CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen
verantwoordelijkheid dat het product RM-84
conform is aan de bepalingen van de volgende
Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van
de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
volgende website: http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden
aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt
voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd (c)
1998-200(5). Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i)
for personal and noncommercial use in connection with information which has
been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer
engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection
with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted
or shall be implied for any other use. Additional informa tion including that relating
to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPE G LA, LLC.
See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i)
voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is
geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader
van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt.
Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich
het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan
te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten
of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie
gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit
document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar
niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de
geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen.
Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
FCC-/INDUSTRY CANADA-KENNISGEVING
Het apparaat kan storingen veroorzaken bij tv's of radio's (bijvoorbeeld wanneer
u een telefoon te dichtbij een ontvangend apparaat gebruikt). De FCC of Industry
Canada kan u verplichten het gebruik van uw telefoon te staken als dergelijke
storing niet kan worden beëindigd. Als u hulp nodig hebt, kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke netwerkexploitant. Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van
de FCC-regels. Gebruik is onderhevig aan de voorwaarde dat dit apparaat geen
schadelijke storing veroorzaakt.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is
of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken
in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet
in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik
het apparaat niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie wordt
uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat
te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat
ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak
als nodig is op de beëindigingstoets om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar
het startscherm. Toets het alarmnummer in en
druk op de beltoets. Geef op waar u zich
bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer
u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding
wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het
EGSM 900/1800/1900- en UMTS 2100-netwerk.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt
of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale
gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing:
wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het
gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar
kan veroorzaken
Als u andere functies van dit apparaat
.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten.
Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen
moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van
uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van
de diensten en informatie over de bijbehorende kosten.
Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het
gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen
beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen
ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens
en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook
speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor een aantal
functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail
en het downloaden van inhoud via een browser of MMS,
is mogelijk netwerkondersteuning nodig voor deze
technologieën.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan
de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Uitbreidingen, batterijen
en opladers
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat
u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze
bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3en AC-4-lader of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-,
ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt
met de CA-44-adapter die bij het apparaat wordt
geleverd.
De batterij die bestemd is voor gebruik met dit apparaat
is de BL-5C.
Waarschuwing:
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types
kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan
gevaarlijk zijn
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt
vanuit elke toepassing of vanuit het hoofdmenu toegang
tot de Help.
Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de
huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Voorbeeld: als u instructies wilt bekijken over het
maken van een contactkaart, maakt u een
contactkaart en selecteert u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Als u Help wilt openen vanuit het hoofdmenu selecteert
u Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing om
een lijst met Help-onderwerpen weer te geven. Als u Helponderwerpen wilt zoeken met behulp van trefwoorden,
selecteert u Opties > Zoeken op trefw..
Wanneer u een Help-onderwerp leest, kunt u op of
drukken als u andere verwante onderwerpen wilt bekijken.
Zelfstudie
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van
het apparaat.
Als u de zelfstudie wilt openen via het menu, drukt u op
en selecteert u Persoonlijk > Zelfstudie en de sectie
die u wilt bekijken. Plaats de geheugenkaart die bij het
apparaat is geleverd in het apparaat om ervoor te zorgen
dat u beschikt over alle zelfstudieonderwerpen.
Handige sneltoetsen
Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal
te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende
hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor
meer informatie over de functies.
Foto's maken
• Druk op om de beeldinstellingen aan te passen
voordat u een foto maakt.
• Nadat u een foto hebt gemaakt, drukt u op
om deze te verzenden Via multimedia, Via e-mail of
Via Bluetooth. Zie ‘Berichten’ op pag. 58 en ‘Bluetooth-
connectiviteit’ op pag. 94 voor meer informatie.
• Druk op om een afbeelding te verwijderen.
• Druk op of op de sluitertoets van de camera
om een nieuwe foto te maken.
Videoclips opnemen
• Druk op om de video-instellingen aan te passen
voordat u een video opneemt.
• Nadat u een videoclip hebt opgenomen, drukt u op
om deze te verzenden Via multimedia, Via e-mail of
Via Bluetooth. Videoclips in een .mp4-indeling kunnen
niet als multimediabericht worden verzonden. Zie
‘Berichten’ op pag. 58 en ‘Bluetooth-connectiviteit’ op
pag. 94 voor meer informatie.
• Druk op als u een videoclip wilt verwijderen.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u
erheen en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt u
ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of .
Als u de selectie wilt beëindigen, laat u
achtereenvolgens en los.
• Zo kopieert en plakt u tekst: Houd ingedrukt
om letters en woorden te selecteren. Druk tegelijkertijd
op of . Alle tekst die u zo selecteert, wordt
gemarkeerd. Houd ingedrukt en kies Kopiëren om
de tekst naar het klembord te kopiëren. Houd
ingedrukt en kies Plakken om de tekst in een
document in te voegen.
Standby-modus
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen geopende
toepassingen. Als er onvoldoende geheugen is, is het
mogelijk dat toepassingen automatisch worden
gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten,
worden niet-opgeslagen gegevens opgeslagen.
Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en
neemt de gebruiksduur van de batterij af.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en
selecteert u een profiel.
• Als u wilt schakelen tussen de profielen Algemeen en
Stil, houdt u ingedrukt. Als u twee telefoonlijnen
hebt, wordt met deze actie geschakeld tussen de twee
lijnen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen,
drukt u op .
• Houd ingedrukt om spraakopdrachten te
gebruiken.
• Als u een Web wilt starten, houdt u ingedrukt.
Zie ‘Web’ op pag. 81.
Raadpleeg ‘Actieve standby-modus’, p. 23 voor meer
sneltoetsen die beschikbaar zijn in de standby-modus.
• Zo vergrendelt u de toetsen: Druk in de standby-modus
op en op .
• Zo heft u de vergrendeling op: Druk op en op .
• Druk op als u de verlichting van het display wilt
inschakelen wanneer de toetsenblokvergrendeling is
De Nokia N70
ingeschakeld.
Wanneer de toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld,
kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer bellen.
Klok
Druk op en selecteer Klok.
Selecteer Opties > Alarm instellen om een nieuw alarm
in te stellen. Voer de alarmtijd in en selecteer OK. Als het
alarm actief is, wordt weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop.
Als het alarm afgaat, kunt u het gedurende vijf minuten
uitschakelen door op een willekeurige toets te drukken
of Snooze te selecteren. Daarna gaat het alarm weer af.
U kunt dit maximaal vijf keer doen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of
het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als
u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld
te worden. Selecteer Janiet wanneer het gebruik van
draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, selecteert u Klok >
Opties > Alarm uitschakelen.
Klokinstellingen
Als u de klokinstellingen wilt wijzigen, selecteert
u Opties > Instellingen in de klok. Als u de tijd of
de datum wilt wijzigen, selecteert u Tijd of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die wordt weergegeven
in standby-modus, bladert u omlaag en selecteert
u Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en
tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door
het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst),
bladert u omlaag en selecteert u Autom. tijd aanp..
De instelling Autom. tijd aanp. wordt pas actief als
u het apparaat opnieuw hebt ingeschakeld.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, bladert u omlaag en
selecteert u Alarmtoon klok.
Als u de status van de zomertijd wilt aanpassen, bladert u
omlaag en selecteert u Zomertijd. Selecteer Aan om één
uur toe te voegen aan de tijd van Mijn huidige stad. Zie
‘Wereldklok’ op pag. 15. Wanneer de zomertijd actief is,
wordt weergegeven in de beginweergave van de klok.
Deze instelling wordt niet weergegeven als Autom. tijd
aanp. is ingeschakeld.
Wereldklok
Open Klok en druk op om de weergave Wereldklok
te openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in
verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, selecteert u Opties
> Stad toevoegen. Voer de eerste letters van de naam van
de stad in. Het zoekveld verschijnt automatisch en de
overeenkomende steden worden weergegeven. Selecteer
een stad. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst
toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de
gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de
klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de
geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is
en overeenkomt met de tijdzone.
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op of als u
het volume wilt verhogen
of verlagen tijdens een
actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat
aan uw oor moet houden. Geluidstoepassingen maken
standaard gebruik van de luidspreker.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een oproep,
start u een oproep en drukt u op Opties > Luidspreker
insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen tijdens een actieve
oproep of wanneer u naar een geluid luistert, selecteert
u Opties > Telefoon insch..
Bestandsbeheer
Voor veel functies van het apparaat wordt geheugen
gebruikt voor het opslaan van gegevens. Het gaat
hierbij om functies voor contactpersonen, berichten,
afbeeldingen, beltonen, agenda en taken, documenten
en gedownloade toepassingen. De hoeveelheid
beschikbaar geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die al in het geheugen van het apparaat is
opgeslagen. U kunt een geheugenkaart gebruiken als
extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar,
zodat u gegevens erop kunt opslaan en verwijderen.
De Nokia N70
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het
geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart
(indien ingevoegd), drukt u op en selecteert
u Instrum. > Best.beh. De weergave van het
apparaatgeheugen () wordt geopend. Druk op
om de weergave van de geheugenkaart te openen ().
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een
map, drukt u tegelijk op en om een bestand te
markeren en selecteert u Opties > Verplaats naar map
of Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteert u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de
bestandsnaam.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken.
Zie de cd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Geheugengebruik weergeven
Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat bevat
en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende
gegevenstypen, selecteert u Opties > Gegevens geheugen.
Ga naar Vrij geheug. om de hoeveelheid beschikbaar
geheugen in het apparaat te bekijken.
Als u de hoeveelheid beschikbaar geheugen op de
geheugenkaart wilt bekijken wanneer deze in het apparaat
is geplaatst, drukt u op om de weergave van de
geheugenkaart te openen en selecteert u Opties >
Gegevens geheugen.
Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken
U ontvangt een melding op het apparaat als het geheugen
op het apparaat of het geheugen van de geheugenkaart
bijna vol raakt.
Als u geheugen wilt vrijmaken, kopieert u via
bestandsbeheer gegevens naar een geheugenkaart.
Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen en selecteer
Verplaats naar map > Geheugenkaart en een map.
Tip! Als u geheugen op het apparaat of op de
geheugenkaart wilt vrijmaken, gebruikt u Image
Store in Nokia PC Suite om foto's en videoclips over
te brengen naar een compatibele pc. Zie de cd-rom
die bij het apparaat is geleverd.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij
te maken, gebruikt u Best.beh. of gaat u naar de
desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de
volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen
van het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
•Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook
‘Toepassingsbeheer’ op pag. 118.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt..
Geheugenkaart
Opmerking: in dit apparaat wordt een
multimediakaart (RS-MMC-kaart) gebruikt van het
type Reduced Size Dual Voltage (1,8/3V). Gebruik alleen
RS-MMC-kaarten met tweevoudig voltage als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit tussen de onderdelen.
Informeer bij de fabrikant of leverancier van de RS-MMCkaart naar de compatibiliteit van de geheugenkaart.
Gebruik alleen compatibele RS-MMC-kaarten (Reduced
Size MultiMediaCards) voor dit apparaat. Andere
geheugenkaarten, zoals SD-kaarten (Secure Digital),
passen niet in de geheugenkaartsleuf en zijn niet
compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele
geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens
die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd
raken.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
Druk op en selecteer
Instrum. > Geheugen. U
kunt een geheugenkaart
gebruiken als extra
opslagruimte. Het is
bovendien verstandig
de gegevens in het
apparaatgeheugen
regelmatig naar de
geheugenkaart te kopiëren.
U kunt de gegevens later op
het apparaat herstellen.
U kunt de geheugenkaart niet gebruiken als het klepje van
de geheugenkaartsleuf is geopend.
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt.
Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking
verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart
en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart
zijn opgeslagen, beschadigd raken.
De Nokia N70
Als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt
maken op een geheugenkaart, selecteert u Opties >
Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten
in het apparaatgeheugen, selecteert u Opties > Herst.
vanaf kaart.
Tip! Als u de naam van een geheugenkaart wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Naam geh.kaart.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd,
gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere
kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw
leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet
formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties >
Geh.kaart formatt. te selecteren. Selecteer Ja ter
bevestiging. Voer na het formatteren een naam in
voor de geheugenkaart en selecteer OK.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Het kan ook zijn
dat het apparaat speciaal voor uw netwerkprovider is
geconfigureerd. Deze configuratie kan menunamen, de
menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
• Zie ‘Actieve standby-modus’ op pag. 23 als u het
standby-display wilt gebruiken voor snelle toegang
tot de toepassingen die u vaak gebruikt.
• Zie ‘Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen’ op pag.
22 en als u de
achtergrondafbeelding of
de weergave tijdens de
energiebesparing voor
de standby-modus wilt
wijzigen.
• Zie ‘Profielen - Tonen
instellen’ op pag. 20
als u de beltonen wilt
aanpassen.
• Zie ‘Standby-modus’ op pag. 107 als u de sneltoetsen
wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van
de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen
in de standby-modus. De snelkoppelingen voor
de bladertoets zijn niet beschikbaar als de actieve
standby-modus is ingeschakeld.
• Als u de klok in de standby-modus wilt wijzigen, drukt
u op en selecteert u Klok > Opties > Instellingen >
Type klok > Analoog of Digitaal.
• Als u de alarmtoon van de klok wilt wijzigen, drukt
u op en selecteert u Klok > Opties > Instellingen >
Alarmtoon klok en selecteert u een toon.
• Als u de signaaltoon van de agenda wilt wijzigen,
drukt u op en selecteert u Agenda > Opties >
Instellingen > Agenda-alarmtoon en selecteert
u een toon.
• Als u de welkomsttekst wilt wijzigen in een tekst
of afbeelding, drukt u op en selecteert u Instrum. >
• Als u een afzonderlijke beltoon aan een
contactpersoon wilt toewijzen, drukt u op
en selecteert u Contacten. Zie ‘Beltonen toevoegen
voor contactpersonen’ op pag. 37.
• Als u een snelkeuzetoets aan een contactpersoon
wilt toewijzen, drukt u in de standby-modus op een
cijfertoets ( is gereserveerd voor de voicemailbox)
en drukt u op . Selecteer Ja en selecteer vervolgens
een contactpersoon.
• Als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen, selecteert
u in het hoofdmenu Opties > Verplaatsen, Verplaats
naar map of Nieuwe map. Weinig gebruikte
toepassingen kunt u in mappen plaatsen en
veelgebruikte toepassingen kunt u van een
map naar het hoofdmenu verplaatsen.
Het apparaat aanpassen
Profielen - Tonen
instellen
Als u de beltonen, berichtensignaaltonen en andere
tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties
of bellergroepen wilt instellen en aanpassen, drukt
u op en selecteert u Instrum. > Profielen. Als het
geselecteerde profiel niet het profiel Algemeen is,
wordt de profielnaam in de standby-modus boven
in de weergave vermeld.
Druk in de standby-modus op om het profiel te
wijzigen. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en
selecteer OK.
Als u een profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert
u Instrum. > Profielen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen die
zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven
met . U kunt elke beltoon in de lijst beluisteren voordat
u een toon kiest. Druk op een willekeurige toets om het
geluid te stoppen.
Tip! In de lijst met tonen kunt u met Beltoondownl.
een lijst met bookmarks openen. U kunt een bookmark
selecteren en verbinding maken met een webpagina om
tonen te downloaden.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken
zonder
verbinding te maken met het draadloze netwerk. Wanneer
u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met
het draadloze netwerk verbroken, zoals wordt aangegeven
met in het symbool voor de signaalsterkte. Er zijn geen
draadloze telefoonsignalen naar en van het apparaat
mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de
Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
gesprekken voeren of ontvangen, behalve oproepen
naar bepaalde alarmnummers, of andere functies
gebruiken waarvoor netwerkdekking is vereist. Als u
wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren
door een ander profiel te kiezen. Als het toestel is
vergrendeld, voert u de blokkeringscode in.
Waarschuwing: u kunt het profiel Offline alleen
gebruiken als het apparaat is ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in als het gebruik van mobiele apparaten
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u op en
selecteert u een ander profiel. Via het apparaat wordt
de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het
signaal sterk genoeg is). Als er een Bluetooth-verbinding
actief was toen u het profiel Offline inschakelde, wordt
Bluetooth weer gedeactiveerd. De Bluetooth-verbinding
wordt automatisch opnieuw geactiveerd zodra u het
profiel Offline verlaat. Zie ‘Instellingen voor Bluetoothverbindingen’ op pag. 95.
Inhoud van een ander
apparaat overdragen
U kunt contactpersonen, agendagegevens, afbeeldingen,
videoclips en geluidsfragmenten via Bluetooth kopiëren
vanaf een compatibel Serie 60-apparaat van Nokia.
U kunt de Nokia N70 zonder SIM-kaart gebruiken.
Als u het apparaat inschakelt zonder SIM-kaart, wordt
automatisch het profiel Offline geactiveerd. Hierdoor
kunt u de SIM-kaart gebruiken in een ander apparaat.
Ter voorkoming van dubbele items kunt u gegevens van
hetzelfde type (bijvoorbeeld contactpersonen) slechts
eenmaal overbrengen van het andere apparaat naar
de Nokia N70.
Activeer Bluetooth op beide apparaten voordat u de
overdracht start. Druk op elk apparaat op en selecteer
Connect. > Bluetooth. Selecteer Bluetooth > Aan.
Geef een naam op voor elk apparaat.
Ga als volgt te werk om inhoud over te brengen:
1 Druk op en selecteer Instrum. > Transfer op de
Nokia N70. Volg de instructies op het scherm.
2 Het apparaat zoekt naar andere apparaten met
Bluetooth-connectiviteit. Wanneer de zoekactie is
voltooid, selecteert u het andere apparaat in de lijst.
Nokia N70. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer
OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat
en selecteer OK.
4 De toepassing Transfer wordt als bericht verzonden
naar het andere apparaat.
5 Open het bericht om Transfer te installeren op het
andere apparaat en volg de instructies op het scherm.
6 Selecteer vanaf de Nokia N70 de inhoud die u van
het andere apparaat wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd vanuit het geheugen en
Het apparaat aanpassen
de geheugenkaart van het andere apparaat naar de
Nokia N70 en de bijbehorende geheugenkaart. De tijd
die hiervoor nodig is, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die moet worden overgedragen. U kunt het
kopiëren annuleren en later doorgaan. De toepassing
Transfer wordt toegevoegd aan het hoofdmenu van
het andere apparaat.
Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen
Als u het uiterlijk van het display wilt wijzigen, zoals de
achtergrondafbeelding en pictogrammen, drukt u op en
selecteert u Instrum. > Thema's. Het actieve thema wordt
aangegeven met . In Thema's kunt u elementen van
andere thema's groeperen of afbeeldingen uit de Galerij
selecteren om thema's verder aan te passen. Thema's die zijn
opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven met
. De thema's op de geheugenkaart zijn niet beschikbaar
als de geheugenkaart zich niet in het apparaat bevindt. Als
u de thema's die op de geheugenkaart zijn opgeslagen
zonder de geheugenkaart wilt gebruiken, moet u de thema's
eerst opslaan in het geheugen van het apparaat.
Als u een browserverbinding wilt openen en meer thema's
wilt downloaden, selecteert u Themadownloads.
Als u een thema wilt activeren, selecteert u dit en kiest
u Opties > Toepassen.
Als u een voorbeeld van een thema wilt bekijken, selecteert
u dit en kiest u Opties > Bekijken.
Als u thema's wilt bewerken, selecteert u een thema en kiest
u Opties > Bewerken om de volgende opties te wijzigen:
Achtergrond - De afbeelding die u wilt weergeven
als achtergrondafbeelding in de standby-modus.
Energiespaarstand - Het type energiebesparing op het
display: datum en tijd of een tekst die u zelf hebt getypt.
Zie ook ‘Weergave’ op pag. 107.
Afb. in Favorieten - De achtergrondafbeelding voor de
toepassing Favorieten.
Als u bij het bewerken van een thema voor het
geselecteerde thema de oorspronkelijke instellingen
wilt herstellen, selecteert u Opties > Oorspr. th. herst..
Via het standby-display hebt u snel toegang tot de
toepassingen die u regelmatig gebruikt. Standaard
is de actieve standby-modus ingeschakeld.
Druk op , selecteer Instrum. > Instell. > Telefoon >
Standby-modus > Actief standby en druk op om
de actieve standby-modus in of uit te schakelen.
Boven aan de actieve
standby-display worden de
standaardtoepassingen
weergegeven met daaronder
agenda-items en taken.
Ga naar een toepassing of
item en druk op .
Als de actieve standby-modus
is ingeschakeld, kunt
u niet gebruikmaken van
de standaardsnelkoppelingen
voor de bladertoets die beschikbaar zijn in de standbymodus.
Ga als volgt te werk om standaardsnelkoppelingen van
de toepassing te wijzigen:
harder te zetten of op om het volume zachter te
zetten. Als u het volume hebt ingesteld op Dempen,
kunt u het volume niet aanpassen met de bladertoets.
Als u het volume wilt aanpassen, selecteert u Dmp
oph. en drukt u op of .
1 Voer in de standby-modus het telefoonnummer,
inclusief het netnummer, in. Druk op om een
nummer te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal
opvoor het teken + (duidt de internationale
toegangscode aan), kiest u vervolgens het
landnummer, het netnummer (eventueel zonder
voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen.
3 Druk op om het gesprek te beëindigen
(of de oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd,
ook als een andere toepassing actief is.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, drukt u op en
selecteert u Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer
in het zoekveld de eerste letters van de naam in.
De gevonden namen worden getoond. Druk op om een
nummer te kiezen. Selecteer het oproeptype
Spraakoproep.
U moet de contactpersonen kopiëren van de SIM-kaart
naar Contacten voordat u op deze manier kunt bellen.
Zie ‘Contactgegevens kopiëren’ op pag. 36.
Houd ingedrukt in de standby-modus als u uw
voicemailbox (netwerkdienst) wilt bellen. Zie ook
‘Oproepen doorschakelen’ op pag. 115.
Tip! Als u het nummer van uw voicemailbox wilt
wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Voicemail > Opties > Nummer wijzigen. Voer het
nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider)
en selecteer OK.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u in de
standby-modus op om een lijst weer te geven met de
20 laatstgekozen nummers. Ga naar het gewenste nummer
en druk op om het nummer te bellen.
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert
u Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt
automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen.
Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie.
Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer aan
het gesprek toe te voegen en selecteer Opties >
Conferentie > Toev. aan confer.
Conferentiegesprekken tussen maximaal zes
deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund.
Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van
de deelnemers, selecteert u Opties > Conferentie >
Privé. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar
doorpraten. Als u het privé-gesprek hebt beëindigd,
selecteert u Opties > Toev. aan confer. om terug
te keren naar het conferentiegesprek.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek
wilt verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie >
Deelnemer verwijd.. Blader vervolgens naar de
desbetreffende deelnemer en selecteer Verwijd..
4 Druk op om het actieve conferentiegesprek te
beëindigen.
Bellen met een snelkeuzetoets
Als u snelkeuze wilt activeren, drukt u op en selecteert
u Instrum. > Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan.
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de
snelkeuzetoetsen ( - ), drukt u op en selecteert
u Instrum. > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het
telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >
Toewijz.. is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u wilt bellen in de standby-modus, drukt u op de
snelkeuzetoets en vervolgens op.
Spraakgestuurd bellen
Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten.
Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van
de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet
op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats
daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de
contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel
daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich
aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de
spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of
bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Als u het
samengestelde spraaklabel wilt beluisteren, opent u een
contactkaart en selecteert u Opties > Sprklabel afspelen.
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving
of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels
afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de
luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte
afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1 Houd ingedrukt om het spraakgestuurd bellen te
starten. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt
met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets
voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd
bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam
uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is
opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde
apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer.
Na een time-out van 1,5 seconde wordt het nummer
gekozen.
Als de herkende contactpersoon niet correct is,
selecteert u Volgende als u een lijst met andere
overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als
u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen,
wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is
ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer uit
de volgende nummers geselecteerd: Mobiel, Mobiel
Wanneer u een video-oproep doet, kunnen u en de
ontvanger van de oproep een videoclip rechtstreeks
bekijken. Het live videobeeld of het videobeeld dat
is vastgelegd met de camera in het apparaat wordt
weergegeven aan de ontvanger van de video-oproep.
Als u een video-oproep wilt doen, moet u beschikken
over een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied
van een UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij
de netwerkoperator of serviceprovider naar de
beschikbaarheid van en abonnementen op videooproepdiensten. Video-oproepen kunnen alleen worden
uitgevoerd tussen twee partijen. U kunt de video-oproep
doen naar een compatibele mobiele telefoon of een ISDNclient. U kunt geen video-oproepen doen wanneer er een
andere spraak-, video- of gegevensoproep actief is.
U ontvangt geen videogegevens (de ontvanger
verzendt geen videogegevens of deze worden niet
overgedragen door het netwerk).
U hebt de verzending van videogegevens vanaf het
apparaat geweigerd. Zie ‘Oproepinstellingen’op pag. 108
als u een foto wilt verzenden.
1 Als u een video-oproep
wilt starten, voert u het
telefoonnummer in de
standby-modus in of
selecteert u Contacten en
kiest u een contactpersoon.
2 Selecteer Opties > Bellen >
Video-oproep.
Het starten van een videooproep kan enige tijd duren. De
melding Wachten op afbeelding wordt weergegeven. Als
de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat video-oproepen
niet worden ondersteund door het netwerk of omdat
het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt
u gevraagd of u een gewone oproep wilt doen of een
bericht wilt verzenden.
De video-oproep is actief wanneer u twee videoafbeeldingen ziet en een geluidsfragment hoort via
de luidspreker. De ontvanger van de oproep kan de
verzending van videoclips () weigeren. In dat geval
hoort u het geluid en wordt er mogelijk een foto of een
grijze achtergrondafbeelding weergegeven.
Als u wilt schakelen tussen het weergeven van video of
alleen het horen van geluid, selecteert u Inschakelen/
Uitschakelen > Video verzenden, Audio verzenden of
Audio & video vrzndn.
Als u op uw eigen beeld wilt in- of uitzoomen, selecteert
u Inzoomen of Uitzoomen. Het zoomsymbool verschijnt
boven in het display.
Als u de positie van de verzonden videobeelden in de
weergave wilt wisselen, selecteert u Beeld wisselen.
Opmerking: ook als u de verzending van videoclips
tijdens een video-oproep hebt geweigerd, wordt de
oproep als video-oproep in rekening gebracht.
Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider
naar de tarieven.
Druk op om de video-oproep te beëindigen.
Videobeelden delen
Gebruik Video delen (netwerkdienst) als u tijdens een
spraakoproep live video of een videoclip van het mobiele
apparaat naar een ander compatibel mobiel apparaat wilt
verzenden. Nodig een ontvanger uit om de live video of
een videoclip die u wilt delen te bekijken. Het delen start
automatisch zodra de ontvanger de uitnodiging heeft
geaccepteerd.
De luidspreker is actief wanneer u Video delen activeert.
Terwijl u videobeelden deelt, kunt u ook een
hoofdtelefoon gebruiken om de spraakoproep voort te
Bellen
zetten. Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert
u Opties > Video delen > Liveof Clip.
Als u het delen van videobeelden wilt beëindigen,
selecteert u Stop of sluit u de regelaar van de camera.
Het delen van videobeelden wordt ook beëindigd wanneer
de actieve spraakoproep eindigt.
Vereisten voor het delen
van videobeelden
Omdat voor Video delen een 3G UMTS-verbinding nodig
is (Universal Mobile Telecommunications System), kunt
u Video delen alleen gebruiken als er een 3G-netwerk
beschikbaar is. Neem contact op met de serviceprovider
voor vragen over netwerkbeschikbaarheid en de kosten
voor het gebruik van deze toepassing. Als u Video delen
wilt gebruiken, moet u het volgende nagaan:
• Controleer of Video delen op het Nokia-apparaat
is geïnstalleerd.
• Controleer of het apparaat is ingesteld voor
verbindingen van persoon tot persoon. Zie ‘Instellingen’
op pag. 28.
• Controleer of u een actieve UMTS-verbinding hebt
en zich binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied
bevindt. Zie ‘Instellingen’ op pag. 28. Als u de deelsessie
begint binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied en er
een overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt de
deelsessie onderbroken, maar wordt de spraakoproep
voortgezet. U kunt Video delen niet starten wanneer u
zich buiten het UMTS-dekkingsgebied bevindt
(bijvoorbeeld in een GSM-netwerk).
• Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn
geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand
uitnodigt voor een deelsessie en deze persoon zijn
telefoon heeft uitgeschakeld, zich niet in een UMTSnetwerkdekkingsgebied bevindt, Video delen niet heeft
geïnstalleerd of geen verbindingen van persoon tot
persoon heeft ingesteld, weet de ontvanger niet dat
u een uitnodiging hebt verzonden. U ontvangt echter
een foutbericht dat de ontvanger de uitnodiging niet
kan accepteren.
Instellingen
Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een
SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd.
De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden
geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken.
Door een SIP-profiel in te stellen, kunt u een live
verbinding van persoon tot persoon tot stand brengen met
een ander compatibel apparaat. Het SIP-profiel moet ook
worden ingesteld om een deelsessie te kunnen ontvangen.
Vraag uw netwerkoperator of serviceprovider naar de
SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. De
netwerkoperator of serviceprovider stuurt de instellingen
door de ether of geeft u een lijst met de benodigde
parameters.
Als u het SIP-adres van een ontvanger kent, kunt u het
invoeren op de contactkaart voor deze persoon. Open
Contacten vanuit het hoofdmenu van het apparaat
en open de contactkaart of maak een nieuwe kaart voor
die persoon. Selecteer Opties > Detail toevoegen >
Webadres. Voer het SIP-adres in met de indeling
sip:gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres
gebruiken in plaats van een domeinnaam).
UMTS-verbindingsinstellingen
Ga als volgt te werk als u de UMTS-verbinding wilt
instellen:
• Neem contact op met uw serviceprovider om een
overeenkomst op te stellen voor het gebruik van
het UMTS-netwerk.
• Controleer of de verbindingsinstellingen voor het
UMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijn
geconfigureerd. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag.
109 voor hulp.
Live video en videoclips delen
Om een deelsessie te ontvangen, moet de ontvanger
Video delen installeren en de vereiste instellingen op zijn
mobiele telefoon configureren. U en de ontvanger moeten
beiden bij de service zijn geregistreerd voordat het delen
kan beginnen.
1 Selecteer Opties > Video delen > Live of Clip.
Als u Clip hebt geselecteerd, wordt er een lijst met
videoclips weergegeven. Selecteer een videoclip die
u wilt delen en selecteer Opties > Stuur uitnodiging.
2 Selecteer in de lijst met contactpersonen het SIP-adres
van de ontvanger naar wie u de uitnodiging wilt
verzenden.
Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat,
voert u het SIP-adres in.
3 Het delen start automatisch zodra de ontvanger de
uitnodiging heeft geaccepteerd.
4 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Doorgaan als u het delen wilt hervatten.
Als u een videoclip deelt, kunt u de clip vooruit- en
terugspoelen.
5 Als u het delen van videobeelden wilt beëindigen,
selecteert u Stop of sluit u de regelaar van de camera.
Het delen van videobeelden wordt ook beëindigd
wanneer de actieve spraakoproep eindigt.
verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven
waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat
vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil gaat
het over wanneer u een uitnodiging ontvangt.
Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt en
uw apparaat is uitgeschakeld of u zich niet in een gebied
met UMTS-netwerkdekking bevindt, weet u niet dat u een
uitnodiging hebt ontvangen.
Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kiest u een van de
volgende opties:
Accepteren: - om de deelsessie te starten.
Weigeren - om de uitnodiging te weigeren. De afzender
ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt geweigerd.
U kunt ook op de beëindigingstoets klikken om de
deelsessie te weigeren en de spraakoproep te verbreken.
Als u het delen van video's wilt beëindigen, selecteert u
Stop. Het delen van videobeelden wordt ook beëindigd
wanneer de actieve spraakoproep eindigt.
Een oproep beantwoorden
of weigeren
Druk op om de oproep te beantwoorden.
Als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt
uitschakelen, selecteert u Stil.
Tip! Als er een compatibele hoofdtelefoon is
aangesloten op het apparaat, kunt u een oproep
beantwoorden en beëindigen door op de toets voor
de hoofdtelefoon te drukken.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op
om deze te weigeren. De beller hoort een bezettoon. Als u
de functie Doorschakel-instellingen > Indien bezet
hebt geactiveerd om oproepen door te schakelen, worden
geweigerde oproepen ook doorgeschakeld. Zie ‘Oproepen
doorschakelen’, op pag. 115.
Wanneer u een inkomende oproep weigert, kunt u ook een
SMS-bericht naar de beller verzenden, waarin u aangeeft
waarom u de oproep niet hebt beantwoord. Selecteer
Opties > SMS verzenden. U kunt de tekst bewerken
voordat u deze verzendt. Zie ook Opr. weig. met SMS
op pag. 108.
Als u een spraakoproep beantwoordt tijdens een videooproep, wordt de video-oproep beëindigd. Oproep in
wachtrij is niet beschikbaar tijdens een video-oproep.