van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op
de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden
aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt
voor uw apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn
voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Meer
informatie vindt u op www.nokia.com onder het product Eco-Verklaring
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het
product RM-133 in overeenstemming is met de
essentiële eisen en andere relevante bepalingen
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for
personal and noncommercial use in connection with information which has been
encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged
in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with
MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall
be implied for any other use. Additional information, including that related to
promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC.
See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor
privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privéen niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder
ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt
zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen
aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT,
ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF
VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE
VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT
GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID,
BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT
IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN
TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT
DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Exportbepalingen
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze
producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier
voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de
nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer
uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem
contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet
aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit
apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg
hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door
Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur
te werken tenietdoen.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt
zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband
met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele
eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen
verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de
functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het
materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN
WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN
HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH
GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT)
GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN,
AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 4 NL, 9252073
Inhoud
Voor uw veiligheid.....................................7
Get connected..........................................11
Uw Nokia N73 .........................................12
De batterij opladen .............................................................12
Opladen en ontladen........................................................145
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen........................................................146
Behandeling en onderhoud.................. 148
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 149
Index ...................................................... 153
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat
niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de positie die in
de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak
de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Sluit geen incompatibele producten aan.
7
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat
aansluit, dient u eerst de handleiding van het
desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld
en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op
de end-toets om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar de stand-by modus. Voer
het alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in netwerken van
het type EGSM 850/900/1800/1900 en UMTS 2100. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere
verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat
blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen
en toepassingen, en andere schadelijke inhoud.
Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer
verbindingsverzoeken, download content en accepteer
installaties alleen van betrouwbare bronnen. Als u de
beveiliging van het apparaat wilt vergroten, kunt
u overwegen antivirusprogramma's, firewalls en andere
verwante software te installeren, te gebruiken,
en regelmatig bij te werken op het apparaat en
aangesloten computers.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief
beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd,
overgedragen of doorgestuurd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
8
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen naar internetsites van derden.
U hebt via uw apparaat mogelijk ook toegang tot andere
sites van derden. Sites van derden zijn niet verbonden met
Nokia, en Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er
geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken,
moet u op het gebied van beveiliging of inhoud
voorzorgsmaatregelen treffen.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van een draadloze
verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken
beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke
regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat
u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten.
Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen
hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief
kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen
ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens
en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan
ook beschikken over een speciale configuratie, zoals
veranderingen in menunamen, menuvolgorde en
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact
op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor het gebruik
van bepaalde functies van dit apparaat, zoals MMS,
internet, e-mail, en inhoudsdownloads met de browser
of via MMS, is netwerkondersteuning vereist.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over
beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere
leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze
bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is ontworpen voor
gebruik met laders van het type DC-4, AC-3 of AC-4, en
voor laders van het type AC-1, ACP-7, ACP-8, ACP-9,
9
ACP-12, LCH-9 of LCH-12 (indien de lader wordt gebruik
in combinatie met een CA-44-laderadapter).
Het batterijtype dat in dit apparaat moet worden gebruikt,
is BP-6M.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere
typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen
en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
10
Get connected
Gebruik het apparaat in een 2G- en 3G-netwerk. Zie ‘Over
dit apparaat’ op pag. 8.
Gebruik Bluetooth-technologie om bestanden over te
brengen en verbinding te maken met compatibel
toebehoren. Zie ‘Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 106.
Gebruik infrarood om gegevens over te brengen
en te synchroniseren tussen compatibele apparaten.
Zie ‘Infraroodverbinding’ op pag. 110.
Gebruik een compatibele USB-gegevenskabel, bijvoorbeeld
de Nokia Connectivity Cable CA-53, om het apparaat aan
te sluiten om compatibele apparaten, zoals printers en
pc's. Zie ‘Gegevenskabel’ op pag. 111.
Gebruik een compatibele miniSD-kaart om gegevens over
te brengen of back-ups te maken. Zie ‘Geheugenkaart’
op pag. 16.
Get connected
11
Uw Nokia N73
Modelnummer: Nokia N73-1.
Hierna aangeduid als de Nokia N73. Als een functie in deze
handleiding alleen beschikbaar is in de oorspronkelijke
editie van de Nokia N73 of de Nokia N73 Music Edition,
Uw Nokia N73
wordt dit in het gedeelte met de beschrijving van de
betreffende functie aangegeven door naar de Nokia N73 (oorspronkelijke editie) of Nokia N73 Music Edition te
verwijzen. Op de verpakking van het apparaat kunt u zien
of het apparaat de oorspronkelijke Nokia N73 of de
Nokia N73 Music Edition is.
De batterij opladen
1 Sluit een compatibele lader aan op een stopcontact.
2 Sluit het snoer aan op het apparaat. Als de batterij
helemaal leeg is, kan het even duren voordat de
indicator gaat bewegen.
3 Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt
u de lader los van het apparaat en daarna van het
stopcontact.
12
Instellingen
In de Nokia N73 zijn instellingen voor mobiel internet
en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans
automatisch geconfigureerd in het apparaat op basis van
de gegevens van de serviceprovider. De instellingen van
uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat
geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de
serviceproviders in een SMS-bericht.
Als u de algemene instellingen in het apparaat wilt
wijzigen, zoals taal, stand-by modus en weergaveinstellingen, raadpleegt u ‘Telefoon’ op pag. 130.
Inhoud vanaf een ander
apparaat overbrengen
U kunt inhoud, zoals contactgegevens, gratis van een
compatibel Nokia-apparaat naar uw Nokia N73
overbrengen via een Bluetooth- of infraroodverbinding.
Het soort inhoud dat kan worden overgebracht, is
afhankelijk van het type telefoon. Als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen
het andere apparaat en de Nokia N73 synchroniseren.
U kunt de SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen.
Wanneer de Nokia N73 wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt het offline profiel automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing de eerste keer gebruikt, drukt
uop en selecteert u Instrum. > Overdracht.
Als u de toepassing al eerder hebt gebruikt en opnieuw
gegevens wilt overbrengen, selecteert u Overdr.ggvns.
Kies Doorgaan in de informatieweergave.
2 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te dragen. Beide
apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
3 Ga als volgt te werk als u een Bluetooth-verbinding
gebruikt:
Kies Doorgaan als u wilt zoeken naar andere apparaten
met Bluetooth-connectiviteit. Kies het andere apparaat
in de lijst. U wordt gevraagd een code in te voeren
op de Nokia N73. Voer een code in (1-16 cijfers)
en kies OK. Voer dezelfde code ook in op het andere
apparaat en kies OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Zie ‘Apparaten koppelen’ op pag. 109.
De toepassing Gegev.overdr. wordt als bericht
verzonden naar het andere apparaat. Open het bericht
om Gegev.overdr. te installeren op het andere
apparaat en volg de instructies op het scherm.
Sluit de twee apparaten aan als u een
infraroodverbinding gebruikt. Zie ‘Infraroodverbinding’
op pag. 110.
4 Selecteer vanaf de Nokia N73 de inhoud die u van
het andere apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgebracht vanuit het geheugen van
het andere apparaat naar de overeenkomende locatie in
uw Nokia N73. De tijd die benodigd is voor de overdracht,
is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de
overdracht annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt
u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden.
Als u de synchronisatie met een compatibel Nokiaapparaat wilt starten, selecteert u Telefoons, gaat u naar
het apparaat en kiest u Opties > Synchroniseren. Volg de
instructies in het scherm.
Als u het logboek van een eerdere overdracht wilt bekijken,
selecteert u Overdrachtslog.
Belangrijke symbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan één of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
Uw Nokia N73
13
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Uw Nokia N73
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkdienst), is het symbool voor de eerste
lijn en het symbool voor de tweede lijn.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten
op het apparaat.
De verbinding met een compatibele hoofdtelefoon
met Bluetooth-connectiviteit is verbroken.
Er is een compatibel gehoorapparaat aangesloten
op het apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten
op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-pakketgegevensverbinding beschikbaar.
Er is een GPRS-pakketgegevensverbinding actief.
Er staat een GPRS-pakketgegevensverbinding
in de wachtstand
Er is een pakketgegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EDGE ondersteunt. geeft
aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat er
een verbinding beschikbaar is. De symbolen geven aan dat
EDGE beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt
het apparaat geen gebruik van EDGE tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding beschikbaar.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding
in de wachtstand.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit.
Er is een USB-verbinding actief.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool
op het apparaat knippert, probeert het apparaat om
verbinding te maken met het andere apparaat of is de
verbinding verbroken.
14
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op de volumetoets aan
de zijkant van het apparaat
als u het volume wilt
verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep
of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan
uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien
het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een gesprek,
kiest u Opties > Luidspreker insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen, kiest u Opties >
In dit gedeelte wordt de multimediatoets van de
Nokia N73 (oorspronkelijke editie) beschreven.
Met de multimediatoets hebt u snel toegang tot
multimediacontent en vooraf gedefinieerde toepassingen.
Houd ingedrukt om de snelkoppeling te openen die aan
de multimediatoets is toegewezen. Druk op om een lijst
met multimediatoepassingen te openen. Gebruik de
bladertoets om de gewenste toepassing te openen.
Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een
toepassing te selecteren.
Druk op en als u de snelkoppelingen wilt wijzigen.
Als u de toepassingen wilt wijzigen die worden
weergegeven wanneer u op drukt, kiest u Boven, Links,
Midden en Rechts en selecteert u de toepassing.
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u niet
kunt wijzigen.
Hoofdtelefoon
Verbind een compatibele
hoofdtelefoon met de
TM
Pop-Port
van het apparaat.
-aansluiting
Waarschuwing:
Wanneer u de
hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik
de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid
in gevaar kan brengen.
Uw Nokia N73
15
Geheugenkaart
de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens
die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Gebruik alleen compatibele miniSD-kaarten die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia
maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet
Uw Nokia N73
helemaal compatibel met dit apparaat. Incompatibele
kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen
en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Druk op en kies Instrum. > Geheugen. U kunt een
compatibele miniSD-kaart gebruiken als extra
opslagruimte en voor het maken van back-ups van
de informatie in het apparaatgeheugen.
Kies Opties > Reservekopie als u een back-up van het
apparaatgeheugen wilt maken op een compatibele
geheugenkaart.
Selecteer Opties > Herst. vanaf kaart als u de informatie
van de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten in het
apparaatgeheugen.
Druk op en kies Geh.krt verwijderen als u de
geheugenkaart wilt verwijderen.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij
de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een
dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan
16
Een wachtwoord instellen
Selecteer Opties > Wachtw. instellen als u een
wachtwoord wilt instellen om de geheugenkaart
te beveiligen. Het wachtwoord mag maximaal acht
tekens bevatten.
Selecteer Opties > Wachtw. wijzigen als u het
wachtwoord wilt wijzigen.
Als u het wachtwoord wilt verwijderen, selecteert
u Opties > Wachtw. verw..
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan
alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd.
Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg
uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart
moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties >
Geh.kaart formatt. te kiezen. Kies Ja ter bevestiging.
Bestandsbeheer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met
de bestandsnaam.
Voor een groot aantal functies van het apparaat, zoals
contacten, berichten, afbeeldingen, video’s, beltonen,
agendanotities, documenten en gedownloade
toepassingen, wordt geheugen gebruikt voor de opslag
van gegevens. De hoeveelheid beschikbaar geheugen
is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al in het
geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een compatibele geheugenkaart gebruiken als extra
opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar, zodat
u oude gegevens kunt verwijderen en nieuwe gegevens op
de geheugenkaart kunt opslaan.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het
geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart
(indien geplaatst), drukt u op en kiest u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het apparaatgeheugen ()
wordt geopend. Druk op om de weergave van de
geheugenkaart () te openen, indien beschikbaar.
Als u bestanden naar een map wilt verplaatsen of kopiëren,
drukt u tegelijkertijd op en om een bestand
te markeren, en kiest u Opties > Verplaats naar map
of Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
Geheugengebruik weergeven
Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat
bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de
verschillende gegevenstypen, kiest u Opties > Gegevens
geheugen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt
weergegeven in Vrij geheugen.
Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken
U krijgt een melding als het apparaatgeheugen
of de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over
naar een compatibele geheugenkaart, als u deze hebt.
Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen, kies Opties >
Verplaats naar map > Geheugenkaart en selecteer
een map.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken
en gegevens overbrengen.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Bestandsbeheer of gaat u naar de
desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de
volgende items verwijderen:
Uw Nokia N73
17
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen
en Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van het
apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens
Uw Nokia N73
• Agendanotities
• Gedownloade toepassingen. Zie ook
‘Toepassingsbeheer’ op pag. 125.
• Installatiebestanden (.SIS) van toepassingen die u hebt
geïnstalleerd op een compatibele miniSD-kaart; sla
eerst een back-up van de installatiebestanden op een
compatibele pc op met behulp van Nokia PC Suite.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.
Download
Downloaden (netwerkdienst) is een mobiele bron voor
inhoud die beschikbaar is op het apparaat. U kunt bladeren
door items, zoals toepassingen en mediabestanden, en
deze vanaf internet downloaden en op het apparaat
installeren.
De items zijn ingedeeld in catalogi en mappen die door
de verschillende serviceproviders worden geleverd.
Voor sommige items kan een bedrag in rekening worden
gebracht, maar meestal kunt u deze gratis bekijken.
Druk op en kies Internet > Downloaden
Zie de brochure over aanvullende toepassingen voor meer
informatie.
18
Ondersteuning
Nokia-ondersteuning
en contactgegevens
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website
van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Op de website kunt u informatie krijgen over het gebruik
van Nokia-producten en diensten. Ga naar de lijst met
plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op
www.nokia.com/customerservice als u contact
wilt opnemen met de klantenservice.
Neem voor onderhoudsdiensten contact op met
het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op
www.nokia.com/repair.
Software-updates
Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe
mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde
prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via
de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de
software op het apparaat wilt gebruiken, hebt u de
toepassing Nokia Software Updater en een
compatibele pc met Microsoft Windows 2000 of XP,
breedbandinternettoegang en een compatibele
gegevenskabel voor de verbinding tussen het
apparaat en de pc nodig.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale
Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de
toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Als het netwerk ondersteuning biedt voor softwareupdates via de ether, is het ook mogelijk om de updates
aan te vragen via het apparaat. Zie ‘Apparaatbeheer’,
‘Software-updates’ op pag. 113.
Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help.
Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor
de huidige weergave wilt openen, kiest u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Ondersteuning
19
Kies Instrum. > Help als u de Help wilt openen vanuit het
hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de
bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
Zelfstudie
Ondersteuning
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van het
apparaat. Als u de zelfstudie wilt openen via het menu,
drukt u op en kiest u Toepass. > Zelfstudie en het
gedeelte dat u wilt bekijken.
20
Camera
De Nokia N73 heeft twee camera's: een camera met een
hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera)
en een camera met een lage resolutie aan de voorkant
(de tweede camera). U kunt met beide camera's foto's
maken en video's opnemen. De tweede camera aan de
voorkant wordt gebruikt in de modus 'Staand' en de
hoofdcamera aan de achterkant in de modus 'Liggend'.
De hoofdcamera van de Nokia N73 ondersteunt een
beeldresolutie van 2048 x 1536. De beeldresolutie kan
in deze documentatie anders worden weergegeven.
De foto's en videoclips
worden automatisch
opgeslagen in de map Afb. en
video in Galerij. De foto's die
u met de camera neemt,
hebben de JPEG-indeling.
Videoclips worden
opgenomen in de
bestandsindeling .MP4 of
3GPP met de extensie .3GP
(kwaliteit Delen). Zie ‘Video-instellingen’ op pag. 29.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-
verbinding. U kunt deze ook uploaden naar een compatibel
online album. Zie ‘Online delen’ op pag. 41.
Foto's maken
Houd rekening met het volgende wanneer u een
foto neemt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager
dan die van een niet-gezoomde foto.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door
te gaan met het nemen van foto's.
Neem als volgt een foto:
1 Open het toetsenbord om de hoofdcamera te activeren.
Kies Naar afbeeldingsmodus in de actieve werkbalk als
de camera zich in de Videomodus bevindt.
2 Druk de opnametoets half in (alleen hoofdcamera) om
de focus op een onderwerp vast te zetten. U ziet het
groene symbool voor de vergrendelde focus op het
scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het
rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk
deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder
de focus te vergrendelen.
Camera
21
3 Druk op de opnametoets van de hoofdcamera om een
foto te nemen. Houd het apparaat stil totdat de foto
wordt opgeslagen.
Camera
Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat
om in of uit te zoomen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto neemt, gebruikt u de bladertoets om
in de actieve werkbalk te bladeren. Zie ‘Beeldinstellingen Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 25.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur
hebt gewijzigd.
Als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een foto neemt,
selecteert u Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen
beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen of
videoclips hebt gemaakt). Zie ‘Vrij geheugen’ op pag. 33.
Als u de camera aan de voorkant wilt gebruiken, selecteert
u Opties > Tweede camera gebr..
Sluit het toetsenbord om de hoofdcamera te sluiten.
Symbolen van de fotocamera
In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
• Het symbool voor de huidige opnamemodus (1).
• De actieve werkbalk (2), waarin u kunt bladeren
voordat u de foto neemt om de zelfontspanner of
reeksmodus te activeren of om de opnamemodus,
scène, flashmodus, witbalans, belichtingscompensatie,
kleurtoon en lichtgevoeligheid te selecteren.
(De actieve werkbalk wordt niet weergegeven tijdens
het scherpstellen en het nemen van foto's.) Zie ‘Actieve
werkbalk’ op pag. 23.
• Het beeldresolutiesymbool
(3) geeft de
kwaliteit van
de foto aan:
Afdrukken 3M –
Groot
(resolutie van
2048 x 1536),
Afdrukken 2M –
Normaal (resolutie van 1600 x 1200), Afdrukken/
e-mail 0,8M – Klein (resolutie van 1024 x 768)
of MMS 0,3M (resolutie van 640 x 480).
• De afbeeldingsteller (4) geeft aan hoeveel foto's
u ongeveer kunt nemen met de gebruikte
beeldkwaliteit en geheugenruimte (de teller wordt
tijdens focus en de opname niet weergegeven).
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en
de geheugenkaart ( ) (5) geven aan waar foto's
worden opgeslagen.
22
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u alle
zoekersymbolen wilt weergeven. Kies Pictogr. verbergen
als u alleen de camerasymbolen wilt weergeven.
Actieve werkbalk
In de camera kunt u via de
actieve werkbalk snel items
selecteren en verschillende
instellingen aanpassen
voordat en nadat u een foto
hebt gemaakt of een video
hebt opgenomen. Blader
in de actieve werkbalk naar
verschillende items en
selecteer deze door op de
bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren
afhankelijk van de huidige opnamemodus en status.
U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt
weergegeven op het scherm of wordt geactiveerd door een
toets in te drukken.
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u de actieve
werkbalk wilt weergeven op het scherm voordat en nadat
u een foto hebt gemaakt of een video hebt opgenomen.
Als u de actieve werkbalk alleen even wilt weergeven op
het moment dat u deze nodig hebt, selecteert u Opties >
Pictogr. verbergen. U kunt de actieve werkbalk
inschakelen door op de bladertoets te drukken.
Kies in de actieve werkbalk een van de volgende opties
voordat u een foto maakt of een video opneemt:
- Hiermee schakelt u tussen de video-
en afbeeldingsmodus.
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus.
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
afbeeldingen). Zie ‘Zelf op de foto - Zelfontspanner’ op
pag. 27.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen). Zie ‘Foto's nemen in een reeks’ op pag. 26.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
- Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan
(alleen afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status van
de instelling aan te geven.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van
de huidige weergave.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ‘Na het
maken van een foto’ op pag. 24, ‘Na het opnemen van een
Camera
23
video’ op pag. 29 en ‘Actieve werkbalk’ op pag. 33
in Galerij.
Camera
Na het maken van een foto
Nadat u de foto hebt gemaakt, selecteert u het volgende
in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen
afb. tonen is ingesteld op Aan in de instellingen van
de fotocamera):
• Als u de foto niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
• Als u de foto wilt verzenden via multimedia, e-mail,
Bluetooth of infrarood of als u de foto wilt uploaden
naar een compatibel online album, drukt u op de
beltoets of kiest u Zenden. Zie ‘Berichten’ op pag. 65,
‘Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 106 en ‘Online delen’
op pag. 41 voor meer informatie. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto
ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de
ontvanger van het gesprek. Kies Verzenden naar beller
(alleen beschikbaar tijdens een actief gesprek).
•Kies Toevoegen aan Print basket als u foto's wilt
toevoegen aan de afdrukwachtrij zodat u deze later
kunt afdrukken.
• Als u de foto wilt afdrukken, kiest u Afdrukken.
Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 38.
• Als u een nieuwe foto wilt nemen, kiest u Nieuwe
afbeelding.
Als u de naam van de afbeelding wilt wijzigen, selecteert
u Opties > Naam afbeeld. wijzigen.
Als u de foto wilt gebruiken als achtergrond in de actieve
standby-modus, selecteert u Opties > Instell. als
achtergrond.
Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: de Afb. config. en de begininstellingen.
Zie ‘Beeldinstellingen - Kleur en belichting aanpassen’
op pag. 25 als u Afb. config. wilt bijstellen. Als u de
camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's
weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd
blijven tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen
wilt wijzigen, kiest u Opties > Instellingen en maakt u een
keuze uit de volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit—Afdrukken 3M – Groot (resolutie
van 2048 x 1536), Afdrukken 2M – Normaal (resolutie
van 1600 x 1200), Afdrukken/e-mail 0,8M – Klein
(resolutie van 1024 x 768) of MMS 0,3M (resolutie
van 640 x 480). Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer
geheugenruimte de afbeelding inneemt. Kies Afdrukken
3M – Groot, Afdrukken 2M – Normaal of Afdrukken/
e-mail 0,8M – Klein als u de afbeelding wilt afdrukken.
Kies Afdrukken/e-mail 0,8M – Klein als u de afbeelding
24
per e-mail wilt verzenden. Kies MMS 0,3M als u de
afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de afbeelding wilt
opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja kiest,
wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen - Kies Aan als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of kies
Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding - Hiermee definieert u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) - Selecteer
Aan als u traploos digitaal en uitgebreid wilt zoomen.
Als u wel wilt inzoomen maar de geselecteerde
beeldkwaliteit behouden moet blijven, kiest u Uit.
Opnametoon - Hiermee kiest u de toon die moet klinken
bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.
Instellingen herstellen - Kies OK als u de
standaardwaarden voor de camera-instellingen wilt
herstellen.
Flash
De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt.
Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren.
Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met
weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor
de camera: Automatisch (), Rode ogen (), Aan
() en Uit ().
Kies in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus
als u de flashmodus wilt wijzigen.
Beeldinstellingen - Kleur en belichting
aanpassen
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger
wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om in de actieve
werkbalk te bladeren en kiest u een van de volgende opties:
Witbalans - Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Kleurtoon - Hiermee selecteert u een kleureffect in de lijst.
Camera
25
Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) - Hiermee
selecteert u de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe
donker de omgeving is, des de hoger de lichtgevoeligheid
moet zijn.
Camera
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen,
zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde camera.
De beeldinstellingen zijn van invloed op beide camera's;
als u de instellingen in de tweede camera wijzigt, worden
de instellingen in de hoofdcamera ook gewijzigd. Wanneer
u de camera sluit, worden de standaardinstellingen
weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en
belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde
scène. Zie ‘Scènes’ op pag. 26. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
Scènes
Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen
voor kleur en belichting voor de huidige omgeving.
Selecteer in de lijst met scènes een geschikte scène voor
het maken van foto's of het opnemen van videoclips.
De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een
bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Gebruik de bladertoets om in de actieve werkbalk te
bladeren en kies een van de volgende opties:
Videoscènes
Automatisch () (standaard) en Nacht ().
Afbeeldingsscènes
Auto () (standaard), Gebruiker gedef. (), Closeupmodus (), Staand (), Liggend (), Sport (),
Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène Auto.
Ukunt de scène Gebruiker gedef. kiezen als
standaardscène.
Als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een
bepaalde omgeving, gaat u naar Gebruiker gedef. en
selecteert u Opties > Wijzigen. In de door de gebruiker
gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en
kleurinstellingen vastleggen. Als u de instellingen van een
andere scène wilt kopiëren, kiest u Gebaseerd op modus
en de gewenste scène.
Foto's nemen in een reeks
De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Kies in de actieve werkbalk de optie Naar reeksmodus als
u de camera zo wilt instellen dat deze zes foto's of meer
26
in een reeks neemt (indien er genoeg geheugen
beschikbaar is).
Druk op de opnametoets als u zes foto's wilt maken.
Houd de opnametoets ingedrukt als u meer dan zes foto's
wilt maken. Laat de opnametoets los als u geen foto's meer
wilt maken. U kunt maximaal 100 foto's maken,
afhankelijk van het beschikbare geheugen.
Wanneer u de foto's hebt genomen, worden deze in een
raster op het scherm weergegeven. Druk op als u een
foto wilt bekijken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met
de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt,
kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op de opnametoets als u terug wilt naar de zoeker
in de reeksmodus.
Zelf op de foto - Zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen, zodat
u zelf ook op de foto kan komen te staan. Selecteer in de
actieve werkbalk Zelfontspanner > 2 seconden,
10 seconden of 20 seconden om de zelfontspanner in te
stellen. Selecteer Activeren om de zelfontspanner te
activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, hoort
u een geluidssignaal. De foto wordt genomen wanneer
de geselecteerde vertraging is verstreken.
Als u Zelfontspanner wilt inschakelen, selecteert
u Zelfontspanner > Uit in de actieve werkbalk.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met
de zelfontspanner.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u de
foto maakt.
Video's opnemen
1 Open het toetsenbord om de hoofdcamera te activeren.
Kies Naar videomodus in de actieve werkbalk als de
camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op de opnametoets om de opname te starten.
Gebruik in de modus Staand de bladertoets om een
opname te maken. Het rode opnamepictogram
wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om
aan te geven dat de opname is gestart.
3 Selecteer Stop om de opname te stoppen. De videoclip
wordt automatisch opgeslagen in de map Afb. en
video van Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 31.
De maximumlengte van de video is 60 minuten
(als er voldoende geheugen beschikbaar is).
Camera
27
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken
door op Pauze te drukken. Het pauzepictogram ()
knippert op het scherm. De video-opname wordt
automatisch gestopt als u de opname onderbreekt
Camera
en gedurende één minuut niet op een toets drukt.
Druk nogmaals op de opnametoets als u de opname
wilt hervatten.
Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat
om in of uit te zoomen op het onderwerp.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een video opneemt, gebruikt u de bladertoets om
in de actieve werkbalk te bladeren. Zie ‘Beeldinstellingen Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 25 en ‘Scènes’
op pag. 26.
Als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een video
opneemt, selecteert u Opties > Ga naar beschikb. geh.
(alleen beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen
of videoclips hebt gemaakt). Zie ‘Vrij geheugen’ op pag. 33.
Als u de camera aan de voorkant wilt gebruiken, selecteert
u Opties > Tweede camera gebr..
Symbolen voor video-opnamen
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
• Het symbool voor de huidige opnamemodus (1).
• Het videostabilisatiesymbool (2).
• Het symbool voor ingeschakelde geluiddemping (3).
• De actieve werkbalk (4), waarin u vóór de opname kunt
bladeren om de gewenste scène, witbalans en
kleurtoon te kiezen. (De werkbalk wordt tijdens de
opname niet weergegeven.)
• De totale beschikbare tijd voor de video-opname (5).
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige
videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
•De symbolen voor
het apparaatgeheugen ( ) en
de geheugenkaart ( ) (6)
geven aan waar
video's worden
opgeslagen.
• Het symbool voor
de videokwaliteit
(7) geeft aan of de kwaliteit van de video Hoog,
Normaal of Delen is.
• Het bestandstype van de videoclip (8).
Kies Opties > Pictogr. weergeven als u alle
zoekersymbolen wilt weergeven. Kies Pictogr. verbergen
als u alleen de videosymbolen en tijdens de opname
de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van
de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.
Als u de camera aan de voorkant wilt gebruiken, selecteert
u Opties > Tweede camera gebr..
28
Na het opnemen van een video
Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het
volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als
Opgen. video tonen is ingesteld op Aan in de video-
instellingen):
• Als u de zojuist opgenomen videoclip meteen wilt
afspelen, kiest u Afspelen.
• Als u de video niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
• Als u de videoclip wilt verzenden in een
multimediabericht of via e-mail, Bluetooth of infrarood
of als u deze wilt uploaden naar een compatibel online
album, drukt u op de beltoets of kiest u Zenden.
Zie ‘Berichten’ op pag. 65, ‘Bluetooth-connectiviteit’
op pag. 106 en ‘Online delen’ op pag. 41 voor meer
informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een
actief gesprek. Videoclips in een MP4-bestandsindeling
kunnen niet als multimediabericht worden verzonden.
U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek
verzenden naar de ontvanger van het gesprek.
Kies Verzenden naar beller.
• Als u een nieuwe videoclip wilt opnemen, kiest
u Nieuwe video.
Als u de naam van de video wilt wijzigen, selecteert
u Opties > Naam video wijzigen.
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
videorecorder: de Videoconfig. en de begininstellingen.
Zie ‘Beeldinstellingen - Kleur en belichting aanpassen’
op pag. 25 als u de instellingen van Videoconfig. wilt
bijstellen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest
u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in op
Hoog (beste kwaliteit voor lang gebruik en afspelen op een
compatibele televisie of pc en mobiel apparaat), Normaal
(standaardkwaliteit voor afspelen via uw mobiel apparaat)
of Delen (videoclips van beperkte grootte voor verzending
via MMS (Multimedia Message). Als u de videofilm op een
compatibele televisie of pc wilt bekijken, kiest u de
videokwaliteit Hoog. U hebt dan een CIF-resolutie
(352 x 288) en de bestandsindeling .MP4. Als u de
videoclip via MMS wilt verzenden, kiest u Delen (QCIFresolutie, bestandsindeling .3gp). Een videoclip die is
opgenomen met Delen, kan maximaal 300 kB groot zijn
(een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan
eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een
compatibel apparaat.
Camera
29
Videostabilisatie - Kies Aan als u het bewegen van
de camera tijdens de video-opname wilt tegengaan.
Geluidsopname - Selecteer Aan wanneer u zowel beeld
Camera
als geluid wilt opnemen.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in de
Galerij. Selecteer Ja om een lijst met beschikbare albums
te openen.
Opgen. video tonen - Hiermee geeft u aan of het eerste
beeld van de opgenomen videoclip in het scherm moet
worden weergegeven zodra de opname is voltooid. Kies
Afspelen in de actieve werkbalk (hoofdcamera) of
Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip
wilt bekijken.
Standaardnaam video - Hiermee definieert u de
standaardnaam voor vastgelegde videoclips.
Gebruikt geheugen - Geef aan welke geheugenopslag
u wilt gebruiken: apparaatgeheugen of een geheugenkaart
(indien geplaatst).
Instellingen herstellen - Kies OK als u de
standaardwaarden voor de camera-instellingen
wilt herstellen.
30
Loading...
+ 128 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.