Nokia X6-00 User Manual [nl]

Nokia X6-00 Gebruikershandleiding
Uitgave 4
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 6
Over dit apparaat 7 Netwerkdiensten 9
Aan de slag 10
Toetsen en onderdelen 10 De SIM-kaart en de batterij plaatsen 12 De batterij opladen 15 Het apparaat inschakelen 17 Toetsen en aanraakscherm vergrendelen 17 Startscherm 18 Mediatoets 20 Het menu openen 20 Handelingen aanraakscherm 21 Beltoon wijzigen 23 Ondersteuning 24 Naar Ovi gaan 24 Over Ovi Store 25
Help zoeken 26
Help van het apparaat 26 Software updaten via de pc 26 Instellingen 27 Toegangscodes 27
Levensduur van de batterij verlengen 28 Beschikbaar geheugen uitbreiden 30
Het apparaat 31
Installatie van de telefoon 31 De eerste keer inhoud overbrengen 31 Schermsymbolen 32 Volume- en luidsprekerregeling 33 Snelkoppelingen 34 Antennelocaties 35 Contactenbalk 36 Het profiel Offline 37 Sensorinstellingen en weergaverotatie 38 Headset 38 SIM-kaart verwijderen 40 Een polsband bevestigen 41 Extern vergrendelen 41
Bellen 42
Aanraakscherm tijdens gesprekken 42 Spraakoproepen 42 Tijdens een oproep 43 Voicemailbox 44 Een oproep beantwoorden of weigeren 45 Een conferentiegesprek voeren 46
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 3
Bellen met snelkeuze 47 Oproep in wachtstand 47 Spraakoproepen 48 Video-oproep plaatsen 49 Tijdens een video-oproep 50 Een video-oproep beantwoorden of weigeren 51 Video delen 52 Logboek 56
Tekst invoeren 60
Automatische input modes 60 Virtueel toetsenbord 60 Alfanumeriek toetsenbord 62 Instellingen voor aanraakinvoer 64
Contacten 66
Namen en nummers opslaan en bewerken 66 Contacten-werkbalk 66 Namen en nummers beheren 67 Standaardnummers en -adressen toewijzen 68 Beltonen, afbeeldingen en oproeptekst voor contacten 69 Contacten kopiëren 70 SIM-diensten 70
Berichten 73
Berichten, hoofdweergave 73
Berichten invoeren en verzenden 74 Inbox met ontvangen berichten 76 E-mailinstellingen definiëren 78 Nokia Berichten 78 Mailbox 79 Mail for Exchange 82 Berichten op een SIM-kaart bekijken 83 Infodienstberichten 84 Dienstopdrachten 84 Berichten-instellingen 85 Ovi-contacten 88
Het apparaat aanpassen 99
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen 99 Profielen 100
Muziekmap 101
Muziekspeler 101 Ovi Muziek 106 Nokia Podcasting 107 Radio 109
Galerij 111
Bestanden weergeven en organiseren 111 Afbeeldingen en video's weergeven 111
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
4 Inhoudsopgave
Afbeeldingen en videoclips ordenen 112 TV out-modus 113
Camera 116
De camera activeren 116 Foto's maken 116 Video-opname 124
Positionering (GPS) 127
Informatie over GPS 127 A-GPS (Assisted GPS) 128 Het apparaat correct vasthouden 128 Tips voor het maken van een GPS­verbinding 129 Positieaanvragen 131 Plaatsen 131 GPS-gegevens 132 Instellingen voor positionering 132
Kaarten 134
Overzicht van Kaarten 134 Uw locatie en de kaart weergeven 135 Kaartweergave 136 Het uiterlijk van de kaart wijzigen 136 Kaarten downloaden en bijwerken 137 Over positiebepalingsmethoden 138 Een locatie zoeken 139 Locatiegegevens weergeven 140
Plaatsen en routes opslaan 141 Plaatsen en routes weergeven en organiseren 142 Plaatsen naar uw vrienden verzenden 143 Uw favorieten synchroniseren 143 Gesproken begeleiding krijgen 144 Navigatiesysteem 145 Navigatieweergave 147 Verkeers- en veiligheidsinformatie opvragen 147 Navigatiesysteem voor voetgangers 148 Een route plannen 149
Connectiviteit 152
Gegevensverbindingen en toegangspunten 152 Netwerkinstellingen 152 Draadloos LAN 153 Toegangspunten 157 Uw actieve gegevensverbindingen weergeven 164 Synchronisatie 164 Bluetooth-connectiviteit 165 Gegevens overdragen met een USB­kabel 171 Pc-verbindingen 173 Beheerinstellingen 173
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 5
Online delen 176
Informatie over Online delen 176 Abonnementen nemen op diensten 176 Uw accounts beheren 177 Een post creëren 177 Bestanden vanuit de Galerij posten 178
Nokia Videocentrum 179
Videoclips weergeven en downloaden 179 Videofeeds 181 Mijn video's 182 Video's overbrengen van uw pc 183 Instellingen voor Videocentrum 183
Webbrowser 185
Op internet surfen 185 Browserwerkbalk 186 Navigeren over pagina's 187 Webfeeds en weblogs 188 Widgets 188 Inhoud zoeken 189 Bookmarks 189 De cache wissen 190 Beveiliging van de verbinding 191
Zoeken 192
Over Zoeken 192
Zoekactie starten 192
Andere toepassingen 193
Klok 193 Agenda 195 Bestandsbeheer 196 Quickoffice 197 Toepassingsbeheer 198 Draadloos bijwerken van software 202 RealPlayer 203 Dictafoon 205 Notities schrijven 206 Berekeningen maken 206 Omrekenen 207 Woordenboek 207
Instellingen 208
Telefooninstellingen 208 Oproepinstellingen 219
Problemen oplossen 222
Product- en veiligheidsinformatie 227
Index 237
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
6 Veiligheid

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS

Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheid 7

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

TOEBEHOREN EN BATTERIJEN

Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.

WATERBESTENDIGHEID

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

GLAZEN ONDERDELEN

De voorkant van het apparaat is van glas. Dit glas kan breken als het apparaat op een harde ondergrond valt of een flinke klap krijgt. Raak de glazen onderdelen van het apparaat niet aan als het glas breekt. Probeer het gebroken glas ook niet uit het apparaat te verwijderen. Gebruik het apparaat pas weer als het glas is vervangen door deskundig onderhoudspersoneel.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het UMTS 900-, 1900- en 2100-netwerken en GSM 850-, 900-, 1800­en 1900-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
8 Veiligheid
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Si gned zijn of de J ava Veri fied™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing:
Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheid 9
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0­protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
10 Aan de slag

Aan de slag

Toetsen en onderdelen

1 – Oortje
2 – Aanraakscherm
3 – Menutoets
4 – Beltoets
5 – Lichtsensor
6 – Tweede camera
7 – Mediatoets
8 – Nabijheidssensor
9 – Beëindigingstoets
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 11
10 – Aan/uit-toets
11 – Aansluiting voor oplader
12 – Nokia AV-aansluiting (3,5 mm)
13 – Micro USB-aansluiting
14 – Volume-/zoomtoets
15 – Cameralens
16 – Vergrendelingsschakelaar
17 – Opnametoets
18 – Microfoon
19 – Flitser
20 – Luidsprekers
21 – Klepje over sleuf voor SIM-kaart
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
12 Aan de slag
Dek het gedeelte boven het aanraakscherm niet af met bijvoorbeeld een beschermende laag of plakband.
De SIM-kaart en de batterij plaatsen De SIM-kaart plaatsen Belangrijk: Om schade aan de SIM-kaart te voorkomen, moet u altijd de batterij
verwijderen voordat u de SIM-kaart installeert of uitneemt.
1 Verwijder de achterkant. 2 Verwijder de batterij als deze is geplaatst.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 13
3 Open het klepje van de SIM-kaartsleuf.
4 Plaats een SIM-kaart in de sleuf. Zorg dat het contactgebied van de kaart naar
boven is gericht en dat de afgeschuinde hoek naar het apparaat is gericht. Duw de kaart naar binnen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
14 Aan de slag
5 Sluit het klepje van de SIM-kaartsleuf. Controleer of het klepje goed is gesloten.
Als de SIM-kaart niet goed is geplaatst, kunt u het apparaat alleen gebruiken in het profiel Offline.
De batterij plaatsen
1 Plaats de batterij.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 15
2 Om het klepje terug te plaatsen, houdt u de bovenste palletjes boven de
bijbehorende sleuven. Duw het klepje eerst naar beneden totdat het vastklikt. Als de palletjes in het midden op hun plaats zitten, drukt u het klepje naar beneden.
Zie 'SIM-kaart verwijderen', p. 40.

De batterij opladen

De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact. 2 Sluit de lader aan op het apparaat.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
16 Aan de slag
3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, koppelt
u de lader los van het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het stopcontact wanneer de lader niet wordt gebruikt. Een lader die op het stopcontact is aangesloten, verbruikt stroom, zelfs als de lader niet op het apparaat is aangesloten.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 17

Het apparaat inschakelen

1 Houd de aan/uit-toets ingedrukt. 2 Als u wordt gevraagd om een PIN-code of blokkeringscode, toetst u deze in en
selecteert u OK. Als u een nummer wilt wissen, selecteert u
. De
fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.
3 Selecteer uw locatie. Als u per ongeluk de onjuiste locatie selecteert, selecteert
u Terug.
4 Voer de datum en tijd in. Wanneer u werkt met de 12-uurs notatie, selecteert
u een willekeurig getal om te schakelen tussen a.m. en p.m.

Toetsen en aanraakscherm vergrendelen

Door de vergrendelingsschakelaar aan de zijkant van het apparaat te verschuiven kunt u het aanraakscherm en de toetsen vergrendelen of ontgrendelen.
Wanneer het aanraakscherm en de toetsen vergrendeld zijn, is het aanraakscherm uitgeschakeld, en zijn de toetsen niet actief.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
18 Aan de slag
Als u de instellingen voor automatische scherm- en toetsenvergrendeling wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer >
Aut. toetsblokk. > Per. autom. vergr. ttsnblk.

Startscherm

Het startscherm is het uitgangspunt waar u alle belangrijke contacten of snelkoppelingen naar toepassingen kunt verzamelen.
Interactieve schermelementen
Als u de kloktoepassing wilt openen, selecteert u de klok (1).
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 19
Als u de agenda wilt openen of het profiel wilt wijzigen, selecteert u de datum of de naam van het profiel (2).
Als u de verbindingsinstellingen wilt bekijken of wijzigen (
), de beschikbare draadloze LAN's (WLAN) wilt bekijken als het zoeken naar WLAN's is ingeschakeld, of als u gemiste gebeurtenissen wilt bekijken, selecteert u de rechter bovenhoek (3).
Als u een gesprek wilt starten, selecteert u Telefoon of
Selecteer Contacten of
om de lijst met contacten te openen (5).
(4).
Als u het hoofdmenu wilt open, drukt u op de menutoets (6).
Werken met de contactenbalk
Als u wilt gaan werken met de contactenbalk en uw contacten aan het startscherm wilt toevoegen, selecteert u
> Opties > Nieuw contact en volgt u de instructies.
Startschermthema wijzigen
Als u het startscherm of de snelkoppelingen wilt wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen en Persoonlijk > Startscherm.
Muziektoetsen
Als er muziek of de radio op de achtergrond speelt, worden in het startscherm muziektoetsen weergegeven (Afspelen/pauze, Terugspoelen, Vooruitspoelen).
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
20 Aan de slag

Mediatoets

Als u toepassingen zoals de muziekspeler of de browser wilt openen, selecteert u de mediatoets (
) om de mediabalk te openen en selecteert u vervolgens de
toepassing.

Het menu openen

Druk op de menutoets als u het menu wilt openen.
Als u een toepassing of een map wilt openen in het menu, selecteert u het item.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 21
Handelingen aanraakscherm Indrukken en tweemaal snel achtereen indrukken
Als u een toepassing of ander element op het aanraakscherm wilt openen, tikt u er normaal gesproken op met uw vinger. Maar om de volgende items te openen, moet u tweemaal daarop drukken.
Lijstitems in een toepassing, zoals de map Concepten in de mappenlijst in
Berichten
Tip: Wanneer u een lijstweergave opent, is het eerste item reeds gemarkeerd. Als u het gemarkeerde item wilt openen, drukt u er eenmaal op.
Toepassingen en mappen in het menu wanneer u werkt met de lijstweergave
Bestanden in een bestandslijst, bijvoorbeeld een afbeelding in de weergave
Afbeeldingen en video's in Galerij.
Als u eenmaal op een bestand of soortgelijk item drukt, wordt dit niet geopend, maar gemarkeerd. Als u de beschikbare opties voor het item wilt bekijken, selecteert u Opties of u selecteert een pictogram in een werkbalk, indien beschikbaar.
Selecteren
In deze gebruikersdocumentatie wordt het openen van toepassingen of items door er eenmaal of tweemaal op te drukken 'selecteren' genoemd. Als u verschillende items in een reeks moet selecteren, worden de te selecteren schermteksten gescheiden door pijlen.
Voorbeeld: Als u Opties > Help wilt selecteren, tikt u op Opties en vervolgens op
Help.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
22 Aan de slag
Slepen
U kunt slepen door uw vinger op het scherm te plaatsen en over het scherm te laten glijden.
Voorbeeld: Als u naar de bovenkant of onderkant van een webpagina wilt gaan, sleept u de pagina met uw vinger.
Vegen
Als u wilt vegen, schuift u uw vinger snel naar links of rechts over het scherm.
Voorbeeld: Wanneer u een afbeelding weergeeft, kunt u deze naar links of rechts vegen als u de volgende of vorige afbeelding wilt weergeven.
Tip: Als het aanraakscherm is vergrendeld, kunt u door over het scherm te vegen een oproep beantwoorden of een agenda- of wekkeralarm stoppen. Volg de weergegeven aanwijzingen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 23
Bladeren
Als u omhoog of omlaag wilt bladeren in lijsten met een schuifbalk, sleept u de schuif van de schuifbalk.
Gebruik kinetisch scrollen om door langere lijsten te scrollen. U sneller u kinetisch scrollt, des te sneller de lijst beweegt. Als u kinetisch omhoog scrollt, volgt de lijst de beweging omlaag.
Tik op een item om het te selecteren uit een bewegende lijst en de beweging te stoppen.
Tip: Als u een korte beschrijving van een pictogram wilt weergeven, plaatst u uw vinger op het pictogram. Niet voor alle pictogrammen zijn beschrijvingen beschikbaar.
Verlichting aanraakscherm
Als u de schermverlichting wilt inschakelen, drukt u daarop.
Als het aanraakscherm en de toetsen zijn vergrendeld, wordt de schermverlichting niet ingeschakeld wanneer u op het scherm drukt. Als u het scherm en de toetsen wilt ontgrendelen, schuift u de vergrendelingsschakelaar.

Beltoon wijzigen

Selecteer Menu > Instellingen en Persoonlijk > Profielen.
Als u een profiel wilt aanpassen, bladert u naar het profiel en selecteert u
Opties > Aanpassen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
24 Aan de slag

Ondersteuning

Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat behoort te werken, gaat u naar de ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support (voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
Start het apparaat opnieuw op: schakel het apparaat uit en verwijder de
batterij. Plaats de batterij na een ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zoals in de
gebruikershandleiding wordt uitgelegd. Uw documenten en bestanden zullen bij het herstellen worden verwijderd, dus u moet eerst een back-up maken van uw gegevens.
Werk de software van uw apparaat regelmatig bij voor optimale prestaties en
mogelijke nieuwe functies, zoals uitgelegd in de gebruikershandleiding.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Kijk op www.nokia.com/repair. Maak eerst een back­up van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor reparatie verstuurt.

Naar Ovi gaan

Ovi bevat diensten die door Nokia zijn verstrekt. Met Ovi kunt u een e­mailaccount maken, afbeeldingen en videoclips online delen met vrienden en familie, reizen plannen en locaties op een kaart weergeven, spelletjes, toepassingen, videoclips en tonen naar uw apparaat downloaden en muziek kopen. De beschikbare diensten kunnen per regio verschillen, en niet alle talen worden ondersteund.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 25
Als u Ovi-diensten wilt weergeven, gaat u naar www.ovi.com en registreert u uw eigen Nokia-account.
Raadpleeg de ondersteuningspagina's van elke dienst voor meer informatie over het gebruik van de diensten.

Over Ovi Store

In Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen, video's, afbeeldingen en beltonen downloaden naar het apparaat. Sommige items zijn gratis; voor de aanschaf van andere items moet u via uw creditcard of telefoonrekening betalen. Via Ovi Store kunt u over inhoud beschikken die compatibel is met uw mobiele apparaat en die aan uw interesses en locatie voldoet.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
26 Help zoeken

Help zoeken

Help van het apparaat

Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Lettergrootte verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen vinden naar verwante onderwerpen.
Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven.
In de help worden de volgende symbolen gebruikt:
Koppeling naar een verwant helponderwerp. Koppeling naar een besproken toepassing.
Tijdens het lezen van de uitleg kunt u wisselen tussen helpteksten en de toepassing die op de achtergrond geopend is door Opties > Open toepassingen en de gewenste toepassing te selecteren.

Software updaten via de pc

Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Help zoeken 27
breedbandverbinding met internet en een compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de pc aan te sluiten.
Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate.

Instellingen

In het apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS, streaming en mobiel internet gewoonlijk al automatisch geconfigureerd, op basis van de gegevens van uw netwerkprovider. Mogelijk zijn er al instellingen van uw serviceprovider in het apparaat geconfigureerd. Het is ook mogelijk dat u deze instellingen van uw serviceprovider krijgt in een speciaal bericht of dat u om deze instellingen moet vragen.

Toegangscodes

Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code beveiligt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt doorgaans bij de SIM-kaart geleverd. Als u drie keer achtereen een verkeerde PIN-code invoert, wordt de code geblokkeerd en hebt u de PUK-code nodig om de blokkering van de PIN-code op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt meestal bij de USIM-kaart geleverd. De USIM-kaart is een verbeterde versie van de SIM-kaart en wordt door mobiele 3G-telefoons ondersteund.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is vereist om toegang te krijgen tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. De code is bij aanschaf ingesteld op 12345. U kunt de code maken en wijzigen en het apparaat
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
28 Help zoeken
zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care­locatie of de leverancier van uw apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met de netwerkprovider van wie u een SIM-kaart gebruikt.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist om een geblokkeerde UPIN-code te wijzigen. Als de code niet bij de USIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met de netwerkprovider van wie u een USIM-kaart gebruikt.
IMEI-nummer (International Mobile Equipment Identity) — Aan dit nummer (15 of 17 cijfers) kunnen geldige apparaten in het GSM-netwerk worden herkend. Apparaten die bijvoorbeeld worden gestolen, kunnen worden geblokkeerd zodat ze geen toegang meer tot het netwerk hebben. Het IMEI-nummer voor uw apparaat vindt u onder de batterij.

Levensduur van de batterij verlengen

Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van de batterij. Houd rekening met het volgende als u de batterij wilt sparen:
Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of als dergelijke functies op de
achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond
worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Help zoeken 29
u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond.
Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld op Automat. bij signaal in de
verbindingsinstellingen en er geen dekking voor een packet­gegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een packet-gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer Packet-
ggvnsverbinding > Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het apparaat te
verlengen.
Met de toepassing Kaarten worden nieuwe kaartgegevens gedownload als u
naar nieuwe gedeelten van de kaart gaat. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload.
Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg varieert in uw gebied, moet
het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in de netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar het UMTS-netwerk. U kunt het apparaat zo instellen dat alleen het GSM-netwerk wordt gebruikt. Selecteer Menu > Instellingen en vervolgens Connectiviteit > Netwerk > Netwerkmodus > GSM als u alleen het GSM-netwerk wilt gebruiken.
De achtergrondverlichting van het scherm vergt extra batterijcapaciteit. Bij de
weergave-instellingen kunt u de time-out wijzigen, waarna de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld en de lichtsensor aanpassen waarmee de hoeveelheid licht wordt gecontroleerd en de helderheid van het scherm wordt aangepast. Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Weergave > Time-out verlichting of Lichtsensor.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit. Als u de toepassingen die u niet gebruikt wilt sluiten, houdt u de menutoets ingedrukt, selecteert u Opties > Open toepassingen en
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
30 Help zoeken
navigeert u naar de toepassing met de menutoets. Houd de menutoets ingedrukt en selecteer #Exit.

Beschikbaar geheugen uitbreiden

Heeft u voor nieuwe toepassingen en inhoud meer beschikbaar apparaatgeheugen nodig?
Bekijken hoeveel ruimte beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen
Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Best.beheer.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het geheugen op verschillende geheugenlocaties bijna vol is.
Beschikbaar geheugen uitbreiden
Breng gegevens over naar het massageheugen of naar een compatibele computer.
Gebruik Bestandsbeheer of open de desbetreffende toepassing om gegevens te verwijderen die u niet langer nodig hebt. U kunt de volgende elementen verwijderen:
E-mails in de mappen in Berichten en opgehaalde e-mails in de mailbox
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet nodig hebt
Installatiebestanden (.SIS of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd.
Breng de installatiebestanden over naar een compatibele computer.
Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Breng de bestanden over naar een
compatibele computer.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Loading...
+ 214 hidden pages