Nokia, Nokia Connecting People, Navi
gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and
noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the
MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use
in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be
implied for any other use. Additional information including that relating to promotional, internal and
commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en nietcommercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door
een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband
met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander
gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder
informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is
verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN
VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES
VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-164 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring
kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/
declaration_of_conformity/.
TM
, Nokia Original Enhancements en PC Suite zijn handelsmerken of
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ
VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN
BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ
UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE
GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT
DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit Nokia-apparaat voldoet aan Richtlijn 2002/95/EG inzake de beperking van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en
regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is
verboden.
MEDEDELING FCC
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de
ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) kan u vragen
niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op
met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De
werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke
storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben
accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen
het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
9200825/Uitgave 2 NL
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid ............................................................................... 5
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de
telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat
niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de
telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
5
Voor uw veiligheid
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u
eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen
voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo
vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar het startscherm. Voer het alarmnummer in en
druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Over dit apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd
voor gebruik op het EGSM 850-, 900-, 1800- en 1900-netwerk. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en
eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden.
Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke
boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig
en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en
accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie
van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een
firewall om de beveiliging van het apparaat te vergroten.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
6
Voor uw veiligheid
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies van dit apparaat zijn
afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze
netwerkdiensten zijn mogelijk niet op alle netwerken beschikbaar. Het kan ook
zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra
instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende
kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken
geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal
geconfigureerd zijn voor uw netwerk provider. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon,
zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, snel
beschikbare contacten, synchroniseren op afstand en het downloaden van
content via een browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld
geheugen: de galerij, contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, emailberichten, agenda, takenlijstnotities, Java
de notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er
mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen
delen. Als u bijvoorbeeld veel Java-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare
geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt
weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken
die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een
gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten, is mogelijk afzonderlijk
een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met
andere functies wordt gedeeld.
TM
-spelletjes en -toepassingen, en
7
Voor uw veiligheid
■ Toebehoren
Neem de volgende praktische regels voor accessoires en toebehoren in acht:
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem
deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer.
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn
geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken.
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
8
Algemene informatie
Algemene informatie
■ Overzicht van functies
De telefoon biedt een groot aantal functies die handig zijn in het
dagelijks gebruik, zoals tekst- en multimediaberichten, agenda, klok,
wekker, radio, Music Player en ingebouwde camera. De telefoon
ondersteunt bovendien de volgende functies:
• On line plug-en-play-dienst voor het ophalen van configuratieinstellingen. Zie Plug-en-play-dienst op pagina 16 en Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 10.
• Actieve stand-by. Zie Actieve stand-by op pagina 22.
• Audioberichten. Zie Nokia Xpress-audioberichten op pagina 39.
• Chatberichten. Zie Chatberichten op pagina 43.
• E-mailtoepassing. Zie E-mailtoepassing op pagina 40.
• Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Uitgebreide
spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 26 en Spraakopdrachten
op pagina 66.
• Snel beschikbare contacten. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 56.
• Java 2 Platform, Micro Edition (J2ME
pagina 92.
TM
). Zie Toepassingen op
■ Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de
code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie
Beveiliging op pagina 76.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code
(Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers
9
Algemene informatie
beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op
pagina 76.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die
bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 101.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Digitale handtekening op pagina 102.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal
Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een
geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. De PUK2-code, die uit
8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met
uw serviceprovider om de codes op te vragen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u Oproepen
blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 76.
■ Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS,
Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe
internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de
telefoon worden ingesteld. U kunt de instellingen mogelijk rechtstreeks
als configuratiebericht ontvangen. Wanneer u de instellingen hebt
ontvangen, moet u deze op de telefoon opslaan. Mogelijk ontvangt u
een PIN-code van de serviceprovider die u nodig hebt om de instellingen
op te slaan. Neem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider,
dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier of bezoek het
supportgedeelte op de website van Nokia op www.nokia.com/support
voor meer informatie over beschikbaarheid.
10
Algemene informatie
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt
ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en
geactiveerd, wordt Configuratieinstellingen ontvangen weergegeven.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen > Opslaan. Als de
melding PIN voor instellingen invoeren: wordt weergegeven, voert u de
PIN-code voor de instellingen in en selecteert u OK. Vraag de PIN-code
op bij de serviceprovider die de instellingen levert. Als er nog geen
instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen opgeslagen en
ingesteld als standaardconfiguratie-instellingen. Als er wel instellingen
zijn opgeslagen, wordt de melding Opgeslagen configuratieinstellingen activeren? weergegeven.
U kunt de ontvangen instellingen verwijderen door Uit of Tonen > Wegdoen te selecteren.
■ Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon
downloaden (netwerkdienst). Selecteer de downloadfunctie
(bijvoorbeeld in Galerij). Zie de beschrijving van het betreffende menu
voor informatie over het gebruik van de downloadfunctie.
U kunt mogelijk ook updates van de telefoonsoftware downloaden
(netwerkdienst). Zie Telefoon op pagina 73 en Telefoonupdates.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van
de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software
bieden.
■ Nokia-ondersteuning
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de
nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie,
downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten
en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u
11
Aan de slag
de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op
www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.nokia.com/repair
de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging zoeken.
1. Aan de slag
Belangrijk: De schermcover (1) en
toetsencover (2) van het apparaat zijn
kwetsbare onderdelen die van speciaal gehard
glas zijn gemaakt en moeten met zorg worden
behandeld. Gebruik het beschermende leren
draagtasje dat bij het verkooppakket wordt
geleverd.
■ De SIM-kaart en batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij
verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider,
netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BP-5M-batterij. Gebruik
altijd originele Nokia-batterijen. Zie Controle van de echtheid van
Nokia-batterijen op pagina 106.
12
Aan de slag
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk
door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig
wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
Als u de achtercover van de
telefoon wilt verwijderen,
opent u de schuif, drukt u op
de ontgrendelingsknop (1) en
schuift u de cover (2) zoals
wordt aangegeven.
Verwijder de batterij zoals
wordt aangegeven.
Plaats de SIM-kaart op de
juiste wijze in de houder.
Plaats de batterij terug met
het goudkleurige contactpunt
in de goudkleurige
contactpunten van de
batterijsleuf (1).
13
Aan de slag
Druk de batterij omlaag in de
batterijsleuf (2).
Schuif de achtercover weer
op de telefoon.
■ De batterij opladen
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat
gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de lader AC-6 of DC-6 micro
USB als voedingsbron.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik
van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
14
Aan de slag
1. Sluit de lader aan op een
gewone
wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de
micro USB-lader in de
micro USB-aansluiting
rechtsonder op de
telefoon.
Als de batterij volledig
ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de
batterij-indicator op het
scherm wordt weergegeven
en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een
batterij van het type BP-5M met de lader AC-6 duurt ongeveer 2 uur en
15 minuten wanneer de telefoon zich in de stand-by modus bevindt.
De batterij opladen met de gegevenskabel CA-101
De gegevenskabel CA-101,
die wordt geleverd bij het
verkooppakket, wordt
gebruikt voor
gegevensoverdracht en het
langzaam opladen van de
batterij wanneer de kabel is
aangesloten op een pc of
laptop.
Zie USB-gegevenskabel op
pagina 72 voor meer informatie. U moet Nokia PC Suite 6.83
downloaden voor gebruik met het apparaat. Bijgewerkte versies kunnen
worden toegevoegd na versie 6.83. Ga naar www.nokia.com/support
voor meer informatie.
15
Aan de slag
1. Steek de stekker van de CA-101 in de micro USB-aansluiting
rechtsonder op de telefoon.
2. Sluit de CA-101 aan op de pc of laptop. USB-gegevenskabel aangesloten. Selecteer modus. wordt weergegeven op het
weergavescherm van de telefoon.
3. Selecteer OK en Standaardmodus.
Met de AC-6 wordt de batterij veel sneller opgeladen dan met de
CA-101. Het opladen met de AC-6 wordt aangeraden wanneer de
telefoon snel moet worden opgeladen.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Waarschuwing: Schakel de
telefoon niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt om
de telefoon in of uit te schakelen.
Als een PIN- of UPIN-code wordt
gevraagd, toetst u de code in
(weergegeven als ****) en selecteert u OK.
Tijd, tijdzone en datum instellen
Voer de plaatselijke tijd in, selecteer de tijdzone van uw locatie
uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time), en voer de
datum in. Zie Tijd en datum op pagina 65.
Plug-en-play-dienst
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in
de stand-by mode staat, wordt u gevraagd de configuratie-instellingen
op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig of weiger de
aanvraag. Zie Verb. met serviceonderst. op pagina 75 en Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 10.
16
Aan de slag
■ Beheer van digitale rechten
Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende soorten
technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) om hun
intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit
apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om
toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud. Met dit apparaat hebt u
mogelijk toegang tot inhoud die is beveiligd met WMDRM 10, OMA
DRM 1.0-vergrendeling en OMA DRM 2.0. Als de inhoud niet kan
worden beschermd met bepaalde DRM-software, kunnen de eigenaren
van de inhoud vragen of de mogelijkheid om met die DRM-software
toegang te krijgen tot nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt
ingetrokken. Deze intrekking kan het vernieuwen van dergelijke DRMbeveiligde inhoud die al in uw apparaat is opgeslagen verhinderen. Het
intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het
gebruik van inhoud die is beveiligd met andere typen DRM of het
gebruik van niet door DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten
(DRM) wordt een bijbehorende activeringssleutel geleverd waarmee uw
rechten voor het gebruik van de inhoud worden gedefinieerd. Als uw
apparaat OMA DRM-beveiligde inhoud bevat, kunt u met de backupfunctie van de Nokia PC Suite een back-up maken van de inhoud. Als
uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de
activeringssleutels als de inhoud verloren gaan als het
apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de
activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw
apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de activeringssleutels
of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw
apparaat weer te gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie.
17
Aan de slag
■ Een hoofdtelefoon aansluiten
Voor het aansluiten van een HS-47-stereohoofdtelefoon of een HS-40-,
HS-60- of HS-81-hoofdtelefoon op het apparaat moet u de microUSBNokia AV-audioadapter AD-55 gebruiken. Sluit de AD-55-adapter aan
op het apparaat en sluit een hoofdtelefoon aan op de adapter, zoals
hierna wordt aangegeven.
■ Antenne
Het apparaat heeft een interne antenne onder aan het
apparaat. Gebruik de telefoon met geopende schuif om contact
met de antenne te voorkomen.
18
Opmerking: Zoals voor alle andere
radiozendapparatuur geldt, dient
onnodig contact met de antenne te
worden vermeden als het apparaat is
ingeschakeld. Het aanraken van de
antenne kan een nadelige invloed hebben
op de gesprekskwaliteit en kan ervoor
zorgen dat het apparaat meer stroom
verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de
prestaties van de antenne en de
levensduur van de batterij optimaliseren
door het antennegebied niet aan te raken
wanneer u het apparaat gebruikt.
Aan de slag
19
De telefoon
2. De telefoon
■ Toetsen en onderdelen
1) Oogje voor polsband8) Toets Einde en aan/uit-toets
2) Luistergedeelte9) Toetsenblok
3) Volumetoets10) Ontgrendelingsknop voor batterijhouder
4) Luidspreker11) Microfoon
5) Scherm12) Aansluiting voor de micro USB-lader
TM
6) Navi
7) Rechterselectietoets14) Linkerselectietoets
-toets13) Beltoets
20
De telefoon
■ De telefoon openen en sluiten
Als u de telefoon wilt openen, drukt u de schuif omhoog
met het lipje boven de navigatietoets in vier richtingen.
Als u de telefoon wilt sluiten, drukt u het lipje omlaag
naar de gesloten positie.
Zie Oproepen via schuif in Bellen op pagina 72 om
oproepen te beantwoorden door de schuif te openen en
oproepen te beëindigen door de schuif te sluiten.
■ Stand-by mode
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen
tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de stand-by mode.
Scherm
1 Signaalsterkte van het mobiele netwerk
2 Laadstatus van de batterij
3 Indicatoren
4 Naam van het netwerk of het operatorlogo
5 Klok
6 Hoofdscherm
7 Functie van linkerselectietoets is Favoriet
of een snelkoppeling naar een andere functie.
Zie Linkerselectietoets op pagina 65.
8 Functie van middelste selectietoets is Menu
9 Functie van de rechterselectietoets is Namen of een snelkoppeling
naar een andere functie. Zie Rechterselectietoets op pagina 66.
Sommige netwerkoperators kunnen een eigen benaming hebben voor
het openen van de website-van de operator.
21
De telefoon
Actieve stand-by
In de actieve stand-by mode wordt op het scherm een lijst met
geselecteerde telefoonfuncties en informatie weergegeven waartoe u
direct toegang hebt. Als u de actieve stand-by mode wilt inschakelen,
selecteert u Menu > Instellingen > Hoofddisplay > Instell. stand-bymodus > Actief standby > Mijn actief standby. Blader in de standbymodus omhoog of omlaag om de navigatie in de lijst te activeren.
Selecteer Select. om de functie in te schakelen of selecteer Bekijk om
informatie weer te geven. De pijltjes naar links en naar rechts aan het
begin of einde van een regel geven aan dat er aanvullende informatie
beschikbaar is door naar links of naar rechts te schuiven. Selecteer Uit
om de actieve stand-by-navigatiemodus te beëindigen.
Als u de actieve stand-bymodus wilt indelen en wijzigen, activeert u de
navigatiemodus en selecteert u Opties > Actief standby > Mijn actief
standby > Opties en selecteert u de volgende opties:
Aanpassen — om telefoonfuncties toe te wijzen of te wijzigen in de
stand-by mode.
Indelen — om de positie van functies in de stand-by mode te
verplaatsen.
Act. standby inschakelen — selecteer toetsen om de stand-bynavigatiemodus te activeren. Zie Instell. standby-modus op pagina 63
als u de instellingen wilt wijzigen.
Als u de actieve stand-bymodus wilt uitschakelen, selecteert u Opties >
Actief standby > Uit of Menu > Instellingen > Weergave > Instell.
stand-bymodus > Actie f standb y > Uit.
Snelkoppelingen in de stand-by mode
• Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op
de beltoets. Blader naar het gewenste nummer of de gewenste naam
en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
• Houd 0 ingedrukt om de webbrowser te openen.
• Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
22
De telefoon
• Gebruik de navigatietoets als een snelkoppeling. Zie Snelkoppelingen
op pagina 65.
• In de cameramodus kunt u in- en uitzoomen door op de
volumetoetsen te drukken.
• Houd * ingedrukt om de Nokia-website te openen.
• Als u wilt schakelen tussen oproepen wanneer lijn 1 en 2 actief zijn,
drukt u op #.
Indicatoren
Er staan ongelezen berichten in de map Inbox.
Er staan berichten in de map Outbox die nog niet zijn
verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is
mislukt.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
, De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en
de aanwezigheidsstatus is on line of off line.
U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent
verbonden met de dienst voor chatberichten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht
wordt ontvangen.
De alarmklok is ingesteld op Aan.
De countdown timer is actief.
De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond.
De vliegtuigmodus is ingeschakeld.
, De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
23
De telefoon
, Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
, De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de
wachtstand geplaatst), bijvoorbeeld bij een inkomende of
uitgaande oproep tijdens een EGPRS-inbelverbinding.
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede
telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een
ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
Een hoofdtelefoon of handsfree set is aangesloten op de
telefoon.
■ Toetsen blokkeren
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk
worden ingedrukt, selecteert u Menu en
drukt u binnen 3,5 seconden op * om de
toetsen te blokkeren. Wanneer de schuif is
geopend, sluit u de schuif en selecteert u
Blokkrn.
U kunt de toetsblokkering weer opheffen
door Vrijgeven te selecteren en binnen
1,5 seconde op * te drukken. Als de Toetsen-blokkering is ingesteld op Aan, voert u de beveiligingscode in als hierom
wordt gevraagd.
Als u het toetsenblok wilt ontgrendelen met gesloten schuif, selecteert u
Vrijgeven > OK of opent u de schuif om het toetsenblok automatisch te
ontgrendelen.
24
Algemene functies
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd,
drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet
aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 73 voor meer informatie over Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
■ Functies zonder een SIM-kaart
U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een
SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een
compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Als de telefoon
zonder SIM-kaart wordt gebruikt, worden sommige functies in de
menu's grijs weergegeven. Deze functies kunnen niet worden gebruikt.
Synchronisatie met een externe internetserver is zonder SIM-kaart niet
mogelijk.
Als u een alarmnummer wilt kiezen, kan in sommige netwerken een geldige,
correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
3. Algemene functies
■ Oproep plaatsen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de toets Einde om de oproep te beëindigen of het kiezen te
onderbreken.
Zie Zoeken naar een contact op pagina 54 als u wilt zoeken naar een
naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op
de beltoets om het nummer te kiezen.
25
Algemene functies
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de
beltoets in de stand-by mode. Selecteer het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de
snelkeuzetoetsen: toets 2 tot en met 9. Zie Snelkeuze op pagina 59.
U kunt het nummer op een van de volgende manieren kiezen:
• Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste
snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen.
Zie Snelkeuze in Bellen op pagina 72.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon
die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen. Er wordt
automatisch een spraakopdracht toegevoegd aan alle vermeldingen in
de lijst met contacten van de telefoon.
Als er een toepassing actief is die gegevens verzendt of ontvangt via een
GPRS-verbinding, moet u de toepassing beëindigen voordat u
gebruikmaakt van spraakgestuurde nummerkeuze.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen
van de taal, zie Taal spraakweergave in Telefoon op pagina 73.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren
in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder
alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk
bent.
1. Houd in de stand-bymodus de rechterselectietoets of de volumeomlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
Als u een compatible hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets
gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt om
spraakgestuurde nummerkeuze te starten.
26
Algemene functies
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de spraakherkenning is
gelukt, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon
speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst af. Na
circa 1,5 seconde wordt het nummer gekozen. Als het resultaat niet
correct is, gaat u naar een andere vermelding en selecteert u deze om
de vermelding te kiezen.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een
geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de
spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in
Snelkoppelingen op pagina 65.
■ Een oproep beantwoorden of weigeren
U beantwoordt een inkomende oproep door op de beltoets te drukken of
de telefoon te openen. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om het
gesprek te beëindigen.
Als u een inkomende oproep wilt weigeren, drukt u op de toets Einde of
selecteert u Stil > Weiger.
Druk op Stil om de beltoon uit te schakelen.
Tip: Als de functie Doorschak. bij in gesprek is ingeschakeld om
gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar uw voicemail,
worden ook geweigerde gesprekken doorgeschakeld. Zie Bellen
op pagina 72.
Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen
door op de hoofdtelefoontoets te drukken.
Wachtfunctie
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om de oproep in de wachtstand
te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken.
Zie Bellen op pagina 72 voor informatie over het activeren van de
Wachtfunctieopties.
27
Algemene functies
■ Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor
informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten.
Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens een van de
volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokkeren, Opnemen, Luidspreker of Telefoon.
Opties voor netwerkdiensten zijn Opnemen of Weigeren, Standby of
Uit standby, Nieuwe oproep, Toevgn aan conferentie, Beëindigen, Alles
afsluiten en de volgende opties:
DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden.
Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in
de wachtstand.
Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden
met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren waaraan maximaal
vijf personen kunnen deelnemen.
Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek een van de
deelnemers privé te spreken.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
28
Navigeren door de menu's
4. Navigeren door de menu's
De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn
in menu's.
1. Druk op Menu om het menu te openen.
U kunt de menuweergave wijzigen door Opties >
Hoofdmenuweergave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of
Tab te selecteren.
Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u
wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verplaats. Ga
naar de positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en
selecteer OK. Selecteer OK > Ja om de wijziging op te slaan.
2. Blader door het menu en selecteer een optie (bijvoorbeeld
Instellingen).
3. Als het geselecteerde menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert
u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepen).
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt
u stap 3.
5. Selecteer de gewenste instelling.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.
29
Tekst invoeren
5.Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld
wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale
tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek.
Tijdens het invoeren van tekst worden boven in het scherm
aanduidingen van de modus voor tekstinvoer weergegeven. geeft
normale tekstinvoer aan. geeft tekstinvoer met woordenboek aan.
Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren
met de cijfertoetsen en een ingebouwd woordenboek. U kunt een letter
invoeren met één druk op een toets. geeft tekstinvoer met
woordenboek aan met Woordsuggesties. De telefoon probeert het
woord te voorspellen op basis van de tekens die u hebt ingevoerd.
, of wordt weergegeven naast de aanduiding van de
modus voor tekstinvoer en geeft het gebruik van hoofdletters of kleine
letters aan. U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door
op # te drukken.
geeft de nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de
nummermodus door # ingedrukt te houden en Nummermodus te
selecteren.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal. U kunt ook # ingedrukt houden en Schrijftaal
selecteren.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Als u tekstinvoer met woordenboek wilt inschakelen, selecteert u
Menu > Berichten > Bericht maken. Selecteer het type bericht en
selecteer Opties > Voorspelling aan.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en
uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op #
te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. De
ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
30
Loading...
+ 87 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.