Toetsen en onderdelen10
De SIM-kaart en de batterij
plaatsen12
De batterij opladen15
Het apparaat inschakelen17
Toetsen en aanraakscherm
vergrendelen17
Startscherm18
Mediatoets20
Het menu openen20
Handelingen aanraakscherm21
Beltoon wijzigen23
Ondersteuning24
Naar Ovi gaan24
Over Ovi Store25
Help zoeken26
Help van het apparaat 26
Software updaten via de pc26
Instellingen27
Toegangscodes27
Levensduur van de batterij
verlengen28
Beschikbaar geheugen uitbreiden30
Het apparaat31
Installatie van de telefoon31
De eerste keer inhoud
overbrengen31
Schermsymbolen32
Volume- en luidsprekerregeling33
Snelkoppelingen34
Antennelocaties35
Contactenbalk36
Het profiel Offline37
Sensorinstellingen en
weergaverotatie38
Headset38
SIM-kaart verwijderen40
Een polsband bevestigen41
Extern vergrendelen41
Bellen42
Aanraakscherm tijdens
gesprekken42
Spraakoproepen 42
Tijdens een oproep43
Voicemailbox 44
Een oproep beantwoorden of
weigeren45
Een conferentiegesprek voeren46
Bellen met snelkeuze47
Oproep in wachtstand47
Spraakoproepen48
Video-oproep plaatsen49
Tijdens een video-oproep50
Een video-oproep beantwoorden of
weigeren51
Video delen52
Logboek 56
Tekst invoeren60
Automatische input modes60
Virtueel toetsenbord60
Alfanumeriek toetsenbord62
Instellingen voor aanraakinvoer64
Contacten 66
Namen en nummers opslaan en
bewerken66
Contacten-werkbalk66
Namen en nummers beheren67
Standaardnummers en -adressen
toewijzen68
Beltonen, afbeeldingen en
oproeptekst voor contacten69
Contacten kopiëren70
SIM-diensten70
Berichten73
Berichten, hoofdweergave73
Berichten invoeren en verzenden74
Inbox met ontvangen berichten76
E-mailinstellingen definiëren78
Nokia Berichten78
Mailbox79
Mail for Exchange82
Berichten op een SIM-kaart
bekijken83
Infodienstberichten84
Dienstopdrachten84
Berichten-instellingen85
Ovi-contacten88
Het apparaat aanpassen99
Het uiterlijk van het apparaat
wijzigen99
Profielen100
Muziekmap101
Muziekspeler 101
Ovi Muziek106
Nokia Podcasting107
Radio109
Galerij111
Bestanden weergeven en
organiseren111
Afbeeldingen en video's
weergeven111
Afbeeldingen en videoclips
ordenen112
TV out-modus113
Camera116
De camera activeren116
Foto's maken116
Video-opname124
Positionering (GPS)127
Informatie over GPS127
A-GPS (Assisted GPS)128
Het apparaat correct vasthouden 128
Tips voor het maken van een GPSverbinding129
Positieaanvragen131
Plaatsen131
GPS-gegevens132
Instellingen voor positionering132
Kaarten134
Overzicht van Kaarten134
Uw locatie en de kaart weergeven 135
Kaartweergave136
Het uiterlijk van de kaart wijzigen 136
Kaarten downloaden en
bijwerken137
Over positiebepalingsmethoden138
Een locatie zoeken139
Locatiegegevens weergeven140
Plaatsen en routes opslaan141
Plaatsen en routes weergeven en
organiseren142
Plaatsen naar uw vrienden
verzenden143
Uw favorieten synchroniseren143
Gesproken begeleiding krijgen144
Navigatiesysteem145
Navigatieweergave147
Verkeers- en veiligheidsinformatie
opvragen147
Navigatiesysteem voor
voetgangers148
Een route plannen149
Connectiviteit152
Gegevensverbindingen en
toegangspunten152
Netwerkinstellingen152
Draadloos LAN 153
Toegangspunten157
Uw actieve gegevensverbindingen
weergeven164
Synchronisatie164
Bluetooth-connectiviteit165
Gegevens overdragen met een USBkabel171
Pc-verbindingen173
Beheerinstellingen173
Informatie over Online delen176
Abonnementen nemen op
diensten176
Uw accounts beheren177
Een post creëren177
Bestanden vanuit de Galerij
posten 178
Nokia Videocentrum179
Videoclips weergeven en
downloaden179
Videofeeds181
Mijn video's182
Video's overbrengen van uw pc183
Instellingen voor Videocentrum183
Webbrowser185
Op internet surfen185
Browserwerkbalk186
Navigeren over pagina's187
Webfeeds en weblogs188
Widgets188
Inhoud zoeken189
Bookmarks189
De cache wissen190
Beveiliging van de verbinding191
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk
of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD
GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het
apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur,
brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
GLAZEN ONDERDELEN
De voorkant van het apparaat is van glas. Dit glas kan breken als het
apparaat op een harde ondergrond valt of een flinke klap krijgt. Raak de
glazen onderdelen van het apparaat niet aan als het glas breekt. Probeer
het gebroken glas ook niet uit het apparaat te verwijderen. Gebruik het
apparaat pas weer als het glas is vervangen door deskundig
onderhoudspersoneel.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd
voor gebruik in het UMTS 900-, 1900- en 2100-netwerken en GSM 850-, 900-, 1800en 1900-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers
kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud.
Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden.
Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die
adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian
Si gned zijn of de J ava Veri fied™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van
antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele
aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en
koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en
Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u
dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van
beveiliging of inhoud.
Waarschuwing:
Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale
gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en
andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke
gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op
het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de
gebruikershandleiding.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement
bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op
alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen
met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u
netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw
serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk
en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw
serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige
functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben,
zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke
tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien
van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met
hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit
normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het
dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
2 Om het klepje terug te plaatsen, houdt u de bovenste palletjes boven de
bijbehorende sleuven. Duw het klepje eerst naar beneden totdat het vastklikt.
Als de palletjes in het midden op hun plaats zitten, drukt u het klepje naar
beneden.
Zie 'SIM-kaart verwijderen', p. 40.
De batterij opladen
De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterij
leeg raakt, doet u het volgende:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact.
2 Sluit de lader aan op het apparaat.
3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, koppelt
u de lader los van het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit het
stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens
het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten
duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer
met het apparaat kunt bellen.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het stopcontact wanneer de lader niet wordt
gebruikt. Een lader die op het stopcontact is aangesloten, verbruikt stroom, zelfs
als de lader niet op het apparaat is aangesloten.
Als u de instellingen voor automatische scherm- en toetsenvergrendeling wilt
weergeven, selecteert u Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer >
Aut. toetsblokk. > Per. autom. vergr. ttsnblk.
Startscherm
Het startscherm is het uitgangspunt waar u alle belangrijke contacten of
snelkoppelingen naar toepassingen kunt verzamelen.
Interactieve schermelementen
Als u de kloktoepassing wilt openen, selecteert u de klok (1).
Als u de agenda wilt openen of het profiel wilt wijzigen, selecteert u de datum of
de naam van het profiel (2).
Als u de verbindingsinstellingen wilt bekijken of wijzigen (
), de beschikbare
draadloze LAN's (WLAN) wilt bekijken als het zoeken naar WLAN's is ingeschakeld,
of als u gemiste gebeurtenissen wilt bekijken, selecteert u de rechter bovenhoek
(3).
Als u een gesprek wilt starten, selecteert u Telefoon of
Selecteer Contacten of
om de lijst met contacten te openen (5).
(4).
Als u het hoofdmenu wilt open, drukt u op de menutoets (6).
Werken met de contactenbalk
Als u wilt gaan werken met de contactenbalk en uw contacten aan het startscherm
wilt toevoegen, selecteert u
> Opties > Nieuw contact en volgt u de instructies.
Startschermthema wijzigen
Als u het startscherm of de snelkoppelingen wilt wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen en Persoonlijk > Startscherm.
Muziektoetsen
Als er muziek of de radio op de achtergrond speelt, worden in het startscherm
muziektoetsen weergegeven (Afspelen/pauze, Terugspoelen, Vooruitspoelen).
Handelingen aanraakscherm
Indrukken en tweemaal snel achtereen indrukken
Als u een toepassing of ander element op het aanraakscherm wilt openen, tikt u er
normaal gesproken op met uw vinger. Maar om de volgende items te openen, moet
u tweemaal daarop drukken.
•Lijstitems in een toepassing, zoals de map Concepten in de mappenlijst in
Berichten
Tip: Wanneer u een lijstweergave opent, is het eerste item reeds gemarkeerd.
Als u het gemarkeerde item wilt openen, drukt u er eenmaal op.
•Toepassingen en mappen in het menu wanneer u werkt met de lijstweergave
•Bestanden in een bestandslijst, bijvoorbeeld een afbeelding in de weergave
Afbeeldingen en video's in Galerij.
Als u eenmaal op een bestand of soortgelijk item drukt, wordt dit niet geopend,
maar gemarkeerd. Als u de beschikbare opties voor het item wilt bekijken,
selecteert u Opties of u selecteert een pictogram in een werkbalk, indien
beschikbaar.
Selecteren
In deze gebruikersdocumentatie wordt het openen van toepassingen of items door
er eenmaal of tweemaal op te drukken 'selecteren' genoemd. Als u verschillende
items in een reeks moet selecteren, worden de te selecteren schermteksten
gescheiden door pijlen.
Voorbeeld: Als u Opties > Help wilt selecteren, tikt u op Opties en vervolgens op
U kunt slepen door uw vinger op het scherm te plaatsen en over het scherm te laten
glijden.
Voorbeeld: Als u naar de bovenkant of onderkant van een webpagina wilt gaan,
sleept u de pagina met uw vinger.
Vegen
Als u wilt vegen, schuift u uw vinger snel naar links of rechts over het scherm.
Voorbeeld: Wanneer u een afbeelding weergeeft, kunt u deze naar links of rechts
vegen als u de volgende of vorige afbeelding wilt weergeven.
Tip: Als het aanraakscherm is vergrendeld, kunt u door over het scherm te vegen
een oproep beantwoorden of een agenda- of wekkeralarm stoppen. Volg de
weergegeven aanwijzingen.
Als u omhoog of omlaag wilt bladeren in lijsten met een schuifbalk, sleept u de
schuif van de schuifbalk.
Gebruik kinetisch scrollen om door langere lijsten te scrollen. U sneller u kinetisch
scrollt, des te sneller de lijst beweegt. Als u kinetisch omhoog scrollt, volgt de lijst
de beweging omlaag.
Tik op een item om het te selecteren uit een bewegende lijst en de beweging te
stoppen.
Tip: Als u een korte beschrijving van een pictogram wilt weergeven, plaatst u uw
vinger op het pictogram. Niet voor alle pictogrammen zijn beschrijvingen
beschikbaar.
Verlichting aanraakscherm
Als u de schermverlichting wilt inschakelen, drukt u daarop.
Als het aanraakscherm en de toetsen zijn vergrendeld, wordt de schermverlichting
niet ingeschakeld wanneer u op het scherm drukt. Als u het scherm en de toetsen
wilt ontgrendelen, schuift u de vergrendelingsschakelaar.
Beltoon wijzigen
Selecteer Menu > Instellingen en Persoonlijk > Profielen.
Als u een profiel wilt aanpassen, bladert u naar het profiel en selecteert u
Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of u weet niet zeker
hoe het apparaat behoort te werken, gaat u naar de ondersteuningspagina's op
www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support
(voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het apparaat zelf of de
gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
•Start het apparaat opnieuw op: schakel het apparaat uit en verwijder de
batterij. Plaats de batterij na een ongeveer een minuut weer in het apparaat
en schakel het apparaat in.
•Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zoals in de
gebruikershandleiding wordt uitgelegd. Uw documenten en bestanden zullen
bij het herstellen worden verwijderd, dus u moet eerst een back-up maken van
uw gegevens.
•Werk de software van uw apparaat regelmatig bij voor optimale prestaties en
mogelijke nieuwe functies, zoals uitgelegd in de gebruikershandleiding.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het
apparaat te laten repareren. Kijk op www.nokia.com/repair. Maak eerst een backup van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor reparatie verstuurt.
Naar Ovi gaan
Ovi bevat diensten die door Nokia zijn verstrekt. Met Ovi kunt u een emailaccount maken, afbeeldingen en videoclips online delen met vrienden en
familie, reizen plannen en locaties op een kaart weergeven, spelletjes,
toepassingen, videoclips en tonen naar uw apparaat downloaden en muziek kopen.
De beschikbare diensten kunnen per regio verschillen, en niet alle talen worden
ondersteund.
Als u Ovi-diensten wilt weergeven, gaat u naar www.ovi.com en registreert u uw
eigen Nokia-account.
Raadpleeg de ondersteuningspagina's van elke dienst voor meer informatie over
het gebruik van de diensten.
Over Ovi Store
In Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen, video's, afbeeldingen en
beltonen downloaden naar het apparaat. Sommige items zijn gratis; voor de
aanschaf van andere items moet u via uw creditcard of telefoonrekening betalen.
Via Ovi Store kunt u over inhoud beschikken die compatibel is met uw mobiele
apparaat en die aan uw interesses en locatie voldoet.
Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Help en de
toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt
openen, selecteert u Opties > Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Lettergrootte verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen vinden naar verwante
onderwerpen.
Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven.
In de help worden de volgende symbolen gebruikt:
Koppeling naar een verwant helponderwerp.
Koppeling naar een besproken toepassing.
Tijdens het lezen van de uitleg kunt u wisselen tussen helpteksten en de toepassing
die op de achtergrond geopend is door Opties > Open toepassingen en de
gewenste toepassing te selecteren.
Software updaten via de pc
Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uw
apparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een
breedbandverbinding met internet en een compatibele USB-gegevenskabel om uw
apparaat op de pc aan te sluiten.
Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt
downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate.
Instellingen
In het apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS, streaming en mobiel internet
gewoonlijk al automatisch geconfigureerd, op basis van de gegevens van uw
netwerkprovider. Mogelijk zijn er al instellingen van uw serviceprovider in het
apparaat geconfigureerd. Het is ook mogelijk dat u deze instellingen van uw
serviceprovider krijgt in een speciaal bericht of dat u om deze instellingen moet
vragen.
Toegangscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent
vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code beveiligt uw SIM-kaart
tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt doorgaans bij
de SIM-kaart geleverd. Als u drie keer achtereen een verkeerde PIN-code invoert,
wordt de code geblokkeerd en hebt u de PUK-code nodig om de blokkering van de
PIN-code op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt meestal bij de USIM-kaart geleverd. De USIM-kaart is
een verbeterde versie van de SIM-kaart en wordt door mobiele 3G-telefoons
ondersteund.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij sommige SIM-kaarten
geleverd en is vereist om toegang te krijgen tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) — De blokkeringscode helpt
u om uw apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. De code is bij
aanschaf ingesteld op 12345. U kunt de code maken en wijzigen en het apparaat
zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en
bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent
vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden
extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het
apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Carelocatie of de leverancier van uw apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist
om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of PIN2-code te wijzigen. Als de
codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met de
netwerkprovider van wie u een SIM-kaart gebruikt.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist om een geblokkeerde UPIN-code te
wijzigen. Als de code niet bij de USIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op
met de netwerkprovider van wie u een USIM-kaart gebruikt.
IMEI-nummer (International Mobile Equipment Identity) — Aan dit nummer (15 of
17 cijfers) kunnen geldige apparaten in het GSM-netwerk worden herkend.
Apparaten die bijvoorbeeld worden gestolen, kunnen worden geblokkeerd zodat
ze geen toegang meer tot het netwerk hebben. Het IMEI-nummer voor uw apparaat
vindt u onder de batterij.
Levensduur van de batterij verlengen
Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit en verkorten de
levensduur van de batterij. Houd rekening met het volgende als u de batterij wilt
sparen:
•Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of als dergelijke functies op de
achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet
nodig hebt.
•Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond
worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer
u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een
toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u
de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden
gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond.
•Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld op Automat. bij signaal in de
verbindingsinstellingen en er geen dekking voor een packetgegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een
packet-gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer Packet-
ggvnsverbinding > Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het apparaat te
verlengen.
•Met de toepassing Kaarten worden nieuwe kaartgegevens gedownload als u
naar nieuwe gedeelten van de kaart gaat. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U
kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload.
•Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg varieert in uw gebied, moet
het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra
batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in de netwerkinstellingen,
zoekt het apparaat naar het UMTS-netwerk. U kunt het apparaat zo instellen
dat alleen het GSM-netwerk wordt gebruikt. Selecteer Menu > Instellingen en
vervolgens Connectiviteit > Netwerk > Netwerkmodus > GSM als u alleen
het GSM-netwerk wilt gebruiken.
•De achtergrondverlichting van het scherm vergt extra batterijcapaciteit. Bij de
weergave-instellingen kunt u de time-out wijzigen, waarna de
achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld en de lichtsensor aanpassen
waarmee de hoeveelheid licht wordt gecontroleerd en de helderheid van het
scherm wordt aangepast. Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Weergave > Time-out verlichting of Lichtsensor.
•Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit. Als u de toepassingen die u niet gebruikt wilt sluiten, houdt
u de menutoets ingedrukt, selecteert u Opties > Open toepassingen en
navigeert u naar de toepassing met de menutoets. Houd de menutoets
ingedrukt en selecteer #Exit.
Beschikbaar geheugen uitbreiden
Heeft u voor nieuwe toepassingen en inhoud meer beschikbaar apparaatgeheugen
nodig?
Bekijken hoeveel ruimte beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen
Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Best.beheer.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U
krijgt een melding als het geheugen op verschillende geheugenlocaties bijna vol is.
Beschikbaar geheugen uitbreiden
Breng gegevens over naar het massageheugen of naar een compatibele computer.
Gebruik Bestandsbeheer of open de desbetreffende toepassing om gegevens te
verwijderen die u niet langer nodig hebt. U kunt de volgende elementen
verwijderen:
•E-mails in de mappen in Berichten en opgehaalde e-mails in de mailbox
•Opgeslagen webpagina's
•Contactgegevens
•Agendanotities
•Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet nodig hebt
•Installatiebestanden (.SIS of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd.
Breng de installatiebestanden over naar een compatibele computer.
•Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Breng de bestanden over naar een
Als u het apparaat voor het eerst inschakelt, opent de toepassing Install. v tel.
Als u de toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert u Menu >
Toepassngn > Install. v tel..
Als u de verbindingen van het apparaat wilt instellen, selecteert u Instelwizard.
Als u gegevens vanaf een compatibel Nokia-apparaat naar dit apparaat wilt
overdragen, selecteert u Overdracht.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
De eerste keer inhoud overbrengen
1 Selecteer Menu > Instellingen > Overdracht.
2 Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken om de gegevens over te
brengen, en sluit de apparaten aan. Beide apparaten moeten het geselecteerde
verbindingstype ondersteunen.
Als u Bluetooth-connectiviteit als het verbindingstype selecteert, moet u de
apparaten mogelijk koppelen.
3 Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het andere apparaat wilt
overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar
de overeenkomstige locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht,
is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk (netwerkdienst).
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk (netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor berichten en voor e-mail
zijn uitgeschakeld.
Een geprogrammeerd profiel is actief.
Het aanraakscherm en de sleutels zijn geblokkeerd.
Er is een alarmsignaal actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer
(netwerkdienst). Als u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de
actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten op het apparaat.
Er is een compatibele teksttelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst).
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). geeft
aan dat de verbinding in de wachtstand staat en
dat een verbinding
beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk
dat EGPRS ondersteunt (netwerkdienst).
de wachtstand staat en
dat een verbinding beschikbaar is. De symbolen
geeft aan dat de verbinding in
geven aan dat EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt
het apparaat geen gebruik van een EGPRS-verbinding voor de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). geeft
aan dat de verbinding is uitgesteld en
dat een verbinding tot stand wordt
gebracht.
HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordt ondersteund en is actief
(netwerkdienst).
geeft aan dat de verbinding is uitgesteld en dat een
verbinding tot stand wordt gebracht.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld en er is een WLAN
beschikbaar (netwerkdienst).
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk dat gebruikmaakt van
codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk dat geen gebruikmaakt
van codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van Bluetooth-connectiviteit.
Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met
een ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Synchronisatie wordt uitgevoerd.
GPS is actief.
Volume- en luidsprekerregeling
Het volume van een telefoongesprek of geluidsclip aanpassen
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren
zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden.
De luidspreker tijdens een gesprek gebruiken
Selecteer Luidspr. inschak..
De luidspreker uitschakelen
Selecteer Telef. inschakelen.
Waarschuwing:
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Snelkoppelingen
Als u naar een andere geopende toepassing wilt schakelen, houdt u de menutoets
ingedrukt.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Als u een webverbinding wilt openen (netwerkdienst) in de kiesfunctie, houdt u 0
ingedrukt.
Als u toepassingen wilt openen die beschikbaar zijn in de mediabalk, zoals de
muziekspeler en de webbrowser, drukt u op de mediatoets in elke willekeurige
weergave.
Druk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen en selecteer een profiel.
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) in de kiesfunctie, houdt u 1
ingedrukt.
Als u vanuit het startscherm een lijst met laatst gebruikte nummers wilt openen,
drukt u op de beltoets.
Als u spraakberichten wilt gebruiken in het startscherm, houdt u de beltoets
ingedrukt.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact
met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is.
Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden
en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere
levensduur van de batterij.
Selecteer een contact om het laatste gesprek en andere communicatie met dat
contact weer te geven. Selecteer het gesprek als u het contact wilt bellen. Selecteer
een communicatie als u details van andere gebeurtenissen wilt weergeven.
Als u de weergave wilt sluiten, selecteert u
.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder dat u verbinding hebt
met het draadloze netwerk. Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het apparaat
gebruiken zonder een SIM-kaart.
Het profiel Offline activeren
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline.
Als u het profiel Offline activeert, is de verbinding met het mobiele netwerk
gesloten. Alle radiofrequentiesignalen naar en van het apparaat vanaf het mobiele
netwerk worden voorkomen. Berichten die u wilt verzenden via het mobiele
netwerk, worden in de map Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen en
kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden
gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is
geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst de telefoonfunctie activeren door
een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt u nog steeds een WLAN
gebruiken, bijvoorbeeld om uw e-mail te lezen of over internet te surfen. U kunt
ook Bluetooth-connectiviteit gebruiken zolang het profiel Offline actief is. Zorg dat
u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding of Bluetoothverbinding tot stand brengt en gebruikt.
Sensorinstellingen en weergaverotatie
Wanneer u de sensors in uw apparaat activeert, kunt u bepaalde functies regelen
door het apparaat te draaien.
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Sensorinstell..
Maak een keuze uit de volgende opties:
Sensoren — Activeer de sensors.
Draaibediening — Selecteer Oproepsign. dempen en Alarmen op snooze om
oproepen te dempen en alarmen op snooze te zetten door het apparaat zo te
draaien dat het scherm omlaag is gericht. Selecteer Scherm aut. draaien om de
weergave automatisch te draaien wanneer u het apparaat op de linkerzijkant draait
of terug naar een verticale stand. Mogelijk ondersteunen sommige toepassingen
en functies de weergaverotatie niet.
Headset
U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw apparaat gebruiken.
Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw
veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat
dan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector
van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia
aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet
u extra letten op het geluidsniveau.
Uw apparaat heeft een nabijheidssensor. Om de levensduur van de batterij te
verlengen en onbedoelde selecties te voorkomen, wordt het aanraakscher m tijdens
gesprekken automatisch uitgeschakeld wanneer u het apparaat tegen uw oor
houdt.
Dek de nabijheidssensor niet af met bijvoorbeeld een beschermende laag of
plakband.
Spraakoproepen
1 In het startscherm selecteert u Telefoon om de kiesfunctie te openen.
Vervolgens voert u het telefoonnummer in, inclusief netnummer. Als u een
nummer wilt verwijderen, selecteert u C.
Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op * voor het teken + (duidt
de internationale toegangscode aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het
netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren.
3 Druk op de beëindigingstoets als u de oproep wilt beëindigen (of de belpoging
wilt annuleren).
Door op de beëindigingstoets te drukken wordt een oproep altijd beëindigd,
zelfs als een andere toepassing actief is.
Als u wilt bellen vanuit de lijst met contacten, selecteert u Menu > Contacten.
Ga naa r d e ge wens te na am. O f sel ecte er he t zoekveld, typ de eerste letters of tekens
van de naam en ga naar de naam.
Druk op de beltoets als u het contact wilt bellen. Als u voor een contactpersoon
verschillende nummers hebt opgeslagen, selecteert u het gewenste nummer in de
lijst en drukt u op de beltoets.
Tijdens een oproep
De microfoon dempen of de demping opheffen
Selecteer
of .
Een actieve oproep in de wachtstand zetten
Selecteer
of .
De luidspreker activeren
Selecteer
. Als u een compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt
aangesloten, selecteert u Opties > BT handsfree inschakln om het geluid naar de
headset te voeren.
Tip: Druk op de beltoets om een actieve oproep in de wachtstand te zetten. Als u
de oproep die in de wacht staat wilt activeren, drukt u opnieuw op de beltoets.
DTMF-toonreeksen verzenden
1 Selecteer Opties > DTMF verzenden.
2 Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in de lijst met contacten.
3 Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u
herhaaldelijk op * .
4 Selecteer OK om de toon te versturen. U kunt DTMF-tonen aan het
telefoonnummer of aan het DTMF-veld in contactgegevens toevoegen.
Een actieve oproep beëindigen en door een andere inkomende oproep
vervangen
Selecteer Opties > Vervangen.
Alle oproepen beëindigen
Selecteer Opties > Alle oproep. beëindigen.
Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn
netwerkdiensten.
Voicemailbox
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst), selecteert u in het startscherm
Telefoon en selecteert u 1 en houdt u deze ingedrukt.
1 Als u het telefoonnummer van uw voicemailbox wilt wijzigen, selecteert u
Menu > Instellingen en Bellen > Oproepmailbox, een mailbox, en
2 Voer het nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en selecteer OK.
Een oproep beantwoorden of weigeren
Door over het scherm te vegen kunt u een oproep beantwoorden terwijl het
aanraakscherm vergrendeld is. Volg de weergegeven aanwijzingen.
Door op de beltoets te drukken, kunt u een oproep beantwoorden als het
aanraakscherm niet vergrendeld is.
Als u de beltoon van een inkomende oproep wilt dempen wanneer het
aanraakscherm is vergrendeld, kunt u het scherm ontgrendelen door erover te
vegen.
Als u de beltoon van een inkomende oproep wilt dempen wanneer het
aanraakscherm is ontgrendeld, selecteert u
.
U kunt een SMS-bericht verzenden zonder de oproep te weigeren, om de beller te
informeren dat u de oproep niet kunt beantwoorden. Als u de optie voor SMSberichten wilt inschakelen en een standaardantwoordbericht wilt schrijven,
selecteert u Menu > Instellingen en Bellen > Oproep > Oproep weig. met
bericht en Berichttekst. Als u het antwoordbericht wilt verzenden, selecteert u
Ber. vrzndn, bewerkt u de tekst van het bericht en drukt u op de beltoets.
Als u de oproep niet wilt beantwoorden wanneer het aanraakscherm ontgrendeld
is, drukt u op de beëindigingstoets. Als u in telefooninstellingen de functie
Doorschakelen > Spraakoproepen > Indien bezet hebt ingeschakeld, wordt
een inkomende oproep ook doorgeschakeld wanneer u deze weigert.
Als u een oproep wilt weigeren terwijl het aanraakscherm is vergrendeld, veegt u
over het scherm om het te ontgrendelen en selecteert u Opties > Weigeren.
De wachtende oproep verbinden met de actieve oproep
Selecteer Opties > Doorverbinden. U verbreekt uw verbinding met de oproepen.
Een actieve oproep beëindigen
Druk op de beëindigingstoets.
Beide oproepen beëindigen
Selecteer Opties > Alle oproep. beëindigen.
Spraakoproepen
Uw apparaat maakt automatisch een spraaklabel voor contacten.
Naar een spraaklabel voor een contact luisteren
1 Selecteer een contact en Opties > Spraaklabelgegevens.
2 Ga naar de gegevens van een contact en selecteer Opties > Spraaklabel
afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd
het apparaat op een korte afstand van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.
1 Als u spraakgestuurd bellen wilt starten, houdt u de beltoets op het startscherm
ingedrukt. Als er een compatibele headset met headsettoets is aangesloten,
houdt u de headsettoets ingedrukt wanneer u spraakgestuurd bellen wilt
starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt weergegeven. Noem
duidelijk de naam die u voor het contact hebt opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel af voor de herkende
contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het
nummer weer. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt annuleren, selecteert
u Stoppen.
Als voor een naam verschillende nummers zijn opgeslagen, kunt u ook de naam en
het nummertype noemen, zoals mobiel of telefoon.
Video-oproep plaatsen
Wanneer u een video-oproep doet (netwerkdienst), ziet u een video in real-time
van uzelf en de ontvanger van de oproep. De ontvanger van de video-oproep krijgt
het live-videobeeld of het videobeeld dat door de camera in uw apparaat wordt
vastgelegd, te zien.
U kunt alleen een video-oproep doen als u een USIM-kaart heeft en zich in het
dekkingsgebied van een UMTS-netwerk bevindt. Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider voor beschikbaarheid en tarieven van en abonnementen
op video-oproepdiensten.
Een video-oproep is alleen mogelijk tussen niet meer dan twee partijen. De videooproep kan worden gedaan aan een compatibele mobiele telefoon of een ISDNclient. Video-oproepen zijn niet mogelijk als een andere spraak-, video- of
gegevensoproep actief is.
Pictogrammen
U ontvangt geen video (de ontvanger verstuurt geen video of het wordt
door het netwerk niet overgebracht).
U hebt het versturen van video vanaf uw apparaat geweigerd. Als u liever
stilstaand beeld verstuurt, selecteert u Menu > Instellingen en Bellen >
Oproep > Afbeeld. in video-oproep.
Ook al hebt u het verzenden van video tijdens een video-oproep geweigerd,
dan worden toch kosten voor een video-oproep in rekening gebracht.
Raadpleeg uw serviceprovider voor tarieven.
1 In het startscherm selecteert u
of Telefoon om de kiesfunctie te openen.
Vervolgens voert u het telefoonnummer in.
2 Selecteer Opties > Bellen > Video-oproep.
De tweede camera aan de voorzijde wordt standaard gebruikt voor videooproepen. Het starten van een video-oproep kan enige tijd duren. Als de oproep
mislukt, bijvoorbeeld omdat video-oproepen niet worden ondersteund door
het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u
gevraagd of u een gewone oproep wilt plaatsen of een bericht wilt verzenden.
De video-oproep is actief wanneer u twee video-afbeeldingen ziet en het geluid
hoort via de luidspreker. Mogelijk wordt het verzenden van video geweigerd
door de ontvanger van de oproep (aangegeven door
) en hoort u alleen de
stem van de beller. U ziet dan waarschijnlijk een stilstaande afbeelding of een
grijs scherm.
3 Druk op de eindetoets om de video-oproep te beëindigen.
Tijdens een video-oproep
Livevideo weergeven of alleen naar de beller luisteren
. Als u een compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt
aangesloten, selecteert u Opties > BT handsfree inschakln om het geluid naar de
headset te voeren.
Terugkeren naar de handset
Selecteer
.
De hoofdcamera gebruiken om video te verzenden
Selecteer Opties > Tweede camera.
Terugkeren naar de tweede camera om video te verzenden
Selecteer Opties > Hoofdcamera.
Een snapshot maken van de video die u verzendt
Selecteer Opties > Snapshot verzenden. Het verzenden van de video wordt
onderbroken en de snapshot wordt aan de ontvanger getoond. De snapshot wordt
niet opgeslagen.
Als u het verzenden van video niet start, hoort u alleen de stem van de beller. In
plaats van uw eigen video wordt een grijs scherm weergegeven.
Het verzenden van video starten tijdens een video-oproep
Selecteer Opties > Inschakelen > Video verzenden.
Het grijze scherm vervangen door een afbeelding die door de camera is
vastgelegd
Selecteer Menu > Instellingen en Bellen > Oproep > Afbeeld. in video-
oproep.
Een video-oproep weigeren
Druk op de beëindigingstoets.
Video delen
Gebruik het delen van video (netwerkdienst) om live video of een videoclip van uw
apparaat naar een ander compatibel mobiel apparaat te verzenden tijdens een
spraakoproep.
De luidspreker is actief als u het delen van video activeert. Als u de luidspreker niet
wilt gebruiken voor de spraakoproep tijdens het delen van video, kunt u ook een
compatibele hoofdtelefoon gebruiken.
Waarschuwing:
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Voor het delen van video is een 3G-verbinding vereist. Of u gebruik kunt maken van
het delen van video, is afhankelijk van de beschikbaarheid van het 3G-netwerk.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de dienst, de
beschikbaarheid van het 3G-netwerk en de kosten die aan het gebruik van deze
dienst zijn verbonden.
Als u video wilt delen, controleert u het volgende:
•Uw apparaat is ingesteld op verbindingen van persoon naar persoon.
•U hebt een actieve 3G-verbinding en bevindt zich binnen het dekkingsgebied
van het 3G-netwerk. Als u tijdens het delen van video het dekkingsgebied van
het 3G-netwerk verlaat, wordt het delen van video gestopt, maar blijft de
spraakoproep actief.
•Zowel de afzender als de ontvanger zijn geregistreerd bij het 3G-netwerk. Als
u iemand uitnodigt voor het delen van video, maar het apparaat van de
ontvanger bevindt zich niet in het dekkingsgebied van het 3G-netwerk of de
optie voor het delen van video is niet geïnstalleerd op diens apparaat of de
verbindingen van persoon tot persoon zijn niet ingesteld, krijgt de ontvanger
geen uitnodigingen. U krijgt een foutbericht waarin wordt aangegeven dat de
ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.
Instellingen voor video delen
U hebt instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon en 3Gverbindingsinstellingen nodig om het delen van video mogelijk te maken.
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een SIP-verbinding (Session
Initiation Protocol) genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat
worden geconfigureerd voordat u video's kunt delen. Vraag de serviceprovider naar
de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. De serviceprovider stuurt
u mogelijk de instellingen of geeft u een lijst met de benodigde parameters.
1 Selecteer Menu > Contacten.
2 Selecteer het contact of maak een nieuw contact.
3 Selecteer Opties > Bewerken.
4 Selecteer Opties > Detail toevoegen > Video delen.
5 Voer het SIP-adres in met de indeling gebruikersnaam@domeinnaam (u mag
een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).
Als u geen SIP-adres weet voor de contactpersoon, kunt u het telefoonnummer
van de ontvanger gebruiken, inclusief het landnummer om videobeelden te
delen (indien ondersteund door de provider van de netwerkdienst).
Uw 3G-verbinding instellen
Neem contact op met uw serviceprovider om een overeenkomst op te stellen voor
het gebruik van het 3G-netwerk.
Controleer of de verbindingsinstellingen voor het 3G-toegangspunt van het
apparaat correct zijn geconfigureerd. Neem voor meer informatie over de
instellingen contact op met uw serviceprovider.
Live video of videoclips delen
Selecteer Opties > Video delen tijdens een actieve spraakoproep.
1 Selecteer Live video als u tijdens de oproep live video's wilt delen.
Selecteer Videoclip als u een videoclip wilt delen. Er wordt een lijst geopend
met videoclips die in het apparaatgeheugen of in het massageheugen zijn
opgeslagen. Selecteer de clip die u wilt delen.
Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een geschikte indeling om deze
te kunnen delen. Als u bericht ontvangt van uw apparaat dat de videoclip moet
worden geconverteerd, selecteert u OK. Uw apparaat moet over een videoeditor beschikken om de conversie te kunnen uitvoeren.
2 Als er meerdere SIP-adressen of telefoonnummers van de ontvanger in
Contacten zijn opgeslagen, inclusief de landcode, selecteert u het gewenste
adres of nummer. Als het SIP-adres of telefoonnummer van de ontvanger niet
beschikbaar is, voert u het adres of het nummer van de ontvanger inclusief
landcode in en selecteert u OK om de uitnodiging te verzenden. De uitnodiging
wordt door uw apparaat naar het SIP-adres verzonden.
Het delen begint automatisch wanneer de ontvanger de uitnodiging accepteert.
Opties tijdens het delen van video's
om de microfoon te dempen of de demping op te heffen.
om de luidspreker in en uit te schakelen.
het delen van video onderbreken en hervatten
om de modus Volledig scherm te activeren (alleen beschikbaar voor de
ontvanger).
3 Selecteer Stoppen als u de deelsessie wilt beëindigen. Druk op de
beëindigingtoets als u de video-oproep wilt beëindigen. Wanneer u het gesprek
beëindigt, wordt ook het delen van de video beëindigd.
Als u de live video die u hebt gedeeld, wilt opslaan, selecteert u Ja wanneer u hierom
wordt gevraagd. Het apparaat geeft de locatie van de opgeslagen video aan.
Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delen van een videoclip, wordt de
deelsessie onderbroken. Selecteer Opties > Video delen voortzetten op het
startscherm als u wilt terugkeren naar de weergave voor het delen van video's om
verder te gaan met de deelsessie.
Een uitnodiging voor het delen van video accepteren
Wanneer iemand u een uitnodiging voor het delen van een video stuurt, wordt in
het uitnodigingsbericht de naam of het SIP-adres van de afzender weergegeven.
Als iemand u een uitnodiging om te delen stuurt en u bevindt zich niet binnen het
bereik van een 3G-netwerk, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
De ontvangen uitnodiging accepteren
Selecteer Ja. De sessie voor het delen wordt geactiveerd.
De ontvangen uitnodiging weigeren
Selecteer Nee. De afzender ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt
geweigerd. U kunt ook op de beëindigingstoets drukken om de uitnodiging te
weigeren en de spraakoproep te beëindigen.
De sessie voor het delen beëindigen
Selecteer Stoppen of beëindig de oproep. Wanneer u het gesprek beëindigt, wordt
ook het delen van de video beëindigd.
Logboek
In de toepassing Logboek wordt informatie over de communicatiegeschiedenis van
het apparaat opgeslagen. Het apparaat registreert gemiste en ontvangen oproepen
alleen als het netwerk deze functies ondersteunt, het apparaat is ingeschakeld en
zich binnen het dekkingsgebied van de netwerkdienst bevindt.
Recente oproepen
U kunt gegevens over uw recente oproepen weergeven.
Selecteer Gemiste opr., Ontvangen opr. of Gekozen nrs..
Tip: Druk op de beltoets om de lijst met zelf gekozen nummers in het startscherm
te openen.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Opslaan in Contacten — Een telefoonnummer uit een lijst met recent gevoerde
oproepen opslaan bij uw contacten.
Lijst wissen — De geselecteerde lijst met recente oproepen wissen.
Verwijderen — Een gebeurtenis in de geselecteerde lijst wissen.
Instellingen — Selecteer Duur logboek en de tijdsduur dat de
communicatiegegevens in het logboek worden opgeslagen. Als u Geen logboek
selecteert, worden geen gegevens in het logboek opgeslagen.
Packet-gegevens
Selecteer Menu > Logboek.
In sommige gevallen moet u voor uw gegevensverbindingen betalen op basis van
de hoeveelheid verzonden en ontvangen gegevens.
De hoeveelheid gegevens controleren die verzonden of ontvangen zijn
tijdens packet-gegevensverbindingen
Selecteer Packet-ggvns > Alle verz. ggvns of Alle ontv. ggvns.
Verzonden en ontvangen gegevens wissen
Selecteer Packet-ggvns > Opties > Tellers op nul. U hebt de blokkeringscode
nodig om de gegevens te wissen.
U kunt niet alleen bekijken hoe lang uw laatste gesprek ongeveer heeft geduurd,
maar deze informatie ook voor uw geplaatste en ontvangen gesprekken en alle
gesprekken weergeven.
Selecteer Menu > Logboek en Duur oproep.
Alle communicatiegebeurtenissen controleren
In het algemene logboek kunt u informatie weergeven over
communicatiegebeurtenissen, zoals spraakoproepen, SMS-berichten of gegevensen draadloze LAN (WLAN)-verbindingen die door het apparaat zijn geregistreerd.
Selecteer Menu > Logboek.
Het algemene logboek openen
Open het tabblad
van het algemene logboek.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen wordt verzonden via een
packet-gegevensverbinding, gelden als één communicatiegebeurtenis.
Verbindingen met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of webpagina's
worden weergegeven als packet-gegevensverbindingen.
Informatie over de packet-gegevensverbinding weergeven
Ga naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis van een packetgegevensverbinding die wordt aangeduid met GPRS en selecteer Opties >
Weergeven.
Een telefoonnummer uit het logboek kopiëren
Selecteer Opties > Nummer gebruiken > Kopiëren. U kunt het telefoonnummer
bijvoorbeeld in een SMS-bericht plakken.
Instellen hoe lang vermeldingen in het logboek worden bewaard
Selecteer Opties > Instellingen > Duur logboek. Als u Geen logboek selecteert,
worden de volledige inhoud van het logboek, het register met recente oproepen en
de leveringsrapporten van berichten, permanent verwijderd.
Wanneer u op een tekstinvoerveld drukt, kunt u letters, cijfers en speciale tekens
invoeren.
Uw apparaat kan woorden afmaken op basis van een ingebouwd woordenboek
voor de geselecteerde tekstinvoertaal. Het apparaat leert ook nieuwe woorden die
u invoert.
Automatische input modes
Als de sensors en de weergaverotatie in uw apparaat zijn geactiveerd, de
invoermodus schakelt automatisch over naar het toetsenbord op het volledige
scherm in liggende modus en naar alfanumeriek toetsenblok in staande modus.
Als u de sensors en weergaverotatie wilt activeren, gaat u als volgt te werk:
1 Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Sensorinstell. > Sensoren >
Aan.
2 Selecteer Draaibediening > Scherm aut. draaien.
Virtueel toetsenbord
U kunt het virtuele toetsenbord in liggende modus gebruiken.
Als u het virtuele toetsenbord wilt inschakelen, selecteert u
> QWERTY op voll.
scherm. Deze functie is niet beschikbaar als de automatische overschakeling van
de invoermodus wordt gebruikt (als de sensors zijn geactiveerd).
1 Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenbord.
2 Invoermenu - Hiermee opent u het aanraakmenu waarmee u opties kunt
gebruiken zoals Invoertaal.
3 Virtueel toetsenbord
4 Shift en Caps Lock - Hiermee kunt u in hoofdletters schrijven als u in kleine letters
schrijft, of vice versa. Selecteer de toets voordat u een teken invoert. Als u Caps
Lock wilt activeren, selecteert u de toets tweemaal. Een streep onder de toets
geeft aan dat Caps Lock is geactiveerd.
5 Letters
6 Getallen en speciale tekens
7 Accenttekens
8 Spatiebalk
9 Hiermee kunt u de cursor verplaatsen na de invoer van tekens.
10 Backspace
11 Enter - Hiermee kunt u de cursor naar de volgende rij of het volgende
tekstinvoerveld verplaatsen. Extra functies zijn gebaseerd op de huidige
context.
12 Invoermodus - Hiermee kunt u de invoermethode selecteren. Wanneer u op een
item drukt, wordt de huidige invoermethodeweergave gesloten en wordt de
geselecteerde geopend. De beschikbaarheid van invoermodi is afhankelijk van
of de automatische invoermodi in of uit zijn geschakeld.
Met het virtuele toetsenblok (Alfanumeriek toetsenbl.) kunt u tekens invoeren
net als met een traditioneel telefoontoetsenbord met cijfers op de toetsen.
1 Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenblok (Alfanumeriek toetsenbl.).
2 Invoermenu - Hiermee opent u het invoermenu, dat opties bevat zoals
Tekstvoorspell. activeren en Invoertaal.
3 Tekstinvoersymbool - Hiermee opent u een pop-upvenster waarin u
tekstvoorspellingsmodi kunt inschakelen of uitschakelen en kunt wisselen
tussen hoofdletters en kleine letters en tussen cijfer- en lettermodi.
4 Invoermodus - Hiermee opent u een pop-upvenster waarin u de invoermodus
kunt selecteren. Wanneer u op een item drukt, wordt de huidige
invoermethodeweergave gesloten en wordt de geselecteerde geopend. De
beschikbaarheid van invoermodi kan variëren afhankelijk van of de
automatische invoermodus (sensorinstellingen) wel of niet is geactiveerd.
5 Pijltjestoetsen - Hiermee bladert u naar links of naar rechts.
6 Backspace
7 Cijfers
8 Sterretje - Hiermee opent u een tabel speciale tekens.
9 Shift - Hiermee wisselt u tussen hoofd-/kleine letters, schakelt u
tekstvoorspelling in of uit en schakelt u tussen cijfer- en lettermodus.
Traditionele tekstinvoer
Druk snel herhaaldelijk op een cijfertoets (1-9) totdat de gewenste letter verschijnt.
Er zijn meer tekens beschikbaar per cijfertoets dan u kunt zien op de toets.
Als de volgende letter zich op dezelfde toets bevindt als de huidige, wacht u tot de
cursor verschijnt (of verplaats de cursor naar voren om de time-out te beëindigen)
en voert u de letter in.
Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0 . Als u de cursor naar de volgende regel
wilt verplaatsen, drukt u driemaal snel achtereen op 0 .
Tekstvoorspelling
Met tekstvoorspelling kunt u een woord invoeren door slechts één toets te
selecteren. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u
zelf kunt uitbreiden. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen beschikbaar.
1 Als u tekstvoorspelling wilt activeren voor alle editors in het apparaat,
2 Schrijf het gewenste woord met de toetsen 2-9. Selecteer elke toets eenmaal
voor één letter. Als u bijvoorbeeld "Nokia" wilt schrijven terwijl de Engelse
woordenlijst is geselecteerd, selecteert u 6 voor N, 6 voor o, 5 voor k, 4 voor i
en 2 voor a.
Het voorspelde woord verandert na elke toetsselectie.
3 Als u het woord correct en volledig hebt ingevoerd, verplaatst u de cursor naar
rechts om dit te bevestigen of selecteert u 0 om een spatie toe te voegen.
Als het woord niet correct is, selecteert u herhaaldelijk * om de
overeenkomstige woorden uit de woordenlijst weer te geven.
Als achter het woord een vraagteken wordt weergegeven, is het woord niet
gevonden in de woordenlijst. Als u een woord wilt toevoegen aan de
woordenlijst, selecteert u Spellen. Vervolgens voert u het woord in via de
traditionele tekstinvoermethode en selecteert u OK. Het woord wordt aan de
woordenlijst toegevoegd. Als de woordenlijst vol is, wordt het oudste
toegevoegde woord vervangen door het nieuwe woord.
4 Begin met het schrijven van het volgende woord.
Schakelen tussen tekstmodi
Als u tekstvoorspelling wilt uitschakelen voor alle editors in het apparaat, selecteert
u
> Voorspell. uitschakelen, of drukt u snel tweemaal op #. U kunt ook
> Tekstvoorspelling > Uit selecteren.
Instellingen voor aanraakinvoer
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Aanraakinvoer.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Schrijftaal — Wijzig de schrijftaal en de taal van het woordenboek naar
U kunt contactgegevens, zoals telefoonnummers, adressen en e-mailadressen van
uw contacten, opslaan en bijwerken. U kunt een persoonlijke beltoon of een
miniatuurafbeelding toevoegen aan een contact. Daarnaast kunt u ook
contactgroepen maken via welke u tekstberichten of e-mail naar meerdere
ontvangers tegelijk kunt versturen.
Als u de lijst met contacten wilt openen, selecteert u (afhankelijk van het thema van
het startscherm) in het startscherm Contacten of
Namen en nummers opslaan en bewerken
Selecteer Menu > Contacten.
Een nieuw contact toevoegen aan de lijst met contacten
1 Selecteer
2 Selecteer een veld om informatie in te voeren. Als u de tekstinvoer wilt afsluiten,
selecteert u
Contacten bewerken
Selecteer een contact en Opties > Bewerken.
Contacten-werkbalk
Selecteer Menu > Contacten.
Een contact bellen
Ga naar een contact en selecteer
.
. Vul de toepasselijke velden in en selecteer Gereed.
•Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de
spreker.
•U moet de naam van het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u deze hebt
opgenomen.
•Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op
en gebruik ze in een rustige omgeving.
•Zeer korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd
het gebruik van soortgelijke namen voor verschillende nummers.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Standaardnummers en -adressen toewijzen
Als een contact verschillende nummers of adressen heeft, is het voor u
gemakkelijker als u het contact via een standaardnummer of -adres kunt bellen of
een bericht kunt sturen. Het standaardnummer wordt ook gebruikt voor
spraakgestuurd bellen.
1 Selecteer Menu > Contacten.
2 Selecteer een contact en Opties > Standaardnummers.
3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een nummer of adres wilt
toevoegen en selecteer Toewijzen.
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard wilt instellen.
5 Als u de weergave Standaardnummers wilt afsluiten en de wijzigingen wilt
Beltonen, afbeeldingen en oproeptekst voor contacten
U kunt een beltoon voor een contact of contactgroep opgeven en een afbeelding
en beltekst voor een contact. Wanneer het contact u belt, wordt de geselecteerde
beltoon afgespeeld en wordt de beltekst of de afbeelding getoond (mits het
telefoonnummer van de beller met de oproep wordt meegestuurd en het door uw
apparaat wordt herkend).
Selecteer Menu > Contacten.
Meer velden aan een weergave van contactgegevens toevoegen
Selecteer het contact en Opties > Bewerken > Opties > Detail toevoegen.
Een beltoon voor een contact of contactgroep definiëren
Selecteer het contact of de contactgroep en Opties > Beltoon en selecteer een
beltoon.
De beltoon van een contact verwijderen
Selecteer Standaardtoon in de lijst met beltonen.
Een afbeelding aan een contact toevoegen
Selecteer een contact dat in het apparaatgeheugen is opgeslagen en Opties >
Bewerken > Afbeelding toevoegen, en selecteer een afbeelding uit Galerij.
Een beltekst voor een contact opgeven
Selecteer het contact en Opties > Bewerken > Tekst opr.signaal toevgn. Voer
de beltekst in en selecteer
.
De afbeelding van het contact weergeven, wijzigen of verwijderen.
1 Selecteer een contact en Opties > Bewerken.
2 Ga naar Afbeelding en selecteer Opties en de gewenste optie.
Wanneer u de lijst met contacten voor het eerst opent, wordt u gevraagd of u namen
en nummers van de SIM-kaart naar het apparaat wilt kopiëren.
Kopiëren starten
Selecteer OK.
Kopiëren annuleren
Selecteer Annuleren.
U wordt gevraagd of u de contacten van de SIM-kaart in de lijst met contacten wilt
weergeven. Selecteer OK om de contacten weer te geven. De lijst met contacten
wordt geopend en de namen die op uw SIM-kaart zijn opgeslagen worden
aangeduid met
.
SIM-diensten
Neem contact op met de leverancier van uw SIM-kaart voor meer informatie over
de beschikbaarheid en het gebruik van SIM-kaartdiensten. Dit kan uw
netwerkserviceprovider of een andere leverancier zijn.
SIM-contacten
Het aantal contacten dat u op de SIM-kaart kunt opslaan, is beperkt.
Contacten die op de SIM-kaart zijn opgeslagen, weergeven in de lijst met
contacten
Contacten die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, kunnen meer dan
een telefoonnummer en een afbeelding bevatten.
Vaste nummers
Met de dienst voor vaste nummers kunt u oproepen van het apparaat beperken tot
bepaalde telefoonnummers. Niet alle SIM-kaarten ondersteunen vaste nummers.
Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.
Selecteer Menu > Contacten en Opties > SIM-nummers > Nrs. vaste
contacten.
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden
beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste
nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet
tegelijkertijd actief zijn.
U hebt de PIN2-code nodig voor het in- en uitschakelen van vaste nummers of het
bewerken van de vaste nummers. Informeer bij uw serviceprovider naar uw PIN2code.
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
Vaste nummers activrn of Vaste nummers deactiv. — Hiermee schakelt u vaste
nummers in of uit.
Nieuw SIM-contact — Nu kunt u de naam en het telefoonnummer invoeren van
de contactpersoon waarvoor oproepen zijn toegestaan.
Toevoegen uit Contacten — Hiermee kopieert u een contact uit de lijst met
contacten naar de lijst met vaste nummers.
Als u SMSberichten wilt verzenden naar SIM-contacten terwijl de dienst voor vaste
nummers actief is, moet u het nummer van de berichtencentrale voor SMSberichten
toevoegen aan de lijst met vaste nummers.
Tip: Als u veelvuldig gebruikte berichten niet steeds opnieuw wilt schrijven,
gebruikt u opgeslagen berichten in de map Sjablonen in Mijn mappen. Ook kunt u
uw eigen sjablonen creëren en opslaan.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox — Ontvangen berichten, met uitzondering van e-mail en
infodienstberichten.
Mijn mappen — Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Mailbox — Maak verbinding met de externe mailbox om nieuwe e-mails op te
halen of eerder opgehaalde e-mails offline te bekijken.
Concepten — Conceptberichten die niet verzonden zijn.
Verzonden — De laatste berichten die u hebt verzonden, met uitzondering van
berichten die u hebt verzonden met Bluetooth-verbinding. U kunt het aantal
berichten opgeven dat in deze map kan worden opgeslagen.
Outbox — Berichten die wachten op verzending worden tijdelijk opgeslagen
in de Outbox, bijvoorbeeld wanneer uw apparaat geen bereik heeft.
Leveringsrapprtn — Hiermee vraagt u bij het netwerk een afleveringsrapport
aan voor de tekstberichten en MMS-berichten die u hebt verzonden (netwerkdienst).
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de
pc.
Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt maken, moet de verbinding juist
zijn ingesteld.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken. Als de omvang
van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het
apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten
ontvangen en weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk
van het ontvangende apparaat.
Informeer bij uw provider naar de maximale grootte van e-mailberichten. Als u
probeert om een e-mailbericht te verzenden dat de toegestane grootte van de emailserver overschrijdt, blijft het bericht in de map Outbox staan en probeert het
apparaat geregeld om het opnieuw te verzenden. Voor het verzenden van e-mail is
een gegevensverbinding vereist en bij herhaalde pogingen om e-mail te verzenden
brengt de serviceprovider dit mogelijk in rekening. In de map Outbox kunt u een
dergelijk bericht verwijderen of verplaatsen naar de map Concepten.
Selecteer Opties > Bericht maken en de betreffende optie.
Ontvangers of groepen selecteren in de contactenlijst
Selecteer
op de werkbalk.
Voer het nummer of e-mailadres handmatig in
Tik op het veld Aan.
Het onderwerp van e-mail- of multimediaberichten invoeren
Voer dit in, in het veld Onderw.. Als het veld Onderw. niet zichtbaar is, selecteert u
Opties > Velden berichtheader om de velden die zichtbaar zijn te wijzigen.
Het bericht schrijven
Tik op het veld voor het bericht.
Een object aan een bericht of e-mail toevoegen
Selecteer
en het betreffende inhoudstype.
Het berichttype verandert mogelijk in multimedia naar gelang het bijgevoegde
object.
Het bericht of de e-mail verzenden
Selecteer
of druk op de beltoets.
Het apparaat ondersteunt tekstberichten die langer zijn dan de limiet voor één
bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw
serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens
met accenten, andere symbolen en sommige taalopties nemen meer ruimte in
beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt
beperkt.
Een ongelezen SMS-bericht
Een ongelezen multimediabericht
Een ongelezen audiobericht
Via Bluetooth-verbinding ontvangen gegevens
Wanneer u een bericht ontvangt, worden
en 1 nieuw bericht op het startscherm
weergegeven.
Een bericht op het startscherm openen
Selecteer Weergeven.
Een bericht in de map Inbox openen
Selecteer het bericht.
Een ontvangen bericht beantwoorden
Selecteer Opties > Beantwoorden.
Multimediaberichten
Selecteer Menu > Berichten.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de
pc.
Selecteer Opties > Ophalen. Een packet-gegevensverbinding wordt geopend om
het bericht op uw apparaat op te halen. Mogelijk ontvangt u een melding dat een
multimediabericht op u wacht in de multimediaberichtencentrale.
Wanneer u een multimediabericht ontvangt, (
afbeelding en een bericht te zien.
geeft aan dat een geluidsclip is bijgevoegd.
) krijgt u waarschijnlijk een
geeft aan dat een videoclip is bijgevoegd.
De geluids- of videoclip afspelen
Het symbool selecteren.
De mediaobjecten weergeven die in een multimediabericht zijn bijgevoegd
Selecteer Opties > Objecten.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt
weergegeven.
De presentatie afspelen
Het symbool selecteren.
Gegevens, instellingen en webdienstberichten
Uw apparaat kan vele berichttypen ontvangen die gegevens bevatten, zoals
visitekaartjes, beltonen, operatorlogo's, agenda-items en e-mailwaarschuwingen.
Wellicht ontvangt u ook instellingen van uw serviceprovider in een
configuratiebericht.
Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld het laatste nieuws) en kunnen
een SMS-bericht of koppeling bevatten. Raadpleeg uw serviceprovider voor
informatie over de beschikbaarheid en abonnementen.
E-mailinstellingen definiëren
Als u e-mailinstellingen wilt definiëren, selecteert u Menu > Berichten en
Mailbox.
U kunt een aantal e-mailaccounts instellen, bijvoorbeeld een persoonlijk en een
zakelijk e-mailaccount.
Als u e-mailinstellingen wilt definiëren vanuit het startscherm, selecteert u de
relevante plug-in. Als u een e-mailaccount wilt instellen, kunt u ook Menu >
Instellingen > Inst.wizard selecteren.
Nokia Berichten
De dienst Nokia Berichten stuurt automatisch e-mailberichten door vanaf uw
bestaande e-mailadres naar uw apparaat. U kunt e-mails lezen, beantwoorden en
ordenen terwijl u onderweg bent. De dienst Nokia Berichten biedt ondersteuning
voor diverse e-mailproviders via internet die vaak worden gebruikt voor
persoonlijke e-mails, zoals de e-maildiensten van Google.
Het kan zijn dat er kosten in rekening worden gebracht voor de dienst Nokia
Berichten. Neem contact op met uw serviceprovicer of de dienst Nokia Berichten
voor informatie over mogelijke kosten.
U kunt de dienst Nokia Berichten alleen gebruiken als deze door uw netwerk wordt
ondersteund en in uw regio beschikbaar is.
Nokia Berichten wordt momenteel op proef geleverd.
De toepassing Nokia Berichten installeren
1 Selecteer Menu > Instellingen > Inst.wizard.
2 Wanneer u de wizard Instellingen voor de eerste keer opent, wordt u gevraagd
de e-mailinstellingen na de operatorinstellingen te definiëren. Als u de wizard
Instellingen al eerder hebt gebruikt, selecteert u E-mail instellen.
3 In de e-mailinstelling leest u de informatie op het scherm en selecteert u
Starten > Nokia e-mail.
4 Accepteer de installatie van de toepassing Nokia Berichten.
5 Voer de gegevens van uw e-mailaccount in.
De toepassing Nokia Berichten is geïnstalleerd in Menu > Toepassngn.
Voor meer informatie kijkt u op www.email.nokia.com.
Mailbox
E-mailinstellingen opgeven
Selecteer Menu > Berichten en Mailbox.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u een geldig internettoegangspunt in het
apparaat opgeven en uw e-mailinstellingen correct definiëren.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de
serviceprovider voor uw externe mailbox en internet.
Als u Berichten > Mailbox selecteert en nog geen e-mailaccount hebt ingesteld,
wordt u gevraagd dit te doen. Selecteer Starten om de e-mailinstellingen te
definiëren.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox vervangen door de naam die
u de mailbox geeft in de hoofdweergave van Berichten. U kunt maximaal zes
mailboxen gebruiken.
De mailbox openen
Selecteer Menu > Berichten en een mailbox.
Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u wilt verbinden met de mailbox.
Met uw mailbox verbinden en nieuwe e-mailheaders of -berichten ophalen
Selecteer Ja. Als u berichten online bekijkt, bent u continu verbonden met een
externe mailbox via een dataverbinding.
De gegevensverbinding met de externe mailbox sluiten
Selecteer Opties > Verbinding verbreken.
E-mails ophalen
Selecteer Menu > Berichten en een mailbox.
Als u offline bent, selecteert u Opties > Verbinden om een verbinding met de
externe mailbox te openen.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de
pc.
Berichten ophalen wanneer u een actieve verbinding met een externe
mailbox hebt
Selecteer Opties > E-mail ophalen > Nieuw o m a ll e n ie uw e b er ic ht en op te hal en ,
Geselecteerd om alleen geselecteerde berichten op te halen of Alle om alle
berichten uit de mailbox op te halen.
Selecteer Annuleren om het ophalen van berichten te stoppen.
De verbinding sluiten en de e-mailberichten offline bekijken
Selecteer Opties > Verbinding verbreken.
Een e-mailbericht offline openen
Als u een e-mailbericht wilt openen, selecteert u het bericht. Als het e-mailbericht
niet is opgehaald en u bent offline, wordt u gevraagd of u dit bericht uit de mailbox
wilt ophalen.
E-mailbijlagen weergeven
Open het bericht en selecteer het bijlageveld dat wordt aangeduid met
. Als de
bijlage niet naar het apparaat is gekopieerd, selecteert u Opties > Ophalen.
Het instellen van het apparaat om automatisch e-mail binnen te halen, kan de
overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw
serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
De inhoud van een e-mail alleen van het apparaat verwijderen
Selecteer Opties > Verwijderen > Alleen telefoon. De e-mail is niet uit de externe
mailbox verwijderd.
Het apparaat geeft de e-mailheaders in de externe mailbox weer. Als u de inhoud
van het bericht hebt verwijderd, blijft de e-mailheader op uw apparaat. Als u ook
de header wilt verwijderen, moet u verbonden zijn met de server wanneer u het
bericht van uw apparaat en de externe mailbox verwijdert. Als er geen verbinding
met de server is, wordt de header verwijderd wanneer u van uw apparaat opnieuw
verbinding maakt met de externe mailbox om de status bij te werken.
Een e-mail van het apparaat en de externe mailbox verwijderen
Selecteer Opties > Verwijderen > Telefoon en server.
Het verwijderen van een e-mailbericht annuleren dat gemarkeerd is om van
het apparaat en de server te worden verwijderd
Selecteer Opties > Herstellen.
De verbinding met de mailbox verbreken
Selecteer Opties > Verbinding verbreken terwijl u online bent als u de
gegevensverbinding met de externe mailbox wilt verbreken.
Mail for Exchange
Met Mail for Exchange kunt u uw zakelijke e-mail op uw apparaat ontvangen. U kunt
e-mails beantwoorden, compatibele bijlagen bekijken en bewerken,
agendagegevens bekijken, uitnodigingen voor vergaderingen ontvangen en
beantwoorden, vergaderingen plannen en contactgegevens bekijken, toevoegen
en bewerken.
Gebruik van Mail voor Exchange is beperkt tot draadloze synchronisatie van PIMinformatie tussen het Nokia-apparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchangeserver.
Mail for Exchange kan alleen worden ingesteld als uw organisatie beschikt over
Microsoft Exchange Server. Bovendien moet uw IT-beheerder Mail for Exchange voor
uw account hebben geactiveerd.
Voordat u begint met het instellen van Mail for Exchange moet u het volgende
controleren:
•een zakelijke e-mail-ID;
•uw gebruikersnaam op het bedrijfsnetwerk;
•uw wachtwoord op het bedrijfsnetwerk;
•de domeinnaam van het netwerk (raadpleeg de IT-afdeling van uw bedrijf);
•de servernaam van Mail for Exchange (raadpleeg de IT-afdeling van uw bedrijf).
Afhankelijk van de instellingen van Mail for Exchange op de bedrijfsserver moet u
mogelijk nog andere informatie invoeren. Als u niet beschikt over de juiste
informatie, moet u contact opnemen met de IT-afdeling van uw bedrijf.
Voor Mail for Exchange is het gebruik van de blokkeringscode mogelijk verplicht. De
standaardblokkeringscode van uw apparaat is 12345 maar mogelijk heeft uw ITbeheerder een andere code voor u ingesteld.
U kunt het profiel en de instellingen van Mail for Exchange in de instellingen van
Berichten openen en wijzigen.
Berichten op een SIM-kaart bekijken
Hiermee kunt u berichten weergeven die op een SIM-kaart zijn opgeslagen.
Selecteer Menu > Berichten en Opties > SIM-berichten.
Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u ze naar een map op uw apparaat
kopiëren.
1 Markeer de berichten. Selecteer Opties > Mark./mark. opheffen >
Markeren of Alle markeren.
2 Open een lijst met mappen. Selecteer Opties > Kopiëren.
3 Selecteer een map om te kopiëren.
4 Open de map om de berichten te bekijken.
Infodienstberichten
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten over verschillende onderwerpen,
zoals weers- of verkeersomstandigheden, van uw serviceprovider ontvangen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor beschikbare onderwerpen en relevante
onderwerpnummers. Deze dienst is mogelijk niet in alle regio's
beschikbaar.Infodienstberichten kunnen niet met een 3G-netwerk worden
ontvangen. De ontvangst van infodienstberichten wordt mogelijk verhinderd door
een packet-gegevensverbinding.
Selecteer Menu > Berichten en Opties > Infodienst.
Dienstopdrachten
Met dienstopdrachten (netwerkdienst) kunt u serviceaanvragen (ook wel USSDopdrachten genoemd) naar uw serviceprovider invoeren en versturen. Dit kunnen
bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. Deze dienst is
mogelijk niet in alle regio's beschikbaar.
Selecteer Menu > Berichten en Opties > Dienstopdrachten.
De instellingen kunnen vooraf zijn ingesteld op uw apparaat of u kunt ze in een
bericht ontvangen. Als u instellingen handmatig wilt invoeren, vult u alle velden in
die gemarkeerd zijn met Is verplicht of een sterretje.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten kunnen door de
serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk
deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te
voegen.
Instellingen voor SMS-berichten
Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > SMS.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Berichtencentrales — Hiermee geeft u een lijst met alle gedefinieerde SMS-
berichtencentrales weer.
Berichtcentr. in gebruik — Selecteer de berichtencentrale voor het bezorgen van
SMS-berichten.
Tekencodering — Selecteer Bep. ondersteuning als tekens moeten worden
geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Rapport ontvangen — Hiermee vraagt u bij het netwerk een afleveringsrapport
aan voor de tekstberichten die u hebt verzonden (netwerkdienst).
Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoe lang moet worden geprobeerd het
bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het
bericht niet binnen deze periode kan worden verzonden, wordt het uit de
berichtencentrale verwijderd.
Bericht verzonden als — Raadpleeg uw serviceprovider als u wilt weten of uw
berichtencentrale SMS-berichten kan omzetten in andere indelingen.
Voorkeursverbinding — Selecteer de verbinding die u wilt gebruiken.
Antw. via zelfde centrale — Hiermee reageert u op berichten met hetzelfde
nummer van de SMS-berichtencentrale (netwerkdienst).
Instellingen voor multimediaberichten
Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > Multimediabericht.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Grootte afbeelding — Hiermee geeft u de grootte op van de afbeelding in een
multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus — Als u Met begeleiding selecteert, wordt u door het
apparaat gewaarschuwd wanneer u een bericht probeert te versturen dat door de
ontvanger mogelijk niet wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, voorkomt
het apparaat dat u berichten verstuurt die mogelijk niet worden ondersteund. Als
u inhoud in uw berichten wilt opnemen zonder meldingen, selecteert u Vrij.
Toegangspunt in gebruik — Hiermee kunt u aangeven welk toegangspunt als
voorkeursverbinding wordt gebruikt.
Multimedia ophalen — Hiermee kunt u opgeven hoe u berichten wilt ontvangen
(indien beschikbaar). Selecteer Aut. in eigen netwerk als u berichten automatisch
wilt ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw eigen netwerk ontvangt u een melding
dat u een bericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Als u Altijd
automatisch selecteert, maakt uw apparaat automatisch een actieve packet-
gegevensverbinding om het bericht binnen en buiten uw eigen netwerk op te halen.
Selecteer Handmatig om handmatig multimediaberichten op te halen uit de
berichtencentrale of Uit om het ontvangen van alle multimediaberichten te
voorkomen. Automatisch ophalen wordt mogelijk niet in alle regio's ondersteund.
Rapporten ontvangen — De status van verzonden berichten in het logboek
weergeven (netwerkdienst).
Rapportverz. weigeren — Voorkomen dat uw apparaat leveringsrapporten van
ontvangen berichten verzendt.
Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoe lang moet worden geprobeerd het
bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het
bericht niet binnen deze periode kan worden verzonden, wordt het uit de
berichtencentrale verwijderd.
Het apparaat vereist netwerkondersteuning om aan te geven dat een verzonden
bericht is ontvangen of gelezen. Deze informatie is mogelijk niet altijd
betrouwbaar. Dit is afhankelijk van het netwerk en andere omstandigheden.
E-mailinstellingen
Mailboxen beheren
Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > E-mail.
Kiezen welke mailbox u wilt gebruiken om e-mail te verzenden en te
ontvangen
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox.
Een mailbox inclusief berichten van het apparaat verwijderen
Selecteer Mailboxen, ga naar de gewenste mailbox en selecteer Opties >
Verwijderen.
Een nieuwe mailbox maken
Selecteer Mailboxen > Opties > Nieuwe mailbox. De naam die u de nieuwe
mailbox geeft vervangt Mailbox in de hoofdweergave van Berichten. U kunt
maximaal zes mailboxen gebruiken.
De verbindingsinstellingen, gebruikersinstellingen, instellingen voor
ophalen en instellingen voor automatisch ophalen wijzigen
Selecteer Mailboxen en een mailbox.
Ovi-contacten
Over Ovi-contacten
Met Ovi-contacten kunt u contact houden met vrienden en familie, en nieuwe
vrienden binnen de Ovi-community ontdekken. U kunt uw locatie delen met uw
vrienden en u kunt hun bezigheden volgen. Bovendien kunt u op Ovi een back-up
maken van de contacten op het apparaat.
Als u Ovi-contacten wilt gebruiken, gaat u naar www.ovi.com.
Ovi-contacten gaan gebruiken
Selecteer Contacten en open het tabblad Ovi.
De dienst Ovi-contacten is een onderdeel van Ovi en gebruikt dezelfde
accountinformatie.
Als u nieuw bent bij Ovi en de bijbehorende diensten, moet u zich registreren bij
Ovi door een Nokia-account te maken, voordat u de toepassing Ovi-contacten kunt
gebruiken.
Een Nokia-account maken
1 Selecteer Ovi-chat en maak verbinding met internet als dat gevraagd wordt.
2 Voer de vereiste gegevens in.
3 Voer in de weergave My profile uw profielgegevens in. Het is verplicht om uw
Als u al geregistreerd bent bij Ovi, via de pc of het mobiele apparaat, kunt u beginnen
met Ovi-contacten te gebruiken met dezelfde accountgegevens.
Aanmelden bij Ovi-contacten en de dienst activeren
Selecteer Ovi-chat en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op.
Als u nog geen profielinformatie voor Ovi-contacten hebt ingevoerd, kunt u dat nu
doen. Selecteer vervolgens Gereed. Het is verplicht om uw voornaam en
achternaam in te vullen.
Verbinding maken met de dienst
Selecteer Menu > Contacten en open het Ovi-tabblad.
Verbinding maken met Ovi-contacten
Selecteer Online en de verbindingsmethode. Gebruik een draadloze LAN-verbinding
(WLAN) als het mogelijk is.
De verbinding annuleren
Selecteer Opties > Verbinden annuleren.
Voor een packet-gegevensverbinding worden mogelijk extra kosten voor
gegevensoverdracht in rekening gebracht. Neem voor informatie over prijzen
contact op met uw netwerkserviceprovider.
Selecteer Online > Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Selecteren — Het item selecteren.
Online — Verbinding maken met de dienst als u offline bent.
Mijn profiel — Uw profielinformatie bewerken.
Aanbevelen aan vriend — Een contact uitnodigen om lid te worden van Ovi-
contacten. De uitnodiging wordt verzonden als een tekstbericht.
Instellingen — Wijzig de instellingen voor Ovi-contacten.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Uw profiel creëren en bewerken.
Uw profielgegevens bewerken
Selecteer Mijn profiel.
De profielen van uw vrienden bij Ovi-contacten weergeven
Selecteer een vriend en Opties > Profiel.
Uw profielinformatie is zichtbaar voor uw vrienden bij Ovi-contacten. Alleen de
volgende profielgegevens worden weergegeven voor andere gebruikers van Ovicontacten, bijvoorbeeld bij een zoekopdracht: voornaam en achternaam. Als u uw
privacy-instellingen wilt wijzigen, opent u Ovi op uw pc en meldt u zich aan bij uw
Nokia-account.
Uw profielafbeelding wijzigen
Selecteer de profielafbeelding, Select. bestaande afb. en de nieuwe afbeelding. U
kunt ook de huidige profielafbeelding bewerken of verwijderen of een nieuwe
maken.
Uw beschikbaarheid wijzigen
Standaard staat uw beschikbaarheid ingesteld op Beschikbaar. Selecteer het
symbool om uw beschikbaarheid te wijzigen.
Laat uw vrienden weten wat u op dit moment doet
Selecteer Wat ben je aan het doen? en geef tekst op in het veld.
Laat uw vrienden zien naar welke muziek u momenteel luistert
Selecteer Afspelen. Om dit te doen, moet u toestaan dat de informatie over wat nu
afgespeeld wordt gedeeld wordt in de beschikbaarheidsinstellingen.
Uw contactgegevens bewerken
Selecteer een veld en geef tekst op.
Selecteer in de weergave My profile Opties en maak een keuze uit de volgende
opties:
Tekst bewerken — Tekst knippen, kopiëren of plakken.
Wijzigen — Uw status wijzigen (als het statusveld geselecteerd is).
Activeren — Het uitzenden van uw locatie of van wat u nu afspeelt uitzenden naar
uw vrienden (als een van die velden geselecteerd is).
Wijzigingen opheffen — De wijzigingen die u in de profielweergave gemaakt
hebt ongedaan maken.
Gedeelde locs. bewerken — De plaatsen selecteren die u wilt uitzenden naar uw
vrienden (als het veld Mijn locatie geselecteerd is).
Delen stoppen — Het uitzenden van uw locatie van uw vrienden stopzetten (als
het veld Mijn locatie geselecteerd is).
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Uw locatie uitzenden naar uw vrienden
Als u uw locatie wilt uitzenden, moet u plaatsen aanmaken in de
beschikbaarheidsinstellingen en toestaan dat deze worden gedeeld. Als u
locatiegegevens van een vriend wilt ontvangen, moet u beschikken over de
toepassing Kaarten. Als u locatiegegevens wilt verzenden en ontvangen, hebt u de
toepassingen Kaarten en Positiebepaling nodig.
1 Selecteer Mijn locatie. Als uw locatie onbekend is, selecteert u Mijn locatie >
Huidige locatie toev..
2 Geef een naam voor de locatie op. De locatie wordt uitgezonden naar uw
vrienden en toegevoegd aan uw lijst met plaatsen.
Vrienden zoeken en toevoegen
Selecteer Opties > Vriend uitnodigen.
Een vriend zoeken
Geef de naam van de vriend op in het veld Search friends en selecteer het
zoekpictogram. U kunt geen vrienden zoeken op grond van hun mobiele
telefoonnummer of e-mailadres.
Door de zoekresultaten bladeren
Selecteer Volgende resultaten of Vorige resultaten.
Een nieuwe zoekopdracht starten
Selecteer Nieuwe zoekopdracht.
Als de vrienden die u zocht niet zijn gevonden, zijn het geen geregistreerde Ovileden of hebben ze ervoor gekozen om onzichtbaar te zijn voor zoekopdrachten.
Wanneer hierom wordt gevraagd, verzendt u een tekstbericht naar uw vrienden
om ze uit te nodigen om lid te worden van Ovi-contacten.
Een uitnodiging verzenden om lid te worden van Ovi-contacten
Selecteer Service selecteren: en de service waarvan u weet dat uw vriend die
gebruikt. Geef de gebruikersnaam van uw vriend op en selecteer het
verzendpictogram.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Selecteren — Een item selecteren.
Openen — Een item openen.
Als vriend uitnodigen — Een uitnodiging aan het contact sturen.
Profiel weergeven — Het profiel van het contact weergeven.
Uitnodiging vernieuwen — Opnieuw een uitnodiging sturen aan een vriend om
lid te worden van Ovi-contacten.
Zoeken — Een contact zoeken, wiens naam of andere relevante trefwoorden u in
het veld Search friends hebt ingevoerd.
Tekst bewerken — Tekst knippen, kopiëren of plakken.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Chatten met vrienden
Een chatsessie met een vriend starten
Selecteer de vriend.
Een chatbericht verzenden
Geef de tekst op in het berichtveld en selecteer het verzendpictogram.
In de chatweergave selecteert u Opties en een van de volgende opties:
Verzenden — Het bericht verzenden.
Bestand verzenden — Een afbeelding, videoclip, audiobestand of ander bestand
naar uw chatpartner verzenden.
Mijn locatie verzenden — Locatiegegevens verzenden naar uw chatpartner (als
dit door beide toestellen wordt ondersteund).
Emoticon toevoegen — Een smiley invoegen.
Profiel — De gegevens van een vriend weergeven.
Mijn profiel — Selecteer uw beschikbaarheidsstatus of profielafbeelding,
personaliseer uw bericht of wijzig uw gegevens.
Tekst bewerken — Kopieer of plak tekst.
Chat beëindigen — De huidige chatsessie beëindigen.
Afsluiten — Alle actieve chatsessies beëindigen en de toepassing afsluiten.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Om locatiegegevens van een vriend te kunnen ontvangen, moet u beschikken over
de toepassing Kaarten. Om locatiegegevens te kunnen verzenden en ontvangen,
hebt u zowel de toepassing Kaarten als Positiebepaling nodig.
U of de ontvanger moet het bestand accepteren om bestanden te ontvangen. Als u
het verzenden of ontvangen wilt annuleren terwijl het bestand wordt overgebracht,
selecteert u Annuleren.
De locatie van uw vriend weergeven
Selecteer Weerg. op kaart.
Terugkeren naar de hoofdweergave van Ovi-contacten zonder de chatsessie
te beëindigen
Selecteer Terug.
Telefoonnummers uit een chatsessie toevoegen, bellen of kopiëren
Ga naar een telefoonnummer in een chatsessie en selecteer Opties en de gewenste
optie.
Plaatsen bewerken
Als u de plaatsen wilt bewerken, selecteert u in de plaatsenweergave Opties en een
van de volgende opties:
Mark./mark. opheffen — Items in de lijst markeren of de markering opheffen.
Bewerken — De naam en andere eigenschappen van de plaats bewerken.
Nieuwe plaats — Als u een nieuwe plaats van uw huidige positie wilt maken,
selecteert u een plaats op een kaart of voert u de gegevens handmatig in.
De instellingen voor Ovi-contacten
Selecteer Opties > Instellingen en een van de volgende opties:Account — Uw accountgegevens bekijken en uw zichtbaarheid voor anderen in
zoekopdrachten definiëren.
Aanwezigheid — Uw huidige locatie delen met uw vrienden en laten zien wanneer
u aan het bellen bent (belstatus).
Personalisatie — Instellingen wijzigen met betrekking tot het opstarten en de
tonen van de toepassing Ovi-contacten en het apparaat zo instellen dat
uitnodigingen van vrienden automatisch worden geaccepteerd.
Verbinding — De netwerkverbinding die u wilt gebruiken selecteren en roamingwaarschuwingen activeren.
Afsluiten — Alle actieve chatsessies beëindigen en de toepassing afsluiten.
Instellingen Nokia-account
Selecteer Opties > Instellingen > Account.
Uw accountgegevens bewerken
Selecteer Mijn account.
Uw zichtbaarheid in zoekopdrachten definiëren
Selecteer Mijn account > Zichtbaar in zoekresult.. U moet online zijn om uw
zichtbaarheid te wijzigen.
Locaties selecteren die u wilt delen met uw vrienden
1 Selecteer Mijn locatie delen > Mijn gedeelde plaatsen.
2 Selecteer de plaatsen in de lijst.
3 Selecteer Opties om items in de lijst te bewerken, te markeren of om de
markering op te heffen. Afhankelijk van uw instellingen kunnen uw vrienden
uw locatie zien wanneer u zich op een van de geselecteerde locaties bevindt.
Aanpassingsinstellingen
Selecteer Opties > Instellingen > Personalisatie.
Selecteer een van de volgende opties:
Aanmelden bij opstarten — Automatisch aanmelden bij Ovi-contacten als u het
mobiele apparaat inschakelt.
Vrienduitn. auto accept. — Vriendenverzoeken automatisch zonder bericht
accepteren.
Spaarkber. auto accept. — Toestaan dat gesproken berichten automatisch
worden geaccepteerd.
Berichtentoon — Een toon voor nieuwe berichten selecteren.
Toon van vriend online — De toon selecteren die u hoort als er een vriend online
komt.
Pictogr. op startscherm — De snelkoppeling Ovi-contacten op het startscherm
U kunt profielen gebruiken om beltonen, signaaltonen voor berichten en tonen
voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen en groepen bellers in te stellen en
aan te passen. De naam van het geselecteerde profiel wordt in het startscherm
weergegeven. Als het algemene profiel in gebruik is, wordt alleen de datum
weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen en Persoonlijk > Profielen.