Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder)
of neem contact op met de winkel
waar u dit product gekocht heeft
wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn.
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers worden meegeleverd bij dit product.
Bevestig de waarschuwingsstickers
bovenop de Engelse waarschuwingen op
de aangegeven locatie. Bel, wanneer een
sticker ontbreekt of niet leesbaar is,
het nummer op de voorkant van deze
handleiding en vraag om een gratis
vervangende sticker. Plak de sticker
op de aangegeven plaats. Let op: De
stickers worden mogelijk niet op ware
grootte weergegeven.
NORDICTRACK en IFIT zijn handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. Het woordmerk Bluetooth® en de
logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. Google Maps is
een handelsmerk van Google LLC. Wi-Fi is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. WPA en WPA2 zijn
handelsmerken van Wi-Fi Alliance.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw studioets voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de studio-
ets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De studioets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij
instructie hebben ontvangen over het gebruik
van de studioets door iemand die voor hun
veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de studioets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
5. Deze studioets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de studioets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de studioets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de studioets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de studioets op een vlakke ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom het krachtsysteem. Leg een matje
onder de studioets om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderde-
len van de studioets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de studioets vandaan.
10. Steek, bij het insteken van de stekker (zie
bladzijde 15), de stekker alleen in een geaard
stopcontact.
11. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik
geen adapter om het stroomsnoer op een
onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het
stroomsnoer uit de buurt van verwarmde
oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
12. Gebruik de studioets niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is.
Gebruik de studioets niet als hij niet goed
werkt.
13. GEVAAR:Verwijder altijd de
sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en druk de aan/uitschakelaar in de
stand Off (uit) wanneer u de studioets
niet gebruikt en voordat u de studioets
reinigt. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
14. Draag geschikte kleding tijdens het oefenen.
Draag nooit losse kleding die in de studio-
ets bekneld kunnen raken. Draag altijd
sportschoenen voor voetbescherming.
15. De studioets kan alleen door mensen die
minder dan 150 kg wegen worden gebruikt.
16. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de studioets.
17. Houdt tijdens het gebruik van de studioets
uw rug recht. Krom uw rug niet.
3
18. Met de studioets kan men niet freewheelen;
de pedalen blijven ronddraaien totdat het
vliegwiel stopt. Verlaag uw etssnelheid op
een gecontroleerde manier.
19. Om het vliegwiel snel te stoppen drukt u de
remknop omlaag.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
20. Wanneer de studioets niet wordt gebruikt,
drukt u de remknop omlaag en stevig vast.
21. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te
koelen.
4
VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
NORDICTRACK® COMMERCIAL S22I STUDIO
CYCLE. De COMMERCIAL S22I STUDIO CYCLE is
anders dan elke gewone trainingsets. Met volledige
aanpasbaarheid, een interactief draadloos bedieningspaneel met touchscreen, een hellingsysteem dat
een echt terrein simuleert, en een reeks andere functies, biedt de COMMERCIAL S22I STUDIO CYCLE
een meeslepende thuis-studio-etservaring.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de studioets gebruikt.
Lengte: 89 cm
Breedte: 56 cm
Gewicht: 80 kg
Helling/Afdalingsregelknop
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf
het productnummer en serienummer even op. De
plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Handgewicht
Handvat
Remknop
Zadel
Knop van de Drager
Pedaal/Riem
Stroomschakelaar
Bedieningsknop
voor de Weerstand
Buisknop
Accessoireshouder
Buisknop
Vliegwiel
Wiel
Stroomsnoer
Stelvoet
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg bij de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen
haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind
van deze handleiding. Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let
op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te
zien of het al gemonteerd is. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
M10
Klemmoer
(95)–1
M4 x 10mm
Machineschroef
(12)–2
M10 x 20mm Schroef
(105)–12
M4 x 12mm
Machineschroef
(102)–4
M10 x 52mm Bout (94)–1
M4 x 14mm
Schroef
(17)–4
M8 x 12mm
Schroef
(93)–4
6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met alle montagestappen.
• Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
• Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• hier wordt uw eigendom geregistreerd
• activeert uw garantie
• zorgt voor prioriteit bij klantondersteuning als u
ooit hulp nodig heeft
• Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een instelbare sleutel
een rubber hamer
Montage is makkelijker met een set sleutels.
1
Let op: Bel wanneer u geen toegang tot internet
heeft, de Klantendienst (zie de kaft van de deze
handleiding) en registreer uw product.
7
2. Bevestig de Voorste Stabilisator (3) aan de Basis
(2) met vier M10 x 20mm Schroeven (105); draai
de Schroeven nog niet vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de Voorste
Stabilisator (3) vast met twee aanvullende M10 x
20mm Schroeven (105).
Draai dan alle zes M10 x 20mm Schroeven
(105) weer vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Druk de rechter
Beenkap (64) omlaag en bevestig hem aan de
Basis (2) met een M4 x 10mm Machineschroef
(12). Maak de andere Beenkap (niet getoond)
op dezelfde manier vast.
2
105
105
2
3
105
64
2
12
3
105
8
3. Bevestig de Achterste Stabilisator (4) aan de
Basis (2) met vier M10 x 20mm Schroeven
(105); draai de Schroeven nog niet vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de
Achterste Stabilisator (4) vast met twee aanvullende M10 x 20mm Schroeven (105).
Draai dan alle zes M10 x 20mm Schroeven
(105) weer vast.
3
105
105
2
4
105
105
4. Raadpleeg de inzet-tekening. Richt de Buis
van het Handvat (7) zo dat de onderste sleuf (A)
zich aan de afgebeelde kant bevindt.
Maak vervolgens de aangegeven Buisknop (100)
los en steek de Buis van het Handvat (7) in het
Onderstel (1) totdat het onderste uiteinde van de
Buis van het Handvat onderin het Onderstel zit.
Maak vervolgens de Buisknop goed vast.
Steek vervolgens het uiteinde van de Onderste
Draad (122) in het Onderstel (1) en de Buis van
het Handvat (7) en trek het uit de bovenste gleuf
(B) in de Buis van het Handvat zoals aangegeven door de streepjeslijn rechts.
4
4
7
A
100
1
B
7
100
1
122
9
5. Stop het Handvat (97) in de Buis van het
Handvat (7). Bevestig het Handvat met
vier M8 x 12mm Schroeven (93); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
5
97
6. Tip: Vermijd dat de draden (C) bekneld raken.
Schuif de Steun van het Bedieningspaneel (8)
op het Handvat (97).
Bevestig de Steun van het Bedieningspaneel
(8) met een M10 x 52mm Bout (94) en een M10
Klemmoer (95); zorg ervoor dat de Klemmoer
in het zeskantige gat (D) valt. Maak de Bout
nog niet vast.
93
6
Vermijd dat
de draden (C)
bekneld raken
94
7
93
8
D
10
97
95
C
7. Kijk onder de Steun van het Bedieningspaneel
(8) en identiceer de Bovenste Draad (123),
die een grotere connector heeft dan de
Verlengingsdraad (124).
7
Verbind de Bovenste Draad (123) met de
Onderste Draad (122) dat uit de Buis van het
Handvat (7) steekt. Steek beide connectoren op
beide Draden in de Buis van het Handvat.
Verbind vervolgens de Verlengingsdraad
(124) met de Besturingsdraad (125) dat uit het
Handvat (97) steekt. Steek vervolgens beide
connectoren op beide Draden in het Handvat.
122
123
8
97
125
124
7
8. Laat iemand het Bedieningspaneel (10) bij de
Beugel van het Bedieningspaneel (11) houden.
Sluit de Bovenste Draad (123) en de
Verlengingsdraad (124) aan op de aansluitingen
aan de achterkant van het Bedieningspaneel
(10); zorg ervoor dat de met rood gemar-
keerde Draad in de met rood gemarkeerde
aansluiting wordt gestoken en steek de
met geel gemarkeerde Draad in de met geel
gemarkeerde aansluiting.
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Kantel indien nodig de Beugel van het
Bedieningspaneel (11) omhoog om deze
stap makkelijker te maken. Bevestig
het Bedieningspaneel (10) aan de Beugel
van het Bedieningspaneel met vier M4 x
12mm Machineschroeven (102); draai alle
Machineschroeven eerst aan en draai ze
daarna vast.
8
11
10
102
102
123
124
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
11
9. BELANGRIJK: Laat een tweede persoon
het Bedieningspaneel (10) in de verticale
stand brengen. Draai de M10 x 52mm Bout
(94) vast terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel vasthoudt.
Richt vervolgens de Handgewichthouder (38)
zo, dat de grootste opening (E) naar voren is
gericht.
Tip: Vermijd dat de draden (C) bekneld
raken. Bevestig de Handgewichthouder (38)
aan de Steun van het Bedieningspaneel (8)
met vier M4 x 14mm Schroeven (17); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
9
Vermijd
draden (C)
bekneld
dat de
raken
38
10
E
94
C
8
10. Richt de Buis van het Zadel (13) zoals getoond.
Maak de aangegeven Buisknop (100) los. Steek
vervolgens de Buis van het Zadel (13) in het
Onderstel (1) en stel de Buis van het Zadel af op
de juiste hoogte. Maak vervolgens de Buisknop
goed vast.
17
10
13
100
12
1
11. Let op: U kunt desgewenst uw eigen zadel
bevestigen.
Zie inzettekening a. Kantel het Zadel (54) naar
één kant en schuif een van de rails (F) zo ver
mogelijk tussen de Onderste Zadelklem (52)
en de Bovenste Zadelklem (53). Maak de M8
Zadelschroef (41) indien nodig, losser.
11
54
F
53
52
Zie inzettekening b. Kantel het Zadel (54)
omlaag zoals afgebeeld en schuif de andere
rail (F) tussen de Zadelklemmen (52, 53).
Zorg ervoor dat beide rails in de groeven
in de Zadelklemmen zitten en dat het Zadel
recht en waterpas is. Maak vervolgens de
Zadelschroef (41) stevig vast.
12. Let op: U kunt desgewenst uw eigen pedalen bevestigen.
a
12
54
41
b
54
53
F
52
41
F
52, 53
41
Zoek naar het rechter Pedaal (56). Draai
met gebruik van een instelbare sleutel het
rechter Pedaal naar rechtsgoed vast in de
Rechtercrankarm (19).
Draai het linker Pedaal (niet getoond) ste-
vig naar links in de Linkercrankarm (niet
getoond). BELANGRIJK: U moet het linker Pedaal naar links draaien om het te
bevestigen.
19
56
13
13. Plaats de twee Handgewichten (14) in de
Handgewichthouder (38).
13
10
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u het
Bedieningspaneel (10) niet met de
Handgewichten (14) raakt wanneer u
de Handgewichten na elk gebruik in de
Handgewichthouder (38) plaatst.
14. Steek het geschikte Stroomsnoer (120) in de
Aansluiting die zich in op het Onderstel bevindt
(1).
Leid vervolgens het Stroomsnoer (120) door de
twee open Verankerde Trekbanden (55) op de
Basis (2) zoals weergegeven. Trek dan aan de
Verankerde Trekbanden tot ze gesloten zijn.
14
38
14
120
1
2
15. Nadat de studioets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de studioets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Leg een matje onder de studioets om uw vloer (bedekking) niet te beschadigen.
55
14
DE STUDIOFIETS GEBRUIKEN
FR/SP
UK
UKDubai
DU GR RU HU CZ
AUS
TYPE F
HET STROOMSNOER INSTEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed
functioneren dan geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het
risico op een elektrische schok te verminderen. Het
stroomsnoer van dit product heeft een geaarde conductor en een geaarde stekker. BELANGRIJK: Als
het stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen
stroomsnoer.
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektricien de aarding
nakijken als u niet zeker van bent dat het
stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de
stekker van het apparaat. Verander de stekker
die bij het product geleverd is niet – laat een
elektricien een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
Volg de stappen hieronder voor het insteken van
het stroomsnoer.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het
stroomsnoer in het stopcontact op het onderstel.
Stopcontact
van het Onderstel
Stroomsnoer
2. Steek dan de stroomkabel in een juist stopcontact
dat goed geïnstalleerd en geaard is volgens de
plaatselijke bepalingen en verordeningen.
Stopcontact
15
FUNCTIES VAN DE STUDIOFIETS
Watt Meten
Elke studioets wordt gekalibreerd om het uitgangsvermogen te meten en u in staat te stellen uw watt en tpm
direct op het bedieningspaneel te controleren.
Door uw watt en tpm te controleren, kunt u zien hoe
hard u traint en ervoor zorgen dat u uzelf blijft uitdagen
en verbeteren.
Het Hellingsysteem
De studioets kan stijgen en dalen om op realistische wijze een buitenterrein te simuleren. Wanneer u
kaartoefeningen van trainingsroutes gebruikt of maakt
met iFit® (zie de bedieningspaneelinstructies vanaf
bladzijde 19 voor meer informatie), zal de studioets
automatisch stijgen en dalen om overeen te komen
met het echte terrein.
Het draadloze touchscreen bedieningspaneel werkt
samen met iFit om een interactieve en meeslepende
thuisstudio-ervaring te bieden waarmee u virtueel kunt
deelnemen aan groepsstudio-lessen onder leiding van
personal trainers en om trainingen over de hele wereld
te ervaren.
DE GEOMETRIE VAN DE STUDIOFIETS
AFSTELLEN
De studioets kan worden afgesteld op de geometrie
van uw gewone ets om een juiste vorm te promoten
en om zeker te zijn van een juiste training van de spieren. Maak afstellingen in kleine stapjes en ets op de studioets om de afstellingen te testen.
De Hoek van het Zadel Afstellen
U kunt de hoek van het zadel afstellen in de meest
comfortabele positie. U kunt het zadel ook naar voren
of achteren schuiven om uw comfort te verhogen, of
om de afstand tot het handvat af te stellen.
Om de positie van
het zadel bij te
stellen, dient u de
zadelschroef (A)
in de drager een
paar slagen los te
draaien. Kantel vervolgens het zadel
omhoog of omlaag
of schuif het zadel
naar voren of naar achteren naar de gewenste positie.
Maak dan de zadelschroef weer vast.
Let op: U kunt het zadel verwijderen en desge-
wenst uw eigen zadel op de studioets bevestigen.
A
De Drager van het Zadel Afstellen
Om de stand van
de drager aan te
passen, draait u de
knop van de drager
(B) los, beweegt u
de drager van het
zadel naar voren of
naar achteren naar
de gewenste positie
en draait u de knop
van de drager weer
stevig vast.
B
16
De Buis van het Zadel Afstellen
De Positie van het Bedieningspaneel Afstellen
Voor een effectieve oefening moet het zadel op de
juiste hoogte zijn. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het etsen wat
gebogen zijn.
Om de buis van
het zadel aan te
passen, maakt u
de buisknop (C)
los, beweegt u de
buis van het zadel
omhoog of omlaag
en maakt u de buisknop stevig vast.
BELANGRIJK: Pas
de buis van het
zadel niet verder aan dan het teken "MAX" op de
buis van het zadel.
De Buis van het Handvat Afstellen
Om de buis van
het handvat aan
te passen, maakt
u de buisknop
(D) los, beweegt
u de buis van het
handvat omhoog of
omlaag en maakt
u de buisknop
weer stevig vast.
BELANGRIJK:
Verhoog de buis van het handvat niet verder dan
het teken “MAX” op de buis van het handvat.
C
D
Het bedieningspaneel (E) kan
omhoog, omlaag
of opzij worden
afgesteld. Om
de positie van de
bedieningspaneel
aan te passen,
houdt u gewoon de
zijkanten van het
bedieningspaneel
vast en drukt u op
de gewenste positie. U kunt het bedieningspaneel
helemaal naar de zijkant zwenken zodat u deze kunt
bekijken terwijl u naast de studio staat om handgewichtoefeningen of andere vloeroefeningen uit te
voeren.
DE STUDIOFIETS WATERPAS ZETTEN
Draai, wanneer de
studioets tijdens
het gebruik wat wiebelt, aan een of aan
beide stelvoeten (F)
onder de achterste
stabilisator totdat
het toestel niet
meer wiebelt.
E
F
F
17
DE PEDALEN GEBRUIKEN
DE STUDIOFIETS WATERPAS VERGRENDELEN
Om pedalen te
gebruiken, steekt u
uw schoenen in de
teenkooien en trekt
u aan de uiteinden
van de teenriemen.
Om de teenriemen
af te stellen, houdt
u de lipjes (G) op de
gespen ingedrukt,
stelt u de teenriemen af op de gewenste stand en laat
u de lipjes los.
Let op: U kunt de pedalen verwijderen en
desgewenst uw eigen pedalen op de studioets
bevestigen.
DE REMKNOP GEBRUIKEN
Om de weerstand
van de pedalen te
wijzigen, drukt u op
de knoppen op het
rechterhandvat (zie
stap 3 op bladzijde 22). Om het
vliegwiel te stoppen, drukt u op de
remknop (H). Het
vliegwiel zal snel tot
stilstand gebracht
worden.
H
G
BELANGRIJK:
Vergrendel de
studioets wanneer deze niet in
gebruik is. Druk
de remknop (H)
omlaag en maak
stevig vast om
de studioets te
vergrendelen. Dit
zal de studioets
vergrendelen zodat
het vliegwiel niet kan draaien. Maak de remknop los
om de studioets te ontgrendelen.
H
18
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft een draadloze technologie waarmee het bedieningspaneel verbinding kan
maken met iFit. Met iFit heeft u toegang tot een grote
en gevarieerde oefeningbibliotheek, kunt u uw eigen
oefeningen creëren, uw oefeningsresultaten bijhouden
en toegang krijgen tot andere functies.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Iedere oefening
regelt automatisch de weerstand van de pedalen en de
helling van het onderstel terwijl u door een effectieve
oefeningsessie geleid wordt.
U kunt de weerstand van de trappers en de hellingsgraad van het onderstel met een druk op de
knop wijzigen in de handmatige instelling van het
bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlopend trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw
hartslag meten door gebruik te maken van de optionele
borstkas-hartslagmonitor (zie bladzijde 29 voor meer
informatie).
U kunt ook terwijl u oefent, naar uw favoriete
oefening-muziek of audioboeken luisteren via de
geluidsinstallatie van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op bladzijde
20. Voor meer informatie over het gebruik van het
tiptoetsscherm, zie bladzijde 20. Voor het instellen
van het bedieningspaneel, zie bladzijde 21.
19
DE STROOM INSCHAKELEN
DE TOUCHSCREEN GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de studioets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische onderdelen beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie HET STROOMSNOER
INSTEKEN op bladzijde 15).
Zoek vervolgens naar de stroomschakelaar op het onderstel
bij het stroomsnoer. Druk de
stroomschakelaar (A) in de
reset-stand.
Het bedieningspaneel zal dan aan gaan en is klaar
voor gebruik. Let op: Wanneer u het apparaat voor
de eerste keer aanzet, wordt het hellingsysteem
mogelijk automatisch gekalibreerd. Tijdens het kali-
breren zal het onderstel omhoog en omlaag bewegen.
Wanneer het onderstel stopt met bewegen, wordt het
hellingsysteem gekalibreerd.
BELANGRIJK: Indien het hellingsysteem niet automatisch kalibreert, kijkt u bij stap 6 op bladzijde 21
en kalibreert u het hellingsysteem handmatig.
A
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een full-color tiptoetsscherm. De volgende informatie zal u helpen
bij het gebruiken van het touchscreen.
• De functies van het bedieningspaneel werken op
dezelfde wijze als andere tablets. U kunt met uw vinger schuiven of tikken op het scherm om bepaalde
beelden op het scherm, zoals de displays in een
oefening te bewegen.
• Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u eerst
op het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien.
Om nummers of andere tekens op het toetsenbord
te gebruiken, drukt u op ?123. Om meer tekens te
zien, drukt u op de Alt. Raak opnieuw Alt aan om
naar het nummertoetsenbord terug te gaan. Om
terug te keren naar het lettertoetsenbord, raakt u
ABC aan. Om een hoofdletter te gebruiken, gebruikt
u de toets shift (pijlsymbool omhoog). Om meerdere
tekens met een hoofdletter te gebruiken, raakt u
de toets shift opnieuw aan. Raak de toets shift een
derde keer aan om naar het lettertoetsenbord terug
te gaan. Om het laatste teken te wissen, drukt u op
de toets clear (pijl terug met een X-teken).
20
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
6. Het hellingsysteem kalibreren.
Stel het bedieningspaneel in voordat u de studioets
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1. Sluit op uw draadloos netwerk aan.
Voor het gebruiken van iFit-oefeningen en het
gebruik van verschillende andere functies van het
bedieningspaneel, moet het bedieningspaneel zijn
aangesloten op een draadloos netwerk. Volg de
instructies op het scherm om het bedieningspaneel
op uw draadloze netwerk aan te sluiten.
2. Instellingen afstellen
Volg de instructies op het scherm om de gewenste
meeteenheid en uw tijdzone in te stellen.
Let op: Om deze instellingen later te wijzigen kijkt
u bij DE BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN
WIJZIGEN op bladzijde 26.
3. Inloggen op of aanmaken van een iFit-account.
Volg de instructies op het scherm om in te loggen
op uw iFit account of om een iFit account aan te
maken.
4. Rondleiding op het bedieningspaneel.
Druk eerst op de proeltoets, druk op Settings,
druk op Maintenance en vervolgens op Calibrate Incline (helling kalibreren). Tijdens het kalibreren
zal het onderstel omhoog en omlaag gaan. Zie DE
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN WIJZIGEN
op bladzijde 26 voor meer informatie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met uw oefeningen kunt beginnen. De volgende bladzijden geven
uitleg over de oefeningen en andere functies die het
bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige instelling, zie
deze bladzijde. Voor gebruik van een kaartoefening of een vooraf ingestelde oefening, zie bladzijde
23. Voor het maken van een teken uw eigen kaart
oefening, zie bladzijde 24. Voor gebruik van een
iFit-oefening, zie bladzijde 25.
Voor het wijzigen van de bedieningspaneelinstellingen, zie bladzijde 26. Voor aansluiting op een
draadloos netwerk, zie bladzijde 28. Voor gebruik
van het geluidssysteem, zie bladzijde 28. Voor het
aansluiten van een HDMI-kabel, zie bladzijde 29.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm ligt,
verwijder deze dan.
De eerste keer dat u het bedieningspaneel
gebruikt, leidt een rondleiding u door de functies van het bedieningspaneel. Let op: Om de
rondleiding nog eens te kunnen zien, drukt u op
de proeltoets (persoonsymbool) onderaan het
scherm, drukt u op Settings (instellingen), en vervolgens op How It Works (hoe werkt het).
5. Controleer voor rmware updates.
Druk eerst op de proeltoets, druk op Settings,
druk op Maintenance (onderhoud) en vervolgens op Update. Het bedieningspaneel
controleert op upgrade van de rmware. Zie DE
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN WIJZIGEN
op bladzijde 26 voor meer informatie.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
20. Let op: Het kan even duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze), druk op End
(einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug
te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de
instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop
aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop
sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het
hoofdmenu.
21
3. Wijzig desgewenst de weerstand van de
pedalen en de helling van het onderstel.
5. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te etsen.
Tijdens het etsen kunt u de weerstand van de
pedalen veranderen door op de toename- en
afnametoetsen Resistance (weerstand) op het
rechterhandvat te drukken.
Tijdens het etsen kunt u de weerstand van de
pedalen ook veranderen door op de toename- en
afnametoetsen van de Incline/Decline (helling/afdaling) op het linkerhandvat te drukken.
Let op: Als u op een toets drukt, dan zal het
eventjes duren voordat de pedalen het gewenste
weerstandssniveau hebben bereikt of voordat het
onderstel het geselecteerde hellingniveau heeft
bereikt.
4. Controleer uw voortgang.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De gekozen display mode zal aangeven
welke informatie wordt weergegeven.
Om de gewenste displayoptie te selecteren of om
statistische gegevens en graeken te zien schuift
u omlaag op het scherm. U kunt ook op de meertoets (+ symbool) drukken om meer statistieken of
overzichten te zien.
Indien gewenst kunt ook de volume bijstellen door
op de volume-toenametoets en -afnametoets op de
rechterkant van het bedieningspaneel te drukken.
U kunt een optionele hartslagmonitor dragen om
uw hartslag te meten. Voor meer informatie over de
optionele hartslagmonitor, zie bladzijde 29. Let op:
Het bedieningspaneel is compatibel met Bluetooth®
Smart hartslagmonitoren.
Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw
hartslag wordt gedetecteerd.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft meerdere
snelheidsinstellingen en een stand
automatisch. Als de automatische
modus is geselecteerd zal de
snelheid van de ventilator verhogen
of verlagen als uw trapsnelheid
toeneemt of afneemt. Druk herhaaldelijk op de
toename- en afnametoets Fan (ventilator) om een
ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
Let op: Als de pedalen gedurende enige tijd niet
bewegen als het hoofdmenu is geselecteerd, gaat
de ventilator automatisch uit.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Druk de stroomschakelaar in de stand Off (uit) en
trek de stekker uit wanneer u met oefenen klaar
bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de studioets
voortijdig slijten.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op het
scherm of stopt u met etsen. Ga eenvoudigweg
verder met stappen om de oefening te hervatten.
Om de oefensessie te beëindigen drukt u eerst
op het scherm om de oefening te pauzeren.
Vervolgens drukt u op End; waarna een samenvatting van de oefening op het scherm verschijnt.
Indien gewenst kunt u de resultaten publiceren via
een van de opties op het scherm. Druk dan op op
Finish om terug te keren naar het hoofdmenu.
22
EEN KAARTOEFENING OF EEN VOORAF
INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
20. Let op: Het kan even duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Om uw eigen kaart te tekenen voor een oefening,
zie UW EIGEN KAARTOEFENING TEKENEN op
bladzijde 24.
Wanneer u een oefening selecteert, geeft het
scherm een overzicht van de oefening met details
zoals de duur en de afstand van de oefening en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden.
2. Selecteer het hoofdmenu of de
oefeningbibliotheek.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze) en druk op Finish
(afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu.
Als u zich in de instellingenmenu's bevindt, raakt u
de terugknop aan (pijlsymbool) en vervolgens op
de knop sluiten (x-symbool) om terug te keren naar
het hoofdmenu.
Druk op de toetsen onderaan het scherm
voor het selecteren van het hoofdmenu of de
oefeningenbibliotheek.
3. Selecteer een oefening.
Om een oefening uit het hoofdmenu of de
oefeningbibliotheek te selecteren, drukt u eenvoudigweg op de gewenste oefeningknop op het
scherm. Schuif of tik op het scherm om omhoog of
omlaag te scrollen.
4. Start de oefening.
Druk op Start om met de oefening te beginnen.
Tijdens sommige oefeningen toont het scherm een
kaart van de route en een markering die uw voortgang weergeeft. Druk op de toetsen op het scherm
om de gewenste kaartopties te selecteren.
De displaysmodi geven ook uw vorderingen weer.
Om de gewenste displaymodus te selecteren of om
statistische gegevens en graeken te zien veegt u
omlaag op het scherm. U kunt ook op de meertoets
(+ symbool) drukken om meer statistieken of overzichten te zien.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 21).
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm
een doelsnelheid weergeven. Houd uw etssnelheid dichtbij de doelsnelheid tijdens de oefening
voor het segment dat wordt weergegeven op het
scherm. Er zal een bericht verschijnen dat u zal
vertellen dat u sneller, langzamer of gelijk moet
blijven etsen.
Let op: Het bedieningspaneel heeft toegang nodig
tot een draadloos netwerk (zie AANSLUITEN OP
EEN DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 28)
om een kaartoefening te gebruiken.
De weergegeven kaartoefeningen op uw bedie-
ningspaneel zullen periodiek wijzigen. Om een van
de weergegeven kaartoefeningen voor toekomstig gebruik op te slaan, kunt u deze als favoriet
toevoegen door te drukken op de favorietentoets
(hartsymbool). U moet zijn aangemeld bij uw
iFit-account om een aanbevolen kaartoefening op
te slaan (zie stap 3 op bladzijde 25).
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke tempo
kan langzamer zijn dat de doelsnelheidinstellingen. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat
aangenaam voor u is.
23
Als het weerstandsniveau en/of het hellingsni-
veau te hoog of te laag is, kunt u de instellingen
handmatig wijzigen door op de toetsen Resistance
(weerstand) of Incline/Decline (helling/afdaling) te
drukken. Indien u drukt op de toets Resistance,
kunt u handmatig de weerstand instellen (zie
stap 3 op bladzijde 22). Als u op een toets Incline/Decline, drukt, kunt u handmatig he hellingniveau regelen (zie stap 3 op bladzijde 22). Om
terug te keren naar de geprogrammeerde weerstand en/of hellinginstellingen van de oefening,
raakt u Follow Workout (oefening volgen) aan.
Let op: Het caloriedoel weergegeven in de
oefeningbeschrijving is een schatting van het
aantal calorieën dat u zult verbranden tijdens
de oefening. Het feitelijke aantal calorieën dat
u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van het weerstandniveau of het hellingniveau tijdens de oefening,
invloed hebben op het aantal calorieën dat u
zult verbranden.
UW EIGEN KAARTOEFENING TEKENEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
20. Let op: Het kan even duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies een teken uw eigen kaartoefening.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze), druk op End
(einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug
te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de
instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop
aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop
sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het
hoofdmenu.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op het
scherm of stopt u met etsen. Om de oefening te
stoppen, drukt u lichtjes op End (beëindigen). Ga
eenvoudigweg verder met stappen om de oefening
te hervatten.
Wanneer de oefening tot een einde komt, verschijnt
een samenvatting van de oefening op het scherm.
Indien gewenst kunt u de resultaten publiceren via
een van de opties op het scherm. Druk dan op op
Finish om terug te keren naar het hoofdmenu.
5. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 22.
6. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
Om een teken uw eigen kaartoefening te kiezen,
drukt u op de toets teken uw eigen kaart (kaartsymbool) onderaan het scherm.
3. Teken je kaart.
Navigeer naar het gebied op de kaart waar u uw
oefening wilt tekenen door uw vingers over het
scherm te schuiven. Druk op het scherm om het
startpunt van uw oefening toe te voegen. Druk
vervolgens op het scherm om het eindpunt van uw
oefening toe te voegen.
Indien u uw oefening op hetzelfde punt wilt starten
en eindigen, gebruikt u de toetsen Loop (lus) of Out & Back (heen en weer) links op het scherm. U kunt
ook selecteren of u wilt dat uw oefening over de
weg gaat.
Indien u een fout maakt, kunt u op Undo (onge-
daan maken) links op het scherm drukken.
Het scherm zal de verhoging en afstandsstatistie-
ken voor uw oefening weergeven.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
24
4. Uw oefening opslaan.
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Druk op Save New Workout (nieuwe oefening
opslaan) to om uw oefening op te slaan. Voer
indien gewenst een titel en beschrijving in voor uw
oefening. Druk dan op de vervolgtoets (> symbool).
5. Start de oefening.
Druk op Start om met de oefening te beginnen.
De oefening werkt op dezelfde manier als een
kaartoefening of een vooraf ingesteld oefening (zie
bladzijde 23).
6. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 22.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
Het bedieningspaneel heeft toegang nodig tot een
draadloos netwerk (zie AANSLUITEN OP EEN
DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 28) om een
iFit-oefening te gebruiken. Een iFit-account is ook
vereist.
1. Voeg oefeningen aan uw schema op iFit.com.
Open op uw computer, smartphone, tablet, of
ander apparaat een internet browser, ga naar
iFit.com, en log in op uw iFit-account.
Ga vervolgens naar Menu > Library (bibliotheek)
op de website. Bekijk de oefening-programma’s in
de bibliotheek en volg de gewenste oefeningen.
Ga vervolgens naar Menu > Schedule (schema)
om uw schema te bekijken. Alle gekozen oefeningen zullen dan op uw schema verschijnen. U kunt
dan desgewenst uw oefeningen op uw schema
rangschikken of verwijderen.
Neem wat tijd om de iFit.com website te bekijken
voordat u uitlogt.
9. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze), druk op End
(einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug
te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de
instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop
aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop
sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het
hoofdmenu.
3. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de proel-
toets (persoonsymbool) onder aan het scherm aan
om in te loggen op uw iFit-account. Volg de aanwijzingen op het scherm om uw gebruikersnaam en
wachtwoord in te voeren.
Om van gebruiker te wisselen binnen uw iFit-ac-
count, drukt u op de proeltoets en vervolgens op
Manage Accounts (account beheren). Indien het
account meerdere gebruikers heeft, verschijnt er
een lijst met gebruikers. Druk op de naam van de
gewenste gebruiker.
25
4. Selecteer een iFit-oefening die u eerder heeft
toegevoegd aan uw lijst op iFit.com.
BELANGRIJK: Voordat u iFit-oefeningen kunt
downloaden, moet u ze toevoegen aan uw lijst
op iFit.com (zie stap 1).
DE BEDIENINGS PANEEL INSTELLINGEN WJZIGEN
BELANGRIJK: Een aantal van de instellingen en de
beschreven functies is mogelijk niet ingeschakeld.
Soms kan een rmware update ertoe leiden dat uw
bedieningspaneel iets anders functioneert.
Om een iFit-oefening van iFit.com naar het bedie-
ningspaneel te laden, raakt u de kalenderknop
(agendasymbool) aan de onderkant van het
scherm aan.
Wanneer u een oefening laadt, geeft het scherm
een overzicht van de oefening met details zoals
de duur en de afstand van de oefening en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden.
5. Start de oefening.
Druk op Start om met de oefening te beginnen.
De oefening werkt op dezelfde manier als een
kaartoefening of een vooraf ingesteld oefening (zie
bladzijde 23). Let op: Het scherm toont niet een
kaart tijdens een afstand- of tijdsoefening.
6. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 22.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zet het apparaat eerst aan (zie DE STROOM
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Let op: Het kan
even duren voordat het bedieningspaneel klaar is
voor gebruik.
Selecteer vervolgens het hoofdmenu. Wanneer
u het bedieningspaneel aan zet, zal het hoofdmenu op het scherm verschijnen nadat het
bedieningspaneel is opgestart. Als u in een oefening bent, drukt u op het scherm, druk op Pause
(pauze), druk op End (einde) en druk op Finish
(afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk vervolgens op de proeltoets (persoonsym-
bool) onderaaan het scherm, en druk op Settings
(instellingen). Het instellingenmenu zal op het
scherm verschijnen.
2. Navigeer door het instellingenmenu en wijzig
indien gewenst de instellingen.
Schuif of tik op het scherm om indien gewenst
omhoog of omlaag te scrollen. Druk eenvoudigweg op de menunaam om een instellingenmenu te
bekijken. Druk op de terugtoets (pijlsymbool) om
een menu te verlaten. U kunt instellingen inzien en
wijzigen in de volgende instellingenmenu's:
Zie stap 6 op bladzijde 22.
9. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
Voor meer informatie over iFit, gaat u naar iFit.com.
Account
• My Prole (mijn proel)
• In Workout (in oefening)
• Manage Accounts (accounts beheren)
Equipment (apparatuur)
• Equipment Info (apparatuurinfo)
• Equipment Settings (apparatuurinstellingen)
• Maintenance (onderhoud)
• Wi-Fi
About (over)
• How It Works (hoe werkt het)
• Feedback
• Legal (juridisch)
26
3. De rondleiding van het bedieningspaneel
bekijken.
Om een rondleiding te zien die u door alle functies
van het bedieningspaneel begeleidt, drukt u op
How It Works.
4. Pas de meeteenheid en andere instellingen aan.
Om de meeteenheid, tijdzone of andere insteellin-
gen aan te passen, drukt u op Equipment Settings
en vervolgens op de gewenste instellingen.
Het scherm toont de voortgang van de update.
Als de update is voltooid, gaat de studioets uit en
weer aan. Als dat niet gebeurt, drukt u de stroomschakelaar in de stand Off (uit). Wacht enkele
seconden en zet de aan-uit-schakelaar in de resetstand. Let op: Het kan een paar minuten duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Let op: Soms kan een rmware-update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel iets anders gaat functioneren. Deze updates worden altijd ontwikkeld om
uw oefenervaring te verbeteren.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand
weergeven in of standaard of metrische
meeteenheden.
5. Bekijk de informatie van het apparaat.
Druk op Equipment Info en vervolgens op Machine
Info (machine-info) om informatie over uw studio-
ets te zien.
6. Werk de rmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig
op rmware updates. Druk op Maintenance, en
vervolgens op Update om te zien of er rmware
updates zijn via uw draadloze netwerk. De update
begint automatisch. BELANGRIJK: Om te voor-
komen dat u de studioets beschadigt dient u
het apparaat niet uit te zetten totdat de rmware
is bijgewerkt.
7. Het hellingsysteem kalibreren.
Om het hellingsysteem te kalibreren, drukt u op
Maintenance, vervolgens op Calibrate Incline
(helling kalibreren) en dan op Begin. Het onderstel
stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau, verlaagt naar het minimale hellingsniveau en
keert dan terug naar de uitgangspositie. Hierdoor
wordt het hellingsysteem gekalibreerd. Als het
hellingsysteem is gekalibreerd drukt u lichtjes op
Finish.
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de studio-
ets als u het hellingsysteem kalibreert.
8. Verlaat het hoofdmenu van de instellingen.
Druk op de terugtoets als u in een instellingen-
menu bent. Druk vervolgens op de afsluittoets (x
symbool) om het hoofdmenu van de instellingen te
verlaten.
27
AANSLUITEN OP EEN DRAADLOOS NETWERK
Voor het gebruiken van iFit-oefeningen en het
gebruik van verschillende andere functies van het
bedieningspaneel, moet het bedieningspaneel zijn
aangesloten op een draadloos netwerk.
1. Kies het hoofdmenu.
Zet het apparaat eerst aan (zie DE STROOM
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Let op: Het kan
even duren voordat het bedieningspaneel klaar is
voor gebruik.
Selecteer vervolgens het hoofdmenu. Wanneer
u het bedieningspaneel aan zet, zal het hoofdmenu op het scherm verschijnen nadat het
bedieningspaneel is opgestart. Als u in een oefening bent, drukt u op het scherm, druk op Pause
(pauze), druk op End (einde) en druk op Finish
(afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu.
2. Selecteer het draadloze netwerkmenu.
Druk op de toets Wi-Fi (draadloos netwerk sym-
booltje) onderaan het scherm om het draadloze
netwerkmenu te kiezen.
3. Wi-Fi inschakelen.
Volg de aanwijzingen op het scherm om uw wacht-
woord in te voeren en verbinding te maken met het
geselecteerde draadloze netwerk. (Voor gebruik
van het toetsenbord, zie DE TOUCHSCREEN
GEBRUIKEN op bladzijde 20.)
Wanneer het bedieningspaneel is aangesloten op
uw draadloze netwerk, zal er een vinkje verschijnen naast de naam van het draadloze netwerk.
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt
onbeveiligde en beveiligde (WEP, WPA™, and
WPA2™) codering. Een breedbandverbinding
wordt aanbevolen, de werking hangt af van de
verbindingssnelheid.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com
voor hulp.
5. Verlaat het draadloze netwerkmenu.
Druk op de terugtoets (pijlsymbool) om het draad-
loosnetwerkmenu te verlaten.
Zorg ervoor dat Wi-Fi® is ingeschakeld. Als dit niet
het geval is, druk dan op de Wi-Fi-toets om Wi-Fi in
te schakelen.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm een
lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het kan
even duren voordat de lijst met draadloze netwerken verschijnt.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U dient
uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting rechts op het bedieningspaneel en uw persoonlijke audio-speler; zorg
ervoor dat de audiokabel goed aangesloten is. Let
op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om
een audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw eigen audio-speler.
Pas het volume aan door te drukken op de volume-toenametoets en -afnametoets aan de rechterkant van
het bedieningspaneel of de volumeregelknop op uw
persoonlijke audiospeler.
Steek uw hoofdtelefoon in de audioaansluiting
voor hoofdtelefoons aan de rechterkant van het
bedieningspaneel, om naar de audio van het bedieningspaneel, uw persoonlijke hoofdtelefoon of oortjes
te luisteren.
28
EEN HDMI-KABEL AANSLUITEN
Om het scherm van uw bedieningspaneel weer te
geven op een tv of een monitor, steekt u een HDMIkabel (niet meegeleverd) in de aansluiting op het
bedieningspaneel en in de aansluiting op uw tv of
monitor; zorg ervoor dat de HDMI-kabel volledig is
ingestoken. Let op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een hdmi-kabel aan te schaffen.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om vet te verbranden of om uw cardiovasculair systeem te verbeteren, de sleutel tot het
bereiken van de beste resultaten is het behouden
van de juiste hartslagwaarde tijdens uw oefening. De
optionele hartslagmonitor stelt
u in staat om
tijdens het oefenen voortdurend
uw hartslag te
meten, en dat
zal u helpen om
uw persoonlijke
tnessdoelen te
behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas-hartslagmonitor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
29
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale werking en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de studioets en draai ze
goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief schoon-
maakmiddel om de studioets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Als het bedieningspaneel niet wordt ingeschakeld,
controleert u of het netsnoer volledig is aangesloten en
of de aan/uit-schakelaar zich in de resetstand bevindt.
Als u problemen ondervindt bij het verbinden van het
bedieningspaneel met een draadloos netwerk of als u
problemen ondervindt met uw iFit-account of iFit-oefeningen, gaat u naar support.iFit.com.
PROBLEMEN VAN HET HELLINGSYSTEEM
OPLOSSEN
Als het onderstel niet naar het juiste hellingniveau
beweegt, zie dan DE BEDIENINGS PANEELINSTELLINGEN WJZIGEN op bladzijde 26 en
kalibreer het hellingsysteem.
DE LINKERCRANKARM AFSTELLEN
Als de Linkercrankarm (21) los voelt terwijl u etst,
draai dan de twee M6 x 25mm Schroeven (96) aan.
96
96
21
Als het Bedieningspaneel (10) niet op zijn plaats blijft
wanneer deze naar de gewenste positie wordt bewogen, draait u de aangegeven M8 Borgmoer (99) iets
aan totdat het bedieningspaneel op zijn plaats blijft.
10
99
30
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Haal eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om
de snelheidssensor af te stellen. Verwijder vervolgens
de drie aangegeven M4 x 16mm Schroeven (83) van
het Rechter- en het Linkerscherm (30, 32).
Trek vervolgens voorzichtig de bovenkant van het
Rechter- en het Linkerscherm (30, 32) een paar centimeter uit elkaar.
Raadpleeg de inzet-tekening. Draai de M4 x 16mm
Schroeven (83) wat los. Draai vervolgens aan de
Linkercrankarm (21) totdat een Katrolmagneet (137)
op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor (115).
Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of verder
van de Katrolmagneet. Maak de Schroeven weer vast.
21
83
83
115
115
83
137
21
83
32
83
30
Steek het stroomsnoer in het stopcontact en draai de
Linkercrankarm (21) even. Herhaal deze procedure tot
het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Maak, wanneer de snelheidssensor goed is bijgesteld,
het Rechter- en het Linkerscherm (30, 32) weer vast.
31
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden bijgesteld
wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de
weerstand in de hoogste instelling staat.
Haal eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om
de drijfriem af te stellen. Volg dan de instructies hieronder. Let op: De tekeningen laten alleen de rechterkant
van de studioets zien.
Verwijder de aangegeven M4 x 16mm Schroef (83) en
de Schermkap (31) aan elke kant van de studioets.
31
83
Maak vervolgens de M10 Asmoer (27) aan elke kant
van de studioets los en draai de Bijstelmoer (26) aan
elke kant van de studioets een halve slag aan. Maak
vervolgens de M10 Asmoeren stevig vast.
Steek het stroomsnoer in het stopcontact en ets op de
studioets om de afstellingen te testen. Herhaal indien
nodig de bovenstaande acties tot de pedalen niet meer
wegslippen.
Wanneer de aandrijfriem juist is afgesteld, maakt u de
schermkappen weer vast.
27
26
32
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in
het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening – Als het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een
aerobic- oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit
die gedurende langere perioden grote hoeveelheden
zuurstof vereist. Voor een aerobic-oefening past u de
intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de
buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
HET METEN VAN UW HARTSLAG
Om uw hartslag te meten
dient u de oefening
minstens vier minuten uit
te voeren. Stop dan met
oefenen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en vermenigvuldig het resultaat met tien
om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartslagen voelt in zes seconden tijd, dan is uw hartslag 140
slagen per minuut.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”.
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden – Om op doeltreffende wijze vet te verbranden moet u gedurende een aanhoudende periode
oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam
koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste
minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om
vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste
Warming Up – Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt ter voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening – Oefen gedurende 20
tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten
in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en
diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem
niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst, tot
vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks
regelmatig oefeningen doen en hier plezier in hebben,
de sleutel tot uw succes is.
33
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken; spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van
uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal
dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespezen, onderrug en
liezen.
3. Strekken van kuiten/ achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen
tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat
op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 tellen
en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het
nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen
buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de quadriceps (dijbeenspier).
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk
bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en
heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3
keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
34
OPMERKINGEN
35
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEX18718.0 R0918A
1 1 Onderstel
2 1 Basis
3 1 Voorste Stabilisator
4 1 Achterste Stabilisator
5 1 M6 Schouderschroef
6 2 Draaiklem
7 1 Buis van het Handvat
8 1 Steun van het Bedieningspaneel
9 1 M8 x 32mm Schroef
10 1 Bedieningspaneel
11 1 Beugel van het Bedieningspaneel
12 6 M4 x 10mm Machineschroef
13 1 Buis van het Zadel
14 2 Handgewicht
15 1 M6 Crankschroef
16 1 Katrol
17 4 M4 x 14mm Schroef
18 4 M10 x 20mm Bout met Platte Kop
19 1 Crank/Rechtercrankarm
20 1 Zwenkas
21 1 Linkercrankarm
22 1 Vliegwielmodule
23 1 Handvatkap
24 2 Zwenkhuls
25 1 Aandrijfriem
26 2 Bijstelmodule
27 2 M10 Asmoer
28 2 Buisklem
29 1 Kap van de Rechterbasis
30 1 Rechterscherm
31 2 Schermkap
32 1 Linkerscherm
33 1 Rechterschijf
34 1 Rechterkap van de Hellingmotor
35 1 Linkerkap van de Hellingmotor
36 1 Bovenste Kap van de Hellingmotor
37 1 Linkerschijf
38 1 Handgewichthouder
39 1 Dop van de Buis van het Handvat
40 1 Accessoireshouder
41 1 M8 Zadelschroef
42 1 Zadelmoer
43 2 Dop van de Drager
44 3 Doorvoerhuls voor één Draad
45 1 Rechterhuls van de Buis van het
Zadel
46 1 Linkerhuls van de Buis van het
Zadel
47 1 Huls van de Buis van het
Rechterhandvat
48 1 Huls van de Buis van het
Linkerhandvat
49 2 Wiel
50 1 Afstelarm
51 1 Weerstandschijf
52 1 Onderste Zadelklem
53 1 Bovenste Zadelklem
54 1 Zadel
55 6 Bevestigde Draadband
56 1 Pedaalset
57 9 M4 x 12mm Schroef
58 2 Bovenste Been
59 2 Onderste Been
60 4 M4 x 8mm Schroef
61 2 M8 Tussenring
62 2 Huls van het Been
63 2 Lager van het Onderstel
64 2 Beenkap
65 1 Aardingsschroef
66 4 Grote Bus van het Been
67 1 Drager
68 2 Tussenstuk van het Been
69 4 Kleine Bus van het Been
70 1 Rechtergreep
71 1 Linkergreep
72 1 Rechterregelknop
73 1 Linkerregelknop
74 1 Schachtkap
75 1 Huls van de Schachtkap
76 4 Stabilisatorkap
77 2 Voet
78 2 Stelvoet
79 1 Controller
80 1 Controllerkap
81 4 M4 x 8mm Machineschroef
82 1 Weerstandmotor
83 23 M4 x 16mm Schroef
84 4 M4 x 12mm Flensschroef
85 2 Kap van de Buisknop
86 3 Klemmoer
87 2 Bus van de Hellingmotor
88 1 Inzetstuk van de Hellingmotor
89 1 Hellingmotor
90 1 Magneetbeugel
91 1 Rechterkap van de Magneetbeugel
92 1 Linkerkap van de Magneetbeugel
93 4 M8 x 12mm Hechtschroef
94 1 M10 x 52mm Bout
95 1 M10 Klemmoer
96 2 M6 x 25mm Schroef
97 1 Handvat
98 2 M8 x 50mm Bout
99 3 M8 Borgmoer
100 2 Buisknop
36
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 1 Knop van de Drager
102 4 M4 x 12mm Machineschroef
103 2 M4 x 10mm Schroef
104 4 M10 Klemschroef
105 12 M10 x 20mm Schroef
106 1 M8 x 85mm Bout
107 2 M4 x 14mm Machineschroef
108 3 M6 Tussenring
109 1 Beugelmodule
110 2 Doorvoerhuls voor Twee Draden
111 2 Bovenste/Onderste Draaischijf
112 1 Middelste Draaischijf
113 2 Binnenste Draaischijf
114 2 Buitenste Draaischijf
115 1 Snelheidssensor/Draad
116 1 Clip van de Snelheidsensor
117 1 Kap van de Linkerbasis
118 1 Stroomschakelaar
119 1 Doorvoerhuls van het Stroomsnoer
120 1 Stroomsnoer
121 1 Stopveer
122 1 Onderste Draad
123 1 Bovenste Draad
124 1 Verlengingsdraad
125 1 Besturingsdraad
126 6 M8 x 12mm Schroef
127 6 M8 Grote Tussenring
128 2 M5 Moer
129 1 M5 x 8mm Schroef
130 1 M3 x 8mm Schroef
131 1 Afstelblok
132 2 M4 x 10mm Botte Schroef
133 2 M3 x 20mm Schroef
134 1 Plastic Tussenstuk
135 5 M10 Borgmoer
136 3 M4 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
137 2 Katrolmagneet
138 2 M6 x 12mm Schroef
139 1 Drukring
140 1 Dopje van de Remknop
141 1 M6 Slotmoer
142 1 Onderste Remknop
143 1 Onderste Rembus
144 1 Veerstop
145 1 Remveer
146 2 M4 x 5mm Schroef
147 1 Remas
148 1 Rolpin
149 1 E-ring
150 1 Remschoen
151 1 Schoenpen
152 6 M4 x 12mm Botte Schroef
153 1 Bovenste Rembus
* – Gebruikershandleiding
* – Gereedschap voor het Monteren
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande bericht gewijzigd worden. Zie de achterkant
van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen zijn niet
afgebeeld.
37
GEDETAILLEERDE TEKENING A
83
83
77
83
Modelnr. NTEVEX18718.0 R0918A
27
126
66
58
126
127
62
127
26
130
69
68
51
60
69
50
129
128
152
55
86
59
127
131
57
55
126
128
92
116
83
63
24
91
60
115
9
122
127
126
100
141
143
108
147
149
12
85
142
121
153
144
145
146
148
150
40
103
90
103
100
5
12
85
57
1
81
63
65
140
66
66
58
84
82
62
86
36
87
35
88
138
89
34
26
22
27
108
83
105
4
75
74
152
118
55
44
119
105
44
152
105
117
55
108
6
44
138
104
83
20
105
83
120
79
24
105
29
49
64
105
3
80
99
126
127
105
2
151
69
12
49
98
127
68
59
126
69
64
83
78
7676
38
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEX18718.0 R0918A
43
107
101
67
53
52
46
54
42
43
41
107
13
10
45
106
28
71
61
73
55
38
152
102
11
94
61
99
114
102
111
112
111
110
113
110
95
8
135
139
134
113
109
114
123
83
56
83
136
15
83
32
136
135
137
96
31
37
57
57
132
136
135
48
16
57
93
23
137
39
97
7
93
30
47
28
72
125
25
83
17
70
133
83
124
31
132
83
96
21
14
39
33
83
83
56
18
19
BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Voor het bestellen van reserveonderdelen, raadpleegt u de voorzijde van deze handleiding. Om u van dienst te
kunnen zijn moet u de volgende informatie bij de hand hebben als u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving van vervangingsonderdelen (zie LIJST MET ONDERDELEN
en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLINGINFORMATIE
Dit elektronische product mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Voor milieubehoud, moet dit product overeenkomstig de
wetgeving worden gerecycled na aoop van de levensduur.
Maak gebruik van recyclingfaciliteiten die bevoegd zijn om dit type afval te verzamelen in uw gebied. Door dit te doen helpt u mee aan het behoud van natuurlijke
bronnen en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Indien u
meer informatie nodig heeft over veilige en juiste afvoermethoden, kunt u contact
opnemen met het plaatselijke stadskantoor van de winkel waar u dit product heeft
gekocht.