Oki Pro9541WT User Manual Basic [nl]

Gebruikershandleiding
Voor
1
gebruik
De printer voorbereiden om af te drukken
2
Instellen
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
Appendix
Pro9541WT
Index
Deze handleiding beschrijft de voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik van het apparaat. Zorg ervoor dat u voor gebruik deze handleiding leest en dat u op een correcte en veilige manier het apparaat gebruikt.
1

Handmatig instellen

De volgende handleidingen zijn meegeleverd bij dit product. De e-handleiding is op de "Software DVD-ROM" opgeslagen.
Stap
Lees dit eerst
Open de verpakking en installeer de printer
Instelling Gids
Deze handleiding bevat afbeeldingen die de methoden beschrijven vanaf het openen van de doos tot de installatie. Voor de geavanceerde installatiehandleiding, raadpleeg de "Basis".
De printer voorbereiden om af te drukken
Basis (Deze handleiding)
Deze handleiding beschrijft de voorzorgsmaatregelen om het apparaat veilig te gebruiken. Lees deze handleiding voor gebruik. Verder worden ook de basistoepassingen tot de installatiemethoden van het apparaat beschreven. De apparaatfuncties worden in de appendix beschreven.
Het product controleren
Onderdelen nomenclatuur en functies
• Het apparaat volledig gebruiken
• Het apparaat installeren
• De voeding in- en uitschakelen
• Testafdruk uitsluitend via de printer
• Op een computer aansluiten
• Papier
• Afdrukken
• Papier uitwerpen
• Energiespaarstand instellen
De automatische uitschakelstand instellen
Controleren van de afdrukkwaliteit, verbruiksartikelen, resterende hoeveelheid onderhoudseenheden en resterende levensduur
• Een afdrukopdracht annuleren
Printers toevoegen via LPD-protocollen (TCP/IP)
Tabel menu-items van het controlepaneel
• Elementaire Windows-procedures
• Printerspecificaties
Stap
Lees deze handleidingen indien nodig
2
Probeer verschillende functies te gebruiken
Geavanceerd
Deze handleiding beschrijft de verschillende afdrukmethoden en hoe u de handige functies kunt gebruiken. Lees deze handleiding om de afdrukomgeving te personaliseren of om de kleuren, enz. via de meegeleverde hulpprogramma's aan te passen. Deze handleiding verklaart ook de items die kunnen worden ingesteld via het bedieningspaneel en de netwerkinstellingen.
Lees deze handleiding als u iets niet begrijpt of om onderhoudswerken uit te voeren
Problemen verhelpen/ Handleiding dagelijks onderhoud
Deze handleiding beschrijft de procedures om papierstoringen en de methode voor probleemverhelping als er een foutmelding wordt weergegeven. De handleiding beschrijft ook probleemoplossingsmethoden als er een foutmelding optreedt. Deze handleiding beschrijft ook dagelijkse onderhoudswerken, zoals het vervangen van verbruiksartikelen en onderhoudseenheden, reiniging, enz.
Gids afzonderlijk volume steunkleuren
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de
printerstuurprogramma's kunt controleren en kunt afdrukken met steunkleuren. Lees deze handleiding voor gebruik.
Handige afdrukfuncties
• De kleur aanpassen
• Hulpprogramma's gebruiken
• Netwerkinstellingen
• De afdrukinstellingen via het
bedieningspaneel wijzigen
• Problemen verhelpen
• Onderhoud
Verbruiksartikelen, onderhoudsproducten, opties, server voor kleurbeheer, enz.
• Beschrijving bedieningspaneel
• De printerdrivers controleren
• Tabel van printerdriverfuncties
• Afdrukken op gekleurd papier
• Afdrukken op transparante folie
Specificeren en afdrukken via steunkleurentoner
steunkleuren-toner met behulp van de applicaties
• Fijnafstemming wit
- 2 -

Het lezen van de handleiding

WAARSCHUWING

Symbolen

Opmerking
Er zijn voorzorgsmaatregelen en beperkingen voor het correcte gebruik van het apparaat. Lees deze maatregelen om een
verkeerde bediening te voorkomen.
Memo
Kennis van deze informatie voor het apparaat in gebruik te nemen, is noodzakelijk en nuttig en kan dienen als
referentiemateriaal. Het lezen van deze handleiding wordt aanbevolen.
Meer info
Dit zijn de referentiepagina's. Lees deze handleiding voor gedetailleerde en relevante informatie.
Verkeerde behandeling als gevolg van het negeren van deze handleiding kan de dood of ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
LET OP
Verkeerde behandeling als gevolg van het negeren van deze handleiding kan persoonlijk lichamelijk letsel veroorzaken.

Toetsen, knoppen en symbolen

Dit hoofdstuk beschrijft de onderstaande toetsen, knoppen en symbolen.
Opschrift Verklaring
De knoppen van het bedieningspaneel en het tientoetsenbord worden
hieronder beschreven. Bijv.:
[ ]-knop/toets
[ ]
" "
> Beschrijft het menuniveau van het apparaat of de computer.
[OK]-knop [Vorige]-knop
[Fn]-toets [Verwijderen]-toets
Deze vindt u op het toetsenbord van uw computer terug. Beschrijft de menunaam op het lcd-scherm.
Beschrijft de namen van de menu's, de vensters en de dialoogvensters
van de computer.
Beschrijft de berichten en de invoertekst die op het lcd-scherm worden
weergegeven.
Beschrijft de bestands- en schermnamen die op de computer worden
weergegeven.
Beschrijft de referentietitel.
- 3 -

Afbeeldingen

Schermen

De afbeeldingen die in deze handleiding worden gebruikt, geven het Pro9541WT-model weer, tenzij anders aangegeven.
Afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product.
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en de computer die hier gebruikt worden zijn voorbeelden. De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke producten en schermen.
- 4 -

Opschriften

In deze handleiding worden de volgende opschriften gebruikt.
Pro9541WT → Pro9541
Besturingssysteem Microsoft
Besturingssysteem Microsoft
Mac OS X 10.10.5 of later → Mac OS X
De meegeleverde handleidingen gebruiken Windows 10 of OS X 10.13 als voorbeeld, tenzij anders aangegeven.
Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en model, kunnen de beschrijvingen in deze handleiding verschillen.
®
Windows® 10 64-bits Editie → Windows 10 (64-bits versie)
®
Windows® 10 → Windows 10
- 5 -

Over de productgarantie

We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding. De fabrikant is niet noodzakelijkerwijs aansprakelijk voor softwareproducten die door andere bedrijven zijn gemaakt en die in deze handleiding worden genoemd.
Hoewel we redelijkerwijs alles hebben gedaan om dit document zo accuraat en nuttig mogelijk te maken, verlenen we geen expliciete of impliciete garantie met betrekking tot de accuratesse of volledigheid van de betreffende informatie.
Alle rechten zijn voorbehouden aan Oki Electric Industry Co., Ltd. U mag de inhoud van de handleiding niet zonder toestemming kopiëren, doorgeven, vertalen enz. U moet schriftelijke toestemming verkrijgen van Oki Electric Industry Co., Ltd. voordat u een van de bovenstaande handelingen uitvoert.
© 2018 Oki Electric Industry Co., Ltd. OKI is een gedeponeerd handelsmerk van Oki Electric Industry Co., Ltd. Energy Star is een handelsmerk van het United States Environmental Protection Agency. Microsoft, Windows, Windows Server en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation. Apple, Macintosh, Mac en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Andere product- en merknamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de
betreffende rechthebbenden.
Dit product voldoet aan de vereisten van de Directiven 2014/30/EU (EMC), 2014/35/EU (LVD), 2014/53/EU (RED), 2009/125/EC (ErP) en 2011/65/EU (RoHS), zoals ingevoerd waar van toepassing,op de schatting van de wetten van de lidstaten gerelateerd aan Elektromechanische compatibiliteit, Lage wattage, Radio & telecommunicatieapparatuur, Energiegerelateerde producten en Restricties met betrekking tot het gebruik van bepaalde schadelijke stoffen in elektrische apparatuur.
De volgend kabels werden gebruikt om dit product te evalueren voor EMC richtlijn 2014/30/EU
overeenstemming, en conguratie anders dan dit kan effect hebben op deze overeenstemming.
type kabel
Voeding 1,8 USB 5,0 LAN-kabel 15,0
lengte
(meters)
kern afscherming
- 6 -

Eerste hulp bij ongevallen

Wees behoedzaam met tonerpoeder:
Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken.
Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen.

Milieu-informatie

o
.
w
w
w
k
o
m
c
.
i
/
p
r
i
n
t
i
n
g
/
- 7 -

Voor uw veiligheid

Lees de Gebruikershandleiding voor uw eigen veiligheid voordat u het product in gebruik neemt.

Veiligheidswaarschuwingen

WAARSCHUWING
LET OP
Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden.

Algemene waarschuwingen

Raak de veiligheidsschakelaar in de printer niet aan. Dit kan een elektrische schok veroorzaken bij hoogspanning. Daarnaast kan de overbrengingsinrichting draaien, wat kan leiden tot persoonlijk letsel.
Haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de klantenservice wanneer er vloeistof zoals water in de interne onderdelen van de machine is binnengedrongen. Anders kan dit brand veroorzaken.
Haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de klantenservice als de machine gevallen is of de afdekking beschadigd is. Anders kan dit een elektrische schok en/of brand veroorzaken met mogelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Steek geen materialen in een ventilatieopening. Dit kan een elektrische schok en/ of brand veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijke letsels.
De tonercartridges en de afbeeldingsdrumcartridges niet in het vuur werpen. Dit kan tot stofexplosie leiden en brandwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruik geen ontvlambare spray in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken omdat een ruimte in de printer wordt opgewarmd.
Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder vreemde materialen zoals paperclips wanneer deze in de machine vallen. Anders kan dit een elektrische schok en/of brand veroorzaken met mogelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Trek de stekker af en toe uit het stopcontact om de contactpennen en de aarding van de stekker schoon te houden. Als de stekker gedurende een lange tijd in een stopcontact blijft zitten, komt er stof op de aarding en kan de stekker kortsluiten, wat brand kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen gevuld met water op de machine. Dit kan een elektrische schok en/of brand veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijke letsels.
Gebruik geen ander netsnoer, andere kabel of andere aardleiding dan deze die zijn aangegeven in de Gebruikershandleiding. Dit kan brand veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een centrum voor klantenservice wanneer de klep/kap ongewoon warm wordt, rook afgeeft, een twijfelachtige geur afgeeft of een vreemd geluid maakt. Anders kan dit brand veroorzaken.
Bedien en/of demonteer de machine niet anders dan als beschreven in de Gebruikershandleiding. Dit kan een elektrische schok en/ of brand veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijke letsels.
Gemorste toner mag u niet opzuigen met een stofzuiger. Als u gemorste toner opzuigt met een stofzuiger, kan deze in brand vliegen door de vonken van het elektrische contact. Gemorste toner op de vloer moet u wegvegen met een natte doek.
Raak de fuser en andere delen niet aan bij het openen van de afdekking van de machine. Dit kan brandwonden veroorzaken.
De werking van de printer bij het gebruik van een noodstroomvoeding (UPS) of omvormers is niet gegarandeerd. Gebruik geen noodstroomvoeding of omvormers. Dit kan brand veroorzaken.
LET OP
Kom niet dichter bij het papieruitvoergedeelte wanneer de printer is ingeschakeld en terwijl de printer afdrukt. Dit kan leiden tot persoonlijk letsel.
Haal een tonercartridge of afbeeldingsdrum niet uit elkaar of probeer deze niet met geweld te openen. Dit kan de toner verstrooien en kan leiden tot inademing door personen en vlekken op kleding en huid.
- 8 -
Raak een beschadigd lcd-scherm niet aan. Als er vloeistof (vloeibaar kristal) lekt uit het LCD­scherm en deze terechtkomt in de ogen of mond, dienen de ogen of mond te worden uitgespoeld met veel water. Volg indien nodig de aanwijzingen van een arts.
Inhoud
Handmatig instellen ................................................................................2
Het lezen van de handleiding ....................................................................3
Symbolen ................................................................................................................ 3
Toetsen, knoppen en symbolen ................................................................................... 3
Afbeeldingen ............................................................................................................ 4
Schermen ................................................................................................................ 4
Opschriften .............................................................................................................. 5
Over de productgarantie ..........................................................................6
Eerste hulp bij ongevallen ........................................................................7
Milieu-informatie .....................................................................................7
Voor uw veiligheid ...................................................................................8
Veiligheidswaarschuwingen ...................................................................................................8
Algemene waarschuwingen ...................................................................................................8
Inhoud
Rendabel met Pro9541WT ......................................................................13
1. Voor gebruik........................................................................ 17
Het product controleren .........................................................................17
Controleren van de inhoud van de verpakking ............................................................. 17
Onderdelen nomenclatuur en functies ......................................................18
Hoofdeenheid ......................................................................................................... 18
Voorzijde/rechterkant ........................................................................................................18
Achterkant/linkerkant ........................................................................................................19
Binnenkant printer .................................................................................................. 20
Voorzijde binnenkant .........................................................................................................20
Rechterzijde binnenkant ..................................................................................................... 21
Linkerzijde binnenkant ....................................................................................................... 22
Interface .......................................................................................................................... 23
Bedieningspaneel .................................................................................................... 24
Belangrijkste functies van het bedieningspaneel ....................................................................25
Vormgeving bedieningspaneel .............................................................................................25
Aanpassen helderheid bedieningspaneel ............................................................................... 28
Gebruik van het tientoetsenbord .........................................................................................29
Tabel functienummers ........................................................................................................ 30
Het apparaat volledig gebruiken .............................................................. 31
Opties ................................................................................................................... 31
Kleurbeheer-server ................................................................................................. 32
- 9 -
Inhoud
2. Instellen .............................................................................. 33
Het apparaat installeren ......................................................................... 33
Installatievoorwaarden ............................................................................................ 33
Installatieprocedure ................................................................................................ 36
Het openen van de verpakking en de installatie ........................................................... 36
Het openen van de verpakking en het apparaat verplaatsen ....................................................36
Monteren van verbruiksartikelen .........................................................................................39
Papier instellen .................................................................................................................43
Monteren van de uitbreidingslade-eenheid (Optioneel) ................................................. 44
Monteren van de ingebouwde vaste schijf (optioneel) .................................................. 48
De voeding in-/uitschakelen ...................................................................50
Voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening ....................................................... 50
Stroomvoorzieningsvereisten ..............................................................................................50
Aansluiten stroomkabels .......................................................................................... 51
Inschakelen van de voeding ..................................................................................... 51
Uitschakelen van de voeding .................................................................................... 52
Testafdruk uitsluitend via de printer ......................................................... 53
Printerinformatie..................................................................................................... 54
De computer aansluiten .........................................................................55
Stappen voor het installeren van de drivers op een computer ....................................... 55
Gebruiksomgeving .................................................................................................. 56
Types printerdrivers ................................................................................................ 56
Kabels aansluiten .................................................................................................... 57
Aansluiten via LAN-kabels ..................................................................................................57
Aansluiten via USB-kabels .................................................................................................. 58
Installatieprogramma printerdriver (Windows) ............................................................ 59
Netwerkaansluitingen ........................................................................................................59
USB-aansluitingen ............................................................................................................. 64
Installatieprogramma printerdriver (Macintosh)........................................................... 66
Netwerkaansluitingen ........................................................................................................66
USB-aansluitingen ............................................................................................................. 71
Opties toevoegen .................................................................................................... 72
3. Afdrukken ........................................................................... 75
Papier..................................................................................................75
Ondersteunde papiersoorten .................................................................................... 75
Selecteerbare papierinvoeren en uitvoermethoden voor elk soort papier ......................... 78
(Liggend)- en (Staand)-pictogrammen ............................................................... 79
Afdrukken vanuit de lades ......................................................................80
Papier in de lades 1 tot 5 instellen ............................................................................. 80
Afdrukken vanuit de lades ........................................................................................ 81
- 10 -
Inhoud
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade ................................................84
Papier in de multifunctionele lade instellen ................................................................. 84
Papier instellen Via het bedieningspaneel .............................................................................. 84
Papier instellen .................................................................................................................85
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade .................................................................. 87
Papier uitvoeren....................................................................................90
Via de stapelaar met beeldzijde naar beneden (afdrukzijde naar beneden) ..................... 90
Via de stapelaar met beeldzijde naar boven (afdrukzijde naar boven) ............................ 91
4. Basishandelingen ................................................................ 93
Energiespaarstand Instellen ...................................................................93
Energiespaarstand Instellen ..................................................................................... 93
De tijdslimiet instellen voordat de printer overschakelt op de energiespaarstand ............. 94
De slaapstand instellen ............................................................................................ 95
De tijdslimiet instellen voordat de printer overschakelt op de slaapstand ........................ 96
Beperkingen van de slaapstand ................................................................................. 98
Beperkingen van het hulpprogramma van de printerdriver ......................................................98
Beperkingen van de netwerkfuncties .................................................................................... 99
Instellingen om de voeding automatisch uit te schakelen .......................... 100
De automatische uitschakelstand instellen .................................................................100
De tijdslimiet instellen voordat de printer overschakelt op de automatische
uitschakelstand .....................................................................................................101
Afdrukhoeveelheden controleren ........................................................... 102
Verbruiksartikelen en de resterende hoeveelheden onderhoudseenheden
en hun levensduur controleren .............................................................. 103
Afdrukken annuleren ........................................................................... 104
Printers toevoegen via LPD (TCP/IP)-protocollen ..................................... 105
Voorbereidingen ....................................................................................................105
Procedure om printers toe te voegen ........................................................................105
Appendix ............................................................................... 107
Tabel menu-items van het controlepaneel .............................................. 107
Elementaire Windows-functies .............................................................. 114
Het eigenschappen-venster weergeven .....................................................................114
Het afdrukinstellingen-venster weergeven .................................................................114
Specicaties ....................................................................................... 115
De belangrijkste specicaties ...................................................................................115
Specicaties netwerkinterface..................................................................................117
Specicaties USB netwerkinterface ...........................................................................118
Afmetingen ...........................................................................................................119
- 11 -
Inhoud
Index .................................................................................... 121
Contact opnemen .................................................................. 125
- 12 -

Rendabel met Pro9541WT

Rendabel met Pro9541WT
Functies voor overvloedige kleuraanpassing kunnen worden gebruikt
Het apparaat heeft functies om kleurvervorming en dichtheid via het bedieningspaneel te compenseren. Het is ook mogelijk om de witbalans aan te passen. Verder kunnen ook de kleuren worden aangepast, de afdrukresultaten worden gesimuleerd en de kleuren worden gescheiden en afgedrukt via het kleurbeheersysteem van de computer.
Het is mogelijk om vanuit verschillende toepassingen af te drukken
Met de ingebouwde Adobe PostScript3 kunt u vanuit een groot aantal toepassingen afdrukken.
PostScript3
Verschillende afdrukken worden mogelijk met behulp van de handige functies
Verschillende afdrukken worden mogelijk met behulp van handige apparaatfuncties wanneer er vanaf een computer wordt afgedrukt.
- 13 -
Rendabel met Pro9541WT
Afdrukken Toegang krijgen Scannen
Geschikt als netwerkprinter
Afdrukken van hoge kwaliteit en met hoge snelheid zijn vanuit verschillende toepassingen mogelijk. (Met A4 , 50 A4-vellen per minuut afdrukken in kleur of zwart/wit.) Aangezien het mogelijk is om op een netwerk aan te sluiten en af te drukken vanuit meerdere computers, is het mogelijk om op kantoorruimte te besparen. Ook worden er op kosten bespaard.
(Deze handleiding pagina 55)
Functies kunnen via het bedieningspaneel worden ingesteld
Verschillende apparaatfuncties, zoals het wijzigen van het papierformaat en de netwerkinstellingen, kunnen via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Ook de beheerderswachtwoorden kunnen via het bedieningspaneel worden ingesteld.
De printerstatus kan worden gecontroleerd en foutmeldingen en helpschermen kunnen op het bedieningspaneel worden weergegeven
Zowel "Weergave resterende tonerhoeveelheid "of "Weergave lade-informatie" kan op het standby­scherm van het bedieningspaneel worden weergegeven. Al er een fout in het apparaat optreedt, kunt u verder werken terwijl u de berichten van het bedieningspaneel controleert.
(Deze handleiding pagina 24)
Het stroomverbruik wordt verminderd wanneer de printer niet in gebruik is (Energiespaarstand)
Als het apparaat voor een bepaalde tijd niet gebruikt wordt, zal de energiespaarstand automatisch geactiveerd worden (energiespaarstand/slaapstand) zodat het energieverbruik daalt. Druk op de [POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)]-knop om handmatig op de energiespaarstand over te schakelen. Wanneer het apparaat zich in de slaapstand bevindt, zal de [POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)]-knop groen oplichten.
(Deze handleiding pagina 93)
- 14 -
Voeding verbruik
Het verhogen van de hoeveelheid papier dat kan worden ingevoerd
Het monteren van de optionele uitbreidingslade-eenheid zorgt ervoor dat u ononderbroken en probleemloos grote hoeveelheden papier van verschillende soorten kan afdrukken.
(Deze handleiding pagina 31)
Rendabel met Pro9541WT
Gebruik de help-functie om te controleren als u iets niet begrijpt of als er problemen optreden bij het gebruik van het apparaat
Druk op de [HELP (HELP)]-knop op het bedieningspaneel om berichten om foutmeldingen weer te geven als er een probleem optreedt en problemen op te lossen. (Er zullen animaties, afhankelijk van de fout, worden weergegeven.)
(Deze handleiding pagina 27) (Probleemoplossing/Handleiding dagelijks onderhoud)
- 15 -
Rendabel met Pro9541WT
Memo
Afdrukken Toegang krijgen Scannen
- 16 -

Het product controleren

1. Voor gebruik

In dit hoofdstuk worden de inhoud van de verpakking van het product, de nomenclatuur en de functies van de onderdelen besproken.
Opmerking
Om de steunkleurset in te stellen, raadpleegt u de “Afzonderlijk volume steunkleuren”.
Het product controleren
1
2

Controleren van de inhoud van de verpakking

Open de verpakking en controleer de inhoud van de doos.
LET OP
De printer weegt ongeveer 111 kg*, dus zorg ervoor
dat minstens 4 personen het apparaat optillen.
*: Inclusief verbruiksartikelen zoals de afbeeldingsdrum,
de toner, enz.
Meer info
Zie “Het openen van de verpakking en de installatie” (P.36)
voor meer informatie over hoe u de verpakking kunt openen.
Zie “Monteren van de uitbreidingslade-eenheid (Optioneel)”
(P.44) voor meer informatie over de uitbreidingslade.
Memo
Er kunnen maximaal vier extra lade-eenheden (lades 2 tot 5)
worden bevestigd.
De printereenheid
Er bestaat een risico op letsel.
Afbeeldingsdrum (Een zwart, geel, magenta,
cyaan en wit)
Opmerking
De afbeeldingsdrum is ingesteld in het apparaat
voordat ze de fabriek verlaat.
Transferroleenheid
Software DVD-ROM
Instellen
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Tonercartridge (Een zwart, geel, magenta,
cyaan en wit)
Instelling Gids
Index
Opmerking
LAN-kabels, USB-kabels en hubs zijn niet inbegrepen.
Deze moeten apart worden voorzien.
De verpakking en het beschermingsmateriaal zijn
noodzakelijk wanneer het materiaal wordt verzonden. Gooi ze niet weg, maar bescherm ze op een veilige plaats.
- 17 -

Onderdelen nomenclatuur en functies

Onderdelen nomenclatuur en functies
1

Hoofdeenheid

Voorzijde/rechterkant
2
Instellen
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
Tonervervangingsklep
Open deze om de tonercartridge te vervangen.
Bedieningspaneel
Geeft de status van het apparaat en de menu's weer
AppendixVoor gebruik
en stelt de functies in.
“Bedieningspaneel” (P.24)
Lamp aan voorkant
Knippert wanneer er gegevens ontvangen worden en het apparaat zich in de energiespaarstand bevindt.
Voorkap
Open deze om de afbeeldingsdrum, de tonerafvalbak
Index
en de bandeenheid te verwijderen.
Stroomschakelaar
U kunt de printer in- en uitschakelen wanneer de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Annuleert de uit-modus.
Stapelaar met beeldzijde naar beneden
De afgedrukte bladen worden met de gedrukte zijde naar beneden geplaatst en afgevoerd.
Rechterzijklep
Open deze om de invoerrol van de multifunctionele lade te vervangen en om vastgelopen papier te verwijderen.
Lade zijklep
Open deze om vastgelopen papier uit lade 1 tot 5 te verwijderen.
Handgrepen
Houd deze tegelijk vast met de draaghendel wanneer het apparaat wordt verplaatst.
Draaghendel
Wanneer het apparaat wordt verplaatst moet deze hendel worden uitgetrokken en op tegelijkertijd moeten de handgrepen worden gebruikt.
Lade 1/Papiercassette
Dit is de papierlade die standaard bevestigd is. Er kan veel papier in de lade gelegd worden. Leg het afdrukoppervlak naar beneden.
Opener
Open de klep aan de rechterkant.
Steunkleurkanaal
- 18 -
Achterkant/linkerkant
Interface
Er is een LAN (netwerk) interface-aansluiting en een USB interface-aansluiting. Zie “Interface” (P.23) voor meer informatie over de interfaces.
Onderdelen nomenclatuur en functies
Uitvoereenheid
Open deze eenheid om de xeereenheid of de
transferroleenheid te vervangen of om vastgelopen papier te verwijderen.
1
2
Instellen
3
Afdrukken
Toegangsklep
Open deze klep om de optionele, ingebouwde vaste schijf te bevestigen.
Handgrepen
Houd deze tegelijk vast met de draaghendel wanneer het apparaat wordt verplaatst.
Stroomaansluiting
Sluit de meegeleverde stroomkabel hier aan.
Linkse zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
Duplexafdrukeenheid
Dit apparaat ondersteunt geen dubbelzijdig afdrukken.
Draaghendel
Wanneer het apparaat wordt verplaatst moet deze hendel worden uitgetrokken en op tegelijkertijd moeten de handgrepen worden gebruikt.
Hoofdschakelaar
Schakelt de hoofdvoeding aan of uit.
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
- 19 -
Onderdelen nomenclatuur en functies

Binnenkant printer

1
Voorzijde binnenkant
2
Instellen
3
Afdrukken
Tonercartridge
De resterende tonerhoeveelheid wordt normaal
gezien weergegeven wanneer "Weergave resterende tonerhoeveelheid" is ingesteld via het bedieningspaneel.
De tonercartridge is een verbruiksartikel.
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
Bandeenheid
Dit apparaat kopieert de toner op het papier. De bandeenheid is een vervangbaar onderhoudsonderdeel.
Slot
Plaats de tonercartridge hier.
“Monteren van verbruiksartikelen” (P.39)
Hendel
Gebruik deze hendel om de bandeenheid te verwijderen.
Knop vergrendelingshendel
Beveiligt de bandeenheid.
Vergrendelingshendel bandeenheid
Beveiligt de bandeenheid.
Hendel bandeenheid
Beveiligt de bandeenheid.
Afbeeldingsdrum/Slot
De afbeeldingsdrum wordt in het slot geplaatst. De afbeeldingsdrum is ingesteld in de
printereenheid voordat ze de fabriek verlaat.
De afbeeldingsdrum is een verbruiksartikel.
Tonerafvalbak
Deze doos bevat de tonerafvalbak. Wanneer de tonerafvalbak vol is, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. De tonerafvalbak is een vervangbaar onderhoudsonderdeel.
- 20 -
Rechterzijde binnenkant
Onderdelen nomenclatuur en functies
1
2
Instellen
3
Multifunctionele lade/MP-lade
U kunt afdrukken op verschillende papiersoorten. Gebruik deze lade voor het afdrukken op de bovenkant van het geplaatste papier. Het papierformaat wordt ingesteld via het bedieningspaneel als bij een gewone lade.
Papiergeleider
Stabiliseert het papier door het aanpassen van de papiergeleider aan de breedte van het papier dat moet worden afgedrukt.
Instelhendel
Als u de papiergeleider aan de breedte van het papier wilt instellen, verplaatst u de papiergeleider naar links en rechts terwijl u de hendel naar u toe trekt. De papiergeleider is beveiligd wanneer de instelhendel is teruggebracht naar zijn oorspronkelijke positie.
Aanvullende steun
Houdt het papier vast wanneer er papier in de multifunctionele lade is geplaatst.
Papiersteun
Houdt het papier vast dat in de multifunctionele lade is geplaatst. Leg het afdrukoppervlak naar boven.
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
- 21 -
Onderdelen nomenclatuur en functies
Linkerzijde binnenkant
1
2
Instellen
3
Stapelaar met beeldzijde naar boven
Open de stapelaar om het papier met de beeldzijde
Afdrukken
naar boven te plaatsen of uit te werpen.
Papiersteun
Beveiligt het papier dat naar de stapelaar wordt uitgeworpen met de beeldzijde boven.
Aanvullende steun
Zorgt ervoor dat het uitgeworpen papier niet blijft hangen.
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
Fixeereenheid
Deze eenheid xeert de toner op het papier. De xeereenheid is een vervangbaar
onderhoudsonderdeel.
Vergrendelingshendel xeereenheid
Beveiligt de xeereenheid.
Fixeereenheid vastgelopen papierhendel
Trek aan deze hendel wanneer er een papierstoring
in de xeereenheid optreedt.
Knop uitvoereenheid
Trek de knop naar u toe en trek de uitvoereenheid eruit.
Uitvoereenheid
De xeereenheid, de transferroleenheid en de
duplexafdrukeenheid.
Transferroleenheid
Deze eenheid zorgt ervoor dat de toner op het papier wordt overgebracht. De transferroleenheid is een vervangbaar onderhoudsonderdeel.
Fixeerhendel transferroleenheid
Beveiligt de transferroleenheid.
- 22 -
Interface
Onderdelen nomenclatuur en functies
1
2
Instellen
LAN (netwerk) interface-aansluiting
Dit onderdeel sluit de LAN-kabel aan.
USB interface-aansluiting
Dit onderdeel sluit de USB-kabel aan.
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
- 23 -
Index
Onderdelen nomenclatuur en functies

Bedieningspaneel

1
2
Instellen
3
Afdrukken
Lcd-scherm
Geeft de status van het apparaat en de menu's
weer.
Er zijn twee soorten standby-schermen: "Weergave
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
resterende tonerhoeveelheid" en "Weergave lade­informatie".
[HELP (HELP)]-knop
Geeft het helpscherm weer. Brandt oranje wanneer het helpbericht kan worden doorverwezen naar bijv. uitleg over de fout die zich heeft voorgedaan of de annuleringsprocedure.
[BACK (VORIGE)]-knop
Keert terug naar de vorige pagina.
[OK (Goed)]-knop(Menu-knop)
Bepaalt het geselecteerde item en stelt waarden in.
[POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)]-knop
Schakelt de energiespaarstand in en uit. Schakelt de slaapstand uit.
Controlelampje
Geeft de status van het apparaat weer. Normaal gezien uitgeschakeld. Brandt of knippert oranje als er een fout optreedt.
Scroll-knop (Menu-knop)
Geeft het menuscherm weer om een item te
selecteren en gaat daarna gaat één pagina naar omhoog of beneden.
Kan gebruikt worden om getallen in het numerieke
invoerscherm in te voeren.
[ON LINE (ONLINE)]-knop
Schakelt tussen online en ofine. Brandt groen wanneer online en uit wanneer
ofine.
Tientoetsenbord (1 tot 0, *, C)
Gebruik dit om numerieke waarden en
wachtwoorden in te voeren.
Druk op de [*] ([Fn])-toets in het standby-scherm
om het "invoer functienummer"-scherm weer te geven en om menu-items direct in te voeren.
[CANCEL (ANNULEREN)]-knop
Wordt gebruikt om een afdruk te annuleren of instellingen te annuleren.
- 24 -
Onderdelen nomenclatuur en functies
Belangrijkste functies van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel kan gebruikt worden om de status van het apparaat weer te geven en om verschillende apparaatfuncties in te voeren.
De tonercartridge kan worden vervangen tijdens het bekijken van het lcd-scherm op het bedieningspaneel. U kunt ook bewerkingen uitvoeren terwijl u berichten op het lcd-scherm controleert wanneer er papier- of apparaatstoringen optreden.
Meer info
Zie de menutabel van het bedieningspaneel “Tabel menu-items van het controlepaneel” (P.107).
Vormgeving bedieningspaneel
Dit gedeelte bespreekt de bewerkingen van het hoofdbedieningspaneel en de vormgeving van het bedieningspaneel.
1
2
Instellen
Er zijn twee soorten standby-schermen: "Weergave resterende
tonerhoeveelheid" en "Weergave lade-informatie".
Druk op de scroll-knop of op de om het menuscherm
"Functieconguratie" zoals rechts afgebeeld.
Het kleurenscherm van het geselecteerde item is omgekeerd.
De menunaam die wordt weergegeven.
Toont het aantal pagina's die in het menu op het lcd-scherm worden weergegeven.
Als er een schuifbalk is, zijn er items die niet op het lcd-scherm worden weergegeven. Druk op
de scroll-knop
Er moet een wachtwoord worden ingevoerd om het [Beheerdersmenu] weer te geven. Voer op het invoerscherm het beheerderswachtwoord in (het standaard fabriekswachtwoord is "aaaaaa").
of om ze weer te geven.
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Als er op het volgende niveau een selectiemenu of ingestelde waarden voor een item aanwezig zijn,
selecteer het item en druk op de [OK (Goed)]-knop om het volgende scherm weer te geven.
Als er een ingestelde waarde wordt weergegeven, druk op de [OK (Goed)]-knop om de waarde die is
ingesteld te bevestigen. (
wordt links van de waarde weergegeven.)
- 25 -
Index
Onderdelen nomenclatuur en functies
Standby-scherm
Er zijn twee soorten: "Weergave resterende tonerhoeveelheid" en "Weergave lade-informatie".
1
Gebruik de volgende procedure om de standby­schermen te wisselen.
Druk op de scroll-knop of het
1
bedieningspaneel om het "Functies (Functions)"-scherm weer te geven.
2
Instellen
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
Druk verschillende malen op de scroll-
2
knop (Admin Setup)] te selecteren en druk daarna op de [OK (Goed)]-knop.
om het [Beheerdersinst.
Druk verschillende malen op de
5
scroll-knop bedieningspaneel (Panel Setup)] te selecteren en druk daarna op de [OK (Goed)]-knop.
Druk verschillende malen op de
6
scroll-knop ruststand (Idle Display)] te selecteren en druk daarna op de [OK (Goed)]­knop.
Om de "resterende tonerhoeveelheid"
7
in het standby-scherm weer te geven, selecteer [Tonerniveau (Toner Gauge)] en druk daarna op de [OK (Goed)]­knop. Om de "lade-informatie" weer te geven, selecteer [Papierformaat (Paper Size)] en druk daarna op de [OK (Goed)]­knop.
om het [Conguratie
om het [Display in de
AppendixVoor gebruik
Index
Gebruik het tientoetsenbord om het
3
beheerderswachtwoord in te voeren. Het standaard fabriekswachtwoord is "aaaaaa". Druk op de [OK (Goed)]-knop na het invoeren van elk individueel teken.
Druk op de [OK (Goed)]-knop.
4
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop
8
om terug te keren naar het standby­scherm.
- 26 -
Onderdelen nomenclatuur en functies
Foutmeldingsscherm
Als er een printerfout optreedt, zal het onderhoudslampje oplichten of knipperen en een bericht zal op het lcd-scherm worden weergegeven.
Afhankelijk van de fout zullen er ook tegenmaatregelen en animaties worden weergegeven op het lcd-scherm.
Meer info
"Probleemoplossing/Handleiding dagelijks onderhoud"
Druk op de knoppen van het bedieningspaneel in het foutmeldingsscherm om het apparaat in te stellen volgens de volgende statussen.
[POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)]-knop:
De printer zal overgaan in de energiebesparende modus. Druk op de [POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)]-knop wanneer het apparaat zich in de energiebesparende modus bevindt om terug te keren naar het standby-scherm.
[HELP (HELP)]-knop:
Druk op de [HELP (HELP)]-knop wanneer deze is opgelicht om het desbetreffende help-bericht te tonen voor de fout die momenteel wordt weergegeven.
[OK (Goed)]-knop:
Wanneer er een foutmelding verdwijnt wanneer de [OK (Goed)]-knop wordt weergegeven, zal de printer terugkeren naar het standby-scherm.
Help-scherm
Druk op de [HELP (HELP)]-knop om het standby-scherm weer te geven. Druk daarna op de [HELP (HELP)]-knop wanneer deze is opgelicht om het desbetreffende help-bericht te tonen voor de fout die momenteel wordt weergegeven.
Druk op de scroll-knop die in het help-scherm wordt weergegeven om naar de vorige pagina te
scrollen. Druk op de scroll-knop om naar de volgende pagina te scrollen.
Druk nogmaals op de [HELP (HELP)]-knop om het help-scherm te sluiten.
Memo
Druk op de scroll-knop en houd deze ingedrukt of
scroll door de pagina's aan een tussentijd van ong. 0,5 sec.
Het help-scherm kan ook worden afgesloten door op de
[BACK (VORIGE)]-knop, de [ON LINE (ONLINE)]-knop of de [CANCEL (ANNULEREN)]-knop te drukken.
1
2
Instellen
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
[ON LINE (ONLINE)]-knop: Wanneer er een foutmelding verdwijnt wanneer de [ON
LINE (ONLINE)]-knop wordt weergegeven, zal de
printer terugkeren naar het standby-scherm.
[CANCEL (ANNULEREN)]-knop:
De volgende foutmeldingen kunnen worden geannuleerd:
Er bevindt zich geen papier in de
multifunctionele lade
Wijzig [MEDIA_SIZE] [MEDIA_TYPE] in
[LADE] Er bevindt zich geen papier in [LADE] Controleer het papier in [LADE] Papierformaatfout
Wijzig [MEDIA_SIZE] [MEDIA_TYPE] in MP-lade
Onvoldoende printgeheugen Toner is leeg Meerdere vellen papier zijn ingebracht
AppendixVoor gebruik
Index
De cassette van [LADE] ontbreekt Voer papier voor de afdruktaak handmatig in
- 27 -
Onderdelen nomenclatuur en functies
Aanpassen helderheid bedieningspaneel
Volg de onderstaande procedure om de
1
helderheid van het lcd-scherm aan te passen.
Memo
De helderheid (achtergrondlicht) van het lcd-scherm
kan apart worden ingesteld tijdens bewerkingen op het bedieningspaneel en wanneer het apparaat zich in de energiespaarstand bevindt.
2
Instellen
3
Afdrukken
Druk op de scroll-knop of het
1
bedieningspaneel om het "Functies (Functions)"-scherm weer te geven.
Selecteer [Conguratie bedieningspaneel (Panel Setup)] en
4
druk op de [OK (Goed)]-knop.
Voor het aanpassen van de helderheid tijdens bewerkingen op het bedieningspaneel
5
[Helderheid van scherm tijdens operatie (Panel Brightness During Operating)] en druk op de [OK (Goed)]-knop.
2
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
3
Index
Druk verschillende malen op de scroll­knop (Admin Setup)] te selecteren en druk daarna op de [
Gebruik het tientoetsenbord om het beheerderswachtwoord in te voeren. Het standaard fabriekswachtwoord is "aaaaaa". Druk op de [OK (Goed)]-knop na het invoeren van elk individueel teken.
om het [Beheerdersinst.
OK (Goed)
]-knop.
Voor het aanpassen van de helderheid tijdens bewerkingen op het bedieningspaneel [Helderheid Paneel Tijdens Spaarstand (Panel Brightness While Power Save)] en druk op de [OK (Goed)]-knop.
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop om terug te keren naar het standby-scherm.
6
- 28 -
Onderdelen nomenclatuur en functies
Gebruik van het tientoetsenbord
Wordt gebruikt om alfanumerieke tekens in te voeren.
De tekens worden ingevoerd door op elke desbetreffende toets te drukken. Het wisselen van de invoertekens worden hieronder beschreven.
Tientoetsen
[1] 1 [2] a → b → c → 2 → a [3] d → e → f → 3 → d [4] g → h → i → 4 → g
Scherm invoeren functienummer
Wanneer er "Afdruk mogelijk" op het standby­scherm wordt weergegeven, drukt u op de [Fn]- toets en daarna voert u het gewenste nummer in om het desbetreffende menu-item weer te geven.
Druk op de [Fn]-toets.
1
Het scherm om het functienummer in
2
te voeren zal worden weergegeven. Gebruik daarom het tientoetsenbord om het (3-cijferig) weer te geven menunummer in te voeren en druk daarna op de [OK (Goed)]-knop.
1
2
Instellen
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
[5] j → k → l → 5 → j [6] m → n → o → 6 → m [7] p → q → r → s → 7 → p [8] t → u → v → 8 → t [9] w → x → y → z → 9 → w [0] 0
De volgende functietoetsen worden hieronder beschreven.
[Fn]-toets:
Wordt gebruikt om de snelkoppeling van het functienummer weer te geven. (Ingeschakeld wanneer het standby-scherm wordt weergegeven.)
[CLEAR (HELDER)]-toets:
Verbergt elk afzonderlijk teken wanneer een wachtwoord wordt ingevoerd.
Memo
Als u "abc" wilt invoeren, druk dan in de juiste volgorde
op deze knoppen: [2]→[OK]-knop→[2]→[2]→[OK]­knop→[2]→[2]→[2]→[OK].
Het menu zal worden weergegeven,
3
dus controleer of wijzig de ingestelde waarden.
AppendixVoor gebruik
Index
- 29 -
Onderdelen nomenclatuur en functies
Tabel functienummers
Functie nr. Functie nr. Menu-item
1
1 Beveiligde afdruk (Encrypted opdracht) 2 Beveiligde afdruk (Taak opslaan) 10 Papierformaat (Lade 1) 11 Papierbreedte (Lade 1) 12 Papierlengte (Lade 1) 13 Papiersoort (Lade 1) 14 Papiergewicht (Lade 1)
2
15 A3NOBI-papier (Lade 1)
Instellen
16 Legal 14-papier (Lade 1) 17 A5LEF/A6-papier (Lade 1) 18 A5SEF-papier (Lade 1) 19 Andere/Regulier (Lade 1) 20 Papierformaat (Lade 2)
3
21 Papierbreedte (Lade 2) 22 Papierlengte (Lade 2)
Afdrukken
23 Papiersoort (Lade 2) 24 Papiergewicht (Lade 2) 25 A3NOBI-papier (Lade 2) 26 Legal 14-papier (Lade 2)
4
27 A5LEF/A6-papier (Lade 2)
Basishandelingen
28 A5SEF-papier (Lade 2) 29 Andere/Regulier (Lade 2) 30 Papierformaat (Lade 3) 31 Papierbreedte (Lade 3) 32 Papierlengte (Lade 3) 33 Papiersoort (Lade 3) 34 Papiergewicht (Lade 3)
AppendixVoor gebruik
35 A3NOBI-papier (Lade 3) 36 Legal 14-papier (Lade 3) 37 A5LEF/A6-papier (Lade 3) 38 A5SEF-papier (Lade 3) 39 Andere/Regulier (Lade 3) 40 Papierformaat (Lade 4) 41 Papierbreedte (Lade 4)
Index
42 Papierlengte (Lade 4) 43 Papiersoort (Lade 4) 44 Papiergewicht (Lade 4) 45 A3NOBI-papier (Lade 4) 46 Legal 14-papier (Lade 4) 47 A5LEF/A6-papier (Lade 4) 48 A5SEF-papier (Lade 4) 49 Andere/Regulier (Lade 4) 50 Papierformaat (Lade 5) 51 Papierbreedte (Lade 5) 52 Papierlengte (Lade 5) 53 Papiersoort (Lade 5)
Functie nr. Functie nr. Menu-item
54 Papiergewicht (Lade 5) 55 A3NOBI-papier (Lade 5) 56 Legal 14-papier (Lade 5) 57 A5LEF/A6-papier (Lade 5) 58 A5SEF-papier (Lade 5) 59 Andere/Regulier (Lade 5) 80 Papierinvoer-lade 90 Papierformaat (Multifunctionele lade) 91 Papierbreedte (Multifunctionele lade) 92 Papierlengte (Multifunctionele lade) 93 Papiersoort (Multifunctionele lade) 94 Papiergewicht (Multifunctionele lade) 95
100
101
102
103
200 Energiespaarstand omschakeltijd 201 Slaapstand omschakeltijd 202 Autom. uitschakelen omschakeltijd 210 Foutenrapport 220 Verschuiving (Multifunctionele lade) 221 Verschuiving (Lade 1) 222 Verschuiving (Lade 2) 223 Verschuiving (Lade 3) 224 Verschuiving (Lade 4) 225 Verschuiving (Lade 5) 230 Zwarte instellingen regulier papier 231 Kleurinstellingen regulier papier 232 OHP zwarte instellingen 233 OHP zwarte instellingen 234 SMR instellingen 235 BG instellingen 236 Reinigen van afbeeldingsdrums 237 Hex. dump 238 Schoonmaken van transfer-roller 300 Compensatie concentratie 301 Compensatie kleurvervorming 302 Print kleur afstemmingspatroon 310 Dichtheid van Cyaan 311 Dichtheid van Magenta 312 Dichtheid van Geel 313 Dichtheid van Zwart 314 Dichtheid van Wit
Gebruik van de lade (Multifunctionele lade) Printerinformatie afdrukken
(Instellingen) Printerinformatie afdrukken
(Instellingen) Printerinformatie afdrukken (Volledige
afdrukresultaten) Printerinformatie afdrukken
(Foutenlogboek)
- 30 -

Het apparaat volledig gebruiken

Opties

Voor dit apparaat zijn de volgende opties meegeleverd.
 Uitbreidingslade-eenheden (lades 2/3/4/5)
Het apparaat volledig gebruiken
1
2
Instellen
3
Afdrukken
Uitbreidingslade-eenheid
(Uitbreidbaar tot 2 niveau's)
(
N36110A
)
Opmerking
Als u van niveau 3 naar boven wilt uitbreiden, moet u een uitbreidingslade met grote capaciteit gebruiken.
Uitbreidingslade-eenheid met zwenkwieltjes
(N36130A)
Uitbreidingslade-eenheid met grote capaciteit
(3 laden in één, met zwenkwieltjes)
(N36120A)
 Ingebouwde vaste schijf
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
- 31 -
Het apparaat volledig gebruiken

Kleurbeheer-server

Aanbevolen voor gebruikers die zelf hun kleurbeheer en steunkleuren willen aanpasssen.
1
Fiery® XF Server Option
2
Instellen
3
Fiery® XF Server Option
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixVoor gebruik
Index
- 32 -

Het apparaat installeren

2. Instellen

Dit hoofdstuk bespreekt de methoden voor het instellen van het apparaat, het aansluiten van het apparaat op een computer en het installeren van de printerdrivers.
Opmerking
Klanten moeten de “Afzonderlijk volume steunkleuren” lezen.
Meer info
Raadpleeg de “Fiery XF Sever Snelstartgids” voor de methoden om de kleurbeheerserver te stellen.
Het apparaat installeren
Voor een veilig en aangenaam gebruik, moet u het apparaat installeren op een plaats die voldoet aan de "installatieomgeving" en de "installatieruimte" zoals beschreven in de "installatievoorwaarden". Deze voorwaarden beschrijven ook de voorzorgsmaatregelen die u moet nemen voordat u met de installatie begint. Lees deze maatregelen voor gebruik.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3

Installatievoorwaarden

Overweeg de volgende omgevingsomstandigheden voordat u de installatieplaats kiest.
Installatieomgeving
Installeer het apparaat op een plaats waar de temperatuur en de luchtvochtigheid binnen het onderstaande bereik liggen.
Omgevingstemperatuur: Luchtvochtigheid
omgeving: Max.
natteboltemperatuur:
Memo
Zorg ervoor dat er geen condensatie kan optreden. Als het apparaat geïnstalleerd wordt op een plaats waar
de luchtvochtigheid 30% of minder is, moet er een luchtbevochtiger of een statische preventiemat gebruikt worden.
10ºC to 32ºC 20% tot 80% RH (relatieve
vochtigheid) 25ºC
Installatieruimte
Zorg ervoor dat het gebied rond het apparaat
over volgende ruimtespecicaties beschikt. Kies
voordat u met de installatie begint een plaats die het gewicht van het apparaat kan dragen. (De hoofdeenheid weegt ongeveer 111 kg*.)
*: Inclusief verbruiksgoederen, zoals afbeeldingsdrums,
tonercartridges, enz.
Bovenaanzicht
200mm
1770mm
620mm
1420mm
600mm
Vooraanzicht
460mm
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 33 -
400mm
1040mm
Het apparaat installeren
WAARSCHUWING
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Vooraanzicht (met uitbreidingslade
gemonteerd)
400mm
1560mm
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Installeer de printer niet in de buurt van plaatsen
met hoge temperatuur of open vuur.
Installeer de printer niet op plaatsen waar
chemische reacties kunnen optreden (bv. laboratoria).
Installeer de printer niet in de buurt van brandbare
oplossingen zoals alcohol of thinner, enz.
Installeer de printer niet binnen handbereik van
kleine kinderen.
Installeer de printer niet op een instabiele plaats
(bijv., wankele tafels, hellende plaatsen, enz.)
Installeer de printer niet op vochtige of stofge
plaatsen of op plaatsen in direct zonlicht.
Installeer de printer niet in een omgeving met
zilte lucht en corrosief gas.
Installeer de printer niet op een plaats met veel
trillingen.
Installeer de printer niet op plaatsen waar de
luchtopeningen van de printer geblokkeerd worden. Gebruik de onderstaande afbeeldingen om de positie van het luchtgat te controleren.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Bovenzijde
Rechterkant
Voorzijde
LinksAchterzijde
- 34 -
LET OP
Het apparaat installeren
Installeer de printer niet direct op een vloerkleed
of een tapijt.
Installeer de printer niet op een plaats met
een slechte luchtcirculatie of ventilatie, zoals afgesloten ruimten, enz.
Zorg ervoor dat er ventilatie aanwezig is in kleine
ruimten waar de printer langdurig gebruikt zal worden.
Installeer de printer uit de buurt van sterke
magnetische velden en bronnen van lawaai.
Installeer de printer uit de buurt van
beeldschermen of televisies.
Bij het verplaatsen van het apparaat houdt u de
draaghendel en handgrepen vast.
Het hoofdapparaat weegt ongeveer 111 kg*. Zorg
ervoor dat minstens 4 personen het apparaat optillen of verplaatsen.
Zorg ervoor dat er ventilatie aanwezig is als u
grote hoeveelheden afdrukt of als het apparaat continu en urenlang wordt gebruikt.
*: Inclusief verbruiksgoederen, zoals afbeeldingsdrums,
tonercartridges, enz.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 35 -
Het apparaat installeren

Installatieprocedure

Werk volgens de desbetreffende procedures en de installatievoorwaarden. Als u geen opties installeert,
1
sla dan het gedeelte "Optioneel" over.
Voor gebruik

Het openen van de verpakking en de installatie

1
Monteren van verbruiksartikelen (P.39)
2
2
Instellen
3
Monteren van de uitbreidingslade-eenheid (Optioneel)
3
(P.44) Monteren van de ingebouwde vaste schijf (optioneel)
4
(P.48) Aansluiten via LAN-kabel (P.57)
5
Aansluiten via USB-kabel (P.58)
6
Installeren en aansluiten van de kleurbeheer-server
7
("Serverinstallatie-gids") Aansluiten stroomkabels (P.51)
8
De computer aansluiten (P.55)
9
Opties toevoegen (P.72) (Optioneel)
10
Afdrukken vanuit de lades (P.81)
11
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade (P.87)
(Optioneel)
(Optioneel)
(Afzonderlijk verkrijgbaar)
Het openen van de verpakking
4
Basishandelingen
en de installatie
Dit gedeelte bespreekt de procedure vanaf het uitpakken tot aan het verwijderen en het installeren van het product.
Het openen van de verpakking en het apparaat verplaatsen
AppendixAfdrukken
Zorg ervoor dat het apparaat geïnstalleerd wordt op een voldoende robuuste plaats die het gewicht van het apparaat en de opties kan ondersteunen. Installeer de printer niet op onstabiele plaatsen, zoals wankele tafels of schuine locaties, of in plaatsen met sterke trillingen. Als dit niet in acht genomen wordt, bestaat er een risico op letsel omdat het apparaat kan omvallen of kantelen.
Index
Memo
Voor plaatsen waar het apparaat geïnstalleerd kan
worden, zie “Installatievoorwaarden” (P.33).
LET OP
Er bestaat een risico op letsel.
Het gewicht van het hoofdapparaat wordt als volgt beschreven:
Met de
tonercartridge en
de afbeeldingsdrum
tonercartridge en
de afbeeldingsdrum
gemonteerd
Ong. 111kg Ong. 91kg
Met de
verwijderd
Het apparaat weegt ongeveer 111 kg*. Zorg ervoor
dat minstens 4 personen het apparaat optillen of verplaatsen.
*: Inclusief verbruiksgoederen, zoals afbeeldingsdrums,
tonercartridges, enz.
- 36 -
Het apparaat installeren
Open de verpakking en verwijder
1
de apparaataccessoires (
), de bijgeleverde handleiding, de bescherming en het schokabsorberend
materiaal (
).
Verwijder de zak die de printereenheid
2
omsluit.
Opmerking
Verwijder de tape niet die die het
beschermingsmateriaal, de papiertoevoerladen en de zijkappen beschermt voordat het apparaat naar de installatieplaats getransporteerd wordt. Het openen van de laden en deksels tijdens het transport kunnen onverwacht letsel veroorzaken.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Opmerking
De verpakking en de bescherming worden gebruikt
wanneer het materiaal wordt verzonden, dus moeten ze zorgvuldig bewaard worden.
Verwijder de drie draaghendels aan
3
de onderkant van de printer ( controleer de drie locaties van de
draaggrepen (
).
) en
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 37 -
Het apparaat installeren
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Houd de draaghendels en de draagrepen
4
tegelijkertijd vast en gebruik minstens 4 personen op tegelijkertijd de printer op te tillen en te dragen.
Opmerking
Zorg ervoor dat tijdens het verplaatsen alleen de
handgrepen worden vastgehouden. Het vasthouden van papierinvoer-lades of zijkleppen, enz. kan leiden tot letsel als gevolg van het laten vallen van het apparaat.
Zorg ervoor dat min. 4 personen het apparaat optillen
en verplaatsen om zo rugpijn, enz. te voorkomen.
Trek de papiercassette van lade 1 eruit.
7
Verschuif de papiergeleider en verwijder
8
de bladhouder.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
5
Index
6
Plaats de papiercassette terug in de lade.
9
Zet het apparaat zachtjes neer op de voorziene installatieplaats.
Opmerking
Laat het apparaat zachtjes en voorzichtig zakken.
Er bestaat een risico op handletsel, enz.
Verwijder de vijf beschermingstapes van de hoofdeenheid van de printer.
- 38 -
Het apparaat installeren
Monteren van verbruiksartikelen
Instellen van de tonercartridge
Verwijder de tonercartridge uit de beschermzak.
1
Schud de tonercartridge zowel horizontaal als verticaal.
2
Opmerking
Laat de tonercartridge niet op de vloer vallen. Dit
zou de toner kunnen beschadigen.
Open de tonervervangingsklep.
3
Sluit de tonervervangingsklep.
5
Verwijder de afbeeldingsdrumstopper
Memo
De afbeeldingsdrum is in het apparaat en in de fabriek
ingesteld.
Meer info
Zie "Probleemoplossing/Handleiding dagelijks
onderhoud" of de help-functie van het apparaat om de vervangingsmethodes van de afbeeldingsdrum te raadplegen.
De stopper is in de fabriek op de afbeeldingsdrum van het apparaat gemonteerd.
Zorg ervoor dat, voor gebruik van het apparaat, de volgende procedure wordt gevolgd om de stopper te verwijderen.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Controleer de positie van het slot dat is
4
aangeduid met dezelfde naam en kleur en duw voorzichtig de hele tonercartridge op zijn plaats.
Open de voorklep.
1
Verwijder de 5 houders uit de
2
afbeeldingsdrum.
AppendixAfdrukken
Index
- 39 -
Het apparaat installeren
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Duw de (blauwe) hendel voorzichtig
3
omhoog ( afbeeldingsdrum (
) en verwijder de
). De groene cilinder mag niet met de hand worden aangeraakt.
Plaats de verwijderde afbeeldingsdrum
4
op een vlak oppervlak dat bedekt is met papier en verwijder de 4 stoppers (oranje) in de richting van de pijlen.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Opmerking
Stel de afbeeldingsdrum niet bloot aan direct
zonlicht of fel licht (ong. 1,500 lux of meer). Laat hem niet meer dan 5 minuten liggen, zelfs onder binnenverlichting.
Pas op dat u de afbeeldingsdrum (groene cilinder)
niet aanraakt of krast.
- 40 -
Het apparaat installeren
Zorg ervoor dat de (rode) pijlaanduidingen op de afbeeldingsdrum overeenkomen
5
met de pijlen op het apparaat. Plaats deze voorzichtig in het slot en duw stevig aan. Let op dat u de afbeeldingsdrum niet met uw handen aanraakt.
De transferroleenheid instellen.
Til de opener van uitvoereenheid ( )
1
naar omhoog en trek deze eruit.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Opmerking
Pas op dat u de afbeeldingsdrum (groene cilinder)
niet aanraakt of krast.
Sluit de klep van de sleuf.
6
Duw de vergrendelingshendels
2
(blauw) aan beide uiteinden van de installatieplaats van de transferroleenheid naar omhoog.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Meer info
Bij deze printer moet de steunkleurkit worden ingesteld.
Voor meer informatie, zie de “Afzonderlijk volume steunkleuren”.
- 41 -
Het apparaat installeren
Haal de transferroleenheid uit de
3
verpakking.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
De toner die voor de kwaliteitscontrole gebruikt wordt,
4
Basishandelingen
Opmerking
Raak de spons van de transferroleenheid niet aan.
Memo
kan aan het roloppervlak vastkleven. De toner op het roloppervlak beïnvloedt de prestaties niet.
Stel de transferroleenheid in op de
4
uitvoereenheid.
AppendixAfdrukken
Index
Duw beide kanten van de
5
vergrendelingshendel (blauw) naar beneden.
Plaats de uitvoereenheid terug in de printer.
6
- 42 -
Het apparaat installeren
Papier instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het papier in lade 1 of lade 2/3/4/5 instelt.
Memo
In dit gedeelte wordt het instellen van het papier in lade
1 als voorbeeld gebruikt. Het instellen van lades 2 tot 5 gebeurt volgens dezelfde procedure.
Trek de papiercassette ( ) van lade 1
1
uit.
Leg het papier met de afdrukzijde naar
4
beneden.
Opmerking
Het " " symbool ( ) op de papiergeleider mag
niet overschreden worden wanneer het papier wordt ingesteld.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Schuif de papiergeleider ( ) en de
2
papierstop ( ingestelde papier uit te lijnen.
Schik het papier zorgvuldig. Lijn
3
voorzichtig de randen van het papier horizontaal uit.
) om het formaat van het
Memo
Stel het papier zo in dat er zich geen opening
tussen de papiergeleider of de papierstop en het papier bevindt.
Gebruik de papiergeleider om het
5
papier te beveiligen.
Plaats de papiercassette terug in de
6
lade.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 43 -
Het apparaat installeren
Monteren van de uitbreidingslade­eenheid (Optioneel)
1
Monteer de (optionele) uitbreidingslade-eenheid
Voor gebruik
om het aantal en soorten papier te verhogen dat in het apparaat kan worden ingesteld.
De uitbreidingslade-eenheid beschikt over een lade van hoge capaciteit die bestaat uit de eerste en de derde lade.
2
Het apparaat kan worden uitgebreid tot een maximum van 4 lades (5 inclusief de
Instellen
standaardlade). De uitbreidingslades kunnen worden
gemonteerd op de hoofdprintereenheid of op de uitbreidingslade-eenheid.
3
Opmerking
Als de lades op een tafel worden geplaatst, kan de
uitbreidingslade-eenheid uitgebreid worden tot 2 lades (3 inclusief de standaardlade)
Als de lades op een tafel worden geplaatst, kan de
uitbreidingslade met hoge capaciteit niet worden gebruikt.
Uitbreidingslade-eenheid met
zwenkwieltjes
Montage van de uitbreidingslade-
eenheid met zwenkwieltjes op de hoofdprintereenheid
Uitbreidingslade-eenheid
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 44 -
Het apparaat installeren
Uitbreidingslade-eenheid met hoge
capaciteit
Memo
De uitbreidingslades worden lade 2, lade 3, lade 4 en lade
5 genoemd.
Verwijder de uitbreidingslade-eenheid
1
uit de verpakking en verwijder de beschermingsmaterialen.
Sluit de hoofdprintereenheid aan op de
2
uitbreidingslade-eenheid. Zorg ervoor dat min. 4 personen het
apparaat voorzichtig optillen en lijn de openingen in de basis uit ( uitsteeksels (
) op de uitbreidingslade-
) met de 2
eenheid. Plaats het voorzichtig op het andere
deel waarbij de hoofdeenheid moet overeenkomen met de positie van de verticale lijnen op de achterkant van de uitbreidingslade-eenheid.
LET OP
Het apparaat weegt ongeveer 111 kg*. Zorg ervoor
dat minstens 4 personen het apparaat optillen of verplaatsen.
Er bestaat een risico op letsel.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Uitbreidingslade-
eenheid
Uitbreidingslade-eenheid
met grote capaciteit
Lade 1 (standaard) Lade 2 Lade 3 Lade 4 Lade 5
*: Inclusief verbruiksgoederen, zoals afbeeldingsdrums,
tonercartridges, enz.
Opmerking
Als het apparaat aangesloten is op een voedingsbron,
moet u het apparaat uitschakelen en de kabels verwijderen. Over hoe u de voeding kunt uitschakelen, zie
“Uitschakelen van de voeding” (P.52).
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 45 -
Het apparaat installeren
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Opmerking
Bij gebruik van de uitbreidingslade-eenheid en de
uitbreidingslade met hoge capaciteit, moet u eerst de uitbreidingslade-eenheid op de uitbreidingslade met hoge capaciteit monteren en vervolgens de hoofdprintereenheid op de uitbreidingslade monteren.
Opening printerbasis
Uitsteeksel
Om de uitbreidingslade-eenheid en de
uitbreidingslade met hoge capaciteit en zwenkwieltjes te monteren, moet u de zwenkwieltjes met rem (x2) en de voetjes (x2) aanpassen.
Duw de rem op de zwenkwieltjes aan
3
de voorkant van het apparaat (x2) naar beneden om de zwenkwieltjes te blokkeren.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Uitsteeksel
Draai de moeren (x2) aan de bovenkant
4
van de voetjes aan de rechterzijde van het apparaat los.
- 46 -
Het apparaat installeren
Draai aan de moeren en de bouten aan de onderkant van elk voetje om het
5
voetje te verlagen.
Bij het verplaatsen van de printer, het vervangen van verbruiksartikelen of onderhoudseenheden of het plaatsen van papier in de lade, moet u de onderstaande punten controleren om het kantelen van de printer te voorkomen.
Druk niet op de printervoorkap wanneer deze
geopend is.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Wanneer beide voetjes de vloer hebben bereikt, moet u de moeren aan de
6
bovenkant vastdraaien om de lade­eenheid te beveiligen.
Druk niet op de bovenkant van de cassette
wanneer deze is uitgetrokken.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Opmerking
Wanneer het apparaat verplaatst wordt, moet u de schroeven
van de voetjes van de uitbreidingslade met hoge capaciteit verdraaien en zorgvuldig optillen en moet u het apparaat verplaatsen wanneer het zich van de grond bevindt.
Memo
Bij het monteren van de uitbreidingslade-eenheid moet u de “Kabels
aansluiten” (P.57) en de “Aansluiten stroomkabels” (P.51)
implementeren voordat de printerdrivers worden ingesteld om de uitbreidingslade-eenheid te detecteren. Zie “Opties toevoegen” (P.72).
- 47 -
Het apparaat installeren

Monteren van de ingebouwde vaste schijf (optioneel)

1
Monteer de (optionele) ingebouwde vaste schijf om de
Voor gebruik
geheugencapaciteit te verhogen of beveiligd af te drukken.
Meer info
Voor de functies die door de vaste schijf worden vereist,
zie "Geavanceerd".
2
Instellen
3
Ingebouwde vaste schijf
Schakel de voeding van het apparaat
1
uit en verwijder de kabels.
Opmerking
Wanneer de voeding wordt uitgeschakeld, zorg
ervoor dat de hoofdschakelaar wordt ingedrukt en wacht totdat het apparaat wordt afgesloten voordat u de hoofdschakelaar (O) uitschakelt.
Controleer of het interne led-lampje ( )
3
uitgeschakeld is.
Zorg ervoor dat de schroeven (x2) op de
4
ingebouwde vaste schijf overeenkomen met de gaten op het apparaat.
4
Basishandelingen
2
AppendixAfdrukken
Index
Meer info
“Aansluiten stroomkabels” (P.51) “Uitschakelen van de voeding” (P.52)
Draai de schroeven van de toegangsklep aan de achterkant van de printer los ( en open de deur (
).
)
Draai de schroeven (x2) in de richting
5
van de pijlen totdat deze goed vastzitten.
Sluit de vaste schijf op het apparaat
6
aan.
- 48 -
Het apparaat installeren
Sluit de toegangsklep.
7
Draai de schroeven van de toegangsklep
8
goed vast.
Druk op de scroll-knop of het bedieningspaneel om het "Functies (Functions)"-scherm weer te geven.
Memo
Druk de "printerinformatie" op A4-papier af. Stel
A4-papier in de papierinvoer-lade in.
Druk op de scroll-knop om [Info
12
afdrukken (Print Information)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Sluit de kabels aan en schakel de
9
voeding in.
Controleer of het standby-scherm op
10
het lcd-scherm wordt weergegeven.
Druk de "printerinformatie" af.
11
Wanneer de [Conguratie
13
(Conguration)] geselecteerd zijn, drukt
u op de [OK (Goed)]-knop.
Wanneer [Uitvoeren (Execute)] geselecteerd
14
is, drukt u op de [OK (Goed)]-knop.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 49 -
Controleer of de vaste schijf is
15
toegevoegd aan de "printerinformatie".
Meer info
“Printerinformatie” (P.54)

De voeding in-/uitschakelen

WAARSCHUWING
De voeding in-/uitschakelen
1
Voorzorgsmaatregelen
Voor gebruik
voor de stroomvoorziening
Er is gevaar voor
een elektrische
schok en/of
2
Instellen
Vergeet, na bevestiging van een netsnoer en aarde en
verwijdering van netvoedingschakelaar UIT schakelen, deze niet uit te voeren.
Zorg ervoor dat voor exclusief gebruik een aardedraad
met de geaarde aansluiting is verbonden.
Verbind in geen enkel geval met een aarding
van een waterleiding, een gasleiding en
3
telefoondraad en een bliksemaeider.
Zorg ervoor dat de geaarde aansluiting wordt
aangesloten alvorens het netsnoer met de stekker te verbinden.
Zorg ervoor dat verwijdering en plaatsing van een
netsnoer met een stekker wordt uitgevoerd. Steek de stekker goed in het stopcontact. Verwijder en steek de stekker niet met natte
4
Basishandelingen
handen uit en in het stopcontact. Installeer een netsnoer zodanig dat er niet op
gestapt kan worden en plaats geen voorwerpen
op een netsnoer.
Het netsnoer niet verdraaien, binden noch knopen.
Gebruik geen beschadigd netsnoer. Voer geen starburst-verbinding uit.
Sluit deze machine en andere elektrische producten
niet op hetzelfde stopcontact aan. Als de machine
tegelijkertijd met voornamelijk een airconditioning
AppendixAfdrukken
kopieermachine, papierversnipperaar, enz. wordt
aangesloten, kan de machine door elektrische
ruis onjuist werken. Wanneer het aansluiten op
hetzelfde stopcontact onvermijdelijk is, gebruik
dan een commercieel ruislter of een commerciële
noise-cut transformator. Gebruik het verbonden netsnoer en plaats
de directory op de geaarde aansluiting
aan. Gebruik het netsnoer niet voor andere
Index
producten dan de machine. Gebruik geen verlengsnoer. Wanneer het
gebruik onvermijdelijk is, gebruik deze dan
met een nominale waarde van meer dan 15 A. Het gebruik van een verlengsnoer kan door
lage netspanning mogelijke juiste werking van
de machine verhinderen.
Koppel, tijdens het afdrukken, de netvoeding niet
los of trek de stekker niet uit het stopcontact. Trek het netsnoer eruit wanneer u deze niet
gebruikt voor opeenvolgende vakanties of
lange reizen. Gebruik het bevestigde snoer niet voor andere
producten.
brandgevaar.
Stroomvoorzieningsvereisten
Houd rekening met de volgende stroomvoorzieningsvereisten.
Stroomsterkte: 110 - 127 VAC
(Bereik 99 - 140 VAC) 220 - 240 VAC (Bereik 198 - 264 VAC)
Frequentie: 50/60 Hz ± 2%
Opmerking
Als de stroomvoorziening niet stabiel is, gebruikt u een
spanningsregelaar.
Het maximale stroomverbruik van het apparaat is 1500W.
Controleer of er voldoende spanningscapaciteit aanwezig is.
De werking kan niet worden verzekerd als er een
noodstroomvoeding (UPS) of een omvormer wordt gebruikt. Gebruik geen noodstroomvoeding (UPS) of een omvormer.
- 50 -
De voeding in-/uitschakelen

Aansluiten stroomkabels

Controleer of de voeding van het
1
apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat is uitgeschakeld wanneer
de hoofdschakelaar zich in de (O)-stand bevindt.
Plaats voorzichtig de meegeleverde
2
stroomkabel in de aansluiting van het apparaat.

Inschakelen van de voeding

Opmerking
Schakel de voeding niet in voordat de steunkleurkit is
ingesteld.
Schakel de hoofdschakelaar (I) in.
1
AAN
Houd de voedingsschakelaar gedurende
2
ong. 1 sec. ingedrukt. Wanneer de voeding is ingeschakeld,
zal het led-lampje van de voeding oplichten.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Voedingskabel
Steek de stekker in het stopcontact.
3
Memo
Het "OKI"-logoscherm zal op het lcd-scherm van het
bedieningspaneel worden weergegeven wanneer het apparaat wordt opgestart. Wacht tot het standby-scherm wordt weergegeven en tot het afdrukken is ingeschakeld.
Wanneer de voeding voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, zal de automatische initialisatie van het apparaat opstarten. Controleer of het standby-scherm op het lcd-scherm van het bedieningspaneel wordt weergegeven.
AppendixAfdrukken
Index
- 51 -
De voeding in-/uitschakelen

Uitschakelen van de voeding

1
Bij normaal gebruik gebruikt u de volgende
Voor gebruik
procedure om de voeding uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het uitschakelproces is gestart, kan het niet
meer gestopt worden. Om de voeding terug in te schakelen, moet u wachten totdat het afsluiten voltooid is.
2
Instellen
3
Vervolgens schakelt u de voeding terug in.
Houd de voedingsschakelaar gedurende
1
ong. 1 sec. ingedrukt.
In de volgende gevallen gebruikt u volgende procedure om de hoofdvoeding uit te schakelen.
Als het apparaat niet gebruikt wordt gedurende lange perioden, zoals feestdagen, vakantie, enz. Als er optionele of onderhoudsproducten gemonteerd worden. Als het apparaat verplaatst wordt. Als er reparaties of controles, enz. uitgevoerd worden.
Houd de voedingsschakelaar gedurende
1
ong. 1 sec. ingedrukt.
4
Basishandelingen
"Bezig met afsluiten. Een ogenblik
geduld. De voeding zal automatisch worden uitgeschakeld" wordt
weergegeven op het bedieningspaneel en het led-lampje van de hoofdschakelaar zal 1 keer knipperen per seconde.
Wacht een ogenblik en de voeding
AppendixAfdrukken
van het apparaat zal automatisch uitgeschakeld worden en het led-lampje op de hoofdschakelaar zal uitgeschakeld worden.
Opmerking
Om de voeding geforceerd uit te schakelen, moet u
voedingsschakelaar gedurende min. 5 seconden ingedrukt
Index
houden. Doe dit alleen als er een probleem is opgetreden. Voor apparaatproblemen, zie "Probleemoplossing/ Handleiding dagelijks onderhoud".
"Bezig met afsluiten. Een ogenblik
geduld. De voeding zal automatisch worden uitgeschakeld" wordt
weergegeven op het bedieningspaneel en het led-lampje van de hoofdschakelaar zal 1 keer knipperen per seconde.
Wacht een ogenblik en de voeding van het apparaat zal automatisch uitgeschakeld worden en het led­lampje op de hoofdschakelaar zal ook uitgeschakeld worden.
Schakel de hoofdschakelaar (O) uit om
2
de voedingsbron uit te schakelen.
- 52 -

Testafdruk uitsluitend via de printer

Testafdruk uitsluitend via de printer
Controleer of het afdrukken alleen gebeurt met behulp van deze printer. Controleer met behulp van een
afdruk de apparaatconguratie en de conguratiegegevens. Zo kan de status worden gecontroleerd.
(Printerinformatie.)
Memo
Druk de "printerinformatie" op A4-papier af. Stel A4-papier in de papierinvoer-lade in.
Meer info
Over hoe u de voeding kunt inschakelen, zie “Inschakelen van de voeding” (P.51).
Stel A4-papier in lade 1 in.
1
Controleer of het standby-scherm op
2
het lcd-scherm wordt weergegeven.
Druk op de [Fn (Fn)]-toets.
3
Het numerieke invoerwaarde-scherm zal worden weergegeven.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Druk op [1], [0], [0] en druk
4
vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Wanneer [Uitvoeren (Execute)]
5
geselecteerd is, drukt u op de [OK (Goed)]-knop.
AppendixAfdrukken
Index
De printerinformatie zal worden weergegeven.
- 53 -
Testafdruk uitsluitend via de printer

Printerinformatie

Tijdens de testafdruk zullen volgende
1
conguratiegegevens (printerinformatie) worden
Voor gebruik
afgedrukt.
Memo
Gebruik de printerinformatie om de functies te controleren
die momenteel bruikbaar zijn, alsook de instellingentabel, de software- en de hardware-versies ingebouwd in het apparaat, de afdrukkwaliteit, enz.
2
Instellen
Opmerking
De printerinformatie die hier wordt beschreven is een
voorbeeld. De printerinformatie afgedrukt door uw printer kan onderhevig zijn aan verschillen.
3
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Meer info
U kunt ook functierapporten, voorbeeldpagina's, enz.
afdrukken. Voor meer informatie, zie "Geavanceerd". Controleer hier of er een op­tie (uitbreidingslade-eenheid of ingebouwde vaste schijf) gemonteerd is.
Index
- 54 -

De computer aansluiten

De computer aansluiten
Dit gedeelte bespreekt hoe u het apparaat op een computer kunt aansluiten en hoe u de printerdrivers kunt installeren die zich op de meegeleverde "Software DVD-ROM" bevinden. Zorg dat uw computer een dvd-station heeft.

Stappen voor het installeren van de drivers op een computer

De computer aansluiten
Voor Windows Voor Macintosh
Verbinden via het
netwerk
Het IP-adres van de
printer instellen
Verbinden via USB
De kabels aansluiten
EtherTalk inschakelen
Verbinden via het netwerk
Verbinden via
EtherTalk
Verbinden via
Bonjour/Rendezvous
Podłączanie kabli
Verbinden via USB
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
De kabels aansluiten
Het IP-adres, enz. op
de computer instellen
Slaapstand van het
apparaat uitschakelen
De computervoeding inschakelen
EtherTalk op de
computer instellen
De printerdrivers installeren
Apparaten aan de computer toevoegen
Controle op de werking vanuit de computer
(Zie “3. Afdrukken”)
AppendixAfdrukken
Index
- 55 -
De computer aansluiten

Gebruiksomgeving

Het apparaat is compatibel met de volgende besturingssystemen (OS).
1
Voor gebruik
Windows 10/Windows 10 (64-bits versie)
Windows 8.1/Windows 8.1 (64-bits versie)
Windows 8/Windows 8 (64-bits versie)
Windows Server 2016
*
*
*
2
Instellen
Windows Server 2012 R2 Windows Server 2012 Windows 7/Windows 7 (64-bits versie) Windows Server 2008 R2 Windows Server 2008/Windows Server 2008 (x64-versie)
3
Mac OS X 10.10.5 tot OS X 10.13
*: Alleen de bureaubladmodus is compatibel met Windows 10, 8.1 en Windows 8.

Types printerdrivers

De volgende types printerdrivers kunnen geïnstalleerd worden:
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Windows
Type Verklaring
PS Dit is ideaal voor het afdrukken van documenten die PostScript-lettertypen en
EPS-gegevens bevatten. Kan ook worden gebruikt voor het regulier afdrukken.
Mac OS X
Type Verklaring
PS Dit is ideaal voor het afdrukken van documenten die PostScript-lettertypen en
EPS-gegevens bevatten. Kan ook worden gebruikt voor het regulier afdrukken.
Opmerking
Beschrijvingen kunnen verschillen afhankelijk van de printerdriver en de versie van het besturingssysteem, nl. Windows of
Mac.
Index
- 56 -
De computer aansluiten

Kabels aansluiten

Sluit het apparaat aan op een computer of een netwerk.
Het apparaat is uitgerust met standaard LAN (-netwerk) interface-aansluitingen en USB interface-aansluitingen. Verbindingen met het netwerk kunnen worden uitgevoerd met behulp van LAN-kabels. Verbindingen met de computer kunnen uitgevoerd met behulp van USB-kabels.
Aansluiten via LAN-kabels
Het aansluiten van het apparaat op een netwerk zoals LAN (Ethernet *), enz., zorgt ervoor dat het apparaat kan worden gedeeld met alle computers die op het netwerk zijn aangesloten. Dit systeem kan door besturingssystemen, zoals Windows of Mac, worden gebruikt.
*: Het apparaat is uitgerust met standaard netwerkinterfaces
die compatibel zijn met 10BASE-T/100BASE -TX/1000BASE-T.
Windows
Macintosh
LAN-kabels aansluiten
Sluit de LAN-kabel aan op de LAN
1
(-netwerk) interface-aansluiting ( Sluit het andere eind van de LAN-kabel
aan op de hub-aansluiting (
LAN-kabel
LAN(-netwerk)
Aansluiting
).
interface
).
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Windows
Macintosh
Hub
 Voorbereidingen
LAN-kabel
Opmerking
LAN-kabels, USB-kabels en hubs zijn niet bij het apparaat
inbegrepen. Zorg voor LAN-kabels (categorie 5 of hoger, kabel per paar getwist (twist pair-kabel), rechte (straight) kabel) en hubs waar nodig.
De conguratie moet worden veranderd als er een
1000BASE-T wordt gebruikt omdat de standaard fabrieksinstellingen "Gigabit-netwerk: uitgeschakeld" in het conguratiemenu ingesteld zijn. Installatiemethode: Op het bedieningspaneel, selecteer [Beheerdersinst.]>Voer het
wachtwoord in>[Netwerk instellingen]>[Gigabit Netwerk]>[Ingeschakeld].
Hub
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 57 -
De computer aansluiten
Aansluiten via USB-kabels
Verbind het apparaat met de computer via USB­kabels.
1
Voor gebruik
USB-kabel
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Voorbereidingen
USB-kabel
Opmerking
USB-kabels en hubs zijn niet bij het apparaat inbegrepen.
Zorg voor USB-kabels met een USB2.0-specicatie en een
lengte van max. 2m indien nodig.
Bij aansluiting met USB2.0 hogesnelheidsmodus, moet
u een kabel met USB2.0 hogesnelheid-specicaties
gebruiken.
USB-kabels aansluiten
Opmerking
Indien de printerdrivers niet op de computer geïnstalleerd
zijn, moet u de USB-kabel uit de computer verwijderen en
eerst de printerdrivers installeren. (pagina 64)
Let op de richting van de aansluiting
1
en sluit het vierkante eind van de USB­kabel aan op de computer (
het andere, platte eind aan op de computer (
Opmerking
Zorg ervoor dat de USB-kabel niet in de LAN (-netwerk)
interface-aansluiting geplaatst wordt. Dit kan een
printerstoring veroorzaken.
Plaats nooit de USB-kabel wanneer de computer of
de voeding is ingeschakeld. Dit kan een printerstoring
veroorzaken.
).
USB-poort
USB interface-aan-
USB-kabel
). Sluit
sluiting
AppendixAfdrukken
Index
Memo
Stel de overdrachtssnelheid in via het bedieningspaneel
overeenkomstig de overdrachtssnelheid van de USB-
poort die op de computer gemonteerd is. Voor het
bedieningspaneel, zie “Vormgeving bedieningspaneel”
(P.25).
- 58 -
De computer aansluiten

Installatieprogramma printerdriver (Windows)

Netwerkaansluitingen
Om de Windows-computer en het apparaat op het netwerk aan te sluiten, moet u eerst het IP­adres van het apparaat instellen. Vervolgens installeert u de printerdrivers op de computer.
Als er geen DHCP-of BOOTP-servers op het netwerk aanwezig zijn, is het noodzakelijk om het IP-adres op de PC en het apparaat handmatig in te stellen.
Het is ook nodig om het IP-adres op de pc en het apparaat handmatig in te stellen als de interne systeembeheerder, de provider of de fabrikant
van de router een speciek IP-adres opgeven.
Stappen voor ingebruikneming
De apparaatvoeding inschakelen
Het IP-adres van de printer instellen
De computervoeding inschakelen
Instellen van het IP-adres in het
apparaat via het bedieningspaneel
Memo
Als er een klein netwerk wordt gebruikt om het apparaat
met één enkele computer te verbinden, moet het volgende
IP-adres worden ingesteld (overeenkomstig RFC1918).
Pc
- IP-adres: Elk IP-adres vanaf 192.168.0.1 tot 254
- Subnetmasker: 255.255.255.0
- Standaardgateway: Niet gebruikt
- DNS-server: Niet gebruikt Apparaat
- IP-adresconguratie: Handmatig vanaf 192.168.0.1
tot 254 (Selecteer een andere waarde dan die van de computer.)
- Subnetmasker: 255.255.255.0
- Standaardgateway: 0.0.0.0
- Netwerkgrootte: Klein
In dit gedeelte worden de volgende instellingen als voorbeeld gebruikt. IP-adres: 192.168.0.3 (PC)
192.168.0.2 (Apparaat) Subnetmasker: 255.255.255.0 Gateway-adres: 192.168.0.1
Druk op de scroll-knop of het
1
bedieningspaneel om het "Functies (Functions)"-scherm weer te geven.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Het IP-adres, enz. op de computer instellen
De printerdrivers installeren
Opmerking
Als het IP-adres verkeerd wordt ingesteld, kan er
netwerkuitval optreden of kan de internettoegang worden verbroken. Controleer met uw interne systeembeheerder of internetprovider het in te stellen IP-adres.
De server op het netwerk (DHCP, enz.) is afhankelijk van
de netwerkomgeving die gebruikt wordt. Controleer dit met uw interne systeembeheerder, uw internetprovider of
de fabrikant van de router. Het installatieprogramma vereist beheerdersrechten. De operationele procedure beschreven in "Instellen" is
bedoeld voor Windows 7, tenzij anders aangegeven. De
schermen en de operationele procedure kunnen verschillen
naargelang het besturingssysteem.
Druk verschillende malen op de scroll-
2
knop
om het [Beheerdersinst. (Admin Setup)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
AppendixAfdrukken
Index
- 59 -
De computer aansluiten
3
1
Voor gebruik
2
Instellen
4
3
5
4
Basishandelingen
Gebruik het tientoetsenbord om het beheerderswachtwoord in te voeren.
Het standaard fabriekswachtwoord is "aaaaaa". Druk op de [OK (Goed)]-knop na het invoeren van elk individueel teken.
Druk op de [OK (Goed)]-knop.
Controleer of [Netwerk instellingen (Network Setup)] geselecteerd is. Vervolgens drukt u op de [OK (Goed)]- knop.
Admin Setup 1/2 Page
Network Setup
USB Setup Print Setup PS Setup PCL Setup XPS Setup
Use Online button to return to standby screen
Als u het IP-adres handmatig instelt, drukt u op de scroll-knop
7
om [Handmatig (Manual)] te selecteren en drukt u vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Ga verder met stap 8
Network Setup
TCP/IP NetBIOS over TCP EtherTalk
IP Address Set
IPv4 Address Subnet Mask
Use Online button to return to standby scr
Auto
Manual
Use Online button to return
1/1 PageIP Address Set
Als het IP-adres automatisch wordt verkregen, controleert u dat [Auto (Auto)] is geselecteerd en drukt u vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Ga verder met stap 14
Network Setup
TCP/IP NetBIOS over TCP EtherTalk
IP Address Set
IPv4 Address Subnet Mask
Use Online button to return to standby scr
Auto
Manual
Use Online button to return
1/1 PageIP Address Set
Druk verschillende malen op de scroll-
8
knop
om [IPv4 Address (IPv4 Address)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
AppendixAfdrukken
Index
Druk verschillende malen op de scroll-
6
knop
om [IP Adres instelling (IP Address Set)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Network Setup 1/2 Page
TCP/IP NetBIOS over TCP EtherTalk
IP Address Set
IPv4 Address Subnet Mask
Use Online button to return to standby screen
Network Setup 1/2 Page
TCP/IP NetBIOS over TCP EtherTalk IP Address Set
IPv4 Address
Subnet Mask
Use Online button to return to standby screen
Gebruik de scroll-knoppen of het tientoetsenbord om de eerste drie cijfers
9
van het IP-adres in te voeren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop. Voer de volgende 3 cijfers op dezelfde manier in. Wanneer alle gegevens zijn ingevuld, drukt u op de [BACK (VORIGE)]-knop.
Om naar het volgende vak te gaan, drukt u op de [OK (Goed)]-knop.
Network Setup
TCP/IP NetBIOS over TCP EtherTalk IP Address Set
IPv4 Address
Subnet Mask
Use Online button to return to standby sc
IPv4 Address
xxx.xxx.xxx.xxx
Use Online button to return
- 60 -
De computer aansluiten
Druk op de scroll-knop om [Subnet
10
Mask (Subnet Mask)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]­knop.
Network Setup 1/2 Page
TCP/IP NetBIOS over TCP EtherTalk IP Address Set IPv4 Address
Subnet Mask
Use Online button to return to standby screen
Voer het subnetmasker in op dezelfde
11
manier als het IP-adres. Wanneer alle gegevens zijn ingevuld, drukt u op de [BACK (VORIGE)]-knop.
Network Setup
Subnet Mask
Subnet Mask
xxx.xxx.xxx.xxx
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop
14
om de conguratie van het netwerk te
voltooien.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Use Online button to return to standby screen
Use Online button to return
Druk de op de scroll-knop om
12
[Gateway Adres (Gateway Address)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Network Setup 2/2 Page
Gateway Address
Use Online button to return to standby screen
Voer het gateway-adres in op dezelfde
13
manier als het IP-adres. Wanneer alle gegevens zijn ingevuld, drukt u op de [BACK (VORIGE)]-knop.
Network Setup
Gateway Address
Gateway Address
xxx.xxx.xxx.xxx
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Use Online button to return to standby screen
Use Online button to return
- 61 -
De computer aansluiten
Het IP-adres van de computer
instellen
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Opmerking
Als het IP-adres al op de computer is ingesteld of als
het automatisch toegewezen is, ga naar “Printerdrivers
installeren” (P.63).
Schakel de voeding van de computer in
1
om Windows te starten.
Klik op [Starten] en selecteer
2
[Windows-systeem (Windows System)]> [Conguratiescherm (Control panel)].
Klik op [Netwerkstatus en -taken
3
weergeven (View network status and tasks)].
Selecteer [Internet protocol versie
5
4 (TCP/IPv4) (Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4))] en klik op [Eigenschappen (Properties)].
Voer het IP-adres, het subnetmasker,
6
het standaard-gateway en de DNS­server in en klik vervolgens op [OK (Goed)].
AppendixAfdrukken
Index
Klik op [Ethernet (Ethernet)] en
4
klik vervolgens op [Eigenschappen (Properties)] in het "Ethernet (Ethernet)"-venster.
Memo
Als het IP-adres automatisch door de DHCP-server
wordt toegewezen, selecteert u "Automatisch een IP-adres laten toewijzen", voer dus geen IP­adres in.
Voer geen IP-adres in als er geen gebruik wordt
gemaakt van een standaardgateway of DNS-server.
Sluit het venster "Eigenschappen
7
voor lokale netwerkverbinding".
- 62 -
De computer aansluiten
Printerdrivers installeren
Controleer of het apparaat en de
1
computer verbonden zijn en de voeding ingeschakeld is.
Meer info
z“Aansluiten via LAN-kabels” (P.57)
Plaats de meegeleverde “Software
2
DVD-ROM” in de computer.
Wanneer [Automatisch afspelen (Auto
3
Play)] wordt weergegeven, klikt u op [Setup uitvoeren.exe (Run setup.exe)].
Selecteer de modelnaam van het
8
apparaat en klik vervolgens op [Volgende (Next)].
Klik op [Optionele software
9
installeren (Install Optional Software)].
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Memo
zAls het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer
(User Account Control)] wordt weergegeven, klikt u op [Ja (Yes)].
Selecteer een taal in de
4
vervolgkeuzelijst.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en
5
klik vervolgens op [Accepteren].
Lees [Omgevingsadvies] en klik
6
vervolgens op [Volgende].
Selecteer [Netwerk] of [USB-
7
verbinding] naargelang de verbindingsmethode van het apparaat en de computer en klik vervolgens op [Volgende].
De installatie wordt gestart.
Memo
zDe onderstaande software is geïnstalleerd.
zPS Printerdriver (waaronder netwerkextensie en
PS Gamma-aanpasser)
zInstalleer andere software in Aangepaste installatie.
Zorg ervoor dat de software is
10
geïnstalleerd en klik vervolgens op [Test afdrukken].
Selecteer de printer voor de testafdruk en klik vervolgens op [Test afdrukken].
Zorg ervoor dat de testafdruk geslaagd is en druk vervolgens op [OK].
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
Als het dialoogvenster [Windows- beveiligingsmelding] wordt weergegeven, klikt u op [Toegang toestaan].
- 63 -
De computer aansluiten
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Klik op [Voltooien (Complete)].
11
Klik op [Volgende (Next)].
12
USB-aansluitingen
Opmerking
zControleer of de voeding van het apparaat is
uitgeschakeld. zHet installatieprogramma vereist beheerdersrechten. zDit gedeelte beschrijft de operationele procedure voor
Windows 7, tenzij anders aangegeven. De schermen en de
operationele procedure kunnen verschillen naargelang het
besturingssysteem.
Stappen voor ingebruikneming
De apparaatvoeding inschakelen
De computervoeding inschakelen
De printerdrivers installeren
Schakel de voeding van de computer in
1
om Windows te starten.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
13
Index
Als het volgende dialoogvenster verschijnt, klikt u op [Ja (Yes)].
Klik op [Voltooien (Exit)].
Memo
zWanneer de voeding van het apparaat is ingeschakeld,
zal de "Wizard Nieuwe hardware toevoegen" op het scherm worden weergegeven. In dit geval klikt u op "Annuleren". Vervolgens schakelt u het apparaat uit voordat u verder gaat met de volgende stap.
Plaats de meegeleverde “Software
2
DVD-ROM” in de computer.
Wanneer [Automatisch afspelen (Auto
3
Play)] wordt weergegeven, klikt u op [Setup uitvoeren.exe (Run setup.exe)].
Meer info
zOver hoe u kunt afdrukken vanaf de PC, zie “Afdrukken
vanuit de lades” (P.81).
Memo
zAls het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer
(User Account Control)] wordt weergegeven, klikt u op [Ja (Yes)].
- 64 -
De computer aansluiten
Selecteer een taal in de
4
vervolgkeuzelijst.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en
5
klik vervolgens op [Accepteren].
Lees [Omgevingsadvies] en klik
6
vervolgens op [Volgende].
Selecteer [Netwerk] of [USB-
7
verbinding] naargelang de verbindingsmethode van het apparaat en de computer en klik vervolgens op [Volgende].
Als het dialoogvenster [Windows- beveiligingsmelding] wordt weergegeven, klikt u op [Toegang toestaan].
Selecteer de modelnaam van het
8
apparaat en klik vervolgens op [Volgende (Next)].
Memo
zDe onderstaande software is geïnstalleerd.
zPS Printerdriver (waaronder netwerkextensie en
PS Gamma-aanpasser)
zInstalleer andere software in Aangepaste installatie.
Zorg ervoor dat de software is
10
geïnstalleerd en klik vervolgens op [Test afdrukken].
Selecteer de printer voor de testafdruk en klik vervolgens op [Test afdrukken].
Zorg ervoor dat de testafdruk geslaagd is en druk vervolgens op [OK].
Klik op [Voltooien (Complete)].
11
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Klik op [Optionele software
9
installeren (Install Optional Software)].
Klik op [Volgende (Next)].
12
AppendixAfdrukken
Index
Als het volgende dialoogvenster verschijnt, klikt u op [Ja (Yes)].
De installatie wordt gestart.
- 65 -
De computer aansluiten
Klik op [Voltooien (Exit)].
13
1
Voor gebruik
2
Instellen
Meer info
Over hoe u kunt afdrukken vanaf de PC, zie “Afdrukken
vanuit de lades” (P.81).
3
4
Basishandelingen

Installatieprogramma printerdriver (Macintosh)

Netwerkaansluitingen
Om de Mac OS X en het apparaat met elkaar te verbinden via een netwerk, installeert u de printerdrivers op de computer en stelt u het apparaat in als een netwerkprinter.
De afdrukmethode bepalen
(Protocol)
Er zijn twee methoden beschikbaar voor het afdrukken vanaf een Mac OS X: Via EtherTalk of Bonjour/Rendez-vous.
Afdrukmethode
(Protocol)
EtherTalk Gebruikt functies
die standaard zijn bevestigd op OS X 10.3 tot 10.5.
Bonjour Rendezvous
Gebruik Rendezvous met TCP/IP-netwerken.
Functies
AppendixAfdrukken
Index
- 66 -
De computer aansluiten
Stappen voor ingebruikneming
De installatieprocedure kan verschillen, afhankelijk van de afdrukmethode.
EtherTalk
Inschakelen van de voeding
EtherTalk inschakelen
Slaapstand van het apparaat uitschakelen
De computervoeding inschakelen
EtherTalk op de computer instellen
Inschakelen van de voeding
De computervoeding inschakelen
Bonjour/
Rendezvous
Via EtherTalk
Schakel EtherTalk in via het bedieningspaneel
en schakel de slaapstand uit
Als u aansluit op een netwerk via EtherTalk, is het noodzakelijk om EtherTalk op de printer in te schakelen en de slaapstand uit te schakelen. Vervolgens installeert u de printerdriver op de computer.
Meer info
Personen die gebruik maken van Bonjour, ga naar “Via
Bonjour (Rendezvous)” (P.70).
Druk op de scroll-knop of het
1
bedieningspaneel om het "Functies (Functions)"-scherm weer te geven.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
De printerdrivers installeren
Apparaten aan de computer toevoegen
Ga naar “Via EtherTalk”. Ga naar “Via Bonjour
Opmerking
Het actualiseren van de Mac OS X kan leiden tot
verschillen van de beschrijving in de handleiding.
Schakel alle antivirussoftware uit voordat u de installatie
begint.
De printerdrivers installeren
Apparaten aan de computer toevoegen
(Rendezvous)” (P.70).
Druk verschillende malen op de scroll-
2
knop
om het [Beheerdersinst. (Admin Setup)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Gebruik het tientoetsenbord om het
3
beheerderswachtwoord in te voeren. Het standaard fabriekswachtwoord is
"aaaaaa". Druk op de [OK (Goed)]-knop na het invoeren van elk individueel teken.
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 67 -
Druk op de [OK (Goed)]-knop.
4
De computer aansluiten
5
1
Voor gebruik
2
Instellen
6
3
4
Basishandelingen
7
Controleer of [Netwerk instellingen (Network Setup)] geselecteerd is. Vervolgens drukt u op de [OK (Goed)]- knop.
Admin Setup 1/2 Page
Network Setup
USB Setup Print Setup PS Setup PCL Setup XPS Setup
Use Online button to return to standby screen
Druk verschillende malen op de scroll­knop
om [EtherTalk (EtherTalk)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Network Setup 1/1 Page
TCP/IP NetBIOS over TCP
EtherTalk
IP Address Set IPv4 Address Subnet Mask
Use Online button to return to standby screen
Druk op de scroll-knop om [Aan (Enable)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Druk op de [BACK (VORIGE)]-knop om
9
het [Beheerdersinst. (Admin Setup)]­scherm weer te geven.
Admin Setup 1/2 Page
Network Setup
USB Setup Print Setup PS Setup PCL Setup XPS Setup
Use Online button to return to standby screen
Druk verschillende malen op de
10
scroll-knop
om [Stroom inst. (Power Setup)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
Druk op de scroll-knop om [Slaap
11
(Sleep)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
AppendixAfdrukken
Index
Network Setup
TCP/IP NetBIOS over TCP
EtherTalk
IP Address Set IPv4 Address Subnet Mask
Use Online button to return to standby screen
Enable
Disable
Use Online button to return
1/1 PageEtherTalk
Druk op de [BACK (VORIGE)]-knop om
8
het "Netwerk instellingen (Network Setup)"-scherm weer te geven.
Network Setup 1/2 Page
TCP/IP
NetBIOS over TCP EtherTalk IP Address Set IPv4 Address Subnet Mask
Use Online button to return to standby screen
Druk op de scroll-knop om [Uit
12
(Disable)] te selecteren en druk vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
- 68 -
De computer aansluiten
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop
13
om terug te keren naar het standby­scherm.
De printerdrivers op de computer installeren
Zorg ervoor dat het apparaat en
1
de computer zijn verbonden en het apparaat is ingeschakeld.
Plaats de “Software DVD-ROM” in de
2
computer.
Op het bureaublad dubbelklikt u op het
3
[OKI]-pictogram.
[Drivers] > [PS] > dubbelklik op
4
[Installatieprogramma voor OSX].
Voer het beheerderswachtwoord in en
5
klik vervolgens op [OK]. Volg de instructies op het scherm om
de installatie te voltooien.
Selecteer [Instellingen
6
systeemomgeving] in het Apple­menu.
Selecteer [Printers & scanners].
7
Klik op [+].
8
Selecteer [Printer of scanner toevoegen (Add Printer or Scanner...)]
wanneer het menu wordt weergegeven.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
Klik op [Standaard].
9
AppendixAfdrukken
Index
- 69 -
De computer aansluiten
10
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
11
4
12
Basishandelingen
13
AppendixAfdrukken
Selecteer het apparaat en selecteer [OKI Pro9541WT PS] in [Gebruik (Use)].
Memo
Om de naam te wijzigen, voert u in [Naam:
(Name:)] een nieuwe naam in.
Klik op [Toevoegen].
Als het bevestigingsscherm voor optionele apparatuur verschijnt, klikt u op [OK].
Zorg ervoor dat het apparaat aan [Printers (Printers)] is toegevoegd en dat [Pro9541WT PS] bij [Soort (Kind)] wordt weergegeven.
Via Bonjour (Rendezvous)
De printerdrivers op de computer
installeren
Zorg ervoor dat het apparaat en
1
de computer zijn verbonden en het apparaat is ingeschakeld.
Plaats de “Software DVD-ROM” in de
2
computer.
Op het bureaublad dubbelklikt u op het
3
[OKI]-pictogram.
[Drivers] > [PS] > dubbelklik op
4
[Installatieprogramma voor OSX].
Voer het beheerderswachtwoord in en
5
klik vervolgens op [OK]. Volg de instructies op het scherm om
de installatie te voltooien.
Selecteer [Instellingen
6
systeemomgeving] in het Apple­menu.
Selecteer [Printers & scanners].
7
Klik op [+].
8
Selecteer [Printer of scanner toevoegen (Add Printer or Scanner...)]
wanneer het menu wordt weergegeven.
Index
Opmerking
Als [Pro9541WT PS] niet bij [Soort (Kind)]
wordt weergegeven, klikt u op [-], verwijdert u het apparaat uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit.
Klik op [Afdrukrij openen...].
14
Selecteer [Testpagina afdrukken] in
15
het menu [Printers].
Klik op [Standaard].
9
- 70 -
De computer aansluiten
Selecteer het apparaat en selecteer
10
[OKI Pro9541WT PS] in [Gebruik (Use)].
Memo
Om de naam te wijzigen, voert u in [Naam:
(Name:)] een nieuwe naam in.
Klik op [Toevoegen].
11
Als het bevestigingsscherm voor
12
optionele apparatuur verschijnt, klikt u op [OK].
Zorg ervoor dat het apparaat aan
13
[Printers (Printers)] is toegevoegd en dat [Pro9541WT PS] bij [Soort (Kind)] wordt weergegeven.
USB-aansluitingen
Zorg ervoor dat het apparaat en
1
de computer zijn verbonden en het apparaat is ingeschakeld.
Plaats de “Software DVD-ROM” in de
2
computer.
Op het bureaublad dubbelklikt u op het
3
[OKI]-pictogram.
[Drivers] > [PS] > dubbelklik op
4
[Installatieprogramma voor OSX].
Voer het beheerderswachtwoord in en
5
klik vervolgens op [OK]. Volg de instructies op het scherm om
de installatie te voltooien.
Selecteer [Instellingen
6
systeemomgeving] in het Apple­menu.
Selecteer [Printers & scanners].
7
Klik op [+].
8
Selecteer [Printer of scanner toevoegen (Add Printer or Scanner...)]
wanneer het menu wordt weergegeven.
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Opmerking
Als [Pro9541WT PS] niet bij [Soort (Kind)]
wordt weergegeven, klikt u op [-], verwijdert u het apparaat uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit.
Klik op [Afdrukrij openen...].
14
Selecteer [Testpagina afdrukken] in
15
het menu [Printers].
Index
Klik op [Standaard].
9
- 71 -
De computer aansluiten
10
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
11
4
12
Basishandelingen
13
AppendixAfdrukken
Selecteer het apparaat en selecteer [OKI Pro9541WT PS] in [Gebruik (Use)].
Memo
Om de naam te wijzigen, voert u in [Naam:
(Name:)] een nieuwe naam in.
Klik op [Toevoegen].
Als het bevestigingsscherm voor optionele apparatuur verschijnt, klikt u op [OK].
Zorg ervoor dat het apparaat aan [Printers (Printers)] is toegevoegd en dat [Pro9541WT PS] bij [Soort (Kind)] wordt weergegeven.

Opties toevoegen

Gebruik de volgende procedure om de printerdrivers in te stellen als er een optionele uitbreidingseenheid of ingebouwde harde schijf op het apparaat is gemonteerd.
Windows PS-printerdriver
Klik op [Starten] en selecteer
1
[Apparaten & printers].
Rechterklik op het Pro9541WT-
2
pictogram en selecteer [Printereigenschappen].
Selecteer het tabblad [Apparaat
3
instellen].
Een uitbreidingslade-eenheid toevoegen
Als u een netwerkaansluiting gebruikt,
4
klikt u op [Krijg automatische geïnstalleerde opties (Get
installed options automatically)] in [Installeerbare opties (Installable Options)].
Als u een USB-aansluiting gebruikt, voert u in [Beschikbare lades (Available Trays)] het aantal laden in verminderd met de multifunctionele lade.
Als er bv. 3 uitbreidingslades gemonteerd zijn, zijn lades 1/2/3/4 bruikbaar. Voer dus "4" in.
Index
Opmerking
Als [Pro9541WT PS] niet bij [Soort (Kind)]
wordt weergegeven, klikt u op [-], verwijdert u het apparaat uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit.
Klik op [Afdrukrij openen...].
14
Selecteer [Testpagina afdrukken] in
15
het menu [Printers].
- 72 -
De computer aansluiten
De ingebouwde vaste schijf toevoegen
Als u een netwerkaansluiting gebruikt,
4
klikt u op [Krijg automatische geïnstalleerde opties (Get
installed options automatically)] in [Installeerbare opties (Installable Options)].
Als u een USB-aansluiting gebruikt, klikt u in [Geinstalleerd (Installed)] op [Harde schijf (Hard Disk)].
 Mac OS X PS-printerdriver
Opmerking
Dit gedeelte beschrijft de operationele procedure voor Mac
OS X 10.8, tenzij anders aangegeven. De schermen en de operationele procedure kunnen verschillen naargelang de versie.
Selecteer [Instellingen
1
systeemomgeving] in het Apple­menu.
Klik op [Afdrukken & faxen].
2
Selecteer de printer en klik op [Opties
3
& benodigdheden].
Klik op het tabblad [Stuurprogramma].
4
Een uitbreidingslade-eenheid toevoegen
Selecteer de correcte waarde voor
5
[Beschikbare lades (Available Trays)] en klik op [Goed (OK)].
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
Klik op [Goed (OK)].
5
De ingebouwde vaste schijf toevoegen
Vink het [Harde schijf (Hard Disk)]-
5
vakje aan en klik op [Goed (OK)].
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 73 -
Klik op [Goed (OK)].
6
De computer aansluiten
Memo
1
Voor gebruik
2
Instellen
3
4
Basishandelingen
AppendixAfdrukken
Index
- 74 -

Papier

3. Afdrukken

Dit hoofdstuk beschrijft de methoden vanaf het plaatsen van het papier in het apparaat tot het werkelijk afdrukken.
Papier

Ondersteunde papiersoorten

Voor afdrukken van hoge kwaliteit is het noodzakelijk dat het papier voldoet aan de voorwaarden ten aanzien van kwaliteit, dikte, papierafwerking, enz. Als er wordt afgedrukt op papier dat niet door OKI aanbevolen wordt, moeten de afwerkingskwaliteit, de papierdoorvoer, enz. zorgvuldig gecontroleerd worden.
1
Voor gebruik
2
Als u een (papieren) gekruld of gekreukeld medium gebruikt, kan de afdrukkwaliteit en de papierdoorvoer niet gewaarborgd worden.
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
- 75 -
Index
Papier
Papiersoorten, -formaat en -dikte
Opmerking
Papierbronnen en -uitvoer worden beperkt door de papiersoort, -formaat en -dikte.
1
Voor gebruik
2
Type Formaat-eenheid: mm (inches) Dikte
Gewoon papier
A3-NOBI 328×453 A3-breedte 320×450 A3 297×420 A4-breed 225×320 A4 210×297
Opmerking
Als de instellingen van het papierformaat
voldoen aan de volgende voorwaarden, zal de afdruksnelheid vertraagd worden. Papierformaat: A6, A5; papierbreedte max. 216 (breedte Amerikaans briefformaat)
A5 148×210 A6 105×148 B4 257×364 B5 182×257 B6 128×182
3
Afdrukken
Amerikaans briefformaat
Legal (13 inch) 215,9×330,2 (8,5×13)
215,9×279,4 (8,5×11)
Legal (13,5 inch) 215,9×342,9 (8,5×13,5) Legal (14 inch) 215,9×355,6 (8,5×14) Executive 184,2×266,7 (7,25×10,5) Tabloid Extra 304,8×457,2 (12×18)
4
Basishandelingen
Tabloid 279,4 × 431,8 (11 × 17) Overzicht 139,7 × 215,9 (5,5 × 8,5) 13 × 18 inch 330,2 × 457,2 16K (184×260mm) 184×260 16K (195×270mm) 195×270 16K (197×273mm) 197×273 8K (260×368mm) 260×368 8K (270×390mm) 270×390
AppendixInstellen
Gedeeltelijk gedrukt
8K (273×394mm) 273×394 Aangepast Breedte 64 tot 330
Lengte 89 tot 1321
Papiergewicht 52-360g/m per 500 vellen)
Gelijkwaardig aan gewoon papier. Papiergewicht 52-360g/m
per 500 vellen)
papier Gekleurd
papier
Index
Transparanten A4 0,1 tot 0,125mm
Gelijkwaardig aan gewoon papier. Papiergewicht 52-360g/m
per 500 vellen)
Amerikaans briefformaat
2
( 45-309kg
2
( 45-309kg
2
( 45-309kg
- 76 -
Het papiergewicht instellen
Stel het papier in volgens het riemgewicht van het te gebruiken papier. Deze stap is niet vereist voor Papiergewicht (Auto), maar in het geval van een papierstoring of
verminderde afdrukkwaliteit, wordt handmatig instellen aanbevolen.
Papiergewicht Riemgewicht
Ultra-licht 14lb Papiergewicht < 17lb
Licht 17lb
Medium licht 18lb < Papiergewicht
Gemiddeld 22lb < Papiergewicht < 28lb
Gemiddeld zwaar 28lb
Zwaar 32lb < Papiergewicht
Ultra zwaar1 34lb < Papiergewicht
Ultra zwaar2 50lb < Papiergewicht
Ultra zwaar3 57lb < Papiergewicht
Ultra zwaar4 68lb < Papiergewicht
Ultra zwaar5 85lb < Papiergewicht
52g/m
2
Papiergewicht < 64g/m
2
45kg Papiergewicht < 55kg
Papiergewicht 18lb
64g/m2 Papiergewicht 68g/m
2
55kg Papiergewicht 59kg
22lb
68g/m2 < Papiergewicht 83g/m
2
59kg < Papiergewicht 71kg
2
83g/m
< Papiergewicht < 105g/m
71kg < Papiergewicht < 90kg
Papiergewicht 32lb 105g/m2 Papiergewicht 120g/m 90kg Papiergewicht 103kg
34lb 120g/m2 < Papiergewicht 128g/m 103kg < Papiergewicht 110kg
50lb 128g/m2 < Papiergewicht 188g/m 110kg < Papiergewicht 162kg
57lb 188g/m2 < Papiergewicht 216g/m 162kg < Papiergewicht 186kg
68lb 216g/m2 < Papiergewicht 256g/m 186kg < Papiergewicht 220kg
85lb 256g/m2 < Papiergewicht 320g/m 220kg < Papiergewicht 275kg
96lb 320g/m2 < Papiergewicht 360g/m 275kg < Papiergewicht 310kg
2
2
2
2
2
2
2
2
Papier
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
*: De instelling Handmatig papiergewicht wordt aanbevolen bij het gebruik van papier van het type Ultralicht of Ultrazwaar5.
- 77 -
Index
Papier

Selecteerbare papierinvoeren en uitvoermethoden voor elk soort papier

1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
O: Wordt ondersteund X: Wordt niet ondersteund
Type Formaat Dikte
Gewoon papier
A3-NOBI, A3­BREED, A3, A4, A5, A6, B4, B5, B6, B6 half, Amerikaans briefformaat, legal13, legal13,5, legal14, executive
Tabloid extra, tabloid, statement, 16K (184x260mm), 16K (195x270mm), 16K (197x273mm), 8K (260x368mm), 8K (270x390mm), 8K (273x394mm), 13"×18"
*1
Aangepast (Breedte 90 tot 330mm en lengte 147 tot 457mm)
Aangepast (breedte min. 64mm en minder dan 90mm; lengte groter dan 457mm tot max. 1321mm.)
Aangepast (Breedte 64 tot 330mm en lengte 89 tot 1321mm)
Transparant*2A4, Amerikaans
briefformaat
Papiergewicht 52 tot
Papiergewicht
hoger dan 320 tot
max.360g/m
Papiergewicht 52 tot
Papiergewicht 52 tot
Papiergewicht
hoger dan 320 tot
max.360g/m
320 g/m
320 g/m
320 g/m
-
Instelbare lade Uitvoervak
Multifunctionele
lade
2
Lade 1
O O O O O
2
.
O X X O X
2
O O O O O
2
O X X O X
2
.
O X X O X
O O X O X
Lades
2 tot 5
(Optioneel)
Beeldzijde
naar boven
Beeldzijde
naar beneden
*1: Gebruik het printerbedieningspaneel om het papierformaat van de lade die ingesteld is als [Aangepast] in te stellen en stel
[Papierbreedte] en [Papierlengte] in volgens de vermelde waarden van onderstaande tabel. Gebruik de printerdrivers om de waarden uit de onderstaande tabel te selecteren.
Index
Papierformaat
Apparaatinstellingen
Papierbreedte
(mm)
Papierlengte (mm)
De printerdriver
instellen
[Papierformaat]
13"×18" 330 457 13 × 18in
*2: De afdruksnelheid is langzamer bij transparante afdrukken.
Opmerking
Als het papier horizontaal ( ) in de lade wordt ingesteld, zal de afdruksnelheid lager zijn dan papier dat verticaal ( ) is
ingesteld.
De afdruksnelheid zal trager zijn wanneer het papierformaat als A6 of A5 is ingesteld, of als de breedte minder is dan 216mm.
- 78 -
Papier
(Liggend)- en
(Staand)-pictogrammen
Het -pictogram beschrijft het verticaal plaatsen van het papier, gezien vanaf de voorkant van de printer. (Het papier wordt horizontaal ingevoerd.)
Papierinvoerstand
Lades
Het -pictogram beschrijft het horizontaal plaatsen van het papier, gezien vanaf de voorkant van de printer. (Het papier wordt verticaal ingevoerd.)
Papierinvoerstand
Lades
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Multifunctionele lade
Papierinvoer­stand
Papierinvoerstand
Multifunctionele lade
Papier met onderstaand formaat kan horizontaal of verticaal worden ingesteld.
De drie types A4, A5, B5, letter, 16K en A4-
breed
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 79 -

Afdrukken vanuit de lades

Afdrukken vanuit de lades
Met uitzondering van een aantal papierformaten, detecteert de printer automatisch het formaat van het
1
papier in lade 1 tot 5 *. Ook wordt de breedte van het papierformaat automatisch gedetecteerd.
Voor gebruik
*: Lades 2 tot 5 zijn optioneel.
Memo
De printer detecteert de volgende papierformaten niet automatisch.
-A3-NOBI, tabloid extra, A3-BREED, 13×18"
-A5, A6
2
-legal13,5, legal14
-aangepast Als de printer niet automatisch gedetecteerd wordt, moet het bedieningspaneel gebruikt worden om het papierformaat in te
stellen. Zie “Papier instellen Via het bedieningspaneel” (P.84) voor meer informatie.
Stel 13x18" als aangepast formaat in.

Papier in de lades 1 tot 5 instellen

3
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het papier
Afdrukken
in lade 1 of lades 2/3/4/5 instelt.
Memo
Het instellen van het papier in lade 1 wordt hier als
voorbeeld gebruikt. Het instellen van lades 2 tot 5 gebeurt
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
volgens dezelfde procedure.
Trek de papiercassette ( ) van lade 1
1
uit.
Schuif de papiergeleider ( ) en de
2
papierstop ( ingestelde papier uit te lijnen.
Schik het papier zorgvuldig. Lijn
3
voorzichtig de randen van het papier horizontaal uit.
) om het formaat van het
Index
- 80 -

Afdrukken vanuit de lades

Leg het papier met de afdrukzijde naar
4
beneden.
Opmerking
Het " " symbool ( ) op de papiergeleider mag
niet overschreden worden wanneer het papier wordt ingesteld.
Afdrukken vanuit de lades
Open het bestand dat moet worden afgedrukt en selecteer [Papierformaat], [Papierbron] en [Papiergewicht] om af te drukken via de printerdriver.
Dit gedeelte beschrijft hoe u via "Lade 1" of "Automatisch" kunt afdrukken vanuit onderstaande printerdrivers.
Windows PS-printerdriver Mac OS X-printerdriver (P.82)
De beschrijving maakt ook gebruik van "WordPad" voor Windows. Het Mac OS X-voorbeeld gebruikt "TextEdit".
Meer info
Over hoe u drivers kunt installeren, zie “De computer
aansluiten” (P.55).
Over hoe u kunt afdrukken vanuit de multifunctionele
lade, zie “Afdrukken vanuit de multifunctionele lade”
(P.84).
Memo
Selecteer [Automatisch] in [Papierbron] om
automatisch het aangegeven papier dat zich in de lade bevindt te selecteren.
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
Memo
Stel het papier zo in dat er zich geen opening tussen
het papier en de papiergeleider of de papierstop bevindt.
Gebruik de papiergeleider om het
5
papier te beveiligen.
Plaats de papiercassette terug in de
6
lade.
Windows PS-printerdriver
gebruiken
Open met WordPad het af te drukken
1
bestand.
Klik op [Pagina-instelling] in het
2
[File]-menu.
Selecteer het papierformaat en de
3
afdrukstand en klik op [Goed].
Klik op [Afdrukken] in het [File]-
4
menu.
Klik op [Geavanceerd] (of
5
[Eigenschappen]).
AppendixInstellen
Index
- 81 -
Afdrukken vanuit de lades
6
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
7
4
Basishandelingen
Gebruik [Papierbron (Paper Source)] in het tabblad [Papier/Kwaliteit (Paper/Quality)] om de gebruikte lade te selecteren. Klik vervolgens op [Geavanceerd (Advanced)].
Selecteer een geschikte waarde uit [Papiergewicht (Media Weight)] in het "Geavanceerde opties (Advanced Options)"- scherm en klik vervolgens op [Goed (OK)].
Mac OS X-printerdriver
gebruiken
Open met TextEdit het af te drukken
1
bestand.
Klik op [Pagina-instelling] in het
2
[File]-menu.
Selecteer het papierformaat en de
3
afdrukstand via het dialoogvenster "Pagina-instelling" en klik op [Goed].
Klik op [Afdrukken] in het [File]-
4
menu.
Selecteer [Papierinvoer (Paper Feed)]
5
in het afdrukdialoogvenster.
AppendixInstellen
Index
Memo
Normaal gezien moet u [Printerinstelling (Printer
Setting)] selecteren. Selecteer [Printerinstelling (Printer Setting)] om de ingestelde waarden via het printerbedieningspaneel te gebruiken.
Als er wordt uitgevoerd naar de stapelaar met
beeldzijde naar boven, moet u deze stapelaar openen en [Stapelaar (Afbeelding naar boven)] in [Uitvoervak] selecteren.
Klik op [Goed] in het
8
"Printinstellingen"-scherm.
Controleer of [Automatisch (Auto
6
Select)] is geselecteerd.
Selecteer [Afdrukinstellingen] in het
7
afdrukdialoogvenster.
Klik op [Afdrukken] in het
9
"Afdrukken" om af te drukken.
- 82 -
Klik op het [Papierinvoer (Feed)]-
8
tabblad in de printerinstellingen en selecteer [Papiersoort (Media Type)] en [Papiergewicht (Media Weight)].
Memo
Normaal gezien moet u [Printerinstelling (Printer
Setting)] selecteren. Selecteer [Printerinstelling (Printer Setting)] om de ingestelde waarden via het printerbedieningspaneel te gebruiken.
Klik op [Afdrukken (Print)] om af te
9
drukken.
Afdrukken vanuit de lades
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 83 -

Afdrukken vanuit de multifunctionele lade

Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
1
Papier in de multifunctionele
Voor gebruik
lade instellen
Papier instellen Via het bedieningspaneel
2
Als u het papierformaat "Aangepast formaat" gebruikt, moet het bedieningspaneel gebruikt worden om het papierformaat in te stellen.
Druk op de [Fn]-toets.
1
Het numerieke invoerwaarde-scherm
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
zal worden weergegeven.
Druk op [9] en [0] en klik vervolgens
2
op de [OK (Goed)]-knop.
Selecteer [Papiersoort (Media Type)]
5
en druk op de [OK (Goed)]-knop.
Druk op de scroll-knoppen om de
6
papiersoort van het ingestelde papier te selecteren en druk op de [OK (Goed)]­knop.
AppendixInstellen
Index
Druk op de scroll-knoppen om het
3
formaat van het ingestelde papier te selecteren en druk op de [OK (Goed)]­knop.
Druk op de [BACK (VORIGE)]-knop om
4
terug te keren naar het vorige scherm.
Druk op de [BACK (VORIGE)]-knop om
7
terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer [Papiergewicht (Media
8
Weight)] en druk op de [OK (Goed)]­knop.
- 84 -
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
Druk op de scroll-knoppen om het
9
formaat van het ingestelde papier te selecteren en druk op de [OK (Goed)]­knop.
Druk verschillende keren op de [BACK
10
(VORIGE)]-knop om terug te keren naar het standby-scherm.
Papier instellen
De multifunctionele lade drukt af op de beeldzijde van het ingestelde papier dat naar boven geplaatst is.
Opmerking
Plaats geen papier van verschillende formaten, soorten of
dikten tegelijkertijd in het apparaat.
Memo
Als u een aangepast papierformaat wilt instellen, is het
noodzakelijk om het formaat te registreren. Voor meer informatie, zie "Geavanceerd".
Open de multifunctionele lade ( ) naar u toe.
1
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Memo
Druk op de [CANCEL (ANNULEREN)]-knop om terug te
keren naar het standby-scherm.
Open de hulpdrager ( ).
2
Trek de instelhendel ( ) aan de
3
rechterkant van de papierdrager ( naar u toe.
)
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 85 -
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Pas de papiergeleider ( ) aan volgens
4
de ingestelde papierbreedte.
Sorteer zorgvuldig het papier. Lijn de
5
uiteinden van het papier zorgvuldig horizontaal uit.
Pas de papiergeleider aan volgens de
7
ingestelde papierbreedte.
Laat de instelhendel ( ) los en plaats
8
hem terug in zijn oorspronkelijke positie.
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
Plaats de afdrukzijde naar boven en stel
6
het papier in.
Opmerking
Stel het papier niet in voorbij de papiergeleider van de
multifunctionele lade (
).
Opmerking
Wanneer u papier wil toevoegen, moet u het papier in de
multifunctionele lade verwijderen en de boven-, onder-, linker- en rechterkant van het aanvullende papier uitlijnen voordat u het instelt.
Tijdens het afdrukken mag u het papier er niet uit halen of
mag u geen papier bijvoegen.
Plaats geen andere voorwerpen dan papier in de
multifunctionele lade.
De papiersteun zal automatisch naar omhoog gaan
wanneer het papier op zijn plaats is ingesteld. Als de papiersteun in de weg zit wanneer u het papier in de lade instelt, plaatst u het papier na het openen van klep van de tonervervanging en sluit u de klep wanneer het papier op de juiste plaats in ingesteld.
- 86 -

Afdrukken vanuit de multifunctionele lade

Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
Druk af op het ingestelde papier in de multifunctionele lade. De belangrijkste werkprocedures worden hieronder beschreven.
Plaats het papier ( ) in de
1
multifunctionele lade (
).
Windows PS-printerdriver
gebruiken
Open met WordPad het af te drukken
1
bestand.
Klik op [Pagina-instelling] in het
2
[File]-menu.
Selecteer het papierformaat en de
3
afdrukstand en klik op [Goed].
Klik op [Afdrukken] in het [File]-
4
menu.
Klik op [Geavanceerde instellingen].
5
Klik op [Geavanceerd (Advanced)] in
6
het [Lay-out (Layout)]-menu.
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
Om af te drukken via de printerdrivers
3
moet u de [Multifunctionele lade]
speciëren.
Dit gedeelte beschrijft hoe u vanuit de printerdrivers via de multifuncionele lade kunt afdrukken.
Windows PS-printerdriver Mac OS X-printerdriver (P.89)
De beschrijving maakt ook gebruik van "WordPad" voor Windows. Het Mac OS X-voorbeeld gebruikt "TextEdit".
Meer info
Over hoe u drivers kunt installeren, zie “De computer
aansluiten” (P.55).
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 87 -
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
7
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
8
4
Basishandelingen
Selecteer [Papierformaat (Paper Size)] in [Papier/Uitvoer (Paper/Output)] in het tabblad "Geavanceerde opties (Advanced Options)".
Selecteer [Multifunctionele lade (Multi-Purpose Tray)] in [Papierbron (Paper Source)] in het tabblad [Papier/ Kwaliteit (Paper/Quality)] en klik op [Geavanceerd (Advanced)].
Selecteer een geschikte waarde uit
9
[Papiergewicht (Media Weight)] in het "Geavanceerde opties (Advanced Options)"-scherm en klik vervolgens op [Goed (OK)].
Memo
Normaal gezien moet u [Auto] selecteren.
Selecteer [Auto] om de ingestelde waarden via het printerbedieningspaneel te gebruiken.
Om elke pagina apart af te drukken, moet u
[Multifunctionele lade wordt behandeld als handmatige invoer] als [Ja] instellen.
AppendixInstellen
Index
Klik op [Goed] in het "Printinstellingen"-
10
scherm.
Klik op [Afdrukken] in het
11
"Afdrukken" om af te drukken.
- 88 -
Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
Mac OS X-printerdriver
gebruiken
Open met TextEdit het af te drukken
1
bestand.
Klik op [Pagina-instelling] in het
2
[File]-menu.
Selecteer het papierformaat en de
3
afdrukstand via het dialoogvenster "Pagina-instelling" en klik op [Goed].
Klik op [Afdrukken] in het [File]-
4
menu.
Selecteer [Afdrukinstellingen (Print
7
Options)] in het afdrukdialoogvenster.
Klik op het [Papierinvoer (Feed)]-
8
tabblad in de printerinstellingen en selecteer [Papiersoort (Media Type)] en [Papiergewicht (Media Weight)].
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Selecteer [Papierinvoer (Paper Feed)]
5
in het afdrukdialoogvenster.
Selecteer [Multifunctionele lade
6
(Multi-Purpose Tray)] in [Alle pagina's (All Pages From)].
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Klik op [Afdrukken] om af te drukken.
9
Index
Memo
Normaal gezien moet u [Auto] selecteren.
Selecteer [Auto] om de ingestelde waarden via het printerbedieningspaneel te gebruiken.
- 89 -

Papier uitvoeren

Papier uitvoeren
De printer voert het papier uit naar de stapelaar met beeldzijde naar beneden of de stapelaar met
1
beeldzijde naar boven.
Voor gebruik
De stapelaar met beeldzijde naar beneden kan ong. 620 vellen papier van 64g/m De stapelaar met beeldzijde naar boven kan ong. 300 vellen papier van 64g/m
2
stapelen.
2
stapelen.
Via de stapelaar met
2
beeldzijde naar beneden (afdrukzijde naar beneden)
Het papier wordt uitgevoerd met de afdrukzijde naar beneden. Het papier wordt gestapeld in de volgorde waarin ze zijn afgedrukt.
Om uit te voeren van de stapelaar met beeldzijde
3
naar beneden, moet u via de printerdrivers de stapelaar met beeldzijde naar beneden in
Afdrukken
"Uitvoervak" selecteren.
Windows PS-printerdriver
gebruiken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1
Klik op [Geavanceerde instellingen]
2
in het "Afdrukken"-scherm.
Selecteer [Stapelaar (Beeldzijde
3
beneden) (Stacker (Face-down))] in [Uitvoervak (Output Bin)] in het tabblad [Taakopties (Job Options)] en klik op [Goed (OK)].
Mac OS X-printerdriver
gebruiken
Memo
Dit gedeelte gebruikt "TextEdit" als voorbeeld.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1
Klik op [Afdrukken] in het [File]-
2
menu.
Selecteer [Afdrukinstellingen (Print
3
Options)] in het afdrukdialoogvenster.
Selecteer [Stapelaar (Beeldzijde
4
beneden) (Stacker (Face-down))] in [Uitvoervak (Output Bin)] in het tabblad [Papier (Paper)].
Index
4
Druk af.
- 90 -
Klik op [Afdrukken (Print)] om af te
5
drukken.
Papier uitvoeren
Het afgedrukte papier zal naar de
6
stapelaar met beeldzijde naar beneden (uitvoerlade) worden uitgevoerd (
).

Via de stapelaar met beeldzijde naar boven (afdrukzijde naar boven)

Het papier wordt uitgevoerd met de afdrukzijde naar boven. Het papier wordt gestapeld in de omgekeerde volgorde waarin ze zijn afgedrukt. Om uit te voeren via de stapelaar met beeldzijde naar boven, moet u via de printerdrivers de stapelaar met beeldzijde naar boven in
"Uitvoervak" speciëren.
Open de stapelaar met beeldzijde naar
1
boven ( printer.
) aan de linkerkant van de
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Open de papierdrager ( ) zoals weergegeven in het diagram.
2
Draai de hulpdrager ( ) in de richting van de pijl tot zijn vergrendelingspositie
3
is bereikt.
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 91 -
Papier uitvoeren
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
4
Klanten die Mac OSX gebruiken: ga naar
“Mac OS X-printerdriver gebruiken”
5.
Klik op [Geavanceerd] in het
5
"Afdrukken"-scherm.
Windows PS-printerdriver
gebruiken
Selecteer [Stapelaar (Beeldzijde
6
boven) (Stacker (Face-up))] in [Uitvoervak (Output Bin)] in het tabblad [Taakopties (Job Options)] en klik op [Goed (OK)].
stap
Mac OS X-printerdriver
gebruiken
Memo
Dit gedeelte gebruikt "TextEdit" als voorbeeld.
Klik op [Afdrukken] in het [File]-
5
menu.
Selecteer [Afdrukinstellingen (Print
6
Options)] in het afdrukdialoogvenster.
Selecteer [Stapelaar (Beeldzijde
7
boven) (Stacker (Face-up))] in [Uitvoervak (Output Bin)] in het tabblad [Papier (Paper)].
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
7
Index
Druk af.
Klik op [Afdrukken (Print)] om af te
8
drukken. Het afgedrukte papier wordt uitgevoerd
naar de stapelaar met beeldzijde naar boven (
).
- 92 -

Energiespaarstand Instellen

4. Basishandelingen

Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de energiespaarstand, die het energieverbruik van het apparaat vermindert, kunt instellen en hoe u de afdrukhoeveelheden, de levensduur van verbruiksartikelen, de resterende hoeveelheden onderhoudseenheden en hun levensduur kunt controleren. Dit hoofdstuk beschrijft ook hoe u een afdruk kunt annuleren.
U kunt de printer instellen zodat de energiespaarstand vanuit het standby-scherm geactiveerd kan worden. U kunt ook de printer instellen zodat de slaapstand vanuit de energiespaarstand geactiveerd kan worden.

Energiespaarstand Instellen

1
Voor gebruik
2
Energiespaarstand Instellen
Het apparaat kan worden ingesteld zodat de energiespaarstand vanuit de standby-stand geactiveerd wordt wanneer er na een bepaalde tijd geen afdrukken of gegevens zijn ontvangen.
De fabriek heeft uw apparaat zo ingesteld dat energiespaarstand zal worden geactiveerd. De uitvoering van deze procedure is daarom niet noodzakelijk.
Druk op de scroll-knop of .
1
Voer het beheerderswachtwoord in en
3
druk op de [OK (Goed)]-knop.
Memo
Het standaard fabriekswachtwoord is [aaaaaa].
Selecteer [Stroom inst. (Power Setup)]
4
en druk op de [OK (Goed)]-knop.
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Selecteer [Beheerdersinst. (Admin
2
Setup)] en druk op de [OK (Goed)]­knop.
- 93 -
Selecteer [Stroom besp. (Power
5
Save)] en druk op de [OK (Goed)]­knop.
Index
Energiespaarstand Instellen
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Selecteer [Aan (Enable)] en druk op de
6
[OK (Goed)]-knop.
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop
7
om terug te keren naar het standby­scherm.

De tijdslimiet instellen voordat de printer overschakelt op de energiespaarstand

U kunt zelf instellen na hoeveel tijd de energiespaarstand wordt geactiveerd.
De standaard tijdslimiet door de fabriek ingesteld is "1 min."
Het verlengen van deze tijdslimiet zal de wachttijd tot het afdrukken begint, verkorten.
Druk op de [Fn]-toets.
1
Het numerieke invoerwaarde-scherm zal worden weergegeven.
Druk op [2], [0], [0] en druk
2
vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
Memo
Voordat u op de [ON LINE (ONLINE)]-knop drukt,
kunnen er ook andere items ingesteld worden.
Selecteer de in te stellen tijd en druk op
3
de [OK (Goed)]-knop.
- 94 -
Energiespaarstand Instellen
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop
4
om terug te keren naar het standby­scherm.
Memo
De instelbare tijdslimieten worden hieronder weergegeven.
1 min., 2 min., 3 min., 4 min., 5 min., 10 min., 15 min., 30 min., 60 min.

De slaapstand instellen

Het apparaat kan worden ingesteld zodat de slaapstand geactiveerd kan worden wanneer er na een bepaalde tijd geen afdrukken of gegevens zijn ontvangen.
De fabriek heeft uw apparaat zo ingesteld dat slaapstand zal worden geactiveerd. De uitvoering van deze procedure is daarom niet noodzakelijk.
Druk op de scroll-knop of .
1
Selecteer [Beheerdersinst. (Admin
2
Setup)] en druk op de [OK (Goed)]-knop.
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
Voer het beheerderswachtwoord in en
3
druk op de [OK (Goed)]-knop.
Memo
Het standaard fabriekswachtwoord is [aaaaaa].
Selecteer [Stroom inst. (Power Setup)]
4
en druk op de [OK (Goed)]-knop.
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 95 -
Energiespaarstand Instellen
5
1
Voor gebruik
2
6
3
Afdrukken
7
4
Basishandelingen
Selecteer [Slaap (Sleep)] en druk op de [OK (Goed)]-knop.
Selecteer [Aan (Enable)] en druk op de [OK (Goed)]-knop.
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop om terug te keren naar het standby­scherm.

De tijdslimiet instellen voordat de printer overschakelt op de slaapstand

U kunt zelf instellen na hoeveel tijd de slaapstand wordt geactiveerd.
De standaard tijdslimiet door de fabriek ingesteld is "15 min."
Het verlengen van deze tijdslimiet tot de slaapstand is geactiveerd, zal de wachttijd tot het afdrukken begint, verkorten.
Druk op de [Fn]-toets.
1
Het numerieke invoerwaarde-scherm zal worden weergegeven.
Druk op [2], [0], [1] en druk
2
vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.
AppendixInstellen
Index
Memo
Voordat u op de [ON LINE (ONLINE)]-knop drukt,
kunnen er ook andere items ingesteld worden.
Selecteer de in te stellen tijd en druk op
3
de [OK (Goed)]-knop.
- 96 -
Druk op de [ON LINE (ONLINE)]-knop
4
om terug te keren naar het standby­scherm.
Memo
De instelbare tijdslimieten voordat de slaapstand wordt
geactiveerd, worden hieronder weergegeven. 1 min., 2 min., 3 min., 4 min., 5 min., 10 min., 15 min., 30 min., 60 min.
Energiespaarstand Instellen
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
AppendixInstellen
Index
- 97 -
Energiespaarstand Instellen

Beperkingen van de slaapstand

Dit gedeelte beschrijft de beperkingen van het apparaat wanneer de slaapstand is geactiveerd.
1
Wanneer het apparaat een foutmelding weergeeft, kan het zijn dat de slaapstand zal worden
Voor gebruik
uitgeschakeld.
Beperkingen van het hulpprogramma van de printerdriver
Wanneer de slaapstand van het apparaat geactiveerd wordt, worden de beperkingen van de printerdriver en de hulpprogramma's hieronder beschreven.
2
Besturingssysteem
Windows
3
Afdrukken
Mac OS X NIC-
4
Basishandelingen
Naam van de
software
Conguration Tool (Conguratiehulpprogramma)
Network Extension (Netwerkuitbreiding)
Driver Installer (Installatieprogramma voor driver)
Netwerkinstellingen van de netwerkaansluiting worden uitgeschakeld.
Kan geen verbinding maken met het
De informatie over de printerdrivers niet verkregen worden indien het apparaat aangesloten is op een netwerk.
Zoekopdrachten
instellingsprogramma Printerdrivers Het afdrukken wordt uitgeschakeld wanneer er een verbinding met
EtherTalk tot stand wordt gebracht. Breng een verbinding tot stand met het apparaat via Bonjour (Rendezvous)-protocollen of LPD-protocollen (TCP/IP). Voor de geavanceerd instellingsmethoden, zie “Via Bonjour
(Rendezvous)” (P.70) of “Printers toevoegen via LPD (TCP/IP)­protocollen” (P.105).
Beperkingen van de slaapstand
apparaat
apparaatopties
en printerinstellingen worden uitgeschakeld.
kan tijdens het installeren van de
.
Wanneer het apparaat overschakelt op de slaapstand, drukt u op [POWER SAVE (Energiespaarstand)]­knop op het bedieningspaneel om te controleren of "Afdrukken ingeschakeld" op het lcd-scherm wordt weergegeven.
Als "Afdrukken ingeschakeld" wordt weergegeven, zijn de bovenstaande beperkingen niet van toepassing.
AppendixInstellen
Index
- 98 -
Energiespaarstand Instellen
Beperkingen van de netwerkfuncties
In de slaapstand zijn de volgende beperkingen van toepassing op het gebied van netwerkfuncties.
Slaapstand wordt uitgeschakeld
In de volgende gevallen zal het apparaat niet kunnen overschakelen op de slaapstand.
IPSec is ingeschakeld. Er is een TCP-verbinding tot stand gebracht.
Voorbeeld: Er is een verbinding via Telnet, FTP, enz. tot stand gebracht.
Nadat de tijdslimiet om over te schakelen op de energiespaarstand verstreken is, zal de printer overschakelen op de slaapstand wanneer de verbinding wordt verbroken.
E-mailontvangst is ingeschakeld.
Memo
Schakel IPSec/E-mail uit om de slaapstand in te
schakelen.
Kan niet afdrukken
U kunt niet afdrukken via volgende protocollen wanneer het apparaat zich in de slaapstand bevindt.
NBT
Protocollen met clientfuncties
werken niet
In de slaapstand werken de volgende protocollen met clientfuncties niet.
E-mailwaarschuwing
*1
SNMP Trap WINS
*1: De verstreken tijd, indien het apparaat zich in de
*2: De verstreken tijd, indien het apparaat zich in de
*2
slaapmodus bevindt, omvat niet de intervallen tussen de periodieke communicatietijden voor e-mailwaarschuwingen.
slaapmodus bevindt, omvat niet de intervallen tussen de vernieuwingstijden. WINS wordt niet periodiek vernieuwd terwijl de printer in de slaapstand staat zodat de namen die op de WINS­server geregistreerd staan mogelijk worden verwijderd.
Automatisch overschakelen
van de slaapstand naar de energiespaarstand
In netwerkomgevingen met grote stromen pakkethoeveelheden, is het mogelijk dat het apparaat automatisch van de slaapstand naar de energiespaarstand overschakelt.
Als de tijdslimiet voor het overschakelen op de slaapstand verstreken is, wordt er automatisch op de slaapstand overgeschakeld.
1
Voor gebruik
2
3
Afdrukken
4
Basishandelingen
EtherTalk* WSD Print
*: Voor Mac OS X is het afdrukken in de slaapstand mogelijk
wanneer er een verbinding via Bonjour (Rendezvous)­protocollen of "LPD-protocollen (TCP/IP)” tot stand gebracht is. Voor de instellingsmethoden, zie “Via Bonjour
(Rendezvous)” (P.70) of “Printers toevoegen via LPD (TCP/IP)-protocollen” (P.105).
Kan niet zoeken/instellen
Wanneer de slaapstand geactiveerd is, worden zoekopdrachten en het wijzigen van instellingen via de volgende functies en protocollen uitgeschakeld.
PnP-X UPnP LLTD MIB*
*: Verwijzingen via ondersteunde MIB-delen (Get command)
in de slaapstand zijn mogelijk.
AppendixInstellen
Index
- 99 -

Instellingen om de voeding automatisch uit te schakelen

Instellingen om de voeding automatisch uit te schakelen
1
De automatische
Voor gebruik
uitschakelstand instellen
Het apparaat kan worden ingesteld zodat de automatische uitschakelstand geactiveerd wordt wanneer er na een bepaalde tijd geen afdrukken of gegevens zijn ontvangen.
2
De fabrieksinstellingen staan al ingesteld op de automatische uitschakelstand. U kunt de instellingen van de uitschakelstand wijzigen.
"Inschakelen": Schakelt automatisch op de
"Automatisch": Schakelt op de uitschakelstand
3
Afdrukken
"Uitschakelen": De voeding schakelt niet
1
4
Basishandelingen
Druk op de scroll-knop of .
uitschakelstand over
over wanneer de ingestelde tijd is verstreken. Als u een netwerkverbinding gebruikt, wordt de uitschakelmodus niet geactiveerd zelfs wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
automatisch uit.
Selecteer [Stroom inst. (Power Setup)]
4
en druk op de [OK (Goed)]-knop.
Selecteer [Autom. uitschakelen (Auto
5
Power Off)] en druk op de [OK (Goed)]­knop.
Selecteer [Aan (Enable)] of [Autom.
6
cong. (Auto Cong)] en druk op de
[OK (Goed)]-knop.
AppendixInstellen
Index
Selecteer [Beheerdersinst. (Admin Setup)] en druk op de [OK (Goed)]-knop.
2
Voer het beheerderswachtwoord in en druk op de [OK (Goed)]-knop.
3
Memo
Het standaard fabriekswachtwoord is [aaaaaa].
- 100 -
Loading...