Direzione e coordinamento di Telecom Italia S. p. A.
Via Jervis, 77 - 10015 IVREA (TO)
ITALY
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze
handleiding beschreven product aan te brengen.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de Raad 98/482/EG voor pan-Europese aansluiting van
enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN).
Gezien de verschillen tussen de individuele netwerken in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op
zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt. Neem bij
problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
De fabrikant verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat dit product in
overeenstemming is met hetgeen bepaald door de richtlijn 1999/05/CE (de
volledige verklaring vindt u op de site www.olivettioffice.com, door vervolgens
"support", "Certifications" te selecteren en het product te kiezen).
De overeenstemming wordt aangegeven door het aanbrengen van het merk
op het product.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland
en Noorwegen.
De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van specifieke nationale softwareparameters die
overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op
andere dan EC PSTN netwerken contact op met het technische servicecentrum in uw land.
Gelieve rekening te houden met het feit dat in de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals
de productkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
•verkeerde elektrische stroomvoorziening;
•verkeerde installatie; verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening wordt gehouden met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
•vervanging van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door de
constructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het toestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de
elektrische voeding van het toestel uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
I
NHOUDSOPGAVE
-
EERSTE DEEL
V
OOR HET GEBRUIK
OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING ...................... I
OVER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID ............................................ I
AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID .................................... I
OVER INSTALLATIE- EN INSTELLINGSPARAMETERS ................ I
K
ENNISMAKING MET HET
FAXTOESTEL
BEDIENINGSPANEEL ................................................................... II
COMPONENTEN ......................................................................... IV
M
ETEEN AAN DE SLAG
INHOUD VAN DE VERPAKKINGV
I
II
V
ONTVANGENXIII
KIEZEN VAN DE ONTVANGSTMODUS ..................................... XIII
MANUELE ONTVANGST............................................................ XIII
ONTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT .............................. XIV
ONTVANGST IN DE MODUS "TEL./FAX" .................................. XIV
GEBRUIK VAN DE TELEFOONXV
OPBELLEN VIA DE ONE-TOUCH-TOETSEN ............................. XV
OPBELLEN VIA DE SNELKIESCODES ....................................... XV
OPBELLEN DOOR ZOEKEN IN HET ADRESBOEK ....................XV
EEN VAN DE LAATSTE 20 BINNENGEKOMEN NUMMERS
OF EEN VAN DE LAATSTE 10 GESELECTEERDE NUMMERS
OPVRAGEN ............................................................................... XVI
KOPIËRENXVI
WELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN ............................ XVI
KOPIËREN ................................................................................. XVI
INSTALLATIEOMGEVINGV
AANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP
HET VOEDINGSNETV
INSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS
(ONMISBAAR VOOR DE CORRECTE WERKING
VAN HET FAXTOESTEL)VI
DE TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND INSTELLEN ................ VI
DATUM EN TIJD INSTELLEN ..................................................... VII
DATUM EN TIJD WIJZIGEN ....................................................... VIII
NU ONTBREKEN UW NAAM EN FAXNUMMER NOG ............... VIII
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIKX
VERZENDENXII
WELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN .......................... XII
EEN DOCUMENT VERZENDEN ................................................ XIII
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN ............................ XIII
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN ............ XIII
V
O
VER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING
In deze handleiding worden meerdere modellen van het faxtoestel
beschreven die onderling hierin verschillen dat zij al of niet een
ingebouwd antwoordapparaat hebben.
In onderstaande beschrijving worden daarom bij verschillen in de
modellen steeds de aanwijzingen "Basismodellen" en "Modellenmet ingebouwd antwoordapparaat" gegeven.
De handleiding is bij uitzondering in twee delen onderverdeeld: in
het eerste deel "Kennismaking met het faxtoestel" en "Meteen
aan de slag" vindt u een beknopte beschrijving van het faxapparaat,
zodat u het direct kunt installeren en gebruiken, zij het met een
minimum van zijn mogelijkheden.
Na deze eerste fase, kunt u het tweede deel van de handleiding
raadplegen. Dit biedt u een diepgaander overzicht van het
faxapparaat en van zijn talrijke functies.
O
VER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID
Doe het faxtoestel nooit weg samen met het huisafval. Informeer bij
uw gemeente naar de mogelijkheden voor een correcte milieuvriendelijke afvoer. Houd u altijd aan de geldende regels.
De kartonnen verpakking, het plastic van de verpakking en de onderdelen van het faxtoestel kunnen gerecycled worden volgens de
voorschriften die in uw land op het gebied van recycling gelden.
A
ANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID
S
CHOKGEVAAR
•Probeer nooit het faxtoestel zelf te repareren indien u daarvoor
geen speciale opleiding hebt genoten; wanneer u de behuizing
verwijdert, riskeert u een elektrische schok of andere verwondingen. Neem dus geen risico’s en roep er een gekwalificeerde
onderhoudstechnicus bij.
•In geval van onweer wordt aangeraden het apparaat zowel
van het stopcontact als van de telefoonlijn af te koppelen
om mogelijke beschadiging ervan door een elektrische
ontlading te voorkomen.
•Giet nooit vloeistoffen op het faxtoestel en voorkom dat het aan
vocht wordt blootgesteld. Indien er vloeistoffen in het faxtoestel zijn
gedrongen, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken en
ook de telefoonlijn afkoppelen. Laat het apparaat door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus repareren alvorens het weer
te gebruiken.
•Gebruik het faxtoestel niet wanneer het aan weersinvloeden is
blootgesteld.
•Sluit het faxtoestel uitsluitend aan op en stopcontact dat aan de
normen voldoet.
•Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
•Raak de elektrische voedingskabel of de stekker nooit met natte
handen aan.
•Zorg ervoor dat de elektrische voedingskabel niet gevouwen of
platgedrukt wordt. Houd hem op afstand van warmtebronnen.
•Alvorens reinigingswerkzaamheden uit te voeren, het faxtoestel
van het stopcontact afkoppelen.
•Controleer, alvorens het faxtoestel te gebruiken, of het niet beschadigd of gevallen is. Laat het in dat geval controleren door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
ERSTIKKINGSGEVAAR
•Het faxtoestel en de accessoires zijn in plastic verpakt. Laat kinderen dus niet zonder toezicht met het verpakkingsmateriaal spelen.
B
RANDGEVAAR
•Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker
uit het stopcontact om schade door eventuele storingen of
spanningsstoten te voorkomen.
O
•Plaats het faxtoestel op een vlakke en stabiele ondergrond, vrij
van trillingen, zodat het niet kan vallen; een val zou u of anderen
kunnen verwonden en het toestel kunnen beschadigen.
•Leg het stroomsnoer zo dat niemand erop kan trappen of erover
kan struikelen.
•Laat nooit toe dat kinderen het faxtoestel zonder toezicht gebruiken of ermee spelen.
A
ANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
•Houd het toestel uit de buurt van water, damp en hevige warmtebronnen. Plaats het niet in een stoffige omgeving en stel het ook
niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
•Omring het toestel niet met boeken, documenten of voorwerpen
die de ventilatieruimte beperken.
•Gebruik het faxtoestel alleen bij een omgevingstemperatuur tussen de 5°C en 35°C met een relatieve vochtigheidsgraad tussen
de 15% en 85%.
•Plaats het toestel op een veilige afstand van elektrische of elektronische apparaten zoals radio’s, TV’s e.d., die storingen kunnen
veroorzaken.
•In geval van spanningsval of stroomonderbreking kunt u geen
telefoonoproepen maken of ontvangen, omdat het toetsenbord
wordt uitgeschakeld.
•Wanneer het echter absoluut noodzakelijk is in deze omstandigheden een telefoonoproep uit te voeren moet u een noodtelefoon
van een goedgekeurd type gebruiken die u (in landen waar dit is
toegestaan) direct op het faxtoestel of direct op het telefoonstopcontact kunt aansluiten.
•Laat voldoende ruimte vrij voor de uitvoeropening aan de voorzijde voor de originele verzonden of gekopieerde documenten,
zodat deze niet op de vloer vallen.
G
Het faxtoestel is bestemd voor het verzenden en ontvangen van
originele documenten en het fotokopieren van papieren documenten. Het apparaat kan tevens als telefoon worden gebruikt. Elk ander
gebruik moet als oneigenlijk worden beschouwd. Het mag met name
nooit direct op een ISDN-lijn worden aangesloten. In dat geval komt
de garantie te vervallen.
O
INSTELLINGSPARAMETERS
Op nationaal vlak kunnen de standaard waarden voor elke installatie- en instellingsparameter variëren naargelang de vereisten of de
specifieke behoeften van de gebruiker. Daarom zijn deze instellingen
niet altijd identiek aan de instellingen die in de handleiding zijn vermeld. We raden u dan ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen
aanbrengt.
V
NGEVALRISICO
EBRUIKSBESTEMMING
VER INSTALLATIE- EN
OOR HET GEBRUIK
I
K
ENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
B
EDIENINGSPANEEL
De specifieke toetsen van de modellen met ingebouwd antwoordapparaat zijn beschreven onder de titel “
ANTWOORDAPPARAAT
Display
LCD met twee regels van maximaal 16 tekens per regel.
Geeft instructieberichten en foutmeldingen weer.
“.
"Fouten-led"
Signaleert een storing tijdens verzending of
ontvangst.
•
Na indrukken van de toets , wordt het
luidsprekervolume geleidelijk tot het maximum
verhoogd om dan weer te beginnen bij het
minimumniveau.
Knippert: er zijn documenten in het geheugen aanwezig
die nog niet werden afgedrukt.
Uit: het geheugen is leeg.
A
LLEEN MODELLEN MET INGEBOUWD ANTWOORDAPPARAAT
Aan: er zijn reeds beluisterde boodschappen of memo’s
in het geheugen aanwezig.
Knippert: er zijn af te drukken documenten, nieuwe
boodschappen of memo’s in het geheugen aanwezig.
Uit: het geheugen is leeg.
•
Vormen van het fax- of telefoonnummer.
•
Automatisch selecteren, bij langer dan een seconde ingedrukt houden, van het eraan toegewezen telefoon- of
faxnummer (nadat dit geprogrammeerd is) (‘one-touch’
kiesfunctie).
•
Instellen van numerieke gegevens.
•
Selecteren van cijfers en alfanumerieke tekens tijdens
het instellen van nummers en namen.
ALLEEN MODELLEN MET INGEBOUWD
•
•
Voor het "vooruit" en "achteruit" kiezen van de waarden van een parameter.
•
Voor het naar "rechts" en "links" verplaatsen van de
cursor tijdens de instelling van nummers en namen.
A
LLEEN MODELLEN MET INGEBOUWD ANTWOORDAPPARAAT
•
Hiermee kunnen de functies van het antwoordapparaat
worden ingesteld. Zie beschrijving in het betreffende
hoofdstuk.
Met de hoorn van de haak, om toegang te
krijgen tot de speciale functies die het
telefoonbedrijf biedt, algemeen bekend als
REGISTER RECALL (R-functie).
Zenden bij toonkiesmodus een toon in
de lijn voor speciale telefoondiensten.
•
Voor het selecteren van de "vorige"
en "volgende" speciale tekens en
symbolen tijdens het instellen van
namen.
II
B
EDIENINGSPANEEL
K
ENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
•Stemt de resolutie af op de te verzenden en te kopiëren
documenten (alleen met het document in de automatische
invoer (ADF) of in de handmatige invoer).
•Voor tijdelijke onderbreking van de verbinding (met de
hoorn van de haak).
•Gevolgd door twee numerieke toet-
•Annuleert verkeerde instellingen.
sen (01-50) selecteert deze toets automatisch (na programmering) het eraan toegewezen telefoon- of
faxnummer.
•Last een pauze in tijdens het direct vormen
van het telefoon- of faxnummer.
•Weergave van de laatste 10 geselecteerde
fax- of telefoonnummers (uitgaande oproe-pen) of van de laatste 20 onbeantwoorde
nummers (binnenkomende oproepen),
onafhankelijk van de aanwezigheid van een
document in de ADF of in de handinvoer.
•Voert een document uit de automatische invoer (ADF)
of handinvoer uit.
•Schakelt de LED "
•Plaatst het faxtoestel opnieuw in de standby-modus.
•Onderbreekt het programmeren, een verzending,
een ontvangst of het kopiëren.
" uit.
•Start de ontvangst van een document.
•Start de verzending van het document nadat het
faxnummer is gevormd (alleen met het document in de
automatische invoer (ADF) of in de handmatige invoer).
•Bevestigt de selectie van menu’s en submenu’s, parameters en betreffende waarden en gaat over naar de
volgende procedure.
•Starten van het kopiëren (alleen met het document in
de automatische invoer (ADF) of in de handmatige
invoer).
•
Geeft toegang tot de programmeermodus.
•
Selecteert menu’s en submenu’s.
Hiermee kan men de lijn nemen om een telefoon- of
faxnummer kiezen zonder de hoorn op te nemen.
III
K
ENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
C
OMPONENTEN
In de figuur worden de externe en interne onderdelen getoond die de verschillende modellen van het faxtoestel gemeenschappelijk hebben.
V
ERLENGSTUK PAPIERSTEUN
A
ANSLUITBUSSEN
P
APIERINVOER VOOR STANDAARD PAPIER
Maximumcapaciteit: 40 vel van 80 gr/m
A
UTOMATISCHE INVOER VOOR TE VERZENDEN EN
KOPIËREN ORIGINELE DOCUMENTEN (ADF
TE
M
AXIMUMCAPACITEIT: TOT
T
ELEFOONHOORN
(
ASF
2
5
.
VEL A
)
)
4
L
UIDSPREKER
U
ITGANG VOOR ORIGINELE EN ONTVANGEN OF GEKOPIEERDE DOCUMENTEN
E
XTRA HANDMATIGE INVOER VOOR
BIJZONDERE
OF
M
P
DOCUMENTEN DIE VERZONDEN
GEKOPIEERD MOETEN WORDEN
AXIMUMCAPACITEIT
O
PTISCHE SCANNER
RINTKOPCOMPARTIMENT
: 1
VEL TEGELIJK
B
EDIENINGSPANEEL
D
ISPLAY
Weergave, op twee regels van elk 16
tekens: Datum en tijd, menu-items, foutberichten, resolutie- en contrastwaarden.
T
YPEPLAATJE MACHINE
(
ZIE ONDERZIJDE
)
IV
M
ETEEN AAN DE SLAG
In dit gedeelte, zoals reeds gezegd, vindt u een basisbeschrijving van het faxtoestel, met de procedures voor het installeren en direct gebruiken
van het faxtoestel, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden. Voor een optimaal gebruik van het faxtoestel, kunt u de specifiekehoofdstukken raadplegen.
Aangezien dit gedeelte zo is samengesteld dat het u geleidelijk en systematisch vertrouwd maakt met het faxtoestel, kunt u het beste de
onderwerpen doornemen in de volgorde waarin zij hieronder worden behandeld.
INHOUDVAN DEVERPAKKING
Behalve het faxtoestel en deze handleiding vindt u het volgende in
de verpakking:
•Verlengstuk papiersteun.
•Telefoonsnoer.
•Snoer voor aansluiting op het elektriciteitsnet.
•Telefoonstekker (indien voorzien).
•Verpakking met een eerste monochromatische printkop in dotatie.
•Telefoonhoorn.
•Informatie voor after-sales service.
BELANGRIJK
Bij gebruik van niet-originele printkoppen komt de garantie van het
product te vervallen.
INSTALLATIEOMGEVING
Plaats het faxtoestel op een stevige ondergrond. Zorg ervoor dat rond het apparaat voldoende ventilatieruimte vrij blijft.
Houd het toestel op afstand van sterke warmtebronnen, van stoffige en vochtige plaatsen. Stel het ook niet bloot aan direct zonlicht.
AANSLUITINGOPHETTELEFOONNETENOPHETVOEDINGSNET
Het faxtoestel aansluiten op de telefoonlijn
BELANGRIJK
Het faxtoestel is ingesteld om te worden aange-
sloten op het openbare telefoonnet. Indien u het
op een privé-lijn wilt aansluiten, raadpleeg dan
"Configuratie voor de kenmerken van de
telefoonlijn".
De telefoonhoorn aansluiten
BA
V
M
ETEEN AAN DE SLAG
In geval van spanningsval of stroomonderbreking kan het nuttig zijn een noodtelefoon te gebruiken.
BELANGRIJK
Om de noodtelefoon direct op het faxtoestel aan te
sluiten moet u het afdekplaatje van de aansluiting op
de buitenlijn verwijderen en de stekker van de noodtelefoon in deze aansluitbus steken (zie de figuur
hiernaast).
In landen waar dit type aansluiting niet is toegestaan
(bijvoorbeeld Duitsland en Oostenrijk), moet u de
noodtelefoon direct op het telefoonstopcontact aansluiten.
Het faxtoestel op het voedingsnet aansluiten
De stekker van de voedingskabel kan van land tot
land verschillen.
Installeer de printkop niet alvorens het faxtoestel op
het stroomnet te hebben aangesloten.
INSTELLINGVA NENKELEPARAMETERS
Wanneer het faxtoestel eenmaal op het voedingsnet is aangesloten,
voert het automatisch een korte test uit om te controleren of alle componenten correct werken, en daarna kan het volgende op het display
verschijnen:
-de taal waarin de berichten zullen worden weergegeven
of
-het bericht "AUTOMAT. 00" ("AUTOMAT." bij de basismodellen)
en afwisselend op de tweede regel "DATUM/TIJD INST." en
"BEKIJK PRINTKOP".
In het eerste geval kan het faxtoestel pas correct werken nadat u de taal
en het land van gebruik heeft ingesteld (zie onderstaande procedure).
In het tweede geval kunt u direct overgaan naar het instellen van de
datum en tijd.
(
ONMISBAAR VOOR DE CORRECTE WERKING VAN HET FAXTOESTEL
DE
INSTELLEN
1. Om de gewenste taal te selecteren, drukt u op de toetsen:
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
BELANGRIJK
BELANGRIJK
)
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND
Op het display verschijnt de taal waarin de berichten worden weergegeven. Bijvoorbeeld:
ENGLISH
/Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
NEDERLANDS
VI
Op het display verschijnt:
LAND KIEZEN
M
ETEEN AAN DE SLAG
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt een bestemmingsland. Bijvoorbeeld:
U.K./IRELAND
4. Om het gewenste land te selecteren, drukt u op de toetsen:
/Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
HOLLAND
Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display
weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande tabel:
LANDTE SELECTEREN LAND
ArgentiniëAMERICA LATINA
AustraliëNZL/AUSTRALIA
BelgiëBELGIUM
BraziliëBRASIL
ChiliAMERICA LATINA
ChinaCHINA
ColombiaAMERICA LATINA
DenemarkenDANMARK
DuitslandDEUTSCHLAND
FinlandFINLAND
FrankrijkFRANCE
GriekenlandGREECE
IerlandU.K./IRELAND
IsraëlISRAEL
ItaliëITALIA
LuxemburgBELGIUM
MexicoAMERICA LATINA
NederlandHOLLAND
Nieuw ZeelandNZL/AUSTRALIA
NorwegenNORGE
OostenrijkÖSTERREICH
PeruAMERICA LATINA
PortugalPORTUGAL
Rest van de wereldINTERNATIONAL
SpanjeESPAÑA
Tsjechische RepubliekCZECH
TurkijeTURKEY
UKU.K./IRELAND
UruguayAMERICA LATINA
VenezuelaAMERICA LATINA
Zuid AfrikaS. AFRICA
ZwedenSVERIGE
ZwitserlandSCHWEIZ
OPMERKING
Indien u deze instellingen later wenst te wijzigen, drukt u op +
en herhaalt u de procedure vanaf het begin. Denk eraan om de
gemaakte instellingen steeds, met de toets
D
ATUM EN TIJD INSTELLEN
De eerste keer dat u het faxtoestel op het stroomnet
aansluit of elke keer dat de stroom uitvalt moet u de
datum en tijd instellen, zoals hieronder beschreven.
Wanneer de datum en tijd eenmaal zijn ingesteld, kunnen zij
altijd nog worden gewijzigd, zie "Datum en tijd wijzigen",
verderop in deze handleiding.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM : DD/MM/JJ
3. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen:
/
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
UUR : 24 U
5. Om het andere formaat te selecteren (12 uur), drukt u op de
toetsen:
/Op het display verschijnt:
UUR : 12 U
6. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DD/MM/JJ UU:MM
25-10-04 11:23
7. Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 30-10-04; 12:00), drukt
u op de toetsen:
, te bevestigen.
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om de procedure te beëindigen, drukt u op de toets:
-Telkens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar
het volgende teken.
DD/MM/JJ UU:MM
30-10-04 12:00
8. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt verplaatsen, drukt u op de toetsen:
/
9. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de volgende
toetsen te drukken:
-
VII
M
ETEEN AAN DE SLAG
10. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
De procedure voor het wijzigen van de datum en tijd is nu
voltooid. De nieuwe datum en tijd worden automatisch bijgewerkt en worden op elke verzonden pagina afgedrukt.
11. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, bij de modellen met ingebouwd
antwoordapparaat:
NU
FAXNUMMER
1. Druk op de toets
AUTOMAT. 00
Bij de basismodellen:
AUTOMAT.
En afwisselend op de onderste regel:
30-10-04 12:02 - BEKIJK PRINTKOP
Denk eraan dat de standby-modus aangeeft dat het toestel niet
actief is en dat dit de modus is waarin u programmeringen kunt uitvoeren.
OPMERKING
Indien het 12-urenformaat geselecteerd is, verschijnt de letter "p"
(post meridiem) of de letter "a" (ante meridiem) op het display. Om
van het ene formaat naar het andere te gaan gaat u als volgt te werk:
1. Plaats de cursor met de toetsen
letter.
2. Druk op de toets
3. Als u een fout gemaakt heeft of de procedure wilt onderbreken,
drukt u op de toets
.
.
/, onder de te wijzigen
2. Druk op de toets:
3. Druk op de toets
4. Druk op de toets:
5. Om de tekens van elke toets cyclisch te selecteren, drukt u
-
6. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
7. Om een aantal speciale symbolen in uw naam in te voegen,
ONTBREKEN UW NAAM EN
NOG
Wanneer ze ingesteld zijn, blijven naam (max. 16 tekens)
en nummer (max. 20 cijfers) onveranderd tot ze opnieuw
gewijzigd worden, en worden op elke door uw correspondent ontvangen pagina afgedrukt.
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
tot op het display verschijnt:
NAAM ZENDER
Op het display verschijnt:
VORM UW NAAM
op de toetsen:
/
bijv. &, drukt u op de toetsen:
D
ATUM EN TIJD WIJZIGEN
Indien de datum en de tijd op het display niet juist zijn, kunt
u beide op elk willekeurig moment wijzigen.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Volg vanaf hier de eerder beschreven procedure in "Datum en tijd instellen".
-
8. Als er foute tekens zijn, de cursor op het foute teken plaatsen door op de volgende toetsen te drukken:
/
9. Vervolgens het teken overschrijven, door op de volgende
toetsen te drukken:
-
10. Om de naam volledig te annuleren, drukt u op de toets:
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat
u als volgt te werk:
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "R" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
VIII
M
ETEEN AAN DE SLAG
11.Om de naam te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL. NUMMER
Voer nu het faxnummer in volgens onderstaande aanwijzingen:
F
AXNUMMER INSTELLEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
VORM UW NUMMER
2. Voer uw faxnummer in, drukt u op de toetsen:
-
3. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
/
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het
instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in
plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het
symbool +.
4. Om het faxnummer te bevestigen, drukt u op de toets:
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
KOPREGEL BINNEN
5. Om de andere parameter te selecteren, drukt u op de toetsen:
/Op het display verschijnt:
KOPREGEL BUITEN
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
P
LAATS VAN NAAM EN FAXNUMMER
De informatie die bovenaan op het te verzenden document
wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal
pagina's) kan als volgt door het faxtoestel van uw correspondent worden ontvangen:
- buiten de tekstzone en dus vlak onder de bovenkant van
de pagina;
of
- binnen de tekstzone en dus met een grotere bovenmarge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de
tekstzone te plaatsen.
Plaats wijzigen:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
FAX SET-UP
DATUM / TIJD
IX
M
ETEEN AAN DE SLAG
VOORBEREIDINGVOORHETGEBRUIK
Het afdrukpapier laden
AB
BELANGRIJK
Wanneer u de ASF bijvult (max. 40 vel), moet u het
'nieuwe' papier onder en niet op het 'oude' plaatsen.
Dankzij het geheugen van het faxtoestel kan het
evengoed tot een maximum van 19 pagina's ont-
vangen, ook als u het papier niet heeft bijgevuld.
De printkop plaatsen
BELANGRIJK
Met de eerste printkop in dotatie kunt u tot 80
pagina's afdrukken*. Met de printkoppen die u
vervolgens koopt, met een grotere capaciteit, kunt
u tot 450 pagina's afdrukken*.
* Op basis van de Test Chart ITU-TS n.1 (zwart-
dekking 3,8%).
A
B
X
M
ETEEN AAN DE SLAG
C
E
D
BELANGRIJK
Denk eraan dat u, nadat de eerste printkop in dotatie
is opgeraakt, alleen originele printkoppen ge-bruikt (zie de code achterin de handleiding).
Indien na installatie van de printkop opnieuw het bericht "BEKIJK PRINTKOP" op het display verschijnt,
kunt u proberen de printkop te verwijderen om hem
vervolgens opnieuw - maar met een beetje meer druk
- te installeren. Indien het bericht niet verdwijnt, de
printkop verwijderen en de elektrische contacten van
zowel de printkop als de wagen reinigen, zie "Elek-trische contacten van de printkop reinigen", in
het hoofdstuk "Onderhoud".
Nadat de printkop is geïnstalleerd, het bedieningspaneel is gesloten en de hoorn op de haak ligt,
verschijnt het bericht "NIEUWE PRINTKOP?"; "1 = JA
0 = NEE": Stel nu 1 in. Het faxtoestel start de reinigings-en controleprocedure van de spuitmonden, afgesloten door
•het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel,
•weergave op het display van het bericht: "BEKIJK
Onderzoek de printtest als volgt:
1. Controleer de schaalverdeling: als er geen onder-
:
van het onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektrische circuits van de printspuitmonden te controleren.
- een set grafische en tekstelementen, voor het
beoordelen van de printkwaliteit.
AFDRUK", "1 = UIT 0 = HERHAAL".
brekingen en geen witte horizontale lijnen in de
zwarte zones aanwezig zijn, is de printkop correct
geïnstalleerd en werkt normaal. Stel de waarde in op
1. Het faxtoestel komt in de oorspronkelijke standby-
modus terug en is klaar voor gebruik. Op het display
verschijnt het bericht:
AUTOMAT. 00
2. Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aan-
treft, de waarde 0 instellen om vooral de spuitmondreiniging te herhalen: als de nieuwe printtest nog niet
het gewenste resultaat geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Vervolgens:
• als de printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elek-
trische contacten en spuitmonden reinigen zoals
aangegeven in "Elektrische contacten van deprintkop reinigen", hoofdstuk "Onderhoud".
• als de printkwaliteit wel goed is, de waarde 1 instel-
len. Het faxtoestel keert in de oorspronkelijke
standby-modus terug en is klaar voor gebruik.
BELANGRIJK
Wanneer de inkt in de printkop bijna op is, verschijnt
op het display:
INKT BIJNA OP
Wanneer de inkt op is, verschijnt op het display:
GEEN INKT MEER!
De instructies voor het vervangen van de printkop
vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud".
30-10-04 12:10
Voor de aanschaf van nieuwe printkoppen,
wordt verwezen naar de codes achterin dezehandleiding.
XI
M
ETEEN AAN DE SLAG
VERZENDEN
Volgens onderstaande procedures kunt u het faxtoestel direct gebruiken voor eenvoudige verzendingen. Als u aan de schema's niet
genoeg heeft, kunt u altijd het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen" raadplegen waarin u een beschrijving vindt van alle
mogelijke verzendfuncties evenals andere procedures voor het nummer vormen (via one-touch-toetsen en snelkiescodes, etc.) die echter eerst
geprogrammeerd moeten worden (zie "One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren").
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Bij elk type verzending moet het origineel in de documentinvoer gestoken zijn, die automatisch (ADF) of handmatig
kan zijn.
IN DE AUTOMATISCHE INVOER (ADF)
• Breedte210 mm
• Lengte105 mm - 600 mm
• Gramsgewicht70 - 90 gr/m
Steek het origineel in de invoer met de te verzenden kant naar
onder gericht.
2
(max. 5 vel)
IN DE EXTRA HANDINVOER
• Breedte148 mm - 216 mm.
• Lengte105 mm - 600 mm
• Gramsgewicht70 - 110 gr/m2 (1 vel tegelijk)
Voer het document als volgt in:
1. Leg het document zo dat het perfect op de rechterkant van de
invoer aansluit (zie aanwijzing op de behuizing van het faxtoestel).
2. Controleer of het document tenminste drie centimeter in de invoer
wordt getrokken. Alleen dan is het document correct ingevoerd. Is
dit niet het geval, dan moet u het document verwijderen, hand-
matig of door op de toets
len.
te drukken, en de operatie herha-
XII
BELANGRIJK
Wanneer het document in een van de twee invoeren is gestoken, zal het faxtoestel, indien u binnen
ca. anderhalve minuut geen enkele operatie uitvoert, het document automatisch weer uitvoeren.
EEN
DOCUMENT VERZENDEN
M
ETEEN AAN DE SLAG
T
ELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET
Indien dit schema u niet voldoende zegt:
èè
Raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor
verzenden en ontvangen".
K
IESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
Indien dit schema u niet voldoende zegt:
èèè
Raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor
verzenden en ontvangen".
VERZENDEN
Indien dit schema u niet voldoende zegt:
èèè
Raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor
verzenden en ontvangen".
ONTVANGEN
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax worden verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de gewenste modus activeren
door onderstaande procedure te volgen: manuele ontvangst, automatische ontvangst, automatische ontvangst met oproeptype-herkenning en,
alleen voor modellen met ingebouwd antwoordapparaat, ontvangst met antwoordapparaat.
K
IEZEN VAN DE ONTVANGSTMODUS
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ONTVANGSTMODUS
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
AUTOMAT. 00
3. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "MANUELE" of "TEL./FAX", drukt u op de toetsen:
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
Om de ontvangstmodus met antwoordapparaat te activeren,
moet u eerst de UITGAANDE BOODSCHAP opnemen, zie het
hoofdstuk "Het antwoordapparaat". Nadat de uitgaande boodschap is geregistreerd, kunt u bij stap 3 van bovenstaande procedure, de optie: "AWA/FAX" weergeven en vervolgens bevestigen
met de toets
M
ANUELE ONTVANGST
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent en persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beantwoorden.
Indien dit schema u niet voldoende zegt:
OPMERKING
.
è
è
Raadpleeg dan "Ontvangen", in het hoofdstuk "Functies voor
verzenden en ontvangen".
XIII
M
ETEEN AAN DE SLAG
A
UTOMATISCHE ONTVANGST
O
NTVANGST IN DE MODUS "TEL./FAX
"
Deze modus is geschikt wanneer u afwezig bent maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de modus waarin uw faxtoestel is ingesteld.
O
NTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT
In deze ontvangstmodus ontvangt het antwoordapparaat de oproepen, registreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding
over aan het faxtoestel als de correspondent een document wil verzenden.
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt, is afhankelijk van wie hem belt en van uw aan-/afwezigheid bij ontvangst.
Het volgende schema geeft de procedure weer:
Uw toestel komt in automatische
ontvangst.
Na het geprogrammeerde aantal belsignalen.
TEL./FAX geactiveerd.
Oproep afkomstig van
FAXTOESTEL.
Oproep afkomstig van
TELEFOON.
Uw faxtoestel geeft 20 seconden lang
een geluidssignaal (standaard ingestelde waarde). Op het display verschijnt: "TELEFOONOPROEP".
De 20 seconden zijn verstreken
en u hebt de hoorn niet opgenomen.
De correspondent belde op voor
een gesprek; zodra het gesprek
beëindigd is kunt u de hoorn opleggen.
Uw faxtoestel komt in automatische ontvangst. Het wacht ca.
30 seconden om een document
ontvangen, daarna komt het vanzelf weer in de standby-modus
terug.
De correspondent vraagt of hij u
een document kan zenden.
Uw faxtoestel staat klaar voor
ontvangst.
XIV
M
ETEEN AAN DE SLAG
GEBRUIKVANDETELEFOON
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u over alle functies die een normale telefoon biedt.
Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, geactiveerd met de toets ) die toegang biedt tot speciale diensten die door de
netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
•Oproepen van een correspondent met gebruik van de geprogrammeerde snelkiesprocedures, zie hieronder "Opbellen via de one-touch-toetsen" en "Opbellen via de snelkiescodes".
•Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door indrukken van de toets
toets weer indrukt.
O
PBELLEN VIA DE ONE-TOUCH-TOETSEN
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF) of de handinvoer.
1. Druk de gewenste toets gedurende meer dan een seconde
in, bijvoorbeeld
-Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
telefoonnummer (zie "One-touch-toetsen en snelkies-
codes programmeren", in het hoofdstuk "Functies voor
verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is opgesla-
gen, wordt deze op het display weergegeven.
2. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te beginnen.
Op het display verschijnt rechts boven de duur van het
gesprek in minuten en seconden.
.
3. Om de gewenste snelkiescode, bijvoorbeeld te
-Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
O
PBELLEN DOOR ZOEKEN IN HET ADRESBOEK
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
(HOLD). U kunt het gesprek voortzetten zodra u dezelfde
vormen, drukt u op de toetsen:
telefoonnummer (zie "One-touch-toetsen en snelkies-
codes programmeren", in het hoofdstuk "Functies voor
verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is opgesla-
gen, wordt deze op het display weergegeven.
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant-
woordt, kunt u het gesprek beginnen.
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF) of de handinvoer.
Op het display verschijnt:
O
PBELLEN VIA DE SNELKIESCODES
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF) of de handinvoer.
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
AFSLUITEN A.U.B.
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en
seconden.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
CODE OF < >
AFSLUITEN A.U.B.
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en
seconden.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
CODE OF < >
3. Om het telefoonnummer of de naam te vinden van de persoon die u wilt bellen, drukt u op de toetsen:
/
4. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
XV
M
ETEEN AAN DE SLAG
EEN
VA N DE LAATSTE
NUMMERS
OF
EEN VAN DE LAATSTE
20
BINNENGEKOMEN
10
GESELECTEERDE NUMMERS OPVRAGEN
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF) of de handinvoer.
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
AFSLUITEN A.U.B.
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en
seconden.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
BINNENK.OPROEPEN
3. Om de andere beschikbare optie weer te geven,
"UITG.OPROEPEN", drukt u op de toetsen:
/
4. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om in de lijst van de laatste 20 binnenkomende oproepen
of in de lijst van de laatste 10 uitgaande oproepen het nummer of de naam te zoeken van de correspondent die u wilt
bellen, drukt u op de toetsen:
/
6. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
KOPIËREN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN
Net als bij de verzending, moet ook bij het kopiëren het origineel in de automatische documentinvoer (ADF) of de handinvoer gestoken zijn. Controleer dus alvorens een kopie te ma-
ken, of het origineel correct in één van de invoeren is gestoken en of
het voldoet aan de eerder beschreven kenmerken (zie het gedeelte
"Verzenden").
Denk er echter aan dat u bij de kopieerfunctie zowel in de automatische invoer (ADF) als in de handinvoer slechts één vel tegelijk
kunt insteken.
K
OPIËREN
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een
kopieerapparaat gebruiken. Het afdrukresultaat is afhankelijk van het type kopie dat u wilt verkrijgen "Normalekopie" of "Kopie van hoge kwaliteit" en van de waarden voor contrast en resolutie die u instelt voordat u de
kopie maakt.
-Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
• NORMAL, als het document noch te donker noch telicht is.
• LICHT, als het document bijzonder donker is.
• DONKER, als het document bijzonder licht is.
-Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:
• TEKST, als het document goed leesbare tekst of een-
• FOTO, als het document schaduw bevat.
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
2. Druk op de toets:
3. Druk op de toets:
4. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KOPIE:
/
5. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
voudige afbeeldingen bevat.
de handinvoer.
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor het
type reproductie, contrast, en resolutie: respectievelijk 100%,
NORMAL en TEKST. Bovendien wordt het ingestelde aantal
kopieën weergegeven (1).
Op het display verschijnt:
KOPIE: HOGE KWAL
NORMAL", drukt u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
XVI
ZOOM: 100%
6. Om de andere beschikbare reproductiewaarden te kiezen,
"140%", "70%" of "50%", drukt u op de toetsen:
/
7. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
M
ETEEN AAN DE SLAG
Op het display verschijnt:
CONTRAST: NORM.
8. Om de andere twee beschikbare contrastwaarden weer te
geven, "CONTRAST:LICHT" of "CONTRAST:DONKER",
drukt u op de toetsen:
/
9. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Het display geeft de waarden weer die u zojuist geselecteerd heeft. Nu hoeft u alleen nog het type reproductie te
kiezen en het gewenste aantal kopieën in te stellen:
10. Om het gewenste type resolutie te kiezen, "TEKST" of
"FOTO", drukt u op de toets:
11.Als u meer dan een kopie wilt maken (max. 9), voert u
het gewenste aantal in, door op de volgende toetsen te
drukken:
-
12. Als u een enkele kopie wilt maken, gaat u direct door naar
het volgende punt.
13. Om het kopiëren te starten, drukt u op de toets:
Het faxtoestel begint het document op te slaan. Nadat het
document is opgeslagen, wordt het kopieren gestart.
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u tweemaal op de
toets
daarna om het faxtoestel opnieuw in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen.
: eerst om het origineel uit de ADF te verwijderen, en
XVII
I
NHOUDSOPGAVE
-
TWEEDE DEEL
CONFIGURATIE VOOR DE KENMERKEN VAN DE
TELEFOONLIJN1
AANSLUITEN OP HET OPENBARE TELEFOONNET ................... 1
AANSLUITEN OP EEN PRIVÉ-LIJN (PBX) .................................... 1
Het faxtoestel is reeds ingesteld voor aansluiting op het
openbare telefoonnet. Toch moet u nog even controleren:
•of de parameter "PUBL.LIJN (PSTN)" geselecteerd is.
•of de geselecteerde kiesmodus (puls of toon) overeen-
stemt met die van de telefooncentrale die de lijn waarop
uw faxtoestel is aangesloten, beheert. Indien u niet zeker
weet welke modus u moet kiezen, vraagt u dat het beste
even aan de telefoonmaatschappij.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PUBL.LIJN (PSTN)
Indien het faxtoestel ingesteld is voor aansluiting op een
"Privé-lijn", dient u op de toetsen
aansluiting op de "openbare lijn" te selecteren. Ga anders
direct door naar punt 4.
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
/ te drukken om
PSTN KIES:TOON
Alleen in enkele landen is het mogelijk, door op de toetsen
/ te drukken, de kiesmodus puls te selecteren. In dat
geval verschijnt op het display:
PSTN KIES:PULSE
5. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
Om uw faxtoestel op een privé-lijn aan te sluiten en het ook
op een openbare lijn te kunnen gebruiken, gaat u als volgt
te werk:
•Selecteer de parameter "PRIV.LINE (PBX)".
•Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is aangesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u moet
selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-beheerder.
•Stel de buitenlijnmodus (prefix of flash) in die nodig is om
via de PBX (privé-centrale) toegang tot het openbare net
te krijgen.
•Stem de kiesmodus (puls of toon) af op de modus die dor
de telefoonmaatschappij wordt gebruikt.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PUBL.LIJN (PSTN)
4. Om de andere beschikbare optie weer te geven, drukt u op
de toetsen:
/Op het display verschijnt:
PRIV.LINE (PBX)
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PBX KIES:TOON
6. Om de andere kiesmodus weer te geven, drukt u op de
toetsen:
/Op het display verschijnt:
PBX KIES:PULSE
7. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
EXT.LIJN:PREFIX
8. Om de andere beschikbare optie weer te geven, drukt u op
de toetsen:
/Op het display verschijnt:
EXT.LIJN:FLASH
9. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PSTN KIES:TOON
1
11.Om de andere kiesmodus weer te geven, drukt u op de
toetsen:
/Op het display verschijnt:
PSTN KIES:PULSE
12. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
13. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Indien u de uitgangsmodus "EXT.LIJN:FLASH" heeft bevestigd, moet
u om van de privé-lijn toegang te krijgen tot het openbare net, op de
toets
display verschijnt een "E" (external).
Als het faxtoestel is ingesteld op de pulskiesmodus en u wilt het instellen op de toonkiesmodus gaat u als volgt te werk:
Druk vóór het vormen van het fax- of telefoonnummer op de toets
drukken voor u het telefoon- of faxnummer vormt. Op het
U
WILT DE KIESMODUS TIJDELIJK WIJZIGEN
, om de kiesmodus tijdelijk te wijzigen.
Na afloop van de transactie herstelt het faxtoestel altijd de kiesmodus
waarop het is ingesteld.
2
F
UNCTIES VOOR VERZENDEN EN ONTVANGEN
V
ERZENDEN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Afmetingen
IN DE AUTOMATISCHE INVOER (ADF)
• Breedte210 mm
• Lengte105 mm - 600 mm
• Gramsgewicht70 - 90 gr/m2 (max. 5 vel)
IN DE EXTRA HANDINVOER
• Breedte148 mm - 216 mm
• Lengte105 mm - 600 mm
• Gramsgewicht70 - 110 gr/m2 (1 vel tegelijk)
G
EBRUIK NOOIT
•
Opgerold papier
•
Flinterdun papier
•
Gescheurd papier
•
Nat of vochtig papier
•
Kleine stukjes papier
•
Verkreukeld papier
•
Carbonpapier
Ter voorkoming van schade die het faxtoestel buiten werking zou
kunnen stellen en de garantie te niet zou kunnen doen, moet u ervoor zorgen dat de documenten die u wilt gebruiken vrij zijn van:
•
nietjes
•
paperclips
•
plakband
•
natte Tipp-Ex of lijm.
2. Steek het document in de automatische invoer (ADF) voor originele documenten (fig. 1) met de te verzenden kant naar onder
gericht.
Steek het document als volgt in de extra handinvoer:
•Leg het document zo dat het perfect op de rechterkant van de
•Controleer of het document tenminste drie centimeter in de
3. Nadat het document in een van de twee invoeren is gestoken,
verschijnt op de bovenste regel van het display:
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast:
"NORMAL".
A
FSTELLEN VA N CONTRAST EN RESOLUTIE
1
of
2
of
invoer aansluit (fig. 2).
invoer wordt getrokken. Alleen dan is het document correct
ingevoerd. Is dit niet het geval, dan moet u het document
verwijderen, handmatig of door op de toets
en de operatie herhalen.
DOKUMENT GEREED
te drukken,
In al deze gevallen moet u het document eerst kopiëren en vervolgens de kopie verzenden.
D
OCUMENTEN IN DE AUTOMATISCHE INVOER (ADF) OF DE
HANDINVOER
1. Breng de papiersteun in de gleuf aan en duw hem aan tot hij
vastzit.
STEKEN
1. Druk op de toets
2. Druk op de toets:
3. Druk op de toets:
Voor het verzenden van een document kunt u enkele
afstellingen maken om de afdrukkwaliteit te optimaliseren.
OM
HET CONTRAST TE REGELEN
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
3
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
2. Om het nummer te vormen van de correspondent aan wie
-
CONTRAST: NORM.
5. Om de andere beschikbare waarden weer te gegeven,
"DONKER" en "LICHT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
Het contrast moet worden gekozen op basis van de volgende
criteria:
•NORMAL, als het document noch te licht, noch te donker is.
Op de onderste regel van het display verschijnt "NORMAL".
•LICHT, als het document bijzonder donker is. Op de onderste
regel van het display verschijnt "LICHT".
•DONKER, als het document bijzonder licht is. Op de onderste
regel van het display verschijnt "DONKER".
3.Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
Indien u een verkeerd nummer hebt gevormd, plaatst u de cursor
met behulp van de toetsen
overschrijft het met het juiste nummer. Om het nummer volledig te
wissen, drukt u op de toets .
U kunt het nummer van de correspondent ook selecteren door middel van de snelle kiesmethodes, zie verderop "One-touch-toetsen
en snelkiescodes programmeren", "Verzenden via one-touchtoetsen" en "Verzenden via snelkiescodes".
u het document wilt verzenden, drukt u op de toetsen:
Het nummer van de correspondent mag maximaal 64 cijfers bevatten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG"
enkele seconden lang op het display.
OPMERKING
/ op het verkeerde nummer en
OPMERKING
OM DE
1. Druk op de toets
tot de gewenste resolutiewaarde op het display verschijnt.
De resolutie moet worden gekozen op basis van de volgende
criteria:
•STANDAARD, indien het document gemakkelijk leesbaar is.
Op de onderste regel van het display verschijnt een pijl die naar
het symbool "
•FIJN, indien het document zeer kleine tekens of tekeningenbevat. Op de onderste regel van het display verschijnt een pijl die
naar het symbool "
•GRIJSTONEN, indien het document schaduw bevat. Op de
onderste regel van het display verschijnt een pijl die naar het
symbool "
bedieningspaneel wijst.
D
OCUMENTEN VERZENDEN
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer.
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
RESOLUTIE TE REGELEN
" op het bedieningspaneel wijst.
" op het bedieningspaneel wijst.
" en een pijl die naar het symbool "" op het
DOKUMENT GEREED
"
Indien u de verzending wilt onderbreken, dan drukt u op de toets
voeren en weer in de oorspronkelijke standby-modus komen.
Indien het te verwijderen document meer dan één pagina telt, moet u
voordat u op
handmatig alle andere pagina's verwijderen.
K
IESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
2. Om de kiestonen te horen, drukt u op de toets:
3. Om het nummer te vormen van de correspondent aan wie
-
OPMERKING
. Het faxtoestel zal het document automatisch uit de ADF uit-
drukt om de eerste pagina te verwijderen, eerst
de handinvoer.
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
Op het display verschijnt:
AFSLUITEN A.U.B.
En rechts boven de duur van de transmissie in minuten en
seconden.
u het document wilt verzenden, drukt u op de toetsen:
"
Het nummer van de correspondent mag maximaal 64 cijfers bevatten.
4
4. Zodra u de faxtoon van de correspondent hoort, drukt u op
de toets:
EEN
DOCUMENT UIT HET GEHEUGEN VERZENDEN
De verzending is gestart. Op het display verschijnt het be-
richt "VERBINDING".
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG"
enkele seconden lang op het display.
T
ELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer.
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
2. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
"
AFSLUITEN A.U.B.
En rechts boven de duur van de transmissie in minuten en
seconden.
3. Om het nummer te vormen van de correspondent aan wie
u het document wilt verzenden, drukt u op de toetsen:
-
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer.
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals hierboven beschreven.
2. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
"
TX UIT GEHEUGEN
3. Druk op de toets:
Het faxtoestel begint het document in het geheugen op te
slaan. Zodra dit gebeurd is, verschijnt het bericht "DOC. N.
XXXX" enkele seconden lang op het display; daarna verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
4. Om de tijd in te voeren waarop u de verzending wilt uitvoeren, bijvoorbeeld "16:50", drukt u op de toetsen:
-
5. Om zowel de huidige tijd als de onder punt 4 ingestelde tijd
te bevestigen, drukt u op de toets:
Het nummer van de correspondent mag maximaal 64 cijfers bevatten.
Als het faxtoestel van uw correspondent op automatische
ontvangst is ingesteld, hoort u de toon van het
faxapparaat.
Als het op manuele ontvangst is ingesteld, zal iemand de
telefoon opnemen, en moet u hem vragen op de start-toets van zijn faxtoestel te drukken, waarna u wacht tot u
de faxtoon hoort.
4. Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
Indien er geen verbinding tot stand komt omdat de lijn gestoord is of
omdat het nummer van de correspondent bezet is, zal het faxtoestel
het gewenste nummer tot driemaal automatisch herhalen.
Op het display verschijnt het bericht "VERBINDING".
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG"
enkele seconden lang op het display.
A
UTOMATISCHE KIESHERHALING
EEN
DOCUMENT AAN MEERDERE CORRESPONDENTEN
VERZENDEN
Op het display verschijnt:
6. Vorm het nummer van de correspondent volgens een van
-
7. Druk op de toets:
8. Om de procedure af te sluiten, drukt u op de toets:
VORM FAX NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
de beschikbare methodes: direct op het toetsenbord of via
de one-touch-toetsen of snelkiescodes (zie verderop "One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren").
Hiertoe drukt u op de toetsen:
Daarna zal het faxtoestel u vragen een ander nummer in
te voeren:
VORM FAX NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
Als u het document aan meer dan één correspondent wilt
zenden, herhaalt u de twee voorgaande stappen voor elke
volgende correspondent.
Als u het document aan één enkele correspondent wilt zenden, gaat u direct door naar het volgende punt zonder
andere nummers in te voeren.
Het faxtoestel is uitgerust met een geheugen waaruit u een document (ook op een vooraf ingesteld tijdstip: uitgestelde verzending)
naar verschillende correspondenten kunt zenden (max. 10):
"circulaire". Zie hieronder "Een document uit het geheugen ver-zenden".
Nadat de procedure is afgesloten verschijnt op het display:
AUTOMAT. 00
TX UIT GEHEUGEN
5
OPMERKING
In geval van een stroomonderbreking, wordt de geprogrammeerde
verzending uit het geheugen gewist.
EEN
VOORAF INGESTELDE VERZENDING UIT HET GEHEUGEN
/
WIJZIGEN
HERHALEN/WISSEN
K
IEZEN VAN DE ONTVANGSTMODUS
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ONTVANGSTMODUS
2. Druk op de toets:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
3. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "MA-
TX UIT GEHEUGEN
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
REEDS INGEVOERD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
INSTELL.PRINTEN?
U kunt kiezen uit de volgende opties:
INSTELL.PRINTEN? - Om alleen de parameters m.b.t.
de verzending uit het geheugen af te drukken. Na het
afdrukken komt het faxtoestel automatisch in de standbymodus terug.
INSTELL. WISSEN? - Om de instelling te wissen. Het faxtoestel komt in de standby-modus terug.
PARAM. WIJZIGEN - Om het nummer van de correspondent of het gewenste tijdstip voor de verzending te wijzigen.
4. Om een van de beschikbare opties weer te geven, drukt u
op de toetsen:
/
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Als u "PARAM. WIJZIGEN" heeft gekozen, verschijnt op
het display:
Bij stap 3, wordt de optie "AWA/FAX " alleen weergegeven indien u
de uitgaande boodschap 1 opgenomen hebt (zie het hoofdstuk "Het
antwoordapparaat").
O
NTVANGEN IN DE DIVERSE ONTVANGSTMODI
1. Neem bij overgaande telefoon de hoorn op om de verbin-
2. Zodra u de faxtoon hoort of de correspondent u vraagt een
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Vanaf hier volgt u de procedure "Een document uit het
geheugen verzenden" vanaf punt 4.
O
NTVANGEN
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax worden
verzonden op vier manieren ontvangen:
3. Haak de hoorn in.
Op het display verschijnt:
AUTOMAT. 00
NUELE", "TEL./FAX" of "AWA/FAX", drukt u op de toetsen:
/
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
M
ANUELE ONTVANGST
ding tot stand te brengen.
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
faxbericht te ontvangen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
VERBINDING
Het faxtoestel begint te ontvangen en op het display verschijnt informatie over de ontvangst zoals het faxnummer
van de afzender of, indien geprogrammeerd, zijn naam.
Wanneer de ontvangst voltooid is, verschijnt het bericht
"ONTVANGST OK" enkele seconden lang op het display;
daarna keert het toestel naar de standby-modus terug.
•Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent en
persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beantwoorden.
•Automatischeontvangst is geschikt wanneer u afwezig bent
maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de modus waarin uw
faxtoestel is ingesteld.
•Automatische ontvangst met oproeptype-herkenning. In
deze ontvangstmodus wordt het faxtoestel na een bepaald aantal
belsignalen (ingestelde waarde: 2 belsignalen) met de telefoonlijn
verbonden en is in staat om te herkennen of de binnenkomende
oproep een fax- of telefoonoproep is.
•Ontvangst met antwoordapparaat. In deze ontvangstmodus
ontvangt het antwoordapparaat de oproepen, registreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding over aan het faxtoestel
als de correspondent een document wil verzenden.
6
A
UTOMATISCHE ONTVANGST
Na twee belsignalen komt het faxtoestel in de ontvangstmodus. De ontvangst vindt plaats zoals bij handmatige
ontvangst.
A
UTOMATISCHE ONTVANGST MET OPROEPTYPE-HERKEN
NING
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt,
is afhankelijk van de correspondent:
- Als de oproep van een ander faxtoestel afkomstig is,
komt uw faxtoestel na twee belsignalen automatisch in de
ontvangstmodus.
-
- Als de oproep van een telefoon afkomstig is, geeft het
faxtoestel na twee belsignalen ca. 20 seconden lang
een geluidsignaal en op het display verschijnt
"TELEFOONOPROEP". Indien u de hoorn niet binnen
20 seconden opneemt, komt het faxtoestel automatisch
in de ontvangstmodus.
Als u de hoorn opneemt voordat het faxtoestel de verbinding met de telefoonlijn tot stand brengt en u de kiestonen
hoort, gaat u als volgt te werk:
1.Druk op de toets:
2.Haak de hoorn in.
OPMERKING
Indien er reeds een telefoonnummer of een faxnummer
werd opgeslagen, zal dit op het display verschijnen.
6. Vorm het gewenste telefoonnummer of faxnummer (max.
64 cijfers).
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
7. Als u een fout gemaakt heeft, plaatst u de cursor op het
verkeerde cijfer.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
/
8. Vervolgens overschrijft u het met het juiste cijfer.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
9. Om het nummer volledig te wissen, drukt u op de toets:
Indien u een ontvangst wilt onderbreken, drukt u op de toets
om het faxtoestel opnieuw in de oorspronkelijke standby-modus te
plaatsen.
ONE-
TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES
PROGRAMMEREN
Het faxtoestel biedt ook snelkiesfuncties, zoals de one-touchtoetsen en snelkiescodes, die echter eerst geprogrammeerd
moeten worden.
ONE-
TOUCH-TOETSEN
Aan elk van de 10 nummertoetsen (0-9) kunt u een
faxnummer, een telefoonnummer en een naam toewij-
zen die automatisch geselecteerd worden wanneer u de
betreffende toets langer dan een seconde indrukt.
1.Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2.Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3.Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
10. Indien uw faxtoestel aangesloten is op een PBX, en u heeft
11.Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
12. Voer de naam van de correspondent in (max. 16 te-
-
13. Als u een fout gemaakt heeft, plaatst u de cursor op het
/
14. Vervolgens overschrijft u het met het juiste teken.
-
15. Om de naam volledig te wissen, drukt u op de toets:
de uitgangsmodus "FLASH" geselecteerd, drukt u om de
buitenlijn te nemen voordat u het nummer vormt op de toets.
Op het display verschijnt de letter "E" (external).
Op het display verschijnt:
1:NAAM
Indien er reeds een naam werd opgeslagen, zal deze op
het display verschijnen.
kens) zoals u dat deed voor uw naam (zie "Nu ontbre-ken uw naam en faxnummer nog", in het hoofdstuk
"Meteen aan de slag").
Hiertoe drukt u op de toetsen:
verkeerde teken.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
Hiertoe drukt u op de toetsen:
1 TOETS NUMMERS
4.Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
5.Druk op de nummertoets waaraan u een faxnummer wilt
toewijzen (bijv.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-Op het display verschijnt:
).
1:TEL NR.
16. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
KIES ANDERE: JA
Nu kunt u de procedure onderbreken of u kunt een andere one-touch-toets programmeren.
17. Om de procedure te onderbreken, drukt u op de toets:
18. Om een andere one-touch-toets te programmeren herhaalt
u de procedure vanaf de stappen voor het invoeren van
het nummer en de naam van de correspondent.
7
S
NELKIESCODES
5. Om de hele naam te wissen, drukt u op de toets:
U kunt een serie codes (01-50) gebruiken om extra fax-en telefoonnummers met namen in te stellen; deze wor-
den automatisch geselecteerd wanneer u op de toets
drukt en de betreffende code invoert.
Volg de eerste twee stappen van de procedure voor one-touch-toetsen, en dan:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
SNEL KIEZEN
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DRUK SNELKIESNR.
(01-50):
3. Vorm de code waaraan u het telefoonnummer of een fax-
nummer wilt toewijzen (bijvoorbeeld,
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-Op het display verschijnt:
).
01:TEL NR.
Volg vanaf hier de procedure voor de one-touch-toetsen vanaf de stappen voor het nummer en de naam van
de correspondent.
OPMERKING
Indien u dit wenst, kunt u de onder de 10 one-touch-toetsen en 50
snelkiescodes opgeslagen gegevens afdrukken (zie verderop in
"Rapporten en lijsten afdrukken").
R
EEDS INGESTELDE ONE-TOUCH-TOETSEN OF
SNELKIESCODES
1. Volg de procedure voor de one-touch-toetsen of de procedure voor de snelkiescodes tot op het display verschijnt:
- Voor de one-touch-toetsen
- Voor de snelkiescodes
2. Om het hele nummer te wissen, drukt u op de toets:
3. Typ het nieuwe telefoonnummer of faxnummer (max. 64
cijfers).
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-Op het display verschijnt:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
of
WIJZIGEN
1:TEL NR.
01:TEL NR.
1:NAAM
01:NAAM
6. Typ de nieuwe naam (max. 16 tekens).
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
V
ERZENDEN VIA ONE-TOUCH-TOETSEN
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer. Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast enresolutie".
2. Druk langer dan een seconde op de gewenste nummer-
toets (bijvoorbeeld
-Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
faxnummer. Als eveneens de naam werd opgeslagen, geeft
het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending
verder op de bekende manier.
V
ERZENDEN VIA SNELKIESCODES
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer. Op de bovenste regel van het display verschijnt:
):
"
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast enresolutie".
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
"
ADRESBOEK
CODE OF < >
8
3. Vorm de gewenste snelkiescode (bijvoorbeeld ).
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
faxnummer. Als eveneens de naam werd opgeslagen, geeft
het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending
verder op de bekende manier.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
BINNENK.OPROEPEN
3. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "UITG.
OPROEPEN", drukt u op de toetsen:
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
V
ERZENDEN MET ONE-TOUCH-TOETSEN OF SNELKIESCODES
OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
DOOR
Als u zich de one-touch-toets of snelkiescode niet herinnert
die u aan een bepaald faxnummer heeft toegewezen, kuntu de verzending toch starten door het nummer als volgt
in het adresboek op te zoeken:
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer. Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast enresolutie".
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
"
ADRESBOEK
CODE OF <>
3. Om het gewenste faxnummer of de naam van de correspondent te vinden aan wie u het document wilt sturen, drukt
u op de toetsen:
/
4. Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
V
ERZENDEN DOOR OPVRAGEN VAN EEN VA N DE LAATSTE
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF EEN VA N DE LAATSTE
GESELECTEERDE NUMMERS
20
10
5. Om in de lijst van de laatste 20 binnenkomende oproepen
of in de lijst van de laatste 10 uitgaande oproepen het
faxnummer of de naam van de correspondent op te vragen
aan wie u het document wilt zenden, drukt u op de toetsen:
/
6. Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
R
APPORTEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
R
APPORTEN
Door het afdrukken van rapporten kunt u het resultaat van alle uitgevoerde transacties (verzendingen en ontvangsten), het aantal verwerkte documenten en andere nuttige informatie controleren.
Het faxtoestel kan de volgende rapporten afdrukken:
•Stroomonderbrekingsrapport: dit rapport wordt altijdauto-
matisch afgedrukt, wanneer er documenten in het geheugen zijn, na een stroomonderbreking.
Het faxtoestel zal bij herstel van de normale werking automatisch
een rapport afdrukken met het aantal op dat moment in het geheugen aanwezige pagina’s die verloren gegaan zijn. In dat geval is
het raadzaam het activiteitenrapport af te drukken om het nummer
of de naam te vinden van wie u de verloren gegane documenten
heeft gezonden.
•Activeringsrapport: dit rapport bevat de gegevens van de laat-ste 42 transacties (verzendingen en ontvangsten), die in het
geheugen van het faxtoestel opgeslagen blijven. Het wordt auto-
matisch afgedrukt (na de 32e transactie) of wanneer u dit
opvraagt.
•Rapport laatste verzending: dit rapport bevat de gegevens
van de laatste verzending. Het kan, indien zo geprogrammeerd,
altijd automatisch afgedrukt wordenna elke verzending, of
wanneer u dit opvraagt.
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer. Op de bovenste regel van het display verschijnt:
•Foutberichtenrapport: dit rapport bevat eveneens de gege-
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast enresolutie".
"
•Rapport laatste circulaire: bevat de gegevens met betrekking
vens van de laatste verzending maar wordt alleen na eenmislukte verzending automatisch afgedrukt. Het faxtoestel
is ingesteld om dit soort rapport automatisch af te drukken. Hoe u
deze functie kunt uitschakelen, wordt beschreven in de betreffende paragraaf.
tot de laatste circulaire-verzending en kan indien geprogrammeerd, altijd automatisch afgedrukt worden na elke circulaire-verzending, of op aanvraag op het gewenste moment.
9
R
APPORTEN INTERPRETEREN
•
Act. n.Het volgnummer van de uitgevoerde trans-
actie (verzending/ontvangst).
•
TypeSoort transactie:
TX voor verzending.
RX, RX POLL voor ontvangst.
•
Doc.NReferentienummer, direct door het faxtoestel
toegekend, van het opgeslagen document.
•
NummervormingHet faxnummer van de correspondent dat
u gekozen hebt.
•
NaamNaam van de correspondent die u hebt
gebeld. Verschijnt alleen indien u deze
onder de one-touch-toetsen of snelkiescodes hebt opgeslagen. Dit veld komt niet
voor in het activiteitenrapport.
•
Verzenderidentificatie
Nummer (en eventueel naam) van de geselecteerde correspondent. Dit nummer
komt overeen met het nummer dat u gekozen hebt, mits de correspondent zijn faxnummer correct heeft ingesteld. Anders kan
het afwijkend zijn of zelfs ontbreken.
•
Datum /TijdDatum en tijd waarop de transactie werd
uitgevoerd.
•
DuurDuur van de transactie (in minuten en se-
conden).
•
Pag.'sTotaal aantal pagina's dat u hebt verzon-
den/ontvangen.
•
Resul.Resultaat van de transactie:
- OK: als de transactie met succes werd
voltooid.
- FOUTCODE XX: indien de transactie niet
plaats gevonden heeft als gevolg van de
oorzaak die door de foutcode wordt aangegeven (zie "Foutcodes", in het hoofdstuk "Problemen oplossen").
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ERROR ZENDRAPPO.
5. U kunt een van de volgende opties kiezen: "ZENDRAPPORT: AAN" en "ZENDRAPPORT: UIT".
ERROR ZENDRAPPO. - het faxtoestel drukt alleen na een
mislukte verzending automatisch een rapport af.
ZENDRAPPORT: AAN - het faxtoestel drukt na elke verzending automatisch een rapport af, ongeacht het resultaat.
ZENDRAPPORT: UIT - het faxtoestel drukt geen rapporten af.
6. Om een van de beschikbare opties weer te geven, drukt u
op de toetsen:
/
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
A
UTOMATISCHE AFDRUK VAN HET CIRCULAIRE-RAPPORT
/
ACTIVEREN
1. Druk op de toets
INACTIVEREN
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
A
UTOMATISCHE AFDRUK VAN HET ZENDRAPPORT EN
FOUTBERICHTENRAPPORT
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ACTIVEREN/INACTIVEREN
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
10
tot op het display verschijnt:
RAPP.CIRCUL.:AAN
5. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "RAPP.
CIRCUL.: UIT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
A
FDRUK VAN HET ZENDRAPPORT, ACTIVITEITENRAPPORT
CIRCULAIRE-RAPPORT EN BELLER-ID-RAPPORT OPVRAGEN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
,
RAPPORTEN
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
RAPP. LAATSTE TX
U kunt een van de volgende opties kiezen: "RAP.LAATSTE
CIRC", "ACTIVITEIT.RAPP.", "LIJST BELLERS" en "LIJST
RAPP. UIT".
3. Om een van de beschikbare opties weer te geven, drukt u
op de toetsen:
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Nadat het rapport is afgedrukt, komt het faxtoestel automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PRINT:INSTALL.
5. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "PRINT:
UITGESL. NR" en "EXIT MENU", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Indien u "PRINT:INSTALL." of "PRINT:UITGESL.NR" geselecteerd
hebt, komt het faxtoestel na de afdruk automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug. Indien u "EXIT MENU" gekozen
hebt, drukt u op de toets
spronkelijke standby-modus te plaatsen.
L
IJST VA N CONFIGURATIEPARAMETERS EN GEGEVENS VAN DE
-
TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES AFDRUKKEN
ONE
om het faxtoestel weer in de oor-
OPMERKING
Indien u "LIJST RAPP. UIT" hebt geselecteerd, drukt u op de toets
om het faxtoestel weer in de standby-modus te plaatsen.
L
IJSTEN
U kunt de volledige lijsten met installatie- en configuratieparameters en de gegevens van de one-touch-toetsen en
snelkiescodes op elk gewenst moment afdrukken.
Wanneer u een afdruk van de installatie- en configuratieparameters
vraagt, kunt u een bijgewerkt rapport afdrukken van de vooraf ingestelde waarden en van de waarden die u af en toe overeenkomstig
uw behoeften hebt ingesteld.
L
IJST VAN INSTALLATIEPARAMETERS EN UITGESLOTEN
NUMMERS
1. Druk op de toets
AFDRUKKEN
tot op het display verschijnt:
1. Druk op de toets
2. Druk op de toets:
3. Druk op de toets
4. Druk op de toets:
5. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "LIJST 1
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
Indien u de optie "AFDRUKOPTIE: UIT" hebt geselecteerd, drukt u
op de toets
standby-modus te plaatsen.
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
tot op het display verschijnt:
PRINT INSTELLING
Op het display verschijnt:
PRINT PARAMETERS
TOETSNRS", "LIJST SNELKIESNR" en "AFDRUKOPTIE:
UIT", drukt u op de toetsen:
/
Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug.
OPMERKING
om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke
INSTALLATIELIJST
11
HET
ANTWOORDAPPARAAT
Indien u een van de modellen van het faxtoestel met ingebouwd
antwoordapparaat hebt aangeschaft, biedt dit dezelfde mogelijkhe-
den als een extern antwoordapparaat. U kunt dus:
•uitgaande boodschappen opnemen die automatisch worden
afgespeeld wanneer u afwezig bent, om de beller te verzoeken
een boodschap achter te laten of terug te bellen;
•memo's opnemen;
•de uitgaande boodschappen beluisteren;
•de uitgaande boodschappen vervangen;
•de boodschappen opnemen die de correspondenten inspreken wanneer u afwezig bent, zodat de aan u gerichte oproepen
niet verloren gaan;
•memo’s en binnengekomen boodschappen beluisteren;
•memo’s en binnengekomen boodschappen wissen;
•de boodschappen op een telefoon op afstand overbrengen;
•het antwoordapparaat op afstand bedienen.
De opnamecapaciteit van het antwoordapparaat is afhankelijk van
het beschikbare geheugen (14 minuten). De duur van de bood-schappen kan geprogrammeerd worden in 30 of 60 seconden,
zie "Opnametijd programmeren voor memo's en binnenko-
mende boodschappen".
HET
ANTWOORDAPPARAAT
Start het afspelen van de boodschappen en memo’s. In-
BEDIENINGSPANEEL VOOR HET
Alleen aanwezig op model met antwoordapparaat:
dien er nieuwe berichten of memo’s zijn, worden alleen
deze laatste afgespeeld, beginnend bij de eerste nog niet
beluisterde boodschap.
Onderbreekt tijdelijk het afspelen van boodschappen en
memo's. Bij nogmaals indrukken wordt het afspelen hervat.
Start het opnemen van "MEMO’s"(persoonlijke mededelin-
gen). Tijdens het afspelen van boodschappen en memo's,
sprong naar begin van volgende boodschap of memo.
OM
HET ANTWOORDAPPARAAT TE ACTIVEREN
Het antwoordapparaat kan alleen worden aangezet na registratie van uitgaande boodschap 1. Zie "Uitgaande boodschap-
pen en memo’s" verderop, en met name "Opnemen van uitgaande boodschap 1".
Bovendien moet u het faxtoestel in de ontvangstmodus "AWA/
FAX " zetten. Zie in het eerste gedeelte van de handleiding de proce-
dure "Kiezen van de ontvangstmodus", hoofdstuk "Ontvangen".
Bij de ontvangstmodus AWA/FAX, wordt het faxtoestel automatisch
geactiveerd voor ontvangst wanneer de oproep van een ander
faxtoestel komt, zodat er geen aan u gerichte documenten verloren
gaan.
OPMERKING
Om de verhinderen dat iemand anders zonder uw toestemming op
afstand uw antwoordapparaat kan bedienen (behalve om bood-
schappen in te spreken), is de toegang bovendien beschermd door
een numerieke code van vier cijfers (reeds beschikbaar als "1234")
die u altijd kunt wijzigen of annuleren, zie hieronder "Wijzigen ofannuleren van de toegangscode voor het antwoordapparaat".
/Om de beschikbare opties van een waarde of een parame-
Tijdens het afspelen van boodschappen en memo’s, sprong
naar vorige boodschap of memo (pas nadat alle boodschappen zijn afgespeeld).
(WISSEN)
Wist de reeds beluisterde boodschappen en memo's.
LED (BOODSCHAPPEN)
Aan: in het geheugen bevinden zich reeds beluisterde
boodschappen of memo's.
Knippert: in het geheugen bevinden zich nog niet be-
luisterde boodschappen of memo's.
Uit: in het geheugen bevinden zich geen boodschappen of memo's.
Toetsen voor het gebruik van het antwoordapparaat:
Toegang tot het configuratiemenu voor het antwoordapparaat. Selectie van de verschillende sub-menu's.
ter te kiezen.
Start het opnemen en afspelen.
Bevestigt de selectie van het configuratiemenu voor het antwoordapparaat, de sub-menu's, de parameters en betreffende waarden en de overgang naar de volgende status.
12
Onderbreekt het opnemen en afspelen.
Onderbreekt de programmering in uitvoering.
Brengt het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standbymodus terug.
W
IJZIGEN OF ANNULEREN VA N DE
TOEGANGSCODE
VOOR HET
ANTWOORDAPPARAAT
De toegangscode voor het antwoordapparaat kan bovendien
nog worden gebruikt om:
•te verhinderen dat iemand anders ter plekke de aan u gerichte
boodschappen kan beluisteren;
•te verhinderen dat iemand anders de door u ingestelde configuratieparameters van het antwoordapparaat kan wijzigen.
1.Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
3.Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TOEGANGSCODE
4.Druk op de toets
Op het display de standaard ingestelde code:
DRUK CODE
(0 - 9): 1234
Nu kunt u de bestaande code wijzigen (stappen 7 en 8 van
de procedure) of hem geheel wissen (stappen 5 en 6 van
de procedure).
Om de code te wissen:
5.Druk op de toets
Op het display verschijnt:
DRUK CODE
(0 - 9):
6. Om de wisopdracht te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
KOSTBESP.INSTELL
Om de code te wijzigen:
7. Voer de nieuwe code in, bijvoorbeeld "0001", door op de
volgende toetsen te drukken:
-Op het display verschijnt:
DRUK CODE
(0 - 9): 0001
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
BELUISTER.INLOG
9. In beide gevallen moet u, om het faxtoestel weer in de
oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, op de volgende
toets drukken:
Volg de procedure "Wijzigen of annuleren van de toegangs-code voor het antwoordapparaat" tot "BELUISTER.INLOG" op
het display verschijnt, en ga als volgt verder:
1. Om te verhinderen dat iemand anders de boodschappen
op het antwoordapparaat kan beluisteren, drukt u op de
toetsen:
/Op het display verschijnt:
BELUIST.MET LOG
2. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTELL.UITLOG
3. Om te verhinderen dat iemand anders zonder uw toestem-
ming het antwoordapparaat kan programmeren, drukt u op
de toetsen:
/Op het display verschijnt:
INSTELL.LOG
4. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
U
ITGAANDE BOODSCHAPPEN EN MEMO’S
U kunt verschillende soorten boodschappen opnemen:
•UITGAANDE BOODSCHAP 1, met een maximale duur van 20seconden, om de beller te verzoeken een boodschap in te spreken op het antwoordapparaat, bijvoorbeeld:
"Dit is het antwoordapparaat van ..... We zijn momenteel niet
aanwezig. Spreek na de pieptoon een boodschap in of druk op
de starttoets van uw faxtoestel als u ons een fax wilt sturen.
Dank u".
•UITGAANDE BOODSCHAP 2, met een maximale duur van 10seconden, kan worden opgenomen om:
• als u afwezig bent en dus de ontvangstmodus "AWA/FAX"
hebt geselecteerd, de beller te waarschuwen dat het antwoordapparaat geen boodschappen kan ontvangen omdat het geheugen vol is, bijvoorbeeld:
"Momenteel kunt u ons alleen een fax sturen. Bel voor een
gesprek later terug";
•als u aanwezig bent maar de modus "TEL./FAX" hebt gese-
lecteerd, de beller te vragen de hoorn niet op te leggen, bijvoorbeeld:
"Even geduld, a.u.b.".
•DOORSTUUR-BOODSCHAP, met een maximale duur van 10seconden, om u op een toestel op afstand te waarschuwen
dat er nog niet beluisterde boodschappen voor u zijn op het
antwoordapparaat.
13
•Voor het daadwerkelijk doorsturen van de nog niet beluisterde
boodschappen moet u:
• het antwoordapparaat hiervoor geprogrammeerd hebben (zie
verderop "Boodschappen en memo's doorsturen naareen telefoon op afstand");
• de functies actieveren waarmee u op afstand het antwoordap-
paraat kunt bedienen (zie "Het antwoordapparaat op af-stand bedienen").
•MEMO (Gesproken), met een programmeerbare duur van 30of 60 seconden, voor persoonlijke afspraken. Deze memo wordt
nooit als uitgaande boodschap afgespeeld wanneer u door een
correspondent wordt gebeld.
O
PNEMEN VA N UITGAANDE BOODSCHAP
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
1
A
1. Druk op de toets
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
3. Druk op de toets
4. Om de eerder opgenomen uitgaande boodschap 1 te ho-
Op het display verschijnt:
TAD SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
SPREEK IN OGM #1
4. Druk op de toets
FSPELEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP
tot op het display verschijnt:
1
TAD SET-UP
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
tot op het display verschijnt:
BELIUSTER OGM #1
ren, drukt u op de toets:
BELUISTERING
Na het afspelen stelt het faxtoestel automatisch voor een
nieuwe UITGAANDE BOODSCHAP 1 op te nemen. Indien u dit wenst kunt u de eerder opgenomen boodschap
wijzigen of vervangen, door de opnameprocedure te herhalen.
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
5. Neem de hoorn op.
Op het display verschijnt:
VOOR OPNA.
6. Om het opnemen te starten, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
OPNAMEN 19
U hebt 20 seconden ter beschikking (afgeteld op het display
van 19 tot 00) om uw boodschap in te spreken:
•als de boodschap korter is dan 20 seconden, sluit u de
opname af zodra u klaar bent met inspreken door de hoorn
op te leggen of op de toets
u op de toets
tisch de boodschap af die u hebt opgenomen;
•als de beschikbare tijd afloopt, geeft het faxtoestel een
kort geluidssignaal en speelt automatisch de boodschap af
die u hebt opgenomen.
Leg vervolgens de hoorn op de haak.
In beide gevallen moet u op de toets drukken op het
faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
drukt speelt het faxtoestel niet automa-
of te drukken. Als
OPMERKING
Als het volume van de boodschap te laag of te hoog is, kunt u het
O
PNEMEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP
Neem uitgaande boodschap 2 op zoals u boodschap 1 hebt opgenomen, met het volgende verschil voor stap 3:
Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
2
SPREEK IN OGM #2
OPMERKING
Vergeet echter niet dat u slechts 10 seconden ter beschikking hebt.
A
FSPELEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP
Beluister boodschap 2 zoals bij BOODSCHAP 1 met het volgende
verschil voor stap 3:
Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
BELUISTER OGM #2
O
PNEMEN VA N DE DOORSTUUR-BOODSCHAP
Neem de doorstuur-boodschap op zoals u de boodschappen 1 en 2
hebt opgenomen, met het volgende verschil voor stap 3:
Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
OPN.DOORG.OPROEP
2
tijdens het afspelen regelen via de toets
schijnt, rechts boven, het niveau van het ingestelde volume.
14
. Op het display ver-
O
PNEMEN VAN MEMO'S
Zoals reeds gezegd, kunt u het antwoordapparaat gebruiken om één of meerdere persoonlijke berichten op te nemen (MEMO) die op dezelfde manier worden behandeld
als de binnenkomende boodschappen.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
A
BOODSCHAPPEN
TELEFOONOPROEP
2. Neem de hoorn op.
Op het display verschijnt:
MEMOBERICHT?
3. Om het opnemen te starten, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
OPNAMEN 30
OPMERKING
U hebt 30 of 60 seconden ter beschikking (zie "Opnametijd programmeren voor memo's en binnenkomende boodschappen")
om uw memo in te spreken, op dezelfde manier als bij UITGAANDE
BOODSCHAPPEN 1 en 2.
O
PNAMETIJD PROGRAMMEREN VOOR MEMO’S
BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN
EN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
INSPREEKTIJD
4. Druk op de toets:
1. Druk op de toets:
2. Neem de hoorn op.
Na afloop van de weergave van de laatste boodschap geeft het
faxtoestel twee korte geluidssignalen en komt automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug. De BOODSCHAPPEN-LED
stopt met knipperen en blijft continu verlicht.
W
BOODSCHAPPEN
FSPELEN VAN BINNENKOMENDE
EN
MEMO’S
Als het antwoordapparaat een of meerdere binnenkomende
boodschappen of een of meerdere memo's in het geheugen heeft die u nog niet hebt beluisterd, knippert de BOOD-
SCHAPPEN-LED
aantal opgenomen boodschappen (inclusief de memo's)
weergegeven, bijvoorbeeld 03:
en op het display wordt het totale
"AWA/FAX 03"
"01-10-04 10:32"
Nu kunt u (via de luidspreker of door de telefoonhoorn op
te nemen) alle boodschappen beluisteren, inclusief de
memo’s die met een volgnummer tot een maximum van 49
in het geheugen worden opgeslagen, vanaf de eerste nog
niet beluisterde boodschap.
Tijdens het afspelen van elke boodschap verschijnt op het
display de dag en tijd waarop de boodschap werd ontvangen.
U kunt via de luidspreker de boodschappen beluisteren,
die het faxtoestel in sequentie afspeelt, gescheiden door
een kort geluidssignaal.
Hiertoe drukt u op de toets:
Ook kunt u de boodschappen "privé" beluisteren.
Hiertoe:
ISSEN VAN REEDS BELUISTERDE
EN
MEMO’S
Op het display verschijnt:
OPNAMETIJD:30SEC
5. Om de andere beschikbare waarde weer te geven,
"Opnametijd:60Sec", drukt u op de toetsen:
/
6. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
U kunt een boodschap of een memo alleen tijdens of na hetafspelen wissen.
De boodschappen of memo's die u nog niet hebt beluisterd worden
niet gewist. Om het geheugen volledig te kunnen wissen moeten dus
eerst alle boodschappen en memo's zijn afgespeeld.
W
ISSEN VAN DE HUIDIGE BOODSCHAP OF MEMO
1. Om het afspelen van de boodschappen of memo's te star-
ten, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
BELUISTER 01 03
30-10-04 10:47
15
2. Om de boodschap die u momenteel beluistert te wissen,
drukt u op de toets:
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
Het antwoordapparaat gaat naar de volgende boodschap
en op het display verschijnt:
BELUISTER 01 02
30-10-04 10:47
3. Om de volgende boodschap te wissen, drukt u op de toets:
Ga zo verder voor alle boodschappen die u wilt wissen.
OPMERKING
Als u geen enkele boodschap wilt wissen, drukt u op de toets .
W
ISSEN VAN ALLE REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN
Stel dat er op het antwoordapparaat 6 boodschappen zijn
opgenomen waarvan 3 reeds beluisterd:
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
WIS OPNAME?
CANCEL/
2. Om de reeds beluisterde boodschappen te wissen, drukt u
op de toets:
OPROEP DOORGEVEN
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
OPROEPING :UIT
5. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "OP-
ROEPING EENMAG" of "OPROEP UITSTEL", drukt u op
de toetsen:
/
6. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
7. Voer het tijdstip in waarop u wenst dat de boodschappen
worden doorgestuurd, bijvoorbeeld: "11:45".
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
DRUK TEL. NUMM
9. Voer het telefoonnummer in waarop u gebeld wilt worden,
bijvoorbeeld: "02 615356".
Hiertoe drukt u op de toetsen:
Op het display verschijnt de standby-modus en het aantal
resterende boodschappen na de wisopdracht, in dit geval
3.
OPMERKING
Als u geen enkele boodschap wilt wissen, drukt u op de toets .
B
OODSCHAPPEN EN MEMO’S DOORSTUREN
NAAR
1. Druk op de toets
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
EEN TELEFOON OP AFSTAND
Indien u dit wenst kunt u het antwoordapparaat zo programmeren dat het u op een andere plaats en op een
bepaalde tijd belt om u te waarschuwen dat er nieuwe
boodschappen zijn.
Behalve de tijd en het nummer waarop u gebeld wilt worden kunt u instellen of het doorsturen eenmalig of da-gelijks plaats moet vinden.
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
-
10. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
OPN.DOORG.OPROEP
Nu kunt u de doorstuur-boodschap opnemen (zie "Opnemen van de doorstuur-boodschap") of de procedure
afsluiten door op de toets
te drukken.
OPMERKING
De programmering voor het doorsturen van boodschappen wordt
geannuleerd door een stroomuitval.
OPMERKING
Indien u eerder een doorstuur-boodschap hebt opgenomen, geeft
het display het bericht "BELUISTERING" weer en het antwoordapparaat speelt de boodschap af. Zie "Opnemen van de doorstuur-boodschap" voor het wijzigen of vervangen van de boodschap.
Nu u het antwoordapparaat hebt geprogrammeerd voor het naar
een andere plaats doorsturen van de nieuwe boodschappen, kunt u
deze beluisteren door het antwoordapparaat te bedienen volgens
de methodes die hieronder worden beschreven in "Het antwoord-apparaat op afstand bedienen".
16
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
HET
ANTWOORDAPPARAAT OP AFSTAND
S
PECIALE FUNCTIES VAN HET
BEDIENEN
U kunt het antwoordapparaat niet alleen direct via de specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van het faxtoestel bedienen, maar ook vanaf
elke andere plaats ver of dichtbij, mits u gebruik maakt van een telefoon
die in de toonkiesmodus werkt, bijv.: een mobiele telefoon.
Om het antwoordapparaat op afstand te bedienen, moet u het faxtoestel in de ontvangstmodus "AWA/FAX" zetten, en bovendien, nadat
u UITGAANDE BOODSCHAP 1 hebt gehoord, de toegangscode invoeren (standaard ingesteld: "1234").
De voor de afstandsbediening beschikbare functies worden geactiveerd via een extra nummercode van een of twee cijfers (zie onderstaande tabel). Als de code uit twee cijfers bestaat, is het raad-
zaam tussen het eerste en tweede cijfer op het bevestigingssignaal te wachten.
CODEBEDIENINGSFUNCTIE
1Afspelen van nieuwe boodschappen.
2Afspelen van alle boodschappen.
3Herhalen van huidige boodschap of terug naar vorige
boodschap.
4Onderbreken van huidige boodschap en overgaan
naar volgende boodschap.
5 + 5Wissen van alle oude boodschappen.
CODEPROGRAMMEERFUNCTIE
# 1Uitschakelen van de ontvangstmodus AWA/FAX en in-
schakelen van de ontvangstmodus AUTOMAT.
# 2Inschakelen van de ontvangstmodus AWA/FAX.
# 3Vrijgave van opname van UITGAANDE BOODSCHAP 1.
# 4Afsluiten en bevestigen van de opname van UIT-
GAANDE BOODSCHAP 1.
# 5Uitschakelen van het doorsturen van boodschappen
en memo's naar een telefoon op afstand.
# 6Instelling voor het beluisteren van ALLEEN UIT-
GAANDE BOODSCHAP.
Door op 0 te drukken na een bedieningssequentie van 1 tot 5 wordt
de huidige functie onderbroken.
Door op 0 te drukken na een programmeersequentie van #1 tot #6
wordt de huidige programmering onderbroken en gaat men terug
naar de bedieningsfuncties. In dat geval moet u weer op # drukken
op de programmeerfase te hervatten.
Voor het op afstand bedienen en programmeren van het antwoordapparaat moet u:
•het nummer van het faxtoestel vormen op de externe telefoon. Het
antwoordapparaat antwoordt met UITGAANDE BOODSCHAP 1;
•de functie kiezen die u wilt uitvoeren en de betreffende code invoeren, aan de hand van bovenstaande tabel.
Het antwoordapparaat bevestigt de bewerking met een pieptoon.
Indien u een toegangscode voor het antwoordapparaat hebt ingesteld, voert u zodra u UITGAANDE BOODSCHAP 1 hoort, de cijfers
van de code in:
•als de code correct is, hoort u een kort geluidssignaal ter bevestiging, waarna u de code voor de afstandsbedieningsfunctie kunt
invoeren.
Verbreek de verbinding volgens het systeem van de gebruikte
telefoon.
ANTWOORDAPPARAAT
U kunt de volgende speciale functies op het antwoordapparaat instellen:
•GESPREKKOSTEN BESPAREN
•ALLEEN UITGAANDE BOODSCHAP
•STILLE ONTVANGST VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN
G
1. Druk op de toets
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
3. Druk op de toets
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om de andere optie weer te geven, "UIT", drukt u op de
/
6. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
ESPREKKOSTEN BESPAREN
Wanneer u op afstand het antwoordapparaat bedient om
eventuele boodschappen te beluisteren, antwoordt het faxtoestel op de volgende manier:
•als er geen boodschappen op het antwoordappa-raat zijn, wordt de verbinding twee belsignalen na het
ingestelde aantal tot stand gebracht;
•als er wel boodschappen op het antwoordapparaat
zijn, wordt de verbinding na het ingestelde aantal belsignalen tot stand gebracht (Zie "Aantal belsignalen
wijzigen", in het hoofdstuk "Geavanceerd gebruik").
Dus, als u een belsignaal méér dan het ingestelde aantal
hoort, weet u meteen dat er geen boodschappen zijn
en kunt u ophangen voordat de verbinding tot stand
wordt gebracht.
Deze functie kan alleen door de technische service
worden geactiveerd en is niet in alle landen beschikbaar.
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
tot op het display verschijnt:
KOSTBESP.INSTELL
Op het display verschijnt:
AAN
toetsen:
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
17
A
LLEEN UITGAANDE BOODSCHAP
S
TILLE ONTVANGST VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN
In deze functie antwoordt het antwoordapparaat bij elke
oproep met UITGAANDE BOODSCHAP 1 maar neemt
geen binnenkomende boodschappen op.
U kunt deze functie gebruiken wanneer u gedurende een
langere periode afwezig zult zijn, tijdens welke niet alle eventuele boodschappen opgeslagen zouden kunnen worden.
In dat geval kunt u, in plaats van de gewoonlijke uitgaande
boodschap, beter een andere boodschap opnemen, bijvoorbeeld:
"Van 22 Juni t/m 19 September kunnen wij alleen faxen
ontvangen. U kunt geen boodschap inspreken".
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ENKEL MELDTEKST
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ENKEL MELDT.:UIT
5. Om de andere optie weer te geven, "ENKEL MELDT:
AAN", drukt u op de toetsen:
/
6. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
Indien u de UITGAANDE BOODSCHAP 1 reeds hebt opgenomen, verschijnt op het display het bericht "BELUISTERING"
en het antwoordapparaat speelt de boodschap af.
Indien u nog niets hebt opgenomen, verschijnt op het display het bericht "GEEN OPNAMEN".
7. Om de eerder opgenomen boodschap te wijzigen of een
nieuwe boodschap op te nemen.
Met deze functie kunt u op vertrouwelijke wijze boodschappen ontvangen. In andere woorden, het antwoordapparaat ontvangt de boodschappen zonder deze via de luidspreker weer te geven, opdat andere personen de aan u
gerichte boodschappen niet kunnen horen.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ICMLUIDSPR:UIT
4. Om de andere optie weer te geven, "ICM LUIDSPR:AAN",
drukt u op de toetsen:
/
5. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
A
FDRUKKEN VA N DE CONFIGURATIEPARAMETERS
HET ANTWOORDAPPARAAT
VA N
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
Op het display verschijnt:
VOOR OPNA.
8. Om de opname te starten, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
OPNAMEN 20
18
ICM OP LUIDSPR.
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
LIJST AWA INSTEL
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
LIJST AWA:
5. Mocht het display "GEEN LIJST AWA" weergeven, moet u,
om de optie "LIJST AWA:
gende toetsen drukken:
/
6. Om het afdrukken te starten, drukt u op de toets:
Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug.
" weer te geven, op de vol-
G
EAVANCEERD GEBRUIK
O
VERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR
ONTVANGST
A
FDRUKZONE VAN EEN ONTVANGEN DOCUMENT VERKLEINEN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
VERKLEINEN 94%
5. Om een van de beschikbare verkleiningsratio's te kiezen,
"80%", "76%", "70%" en "UIT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
D
OCUMENT ONTVANGEN DAT LANGER IS DAN HET
PAPIERFORMAAT
Indien u een document ontvangt dat langer is dan het gebruikte papierformaat, kunt u het faxtoestel zo instellen dat
de resterende tekst op een andere pagina wordt afgedrukt.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
PRINT EXTRA:AUTO
5. Om een van de andere twee beschikbare parameters te
kiezen, "PRINT EXTRA: UIT" of "PRINT EXTRA: AAN",
drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AUTO" selecteert, zal het
faxtoestel de resterende tekst op een andere pagina afdrukken indien deze tekst minstens 12 mm van de pagina bedekt.
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AAN" selecteert, zal het
faxtoestel de resterende tekst altijd op een andere pagina afdrukken.
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: UIT" selecteert, zal het
faxtoestel de resterende tekst niet afdrukken.
S
TILLE ONTVANGST IN-/UITSCHAKELEN
In de ontvangstmodi "AUTOMAT.", "TEL./FAX" en "AWA/
FAX" kunt u het faxtoestel instellen op het ontvangen
van documenten zonder dat er bij de oproep belsignalen overgaan.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, hangt het gedrag
van het faxtoestel af van de geselecteerde ontvangstmodus
en van wie de oproep verricht:
•in de modus "AUTOMAT." en "AWA/FAX", geeft het
faxtoestel bij ontvangst van een oproep, nooit een bel-signaal;
•in de modus "TEL./FAX", geeft het faxtoestel bij ontvangst
van een oproep alleen geen belsignaal indien de
oproep van een ander faxtoestel komt. Als het een
telefoonoproep betreft, geeft het faxtoestel een geluids-
signaal, in plaats van de belsignalen, ten teken dat u de
hoorn op moet nemen.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
GEAVANC.FUNCTIES
19
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
STILLE RX:NOOIT
5. Om een van de andere beschikbare opties te selecteren,
"STILLE RX:ALTIJD" of "STILLE RX:DAGEL.", drukt u op
de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
GEAVANC.FUNCTIES
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
BELLER ID: JA
5. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "BELLER
ID: NEE", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
De instelling van de dagelijkse stille ontvangst ("STILLE RX:DAGEL.")
wordt geannuleerd bij een stroomuitval.
N
AAM OF NUMMER VA N DE BELLER WEERGEVEN
Deze functie, die op aanvraag van de gebruiker door het
telefoonbedrijf geactiveerd kan worden, is slechts in
enkele landen beschikbaar en is compatibel met de
Norm ETSI ETS 300 778-1.
Met deze functie kunt u meteen zien door wie u wordt
gebeld. U kunt dus beslissen of u de oproep al of niet wilt
beantwoorden.
Met deze functie zal het faxtoestel, als het zich in de
standby-modus bevindt, bij elke oproep altijd automatisch
een van de volgende aanduidingen weergeven:
•nummer of naam van de beller;
•PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft
zijn identificatie niet weer te geven;
•NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een
telefooncentrale is aangesloten die niet over deze service
beschikt.
Als u echter bezig bent uw faxtoestel te programmeren en
u wilt bij binnenkomst van een oproep weten door wie u
gebeld wordt, moet u op de toets
alvorens de oproep te beantwoorden.
Het kan gebeuren dat door bijzondere kenmerken van de
telefooncentrale waarop u aangesloten bent, het nummer
van de beller niet op het faxtoestel wordt weergegeven.
Mocht dit probleem zich voordoen, neem dan contact op
met het technische servicecentrum in uw land.
Het faxtoestel is reeds ingesteld op weergave van deidentiteit van de beller. U kunt de weergave hiervan
echter ook als volgt uitschakelen:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
drukken
Met deze functie ingeschakeld, worden in geval van stroomuitval de
verloren gegane datum en tijd hersteld bij ontvangst van de eerstvolgende oproep.
A
ANTAL BELSIGNALEN WIJZIGEN
1. Druk op de toets
2. Druk op de toets
3. Om de andere beschikbare waarden weer te geven, "01",
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
OPMERKING
Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar.
Indien het faxtoestel in de ontvangstmodus "AUTOMAT.",
"TEL./FAX" of "AWA/FAX" staat, beantwoordt het de op-
roepen automatisch na een bepaald aantal belsignalen.
Indien u dit wenst, kunt u het aantal belsignalen als volgt
wijzigen:
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
tot op het display verschijnt:
AANT.BELSIGN.:02
"03", "04", "05", "06", "07" en "08", drukt u op de toetsen:
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
2. Druk op de toets:
20
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
TEL.NET INSTELL.
V
OLUME BELSIGNALEN WIJZIGEN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
GEAVANC.FUNCTIES
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ONDERS. BEL: UIT
5. Druk op de toets
/tot op het display verschijnt:
WIJZIG. PATROON
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
VOLUME BEL.:HOOG
5. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "VO-
LUME BEL.:LAAG", "VOLUME BEL.:MID." en "VOLUME
BEL.:UIT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
H
ERKENNING VAN HET BELSIGNAAL-RITME IN
UITSCHAKELEN
In enkele landen bieden de telefooncentrales de mogelijkheid aan dezelfde telefoonlijn twee of meer telefoon- offaxnummers toe te kennen, die voor verschillende gebruikers zijn bestemd. Elk nummer krijgt een bepaald bel-signaal-ritme.
Deze functie is bijzonder nuttig in huis of in een klein kantoor, waar dezelfde telefoonlijn door meerdere personen
wordt gedeeld.
Uw faxtoestel is in staat om één van deze ritmes te
herkennen (zie onderstaande procedure). Op deze ma-
nier zal het faxtoestel (in de ontvangstmodus "TEL./FAX"
en "AWA/FAX") wanneer het een oproep ontvangt met dat
specifieke belsignaal-ritme, altijd alleen voor ontvangst van
een document worden ingesteld.
Deze functie is bijzonder geschikt in combinatie metde stille ontvangst aangezien het faxtoestel alleen een
belsignaal zal geven indien het een telefoonoproep betreft.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
-/
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Op het display verschijnt:
AUTODETECTIE BEL
7. Bel het faxtoestel met het gewenste belsignaal-ritme tot het
faxtoestel dit detecteert.
Op het display verschijnt:
BEL GEDETECT.
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Indien het faxtoestel dit specifieke belsignaalritme niet kan herkennen, verschijnt op het display het bericht "BEL NIET GEDET.". Druk
in dat geval op de toets
Z
OEMERDUUR WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar.
Wanneer het faxtoestel ingesteld is op automatische ontvangst met oproeptypeherkenning gedraagt het zich
als volgt:
•indien een fax oproept, wordt de oproep automatisch ontvangen na het ingestelde aantal belsignalen;
•indien een telefoontoestel oproept, weerklinkt 20 seconden lang een geluidssignaal, waarna de ontvangst
automatisch wordt gestart indien u de hoorn nog steeds
niet hebt opgenomen.
Indien u dit wenst, kunt u de zoemerduur als volgt wijzigen:
1. Druk op de toets
/
tot op het display verschijnt:
2. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
3. Om de andere beschikbare waarden weer te geven, "15",
"30" of "40", drukt u op de toetsen:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
en herhaal de procedure.
INSTALLATIE PAR.
FAX/TEL TIJD:20
21
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
A
FSTANDSBEDIENINGSCODE WIJZIGEN
Indien het faxtoestel aangesloten is op een telefoontoestel dat in toonkiesmodus werkt en ingesteld is op manuele ontvangst, kunt u bij elke oproep van een corres-pondent die u een document wil zenden de ontvangst
sturen door de code * * op het aangesloten telefoontoestel
in te voeren. Deze procedure heeft hetzelfde resultaat als
OPMERKING
Indien u op een privé-lijn bent aangesloten, dezelfde procedure
volgen tot weergave van "PUBL.LIJN (PSTN)", op de toetsen
/ drukken om "PRIV.LINE (PBX)" weer te geven en dan ver-
der gaan zoals aangegeven in de procedure.
O
VERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR
VERZENDING
P
LAATS VAN NAAM EN FAXNUMMER WIJZIGEN
het indrukken van de toets
U kunt alleen de tweede asterisk van deze code vervangen door een cijfer van 0 tot 9.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
op uw faxtoestel.
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
3. Druk op de toets:
Het display geeft de telefoonaansluiting aan waarop het
faxtoestel is ingesteld, bijvoorbeeld:
PUBL.LIJN (PSTN)
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
REMOTE START:AAN
5. Druk op de toets:
Het display geeft de code weer die u eerder hebt ingesteld,
bijvoorbeeld:
DRUK CODE
codE (0/9,*) *8
6. Om de nieuwe code in te voeren, drukt u op de toetsen:
-
7. Om de nieuwe code te bevestigen, drukt u op de toets.
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
De informatie die bovenaan op het te verzenden document
wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal
pagina's) kan door het faxtoestel van uw correspondent
buiten de tekstzone worden ontvangen en dus vlak onder
de bovenkant van de pagina, of binnen de tekstzone en
dus met een grotere bovenmarge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de
tekstzone te plaatsen.
Plaats wijzigen:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
KOPREGEL BINNEN
5. Om de andere parameter te selecteren, drukt u op de toet-
sen:
/Op het display verschijnt:
KOPREGEL BUITEN
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Als u deze functie wilt uitschakelen, drukt u na de vierde stap op de
toetsen
en daarna op de toets
te plaatsen.
22
/ om de optie "REMOTE START:UIT" weer te geven,
om te bevestigen en op de toets
om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
H
ERHALING VA N MISLUKTE VERZENDING UIT HET GEHEUGEN
/
ACTIVEREN
1. Druk op de toets
INACTIVEREN
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
L
UIDSPREKERVOLUME AANPASSEN
Als het volume van de lijn- en verbindingstonen te laag of
te hoog is, kunt u dit aanpassen met behulp van de toetsen
.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
HERH. VERZ.:UIT
5. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "HERH.
VERZ.:AAN", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
V
ERBINDINGSTONEN WEERGEVEN
Het faxtoestel is zo ingesteld dat u de kiestonen tijdens het
kiezen van het nummer en de verbindingstonen die tussen uw faxtoestel en het andere toestel worden uitgewisseld, kunt horen. Is dit niet het geval, dan programmeert u
dit als volgt:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
LIJNDETECTIE:UIT
3. Om de andere beschikbare optie weer te geven,
"LIJNDETECTIE: AAN", drukt u op de toetsen:
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
AFSLUITEN A.U.B.
2. Om het volume van de luidspreker te verhogen/verlagen,
drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, rechts boven, het niveau van het
ingestelde volume.
Z
OEMERVOLUME AANPASSEN
Het geluidssignaal geeft zowel bijzondere omstandigheden
in de werking van het faxtoestel als eventuele fouten of
storingen aan.
Het volume van het geluidssignaal kan op drie niveaus
geregeld worden, "Hoog", "Medium" en "Laag", of kan
volledig uitgeschakeld worden.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
ZOEMERVOL.:LAAG
5. Om de andere beschikbare opties weer te geven,
"ZOEMERVOL.:HOOG", "ZOEMERVOL.:MIDD." en
"ZOEMERVOL.:UIT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
23
V
ERZENDINGSSNELHEID VERMINDEREN
De modellen met ingebouwd antwoordapparaat verzenden normaal bij een snelheid van 14400 bps (bits
per seconde), terwijl de basismodellen bij een snelheid van 9600 bps (bits per seconde) verzenden. Bij
storingen op de telefoonlijn wordt een lagere snelheid aangeraden.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ecm:AAN
5. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "ECM:
UIT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
O
NTVANGEN VAN EEN DOCUMENT D.M.V. DE
POLLINGFUNCTIE
tot op het display verschijnt:
ZEND SNELH. 14.4
5. Om de andere beschikbare waarden weer te geven, "ZEND
SNELH. 9.6" of "ZEND SNELH. 4.8", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
A
CTIVEREN/STOPZETTEN VAN DE ECM MODUS
ECM (Error Correction Mode) is een correctiesysteem
voor fouten die worden veroorzaakt door storingen van de
telefoonlijn. Om hiervan te kunnen gebruikmaken, moet deze
functie zowel op uw fax als op het toestel van uw correspondent geactiveerd zijn De letter "E" op het display geeft
aan dat de functie geactiveerd is.
Uw faxtoestel is voorgeprogrammeerd om met deze modus
te verzenden. Om het toestel op normaal verzenden in te
stellen, volgt u onderstaande procedure:
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
WAT IS
Wanneer een faxtoestel een ander om een verzending vraagt, zodat
het document automatisch verzonden wordt, spreken we van polling.
De communicatie met de pollingmethode heeft de volgende twee
fundamentele kenmerken:
•de gebruiker die het document wil ontvangen, vraagt de
•de transactiekosten zijn voor rekening van degene die de
A
ONTVANGST
1. Druk op de toets
POLLING
verzending aan. Dit betekent dat een gebruiker een verbinding
met een ander faxtoestel tot stand kan brengen en dit toestel kan
vragen hem automatisch een (speciaal voorbereid) document te
zenden, ook wanneer er aan de andere kant van de lijn niemand
aanwezig is.
verzending aanvraagt (d.w.z. degene die het document ontvangt) en niet van degene die het document verzendt.
ANVRAGEN VAN EEN VERZENDING (POLLING VOOR
)
Spreek het tijdstip voor de verzending met uw correspondent af, zodat deze het te verzenden document kan insteken. Stel uw faxtoestel in om het document te ontvangen,
programmeer de kiesmethode die gebruikt moet worden
om het andere faxtoestel op te roepen en het tijdstip waarop
het document ontvangen moet worden.
tot op het display verschijnt:
AFROEP ONTVANGST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:mm
Nu kunt u de huidige tijd bevestigen of de nieuwe tijd eroverheen typen, bijvoorbeeld "18:20".
24
3. Om de nieuwe tijd eroverheen te typen, drukt u op de
toetsen:
-
4. Zowel voor het bevestigen van de huidige tijd als de nieuwe
tijd, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
5. Vorm het nummer van de correspondent op een van de
mogelijke manieren: direct op het numerieke toetsenbord of
via de one-touch-toetsen of snelkiescodes.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Als u "PARAM. WIJZIGEN?" gekozen heeft, verschijnt op
het display:
DRUK TIJDINSTELL
UU:mm
Vanaf hier volgt u de procedure "Aanvragen van een
verzending" vanaf stap 3.
Het faxtoestel geeft, gedurende enkele seconden, het be-
richt "POLL INGESTELD" weer en komt vervolgens automatisch in de oorspronkelijke standby-modus terug. Op de
tweede regel van het display verschijnt: "POLL OTV: 18:20".
OPMERKING
U kunt de ingestelde polling voor ontvangst wissen door op de toets
te drukken.
R
EEDS INGESTELDE POLLING VOOR ONTVANGST WIJZIGEN
WISSEN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
AFROEP ONTVANGST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
REEDS GEPROGR.
3. Druk op de toets:
/
Op het display verschijnt:
PARAM. WIJZIGEN?
U kunt uit de volgende opties kiezen:
INSTELL. WISSEN? - Om de instelling te annuleren. Het
faxtoestel komt weer in de oorspronkelijke standby-modus
terug.
PARAM. WIJZIGEN? - Om het tijdstip voor de polling of het
nummer van de correspondent van wie u het document wilt
ontvangen te wijzigen.
4. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "INSTELL.
WISSEN?", drukt u op de toetsen:
/
25
P
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
geg
g
geg
ROBLEMEN OPLOSSEN
W
ANNEER DE STROOM UITVALT
In geval van een stroomuitval, bewaart het faxtoestel de
geprogrammeerde nummers voor one-touch-toetsen
en snelkiescodes en de rapporten in het geheugen,
terwijl de opgeslagen documenten verloren gaan.
Ook de datum en tijd gaan verloren. Deze moeten dan opnieuw worden ingesteld volgens de procedure "Datum en
tijd instellen", hoofdstuk "Meteen aan de slag".
W
ANNEER HET PAPIER OF DE INKT OPRAAKT
Als tijdens ontvangst het papier opraakt of vastloopt, of de
inkt is op, dan wordt het afdrukken onderbroken, op het
display verschijnt het betreffende bericht en het ontvangen
document wordt tijdelijk in het geheugen opgeslagen.
Wanneer de storing eenmaal is hersteld, begint het faxtoestel
weer af te drukken.
W
ANNEER DE VERZENDING MISLUKT
Het is mogelijk dat de kwaliteit van het ontvangen document te wensen overlaat door problemen op de lijn als
gevolg van overbelasting of andere storingen, en dat de
ontvanger u vraagt het hem opnieuw te zenden.
In dit geval kunt u het beste een lagere snelheid instellen.
Het faxtoestel verzendt met een snelheid van 14400 bps(modellen met ingebouwd antwoordapparaat) en met
een snelheid van 9600 bps (basismodellen). Om de snelheid te verlagen, de procedure in het gedeelte "Verzendings-
snelheid verminderen", in het hoofdstuk "Geavanceerd
gebruik" volgen.
Indien de verzending mislukte door lijn- of faxproblemen,
gaat de FOUTEN-LED "" branden en geeft het faxtoestel
een kort geluidssignaal; in dat geval drukt het toestel automatisch het zendrapport af (zie verderop "Rapporten en lijs-
ten afdrukken", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen"), waarin een foutcode de oorzaak
aangeeft (verderop vindt u een lijst met alle foutcodes).
• als het een document ontvangt:
-onderbreekt het faxtoestel de ontvangst en begint het
document op te slaan. Op het display verschijnt het
bericht "OV IN MEMORY.".
Nadat de geheugenopslag is beëindigd, verschijnt op het
display het bericht "DOK IN MEMORY".
Nu geeft het faxtoestel instructies over hoe u het document
uit een van de invoeren voor originele documenten kunt
verwijderen. Vervolgens wordt het afdrukken van het opgeslagen document hervat.
K
LEINE PROBLEMEN OPLOSSEN
Onderstaande lijst biedt enkele aanwijzingen voor het oplossen van
kleine problemen.
PROBLEEMOPLOSSING
U kunt het faxto e s te l niet
ins chakelen.
U kunt het docume nt niet
correct insteken.
Het toe s te l kan
documenten verzenden.
Het toe s te l kan nie t
auto matis ch ontvan
Het toe s te l kan nie t
kopiëren of ontvan
een
en.
en.
Controleer of het stroomsnoer
oed op het stopcontact is
aan
esloten.
Controleer of het document
voldoet aan de aanbevelin
in de para
documenten kunt u
ebruiken", in het hoofdstuk
"Functies voor verzenden en
ontvan
Controleer of het document niet
vast
De lijn is bezet: wacht tot deze
vrij is en probeer het opnieuw.
U he b t het toes tel in
manuele ontvan
op auto matis che ontv an
Controleer of het document of
het vel papier niet vastgelopen
is.
raaf "Wel ke
en".
elopen is.
st: stel het in
en
esteld op
st.
WAT ER
EEN
HET
Als u een document in een van de invoeren voor originele
documenten steekt, terwijl het faxtoestel een kopie of de afdruk van een rapport of een ontvangen document uitvoert,
gedraagt het faxtoestel zich zoals hieronder beschreven:
• als het een kopie uitvoert, geeft het faxtoestel via een
• als het een rapport afdrukt, geeft het faxtoestel via een
26
GEBEURT ALS U EEN DOCUMENT IN
VAN DE TWEE INVOEREN STEEKT TERWIJL
FAXTOESTEL AFDRUKT
aantal berichten op het display instructies over hoe u de
kopie kunt onderbreken en terug kunt gaan naar de oorspronkelijke standby-modus;
aantal berichten op het display instructies over hoe u het
afdrukken kunt onderbreken en terug kunt gaan naar de
oorspronkelijke standby-modus;
Het
ebruikte papiertype is niet
eschikt: controleer de
papierkenmerken vermeld in
het hoofdstuk "Technische
evens".
De afdrukken zijn volledi
blanco.
Steek het document met de
evens naar boven gericht
in de ADF.
OPMERKING
Indien het toestel geen documenten kan verzenden of ontvangen,
kan dit ook aan andere oorzaken te wijten zijn. Deze oorzaken zullen
worden aangegeven in de vorm van een foutcode in het "Zend-
rapport" en in het "Activiteitenrapport", zie "Rapporten en lijsten afdrukken", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en
ontvangen".
F
OUTCODES
De foutcodes die zowel op het zendrapport als op het activiteitenrapport worden afgedrukt bestaan uit twee cijfers die de oorzaak
van de fout aangeven. Op het activiteitenrapport wordt de code wegens plaatsgebrek zonder verder bericht weergegeven.
CODEBERICHTOORZAAK VAN DE FOUTWAT U MOET DOEN
OKGeen bericht. Transactie correct
voltooid.
02ONMOGELIJKE VERBINDINGHet faxtoestel detecteert geen lijntoon of
ontvangt foutieve signalen.
03GEEN MELDING NA OPROEPHet opgweroepen nummer antwoordt niet of
is geen faxtoestel.
04FOUT IN DE VERZENDING
HERHALEN VANAF PAGINA: nn
05HERHA AL PAGINA
nn, ..... nn
07DOCUME NT TE LANGHet te v e rzende n d ocume nt is te lang. De
08NAK IJKEN DOK. DOORGANGDe optisc he scanner k an het d o cument niet
09STOP PROCEDUUREU hebt de verzending onderbroken.Geen interventie.
10Geen berichtHet faxtoestel heeft een storing gedetecteerd
Er werd een storing gedetecteerd tijdens de
verzending. "nn" = nummer van de pagina
waarb ij de fo ut o ptrad.
Het opgeroepen faxtoestel heeft fouten
gedetecteerd tijdens de ontvangst. "nn" =
nummer van de pagina die verzonden werd
toen de fout optrad.
verzendingstijd overschrijdt de toegelaten
limiet.
lezen.
tijdens de ontvangst.
Geen interventie.
Controleer of het faxtoestel correct op de
telefoonlijn is aangesloten en o f de hoorn
ingehaakt is. Probeer opnieuw.
Controleer of he t numme r van d e
correspondent juist is.
Herhaal de verzending vanaf de pagina
aangegeven in het rapport.
Herhaal de verzending van de pagina's
aangegeven in het rapport.
Splits het te verzenden document op.
Neem het document uit de ADF en steek het
opnieuw in voordat u de verzending opnieuw
start.
Neem contact op met de correspondent en
vraag hem he t doc ument op nieuw te
verzenden.
11Geen berichtDe printer gedraagt zich abnormaal tijdens de
ontvangst. Resterend document opgeslagen
in geheugen maar geheugencapaciteit
overschreden voor einde van procedure.
13FOUT IN AFROEPVERZENDINGEr steekt geen document in de ADF van het
andere faxtoestel en dit werd niet ingesteld
voor verzending na polling.
16STROOMSTORING MET PAGINA nn Stroomonderbreking tijdens verzending of
ontv angs t.
(OK)Geen bericht.Het document kon ontvangen worden maar
de afdrukkwaliteit laat te wensen over.
OCCLIJN BEZETDe lijn is bezet.Probeer opnieuw bij onbezette lijn.
Verhelp het probleem en wacht tot het
opgeslagen document afgedrukt is.
Neem contact op met de correspondent.
Herhaal de verzending vanaf de pagina
aangegeven in het rapport.
Neem contact op met de correspondent.
27
S
IGNALEN EN BERICHTEN
Eventuele problemen die kunnen optreden worden gewoonlijk aangegeven door geluidssignalen (die soms vergezeld gaan van
visuele signalen: brandende fouten-LED "
berichten op het display.
Het faxtoestel geeft eveneens geluidssignalen en berichten op
het display die geen fout aangeven.
G
ELUIDSSIGNALEN DIE EEN FOUT AANGEVEN
") of door fout-
GEEN NUMMER AANW
U hebt een snelkiescode of one-touch-toets geselecteerd die niet
geprogrammeerd is: programmeer de toets of de code (zie "One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen").
GEHEUGEN VOL
Een of meer documenten worden in het geheugen opgeslagen omdat er tijdens de ontvangst een fout werd gedetecteerd, waardoor het
geheugen vol is geraakt: controleer het type fout (papier op, papier
vastgelopen, inkt op, deksel open, enz.) en los het probleem op. De
documenten zullen automatisch worden afgedrukt, zodat er opnieuw
geheugenplaats beschikbaar is.
Korte toon, 1 seconde lang
•U hebt op de verkeerde toets gedrukt tijdens een procedure.
Langere toon, 3 seconden lang, plus brandende fouten-LED
•Transactie mislukt.
Permanente toon
•Hoorn van de haak, u vergat de hoorn in te haken na een vorige
transactie.
De verbinding is niet tot stand gekomen als gevolg van storingen op
de lijn of omdat de correspondent bezet is: het faxtoestel staat in de
wachtstand voor automatische kiesherhaling.
U hebt een ontvangst na polling ingesteld en de verbinding is niet tot
stand gekomen als gevolg van storingen op de lijn of omdat de
correspondent bezet is: het faxtoestel staat in de wachtstand voor
automatische kiesherhaling.
OPMERKING
Om de fouten-LED "" uit te schakelen moet u op de toets
drukken.
F
OUTBERICHTEN OP HET DISPLAY
BEKIJK PRINTKOP
•Het faxtoestel detecteert geen printkop omdat u vergeten bent de
printkop in het toestel te installeren of omdat de printkop niet correct
geïnstalleerd is: installeer de printkop of installeer hem opnieuw.
•Bepaalde spuitmonden op de printkop zijn beschadigd, wat in
een slechte afdrukkwaliteit resulteert. Voer de reinigingsprocedure voor de printkop uit (zie "Reinigingsprocedure voorde printkop en testprocedure voor de spuitmonden", in het
hoofdstuk "Onderhoud").
DEKSEL OPEN
Het deksel van het printkopcompartiment staat open: sluit het.
DOCUMENT CONTR., DRUK
Het document is niet goed ingevoerd: plaats het document opnieuw
in de automatische invoer (ADF) en druk op de toets
normale werking van het faxtoestel te herstellen.
om de
DOK IN MEMORY
Het ontvangen document werd in het geheugen opgeslagen omdat
tijdens de ontvangst een fout werd gedetecteerd en onmiddellijke
afdruk niet mogelijk was: controleer het type fout (papier op; papier
vastgelopen; inkt op; deksel open, enz.) en los het probleem op.
GEEN INKT MEER!
De inktpatroon is op: vervang de printkop (zie "Printkop vervangen", in het hoofdstuk "Onderhoud").
•U hebt een kopieertaak onderbroken door op de toets te
drukken.
•Er is een storing opgetreden tijdens het kopiëren van het document en het kon niet worden afgedrukt: controleer het type fout op
het display en los het probleem op.
De ontvangst verliep niet correct; druk op de toets om de
fouten-LED "
wissen.
De ontvangen gegevens werden in het geheugen opgeslagen wegens een fout tijdens de ontvangst, die het afdrukken belette: zoek op
de onderste regel van het display naar het fouttype en los het probleem op.
•Er is geen papier in de invoerlade: vul papier bij en druk op
•Het papier is niet goed ingevoerd: plaats het papier opnieuw in de
invoerlade en druk op de toets
het faxtoestel te herstellen.
Het papier is vastgelopen tijdens het kopieren of verzenden: druk op
de toets
dient u te controleren waar het geblokkeerd zit, en het handmatig te
verwijderen (zie "Vastgelopen papier verwijderen", in het hoofd-
stuk "Onderhoud").
HERHALING nnn
HERH. POLL nnn
KOPIE ONDERBR.
ONTV. ERROR
" uit te schakelen en het bericht van het display te
OV IN MEMORY
PAPIER CONTR., DRUK
om het bericht van het display te wissen.
om de normale werking van
PAPIER PROBLEEM, DRUK
. Indien het papier niet automatisch wordt uitgevoerd,
28
SYSTEEMFOUT nn
Er gebeurde iets abnormaals waardoor het faxtoestel geblokkeerd
raakte: schakel het toestel eerst uit en dan weer in. Indien de fout niet
verdwenen is, dient u het toestel uit te schakelen en de hulp van de
technische dienst in te roepen.
VERWIJDER DOK., DRUK
•Indien het document geblokkeerd raakt tijdens het kopiëren of
verzenden, dient u op de toets
ment niet automatisch wordt uitgevoerd, moet u het document handmatig verwijderen (zie "Vastgelopen documenten verwijde-ren", in het hoofdstuk "Onderhoud").
•U hebt het scannen onderbroken door op de toets
ken.
te drukken. Indien het docu-
te druk-
VZ ERROR
De ontvangst verliep succesvol.
U hebt de ontvangst onderbroken door op de toets te druk-
ken.
Het faxtoestel slaat de pagina’s van het te kopiëren document op.
U hebt een verzending aangevraagd (Ontvangst na polling).
De correspondent wil een gesprek voeren: neem de hoorn op om
de oproep te beantwoorden.
ONTVANGST OK
ONTV. ONDERBROKEN
OPSLAAN
POLL OTV: UU:MM
TELEFOONOPROEP
De verzending verliep niet correct; druk op de toets om de
fouten-LED "
wissen, en herhaal de verzending.
A
NDERE GELUIDSSIGNALEN
Korte toon, 1 seconde lang
•Transactie werd correct uitgevoerd.
Intermitterende toon, 20 seconden lang
•Signaal om de hoorn op te nemen en een telefoonoproep te
beantwoorden.
A
NDERE BERICHTEN OP HET DISPLAY
" uit te schakelen en het bericht van het display te
Er is een verzending bezig.
U hebt een verzending uit het geheugen ingesteld.
Het faxtoestel is de verbinding met het andere faxtoestel tot stand aan
het brengen.
Er is een verzending bezig.
De verzending verliep succesvol.
AFDRUKKEN
Het faxtoestel is een rapport of een lijst aan het afdrukken.
U hebt een verzending ingesteld voor uitvoering op het ingestelde
tijdstip (uitgestelde verzending).
AFSLUITEN A.U.B.
U hebt de lijn genomen door de hoorn van de aangesloten telefoon
op te nemen.
BEKIJK AFDRUK
U hebt een telefoongesprek tijdelijk onderbroken door op de toets
de correspondent te hervatten.
1=UIT 0=HERHAAL
Het faxtoestel heeft automatisch de printspuitmonden getest en een
proefafdruk gemaakt: controleer of de printkwaliteit aanvaardbaar is
en tref de nodige maatregelen.
U hebt de verzending onderbroken door op de toets te druk-
ken.
DOKUMENT GEREED
U hebt het document correct in de ADF gestoken.
TX IN UITVOERING
TX UIT GEHEUGEN
VERBINDING
VERZENDEN
VERZENDING OK
VERZ. OM: UU:MM
WACHTVERBINDING, DRUK OP HOLD
te drukken: druk opnieuw op de toets om het gesprek met
ZENDONDERBREKING
NIEUWE PRINTKOP?, 1=JA 0=NEE
U hebt een printkop voor het eerst geïnstalleerd, of verwijderd en
dan opnieuw geïnstalleerd: u moet de vragen nog beantwoorden.
Indien u "ja" antwoordt hoewel de printkop niet nieuw is, zal het
faxtoestel niet detecteren wanneer de inkt op is.
NR. VORMING
Het faxtoestel is het gewenste nummer aan het vormen.
29
O
NDERHOUD
P
RINTKOP VERVANGEN
8. Plaats de nieuwe printkop in zijn behuizing met de elektrische
contacten naar het printkopcompartiment gericht (fig. 8).
9. Duw de printkop aan tot u een klik hoort, die aangeeft dat hij goed
zit (fig. 9).
10. Sluit vervolgens het bedieningspaneel en leg de hoorn weer op
zijn plaats.
OPMERKING
Wanneer u de printkop vervangen hebt omdat de inkt op was,
herkent het faxtoestel de vervanging automatisch bij sluiten van het
bedieningspaneel en op het display verschijnt het bericht
"NIEUWE PRINTKOP? 1 = JA, 0 = NEE". Stel de waarde 1 in.
Nu voert het faxtoestel automatisch de procedure voor reiniging
van de printkop en controle van de spuitmonden uit en drukt het
resultaat van de diagnose af. Onderzoek het afdrukresultaat, zoals
beschreven in "De printkop plaatsen", in het hoofdstuk "Meteenaan de slag".
Indien u de printkop vervangen hebt omdat de afdrukkwaliteit wasverminderd, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de toets
6
tot op het display verschijnt:
ONDERH. PRINTER
2. Druk op de toets:
3. Druk op de toets:
7
R
EN
1. Leg de telefoonhoorn eraf op een stabiele ondergrond (fig. 1).
2. Maak het bedieningspaneel open en til het op zoals aangegeven
door de pijl (fig. 2).
3. Ontgrendel de printkop door middel van het hendeltje, zoals aangegeven door de pijl (fig. 3).
4. Neem de oude printkop uit zijn behuizing (fig. 4).
5. Neem de nieuwe printkop uit zijn verpakking en verwijder de
beschermfolie van de printspuitmonden terwijl u hem aan weerszijden vasthoudt.
Opgelet!
6.
Raak de spuitmonden niet aan (fig. 7).
7.
Raak de elektrische contacten niet aan (fig. 6).
1. Druk op de toets
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NIEUWE KOP:AAN
Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
Het faxtoestel start automatisch de reinigings- en controleprocedure van de spuitmonden en drukt het resultaat van
de diagnose af.
Onderzoek het afdrukresultaat, zoals beschreven in "De
printkop plaatsen", in het hoofdstuk "Meteen aan de
slag".
EINIGINGSPROCEDURE
TESTPROCEDURE VOOR DE SPUITMONDEN
Indien de afdrukkwaliteit achteruit gaat, kunt u een
snelle procedure uitvoeren voor het reinigen van de printkop
en het testen van de spuitmonden, afgesloten door een
afdruk die de toestand weergeeft.
tot op het display verschijnt:
VOOR DE PRINTKOP
ONDERH. PRINTER
Op het display verschijnt:
NIEUWE KOP:AAN
30
3. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "NIEUWE
KOP:NEE", drukt u op de toetsen:
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
Het faxtoestel start automatisch de reinigings- en controleprocedure van de spuitmonden en drukt het resultaat van
de diagnose af.
Onderzoek het afdrukresultaat, zoals beschreven in "De
printkop plaatsen", in het hoofdstuk "Meteen aan de
slag".
OPMERKING
U kunt de procedure op elk gewenst moment onderbreken door op
de toets
te drukken.
OPMERKING
Indien de afdrukkwaliteit na het uitvoeren van de reinigingsprocedure
nog niet aan de verwachtingen voldoet, kunt u in volgorde de volgende handelingen uitvoeren, tot u een bevredigend resultaat bereikt:
-Maak op het faxtoestel een kopie van een document met de gewenste grafische- of tekstkenmerken en beoordeel het resultaat.
-Gebruik een andere papiersoort (het papier dat u gebruikt kan
bijzonder poreus zijn) en herhaal de procedure nogmaals.
-Verwijder de printkop en installeer hem opnieuw.
-Verwijder de printkop en inspecteer deze op aanwezigheid van
deeltjes op de spuitmond; een eventueel aanwezig deeltje voorzichtig verwijderen en erop letten dat u de elektrische contacten
niet aanraakt. Installeer de printkop.
-Verwijder de printkop en reinig de elektrische contacten van de
printkop en van de printwagen, zie "Elektrische contacten vande printkop reinigen".
-Installeer de printkop opnieuw.
-Raadpleeg de technische dienst.
1. Leg de telefoonhoorn eraf op een stabiele ondergrond (fig. 1).
2. Maak het bedieningspaneel open en til het op zoals aangegeven
door de pijl (fig. 2).
3. Ontgrendel de printkop door middel van het hendeltje, zoals aangegeven door de pijl (fig. 3).
4. Neem de printkop uit zijn behuizing (fig. 4).
5. Reinig de elektrische contacten met behulp van een lichtjes bevochtigde doek (fig. 5).
Opgelet!
Raak de spuitmonden niet aan.
6. Reinig de elektrische contacten op de printwagen eveneens met
een lichtjes bevochtigde doek (fig. 6).
7. Installeer de printkop opnieuw in zijn behuizing met de elektrische
contacten naar het printkopcompartiment gericht.
8. Duw de printkop aan tot u een klik hoort, die aangeeft dat hij
goed zit.
9. Sluit vervolgens het bedieningspaneel en leg de hoorn weer op
zijn plaats.
O
Door stof dat zich op het glas van de optische scanner opstapelt, zijn
problemen bij het inscannen van documenten mogelijk. Om dit te
voorkomen, moet u het glas af en toe als volgt reinigen:
Met het faxtoestel van het stopcontact afgekoppeld:
PTISCHE SCANNER REINIGEN
E
LEKTRISCHE CONTACTEN VAN DE PRINTKOP
REINIGEN
Met het faxtoestel van het stopcontact afgekoppeld:
31
V
ASTGELOPEN DOCUMENTEN VERWIJDEREN
Tijdens het verzenden of kopiëren kan het gebeuren dat een origineel vastloopt (dit wordt op het display aangegeven met het be-
richt: "VERWIJDER DOK., DRUK
").
Probeer het origineel uit te voeren door op de toets
ken. Indien het origineel niet uitgevoerd wordt, moet u het als volgt
handmatig verwijderen:
1. Leg de telefoonhoorn eraf op een stabiele ondergrond (fig. 1).
2. Maak het bedieningspaneel open en til het op zoals aangegeven
door de pijl (fig. 2).
3. Verplaats de printwagen geheel naar de linkerzijde van het
faxtoestel (fig. 3).
4. Ontgrendel de papiertransportrol door middel van het hendeltje,
zoals aangegeven door de pijl (fig. 4).
5. Verwijder de rol uit zijn behuizing (fig. 5).
6. Reinig het glas van de optische scanner met een bevochtigdedoek met een specifiek glasreinigingsmiddel. Droog het glas zorgvuldig af (fig. 6).
Opgelet!
Giet of spuit het reinigingsmiddel niet direct op het glas.
7. Plaats een uiteinde van de rol op de pen aan de linkerkant van het
faxtoestel, zoals aangegeven door de pijl (fig. 7).
8. Vergrendel de rol door middel van het hendeltje, zoals aangegeven door de pijl (fig. 8).
9. Sluit vervolgens het bedieningspaneel en leg de hoorn weer op
zijn plaats.
of
Verwijder het document voorzichtig zonder dat het gescheurd raakt.
V
te druk-
ASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
OPMERKING
Om te controleren of de optische scanner schoon is, maakt u een
kopie met een blanco vel papier. Als op de kopie verticale strepen te
zien zijn en na controle blijkt dat de optische scanner perfect schoon
is, dient u contact op te nemen met de technische dienst.
B
EHUIZING REINIGEN
1. Koppel het faxtoestel van het stroomnet en telefoonnet af.
2. Gebruik alleen een zachte, rafelvrije doek die u licht bevochtigd
hebt met wat verdund afwasmiddel.
Indien het papier voor het afdrukken van ontvangen documenten of
het kopiëren van originelen vast mocht lopen (dit wordt op het display
aangegeven met het bericht "PAPIER PROBLEEM, DRUK
probeer dan het papier uit te voeren door op de toets
drukken. Als het vel papier niet uitgevoerd wordt, moet u het als volgt
handmatig verwijderen:
of
"),
te
32
Verwijder het vel voorzichtig zonder dat het gescheurd raakt.
OPMERKING
Als het niet lukt het vastgelopen document of papier volgens de aangegeven methode te verwijderen, kan het in het faxtoestel geblokkeerd zitten. Is dit het geval, ga dan als volgt te werk:
1. Leg de telefoonhoorn eraf op een stabiele ondergrond (zie fig. 1
van de procedure "Optische scanner reinigen").
2. Maak het bedieningspaneel open en til het op (zie fig. 2 van de
procedure "Optische scanner reinigen").
3. Verplaats de printwagen geheel naar de linkerzijde van het
faxtoestel (zie fig. 3 van de procedure "Optische scanner reini-gen").
4. Ontgrendel de papiertransportrol door middel van het hendeltje
(zie fig. 4 van de procedure "Optische scanner reinigen").
5. Verwijder de rol uit zijn behuizing (zie fig. 5 van de procedure
"Optische scanner reinigen").
6. Verwijder het vastgelopen document of papier.
7. Plaats een uiteinde van de rol op de pen aan de linkerkant van het
faxtoestel (zie fig. 7 van de procedure "Optische scanner reini-gen").
8. Vergrendel de rol door middel van het hendeltje (zie fig. 8 van de
procedure "Optische scanner reinigen").
9. Sluit het bedieningspaneel en leg de hoorn weer op zijn plaats.
- verticaal FINE ................................... 7,7 lijnen/mm
V
ERZENDINGSKENMERKEN
Verzendingstijd ............ Modellen met ingebouwd antwoordap-
paraat
................................... ca. 7 s (14400 bps)
................................... Basismodellen
................................... ca. 11s (9600 bps)
34
I
NDEX
A
Aansluiting
aansluitbussenIV
op de telefoonlijnV
op het stopcontactVI
van de telefoonhoornV
Afstandsbedieningscode
Automatische kiesherhaling
22
5
B
BedieningspaneelII, III
Behuizing
reinigen
Berichten
andere berichten op het display
foutberichten op het display
32
28
C
Configuratie
configuratieparameters afdrukken
Instelling van enkele parametersVI
Contrast
afstellingen
3
D
Datum en tijd
datum en tijd instellen
datum en tijd wijzigen
DisplayIV
andere berichten
foutberichten
Documenten
documentinvoer
automatische invoer (ADF)XII
handmatige invoerXII
vastgelopen documenten verwijderen
welke documenten kunt u gebruiken
Documentinvoer
automatische invoer (ADF)IV
handmatige invoerIV
VII
VIII
29
28
E
ECM (Error Correction Mode)
Elektrische contacten
van de printwagen
24
31
F
Foutcodes26,
Fouten-LED
27
28
29
11
G
Geheugen
Verzending uit het geheugen
wijzigen/herhalen/wissen
Geluidssignalen
29
5
6
I
Ingebouwd antwoordapparaat
12
K
Kenmerken van de telefoonlijn
aansluiten op een privé-lijn (PBX)
aansluiten op het openbare telefoonnet
openbare telefoonnet
privé-lijn
Kiesmodus
puls1,
toon1,
Kopie
contrast- en resolutiewaardenXVI
De kopieertaak onderbreken
kopiëren
reproductiewaardeXVII
welke documenten kunt u kopiëren
1
2
2
XVI
1
1
1
XVII
XVI
L
Lijsten
gegevens van one-touch-toetsen en snelkiescodes
lijst van configuratieparameters
lijst van installatieparameters
lijst van uitgesloten nummers
Luidsprekervolume
23
11
11
11
11
M
32
3
Milieu
milieuvriendelijkheid
I
O
Onderhoud
aanbevelingen voor het gebruik
behuizing reinigen
controle van de spuitmonden
elektrische contacten reinigen
optische scanner reinigen
printkop vervangen
reinigingsprocedure voor de printkop
vastgelopen documenten verwijderen
vastgelopen papier verwijderen
One-touch-toetsen
opbellen via de one-touch-toetsen
programmeren
verzenden via one-touch-toetsen
wijzigen
8
32
30
7
I
30
31
31
30
32
32
XV
8
35
Ontvangst
aantal belsignalen wijzigen
afdrukzone van een ontvangen document verkleinen
afstandsbedieningscode wijzigen
automatische ontvangstXIV,
met oproeptype-herkenning
herkenning van het belsignaal-ritme
manuele ontvangstXIII,
naam of nummer van de beller weergeven
ontvangst in stand "TEL./FAX"XIV
ontvangst met antwoordapparaatXIV,
ontvangstmodus kiezenXIII,
resterende tekst
stille ontvangst
volume belsignalen wijzigen
zoemerduur wijzigen
Optische scanner
reinigen
19
19
31
20
22
6
6
21
6
20
6
6
21
21
P
Papier
invoer voor normaal papier (ASF)IV
Papier ladenX
vastgelopen papier
vastgelopen papier verwijderen
wanneer het papier opraakt
Polling
polling voor ontvangst
polling voor ontvangst wijzigen/wissen
wat is polling
Printkop
elektrische contacten reinigen
printkop installerenX
printkop vervangen30
reinigings-en controleprocedure van de spuitmondenXI,
Problemen oplossen
de stroom is uitgevallen
de verzending mislukt
het papier of de inkt is op
kleine problemen oplossen
26
32
26
24
25
24
31
26
26
26
26
R
Rapporten
activeringsrapport
afdruk opvragen
automatische afdruk
foutdberichtenrapport
rapport laatste circulaire
rapport laatste verzending
rapporten interpreteren
stroomonderbrekingsrapport
Resolutie
afstellingen
9
11
10
9
9
9
10
9
4
19
Snelkiescodes
opbellen via de snelkiescodes
programmeren
verzenden via snelkiescodes
wijzigen
Stroom
wanneer de stroom uitvalt
T
Technische gegevens
algemene kenmerken
communicatiekenmerken
kenmerken scanner
kenmerken stroomvoorziening
kenmerken van het antwoordapparaat
omgevingsvoorwaarden
ontvangstkenmerken
verzendingskenmerken
Telefoon
gebruik van de telefoonXV
opbellen door zoeken in het adresboek
opbellen via de one-touch-toetsen
opbellen via de snelkiescodes
opvragen van de laatste nummersXVI
Telefooncentrale
openbaar telefoonnet1
privé-centrale
V
Verbindingstonen
Verpakking
inhoud van de verpakking
Verzending
30
circulaire
contrast en resolutie afstellen
documenten verzendenXIII,
ECM-modus in-/uitschakelen
een document uit het geheugen verzenden
herhaling van mislukte verzending uit het geheugen
kiestonen horen bij het verzenden
luidsprekervolume regelen
onderbreken
opvragen van de laatste nummers
telefoonhoorn opnemen bij het verzendenXIII,
verbindingstonen weergeven
verzenden door opzoeken in het adresboek
verzenden via one-touch-toetsen
verzenden via snelkiescodes8
verzendingssnelheid verminderen
welke documenten kunt u gebruiken