Nokia N73 User manual [nl]

CONFORMITEITSVERKLARING
0434
van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor uw apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Meer informatie vindt u op www.nokia.com onder het product Eco-Verklaring
of bij de landspecifieke informatie. © 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Pop-Port, Nseries, N73 en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn. Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998-200(8). Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9-tekstinvoersoftware Copyright © 1997-2008. Tegic Communications, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-133 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>. Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé­en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK. DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN. Exportbepalingen De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden. MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen. Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden. MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 4 NL, 9252073

Inhoud

Voor uw veiligheid.....................................7
Get connected..........................................11
Uw Nokia N73 .........................................12
De batterij opladen .............................................................12
Instellingen............................................................................12
Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen .........12
Belangrijke symbolen .........................................................13
Volume- en luidsprekerregeling......................................15
Multimediatoets (Nokia N73 (oorspronkelijke
editie)) ....................................................................................15
Hoofdtelefoon ......................................................................15
Geheugenkaart.....................................................................16
Bestandsbeheer....................................................................17
Download...............................................................................18
Ondersteuning..........................................19
Nokia-ondersteuning en contactgegevens ..................19
Software-updates................................................................19
Help.........................................................................................19
Zelfstudie...............................................................................20
Camera......................................................21
Foto's maken ........................................................................ 21
Foto's nemen in een reeks................................................ 26
Zelf op de foto - Zelfontspanner.................................... 27
Video's opnemen ................................................................. 27
Galerij .......................................................31
Door bestanden bladeren en deze weergeven............ 31
Albums ................................................................................... 34
Afbeeldingen bewerken..................................................... 35
Videoclips bewerken........................................................... 36
Diavoorstelling..................................................................... 37
Presentaties ..........................................................................38
Afbeeldingen afdrukken.................................................... 38
Online afdrukken................................................................. 39
Online delen.......................................................................... 41
Mediatoepassingen..................................44
Muziektoets (Nokia N73 Music Edition) ......................44
Music player ......................................................................... 44
Flash-speler ..........................................................................54
Visual Radio.......................................................................... 55
RealPlayer.............................................................................. 58
Movie Director......................................................................60
Tijdmanagement ..................................... 62
Klok..........................................................................................62
Agenda....................................................................................63
Berichten ................................................. 65
Tekst invoeren.......................................................................66
Berichten invoeren en verzenden ...................................68
Inbox - berichten ontvangen ...........................................70
Mailbox...................................................................................72
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................74
Berichtinstellingen..............................................................74
Chatten - chatberichten....................................................79
Contacten (adresboek) ........................... 83
Namen en nummers opslaan en bewerken..................83
Contactgegevens kopiëren................................................84
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.................85
Contactgroepen maken......................................................86
Bellen ....................................................... 87
Spraakoproepen ...................................................................87
Videogesprekken..................................................................89
Videobeelden delen.............................................................90
Een oproep beantwoorden of weigeren........................94
Logboek ..................................................................................96
Webbrowsers............................................99
Diensten.................................................................................99
Web.......................................................................................103
Verbindingen ......................................... 106
Bluetooth-connectiviteit ................................................106
Infraroodverbinding..........................................................110
Gegevenskabel ...................................................................111
Pc-verbindingen ................................................................111
Verbindingsbeheer ............................................................112
Synchronisatie....................................................................112
Apparaatbeheer .................................................................113
Kantoor.................................................. 116
Rekenmachine....................................................................116
Omrekenen..........................................................................116
Notities.................................................................................116
Opname-eenheid...............................................................117
Quickoffice..........................................................................117
Adobe Reader .....................................................................119
Het apparaat aanpassen....................... 121
Profielen - Tonen instellen.............................................121
3-D-tonen ...........................................................................122
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen......................123
De modus Actief standby................................................124
Instrumenten......................................... 125
Spraakopdrachten ............................................................ 125
Toepassingsbeheer ........................................................... 125
Digital Rights Management .......................................... 128
Instellingen............................................ 130
Telefoon............................................................................... 130
Bellen................................................................................... 131
Verbinding .......................................................................... 133
Datum en tijd..................................................................... 135
Beveiliging.......................................................................... 136
Doorschakelen................................................................... 139
Oproepblokkering ............................................................ 139
Netwerk............................................................................... 140
Toebehoren .........................................................................140
Problemen oplossen: vraag en
antwoord ............................................... 142
Informatie over de batterij.................. 145
Opladen en ontladen........................................................145
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen........................................................146
Behandeling en onderhoud.................. 148
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 149
Index ...................................................... 153

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de positie die in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
7
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in netwerken van
het type EGSM 850/900/1800/1900 en UMTS 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Als u de beveiliging van het apparaat wilt vergroten, kunt u overwegen antivirusprogramma's, firewalls en andere verwante software te installeren, te gebruiken, en regelmatig bij te werken op het apparaat en aangesloten computers.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
8
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen naar internetsites van derden. U hebt via uw apparaat mogelijk ook toegang tot andere sites van derden. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia, en Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud voorzorgsmaatregelen treffen.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor het gebruik van bepaalde functies van dit apparaat, zoals MMS, internet, e-mail, en inhoudsdownloads met de browser of via MMS, is netwerkondersteuning vereist.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met laders van het type DC-4, AC-3 of AC-4, en voor laders van het type AC-1, ACP-7, ACP-8, ACP-9,
9
ACP-12, LCH-9 of LCH-12 (indien de lader wordt gebruik in combinatie met een CA-44-laderadapter).
Het batterijtype dat in dit apparaat moet worden gebruikt, is BP-6M.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
10

Get connected

Gebruik het apparaat in een 2G- en 3G-netwerk. Zie ‘Over dit apparaat’ op pag. 8.
Gebruik Bluetooth-technologie om bestanden over te brengen en verbinding te maken met compatibel toebehoren. Zie ‘Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 106.
Gebruik infrarood om gegevens over te brengen en te synchroniseren tussen compatibele apparaten. Zie ‘Infraroodverbinding’ op pag. 110.
Gebruik een compatibele USB-gegevenskabel, bijvoorbeeld de Nokia Connectivity Cable CA-53, om het apparaat aan te sluiten om compatibele apparaten, zoals printers en pc's. Zie ‘Gegevenskabel’ op pag. 111.
Gebruik een compatibele miniSD-kaart om gegevens over te brengen of back-ups te maken. Zie ‘Geheugenkaart’ op pag. 16.
Get connected
11

Uw Nokia N73

Modelnummer: Nokia N73-1. Hierna aangeduid als de Nokia N73. Als een functie in deze
handleiding alleen beschikbaar is in de oorspronkelijke editie van de Nokia N73 of de Nokia N73 Music Edition,
Uw Nokia N73
wordt dit in het gedeelte met de beschrijving van de betreffende functie aangegeven door naar de Nokia N73 (oorspronkelijke editie) of Nokia N73 Music Edition te verwijzen. Op de verpakking van het apparaat kunt u zien of het apparaat de oorspronkelijke Nokia N73 of de Nokia N73 Music Edition is.

De batterij opladen

1 Sluit een compatibele lader aan op een stopcontact. 2 Sluit het snoer aan op het apparaat. Als de batterij
helemaal leeg is, kan het even duren voordat de indicator gaat bewegen.
3 Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt
u de lader los van het apparaat en daarna van het stopcontact.
12

Instellingen

In de Nokia N73 zijn instellingen voor mobiel internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans automatisch geconfigureerd in het apparaat op basis van de gegevens van de serviceprovider. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de serviceproviders in een SMS-bericht.
Als u de algemene instellingen in het apparaat wilt wijzigen, zoals taal, stand-by modus en weergave­instellingen, raadpleegt u ‘Telefoon’ op pag. 130.

Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen

U kunt inhoud, zoals contactgegevens, gratis van een compatibel Nokia-apparaat naar uw Nokia N73 overbrengen via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Het soort inhoud dat kan worden overgebracht, is afhankelijk van het type telefoon. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere apparaat en de Nokia N73 synchroniseren.
U kunt de SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen. Wanneer de Nokia N73 wordt ingeschakeld zonder SIM­kaart, wordt het offline profiel automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing de eerste keer gebruikt, drukt
uop en selecteert u Instrum. > Overdracht. Als u de toepassing al eerder hebt gebruikt en opnieuw gegevens wilt overbrengen, selecteert u Overdr.ggvns. Kies Doorgaan in de informatieweergave.
2 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te dragen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3 Ga als volgt te werk als u een Bluetooth-verbinding
gebruikt: Kies Doorgaan als u wilt zoeken naar andere apparaten met Bluetooth-connectiviteit. Kies het andere apparaat in de lijst. U wordt gevraagd een code in te voeren op de Nokia N73. Voer een code in (1-16 cijfers) en kies OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en kies OK. De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ‘Apparaten koppelen’ op pag. 109. De toepassing Gegev.overdr. wordt als bericht verzonden naar het andere apparaat. Open het bericht om Gegev.overdr. te installeren op het andere apparaat en volg de instructies op het scherm.
Sluit de twee apparaten aan als u een infraroodverbinding gebruikt. Zie ‘Infraroodverbinding’ op pag. 110.
4 Selecteer vanaf de Nokia N73 de inhoud die u van
het andere apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgebracht vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomende locatie in uw Nokia N73. De tijd die benodigd is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de overdracht annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden. Als u de synchronisatie met een compatibel Nokia­apparaat wilt starten, selecteert u Telefoons, gaat u naar het apparaat en kiest u Opties > Synchroniseren. Volg de instructies in het scherm.
Als u het logboek van een eerdere overdracht wilt bekijken, selecteert u Overdrachtslog.

Belangrijke symbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan één of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
Uw Nokia N73
13
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Uw Nokia N73
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), is het symbool voor de eerste lijn en het symbool voor de tweede lijn.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten
op het apparaat.
De verbinding met een compatibele hoofdtelefoon
met Bluetooth-connectiviteit is verbroken.
Er is een compatibel gehoorapparaat aangesloten
op het apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten
op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief. Er is een GPRS-pakketgegevensverbinding beschikbaar. Er is een GPRS-pakketgegevensverbinding actief. Er staat een GPRS-pakketgegevensverbinding
in de wachtstand
Er is een pakketgegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk dat EDGE ondersteunt. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat er een verbinding beschikbaar is. De symbolen geven aan dat EDGE beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geen gebruik van EDGE tijdens de gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding beschikbaar.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding in de wachtstand.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit.
Er is een USB-verbinding actief.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool op het apparaat knippert, probeert het apparaat om verbinding te maken met het andere apparaat of is de verbinding verbroken.
14

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op de volumetoets aan de zijkant van het apparaat als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een gesprek, kiest u Opties > Luidspreker insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen, kiest u Opties >
Telefoon insch..

Multimediatoets (Nokia N73 (oorspronkelijke editie))

In dit gedeelte wordt de multimediatoets van de Nokia N73 (oorspronkelijke editie) beschreven.
Met de multimediatoets hebt u snel toegang tot multimediacontent en vooraf gedefinieerde toepassingen.
Houd ingedrukt om de snelkoppeling te openen die aan de multimediatoets is toegewezen. Druk op om een lijst met multimediatoepassingen te openen. Gebruik de bladertoets om de gewenste toepassing te openen. Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een toepassing te selecteren.
Druk op en als u de snelkoppelingen wilt wijzigen. Als u de toepassingen wilt wijzigen die worden weergegeven wanneer u op drukt, kiest u Boven, Links,
Midden en Rechts en selecteert u de toepassing.
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u niet kunt wijzigen.

Hoofdtelefoon

Verbind een compatibele hoofdtelefoon met de
TM
Pop-Port van het apparaat.
-aansluiting
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Uw Nokia N73
15

Geheugenkaart

de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Gebruik alleen compatibele miniSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet
Uw Nokia N73
helemaal compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Druk op en kies Instrum. > Geheugen. U kunt een compatibele miniSD-kaart gebruiken als extra opslagruimte en voor het maken van back-ups van de informatie in het apparaatgeheugen.
Kies Opties > Reservekopie als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt maken op een compatibele geheugenkaart.
Selecteer Opties > Herst. vanaf kaart als u de informatie van de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten in het apparaatgeheugen.
Druk op en kies Geh.krt verwijderen als u de geheugenkaart wilt verwijderen.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan
16

Een wachtwoord instellen

Selecteer Opties > Wachtw. instellen als u een wachtwoord wilt instellen om de geheugenkaart te beveiligen. Het wachtwoord mag maximaal acht tekens bevatten.
Selecteer Opties > Wachtw. wijzigen als u het wachtwoord wilt wijzigen.
Als u het wachtwoord wilt verwijderen, selecteert u Opties > Wachtw. verw..

Een geheugenkaart formatteren

Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties >
Geh.kaart formatt. te kiezen. Kies Ja ter bevestiging.

Bestandsbeheer

vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de bestandsnaam.
Voor een groot aantal functies van het apparaat, zoals contacten, berichten, afbeeldingen, video’s, beltonen, agendanotities, documenten en gedownloade toepassingen, wordt geheugen gebruikt voor de opslag van gegevens. De hoeveelheid beschikbaar geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al in het geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een compatibele geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar, zodat u oude gegevens kunt verwijderen en nieuwe gegevens op de geheugenkaart kunt opslaan.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart (indien geplaatst), drukt u op en kiest u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het apparaatgeheugen ( )
wordt geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart ( ) te openen, indien beschikbaar.
Als u bestanden naar een map wilt verplaatsen of kopiëren, drukt u tegelijkertijd op en om een bestand te markeren, en kiest u Opties > Verplaats naar map of Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer

Geheugengebruik weergeven

Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen, kiest u Opties > Gegevens
geheugen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt
weergegeven in Vrij geheugen.

Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken

U krijgt een melding als het apparaatgeheugen of de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over naar een compatibele geheugenkaart, als u deze hebt. Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen, kies Opties >
Verplaats naar map > Geheugenkaart en selecteer
een map.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken en gegevens overbrengen.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Bestandsbeheer of gaat u naar de desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
Uw Nokia N73
17
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens
Uw Nokia N73
• Agendanotities
• Gedownloade toepassingen. Zie ook ‘Toepassingsbeheer’ op pag. 125.
• Installatiebestanden (.SIS) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd op een compatibele miniSD-kaart; sla eerst een back-up van de installatiebestanden op een compatibele pc op met behulp van Nokia PC Suite.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.

Download

Downloaden (netwerkdienst) is een mobiele bron voor
inhoud die beschikbaar is op het apparaat. U kunt bladeren door items, zoals toepassingen en mediabestanden, en deze vanaf internet downloaden en op het apparaat installeren.
De items zijn ingedeeld in catalogi en mappen die door de verschillende serviceproviders worden geleverd.
Voor sommige items kan een bedrag in rekening worden gebracht, maar meestal kunt u deze gratis bekijken.
Druk op en kies Internet > Downloaden Zie de brochure over aanvullende toepassingen voor meer
informatie.
18

Ondersteuning

Nokia-ondersteuning en contactgegevens
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website kunt u informatie krijgen over het gebruik van Nokia-producten en diensten. Ga naar de lijst met plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de klantenservice.
Neem voor onderhoudsdiensten contact op met het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op www.nokia.com/repair.

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt gebruiken, hebt u de
toepassing Nokia Software Updater en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000 of XP, breedbandinternettoegang en een compatibele gegevenskabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc nodig.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Als het netwerk ondersteuning biedt voor software­updates via de ether, is het ook mogelijk om de updates aan te vragen via het apparaat. Zie ‘Apparaatbeheer’, ‘Software-updates’ op pag. 113.

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen, kiest u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden.
Ondersteuning
19
Kies Instrum. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.

Zelfstudie

Ondersteuning
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van het apparaat. Als u de zelfstudie wilt openen via het menu, drukt u op en kiest u Toepass. > Zelfstudie en het gedeelte dat u wilt bekijken.
20

Camera

De Nokia N73 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera) en een camera met een lage resolutie aan de voorkant (de tweede camera). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen. De tweede camera aan de voorkant wordt gebruikt in de modus 'Staand' en de hoofdcamera aan de achterkant in de modus 'Liggend'.
De hoofdcamera van de Nokia N73 ondersteunt een beeldresolutie van 2048 x 1536. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.
De foto's en videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en
video in Galerij. De foto's die
u met de camera neemt, hebben de JPEG-indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling .MP4 of 3GPP met de extensie .3GP (kwaliteit Delen). Zie ‘Video-instellingen’ op pag. 29.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-
verbinding. U kunt deze ook uploaden naar een compatibel online album. Zie ‘Online delen’ op pag. 41.

Foto's maken

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto neemt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te gaan met het nemen van foto's.
Neem als volgt een foto:
1 Open het toetsenbord om de hoofdcamera te activeren.
Kies Naar afbeeldingsmodus in de actieve werkbalk als de camera zich in de Videomodus bevindt.
2 Druk de opnametoets half in (alleen hoofdcamera) om
de focus op een onderwerp vast te zetten. U ziet het groene symbool voor de vergrendelde focus op het scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de focus te vergrendelen.
Camera
21
3 Druk op de opnametoets van de hoofdcamera om een
foto te nemen. Houd het apparaat stil totdat de foto wordt opgeslagen.
Camera
Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat om in of uit te zoomen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een foto neemt, gebruikt u de bladertoets om in de actieve werkbalk te bladeren. Zie ‘Beeldinstellingen ­Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 25.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een foto neemt, selecteert u Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen of videoclips hebt gemaakt). Zie ‘Vrij geheugen’ op pag. 33.
Als u de camera aan de voorkant wilt gebruiken, selecteert u Opties > Tweede camera gebr..
Sluit het toetsenbord om de hoofdcamera te sluiten.

Symbolen van de fotocamera

In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
• Het symbool voor de huidige opnamemodus (1).
• De actieve werkbalk (2), waarin u kunt bladeren voordat u de foto neemt om de zelfontspanner of
reeksmodus te activeren of om de opnamemodus, scène, flashmodus, witbalans, belichtingscompensatie, kleurtoon en lichtgevoeligheid te selecteren. (De actieve werkbalk wordt niet weergegeven tijdens het scherpstellen en het nemen van foto's.) Zie ‘Actieve werkbalk’ op pag. 23.
• Het beeld­resolutiesymbool (3) geeft de kwaliteit van de foto aan:
Afdrukken 3M – Groot
(resolutie van 2048 x 1536),
Afdrukken 2M – Normaal (resolutie van 1600 x 1200), Afdrukken/ e-mail 0,8M – Klein (resolutie van 1024 x 768)
of MMS 0,3M (resolutie van 640 x 480).
• De afbeeldingsteller (4) geeft aan hoeveel foto's u ongeveer kunt nemen met de gebruikte beeldkwaliteit en geheugenruimte (de teller wordt tijdens focus en de opname niet weergegeven).
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) (5) geven aan waar foto's worden opgeslagen.
22
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Kies Pictogr. verbergen als u alleen de camerasymbolen wilt weergeven.

Actieve werkbalk

In de camera kunt u via de actieve werkbalk snel items selecteren en verschillende instellingen aanpassen voordat en nadat u een foto hebt gemaakt of een video hebt opgenomen. Blader in de actieve werkbalk naar verschillende items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige opnamemodus en status. U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven op het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u de actieve werkbalk wilt weergeven op het scherm voordat en nadat u een foto hebt gemaakt of een video hebt opgenomen.
Als u de actieve werkbalk alleen even wilt weergeven op het moment dat u deze nodig hebt, selecteert u Opties >
Pictogr. verbergen. U kunt de actieve werkbalk
inschakelen door op de bladertoets te drukken.
Kies in de actieve werkbalk een van de volgende opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
- Hiermee schakelt u tussen de video-
en afbeeldingsmodus.
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus.
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen). Zie ‘Zelf op de foto - Zelfontspanner’ op pag. 27.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen). Zie ‘Foto's nemen in een reeks’ op pag. 26.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
- Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de instelling aan te geven.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van de huidige weergave.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ‘Na het maken van een foto’ op pag. 24, ‘Na het opnemen van een
Camera
23
video’ op pag. 29 en ‘Actieve werkbalk’ op pag. 33 in Galerij.
Camera

Na het maken van een foto

Nadat u de foto hebt gemaakt, selecteert u het volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen
afb. tonen is ingesteld op Aan in de instellingen van
de fotocamera):
• Als u de foto niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
• Als u de foto wilt verzenden via multimedia, e-mail, Bluetooth of infrarood of als u de foto wilt uploaden naar een compatibel online album, drukt u op de beltoets of kiest u Zenden. Zie ‘Berichten’ op pag. 65, ‘Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 106 en ‘Online delen’ op pag. 41 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van het gesprek. Kies Verzenden naar beller (alleen beschikbaar tijdens een actief gesprek).
•Kies Toevoegen aan Print basket als u foto's wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij zodat u deze later kunt afdrukken.
• Als u de foto wilt afdrukken, kiest u Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 38.
• Als u een nieuwe foto wilt nemen, kiest u Nieuwe
afbeelding.
Als u de naam van de afbeelding wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam afbeeld. wijzigen.
Als u de foto wilt gebruiken als achtergrond in de actieve standby-modus, selecteert u Opties > Instell. als
achtergrond.

Instellingen van fotocamera aanpassen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de fotocamera: de Afb. config. en de begininstellingen. Zie ‘Beeldinstellingen - Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 25 als u Afb. config. wilt bijstellen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
AfbeeldingskwaliteitAfdrukken 3M – Groot (resolutie
van 2048 x 1536), Afdrukken 2M – Normaal (resolutie van 1600 x 1200), Afdrukken/e-mail 0,8M – Klein (resolutie van 1024 x 768) of MMS 0,3M (resolutie van 640 x 480). Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. Kies Afdrukken
3M – Groot, Afdrukken 2M – Normaal of Afdrukken/ e-mail 0,8M – Klein als u de afbeelding wilt afdrukken.
Kies Afdrukken/e-mail 0,8M – Klein als u de afbeelding
24
per e-mail wilt verzenden. Kies MMS 0,3M als u de afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de afbeelding wilt
opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja kiest, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen - Kies Aan als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of kies
Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's. Stand.naam afbeelding - Hiermee definieert u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) - Selecteer Aan als u traploos digitaal en uitgebreid wilt zoomen.
Als u wel wilt inzoomen maar de geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven, kiest u Uit.
Opnametoon - Hiermee kiest u de toon die moet klinken
bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.
Instellingen herstellen - Kies OK als u de
standaardwaarden voor de camera-instellingen wilt herstellen.

Flash

De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt.
Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor de camera: Automatisch (), Rode ogen (), Aan () en Uit ().
Kies in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.

Beeldinstellingen - Kleur en belichting aanpassen

Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's, gebruikt u de bladertoetsen om in de actieve werkbalk te bladeren en kiest u een van de volgende opties:
Witbalans - Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen afbeeldingen) - Hiermee
wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Kleurtoon - Hiermee selecteert u een kleureffect in de lijst.
Camera
25
Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) - Hiermee
selecteert u de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe donker de omgeving is, des de hoger de lichtgevoeligheid moet zijn.
Camera
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera.
De beeldinstellingen zijn van invloed op beide camera's; als u de instellingen in de tweede camera wijzigt, worden de instellingen in de hoofdcamera ook gewijzigd. Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde scène. Zie ‘Scènes’ op pag. 26. U kunt de instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.

Scènes

Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. Selecteer in de lijst met scènes een geschikte scène voor het maken van foto's of het opnemen van videoclips. De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Gebruik de bladertoets om in de actieve werkbalk te
bladeren en kies een van de volgende opties:
Videoscènes
Automatisch ( ) (standaard) en Nacht ().
Afbeeldingsscènes
Auto ( ) (standaard), Gebruiker gedef. (), Close­upmodus (), Staand (), Liggend (), Sport (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène Auto. Ukunt de scène Gebruiker gedef. kiezen als standaardscène.
Als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving, gaat u naar Gebruiker gedef. en selecteert u Opties > Wijzigen. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen vastleggen. Als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren, kiest u Gebaseerd op modus en de gewenste scène.

Foto's nemen in een reeks

De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Kies in de actieve werkbalk de optie Naar reeksmodus als
u de camera zo wilt instellen dat deze zes foto's of meer
26
in een reeks neemt (indien er genoeg geheugen beschikbaar is).
Druk op de opnametoets als u zes foto's wilt maken. Houd de opnametoets ingedrukt als u meer dan zes foto's wilt maken. Laat de opnametoets los als u geen foto's meer wilt maken. U kunt maximaal 100 foto's maken, afhankelijk van het beschikbare geheugen.
Wanneer u de foto's hebt genomen, worden deze in een raster op het scherm weergegeven. Druk op als u een foto wilt bekijken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt, kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op de opnametoets als u terug wilt naar de zoeker in de reeksmodus.

Zelf op de foto - Zelfontspanner

De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen, zodat u zelf ook op de foto kan komen te staan. Selecteer in de actieve werkbalk Zelfontspanner > 2 seconden,
10 seconden of 20 seconden om de zelfontspanner in te
stellen. Selecteer Activeren om de zelfontspanner te activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, hoort
u een geluidssignaal. De foto wordt genomen wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Als u Zelfontspanner wilt inschakelen, selecteert u Zelfontspanner > Uit in de actieve werkbalk.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u de foto maakt.

Video's opnemen

1 Open het toetsenbord om de hoofdcamera te activeren.
Kies Naar videomodus in de actieve werkbalk als de camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op de opnametoets om de opname te starten.
Gebruik in de modus Staand de bladertoets om een opname te maken. Het rode opnamepictogram wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de opname is gestart.
3 Selecteer Stop om de opname te stoppen. De videoclip
wordt automatisch opgeslagen in de map Afb. en
video van Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 31.
De maximumlengte van de video is 60 minuten (als er voldoende geheugen beschikbaar is).
Camera
27
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken door op Pauze te drukken. Het pauzepictogram ( ) knippert op het scherm. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt
Camera
en gedurende één minuut niet op een toets drukt. Druk nogmaals op de opnametoets als u de opname wilt hervatten.
Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat om in of uit te zoomen op het onderwerp.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een video opneemt, gebruikt u de bladertoets om in de actieve werkbalk te bladeren. Zie ‘Beeldinstellingen ­Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 25 en ‘Scènes’ op pag. 26.
Als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een video opneemt, selecteert u Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen of videoclips hebt gemaakt). Zie ‘Vrij geheugen’ op pag. 33.
Als u de camera aan de voorkant wilt gebruiken, selecteert u Opties > Tweede camera gebr..

Symbolen voor video-opnamen

In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
• Het symbool voor de huidige opnamemodus (1).
• Het videostabilisatiesymbool (2).
• Het symbool voor ingeschakelde geluiddemping (3).
• De actieve werkbalk (4), waarin u vóór de opname kunt bladeren om de gewenste scène, witbalans en kleurtoon te kiezen. (De werkbalk wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
• De totale beschikbare tijd voor de video-opname (5). Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
•De symbolen voor het apparaatge­heugen ( ) en de geheugen­kaart ( ) (6) geven aan waar video's worden opgeslagen.
• Het symbool voor de videokwaliteit (7) geeft aan of de kwaliteit van de video Hoog,
Normaal of Delen is.
• Het bestandstype van de videoclip (8).
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Kies Pictogr. verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.
Als u de camera aan de voorkant wilt gebruiken, selecteert u Opties > Tweede camera gebr..
28

Na het opnemen van een video

Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als
Opgen. video tonen is ingesteld op Aan in de video-
instellingen):
• Als u de zojuist opgenomen videoclip meteen wilt afspelen, kiest u Afspelen.
• Als u de video niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
• Als u de videoclip wilt verzenden in een multimediabericht of via e-mail, Bluetooth of infrarood of als u deze wilt uploaden naar een compatibel online album, drukt u op de beltoets of kiest u Zenden. Zie ‘Berichten’ op pag. 65, ‘Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 106 en ‘Online delen’ op pag. 41 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in een MP4-bestandsindeling kunnen niet als multimediabericht worden verzonden. U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van het gesprek. Kies Verzenden naar beller.
• Als u een nieuwe videoclip wilt opnemen, kiest u Nieuwe video.
Als u de naam van de video wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam video wijzigen.

Video-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de videorecorder: de Videoconfig. en de begininstellingen. Zie ‘Beeldinstellingen - Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 25 als u de instellingen van Videoconfig. wilt bijstellen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in op Hoog (beste kwaliteit voor lang gebruik en afspelen op een
compatibele televisie of pc en mobiel apparaat), Normaal (standaardkwaliteit voor afspelen via uw mobiel apparaat) of Delen (videoclips van beperkte grootte voor verzending via MMS (Multimedia Message). Als u de videofilm op een compatibele televisie of pc wilt bekijken, kiest u de videokwaliteit Hoog. U hebt dan een CIF-resolutie (352 x 288) en de bestandsindeling .MP4. Als u de videoclip via MMS wilt verzenden, kiest u Delen (QCIF­resolutie, bestandsindeling .3gp). Een videoclip die is opgenomen met Delen, kan maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat.
Camera
29
Videostabilisatie - Kies Aan als u het bewegen van
de camera tijdens de video-opname wilt tegengaan.
Geluidsopname - Selecteer Aan wanneer u zowel beeld
Camera
als geluid wilt opnemen.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in de
Galerij. Selecteer Ja om een lijst met beschikbare albums
te openen.
Opgen. video tonen - Hiermee geeft u aan of het eerste
beeld van de opgenomen videoclip in het scherm moet worden weergegeven zodra de opname is voltooid. Kies
Afspelen in de actieve werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip
wilt bekijken.
Standaardnaam video - Hiermee definieert u de
standaardnaam voor vastgelegde videoclips.
Gebruikt geheugen - Geef aan welke geheugenopslag
u wilt gebruiken: apparaatgeheugen of een geheugenkaart (indien geplaatst).
Instellingen herstellen - Kies OK als u de
standaardwaarden voor de camera-instellingen wilt herstellen.
30

Galerij

Druk op en kies Galerij als u afbeeldingen, videoclips, geluidsclips, playlists en koppelingen naar streaming­media wilt opslaan en organiseren.
Tip! Druk op de weergavetoets aan de zijkant van het apparaat als u zich in een andere toepassing bevindt en de laatst opgeslagen foto in Galerij wilt bekijken. Druk nogmaals op de weergavetoets als u de hoofdweergave van de map
Afb. en video wilt openen.
Galerij

Door bestanden bladeren en deze weergeven

Kies Afb. en video ,
Tracks , Geluidsfragn , Streaming kopp. , Presentaties of Alle bestanden en druk op
om het gewenste bestand te openen.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen. Zie ‘Albums’ op pag. 34.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met .
Druk op als u een bestand wilt openen. Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media worden geopend en afgespeeld in de toepassing
31
RealPlayer en de geluidsclips in de toepassing Music player. Zie ‘RealPlayer’ op pag. 58 en ‘Music player’
op pag. 44.
Galerij
Als u bestanden wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart (indien geplaatst) of het apparaatgeheugen, selecteert u een bestand en kiest u vervolgens Opties > Verpl. en kopiëren > Kop. naar
geh.kaart of Verpl. naar geh.kaart of Kop. naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh..
Als u tracks of geluidsclips wilt downloaden naar de Galerij via de browser, ga dan naar de map Tracks of Geluidsfragn en kies Trackdownloads of Geluidsdownlds. Ga naar de map Afb. en video en selecteer het downloadpictogram als u afbeeldingen of video's wilt downloaden. De browser wordt geopend, waarna u een bookmark kunt selecteren voor de website waarvan u wilt downloaden.

Afbeeldingen en videoclips

De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in de map Afb. en video in de Galerij. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage, via een Bluetooth-verbinding of via infrarood. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of de
RealPlayer wilt bekijken, moet u deze opslaan in het
apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Open de map Afb. en video in Galerij. De bestanden met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op datum weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Ga naar links of naar rechts om een voor een door de bestanden te bladeren. Ga omhoog of omlaag om groepsgewijs door de bestanden te bladeren.
Druk wanneer een afbeelding is geopend op de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat als u op de afbeelding wilt inzoomen. De zoomfactor verschijnt linksboven op het scherm. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Kies Opties > Roteren als u de geselecteerde afbeelding naar links of rechts wilt draaien.
Als u een videoclip of foto wilt bewerken, selecteert u Opties > Bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen of video's. Zie ‘Videoclips bewerken’ op pag. 36. Zie ‘Afbeeldingen bewerken’ op pag. 35.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of meer videoclips in de galerij en selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ‘Videoclips bewerken’ op pag. 36.
Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst), selecteert u Opties >
Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 38.
U kunt ook afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij in Galerij zodat u ze later kunt afdrukken. Zie ‘Afdrukwachtrij’ op pag. 34.
32
Als u een afbeelding of een videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij, selecteert u Opties > Albums >
Naar album. Zie ‘Albums’ op pag. 34.
Als u de foto als achtergrondafbeelding wilt gebruiken, selecteert u een foto en selecteert u Opties > Afbeelding
gebruiken > Inst. als achtergr..
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, drukt u op .

Actieve werkbalk

In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk gebruiken om snel verschillende taken te selecteren. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Blader in de actieve werkbalk omhoog of omlaag naar verschillende items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd. U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven op het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u de actieve werkbalk op het scherm wilt weergeven.
Als u de actieve werkbalk alleen even wilt weergeven op het moment dat u deze nodig hebt, selecteert u Opties >
Pictogr. verbergen. U kunt de actieve werkbalk
inschakelen door op de bladertoets te drukken. Maak een keuze uit de volgende opties:
- Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
- Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
/ - Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ‘Afdrukwachtrij’ op pag. 34.
- Hiermee geeft u de afbeeldingen in de
afdrukwachtrij weer.
- Hiermee start u een diavoorstelling van
de afbeeldingen in het geselecteerde album.
- Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
- Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van de huidige weergave.

Vrij geheugen

Kies Opties > Verkleinen als u de resolutie en bestandsgrootte van afbeeldingen in Galerij wilt verlagen om geheugen vrij te maken voor nieuwe foto's. Als u eerst een back-up van de afbeeldingen wilt maken, kopieert
Galerij
33
u deze naar een compatibele pc of een andere locatie. Wanneer u Verkleinen kiest, wordt de resolutie van een afbeelding beperkt tot 640 x 480.
Galerij
Kies Opties > Vrij geheugen als u geheugenruimte wilt vrijmaken nadat u items naar andere locaties of andere apparaten hebt gekopieerd. U kunt bladeren door een lijst met bestanden die u hebt gekopieerd. Als u een gekopieerd bestand wilt verwijderen uit Galerij, selecteert u Opties >
Verwijderen.

Afdrukwachtrij

U kunt afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij en ze later afdrukken op een compatibele printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 38. De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met in de map Afb. en
video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en kies Toev. aan Print basket in de actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Als u de afbeeldingen in de afdrukwachtrij wilt bekijken, kiest u Print basket weergeven in de actieve werkbalk of klikt u op het pictogram Afdrukwachtrij in de map
Afb. en video (alleen beschikbaar wanneer u afbeeldingen
hebt toegevoegd aan de afdrukwachtrij).
Selecteer een afbeelding in de map Afb. en video of in een album en kies Verw. uit Print basket in de actieve werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen uit de afdrukwachtrij.

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Als u de lijst met albums wilt bekijken, gaat u naar de map Afb. en video en selecteert u Opties > Albums >
Albums weergeven.
Als u een foto of videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij, bladert u naar de gewenste foto of videoclip en kiest u Opties > Albums > Naar album. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het gewenste album en druk op om de foto of videoclip aan het album toe te voegen.
Druk op om een bestand uit een album te verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit de map Afb. en
video in de Galerij.
Als u in de lijstweergave voor albums een nieuw album wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw album.
34

Afbeeldingen bewerken

Als u de foto's wilt bewerken nadat u ze hebt genomen, of als u foto's wilt bewerken die reeds in Galerij zijn opgeslagen, kiest u Opties > Bewerken.
Als u een raster wilt openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de hand van kleine pictogrammen kunt selecteren, selecteert u Opties > Effect toepassen. U kunt de afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de resolutie aanpassen; en effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto toevoegen.

Afbeeldingen bijsnijden

Als u een afbeelding wilt bijsnijden, kiest u Opties > Effect
toepassen > Snijden. Kies Handmatig of kies een vooraf
gedefinieerde beeldverhouding in de lijst als u een afbeelding handmatig wilt bijsnijden. Als u Handmatig kiest, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Verschuif de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en kies Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied dat u wilt bijsnijden. Als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen, kiest u Terug. Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden.

Roodheid verminderen

Kies Opties > Effect toepassen > Rode-ogenreductie als u het rode-ogeneffect in een afbeelding wilt verminderen. Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het scherm. Verplaats de bladertoets om het formaat van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op om de rode kleur te corrigeren.

Handige sneltoetsen

Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Als u een afbeelding wilt bekijken op het volledige
scherm, drukt u op . Druk nogmaals op
om terug te keren naar de normale weergave.
• Als u een afbeelding met de klok mee of tegen de
klok in wilt draaien, drukt u op of .
• Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u op of .
Galerij
35
• Als u wilt schuiven in een ingezoomde afbeelding, bladert u omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
Galerij

Videoclips bewerken

Als u videoclips wilt bewerken in Galerij en aangepaste videoclips wilt maken, bladert u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen, Geluid
wijzigen, Tekst toevoegen, Knippen of muvee maken.
Zie ‘Galerij’ op pag. 31.
Tip! U kunt ook aangepaste videoclips maken met
MovieDirector. Selecteer de videoclips en afbeeldingen
waarmee u een muvee wilt maken en kies Opties >
Bewerken > muvee maken. Zie ‘Movie Director’
op pag. 60.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV.
De aangepaste videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De clips worden opgeslagen op de geheugenkaart. Als de geheugenkaart niet beschikbaar is, wordt het apparaatgeheugen gebruikt.

Afbeeldingen, video's, geluid en tekst toevoegen

U kunt aangepaste videoclips maken door afbeeldingen, videoclips en tekst toe te voegen aan een videoclip die uinGalerij hebt geselecteerd.
Als u een foto of videoclip wilt combineren met de geselecteerde videoclip, gaat u naar de map Afb. en video en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen >
Afbeelding of Videoclip. Selecteer het gewenste bestand
en druk op Selecteer. Als u een nieuwe geluidsclip wilt toevoegen en de
oorspronkelijke geluidsclip in de videoclip wilt vervangen, selecteert u Opties > Bewerken > Geluid wijzigen en een geluidsclip.
Als u tekst wilt toevoegen aan het begin of einde van de videoclip, selecteert u Opties > Bewerken > Tekst
toevoegen. Vervolgens voert u de tekst in die u wilt
toevoegen en drukt u op OK. Selecteer vervolgens de plaats waar u de tekst wilt toevoegen: Begin of Einde.

Videoclips bijsnijden

U kunt de videoclip bijsnijden en begin- en eindmarkeringen toevoegen om delen van de videoclip uit te sluiten. Ga naar de map Afb. en video en selecteer
Opties > Bewerken > Knippen.
36
Als u de geselecteerde videoclip wilt afspelen vanaf het begin, selecteert u Opties > Afspelen.
Tip! Druk op de bewerkingstoets als u een screenshot
van een videoclip wilt maken.
Als u wilt selecteren welke delen van de videoclip moeten worden opgenomen in de aangepaste videoclip en u hiervoor het begin- en eindpunt wilt definiëren, bladert u naar het gewenste punt op de video en selecteert u Opties > Beginmark. of Eindmarkering. Blader naar de gewenste markering en druk op de bladertoets als u het begin- of eindpunt van het geselecteerde deel wilt bewerken. U kunt vervolgens de geselecteerde markering naar voren of achteren op de tijdslijn slepen.
Als u alle markeringen wilt verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen > Alle markeringen.
Als u een voorbeeld van de videoclip wilt bekijken, selecteert u Opties > Gemrk. sectie afspelen. Blader naar links of rechts als u vooruit of achteruit op de tijdslijn wilt gaan.
Druk op Pauze als u het afspelen van de videoclip wilt onderbreken. Als u de videoclip verder wilt afspelen, selecteert u Opties > Afspelen. Druk op Terug als u wilt terugkeren naar de weergave voor het knippen van video.
Druk op Gereed als u de wijzigingen wil opslaan en wilt terugkeren naar Galerij.

Video's verzenden

Als u de video wilt verzenden, selecteert u Opties >
Zenden > Via multimedia, Via e-mail, Via Bluetooth, Via infrarood of Webupload. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden.
Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die groter is dan de maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via draadloze Bluetooth-technologie. Zie ‘Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 108. U kunt uw video's ook overbrengen naar een compatibele pc met behulp van een Bluetooth­verbinding, een USB-gegevenskabel of een compatibele geheugenkaartlezer.

Diavoorstelling

Selecteer Diavoorstelling starten in de actieve werkbalk als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een volledig scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de volgende opties:
Onderbreken - Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling.
Doorgaan - Hiermee hervat u de diavoorstelling.
Galerij
37
Einde - Hiermee sluit u de diavoorstelling. Als u door de afbeeldingen wilt bladeren, drukt u op
(vorige) of (volgende) (alleen beschikbaar wanneer
Galerij
Zoomen en pannen is uitgeschakeld).
Als u het tempo van de diavoorstelling wilt aanpassen, selecteert u Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Vertraging tussen dia's voordat u de diavoorstelling start.
Kies Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen op de afbeeldingen in de galerij.
Als u geluid wilt toevoegen aan de diavoorstelling, selecteert u Opties > Diavoorstelling > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Muziek - Kies Aan of Uit.
Track - Selecteer een muziekbestand in de lijst. Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het apparaat
als u het volume wilt regelen.

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG­afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie. Als u SVG-bestanden wilt
bekijken, selecteert u de map Presentaties, gaat u naar een afbeelding en kiest u Opties > Afspelen.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt uitzoomen.
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.

Afbeeldingen afdrukken

Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en kiest u de afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken om uw afbeeldingen af te drukken via een compatibele USB-gegevenskabel of Bluetooth­verbinding. U kunt foto's ook opslaan op een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar), en ze afdrukken met een compatibele printer die is uitgerust met een geheugenkaartlezer.
U kunt alleen afbeeldingen in de JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden genomen, worden automatisch opgeslagen in de JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken met een printer die compatibel is met PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie kiest.
38

Printer selecteren

Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u met een compatibele gegevenskabel, bijvoorbeeld de Nokia Connectivy CA-53-kabel, een printer hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge, wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst weergegeven met beschikbare afdrukapparaten.
Kies Opties > Instellingen > Standaardprinter als u de standaardprinter wilt wijzigen.

Afdrukvoorbeeld

Het afdrukvoorbeeld wordt alleen geopend wanneer u een afbeelding afdrukt vanuit de galerij.
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen, schuift u naar links en naar rechts door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, bladert u omhoog of omlaag om de overige pagina's te bekijken.

Afdrukinstellingen

De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Als u een standaardprinter wilt instellen, kiest u Opties >
Standaardprinter.
Als u het papierformaat wilt selecteren, kiest u Papierformaat, selecteert u het gewenste formaat in de lijst en kiest u OK. Kies Annuleer om terug te gaan naar de vorige weergave.

Online afdrukken

Met de toepassing On line afdr. kunt u afdrukken van uw afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten. Welke producten verkrijgbaar zijn, hangt af van uw serviceprovider.
Als u On line afdr. wilt gebruiken, moet u minimaal één configuratiebestand voor een afdrukdienst hebben geïnstalleerd. De bestanden zijn verkrijgbaar bij serviceproviders met afdrukdiensten die On line afdr. ondersteunen.
Galerij
39

Afdrukken bestellen

U kunt alleen afbeeldingen in de JPEG-indeling afdrukken.
Galerij
Druk op en kies Galerij > Afb. en video.
1 Selecteer een of meer afbeeldingen in Galerij en
selecteer Opties > Afdrukken > Afdrukken bestellen.
2 Selecteer een serviceprovider in de lijst. 3 Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende
opties:
Openen - Hiermee maakt u verbinding met
de serviceprovider.
Info - Hiermee geeft u informatie over de
serviceprovider weer, bijvoorbeeld het adres van een winkel, contactgegevens en webkoppelingen naar aanvullende informatie over de serviceprovider.
Verwijderen - Hiermee verwijdert u de serviceprovider
uit de lijst.
Logboek - Hiermee bekijkt u de gegevens van eerdere
bestellingen.
4 Als de dienst wordt aangeboden door één winkel, hebt
u verbinding met de serviceprovider en bevat de voorbeeldweergave de afbeeldingen die u in Galerij hebt geselecteerd. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Voorbeeld - Hiermee bekijkt u de afbeelding voordat
u een afdruk bestelt. Schuif omhoog of omlaag om de afbeeldingen te bekijken.
Nu bestellen - Hiermee plaatst u uw bestelling.
Productbest. wijzigen - Hiermee past u de
productgegevens en het aantal exemplaren van de geselecteerde afbeelding aan. In de weergave van de bestelling kunt u selecteren welk product en welk type product u wilt bestellen. Welke opties en producten beschikbaar zijn, hangt af van de serviceprovider. Schuif naar links of rechts om de gegevens van de andere afbeeldingen te bekijken en te wijzigen.
Klantgegevens wijzigen - Hiermee wijzigt u de
gegevens van de klant en de bestelling.
Afbeelding toevoegen - Hiermee voegt u afbeeldingen
toe aan de bestelling.
Afb. verwijderen - Hiermee verwijdert u afbeeldingen
uit de bestelling.
5 Als de dienst wordt aangeboden door een
detailhandelketen, hebt u verbinding met de serviceprovider en moet u een winkel selecteren waar u uw afdrukken wilt ophalen. In de voorbeeldweergave worden de afbeeldingen weergegeven die u in Galerij hebt geselecteerd. Afhankelijk van de serviceprovider beschikt u mogelijk over opties om door winkels te bladeren en hiernaar te zoeken op basis van verschillende zoekcriteria. U kunt details nakijken, zoals openingstijden van de geselecteerde winkel, door Opties > Info te selecteren (indien aangeboden door de serviceprovider). Blader naar de gewenste winkel waar u de bestelling wilt ophalen en druk op de bladertoets. U kunt de
40
afbeeldingen bekijken voordat u deze bestelt, details van de afbeeldingen of klantgegevens wijzigen of afbeeldingen toevoegen aan of verwijderen uit de bestelling. Als u de afdrukken wilt bestellen, selecteert u Opties > Nu bestellen.
account te maken en hiervoor een gebruikersnaam en wachtwoord in te stellen. U kunt de accountinstellingen later openen via Opties > Instellingen in de toepassing
Online delen. Zie ‘Instellingen voor online delen’
op pag. 42.
Galerij

Online delen

Met de toepassing Online delen kunt u uw afbeeldingen en video's delen in compatibele online albums, weblogs of andere webdiensten voor online delen. U kunt inhoud uploaden, onvoltooide items opslaan als concepten om deze later verder te bewerken en de inhoud van de albums bekijken. Het kan per serviceprovider verschillen welke typen inhoud worden ondersteund.

Aan de slag

Als u Online delen wilt gebruiken, moet u zich bij een serviceprovider abonneren op een dienst voor het online delen van afbeeldingen. Meestal kunt u zich op de dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider als u meer wilt weten over een abonnement op de dienst. Zie www.nokia.com/support voor meer informatie over compatibele serviceproviders.
Wanneer u de dienst voor de eerste keer opent in de toepassing Online delen, wordt u gevraagd om een nieuwe

Bestanden uploaden

Druk op , selecteer Galerij > Afb. en video, selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Opties >
Zenden > Webupload. U kunt de toepassing Online delen
ook openen vanaf de hoofdcamera. De weergave Serv. selectie wordt geopend. Als u een
nieuwe account voor de dienst wilt maken, selecteert u Opties > Nieuwe account toev. of klikt u in de lijst met diensten op het pictogram van de dienst met de tekst
Nieuwe. Werk de lijst met diensten op het apparaat bij
door Opties > Services ophalen te selecteren als u een nieuwe account offline hebt gemaakt of als u account­of dienstinstellingen hebt gewijzigd via een webbrowser op een compatibele pc. Druk op de bladertoets om een dienst te selecteren.
Wanneer u de dienst selecteert, worden de geselecteerde afbeeldingen en video's weergegeven in de bewerkingsstatus. U kunt de bestanden openen en bekijken, deze opnieuw organiseren, hieraan tekst toevoegen of nieuwe bestanden toevoegen.
41
Als u het proces Webupload wilt annuleren en het gemaakte item als concept wilt opslaan, selecteert u Terug > Opslaan als concept. Als de upload al is gestart,
Galerij
selecteert u Annuleer > Opslaan als concept. Als u verbinding wilt maken met de dienst om de
bestanden naar het web te uploaden, selecteert u Opties >
Uploaden of drukt u op .

Online dienst openen

Als u geüploade afbeeldingen en video's in de on line dienst, en conceptitems en verzonden items op het apparaat wilt bekijken, gaat u naar Afb. en video en selecteert u Opties > Online dienst openen. Werk de lijst met diensten op het apparaat bij door Opties > Services
ophalen te selecteren als u een nieuwe account offline
hebt gemaakt of als u account- of dienstinstellingen hebt gewijzigd via een webbrowser op een compatibele pc. Selecteer een dienst in de lijst.
Nadat u een dienst hebt geopend, selecteert u een van de volgende opties:
Open. in webbrowser - Hiermee maakt u verbinding met de geselecteerde dienst en bekijkt u de geüploade en als concept opgeslagen albums in de webbrowser. De weergave kan per serviceprovider verschillen.
Concepten - Hiermee bekijkt en bewerkt u de concept­items en uploadt u deze naar het web.
Verzonden - Hiermee bekijkt u de laatste twintig items die via het apparaat zijn gemaakt.
Nieuwe post - Hiermee maakt u een nieuw item.
De beschikbare opties kunnen per serviceprovider verschillen.

Instellingen voor online delen

Als u de instellingen voor Online delen wilt bewerken, selecteert u Opties > Instellingen in de toepassing Online
delen.
Mijn accounts
In Mijn accounts kunt u nieuwe accounts maken of bestaande accounts bewerken. Kies Opties > Nieuwe
account toev. om een nieuwe account te maken.
Bewerk een bestaande account door deze te selecteren en Opties > Bewerken te selecteren. Maak een keuze uit de volgende opties:
Accountnaam - Hiermee voert u de gewenste naam
voor de account in.
Serviceprovider - Hiermee selecteert u de gewenste
serviceprovider. U kunt de serviceprovider voor een bestaande account niet wijzigen. U moet een nieuwe account voor de nieuwe serviceprovider maken. Als u een account in Mijn accounts verwijdert, worden ook de aan de account gerelateerde diensten verwijderd van het apparaat, waaronder de verzonden items voor de service.
42
Gebruikersnaam en Wachtwoord - Hiermee voert
u de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Deze gegevens hebt u voor uw account gemaakt toen u zich bij de on line dienst registreerde.
Grootte uploadafb. - Hiermee selecteert u de grootte
waarin de afbeeldingen worden geüpload naar de service.
Toepassingsinstellingen
Grootte weerg.afb. - Hiermee selecteert u de grootte
waarin de afbeelding wordt weergegeven op het scherm van het apparaat. Deze instelling is niet van invloed op de uploadgrootte van de afbeelding.
Grootte weerg.tekst - Hiermee selecteert u de
tekengrootte waarin tekst in concepten en verzonden items wordt weergegeven, of wanneer u tekst voor een nieuw item toevoegt of bewerkt.
Geavanceerd
Serviceproviders - Hiermee bekijkt of bewerkt u de
instellingen voor de serviceprovider, voegt u een nieuwe serviceprovider toe of bekijkt u de details van een serviceprovider. Als u de serviceprovider wijzigt, gaan alle
Mijn accounts-gegevens voor de vorige serviceprovider
verloren. U kunt de instellingen van vooraf gedefinieerde serviceproviders niet wijzigen.
Standaardtoeg.punt - Hiermee wijzigt u het
toegangspunt waarmee verbinding wordt gemaakt met de online service. Selecteer het gewenste toegangspunt.
Galerij
43

Mediatoepassingen

Muziektoets (Nokia N73 Music Edition)
In dit gedeelte wordt de muziektoets van het Nokia N73 Music Edition-apparaat beschreven.
Mediatoepassingen
Met de muziektoets hebt u snel toegang tot Music player en Radio.
Druk op als u de weergave Afspelen in Music player wilt openen. Zie ‘Playlists’ op pag. 49 voor informatie over het maken van playlists.
Houd ingedrukt om Radio te openen. Zie ‘Visual Radio’ op pag. 55 voor informatie over het beluisteren van Radio en het configureren van de instellingen Kies Afsluiten als u Radio wilt sluiten.
Tip! Als u de toepassingen open wilt houden en muziek op de achtergrond wilt laten spelen, drukt u twee keer op om terug te keren naar de stand-by modus.
44

Music player

Music player biedt ondersteuning voor bestanden met
de extensies AAC, AAC+, eAAC+, MP3, WMA, WAV, 3GP, 3GPP, MPEG, MP4, M4A, DCF en M3U. Music player ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
Selecteer Opties > Help voor contextgevoelige Help met meer informatie over de speler.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Een nummer afspelen

1 Druk op en kies Muziekspeler. 2 Ga met de bladertoets naar het nummer, de artiest of
een andere categorie van uw voorkeur en druk op de bladertoets om de lijsten met categorieën te openen.
3 Druk op de bladertoets om het afspelen van het
geselecteerde nummer te starten. Gebruik de bladertoets om naar de regelingen te navigeren.
Tip! Als u de weergave Afspelen van de speler wilt openen vanuit willekeurige andere weergave op uw Nokia N73 Music Edition-apparaat, drukt u op . Als u naar de vorige weergave wilt terugkeren, drukt u nogmaals op deze toets.
Als u meer muziek wilt selecteren om af te spelen in de weergave Afspelen, selecteert u Opties > Ga naar menu
Muziek.
Als u de bibliotheek wilt vernieuwen nadat u de nummerselectie in het apparaat hebt bijgewerkt, gaat u naar Menu Muziek en selecteert u Opties >
Muziekbib.vernieuw..
De liedjes op een compatibele geheugenkaart zijn alleen beschikbaar als de geheugenkaart is geplaatst.

Symbolen

Symbolen in Music player:
- Nummer herhalen
- Alles herhalen
- Willekeurige
volgorde aan
- Luidspreker gedempt (weergegeven in pop­upvenster voor volume)

Afspeelmodi

Afspelen in willekeurige volgorde
1 Als u afspelen in willekeurige volgorde wilt in-
of uitschakelen, selecteert u Opties >
Willekeurig afspelen.
2 Kies Uit of Aan. De weergave Afspelen wordt
weergegeven met of zonder het symbool (willekeurige volgorde) in de rechterbovenhoek.
Herhalen
1 Als u het huidige nummer of alle nummers wilt
herhalen of als u herhaling wilt uitschakelen, selecteert u Opties > Herhalen.
Mediatoepassingen
45
2 Kies Uit, Alle of Liedje herhalen. De weergave
Afspelen wordt weergegeven met of zonder het
symbool (alles herhalen) of (nummer herhalen) in de rechterbovenhoek.

Geluid wijzigen

Equalizer
Als u de toon van de afgespeelde muziek wilt wijzigen,
Mediatoepassingen
kiest u Opties > Equalizer. Als u een van de voorinstellingen van de equalizer wilt
gebruiken, selecteert u de instelling met de bladertoets en kiest u Activeren. Elke voorinstelling heeft verschillende waarden op een grafische equalizer met vijf banden.
Voorinstellingen van equalizer wijzigen
1 Als u een nieuwe voorinstelling wilt maken, selecteert
u Opties > Nwe voorinstelling. Als u een bestaande voorinstelling wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Bewerken. De standaardvoorinstelling kan niet
worden bewerkt.
2 Als u de frequentie-instellingen wilt aanpassen, drukt
u de bladertoets naar links of rechts om lage, normale of hoge frequentie te selecteren en omhoog of omlaag om het volume van de geselecteerde frequentieband te verhogen of verlagen.
3 Als u de oorspronkelijke waarden van de instellingen
wilt herstellen, selecteert u Opties >
Std.waarden herst..
Verwijder een voorinstelling door hiernaar te bladeren en op te drukken. De standaardvoorinstellingen kunnen niet worden verwijderd.
Geluidsinstellingen
Als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de bas wilt versterken, selecteert u Opties > Audio-instellingen.

Ga naar Muziekwinkel

In Muziekwinkel kunt u naar muziek zoeken, hierdoor bladeren en deze aanschaffen zodat u de muziek kunt downloaden naar het apparaat. De verscheidenheid, beschikbaarheid en lay-out van services van Muziekwinkel kunnen variëren.
1 Ga naar Menu Muziek en kies Opties > Ga naar
muziekwinkel. (Deze optie is niet beschikbaar als
het webadres van Muziekservice niet is opgegeven. Zie ‘Instellingen van Muziekwinkel’ op pag. 46).
2 Kies uit de opties op het scherm om beltonen te zoeken,
hierdoor te bladeren of deze te selecteren.
Instellingen van Muziekwinkel
Het is ook mogelijk dat de instellingen vooraf zijn gedefinieerd en niet kunnen worden bewerkt.
46
U kunt deze service alleen gebruiken als u over een werkende internetverbinding beschikt. Zie ‘Toegangspunten’ op pag. 133 voor meer informatie.
De beschikbaarheid en lay-out van de instellingen van Muziekwinkel kunnen variëren.
U moet ook beschikken over het webadres van Muziekwinkel dat in de instellingen van Muziekwinkel is gedefinieerd.
Als u het webadres voor Muziekwinkel wilt wijzigen of opgeven, gaat u naar Menu Muziek en selecteert u Opties > Ga naar muziekwinkel. (Muziekwinkel kan ook beschikbaar zijn als aparte snelkoppeling in de map Operator.)
Selecteer in Muziekwinkel Opties > Instellingen. Geef het volgende op:
Adres: - Voer het webadres van de service
Muziekwinkel in.
Gebruikersnaam: - Voer uw gebruikersnaam voor
Muziekwinkel in. Als u dit veld niet invult, moet u uw gebruikersnaam mogelijk invoeren bij het aanmelden.
Wachtwoord: - Voer uw wachtwoord voor Muziekwinkel
in. Als u dit veld niet invult, moet u uw wachtwoord mogelijk invoeren bij het aanmelden.

Muziek overbrengen

U kunt muziek overbrengen van een compatibele pc of andere compatibele apparaten via een compatibele USB­kabel of Bluetooth-verbinding. Zie ‘Verbindingen’ op pag. 106 voor meer informatie over het verbinden van het apparaat.
De vereisten van de pc:
• Microsoft Windows XP (of hoger).
• Compatibele versie van Windows Media Player. Meer
gedetailleerde informatie over de compatibiliteit van Windows Media Player vindt u in het Nokia N73­gedeelte van de Nokia-website.
• Nokia PC Suite 6.7 of hoger. Deze software kunt
u installeren vanaf de cd-rom in het verkooppakket.
Verbindingsmethode:
• USB-gegevenskabel (miniUSB - USB)
• Compatibele pc met Bluetooth-verbinding
Bestanden overbrengen vanaf pc
U kunt bestanden op drie verschillende manieren overbrengen:
• Maak verbinding met een compatibele USB-
gegevenskabel of Bluetooth om het apparaat op de pc weer te geven als externe vaste schijf waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen. Kies Gegevensoverdracht als verbindingsmethode
Mediatoepassingen
47
in het apparaat als u de USB-kabel gebruikt. Met deze methode kunt u zelf bepalen wat u waarheen verplaatst, maar u kunt niet alle bestandsgegevens bekijken. Mogelijk kunt u materiaal niet overbrengen dat tegen kopiëren is beschermd. Als u de bibliotheek wilt vernieuwen nadat u de nummerselectie in het apparaat hebt bijgewerkt, gaat u naar Menu Muziek en selecteert u Opties > Muziekbib.vernieuw..
• Sluit de USB-kabel aan en kies Mediaspeler als
Mediatoepassingen
verbindingsmethode als u muziek met Windows Media Player wilt synchroniseren. Er moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
• Sluit de USB-kabel aan en kies PC Suite als verbindingsmethode als u Nokia Music Manager in Nokia PC Suite wilt gebruiken.
Muziek overbrengen
Windows Media Player en Nokia Music Manager in Nokia PC Suite zijn geoptimaliseerd voor het overbrengen van muziekbestanden. Zie de gebruikershandleiding van Nokia PC Suite op de cd-rom bij de Nokia N73 voor meer informatie over de overdracht van bestanden met Nokia Music Manager.
De functionaliteit van de muzieksynchronisatie kan verschillen tussen de verschillende versies van de Windows Media Player-toepassing. Raadpleeg de corresponderende handleidingen en de Help-functie van Windows Media Player voor meer informatie.
Handmatige synchronisatie
Nadat het apparaat verbinding heeft gemaakt met een compatibele pc, wordt in Windows Media Player handmatige synchronisatie geselecteerd als het apparaat onvoldoende opslagruimte bevat. Met handmatige synchronisatie kunt u de nummers en playlists selecteren die u wilt verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
De eerste keer dat u het apparaat verbindt, moet u een naam invoeren die wordt gebruikt als naam van het apparaat in Windows Media Player.
Breng als volgt handmatige selecties over:
1 Nadat het apparaat is verbonden met Windows
Media Player, selecteert u het apparaat in het navigatiedeelvenster als er meer dan één apparaat is verbonden.
2 Sleep de nummers of albums naar het lijstdeelvenster
voor synchronisatie. Selecteer een item in de lijst en kies Verwijderen uit lijst als u nummers of albums wilt verwijderen.
3 Controleer of het lijstdeelvenster de bestanden bevat
die u wilt synchroniseren en of het apparaat voldoende capaciteit heeft. Kies Synchr. starten om de synchronisatie te starten.
Automatische synchronisatie
Als u de standaardoptie voor bestandsoverdracht in Windows Media Player wilt wijzigen, klikt op de pijl onder
48
Synchr.. Vervolgens selecteert u het apparaat en Synchr. instellen. Schakel het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren in of uit.
Als het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren is ingeschakeld en u het apparaat
verbindt, wordt de Nokia N73-bibliotheek automatisch bijgewerkt op basis van playlists die u in Windows Media Player hebt geselecteerd.
Als u geen playlist hebt geselecteerd, wordt de volledige muziekbibliotheek op de pc geselecteerd voor synchronisatie. De pc-bibliotheek bevat mogelijk meer bestanden dan op het apparaatgeheugen en een compatibele geheugenkaart van de Nokia N73 (indien geplaatst) passen. Zie de Help bij Windows Media Player voor meer informatie.
De playlists op het apparaat worden niet gesynchroniseerd met de playlists van Windows Media Player.
Bestandsbeheer
In Windows Media Player worden liedjes standaard in mappen ondergebracht, bijvoorbeeld op de naam van de artiest of het album. Wanneer u andere gegevensoverdrachtmethoden gebruikt, zoals
Massaopslag, moet u het aantal bestanden in elke map
misschien beperken om optimale prestaties te bereiken. Sla nooit meer dan 50 bestanden of mappen in een enkele map op.

Playlists

Een playlist maken
Maak als volgt een playlist met nummers:
1 Selecteer Opties > Afspeellijst maken in de weergave
Afspeellijsten.
2 Voer een naam voor de playlist in en kies OK of druk
op de bladertoets.
3 Vouw de naam van een artiest uit en samen als u wilt
zoeken naar nummers die u wilt opnemen in de playlist. Druk op de bladertoets als u items wilt toevoegen. Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met nummers onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk de bladertoets naar links als u de lijst met nummers wilt verbergen.
4 Kies Gereed wanneer u de nummers hebt geselecteerd.
Nummers toevoegen aan een playlist
U kunt nummers toevoegen aan een bestaande playlist of eerst een nieuwe playlist maken.
1 Selecteer Opties > Liedjes toevoegen in een lijst met
nummers.
2 Vouw de naam van een artiest uit en samen als u wilt
zoeken naar nummers die u wilt opnemen in de playlist. Druk op de bladertoets als u items wilt toevoegen. Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met nummers onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk de
Mediatoepassingen
49
bladertoets naar links als u de lijst met nummers wilt verbergen.
3 Kies Gereed wanneer u de nummers hebt geselecteerd.
Tip! U kunt zelfs nummers toevoegen aan een playlist
die momenteel wordt afgespeeld. Zoek als volgt naar het begin van een nummer door letters met het toetsenbord in te voeren.
De volgorde van nummers wijzigen
Mediatoepassingen
1 Selecteer Opties > Lijst opn. sort. in een weergave
voor playlists.
2 Het geselecteerde nummer kan nu worden verplaatst.
Druk de bladertoets omhoog of omlaag om het nummer te verplaatsen of laat de positie ongewijzigd.
3 Kies Neerzetten. 4 Ga naar het nummer dat u wilt verwijderen. 5 Kies Grijpen. 6 Ga naar een nieuwe positie. 7 Kies Neerzetten. 8 Kies Gereed wanneer u de volgorde van de lijst hebt
gewijzigd.
Tip! Als u nummers wilt oppakken en neerzetten,
kunt u ook op de bladertoets drukken.
Nummers verwijderen uit een playlist
U kunt nummers uit een playlist verwijderen.
1 Ga naar een nummer in een playlist. 2 Kies Opties > Verw. uit afspeellijst.
3 Kies Ja ter bevestiging. Hiermee verwijdert u niet het
nummer volledig van het apparaat, maar alleen uit de playlist.
Items vanuit weergaven toevoegen aan een playlist
U kunt nummers, albums, artiesten, genres en componisten vanuit verschillende weergaven van Menu Muziek toevoegen aan bestaande of nieuwe playlists.
1 Selecteer een item in een weergave die u hebt
geopend vanuit Menu Muziek.
2 Selecteer Opties > Toev. aan afspeellijst >
Opgeslagen afspeellijst of Nieuwe afspeellijst.
3 Als u Nieuwe afspeellijst hebt geselecteerd, voer
dan een naam voor de playlist in en kies OK. Als u Opgeslagen afspeellijst hebt geselecteerd, selecteer dan de playlist en kies OK.
Tip! In sommige weergaven kunt u meerdere
nummers selecteren die u wilt toevoegen door Opties >
Markeringen aan/uit > Markeren te selecteren.
Tip! U kunt aan een playlist een nummer toevoegen
dat u op dit moment beluistert.
Details playlist
Ga naar de weergave Afspeellijsten en selecteer
Opties > Details afsp.lijst. De volgende informatie
wordt weergegeven:
50
Naam - De naam van de playlist. Liedjes - Het huidige aantal nummers in de playlist. Locatie - De locatie van de playlist. Datum - De datum waarop de playlist voor het laatst
is gewijzigd.
Tijd - Het tijdstip waarop de playlist voor het laatst
is gewijzigd.
Automatische playlists
De volgende playlists worden automatisch weergegeven in de weergave voor playlists.
Populaire tracks - Bevat de veertig meest gespeelde
nummers van de nummers die u het meest recentelijk hebt afgespeeld.
Recente liedjes - Bevat de veertig nummers die u het
meest recentelijk hebt afgespeeld in omgekeerd volgorde, waarbij het meest recente nummer onderaan wordt weergegeven.
Recente aanvull. - Bevat nummers die u de afgelopen
week aan de bibliotheek hebt toegevoegd.

Beschikbare opties

De volgende items zijn beschikbaar als opties in verschillende weergaven van de music player:
Ga naar Afspelen - Hiermee opent u een weergave
met informatie over het nummer dat momenteel wordt afgespeeld.
Ga naar muziekwinkel - Hiermee opent u een draadloze
verbinding met een webwinkel waar u naar muziek kunt zoeken, hierdoor kunt bladeren en deze kunt aanschaffen.
Muziekbib.vernieuw. - Hiermee werkt u de lijst met
bibliotheken bij door het apparaatgeheugen en de geheugenkaart van het apparaat te scannen op nieuwe nummers en verbroken koppelingen te verwijderen.
Details liedje/Details afsp.lijst/Details muz.bibl. –
Hiermee geeft u informatie over het geselecteerde item weer.
Help - Hiermee opent u de Help-toepassing. Afspeellijst maken - Hiermee opent u een weergave
waarin u een nieuwe playlist kunt maken.
Zenden - Hiermee verzendt u het geselecteerde item naar
een ander compatibel apparaat.
Verwijderen - Hiermee verwijdert u het geselecteerde item
na bevestiging. Het liedje wordt permanent verwijderd uit het apparaatgeheugen of van een compatibele geheugenkaart (indien deze is geplaatst).
Naam wijzigen - Hiermee wijzigt u de naam van het
geselecteerde item.
Mediatoepassingen
51
Toev. aan afspeellijst - Hiermee voegt u het geselecteerde
item toe aan een bestaande playlist of een nieuwe playlist.
Albumhoes - Hiermee opent u een weergave met
de albumillustratie die aan het geselecteerde album of lied is gekoppeld. U kunt albumillustraties wijzigen of toevoegen met foto's op uw apparaat.
Markeringen aan/uit - Hiermee kunt u verschillende
items selecteren die u wilt bewerken.
Mediatoepassingen
Instellen als beltoon - Hiermee selecteert u het
geselecteerde nummer als beltoon voor het actieve profiel. Sla voor optimale prestaties de beltonen op in het apparaatgeheugen.
Lijst opnieuw ordenen - Hiermee plaatst u de nummers
van een playlist in een andere volgorde.
Opties die alleen in de weergave Afspelen beschikbaar zijn
Ga naar menu Muziek - Hiermee opent u de weergave Menu Muziek.
Willekeurig afspelen - Hiermee schakelt u de modus voor
willekeurige volgorde in of uit. In deze modus worden de nummers in willekeurige volgorde afgespeeld.
Herhalen - Hiermee herhaalt u het nummer of alle
nummers in de lijst die momenteel wordt afgespeeld.
Equalizer - Hiermee opent u een weergave waarin
u de balans van de geluidsfrequentie kunt aanpassen.
Visualisatie starten - Hiermee selecteert u een
albumillustratie of animatie die wordt weergegeven wanneer een track wordt afgespeeld. Kies Sluiten als u wilt terugkeren naar de weergave Afspelen.
Audio-instellingen - Hiermee opent u een weergave
waarin u de geluidsbalans, het stereobeeld en de basreactie kunt wijzigen.

De naam van items wijzigen

1 Selecteer een Artiest, Album, Genre of Componist
in de lijst.
2 Kies Opties > Naam wijzigen. 3 Voer de nieuwe naam in en kies OK. Alle nummers
van de artiest, het album, het genre of de componist worden bijgewerkt.
Details van een nummer weergeven en bewerken
Selecteer Opties > Details liedje in een weergave voor nummers. De volgende informatie wordt weergegeven zodat u deze kunt bewerken:
Naam van liedje - De naam van het nummer.
52
Artiest - De naam van de artiest. Album - De naam van het album waartoe dit nummer
behoort.
Tracknummer - De positie van het nummer in het album
waartoe dit nummer behoort.
Jaar - Het jaar waarin het album is uitgebracht. Genre - De stijlcategorie waartoe het nummer behoort. Componist- De naam van de componist van dit nummer. Opmerking - Overige informatie over dit nummer.
Wanneer u details als Formaat, Duur en Copyright wilt weergeven, selecteert u Opties > Bestandsdetails weerg. in de weergave Details liedje.

Details van bibliotheek

Ga naar Menu Muziek en selecteer Opties > Details
muz.bibl.. De volgende informatie wordt weergegeven: Liedjes - Het huidige aantal nummers in de bibliotheek. Duur - De gezamenlijke lengte van de huidige nummers. Gebruikt - De totale grootte van de bestanden in de
muziekbibliotheek.
Vernieuwd - De datum waarop de bibliotheek voor het
laatst is gewijzigd.

Een nummer instellen als beltoon

1 Een nummer selecteren 2 Kies Opties > Instellen als beltoon. Het geselecteerde
nummer wordt ingesteld als beltoon voor het actieve profiel.

Albumillustraties wijzigen

1 Een nummer selecteren 2 Kies Opties > Albumhoes. 3 Kies Opties > Wijzigen. 4 Blader door afbeeldingen in de galerij van het apparaat
en kies Visualisatie selecteren:.
5 Kies Oorspr. hoes herstellen als u de oorspronkelijke
albumillustratie wilt herstellen.

Gecodeerd geluid

In toepassingen als Windows Media Player en Nokia Audio Manager (opgenomen in de Nokia PC Suite) worden geluidsbestanden gecodeerd met codecs als WMA of MP3 om opslagruimte te besparen. De codering wordt uitgevoerd door uit het geluidssignaal onderdelen te verwijderen die niet of nauwelijks hoorbaar zijn voor het menselijk oor.
Mediatoepassingen
53
De geluidskwaliteit van het betreffende bestand is niet zo goed als het origineel, ongeacht het codeerprogramma en de kwaliteit van de codec.
De basiscodecs die door dit apparaat worden ondersteund, zijn AAC, WMA en MP3. Elke codec heeft weer andere variaties.
Bitrates
Wanneer geluid wordt gecodeerd, is de kwaliteit van het
Mediatoepassingen
betreffende geluid afhankelijk van de sample- en bitrate die voor de codering worden gebruikt. Een samplerate wordt uitgedrukt als duizenden samples per seconde (kHz) en voor cd-muziek ligt de samplerate vast op 44,1 kHz. De bitrate wordt uitgedrukt als kilobits per seconde (Kbps). Hoe hoger de bitrate, des te beter de geluidskwaliteit.
Het vereiste kwaliteitsniveau kan afhankelijk zijn van uw wensen, de gebruikte hoofdtelefoon en het omgevingsgeluid. Bij MP3-bestanden geeft een bitrate tussen 128 en 192 Kbps meestal een afdoende resultaat om popmuziek op het apparaat te beluisteren. WMA of AAC geeft meestal een soortgelijk resultaat als MP3 met een bitrate die één stap lager ligt (96-160 Kbps). Variaties van AAC, zoals AAC+ en enhanced AAC+ (eAAC+), bieden geluid van cd-kwaliteit met een bitrate van slechts 48 Kbps. Voor klassieke muziek en muziek met nuances is meestal een hogere bitrate dan voor normale popmuziek vereist.
Voor spraak en andere bronnen waarbij geluidskwaliteit minder belangrijk is dan besparing van opslagruimte, kunt u bitrates tussen 8 en 64 Kbps gebruiken. Bij lage bitrates geeft WMA of AAC meestal betere resultaten dan MP3.

Variabele bitrate

Het apparaat ondersteunt ook variabele bitrate (VBR). Variabele bitrate betekent dat de bitrate van de codering verschilt, afhankelijk van de complexiteit van het gecodeerde materiaal. Wanneer u VBR gebruikt, wordt de codering geoptimaliseerd zodat een constante geluidskwaliteit via de track behouden blijkt en kwaliteit niet verloren gaat in complexe muziekgedeelten, zoals bij CBR-codering (constante bitrate).

Flash-speler

Met Flash-speler kunt u compatibele flash-bestanden voor mobiele apparaten weergeven, afspelen en bedienen.

Flash-bestanden organiseren

Druk op en kies Toepass. > Flash-speler. Open een map of flash-bestand door hiernaar te bladeren
en de bladertoets in te drukken.
54
Verzend een flash-bestand naar een compatibel apparaat door hiernaar te bladeren en de beltoets in te drukken.
Als u een flash-bestand wilt kopiëren naar een andere map, selecteert u Opties > Indelen > Kopiëren naar map.
Als u een flash-bestand wilt verplaatsen naar een andere map, selecteert u Opties > Indelen > Verplaats naar map.
Als u een map wilt maken om uw flash-bestanden te organiseren, selecteert u Opties >Indelen > Nieuwe map.
De beschikbare opties variëren. Verwijder een flash-bestand door hiernaar te bladeren en
op te drukken.

Flash-bestanden afspelen

Druk op en kies Toepass. > Flash-speler. Blader naar een flash-bestand en druk op de bladertoets.
Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het apparaat als u het volume wilt regelen.
Selecteer Opties (indien beschikbaar) en kies een van de volgende opties:
Pauze - Hiermee onderbreekt u het afspelen. Stop - Hiermee stopt u het afspelen.
Kwaliteit - Hiermee selecteert u de afspeelkwaliteit.
Kies Normaal of Laag als het bestand ongelijkmatig of traag lijkt te worden afgespeeld.
Volledig scherm - Hiermee speelt u het bestand af in
een volledig scherm. Kies Normaal scherm als u wilt terugkeren naar het normale scherm.
Hoewel functietoetsen niet zichtbaar zijn, zijn ze mogelijk nog steeds beschikbaar wanneer u op een van beide selectietoetsen drukt.
Aanpassen aan scherm - Hiermee speelt u het bestand
af in de oorspronkelijke grootte nadat u hierop hebt in­of uitgezoomd.
Panning aan - Hiermee kunt u met de bladertoets over
het scherm schuiven wanneer u hebt ingezoomd.

Visual Radio

Druk op en kies Radio. U kunt de toepassing gebruiken als een gewone radio met automatische afstemming en opgeslagen kanalen of met parallelle visuele informatie over het radioprogramma op het scherm, als u afstemt op kanalen die de visuele radiodienst ondersteunen. Voor de visuele-radiodienst worden pakketgegevens gebruikt (netwerkdienst). U kunt naar de radio luisteren terwijl u andere toepassingen gebruikt.
Mediatoepassingen
55
Tip! Houd ingedrukt als u Visual Radio in de
actieve stand-by modus wilt openen op uw Nokia N73 Music Edition-apparaat.
Als u geen toegang hebt tot de visuele-radiodienst, ondersteunen de operators en radiokanalen in uw gebied deze dienst mogelijk niet.
Normaal gesproken kunt u iemand bellen of een inkomende oproep beantwoorden terwijl u naar de radio
Mediatoepassingen
luistert. De radio wordt gedempt wanneer er een actieve oproep is.
De gebruikte frequentieband wordt geselecteerd op basis van de landgegevens die worden ontvangen via het netwerk. Als deze gegevens niet beschikbaar zijn, wordt u mogelijk gevraagd uw regio te selecteren. U kunt ook de regio selecteren in de instellingen van de visuele­radiodienst. Zie ‘Instellingen’ op pag. 57.

Naar de radio luisteren

De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de dekking van het radiokanaal in het desbetreffende gebied.
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten.
Druk op en kies Radio. Als u naar een kanaal wilt zoeken, selecteert u of . Als u de frequentie handmatig wilt wijzigen, selecteert u Opties > Handmatig
afstemmen.
Als u eerder radiokanalen hebt opgeslagen, selecteert u of om naar het volgende of vorige opgeslagen kanaal te gaan of drukt u op de overeenkomende cijfertoets om de geheugenlocatie van een kanaal te selecteren.
Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt regelen. Kies Opties > Luidspreker aan als u naar de radio wilt luisteren via de luidspreker.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de beschikbare kanalen wilt bekijken op basis van de locatie, selecteert u Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst).
Als u het huidige kanaal wilt opslaan in de lijst met kanalen, kiest u Opties > Zender opslaan. Als u de lijst met opgeslagen kanalen wilt openen, kiest u Opties > Zenders.
56
Als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de radio op de achtergrond wilt laten spelen, selecteert u Opties >
Afsp. in achtergrond.

Visuele inhoud weergeven

Neem contact op met de serviceprovider om te informeren naar de beschikbaarheid en kosten en om u te abonneren op de dienst.
Als u de beschikbare visuele inhoud van een afgestemd kanaal wilt bekijken, kiest u of Opties > Visuele
dienst starten. Als de ID van de visuele dienst niet is
opgeslagen voor het kanaal, voert u deze in of selecteert u Ophalen om hiernaar te zoeken (netwerkdienst).
Wanneer er verbinding is gemaakt met de visuele dienst, wordt op het scherm de huidige visuele inhoud weergegeven.
Als u de scherminstellingen voor de weergave van de visuele inhoud wilt aanpassen, kiest u Opties >
Weergave-instellingen.

Opgeslagen kanalen

U kunt maximaal 20 radiokanalen opslaan in de radio. Selecteer Opties > Zenders om de lijst met kanalen te openen.
Als u naar een opgeslagen kanaal wilt luisteren, kiest u Opties > Zender > Luisteren. Als u de beschikbare visuele inhoud wilt bekijken voor een kanaal met de visuele-radiodienst, kiest u Opties > Zender >
Visuele dienst starten.
Als u de details van de zender wilt wijzigen, kiest u Opties > Zender > Bewerken.

Instellingen

Kies Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Starttoon - Geef aan of een toon moet worden afgespeeld
wanneer de toepassing wordt gestart.
Autostart dienst - Kies Ja als u wilt dat de visuele-
radiodienst automatisch wordt gestart wanneer u een opgeslagen kanaal selecteert dat deze dienst ondersteunt.
Toegangspunt - Selecteer het toegangspunt voor de
gegevensverbinding. U hebt geen toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken als normale radio.
Huidige regio - Selecteer de regio waarin u zich
momenteel bevindt. Deze instelling wordt alleen weergegeven als er geen netwerkdekking is op het moment dat u de toepassing start.
Mediatoepassingen
57

RealPlayer

Druk op en kies Toepass. > RealPlayer. U kunt met
RealPlayer, videoclips of streaming-mediabestanden
afspelen. U kunt een koppeling naar streaming-media activeren wanneer u webpagina's bekijkt. U kunt deze ook opslaan in het geheugen van het apparaat of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Mediatoepassingen
RealPlayer ondersteunt bestanden met extensies zoals
.3GP, .MP4 en .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen. In RealPlayer wordt bijvoorbeeld geprobeerd alle MP4-bestanden te openen. Een aantal MP4-bestanden kan echter inhoud bevatten die niet compatibel is met 3GPP-standaarden en die daarom niet wordt ondersteund door dit apparaat.

Videoclips afspelen

1 Als u een mediabestand wilt afspelen dat is opgeslagen
in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart (indien geplaatst), kiest u Opties >
Openen en maakt u een keuze uit de volgende opties: Recente clips - Hiermee kunt u een van de zes laatste
bestanden kiezen die zijn afgespeeld in RealPlayer
Opgeslagen clip - Hiermee kunt u een bestand
afspelen dat is opgeslagen in Galerij.
Zie ‘Galerij’ op pag. 31.
2 Ga naar een bestand en druk op om het bestand
af te spelen.
Sneltoetsen tijdens het afspelen:
• Als u vooruit wilt spoelen, houdt u ingedrukt.
• Als u het mediabestand wilt terugspoelen, houdt u ingedrukt.
• Als u het geluid wilt dempen, houdt u de volumetoets aan de zijkant van het apparaat ingedrukt totdat wordt weergegeven. Als u het geluid wilt inschakelen, houdt u de volumetoets ingedrukt totdat wordt weergegeven.

Live streaming-inhoud afspelen

Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt (Internet Access Point of IAP) gebruiken als standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt mag gebruiken.
De toegangspunten zijn mogelijk al geconfigureerd wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
In RealPlayer kunt u alleen URL's van het type rtsp:// openen. In RealPlayer wordt een HTTP-koppeling naar een RAM-bestand echter wel herkend.
58
Als u live streaming-inhoud wilt afspelen, selecteert u een koppeling naar streaming-media die is opgeslagen in Galerij of op een webpagina, of die u hebt ontvangen in een SMS- of multimediabericht. Voordat de live streaming-inhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de inhoud gestart. De inhoud wordt niet opgeslagen in het apparaat.

RealPlayer-instellingen ontvangen

U kunt de instellingen voor RealPlayer ontvangen in een SMS-bericht van uw serviceprovider. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 71. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
De RealPlayer-instellingen wijzigen
Kies Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Video - Hiermee worden videoclips automatisch
herhaald in RealPlayer nadat ze zijn afgespeeld.
Verbinding - Hiermee kunt u aangeven of u een
proxyserver wilt gebruiken, het standaardtoegangspunt wijzigen en het poortbereik instellen dat wordt gebruikt wanneer er verbinding wordt gemaakt. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Proxyinstellingen
Proxy gebruiken - Kies Ja als u een proxyserver wilt
gebruiken.
Proxy-serveradres - Voer het IP-adres van
de proxyserver in.
Proxy-poortnummer - Voer het poortnummer van
de proxyserver in.
Uitleg: proxyservers zijn tussenliggende servers tussen mediaservers en gebruikers. Sommige serviceproviders gebruiken deze servers voor extra beveiliging of om de toegang tot browserpagina's met geluids- of videoclips te versnellen.
Netwerkinstellingen
Stand. toegangspunt - Ga naar het toegangspunt dat
u wilt gebruiken om verbinding te maken met internet en druk op .
Onlinetijd - Stel de tijd in waarna de verbinding met het
netwerk via RealPlayer moet worden verbroken wanneer u een mediaclip onderbreekt die via een netwerk wordt afgespeeld. Kies Door gebr. gedef. en druk op . Voer de tijd in en selecteer OK.
Laagste UDP-poort - Voer het laagste poortnummer
in het poortbereik van de server in. De minimumwaarde is 1024.
Hoogste UDP-poort - Voer het hoogste poortnummer
in het poortbereik van de server in. De maximumwaarde is 65535.
Mediatoepassingen
59
Kies Opties > Geavanceerde inst. als u de bandbreedtewaarden voor verschillende netwerken wilt bewerken.

Movie Director

Druk op en selecteer Galerij > Afb. en video >
Opties > Bewerken > muvee maken als u muvees
Mediatoepassingen
wilt maken. Een muvee is een korte, bewerkte videoclip die video,
afbeeldingen, muziek en tekst kan bevatten. Een snelle muvee wordt automatisch gemaakt in MovieDirector nadat u de stijl van de muvee hebt geselecteerd. In MovieDirector worden de standaardmuziek en -tekst gebruikt die zijn gekoppeld aan de gekozen stijl. In een aangepaste muvee kunt u uw eigen video- en muziekclips, afbeeldingen en stijl selecteren en een begin- en eindbericht toevoegen. U kunt muvees verzenden in een multimediabericht.
De muvees kunnen in 3GP-indeling worden opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij.

Een snelle muvee maken

1 Selecteer in Galerij afbeeldingen en video's voor
de muvee en selecteer Opties > Bewerken > muvee
maken. De weergave voor het selecteren van stijlen
wordt geopend.
2 Selecteer in de stijllijst een stijl voor de muvee. 3 Kies Opties > muvee maken.

Een aangepaste muvee maken

1 Selecteer in Galerij afbeeldingen en video's voor
de muvee en selecteer Opties > Bewerken > muvee
maken. De weergave voor het selecteren van stijlen
wordt geopend.
2 Blader naar de gewenste stijl en selecteer Opties >
Aanpassen.
3 Selecteer de clips die u in de muvee wilt opnemen
in Video's en afb. of Muziek. In Video's en afb. kunt u aangeven in welke volgorde u de bestanden wilt afspelen in de muvee. Selecteer het bestand dat u wilt verplaatsen door op te drukken. Ga vervolgens naar het bestand waaronder u het gemarkeerde bestand wilt plaatsen en druk op . Als u afbeeldingen en video's wilt toevoegen aan of verwijderen uit de muvee, selecteert u Opties >
Toevoegen/Verwijderen.
Ga naar Video's en afb. en kies Opties > Inhoud
selecteren als u de videoclips wilt knippen. Zie ‘Inhoud
selecteren’ op pag. 61. U kunt in Bericht een begin- en eindtekst toevoegen aan de muvee.
60
In Lengte kunt u de lengte van de muvee opgeven. Maak een keuze uit de volgende opties:
Dr gebr. gedefinieerd - Hiermee bepaalt u de lengte
van de muvee.
Multimediabericht - Hiermee optimaliseert
u de lengte van de muvee voor verzending in een multimediabericht.
Gelijk aan muziek - Hiermee stelt u de duur van
de muvee in op de duur van de gekozen muziekclip.
Automatisch selecteren - Hiermee worden alle
geselecteerde afbeeldingen en videoclips in de muvee automatisch opgenomen.
4 Kies Opties > muvee maken. De voorbeeldweergave
wordt geopend.
5 Kies Opties > Afspelen als u een voorbeeld van
de aangepaste muvee wilt bekijken voordat u deze opslaat.
6 Als u de muvee wilt opslaan, selecteert u Opties >
Opslaan.
Als u een nieuwe aangepaste muvee wilt maken met dezelfde stijlinstellingen, kiest u Opties >
Opnieuw maken.
Inhoud selecteren
Ga naar de map Video's en afb. en kies Opties > Inhoud
selecteren als u de geselecteerde videoclips wilt bewerken.
U kunt selecteren welke delen van de videoclip u in de muvee wilt opnemen of wilt uitsluiten. In de schuifregelaar
zijn de opgenomen delen groen, de uitgesloten delen rood en de geneutraliseerde delen grijs.
Als u een deel van de videoclip in de muvee wilt opnemen, schuift u naar het deel en kiest u Opties > Opnemen. Als u een deel wilt uitsluiten, kiest u Opties > Uitsluiten. Als u een beeld wilt uitsluiten, kiest u Opties > Opname
uitsluiten.
Als u wilt dat MovieDirector een deel van de videoclip naar willekeur opneemt of uitsluit, schuift u naar het deel en kiest u Opties > Markeren als neutraal.
Als u wilt dat in MovieDirector delen van de videoclip naar willekeur worden opgenomen en uitgesloten, selecteert u Opties > Alles mark. als neutraal.
Instellingen
Ga naar de weergave voor het selecteren van stijlen en selecteer Opties > Aanpassen > Instellingen als u de volgende opties wilt bewerken:
Gebruikt geheugen - Selecteer de opslaglocatie van
de muvees.
Resolutie - Selecteer de resolutie van de muvees.
Kies Automatisch als u de optimale resolutie wilt gebruiken op basis van het aantal geselecteerde videoclips en de lengte hiervan.
Standaardnaam muvee - Stel een standaardnaam in voor
de muvees.
Mediatoepassingen
61

Tijdmanagement

Klok

Druk op en kies Toepass. > Klok. Kies Opties > Alarm
Tijdmanagement
instellen als u een nieuw alarm wilt instellen. Als een
alarm actief is, wordt weergegeven. Als u het alarm wilt uitschakelen, kiest u Stop en als u het
alarm 5 minuten wilt stoppen, kiest u Snooze. Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld te worden. Selecteer Janiet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, selecteert u Toepass. >
Klok > Opties > Alarm uitschakelen.
62

Klokinstellingen

Druk op en kies Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen als u de klokinstellingen wilt wijzigen.
Als u de tijd of de datum wilt wijzigen, kiest u Tijd of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die in de stand-by modus wordt weergegeven, kiest u Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst), kiest u Tijd via netw.operator > Automatisch aanpassen.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, kiest u Alarmtoon klok.

Wereldklok

Als u de weergave Wereldklok wilt openen, opent u Klok en drukt u op . In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, kiest u Opties >
Stad toevoegen. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst
toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad. De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.

Agenda

In Agenda legt u vergaderingen en andere speciale data vast en houdt u taken en andere notities bij.

Agenda-items maken

Sneltoets: Druk op een willekeurige toets ( )
in de dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt een taak geopend als u op een toets drukt.
1 Druk op , kies
Agenda > Opties > Nieuw item en kies een
itemtype:
Vergadering - Hiermee
wordt u herinnerd aan een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo - Hiermee maakt
u een algemeen item voor een bepaalde dag.
Verjaardag - Hiermee
maakt u een item voor verjaardagen of andere speciale datums. (De items worden elk jaar herhaald.)
Taak - Hiermee maakt u een item voor een taak
die op een specifieke datum moet worden gedaan.
2 Vul de velden in. Als u een signaal wilt instellen, kiest
u Signaal > Aan en geeft u waarden op voor Tijd
signaal en Dag signaal.
Als u een beschrijving wilt toevoegen voor een afspraak, kiest u Opties > Beschrijving toevgn.
3 Kies Gereed om het item op te slaan.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een item, kunt u het geluid uitschakelen door Stil te kiezen. De tekst van de herinnering blijft op het display staan. Als u zowel de herinnering als het signaal wilt uitschakelen, kiest u Stop. U kunt ook Snooze kiezen.
Tijdmanagement
63
Tip! Met behulp van Nokia PC Suite kunt u uw agenda synchroniseren met een compatibele pc. Wanneer u een agenda-item maakt, stelt u de gewenste optie voor
Synchronisatie in.

Agendaweergaven

Tijdmanagement
Tip! Kies Opties > Instellingen om de begindag van de week te wijzigen of de weergave te wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
In de maandweergave zijn datums met agenda-items gemarkeerd met een driehoekje in de rechterbenedenhoek. In de weekweergave worden memo's en speciale data zoals verjaardagen, vóór 8 uur geplaatst. Druk op om te schakelen tussen de maandweergave, de weekweergave, de dagweergave en de taakweergave.
Als u naar een bepaalde datum wilt gaan, kiest u Opties >
Ga naar datum. Druk op om naar de huidige datum
te gaan. Als u een agendanotitie naar een compatibel apparaat
wilt verzenden, kiest u Opties > Zenden. Als u agenda-items wilt afdrukken op een compatibele,
met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), selecteert u Opties > Afdrukken.

Agenda-items beheren

U kunt ruimte in het geheugen van het apparaat vrijmaken door afgelopen items uit Agenda te verwijderen.
Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, gaat u naar de maandweergave en kiest u Opties > Item
verwijderen > Items voor: of Alle items.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, gaat u naar de taak in de taakweergave en kiest u Opties > Markeer:
volbracht.

Agenda-instellingen

Als u de opties Agenda-alarmtoon, Standaardweergave,
Week begint met en Titel weekweergave wilt wijzigen,
kiest u Opties > Instellingen.
64

Berichten

Druk op en kies Berichten (netwerkdienst). In Berichten kunt u SMS-berichten, multimediaberichten, e-mailberichten en speciale SMS-berichten met gegevens maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en ordenen. U kunt ook webdienstberichten en infodienstberichten ontvangen en dienstopdrachten verzenden. Berichten en gegevens die via een Bluetooth­of infraroodverbinding worden ontvangen, komen terecht in de map Inbox in Berichten.
Kies Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken. Alleen compatibele apparaten die deze functie
ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox - Deze map bevat alle ontvangen berichten, behalve infodienst- en e-mailberichten. E-mailberichten worden opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen - Organiseer uw berichten in mappen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen.
Mailbox - Maak verbinding met de externe mailbox om nieuwe e-mailberichten op te halen of eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. Zie ‘E-mail’ op pag. 76.
Ontwerpen - Deze map bevat conceptberichten die nog niet zijn verzonden.
Verzonden - Deze map bevat de laatste twintig verzonden berichten, exclusief berichten die zijn verzonden via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Zie ‘Overige instellingen’ op pag. 78 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox - Deze map bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
Voorbeeld: berichten worden in de map Outbox geplaatst als het apparaat zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt. U kunt ook aangeven dat e-mail moet worden verzonden zodra u weer verbinding maakt met de externe mailbox.
Berichten
65
Rapporten - U kunt bij het netwerk een leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden (netwerkdienst). Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een
Berichten
e-mailadres zijn verzonden.
Tip! Wanneer een van de standaardmappen is
geopend, kunt u naar een andere map door op of te drukken.
Als u bepaalde aanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar de aanbieder, kiest u Opties > Dienstopdracht in de beginweergave van Berichten.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het verkeer. Informeer bij de aanbieder van deze dienst naar de beschikbare items en de bijbehorende nummers. Kies Opties > Infodienst in de beginweergave van
Berichten. In de beginweergave kunt u de status, het
nummer en de naam van een onderwerp zien en of het onderwerp is gemarkeerd voor opvolgen ( ).
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS­netwerk. Ook bij een pakketgegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.

Tekst invoeren

Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.

Gewone tekstinvoer

wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via
de gewone tekstinvoer.
• Druk op een cijfertoets ( - ) totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Op de cijfertoetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn.
• Als de volgende letter onder dezelfde toets zit als de huidige, wacht u tot de cursor weer wordt weergegeven of drukt u op en voert u de letter in.
• D ruk op o m een spa tie in t e voe gen . Dr uk d rie keer op om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen.

Tekstvoorspelling

Voor elke letter is één toetsaanslag voldoende. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden. wordt weergegeven wanneer u tekst typt met tekstvoorspelling.
66
1 U schakelt tekstvoorspelling in door op te drukken
en Tekstvoorspelling aan te kiezen. Hiermee schakelt u tekstvoorspelling in voor alle editors op het apparaat.
2 Typ het gewenste woord
door op de toetsen -
te drukken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Als u bijvoorbeeld 'Nokia' wilt intoetsen terwijl de Nederlandse woordenlijst is geselecteerd, drukt u op
voor N, voor o,
voor k, voor i en voor a. Het gevormde woord verandert na elke toetsaanslag.
3 Als u het woord hebt ingetoetst en het resultaat klopt,
bevestigt u dit door op te drukken of door een spatie toe te voegen met . Als het woord niet juist is, drukt u meerdere malen op om de woorden uit de woordenlijst een voor een te bekijken of drukt u op en kiest u Tekstvoorspelling > Mogelijkheden. Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het woord niet in de woordenlijst. Als u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, kiest u Spellen. Toets het woord in via gewone tekstinvoer en selecteer OK. Het woord wordt toegevoegd. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
4 Toets het volgende woord in.
Samengestelde woorden invoeren
Typ het eerste deel van een samenstelling en bevestig door op te drukken. Typ het laatste deel van het samengestelde woord. Als u het samengestelde woord wilt voltooien, drukt u op om een spatie toe te voegen.
Tekstvoorspelling uitschakelen
Druk op en kies Tekstvoorspelling > Uit als u tekstvoorspelling wilt uitschakelen voor alle editors in het apparaat.
Tip! Druk twee keer kort op om tekstvoorspelling
in of uit te schakelen.

Tips bij tekstinvoer

Als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen, houdt u de toets met het gewenste cijfer ingedrukt.
Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
Druk op als u tussen de verschillende tekenmodi wilt schakelen.
Druk op om een teken te verwijderen. Houd ingedrukt om meerdere tekens te verwijderen.
De meestgebruikte leestekens zijn beschikbaar onder .
Berichten
67
Houd ingedrukt om een lijst met speciale tekens weer te geven.
Tip! Als u verschillende speciale tekens tegelijkertijd
Berichten
wilt invoegen, drukt u op wanneer u elk teken selecteert.

Berichten invoeren en verzenden

Voordat u een multimediabericht of e-mailbericht kunt maken, moet de verbinding goed zijn ingesteld. Zie ‘MMS­en e-mailinstellingen ontvangen’ op pag. 69 en ‘E-mail’ op pag. 76.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en maak een keuze uit
de volgende opties:
SMS - Hiermee kunt u een SMS-bericht verzenden. Multimediabericht - Hiermee kunt u een
multimediabericht (MMS) verzenden.
E-mail - Hiermee kunt u een e-mailbericht verzenden.
Als u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd om dit te doen. Als u de e-mailinstellingen wilt definiëren, kiest u Starten.
2 Druk in het veld Naar
op om ontvangers of groepen te selecteren in Contacten of voer het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in. Druk op om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. U kunt het nummer of adres ook kopiëren en plakken via het klembord.
3 Voer in het veld Onderw. het onderwerp in van een
multimedia- of e-mailbericht. Als u de velden wilt wijzigen die zichtbaar zijn, kiest Opties > Adresvelden.
4 Voer in het berichtveld het bericht in. Als u een sjabloon
wilt invoegen, kiest u Opties > Invoegen of Object
invoegen > Sjabloon.
5 Als u een mediaobject wilt toevoegen aan een
multimediabericht, kiest u Opties > Object invoegen >
Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip. Wanneer u een
geluidsclip toevoegt, wordt weergegeven. U kunt in een multimediabericht geen videoclips verzenden die zijn opgeslagen in de MP4-indeling. Zie ‘Video-instellingen’ op pag. 29 als u de indeling wilt wijzigen waarin opgenomen video's worden opgeslagen.
68
6 Als u voor een multimediabericht een nieuwe foto
wilt maken of geluid of video wilt opnemen, selecteert u Opties > Nieuw invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip. Als u een nieuwe dia in het bericht wilt invoegen, kiest u Dia. Als u wilt weten hoe het multimediabericht eruit zal zien, kiest u Opties > Voorbeeld.
7 Kies Opties > Invoegen > Afbeelding, Geluidsclip,
Videoclip of Notitie. E-mailbijlagen worden aangeduid
met .
Tip! Als u andere bestanden als bijlagen wilt verzenden, opent u de bijbehorende toepassing en kiest u Opties > Zenden > Via e-mail, indien beschikbaar.
8 Kies Opties > Zenden of druk op als u het bericht
wilt verzenden.
Opmerking: Uw apparaat kan aangeven dat uw boodschap naar het nummer van de berichtencentrale dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden. Het is mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de boodschap op de bedoelde bestemming is ontvangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor
de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt. Op de navigatiebalk ziet u hoe de indicator van de berichtlengte terugtelt. 10 (2) betekent bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
E-mailberichten worden vóór verzending automatisch in de map Outbox geplaatst. Als de verzending is mislukt, blijft de e-mail aanvankelijk in Outbox staan met de status
In wachtrij. Als de verzending meerdere keren mislukt,
verandert de status in Mislukt.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak een multimediabericht en kies Opties > Presentatie
maken. Deze optie wordt alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie ‘Multimediaberichten’
op pag. 75.

MMS- en e-mailinstellingen ontvangen

U kunt de instellingen ontvangen in een bericht van uw serviceprovider. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 71.
Berichten
69
De MMS-instellingen handmatig opgeven
1 Druk op en kies Instrum. > Instell. > Verbinding >
Toegangspunten en definieer de instellingen voor
Berichten
een toegangspunt voor multimediaberichten. Zie ‘Verbinding’ op pag. 133.
2 Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht > Toeg.punt in gebruik en het toegangspunt dat u als
voorkeursverbinding hebt gemaakt. Zie ook ‘Multimediaberichten’ op pag. 75.
Voordat u e-mailberichten kunt verzenden, ontvangen, ophalen, beantwoorden en doorsturen, moet u het volgende doen:
• Een internettoegangspunt configureren. Zie ‘Verbinding’ op pag. 133.
• E-mailinstellingen definiëren. Als u Mailbox kiest in de beginweergave Berichten en nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Als u de e-mailinstellingen wilt definiëren, kiest u Starten. Zie ook ‘E-mail’ op pag. 76. U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de aanbieder van uw externe mailbox en van de internetaanbieder.

Inbox - berichten ontvangen

In de map Inbox geeft een ongelezen SMS-bericht aan,
een ongelezen multimediabericht, gegevens die via een infraroodverbinding zijn ontvangen en gegevens die via een Bluetooth-verbinding zijn ontvangen.
Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1 nieuw
bericht weergegeven in de stand-by modus. Kies Tonen als
u het bericht wilt openen. Als u een bericht in de map
Inbox wilt openen, gaat u naar het gewenste bericht
en drukt u op . Als u een ontvangen bericht wilt beantwoorden, kiest
u Opties > Antwoorden. Als u tekst of een multimediabericht wilt afdrukken op een
compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), selecteert u Opties > Afdrukken.

Multimediaberichten

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
70
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Als u een pakketgegevensverbinding wilt starten om het bericht op het apparaat te ontvangen, kiest u Opties > Ophalen.
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht lezen. geeft aan dat het bericht geluid bevat en geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Als u de mediaobjecten wilt bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen, kiest u Opties >
Objecten.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt weergegeven. Selecteer het symbool als u de presentatie wilt afspelen.

Gegevens en instellingen

Op uw apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten ( ):
Configuratiebericht - In een configuratiebericht kunt
u instellingen ontvangen van uw serviceprovider of afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf. Als u de instellingen wilt opslaan, kiest u Opties > Alle opslaan.
Visitekaartje - Kies Opties > Visitekaartje opsl. als
u gegevens wilt opslaan in Contacten. Certificaten of geluidsbestanden die als bijlage aan visitekaartjes zijn toegevoegd, worden niet opgeslagen.
Beltoon - Als u de beltoon wilt opslaan, selecteert
u Opties > Opslaan.
Operatorlogo - Kies Opties > Opslaan als u het logo in de
stand-by modus wilt weergeven in plaats van het kenmerk van de netwerkoperator.
Agenda-item - Kies Opties > Opslaan in Agenda als
u een uitnodiging wilt opslaan.
Webbericht - Kies Opties > Toev. aan bookms. als u een
bookmark wilt opslaan in de lijst met bookmarks in Web. Als het bericht zowel instellingen voor een toegangspunt als bookmarks bevat, selecteert u Opties > Alle opslaan.
Nwe e-mail - Hiermee wordt het aantal nieuwe
e-mailberichten in uw externe mailbox aangegeven. Uitgebreidere meldingen kunnen meer details bevatten.

Webdienstberichten

Webdienstberichten ( ) zijn meldingen, bijvoorbeeld van nieuwsberichten, en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten. Informeer bij uw internetaanbieder naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.
Berichten
71

Mailbox

Als u Mailbox kiest en u nog geen e-mailaccount hebt
Berichten
ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Als u de e-mailinstellingen wilt definiëren, kiest u Starten. Zie ook ‘E-mail’ op pag. 76.
Als u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox vervangen door de naam van de mailbox in de beginweergave van Berichten. Het maximum aantal mailboxen is zes.

De mailbox openen

Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden
met mailbox?).
Als u verbinding wilt maken met de mailbox en nieuwe e-mailberichtkoppen of -berichten wilt ophalen, selecteert u Ja. Als u on line berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding met een externe mailbox via een gegevensverbinding. Zie ook ‘Verbinding’ op pag. 133.
Kies Nee om eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. Als u e-mailberichten off line bekijkt, is er geen verbinding tussen het apparaat en de externe mailbox.

E-mailberichten ophalen

Als u off line bent, kiest u Opties > Verbinden om verbinding te maken met de externe mailbox.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
1 Als u verbinding hebt met een externe mailbox, kiest
u Opties > E-mail ophalen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Nieuw - Hiermee haalt u alle nieuwe e-mailberichten
op naar uw apparaat.
Geselecteerd - Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
e-mailberichten op.
Alle - Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Kies Annuleer om het ophalen van berichten te beëindigen.
2 Nadat u de e-mailberichten hebt opgehaald, kunt
u deze on line bekijken. U kunt echter ook Opties >
Verbind. verbreken kiezen om de verbinding te
verbreken en de e-mailberichten off line te bekijken. Statuspictogrammen voor e-mail:
Het nieuwe e-mailbericht (in de off line of on line
modus) is niet opgehaald naar het apparaat.
Het nieuwe e-mailbericht is opgehaald naar het
apparaat.
72
Het e-mailbericht is gelezen en het is niet
opgehaald naar het apparaat.
Het e-mailbericht is gelezen. De berichtkop is gelezen en de bijbehorende
berichtinhoud is verwijderd uit het apparaat.
3 Druk op om een e-mailbericht te openen. Als het
e-mailbericht niet is opgehaald en u in de off line modus bent, wordt u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Als u e-mailbijlagen wilt bekijken, opent u een bericht met het bijlagesymbool en kiest u Opties > Bijlagen. Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Kies Opties > Ophalen om de bijlage op te halen.
Kies Opties > Afdrukken als u een e-mailbericht wilt afdrukken op een compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150).
E-mailberichten automatisch ophalen
Als u berichten automatisch wilt ophalen, selecteert u Opties > E-mailinstellingen > Automatisch ophalen >
Header ophalen > Altijd ingeschakeld of Uitsl. eigen netw. en definieert u wanneer en hoe vaak de berichten
moeten worden opgehaald.
Wanneer u e-mailberichten automatisch ophaalt, kunnen de gesprekskosten toenemen door het gegevensverkeer.

E-mailberichten verwijderen

Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van een e-mailbericht van het apparaat wilt verwijderen, maar deze inhoud nog wel in de externe mailbox wilt bewaren. Selecteer Alleen telefoon in Verw. ber. uit:.
In het apparaat worden dezelfde e-mailberichtkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in het apparaat bij te werken.
Als u een e-mailbericht wilt verwijderen uit het apparaat en uit de externe mailbox, kiest u Opties > Verwijderen. Selecteer Telefoon en server in Verw. ber. uit:.
Als u off line bent, wordt de e-mail eerst uit het apparaat verwijderd. De eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met de externe mailbox, wordt de e-mail automatisch uit de mailbox verwijderd. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden berichten die zijn gemarkeerd voor verwijderen, pas verwijderd als de verbinding met de externe mailbox is verbroken.
Berichten
73
Als u een e-mailbericht hebt gemarkeerd voor verwijdering uit het apparaat en van de server en u dit ongedaan wilt maken, selecteert u het betreffende e-mailbericht ( ) en kiest u Opties > Verwijd. onged. mkn.
Berichten

De verbinding met de mailbox verbreken

Selecteer, terwijl u on line bent, Opties > Verbind.
verbreken om de gegevensverbinding met de externe
mailbox te beëindigen.

Berichten op een SIM-kaart bekijken

Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze kopiëren naar een map in het apparaat.
1 Kies Opties > SIM-berichten in de hoofdweergave
van Berichten.
2 Kies Opties > Markeringen aan/uit > Markeren
of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Kies Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met mappen
weergegeven.
4 Selecteer een map en kies OK om te beginnen met
kopiëren. Open de map om de berichten te bekijken.

Berichtinstellingen

Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van de serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de instellingen van uw serviceprovider ontvangt in een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentra of toegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor uw apparaat door de serviceprovider en het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.

SMS-berichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en maak een keuze uit
de volgende opties:
Berichtencentrales - Open een lijst met alle SMS-
berichtencentrales die zijn gedefinieerd.
Ber.centrale in gebr. - Selecteer via welke
berichtencentrale SMS-berichten worden bezorgd.
Tekencodering - Kies Beperkte ondersteuning als tekens
moeten worden geconverteerd naar een ander coderingssysteem (indien beschikbaar).
74
Rapport ontvangen - Geef aan of het netwerk een
leveringsrapport verzendt voor uw berichten (netwerkdienst).
Geldigheid bericht - Geef aan na hoeveel tijd het bericht
opnieuw moet worden verzonden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als de ontvanger niet binnen die periode kan worden bereikt, wordt het bericht bij de berichtencentrale verwijderd.
Ber. verzonden als - Wijzig deze optie alleen als u zeker
weet dat uw berichtencentrale SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten. Neem contact op met uw netwerkoperator.
Voorkeursverbinding - Selecteer de verbinding die moet
worden geburikt voor het verzenden van SMS-berichten: GSM-netwerk of pakketgegevens, als dit wordt ondersteund door het netwerk. Zie ‘Verbinding’ op pag. 133.
Ant. via zelfde centr. - Geef aan of het antwoord moet
worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS­berichtencentrale (netwerkdienst).

Multimediaberichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en maak een keuze
uit de volgende opties:
Grootte afbeelding - Definieer de grootte van de
afbeelding in een multimediabericht: Origineel (wordt alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij), Klein of Groot.
MMS-aanmaakmodus - Als u Met begeleiding kiest,
ontvangt u een melding als u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund. Kies Beperkt als u geen berichten wilt verzenden die mogelijk niet worden ondersteund.
Toeg.punt in gebruik - Geef aan welk toegangspunt
wordt gebruikt als voorkeursverbinding voor de multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen - Selecteer hoe
u multimediaberichten wilt ontvangen. Kies Aut. bij
eigen netwrk als u multimediaberichten automatisch wilt
ophalen in uw eigen netwerk (de operator waarvan de SIM-kaart in het apparaat is geplaatst). Buiten uw eigen netwerk krijgt u een melding dat u een multimediabericht in de multimediaberichtencentrale kunt ophalen.
Als u zich buiten uw eigen netwerk bevindt, is het verzenden en ontvangen van multimediaberichten mogelijk duurder.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch selecteert, wordt automatisch een actieve pakketgegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen.
Berichten
75
Anonieme ber. toest. - Geef aan of u berichten van
een anonieme afzender wilt ontvangen.
Advertent. ontvang. - Geef aan of u advertenties
in multimediaberichten wilt ontvangen.
Berichten
Rapport ontvangen - Geef aan of u de status van
het verzonden bericht in het logboek wilt weergeven (netwerkdienst). Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Rapportz. weigeren - Geef aan of u leveringsrapporten
voor ontvangen multimediaberichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht - Geef aan na hoeveel tijd het bericht
opnieuw moet worden verzonden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als de ontvanger niet binnen die periode kan worden bereikt, wordt het bericht bij de berichtencentrale verwijderd.
E-mail
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail en maak een keuze uit
de volgende opties:
Mailboxen - Selecteer een mailbox om de volgende
instellingen te wijzigen: Verbindingsinstellingen,
Gebruikersinst., Inst. voor ophalen en Automatisch ophalen.
Mailbox in gebruik - Selecteer de mailbox die u wilt
gebruiken voor het verzenden van e-mail. Als u een nieuwe mailbox wilt maken, kiest u Opties >
Nieuwe mailbox in de beginweergave van de mailbox.
Verbindingsinstellingen
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u ontvangt, selecteert u Inkomende e-mail en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam in die door
uw serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord - Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld niet
invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr. - Selecteer een internettoegangspunt.
Zie ‘Verbinding’ op pag. 133.
Mailboxnaam - Voer een naam in voor de mailbox. Mailboxtype - Definieer het e-mailprotocol dat door
de serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten. Als u het POP3-protocol
76
gebruikt, worden e-mailberichten niet automatisch bijgewerkt wanneer u on line bent. Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de mailbox als u de nieuwste e-mailberichten wilt zien.
Beveiliging (poorten) - Kies de beveiliging voor
de verbinding met de externe mailbox.
Poort - Definieer een poort voor de verbinding. APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3) - Gebruik deze
optie bij het POP3-protocol voor het coderen van wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u verzendt, kiest u Uitgaande e-mail en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres - Voer het e-mailadres in dat u van
uw serviceprovider hebt gekregen. Antwoorden op uw e-mailberichten worden naar dit adres verzonden.
Server uitg. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam
in van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van uw netwerkoperator gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Toegangsp. in gebr. - Selecteer een internettoegangspunt.
Zie ‘Verbinding’ op pag. 133.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Beveiliging (poorten) en Poort komen overeen met
de instellingen voor Inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Mijn mailnaam - Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door uw naam als deze functie door het apparaat van de ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden - Bepaal hoe e-mail moet worden
verzonden vanaf het apparaat. Kies Meteen als het apparaat verbinding moet maken met de mailbox wanneer u Bericht zenden kiest. Als u Bij vlgende verb. kiest, wordt e-mail verzonden zodra de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is.
Kopie naar mij - Geef aan of u een kopie van het
e-mailbericht wilt opslaan in uw externe mailbox en op het adres dat u hebt opgegeven in Mijn e-mailadres.
Handtek. opnemen - Geef aan of u een handtekening wilt
toevoegen aan uw e-mailberichten.
Melding nwe e-mail - Geef aan of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding, wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de mailbox.
Berichten
77
Instellingen voor ophalen
E-mail ophalen - Geef aan welk gedeelte van
e-mailberichten moet worden opgehaald: Alleen headers,
Gedeeltelijk (kB) (alleen voor POP3) of Ber. en bijlagen
Berichten
(alleen voor POP3).
Aantal - Definieer hoeveel nieuwe e-mailberichten
naar de mailbox moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) - Definieer het
pad voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) - Abonneer u op
andere mappen in de externe mailbox en haal inhoud uit deze mappen op.
Automatisch ophalen
Header ophalen - Geef aan of nieuwe e-mail automatisch
moet worden opgehaald. U kunt aangeven wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Wanneer u e-mailberichten automatisch ophaalt, kunnen de gesprekskosten toenemen door het gegevensverkeer.

Webdienstberichten

Druk op en kies Berichten > Opties > Instellingen >
Dienstbericht. Geef aan of u dienstberichten wilt
ontvangen. Als u de browser van het apparaat automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt
brengen om inhoud op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt, kiest u Ber. downloaden >
Automatisch.

Infodienst

Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbare items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak
een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst - Geef aan of u infodienstberichten wilt
ontvangen.
Taal - Selecteer de talen waarin u berichten
wilt ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning - Geef aan of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe nummers zonder naam in de lijst moeten worden opgeslagen.

Overige instellingen

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Overige en maak een keuze uit de volgende
opties:
Verzonden ber. opsl. - Geef aan of u een kopie van alle
verzonden SMS-, multimedia- en e-mailberichten wilt opslaan in de map Verzonden.
78
Aantal opgesl. ber. - Definieer hoeveel verzonden
berichten de map Verzonden kan bevatten. De standaardlimiet is 20 berichten. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd.
Mappenweergave - Hiermee verandert u de indeling van
de mapweergave van 1 regel in 2 regels.
Gebruikt geheugen - Is er een compatibele geheugenkaart
in het apparaat geplaatst, kies dan het geheugen waarin u berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of Geheugenkaart.

Chatten - chatberichten

een groepsconversatie met meerdere chatgebruikers te starten of voort te zetten, of Opgen. chats om een eerdere chatsessie die u hebt opgeslagen, te bekijken.

Chatinstellingen ontvangen

U moet de instellingen opslaan om toegang te krijgen tot de dienst die u wilt gebruiken. Deze instellingen worden gewoonlijk via een speciaal SMS-bericht verstrekt door de serviceprovider die de chatdienst aanbiedt. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 71. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie ‘Instellingen voor de chatserver’ op pag. 82.
Berichten
Druk op en kies Toepass. > Chatten. Met chatberichten (netwerkdienst) kunt u met andere
mensen communiceren via chatberichten en kunt u deelnemen aan discussieforums (IM-groepen) over specifieke onderwerpen. Diverse serviceproviders onderhouden compatibele chatservers waarbij u kunt inloggen nadat u zich hebt geregistreerd bij een chatservice. De ondersteunde functies kunnen per serviceprovider verschillen.
Kies Gesprekken om een conversatie met een chatgebruiker te starten of voort te zetten, Chatcontacten om de online status te maken, te bewerken of de online status van uw chatcontacten te bekijken, Chatgroepen om

Verbinding maken met een chatserver

1 Als u verbinding wilt maken met de gebruikte
chatserver, opent u Chatten en kiest u Opties >
Aanmelden. Zie ‘Instellingen voor de chatserver’
op pag. 82 voor informatie over het wijzigen van de gebruikte chatserver en het opslaan van nieuwe chatservers.
2 Voer uw gebruikers-id en wachtwoord in en druk op
om in te loggen. De gebruikers-id en uw wachtwoord voor de chatserver worden door uw serviceprovider verstrekt.
3 Als u zich wilt uitloggen, kiest u Opties > Afmelden.
79

Uw chatinstellingen wijzigen

Kies Opties > Instellingen > Chatinstellingen en kies een van de volgende opties:
Berichten
Schermnaam gebr. (wordt alleen weergegeven als
chatgroepen door de server worden ondersteund) ­Als u een bijnaam wilt invoeren, kiest u Ja.
Mijn beschikb. weergvn - Als anderen mogen zien dat
u online bent, kiest u Voor iedereen.
Berichten toestaan van - Als u berichten van iedereen
toestaat, kiest u Alle.
Uitnodigingn toest. van - Als u alleen uitnodigingen
van uw chatcontacten toestaat, kiest u Alleen chatcont.. Chatuitnodigingen worden verzonden door chatcontacten die willen dat u deelneemt aan hun groepen.
Schuifsnelh. bericht - Selecteer de snelheid waarmee
nieuwe berichten worden weergegeven.
Sorteer chatcontactn - Selecteer hoe uw chatcontacten
worden gesorteerd: Alfabetisch of Op online status.
Beschikb. aut. laden - Als u wilt instellen hoe informatie
wordt bijgewerkt over de online of offline status van uw chatcontacten, kiest u Automatisch of Handmatig.
Offline contacten - Selecteer of chatcontacten waarvan
de status Offline is, worden weergegeven in de lijst met chatcontacten.
Kleur eigen berichten - Selecteer de kleur van
de chatberichten die u verzendt.
Kleur ontv. berichten - Selecteer de kleur van
de chatberichten die u ontvangt.
Chatsignaaltoon - Verander de toon die wordt afgespeeld
wanneer u een nieuw chatbericht ontvangt.

Chatgroepen en -gebruikers zoeken

Als u groepen wilt zoeken, opent u de weergave
Chatgroepen en kiest u Opties > Zoeken. U kunt zoeken
op Groepsnaam, Onderwerp en Deelnemers (gebruikers-id).
Als u gebruikers wilt zoeken, gaat u naar de weergave
Chatcontacten en kiest u Opties > Nieuw chatcontact > Zoeken vanaf server. U kunt zoeken op Gebruikersnaam, Gebruikers-ID, Telefoonnummer en E-mailadres.

Deelnemen aan chatgroepen

De weergave Chatgroepen bevat een lijst met chatgroepen die u hebt opgeslagen of waaraan u op dat moment deelneemt.
Druk op om deel te nemen aan een opgeslagen chatgroep.
Kies Opties > Chatgroep verlaten om de chatgroep te verlaten.
80

Chatberichten

Als u deelneemt aan een chatgroep, kunt u de berichten bekijken die daar worden uitgewisseld en kunt u uw eigen berichten verzenden.
Als u een bericht wilt verzenden, schrijft u het bericht in het berichtveld en drukt u op .
Als u een privé-bericht naar een deelnemer wilt verzenden, kiest u Opties > Privéber. verz..
Als u een privé-bericht wilt beantwoorden dat u hebt ontvangen, selecteert u het bericht en kiest u Opties >
Beantwoorden.
Als u online chatcontacten wilt uitnodigen om deel te nemen aan de chatgroep, kiest u Opties > Uitnod.
verzenden.
Als u van bepaalde ontvangers geen berichten meer wilt ontvangen, kiest u Opties > Blokkeeropties.
Chatsessies opnemen
Als u de berichten wilt opnemen die worden uitgewisseld tijdens een conversatie of terwijl u deelneemt aan een chatgroep, kiest u Opties > Chat opnemen. Als u de opname wilt stoppen, kiest u Opties > Opname stoppen. Als u de opgenomen chatsessies wilt bekijken, gaat u naar de hoofdweergave en kiest u Opgen. chats.

Conversaties weergeven en starten

In de weergave Gesprekken ziet u een lijst met de afzonderlijke deelnemers aan de conversatie met wie u op dat moment een conversatie voert. Actieve conversaties worden automatisch gesloten wanneer u Chatten afsluit.
Als u een conversatie wilt bekijken, bladert u naar een deelnemer en drukt u op .
Als u de conversatie wilt voortzetten, schrijft u uw bericht en drukt u op .
Als u naar de lijst met conversaties wilt teruggaan zonder de conversatie te sluiten, kiest u Terug. Als u de conversatie wilt sluiten, kiest u Opties > Gesprek
beëindigen.
Als u een nieuwe conversatie wilt starten, kiest u Opties >
Nieuw gesprek.
Als u een deelnemer aan een conversatie wilt opslaan als een van uw chatcontacten, kiest u Opties > Toev.
aan chatcont..
Als u inkomende berichten automatisch wilt beantwoorden, kiest u Opties > Autom. antw. aan. U kunt gewoon berichten blijven ontvangen.
Berichten
81

Chatcontacten

In de weergave Chatcontacten kunt u lijsten met chatcontacten van de server ophalen of een nieuw chatcontact aan de lijst met contacten toevoegen.
Berichten
Wanneer u inlogt bij de server, wordt automatisch de eerder gebruikte lijst met chatcontacten van de server opgehaald.

Instellingen voor de chatserver

Kies Opties > Instellingen > Serverinstellingen. Deze instellingen worden gewoonlijk via een speciaal SMS­bericht verstrekt door de serviceprovider die de chatservice aanbiedt. U ontvangt uw gebruikers-id en wachtwoord van de serviceprovider wanneer u zich voor de service registreert. Als u uw gebruikers-id of wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de serviceprovider.
Servers - Hiermee geeft u een lijst weer van alle
gedefinieerde chatservers.
Standaardserver - Hiermee kunt u een andere chatserver
kiezen die u wilt verbinden.
Login-type chat - Als u automatisch wilt inloggen
wanneer u Chatten start, kiest u Bij start toep.. Als u een nieuwe server wilt toevoegen aan uw lijst met
chatservers, kiest u Servers > Opties > Nieuwe server. Voer de volgende instellingen in:
Servernaam - de naam voor de chatserver; Toegpnt in gebruik - het toegangspunt dat u voor
de server wilt gebruiken;
Webadres - het URL-adres van de chatserver; Gebruikers-ID - uw gebruikers-id; Wachtwoord - uw inlogwachtwoord.
82

Contacten (adresboek)

Druk op en kies Contacten. In Contacten kunt u contactgegevens opslaan en bijwerken, zoals telefoonnummers, privé-adressen of e-mailadressen van uw contacten. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aan een contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantal ontvangers tegelijk kunt sturen. U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in Contacten. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 71. Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten.
Als u het aantal contacten en groepen, en de hoeveelheid beschikbaar geheugen in Contacten wilt bekijken, kiest u Opties > Contactinfo.
Namen en nummers opslaan en bewerken
1 Kies Opties > Nieuw contact. 2 Vul de gewenste velden in en kies Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, gaat u naar de contactkaart die u wilt bewerken en kiest u Opties > Bewerken. U kunt ook zoeken naar het
gewenste contact door de eerste letters van de naam in te voeren in het zoekveld. Op het display verschijnt een lijst met de contacten waarvan de naam begint met de betreffende letters.
Tip! Als u contactkaarten wilt toevoegen en bewerken, kunt u ook Nokia Contacts Editor in Nokia PC Suite gebruiken.
Als u een miniatuurafbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, opent u de contactkaart en kiest u Opties >
Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg.. De
miniatuur wordt weergegeven zodra de bijbehorende contactpersoon belt.
Beluister het spraaklabel dat aan het contact is toegewezen door naar een contactkaart te bladeren en op de bladertoets te drukken. Kies vervolgens Opties >
Sprklabel afspelen. Zie ‘Spraakgestuurd bellen’ op pag. 88.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u het kaartje dat u wilt verzenden. Kies Opties > Zenden >
Via SMS, Via multimedia, Via e-mail, Via Bluetooth
of Via infrarood. Zie ‘Berichten’ op pag. 65 en ‘Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 108.
Contacten (adresboek)
83
Tip! Als u contactkaarten wilt afdrukken op een
compatibele, met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 Mobile Printer of HP Photosmart 8150), kiest u Opties > Afdrukken.
Als u een contact aan een groep wilt toevoegen, kiest u
Opties > Toev. aan groep (wordt alleen weergegeven als
u een groep hebt gemaakt). Zie ‘Contactgroepen maken’ op pag. 86.
Contacten (adresboek)
Tip! Als u wilt controleren tot welke groep een contactpersoon behoort, gaat u naar die contactpersoon en kiest u Opties > Hoort bij groepen.
Als u een contactkaart wilt verwijderen uit Contacten, selecteert u een kaart en drukt u op . Als u meerdere contactkaarten tegelijk wilt verwijderen, drukt u op en om de contactpersonen te markeren en drukt u op om de contactkaarten te verwijderen.

Standaardnummers en -adressen

U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een contactkaart. Als een contactpersoon dan meerdere nummers of adressen heeft, kunt u gemakkelijk bellen of de contactpersoon een bericht sturen op een bepaald nummer of adres. Het standaardnummer wordt ook gebruikt als u spraakgestuurd belt.
1 Ga naar Contacten, selecteer een contact en druk
op .
2 Kies Opties > Standaardnummers. 3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en kies Toewijz..
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardadres of -nummer wordt onderstreept op de contactkaart.

Contactgegevens kopiëren

Als u namen en nummers van een SIM-kaart naar het apparaat wilt kopiëren, drukt u op en kiest u Contacten > Opties > SIM-contacten > SIM-
telefoonboek. Selecteer de namen die u wilt kopiëren
en kies vervolgens Opties > Kopie naar Contact.. Als u contactpersonen naar de SIM-kaart wilt kopiëren,
drukt u op en kiest u Contacten. Selecteer de namen die u wilt kopiëren en kies Opties > Kopieer naar SIM of Opties > Kopiëren > Naar SIM-telef.boek. Alleen de velden van de contactkaart die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden gekopieerd.
Tip! U kunt uw contactpersonen synchroniseren met een compatibele pc waarop Nokia PC Suite is geïnstalleerd.
84
SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Druk op en kies Contacten > Opties > SIM-
contacten > SIM-telefoonb. om de namen en nummers
te bekijken die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. In het SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen aan of kopiëren naar contactpersonen en kunt u deze nummers bewerken. Bovendien kunt u van hieruit oproepen doen.
Als u de lijst met vaste nummers wilt bekijken, kiest u Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste contacten. Deze instelling wordt alleen weergegeven als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Als u de oproepen vanaf het apparaat wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers, kiest u Opties > Vaste
nrs. activeren. U hebt uw PIN2-code nodig om vaste
nummers in en uit te schakelen of om contacten met een vast nummer te bewerken. Neem contact op met uw serviceprovider als u de code niet hebt. Kies Opties >
Nieuw SIM-contact als u nieuwe telefoonnummers wilt
toevoegen aan de lijst met vaste nummers. Voor deze functies hebt u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn pakketgegevensverbindingen niet mogelijk, behalve wanneer u SMS-berichten verzendt via een pakketgegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer van de berichtencentrale en het telefoonnummer van de ontvanger worden opgenomen in de lijst met vaste nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Beltonen toevoegen voor contactpersonen

Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de beltoon voor die persoon afgespeeld (als het nummer van de beller wordt meegezonden met de oproep en door het apparaat wordt herkend).
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga naar
de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
2 Kies Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met beltonen
weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de gehele groep.
U verwijdert de beltoon door Standaard beltoon te selecteren in de lijst met beltonen.
Contacten (adresboek)
85

Contactgroepen maken

1 Druk in Contacten op om de groepenlijst
te openen.
2 Kies Opties > Nieuwe groep. 3 Typ een naam voor de groep of gebruik
de standaardnaam, en kies OK.
4 Open de groep en kies Opties > Leden toevoegen. 5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze
te markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen
Contacten (adresboek)
die u wilt toevoegen.
6 Kies OK om de contactpersonen aan de groep toe
te voegen.
Als u de naam van een groep wilt wijzigen, kiest u Opties >
Naam wijzigen. Voer vervolgens de nieuwe naam in en
kies OK.

Leden uit een groep verwijderen

1 Open in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen. 2 Ga naar de gewenste contactpersoon en kies Opties >
Verwijder uit groep.
3 Kies Ja om de contactpersoon uit de groep
te verwijderen.
86

Bellen

Spraakoproepen

Tip! Gebruik de volumetoets aan de zijkant van
het apparaat als u tijdens een gesprek het volume wilt regelen.
1 Voer in de stand-by modus het telefoonnummer,
inclusief het netnummer, in. Druk op als u een nummer wilt verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan), kiest u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen. 3 Druk op om het gesprek te beëindigen
(of de oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een andere toepassing actief is.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, drukt u op en selecteert u Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer in het zoekveld de eerste letters van de naam in. De gevonden namen worden getoond. Duk op om een nummer te kiezen. Selecteer het oproeptype
Spraakoproep.
U moet de contactpersonen kopiëren van de SIM-kaart
Bellen
naar Contacten voordat u op deze manier kunt bellen. Zie ‘Contactgegevens kopiëren’ op pag. 84.
Houd ingedrukt in de stand-by modus als u uw voicemailbox (netwerkdienst) wilt bellen. Zie ook ‘Doorschakelen’ op pag. 139.
Tip! Druk op en kies Instrum. > Voicemail >
Opties > Nummer wijzigen als u het nummer van
uw voicemailbox wilt wijzigen. Voer het nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en kies OK.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen in de stand­by modus, drukt u op . Ga naar het nummer en druk op .

Een conferentiegesprek voeren

1 Bel de eerste deelnemer. 2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, kiest
u Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt
u de eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen. Hiervoor kiest u Opties > Conferentie.
87
Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer aan het gesprek toe te voegen en kies Opties > Conferentie >
Bellen
Toev. aan confer.. Conferentiegesprekken tussen
maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers, kiest u Opties > Conferentie > Privé. Selecteer een deelnemer en kies Privé. Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Als u het privé-gesprek hebt beëindigd, kiest u Opties > Conferentie > Toev. aan confer. om terug te keren naar het conferentiegesprek. Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, kiest u Opties > Conferentie >
Deelnemer verwijd., gaat u naar een deelnemer
en kiest u Verwijd..
4 Druk op om het actieve conferentiegesprek
te beëindigen.

Bellen met een snelkeuzetoets

Als u snelkeuze wilt activeren, drukt u op en selecteert u Instrum. > Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan.
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen ( - ), drukt u op en kiest u Instrum. > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het
telefoonnummer wilt toewijzen en kies Opties > Toewijz..
is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u wilt bellen in de stand-by modus, drukt u op de snelkeuzetoets en vervolgens op .

Spraakgestuurd bellen

Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren, opent u een contactkaart en kiest u Opties > Sprklabel afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
88
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1 Als u spraakgestuurd bellen wilt starten, houdt u in de
stand-by modus de rechterselectietoets ingedrukt. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer gekozen. Als de herkende contactpersoon niet juist is, kiest u Volgende als u een lijst met andere overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen, wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel, Mobiel
(thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis)
en Tel. (werk).

Videogesprekken

Wanneer u een video-oproep doet (netwerkdienst), kunnen u en de ontvanger van de oproep een videoclip rechtstreeks bekijken. Het live videobeeld of het videobeeld dat is vastgelegd met de camera in het apparaat, wordt weergegeven aan de ontvanger van het videogesprek.
Als u een videogesprek wilt voeren, moet u beschikken over een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van een UMTS-netwerk bevinden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op videogespreksdiensten.
Videogesprekken kunnen alleen worden uitgevoerd tussen twee partijen. U kunt het videogesprek voeren naar een compatibel mobiel apparaat of een ISDN-client. U kunt geen videogesprekken voeren wanneer er een andere spraak-, video- of gegevensoproep actief is.
Pictogrammen:
U ontvangt geen videogegevens (de ontvanger verzendt geen videogegevens of deze worden niet overgedragen door het netwerk).
U hebt de verzending van videogegevens vanaf het apparaat geweigerd. Zie ‘Bellen’op pag. 131 als u een foto wilt verzenden.
Bellen
89
Ook als u de verzending van videoclips tijdens een videogesprek hebt geweigerd, wordt de oproep als videogesprek in rekening gebracht. Informeer bij
Bellen
de serviceprovider naar de tarieven.
1 Als u een videogesprek
wilt starten, voert u het telefoonnummer in de stand-by modus in of selecteert u Contacten en kiest u een contactpersoon.
2 Kies Opties > Bellen >
Video-oproep.
De tweede camera aan de voorzijde wordt standaard gebruikt voor videogesprekken. Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. De melding Wachten op videoafbeelding wordt weergegeven. Als de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt doen of een SMS- of multimediabericht wilt verzenden.
Het videogesprek is actief wanneer u twee video­afbeeldingen ziet en een geluidsclip hoort via de luidspreker. De ontvanger van de oproep kan de verzending
van videoclips ( ) weigeren. In dat geval hoort u het geluid en wordt er mogelijk een foto of een grijze achtergrondafbeelding weergegeven.
Als u wilt schakelen tussen het weergeven van video of alleen het horen van geluid, selecteert u Inschakelen/
Uitschakelen > Video verzenden, Audio verzenden of Audio & video vrzndn.
Gebruik de zoomtoetsen om Inzoomen of Uitzoomen te selecteren als u wilt in- of uitzoomen op uw eigen afbeelding. Het zoomsymbool verschijnt boven in het scherm.
Als u de positie van de verzonden videobeelden in de weergave wilt wisselen, kiest u Beeld wisselen.
Druk op om het videogesprek te beëindigen.

Videobeelden delen

Gebruik Video delen (netwerkdienst) als u tijdens een spraakoproep live videobeelden of een videoclip van het mobiele apparaat naar een ander compatibel mobiel apparaat wilt verzenden. Nodig een ontvanger uit om de live videobeelden of een videoclip die u wilt delen te bekijken. Het delen start automatisch zodra de ontvanger de uitnodiging heeft geaccepteerd.
De luidspreker is actief wanneer u Video delen activeert. Als u de luidspreker niet wilt gebruiken voor de
90
spraakoproep terwijl u video deelt, kunt u ook een compatibele hoofdtelefoon gebruiken. Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert u Opties > Video
delen > Live of Clip.
Als u het delen van video's wilt beëindigen, kiest u Stop. Het delen van videobeelden wordt ook beëindigd wanneer de actieve spraakoproep eindigt.

Vereisten voor het delen van videobeelden

Omdat voor Video delen een UMTS-verbinding vereist is, is het gebruik van Video delen afhankelijk van de beschikbaarheid van een UMTS-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van de dienst en het netwerk en de kosten die aan het gebruik van deze dienst zijn verbonden.
Als u Video delen wilt gebruiken, moet u het volgende nagaan:
• Controleer of het apparaat is ingesteld voor verbindingen van persoon tot persoon. Zie ‘Instellingen’ op pag. 91.
• Controleer of u een actieve UMTS-verbinding hebt en zich binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied bevindt. Zie ‘Instellingen’ op pag. 91. Als u de deelsessie begint binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied en er een overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt de deelsessie
onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet. U kunt Video delen niet starten wanneer u zich buiten het UMTS-dekkingsgebied bevindt (bijvoorbeeld in een GSM-netwerk).
• Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand uitnodigt voor een deelsessie en deze persoon zijn telefoon heeft uitgeschakeld, zich niet in een UMTS­netwerkdekkingsgebied bevindt, Video delen niet heeft geïnstalleerd of geen verbindingen van persoon tot persoon heeft ingesteld, weet de ontvanger niet dat u een uitnodiging hebt verzonden. U ontvangt echter een foutbericht dat de ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.

Instellingen

Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken. Door een SIP-profiel in te stellen, kunt u een live verbinding van persoon tot persoon tot stand brengen met een ander compatibel apparaat. Het SIP-profiel moet ook worden ingesteld om een deelsessie te kunnen ontvangen.
Bellen
91
Vraag uw serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. De serviceprovider stuurt de instellingen door de ether of geeft u een lijst met
Bellen
de benodigde parameters. Als u het SIP-adres van een ontvanger kent, kunt u het
invoeren op de contactkaart voor de desbetreffende persoon. Open Contacten vanuit het hoofdmenu van het apparaat en open de contactkaart of maak een nieuwe kaart voor die persoon. Kies Opties > Detail toevoegen >
SIP of Weergave delen (de juiste optie is afhankelijk van
de netwerkoperator). Voer het SIP-adres in met de indeling gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).
Als u geen SIP-adres weet voor de contactpersoon, kunt u ook het al opgeslagen telefoonnummer van de ontvanger gebruiken, inclusief het landnummer, bijvoorbeeld +32, om videobeelden te delen. Als in het telefoonnummer dat is opgeslagen in Contacten, het landnummer niet is opgenomen, kunt u het landnummer toevoegen wanneer u de uitnodiging verzendt.
UMTS-verbindingsinstellingen
Ga als volgt te werk als u de UMTS-verbinding wilt instellen:
• Neem contact op met uw serviceprovider om een overeenkomst op te stellen voor het gebruik van het UMTS-netwerk.
• Controleer of de verbindingsinstellingen voor het UMTS-toegangspunt van het apparaat goed zijn geconfigureerd. Zie ‘Verbinding’ op pag. 133 voor hulp.

Live video en videoclips delen

Voor het ontvangen van een deelsessie moet het apparaat van de ontvanger ondersteuning bieden voor Video delen en moet de ontvanger de vereiste instellingen op zijn compatibele mobiele apparaat configureren. Zowel u als de ontvanger moet bij de dienst zijn geregistreerd voordat het delen kan beginnen.
Live video
1 Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert
u Opties > Video delen > Live en opent u het toetsenbord.
2 Het apparaat verzendt een uitnodiging naar het SIP-
adres dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Als voor de ontvanger meerdere SIP-adressen op de contactkaart staan, kiest u het SIP-adres waarnaar u de uitnodiging wilt sturen. Vervolgens kiest u Selecteer om de uitnodiging te verzenden. Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat, voert u het SIP-adres in. Kies OK om de uitnodiging te verzenden.
92
Als u geen SIP-adres weet voor de contactpersoon, voert u het telefoonnummer van de ontvanger in inclusief het landnummer, als dit nog niet is opgeslagen in Contacten.
3 Het delen start automatisch zodra de ontvanger
de uitnodiging heeft geaccepteerd. De luidspreker is actief. U kunt ook een compatibele headset voor de spraakoproep gebruiken.
4 Kies Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Kies Doorgaan als u het delen wilt hervatten.
5 Kies Stop als u de deelsessie wilt beëindigen.
Druk op de beëindigingstoets als u de spraakoproep wilt beëindigen.
Als u de gedeelde live video wilt opslaan, drukt u op
Opslaan om de vraag Gedeelde videoclip opslaan?
bevestigend te beantwoorden. De gedeelde video wordt opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij.
Videoclip
1 Selecteer Opties > Video delen > Clip wanneer een
spraakoproep actief is. Er wordt een lijst geopend met videoclips die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen of op de compatibele geheugenkaart.
2 Selecteer een videoclip die u wilt delen.
De voorbeeldweergave wordt geopend. Selecteer
Opties > Afspelen als u een voorbeeld van de clip
wilt bekijken.
3 Kies Opties > Uitnodigen.
Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een indeling waarin u deze het beste kunt delen. Clip moet
worden geconverteerd voor delen. Doorgaan? wordt
weergegeven. Kies OK. Het apparaat verzendt een uitnodiging naar het SIP­adres dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Als voor de ontvanger meerdere SIP-adressen op de contactkaart staan, kiest u het SIP-adres waarnaar u de uitnodiging wilt sturen. Vervolgens kiest u Selecteer om de uitnodiging te verzenden. Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat, voert u het SIP-adres in. Kies OK om de uitnodiging te verzenden. Als u geen SIP-adres weet voor de contactpersoon, voert u het telefoonnummer van de ontvanger in inclusief het landnummer, als dit nog niet is opgeslagen in Contacten.
4 Het delen start automatisch zodra de ontvanger
de uitnodiging heeft geaccepteerd.
5 Kies Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Kies Opties > Doorgaan als u de deelsessie wilt hervatten. Blader omhoog of omlaag als u de videoclip snel vooruit of terug wilt spoelen.
6 Druk op Afspelen als u de clip opnieuw wilt afspelen.
Bellen
93
7 Kies Stop als u de deelsessie wilt beëindigen.
Druk op de beëindigingstoets als u de spraakoproep
Bellen
wilt beëindigen.
Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delen van een videoclip, wordt de deelsessie onderbroken. Selecteer vanuit de actieve standby-modus Opties > Doorgaan als u wilt terugkeren naar de weergave voor het delen van video om verder te gaan met de deelsessie. Zie ‘De modus Actief standby’ op pag. 124.

Een uitnodiging accepteren

Wanneer iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil, gaat het over wanneer u een uitnodiging ontvangt.
Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt en uw apparaat is uitgeschakeld of u zich niet in een gebied met UMTS-netwerkdekking bevindt, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kiest u een van de volgende opties:
Accept. - Hiermee start u de deelsessie. Weigeren - Hiermee weigert u de uitnodiging. De afzender
ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt geweigerd.
U kunt ook op de beëindigingstoets klikken om de deelsessie te weigeren en de spraakoproep te verbreken.
Druk op Dempen wanneer u een videoclip ontvangt en u het geluid hiervan wilt dempen.
Als u het delen van video's wilt beëindigen, kiest u Stop. Het delen van videobeelden wordt ook beëindigd wanneer de actieve spraakoproep eindigt.
Een oproep beantwoorden of weigeren
Druk op om de oproep te beantwoorden. Als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt
uitschakelen, kiest u Stil.
Tip! Zie ‘Profielen - Tonen instellen’ op pag. 121 voor meer informatie over het aanpassen van beltonen aan omstandigheden en gebeurtenissen (als u bijvoorbeeld wilt dat het apparaat niet hoorbaar overgaat).
Druk op als u een oproep niet wilt beantwoorden. Als u de functie Doorsch.inst. > Spraakoproepen > Indien
bezet hebt geactiveerd om oproepen door te schakelen,
worden geweigerde oproepen ook doorgeschakeld. Zie ‘Doorschakelen’ op pag. 139.
Wanneer u een inkomende oproep weigert, kunt u een SMS-bericht naar de beller verzenden waarin u aangeeft
94
waarom u de oproep niet hebt beantwoord. Kies Opties >
SMS verzenden. U kunt de tekst bewerken voordat u deze
verzendt. Zie ‘Bellen’ op pag. 131 als u deze optie wilt instellen en een standaard-SMS-bericht wilt schrijven.
Een videogesprek beantwoorden of weigeren
Wanneer u een videogesprek ontvangt, wordt weergegeven.
Tip! U kunt een beltoon toewijzen voor
videogesprekken. Druk op en kies Profielen.
Druk op om het videgesprek te beantwoorden.
Verzenden videobericht naar beller toestaan? wordt
op het scherm weergegeven. Als u wilt beginnen met het verzenden van live video, kiest u Ja.
Als u het videgesprek niet activeert, wordt het verzenden van videobeelden niet geactiveerd en hoort u alleen het geluid van de beller. In plaats van de videobeelden ziet u een grijs scherm. Zie ‘Bellen’, Afb. in video-oproep op pag. 131 als u het grijze scherm wilt vervangen door een foto die is gemaakt met de camera in het apparaat.
Druk op om het videogesprek te beëindigen.

Oproep in wachtrij (netwerkdienst)

U kunt een oproep beantwoorden terwijl u al een gesprek voert als u de functie Oproep in wachtrij hebt geactiveerd in Instrum. > Instellingen > Bellen > Oproep in wachtrij.
Druk op om de oproep in de wachtrij te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, kiest u Wisselen Kies Opties > Doorverbinden om het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand met elkaar te verbinden en zelf de verbinding te verbreken. Druk op om het actieve gesprek te beëindigen. Als u beide oproepen wilt beëindigen, kiest u Opties > Alle oproep. beëind..

Opties tijdens een spraakoproep

Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn netwerkdiensten. Via Opties kunt u tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Dempen of Dmp oph., Aannemen, Weigeren, Wisselen, Standby of Oproep activeren, Telefoon insch., Luidspreker insch. of Handsfree insch. (als er een
compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-technologie is aangesloten), Actieve opr. beëind. of Alle oproep.
beëind., Nieuwe oproep, Conferentie, Doorverbinden
en Actief standby openen. Maak een keuze uit de volgende opties:
Bellen
95
Vervangen - Hiermee beëindigt u een actieve oproep
en vervangt u deze door de oproep in de wachtstand te beantwoorden.
Bellen
MMS verzenden (alleen in UMTS-netwerken) - Hiermee
verzendt u een afbeelding of een videoclip in een multimediabericht naar de andere deelnemer van de oproep. U kunt het bericht bewerken en de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Druk op om het bestand te verzenden naar een compatibel apparaat (netwerkdienst).
DTMF verzenden - Hiermee kunt u DTMF-tonen
verzenden, zoals een wachtwoord. Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op . Kies OK om de toon te verzenden.
Tip! U kunt DTMF-tonen toevoegen aan de velden
Telefoonnummer of DTMF op een contactkaart.

Opties tijdens een videogesprek

Via Opties kunt u tijdens een videogesprek de volgende functies activeren: Inschakelen of Uitschakelen (video en/ of audio), Telefoon insch. (als u een compatibele hoofdtelefoon via een Bluetooth-verbinding hebt aangesloten op het apparaat) of Handsfree insch. (om de audio door te geven aan een compatibele hoofdtelefoon die u via een Bluetooth-verbinding
hebt aangesloten op het apparaat), Luidspreker insch.,
Actieve opr. beëind., Actief standby openen, Hoofdcamera/Tweede camera, Beeld wisselen, Inzoomen/Uitzoomen en Help.
De beschikbare opties variëren.

Logboek

Als u de telefoonnummers wilt bijhouden van gemiste en ontvangen oproepen en gekozen nummers voor spraakoproepen, drukt u op en selecteert u Toepass. >
Logboek > Recente opr.. Gemiste en ontvangen oproepen
worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt en het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen, kiest u Opties > Wis recente oproep. in de weergave voor recente oproepen. Als u een van de lijsten met oproepen wilt wissen, opent u de desbetreffende lijst en kiest u Opties > Lijst wissen. Als u een afzonderlijk item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het gewenste item en drukt u op .
96

Duur oproep

Druk op en selecteer Toepass. > Logboek > Duur
oproep als u de duur van inkomende en uitgaande
oproepen wilt bijhouden. Als u timers voor de gespreksduur wilt weergeven of
verbergen terwijl u een actieve oproep hebt, selecteert u Toepass. > Logboek > Opties > Instellingen > Duur
oproep tonen > Ja of Nee.
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Als u gespreksduurgegevens wilt wissen, kiest u Opties >
Timers op nul. U hebt hiervoor de blokkeringscode nodig.
Zie ‘Telefoon en SIM’ op pag. 136.

Packet-gegevens

Druk op en kies Toepass. > Logboek > Packet-ggvns als u wilt controleren hoeveel gegevens er zijn verzonden en ontvangen tijdens pakketgegevensverbindingen. De kosten van pakketgegevensverbindingen worden bijvoorbeeld mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden/ontvangen gegevens.

Alle communicatiegebeurtenissen controleren

Pictogrammen in Logboek:
Inkomend Uitgaand Gemiste communicatiegebeurtenissen
Als u alle geregistreerde spraakoproepen, SMS­berichten of gegevensverbindingen wilt controleren, drukt u op , kiest u Toepass. > Logboek en drukt u op de bladertoets naar rechts om het algemene logboek te openen. U kunt per communicatiegebeurtenis de afzender of ontvanger, het telefoonnummer, de serviceprovider of het toegangspunt bekijken. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis van de logboekgegevens nieuwe contactkaarten maken.
Tip! Druk op en kies Berichten > Verzonden
om een lijst met verzonden berichten te bekijken.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen wordt verzonden via een pakketgegevensverbinding,
Bellen
97
gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of webpagina's worden weergegeven
Bellen
als pakketgegevensverbindingen. Als u een onbekend telefoonnummer uit Logboek wilt
toevoegen aan uw contactpersonen, kiest u Opties > Toev.
aan Contact..
Als u het logboek wilt filteren, kiest u Opties > Filter en een filter.
Als u de inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen, kiest u Opties > Logboek wissen. Kies Ja ter bevestiging.
Als u Duur vermelding log wilt inschakelen, selecteert u Opties > Instellingen > Duur vermelding log. De gebeurtenissen worden een bepaald aantal dagen bewaard, waarna ze automatisch worden gewist om geheugen vrij te maken. Als u Geen logboek selecteert, worden de lijst met recente oproepen, de leveringsrapporten van berichten en de volledige inhoud van het logboek definitief verwijderd.
Als u de details van een communicatiegebeurtenis wilt bekijken, bladert u in de algemene logboekweergave naar een gebeurtenis en drukt u op .
Tip! In de detailweergave kunt u een telefoonnummer
naar het klembord kopiëren en het bijvoorbeeld in een SMS-bericht plakken. Kies Opties > Nummer kopiëren.
Pakketgegevensteller en timer voor verbinding: Als u wilt bekijken hoeveel gegevens, gemeten in kilobytes, zijn overgebracht en hoelang een pakketgegevensverbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die wordt aangegeven met Pack. en kiest u Opties >
Gegevens bekijken.
98

Webbrowsers

Diensten

Druk op en selecteer Internet > Diensten (netwerkdienst).
Diverse aanbieders onderhouden speciale pagina's voor mobiele apparaten. Deze pagina's kunt u bekijken met de browser Diensten. Op deze pagina's wordt WML (Wireless Markup Language), XHTML (Extensible Hypertext Markup Language) of HTML (Hypertext Markup Language) gebruikt.
Als u HTML-webpagina's (Hypertext Markup Language) op internet wilt bekijken zoals ze oorspronkelijk zijn ontworpen, kiest u echter Web. Zie ‘Web’ op pag. 103.
Informeer bij uw aanbieder van webdiensten naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De aanbieder kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Sneltoets: U brengt een verbinding tot stand door
ingedrukt te houden in de stand-by modus.

Toegangspunt

Als u pagina's wilt openen, hebt u de bijbehorende dienstinstellingen nodig. Deze instellingen worden gewoonlijk via een speciaal SMS-bericht verstrekt door de serviceprovider die de pagina aanbiedt. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 71. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Tip! Het kan zijn dat de juiste instellingen beschikbaar
zijn op de website van de serviceprovider.
Instellingen handmatig opgeven
1 Druk op , selecteer Instrum. > Instell. >
Verbinding > Toegangspunten en definieer de
instellingen voor een toegangspunt. Volg de instructies van de serviceprovider. Zie ‘Verbinding’ op pag. 133.
2 Druk op en kies Diensten > Opties >
Bookmarkbeheer > Bookm. toev.. Typ een naam
voor de bookmark en het adres van de pagina die bij het huidige toegangspunt hoort.
3 Als u het nieuwe toegangspunt wilt instellen
als standaardtoegangspunt, kiest u Opties >
Instellingen > Toegangspunt.
Webbrowsers
99

De weergave Bookmarks

De weergave Bookmarks wordt geopend wanneer u Diensten kiest.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen naar internetsites van derden.
Webbrowsers
U hebt via uw apparaat mogelijk ook toegang tot andere sites van derden. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia, en Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud voorzorgsmaatregelen treffen.
geeft de startpagina aan die voor het
standaardtoegangspunt is gedefinieerd.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de overdracht van gegevens tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Kies Opties > Gegevens > Beveiliging om gegevens te bekijken over de verbinding, de coderingsstatus en de server- en gebruikersverificatie.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Zie ook ‘Certificaatbeheer’ op pag. 137.

Surfen

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Selecteer een bookmark of typ het adres in het veld ( ) als u een pagina wilt downloaden.
Nieuwe koppelingen op een browserpagina zijn blauw onderstreept en bezochte koppelingen zijn paars. Afbeeldingen die als koppeling fungeren, krijgen een blauwe rand.
U kunt koppelingen openen en items selecteren door op te drukken.
Sneltoets: Gebruik om naar het einde van een pagina te gaan en om naar het begin van een pagina te gaan.
100
Loading...