Oki Pro9541WT User Guide Advanced [nl]

Printerinstellingen
Handige
1
printfuncties
Gebruikershandleiding
Geavanceerd
Probeer verschillende functies te gebruiken
Kleuren
2
aanpassen
Hulpsoftware
3
gebruiken
Netwerkin-
4
controleren en
5
wijzigen met het bedieningspaneel
Pro9541WT
Appendix
Index
1
zHandmatig instellen
De volgende handleidingen zijn meegeleverd bij dit product. Deze e-handleiding is opgeslagen op DVD-ROM.
Stap
Lees dit eerst
Open de verpakking en installeer de printer
Instelling Gids
Deze handleiding bevat afbeeldingen die de methoden beschrijven vanaf het openen van de doos tot de installatie. Voor de geavanceerde installatiehandleiding, raadpleeg de "Basis".
De printer voorbereiden om af te drukken
Basis
Deze handleiding beschrijft de voorzorgsmaatregelen om het apparaat veilig te gebruiken. Lees deze handleiding voor gebruik. Verder worden ook de basistoepassingen tot de installatiemethoden van het apparaat beschreven. De apparaatfuncties worden in de appendix beschreven.
Het product controleren
Onderdelen nomenclatuur en functies
• Het apparaat volledig gebruiken
• Het apparaat installeren
• De voeding in- en uitschakelen
• Testafdruk uitsluitend via de printer
• Op een computer aansluiten
• Papier
• Afdrukken
• Papier uitwerpen
• Energiespaarstand instellen
De automatische uitschakelstand instellen
Controleren van de afdrukkwaliteit, verbruiksartikelen, resterende hoeveelheid onderhoudseenheden en resterende levensduur
• Een afdrukopdracht annuleren
Printers toevoegen via LPD-protocollen (TCP/IP)
Tabel menu-items van het controlepaneel
• Elementaire Windows-procedures
• Printerspecificaties
Stap
Lees deze handleidingen indien nodig
2
Probeer verschillende functies te gebruiken
Geavanceerd (Deze handleiding)
Deze handleiding beschrijft de verschillende afdrukmethoden en hoe u de handige functies kunt gebruiken. Lees deze handleiding om de afdrukomgeving te personaliseren of om de kleuren, enz. via de meegeleverde hulpprogramma's aan te passen. Deze handleiding verklaart ook de items die kunnen worden ingesteld via het bedieningspaneel en de netwerkinstellingen.
Lees deze handleiding als u iets niet begrijpt of om onderhoudswerken uit te voeren
Problemen verhelpen/ Handleiding dagelijks onderhoud
Deze handleiding beschrijft de procedures om papierstoringen en de methode voor probleemverhelping als er een foutmelding wordt weergegeven. De handleiding beschrijft ook probleemoplossingsmethoden als er een foutmelding optreedt. Deze handleiding beschrijft ook dagelijkse onderhoudswerken, zoals het vervangen van verbruiksartikelen en onderhoudseenheden, reiniging, enz.
Gids afzonderlijk volume steunkleuren
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de
printerstuurprogramma's kunt controleren en kunt afdrukken met steunkleuren. Lees deze handleiding voor gebruik.
Handige afdrukfuncties
• De kleur aanpassen
• Hulpprogramma's gebruiken
• Netwerkinstellingen
• De afdrukinstellingen via het
bedieningspaneel wijzigen
• Problemen verhelpen
• Onderhoud
Verbruiksartikelen, onderhoudsproducten, opties, server voor kleurbeheer, enz.
• Beschrijving bedieningspaneel
• De printerdrivers controleren
• Tabel van printerdriverfuncties
• Afdrukken op gekleurd papier
• Afdrukken op transparante folie
Specificeren en afdrukken via steunkleurentoner
steunkleuren-toner met behulp van de applicaties
• Fijnafstemming wit
- 2 -
zHet lezen van de handleiding

Symbolen

Opmerking
zEr zijn voorzorgsmaatregelen en beperkingen voor het correcte gebruik van het apparaat. Lees deze maatregelen om een
verkeerde bediening te voorkomen.
Memo
zKennis van deze informatie voor het apparaat in gebruik te nemen, is noodzakelijk en nuttig en kan dienen als
referentiemateriaal. Het lezen van deze handleiding wordt aanbevolen.
Meer info
zDit zijn de referentiepagina's. Dit zijn de referentiepagina's. Lees deze handleiding voor gedetailleerde en relevante informatie.
WAARSCHUWING
zVerkeerde behandeling als gevolg van het negeren van deze handleiding kan de dood of ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
LET OP
zVerkeerde behandeling als gevolg van het negeren van deze handleiding kan persoonlijk lichamelijk letsel veroorzaken.

Toetsen, knoppen en symbolen

Dit hoofdstuk beschrijft de onderstaande toetsen, knoppen en symbolen.
Opschrift Uitleg
zDe knoppen van het bedieningspaneel en het tientoetsenbord worden
hieronder beschreven.
Bijv.:
[ ] knop/toets
[ ]
" "
> Beschrijft het menuniveau van het apparaat of de computer.
[OK (Goed)]-knop [BACK (TERUG)]-knop
[Fn]-knop [CLEAR (WISSEN)]-knop
zDeze vindt u op het toetsenbord van uw computer terug. zBeschrijft de menunaam op het lcd-scherm.
zBeschrijft de namen van de menu's, de vensters en de dialoogvensters
van de computer.
zBeschrijft de berichten en de invoertekst die op het lcd-scherm worden
weergegeven.
zBeschrijft de bestands- en schermnamen die op de computer worden
weergegeven.
zBeschrijft de referentietitel.
- 3 -

Afbeeldingen

Schermen

De afbeeldingen die in deze handleiding worden gebruikt, geven het Pro9541WT-model weer, tenzij anders aangegeven.
Afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product.
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en de computer die hier gebruikt worden zijn voorbeelden. De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke producten en schermen.
- 4 -

Opschriften

In deze handleiding worden de volgende opschriften gebruikt.
zPro9541WT → Pro9541
zMicrosoft
bit)
zBesturingssysteem-versie Microsoft
zMac OS X 10.10.5 of later → Mac OS X
De meegeleverde handleidingen gebruiken Windows 10 of OS X 10.13 als voorbeeld, tenzij anders aangegeven.
Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en model, kunnen de beschrijvingen in deze handleiding verschillen.
®
Windows® versie 10 van besturingssysteemversie van 64 bit → Windows 10 (versie van 64
®
Windows® 10 → Windows 10
- 5 -
Inhoud
Inhoud
Handmatig instellen ............................................................................. 2
Het lezen van de handleiding ............................................................... 3
Symbolen ...............................................................................................................3
Toetsen, knoppen en symbolen ..............................................................................3
Afbeeldingen ..........................................................................................................4
Schermen ...............................................................................................................4
Opschriften .............................................................................................................5
1 Handige printfuncties ........................................................ 11
Functietabel van printerdrivers .......................................................... 12
Uitleg bij de functies ............................................................................................. 12
Windows PS printerdriverfuncties ........................................................................................12
Mac OS X PS printerdriverfuncties .......................................................................................14
Printen op verschillende papieren ...................................................... 17
Printen op transparanten .....................................................................................17
Printen op door de gebruiker geselecteerde papierformaten
(aangepaste pagina's en lang printen) .................................................................21
Met gebruik van aangepast papier ........................................................................ 26
Economisch printen ........................................................................... 28
Meerdere pagina‘s printen op één vel (printen van meerdere pagina's) ...............28
Proefdrukken met tonerbesparing (tonerbesparingsmodus) ................................29
Formaten wijzigen om te printen ....................................................... 30
Pagina's vergroten/verkleinen .............................................................................30
Helder printen ................................................................................... 32
Printkwaliteit (resolutie) wijzigen ........................................................................ 32
Tekst en lijnen scherp printen ..............................................................................33
Fijne lijnen compenseren ...................................................................................... 34
Printerlettertypen gebruiken ................................................................................ 35
PC-lettertypen gebruiken .....................................................................................36
Printresultaten printen zodat anderen deze niet kunnen zien ............ 37
Wachtwoorden invoeren om te printen (Beveiligd Printen) ..................................37
Geheime tekst printen (versleuteld beveiligd printen) .........................................39
De printpositie op het papier corrigeren met gebruik van het conguratiescherm
De startpositie corrigeren voor het printen...........................................................43
Uitrekken van beeld aanpassen (printlengte) met gebruik van het conguratiescherm
Het uitrekken van de printresultaten aanpassen ..................................................45
... 43
.... 45
Geavanceerde printfuncties ............................................................... 47
De paginavolgorde instellen .................................................................................47
Documenten printen in paginavolgorde ................................................................................47
Documenten printen in omgekeerde paginavolgorde ..............................................................47
- 6 -
Inhoud
Afzonderlijke vellen handmatig printen ................................................................ 49
Automatisch selecteren van lades ........................................................................51
Alleen voorbladen uit een aparte lade printen (Printen van voorbladen) .............. 52
Stempelen en printen (watermerken) ..................................................................52
Sorteren (printen sorteren) .................................................................................. 54
Staand en liggend afwisselend uitvoeren met batchprinten ..................................56
Gegevens opslaan voor herhaald printen .............................................................. 57
Printen met geregistreerde formulieren (overlay-printen) ...................................58
Automatisch wisselen van lades ........................................................................... 60
De printerbuffer gebruiken ................................................................................... 61
Uitvoeren naar bestand zonder te printen ............................................................62
PostScript-bestanden downloaden .......................................................................63
Printen van PostScript-fouten ..............................................................................64
Instellingen wijzigen voor monochroom printen ..................................................64
De standaardinstellingen voor de printerdriver wijzigen. .....................................65
De printerdrivers verwijderen of bijwerken ....................................... 66
De printerdrivers wijzigen .................................................................................... 66
De printerdriver bijwerken ...................................................................................68
2 Kleuren aanpassen ............................................................ 71
Kleuren aanpassen met gebruik van het conguratiescherm ............. 72
Manueel compenseren voor kleurafwijking ...........................................................72
Automatisch compenseren voor dichtheid en gradatie .........................................73
Manueel compenseren voor dichtheid ...................................................................74
Afstemmen van dichtheidsaanpassing .................................................................. 75
De kleurbalans (dichtheid) aanpassen ..................................................................76
De kleurbalans aanpassen .................................................................................... 79
Kleuren aanpassen met gebruik van de printerdrivers ....................... 81
Kleuraanpassing ................................................................................................... 81
Wat is kleuraanpassing? ..................................................................................................... 81
Kleuraanpassing (aanbevolen) ............................................................................. 81
Eenvoudige kleuraanpassing (Kantoorkleuren) ....................................................82
Kleuraanpassing (GraphicPro) .............................................................................. 85
Kleuraanpassing (Geen kleuraanpassing) .............................................................86
Zwarte afwerking wijzigen ...................................................................................87
Monochroom printen (zwart-wit) .........................................................................89
Onopvallend witte lijnen maken tussen tekst en achtergrond (zwarte overdruk) ... 90
Verkeerde uitlijning van de kalibreerplaat (Overlapping) ..................................... 91
Printeffecten simuleren ........................................................................................ 92
Printen met kleurenanalyse (classicatieprinten) ................................................94
De Postscript-kleuraanpassing uitschakelen ........................................................95
Kleuren afstemmen met gebruik van hulpprogramma‘s ..................... 97
- 7 -
Inhoud
PS Gamma-aanpassing ......................................................................................... 97
Gamma registreren (Windows) ............................................................................................97
Gamma registreren (Macintosh) ..........................................................................................98
Proelassistent ..................................................................................................... 98
ICC-proel registreren ..........................................................................................99
3 Hulpsoftware gebruiken .................................................. 101
Hulpsoftware die kan worden gebruikt met de printer ..................... 102
Tabel met hulpprogramma's ............................................................................... 102
Algemene hulpprogramma‘s Windows/Macintosh ................................................................. 102
Hulpprogramma's voor Windows ....................................................................................... 102
Hulpprogramma‘s voor Macintosh ...................................................................................... 103
Hulpprogramma's installeren ............................................................................. 103
Windows ........................................................................................................................ 103
Macintosh ...................................................................................................................... 104
Hulpprogramma's voor Windows ..................................................... 105
Conguratietool .................................................................................................. 105
Operationele omgeving .................................................................................................... 105
Installeren ..................................................................................................................... 105
Apparaten registreren ...................................................................................................... 107
Tabblad Info apparaat ...................................................................................................... 108
Invoegtoepassing Netwerkinstellingen ................................................................................ 108
Invoegtoepassing Opslagbeheerder ................................................................................... 110
Taal van printerpaneel wijzigen .......................................................................... 113
Operationele omgeving .................................................................................................... 113
De taal van het conguratiescherm wijzigen ....................................................................... 113
Hulpprogramma Direct Network Printing (LPR) .................................................. 115
Operationele omgeving .................................................................................................... 115
Opstarten ....................................................................................................................... 115
Bestanden downloaden naar de printer .............................................................................. 115
Taken controleren/verwijderen/overzetten .......................................................................... 116
De printerstatus controleren ............................................................................................. 116
Printers toevoegen .......................................................................................................... 117
Automatisch taken overbrengen ........................................................................................ 117
Printen met meerdere printers tegelijkertijd ........................................................................ 119
De webbrowser starten .................................................................................................... 120
Opmerkingen toevoegen .................................................................................................. 121
IP-adressen automatisch instellen ..................................................................................... 121
Verwijderen .................................................................................................................... 122
Netwerkuitbreiding ............................................................................................ 122
Operationele omgeving .................................................................................................... 122
De printerinstellingen controleren ...................................................................................... 123
- 8 -
Inhoud
Opties automatisch instellen ............................................................................................. 123
Verwijderen .................................................................................................................... 123
Hulpprogramma's voor Mac OS X ..................................................... 124
Taalinstelling conguratiescherm ....................................................................... 124
De printer instellen .......................................................................................................... 124
Hulpprogramma Netwerkkaartinstallatie ............................................................ 125
IP-adressen instellen ....................................................................................................... 125
Webinstellingen instellen .................................................................................................. 125
Het hulpprogramma Netwerkkaartinstallatie voltooien .......................................................... 125
4 Netwerkinstelling ............................................................ 127
Items voor netwerkinstellingen ....................................................... 128
Netwerkinstellingen initialiseren ..................................................... 143
DHCP gebruiken ............................................................................... 144
De DHCP-server instellen ................................................................................................. 144
De printer instellen .......................................................................................................... 145
SNMP gebruiken .............................................................................. 147
Over IPv6 ........................................................................................ 148
IPv6-adressen controleren ................................................................................. 148
Het netwerk instellen van de webbrowser ....................................... 149
Operationele omgeving....................................................................................... 149
Opstarten ........................................................................................................... 149
Inloggen als beheerder ...................................................................................... 150
Tabel met items .................................................................................................. 151
Beheerderswachtwoorden wijzigen .................................................................... 153
De status van de printer controleren via de pc ...................................................154
Printerinstellingen wijzigen via de pc ................................................................. 154
Communicaties coderen (SSL/TLS) .................................................................... 155
Printen met behulp van IPP ................................................................................ 157
Communicaties coderen (IPSec) ......................................................................... 159
De toegangsrestrictiefunctie (IP-lter) met IP-adressen gebruiken ................... 166
De toegangsrestrictiefunctie met MAC-adressen gebruiken ................................ 168
Fouten melden via e-mail ................................................................................... 170
Het periodiek melden van fouten via e-mail ....................................................... 172
SNMPv3 gebruiken ............................................................................................. 176
IEEE802.1X gebruiken ........................................................................................ 178
De printernamen voor EtherTalk wijzigen (Macintosh) ....................................... 182
De EtherTalk-zones wijzigen (Macintosh) ........................................................... 182
Afdrukken zonder printerdrivers (Direct printen) ............................................... 183
PDF-bestanden printen .................................................................................................... 183
De server instellen om e-mailbijlagen af te drukken ............................................................. 184
- 9 -
Inhoud
5 Printerinstellingen controleren en wijzigen met het
bedieningspaneel ............................................................. 185
Printerinformatie printen ................................................................. 186
Afdrukbare rapporttabellen ................................................................................ 186
Instellingslijsten van de printer printen ............................................................. 187
Instellingsdetails ............................................................................................................. 187
Informatielijsten van de printer printen ............................................................. 188
Netwer Informatie ........................................................................................................... 188
Bestandslijst ................................................................................................................... 189
Voorbeeldpagina's ........................................................................................................... 189
Fout logboek .................................................................................................................. 190
Totale afdrukresultaten .................................................................................................... 190
Totale afdrukresultaten Afdruklijsten printen ..................................................... 191
Lettertypelijst ................................................................................................................. 191
Kleurproellijst ............................................................................................................... 191
Medialijst Gebruiker ......................................................................................................... 192
Testafdruk ...................................................................................................................... 192
Aangepaste formaten (ongewoon papier) registreren ........................................ 193
Beheerderswachtwoorden wijzigen .................................................................... 195
Beperken van de knopwerkingen (paneelvergrendeling) ....................................196
Menuweergaven beperken (vergrendeling van het menu) .................................. 197
Afdrukhoeveelheden controleren ..................................................... 198
Resterende hoeveelheden van de verbruiksartikelen en
onderhoudseenheden controleren ................................................... 199
Tabel met instellingsitems op het instellingsscherm van het
apparaat .......................................................................................... 200
Instellingsscherm van het apparaat ................................................................... 200
[Conguratie] ..................................................................................................... 201
[Informatie afdrukken] ...................................................................................... 204
[Beveiligde taak afdrukken] ............................................................................... 205
[Menu’s] ............................................................................................................. 206
[Admin Setup] .................................................................................................... 217
[Afdrukstatistieken] ........................................................................................... 226
[Kalibratie] ......................................................................................................... 227
[Opstartmenu] ................................................................................................... 232
Appendix ............................................................................... 233
Foutcodetabel .................................................................................. 234
PostScript-modus ............................................................................................... 234
Index .................................................................................... 237
- 10 -
1
Handige
printfuncties
Functietabel van printerdrivers …………12
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
Printen op verschillende papieren
E
conomisch printen
ormaten wijzigen om te printen ……… 30
F
Helder printen
Pr
intresultaten printen zodat anderen
………………………………… 32
deze niet kunnen zien
e printpositie op het papier corrigeren
D
…………………………28
……………………… 37
……… 17
met gebruik van het
conguratiescherm
itrekken van beeld aanpassen
U
…………………………43
(printlengte) met gebruik van het
conguratiescherm
eavanceerde printfuncties ……………… 47
G
………………………… 45
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
De printerdrivers verwijderen of bijwerken
Opmerking
zDeze sectie gebruikt [WordPad] voor uitleg in Windows, en [TextEditor] voor uitleg in Mac OS X.
De schermen en de operationele procedure kunnen verschillen naargelang de toepassing.
zZie "Online Hulp" voor gedetailleerde uitleg over de printerdriver en het installeren van de hulpprogramma‘s.
zAls gevolg van upgrades van de printerdriver en de versie van hulpprogramma‘s kunnen er
verschillen zijn met de beschrijvingen in deze handleiding.
……………………………………… 66
- 11 -

Functietabel van printerdrivers

zFunctietabel van printerdrivers
Deze sectie geeft uitleg bij de handige functies wanneer u print met een PC.
1
printfuncties
Handige
Meer info
zZie "Online Hulp" voor gedetailleerde uitleg over de printerdriver-instellingen.
2
aanpassen

Uitleg bij de functies

Kleuren
Deze sectie beschrijft de functies van de PS printerdriver voor Windows of Mac OS X.
3
Hulpsoftware
gebruiken
Windows PS
printerdriverfuncties
4
Tabblad [Indeling (Layout)]
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
Item Uitleg
Afdrukstand
(Orientation) Paginavolgorde
(Page Order)
Paginaindeling (Page Format)
Voorvertoningsvenster
Geavanceerd
(Advanced)
Hiermee stelt u de afdrukstand in.
Hiermee stelt u de volgorde in waarin de pagina's moeten worden geprint.
Speciceert het aantal pagina's
dat moet worden geprint op 1 vel papier.
Geeft een afbeelding weer van de printresultaten.
U kunt meer geavanceerde instellingen instellen met betrekking tot de printkwaliteit en het papierformaat.
Tabblad [Papier/Kwaliteit (Paper/Quality)]
Item Uitleg
Ladeselectie
(Tray Selection)
Kleur (Color) Speciceert printen in kleur
Geavanceerd
(Advanced)
Speciceert de lade voor het
invoeren van het papier.
of monochroom printen. U kunt meer geavanceerde
instellingen instellen met betrekking tot de printkwaliteit en het papierformaat.
- 12 -
Functietabel van printerdrivers
Tabblad [Taakopties (Job Options)]
Item Uitleg
Kwaliteit
(Quality) Overlapping
(Trapping)
Uitvoervak
(Output Bin) Taaktype
(Job Type)
Aan pagina aanpassen
(Fit to Page)
Watermerken (Watermarks)
Overlays (Overlays)
Geavanceerd (Advanced)
Info (About) Geeft informatie over de
Standaard
(Default)
Speciceert de resolutie
tijdens het printen. Stel dit in wanneer er witte of
gekleurde strepen verschijnen als gevolg van een verkeerde uitlijning.
Speciceert het uitvoervak
voor papier.
Speciceert het printformaat
en de hoeveelheid afdrukken.
Speciceert printen door het
papierformaat te converteren van het document dat moet worden geprint.
Speciceert wanneer het
printen met stempels wordt uitgevoerd.
Speciceert wanneer het
printen met overlays wordt uitgevoerd.
U kunt andere geavanceerde printinstellingen instellen.
versie van de printerdriver weer.
Stelt de tabblad-instellingen opnieuw in naar de standaardinstellingen.
Tabblad [Kleur (Color)]
Item Uitleg
Kleurenmodus
(Color Mode)
Toner besparen
(Toner Saving) Steunkleur
(Spot Color)
Geavanceerd (Advanced)
Standaard (Default)
Speciceert kleuraanpassing,
enz., in de kleurmodus.
Speciceert de printdichtheid
wanneer u toner wilt besparen.
Speciceert wanneer het
printen met steunkleur wordt uitgevoerd.
U kunt andere geavanceerde printinstellingen instellen.
Stelt de tabblad-instellingen opnieuw in naar de standaardinstellingen.
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
- 13 -
Functietabel van printerdrivers
Mac OS X PS printerdriverfuncties
[Teksteditor (TextEdit)] paneel
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Paneel [Lay-out (Layout)]
Item Uitleg
Druk kop-en voettekst af
(Printing header and footer)
Pas regelterugloop aan pagina aan
(Rewrap contents
to t page)
Hiermee kunt u paginanummers, data, en tekstvakken printen, enz.
Printen mogelijk maken door uitlijnen op de tekstomloopmethode tijdens het bewerken.
Paneel [Kleurevenaring (Color Matching)].
Item Uitleg
ColorSync
(ColorSync) In printer
(In printer)
Prole (Proel) Speciceert het proel.
Speciceert de functie
ColorSync. Implementeert
printerkleuraanpassing.
Paneel [Papierafhandeling (Paper Handling)]
Appendix
Index
Item Uitleg
Pagina's per vel (Pages per
Sheet) Lay-outrichting
(Layout Direction)
Rand (Border) Speciceert grenslijntype. Dubbelzijdig
(Two-Sided)
Keer paginarichting om
(Reverse page orientation)
Spiegel horizontaal (Flip
horizontally)
Speciceert het aantal
pagina's dat moet worden afgedrukt op 1 vel papier.
Hiermee selecteert u de lay-out voor het printen van meerdere pagina's op een vel papier.
Speciceert voor het gebruik
van dubbelzijdig printen. Printen mogelijk maken
door de paginastand om te draaien.
Printen mogelijk maken door links en rechts om te draaien.
Item Uitleg
Af te drukken pagina's
(Pages to Print) Paginavolgorde
(Page Order)
Pas aan papierformaat aan (Scale to
t Paper size)
Doelpapierformaat (Destination Paper Size)
Verklein alleen (Scale
down only)
Speciceert de te printen
pagina's.
Hiermee stelt u de volgorde in waarin de pagina's moeten worden geprint.
Printen door het papierformaat uit te lijnen. Een document kan mogelijk niet juist geprint worden afhankelijk van de instelling.
Speciceert om te printen
door de schaal aan te passen aan het formaat van het uit te voeren papier.
Speciceert om te printen
door de schaal alleen aan te passen aan het formaat van het uit te voeren papier.
- 14 -
Functietabel van printerdrivers
Paneel [Papierinvoer (Paper Feed)]
Item Uitleg
Alle pagina's uit (All Pages
From)
Eerste pagina uit (First Page
From)
Resterende uit (Remaining
From)
Speciceert de lade
voor papierinvoer. De lade wordt automatisch geselecteerd wanneer [Automatisch Selecteren]
is gespeciceerd.
Selecteer om te printen vanuit de lade die de titelpagina
speciceert.
Printen vanuit de lade die de resterende pagina's
speciceert.
Paneel [Voorblad (Cover Page)].
Paneel [Steunkleur (Spot Color)]
Item Uitleg
Gebruiksmethodes
(Usage Methods)
Volgorde van superpositie
(Order of superposition)
Spiegel horizontaal
(Flip horizontally)
Speciceert het bereik van
printen in steunkleur. Geef de volgorde op van de
kleur en de witte laag en de witafmeting bij het printen van de witte onderlaag. (alleen witte modus).
Stelt in wanneer wordt geprint door de horizontale oriëntatie om te keren, zodat het document net zo is alsof het in een spiegel wordt
gereecteerd.
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Item Uitleg
Druk voorblad af (Print Cover
Page) Type voorblad
(Cover Page Type)
Speciceert het printen van
het voorblad.
Speciceert de tekst tijdens
het printen.
Paneel [Kleur (Color)]
Item Uitleg
Grijswaarden
(Grayscale)
Kleur (Color) Speciceert uitlijning naar
Speciceert monochroom
printen.
kleurmodus bij het printen in kleur.
Index
- 15 -
Functietabel van printerdrivers
Paneel [Printopties (Print Options)].
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
zDeze sectie gebruikt [WordPad] voor uitleg in Windows,
Index
zZie "Online Hulp" voor gedetailleerde uitleg over de
Item Uitleg
Printopties Speciceert uitlijning met de
items die zijn ingesteld, zoals printkwaliteit, papiersoort, enz.
Instellingen
Overlapping
(Trapping)
Memo
en [TextEditor] voor uitleg in Mac OS X. Beschrijvingen kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte toepassingen en printerdrivers.
Meer info
printerdriver-instellingen.
Speciceert de instellingen
overeenkomstig met het tabblad Printinstellingen.
Stel dit in wanneer er witte of gekleurde strepen verschijnen als gevolg van een verkeerde uitlijning.
- 16 -
zPrinten op verschillende papieren

Printen op transparanten

Memo
zZie "Bruikbare papiersoorten" in "Basis" voor de soorten
transparanten die kunnen worden gebruikt.
zZie "Papier instellen in de multifunctionele lade" in "Basis"
voor de voorbereidingen van de multifunctionele lade.
Stel het papier in.
1
Transparanten worden geprint vanuit de multifunctionele lade of lade 1.
Memo
zU kunt printen door pagina's tegelijk handmatig
in te voeren vanuit de multifunctionele lade. Zie
“Printing single sheets manually” (P.49) voor
meer informatie.
Opmerking
zDe printsnelheid wordt vertraagd.
De multifunctionele lade instellen
Leg het printoppervlak naar boven.
De papierstand
instellen
Open de stapelaar met beeldzijde naar
2
boven.
Transparanten uitvoeren naar de stapelaar met beeldzijde naar boven.
Stel het papiergewicht, het
3
papierformaat en de papiersoort in via
het conguratiescherm.
(1)

Printen op verschillende papieren

Stapelaar met beeldzijde naar boven
Druk op de [Fn (Fn)]-toets.
Het numerieke invoerwaarde­scherm zal worden weergegeven.
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
ABC
Lade 1 instellen
Leg het printoppervlak naar beneden.
De papierstand
instellen
Index
- 17 -
Printen op verschillende papieren
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
Voer een nummer in afhankelijk
(2)
van het te gebruiken papier.
zDe multifunctionele lade gebruiken
Druk op [9], [0], en druk op de knop [OK (OK)].
zLade 1 gebruiken
Druk op [1], [0], en druk op de knop [OK (OK)].
Selecteer [Transparanten
(6)
(Transparency)] en druk op de knop [OK (OK)]. Controleer of
wordt weergegeven aan de linkerkant van [Transparanten (Transparency)] en druk op de knop [BACK (TERUG)].
Druk op de knop [ONLINE
(7)
(ONLINE)] om terug te keren naar het standby-scherm.
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
Selecteer [A4 ], en druk op de
(3)
knop [OK (OK)].
Controleer of wordt weergegeven
(4)
aan de linkerkant van [A4 en druk op de knop [BACK (TERUG)].
Selecteer [Papiersoort (Media
(5)
Type)] en druk op de knop [OK (OK)].
],
Open het bestand dat u wilt printen.
4
Selecteer [Formaat], [Papierbron] en
5
[Uitvoervak] in de printerdrivers om te printen.
- 18 -
Printen op verschillende papieren
Windows PS-printerdriver
gebruiken
Klik op [Pagina-instelling] in het
1
menu [Bestand].
Selecteer [Staand (Portrait)]
2
of [Liggend (Landscape)] in [Afdrukstand (Orientation)] en klik op de knop [OK (OK)].
Selecteer [Transparanten
7
(Transparency)] in [Media (Media)]. Selecteer de papierlade in [Papierbron (Paper Source)].
Selecteer [Stapelaar (Afbeelding
8
naar boven) (Stacker (Face-up))] in [Uitvoervak (Output Bin)] in het tabblad [Taakopties (Job Options)] en klik op [OK (OK)].
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Klik op [Afdrukken] in het menu
3
[Bestand].
Klik op [Geavanceerd] (of
4
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken]).
Klik op [Geavanceerd] in het tabblad
5
[Papier/Kwaliteit].
Selecteer het papierformaat in
6
[Papierformaat (Paper Size)] in het scherm "Geavanceerde opties".
Klik op [Afdrukken] in het "Afdrukken"
9
scherm om te printen.
Appendix
Index
- 19 -
Printen op verschillende papieren
1
1
printfuncties
Handige
2
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
3
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
4
Mac OS X-printerdriver gebruiken
Klik op [Pagina-instelling] in het menu [Archief].
Selecteer de modelnaam van de printer in [Stel in vool (Format For)], selecteer het papierformaat in [Papierformaat (Paper Size)] en een gepaste oriëntatie in [Richting (Orientation)] en klik op [OK (OK)].
Klik op [Druk af] in het menu [Archief].
Controleer of de modelnaam van de printer is geselecteerd in [Printer].
Klik op de knop [Papier (Paper)] in het
7
paneel [Printopties (Print Options)] en selecteer [Stapelaar (Afbeelding naar boven) (Stacker (Face-up))] in [Uitvoervak (Output Bin)].
Klik op [Druk af (Print)] om te printen.
8
Appendix
Index
Selecteer het papierformaat in
5
[Papierformaat (Paper Size)].
Selecteer de papierlade in het paneel
6
[Papierinvoer (Paper Feed)].
- 20 -
Printen op verschillende papieren

Printen op door de gebruiker geselecteerde papierformaten (aangepaste pagina's en lang printen)

Registreer het gewenste papierformaat in de printerdriver en geef aan wanneer u print.
[Formaten die vanuit de multifunctionele lade kunnen worden ingevoerd (instelbare aangepaste formaten)]
Breedte: 64 tot 330mm Lengte: 89 tot 1321mm
[Formaten lade kunnen worden ingevoerd]
Lades 1/2/3/4/5 Breedte: 99 tot 330mm Lengte: 147 tot 457mm
Opmerking
zAls u kleiner papier dan 99 mm en met een lengte van 147 mm
print, voert u dit papier vanuit de multifunctionele lade in en voert u het uit naar de stapelaar met beeldzijde naar boven.
zStel het papierformaat in op portretlengte en stel het
apparaat in.
zNiet compatibel met sommige toepassingen.
zAls u papier vanuit de multifunctionele lade invoert, dient
u het handmatig te ondersteunen voor papierlengtes die niet volledig worden ondersteund door de papierdrager.
zAls u papier invoert uit de papierladen (lade 1, (optionele)
lade 2 tot 5), drukt u op de scroll-knoppen
paneel van het conguratiescherm van het apparaat en
selecteert u [Menu's] > [Cassetteconguratie] > [Cong cassette1] > [Papierformaat] > [Aangepast].
zAls er geen papier in de lade zit, kunt u de functie zo
instellen dat automatisch wordt overgeschakeld naar een lade waarin papier van hetzelfde formaat is geplaatst. Als het papier tijdens het printen opraakt, wordt het uit een andere lade ingevoerd. Schakel het selectievak uit (d.w.z. uitzetten) wanneer u papier van een aangepast formaat alleen vanuit een aangewezen lade print.
vanuit de multifunctionele
die
of op het
Stel het papier in.
1
Memo
zU kunt printen door pagina's tegelijk handmatig
in te voeren vanuit de multifunctionele lade. Zie
“Printing single sheets manually” (P.49) voor
meer informatie.
De multifunctionele lade instellen
De papierlade instellen
De papierstand
instellen
ABC
De papierstand
instellen
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
- 21 -
Printen op verschillende papieren
2
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
Als u uitvoert naar de stapelaar met beeldzijde naar boven, open dan de stapelaar met beeldzijde naar boven.
Leg het printoppervlak naar boven om uit te voeren.
Memo
zU kunt uitvoeren naar de stapelaar met de
beeldzijde naar beneden.
Stapelaar met beeldzijde naar boven
zLade 1 gebruiken
Druk op [1], [0], en druk op de knop [OK (OK)].
Selecteer [Aangepast (Custom)]
(3)
en druk op de knop [OK (OK)].
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
3
Appendix
Index
Stel het papierformaat en de papiersoort
in via het conguratiescherm.
Druk op de [Fn (Fn)]-toets.
(1)
Het numerieke invoerwaarde­scherm zal worden weergegeven.
Voer een nummer in afhankelijk
(2)
van het te gebruiken papier.
zDe multifunctionele lade gebruiken
Druk op [9], [0], en druk op de knop [OK (OK)].
Controleer of wordt weergegeven
(4)
aan de linkerkant van [Aangepast (Custom)] en druk op de knop [BACK (TERUG)].
Selecteer [X-afmeting (X
(5)
Dimension)] en druk op de knop [OK (OK)].
Druk op de scroll-knoppen
(6)
om een gepast formaat te
of selecteren en druk vervolgens op de knop [OK (OK)].
- 22 -
Printen op verschillende papieren
Controleer dat wordt
(7)
weergegeven aan de linkerkant van het geselecteerde formaat en druk op de knop [BACK (TERUG)].
Selecteer [Y-afmeting (Y
(8)
Dimension)] en druk op de knop [OK (OK)].
Druk op de scroll-knoppen
(9)
om een gepast formaat te
of selecteren en druk vervolgens op de knop [OK (OK)].
Druk op de knop [ON LINE
(12)
(ONLINE)] om terug te keren naar het standby-scherm.
Registreer het gewenste papierformaat
4
in de printerdrivers om te printen.
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Controleer dat wordt
(10)
weergegeven aan de linkerkant van het geselecteerde formaat en druk op de knop [BACK (TERUG)].
Stel indien nodig de papiersoort en
(11)
het papiergewicht in.
Appendix
Index
- 23 -
Printen op verschillende papieren
1
printfuncties
Handige
1 2
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
3 4
4
Netwerkin-
stelling
5
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Windows PS-printerdriver
gebruiken
Klik op [Starten] en selecteer vervolgens [Apparaten & printers].
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [OKI (productnaam) (PS)], en selecteer [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken] > [OKI (productnaam) (PS)].
Klik op [Geavanceerd] in het tabblad [Indeling].
Selecteer [Grootte van aangepaste pagina (PostScript)] in [Papireformaat].
Voer in het scherm "PostScript Denitie
Aangepast Paginaformaat" de [Breedte (Width)] en [Hoogte (Height)] in.
Klik op [Afdrukken] in het menu
8
[Archief].
Selecteer het geregistreerde papierformaat
9
om te printen.
Memo
zAls het printen niet correct is met gebruik van een groot
papierformaat uit de PS printerdrivers, kunt u het printen corrigeren doo in te stellen in [Kwaliteit].
Appendix
Index
Opmerking
zU kunt "Verplaatsingen met betrekking tot de
papierinvoerrichting" niet instellen.
Klik op [OK] totdat het scherm
6
"Printvoorkeuren" wordt gesloten.
Open het bestand dat u wilt printen.
7
- 24 -
Printen op verschillende papieren
Mac OS X-printerdriver gebruiken
Opmerking
zAangepaste formaten die het afdrukbare bereik
overschrijden, kunnen worden ingevoerd met Mac OS X, maar het printen zal niet correct zijn. Instellen binnen het juiste bereik.
zAls u een aangepast papierformaat speciceert met
hetzelfde papierformaat als in het besturingssysteem, kan het papier als gewoon papier worden verwerkt.
Open het bestand dat u wilt printen.
1
Klik op [Pagina-instelling] in het
2
menu [Archief].
Selecteer [Aangepaste formaten] in
3
[Papierformaat].
Klik op [OK (OK)].
5
Het gecreëerde papier wordt weergegeven
aan de onderkant van de lijst
[Papierformaat] in het paneel [Pagina-
eigenschappen].
Het printen zal worden uitgevoerd.
6
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
Klik op [+] in het scherm "Aangepast
4
Papierformaat". Dubbelklik op [Naamloos (Untitled)] en voer een naam in [Aangepaste formaten] in. Voer de paginaformaten [Breedte (Width)] en [Hoogte (Height)] in.
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
- 25 -
Printen op verschillende papieren

Met gebruik van aangepast papier

1
printfuncties
Handige
Deze instelling wordt in de volgende gevallen gebruikt:
zAls een laterale streep opvalt in Zwaar papier,
kan deze worden verbeterd door [Aangepast
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
papier] in te stellen. In dat geval wordt de printsnelheid vertraagd.
zWanneer u wilt printen op OKI
TRANSPARANTEN
Stel het papierformaat en de papiersoort
1
in via het conguratiescherm.
Selecteer het papierformaat en
(3)
druk op de knop [OK (OK)].
Controleer dat wordt
(4)
weergegeven aan de linkerkant van het geselecteerde papierformaat en druk op de knop [BACK (TERUG)].
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
Druk op de [Fn (Fn)]-toets.
(1)
Het nummerinvoerscherm verschijnt.
Voer het nummer in afhankelijk
(2)
van de papierlade die moet worden ingesteld.
zVoor de multifunctionele lade
Druk op [9] en [0], en druk op de knop [OK (OK)].
Selecteer [Papiersoort (Media
(5)
Type)] en druk op de knop [OK (OK)].
Selecteer [HQFORUH1] -
(6)
[HQFORUH5] of [OKITRANSFILM] en druk op de knop [OK (OK)]. Controleer dat
wordt weergegeven aan de linkerkant van de geselecteerde [HQFORUH].
zVoor Lade 1
Druk op [1] en [0], en druk op de knop [OK (OK)].
- 26 -
* In de standaard fabrieksinstellingen zijn de papiersoorten
ingesteld voor [HQFORUH1] - [HQFORUH5], zoals in de volgende tabel wordt getoond.
Naam van
Papiersoort
HQ_FOR_UH1 Eenvoudig Ultra Zwaar1
HQ_FOR_UH2 Eenvoudig Ultra Zwaar2
HQ_FOR_UH3 Eenvoudig Ultra Zwaar3
HQ_FOR_UH4 Eenvoudig Ultra Zwaar4
HQ_FOR_UH5 Eenvoudig Ultra Zwaar5
OKITRANSFILM Speciale OKI-instelling
Papiersoort
Papiergewicht
Druk op de knop [ON LINE
(7)
(ONLINE)] om terug te keren naar het standby-scherm.
Printen op verschillende papieren
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
- 27 -

Economisch printen

zEconomisch printen
1
printfuncties
Handige

Meerdere pagina‘s printen op één vel (printen van meerdere pagina's)

2
U kunt printen door de gegevens voor meerdere
aanpassen
Kleuren
pagina's op één vel te verkleinen.
Memo
zAls u Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008 gebruikt, moet u [Randen tekenen] instellen zoals nodig. Verder kunt u ook de paginaverdeling wijzigen met [Geavanceerd] > [Pagina- indeling per vel].
Het printen zal worden uitgevoerd.
5
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
zDeze functie reduceert de te printen gegevens, zodat het
zNiet compatibel met sommige toepassingen.
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
1
Appendix
2 3
Index
1 2
4
3
2
1
Opmerking
midden van het papier mogelijk niet nauwkeurig is uitgelijnd.
Windows PS-printerdriver gebruiken
Open het bestand dat u wilt printen.
Klik op [Afdrukken] in het menu [Bestand].
Klik op [Geavanceerd] (of [Voorkeursinstellingen]).
3 4
Mac OS X-printerdriver gebruiken
Open het bestand dat u wilt printen.
1
Klik op [Druk af] in het menu
2
[Archief].
Selecteer [Pagina's per vel (Pages
3
per Sheet)], [Lay-outrichting (Layout Direction)] en [Rand (Border)] in het paneel [Lay-out (Layout)].
Selecteer het aantal pagina's dat u
4
wilt printen op één enkele pagina uit [Pagina's per vel (Pages per Sheet)] in het tabblad [Indeling (Layout)].
Het printen zal worden uitgevoerd.
4
- 28 -
Economisch printen

Proefdrukken met tonerbesparing (tonerbesparingsmodus)

U kunt printen door het tonerverbruik te verlagen door de printdichtheid van de pagina te verlagen. Stel afzonderlijk in of de tonerbesparingsmodus voor meer dan 100% zwart moet worden in- of uitgeschakeld.
Memo
zU kunt de gebruikte hoeveelheid toner onderdrukken door
de tonerdichtheid te verlagen door zo nodig een van de volgende vier patronen te selecteren.
– Printerinstelling: Volgt de apparaatinstelling.
– UIT: Printen met een normale dichtheid zonder toner te
besparen.
– Laag bespaarniveau: Printen met middelzware toner.
– Gemiddeld bespaarniveau: Printen met lichte toner.
– Hoog bespaarniveau: Printen met aanzienlijk lichte
toner.
z[Toner Besparen] wordt alleen ingeschakeld als de
printkwaliteit is opgegeven als [Normaal].
Opmerking
zDe tonerspaarstand is niet beschikbaar voor printen met
witte toner.
Windows PS-printerdriver gebruiken
Open het bestand dat u wilt printen.
1
Klik op [Afdrukken] in het menu
2
[Bestand].
Selecteer op het tabblad [Kleur
4
(Color)] de hoeveelheid toner die u wilt besparen in [Toner besparen (Toner Saving)].
Het printen zal worden uitgevoerd.
5
Mac OS X-printerdriver gebruiken
Open het bestand dat u wilt printen.
1
Klik op [Druk af] in het menu
2
[Archief].
Klik op de knop [Kwaliteit 2 (Quality
3
2)] in het paneel [Printopties (Print Options)] en selecteer de hoeveelheid tonerbesparing in [Toner besparen (Toner Saving)].
1
printfuncties
Handige
2
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
Appendix
Index
Klik op [Geavanceerd] (of
3
[Voorkeursinstellingen]).
Het printen zal worden uitgevoerd.
4
- 29 -

Formaten wijzigen om te printen

zFormaten wijzigen om te printen
1
printfuncties
Handige

Pagina's vergroten/ verkleinen

U kunt op papier van een ander formaat printen
2
zonder de printgegevens te wijzigen.
aanpassen
Kleuren
3
Hulpsoftware
gebruiken
4
Netwerkin-
stelling
Opmerking
zNormaal niet bruikbaar bij sommige toepassingen.
A4
A6
Selecteer het papierformaat dat moet
5
worden bewerkt in [Papierformaat (Paper Size)].
5
Printerinstellingen
bedieningspaneel
wijzigen met het
controleren en
1 2
Appendix
3
Index
4
Windows PS-printerdriver gebruiken
Open het bestand dat u wilt printen.
Klik op [Afdrukken] in het menu [Bestand].
Klik op [Geavanceerd] (of [Voorkeursinstellingen]).
Klik op [Geavanceerd] in het tabblad [Papier/Kwaliteit].
Selecteer het selectievak
6
[Documentgrootte wijzigen zodat het op het blad past (Resize
document to t printer page)] in het
tabblad [Taakopties (Job Options)] en selecteer vervolgens het papierformaat dat u wilt printen.
- 30 -
Het printen zal worden uitgevoerd.
7
Loading...
+ 212 hidden pages