorspronkelijke PHOTO STORY
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
F G H
oorspronkelijke PHOTO STORY.
Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk
PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
• U kunt de framekleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
• Elk thema en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
Druk op Q als u klaar bent met de instelling.
3
• De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-weergave.
• Het motief van het huidige frame wordt weergegeven.
• Raak een willekeurig frame zonder beeld aan om dat frame in te stellen als het huidige
frame.
• Druk op de knop MENU om het thema te veranderen.
Neem een foto voor het eerste frame.
4
• De foto die u hebt genomen, wordt in het eerste frame
weergegeven.
ISO-A
200
1
Standaard1
2
3
4
1
10231023
0,0
0,0
F5.0
250250
• Om met fotograferen te stoppen voordat u alle beelden hebt vastgelegd, drukt u kop
de knop MENU en selecteert u een optie voor het opslaan van de foto's.
[Opslaan]: Sla foto's op een SD-kaart op en stop met fotograferen.
[Later afmaken]: Sla foto's op een SD-kaart op en stop tijdelijk met fotograferen.
Opgeslagen gegevens kunnen later worden opgehaald en het
fotograferen kan later worden hervat. (Blz. 31 )
[Weggooien]: De opname stoppen zonder de beelden op te slaan.
30
NL
Loading...
+ 142 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.