1Voordat u aan de slag gaat .......................................................................... 4
Voor uw veiligheid ..........................................................................................................................5
Over deze handleiding ...................................................................................................................7
Over Beschrijvingen .....................................................................................................................................7
Stappen voor ingebruikneming ....................................................................................................13
De opstelomgeving controleren ...................................................................................................14
Inhoud van de verpakking controleren .........................................................................................16
Namen van onderdelen ...............................................................................................................18
Hoe moet u het bedieningspaneel gebruiken ..............................................................................19
Het numeriek toetsenblok gebruiken .......................................................................................................... 20
Hoe moet u de knop Fn gebruiken ............................................................................................................. 20
Lijst van de functiemenu's ..........................................................................................................................21
Uit de verpakking halen ..............................................................................................................................22
De printer inschakelen ................................................................................................................................30
De printer uitschakelen ...............................................................................................................................30
Wat u dient te doen als u deze machine lange tijd niet meer gebruikt .......................................................31
Testafdruk vanaf de printer ..........................................................................................................32
Wijzigen van de beheerderswachtwoord .....................................................................................33
3Aansluiten op een computer ..................................................................... 34
Verbindingsmethode en procedure ..............................................................................................35
Verbinden met een draadloze LAN ..............................................................................................38
Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructuur) .....................................................................................38
Direct met de machine verbinden (AP Mode) .............................................................................................42
Een USB-kabel Aansluiten ......................................................................................................... 44
Een LAN-kabel aansluiten .......................................................................................................... 45
Een printerstuurprogramma installeren op een computer ........................................................... 48
Voor Windows ............................................................................................................................................ 48
Voor Mac .................................................................................................................................................... 51
Kiezen van een verbindingsmethode tussen verschillende segmenten ..................................... 53
Er verschijnen zwarte of witte stippen ...................................................................................................... 114
Vuil wordt afgedrukt .................................................................................................................................. 115
De volledige pagina is zwart afgedrukt. .................................................................................................... 115
Er wordt niets afgedrukt. ........................................................................................................................... 116
De band vervangen ..................................................................................................................................139
De fuser vervangen .................................................................................................................................. 143
Het oppervlak van de machine reinigen ...................................................................................................147
Reinigen van de LED-kop .........................................................................................................................148
Reinigen van de lichtafschermende folie ..................................................................................................149
Reinigen van de papierinvoerrollen (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4/Lade 5) ............................................151
De Papierinvoerrollen reinigen (MP Lade) ...............................................................................................152
De aandrukrol reinigen .............................................................................................................................154
Deze machine verplaatsen ........................................................................................................155
Deze machine vervoeren ...........................................................................................................156
Voordat de printer wordt verwijderd ...........................................................................................159
Een printerstuurprogramma verwijderen ...................................................................................160
De software bijwerken .............................................................................................................. 161
De firmware bijwerken .............................................................................................................. 163
Installatie van de draadloze LAN-module (alleen C824, ES8434) ........................................................... 170
De wielbasis installeren ........................................................................................................................... 172
De extra papierlade(s) installeren ............................................................................................................ 175
Bij het toevoegen van opties .................................................................................................................... 180
Afmetingen van de printer ........................................................................................................................ 187
- 3 -
1
Voordat u aan de slag gaat
Voor uw veiligheid
Over deze handleiding
Voorwoord
Handelsmerken
Licentie
Voor uw veiligheid
1. Voordat u aan de slag gaat
• Veiligheidswaarschuwingen
Toont extra informatie welke, wanneer geen aandacht eraan wordt besteed of
wordt niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel of dood.
Toont extra informatie welke, wanneer niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk
letsel.
• Algemene waarschuwingen
Raak de veiligheidsschakelaar in de printer niet aan. Mogelijk treedt een
hoog voltage op, wat een elektrische schok tot gevolg kan hebben. Ook
kan een koppeling draaien, wat tot letsel kan leiden.
Gebruik geen sterk ontvlambare spray in de buurt van de printer. Sommige
delen in de machine worden bijzonder heet, wat mogelijk tot brand leidt.
Als de deksel extreem heet wordt, komt er rook of een luchtje uit de
machine of u hoort een vreemd geluid, haalt de stekker uit het stopcontact
en neemt contact op met uw leverancier.
Brand kan het gevolg zijn.
Als men de machine laat vallen of de deksel wordt beschadigd, haal dan
de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw leverancier.
Het gevolg kan een elektrische schok, brand of letsel zijn.
Haal regelmatig de stekker uit het stopcontact en maak de bases van en
tussen de stekkerbladen schoon.
Als men de stekker lange tijd in het stopcontact laat zitten, hecht zich stof
aan de stekkerbladen en kan kortsluiting optreden en mogelijk leidt dit tot
brand.
Gebruik geen elektrische stofzuiger om gemorste toner mee op te zuigen.
Het opzuigen van gemorste toner met een elektrische stofzuiger kan
ontbranding tot gevolg hebben op grond van vonken van elektrische
contacten of om andere redenen.
Als toner op de grond of op andere plekken wordt gemorst, veeg deze dan
voorzichtig af met een vochtige poetsdoek of gewone doek en wees
voorzichtig om geen toner te verspreiden.
Steek geen object in een ventilatieopening.
Het gevolg kan een elektrische schok, brand of letsel zijn.
Zeg geen kop water of andere objecten op de machine. Het gevolg kan
zijn een elektrische schok of brand.
Als vloeistof zoals water binnen de machine komt, haal dan de stekker uit
het stopcontact en neem contact op met uw leverancier.
Brand kan het gevolg zijn.
Als u een paperclip of andere vreemde objecten in de machine laat vallen,
haal dan de stekker uit het stopcontact en haal de vreemde objecten eruit.
Het gevolg kan een elektrische schok, brand of letsel zijn.
Voer niets uit of haal niets uit elkaar, anders dan in de
gebruikershandleiding staat.
Het gevolg kan een elektrische schok, brand of letsel zijn.
Laat geen urine van huisdieren of andere vloeistof de machine in komen
en laat de machine niet vochtig worden. Het gevolg kan zijn een
elektrische schok of brand.
Als het deksel van de machine wordt geopend, mag u de fuser niet
aanraken. Brandwonden kunnen het gevolg zijn.
Gooi tonercartridge of de imagedrum niet in vuur. Mogelijk kan de toner
gaan branden en dit kan brandwonden tot gevolg hebben.
Sluit het stroomsnoer, de kabvels of de aardingsdraad op geen enkele
manier anders aan, dan zoals dit in de gebruikershandleiding beschreven
wordt.
Brand kan het gevolg zijn.
- 5 -
De werking bij het gebruik van een noodstroomvoeding (UPS) of
omvormers is niet gegarandeerd. Gebruik geen noodstroomvoeding
(UPS) of een omvormer.
Brand kan het gevolg zijn.
Ga niet naar het deel waar papier uitgevoerd wordt, als u de stroom
inschakelt of als afdrukken plaatsvindt. Letsel kan het gevolg zijn.
Raak een beschadigd lcd-scherm niet aan. Letsel kan het gevolg zijn. Als
er vloeistof (vloeibaar kristal) lekt uit het LCD-scherm en deze terechtkomt
in de ogen of mond, dienen de ogen of mond te worden uitgespoeld met
veel water. Win medisch advies in, indien noodzakelijk.
Haal de imagedrum of de tonercartridge niet uit elkaar en breek deze niet
open. Mogelijk kunt u verspreide toner inhaleren of de toner kan op uw
handen of kleding komen, waardoor ze vuil worden.
1. Voordat u aan de slag gaat
- 6 -
1. Voordat u aan de slag gaat
Over deze handleiding
Diverse informatie over deze handleiding is hier voorzien. Lees deze onderdelen voordat u
deze handleiding gebruikt.
• Disclaimer
We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date
weer te geven. De fabrikant neemt geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van fouten
buiten zijn schuld. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en
apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding
wordt verwezen geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie hierin. De
fabrikant is niet noodzakelijkerwijs aansprakelijk voor softwareproducten die door andere
bedrijven zijn gemaakt en die in deze handleiding worden genoemd.
Hoewel we redelijkerwijs alles hebben gedaan om dit document zo accuraat en nuttig
mogelijk te maken, verlenen we geen expliciete of impliciete garantie met betrekking tot de
accuratesse of volledigheid van de betreffende informatie.
• Copyright van de handleiding
Alle rechten voorbehouden aan Oki Electric Industry Co., Ltd. Geen enkel deel van deze
gebruiksaanwijzing mag worden gereproduceerd in enige vorm of via enig middel zonder
vooraf geschreven toestemming van Oki Electric Industry Co., Ltd.
De volgende handleiding is met dit product meegeleverd.
• Gebruikershandleiding (PDF) ------ opgeslagen op de DVD-ROM die bij het apparaat
geleverd wordt.
• Geavanceerde handleiding (PDF) ------ Download voor meer informatie deze handleiding
vanaf de website.
• Online handleiding ------ Staat op de website.
Over Beschrijvingen
Tenzij anders aangegeven, gebruikt deze handleiding scherm afbeeldingen van de volgende
schermen.
• Voor Windows: Windows 10
• For Mac: mac OS High Sierra 10.13
Deze handleiding gebruikt soms de volgende notatie.
• [OKI Printer (OKI-printer)] wordt mogelijk als modelnaam vermeld.
• Een printerstuurprogramma-pictogram in elke Windows-versie wordt in deze handleiding
"Printermap" genoemd.
• Generieke naam voor Windows 10, Windows Server 2012, etc. Windows
Avhengig av operativsystem, modell eller versjon, kan beskrivelsen i dette dokumentet være
annerledes.
Over Tekens
Deze handleiding gebruikt de volgende aanduidingen.
SymboolBetekenis
Verwijst naar waarschuwingen en beperkingen voor de correcte werking van deze machine.
Wees er zeker van dat u het leest om te verzekeren dat u goed met de machine kunt werken.
Geeft informatie aan die nuttig is voor het gebruik van deze machine. Het wordt aanbevolen
om te lezen.
Geeft een referentie onderwerp aan. Lees wanneer u meer informatie nodig heeft.
• Over Beschrijvingen
Over symbolen
Dit deel beschrijft de symbolen en hun betekenis in deze handleiding.
SymboolBetekenis
« »Geeft een knop/toets op het bedieningspaneel van de machine aan.
- 7 -
SymboolBetekenis
[ ]Indikerer et menynavn, artikkelnavn, alternativ, eller andre elementer som vises på
skjermen på operatørpanelet.
Duidt een menu aan, een venster of de naam van de dialoogvenster dat op het
scherm op een computer wordt weergegeven.
" "Verwijst naar een melding op het scherm of de ingevoerde tekst.
Geeft een bestandsnaam aan op een computer.
Geeft de onderwerp titel aan van een link bestemming.
< >Indikerer en tast på tastaturet.
>Geeft aan hoe u het gewenste menu van het apparaat of computer kunt
weergeven.
Over illustraties
De afbeeldingen van de C844 worden in deze handleiding als voorbeeld gebruikt.
Illustrasjonene av skjermen på operatørpanelet brukt i denne håndboken vises med
standardinnstillingene.
• De beschrijvingen in deze handleiding kunnen variëren afhankelijk van het model.
1. Voordat u aan de slag gaat
- 8 -
Voorwoord
• NOODHULP
Wees behoedzaam met toner poeder:
Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp
in. NIET laten braken.
Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden
gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten
minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend
blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden
verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen.
1. Voordat u aan de slag gaat
• OMGEVINGSINFORMATIE
- 9 -
1. Voordat u aan de slag gaat
Handelsmerken
OKI is een gedeponeerd handelsmerk van Oki Electric Industry Co., Ltd.
ENERGY STAR
Verenigde Staten.
Microsoft, Windows, Windows Server, Windows Vista en Internet Explorer zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Apple, Macintosh, Mac and Mac OS zijn de geregistreerde handelsmerken van Apple Inc.
iPad, iPhone, iPod, iPod touch en Safari zijn handelsmerken die in de Verenigde Staten en
andere landen gedeponeerd zijn voor Apple Inc.
AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
Google, Google Docs, Android, en Gmail zijn handelsmerken van Google Inc.
Google Cloud Print is een handelsmerk van Google Inc.
Adobe, Illustrator, Photoshop, PostScript en Reader zijn handelsmerken of handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en andere landen.
®
is een handelsmerk van de Environmental Protection Agency van de
KABEL TYPELENGTE
(METER)
Vermogen:1,8
USB5,0
LAN-kabel10.0
KERNAFSCHERMING
De vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring
Bij deze verklaart Oki Electric Industry Co., Ltd. dat de radioapparatuur van het type "DNUBO1, 4666411A" voldoet aan de richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende
internetadres:
Andere product- en merknamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
de betreffende rechthebbenden.
Als ENERGY STAR®-programmadeelnemer heeft de fabrikant vastgesteld dat dit product voldoet aan de
ENERGY STAR
De landen die in aanmerking komen voor het ENERGY STAR
Canada en Japan.
Het is niet van toepassing op andere landen.
Dit product voldoet aan de vereisten van de Directiven 2014/30/EU (EMC), 2014/35/ EU (LVD), 2014/53/
EU (RED), 2009/125/EC (ErP) en 2011/65/EU (RoHS), zoals ingevoerd waar van toepassing,op de
schatting van de wetten van de lidstaten gerelateerd aan Elektromechanische compatibiliteit, Lage
wattage, Radio & telecommunicatieapparatuur, Energiegerelateerde producten en Restricties met
betrekking tot het gebruik van bepaalde schadelijke stoffen in elektronische apparatuur.
®
-richtlijnen voor energie-efficiëntie.
®
-programma zijn de Verenigde Staten,
De volgend kabels werden gebruikt om dit product te evalueren voor EMC richtlijn 2014/30/
EU overeenstemming, en configuratie anders dan dit kan effect hebben op deze
overeenstemming.
- 10 -
1. Voordat u aan de slag gaat
Licentie
Het product bevat software ontwikkelt door het Heimdal Project.
Copyright (c) 1995 - 2008 Kungliga Tekniska Högskolan
(Royal Institute of Technology, Stockholm, Sweden).
Alle rechten voorbehouden.
Herdistributie en gebruik in bronvorm en binaire vorm, met of zonder aanpassingen, zijn
toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1 Herdistributie van broncode moet boven de auteursrecht opmerking blijven,
deze lijst van condities en de volgende ontkenning.
2 Herdistributie en binaire vorm moet reproduceren de bovenstaande
auteursrecht opmerking, deze lijst van condities en de volgende ontkenning in
de documentatie en/of andere materialen geleverd met de distributie.
3 Noch de naam van het Instituut noch de namen van zijn medewerkers mogen
worden gebruikt om te bevestigen of te promoten producten ontrokken aan
deze software zonder specifieke vooraf geschreven toestemming.
DEZE SOFTWARE WORDT GELEVERD DOOR HET INSTITUUT EN MEDEWERKERS
"ZOALS HET IS" EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF GEÏMPLICEERDE GARANTIES MET
INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, DE IMPLICIETE GARANTIE VAN HANDELS
MOGELIJKHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN
AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL MAG HET INSTITUUT OF CONTRIBUANTEN
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
EXEMPLARISCHE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT,
INKOOP VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK,
GEGEVENS OF WINST; OF BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT DE OORZAAK EN
ONGEACHT DE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ OP GROND VAN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF BENADELING (MET INBEGRIP VAN
NALATIGHEID OF ANDERSZINS) OP GROND VAN HET GEBRUIK VAN DEZE
SOFTWARE, ZELFS INDIEN MEN OP DE HOOGTE WAS GESTELD VAN DE
MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Auteursrecht (c) 2009-2012 Eric Haszlakiewicz
Hiermee wordt toestemming verleend, kosteloos, aan iedere persoon die een kopie verwerft van deze software en
de bijbehorende documentatie bestanden (de "Software" ), zonder beperking handel te drijven in de Software, met
inbegrip van en zonder beperking de rechten voor het gebruik, kopiëren, wijzigen, samenvoegen, publiceren,
distribueren, in sublicentie geven, en/of kopieën van de Software te verkopen en personen aan wie de Software is
gefourneerd te doen, onder de volgende voorwaarden:
De bovengenoemde copyrightvermelding en deze toestemming vermelding worden opgenomen in alle kopieën of
substantiële delen van de Software.
DE SOFTWARE WORDT GELEVERD "ZOALS HET IS", ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, EXPLICIET
OF IMPLICIET, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, GARANTIES VAN HANDEL
MOGELIJKHEID,GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN
GEVAL ZIJN DE AUTEURS OF COPYRIGHTHOUDERS AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE VORDERING,
SCHADEVERGOEDING OF ANDERE VERPLICHTING, HETZIJ DOOR CONTRACTBREUK, ONRECHTMATIGE
DAAD OF ANDERSZINS, DIE VOORTVLOEIT UIT, OF IN VERBAND MET DE SOFTWARE OF HET GEBRUIK
DAARVAN OF ANDERE TRANSACTIES MET DE SOFTWARE.
Auteursrecht (c) 2004, 2005 Metaparadigm Pte Ltd
Hiermee wordt toestemming verleend, kosteloos, aan iedere persoon die een kopie verwerft van deze software en
de bijbehorende documentatie bestanden (de "Software" ), zonder beperking handel te drijven in de Software, met
inbegrip van en zonder beperking de rechten voor het gebruik, kopiëren, wijzigen, samenvoegen, publiceren,
distribueren, in sublicentie geven, en/of kopieën van de Software te verkopen en personen aan wie de Software is
gefourneerd te doen, onder de volgende voorwaarden:
De bovengenoemde copyrightvermelding en deze toestemming vermelding worden opgenomen in alle kopieën of
substantiële delen van de Software.
DE SOFTWARE WORDT GELEVERD "ZOALS HET IS", ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, EXPLICIET
OF IMPLICIET, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, GARANTIES VAN HANDEL
MOGELIJKHEID,GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN
GEVAL ZIJN DE AUTEURS OF COPYRIGHTHOUDERS AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE VORDERING,
SCHADEVERGOEDING OF ANDERE VERPLICHTING, HETZIJ DOOR CONTRACTBREUK, ONRECHTMATIGE
DAAD OF ANDERSZINS, DIE VOORTVLOEIT UIT, OF IN VERBAND MET DE SOFTWARE OF HET GEBRUIK
DAARVAN OF ANDERE TRANSACTIES MET DE SOFTWARE.
• Open Bron Licentie Overeenkomst
De volgende open bron software is bijgesloten om Google Cloud Print te gebruiken
De beschrijvingen over de open bron licentie zijn als volgt.
json-c
- 11 -
2
Instellen
Stappen voor ingebruikneming
De opstelomgeving controleren
Inhoud van de verpakking controleren
Namen van onderdelen
Hoe moet u het bedieningspaneel gebruiken
Uw printer gereedmaken
Over de voeding
Testafdruk vanaf de printer
Wijzigen van de beheerderswachtwoord
Stappen voor ingebruikneming
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer in gebruik neemt.
1. Producten controleren
• Inhoud van de verpakking controleren
• Namen van de productonderdelen controleren
- Printer
- Bedieningspaneel
• Geïnstalleerde opties
2. De opstelomgeving controleren
•Opstelomgeving
• Opstelplaats
3. Uw printer gereedmaken
• Uit de verpakking halen
• Verbruiksartikelen installeren
• Papier Laden
• De printer in-/uitschakelen
• Testafdruk vanaf de printer
2. Instellen
4.Op een computer aansluiten
- 13 -
De opstelomgeving controleren
• Installatieomgeving
Installeren van de machine in de volgende omgeving
Omgevingstemperatuur: 10°C tot 32°C
Omgevingsvochtigheid: 20% to 80% RH (relatieve vochtigheid)
Maximale natte lamp temperatuur: 25°C
• Wees voorzichtig om condensatie te voorkomen. Dit kan een storing veroorzaken.
• Indien u uw machine installeert waar de omgevingsvochtigheid 30% RH of lager is, gebruik een bevochtiger of
antistatische mat.
• Afhankelijk van de installatie-omgeving, kan het werkingsgeluid luider klinken. Als het geluid u stoort, raden wij u aan
om het apparaat verder weg of in een andere kamer te installeren.
• Installeer deze machine in op een plek, waar de temperatuur hoog wordt of vlakbij
open vuur.
• Installeer deze machine niet op een plek waar chemische reacties kunnen optreden
(zoals een laboratorium).
• Installeer deze machine niet dichtbij alcohol, thinner of andere ontvlambare
schoonmaakmiddelen.
• Installeer deze machine niet op een plek binnen het bereik van kinderen.
• Installeer deze machine niet op een onstabiele plek (zoals een instabiele standaard
of hellende locatie).
• Installeer deze machine niet op een plek met een hoog niveau van vocht of stof of op
een plek waar de machine direct in de zon staat.
• Installeer het apparaat niet in een omgeving waar het wordt blootgesteld aan zoute
lucht, NOx, SOx of corrosieve gassen.
• Installeer deze machine niet opeen plek waar deze blootgesteld wordt aan veel
trillingen.
• Installeer deze machine niet op een plek waar de opening wordt geblokkeerd.
2. Instellen
• Installeer deze machine niet direct op een dik tapijt of carpet.
• Installeer deze machine niet in een besloten ruimte of andere plekken met slechte
circulatie en ventilatie.
• Als u deze machine continu gebruikt in een kleine ruimte gedurende lange tijd, zorg
er dan voor de ruimte te ventileren.
• Installeer deze machine op een afstand van een brond die sterke magnetische
velden of lawaai uitzendt.
• Installeer deze machine ver van beeldschermen of televisie.
• Bij de verplaatsing van het apparaat moeten twee personen voor en achter het
apparaat staan, de handgrepen onder aan het apparaat vasthouden en dan het
apparaat verplaatsen.
• Installatieruimte
Installeer de machine op een vlak oppervlak die breed genoeg is om de poten van de
machine te laten staan.
Laat genoeg ruimte rond de machine zoals getoond in de volgende figuren.
• Bovenaanzicht
- 14 -
• Zijaanzicht
2. Instellen
- 15 -
2. Instellen
Inhoud van de verpakking controleren
Controleer of u alles hebt wat hieronder wordt weergegeven.
Letsel kan het gevolg zijn.
Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 40 kg weegt.
Voor instructies over hoe u het apparaat moet uitpakken lees "Uit de verpakking halen".
• Zorg ervoor dat u de meegeleverde verbruiksartikelen eerst gebruikt. Als andere verbruiksgoederen eerst worden
gebruikt, wordt de levensduur mogelijk niet correct weergegeven of de verstrekte verbruiksartikelen worden niet
toegepast.
•Printer
• Vier afbeeldingsdrums (zwart, cyaan, magenta en geel)
• Vier starttonercartridges (zwart, cyaan, magenta en geel)
• De starter-tonercartridges zijn geïnstalleerd in de image drums, die in de fabriek in de printer zijn geïnstalleerd.
• Verwijder de starter-tonercartridge niet van de image drum.
• De start toner patroon is niet geïnstalleerd in ES modellen. Installeer de toner patroon die wordt geleverd bij deze
machine. Refereer aan "
Vervangen van de afbeeldingsdrum".
• Dvd-rom met software
- 16 -
• Stroomkabel
• Netwerkkabels of USB-kabels worden niet in het pakket meegeleverd. Leg de kabel klaar die het best bij uw
omgeving past.
• De verpakking en buffermaterialen zijn nodig als de machine wordt vervoerd. Gooi verpakkingsmaterialen niet weg.
Ze kunnen in de toekomst nog van pas komen.
2. Instellen
- 17 -
Namen van onderdelen
Deze sectie geeft uitleg over de namen en functies van onderdelen van de printer.
Nr.NaamFuncties
1VoorklepVoorklep van de printer. Trek aan de hendel van de voorklep om
de voorklep te openen.
2Hendel van de voorklepHendel om de voorklep te openen.
3BedieningspaneelDit is het bedieningspaneel om de printer te bedienen.
Bedieningsknoppen van het displayscherm, numerieke toetsen,
functietoetsen en een waarschuwingsindicator zich op het
paneel.
4StroomschakelaarSchakelt deze machine in en uit.
5Uitvoerlade (bovenklep)Afdrukken worden hier verzameld. Na opening van de voorklep,
druk op de open-knop in de printer om de printer te openen.
6Multifunctie-lade (MP-lade)Verschillende soorten papier kunnen worden geladen.
7Lade 1Plaats het papier.
8LuchtgatenLucht inlaat/uitlaat.
Zorg dat deze opening niet worden geblokkeerd bij het plaatsen
van de printer.
9Deksel voor draadloze LAN-moduleDeksel voor installatiedeel van de draadloze LAN-module.
10PapiersteunPapierondersteuning.
11Klep om het papier in te stellenPapier in de multifunctionele lade.
2. Instellen
Nr.NaamFuncties
12Knop om te openenDruk op deze knop om de uitvoerlade te ontgrendelen
(bovenpaneel).
13Tonercartridge, image drum (K: zwart)Een tonercartridge bevat toner (poederinkt) om af te drukken.
14Tonercartridge, image drum (Y: geel)
15Tonercartridge, image drum (M:
magenta)
16Tonercartridge, image drum (C: cyaan)
17Vergrendelingshendel tonercarttridgeVergrendel de tonercartridge aan de image drum.
18FusereenheidZorgt voor de binding van de toner aan het papier door het
19Led-kop (vier koppen)Voorziet de image drum van licht om letters en beelden te
20Achterzijde UitvoerladeHet papier wordt met de bedrukte kant naar boven uit de
21NetsnoeraansluitingVoor het aansluiten plaatsen van een netsnoer.
22Duplexeenheid *
23InterfacegedeelteConnectors voor het aansluiten van een computer.
24Aansluiting voor accessoiresPoort voor een USB-stick.
25USB-interfaceGebruik een USB-kabel als u de printer op de computer wilt
26NetwerkinterfaceGebruik een LAN-kabel als u de printer op de computer wilt
1
De afbeeldingsdrum elektrificeert papier en transcribeert toner
met behulp van statische elektriciteit. Een drum wordt
gecombineerd met een drumcartridge.
Tonercartridges en beelddrums zijn verbruiksartikelen.
toevoegen van wamte en druk.
kopiëren.
machine uitgevoerd.
Onderdeel voor dubbelzijdig afdrukken.
aansluiten via de USB-poort.
aansluiten via het netwerk.
- 18 -
*1 C824n, C834nw: Optie
2. Instellen
Hoe moet u het bedieningspaneel gebruiken
Deze sectie geeft uitleg over de namen en functies van onderdelen op het bedieningspaneel.
Nr.NaamFunctie
1WeergaveschermGeeft bedieningsinstructies en de status van de printer weer.
2«ON LINE (ONLINE)» knopSchakelt tussen online- en offlinemodus.
3«CANCEL (ANNULEREN)» knopHiermee annuleert u onmiddellijk de huidige afdruk.
4Druk op de knop «ENTER (ENTER)»Bevestigt het opgelichte item.
5Scrolknop of Hiermee selecteert u het menu of bladert u door het scherm.
6«BACK (TERUG)» knopKeert terug naar het vorige scherm.
7«HELP (HELP)»-knopGeeft het helpscherm weer. Om te sluiten, drukt u op de knop
8«POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)» knop
«HELP (HELP)», de knop «BACK (TERUG)» of de knop
«CANCEL (ANNULEREN)».
• Hiermee zet u de printer in de energiespaarstand of haalt u de
printer uit de energiespaarstand.
• Hiermee haalt u de printer uit de slaapstand.
Nr.NaamFunctie
11«CLEAR (WISSEN)» knopDoor hierop te drukken of dit ingedrukt te houden, voert u de
12Indicator «READY (GEREED)»Deze licht groen op in de onlinemodus en dooft in de
13Indicator «ATTENTION (ATTENTIE)»Licht op of knippert oranje wanneer er een fout optreedt in de
14NFC markeringBreng het apparaat dichter bij deze markering wanneer u de
volgende handelingen uit, afhankelijk op basis van de
ingevoerde items.
• Hiermee minimaliseert u een instelling.
• Hiermee voert u nul in voor een instelling.
• Hiermee verwijdert u een teken.
• Wist het geselecteerde item.
Hiermee keert u terug naar de vorige instellingen. Niet
beschikbaar bij het invoeren van een IP-adres.
offlinemodus.
printer.
NFC-functie gebruikt.
Voor meer informatie over de NFC-functie raadpleegt u "Gebruik
vanaf een mobiel apparaat (Uitgebreide gids)".
• Het numeriek toetsenblok gebruiken
• Hoe moet u de knop Fn gebruiken
• Lijst van de functiemenu's
Licht groen op in de energiespaarstand en knippert groen in de
slaapstand.
9Numeriek toetsenblok• Hiermee voert u cijfers in.
10«Fn» knopHiermee geeft u de menu's voor het instellen van de printer
• Hiermee voert u alfabetische tekens en symbolen in.
Een wachtwoord kan alleen worden ingevoerd met een
numeriek toetsenblok.
weer via een snelkeuzefunctie.
- 19 -
2. Instellen
Het numeriek toetsenblok gebruiken
Gebruik het om cijfers en tekens in te voeren. Druk achtereenvolgens op de knop om tussen
cijfers en tekens te schakelen. Druk op de knop tot het gewenste karakter verschijnt en druk
daarna op de knop «ENTER».
Hieronder ziet u de beschikbare tekens en leest u hoe u van soorten tekens wisselt.
Alfabetische tekens verschijnen niet in het menu dat alleen getallen accepteert.
Druk op de cijfertoetsen na het indrukken van de knop «Fn», wanneer op het display de
melding "Klaar voor afdruk" verschijnt. Het functiemenu dat overeenkomt met het ingevoerde
cijfer, wordt weergegeven.
Druk op de knop «Fn».
1
Druk op de cijfertoetsen (0-9) om het gewenste functiemenu weer te geven en
De functies van de knoppen «Fn»- en «CLEAR (WISSEN)» zijn als volgt:
«Fn» knop
Sneltoets tijdens weergave van het menu voor apparaatinstelling. Door op de numerieke
knoppen te drukken na op de knop " " te hebben gedrukt, functioneert de knop " " als knop
«Fn». (Alleen beschikbaar wanneer het stand-by-scherm wordt weergegeven.)
«CLEAR (WISSEN)» knop
Hiermee verwijdert u een teken bij het invoeren van een wachtwoord.
- 20 -
Het scherm voor het instellen van de geselecteerde functie wordt
3
weergegeven. Controleer of wijzig de instellingen.
2. Instellen
Lijst van de functiemenu's
Functie nr.Functiemenu
1Gedeelde afdruk
2Persoonlijke afdruk
10Papierformaat (Lade 1)
11Papierbreedte (Lade 1)
12Papierlengte (Lade 1)
13Papiersoort (Lade 1)
14Papiergewicht (Lade 1)
20Papierformaat (Lade 2)
21Papierbreedte (Lade 2)
22Papierlengte (Lade 2)
23Papiersoort (Lade 2)
24Papiergewicht (Lade 2)
30Papierformaat (Lade 3)
31Papierbreedte (Lade 3)
32Papierlengte (Lade 3)
33Papiersoort (Lade 3)
34Papiergewicht (Lade 3)
40Papierformaat (Lade 4)
41Papierbreedte (Lade 4)
42Papierlengte (Lade 4)
43Papiersoort (Lade 4)
44Papiergewicht (Lade 4)
50Papierformaat (Lade 5)
51Papierbreedte (Lade 5)
52Papierlengte (Lade 5)
53Papiersoort (Lade 5)
54Papiergewicht (Lade 5)
80Papierinvoer
90Papierformaat (MP-lade)
91Papierbreedte (MP-lade)
92Papierlengte (MP-lade)
93Mediatype (multifunctionele lade)
94Papiergewicht (MP-lade)
95Ladegebruik (MP-lade)
100Printerinformatie afdrukken (Instellingen)
101Printerinformatie afdrukken (Netwerk)
Functie nr.Functiemenu
102Printerinformatie afdrukken (Gebruiksverslag)
103Printerinformatie afdrukken (Foutenlogboek)
200Energiespaarstand omschakeltijd
201Slaapstand omschakeltijd
202Autom. uitschakelen omschakeltijd
210Foutenrapport
220Verschuiving (Multifunctionele lade)
221Verschuiving (Lade 1)
222Verschuiving (Lade 2)
223Verschuiving (Lade 3)
224Verschuiving (Lade 4)
225Verschuiving (Lade 5)
230Zwarte instellingen regulier papier
231Kleurinstellingen regulier papier
232Trans. Zwarte instelling
233Trans. Kleurinstelling
234SMR instellingen
235BG instellingen
236Reinigen van image drum
237Hexadecimale dump
300Dichtheid aanpassen
301Registratie aanpassen
302Print kleur afstemmingspatroon
310Dichtheid van Cyaan
311Dichtheid van Magenta
312Dichtheid van Geel
313Dichtheid van Zwart
• Er treedt een fout op wanneer het geselecteerde optie-item momenteel niet is geïnstalleerd.
• Voor menu's waaraan geen nummer is toegewezen, zie "Lijst van de menu's van het bedieningspaneel".
- 21 -
2. Instellen
Uw printer gereedmaken
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de printer en de verbruiksartikelen uitpakt.
• Uit de verpakking halen
• Verbruiksartikelen installeren
• Papier Laden
Uit de verpakking halen
Letsel kan het gevolg zijn.
Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 40 kg weegt.
• Zorg ervoor dat u eerst de verbruiksartikelen of onderhoudsartikelen installeert die bij deze printer zijn meegeleverd.
Anders kan de levensduur van de verbruiksartikelen of onderhoudsartikelen niet juist worden weergegeven of kunt
u deze later mogelijk niet gebruiken.
• Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeeldingsdrum (de groene cilinder) hanteert, omdat deze breekbaar is.
• Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of meer). Zelfs onder
binnenverlichting, verlaat de afbeelding trommel niet voor langer dan 5 minuten.
• De verpakking en het buffermateriaal hebt u nodig als u het apparaat transporteert. Doe het niet weg en bewaar het
om later te gebruiken.
Haal het apparaat uit de doos en verwijder de accessoires, de beschermende
1
materialen en de plastic zak van het apparaat.
Verwijder de twee stroken beschermende tape (blauw) aan de achterkant van
2
de printer.
Til uw machine op en plaats de machine daar waar deze wordt geïnstalleerd.
3
• Als u optionele extra papierlades gebruikt, zie "Opties" in "Bijlage".
- 22 -
Verbruiksartikelen installeren
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterzijde van de printer en trek aan
1
de openingshendel van de voorklep (1) om de voorklep (2) naar voren toe te
openen.
Bereid een plat oppervlak voor dat bedekt is met vellen krantenpapier enz. om
3
beschermende verpakkingsmaterialen te verwijderen van de image drums die
in de printer aanwezig zijn.
Neem de image drum "K: Zwart" ingesteld met de tonercartridge bevestigd en
4
op het geprepareerde oppervlak geplaatst in stap 3.
2. Instellen
• Open voorzichtig de voorklep. Als u deze snel opent, gaat de universele cassette mogelijk open.
Druk op de knop voor het openen (3) en open de uitvoerlade (4).
2
• Image drums zijn niet vergrendeld in de printer. Het kan verwijderd worden door het op te tillen.
• De starter-tonercartridges worden geleverd met de image drums bevestigd. Verwijder de startertonercartridges niet van de image drums.
Verwijder het beschermfolie (5) van de beelddrum.
5
- 23 -
2. Instellen
(1) Verwijder de tape (6) die vastzit aan het beschermende vel (5) en vouw het vel
open.
(2) Trek het beschermfolie (5) in de richting van de pijl. Draai niet aan de
vergrendelingshendel van de tonercartridge (7) (blauw).
Plaats de beelddrum met het beschermfolie verwijderd in de printerunit en
6
draai de vergrendelingshendel van de tonercartridge (7) (blauw) in de richting
van de pijl totdat deze op één lijn ligt met de .
U hoort een klik wanneer deze correct vergrendeld in de machine zit.
• Het sluiten van het deksel zonder de vergrendelingshendel van de tonercartridge (blauw) te draaien, kan een
storing veroorzaken. Zorg ervoor dat u de hendel voor het vergrendelen van de cartridge draait totdat deze in
lijn staat met de aan de andere kant.
- 24 -
Herhaal dit van stap 4 tot stap 6 om alle image drums eruit te trekken en de
7
beschermfolie te verwijderen in de volgorde "Y: Geel", "M: Magenta
drumeenheid" en "C: Cyaan". En zet ze terug in de printer en draai vervolgens
aan de vergrendelingshendel van de tonercartridge.
Sluit de uitvoerlade (4) door stevig op het midden van de klep te drukken.
8
2. Instellen
• De voorklep kan niet goed worden gesloten als de uitvoerlade niet gesloten is.
• Wanneer de foutmelding dat het boven- of voorpaneel open is niet van het bedieningspaneel verdwijnt,
controleer dan of deze goed gesloten zijn.
Sluit de voorklep (2).
9
- 25 -
Papier Laden
Voor informatie over het papier dat u kunt gebruiken, raadpleegt u "Ondersteund papier".
Trek de papiercassette (1) eruit.
1
Zet de papierformaatknop (2) op het papierformaat dat u plaatst.
2
Zet de knop op [A4 ] wanneer u papier van A4-formaat plaatst in liggende richting
(landschap-modus).
• Als u de cassette uittrekt terwijl de printer is ingeschakeld, worden het papierformaat, de papiersoort en de
papierdikte van de lade soms op het paneel weergegeven.
Als u het papier verandert, wijzigt u de instellingen in de juiste waarden. U kunt de instelling wijzigen om het
scherm te verbergen. Als u het bericht over het papierformaat van de lade wilt verbergen, selecteert u [Admin
Setup (Beheerdersinst.)] > [Panel Setup (Paneelinstellingen)] > [Paper setup when paper exchange (Papier
instellen bij papierwisseling)] en stelt u dit in op [Off (Uit)].
• Zorg dat het formaat van het papier en het papierformaat op de draaiknop overeenkomen. Anders kan er een
papierformaatfout optreden en kan er niet worden afgedrukt.
• Let op de richting bij papierformaten die horizontaal of verticaal geplaatst kunnen worden, zoals A4.
Stel de papiergeleider (3) en papierstopper (4) in op het formaat van het papier
3
dat u plaatst door ze te verschuiven.
Laat een stapel papier goed uitwaaieren en lijn vervolgens de randen van het
4
papier uit.
2. Instellen
• Als het papierformaat niet in de items van de draaiknop kan worden gevonden, stelt u "Andere" in.
- 26 -
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht.
5
• Plaats geen papier boven de " " markering (5) op de papiergeleider.
Zet de papiergeleider tegen het papier.
6
Controleer of het formaat van het geplaatste papier overeenkomt met de stand
7
van de knop voor het papierformaat.
• Als het papierformaat en het ingestelde papierformaat niet met elkaar overeenkomen, treedt een fout op en
kan er niet worden afgedrukt.
2. Instellen
papierformaat in op [Custom (Aangepast)] op het bedieningspaneel en voert u
de breedte en lengte van het papier in.
Zie "Afdrukken op papier met een aangepast formaat (Uitgebreide gids)".
• Als het papierformaat op de draaiknop te vinden is, zoals A3 en A4, stelt u [Cassette Size (Cassetteformaat)]
in. [Cassette Size (Cassetteformaat)] is standaard ingesteld en u hoeft deze niet te wijzigen voor normaal
gebruik.
Plaats de papiercassette terug in de printer.
8
Als u papier niet kunt selecteren uit het formaat van de draaiknop voor
9
papierformaat (de instelling: [Other (Andere)]) is geselecteerd, stelt u het
- 27 -
2. Instellen
Over de voeding
In dit gedeelte wordt de voeding uitgelegd en wordt uitgelegd hoe u de printer in- en
uitschakelt.
• Stroomvoorzieningsvereisten
• Netsnoer aansluiten
• De printer inschakelen
• De printer uitschakelen
• Wat u dient te doen als u deze machine lange tijd niet meer gebruikt
Stroomvoorzieningsvereisten
De stroomvoorziening moet aan de volgende voorwaarde voldoen.
Spanning: 110 tot 127V AC (Bereik van 99 tot 140V AC) / 220 tot 240V AC (Bereik van 198
tot 264V AC)
Frequentie: 50/60 Hz ± 2%
• Als de stroomvoorziening niet stabiel is, gebruikt u een spanningsregelaar.
• Het maximale stroomverbruik van het apparaat is 1118 W.Controleer of de voeding van het apparaat voldoende is.
• De bediening die een ononderbroken vermogen voorziening gebruikt (UPS) of omvormer wordt niet gegarandeerd.
Gebruik geen noodvoeding (UPS) of omvormer.
- 28 -
Kan resulteren in vuur of elektrische schok.
• Wees er zeker van dat u deze machine uitzet voor het verbinden en afsluiten van de
stroomkabel en de aardedraad.
• Wees er zeker van dat de aardedraad wordt verbonden met de aangewezen aarde
aansluiting.
Wanneer deze machine niet kan worden geaard, neem contact op met uw verkoper.
• Overtuig u ervan dat u de aardedraad niet verbindt met een waterleiding, gasleiding
of telefoonlijn, of een bliksemafleider.
• Wees er zeker van dat u de aardedraad verbindt voordat u gaat verbinden de
stroomkabel met het stopcontact. Ook, wees er zeker van dat u de stekker uit het
stopcontact haalt voordat u de aardedraad losmaakt.
• Wees er zeker van dat u de stroomkabel aansluit of verwijderd door hem bij de
stekker vast te houden.
• Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
• Haal niet eruit of plaats de stroomkabel met natte handen.
• Installeer de stroomkabel in een locatie waar gebruiker er niet op kunnen stappen, en
plaats geen object op de stroomkabel.
• Rol niet op of bindt vast de stroomkabel.
• Gebruik geen beschadigde stroomkabel.
• Overbelast het stopcontact niet.
• Verbindt de stroomkabels van deze machine en andere elektrische producten niet
met hetzelfde stopcontact. Wanneer de stroomkabel van deze machine is verbonden
met hetzelfde stopcontact als andere elektrische producten, speciaal een air
conditioner, kopieerapparaat, of papier versnipperaar, kan deze machine storing
oplopen door elektrisch lawaai. Wanneer u de stroomkabel van deze machine moet
verbinden met hetzelfde stopcontact als andere producten, gebruik een commercieel
verkrijgbaar geluidsfilter of lawaai beperkende transformator.
• Gebruik de stroomkabel geleverd bij deze machine, en steek de stekker direct in het
stopcontact. Gebruik geen stroomkabels van andere producten voor deze machine.
• Gebruik geen verlengsnoer. Wanneer u een verlengsnoer moet gebruiken, gebruik
een snoer met 15A of hoger.
• Gebruiken van een verlengsnoer kan resulteren in storing van deze machine door AC
voltage verlies.
• Zet deze machinen niet uit of trek de stekker eruit tijdens het printen.
• Wanneer u deze machine niet gebruikt voor een langere periode door vakanties,
reisjes, of andere redenen, haal de stekker eruit.
• Gebruik geen stroomkabel geleverd bij deze machine voor andere producten.
Netsnoer aansluiten
Steek het netsnoer in de stroomconnector.
1
Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
2
2. Instellen
- 29 -
De printer inschakelenDe printer uitschakelen
2. Instellen
Houd de aan-uitschakelaar (1) ongeveer één seconde ingedrukt om de printer
1
in te schakelen.
De led van de aan-uitschakelaar licht op wanneer de printer aan gaat.
Het bericht "Klaar voor afdruk” wordt weergegeven op het bedieningspaneel zodra de
printer klaar is om af te drukken.
Houd de aan/uit-schakelaar ongeveer een seconde ingedrukt.
1
Het bericht “Shutting down. Een ogenblik geduld. Uitschakelen. Even geduld. De
printer wordt automatisch uitgeschakeld" verschijnt op het bedieningspaneel en het
aan/uit-lampje knippert elke 1 seconde.
Vervolgens wordt de printer automatisch uitgeschakeld en gaat de indicator van de
aan-uitschakelaar uit.
• Het kan ongeveer 5 minuten duren voordat de printer uitgeschakeld is. Wacht totdat de printer is
uitgeschakeld.
• Als u de aan-uitschakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt houdt, wordt de printer geforceerd uitgeschakeld.
Voer deze handeling slechts uit wanneer zich een probleem voor doet. Bij printerproblemen, raadpleeg
"Problemen met het Apparaat”.
- 30 -
Wat u dient te doen als u deze machine lange tijd niet meer
gebruikt
Als u deze machine niet gebruikt voor een langere periode wegens vakantie, reizen of om
andere redenen, haal dan de stekker uit het stopcontact.
• De machine heeft geen functiestoringen, als het snoer gedurende lange tijd uit het stopcontact blijft (vier weken of
meer).
2. Instellen
- 31 -
2. Instellen
Testafdruk vanaf de printer
Controleer of u kunt afdrukken met de printer. Controleer de gedetailleerde instellingen en
status van de printer door de inhoud van de instellingen af te drukken (Configuratie).
• Als u optionele apparatuur hebt aangeschaft, zoals de extra papierlade, controleert u de printer nadat u de
optionele apparatuur hebt gemonteerd. Zie "
apparatuur.
• Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)»
om de printer uit deze stand te halen.
Druk op de «Fn» knop op het bedieningspaneel.
1
Opties" voor meer informatie over het bevestigen van optionele
Als [Execute (Uitvoeren)] wordt geselecteerd, drukt u op «ENTER (ENTER)».
3
Na het voltooien van de afdruk van de printerinstellingen is de printer klaar voor
gebruik.
• U kunt ook rapporten en lijsten voor elke functie afdrukken. Zie "De huidige instellingen controleren
(Uitgebreide gids)".
• Wanneer de optionele apparatuur is gemonteerd
Controleer na het installeren van een optioneel apparaat op dezelfde manier de
printerinstellingen en controleer of het geïnstalleerde optionele apparaat correct
wordt weergegeven op het afdrukresultaat.
Voer «1» «0» «0» in op het numeriek toetsenblok, controleer of [100] wordt
2
weergegeven op het display en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
- 32 -
Wijzigen van de beheerderswachtwoord
Het verdient aanbeveling om het beheerderswachtwoord te wijzigen om uw veiligheid te
beschermen. Stel een beheerderswachtwoord met 6 tot 12 alfanumerieke tekens in. Zorg
ervoor dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet.
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Admin Setup
1
(Beheerdersinst.)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
2
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaardwachtwoord in "123456".
Druk op «1»→«2»→«3»→«4»→«5»→«6»→«ENTER (ENTER)» in die volgorde. Het
wachtwoord wordt weergegeven als "******".
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Change Password
3
(Wachtwoord wijzigen)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer een nieuw beheerderswachtwoord in en druk op de knop «ENTER
4
(ENTER)».
Voer het nieuwe beheerderswachtwoord opnieuw in en druk op de knop
5
«ENTER (ENTER)».
2. Instellen
- 33 -
3
Aansluiten op een computer
Verbindingsmethode en procedure
Productvereisten
Typen drivers
Verbinden met een draadloze LAN
Een USB-kabel Aansluiten
Een LAN-kabel aansluiten
Een printerstuurprogramma installeren op een computer
Kiezen van een verbindingsmethode tussen verschillende segmenten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer met een computer verbindt en de printerdriver op de meegeleverde schijf (DVD-ROM)
installeert.
Wanneer u de software van dvd-rom gebruikt, zorg dan voor een computer met een dvd-station.
• Afhankelijk van uw besturingssysteem, model of versie kan de beschrijving in dit document verschillen.
• Als er geen dvd-station op uw computer is geïnstalleerd, downloadt u het printerstuurprogramma of hulpprogramma van de website.
Verbindingsmethode en procedure
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de printer op een computer moet worden aangesloten.
3. Aansluiten op een computer
- 35 -
Productvereisten
Uw printer ondersteunt de volgende besturingssystemen:
• Windows 10/Windows 10 (64-bit versie)
• Windows 8.1/Windows 8.1 (64-bit versie)
• Windows 8/Windows 8 (64-bit versie)
• Windows 7/Windows 7 (64-bits versie)
• Windows Server 2019
• Windows Server 2016
• Windows Server 2012 R2
• Windows Server 2012
• Windows Server 2008 R2
• Windows Server 2008/Windows Server 2008 (64-bit versie)
3. Aansluiten op een computer
• macOS 10.14 - 10.12 / Mac OS X 10.11 - 10.10
Afhankelijk van uw besturingssysteem of versie kan de beschrijving in dit document
verschillen.
Controleer details over de meest recente driver op de website.
- 36 -
Typen drivers
De typen drivers (stuurprogramma's) die kunnen worden geïnstalleerd, zijn de volgende. Als
u niet weet welk stuurprogramma u moet kiezen, kiest u het printerstuurprogramma van de
PCL-printer.
• PCL-printerstuurprogramma
U kunt het gebruiken op de C824/C834/C844/ES8434.
Het PCL-printerstuurprogramma is geschikt voor het afdrukken van zakelijke
documenten.
• PS Printerstuurprogramma
U kunt deze gebruiken in C834/C844/ES8434.
Het PS-printerstuurprogramma is geschikt voor het afdrukken van documenten
met PostScript-lettertypen en EPS-gegevens.
3. Aansluiten op een computer
- 37 -
3. Aansluiten op een computer
Verbinden met een draadloze LAN
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer en een computer kunt aansluiten met
behulp van een draadloos LAN. Voor de C824 en ES8434 is de draadloze LAN-module
vereist voor een draadloze verbinding.
Installatie van de draadloze LAN-module (alleen C824, ES8434)
• Draadloos (Infrastructuur) en draadloos (AP Modus) kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.
• Plaats geen elektronische producten die zwakke radiogolven uitstralen (zoals magnetrons of digitale draadloze
telefoons) nabij de machine.
• De communicatie snelheid van een Draadloze LAN verbinding kan trager zijn dan die van een bedrade LAN of USB
verbinding afhankelijk van de omgeving. Wanneer u veel gegevens witl printen zoals een foto, wordt het aanbevolen
om te printen met een bedrade LAN of USB verbinding.
• Deze printer kan bekabeld LAN en draadloos LAN tegelijkertijd gebruiken. Als het bekabelde en draadloze netwerk
op hetzelfde subnet zijn aangesloten, kan de communicatie onstabiel worden.
• Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructuur)
• Direct met de machine verbinden (AP Mode)
Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructuur)
• Installeer dit apparaat op een plek met een goed uitzicht en in de buurt van een draadloos toegangspunt. (We stellen
voor dat de afstand tussen het apparaat en het draadloze apparaat 30 meter of minder is.)
• Wanneer er metaal, aluminium belemmering, of een versterkte betonnen wand tussen de printer en draadloze LAN
toegangspunten is, worden verbindingen moeilijker om te verkrijgen.
• Het gebruik van IEEE802.11a (W52/W53) buitenshuis is verboden door de Radioapparatuurwet. Gebruik
IEEE802.11a (W52/W53) alleen binnenshuis.
• [Wireless(Infrastructure) (Draadloos (Infrastructuur))] en [Wireless(AP Mode) (Draadloze (AP-mod))] kunnen niet
tegelijk worden ingeschakeld.
• Als u verbinding maakt met 2,4 GHz, gebruikt u de kanalen 1 tot 11. Kanalen 12 en 13 zijn niet beschikbaar. Als u
verbinding maakt met 5 GHz, gebruikt u de kanalen 36 tot 48, 52 tot 64, 100 tot 140, of 149 tot 165.
Draadloos LAN (infrastructuur) inschakelen
Schakel de printer in.
1
Druk verschillende keren op de scrolknop om [Wireless(Infrastructure)
2
Setting (Instelling draadloze (infrastructuur))] te selecteren en druk op de knop
«ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk op de
3
knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Als [Wireless (Infrastructure) Draadloos (infrastructuur)] op [Disable
4
(Uitgeschakeld)] staat druk dan op de scrolknop om [Enable
(Ingeschakeld)] te selecteren.
Druk op de knop «ENTER (ENTER)».
5
Verbinden met een Toegangspunt
Er zijn drie verbindingsmethodes:. Verbinding maken met WPS is de gemakkelijkste manier
en wordt gebruikt voor normaal gebruik.
Aansluiten op WPS
Aansluiten door een draadloos LAN-toegangspunt te selecteren op het bedieningspaneel
- 38 -
3. Aansluiten op een computer
Aansluiten door handmatige instelling van het bedieningspaneel
Wanneer u verbinding maakt met een draadloos netwerk met WPA/WPA3-EAP, raadpleeg
dan de "IEEE802.1X instellen (draadloos netwerk) (Uitgebreide gids)".
Aansluiten op WPS
Als het draadloze LAN-toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u zich met de draadloze LAN
verbinden met de knop voor makkelijke setup.
Controleer de positie van de WPS-knop door te kijken in de
1
instructiehandleiding die wordt geleverd bij een draadloos toegangspunt of
ander document.
Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt.
2
Schakel de machine in.
3
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless(Infrastructure)
4
Setting (Instelling draadloze (infrastructuur))] te kiezen en druk op de knop
«ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
5
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Het bericht "Het is niet mogelijk om de Draadloze (Ap Modus) op hetzelfde moment te
gebruiken" wordt ongeveer vijf seconden weergegeven.
Wanneer [Pushbutton method (Drukknop-methode)] wordt getoond, selecteer
9
[Yes (Ja)] en druk «ENTER (ENTER)» knoop.
Het apparaat begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Het bericht
"Pushbutton-methode uitvoeren..." wordt op het scherm weergegeven.
Druk enkele seconden op de WPS-knop op het draadloze LAN-toegangspunt
10
terwijl het bericht wordt weergegeven.
• [Running pushbutton method... (Drukknop-methode actief...)] wordt gedurende ongeveer twee minuten
weergegeven. Terwijl dit bericht wordt weergegeven, drukt u op de drukknop van het draadloze LANtoegangspunt.
• U kunt het paneel niet bedienen wanneer WPS bezig is.
Wanneer [WPS connection successful (WPS verbinding succesvol.)] wordt
11
weergegeven, geeft dit aan dat de installatie van het draadloze netwerk is
voltooid.
Ga naar de procedure met "Een printerstuurprogramma installeren op een computer".
• Als [Connection failed. Timeout (Verbinding mislukt. Time-out)] wordt weergegeven, herhaalt u de procedure
vanaf stap 6.
• [Overlap] wordt weergegeven wanneer meerdere WPS drukknoppen worden gedrukt op bijna hetzelfde
moment op twee of meer draadloze LAN toegangspunten en de verbinding nog niet is gemaakt. Wacht een
moment, en probeer het dan opnieuw.
Als het teken van de antenne wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het
scherm, is de verbinding correct tot stand gekomen.
Als de WPS-methode niet werkt, gaat u naar "
toegangspunt te selecteren op het bedieningspaneel
Aansluiten door een draadloos LAN-
".
Druk op de scrolknop , selecteer [Enable (Ingeschakeld)] en druk
6
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Automatic setup (WPS)
7
(Automat. setup (WPS))] te selecteren en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
Selecteer [WPS-PBC] en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
8
Aansluiten door een draadloos LAN-toegangspunt te selecteren op het
bedieningspaneel
Als het draadloze LAN-toegangspunt geen WPS ondersteunt, kunt u een draadloos LANtoegangspunt opgeven dat u wilt gebruiken vanaf de draadloze LAN-toegangspunten die de
machine detecteert om een verbinding tot stand te brengen. In een dergelijk geval moet u
een coderingssleutel invoeren.
- 39 -
Controleer de SSID en versleuteling sleutel door te kijken in de instructie
1
handleiding die wordt geleverd bij een draadloos toegangspunt of ander
document, en schrijf de informatie op.
3. Aansluiten op een computer
• Als alleen [Manual Setup (Handmatige set-up)] wordt weergegeven, of de SSID van het draadloze LANtoegangspunt dat u wilt gebruiken niet in de lijst is opgenomen, stelt u deze in door de procedure te volgen
onder "
Aansluiten door handmatige instelling van het bedieningspaneel".
De invoerscherm van de versleutelingssleute is geschikt voor de versleutelingsmethode van het gekozen
draadloze LAN-toegangspunt dat wordt weergegeven.
• WPA-EAP en WPA2-EAP kunnen niet op het bedieningspaneel worden ingesteld. Stel deze in op de website
van de printer.
Open de web-pagina van deze machine (Uitgebreide gids)
• SSID wordt ook wel netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd.
• Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel
genoemd.
Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt.
2
Schakel de machine in.
3
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless(Infrastructure)
4
Setting (Instelling draadloze (infrastructuur))] te kiezen en druk op de knop
«ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
5
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Het bericht "Het is niet mogelijk om de Draadloze (Ap Modus) op hetzelfde moment te
gebruiken" wordt ongeveer vijf seconden weergegeven.
Druk op de scrolknop , selecteer [Enable (Ingeschakeld)] en druk
6
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless Network Selection
7
(Selectie van draadloos netwerk)] te kiezen en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
Het apparaat begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele
ogenblikken.
Een lijst met beschikbare SSID's van draadloze LAN-toegangspunten wordt
8
weergegeven. Druk op de scrolknop of , kies een draadloos LANtoegangspunt en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer de versleutelingscode in en druk vervolgens op de knop «ENTER
9
(ENTER)».
• De versleutelingssleutel varieert afhankelijk van het draadloze LAN-toeganspunt of beveiliging.
•
Als [WPA Pre-shared Key (WPA Eerder gedeelde Sleutel)] wordt weergegeven
OnderdeelBeschrijving
CoderingsmethodeWPA/WPA2-PSK
EncryptiesleutelGeef de Vooraf-Gedeelde Sleuter in.
• Als [WEP Key (WEP Sleutel)] wordt weergegeven
ItemBeschrijving
CoderingsmethodeWEP
EncryptiesleutelVoer de WEP-sleutel in.
• Indien geen van bovenstaande twee gevallen is toegepast.
OnderdeelBeschrijving
CoderingsmethodeUitschakelen
EncryptiesleutelGeen ingang is vereist.
Als de getoonde SSID dezelfde is als de SSID die u aangegeven heeft in stap
10
1, drukt u op de knop «ENTER (ENTER)».
Wanneer "Verbinding succesvol" wordt weergegeven selecteert u [Close
11
(Sluiten)] en drukt u op de knop «ENTER (ENTER)».
Ga naar de procedure met "Een printerstuurprogramma installeren op een computer".
Als "Verbinding mislukt" wordt weergegeven, herhaal de procedure vanaf stap 4.
Als het teken van de antenne wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het
scherm, is de verbinding correct tot stand gekomen.
Als de WPS-methode niet werkt, gaat u naar "
bedieningspaneel
".
Aansluiten door handmatige instelling van het
- 40 -
3. Aansluiten op een computer
Aansluiten door handmatige instelling van het bedieningspaneel
Configureer de informatie van het draadloos LAN-toegangspunt (SSID, coderingsmethode
en coderingssleutel) handmatig en maak een verbinding met de draadloze LAN.
Controleer de SSID, encryptiesleutel en de encryptiemethode door de
1
instructiehandleiding te raadplegen die men standaard bijgeleverd vindt bij het
toegangspunt van de draadloze LAN of andere documenten, en schrijf de
informatie op.
• WPA-EAP en WPA2-EAP kunnen niet op het bedieningspaneel worden ingesteld. Stel deze in op de website
van de printer.
Open de web-pagina van deze machine (Uitgebreide gids)
• Een SSID wordt ook een netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd.
• Een verlseutelng sleutel wordt ook een netwerk sleutel genoemd, veiligheid sleutel, wachtwoord, of voorgedeelde Sleutel.
Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt.
2
Schakel de machine in.
3
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless(Infrastructure)
4
Setting (Instelling draadloze (infrastructuur))] te kiezen en druk op de knop
«ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
5
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Het bericht "Het is niet mogelijk om de Draadloze (Ap Modus) op hetzelfde moment te
gebruiken" wordt ongeveer vijf seconden weergegeven.
Druk op de scrolknop , selecteer [Enable (Ingeschakeld)] en druk
6
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless Network Selection
7
(Selectie van draadloos netwerk)] te kiezen en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele
ogenblikken.
Een lijst met beschikbare SSID's van draadloze LAN-toegangspunten wordt
8
weergegeven. Druk op de scrolknop of , selecteer [Manual Setup
(Handmatige set-up)] onderaan de lijst en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
Geef de SSID in die u aangegeven hebt in stap 1 en druk vervolgens op de
9
knop «ENTER (ENTER)».
• De SSID is hoofdlettergevoelig. Voer de SSID juist in
Selecteer de encryptiemethode die u in stap 1 geselecteerd heeft en druk
10
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
• De versleutelingssleutel varieert afhankelijk van het draadloze LAN-toegangspunt of beveiliging.
De procedure hangt af van de encryptiemethode die u geselecteerd heeft in
11
stap 9.
Als u [WPA/WPA2-PSK] geselecteerd heeft, selecteert u [TKIP/AES (TKIP/AES)] en
drukt u vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)». Voer de vooraf gedeelde sleutel in
en selecteer [Next (Volg.)].
Als u [WPA2-PSK] geselecteerd heeft, selecteert u [AES (AES)] en drukt u vervolgens
op de knop «ENTER (ENTER)». Voer de vooraf gedeelde sleutel in en selecteer [Next
(Volg.)].
Als u [WEP (WEP)] geselecteerd heeft, geeft u de WEP-sleutel in en drukt u op [Next
(Volgende)].
Als de getoonde waarde dezelfde is als de waarde die u aangegeven hebt in
12
stap 1, drukt u op de knop «ENTER (ENTER)».
- 41 -
• Het duurt ongeveer 30 seconden voor de machine om het draadloze LAN toegangspunt te detecteren.
Wanneer het scherm aangeeft dat de verbinding gemaakt is selecteert u [Close
(Sluiten)] en drukt u op de knop «ENTER (ENTER)».
3. Aansluiten op een computer
Ga naar de procedure met "Een printerstuurprogramma installeren op een computer".
Als het scherm weergeeft dat de verbinding mislukt is, drukt u op [Close (Sluiten)] en
gaat u terug naar stap 7.
Als het teken van de antenne wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het
scherm, is de verbinding correct tot stand gekomen.
Direct met de machine verbinden (AP Mode)
Draadloos LAN (AP Modus) verbindt direct draadloze toestellen ((computers, tablets,
smartphones, etc.) aan het apparaat zonder het gebruik van een draadloos LAN toegang.
• Als er zich metaal, een aluminium raam of een muur met versterkt beton tussen de machine en de draadloze
apparaten bevindt, kunnen verbindingen moeilijker tot stand komen.
• Maximaal vier toestellen kunnen op het apparaat worden aangesloten via de draadloze LAN (AP-modus). Het vijfde
toestel wordt geweigerd.
• U kunt draadloze LAN (infrastructuur) en draadloze LAN (AP-modus) mogelijk niet tegelijkertijd inschakelen.
Automatische verbinding (drukknop)
Als uw draadloze apparaten WPS-PBC (drukknop) ondersteunen, kunt u verbinding maken
met de draadloze LAN (AP-modus) met de WPS-knop.
Bevestig de positie van de WPS-knop op uw draadloze apparaat met de
1
handleiding bevestigd op het apparaat.
Schakel de machine in.
2
- 42 -
• Als het bericht "Wilt u draadloos instellen?" verschijnt, selecteert u [No (Do not show next time) (Nee (Niet
opnieuw weergeven))].
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless(AP Mode) Setting
3
(Instelling draadloze (AP-modus))] te kiezen en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
4
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Druk op de scrolknop , selecteer [Enable (Ingeschakeld)] en druk
5
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om [Automatic Setup (PushButton) (Automatische
6
setup (PushButton))] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Selecteer [Yes (Ja)] en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
7
Start de WPS-PBC (drukknop) bediening op uw draadloos apparaat om het
8
apparaat te verbinden.
Wanneer [Connection successful (Verbinding geslaagd)] wordt weergegeven, is de
installatie van het draadloze LAN voltooid.
Als [Connection failed (Verbinding mislukt)] wordt weergegeven, volgt u de stappen in
"Handmatige set-up" om het opnieuw te proberen.
Als de verbinding mislukt is, gaat u naar "Handmatige set-up".
Handmatige instelling
Als uw draadloze apparaten geen WPS-PBC (drukknop) ondersteunen, kunt u de [SSID
(SSID)] en het [Password (Wachtwoord)] van het apparaat invoeren op uw draadloze
apparaten om verbinding te maken met de draadloze LAN.
Schakel de machine in.
1
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Wireless(AP Mode) Setting
2
(Instelling draadloze (AP-modus))] te kiezen en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
3. Aansluiten op een computer
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
3
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Druk op de scrolknop , selecteer [Enable (Ingeschakeld)] en druk
4
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Manual Setup (Handmatige
5
set-up)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Controleer de [SSID (SSID)] en [Password (Wachtwoord)] van de machine.
6
Voer de [SSID (SSID)] en [Password (Wachtwoord)] van de machine in die
7
werden bevestigd in stap 6 voor uw draadloze apparaat.
- 43 -
Een USB-kabel Aansluiten
Sluit de printer aan op een computer met behulp van een USB-kabel.
Bereid een USB-kabel voor.
1
Een USB-kabel is niet meegeleverd. Een USB 2.0-kabel is vereist.
• USB 3.0 wordt niet ondersteund.
• Als u wilt aansluiten in de modus USB 2.0 Hi-Speed, dan gebruikt u een Hi-Speed USB 2.0 USB-kabel.
Schakel het apparaat uit.
2
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de USB-interfaceconnector van
3
de machine.
3. Aansluiten op een computer
• Als u Windows gebruikt, steekt u het andere uiteinde van de USB-kabel pas in de computer wanneer deze
instructie op het scherm wordt weergegeven tijdens de installatie van het stuurprogramma.
Ga naar de procedure met "Een printerstuurprogramma installeren op een computer".
• Sluit de USB-kabel niet aan op de connector van de netwerkinterface. Dit kan een storing veroorzaken.
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de USB-interfaceconnector van
4
de machine.
- 44 -
3. Aansluiten op een computer
Een LAN-kabel aansluiten
Sluit de printer aan op een computer met behulp van een bekabeld LAN-netwerk.
Voordat u het printerstuurprogramma installeert, sluit u de printer aan op een netwerk met
behulp van een LAN-kabel.
Bereid een LAN-kabel (1) en hub (2) voor.
1
Een LAN-kabel is niet meegeleverd. Een LAN-kabel (categorie 5e of hoger, twisted
pair, recht) is vereist.
Schakel het apparaat uit.
2
Steek het ene uiteinde van de LAN-kabel (1) in de netwerkpoort.
3
Steek het andere uiteinde van de LAN-kabel (1) in de hub (2).
4
Vervolgens stelt u de netwerkinformatie in, zoals het IP-adres van de printer.
Schakel de printer in.
5
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Admin Setup
6
(Beheerdersinst.)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
- 45 -
3. Aansluiten op een computer
Voer met de cijfertoetsen (0-9) het beheerderswachtwoord in en druk op de
7
knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Controleer of [Network Setup (Netwerk instellingen)] geselecteerd is, druk op
8
de knop «ENTER (ENTER)».
Druk verschillende malen op de scrolknop om [IP Address Set (IP Adres
9
instelling)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Als het IP-adres automatisch wordt verkregen, controleert u dat [Auto (Automatisch)] is
geselecteerd en drukt u vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)». Ga verder met
stap 16.
Druk op de knop «BACK (TERUG)» totdat [Network Setup (Netwerk
10
instellingen)] wordt weergegeven. Druk verschillende malen op de scrolknop
om [IPv4 Address (IPv4 adres)] te kiezen en druk op de knop «ENTER
(ENTER)».
Als u het IP-adres handmatig instelt, drukt u op de scrolknop en kiest u [Manual
(Handmatig)] en drukt u op de knop «ENTER (ENTER)». Ga verder met stap 10.
- 46 -
Voer het IP-adres in met hulp van de cijfertoetsen (0-9) en druk vervolgens op
11
de knop «ENTER (ENTER)».
Voer de volgende 3 cijfers op dezelfde manier in. Om naar het volgende vak te gaan,
drukt u op de knop «ENTER (ENTER)».
Alle invoer is voltooid en druk vervolgens op de knop «BACK (TERUG)».
3. Aansluiten op een computer
Druk op de scrolknop, selecteer [Subnet Mask (Subnet Mask)] en druk
12
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)»
Voer het subnetmasker in op dezelfde manier als het IP-adres. Alle invoer is
13
voltooid en druk vervolgens op de knop «BACK (TERUG)».
Druk op de scrolknop, selecteer [Gateway Address (Gateway Adres)] en
14
druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)»
Voer het gatewayadres op dezelfde manier in als het IP-adres. Alle invoer is
15
voltooid en druk vervolgens op de knop «BACK (TERUG)».
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de netwerkinstellingen te
16
voltooien.
Ga naar de procedure met "Een printerstuurprogramma installeren op een computer".
- 47 -
3. Aansluiten op een computer
Een printerstuurprogramma installeren op een
computer
Installeer op de computer het printerstuurprogramma vanaf de software-dvd.
• Als uw computer niet is uitgerust met een dvd-rom-station of als u het printerstuurprogramma bijwerkt, downloadt
u het printerstuurprogramma van de "website" om het te installeren.
• Controleer de status van de machine alvorens te installeren.
- De machine is ingeschakeld.
- Als dit apparaat via een netwerkkabel wordt verbonden met het netwerk, zijn de vereiste gegevens zoals het IP-
adres al ingesteld.
• Afhankelijk van uw besturingssysteem, model of versie kan de beschrijving in dit document verschillen.
• Voor Windows
• Voor Mac
Voor Windows
Controleer of de printer is aangesloten op een computer en is ingeschakeld.
1
Doe de bijgevoegde "dvd-rom Software" in de computer.
2
Dubbelklik op het gedownloade printerstuurprogramma van de website.
Wanneer [Auto Play (Auto afspelen)] wordt weergegeven, klikt u op [Run
3
Setup.exe (Uitvoeren Setup.exe)].
- 48 -
• Als het dialoogvenster [User Account Control (Accountbeheer gebruiker)] wordt weergegeven, klikt u op [Yes
(Ja)].
Selecteer in de vervolgkeuzelijst een taal.
4
Lees de licentie-overeenkomst en klik vervolgens op [Accept (Akkoord)].
5
Lees het [Environment advice (Omgevingsadvies)] en klik vervolgens op [Next
6
(Volgende)].
3. Aansluiten op een computer
Selecteer [Network connection (Netwerkverbinding)] of [USB connection
7
(USB-verbinding)] in overeenstemming met de aansluitmethode van de
machine en de computer.
Als het dialoogvenster [Windows Security Alert (Windows beveiligingswaarschuwing)]
wordt weergegeven, klikt u op [Allow access (Toegang toestaan)].
Selecteer de modelnaam van het apparaat en klik vervolgens op [Next
8
(Volgende)].
• Als de printer niet wordt weergegeven, selecteert u [IP Address (IP-adres)], voert u het adres in dat aan de
printer is toegewezen en klikt u op [Next (Volgende)].
Klik op [Snelle installatie (Recommended Install)].
9
Controleer de software en klik op [Start (Starten)].
De installatie wordt gestart.
- 49 -
• De volgende software is geïnstalleerd.
- PCL6-printerstuurprogramma (inclusief Netwerkextensie en Kleurmonster)
-FAQ
- Bewakingsprogramma
• Installeer software van Aangepast Installeren.
Software installeren (Uitgebreide gids)
Controleer of de software met succes is geïnstalleerd.
10
3. Aansluiten op een computer
Klik op [Exit (Afsluiten)].
11
Het scherm [Firmware update (Fimware-update)] wordt weergegeven.
Als u geen update nodig hebt, klikt u op [Next (Volgende)].
12
Klik op [Confirm (Bevestigen)] als u een update nodig hebt of als u niet zeker weet of
een update nodig is.
Klik op [Volgende].
13
Als het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op [Ye s (J a) ].
Klik op [Exit (Afsluiten)].
14
Als het volgende scherm wordt weergegeven, klikt u op [Yes (Ja)].
Wanneer het updateproces is voltooid, klikt u op [Go (Volgende)].
- 50 -
3. Aansluiten op een computer
Voor Mac
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het PS-printerstuurprogramma installeert.
Zorg ervoor dat het apparaat en een computer aangesloten zijn en dat het
1
apparaat is ingeschakeld.
Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
2
Op het bureaublad dubbelklikt u op het [OKI]-pictogram.
3
[Drivers (Stuurprogramma's)] > [PS (PS)] > Dubbelklik [Installer for OSX
4
(Installatieprogramma voor OSX)].
Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK (OK)].
5
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Selecteer [System Preferences (Systeemvoorkeuren)] in het Apple-menu.
6
Selecteer [Printers & scanners].
7
Klik op [+].
8
Selecteer [Add Printer or Scanner... (Printer of Scanner toevoegen...)] wanneer het
menu is weergegeven.
NaamsoortenVerschijnt in de VerbindingMethodelijst
USBOKI DATA CORP C844USB
• Als u de naam wilt wijzigen, voert u een nieuwe naam in onder [Name (Naam)].
Klik op [Add(Toevoegen)].
11
Als het bevestigingsscherm voor optionele apparatuur wordt weergegeven,
12
klikt u op [OK (OK)].
Zorg ervoor dat de machine is toegevoegd aan [Printers (Printers)] en dat [OKI
13
C844 PS] wordt weergegeven voor [Kind (Soort)].
Klik op [Standaard (Default)].
9
Selecteer de machine en selecteer vervolgens [OKI C844 PS] in [Use
10
(Gebruik)].
NaamsoortenVerschijnt in de VerbindingMethodelijst
NetwerkOKI-C844 (laatste 6 cijfers van het
MAC-adres)
Bonjour
- 51 -
• Als [OKI C844 PS] niet correct wordt weergegeven voor [Kind (Soort)], klikt u op [-], verwijdert u de machine
uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens de stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit.
Klik op [Open Print Queue… (Open de Afdrukwachtrij…)].
14
Selecteer [Print Test Page (Testpagina afdrukken)] in het menu [Printer
15
(Printer)].
Wanneer een testpagina wordt afgedrukt, is het installeren van het stuurprogramma
voltooid.
3. Aansluiten op een computer
- 52 -
Kiezen van een verbindingsmethode tussen
verschillende segmenten
De printer kan gelijktijdig bedraad en draadloos gebruikt worden. Om een apparaat buiten
het segment aan te sluiten schakelt u eerst de standaard gateway in van de
verbindingsmethode.
De [Enabling Default Gateway (Standaard gateway inschakelen)] is standaard ingesteld op
[Wired (Bedraad)]. Bij het verbinden tussen verschillende segmenten met een bekabeld
netwerk zijn de volgende stappen niet nodig. Wijzig de instellingen alleen wanneer u
verbinding maakt tussen verschillende segmenten met behulp van een draadloos LAN.
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Admin Setup
1
(Beheerdersinst.)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
2
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Controleer of [Network Setup (Netwerk instellingen)] geselecteerd is en druk
3
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
3. Aansluiten op een computer
Controleer of [Enabling Default Gateway (Standaard gateway inschakelen)]
4
geselecteerd is en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om [Wireless(Infrastructure) (Draadloos
5
(infrastructuur))] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
- 53 -
4
Afdrukken
Ondersteund papier
Papier dat in de lade is geplaatst
Hoe moet u afdrukken vanuit een papierlade
Hoe kunt u afdrukken vanuit de MP-lade
Papieruitvoer
Afdrukken annuleren
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u documenten afdrukt vanaf een computer.
4. Afdrukken
Ondersteund papier
Dit hoofdstuk beschrijft verschillende informatie over papier die men in de papierlade van
deze machine kan plaatsen.
• Ondersteunde papiersoorten
Voor afdrukresultaten van hoge kwaliteit moet u papiersoorten gebruiken die
voldoen aan de vereisten op het gebied van materiaalkwaliteit, gewicht en
afwerking. Gebruik papier dat geschikt is voor een digitale fotoprinter.
Als u geen aanbevolen papier gebruikt, controleert u voldoende op voorhand de
afdrukkwaliteit en de doorvoer van het papier om te zorgen dat er geen problemen
zijn. Uw printer ondersteunt de volgende papiersoorten.
PapiersoortPapierformaat mm (inch)Papiergewicht
Gewoon papierA3297 x 420A4/ Letter-formaat of
A4210 x 297
A5148 x 210
A6105 x 148
B4257 x 364
B5182 x 257
B6128 x 182
B6 Half64 x 182
B791 x 128
B864 x 91
Amerikaans briefformaat215.9 x 279.4 (8.5 x 11)
Legal 13"215,9 x 330,2 (8,5 x 13)
Legal 13,5"215,9 x 342,9 (8,5 x 13,5)
Legal 14"215,9 x 355,6 (8,5 x 14)
Executive184,2 x 266,7 (7,25 x 10,5)
Tabloid(11 x 17)
Statement(5,5 x 8,5)
8,5" SQ(8,5 x 8,5)
Folio (210 x 330 mm)210 x 330
8K (260 x 368 mm)260 x 368
8K (270 x 390 mm)270 x 390
8K (273 x 394 mm)273 x 394
16K (184 x 260 mm)184 x 260
16K (195 x 270 mm)195 x 270
16K (197 x 273 mm)197 x 273
Banner (210 x 900 mm)210 x 900
Banner (215 x 900 mm)215 x 900
Banner (215 x 1200mm) 215 x 1200
Banner (297 x 900 mm)297 x 900
Banner (297 x 1200 mm)297 x 1200
4x6 inch(4 x6)
5x7 inch(5 x7)
Aangepast formaatBreedte: 55 tot 297
Lengte: 90 tot 1320,8
EnvelopCom-10104.8 x 241.3 (4.125 x 9,5) Enveloppen moeten van
DL110 x 220 (4,33 x 8,66)
C5162 x 229 (6.4 x 9)
C4229 x 324 (9 x 12,76)
groter:
64 tot 256 g/m
Kleiner dan A4/ Letterformaat:
64 tot 256 g/m
Voor dubbelzijdig
afdrukken:
64 tot 220 g/m
• Als het papierformaat is
ingesteld op A6, A5 of als
de papierbreedte smaller
is dan 216 mm, zal het
afdrukken trager
verlopen.
64 tot 256 g/m
85 g/m
het flapgedeelte van
enveloppen moet
gevouwen zijn.
2
2
2
2
2
(24lb) papier zijn en
- 55 -
4. Afdrukken
PapiersoortPapierformaat mm (inch)Papiergewicht
IndexkaartIndexkaart76.2 x 127 (3 x 5)
EtiketA4210 x 2970,1 tot 0,2 mm
Amerikaans briefformaat215.9 x 279.4 (8.5 x 11)
Papier voor gedeeltelijk
afdrukken
Gekleurd papierAfhankelijk van gewoon papier*264 tot 256 g/m
Afhankelijk van gewoon papier*164 tot 256 g/m
2
2
*1 Gebruik papier dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Papier dat voldoet aan de voorwaarden voor normaal papier.
- Een inkt die gebruikt wordt voor het afdrukken die hittebestendig is (230°C).
• Bij het opgeven van een afdrukgebied moet u rekening houden met de volgende verschillende afdrukposities:
Startpositie voor het afdrukken: ±2 mm, Papierscheeftrekking: ±1 mm/100 mm, Beelduitrekking: ±1 mm/100 mm
(wanneer het riemgewicht van het papier 70 kg is)
• Deze printer kan niet afdrukken op inkt.
*2 Gebruik papier dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Een pigment of inkt dat gebruikt wordt om papier te kleuren is hittebestendig (230°C).
- Papier met dezelfde eigenschappen als licht papier.
- Papier dat wordt gebruikt voor een elektronische fotoprinter.
• Etiketten
Etiketten moeten eveneens geschikt zijn voor kopieer apparaten en laser printers, waarbij
het rugvel volledig moet bedekt zijn met etiketten. Andere soorten etiketten kunnen de
machine beschadigen doordat ze loskomen tijdens het afdrukken.
• Papieropslag
Bewaar papier onder de volgende omstandigheden om de kwaliteit te handhaven.
• In een kast of op een andere droge en donkere plaats
• Op een vlak oppervlak
• Temperatuur: 20°C
• Vochtigheid: 50% RV (relatieve vochtigheid)
Sla geen papier op in onderstaande plaatsen:
• Rechtstreeks op de vloer
• Waar het papier wordt blootgesteld aan direct zonlicht
• In de buurt van de binnenzijde van een buitenmuur
• Op een oneffen oppervlak
• Op een plaats waar statische elektriciteit kan worden opgewekt
• Waar de temperatuur veel te hoog oploopt en de temperatuur snel verandert
• Nabij deze machine, airconditioner, verwarming of leiding
• Aanbevelingen wat het papier betreft
De machine zal een variëteit aan print media behandelen, inclusief een bereik aan
papier gewichten en groottes. Dit deel beschrijft hoe te kiezen en gebruiken media.
Om de beste prestatie te verkrijgen, gebruik 75 tot 90 g/m
2
gewoon papier dat is
ontworpen voor gebruik in kopieerapparaten en laserprinters. Sterk gegaufreerd
papier of papier met zeer grove textuur wordt afgeraden. Voor-afgedrukt stationair
kan worden gebruikt, maar de inkt moet niet afwijken wanneer blootgesteld aan de
hoge fixeer temperaturen gebruikt in het print proces.
• Enveloppen
Enveloppen moeten vrij zijn van vouwen, kreuken of andere vervormingen. Ze moeten ook
van het rechthoekige type zijn met flap voorzien van lijm die is bestand tegen de hete rol
druk fixeer eenheid in de machine. Vensterenveloppen zijn niet geschikt.
• Pak papier niet uit totdat u het gaat gebruiken.
• Laat papier niet voor een lange tijd uitgepakt achter. Door dit te doen kan resulteren in print problemen.
• Afhankelijk van het gebruikte papier voor de afdrukken, de omgeving en opslagomstandigheden kan de
afdrukkwaliteit verminderen of zijn de afdrukken gekruld.
- 56 -
4. Afdrukken
Papier dat in de lade is geplaatst
Hieronder ziet u de beschikbare papierformaten en -soorten en de capaciteit van de
cassettes.
A3
A4
A5 (lengterichting)
B4
B5
Tabloid
Letter
Legal13
Legal13.5
Legal14
Executive (lengterichting)
8,5" SQ
Folio
8K (270 x 390 mm)
8K (273 x 394 mm)
8K (260 x 368 mm)
16K (184 x 260 mm)
16K (195 x 270 mm)
16K (197 x 273 mm)
Aangepast
*1
*1 Breedte: 148 tot 297 mm (5,8 tot 11,7 inches), Lengte: 182 tot 431,8 mm (7,2 tot 17 inches)
530 vellen
(als papiergewicht 80 g/m is
2
)
Ultra-licht
Licht
(64 tot 82 g/m
Medium licht
(83 tot 90 g/m
2
2
Gemiddeld
(91 tot 105 g/m
Zwaar
(106 tot 128 g/m
Ultra zwaar 1
(129 tot 176 g/m
)
)
2
)
2
)
2
)
*1 Papierformaat dat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
*2 Breedte: 105 tot 297 mm (4,1 tot 11,7 inches), Lengte: 148 tot 431,8 mm (5,8 tot 17 inches)
Tabloid
Letter
Legal13
Legal13.5
Legal14
Executive
*1
Overzicht
8,5" SQ
Folio
8K (270 x 390 mm)
8K (273 x 394 mm)
8K (260 x 368 mm)
16K (184 x 260 mm)
16K (195 x 270 mm)
16K (197 x 273 mm)
Indexkaart
4x6 inch
5x7 inch
Aangepast
Com-9 Envelope
Com-10 Envelope
Monarch Envelope
DL Envelope
C5 Envelope
*1
*1
*1
*2
*1
*1
*1
*1
*1
100 vellen
(als papiergewicht 80 g/m is
2
)
10 vellen (enveloppen)
1
Ultra-licht
Licht
(64 tot 82 g/m
Medium licht
(83 tot 90 g/m
Middel
(91 tot 105 g/m
Zwaar
(106 tot 128 g/m
Ultra zwaar 1
(129 tot 188 g/m
Ultra zwaar 2
(189 tot 220 g/m
Ultra zwaar 3
(221 tot 256 g/m
2
2
4. Afdrukken
)
)
2
)
2
)
2
)
2
)
2
)
*1 Papierformaat dat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
*2 Breedte: 55 tot 297 mm (2,2 tot 11,7 inches), Lengte: 90 tot 1.321 mm (3,5 tot 52 inches)
- 58 -
Hoe moet u afdrukken vanuit een papierlade
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier in de papierlade plaatst en vanuit de papierlade
afdrukt.
Wat betreft de flexibiliteit van het afdrukmateriaal, raadpleegt u "
"
Papier dat in de lade is geplaatst".
Deze procedure legt uit hoe u papier plaatst in cassette 1. Voor lade 2/3/4/5 geldt dezelfde
procedure.
Trek de papiercassette (1) eruit.
1
Ondersteund papier",
4. Afdrukken
• Als het papierformaat niet in de items van de draaiknop kan worden gevonden, stelt u "Andere" in.
• Zorg dat het formaat van het papier en het papierformaat op de draaiknop overeenkomen. Anders kan er een
papierformaatfout optreden en kan er niet worden afgedrukt.
• Let op de richting bij papierformaten die horizontaal of verticaal geplaatst kunnen worden, zoals A4.
• Het papierformaat, de papiersoort en de papierdikte van de lade worden soms op het paneel weergegeven. U
kunt de instelling wijzigen om het scherm te verbergen. Om dit scherm te verbergen, selecteert u [Admin Setup
(Beheerdersinst.)] > [Panel Setup (Paginainstellingen)] > [Paper setup when paper exchange (Papierinstelling
bij papierwisseling)] en stelt u het in op [Off (Uit)].
Verschuif de blauwe delen van de papiergeleider (3) en de papierstop (4) en
3
pas het formaat aan op het papierformaat.
Zet de knop voor het papierformaat (2) op het papierformaat dat u plaatst.
2
Zet de knop op [A4 ] wanneer u papier van A4-formaat plaatst in horizontale richting.
- 59 -
Laat een stapel papier goed uitwaaieren en lijn vervolgens de randen van het
4
papier uit.
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht.
5
• Plaats geen papier boven de " " markering (5) op de papiergeleider.
Zet de papiergeleider tegen het papier.
6
Controleer of het formaat van het geplaatste papier overeenkomt met de stand
7
van de knop voor het papierformaat.
• Als het papierformaat en het ingestelde papierformaat niet met elkaar overeenkomen, treedt een fout op en
kan er niet worden afgedrukt.
4. Afdrukken
(Andere)] en vervolgens [Custom Size (Aangepast formaat)] op het
bedieningspaneel en voert u de breedte en lengte van het papier in.
Zie "Afdrukken op papier met een aangepast formaat (Uitgebreide gids)".
Als het papierformaat op de draaiknop te vinden is, zoals A3 en A4, stelt u [Cassette
Size (Cassetteformaat)] in. De standaardinstelling is [Cassette Size (Cassetteformaat)]
en u hoeft de standaardinstelling niet te wijzigen.
Open een bestand dat u wilt afdrukken en print het af volgens de volgende procedure
• Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
1
Klik op [Preferences (Voorkeuren)] (of [Property (Eigenschappen)]).
2
Plaats de papiercassette terug in de printer.
8
Als u media gebruikt waarvan u het papierformaat niet kunt selecteren met de
9
opties voor het kiezen van het papierformaat, zet u de draaiknop op [Other
- 60 -
Selecteer een papierformaat bij [Size (Formaat)] op het tabblad [Setup
3
(Instellingen)].
Selecteer [Tray 1 (Lade 1)] van [Source (Bron)].
4
Klik op [OK (OK)].
5
4. Afdrukken
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
6
• Voor Windows PS printerstuurprogramma (C834/C844/ES8434)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
1
Klik op [Preferences (Voorkeuren)] (of [Property (Eigenschappen)]).
Klik op [Paper Size (Papierformaat)] en selecteer in de vervolgkeuzelijst een
6
papierformaat.
Selecteer [Paper Feed (Papierinvoer)] uit het paneelmenu.
4
Selecteer [All pages From (Alle pagina's van)] en selecteer vervolgens [Tray 1
5
(Lade 1)].
Starten met printen.
6
• Mac PCL-printerdriver (alleen C824)
Klik op [Page Setup (Pagina-instelling)] in het menu [File (File)].
1
Selecteer een papierformaat in [Paper Size (Papierformaat)] en klik
2
vervolgens op [OK (OK)].
Selecteer in het menu [File (File)] de optie [Print (Afdrukken)].
3
Selecteer [Setup (Instellingen)] in het paneelmenu.
4
Selecteer [Tray 1 (Lade 1)] in [Paper Source (Papierbron)].
5
Starten met printen.
6
Klik op [OK (OK)].
7
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
8
• Mac PS Printerstuurprogramma (C834/C844/ES8434)
Klik op [Page Setup (Pagina-instelling)] in het menu [File (File)].
1
Selecteer een papierformaat in [Paper Size (Papierformaat)] en klik
2
vervolgens op [OK (OK)].
Selecteer in het menu [File (File)] de optie [Print (Afdrukken)].
3
- 61 -
4. Afdrukken
Hoe kunt u afdrukken vanuit de MP-lade
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier in de MP-lade plaatst en vanuit de MP-lade
afdrukt.
Wat betreft de flexibiliteit van het afdrukmateriaal, raadpleegt u "
"
Papier dat in de lade is geplaatst".
• Plaats geen papier van verschillende formaten, soorten of gewichten tegelijkertijd in de cassette.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijdert u het papier uit de universele cassette, tikt u beide stapels papier op een tafel
of een vlakke ondergrond om de randen van het papier gelijk te krijgen, en plaatst u vervolgens het papier in de
cassette.
• Plaats niets anders dan papier voor het afdrukken in de universele cassette.
• Laat het papier niet te lang in de multifunctionele lade liggen. Stof en vuil hechten zich aan het papier en zorgen
ervoor dat de afdrukkwaliteit achteruitgaat.
Open de MP-lade (1) naar voren door uw vingers in de uitsparingen (2) te
1
plaatsen.
Ondersteund papier",
Klap de substeun (4) uit.
3
Open de papiergeleidingsklep (5).
4
Pas de papiergeleider van de handmatige invoer (6) aan de breedte van het te
5
plaatsen papier aan.
Trek de papiersteun (3) naar buiten door het middengedeelte vast te houden.
2
- 62 -
Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog.
6
4. Afdrukken
• Plaats geen papier dat de markering [ ] markering(7) van de papiergeleider overschrijdt.
• Gebruik papier dat is bewaard bij de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad. Gebruik geen papier dat gekruld
of gegolfd is door vochtigheid.
• Druk niet af op de achterzijde van papier waarop een andere printer heeft afgedrukt.
• Het papierformaat, de papiersoort en de papierdikte van de MP-lade worden soms op het paneel
weergegeven. U kunt de instelling wijzigen om het scherm te verbergen. Om dit scherm te verbergen,
selecteert u [Admin Setup (Beheerdersinst.)] > [Panel Setup (Paginainstellingen)] > [Paper setup when paper
exchange (Papierinstelling bij papierwisseling)] en stelt u het in op [Off (Uit)].
Sluit de papiergeleidingsklep (5).
7
• Wanneer een printer in de energiebesparingsmodus staat, drukt u op de knop «POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)» om de modus te herstellen.
• Controleer dat het bericht "Klaar voor afdruk" is weergegeven in het bedieningspaneel. Als het bericht niet
wordt weergegeven, drukt u op de knop «ON LINE (ONLINE)».
Druk op de knop «Fn».
8
Voer «9» «0» in op het numeriek toetsenblok en druk vervolgens op de knop
9
«ENTER (ENTER)».
• Papier wordt niet toegevoerd als de papierdeksel open is.
Als u altijd op hetzelfde papierformaat of dezelfde papiersoort afdrukt vanuit de
universele cassette, registreert u het papier op het bedieningspaneel.
Als u één keer afdrukt, gaat u naar "Open het af te drukken bestand en druk het af door
de onderstaande procedure te volgen".
- 63 -
Wanneer [Paper Size (Papierformaat)] wordt weergegeven, selecteert u het
10
formaat van het geplaatste papier en drukt u vervolgens op de knop «ENTER
(ENTER)».
• Als [Custom (Aangepast)] is geselecteerd voor [Paper Size (Papierformaat)], moet u het aangepaste formaat
registreren. Raadpleeg "Afdrukken op papier met een aangepast formaat (Uitgebreide gids)" voor meer
informatie over het registreren van het aangepaste formaat.
• Voor het gebruik van enveloppen, zie "Op enveloppen afdrukken (Uitgebreide gids)".
Druk op de knop «BACK (TERUG)» totdat [MPTray Config (Config univ.
11
cassette)] wordt weergegeven.
Druk op de scrolknop om [Media Type (Papiersoort)] te kiezen en druk
12
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «BACK (TERUG)» totdat [MPTray Config (Config univ.
14
cassette)] wordt weergegeven.
Druk op de scrolknop om [Media Weight (Papiergewicht)] te kiezen en druk
15
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om het gewicht van het geplaatste papier te
16
selecteren en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
4. Afdrukken
Druk op de scrolknop om de geplaatste papiersoort te selecteren en druk
13
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
- 64 -
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de menumodus te verlaten.
17
4. Afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken en druk het af door de onderstaande procedure
te volgen
• Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
1
Klik op [Preferences (Voorkeuren)] (of [Property (Eigenschappen)]).
2
Selecteer een papierformaat bij [Size (Formaat)] op het tabblad [Setup
3
(Instellingen)].
Selecteer [Universele Lade (Multipurpose Tray)] in [Bron ( Source)].
4
• Eén voor één afdrukken:
Klik op [Paper feed option (Optionele papierinvoer)] op het tabblad [Setup (Instellingen)] en controleer de [Use
MP tray as manual feed (MP-lade als handmatige invoer gebruiken)].
Klik op [OK (OK)].
5
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
6
• Voor Windows PS printerstuurprogramma (C834/C844/ES8434)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
1
Klik op [Preferences (Voorkeuren)] (of [Property (Eigenschappen)]).
Selecteer [Multi-Purpose Tray (MP-lade)] in [Paper Source (Papierbron)].
4
Klik op [Advanced (Geavanceerd)].
5
Klik op [Paper Size (Papierformaat)] en selecteer in de vervolgkeuzelijst een
6
papierformaat.
• Als u achtereenvolgens wilt afdrukken, schakelt u [Use MP tray as manual feed (MP-lade als handmatige
invoer gebruiken)] uit.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
- 65 -
• Om één voor één af te drukken, selecteert u [Printer Features (Printerfuncties)] > [Multipurpose tray is handled
as manual feed (MP-lade wordt verwerkt als handmatige invoer)] en selecteert u vervolgens [Yes (Ja)].
• Als u achtereenvolgens wilt afdrukken, selecteert u [No (Nee)] voor [Multipurpose tray is handled as manual
feed (MP-lade wordt als handmatige invoer behandeld)].
Dit item is standaard geselecteerd.
Klik op [OK (OK)].
7
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
8
• Mac PCL-printerdriver (alleen C824)
Klik op [Page Setup (Pagina-instelling)] in het menu [File (File)].
1
Selecteer een papierformaat in [Paper Size (Papierformaat)] en klik
2
vervolgens op [OK (OK)].
Selecteer in het menu [File (File)] de optie [Print (Afdrukken)].
3
Selecteer [Setup (Instellingen)] in het paneelmenu.
4
Selecteer [Multi-Purpose Tray (MP-lade)] in [Paper Source (Papierbron)].
5
Starten met printen.
6
4. Afdrukken
• Mac PS Printerstuurprogramma (C834/C844/ES8434)
Klik op [Page Setup (Pagina-instelling)] in het menu [File (File)].
1
Selecteer een papierformaat in [Paper Size (Papierformaat)] en klik
2
vervolgens op [OK (OK)].
Selecteer in het menu [File (File)] de optie [Print (Afdrukken)].
3
Selecteer [Paper Feed (Papierinvoer)] uit het paneelmenu.
4
Selecteer [All pages From (Alle pagina's van)] en selecteer vervolgens [Multi-
5
Purpose Tray (MP-lade)].
Starten met printen.
6
- 66 -
Papieruitvoer
Het apparaat drukt af naar de uitvoerlade of de achterste uitvoerlade.
Beschikbaar papier voor de uitvoerlades.
UitvoerladeOndersteunde papiersoortCapaciteit
Uitvoerlade• Gewoon papier
Achterste uitvoerlade• Gewoon papier
• Gerecycled papier
• Gerecycled papier
• Envelop
• 3x5 inch, 4x6 inch, 5x7 inch
•Etiket
250 vellen (80 g/m2)
• 100 vellen (80 g/m
• 10 vellen (dik papier en enveloppen)
4. Afdrukken
• Controleer of de achterste uitvoerlade (1) aan de achterkant van de machine gesloten is. Als de achterste uitvoerlade
open is, wordt er altijd papier naar de achterste uitvoerlade uitgevoerd.
2
)
• Open of sluit de achterste uitvoerlade niet tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan dit leiden tot papierstoringen.
• De uitvoerlade gebruiken
Papier wordt uitgevoerd met de bedrukte zijde naar beneden en wordt in
chronologische volgorde opgestapeld.
Zij zijn niet beschikbaar voor enveloppen, labels of lang papier.
• Open de papiersteun, zodat de afdrukken niet uit de uitvoerbak vallen.
• De achterste uitvoerlade gebruiken
Gebruik de uitvoerlade aan de achterzijde voor het printen van enveloppen, labels
of lang papier.
Papier wordt uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven en wordt in omgekeerd
chronologische volgorde opgestapeld. Gewoon papier is ook voor deze
uitvoerlade beschikbaar.
Open de achterste uitvoerlade (1) aan de achterzijde van de machine.
1
- 67 -
Vouw de papiersteun uit.
2
Open de onderste steun.
3
4. Afdrukken
- 68 -
4. Afdrukken
Afdrukken annuleren
Als u de gegevens die momenteel worden afgedrukt of gereed zijn om te worden afgedrukt
wilt annuleren, drukt u op de knop «CANCEL (ANNULEREN)» op het bedieningspaneel.
Druk op de knop «CANCEL (ANNULEREN)» om het volgende scherm weer te geven.
Om het afdrukken te annuleren, selecteert u "Ja" en drukt u vervolgens op de knop «ENTER
(ENTER)».
Om het afdrukken voort te zetten, selecteert u "Nee" en drukt u vervolgens op de knop
«ENTER (ENTER)».
Selecteer de bestandsnaam die u wilt annuleren.
3
Druk op de knop <Delete (Verwijderen)> op het toetsenbord.
4
Controleer het scherm op het bedieningspaneel van de machine.
5
Als "Bezig met verwerking ..." of "Data aanwezig." wordt weergegeven, annuleert u het
afdrukken op het bedieningspaneel van de printer.
•Voor Mac
Selecteer [System Preferences (Systeemvoorkeuren)] in het Apple-menu.
1
Selecteer [Printers & scanners].
2
Klik op het printerpictogram.
3
Klik op [Open Print Queue… (Open de Afdrukwachtrij…)].
4
Selecteer de bestandsnaam die u wilt annuleren.
5
Klik op .
6
Controleer het scherm op het bedieningspaneel van de machine.
7
Als "Bezig met verwerking ..." of "Data aanwezig." wordt weergegeven, annuleert u het
afdrukken op het bedieningspaneel van de printer.
Als u binnen drie minuten geen keuze hebt gemaakt, verdwijnt het scherm en gaat het
afdrukken verder.
Afdrukken vanaf een computer annuleren
Als u per ongeluk een grote hoeveelheid gegevens van een computer verzendt, kunt u het
afdrukken op de computer annuleren.
• Voor Windows
Open de map "Printer".
1
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer vervolgens
2
[See what's printing (Zie wat wordt afgedrukt)].
- 69 -
5
Functie voor energiebesparing
Over energiebesparing
De tijd instellen voordat energiespaarstand geactiveerd wordt
Instellen na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de slaapstand
Instellen na hoeveel tijd de printer automatisch wordt uitgeschakeld
In dit gedeelte wordt de energiebesparende functie van de printer beschreven.
Twee energiebesparingsmodi, de energiespaarstand en de slaapstand, helpen u het energieverbruik van de printer te verminderen.
Bovendien beschikt de printer over de automatische uitschakelfunctie, waarbij de printer automatisch wordt uitgeschakeld wanneer de printer
voor een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
Over energiebesparing
In dit hoofdstuk wordt elke energiebesparingsfunctie beschreven.
Deze printer heeft drie energiebesparende functies: Energiebesparende modus, slaapstand
en automatische uitschakelfunctie.
• Energiespaarstand
Als u de machine een bepaalde tijd niet zult gebruiken, schakelt de machine naar
de energiespaarstand en wordt uitgeschakeld.
Druk op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om handmatig op
de energiespaarstand over te schakelen.
Wanneer de printer in de energiespaarstand staat, is de knop «POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)» groen verlicht.
5. Functie voor energiebesparing
• De tijd die verstrijkt voordat de machine naar de slaapstand gaat, is standaard 15 minuten. Zie "Instellen na hoeveel
tijd de printer overschakelt naar de slaapstand
overschakelt.
" voor het wijzigen van de tijd voordat de machine naar de slaapstand
• Herstel vanuit de slaapstand of de energiebesparende modus
Druk op de knop «POWER SAVE (ENERGIEBESPARING)» om te herstellen uit
de energiespaarstand of Slaapmodus.
• Het apparaat wordt ook uit de energiespaarstand gehaald wanneer het gegevens van een computer of een ander
apparaat ontvangt.
• Energiespaarmodus
De machine is uitgerust met een automatische uitschakelfunctie, die de stroom
automatisch uitschakelt als de machine gedurende een bepaalde periode niet
wordt gebruikt. Als u de printer wilt gebruiken, schakelt u de printer in.
• De tijd die verstrijkt voordat u naar de energiespaarstand gaat, is standaard één minuut. Zie "De tijd instellen
voordat energiespaarstand geactiveerd wordt
voordat de energiebesparingsmodus wordt ingeschakeld.
" voor meer informatie over het wijzigen van de tijd die verstrijkt
• Slaapstand
De printer gaat van de energiebesparende modus naar de slaapstand wanneer de
printer gedurende de ingestelde tijd in de energiebesparende modus staat. In de
slaapstand zijn de printerstatus en het stroomverbruik bijna hetzelfde als wanneer
de stroom is uitgeschakeld.
Wanneer de printer in de slaapstand staat, knippert de knop «POWER SAVE
(ENERGIEBESPARING)».
• Als er een fout is opgetreden, gaat de machine niet naar de slaapstand.
• Het duurt vier uur voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld.
Instellen na hoeveel tijd de printer automatisch wordt uitgeschakeld" om de periode voordat de printer wordt
•Zie "
uitgeschakeld te wijzigen.
• In de fabriek is ingesteld dat de printer standaard niet automatisch wordt uitgeschakeld terwijl deze verbinding maakt
met het netwerk. Om de automatische uitschakelfunctie in te schakelen terwijl u verbinding maakt met het netwerk,
raadpleegt u "
De tijd instellen voordat energiespaarstand geactiveerd
wordt
5. Functie voor energiebesparing
• Beschikbare waardes zijn als volgt. De fabrieksinstelling is 1 minuut.
1 minuut, 2 minuten, 3 minuten, 4 minuten, 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 30 minuten, 60 minuten
(Voor de C824 is [60 minutes (60 MIN)] niet beschikbaar.)
• Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)»
om de printer uit deze stand te halen.
• Controleer of het bericht "Klaar voor afdruk" verschijnt. Als het bericht niet wordt weergegeven, drukt u op de knop
«ON LINE (ONLINE)».
Druk op de «Fn» knop op het bedieningspaneel.
1
Voer «2» «0» «0» in op het numeriek toetsenblok en druk vervolgens op de
2
knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)».
4
Druk op de scrolknop of om de tijd op te geven en druk vervolgens op
3
de knop «ENTER (ENTER)».
- 72 -
Instellen na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de
slaapstand
5. Functie voor energiebesparing
• Beschikbare waardes zijn als volgt. De fabrieksinstelling is 15 minuut.
1 minuut, 2 minuten, 3 minuten, 4 minuten, 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 30 minuten, 60 minuten
(Voor de C824 is [60 minutes (60 MIN)] niet beschikbaar.)
• Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)»
om de printer uit deze stand te halen.
• Controleer of het bericht "Klaar voor afdruk" verschijnt. Als het bericht niet wordt weergegeven, drukt u op de knop
«ON LINE (ONLINE)».
Druk op de «Fn» knop op het bedieningspaneel.
1
Voer «2» «0» «1»in op het numeriek toetsenblok en druk vervolgens op de
2
knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)».
4
Beperkingen in de slaapstand
Het apparaat gaat niet in de Slaapstand in het volgende geval:
• Wanneer er een fout op het apparaat optreedt
• Toegangsbeheer in de Toegangsbeheerinstellingen wordt ingeschakeld en Plaatselijke
IC-kaart of LDAP IC-kaart in de authenticatiemethode wordt ingeschakeld.
• Wanneer [Admin Setup (Beheerdersinst.)] > [Panel Setup (Paneelinstellingen)] > [Paper
setup when paper exchange (Papierinstelling bij papierwisseling)] is ingesteld op "Aan"
en de printer blijft staan met het papierbevestigingsbericht op het scherm, gaat de printer
niet in slaapstand.
Druk op de scrolknop of om de tijd op te geven en druk vervolgens op
De machine is uitgerust met de automatische uitschakelfunctie, die de machine automatisch
uitschakelt als deze gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
Er zijn drie opties voor de instelling ‘Autom. Uitschakelen’. Standaard is [Auto Config (Autoconfig)] vanuit de fabriek ingesteld.
• [Auto Config (Auto-config)]: Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld nadat het een
bepaalde tijd niet is gebruikt, tenzij de volgende opties van het apparaat actief zijn.
- Een LAN kabel is verbonden naar de netwerk interface verbinding.
- Draadloze LAN is ingeschakeld.
• [Enable (Inschak.)]: Als u het apparaat een bepaalde tijd niet gebruikt, wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld.
• [Disable (Uitsch.)]: De functie ‘Autom. uitschakelen’ wordt uitgeschakeld. De machine
schakelt zich niet automatisch uit.
• Het apparaat wordt niet automatisch uitgeschakeld in het volgende geval:
- In de fabrieksinstelling schakelt de machine bij aansluiting op een netwerk niet automatisch uit (bekabeld en
draadloos).
- Wanneer er een fout is opgetreden
Druk op de scrolknop of om de gewenste waarde te selecteren en druk
5
op de knop «ENTER (ENTER)».
Zorg ervoor dat [*] links van de ingestelde tijd wordt weergegeven.
6
Druk op de knop «BACK (TERUG)» om het bericht [Ready To Print (KKlaar
7
voor afdruk)] weer te geven.
Volg de stappen hieronder om de instelling voor ‘Autom. uitschakelen’ te wijzigen.
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Admin Setup
1
(Beheerdersinst.)] te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk
2
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Druk verschillende malen op de scrolknop om [Power Setup (Stroom inst.)]
3
te kiezen en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk verschillende malen op de knop om [Auto Power Off (Autom.
4
uitschakelen)] te selecteren en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
- 74 -
Instellen na hoeveel tijd de printer automatisch wordt
uitgeschakeld
• Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)»
om de printer uit deze stand te halen.
• Controleer of het bericht "Klaar voor afdruk" verschijnt. Als het bericht niet wordt weergegeven, drukt u op de knop
«ON LINE (ONLINE)».
Druk op de «Fn» knop op het bedieningspaneel.
1
Voer «2» «0» «2» in op het numeriek toetsenblok en druk vervolgens op de
2
knop «ENTER (ENTER)».
• Beschikbare waardes zijn als volgt. De fabrieksinstelling is 4 uur.
1 uur, 2 uren, 3 uren, 4 uren, 8 uren, 12 uren, 18 uren, 24 uren
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)».
4
5. Functie voor energiebesparing
Druk op de scrolknop of om de tijd op te geven en druk vervolgens op
3
de knop «ENTER (ENTER)».
- 75 -
6
Problemen verhelpen
Wanneer een foutbericht verschijnt op het scherm (wanneer de indicator LET OP oplicht/knippert)
Foutmeldingen
Wanneer papierstoringen optreden
Andere problemen
Dit hoofdstuk biedt oplossingen voor problemen die u tegen kunt komen terwijl u handelingen uitvoert op uw machine.
De betekenis van de symbolen in foutberichten is als volgt.
• %COLOR% : Geldt voor cyaan (C), magenta (M), geel (Y) of zwart (K).
• %TRAY% : Geldt voor lade 1, lade2, lade3, lade4, lade5 of de MP-lade.
• %COVER% : Geldt voor de voorklep of de bovenklep (uitvoerlade).
• %CODE% : Een codenummer van 1 tot 3 cijfers. Het codenummer varieert afhankelijk van de fout.
• %MEDIA_SIZE% : Papierformaat.
• %MEDIA_TYPE% : Papiersoort.
• %NUM% : Nummer van alle gebieden met een papierstoring.
Wanneer het bericht "Lees het gedeelte help voor meer informatie" verschijnt op het bedieningspaneel, kunt u de foutmeldingscode en
oplossing raadplegen door op het bedieningspaneel op de knop «HELP (HELP)» te drukken.
Wanneer een foutbericht verschijnt op het scherm
6. Problemen verhelpen
(wanneer de indicator LET OP oplicht/knippert)
Wanneer er een probleem met de printer optreedt, verschijnt een foutbericht op het scherm
en de indicator «ATTENTION (ATTENTIE)» op het bedieningspaneel licht op of knippert.
Controleer het foutbericht en verhelp het probleem volgens de relevante procedure.
Wanneer "Raadpleeg help voor meer info" verschijnt op het scherm, drukt u op de knop
«HELP (HELP)» om een oplossing weer te geven. (Als u op de «HELP (HELP)»-knop drukt
terwijl het bericht niet wordt weergegeven, verschijnt er geen oplossing op het scherm.)
• Als een zoekwoord wordt weergegeven, opent u de app op uw smartphone of bezoekt u de "website" en voert u
het zoekwoord in onder [ENTER FAQ KEYWORD OR PHRASE (Voer zoekwoord of volledige zin in)] onder [FAQ
(FAQ)] om de oplossing te zoeken.
• Als een zoekwoord wordt weergegeven terwijl de NFC-functie is ingeschakeld, brengt u het NFC-apparaat naar de
NFC-markering op het bedieningspaneel. De oplossing wordt weergegeven op het apparaat. Voor meer informatie
raadpleegt u "Gebruik vanaf een mobiel apparaat (Uitgebreide gids)".
Scherm wanneer op de knop «HELP (HELP)» wordt gedrukt
1Foutcode
2Meetmethode
3Blader omhoog op het scherm
4Blader omlaag op het scherm
1Indicator «ATTENTION (ATTENTIE)»
2Bericht op het scherm
3«HELP (HELP)»-knop
- 77 -
6. Problemen verhelpen
Foutmeldingen
Zie de uitleg van het bericht en behandel het probleem.
Bij "XXX" wordt afhankelijk van de printerstatus een ander bericht weergegeven.
Wanneer "Raadpleeg help voor meer info" verschijnt onderin het scherm, drukt u op de knop
«HELP (HELP)» om de foutcode en een oplossing weer te geven.
BerichtFoutcodeIndicato
r
Afwijking in de interne
database gedetecteerd.
De gegevens moeten
worden verwijderd.
Na het drukken op [Enter
(Enter)] worden de
gegevens verwijderd, de
machine start opnieuw.
PU Flash-fout-Wordt
Gegevens aanwezig--De gegevens worden nog steeds niet afgedrukt.
Taal wijzigen
Een ogenblik geduld
Taalwijziging mislukt
Fout nr.: %CODE%
XXX
%COLOR% toner bijna
leeg.
Zoeken op trefwoord:
P10081
--De database in the machine is beschadigd.
Druk op de knop «ENTER (ENTER)».
uitgescha
keld
-KnippertDe taal op het scherm wordt gewijzigd.
-KnippertTaalomschakeling op het scherm mislukt.
-Licht opDe aangegeven toner op het scherm is bijna leeg. Leg een
-Licht opOpvangbak voor gebruikte toner vol. Plaats een nieuwe
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Als dezelfde fout optreedt, neem dan contact op met uw
leverancier.
Om handmatig te printen, druk op de knop «ON LINE
(ONLINE)».
Druk op de knop «CANCEL (ANNULEREN)» om de gegevens
te wissen zonder af te drukken.
Wacht enkele ogenblikken.
Druk op de aan-uitknop om het apparaat uit te schakelen en zet
het vervolgens weer aan.
nieuwe tonercartridge klaar.
Vervang de oude image drums door de nieuwe wanneer een
bericht voor het vervangen van de image drum verschijnt.
tonercartridge voor de aangegeven kleur.
De printer kan een tijdje worden gebruikt wanneer de voorklep
wordt geopend en gesloten. Vervang echter snel door een
nieuwe tonercartridge, omdat de beelddrum beschadigd kan
raken.
Oorzaak/Oplossing
BerichtFoutcodeIndicato
XXX
%COLOR%
tonersensorfout.
%COLOR% nietaanbevolen toner.
Zoeken op trefwoord:
P40947
XXX
Fusereenheid nadert einde
levensduur.
Zoeken op trefwoord:
P10979
XXX
Riemeenheid nadert einde
levensduur.
Zoeken op trefwoord:
P10978
XXX
Niet-aanbevolen
fusereenheid gedetecteerd.
Zoeken op trefwoord:
P40439
XXX
Verwissel de fusereenheid.
Zoeken op trefwoord:
P40971
r
Oorzaak/Oplossing
-Licht opEen optimum tonercartridge is niet geïnstalleerd.
Gebruik een tonercartridge die is geschikt voor uw apparaat.
Printkwaliteit is niet gegarandeerd.
540, 541,
542, 543
--Er is een PostScript-fout opgetreden.
--Er is een PDL-fout opgetreden.
-Licht opZorg voor een nieuwe image drum.
-Licht opZorg voor een nieuwe fusereenheid.
-Licht opZorg voor een nieuwe riemeenheid.
-Licht opEen optimum fusereenheid is niet geïnstalleerd.
-Licht opDe fixeereenheid is aan vervanging toe.
Licht opEr is iets mis met de tonersensor voor de aangegeven kleur of
de image drum is niet juist geïnstalleerd.
Installeer de tonercartridge of image drum voor de aangegeven
kleur juist.
Als de fout zich in geel (Y) of Magenta (M) voordoet, moet u de
blauwe knop op de riemeenheid zijwaarts draaien.
Als dezelfde fout optreedt, neem dan contact op met uw
leverancier.
540: Geel, 541: Magenta (rood), 542: Cyaan (blauw), 543: Zwart
De job is afgesloten.
Druk op de knop «ENTER (ENTER)» om het bericht te wissen.
Vervang de oude image drums door de nieuwe wanneer een
bericht voor het vervangen van de image drum verschijnt.
Vervang de oude fusereenheid door de nieuwe wanneer een
bericht voor het vervangen van de fusereenheid verschijnt.
Vervang de oude riemeenheid door de nieuwe wanneer een
bericht voor het vervangen van de riemeenheid verschijnt.
Gebruik een fusereenheid die is geschikt voor uw apparaat.
Printkwaliteit is niet gegarandeerd.
Vervang de fixeereenheid door een nieuwe eenheid.
- 78 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
XXX
Niet aanbevolen
riemeenheid gedetecteerd.
Zoeken op trefwoord:
P40444
XXX
Verwissel de riemeenheid.
Zoeken op trefwoord:
P40970
XXX
%COLOR% toner is leeg.
Zoeken op trefwoord:
P40028
XXX
%COLOR% toner niet
geïnstalleerd.
Zoeken op trefwoord:
P40902
XXX
%COLOR% Niet
aanbevolen image drum
gedetecteerd.
Zoeken op trefwoord:
P40485
XXX
%COLOR% levensduur
image drum.
Zoeken op trefwoord:
P40936
XXX
%COLOR% image drum
einde levensduur,
printkwaliteit niet
gegarandeerd.
Zoeken op trefwoord:
P40936
XXX
%TRAY% leeg
r
Oorzaak/Oplossing
-Licht opEen optimum riemeenheid is niet geïnstalleerd.
Gebruik een riemeenheid die is geschikt voor uw apparaat.
Printkwaliteit is niet gegarandeerd.
-Licht opDe riemeenheid is aan vervanging toe.
Vervang de riemeenheid voor een nieuwe.
-Licht opDe aangegeven toner op het scherm is leeg. Vervang de lege
tonercassette door een nieuwe.
-Licht opDe tonercartridge voor de aangegeven kleur is niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de tonercartridge juist.
-Licht opEen optimum image drum is niet geïnstalleerd.
Gebruik een image drum die is geschikt voor uw apparaat.
Printkwaliteit is niet gegarandeerd.
-Licht opDe aangegeven image drum op het scherm moet binnenkort
worden vervangen.
Vervang de image drum door een nieuwe.
-Licht opDe aangegeven image drum op het scherm moet binnenkort
worden vervangen.
Het aantal pagina's dat u kunt afdrukken wordt weergegeven in
"%PAGES%".
-Licht opDe aangegeven image drum op het scherm moet binnenkort
worden vervangen.
Vervang de image drum door een nieuwe.
Printkwaliteit is niet gegarandeerd.
-Licht opEr is geen papier in de aangegeven lade.
Plaats het papier.
Andere lades zijn beschikbaar.
BerichtFoutcodeIndicato
Oorzaak/Oplossing
r
XXX
Bestandssysteem is vol
XXX
Bestandssysteem is tegen
schrijven beveiligd
XXX
Bestand wissen
Gegevens verwijderen-Licht opDit apparaat heeft geen kleuren toner meer. Kleuren
XXX
Gegevens verwijderen
XXX
Gewiste gegevens vol
XXX
Wacht time-out is
uitgeschakeld
XXX
Buffer voor takenlogboeken
is vol (Verwijder oude
logboeken)
XXX
NFC Unit-fout. De NFCfunctie wordt niet
ondersteund.
Druk op de ONLINE-knop
XXX
USB-hub niet ondersteund
Koppel het los
XXX
Niet-ondersteund USBapparaat gedetecteerd
Koppel het los
XXX
Incompatibel USB-apparaat
aangesloten
Koppel het los
XXX
Geen communicatie met de
SNTP-server.
-Licht opGeheugen in het bestandssysteem is vol.
Verwijder onnodige bestanden.
-Licht opHet bestand dat u probeert te schrijven is schrijfbeveiligd.
Neem contact op met de beheerder van de printer.
-Licht opBewaarde documentbestanden worden verwijderd.
Wacht enkele ogenblikken.
afdrukgegevens worden verwijderd.
Wacht enkele ogenblikken.
-Licht opVerwijderen gegevens opgeslagen in persoonlijke afdruktaken.
Wacht enkele ogenblikken.
-Licht opBestanden die verondersteld te worden gewist zijn vol. Wissen
van de bestanden.
-Licht opWacht time-out is uitgeschakeld.
--Oude takenlogboeken zijn verwijderd omdat de buffer voor
takenlogboeken vol was.
--Er is een probleem met de NFC-unit.
Functions met NFC zijn niet beschikbaar.
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Als dezelfde fout optreedt, neem dan contact op met uw
leverancier. Om dit bericht te verbergen, kies [Admin Setup
(Beheerdersinst.)] > [Others Setup (Andere configuratie)] >
[NFC Setup (NFC-instellingen)], en daarna [Disable
(Uitschakelen)].
--Een USB-hub is aangesloten. Verwijder de USB-hub.
Het apparaat ondersteunt geen USB-hub.
--USB-apparaat een niet ondersteund.
Verwijder aub het USB-apparaat.
--USB-apparaat een niet ondersteund.
Verwijder aub het USB-apparaat.
--Verkrijging van de actuele tijd van de SNTP-server is mislukt.
Controleer de server of de netwerkverbinding.
- 79 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
XXX
Verkrijgen doel-IP mislukt.
Controleer de DHCPinstellingen.
XXX
Sorteren mislukt: teveel
pagina's
Druk op de ONLINE-knop
XXX
De informatie over het
gebruiksmanagement van
de afdrukhoeveelheid niet
gelezen of geschreven heeft
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Verzoek voor duplex
afdrukken mislukt
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Kleur beperking. Mono
afgedrukt
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Kleur beperking. Taak
geweigerd
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Afdrukken beperking. Taak
geweigerd
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Logbuffer is vol. Taak
geweigerd
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Verlopen opgeslagen
bestanden zijn verwijderd
Druk op de ONLINE-knop
XXX
E-mail ontvangen is
geannuleerd
Druk op de ONLINE-knop
r
Oorzaak/Oplossing
--De DHCP-server kan niet worden gedetecteerd.
Controleer de netwerkverbinding.
--Er is een sorteerfout voor het afdrukken opgetreden.
Verminder de hoeveelheid gegevens. Als dat niet helpt,
vermindert u de grootte van de afdrukgegevens.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
-Licht opDe informatie over het gebruiksmanagement kon niet worden
-Licht opVoor de papierinstelling waarbij dubbelzijdig afdrukken niet
-Licht opEen kleuren afdruktaak werd een zwart/wit taak wegens een
-Licht opEen kleuren afdruktaak werd geannuleerd wegens een niet-
-Licht opEen afdruktaak werd geannuleerd wegens een niet-
-Licht opAfdrukgegevens zijn verwijderd omdat de logbuffer voor
-Licht opPrivate afdrukbestanden waarvan de opslagperiode is
-Licht opGeeft aan dat e-mailontvangst geannuleerd is.
gelezen.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)».
mogelijk is, is deze eenzijdig afgedrukt.
Controleer het formaat en de dikte van het papier.
niet-geautoriseerd gebruiker. Neem contact op met uw
beheerder voor kleuren afdrukken.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
geautoriseerd gebruiker. Neem contact op met uw beheerder
voor kleuren afdrukken.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
geautoriseerd gebruiker. Neem contact op met uw beheerder
voor afdrukken.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
taakverantwoording vol is.
Neem contact op met een printerbeheerder en verwijder de
logbuffer.
verstreken, zijn automatisch verwijderd.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
Het heeft de volgende mogelijkheden.
• Het formaat van de e-mail die is ontvangen, is ongeldig of
wordt niet ondersteund.
• Het bijgevoegde bestand is ongeldig of wordt niet
ondersteund.
• Het bijgevoegde bestand dat is ontvangen is te groot.
• De netwerkverbinding is verbroken.
BerichtFoutcodeIndicato
XXX
Fout bewerking
bestandssysteem <nnn
(nnn)>
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Ongeldige afdrukgegevens
ontvangen
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Taaklog Database Fout
Neem contact op met de
beheerder van het apparaat
Druk op de ONLINE-knop
XXX
IPv4 Adres Conflicteert
Wijzig IPv4 Adres
XXX
PDF-fout
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Ongeldig wachtwoord
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Schrijffout pdf-cache
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Decodeerfout opgetreden
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Decoderingsfout
opgetreden Kan bestand
niet lezen
Druk op de ONLINE-knop
XXX
Kleurentoner is leeg. Taak
geannuleerd
Druk op de ONLINE-knop
r
Oorzaak/Oplossing
-Licht opEr is een fout in het bestandssysteem opgetreden.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--Er zijn ongeldige gegevens ontvangen.
Als u private afdruktaken hebt uitgevoerd, zijn de gegevens
verwijderd omdat deze onvolledig waren. Print opnieuw.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--Een database toegangsfout is opgetreden tijdens het schrijven
of lezen van de taaklog.
Het uitschakelen en het opnieuw inschakelen van het apparaat
kan het probleem verhelpen.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--De IP-adressen toegewezen aan dit apparaat zijn ook aan een
ander apparaat gekoppeld.
Controleer de IP-adressen en wijs een ander IP-adres toe.
--Het PDF-bestand is beschadigd.
Controleer het bestand.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--Waarschuwt dat het ingevoerde wachtwoord niet overeenkomt
met het wachtwoord dat is ingesteld op gecodeerde pdf.
Het bestand wordt niet afgedrukt tenzij de wachtwoorden
overeenkomen.
--Waarschuwt dat het schrijven van een pdf-bestand naar de
cache is mislukt.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens de analyse van
beeldgegevens die zijn ingevoerd vanuit een externe bron.
Dit verschijnt als er een fout is opgetreden tijdens de analyse
van TIFF- of JPEG-gegevens in USBMemoryPrint-, DirectPrintof E-mail Print-modus.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--Het USB-Geheugen werd tijdens het afdrukken vanuit het USBGeheugen verwijderd. Verwijder het USB-Geheugen niet als er
wordt afgedrukt.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
--De afdrukgegevens zijn geannuleerd omdat de kleurentoner
leeg is.
Druk op de knop «ONLINE (ONLINE)» om het bericht te wissen.
- 80 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
XXX
Taaktype beperkt
Taak geweigerd
Druk op de ONLINE-knop
Papier plaatsen
MP-lade
%MEDIA_SIZE%
Druk op de ONLINE-knop
Papier in %TRAY%
%MEDIA_SIZE%
%MEDIA_TYPE%
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Papier in MP-lade wijzigen
%MEDIA_SIZE%
%MEDIA_TYPE%
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Papier in %TRAY%
%MEDIA_SIZE%
%MEDIA_TYPE%
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Papier plaatsen
MP-lade
%MEDIA_SIZE%
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
De balans van de
overzichtsaccount is 0.
%USERNAME%
%ACCOUNTNAME%
Verhoog de balans en druk
op [Enter (Enter)]
Druk op [Cancel
(Annuleren)] om te
annuleren.
Papier verwijderen
Uitvoerlade
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
--Er is een taak van een JobLimitation-instellingsschending
ontvangen en wanneer deze wordt genegeerd, wordt dit
aangegeven.
Als u deze taak wilt afdrukken, neemt u contact op met de
beheerder van de printer.
-Wordt
661, 662,
663, 664,
665
660KnippertHet papier in de MP-lade komt niet overeen met het opgegeven
461, 462,
463, 464,
465
460KnippertHet papier in de MP-lade komt niet overeen met het opgegeven
-KnippertHet aantal afdruktaken overschrijdt het maximale aantal.
480KnippertPapier in de uitvoerlade is vol.
uitgescha
keld
KnippertHet papier in de papierlade komt niet overeen met het
KnippertHet papier in de papierlade komt niet overeen met het
Handmatig afdrukken vanuit de MP-lade is opgegeven.
Plaats papier van het aangegeven formaat in de MP-tray en
druk vervolgens op de knop «ONLINE (ONLINE)».
opgegeven formaat. Controleer de papierinstellingen van de
toepassing en de lade en stel deze af op elkaar.
661: Lade 1, 662: Lade 2, 663: Lade 3, 664: Lade 4, 665: Lade 5
formaat. Controleer de papierinstellingen van de toepassing en
de MP-lade en stel deze af op elkaar.
opgegeven formaat. Controleer de papierinstellingen van de
toepassing en de lade en stel deze af op elkaar.
Voor papier dat zowel horizontaal als verticaal kan worden
ingesteld, controleert u de papierrichting.
461: Lade 1, 462: Lade 2, 463: Lade 3, 464: Lade 4, 465: Lade 5
formaat. Controleer de papierinstellingen van de toepassing en
de MP-lade en stel deze af op elkaar.
Voor papier dat zowel horizontaal als verticaal kan worden
ingesteld, controleert u de papierrichting.
Geen afdruktaken zijn meer toegestaan.
Neem contact op met de beheerder van de printer.
Verwijder het vouwbad.
BerichtFoutcodeIndicato
Druk op de knop ONLINE
om te herstellen
Geheugen overbelast
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Onvoldoende geheugen.
Als u meerdere functies
gebruikt, beëindig dan de
functie die wordt gebruikt
voordat u een andere
probeert.
Als het probleem niet
verbetert, verlaag dan de
resolutie.
Druk op de ONLINE-knop
Draadloze opstart mislukt
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
De draadloze firmware
versie werkt niet op dit
apparaat
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Draadloze instellingen zijn
incompleet
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Niet verbonden met een
draadloos toegangspunt
Druk op de ONLINE-knop
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Een ogenblik geduld
Melding verwerking van
gegevens
Een ogenblik geduld
Bericht gegevens schrijven
Start de printer opnieuw op.
Bericht ontvangen
gegevens OK
r
Oorzaak/Oplossing
420KnippertGegevens zijn te ingewikkeld.
Tijdens de verwerking is de fout geheugen vol opgetreden.
Verminder het volume van de afdrukgegevens.
Als dezelfde fout opnieuw wordt weergegeven, neem dan
contact op met uw dealer.
-KnippertHet geheugen is vol.
Afdrukken nadat de lopende bewerking is voltooid.
Als de fout blijft bestaan, verlaagt u de beeldkwaliteit op het
printerstuurprogramma.
517-Schakel het apparaat uit, controleer of de draadloze LAN-
module op de juiste wijze is geïnstalleerd en start het apparaat
dan opnieuw op. Als dezelfde fout zich blijft voordoen, neem
contact op met uw dealer.
504-De versie van de firmware komt niet overeen met deze machine.
Neem contact op met uw dealer.
505-Verkeerde waarden worden ingesteld of items blijven
uitgeschakeld in de draadloze LAN-instellingen.
Controleer de draadloze instellingen.
Als de fout aanhoudt, initialiseert u de netwerkinstellingen en
stelt u de instellingen van het draadloze netwerk opnieuw in.
506-Geen draadloze LAN-toegangspunten worden gevonden.
Zorg ervoor dat het toegangspunt is ingeschakeld.
Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de
draadloze LAN.
--Bijwerken berichten op het bedieningspaneel.
Een ogenblik geduld.
--Bijwerken berichten op het bedieningspaneel.
Een ogenblik geduld.
--Bijgewerkte berichten op het bedieningspaneel is voltooid.
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
- 81 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
Controleer de gegevens
Bericht
gegevensschrijffout<%COD
E%>
Druk op de knop ONLINE
om te herstellen
Ontvangstgegevens timeout
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Fout bij het updaten van
firmware
Probeer het opnieuw
Als het netwerk niet werkt,
probeer de firmware update
dan via USB
Papier plaatsen
%TRAY%
%MEDIA_SIZE%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Papier plaatsen
MP-lade
%MEDIA_SIZE%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Papiercassette installeren
%TRAY%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Vervang de toner
Afvaltoner %COLOR% vol
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Toner installeren
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
--Het schrijven van berichtgegevens naar de printer is mislukt.
Controleer of het bijgewerkte bericht overeenkomt met de
printer.
519KnippertBij het ontvangen van gegevens via Port9100, LPR, FTP, I P P,
WSD of e-mail, heeft er een time-out plaatsgevonden in de
stream.
--De firmware bijwerken mislukt.
Opnieuw updaten.
491, 492,
493, 494,
495
490KnippertMP-lade is leeg.
430, 431,
432, 433,
434, 440,
441, 442,
443
415, 416 KnippertOpvangbak voor det tonercartridge is vol. Door de klep aan de
410, 411,
412, 413
KnippertEr is geen papier in de aangegeven lade. Plaats papier van de
Stel papierformaat.
Als het papier is ingesteld, is het deksel van de papierset niet
ingesteld. Verlaag de papierklep.
KnippertDe aangegeven papiercassette bevindt zich niet in de printer.
Plaats de aangegeven papiercassette.
Als de cassette al in de printer zit, trekt u de cassette uit en duwt
u deze vervolgens terug naar binnen zodat deze juist in de
printer zit.
430, 440: Lade 1
431, 441: Lade 2
432, 442: Lade 3
433, 443: Lade 4
434: Lade 5
voorzijde te openen en te sluiten kan het apparaat weer een
tijdje afdrukken maar dit kan wel de image drum beschadigen.
Vervang de tonercartridge zo snel mogelijk door een nieuwe.
415: Magenta (rood), 416: Cyaan (blauw)
KnippertDe aangegeven cartridge heeft geen toner meer.
Door de klep aan de voorzijde te openen en te sluiten kan het
apparaat weer een tijdje afdrukken maar dit kan wel de image
drum beschadigen. Vervang de tonercartridge zo snel mogelijk
door een nieuwe.
410: Geel, 411: Magenta (rood), 412: Cyaan (blauw), 413: Zwart
BerichtFoutcodeIndicato
Niet aanbevolen toner
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Toner niet geïnstalleerd
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Niet aanbevolen image
drum
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Image drum niet
geïnstalleerd
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Voorzichtig: Niet-origineel
verbruiksartikel
gedetecteerd
Raadpleeg de
gebruikershandleiding
"Problemen oplossen" om
de werking van de machine
te herstellen
Papierstoring treed top
Paper over in %NUM%
plaats(en)
Verwijder het papier
Druk op Help voor details
Fout tonersensor
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
709KnippertDeze fout betekent dat er een niet-origineel OKI-verbruiksartikel
in de machine is geïnstalleerd.
De garantie is van toepassing wanneer het product wordt
gebruikt met de juiste originele OKI- verbruiksartikelen. Wees
voorzichtig bij het kiezen van andere verbruiksartikelen. Het
volledige risico met betrekking tot de kwaliteit en prestaties van
het product door het gebruik van niet-originele OKIverbruiksartikelen is voor uw rekening. Als het product defect
blijkt te zijn als gevolg van niet-originele OKI-verbruiksartikelen,
neemt u de kosten voor uw rekening van alle noodzakelijke
onderhoud, reparatie of herstel, aangezien onze garantie deze
defecten mogelijk niet dekt.
Om deze risico's te aanvaarden en de werking te herstellen:
1) Schakel de printer uit.
2) Schakel de machine in. Druk op de knop «CANCEL
(ANNULEREN)» wanneer [PLEASE WAIT (EEN OGENBLIK
GEDULD)] wordt weergegeven.
3) Laat de knop «CANCEL (ANNULEREN)» los wanneer
[Ready to Print (Klaar om af te drukken)] wordt weergegeven.
Opmerking: Deze bewerking zal worden vastgelegd voor
toekomstig gebruik.
632, 633,
634, 635
637KnippertEr is een papierstoring opgetreden bij de voorklep. Open de
638KnippertEr is een papierstoring opgetreden onder de image drum.
639, 640 KnippertEr is papier vastgelopen in de buurt van de fusereenheid.
641, 642 KnippertEr is een papierstoring opgetreden. Er is vastgelopen papier bij
540, 541,
542, 543
KnippertEr is een papierstoring opgetreden. Er is vastgelopen papier in
het gedeelte voor papierinvoer.
Verwijder het vastgelopen papier.
632: Lade2, 633: Lade3, 634: Lade4, 635: Lade5
voorklep en verwijder het vastgelopen papier.
Verwijder het vastgelopen papier.
Verwijder het vastgelopen papier.
639, 640: Fusereenheid
de duplexeenheid.
Verwijder het vastgelopen papier.
641: Duplexeenheid, achterzijde van de duplexeenheid
642: Duplexeenheid, middengedeelte van de duplexeenheid
KnippertDe tonercartridge voor de aangegeven kleur is niet goed
vergrendeld.
Controleer of de blauwe hendel (tonercartridgevergrendeling)
van de tonercartridge gedraaid is totdat deze in de richting van
de aan de achterkant staat.
Als de fout zich voordeed in cyaan en de vergrendelingshendel
van de tonercartridge is gedraaid totdat deze in de richting van
de aan de achterkant staat, controleer dan of de 2 blauwe
knoppen op de bandeenheid correct zijn vergrendeld.
540: Geel, 541: Magenta (rood), 542: Cyaan (blauw), 543: Zwart
BerichtFoutcodeIndicato
Papier controleren
Meervoudige papierinvoer
%TRAY%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Papier controleren
Papierformaatfout
%TRAY%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
401KnippertDe aangegeven lade voedt meerdere vellen papier per keer.
Haal de cassette uit de lade en plaats opnieuw papier.
Open en sluit na het laden de voorklep om de fout op te heffen.
400Knippert Papierformaatfout opgetreden in de aangegeven lade. Zorg
ervoor dat de afmeting van het geplaatste papier in de lade
overeenkomt met de instelling van de draaischijf voor
papierformaat in de papiercassette. Plaats het papier volgens
het papierformaat en de richting ingesteld voor de draaischijf
voor papierformaat.
Als de draaischijf voor papierafmetingen verkeerd staat
ingesteld, annuleer eerst het afdrukken, stel dan de draaischijf
voor papierafmetingen in en print hierna opnieuw.
Zorg ervoor dat de cassette niet tegelijkertijd meerdere vellen
papier doorvoert na het opnieuw afdrukken. Als dit gebeurt,
verwijder het papier en plaats het papier op een correcte wijze.
Open en sluit de voorklep om de fout op te heffen.
- 83 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
Papierstoring treed top
Paper over in %NUM%
plaats(en)
Verwijder het papier
Druk op Help voor details
Duplexeenheid installeren
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
390KnippertPapier is vastgelopen in het papierinvoerpad van de MP-lade.
Verwijder het vastgelopen papier.
391, 392,
393, 394,
395
380KnippertEr is een papierstoring opgetreden bij de voorklep.
381KnippertEr is een papierstoring opgetreden onder de image drum.
382, 383,
385
370, 371,
373
372KnippertEr is papier vastgelopen in het papierinvoerpad van de
360KnippertDe duplexeenheid is niet juist geïnstalleerd. Installeer de
KnippertEr is een papierstoring opgetreden in het papierinvoerpad vanuit
de aangegeven lade.
Verwijder het vastgelopen papier.
Als er geen papier is vastgelopen, kan het zijn dat de
papiertoevoer niet goed werkt.
Verminder het aantal vellen papier dat in de papiercassette is
geplaatst. Zorg ervoor dat het papier stoppers in de juiste positie
worden ingesteld.
391: Lade 1, 392: Lade 2, 393: Lade 3, 394: Lade 4, 395: Lade 5
Open de voorklep en verwijder het vastgelopen papier.
Als er geen vastgelopen papier zichtbaar is, sluit dan de
voordeksel. Als de fout blijft bestaan is het mogelijk dat er een
papierstoring is opgetreden in de duplexeenheid.
Verwijder het vastgelopen papier.
KnippertEr is een papierstoring opgetreden bij de fuser.
Verwijder het vastgelopen papier.
382: Aan de achterkant van de machine, in de buurt van de
uitvoerbak
383: Aan de achterkant van de machine, in de buurt van de
duplexeenheid
385: Aan de achterkant van de machine, in de buurt van de
fusereenheid
KnippertEr is een papierstoring opgetreden bij de duplexeenheid.
Trek de duplexeenheid naar buiten en verwijder het vastgelopen
papier.
Zorg er bij foutcode 373 voor dat er geen papier in de printer
achterblijft nadat u de duplexeenheid hebt uitgetrokken.
duplexeenheid.
Open de voorklep en verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier onzichtbaar is, trekt u de duplexeenheid aan de
achterzijde van het apparaat uit en controleert u of er papier is
vastgelopen in de duplexeenheid of het apparaat.
duplexeenheid.
BerichtFoutcodeIndicato
Nieuwe image drum
installeren
De levensduur van de
image drum is bereikt
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Nieuwe image drum
installeren
De levensduur van de
image drum is bereikt
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Nieuwe image drum
installeren
De levensduur van de
image drum is bereikt
%COLOR%
Druk op de knop Online om
de levensduur te verlengen
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Nieuwe image drum
installeren
Install. nieuwe beelddrum
Afdrukken uitgeschakeld
vanwege lage levensduur
beelddrum.
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Nieuwe fusereenheid
installeren
De levensduur van de
fusereenheid is bereikt
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Nieuwe riemeenheid
installeren
De levensduur van de
riemeenheid is bereikt
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
350, 351,
352, 353
560, 561,
562, 563
564, 565,
566, 567
680, 681,
682, 683
354Knippert De fixeereenheid is aan vervanging toe.
355KnippertDe riemeenheid is aan vervanging toe.
KnippertDe aangegeven image drum op het scherm moet binnenkort
worden vervangen.
Vervang de image drum door een nieuwe.
Door de voorklep te openen en te sluiten kan het apparaat weer
een tijdje afdrukken. Vervang het zo snel mogelijk door een
nieuwe.
350: Geel, 351: Magenta (rood), 352: Cyaan (blauw), 353: Zwart
KnippertDe aangegeven image drum op het scherm moet binnenkort
worden vervangen.
Vervang de image drum door een nieuwe.
560: Geel, 561: Magenta (rood), 562: Cyaan (blauw), 563: Zwart
KnippertDe aangegeven image drum op het scherm moet binnenkort
worden vervangen.
Vervang de image drum door een nieuwe.
Door de knop «ONLINE» te drukken kan het apparaat weer een
tijdje afdrukken. Vervang de eenheid zo snel mogelijk door een
nieuwe om de afdrukkwaliteit te garanderen.
564: Geel, 565: Magenta (rood), 566: Cyaan (blauw), 567: Zwart
KnippertHet afdrukken is gestopt omdat de aangegeven image drum op
het scherm aan vervanging toe is. Vervang de drum door een
nieuwe image drum om te kunnen afdrukken.
680: Geel, 681: Magenta (rood), 682: Cyaan (blauw), 683: Zwart
Vervang de fixeereenheid door een nieuwe eenheid.
Door de voorklep te openen en te sluiten kan het apparaat weer
een tijdje afdrukken. Vervang de eenheid zo snel mogelijk door
een nieuwe om de afdrukkwaliteit te garanderen.
Vervang de riemeenheid voor een nieuwe.
Door de klep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een
tijdje afdrukken. Vervang de eenheid zo snel mogelijk door een
nieuwe om de afdrukkwaliteit te garanderen.
- 84 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
Fusereenheid controleren
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Nieuwe riemeenheid
installeren
De levensduur van de
riemeenheid is bereikt
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Controleer tonercartridge
Onjuiste positie
vergrendelingshendel
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Image drum controleren
%COLOR%
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Fusereenheid controleren
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Niet-aanbevolen
fusereenheid
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Fusereenheid niet
geïnstalleerd
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Riemeenheid controleren
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Niet aanbevolen
riemeenheid
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Riemeenheid niet
geïnstalleerd
Raadpleeg Help voor meer
informatie
r
Oorzaak/Oplossing
348KnippertDe fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de
fixeereenheid en installeer de eenheid opnieuw. Als de fout
aanhoudt na het opnieuw installeren, vervang de fixeereenheid
door een nieuwe.
356KnippertAfvaltonerbak van de riemeenheid is vol. Vervang de
riemeenheid voor een nieuwe. Door de klep aan de voorkant te
openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken.
Afdrukken stopt nadat 500 vellen zijn afgedrukt.
544, 545,
546, 547
340, 341,
342, 343
320KnippertDe fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de
698-01,
698-02,
698-03,
698-04,
698-06
699KnippertDe fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de
330KnippertDe riemeenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de
688-01,
688-02,
688-03,
688-04
689KnippertDe riemeenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de
KnippertEen aangegeven kleuren-tonercartridge op het scherm is niet
geïnstalleerd.
Zorg dat de tonercartridgevergrendeling (blauwe) aan de
rechterzijde is gedraaid totdat deze in de richting van de aan
de achterkant staat. Als de hendel in de juiste positie staat,
controleer dan of de witte beschermfolie verwijderd is.
544: Geel, 545: Magenta (rood), 546: Cyaan (blauw), 547: Zwart
KnippertDe aangegeven image drum is niet juist geïnstalleerd.
Verwijder de image drum en installeer deze opnieuw.
340: Geel, 341: Magenta (rood), 342: Cyaan (blauw), 343: Zwart
fixeereenheid en installeer de eenheid opnieuw.
KnippertControleer het modelnummer van de fusereenheid dat in de
gebruikershandleiding wordt vermeld. Gebruik een fusereenheid
die is geschikt voor uw apparaat.
fusereenheid en installeer de eenheid opnieuw.
riemeenheid en installeer de eenheid opnieuw.
KnippertControleer het modelnummer van de riemeenheid dat in de
gebruikershandleiding wordt vermeld. Gebruik een riemeenheid
die is geschikt voor uw apparaat.
riemeenheid en installeer de eenheid opnieuw.
BerichtFoutcodeIndicato
%COVER% open.
Raadpleeg Help voor meer
informatie
Een ogenblik geduld
Bezig met opnieuw
opstarten <n>
Uitschakelen en wacht even
126:condenseringsfout
r
Oorzaak/Oplossing
310, 311 KnippertAangegeven klep is open. Sluit de kap.
310: Uitvoerlade (bovenklep), 311: Voorkap
-Licht opDe printer opnieuw starten.
Wacht enkele ogenblikken.
Fatal 126 KnippertEr is condensatie opgetreden in de printer.
Schakel de printer uit en na enige tijd weer in.
- 85 -
6. Problemen verhelpen
BerichtFoutcodeIndicato
Start de printer opnieuw op.
nnn:fout
r
Oorzaak/Oplossing
131, 132,
133, 134
136-02,
136-03,
136-04,
980
166-03KnippertDe binnenkant van de printer is heet. Verwijder eventuele
166-04KnippertDe binnenkant van de printer is koud. Verhoog de
181KnippertDit is een duplexeenheidsfout. Schakel de stroom uit en
KnippertEr is een papierstoring opgetreden bij of in de buurt van de
fuser.
Schakel de printer uit en na enige tijd weer in.
Als de fout na het herstarten blijft bestaan, neem dan contact op
met uw dealer en vertel hen het nummer in de foutmelding en
hoe de machine werkt.
voorwerpen die de ventilatiegaten op de printer blokkeren en
start de printer opnieuw op. Als dezelfde fout opnieuw wordt
weergegeven, neem dan contact op met uw dealer.
kamertemperatuur en start de printer opnieuw op. Als dezelfde
fout opnieuw wordt weergegeven, neem dan contact op met uw
dealer.
installeer de duplexeenheid opnieuw. Als dezelfde fout opnieuw
wordt weergegeven, neem dan contact op met uw dealer.
KnippertInformatie verbruiksartikelen niet gevonden.
Als het volgende nummer wordt weergegeven, vervangt u het
bijbehorende verbruiksartikel.
231-05 tot 231-08: Tonercartridge / Image drum
231-23: Fusereenheid/Riemeenheid
Schakel de printer uit en na enige tijd weer in.
Als de fout na het herstarten blijft bestaan, neem dan contact op
met uw dealer en vertel hen het nummer in de foutmelding en
hoe de machine werkt.
KnippertEr is een papierstoring opgetreden bij of in de buurt van de
fuser.
Controleer of de grootte en de dikte van het papier in de lade
juist is.
Schakel de printer uit en na enige tijd weer in.
Als de fout na het herstarten blijft bestaan, neem dan contact op
met uw dealer en vertel hen het nummer in de foutmelding en
hoe de machine werkt.
kamertemperatuur en start de printer opnieuw op. Als dezelfde
fout opnieuw wordt weergegeven, neem dan contact op met uw
dealer.
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Als dezelfde fout optreedt, neem dan contact op met uw
leverancier.
"*" is een 3-cijferige foutcode. Het nummer dat wordt
weergegeven, verandert afhankelijk van de soort fout.
Start de printer opnieuw op.
nnn:Fatal Error
PC:nnnnnnnn
LR:nnnnnnnn
FR:nnnnnnnn
- 86 -
BerichtFoutcodeIndicato
r
Fatal,
002~011,
F0C, F0D,
FFE, FFF
KnippertEr is een fatale fout opgetreden op de printer.
Oorzaak/Oplossing
Neem contact op met uw dealer en vertel hem het nummer in de
foutmelding en hoe de machine werkt.
De foutcode wordt weergegeven binnen het bereik van 0x001
tot 0xfff.
6. Problemen verhelpen
Wanneer papierstoringen optreden
Deze paragraaf beschrijft het handelen als er een papierstoring optreedt.
Controleer de foutcode op het bedieningspaneel en bekijk de overeenkomstige paragraaf.
Er is een papierstoring opgetreden bij de duplexeenheid.
Verwijder de duplexeenheid (1) door deze omhoog te trekken terwijl u de
1
middelste uitsparing aan de achterzijde van het apparaat vasthoudt.
Controleer op vastgelopen papier in de machine. Als er vastgelopen papier is,
2
verwijdert u het.
- 87 -
• Als het papier niet zichtbaar is, controleer dan het binnenste gedeelte van de printer.
• Als het papier uit de printer is versnipperd of gescheurd, verwijder dan alle papierfragmenten uit het apparaat,
zodat er geen papier meer in het apparaat zit.
Controleer op vastgelopen papier in de duplexeenheid. Als er vastgelopen
3
papier is, trekt u het voorzichtig uit. Controleer de achterzijde van de
6. Problemen verhelpen
duplexeenheid en als het vastgelopen papier er nog zit, verwijder het
voorzichtig.
Open de bovenste klep van de duplexeenheid (2) en controleer op
4
vastgelopen papier. Als er papier is vastgelopen, trekt u het voorzichtig uit en
sluit u vervolgens de klep.
Plaats de duplexeenheid (1) terug in de machine.
5
Foutcode "372"
Er is een papierstoring opgetreden bij de voorklep.
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterkant van de machine en trek de
1
hendel (1) van de voorklep open om de voorklep (2) naar voren te openen.
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier in de richting van de pijl als u een
2
rand van het vastgelopen papier kunt zien, en ga vervolgens naar stap 8. Als u
geen vastgelopen papier kunt vinden, gaat u naar stap 3.
De procedure is voltooid.
- 88 -
6. Problemen verhelpen
Verwijder de duplexeenheid (3) door deze schuin omhoog te trekken terwijl u
3
de middelste uitsparing aan de achterzijde van de machine vasthoudt.
Controleer op vastgelopen papier in de machine. Als er vastgelopen papier is,
4
verwijdert u het.
duplexeenheid en als het vastgelopen papier er nog zit, verwijder het
voorzichtig.
Open de bovenste klep van de duplexeenheid (4) en controleer op
6
vastgelopen papier. Als er papier is vastgelopen, trekt u het voorzichtig uit en
sluit u vervolgens de klep.
Plaats de duplexeenheid (3) terug in de machine.
7
• Als het papier niet zichtbaar is, controleer dan het binnenste gedeelte van de printer.
Controleer of vastgelopen papier in de duplexeenheid. Als er vastgelopen
5
papier is, trekt u het voorzichtig uit. Controleer de achterzijde van de
- 89 -
Sluit de voorklep (2).
8
De procedure is voltooid.
6. Problemen verhelpen
Foutcode "380", "401", "637"
Er is een papierstoring opgetreden bij de voorklep.
Wanneer foutcode 401 wordt weergegeven, is het mogelijk dat papier automatisch is
uitgeworpen. Open en sluit in dit geval de voorklep om de fout op te heffen.
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterkant van de machine en trek de
1
hendel (1) van de voorklep open om de voorklep (2) naar voren te openen.
- 90 -
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier in de richting van de pijl als u een
2
rand van het vastgelopen papier kunt zien.
• Als er geen vastgelopen papier zichtbaar is, sluit dan de voordeksel.
Als de fout blijft bestaan is het mogelijk dat er een papierstoring is opgetreden in de duplexeenheid. Zie
Foutcode "372"" om het vastgelopen papier te verwijderen.
"
Sluit de voorklep (2).
3
De procedure is voltooid.
6. Problemen verhelpen
Foutcode "381", "638"
Er is een papierstoring opgetreden in de buurt van de image drum.
Verwijder het vastgelopen papier door de onderstaande procedure te volgen.
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterkant van de machine en trek de
1
hendel (1) van de voorklep open om de voorklep (2) naar voren te openen.
- 91 -
Druk op de knop voor het openen (3) en open de uitvoerlade (4).
2
Brandwonden kunnen het gevolg zijn.
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
Verwijder alle vier de afbeeldingsdrums en leg ze op een vlakke ondergrond.
3
6. Problemen verhelpen
• Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar
is.
Bedek de verwijderde afbeeldingsdrums met papier, zodat de
4
afbeeldingsdrums niet worden blootgesteld aan licht.
- 92 -
Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar de achterzijde van de machine
5
toe (de richting van de pijl) als u een rand van het vastgelopen papier kunt
zien.
6. Problemen verhelpen
• Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar
is.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit terwijl u de ontgrendelingshendel (5) van de
fixeereenheid omhoog tilt als u geen rand van het vastgelopen papier kunt zien.
Als er nog steeds een rand van het vastgelopen papier in de printer zit, trekt u het
vastgelopen papier voorzichtig naar de achterzijde van de machine toe.
Plaats alle vier de afbeeldingsdrums voorzichtig terug in de machine.
6
- 93 -
Sluit de uitvoerlade (4) door stevig op het midden van de klep te drukken.
7
Sluit de voorklep (2).
8
• De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
De procedure is voltooid.
6. Problemen verhelpen
Foutcode "382", "383", "385", "639", "640"
Er is een papierstoring opgetreden in de buurt van de fusereenheid.
Verwijder het vastgelopen papier door de onderstaande procedure te volgen.
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterkant van de machine en trek de
1
hendel (1) van de voorklep open om de voorklep (2) naar voren te openen.
- 94 -
Druk op de knop voor het openen (3) en open de uitvoerlade (4).
2
Brandwonden kunnen het gevolg zijn.
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
Verwijder alle vier de afbeeldingsdrums en leg ze op een vlakke ondergrond.
3
6. Problemen verhelpen
• Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar
is.
Bedek de verwijderde afbeeldingsdrums met papier, zodat de
4
afbeeldingsdrums niet worden blootgesteld aan licht.
- 95 -
6. Problemen verhelpen
Verwijder het vastgelopen papier in de printer.
5
Trek de linkervergrendelingshendel (5) van de fixeereenheid naar voren toe.
6
Pak de fixeereenheid vast bij de handgreep (6) en til deze uit de machine.
7
Trek de ontgrendelingshendels (7) van de fixeereenheid omhoog, en trek het
8
vastgelopen papier voorzichtig naar voren toe uit.
• Als het papier naar achteren wordt getrokken, kan dit leiden tot vuile afdrukken.
- 96 -
6. Problemen verhelpen
Als het vastgelopen papier nog in de machine is, houd de beide zijden van het
9
papier vast om het voorzichtig te verwijderen.
Pak de fixeereenheid vast bij de handgreep (6) en plaats deze in de machine.
10
Duw de linkervergrendelingshendel (5) van de fixeereenheid naar achteren
11
toe.
Plaats alle vier de afbeeldingsdrums voorzichtig terug in de machine.
12
• Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar
is.
- 97 -
Sluit de uitvoerlade (4) door stevig op het midden van de klep te drukken.
13
Sluit de voorklep (2).
14
De voorklep kan niet goed worden gesloten als de uitvoerlade niet gesloten is.
6. Problemen verhelpen
Foutcodes "390", "637"
Er is een papierstoring opgetreden tijdens het invoeren van papier uit een lade.
Verwijder het vastgelopen papier door de onderstaande procedure te volgen.
Als er papier is in de MP-lade, tilt u de klep om het papier in te stellen (1)
1
omhoog en verwijdert u het papier.
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterkant van de machine en trek de
2
hendel (2) van de voorklep open om de voorklep (3) naar voren te openen.
De procedure is voltooid.
- 98 -
6. Problemen verhelpen
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier door te trekken aan de rand van
3
het papier.
• Gebruik geen geweld bij het uittrekken van papier. Dit kan de printer beschadigen.
• Als er geen papierstoring is opgetreden, is het papier niet ingevoerd. Verminder de hoeveelheid papier in de
lade.
Verwijder het papier voorzichtig langs de achterzijde als u de rand van het papier niet
kunt zien.
Sluit de voorklep (3).
4
Als u papier plaatst in de MP-lade, tilt u de klep om het papier in te stellen (1)
5
omhoog en plaatst u het papier met de afdrukzijde omhoog.
- 99 -
Klap de klep om het papier in te stellen (1) neer.
Er is een papierstoring opgetreden tijdens het invoeren van papier uit een lade.
• Als er regelmatig papierstoringen optreden, reinigt u de papierinvoerrollen. Zie "Reiniging" voor meer informatie.
In deze procedure wordt lade 1 als voorbeeld gebruikt.
Trek de papiercassette (1) voorzichtig uit het apparaat als er een fout wordt
1
aangegeven.
6. Problemen verhelpen
Schuif de papiercassette (1) weer in het apparaat.
3
Open en sluit de voorklep om de fout te verhelpen.
Steek uw vinger in de uitsparing aan de rechterkant van de machine en trek de
4
hendel (2) van de voorklep open om de voorklep (3) naar voren te openen.
Verwijder het vastgelopen papier.
2
• Als er geen papier is vastgelopen, kan het zijn dat de papiertoevoer niet goed werkt. Verminder het aantal
vellen papier dat in de papiercassette is geplaatst. Zorg ervoor dat het papier stoppers in de juiste positie
worden ingesteld.
- 100 -
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.