NordicTrack S 22i User manual

Modelnr. NTEVEX18718.0 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
Neem contact op met de Klanten­dienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00 GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
iconeurope.com
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE STUDIOFIETS GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................30
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN .............................................Achterzijde
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterzijde
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
De hier afgebeelde waarschuwingsstic­kers worden meegeleverd bij dit product. Bevestig de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse waarschuwingen op de aangegeven locatie. Bel, wanneer een
sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de voorkant van deze handleiding en vraag om een gratis vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Let op: De
stickers worden mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK en IFIT zijn handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. Het woordmerk Bluetooth® en de
logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. Google Maps is
een handelsmerk van Google LLC. Wi-Fi is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. WPA en WPA2 zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw studioets voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen dat allen die gebruik maken van de studio-
ets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
3. De studioets is niet bedoeld om gebruikt te worden door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij instructie hebben ontvangen over het gebruik
van de studioets door iemand die voor hun
veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de studioets alleen zoals in deze handleiding beschreven wordt.
5. Deze studioets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de studioets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de studioets uitsluitend binnens­huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de studioets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de studioets op een vlakke onder­grond met minstens 0,6 m vrije ruimte rondom het krachtsysteem. Leg een matje onder de studioets om uw vloer of de vloer­bedekking te beschermen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderde-
len van de studioets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de studioets vandaan.
10. Steek, bij het insteken van de stekker (zie bladzijde 15), de stekker alleen in een geaard stopcontact.
11. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik geen adapter om het stroomsnoer op een onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het stroomsnoer uit de buurt van verwarmde oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
12. Gebruik de studioets niet wanneer het elek­trische snoer of de stekker beschadigd is.
Gebruik de studioets niet als hij niet goed
werkt.
13. GEVAAR: Verwijder altijd de
sleutel, trek de stekker uit het stopcon­tact, en druk de aan/uitschakelaar in de stand Off (uit) wanneer u de studioets
niet gebruikt en voordat u de studioets
reinigt. Onderhoud, anders dan de proce­dures in deze handleiding, dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
14. Draag geschikte kleding tijdens het oefenen. Draag nooit losse kleding die in de studio-
ets bekneld kunnen raken. Draag altijd
sportschoenen voor voetbescherming.
15. De studioets kan alleen door mensen die minder dan 150 kg wegen worden gebruikt.
16. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de studioets.
17. Houdt tijdens het gebruik van de studioets uw rug recht. Krom uw rug niet.
3
18. Met de studioets kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat het
vliegwiel stopt. Verlaag uw etssnelheid op
een gecontroleerde manier.
19. Om het vliegwiel snel te stoppen drukt u de remknop omlaag.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
20. Wanneer de studioets niet wordt gebruikt, drukt u de remknop omlaag en stevig vast.
21. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt, kortademig of duizelig wordt tijdens het oefe­nen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire NORDICTRACK® COMMERCIAL S22I STUDIO CYCLE. De COMMERCIAL S22I STUDIO CYCLE is
anders dan elke gewone trainingsets. Met volledige
aanpasbaarheid, een interactief draadloos bedie­ningspaneel met touchscreen, een hellingsysteem dat een echt terrein simuleert, en een reeks andere func­ties, biedt de COMMERCIAL S22I STUDIO CYCLE
een meeslepende thuis-studio-etservaring.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de studioets gebruikt.
Lengte: 89 cm Breedte: 56 cm Gewicht: 80 kg
Helling/Afdalingsregelknop
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding hebt door­gelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het productnummer en serienummer even op. De plaats waar u de sticker van het modelnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke­ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Handgewicht
Handvat
Remknop
Zadel
Knop van de Drager
Pedaal/Riem
Stroomschakelaar
Bedieningsknop
voor de Weerstand
Buisknop
Accessoireshouder
Buisknop
Vliegwiel
Wiel
Stroomsnoer
Stelvoet
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg bij de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let
op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
M10
Klemmoer
(95)–1
M4 x 10mm
Machineschroef
(12)–2
M10 x 20mm Schroef
(105)–12
M4 x 12mm
Machineschroef
(102)–4
M10 x 52mm Bout (94)–1
M4 x 14mm
Schroef
(17)–4
M8 x 12mm
Schroef
(93)–4
6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen uitgevoerd worden.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar bent met alle montagestappen.
• Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen herkennen.
• Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade aan onderdelen te voorkomen.
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• hier wordt uw eigendom geregistreerd
• activeert uw garantie
• zorgt voor prioriteit bij klantondersteuning als u ooit hulp nodig heeft
• Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een instelbare sleutel
een rubber hamer
Montage is makkelijker met een set sleutels.
1
Let op: Bel wanneer u geen toegang tot internet
heeft, de Klantendienst (zie de kaft van de deze handleiding) en registreer uw product.
7
2. Bevestig de Voorste Stabilisator (3) aan de Basis
(2) met vier M10 x 20mm Schroeven (105); draai
de Schroeven nog niet vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de Voorste
Stabilisator (3) vast met twee aanvullende M10 x 20mm Schroeven (105).
Draai dan alle zes M10 x 20mm Schroeven
(105) weer vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Druk de rechter
Beenkap (64) omlaag en bevestig hem aan de Basis (2) met een M4 x 10mm Machineschroef (12). Maak de andere Beenkap (niet getoond)
op dezelfde manier vast.
2
105
105
2
3
105
64
2
12
3
105
8
3. Bevestig de Achterste Stabilisator (4) aan de Basis (2) met vier M10 x 20mm Schroeven (105); draai de Schroeven nog niet vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de
Achterste Stabilisator (4) vast met twee aanvul­lende M10 x 20mm Schroeven (105).
Draai dan alle zes M10 x 20mm Schroeven
(105) weer vast.
3
105
105
2
4
105
105
4. Raadpleeg de inzet-tekening. Richt de Buis van het Handvat (7) zo dat de onderste sleuf (A) zich aan de afgebeelde kant bevindt.
Maak vervolgens de aangegeven Buisknop (100)
los en steek de Buis van het Handvat (7) in het Onderstel (1) totdat het onderste uiteinde van de Buis van het Handvat onderin het Onderstel zit. Maak vervolgens de Buisknop goed vast.
Steek vervolgens het uiteinde van de Onderste
Draad (122) in het Onderstel (1) en de Buis van het Handvat (7) en trek het uit de bovenste gleuf (B) in de Buis van het Handvat zoals aangege­ven door de streepjeslijn rechts.
4
4
7
A
100
1
B
7
100
1
122
9
5. Stop het Handvat (97) in de Buis van het Handvat (7). Bevestig het Handvat met vier M8 x 12mm Schroeven (93); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
5
97
6. Tip: Vermijd dat de draden (C) bekneld raken. Schuif de Steun van het Bedieningspaneel (8) op het Handvat (97).
Bevestig de Steun van het Bedieningspaneel
(8) met een M10 x 52mm Bout (94) en een M10 Klemmoer (95); zorg ervoor dat de Klemmoer
in het zeskantige gat (D) valt. Maak de Bout nog niet vast.
93
6
Vermijd dat
de draden (C)
bekneld raken
94
7
93
8
D
10
97
95
C
7. Kijk onder de Steun van het Bedieningspaneel
(8) en identiceer de Bovenste Draad (123),
die een grotere connector heeft dan de Verlengingsdraad (124).
7
Verbind de Bovenste Draad (123) met de
Onderste Draad (122) dat uit de Buis van het Handvat (7) steekt. Steek beide connectoren op beide Draden in de Buis van het Handvat.
Verbind vervolgens de Verlengingsdraad
(124) met de Besturingsdraad (125) dat uit het Handvat (97) steekt. Steek vervolgens beide connectoren op beide Draden in het Handvat.
122
123
8
97
125
124
7
8. Laat iemand het Bedieningspaneel (10) bij de Beugel van het Bedieningspaneel (11) houden.
Sluit de Bovenste Draad (123) en de
Verlengingsdraad (124) aan op de aansluitingen aan de achterkant van het Bedieningspaneel (10); zorg ervoor dat de met rood gemar-
keerde Draad in de met rood gemarkeerde aansluiting wordt gestoken en steek de met geel gemarkeerde Draad in de met geel gemarkeerde aansluiting.
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Kantel indien nodig de Beugel van het Bedieningspaneel (11) omhoog om deze stap makkelijker te maken. Bevestig
het Bedieningspaneel (10) aan de Beugel van het Bedieningspaneel met vier M4 x 12mm Machineschroeven (102); draai alle
Machineschroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
8
11
10
102
102
123
124
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
11
9. BELANGRIJK: Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel (10) in de verticale stand brengen. Draai de M10 x 52mm Bout (94) vast terwijl een tweede persoon het Bedieningspaneel vasthoudt.
Richt vervolgens de Handgewichthouder (38)
zo, dat de grootste opening (E) naar voren is gericht.
Tip: Vermijd dat de draden (C) bekneld
raken. Bevestig de Handgewichthouder (38) aan de Steun van het Bedieningspaneel (8) met vier M4 x 14mm Schroeven (17); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
9
Vermijd
draden (C)
bekneld
dat de
raken
38
10
E
94
C
8
10. Richt de Buis van het Zadel (13) zoals getoond.
Maak de aangegeven Buisknop (100) los. Steek
vervolgens de Buis van het Zadel (13) in het Onderstel (1) en stel de Buis van het Zadel af op de juiste hoogte. Maak vervolgens de Buisknop goed vast.
17
10
13
100
12
1
11. Let op: U kunt desgewenst uw eigen zadel
bevestigen.
Zie inzettekening a. Kantel het Zadel (54) naar
één kant en schuif een van de rails (F) zo ver mogelijk tussen de Onderste Zadelklem (52) en de Bovenste Zadelklem (53). Maak de M8 Zadelschroef (41) indien nodig, losser.
11
54
F
53
52
Zie inzettekening b. Kantel het Zadel (54)
omlaag zoals afgebeeld en schuif de andere rail (F) tussen de Zadelklemmen (52, 53).
Zorg ervoor dat beide rails in de groeven in de Zadelklemmen zitten en dat het Zadel recht en waterpas is. Maak vervolgens de
Zadelschroef (41) stevig vast.
12. Let op: U kunt desgewenst uw eigen pedalen bevestigen.
a
12
54
41
b
54
53
F
52
41
F
52, 53
41
Zoek naar het rechter Pedaal (56). Draai
met gebruik van een instelbare sleutel het rechter Pedaal naar rechts goed vast in de Rechtercrankarm (19).
Draai het linker Pedaal (niet getoond) ste-
vig naar links in de Linkercrankarm (niet getoond). BELANGRIJK: U moet het lin­ker Pedaal naar links draaien om het te bevestigen.
19
56
13
13. Plaats de twee Handgewichten (14) in de Handgewichthouder (38).
13
10
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u het
Bedieningspaneel (10) niet met de Handgewichten (14) raakt wanneer u de Handgewichten na elk gebruik in de Handgewichthouder (38) plaatst.
14. Steek het geschikte Stroomsnoer (120) in de Aansluiting die zich in op het Onderstel bevindt (1).
Leid vervolgens het Stroomsnoer (120) door de
twee open Verankerde Trekbanden (55) op de Basis (2) zoals weergegeven. Trek dan aan de Verankerde Trekbanden tot ze gesloten zijn.
14
38
14
120
1
2
15. Nadat de studioets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de studioets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Leg een matje onder de studioets om uw vloer (bedekking) niet te beschadigen.
55
14
DE STUDIOFIETS GEBRUIKEN
FR/SP
UK
UK Dubai
DU GR RU HU CZ
AUS
TYPE F
HET STROOMSNOER INSTEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed
functioneren dan geeft de aarding de laagste weer­standspad voor de elektriciteit om zodoende het risico op een elektrische schok te verminderen. Het stroomsnoer van dit product heeft een geaarde con­ductor en een geaarde stekker. BELANGRIJK: Als
het stroomsnoer beschadigd is moet u het ver­vangen met een door de fabrikant aanbevolen stroomsnoer.
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Verander de stekker die bij het product geleverd is niet – laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg de stappen hieronder voor het insteken van het stroomsnoer.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer in het stopcontact op het onderstel.
Stopcontact
van het Onderstel
Stroomsnoer
2. Steek dan de stroomkabel in een juist stopcontact dat goed geïnstalleerd en geaard is volgens de plaatselijke bepalingen en verordeningen.
Stopcontact
15
FUNCTIES VAN DE STUDIOFIETS
Watt Meten
Elke studioets wordt gekalibreerd om het uitgangsver­mogen te meten en u in staat te stellen uw watt en tpm direct op het bedieningspaneel te controleren.
Door uw watt en tpm te controleren, kunt u zien hoe hard u traint en ervoor zorgen dat u uzelf blijft uitdagen en verbeteren.
Het Hellingsysteem
De studioets kan stijgen en dalen om op realisti­sche wijze een buitenterrein te simuleren. Wanneer u kaartoefeningen van trainingsroutes gebruikt of maakt met iFit® (zie de bedieningspaneelinstructies vanaf
bladzijde 19 voor meer informatie), zal de studioets
automatisch stijgen en dalen om overeen te komen met het echte terrein.
Interactief Draadloos Touchscreen Bedieningspaneel
Het draadloze touchscreen bedieningspaneel werkt samen met iFit om een interactieve en meeslepende thuisstudio-ervaring te bieden waarmee u virtueel kunt deelnemen aan groepsstudio-lessen onder leiding van personal trainers en om trainingen over de hele wereld te ervaren.
DE GEOMETRIE VAN DE STUDIOFIETS AFSTELLEN
De studioets kan worden afgesteld op de geometrie van uw gewone ets om een juiste vorm te promoten
en om zeker te zijn van een juiste training van de spie­ren. Maak afstellingen in kleine stapjes en ets op de studioets om de afstellingen te testen.
De Hoek van het Zadel Afstellen
U kunt de hoek van het zadel afstellen in de meest comfortabele positie. U kunt het zadel ook naar voren of achteren schuiven om uw comfort te verhogen, of om de afstand tot het handvat af te stellen.
Om de positie van het zadel bij te stellen, dient u de zadelschroef (A) in de drager een paar slagen los te draaien. Kantel ver­volgens het zadel omhoog of omlaag of schuif het zadel naar voren of naar achteren naar de gewenste positie. Maak dan de zadelschroef weer vast.
Let op: U kunt het zadel verwijderen en desge-
wenst uw eigen zadel op de studioets bevestigen.
A
De Drager van het Zadel Afstellen
Om de stand van de drager aan te passen, draait u de knop van de drager (B) los, beweegt u de drager van het zadel naar voren of naar achteren naar de gewenste positie en draait u de knop van de drager weer stevig vast.
B
16
De Buis van het Zadel Afstellen
De Positie van het Bedieningspaneel Afstellen
Voor een effectieve oefening moet het zadel op de juiste hoogte zijn. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het etsen wat
gebogen zijn.
Om de buis van het zadel aan te passen, maakt u de buisknop (C) los, beweegt u de buis van het zadel omhoog of omlaag en maakt u de buis­knop stevig vast.
BELANGRIJK: Pas de buis van het zadel niet verder aan dan het teken "MAX" op de buis van het zadel.
De Buis van het Handvat Afstellen
Om de buis van het handvat aan te passen, maakt u de buisknop (D) los, beweegt u de buis van het handvat omhoog of omlaag en maakt u de buisknop weer stevig vast.
BELANGRIJK: Verhoog de buis van het handvat niet verder dan het teken “MAX” op de buis van het handvat.
C
D
Het bedie­ningspaneel (E) kan omhoog, omlaag of opzij worden afgesteld. Om de positie van de bedieningspaneel aan te passen, houdt u gewoon de zijkanten van het bedieningspaneel vast en drukt u op de gewenste positie. U kunt het bedieningspaneel helemaal naar de zijkant zwenken zodat u deze kunt bekijken terwijl u naast de studio staat om handge­wichtoefeningen of andere vloeroefeningen uit te voeren.
DE STUDIOFIETS WATERPAS ZETTEN
Draai, wanneer de
studioets tijdens
het gebruik wat wie­belt, aan een of aan beide stelvoeten (F) onder de achterste stabilisator totdat het toestel niet meer wiebelt.
E
F
F
17
DE PEDALEN GEBRUIKEN
DE STUDIOFIETS WATERPAS VERGRENDELEN
Om pedalen te gebruiken, steekt u uw schoenen in de teenkooien en trekt u aan de uiteinden van de teenriemen. Om de teenriemen af te stellen, houdt u de lipjes (G) op de gespen ingedrukt, stelt u de teenriemen af op de gewenste stand en laat u de lipjes los.
Let op: U kunt de pedalen verwijderen en
desgewenst uw eigen pedalen op de studioets
bevestigen.
DE REMKNOP GEBRUIKEN
Om de weerstand van de pedalen te wijzigen, drukt u op de knoppen op het rechterhandvat (zie stap 3 op blad­zijde 22). Om het
vliegwiel te stop­pen, drukt u op de remknop (H). Het
vliegwiel zal snel tot stilstand gebracht worden.
H
G
BELANGRIJK: Vergrendel de studioets wan­neer deze niet in gebruik is. Druk
de remknop (H) omlaag en maak stevig vast om
de studioets te
vergrendelen. Dit
zal de studioets
vergrendelen zodat het vliegwiel niet kan draaien. Maak de remknop los
om de studioets te ontgrendelen.
H
18
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft een draadloze techno­logie waarmee het bedieningspaneel verbinding kan maken met iFit. Met iFit heeft u toegang tot een grote en gevarieerde oefeningbibliotheek, kunt u uw eigen oefeningen creëren, uw oefeningsresultaten bijhouden en toegang krijgen tot andere functies.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze aan vooraf ingestelde oefeningen. Iedere oefening regelt automatisch de weerstand van de pedalen en de helling van het onderstel terwijl u door een effectieve oefeningsessie geleid wordt.
U kunt de weerstand van de trappers en de hel­lingsgraad van het onderstel met een druk op de knop wijzigen in de handmatige instelling van het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlo­pend trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw hartslag meten door gebruik te maken van de optionele borstkas-hartslagmonitor (zie bladzijde 29 voor meer
informatie).
U kunt ook terwijl u oefent, naar uw favoriete oefening-muziek of audioboeken luisteren via de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op bladzijde
20. Voor meer informatie over het gebruik van het
tiptoetsscherm, zie bladzijde 20. Voor het instellen van het bedieningspaneel, zie bladzijde 21.
19
DE STROOM INSCHAKELEN
DE TOUCHSCREEN GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de studioets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische onder­delen beschadigen.
Steek het stroomsnoer in (zie HET STROOMSNOER INSTEKEN op bladzijde 15). Zoek vervolgens naar de stroom­schakelaar op het onderstel bij het stroomsnoer. Druk de stroomschakelaar (A) in de reset-stand.
Het bedieningspaneel zal dan aan gaan en is klaar voor gebruik. Let op: Wanneer u het apparaat voor
de eerste keer aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk automatisch gekalibreerd. Tijdens het kali-
breren zal het onderstel omhoog en omlaag bewegen. Wanneer het onderstel stopt met bewegen, wordt het hellingsysteem gekalibreerd.
BELANGRIJK: Indien het hellingsysteem niet auto­matisch kalibreert, kijkt u bij stap 6 op bladzijde 21 en kalibreert u het hellingsysteem handmatig.
A
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een full-co­lor tiptoetsscherm. De volgende informatie zal u helpen bij het gebruiken van het touchscreen.
• De functies van het bedieningspaneel werken op dezelfde wijze als andere tablets. U kunt met uw vin­ger schuiven of tikken op het scherm om bepaalde beelden op het scherm, zoals de displays in een oefening te bewegen.
• Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u eerst op het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien. Om nummers of andere tekens op het toetsenbord te gebruiken, drukt u op ?123. Om meer tekens te zien, drukt u op de Alt. Raak opnieuw Alt aan om naar het nummertoetsenbord terug te gaan. Om terug te keren naar het lettertoetsenbord, raakt u ABC aan. Om een hoofdletter te gebruiken, gebruikt u de toets shift (pijlsymbool omhoog). Om meerdere tekens met een hoofdletter te gebruiken, raakt u de toets shift opnieuw aan. Raak de toets shift een derde keer aan om naar het lettertoetsenbord terug te gaan. Om het laatste teken te wissen, drukt u op de toets clear (pijl terug met een X-teken).
20
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
6. Het hellingsysteem kalibreren.
Stel het bedieningspaneel in voordat u de studioets
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1. Sluit op uw draadloos netwerk aan.
Voor het gebruiken van iFit-oefeningen en het
gebruik van verschillende andere functies van het bedieningspaneel, moet het bedieningspaneel zijn aangesloten op een draadloos netwerk. Volg de instructies op het scherm om het bedieningspaneel op uw draadloze netwerk aan te sluiten.
2. Instellingen afstellen
Volg de instructies op het scherm om de gewenste
meeteenheid en uw tijdzone in te stellen.
Let op: Om deze instellingen later te wijzigen kijkt
u bij DE BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN WIJZIGEN op bladzijde 26.
3. Inloggen op of aanmaken van een iFit-account.
Volg de instructies op het scherm om in te loggen
op uw iFit account of om een iFit account aan te maken.
4. Rondleiding op het bedieningspaneel.
Druk eerst op de proeltoets, druk op Settings,
druk op Maintenance en vervolgens op Calibrate Incline (helling kalibreren). Tijdens het kalibreren zal het onderstel omhoog en omlaag gaan. Zie DE BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN WIJZIGEN op bladzijde 26 voor meer informatie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met uw oefe­ningen kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg over de oefeningen en andere functies die het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige instelling, zie deze bladzijde. Voor gebruik van een kaartoefening of een vooraf ingestelde oefening, zie bladzijde
23. Voor het maken van een teken uw eigen kaart
oefening, zie bladzijde 24. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie bladzijde 25.
Voor het wijzigen van de bedieningspaneelinstel­lingen, zie bladzijde 26. Voor aansluiting op een draadloos netwerk, zie bladzijde 28. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde 28. Voor het aansluiten van een HDMI-kabel, zie bladzijde 29.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm ligt, verwijder deze dan.
De eerste keer dat u het bedieningspaneel
gebruikt, leidt een rondleiding u door de func­ties van het bedieningspaneel. Let op: Om de rondleiding nog eens te kunnen zien, drukt u op
de proeltoets (persoonsymbool) onderaan het
scherm, drukt u op Settings (instellingen), en ver­volgens op How It Works (hoe werkt het).
5. Controleer voor rmware updates.
Druk eerst op de proeltoets, druk op Settings,
druk op Maintenance (onderhoud) en ver­volgens op Update. Het bedieningspaneel
controleert op upgrade van de rmware. Zie DE
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN WIJZIGEN op bladzijde 26 voor meer informatie.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
20. Let op: Het kan even duren voordat het bedie­ningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze), druk op End (einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het hoofdmenu.
21
3. Wijzig desgewenst de weerstand van de pedalen en de helling van het onderstel.
5. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet uw hartslag.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te etsen.
Tijdens het etsen kunt u de weerstand van de
pedalen veranderen door op de toename- en afnametoetsen Resistance (weerstand) op het rechterhandvat te drukken.
Tijdens het etsen kunt u de weerstand van de
pedalen ook veranderen door op de toename- en afnametoetsen van de Incline/Decline (helling/afda­ling) op het linkerhandvat te drukken.
Let op: Als u op een toets drukt, dan zal het
eventjes duren voordat de pedalen het gewenste weerstandssniveau hebben bereikt of voordat het onderstel het geselecteerde hellingniveau heeft bereikt.
4. Controleer uw voortgang.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De gekozen display mode zal aangeven welke informatie wordt weergegeven.
Om de gewenste displayoptie te selecteren of om
statistische gegevens en graeken te zien schuift
u omlaag op het scherm. U kunt ook op de meer­toets (+ symbool) drukken om meer statistieken of overzichten te zien.
Indien gewenst kunt ook de volume bijstellen door
op de volume-toenametoets en -afnametoets op de rechterkant van het bedieningspaneel te drukken.
U kunt een optionele hartslagmonitor dragen om
uw hartslag te meten. Voor meer informatie over de optionele hartslagmonitor, zie bladzijde 29. Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met Bluetooth® Smart hartslagmonitoren.
Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw
hartslag wordt gedetecteerd.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft meerdere
snelheidsinstellingen en een stand automatisch. Als de automatische modus is geselecteerd zal de snelheid van de ventilator verhogen of verlagen als uw trapsnelheid toeneemt of afneemt. Druk herhaaldelijk op de toename- en afnametoets Fan (ventilator) om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
Let op: Als de pedalen gedurende enige tijd niet
bewegen als het hoofdmenu is geselecteerd, gaat de ventilator automatisch uit.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Druk de stroomschakelaar in de stand Off (uit) en
trek de stekker uit wanneer u met oefenen klaar bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de studioets
voortijdig slijten.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op het
scherm of stopt u met etsen. Ga eenvoudigweg
verder met stappen om de oefening te hervatten.
Om de oefensessie te beëindigen drukt u eerst
op het scherm om de oefening te pauzeren. Vervolgens drukt u op End; waarna een samen­vatting van de oefening op het scherm verschijnt. Indien gewenst kunt u de resultaten publiceren via een van de opties op het scherm. Druk dan op op Finish om terug te keren naar het hoofdmenu.
22
EEN KAARTOEFENING OF EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
20. Let op: Het kan even duren voordat het bedie­ningspaneel klaar is voor gebruik.
Om uw eigen kaart te tekenen voor een oefening,
zie UW EIGEN KAARTOEFENING TEKENEN op bladzijde 24.
Wanneer u een oefening selecteert, geeft het
scherm een overzicht van de oefening met details zoals de duur en de afstand van de oefening en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefe­ning zult verbranden.
2. Selecteer het hoofdmenu of de oefeningbibliotheek.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze) en druk op Finish (afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk op de toetsen onderaan het scherm
voor het selecteren van het hoofdmenu of de oefeningenbibliotheek.
3. Selecteer een oefening.
Om een oefening uit het hoofdmenu of de
oefeningbibliotheek te selecteren, drukt u een­voudigweg op de gewenste oefeningknop op het scherm. Schuif of tik op het scherm om omhoog of omlaag te scrollen.
4. Start de oefening.
Druk op Start om met de oefening te beginnen.
Tijdens sommige oefeningen toont het scherm een
kaart van de route en een markering die uw voort­gang weergeeft. Druk op de toetsen op het scherm om de gewenste kaartopties te selecteren.
De displaysmodi geven ook uw vorderingen weer.
Om de gewenste displaymodus te selecteren of om
statistische gegevens en graeken te zien veegt u
omlaag op het scherm. U kunt ook op de meertoets (+ symbool) drukken om meer statistieken of over­zichten te zien.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 21).
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm
een doelsnelheid weergeven. Houd uw etssnel­heid dichtbij de doelsnelheid tijdens de oefening voor het segment dat wordt weergegeven op het scherm. Er zal een bericht verschijnen dat u zal vertellen dat u sneller, langzamer of gelijk moet
blijven etsen.
Let op: Het bedieningspaneel heeft toegang nodig
tot een draadloos netwerk (zie AANSLUITEN OP EEN DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 28) om een kaartoefening te gebruiken.
De weergegeven kaartoefeningen op uw bedie-
ningspaneel zullen periodiek wijzigen. Om een van de weergegeven kaartoefeningen voor toekom­stig gebruik op te slaan, kunt u deze als favoriet toevoegen door te drukken op de favorietentoets (hartsymbool). U moet zijn aangemeld bij uw iFit-account om een aanbevolen kaartoefening op te slaan (zie stap 3 op bladzijde 25).
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke tempo kan langzamer zijn dat de doelsnelheidinstellin­gen. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat aangenaam voor u is.
23
Als het weerstandsniveau en/of het hellingsni-
veau te hoog of te laag is, kunt u de instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen Resistance (weerstand) of Incline/Decline (helling/afdaling) te drukken. Indien u drukt op de toets Resistance, kunt u handmatig de weerstand instellen (zie stap 3 op bladzijde 22). Als u op een toets Incline/Decline, drukt, kunt u handmatig he hel­lingniveau regelen (zie stap 3 op bladzijde 22). Om
terug te keren naar de geprogrammeerde weer­stand en/of hellinginstellingen van de oefening,
raakt u Follow Workout (oefening volgen) aan.
Let op: Het caloriedoel weergegeven in de
oefeningbeschrijving is een schatting van het aantal calorieën dat u zult verbranden tijdens de oefening. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren, zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een handmatige aanpassing van het weerstandni­veau of het hellingniveau tijdens de oefening, invloed hebben op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
UW EIGEN KAARTOEFENING TEKENEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
20. Let op: Het kan even duren voordat het bedie­ningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies een teken uw eigen kaartoefening.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze), druk op End (einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het hoofdmenu.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op het
scherm of stopt u met etsen. Om de oefening te
stoppen, drukt u lichtjes op End (beëindigen). Ga eenvoudigweg verder met stappen om de oefening te hervatten.
Wanneer de oefening tot een einde komt, verschijnt
een samenvatting van de oefening op het scherm. Indien gewenst kunt u de resultaten publiceren via een van de opties op het scherm. Druk dan op op Finish om terug te keren naar het hoofdmenu.
5. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 22.
6. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
Om een teken uw eigen kaartoefening te kiezen,
drukt u op de toets teken uw eigen kaart (kaartsym­bool) onderaan het scherm.
3. Teken je kaart.
Navigeer naar het gebied op de kaart waar u uw
oefening wilt tekenen door uw vingers over het scherm te schuiven. Druk op het scherm om het startpunt van uw oefening toe te voegen. Druk vervolgens op het scherm om het eindpunt van uw oefening toe te voegen.
Indien u uw oefening op hetzelfde punt wilt starten
en eindigen, gebruikt u de toetsen Loop (lus) of Out & Back (heen en weer) links op het scherm. U kunt ook selecteren of u wilt dat uw oefening over de weg gaat.
Indien u een fout maakt, kunt u op Undo (onge-
daan maken) links op het scherm drukken.
Het scherm zal de verhoging en afstandsstatistie-
ken voor uw oefening weergeven.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
24
4. Uw oefening opslaan.
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Druk op Save New Workout (nieuwe oefening
opslaan) to om uw oefening op te slaan. Voer indien gewenst een titel en beschrijving in voor uw oefening. Druk dan op de vervolgtoets (> symbool).
5. Start de oefening.
Druk op Start om met de oefening te beginnen.
De oefening werkt op dezelfde manier als een kaartoefening of een vooraf ingesteld oefening (zie bladzijde 23).
6. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 22.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
Het bedieningspaneel heeft toegang nodig tot een draadloos netwerk (zie AANSLUITEN OP EEN DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 28) om een iFit-oefening te gebruiken. Een iFit-account is ook vereist.
1. Voeg oefeningen aan uw schema op iFit.com.
Open op uw computer, smartphone, tablet, of
ander apparaat een internet browser, ga naar iFit.com, en log in op uw iFit-account.
Ga vervolgens naar Menu > Library (bibliotheek)
op de website. Bekijk de oefening-programma’s in
de bibliotheek en volg de gewenste oefeningen.
Ga vervolgens naar Menu > Schedule (schema)
om uw schema te bekijken. Alle gekozen oefenin­gen zullen dan op uw schema verschijnen. U kunt dan desgewenst uw oefeningen op uw schema rangschikken of verwijderen.
Neem wat tijd om de iFit.com website te bekijken
voordat u uitlogt.
9. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een oefening bent, druk dan op het
scherm, druk op Pause (pauze), druk op End (einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu. Als u zich in de instellingenmenu's bevindt, raakt u de terugknop aan (pijlsymbool) en vervolgens op de knop sluiten (x-symbool) om terug te keren naar het hoofdmenu.
3. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de proel-
toets (persoonsymbool) onder aan het scherm aan om in te loggen op uw iFit-account. Volg de aanwij­zingen op het scherm om uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.
Om van gebruiker te wisselen binnen uw iFit-ac-
count, drukt u op de proeltoets en vervolgens op
Manage Accounts (account beheren). Indien het account meerdere gebruikers heeft, verschijnt er een lijst met gebruikers. Druk op de naam van de gewenste gebruiker.
25
4. Selecteer een iFit-oefening die u eerder heeft toegevoegd aan uw lijst op iFit.com.
BELANGRIJK: Voordat u iFit-oefeningen kunt
downloaden, moet u ze toevoegen aan uw lijst op iFit.com (zie stap 1).
DE BEDIENINGS PANEEL INSTELLINGEN WJZIGEN
BELANGRIJK: Een aantal van de instellingen en de beschreven functies is mogelijk niet ingeschakeld.
Soms kan een rmware update ertoe leiden dat uw
bedieningspaneel iets anders functioneert.
Om een iFit-oefening van iFit.com naar het bedie-
ningspaneel te laden, raakt u de kalenderknop (agendasymbool) aan de onderkant van het scherm aan.
Wanneer u een oefening laadt, geeft het scherm
een overzicht van de oefening met details zoals de duur en de afstand van de oefening en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefe­ning zult verbranden.
5. Start de oefening.
Druk op Start om met de oefening te beginnen.
De oefening werkt op dezelfde manier als een kaartoefening of een vooraf ingesteld oefening (zie bladzijde 23). Let op: Het scherm toont niet een kaart tijdens een afstand- of tijdsoefening.
6. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 22.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zet het apparaat eerst aan (zie DE STROOM
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Let op: Het kan even duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Selecteer vervolgens het hoofdmenu. Wanneer
u het bedieningspaneel aan zet, zal het hoofd­menu op het scherm verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart. Als u in een oefe­ning bent, drukt u op het scherm, druk op Pause (pauze), druk op End (einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk vervolgens op de proeltoets (persoonsym-
bool) onderaaan het scherm, en druk op Settings (instellingen). Het instellingenmenu zal op het scherm verschijnen.
2. Navigeer door het instellingenmenu en wijzig indien gewenst de instellingen.
Schuif of tik op het scherm om indien gewenst
omhoog of omlaag te scrollen. Druk eenvoudig­weg op de menunaam om een instellingenmenu te bekijken. Druk op de terugtoets (pijlsymbool) om een menu te verlaten. U kunt instellingen inzien en wijzigen in de volgende instellingenmenu's:
Zie stap 6 op bladzijde 22.
9. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
Voor meer informatie over iFit, gaat u naar iFit.com.
Account
• My Prole (mijn proel)
• In Workout (in oefening)
• Manage Accounts (accounts beheren)
Equipment (apparatuur)
• Equipment Info (apparatuurinfo)
• Equipment Settings (apparatuurinstellingen)
• Maintenance (onderhoud)
• Wi-Fi
About (over)
• How It Works (hoe werkt het)
• Feedback
• Legal (juridisch)
26
3. De rondleiding van het bedieningspaneel bekijken.
Om een rondleiding te zien die u door alle functies
van het bedieningspaneel begeleidt, drukt u op How It Works.
4. Pas de meeteenheid en andere instellingen aan.
Om de meeteenheid, tijdzone of andere insteellin-
gen aan te passen, drukt u op Equipment Settings en vervolgens op de gewenste instellingen.
Het scherm toont de voortgang van de update.
Als de update is voltooid, gaat de studioets uit en
weer aan. Als dat niet gebeurt, drukt u de stroom­schakelaar in de stand Off (uit). Wacht enkele seconden en zet de aan-uit-schakelaar in de reset­stand. Let op: Het kan een paar minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Let op: Soms kan een rmware-update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel iets anders gaat functio­neren. Deze updates worden altijd ontwikkeld om uw oefenervaring te verbeteren.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand
weergeven in of standaard of metrische meeteenheden.
5. Bekijk de informatie van het apparaat.
Druk op Equipment Info en vervolgens op Machine
Info (machine-info) om informatie over uw studio-
ets te zien.
6. Werk de rmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig
op rmware updates. Druk op Maintenance, en vervolgens op Update om te zien of er rmware updates zijn via uw draadloze netwerk. De update begint automatisch. BELANGRIJK: Om te voor-
komen dat u de studioets beschadigt dient u het apparaat niet uit te zetten totdat de rmware
is bijgewerkt.
7. Het hellingsysteem kalibreren.
Om het hellingsysteem te kalibreren, drukt u op
Maintenance, vervolgens op Calibrate Incline (helling kalibreren) en dan op Begin. Het onderstel stijgt automatisch naar het maximale hellingsni­veau, verlaagt naar het minimale hellingsniveau en keert dan terug naar de uitgangspositie. Hierdoor wordt het hellingsysteem gekalibreerd. Als het hellingsysteem is gekalibreerd drukt u lichtjes op Finish.
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de studio-
ets als u het hellingsysteem kalibreert.
8. Verlaat het hoofdmenu van de instellingen.
Druk op de terugtoets als u in een instellingen-
menu bent. Druk vervolgens op de afsluittoets (x symbool) om het hoofdmenu van de instellingen te verlaten.
27
AANSLUITEN OP EEN DRAADLOOS NETWERK
Voor het gebruiken van iFit-oefeningen en het gebruik van verschillende andere functies van het bedieningspaneel, moet het bedieningspaneel zijn aangesloten op een draadloos netwerk.
1. Kies het hoofdmenu.
Zet het apparaat eerst aan (zie DE STROOM
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Let op: Het kan even duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Selecteer vervolgens het hoofdmenu. Wanneer
u het bedieningspaneel aan zet, zal het hoofd­menu op het scherm verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart. Als u in een oefe­ning bent, drukt u op het scherm, druk op Pause (pauze), druk op End (einde) en druk op Finish (afsluiten) om terug te keren naar het hoofdmenu.
2. Selecteer het draadloze netwerkmenu.
Druk op de toets Wi-Fi (draadloos netwerk sym-
booltje) onderaan het scherm om het draadloze netwerkmenu te kiezen.
3. Wi-Fi inschakelen.
Volg de aanwijzingen op het scherm om uw wacht-
woord in te voeren en verbinding te maken met het geselecteerde draadloze netwerk. (Voor gebruik van het toetsenbord, zie DE TOUCHSCREEN GEBRUIKEN op bladzijde 20.)
Wanneer het bedieningspaneel is aangesloten op
uw draadloze netwerk, zal er een vinkje verschij­nen naast de naam van het draadloze netwerk.
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op: Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt
onbeveiligde en beveiligde (WEP, WPA™, and WPA2™) codering. Een breedbandverbinding wordt aanbevolen, de werking hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com voor hulp.
5. Verlaat het draadloze netwerkmenu.
Druk op de terugtoets (pijlsymbool) om het draad-
loosnetwerkmenu te verlaten.
Zorg ervoor dat Wi-Fi® is ingeschakeld. Als dit niet
het geval is, druk dan op de Wi-Fi-toets om Wi-Fi in te schakelen.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm een
lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het kan even duren voordat de lijst met draadloze netwer­ken verschijnt.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac­tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U dient uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord te kennen.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin­stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet inbegrepen) in de aansluiting rechts op het bedie­ningspaneel en uw persoonlijke audio-speler; zorg
ervoor dat de audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw eigen audio-speler. Pas het volume aan door te drukken op de volume-toe­nametoets en -afnametoets aan de rechterkant van het bedieningspaneel of de volumeregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
Steek uw hoofdtelefoon in de audioaansluiting voor hoofdtelefoons aan de rechterkant van het bedieningspaneel, om naar de audio van het bedie­ningspaneel, uw persoonlijke hoofdtelefoon of oortjes te luisteren.
28
EEN HDMI-KABEL AANSLUITEN
Om het scherm van uw bedieningspaneel weer te geven op een tv of een monitor, steekt u een HDMI­kabel (niet meegeleverd) in de aansluiting op het bedieningspaneel en in de aansluiting op uw tv of monitor; zorg ervoor dat de HDMI-kabel volledig is
ingestoken. Let op: Ga naar uw plaatselijke elektro­nicawinkel om een hdmi-kabel aan te schaffen.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om vet te verbranden of om uw cardio­vasculair systeem te verbeteren, de sleutel tot het bereiken van de beste resultaten is het behouden van de juiste hartslagwaarde tijdens uw oefening. De
optionele hart­slagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefe­nen voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen om uw persoonlijke
tnessdoelen te
behalen. Voor aankoop van de optionele borstkas-hartslagmoni­tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
29
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer­king en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de studioets en draai ze
goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief schoon-
maakmiddel om de studioets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL OPLOSSEN
Als het bedieningspaneel niet wordt ingeschakeld, controleert u of het netsnoer volledig is aangesloten en of de aan/uit-schakelaar zich in de resetstand bevindt.
Als u problemen ondervindt bij het verbinden van het bedieningspaneel met een draadloos netwerk of als u problemen ondervindt met uw iFit-account of iFit-oefe­ningen, gaat u naar support.iFit.com.
PROBLEMEN VAN HET HELLINGSYSTEEM OPLOSSEN
Als het onderstel niet naar het juiste hellingniveau beweegt, zie dan DE BEDIENINGS PANEEL­INSTELLINGEN WJZIGEN op bladzijde 26 en kalibreer het hellingsysteem.
DE LINKERCRANKARM AFSTELLEN
Als de Linkercrankarm (21) los voelt terwijl u etst,
draai dan de twee M6 x 25mm Schroeven (96) aan.
96
96
21
Als het Bedieningspaneel (10) niet op zijn plaats blijft wanneer deze naar de gewenste positie wordt bewo­gen, draait u de aangegeven M8 Borgmoer (99) iets aan totdat het bedieningspaneel op zijn plaats blijft.
10
99
30
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Haal eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om de snelheidssensor af te stellen. Verwijder vervolgens de drie aangegeven M4 x 16mm Schroeven (83) van het Rechter- en het Linkerscherm (30, 32).
Trek vervolgens voorzichtig de bovenkant van het Rechter- en het Linkerscherm (30, 32) een paar centi­meter uit elkaar.
Raadpleeg de inzet-tekening. Draai de M4 x 16mm Schroeven (83) wat los. Draai vervolgens aan de Linkercrankarm (21) totdat een Katrolmagneet (137) op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor (115). Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of verder van de Katrolmagneet. Maak de Schroeven weer vast.
21
83
83
115
115
83
137
21
83
32
83
30
Steek het stroomsnoer in het stopcontact en draai de Linkercrankarm (21) even. Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Maak, wanneer de snelheidssensor goed is bijgesteld, het Rechter- en het Linkerscherm (30, 32) weer vast.
31
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden bijgesteld wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de weerstand in de hoogste instelling staat.
Haal eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om de drijfriem af te stellen. Volg dan de instructies hieron­der. Let op: De tekeningen laten alleen de rechterkant
van de studioets zien.
Verwijder de aangegeven M4 x 16mm Schroef (83) en
de Schermkap (31) aan elke kant van de studioets.
31
83
Maak vervolgens de M10 Asmoer (27) aan elke kant
van de studioets los en draai de Bijstelmoer (26) aan elke kant van de studioets een halve slag aan. Maak
vervolgens de M10 Asmoeren stevig vast.
Steek het stroomsnoer in het stopcontact en ets op de studioets om de afstellingen te testen. Herhaal indien
nodig de bovenstaande acties tot de pedalen niet meer wegslippen.
Wanneer de aandrijfriem juist is afgesteld, maakt u de schermkappen weer vast.
27
26
32
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefe­ningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe­ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteit­niveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic-oefening.
vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening – Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic- oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die gedurende langere perioden grote hoeveelheden zuurstof vereist. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
HET METEN VAN UW HARTSLAG
Om uw hartslag te meten dient u de oefening minstens vier minuten uit te voeren. Stop dan met oefenen en plaats twee vingers op uw pols zoals afgebeeld. Neem uw hartslag gedurende zes seconden op en vermenigvuldig het resultaat met tien om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartsla­gen voelt in zes seconden tijd, dan is uw hartslag 140 slagen per minuut.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden – Om op doeltreffende wijze vet te ver­branden moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgesla­gen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefe­ning aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste
Warming Up – Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt ter voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening – Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro­gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst, tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in hebben, de sleutel tot uw succes is.
33
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek­ken; spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze posi­tie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van kuiten/ achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heu­pen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de quadriceps (dijbeenspier).
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
34
OPMERKINGEN
35
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEX18718.0 R0918A
1 1 Onderstel 2 1 Basis 3 1 Voorste Stabilisator 4 1 Achterste Stabilisator 5 1 M6 Schouderschroef 6 2 Draaiklem 7 1 Buis van het Handvat 8 1 Steun van het Bedieningspaneel 9 1 M8 x 32mm Schroef 10 1 Bedieningspaneel 11 1 Beugel van het Bedieningspaneel 12 6 M4 x 10mm Machineschroef 13 1 Buis van het Zadel 14 2 Handgewicht 15 1 M6 Crankschroef 16 1 Katrol 17 4 M4 x 14mm Schroef 18 4 M10 x 20mm Bout met Platte Kop 19 1 Crank/Rechtercrankarm 20 1 Zwenkas 21 1 Linkercrankarm 22 1 Vliegwielmodule 23 1 Handvatkap 24 2 Zwenkhuls 25 1 Aandrijfriem 26 2 Bijstelmodule 27 2 M10 Asmoer 28 2 Buisklem 29 1 Kap van de Rechterbasis 30 1 Rechterscherm 31 2 Schermkap 32 1 Linkerscherm 33 1 Rechterschijf 34 1 Rechterkap van de Hellingmotor 35 1 Linkerkap van de Hellingmotor 36 1 Bovenste Kap van de Hellingmotor 37 1 Linkerschijf 38 1 Handgewichthouder 39 1 Dop van de Buis van het Handvat 40 1 Accessoireshouder 41 1 M8 Zadelschroef 42 1 Zadelmoer 43 2 Dop van de Drager 44 3 Doorvoerhuls voor één Draad 45 1 Rechterhuls van de Buis van het
Zadel
46 1 Linkerhuls van de Buis van het
Zadel
47 1 Huls van de Buis van het
Rechterhandvat
48 1 Huls van de Buis van het
Linkerhandvat
49 2 Wiel 50 1 Afstelarm 51 1 Weerstandschijf 52 1 Onderste Zadelklem 53 1 Bovenste Zadelklem 54 1 Zadel 55 6 Bevestigde Draadband 56 1 Pedaalset 57 9 M4 x 12mm Schroef 58 2 Bovenste Been 59 2 Onderste Been 60 4 M4 x 8mm Schroef 61 2 M8 Tussenring 62 2 Huls van het Been 63 2 Lager van het Onderstel 64 2 Beenkap 65 1 Aardingsschroef 66 4 Grote Bus van het Been 67 1 Drager 68 2 Tussenstuk van het Been 69 4 Kleine Bus van het Been 70 1 Rechtergreep 71 1 Linkergreep 72 1 Rechterregelknop 73 1 Linkerregelknop 74 1 Schachtkap 75 1 Huls van de Schachtkap 76 4 Stabilisatorkap 77 2 Voet 78 2 Stelvoet 79 1 Controller 80 1 Controllerkap 81 4 M4 x 8mm Machineschroef 82 1 Weerstandmotor 83 23 M4 x 16mm Schroef 84 4 M4 x 12mm Flensschroef 85 2 Kap van de Buisknop 86 3 Klemmoer 87 2 Bus van de Hellingmotor 88 1 Inzetstuk van de Hellingmotor 89 1 Hellingmotor 90 1 Magneetbeugel 91 1 Rechterkap van de Magneetbeugel 92 1 Linkerkap van de Magneetbeugel 93 4 M8 x 12mm Hechtschroef 94 1 M10 x 52mm Bout 95 1 M10 Klemmoer 96 2 M6 x 25mm Schroef 97 1 Handvat 98 2 M8 x 50mm Bout 99 3 M8 Borgmoer 100 2 Buisknop
36
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 1 Knop van de Drager 102 4 M4 x 12mm Machineschroef 103 2 M4 x 10mm Schroef 104 4 M10 Klemschroef 105 12 M10 x 20mm Schroef 106 1 M8 x 85mm Bout 107 2 M4 x 14mm Machineschroef 108 3 M6 Tussenring 109 1 Beugelmodule 110 2 Doorvoerhuls voor Twee Draden 111 2 Bovenste/Onderste Draaischijf 112 1 Middelste Draaischijf 113 2 Binnenste Draaischijf 114 2 Buitenste Draaischijf 115 1 Snelheidssensor/Draad 116 1 Clip van de Snelheidsensor 117 1 Kap van de Linkerbasis 118 1 Stroomschakelaar 119 1 Doorvoerhuls van het Stroomsnoer 120 1 Stroomsnoer 121 1 Stopveer 122 1 Onderste Draad 123 1 Bovenste Draad 124 1 Verlengingsdraad 125 1 Besturingsdraad 126 6 M8 x 12mm Schroef 127 6 M8 Grote Tussenring 128 2 M5 Moer
129 1 M5 x 8mm Schroef 130 1 M3 x 8mm Schroef 131 1 Afstelblok 132 2 M4 x 10mm Botte Schroef 133 2 M3 x 20mm Schroef 134 1 Plastic Tussenstuk 135 5 M10 Borgmoer 136 3 M4 x 16mm Schroef met Ronde
Kop 137 2 Katrolmagneet 138 2 M6 x 12mm Schroef 139 1 Drukring 140 1 Dopje van de Remknop 141 1 M6 Slotmoer 142 1 Onderste Remknop 143 1 Onderste Rembus 144 1 Veerstop 145 1 Remveer 146 2 M4 x 5mm Schroef 147 1 Remas 148 1 Rolpin 149 1 E-ring 150 1 Remschoen 151 1 Schoenpen 152 6 M4 x 12mm Botte Schroef 153 1 Bovenste Rembus * Gebruikershandleiding * Gereedschap voor het Monteren
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande bericht gewijzigd worden. Zie de achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen zijn niet afgebeeld.
37
GEDETAILLEERDE TEKENING A
83
83
77
83
Modelnr. NTEVEX18718.0 R0918A
27
126
66
58
126
127
62
127
26
130
69
68
51
60
69
50
129
128
152
55
86
59
127
131
57
55
126
128
92
116
83
63
24
91
60
115
9
122
127
126
100
141
143
108
147
149
12
85
142
121
153
144
145
146
148
150
40
103
90
103
100
5
12
85
57
1
81
63
65
140
66
66
58
84
82
62
86
36
87
35
88
138
89
34
26
22
27
108
83
105
4
75
74
152
118
55
44
119
105
44
152
105
117
55
108
6
44
138
104
83
20
105
83
120
79
24
105
29
49
64
105
3
80
99
126
127
105
2
151
69
12
49
98
127
68
59
126
69
64
83
78
76 76
38
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEX18718.0 R0918A
43
107
101
67
53
52
46
54
42
43
41
107
13
10
45
106
28
71
61
73
55
38
152
102
11
94
61
99
114
102
111
112
111
110
113
110
95
8
135
139
134
113
109
114
123
83
56
83
136
15
83
32
136
135
137
96
31
37
57
57
132
136
135
48
16
57
93
23
137
39
97
7
93
30
47
28
72
125
25
83
17
70
133
83
124
31
132
83
96
21
14
39
33
83
83
56
18
19
BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Voor het bestellen van reserveonderdelen, raadpleegt u de voorzijde van deze handleiding. Om u van dienst te kunnen zijn moet u de volgende informatie bij de hand hebben als u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving van vervangingsonderdelen (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLINGINFORMATIE
Dit elektronische product mag niet worden weggegooid bij het normale huis­houdelijke afval. Voor milieubehoud, moet dit product overeenkomstig de
wetgeving worden gerecycled na aoop van de levensduur.
Maak gebruik van recyclingfaciliteiten die bevoegd zijn om dit type afval te verza­melen in uw gebied. Door dit te doen helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Indien u meer informatie nodig heeft over veilige en juiste afvoermethoden, kunt u contact opnemen met het plaatselijke stadskantoor van de winkel waar u dit product heeft gekocht.
Onderdeelnr. 399982 R0918A Gedrukt in China © 2018 ICON Health & Fitness, Inc.
Loading...