Oki C824, C834, C844, ES8434 Advanced manual [nl]

C824/C834/C844/ES8434
Geavanceerde handleiding
Over deze handleiding
Deze handleiding beschrijft hoe u kunt afdrukken vanaf mobiele terminals en
hoe u de OKI-kleurenprinter op verschillende manieren kunt gebruiken.
Het beschrijft ook geavanceerde functies, zoals beveiligingsinstellingen en
kleuraanpassing.
verschillende omstandigheden te bereiken.
Over beschrijvingen
Dit gedeelte beschrijft de tekens, symbolen, afkortingen en illustraties in deze handleiding.
Over markeringen
Deze handleiding gebruikt de volgende markeringen.
Markering
Geeft voorzorgsmaatregelen en beperkingen voor het correcte gebruik van het apparaat aan. Lees deze maatregelen om een verkeerde bediening te voorkomen.
Betekenis
Deze handleiding gebruikt als voorbeeld Windows 10 voor Windows, Mac OS
High Sierra 10.13 voor Mac OS en C844 als apparaat.
Deze handleiding gebruikt C844 als voorbeeld om knoppen en pictogrammen op
het bedieningspaneel, stuurprogrammaschermen, de invoermethode van tekens
en de bediening van het apparaat weer te geven.
Een pictogram van het printerstuurprogramma in elke Windows-versie wordt in
deze handleiding "Printermap" genoemd.
Afhankelijk van uw besturingssysteem kan de werkelijke weergave van het
product afwijken van de beschrijvingen in deze handleiding. Afhankelijk van het
model dat u gebruikt, zijn bepaalde functies die in deze handleiding worden be-
schreven mogelijk niet beschikbaar.
Afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt, de knoppen of iets soortgelijks op
het bedieningspaneel en de feitelijke handelingen kunnen afwijken van de be-
schrijvingen in deze handleiding.
Geeft nuttige tips en verwijzingen over hoe u het apparaat kunt ge­bruiken. We raden u aan om deze te lezen.
Verwijst naar items die u kunt raadplegen. Lees deze om de gedetail­leerde informatie te leren kennen.
Geeft aanverwante artikelen aan. Lees deze om de relevante informa­tie te leren kennen.
Over symbolen
Dit hoofdstuk beschrijft de symbolen die in deze handleiding worden gebruikt en hun betekenis.
symbool Betekenis
« » Indicatieknoppen of indicatietoetsen op het bedie-
ningspaneel van het apparaat.
[ ]
" " Verwijst naar berichten en invoerteksten die op het
< > Geeft toetsen op het toetsenbord van de computer aan.
Geeft de menunamen, itemnamen, opties, enz. aan die op het scherm van het bedieningspaneel worden weergegeven Geeft de menu's, vensters en namen van dialoogvensters aan die op het computerscherm worden weergegeven. Ze kunnen duidelijk worden onderscheiden in de be­schrijving en procedure-illustraties.
scherm worden weergegeven. Verwijst naar bestandsnamen op de computer. Geeft itemtitels aan van linkbestemmingen.
.
>
Geef de overgang van het apparaat of de computermenu's aan
Over illustraties
De illustraties in deze handleiding zijn gebaseerd op de C844. De weergegeven schermen op het bedieningspaneel die in deze handleiding wor­den weergegeven zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
- 2 -
.

Inhoudsopgave

1 Over schermen en functies van printer-drivers ........................................ 6
Windows PCL-printerdriver ............................................................................................................7
Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434) ...........................................................................9
Mac PCL-printerdriver (alleen C824) ...........................................................................................11
Mac PS-printerdriver (C834/C844/ES8434) ................................................................................15
2 Afdrukken op verschillende soorten papier ............................................ 20
Op enveloppen afdrukken ............................................................................................................21
Op etiketten afdrukken .................................................................................................................23
Afdrukken op papier met een aangepast formaat ........................................................................25
Op lang papier afdrukken ............................................................................................................28
3 De afwerking aanpassen ........................................................................... 30
De kleur aanpassen .....................................................................................................................31
De dichtheid aanpassen .............................................................................................................................31
Kleurbalans instellen (dichtheid) .................................................................................................................32
Afdrukgegevens in kleur afdrukken in grijstinten .......................................................................................32
Zwarte afwerking wijzigen .......................................................................................................................... 33
Kleurkoppeling in printerstuurprogramma gebruiken ..................................................................................35
Afdrukresultaten voor inkt simuleren .......................................................................................................... 36
Kleurscheiding ............................................................................................................................................ 37
Pas de halftoondichtheid aan .....................................................................................................................38
De Monochrome modus wijzigen ...............................................................................................................38
Kleur aanpassen met software ................................................................................................................... 39
Handmatig herstellen van kleurregistratiefout ............................................................................................39
Betere afdrukresultaten verkrijgen ...............................................................................................40
Foto's verbeteren ........................................................................................................................................ 40
Afdrukkwaliteit (resolutie) wijzigen .............................................................................................................. 41
Fijne lijnen benadrukken .............................................................................................................................42
Afdrukken met de lettertypen van de printer ...............................................................................................43
Afdrukken met de lettertypen van de computer ..........................................................................................44
Afdrukken als afbeelding ............................................................................................................................45
Witte ruimte tussen tekst en achtergrond verwijderen (Zwart overdrukken) .............................................. 45
Witte strepen aan de grenzen tussen kleuren wegwerken (Trapping) .......................................................46
4 Nuttige afdrukfuncties ............................................................................... 48
Besparing van toner en papier .....................................................................................................49
Toner besparen ...........................................................................................................................................49
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) .......................................................... 51
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (Meerdere pagina's afdrukken) ................................... 52
Verschillende afdrukfuncties ....................................................................................................... 53
Vergrootte/verkleinde afdruk ...................................................................................................................... 53
Vergroten of verkleinen om op het gespecificeerde papierformaat te passen ........................................... 54
Meerdere paginadocumenten in kopie-eenheden sorteren ....................................................................... 55
Een document opdelen om op enkele bladen af te drukken en een poster te maken ............................... 56
Een boekje maken ..................................................................................................................................... 57
Halftransparante ttekst toevoegen (watermerken) ..................................................................................... 58
Overliggende formulieren of logo's (Overlay) ............................................................................................. 59
De afdrukmethode wijzigen ........................................................................................................ 61
Alleen van de afdekking van een adnere lade afdrukken .......................................................................... 61
Handmatig één voor één afdrukken .......................................................................................................... 62
Vanaf de laatste pagina van een document afdrukken .............................................................................. 64
Automatisch een lade specificeren voor het geselecteerde papie ............................................................. 65
Automatisch naar een andere papierinvoerlade wisselen als het papier in een lade op is ........................ 66
Veelgebruikte documenten afdrukken zonder computer ............................................................................68
Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken opslaan ..................................................................... 69
Een document naar een bestand uitvoeren in plaats van het op papier af te drukken .............................. 70
PS-bestanden downloaden (C834/C844/ES8434) ....................................................................................71
Vertrouwelijk document afdrukken ..............................................................................................72
Afdrukgegevens coderen en een wachtwoord vóór het afdrukken instellen (Persoonlijke afdruk) ............ 72
Overige afdrukfuncties ................................................................................................................ 74
Afdrukken PS-fouten (C834/C844/ES8434) .............................................................................................. 74
Emulatiemodus wijzigen (Printertaal) ......................................................................................................... 75
E-mailbijlages afdrukken ............................................................................................................................ 75
In USB-geheugen gegevens afdrukken ..................................................................................................... 76
Selecteer Veelgebruikte Instellingen in het printerstuurprogramma om te gebruiken. ............................... 77
De standaardinstellingen van een printerdriver wijzigen ............................................................................ 78
Marges bewerken ...................................................................................................................................... 79
De afdrukpositie in de extra lade aanpassen ............................................................................................. 79
5 Beheer / De printer instellen ......................................................................81
De huidige instellingen controleren ............................................................................................. 82
De printerinstellingen wijzigen .................................................................................................... 83
Menu beheerdersinstellingen ..................................................................................................................... 83
Ander instelmenu ....................................................................................................................................... 90
Afdrukstatistieken ....................................................................................................................................... 96
Boot Menu .................................................................................................................................................. 97
De zoemer instellen ................................................................................................................................... 98
Melding voor papierformaatbevestiging onderdrukken .............................................................................. 98
Indien er een stroomstoring optreedt ......................................................................................................... 99
- 3 -
Gebruikersverificatie (Toegangsbeheer) ....................................................................................100
Voorbereiding (Voor Beheerder) ...............................................................................................................100
Inloggen op Dit Apparaat ..........................................................................................................................105
Afdrukken vanaf een Computer ................................................................................................................ 106
Het registreren van IC-kaart informatie ....................................................................................................109
Initialiseren ................................................................................................................................. 110
Flashgeheugen initialiseren ...................................................................................................................... 110
De netwerkinstellingen initialiseren .......................................................................................................... 111
Instellingen van het apparaat initialiseren ................................................................................................ 112
Webpagina van Deze Machine. ................................................................................................. 113
Instellen vanaf de webpagina van de printer ............................................................................................ 113
Open de web-pagina van deze machine .................................................................................................. 114
Log in als de beheerder ............................................................................................................................ 114
Beheerderswachtwoord wijzigen (webpagina) ......................................................................................... 115
De instellingen van de printer controleren en wijzigen ............................................................................. 116
Een menu-kaart opslaan als gegevensbestand ....................................................................................... 117
Energiespaarstand instellen (webpagina) ................................................................................................. 117
Slaapstand Instellen (webpagina) ............................................................................................................. 118
Automatisch Uitschakelen instellen (webpagina) ..................................................................................... 118
Communicatie coderen via SSL/TLS ........................................................................................................ 119
IPP gebruiken ...........................................................................................................................................121
Communicatie coderen via IPSec ............................................................................................................122
Limiteren via Gebruik van een IP Adres (IP Filtering). .............................................................................125
Limiteren via Gebruik van MAC adres (MAC Address Filtering). .............................................................125
E-mail waarschuwing ................................................................................................................................ 126
SNMPv3 gebruiken ...................................................................................................................................127
IEEE802.1X gebruiken (bedraad netwerk) ...............................................................................................128
IEEE802.1X instellen (draadloos netwerk) ............................................................................................... 129
Aansluiten van draadloos LAN (WPA/WPA2-EAP) ...................................................................................131
Instellen van de LDAP-server ................................................................................................................... 132
E-mailinstelling (Webpagina) ....................................................................................................................133
Over items die men kan instellen of controleren ...................................................................................... 133
6 Functie software ....................................................................................... 137
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's .......................................................................................138
Hulpprogramma's voor Windows ..............................................................................................................138
Mac hulpprogramma's .............................................................................................................................. 139
Software installeren ...................................................................................................................140
Hulpprogramma voor kleurcorrectie ..........................................................................................142
Paletkleur wijzigen ....................................................................................................................................142
Gammawaarde of tint wijzigen ................................................................................................................. 144
Afdrukken met aangepaste kleurinstellingen ............................................................................................ 145
Kleurcorrectie-instellingen opslaan .......................................................................................................... 145
Kleurcorrectie-instellingen importeren ..................................................................................................... 146
Kleurcorrectie-instellingen verwijderen .................................................................................................... 147
Hulpprogramma Kleurstalen .....................................................................................................148
Kleurmonster afdrukken ........................................................................................................................... 148
Het kleurmonster aanpassen ................................................................................................................... 149
Een bestand afdrukken met de gewenste kleur ....................................................................................... 149
PS Gamma aanpassing hulpprogramma .................................................................................. 150
Aan aangepaste halftint registreren ......................................................................................................... 150
Afdrukken met een geregistreerde halftint ............................................................................................... 151
Configuratiehulpprogramma .....................................................................................................152
Deze machine registreren ........................................................................................................................ 152
Start het Configuratiehulpprogramma ...................................................................................................... 153
De status van deze machine controleren. ................................................................................................ 153
Info van meldingen weergeven ................................................................................................................ 154
Netwerk instellen ...................................................................................................................................... 156
ICC-profiel registreren .............................................................................................................................. 157
Formulieren registreren (overlay voor formulieren) .................................................................................. 157
Beschikbare ruimte van het geheugen/de harde schijf controleren ......................................................... 158
Registreren van een gebruikersnaam ...................................................................................................... 159
Deze machine verwijderen ....................................................................................................................... 160
Beschrijvingen van schermen voor Configuratiehulpprogramma ............................................................ 161
OKI LPR hulpprogramma .........................................................................................................164
Starten van hulpprogramma OKI LPR ..................................................................................................... 164
Een apparaat in het OKI LPR-hulpprogramma registreren ...................................................................... 165
Status van een geregistreerd apparaat controleren ................................................................................. 165
Afdruktaken naar een geregistreerd apparaat doorsturen ....................................................................... 166
Hetzelfde document vanaf meerdere geregistreerde apparaten afdrukken ............................................. 167
Webpagina van het geregistreerde apparaat openen .............................................................................. 167
Het IP-adres van het geregistreerde apparaat automatisch volgen ......................................................... 168
Webpoortnummer van het apparaat instellen .......................................................................................... 168
Een bestand naar een geregistreerd apparaat in het OKI LPR-hulpprogramma verzenden ................... 169
Een onnodige afdruktaak verwijderen ...................................................................................................... 169
Bezig met de installatie ongedaan maken van het hulpprogramma OKI LPR (Installatie ongedaan maken) 170
Netwerkuitbreiding .................................................................................................................... 171
Toont de printer eigenschappen ............................................................................................................... 171
De instellingen van deze machine controleren. ....................................................................................... 172
Opties automatisch instellen .................................................................................................................... 172
Het hulpprogramma ongedaan maken .................................................................................................... 173
Netwerkkaartinstallatie (Mac) ................................................................................................... 174
Het IP-adres instellen ............................................................................................................................... 174
- 4 -
Webinstellingen configureren ................................................................................................................... 175
Network Card Setup afsluiten ...................................................................................................................175
Bewakingshulpmiddel ................................................................................................................176
Een printer registreren .............................................................................................................................. 176
Printerfirmware bijwerken .........................................................................................................................177
De printersoftware bijwerken ....................................................................................................................178
De instellingen van het bewakingshulpmiddel wijzigen ............................................................................178
Een printer verwijderen .............................................................................................................................179
Problemen met het bewakingshulpmiddel ................................................................................................180
Client voor afdruktaakverantwoording .......................................................................................181
Voor Windows ...........................................................................................................................................181
Voor Mac OS ............................................................................................................................................183
7 Gebruik vanaf een mobiel apparaat ....................................................... 184
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat .......................................................................................185
Gebruiken van Mobile Print ......................................................................................................................185
AirPrint (C834/C844/ES8434) ..................................................................................................................186
Google Cloud Print ...................................................................................................................................189
Weergeven hoe de fout op het mobiele apparaat kan worden hersteld ....................................196
Problemen met mobiele apparaten ............................................................................................197
Problemen met mobiel afdrukken ............................................................................................................. 197
Problemen met AirPrint ............................................................................................................................ 198
Google Cloud Print Problemen .................................................................................................................199
- 5 -
1

Over schermen en functies van printer-drivers

Windows PCL-printerdriver
Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)
Mac PCL-printerdriver (alleen C824)
Mac PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)
In deze sectie worden de schermen en de functies van de printerstuurprogramma’s beschreven.
1. Over schermen en functies van printer-drivers

Windows PCL-printerdriver

•[Setup] Label
Item Takenlijst
1 Stuurprogramma-instellingen Bewaar uw instellingen.
2 Lay-out van beeld Geeft een voorbeeld voor de ingestelde lay-out weer.
3 Media Specificeert de papier grootte, type, gewicht, papier aanvoer
methode, of andere instellingen.
4 Afwerking Modus Specificeert de multi-pagina-printen, boekje-printen, affiche druk of
andere instellingen.
5 2-Zijdig Printen (Duplex) Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt verrichten.
6 Hoek opslaan Specificeert de print richting.
7 Kleurmodus Hiermee schakelt u tussen afdrukken in kleur en monochroom.
8 Toner besparing Neemt de print dichtheid af om toner te bewaren.
9 Over Weergeeft de versie van de printer driver.
10 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
• [Job Options] Label
Item Beschrijving
1 Kwaliteit Geeft de resolutie voor afdrukken op.
2 Schaal Geeft de hoeveelheid vergroting/verkleining voor afdrukken op.
3 Kopieën Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
4 Type taak Geeft het afdruktype weer.
5 Printmodus Stelt in of afdrukgegevens in PCL-formaat of beeldbestand naar de
printer moeten worden verzonden.
6 Geavanceerd Stelt andere afdrukinstellingen in.
7 Standaard Stelt alle instellingen op het tabblad opnieuw in op de
standaardwaarde.
- 7 -
• [Extend] Label
Item Takenlijst
1 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken.
2 Bedekkingen Wordt ingesteld bij het afdrukken van indelingen die op voorhand als
overlays zijn geregistreerd bij de printer.
3 Lettertypes Specificeert TrueType lettertypes en printer lettertypes.
4 Gebruiker Verificatie Specificeert de gebruiker authenticatie.
1. Over schermen en functies van printer-drivers
- 8 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers

Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)

• [Layout] Label
• [Paper/Quality] Label
Item Takenlijst
1 Hoek opslaan Specificeert de print richting.
2 Printen aan Beide Zijden Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt uitvoeren.
3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's.
4 Pagina Formaat Geeft het aantal pagina's op, dat op een vel papier wordt afgedrukt
of het afdrukken van een kleine boekje.
5 Lay-out van beeld Geeft een voorbeeld voor de ingestelde lay-out weer.
6 Geavanceerd Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen in te stellen voor print
kwaliteit en een papier grootte.
Item Takenlijst
1 Lade Keuze Veranderd de papier aanvoer lade.
2 Kleur Selecteert kleur of zwartwit.
3 Geavanceerd Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen in te stellen voor print
kwaliteit en een papier grootte.
- 9 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers
• [Job Options] Label
Item Takenlijst
7 Gebruiker Autorisatie Specificeert de gebruiker autorisatie.
8 Over Weergeeft de versie van de printer driver.
9 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
• Tabblad [kleur]
Item Takenlijst
1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen. Wanneer u instelt [Toner
Saving], zal de print dichtheid verminderen om toner te besparen.
2 Taak Type Geeft het type taak en het aantal exemplaren dat gedrukt moet
worden op. [Job Type Option (Optie taaktype)] kan worden gebruikt als [Shared Print (Gedeelde afdruktaken)] of [Private Print (Persoonlijke afdruktaken)] is geselecteerd. Als u het selectievakje [Collate (Sorteren)] selecteert, worden meerdere documenten in eenheden van exemplaren gedrukt.
3 Passend op Pagina Als u het selectievakje [Resize document to fit printer page
(Documentgrootte wijzigen zodat het op het blad past)] inschakelt, wordt een document op papier van een ander formaat afgedrukt.
4 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken.
5 Bedekkingen Wordt ingesteld bij het afdrukken van indelingen die op voorhand als
overlays zijn geregistreerd bij de printer.
6 Geavanceerd Stelt andere print opties in.
Item Takenlijst
1 Kleurmodus Hiermee selecteert u de kleuraanpassingen voor kleurenafdrukken.
2 Toner besparen Bespaart toner tijdens het afdrukken.
3 Geavanceerd Stelt enkele andere afdrukinstellingen in.
4 Kleurmonster Start Color Swatch Utility.
5 Standaard Reset de instellingen op het tabblad naar hun standaard instellingen.
- 10 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers

Mac PCL-printerdriver (alleen C824)

• Paneel [Layout (Lay-out)]
Onderdeel Beschrijving
1 Pagina's per Vel Hiermee stelt u in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
2 Layout Richting Hiermee selecteert u de lay-out voor het afdrukken van meerdere
pagina's op een vel papier.
3 Grens Hiermee selecteert u de rand voor het afdrukken van meerdere
pagina's op een vel papier.
4 Tweezijdig Hiermee selecteert u het dubbelzijdig afdrukken.
5 Omgekeerde pagina oriëntatie. Hiermee selecteert u de andere stand voor het document.
6 Horizontaal omdraaien Hiermee spiegelt u de pagina's horizontaal.
• Paneel [Paper Handling (Omgaan met papier)]
Onderdeel Beschrijving
1 Pagina's om te printen. Hiermee stelt u in welke pagina's moeten worden afgedrukt.
2 Pagina Volgorde Hiermee stelt u de volgorde in waarin de pagina's moeten worden
afgedrukt.
3 Schalen om te passen op papier. Met deze optie kunt u de afdruk aanpassen aan de papiergrootte.
Of de inhoud juist wordt afgedrukt, is afhankelijk van de instellingen.
4 Bestemming Papier Grootte. Hiermee maakt u de afbeelding kleiner of groter, passend bij
papierformaat.
5 Alleen naar beneden schalen Selecteer deze optie wanneer u de afbeelding wilt verkleinen tot deze past
bij het papierformaat.
- 11 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers
• Paneel [Cover Page (Kaft)]
Onderdeel Beschrijving
1 Print Kaft Pagina Hiermee kunt u het afdrukken van een voorblad instellen.
2 Kaft Pagina Type Hiermee kunt u de tekenreeks voor het afdrukken van een voorblad
instellen.
• Paneel [Setup (Setup)]
Item Takenlijst
1 Papierbron Specificeert de methode van papierinvoer, het type, gewicht of
andere instellingen.
2 Duplex Specificeert deze instelling, als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
3 Over Weergeeft de versie van de printer driver.
4 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
• Paneel [Job Options (Taakopties)]
Specificeert de afdrukkwaliteit, enz.
- 12 -
Item Takenlijst
1 Kwaliteit Hiermee kunt u de afdrukresolutie bepalen.
2 Fotoverbetering Instellen voor het afdrukken van foto’s met levendige kleuren.
3 Trapping Instellen als er witte of gekleurde strepen verschijnen bij
overlappende objecten.
1. Over schermen en functies van printer-drivers
• [Color (Kleur)] paneel • Paneel [User Authentication (Gebruikersverificatie)]
Onderdeel Beschrijving
Item Takenlijst
1 Kleurmodus Specificeert de uitlijning naar de kleurmodus bij het afdrukken in
kleur.
2 Tonerbesparing Hiermee wijzigt u het tonerbesparingsniveau.
1 Gebruik Gebruikersauthenticatie Kies dit controle venster wanneer u de gebruiker authentificatie in
2 Gebruikersnaam De gebruikersnaam voor gebruiker authentificatie
3 Wachtwoord Het wachtwoord voor gebruiker authentificatie
4 Verificatietype Geef een authenticatiemethode op die u wilt gebruiken.
wilt stellen wanneer u print.
- 13 -
• [Supply Levels (Niveau verbruiksartikelen)] paneel
Item Takenlijst
1 Verbruiksartikelen Hiermee laat u de status van de verbruiksartikelen zien.
1. Over schermen en functies van printer-drivers
- 14 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers

Mac PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)

• [Layout] Paneel
Onderdeel Beschrijving
1 Pagina's per Vel Kiest het aantal pagina's dat wordt geprint op een vel papier.
2 Layout Richting Specificeert de layout die wordt toegepast wanneer u meerdere
pagina's print op een vel papier.
3 Grens Specificeert en type van een grens.
4 Tweezijdig Specificeert wanneer dubbel printen uitgevoerd wordt.
5 Omgekeerde pagina oriëntatie. Keert de richting van een pagina om om te printen door het kiezen
van dit controle venster.
6 Horizontaal omdraaien Draait links en rechts om te printen door het kiezen van dit controle
venster.
• [Color Matching] Paneel
Item Takenlijst
1 ColorSync Specificeert de ColorSync functie.
2 In printer Voert een kleur overeenkomst uit met deze machine.
3 Profiel Specificeert een profiel.
• [Paper Handling] Paneel
- 15 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers
Onderdeel Beschrijving
1 Vergelijk pagina's Print in eenheden van kopieën via keuze van dit controle venster.
2 Pagina's om te printen. Specificeert pagina's om te printen.
3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's.
4 Schalen om te passen op papier. Afdrukken op papierformaat. Vergroot of verkleint om op het papierformaat
te passen. Vergroot of reduceert een document om te passen op de uitvoer papier grootte door het kiezen van dit controle venster.
5 Bestemming Papier Grootte. Kiest de uitvoer papier grootte wanneer [Scale to fit paper size] controle
venster is gekozen. Alleen naar beneden schalen
6 Alleen naar beneden schalen Reduceert alleen een document om te passen op de uitvoer papier grootte
door het kiezen van dit controle venster.
• [Paper Feed] Paneel
• [Cover Page] Paneel
Onderdeel Beschrijving
1 Print Kaft Pagina Specificeert de kaft om te printen.
2 Kaft Pagina Type Specificeert een string wanneer u de kaft print
Item Takenlijst
1 Alle Pagina's Vanaf Specificeert de papier aanvoer lade. Wanneer u specificeert [Auto
Select], wordt een lade automatisch gekozen.
2 Eerste Pagina Vanaf Kies deze instelling wanneer u alleen de eerste pagina print vanaf de
gespecificeerde lade.
3 Overgebleven Vanaf Kies deze instelling om de overgebleven pagina's te printen vanaf de
gespecificeerde lade.
- 16 -
• Paneel [Kleur] • Paneel [Afdrukopties]
1. Over schermen en functies van printer-drivers
Item Takenlijst
1 Grijsschaal Geeft aan dat er monochroom afgedrukt zal worden.
2 Kleur Hiermee selecteert u afstemming op kleurmodus bij afdrukken in
kleur.
Item Takenlijst
1 Quality1, Quality2, Toevoer, Papier Geeft de printkwaliteit, tonerbesparing, het papiertype, etc. aan.
- 17 -
1. Over schermen en functies van printer-drivers
• [User Authentication] Paneel
Onderdeel Beschrijving
1 Gebruik Gebruikersauthenticatie Kies dit controle venster wanneer u de gebruiker authentificatie in
wilt stellen wanneer u print.
2 Gebruikersnaam De gebruikersnaam voor gebruiker authentificatie
3 Wachtwoord Het wachtwoord voor gebruiker authentificatie
4 Authenticatiemethode Geef een authenticatiemethode op die u wilt gebruiken.
• [Secure Print (Beveiligd afdrukken)] paneel
Item Beschrijving
1 Type taak Geeft het type taak weer. [Job Type Option (Optie taaktype)] kan
worden gebruikt als [Secure as Shared Job (Beveiligen als gedeelde taak)] of [Private Print (Privé afdrukken)] is geselecteerd.
2 Optie taaktype Geef een taaknaam op die op het bedieningspaneel moet worden
weergegeven alsook het vereiste wachtwoord voor het afdrukken.
• [Authentication type (Verificatietype)] kan via het Apple-menu worden ingeschakeld. Selecteer eerst [System Preferences (Systeemvoorkeuren)] > [Printers & Scanners (Printers en scanners)] en dan het apparaat. Schakel vervolgens het apparaat in op het tabblad [Options (Opties)] van [Options & Supplies (Opties en toebehoren)].
- 18 -
• Paneel [Voorraad]
Item Takenlijst
1 Verbruiksartikelen Geeft de resterende hoeveelheid verbruiksartikelen weer.
1. Over schermen en functies van printer-drivers
• Al naargelang de omgeving, zoals de aansluiting van het apparaat, wordt het paneel [Supply Levels (Status toebehoren)] mogelijk niet weergegeven.
- 19 -
2

Afdrukken op verschillende soorten papier

Op enveloppen afdrukken
Op etiketten afdrukken
Afdrukken op papier met een aangepast formaat
Op lang papier afdrukken
Deze paragraaf beschrijft het afdrukken op verschillende soorten papier.
2. Afdrukken op verschillende soorten papier

Op enveloppen afdrukken

Als u op enveloppen drukt, wijzig dan de instellingen van het type papier en gebruik de MP­lade en de achterste uitvoerlade.
Stel eerst een papierformaat voor de multifunctionele lade in via het bedieningspaneel. U kunt de instellingen zoals papierformaat, papierlade en papiergewicht instellen met de printerdriver.
• Dubbelzijdig printen is niet beschikbaar voor enveloppen.
• Kreukelen of plooivorming kan optreden na printen. Wees en zeker van dat u een testafduk uitvoert om te controleren dat er geen problemen bestaan.
• Laadt enveloppen met de adreszijde naar boven in de richting zoals hieronder beschreven.
- Als u enveloppen gebruikt met de klep (voor plakken) aan de lange kant (Monarch, Com-10, DL, C5), plaats ze
dan met de klep gevouwen, zodat de klep links zit, wanneer de enveloppen worden ingevoerd.
Com-10, DL, C5
C4
Laad enveloppen in de MP lade.
1
Open de achterste uitvoerlade.
2
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de menumodus te verlaten.
6
Open op de computer het bestand dat u wilt afdrukken.
7
Configureer het papierformaat, de papierbron en de afdrukstand in de
8
printerdriver en druk af.
• Als u elk vel één voor één wilt controleren tijdens het afdrukken, schakelt u het selectievakje [Feed paper individually (Papier afzonderlijk invoeren)] in het printerstuurprogramma in (of selecteert u [Yes (Ja)]). Als u continu wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Feed paper individually (Papier afzonderlijk invoeren)] uit (of selecteert u [No (Nee)]). Voor details, zie "
• Voor PCL-printerdriver voor Windows
Kies [Print] vanaf het [File] menu.
1
klik op [Preferences].
2
Kies [Envelope*] vanaf [Size] op het [Setup] label.
3
* Selecteer een type envelop.
Selecteer [Universele lade] in [Bron].
4
Selecteer [Landscape] van [Orientation].
5
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
6
[OK (OK)].
Handmatig één voor één afdrukken".
• Als u altijd op hetzelfde papierformaat of dezelfde envelop vanuit de multifunctionele lade afdrukt, registreert u de envelop op het bedieningspaneel. Als u één keer afdrukt gaat u verder met de stap Afdrukken.
• Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om de printer uit deze stand te halen.
Druk op de knop «Fn (Fn)» op het bedieningspaneel.
3
Druk op de toetsen «9», «0» op het numerieke toetsenbord en druk
4
vervolgens op de toets «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om [Envelope* (Enveloppe*)] te selecteren en druk
5
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
*Selecteer een type envelop.
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
7
• Voor Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (Bestand)] menu.
1
Klik op [Preferences (Voorkeuren)].
2
Klik op [Advanced (Geavanceerd)] op het tabblad [Layout (Lay-out)] en
3
selecteer het formaat van de envelop bij [Paper Size (Papierformaat)].
Klik op [OK (OK)].
4
- 21 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier
Selecteer [Landscape (Liggend)] bij [Orientation (Richting)] op het tabblad
5
[Layout (Lay-out)].
Selecteer [Multi-Purpose Tray (Multifunctionele lade)] in [Paper Source
6
(Papierbron)] op de tab [Paper/Quality (Papier/kwaliteit)].
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
7
[OK (OK)].
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
8
• Voor Mac PS printerdriver (C834/C844/ES8434)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
1
Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All Pages From
2
(Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed (Papierdoorvoer)].
Selecteer de envelopgrootte uit [Paper Size (Papierformaat)] en selecteer de
3
richting [Orientation (Richting)].
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
4
[Print (Afdrukken)].
Selecteer [Universele Lade (Multipurpose Tray)] in [Papierbron (Paper
5
Source)].
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
6
[Print (Afdrukken)].
• Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.
• Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.
• Voor Mac PCL-printerdriver (alleen C824)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
1
Selecteer [Enveloppe* (Envelop*)] uit [Paper Size (Papierformaat)].
2
* Selecteer een type envelop.
Selecteer de afdrukrichting met [Orientation (Oriëntatie)].
3
Selecteer [Setup (Setup)] in het paneelmenu.
4
- 22 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier

Op etiketten afdrukken

Als u op etiketten afdrukt, wijzig dan de instelling van het type papier en het papierformaat en gebruik de MP-lade en de achterste uitvoerlade.
Stel een papierformaat in voor de multifunctionele lade vanaf het bedieningspaneel. Stel vervolgens een papierformaat, papierlade en andere afdrukinstellingen met een printerdriver in.
• Dubbelzijdig printen is niet beschikbaar voor etiketten.
Etiket
Laad etiketten in de MP lade.
1
Open de achterste uitvoerlade.
2
• Om te allen tijde af te drukken op etiketten vanuit de multifunctionele cassette, registreert u het papier dat u in de printer hebt geplaatst. Om slechts eenmaal op etiketten af te drukken, gaat u verder met de procedure voor het afdrukken vanuit de printerdriver.
• Wanneer de printer zich in de energiebesparingsmodus bevindt, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om de printer uit de energiebesparingsmodus te herstellen.
Druk op de «Fn (Fn)»-toets op het bedieningspaneel.
3
Druk op de toetsen «9» en «0» op het numerieke toetsenbord en druk
4
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om [Media Type (papiersoort)] te selecteren en druk
7
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om de [Labels (Etiketten)] te selecteren en druk
8
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de menumodus te verlaten.
9
Open op de computer het bestand dat u wilt afdrukken.
10
Configureer het papierformaat, de papierbron, de oriëntatie en het
11
papiergewicht in de printerdriver en start het afdrukken.
• Als u elk vel één voor één wilt controleren tijdens het afdrukken, schakelt u het selectievakje [Feed paper individually (Papier afzonderlijk invoeren)] in het printerstuurprogramma in (of selecteert u [Yes (Ja)]). Als u continu wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Feed paper individually (Papier afzonderlijk invoeren)] uit (of selecteert u [No (Nee)]). Voor details, zie "
• Voor PCL-printerdriver voor Windows
Kies [Print] vanaf het [File] menu.
1
klik op [Preferences].
2
Selecteer [A4 (A4)] of [Letter (Letter)] in [Size (Formaat)] op het tabblad [Setup
3
(Setup)].
Selecteer [Multi purpose Tray] van [Source].
4
Selecteer [Landscape] van [Orientation].
5
Wijzig indien nodig het papiergewicht en de andere instellingen en klik
6
vervolgens op [OK (OK)].
Handmatig één voor één afdrukken".
Druk op de scrolknop om [A4 (A4)] of [Letter (Letter)] te selecteren en druk
5
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «BACK (TERUG)» en zorg ervoor dat [MPTray Config
6
(Config univ. cassette)] wordt weergegeven.
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
7
• Voor Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)
Kies [Print] vanaf het [File] menu.
1
- 23 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier
klik op [Preferences].
2
Klik op [Advanced (Geavanceerd)] op het tabblad [Layout (Lay-out)] en
3
selecteer [A4] of [Letter (Letter)] bij [Paper size (Papierformaat)].
Klik op [OK (OK)].
4
Kies [Multi Purpose Tray] voor [Paper Source] op het [Paper/Quality] label.
5
Selecteer [Landscape] van [Orientation].
6
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
7
[OK (OK)].
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
8
• Voor Mac PS printerdriver (C834/C844/ES8434)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
1
Selecteer [Letter (Brief)] of [A4 (A4)] van [Paper Size (Papierformaat)] en
2
selecteer de richting [Orientation (Richting)].
Selecteer [Letter (Letter)] of [A4 (A4)] van [Paper Size (Papierformaat)] en
2
selecteer de richting [Orientation (Oriëntatie)].
Selecteer [Setup (Setup)] in het paneelmenu.
3
Selecteer [Universele Lade (Multipurpose Tray)] in [Papierbron (Paper
4
Source)].
Selecteer [Landscape] van [Orientation].
5
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
6
[Print (Afdrukken)].
• Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.
Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All Pages From
3
(Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed (Papierdoorvoer)].
Selecteer [Landscape] van [Orientation].
4
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
5
[Print (Afdrukken)].
• Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.
• Voor Mac PCL-printerdriver (alleen C824)
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
1
- 24 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier

Afdrukken op papier met een aangepast formaat

Stel een speciaal papierformaat en soort papier op het bedieningspaneel in. Registreer vervolgens het papierformaat en het papiergewicht met een printerdriver.
Papierformaten van 55 tot 297 mm breed en van 90 tot 1321 mm lang kunnen worden geregistreerd.
Breedte Lengte
Lade 1 105 tot 297 mm 148 tot 431,8 mm
Papierlade 2/3/4/5 (optie) 148 tot 297 mm 182 tot 431,8 mm
Multifunctionele lade 55 tot 297 mm 90 tot 1321 mm
• Registreer papier in portret, en laad papier in een lade volgens portret.
• Als het papier langer dan 432 mm (17 inch) is, gebruikt u de achterste uitvoerlade.
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
• Als het papier langer is dan 432 mm (17 inch), kan de afdrukkwaliteit niet gegarandeerd worden.
• Wanneer papier zo lang is dat het buiten de papier ondersteuning komt van de MP lade, ondersteun het papier dan met uw handen.
• Scheve invoer, krullen, gevouwen hoeken (rillen van de randen) of papierstoringen die deze defecten veroorzaken, kunnen optreden. Gebruik het papier dat u gaat gebruiken om vooraf het afdrukresultaat te controleren.
• Over beschikbare papier groottes voor elke lade en voor duplex printen
Ondersteund papier (Gebruikershandleiding)
• De functie van de auto lade schakelaar is naar [ON] door fabriek standaardwaarde gezet. Wanneer het papier in een lade opraakt tijdens het printen, schakelt de printer automatisch over op invoer vanuit een andere lade. Om gewone afmeting papier van een gespecificeerd lade te voeren, zet de functie van de auto lade schakelaar naar [OFF].
• Als afbeeldingen niet juist worden afgedrukt op papier van groot formaat, selecteert u [Normal(600x600dpi) (Normaal (600 x 600))] bij [Quality (Kwaliteit)] in het PS-printerstuurprogramma. Het afdrukken kan worden verbeterd.
• Papier van een aangepast formaat plaatsen
Plaats papier dat kan worden ingesteld op het aangepaste formaat in de MP-
1
lade of cassette
Druk meerdere malen op de scrolknop om [Menus (Menu's)] te selecteren
2
en druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Controleer of [Tray Configuration (cassetteconfiguratie)] is geselecteerd en
3
druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk meerdere malen op om [Tray Config (Ladeconfiguratie)] te selecteren
4
van de papierlade waarin u het papier hebt geplaatst en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Controleer of [Paper Size (Papierformaat)] is geselecteerd en druk op de knop
5
«ENTER (ENTER)».
Druk meerdere malen op om [Custom (Aangepast)] te selecteren en druk
6
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «BACK (TERUG)».
7
Druk op om [X Dimension (X-afmeting)] en druk vervolgens op de knop
8
«ENTER (ENTER)».
Voer de papierbreedte in met behulp van het numerieke toetsenbord en druk
9
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «BACK (TERUG)».
10
Druk op om [Y Dimension (Y-afmeting)] en druk vervolgens op de knop
11
«ENTER (ENTER)».
Voer de papierlengte in met behulp van het numerieke toetsenbord en druk
12
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de menumodus te verlaten.
13
• Voor PCL-printerdriver voor Windows
Open de "Printermap".
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [OKI C844 PCL6] en selecteer
2
vervolgens [Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren)].
Klik op [Paper Feed Options] op het [Setup] label.
3
Klik op [Custom Size].
4
Voer een naam van de nieuwe grootte in bij [Name].
5
- 25 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier
Voer waardes in bij [Width] en [Length].
6
Klik op [Add] om de normale papier grootte op te slaan naar de lijst, en klik dan
7
op [OK].
U kunt maximaal 32 aangepaste formaten opslaan.
Klik op [OK] totdat het [Printing Preferences] dialoog venster wordt gesloten.
8
Open het af te drukken bestand.
9
Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
10
klik op [Preferences].
11
Selecteer een opgeslagen papierformaat bij [Size (Formaat)] op het tabblad
12
[Setup (Setup)].
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
13
[OK (OK)].
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
14
• Voor Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)
Klik op [OK (OK)], totdat het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] gesloten is.
7
Open het af te drukken bestand.
8
Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
9
klik op [Preferences].
10
Klik op [Advanced (Geavanceerd)] op het tabblad [Layout (Lay-out)].
11
Klik op [Paper Size (Papierformaat)] en selecteer vervolgens [PostScript
12
Custom Page Size (PostScript aangepast papierformaat)] in de vervolgkeuzelijst.
Klik op [OK (OK)].
13
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
14
[OK (OK)].
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
15
•Voor Mac
Open de "Printermap".
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [OKI C844 PS] en selecteer
2
vervolgens [Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren)].
Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
3
Klik op [Paper Size], en kies dan [PostScript Custom Page Size] vanaf de
4
neerdalende lijst.
Klik op [Edit Custom Page Size].
5
Voer waardes in bij [Width] en [Length], en klik dan op [OK].
6
• U kunt niet instellen [Offsets Relative to Paper Feed Direction].
• In Mac OS kunt u een ander papierformaat instellen dan de beschikbare opties in de printerdriver, resulterend in onjuiste afdrukken. Stel een papierformaat binnen het beschikbare bereik in.
• Aangepaste formaten met bijna hetzelfde formaat als normale formaten kunnen als normale formaten worden behandeld in de printerdriver voor Mac OS.
Open het af te drukken bestand.
1
Klik op [Page Setup (Pagina-instelling)] in het menu [File (File)].
2
Kies [Manage Custom Sizes] vanaf [Paper Size].
3
Klik op [+] om een onderdeel toe te voegen aan de lijst van normale papier
4
groottes.
Dubbelklik op [Untitled], en geef dan een naam op voor het aangepaste
5
papier.
Voer waardes in bij [Width] en [Height].
6
- 26 -
Klik [OK (OK)] totdat de [Page Setup (Paginainstellingen)] is gesloten.
7
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.
8
Selecteer het papierformaat gemaakt van [Paper Size (Papierformaat)].
9
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
10
[Print (Afdrukken)].
• Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.
2. Afdrukken op verschillende soorten papier
- 27 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier

Op lang papier afdrukken

Als men op lang papier drukt, wijzig dan de instellingen van het type papier en gebruik de MP-lade en de achterste uitvoerlade.
Stel een papierformaat voor de multifunctionele lade in via het bedieningspaneel. Registreer vervolgens het papierformaat en het papiergewicht met een printerdriver.
Papierformaten van 55 tot 297 mm breed en van 90 tot 1321 mm lang kunnen worden geregistreerd.
• Registreer de papier grootte zodanig zodat de lengte langer is dan de breedte. U kunt geen lengte instellen die korter is dan de breedte.
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige toepassingen.
• Wanneer de lengte van het papier boven de 356 mm komt, kan de print kwaliteit niet worden gegarandeerd zelfs als het papier wordt gebruikt onder de aanbevolen condities.
• Lang papier plaatsen
Plaats papier in de universele cassette.
1
Open de achterste uitvoerlade.
2
Druk op de «Fn (Fn)»-toets.
3
Druk op de toetsen «9» en «0» op het numerieke toetsenbord en druk
4
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk meerdere keren op de scrolknop om [Custom (Aangepast)] te
5
selecteren en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de scrolknop om [Y Dimension (Y-afmeting)] te selecteren en druk
10
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer de papierlengte in met behulp van het numerieke toetsenbord en druk
11
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de menumodus te verlaten.
12
Beschikbaar lang papier
Ondersteund papier (Gebruikershandleiding)
• Voor PCL-printerdriver voor Windows
Open het af te drukken bestand.
1
Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
2
klik op [Preferences].
3
Selecteer [Door gebruiker bepaald formaat] in [Formaat] op het tabblad
4
[Setup].
• U kunt een papierformaat in [Banner *** x *** mm (Banner *** x *** mm)] selecteren als het papierformaat is ingesteld op 210,0 x 900,0 mm, 215,0 x 900,0 mm, of 215,0 x 1200,0 mm, 297,0 x 900,0 mm, 297,0 x 1200,0 mm.
Instructies voor het instellen van een aangepast formaat vindt u in "
".
formaat
Afdrukken op papier met een aangepast
Druk op de knop «BACK (TERUG)».
6
Druk op de scrolknop om [X Dimension (X-afmeting)] te selecteren en druk
7
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Voer de papierbreedte in met behulp van het numerieke toetsenbord en druk
8
vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Druk op de knop «BACK (TERUG)».
9
Selecteer [Multi Purpose Tray (Universele lade)] in [Source (Bron)].
5
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
6
[OK (OK)].
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
7
• Voor Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)
Open de "Printermap".
1
- 28 -
2. Afdrukken op verschillende soorten papier
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [OKI C844 PS] en selecteer
2
vervolgens [Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren)].
Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
3
Klik op [Paper Size], kies [PostScript Custom Page Size] vanaf de
4
neerdalende lijst, en voer dan andere waardes in bij [Width] en [Height].
Klik op [OK (OK)], totdat het dialoogvenster om afdrukken in te stellen
5
gesloten is.
Open het af te drukken bestand.
6
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
7
Klik op [Advanced (Geavanceerd)].
8
Klik op [Advanced (Geavanceerd)] op het tabblad [Layout (Lay-out)] en
9
selecteer [PostScript Custom Page Size (PostScript aangepast paginaformaat)] bij [Paper size (Papierformaat)].
Klik op [OK (OK)].
10
Selecteer [Multi-Purpose Tray (Multifunctionele lade)] in [Paper Source
11
(Papierbron)] op het tabblad [Paper/Quality (Papier/Kwaliteit)].
Voer waardes in bij [Width] en [Height].
6
Klik op [OK].
7
Selecteer het geregistreerde papierformaat uit [Paper Size (Papierformaat)].
8
Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All Pages From
9
(Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed (Papierdoorvoer)].
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
10
[Print (Afdrukken)].
• Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.
Verander het papiergewicht en de andere instellingen indien nodig en klik op
12
[OK (OK)].
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
13
•Voor Mac
Open het af te drukken bestand.
1
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
2
Kies [Manage Custom Sizes] vanaf [Paper Size].
3
Klik op [+ (+)] om een item aan de lijst met papierformaten toe te voegen.
4
Dubbelklik op [Untitled], en geef dan een naam op voor het lange papier.
5
- 29 -
3

De afwerking aanpassen

De kleur aanpassen
Betere afdrukresultaten verkrijgen
Deze paragraaf beschrijft het instellen om beter afdrukresultaten te verkrijgen bij het afdrukken vanaf een computer.
Loading...
+ 172 hidden pages