Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-244 / RM-426 in overeenstemming is met de essentiële eisen en
andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People, Eseries en E51 zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk
van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distrib utie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia
is verboden.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) f or personal and noncommercial use in connecti on with information which has
been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection
with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that
related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is
gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie
verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en
verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE
OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHT ENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE
GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER
MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VE RKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKT HEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. N OKIA BEHOUDT
ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het Nokia-apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover
deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingen en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze
beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoeding en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer
voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden.
Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de
volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook
wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen
het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van
de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de
volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoon verboden is of als dit storing
of gevaar zou kunnen opleveren.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen
worden geïnstalleerd of gerepareerd.
10
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM
850-, 900-, 1800- en 1900-netwerken en UMTS 900/2100
HSDPA-netwerken . Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat
aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken,
privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden
gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden. Net als computers kan uw
apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere
schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden.
Installeer en gebruik alleen diensten en andere software
van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en
bescherming tegen schadelijke software bieden, zoals
toepassingen die Symbian Signed z ij n of d e J a va Ve r if i ed ™ test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van
antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat
en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. U
kunt met het apparaat ook andere sites van derden
bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia
en Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wilt
bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het
gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen
of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of
gewijzigd.
Vergeet niet een back-up of een gedrukte kopie te maken
van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn
opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Veel van de functies vereisen
speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet
treffen voordat u gebruik kunt maken van de
netwerkdiensten. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt,
worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw
serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw
eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het
dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw
serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen
hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige
netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan
ook beschikken over een speciale configuratie, zoals
veranderingen in menunamen, menuvolgorde en
11
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op
met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige
functies van dit apparaat, zoals E-mail, surfen en MMS
(Multimedia Messaging), is netwerkondersteuning voor de
betreffende technologieën vereist.
Verwijderen van de
batterij
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
12
Aan de slag
Modelnummer: Nokia E51-1 (RM-244, met camera) en
Nokia E51-2 (RM-426, zonder camera).
Hierna aangeduid als Nokia E51.
De SIM-kaart en de
batterij plaatsen
1. Houd de achterzijde van het apparaat naar u toe
gericht, druk op de ontgrendelingsknop (1) en schuif
de cover weg (2).
2. Als de batterij is geïnstalleerd, tilt u de batterij in de
richting van de pijl.
3. Plaats de SIM-kaart. Zorg dat de contactpunten naar
boven zijn gericht en dat de afgeschuinde hoek van de
geheugenkaart naar de bovenkant van het apparaat
wijst.
4. Plaats de batterij. Leg de contactpunten van de batterij
op één lijn met de overeenkomende aansluitpunten op
het batterijvak en schuif de batterij in de richting van
de pijl.
13
5. Schuif de cover weer op zijn plaats.
De batterij opladen
1. Sluit een compatibele lader aan op een stopcontact.
2.
Sluit de netvoedingskabel aan op het apparaat. Als de
batterij helemaal leeg is, kan het even duren voordat
de indicator wordt weergegeven.
14
3. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, maakt u
eerst de lader los van het apparaat en vervolgens haalt
u de lader uit het stopcontact.
De batterij is al opgeladen in de fabriek, maar het
laadniveau kan variëren. Om de volledige gebruiksduur te
kunnen halen, laad u de batterij volledig op. U kunt dit
aflezen aan de indicator voor het batterijniveau.
Tip: Als u over oude compatibele Nokia-laders
beschikt, kunt u deze gebruiken voor de Nokia E51
door de CA-44-laderadapter aan te sluiten op de
oude lader. De adapter is leverbaar als apart
toebehoren.
Toetsen en onderdelen
1 — Aan/uit-toets
2 — Luistergedeelte
3 — Toets Volume omhoog
4 — Demptoets. Druk de toets in om de microfoon tijdens
een gesprek te dempen.
5 — Toets Volume omlaag
6 — Navi™-navigatietoets. Druk op de navigatietoets om
een selectie in te voeren en om naar links, rechts, omhoog
en omlaag over het scherm te bewegen.
7 — Selectietoets. Druk op de selectietoets om de functie
uit te voeren die boven de selectietoets wordt
weergegeven op het scherm.
8 — Eindetoets. Druk op de eindetoets als u een oproep
wilt weigeren, actieve gesprekken of gesprekken in de
wachtstand wilt beëindigen. Als u lang op de toets drukt,
kunt u gegevensverbindingen beëindigen.
9 — Backspace-toets. Druk de toets in om items te
verwijderen.
10 — Shift-toets. Bij het invoeren van tekst houdt u de
toets ingedrukt en selecteert u de tekst met de
navigatietoets. Druk deze toets een aantal seconden in om
te schakelen tussen de profielen Stil en Algemeen.
11 — Druk de toets een aantal seconden in om de
Bluetooth-connectiviteit in te schakelen. Bij het invoeren
van tekst drukt u de toets in en selecteert u Meer
symbolen om toegang te krijgen tot speciale tekens.
12 — Beltoets
13 — Selectietoets
14 — Infraroodpoort
15 — Spraaktoets. Deze toets wordt gebruikt bij
spraakopdrachten, de Dictafoon en PTT-toepassingen.
16 — Waarschuwingslampje en lichtsensor
17 — Microfoon
18 — Hoofdtelefoonaansluiting
19 — Gaatje voor polsband
20 — Mini-USB-poort
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te
horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar
kan brengen.
Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de
hoofdtelefoonaansluiting van het apparaat.
16
De polsband
bevestigen
Rijg de polsband zoals
aangegeven en trek deze
vast.
Eerste keer starten
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Als het apparaat vraagt om een PIN-code
of blokkeringscode, voert u de code in en
selecteert u OK.
3. Als u daarom wordt gevraagd, voert u
het land waarin u zich bevindt, en de
huidige datum en tijd. Voer de eerste
le tt er s v an uw la nd in om de ze te zo ek en .
Het is belangrijk dat u het juiste land
selecteert, omdat geplande agendaitems die u opgeeft kunnen veranderen
als u later een ander land kiest dat een
andere tijdzone heeft.
4. De toepassing Welkom wordt geopend.
Maak een keuze uit de verschillende
opties, of selecteer Afsluiten om de
toepassing te sluiten.
Als u de verschillende instellingen van uw apparaat wilt
configureren, gebruikt u de instellingenwizard en de
wizards die in de stand-by modus beschikbaar zijn. Als u
het apparaat inschakelt, is het mogelijk dat de
serviceprovider van de SIM-kaart wordt herkend en
sommige instellingen automatisch worden
geconfigureerd. U kunt ook contact opnemen met uw
serviceprovider voor de juiste instellingen.
U kunt het apparaat ook inschakelen zonder SIM-kaart
erin. In zo'n geval zal het apparaat in offline-modus
opstarten, en kunnen de telefoonfuncties die van een
netwerk afhankelijk zijn, niet gebruikt worden.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/uittoets ingedrukt.
De toetsen
vergrendelen
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Het toetsenbord van uw apparaat wordt automatisch
geblokkeerd zodat er geen toetsen per ongeluk kunnen
worden ingedrukt. Als u de tijdsduur wilt wijzigen waarna
het toetsenbord wordt geblokkeerd, selecteert u Menu >
Als u de toetsen handmatig wilt blokkeren in de stand-by
modus, drukt u op de linkerselectietoets en *.
Als u de toetsen wilt vrijgeven,
drukt u op de
linkerselectietoets en *.
Tip: Als u de toetsen wilt
blokkeren in het menu of
in een openstaande
toepassing, drukt u kort
op de aan/uit-toets en
selecteert u
Toetsenblok
blokkeren. Als u de
toetsen wilt vrijgeven,
drukt u op de
linkerselectietoets en *.
Scherm-indicatoren
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk
(netwerkdienst). De balk naast het pictogram geeft de
signaalsterkte van het netwerk op uw huidige locatie aan.
Hoe hoger de balk, hoe sterker het signaal.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe meer de
batterij opgeladen is.
18
U hebt een of meer ongelezen berichten in uw de
map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe
mailbox.
Er zijn berichten in de map Outbox die nog moeten
worden verzonden door Messaging.
U hebt een of meer oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
U hebt het profiel Stil geselecteerd, waardoor het
apparaat geen belsignaal geeft bij inkomende oproepen
of berichten.
Bluetooth is geactiveerd.
Er worden gegevens verzonden door middel van
Bluetooth-connectiviteit. Wanneer de indicator knippert,
wordt geprobeerd een verbinding met een ander apparaat
tot stand te brengen.
Er is een infraroodverbinding actief. Als de indicator
knippert, probeert uw apparaat verbinding te maken met
het andere apparaat of is er sprake van een verbroken
verbinding.
Er is ee n GP RS -p ack et -g ege ve ns verb in di ng b es ch ikba ar
(netwerkdienst).
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief.
Er staat een GPRS-packet-gegevensverbinding in de
wachtstand.
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst).
Er is een EGPRS-verbinding actief.
Er staat een EGPRS-packet-gegevensverbinding in de
wachtstand.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst).
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief.
Er staat een UMTS-packet-gegevensverbinding in de
wachtstand.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA) wordt
ondersteund en is beschikbaar (netwerkdienst). Het
pictogram kan per regio verschillen.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA) is actief.
Het pictogram kan per regio verschillen.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA) is in de
wachtstand. Het pictogram kan per regio verschillen.
U hebt op het apparaat ingesteld dat gezocht moet
worden naar WLAN-netwerken en er is een WLAN-netwerk
beschikbaar.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk met
codering.
Uw apparaat is met een USB-kabel aangesloten op
een computer.
De tweede telefoonlijn is in gebruik (netwerkdienst).
Alle oproepen worden naar een ander nummer
doorgeschakeld. Als u twee telefoonlijnen heeft, geeft een
nummer aan welke lijn actief is.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
De verbinding met een Bluetooth-hoofdtelefoon is
verbroken.
Er is een handsfree carkit aangesloten op het
apparaat.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het
apparaat.
Er is een tekstelefoon aangesloten op het apparaat.
Het apparaat is bezig met synchroniseren.
Er is een actieve PTT (Push to Talk)-verbinding.
Uw PTT- verb in din g is in de modus Niet storen, omdat
het beltoontype van uw apparaat is ingesteld op Eén
piep of Stil, of er is een inkomende of actieve oproep. U
kunt in deze modus geen PTT-oproepen maken.
Ondersteuning en
contactgegevens van
Nokia
Ga naar www.nokia.com/support of naar de Nokiawebsite voor uw land voor de nieuwste handleidingen en
voor aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Als u contact wilt opnemen met de klantenservice,
raadpleegt u de lijst met plaatselijke Nokia Carecontactcentra op www.nokia.com/customerservice.
19
Voor onderhoudsdiensten zoekt u naar het
dichtstbijzijnde Nokia-servicecenter op www.nokia.com/
repair.
20
Uw Nokia E51
Welkom
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt de
toepassing Welkom geopend. Maak een keuze uit de
volgende opties:
• Zelfstudie geeft informatie over het apparaat en laat
zien hoe u het kunt gebruiken.
• Overdracht stelt u in staat gegevens van een
compatibel Nokia-apparaat over te brengen,
bijvoorbeeld contacten en agenda-items.
'Gegevensoverdracht tussen apparaten', p. 25.
• Instelwizard helpt u met het configureren van
verschillende instellingen.
', p. 21.
• Operator bevat een koppeling naar de portal van uw
operator.
Als u de toepassing Welkom wilt openen, selecteert u
Menu > Help > Welkom.
De beschikbare items kunnen per regio verschillen.
Zie 'De Instelwizard
De Instelwizard
Selecteer Menu > Instrumenten > Instelwizard.
Zie
Met de Instelwizard kunt u het apparaat configureren voor
instellingen die zijn gebaseerd op de gegevens van uw
netwerkoperator. Voor het gebruik van deze diensten
moet u mogelijk contact opnemen met de serviceprovider
om een gegevensverbinding of andere diensten te
activeren.
De beschikbaarheid van verschillende instellingsitems in
de Instelwizard is afhankelijk van de functies van het
apparaat, de SIM-kaart, de draadloze-serviceprovider en
de beschikbaarheid van gegevens in de database van de
Instelwizard.
Als uw serviceprovider geen Instelwizard aanbiedt, wordt
deze functie mogelijk niet weergegeven in het menu van
uw apparaat.
Als u de wizard wilt starten, selecteert u Starten. Als u de
wizard voor de eerste keer gebruikt, wordt u door de
configuratie van de instellingen geleid. Als uw apparaat
geen SIM-kaart bevat, moet u uw serviceprovider en diens
eigen land selecteren. Als het land of de serviceprovider
die door de wizard wordt voorgesteld niet klopt,
selecteert u het juiste land of de juiste serviceprovider in
de lijst. Als de configuratie van de instellingen wordt
onderbroken, worden de instellingen niet gedefinieerd.
Nadat de Instelwizard de configuratie van de instellingen
heeft voltooid, kunt u de hoofdweergave van de wizard
openen door OK te selecteren.
21
Selecteer Opties in de hoofdweergave en maak een keuze
uit de volgende opties:
• Operator — Configureer operatorspecifieke
instellingen, bijvoorbeeld voor MMS, internet, WAP of
streaming.
• E-mail — Configureer e-mailinstellingen.
• Push to Talk — Configureer PTT-instellingen (Push to
Talk).
• Video delen — Configureer instellingen voor het delen
van video.
Als u de Instelwizard niet kunt gebruiken, gaat u naar de
website met Nokia-telefooninstellingen.
Stand-by modi
Het apparaat kent twee verschillende stand-by modi:
stand-by modus en actieve stand-by modus.
Actieve stand-by
Nadat u het apparaat hebt
ingeschakeld en het apparaat
klaar is voor gebruik en als u
nog geen tekens hebt
ingevoerd of selecties hebt
gemaakt, bevindt het apparaat
zich in de actieve stand-by
modus. In de actieve stand-by
modus worden verschillende
symbolen, zoals voor uw
netwerkoperator of voor
alarmsignalen, en
toepassingen die u snel wilt
openen, weergegeven.
Als u toepassingen wilt selecteren om deze te kunnen
openen vanuit de actieve stand-by modus, selecteert u
In de gewone stand-by modus
ziet u uw serviceprovider, de
tijd en verschillende
indicatoren, bijvoorbeeld voor
alarmsignalen.
Druk op de beltoets om de laatst
gekozen telefoonnummers
weer te geven. Ga naar een
nummer of naam en druk
nogmaals op de beltoets om het
nummer te bellen.
Als u uw voicemail wilt bellen
(netwerkdienst), houdt u 1
ingedrukt.
Druk de joystick naar rechts om agenda-items weer te
geven.
Druk de joystick naar links om tekstberichten te schrijven
en te verzenden.
Als u deze snelkoppelingen wilt wijzigen, selecteert u
Het menu is een beginpunt van
waaruit u alle toepassingen van
het apparaat of op een
geheugenkaart kunt openen.
Het menu bevat toepassingen
en mappen (dit zijn groepen
met vergelijkbare
toepassingen). Alle
toepassingen die u zelf in het
apparaat installeert, worden
standaard opgeslagen in de
map Installaties.
U opent een toepassing door
ernaartoe te gaan en op de
navigatietoets te drukken.
Als u de toepassingen wilt weergeven in een lijst,
selecteert u Opties > Weergave wijzigen >
Lijstweergave. Als u wilt terugkeren naar de
roosterweergave, selecteert u Opties > Weergave
wijzigen > Roosterweergave.
Als u de pictogrammen voor toepassingen en mappen met
animatie wilt weergeven, selecteert u Opties >
Pictogramanimatie > Aan.
Als u het geheugengebruik van verschillende
toepassingen en gegevens in het apparaat of op de
geheugenkaart wilt weergeven of de hoeveelheid vrij
geheugen wilt controleren, selecteert u Opties >
Gegevens geheugen.
Als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuwe map.
Als u de naam van een nieuwe map wilt wijzigen,
selecteert u Opties > Naam wijzigen.
23
Als u de map opnieuw wilt ordenen, gaat u naar de
toepassing die u wilt verplaatsen en selecteert u Opties >
Verplaatsen. Naast de toepassing verschijnt een vinkje.
Ga naar een nieuwe locatie en selecteer OK.
Als u een toepassing naar een andere map wilt
verplaatsen, gaat u naar de gewenste toepassing en
selecteert u achtereenvolgens Opties > Verplaats naar
map, de nieuwe map en OK.
Als u toepassingen wilt downloaden van internet,
selecteert u Opties > Toepassingen downldn.
Algemene
bewerkingen in
verschillende
toepassingen
De volgende bewerkingen zijn van toepassing op
verschillende toepassingen:
Als u het profiel wilt wijzigen of het apparaat wilt
uitschakelen of vergrendelen, houdt u de aan/uit-toets
kort ingedrukt.
24
Als een toepassing uit
verschillende tabs bestaat (zie
afbeelding), kunt u een tab
openen door naar rechts of links
te bladeren.
Als u de instellingen wilt
opslaan die u in een toepassing
hebt geconfigureerd, selecteert
u Terug.
Als u een bestand wilt opslaan,
selecteert u Opties >
Opslaan. De opties voor het
opslaan verschillen per
toepassing.
Als u een bestand wilt verzenden, selecteert u Opties >
Zenden. U kunt een bestand per e-mail of in een
multimediabericht verzenden, of door middel van een
Bluetooth-verbinding of infrarood.
Als u tekst wilt kopiëren, houdt u de Shift-toets ingedrukt
en selecteert u de tekst met de navigatietoets. Houd de
Shift-toets ingedrukt en selecteer Kopiëren. U plakt de
tekst als volgt: blader naar de gewenste locatie, houd de
Shift-toets ingedrukt en selecteer Plakken. Deze methode
werkt mogelijk niet in toepassingen waarin andere
opdrachten gelden voor kopiëren en plakken.
Als u verschillende items wilt selecteren, bijvoorbeeld
bestanden of contactpersonen, gaat u naar het item dat u
wilt selecteren. Selecteer Opties > Markeringen aan/
uit > Markeren om één item te selecteren of Opties >
Markeringen aan/uit > Alle markeren om alle items te
selecteren.
Tip: Als u vrijwel alle items wilt selecteren,
selecteert u eerst Opties > Markeringen aan/
uit > Alle markeren. Selecteer vervolgens de
items die u niet wilt selecteren en Opties >
Markeringen aan/uit > Markering opheffen.
Als u een object wilt selecteren (bijvoorbeeld een bijlage
in een document), gaat u naar het object zodat het object
aan beide kanten wordt gemarkeerd met vierkantjes.
Overdracht
Selecteer Menu > Instrumenten > Overdracht.
U kunt gegevens, zoals contactpersonen, van een
compatibel Nokia-apparaat overbrengen naar uw NokiaEseries-apparaat via Bluetooth of infrarood. Het soort
gegevens dat kan worden overgebracht, is afhankelijk van
het type apparaat. Als het andere apparaat synchroniseren
ondersteund, kunt u ook gegevens tussen de twee
apparaten synchroniseren of gegevens van dit apparaat
naar het andere verzenden.
Als u gegevens overbrengt van uw vorige apparaat, moet
u mogelijk de SIM-kaart in het apparaat plaatsen. Uw
nieuwe Eseries-apparaat heeft geen SIM-kaart nodig om
gegevens over te brengen.
Gegevens worden vanuit het geheugen van het andere
apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw
apparaat gekopieerd. De tijd die nodig is om te kopiëren,
hangt af van de hoeveelheid gegevens die wordt
overgebracht. U kunt ook het kopiëren annuleren en later
hervatten.
De benodigde stappen voor gegevensoverdracht kunnen
verschillen per apparaat en wijken ook af als u de
gegevensoverdracht eerder hebt onderbroken. Welke
items u kunt overbrengen, is afhankelijk van het andere
apparaat.
Gegevensoverdracht tussen
apparaten
Als u twee apparaten met elkaar wilt verbinden, volgt u
de aanwijzingen op het scherm. Bij sommige modellen
wordt de toepassing Overdracht in een bericht naar het
andere apparaat gestuurd. Als u Overdracht op het andere
apparaat wilt installeren, opent u het bericht en volgt u de
instructies op het scherm. Selecteer op uw nieuwe Eseriesapparaat de inhoud die u wilt kopiëren van het andere
apparaat.
Na de gegevensoverdracht kunt u de snelkoppeling met
de instellingen voor de overdracht op de hoofdweergave
opslaan om dezelfde overdracht later te kunnen herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties > Snelkoppellingsinstllngn.
Het overdrachtslog
weergeven
Na elke overdracht wordt er een overdrachtslog getoond.
Als u de overdrachtsgegevens wilt weergeven, gaat u naar
het overgezette item in het logboek, en selecteert u
Opties > Details.
Als u het logboek van een vorige overdracht wilt
weergeven, gaat u naar de snelkoppeling voor de
25
overdracht in de hoofdweergave en selecteert u Opties >
Log bekijken.
In het logboek worden ook de onopgeloste
overdrachtconflicten getoond. Als u conflicten wilt gaan
oplossen, selecteert u Opties > Conflicten oplossen.
Gegevens synchroniseren,
ophalen en verzenden
Als u hiervoor al gegevens naar uw apparaat heeft
overgezet met de toepassing Overdracht, maakt u een
keuze uit de volgende pictogrammen van de
hoofdweergave van Overdracht:
Gegevens synchroniseren met een compatibel
apparaat als het andere apparaat synchroniseren
ondersteunt. U kunt de gegevens met synchroniseren in
beide apparaten actueel houden.
Gegevens overzetten van het andere apparaat naar
uw nieuwe Eseries-apparaat.
V er ze nd de g eg ev en s va n u w n i eu we Es er i es -a pp a ra at
naar uw andere apparaat.
Aan uw eigen
voorkeuren aanpassen
U kunt uw apparaat aanpassen aan uw eigen voorkeuren
door bijvoorbeeld de beltonen, achtergrondafbeeldingen
en schermbeveiligingen te wijzigen.
26
Profielen
Selecteer Menu > Instrumenten > Profielen.
U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of
groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en
andere signalen instellen. Het actieve profiel wordt in de
stand-by modus bovenaan op het scherm weergegeven.
Als het actieve profiel echter Algemeen is, wordt alleen de
huidige datum weergegeven.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken en definieert u de instellingen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het
desbetreffende profiel en kiest u Opties > Aanpassen.
Als u een profiel wilt wijzigen, selecteert u het
desbetreffende profiel en kiest u Opties > Activeren.
Wanneer het Offline profiel is geactiveerd, kunt u het
apparaat niet per ongeluk inschakelen. Ook kunt u dan
niet ongewild berichten verzenden of ontvangen of
gebruikmaken van een draadloos LAN, Bluetooth of de FMradio. Bovendien wordt bij het selecteren van het profiel
een eventuele actieve internetverbinding verbroken. Het
Offline-profiel verhindert u niet om op een later tijdstip
een draadloos LAN- of Bluetooth-verbinding tot stand te
brengen, en ook niet om de FM-radio in te schakelen. Houd
u daarom aan de veiligheidsvoorschriften wanneer u deze
functies gebruikt.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf
gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen.
Beltonen selecteren
Als u een beltoon wilt instellen voor een profiel, selecteert
u Opties > Aanpassen > Beltoon. Selecteer een beltoon
in de lijst, of selecteer Geluiden downldn om een map te
openen met daarin een lijst met bookmarks voor het
downloaden van tonen via de browser. Gedownloade
tonen worden opgeslagen in de Galerij.
Als u de beltoon alleen voor een bepaalde contactgroep
wilt gebruiken, selecteert u Opties > Aanpassen >
Waarschuwen bij en selecteert u de gewenste groep.
Voor oproepen van andere nummers geldt een stille
waarschuwing.
Als u de berichttoon wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Aanpassen > Berichtensignaaltoon.
Profielen aanpassen
Selecteer Opties > Aanpassen en definieer de volgende
opties:
• Beltoon — Selecteer een beltoon in de lijst, of selecteer
Geluiden downldn om een map te openen met daarin
een lijst met bookmarks voor het downloaden van
tonen via de browser. Als u twee verschillende
telefoonlijnen gebruikt, kunt u verschillende beltonen
voor deze lijnen instellen.
• Toon video-oproep — Selecteer een beltoon voor
video-oproepen.
• Naam beller uitspr. — Wanneer u deze optie hebt,
selecteert en iemand uit uw contactenlijst u belt, hoort
u een beltoon die bestaat uit de gesproken naam van
het contact en de geselecteerde beltoon.
• Beltoontype — Stel het type beltoon in.
• Belvolume — Stel het volume van de beltoon in.
• Berichtensignaaltoon — Stel een toon voor
ontvangen SMS-berichten in.
• Signaaltoon e-mail — Stel een toon voor ontvangen
e-mailberichten in.
• Chatsignaaltoon — Stel een toon voor ontvangen
chatberichten in.
• Trilsignaal — Stel in of het apparaat trilt wanneer u
een oproep ontvangt.
• Toetsenbordtonen — Stel het volume van de
toetsenbordtonen van het apparaat in.
• Waarschuwingstonen — Schakel de
waarschuwingssignalen in of uit. Deze instelling heeft
ook effect op het geluid van bepaalde games en Javatoepassingen.
• Waarschuwen bij — U kunt instellen dat het apparaat
alleen overgaat wanneer u wordt gebeld door
nummers van een bepaalde groep contacten. Voor
oproepen van andere nummers geldt een stille
waarschuwing.
• Profielnaam — Geef een nieuw profiel een naam of
wijzig de naam van een bestaand profiel. De namen van
de profielen Algemeen en Offline kunnen niet worden
gewijzigd.
Weergavevolgorde wijzigen
Selecteer Menu > Instrumenten > Thema's.
Als u het thema dat in alle toepassingen wordt gebruikt,
wilt wijzigen, selecteert u de map Algemeen.
Als u het thema dat in alle toepassingen wordt gebruikt,
wilt wijzigen, selecteert u de map Menuweerg..
27
Als u het thema voor een afzonderlijke toepassing wilt
wijzigen, selecteert u de map van die toepassing.
Als u de achtergrondafbeelding voor de stand-by modus
wilt wijzigen, selecteert u de map Achtergrond.
Als u een afbeelding wilt selecteren of een tekst invoeren
voor de screensaver, selecteert u de map Spaarstand.
Een thema downloaden
Als u een thema wilt downloaden, selecteert u
Algemeen of Menuweerg. > Thema's downldn. Voer
de koppeling in van waaruit u het thema wilt downloaden.
Wanneer het thema is gedownload, kunt u dit bekijken,
activeren of bewerken.
Als u een thema wilt bekijken, selecteert u Opties >
Bekijken.
Als u het thema wilt instellen voor gebruik, selecteert u
Opties > Instellen.
3D-beltonen
Selecteer Menu > Media > 3-D-beltonen.
Selecteer 3-D-beltooneffecten > Aan om
driedimensionale geluidseffecten voor beltonen in te
schakelen. Niet alle beltonen ondersteunen 3D-effecten.
Als u het 3D-effect dat op de beltoon wordt toegepast wilt
wijzigen, selecteert u Geluidsbaan en het gewenste
effect.
Maak een keuze uit de volgende opties om het 3D-effect
te wijzigen:
28
• Snelheid geluidsbaan — Selecteer de snelheid
waarmee het geluid van de ene kant naar de andere
gaat. Deze instelling is niet voor alle effecten
beschikbaar.
• Galm — Selecteer het gewenste effect om de
hoeveelheid echo aan te passen.
• Doppler-effect — Selecteer Aan om de beltoon hoger
te laten klinken wanneer u zich dichter bij het apparaat
bevindt, en lager wanneer u verder weg bent. Deze
instelling is niet voor alle effecten beschikbaar.
Selecteer Opties > Toon afspelen om de beltoon met het
3D-effect te beluisteren.
Als u het volume van de beltoon wilt instellen, selecteert
u Menu > Instrumenten > Profielen > Opties >
Aanpassen > Belvolume.
Volumeregeling
Als u het volume van het luistergedeelte tijdens een
gesprek wilt aanpassen, of het volume van de
mediatoepassingen, gebruikt u dan de volumetoetsen.
Sneltoetsen
Met de Sneltoetsen heeft u snel toegang tot toepassingen
en taken. Aan elke toets is een toepassing en een taak
toegekend. Als u deze snelkoppelingen wilt wijzigen,
selecteert u Menu > Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > One Touch-ttsn. Uw
netwerkbeheerder kan toepassingen aan bepaalde
toetsen hebben toegewezen. In dat geval kunt u ze niet
wijzigen.
Als u naar het hoofdmenu wilt, drukt u kort op de hometoets. Druk nogmaals kort op de home-toets om het menu
te openen.
Als u een lijst actieve toepassingen wilt weergeven, houdt
u de home-toets enkele seconden ingedrukt. Als de lijst
geopend is, drukt u kort de home-toets in om door de lijst
te navigeren. Als u de geselecteerde toepassing wilt
openen, drukt u enkele seconden de home-toets in of
drukt u op de navigatietoets. Als u de geselecteerde
toepassing wilt sluiten, drukt u op de backspace-toets.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de
gebruiksduur van de batterij af.
Contactentoets
Als u de toepassing Contacten wilt openen, drukt u kort op
de contactentoets.
Als u een nieuw contact wilt maken, drukt u een aantal
seconden op de contactentoets.
Agendatoets
Als u de toepassing Agenda wilt openen, drukt u kort op
de agendatoets.
Als u een nieuwe afspraak wilt maken, drukt u een aantal
seconden op de agendatoets.
E-mailtoets
Als u uw standaardmailbox wilt openen, drukt u kort op
de e-mailtoets.
Als u een nieuw e-mailbericht wilt maken, drukt u een
aantal seconden op de e-mailtoets.
Multitasking
U kunt verschillende toepassingen tegelijk gebruiken. Als
u naar een andere actieve toepassing wilt, houdt u de
home-toets ingedrukt, gaat u naar de toepassing en drukt
u op de navigatietoets. Als u de geselecteerde toepassing
wilt sluiten, drukt u op de backspace-toets.
Voorbeeld: Als u tijdens een actieve oproep uw
agenda wilt controleren, drukt u op de home-toets
om naar het menu te gaan en opent u de toepassing
Agenda. De oproep blijft op de achtergrond actief.
Voorbeeld: Als u een bericht invoert en naar een
website wilt gaan, drukt u de home-toets in om
naar het menu te gaan en opent u een webbrowser.
29
Selecteer een bookmark of voer het internetadres
handmatig in, en selecteer Ga naar. Als u terug wilt
keren naar uw bericht, houdt u de home-toets
ingedrukt, gaat u naar het bericht en drukt u op de
navigatietoets.
installatiebestanden op een compatibele pc te maken.
Gebruik vervolgens het bestandsbeheer om de
installatiebestanden uit het geheugen van het apparaat te
verwijderen. Als het .SIS-bestand een bijlage bij een
bericht is, dient u het bericht uit de lijst met
binnengekomen berichten te verwijderen.
Geheugen
Er zijn twee typen geheugens waarin u gegevens kunt
opslaan of toepassingen kunt installeren:
apparaatgeheugen en geheugenkaart.
Vrij geheugen
Als u wilt zien hoeveel geheugen er momenteel wordt
gebruikt, hoeveel geheugen er nog vrij is en hoeveel
geheugen wordt gebruikt door elk gegevenstype,
selecteert u Menu > Opties > Gegevens geheugen >
Geheugen of Geheugenkaart.
Tip: Om ervoor te zorgen dat u voldoende
geheugen heeft, wordt aangeraden regelmatig
gegevens naar een geheugenkaart of computer
over te brengen, of Bestandsbeheer te gebruiken
om bestanden die u niet meer nodig heeft, te
verwijderen.
Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart
hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden
(.sis, .sisx) in het geheugen van het apparaat staan. De
bestanden kunnen grote hoeveelheden geheugen in
beslag nemen en ervoor zorgen dat u geen andere
bestanden meer kunt opslaan. U kunt voldoende
30
geheugenruimte overhouden door gebruik te maken van
Nokia PC Suite om een back-up van de
Geheugenkaart
Selecteer Menu > Instrumenten > Geheugen.
Als u een geheugenkaart niet kunt gebruiken, is het
kaarttype mogelijk niet geschikt, is de kaart niet
geformatteerd voor het apparaat of is het
bestandssysteem op de kaart beschadigd. Uw Nokiaapparaat ondersteunt de bestandssystemen FAT16 en
FAT32 voor geheugenkaarten.
MicroSD
Dit apparaat gebruikt een microSDgeheugenkaart.
Met het oog op de interoperabiliteit moet u
alleen compatibele microSD-kaarten met dit apparaat
gebruiken. Vraag de fabrikant of de leverancier naar de
compatibiliteit van een microSD-kaart. Kaarten van een
ander type dan microSD zijn niet compatibel met dit
apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart
gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en
het apparaat en kunnen de gegevens die op de
incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Loading...
+ 134 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.