Nokia X3-02 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding X3–02
Uitgave 1.
2
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 5
Aan de slag 6
Toetsen en onderdelen 6 De SIM-kaart en de batterij plaatsen 7 Een geheugenkaart plaatsen of verwijderen 8 De batterij opladen 9 De batterij opladen via USB 9 GSM-antenne 10 Een koord bevestigen 11
De telefoon inschakelen 11
Netwerkdiensten en kosten 11 Toegangscodes 11 Het apparaat in- en uitschakelen 12 De toetsen en het scherm vergrendelen 12 Handelingen aanraakscherm 12 Instellingen voor aanraakscherm 13 Interactieve elementen van het startscherm 14 Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen 14 Symbolen 14 Mediatoets 15 Berichtentoets 15 Contacten en foto's kopiëren vanaf uw oude apparaat 15 Functies zonder SIM-kaart 16 Uw apparaat offline gebruiken 16
Apparaatbeheer 17
Ondersteuning 17 My Nokia 17 Apparaatsoftware bijwerken met het apparaat 18 Apparaatsoftware bijwerken met uw computer 19
Oorspronkelijke instellingen herstellen 19 Bestanden ordenen 19 Een back-up maken van uw foto's en andere inhoud op een geheugenkaart 19
Telefoon 20
Een oproep tot stand brengen 20 Uw gemiste oproepen weergeven 20 Het laatst gekozen nummer bellen 20 Oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer 21 Een nummer opslaan vanuit een ontvangen oproep of bericht 21 Informatie over internetoproepen 21 Een internetoproep tot stand brengen 22 Een conferentiegesprek tot stand brengen 23 Alleen oproepen naar bepaalde nummers toestaan 23 Het tot stand brengen of ontvangen van oproepen voorkomen 24
Contacten 24
Een naam en een telefoonnummer opslaan 24 Snelkeuze gebruiken 24 Uw contactgegevens verzenden 25 Een contactgroep maken 25 Contacten verplaatsen of kopiëren naar de SIM-kaart 25
Tekst invoeren 26
Schakelen tussen tekstinvoermodi 26 Traditionele tekstinvoer 26 Tekstvoorspelling 27
Berichten 27
Een bericht verzenden 27
Inhoudsopgave 3
Een bericht verzenden naar een groep mensen 28 Een bijlage opslaan 28 Een conversatie weergeven 29 Spraakberichten beluisteren 29 Een audiobericht verzenden 29
Nokia Messaging-e-mail en -chat 30
Informatie over Nokia Messaging-e­mail 30 Aanmelden bij een e-mailaccount 30 Een e-mail verzenden 30 E-mail lezen en beantwoorden 31 Informatie over Chat 31 Aanmelden bij een chatdienst 31 Chatten met vrienden 31 De toepassing Chat verbergen 32
Persoonlijk 32
Informatie over het startscherm 32 Een snelkoppeling aan het startscherm toevoegen 32 Uw belangrijke contacten aan het startscherm toevoegen 33 Het menu Ga naar aan uw voorkeuren aanpassen 33 Het startscherm aan uw voorkeuren aanpassen 33 Het uiterlijk van het apparaat wijzigen 34 Uw eigen profiel maken 34 Uw tonen aan uw voorkeuren aanpassen 34
Connectiviteit 35
Bluetooth 35 USB-gegevenskabel 38 Met een WLAN verbinden 39
De Ovi-diensten van Nokia 40
Ovi van Nokia 40 De Ovi-diensten van Nokia openen 41
Informatie over Nokia Ovi Suite 42 Nokia Ovi Suite op uw pc installeren 42 Ovi Player 43
Tijdbeheer 43
De tijd en datum wijzigen 43 Een alarm instellen 43 Een alarm in de sluimerstand zetten 44 Uw trainingen timen 44 De afteltimer instellen 45 Agenda 45 Een boodschappenlijst maken 45
Foto's en video's 46
Een foto maken 46 Een video opnemen 46 Een foto of video verzenden 47 Foto's 47 Een foto afdrukken 48
Muziek en audio 48
Mediaspeler 48 FM-radio 50 Spraakrecorder gebruiken 52
Web 52
Informatie over de webbrowser 52 Op internet surfen 52 Browsegeschiedenis wissen 53
Spelletjes en toepassingen 53
Informatie over spelletjes en toepassingen 53 Uw spelervaring verbeteren 53 Een spelletje of toepassing downloaden 53 De rekenmachine gebruiken 54 Valuta's en maateenheden omrekenen 54
Het apparaat beveiligen 55
Het apparaat vergrendelen 55
4 Inhoudsopgave
Uw geheugenkaart met een wachtwoord beveiligen 56 Een geheugenkaart formatteren 56 Uw apparaat voorbereiden voor recycling 56
Groene tips 57
Energie besparen 57
Product- en veiligheidsinformatie 57
Index 65
Veiligheid 5

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld in vliegtuigen, in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

BATTERIJEN EN ANDERE TOEBEHOREN

Gebruik alleen batterijen, laders en andere toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Sluit geen incompatibele producten aan.

HOUD HET APPARAAT DROOG

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

GEHOORSCHADE VOORKOMEN

Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
6 Aan de slag

Aan de slag

Toetsen en onderdelen

1 Luistergedeelte 2 Scherm 3 Berichtentoets 4 Beltoets 5 Toetsenblok 6 Microfoon 7 Aan/uit- en beëindigingstoets 8 Mediatoets 9 Lichtsensor 10 Luidspreker
Aan de slag 7
11 Micro USB-aansluiting 12 Aansluiting voor lader 13 Polsbandopening 14 Volumetoetsen 15 Knop voor toetsvergrendeling 16 Cameralens 17 Nokia AV-aansluiting (3,5 mm)
De SIM-kaart en de batterij plaatsen Opmerking: Schakel het apparaat uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een
lader of een ander apparaat is verbonden als u covers wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-4S-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk beschadigd raken door krassen of verbuiging. Wees daarom voorzichtig wanneer u een SIM-kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
1 Druk op de ontgrendelingsknoppen en verwijder de cover. Als de batterij is
geplaatst, tilt u deze uit het apparaat.
2 Plaats een SIM-kaart. Zorg ervoor dat het contactgebied van de kaart omlaag is
gericht.
3 Richt de contactpunten van de batterij op het batterijvak en plaats de batterij. Als
u de cover wilt terugplaatsen, houdt u de bovenste vergrendelingen in de richting van de bijbehorende sleuven en duwt u de cover naar beneden totdat deze vastklikt.
8 Aan de slag

Een geheugenkaart plaatsen of verwijderen

Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Het apparaat biedt ondersteuning voor geheugenkaarten met een capaciteit tot 32 GB.
Een geheugenkaart plaatsen
1 Verwijder de achterste cover. 2 Zorg ervoor dat het contactgebied van de kaart omlaag is gericht. Duw de kaart
naar binnen tot u een klik hoort.
3 Plaats de cover terug.
De geheugenkaart verwijderen Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet wanneer deze door een toepassing wordt
gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
U kunt de geheugenkaart verwijderen of terugplaatsen zonder dat u het apparaat uitzet.
1 Verwijder de achterste cover. 2 Duw de kaart naar binnen tot u een klik hoort en trek de kaart uit het apparaat. 3 Plaats de cover terug.
Aan de slag 9

De batterij opladen

Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar u moet deze opladen voordat u uw apparaat voor het eerst kunt inschakelen.
Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact. 2 Sluit de lader aan op het apparaat. 3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, maakt u eerst
de lader los van het apparaat en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Als u de batterij lange tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Het opladen van het apparaat tijdens het luisteren naar de radio beïnvloedt mogelijk de ontvangst.

De batterij opladen via USB

Batterij bijna leeg, maar u hebt geen lader bij u? U kunt een compatibele USB-kabel gebruiken om een compatibel apparaat aan te sluiten, zoals een computer.
Wees voorzichtig bij het aansluiten of verwijderen van de laderkabel om te voorkomen dat u de laderaansluiting breekt.
10 Aan de slag
Het kan langer duren voordat het opladen via USB wordt gestart, en het laden werkt mogelijk niet als u verbinding maakt via een USB-hub zonder voeding. Uw apparaat wordt sneller opgeladen wanneer het is aangesloten op een stopcontact.
U kunt het apparaat synchroniseren tijdens het laden als u verbinding hebt gemaakt met een computer.

GSM-antenne

In de afbeelding is het GSM-antennegebied grijs gemarkeerd.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
De telefoon inschakelen 11

Een koord bevestigen

De telefoon inschakelen

Netwerkdiensten en kosten

Uw apparaat is goedgekeurd voor gebruik in een GSM-netwerken van 850/900/1800/1900 MHz, en WCDMA-netwerken van 850/900/1900/2100 MHz. Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een serviceprovider.
Voor het gebruik van netwerkdiensten en het downloaden van inhoud naar uw apparaat, worden mogelijk kosten voor gegevensverkeer in rekening gebracht. Voor sommige productfuncties is netwerkondersteuning vereist en mogelijk moet u zich hierop abonneren.

Toegangscodes

PIN-code — Deze code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN­code (4 tot 8 cijfers lang) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd.
PIN2-code — Deze code (4 tot 8 cijfers lang) wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is nodig voor toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
Als u een toegangscode bent vergeten, neemt u contact op met de netwerkprovider van de SIM-kaart in uw apparaat. Als u de PIN- of PIN2-code driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen.
PUK-code en PUK2-code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2-code te wijzigen. Neem contact op met de netwerkprovider van uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd.
IMEI-nummer — Dit nummer (dat 15 of 17 cijfers lang is) wordt gebruikt voor het identificeren van geldige apparaten in het GSM-netwerk. Apparaten die bijvoorbeeld zijn gestolen, kunnen worden geblokkeerd, zodat zij geen toegang tot het netwerk hebben. Het IMEI-nummer van uw apparaat kunt u onder de batterij vinden.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. U kunt de code maken en wijzigen en het apparaat zodanig instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd
12 De telefoon inschakelen
de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van het apparaat.

Het apparaat in- en uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt
U wordt mogelijk gevraagd of u de configuratie-instellingen wilt ophalen bij de serviceprovider (netwerkdienst). Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

De toetsen en het scherm vergrendelen

Vergrendel de toetsen en het scherm van uw apparaat om te voorkomen dat er per ongeluk een oproep tot stand wordt gebracht terwijl het apparaat in uw zak of tas zit.
Druk op de knop voor de toetsvergrendeling
Het scherm en de toetsen ontgrendelen
Druk op de knop voor de toetsvergrendeling
.
.
en selecteer Vrijgeven.

Handelingen aanraakscherm

Voor interactie met de gebruikersinterface van het aanraakscherm, tikt u op het aanraakscherm of tikt u op het aanraakscherm en houdt u het scherm vast.
Een toepassing of andere schermelementen openen
Tik op de toepassing of het element.
Itemspecifieke opties openen
Tik op het item en houd het vast. Er wordt een pop-upmenu met de beschikbare opties geopend.
De telefoon inschakelen 13
Bladeren in een lijst of menu
Plaats uw vinger op het scherm, schuif deze snel omhoog of omlaag over het scherm en til de vinger op. De inhoud van het scherm bladert nu met de snelheid en de richting die deze had op het moment dat u uw vinger optilde. Tik op een item om het item te selecteren in een bladerlijst of om de beweging te stoppen.
Schuiven
Plaats een vinger op het scherm en schuif uw vinger rustig in de gewenste richting.
Als u bijvoorbeeld een foto weergeeft, schuift u naar links om de volgende foto weer te geven. Als u snel door uw foto's wilt bladeren, schuift u snel over het scherm en bladert u naar links of rechts door de miniaturen.

Instellingen voor aanraakscherm

Kalibreer het aanraakscherm en activeer vibratiefeedback.
14 De telefoon inschakelen
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Aanraakinstell..
Het aanraakscherm kalibreren
Selecteer Kalibratie en volg de instructies.
Vibratiefeedback activeren
Selecteer Trillen > Aan. Wanneer u op een pictogram tikt, geeft het apparaat korte vibratiefeedback.

Interactieve elementen van het startscherm

De elementen van het startscherm zijn interactief. U kunt bijvoorbeeld direct vanaf het startscherm de datum en tijd wijzigen, alarmen instellen of agenda-items schrijven.
Een alarm instellen
Selecteer de klok (1).
Uw planning weergeven of bewerken
Selecteer de datum (2).

Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen

Gebruik de volumetoetsen.
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden.
De luidspreker tijdens een oproep activeren
Selecteer Luidspr..

Symbolen

U hebt ongelezen berichten. U hebt berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt.
De telefoon inschakelen 15
De toetsen zijn vergrendeld. Het apparaat gaat niet over wanneer oproepen of tekstberichten worden
ontvangen.
/ Het apparaat is geregistreerd voor het GPRS- of EGPRS-netwerk.
/ Er is een open GPRS- of EGPRS-verbinding.
/ De GPRS- of EGPRS-verbinding is uitgesteld (in de wachtstand).

Mediatoets

Als u de mediaspeler of de radio wilt openen (afhankelijk van welke van de twee als laatste is gebruikt), drukt u op de mediatoets

Berichtentoets

Als u een bericht wilt schrijven of uw berichteninbox wilt controleren, drukt u op de berichtentoets

Contacten en foto's kopiëren vanaf uw oude apparaat

Wilt u belangrijke gegevens van uw vorige compatibele Nokia-apparaat kopiëren en snel beginnen met het gebruiken van uw nieuwe apparaat? Gebruik de toepassing Telefoonoverdr. om bijvoorbeeld contacten, agenda-items en foto's gratis te kopiëren naar uw nieuwe apparaat.
Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up.
De wekker is ingesteld.
Het apparaat is geregistreerd op een 3G-/UMTS-netwerk. Het apparaat is geregistreerd op een 3.5G-/HSDPA-netwerk. Bluetooth is geactiveerd. WLAN is geactiveerd. Als u over twee telefoonlijnen beschikt, is de tweede lijn in gebruik. Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander
nummer. Oproepen zijn beperkt tot een specifieke gebruikersgroep. Er is een tijdelijk profiel ingeschakeld. Er is een headset aangesloten op het apparaat. Het apparaat is via een USB-gegevenskabel verbonden met een ander apparaat.
.
.
16 De telefoon inschakelen
Op beide apparaten moet Bluetooth zijn geactiveerd.
1 Selecteer Telefoonoverdr. > Kop. nr dit app.. 2 Selecteer de inhoud die u wilt kopiëren en OK. 3 Selecteer uw vorige apparaat in de lijst. Als het apparaat niet in de lijst wordt
weergegeven, moet u controleren of Bluetooth is geactiveerd op het apparaat.
4 Als voor het andere apparaat een code is vereist, voert u deze in. De code, die u zelf
kunt definiëren, moet op beide apparaten worden opgegeven. De code is vooraf bepaald voor sommige apparaten. Zie de gebruikershandleiding van het apparaat voor meer informatie.
De code is alleen geldig voor de huidige verbinding.
5 Sta de verbinding en kopieerverzoeken toe wanneer hierom wordt gevraagd.

Functies zonder SIM-kaart

U kunt sommige functies van uw apparaat mogelijk gebruiken zonder dat u een SIM­kaart hebt geplaatst, zoals functies van de agenda en spelletjes. Sommige functies worden gedimd weergegeven in de menu's en kunnen niet worden gebruikt.

Uw apparaat offline gebruiken

Op locaties waar het niet is toegestaan om te bellen of gebeld te worden, kunt u het profiel Vlucht activeren en spelletjes spelen of muziek beluisteren.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen.
Selecteer Vlucht > Activeer.
geeft aan dat het profiel Vlucht is geactiveerd.
Apparaatbeheer 17
Tip: U kunt een profielsnelkoppeling toevoegen aan de snelkoppelingenwidget in het
startscherm.
Waarschuwing:
Wanneer het profiel Vlucht is geactiveerd, kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u een ander profiel activeren.

Apparaatbeheer

Ondersteuning

Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of als u niet zeker weet hoe uw apparaat behoort te werken, gaat u naar www.nokia.com/support. Voor mobiele apparaten kijkt u op www.nokia.mobi/support.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
Schakel uw apparaat opnieuw in. Schakel het apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Stel de oorspronkelijke fabriekswaarden weer in.
Werk uw apparaatsoftware bij.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Voordat u het apparaat opstuurt voor reparatie, moet u altijd een back-up van de gegevens op het apparaat maken.

My Nokia

Selecteer Menu > Toepassingen > Extra's > Verzameling > My Nokia.
My Nokia is een gratis dienst die u regelmatig SMS-berichten met tips, tricks en ondersteuning voor uw Nokia-apparaat stuurt. Me t My Nokia kun t u o p de My N okia- sit e browsen. Hier kunt u gedetailleerde informatie over Nokia-apparaten vinden en beltonen, afbeeldingen, spelletjes en toepassingen downloaden.
Om de My Nokia-dienst te gebruiken, moet deze in uw land beschikbaar zijn en worden ondersteund door uw serviceprovider. U moet zich aanmelden om gebruik te kunnen maken van de dienst. Er worden SMS-kosten in rekening gebracht als u een bericht stuurt om u aan of af te melden. Raadpleeg de documentatie die u bij het apparaat hebt gekregen of ga naar www.nokia.com/mynokia om de bepalingen en voorwaarden te bekijken.
18 Apparaatbeheer

Apparaatsoftware bijwerken met het apparaat

Wilt u de prestaties van uw apparaat verbeteren en toepassingsupdates en geweldige nieuwe functies downloaden? Werk de software regelmatig bij om het maximale uit uw apparaat te halen. U kunt uw apparaat zo instellen dat er automatisch wordt gecontroleerd op updates.
Selecteer Menu > Instellingen.
1 Selecteer Telefoon > Telefoonupdates. 2 Als u de huidige softwareversie wilt weergeven en wilt controleren of een update
beschikbaar is, selecteert u Details hdg. sw..
3 Als u een software-update wilt downloaden en installeren, selecteert u Tel.softw.
downl.. Volg de instructies.
4 Als de installatie is geannuleerd na het downloaden, selecteert u Sw.-upd.
install..
De installatie van de software-update kan enkele minuten duren. Als er zich problemen voordoen tijdens de installatie, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
Automatisch controleren op software-updates
Selecteer Aut. sw-update en definieer hoe vaak er moet worden gecontroleerd op nieuwe software-updates.
Uw serviceprovider kan mogelijk updates van apparaatsoftware rechtstreeks over the air naar het apparaat verzenden (netwerkdienst).
Apparaatbeheer 19

Apparaatsoftware bijwerken met uw computer

U kunt de pc-toepassing Nokia Software Updater gebruiken om uw apparaatsoftware bij te werken. Als u de software van uw apparaat wilt bijwerken, hebt u het volgende nodig: een compatibele computer, een snelle internetverbinding en een compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de computer aan te sluiten.
Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate.

Oorspronkelijke instellingen herstellen

Als uw apparaat niet naar behoren werkt, kunt u bepaalde instellingen terugzetten op de oorspronkelijke instellingen.
1 Beëindig alle oproepen en verbindingen. 2 Selecteer Menu > Instellingen en Fabriekswaarden > Alleen instell.. 3 Voer de beveiligingscode in.
Dit heeft geen invloed op documenten of bestanden die op het apparaat zijn opgeslagen.
Nadat u de oorspronkelijke instellingen hebt hersteld, wordt het apparaat uitgeschakeld en weer ingeschakeld. Dit kan langer dan normaal duren.

Bestanden ordenen

U kunt bestanden en mappen in het apparaatgeheugen of op de geheugenkaart verplaatsen, kopiëren, verwijderen of maken. Als u uw bestanden ordent in specifieke mappen, kunt u deze bestanden later sneller terugvinden.
Selecteer Menu > Toepassingen > Galerij.
Een nieuwe map maken
Selecteer Opties > Map toevoegen in de map waarin u een submap wilt maken.
Een bestand naar een map kopiëren of verplaatsen
Selecteer het bestand en houd het ingedrukt. Selecteer de gewenste optie in het pop­upmenu.
Tip: U kunt ook muziek of video's afspelen of foto's weergeven in Galerij.

Een back-up maken van uw foto's en andere inhoud op een geheugenkaart

Wilt u er zeker van zijn dat u geen belangrijke bestanden verliest? U kunt een back-up maken van uw apparaatgeheugen op een compatibele geheugenkaart.
Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up.
20 Telefoon
Selecteer Back-up maken.
Een back-up herstellen
Selecteer Back-up terugz..

Telefoon

Een oproep tot stand brengen

1 Voer het telefoonnummer in, inclusief het land- en netnummer, indien
noodzakelijk.
2 Druk op de beltoets.
Een oproep beantwoorden
Druk op de beltoets.
Oproepen beëindigen
Druk op de eindetoets.
Een oproep weigeren
Druk op de eindetoets.

Uw gemiste oproepen weergeven

In het startscherm kunt u zien of er gemiste oproepen zijn. Als u het telefoonnummer wilt weergeven, selecteert u Bekijk. De naam van de beller wordt weergegeven als deze is opgeslagen in de lijst met contacten.
Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen in het logboek vastgelegd indien dit wordt ondersteund door het netwerk en het apparaat is ingeschakeld en zich binnen het netwerkdienstgebied bevindt.
Het contact of nummer terugbellen
Selecteer het contact of nummer en druk op de beltoets.
De gemiste oproepen later weergeven
Selecteer Menu > Contacten > Logboek en Gemiste oproepn.

Het laatst gekozen nummer bellen

Probeert u iemand te bellen, maar neemt diegene niet op? U kunt het eenvoudig opnieuw proberen.
Druk in het startscherm op de belt oets, selecteer het nummer in de lijst en druk opnieuw op de beltoets.
Telefoon 21

Oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer

Wanneer u een oproep niet kunt beantwoorden, kunt u uw oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander nummer (netwerkdienst).
1 Selecteer Menu > Instellingen en Oproepen > Doorschakelen. 2 Selecteer Bij in gesprek of Bij niet opnemen. 3 Selecteer Activeer en Naar voicemail of Naar ander nr..

Een nummer opslaan vanuit een ontvangen oproep of bericht

Hebt u een oproep of bericht ontvangen van een persoon wiens telefoonnummer nog niet is opgeslagen in de lijst met contacten? U kunt het nummer eenvoudig opslaan in uw contacten.
Een nummer opslaan vanuit een ontvangen oproep
1 Selecteer Menu > Contacten > Logboek en Ontv. oproepen. 2 Selecteer het nummer en Opties > Opslaan. 3 Voer een naam voor het contact in en selecteer Opslaan.
Een nummer opslaan vanuit een ontvangen bericht
1 Selecteer Menu > Berichten. 2 Selecteer Conversaties of Inbox en een bericht. 3 Druk op de beltoets. 4 Selecteer het nummer en Opslaan. 5 Voer een naam voor het contact in selecteer Opslaan.
Tip: Als u een nieuw nummer wilt toevoegen aan een bestaand contact, selecteert u het nummer en Tvgn aan contact.

Informatie over internetoproepen

U kunt bellen en gebeld worden via internet (netwerkdienst). Internetoproepdiensten kunnen oproepen ondersteunen tussen computers, tussen mobiele apparaten en tussen een VoIP-apparaat en een traditionele telefoon.
Sommige providers van diensten voor internetoproepen maken het mogelijk gratis internetoproepen tot stand te brengen. Raadpleeg uw serviceprovider voor internetoproepen voor informatie over de beschikbaarheid en verbindingskosten.
Als u een internetoproep tot stand wilt brengen of wilt ontvangen, moet u zich in een gebied met een WLAN bevinden of een packet-gegevensverbinding (GPRS) hebben in een 3G-netwerk, en zijn aangemeld bij een internetoproepdienst.
Loading...
+ 46 hidden pages